Bosch SERIE 2 SMS25AW02E de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
XXXCPTDIIPNFDPNXFMDPNF
3FHJTUFSZPVSOFX#PTDIOPX
"GXBTBVUPNBBU
OM (FCSVJLTBBOXJK[JOH
SM…
SB…
6WDUW

5HVHWVHF














nl
3
Inhoudsopgave
8 Bestemming
van het apparaat . . . . . . . . . . . 4
( Veiligheids- voorschriften . . . . 5
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt . . . . . . . . . . . . . . . 5
Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Bij de installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Deurvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . 7
Bij schade. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Bij het afvoeren van het apparaat . . . . 8
7 Milieubescherming . . . . . . . . . 10
Verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Uw oude apparaat . . . . . . . . . . . . . . 10
* Kennismaking
met het apparaat . . . . . . . . . . . 10
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . 10
Binnenkant van het apparaat . . . . . . 11
+ Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout . . . . . . . . . . . 11
Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Tabel voor de waterhardheid . . . . . . 12
Gebruik van onthardingszout . . . . . . 13
Reinigingsproducte
met zoutcomponente . . . . . . . . . . . . 13
Ontharding uitschakelen . . . . . . . . . . 13
, Glansspoelmiddel . . . . . . . . . . 14
Hoeveelheid
glansspoelmiddel instellen . . . . . . . . 14
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen uitschakelen . . . . . . . . . . . . 15
- Serviesgoed . . . . . . . . . . . . . . . 15
Ongeschikt servies . . . . . . . . . . . . . . 15
Schade aan glas en serviesgoed . . . 15
Inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Uitruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Kopjes en glazen . . . . . . . . . . . . . . . 16
Pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Bestekkorf. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Etagère . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Omklapbare bordensteunen . . . . . . . 18
Houder voor kleingoed . . . . . . . . . . . 18
Messenrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Verstellen van de korfhoogte . . . . . . 19
. Afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . 20
Vul afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Gecombineerde reinigingsmiddelen . 21
/ Programma-overzicht . . . . . . . 23
Programmakeuze . . . . . . . . . . . . . . . 24
Aanwijzingen voor testinstituten . . . . 24
0 Extra functies . . . . . . . . . . . . . . 24
Tijd besparen (VarioSpeedPlus) . . . . 24
Halve belading . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
HygiënePlus (HygienePlus) . . . . . . . . 25
IntensiveZone (IntensiefZone) . . . . . . 25
Extra drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
nl Bestemming van het apparaat
4
1 Apparaat bedienen . . . . . . . . . 25
Programmagegevens . . . . . . . . . . . . 25
Aqua-Sensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Inschakelen van het apparaat. . . . . . 26
Resttijdindicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Starttijd kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Einde van het programma . . . . . . . . 26
Automatisch uitschakelen
na afloop van het programma . . . . . 27
Uitschakelen van het apparaat . . . . . 27
Onderbreken van het programma . . 27
Afbreken van het programma . . . . . . 28
Wijzigen van het programma . . . . . . 28
Intensief drogen . . . . . . . . . . . . . . . . 28
2 Reinigen en onderhouden . . . 29
Algemene toestand
van de machine . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Onthardingszout
en glansspoelmiddel. . . . . . . . . . . . . 29
Zeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Sproeiarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
3 Wat te doen bij storingen? . . . 31
Afvoerpomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Storingentabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
4 Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . 41
5 Plaatsen en aansluiten . . . . . . 41
Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . 41
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . 41
Aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . 42
Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Aansluiten op de waterafvoer . . . . . . 42
Drinkwateraansluiting . . . . . . . . . . . . 43
Warmwateraansluiting. . . . . . . . . . . . 43
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . 44
Demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Bescherming tegen vorst
(Leegmaken van het apparaat). . . . . 46
8 Bestemming van het
apparaat
Bestemming van het apparaat
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het
huishouden en de huiselijke
omgeving.
De vaatwasser alleen in het
huishouden gebruiken en
alleen voor het aangegeven
doel: het afwassen van
huishoudelijk serviesgoed.
Deze vaatwasser is bestemd
voor gebruik tot op hoogten
van maximaal 4.000 m
boven zeeniveau.
Veiligheidsvoorschriften nl
5
( Veiligheids-
voorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Dit toestel kan worden gebruikt
door kinderen vanaf 8 jaar en
door personen met beperkte
fysieke, sensorische of
geestelijke vermogens of
personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben,
wanneer zij onder toezicht staan
van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben
het op een veilige manier te
gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik
van het toestel met zich
meebrengt.
Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Reiniging en
onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd
door kinderen, tenzij zij 8 jaar of
ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die
jonger zijn dan 8 jaar uit de
buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en
het installatievoorschrift
aandachtig door! U vindt daarin
belangrijke informatie over
plaatsing, gebruik en
onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing
en het installatievoorschrift voor
later gebruik of voor volgende
eigenaars.
De gebruiksaanwijzing kunt u
gratis downloaden van onze
internetpagina. Ons
internetadres vindt u op de
achterkant van deze
gebruiksaanwijzing.
Bij aflevering
1. Controleer onmiddellijk
of de verpakking en
de afwasautomaat tijdens het
transport beschadigd zijn.
Een beschadigd apparaat
niet in gebruik nemen maar
contact opnemen met uw
leverancier.
2. Het verpakkingsmateriaal
milieuvriendelijk volgens
de geldende voorschriften
afvoeren.
3. Laat kinderen niet met
de verpakking en
de onderdelen daarvan
spelen. Kans op stikken door
vouwdozen en folie.
nl Veiligheidsvoorschriften
6
Bij de installatie
Zorg ervoor dat de
achterzijde van de
afwasautomaat na de
installatie niet meer vrij
toegankelijk is
(aanraakbeveiliging wegens
hete oppervlakken).
Ga bij het plaatsen en
aansluiten te werk volgens
de installatie- en
montagehandleiding.
Tijdens het installeren mag
de afwasautomaat niet
op het elektriciteitsnet zijn
aangesloten.
Overtuig u ervan dat het
aardingssysteem
van de elektrische
huisinstallatie volgens
de elektrotechnische
voorschriften is geïnstalleerd.
De elektrische
aansluitvoorwaarden moeten
overeenkomen met
de gegevens op het
typeplaatje 92
van de afwasautomaat.
Als de elektrische
aansluitkabel van het
apparaat beschadigd wordt,
dan moet deze door
een speciale aansluitkabel
vervangen worden.
Om gevaren te voorkomen,
dient men deze aan te
schaffen via de
klantenservice.
Als de afwasmachine
in een hoge kast moet
worden ingebouwd, dan
moet deze volgens
de voorschriften bevestigd
worden.
Als de afwasautomaat onder
of boven andere
huishoudapparaten wordt
ingebouwd, dient men de
informatie m.b.t. de inbouw in
combinatie met een
afwasautomaat in de
montagehandleiding van de
desbetreffende apparaten in
acht te nemen.
Neem bovendien de
montageaanwijzingen van de
afwasautomaat in acht om
een veilig gebruik van alle
apparaten te waarborgen.
Als er geen informatie
beschikbaar is of als de
montagehandleiding niet de
gewenste aanwijzingen
bevat, dient u contact op te
nemen met de fabrikant van
deze apparaten om na te
gaan of de afwasautomaat
boven of onder deze
apparaten kan worden
ingebouwd.
Als het u niet lukt om
informatie van de fabrikant te
krijgen, mag u de
afwasautomaat niet boven of
onder deze apparaten
inbouwen.
Veiligheidsvoorschriften nl
7
Wanneer u boven de
afwasautomaat een
magnetron inbouwt, kan deze
beschadigd raken.
Voor een goede stabiliteit
van het apparaat mogen
integreerbare
of onderbouwapparaten
alleen onder een doorlopend
werkblad worden ingebouwd
dat aan de kasten ernaast is
vastgeschroefd.
Het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron
(radiator, boiler, fornuis
of andere apparaten die
warmte afgeven) installeren
en niet onder
een kookplateau inbouwen.
Houd er rekening mee dat de
isolatie van het aansluitsnoer
van de vaatwasser bij
warmtebronnen (zoals de
verwarmings-/
warmwaterinstallatie) of hete
apparaatonderdelen kan
smelten. Nooit het
aansluitsnoer van de
vaatwasser met
warmtebronnen of hete
apparaatonderdelen in
contact brengen.
Na het plaatsen van het
apparaat moet de stekker
gemakkelijk te bereiken zijn.
(Zie Elektrische aansluiting)
Bij sommige modellen:
In de kunststof behuizing aan
de wateraansluiting bevindt
zich een elektrisch ventiel,
in de toevoerslang bevinden
zich de aansluitingsleidingen.
De slang niet doorsnijden,
de kunststof behuizing niet
in water onderdompelen.
Dagelijks gebruik
Let
op de veiligheidsvoorschriften
resp. de aanwijzingen bij het
gebruik op de verpakkingen
van het afwas-
en glansspoelmiddel.
Kinderbeveiliging
(deurvergrendeling)
Deurvergrendeling
*
De beschrijving
van de kinderbeveiliging
bevindt zich
achterin in de omslag.
* Afhankelijk van het model
nl Veiligheidsvoorschriften
8
Bij schade
Reparaties en ingrepen
mogen alleen door
een vakkundig monteur
worden uitgevoerd.
Hierbij mag het apparaat niet
op het lichtnet zijn
aangesloten. Stekker uit het
stopcontact trekken
of de zekering losdraaien
resp. uitschakelen. Kraan
dichtdraaien.
Bij beschadigingen, vooral
van het bedieningspaneel
(scheuren, gaten, afgebroken
toetsen), of als de deur niet
goed functioneert, mag het
apparaat niet meer worden
gebruikt. De stekker uit het
stopcontact trekken of de
zekering uitschakelen. Kraan
dichtdraaien, klantenservice
bellen.
Bij het afvoeren
van het apparaat
1. Het afgedankte apparaat
onmiddellijk onbruikbaar
maken om eventuele
ongelukken te voorkomen.
2. Het apparaat
op een milieuvriendelijke
wijze (laten) afvoeren.
m Waarschuwing
Verwondingsgevaar!
