Documenttranscriptie
Gebruiksaanwijzing
Digitale Fotocamera
DMC-LS75
DMC-LS70
DMC-LS60
Model Nr.
De afbeelding toont DMCLS75
Gelieve deze gebruiksaanwijzing
volledig door te lezen alvorens dit
apparaat in gebruik te nemen.
Web Site: http://www.panasonic-europe.com
EG
VQT1C71
Vóór gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik
maken u te bedanken voor de aanschaf
van deze Panasonic digitale fotocamera.
Leest u deze handleiding met aandacht
en bewaar hem binnen handbereik voor
toekomstige raadpleging.
Informatie voor uw
veiligheid
WAARSCHUWING:
OM HET RISICO OP BRAND,
ELEKTRISCHE SCHOK OF
PRODUCTSCHADE TE BEPERKEN,
* DIENT U HET APPARAAT NIET
BLOOT TE STELLEN AAN
REGEN, VOCHT, DRUPPEN OF
SPETTEREN EN MOET U GEEN
VOORWERPEN GEVULD MET
VLOEISTOFFEN, ZOALS VAZEN,
OP HET APPARAAT PLAATSEN.
* GEBRUIK ALLEEN DE
ACCESSOIRES DIE WORDEN
AANGERADEN.
* VERWIJDER HET DEKSEL
(ACHTERKANT) NIET,
IN HET APPARAAT
BEVINDEN ZICH GEEN
GEBRUIKERSBEDIENBARE
ONDERDELEN. NEEM VOOR
ONDERHOUD CONTACT
OP MET DESKUNDIGE
ONDERHOUDSTECHNICI.
Neemt u zorgvuldig het auteursrecht in acht.
Het opnemen van voorgeregistreerde
banden of schijven, of ander
gepubliceerd of uitgezonden materiaal,
voor andere doeleinden dan persoonlijk
gebruik, kunnen een overtreding van het
auteursrecht zijn. Zelfs voor privé-gebruik
kan het opnemen van bepaald materiaal
aan beperkingen onderhevig zijn.
• Houd u er rekening mee dat de huidige
bedieningselementen, de onderdelen,
de menuopties enz. van uw digitale
camera enigszins af kunnen wijken van
de illustraties die in deze handleiding
opgenomen zijn.
• SDHC Logo is een handelsmerk.
• Andere namen, bedrijfsnamen en
productnamen die in deze handleiding
voorkomen, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE
NABIJHEID VAN HET APPARAAT
GEÏNSTALLEERD WORDEN EN
MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op
onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang
alleen door een zelfde soort batterij
of equivalent, die door de fabrikant
aanbevolen worden. Gooi de gebruikte
batterijen weg zoals door de fabrikant
voorgeschreven wordt.
Het merkteken kunt u vinden aan de
onderkant van het apparaat.
2
VQT1C71
Vóór gebruik
■ Opmerking betreffende lithiumbatterijen
• Bij dit product zijn lithiumbatterijen geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn,
mag u deze niet weggooien maar moet u deze inleveren als klein chemisch
afval.
• Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als stroomvoorziening voor de klok.
• Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen van de lithiumbatterij op het moment
dat u het apparaat aan het einde van de levensduur vervangt.
• Verzekert u ervan dat de ingebouwde lithiumbatterij door vakbekwaam
servicepersoneel wordt verwijderd.
■ Alleen voor servicepersoneel:
• Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte
Bedradingsplaat met behulp van de schroevendraaier
etc. zoals het figuur hierboven.
• De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en de
positie van de lithiumbatterij kunnen verschillen
afhankelijk van het model van de digitale fotocamera.
Schroevendraaier
Printplaat
Lithiumbatterij
-Als u dit symbool zietInformatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur
(particulieren)
Dit symbool op de producten en/of de bijbehorende documenten
betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet bij het
normale huishoudelijke afval mogen.
Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar
ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt,
teruggewonnen en hergebruikt. In sommige landen kunt u uw producten
bij een lokale winkelier inleveren bij de aanschaf van een equivalent
nieuw product.
Het wegwerpen van dit product op de juiste manier helpt waardevolle bronnen en
voorkomt enige potentiële negatieve effecten op de gezondheid van mensen en het
milieu wat kan voorkomen uit onjuiste omgang met afval. Neem contact op met uw
gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt.
Er kunnen boetes gelden voor een onjuiste verwijdering van dit afval, in
overeenstemming met de nationale wetgeving.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met
uw leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie.
Neem wanneer u dit product wilt weggooien contact op met de lokale overheid of uw
leverancier en vraag wat de juiste verwijderingmethode is.
3
VQT1C71
Vóór gebruik
■ Zorg voor het toestel
• Het toestel niet schudden of ertegen
stoten. Het toestel zou daardoor niet
normaal kunnen werken, het maken van
opnames zou buiten werking gesteld
kunnen worden, of de lens of het LCDscherm zouden beschadigd kunnen
raken.
• Zand of stof kan een storing van de
camera veroorzaken. Zorg dat er geen
zand of stof in de lens of op de flitser
of aansluitingen terechtkomt wanneer
u de camera op het strand of een
andere plaats gebruikt.
• Zorg ervoor dat er geen water in de
camera binnendringt wanneer u het
toestel in de regen of op het strand
gebruikt.
• Deze camera is niet waterbestendig.
In het geval de camera in aanraking
komt met water, zoals druppels, veeg
deze dan af met een droge doek.
Als de camera niet meer normaal
functioneert, neem dan contact op
met uw dealer of uw dichtstbijzijnde
servicenter.
4
VQT1C71
■ Over het LCD-scherm
• Druk niet hard op het LCD-scherm. Dit
kan ongelijke kleuren op het LCDscherm of een storing op het scherm
veroorzaken.
• Op plaatsen met grote
temperatuurverschillen kan condens
worden gevormd op het LCD-scherm.
Veeg de condens af met een zachte,
droge doek.
• Als de camera koud is bij het
inschakelen, zal het beeld op het LCDscherm eerst een weinig donkerder zijn
dan gewoonlijk.
Het beeld zal echter naar de normale
helderheid terugkeren naarmate de
interne temperatuur van de camera stijgt.
Er wordt gebruik gemaakt van een
extreem hoge precisietechnologie bij
de productie van het LCD-scherm.
Er kunnen echter enkele donkere
of heldere punten (rood, blauw of
groen) op het scherm zichtbaar
zijn. Dit is geen storing. Het LCDscherm heeft meer dan 99,99%
effectieve beeldpunten met slechts
0,01% inactieve of altijd opgelichte
beeldpunten.
De spikkeltjes zullen niet te zien zijn
op de foto’s die worden opgeslagen
op het interne geheugen of een
geheugenkaart.
Vóór gebruik
■ Over de lens
• Druk niet hard op de lens of de
lenshouder.
• Houd de camera niet met de lens in
de richting van de zon, anders kan dit
een storing veroorzaken. Wees ook
voorzichtig wanneer u het toestel buiten
of dichtbij een raam legt.
■ Over condensatie (wanneer de lens
beslagen is)
• Condensatie doet zich voor wanneer de
omgevingstemperatuur of vochtigheid
als volgt veranderd is. Pas op voor
condensatie, aangezien dit vlekken op de
lens, schimmel of storingen veroorzaakt.
– Wanneer het toestel naar binnen wordt
gebracht, van de kou naar een warme
kamer.
– Wanneer het toestel van de buitenlucht
in een auto met airconditioning wordt
geplaatst.
– Wanneer koele wind van een
airconditioner of ergens anders
vandaan direct op het toestel wordt
geblazen.
– In vochtige plaatsen
• Stop de camera in een plastic zak
tot de temperatuur in de buurt van
de omgevingstemperatuur komt om
condensatie te voorkomen. In geval van
condensatie schakelt u de camera uit en
wacht u ongeveer 2 uur. Wanneer het
toestel de omgevingstemperatuur nadert,
verdwijnt het vocht vanzelf.
■ Wanneer u de camera lange tijd niet
zult gebruiken
• Bewaar de batterij op een koele en
droge plaats met een relatief stabiele
temperatuur.
[Aanbevolen temperatuur:
15 °C tot 25 °C
Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60%]
• Verwijder altijd de batterij en de kaart uit
het toestel.
• Als de batterijen in de camera worden
gelaten zullen ze leeglopen omdat een
zwakke elektrische stroom door de
batterijen gaat, zelfs als de camera uit
staat. [Lees P12 voor informatie over NiMH (nikkel metaal hydride) batterijen.]
• Wanneer u het toestel in een kast of
lade bewaart, wordt het aangeraden er
droogstof (silicagel) bij te bewaren.
■ Over kaarten die gebruikt kunnen
worden in dit apparaat
U kunt een SD-geheugenkaart, een SDHCgeheugenkaart en een MultimediaCard
gebruiken.
• Wanneer de term kaart gebruikt wordt in
deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar
de volgende types Geheugenkaarten.
– SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
– SDHC-geheugenkaart (4 GB)
– MultiMediaCard
Meer specifieke informatie over kaarten die
gebruikt kunnen worden met dit apparaat.
• U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart
gebruiken als u kaarten gebruikt met
4 GB of meer vermogen.
• Een 4 GB-geheugenkaart zonder een
SDHC-logo is niet gebaseerd op de
SD standaard en zal niet in dit product
werken.
5
VQT1C71
Inhoud
Vóór gebruik
Informatie voor uw veiligheid ................... 2
Voorbereiding
Accessoires ............................................. 8
Namen van onderdelen ........................... 9
Beknopte handleiding ............................ 10
Over de batterijen .................................. 11
Inbrengen/verwijderen van de Batterijen/
Kaart (Optioneel) ............................... 15
Over het interne geheugen/de kaart ...... 16
Datum/Tijd instellen (Klokinst.) .............. 17
• De klokinstelling wijzigen ................ 17
Over de modusknop .............................. 18
Het gebruik van de menu’s .................... 19
Over het Set-up menu ............................ 21
LCD-scherm en veranderingen aan
het display .......................................... 24
Basis
Foto’s nemen ......................................... 25
• Basis fotografie – belichting,
scherpstellen en kleur ...................... 26
Foto’s nemen in eenvoudige modus ...... 28
Foto’s nemen met de zoom ................... 30
• Optische zoom gebruiken/
De extra optische zoom (EZ) .......... 30
• Het gebruik van de snelle
zoomknop......................................... 31
• De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden .............. 32
Opnames controleren (Review) ............. 33
Weergeven van foto’s ............................ 34
Foto’s wissen ......................................... 35
6
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
Het LCD-scherm .................................... 37
• De weergegeven informatie
wijzigen ............................................ 37
• Het opnemen van een foto als de
camera hoog boven uw hoofd wordt
gehouden (gr. Kijkhoekmodus) ....... 39
Foto’s nemen met de ingebouwde
flitser .................................................. 40
Foto’s nemen met de zelfontspanner .... 43
De belichting compenseren ................... 44
Opnemen met de slimme ISO-modus .... 45
Close-up foto’s maken ........................... 46
Scènemodus .......................................... 47
– Portretmodus .............................. 48
– Zachte huidmodus ...................... 48
– Landschapsmodus ..................... 48
– Sportmodus ................................ 48
– Nachtportretmodus ..................... 48
– Nachtlandschapsmodus ............. 49
– Voedselmodus ............................ 49
– Partymodus ................................ 49
– Kaarslichtmodus ......................... 49
– Zonsondergangmodus ................. 50
– Babymodus 1 .............................. 50
– Babymodus 2 .............................. 50
– Huisdiermodus ............................. 50
– Hoge gevoeligheidsmodus ......... 51
– Strandmodus .............................. 51
– Sterrenhemelmodus ................... 51
– Vuurwerkmodus .......................... 52
– Sneeuwmodus ............................ 52
– Luchtfotomodus .......................... 52
Bewegend beeldmodus .......................... 53
De dag van de vakantie waarop u
de foto hebt genomen, opnemen ....... 55
De tijd op de reisbestemming
weergeven ......................................... 57
Werken met het [OPNAME]
modusmenu ....................................... 59
• [WITBALANS] .................................. 60
• [GEVOELIGHEID] ............................ 61
• [ASPECTRATIO] .............................. 62
• [FOTO RES.]/[KWALITEIT] ............. 62
• [AF MODE] ...................................... 63
• [STABILISATIE] ............................... 64
• [BURSTFUNCTIE] ........................... 65
• [AF ASS. LAMP] .............................. 66
• [KLEURFUNCTIE]............................ 66
• [KLOKINST.] .................................... 66
QGeavanceerd
kijken
Meerdere schermen weergeven
(Multi-weergave) ................................ 67
Foto’s weergeven op opnamedatum
(Kalenderweergave) .......................... 68
Zoomweergave gebruiken ..................... 69
Weergeven van bewegend beeld .......... 70
Werken met het [AFSPELEN]
modusmenu ....................................... 71
• [DIASHOW] ...................................... 72
• [FAVORIETEN] ................................ 73
• [ROTEREN DISP.]/[ROTEREN]....... 74
• [DATUM AFDR]................................ 75
• [DPOF PRINT] ................................. 77
• [BEVEILIGEN] .................................. 79
• [NW. RS.] ......................................... 80
• [BIJSNIJDEN]................................... 81
• [KOPIE] ............................................ 82
• [FORMATEREN] .............................. 83
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiten op een PC ............................ 84
Aansluiten op een
PictBridge-compatibele printer ........... 87
Beelden weergeven op
een tv-scherm .................................... 91
Overige
Schermweergave.................................... 92
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik .... 94
Weergegeven berichten ......................... 96
Problemen oplossen ............................... 98
Aantal opneembare foto’s en
beschikbare opnameduur ................. 104
Specificaties ......................................... 107
7
VQT1C71
Voorbereiding
Accessoires
Controleer de inhoud voordat u de camera gebruikt.
■ Batterijen
AA oxyride batterijen (ZR6)
■ Video-kabel
K1HA08CD0015
■ USB-aansluitkabel
K1HA08CD0013
■ CD-ROM
8
VQT1C71
■ Draagriem
VFC4090
• Kaart is optioneel.
Wanneer u geen kaart gebruikt, kunt
beelden opnemen of weergeven via
het interne geheugen. (P16)
• Mocht u een van de meegeleverde
accessoires verliezen, neem dan contact
op met de dealer of het dichtstbijzijnde
servicecentrum. (U kunt de accessoires
afzonderlijk aanschaffen.)
■ Afbeeldingen in deze
gebruiksaanwijzing
Het uiterlijk van het product, de afbeelding
of het menuscherm wijkt lichtjes af van het
eigenlijke gebruikte.
De afbeeldingen in deze
gebruiksaanwijzing tonen de DMC-LS75.
Voorbereiding
Namen van onderdelen
1 23
4
5
V.OUT
DIGITAL
DC IN
3V
7 8
6
9
11
10
12 13
19
1 2
14
16
15
20
18
17
21
20 Statiefaansluiting
• Let bij gebruik van een statief goed
op of het statief stevig en stabiel staat
met het toestel erop bevestigd.
21 Batterij-ingang (P15)
1 [E.ZOOM] (Eenvoudige zoom)-knop
(P30)
2 Zoomhendel (P31)
3 Ontspanknop (P25,53 )
4 Modusknop (P18)
5 Flitser (P40)
6 Zelfontspannerlampje (P43)
AF-assistentielamp (P66)
7 Lens (P5)
8 Lenscilinder
9 [DC IN] aansluiting (P84,87)
• Gebruik altijd een originele Panasonic
AC (DMW-AC6: optioneel).
10 [V.OUT/DIGITAL] aansluiting
(P84, 87, 91)
11 LCD-scherm (P37, 92)
12 [MENU/SET] -knop (P17)
13 Aan-/uitknop (P17)
14 Statusaanduiding (P25)
15 Cursorknoppen
w/Zelfontspannerlampje (P43)
r/[REV] -knop (P33)
q/Flitsfunctieknop (P40)
e/Backlight-compensatie in eenvoudige
modus (P29)/belichtingscompensatie
(P44) knop
• In deze gebruiksaanwijzing zijn de
instructies voor het gebruik van de
cursorknoppen als volgt beschreven.
bijv. Als u drukt op
de r-knop.
16
17
18
19
[DISPLAY] (P37)/ [HIGH ANGLE] (P39) -knop
[FUNC] (functie) (P59)/Wis (P35) -knop
Kaart-ingang (P15)
Riem
• Om de riem te verwijderen moet u
een puntig voorwerp gebruiken om de
knop eruit te halen.
9
VQT1C71
Voorbereiding
Beknopte handleiding
1 Laad de batterijen. (P15)
3 Kijk de foto’s terug.
1
SCN
Hier vindt u een overzicht van de
werkwijze voor het maken van opnames
met deze camera. Lees voor elke functie
de bijbehorende pagina’s.
2
1 Stel de modusknop in op [Q].
2 Selecteer de foto die u wilt bekijken.
(P34)
• Wanneer u geen kaart (optioneel)
gebruikt, kunt u beelden opnemen
of weergeven via het interne
geheugen (P16). Zie P17 wanneer u
een kaart gebruikt.
2 Zet de camera aan om foto’s te
nemen.
• Stel de klok in. (P17)
• Gelieve het soort batterijen te
selecteren dat nodig is voor gebruik
bij [BATT. TYPE] in het [SET-UP]menu. (P21)
2
1
SC
N
1 Stel de modusknop in op [
].
2 Druk de ontspanknop in om foto’s te
nemen. (P25)
10
VQT1C71
Voorbereiding
Over de batterijen
■ Bruikbare batterijen
AA oxyride batterijen (meegeleverd)*
AA oxyride batterijen (optioneel)
AA-oplaadbare Ni-MH (nikkel-metaal
hydride) batterijen (optioneel)
• Een van de volgende berichten
verschijnt als u de batterijen voor de
eerste keer invoert, als u de batterijen
wisselt als ze op zijn etc.
[HUIDIGE INSTELLING
BATTERIJTYPE: OXYRIDE] [HUIDIGE
INSTELLING BATTERIJTYPE:
ALKALINE/Ni-MH]
Als de ingevoerde batterijen afwijken
van het weergegeven type in het
bericht, moet u [BATT. TYPE] instellen
in het [SET-UP] -menu. (P21)
• Het batterijtype dat is ingesteld kan
worden herkend aan de kleur van de
batterijindicatie (blauw of wit).
– [De batterijindicatie verschijnt niet
wanneer u de netadapter gebruikt
(DMW-AC6; optioneel).]
7M
3
A:
B:
A:Als de oxyride batterijen zijn
geselecteerd
wordt de batterij indicatie blauw.
B:Als de alkaline/Ni-MH batterijen zijn
geselecteerd
wordt de batterij indicatie wit.
* Een oxyride batterijen is een nieuw type
niet oplaadbare baterij die is ontwikkeld
door Panasonic.
Het heeft meer vermogen dan een
normale alkaline batterij en is geschikt
voor apparatuur zoals digitale camera’s
die veel vermogen vragen.
• We raden aan om Panasonic batterijen te
gebruiken.
• De prestaties van een batterij kunnen heel
erg uiteenlopen afhankelijk van het merk
dat wordt gebruikt en de levensduur en
gebruiksomstandigheden van de batterijen.
• Batterijprestaties kunnen tijdelijk minder
worden bij lage temperatuuromstandig
heden [10 graden Celsius of lager]. Dit
herstelt weer als de temperatuur normale
waarden aanneemt.
• Afhankelijk van de temperatuur en
de gebruiksomstandigheden kan de
camera niet goed functioneren en de
batterijen kunnen uitgeput raken zonder
waarschuwing omdat de batterij indicatie
niet correct is afgebeeld. Dit is geen
storing.
• We raden u aan de camera vaak uit te
zetten tijdens het gebruik om de levensduur
van de batterijen lange tijd goed te houden.
Als u de camera langere tijd gebruikt raden
we u aan om oplaadbare Ni-MH batterijen
te gebruiken.
• Uitgeputte batterijen kunnen weer
enigszins herstellen in prestatie als u ze
langere tijd laat liggen. Ze kunnen dan
echter niet lang worden gebruikt. Zorg
dat u ze vervangt met nieuwe batterijen.
■ Onbruikbare batterijen
Manganese
Batteriijen
Nikkel batterijen
Lithium Batterijen
Ni-Cd batterijen
• Werking wordt niet gegarandeerd bij het
gebruik van de bovenstaande batterijen.
De batterijen kunnen lekken en de
volgende storingen kunnen optreden:
– Het resterende batterijvermogen
wordt niet juist weergegeven.
– De camera gaat niet aan.
– Gegevens die zijn opgeslagen
op het interne geheugen of op de
kaart zijn beschadigd wat resulteert
in verlies van opgenomen foto’s.
11
VQT1C71
Voorbereiding
■ Batterijvormen die niet kunnen
worden gebruikt
• Batterijen met ongewone vormen kunnen
lekken, hitte opbouwen of exploderen als
u ze in de camera invoert.
• Batterijen waarbij de bovenste laag er
gedeeltelijk of helemaal af is gepulkt.
Gebruik deze batterijen nooit. (Wij
verwijzen u naar de afbeelding benden)
• Alles of een
gedeelte van de
deklaag van de
batterij is eraf
gepulkt.
• De ) pool is vlak.
■ Juiste verzorging en behandeling van
batterijen
Het verkeerd behandelen van batterijen
kan resulteren in lekkage, hitte opbouw,
brand of explosies. Bekijk het volgende.
• Verwarm de batterijen niet en stel ze niet
bloot aan vuur.
• Maak de batterijen of de
batterijaansluitingen niet nat met water/
zeewater.
• Pulk of krab niet de bovenste laag van de
batterij.
• Laat de batterijen niet vallen en gooi er
niet mee.
• Gebruik geen batterijen die tekenen van
lekkage, vervorming, verkleuring etc.
vertonen.
• Berg batterijen niet op, op erg vochtige
plekken of plekken met hoge temperaturen.
• Houd batterijen uit de buurt van kinderen.
• Gebruik altijd twee nieuwe batterijen van
hetzelfde type als u batterijen verwisselt.
• Verwijder battterijen als u niet van plan
bent om het toestel lange tijd te gebruiken.
• Batterijen kunnen snel warm worden
nadat u het toestel heeft aangezet. Zet de
camera uit en wacht tot de temperatuur
van de batterijen afneemt of verwijder ze.
12
VQT1C71
• De prestatie van batterijen neemt af en
het opnemen/weergeven neemt ook
af als de omgevingstemperatuur laag
is [10 graden Celsius of minder]. Dit is
vooral het geval als u oxyride of alkaline
batterijen gebruikt. U moet deze daarom
eerst in uw jaszak verwarmen voordat
u ze gebruikt. Zorg dat u geen metalen
voorwerpen zoals een aansteker samen
met uw batterij in uw jaszak plaatst als u
deze verwarmt.
• Als er vuil of vet op de batterijpolen zit zal
de opname/weergave tijd extreem kort
kunnen worden. Voordat u de batterijen
plaatst, dient u de batterijaansluitingen
schoon te maken met een zachte, droge
doek.
Als batterijlekkage optreedt, moet
u de batterijen verwijderen en
het batterijcompartiment grondig
droogwrijven. Breng nieuwe batterijen in
of volledig opgeladen Ni-MH batterijen.
Als batterij elektrolyt op uw handen of
kleding druppelt moet u dit goed met
water uitwassen. Batterij elektrolyt kan
gezichtsverlies veroorzaken als het in
contact komt met de ogen. Wrijf niet in
uw ogen. Was uw ogen onmiddelijk met
schoon water en consulteer een dokter.
■ Ni-MH Batterijen (Nikkel Metaal Hydride)
U kunt Ni-MH batterijen gebruiken nadat
ze heeft opgeladen met een nickel metaal
hydride batterij oplader. Echter, het
verkeerd behandelen van batterijen kan
resulteren in lekkage, hitte opbouw, brand
of explosies. Bekijk het volgende.
• Als oplaadbare batterijen worden
gebruikt, worden oplaadbare batterijen
die zijn geproduceerd door Panasonic
aangeraden.
• Als er vuil op de batterijpolen zit kan
het zijn dat u ze niet meer normaal kunt
opladen. Reinig de batterijpolen en de
baterijladeraansluitingen met een zachte,
droge doek.
Voorbereiding
• Als u de batterijen voor de eerste keer
oplaadt, of nadat u ze lange tijd niet heeft
gebruikt kan het zijn dat ze niet volledig
opladen.
Dit is een kenmerk van Ni-MH batterijen
en is geen storing. Batterij prestaties
worden beter als u ze vaker oplaadt.
• We raden u aan om de batterijen op
te laden als ze volledig leeg zijn. Als u
batterijen oplaadt voordat ze volledig leeg
zijn, kan dat de prestatie van de batterij
verminderen. Dit wordt ‘geheugeneffect’
genoemd.
• Als ‘geheugeneffect’ optreedt, blijf de
batterijen dan gebruiken tot de camera
stopt met werken en laadt ze dan
helemaal op.
Batterij prestaties worden weer hersteld
als u ze vaker oplaadt.
• Na verloop van tijd ontladen Ni-MH
batterijen vanzelf en gaat hun capaciteit
achteruit zelfs als ze niet worden
gebruikt.
• Als de batterijen weer volledig zijn
opgeladen, moet u ze niet langer opladen.
• Pulk of krab niet de bovenste laag van de
Ni-MH batterijen.
• Lees de gebruiksaanwijzing van de
batterijlader voordat u deze gebruikt.
Ni-MH batterijen hebben een beperkte
levensduur. De batterijcapaciteit gaat
gaandeweg achteruit. Als u de camera nog
maar heel kort kunt gebruiken nadat u de
batterijen volledig heeft opgeladen, kan het
zijn dat ze op zijn. Koop nieuwe batterijen.
• Batterij levensduur hangt af van de
omstandigheden waarin ze worden
opgeslagen en gebruikt en van de
omgeving.
Wanneer u de batterijen lange tijd niet
zult gebruiken
• Als u de batterijen in de camera laat zitten
zullen ze ontladen. Dit komt doordat er altijd
een kleine stroom is zelfs als de camera
uitstaat. Als u de batterij gedurende lange
tijd in het toestel laat, wordt deze overmatig
ontladen en kan deze onbruikbaar worden,
zelfs na het opladen.
• Wanneer u de batterijen voor een lange tijd
opbergt, raden wij u aan deze eenmaal per
jaar op te laden. Nadat de batterijen volledig
is ontladen, verwijdert u deze uit de camera
en bergt u de batterijen opnieuw op.
■ Batterij levensduur
Het aantal opnames volgens (CIPAnormen in de normale afbeeldings
beeldmodus)
Gebruikte
batterijen
Panasonic
Oxyride batterijen
(meegeleverd of
optioneel)
Panasonic
alkaline batterijen
(optioneel)
Volledig opgeladen
Panasonic Ni-MH
batterijen
(optioneel)
Aantal mogelijke
opnames (Circa)
DMC-LS75/
DMC-LS60
DMC-LS70
250 foto’s
(125 min)
260 foto’s
(130 min)
150 foto’s
(75 min)
160 foto’s
(80 min)
460 foto’s
(230 min)
470 foto’s
(235 min)
(Opnamecondities volgens CIPA-normen)
• Temperatuur: 23 °C/
Luchtvochtigheid: 50% als het LCDscherm aan is.
• Gebruik van een Panasonic SDgeheugenkaart
(16 MB)*
* De kaart is niet meegeleverd.
• Vastleggen begint 30 seconden nadat de
camera is aangezet. (Wanneer de functie
van het optische beeldstabilisatiesysteem
is ingesteld op [STAND1])
• Een opname per 30 seconden, met
volledige flits om de andere opname.
• Bij elke opname de zoomhendel van Tele
naar Groothoek draaien en vice versa.
• De camera na elke 10 opnames
uitzetten/De camera laten rusten tot de
batterijen zijn afgekoeld.
• CIPA is een afkorting van [Camera &
Imaging Products Association].
13
VQT1C71
Voorbereiding
Het aantal opneembare foto’s varieert
ook afhankelijk van de opname
intervaltijd. Als de opname intervaltijd
langer gaat duren gaat het aantal op te
nemen foto’s achteruit.
(bijv. bij opnamen van elke twee
minuten: ongeveer ¼ van het aantal bij
opnamen van elke 30 seconden)
Het aantal op te nemen foto’s bij
lage temperaturen (in normale
beeldmodus als de temperatuur lager
is dan 0 graden Celsius en andere
opnameopstandigheden voldoen aan de
CIPA-normen.)
Gebruikte
batterijen
Panasonic
Oxyride batterijen
(meegeleverd of
optioneel)
Panasonic
alkaline batterijen
(optioneel)
Volledig opgeladen
Panasonic Ni-MH
batterijen
(optioneel)
Aantal mogelijke
opnames (Circa)
DMC-LS75/
DMC-LS60
DMC-LS70
50 foto’s
(25 min)
55 foto’s
(27 min)
40 foto’s
(20 min)
45 foto’s
(22 min)
380 foto’s
(190 min)
390 foto’s
(195 min)
• Let erop dat de prestaties van oxyride
batterijen en alkaline batterijen aanzienlijk
achteruit gaan bij lage temperaturen.
Weergavetijd
Gebruikte
batterijen
Panasonic
Oxyride batterijen
(meegeleverd of
optioneel)
Panasonic
alkaline batterijen
(optioneel)
Volledig opgeladen
Panasonic Ni-MH
batterijen
(optioneel)
14
VQT1C71
Voortdurende
opnametijd (Circa)
DMC-LS75/
DMC-LS60
DMC-LS70
430 min.
440 min.
420 min.
430 min.
610 min.
620 min.
• Het aantal opneembare foto’s en de
weergavetijd variëren afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en de wijze
waarop de batterij wordt bewaard.
• Het aantal opneembare foto’s en de
weergavetijd variëren ook afhankelijk
van de merk en type batterijen dat wordt
gebruikt.
• We raden aan om gebruik te maken
van de batt. bespaarstand (P21), de
besparingsstand (P22) of de camera uit
te zetten als u opnamen maakt om het
batterijvermogen te sparen.
Voorbereiding
Inbrengen/verwijderen van de Batterijen/Kaart (Optioneel)
• Controleer of de camera is uitgeschakeld.
• Gebruik oxyride batterijen (meegeleverd),
alkaline batterijen (optioneel) of Ni-MH
batterijen (optioneel).
• Houd een SD-geheugenkaart (optioneel),
een SDHC-geheugenkaart (optioneel) of
een MultiMediakaart (optioneel) gereed.
• Wanneer u geen kaart gebruikt, kunt
beelden opnemen of weergeven via
het interne geheugen. (P16)
3 1 Sluit de aansluiting voor de
batterij of de kaart.
2 Schuif het kaart/batterijklepje
naar het einde en sluit het
stevig.
1 Schuif het klepje van de
batterijaansluiting Aof de
kaartaansluiting B open.
• Als het kaartklepje niet helemaal
dichtgaat, verwijder de kaart dan,
controleer de kaartrichting en plaats hem
opnieuw.
B
A
2 Batterijen:
Breng de batterijen in met de ( en )
met de pollen in de juiste richting.
Kaart:
Plaats de kaart met het etiket naar de
achterkant van de camera gericht tot
deze klikt en wordt vergrendeld.
Om de kaart te verwijderen, drukt u
op de kaart tot u een klik hoort en dan
kunt u de kaart omhoog trekken.
• Gelieve het soort batterijen te
selecteren dat nodig is voor gebruik
bij [BATT. TYPE] in het [SET-UP]menu. (P21)
• Verwijder de batterij na gebruik.
• Verwijder de batterijen als het LCDscherm en de statusindicator (groen)
uitgaan. Anders zullen de instellingen
van de camera mogelijk niet juist
worden opgeslagen.
• Breng geen batterijen of kaart in
of verwijder ze als het toestel aan
is vooral niet als u naar het interne
geheugen gaat (P24). Dit kan
gegevens beschadigen.
• We adviseren het gebruik van de
Panasonic SD-geheugenkaart/SDHC
geheugenkaart.
• Raak de contactpunten op de achterzijde
van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd raken als hij
niet volledig wordt ingebracht.
15
VQT1C71
Voorbereiding
Over het interne geheugen/de kaart
Het interne geheugen kan worden gebruikt
als een tijdelijk opslagapparaat wanneer
de kaart die wordt gebruikt, vol is.
■ Intern geheugen [
]
Wanneer u geen kaart gebruikt, kunt
beelden opnemen of weergeven via
het interne geheugen. (Het interne
geheugen kan niet worden gebruikt
wanneer er een kaart is geplaatst.)
• De interne geheugencapaciteit
bedraagt ongeveer 27 MB.
• Het beeldformaat is vast ingesteld op
QVGA (320x240 beeldpunten) wanneer
bewegende beelden naar het interne
geheugen worden opgenomen. (P53)
■ Kaart [ ]
U kunt beelden opnemen of weergeven
via een kaart.
■ Over een SD-geheugenkaart
(optioneel), een SDHC-geheugenkaart
(optioneel) of een MultiMediakaart
(optioneel).
