Siemens IQ500 SN258I01TE ZEOLITH de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

5HJLVWHU
\RXU
SURGXFW
RQOLQH
VLHPHQVKRPHEVKJURXSFRPZHOFRPH
nl Gebruiksaanwijzing
Afwasautomaat
SN.../SX...

6WDUW
5HVHWVHF
4FUVQTFD
KPLQ

6HWXSVHF
5HVHWVHF


















nl
3
Inhoudsopgave
nlGebruiksaanwijzing
8 Bestemming van het apparaat . . 5
( Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . 5
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt . . . . . . . . . . . . . . . 5
Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bij de installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Deurvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . 8
Toetsblokkering . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Bij schade. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Bij het afvoeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
7 Milieubescherming. . . . . . . . . . . 11
Verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Uw oude apparaat . . . . . . . . . . . . . . 11
* Het apparaat leren kennen . . . . 12
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . 12
Binnenkant van het apparaat . . . . . . 12
Menuoverzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
+ Wateronthardingsinstallatie /
Onthardingszout . . . . . . . . . . . . 14
Tabel voor de waterhardheid . . . . . . 14
Onthardingsvoorziening instellen . . . 15
Onthardingszout gebruiken. . . . . . . . 15
Vaatwasmiddelen met
zoutcomponent . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Ontharding uitschakelen . . . . . . . . . . 16
, Glansspoelmiddel . . . . . . . . . . . 16
Hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Vaatwasmiddel met
glansspoelmiddelcomponent . . . . . . 17
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen uitschakelen . . . . . . . . . . . . 17
- Serviesgoed . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Ongeschikt servies . . . . . . . . . . . . . . 18
Schade aan glas en serviesgoed. . . . 18
Inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Bovenste servieskorf . . . . . . . . . . . . . 18
Onderste servieskorf . . . . . . . . . . . . . 19
Bestekkorf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Besteklade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Etagère . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Omklapbare bordensteunen . . . . . . . 21
Houder voor kleingoed . . . . . . . . . . . 21
Messenrek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Bakplaat-sproeikop . . . . . . . . . . . . . . 22
Uitruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Verstellen van de korfhoogte. . . . . . . 22
. Reinigingsmiddel. . . . . . . . . . . . 24
Vullen met reinigingsmiddel . . . . . . . 25
Gecombineerde
reinigingsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . 26
/ Programma-overzicht . . . . . . . . 27
Programmakeuze . . . . . . . . . . . . . . . 28
Aanwijzingen voor testinstituten. . . . . 28
0 Extra functies. . . . . . . . . . . . . . . 29
Tijd besparen (VarioSpeedPlus) . . . . 29
halveBelading . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
hygiënePlus (HygienePlus) . . . . . . . . 29
intensiveZone . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Extra drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
glansDroog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Energy Save . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
nl
4
1 Apparaat bedienen . . . . . . . . . . 30
Programmagegevens . . . . . . . . . . . .30
Instellingen veranderen . . . . . . . . . . .30
Aquasensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Zeoliet-droging. . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Sensorinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Extra droog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Auto Power Off . . . . . . . . . . . . . . . . .32
emotionLight . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Startprogramma wijzigen . . . . . . . . . .32
Signaalsterkte . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Toetsvolume . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Apparaat inschakelen . . . . . . . . . . . .33
Indicatie resterende duur . . . . . . . . . .33
Tijdinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Programma-einde . . . . . . . . . . . . . . .33
Apparaat uitschakelen . . . . . . . . . . . .33
Programma onderbreken. . . . . . . . . .34
Programma afbreken. . . . . . . . . . . . .34
Wijzigen van het programma . . . . . . .34
2 Reinigen en onderhouden . . . . 34
Algehele toestand van de
vaatwasser. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Machinereiniging . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Onthardingszout en
glansspoelmiddel. . . . . . . . . . . . . . . .36
Zeven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Sproeiarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
3 Wat te doen bij storingen? . . . .37
Afvoerpomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Storingentabel . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
4 Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . .48
5 Plaatsen en aansluiten . . . . . . .48
Inhoud van de verpakking . . . . . . . . 48
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . 48
Aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . 49
Plaatsing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Afvoerwateraansluiting . . . . . . . . . . . 49
Drinkwateraansluiting . . . . . . . . . . . . 50
Warmwateraansluiting . . . . . . . . . . . 50
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . 50
Demontage. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Bescherming tegen vorst
(Apparaat leegmaken) . . . . . . . . . . . 51
Bestemming van het apparaat nl
5
8 Bestemming van het
apparaat
Bestemming van het apparaat
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het
huishouden en de huiselijke
omgeving.
De vaatwasser alleen in het
huishouden gebruiken en
alleen voor het aangegeven
doel: het afwassen van
huishoudelijk serviesgoed.
Deze vaatwasser is bestemd
voor gebruik tot op hoogten
van maximaal 2.500 m
boven zeeniveau.
( Veiligheidsvoorschrif-
ten
Veiligheidsvoorschriften
Dit toestel kan worden gebruikt
door kinderen vanaf 8 jaar en
door personen met beperkte
fysieke, sensorische of
geestelijke vermogens of
personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben,
wanneer zij onder toezicht
staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben
het op een veilige manier te
gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik
van het toestel met zich
meebrengt.
Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Reiniging en
onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd
door kinderen, tenzij zij 8 jaar of
ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die
jonger zijn dan 8 jaar uit de
buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en
het installatievoorschrift
aandachtig door! U vindt daarin
belangrijke informatie over
plaatsing, gebruik en
onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing
en het installatievoorschrift voor
later gebruik of voor volgende
eigenaars.
De gebruiksaanwijzing kunt u
gratis downloaden van onze
internetpagina. Ons
internetadres vindt u op de
achterkant van deze
gebruiksaanwijzing.
nl Veiligheidsvoorschriften
6
Bij aflevering
1. Controleer onmiddellijk
of de verpakking en
de afwasautomaat tijdens
het transport beschadigd
zijn. Een beschadigd
apparaat niet in gebruik
nemen maar contact
opnemen met uw
leverancier.
2. Het verpakkingsmateriaal
milieuvriendelijk volgens
de geldende voorschriften
afvoeren.
3. Laat kinderen niet met
de verpakking en
de onderdelen daarvan
spelen. Kans op stikken door
vouwdozen en folie.
Bij de installatie
Zorg ervoor dat de
achterzijde van de
afwasautomaat na de
installatie niet meer vrij
toegankelijk is
(aanraakbeveiliging wegens
hete oppervlakken).
Ga bij het plaatsen en
aansluiten te werk volgens
de installatie- en
montagehandleiding.
Tijdens het installeren mag
de afwasautomaat niet
op het elektriciteitsnet zijn
aangesloten.
Overtuig u ervan dat het
aardingssysteem
van de elektrische
huisinstallatie volgens
de elektrotechnische
voorschriften is geïnstalleerd.
De elektrische
aansluitvoorwaarden moeten
overeenkomen met
de gegevens op het
typeplaatje 9J
van de afwasautomaat.
Als de elektrische
aansluitkabel van het
apparaat beschadigd wordt,
dan moet deze door
een speciale aansluitkabel
vervangen worden.
Om gevaren te voorkomen,
dient men deze aan te
schaffen via de
klantenservice.
Als de afwasmachine
in een hoge kast moet
worden ingebouwd, dan
moet deze volgens
de voorschriften bevestigd
worden.
Als de afwasautomaat onder
of boven andere
huishoudapparaten wordt
ingebouwd, dient men de
informatie m.b.t. de inbouw
in combinatie met een
afwasautomaat in de
montagehandleiding van de
desbetreffende apparaten in
acht te nemen.
Veiligheidsvoorschriften nl
7
Neem bovendien de
montageaanwijzingen van de
afwasautomaat in acht om
een veilig gebruik van alle
apparaten te waarborgen.
Als er geen informatie
beschikbaar is of als de
montagehandleiding niet de
gewenste aanwijzingen
bevat, dient u contact op te
nemen met de fabrikant van
deze apparaten om na te
gaan of de afwasautomaat
boven of onder deze
apparaten kan worden
ingebouwd.
Als het u niet lukt om
informatie van de fabrikant te
krijgen, mag u de
afwasautomaat niet boven of
onder deze apparaten
inbouwen.
Wanneer u boven de
afwasautomaat een
magnetron inbouwt, kan
deze beschadigd raken.
Voor een goede stabiliteit
van het apparaat mogen
integreerbare
of onderbouwapparaten
alleen onder een doorlopend
werkblad worden ingebouwd
dat aan de kasten ernaast is
vastgeschroefd.
Het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron
(radiator, boiler, fornuis
of andere apparaten die
warmte afgeven) installeren
en niet onder
een kookplateau inbouwen.
Houd er rekening mee dat
de isolatie van het
aansluitsnoer van de
vaatwasser bij
warmtebronnen (zoals de
verwarmings-/warmwaterinst
allatie) of hete
apparaatonderdelen kan
smelten. Nooit het
aansluitsnoer van de
vaatwasser met
warmtebronnen of hete
apparaatonderdelen in
contact brengen.
Na het plaatsen van het
apparaat moet de stekker
gemakkelijk te bereiken zijn.
~ "Elektrische aansluiting"
op pagina 50
Bij sommige modellen:
In de kunststof behuizing
aan de wateraansluiting
bevindt zich een elektrisch
ventiel. In de toevoerslang
bevinden zich elektrische
aansluitleidingen. De slang
niet doorsnijden,
de kunststof behuizing niet
in water onderdompelen.
Dagelijks gebruik
Let
op de veiligheidsvoorschriften
resp. de aanwijzingen bij het
gebruik op de verpakkingen
van het afwas-
en glansspoelmiddel.
nl Veiligheidsvoorschriften
8
Kinderslot
(deurvergrendeling) *
Deurvergrendeling
Het kinderslot
(deurvergrendeling) beschermt
kinderen tegen mogelijke
gevaren die door de
afwasautomaat kunnen
ontstaan.
:Waarschuwing
Kans op stikken!
Kinderen kunnen zichzelf in het
apparaat opsluiten en stikken.
Na gebruik van de
afwasautomaat de
apparaatdeur altijd goed
sluiten.
Zo activeert u het kinderslot
(deurvergrendeling):
1. De lip van het kinderslot naar
u toe trekken (1).
2. Deur sluiten (2).
De kinderbeveiliging is
geactiveerd.
Zo opent u de deur met
geactiveerd kinderslot
(deurvergrendeling):
1. De lip van het kinderslot naar
rechts drukken (1).
2. Deur openen (2).
Zo deactiveert u het kinderslot
(deurvergrendeling):
1. De lip van het kinderslot naar
rechts drukken (1).
2. De lip van het kinderslot naar
achteren schuiven (2).
Het kinderslot is gedeactiveerd.
* afhankelijk van de
uitrustingsvariant van uw
afwasautomaat
Veiligheidsvoorschriften nl
9
Kinderslot (toetsblokkering)
Toetsblokkering
U kunt uw vaatwasser
beveiligen tegen onbedoelde
annulering van het programma
(bijvoorbeeld door kinderen).
Zo activeert u de
toetsblokkering:
1. Gewenste programma
starten.
2. Toets F ca. 4 seconden
ingedrukt houden.
In het indicatievenster
verschijnt ’–.
De toetsblokkering is
geactiveerd.
Als tijdens de
programmacyclus een
willekeurige toets wordt
bediend, verschijnt ’– in het
indicatievenster. Annulering van
het programma (reset) is niet
mogelijk.
Voor het deactiveren van de
toetsblokkering de toets F ca.
4 seconden ingedrukt houden
tot ’– in het indicatievenster
dooft.
Na het einde van het
programma wordt de
toetsblokkering opgeheven. Na
een stroomuitval blijft de
toetsblokkering van kracht. Bij
elke start van een programma
moet de toetsblokkering weer
worden geactiveerd.
Bij schade
Reparaties en ingrepen
mogen alleen door
een vakkundig monteur
worden uitgevoerd.
Hierbij mag het apparaat niet
op het elektriciteitsnet zijn
aangesloten. De stekker uit
het stopcontact trekken of de
zekering uitschakelen. Kraan
dichtdraaien.