Om verwondingen bijv. door
struikelen te voorkomen:
de afwasautomaat tijdens het
in- en uitladen zo kort
mogelijk openen.
Messen en andere
voorwerpen met scherpe
punten met de punten naar
beneden in de bestekkorf
zetten of plat in het
messenrek* leggen.
Niet op de geopende deur
gaan zitten of staan.
Let er bij vrijstaande
apparaten op dat de korven
niet overladen zijn.
Als het apparaat niet
in een nis staat waardoor
een zijwand toegankelijk is,
dan moeten
de deurscharnieren om
veiligheidsredenen aan
de zijkant afgedekt worden
(kans op verwondingen).
De afdekkingen zijn als extra
toebehoren tegen meerprijs
bij de Servicedienst of bij uw
leverancier verkrijgbaar.
* afhankelijk van het model
Veiligheidsvoorschriften nl
9
m Waarschuwing
Gevaar door explosie!
Doe geen oplosmiddel
in de spoelruimte. Kans
op explosie.
m Waarschuwing
Risico van brandwonden!
Tijdens het
programmaverloop de deur
alleen heel voorzichtig openen.
Er kan namelijk heet water uit
het apparaat spuiten.
m Waarschuwing
Gevaren voor kinderen!
Maak gebruik – indien
aanwezig –
van de kinderbeveiliging. Een
nauwkeurige beschrijving
vindt u achter in de omslag.
Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen of het
bedienen.
Kinderen uit de buurt
van afwasmiddel
en glansspoelmiddel
houden. Deze kunnen
irritaties in mond, keel
en ogen veroorzaken of tot
verstikking leiden.
Kinderen uit de buurt
van de geopende
afwasautomaat houden. De
afwasautomaat kan nog
kleine voorwerpen bevatten
die door kinderen ingeslikt
zouden kunnen worden, en
het water in de binnenruimte
is geen drinkwater, het kan
afwasmiddelresten bevatten.
Let op dat kinderen niet
in de tab-opvangschaal 12
grijpen. De vingertjes kunnen
in de sleuven beklemd raken.
Let er bij een op een hoge
plaats ingebouwd apparaat
op dat er bij het openen en
sluiten van de deur geen
kinderen klem komen te
zitten of bekneld raken
tussen de apparaatdeur en
de onderliggende kastdeur.
Kinderen kunnen zich
opsluiten in het apparaat
(verstikkingsgevaar) of in een
andere gevaarlijke situatie
terechtkomen.
Bij uitgediende apparaten
daarom: Trek daarom
de stekker uit het
stopcontact. Aansluitkabel
doorknippen en verwijderen.
Deurslot onklaar maken
zodat de deur niet meer sluit.
nl Milieubescherming
10
7 Milieubescherming
Milieubescherming
Zowel de verpakking van het nieuwe
apparaat als het oude apparaat bevat
waardevolle grondstoffen en materiaal
dat hergebruikt kan worden.
De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd
afvoeren.
U kunt bij uw leverancier
of bij de gemeente informeren hoe u uw
oude apparaat en het
verpakkingsmateriaal kunt (laten)
afvoeren.
Verpakking
Alle kunststof delen van het apparaat
zijn gemerkt met een gestandaardiseerd
afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen).
Hierdoor is bij het afvoeren van het
apparaat een scheiding per soort
van de kunststof afvaldelen mogelijk.
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor
de veiligheid onder „Bij levering”
in acht.
Uw oude apparaat
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor
de veiligheid onder „Bij het afvoeren”
in acht.
* Kennismaking met het
apparaat
Kennismaking met het apparaat
De afbeeldingen van het
bedieningspaneel en
van de binnenruimte van het apparaat
vindt u vooraan in de omslag van deze
gebruiksaanwijzing.
In de tekst wordt op de verschillende
posities gewezen.
Bedieningspaneel
* Afhankelijk van het model
** Aantal afhankelijk van het model
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de
Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte
elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and
electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan
voor de in de EU geldige
terugneming en verwerking van
oude apparaten.
( AAN/UIT-schakelaar
0 Toets om de deur te openen
8 Programmakiezer
@ START-toets
H Cijferindicatie
P Starttijd kiezen *
X Extra functies **
` Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
h Indicatie zout bijvullen
)" Indicatie „Watertoevoer
controleren”
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout nl
11
Binnenkant van het apparaat
* Afhankelijk van het model
+ Wateronthardingsinsta
llatie/Onthardingszout
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
Voor een goed afwasresultaat heeft
de afwasautomaat zacht water, d.w.z.
water met weinig kalk nodig. Anders
zetten zich witte kalkresten op het
serviesgoed en de binnenkant
van de spoelruimte af.
Leidingwater is harder dan 7° dH
(1,2 mmol/l), moet onthard worden. Dit
gebeurt met behulp van onthardingszout
(regenereerzout)
in de wateronthardingsinstallatie
van de afwasmachine.
De instelling en daarmee de benodigde
hoeveelheid zout zijn afhankelijk
van de hardheidsgraad van het
leidingwater.
1" Bovenste servieskorf
1* Messenrek *
12 Tab-opvangschaal
1: Bovenste sproeiarm
1B Onderste sproeiarm
1J Reservoir voor onthardingszout
1R Zeven
1Z Bestekkorf
1b Onderste servieskorf
1j Voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel
9" Afwasmiddelbakje
9* Vergrendeling voor
afwasmiddelbakje
92 Typeplaatje
nl Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
12
Instellen
De hoeveelheid onthardingszout is
van :‹‹ tot :‹ˆ instelbaar.
Bij de instelwaarde :‹‹ is geen
onthardingszout nodig.
1. Vraag de hardheidsgraad van het
water. Informeer bij het
waterleidingbedrijf.
2. De instelwaarde vindt u in de tabel
voor de waterhardheid.
3. Deur sluiten.
4. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
5. START-toets @ indrukken
en ingedrukt houden.
6. Programmakiezer 8 draaien tot
de cijferindicatie H :... aangeeft.
7. Toets loslaten.
Op de cijferindicatie H brandt
de in de fabriek ingestelde
waarde :‹….
Om de instelling te wijzigen:
1. Programmakiezer 8 draaien tot
de gewenste waarde
op de cijferindicatie H verschijnt.
2. START-toets @ indrukken.
De ingestelde waarde is in het
geheugen opgeslagen.
Tabel voor de waterhardheid
¯¯
¯³
¯
¯´
¯
¯
¯±
¯Å
:DWHU
KDUGKHLGV
ZDDUGHG+
² ]DFKW
² ]DFKW
² JHPLGGHOG
² JHPLGGHOG
² JHPLGGHOG
² KDUG
² KDUG
² KDUG
PPROO
²
²
²
²
²
²
²
²
,QVWHOZDDUGH
RSâPDFKLQH
+DUGKHLGV
EHUHLN
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout nl
13
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen
van het apparaat zout bijvullen. Hiermee
bereikt u dat de overgelopen
zoutoplossing onmiddellijk wordt
uitgespoeld en corrosie aan
het spoelreservoir wordt voorkomen.
1. De schroefdop van het
voorraadreservoir 1J eraf draaien.
2. Het reservoir met water vullen (alleen
nodig bij het eerste gebruik).
3. Hierna onthardingszout bijvullen
(geen keukenzout of tabletten).
Hierdoor wordt het water verdrongen
en loopt weg.
Zodra de indicatie zout bijvullen h
op het bedieningspaneel brandt, moet
opnieuw zout worden bijgevuld.
* Afhankelijk van het model
Gebruik
van reinigingsproducten
met zoutcomponenten
Reinigingsproducte met zoutcomponente
Bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten hoeft in het
algemeen tot een waterhardheid
van 21°dH (37°fH, 26°Clarke,
3,7mmol/l) geen onthardingszout
gebruikt te worden.
Bij een waterhardheid boven 21° dH is
ook hier het gebruik van onhardingszout
noodzakelijk.
Indicatie zout bijvullen/
ontharding uitschakelen
Ontharding uitschakelen
Als de indicatie zout bijvullen h stoort
(bijv. bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten), dan kan deze
uitgeschakeld worden.
Ga te werk zoals onder
„Onthardingsinstallatie instellen” is
beschreven en de waarde op :‹‹
zetten.
Hiermee zijn
de onthardingsinstallatie en
de indicatie zout bijvullen
uitgeschakeld.
m Attentie
Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel
vullen. Hierdoor gaat
de onthardingsinstallatie kapot.
nl Glansspoelmiddel
14
, Glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel
Als indicatie Glansspoelmiddel
bijvullen ` op het bedieningspaneel
brandt, dan is er nog glansspoelmiddel
voor 1-2 afwasbeurten aanwezig. U
moet glansspoelmiddel bijvullen.
Glansspoelmiddel hebt u nodig voor
streeploos gedroogd serviesgoed
en heldere glazen. Gebruik alleen
glansspoelmiddel voor huishoudelijke
afwasautomaten.
Gecombineerde reinigingsproducten
met glansspoelcomponenten kunnen
alleen tot een waterhardheid
van 21° dH (37° fH, 26° Clarke,
3,7 mmol/l) gebruikt worden.
Bij een waterhardheid boven 21° dH is
ook hier het gebruik
van glansspoelmiddel noodzakelijk.
1. Het voorraadreservoir 1j openen
door het lipje op het deksel in
te drukken en op te tillen.
2. Glansspoelmiddel voorzichtig tot
de max. markering in de vulopening
gieten.
3. Deksel sluiten tot u een klik hoort.
4. Eventueel gemorst glansspoelmiddel
met een doekje verwijderen om
overmatige schuimontwikkeling
bij de volgende afwasbeurt
te voorkomen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen
De hoeveelheid glansspoelmiddel is
van §:‹‹ tot §:‹‡ instelbaar. Stel de
hoeveelheid wasverzachter in op §:‹†
voor een bijzonder goed droogresultaat.
In de fabriek is niveau §:‹† ingesteld.
Verander de hoeveelheid
glansspoelmiddel alleen als er strepen
(lagere stand instellen) of watervlekken
(hogere stand instellen) op het
serviesgoed achterblijven.
1. Deur sluiten.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. START-toets @ indrukken
en ingedrukt houden.
4. Programmakiezer 8 draaien tot
de cijferindicatie H §:... aangeeft.
