Garmin Panoptix™ LVS32 Transducer Installatie gids

Type
Installatie gids
PANOPTIX
LIVESCOPE
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking van de kaartplotter voor waarschuwingen met
betrekking tot het product en andere belangrijke informatie.
U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing
van uw vaartuig. Sonar is een hulpmiddel dat u meer informatie
geeft over het water onder uw boot. Het ontheft u echter niet van
uw verantwoordelijkheid om het water rond uw boot in de gaten
te houden tijdens het navigeren.
VOORZICHTIG
Het niet in overeenstemming met deze instructies installeren en
onderhouden van dit toestel kan leiden tot schade of letsel.
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Om de beste prestaties te garanderen en schade aan uw boot te
voorkomen, moet u het Garmin
®
toestel aan de hand van de
volgende instructies installeren.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de
installatie begint. Als u problemen ondervindt tijdens het
installeren, kunt u voor meer informatie terecht op
support.garmin.com.
Software-update
U moet de Garmin kaartplotter-software bijwerken als u dit
toestel installeert.
Als uw kaartplotter over WiFi
®
technologie beschikt, moet u de
software met behulp van de ActiveCaptain
®
app bijwerken op
een compatibel Android
of Apple
®
toestel.
Als uw kaartplotter niet over WiFi technologie beschikt, moet u
de software bijwerken met behulp van een geheugenkaart en
een Windows
®
of Mac
®
computer.
Ga voor meer informatie naar support.garmin.com.
Benodigd gereedschap
Boormachine
Boortjes van 4 mm (
5
/
32
in.) en 3,2 mm (
1
/
8
in.)
Afdekband
Kruiskopschroevendraaier, nr. 2
Watervaste kit
Gatenzaag van 32 mm (1
1
/
4
in.) (optioneel)
Kabelbinders (optioneel)
Aandachtspunten bij de montage
U moet zorgen dat de hoek van de transducer correct is voor
de geselecteerde modus.
U moet de sonarmodule instaleren op een locatie met
voldoende ventilatie waar het niet wordt blootgesteld aan
extreme temperaturen.
De transducer moet niet worden gemonteerd op een plaats
waar deze beschadigd kan raken bij het te water laten,
binnenhalen of opbergen van de boot.
Plaats de transducer niet achter planken, stijlen, beslag,
waterinlaten of -uitlaten, door-de-huid transducers, of op
plaatsen waar luchtbellen of waterturbulenties ontstaan.
Turbulent water kan de sonarbundel verstoren.
De transducer moet zo dicht mogelijk bij de middenlijn van de
boot worden gemonteerd.
Als de transducer verder uit het midden van de spiegel is
geplaatst, kan de grotere deadrisehoek ertoe leiden dat de
romp van de boot de sonarbundel verstoort , en dat de
detectie aan de andere kant van de boot niet consistent is
.
Afbeelding van de transducer van achteren.
Op boten met één schroef moet de transducer niet worden
gemonteerd in het pad van de schroef.
Op boten met twee schroeven moet de transducer zo
mogelijk worden gemonteerd tussen de beide schroeven.
Monteer de sonarmodule op een plaats waar de LED's
zichtbaar zijn, waar de kabels kunnen worden aangesloten
en waar het toestel niet onder water kan raken.
Aandachtspunten bij kabels
LET OP
Het scheiden van de Siamese kabels nabij het roterende
scharnier op een kabelgestuurde trollingmotor vermindert de
spanning en verlengt de levensduur van de kabels.
Kabelbinders en kabelklemmen kunnen te strak worden
gespannen en de kabel beschadigen of breken, of vermoeidheid
van de kabel veroorzaken als gevolg van herhaaldelijk draaien
van de motor.
Gebruik zwarte isolatietape om de kabels boven en onder het
roterende scharnier vast te zetten. Als u de kabels met
kabelbinders vastmaakt, mag u de kabelbinders niet te strak
vastzetten.
Bevestig de kabels boven en onder de scharnierverbinding van
uw trollingmotor.
Maak een servicelus van ten minste 25 cm (10 inch) lang in de
kabels, met het draaiende verbindingsstuk gecentreerd op de
lus.
Gebruik het meegeleverde gereedschap, een platte
schroevendraaier of een bot mes om de kabels los te maken.
GUID-8ABE5659-3192-4519-8A48-66421E004620 v4Februari 2020
De transducerkabels scheiden
Voordat u de kabels scheidt, moet u de transducer testen. De
kabels moeten op kamertemperatuur zijn wanneer u ze scheidt.
