8
Elektronica - VEGABAR 17
Procesdruk
37527-NL-190306
6 Elektronica - VEGABAR 17
De voedingsspanning en het stroomsignaal worden via dezelfde tweea-
derige aansluitkabel overgedragen.
De VEGA-voedingsapparaten VEGATRENN 149EX, VEGASTAB 690,
VEGADIS 371 en de meetversterkers VEGAMET zijn voor voedings-
spanning geschikt. Met deze instrumenten is ook de veilige scheiding
van het voedingscircuit van de netstroomcircuits conform DIN VDE 0106
deel 101 voor het aanhouden van de beveiligingssklasse gegarandeerd.
•
Bedrijfsspanning
– 10 … 30 V DC (stekker of kabeluitgang)
– 11 … 30 V DC (klemmenbehuizing)
Verbindingskabel
De sensoren worden met standaard kabel zonder afscherming aan-
gesloten. Een kabelbuitendiameter van 5 ... 9 mm waarborgt de goed
afdichtende werking van de kabelwartel.
Indien elektromagnetische instrooiingen worden verwacht, die boven de
testwaarden van de EN 61326 voor industriële omgeving liggen, moet
afgeschermde kabel worden gebruikt.
Kabelafscherming en aarding
Wanneer afgeschermde kabel nodig is, moet de kabelafscherming aan
beide zijde op het aardpotentiaal worden aangesloten. Indien potentiaal-
vereeningsstromen kunnen worden verwacht, moet de verbinding aan
de verwerkingszijde via een keramische condensator (bijv. 1 nF, 1500 V)
worden uitgevoerd.
Aansluiting haakse connector conform ISO 4400
1
2
3
-
1
Fig. 11: Aansluitschema haakse connector conform ISO 4400, bovenaanzicht
VEGABAR
1 Voedingsspanning en signaaluitgang
Aansluiting kabeluitgang
2
3
Fig. 12: Aansluitschema kabeluitgang
2)
1 Bruin (+) voedingsspanning en signaaluitgang
2 Groen (-): voedingsspanning en signaaluitgang
3 Blauw = kabelafscherming
Aansluiting klemmenbehuizing
321
–
+
–
+
4 5
1
2
Fig. 13: Aansluitschema klemmenbehuizing
1 Voor voedingsspanning resp. meetversterkersysteem
2 Regelinstrument (4 … 20 mA-meting).
2)
De aders blauw, geel, zwart, wit worden niet aangesloten.