5. Toets loslaten.
Op de cijferindicatie H brandt
de in de fabriek ingestelde
waarde §:‹†.
PD[
Serviesgoed nl
15
Om de instelling te wijzigen:
1. Programmakiezer 8 draaien tot
de gewenste waarde
op de cijferindicatie H verschijnt.
2. START-toets @ indrukken.
De ingestelde waarde is in het
geheugen opgeslagen.
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen uitschakelen
Als de glansspoelmiddelindicatie `
stoort (bijv. bij gebruik
van gecombineerde reinigingsmiddelen
met glansspoelcomponenten) dan kan
deze worden uitgeschakeld.
Ga te werk zoals onder „Dosering
glansspoelmiddel instellen” is
beschreven en de waarde op §:‹‹
zetten.
Hiermee is de indicatie
glansspoelmiddel ` bijvullen
uitgeschakeld.
- Serviesgoed
Serviesgoed
Ongeschikt servies
Bestek en servies met houten
onderdelen.
Gevoelige gedecoreerde glazen,
kunstnijverheidsservies en -vazen
en antiek servies. De decoraties zijn
niet bestand tegen afwassen
in een afwasautomaat.
Niet hittebestendige
kunststof voorwerpen/onderdelen.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen
van aluminium en zilver kunnen bij het
afwassen gaan verkleuren of verbleken.
Ook sommige soorten glas (bijv.
voorwerpen van kristal) kunnen
dof worden nadat ze vele malen zijn
afgewassen.
Schade aan glas
en serviesgoed
Oorzaken:
glassoort en fabricagewijze van het
glas.
chemische samenstelling van het
afwasmiddel.
temperatuur van het water tijdens
de afwas.
Advies:
gebruik alleen glas en porselein dat
volgens de fabrikant geschikt is voor
de afwasautomaat.
gebruik afwasmiddel waarop staat
aangegeven dat het het serviesgoed
ontziet.
glas en bestek na afloop van het
programma zo snel mogelijk uit
de afwasmachine halen.
nl Serviesgoed
16
Inruimen
1. Grove etensresten verwijderen.
Afspoelen onder stromend water is
niet nodig.
2. Het serviesgoed zodanig inruimen
dat
het stevig staat en niet kan
omvallen;
alle soorten serviesgoed met
de opening naar beneden staan;
serviesgoed met een ronding
of een holte schuin staat zodat
het water er vanaf kan lopen;
het de twee sproeiarmen 1:
en 1B tijdens het ronddraaien
niet belemmert.
Hele kleine voorwerpen niet
in de machine afwassen. Ze kunnen
gemakkelijk uit de servieskorven vallen.
Uitruimen
Om te vermijden dat waterdruppels
van de bovenste servieskorf op het
serviesgoed in de onderste servieskorf
vallen, is het aan te raden het apparaat
van onder naar boven uit te ruimen.
Heet serviesgoed is stootgevoelig! Laat
het daarom na afloop van het
programma net zo lang in de
afwasautomaat afkoelen tot u het goed
kunt vastpakken.
Aanwijzing
Na het einde van het programma
kunnen er in het apparaat nog
waterdruppels zichtbaar zijn. Dit heeft
geen invloed op het drogen van het
serviesgoed.
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf 1"
Aanwijzing
Er mag geen serviesgoed op het
tablettenbakje 12 staan. Dit kan het
deksel van het reinigingsmiddelbakje
blokkeren, waardoor het niet volledig
open gaat.
Serviesgoed nl
17
Pannen
Onderste servieskorf 1b
Tip
Erg vervuild serviesgoed (pannen) moet
in de onderste korf worden ingeruimd.
Door de sterkere sproeistraal verkrijgt
u zo een beter afwasresultaat.
Tip
Andere voorbeelden hoe
u uw afwasautomaat optimaal kunt
inruimen, vindt u op onze homepage.
U kunt deze gratis downloaden. Ons
internetadres vindt u op de achterkant
van deze gebruiksaanwijzing.
Bestekkorf
Bestek altijd ongesorteerd met
de scherpe kant naar beneden
inruimen.
Om verwondingen te voorkomen: lange,
puntige bestekdelen en messen in het
messenrek leggen.
Etagère
Etagère *
De etagère en de ruimte daaronder kunt
u gebruiken voor kleine kopjes en
glazen of voor groter bestek zoals
pollepels of voorsnijcouvert. De etagère
kan omhoog geklapt worden wanneer
deze niet wordt gebruikt.
* Afhankelijk van het model is een 3-
voudige hoogteverstelling mogelijk.
Daartoe de etagère eerst rechtop zetten
en omhoog trekken, dan iets schuin
staand op de gewenste hoogte
(1, 2 of 3) schuiven en laten vastklikken.
&/,&.
nl Serviesgoed
18
Omklapbare bordensteunen
Omklapbare bordensteunen *
* Afhankelijk van het model
De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen, schalen en glazen
praktischer kunnen worden ingeruimd.
Houder voor kleingoed *
Houder voor kleingoed
* Afhankelijk van het model
Hier kunnen lichte voorwerpen
van kunststof zoals bekers, deksels enz.
vastgeklemd worden.
Messenrek *
Messenrek
* Afhankelijk van het model
Lange messen en andere lange
voorwerpen kunnen horizontaal
ingeruimd worden.
Serviesgoed nl
19
Verstellen van de korfhoogte
Verstellen van de korfhoogte *
* Afhankelijk van het model
De bovenste servieskorf 1" kan –
indien gewenst – in de hoogte versteld
worden om in de bovenste
of in de onderste servieskorf meer
ruimte te maken voor hoger
serviesgoed.
Hoogte van het apparaat 81,5 cm
Hoogte van het apparaat 86,5 cm
Afhankelijk van de uitvoering
van de bovenste servieskorf in uw
model afwasautomaat kunt u kiezen uit
een van de volgende manieren
om te werk te gaan:
Bovenste servieskorf
met hendels aan de zijkant
1. De bovenste servieskorf 1"
uittrekken.
2. Om de korf te laten zakken: de twee
hendels links en rechts aan
de buitenkant van de korf een voor
een naar binnen drukken.
Hierbij de korf aan de zijkant aan
de bovenste rand vasthouden om
te voorkomen dat hij plotseling naar
beneden valt.
3. Om de korf op te tillen: de korf aan
de zijkant aan de bovenste rand
vastpakken en naar boven trekken.
4. Overtuig u ervan dat de korf –
voordat u hem weer in het apparaat
schuift – aan beide zijden
op dezelfde hoogt ligt. Anders kan
de deur van het apparaat niet dicht
en heeft de bovenste sproeiarm
geen verbinding met het aansluitpunt
van de watertoevoer.
Bovenste servieskorf
met boven en onder een paar
rollen
1. De bovenste servieskorf 1"
uittrekken.
2. De bovenste servieskorf eruit halen
en op de bovenste (stand 3)
resp. onderste (stand 1) rollen weer
erin hangen.
Bovenste
korf
Onderste
korf
Stand 1 max. ø 22 cm 30 cm
Stand 2 max. ø 24,5 cm 27,5 cm
Stand 3 max. ø 27 cm 25 cm
Bovenste
korf
Onderste
korf
Stand 1 max. ø 24 cm 33 cm
Stand 2 max. ø 26,5 cm 30,5 cm
Stand 3 max. ø 29 cm 28 cm
nl Afwasmiddel
20
. Afwasmiddel
Afwasmiddel
U kunt voor uw vaatwasser tabletten
evenals poedervormige of vloeibare
reinigingsmiddelen gebruiken, in geen
geval echter handafwasmiddel.
Afhankelijk van de vervuiling kan met
poedervormig of vloeibaar
reinigingsmiddel de dosering individueel
worden aangepast. Tabletten bevatten
voor alle afwasprogramma’s voldoende
werkzame stoffen. Moderne, krachtige
reinigingsmiddelen hebben meestal een
laag alkalische receptuur met enzymen.
Enzymen breken zetmeel af en lossen
eiwitten op. Om gekleurde vlekken (bijv.
thee of ketchup) te verwijderen worden
meestal bleekmiddelen op basis van
zuurstof gebruikt.
Aanwijzing
Neem voor een goed afwasresultaat
altijd de aanwijzingen op de verpakking
in acht!
Hebt u nog andere vragen, dan raden
wij u aan contact op te nemen met
de fabrikant van het afwasmiddel.
m Waarschuwing – Let
op de veiligheidsvoorschriften
resp. de aanwijzingen bij het gebruik
op de verpakkingen van het afwas-
en glansspoelmiddel.
Vul afwasmiddel
1. Als het afwasmiddelbakje 9" nog
dicht is: vergrendeling 9* bedienen
om het te openen.
Afwasmiddel alleen in het droge
afwasmiddelbakje 9" gieten (tablet
plat neerleggen, niet op zijn kant).
Dosering: zie de aanwijzingen
van de fabrikant op de verpakking.
De indeling in het
afwasmiddelbakje 9" biedt hulp
bij de juiste dosering
van poedervormig of vloeibaar
afwasmiddel.
Gewoonlijk volstaat 20 ml–25 ml bij
normale vervuiling. Bij gebruik van
tabs is één tablet voldoende.
PO
PO
PO
Afwasmiddel nl
21
2. Deksel van het bakje omhoog
schuiven tot de sluiting hoorbaar
vastklikt.
Het afwasmiddelbakje gaat,
afhankelijk van het programma,
op het juiste tijdstip automatisch
open. Het poedervormige
of vloeibare afwasmiddel wordt in het
apparaat verdeeld en opgelost, het
tablet valt in de tab-opvangschaal
en wordt daar gedoseerd opgelost.
Tip
Als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt
u normalerwijze volstaan met minder
afwasmiddel dan is aangegeven.
Geschikte reinigings- en
onderhoudsmiddelen kunt u online op
onze internetsite of bij de Servicedienst
bestellen (zie achterkant).
Gecombineerde
reinigingsmiddelen
Naast de gebruikelijke afwasmiddelen
(Solo) wordt een aantal producten
aangeboden met extra functies. Deze
producten bevatten behalve
afwasmiddel vaak ook glansspoelmiddel
en zoutvervangende stoffen (3in1) en,
afhankelijk van de combinatie (4in1,
5in1, enz.), ook nog extra componenten
zoals glasbescherming of glansmiddel
voor roestvrij staal. Gecombineerde
reinigingsmiddelen functioneren alleen
tot een bepaalde hardheidsgraad
(meestal 21°dH). Boven deze
grenswaarde moeten zout en
glansspoelmiddel worden toegevoegd.