1
Markeer tijdens een proefbevestiging op de trollingmotor de
locatie waar de transducerkabel over de draaiende
verbinding loopt .
2
Leg de transducerkabels op een harde, vlakke ondergrond.
3
Druk de punt van het snijgereedschap, een platte
schroevendraaier of een bot mes naar het midden van de
kabels op de gemarkeerde locatie en doorboor het materiaal
tussen de kabels.
OPMERKING: Snijd niet door of in het ronde gedeelte van de
kabels. Doorboor alleen het midden van de band tussen de
kabels.
4
Trek de kabelhelften met uw vingers ongeveer 12,5 cm (5 in.)
uit elkaar aan beide kanten van het gat.
5
Zorg dat de kabels een opening hebben van ten minste 10
cm (4 in.) boven en 10 cm (4 in.) onder het gesplitste
gedeelte van de kabel en dat het midden zich bevindt bij de
draaiende verbinding . Hierdoor creëert u een lus in de
kabel boven de draaiende verbinding. De lus moet groot
genoeg zijn om de transducer in beide richtingen volledig te
laten draaien. Zorg dat er minimaal 25 cm (10 in.) kabel is om
de afstand van 20 cm (8 in.) tussen de bevestigingspunten te
overbruggen.
6
Gebruik de zwarte isolatietape om de transducerkabel aan
de as te bevestigen. Het gesplitste gedeelte van de kabel
moet onder de tape uitsteken.
7
Test de volledige rotatie van de trollingmotor om te
controleren of de kabels vrij zijn van het roterende scharnier
en niet strak worden getrokken als gevolg van spanning
tijdens het draaien.
De transducer aan een trollingmotor
vastmaken
De steun voor schroefashuis van trollingmotor
bevestigen
1
Breng de bovenkant van de transducer op één lijn met de
bovenkant van de beugel .
2
Bevestig de beugel met de meegeleverde inbussleutel aan
de transducer met de shouderschroef , rubberen ring en
platte ring .
OPMERKING: U moet de steun volledig aan de transducer
bevestigen. Het aanbevolen draaimoment voor de
schouderschroef is 3,4 Nm (2,5 lb-ft).
De transducer aan een trollingmotor vastmaken
LET OP
Tijdens installatie moet de transducerkabel zijn bevestigd aan
de as of op andere wijze veilig zijn bevestigd. Beschadiging van
de draden of de isolatie van de transducerkabel kan storingen in
de transducer veroorzaken.
1
Druk de slangklem door de sleuf op de trollingmotorsteun
totdat aan beide zijden van de steun een stuk van gelijke
lengte uitsteekt.
2
2
Bevestig de slangklem rond de trollingmotor .
OPMERKING: Draai de transducer niet.
3
Bevestig de transducerkabel aan de motoras of een andere
veilige plaats.
4
Leid de transducerkabel naar de installatielocatie van de
sonarmodule en houd daarbij rekening met de volgende
aandachtspunten.
Leid de kabel niet dicht langs elektrische draden of andere
bronnen van elektrische interferentie.
Leid de kabel zo dat deze niet wordt afgeklemd wanneer
de trollingmotor wordt gebruikt of opgeborgen.
OPMERKING: Indien nodig kunt u voor extra kabellengte
een optionele verlengkabel aansluiten, verkrijgbaar bij
buy.garmin.com of bij uw Garmin dealer.
5
Plaats de transducer onder de gewenste hoek
(Bevestigingsrichting op trollingmotor, pagina 3).
Bevestigingsrichting op trollingmotor
De richting is afhankelijk van de kant van de trollingmotor
waarop u de transducer hebt bevestigd, en van gewenste
zichtveld.
TIP: U hebt geen gereedschap nodig om de oriëntatie van
vooruit naar omlaag te wijzigen. Draai de steun één klik om de
oriëntatie van vooruit naar omlaag te wijzigen.
Stuurboordzijde, zicht naar voren
Stuurboordzijde, zicht naar beneden
Bakboordzijde, zicht naar voren
Bakboordzijde, zicht naar beneden
De transducer op een trollingmotoras
installeren
Richting van de beugel voor de trollingmotorstang
De beugel van de trollingmotorstang heeft een hoek van 8
graden om interferentie van het trollingmotorhuis op de
transducerbundel te beperken. U moet de pijl en het smalle
uiteinde van de hoek naar boven richten wanneer u de
beugel bevestigt aan de trollingmotorstang.