• De SD-geheugenkaart, de SDHCgeheugenkaart en de MultiMediakaart
zijn kleine, lichtgewicht, verwisselbare,
externe geheugenkaarten.
• De SDHC-geheugenkaart is een
geheugenkaart standaard bepaald door
de SD Associatie in 2006 voor hoge
capaciteit geheugenkaarten met meer
dan 2 GB geheugen.
• De SD-geheugenkaart en de SDHCgeheugenkaart hebben een hoge lees/
schrijfsnelheid. De SD-geheugenkaart en de
SDHC-geheugenkaart zijn
voorzien van een schuifje
A
voor de schrijfbeveiliging
A dat het schrijven op en
formatteren van de kaart kan
verhinderen. (Als de schuif naar de [LOCK]
zijde is geschoven, kunnen de gegevens
op de kaart niet overschreven of gewist
worden en kan de kaart evenmin worden
geformatteerd. Deze functies worden weer
16
VQT1C71
beschikbaar als de schuif ontgrendeld wordt.)
• Dit apparaat ondersteunt SD-geheugenkaarten
die zijn geformatteerd volgens het FAT12systeem en het FAT16-systeem die in
overeenstemming zijn met de specificaties van
een SD-geheugenkaart. Het ondersteunt ook
SDHC-geheugenkaarten die zijn geformatteerd
volgens het FAT32-systeem.
• Deze unit (werkt met SDHC-apparatuur)
ondersteunt zowel de SD-geheugenkaarten
als de SDHC-geheugenkaarten. U kunt
de SDHC-geheugenkaarten gebruiken
op apparatuur die dit ondersteunt. U
kunt de SDHC-geheugenkaarten niet
gebruiken op apparatuur die alleen SDgeheugenkaarten ondersteunt. (Indien u
SDHC-geheugenkaarten gebruikt op andere
apparatuur, wees er dan zeker van dat u
de gebruiksaanwijzing van de apparatuur
leest.) Als u van plan bent om foto’s door
iemand te laten afdrukken, dient u eerst te
weten of deze persoon in staat is om SDHCgeheugenkaarten te gebruiken.
Controleer de meest recente informatie op
de volgende website.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze website is alleen beschikbaar in het
Engels.)
• Wij verwijzen u naar pagina 104 voor het
beschikbare aantal te nemen foto’s en de
beschikbare opnametijd van een kaart.
• Gebruik de hoge snelheid SD-geheugenkaart
of de hoge snelheid SDHC-geheugenkaart
voor het opnemen van filmpjes. (P53)
• Sla belangrijke gegevens ook op uw
PC op. Elektromagnetische golven,
statische elektriciteit, slecht functioneren,
kaartbeschadiging en andere factoren
kunnen gegevens vernietigen of uitwissen.
• Als de kaart met een PC of een ander
apparaat werd geformatteerd, moet u deze
opnieuw formatteren met de camera. (P83)
• Hou de geheugenkaart buiten het bereik van
kinderen om inslikken ervan te voorkomen.
Voorbereiding
Datum/Tijd instellen (Klokinst.)
Stel de stand dial in op [
].
■ Fabrieksinstelling
De klok is niet ingesteld wanneer de camera
wordt verzonden. Wanneer u de camera
inschakelt, verschijnt het volgende scherm.
3 Druk op [MENU/SET].
• Als u klaar bent met het instellen van de
klok zet dan de camera uit,zet hem weer
aan in opnamemodus en controleer of de
klok op de juiste wijze is ingesteld.
De klokinstelling wijzigen
A
C
B
GELIEVE DE KLOK IN TE STELLEN
3KLOKINST.
A: [MENU/SET] knop
B: Cursorknoppen
C: Modusknop
1 Druk op [MENU/SET].
2 Druk op e/r/w/q om gegevens
te selecteren.
D:
E:
3
KLOKINST.
1 Druk op [MENU/SET].
2 Druk op e/r om [KLOKINST.] te
selecteren (P66).
3 Druk op q en voer de bovenstaande
stappen uit en 2 uit 3 voor de instelling.
4 Druk op [MENU/SET] om het menu te
sluiten.
• U kunt de klok instellen vanaf het set-up
menu (P21).
• Wanneer volledig opgeladen batterijen
langer dan 3 uur zijn geplaatst, blijft de
klokinstelling gedurende minstens 3
maanden bewaard, zelfs als de batterij
wordt verwijderd.
• U kunt het jaar instellen van 2000 tot
2099. Er wordt gewerkt met de 24-uurs
notatie.
• Stel de datum in zodat de juiste datum
wordt gedrukt als u afdrukken bestelt
of als u de datum laat afdrukken op de
afbeeldingen (P75).
0 : 00 . 1.. JAN :
. 2007
D/M/J
SELEC
INST.
ANNUL
EXIT
MENU
D: Tijd in de thuiszone
E: Tijd op de reisbestemming (P57)
• w/q : Selecteer het gewenste item.
• e/r : Stel datum en tijd in.
• A : Annuleren zonder de klok in te
stellen.
17
VQT1C71
Voorbereiding
Over de modusknop
Als de stroom aan is en u draait de modusknop dan kunt u wisselen tussen opnemen
en weergeven en u kunt ook modi kiezen voor het onderwerp zoals de macro en de
scenemodus.
Veranderen van de modus
SC
N
A
Stel deel A in op de gewenste modus.
De modusknop kan 360° worden gedraaid.
Draai de knop langzaam en zorg ervoor dat
u elke modus aanpast. (Stel de knop niet
aan naar gedeelten waar er geen modus is.)
SCN
NORMALE FOTO
Dit scherm verschijnt als u de modusknop draait om te laten zien welke modus is
geselecteerd (P23)
De huidige modus verschijnt op het LCD-scherm als u de camera aanzet.
Basis
Normale beeldmodus
Geavanceerd
(P25)
Gebruik deze modus voor de normale
opnamen.
Eenvoudige modus
(P28)
Dit is de aanbevolen modus voor
beginners.
Weergavemodus
Slimme ISO-modus
Macromodus
(P34)
Met deze modus kunt u vastgelegde foto’s
bekijken.
(P45)
Deze functie detecteert de beweging
en helderheid van het onderwerp en
kiest de optimale ISO-gevoeligheid en
sluitersnelheid voor de opname.
(P46)
Met deze modus neemt u een close-up van
een onderwerp.
SCN Scènemodus
(P47)
Met deze modus kunt u foto’s nemen
afhankelijk van de opnamescènes.
Bewegend beeldmodus
(P53)
Met deze modus kunt u filmpjes opnemen.
Afdrukmodus
(P87)
Met deze modus kunt u foto’s afdrukken
via een direct op de camera aangesloten
PictBridge geschikte printer.
18
VQT1C71
Voorbereiding
Het gebruik van de menu’s
■ Om de menu’s te tonen
Druk op [MENU/SET]
Menu pictogrammen
• De menupictogrammen
en items die
verschijnen hangen af
van de positie van de
modusknop.
OPNAME
Huidige pagina
• Voorbeeld: De eerste pagina
van een 3-pagina menu.
U kunt de volgende/vorige
pagina bekijken door te
zoomhendel te draaien.
1/ 3
WITBALANS
AWB
GEVOELIGHEID
AUTO
ASPECTRATIO
4:3
FOTO RES.
KWALITEIT
SELEC
■ De menu pictogrammen
Opname menu (P59)
Wordt getoond als de modusknop staat op
[ ], [
], [ ], [ ], of [ ].
Q Afspeelmenu (P71)
Wordt getoond als de modusknop staat op
[ ].
Y Scènemodus (P47)
Wordt getoond als de modusknop staat op
[ ].
Set-up menu (P21)
Wordt getoond als de modusknop staat op
[ ], [
], [ ], [ ], [ ], of [
].
EXIT
MENU
Menu-items en instellingen
■ De menuinstelling wijzigen
• Het volgende voorbeeld toont u hoe u
[AF MODE] kunt instellen als de normale
beeldmodus [
] is geselecteerd.
1 Druk op e/rom het gewenste
menu-item te selecteren.
OPNAME
1/ 3
WITBALANS
AWB
GEVOELIGHEID
AUTO
ASPECTRATIO
4:3
FOTO RES.
KWALITEIT
SELEC
EXIT
MENU
A
• Druk op r bij Aom naar het
volgende menuscherm te
schakelen.
OPNAME
2/ 3
AF MODE
STABILISATIE
BURSTFUNCTIE
MODE1
OFF
AF ASS. LAMP
ON
DIG. ZOOM
OFF
SELEC
EXIT
MENU
19
VQT1C71
Voorbereiding
2 Druk op q.
■ Wisselen naar het set-up menu
OPNAME
1 Druk op w in het menu-scherm.
2/ 3
AF MODE
STABILISATIE
AUTO
WH
AUTO
BURSTFUNCTIE
W
OPNAME
AWB
AF ASS. LAMP
ON
GEVOELIGHEID
AUTO
DIG. ZOOM
OFF
ASPECTRATIO
4:3
SELEC
INST.
FOTO RES.
MENU
KWALITEIT
3 Druk op e/r om de instelling te
selecteren.
OPNAME
2/ 3
AF MODE
SELEC
AUTO
WH
AUTO
BURSTFUNCTIE
W
BATT. TYPE
AF ASS. LAMP
ON
KLOKINST.
DIG. ZOOM
OFF
WERELDTIJD
INST.
LCD SCHERM
REISDATUM
4 Druk op [MENU/SET] om de
instelling te bevestigen.
2/ 3
MODE1
BURSTFUNCTIE
OFF
AF ASS. LAMP
ON
DIG. ZOOM
OFF
SELEC
EXIT
SELEC
+- 0
OFF
EXIT
MENU
SET
MENU
■ Om de menu’s te verlaten
Druk op [MENU/SET].
• U kunt de menu’s ook verlaten als
de moduskop staat op [ ], [
],
[ ], [ ], of [ ] door de sluiterknop
halverwege in te drukken.
MENU
3 Druk op q.
1/ 3
BATT. TYPE
KLOKINST.
WERELDTIJD
LCD SCHERM
REISDATUM
SELEC
VQT1C71
1/ 3
SET-UP
AF MODE
STABILISATIE
MENU
SET-UP
MENU
OPNAME
EXIT
2 Druk op r om het set-up menu
pictogram te selecteren [ ].
STABILISATIE
SELEC
20
1/ 3
WITBALANS
+- 0
OFF
EXIT
MENU
• Ga door met het selecteren van items en
het veranderen van instellingen.
Voorbereiding
Over het Set-up menu
• Wijzig de instellingen indien nodig.
• Selecteer [RESETTEN] om de fabrieksinstellingen te herstellen van het moment van
aankoop (P23).
MENU
Druk op [ SET ] om het menu weer te geven, ga naar het set-up menu [ ] en selecteer
het item. (P20)
De instelling die “q” is gemarkeerd betekent dat dat de fabrieksinstelling is.
[BATT. TYPE], [KLOKINST.], [AUTO REVIEW], [BATT. BESP.] en [BESPARING] zijn
erg belangrijke items. Controleer hun instellingen voor gebruik.
Selecteer het type batterijen dat
u heeft ingebracht.
BATT. TYPE
Selecteer het type batterijen dat wordt
gebruikt uit de volgende twee typen.
q
ALKALINE (LR6)/Ni-MH
OXYRIDE (ZR6)
• Als het type batterij dat wordt gebruikt en
het type dat is geselecteerd niet hetzelfde
zijn, zal de batterij-indicatie niet correct
worden weergegeven.
3
Stel datum en tijd in.
KLOKINST. (P17)
Wijzig datum en tijd.
P
Toon de afbeeldingen die u heeft
opgenomen.
AUTO REVIEW
Stel in hoe lang de opgenomen foto
automatisch verschijnt op het scherm.
Laat de camera automatisch
5 uitschakelen.
BATT. BESP.
Indien u geen handelingen uitvoert,
schakelt de camera automatisch uit na de
interval die u hebt ingesteld om de batterij
te sparen.
OFF / 1 MIN. / 2 MIN. / q 5 MIN. / 10 MIN.
• Druk de ontspanknop half in of zet de
camera uit en aan om de spaarstand op
te heffen.
• Batt.besp. stand is ingesteld op [2MIN.]
in besparingsmodus en [5MIN.] in
eenvoudige modus [ ].
• Wanneer u de netadapter (DMW-AC6;
optioneel) gebruikt/aansluit op een
PC of een printer/bewegende beelden
opneemt/bewegende beelden weergeeft/
tijdens een diashow, wordt de spaarstand
niet geactiveerd.
OFF / q 1 SEC. / 3 SEC.
• Auto review is niet beschikbaar in de
bewegend beeld modus [i].
• In de eenvoudige modus, of in de
burstfunctie modus kunt u de instelling
auto review niet wijzigen [ ].
(De instelling kan niet worden geselecteerd.)
21
VQT1C71
Voorbereiding
Druk op [
MENU
SET
] om het menu weer te geven, ga naar het set-up menu [ ] en selecteer het item. (P20)
Laat de LCD automatisch
uitschakelen.
BESPARING
De levensduur van de batterij wordt verlengd
door de helderheid van het LCD-scherm te
verminderen en het scherm automatisch uit
te schakelen wanneer de camera niet wordt
gebruikt in de opnamemodus.
q OFF:
De spaarstand kan niet
worden geactiveerd.
LEVEL1: het LCD-scherm wordt
uitgeschakeld als de
camera niet wordt gebruikt
in de opnamemodus
gedurende 15 seconden.
LEVEL2: het LCD-scherm wordt
uitgeschakeld als de camera
niet wordt gebruikt gedurende
15 seconden in de
opnamemodus of gedurende
5 seconden na het maken
van een foto.
• De statusindicator licht op wanneer het
LCD-scherm wordt uitgeschakeld. Druk
op een willekeurige knop om het LCDscherm opnieuw in te schakelen.
• In de besparingsmodus wordt de
spaarstand vast ingesteld op [2 MIN.].
[De besparingsmodus wordt echter niet
geactiveerd wanneer u de netadapter
gebruikt (DMW-AC6; optioneel).]
• Besparingmodus wordt niet geactiveerd
in de volgende gevallen.
– In eenvoudige modus [ ]
– Als u gebruik maakt van de netadapter
(DMW-AC6; optioneel)
– Terwijl een menuscherm wordt weergegeven
– Als de zelfontspanner is ingesteld
– Als u bewegend beeld opneemt
WERELDTIJD (P57)
Stel de datum en tijd in uw thuisgebied en
uw reisbestemming.
q
22
VQT1C71
: De plaatselijke tijd op de
reisbestemming weergeven
: De tijd van uw thuiszone
x
LCD SCHERM
Pas de helderheid van het LCD-scherm
aan in 7 stappen.
REISDATUM (P55)
Stel de vertrek en aankomstdata in.
q OFF / SET
6 TOON
Stel in om het volume van het
gebruiksgeluid te selecteren.
7 : Geen werkend geluid
q 8 : Zacht werkend geluid
9 : Hard werkend geluid
2
NR. RESET
Stel dit in wanneer u de
bestandsnummering van een foto wilt
starten vanaf 0001 bij de volgende opname.
• Het nummer van de map wordt
bijgewerkt en het bestandsnummer start
vanaf 0001 (P85).
• Aan het mapnummer kan nummer 100
tot 999 worden toegekend. Als het
mapnummer het nummer 999 bereikt
kan het niet worden gereset. We raden
u aan de kaart te formatteren nadat u
de gegevens op een PC of elders hebt
opgeslagen.
• Om het mapnummer opnieuw in te
stellen naar 100, moet u eerst het interne
geheugen of de kaart formatteren (P83).
Hierna moet u [NR. RESET] uitvoeren
om het bestandsnummer te resetten
waarna een scherm verschijnt dat u
vraagt of u het mapnummer wilt resetten.
Selecteer [JA].
Voorbereiding
Druk op [
1
MENU
SET
] om het menu weer te geven, ga naar het set-up menu [ ] en selecteer het item. (P20)
RESETTEN
De instellingen van het opname of [SETUP] menu worden teruggesteld naar de
oorspronkelijke instellingen.
• De instelling van de geboortedatum voor
[BABY1] / [BABY2] of [HUISDIER] (P50)
in de scènemodus en het aantal dagen
dat is verstreken sinds de vertrekdatum
voor [REISDATUM] (P55) en de
[WERELDTIJD] instelling (P57) worden
eveneens opnieuw ingesteld wanneer
u de instellingen van het menu [SETUP] worden gereset. [FAVORIETEN]
(P73) is ook ingesteld op [OFF] en [LCD
ROTEREN] (P74) is ingesteld op [ON].
• De batterij type instelling, mapnummer en
de klokinstelling worden niet gewijzigd.
X
VIDEO UIT
(Alleen in weergavemodus)
Ingesteld op [NTSC] of [PAL] volgens het
tv-systeem in uw land (P91).
NTSC: Video-uitgang wordt ingesteld
op NTSC-systeem.
q PAL: Video-uitgang wordt ingesteld
op PAL-systeem.
TV-ASPECT
(Alleen in weergavemodus)
Ingesteld op [j] of [h] volgens uw televisie.
j: Selecteer of uw televisie een
16:9 aspect-ratio heeft.
q h: Selecteer of uw televisie een
4:3 aspect-ratio heeft.
KEUZEDISPLAY (P18)
Kies of uw de modusknop display wilt zien
als u de modusknop draait.
OFF / q ON
{
TAAL
Stel de taal in op het menuscherm uit een
van de volgende talen.
q [ENGLISH]:
[DEUTSCH]:
[FRANÇAIS]:
[ESPAÑOL]:
[ITALIANO]:
[POLSKI]:
[ÈEŠTINA]:
[MAGYAR]:
[NEDERLANDS]:
[TÜRKÇE]:
[PORTUGUÊS]:
[日本語]:
Engels
Duits
Frans
Spaans
Italiaans
Pools
Tsjechisch
Hongaars
Nederlands
Turks
Portugees
Japans
• Als u per abuis een andere taal
instelt, selecteer dan [{] uit de
menupictogrammen om de gewenste taal
in te stellen.
23
VQT1C71
Voorbereiding
LCD-scherm en veranderingen aan het display
■ In normale fotomodus [
van de aankoop)
1
2
3 4
5 6
] (ten tijde
7
7M
13
1
19
8
9
10
12
11
1 Opnamemodus
2 Flitsermodus (P40)
• Het flitspictogram wordt rood als
de flitser wordt ingeschakeld en de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
3 AF-gebied
• Het AF-gebied dat wordt getoond is
groter dan normaal als de foto wordt
opgenomen op een donkere plaats.
4 Scherpstellen (P25)
5 Beeldformaat (P62)
6 Kwaliteit (P62)
6: Jitter-waarschuwing (P27)
7 Batterij-indicatie
• De batterijaanduiding wordt rood en
knippert. (de statusindicator knippert
wanneer het LCD-scherm wordt
uitgeschakeld.)
Vervang voor nieuwe batterijen of
volledig opgeladen Ni-MH batterijen.
• De batterijindicatie verschijnt niet
wanneer u de netadapter gebruikt
(DMW-AC6; optioneel).
8 Resterende aantal opneembare
foto’s
9 Opnameteken
24
VQT1C71
10 Intern geheugen
/ Kaart
(
of
licht rood op.)
• Doe niet het volgende als de
toegangsindicatielampjes branden.
– De camera uitzetten.
– De batterijen of de kaart (indien
gebruikt) verwijderen.
– De camera schudden of stoten.
– De netadapter loskoppelen
(DMW-AC6; optioneel). (wanneer
de netadapter wordt gebruikt)
• Let op het bovenstaande wanneer
foto’s worden gelezen of verwijderd
of terwijl het interne geheugen (of de
kaart) wordt geformatteerd (P83).
• De toegangstijd voor het interne
geheugen kan langer zijn dan de
toegangstijd voor een kaart. (max. ca.
7 sec.)
11 Sluitertijd (P25)
12 Diafragma-aanduiding (P25)
• Als de belichting onvoldoende is,
worden diafragma en sluitertijd rood.
(Ze worden niet rood als de flitser is
geactiveerd.)
13 Optisch stabilisatiesysteem (P64)
• Voor details over onze displays verwijzen
wij u naar pagina 92.
■ Veranderen van de display
Druk op [DISPLAY] om het display te
veranderen. Kies of u informatie zoals
het aantal pixels en het mogelijke aantal
op te nemen foto’s wilt weergeven als u
opneemt. Voor nadere details verwijzen
wij u naar pagina 37.
Basis
Foto’s nemen
Selecteer normale fotomodus [
]
De camera stemt automatisch de sluitertijd
en het diafragma af op de helderheid van
het onderwerp.
A
B
SC
N
C
A Ontspanknop
B Zet de camera aan.
C De statusindicator licht 1 seconde op.
1 Houd de camera voorzichtig
vast met beide handen, houd uw
armen stil langs uw lichaam en
plaats uw voeten iets uiteen.
E
D
F
D: Bij het verticaal vasthouden van de camera
E: Flitser
F: AF-assistentielamp
2 Richt het AF-gebied H op het gebied
waarop u wilt scherpstellen.
3 Druk de ontspanknop tot halverwege
in om scherp te stellen.
H G
I
J
G: Het scherpstel indicatielicht wordt groen.
H: AF-gebied: wit groen
I: Diafragmawaarde
J: Sluitertijd
• De camera piept twee keer als het
onderwerp is scherp gesteld.
• De camera kan scherpstellen tussen
50 cm en Z.
• Het volgende geeft aan dat het
onderwerp niet is scherpgesteld.
– De scherpstelindicatie knippert (groen).
– Het AF-gebied gaat van wit naar rood
of er is geen AF-gebied.
– Piept 4 keer
• De scherpstel indicator kan oplichten
zelfs als het onderwerp niet goed is
scherpgesteld als het onderwerp buiten
bereik is.
4 Druk de ontspanknop volledig in
om de foto te nemen.
■ Gebruik de flitser.
Als de flitser is ingesteld op AUTO [r]
of AUTO/Rode-ogen reductie [s],
werkt de flitser als u de ontspanknop
indrukt als de camera vindt dat het gebied
dat u wilt fotograferen te donker is.
• U kunt de flitserinstellingen veranderen
(P40).
• Als u op de ontspanknop drukt, is het
mogelijk dat het scherm een moment
oplicht of verduistert. Deze functie
vergemakkelijkt het scherpstellen en is
niet van invloed op de opname.
• Zorg dat u de camera niet beweegt
op het moment dat u de ontspanknop
indrukt.
• Dek de fotoflitser of de AFassistentielamp niet af met uw vinger of
andere voorwerpen.
• Raak de lens niet aan.
25
VQT1C71
Basis
Basis fotografie – belichting, scherpstellen en kleur
Een beetje kennis over belichting, scherpstellen en kleur is altijd handig als u moeite heeft
met het nemen van een foto.
Zijn foto’s donker?
Belichtingsprobemen
Ga naar pagina 44
Scherpstel
problemen
Ga naar pagina 27, 46
Kleurproblemen
Ga naar pagina 60
26
VQT1C71
In normale beeldmodus [
], stelt Auto Belichting (AE)
normaal gesproken de juiste belichting in voor u, maar foto’s
kunnen donker zijn als er backlight is.
Gebruik belichtingscompensatie in deze situaties voor
lichtere foto’s.
In normale beeldmodus [
], stelt Auto Scherpstellen (AF)
normaal gesproken de juiste scherpte in voor u, maar foto’s
kunnen onscherp zijn in de volgende situaties. De camera
kan scherpstellen tussen 50 cm en Z.
– Als u iets fotografeert dat ver weg is en iets fotografeert
dat dichtbij is op hetzelfde moment.
– Als u fotografeert door een vuil raam.
– Wanneer het onderwerp is omringd met verlichte of
glimmende voorwerpen.
– Als u foto’s neemt op een donkere plaats.
– WAls u een onderwerp fotografeert dat snel beweegt.
– Als u een scene opneemt met minimaal contrast.
– Als u iets fotografeert dat heel licht is.
– Als u een close-up neemt van het onderwerp
– Als u bibbert.
Gebruik AF/AE-vergr. of macromodus [w] in deze
situaties.
Hoe het onderwerp verschijnt hangt af van het soort licht,
dus kleuren in verschillende belichting zijn anders. Dit
toestel past de kleuren automatisch aan om een natuurlijker
resultaat te geven. (Automatische witbalans)
U kunt de witbalans aanpassen in de verschillende
situaties om natuurlijke kleuren te reproduceren.
Basis
■ Als u een voorwerp opneemt buiten
het AF-gebied (AF/AE vergr.)
Als u een foto maakt met een compositie
zoals in de volgende foto, kun u niet
scherpstellen met uw camera op het
voorwerp omdat de mensen zich buiten het
AF-gebied bevinden.
■ Trilling voorkomen (cameratrilling)
• Zorg dat u niet beeft als u de
ontspanknop indrukt.
• De jitter-waarschuming 1 verschijnt bij
een langzame sluitertijd en een verhoogd
risico op wazige opnames.
1
7M
19
1
In dat geval,
1 Richt het AF-gebied op het onderwerp.
2 Druk de ontspanknop half in om de
scherpte en de belichting vast te zetten.
• De scherpstelindicatie licht twee keer
op als het onderwerp is scherpgesteld.
3 Houd de ontspanknop halverwege
ingedrukt terwijl u de camera beweegt
om de compositie te maken.
4 Druk helemaal op de ontspanknop.
• U kunt herhaaldelijk proberen AF/AE
vergr. voordat u de ontspanknop
helemaal indrukt.
19
19
• Let vooral extra op als de jitterwaarschuwing verschijnt bij een van de
opnamemethoden die staan beschreven
op, of gebruik een statief voor de beste
resultaten. U voorkomt het wazig worden
van de foto door een statief in combinatie
met de zelfontspanner (P43) te gebruiken
wanneer u de ontspanknop indrukt.
• De sluitertijd zal in de volgende
specifieke gevallen langzamer worden.
Houd de camera stil vanaf het ogenblik
dat de ontspanknop wordt ingedrukt tot
de foto op het scherm verschijnt. We
raden een statief aan.
– In [NACHTPORTRET], [NACHTL.
SCHAP], [PARTY], [KAARSLICHT],
[STERRENHEMEL] en [VUURWERK]
in scenemodus (P47).
■ Richtingwaarnemingsfunctie
• Als u foto’s neemt met de camera op
zijn kant (verticaal), wordt de informatie
over het roteren automatisch toegevoegd
en opgeslagen bij de foto’s. Als [LCD
ROTEREN] (P74) is ingesteld op [ON],
kunt u de foto’s op het scherm of de
TV roteren en weergeven volgens de
informatie over het roteren op de foto’s.
• Deze functie werkt misschien niet correct
bij foto’s die met de camera naar boven
of beneden gericht zijn genomen.
• U kunt de functie richtingwaarneming niet
gebruiken in de filmmodus [i] .
27
VQT1C71
Basis
Foto’s nemen in eenvoudige modus
Deze stand zorgt ervoor dat beginners
makkelijk een foto kunnen maken. Alleen
de basisfuncties verschijnen in het menu
om de bediening eenvoudig te houden.
■ Basismenu-instellingen
1 Druk op [MENU/SET].
2 Druk op e/r om een gewenst menuitem te selecteren en druk dan op q.
EENVOUDIGE MODE
FOTOMODE
ENLARGE
BATT. TYPE
4˝×6˝/10×15 cm
TOON
E-MAIL
KLOKINST.
SELEC
INST.
MENU
3 Druk op e/r om de gewenste
instelling te selecteren en druk
dan op [MENU/SET].
4 Druk op [MENU/SET] om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop halfweg
indrukken om het menu te sluiten.
■ Instellingen in eenvoudige modus
[FOTOMODE]
ENLARGE Geschikt voor het
vergroten van foto’s om 8˝
× 10˝ grootte, lettergrootte
etc. af te drukken.
4˝ × 6˝/
Geschikt voor afdrukken
10 x 15 cm van normale formaten.
E-MAIL
Geschikt voor het
toevoegen van
afbeeldingen aan e-mails
of voor het toevoegen van
foto’s aan websites.
28
VQT1C71
[BATT. TYPE]
Verander het batterij type dat wordt
gebruikt. (P21)
[TOON]
UIT
Geen werk geluid
LAAG Zacht werkend geluid
HOOG Hard werkend geluid
[KLOKINST.]
Wijzig datum en tijd. (P17)
• Als [4˝ × 6˝/10 × 15 cm] of [E-MAIL] is
ingesteld in [FOTOMODE], wordt de
extra optische zoom geaciveerd. (P30)
• De instellingen voor [BATT. TYPE],
[TOON] en [KLOKINST] in eenvoudige
modus gelden ook voor de andere
opnamestanden.
• De instellingen voor [WERELDTIJD]
(P22), [LCD SCHERM] (P22),
[REISDATUM] (P22), [NR. RESET] (P22)
en [TAAL] (P23) in het [SET-UP] menu
gelden voor de eenvoudige modus.
■ Overige instellingen in de eenvoudige modus
In de eenvoudige modus zijn de overige
instellingen als volgt vast ingesteld. Voor
meer informatie over elke instelling kijkt u
op de aangegeven pagina.
• Scherpstel bereik:
30 cm tot Z (Tele)
5 cm tot Z (Groothoek)
• [AUTO REVIEW] (P21):
[1 SEC.]
• [BATT. BESP.] (P21):
[5 MIN.]
• [BESPARING] (P22):
[OFF]
• Zelfontspanner (P43):
10 seconden
• Optisch stabilisatiesysteem (P64):
[MODE2]
• [WITBALANS] (P60):
[AWB]
Basis
• [GEVOELIGHEID] (P61):
Gevoeligheid wordt getoond als u ISO
LIMIET instelt in de slimme ISO-modus
[ ] (P45) tot [ISO800].
• [ASPECTRATIO]/[FOTO RES.]/
[KWALITEIT] (P62):
– [ ENLARGE]:
h/DMC-LS75/DMC-LS70: 7M (7M),
DMC-LS60: 6M (6M)/Fijn
– [ 4˝ × 6˝/10 × 15 cm]:
/ 2.5M (2,5M EZ)/Standaard
– [ E-MAIL]:
h/ 0.3M (0,3M EZ)/Standaard
• [AF MODE] (P63) :
[W] (1-zone scherpstellen)
• [AF ASS. LAMP] (P66)
[ON]
• In de eenvoudige modus zijn de volgende
functies niet bruikbaar.
– Groothoekmodus
– Belichtingscompensatie
– [BURSTFUNCTIE]
– [DIG. ZOOM]
– [KLEURFUNCTIE]
• U kunt de volgende instellingen niet
veranderen.
– [REISDATUM]
– [WERELDTIJD]
■ Compenseren van achtergrondlicht
Achtergrondlicht doet zich voor als er
licht vanachter het onderwerp komt.
Hierdoor kan het onderwerp donker
lijken, het verlichten van het gehele beeld
compenseert dit.
Druk op e.
• [0] verschijnt als u de backlightcompensatie gebruikt. Druk op e om te
annuleren.
19
BACKLIGHT
19
BACKLIGHT
• Bij gebruik van de backlightcompensatiefunctie raden we u aan
de flitser te gebruiken. (Als u de flitser
gebruikt, wordt de flitsinstelling vastgezet
op Geforceerd AAN [ ].)
• Als u de flitser gebruikt met de backlightcompensatie uit, dan wordt de flitser
vastgezet op AUTO/Rode-ogen reductie
[
].
29
VQT1C71
Basis
Foto’s nemen met de zoom
Optische zoom gebruiken/
De extra optische zoom (EZ)
U kunt mensen en onderwerpen
dichterbij laten lijken met de drievoudige
zoomfunctie, en landschappen kunnen in
groothoek worden vastgelegd.
(gelijk aan 35 mm filmcamera: 35 mm tot
105 mm)
Om nog meer in te zoomen (tot 4,5 keer
met DMC-LS75/DMC-LS70) zonder verlies
van fotokwaliteit, kunt u elke resolutie
kiezen voor de aspect-ratio’s behalve de
grootste.
■ Onderwerpen zien eruit of ze
dichterbij zijn met (Tele)
Draai de zoomhendel naar Tele.
■ Onderwerpen zien er uit of ze verder
weg zijn met (Wide-groothoek)
Draai de zoomhendel naar Groothoek.
■ Hoe de extra optische zoom werkt
De extra optische zoom werkt door het
midden van het beeld af te scheiden en
te vergroten voor een groter tele-effect.
Als u dus bijvoorbeeld kiest voor [ 3M
] (3M EZ) (3 miljoen pixels), dan wordt
de 7M (7 miljoen) (DMC-LS75/DMCLS70) of 6M (6 miljoen) (DMC-LS60)
CCD-gebied gebracht naar het centrum
3M (3 miljoen pixels) gebied, wat een
afbeelding toestaat met een groter
zoomeffect.