Zodra gecombineerde
reinigingsproducten gebruikt worden
past het afwasprogramma zich
automatisch zodanig aan dat altijd het
best mogelijke afwas- en droogresultaat
bereikt wordt.
m Waarschuwing – Leg geen kleine
voorwerpen om af te wassen in de tab-
opvangschaal 12; hierdoor kan het
tablet niet gelijkmatig oplossen.
m Waarschuwing – Als u na de start
van het programma serviesgoed wilt
bijvullen, gebruik de tab-
opvangschaal 12 dan niet als
handgreep voor de bovenste
servieskorf. Het tablet kan er al in liggen
waardoor u met het gedeeltelijk
opgeloste tablet in contact komt.
&/,&.
nl Afwasmiddel
22
Aanwijzingen
Optimale afwas- en droogresultaten
bereikt u door het gebruik van losse
afwasmiddelen in combinatie
met (apart) gebruik
van onthardingszout
en glansspoelmiddel.
Bij korte programma’s kunnen
tabletten door een verschillende
manier van oplossen eventueel niet
de volle reinigingskracht ontwikkelen
waardoor er onopgeloste
afwasmiddeldeeltjes achterblijven.
Voor deze programma's is
een reinigingsmiddel in poedervorm
beter geschikt.
Bij het programma „Intensief” (niet
bij alle modellen) is de dosering
van één tablet voldoende. Bij gebruik
van poedervormig afwasmiddel kunt
u nog wat extra afwasmiddel
op de binnenkant van de deur
strooien.
Ook als de indicatie
glansspoelmiddel en/of zout bijvullen
brandt, verloopt het
afwasprogramma bij gebruik
van gecombineerd
reinigingsmiddelen zonder
problemen.
Bij gebruik van afwasmiddelen
met in water oplosbaar
beschermend omhulsel: het
omhulsel alleen met droge handen
vastpakken. Het afwasmiddelbakje
moet vóór het vullen absoluut droog
zijn, anders kan het afwasmiddel
eraan vastplakken.
Als u van gecombineerde
reinigingsmiddelen op losse
afwasmiddelen omschakelt, let er
dan op dat
de wateronthardingsinstallatie en
de hoeveelheid glansspoelmiddel
op de juiste waarde zijn ingesteld.
Programma-overzicht nl
23
/ Programma-overzicht
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld.
De bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het
bedieningspaneel.
Soort
serviesgoed
Soort vervuiling Programma Eventuele extra
functies
Programmaverloop
potten, pannen,
niet gevoelig
serviesgoed en
bestek
erg aangekoekte,
ingebrande
of opgedroogde
zetmeel-
of eiwithoudende
etensresten
± / °
Intensief 70°
alle
Voorspoelen
Reinigen 70°
Tussenspoelen
Glansspoelen 65°
Drogen
Á
Auto 45° - 65°
alle
Wordt naar mate
van de vervuiling
met behulp van het
sensorsysteem
geoptimaliseerd.
gemengd
serviesgoed
en bestek
licht opgedroogde, in
het huishouden
gebruikelijke
etensresten
Á
Auto 45° - 65°
alle
Wordt naar mate
van de vervuiling
met behulp van het
sensorsysteem
geoptimaliseerd.
â / à
Eco 50°
alle
Voorspoelen
Reinigen 50°
Tussenspoelen
Glansspoelen 65°
Drogen
gevoelig
serviesgoed,
bestek,
temperatuurgevo
elige kunststoffen
en glazen
weinig aangekoekte
verse etensresten
é / è
Glas 40°
Intensief zone
Tijd besparen
Halve belading
Extra drogen
Voorspoelen
Reinigen 40°
Tussenspoelen
Glansspoelen 60°
Drogen
gemengd
serviesgoed
en bestek
licht opgedroogde, in
het huishouden
gebruikelijke
etensresten
Œ
65°
Extra drogen
Reinigen 65°
Tussenspoelen
Glansspoelen 70°
Drogen
alle soorten
serviesgoed
koud voorspoelen,
tussentijdse reiniging
ù / ø
Voorspoelen
geen Voorspoelen
nl Extra functies
24
Programmakeuze
Aan de hand van het soort serviesgoed
en de mate van vervuiling kunt
u een passend programma uitzoeken.
Aanwijzingen voor
testinstituten
Testbureaus ontvangen de instructies
voor vergelijkingstests (bijv. volgens
EN60436).
Hierbij gaat het om de voorwaarden
voor het uitvoeren van de tests, niet om
de resultaten of de verbruikswaarden.
Aanvraag per e-mail aan:
Benodigd zijn het fabrikaatnummer (E-
Nr.) en het productnummer (FD), die u
op het typeplaatje 92 op de deur van
het apparaat vindt.
0 Extra functies
Extra functies
* afhankelijk van het model
Instelbaar via de toetsen extra
functies X.
Å Tijd besparen
(VarioSpeedPlus) *
Tijd besparen (VarioSpeedPlus)
Met de functie >>Tijd besparen<< kan
de looptijd – afhankelijk van het
gekozen afwasprogramma –
met ca. 20% tot 66% verkort worden.
Om bij verkorte looptijd optimale
reinigings- en droogresultaten
te bereiken, wordt het water-
en energieverbruik verhoogd.
Halve belading
§ Halve belading *
Als u maar weinig afwas hebt (bijv.
glazen, kopjes, borden), dan kunt
u de „Halve belading” bijschakelen.
Hiermee bespaart u water, energie
en tijd. Vul het afwasmiddelbakje
met iets minder afwasmiddel dan zoals
aanbevolen bij een volle belading
van de machine.
Apparaat bedienen nl
25
μ HygiënePlus
(HygienePlus) *
HygiënePlus (HygienePlus)
Met deze functie worden de
temperaturen verhoogd en extra lang in
stand gehouden, om een gedefinieerd
desinfectieniveau te bereiken. Door
deze functie continu te gebruiken,
verbetert de hygiëne. Deze extra functie
is ideaal voor bijv. het afwassen van
snijplanken of babyflesjes.
Ï IntensiveZone
(IntensiefZone) *
IntensiveZone (IntensiefZone)
Perfect voor gemengde belading. U kunt
erg vuile potten en pannen
in de onderste servieskorf samen
met normaal vervuild serviesgoed
in de bovenste korf afwassen.
De sproeidruk in de onderste
servieskorf wordt versterkt,
de temperatuur van het afwaswater iets
verhoogd.
¿ Extra drogen *
Extra drogen
Door een verhoogde temperatuur tijdens
het glansspoelen en een verlengde
droogfase kunnen ook kunststof delen
beter drogen. Het energieverbruik is iets
hoger.
1 Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
Programmagegevens
De programmagegevens
(verbruikswaarden) vindt u in de korte
handleiding. Ze hebben betrekking
op normale omstandigheden
en de instelwaarde van de waterhardhei
d :‹…. Verschillende factoren zoals
de temperatuur van het water
en de druk in de waterleiding zijn
hierbij van invloed en kunnen tot
afwijkingen leiden.
Aqua-Sensor
Aqua-Sensor *
* Afhankelijk van het model
De Aqua-Sensor is een optisch
meetsysteem (met lichtstraal) waarmee
de vertroebeling van het afwaswater
wordt gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt
de Aqua-Sensor in werking.
Als de Aqua-Sensor actief is, kan
„schoon” afwaswater in de volgende
reinigingsfase gebruikt worden en het
waterverbruik daardoor met 3–6 liter
verminderd worden. Is het water te vuil,
dan wordt het afgepompt en door vers
water vervangen. In de automatische
programma’s worden bovendien
temperatuur en looptijd aan de mate
van vervuiling aangepast.
nl Apparaat bedienen
26
Inschakelen van het apparaat
1. Kraan helemaal opendraaien.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Programmakiezer 8 op het
gewenste programma draaien.
Op de cijferindicatie H knippert
de vermoedelijke programmaduur.
4. START-toets @ indrukken.
Het programmaverloop start.
Aanwijzing
- voor een milieubesparend gebruik
van de afwasautomaat:
Het Eco 50° programma is een
bijzonder milieubesparend
programma. Het is het
„standaardprogramma” conform de
EU-verordening1016/2010, dat de
meest efficiënte standaard
reinigingscyclus is voor de reiniging
van normaal vervuild serviesgoed en
het gecombineerde energie- en
waterverbruik voor de reiniging van dit
soort serviesgoed.
Resttijdindicatie
Bij de keuze van het programma
verschijnt op de cijferindicatie H
de resterende duur van het programma.
De programmaduur wordt tijdens
het programma bepaald door
de temperatuur van het water,
de hoeveelheid serviesgoed en de mate
van vervuiling en kan (afhankelijk
van het gekozen programma) variëren.
Starttijd kiezen
Starttijd kiezen *
* Afhankelijk van het model
U kunt het programma tot 24 uur later
(in stappen van een uur) laten starten.
1. Deur sluiten.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Toets P indrukken tot
de cijferindicatie H op œ:‹‚
springt.
4. Toets P net zo vaak indrukken tot
de gewenste tijd wordt aangegeven.
5. START-toets @ indrukken,
de gekozen starttijd is geactiveerd.
6. Om de gekozen starttijd te wissen
de toets P net zo vaak indrukken
tot op de cijferindicatie œ:‹‹
verschijnt.
Tot de starttijd kunt u het programma
willekeurig wijzigen.
Einde van het programma
Het programma is beëindigd als
op de cijferindicatie H
de waarde :‹‹ verschijnt.
Apparaat bedienen nl
27
Automatisch uitschakelen
na afloop van het programma *
Automatisch
uitschakelen na afloop van het programma
* Afhankelijk van het model
Om energie te besparen wordt de
afwasautomaat 1 minuut na afloop van
het programma uitgeschakeld
(fabrieksinstelling).
De automatische uitschakeling
is van ˜:‹‹ tot ˜:‹ƒ instelbaar.
1. Deur sluiten.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. START-toets @ indrukken
en ingedrukt houden.