Bij beschadigingen, vooral
van het bedieningspaneel
(scheuren, gaten,
afgebroken toetsen), of als
de deur niet goed
functioneert, mag het
apparaat niet meer worden
gebruikt. De stekker uit het
stopcontact trekken of de
zekering uitschakelen. Kraan
dichtdraaien, klantenservice
bellen.
Bij het afvoeren
1. Het afgedankte apparaat
onmiddellijk onbruikbaar
maken om eventuele
ongelukken te voorkomen.
2. Het apparaat
op een milieuvriendelijke
wijze (laten) afvoeren.
nl Veiligheidsvoorschriften
10
:Waarschuwing
Risico van letsel!
Om verwondingen bijv. door
struikelen te voorkomen: de
afwasautomaat tijdens het in-
en uitladen zo kort mogelijk
openen.
Messen en andere
voorwerpen met scherpe
punten moeten met de
punten naar beneden in de
bestekkorf* 9" worden
geplaatst en horizontaal in
de meshouder* of de
besteklade* 1*.
Niet op de geopende deur
gaan zitten of staan.
Let er bij vrijstaande
apparaten op dat de korven
niet overladen zijn. Het
apparaat kan kantelen.
Als het apparaat niet
in een nis staat waardoor
een zijwand toegankelijk is,
dan moeten
de deurscharnieren om
veiligheidsredenen aan
de zijkant afgedekt worden
(kans op verwondingen).
De afdekkingen zijn als extra
toebehoren tegen meerprijs
bij de Servicedienst of bij uw
leverancier verkrijgbaar.
* afhankelijk van de
uitrustingsvariant van uw
afwasautomaat
:Waarschuwing
Gevaar door explosie!
Doe geen oplosmiddel
in de spoelruimte. Kans
op explosie.
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Tijdens het
programmaverloop de deur
alleen heel voorzichtig openen.
Er kan namelijk heet water uit
het apparaat spuiten.
:Waarschuwing
Gevaren voor kinderen!
Maak gebruik – indien
aanwezig –
van de kinderbeveiliging.
Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen of het
bedienen.
Kinderen uit de buurt
van reinigingsmiddel
en glansspoelmiddel
houden. Deze kunnen
irritaties in mond, keel
en ogen veroorzaken of tot
verstikking leiden.
Kinderen uit de buurt
van de geopende
afwasautomaat houden. De
afwasautomaat kan nog
kleine voorwerpen bevatten
die door kinderen ingeslikt
zouden kunnen worden, en
het water in de binnenruimte
is geen drinkwater, het kan
afwasmiddelresten bevatten.
Milieubescherming nl
11
Let op dat kinderen niet
in de tab-opvangschaal 1B
grijpen. De vingertjes kunnen
in de sleuven beklemd
raken.
Let er bij een op een hoge
plaats ingebouwd apparaat
op dat er bij het openen en
sluiten van de deur geen
kinderen klem komen te
zitten of bekneld raken
tussen de apparaatdeur en
de onderliggende kastdeur.
Kinderen kunnen zich
opsluiten in het apparaat
(verstikkingsgevaar) of in
een andere gevaarlijke
situatie terechtkomen.
Bij uitgediende apparaten
daarom: Trek daarom de
stekker uit het stopcontact.
Aansluitkabel doorknippen
en verwijderen. Deurslot
onklaar maken zodat de
deur niet meer sluit.
7 Milieubescherming
Milieubescherming
Zowel de verpakking van het nieuwe
apparaat als het oude apparaat bevat
waardevolle grondstoffen en materiaal
dat hergebruikt kan worden.
De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd
afvoeren.
U kunt bij uw leverancier
of bij de gemeente informeren hoe u uw
oude apparaat en het
verpakkingsmateriaal kunt (laten)
afvoeren.
Verpakking
Alle kunststof delen van het apparaat
zijn gemerkt
met een gestandaardiseerd
afkortingsteken (bijv. „PS” polystyreen).
Hierdoor is bij het afvoeren van het
apparaat een scheiding per soort
van de kunststof afvaldelen mogelijk.
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor
de veiligheid onder „Bij levering” in acht
~ Blz. 6.
Uw oude apparaat
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor
de veiligheid onder „Bij het afvoeren”
in acht ~ Blz. 9.
Dit apparaat is geclassificeerd
volgens de Europese richtlijn
2012/19/EG over oude
elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and
electronic equipment – WEEE).
Deze richtlijn vormt voor de
gehele EU een kader voor de
terugname en recycling van
oude apparaten.
nl Het apparaat leren kennen
12
* Het apparaat leren
kennen
Het apparaat leren kennen
De afbeeldingen van het
bedieningspaneel en
van de binnenruimte van het apparaat
vindt u vooraan in de omslag van deze
gebruiksaanwijzing. In de tekst wordt
op de verschillende posities gewezen.
Bedieningspaneel
Zie afb. ~ Blz. 2
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
** aantal afhankelijk van de
uitrustingsvariant van uw
afwasautomaat
Binnenkant van het apparaat
Zie afb. ~ Blz. 2
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
( Aan/uit-schakelaar
0 Programmatoetsen**
8 Weergave programmaverloop
@ Indicatievenster
H Insteltoetsen
P Starttijd kiezen
X Start-toets
` Extra functies/ programmatoetsen
**
h Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen
)" Indicatie „Watertoevoer
controleren”
)* Indicatie zout bijvullen
)2 Deuropener
1" Binnenverlichting*
1* Besteklade *
12 Bovenste servieskorf
1: Bovenste sproeiarm
1B Tab-opvangschaal
1J Aanzuigopening
1R Uitblaasopening (zeoliet-reservoir)
1Z Onderste sproeiarm
1b Reservoir voor onthardingszout
1j Zeven
9" Bestekkorf *
9* Onderste servieskorf
92 Reservoir voor glansspoelmiddel
9: Reinigingsmiddelbakje
9B Vergrendeling voor
reinigingsmiddelbakje
9J Typeplaatje
Het apparaat leren kennen nl
13
Menuoverzicht
Om het u makkelijker te maken, zijn er
vooraf bepaalde instellingen gemaakt
voor uw vaatwasser. De instellingen
vindt u in de afzonderlijke hoofdstukken.
U kunt deze fabrieksinstellingen
desgewenst veranderen.
Zo verandert u de instellingen:
1. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
2. Toets 3 seconden ingedrukt
houden.
In het indicatievenster @ verschijnt
:... en .
3. Toets indrukken om in de
afzonderlijke instellingen te komen.
4. Met de insteltoetsen - + H de
instelling uitvoeren.
5. Toets 3 seconden ingedrukt
houden.
De instelwaarde is in de vaatwasser
opgeslagen.
Tip: Wanneer u meerdere instellingen
wijzigt, voert u eerst alle wijzigingen na
elkaar uit. Druk vervolgens de
toets 3 seconden in. Daardoor
zijn alle instelwaarden in de vaatwasser
opgeslagen.
Instelling Fabrieksinstelling Beschrijving
Waterhardheid
:‹‹ -:‹ˆ
:‹… Instelling van de waterhardheid. Bij
gebruik van multitabs de laagste stand
kiezen.
§ Glansspoelmiddel
§:‹‹ - §:‹‡
§:‹† De hoeveelheid glansspoelmiddel
beïnvloedt de droging. Bij gebruik van
multitabs stand 0 kiezen.
†“ Sensorinstelling
†“:‹‹ - †“:‹ƒ
†“:‹‹ Aanpassing van de vuildetectie voor een
optimaal reinigingsresultaat.
š Extra droog
š:‹‹ - š:‹‚
š:‹‹ / Uit Verbeterde droging, voor glazen en
kunststofdelen.
Warmwater *
:‹‹ - :‹‚
:‹‹ / Uit Aansluiting op warmwater (40-60 °C) of
koudwater (<40 °C) mogelijk.
˜ Auto Power Off
˜:‹‹ - ˜:‹ƒ
˜:‹‚ Automatische uitschakeling van het
apparaat na afloop van de spoelcyclus.
emotionLight *
:‹‹ - :‹‚
:‹‚ / Aan Verlichting van de binnenruimte.
†˜ Startprogramma
†˜:‹‹ - †˜:‹‚
†˜:‹‚ / Eco 50° Na inschakeling verschijnt het laatst
gekozen programma.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
nl Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
14
--------
+ Wateronthardingsin-
stallatie /
Onthardingszout
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
Voor een goed afwasresultaat heeft
de afwasautomaat zacht water, d.w.z.
water met weinig kalk nodig. Anders
zetten zich witte kalkresten op het
serviesgoed en de binnenkant
van de spoelruimte af. Leidingwater is
harder dan 7° dH (1,2 mmol/l), moet
onthard worden. Dit gebeurt met behulp
van onthardingszout (regenereerzout)
in de wateronthardingsinstallatie
van de afwasmachine. De instelling en
daarmee de benodigde hoeveelheid
zout is afhankelijk van de hardheid van
uw leidingwater (zie de volgende
waterhardheidstabel).
Tabel voor de waterhardheid
†– Signaalsterkte *
†–:‹‹ - †–:‹„
†–:‹ƒ Volume van het signaal bij
programma-einde.
›– Toetsvolume *
›–:‹‹ - ›–:‹„
›–:‹ƒ Volume bij bediening van de toetsen.
Instelling Fabrieksinstelling Beschrijving
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
¯¯
¯³
¯
¯´
¯
¯
¯±
¯Å
:DWHU
KDUGKHLGV
ZDDUGHG+
² ]DFKW
² ]DFKW
² JHPLGGHOG
² JHPLGGHOG
² JHPLGGHOG
² KDUG
² KDUG
² KDUG
PPROO
²
²
²
²
²
²
²
²
,QVWHOZDDUGH
RSâPDFKLQH
+DUGKHLGV
EHUHLN
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout nl
15
Onthardingsvoorziening
instellen
U kunt de hoeveelheid zout op :‹‹ tot
:‹ˆ instellen. Bij de instelwaarde :‹‹
is geen zout nodig.
Zo stelt u de hoeveelheid zout in:
1. Hardheid van het leidingwater
opvragen bij het plaatselijke
waterleidingbedrijf.
2. De benodigde stand opzoeken in de
waterhardheidstabel.
3. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
4. Toets 3 seconden ingedrukt
houden.
In het indicatievenster @ verschijnt
de af fabriek ingestelde waarde
:‹… en . .
5. Met de insteltoetsen - + H de
instelling uitvoeren.
6. Toets 3 seconden ingedrukt
houden.
De instelwaarde is in de vaatwasser
opgeslagen.
Onthardingszout gebruiken
Vul onthardingszout bij zodra de
zoutbijvulindicatie )* op het
bedieningspaneel oplicht. Vul altijd pas
direct voor het inschakelen van de
vaatwasser onthardingszout bij.
Hierdoor wordt de overgelopen
zoutoplossing onmiddellijk uitgespoeld
en wordt corrosie in de
spoelmiddelhouder voorkomen.
Attentie!
Vaatwasmiddel beschadigt de
onthardingsvoorziening! Nooit
vaatwasmiddel in het reservoir voor
onthardingszout doen.
Zo vult u onthardingszout bij:
1. Schroefdop van het
voorraadreservoir 1b eraf
schroeven.
2. Reservoir met water vullen (alleen
nodig bij de eerste
ingebruikneming).
3. Onthardingszout toevoegen volgens
de afbeelding (geen tafelzout of
tabletten).
Hierdoor wordt het water verdrongen
en loopt weg.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw vaatwasser
nl Glansspoelmiddel
16
Vaatwasmiddelen met
zoutcomponent gebruiken
Vaatwasmiddelen met zoutcomponent
Vaatwasmiddelen met zoutcomponent
kunt u in het algemeen tot een
waterhardheid van 21° dH (37° fH,
26° Clarke, 3,7 mmol/l) zonder
toevoeging van onthardingszout
gebruiken. Gebruik bij een
waterhardheid van meer dan 21° dH
extra onthardingszout.
Zoutbijvulindicatie/
onthardingsvoorziening
uitschakelen
Ontharding uitschakelen
Als de zoutbijvulindicatie )* u stoort
(bijvoorbeeld als u een gecombineerd
vaatwasmiddel met zoutcomponent
gebruikt), kunt u de zoutbijvulindicatie
uitschakelen.