30
VQT1C71
■ Resolutie en maximale zoom
Maximale zoom (Tele)
Aspectratio Beeldpunten
DMC-LS75/
(P62)
(P29, 62)
DMC-LS70 DMC-LS60
DMC-LS75/
DMC-LS70
3×
—
7M / (7M)
alleen DMC-LS60
—
3×
6M /
(6M)
DMC-LS75/
h
3,6 ×
—
DMC-LS70
5M (5M EZ)
3M (3M EZ)
2M (2M EZ),
4,5 ×
4,1 ×
1M (1M EZ),
0.3M / (0,3M EZ)
DMC-LS75/
DMC-LS70
3×
—
6M (6M)
alleen DMC-LS60
—
3×
5M (5M)
2.5M / (2,5M EZ) 4,5 ×
4,1 ×
DMC-LS75/
DMC-LS70
3×
—
5.5M (5,5M)
j
alleen DMC-LS60
—
3×
4.5M (4,5M)
4,5 ×
4,1 ×
2M (2M EZ)
• De optische zoom staat op Groothoek
(1 ×) bij het inschakelen van de camera.
• Indien u de zoomfunctie gebruikt nadat u
al hebt scherpgesteld op het onderwerp,
moet u dit nogmaals doen.
• De lenscilinder (P9) schuift afhankelijk
van de zoompositie in of uit. Hinder de
beweging van de lenscilinder niet terwijl u
de zoomhendel draait.
• In de filmmodus [i] wordt de
zoomfactor vast ingesteld op de waarde
die bij de start van de opname werd
ingesteld.
Basis
• “EZ” is een afkorting van [Extra optical
Zoom].
• Als u een beeldformaat instelt dat de
extra optische zoom activeert, wordt
het pictogram van de extra optische
zoom [
] weergegeven op het scherm
wanneer u de zoomfunctie gebruikt.
• De zoom stopt even met bewegen in de
buurt van [W] (1 ×) als de extra optische
zoom wordt gebruikt. Dit is geen storing.
• De aangegeven zoomfactor is bij
benadering.
• In filmmodus [i] en [H. GEVOELIGH.]
in scènemodus, werkt de extra zoom niet.
Het gebruik van de snelle zoomknop
Druk op de [E.ZOOM] knop om snel te
kunnen zoomen. De eigenlijke zoomfactor
is afhankelijk van de pixelopname-instelling.
A
C Maximale extra optische zoom vergroting
• De resolutie wordt kleiner zoals hieronder
wordt getoond als de optische zoom
wordt gebruikt. De kleur van de zoombalk
en de resolutie die op het scherm worden
getoond veranderen.
Aspectratio
j
1
W
2
EZ W
3
EZ W
1
1
1
T
A
3
T
B
C
T
C
1 Druk eenmaal op [E.ZOOM] .
2 Druk tweemaal op [E.ZOOM] .
3 Druk driemaal op [E.ZOOM] .
A Optische zoom
B Extra optische zoom
2M
• Als u 3 x drukt op [E.ZOOM] gaat de
zoomstand naar groothoek en wordt
de resolutie weer normaal. De resolutie
gaat ook terug naar de normale waarde
als u de zoomhendel naar de optische
zoomsectie terugbrengt.
■ Als de beeldgrootte is ingesteld
behalve de hoogste resolutie voor
elke aspectratio
4
EZ W
5
EZ W
1
■ Als de beeldgrootte is ingesteld
op de hoogste resolutie voor elke
aspectratio
wordt de resolutie tijdelijk verminderd en kunt
u de extra optische zoom gebruiken.
3M
2.5M
1
A [E.ZOOM] knop
Beeldformaat
h
T
D
E
T
E
4 Druk eenmaal op [E.ZOOM] .
5 Druk tweemaal op [E.ZOOM] .
D Extra optische zoom
E Maximale extra optische zoom vergroting
• Druk op [E.ZOOM] tot de zoom begint
met werken.
• De snelle zoom wordt ook geactiveerd als
de zoompositie anders is dan groothoek.
• Je kunt de zoom nog verder uitbreiden
naar het digitale zoombereik als [DIG.
ZOOM] (P32) is ingesteld op [ON].
• In [ ENLARGE] in eenvoudige
modus [ ], [H. GEVOELIGH.] (P51) in
scenemodus en filmmodus [i], is de
zoom beperkt tot 3 × optische zoom.
• De aangegeven zoomfactor is bij
benadering.
31
VQT1C71
Basis
De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden
O
U kunt maximale zoomfactor van 12x
bereiken met de 3x optische zoom en de
4x digitale zoom wanneer [DIG. ZOOM] is
ingesteld op [ON] in het [OPNAME] menu.
Als een beeldformaat dat de extra optische
zoom kan gebruiken is geselecteerd, kunt
u echter een maximale zoomfactor van
18 x bereiken met de 4,5 x extra optische
zoom en de 4x digitale zoom (DMC-LS75/
DMC-LS70).
1 Druk op [MENU/SET].
• Als een scène modus wordt
geselecteerd, selecteert u het [OPNAME]
menupictogram
[
] en druk daarna op q.
2 Druk op e/r om [DIG. ZOOM] te
selecteren en druk dan op q.
3 Druk op r om [ON] te selecteren en
druk daarna op [MENU/SET].
2/ 3
AF MODE
STABILISATIE
SELEC
MODE1
BURSTFUNCTIE
OFF
AF ASS. LAMP
OFF
DIG. ZOOM
ON
INST.
MENU
MENU
SET
4 Druk op [MENU/SET] om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop halfweg
indrukken om het menu te sluiten.
32
VQT1C71
• [ON]:
T
W
1
1
EZ W
2
3
12
T
3
1
■ Menubediening
OPNAME
■ Het digitale zoombereik invoeren
Als u de zoomhendel naar de uiterste
Tele positie bereikt, kan het zijn dat de
zoomaanduiding op het scherm even
pauzeert.
U kunt het digitale zoombereik instellen om
de zoomhendel voortdurend naar Tele te
draaien om de zoomhendel eenmaal los te
laten en dan opnieuw naar Tele te draaien.
• [OFF]:
T
W
2
4.5
18
Voorbeeld: Als u de digitale zoom
en de uitgebreide optische zoom
[ 3M ] (3M EZ) tegelijkertijd
gebruikt met DMC-LS75/DMCLS70.
1 Optische zoom
2 Digitale zoom
3 Extra optische zoom
• Het AF-gebied wordt in een groter
formaat dan anders weergegeven en
alleen ingesteld op een punt in het
midden van het scherm in het digitale
zoombereik. (P64) De stabilisatiefunctie
kan niet effectief zijn.
• Bij gebruik van de digitale zoom, gaat de
beeldkwaliteit achteruit.
• Gebruik bij digitale zoom een statief en
de zelfontspanner (P43) voor de beste
resultaten.
• De aangegeven zoomfactor is bij
benadering.
• De digitale zoom werkt niet in de
volgende gevallen.
– In eenvoudige modus [ ]
– Slimme ISO-modus [ ]
– In [SPORT], [BABY1]/[BABY2],
[HUISDIER] en [H. GEVOELIGH.] in
scenemodus (P47).
Basis
Opnames controleren (Review)
■ Foto’s vergroten
U kunt de gemaakte opnames controleren
terwijl u nog steeds in de modus
[OPNAME] bent.
1 Druk op r [REV].
OVERZICHT 1X
1 Draai de zoomhendel naar [3]
[T].
• Draai de zoomhendel naar [3] [T] voor
een 4 x vergroting en draai het nog
verder voor een 8 x vergroting. Als u de
zoomhendel naar [ ] [W] draait nadat
de foto is vergroot, wordt de vergroting
minder.
2 Druk op e/r/w/q om de positie
te verschuiven.
EXIT
4X
2 Druk op w/q om een foto te
kiezen.
OVERZICHT 1X
EXIT
4X
w: Vorige foto
q: Volgende foto
OVERZICHT 4X
WISSEN
• De laatste opname wordt ongeveer
10 seconden weergegeven.
• De controle wordt geannuleerd wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt
of wanneer opnieuw op r [REV] wordt
gedrukt.
WISSEN
A
1X
8X
WISSEN
• Als u de vergroting of de weer te geven
positie wijzigt, verschijnt de aanduiding
zoompositie A ongeveer 1 seconde
zodat u kunt controleren wat wordt
vergroot.
■ Vastgelegde foto’s kunnen tijdens
de review worden gewist (Quick
Deletion)
Tijdens controle kunt u een, meerdere of
alle foto’s wissen. Voor details over hoe
u foto’s kunt wissen verwijzen wij u naar
pagina 35.
• Als [LCD ROTEREN] is ingesteld op
[ON], worden foto’s die zijn genomen met
de camera op zijn kant (verticaal), ook
verticaal weergegeven (P74).
33
VQT1C71
Basis
Weergeven van foto’s
De opnamegegevens op het interne geheugen
worden weergegeven wanneer er geen kaart
is geplaatst. Wanneer er wel een kaart is
geplaatst, worden de opnamegegevens van
de kaart weergegeven. (P16)
Druk op w/q om de foto te selecteren.
7M
100-0001
1/19
10:00 1. DEC. 2007
w: Geef de vorige foto weer.
q: Geef de volgende foto weer.
■ Snel vooruitspoelen/Snel
terugspoelen
Houd w/q ingedrukt tijdens de weergave.
A
B
7M
100-0001
1/19
10:00 1. DEC. 2007
q: Snel vooruit
w: Snel terug
• Het bestandsnummer A en het
fotonummerr B wisselen alleen een voor
een. Laat w/q los wanneer het nummer
van de gewenste foto verschijnt om de
foto weer te geven.
• Als u w/q, ingedrukt houdt, kunt u sneller
naar voren en naar achteren.
• Tijdens de review-weergave in de
opnamemodus of tijdens multi-weergave
(P67), kunnen de foto’s slechts één voor
één worden vooruit- of teruggespoeld.
34
VQT1C71
• Deze camera is gebaseerd op DCFstandaards(Design rule voor Camera File
systeem) wat is opgezet door de Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association (JEITA).
• Het LCD-scherm zal mogelijk niet alle
details van de gemaakte foto’s kunnen
weergeven. U kunt de weergavezoom
(P69) gebruiken om de details van de
opnamen te controleren.
• Als u foto’s weergeeft die met andere
apparatuur werd opgenomen, kan
de fotokwaliteit afnemen. (De foto’s
worden op het scherm weergegeven als
[WEERGAVE THUMBNAIL] .)
• Tijdens het wijzigen van de map- of
bestandsnaam op een PC worden de
foto’s niet weergegeven.
• Bij weergave van een nietstandaard bestand, wordt het map-/
bestandsnummer aangegeven als [—] en
wordt het scherm zwart.
• U kunt de audio van foto’s niet afspelen
als het is opgenomen met andere
apparatuur.
Basis
Foto’s wissen
De opnamegegevens op het interne
geheugen worden gewist wanneer er
geen kaart is geplaatst. Wanneer er
wel een kaart is geplaatst, worden de
opnamegegevens van de kaart gewist.
(P16)
• Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet
meer worden teruggehaald. Controleer
nogmaals voor u de foto’s wist.
■ Een enkele foto wissen
■ Om het volgende te wissen [MULTI
WISSEN]/[ALLES ANNULEREN]
1 Drukt u tweemaal op [A].
2 Druk op e/r om [MULTI WISSEN]
of [ALLES ANNULEREN] te
selecteren en druk dan op
[MENU/SET].
MULTI/ALLES WISSEN
MULTI WISSEN
ALLES ANNULEREN
1 Selecteer de foto met w/q.
2 Druk op [A].
3 Druk op e om [JA] te selecteren
en druk daarna op [MENU/SET].
APART WISSEN
DEZE FOTO WISSEN?
JA
NEE
SELEC
MENU
INST.
MENU
MULTI/ALLES
MENU
SELEC
SET
• Tijdens het wissen van de foto, verschijnt
[A] op het scherm.
INST.
MENU
ANNUL
SET
• Als u [MULTI WISSEN], selecteert voert
u verder stappen 3 uit.
• Als u [ALLES ANNULEREN], selecteert
voert u verder stappen 5 uit.
• Als [FAVORIETEN] (P73) is ingesteld
op [ON], verschijnt [ALLES WISSEN
BEHALVE ★] . Als u [ALLES WISSEN
BEHALVE ★], selecteert voert u
stappen 5 verder uit. (Echter, als geen
van de foto’s [★] weergeven, dan kunt
u niet [ALLES WISSEN BEHALVE ★]
selecteren, zelfs als [FAVORIETEN] is
ingesteld op [ON].)
35
VQT1C71
Basis
3 Druk op w/q om de foto te selecteren
en druk daarna op r om in te stellen.
(Alleen wanneer u [MULTI WISSEN] selecteert)
MULTI WISSEN
7
8
10
11
SELEC
MARK/ANNUL.
9
WISSEN
MENU
EXIT
• Herhaal bovenstaande werkwijze.
• De geselecteerde foto’s worden weergegeven
met [A]. Als nogmaals wordt gedrukt op r,
wordt de instelling geannuleerd.
• Het pictogram [c] knippert rood wanneer
de geselecteerde foto niet kan worden
gewist. Hef de beveiliging op. (P79)
4 Druk op [A].
5 Druk op e om [JA] te selecteren
en druk daarna op [MENU/SET]
om in te stellen.
(Controleer wanneer u [MULTI WISSEN]
selecteert)
MULTI WISSEN
DE FOTO’S WISSEN
DIE U HEEFT GEMARKEERD?
JA
NEE
SELEC
MENU
INST.
MENU
SET
• Wanneer u alle foto’s wist, kunnen alleen
de foto’s op het interne geheugen of de
foto’s op de kaart worden gewist. (U kunt
de foto’s in het interne geheugen en de
foto’s op de kaart niet tegelijk wissen.)
• [ALLE FOTO’S IN HET INTERNE
GEHEUGEN WISSEN?] of [ALLE FOTO’S
OP DE GEHEUGENKAART WISSEN?] wordt
vertoond als u gebruik maakt van [ALLES
ANNULEREN], en [ALLES WISSEN BEHALVE
★?] wordt vertoond wanneer u gebruik maakt
van [ALLES WISSEN BEHALVE ★].
• Als u drukt op [MENU/SET] terwijl u foto’s
wist, zal [ALLES ANNULEREN] of [ALLES
WISSEN BEHALVE ★], halverwege stoppen.
36
VQT1C71
• Zet de camera tijdens het wissen niet uit.
• Zorg dat u voldoende opgeladen
batterijen (P24) of de netadapter (DMWAC6; optioneel) gebruikt.
• Met de functie [MULTI WISSEN] kunt u
tot 50 foto’s tegelijk wissen.
• Hoe meer foto’s moeten worden gewist,
hoe langer het duurt.
• In de volgende gevallen worden foto’s
niet verwijderd zelfs niet als [ALLES
ANNULEREN] of [ALLES WISSEN
BEHALVE H] is geselecteerd.
– Als de Schrijf-beschermingschakelaar
van de SD-geheugenkaart of de
SDHC-geheugenkaart is ingesteld op
de [LOCK] kant (P16)
– Als bestanden niet conform de DCF
zijn (P34)
– Indien afbeeldingen worden beschermd
[c ] (P79)
Geavanceerd opnemen
Het LCD-scherm
In weergavemodus
De weergegeven informatie
wijzigen
G
7M
100-0001
1/19
ISO 200
AWB
F2.8 1/25
10:00 1. JAN. 2007
F
H
7M
100-0001
1/19
**23
1STE DAG
1 maand 10 dagen
10:00 1. JAN. 2007
A
DISPLAY
A LCD-scherm (LCD)
Druk op de knop [DISPLAY] om naar het
te gebruiken scherm over te schakelen.
• Wanneer het menuscherm verschijnt,
is de knop [DISPLAY] niet geactiveerd.
Tijdens de zoomweergave (P69), terwijl
u films afspeelt (P70) en tijdens een
diashow (P72) kunt u alleen Weergave of
“Geen weergave” selecteren.
In opnamemodus
C
B
7M
7M
19
1
19
1
F Normale weergave
G Weergave met opname-informatie en
histogram
H Geen weergave
*2 Het aantal dagen dat voorbij is gegaan
sinds de reisdatum is vertoond nadat
een foto is genomen met [REISDATUM]
(P55) instelling.
*3 Wordt weergegeven als u instellingen
voor een verjaardag instelt bij [BABY1]/
[BABY2] of [HUISDIER] in scenemodus
[MET LEEFTIJD] is geselecteerd (P50)
bij het opnemen.
In eenvoudige modus (
*1
E
)
J
I
3
D
BACKLIGHT
I Normale weergave
J Geen weergave
B Normale weergave
C Weergave met histogram
D Richtlijn weergave
E Geen weergave
*1 Histogram
• In [NACHTPORTRET], [NACHTL.
SCHAP], [STERRENHEMEL] en
[VUURWERK] in scenemodus (P47), zijn
de richtlijnen grijs.
37
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
■ Over richtlijn weergave
Als u het onderwerp uitlijnt op de lijnen of
het kruispunt van deze lijnen, neemt u foto’s
met een goed vormgegeven compositie door
de grootte, het verloop en de balans van het
onderwerp in ogenschouw te nemen.
Voorbeeld van histogram
7M
100-0001
1/19
A
*
ISO 200
F2.8 1/100
10:00 1. JAN. 2007
AWB
7M
100-0001
1/19
B
*
ISO 200
F2.8 1/200
10:00 1. JAN. 2007
■ Histogram
• Een histogram is een grafiek waarbij de
helderheid op de horizontale as wordt
weergegeven (van zwart naar wit) en het
aantal beeldpunten (beeldpunten) bij elk
helderheidsniveau op de verticale as.
• Zo kan de cameragebruiker snel de
belichtingswijze van een foto controleren.
• Als de waarden in het histogram
evenwichtig gespreid zijn A, is de
belichting voldoende en is de helderheid
in balans.
• Als de waarden zich concentreren op
links B, is de foto onderbelicht. Foto’s
met veel zwart, zoals avondopnames,
leveren dit soort histogrammen op.
• Als de waarden zich concentreren
op rechts C, is de foto overbelicht.
Foto’s met veel wit leveren dit soort
histogrammen op.
38
VQT1C71
AWB
7M
100-0001
1/19
C
*
ISO 200
F2.8 1/50
10:00 1. JAN. 2007
AWB
A Juiste belichting
B Onderbelicht
C Overbelicht
*Histogram
• De foto die u opneemt en het
histogram kunnen niet overeenkomen
als u opneemt op een donkere plaats
of met de flitser. Het histogram zal
oranje kleuren om dit aan te geven.
• Het histogram is in de opnamemodus bij
benadering.
• De histogrammen van de opname- en
weergavemodus komen mogelijk niet overeen.
• Het histogram in deze camera komt niet
overeen met het histogram dat wordt
weergeven in beeldbewerkingssoftware
op een PC, enz.
• In de volgende gevallen verschijnt er
geen histogram.
– In eenvoudige modus [ ].
– In filmmodus [i].
– Wanneer de multi-weergave bezig is.
– Wanneer de kalenderweergave bezig is.
– Terwijl de zoomweergave in gebruik is.
Geavanceerd opnemen
Het opnemen van een foto als de
camera hoog boven uw hoofd wordt
gehouden (gr. Kijkhoekmodus)
Het LCD-scherm wordt makkelijk om te
zien als de camera wordt gehouden in de
volgende stand. Dit is handig wanneer u
niet dicht bij het onderwerp kunt komen
omdat er een persoon in de weg staat.
Druk 1 seconde op [HIGH
ANGLE] A om de gr.
kijkhoekmodus pictogram weer
te geven [ ] B.
A
7M
• Gr. Kijkhoekmodus is geactiveerd.
Het LCD-scherm wordt helderder en
makkelijk om te zien als de camera
van u af wordt gehouden. (Het wordt
echter moeilijker zichtbaar wanneer u
er recht op kijkt.)
■ Annuleren van de gr. kijkhoekmodus
Houd [HIGH ANGLE] opnieuw 1 seconde
ingedrukt en zet de camera uit.
• Gr. Kijkhoekmodus wordt
ook geannuleerd als de batt.
besparingsmodus is geactiveerd.
• Foto’s worden weergegeven op het LCDscherm met versterkte helderheid in gr.
Kijkhoekmodus. Daarom zullen sommige
onderwerpen er anders uitzien op het
LCD-scherm. Dit heeft echter geen
invloed op de opgenomen beelden.
• Als het LCD-scherm moeilijk te zien is
vanwege zonlicht etc. kunt u het licht
blokkeren met uw hand.
• De groothoekmodus wordt niet
geactiveerd in de volgende gevallen:
– In eenvoudige modus [ ]
– In weergavemodus
– In afdrukmodus [
]
– Terwijl het menuscherm wordt
weergegeven
– Tijdens overzicht
19
1
HIGH
ON: ANGLE
1 SEC. INDRUKKEN
7M
19
1
B
HIGH
OFF: ANGLE
1 SEC. INDRUKKEN
39
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
Foto’s nemen met de ingebouwde flitser
■ Flitserinstelling
A
A: Fotoflitser
• Dek de flitser niet af met uw vingers of
andere voorwerpen.
■ Overschakelen op de juiste
flitsinstelling
Stel de ingebouwde flitser in op de stand
die past bij de scène die u wilt vastleggen.
1 Druk op q [<].
2 Druk op e/r of q [<] om de
flitsinstelling te wisselen.
FLITS
AUTO
AUTO/RODE-OG
FLITS ALTIJD AAN
GEDWONGEN UIT
SELEC
of
INST.
MENU
• Zie ‘flitsinstelling’ voor het instellen
van de flitser. Voor de te selecteren
flitsinstelling verwijzen wij u naar
‘beschikbare flitsinstellingen in de
opnamemodus’ (P41).
3 Druk op [MENU/SET].
• U kunt ook de ontspanknop
halverwege indrukken om te eindigen.
• Wanneer er 5 seconden verstrijken
zonder enige bewerking, wordt
de instelling die op dat ogenblik is
geselecteerd automatisch overgenomen.
40
VQT1C71
r : AUTO
De flitser wordt automatisch geactiveerd
afhankelijk van de opnamecondities.
s : AUTO/ Rode-ogenreductie* 1
De flitser wordt automatisch geactiveerd
afhankelijk van de opnamecondities. Hierbij
wordt het rode-ogeneffect (ogen van het
onderwerp worden rood weergegeven bij gebruik
van de flitser) verminderd door de flitser al te
activeren voordat u de eigenlijke foto neemt.
Daarna wordt de flitser nogmaals geactiveerd
voor de daadwerkelijke opname.
• Gebruikt deze functie als u foto’s neemt van
personen bij slechte lichtomstandigheden.
t : Geforceerd AAN
De flitser wordt onafhankelijk van de
opnamecondities altijd geactiveerd.
• Gebruik deze functie als uw onderwerp
van achteren wordt belicht of bij tl-licht.
q : Geforceerd AAN/ Rodeogenreductie* 1
• In [PARTY] of [KAARSLICHT] in scenemodus
(P47), wordt de flitserinstelling ingesteld op
geforceerd AAN/Rode-ogen reductie.
u : Slow sync./Rode-ogen reductie*1
Als u een foto neemt met een donkere
landschapsachtergrond, vertraagt
deze functie de sluitertijd als de flitser
wordt geactiveerd zodat de donkere
landschapsachtergrond helderder wordt. Het
vermindert tegelijkertijd het rode-ogeneffect.
• U kunt deze instelling alleen gebruiken
in [NACHTPORTRET], [PARTY] of
[KAARSLICHT] in scenemodus (P47).
v: Geforceerd UIT
De flitser wordt bij geen enkele
opnameconditie geactiveerd.
• Gebruik deze functie bij het nemen van
foto’s op plaatsen waar het gebruik van
een flitser niet is toegestaan.
Geavanceerd opnemen
* De flitser wordt twee keer geactiveerd.
Het onderwerp mag niet bewegen tot
de tweede flitser wordt geactiveerd.
1
■ Beschikbare flitsinstellingen per
opnamemodus
De beschikbare flitsinstellingen hangen af
van de opnamemodus.
(○: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar,
◎: Fabrieksinstelling)
*2
*2
■ Het beschikbare flitsbereik voor het
nemen van foto’s
ISO-gevoeligheid
Beschikbaar flitsbereik
(P61)
AUTO
30 cm tot 4,7 m
(Groothoek)
30 cm tot 2,6 m (Tele)
ISO100
30 cm tot 1,8 m
(Groothoek)
30 cm tot 1,0 m (Tele)
ISO200
40 cm tot 2,6 m
(Groothoek)
30 cm tot 1,4 m (Tele)
ISO400
60 cm tot 3,7 m
(Groothoek)
40 cm tot 2,1 m (Tele)
ISO800
80 cm tot 5,3 m
(Groothoek)
60 cm tot 2,9 m (Tele)
ISO1250
100 cm tot 5,3 m
(Groothoek)
80 cm tot 2,9 m (Tele)
• Zie P106 voor het scherpstelbereik.
• Als u de flitser gebruikt als de ISOgevoeligheid is ingesteld op [AUTO] of
ingesteld op ISO LIMIET in slimme ISOmodus [ ] op iets anders dan [ISO400],
wordt de ISO-gevoeligheid automatisch
een maximum van [ISO640] ([ISO400]
in dee [BABY1]/[BABY2] of [HUISDIER]
scenemodus (P47)).
• De hoeken van de foto kunnen er
donker uitzien als u een onderwerp van
dichtbij opneemt met de flitser terwijl de
zoomhendel dicht bij de W-zijde staat.
Zoom iets in als dit gebeurt.
*2 Het wordt geforceerd AAN [ ], als de
backlight-compensatie functie is geactiveerd.
• De flitserinstelling kan wijzigen als u de
opnamestand verandert. Wijzig de flitserinstellingen indien nodig.
• Flitserinstellingen blijven behouden zelfs
als u de camera uitschakelt. Echter,
de scènemodus flitsinstelling zet het
weer op de fabrieksinstelling als u de
scènemodus wijzigt.
41
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
■ Het beschikbare flitsbereik voor het
nemen van foto’s in slimme ISO-modus
ISO-LIMIET
(P45)
Beschikbaar flitsbereik
ISO400
30 cm tot 3,7 m (Groothoek)
40 cm tot 2,1 m (Tele)
ISO800
ISO1250
30 cm tot 5,3 m (Groothoek)
30 cm tot 2,9 m (Tele)
• Als u de ISO-LIMIET in de slimme ISOmodus (P45) heeft ingesteld op iets anders
dan [ISO400] en u gebruikt de flitser, dan
wordt de ISO-gevoeligheid automatisch
verhoogd naar een maximum van [ISO640].
■ Sluitertijd voor elke flitsmodus
Flitsmodus
r : AUTO
s : AUTO/
Rode-ogenreductie
t : Geforceerd AAN
q : Geforceerd
AAN/ Rodeogenreductie
u : Slow sync./
Rode-ogen
reductie
v : Geforceerd
AAN
Sluitertijd (in sec.)
1/30 tot 1/2000
1/30 tot 1/2000
1/30 tot 1/2000
1/4 of
1 to 1/2000*1
1/4 tot 1/2000*2
1/4 tot 1/2000
1/8 of 1 tot 1/2000*3
1/4 or 1 tot 1/2000*4
*1 [NACHTPORTRET] (P48) of
[KAARSLICHT] (P49) in scènemodus.
*2 [PARTY] (P49) in scenemodus.
*3 In eenvoudige modus [ ]
*4 Slimme ISO-modus [
] (P45)/
[SPORT](P48), [NACHTPORTRET] (P48),
[KAARSLICHT] (P49), [BABY] (P50), en
[HUISDIER] (P50) in scènemodus.
• De sluitersnelheid bereikt een maximum
van 1 seconde voor *1, *3 en *4 als:
– De optische beeldstabilisatie [OFF] is
– In eenvoudige modus [ ] of als
optische beeldstabilisatie is ingesteld
op [MODE1] of [MODE2] en de camera
bepaalt dat er minimale mogelijkheid is
voor wazig beeld.
42
VQT1C71
• De sluitersnelheid zal verschillen van wat
in de bovenstaande tabel wordt getoond
in de volgende scenemodi.
– [NACHTL. SCHAP] (P49):
8 seconden tot 1/2000th van een seconde
– [STERRENHEMEL] (P51):
15 seconden, 30 seconden, 60 seconden
– [VUURWERK] (P52):
1/4e van een seconde, 2 seconden
• Kijk niet direct in de flitser van op
een korte afstand wanneer deze is
geactiveerd.
• Breng de flitser niet te dicht bij
objecten of sluit de flitser niet terwijl
deze is geactiveerd. De objecten
kunnen worden verkleurd door de
warmte of de belichting van de flitser.
• Als de flitser is geladen gaat de LCDscherm uit en kunt u geen foto’s
maken. De statusindicator licht op. [Dit
gebeurt niet wanneer u de netadapter
gebruikt (DMW-AC6; optioneel).] Als
de overgebleven batterijcapaciteit laag
is, kan het scherm langere tijd uitgaan.
• Als u een foto neemt buiten het
beschikbare bereik van de flitser, wordt
de belichting misschien niet correct
ingesteld en kan de foto te helder of te
donker worden.
• De witbalans kan niet juist worden ingesteld
als de fotoflitser niet voldoende is. (P60)
• Bij een snelle sluitertijd kan het flitseffect
onvoldoende zijn.
• Als u nogmaals een foto neemt, wordt
deze mogelijk niet vastgelegd, ook al werd
de flitser geactiveerd. Neem pas een foto
nadat de kaartaanduiding verdwijnt.
• Het effect van de rode-ogenreductie
verschilt afhankelijk van de persoon. Als
de persoon op een grote afstand van de
camera staat of niet naar de eerste flits
heeft gekeken, zal het effect mogelijk niet
zo opvallend zijn.
• U kunt geen foto’s achter elkaar maken
met de flitser.
Geavanceerd opnemen
Foto’s nemen met de zelfontspanner
1 Druk op w [
].
2 Druk op de e/r of w
[ ] om te schakelen naar de
zelfontspanner.
ZELFONTSPANNER
UIT
10 SEC.
2 SEC.
of
SELEC
INST.
MENU
3 Druk op [MENU/SET].
• U kunt ook de ontspanknop
halverwege indrukken om te eindigen.
• Wanneer er 5 seconden verstrijken
zonder enige bewerking, wordt
de instelling die op dat ogenblik is
geselecteerd automatisch overgenomen.
4 Druk de ontspanknop halfweg in
om scherp te stellen en druk de
knop vervolgens volledig in om
de foto te nemen.
• Bij gebruik van een statief of in andere
situaties, is het instellen van de
zelfontspanner op 2 seconden een
handige manier om de trilling die wordt
veroorzaakt door het drukken op de
ontspanknop te stabiliseren.
• Als u de knop in één beweging geheel
indrukt, wordt het onderwerp automatisch
scherpgesteld net voor de opname.
Op donkere plekken knippert het
zelfontspannerlampje en gaat het in
sommige gevallen fel branden om te
functioneren als AF-assistentielamp
(P66) voor het scherpstellen op het
onderwerp.
• De zelfontspanner [ ], is in de
eenvoudige modus ingesteld op
10 seconden.
• Wanneer u de zelfontspanner in de
burstmodus instelt, neemt de camera
de foto 2 of 10 seconden nadat de
ontspanknop is ingedrukt. Het aantal
foto’s dat tegelijk kan worden gemaakt, is
vast ingesteld op 3.
• We raden u aan een statief te gebruiken
bij het instellen van de zelfontspanner.
7M
1
19
ANNUL
MENU
• Het zelfontspannerlampje
A
A knippert en de sluiter
wordt na 10 seconden (of
2 seconden) geactiveerd.
• Drukt u op de knop aan
[MENU/SET] tijdens
het instellen van de
zelfontspanner, wordt de instelling
geannuleerd.
43
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
De belichting compenseren
Gebruik deze functie als u niet de juiste
belichting gerealiseerd krijgt door verschil
in helderheid tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Overbelicht
1 Druk op e [C] om [C
BELICHTING] weer te geven en
druk op w/q om de belichting te
compenseren.
BELICHTING
SELEC
Compenseer de belichting
in negatieve richting.
Juiste belichting
Compenseer de belichting
in positieve richting.
Onderbelicht
EXIT
MENU
A
A : De waarde van de
belichtingscompensatie
• U kunt compenseren van -2 EV tot +2 EV
in stappen van 1/3 EV.
• Selecteer [0 EV] om terug te keren naar
de oorspronkelijke belichting.
2 Druk op [MENU/SET] om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop
halverwege indrukken om te
eindigen.
• EV is de afkorting van “Exposure Value”,
oftewel belichtingswaarde, en staat voor
de hoeveelheid licht die de CCD krijgt op
basis van het diafragma en de sluitertijd.
• De belichtingscompensatiewaarde wordt
linksonder in het scherm weergegeven.
• De belichtingswaarde blijft behouden ook
al wordt de camera uitgezet.
• Het compensatiebereik van de belichting
wordt afhankelijk van de helderheid van
het onderwerp beperkt.
• Het is niet mogelijk om de belichting te
compenseren bij [STERRENHEMEL] in
scènemodus.
44
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
Opnemen met de slimme ISO-modus
De camera detecteert beweging van het
onderwerp bij het midden van het frame
en stelt de camera in op optimale ISOgevoeligheid en sluitertijd volgens de
bewegingen en naar mate van schittering.
• Als u opnamen maakt van een
bewegingsloos onderwerp, kunt u geluid
verminderen door de ISO-gevoeligheid
op een lage stand te zetten.
1 Druk op [MENU/SET].
2 Druk op e/r om [ISO-LIMIET] te
selecteren en druk vervolgens op q.
OPNAME
1/ 3
WITBALANS
ISO
MAX
ISO-LIMIET
ASPECTRATIO
FOTO RES.
AWB
400
4:3
800
1250
F2.8
ISO
1/30 ISO200
• Als u de sluiterknop half indrukt, verschijnt
[ ISO ]. Als u de sluiterknop volledig
indrukt zoal de sluitersnelheid en de ISOgevoeligheid een tijdje verschijnen.
KWALITEIT
SELEC
INST.
MENU
3 Druk op e/r om een menu-item te
selecteren en druk dan op [MENU/SET].
Item
400
800
1250
Inhoud
De camera verhoogt de ISOgevoeligheid naar het niveau dat u
heeft ingesteld om overeen te komen
met de beweging en de helderheid
van het onderwerp.
• Hoe hoger de ISO-gevoeligheid hoe
minder kans er is op wazig beeld maar
de fotoruis neemt toe.
• Als u een bewegend onderwerp
binnen fotografeert, kunt u wazig beeld
verminderen door de ISO-gevoeligheid
en sluitertijd te verhogen.
F2.8
ISO
1/125 ISO800
F2.8
ISO
• Het scherpstelbereik is 5 cm
(Groothoek)/30 cm (Tele) tot Z.
• ISO-gevoeligheid kan worden verhoogd
tot een maximum van [ISO640] als u de
flitser gebruikt (als ISO-Limiet is ingesteld
op iets anders dan [ISO400]).
• Zie P41 voor het beschikbare flitsbereik.
• Helderheid of de snelheid van het
onderwerp zorgen voor onscherpe foto’s.
• Het detecteren van beweging kan in de
volgende gevallen niet mogelijk zijn.:
– Als het bewegende onderwerp te klein is
– Als het bewegende onderwerp zich
buiten het frame begeeft
– Als het onderwerp begint te bewegen als
u net de sluiter geheel heeft ingedrukt
• Om ruis te voorkomen raden we aan
om de [ISO-LIMIET] te verlagen of
in te stellen op [KLEURFUNCTIE] in
[NATURAL] (P66).
• U kunt niet de digitale zoom gebruiken.
45
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
Close-up foto’s maken
Met deze modus neemt u close-up foto’s
van het onderwerp, bijv. bij het maken van
bloemenfoto’s.
U kunt tot op een lensafstand van 5 cm
van het onderwerp foto’s nemen door
de zoomhendel tot het uiterste naar
Groothoek (1×) te draaien.
■ Scherpstelbereik
30 cm
T
W
46
VQT1C71
5 cm
• Gebruik een statief en de zelfontspanner
(P43) voor de beste resultaten.
• Als het onderwerp dichtbij de camera
is, wordt het effectieve focusbereik
(velddiepte) aanzienlijk verkleind.
Daarom is het moeilijk om scherp te
stellen op het onderwerp als de afstand
tussen de camera en het onderwerp
wordt gewijzigd na scherpstelling op het
onderwerp.
• Als de cameralens zich op een afstand
bevindt die buiten het beschikbare bereik
van het onderwerp valt, is het onderwerp
wellicht niet scherpgesteld zelfs al gaat
het focuslampje branden.
• De Macromodus geeft prioriteit aan een
onderwerp dat zich dicht bij de camera
bevindt. Daarom, als de afstand tussen
de camera en het onderwerp meer is
dan 50 cm duurt het langer om scherp
te stellen in de macromodus dan in de
normale beeldmodus.
• Het beschikbare focusbereik is 30 cm tot
5,0 m (Groothoek). (Dit wordt toegepast
wanneer u de ISO-gevoeligheid instelt op
[AUTO] .) Wij raden u aan de flitser in te
stellen op Geforceerd UIT [v] wanneer
foto’s op korte afstand neemt.
• Als u foto’s van dichtbij neemt kan de
resolutie van de omgeving van de foto
iets afnemen. Dit is geen storing.
Geavanceerd opnemen
Scènemodus
3 Druk op [MENU/SET].
Wanneer u een scènemodus selecteert
die past bij het onderwerp en de
opnamesituatie, stelt de camera de
optimale belichting en kleur in om de
gewenste foto te verkrijgen.
• Zie de pagina’s 48 tot 52 voor informatie
over de modi. Uitleg over de scènemodus
kunt u ook vinden in de
[ INFORMATIE] functie van de camera.
1 Druk op q om naar het
scènemodus scherm te gaan.
2 Druk op e/r/w/q om de
scenemodus te selecteren.
SCENE MODE
1/ 2
SCN
• Nu kunt u foto’s nemen met de
scènemodus die u heeft geselecteerd.
• Druk op [MENU/SET] en voer de stappen
1, 2 en 3 uit om de scènemodus te
veranderen.
■ Scenemodus help [
INFORMATIE]
• Om uitleg over de scènemodi te
zien drukt u op [DISPLAY] als een
scènemodus is geselecteerd in stap 2.
Druk opnieuw om naar het scènemodus
scherm te gaan.
INFORMATIE
BABY1
Voor foto’s van baby’s. De
leefijd kan weergegeven
worden als de geboortedatum
ingesteld wordt.
ANNUL DISPLAY
INST.
MENU
BABY1
SELEC
DISPLAY
INST.
MENU
A
SCENE MODE
2/ 2
SCN
STERRENHEMEL
SELEC
DISPLAY
INST.
MENU
• Druk op r bij A om naar het volgende
menuscherm te schakelen.
• U kunt vanaf elk menu schakelen
naar andere menuschermen door de
zoomhendel te draaien.
• Zie P42 voor de sluitertijd.
• De flitsinstelling gaat terug naar de
fabrieksinstelling als u de scènemodus
wijzigt (P41).
• De kleur van de foto kan er vreemd
uitzien als u een scènemodus gebruikt
die ongeschikt is voor de opname.
• [SCN] wordt geselecteerd als u w terwijl
u [PORTRET] of [STERRENHEMEL]
heeft geselcteerd in stap 2. Als u of het
[OPNAME] menu [
] of het [SET-UP]
menu selecteert [ ], dan kunt u de
gewenste items instellen. (P19)
• De volgende functies kunnen niet worden
ingesteld in de scènemodus omdat de
camera ze automatisch aanpast volgens
de optimale instellingen.
– [GEVOELIGHEID]
– [KLEURFUNCTIE]
47
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
Druk op [
T
MENU
SET
] om [SCENE MODE] -menu weer te geven en selecteer een scènemodus. (P47)
Portretmodus
De achtergrond is wazig en de persoon komt
duidelijk uit met een gezonder uiterlijk.
■ Techniek voor een effectief gebruik
van deze modus:
1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk
naar Tele.
2 Beweeg dicht naar het onderwerp.
• Geschikt voor buitenopnamen overdag.
• De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [ISO100].
e
Zachte huidmodus
De camera herkent het gebied van het gezicht
of de huid om een vloeiender uiterlijk te geven
aan de huid dan in de portretmodus. Gebruik
deze modus wanneer u portretten maakt vanaf
de borst omhoog.
■ Techniek voor een effectief gebruik
van deze modus:
1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk naar Tele.
2 Beweeg dicht naar het onderwerp.
• Geschikt voor opnamen overdag.
• Andere huidkleurige elementen worden
ook verzacht.
• Het effect kan bij te weinig licht
onduidelijk zijn.
• De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [ISO100].
V
Landschapsmodus
De camera stelt scherp op onderwerpen
ver weg om u een foto te laten nemen van
een wijds landschap.
• Het scherpstelbereik is 5 m tot Z.
• De flitserinsttelling is vastgesteld op
geforceerd UIT [v].
• De instelling van de AF-assistentielamp
is uitgeschakeld.
• U kunt de instelling voor witbalans niet veranderen.
48
VQT1C71
U
Sportmodus
Stelt u in staat om snel bewegende onderwerpen te
fotograferen (bijv. sport in de buitenlucht).
• Geschikt voor opnamen overdag, 5 m of
verder weg van het onderwerp.
• Als u snelle onderwerpen buiten fotografeert
zal de gevoeligheid hetzelfde zijn als wanneer
u ISO-LIMIET heeft ingesteld in de slimme
ISO-modus [ ] (P45) tot [ISO800].
• De digitale zoom is ingesteld op [OFF].
X
Nachtportretmodus
Fotografeer het onderwerp met natuurlijke
helderheid met gebruik van de flitser met
een langzame sluitertijd.
■ Techniek voor nachtportretmodus
• Gebruik de flitser.
• Gebruik vanwege de langzame sluitertijd
een statief en de zelfontspanner (P43)
voor de beste resultaten.
• Laat het onderwerp na het nemen van de
foto nog ongeveer een seconde stilstaan.
• Draai de zoomhendel naar Groothoek
(1x) ongeveer 1,5 m van het onderwerp.
• Scherpstelbereik is 1,2 m tot 5 m
(zie pagina 41 voor details over het
beschikbare flitsbereik).
• De sluiter kan (max. 1 sec.) na de
opname sluiten door het signaalproces.
Dit is geen storing.
• Als u foto’s neemt op donkere plekken,
kan er ruis optreden.
• Wanneer de flitser wordt gebruikt, wordt
Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
geselecteerd en wordt de flitser telkens
opnieuw geactiveerd.
• U kunt de instelling voor witbalans niet
veranderen.
Geavanceerd opnemen
Druk op [
W
MENU
SET
] om [SCENE MODE] -menu weer te geven en selecteer een scènemodus. (P47)
Nachtlandschapsmodus
Het nachtlandschap kan levendig worden
opgenomen.
■ Techniek voor nachtlandschapsmodus
• Gebruik een statief aangezien de sluiter wel
8 seconden open kan staan. Gebruik de
zelfontspanner voor de beste resultaten. (P43)
• Het scherpstelbereik is 5 m tot Z.
• De sluiter kan (max. 8 sec.) na de
opname sluiten door het signaalproces.
Dit is geen storing.
• Als u foto’s neemt op donkere plekken,
kan er ruis optreden.
• De flitserinsttelling is vastgesteld op
geforceerd UIT [v].
• De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [ISO100].
• De instellingen van de AF-assistentielamp
zijn uitgeschakeld.
• U kunt de instelling voor witbalans niet
veranderen.
f
Voedselmodus
a
Partymodus
Gebruik deze stand om opnamen te maken
bij bruiloftrecepties, feestjes binnenshuis
etc. Zowel de mensen als de achtergrond
kan worden opgenomen met natuurlijke
helderheid met het gebruik van de flitser
en een langzame sluitertijd.
■ Techniek voor partymodus
• Gebruik een statief en de zelfontspanner
(P43) voor de beste resultaten.
• Draai de zoomhendel naar Groothoek
(1x) ongeveer 1,5 m van het onderwerp.
• De flitsinstelling kan worden ingesteld
op geforceerd AAN/Rode-ogen reductie
[q] of Lngz. sy./Rode-ogen reductie
[u].
• U kunt de instelling voor witbalans niet
veranderen.
g
Kaarslichtmodus
Gebruik deze modus om de sfeer van
kaarslicht over te brengen.
Gebruik deze modus voor het nemen
van foto’s in restaurants, ongeacht de
belichting, zodat de natuurlijke kleuren van
het onderwerp goed uitkomen.
■ Techniek voor kaarslichtmodus
• Gebruik de flitser.
• Gebruik een statief en de zelfontspanner
(P43) voor de beste resultaten.
• Het scherpstelbereik is 5 cm
(Groothoek)/30 cm (Tele) tot Z.
• U kunt de instelling voor witbalans niet
veranderen.
• Het scherpstelbereik is 5 cm
(Groothoek)/30 cm (Tele) tot Z.
• De flitsinstelling kan worden ingesteld
op geforceerd AAN/Rode-ogen reductie
[q] of Lngz. sy./Rode-ogen reductie
[u].
• U kunt de instelling voor witbalans niet
veranderen.
49
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
Druk op [
MENU
SET
] om [SCENE MODE] -menu weer te geven en selecteer een scènemodus. (P47)
Zonsondergangmodus
Gebruik deze stand om foto’s te
maken van de zonsondergang.
Zonsondergangkleuren kunnen heel
levendig worden nagebootst.
• De flitserinsttelling is vastgesteld op
geforceerd UIT [v].
• AF ass. Lamp instelling is uitgeschakeld.
• De ISO-gevoeligheid is ingesteld op
[ISO100].
• U kunt de instelling voor witbalans niet
veranderen.
Babymodus 1
Babymodus 2
1
2
Past de belichting en de tint aan om de
gezonde huidskleur van uw baby te doen
uitkomen. De flits zal zwakker zijn dan normaal
als u beslist deze te gebruiken.
U kunt de verjaardag van twee baby’s instellen
met het gebruik van [BABY1] en [BABY2].
U kunt de leeftijd weergeven als u de foto’s
weergeeft en de leeftijd afdrukken op de
opgenomen foto’s met [DATUM AFDR.] (P75).
• U kun took de [LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO-viewer-] software op de
meegeleverde CD-ROM gebruiken om de leeftijd
van uw baby’s in te voeren. (Meer informatie
vindt u in de afzonderlijke bedieningsinstructies
voor aansluiting op de PC.)
■ Instelling leeftijdsweergave
• Om de leeftijd weer te geven, geeft
u de verjaardag op en kiest u [MET
LEEFTIJD], en druk op [MENU/SET].
BABY1
1
MET LEEFTIJD
ZONDER LEEFTIJD
INST. GEB DATUM
ANNUL
SELEC
INST.
MENU
■ Instelling geboortedatum
1 Selecteer [INST. GEB DATUM] en druk
op [MENU/SET].
2 [GEBOORTEDATUM VAN BABY
50
VQT1C71
INSTELLEN] verschijnt. Selecteer
jaar/maand/dag met w/q en verander
de datum met e/r.
3 Druk op [MENU/SET] om af te sluiten.
• Het scherpstelbereik is 5 cm
(Groothoek)/30 cm (Tele) tot Z.
• Gevoeligheid wordt getoond als u ISO
LIMIET instelt in de slimme ISO-modus
[ ] (P45) tot [ISO400].
• Na het zetten van de camera in [BABY1]/
[BABY2] in scènemodus, verschijnt de
leeftijd, huidige datum en de tijd voor
ongeveer 5 seconden onderaan het scherm.
• De eigenlijke leeftijdsweergave is
afhankelijk van de [TAAL] instelling.
• Controleer de instellingen van de klok en
de geboortedatum als de leeftijd verkeerd
wordt weergegeven.
• Let erop dat wanneer u [ZONDER
LEEFTIJD], selecteert, de leeftijd niet
wordt weergegeven. De informatie zal
niet verschijnen, zelfs niet wanneer u
[MET LEEFTIJD] selecteert nadat u de
foto hebt gemaakt.
• Gebruik de functie [RESETTEN] in het
[SET-UP] menu om de instelling van de
geboortedatum te wissen. (P23)
• De digitale zoom is ingesteld op [OFF].
Huisdiermodus
Geschikt voor het maken van foto’s van uw
huisdier.
Houd de ontwikkeling van uw huisdier bij
door de datum toe te voegen. U kunt de
leeftijd weergeven als u de foto’s weergeeft
en de leeftijd afdrukken op de opgenomen
foto’s met [DATUM AFDR.] (P75).
• Weergave en instellingen zijn hetzelfde
als voor de babymodi. Voor informatie
hoe u de leeftijd en geboortedag in stelt,
kijkt u op [BABY1]/[BABY2].
• U kunt ook de [LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO-viewer-] software op de
meegeleverde CD-ROM gebruiken om de leeftijd
van uw huisdier af te drukken. (Meer informatie
vindt u in de afzonderlijke bedieningsinstructies
voor aansluiting op de PC.)
Geavanceerd opnemen
Druk op [
MENU
SET
] om [SCENE MODE] -menu weer te geven en selecteer een scènemodus. (P47)
• Het scherpstelbereik is 5 cm
(Groothoek)/30 cm (Tele) tot Z.
• Gevoeligheid wordt getoond als u ISO
LIMIET instelt in de slimme ISO-modus
[ ] (P45) tot [ISO400].
• Na het zetten van de camera in [HUISDIER]
in scènemodus, verschijnt de leeftijd,
huidige datum en de tijd voor ongeveer 5
seconden onderaan het scherm.
• De eigenlijke leeftijdsweergave is
afhankelijk van de [TAAL] instelling.
• Controleer de instellingen van de klok en
de geboortedatum als de leeftijd verkeerd
wordt weergegeven.
• Let erop dat wanneer u [ZONDER LEEFTIJD],
selecteert, de leeftijd niet wordt weergegeven.
De informatie zal niet verschijnen, zelfs niet
wanneer u [MET LEEFTIJD] selecteert nadat
u de foto hebt gemaakt.
• Gebruik de functie [RESETTEN] in het
[SET-UP] menu om de instelling van de
geboortedatum te wissen. (P23)
• De digitale zoom is ingesteld op [OFF].
• De AF ass. Lamp (P66) is ingesteld op [OFF].
Hoge gevoeligheidsmodus
Deze stand stelt u in staat om foto’s te
nemen op [ISO3200]niveau met hoge
gevoeligheid verwerking.
• Het scherpstelbereik is 5 cm
(Groothoek)/30 cm (Tele) tot Z.
• De resolutie van de gemaakte foto neemt
een weinig af door de verwerking met
hoge gevoeligheid. Dit is geen storing.
• De flitserinsttelling is vastgesteld op
geforceerd UIT [v].
• U kunt niet de extra optische zoom of de
digitale zoom gebruiken.
Strandmodus
Voorkomt onderbelichting van het
onderwerp bij sterk zonlicht zodat u foto’s
op het strand kunt nemen.
• Raak de camera niet aan met natte
handen.
• Zand of zeewater kan een storing van de
camera veroorzaken. Zorg dat er geen
zand of zeewater in contact komt met de
camera, in het bijzonder met de lens, de
flitser of de terminals.
• U kunt de instelling voor witbalans niet
veranderen.
d
Sterrenhemelmodus
Selecteer deze instelling om heldere foto’s
te maken van de nachthemel of andere
donkere onderwerpen.
■ De sluitertijd instellen
U kunt een sluitertijd van 15, 30 of 60
seconden kiezen.
1 Druk op e/r om de foto te selecteren
en druk dan op [MENU/SET].
STERRENHEMEL
15 SEC.
30 SEC.
60 SEC.
ANNUL
SELEC
INST.
MENU
• Om de sluitertijd te veranderen drukt u
op [MENU/SET], en daarna selecteert u
opnieuw [STERRENHEMEL] met q.
2 Neem een foto.
7M
OFF
15
ANNUL
MENU
• Het aftelscherm verschijnt. Beweeg
de camera niet. [AUB WACHTEN..]
verschijnt het aantal seconden dat u
heeft gekozen voor de sluitertijd na het
aftellen. Dit dient voor het verwerken van
de signalen.
51
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
Druk op [
MENU
SET
] om [SCENE MODE] -menu weer te geven en selecteer een scènemodus. (P47)
• Druk op [MENU/SET] om het maken
van de opname te stoppen terwijl het
aftelscherm wordt weergegeven.
■ Techniek voor sterrenhemelmodus
• De sluiter opent gedurende 15, 30 of 60
seconden dus gebruik vanwege de langzame
sluitertijd een statief en de zelfontspanner
(P43) voor de beste resultaten.
• Het LCD-scherm wordt automatisch donker.
• Het histogram is altijd oranje. (P38)
• De flitserinsttelling is vastgesteld op
geforceerd UIT [v].
• De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [ISO100].
• U kunt de belichtingscompensatie,
witbalans, stabilisatiefunctie en de
burstfunctie niet gebruiken.
Z
Vuurwerkmodus
Maak prachtige foto’s van exploderend
vuurwerk in de nacht.
■ Techniek voor vuurwerkmodus
• De sluitertijd wordt langzaam gebruik dus
een statief.
• Deze modus werkt het best bij onderwerpen die
minimaal 10 m van de camera verwijderd zijn.
• De sluitertijd wordt:
– Wanneer [OFF] is ingesteld op de functie
optische beeldstabilisatie: 2 seconden
– Als de optische beeldstabilisatie [MODE1] of
[MODE2] is ingesteld op: 1/4 of 2 seconden
(de sluitertijd wordt alleen 2 seconden wanneer
de camera heeft bepaald dat er weinig trilling
is, zoals bij het gebruik van een statief, enz.)
• Een histogram wordt altijd in het oranje
weergegeven. (P38)
• De flitserinsttelling is vastgesteld op
geforceerd UIT [v].
• U kunt de instelling voor AF-modus niet
veranderen.
• Worden AF-zones niet weergegeven.
• De instellingen van de AF-assistentielamp
zijn uitgeschakeld.
• De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [ISO100].
• U kunt de instelling voor witbalans niet
veranderen.
52
VQT1C71
b
Sneeuwmodus
De belichting en de witbalans worden
aangepast om de witte kleur van de
sneeuw te doen uitkomen.
• U kunt de instelling voor witbalans niet
veranderen.
Luchtfotomodus
Met deze modus kunt u foto’s maken door
het raam van een vliegtuig.
■ Techniek voor luchtfotomodus
Wij raden u aan deze techniek te
gebruiken als het moeilijk is scherp te
stellen wanneer u foto’s van wolken
e.d. maakt. Richt de camera op een
onderwerp met een hoog contrast,
druk de ontspanknop halfweg in om de
scherpstelling vast te leggen, richt de
camera vervolgens op het onderwerp en
druk de ontspanknop volledig in om de foto
te maken.
• Schakel de camera uit tijdens het
opstijgen of landen.
• Volg alle instructies van het
cabinepersoneel wanneer u de camera
gebruikt.
• Let op voor de weerkaatsing van het
raam.
• De flitserinsttelling is vastgesteld op
geforceerd UIT [v].
• De instelling van de AF-assistentielamp
is uitgeschakeld.
• U kunt de instelling voor witbalans niet
veranderen.
Geavanceerd opnemen
Bewegend beeldmodus
■ Het veranderen van de aspectratio en
de beeldkwaliteitinstellingen
1 Druk de ontspanknop halfweg in om scherp
te stellen en druk de knop vervolgens
volledig in om de opname te starten.
A
2 Druk op e/r om [ASPECTRATIO]
te selecteren en druk dan op q.
OPNAME
30fps
VGA
1
1 Druk op [MENU/SET].
R10S
1/ 2
WITBALANS
AWB
ASPECTRATIO
4:3
FOTOMODE
16:9
W
AF MODE
STABILISATIE
5S
B
A: Beschikbare opnametijd
B: Verstreken opnameduur
• Als het onderwerp is scherpgesteld, gaat
het focuslampje branden.
• De waarden van scherpte, zoom en
diafragma worden vastgezet op de
instellingen die van toepassing zijn aan
het begin van de opname (voor het
eerste beeld).
• Als u de optische beeldstabilisatiefunctie
gebruikt is alleen [MODE1] beschikbaar
in de bewegend beeldmodus.
2 Druk de ontspanknop volledig in
om de opname te stoppen.
• Als het interne geheugen of de kaart vol
raakt tijdens een opname, zal de camera
de opname automatisch stoppen.
SELEC
INST.
MODE1
MENU
3 Druk op e/r om het item te selecteren
en druk dan op [MENU/SET].
4 Druk op e/r om select [FOTOMODE]
te selecteren en druk dan op q.
OPNAME
1/ 2
WITBALANS
AWB
30fps
VGA
10fps
VGA
30fps
QVGA
10fps
QVGA
ASPECTRATIO
FOTOMODE
AF MODE
STABILISATIE
SELEC
INST.
MENU
5 Druk op e/r om het item te selecteren
en druk dan op [MENU/SET].
■ Indien de aspectratio staat ingesteld op
[h]
Item
Beeldformaat
fps
30fpsVGA
10fpsVGA
30fpsQVGA
10fpsQVGA
640 × 480 pixels
640 × 480 pixels
320 × 240 pixels
320 × 240 pixels
30 fps
10 fps
30 fps
10 fps
■ Indien de aspectratio staat ingesteld op
[j]
Item
Beeldformaat
fps
30fps16:9
10fps16:9
848 × 480 pixels
848 × 480 pixels
30 fps
10 fps
53
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
• fps (frame per second); Dit verwijst naar
het aantal gebruikte beelden per
1 seconde.
• U kunt vloeiender bewegende beelden
opnemen met 30 fps.
• U kunt langere films opnemen met
10 fps, hoewel de beeldkwaliteit in dat
geval lager is.
• [10fpsQVGA]:
De bestandsgrootte is kleiner, dus de
bestanden zijn geschikt om als bijlage bij
e-mail te versturen.
* U kunt alleen opnemen op het interne
geheugen als het beeldformaat
is ingesteld op “30fpsQVGA” /
“10fpsQVGA”.
6 Druk op [MENU/SET] om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop halfweg
indrukken om het menu te sluiten.
• Het scherpstelbereik is 5 cm Z
(Groothoek)/30 cm (Tele) tot Z.
• Zie P106 voor informatie over de
beschikbare opnameduur.
• De resterende opnameduur die op de
LCD wordt weergegeven loopt wellicht
niet regelmatig terug.
• U kunt geen audio opnemen.
• Met deze camera kunt u geen
bewegende beelden opnemen als u een
MultiMediaCard gebruikt.
• Wanneer [FOTOMODE] is ingesteld op
[30fpsVGA] of [30fps16:9], dan raden
wij u aan om kaarten te gebruiken die
minimaal “10 MB/s” of hogere snelheden
gebruiken (dit staat afgedrukt op de
verpakking) voor de beste resultaten.
• Afhankelijk van het type SD-geheugenkaart
of SDHC-geheugenkaart, is het mogelijk
dat de opname halverwege stopt.
• We adviseren het gebruik van de
Panasonic SD-geheugenkaart/SDHC
geheugenkaart.
54
VQT1C71
• Afhankelijk van het type kaart dat
u gebruikt, kan de kaartaanduiding
even op het scherm zichtbaar worden
na het opnemen van de bewegende
beelden. Dit is normaal.
• De grootte van bewegend beeld is
beperkt tot 2 GB per opnamesessie. De
maximale beschikbare opnametijd voor
tot 2 GB alleen wordt weergegeven op
het scherm.
• Als bewegende beelden die met
deze camera zijn opgenomen worden
afgespeeld op andere apparatuur, is
het mogelijk dat de kwaliteit van beeld
verslechterd of dat ze in het geheel niet
afgespeeld kunnen worden. Het is ook
mogelijk dat de opnamegegevens niet
juist worden weergegeven.
• U kunt de functie richtingwaarneming
en review niet gebruiken in de modus
bewegend beeld [i].
• U kunt [MODE2] niet instellen bij de
functie Optical Image Stabilizer.
Geavanceerd opnemen
De dag van de vakantie waarop u de foto hebt genomen, opnemen
Door het instellen van de vertrek en
aankomstdagen kun u opnemen op welke
dag van de vakantie u een foto neemt. De
vakantiedag wordt getoond als u een foto
weergeeft en u kunt het toevoegen aan
een foto voor het afdrukken met [DATUM
AFDR.] (P75).
• Wanneer u een foto weergeeft, wordt
de datum waarop deze werd gemaakt,
weergegeven.
7M
100-0001
1/19
1E DAG
4 Druk op r om [SET] te selecteren
en druk daarna op [MENU/SET].
SET-UP
KLOKINST.
WERELDTIJD
LCD SCHERM
OFF
+0
REISDATUM
SET
SELEC
2 Druk op r om [SET-UP] -menu
pictogram te selecteren [ ] en
druk vervolgens op q.
3 Druk op e/r om [REISDATUM] te
selecteren en druk dan op q.
MENU
SET
REISDATUM
GELIEVE DE
VERTREKDATUM INSTELLEN
2 . DEC . 2007
SELEC
INST.
MENU
MENU
SET
w/q: Selecteer het gewenste item.
e/r: Stel het jaar, de maand en de
datum in.
6 Druk op e/r/w/q om de
aankomstdatum in te stellen en
druk dan op [MENU/SET].
REISDATUM
■ De reisdatum instellen
(Scherm toont een voorbeeld voor de
normale beeldmodus [
])
1 Druk op [MENU/SET] en
vervolgens op w.
INST.
-
MENU
5 Druk op e/r/w/q om de
vertrekdatum te selecteren en
druk dan op [MENU/SET].
10:00 1. DEC. 2007
• Het aantal dagen dat is verstreken
sinds de vertrekdatum kan op elke foto
worden afgedrukt door middel van de
software [LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO-viewer-] op de CDROM (bijgeleverd). (Meer informatie over
het afdrukken vindt u in de afzonderlijke
bedieningsinstructies voor aansluiting op
de PC.)
1/ 3
BATT. TYPE
STEL DE
TERUGDATUM IN.
– – . – – – .– – – –
SELEC
EXIT
MENU
MENU
SET
w/q: Selecteer het gewenste item.
e/r: Stel het jaar, de maand en de
datum in.
• De reisdatum wordt gewist als de
huidige datum na de aankomstdatum is.
• Als u de aankomstdatum niet heeft
ingesteld, drukt u op [MENU/SET]
terwijl “– – – ” wordt weergegeven.
55
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
7 Druk op [MENU/SET] om het
menu te sluiten.
8 Neem een foto.
7M
19
1E DAG
10:00 1. DEC. 2007
A
• De vakantiedag A verschijnt ongeveer
5 seconden lang nah et instellen van
de reisdata en als de camera wordt
aangezet als de reisdatum is ingesteld.
• Wanneer [REISDATUM] is ingesteld
verschijnt, [
] onderaan rechts op het
scherm.
(Het wordt niet weergegeven als de
huidige datum na de terugkeerdatum ligt.)
■ De reisdatum annuleren
De reisdatum wordt gewist als de huidige
datum na de aankomstdatum is. Als u
halverwege de instelling wilt annuleren,
selecteert u [OFF] in stap 4 en drukt u
twee keer op [MENU/SET].
56
VQT1C71
• De reisdatum wordt berekend op basis
van de datum in de klokinstelling (P17)
en de vertrekdatum die u hebt ingesteld.
Als u [WERELDTIJD] (P57) instelt
volgens de reisbestemming, wordt de
reisdatum berekend volgens de datum in
de klokinstelling en de instelling van de
reisbestemming.
• De instelling voor de reisdatum blijft
behouden, ook al wordt de camera
uitgezet.
• Als u een vertrekdatum instelt en
vervolgens een foto maakt op een datum
vóór deze vertrekdatum, wordt [-] (minus)
in oranje weergegeven en wordt dat
van de vakantie waarop u de foto hebt
gemaakt, niet opgeslagen.
• Als u een vertrekdatum instelt en
vervolgens de klokinstelling wijzigt
naar de datum en de tijd op de
reisbestemming, wordt[-] (min) in het
wit weergeven en wordt de dag van de
vakantie waarop u de foto hebt gemaakt,
opgeslagen wanneer de datum op uw
reisbestemming bijvoorbeeld één dag
voor de vertrekdatum is.
• Als [REISDATUM] is ingesteld op [OFF],
wordt het aantal dagen dat is verstreken
sinds de vertrekdatum, niet opgeslagen,
zelfs als u de reisdatum of de klok
hebt ingesteld. Zelfs als[REISDATUM]
is ingesteld op [SET] nadat de foto’s
zijn gemaakt, wordt de dag van de
vakantie waarop u ze hebt gemaakt, niet
weergegeven.
• Stel de klok (P17) in als het bericht “AUB
KLOK INSTELLEN” verschijnt.
• De reisdata worden ook gebruikt in de
eenvoudige modus [ ].
Geavanceerd opnemen
De tijd op de reisbestemming weergeven
Als u uw tijdzone en de zone van de
reisbestemming instelt wanneer u naar het
buitenland reist, kan de lokale tijd op de
bestemming worden weergegeven op het
scherm en op de gemaakte foto’s worden
opgenomen.
• Selecteer [KLOKINST.] om de huidige
datum en tijd vooraf in te stellen. (P17)
1 Druk op [MENU/SET] en
vervolgens op w.
2 Druk op r om [SET-UP] -menu
pictogram te selecteren [ ] en
druk vervolgens op q.
3 Druk op e/r om select
[WERELDTIJD] in te stellen en
druk dan op q.
SET-UP
1/ 3
BATT. TYPE
KLOKINST.
WERELDTIJD
LCD SCHERM
±0
REISDATUM
OFF
SELEC
EXIT
MENU
• Als u de wereldtijd voor de eerste keer
instelt, verschijnt het bericht [GELIEVE
DE THUISZONE INSTELLEN] . Druk
op [MENU/SET] wanneer dit bericht
verschijnt en stel vervolgens de
thuiszone in via het scherm dat wordt
weergegeven in stap 2 in “gelieve de
thuiszone instellen [HOME]”.
■ De thuiszone instellen [HOME]
(Voer de stappen 1, 2 en 3 uit.)
1 Druk op r om [HOME] te selecteren en
druk dan op [MENU/SET].
WERELDTIJD
BESTEMMING
HOME
10:00 1. JAN. 2007
ANNUL
SELEC
MENU
INST.
MENU
SET
2 Druk op w/q om de thuiszone te
selecteren en druk dan op [MENU/SET].
10:00
Berlin
Paris
Rome
Madrid
GMT +1:00
ANNUL
SELEC
INST.
MENU
MENU
SET
• De huidige tijd wordt bovenaan links
op het scherm weergegeven en het
tijdverschil met GMT (Greenwich Mean
Time) wordt onderaan links op het
scherm weergegeven.
• Als de zomertijd [
] wordt gebruikt
in de thuiszone, drukt u op e. Druk
opnieuw op e om terug te keren naar de
oorspronkelijke tijd.
• De zomertijdinstelling voor de thuiszone
wijzigt de huidige tijd niet. Stel de klok
één uur later in. (P17)
57
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
De instelling van de thuiszone voltooien
• Als u de thuiszone voor de eerste keer instelt,
keert het scherm terug naar het scherm dat
wordt weergegeven in stap 1 onder “De
thuiszone instellen [HOME]” nadat u op
[MENU/SET] hebt gedrukt om uw thuiszone
in te stellen. Druk op w om terug te keren
naar het scherm in stap 3 en druk daarna
op [MENU/SET] om het menu af te sluiten.
• Als u de thuiszone voor de tweede
en volgende keren instelt, keert het
scherm terug naar het scherm dat
wordt weergegeven in stap 3 nadat u
op [MENU/SET] hebt gedrukt om uw
thuiszone in te stellen. Druk opnieuw op
[MENU/SET] om het menu te sluiten.
■ De zone van de reisbestemming
instellen
(Voer de stappen 1, 2 en 3 op P57 uit.)
1 Druk op e om [BESTEMMING] te
selecteren en druk dan op [MENU/SET]
om het in te stellen.
WERELDTIJD
BESTEMMING
HOME
--:-- --.--.---ANNUL
SELEC
INST.
MENU
MENU
SET
A
A: Afhankelijk van de instelling, wordt
de tijd van de reisbestemming of de
thuiszone weergegeven.
• Als u de zone van de reisbestemming
voor de eerste keer instelt, worden de
datum en tijd weergegeven zoals in het
bovenstaande scherm.
2 Druk op w/q om de zone van de
reisbestemming te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET] om uw
keuze in te stellen.
10:00
18:30
Adelaide
+8:30
SELEC
58
VQT1C71
ANNUL
INST.
MENU
SET
• De huidige tijd van de zone van de
geselecteerde reisbestemming wordt
bovenaan rechts op het scherm
weergegeven en het tijdverschil met de
thuiszone wordt onderaan links op het
scherm weergegeven.
• Als de zomertijd [
] wordt gebruikt
op uw reisbestemming, druk dan
e. (De tijd gaat 1 uur vooruit.) Druk
opnieuw op e om terug te keren naar de
oorspronkelijke tijd.
3 Druk op [MENU/SET] om het menu af te
sluiten.
SET-UP
1/ 3
BATT. TYPE
KLOKINST.
WERELDTIJD
LCD SCHERM
±0
REISDATUM
OFF
SELEC
EXIT
MENU
• Het pictogram wijzigt van [ ] naar
[ ] nadat u de reisbestemming hebt
ingesteld.
• Stel de instelling opnieuw in op [HOME]
als de vakantie is afgelopen voert u
stappen 1, 2, 3 en daarna de stappen 1
en 2 van de “Instellen van de thuiszone
[HOME]” (P57).
• Als u de reisbestemming niet kunt vinden
in de zones die op het scherm worden
weergegeven, stel dan het tijdverschil
met de thuiszone in.
• De [WERELDTIJD] instelling heeft ook
effect op de eenvoudige modus [ ].
• Als u nu foto’s weergeeft die u op
vakantie heeft gemaakt, verschijnt het
vakantiepictogram [
].
Geavanceerd opnemen
Werken met het [OPNAME] modusmenu
Door het instellen van kleur, het
aanpassen van de fotokwaliteit, enz. kunt
u foto’s nemen met een grote variëteit. De
menu-items die kunnen worden ingesteld
hangen af van de opnamemodus.
■ Werken met het [OPNAME]
modusmenu
Druk op [MENU/SET] om het
opnamemenu te zien en selecteer het item
dat u wilt veranderen (P19).
Items die u kunt instellen
(In normale fotomodus [
])
Menu
Item
pagina
K WITBALANS (P60)
J GEVOELIGHEID (P61)
Pagina 1 i ASPECTRATIO (P62)
Z FOTO RES. (P62)
Q KWALITEIT (P62)
M AF MODE (P63)
STABILISATIE (P64)
BURSTFUNCTIE (P65)
Pagina 2
N AF ASS. LAMP (P66)
O DIG. ZOOM (P32)
T KLEURFUNCTIE (P66)
Pagina 3
3 KLOKINST.(P66)
1 Houd [FUNC] ingedrukt in de
opnamemodus tot de snelle
instellingsmodus verschijnt.
1 OFF AWB AUTO
7M
AWB
FUNC
9
SELEC
EXIT
MENU
2 Druk op e/r/w/q om het menuitem en instelling te selecteren
en druk dan op [MENU/SET] om
het menu af te sluiten.
1 OFF AWB AUTO
AUTO
ISO 100
ISO 200
7M
ISO 400
ISO 800
9
ISO 1250
SELEC
EXIT
MENU
MENU
SET
• U kunt het menu ook afsluiten door te
drukken op [FUNC].
• De [|] (Witinstelling) instelling
voor de witbalans verschijnt niet als u de
snelle instellingsmodus gebruikt.
■ Werken met het snelmenu
U kunt de [FUNC] -knop gebruiken om
ammkelijkde volgende 6 items in te
stellen tijdens het opnemen (In normale
beeldmodus [
]).
• [STABILISATIE]
• [BURSTFUNCTIE]
• [WITBALANS]
• [GEVOELIGHEID]
• [FOTO RES.]
• [KWALITEIT]
59
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
MENU
Druk op [ SET ] om het [OPNAME] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P19)
[WITBALANS]
K
De kleur aanpassen voor een
meer natuurlijke foto
Met deze functie reproduceert u een kleur
wit die de tint in het echte leven beter
benaderd op foto’s die zijn opgenomen met
zonlicht, halogeenverlichting, enz. waarbij
de witte kleur er rood- of blauwachtig uit
kan zien. Selecteer een instelling die past
bij de opnameomstandigheden.
AWB
k (Daglicht)
l (Bewolkt)
(Schaduw)
m (Halogeen)
o (Wit-instelling)
p
(Wit-instelling)
voor automatische
instelling (autowitbalans)
voor opnames
buitenshuis op een
heldere dag
voor opnamen
buitenshuis op een
bewolkte dag
voor opnames op
donkere plekken
buitenshuis op een
heldere dag
voor opnames onder
halogeenverlichting
voor gebruik van de
vooraf ingestelde
witbalanse
voor gebruik van de
instellingsmodus met
een andere witbalans
instelling
■ Automatische witbalans (AWB)
Gebruik van de automatische aanpassing
van de witbalans in ongeschikte
lichtomstandigheden, kan leiden tot roodof blauwachtige foto’s. Als het onderwerp
wordt omringd door vele lichtbronnen, of
als er geen witte of witachtige voorwerpen
in het kaderr zijn, werkt de automatische
witbalans wellicht niet correct.
Stel de witbalans in dat geval handmatig in
op een modus behalve [AWB] .
1 Het bereik wordt bepaald door de
modus voor automatische aanpassing
van de witbalans van deze camera.
2 Blauwe hemel
3 Bewolkte lucht (Regen)
4 Schaduw
5 TV-scherm
6 Zonlicht
7 Wit TL-licht
8 Gloeilamp
9 Zonsopgang en zonsondergang
10 Kaarslicht
2)
3)
5)
1)
6)
7)
8)
9)
10)
K=Kelvin kleurtemperatuur
60
VQT1C71
4)
Geavanceerd opnemen
MENU
Druk op [ SET ] om het [OPNAME] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P19)
■ Handmatig instellen van de witbalans
(Wit instelling |)
Gebruik deze optie om de witbalans
handmatig in te stellen.
1 Selecteer [|] (Wit-instelling) en
druk vervolgens op [MENU/SET].
2 Richt de camera op een wit vel papier
of een vergelijkbaar wit object zodat het
kader in het midden van het scherm wit
wordt en druk dan op [MENU/SET].
WIT INSTELLEN
ANNUL
INST.
MENU
3 Druk tweemaal op [MENU/SET] om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop halverwege
indrukken om te eindigen.
• De witbalans kan niet correct zijn als het
onderwerp buiten het flitsbereik valt.
• De witbalans die u instelt wordt
opgeslagen, zelfs als u uw camera uitzet,
maar als u de scenemodus verandert,
keert de witbalans instelling terug naar
[AWB].
• De witbalans kan niet worden ingesteld in
de volgende gevallen:
– In eenvoudige modus [ ]
– [LANDSCHAP], [NACHTL. SCHAP],
[NACHTPORTRET], [VOEDSEL],
[PARTY], [KAARSLICHT],
[ZONSONDERG.], [VUURWERK],
[STRAND], [STERRENHEMEL],
[SNEEUW], of [LUCHTFOTO] in
scenemodus (P47)
J
[GEVOELIGHEID]
De lichtgevoeligheid instellen
ISO-gevoeligheid geeft de
lichtgevoeligheid in een waarde weer. Als
u de ISO-gevoeligheid hoger instelt, wordt
de camera beter geschikter voor opnames
op donkere plekken.
• Wanneer u instelt op [AUTO] wordt de
ISO-gevoeligheid automatisch aangepast
naar een maximum van [ISO400] volgens
de helderheid. (Als u de flitser gebruikt,
wordt het aanpassingsbereik een
maximum van [ISO640].)
ISO-gevoeligheid
Gebruiken op
heldere plekken
(bijv. buitenshuis)
Gebruiken op
duistere plekken
Sluitertijd
Ruis
100
Geschikt
1250
Niet
geschikt
Niet
Geschikt
geschikt
Langzaam Snel
Minder
Meer
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO3200] in [H. GEVOELIGH.]. (P51) in
scenemodus.
• Om ruis te voorkomen raden we
aan om de ISO-gevoeligheid of om
[KLEURFUNCTIE] op [NATURAL] in te
stellen. (P66)
• Als de camera staat ingesteld in de
slimme ISO-stand (P45) verandert het
scherm in het scherm voor [ISO LIMIT].
• De ISO-gevoeligheid kan niet worden
ingesteld in de volgende gevallen:
– In eenvoudige modus [ ]
– In filmmodus [i]
– In scenemodus
61
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
MENU
Druk op [ SET ] om het [OPNAME] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P19)
[ASPECTRATIO]
i
De aspectratio van afbeeldingen
instellen
Z
[FOTO RES.]/[KWALITEIT]
Een beeldformaat en -kwaliteit
Q instellen die passen bij het
gebruik van de opnamen
Door de aspectratio te wijzigen, kunt u
een kijkhoek selecteren die past bij het
onderwerp.
Selecteer deze optie om
opnamen te maken met dezelfde
aspectratio als een 4:3 tv of een
computerscherm.
h
Een digitale foto bestaat uit talrijke beeldpunten
die pixels worden genoemd. Hoewel u het
verschil niet zult zien op het scherm van de
camera, zorgen meer pixels voor een fijnere
foto wanneer deze op een groot blad papier
wordt afgedrukt of op een computerscherm
wordt weergegeven. De beeldkwaliteit verwijst
naar de compressieverhouding op het ogenblik
dat de digitale foto’s worden opgeslagen.
A
Selecteer deze optie om foto’s
te maken met dezelfde 3:2
aspectratio als een 35 mm film.
Dit is geschikt voor landschappen,
enz. waarbij een breedbeeld de
voorkeur heeft.
Dit is ook geschikt voor het
weergeven van beelden op een
breedbeeld-tv, een high definition
j
tv, enz.
• U kunt niet kiezen voor [
] tijdens de
filmmodus [i] (P53).
• Het einde van de gemaakte foto’s kan bij
het afdrukken worden geknipt. (P102)
62
VQT1C71
B
A Veel pixels (Fijn) B Weinig pixels (Ruw)
* Deze foto’s zijn voorbeelden om het effect te tonen.
■ Aantal pixels
Selecteer een hoger aantal pixels voor
duidelijker foto’s bij het afdrukken.
Selecteer een lager aantal pixels [ 0.3M ]
(0,3M EZ) om meer foto’s te kunnen
opslaan. Minder pixels betekent ook dat
het gemakkelijker is om foto’s via e-mail
te verzenden of om ze op een startpagina
van een website te gebruiken.
■ Indien de aspectratio staat ingesteld
op [h]
DMC-LS75/DMC-LS70
3072 × 2304 pixels
7M (7M)
alleen DMC-LS60
2816 × 2112 pixels
6M (6M)
DMC-LS75/DMC-LS70
2560 × 1920 pixels
5M (5M EZ)
2048 × 1536 pixels
3M (3M EZ)
2M (2M EZ)
1600 × 1200 pixels
1M (1M EZ)
1280 × 960 pixels
0.3M (0,3M EZ) 640 × 480 pixels
Geavanceerd opnemen
MENU
Druk op [ SET ] om het [OPNAME] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P19)
■ Indien de aspectratio staat ingesteld op [
]
DMC-LS75/DMC-LS70
3072 × 2048 pixels
6M (6M)
alleen DMC-LS60
2816 × 1880 pixels
5M (5M)
2.5M (2,5M EZ) 2048 × 1360 pixels
■ Indien de aspectratio staat ingesteld op [j]
DMC-LS75/DMC-LS70
3072 × 1728 pixels
5.5M (5,5M)
alleen DMC-LS60
2816 × 1584 pixels
4.5M (4,5M)
2M (2M EZ)
1920 × 1080 pixels
■ Kwaliteit
G Fijn (Lage compressie):
Bij dit type wordt prioriteit gegeven aan
beeldkwaliteit. Beeldkwaliteit is hoog.
H Standaard (Hoge compressie):
Bij dit type krijgt het aantal
opneembare foto’s prioriteit en
worden foto’s in standaardkwaliteit
opgeslagen.
• Het aantal pixels dat kan worden geselecteerd,
verschilt afhankelijk van de aspectratio. Stel
het beeldformaat in als u de aspectratio wijzigt.
• [EZ] is een afkorting van [Extra optical
Zoom]. (P30)
• De extra optische zoom werkt niet in
[H. GEVOELIGH.] (P51) in scene stand, dus de
fotogrootte voor [EZ] wordt niet weergegeven.
• Foto’s zien er soms als een mozaïek uit afhankelijk
van het onderwerp en de opnamecondities.
• Zie pagina P104 voor het mogelijk aantal
op te nemen foto’s.
• In de eenvoudige modus [ ], worden de
instellingen als volgt.
–
ENLARGE:
h/DMC-LS75/DMC-LS70:[ 7M ]
(7M), DMC-LS60:[ 6M ] (6M)/Fijn
–
4˝ × 6˝/10 × 15 cm:
/[ 2.5M ] (2,5M EZ)/Standaard
–
E-MAIL:
h/[ 0.3M ] (0,3M EZ)/Standaard
M
[AF MODE]
De scherpstelmethode instellen
Selecteer de modus die overeenkomt met
de opnamevoorwaarden en de compositie.
5-zone-scherpstellen:
De camera wordt scherpgesteld op
een van de 5 scherpstelzones. Dit is
handig wanneer het onderwerp niet in
het midden van het scherm staat.
WH 1-zone-scherpstellen (hoge snelheid):
De camera wordt snel scherpgesteld
op het onderwerp in het AF-gebied in
het midden van het scherm.
W 1-zone-scherpstellen:
De camera stelt scherp op het
onderwerp in het AF-gebied in het
midden van het scherm.
63
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
MENU
Druk op [ SET ] om het [OPNAME] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P19)
■ 1-zone-scherpstellen (hoge snelheid)
• U kunt sneller scherpstellen op het
onderwerp dan in de overige AF-modi.
• Opnamen kunnen stilstaand worden
weergegeven in de status die ze
hadden voordat het onderwerp werd
scherpgesteld door het halfweg
indrukken van de ontspanknop. Dit is
echter geen storing.
• Als u de digitale
zoom gebruikt of
foto’s neemt op
donkere plekken,
wordt de AF-zone
op het midden van
het scherm weergegeven in een grotere
maat dan normaal.
• Wanneer meerdere AF-gebieden
(max. 5 gebieden) tegelijk oplichten,
zal de camera scherpstellen om alle
AF-gebieden. De scherpstelpositie is
niet vooraf bepaald omdat deze wordt
ingesteld naar de positie die automatisch
door de camera wordt bepaald op het
ogenblik van het scherpstellen. Als u de
scherpstelpositie wilt bepalen om foto’s
te maken, schakelt u de AF-modus naar
1-zone-scherpstellen, 1-zonescherpstellen (hoge snelheid) of spotscherpstellen.
• In de 5-zone-scherpstellen mdous,
worden AF-zones niet weergegeven tot
de camera scherpstelt op een voorwerp.
• De AF-modus kan niet worden ingestel
in de eenvoudige modus [ ] of
[VUURWERK] in scène-modus.
64
VQT1C71
[STABILISATIE]
Deze functie merkt beweging op
en corrigeert het
MODE1
(7)
Het stabilisatiesysteem functioneert
altijd en helpt bij het bepalen van
de fotocompositie.
MODE2 De beweging wordt
(8) gecompenseerd wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt. Er is
een groter stabilisatie-effect.
OFF
Indien beeldstabilisatie niet
(
) gewenst is.
■ Demonstratie van het trilling/
beweging detectie-scherm
Druk op q om [JITTER, DEMO BEW.
ONDW.] als het [STABILISATIE] -scherm
wordt weergegeven. U kunt niet opnemen
als het demonstratiescherm aanstaat.
Druk opnieuw op q om de demonstratie te
stoppen.
JITTER, DEMO BEW. ONDW.
A
B
AFSPELEN KAN NIET
IN OPNAMEFUNCTIE
EXIT
A trilling-indicator
B beweging-indicator
• De camera detecteert automatisch trillen
en beweging van het onderwerp en geeft
dat aan.
• De demonstratie toont alleen
voorbeelden.
• De automatische ISO-gevoeligheid
instelling die gebruik maakt van
bewegingsdetetie werkt alleen in slimme
ISO-modus en de [SPORT], [BABY], en
[HUISDIER] scène-modi (P47).
Geavanceerd opnemen
MENU
Druk op [ SET ] om het [OPNAME] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P19)
• De stabilisatiefunctie werkt in de
volgende situaties mogelijkerwijs niet,
dus let extra op dat u de camera niet
beweegt tijdens het indrukken van de
ontspanknop.
– Wanneer er teveel bewogen wordt.
– Wanneer de zoomfactor hoog is.
– In digitaal zoombereik.
– Bij het nemen van foto’s terwijl u een
bewegend onderwerp volgt.
– Als de sluitertijd extreem langzaam is
door duisternis of een andere oorzaak.
• In eenvoudige modus [ ], is de
instelling vastgezet op [MODE2] en in
[STERRENHEMEL] (P51) in scenemodus is het vastgesteld op [OFF].
• In de filmstand kan [i], [MODE2] niet
worden ingesteld.
[BURSTFUNCTIE]
Snel achter elkaar opnamen maken
• Zet deze stand [ON] en als u de
ontspanknop ingedrukt houdt worden er
meerdere foto’s achter elkaar genomen.
• De burstsnelheid zal halverwege
langzamer worden. Wanneer het
langzamer wordt hangt af van het type
kaart, het beeldformaat en de kwaliteit.
• U kunt foto’s maken tot de capaciteit van
het interne geheugen of de kaart vol is.
• De snelheid van de burstfunctie wordt
langzamer als de ISO-gevoeligheid (P45,
61) hoger is dan [ISO400].
• Sluitersnelheid neemt af op donkere
plaatsen en daarom zal de burstsnelheid
ook langzamer zijn.
• Het brandpunt wordt bij de eerste foto bepaald.
• De camera stelt de belichting en de wit balans
in voor elke foto in de reeks.
• Als u afwisselt tussen gebieden met
grote variatie in helderheid zal de camera
er enige tijd over doen om de juiste
belichting in te stellen. Dit betekent dat
de belichting niet correct kan zijn als u
foto’s snel achter elkaar neemt.
• Bij gebruik van de zelfontspanner is het
aantal mogelijke opnames in burstmodus
vast ingesteld op 3.
• De burstmodus wordt niet geannuleerd
wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
• In burstmodus wordt auto review
geactiveerd zelfs als deze instelling is
uitgeschakeld. In het setupmenu kunt u
de instelling auto-review niet wijzigen.
• U kunt slechts een foto tegelijk nemen
als u de flitser gebruikt.
• U kunt geen foto’s achter elkaar nemen als
u opneemt in de eenvoudige modus [ ] of
[STERRENHEMEL] in scène-modus.
65
VQT1C71
Geavanceerd opnemen
MENU
Druk op [ SET ] om het [OPNAME] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P19)
[AF ASS. LAMP]
N
Scherpstellen in zwakke belichtingsom
standigheden wordt gemakkelijker
Door het onderwerp te belichten met
de AF-assistentielamp kan de camera
onder slechte lichtcondities
A
scherpstellen.
Als de AF ass. lamp is
ingesteld op [ON], wordt
een AF-zone (P63) met een
groter format dan normaal
weergegeven en gaat de AF
ass. lamp A aan.
ON
OFF
De AF-assistentielamp gaat aan
onder slechte lichtcondities. Op dat
moment verschijnt het pictogram
AF-assistentielamp [S] op het
scherm. Het effectieve bereik van
de AF-assistentielamp is 1,5 m.
De AF-assistentielamp gaat niet aan.
• Houd rekening met de volgende punten
als de AF-assistentielamp wordt gebruikt.
– Kijk niet dicht in de AF-assistentielamp.
– Dek de AF-assistentielamp niet af met
uw vingers of andere voorwerpen.
• Als u de AF-assistentielamp niet wilt
gebruiken (bijv. wanneer u een foto
neemt van een dieren op een donkere
plek), stel de [AF ASS. LAMP] dan in op
[OFF]. In dit geval wordt het moeilijk om
scherp te stellen op het onderwerp.
• De AF ass. lamp is vastgezet op [ON] als de
camera in de eenvoudige modus is [ ].
• U kunt de AF ass. lamp niet gebruiken
in [LANDSCHAP], [NACHTL. SCHAP],
[ZONSONDERG.], [VUURWERK] en
[LUCHTFOTO] in scene-modus. (P47)
• De AF ass. lamp is ingesteld op [OFF] in
[HUISDIER] (P50) in scene-modus.
66
VQT1C71
[KLEURFUNCTIE]
T
De kleureffecten instellen voor
de gemaakte opnamen
U kunt opvolgende kleureffecten gebruiken
afhankelijk van de afbeelding op de foto.
NATURAL
VIVID
B/W
SEPIA
Neemt zachtere beelden op.
Neemt levendiger beelden
op.
De foto wordt zwartwit.
De foto wordt sepiakleurig.
• De foto kan grofkorreliger zijn als u de
foto op een donkere plaats neemt. Om
ruis te voorkomen raden we aan om
de [KLEURFUNCTIE] in te stellen op
[NATURAL].
[KLOKINST.]
3
Instellen van datum, tijd en
display
Stel de klok in als u de datum of tijd
verandert (P17).
Geavanceerd kijken
Meerdere schermen weergeven (Multi-weergave)
1 Draai de zoomhendel naar [ ]
[W] om meerdere schermen weer
te geven.
1. DEC. 2007
1/34
ANNUL
MENU
• Afhankelijk van de gemaakte opname
en de instelling, verschijnen de volgende
pictogrammen.
–[
] (Favorieten)
–[
] (Bewegend beeld)
– [K] ([BABY1]/[BABY2] in stand scene)
–[
] ([HUISDIER] in stand scene)
–[
] (Reisdatum)
–[
] (Reisbestemming)
–[
] (Datum afdr. voltooid)
■ Voorbeelden van 25 schermen
1. DEC. 2007
.
Voorbeeld: Als u weergave van 9 foto’s
hebt gekozen
•
: 1 scherm➝9 schermen➝
25 schermen➝Kalenderschermweer
gave (P68)
• Draai de zoomhendel naar [3] [T] om
terug te keren naar het vorige scherm.
2 Druk op e/r/w/q om een foto te
selecteren.
A
1. DEC. 2007
5/34
ANNUL
MENU
A: Nummer van de geselecteerde foto en
het totaal aantal opgenomen opnamen
6/34
.
ANNUL
MENU
■ Terugkeren naar normale weergave
Draai de zoomhendel naar [3] [T], of druk
op [MENU/SET].
• De afbeelding die u heeft geselecteerd
wordt getoond.
■ Een foto tijdens multi-weergave
wissen
1 Druk op e/r/w/q om een foto te
selecteren en druk dan op [A].
2 Druk op e om [JA] te selecteren.
3 Druk op [MENU/SET].
• Tijdens multi-weergave kunt u de
opname informatie niet wissen op het
display door te drukken op [DISPLAY].
• Foto’s worden niet gedraaid
weergegeven, zelfs als [LCD ROTEREN]
is ingesteld op [ON] (P74).
67
VQT1C71
Geavanceerd kijken
Foto’s weergeven op opnamedatum (Kalenderweergave)
U kunt foto’s weergeven op
opnamedatum met behulp van de
kalenderweergavefunctie.
1 Draai de zoomhendel meerdere
keren naar [ ] [W] om het
kalenderscherm weer te geven.
SUN MON TUE WED THU FRI SAT
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
30
31
DAG
MAAND
2007
29
INST.
MENU
2 Druk op e/r/w/q om de datum die u
wilt weergeven te selecteren.
e/r: Selecteer de datum
w/q: Selecteer de maand
• Als er gedurende een maand geen
opnamen werden gemaakt, wordt deze
maand niet weergegeven.
3 Druk op [MENU/SET] om de opnamen
die op de geselecteerde datum zijn
gemaakt, weer te geven.
1. DEC. 2007
1/34
ANNUL
MENU
• Draai de zoomhendel naar [ ] [W] om
terug te keren naar het kalenderscherm.
VQT1C71
• De geselecteerde foto wordt
weergegeven op het weergavescherm
met 1 scherm.
■ Terugkeren naar het weergavescherm
met 1 scherm
Nadat het kalenderscherm is
weergegeven, kunt u de zoomhendel
draaien naar [3] [T] om 25, 9 en 1
schermen weer te geven. (P67)
12
• De opnamedatum van de foto die u in het
weergavescherm hebt geselecteerd, wordt de
geselecteerde datum wanneer het kalenderscherm
voor de eerste keer wordt weergegeven.
• Als er meerdere opnamen zijn met
dezelfde opnamedatum, wordt de eerste
opname van die dag weergegeven.
68
4 Druk op e/r/w/q om een foto
te selecteren en druk dan op
[MENU/SET].
• De foto’s worden weergegeven zonder
te worden gedraaid, zelfs als u [LCD
ROTEREN] hebt ingesteld op [ON]. (P74)
• U kunt de kalender weergeven van
januari 2000 tot december 2099.
• Als de opnamedatum van de foto die u in
de multi-weergave van 25 schermen hebt
geselecteerd, niet tussen januari 2000
en december 2099 ligt, toont de camera
automatisch de oudste kalenderdatum.
• Foto’s die op een PC of andere
apparatuur werden bewerkt, kunnen
worden weergegeven met andere data
dan de werkelijke opnamedata.
• Als de datum niet is ingesteld in
de camera (P17), dan wordt de
opnamedatum ingesteld als 1 januari
2007.
• Als u foto’s maakt nadat u de
reisbestemming hebt ingesteld in
[WERELDTIJD] (P57), worden de foto’s
weergegeven volgens de datums op de
reisbestemming in de kalenderweergave.
Geavanceerd kijken
Zoomweergave gebruiken
1 Draai de zoomhendel naar [3]
[T] om het beeld te vergroten.
2X
A
4X
ANNUL
WISSEN
• 3: 1×➝2×➝4×➝8×➝16×
• Als u de zoomhendel naar [ ] [W]
draait nadat de foto is vergroot, wordt de
vergroting minder. Als u de zoomhendel
naar [3] [T], draait, wordt de vergroting
groter.
• Als u de vergrotingsfactor wijzigt,
verschijnt de aanduiding zoompositie A
ongeveer 1 seconde zodat u de positie
van het uitvergrote deel kunt controleren.
■ Het gebruik van de weergavezoom
stoppen
Draai de zoomhendel naar [ ] [W] of
druk op [MENU/SET].
■ Een foto tijdens zoomweergave
wissen
1 Druk op [A].
2 Druk op e om [JA] te selecteren.
3 Druk op [MENU/SET].
• Tijdens multi-weergave kunt u de
opname informatie niet wissen op het
display door te drukken op [DISPLAY].
• Hoe meer de foto wordt vergroot, hoe
meer de kwaliteit verminderd.
• Gebruik de functie voor het bijsnijden als
u de vergrote foto wilt opslaan. (P81)
• De zoomweergave werkt mogelijkerwijs
niet met foto’s die met andere apparaten
zijn opgenomen.
2 Druk op e/r/w/q om de positie
te verschuiven.
2X
4X
ANNUL
WISSEN
• Als u de weer te geven positie verplaatst,
wordt de aanduiding van de zoompositie
ongeveer 1 seconde weergegeven.
69
VQT1C71
Geavanceerd kijken
Weergeven van bewegend beeld
Druk op w/q om een afbeelding te
selecteren met een filmpictogram
10fps
30fps
10fps
[ 30fps
QVGA ] / [
QVGA ] / [
VGA ] / [
VGA ] /
[ 30fps16:9 ] / [ 10fps16:9 ] en druk dan op r om
het weer te geven.
30fps
VGA
WEERG. BEW.
BEELDEN
100-0001
1/19
15S
A
10:00 1. DEC. 2007
• De opnameduur van de film A wordt weergegeven
op het LCD-scherm. Nadat de weergave is gestart,
wordt de verstreken weergaveduur onderaan rechts
op het LCD-scherm weergegeven. 1 uur 20 minuten
en 30 seconden wordt bijvoorbeeld weergegeven
als [1h20m30s].
• De cursor die tijdens het
weergeven wordt afgebeeld, komt
overeen met e/r/w/q.
Om de weergave van bewegende
beelden te stoppen
Druk op r.
Snel vooruitspoelen/Snel terugspoelen
Blijf tijdens de weergave van bewegende
beelden w/q ingedrukt houden.
q: Snel vooruit
w: Snel terug
• Nadat de knop is losgelaten, keert
de weergave terug naar de normale
weergave van bewegende beelden.
Pauzeren
Druk op e tijdens de weergave van
bewegende beelden.
• Druk nogmaals op e om het pauzeren te
annuleren.
Beeldje-voor-beeldje vooruit/terugkijken
Druk op w/q tijdens pauze.
70
VQT1C71
• De bestandsindeling die met deze
camera kan worden weergegeven is
QuickTime Motion JPEG.
• De bijgeleverde software bevat
QuickTime om filmbestanden die met de
camera zijn gemaakt, af te spelen op de
PC (P84).
• Sommige QuickTime Motion JPEGbestanden die op een PC of een ander
apparaat zijn opgenomen, kunnen niet
door deze camera worden weergegeven.
• Tijdens het weergeven van bewegende
beelden die op een ander apparaat zijn
opgenomen, kan de kwaliteit van de
beelden achteruitgaan of kan weergave
onmogelijk zijn.
• U kunt de audio van bewegende beelden
niet afspelen als het is opgenomen met
andere apparatuur.
• Bij gebruik van een geheugenkaart met
een grote opslagruimte, kan het snel
vooruit zoeken langzamer werken dan
gebruikelijk.
• U kunt de volgende functies met
bewegende beelden niet gebruiken.
– Weergavezoom (tijdens het weergeven
of pauzeren van films)
– [LCD ROTEREN]/[ROTEREN]
– [DATUM AFDR.]
– [NW. RS.]/[BIJSNIJD.]
Geavanceerd kijken
Werken met het [AFSPELEN] modusmenu
U kunt verschillende functies in de
weergavemodus gebruiken om foto’s te
draaien, te beveiligen, enz.
• Raadpleeg P72 tot 83 voor elke menuoptie.
1 Druk op [MENU/SET].
2 Druk op e/r om een menu-item
te selecteren en druk dan op q.
AFSPELEN
1/ 3
DIASHOW
FAVORIETEN
OFF
LCD ROTEREN
ON
ROTEREN
Items die u kunt instellen
Menu pagina
Item
Pagina 1
a DIASHOW (P72)
FAVORIETEN (P73)
j LCD ROTEREN (P74)
b ROTEREN (P74)
DATUM AFDR. (P75)
Pagina 2
l DPOF PRINT (P77)
g BEVEILIGEN (P79)
e NW. RS (P80)
f BIJSNIJD. (P81)
KOPIE (P82)
Pagina 3
0 FORMATEREN (P83)
DATUM AFDR.
SELEC
EXIT
MENU
A
PLAY
2/ 3
DPOF PRINT
BEVEILIGEN
NW. RS
BIJSNIJD.
KOPIE
SELEC
EXIT
MENU
• Druk op r bij Aom naar het volgende
menuscherm te schakelen.
• U kunt vanaf elk menu schakelen
naar andere menuschermen door de
zoomhendel te draaien.
• Raadpleeg de beschrijving van de
menuoptie in de gebruiksaanwijzing
nadat u deze optie in stap 2 hebt
geselecteerd en stel deze vervolgens
in.
71
VQT1C71
Geavanceerd kijken
MENU
Druk op [ SET ] om het [AFSPELEN] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P71)
A
[DIASHOW]
B
C
Foto’s in volgorde weergeven
voor een vast tijdsbestek
a
Dit wordt aanbevolen wanneer u foto’s
op een tv-scherm wilt weergeven. Als
[FAVORIETEN] (P73) is ingesteld, kunt u
ongewenste foto’s overslaan.
• Het scherm dat wordt afgbeeld in stap
1 verschijnt wanneer [FAVORIETEN] is
ingesteld op [ON]. Als [FAVORIETEN] is
ingesteld op [OFF], voer dan stap 2 uit.
1 Druk op e/r om [ALLE] te
selecteren of [★] en druk dan op
[MENU/SET].
AFSPELEN
1/ 3
DIASHOW
ALLE
FAVORIETEN
OFF
LCD ROTEREN
ON
ROTEREN
DATUM AFDR.
SELEC
ALLE
★
INST.
MENU
SET
MENU
Voor het weergeven van alle
beelden.
Voor het weergeven van beelden in
uw favorietenlijst (P73).
• Als er bij geen enkele foto [★] wordt
weergegeven, kunt u [★] niet selecteren,
zelfs als [FAVORIETEN] is ingesteld op
[ON].
2 Druk op e om [START] te
selecteren en druk daarna op
[MENU/SET].
(scherm wanneer [ALLE] is geselecteerd)
VOLLEDIGE DIASHOW
START
2 SEC.
DUUR
MENU
ANNUL
72
VQT1C71
SELEC
INST.
MENU
SET
• De cursor die wordt weergegeven in een
diashow A of als een diashow op pause
wordt gezet B of tijdens een [MANUAL]
diashow C is hetzelfde als e/r/w/q.
• Druk op e om de diashow te pauzeren.
Druk nogmaals op e om het pauzeren te
annuleren.
• Druk op w/q in de pauzestand om de
volgende of de vorige afbeelding te zien.
3 Door op de knop r, stopt de
diashow.
■ Duur van de weergave
Selecteer [DUUR] voor het instellen van
het scherm zoals getoond in stap 2.
DUUR
Selecteer intervallen van
1, 2, 3, 5 seconden of
MANUAL.
• U kunt [MANUAL] selecteren als
u het volgende [★] in stap 1 heeft
geselecteerd.
• Druk op w/q om de vorige of volgende
afbeelding weer te geven als [MANUAL]
is geselecteerd.
• In een diashow kunt u geen bewegende
beelden afspelen of de spaarstand
gebruiken. (De instelling voor de
spaarstand wordt echter vast ingesteld
op [10MIN.] wanneer een diashow wordt
gepauzeerd of wanneer u een diashow
handmatig afspeelt.)
Geavanceerd kijken
MENU
Druk op [ SET ] om het [AFSPELEN] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P71)
[FAVORIETEN]
Uw favoriete foto’s instellen
Als een markering werd toegevoegd aan
de foto’s en ze als favorieten werden
ingesteld, kunt u het volgende doen.
• Alle foto’s die niet als favorieten zijn
ingesteld, wissen. ([ALLES WISSEN
BEHALVE] ★]) (P35)
• Alleen de foto’s die als favorieten zijn
ingesteld, weergeven als een diashow.
(P72)
• Alle foto’s die als favorieten zijn
ingesteld, afdrukken. (P88)
1 Druk op r om [ON] te selecteren en
druk daarna op [MENU/SET].
AFSPELEN
1/ 3
DIASHOW
FAVORIETEN
LCD ROTEREN
ROTEREN
ANNUL
DATUM AFDR.
SELEC
INST.
OFF
OFF
ON
ON
MENU
MENU
SET
• U kunt foto’s instellen als favorieten als
[FAVORIETEN]is ingesteld op [OFF]. Het
favorieten pictogram verschijnt niet [★]
als [FAVORIETEN] is ingesteld op [OFF]
zelfs als deze optie eerder werd ingesteld
op [ON].
• U kunt niet [ANNUL] selecteren als er
geen foto’s worden [★] weergegeven.
2 Druk op [MENU/SET] om het
menu te sluiten.
3 Druk op w/q om de foto te
selecteren en druk dan op e.
A
7M
100-0001
1/19
10:00 1. DEC. 2007
• Herhaal bovenstaande werkwijze.
• Als e wordt ingedrukt als het [★]
favorieten pictogram A wordt
weergegeven, wordt [★] gewist en de de
favorieteninstelling geannuleerd.
• U kunt maximaal 999 foto’s in uw
favorietenlijst opnemen.
■ Annuleer alle favorieten
1 Selecteer [ANNUL] op het scherm
zoals weergegeven in 1 en druk dan op
[MENU/SET].
2 Druk op e om [JA] te selecteren en druk
dan op [MENU/SET].
3 Druk op [MENU/SET] om het menu af te
sluiten
• Wanneer u foto’s laat afdrukken bij
een fotoprintshop, is [ALLES WISSEN
BEHALVE ★] een nuttige optie omdat u
op die manier alleen de foto’s die u wilt
laten afdrukken op de kaart kunt laten.
• Gebruik [LUMIX Simple Viewer] or
[PHOTOfunSTUDIO-viewer-] (op de
bijgeleverde CD-ROM) om instellingen
te wijzigen en uw foto’s te controleren in
of te wissen uit uw favorietenlijst. (Meer
informatie vindt u in de afzonderlijke
bedieningsinstructies voor aansluiting op
de PC.)
• Soms is het niet mogelijk om foto’s die
met andere apparatuur zijn gemaakt in
uw favorietenlijst op te nemen.
73
VQT1C71
Geavanceerd kijken
MENU
Druk op [ SET ] om het [AFSPELEN] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P71)
[ROTEREN DISP.]/
[ROTEREN]
j
b
De foto gedraaid weergeven
Via deze modus kunt u de foto’s automatisch
verticaal weergeven als u ze hebt gemaakt terwijl
u de camera verticaal hebt gehouden. U kunt de
foto’s ook handmatig draaien in stappen van 90°.
■ LCD roteren
(De foto wordt automatisch gedraaid
en weergegeven.)
1 Druk op r om [ON] te selecteren en
druk daarna op [MENU/SET].
AFSPELEN
1/ 3
DIASHOW
FAVORIETEN
OFF
LCD ROTEREN.
OFF
ROTEREN
ON
INST.
SET
MENU
2 Druk op [MENU/SET] om het
menu te sluiten.
■ Roteren
(de foto wordt handmatig gedraaid.)
1 Druk op w/q om de foto te
selecteren en druk dan op r.
7M
100-0001
1/19
SELEC
INST.
EXIT
MENU
• Als [LCD ROTEREN] is ingesteld op
[OFF], wordt [ROTEREN] uitgeschakeld.
• Bewegende beelden en beveiligde foto’s
kunnen niet worden gedraaid.
74
VQT1C71
MENU
ANNUL
SELEC
MENU
INST.
SET
a Het beeld wordt rechtsom gedraaid
in stappen van 90°.
b Het beeld wordt linksom gedraaid
in stappen van 90°.
3 Druk tweemaal op [MENU/SET]
om het menu te sluiten.
• Als u [OFF] selecteert, worden de beelden
weergegeven zonder te worden gedraaid.
• Raadpleeg P34 over hoe u de beelden
kunt weergeven.
ROTEREN
ROTEREN
MENU
DATUM AFDR.
SELEC
2 Druk op e/r om de richting waarop
de foto moet draaien te selecteren
en druk dan op [MENU/SET].
• Als u foto’s maakt terwijl u de camera
omhoog of omlaag richt, zult u de
foto’s mogelijk niet verticaal kunnen
weergeven. (P27)
• De foto kan een weinig wazig zijn
wanneer de camera is aangesloten op
de tv met de video-kabel (bijgeleverd) en
verticaal wordt weergegeven.
• Als u het beeld op een PC weergeeft,
kunt u gedraaide beelden niet weergeven
als het besturingssysteem of de software
niet compatibel is met Exif. Exif is
de bestandsindeling voor stilstaande
beelden, ontwikkeld door JEITA [Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association], waaraan opname
en andere informatie kan worden
toegevoegd.
• Wanneer u gedraaide foto’s weergeeft in
multi-weergave, verschijnen de foto’s in
de originele stand.
• Het kan onmogelijk zijn beelden te
draaien die op een ander apparaat zijn
opgenomen.
Geavanceerd kijken
MENU
Druk op [ SET ] om het [AFSPELEN] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P71)
[DATUM AFDR]
Het afdrukken van de datum op
uw foto’s
U kunt de datum van de opname, leeftijd en de
reisdata op uw foto’s drukken.
Deze funtie is beschikbaar als u 4˝ × 6˝/10 × 15
cm afbeeldingen afdrukt. (Foto’s krijgen als
volgt een nieuw formaat als u de datum
aan de foto’s toevoegt met een resolutie
hoger dan [ 3M ].)
1 Druk op e/r om [ENKEL] of
[MULTI] te selecteren en druk dan
op [MENU/SET].
AFSPELEN
OFF
LCD ROTEREN
ON
ROTEREN
ENKEL
DATUM AFDR.
SELEC
INST.
MULTI
MENU
SET
MENU
DATUM AFDR.
OPNAMEDATUM
ZON. TIJD
LEEFTIJD
OFF
REISDATUM
OFF
MENU
ANNUL
SELEC
INST.
MENU
SET
■ OPNAMEDATUM
ZON. TIJD De datum wordt toegevoegd
MET TIJD
Datum en tijd worden
toegevoegd
1/ 3
DIASHOW
FAVORIETEN
3 Druk op e/r/w/q om
[OPNAMEDATUM], [LEEFTIJD],
of [REISDATUM] te selecteren en
verander de instelling voor het
item en druk daarna op [MENU/
SET].
• U kunt niet de datum toevoegen aan de
volgende foto’s.
– Foto’s die zijn opgenomen zonder dat
de klok was ingesteld.
– Foto’s die op andere camera’s zijn opgenomen.
– Foto’s die al een datumvermelding hebben.
– Films
■ LEEFTIJD (P50)
OFF
Leeftijd niet toegevoegd
ON
Leeftijd toegevoegd
■ REISDATUM (P55)
OFF
Reisdatum is niet
toegevoegd
ON
Reisdata toegevoegd
2 Druk op w/q om de foto te kiezen
en druk dan op r.
DATUM
AFDR.
SELEC
INST.
7M
100-0001
1/19
EXIT
MENU
• Als u [ENKEL] heeft geselecteerd in stap
1, ga dan verder met stap 3.
• Als u [MULTI] heeft geselecteerd in stap 1,
herhaal dan stap 2 voor elke foto, druk op
[MENU/SET] en ga dan verder met stap 3.
75
VQT1C71
Geavanceerd kijken
4 Druk op [MENU/SET]
• Foto’s krijgen als volgt een nieuw formaat
als u de datum aan de foto’s toevoegt
met een resolutie hoger dan [ 3M ].
– h aspectratio ➞ 3M
–
aspectratio ➞ 2.5M
– j aspectratio ➞ 2M
5 Druk op e/r om [JA] of [NEE]
te selecteren en druk daarna op
[MENU/SET].
6 Druk tweemaal op [MENU/SET]
om het menu af te sluiten.
• Fotot’s waarop de datum is afgedrukt
worden gemarkeerd met de datum afdruk
voltooid indicator A.
• Om het datum afdrukken te bevestigen
B, gebruikt u de zoomweergave (P69).
3M
100-0001
1/19
A
(Scherm als u heeft gekozen voor een
afbeelding welke is genomen op [ 7M ])
10:00 1. DEC. 2007
DATUM AFDR.
BEELDEN 3M W. AFGEDRUKT
OVER AANGEPAST BEELD.
ORIGINEEL BEELD WISSEN?
JA
NEE
ANNUL
SELEC
MENU
INST.
MENU
SET
• Het bericht [ORIGINEEL BEELD
WISSEN?] verschijnt als de foto is
genomen met een resolutie van [ 3M ] or
minder.
• De afbeelding wordt vervangen als u
[JA] selecteert. De originele foto wordt
overschreven met de foto met het
nieuwe formaat waaraan de datum is
toegevoegd.
• Selecteer [NEE] om de nieuwe foto met
de datum op te slaan.
• U kunt niet een nieuwe foto opslaan op
een originele foto als deze is beveiligd.
Selecteer [NEE] om een nieuwe foto met
datum op te slaan.
76
VQT1C71
B
• Let op dat als u datum afdr. gebruikt
en de datum aangeeft wanneer u
afdrukken opgeeft en tevens op een
printer de beide data worden geprint
en elkaar kunnen overlappen.
• Zorg dat er ruimte beschikbaar is op de
ingebouwde geheugenkaart.
• Met de functie [MULTI]. kunt u tot 50
foto’s tegelijk wissen.
• Als u voor [MULTI] kiest en dit beveiligde
foto’s bevat, zal er een bericht
verschijnen als u [JA] selecteert in stap 5
en zal de datum niet worden gedrukt op
de beveiligde foto’s.
• Bij sommige printers kan de datum eraf
worden gesneden.
• Als u eenmaal de datum heeft
toegevoegd, kunt u niet langer de
volgende functies bij deze foto’s
gebruiken.
– [DATUM AFDR.]
– Datumprint instelling in [DPOF PRINT]
– [NW. RS.]
– [BIJSNIJD.]
Geavanceerd kijken
MENU
Druk op [ SET ] om het [AFSPELEN] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P71)
l
[DPOF PRINT]
■ Één beeld instellen
Het instellen van het af te drukken
beeld en het aantal afdrukken instellen
1 Druk op w/q om de afbeelding
die u wilt printen te selecteren en
druk dan op e/r om het aantal
afdrukken in te stellen.
DPOF (Digital Print Order Format) is een
systeem waarmee een gebruiker kan
selecteren welke foto’s moeten worden
afgedrukt, hoeveel exemplaren van elke
foto moet worden afgedrukt en of de
opnamedatum op de foto’s moet worden
afgedrukt wanneer wordt gebruik gemaakt
van een DPOF-compatibele fotoprinter of
een fotoprintshop. Vraag meer informatie
bij uw fotoprintshop.
Wanneer u een fotoprintshop wilt
gebruiken om foto’s af te drukken die op
het interne geheugen zijn opgeslagen,
moet u ze kopiëren naar een kaart
(P82) en vervolgens de DPOF-instelling
opgeven.
Druk op e/r om [ENKEL], [MULTI]
of [ANNUL] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
AFSPELEN
2/ 3
DPOF PRINT
ENKEL
BEVEILIGEN
MULTI
NW. RS.
ANNUL
BIJSNIJD.
KOPIE
SELEC
INST.
MENU
MENU
DPOF INST.
1
100-0001
1/19
AANTAL
DISPLAY
EXIT
SELEC
MENU
• Het pictogram van het aantal afdrukken
[d] wordt afgebeeld.
• Het aantal afdrukken kan worden
ingesteld van 0 tot 999. Wanneer het
aantal afdrukken is ingesteld op “0”,
wordt de DPOF-instelling geannuleerd.
2 Druk tweemaal op [MENU/SET]
om het menu te sluiten.
■ Meerdere beelden instellen
1 Druk op w/q om de afbeelding
die u wilt printen te selecteren en
druk dan op e/r om het aantal
afdrukken in te stellen.
DPOF INST. MULTI
1
SET
• U kunt niet [ANNUL] selecteren als
er geen afdrukken zijn ingesteld in de
DPOF-printinstellingen
DATUM
1
7
10
AANTAL
SELEC
9
8
11
1
DATUM DISPLAY
EXIT
MENU
• Herhaal bovenstaande werkwijze.
(U kunt niet alle foto’s tegelijk instellen.)
• Het pictogram van het aantal afdrukken
[d] wordt afgebeeld.
• Het aantal afdrukken kan worden
ingesteld van 0 tot 999. Wanneer het
aantal afdrukken is ingesteld op “0”,
wordt de DPOF-instelling geannuleerd.
2 Druk tweemaal op [MENU/SET]
om het menu te sluiten.
77
VQT1C71
Geavanceerd kijken
■ Alle instellingen annuleren
1 Druk op e om [JA] te selecteren
en druk daarna op [MENU/SET].
ANNULEER ALLE DPOF
ALLE DPOF PRINTINSTELLINGEN
ANNULEREN ?
JA
NEE
SELEC
MENU
INST.
MENU
SET
2 Druk op [MENU/SET] om het
menu te sluiten.
• De DPOF-afdrukinstellingen op het interne
geheugen worden geannuleerd wanneer
er geen kaart is geplaatst. De DPOFafdrukinstellingen op de kaart worden
geannuleerd wanneer er een kaart is geplaatst.
■ De datum afdrukken
U kunt tijdens het instellen van het aantal afdrukken,
het afdrukken van de opnamedatum instellen/
annuleren met iedere druk op de knop [DISPLAY] .
DPOF INST.
1
100-0001
DATE
1/19
AANTAL
SELEC
1
DATUM DISPLAY
EXIT
MENU
• Het pictogram van het afdrukken van de
datum [L] wordt afgebeeld.
• Als u naar een fotowinkel voor digitale afdrukken
gaat, vergeet u niet het afdrukken van de datum
afzonderlijk te bestellen, indien gewenst.
• Zelfs als u het afdrukken van de datum hebt
ingesteld, is het mogelijk dat de datum niet
wordt afgedrukt, afhankelijk van de fotowinkel
en de printer. Vraag in de fotowinkel
om verdere informatie of raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de printer.
• Deze functie is niet beschikbaar voor
foto’s waarop de datum is afgedrukt.
• Deze functie wordt geannuleerd als u de
datum op de foto afdrukt.
78
VQT1C71
• DPOF is een afkorting van [Digital Print
Order Format]. Deze instelling stelt u
in staat om afdrukinformatie op andere
media te schrijven en daarna deze
informatie te gebruiken op een met
DPOF werkzaam systeem.
• De DPOF-afdrukinstelling is een handige
functie bij het afdrukken van foto’s op
printers die PictBridge ondersteunen.
De datumafdrukinstelling op de printer
kan de prioriteit krijgen boven de
datumafdrukinstelling op de camera.
Controleer ook de datumafdrukinstelling
op de printer. (P87)
• Bij het instellen van DPOF-afdrukken,
moet u alle eerder gemaakte DPOFafdrukinstellingen van andere apparatuur
wissen.
• Als het bestand niet voldoet aan de
DCF-norm (P34), kan de DPOFafdrukinstelling niet worden gemaakt.
Geavanceerd kijken
MENU
Druk op [ SET ] om het [AFSPELEN] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P71)
[BEVEILIGEN]
g Per ongeluk wissen van beelden
voorkomen
U kunt beelden die u niet wilt wissen
beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Druk op e/r om [ENKEL], [MULTI]
of [ANNUL] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
AFSPELEN
2/ 3
DPOF PRINT
ENKEL
BEVEILIGEN
NW. RS.
MULTI
BIJSNIJD.
ANNUL
KOPIE
INST.
SELEC
MENU
SET
MENU
■ Één beeld instellen
1 Druk op w/q om de foto te
selecteren en druk daarna op r
om in te stellen/ te annuleren.
BEVEILIG
■ Meerdere beelden instellen/Alle
instellingen annuleren
Voer dezelfde handeling uit als in [[DPOF
PRINT] het instellen van de af te drukken
foto en het aantal afdrukken]. (P77 en 78)
• De beveiligingsinstelling werkt misschien
niet bij een ander apparaat.
• Als u beveiligde beelden wilt wissen,
annuleert u eerst de beveiliging.
• Ondanks dat met deze instelling de
beelden worden beveiligd tegen per
ongeluk wissen, zullen door de kaart te
formatteren alle gegevens permanent
worden gewist. (P83)
• Het schuiven van het schuifje
voor schrijfbeveiliging A van de
SD-geheugenkaart of de SDHCgeheugenkaart [LOCK] voorkomt
dat foto’s worden gewist zelfs als de
beveiliging niet is ingesteld.
A
100-0001
1/19
SELEC
INST./ANNUL
EXIT
MENU
INST.
Het pictogram van de
beveiliging [ c ] wordt
afgebeeld.
ANNUL
Het pictogram van de
beveiliging [ c ] verdwijnt.
• De volgende functies kunnen niet worden
gebruikt met beveiligde beelden.
– [ROTEREN]
2 Druk tweemaal op [MENU/SET]
om het menu te sluiten.
79
VQT1C71
Geavanceerd kijken
MENU
Druk op [ SET ] om het [AFSPELEN] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P71)
[NW. RS.]
e
De foto kleiner maken
Deze functie is handig als u de bestandsgrootte
van het beeld wilt verlagen in het geval dat u
het als aanhangsel per e-mail wilt versturen of
wilt uploaden naar een website.
3 Druk op e/r om [JA] of [NEE]
te selecteren en druk daarna op
[MENU/SET].
NW. RS.
ORIGINELE FOTO
WISSEN?
1 Druk op w/q om de foto te
selecteren en druk dan op r.
NW. RS.
ANNUL
7M
100-0001
1/19
SELEC
INST.
EXIT
MENU
• De volgende beelden kunnen niet van
formaat worden veranderd.
Aspectratio
h
Beeldformaat
0.3M
2.5M
j
2M
– Film
– Foto’s met de datum erop afgedrukt
2 Druk op w/q om de afmeting te
selecteren en druk dan op r.
NW. RS.
7M
7M
100-0001
1/19
5M
SELEC
NW. RS.
EXIT
MENU
• Kleinere beeldformaten dan het
opgenomen beeld worden weergegeven.
• Het bericht [ORIGINELE FOTO
WISSEN?] verschijnt.
80
VQT1C71
JA
NEE
SELEC
MENU
INST.
MENU
SET
• Als u [JA] selecteert, wordt het
oorspronkelijke beeld overschreven.
Als foto’s waarvan het beeldformaat is
aangepast worden overschreven, kunnen
ze niet meer hersteld worden.
• Wanneer u [NEE] selecteert, wordt een
nieuwe foto met het aangepaste formaat
gemaakt.
• Wanneer de originele foto beveiligd
is, kunt u de foto met het aangepaste
formaat niet overschrijven. Selecteer
[NEE] en maak een nieuwe foto met een
aangepast formaat.
4 Druk tweemaal op [MENU/SET]
om het menu te sluiten.
• Soms is het niet mogelijk om foto’s die
met andere apparatuur zijn gemaakt te
vergroten of verkleinen.
Geavanceerd kijken
MENU
Druk op [ SET ] om het [AFSPELEN] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P71)
f
4 Druk op de ontspanknop.
[BIJSNIJDEN]
Een foto vergroten en bijsnijden
Met deze functie kunt u overbodige delen
van het opgenomen beeld afsnijden.
1 Druk op w/q om de foto te
selecteren en druk dan op r.
BIJSNIJD.
7M
• Het bericht [ORIGINELE FOTO
WISSEN?] verschijnt.
5 Druk op e/r om [JA] of [NEE]
te selecteren en druk daarna op
[MENU/SET].
BIJSNIJD.
100-0001
1/19
ORIGINELE FOTO
WISSEN?
JA
NEE
SELEC
INST.
EXIT
MENU
• De volgende beelden kunnen niet worden
bijgesneden.
– Film
– Foto’s met de datum erop afgedrukt
2 Vergroot of verklein de delen die
moeten worden bijgesneden met
de zoomhendel.
3 Druk op e/r/w/q om het
gedeelte dat moet worden
bijgesneden te verschuiven.
ANNUL
SELEC
MENU
INST.
MENU
SET
• Als u [JA] selecteert, wordt het
oorspronkelijke beeld overschreven.
Nadat bijgesneden beelden zijn
overschreven, kunnen ze niet worden
hersteld.
• Wanneer u [NEE] selecteert, wordt een
nieuwe foto met bijgesneden formaat
gemaakt.
• Wanneer de originele foto beveiligd
is, kunt u de bijgesneden foto niet
overschrijven. Selecteer [NEE] en maak
een nieuwe foto met een bijgesneden
formaat.
6 Druk tweemaal op [MENU/SET]
om het menu te sluiten.
• Als u een foto bijsnijdt, kan het zijn dat de
bijgesneden foto uit minder beeldpunten
bestaat dan de originele foto.
• De beeldkwaliteit van het bijgesneden
beeld kan lager zijn.
• Het kan onmogelijk zijn beelden bij te
snijden die op een ander apparaat zijn
opgenomen.
81
VQT1C71
Geavanceerd kijken
MENU
Druk op [ SET ] om het [AFSPELEN] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P71)
[KOPIE]
De opnamegegevens kopiëren
U kunt de opgenomen beeldgegevens kopiëren van
het interne geheugen naar een kaart of omgekeerd.
1 Druk op e/r op de
kopiebestemming te selecteren
en druk daarna op [MENU/SET].
AFSPELEN
2/ 3
4 Druk verschillende keren op
[MENU/SET] om het menu af te
sluiten.
DPOF PRINT
BEVEILIGEN
NW. RS.
BIJSNIJD.
KOPIE
SELEC
MENU
INST.
SET
MENU
•
:
Alle beeldgegevens op het interne
geheugen worden in een keer naar de
kaart gekopieerd.
(Voer stap 3 uit)
•
:
Er wordt één foto per keer gekopieerd
van de kaart naar het interne geheugen.
(Voer stap 2 uit)
2 Druk op w/q om de foto te
selecteren en druk dan op r.
(Alleen als
is geselecteerd)
3 Druk op e om [JA] te selecteren
en druk daarna op [MENU/SET].
(De illustratie toont het scherm wanneer
opnamen worden gekopieerd van het
interne geheugen naar een kaart.)
KOPIE
KOPIE VAN INTERN
GEHEUGEN NAAR
KAART?
JA
NEE
SELEC
MENU
INST.
MENU
SET
• Het bericht [FOTO NAAR INTERN
GEHEUGEN KOPIËREN ?] verschijnt
wanneer u opnamen van de kaart
kopieert naar het interne geheugen.
82
VQT1C71
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl de
opnamen van het interne geheugen naar
de kaart worden gekopieerd, wordt het
kopiëren halfweg gestopt.
• Schakel de camera niet uit of voer geen
andere bewerkingen uit voordat het
kopiëren is voltooid. De gegevens op
het interne geheugen of de kaart kunnen
beschadigd worden of verloren gaan.
• Als u beeldgegevens van het interne
geheugen naar een kaart kopieert, keert
het scherm automatisch terug naar het
weergavescherm nadat alle opnamen
zijn gekopieerd.
• Als u de beeldgegevens van het interne
geheugen kopieert naar een kaart die
onvoldoende vrije ruimte heeft, worden
de beeldgegevens slechts gedeeltelijk
gekopieerd. We raden u aan om een kaart
te gebruiken met meer ruimte dan het
ingebouwde geheugen (ongeveer 27 MB).
• U kunt niet een beeldbestand kopiëren
als er al een bestand in de bestemming
is die de zelfde naam heeft (zelfde naam
en mapnummers).
• Het kopiëren van de beeldgegevens kan
enige tijd duren.
• Alleen foto’s die met een Panasonic
digitale camera (LUMIX) zijn gemaakt,
worden gekopieerd. (Zelfs als de foto’s
met een Panasonic digitale camera zijn
gemaakt, zult u ze mogelijk niet kunnen
kopiëren als ze met een PC werden
bewerkt.)
• De DPOF-instellingen op de originele
beeldgegevens worden niet gekopieerd.
Stel de DPOF-instellingen opnieuw in
nadat het kopiëren is voltooid. (P77)
Geavanceerd kijken
MENU
Druk op [ SET ] om het [AFSPELEN] modusmenu weer te geven en selecteer de optie die u wilt instellen. (P71)
[FORMATEREN]
0 Het interne geheugen of een
kaart initialiseren
Het is doorgaans niet nodig om het interne
geheugen en de kaart te formatteren.
Formatteer ze als het bericht [FOUT
INT. GEHEUGEN] of [STORING
GEHEUGENKAART] verschijnt.
Druk op e om [JA] te selecteren en
druk daarna op [MENU/SET].
(De illustratie toont het scherm
wanneer het interne geheugen wordt
geformatteerd.)
• Zet de camera tijdens het formatteren
niet uit.
• Het zal mogelijk langer duren om het
interne geheugen te formatteren dan de
kaart. (max. ca. 15 sec.)
• Als de Schrijf-beschermingschakelaar
van de SD-geheugenkaart of de SDHCgeheugenkaart schuift naar [LOCK] kan
er niet worden geformatteerd. (P16)
• Als het interne geheugen of de kaart
niet kan worden geformatteerd, neemt
u contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
FORMATTEREN
GEGEVENS OP INTERN
GEHEUGEN WISSEN ?
JA
NEE
SELEC
MENU
INST.
MENU
SET
• Wanneer er geen kaart is geplaatst, kunt
u het interne geheugen formatteren.
Wanneer er een kaart is geplaatst, kunt u
de kaart formatteren.
• Als u op [MENU/SET] drukt tijdens het
formatteren van het interne geheugen,
wordt het formatteren halfweg gestopt.
(Alle opnamen worden echter gewist.)
• Nadat de kaart is geformatteerd, zijn alle
gegevens, inclusief beveiligde beelden,
onherstelbaar verloren. Controleer eerst
of alle gegevens zijn overgebracht naar
uw PC voordat u verdergaat met het
formatteren.
• Als de kaart met een PC of een ander
apparaat werd geformatteerd, moet u
deze opnieuw formatteren met de camera.
• Zorg dat u voldoende opgeladen
batterijen (P24) of de netadapter (DMWAC6; optioneel) gebruikt, als u gaat
formatteren.
83
VQT1C71
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiten op een PC
• Door de camera aan te sluiten op een
computer, kunt u uw beelden uploaden en
vervolgens de software gebruiken op de
meegeleverde CD-ROM ([LUMIX Simple
Viewer] voor Windows®) om uw beelden
per e-mail te versturen of af te drukken.
• Als u Windows 98/98SE gebruikt,
installeer dan eerst het USBstuurprogramma en sluit vervolgens
de camera aan op de computer.
• Meer informatie over het installeren
van [LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO-viewer-] enz. vindt u
in de afzonderlijke bedieningsinstructies
voor aansluiting op de PC.
D
V.OUT
DIGITAL
DC IN
3V
B
C
TOEGANG
A
A : Netadapter (DMW-AC6; optioneel)
• Gebruik voldoende opgeladen batterijen (P24)
of de netadapter (DMW-AC6; optioneel).
• Zorg dat het toestel uitstaat voordat u
de netadapter (DMW-AC6; optioneel)
aansluit of loskoppelt.
B : USB-aansluitkabel (meegeleverd)
C : Dit bericht verschijnt tijdens
gegevensoverdracht.
84
VQT1C71
D : Controleer de mantel van de stekker
en steek hem er recht in.
• Stel de keuzeknop van de camera
in op een andere modus dan de
afdrukmodus [
].
1 Schakel de camera en de PC in.
2 Sluit de camera aan op een PC
via de USB-aansluitkabel B
(meegeleverd).
• Sluit de USB-aansluitkabel zodanig
aan dat het [c] merkteken is gericht
naar het [q] merkteken op de [DIGITAL]
aansluiting.
• Houd D vast en steek de USBaansluitkabel er dan recht in. Probeer de
stekker er niet omgedraaid of zijwaarts in te
forceren. Hierdoor kunt u het toestel en de
ermee verbonden apparatuur beschadigen.
[Windows]
Het station verschijnt in de [My Computer] map.
• Als dit de eerste keer is dat u de camera
aansluit op een PC, wordt het vereiste
stuurprogramma automatisch geïnstalleerd
zodat de camera kan worden herkend
door het Windows Plug-and-Play, waarna
het verschijnt in de [My Computer] map.
[Macintosh]
Het station wordt weergegeven op het scherm.
• Het station wordt weergegeven als [LUMIX]
wanneer u de camera aansluit zonder dat er
een kaart is geplaatst.
• Het station wordt weergegeven als [NO
NAME] of [Untitled] wanneer u de camera
aansluit wanneer er een kaart is geplaatst.
■ Afdraaien van een filmpje op de PC
Gebruik “QuickTime” (voor Windows 2000/
XP) op de bijgeleverde CD-ROM als u
filmpjes wilt afspelen op de PC die u heeft
opgenomen met deze camera.
• Download [QuickTime6.5.2 for PC] vanaf
de volgende website en installeer het op uw
PC als u Windows98/98SE/Me gebruikt.
http://www.apple.com/support/quicktime/
Aansluiten op andere apparatuur
• De software is een standaard
Macintoshfunctie.
■ Mapsamenstelling
Mappen worden als volgt afgebeeld.
• Intern
geheugen
• Kaart
DCIM
100_PANA
100_PANA
1
P1000001.JPG
2 3
P1000002.JPG
P1000999.JPG
101_PANA
999_PANA
MISC
1 Mapnummer
2 Bestandnummer
3 JPG : Foto’s
MOV : Film
MISC : Map bevat bestanden voor DPOFinstellingen.
• Dit toestel slaat maximaal 999
fotobestanden op in elke map. Indien het
maximum wordt bereikt, wordt er een
nieuwe map gemaakt.
• Stel bestands- en mapnummers opnieuw
in met [NR. RESET] in het menu Setup.
(P22)
■ Omstandigheden waarbij een ander
mapnummer wordt gebruikt
In de volgende gevallen wordt de foto niet
opgeslagen in dezelfde map als de eerder
gemaakte opname. Deze wordt opgeslagen
in een map met een nieuw nummer.
• De map met de foto die u zojuist hebt
genomen een bestand bevatte met het
nummer 999. (voorbeeld: P1000999.JPG).
• Wanneer de kaart waarop u net hebt
opgenomen bijvoorbeeld een map bevat
met het nummer 100 (100_PANA) en
die kaart wordt verwijderd en vervangen
door een kaart die een map bevat met
het nummer 100, opgenomen door
een camera van een andere fabrikant
(100XXXXX, waarbij XXXXX de naam
van de fabrikant is) en opgeslagen.
• U neemt weer foto’s nadat u [NR.
RESET] hebt gebruikt in het setupmenu
(P22). (Het opslaan vindt plaats naar
een map met een nummer dat volgt
op de vorige. U kunt het mapnummer
ook opnieuw instellen op 100 met [NR.
RESET] direct na het formatteren van de
kaart als er geen mappen of foto’s meer
op de kaart staan.
■ Verbinding in de PTP-modus
Windows XP/Mac OS X gebruikers kunnen
een verbinding tot stand brengen in de
PTP-modus door de camera in te stellen
op de printstand [
] en een verbinding te
maken met hun PC.
• U kunt alleen foto’s vanaf de camera
laden en deze niet op de geheugenkaart
schrijven of ze wissen.
• Als er 1000 of meer foto’s op de
geheugenkaart staan, kan het zijn dat de
foto’s niet worden geïmporteerd.
85
VQT1C71
Aansluiten op andere apparatuur
• Geen enkele andere USB-kabel
gebruiken dan de meegeleverde kabel.
• Maak de USB-aansluitkabel niet los
terwijl [TOEGANG] wordt weergegeven.
• Datatransmissie vindt plaats als de kaart
een groot aantal foto’s bevat.
• Bestanden met bewegende beelden in
het interne geheugen of op een kaart in
dit toestel kunnen niet juist weergegeven
worden op een computer, dus laadt deze
op uw computer voor weergave.
• Als de resterende batterijlading opraakt
tijdens een communicatie, kunnen de
opgenomen gegevens beschadigd
worden. Gebruik voor het aansluiten van
de camera op een PC een batterij met
voldoende lading (P24) of gebruik de
netadapter (DMW-AC6; optioneel).
• Als het resterende batterijvermogen
te laag is terwijl de camera en het
PC communiceren, knippert de
statusindicator en piept het alarm. Stop in
dat geval onmiddellijk de communicatie
op de PC.
• Wanneer u de camera via de USBaansluitkabel aansluit op een PC
met het besturingssysteem Windows
2000, mag u de kaart niet vervangen
terwijl de camera en de PC zijn
aangesloten. De informatie op de kaart
kan beschadigd worden. Voordat u
kaarten wisselt moet u er zeker van
zijn dat u de nodige stappen uitvoert
om de hardware veilig te verwijderen
(dubbelklik op het icoon in de
werkbalk in Windows).
• Foto’s die met een PC zijn bewerkt of
gedraaid, kunnen in de weergavemodus
(P34), de multi-weergave (P67) en de
kalenderweergave (P68) zwart worden
weergegeven.
• Raadpleeg tevens de gebruiksaanwijzing
van de PC.
• Als er geen kaart is geplaatst wanneer
de camera wordt aangesloten op de
86
VQT1C71
PC, kunt u de beeldgegevens op het
interne geheugen bewerken of openen.
Als er een kaart is geplaatst, kunt u de
beeldgegevens op de kaart bewerken of
openen.
• U kunt niet schakelen tussen het interne
geheugen en de kaart terwijl de camera
is aangesloten op de PC. Wanneer
u wilt schakelen tussen het interne
geheugen en de kaart, koppelt u de USBaansluitkabel los, plaatst (of verwijdert) u
de kaart en sluit u de USB-aansluitkabel
opnieuw aan op de PC.
• Als u de keuzeknop wijzigt naar
printmodus [
] als de camera is
verbonden met de PC, verschijnt [SLUIT
DE PRINTER OPNIEUW AAN.] op het
LCD-scherm van de camera. Voordat
u de camera opnieuw aansluit op een
printer, moet u de stand veranderen van
[
] naar een andere stand en er zeker
van zijn dat de gegevensoverdracht
nog niet begonnen is. ( [TOEGANG]
verschijnt op het LCD-scherm van de
camera als de gegevensoverdracht bezig
is.)
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiten op een PictBridge-compatibele printer
Door de camera met de (bijgeleverde) USBkabel rechtstreeks aan te sluiten op een
printer met PictBridge-ondersteuning, kunt u
de af te drukken foto’s selecteren op het LCDscherm en het afdrukken vanuit het scherm
starten. Maak de noodzakelijke instellingen
van tevoren op uw printer. (Lees hiervoor de
gebruiksaanwijzing van uw printer.)
1 Schakel de camera en de printer in.
2 Stel de stand dial in op [
].
• [OP DE PRINTER AANSLUITEN] verschijnt.
• Om de leeftijd te printen in de stand scene
in [BABY1]/[BABY2] en [HUISDIER] (P47)
of de vertrekdatum voor [REISDATUM]
(P55), gebruikt u de software [LUMIX Simple
Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] op
de CD-ROM (meegeleverd) en print u dit
vanaf de PC. Meer informatie hierover vindt
u in de afzonderlijke bedieningsinstructies
voor aansluiting op de PC.
• Neem contact op met uw lokale
leverancier voor meer informatie over
PictBridge-compatibele printers.
■ Om aan te sluiten
3 Sluit de camera aan op een
printer via de USB-aansluitkabel
A (meegeleverd).
• Sluit de USB-aansluitkabel zodanig aan dat
het [c] merkteken is gericht naar het
[q] merkteken op de [DIGITAL] aansluiting.
• Houd C vast en steek de USBaansluitkabel er dan recht in.
• Geen enkele andere USB-kabel
gebruiken dan de meegeleverde kabel.
• Als u de camera aansluit op een printer
zonder de keuzestand in te stellen op
[
], verwijder dan de kabel en stel
de keuzestand in op [
]. Schakel de
camera in, zet de printer uit en opnieuw
aan en verbind opnieuw.
• Als er geen kaart is geplaatst wanneer de
camera wordt aangesloten op de printer,
kunt u de beeldgegevens van het interne
geheugen printen. Als er een kaart is
geplaatst, kunt u de beeldgegevens op
de kaart afdrukken.
• U kunt niet schakelen tussen het interne
geheugen en de kaart terwijl de camera
is aangesloten op de printer. Wanneer
u wilt schakelen tussen het interne
geheugen en de kaart, koppelt u de USBaansluitkabel los, plaatst (of verwijdert) u
de kaart en sluit u de USB-aansluitkabel
opnieuw aan op de printer.
A
C
V.OUT
DIGITAL
DC IN
3V
B
A : USB-aansluitkabel (meegeleverd)
B : Netadapter (DMW-AC6; optioneel)
• Het kan enige tijd duren om bepaalde
foto’s af te drukken. Zorg dat u voldoende
opgeladen batterijen gebruikt (P24) of
de netadapter (DMW-AC6; optioneel)
gebruikt als u aansluit op een printer.
• Zorg dat het toestel uitstaat voordat u
de netadapter (DMW-AC6; optioneel)
aansluit of loskoppelt.
C : Controleer de mantel van de stekker
en steek hem er recht in.
87
VQT1C71
Aansluiten op andere apparatuur
■ Printen van de geselecteerde foto
(maakt een enkele afdruk)
1 Druk op w/q om de foto te selecteren
en druk dan op [MENU/SET].
7M
PictBridge
100-0001
1/19
SELECTEER DE
FOTO OM TE PRINTEN
SELEC
VEELV. AFDR.
PRINTEN
MENU
MENU
SET
• Een bericht wordt gedurende ongeveer
2 seconden afgebeeld.
2 Druk op e om [PRINT START]
te selecteren en druk daarna op
[MENU/SET].
ENKELVOUDIG SELECT.
PRINT START
PRINT MET DAT.
OFF
AANTAL PRINTS
1
PAPIERAFMETING
MENU
LAY-OUT PAGINA
ANNULA
SELEC
INST.
MENU
SET
• Druk op [MENU/SET] om het afdrukken
te annuleren.
3 Koppel de USB-aansluitkabel los
na het afdrukken.
■ Selecteer meerdere foto’s voor
afdrukken
1 Druk op e.
2 Druk op e/r om een item te
selecteren en druk dan op
[MENU/SET].
PictBridge
MULTI SELECTEREN
ALLES SELECTEREN
DPOF FOTO
FAVORIETEN
MENU
SELEC
88
VQT1C71
ANNULA
INST.
MENU
SET
Item
Instelling inhoud
MULTI
Er worden meerdere foto’s
SELECTEREN tegelijk geselecteerd voor
het afdrukken.
[Handeling]
Op het scherm voor
meerdere foto’s, drukt
u op w/q om foto’s te
selecteren. Als u drukt op
r, wordt [
] getoond
met de foto die u heeft
geselecteerd om af te
drukken. (Wanneer u
nogmaals op r drukt,
wordt de instelling
geannuleerd).
Druk op [MENU/SET] als u
klaar bent met de selectie.
ALLES
Alle foto’s in het interne
SELECTEREN geheugen of op de
geheugenkaart worden
afgedrukt.
DPOF FOTO Foto’s in de [DPOF PRINT]
instelling (P77) worden
afgedrukt.
FAVORIETEN Foto’s die als favorieten
(P73) zijn ingesteld,
worden afgedrukt.
• Dit item verschijn
alleen als de favorieten
instelling op [ON] staat.
• U kunt geen afbeelding
selecteren als
[FAVORIETEN] is
ingesteld op [ON], maar
er geen afbeelding is
gemarkeerd met [★].
Aansluiten op andere apparatuur
3 Druk op e om [PRINT START]
te selecteren en druk daarna op
[MENU/SET].
MULTI SELECTEREN
PRINT START
PRINT MET DAT.
OFF
AANTAL PRINTS
1
PAPIERAFMETING
MENU
LAY-OUT PAGINA
ANNULA
SELEC
INST.
MENU
SET
• In de DPOF-instelling, [PRINT MET
DAT.] en [AANTAL AFDRUKKEN] wordt
niet weergegeven.
• Wanneer u [DPOF FOTO] selecteert, is
[DPOF INST.] te selecteren. Wanneer u
[DPOF INST.] selecteert, raadpleeg dan
P77.
• Druk op [MENU/SET] als u het printen
halverwege wilt annuleren.
• Als u [MULTI SELECTEREN],
[ALLES SELECTEREN] of
[FAVORIETEN]selecteert, verschijnt het
afdrukbevestigingsscherm. Selecteer
[JA]en voer het printen uit.
• Als het aantal afdrukken de 1,000
overstijgt, verschijnt [ --- FOTO (’S) AAN
HET PRINTEN. VERDERGAAN?] op het
afdruk bevestigingscherm.
4 Koppel de USB-aansluitkabel los
na het afdrukken.
■ De datumafdruk, het aantal
afdrukken, het papierformaat en de
paginalay-out instellen
• Selecteer een item op het scherm
voor stap 2 in “Het printen van de
geselecteerde foto (één afdruk maken)”
(P88) of op het scherm voor stap 3
in “Meerdere foto’s voor afdrukken
selecteren” (P88, 89).
• Als u foto’s wilt afdrukken op een
papierformaat of in een lay-out die niet
door de camera wordt ondersteund, stelt
u [PAPIERAFMETING] en [LAYOUT
PAGINA] in op [F] en stelt u vervolgens
het papierformaat en de lay-out in op
de printer. (Meer informatie vindt u in de
bedieningsinstructies van de printer.)
• [PRINT MET DAT.]
OFF
ON
De datum wordt niet afgedrukt.
De datum wordt afgedrukt.
• Als de printer het afdrukken van
datums niet ondersteunt, kan de datum
niet op de foto worden afgedrukt.
• [AANTAL PRINTS]
Stel het aantal foto’s in.
• U kunt tot 999 afdrukken.
• [PAPIERAFMETING]
(Mogelijke papierformaten op de camera)
De opties worden vermeld op 1/2 en 2/2.
Druk op rom de gewenste optie te
selecteren.
1/2
F
L/3.5˝ × 5˝
2L/5˝ × 7˝
POSTCARD
A4
2/2*
KAART
AFMETING
10 × 15 cm
4˝ × 6˝
8˝ × 10˝
BRIEF
De instellingen op de
printer hebben voorrang.
89 mm × 127 mm
127 mm × 178 mm
100 mm × 148 mm
210 mm × 297 mm
54 mm × 85,6 mm
100 mm × 150 mm
101,6 mm × 152,4 mm
203,2 mm × 254 mm
216 mm × 279,4 mm
* Deze opties worden niet afgebeeld als
de printer deze papierformaten niet
ondersteunt.
89
VQT1C71
Aansluiten op andere apparatuur
• [LAY-OUT PAGINA]
(Mogelijke lay-outs op de camera)
F
G
H
I
J
De instellingen op de printer
hebben voorrang.
afdruk van 1 pagina zonder rand
afdruk van 1 pagina met rand
afdruk van 2 pagina’s
afdruk van 4 pagina’s
• U kunt geen opties selecteren als
de printer de paginalay-out niet
ondersteunt.
■ Lay-out-afdrukken
• Een foto meerdere keren op 1 vel
papier afdrukken
Wanneer u bijvoorbeeld een foto 4 keer
op 1 vel papier wilt afdrukken, stelt u
[LAYOUT PAGINA] in op [J] en stelt u
het aantal keren afdrukken van de foto in
op 4 bij [AANTAL PRINTS]
• Wanneer u verschillende foto’s op 1
vel papier afdrukt
Wanneer u bijvoorbeeld een foto 4
keer op 1 vel papier wilt afdrukken,
stelt u [LAYOUT PAGINA] in op 4-foto
afdrukken [J ] en dan stelt u het
[AANTAL PRINTS] in op 1.
90
VQT1C71
• Koppel de USB-aansluitkabel niet los
zolang het waarschuwingspictogram voor
kabel loskoppelen [K] wordt afgebeeld.
(Afhankelijk van de printer zal het pictogram
mogelijk niet worden weergegeven.)
• Als het resterende batterijvermogen te
laag is terwijl de camera en de printer zijn
aangesloten, knippert de statusindicator en
piept het alarm. Als dit zich voordoet tijdens
het afdrukken, druk dan op [MENU/SET] en
stop onmiddellijk de afdruk. Als u niet bezig
bent met afdrukken, koppel dan de USBaansluitkabel los.
• De camera ontvangt een foutbericht van de
printer wanneer de indicatie [*] oranje oplicht
tijdens het afdrukken. Controleer na de afdruk
of er geen problemen zijn met de printer.
• Als het totaal aantal opgedragen prints of het
aantal foto’s ingesteld om te printen groot is,
wordt het printen uitgevoerd via intervallen.
In zulke gevallen zal het aantal overgebleven
prints dat wordt getoond op het display
verschillen van het aantal prints dat u heeft
ingesteld. Deze discrepantie geeft echter
geen fout aan.
• De datumafdruk instelling op de printer
kan de prioriteit krijgen boven dezelfde
instellingen op de camera. Controleer de
instelling ook op de printer.
• Als de keuzeknop op een andere
stand staat dan de afdrukmodus [
],
verschijnt [USB MODE GEWIJZIGD.
VERWIJDER DE USB KABEL.] verschijnt
op het LCD-scherm van uw camera. Zet
de keuzeknop terug naar [
] voordat
u de USB-kabel ontkoppelt. Koppel de
USB-aansluitkabel los na het annuleren
van het afdrukken.
• Als u foto’s met datum wilt afdrukken,
is de [DATUM AFDR.] functie (P75)
ook nuttig. Let op dat als u datum afdr.
gebruikt en de datum aangeeft wanneer
u afdrukken opgeeft en tevens op een
printer, de beide data worden geprint en
elkaar kunnen overlappen.
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden weergeven op een tv-scherm
■ Beelden weergeven met de
meegeleverde kabel
• Stel [TV-ASPECT] in. (P23)
• Zet de camera en de TV uit.
V.OUT
DIGITAL
DC IN
3V
B
A
1 Sluit de video-kabel A
(meegeleverd) aan op de [V.OUT]
aansluiting van de camera.
• Sluit de video-kabel aan met het [c]
teken in de richting van het [q] merk op
het [V.OUT] stopcontact.
• Houd B vast en steek de video-kabel er
dan recht in.
2 Sluit de video-kabel aan op de
video-ingang van de TV.
3 Zet de TV aan en selecteer de
externe invoer.
4 Zet de camera aan.
• Gebruik geen andere Video-kabels dan
de meegeleverde kabel.
• U kunt alleen beelden op een TV
weergeven wanneer de keuzeknop op de
stand weergave [Q] staat.
• De boven- en onderkant of de linker- en
rechterkant van de foto kunnen een weinig
worden bijgesneden wanneer de foto wordt
weergegeven door de kenmerken van de TV.
• Afhankelijk van de schermmodusinstelling
van de TV wanneer u de camera op een
breedbeeld-TV of een high definition TV
aansluit, kan het beeld horizontaal of verticaal
worden uitgerekt en kunnen de boven- en
onderkant of de linker- en rechterzijde van
het beeld worden bijgesneden wanneer het
wordt weergegeven. Wijzig in dat geval de
schermmodusinstelling.
• Lees tevens de gebruiksaanwijzing van de TV.
• De foto’s kunnen een beetje wazig
zijn als u ze verticaal op een televisie
weergeeft.
• Als u [VIDEO UIT] instelt in het [SET-UP]
menu, kunt u beelden op een TV bekijken in
andere landen (gebieden) waar het NTSC- of
PAL-kleursysteem wordt gebruikt.
■ Beelden weergeven op een TV met
een SD-geheugenkaart-gleuf
U kunt uw SD-geheugenkaart in een TV
met een SD-geheugenkaartsleuf plaatsen
om foto’s weer te geven.
• Afhankelijk van het televisietoestel,
zullen sommige foto’s niet op volledige
schermgrootte worden weergegeven.
• U kunt geen films afspelen. Om
films af te spelen moet u de camera
aansluiten op de TV met de video-kabel
(bijgeleverd).
• U zult mogelijk geen inhoud van
MultiMediaCards kunnen weergeven.
91
VQT1C71
Overige
Schermweergave
Het LCD-scherm toont de status van de camera.
In normale beeldmodus [
]
Bij opnemen (na instellingen)
Fabrieksinstelling)
1
2
3
4
5 6
7
13
30fps
VGA
ISO 100
19
1
17 18
14 15 16
7M
8
9
10
NATURAL R15s
19
5s
20
21
22
23
29
28
27
F2.8
1/30
12
11
■ Tijdens opname
1 Opnamemodus
2 Flitsermodus (P40)
3 AF-gebied (P25)
4 Scherpstelindicatie (P25)
5 Beeldformaat (P62)
6 Kwaliteit (P62)
Jitter-waarschuwing (P27): 6
7 Batterijaanduiding (P24)
8 Resterende aantal opneembare foto’s
9
: Intern geheugen (P16)
: Kaart (P16)
10 Opnameteken
11 Sluitertijdaanduiding (P25)
12 Diafragma-aanduiding (P25)
13 Optisch stabilisatiesysteem (P64)
14 Burstfunctie (P65)
15 Witbalans (P60)
16 Gevoeligheid (P61)
: ISO-limiet (P45)
17 kleurfunctie (P66)
18 In filmmodus (P53):
[ 30fpsVGA ] / [ 10fpsVGA ] / [ 30fps
QVGA ] /
[ 10fps
QVGA ] (4:3)
[ 30fps16:9 ] / [ 10fps16:9 ] (16:9)
19 Beschikbare opnameduur in filmmodus
bijv. R 1h 20m 30s
20 Histogram (P38)
92
VQT1C71
ISO
25 24
26
21 Leeftijd (P50)
• Wordt ongeveer 5 seconden
vertoond als u schakelt van [BABY] of
[HUISDIER] in scènemodus.
Aantal dagen dat is verstreken sinds de
reisdatum (P55)
22 Reisdatum (P55)
23 Verstreken opnameduur (P53)
24 Huidige datum en tijd/Bestemming
instellingen:
(P57)
• Dit wordt ongeveer 5 seconden weergegeven
wanneer de camera wordt aangezet, de klok
ingesteld en na het overschakelen van de
weergavefunctie naar de opnamefunctie.
Zoom (P30)/Extra optische zoom
(P30)/Eenvoudige zoom (P31)/Digitale
zoom (P32):
25
26
27
28
29
W
T
1X
Slimme ISO(P45)
Belichtingscompensatie (P44)
Groothoekmodus (P39)
Zelfontspanner (P43)
AF-assistentielamp (P66)
Overige
In eenvoudige modus
1
2
Tijdens weergave
3
4
19
1
5
6
7
15
8
9
14
13
19
18
17
16
15
14
12
T
3
1
1X
12 Aantal dagen dat is verstreken sinds de
vertrekdatum (P55)
13 Backlight-compensatie (P29)
14 Zelfontspanner (P43)
15 AF-assistentielamp (P66)
■ Tijdens weergave
1 Weergavemodus (P34)
2 Aantal DPOF-afdrukken (P77)
3 Beveiligde foto (P79)
4 Beeldformaat (P62)
4 5
6
7M
WEERG. BEW.
BEELDEN
100-0001
1/19
1E DAG
F2.8 1/100 ISO 200
10:00 1. DEC. 2007
10 BACKLIGHT
11
■ In eenvoudige modus
1 Flitsermodus (P40)
2 Scherpstelindicatie (P25)
3 Beeldmodus (P28)
6: Jitter-waarschuwing (P27)
4 Batterijaanduiding (P24)
5 Resterende aantal opneembare foto’s
6
: Intern geheugen (P16)
: Kaart (P16)
7 Opnameteken
8 AF-gebied (P25)
9 Reisdatum (P55)
10 Backlight-compensatie werking (P29)
11 Huidige datum en tijd
Dit wordt ongeveer 5 seconden
weergegeven wanneer de camera
wordt aangezet, de klok ingesteld
en na het overschakelen van
de weergavefunctie naar de
opnamefunctie.
Zoom (P30)/Extra optische zoom
(P30)/Eenvoudige zoom (P31)
W
2
AWB
7
8
9
10
11
12
13
5 Kwaliteit (P62)
In filmmodus (P53):
[ 30fpsVGA ] / [ 10fpsVGA ] / [ 30fps
QVGA ] /
[ 10fps
QVGA ] (4:3)
[ 30fps16:9 ] / [ 10fps16:9 ] (16:9)
In eenvoudige modus (P28):
: ENLARGE
: 4˝ × 6˝/10 × 15 cm
: E-MAIL
6 Batterijaanduiding (P24)
7 Map-/Bestandsnummer (P85)
: Intern geheugen (P16)
: Kaart (P16)
8 Fotonummer/Totaal aantal foto’s
9 Waarschuwingspictogram voor kabel
loskoppelen (P90)
Bewegende beeldopnametijd (P70):
1h 20m 30s
10 Histogram (P38)
11 Opname-informatie
12 Favorieten instellen (P73)/
Verstreken opnameduur (P70)
1h 20m 30s
13
14
15
16
Opgenomen datum en tijd
Bestemming instellingen (P57)
Leeftijd weergave (P50)
Aantal dagen dat is verstreken sinds de
vertrekdatum (P55)
17 Bewegende beeldopnametijd (P70)
18 Datum afdr. Voltooid indicator (P76)
19 Favorieten indicator (P73)
93
VQT1C71
Overige
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
■ Optimaal gebruik van het toestel
Zorg ervoor dat u het
apparaat niet laat vallen of
ergens tegenaan botst of
druk er niet te hard op.
• Laat het apparaat niet in
uw zak zitten wanneer u
gaat zitten of stop het niet
te hard in een volle zak,
enz.
• Zorg ervoor dat u de zak
waarin u het apparaat hebt gestopt,
niet laat vallen of ergens tegenaan
stoot anders kan het apparaat worden
blootgesteld aan harde schokken.
• Een krachtige schok kan de lens, het
scherm en de buitenbehuizing breken en
defecten aan de camera veroorzaken.
Houd het toestel uit de buurt van
magnetische apparatuur (zoals
magnetrons, televisie, videospelletjes,
enz.).
• Indien u het toestel op of naast een
televisie gebruikt, kunnen de opnamen
onderbroken worden door de straling van
de elektromagnetische golven.
• Gebruik het toestel niet in de buurt van
een mobiele telefoon omdat het geluid
kan ervan een nadelige invloed kan
hebben op de opnamen.
• Opgenomen gegevens kunnen
beschadigd worden of beelden kunnen
vervormd worden, als gevolg van sterke
magnetische velden die gecreëerd
worden door luidsprekers of zware
motoren.
• De straling van elektromagnetische
golven die door een microprocessor
gegenereerd wordt, kan een nadelige
invloed hebben op het toestel en
storingen van beelden veroorzaken.
94
VQT1C71
• Als het toestel de invloed van
magnetische geladen apparatuur
ondergaat en vervolgens niet naar
behoren werkt, dient u het toestel uit te
schakelen en de batterij te verwijderen,
of de netspanningsadapter (DMW-AC6;
optioneel) los te maken, en vervolgens
de batterij weer terug te plaatsen of de
netspanningsadapter weer aan te sluiten.
Hierna schakelt u het toestel weer in.
Gebruik de digitale fotocamera niet in
de nabijheid van hoogspanningsdraden
of hoogspanningsleidingen.
• Opnemen in de buurt van
hoogspanningsdraden of
hoogspanningsleidingen kan nadelige
gevolgen hebben voor de opnamen.
Gebruik de bijgeleverde snoeren
en kabels. Indien u los verkrijgbare
accessoires gebruikt, moet u gebruik
maken van de snoeren en kabels die
daarbij geleverd zijn. De snoeren en
kabels niet verlengen.
Spuit geen insektenverdelgende
middelen of vluchtige chemicaliën op
het toestel.
• Wordt het toestel met zulke chemicaliën
bespoten dan kan de body beschadigd
raken en het oppervlak ervan
afbladderen.
• Zorg ervoor dat het toestel niet
gedurende lange tijd in aanraking komt
met rubber of plastic producten.
Gebruik geen benzine, verdunner
of alcohol voor de reiniging van het
toestel.
• Voordat u het toestel reinigt, de batterijen
verwijderen of de netspanningsadapter
(DMW-AC6; los verkrijgbaar) loskoppelen
van de elektrische uitlaat.
Overige
• De body van het toestel kan vervormd raken
en het oppervlak kan gaan afbladderen.
• Veeg het stof of de vingerafdrukken
af met een zachte, droge doek. Om
hardnekkige vlakken te verwijderen,
gebruikt u een doek die natgemaakt is
met water. Droog de camera daarna
opnieuw af met een droge doek.
• Gebruik geen keukenschoonmaakmiddel
of een doek die met chemische stoffen is
behandeld.
• Als het toestel nat wordt door regen
of ander opspattend water dient u het
droogte wrijven met een droge doek.
■ Batterijen
Zorg dat u de batterijen verwijdert als u
het toestel lange tijd niet gebruikt.
• Als de temperatuur te hoog of te laag
is kunnen de aansluitingen roesten
wat leidt tot storingen.
■ Kaart
Bewaar de kaart niet op plaatsen met
een hoge temperatuur of direct zonlicht
of waar gemakkelijk elektromagnetische
golven of statische elektriciteit
opgewekt kunnen worden.
De kaart niet buigen of laten vallen.
• De kaart kan beschadigd worden of de
opgenomen inhoud zou beschadigd of
gewist kunnen worden.
• Bewaar de kaart in het kaarthoesje
of het bewaarzakje na afloop van het
gebruik, of wanneer u de kaart opbergt of
meeneemt.
• Zorg ervoor dat geen vuil, stof of
water de terminals achterop de kaart
binnendringen, en dat u deze niet met uw
vingers aanraakt.
Als u de batterijen per ongeluk laat
vallen, moet u controleren of de body
van de batterijen en de terminals
beschadigd zijn.
• Door een beschadigde batterij in het
toestel te plaatsen zal de fotocamera
beschadigd raken.
Neem opgeladen reservebatterijen mee
als u op pad gaat.
• Vergeet u niet dat de werktijd van de
batterijen korter zal worden bij een lage
temperatuur, zoals in ski-oorden.
Gooi onbruikbare batterijen weg.
• Batterijen hebben een beperkte levensduur.
• Gooi de batterijen niet in open vuur, dit
kan een explosie veroorzaken.
Zorg ervoor dat de batterijterminals
niet in aanraking komen met metalen
voorwerpen (zoals kettingen,
haarspelden, enz.).
• Dit kan leiden tot kortsluiting of warmte
opbouw en u kunt ernstig verbranden als
u de batterijen aanraakt.
95
VQT1C71
Overige
Weergegeven berichten
In sommige gevallen worden bevestigingsberichten of foutberichten weergegeven op het
scherm.
De belangrijkste berichten worden hieronder als voorbeeld weergegeven.
[HUIDIGE INSTELLING BATTERIJTYPE:
OXYRIDE]/[HUIDIGE INSTELLING
BATTERIJTYPE: ALKALINE/Ni-MH]
Dit bericht verschijnt de eerste keer als
u batterijen inbrengt en als de batterijen
op zijn en u ze vervangt. Als het type
batterijen dat u gebruikt afwijkt van wat
er staat aangegeven in het bericht, dient
u het batterijtype in [BATT. TYPE] in het
[SET-UP]-menu te veranderen. (P21)
[GEHEUGENKAART VERGRENDELD]
Hef de kaartbeveiliging op. (P16, 79)
[GEEN JUISTE FOTO OM WEER TE
GEVEN]
Weergave na opname of na het inbrengen
van een kaart met opnames.
[DEZE FOTO IS BEVEILIGD]
Na het opheffen van de beveiliging (P79)
kunt u de foto wissen of overschrijven.
[DEZE FOTO KAN NIET GEWIST
WORDEN]/[SOMMIGE FOTO’S KUNNEN
NIET GEWIST WORDEN]
Foto’s die niet zijn gebaseerd op de DCFstandaard, kunnen niet worden gewist.
Wis dit soort afbeeldingen door ze eerst
in uw computer op te slaan en vervolgens
de kaart opnieuw te formatteren met het
toestel. (P83)
[ER KUNNEN GEEN EXTRA
WISSELECTIES GEMAAKT WORDEN]
U heeft meer dan het toegestane aantal
items in multi wissen of de MULTI instelling
in [DATUM AFDR.]geselecteerd. Herhaal
de procedure zoals nodig.
U hebt meer dan 999 foto’s in uw
favorietenlijst opgenomen.
96
VQT1C71
[KAN OP DEZE FOTO NIET INGESTELD
WORDEN]/[KAN OP SOMMIGE FOTO’S
NIET INGESTELD WORDEN]
De DPOF-instelling kan niet worden
ingesteld bij de volgende foto’s.
• Bestanden die niet op DCF zijn
gebaseerd.
[NIET VOLDOENDE RUIMTE INTERN
GEHEUGEN]/[NIET VOLDOENDE
GEHEUGEN OP DE KAART]
Er is onvoldoende ruimte beschikbaar in
het interne geheugen of op de kaart.
• Wanneer u foto’s kopieert van het interne
geheugen naar de kaart (batchkopie),
worden de foto’s gekopieerd tot de kaart
vol is.
[DIV. FOTO’S KUNNEN NIET GEKOP.
WORDEN]/[KOPIE KAN NIETVOLTOOID
WORDEN]
De volgende opnamen kunnen niet worden
gekopieerd.
• Als er al een foto met dezelfde naam
bestaat op de kopieerbestemming.
• Bestanden die niet op de DCF-standaard
zijn gebaseerd.
Daarnaast kunnen foto’s die door andere
apparatuur zijn opgenomen of bewerkt
evenmin worden gekopieerd.
[FOUT INT. GEHEUGEN FOTM. INT.
GEH.?]
Dit bericht zal worden weergegeven
wanneer u het interne geheugen op de
PC formatteert of de batterijen verwijdert
zonder de camera uit te schakelen.
Formatteer het interne geheugen op de
camera opnieuw. (P83) De gegevens op
het interne geheugen worden verwijderd.
Overige
[STORING GEHEUGENKAART KAART
FORMATEREN ?]
De indeling van de kaart wordt niet
herkend door de camera. Formatteer de
kaart opnieuw met deze camera.
Sla uw gegevens op naar uw computer,
en gebruik daarna dit toestel om de kaart
opnieuw te formatteren. (P83)
[AUB CAMERA UIT- EN INSCHAKELEN]
Dit bericht verschijnt als de camera niet
goed functioneert. Zet de camera uit en weer
aan. Als het bericht weergegeven blijft, dient
u contact op te nemen met uw leverancier of
het dichtstbijzijnde servicecentrum.
[STORING GEHEUGENKAART
PARAMETERFOUT GEHEUGENKAART]
Gebruik een kaart die geschikt is voor
deze camera. (P5, 16)
U kunt alleen 4 GB-kaarten gebruiken als
het SDHC-geheugenkaarten zijn.
[STORING GEHEUGENKAART
CONTROLEER DE GEHEUGENKAART]
• Geen toegang gekregen tot de kaart.
Plaats de kaart opnieuw.
[LEESFOUT CONTROLEER DE
GEHEUGENKAART]
Data-leesfout.
Plaats de kaart opnieuw. Zorg ervoor dat de kaart
goed is geplaatst en start de weergave opnieuw.
[SCHRIJFFOUT CONTROLEER DE
GEHEUGENKAART]
Data-schrijffout.
Schakel de camera uit en verwijder de kaart.
Plaats vervolgens de kaart en schakel de
camera opnieuw in. Deze fout kan er ook op
duiden dat de kaart is beschadigd.
[OPNAME BEW. BEELDEN GEANN.
SCHRIJFSNELHEID KAART TE BEPERKT]
• Wanneer [FOTO MODE] is ingesteld op
[30fpsVGA] of [30fps16:9], dan raden wij u
aan om kaarten te gebruiken die minimaal
10 MB/tweede, of hogere snelheden
gebruiken (dit staat afgedrukt op de
verpakking) voor de beste resultaten.
• Afhankelijk van het type SD-geheugenkaart, is
het mogelijk dat de opname halverwege stopt.
[CREËREN VAN EEN MAP NIET MOGELIJK]
Er kan geen map worden gemaakt omdat
er geen mapnummers resteren die kunnen
worden gebruikt. (P85)
Sla uw gegevens op naar uw computer,
en gebruik daarna dit toestel om de kaart
opnieuw te formatteren. (P83)
Als u [NR.RESET] uitvoert in het [SETUP] -menu nah et formatteren, wordt het
mapnummer gereset op 100. (P22)
[PICTURE IS DISPLAYED FOR 4:3 TV]/
[PICTURE IS DISPLAYED FOR 16:9 TV]
• De video-kabel is aangesloten op de
camera. Druk op [MENU/SET] als u dit
bericht onmiddellijk wilt wissen.
• Selecteer [TV-ASPECT] in het [SET-UP]
-menu om het tv-aspect te veranderen. (P23)
• Dit bericht verschijnt ook wanneer de USBaansluitkabel alleen op de camera is aangesloten.
In dat geval sluit u het andere uiteinde van de
USB-aansluitkabel aan op een PC of printer.
(P84, 87)
[SLUIT DE PRINTER OPNIEUW AAN.]
Dit bericht verschijnt als u de modusknop
verandert naar [
] terwijl de camera en
de PC met elkaar zijn verbonden. Stel de
camera op een andere stand in dan [
]
stand, controleer of er geen gegevens zijn
overgezet en sluit dan weer aan op de printer.
[TOEGANG] verschijnt op het LCD-scherm van
de camera als de gegevensoverdracht bezig is.)
[USB MODE GEWIJZIGD. VERWIJDER
DE USB KABEL.]
Dit bericht verschijnt als u de modusknop
verandert naar een andere stand dan
[
] terwijl de camera en de PC met
elkaar zijn verbonden. Zet de keuzeknop
opnieuw terug naar [
] voordat u de
USB-kabel ontkoppelt. Als dit gebeurt
tijdens printen, stop dan het printen en
ontkoppel de USB-aansluitingskabel.
97
VQT1C71
Overige
Problemen oplossen
Indien u het menu opnieuw instelt op de gegevens die het toestel had op het moment van
aankoop, kan de situatie verbeteren. Voer de [RESETTEN] uit in het set-up-menu. (P23)
■ Batterijen en voeding
Situaties
De camera gaat direct
uit zelfs als de batterijen
volledig geladen zijn.
De resterende
batterijcapaciteit
is laag, zelfs als
nieuwe batterijen zijn
ingebracht.
De camera gaat niet aan.
Oorzaken
De resterende batterijcapaciteit kan niet juist worden
weergegeven en de camera kan plotseling stoppen met
werken als het type batterijen en de instellingen op de
[BATT. TYPE] niet hetzelfde zijn. Dit is echter geen storing.
Afhankelijk van het batterijmerk en de werkingstemperatuur,
of als uitgeputte batterijen worden gebruikt kan het
resterende batterijvermogen niet goed worden weergegeven.
Controleer [BATT. TYPE] (P21) in het [SET-UP] menu.
Zijn de batterijen correct geplaatst?
Gebruik voldoende geladen batterijen als u Ni-MH batterijen
gebruikt.
Het beeld wordt niet
Is de spaarstand (P21) of de economiemodus (P22)
weergegeven op het
geactiveerd? Druk de ontspanknop halverwege in om deze
LCD-scherm.
modi te deactiveren.
Zijn de batterijen op? Vervang ze voor batterijen met
voldoende capaciteit. (Laad ze op indien u Ni-MH-batterijen
gebruikt.)
De camera schakelt snel • Zijn de batterijen op? Vervang ze voor batterijen met
na het inschakelen uit.
voldoende capaciteit. (Laad ze op indien u Ni-MH-batterijen
gebruikt.)
• Als u de camera ingeschakeld houdt, zal de batterij
leeglopen. Schakel de camera vaak uit door de spaarstand
(P21) of de economiemodus (P22), enz. te gebruiken.
■ Foto’s nemen
Situaties
De foto kan niet worden
opgeslagen.
De opnames zijn flets.
Er zit vuil op de lens.
De opname is te licht of
te donker.
98
VQT1C71
Oorzaken
Is de modusknop correct ingesteld?
Is er voldoende resterende geheugencapaciteit in het interne
geheugen of op de kaart?
Wis enkele foto’s voordat u opslaat. (P35)
De foto kan wit worden als er vuil of vingerafdrukken op de
lens zitten. Als de lens vuil is, zet de camera dan aan, haal
de lens eraf (P9) en veeg het lensoppervlak met een zachte
droge doek.
Controleer of de belichting correct is gecompenseerd. (P44)
Overige
Situaties
Het onderwerp is niet
goed scherpgesteld.
Soms worden er twee of drie
foto’s genomen met één druk
op de ontspanknop.
De genomen foto is
wazig. De optische
beeldstabilisatie werkt
niet.
Beelden zijn korrelig of
met ruis.
Oorzaken
Het bereik van de scherpstelling varieert en is afhankelijk van de opnamemodus.
Om de juiste stand in te stellen voor de afstand tot het
onderwerp, kunt u draaien aan de keuzeknop.
Is het onderwerp buiten het focusbereik? (P25, 46)
Hebt u een foto met trilling genomen?
Staat de camera in de stand burst (P65)?
Bij het nemen van foto’s op met name donkere plekken of binnen,
wordt de sluitertijd traag en werkt de optische beeldstabilisator
mogelijk niet goed. In dat geval raden we aan om de camera met
beide handen stevig vast te houden bij het nemen van foto’s (P25).
Is de ISO-gevoeligheid hoog of de sluitertijd langzaam?
(Als u de camera heeft ingesteld op [AUTO], wordt de ISO-gevoeligheid
verhoogd voor buitenfotografie en andere gebeurtenissen.
• Verlaag de ISO-gevoeligheid. (P61)
• Stel [KLEURFUNCTIE] in op [NATURAL] (P66).
• Verbeter de omgevingsbelichting.
[H. GEVOELIGH.] In (P51) de stand scène, neemt de
resolutie van de gemaakte foto enigszins af door de
verwerking met hoge gevoeligheid. Dit is geen storing.
De helderheid of kleur
Helderheid en kleuren kunnen veranderen als u een snellere
van de foto verschilt van sluitertijd gebruikt bij kunstlicht, maar dit is een kenmerk van
de werkelijkheid.
zulk licht en is geen storing.
Het maken van
Met deze camera kunnen geen filmbeelden worden
filmbeelden stopt
vastgelegd op een MultiMediaCard.
onverwachts.
• Wanneer [FOTOMODE] is ingesteld op [30fpsVGA] of
[30fps16:9], dan raden wij u aan om kaarten te gebruiken die
minimaal 10 MB/tweede, of hogere snelheden gebruiken (dit
staat afgedrukt op de verpakking) voor de beste resultaten.
• Afhankelijk van het type SD-geheugenkaart of SDHCgeheugenkaart, is het mogelijk dat de opname halverwege
stopt.
Er verschijnt een rode
Dit fenomeen wordt smeer genoemd.
vertikale lijn op het
Het is specifiek voor CCD en verschijnt
LCD-scherm terwijl de
wanneer het onderwerp een helder
sluiterknop halverwege gedeelte heeft.
wordt ingedrukt of als
Er kunnen ook groen verticale lijnen
er bewegende beelden
of horizontale onregelmatigheden
worden opgenomen.
verschijnen rond het uitgelopen
gedeelte, maar dit is geen defect. Het
wordt opgenomen in films maar niet op
foto’s.
99
VQT1C71
Overige
■ LCD
Situaties
Het LCD-scherm wordt
soms uitgeschakeld,
hoewel de camera is
ingeschakeld.
De helderheid van het
LCD-scherm wordt
donkerder of lichter
gedurende een moment.
Het LCD-scherm flikkert
binnenshuis.
Het LCD-scherm is te
licht of te donker.
Oorzaken
Gaat het LCD-scherm vaak uit nadat u foto’s met de flitser
heeft genomen? Als de flitser wordt geladen wordt het LCDscherm uitgeschakeld.
Dit fenomeen treedt op wanneer u de ontspanknop tot
halverwege indrukt om het diafragma in te stellen en is niet
van invloed op de vastgelegde beelden.
Het LCD-scherm kan enkele seconden flikkeren nadat de
camera binnenshuis onder TL-verlichting wordt ingeschakeld.
Dit is geen storing.
Stel de helderheid van het LCD-scherm bij. (P22)
Is de gr. kijkhoek geactiveerd? (P39)
Dit is geen storing.
Deze beeldpunten zijn niet van invloed op de opgenomen
beelden.
Er verschijnen zwarte,
rode, blauwe en groene
punten op het LCDscherm.
Er verschijnt ruis op het In een donkere omgeving kan ruis verschijnen om de
LCD-scherm.
helderheid van het LCD-scherm te handhaven. Dit is niet van
invloed op de beelden die u aan het opnemen bent.
■ Flitser
Situaties
De flitser is niet
geactiveerd.
De flitser wordt twee
keer geactiveerd.
100
VQT1C71
Oorzaken
Is de flitserinsttelling vastgesteld op geforceerd UIT [v]?
Wijzig de flitserinstellingen. (P40)
De flitser wordt niet geactiveerd als filmmodus [i],
[LANDSCHAP], [NACHTL. SCHAP], [ZONSONDERG.],
[H. GEVOELIGH.], [STERRENHEMEL], [VUURWERK] of
[LUCHTFOTO] of scenemodus (P47) is geselecteerd
Wanneer u rode-ogenreductie (P40) selecteert, wordt de
flitser eenmaal geactiveerd vóór de werkelijke opname om
het rode-ogenfenomeen (ogen van de persoon zijn rood op
de foto) te verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd
voor de werkelijke opname.
Overige
■ Weergave
Situaties
Foto’s worden
onverwacht gedraaid.
Oorzaken
Een van de functies van dit toestel is dat het automatisch
herkent of u de camera een slag draait om een foto te nemen.
Deze foto wordt dan automatisch gedraaid indien weergegeven.
Het kan voorkomen dat het toestel meent dat u de camera heeft
gedraaid, terwijl u in feite de camera omhoog of omlaag richt.
• Stel [LCD ROTEREN] (P74) in op [OFF] dat de camera dit
soort foto’s niet automatisch voor u draait.
• U kunt de foto’s desgewenst draaien met [ROTEREN] (P74) .
De foto wordt niet
Staat de modusknop ingesteld op weergave [Q]?
weergegeven.
Is er een foto op het interne geheugen of op de kaart?
• De foto’s op het interne geheugen worden weergegeven wanneer
er geen kaart is geplaatst. Wanneer er wel een kaart is geplaatst,
worden de opnamegegevens van de kaart weergegeven. (P16)
Map- of bestandsnaam
Is de afbeelding misschien gewijzigd op een computer of
worden weergegeven als genomen met een fotocamera van een andere fabrikant.
[–] en het scherm wordt Dit probleem kan zich ook voordoen als u de batterijen
zwart.
onmiddellijk na het nemen van de foto verwijderd of als de
batterijen bijna leeg zijn.
• U moet de kaart opnieuw formatteren om dit type foto te
verwijderen. (P83) (Denk eraan dat alle gegevens onherroepelijk
wordt gewist bij het formatteren van de kaart, dus sla uw gegevens
op en controleer de kaart voordat u verdergaat.)
In de kalenderweergave Werd de foto bewerkt met een pc of opgenomen met een
wordt de foto
digitale camera van een andere fabrikant?
weergegeven met
In de kalenderweergave kan dit type foto worden
een andere datum
weergegeven met een andere datum dan de werkelijke
dan de werkelijke
opnamedatum. (P68)
opnamedatum.
Is de klok van de camera juist ingesteld? (P17)
Als de klokinstelling op de camera bijvoorbeeld verschilt van
de datum en de tijd die is ingesteld op de PC en u foto’s
ophaalt die met de camera werden opgenomen naar de
PC en ze vervolgens terug naar de kaart schrijft, kunnen
de foto’s worden weergegeven met andere datums dan de
werkelijke opnamedatums in de kalenderweergave, enz.
■ Aansluiten op een TV, computer of printer
Situaties
De foto verschijnt niet
op de televisie. Het
TV-scherm is gestoord
of wordt zwartwit
weergegeven.
Oorzaken
Is de camera correct op de televisie aangesloten?
Stel de TV in op video-ingangsfunctie.
101
VQT1C71
Overige
Situaties
De weergavegebieden
op het TV-scherm en
het LCD-scherm van de
camera zijn niet dezelfde.
Oorzaken
Afhankelijk van het TV-model, kan het weergavegebied
kleiner zijn zodat de foto mogelijk horizontaal of verticaal
wordt gerekt of zodat de boven- en onderkant of de linker- en
rechterkant van de foto worden bijgesneden wanneer deze
wordt weergegeven. Dit is te wijten aan de TV-specificaties
en is geen storing.
Kan geen filmbeelden
Het is niet mogelijk om filmbeelden weer te geven als u de
afspelen op een televisie. kaart hebt ingebracht in een kaartgleuf op een televisie.
Sluit de camera op de televisie aan met de inbegrepen videokabel en geef de beelden op dit toestel weer. (P91)
Het beeldformaat past
Controleer de [TV-ASPECT] instelling op dit apparaat. (P23)
niet op het TV-scherm.
Er kunnen geen foto’s
Controleer de aansluitingen.
naar de printer worden
Controleer of de computer de camera correct heeft herkend.
opgeladen.
Stel de keuzeknop van de camera in op een andere modus
dan de afdrukmodus (P84).
De computer herkent de Maak de USB-aansluitkabel los, steek de kaart in en sluit de
kaart niet.
kabel nogmaals aan.
(Het interne geheugen
wordt herkend.)
De foto’s kunnen niet
Ondersteunt de printer PictBridge? Het is niet mogelijk om
met printers worden
met printers af te drukken die PictBridge niet ondersteunen.
afgedrukt.
(P87)
Stel de keuzeknop van de camera in op afdrukmodus (P87).
De zijkanten van
• Als uw printer beschikt over de mogelijkheid om randen in
afgedrukte beelden
te stellen en bij te snijden, wijzig deze instellingen dan zo
worden afgeknipt.
dat er geen randen zijn en niet wordt bijgesneden. (Lees
hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw printer.)
• Sommige fotozaken kunnen foto’s gemaakt in de
aspectratio [j] verwerken (P62). Informeer hiernaar
voordat u de afdrukopdracht indient.
■ Overige
Situaties
Er werd per ongeluk
een niet leesbare taal
geselecteerd.
Kan de auto reviewfunctie niet wijzigen.
Bij het half indrukken
van de ontspanknop,
gaat er soms een rood
lampje branden.
102
VQT1C71
Oorzaken
Druk op [MENU/SET], selecteer het [SET-UP]
menupictogram [ ] en selecteer vervolgens het pictogram
[{] om de gewenste taal in te stellen. (P23)
In de eenvoudige modus, of in de burstfunctie modus kunt u
de instelling auto review niet wijzigen.
Op donkere plekken licht de AF-assistentielamp (P66) rood
op om beter te kunnen instellen op het onderwerp.
Overige
Situaties
De AF-assistentielamp
gaat niet aan.
Oorzaken
Is [AF ASS. LAMP] op het [OPNAME] modusmenu ingesteld
op [ON]? (P66)
Maakt u foto’s op donkere plaatsen? De AF-assistentielamp
wordt niet ingeschakeld op heldere plaatsen.
De AF ass. lamp gaat niet als [LANDSCHAP], [NACHTL.
SCHAP], [ZONSONDERG.], [VUURWERK] en
[LUCHTFOTO] of scene-modus (P47) is geselecteerd.
De camera wordt warm. De camera kan tijdens het gebruik iets warmer worden, maar
dit is normaal.
De lens klikt.
Wanneer de helderheid veranderd is, wegens de zoom of de
beweging van het toestel, of door iets anders, kan the lens
klikken en kan het beeld op het scherm drastisch veranderd
zijn. Dit heeft echter geen invloed op de kwaliteit van de
foto’s.
Het geluid wordt veroorzaakt door de automatische instelling
van het diafragma. Dit is geen storing.
De klokinstelling is
Als u het toestel lange tijd niet gebruikt, kan het zijn dat de
gereset.
instelling van de klok gereset wordt. Stel de klok opnieuw
in wanneer het bericht [AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt.
(P17)
Wanneer u een foto neemt voordat de klok is ingesteld, wordt
[0:00 0. 0. 0] opgenomen.
Beelden lijken enigszins Beelden kunnen met enige vervorming zijn genomen
vervormd.
afhankelijk van de zoomratio. Deze vervorming neemt toe als
u dichter bij het onderwerp komt, maar is geen storing.
Er verschijnen vreemde Het beeld kan gekleurde strepen rond het onderwerp
kleuren aan de rand van vertonen, afhankelijk van de zoomfactor. Dit wordt de
het beeld.
chromatische afwijking genoemd en kan beter zichtbaar
worden wanneer u foto’s maakt van onderwerpen op een
grote afstand. Dit is echter geen storing.
Bestandsnummers
Bepaalde activiteiten veroorzaken dat foto’s in mappen met
worden niet op volgorde andere nummers worden opgeslagen. (P85)
gemaakt.
De bestandsnummers
Als de batterijen worden geplaatst of verwijderd terwijl de
worden opgeslagen in
camera is ingeschakeld, gaan de opgeslagen mapnummers
oplopende volgorde.
verloren.
Als u de camera echter weer aanzet en foto’s neemt, worden
de bestandsnummers opgenomen in oplopende volgorde.
De foto wordt zwart
Foto’s die met een PC zijn bewerkt of gedraaid, kunnen in
weergegeven.
de weergavemodus (P34), de multi-weergave (P67) en de
kalenderweergave (P68) zwart worden weergegeven.
103
VQT1C71
Overige
Aantal opneembare foto’s en beschikbare
opnameduur
• Het aantal opneembare foto’s en de beschikbare opnameduur zijn bij benadering. (Deze
kunnen variëren afhankelijk van de opnameomstandigheden en het type kaart.)
• Het aantal opneembare foto’s en de beschikbare opnameduur hangen af van de
onderwerpen.
• De nummers binnen de dike zwarte lijn zijn het aantal op te nemen foto’s in de
eenvoudige stand [ ]. (P28)
■ Aantal mogelijke opnames
Aspectratio
Beeldformaat
h
7M
Kwaliteit
Intern geheugen
(Circa 27 MB)
16 MB
32 MB
64 MB
128 MB
Kaart 256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
4 GB
DMC-LS75/DMC-LS70
/ : 7M (3072 × 2304 pixels)
G/
H
7
14
8
17
3
7
16
35
68
135
270
550
1090
7
16
34
69
135
270
540
1090
2150
4
9
20
41
81
160
320
660
1290
8
19
40
82
160
320
640
1270
2510
Aspectratio
Beeldformaat
Kwaliteit
Intern geheugen
(Circa 27 MB)
16 MB
32 MB
64 MB
128 MB
Kaart 256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
4 GB
104
VQT1C71
alleen DMC-LS60
6M /
: 6M (2816 × 2112 pixels)
G/
H
h
5M
DMC-LS75/DMC-LS70
: 5M EZ (2560 × 1920 pixels)
3M : 3M EZ (2048 × 1536 pixels)
G
H
G
H
10
21
16
33
5
11
24
50
98
195
390
790
1560
10
23
48
99
190
380
770
1530
3010
8
18
38
78
150
300
600
1220
2410
16
36
75
150
290
590
1180
2360
4640
Overige
Aspectratio
Beeldformaat
Kwaliteit
Intern geheugen
(Circa 27 MB)
16 MB
32 MB
64 MB
128 MB
Kaart 256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
4 GB
h
1M : 1M EZ
2M : 2M EZ
(1600 × 1200 pixels)
(1280 × 960 pixels)
0.3M / : 0.3M EZ
(640 × 480 pixels)
G
H
G
H
G
27
53
41
78
130
210
13
29
61
125
240
480
970
1920
3770
27
58
120
240
470
940
1880
3610
7090
21
45
93
190
370
730
1470
2920
5740
40
85
175
350
690
1370
2740
5120
10050
68
145
290
600
1170
2320
4640
8780
17240
110
230
480
970
1900
3770
7550
12290
24130
H/
Aspectratio
Beeldformaat
Kwaliteit
Intern geheugen
(Circa 27 MB)
16 MB
32 MB
64 MB
128 MB
Kaart 256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
4 GB
DMC-LS75/DMC-LS70
6M : 6M
(3072 × 2048 pixels)
alleen DMC-LS60
5M : 5M
(2816 × 1880 pixels)
G
H
G
H
G
8
16
9
19
19
37
3
8
19
39
77
150
300
620
1230
8
18
38
78
150
300
600
1220
2410
4
10
22
46
91
180
360
730
1450
10
21
45
92
180
350
710
1420
2800
9
20
43
88
170
340
680
1360
2680
18
40
83
165
330
650
1310
2560
5020
Aspectratio
Beeldformaat
Kwaliteit
Intern geheugen
(Circa 27 MB)
16 MB
32 MB
64 MB
128 MB
Kaart 256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
4 GB
2.5M / : 2,5M EZ
(2048 × 1360 pixels)
H/
j
DMC-LS75/DMC-LS70
5.5M : 5,5M
(3072 × 1728 pixels)
alleen DMC-LS60
4.5M : 4,5M
(2816 × 1584 pixels)
2M : 2M EZ
(1920 × 1080 pixels)
G
H
G
H
G
H
9
19
11
23
25
48
4
10
22
46
91
180
360
730
1450
10
21
45
92
180
350
710
1420
2800
5
12
27
55
105
210
430
870
1720
11
25
53
105
210
420
850
1700
3350
12
27
57
115
230
450
910
1800
3540
25
53
105
220
430
860
1720
3410
6700
105
VQT1C71
Overige
■ Beschikbare opnameduur (In filmmodus)
Beeldkwaliteitinstelling
30fps
VGA
10fps
VGA
Intern geheugen
(Circa 27 MB)
—
—
53 sec
10fps
QVGA
2 min
40 sec
1 min
23 sec
2 min
55 sec
30fps
16:9
10fps
16:9
—
—
16 MB
6 sec
26 sec
26 sec
32 MB
17 sec
59 sec
59 sec
64 MB
39 sec
2 min
2 min
6 min
33 sec
1 min
23 sec
2 min
45 sec
5 min
30 sec
4 min
10 sec
8 min
10 sec
16 min
20 sec
32 min
50 sec
1u
7 min
2u
11 min
4 min
10 sec
8 min
10 sec
16 min
20 sec
32 min
50 sec
1u
7 min
2u
11 min
12 min
20 sec
1 min
11 sec
2 min
20 sec
4 min
40 sec
9 min
20 sec
19 min
20 sec
128 MB
Kaart
30fps
QVGA
256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
*4 GB
11 min
22 min
30 sec
44 min
20 sec
24 min
47 min
50 sec
1u
35 min
3u
15 min
6u
22 min
5 sec
22 sec
14 sec
50 sec
38 min
1 min
46 sec
3 min
35 sec
7 min
14 min
28 min
10 sec
57 min
30 sec
1u
53 min
* De grootte van bewegend beeld is beperkt tot 2 GB per opnamesessie. De maximale
beschikbare opnametijd voor tot 2 GB alleen wordt weergegeven op het scherm.
• Het aantal opneembare foto’s en de beschikbare opnameduur die worden weergegeven
op het LCD-scherm zullen mogelijk niet afnemen in volgorde.
• Dit apparaat biedt geen ondersteuning voor het opnemen van bewegende beelden op
MultiMediaCards.
• De extra optische zoom werkt niet in [H. GEVOELIGH.] (P51) in scene stand, dus de
fotogrootte voor [EZ] wordt niet weergegeven.
106
VQT1C71
Overige
Specificaties
Digitale camera:
Energiebron:
Stroomverbruik:
Informatie voor uw veiligheid
DC 3 V
DMC-LS75/DMC-LS70: 1,5 W (tijdens opname)
DMC-LS60: 1,4 W (tijdens opname)
0,6 W (tijdens weergave)
Effectieve beeldpunten
toestel:
Beeldsensor:
Totale beeldpunten
DMC-LS75/DMC-LS70: 7.200.000 beeldpunten
DMC-LS60: 6.000.000 beeldpunten
1/2.5˝ CCD
DMC-LS75/DMC-LS70: 7.380.000 beeldpunten
DMC-LS60: 6.370.000 beeldpunten
Primaire kleurfilter
Lens:
Optisch 3 × zoom, f=5,8 tot 17,4 mm [35 mm filmcamera
equivalent: 35 tot 105 mm] /F2,8 tot F5,0
Digitale zoom:
Max. 4 ×
Extra optische zoom:
DMC-LS75/DMC-LS70: max 4,5 × (Tijdens opnemen is de
resolutie 3M of minder)
DMC-LS60: max 4,1 × (Tijdens opnemen is de resolutie
3M of minder)
Focus:
Normaal/Macro (keuzeknop)
5-zone-scherpstellen/3-zone-scherpstellen
(hoge snelheid)/1-zone-scherpstellen
Scherpstel bereik:
Normaal: 50 cm tot Z
Macro/Eenvoudig/Intelligent ISO/Film: 5 cm (Groothoek)/
30 cm (Tele) tot Z
Scènemodus : instellingen kunnen afwijken van datgene dat
hierboven is weergegeven
Sluitersysteem:
Elektronische sluiter+Mechanische sluiter
Bewegend beeldopname: Aspectratio [h]:
640 × 480 beeldpunten (Als een kaart is gebruikt.)/
320 × 240 beeldpunten
Aspectratio [j]:
848 × 480 beeldpunten (Als een kaart is gebruikt.)
30 of 10 beelden/seconde zonder audio
Burstopname
Burstsnelheid:
Hangt van het type kaart, de opnameresolutie en de
fotokwaliteit af
Aantal opneembare
Is afhankelijk van de resterende capaciteit van het interne
foto’s:
geheugen of op de kaart. (onbegrensd)
ISO-gevoeligheid:
AUTO/
100/200/400/800/1250
[H. GEVOELIGH.] stand: 3200
107
VQT1C71
Overige
Sluitertijd:
Witbalans:
Belichting (AE):
Meetfunctie:
LCD-scherm:
Flits:
Opnamemedia:
Beeldformaat:
Foto:
Bewegend beeld:
Kwaliteit:
108
VQT1C71
8 seconden tot 1/2000th van een seconde
[STERRENHEMEL] stand:15 seconden, 30 seconden,
60 seconden
Bewegend beeldmodus :1/30th van een seconde tot
1/6,400th van een seconde
Auto witbalans/Daglicht/Bewolkt/Shaduw/Halogeen/Wit inst.
Programma /AE
Belichtingscompensatie (1/3 EV stap, -2 EV tot +2 EV)
Meervoudig
Vormloos siliconen actief TFT LCD
DMC-LS75: 2.5˝ (Ongeveer 115.200 beeldpunten) (veld
zichtratio ongeveer 100%)
DMC-LS70/DMC-LS60: 2.0˝ (Ongeveer 86.400 beeldpunten)
(veld zichtratio ongeveer 100%)
Flitsbereik: (ISO AUTO)
Circa 30 cm tot 4,7 m (Groothoek) [ISO AUTO] stand)
AUTO, AUTO/Rode-ogenreductie, Gedwongen AAN
(Gedwongen AAN/Rode-ogenreductie), Slow sync./Rodeogen reductie, Gedwongen UIT
Intern geheugen (ca. 27 MB)/SD-geheugenkaart/SDHCgeheugenkaart/MultiMediaCard (alleen foto’s)
Aspectratio [h]:
3072 × 2304 beeldpunten (DMC-LS75/DMC-LS70),
2816 × 2112 beeldpunten (alleen DMC-LS60),
2560 × 1920 beeldpunten (DMC-LS75/DMC-LS70),
2048 × 1536 beeldpunten, 1600 × 1200 beeldpunten,
1280 × 960 beeldpunten, 640 × 480 beeldpunten
Aspectratio [
]:
3072 × 2048 beeldpunten (DMC-LS75/DMC-LS70),
2816 × 1880 beeldpunten (alleen DMC-LS60),
2048 × 1360 beeldpunten
Aspectratio [j]:
3072 × 1728 beeldpunten (DMC-LS75/DMC-LS70),
2816 × 1584 beeldpunten (alleen DMC-LS60),
1920 × 1080 beeldpunten
Aspectratio [h]:
640×480 beeldpunten (Alleen bij gebruik van
SD-geheugenkaart/SDHC-geheugenkaart),
320×240 beeldpunten
Aspectratio [j]:
848×480 beeldpunten (Alleen bij gebruik van
SD-geheugenkaart/SDHC-geheugenkaart)
Fijn/Standaard
Overige
Bestandsindeling
opnames
Foto:
Bewegend beeld:
Interface
Digitaal:
Analoge video:
Aansluiting
DIGITAAL/V.UIT:
DC IN:
Afmetingen:
Gewicht:
Bedieningtemperatuur:
Bediening vochtigheid:
JPEG (Ontwerpregels voor Camera bestandssysteem,
gebaseerd op de Exif 2.21 standaard), DPOF
corresponderend
QuickTime Motion JPEG
USB 2.0 (Volle snelheid)
NTSC/PAL Samenstelling (Gewisseld door het menu)
Bepaalde stekker (8 pins)
Type 1 aansluiting
93,7 mm (B)× 62,0 mm (H) × 29,7 mm (D)
(exclusief uitstekende delen)
DMC-LS75:
Circa 138 g (exclusief geheugenkaart en batterij)
Circa 184 g (met geheugenkaart en batterij)
DMC-LS70/DMC-LS60:
Circa 135 g (exclusief geheugenkaart en batterij)
Circa 181 g (met geheugenkaart en batterij)
0 °C tot 40 °C
10 % tot 80 %
109
VQT1C71
Overige
MEMO
110
VQT1C71
Overige
111
VQT1C71
QuickTime en het QuickTime logo zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc., gebruikt onder hun licentie.
Du
VQT1C71
H1206CK0
A
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Web Site: http://panasonic.net