4. Programmakiezer 8 draaien tot
de cijferindicatie H ˜:... aangeeft.
5. Toets loslaten.
Op de cijferindicatie H brandt
de in de fabriek ingestelde
waarde ˜:‹‚.
Om de instelling te wijzigen:
1. Programmakiezer 8 draaien tot
de gewenste waarde
op de cijferindicatie H verschijnt.
2. START-toets @ indrukken.
De ingestelde waarde is in het
geheugen opgeslagen.
Uitschakelen van het apparaat
Korte tijd na afloop van het programma:
1. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
2. Kraan dichtdraaien (niet bij Aqua-
Stop).
3. Na afkoeling het serviesgoed uit het
apparaat halen.
Aanwijzing
Laat het apparaat na het einde van het
programma even afkoelen voordat u het
opent. Zo voorkomt u dat er stoom
vrijkomt die op den duur schade aan uw
inbouwmeubelen kan veroorzaken.
Onderbreken van het
programma
1. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
De indicatielampjes gaan uit. Het
programma blijft in het geheugen
opgeslagen.
Als bij aansluiting op warm water
of als het apparaat al is opgewarmd
de deur van het apparaat geopend
werd, de deur eerst
een paar minuten op een kier laten
staan en dan pas dichtdoen. Anders
kan de deur van het apparaat door
expansie (overdruk) openspringen
of water uit het apparaat komen.
2. Om het programma voort te zetten
de AAN/UIT-schakelaar ( weer
inschakelen.
˜:‹‹ Het apparaat wordt
niet automatisch uitgeschakeld
˜:‹‚ Uit na 1 min
˜:‹ƒ Uit na 120 min
nl Apparaat bedienen
28
Afbreken van het programma
Afbreken van het programma
(Reset)
1. START-toets @ gedurende
ca. 3 seconden indrukken.
Op de cijferindicatie H
verschijnt :‹‚.
2. Het programma is na ca. 1 minuut
afgelopen. Op de cijferindicatie H
verschijnt :‹‹.
3. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
Wijzigen van het programma
Na het indrukken van de START-
toets @ kan het programma niet
gewijzigd worden.
Wijzigen van het programma is alleen
mogelijk door het programma af
te breken (Reset).
Intensief drogen
Tijdens het glansspoelen wordt
de temperatuur verhoogd waardoor het
droogresultaat wordt verbeterd.
De looptijd kan hierdoor iets verlengd
worden. (Wees voorzichtig met gevoelig
serviesgoed!)
1. Deur sluiten.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. START-toets @ indrukken
en ingedrukt houden.
4. Programmakiezer 8 draaien tot
de cijferindicatie H š:‹‹ aangeeft.
5. Toets loslaten.
Op de cijferindicatie H brandt
de in de fabriek ingestelde waarde
š:‹‹ (intensief drogen uit).
De instelling als volgt wijzigen:
1. Door de programmakiezer 8
te draaien kunt u het intensief
drogen in- š:‹‚
of uitschakelen š:‹‹.
2. START-toets @ indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
Reinigen en onderhouden nl
29
2 Reinigen en
onderhouden
Reinigen en onderhouden
Regelmatige controle en onderhoud
van het apparaat dragen ertoe
bij defecten te voorkomen. Dit bespaart
u tijd en ergernis.
Algemene toestand
van de machine
Spoelruimte controleren
op kalkaanslag en vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder
serviesgoed in het programma met
de hoogste afwastemperatuur
starten.
Om het apparaat te reinigen alleen
speciaal voor afwasautomaten
geschikte afwas-/schoonmaakmiddelen
gebruiken.
Om de prestaties van uw apparaat
langer in stand te houden, is het
raadzaam het apparaat regelmatig
met een speciale
vaatwasmachinereiniger te reinigen.
Om de deurafdichting altijd schoon
en hygiënisch te houden, moet deze
regelmatig worden gereinigd met
een vochtige doek en een beetje
afwasmiddel.
Bij lange standtijd de deur iets open
laten staan om te voorkomen dat er
onaangename geuren ontstaan.
Gebruik bij het reinigen van uw
afwasautomaat nooit een stoomreiniger.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele
gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het
bedieningspaneel regelmatig
met een vochtig doekje afnemen. Water
met een scheutje afwasmiddel is
voldoende. Geen schuursponsjes
gebruiken of schoonmaakmiddelen
met schuurmiddelen. Dit kan krassen
op de oppervlakken veroorzaken.
Bij roestvrijstalen apparaten geen
sponsjes gebruiken of deze anders vóór
het eerste gebruik een aantal keren
grondig uitspoelen om corrosie
te voorkomen.
m Waarschuwing –
Gezondheidsrisico
Nooit andere, bijv. chloorhoudende,
reinigingsmiddelen gebruiken!
Onthardingszout
en glansspoelmiddel
De bijvulindicaties h en `
controleren. Eventueel zout en/
of glansspoelmiddel bijvullen.
nl Reinigen en onderhouden
30
Zeven
De zeven 1R zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet
in de afvoerpomp terechtkomen. Door
deze etensresten kunnen de zeven
verstopt raken.
Het zevensysteem bestaat uit een grove
zeef, een vlakke fijne zeef
en een microzeef.
1. Na elke afwasbeurt de zeven
op etensresten controleren.
2. Zeefcylinder zoals afgebeeld
losdraaien en het zeefsysteem eruit
halen.
3. Eventuele etensresten verwijderen en
de zeven onder stromend water
schoonmaken.
4. Zevensysteem in omgekeerde
volgorde weer erin zetten
en erop letten dat de gemarkeerde
pijlen na het sluiten tegenover elkaar
staan.
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het afwaswater
kunnen de sproeiopeningen en
de lagers van de sproeiarmen 1:
en 1B blokkeren.
1. Sproeiopeningen
van de sproeiarmen op verstopping
controleren.
2. Bovenste sproeiarm 1: eraf
schroeven.
3. De onderste sproeiarm 1B naar
boven eraf trekken.
4. Sproeiarmen onder stromend water
schoonmaken.
5. Sproeiarmen weer vastdrukken resp.
vastschroeven.
Wat te doen bij storingen? nl
31
3 Wat te doen bij
storingen?
Wat te doen bij storingen?
De ervaring leert dat veel storingen die
in het dagelijks gebruik optreden, door u
zelf verholpen kunnen worden. Hiermee
bespaart u natuurlijk kosten en bent u er
zeker van dat de machine snel weer
gebruikt kan worden. In het volgende
overzicht vindt u eventuele oorzaken van
de storingen en nuttige aanwijzingen om
deze te verhelpen.
Aanwijzing
Mocht het apparaat tijdens het afwassen
om onbekende redenen stil blijven staan
of niet starten, dan dient u eerst
de functie Programma afbreken (reset)
uit te voeren.
(Zie het hoofdstuk Apparaat bedienen)
m Waarschuwing – Denk eraan:
reparaties mogen alleen door
een vakkundig monteur worden
uitgevoerd. Mocht het uitwisselen
van een onderdeel noodzakelijk zijn, let
er dan op dat alleen originele
onderdelen gebruikt worden.
Ondeskundige reparatie of gebruik
van niet-originele onderdelen kan
aanzienlijke schade en gevaar voor
de gebruiker opleveren.
Afvoerpomp
Grote voedselresten of voorwerpen die
niet door de zeven zijn tegengehouden,
kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het
spoelwater staat dan tot boven de zeef.
m Waarschuwing – Risico van
snijwonden!
Zorg er bij het reinigen van de
afvoerpomp voor dat u zich niet
verwondt aan glasscherven of scherpe
voorwerpen.
In dit geval:
1. Het apparaat eerst losmaken van het
elektriciteitsnet.
2. De boven- 1" en onderzeef 1b
verwijderen.
3. Zeven 1R eruit halen.
4. Water eruit scheppen, eventueel
met behulp van een spons.
5. De witte pompafdekking (zie
afbeelding) met behulp van een lepel
opwippen. De afdekking aan de
beugel vastpakken en schuin naar
binnen optillen. Afdekking geheel
verwijderen.
6. Schoepenrad controleren op
vreemde voorwerpen en deze
eventueel verwijderen.
7. Afdekking weer op de oorspronkelijk
positie aanbrengen en
omlaagdrukken tot hij vastzit (klik).
8. Zeven monteren.
9. Zeven weer aanbrengen.
&/,&.
nl Wat te doen bij storingen?
32
Storingentabel
Storing Oorzaak Oplossing
Indicatie „Watertoevoer
controleren” )" brandt.
Watertoevoerslang geknikt. Watertoevoerslang zonder knikken
verleggen.
Kraan dicht. Kraan opendraaien.
Kraan verstopt of verkalkt. Kraan opendraaien.
Hoeveelheid binnenstromend water
bij geopende kraan: minimaal 10 l per min.
Zeef aan de kraan verstopt. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact trekken. Kraan dichtdraaien.
Wateraansluiting eraf schroeven.
Zeef in de toevoerslang schoonmaken.
Wateraansluiting weer vastschroeven.
Controleren op dichtheid. Stroom weer
inschakelen. Apparaat inschakelen.
Foutcode :‹ˆ brandt. Aanzuigopening (aan de rechter
binnenzijde van het apparaat)
afgedekt door serviesgoed.
Het serviesgoed zo plaatsen dat de
aanzuigopening vrij is.
Foutcode :‚ƒ brandt. Verwarmingselement verkalkt of
vuil.
Apparaat reinigen met
machineonderhoudsmiddel of ontkalker. De
afwasautomaat gebruiken met de
onthardingsvoorziening en de instelling
controleren (zie het hoofdstuk
Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout).
Foutcode :‚… brandt. Waterstop geactiveerd. Kraan sluiten.
Bel de klantenservice en vermeld de
foutcode.
Foutcode :‚† brandt.
Foutcode :‚‡ brandt. Continue watertoevoer.
Foutcode :ƒƒ brandt. Zeven 1R vuil of verstopt. Zeven reinigen.
(Zie Reinigen en onderhouden)
Wat te doen bij storingen? nl
33
Foutcode :ƒ… brandt. Waterafvoerslang verstopt
of geknikt.
Slang zonder knikken aanleggen, eventuele
resten verwijderen.
Sifonaansluiting is nog dicht. Aansluiting bij sifon controleren en
eventueel openen.