Ga te werk zoals onder
„Onthardingsvoorziening instellen” is
beschreven en stel de waarde in op
:‹‹. De onthardingsinstallatie en de
zoutbijvulindicatie zijn uitgeschakeld.
, Glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel zorgt voor streeploos
gedroogd serviesgoed en heldere
glazen. Gebruik alleen
glansspoelmiddel voor huishoudelijke
vaatwassers. Als de indicatie
glansspoelmiddel bijvullen h op het
bedieningspaneel brandt, is er nog
glansspoelmiddel voor 1-2 spoelcycli
aanwezig. Vul glanspoelmiddel bij.
Zo vult u glanspoelmiddel bij:
1. Reservoir 92 openen; lip op het
deksel indrukken (1) en optillen (2).
2. Glansspoelmiddel bijvullen tot het
max.-teken.
3. Sluit het deksel.
Het deksel klikt hoorbaar vast.
4. Overgelopen glansspoelmiddel met
een doek verwijderen.
Dat voorkomt overmatige
schuimvorming bij de volgende
spoelcyclus.
PD[
Glansspoelmiddel nl
17
Hoeveelheid
glansspoelmiddel instellen
U kunt de hoeveelheid
glansspoelmiddel op §:‹‹ tot §:‹‡
instellen. Stel de hoeveelheid
glansspoelmiddel in op §:‹†om een
zeer goed droogresultaat te verkrijgen.
Af fabriek is de stand §:‹† reeds
ingesteld. Verander de hoeveelheid
glansspoelmiddel alleen als er strepen
of watervlekken op het serviesgoed
achterblijven. Stel een lagere stand in
om vegen te voorkomen. Stel een
hogere stand in om watervlekken te
voorkomen.
Zo stelt u de hoeveelheid
glansspoelmiddel in:
1. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
2. Toets 3 seconden ingedrukt
houden.
In het indicatievenster @ verschijnt
de waarde :... en . .
3. Toets net zo vaak indrukken
tot in het indicatievenster @ de af
fabriek ingestelde waarde §:‹†
verschijnt.
4. Met de insteltoetsen - + H de
instelling uitvoeren.
5. Toets 3 seconden ingedrukt
houden.
De instelwaarde is in de vaatwasser
opgeslagen.
Vaatwasmiddel met
glansspoelmiddelcomponent
gebruiken
Vaatwasmiddel met glansspoelmiddelcomponent
Vaatwasmiddel met
glansspoelmiddelcomponent kunt u in
het algemeen tot een waterhardheid van
21° dH (37° fH, 26° Clarke,
3,7 mmol/l) zonder toevoeging van
glansspoelmiddel gebruiken. Gebruik
bij een waterhardheid van meer dan
21° dH extra glansspoelmiddel.
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen uitschakelen
Als de indicatie glansspoelmiddel
bijvullen h u stoort (bijvoorbeeld als u
een gecombineerd vaatwasmiddel met
glansspoelmiddelcomponent gebruikt),
kunt u de indicatie glansspoelmiddel
uitschakelen.
Ga te werk zoals onder „Hoeveelheid
glansspoelmiddel instellen” is
beschreven en stel de stand §:‹‹ in.
De indicatie glansspoelmiddel bijvullen
h is uitgeschakeld.
nl Serviesgoed
18
- Serviesgoed
Serviesgoed
Ongeschikt servies
Bestek en servies met houten
onderdelen.
Gevoelige gedecoreerde glazen,
kunstnijverheidsservies en -vazen
en antiek servies. De decoraties zijn
niet bestand tegen afwassen in een
afwasautomaat.
Niet hittebestendige
kunststof voorwerpen/onderdelen.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen
van aluminium en zilver kunnen bij het
afwassen gaan verkleuren of verbleken.
Ook sommige soorten glas (bijv.
voorwerpen van kristal) kunnen
dof worden nadat ze vele malen zijn
afgewassen.
Schade aan glas en
serviesgoed.
Oorzaken:
Glassoort en fabricagewijze van het
glas.
Chemische samenstelling van het
reinigingsmiddel.
Temperatuur van het water tijdens
de afwas.
Aanbeveling:
Gebruik alleen glas en porselein dat
volgens de fabrikant geschikt is voor
de afwasautomaat.
Gebruik reinigingsmiddel
waarop staat aangegeven dat het
het serviesgoed ontziet.
Glas en bestek na afloop van het
programma zo snel mogelijk uit
de afwasmachine halen.
Inruimen
1. Grove etensresten verwijderen.
Afspoelen onder stromend water is
niet nodig.
2. Het serviesgoed zodanig inruimen
dat
het stevig staat en niet kan
omvallen.
alle soorten serviesgoed met
de opening naar beneden staan.
serviesgoed met een ronding
of een holte schuin staat zodat
het water er vanaf kan lopen.
het de twee sproeiarmen 1:
en 1Z tijdens het ronddraaien
niet belemmert.
Hele kleine voorwerpen niet
in de machine afwassen. Ze kunnen
gemakkelijk uit de servieskorven vallen.
Bovenste servieskorf
Plaats kopjes en glazen in de bovenste
servieskorf 12.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
Serviesgoed nl
19
Aanwijzing: Er mag geen serviesgoed
op het tablettenbakje 1B staan. Dit kan
het deksel van het
reinigingsmiddelbakje blokkeren,
waardoor het niet volledig open gaat.
Onderste servieskorf
Plaats pannen in de onderste
servieskorf 9*.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
Tip: Erg vervuild serviesgoed (pannen)
moet in de onderste korf worden
ingeruimd. Door de sterkere
sproeistraal verkrijgt u zo een beter
afwasresultaat.
Tip: Andere voorbeelden hoe u uw
afwasautomaat optimaal kunt inruimen,
vindt u op onze homepage. U kunt deze
gratis downloaden. Ons internetadres
vindt u op de achterkant van deze
gebruiksaanwijzing.
Bestekkorf *
Bestekkorf
Plaats het bestek altijd ongesorteerd
met de punt naar onderen in de
bestekkorf *.
Om verwondingen te voorkomen: lange,
puntige bestekdelen en messen in het
messenrek leggen.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
Besteklade *
Besteklade
Het bestek zoals afgebeeld
in de besteklade 1* inruimen. Apart
inruimen van het bestek vergemakkelijkt
het uitruimen na het afwassen.
nl Serviesgoed
20
U kunt de besteklade verwijderen.
Afhankelijk van de uitrustingsvariant van
uw afwasautomaat kunt u de zijdelen
neerklappen om meer ruimte te hebben
voor lang bestek. U kunt de voorste
pennenrijen neerklappen om bredere
handgrepen te kunnen inruimen.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
Etagère *
Etagère
De etagère en de ruimte daaronder kunt
u gebruiken voor kleine kopjes en
glazen of voor groter bestek zoals
pollepels of voorsnijcouvert. Als u de
etagère niet nodig hebt, kunt u deze
omhoog klappen.
* Afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat kunt u de
etagère op 3 niveaus in de hoogte
verstellen.
Zo verstelt u de hoogte van de
etagère:
1. Etagère verticaal zetten en naar
boven trekken.
2. Etagère iets schuin zetten en naar
beneden schuiven tot op de
gewenste hoogte (1, 2 of 3).
3. Etagère vastzetten.
De etagère klikt hoorbaar vast.
&/,&.
&/,&.
Serviesgoed nl
21
Omklapbare bordensteunen *
Omklapbare bordensteunen
* Afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat kunt u de
omklapbare bordensteunen omklappen.
Zo kunt u pannen, schalen en glazen
beter inruimen.
Zo klapt u de omklapbare
bordensteunen om:
1. Hendel naar voren duwen (1).
2. Omklapbare bordensteunen
omklappen (2).
Houder voor kleingoed *
Houder voor kleingoed
* Afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat is bovenste
servieskorf voorzien van houders voor
kleingoed. Met de houders voor
kleingoed kunt u lichte kunststofdelen
goed vastzetten.
Messenrek *
Messenrek
* Afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat is bovenste
servieskorf voorzien van een
messenrek. In het messenrek kunt u
lange messen en andere hulpstukken
leggen.
nl Serviesgoed
22
Bakplaat-sproeikop *
Bakplaat-sproeikop
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
Grote bakplaten of roosters en grote
borden (gourmetborden, pastaborden,
onderborden) kunt u reinigen met deze
sproeikop.
Zo brengt u de sproeikop aan:
1. Bovenkorf 12 verwijderen .
2. Sproeikop volgens de afbeelding
aanbrengen en naar rechts draaien.
Sproeikop zit vast.
De bakplaten zoals afgebeeld inruimen
zodat de sproeistraal alle delen kan
bereiken (maximaal 2 bakplaten en 2
roosters).
Aanwijzing: Denk eraan dat u de
afwasautomaat altijd met de bovenkorf
12 of met de bakplaatsproeikop
gebruikt.
Uitruimen
Om te vermijden dat waterdruppels
van de bovenste servieskorf op het
serviesgoed in de onderste servieskorf
vallen, is het aan te raden het apparaat
van onder naar boven uit te ruimen.
Tip: Heet serviesgoed is stootgevoelig!
Laat het daarom na afloop van het
programma net zo lang in de
afwasautomaat afkoelen tot u het goed
kunt vastpakken.
Aanwijzing: Na het einde van het
programma kunnen er in het apparaat
nog waterdruppels zichtbaar zijn. Dit
heeft geen invloed op het drogen van
het serviesgoed.
Verstellen van de korfhoogte *
Verstellen van de korfhoogte
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
De bovenste servieskorf 12 kan –
indien gewenst – in de hoogte versteld
worden om in de bovenste
of in de onderste servieskorf meer
ruimte te maken voor hoger
serviesgoed.
Apparaathoogte 81,5 cm
Met bestekkorf Bovenste
korf
Onderste
korf
Stand 1 max. ø 22 cm 31 cm
Stand 2 max. ø 24,5 cm 27,5 cm
Stand 3 max. ø 27 cm 25 cm
Met besteklade Bovenste
korf
Onderste
korf
Stand 1 max. ø 16 cm 31 cm
Stand 2 max. ø 18,5 cm 27,5 cm
Stand 3 max. ø 21 cm 25 cm
Serviesgoed nl
23
Apparaathoogte 86,5 cm
Plaats grote borden met een diameter
tot 31/34* cm volgens de afbeelding in
de onderste servieskorf 9*.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
Bovenste servieskorf
met hendels aan de zijkant
1. Bovenste servieskorf 12 uittrekken.
2. Bovenste servieskorf bovenaan de
zijkanten vastpakken.
Zo voorkomt u dat deze omlaag
klapt bij de volgende stap.
3. De bovenste servieskorf laten
zakken; beide hendels links en
rechts op de buitenzijde van de korf
naar binnen drukken. De bovenste
servieskorf beweegt omlaag.
4. De bovenste servieskorf optillen; de
bovenste servieskorf aan de
bovenrand vastpakken en optillen.
5. Zorg ervoor dat de bovenste
servieskorf aan beide zijden op
dezelfde hoogte ligt.
6. Bovenste servieskorf inschuiven.
Met bestekkorf Bovenste
korf
Onderste
korf
Stand 1 max. ø 24 cm 34 cm
Stand 2 max. ø 26,5 cm 30,5 cm
Stand 3 max. ø 29 cm 28 cm
Met besteklade Bovenste
korf
Onderste
korf
Stand 1 max. ø 18 cm 34 cm
Stand 2 max. ø 20,5 cm 30,5 cm
Stand 3 max. ø 23 cm 28 cm
nl Reinigingsmiddel
24
Bovenste servieskorf met
bovenste en onderste
rollenparen
1. Bovenste servieskorf 12 uittrekken.
2. Bovenste servieskorf verwijderen.
3. Bovenste servieskorf weer
aanbrengen op de bovenste rollen
(niveau 3) of de onderste rollen
(niveau 1).
4. Bovenste servieskorf inschuiven.
. Reinigingsmiddel
Reinigingsmiddel
U kunt voor uw vaatwasser tabletten
evenals poedervormige of vloeibare
reinigingsmiddelen gebruiken, in geen
geval echter handafwasmiddel.