De transducersteun voor bevestiging op een trolling-
motoras bevestigen
Wanneer de trollingmotorsteun correct is gepositioneerd
(Richting van de beugel voor de trollingmotorstang,
pagina 3), bevestigt u de transducer met de meegeleverde
inbussleutel aan de beugel voor de trollingmotorstang
met de schouderschroef , platte ring en rubberen ring
.
OPMERKING: U moet de steun volledig aan de transducer
bevestigen. Het aanbevolen draaimoment voor de
schouderschroef is 3,4 Nm (2,5 lb-ft).
De transducer installeren op de trollingmotorstang
LET OP
Tijdens installatie moet de transducerkabel zijn bevestigd aan
de as of op andere wijze veilig zijn bevestigd. Beschadiging van
de bedrading of de mantel van de transducerkabel kan storingen
in de transducer veroorzaken.
U dient de transducer zo ver mogelijk uit de buurt van de motor
te bevestigen.
U moet het meegeleverde rubberen inzetstuk gebruiken bij een
trollingmotorstang van 25 mm (1 in.).
1
Plaats de M6-schroeven met de meegeleverde
inbussleutel en bevestig de beugel voor de motorstang
aan de transducerbeugel rond de trollingmotorstang.
2
Bevestig de transducerkabel aan de motoras of een andere
veilige plaats.
3
Leid de transducerkabel naar de installatielocatie van de
sonarmodule en houd daarbij rekening met de volgende
aandachtspunten.
Leid de kabel niet dicht langs elektrische draden of andere
bronnen van elektrische interferentie.
Leid de kabel zo dat deze niet wordt afgeklemd wanneer
de trollingmotor wordt gebruikt of opgeborgen.
3
4
Plaats de transducer onder de gewenste hoek (Richting van
de as van de trollingmotor, pagina 4).
Richting van de as van de trollingmotor
De installatiehoek is afhankelijk van de kant van de
trollingmotoras waarop u de beugel bevestigt, en van gewenste
zichtveld.
TIP: U hebt geen gereedschap nodig om de oriëntatie van
vooruit naar omlaag te wijzigen. Draai de steun één klik om de
oriëntatie van vooruit naar omlaag te wijzigen.
Bakboordzijde, zicht naar voren
Bakboordzijde, zicht naar beneden
Stuurboordzijde, zicht naar voren
Stuurboordzijde, zicht naar beneden
De transducer aan de spiegel van een boot
vastmaken
Indien nodig, kunt u een optionele stevige spiegelsteun met een
spatschild (010-12006-11) aanbrengen om sproeien van de
transducer te verminderen. Ga naar buy.garmin.com of neem
contact op met uw Garmin dealer voor meer informatie.
De transducersteun voor spiegelmontage in elkaar
zetten
1
Bevestig de beugel van de transducersteun aan de
transducer met de bevestigingsschroeven en
sluitringen .
2
Bevestig de beugel van de transducersteun aan de steun
voor spiegelmontage met de meegeleverde bouten ,
platte ringen en borgmoeren .
OPMERKING: Het aanbevolen draaimoment voor de schroef
is 20 Nm (15 lb-ft).
OPMERKING: Als de transducer leidt tot overmatig
sproeiwater bij montage op de spiegel, kunt u een stevige
spiegelsteun aanbrengen met een spatscherm
(010-12006-11). Ga naar buy.garmin.com of neem contact op
met uw Garmin dealer voor meer informatie.
De transducersteun voor spiegelmontage installeren
LET OP
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
1
Plaats de transducersteun zo dat de bovenkant van de
transducer zich onder de spiegel bevindt.
2
Gebruik de spiegelsteun als sjabloon om de plaats van de
schroefgaten te markeren.
3
Wikkel een stukje tape rond een boortje van 4 mm (
5
/
32
in.)
op een afstand van 19 mm (
7
/
10
in.) vanaf de punt van het
boortje om te voorkomen dat u de voorboorgaten te diep
maakt.
4
Als u de beugel op glasvezel installeert, bevestigt u een
stukje tape over de locatie van het voorboorgat om te
voorkomen dat scheurtjes in de gellaag ontstaan.
5
Boor met een verzinkboor van 4 mm (
5
/
32
in.) de
voorboorgaten circa 19 mm (
3
/
4
in.) diep op de gemarkeerde
plaatsen.
6
Breng watervaste kit aan op de meegeleverde schroeven van
20 mm.
7
Bevestig de transducersteun met de drie 20mm-schroeven
aan de spiegel.
LET OP
Gebruik bij het monteren van de transducer het onderste
schroefgat in het midden van de steun. Dit is met name
belangrijk voor vaartuigen die een hoge snelheid kunnen
bereiken. Als het bovenste gat wordt gebruikt, kan de beugel
buigen of breken wanneer het vaartuig een hoge snelheid
heeft, waardoor de transducer kan losraken.
8
Als u de kabel door de spiegel moet leiden, kiest u een
locatie voor het voorboorgat die zich een stuk boven de
waterlijn bevindt en markeert u deze locatie.
9
Als u in stap 8 een voorboorgat hebt gemarkeerd, gebruikt u
een boor van 32 mm (1
1
/
4
in.) om een gat helemaal door de
spiegel heen te boren.
10
Leid de transducerkabel naar de sonarmodule:
Als u de kabel door een gat in de spiegel leidt, haalt u de
kabel door het gat dat u in stap 9 hebt geboord.
Als u de kabel niet door een gat in de spiegel aanlegt, leidt
u de kabel omhoog en over de bovenkant van de spiegel.
Voorkom dat de kabel dicht langs elektrische draden of
andere bronnen van elektrische interferentie loopt.
Het GLS 10 Black Box toestel monteren
LET OP
Als u het toestel op glasvezel monteert, gebruik bij het boren
van de gaten een kleine verzinkboor om alleen in de bovenste
gellaag een kleine verdieping aan te brengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
OPMERKING: Bij het toestel zijn schroeven geleverd, maar
deze zijn mogelijk niet geschikt voor het montageoppervlak.
4
Voordat u het toestel installeert, moet u voor het
montageoppervlak geschikte schroeven en andere
bevestigingsmaterialen kiezen.
1
Plaats het black box toestel op de gewenste montagelocatie
en markeer de locatie van de montagegaten.
2
Boor een montagegat voor één hoek van het toestel.
3
Bevestig deze hoek van het toestel losjes aan het
montageoppervlak en controleer de andere drie markeringen
van de montagegaten.
4
Markeer eventueel opnieuw de montagegaten en verwijder
het toestel van het montageoppervlak.
5
Boor de overige montagegaten.
6
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak.
Installatiediagram
Compatibele Garmin kaartplotter
Panoptix LiveScope GLS 10 sonarmodule
Adapterkabel Garmin Marine Network kleine connector naar
Garmin Marine Network grote connector
RJ-45-connector
Garmin Marine Network kabel met kleine connector naar
NETWORK poort
Watermassa
7,5 A snelle zekering
LET OP
Verwijder de zekering niet. Als u de zekering verwijdert, kan het
toestel defect raken en vervalt de garantie.
Panoptix LiveScope GLS 10 voedingskabel naar POWER poort
Transducerkabel naar XDCR poort
Panoptix LiveScope LVS32 transducer
Voedingskabel verlengen
Zo nodig kunt u de voedingskabel verlengen met een kabel van
de juiste dikte en lengte.
Onderdeel Beschrijving
Zekering
Batterij
2,7 m (9 ft.) geen verlenging
Onderdeel Beschrijving
Verbinding
Verlengdraad van 10 AWG (5,26 mm²), maximaal 4,6 m
(15 ft.)
Verlengdraad van 8 AWG (8,36 mm²), maximaal 7 m
(23 ft.)
Verlengdraad van 6 AWG (13,29 mm²), maximaal 11 m
(36 ft.)
Zekering
20,3 cm (8 in.)
Batterij
20,3 cm (8 in.)
Maximale verlenging 36 ft. (11 m)
Knippercodes
Als de sonarmodule is geïnstalleerd, wordt deze tegelijk met de
kaartplotter ingeschakeld. De status-LED op de sonarmodule
geeft de operationele status van de module aan.
LED-
kleur
Status Status
Groen Knipperen De sonarmodule is aangesloten op een
kaartplotter en werkt naar behoren. Er
worden sonargegevens weergegeven
op de kaartplotter.
Rood Knipperen De sonarmodule is ingeschakeld, maar
is niet verbonden met een kaartplotter,
of wacht tot er verbinding kan worden
gemaakt met een kaartplotter. Als de
sonarmodule is verbonden met de
kaartplotter en de status onveranderd
blijft, moet u controleren of de kabels
correct zijn aangesloten.
Oranje Knipperen De software wordt bijgewerkt.
Rood/
groen
Knipperen Gereserveerd
Rood Twee keer
knipperen gevolgd
door een pauze
van 3 seconden
Andere sonarfout.
Rood Drie maal
knipperen gevolgd
door een pauze
van 3 seconden
De transducer wordt niet gedetecteerd
door de sonarmodule. Controleer de
bedrading als deze foutcode aanhoudt.
Rood Vijf maal knipperen
gevolgd door een
pauze van 3
seconden
De ingangsspanning van de sonarmo-
dule is hoger dan de maximale ingangs-
spanning.
Transducerinstellingen en -bediening
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw kaartplotter voor
informatie over transducerinstellingen en -bediening.
Het kompas kalibreren
Voordat u het kompas kunt kalibreren, moet de transducer op
voldoende afstand van de trollingmotor op de as zijn geplaatst
om magnetische interferentie te voorkomen, en in het water zijn
geplaatst. De kalibratie moet voldoende nauwkeurig zijn om het
interne kompas te kunnen gebruiken.
OPMERKING: U moet de transducer op de spiegel op de
trollingmotor monteren om het kompas te gebruiken. Het
kompas werkt niet wanneer u de transducer op de motor
monteert.
OPMERKING: Gebruik voor de beste resultaten een
koerssensor zoals de SteadyCast
koerssensor. De
koerssensor geeft de richting waarnaar de transducer ten
opzichte van de boot is gericht aan.
5
U kunt uw boot alvast draaien voordat u begint te kalibreren,
maar tijdens het kalibreren moet uw boot 1,5 keer volledig
roteren.
1
Selecteer MENU > Echoloodinstelling > Installatie in een
geschikte sonarweergave.
2
Selecteer indien nodig Gebruik AHRS om de AHRS-sensor
in te schakelen.
3
Selecteer Kalibreer kompas.
4
Volg de instructies op het scherm.
Specificaties
Panoptix LiveScope LVS32 specificaties
Afmetingen (L x H x B) 136,4 x 96,5 x 44,5 mm (5,37 x 3,8
x 1,75 in.)
Gewicht (alleen transducer) 850 g (1,87 lb.)
Frequenties Van 530 tot 1,1 MHz
Bedrijfstemperatuur Van 0 tot 40°C (van 32 tot 104°F)
Opslagtemperatuur Van -40 tot 85°C (van -40 tot
185°F)
Maximale diepte/afstand
1
61 m (200 ft.)
Beeldveld Voorkant naar achterkant: 135
graden
Zijkant naar zijkant: 20 graden
Panoptix LiveScope GLS 10 sonarmodule -
specificaties
Afmetingen (B×H×D) 245 x 149 x 65 mm (9,7 x 5,9 x 2,6 in.)
Gewicht 1,96 kg (4,33 lbs.)
Bedrijfstemperatuur Van -15 tot 70°C (van 5 tot 158°F)
Opslagtemperatuur Van -40 tot 85°C (van -40 tot 185°F)
Ingangsspanning Van 10 tot 32 V gelijkstroom
Stroomverbruik 21 W (standaard), 24 mW min., 58 W max.
Kompasveilige afstand 178 mm (7 in.)
Gegevensuitvoer Garmin Marine Network
Licentie voor open-source software
De licentie(s) voor open-source software die in dit product wordt
gebruikt, vindt u op developer.garmin.com/open-source/linux/.
De transducer schoonmaken
Vuil en aangroei kan zich snel ophopen en de prestaties van uw
toestel verminderen.
1
Verwijder het vuil met een zachte doek en milde reiniger.
2
Veeg het toestel vervolgens droog.
© 2018 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Garmin
®
en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
ActiveCaptain
®
, LiveScope
, Panoptix
en SteadyCast
zijn handelsmerken van Garmin
Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt
zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Android
is een handelsmerk van Google Inc. Apple
®
is een handelsmerk van Apple Inc.,
geregistreerd in de VS en andere landen.
WiFi
®
is een geregistreerd handelsmerk van
Wi-Fi Alliance Corporation. Windows
®
is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Overige handelsmerken en
merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
1
Afhankelijk van het zoutgehalte van water, de bodemsoort en andere watercon-
dities.
© 2018 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
support.garmin.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6

Garmin Panoptix™ LVS32 Transducer Installatie gids

Type
Installatie gids

Andere documenten