Afdekking van de afvoerpomp zit
los.
Afdekking goed vastmaken.
(zie Afvoerpomp)
Foutcode :Ġ brandt. Waterafvoerpomp geblokkeerd
of afdekking
van de waterafvoerpomp niet
vastgeklikt.
Pomp reinigen en afdekking goed
vastmaken. (zie Afvoerpomp)
Foutcode :ƒˆ brandt. Netspanning te laag. Geen apparaatfout, netspanning en
elektrische installatie laten controleren.
Een andere foutcode
verschijnt op de
cijferindicatie.
(:‹‚ tot :„‹)
Er is vermoedelijk een technische
storing opgetreden.
Apparaten uitschakelen met de AAN-/UIT-
schakelaar (. Na korte tijd het apparaat
opnieuw starten.
Als het probleem opnieuw optreedt, de
kraan sluiten en de stekker uit het
stopcontact trekken.
Bel de klantenservice en vermeld de
foutcode.
Display knippert Deur niet geheel gesloten. Deur sluiten. Let erop dat er geen
voorwerpen (serviesgoed, geurdispenser)
uitsteken uit de korf en daardoor de
deursluiting hinderen.
Bijvulindicatie voor
zout h en/
of glansspoelmiddel `
brandt.
Glansspoelmiddel ontbreekt. Glansspoelmiddel bijvullen.
Het zout ontbreekt. Onthardingszout bijvullen.
Sensor herkent de zouttabletten
niet.
Ander speciaal zout gebruiken.
Bijvulindicatie voor
zout h en/
of glansspoelmiddel `
brandt niet.
Bijvulindicatie uitgeschakeld. Activering/deactivering (zie het hoofdstuk
Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout of Glansspoelmiddel).
Er is nog voldoende
onthardingszout/
glansspoelmiddel aanwezig.
Bijvulindicatie, vulpeilen controleren.
Na afloop van het
programma blijft er water
in het apparaat staan.
Zeefsysteem of ruimte onder de
zeef 1R is verstopt.
Zeven en ruimte eronder reinigen (zie
Afvoerpomp).
Programma nog niet beëindigd Wachten tot het programma is afgelopen of
een reset uitvoeren (zie Programma
afbreken).
Storing Oorzaak Oplossing
nl Wat te doen bij storingen?
34
Serviesgoed niet droog. Geen of te weinig
glansspoelmiddel in het
voorraadbakje.
Glansspoelmiddel bijvullen.
Een programma zonder drogen
gekozen.
Programma met drogen kiezen (zie
Programma-overzicht, Programmaverloop).
Waterophoping in het
serviesgoed en bestek.
Voor een schuine stand zorgen bij het
inruimen, de serviesdelen zo mogelijk
schuin plaatsen.
Het gecombineerde afwasmiddel
heeft een slechte
droogcapacitiet.
Andere combireiniger met beter
droogvermogen gebruiken. Extra gebruik
van glansspoelmiddel verbetert het
droogvermogen.
Intensief drogen voor versterkte
droging niet geactiveerd.
Intensief drogen activeren (zie Apparaat
bedienen)
Het serviesgoed is te vroeg
uitgeruimd of het droogproces
was nog niet afgelopen.
Wachten tot het programma is afgelopen of
het serviesgoed pas 30 min. na afloop van
het programma verwijderen.
Het gebruikt eco-
glansspoelmiddel heeft een
slecht droogvermogen.
Een kwaliteitsglansspoelmiddel gebruiken.
Eco-producten zijn duidelijk minder effectief.
Kunststofserviesgoed niet
droog.
Speciale eigenschappen van
kunststof.
Kunststof heeft een lager
warmteopslagvermogen en droogt
daardoor slechter.
Bestek niet droog. Bestek niet goed geordend in de
bestekkorf.
Bestek zo veel mogelijk los van elkaar
plaatsen, aanraakpunten vermijden.
Bestek niet goed gesorteerd in de
besteklade.
Bestek goed sorteren en zoveel mogelijk los
van elkaar plaatsen.
Binnenzijden van het
apparaat nat na het
spoelen.
Geen fout van het apparaat. Wegens het droogprincipe
„condensatiedrogen” zijn waterdruppels in
het reservoir noodzakelijk en gewenst. Het
vocht in de lucht condenseert tegen de
binnenzijden van de afwasautomaat,
stroomt omlaag en wordt weggepompt.
Storing Oorzaak Oplossing
Wat te doen bij storingen? nl
35
Etensresten op het
serviesgoed.
Serviesgoed te dicht op elkaar
ingeruimd, servieskorf te vol.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat er
voldoende vrije ruimte aanwezig is en de
sproeistralen het oppervlak van het
serviesgoed kunnen bereiken.
Aanraakpunten vermijden.
Sproeiarmen konden niet
ongehinderd ronddraaien.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat de
draaibeweging van de sproeiarm niet wordt
gehinderd.
Sproeiers van sproeiarmen
verstopt.
Sproeiers van de sproeiarm reinigen,
(zie Reinigen en onderhouden).
Zeven 1R vuil. Zeven schoonmaken, (zie Reinigen en
onderhouden).
Zeef 1R onjuist aangebracht
en/of niet vastgezet.
Zeef goed aanbrengen en vastzetten.
Te zwak afwasprogramma
gekozen.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest de
sensortechniek voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50° of
Intensief.
Hoge, smalle serviesdelen
worden in de hoeken
onvoldoende uitgespoeld.
Hoge, smalle serviesdelen niet te schuin en
niet in de hoeken inruimen.
Bovenste servieskorf 1" rechts
en links niet op dezelfde hoogte
erin gezet.
Bovenkorf met hendels aan de zijkant op
dezelfde hoogte instellen.
Storing Oorzaak Oplossing
nl Wat te doen bij storingen?
36
Reinigingsmiddelresten Deksel van het
reinigingsmiddelbakje
geblokkeerd door serviesgoed,
daarom gaat het deksel niet
volledig open.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag
niet worden gehinderd door serviesgoed.
Geen serviesgoed of geurdispenser in het
tablettenbakje doen.
Deksel van het
reinigingsmiddelbakje wordt
geblokkeerd door het tablet.
Het tablet moet dwars en niet op de korte
kant worden gelegd.
Tabletten gebruikt in het
snelprogramma of korte
programma.
Oplostijd van het
reinigingsmiddel wordt niet
bereikt binnen het gekozen korte
programma.
Oplostijd van tabletten van een
snelprogramma of een kort programma is te
lang
Reinigingspoeder of een krachtiger
programma gebruiken.
Reinigende werking en
oplosgedrag nemen af bij langere
opslagtijd, of het reinigingsmiddel
klontert sterk.
Ander reinigingsmiddel gebruiken.
Watervlekken op
kunststofdelen.
Druppelvorming op kunststof
oppervlakken is onvermijdelijk.
Na het afdrogen zijn
watervlekken zichtbaar.
Krachtiger programma gebruiken (hoger
waterverbruik).
Schuin zetten bij het inruimen.
Glansspoelmiddel gebruiken.
Onthardingsinstelling eventueel verhogen.
Afwisbare of in water
oplosbare afzettingen in
het reservoir of op de deur.
Inhoudstoffen van het
reinigingsmiddel zetten zich af.
Deze aanslag laat zich meestal
niet chemisch verwijderen
(apparaatreinigingsmiddel, ...).
Ander merk reinigingmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Bij "witte afzetting" op de
reservoirbodem is de
onthardingsvoorziening ingesteld
op een grenswaarde.
Onthardingsinstelling verhogen en
eventueel een ander reinigingsmiddel
gebruiken.
Deksel van het zoutreservoir
1J niet dichtgedraaid.
Zoutreservoirdeksel goed dichtdraaien.
Alleen bij glazen: Witte, moeilijk
verwijderbare aanslag op
serviesgoed, reservoir of deur.
Zie „Schade aan glas en serviesgoed”.
Storing Oorzaak Oplossing
Wat te doen bij storingen? nl
37
Witte, moeilijk
verwijderbare aanslag op
serviesgoed, reservoir of
deur.
Inhoudstoffen van het
reinigingsmiddel zetten zich af.
Deze aanslag laat zich meestal
niet chemisch verwijderen
(apparaatreinigingsmiddel, ...).
Ander merk reinigingmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Onjuiste waterhardheid ingesteld
of waterhardheid is hoger dan
50°dH (8,9 mmol/l).
Onthardingsvoorziening instellen volgens de
gebruiksaanwijzing of zout bijvullen.
3-in-1-reinigingsmiddel of bio/
eco-reinigingsmiddel
onvoldoende effectief.
Onthardingsvoorziening instellen volgens de
gebruiksaanwijzing of losse middelen
gebruiken (kwaliteitsreinigingsmiddel, zout,
glansspoelmiddel).
Te lage dosering van het
reinigingsmiddel.
De reinigingsmiddeldosering verhogen of
een ander reinigingsmiddel gebruiken.
Een te zwak programma
gekozen.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Thee- of lippenstiftresten
op het serviesgoed.
Te lage afwaswatertemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur
kiezen.
Te weinig of ongeschikt
afwasmiddel.
Geschikt reinigingsmiddel in de juiste
dosering toevoegen.
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest de
sensortechniek voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Gekleurde (blauw, geel,
bruin), moeilijk of niet
verwijderbare aanslag in
het apparaat of op
roestvrijstalen bestek.
Laagvorming door
inhoudsstoffen van groente (bijv.
kool, selderie, aardappels,
noedels, …) of van het
leidingwater (bijv. mangaan).
Ten dele verwijderbaar door
machinereiningsmiddel of door
mechanische reiniging. Deze aanslag is niet
schadelijk voor de gezondheid.
Laagvorming door metalen
bestanddelen op zilveren of
aluminium serviesgoed.
Ten dele verwijderbaar door
machinereiningsmiddel of door
mechanische reiniging.
Gekleurde (geel, oranje,
bruin), eenvoudig te
verwijderen afzettingen in
de binnenruimte (vooral op
de bodem)
Laagvorming van de
inhoudsstoffen van voedselresten
en van het leidingwater (kalk),
"zeepachtig"
Werking van de onthardingsvoorziening
controleren (onthardingszout bijvullen) of bij
gebruik van gecombineerde
reinigingsmiddelen (tabletten) de
ontharding activeren (zie het hoofdstuk
Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout)
Storing Oorzaak Oplossing
nl Wat te doen bij storingen?
38
Verkleuring van de
kunststof onderdelen in de
binnenruimte van het
apparaat.
Kunststof onderdelen in de
binnenruimte kunnen tijdens de
levensduur van de
afwasautomaat verkleuren.
Verkleuringen zijn normaal en hebben geen
nadelige invloed op de werking van de
afwasautomaat.
Verkleuring op
kunststofdelen.
Te lage afwaswatertemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur
kiezen.
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest de
sensortechniek voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Verwijderbare vegen op
glazen, glaswerk met een
metalen uiterlijk en bestek.
Te veel glansspoelmiddel. Kleinere hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen.
Geen glansspoelmiddel
toegevoegd of de instelling is te
laag.
Glansspoelmiddel toevoegen en de
dosering controleren (advies: stand 4-5).
Reinigingsmiddelresten tijdens
het programmagedeelte
Glansspoelen. Deksel van het
reinigingsmiddelbakje
geblokkeerd door serviesgoed
(deksel gaat niet volledig open).
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag
niet worden gehinderd door serviesgoed.
Geen serviesgoed of geurdispenser in het
tablettenbakje doen.
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest de
sensortechniek voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Beginnende of reeds
aanwezige, irreversibele
(onherstelbare)
vertroebeling van het glas.
Glazen niet
vaatwasmachinebestendig,
slechts vaatwasmachinegeschikt.
Vaatwasmachinebestendige glazen
gebruiken.
Lange stoomfase (standtijd na spoeleinde)
vermijden.
Spoelbehandeling met lagere temperatuur
gebruiken.
Onthardingsvoorziening correct instellen op
de waterhardheid (eventueel 1 niveau
lager).
Reinigingsmiddel met
glasbeschermingscomponenten gebruiken.
Storing Oorzaak Oplossing
Wat te doen bij storingen? nl
39
Roestsporen op het
bestek.
Het bestek is niet voldoende
roestbestendig.
Messenlemmeten zijn hier vaak
sterker door getroffen.
Roestvast bestek gebruiken.
Bestek roest ook wanneer het
samen met roestige voorwerpen
wordt afgewassen (handgrepen
van pannen, beschadigde
servieskorven enz.).
Geen roestende onderdelen afwassen.
Zoutgehalte in het afwaswater
te hoog doordat het deksel
van het zoutreservoir niet goed is
vastgedraaid of bij het bijvullen
zout gemorst werd.
Dop van het zoutreservoir goed vastdraaien
of gemorst zout verwijderen.
Het apparaat start niet. Zekering van de huisinstallatie
niet in orde.
Zekering controleren.
Aansluitsnoer niet aangesloten. Ervoor zorgen dat het aansluitsnoer goed is
aangesloten op de achterkant van het
apparaat en op het stopcontact. Controleren
of het stopcontact goed werkt.
De deur van het apparaat is niet
goed dicht.
Deur sluiten.
Programma start
automatisch.
Einde van het programma niet
afgewacht.
Reset uitvoering.
(Zie Programma afbreken).
Apparaatinstelling
(waterhardheid,
glansspoelen, …) niet
mogelijk
Apparaat is bezig met het
programma. Instelling alleen
mogelijk voor begin van het
programma.
Reset uitvoeren (zie Programma afbreken)
en instelling maken volgens de
gebruiksaanwijzing.
De deur kan niet alleen
moeilijk geopend worden.
Kinderbeveiliging is geactiveerd. Kinderbeveiliging deactiveren. (Zie
gebruiksaanwijzing, achteraan in de
omslag)
De deur kan niet sluiten. Het deurslot is omgesprongen. Deur krachtiger sluiten.
Deur sluit niet goed door
inbouwfout.
Inbouwwijze van het apparaat controleren.
Deuren of aanbouwdelen mogen elkaar niet
raken bij het sluiten.
Deksel van het
afwasmiddelbakje kan niet
gesloten worden.
Reinigingsmiddelbakje of
dekselgeleiding geblokkeerd
door aangekoekte
reinigingsmiddelresten.
Reinigingsmiddelresten verwijderen.
Storing Oorzaak Oplossing
nl Wat te doen bij storingen?
40
* Afhankelijk van het model
Reinigingsmiddelresten in
het reinigingsmiddelbakje
of in het tablettenbakje.
Sproeiarmen geblokkeerd door
serviesgoed, daarom wordt het
reinigingsmiddel niet
weggespoeld.
Ervoor zorgen dat de sproeiarmen vrij
kunnen draaien.
Afwasmiddelbakje was tijdens
het vullen vochtig.
Reinigingsmiddel alleen in droog
reinigingsmiddelbakje doen.
Apparaat blijft steken
tijdens het programma of
het programma valt stil.
Deur niet geheel gesloten. Deur sluiten.
Geen serviesgoed of
geurdispenser in het
tablettenbakje doen.
Bovenkorf drukt tegen de
binnendeur en verhindert een
goede sluiting van de deur.
Controleren of de achterwand wordt
ingedrukt door bijv. een stopcontact of een
niet-gedemonteerde slanghouder.
Stroom- en/of watertoevoer
onderbroken.
Stroom- en/of watertoevoer herstellen.
Klappende geluiden
van de vulventielen.
Afhankelijk van de huisinstallatie,
daarom geen apparaatfout. Geen
invloed op de werking van het
apparaat.
Geen oplossing voorhanden.
Kloppend of ratelend
geluid.
Sproeiarm slaat tegen het
serviesgoed, serviesgoed niet
goed ingeruimd.
Serviesgoed zodanig inruimen dat de
sproeiarmen niet tegen het serviesgoed
slaan.
Bij geringe belading maken de
waterstralen rechtstreeks
contact met het reservoir.
Apparaat voller laden of het serviesgoed
gelijkmatiger verdelen.
Lichte serviesdelen bewegen
tijdens het spoelen.
Lichte serviesdelen vast staand inruimen.
Abnormale
schuimvorming.
Handafwasmiddel in het reservoir
voor glansspoelmiddel.
Voorraadbakje voor glansspoelmiddel direct
vullen met glansspoelmiddel.
Glansspoelmiddel gemorst. Glansspoelmiddel verwijderen met een
doek.
Storing Oorzaak Oplossing
Servicedienst nl
41
4 Servicedienst
Servicedienst
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen,
neem dan contact op met de
Servicedienst. Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om onnodige
bezoeken van technici te vermijden. De
contactgegevens van de dichtstbijzijnde
Servicedienst vindt u op de achterkant
van deze gebruiksaanwijzing of in de
bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen. Vermeld bij een
telefoongesprek a.u.b. het
fabrikaatnummer (ENr. = 1) en het
productnummer (FD = 2); deze
nummers vindt u op het typeplaatje 92
op de deur van het apparaat.
Vertrouw op de deskundigheid van de
fabrikant. Neem contact met ons op. U
bent er dan van verzekerd dat de
reparatie door ervaren technici wordt
uitgevoerd die gebruik maken van de
originele reserveonderdelen voor uw
apparaat.
* Afhankelijk van het model
5 Plaatsen en aansluiten
Plaatsen en aansluiten
Om de afwasautomaat goed te laten
functioneren moet hij vakkundig worden
aangesloten. De gegevens van de aan-
en afvoer en de elektrische
aansluitwaarden moeten voldoen aan
de vereiste criteria, zoals vastgelegd
in de volgende alinea's resp. in de
montagehandleiding.
Bij de montage de juiste volgorde
van de handelingen aanhouden:
1. Bij aflevering controleren
2. Plaatsen
3. Aansluiten op de waterafvoer
4. Drinkwateraansluiting
5. Elektrische aansluiting
Leveringsomvang
Voor klachten kunt u terecht bij de
winkel waar u het apparaat hebt
aangeschaft of bij onze klantenservice.
Afwasautomaat
Gebruiksaanwijzing
Montagevoorschrift
Garantie*
Montagemateriaal
Stoombeschermingsplaat*
Rubberlap*
Aansluitsnoer
* afhankelijk van het model
Veiligheidsvoorschriften
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor
de veiligheid onder „Bij de installatie”
in acht.
)'
(1U
)'
(1U
nl Plaatsen en aansluiten
42
Aflevering
Uw afwasmachine werd in de fabriek
grondig gecontroleerd op correct
functioneren. Hierbij zijn kleine
watervlekken achtergebleven. Deze zijn
na de eerste afwas verdwenen.
Technische gegevens
Gewicht:
max. 60 kg
Spanning:
220–240 V, 50 Hz of 60 Hz
Aansluitwaarde:
2,0–2,4 kW
Zekering:
10/16 A (UK 13A)
Stroomverbruik:
uitgeschakelde toestand (Po)* 0,10 W
niet-uitgeschakelde toestand (klaar)
(Pl)* 0,10 W
*volgens verordeningen (EU) nr. 1016/
2010 en 1059/2010
Extra functies en instellingen kunnen het
stroomverbruik verhogen.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal
1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk:
een drukreduceerventiel ervoor
installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
Bij voorkeur koud water; bij warm water,
afhankelijk van het type
watertoevoerslang, een max. temp. van
60 °C (zie Drinkwateraansluiting).
Capaciteit:
12–15 standaardcouverts (afhankelijk
van het model).
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het
montagevoorschrift. Het apparaat
met behulp van de verstelbare voetjes
waterpas zetten. Let erop dat het
apparaat stevig staat.
Geïntegreerde
en onderbouwapparaten die
naderhand als vrijstaand apparaat
worden opgesteld, moeten beveiligd
worden tegen kantelen, bijv. door
vastschroeven aan de wand of door
inbouw onder een doorlopend
werkblad dat aan de kasten ernaast
is vastgeschroefd.
Het apparaat kan zonder problemen
tussen wanden van hout
of kunststof in een rij
keukenmeubelen worden
ingebouwd.
Aansluiten op de waterafvoer
1. De noodzakelijke handelingen vindt
u in het montagevoorschrift.
Eventueel een sifon
met aansluitnippel monteren.
2. Afvoerslang met behulp
van de meegeleverde onderdelen
op de aansluitnippel van de sifon
aansluiten.