Afhankelijk van de vervuiling kan met
poedervormig of vloeibaar
reinigingsmiddel de dosering
individueel worden aangepast. Tabletten
bevatten voor alle afwasprogramma’s
voldoende werkzame stoffen. Moderne,
krachtige reinigingsmiddelen hebben
meestal een laag alkalische receptuur
met enzymen. Enzymen breken zetmeel
af en lossen eiwitten op. Om gekleurde
vlekken (bijv. thee of ketchup) te
verwijderen worden meestal
bleekmiddelen op basis van zuurstof
gebruikt.
Aanwijzing: Neem voor een goed
afwasresultaat altijd de aanwijzingen op
de verpakking in acht!
Bij verdere vragen adviseren wij u
contact op te nemen met de
klantenservice van de
reinigingsmiddelproducent.
:Waarschuwing
Verwondingsgevaar en materiële
schade door het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften van
reinigings- en glansspoelmiddelen!
Neem altijd de veiligheidsvoorschriften
van reinigings- en glansspoelmiddelen
in acht.
Reinigingsmiddel nl
25
Vullen met reinigingsmiddel
1. Als het reinigingsmiddelbakje 9:
nog gesloten is, bedient u de
afsluitgrendel 9B om het bakje te
open.
2. Reinigingsmiddel alleen in het droge
reinigingsmiddelbakje 9: gieten
(tablet plat neerleggen, niet op zijn
kant).
3. Dosering: zie de aanwijzingen van
de fabrikant op de verpakking.
Doseerindeling van het
reinigingsmiddelbakje gebruiken.
Gewoonlijk volstaat 20 ml–25 ml bij
normale vervuiling. Bij gebruik van
tabs is één tablet voldoende.
4. Deksel van het
reinigingsmiddelbakje sluiten.
Het deksel klikt hoorbaar vast.
Het reinigingsmiddelbakje gaat,
afhankelijk van het programma, op
het juiste tijdstip automatisch open.
Het poedervormige of vloeibare
afwasmiddel wordt in het apparaat
verdeeld en opgelost, het tablet valt
in de tab-opvangschaal en wordt
daar gedoseerd opgelost.
Tip: Als het serviesgoed niet erg vuil is,
kunt u normalerwijze volstaan met
minder reinigingsmiddel dan is
aangegeven.
Geschikte reinigings- en
onderhoudsmiddelen kunt u online op
onze internetsite of bij de Servicedienst
bestellen (zie achterkant).
PO
PO
PO
&/,&.
nl Reinigingsmiddel
26
Gecombineerde
reinigingsmiddelen
Naast de gebruikelijke
reinigingsmiddelen (Solo) wordt een
aantal producten aangeboden met extra
functies. Deze producten bevatten
behalve reinigingsmiddel vaak ook
glansspoelmiddel en zoutvervangende
stoffen (3in1) en, afhankelijk van de
combinatie (4in1, 5in1, ...), ook nog
extra componenten zoals
glasbescherming of glansmiddel voor
roestvrij staal. Gecombineerde
reinigingsmiddelen functioneren alleen
tot een bepaalde hardheidsgraad
(meestal 21°dH). Boven deze
grenswaarde moeten zout en
glansspoelmiddel worden toegevoegd.
Zodra gecombineerde
reinigingsproducten gebruikt worden
past het afwasprogramma zich
automatisch zodanig aan dat altijd het
best mogelijke afwas- en droogresultaat
bereikt wordt.
Aanwijzingen
Als u na de start van het programma
serviesgoed wilt bijvullen, gebruik de
tab-opvangschaal 1B dan niet als
handgreep voor de bovenste
servieskorf. Het tablet kan er al in
liggen waardoor u met het
gedeeltelijk opgeloste tablet in
contact komt.
Leg geen kleine voorwerpen om af
te wassen in de tab-opvangschaal
1B; hierdoor kan het tablet niet
gelijkmatig oplossen.
Optimale afwas- en droogresultaten
bereikt u door het gebruik van losse
reinigingsmiddelen in combinatie
met (apart) gebruik van
onthardingszout en
glansspoelmiddel.
Bij korte programma’s kunnen
tabletten door een verschillende
manier van oplossen eventueel niet
de volle reinigingskracht ontwikkelen
waardoor er onopgeloste
afwasmiddeldeeltjes achterblijven.
Voor deze programma's is een
reinigingsmiddel in poedervorm
beter geschikt.
Bij het programma „Intensief“ (bij
sommige modellen) is dosering van
één tab voldoende. Bij gebruik van
poedervormig reinigingsmiddel kunt
u nog wat extra reinigingsmiddel op
de binnenkant van de deur strooien.
Ook als de indicatie
glansspoelmiddel en/of zout
bijvullen brandt, verloopt het
afwasprogramma bij gebruik van
gecombineerd reinigingsmiddelen
zonder problemen.
Bij gebruik van reinigingsmiddelen
met in water oplosbaar
beschermend omhulsel: het
omhulsel alleen met droge handen
vastpakken. Het
reinigingsmiddelbakje moet vóór het
vullen absoluut droog zijn, anders
kan het reinigingsmiddel eraan
vastplakken.
Als u van gecombineerde
reinigingsmiddelen op losse
reinigingsmiddelen omschakelt, let
er dan op dat de
wateronthardingsinstallatie en de
hoeveelheid glansspoelmiddel op de
juiste waarde zijn ingesteld.
Bio-/ecoreiniger: Reinigingsmiddelen
met de aanduiding „Bio“ of „Eco“
gebruiken (om milieuredenen)
meestal kleinere hoeveelheden
werkzame stoffen of maken
helemaal geen gebruik van
bepaalde inhoudsstoffen. De
reinigende werking van zulke
producten kan daardoor beperkt
zijn.
Programma-overzicht nl
27
/ Programma-overzicht
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De
bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het bedieningspaneel.
Soort
serviesgoed
Soort vervuiling Programma Eventuele extra
functies
Programmaverloop
potten, pannen,
niet gevoelig
serviesgoed en
bestek
erg aangekoekte,
ingebrande of
opgedroogde
zetmeel- of
eiwithoudende
etensresten
± / °
Intensief 70°
alle
Intensief:
Voorspoelen
Reinigen 70
Tussenspoelen
Glansspoelen 65°
Drogen
gemengd
serviesgoed en
bestek
licht opgedroogde, in
het huishouden
gebruikelijke
etensresten
Á / Ù
Auto 45° - 65°
alle
Sensor-geoptimaliseer
d:
Wordt naar de mate van
vervuiling met behulp
van het sensorsysteem
geoptimaliseerd.
gemengd
serviesgoed en
bestek
licht opgedroogde, in
het huishouden
gebruikelijke
etensresten
â / à
Eco 50°
alle
Zuinigste programma:
Voorspoelen
Reinigen 50°
Tussenspoelen
Glansspoelen 35°
Drogen
gemengd
serviesgoed en
bestek
licht opgedroogde, in
het huishouden
gebruikelijke
etensresten
/´
Stil 50°
intensiveZone
halveBelading
HygienePlus
Extra drogen
glansDroog
Geluidsgeoptimaliseer
d:
Voorspoelen
Reinigen 50°
Tussenspoelen
Glansspoelen 35°
Drogen
gevoelig
serviesgoed,
bestek,
temperatuurgev
oelige
kunststoffen en
glazen
weinig aangekoekte
verse etensresten
é / è
Glas 40°
intensiveZone
VarioSpeedPlus
halveBelading
Extra drogen
glansDroog
Zorgzaam, speciaal:
Voorspoelen
Reinigen 40°
Tussenspoelen
Glansspoelen 50°
Drogen
gemengd
serviesgoed en
bestek
licht opgedroogde, in
het huishouden
gebruikelijke
etensresten
ñ / ð
Snel 65°
Extra drogen
glansDroog
Tijd-geoptimaliseerd:
Reinigen 65°
Tussenspoelen
Glansspoelen
Drogen
nl Programma-overzicht
28
--------
Programmakeuze
U kunt afhankelijk van het soort vaat en
van de mate van vervuiling een passend
programma kiezen.
Aanwijzingen voor
testinstituten
Testbureaus ontvangen de instructies
voor vergelijkingstests (bijv. volgens
EN60436).
Hierbij gaat het om de voorwaarden
voor het uitvoeren van de tests, niet om
de resultaten of de verbruikswaarden.
Aanvraag per e-mail aan:
Benodigd zijn het fabrikaatnummer
(E-Nr.) en het productnummer (FD), die
u op het typeplaatje 9J op de deur van
het apparaat vindt.
gemengd
serviesgoed en
bestek
licht opgedroogde, in
het huishouden
gebruikelijke
etensresten
u / t /
s
Kort 60°
alle
Tijd-geoptimaliseerd:
Reinigen 65°
Tussenspoelen
Glansspoelen
Drogen
gevoelig
serviesgoed,
bestek,
temperatuurgev
oelige
kunststoffen en
glazen
weinig aangekoekte
verse etensresten
ñ / ð
Snel 45°
Extra drogen
glansDroog
Tijd-geoptimaliseerd:
Reinigen 45°
Tussenspoelen
Glansspoelen 50°
alle soorten
serviesgoed
koud voorspoelen,
tussentijdse reiniging
ù / ø
Voorspoelen
geen
Koud afspoelen
Voorspoelen
- -
/ Š
Machinereiniging
geen Machinereiniging 70°
Soort
serviesgoed
Soort vervuiling Programma Eventuele extra
functies
Programmaverloop
Extra functies nl
29
0 Extra functies
Extra functies
* Afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat kunt u
verschillende extra functies ` kiezen.
Å Tijd besparen
(VarioSpeedPlus) *
Tijd besparen (VarioSpeedPlus)
Met de functie Tijd besparen kan de
looptijd – afhankelijk van het gekozen
afwasprogramma – met ca. 20% tot
66% verkort worden. Om bij verkorte
looptijd optimale reinigings- en
droogresultaten te bereiken, wordt het
water- en energieverbruik verhoogd.
§ halveBelading *
halveBelading
Als u maar weinig afwas hebt (bijv.
glazen, kopjes, borden), dan kunt u de
„halveBelading” bijschakelen. Hiermee
bespaart u water, energie en tijd. Vul het
reinigingsmiddelbakje met iets minder
reinigingsmiddel dan zoals aanbevolen
bij een volle belading van de machine.
μ hygiënePlus
(HygienePlus) *
hygiënePlus (HygienePlus)
Met deze functie worden de
temperaturen verhoogd en extra lang in
stand gehouden, om een gedefinieerd
desinfectieniveau te bereiken. Door
deze functie continu te gebruiken,
verbetert de hygiëne. Deze extra functie
is ideaal voor bijv. het afwassen van
snijplanken of babyflesjes.
Ï intensiveZone *
intensiveZone
Perfect voor gemengde belading. U
kunt erg vuile potten en pannen in de
onderste servieskorf samen met
normaal vervuild serviesgoed in de
bovenste korf afwassen. De sproeidruk
in de onderste servieskorf wordt
versterkt, de temperatuur van het
afwaswater iets verhoogd.
¿ Extra drogen *
Extra drogen
Door een verhoogde temperatuur
tijdens het glansspoelen en een
verlengde droogfase kunnen ook
kunststof delen beter drogen. Het
energieverbruik is iets hoger.
ï glansDroog *
glansDroog
Door de hoeveelheid water tijdens het
spoelen te vergroten en de droogtijd te
verlengen, worden vlekken voorkomen
en verbetert het droogresultaat. Het
energieverbruik is iets hoger. Voor de
glansdroogfunctie wordt
glansspoelmiddel aanbevolen (ook bij
gebruik van combireinigers).
ß Energy Save *
Energy Save
Met de functie „Energy Save“ kan het
water- en energieverbruik worden
verlaagd. Voor optimale reinigings- en
droogresultaten wordt deιlooptijd
verlengd.
nl Apparaat bedienen
30
1 Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
Programmagegevens
De programmagegevens
(verbruikswaarden) vindt u in de korte
handleiding. Deze hebben betrekking
op normale omstandigheden en de
instelwaarde van de waterhardheid
:‹…. Verschillende factoren zoals de
temperatuur van het water en de druk in
de waterleiding zijn hierbij van invloed
en kunnen tot afwijkingen leiden.
Instellingen veranderen
Om het u makkelijker te maken, zijn er
vooraf bepaalde instellingen gemaakt
voor uw vaatwasser. U kunt deze
fabrieksinstellingen veranderen.
Zo verandert u de instellingen:
1. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
2. Toets 3 seconden ingedrukt
houden.
In het indicatievenster @ verschijnt
:... en .
3. Toets indrukken om in de
afzonderlijke instellingen te komen.
4. Met de insteltoetsen - + H de
instelling uitvoeren.
5. Toets 3 seconden ingedrukt
houden.
De instelwaarde is in de vaatwasser
opgeslagen.
Tip: Wanneer u meerdere instellingen
wijzigt, voert u eerst alle wijzigingen na
elkaar uit. Druk vervolgens de
toets 3 seconden in. Daardoor
zijn alle instelwaarden in de vaatwasser
opgeslagen.
Aquasensor *
Aquasensor
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
De Aqua-Sensor is een optisch
meetsysteem (met lichtstraal) waarmee
de vertroebeling van het afwaswater
wordt gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt
de Aqua-Sensor in werking. Als de
Aqua-Sensor actief is, kan „schoon”
afwaswater in de volgende
reinigingsfase gebruikt worden en het
waterverbruik daardoor met 3–6 liter
verminderd worden. Is het water te vuil,
dan wordt het afgepompt en door vers
water vervangen. In de automatische
programma’s worden bovendien
temperatuur en looptijd aan de mate
van vervuiling aangepast.
Apparaat bedienen nl
31
Zeoliet-droging ¼
Zeoliet-droging
:Waarschuwing
Risico van brandwonden door het
aanraken van de luchtafvoeropening
1R!
Nooit de luchtafvoeropening aanraken.
De uitblaasopening wordt heet en
bovendien leidt elke verandering eraan
tot een bezoek van de monteur tegen
betaling van de onkosten.
Attentie!
Zorg ervoor dat de aanzuigopening 1J
niet is afgedekt en dat er in de onderste
servieskorf rechts achter boven de
uitblaasopening 1R geen
temperatuurgevoelige serviesdelen
staan.
Het apparaat is voorzien van een
zeoliet-reservoir. Zeoliet is een mineraal
dat vocht en warmte-energie kan
opslaan en weer af kan geven.
In de afwasfase wordt deze
warmte-energie voor het drogen van het
mineraal en voor het verwarmen van het
afwaswater gebruikt.
Tijdens de droogfase wordt vocht uit de
spoelruimte in het mineraal opgeslagen
en komt warmte-energie vrij. Deze
vrijgekomen warmte-energie wordt met
droge lucht in de spoelruimte
uitgeblazen. Hierdoor is een snelle en
verbeterde droging mogelijk waarmee u
heel veel energie bespaart.
Deze handelwijzen zijn daardoor
bijzonder energiebesparend.
Sensorinstelling
De programma-afloop wordt in
auto-programma's met behulp van
sensoren geoptimaliseerd. Het
sensorsysteem past de
programmasterkte van
auto-programma's afhankelijk van de
hoeveelheid en soort vuil aan. U kunt de
gevoeligheid van de sensoren in
3 stappen instellen.
Sensorinstelling †“:‹‹: deze instelling
is optimaal voor de gemengde lading
en hoge hoeveelheden vuil, daarbij
echter gelijktijdig energiebesparend en
waterbesparend.
Sensorinstelling †“:‹‚: deze instelling
past de programmasterkte al bij geringe
hoeveelheden vuil aan voor een
effectieve verwijdering van etensresten.
Het energieverbruik en waterverbruik
wordt overeenkomstig aangepast.
Sensorinstelling †“:‹ƒ: door deze
instelling vindt een aanpassing van de
programmasterkte voor zwaardere
gebruiksomstandigheden plaats
bijvoorbeeld sterk ingedroogde
etensresten. Deze instelling wordt ook
bij het gebruik van biologische of
ecologische reinigingsmiddelen met
geringere hoeveelheden werkzame
stoffen aanbevolen. Het energieverbruik
en waterverbruik wordt overeenkomstig
aangepast.
Extra droog
Bij het glansspoelen wordt met een
hogere temperatuur gewerkt, waardoor
betere droogresultaten worden bereikt
(voorzichtig bij gevoelige serviesdelen!).
De cyclusduur kan daardoor iets
toenemen. U kunt de functie extra droog
inschakelen š:‹‚ of uitschakelen š:‹‹.
nl Apparaat bedienen
32
Auto Power Off (Automatisch
uitschakelen na
programma-einde)
Auto Power Off
Om energie te besparen wordt de
vaatwasser 1 minuut na afloop van het
programma uitgeschakeld. U kunt de
instelling veranderen.
Mogelijke instellingen zijn:
˜:‹‹: De vaatwasser schakelt niet
automatisch uit.
˜:‹‚: De vaatwasser schakelt na 1
minuut uit.
˜:‹ƒ: De vaatwasser schakelt na 2
uur uit.
Aanwijzing: Houd er rekening mee dat
de bij instellingen ˜:‹‚ en ˜:‹ƒ de
binnenverlichting 1" uitgeschakeld is.
Om de binnenverlichting te activeren,
drukt u op de
AAN-/UIT-schakelaar (.
EmotionLight
(Binnenverlichting) *
emotionLight
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw vaatwasser
EmotionLight 1" is de
binnenverlichting van uw vaatwasser. U
kunt de binnenverlichting inschakelen
:‹‚ of uitschakelen :‹‹.
Aanwijzingen
Afhankelijk van de instelling van
AutoPowerOff is de binnenverlichting
ingeschakeld of uitgeschakeld.
Houd er rekening mee dat de
binnenverlichting in ingeschakelde
toestand bij geopende deur na 1 uur
automatisch wordt uitgeschakeld.
Startprogramma wijzigen
Voor een milieubesparende werking is
bij elke start van het apparaat standaard
het programma Eco 50° ingesteld. U
kunt de instelling „Startprogramma“
wijzigen. Bij de instelling †˜:‹‹
verschijnt bij elke start van het apparaat
het laatst gekozen programma.
Signaalsterkte
Als u de vaatwasser in- of uitschakelt,
klinkt er een geluidssignaal. U kunt de
signaalsterkte van †–:‹‹ - †–:‹„
instellen.
Toetsvolume
Als u de vaatwasser bedient, wordt bij
elke toetsindruk een geluidssignaal
weergegeven. U kunt de signaalsterkte
van ›–:‹‹ - ›–:‹„ instellen. Als u het
geluidssignaal storend vindt, stelt u de
waarde ›–:‹‹ (toetssignaal uit) in.
Apparaat bedienen nl
33
Apparaat inschakelen
1. Waterkraan helemaal opendraaien.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
Voor een milieubesparende werking
is bij elke start van het apparaat
standaard het programma Eco 50°
ingesteld. Dit programma blijft
gekozen zolang er geen andere
programmatoets 0 wordt
ingedrukt.
3. START-toets X indrukken.
Het programma start.
Aanwijzing:
Om ecologische redenen wordt het
programma Eco 50° ingesteld elke keer
dat het apparaat wordt gestart. Dit
ontziet niet alleen het milieu, maar ook
uw portemonnee.
Het Eco 50° programma is een
bijzonder milieubesparend
programma. Het is het
„standaardprogramma” conform de
EU-verordening1016/2010, dat de
meest efficiënte standaard
reinigingscyclus is voor de reiniging
van normaal vervuild serviesgoed en
het gecombineerde energie- en
waterverbruik voor de reiniging van dit
soort serviesgoed.
Indicatie resterende duur
Bij de programmakeuze verschijnt de
resterende programmaduur in het
indicatievenster @.
De programmaduur wordt tijdens het
programma bepaald door de
temperatuur van het water, de
hoeveelheid serviesgoed en de mate
van vervuiling en kan (afhankelijk van
het gekozen programma) variëren.
Tijdinstelling *
Tijdinstelling
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw vaatwasser
U kunt de programmastart tot maximaal
24 uur verschuiven.
Zo stelt u de tijdinstelling in:
1. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
2. Toets Tijdinstelling P - of +
indrukken.
Het indicatievenster @ toont
‹‹h:‹‹m.
3. Toets Tijdinstelling P - of + net zo
vaak indrukken tot de gewenste tijd
wordt weergegeven.
4. START-toets X indrukken.
De tijdinstelling is geactiveerd.
5. Voor het wissen van de tijdinstelling
de toets P - of + net zo vaak
indrukken totdat in het
indicatievenster @ ‹‹h:‹‹m
verschijnt.
Programma-einde
Het programma is beëindigd wanneer in
het indicatievenster @.‹‹h:‹‹m
verschijnt.
Apparaat uitschakelen
Korte tijd na afloop van het
programma:
1. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
2. Waterkraan dichtdraaien (vervalt bij
apparaten met een aquastop).
3. Serviesgoed na afkoeling
verwijderen.
Aanwijzing: Laat het apparaat na het
einde van het programma even
afkoelen voordat u het opent. Zo
voorkomt u dat er stoom vrijkomt die op
den duur schade aan uw
inbouwmeubelen kan veroorzaken.
nl Reinigen en onderhouden
34
Programma onderbreken
Attentie!
Door uitzetting (overdruk) kan de deur
van het apparaat openspringen en/of er
water naar buiten treden! Als bij
aansluiting op de warmwaterleiding of
bij een opgewarmd apparaat de deur
van het apparaat werd geopend, dan de
deur van het apparaat altijd eerst enkele
minuten op een kier laten staan en
vervolgens sluiten.
1. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
De brandende indicaties worden
gedoofd. Het programma blijft
opgeslagen.
2. De AAN-/UIT-schakelaar (
inschakelen om het programma
voort te zetten.
Programma afbreken (Reset)
Programma afbreken
1. START-toets X gedurende
ca. 3 seconden indrukken.
In het indicatievenster @ verschijnt
de waarde ‹‹h:‹‚m. Het
programma is na ca. 1 minuut
afgelopen. In het indicatievenster
@ verschijnt de waarde ‹‹h:‹‹m.
2. AAN-/UIT-schakelaar ( indrukken.
Wijzigen van het programma
Na het indrukken van de START-toets
X kan het programma niet gewijzigd
worden. Wijzigen van het programma is
alleen mogelijk door het programma af
te breken (Reset).
2 Reinigen en
onderhouden
Reinigen en onderhouden
Regelmatige controle en onderhoud
van het apparaat dragen ertoe
bij defecten te voorkomen. Dit bespaart
u tijd en ergernis.
Algehele toestand van de
vaatwasser
* De binnenruimte van uw vaatwasser is
grotendeels zelfreinigend. Om
afzettingen te verwijderen, verandert uw
vaatwasser met bepaalde tussenpozen
automatisch het programma
(bijvoorbeeld door de
reinigingstemperatuur te verhogen). Dit
leidt tijdens dit programma tot hogere
verbruikswaarden.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw vaatwasser
Als u desondanks afzettingen in de
binnenruimte van de vaatwasser
aantreft, verwijdert u deze als volgt:
1. Vaatwasmiddelbakje 9: met
vaatwasmiddel vullen.
2. Programma met de hoogste
temperatuur kiezen.
3. Programma zonder serviesgoed
starten.
:Waarschuwing
Gezondheidsrisico door
chloorhoudend vaatwasmiddel!
Altijd chloorvrije vaatwasmiddelen
gebruiken.
Reinigen en onderhouden nl
35
Aanwijzingen
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat alleen speciaal voor
vaatwassers geschikte
reinigingsmiddelen/
machinereinigers.
Veeg de deurafdichtingen regelmatig
met een vochtige doek en een
beetje afwasmiddel af. Hierdoor blijft
de deurafdichting schoon en
hygiënisch.
Laat de deur op een kier staan als u
de vaatwasser lang niet gebruikt.
Hierdoor kunnen zich geen
onaangename geuren vormen.
Reinig de vaatwasser nooit met een
stoomreiniger. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schade die hieruit
voortvloeit.
Veeg het front en bedieningspaneel
van de vaatwasser regelmatig af met
een vochtige doek en een beetje
afwasmiddel.
Vermijd het gebruik van
schuursponsjes of schurende
reinigingsmiddelen. Deze krassen
het oppervlak.
Vermijd bij vaatwassers met een
roestvrij stalen front het gebruik van
sponsdoekjes of was deze vóór het
eerste gebruik meerdere keren goed
uit. Dit voorkomt corrosie.
Machinereiniging *
Machinereiniging
Machinereiniging is in combinatie met
commercieel verkrijgbare
machinereinigers het juiste programma
voor reiniging van uw vaatwasser.