Let erop dat de waterafvoerslang niet
geknikt, ingedrukt of ineen
gestrengeld is en dat
een stop in de afvoer het
wegstromen van het water niet
belemmert!
Plaatsen en aansluiten nl
43
Drinkwateraansluiting
1. De drinkwateraansluiting volgens de
montagehandleiding aansluiten met
behulp van de bijgevoegde
onderdelen.
Zorg ervoor dat de
drinkwateraansluiting niet wordt
geknikt of geplet, of in de knoop
raakt.
2. Bij vervanging van het apparaat
moet altijd een nieuwe
watertoevoerslang in gebruik worden
genomen.
Waterdruk:
Minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal
1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk:
een drukreduceerventiel ervoor
installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
Minimaal 10 liter per minuut
Temperatuur van het water:
De opdruk op de watertoevoerslang in
acht nemen!
Bij modellen met de opdruk 25° mag de
watertemperatuur max. 25 °C bedragen
(koud water).
Voor alle andere modellen:
Bij voorkeur koud water, bij warm water
max. temperatuur 60 °C.
Warmwateraansluiting *
Warmwateraansluiting
* Afhankelijk van het model
De afwasautomaat kan op koud of warm
water tot max. 60 °C worden
aangesloten.
De aansluiting op warm water wordt
aanbevolen als dit uit een energetisch
gunstige warmwaterbereiding en een
geschikte installatie ter beschikking
staat, bijv. een zonneënergie-installatie
met circulatieleiding.
Hiermee bespaart energie en tijd.
Met de instelling Warmwater :‹‚ kunt
u uw apparaat optimaal op het gebruik
met warm water afstemmen.
Wij adviseren hierbij een
watertemperatuur (temperatuur van het
instromende water) van minimaal 40 °C
en maximaal 60 °C.
De aansluiting op warm water wordt niet
aanbevolen als het water uit een
elektrische boiler ter beschikking wordt
gesteld.
Instelling Warmwater:
1. Deur sluiten.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. START-toets @ indrukken
en ingedrukt houden.
4. Programmakiezer 8 draaien
tot de cijferindicatie H :‹‚
aangeeft.
5. Toets loslaten.
Op de cijferindicatie H brandt
de in de fabriek ingestelde waarde
:‹‹ .
Om de instelling te wijzigen:
1. Door de programmakiezer 8 kunt
u de instelling Warmwater uit- :‹‹
of inschakelen :‹‚.
2. START-toets @ indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
nl Plaatsen en aansluiten
44
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via
een volgens de voorschriften
aangebracht, randgeaard
stopcontact op 220 V tot 240 V
en 50 Hz of 60 Hz aansluiten. Zie het
typeplaatje 92 voor de vereiste
zekering.
Het stopcontact moet zich
in de buurt van het apparaat
bevinden en ook na het inbouwen
gemakkelijk bereikbaar zijn.
Als de stekker niet gemakkelijk
bereikbaar is, dan moet er volgens
de veiligheidsvoorschriften
een meerpolige scheidingsinstallatie
met een contactopening
van minimaal 3 mm aanwezig zijn.
Veranderingen in de aansluiting
mogen alleen door een vakkundig
monteur worden uitgevoerd.
Een verlenging van de elektrische
aansluitkabel mag alleen door
de Servicedienst geleverd worden.
Bij gebruik
van een aardlekschakelaar mag
alleen een type met het teken
geïnstalleerd worden. Alleen deze
voldoet aan de nu geldende
voorwaarden.
Het apparaat is voorzien
van een waterbeveiligingssysteem.
Let op: het functioneert alleen als het
apparaat op de stroom is
aangesloten.
Demontage
Neem ook hier de volgorde
van de handelingen in acht.
1. Apparaat van het elektriciteitsnet
loskoppelen.
2. Kraan dichtdraaien.
3. Afvoer- en drinkwateraansluiting
losmaken.
4. Bevestigingsschroeven van de
meubeldelen losdraaien.
5. De plint – indien aanwezig –
demonteren.
6. Apparaat eruit halen
en daarbij de slang voorzichtig naar
voren trekken.
Plaatsen en aansluiten nl
45
Transport
Afwasmachine leeg laten lopen en losse
onderdelen vastzetten.
Het apparaat in de volgende stappen
legen:
1. Kraan opendraaien.
2. Deur sluiten.
3. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
4. Programma met de hoogste
temperatuur kiezen.
Op de cijferindicatie H verschijnt
de vermoedelijke duur van het
programma.
5. START-toets @ indrukken.
Programma start.
6. Na ca. 4 minuten START-toets @
net zolang indrukken tot
de cijferindicatie :‹‚ aangeeft.
Na ca. 1 minuut verschijnt
op de cijferindicatie :‹‹.
7. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
8. Kraan dichtdraaien, toevoerslang
losmaken en laten leeglopen.
Apparaat alleen rechtop vervoeren.
(Om te voorkomen dat resterend water
in het besturingsmechanisme
terechtkomt wat tot een verkeerd
programmaverloop leidt.)
nl Plaatsen en aansluiten
46
Bescherming tegen vorst
Bescherming tegen vorst (Leegmaken van het apparaat)
Als het apparaat in een voor vorst
gevoelige ruimte staat
(bijv. in een vakantiehuisje), dan moet
u het apparaat helemaal leeg laten
lopen (zie Transport).
:LM]LJLQJHQYRRUEHKRXGHQ
.LQGHUEHYHLOLJLQJGHXUYHUJUHQGHOLQJâ
.LQGHUEHYHLOLJLQJDFWLYHUHQ
'HXURSHQHQELMJHDFWLYHHUGH
NLQGHUEHYHLOLJLQJ
.LQGHUEHYHLOLJLQJGHDFWLYHUHQ
=RUJGDWGHGHXUYDQKHWDSSDUDDWDOWLMG
JRHGJHVORWHQLVDOVXKHWDSSDUDDWYHUODDW
$OOHHQ]RNXQWXXZNLQGHUHQWHJHQ
HYHQWXHOHJHYDUHQEHVFKHUPHQ
$WWHQWLH
%DNSODDWVSURHLNRSâ
*URWHEDNSODWHQRIâURRVWHUVHQâERUGHQPHWâHHQâGRRUVQHGHYDQâPHHUGDQFP
JRXUPHWERUGHQSDVWDERUGHQRQGHUERUGHQNXQWXâPHWâEHKXOSYDQâGH]HVSURHLNRSâ
UHLQLJHQ+LHUWRHGHâERYHQVWHVHUYLHVNRUIHUXLWKDOHQHQGHâVSURHLNRSâ]RDOVDIJHEHHOG
HULQâ]HWWHQ
âQLHWELMâDOOHPRGHOOHQ
'HâDIZDVDXWRPDDWDOWLMGPHWGHâERYHQVWHVHUYLHVNRUIRIâGHâEDNSODDWVSURHLNRSâJHEUXLNHQ
'HâEDNSODWHQ]RDOVDIJHEHHOGLQUXLPHQ]RGDWGHâVSURHLVWUDDODOOHGHOHQNDQEHUHLNHQ
PD[LPDDOEDNSODWHQHQâURRVWHUV
$TXD6WRSJDUDQWLH
WFSWBMUCJKBQQBSBUFO[POEFS"RVB4UPQ
%FDPOUBDUHFHFWFOTJOBMMFMBOEFOWJOEUVJOEFCJKHFTMPUFOMJKTUNFU4FSWJDFEJFOTUBESFTTFO
9HU]RHNRPUHSDUDWLHHQDGYLHVELMVWRULQJHQ
/- 
5REHUW%RVFK+DXVJHUlWH*PE+
ZZZERVFKKRPHFRP
$BSM8FSZ4USBF
.ßODIFO
(FSNBOZ

5JKEFOTIFUHFCSVJLWBOIFUBQQBSBBUIPFGUVFSJOQSJODJQFOJFUCJKUFCMJKWFOSFTQ
OBIFUHFCSVJLPNWFJMJHIFJETSFEFOFOEFLSBBOEJDIUUFESBBJFO
"MMFFOCJKMBOHFSFBGXF[JHIFJECJKWBMTVFFOQBBSXFLFOPQWBLBOUJFHBBU
NPFUEFLSBBOXPSEFOEJDIUHFESBBJE
"MTBBOWVMMJOHPQEFHBSBOUJFBBOTQSBLFOUFHFOPWFSEFWFSLPQFSJOEF
LPPQPWFSFFOLPNTUFOBMTBBOWVMMJOHPQPO[FHBSBOUJFPQIFUBQQBSBBUXPSEU
VTDIBEFMPPTHFTUFMEBMTBBOPOEFSTUBBOEFWPPSXBBSEFOXPSEUWPMEBBO

"MTEPPSFFOGPVUJOPOT"RVB4UPQTZTUFFNXBUFSTDIBEFXPSEUWFSPPS[BBLU
WFSHPFEFOXJKEFTDIBEFBBOQBSUJDVMJFSFHFCSVJLFST
0NIFUXBUFSCFWFJMJHJOHTTZTUFFNUFHBSBOEFSFONPFUIFUBQQBSBBUPQIFU
FMFLUSJDJUFJUTOFU[JKOBBOHFTMPUFO

7PPSXBBSEFWPPSBBOTQSBBLPQHBSBOUJFJTEBUIFUBQQBSBBUNFU"RVB4UPQ
WBLLVOEJHFOPWFSFFOLPNTUJHPOTJOTUBMMBUJFWPPSTDISJGUJTPQHFTUFME
FOBBOHFTMPUFO
)JFSUPFCFIPPSUPPLEFWBLLVOEJHHFNPOUFFSEFWFSMFOHJOHWBOEF"RVB4UPQ
PSJHJOFFMUPFCFIPSFO0O[FHBSBOUJFIFGUHFFOCFUSFLLJOHPQEFGFDUF
UPFWPFSMFJEJOHFOPGBSNBUVSFOUPUBBOEF"RVB4UPQBBOTMVJUJOHPQEFLSBBO

%F[FBBOTQSBLFMJKLIFJETHBSBOUJFHFMEUWPPSEFMFWFOTEVVSWBOIFUBQQBSBBU
# 
*9001215001*
9001215001 nl (9702) 640EG
1 / 1