Afzettingen, zoals vet en kalk, kunnen
tot storingen bij uw vaatwasser leiden.
Om storingen te voorkomen en de
vorming van nare geuren te
verminderen, adviseren wij u de
vaatwasser met regelmatige
tussenpozen te reinigen.
* Zodra de indicatie voor
machinereiniging op het
bedieningspaneel oplicht of op het
frontdisplay wordt aanbevolen een
machinereiniging uit te voeren, voert u
de machinereiniging zonder
serviesgoed uit. Nadat u de
machinereiniging hebt uitgevoerd, dooft
de indicatie op het bedieningspaneel.
Als uw vaatwasser geen
herinneringsfunctie heeft, volgt u de
gebruiksinstructies op de
machinereinigers op.
nl Reinigen en onderhouden
36
Aanwijzingen
Verwijder grove verontreinigingen in
de binnenruimte met een vochtige
doek.
Voer het programma in combinatie
met een machinereiniger zonder
serviesgoed uit.
Gebruik alleen speciale
machinereinigers en geen
vaatwasmiddel.
Neem de veiligheidsvoorschriften en
gebruiksinstructies op de
verpakkingen van de
machinereinigers in acht.
* Na drie spoelcycli dooft de
indicatie op het bedieningspaneel
automatisch, ook als u geen
machinereiniging hebt uitgevoerd.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
Onthardingszout
en glansspoelmiddel
Vul het onthardingszout en/of
glansspoelmiddel bij zodra de
bijvulindicaties op het bedieningspaneel
)* en h oplichten.
Zeven
De zeven 1j zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet
in de afvoerpomp terechtkomen. Door
deze etensresten kunnen de zeven
verstopt raken.
Het zevensysteem bestaat uit
een grove zeef
een vlakke fijne zeef
en een microzeef
1. Na elke afwasbeurt de zeven
op etensresten controleren.
2. Zeefcylinder zoals afgebeeld
losdraaien en het zeefsysteem eruit
halen.
3. Eventuele etensresten verwijderen
en de zeven onder stromend water
schoonmaken.
4. Zevensysteem in omgekeerde
volgorde weer erin zetten
en erop letten dat de gemarkeerde
pijlen na het sluiten tegenover elkaar
staan.
Wat te doen bij storingen? nl
37
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het afwaswater
kunnen de sproeiopeningen en
de lagers van de sproeiarmen 1:
en 1Z blokkeren.
1. Sproeiopeningen
van de sproeiarmen op verstopping
controleren.
2. De bovenste sproeiarm 1:
afschroeven (1) en naar onderen
eraf trekken (2).
3. De onderste sproeiarm 1Z naar
boven eraf trekken.
4. Sproeiarmen onder stromend water
schoonmaken.
5. Sproeiarmen weer vastdrukken resp.
vastschroeven.
3 Wat te doen bij
storingen?
Wat te doen bij storingen?
De ervaring leert dat veel storingen die
in het dagelijks gebruik optreden, door
u zelf verholpen kunnen worden.
Hiermee bespaart u natuurlijk kosten en
bent u er zeker van dat de apparaat
snel weer gebruikt kan worden. In het
volgende overzicht vindt u eventuele
oorzaken van de storingen en nuttige
aanwijzingen om deze te verhelpen.
Aanwijzing: Mocht het apparaat tijdens
het afwassen om onbekende redenen
stil blijven staan of niet starten, dan
dient u eerst de functie Programma
afbreken (reset) uit te voeren
~ "Apparaat bedienen" op pagina 30.
:Waarschuwing
Ondeskundige reparatie of gebruik
van niet-originele onderdelen kan
aanzienlijke schade en gevaar voor
de gebruiker opleveren!
Reparaties altijd laten uitvoeren door
een vakman. Altijd originele
vervangingsonderdelen gebruiken
wanneer een onderdeel moet worden
vervangen.
nl Wat te doen bij storingen?
38
Afvoerpomp
Grote voedselresten of voorwerpen die
niet door de zeven zijn tegengehouden,
kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het
spoelwater staat dan tot boven de zeef.
:Waarschuwing
Risico van snijwonden!!
Scherpe en puntige voorwerpen of
glasscherven kunnen de afvoerpomp
blokkeren.
Ongewenste voorwerpen altijd
voorzichtig verwijderen.
Zo reinigt u de afvoerpomp:
1. Afwasautomaat losmaken van het
stroomnet.
2. De boven- 12 en onderzeef 9*
verwijderen.
3. Zeven 1j eruit halen.
4. Water eruit scheppen, eventueel
met behulp van een spons.
5. De witte pompafdekking (zie
afbeelding) met behulp van een
lepel opwippen. Pompafdekking aan
de beugel vastpakken en schuin
naar binnen optillen (1). Afdekking
geheel verwijderen.
6. Schoepenrad controleren op
vreemde voorwerpen en deze
eventueel verwijderen.
7. Pompafdekking weer op de
oorspronkelijke positie aanbrengen
(2) en omlaagdrukken tot hij vastzit
(3).
8. Zeven monteren.
9. Zeven weer aanbrengen.
&/,&.
Wat te doen bij storingen? nl
39
Storingentabel
Storing Oorzaak Oplossing
Indicatie „Watertoevoer
controleren” brandt.
Watertoevoerslang geknikt. Watertoevoerslang zonder knikken
verleggen.
Waterkraan dicht. Waterkraan opendraaien.
Waterkraan verstopt of verkalkt. Waterkraan opendraaien.
Hoeveelheid binnenstromend water bij
geopende waterkraan: minimaal 10 l per
min.
Zeef aan de waterkraan verstopt. Apparaat uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken. Waterkraan
dichtdraaien. Wateraansluiting eraf
schroeven.
Zeef in de watertoevoerslang
schoonmaken. Wateraansluiting weer
vastschroeven. Controleren op lekkage.
Stroom weer inschakelen. Apparaat
inschakelen.
Foutcode :‹ˆ brandt. Aanzuigopening (aan de rechter
binnenzijde van het apparaat)
afgedekt door serviesgoed.
Het serviesgoed zo plaatsen dat de
aanzuigopening vrij is.
Foutcode :‚ƒ brandt. Verwarmingselement verkalkt of
vuil.
Apparaat reinigen met
machinereinigingsmiddel of ontkalker. De
vaatwasser gebruiken met de
onthardingsvoorziening en de instelling
controleren.~ "Wateronthardingsinstall
atie/Onthardingszout" op pagina 14
Foutcode :‚… brandt. Aquastopsysteem geactiveerd. Waterkraan sluiten.
Klantenservice bellen en foutcode
vermelden.
Foutcode :‚† brandt.
Foutcode :‚‡ brandt. Continue watertoevoer.
Foutcode :ƒƒ brandt. Zeven 1j vuil of verstopt. Zeven reinigen. ~ "Zeven" op pagina 36
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
nl Wat te doen bij storingen?
40
Foutcode :ƒ… brandt. Waterafvoerslang verstopt of
geknikt.
Slang zonder knikken verleggen,
eventuele resten verwijderen.
Sifonaansluiting is nog dicht. Aansluiting bij sifon controleren en zo
nodig openen.
Afdekking van de afvoerpomp zit
los.
Afdekking goed vastmaken.
~ "Afvoerpomp" op pagina 38
Foutcode :Ġ brandt. Waterafvoerpomp geblokkeerd
of afdekking van de
waterafvoerpomp niet
vastgeklikt.
Pomp reinigen en afdekking goed
vastklikken. ~ "Afvoerpomp"
op pagina 38
Foutcode :ƒˆ brandt. Netspanning te laag. Geen fout van het apparaat, netspanning
en elektrische installatie laten controleren.
Een andere foutcode
verschijnt op de
cijferindicatie.
(:‹‚ tot :„‹)
Er is vermoedelijk een technische
storing opgetreden.
Apparaat uitschakelen met de
AAN-/UIT-schakelaar (. Na korte tijd
het apparaat opnieuw starten.
Als het probleem opnieuw optreedt, de
waterkraan sluiten en de stekker uit het
stopcontact trekken.
Klantenservice bellen en foutcode
vermelden.
Op de cijferindicatie @
verschijnt p of . *
Geen storing! Zie TurboSpeed 20 min. in het hoofdstuk
„Programma-overzicht”. *
Bijvulindicatie voor zout
)* en/of
glansspoelmiddel h
brandt.
Glansspoelmiddel ontbreekt. Glansspoelmiddel bijvullen.
Het zout ontbreekt. Onthardingszout bijvullen.
Sensor herkent de zouttabletten
niet.
Ander onthardingszout gebruiken.
Bijvulindicatie voor zout
)* en/of
glansspoelmiddel h
brandt niet.
Bijvulindicatie uitgeschakeld. Activering/deactivering (zie het hoofdstuk
Onthardingsvoorziening/Onthardingszout
~ Blz. 14 of Glansspoelmiddel ).
Er is nog voldoende
onthardingszout/glansspoelmidd
el aanwezig.
Bijvulindicatie, vulpeilen controleren.
Na afloop van het
programma blijft er water
in het apparaat staan.
Zeefsysteem of ruimte onder de
zeef 1j is verstopt.
Zeven en ruimte eronder reinigen.
Programma nog niet beëindigd Wachten tot het programma is afgelopen
of een reset uitvoeren.
Storing Oorzaak Oplossing
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
Wat te doen bij storingen? nl
41
Serviesgoed niet droog. Geen of te weinig
glansspoelmiddel in het
voorraadbakje.
Glansspoelmiddel bijvullen.
Een programma zonder drogen
gekozen.
Programma met drogen kiezen.
~ "Programma-overzicht" op pagina 27
Waterophoping in het
serviesgoed en bestek.
Voor een schuine stand zorgen bij het
inruimen, de serviesdelen zo schuin
mogelijk plaatsen.
Het gecombineerde
reinigingsmiddel heeft een slecht
droogvermogen.
Andere combireiniger met beter
droogvermogen gebruiken. Gebruik van
extra glansspoelmiddel verbetert het
droogvermogen.
Optie Extra droog voor versterkte
droging niet geactiveerd.
Extra droog activeren. ~ "Apparaat
bedienen" op pagina 30
Het serviesgoed is te vroeg
uitgeruimd of het droogproces
was nog niet afgelopen.
Wachten tot het programma is afgelopen
of het serviesgoed pas 30 min. na afloop
van het programma verwijderen.
Het gebruikte
eco-glansspoelmiddel heeft een
beperkt droogvermogen.
Een kwaliteitsglansspoelmiddel
gebruiken. Eco-producten kunnen een
beperkte effectiviteit hebben.
Kunststofserviesgoed niet
droog.
Speciale eigenschappen van
kunststof.
Kunststof heeft een lager
warmteopslagvermogen en droogt
daardoor slechter.
Bestek niet droog. Bestek niet goed gesorteerd in de
bestekkorf.
Bestek zo veel mogelijk los van elkaar
plaatsen, aanraakpunten vermijden.
Bestek niet goed gesorteerd in de
besteklade.
Bestek goed sorteren en zoveel mogelijk
los van elkaar plaatsen.
Binnenzijden van het
apparaat nat na het
spoelen.
Geen fout van het apparaat. Wegens het droogprincipe
„condensatiedrogen” zijn waterdruppels in
het reservoir noodzakelijk en gewenst. Het
vocht in de lucht condenseert tegen de
binnenzijden van de vaatwasser, stroomt
omlaag en wordt weggepompt.
Storing Oorzaak Oplossing
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
nl Wat te doen bij storingen?
42
Etensresten op het
serviesgoed.
Serviesgoed te dicht op elkaar
ingeruimd, servieskorf te vol.
Het serviesgoed zo inruimen dat er
voldoende vrije ruimte aanwezig is en de
sproeistralen het oppervlak van het
serviesgoed kunnen bereiken.
Aanraakpunten vermijden.
Sproeiarmen konden niet
ongehinderd ronddraaien.
Het serviesgoed zo inruimen dat de
draaibeweging van de sproeiarm niet
wordt gehinderd.
Sproeiers van sproeiarmen
verstopt.
Sproeiers van de sproeiarm reinigen.
~ "Reinigen en onderhouden"
op pagina 34
Zeven 1j vuil. Zeven reinigen. ~ "Reinigen en
onderhouden" op pagina 34
Zeven 1j onjuist aangebracht
en/of niet vastgezet.
Zeven goed aanbrengen en vastklikken.
Te zwak afwasprogramma
gekozen.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Gevoeligheid van het sensorsysteem
verhogen.
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest het
sensorsysteem voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Gevoeligheid van het sensorsysteem
verhogen.
Geadviseerd programma Eco 50° of
Intensief.
Hoge, smalle serviesdelen
worden in de hoeken
onvoldoende uitgespoeld.
Hoge, smalle serviesdelen niet te schuin
en niet in de hoeken inruimen.
Bovenste servieskorf 12 rechts
en links niet op dezelfde hoogte
erin gezet.
Bovenkorf met hendels aan de zijkant op
dezelfde hoogte instellen.
Etensresten op het
serviesgoed bij
pauzefunctie. *
Serviesgoed te laat toegevoegd. Onderbreek het spoelprogramma alleen in
het beginfase om nog serviesgoed toe te
voegen.
Storing Oorzaak Oplossing
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
Wat te doen bij storingen? nl
43
Reinigingsmiddelresten Deksel van het
reinigingsmiddelbakje 9:
geblokkeerd door serviesgoed,
daarom gaat het deksel niet
volledig open.
Er mag geen serviesgoed op het
tablettenbakje 1B staan. Dit kan het
deksel van het reinigingsmiddelbakje
blokkeren, waardoor het niet volledig
open gaat. ~ "Bovenste servieskorf"
op pagina 18
Geen serviesgoed of geurdispenser in het
tablettenbakje doen.
Deksel van het
reinigingsmiddelbakje 9:
wordt geblokkeerd door het
tablet.
Het tablet moet dwars en niet op de korte
kant worden gelegd.
Tabletten gebruikt in het
snelprogramma of korte
programma.
Oplostijd van het
reinigingsmiddel wordt niet
bereikt binnen het gekozen korte
programma.
Oplostijd van tabletten van een
snelprogramma of een kort programma is
te lang.
Reinigingspoeder of een krachtiger
programma gebruiken.
Reinigende werking en
oplosgedrag nemen af bij langere
opslagtijd, of het reinigingsmiddel
klontert sterk.
Ander reinigingsmiddel gebruiken.
Watervlekken op
kunststofdelen.
Druppelvorming op kunststof
oppervlakken is onvermijdelijk.
Na het afdrogen zijn
watervlekken zichtbaar.
Krachtiger programma gebruiken (hoger
waterverbruik).
Schuin zetten bij het inruimen.
Glansspoelmiddel gebruiken.
Onthardingsinstelling eventueel verhogen.
Afwisbare of in water
oplosbare afzettingen in
het reservoir of op de deur.
Bestanddelen van het
reinigingsmiddel zetten zich af.
Deze aanslag laat zich meestal
niet chemisch verwijderen
(machinereinigingsmiddel, ...).
Ander merk reinigingsmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Bij „witte afzetting” op de
reservoirbodem is de
onthardingsvoorziening ingesteld
op een grenswaarde.
Onthardingsinstelling verhogen en
eventueel een ander reinigingsmiddel
gebruiken.
Deksel van het zoutreservoir
1b niet dichtgedraaid.
Zoutreservoirdeksel goed dichtdraaien.
Alleen bij glazen: beginnende
glascorrosie kan slechts
schijnbaar worden afgewist.
Zie „Schade aan glas en serviesgoed”
~ Blz. 18.
Storing Oorzaak Oplossing
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
nl Wat te doen bij storingen?
44
Witte, moeilijk
verwijderbare aanslag op
serviesgoed, reservoir of
deur.
Bestanddelen van het
reinigingsmiddel zetten zich af.
Deze aanslag laat zich meestal
niet chemisch verwijderen
(machinereinigingsmiddel, ...).
Ander merk reinigingsmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Onjuiste waterhardheid ingesteld
of waterhardheid is hoger dan
50°dH (8,9 mmol/l).
Onthardingsvoorziening instellen volgens
de gebruiksaanwijzing of zout bijvullen.
3-in-1-reinigingsmiddel of
bio/eco-reinigingsmiddel
onvoldoende effectief.
Onthardingsvoorziening instellen volgens
de gebruiksaanwijzing of losse middelen
gebruiken (kwaliteitsreinigingsmiddel,
zout, glansspoelmiddel).
Te lage dosering van het
reinigingsmiddel.
De reinigingsmiddeldosering verhogen of
een ander reinigingsmiddel gebruiken.
Een te zwak programma
gekozen.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Thee- of lippenstiftresten
op het serviesgoed.
Te lage spoeltemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur
kiezen.
Te weinig of ongeschikt
reinigingsmiddel.
Geschikt reinigingsmiddel in de juiste
dosering toevoegen.
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest het
sensorsysteem voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Gevoeligheid van het sensorsysteem
verhogen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Gekleurde (blauw, geel,
bruin), moeilijk of niet
verwijderbare aanslag in
het apparaat of op
roestvrijstalen serviesgoed.
Laagvorming door bestanddelen
van groente (bijv. kool, selderie,
aardappels, noedels, …) of van
het leidingwater (bijv. mangaan).
Ten dele verwijderbaar met
machinereiningsmiddel of door
mechanische reiniging. Deze aanslag is
niet schadelijk voor de gezondheid.
Laagvorming door metalen
bestanddelen op zilveren of
aluminium serviesgoed.
Ten dele verwijderbaar met
machinereiningsmiddel of door
mechanische reiniging.
Gekleurde (geel, oranje,
bruin), eenvoudig te
verwijderen afzettingen in
de binnenruimte (vooral op
de bodem).
Laagvorming van de
bestanddelen van voedselresten
en van het leidingwater (kalk),
„zeepachtig”
Werking van de onthardingsvoorziening
controleren (onthardingszout bijvullen) of
bij gebruik van gecombineerde
reinigingsmiddelen (tabletten) de
ontharding activeren.
Verkleuring van de
kunststof onderdelen in de
binnenruimte van het
apparaat.
Kunststof onderdelen in de
binnenruimte kunnen tijdens de
levensduur van de vaatwasser
verkleuren.
Verkleuringen zijn normaal en hebben
geen nadelige invloed op de werking van
de vaatwasser.
Storing Oorzaak Oplossing
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
Wat te doen bij storingen? nl
45
Verkleuring op kunststof
onderdelen.
Te lage spoeltemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur
kiezen.
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest het
sensorsysteem voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Gevoeligheid van het sensorsysteem
verhogen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Verwijderbare vegen op
glazen, glaswerk met een
metalen uiterlijk en bestek.
Te veel glansspoelmiddel. Kleinere hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen.
Geen glansspoelmiddel
toegevoegd of de instelling is te
laag.
Glansspoelmiddel toevoegen en de
dosering controleren (advies: stand 4-5).
Reinigingsmiddelresten tijdens
het programmagedeelte
Glansspoelen. Deksel van het
reinigingsmiddelbakje
geblokkeerd door serviesgoed
(deksel gaat niet volledig open).
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag
niet worden gehinderd door serviesgoed.
Geen serviesgoed of geurdispenser in het
tablettenbakje doen.
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest het
sensorsysteem voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Gevoeligheid van het sensorsysteem
verhogen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Beginnende of reeds
aanwezige, onomkeerbare
(onherstelbare)
vertroebeling van het glas.
Glazen niet
vaatwasmachinebestendig,
slechts vaatwasmachinegeschikt.
Vaatwasmachinebestendige glazen
gebruiken.
Lange stoomfase (standtijd na spoeleinde)
vermijden.
Spoelcyclus met lagere temperatuur
gebruiken.
Onthardingsvoorziening correct instellen
op de waterhardheid (eventueel een
niveau lager).
Reinigingsmiddel met
glasbeschermingscomponenten
gebruiken.
Storing Oorzaak Oplossing
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
nl Wat te doen bij storingen?
46
Roestsporen op het bestek. Het bestek is niet voldoende
roestbestendig.
Messenlemmeten zijn hier vaak
sterker door getroffen.
Roestvast bestek gebruiken.
Bestek roest ook wanneer het
samen met roestige voorwerpen
wordt afgewassen (handgrepen
van pannen, beschadigde
servieskorven enz.).
Geen roestende onderdelen afwassen.
Zoutgehalte in het afwaswater te
hoog doordat het deksel van het
zoutreservoir niet goed is
vastgedraaid of bij het bijvullen
zout gemorst werd.
Dop van het zoutreservoir goed
vastdraaien of gemorst zout verwijderen.
Het apparaat kan niet
worden ingeschakeld of
bediend.
Functiestoring. Het apparaat losmaken van het stroomnet,
de stekker uit het stopcontact trekken of
de zekering uitschakelen. Minstens 5
seconden wachten en dan het apparaat
aansluiten op het stroomnet.
Het apparaat start niet. Zekering van de huisinstallatie
niet in orde.
Zekering controleren.
Aansluitsnoer niet aangesloten. Ervoor zorgen dat het aansluitsnoer goed
is aangesloten op de achterkant van het
apparaat en op het stopcontact.
Controleren of het stopcontact goed
werkt.
De deur van het apparaat is niet
goed dicht.
Deur sluiten.
Pauzefunctie is actief. * START-toets X indrukken. *
Programma start
automatisch.
Einde van het programma niet
afgewacht.
Reset uitvoering.
De deur laat zich moeilijk
openen.
Kinderslot is geactiveerd. Kinderslot deactiveren.
De deur laat zich niet
sluiten.
Het deurslot is omgesprongen. Deur krachtiger sluiten.
Deur sluit niet goed door
inbouwfout.
Inbouwwijze van het apparaat controleren.
Deuren of aanbouwdelen mogen elkaar
niet raken bij het sluiten.
Deksel van het
reinigingsmiddelbakje kan
niet gesloten worden.
Reinigingsmiddelbakje of
dekselgeleiding geblokkeerd
door aangekoekte
reinigingsmiddelresten
Reinigingsmiddelresten verwijderen.
Storing Oorzaak Oplossing
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
Wat te doen bij storingen? nl
47
--------
Reinigingsmiddelresten in
het reinigingsmiddelbakje
9: of in het
tablettenbakje 1B.
Sproeiarmen geblokkeerd door
serviesgoed, daarom wordt het
reinigingsmiddel niet
weggespoeld.
Ervoor zorgen dat de sproeiarmen vrij
kunnen draaien.
Reinigingsmiddelbakje was
tijdens het vullen vochtig.
Reinigingsmiddel alleen in droog
reinigingsmiddelbakje doen.
Apparaat blijft steken
tijdens het programma of
het programma valt stil.
Deur niet geheel gesloten. Deur sluiten.
Geen serviesgoed of
geurdispenser in het
tablettenbakje doen.
Bovenkorf drukt tegen de
binnendeur en verhindert een
goede sluiting van de deur.
Controleren of de achterwand wordt
ingedrukt door bijv. een stopcontact of
een niet-gedemonteerde slanghouder.
Stroom- en/of watertoevoer
onderbroken.
Stroom- en/of watertoevoer herstellen.
Klappende geluiden van de
vulventielen.
Afhankelijk van de huisinstallatie,
daarom geen fout van het
apparaat. Geen invloed op de
werking van het apparaat.
Geen oplossing voorhanden.
Kloppend of ratelend
geluid.
Sproeiarm slaat tegen het
serviesgoed, serviesgoed niet
goed ingeruimd.
Serviesgoed zo inruimen dat de
sproeiarmen niet tegen het serviesgoed
slaan.
Bij geringe belading maken de
waterstralen rechtstreeks
contact met het reservoir.
Apparaat voller laden of het serviesgoed
gelijkmatiger verdelen.
Lichte serviesdelen bewegen
tijdens het spoelen.
Lichte serviesdelen vast staand inruimen.
Abnormale
schuimvorming.
Handafwasmiddel in het reservoir
voor glansspoelmiddel.
Voorraadbakje voor glansspoelmiddel
direct vullen met glansspoelmiddel.
Glansspoelmiddel gemorst. Glansspoelmiddel verwijderen met een
doek.
Storing Oorzaak Oplossing
* afhankelijk van de uitrustingsvariant van uw vaatwasser
nl Servicedienst
48
4 Servicedienst
Servicedienst
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen,
neem dan contact op met de
Servicedienst. Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om een
onnodig bezoek van de monteur te
voorkomen. De contactgegevens van
de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u
op de achterkant van deze
gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten
lijst met Servicedienstadressen.
Vermeld bij een telefoongesprek a.u.b.
het fabrikaatnummer (ENr. = 1) en het
productnummer (FD = 2); deze
nummers vindt u op het typeplaatje op
de deur van het apparaat.
Vertrouw op de competentie van de
fabrikant. Neem contact met ons op. U
bent er dan van verzekerd dat de
reparatie door ervaren technici wordt
uitgevoerd die gebruik maken van de
originele reserveonderdelen voor uw
apparaat.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
5 Plaatsen en aansluiten
Plaatsen en aansluiten
Om de afwasautomaat goed te laten
functioneren moet hij vakkundig worden
aangesloten. De gegevens van de aan-
en afvoer en de elektrische
aansluitwaarden moeten voldoen aan
de vereiste criteria, zoals vastgelegd
in de volgende alinea's resp. in de
montagehandleiding.
Bij de montage de juiste volgorde
van de handelingen aanhouden:
1. Bij aflevering controleren
2. Plaatsen
3. Afvoerwateraansluiting
4. Drinkwateraansluiting
5. Elektrische aansluiting
Inhoud van de verpakking
Voor klachten kunt u terecht bij de
winkel waar u het apparaat hebt
aangeschaft of bij onze servicedienst.
Afwasautomaat
Gebruiksaanwijzing
Installatievoorschrift
Korte handleiding*
Garantie*
Montagemateriaal
Stoombeschermingsplaat*
Rubberlap*
Aansluitsnoer
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
Veiligheidsvoorschriften
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de
veiligheid onder ~ "Bij de installatie"
op pagina 6 in acht.
)'
(1U
)'
(1U
Plaatsen en aansluiten nl
49
Aflevering
Uw afwasmachine werd in de fabriek
grondig gecontroleerd op correct
functioneren. Hierbij zijn kleine
watervlekken achtergebleven. Deze zijn
na de eerste afwas verdwenen.
Technische gegevens
Gewicht:
Maximaal 60 kg.
Spanning:
220–240 V, 50 Hz of 60 Hz
Aansluitwaarde:
2,0 - 2,4 kW.
Zekering:
10/16 A (UK 13 A).
Stroomverbruik:
uitgeschakelde toestand
(Po)* 0,50 W.
niet-uitgeschakelde toestand (klaar)
(Pl)* 0,50 W.
*volgens verordeningen (EU) nr.
1016/2010 en 1059/2010
Extra functies en instellingen kunnen
het stroomverbruik verhogen.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar),
maximaal 1 MPa (10 bar).
Bij hogere waterdruk:
een drukreduceerventiel ervoor
installeren.
Hoeveelheid binnenstromend
water:
minimaal 10 liter per minuut.
Watertemperatuur:
Koudwater.
Bij warm water:
maximale temperatuur 60 °C.
Capaciteit:
12–15 standaardcouverts
(afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat).
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het
montagevoorschrift. Het apparaat
met behulp van de verstelbare voetjes
waterpas zetten. Let erop dat het
apparaat stevig staat.
Geïntegreerde
en onderbouwapparaten die
naderhand als vrijstaand apparaat
worden opgesteld, moeten beveiligd
worden tegen kantelen, bijv. door
vastschroeven aan de wand of door
inbouw onder een doorlopend
werkblad dat aan de kasten ernaast
is vastgeschroefd.
Het apparaat kan zonder problemen
tussen wanden van hout
of kunststof in een rij
keukenmeubelen worden
ingebouwd.
Afvoerwateraansluiting
1. De noodzakelijke handelingen vindt
u in het montagevoorschrift.
Eventueel een sifon
met aansluitnippel monteren.
2. Afvoerslang met behulp
van de meegeleverde onderdelen
op de aansluitnippel van de sifon
aansluiten.
Let erop dat de waterafvoerslang
niet geknikt, ingedrukt of ineen
gestrengeld is en dat
een stop in de afvoer het
wegstromen van het water niet
belemmert!
nl Plaatsen en aansluiten
50
Drinkwateraansluiting
1. De drinkwateraansluiting volgens de
montagehandleiding aansluiten met
behulp van de bijgevoegde
onderdelen.
Zorg ervoor dat de
drinkwateraansluiting niet wordt
geknikt of geplet, of in de knoop
raakt.
2. Bij vervanging van het apparaat
moet altijd een nieuwe
watertoevoerslang in gebruik worden
genomen.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal
1 MPa (10 bar).
Bij hogere waterdruk:
een drukreduceerventiel ervoor
installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Watertemperatuur:
Koudwater.
Bij warm water:
maximale temperatuur 60 °C.
Warmwateraansluiting *
Warmwateraansluiting
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw vaatwasser
De vaatwasser kan op koud of
warmwater tot max. 60 °C worden
aangesloten. De aansluiting op
warmwater wordt aanbevolen als dit uit
een energetisch gunstige
warmwaterbereiding en een geschikte
installatie ter beschikking staat, bijv. een
zonne-energie-installatie met
circulatieleiding. Hiermee bespaart
energie en tijd. Met de instelling
„Warmwater” kunt u uw vaatwasser
optimaal instellen op gebruik met warm
water. Wij adviseren hierbij een
watertemperatuur (temperatuur van het
instromende water) van minimaal 40 °C
en maximaal 60 °C. De aansluiting op
warmwater wordt niet aanbevolen als
het water uit een elektrische boiler ter
beschikking wordt gesteld.
Zo wijzigt u de instelling Warmwater:
1. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
2. Toets 3 seconden ingedrukt
houden.
In het indicatievenster @ verschijnt
de waarde :... en .
3. Toets net zo vaak indrukken
tot in het indicatievenster @ de af
fabriek ingestelde waarde :‹‹
verschijnt.
4. Met de insteltoetsen - + H de
instelling uitvoeren.
5. Toets 3 seconden ingedrukt
houden.
De instelwaarde is in de vaatwasser
opgeslagen.
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via
een volgens de voorschriften
aangebracht, randgeaard
stopcontact op 220 V tot 240 V
en 50 Hz of 60 Hz aansluiten. Zie
het typeplaatje 9J voor de vereiste
zekering.
Het stopcontact moet zich in de
buurt van het apparaat bevinden en
ook na het inbouwen goed
bereikbaar zijn.
Als de stekker na het inbouwen niet
gemakkelijk bereikbaar is, dan moet
er volgens
de veiligheidsvoorschriften
een meerpolige scheidingsinstallatie
met een contactopening
van minimaal 3 mm aanwezig zijn.
Plaatsen en aansluiten nl
51
Veranderingen in de aansluiting
mogen alleen door een vakkundig
monteur worden uitgevoerd.
Een verlenging van de elektrische
aansluitkabel mag alleen door
de Servicedienst geleverd worden.
Bij gebruik
van een aardlekschakelaar mag
alleen een type met het teken
geïnstalleerd worden. Alleen deze
voldoet aan de nu geldende
voorwaarden.
Het apparaat is voorzien
van een waterbeveiligingssysteem.
Let op: het functioneert alleen als
het apparaat op de stroom is
aangesloten.
Demontage
Neem ook hier de volgorde
van de handelingen in acht:
1. Haal de stekker van het toestel uit
het stopcontact.
2. Kraan dichtdraaien.
3. Afvoer- en drinkwateraansluiting
losmaken.
4. Bevestigingsschroeven van de
meubeldelen losdraaien.
5. De plint – indien aanwezig –
demonteren.
6. Apparaat eruit halen
en daarbij de slang voorzichtig naar
voren trekken.
Transport
Vaatwasser leeg laten lopen en losse
onderdelen vastzetten.
Het apparaat in de volgende stappen
legen:
1. Waterkraan opendraaien.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Programma met de hoogste
temperatuur kiezen.
In de indicatievenster @ verschijnt
de vermoedelijke programmaduur.
4. START-toets X indrukken.
Programma start.
5. Na ca. 4 minuten de START-toets
X ca. 3 seconden ingedrukt
houden.
In het indicatievenster @ verschijnt
de waarde ‹‹:‹‚m. Het programma
is na ca. 1 minuut afgelopen. In het
indicatievenster @ verschijnt de
waarde ‹‹h:‹‹m.
6. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
7. Waterkraan dichtdraaien,
watertoevoerslang losmaken
en laten leeglopen.
Aanwijzing: Vaatwasser alleen rechtop
transporteren, zodat er geen restwater
in de machinebesturing terecht komt en
een onjuiste programmauitvoering
veroorzaakt.
Bescherming tegen vorst
Bescherming tegen vorst (Apparaat leegmaken)
Als het apparaat in een voor vorst
gevoelige ruimte staat (bijv.
in een vakantiehuisje), dan moet u het
apparaat helemaal leeg laten lopen (zie
Transport).
:LM]LJLQJHQYRRUEHKRXGHQ
1/
'HFRQWDFWJHJHYHQVLQDOOHODQGHQ
YLQGWXLQGHELMJHVORWHQOLMVWPHW
6HUYLFHGLHQVWDGUHVVHQ
$OVDDQYXOOLQJRSGHJDUDQWLHDDQVSUDNHQWHJHQRYHUGHYHUNRSHU
LQGHNRRSRYHUHHQNRPVWHQDOVDDQYXOOLQJRSRQ]HJDUDQWLH
RSKHWDSSDUDDWZRUGWXVFKDGHORRVJHVWHOGDOVDDQRQGHUVWDDQGH
YRRUZDDUGHQZRUGWYROGDDQ
$OVGRRUHHQIRXWLQRQV$TXD6WRSV\VWHHPZDWHUVFKDGH
ZRUGWYHURRU]DDNWYHUJRHGHQZLMGHVFKDGHDDQSDUWLFXOLHUH
JHEUXLNHUV2PKHWZDWHUEHYHLOLJLQJVV\VWHHPWHJDUDQGHUHQ
PRHWKHWDSSDUDDWRSKHWHOHNWULFLWHLWVQHW]LMQDDQJHVORWHQ

'H]HDDQVSUDNHOLMNKHLGVJDUDQWLHJHOGWYRRUGHOHYHQVGXXU
YDQKHWDSSDUDDW

9RRUZDDUGHYRRUDDQVSUDDNRSJDUDQWLHLVGDWKHWDSSDUDDW
PHW$TXD6WRSYDNNXQGLJHQRYHUHHQNRPVWLJRQV
LQVWDOODWLHYRRUVFKULIWLVRSJHVWHOGHQDDQJHVORWHQ+LHUWRH
EHKRRUWRRNGHYDNNXQGLJJHPRQWHHUGHYHUOHQJLQJYDQ
GH$TXD6WRSRULJLQHHOWRHEHKRUHQ2Q]HJDUDQWLHKHIW
JHHQEHWUHNNLQJRSGHIHFWHWRHYRHUOHLGLQJHQRIDUPDWXUHQ
WRWDDQGH$TXD6WRSDDQVOXLWLQJRSGHNUDDQ

7LMGHQVKHWJHEUXLNYDQKHWDSSDUDDWKRHIWXHULQSULQFLSH
QLHWELMWHEOLMYHQUHVSQDKHWJHEUXLNRPYHLOLJKHLGVUHGHQHQ
GHNUDDQGLFKWWHGUDDLHQ$OOHHQELMODQJHUHDIZH]LJKHLG
ELMYDOVXHHQSDDUZHNHQRSYDNDQWLHJDDWPRHWGHNUDDQ
ZRUGHQGLFKWJHGUDDLG

,QWHUQHWZZZVLHPHQVKRPHEVKJURXSFRP
$48$6723JDUDQWLH
YHUYDOWELMDSSDUDWHQ]RQGHU$TXD6WRS
QO
9HU]RHNRPUHSDUDWLHHQDGYLHVELMVWRULQJHQ
%


%6++DXVJHUlWH*PE+
&DUO:HU\6WUDH
0QFKHQ*HUPDQ\
*HIDEULFHHUGGRRU%6++DXVJHUlWH*PE+RQGHUKDQGHOVPHUNOLFHQWLHYDQ6LHPHQV$*
*9001192585*
9001192585
(9611) 642 MB
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Siemens IQ500 SN258I01TE ZEOLITH de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor