Panasonic DMCLX1EG de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

VQT0S25
Web Site: http://www.panasonic-europe.com
Gebruiksaanwijzing
Digitale Fotocamera
Model Nr. DMC-LX1EG
Gelieve deze gebruiksaanwijzing
volledig door te lezen alvorens dit
apparaat in gebruik te nemen.
2
VQT0S25
Vóór gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken
u te bedanken voor de aanschaf van deze
Panasonic digitale fotocamera. Leest u deze
handleiding met aandacht en bewaar hem
binnen handbereik voor toekomstige
raadpleging.
Informatie voor uw
veiligheid
Neemt u zorgvuldig het auteursrecht in acht.
Het opnemen van voorgeregistreerde banden of
schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden
materiaal, voor andere doeleinden dan
persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van
het auteursrecht zijn. Zelfs voor privé-gebruik
kan het opnemen van bepaald materiaal aan
beperkingen onderhevig zijn.
• Houdt u er rekening mee dat de huidige
bedieningselementen, de onderdelen, de
menuopties enz. van uw digitale camera
enigszins af kunnen wijken van de illustraties
die in deze handleiding opgenomen zijn.
• SD Logo is een handelsmerk.
Andere namen, bedrijfsnamen en
productnamen die in deze handleiding
voorkomen, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
n Zorg voor het toestel
• Het toestel niet schudden of er tegen stoten.
Het toestel zou daardoor niet normaal kunnen werken, het
maken van opnames zou buiten werking gesteld kunnen
worden, of de lens zou beschadigd kunnen raken.
Zand of stof kan een storing van de fotocamera
veroorzaken. Wanneer u de fotocamera op het
strand, enz. gebruikt, let erop dat er geen zand of
stof in de fotocamera komt.
Wanneer u het toestel op een regenachtige dag
of op het strand gebruikt, zorg ervoor dat er
geen water in komt.
Komen er spetters zeewater op het toestel, maak
dan een zachte doek nat met leidingwater, wring de
doek goed uit en veeg de body van het toestel er
zorgvuldig mee schoon. Droog het toestel daarna
zorgvuldig af met een droge doek.
n Over het LCD-scherm
Druk niet hard op het LCD-scherm. Dit zou ongelijke
kleuren op het LCD-scherm of een storing van het
LCD-scherm kunnen veroorzaken.
• Bij grote temperatuurverschillen kan er
condens op het LCD-scherm ontstaan. Veeg
dit af met een zachte droge doek.
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF
SCHOKKEN EN STORENDE
INTERFERENTIES TE BEPERKEN,
DIENT U ALLEEN GEBRUIK TE
MAKEN VAN DE AANBEVOLEN
ACCESSOIRES EN DE APPARATUUR
NIET BLOOT TE STELLEN AAN
REGEN OF VOCHT. VERWIJDER DE
DEKSEL (ACHTERKANT) NIET,
BINNENIN HET APPARAAT
BEVINDEN ZICH GEEN
GEBRUIKERSBEDIENBARE
ONDERDELEN. NEEM VOOR
ONDERHOUD CONTACT OP MET
GEKWALIFICEERDE
ONDERHOUDSTECHNICI.
HET STOPCONTACT MOET IN DE
NABIJHEID VAN HET APPARAAT
GEÏNSTALLEERD WORDEN EN
MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste
wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een
zelfde soort batterij of equivalent, die door de
fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte
batterijen weg zoals door de fabrikant
voorgeschreven wordt.
n Opmerking betreffende
lithiumbatterijen
• Bij dit product zijn lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn,
mag u deze niet weggooien maar moet u
deze inleveren als klein chemisch afval.
• Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als
stroomvoorziening voor de klok.
• Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen van de
lithiumbatterij op het moment dat u het apparaat aan
het einde van de levensduur vervangt.
• Verzekert u ervan dat de ingebouwde lithiumbatterij
door vakbekwaam servicepersoneel wordt verwijderd.
n Alleen voor servicepersoneel:
• Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte Bedradingsplaat
met behulp van de schroevendraaier etc. zoals het figuur
hierboven.
• De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en de positie van de
lithiumbatterij kunnen verschillen afhankelijk van het model van de
digitale fotocamera.
Schroevendraaier
Printplaat
Lithiumbatterij
Vóór gebruik
3
VQT0S25
Indien het toestel buitengewoon koud is wanneer
u het inschakelt, zal het beeld op het LCD-scherm
iets donkerder zijn dan normaal. Naarmate de
binnentemperatuur toeneemt, keert ook de
gewone helderheid terug.
n Over de lens
De lens niet direct op de zon of op sterke
lichtbronnen richten. Dit zou niet alleen
storingen van het toestel kunnen veroorzaken
maar ook onherstelbaar letsel aan uw ogen.
• Druk niet hard op de lens.
• Wanneer u het toestel met de lens in de
richting van de zon houdt, kan dit een storing
veroorzaken. Wees voorzichtig wanneer u
het toestel buiten of dichtbij een raam legt.
n Over condensatie (Wanneer de lens
beslagen is)
Condensatie doet zich voor wanneer de
omgevingstemperatuur of vochtigheid als volgt
veranderd is:
Pas op voor condensatie, aangezien dit vlekken op
de lens, schimmel of storingen veroorzaakt.
• Wanneer het toestel naar binnen wordt gebracht,
van de kou naar een warme kamer.
• Wanneer het toestel van de buitenlucht in een
auto met airconditioning geplaatst wordt.
• Wanneer koele wind van een airconditioner of
ergens anders vandaan direct op het toestel
geblazen wordt.
• In vochtige plaatsen
Plaats de fotocamera in een plastic zak totdat de
temperatuur van de fotocamera dichtbij die van
de omgeving zit, om condensatie te voorkomen.
In geval van condensatie schakelt u de
fotocamera uit en laat u het 2 uur met rust.
Wanneer het toestel de omgevingstemperatuur
nadert, verdwijnt de nevel vanzelf.
n Wanneer u het toestel lange tijd niet zult
gebruiken
Berg de batterij op in een koele en droge plaats
met een relatief stabiele temperatuur.
(Aanbevolen temperatuur:15 ºC tot 25 ºC,
Aanbevolen vochtigheidsgehalte: 40% tot 60%)
• Controleer of de batterij en de kaart uit het
toestel gehaald zijn.
• Wanneer de batterij lange tijd in het toestel
gelaten wordt, vindt ontlading plaats, zelfs
wanneer het toestel uitgeschakeld is. Als u
de batterij gedurende lange tijd in het toestel
laat, wordt hij overmatig ontladen en kan
onbruikbaar worden, zelfs na het opladen.
• Om de batterij gedurende lange tijdsduur op te
bergen, wordt het aanbevolen hem één keer
per jaar op te laden en vervolgens opnieuw op
te bergen nadat u de geladen capaciteit
volledig heeft opgebruikt.
• Wanneer u het toestel in een kast of lade
bewaart, wordt het aangeraden er droogstof
(silicagel) bij te bewaren.
-Als u dit symbool ziet-
Er wordt gebruik gemaakt van zeer hoge
precisietechnologie bij de productie van het LCD-
scherm. Het resultaat is meer dan 99,99% effectieve
beeldpunten met slechts 0,01% inactieve of altijd
brandende beeldpunten. Dit zal echter niet op de
afbeeldingen op de kaart worden opgenomen.
Informatie over het weggooien van
elektrische en elektronische
apparatuur (particulieren)
door een onjuiste verwerking van afval. Neem
contact op met uw gemeente voor meer
informatie over het dichtstbijzijnde
inzamelingspunt.
Er kunnen boetes gelden voor een onjuiste
verwijdering van dit afval, in overeenstemming
met de nationale wetgeving.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese
Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en
elektronische apparatuur contact op met uw
leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in
landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese
Unie.
Neem wanneer u dit product wilt weggooien,
contact op met de lokale overheid of uw
leverancier en vraag wat de juiste
verwijderingsmethode is.
Dit symbool op de producten en/of
de bijbehorende documenten
betekent dat gebruikte elektrische en
elektronische producten niet bij het
normale huishoudelijke afval mogen.
Lever deze producten in bij de aangewezen
inzamelingspunten, waar ze gratis worden
geaccepteerd en op de juiste manier worden
verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In
sommige landen kunt u uw producten bij een
lokale winkelier inleveren bij de aanschaf van
een equivalent nieuw product.
Wanneer u dit product op de juiste manier als
afval inlevert, spaart u waardevolle
hulpbronnen en voorkomt u potentiële
negatieve gevolgen voor de volksgezondheid
en het milieu, die anders kunnen ontstaan
Vóór gebruik
4
VQT0S25
Hoe werkt de gebruiksaanwijzing
De beschrijving op deze pagina is slechts bij wijze van voorbeeld en niet alle pagina’s
worden op deze manier beschreven.
n Afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing
Het uiterlijk van het product, de afbeelding of het menuscherm wijkt lichtjes af van het
eigenlijke gebruikte.
n De afbeeldingen van de cursorknop en de joystick
In deze gebruiksaanwijzing wordt de bediening van de cursorknop als hieronder afgebeeld
aangeduid.
• Naar [PHOTOfunSTUDIO -viewer- Version 1.0E] wordt in deze gebruiksaanwijzing
verwezen als [PHOTOfunSTUDIO].
Met de hier aangegeven standen kunt u
de functies of instellingen gebruiken die
op deze pagina worden beschreven. Stel
de functiekeuzeschakelaar in op een van
de standen om de functies of instellingen
te gebruiken.
Optische zoom gebruiken
U kunt mensen en onderwerpen dichterbij
laten lijken met de viervoudige zoomfunctie,
en landschappen kunnen in groothoek
worden vastgelegd.
• De foto kan enigszins vertekenen (typisch
voorbeeld: verticale lijn die naar buiten
buigt).
Hier vindt u nuttige of handige informatie
over het gebruik van deze camera.
Voorbeeld: Op de cursorknop r
drukken
REV
MENU
Voorbeeld: De joystick naar
rechts bewegen
Voorbeeld: De joystick
indrukken
5
VQT0S25
Inhoud
Vóór gebruik
Informatie voor uw veiligheid . . . . . . . . . .2
Hoe werkt de gebruiksaanwijzing . . . . . . .4
Voorbereiding
Standaard accessoires . . . . . . . . . . . . . . .7
Namen van onderdelen . . . . . . . . . . . . . .8
Beknopte handleiding . . . . . . . . . . . . . . .10
De batterij laden met de lader . . . . . . . .11
Batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Batterij plaatsen/verwijderen . . . . . . . . .13
Kaart plaatsen/verwijderen . . . . . . . . . . .14
De kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Aantal opneembare foto’s en formaat bij
benadering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
De lensdop/-draagriem bevestigen . . . .19
Datum/Tijd instellen (Clock Set) . . . . . . .20
Setupmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Het LCD-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Foto’s nemen in automatische modus . .33
Opnames controleren (Review) . . . . . . .35
Optische zoom gebruiken . . . . . . . . . . .36
Foto’s nemen met de ingebouwde
flitser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Foto’s nemen met de zelfontspanner . . .42
De belichting compenseren . . . . . . . . . .43
Foto’s nemen met Auto Bracket . . . . . . .44
Optisch beeldstabilisatiesysteem
[STABILIZER] . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Foto’s nemen met de burstmodus . . . . .46
Weergave (basis)
Weergeven van foto’s . . . . . . . . . . . . . .47
9/16/25 foto’s Multi-weergave . . . . . . . .48
Zoomweergave gebruiken . . . . . . . . . . .49
Foto’s wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
Opnames maken (geavanceerd)
De modusknop gebruiken . . . . . . . . . . . 52
• Diafragma-prioriteit AE . . . . . . . . . . 52
• Sluitertijd-prioriteit AE . . . . . . . . . . . 53
• Handmatige belichting . . . . . . . . . . 54
• Bewegend beeldmodus . . . . . . . . . 57
• Scènemodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
– Portretmodus . . . . . . . . . . . . . . . 60
– Sportmodus . . . . . . . . . . . . . . . . 60
– Voedselmodus . . . . . . . . . . . . . . 61
– Landschapsmodus . . . . . . . . . . . 61
– Nachtportretmodus . . . . . . . . . . . 62
– Nachtlandschapsmodus . . . . . . . 62
– Babymodus . . . . . . . . . . . . . . . . 63
– Zachte huidmodus . . . . . . . . . . . 64
– Kaarslichtmodus . . . . . . . . . . . . . 64
– Partymodus . . . . . . . . . . . . . . . . 65
– Vuurwerkmodus . . . . . . . . . . . . . 65
– Sneeuwmodus . . . . . . . . . . . . . . 66
– Sterrenhemelmodus . . . . . . . . . . 66
– Zelfportretmodus . . . . . . . . . . . . 67
Werken met het modusmenu [REC] . . . 68
• Witbalans [W.BALANCE] . . . . . . . . 69
• ISO-gevoeligheid [SENSITIVITY] . . 71
• Beeldformaat [PICT.SIZE] . . . . . . . 71
• Kwaliteit [QUALITY] . . . . . . . . . . . . 72
• Geluidsopname [AUDIO REC.] . . . . 73
• Metingfunctie
[METERING MODE] . . . . . . . . . . . . 73
• AF-modus [AF MODE] . . . . . . . . . . 74
• Continue AF [CONT.AF] . . . . . . . . . 75
• AF-assistentielamp
[AF ASSIST LAMP] . . . . . . . . . . . . . 75
• Digitale zoom [D.ZOOM] . . . . . . . . . 76
• Kleureffect [COL.EFFECT] . . . . . . . 76
• Beeldinstelling [PICT.ADJ.] . . . . . . . 77
• Flip-animatie [FLIP ANIM.] . . . . . . . 77
Werken met het snelmenu . . . . . . . . . . 80
Foto’s nemen met handmatige focus . . 81
AF/AE vergrendeling (AF: Auto focus/
AE: Auto exposure) . . . . . . . . . . . . . . 83
AF-macromodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
De aspectratio instellen . . . . . . . . . . . . 85
6
VQT0S25
Foto’s nemen met de extra optische
zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Weergave (geavanceerd)
Beelden weergeven met geluid/Bewegende
beelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Werken met het modusmenu [PLAY] . . 88
• Weergeven met een diashow
[SLIDE SHOW] . . . . . . . . . . . . . . . . 89
• Favorieteninstelling [FAVORITE] . . . 90
• Beelden weergeven in de richting
waarin ze zijn opgenomen
[ROTATE DISP.] . . . . . . . . . . . . . . . 91
• Het beeld draaien [ROTATE] . . . . . . 92
• Het af te drukken beeld en het
aantal afdrukken instellen
[DPOF PRINT] . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
• Per ongeluk wissen van beelden
voorkomen [PROTECT] . . . . . . . . . . 95
• Geluid toevoegen aan opgenomen
beelden [AUDIO DUB.] . . . . . . . . . . 96
• Het beeldformaat veranderen
[RESIZE] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
• Beelden bijsnijden [TRIMMING] . . . 98
• Aspectratio wijzigen
[ASPECT CONV.] . . . . . . . . . . . . . 100
• De kaart opschonen
[CLEAN UP] . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
• De kaart initialiseren [FORMAT] . . 101
Beelden weergeven op een
tv-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
Aansluiten op een PC of printer
Alvorens aan te sluiten met behulp van een
USB-aansluitkabel
[4 : USB MODE] . . . . . . . . . . . . . 103
Aansluiten op een PC . . . . . . . . . . . . . 104
Aansluiten op een PictBridge-compatibele
printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
Overige
Schermweergave . . . . . . . . . . . . . . . . 110
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
Weergegeven berichten . . . . . . . . . . . 114
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . 116
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
7
VQT0S25
Voorbereiding
Standaard accessoires
Controleer de inhoud voordat u de camera gebruikt.
n SD geheugenkaart (32 MB)
RP-SD032BVE0
(In de tekst wordt hiernaar verwezen als
“kaart”)
n Batterijpakket
CGA-S005E
(In de tekst wordt hiernaar verwezen als
“batterij”)
n Batterijoplader
DE-A12A
(In de tekst wordt hiernaar verwezen als
“lader”)
n Netspanningskabel
K2CQ2CA00006
n AV-kabel
K1HA08CD0008
n USB-aansluitkabel
K1HA08CD0007
n CD-ROM
n Draagriem
VFC4082
n Batterijdragend kistje
VYQ3509
n Lensdop
VYF3055
n Lensdopkoord
VFC4137
• Mocht u een van de meegeleverde
accessoires verliezen, neem dan contact
op met de dealer of het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
(U kunt de accessoires afzonderlijk
aanschaffen.)
Voorbereiding
8
VQT0S25
Namen van onderdelen
1 Lens
2 Zelfontspannerlampje (P42)
AF-assistentielamp (P75)
3 Flitser (P30, 38)
4 Joystick (P32, 47, 81)
5 AF/AE vergrendelknop (P83)
6 Cursorknoppen
w/Zelfontspannerknop (P42)
r/[REV] knop (P35)
q/Flitsfunctieknop (P38)
e/Backlight-compensatie in Auto-
modus (P34)/Belichtingscompensatie
(P43)/Auto-bracket (P44)/Fijnafstelling
witbalans (P70) knop
7 LCD-scherm (P25, 110)
8 Statusaanduiding
9 [MENU] knop (P21, 59, 88)
10 [DISPLAY/PWR LCD] knop (P25)
11 Single/Burst modus (P46)/Wisknop
(P35, 50, 90)
12 Lenscilinder
13 Focusschakelaar (P29, 81, 84)
12 3
456
1110987
12 13
Voorbereiding
9
VQT0S25
14 Aspectratioschakelaar (P85)
15 Zoomhendel (P35, 36, 48, 49)
16 Knop Optical Image Stabilizer (P45)
17 Flitsopener (P38)
18 Luidspreker (P87)
19 Microfoon (P57, 73)
20 Modusknop (P28)
21 Ontspanknop (P29)
22 Aan-/uitknop (P21)
23 Oog voor lensdop/riem (P19)
24 [DIGITAL/AV OUT] aansluiting (P102,
104, 106)
25 [DC IN] aansluiting (P104, 106)
• Gelieve er zeker van zijn de echte
Panasonic AC Adapter (DMW-AC5;
optioneel) te gebruiken.
• Deze camera kan de batterij niet
opladen, ook niet als de netadapter
AC (DMW-AC5; optioneel) erop is
aangesloten.
26 Afdekking aansluitingen
27 Kaart-/Batterijklep (P13, 14)
28 Statiefaansluiting
Let bij gebruik van een statief goed op
of het statief stevig en stabiel staat
met het toestel erop bevestigd.
14 15 16
222120
191817
23
24
25
26
27 28
Voorbereiding
10
VQT0S25
Beknopte handleiding
Hier vindt u een overzicht van de werkwijze
voor het maken van opnames met deze
camera. Lees voor elke functie de
bijbehorende pagina’s.
1
Batterij opladen. (P11)
• De batterij is bij levering niet
geladen. Laad de batterij voor
gebruik op.
2
Plaats de batterij en de kaart.
(P13, 14)
3
Zet de camera aan om foto’s te
nemen.
• Stel de klok in. (P20)
1 Stel de modusknop in op [L].
2 Open de flitser. (Bij gebruik van de
flitser) (P38)
3 Druk de ontspanknop in om foto’s te
nemen. (P29)
4
Kijk de foto’s terug.
1
Stel de modusknop in op [Q].
2 Selecteer de foto die u wilt bekijken.
(P47)
1
2
3
1
2
Voorbereiding
11
VQT0S25
De batterij laden met de lader
De batterij is bij levering niet geladen. Laad
de batterij voor gebruik op.
1
Plaats de batterij en let daarbij op
de batterijrichting.
2
Sluit de netspanningskabel aan.
• De netspanningskabel past niet
helemaal in de elektra-aansluiting. Er
blijft een spleet open zoals hieronder
afgebeeld.
• Als het [CHARGE] lampje
A groen is,
start het opladen.
• Als het [CHARGE] lampje
A uitgaat
(na ongeveer 130 minuten uur), is het
opladen voltooid.
3
Verwijder de batterij.
• Vergeet niet om na afloop van het laden
het snoer uit het stopcontact te halen.
• De batterij wordt warm na gebruik/laden
of tijdens het laden. Ook de camera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter
geen storing van de camera.
• De batterij loopt leeg als hij lange tijd na
het laden niet wordt gebruikt. Laad hem
opnieuw.
• Gebruik de speciale lader en batterij.
• Laad de batterij met de lader
binnenshuis.
• Haal de lader niet uit elkaar, pas hem
ook niet aan.
Voorbereiding
12
VQT0S25
Batterij
n Batterijaanduiding
De resterende batterijlading wordt op het
scherm weergegeven. [De aanduiding
verschijnt niet als u de camera gebruikt met
de netadapter (DMW-AC5; optioneel).]
De aanduiding wordt rood en knippert:
Vervang de batterij of laat hem opnieuw op.
n Levensduur van de batterij
Het aantal opnames volgens CIPA-
normen (In de modus Program AE)
• CIPA is een afkorting van [Camera &
Imaging Products Association].
(Opnamecondities volgens CIPA-normen)
• Temperatuur: 23°C/
Luchtvochtigheid: 50% als het LCD-
scherm aan is.
• Met gebruik van SD geheugenkaart
(geleverd: 32 MB).
• Met gebruik van de geleverde batterij.
• Vastleggen begint 30 seconden nadat de
camera is aangezet.
Een opname per 30 seconden, met
volledige flits om de andere opname.
• Bij elke opname de zoomhendel van tele
naar groothoek draaien en vice versa.
• De camera na elke 10 opnames uitzetten /De
camera laten rusten tot de batterij is afgekoeld.
Opmerking: Bij gebruik van de Power LCD-
functie (P26), neemt het
aantal opneembare foto’s af.
n Weergavetijd
Het aantal opneembare foto’s en de
weergavetijd variëren afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en de wijze
waarop de batterij wordt bewaard.
n Laden
Laadduur en aantal opneembare foto’s met
de optionele batterijpakket (CGA-S005E)
zijn hetzelfde als hierboven.
• Als het laden start, gaat het [CHARGE]
lampje branden.
n Laadstoring
• Als het indicatielampje [CHARGE] tijdens
het laden met een interval van ongeveer
1 seconde knippert, is er sprake van een
storing bij het laden.
Haal in dat geval de lader uit het
stopcontact, verwijder de batterij en
controleer vervolgens of de kamer dan
wel de batterijtemperatuur niet te laag of
hoog is. Als de kamertemperatuur tussen
de 10°C tot 35°C, laad de batterij dan
opnieuw op. Blijft het indicatielampje
[CHARGE] knipperen ook nadat u de
batterij enige tijd hebt opgeladen, neem
dan contact op met uw dealer of het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
• Als de gebruikstijd van de camera zeer
kort wordt ook al is de batterij goed
geladen, dan is de levensduur van de
batterij wellicht verstreken. Koop een
nieuwe batterij.
n Laadcondities
• Laad de batterij bij een temperatuur van
10°C tot 35°C. (Batterijtemperatuur dient
hetzelfde te zijn.)
• De prestaties van de batterij kunnen
tijdelijk minder zijn en de gebruikstijd kan
korter worden bij lage
temperatuuromstandigheden (bijv. skiën/
snowboarden).
Aantal opnames
Circa 240 foto’s
(Circa 120 min.)
Het werkelijke aantal foto’s dat u kunt
nemen hangt af van de pauze die u
laat tussen de opnames. Het aantal
opnames neemt proportioneel af met
de ingelaste pauze.
• Laat u bijvoorbeeld twee minuten
tussenruimte tussen elke opname in
plaats van de 30 seconden van
bovenstaande situatie, dan neemt het
aantal opnames af tot een kwart (Circa
60 foto’s).
Weergavetijd Circa 300 min.
Laadduur Circa 130 min.
Voorbereiding
13
VQT0S25
Batterij plaatsen/verwijderen
• Controleer of de camera uitstaat en de
lens ingeschoven is.
• Sluit de flitser.
1
Schuif het klepje van de kaart/
batterij open.
• Gelieve er zeker van zijn de echte
Panasonic batterijen (CGA-S005E) te
gebruiken.
2
Plaatsen:
Plaats de opgeladen batterij en let
daarbij op de batterijrichting.
Verwijderen:
Verschuif de vergrendeling 1 om
de batterij te verwijderen.
3
1 Sluit het kaart-/batterijklepje.
2 Schuif het kaart/batterijklepje
naar het einde en sluit het
stevig.
• Indien u de camera langere tijd niet
gebruikt, verwijder dan de batterij. Bewaar
de verwijderde batterij in de
batterijdragend kistje (meegeleverd).
(P113)
• Indien een volledig opgeladen batterij
langer dan 24 uur is geplaatst, wordt de
klokinstelling opgeslagen (in de camera)
gedurende ten minste drie maanden ook
al wordt de batterij uitgenomen. (Het
opslaan kan korter duren als de batterij
niet geheel geladen was.) Als er meer
dan drie maanden verstrijken, gaat de
klokinstelling verloren. Stel de klok in dat
geval opnieuw in. (P20)
• Verwijder kaart en batterij niet terwijl
de kaart in gebruik is (P15). Hierdoor
kunnen de gegevens op de kaart
beschadigen.
• De geleverde batterij is uitsluitend
ontworpen voor gebruik met deze
camera. Gebruik hem niet met andere
apparatuur.
• Zorg dat de camera uitstaat voordat u
de batterij verwijdert. Camera-
instellingen kunnen verloren gaan als
u de batterij uitneemt terwijl de camera
nog aanstaat.
1
2
1
Voorbereiding
14
VQT0S25
Kaart plaatsen/verwijderen
• Controleer of de camera uitstaat en de
lens ingeschoven is.
• Sluit de flitser.
1
Schuif het klepje van de kaart/
batterij open.
2
Plaatsen:
Plaats de kaart met het etiket naar
de achterkant van de camera
gericht tot het klikt.
Verwijderen:
Druk tegen de kaart tot het klikt
en trek de kaart er dan recht uit.
• Controleer de richting van de kaart.
3
1 Sluit het kaart-/batterijklepje.
2 Schuif het kaart/batterijklepje
naar het einde en sluit het
stevig.
• Als het kaart-/batterijklepje niet helemaal
dichtgaat, verwijder de kaart dan en
plaats hem opnieuw.
• De kaart en de gegevens kunnen beschadigen als hij wordt ingebracht of
verwijderd terwijl de camera aan is.
• We adviseren het gebruik van de Panasonic SD geheugenkaart. (Gebruik
uitsluitend de echte SD-kaart met het SD-logo.)
• Raak de contactpunten op de achterzijde van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd raken als hij niet volledig wordt ingebracht.
2
1
Voorbereiding
15
VQT0S25
De kaart
n Toegang tot de kaart
Bij het opslaan van foto’s op de kaart, gaat
de kaartaanduiding
1 rood branden.
Als de kaartaanduiding brandt, betekent dit
dat foto’s worden ingelezen of gewist, of dat
de kaart wordt opgeschoond (P101) of
geformatteerd. Voer de volgende
handelingen dan niet uit:
• de camera uitzetten.
• de batterij of de kaart uitnemen.
• de camera schudden of stoten.
De kaart en de gegevens kunnen
beschadigen en de camera functioneert
wellicht niet meer normaal.
n Behandeling van de kaart
Sla kostbare gegevens op uw PC op
(P104). De gegevens op de kaart kunnen
beschadigd raken of verloren gaan door
elektromagnetische golven, statische
elektriciteit, kapotgaan van de camera of
een kapotte kaart.
• Als u de kaart hebt geformatteerd op een
computer of ander apparaat, formatteer
hem dan opnieuw met deze camera. (P101)
n SD geheugenkaart (meegeleverd) en
MultiMediaCard (optioneel)
De SD geheugenkaart en MultiMediaCard
zijn kleine, lichtgewicht, uitneembare
externe geheugenkaarten. De lees- en
schrijfsnelheid van een SD geheugenkaart
is snel. De SD geheugenkaart is voorzien
van een schuifje voor schrijfbeveiliging
2
dat het schrijven en formatteren van een
kaart kan voorkomen. (Als de schuif naar
de [LOCK] zijde is geschoven, kunnen de
gegevens op de kaart niet overschreven of
gewist worden en kan de kaart evenmin
worden geformatteerd. Deze functies
worden weer beschikbaar als de schuif
ontgrendeld wordt.)
U kunt SD-geheugenkaarten met de
volgende capaciteiten gebruiken (van 8 MB
tot 2 GB).
Controleer de meest recente informatie op
de volgende website.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze website is alleen beschikbaar in het
Engels.)
• Dit apparaat ondersteunt SD-
Geheugenkaarten die zijn geformatteerd
volgens het FAT12-systeem en het
FAT16-system, zoals omschreven in de
Specificaties van SD-Geheugenkaarten.
• Met deze camera kunt u geen bewegende
beelden opnemen als u een
MultiMediaCard gebruikt.
• De lees- en schrijfsnelheid van een
MultiMediaCard is langzamer dan van
een SD geheugenkaart. Bij gebruik van
een MultiMediaCard kunnen de prestaties
van bepaalde functies iets achterblijven
bij de gepubliceerde.
• Hou de Geheugenkaart buiten het bereik
van kinderen om het inslikken ervan te
voorkomen.
19
1
SD geheugenkaart
8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB,
256 MB, 512 MB, 1 GB, 2 GB (maximum)
2
Voorbereiding
16
VQT0S25
Aantal opneembare foto’s en formaat bij
benadering
Aspectratio
Beeldformaat 8M (3840×2160 beeldpunten)
5.5M
(3072×1728 beeldpunten)
Kwaliteit
16 MB 0360 0 5 10
32 MB 1 7 14 1 1 11 22
64 MB 2 15 29 3 3 23 46
128 MB 4 30 60 6 7 47 93
256 MB 9 59 115 13 14 92 180
512 MB 18 115 230 26 28 180 350
1 GB 36 230 460 52 57 360 710
2 GB 74 470 930 105 115 740 1420
Aspectratio
Beeldformaat
2M
(1920×1080 beeldpunten)
7M (3248×2160 beeldpunten)
Kwaliteit
16 MB 2 13 25 0480
32 MB 4 28 54 1 8 17 1
64 MB 9 58 110 2 17 35 3
128 MB 18 115 220 5 36 71 6
256 MB 36 230 430 10 70 135 13
512 MB 72 450 860 21 135 270 26
1 GB 145 910 1720 43 270 540 53
2 GB 290 1800 3410 87 560 1090 105
j
EZ
TIFF
G H
RAW
TIFF
G H
j
EZ
TIFF
G H
TIFF
G H
RAW
Voorbereiding
17
VQT0S25
Aspectratio
Beeldformaat
4.5M
(2560×1712 beeldpunten)
2.5M
(2048×1360 beeldpunten)
Kwaliteit
16 MB 1 6 12 1 10 19
32 MB 2 13 27 3 21 41
64 MB 4 28 55 6 44 84
128 MB 8 57 110 14 89 170
256 MB 17 110 210 27 170 330
512 MB 34 220 430 54 340 650
1 GB 69 440 860 105 680 1310
2 GB 140 890 1700 210 1360 2560
Aspectratio
Beeldformaat 6M (2880×2160 beeldpunten)
4M
(2304×1728 beeldpunten)
Kwaliteit
16 MB 0490 1 7 14
32 MB 1 9 19 1 2 15 29
64 MB 3 20 39 3 4 31 60
128 MB 6 40 79 6 9 62 120
256 MB 12 79 155 13 19 120 230
512 MB 24 155 300 26 38 240 470
1 GB 48 310 610 53 76 480 940
2 GB 98 630 1220 105 150 970 1860
EZ EZ
TIFF
G H
TIFF
G H
h
EZ
TIFF
G H
RAW
TIFF
G H
Voorbereiding
18
VQT0S25
• Aspectratio is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van de foto. Ga voor meer
informatie over het instellen van de aspectratio naar pagina 85.
• Kiest u een groter fotoformaat, dan kunt u foto’s duidelijker afdrukken. Kiest u een kleiner
fotoformaat, dan kunt u meer foto’s op de kaart opslaan maar is de kwaliteit van de foto’s
minder goed. (P71)
• EZ is een afkorting voor Extra Optical Zoom. (P86)
• Zie pagina 72 voor informatie over kwaliteit.
• De aantallen zijn bij benadering. (De aantallen variëren afhankelijk van de
opnamecondities en het type geheugenkaart.)
• Het aantal opneembare foto’s varieert ook afhankelijk van de onderwerpen.
• Het resterend aantal nog op te nemen foto’s dat op het scherm wordt getoond is een
schatting.
Aspect ratio
Beeldformaat
3M
(2048×1536 beeldpunten)
2M
(1600×1200 beeldpunten)
Kwaliteit
16 MB 1 9 17 2 14 28
32 MB 3 19 37 4 30 59
64 MB 6 39 75 10 62 120
128 MB 12 79 150 20 125 240
256 MB 24 150 290 39 240 470
512 MB 48 300 590 78 480 940
1 GB 96 610 1180 155 970 1880
2 GB 195 1220 2360 310 1920 3610
Aspect ratio
Beeldformaat
1M
(1280×960 beeldpunten)
Kwaliteit
16 MB 3 22 41
32 MB 7 46 86
64 MB 15 94 175
128 MB 31 190 350
256 MB 61 370 690
512 MB 120 730 1370
1 GB 240 1470 2740
2 GB 490 2920 5120
h
EZ EZ
TIFF
G H
TIFF
G H
h
EZ
TIFF
G H
Voorbereiding
19
VQT0S25
De lensdop/-draagriem bevestigen
n Lensdop
1
Leid het draagriem door de
opening op de lensdop.
2
Leid het draagriem door de
opening op de camera.
3
Breng het lensdopje aan.
n Draagriem
1
Leid het draagriem door het oog
voor de koordbevestiging.
• Controleer of het draagriem goed is
verbonden met de camera.
• Als u de camera uitzet, vervoert of foto’s weergeeft, breng de lensdop dan aan om het
lensoppervlak te beschermen.
• Verwijder de lensdop voordat u de camera aanzet in de opnamemodus.
• Als de modusknop in een van de opnamemodi wordt gezet en de camera wordt aangezet
terwijl de lensdop er nog op zit, wordt de melding [REMOVE LENS CAP AND PRESS q
BUTTON] weergegeven. Druk na het wegnemen van de lensdop op de cursorknop q.
• Let op dat u de lensdop niet verliest.
Voorbereiding
20
VQT0S25
Datum/Tijd instellen (Clock Set)
n Fabrieksinstelling
De klok is niet ingesteld bij levering. Als u
de camera aanzet, verschijnt het volgende
scherm.
• Neem de lensdop af voordat u datum en
tijd instelt.
• Druk op de knop [MENU], het scherm in
stap 1 verschijnt.
• Het instelscherm verdwijnt na ongeveer 5
seconden. Zet het toestel opnieuw aan
om bovenstaand scherm opnieuw weer te
geven. Of druk op de knop [MENU] om
het menuscherm (P21) op te roepen,
selecteer [CLOCK SET] op pagina 2/4
van het menu Setup en voer stap 1 en 2
uit.
1
Stel datum en tijd in.
w /q : Selecteer het gewenste item.
e /r : Stel datum en tijd in.
2
Selecteer [D/M/Y], [M/D/Y] of
[Y/M/D].
• Sluit het menu door tweemaal op de knop
[MENU] te drukken na het voltooien van
de instelling.
• Controleer de klokinstelling nadat u de
camera uit en aan hebt gezet.
• Indien een volledig opgeladen batterij
langer dan 24 uur is geplaatst, wordt de
klokinstelling opgeslagen (in de camera)
gedurende ten minste drie maanden ook
al wordt de batterij uitgenomen. (Het
opslaan kan korter duren als de batterij
niet geheel geladen was.)
Als er meer dan drie maanden verstrijken,
gaat de klokinstelling verloren. Stel de
klok in dat geval opnieuw in.
• U kunt het jaar instellen van 2000 tot
2099. Er wordt gewerkt met de 24-uurs
notatie.
• Als u de datum niet instelt, kan deze niet
worden afgedrukt bij een fotostudio voor
digitale afdrukken.
• Zie P94 voor de instelling van de
datumafdruk.
CLOCK SET
DM Y
SELECT SET EXIT
2005
.
1
.
JAN
:
000
MENU
CLOCK SET
2005
DEC.
10
:
00
MDY
SELECT SET EXIT
MENU
20.
Voorbereiding
21
VQT0S25
Setupmenu
Wijzig de instellingen indien nodig. (Zie de
pagina’s 22 tot 24 voor informatie over de
instellingen.)
1
Verwijder de lensdop en zet de
camera aan.
• De menuopties hangen af van de modus
waarop de modusknop (P28) is ingesteld.
Op deze pagina worden de opties van de
modus Program AE [L] afgebeeld.
2
Druk op de knop [MENU].
3
Selecteer het menu [SETUP].
• Als u de zoomhendel A naar T draait,
bladert u naar de volgende pagina van
het menuscherm. (vice versa)
4
Selecteer het gewenste item.
5
Stel de gewenste waarde in.
• Druk op [MENU] om het menu af te
sluiten. Als in opnamemodus bent, sluit u
het setupmenu af door de ontspanknop
half in te drukken.
A
SETUP
REC
SELECT EXIT
W
.BALANCE
AUDIO REC.
SENSITIVITY
PICT.SIZE
QUALITY
MENU
MENU
Zorg dat u op het eind op q drukt om
de instelling vast te leggen.
1
4
SETUP
REC
SELECT EXIT
MONITOR
BEEP
AUTO REVIEW
POW
ER SAVE
MF ASSIST
MENU
1
4
SETUP
SELECT EXIT
MONITOR
BEEP
AUTO REVIEW
POW
ER SA
VE
MF ASSIST
SET
MENU
1
4
SETUP
SELECT EXIT
MONITOR
BEEP
AUTO REVIEW
POW
ER SAVE
MF ASSIST
SET
MENU
Voorbereiding
22
VQT0S25
Zie pagina 21 voor het instellen.
Menu Functies
x MONITOR Pas de helderheid van het LCD-scherm aan in 7 stappen.
P AUTO REVIEW [OFF]: De opname wordt niet automatisch weergegeven.
[1 SEC.]: De opname wordt gedurende ongeveer 1 seconde
automatisch op het scherm weergegeven.
[3 SEC.]: De opname wordt gedurende ongeveer 3 seconden
automatisch op het scherm weergegeven.
[ZOOM]: De opname wordt gedurende ongeveer 1 seconde
automatisch op het scherm weergegeven. Daarna wordt
hij 4 keer uitvergroot en verschijnt gedurende ongeveer 1
seconde. Deze modus is handig voor het controleren van
de brandpuntafstelling. Foto’s in burstmodus, auto-
bracket, foto’s met geluid worden niet uitvergroot zelfs al
wordt [ZOOM] geselecteerd.
• De functie auto-review is niet ingeschakeld in de modus bewegend
beeld [i].
• Auto-review wordt geactiveerd wanneer u foto’s neemt met auto-
bracket [B] (P44) of burstmodi [D], [E] en [F] (P46),
ongeacht de auto-review-instelling. (Maar de afbeelding wordt niet
vergroot.)
• Als de kwaliteit staat ingesteld op [TIFF] of [RAW], werkt de auto-
review-functie totdat de opname is opgeslagen op de kaart. (De
afbeelding wordt niet vergroot.)
• Bij gebruik van foto’s met geluid, werkt de auto-review-functie
tijdens het opnemen van het geluid of de gegevens op de kaart,
ongeacht de instelling van de auto-review-functie. (De afbeelding
wordt niet vergroot.)
• U kunt de instelling auto-review niet wijzigen bij gebruik van auto-
bracket, burstfuncties, filmopnames, [SELF PORTRAIT] in
scènemodus en bij geluidsopnames.
5 POWER SAVE [1 MIN.]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10 MIN.]:
Indien u geen handelingen uitvoert, schakelt de camera
automatisch uit na de interval die u hebt ingesteld om de
batterij te sparen.
[OFF]: De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld.
• Druk de ontspanknop half in of zet de camera uit en aan om de
spaarstand op te heffen.
• Bij gebruik van de netadapter (DMW-AC5; optioneel)/aansluiting
op een PC of printer/bewegend beeldopname/bewegend
beeldweergave/tijdens diashows, wordt de spaarstand niet
geactiveerd. (Indien u de optie diashow handmatig gebruikt, zal de
spaarstand het toestel na 10 minuten uitschakelen.)
X MF ASSIST Bij handmatige scherpstelling verschijnt een hulpscherm op het
midden van het scherm om het richten op het onderwerp te
vereenvoudigen. (P82)
[OFF]: Geen MF ASSIST
[MF1]: MF ASSIST verschijnt in het midden van het scherm
[MF2]: MF ASSIST vult het gehele scherm
Voorbereiding
23
VQT0S25
Zie pagina 21 voor het instellen.
Menu Functies
6 BEEP Stel in om het volume van het gebruiksgeluid te selecteren.
[7 ]: Geen gebruiksgeluid
[8 ]: Zacht gebruiksgeluid
[9]: Luid gebruiksgeluid
B SHUTTER Stel in om het volume van het sluitergeluid te selecteren.
[C]: Geen sluitergeluid
[E]: Zacht sluitergeluid
[D]: Luid sluitergeluid
9 VOLUME Het volume van de luidsprekers kan in 7 stappen worden bijgesteld.
(LEVEL6 tot 0)
• Het volume van de luidsprekers van de TV wijzigt niet wanneer u
de camera op de TV aansluit.
3 CLOCK SET Wijzig datum en tijd. (P20)
2 NO.RESET Stel dit in wanneer u de bestandsnummering van een foto wilt
starten vanaf 0001 bij de eerstvolgende opname. (Het nummer van
de map wordt bijgewerkt en de bestandsnummering start vanaf
0001.)
• Er kan een mapnummer van 100 tot 999 worden toegewezen.
Als het mapnummer 999 wordt bereikt, kan het niet gereset
worden. We raden u aan de kaart te formatteren nadat u de
gegevens op een PC of elders hebt opgeslagen.
• Om het mapnummer terug te stellen op 100, moet u de kaart eerst
opnieuw formatteren (P101). Voer hierna [NO.RESET] uit om het
bestandsnummer terug te stellen, waarna een scherm verschijnt
met de vraag of u het mapnummer wilt resetten. Selecteer [YES].
• Zie pagina 105 voor uitgebreide informatie over bestands- en
mapnummers.
1 RESET De instellingen van het opname of [SETUP] menu worden
teruggesteld naar de oorspronkelijke instellingen.
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
• De verjaardag van uw baby (ingesteld in schènemodus [BABY]
(P63)) wordt gewist. [ROTATE DISP.] (P91) wordt teruggesteld
naar [ON].
4 USB MODE Stel het USB-communicatiesysteem in. Stel in vóór het aansluiten
op een PC of printer. (P103)
Y HIGHLIGHT Als de auto-review-functie wordt geactiveerd, wordt een wit
verzadigd vlak knipperend in zwartwit weergegeven. (P26)
Voorbereiding
24
VQT0S25
Zie pagina 21 voor het instellen.
Menu Functies
X VIDEO OUT
(Alleen in
weergavemodus)
[NTSC]: Video-uitgang wordt ingesteld op NTSC-systeem.
[PAL]: Video-uitgang wordt ingesteld op PAL-systeem. (P102)
TV ASPECT
(Alleen in
weergavemodus)
[j]: Selecteer of uw televisie een breedte/diepteverhouding
van 16:9 heeft.
• Deze modus is de beste voor het weergeven van
afbeeldingen met een aspectratio van [j] op een
televisie met een aspectratio van 16:9. Foto’s die met een
beeldverhouding van [h] zijn gemaakt, krijgen aan
weerszijde een zwarte band.
[h]: Selecteer of uw televisie een breedte/diepteverhouding
van 4:3 heeft.
• Deze modus is de beste voor het weergeven van
afbeeldingen met een aspectratio van [h] op een
televisie met een aspectratio van 4:3. Afbeeldingen met
een aspectratio van [j] worden weergeven met een
zwarte band boven en onder (letterbox).
• Als u [j] selecteert en uitvoert naar TV (P102), wordt het
beeld op uw camera’s LCD verticaal uitgerekt weergeven.
MF m/ft
[m]: De brandpuntsafstand wordt in meters aangegeven bij
handmatige focus.
[ft]: De brandpuntsafstand wordt in voet aangegeven bij
handmatige focus.
g SCENE MENU [OFF]: Het menu [SCENE MODE] wordt niet weergegeven als de
modusknop wordt ingesteld op [R] of [S] en de
camera wordt bediend in de momenteel geselecteerde
scènemodus. Wijzig de scènemodus door op de knop
[MENU] te drukken om het menu [SCENE MODE] weer te
geven en selecteer dan de gewenste scènemodus.
[AUTO]: Het menu [SCENE MODE] verschijnt automatisch als de
modusknop wordt ingesteld op [R] of [S]. Selecteer
de gewenste scènemodus.
{ LANGUAGE Stel een van de volgende 6 talen in op het menuscherm.
Ga naar de gewenste taal met e/r en leg hem vast met q.
[ENGLISH]: Engels [DEUTSCH]: Duits
[FRANÇAIS]: Frans [ESPAÑOL]: Spaans
[ITALIANO]: Italiaans []: Japans
• Als u per abuis een andere taal instelt, selecteer dan [{] uit de
menupictogrammen om de gewenste taal in te stellen.
Voorbereiding
25
VQT0S25
Het LCD-scherm
n Selecteer van het te gebruiken
scherm
A LCD-scherm (LCD)
Druk op de knop [DISPLAY/PWR LCD]
om naar het te gebruiken scherm over te
schakelen.
• Als het menuscherm verschijnt, is de
knop [DISPLAY] niet actief. Tijdens multi-
weergave (P48) of zoomweergave (P49),
kunnen de aanduidingen op het scherm
aan- en uitgezet worden.
In opnamemodus (P28)
B Weergave
C Weergave met histogram
D Geen weergave (Opname-hulplijnen)
E Geen weergave
*Histogram
In weergavemodus (P47)
F Weergave
G Weergave met opname-informatie en
histogram
H Geen weergave
* Dit wordt weergegeven als u de
geboortedatuminstelling voor [BABY] in
de scènemodus hebt ingesteld (P63), en
[WITH AGE] hebt geselecteerd bij het
nemen van foto’s.
A
DISPLAY/PWR LCD
*
F2.8 1/25P
100
_
0001
1/19
100
_
0001
20.DEC.2005
10:00
1/19
20.DEC.2005
10:00
1 month 10days
*
Voorbereiding
26
VQT0S25
n Voor het bekijken van het LCD-scherm
buiten op een heldere zonnige dag
(Power LCD-functie)
Als u de knop [DISPLAY/PWR LCD]
gedurende 1 seconde indrukt, wordt de
Power LCD-functie geactiveerd. Het LCD-
scherm wordt helderder dan normaal en is
buiten beter te zien.
A: Power LCD-aanduiding
• Als u foto’s neemt, krijgt het LCD-scherm
na 30 seconden automatisch zijn normale
helderheid terug na het drukken op de
knop [DISPLAY/PWR LCD]. Als u op een
willekeurige knop drukt, wordt het LCD-
scherm weer helder.
• Als u de knop [DISPLAY/PWR LCD]
gedurende 1 seconde opnieuw indrukt,
wordt de Power LCD-functie geannuleerd
en krijgt het LCD-scherm zijn normale
helderheid terug.
• Met de functie Power LCD worden de
helderheid en kleurtinten duidelijker
weergegeven op het LCD-scherm.
Daarom zien de helderheid en kleurtinten
er afhankelijk van het onderwerp wellicht
ook anders uit dan in werkelijkheid. Deze
functie is echter niet van invloed op de
opnames.
n Opname-hulplijn
Als u het onderwerp uitlijnt op de
horizontale en verticale hulplijnen of het
kruispunt van deze lijnen, neemt u foto’s
met een goed vormgegeven compositie
door de grootte, het verloop en de balans
van het onderwerp in ogenschouw te
nemen.
n Highlight-weergave
Bij het instellen van [HIGHLIGHT] op [ON]
in het menu [SETUP] (P23) terwijl de auto-
review of review-functie is geactiveerd,
wordt elk wit verzadigd vlak (extreem
helder of glinsterend deel) op de foto
knipperend in zwartwit weergegeven.
• Als u de belichting compenseert naar min,
gelet op het histogram en opnieuw een
foto neemt, heeft u kans op een goede
foto.
ON:PRESS FOR 1 SEC.
A
REVIEW1X
EXIT
4X
DELETE
EXIT
EXIT
4X
4X
DELETE
DELETE
REVIEW1X
REVIEW1X
Geen highlight-weergave
Wel highlight-weergave
Voorbereiding
27
VQT0S25
n Histogram
• Een histogram is een grafiek waarbij de
helderheid op de horizontale as wordt
weergegeven (van zwart naar wit) en het
aantal beeldpunten (beeldpunten) bij elk
helderheidsniveau op de verticale as.
• Zo kan de cameragebruiker snel de
belichtingswijze van een foto controleren.
• Als de waarden zich concentreren op
links
A, is de foto onderbelicht.
Foto’s met veel zwart, zoals
avondopnames, leveren dit soort
histogrammen op.
• Als de waarden in het histogram
evenwichtig gespreid zijn
B, is de
belichting voldoende en is de helderheid
in balans.
• Als de waarden zich concentreren op
rechts
C, is de foto overbelicht.
Foto’s met veel wit leveren dit soort
histogrammen op.
Voorbeeld van histogram
A Onderbelicht
B Juiste belichting
C Overbelicht
*Histogram
• Als de vastgelegde foto en het
histogram niet met elkaar
overeenkomen onder de volgende
omstandigheden, wordt het histogram
oranje weergegeven.
Als de flitser wordt geactiveerd
Als de flitser wordt gesloten
1 Als de helderheid van het scherm niet
goed is op donkere plekken.
2 Als de belichting niet goed is
aangepast
• Het histogram verschijnt niet in de
bewegend beeld modus [i], tijdens
multi-weergave en zoomweergave.
• Het histogram is in de opnamemodus bij
benadering.
• Het histogram van de opname- en
weergavemodus komt wellicht niet
overeen.
• Het histogram in deze camera komt niet
overeen met het histogram dat wordt
weergeven in beeldbewerkingssoftware
op een PC, enz.
• Controleer op wit verzadigde gebieden
met de highlight-weergave in de auto-
review-functie of de review-functie. (P26)
10:00 20.DEC.2005
10:00 20.DEC.2005
10:00 20.DEC.2005
28
VQT0S25
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen
n De modusknop
Deze camera heeft een programmaknop waarmee vele soorten scènes kunnen worden
vastgelegd.
Selecteer de gewenste modus en geniet van de vele opnamemogelijkheden.
Draai de modusknop langzaam en rustig.
L : Program AE-modus (P29)
De belichting wordt automatisch bepaald
door de camera.
M : Diafragma-prioriteit AE (P52)
De sluitertijd wordt automatisch bepaald
door het door u ingestelde diafragma.
N : Sluitertijd-prioriteit AE (P53)
Het diafragma wordt automatisch bepaald
door de door u ingestelde sluitertijd.
O : Handmatige belichting (P54)
De belichting wordt aangepast aan de
handmatig ingestelde diafragma en
sluitertijd.
i : Bewegend beeld modus (P57)
Met deze modus kunt u bewegende
beelden met geluid opnemen.
R : Scènemodus 1 (P59)
S: Scènemodus 2 (P59)
Met deze modus kunt u foto’s nemen
afhankelijk van de opnamescènes.
Met deze modus kunt u daarnaast [SCENE
MENU] (P24) in het menu [SETUP]
instellen op [OFF] en vaakgebruikte
scènemodi instellen onder [R] en [S]
op de modusknop.
Dat is handig omdat u de scènemodus op
die manier snel en gemakkelijk kunt
selecteren.
0 : Automatische modus (P33)
Dit is de aanbevolen modus voor
beginners.
Q : Weergavemodus (P47)
Met deze modus kunt u vastgelegde foto’s
bekijken.
Opnames maken (basis)
29
VQT0S25
n Program AE
De camera stemt automatisch de sluitertijd
en het diafragma af op de helderheid van
het onderwerp.
1
1 Verwijder het lensdopje.
2 Zet de camera aan.
3 Stel de modusknop in op
program AE [L].
4 Schuif de focusschakelaar naar
[AF].
2
Richt het AF-gebied 1 op het
punt waarop u wilt scherpstellen
en druk de ontspanknop half in.
A : Druk de ontspanknop tot
halverwege in om scherp te stellen.
• Het focuslampje
2 gaat branden en
vervolgens worden het diafragmagetal
3 en de sluitertijd 4 weergegeven.
• U wijzigt de sluitertijd en het diafragma
met de functie programmawisseling
(P32).
3
Neem een foto.
B : Druk de ontspanknop volledig in
om de foto te nemen.
3
2
4
Indien het
onderwerp
niet scherp is
Indien het
onderwerp
scherp is
Focuslampje Knippert
(groen)
Aan (groen)
AF-gebied Verandert
van wit in
rood
Verandert
van wit in
groen
Geluid Piept 4 keer Piept 2 keer
F2.8 1/25
12
34
A
F2.8 1/25
Opnames maken (basis)
30
VQT0S25
n Juiste houding voor het nemen van
foto’s
Voor het nemen van duidelijke foto’s:
• Houd de camera voorzichtig met beide
handen beet, de armen stationair langs
uw lijf en plaats uw voeten iets uiteen.
• Zorg dat u de camera niet beweegt op het
moment dat u de ontspanknop indrukt.
• Dek de microfoon of de AF-
assistentielamp niet af met uw vinger of
andere voorwerpen.
• Raak de lens niet aan.
• Dek de flitser niet af met uw vinger of
andere voorwerpen.
1
: Bij het zijdelings vasthouden van de camera
2
: Bij het verticaal vasthouden van de camera
A : Flitser
B : AF-assistentielamp
• Houd de camera stabiel voor de volgende
modi en functies. U kunt het beste een
statief gebruiken. U voorkomt het wazig
worden van de foto door een statief in
combinatie met de zelfontspanner (P42)
te gebruiken wanneer u de ontspanknop
indrukt.
–Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
(P39)
– [NIGHT PORTRAIT] (P62), [NIGHT
SCENERY] (P62), [CANDLE LIGHT]
(P64), [FIREWORKS] (P65), [PARTY]
(P65), [STARRY SKY] (P66) in
scènemodus (P59)
–Indien de sluitertijd is verlaagd (P53, 54)
n Scherpstellen
• Het focusbereik is 50 cm tot Z
(groothoek), 1,2 m tot Z (tele).
• Als u de ontspanknop volledig indrukt
zonder scherp te stellen, worden de foto’s
misschien wazig of onscherp.
• Als het focuslampje knippert, is het
onderwerp niet scherp. Druk de
ontspanknop half in en richt nogmaals op
het onderwerp.
• Als de camera na een aantal pogingen
nog niet scherpstelt, zet hem dan uit en
aan en probeer het opnieuw.
• In de volgende situaties kan de camera
niet goed scherpstellen op onderwerpen.
–Wanneer een scène is opgebouwd uit
zowel dichtbij- als verafgelegen
onderwerpen.
–Wanneer er vuil of stof zit op het glas
tussen de lens en het onderwerp.
–Wanneer het onderwerp is omringd met
verlichte of glimmende voorwerpen.
–Wanneer een foto op een donkere plek
wordt genomen.
–Wanneer het onderwerp snel beweegt.
–Wanneer de scène weinig contrast heeft.
–Wanneer er bewogen wordt.
–Wanneer een erg helder onderwerp
wordt vastgelegd.
We adviseren foto’s te nemen met de
handmatige focus (P81), pre-focus (P82)
of AF/AE vergrendeling (P83). Op
donkere plekken gaat de AF-
assistentielamp (P75) aan om beter te
kunnen scherpstellen op het onderwerp.
• Ook al gaat het focuslampje branden en
wordt het onderwerp scherpgesteld, dit
wordt weer geannuleerd als u de
ontspanknop loslaat. Druk de
ontspanknop half in.
B
A
1
B
A
2
Opnames maken (basis)
31
VQT0S25
n Jitter (cameratrilling)
• Zorg dat u niet beeft als u de ontspanknop
indrukt.
• De jitter-waarschuwing
1 verschijnt bij
een langzame sluitertijd en een verhoogd
risico op wazige opnames.
• Let vooral extra op als de jitter-
waarschuwing verschijnt bij een van de
opnamemethoden die staan beschreven
op P30, of gebruik een statief voor de
beste resultaten. U voorkomt het wazig
worden van de foto door een statief in
combinatie met de zelfontspanner (P42)
te gebruiken wanneer u de ontspanknop
indrukt.
n Richtingwaarnemingsfunctie
• Als u fotos neemt met de camera op zijn
kant (verticaal), wordt de informatie over
het roteren automatisch toegevoegd en
opgeslagen bij de foto’s.
Als [ROTATE DISP.] (P91) is ingesteld op
[ON], kunt u de foto’s op het scherm of de
tv roteren en weergeven volgens de
informatie over het roteren op de foto’s.
• Als u fotos neemt met de camera op zijn
kant, lees dan “Juiste houding voor het
nemen van foto’s”op P30 goed door.
• Deze functie werkt misschien niet correct
bij foto’s die met de camera naar boven of
beneden gericht zijn genomen.
• U kunt de functie richtingwaarneming niet
gebruiken in de filmmodus [i] of [FLIP
ANIM.].
n Belichting
• Als u de ontspanknop half indrukt bij
onvoldoende belichting, worden de
aanduidingen voor diafragma en sluitertijd
rood. (Het diafragma en de sluitertijd
worden echter niet rood als de flitser is
geactiveerd.)
• De helderheid van het scherm kan
afwijken van die van de opnames. Zelfs al
ziet het onderwerp er op het scherm
donker uit, kan de eigenlijke foto toch
helder zijn.
• Als de meeste voorwerpen op het scherm
helder zijn (bijv. blauwe hemel op een
onbewolkte dag, sneeuw, enz.), wordt de
opname soms donker. Compenseer in dat
geval de belichtingswaarde op de camera.
(P43)
• Als u op de ontspanknop drukt, is het
mogelijk dat het scherm een moment
oplicht of verduistert. Deze functie
vergemakkelijkt het scherpstellen en is
niet van invloed op de opname.
• We raden u aan de klok opnieuw in te
stellen voor het nemen van foto’s. (P20)
• Als u een tijd voor stroombesparing hebt
ingesteld (P22), schakelt de camera
automatisch uit indien hij binnen de
ingestelde tijd niet wordt bediend.
Gebruikt u de camera weer, druk de
ontspanknop dan half in of zet de camera
uit en aan.
• Als de afstand tussen de camera en het
onderwerp buiten het vastlegbare bereik
valt, kan het voorkomen dat de foto niet
scherp is ook al brandt het focuslampje.
F2.8 1/8
1
Opnames maken (basis)
32
VQT0S25
n Programmawisseling
In de modus Program AE kunt u het
vooringestelde diafragma en de sluitertijd
wijzigen bij dezelfde belichting. Dit heet
programmawisseling.
Met deze functie maakt u de achtergrond
vager (door het diafragma te verkleinen) of
legt u het bewegende onderwerp
dynamischer vast (door een langzame
sluitertijd in te stellen) in de modus
Program AE.
• Terwijl het diafragma en de sluitertijd
worden getoond op het LCD-scherm
(circa 10 seconden), beweegt u de
joystick om programmawisseling te
activeren.
(bijv.: Als de focusschakelaar is ingesteld op
[AF]
)
r: Als de focusschakelaar is ingesteld op
[AF] of [AFw] (P84)
w: Als de focusschakelaar is ingesteld op
[MF] (P81)
• Als programmawisseling is ingeschakeld,
wordt de aanduiding programmawisseling
1 weergegeven op het scherm.
n Voorbeeld van programmawisseling
(A): Diafragmagetal
(B): Sluitertijd
• Als de belichting onvoldoende is wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt,
wordt de sluitertijd rood aangegeven.
• Als meer dan 10 seconden zijn verstreken
na het ingaan van de
programmawisseling, wordt de status
voor het activeren van de
programmawisseling geannuleerd en
keert terug naar de modus Program AE.
De instelling wordt echter wel bewaard in
programmawisseling.
• Programmawisseling wordt geannuleerd
als de camera uitgaat.
• Programmawisseling werkt soms niet
afhankelijk van de helderheid van het
onderwerp.
19
F2.8 1/30
of
1
19
F3.2 1/30
2 3 4 5 9 11 12 13 14
1 1
/
2
1
/
4
1
/
8
1
/
15
1
/
30
1
/
60
1
/
125
1
/
250
1
/
500
1
/
1000
1
/
2000
2
2.8
4
5.6
8
(Ev)
6
10
7 8
(A)
(B)
Opnames maken (basis)
33
VQT0S25
Foto’s nemen in automatische modus
De automatische modus maakt het
onervaren gebruikers gemakkelijk. Er
worden slechts eenvoudige menu-
instellingen getoond waarmee u zonder
fouten foto’s kunt nemen.
1
Selecteer de gewenste optie en
stel de gewenste waarde in.
n Instellingen in de automatische (Auto)
modus
• Ga voor meer informatie over elke optie
naar de bijbehorende pagina.
[PICT.SIZE] : P71
[QUALITY] : P72
[D.ZOOM] : P76
n Overige instellingen in de
automatische modus
In de Auto-modus zijn de overige
instellingen als volgt vast ingesteld. Ga
voor meer informatie over elke optie naar
de bijbehorende pagina.
MENU
MENU
SET EXIT
PICT.SIZE
REC
5.5
M
EZ
2
M
EZ
QUALITY
D.ZOOM
SELECT
8
M
MENU
Focusbereik
([AF]/[AFw]/
[MF])
30 cm tot Z (tele)
5 cm tot Z
(groothoek)
Witbalans [AUTO] P69
ISO-gevoeligheid [AUTO] P71
Beeldinstelling [STD.] P77
Geluidsopname [OFF] P73
Metingfunctie
[R]
(Meervoudig)
P73
AF-modus
[W]
(1-zone-focussing)
P74
Continue AF [OFF] P75
AF-
assistentielamp
[ON] P75
AF/AE
vergrendeling
Niet mogelijk P83
Flip-animatie Niet mogelijk P77
Opnames maken (basis)
34
VQT0S25
n Compenseren van achtergrondlicht
(backlight)
Achtergrondlicht doet zich voor als er licht
vanachter het onderwerp komt.
Onderwerpen zoals personen worden
donker bij het vastleggen van foto’s met
achtergrondlicht. Als u drukt op e, [0]
gaat de aanduiding (compensatie
backlight) aan en wordt de backlight-
compensatiefunctie actief. Met de functie
wordt het achtergrondlicht gecompenseerd
door de hele foto helderder te maken.
• Als u drukt op e terwijl [0] wordt
weergegeven, verdwijnt [0] en wordt de
backlight-compensatiefunctie
geannuleerd.
• Bij gebruik van de backlight-
compensatiefunctie raden we u aan de
flitser te gebruiken.
• In de auto-modus zijn de volgende opties
niet zichtbaar.
– [VIDEO OUT]
– [TV ASPECT]
• De instellingen [PICT.SIZE], [QUALITY]
en [D.ZOOM] in de auto-modus worden
op andere opnamemodi toegepast.
• In de auto-modus zijn de volgende
functies niet bruikbaar.
–Belichtingscompensatie
–Auto-bracket
[COL.EFFECT]
• De instelling bij [PICT.SIZE] en [QUALITY]
komt echter overeen met de instelling bij
[PICT.ADJ.].
8
BACKLIGHT
8
BACKLIGHT
Opnames maken (basis)
35
VQT0S25
Opnames controleren (Review)
1
Druk op r.
• De laatste opname wordt ongeveer 10
seconden weergegeven.
• Druk nogmaals op r om de controle te
annuleren.
• De vorige of volgende foto controleert u
met w/q.
• Zijn de opnames te licht of donker,
compenseer dan de belichting. (P43)
2
Uitvergroten en foto verschuiven
3 :1×JJ
:8×JJ
• Als u de vergroting of de weer te geven
positie wijzigt, verschijnt de aanduiding
zoompositie
A ongeveer 1 seconde zodat
u kunt controleren wat wordt vergroot.
n Vastgelegde foto’s kunnen tijdens de
review worden gewist (Quick Deletion)
• Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet
meer worden teruggehaald.
• Het is mogelijk om meerdere foto’s of alle
foto’s te wissen. Lees pagina 50 of 51
voor de werkwijze.
REVIEW
4X
EXIT DELETE
REVIEW 4X
A
1
X
DELETE
DELETE SINGLE
SELECT
SET MULTI/ALL
DELETE THIS PICTURE?
NO
YES
Opnames maken (basis)
36
VQT0S25
Optische zoom gebruiken
U kunt mensen en onderwerpen dichterbij
laten lijken met de viervoudige
zoomfunctie, en landschappen kunnen in
groothoek worden vastgelegd.
n Onderwerpen zien er uit of ze verder
weg zijn met (Wide - groothoek)
n Onderwerpen zien er uit of ze
dichterbij zijn met (Tele)
n De zoominstelling verder vergroten
• Gebruik de extra optische zoom. (P86)
• Gebruik de digitale zoom (P76).
1X
2X
3X
4X
19
T1X
19
T4X
Opnames maken (basis)
37
VQT0S25
• De optische zoom staat op Wide (1x) bij
het inschakelen van de camera.
• Indien u de zoomfunctie gebruikt nadat u
al hebt scherpgesteld op het onderwerp,
moet u dit nogmaals doen.
• De lenscilinder (P8) schuift afhankelijk
van de zoompositie in of uit.
• Hinder de beweging van de lens niet
terwijl u de zoomhendel draait.
• Als u bewegende beelden opneemt [i],
wordt de zoomvergroting vastgezet op de
ingestelde waarde bij de start van de
opname.
• De foto kan enigszins vertekenen (typisch
voorbeeld: verticale lijn die naar buiten
buigt). Dit komt door de lensafwijking
(aberratie), die tot op zekere hoogte
optreedt bij alle fotografische lenzen. De
vertekening is duidelijker bij gebruik van
een groter deel van de zoomlens als u het
onderwerp dichter nadert.
• De zoomfactor is slechts bedoeld als
hulpmiddel.
Opnames maken (basis)
38
VQT0S25
Foto’s nemen met de ingebouwde flitser
Als u flits instelt, kunt u foto’s nemen met
de ingebouwde flitser afhankelijk van de
opnamecondities.
n De flitser openen
Verschuif de schakelaar [< OPEN]
A.
B Flitser
• Dek de flitser niet af met uw vingers of
andere voorwerpen.
n De flitser sluiten
Druk op de flitser tot deze klikt.
• Zorg dat u de flitser sluit als u hem niet
gebruikt.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v] als hij wordt afgesloten.
n Overschakelen op de juiste
flitsinstelling
Stel de ingebouwde flitser in op de stand
die past bij de scène die u wilt vastleggen.
Zie voor de te selecteren flitsinstellingen
“Beschikbare flitsinstellingen per
opnamemodus” op P40.
A
Opnames maken (basis)
39
VQT0S25
r : AUTO
De flitser wordt automatisch geactiveerd
afhankelijk van de opnamecondities.
s : AUTO/Rode-ogenreductie
De flitser wordt automatisch geactiveerd
afhankelijk van de opnamecondities.
Hierbij wordt het rode-ogeneffect (ogen
van het onderwerp worden rood
weergegeven bij gebruik van de flitser)
verminderd door de flitser al te activeren
voordat u de eigenlijke foto neemt.
Daarna wordt de flitser nogmaals
geactiveerd voor de daadwerkelijke
opname.
De flitser gaat tweemaal af indien u
AUTO/Rode-ogenreductie [s],
Forced ON/Rode-ogenreductie [q]
en Slow-sync./Rode-ogenreductie
[u] gebruikt. De eerste flits is ter
voorbereiding. Beweeg niet tot na de
tweede flits.
• Gebruikt deze functie als u foto’s
neemt van personen bij slechte
lichtomstandigheden.
t : Forced ON
De flitser wordt onafhankelijk van de
opnamecondities altijd geactiveerd.
• Gebruik deze functie als uw
onderwerp van achteren wordt
belicht of bij tl-licht.
q : Forced ON/Rode-ogenreductie
• Bij [PARTY] (P65) of [CANDLE
LIGHT] (P64) in scènemodus, wordt
de flitser ingesteld op Forced ON/
Rode-ogenreductie.
u : Slow sync./Rode-ogenreductie
Als u een foto neemt met een donkere
landschapsachtergrond, vertraagt deze
functie de sluitertijd als de flitser wordt
geactiveerd zodat de donkere
landschapsachtergrond helderder wordt.
Het vermindert tevens het rode-
ogeneffect.
• Gebruik deze functie bij het nemen
van foto’s van personen tegen een
donkere achtergrond.
v : Forced OFF
De flitser wordt bij geen enkele
opnameconditie geactiveerd.
• Gebruik deze functie bij het nemen
van foto’s op plaatsen waar het
gebruik van een flitser niet is
toegestaan.
Opnames maken (basis)
40
VQT0S25
n Beschikbare flitsinstellingen per opnamemodus
De beschikbare flitsinstellingen hangen af van de opnamemodus.
(e : Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
*Niet beschikbaar bij backlight-compensatie
n Het beschikbare flitsbereik voor het nemen van foto’s
• Het beschikbare flitsbereik is bij benadering.
• Zie P30 voor het focusbereik.
• Zie P71 voor de ISO-gevoeligheid.
• Als de ISO-gevoeligheid staat ingesteld op [AUTO] (P71), wordt deze automatisch
aangepast van [ISO100] naar [ISO400] als u de flitser gebruikt.
• Als beeldruis merkbaar wordt, verlaag de ISO-gevoeligheid dan (P71) of stel [NOISE
REDUCTION] onder [PICT.ADJ.] in op [HIGH] (P77).
ISO-gevoeligheid Beschikbare flitsbereik
AUTO 60 cm tot 4,1 m (Wide)
30 cm tot 2,3 m (Tele)
ISO80 60 cm tot 1,8 m (Wide)
30 cm tot 1,0 m (Tele)
ISO100 60 cm tot 2,0 m (Wide)
30 cm tot 1,1 m (Tele)
ISO200 60 cm tot 2,9 m (Wide)
30 cm tot 1,6 m (Tele)
ISO400 60 cm tot 4,1 m (Wide)
40 cm tot 2,3 m (Tele)
Opnames maken (basis)
41
VQT0S25
n Sluitertijd voor elke flitsmodus
• De instellingen kunnen afwijken van de
hier getoonde als u gebruikmaakt van de
scènemodi.
– [NIGHT SCENERY] : 8 tot 1/2000 (sec.)
– [STARRY SKY] : 15, 30 of 60 (sec.)
• Staar niet dichtbij het flitslicht.
• Als u te dicht bij uw onderwerp flitst,
kan het door de warmte en het licht
vervormd of verkleurd uitzien.
• Dek de flitser niet af met uw vingers of
andere voorwerpen.
• Als u een foto neemt buiten het bereik van
de flitser, wordt de belichting misschien
niet correct ingesteld en kan de foto te
helder of te donker worden.
• Als u nogmaals een foto neemt, wordt
deze mogelijk niet vastgelegd, ook al
werd de flitser geactiveerd. Neem pas
een foto wanneer de kaartaanduiding
uitgaat.
• We adviseren u de flitser te gebruiken als
de jitter-waarschuwing wordt
weergegeven.
• Als u de modus burst of auto-bracket
instelt, wordt slechts 1 foto vastgelegd per
flits.
• Het flitspictogram wordt rood als de flitser
wordt ingeschakeld en de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
• Terwijl de flitser aan het opladen is,
knippert het flitserpictogram en kunt u
geen foto nemen zelfs wanneer u de
ontspanknop volledig ingedrukt.
• Bij het nemen van een foto met de flitser,
wordt de witbalans automatisch bijgesteld
[behalve bij [k] (Daglicht)]. Bij
onvoldoende flitslicht kan het zijn dat de
witbalans niet correct wordt bijgesteld.
• Bij een snelle sluitertijd kan het flitseffect
onvoldoende zijn.
• Sluit de flitser niet onmiddellijk af nadat u
een tweede lichtbron hebt gebruikt,
bijvoorbeeld AUTO/Rode-ogenreductie
[s]. Dit zou schade aan de camera
kunnen veroorzaken.
• In de filmmodus [i], [SCENERY],
[NIGHT SCENERY], [FIREWORKS] of
[STARRY SKY] in de scènemodus (P59),
wordt de flitsmodus vast ingesteld op
Forced OFF [v], zelfs bij geopende
flitser.
• U kunt de sluitertijd verlengen met
maximaal 1/8 door gebruik te maken van
de belichtingscompensatie.
Flitsmodus Sluitertijd (sec.)
r : AUTO 1/30 tot 1/2000
s : AUTO/Rode-ogenreductie 1/30 tot 1/2000
t : Forced ON
q : Forced ON/Rode-ogenreductie
1/30 tot 1/2000
u : Slow sync./Rode-ogenreductie 1 tot 1/2000
v : Forced OFF 1/4 tot 1/2000
(In Auto-modus [0])
1 tot 1/2000
(In Program AE-modus [L])
Opnames maken (basis)
42
VQT0S25
Foto’s nemen met de zelfontspanner
1
Stel de zelfontspanner in.
4 : Zelfontspanner ingesteld op
10 seconden
L
5 : Zelfontspanner ingesteld op
2 seconden
L
Geen weergave (geannuleerd)
2
Richt op het onderwerp om de
foto te nemen.
• Het zelfontspannerlampje
1
knippert en de sluiter
wordt na 10 seconden (of
2 seconden) geactiveerd.
• Drukt u op de knop aan
[MENU] tijdens het
instellen van de zelfontspanner, wordt de
instelling geannuleerd.
• Als u de knop in één beweging geheel
indrukt, wordt het onderwerp automatisch
scherpgesteld net voor de opname. Op
donkere plekken knippert het
zelfontspannerlampje en gaat het in
sommige gevallen fel branden om te
functioneren als AF-assistentielamp (P75)
voor het scherpstellen op het onderwerp.
• De zelfontspanner wordt gefixeerd op
twee seconden als u [SELF PORTRAIT]
gebruikt in de scènemodus (P67).
• Als u de zelfontspanner inschakelt in de
burstmodus, wordt het aantal opnames
gefixeerd op 3.
• Bij gebruik van een statief of in andere
situaties, is het instellen van de
zelfontspanner op twee seconden een
handige manier om de trilling die wordt
veroorzaakt door het drukken op de
ontspanknop te stabiliseren.
• We raden u aan een statief te gebruiken
bij het instellen van de zelfontspanner.
(Controleer goed of het statief stevig en
stabiel staat na aansluiting op het
toestel.)
1
9
1
9
CANCEL
CANCEL
MEN
U
1
Opnames maken (basis)
43
VQT0S25
De belichting compenseren
Gebruik deze functie als u niet de juiste
belichting gerealiseerd krijgt door verschil
in helderheid tussen het onderwerp en de
achtergrond.
1
Druk meerdere keren op e tot
[
CEXPOSURE] verschijnt en
compenseer dan de belichting.
• U kunt compenseren van –2 EV tot +2 EV
in stappen van 1/3 EV.
• EV is de afkorting van Exposure Value,
oftewel belichtingswaarde, en staat voor
de hoeveelheid licht die de CCD krijgt op
basis van het diafragma en de sluitertijd.
• Het compensatiebereik van de belichting
wordt afhankelijk van de helderheid van
het onderwerp beperkt.
• De belichtingscompensatiewaarde wordt
linksonder in het scherm weergegeven.
• De belichtingswaarde blijft behouden ook
al wordt de camera uitgezet.
• Het is niet mogelijk om de belichting te
compenseren bij [STARRY SKY] in
scènemodus (P66).
Overbelicht
Juiste belichting
Compenseer de belichting in negatieve
richting.
Onderbelicht
Compenseer de belichting in positieve
richting.
SELECT
EXPOSURE
EXIT
Opnames maken (basis)
44
VQT0S25
Foto’s nemen met Auto Bracket
In deze modus worden bij elke druk op de
ontspanknop automatisch 3 foto’s
genomen conform het compensatiebereik
van de belichting.
U kunt de gewenste belichting voor de drie
soorten foto’s selecteren.
1
Druk meerdere keren op e tot
[
BAUTO BRACKET] verschijnt
en stel dan het
compensatiebereik van de
belichting in.
• U kunt een belichting van –1 EV tot +1 EV
selecteren in stappen van 1/3 EV.
• Selecteer [OFF] als u auto-bracket niet
wilt gebruiken.
• Bij het instellen van auto-bracket,
verschijnt het pictogram auto-bracket
linksonder op het scherm.
• Auto-bracket kan niet worden gebruikt als
er nog maar één of twee foto's kunnen
worden genomen.
• Bij het nemen van foto’s met auto-bracket
na de belichtingscompensatie, worden de
foto’s gebaseerd op de gecompenseerde
belichting.
Als de belichting wordt gecompenseerd,
verschijnt de gecompenseerde
belichtingswaarde op het scherm.
• Wanneer de flitser is geactiveerd, kunt u
slechts 1 foto nemen.
• Wanneer u auto-bracket instelt, kunt u de
geluidsopnamefunctie niet gebruiken.
• Als u de modi auto-bracket en burst
tegelijkertijd instelt, wordt auto-bracket
uitgevoerd.
• De belichting wordt wellicht niet
gecompenseerd bij auto-bracket,
afhankelijk van de helderheid van het
onderwerp.
• Auto-review werkt als u auto-bracket hebt
geactiveerd, ongeacht de auto-
reviewinstelling. (Maar de afbeelding
wordt niet vergroot.) In het setupmenu
kunt u de instelling auto-review niet
wijzigen.
• Door de ISO-gevoeligheid in te stellen op
[ISO400] wordt de tijd tussen foto’s langer
voor hebt verminderen van ruis.
• U kunt auto-bracket niet gebruiken als u
de kwaliteit hebt ingesteld op [TIFF] of
[RAW].
• Het is niet mogelijk om auto-bracket te
gebruiken bij [STARRY SKY] in
scènemodus.
• Bij gebruik van sluitertijd-prioriteit AE [N]
of handmatige belichting [O] en een
ingestelde sluitertijd van meer dan 1,3
seconde, werkt auto-bracket niet.
AUTO BRACKET
SELECT EXIT
Opnames maken (basis)
45
VQT0S25
Optisch beeldstabilisatiesysteem [STABILIZER]
Deze modus herkent en compenseert trillingen.
U kunt de kans op onduidelijke foto’s
veroorzaakt door cameratrillingen
verminderen, met name wanneer u de
optische zoomlens instelt op Tele of
wanneer u binnenshuis fotos neemt met
een langzame sluitertijd.
A Knop optisch beeldstabilisatiesysteem
1
Druk op de stabilisatieknop tot
[STABILIZER] verschijnt en
selecteer dan de
stabilisatiefunctie.
n Demonstratie van het optische
beeldstabilisatiesysteem
(Demonstratiemodus)
Als u op de knop [MENU] drukt, begint de
demonstratie. Na afloop van de
demonstratie keert het scherm terug naar
het keuzemenu voor de stabilisatiefunctie.
Wilt u de demonstratie halverwege
onderbreken, druk dan nogmaals op
[MENU].
Tijdens de weergave van de demonstratie
staat de optische zoom vast ingesteld op
Wide (1x) en kan de zoomfunctie niet
worden geactiveerd.
U kunt dan bovendien geen foto’s nemen.
• De stabilisatiefunctie werkt in de volgende
situaties mogelijkerwijs niet, dus let extra
op dat u de camera niet beweegt tijdens
het indrukken van de ontspanknop.
–Wanneer er teveel bewogen wordt.
–In digitaal zoombereik.
–Bij het nemen van foto’s terwijl u een
bewegend onderwerp volgt.
–Als de sluitertijd extreem langzaam is
door duisternis of een andere oorzaak.
• Bij [SELF PORTRAIT] in de scènemodus
(P67), is de stabilisatiefunctie vast
ingesteld op [MODE2] en wordt het menu
stabilisatiefunctie niet weergegeven.
• U kunt [MODE2] niet gebruiken in de
modus bewegend beeld [i].
• Dit staat vast ingesteld op [OFF] als u
[STARRY SKY] hebt geselecteerd in de
scènemodus (P66). Het menu Optical
Image Stabilizer zal niet verschijnen.
MODE1
(7)
Het stabilisatiesysteem
functioneert altijd en helpt bij het
bepalen van de fotocompositie.
MODE2
(8)
De stabilisatiefunctie is stand-
by en wordt geactiveerd op het
moment dat de sluiter het beeld
vastlegt.
OFF
(9)
Indien beeldstabilisatie niet
gewenst is.
A
SELECT SET
MODE1
MODE2
OFF
STABILIZER
DEMO.
MENU
Opnames maken (basis)
46
VQT0S25
Foto’s nemen met de burstmodus
1
Druk op de modusknop Single/
Burst om over te schakelen naar
de burstmodus en neem dan
foto’s.
• Hou de ontspanknop helemaal ingedrukt
om de burstmodus te activeren.
n Aantal opnames in burstmodus
*De overdrachtssnelheid van de kaart is
niet van invloed op de burstsnelheid.
• Bij een hogere sluitersnelheid dan 1/60 en
zonder flits
• Als de burstmodus staat ingesteld op
Onbegrensd:
–U kunt foto’s nemen totdat de kaart vol
is.
–De sluitertijd wordt langzamer in het
gebruik. Het moment waarop de
snelheid langzamer wordt hangt af van
de instelling [PICT.SIZE] of het type
geheugenkaart.
• Het brandpunt wordt bij de eerste foto bepaald.
• Bij gebruik van de zelfontspanner is het
aantal mogelijke opnames in burstmodus
vast ingesteld op 3.
• Wanneer de burstmodus is geactiveerd,
kunnen geen geluidsopnames worden
gemaakt.
• Wanneer de flitser is geactiveerd, kunt u
slechts 1 foto vastleggen.
• Als u de modi auto-bracket en burst
tegelijkertijd instelt, wordt auto-bracket
uitgevoerd.
• De manieren waarop u de belichting en
de witbalans kunt bepalen, hangen af van
de instelling van de burstmodus. Als de
burstmodus staat ingesteld op [D],
blijven de ingestelde waarden voor de
eerste foto van kracht. Als de
burstsnelheid staat ingesteld op [E] of
[F], wordt ze bij iedere foto die u
neemt bijgesteld.
• In burstmodus wordt auto review
geactiveerd zelfs als dit is uitgeschakeld.
(De afbeelding wordt niet vergroot.)
• In het setupmenu kunt u de instelling
auto-review niet wijzigen.
• U kunt de burstmodus niet gebruiken als u
de kwaliteit hebt ingesteld op [TIFF] of
[RAW].
• Het is niet mogelijk om de burstmodus te
gebruiken bij [STARRY SKY] in scènemodus.
• De burstmodus werkt niet als beschreven
indien er een MultiMediaCard in plaats
van een SD-geheugenkaart wordt
gebruikt. De lees/schrijfsnelheid van een
MultiMediaCard is langzamer dan die van
een SD-kaart.
D: Hoge snelheid
E: Lage snelheid
F: Onbegrensd
Geen weergave (geannuleerd)
Burstsnelheid
(foto’s/
seconde)
Aantal mogelijke
opnames (foto’s)
D
3* max. 5 max. 9
E
2* max. 5 max. 9
F
2
Afhankelijk van
kaartcapaciteit
Afhankelijk van
kaartcapaciteit
1
9
G H
47
VQT0S25
Weergave (basis)
Weergeven van foto’s
1
Selecteer de foto.
w : Geef de vorige foto weer.
q : Geef de volgende foto weer.
• De foto die volgt op de laatste is de eerste
foto.
• Als [ROTATE DISP.] (P91) staat ingesteld
op [ON], worden foto’s die zijn genomen
met de camera op zijn kant (verticaal) ook
verticaal weergegeven.
n
Snel vooruitspoelen/Snel terugspoelen
Als u tijdens weergave op w/q drukt, worden
het bestandsnummer en het paginanummer
bijgewerkt. Als u w/q loslaat wanneer het
nummer van de gewenste foto verschijnt,
kunt u de foto weergeven.
q : Snel vooruit
w : Snel terug
• Het aantal bestanden dat ineens voor- of
achteruit wordt gespoeld hangt af van
hoelang u w/q houdt ingedrukt. Het
hangt ook af van het aantal opgeslagen
foto’s.
• Als u w/q loslaat en vervolgens opnieuw
indrukt, worden de bestanden een voor
een vooruit- of teruggespoeld.
• Tijdens de review-weergave in de
opnamemodus of tijdens multi-weergave,
kan de foto slechts een voor een worden
vooruit- of teruggespoeld.
• Als u een groot aantal foto’s vooruit- of
terugspoeld, laat w /q dan eenmaal los
voordat u de weer te geven foto bereikt,
druk dan op w/q om de foto’s stapje voor
stapje vooruit- of achteruit te spoelen.
• Deze camera is gebaseerd op de DCF-
normen (Design rule for Camera File
system) die zijn vastgesteld door the
Japan Electronics and Information
Technology Industries Association
(JEITA).
• Tijdens het wijzigen van de map- of
bestandsnaam op een PC worden de
foto’s niet weergegeven.
• De bestandsindeling die met deze camera
kan worden weergegeven is JPEG. (Er
zijn ook foto’s die in sommige gevallen
niet kunnen worden weergegeven in
JPEG-indeling.)
• Bij het weergeven van foto’s die met
andere apparaten zijn opgenomen, kan
de fotokwaliteit slechter zijn en is
weergave van de foto’s soms niet
mogelijk.
• Bij weergave van een niet-standaard
bestand, wordt het map-/
bestandsnummer aangegeven als [—] en
wordt het scherm zwart.
• Afhankelijk van het onderwerp kan er een
storingsstreep op het beeld verschijnen.
Dit heet moiré. Dit is geen storing.
100
-
0001
1/19
10:00 20.DEC.2005
of
Weergave (basis)
48
VQT0S25
9/16/25 foto’s Multi-weergave
1
Selecteer het aantal foto’s.
Voorbeeld: Als u weergave van 9 foto’s hebt gekozen
Als u multi-weergave kiest, wordt de
schuifbalk
A weergegeven zodat u de
positie van de geselecteerde foto kunt
controleren in het geheel van de foto’s.
2
Selecteer de foto’s.
• De volgende informatie wordt weergegeven:
de opnamedatum, het nummer van de
geselecteerde foto in het totaal van de foto’s,
de [FAVORITE] instelling [ ] (Alleen wanneer
de [FAVORITE] instelling is ingesteld op [ON]),
de filminstelling [
i
], de [BABY] instelling
[
h
] en de leeftijdsinstelling.
n 16/25 foto’s multi-scherm
B 16 foto’s
C 25 foto’s
n Terugkeren naar normale weergave
• Draai de zoomhendel naar T, of druk op
de knop [MENU] of de joystick.
• De foto in het oranje kader verschijnt.
n Een foto tijdens multi-weergave
wissen
Druk op de knop [A].
Druk op r als het bevestigingsscherm
verschijnt om [YES] te selecteren en druk
op q. (P50)
• Foto’s worden niet gedraaid
weergegeven, zelfs als [ROTATE DISP.] is
ingesteld op [ON] (P91).
• U kunt de weergave in- of uitschakelen
door op de knop [DISPLAY] te drukken.
CANCEL
20.DEC.2005
20
.DE
C
.2
00
4
/
1
8
MENU
1 fotoJ9 foto’sJ
16 foto’sJ25 foto’s
CANCEL
MENU
20.DEC.2005
5/18
of
CANCEL
CANCEL
20.DEC.2005
5/25
20.DEC.2005
5/25
Weergave (basis)
49
VQT0S25
Zoomweergave gebruiken
1
De foto vergroten.
• Als u de zoomhendel richting de W draait
nadat de foto is vergroot, wordt de
vergroting minder.
• Als u de vergrotingsfactor wijzigt,
verschijnt de aanduiding zoompositie
A
ongeveer 1 seconde zodat u de positie
van het uitvergrote deel kunt controleren.
• Als u op de knop [MENU] drukt, keert de
vergrotingsfactor terug naar 1×.
2
Verschuiven van de foto.
• Als u de weer te geven positie verplaatst,
wordt de aanduiding van de zoompositie
ongeveer 1 seconde weergegeven.
n Een foto tijdens zoomweergave
wissen
Druk op de knop [A].
Druk op r als het bevestigingsscherm
verschijnt om [YES] te selecteren en druk
op q. (P50)
• Hoe meer de foto wordt vergroot, hoe
meer de kwaliteit verminderd.
• De zoomweergave werkt mogelijkerwijs
niet met foto’s die met andere apparaten
zijn opgenomen.
• Zelfs al hebt u de aanduidingen op het
LCD-scherm uitgeschakeld in normale
weergavemodus (P25), worden de
vergroting en gebruikte bewerkingen
weergegeven op het LCD-scherm als de
zoomweergave is geactiveerd.
U kunt de weergave in- of uitschakelen
door op de knop [DISPLAY] te drukken.
Als u de vergroting instelt op 1×, wordt de
aanduiding op het LCD-scherm
weergegeven als in normale
weergavemodus.
2X
4X
DELETE
CANCEL
A
JJJ
J16×
4X
2X
C
AN
C
E
L
DELETE
Weergave (basis)
50
VQT0S25
Foto’s wissen
n Een enkele foto wissen
1
Selecteer de te wissen foto.
w : Geef de vorige foto weer.
q : Geef de volgende foto weer.
2
Wis de foto.
• Tijdens het wissen van de foto, verschijnt
[A] op het scherm.
n Meerdere foto’s wissen
1
Selecteer [MULTI DELETE].
2
Selecteer de te wissen foto’s.
• Herhaal bovenstaande werkwijze.
• De geselecteerde foto’s worden
weergegeven met [A]. Als nogmaals
wordt gedrukt op r, wordt de instelling
geannuleerd.
• Druk na het selecteren van foto’s op [A]
om uw keuze te bevestigen.
• Het pictogram [c] knippert rood
wanneer de geselecteerde foto niet kan
worden gewist. Hef de beveiliging op.
(P95)
100
-
0001
1/19
10:00 20.DEC.2005
DELETE SINGLE
SELECT
SET MULTI/ALL
NO
YES
SELECT CANCEL
MULTI DELETE
ALL DELETE
MULTI/ALL DELETE
2 keer
SELECT
MARK/UNMARK EXIT
DELETE
MENU
MULTI DELETE
9
8
11
7
10
Weergave (basis)
51
VQT0S25
3
Wis de fotos.
• Er kunnen max. 50 foto’s ineens worden
gewist.
n Alle foto’s wissen
1
Selecteer [ALL DELETE].
2
Wis alle foto’s.
• Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet
meer worden teruggehaald. Controleer
nogmaals voor u de foto’s wist.
• Zet de camera tijdens het wissen niet uit.
• Beveiligde foto’s (P95) of foto’s die niet
conform de DCF-normen zijn (P47)
worden niet gewist.
• Gebruik voor het wissen een batterij met
voldoende lading (P12) of gebruik de
netadapter (DMW-AC5; optioneel).
• Hoe meer foto’s gewist moeten worden,
hoe langer het duurt.
SELECT SET
NO
YES
MULTI DELETE
DELETE THE PICTURES
YOU MARKED?
SELECT CANCEL
MULTI DELETE
ALL DELETE
MULTI/ALL DELETE
2 keer
SELECT
SET
ALL DELETE
DELETE ALL PICTURES?
NO
YES
52
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
De modusknop gebruiken
Als u de achtergrond scherper wilt hebben,
stel het diafragma dan in op een hogere
waarde. Hoe hoger het diafragma, hoe
kleiner de lensopening. Voor een minder
scherpe achtergrond stelt u het diafragma
in op een lager getal dat overeenkomt met
een grotere lensopening.
1
Stel het diafragma in en neem de
foto.
A
Diafragmagetal
e : Verhogen
r : Verlagen
• Zie P56 voor het beschikbare bereik van
diafragma en sluitertijd.
• Als het onderwerp te helder is, stel dan
een groter diafragma in. Is het te donker,
stel dan een kleiner diafragma in.
• De helderheid van het scherm kan
afwijken van die van de eigenlijke foto’s.
Controleer dit met de review-functie of in
de weergavemodus.
• De ISO-gevoeligheid kan niet worden
ingesteld op [AUTO]. (P71) (Als de
opnamemodus wordt gewijzigd naar
diafragma-prioriteit AE, wordt de ISO-
gevoeligheid automatisch ingesteld op
[ISO100].)
• Als de belichting onvoldoende is, worden
diafragma en sluitertijd op het scherm
rood.
Diafragma-prioriteit AE
M
I
SO
00
100
19
F2.8
A
Opnames maken (geavanceerd)
53
VQT0S25
Als u een scherpe foto van een snel
bewegend object wilt maken, stel dan een
snellere sluitertijd in. Wilt u een sleepeffect
creëren, stel dan een langzamere sluitertijd
in.
1
Stel de sluitertijd in en neem de
foto.
A
Sluitertijd
e : Sneller
r : Langzamer
• Zie P56 voor het beschikbare bereik van
diafragma en sluitertijd.
• De helderheid van het scherm kan
afwijken van die van de eigenlijke foto’s.
Controleer dit met de review-functie of in
de weergavemodus.
• In sluitertijd-prioriteit AE kunt u de
volgende opties niet instellen.
–Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
(P39)
[AUTO] bij ISO-gevoeligheid (P71) (Als
de opnamemodus wordt gewijzigd naar
sluitertijd-prioriteit AE, wordt de ISO-
gevoeligheid automatisch ingesteld op
[ISO100] ook al was dit eerst ingesteld
op [AUTO].)
• Als de belichting onvoldoende is, worden
diafragma en sluitertijd op het scherm
rood.
• Bij een langzame sluitertijd raden we het
gebruik van een statief aan.
Sluitertijd-prioriteit AE
N
19
A
1/30
Opnames maken (geavanceerd)
54
VQT0S25
Bepaal de belichting door het diafragma en
de sluitertijd handmatig in te stellen.
1
Stel het diafragma en de
sluitertijd in.
e /r: Stel het diafragma A en de
sluitertijd
B in.
w /q : Selecteer het diafragma en de
sluitertijd.
2
Druk de ontspanknop half in.
• De aanduiding van de belichtingscondities
C (hulp bij handmatige belichting)
verschijnt ongeveer 10 seconden.
• Als de belichting onvoldoende is, stel
diafragma en sluitertijd dan opnieuw in.
3
Neem de foto.
n Hulp bij handmatige belichting
• De hulp bij handmatige belichting is bij
benadering. We adviseren u foto’s te
nemen en deze te controleren met de
review-functie.
Handmatige belichting
O
19
F2.8 1/30
AB
F4.0 1/125
De belichting is
voldoende.
Stel een snellere
sluitertijd of een groter
diafragma in.
Stel een langzamere
sluitertijd of een kleiner
diafragma in.
F5.6 1/125
Opnames maken (geavanceerd)
55
VQT0S25
• Zie P56 voor het beschikbare bereik van
diafragma en sluitertijd.
• Bij handmatige belichting kunt u de
volgende opties niet instellen.
–Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
(P39)
[AUTO] bij ISO-gevoeligheid (P71) (Als
de opnamemodus wordt gewijzigd naar
handmatige belichting, wordt de ISO-
gevoeligheid automatisch ingesteld op
[ISO100] ook al was dit eerst ingesteld
op [AUTO].)
–De belichting compenseren (P43)
• De helderheid van het LCD-scherm kan
afwijken van die van de eigenlijke foto’s.
Controleer de foto met de review- of
weergavemodus.
• Als de belichting onvoldoende is, worden
diafragma en sluitertijd op het scherm
rood als u de ontspanknop half indrukt.
• Bij een langzame sluitertijd raden we het
gebruik van een statief aan.
Opnames maken (geavanceerd)
56
VQT0S25
n Diafragma en sluitertijd
Diafragma-prioriteit AE
Sluitertijd-prioriteit AE
Handmatige belichting
• De diafragmagetallen in bovenstaande tabel zijn de waarden als de zoomhendel
maximaal naar Wide is gedraaid.
• Sommige van de diafragmagetallen kunnen afhankelijk van de zoomfactor niet worden
geselecteerd.
Beschikbaar diafragmagetal
(Per 1/3 EV)
Sluitertijd (in sec.)
F8,0 8 tot 1/2000
F7,1 F6,3 F5,6 8 tot 1/1600
F4,9 F4,5 F4,0 8 tot 1/1300
F3,6 F3,2 F2,8 8 tot 1/1000
Beschikbare sluitertijd (in sec.)
(Per 1/3 EV)
Diafragmagetal
8654
F2,8 tot F8,0
3,22,521,6
1,3 1 1/1,3 1/1,6
1/2 1/2,5 1/3,2 1/4
1/5 1/6 1/8 1/10
1/13 1/15 1/20 1/25
1/30 1/40 1/50 1/60
1/80 1/100 1/125 1/160
1/200 1/250 1/320 1/400
1/500 1/640 1/800 1/1000
1/1300 F4,0 tot F8,0
1/1600 F5,6 tot F8,0
1/2000 F8,0
Beschikbaar diafragmagetal
(Per 1/3 EV)
Beschikbare sluitertijd (in sec.)
(Per 1/3 EV)
F2,8 tot F3,6 60 tot 1/1000
F4,0 tot F4,9 60 tot 1/1300
F5,6 tot F7,1 60 tot 1/1600
F8,0 60 tot 1/2000
Opnames maken (geavanceerd)
57
VQT0S25
U kunt bewegende beelden met geluid
opnemen.
1
Selecteer [PICT.MODE].
• Sluit het menu door de ontspanknop half
in te drukken of op de knop [MENU] te
drukken na het voltooien van de instelling.
• Selecteer ofwel [j] of [h]. (P85)
Het is niet mogelijk om filmbeelden op te
nemen in de aspectratio [ ].
n In aspect [j]
n In aspect [h]
• [30fpsVGA][30fpsQVGA][30fps16:9]:
De beweging van het opgenomen beeld is
vloeiend, maar de bestandsgrootte is
omvangrijk.
• [10fpsVGA][10fpsQVGA][10fps16:9]:
Opname van bewegend beeld voor lange
tijd is mogeiljk alhoewel de kwaliteit lager
zal zijn.
• [10fpsQVGA]:
De bestandsgrootte is kleiner, dus de
bestanden zijn geschikt om als bijlage bij
e-mail te versturen.
• fps (frame per second); Dit verwijst naar
het aantal gebruikte beelden per 1
seconde.
2
Druk de ontspanknop half in.
• Als het onderwerp is scherpgesteld, gaat
het focuslampje
1 branden.
3
Druk de ontspanknop volledig in
om de opname te starten.
• De resterende opnameduur (bij
benadering) wordt op het scherm
weergegeven.
• De geluidsopname start tegelijkertijd via
de ingebouwde microfoon van de camera.
• Door de ontspanknop nogmaals volledig
in te drukken, stopt de opname.
• Indien de geheugenkaart volraakt tijdens
het opnemen, stopt de camera
automatisch.
Bewegend beeldmodus
30fps16:9
848×480 beeldpunten
30fps
10fps16:9
848×480 beeldpunten
10fps
30fpsVGA
640×480 beeldpunten
30fps
10fpsVGA
640×480 beeldpunten
10fps
30fpsQVGA
320×240 beeldpunten
30fps
10fpsQVGA
320×240 beeldpunten
10fps
i
EXIT
REC
SELECT
METERING MODE
PICT.MODE
AF MODE
C
AF
-
CONT.AF
1
2
SET
W.BALANCE
MENU
MENU
10
fps
16:9
30
fps
16:9
1
30fps
16:9
Opnames maken (geavanceerd)
58
VQT0S25
n Beschikbare opnameduur (in
seconden)
• De opnameduur is bij benadering. (De
eigenlijke tijden hangen af van de
opnamecondities en het type SD-kaart.)
• Opnameduur hangt af van het onderwerp.
• De resterende opnameduur die op de
LCD wordt weergegeven loopt wellicht
niet regelmatig terug.
• Met deze camera kunt u geen bewegende
beelden opnemen als u een
MultiMediaCard gebruikt.
• De bewegende beelden kunnen niet
zonder geluid worden opgenomen.
• De instellingen van autofocus/zoom/
diafragma blijven zoals ze waren bij de
start van de opname (het eerste frame).
• Afhankelijk van het type kaart dat u
gebruikt, kan de kaartaanduiding even op
het scherm zichtbaar worden na het
opnemen van de bewegende beelden. Dit
is normaal.
• Als u de [PICT.MODE] instelt op
[30fpsVGA] of [30fps16:9], gebruik dan
kaarten met een snelheid van 10 MB/
seconde of hoger (vermeld op verpakking
van kaart) voor de beste resultaten.
• Het nemen van foto’s kan plotseling
niet meer mogelijk zijn bij sommige
kaartsoorten of indien u een kaart
gebruikt met een gefragmenteerd
geheugen als gevolg van herhaaldelijk
opslaan en verwijderen.
Schoon de kaart van tevoren op met dit
toestel voor de beste resultaten (P101).
• We adviseren het gebruik van de
Panasonic SD geheugenkaart.
(Gebruik uitsluitend de echte SD-kaart
met het SD-logo.)
• Als bewegende beelden die met deze
camera zijn opgenomen worden
afgespeeld op andere apparatuur, is het
mogelijk dat de kwaliteit van beeld en
geluid verslechterd of dat ze in het geheel
niet afgespeeld kunnen worden.
• Films die u hebt opgenomen met
[30fpsVGA], [30fpsQVGA], [30fps16:9] en
[10fpsVGA] kunnen uitsluitend op
compatibele spelers worden
weergegeven.
• U kunt de functie richtingwaarneming en
review niet gebruiken in de modus
bewegend beeld [i].
• U kunt [MODE2] niet instellen bij de
functie Optical Image Stabilizer.
Capaciteit
SD
geheugen-
kaart
Beeldsnelheid
30fps
VGA
10fps
VGA
30fps
QVGA
10fps
QVGA
30fps
16:9
10fps
16:9
16 MB
6262683522
32 MB
17 59 59 175 14 50
64 MB
39 120 120 360 33 106
128 MB
83 250 250 740 71 215
256 MB
165 490 490 1440 140 420
512 MB
330 980 980 2870 280 840
1 GB
660 1970 1970 5700 560 1690
2 GB
1350 4020 4020
11700
1160 3450
Opnames maken (geavanceerd)
59
VQT0S25
Stel de modusknop in op [R] of [S]
om het menu [SCENE MODE] weer te
geven. Wanneer [SCENE MODE] (P24)
staat ingesteld op [OFF] in het menu
[SETUP], druk dan op de knop [MENU] om
het menu [SCENE MODE] weer te geven.
• Druk op w voor uitleg over de scènemodi.
(Druk op q terug te keren naar het menu.)
• Als u de zoomhendel naar T draait,
bladert u naar de volgende pagina van
het menuscherm. (vice versa)
• Als u op de knop [MENU] drukt terwijl het
menu [SCENE MODE] wordt
weergegeven, kunt u het menu [SETUP]
(P21) en het menu [REC] (P68) instellen.
T : [PORTRAIT] (P60)
U : [SPORTS] (P60)
f : [FOOD] (P61)
V: [SCENERY] (P61)
X : [NIGHT PORTRAIT] (P62)
W: [NIGHT SCENERY] (P62)
h : [BABY] (P63)
e : [SOFT SKIN] (P64)
g : [CANDLE LIGHT] (P64)
a : [PARTY] (P65)
Z : [FIREWORKS] (P65)
b : [SNOW] (P66)
d : [STARRY SKY] (P66)
c : [SELF PORTRAIT] (P67)
• De volgende functies kunnen in de
scènemodus niet worden ingesteld.
–Witbalans (P69)
–ISO-gevoeligheid (P71)
–Metingsmodus (P73)
–Kleureffect (P76)
–Beeldinstelling (P77)
–AF/AE vergrendeling (P83)
• Stel de helderheid van de foto’s die u
neemt bij met de belichtingscompensatie.
• De kleur van de foto kan er vreemd uitzien
als u een scènemodus gebruikt die
ongeschikt is voor de opname.
Scènemodus
R S
MENU
SCN1
SCENE MODE
SELECT
PORTRAIT
FOOD
SPORTS
1
5
SET
MENU
Menuopties
Opnames maken (geavanceerd)
60
VQT0S25
Met deze functie kunt u het onderwerp
duidelijk laten uitkomen tegen een
onscherpe achtergrond en de belichting en
kleur bijstellen om het onderwerp een
gezond uiterlijk te geven.
n Techniek voor portretmodus
Voor een effectief gebruik van deze modus:
1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk
naar Tele.
2 Ga dicht bij het onderwerp staan.
3 Selecteer een achtergrond die ver van
de camera verwijderd is.
• Deze modus is geschikt voor buitenshuis
overdag.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
Met deze modus kunt u foto’s nemen van
een snel bewegend onderwerp. (Bijv. bij het
nemen van sportfoto’s buiten.)
n Techniek voor sportmodus
Om acties van het onderwerp als stilstaand
vast te leggen, wordt de sluitertijd sneller
dan normaal. Deze modus werkt het beste
bij het nemen van foto’s overdag op een
heldere dag.
• Deze modus is geschikt voor buitenshuis
overdag, waarbij u 5 m of meer van het
onderwerp verwijderd blijft.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
Portretmodus
T
19
Sportmodus
U
19
Opnames maken (geavanceerd)
61
VQT0S25
Gebruik deze modus voor het nemen van
foto’s in restaurants, ongeacht de
belichting, zodat de natuurlijke kleuren van
het onderwerp goed uitkomen.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
Met deze modus neemt u foto’s van een
uitgestrekt landschap. De camera richt u bij
voorkeur op een ver verwijderd onderwerp.
• Het focusbereik is 5 m tot Z.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v].
• De instelling van de AF-assistentielamp is
uitgeschakeld.
Voedselmodus
f
19
Landschapsmodus
V
19
Opnames maken (geavanceerd)
62
VQT0S25
Met deze modus neemt u foto’s tegen een
nachtelijk landschap. Het onderwerp kan
met de helderheid van overdag worden
vastgelegd met behulp van de flitser en een
langzame sluitertijd.
n Techniek voor nachtportretmodus
• Open de flitser. (P38)
• Gebruik vanwege de langzame sluitertijd
een statief en de zelfontspanner (P42)
voor de beste resultaten.
• Laat het onderwerp na het nemen van de
foto nog ongeveer een seconde stilstaan.
• We adviseren u foto’s te nemen met de
zoomhendel ingesteld op Wide (1×) en op
een afstand van ongeveer 1,5 m van het
onderwerp.
• Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Zie
pagina 40 voor uitgebreide informatie
over het flitsbereik.)
• De sluiter kan (max. ongeveer 1 seconde)
dicht blijven na het nemen van een foto
met langzame sluitertijd, dit is echter
geen storing.
• Als u foto’s neemt op donkere plekken,
kan er ruis optreden.
• De flitser staat ingesteld op Slow sync./
Rode-ogenreductie [u] en werkt in
deze modus altijd.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet
gebruiken.
• Als de flitser dicht is, verschijnt de
melding [PLEASE OPEN THE FLASH].
Met deze modus neemt u foto’s van een
nachtelijk landschap. Het landschap kan
helder worden vastgelegd door een
langzame sluitertijd te gebruiken.
n Techniek voor
nachtlandschapsmodus
• Gebruik een statief aangezien de sluiter
wel 8 seconden open kan staan. Gebruik
de zelfontspanner voor de beste
resultaten. (P42)
• Het focusbereik is 5 m tot Z.
• De sluiter kan (max. ongeveer 8
seconden) dicht blijven na het nemen van
een foto met langzame sluitertijd, dit is
echter geen storing.
• Als u foto’s neemt op donkere plekken,
kan er ruis optreden.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v].
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO80].
• De instellingen van de AF-assistentielamp
zijn uitgeschakeld.
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet
gebruiken.
Nachtportretmodus
X
19
Nachtlandschapsmodus
W
19
Opnames maken (geavanceerd)
63
VQT0S25
Deze modus past de belichting en tint aan
om de gezonde kleur van de huid van uw
baby er goed uit te laten springen. De flitser
is zwakker dan normaal als u deze wilt
gebruiken.
• U kunt ook de leeftijd van uw kind
invoeren zodat deze later wordt getoond
bij de foto.
• U kunt tevens de [LUMIX Simple Viewer]
of [PHOTOfunSTUDIO] software op de
inbegrepen CD-ROM gebruiken om uw
baby’s leeftijd in te voeren. (Voor meer
informatie verwijzen we naar de
afzonderlijke bedieningsinstructies voor
aansluiting op de PC.)
n Instelling leeftijdsweergave
• Geef de leeftijd weer door eerst de
geboortedatum in te voeren, selecteer
[WITH AGE], en druk op q.
• Voor het niet weergeven van de leeftijd,
selecteer [WITHOUT AGE], en druk op q.
n Instelling geboortedatum
1 Selecteer [BIRTHDAY SET.] en druk
op q.
2 Er verschijnt [PLEASE SET THE
BIRTHDAY OF THE BABY] op het
scherm. Selecteer jaar/maand/dag
met w /q, wijzig de datum daarna met
e/r.
3 Druk op [MENU] om af te sluiten.
• Als u [WITH AGE] hebt geselecteerd
maar geen datum hebt ingesteld,
verschijnt er een bericht.
Druk op [MENU] en volg de stappen
2 en
3 om de geboortedatum in te voeren.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• Telkens wanneer u de camera in
babymodus aanzet of overschakelt naar
babymodus vanuit een andere
scènemodus, worden de leeftijd van uw
kind en de huidige datum en tijd ongeveer
5 seconden weergegeven.
• De eigenlijke leeftijdsweergave is
afhankelijk van de [LANGUAGE]
instelling.
• De weergave op de eigenlijke
geboortedag van uw kind is 0 month 0
day.
• Controleer de instellingen van de klok en
de geboortedatum als de leeftijd verkeerd
wordt weergegeven.
• Indien u [WITHOUT AGE] hebt
geselecteerd, wordt geen
leeftijdsinformatie vastgelegd voor foto’s
die u neemt. De informatie wordt zelfs als
u na het nemen van de foto’s [WITH AGE]
selecteert, niet weergegeven.
• Gebruik de functie [RESET] in het menu
[SETUP] (P23) om de instelling van de
geboortedatum te wissen.
Babymodus
h
1 month 10days
19
10:00 20.DEC.2005
MENU
MENU
BABY
SELECT
WITH AGE
BIRTHDAY SET.
WITHOUT AGE
SET
Opnames maken (geavanceerd)
64
VQT0S25
Met deze modus maakt u foto’s waarbij de
huid van het onderwerp er zachter uitziet.
Gebruik deze modus voor het maken van
portretten vanaf de borst omhoog.
n Techniek voor zachte huidmodus
Voor een effectief gebruik van deze modus:
1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk
naar Tele.
2 Ga dicht bij het onderwerp staan.
3 Selecteer een achtergrond die ver van
de camera verwijderd is.
• Deze modus is geschikt voor buitenshuis
overdag.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• Als de opname nog meer vleeskleurige
elementen bevat, ondergaan die ook een
verzachtend effect.
• Het effect kan bij te weinig licht onduidelijk
zijn.
Gebruik deze modus om de sfeer van
kaarslicht over te brengen.
n Techniek voor kaarslichtmodus
• Dit werkt het best zonder flits.
• Gebruik een statief en de zelfontspanner
(P42) voor de beste resultaten.
• U maakt de beste foto’s met de
zoomhendel op W (wide oftewel
groothoek).
• De flitsmodus kan worden ingesteld op
Forced ON/Rode-ogenreductie [q]
of Slow sync./Rode-ogenreductie
[u].
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
Zachte huidmodus
e
19
Kaarslichtmodus
g
19
Opnames maken (geavanceerd)
65
VQT0S25
Selecteer deze modus als u foto’s wilt
nemen op trouwrecepties, feesten
binnenshuis, enz.
Zowel de mensen als de achtergrond
kunnen met de echte helderheid worden
vastgelegd met behulp van de flitser en een
langzamere sluitertijd.
n Techniek voor partymodus
• Open de flitser. (P38)
• Gebruik vanwege de langzame sluitertijd
een statief en de zelfontspanner (P42)
voor de beste resultaten.
• We adviseren u foto’s te nemen met de
zoomhendel ingesteld op Wide (1×) en op
een afstand van ongeveer 1,5 m van het
onderwerp.
• De flitsmodus kan worden ingesteld op
Forced ON/Rode-ogenreductie [q]
of Slow sync./Rode-ogenreductie
[u].
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
Met deze modus neemt u prachtige foto’s
van vuurwerk dat tegen een nachtelijke
hemel wordt afgestoken. De sluitertijd of de
belichting wordt automatisch aangepast
voor het nemen van fotos van vuurwerk.
n Techniek voor vuurwerkmodus
• We raden een statief aan.
• Deze modus werkt het best bij
onderwerpen die minimaal 10 m van de
camera verwijderd zijn.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v].
• De instellingen van de AF-assistentielamp
zijn uitgeschakeld.
• U kunt de AF-modusinstelling niet
wijzigen.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet
gebruiken.
Partymodus
a
19
Vuurwerkmodus
Z
19
Opnames maken (geavanceerd)
66
VQT0S25
Met deze modus neemt u foto’s op locaties
zoals ski-oorden en in een besneeuwd
berglandschap. De belichting en witbalans
worden aangepast om de witte kleur van de
sneeuw eruit te laten springen.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
Kies deze instelling om heldere foto’s van
de nachtelijke hemel te maken. Dankzij de
langzame sluitertijd schitteren de sterren. U
kunt een sluitertijd van 15, 30 of 60
seconden kiezen.
n Techniek voor sterrenhemelmodus
• Gebruik vanwege de langzame sluitertijd
een statief en de zelfontspanner (P42)
voor de beste resultaten.
n De sluitertijd instellen
• Druk op e/r om de sluitertijd te
selecteren, druk dan op q.
• Het aftelscherm verschijnt als u op de
ontspanknop drukt. Beweeg de camera
niet. Als het aftellen is beëindigd, wordt
[PLEASE WAIT···] ongeveer net zo lang
weergegeven als de ingestelde sluitertijd
duurt. Dit dient voor het verwerken van de
signalen.
• De opname wordt geannuleerd als u
tijdens de weergave van het aftelscherm
op de knop [MENU] drukt.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v].
• De stabilisatiefunctie is vast ingesteld op
[OFF]. (P45)
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO80].
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet
gebruiken.
• Belichtingscompensatie, de modus auto-
bracket of burst, of geluidsopname
kunnen niet worden gebruikt.
• Het histogram is altijd oranje. (P27)
Sneeuwmodus
Sterrenhemelmodus
b
19
d
15
19
MENU
STARRY SKY
SELECT
15 SEC.
60 SEC.
30 SEC.
SET
MENU
15
CANCEL
MENU
Opnames maken (geavanceerd)
67
VQT0S25
Met deze modus neemt u foto’s van uzelf.
n Techniek voor zelfportretmodus
• Als u hebt scherpgesteld door het
indrukken van de ontspanknop, gaat het
lampje van de zelfontspanner branden.
Houd de camera stevig vast en druk de
ontspanknop dan helemaal in.
• Een knipperend zelfontspannerlampje
betekent dat de camera niet scherp staat.
Druk de ontspanknop tot halverwege in
om scherp te stellen.
• Het vastgelegde beeld verschijnt
automatisch op het LCD-scherm ter
controle. Zie P35 voor de bediening van
de review-functie.
• Als de foto vaag wordt bij een langzame
sluitertijd, raden we aan de
zelfontspanner van 2 seconden te
gebruiken. (P42)
• Het beschikbare focusbereik is 30 cm tot
70 cm.
• U kunt een foto van uzelf met geluid
nemen (P73). Hierbij brandt het
zelfontspannerlampje terwijl het geluid
wordt opgenomen.
• Als u de zelfportretmodus selecteert
[c], gaat de zoomhendel automatisch
naar Wide (1X).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld
op [OFF] of [2SEC.]. (P42) Indien u
[2SEC.] instelt, blijft dit van kracht totdat
de camera wordt [OFF] gezet of u van
modus wisselt.
• De stabilisatiefunctie is vast ingesteld op
[MODE2]. (P45)
• De instelling van de AF-assistentielamp is
uitgeschakeld.
• De AF-modus is vast ingesteld op 9-zone-
focussing. (P74)
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
Zelfportretmodus
c
19
2
Opnames maken (geavanceerd)
68
VQT0S25
Werken met het modusmenu [REC]
Door het instellen van kleur, het aanpassen
van de fotokwaliteit, enz. kunt u foto’s
nemen met een grote variëteit.
• Stel de modusknop in op de gewenste
opnamemodus.
• De menuopties hangen af van de
geselecteerde opnamemodus.
• Als u de zoomhendel naar T of W draait,
bladert u naar de volgende of vorige
pagina van het menuscherm.
• Sluit het menu door de ontspanknop half
in te drukken of op de knop [MENU] te
drukken na het voltooien van de instelling.
K : [W.BALANCE] (P69)
J : [SENSITIVITY] (P71)
Z : [PICT.SIZE] (P71)
Q: [QUALITY] (P72)
R : [AUDIO REC.] (P73)
R : [METERING MODE] (P73)
M : [AF MODE] (P74)
: [CONT.AF] (P75)
N : [AF ASSIST LAMP] (P75)
: [AF/AE LOCK] (P83)
O : [D.ZOOM] (P76)
T : [COL.EFFECT] (P76)
U: [PICT.ADJ.] (P77)
M : [FLIP ANIM.] (P77)
EXIT
REC
SELECT
W.BALANCE
AUDIO REC.
SENSITIVITY
PICT.SIZE
QUALITY
1
3
SET
MENU
Menuopties
AF-L
AE-L
Opnames maken (geavanceerd)
69
VQT0S25
Zie pagina 68 voor het instellen.
Met deze functie reproduceert u een kleur
wit die de tint in het echte leven beter
benaderd op foto’s die zijn opgenomen met
zonlicht, halogeenverlichting, enz. waarbij
de witte kleur er rood- of blauwachtig uit
kan zien.
• Bij het instellen van de witbalans op een
andere modus dan [AUTO], kunt u de
witbalans verfijnd afstemmen. (P70)
• Deze staat vast ingesteld op [AUTO] in de
Auto-modus [0].
n Automatische witbalans
Gebruik van de automatische aanpassing
van de witbalans in ongeschikte
lichtomstandigheden, kan leiden tot rood-
of blauwachtige foto’s. Als het onderwerp
wordt omringd door vele lichtbronnen,
werkt de automatische witbalans wellicht
niet correct.
Stel de witbalans in dat geval handmatig in
op een modus behalve [AUTO].
1 Het bereik wordt bepaald door de
modus voor automatische aanpassing
van de witbalans van deze camera
2 TV-scherm
3 Bewolkte lucht (Regen)
4 Zonlicht
5Wit TL-licht
6 2 uur voor zonsopgang en na
zonsondergang
7 1 uur voor zonsopgang en na
zonsondergang
8 Halogeenlamp
9 30 minuten voor zonsopgang en na
zonsondergang
10 Gloeilamp
11 Zonsopgang en zonsondergang
12 Kaarslicht
K=Kelvin kleurtemperatuur
Witbalans [W.BALANCE]
AUTO
voor automatische
instelling (auto-
witbalans)
k (Daglicht)
voor opnames
buitenshuis op een
heldere dag
l (Bewolkt)
voor opnames onder
een bewolkte hemel
m (Halogeen)
voor opnames onder
halogeenverlichting
: (Wit-instelling 1)
voor gebruik van de
vooraf ingestelde
witbalans
; (Wit-instelling 2)
voor gebruik van de
vooraf ingestelde
witbalans
p
(Wit-instelling)
voor gebruik van de
instellingen 1 of 2
met een andere
witbalansinstelling
(P70)
K
1)
2)
3)
4)
5)
6)
7)
8)
9)
10)
11)
12)
Opnames maken (geavanceerd)
70
VQT0S25
n Handmatig instellen van de witbalans
(Wit-instelling p)
Gebruik deze modus om de witbalans
handmatig in te stellen.
1 Stel in op [p] (Wit-instelling) en druk
dan op q.
2 Selecteer [:] (Wit-instelling 1) of [;]
(Wit-instelling 2) en druk dan op q.
3 Richt de camera op een wit vel papier of
een vergelijkbaar wit object zodat het
kader in het midden van het scherm wit
wordt en druk dan op q.
n Fijnafstelling van de witbalans L
Als het niet lukt om de gewenste kleur in te
stellen met de witbalans, kunt u de
witbalans verfijnd afstellen.
1 Stel de witbalans in op [k]/[l]/[m]/
[:]/[;]. (P69)
2 Druk meerdere keren op e totdat [L
WB ADJUST.] verschijnt.
3 Stel de witbalans fijn af.
q [BLUE]: Druk hierop als de kleur
roodachtig is.
w [RED]: Druk hierop als de kleur
blauwachtig is.
Over de witbalans
• Deze staat vast ingesteld op [AUTO] in de
Auto-modus
[
0
]
.
• Bij het nemen van een foto met de flitser,
wordt de witbalans automatisch bijgesteld
[behalve bij [k] (daglicht)]. Bij
onvoldoende flitslicht kan het zijn dat de
witbalans niet correct wordt bijgesteld.
Over de verfijnde afstelling van de
witbalans
• Het witbalanspictogram op het scherm
wordt rood of blauw als u de witbalans
fijnafstelling hebt uitgevoerd.
• U kunt de waarde voor elke modus apart
instellen bij witbalans.
• De instelling van de fijnafstelling van de
witbalans wordt zichtbaar op de foto
wanneer u die neemt met flits.
• Als u de instelling van de witbalans wijzigt
voor de set-modus [p], keren de
waarden van de fijnafstelling van de
witbalans voor [:] en [;] terug naar
“0”.
• Indien het kleureffect is ingesteld op een
van de opties [COOL], [WARM], [B/W] of
[SEPIA] (P76), kunt u de witbalans niet
fijn afstellen.
Over de wit-instelling
• Zorg dat de camera of het onderwerp na
het starten van de wit-instelling niet meer
beweegt tot u terugkeert naar het menu.
SET CANCEL
WHITE SET
MENU
WB ADJUST.
BLUE
RED
SELECT EXIT
Opnames maken (geavanceerd)
71
VQT0S25
Zie pagina 68 voor het instellen.
ISO-gevoeligheid geeft de lichtgevoeligheid
in een waarde weer. Als u de ISO-
gevoeligheid hoger instelt, wordt de camera
beter geschikter voor opnames op donkere
plekken.
• Bij het instellen op [AUTO], wordt de ISO-
gevoeligheid automatisch aangepast van
[ISO80] tot [ISO200] conform de
helderheid. (Bij gebruik van de flitser kan
hij worden aangepast van [ISO100] tot
[ISO400].)
• In Auto-modus [0], bewegend
beeldmodus [i] of scènemodus (P59),
is de ISO-gevoeligheid vast ingesteld op
[AUTO]. (In [NIGHT SCENERY], [SOFT
SKIN] en [STARRY SKY] in scènemodus,
is het vast ingesteld op [ISO80].)
• Om beeldruis te voorkomen raden we aan
de ISO-gevoeligheid of de instelling
[NOISE REDUCTION] bij [PICT.ADJ.] te
verlagen tot [HIGH] voor het nemen van
foto’s. (P77)
Zie pagina 68 voor het instellen.
Selecteer een hoger aantal beeldpunten
voor duidelijker foto’s bij het afdrukken.
Selecteer een lager aantal beeldpunten om
meer foto’s op de kaart te kunnen opslaan.
Minder beeldpunten betekent ook dat de
foto’s gemakkelijker te versturen zijn per e-
mail of te gebruiken op een homepage.
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [j]
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op
[]
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [h]
• Zie pagina 57 bij gebruik van de
filmmodus [i].
• EZ is een afkorting voor Extra Optical
Zoom. (P86)
• Foto’s zien er soms als een mozaïek uit
afhankelijk van het onderwerp en de
opnamecondities.
• Het aantal opneembare foto’s varieert
afhankelijk van het onderwerp.
• Het aantal resterende foto’s komt wellicht
niet overeen met de opgenomen beelden.
• Zie pagina 16 tot 18 voor het aantal
opneembare foto’s.
ISO-gevoeligheid [SENSITIVITY]
ISO-
gevoeligheid
80 400
Gebruiken op
heldere plekken
(bijv. buitenshuis)
Geschikt
Niet
geschikt
Gebruiken op
duistere plekken
Niet
geschikt
Geschikt
Sluitertijd Langzaam Snel
Ruis Minder Meer
J
Beeldformaat [PICT.SIZE]
8M
3840×2160 beeldpunten
5.5M
3072×1728 beeldpunten
2M
1920×1080 beeldpunten
7M
3248×2160 beeldpunten
4.5M
2560×1712 beeldpunten
2.5M
2048×1360 beeldpunten
6M
2880×2160 beeldpunten
4M
2304×1728 beeldpunten
3M
2048×1536 beeldpunten
2M
1600×1200 beeldpunten
1M
1280×960 beeldpunten
Z
EZ
EZ
EZ
EZ
EZ
EZ
EZ
EZ
Opnames maken (geavanceerd)
72
VQT0S25
Zie pagina 68 voor het instellen.
U kunt kiezen uit 4 types kwaliteit
(compressieverhouding), afhankelijk van
het gebruik van de foto.
• Als de kwaliteit is ingesteld op [TIFF] of
[RAW], wordt tegelijkertijd een JPEG-foto
van standaardkwaliteit [H] gecreëerd.
Het JPEG-bestand wordt ook verwijderd
als u het bijbehorende TIFF/RAW-
bestand verwijderd.
• Als u [RAW] selecteert, wordt de
maximale resolutie (P71) voor elke
aspectratio gefixeerd.
• De digitale zoom is niet bruikbaar als u
[RAW] hebt geselecteerd.
• Foto’s zien er soms als een mozaïek uit
afhankelijk van het onderwerp en de
opnamecondities.
• Het aantal opneembare foto’s varieert
afhankelijk van het onderwerp.
• Het aantal resterende foto’s komt wellicht
niet overeen met de opgenomen beelden.
• De volgende functies kunnen niet worden
gebruikt voor foto’s opgeslagen in [TIFF]
of [RAW].
Auto-bracket
Burstmodus
[AUDIO REC.]
[AUDIO DUB.]
–[RESIZE]
–[TRIMMING]
• Zie pagina 16 tot 18 voor het aantal
opneembare foto’s.
• U kunt bestanden in [RAW] indeling
verwerken met ofwel
[PHOTOfunSTUDIO] (op de inbegrepen
CD-ROM) of ArcSoft [PhotoImpression].
Maak gebruik van uw computer voor
bewerkingen die deze camera niet kan
uitvoeren.
• Gebruik voor geadvanceerde
fotografische verwerking software die
compatibel is met de RAW-indeling van
Panasonic, zoals Adobe Photoshop CS
(met RAW-plugin). Ga naar
http://www.adobe.com/ voor meer
informatie over Adobe-producten.
Kwaliteit [QUALITY]
TIFF TIFF (ongecomprimeerd)
Dit type is geschikt voor het
bewerken en verwerken van foto’s
met beeldbewerkingssoftware.
G
Fijn (Lage compressie):
Bij dit type wordt prioriteit gegeven
aan beeldkwaliteit. Beeldkwaliteit is
hoog.
H
Standaard (Hoge compressie):
Bij dit type krijgt het aantal
opneembare foto’s prioriteit en
worden foto's in standaardkwaliteit
opgeslagen.
RAW RAW (ongecomprimeerd):
Dit type is geschikt voor het
bewerken en verwerken van foto’s
met een computer.
Q
Opnames maken (geavanceerd)
73
VQT0S25
Zie pagina 68 voor het instellen.
U kunt een foto met geluid nemen.
• Als u [AUDIO REC.] instelt op [ON],
verschijnt [I] op het scherm.
• Als uw begint met opnemen door scherp
te stellen op het onderwerp en de
ontspanknop in te drukken, wordt de
geluidsopname automatisch gestopt na
vijf seconden. Het is niet nodig om de
ontspanknop ingedrukt te houden.
• Het geluid wordt opgenomen via de
ingebouwde microfoon van de camera.
• Als u tijdens de geluidsopname op de
knop [MENU] drukt, wordt de opname
geannuleerd. Het geluid kan niet worden
opgeslagen.
• U kunt geen foto’s met geluid opnemen in
auto-bracket, burstmodus of als de
kwaliteit is ingesteld op [TIFF], [RAW] of
[STARRY SKY] in de scènemodus (P66).
Zie pagina 68 voor het instellen.
U kunt overschakelen naar de volgende
metingfuncties.
• Deze staat vast ingesteld op Multiple
[R] in de Auto-modus [0].
Geluidsopname [AUDIO REC.]
R
Metingfunctie
[METERING MODE]
R
Meervoudig:
Bij deze methode meet de camera
de meest geschikte belichting door
automatische beoordeling van de
verdeling van helderheid over het
hele scherm. We raden deze
methode over het algemeen aan.
S
Center weighted:
Bij deze methode wordt
geconcentreerd op het midden van
het scherm en wordt het gehele
scherm gelijkmatig gemeten.
U
Spot:
Bij deze methode wordt het
onderwerp gemeten op een
bepaald punt, de ‘spot
A.
R
A
Opnames maken (geavanceerd)
74
VQT0S25
Zie pagina 68 voor het instellen.
n High speed AF (H) modus
• Als u 3-zone-focussing selecteert (hoge
snelheid) of 1-zone-focussing (hoge
snelheid), wordt de autofocus op hoge
snelheid geactiveerd en kunt u sneller de
scherptediepte van het object bepalen.
• Foto’s kunnen blijven stilstaan in de
conditie waarin ze verkeerden voordat het
object werd scherpgesteld door de
ontspanknop half in te drukken. Dit is
echter geen storing. Als u geen
stilstaande foto’s wilt nemen tijdens de
autofocus, gebruik dan een andere AF-
modus dan 3-zone-focussing (hoge
snelheid) en 1-zone-focussing (hoge
snelheid).
• Als u de digitale zoom gebruikt of foto’s
neemt op donkere plekken, wordt de AF-
zone op het midden van het scherm
weergegeven in een grotere maat dan
normaal.
• Als meerdere AF-zones (max. 9 vlakken)
tegelijk oplichten, richt de camera zich op al
deze AF-zones.
De focuspositie wordt niet van tevoren bepaald
omdat hij wordt ingesteld op de positie die de
camera automatisch vaststelt op het moment
van focussen. Wilt u de focuspositie bepalen
voor het nemen van foto’s, schakel de AF-
modus dan over naar 1-zone-focussing, 1-
zone-focussing (hoge snelheid) of spot-
focussing.
• U kunt de AF-modus niet wijzigen
wanneer u [FIREWORKS] of [SELF
PORTRAIT] in scènemodus (P59)
gebruikt.
• Deze staat vast ingesteld op 1-zone-
focussing in de Auto-modus [0].
AF-modus [AF MODE]
T
9-zone-focussing:
De camera stelt scherp op een van
de 9 focuszones. U kunt een foto in
een vrije compositie vastleggen
zonder het onderwerp een
bepaalde positie op te dwingen.
V
3-zone-focussing (hoge snelheid):
De camera stelt scherp op een van
de vlakken links, in het midden of
rechts op het scherm.
W
1-zone-focussing (hoge snelheid):
De camera stelt scherp op het
onderwerp in het AF-gebied in het
midden van het scherm.
W
1-zone-focussing:
De camera stelt scherp op het
onderwerp in het AF-gebied in het
midden van het scherm.
M
U
Spot-focussing:
De camera stelt scherp op het
omkaderde, smalle vlak op het
scherm.
Opnames maken (geavanceerd)
75
VQT0S25
Zie pagina 68 voor het instellen.
Met deze modus bepaalt u eenvoudiger de
compositie van een foto omdat altijd wordt
scherpgesteld op het onderwerp.
Als de AF-modus wordt ingesteld op 1-
zone-focussing, 1-zone-focussing (hoge
snelheid) of spot-focussing, is er minder tijd
nodig voor het scherpstellen als de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
• Als het wordt ingesteld op [ON], verschijnt
de aanduiding [ ].
• De batterij kan sneller opraken dan
gebruikelijk.
• Het scherpstellen op een onderwerp kan
even duren nadat de zoomhendel van
Wide naar Tele is gedraaid of wanneer
snel gewisseld wordt van een
dichtbijgelegen onderwerp naar een
verafgelegen onderwerp.
• Druk de ontspanknop nogmaals half in als
het moeilijk is om scherp te stellen op het
onderwerp.
• U kunt dit niet gebruiken bij de scènemodi
(P59) [STARRY SKY], [FIREWORKS],
[NIGHT PORTRAIT] of [NIGHT SCENERY].
• Indien de focusschakelaar op [AFw]
staat ingesteld, wordt de focustijd niet
korter.
Zie pagina 68 voor het instellen.
Door het onderwerp te belichten met de
AF-assistentielamp kan de camera onder
slechte lichtcondities scherpstellen.
Wanneer u de
ontspanknop half indrukt
op donkere plekken of
andere situaties, verschijnt
een groter AF-gebied dan
normaal en gaat de AF-
assistentielamp
1 aan.
• Hou rekening met de volgende punten als
de AF-assistentielamp wordt gebruikt.
–Kijk niet dicht in de AF-assistentielamp.
–Dek de AF-assistentielamp niet af met
uw vingers of andere voorwerpen.
• AF-assistentielamp is vast ingesteld op
[ON] in Auto-modus [0].
• U kunt de AF-assistentielamp niet
gebruiken in [SCENERY], [NIGHT
SCENERY], [FIREWORKS] en [SELF
PORTRAIT] in scènemodus (P59).
• Als u de AF-assistentielamp niet wilt
gebruiken (bijv. wanneer u een foto neemt
van een object op een donkere plek), stel
de [AF ASSIST LAMP] dan in op [OFF]. In
dit geval wordt het moeilijk om scherp te
stellen op het onderwerp.
• Het AF-gebied (P74) wordt slechts
ingesteld op een punt midden op het
scherm wanneer de AF-assistentielamp
wordt aangezet.
Continue AF [CONT.AF]
SCN
1
SCN
2
AF-assistentielamp
[AF ASSIST LAMP]
ON De AF-assistentielamp gaat aan
onder slechte lichtcondities. Op dat
moment verschijnt het pictogram
AF-assistentielamp [S] op het
scherm. Het effectieve bereik van
de AF-assistentielamp is 1,5 m.
OFF De AF-assistentielamp gaat niet
aan.
N
1
Opnames maken (geavanceerd)
76
VQT0S25
Zie pagina 68 voor het instellen.
Het is mogelijk om een onderwerp waarop
al vier keer is ingezoomd nog verder te
vergroten met de optische zoom en
nogmaals vier keer met de digitale zoom,
waarmee een maximum van 16 keer wordt
bereikt.
(U kunt de extra optische zoom nog
benutten.)
Zie pagina 86 voor meer informatie over de
extra optische zoom.
n Het digitale zoombereik invoeren
Als u de zoomhendel naar de uiterste Tele
positie bereikt, kan het zijn dat de
zoomaanduiding op het scherm even
pauzeert.
U kunt het digitale zoombereik instellen om
de zoomhendel voortdurend naar Tele te
draaien om de zoomhendel eenmaal los te
laten en dan opnieuw naar Tele te draaien.
1 Optische zoom
2 Digitale zoom
• Bij gebruik van de digitale zoom, gaat de
beeldkwaliteit achteruit.
• In het digitale zoombereik, kan het zijn dat
de stabilisatiefunctie niet goed werkt.
• Gebruik bij digitale zoom een statief en de
zelfontspanner (P42) voor de beste
resultaten.
• Het AF-gebied wordt in een groter formaat
dan anders weergegeven en alleen
ingesteld op een punt in het midden van
het scherm in het digitale zoombereik.
• Als u [QUALITY] instelt op [RAW] (P72),
schakelt de digitale zoom uit. Schakelt u
over op een andere [QUALITY] instelling,
wordt de digitale zoominstelling van voor
uw selectie van [RAW] hersteld.
Zie pagina 68 voor het instellen.
U kunt 4 types kleureffecten gebruiken
afhankelijk van de afbeelding op de foto.
Digitale zoom [D.ZOOM]
O
SCN
1
SCN
2
4
16
4
1
2
[OFF] :
[ON] :
Kleureffect [COL.EFFECT]
COOL
De foto krijgt een blauwe zweem.
WARM De foto krijgt een rode zweem.
B/W De foto wordt zwartwit.
SEPIA De foto wordt sepiakleurig.
T
Opnames maken (geavanceerd)
77
VQT0S25
Zie pagina 68 voor het instellen.
Gebruik deze functie in overeenstemming
met de opnamesituatie en de sfeer van de
foto.
• Als u fotos neemt op donkere plekken,
kan er ruis optreden. Om beeldruis te
voorkomen raden we aan de instelling
[NOISE REDUCTION] bij [PICT.ADJ.] op
[HIGH] in te stellen of om alle opties
behalve [NOISE REDUCTION] op [LOW]
in te stellen voor het nemen van foto’s.
• In Auto-modus [0] kunt u [PICT.ADJ.]
niet gebruiken.
Zie pagina 68 voor het instellen.
U kunt met de camera bewegende
beeldbestanden maken van tot 20
seconden door beelden die in flip-animatie
zijn opgeslagen aaneen te smeden.
Voorbeeld:
Door opeenvolgende beelden van het
onderwerp vast te leggen door de camera
beetje bij beetje te bewegen en de beelden
aaneen te sluiten, lijkt het of het onderwerp
zich beweegt.
Beeldinstelling [PICT.ADJ.]
CONTRAST HIGH Verhoogt het verschil
tussen licht en donker op
de foto.
LOW Verlaagt het verschil
tussen licht en donker op
de foto.
SHARPNESS HIGH De foto krijgt een grote
scherpte.
LOW De foto krijgt een kleine
scherpte.
SATURATION HIGH De kleuren in de foto
worden levendig.
LOW De kleuren in de foto
worden natuurlijk.
NOISE
REDUCTION
HIGH Het
ruisonderdrukkingseffect
wordt versterkt.
De resolutie van de foto
kan hierdoor iets
verslechteren.
LOW Het
ruisonderdrukkingseffect
wordt verminderd.
U krijgt foto’s met een
hogere resolutie.
U
Flip-animatie [FLIP ANIM.]
M
SCN
1
SCN
2
Opnames maken (geavanceerd)
78
VQT0S25
1
Selecteer [FLIP ANIM.].
• Er wordt een bewegend beeldbestand
gemaakt door beelden die zijn
opgeslagen in [PICTURE CAPTURE]
samen te voegen bij [CREATE MOTION
PICTURE].
• Geluid kan niet worden opgenomen.
• Het is niet mogelijk om geluid op te
nemen met audio-dubbing. (P96)
2
Selecteer [PICTURE CAPTURE].
• Het beeldformaat is 320×240 beeldpunten.
3
Beelden vastleggen voor flip-
animatie.
• U kunt het vastgelegde beeld controleren
met r en het vorige of volgende beeld
met w/q.
• Wis onnodige beelden met de knop [A].
• U kunt max. 100 foto’s opslaan. Het
weergegeven aantal op te nemen foto’s is
een schatting.
4
Selecteer [CREATE MOTION
PICTURE].
EXIT
REC
SELECT
D.ZOOM
COL.EFFECT
PICT.ADJ.
FLIP ANIM.
3
3
MENU
MENU
FLIP ANIM.
SELECT EXIT
CREATE MOTION PICTURE
DELETE STILL PICTURES
PICTURE CAPTURE
MENU
8
92
EXIT
REMAIN
MEN
U
FLIP ANIM.
SELECT EXIT
DELETE STILL PICTURES
PICTURE CAPTURE
CREATE MOTION PICTURE
MENU
MENU
Opnames maken (geavanceerd)
79
VQT0S25
5
Selecteer [FRAME RATE] en stel
het aantal frames (beelden) in.
6
Selecteer [CREATE MOTION
PICTURE] en maak een flip-
animatie.
• Het bestandsnummer verschijnt na het
maken van een flip-animatie.
n Gecreëerde flip-animaties weergeven
• U kunt gecreëerde flip-animaties
weergeven op dezelfde manier waarop
bewegende beelden worden
weergegeven. (P87)
n Alle stilstaande beelden wissen die
zijn gebruikt voor de flip-animatie
Bij het selecteren van [DELETE STILL
PICTURES] in het menu [FLIP ANIM.],
verschijnt er een bevestigingsscherm.
Selecteer [YES] met r en druk dan op q.
• U kunt geen foto’s gebruiken met audio,
burstmodus en auto-bracket en de functie
richtingwaarneming.
• De beelden in elke frame verschijnen niet
in normale review. (P35)
• Als u [CREATE MOTION PICTURE]
uitvoert, wordt de flip-animatie gecreëerd
van alle voor flip-animatie vastgelegde
foto’s. Wis onnodige foto’s.
• Flip-animaties kunnen niet op andere
apparatuur worden weergegeven.
• Geluid wordt niet opgenomen op flip-
animaties. Het kan echter voorkomen dat
u verschillende niveaus ruis hoort als u
flip-animaties afspeelt met andere
apparatuur zonder mute-functie.
5fps 5 frames/sec.
10fps 10 frames/sec. (De filmbeelden
gaan vloeiender in elkaar over.)
CREATE MOTION PICTURE
SELECT EXITSET
CREATE MOTION PICTURE
FRAME RATE
MENU
CREATE MOTION PICTURE
FRAME RATE
SELECT EXIT
CREATE MOTION PICTURE
MENU
MENU
3 keer
Opnames maken (geavanceerd)
80
VQT0S25
Werken met het snelmenu
U kunt het volgende wijzigen met de
joystick tijdens het opnemen.
• [W.BALANCE] (P69)
• [SENSITIVITY] (P71)
• [PICT.SIZE] (P71)
• [QUALITY] (P72)
• [PICT.MODE] (P57)
1
Houd de joystick ingedrukt om
het snelkoppelingsmenu weer te
geven in opnamemodus.
• Het instelmenu Quick verschijnt.
2
Selecteer het menu door erop te
drukken.
• De menuopties hangen af van de
geselecteerde opnamemodus.
EXITSELECT
AUTO
AUTO
AUTO
8
M
2
AUTO
AUTO
ISO
80
ISO100
ISO200
ISO400
AUTO
8
M
EXITSELECT
2
Opnames maken (geavanceerd)
81
VQT0S25
Foto’s nemen met handmatige focus
1
Schuif de focusschakelaar naar
[MF].
• AF: Autofocus
• AFw: Macromodus
• MF: Handmatige focus
2
Beweeg de joystick naar w/q om
[MF] te selecteren, beweeg de
joystick dan naar e/r om scherp
te stellen.
A : MF aanduiding
B : Brandpuntsafstand
e : Verder
r : Dichterbij
• De assistent voor handmatige focus
C
verschijnt.
• De MF-assistent verdwijnt 2 seconden
nadat u de joystick niet meer beweegt.
• De verschuivende focusaanduiding
D
verdwijnt 5 seconden nadat u de joystick
niet meer beweegt.
3
Neem de foto.
M
8
F2.
8
1/30
BC
2
1
5
D
A
1/30F2.8
Opnames maken (geavanceerd)
82
VQT0S25
n MF assistentie
Beweeg de joystick naar e/r terwijl [MF
ASSIST] is ingesteld op [MF1] of [MF2] om
de afbeelding te vergroten om het
scherpstellen te vereenvoudigen. (P22)
• [MF1]: Het middengedeelte van de foto
wordt vergroot. U kunt
scherpstellen terwijl u let op de
algehele compositie van de foto.
• [MF2]: De gehele foto wordt vergroot. U
kunt eenvoudig scherpstellen als u
niet zeker bent van het brandpunt
bij groothoek.
• U kunt de MF-assistent uitschakelen
[OFF] in het menu [SETUP] (in
opnamemodus). (P22)
n Techniek voor handmatige focus
1 Beweeg de joystick e/r.
2 Ook al is het onderwerp scherpgesteld,
verplaats het toch nog een beetje.
3 Keer terug naar het midden om fijne
aanpassingen uit te voeren.
n Pre-focus
Bij deze techniek stelt u van tevoren scherp
op een bepaald punt om foto’s te nemen in
situaties waar het moeilijk is om op het
onderwerp te richten met autofocus
vanwege de snelheid.
Deze functie is geschikt wanneer de
afstand tussen camera en onderwerp
vaststaat.
• U kunt met handmatige focus ook in
bewegend beeldmodus [i] opnemen.
De focus wordt gefixeerd bij het starten
van de opname.
• Als u scherpstelt op het onderwerp in
Wide, is de focus wellicht niet voldoende
voor Tele. Focus in dat geval nogmaals op
het onderwerp.
• Bij het instellen van handmatige focus,
kunt u continue AF (P75) niet instellen.
• De MF-assistent verschijnt niet bij een
digitale zoombereik.
• De weergegeven afstand geeft ongeveer
aan hoe ver weg het focuspunt is.
• Gebruik de MF-assistent om de laatste
aanpassingen aan de focus uit te voeren.
• De AF-vergrendeling wordt opgeheven als
u handmatige focus selecteert.
MF
F2.8 1/30
m
5
2
1
0.5
MF
F2.8 1/30
m
5
2
1
0.5
Opnames maken (geavanceerd)
83
VQT0S25
AF/AE vergrendeling (AF: Auto focus/
AE: Auto exposure)
Het vergrendelen van de focus kan handig
zijn wanneer het onderwerp zich buiten het
AF-gebied bevindt van de foto die u wilt
maken. Het vergrendelen van de belichting
is handig als er sprake is van een extreem
contrast op de opname en u de belichting
niet optimaal krijgt.
1
Selecteer [AF/AE LOCK] in het
menu [REC] om [AF], [AE] of
[AF/AE] te selecteren.
• AF : Vergrendelde autofocus
• AE :
Vergrendelde automatische belichting
• AF/AE : Beiden vergrendeld
2
Druk op de [AF/AE LOCK] knop
A.
• Op de LCD verschijnt [AF-L], [AE-L] of
[].
n AF/AE vergrendeling
1 Richt het AF-gebied op het onderwerp.
2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de
scherpstelling en belichting vast te
zetten. (Dit annuleert u door nogmaals
op de knop [AF/AE LOCK] te drukken.)
• De focus- en belichtingslampjes gaan
aan bij een juiste instelling.
3 Richt de camera weer op de opname die
u wilt vastleggen en druk de
ontspanknop volledig in.
n AF vergrendeling
1 Richt het AF-gebied op het onderwerp.
2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de
scherpstelling vast te zetten. (Dit
annuleert u door nogmaals op de knop
[AF/AE LOCK] te drukken.)
• Het focuslampje gaat branden als de
instelling correct is.
3 Richt de camera weer op de opname die
u wilt vastleggen en druk de
ontspanknop volledig in.
n AE vergrendeling
1 Richt het AF-gebied op het onderwerp.
2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de
belichting vast te zetten. (Dit annuleert u
door nogmaals op de knop [AF/AE
LOCK] te drukken.)
• Het belichtingslampje gaat branden als
de instelling correct is.
3 Richt de camera weer op de opname die
u wilt vastleggen en druk de
ontspanknop volledig in.
• Alleen de AE vergrendeling werkt als u de
handmatige focus gebruikt.
EXIT
REC
SELECT
METERING MODE
AF/AE LOCK
AF MODE
C
AF
AF-L
AE-L
AF
-
CONT.AF
AF ASSIST LAMP
2
3
SET
MENU
MENU
A
AF-L
AE-L
Opnames maken (geavanceerd)
84
VQT0S25
AF-macromodus
Met deze modus neemt u close-up foto’s
van het onderwerp, bijv. bij het maken van
bloemenfoto’s.
U kunt tot op een lensafstand van 5 cm van
het onderwerp foto’s nemen door de
zoomhendel tot het uiterste naar Wide (1×)
te draaien.
1
Selecteer [AFw] met de
focusschakelaar.
• AF: Autofocus
• AFw: AF-macromodus
• MF: Handmatige focus
n Focusbereik
• Normaal
• [AFw]
• Gebruik een statief en de zelfontspanner
(P42) voor de beste resultaten.
• Als het onderwerp dichtbij de camera is,
wordt het effectieve focusbereik
(velddiepte) aanzienlijk verkleind. Daarom
is het moeilijk om scherp te stellen op het
onderwerp als de afstand tussen de
camera en het onderwerp wordt gewijzigd
na scherpstelling op het onderwerp.
• Als de cameralens zich op een afstand
bevindt die buiten het beschikbare bereik
van het onderwerp valt, is het onderwerp
wellicht niet scherpgesteld zelfs al gaat
het focuslampje branden.
• Het beschikbare flitsbereik is 60 cm tot
4,1 m (Wide). (Dit wordt toegepast als u
de ISO-gevoeligheid instelt op [AUTO].)
• Het is normaal dat de resolutie van
afbeeldingen gemaakt met [AFw] van
dichtbij minder is aan de randen.
T
W
1,2 m
50 cm
T
W
30 cm
5 cm
Opnames maken (geavanceerd)
85
VQT0S25
De aspectratio instellen
Aspectratio is de verhouding tussen de
breedte en de hoogte van de foto. Bij deze
camera kunt u kiezen uit drie aspectratio’s.
j
h
• Het is niet mogelijk om bewegende
beelden op te nemen in de aspectratio
[].
• Afhankelijk van de aspectratio is het
mogelijk dat de randen van de foto niet
worden afgedrukt. Probeer het volgende
om te zien of u ook de randen afgedrukt
kunt krijgen.
–Sommige fotozaken kunnen foto’s
gemaakt in de aspectratio [j]
verwerken. Informeer hiernaar voordat u
de afdrukopdracht indient.
–Als uw printer beschikt over de
mogelijkheid om randen in te stellen en
bij te snijden, wijzig deze instellingen dan
zo dat er geen randen zijn en niet wordt
bijgesneden. (Lees hiervoor de
gebruiksaanwijzing van uw printer.)
Opnames maken (geavanceerd)
86
VQT0S25
Foto’s nemen met de extra optische zoom
De optische zoom van de camera biedt u
normaal gesproken een telefotozoom van 4
keer, maar door een resolutie met een EZ-
suffix te kiezen, bijvoorbeeld 5.5M ,
treedt de extra optische zoom in werking en
wordt de zoomfactor als volgt vergroot. (In
dit voorbeeld gaan we uit van een
aspectratio van [j].)
• Beeldformaat. (P71)
1
Draai de zoomhendel naar T.
n Indien de extra optische zoom niet
werkt
Bijvoorbeeld: Resolutie is 8M
n Indien de extra optische zoom werkt
Bijvoorbeeld: Resolutie is 5.5M
n Resolutie en maximale zoom
n Hoe de extra optische zoom werkt
• De extra optische zoom werkt door het
midden van de foto af te scheiden en dit
te expanderen om een groter tele-effect te
bewerkstelligen.
Als u bijvoorbeeld [5.5M ] kiest,
worden 5,5 miljoen beeldpunten (van de
totale [8M], 8 miljoen mogelijk met de
CCD) opgenomen in uw foto.
• Met de extra optische zoom verhoogt u de
zoomfactor zonder dat de beeldkwaliteit
minder wordt zoals bij de digitale zoom.
• Het pictogram [ ] komt in beeld als u
inzoomt met een resolutie waarbij de
extra optische zoom kan worden gebruikt.
• U kunt zelfs verder inzoomen door deze
functie te combineren met de digitale
zoom. Stel de digitale zoom in het menu
[REC] modus in op ON. (P76)
• De extra optische zoom werkt niet in de
filmmodus [i].
EZ
19
T5X
5.5
19
T4X
EZ
19
T5X
5.5
Aspectratio
Beeldpunten
Maximale
zoom
j
8M
5.5M /2M
7M
4.5M /2.5M
5,1×
h
6M
4M
3M /2M /
1M
5,6×
EZ EZ
EZ EZ
EZ
EZ EZ
EZ
EZ
EZ
87
VQT0S25
Weergave (geavanceerd)
Beelden weergeven met geluid/Bewegende
beelden
n Beelden met geluid
Selecteer een beeld met het pictogram
van geluid [A]
A en geef het geluid
weer.
n Bewegende beelden
Selecteer een beeld met het pictogram
van een bewegend beeld
B en geef de
bewegende beelden weer.
• De cursor die tijdens het
weergeven wordt afgebeeld
komt overeen met e/r/w /q.
• De weergave van bewegende
beelden stopt en de normale weergave
kan worden hervat door op r te drukken.
n Snel vooruitspoelen/Snel
terugspoelen
Blijf tijdens de weergave van bewegende
beelden w/q ingedrukt houden.
q : Snel vooruit
w : Snel terug
• Nadat de knop is losgelaten, keert de
weergave terug naar de normale
weergave van bewegende beelden.
n Pauzeren
Druk op e tijdens de weergave van
bewegende beelden.
• Druk nogmaals op e om het pauzeren te
annuleren.
• Het geluid is hoorbaar via de
luidspreker. Zie P23 om het
volumeniveau van het geluid in te
stellen
• U kunt de zoomfunctie niet gebruiken
tijdens het weergeven of pauzeren van
bewegende beelden.
• De bestandsindeling die met deze camera
kan worden weergegeven is QuickTime
Motion JPEG.
• Sommige QuickTime Motion JPEG-
bestanden die op een PC of een ander
apparaat zijn opgenomen, kunnen niet
door deze camera worden weergegeven.
• Tijdens het weergeven van bewegende
beelden die op een ander apparaat zijn
opgenomen, kan de kwaliteit van de
beelden achteruitgaan of kan weergave
onmogelijk zijn.
• Bij gebruik van een geheugenkaart met
een grote opslagruimte, kan het snel
vooruit zoeken langzamer werken dan
gebruikelijk.
PLAY AUDIO
IO
100
-
0001
1
/
1
9
10 00 20 DEC 2005
10
:
00
20
.
DEC
.
2005
A
103-0003
16/16
PICTURE
PLAY MOTION
30
fps
16:9
10:00 20.DEC.2005
B
Weergave (geavanceerd)
88
VQT0S25
Werken met het modusmenu [PLAY]
De weergavemodus biedt u diverse
manieren om uw beelden weer te geven en
te bewerken.
• Als u de zoomhendel naar T draait,
bladert u naar de volgende pagina van
het menuscherm. (vice versa)
• Nadat u de optie hebt geselecteerd,
verandert u de instellingen zoals
beschreven op de volgende pagina’s.
a : [SLIDE SHOW] (P89)
: [FAVORITE] (P90)
j : [ROTATE DISP.] (P91)
b : [ROTATE] (P92)
l : [DPOF PRINT] (P93)
g: [PROTECT] (P95)
R : [AUDIO DUB.] (P96)
e : [RESIZE] (P97)
f : [TRIMMING] (P98)
i : [ASPECT CONV.] (P100)
< : [CLEAN UP] (P101)
0 : [FORMAT] (P101)
SELECT EXIT
SLIDE SHOW
DPOF PRINT
PLAY
1
3
ROTATE
ROTATE DISP.
FAVORITE
MENU
MENU
Menuopties
Weergave (geavanceerd)
89
VQT0S25
Zie pagina 88 voor de menubediening.
1
Selecteer [ALL] of [ ].
• Zie pagina 90 voor instructies voor het
toevoegen van beelden aan uw favorietenlijst.
• Start vanaf stap 2 als
[FAVORITE]
is
ingesteld op
[OFF]
.
2
Stel de opties van de diashow in.
• U kunt [MANUAL] selecteren als u bij stap
1 [ ] hebt geselecteerd.
3
Selecteer [START].
Verwissel van afbeelding met w /q als u
[MANUAL] hebt gekozen. U kunt de foto
ook controleren door de joystick te
gebruiken.
w:Het vorige beeld
q:Het volgende beeld
4
Door op de knop [MENU] te
drukken, stopt de diashow.
• Tijdens weergave van bewegende
beelden is de diashow niet beschikbaar.
• Als u [AUDIO] instelt op [ON] en
vervolgens een beeld met geluid
weergeeft, verandert het beeld nadat het
geluid is afgelopen.
Weergeven met een diashow
[SLIDE SHOW]
ALL Voor het weergeven van alle beelden.
Voor het weergeven van beelden in
uw favorietenlijst.
DURATION
Selecteer intervallen van 1, 2,
3, 5 seconden of MANUAL.
AUDIO Door [ON] in te stellen, kan
het geluid van beelden die
met geluid zijn opgenomen,
worden weergegeven tijdens
een diashow.
a
SELECT EXIT
SLIDE SHOW
DPOF PRINT
PLAY
1
3
ROTAT E
ROTATE DISP.
FAVORITE
MENU
ALL SLIDE SHOW
START
SELECT SET EXIT
AUDIO
MENU
DURATION
ALL SLIDE SHOW
SELECT EXIT
DURATION
START
AUDIO
MENU
Weergave (geavanceerd)
90
VQT0S25
Zie pagina 88 voor de menubediening.
1
Selecteer [ON] om dit in te stellen.
2
Druk op e tijdens de weergave
om de foto in uw favorietenlijst op
te nemen.
A Favorites indicator
• Annuleer de favorietinstelling door op e te
drukken om de [ ] te wissen.
n Zie pagina 89 voor meer informatie
over de functie Slide Show (diashow)
met uw lijst favorieten.
n Alle foto’s wissen behalve die in uw
favorietenlijst
1
Selecteer [ALL DELETE EXCEPT
] tijdens de weergave.
2
Wis de fotos.
Favorieteninstelling
[FAVORITE]
SELECT EXIT
SLIDE SHOW
DPOF PRINT
PLAY
1
3
ROTAT E
ROTATE DISP.
FAVORITE
MENU
SET
MENU
100
-
0001
1/19
A
10:00 20.DEC.2005
SELECT CANCEL
MULTI DELETE
ALL DELETE
ALL DELETE EXCEPT
MULTI/ALL DELETE
2 keer
SELECT SET
ALL DELETE EXCEPT
DELETE ALL EXCEPT ?
NO
YES
Weergave (geavanceerd)
91
VQT0S25
• U kunt maximaal 999 foto’s in uw
favorietenlijst opnemen.
• Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet
meer worden teruggehaald. Controleer
nogmaals voor u de foto’s wist.
• Zet de camera tijdens het wissen niet uit.
• Beveiligde foto’s (P95) of foto’s die niet
conform de DCF-normen zijn (P47)
worden niet gewist.
• Gebruik voor het wissen een batterij met
voldoende lading (P12) of gebruik de
netadapter (DMW-AC5; optioneel).
• Hoe meer foto’s gewist moeten worden,
hoe langer het duurt.
• Soms is het niet mogelijk om foto’s die
met andere apparatuur zijn gemaakt in uw
favorietenlijst op te nemen.
• Gebruik [LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO] (op de bijgeleverde
CD-ROM) om instellingen te wijzigen, te
controleren, of om foto’s in uw
favorietenlijst te wissen. (Voor meer
informatie ver wijzen we naar de
afzonderlijke bedieningsinstructies voor
aansluiting op de PC.)
Zie pagina 88 voor het instellen.
Met deze functie kunt u beelden die zijn
opgenomen met de camera in de verticale
stand of beelden die met de functie
[ROTATE] zijn gedraaid, weergeven in de
gedraaide richting.
1
Selecteer [ON] om in te stellen.
• Als u [OFF] selecteert, worden de beelden
weergegeven zonder te worden gedraaid.
• Raadpleeg P47 over hoe u de beelden
kunt weergeven.
• Als u foto’s neemt met de camera op zijn
kant, lees dan “Juiste houding voor het
nemen van foto’s”op P30 goed door.
• De functie voor het vaststellen van de
richting (P31) werkt misschien niet correct
bij foto’s die met de camera naar boven of
beneden gericht zijn genomen.
• Alleen stilstaande beelden in de normale
weergavemodus kunnen worden gedraaid.
Wanneer u gedraaide beelden weergeeft in
multi-weergave, worden de beelden in de
oorspronkelijke richting weergegeven.
• U kunt beelden draaien en weergeven
met behulp van de functie [ROTATE]
(P92), zelfs als de beelden niet hebt
opgenomen met de camera in de
verticale stand.
• De beelden kunnen iets wazig zijn als u
deze verticaal weergeeft op een televisie
(aangesloten via de meegeleverde AV-
kabel).
Beelden weergeven in de richting
waarin ze zijn opgenomen
[ROTATE DISP.]
j
SLIDE SHOW
FAVORITE
DPOF PRINT
PLAY
1
3
ROTATE
ROTATE DISP.
SELECT SET EXIT
MENU
MENU
Weergave (geavanceerd)
92
VQT0S25
Zie pagina 88 voor de menubediening.
U kunt de geselecteerde beelden draaien
en weergeven in stappen van 90°.
n Voorbeeld
Bij rechtsom draaien (a)
1
Selecteer het beeld dat u wilt
draaien en stel het in.
• Het is niet mogelijk om filmbeelden, flip-
animaties of beveiligde afbeeldingen te
draaien.
2
Selecteer de richting waarin u het
beeld wilt draaien.
• Als u het beeld op een PC weergeeft, kunt
u gedraaide beelden niet weergeven als
het besturingssysteem of de software niet
compatibel is met Exif.
• Exif is de bestandsindeling voor
stilstaande beelden, ontwikkeld door
JEITA [Japan Electronics and Information
Technology Industries Association],
waaraan opname en andere informatie
kan worden toegevoegd.
• Als [ROTATE DISP.] is ingesteld op [OFF],
is de functie [ROTATE] uitgeschakeld.
• Als beelden zijn opgenomen met de
camera in de verticale stand, worden de
beelden verticaal weergegeven (de
beelden worden gedraaid).
• Het kan onmogelijk zijn beelden te
draaien die op een ander apparaat zijn
opgenomen.
Het beeld draaien [ROTATE]
b
Oorspronkelijk
beeld
SELECT EXITSET
100
_
0001
1/19
ROTATE
MENU
a
Het beeld wordt rechtsom gedraaid
in stappen van 90°.
b
Het beeld wordt linksom gedraaid
in stappen van 90°.
SELECT EXITSET
ROTATE
MENU
MENU
2 keer
Weergave (geavanceerd)
93
VQT0S25
Zie pagina 88 voor de menubediening.
DPOF (Digital Print Order Format) is een
systeem dat de gebruiker in staat stelt de
beelden te selecteren die moeten worden
afgedrukt op compatibele fotoprinters. Met
DPOF is de gebruiker tevens in staat in te
stellen hoeveel afdrukken van iedere foto
moeten worden gemaakt. Veel
commerciële fotoafdrukwinkels gebruiken
reeds DPOF.
1
Selecteer [SINGLE], [MULTI] of
[CANCEL].
n Één beeld instellen
Selecteer het beeld stel het aantal
afdrukken in.
• Het aantal afdrukken kan worden
ingesteld van 0 tot 999.
• Het pictogram van het aantal afdrukken
[d] wordt afgebeeld.
• Als het aantal afdrukken wordt ingesteld
op “0”, wordt het instellen van het DPOF-
afdrukken geannuleerd.
n Meerdere beelden instellen
Selecteer de beelden stel het aantal
afdrukken in.
• Herhaal bovenstaande werkwijze.
• Het aantal afdrukken kan worden
ingesteld van 0 tot 999.
• Het pictogram van het aantal afdrukken
[d] wordt afgebeeld.
• Als het aantal afdrukken wordt ingesteld
op “0”, wordt het instellen van het DPOF-
afdrukken geannuleerd.
Het af te drukken beeld en het
aantal afdrukken instellen
[DPOF PRINT]
l
EXIT
MENU
SELECT
SLIDE SHOW
DPOF PRINT
PLAY
1
3
ROTAT E
ROTATE DISP.
FAVORITE
SINGLE
MULTI
CANCEL
111
COUNT
SELECT
EXIT
1
DPOF SET THIS
100
_
0001
1/19
DISPLAY
DATE
MENU
MENU
2 keer
DISPLAY
111
COUNT
SELECT EXIT
DATE
MENU
MENU
DPOF SET MULTI
9
7
10
1
11
8
2 keer
Weergave (geavanceerd)
94
VQT0S25
n Alle instellingen annuleren
Selecteer [YES] om alle instellingen te
annuleren.
n De datum afdrukken
U kunt tijdens het instellen van het aantal
afdrukken, het afdrukken van de
opnamedatum instellen/annuleren met
iedere druk op de knop [DISPLAY].
• Het pictogram van het afdrukken van de
datum [L ] wordt afgebeeld.
• Als u naar een fotowinkel voor digitale
afdrukken gaat, vergeet u niet het
afdrukken van de datum afzonderlijk te
bestellen, indien gewenst.
• Zelfs als u het afdrukken van de datum
hebt ingesteld, is het mogelijk dat de
datum niet wordt afgedrukt, afhankelijk
van de fotowinkel en de printer. Vraag in
de fotowinkel om verdere informatie of
raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
printer.
• De afdrukinstelling DPOF is een handige
functie bij het afdrukken van foto’s op
printers die PictBridge ondersteunen.
(P106)
• DPOF is de afkorting van Digital Print
Order Format. Deze functie maakt het
mogelijk afdrukinformatie ed toe te
voegen aan de beelden en op de kaart te
schrijven voor gebruik door het DPOF-
compatibele systeem.
• Als het bestand niet voldoet aan de DCF-
norm, kan de DPOF-afdrukinstelling niet
worden gemaakt. DCF is de afkorting van
[Design rule for Camera File system], en
is vastgesteld door JEITA [Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association].
• Bij het instellen van DPOF-afdrukken,
worden alle eerder gemaakte DPOF-
afdrukinstellingen van andere apparatuur
gewist.
NO
YES
SELECT
CANCEL ALL DPOF
SET
CANCEL ALL DPOF
PRINT SETTINGS?
MENU
111
COUNT
SELECT
EXIT
1
DPOF SET THIS
100
_
0001
1/19
DISPLAY
DATE
MENU
Weergave (geavanceerd)
95
VQT0S25
Zie pagina 88 voor de menubediening.
U kunt beelden die u niet wilt wissen
beveiligen tegen per ongeluk wissen.
1
Selecteer [SINGLE], [MULTI] of
[CANCEL].
n Één beeld instellen
Selecteer het beeld en stel in of
annuleer de beveiliging.
n Meerdere beelden instellen/Alle
instellingen annuleren
Voer dezelfde bediening uit als in [Het af te
drukken beeld en het aantal beelden
instellen [DPOF PRINT]]. (P93 en 94)
• Als u beveiligde beelden wilt wissen,
annuleert u eerst de beveiliging.
• Ondanks dat met deze instelling de
beelden worden beveiligd tegen per
ongeluk wissen, zullen door de kaart te
formatteren alle gegevens permanent
worden gewist. (P101)
• De beveiligingsinstelling werkt misschien
niet bij een ander apparaat.
• Als u het schuifje voor schrijfbeveiliging
verschuift van
A naar [LOCK], wordt
voorkomen dat beelden worden gewist,
zelfs als de beveiliging niet is ingesteld.
• De volgende functies kunnen niet worden
gebruikt met beveiligde beelden.
–[ROTATE] (P92)
–[AUDIO DUB.] (P96)
Per ongeluk wissen van
beelden voorkomen
[PROTECT]
SET Het pictogram van de
beveiliging [c] wordt
afgebeeld.
CANCEL Het pictogram van de
beveiliging [c] verdwijnt.
g
EXITSELECT
PROTECT
TRIMMING
ASPECT CONV.
PLAY
2
3
RESIZE
AUDIO DUB.
MENU
SELECT
SET/CANCEL
EXIT
100
_
0001
1/19
PROTECT THIS
MENU
MENU
2 keer
A
Weergave (geavanceerd)
96
VQT0S25
Zie pagina 88 voor de menubediening.
U kunt het geluid opnemen nadat het beeld
is opgenomen.
1
Selecteer het beeld en start de
geluidsopname.
• Als reeds geluid is opgenomen, wordt een
bevestigingsscherm afgebeeld. Druk op
r
en
selecteer [YES], en druk vervolgens op
q
om de
geluidsopname te starten. (Het oorspronkelijk
opgenomen geluid wordt gewist.)
2
De geluidsopname stoppen.
• Druk op r om te stoppen met het
opnemen.
• Zelfs als u niet op r drukt, zal na
ongeveer 10 seconden het opnemen
automatisch stoppen.
• Het is niet mogelijk om geluid op te
nemen bij film, flip-animaties, beveiligde
afbeeldingen of afbeeldingen opgeslagen
als [TIFF] of [RAW].
• Het kan onmogelijk zijn geluid op te
nemen bij beelden die op een ander
apparaat zijn opgenomen.
Geluid toevoegen aan
opgenomen beelden
[AUDIO DUB.]
R
SELECT
START
EXIT
1
00
_
0001
1/
1
9
A
U
DI
O
DUB.
D
U
B
.
MENU
STOP
100
_
0001
1/
1
9
MENU
A
U
DI
O
DUB.
D
U
B
.
2 keer
Weergave (geavanceerd)
97
VQT0S25
Zie pagina 88 voor het instellen.
Deze functie is handig als u de
bestandsgrootte van het beeld wilt verlagen
in het geval dat u het als aanhangsel per e-
mail wilt versturen of wilt uploaden naar
een website.
1
Selecteer het beeld en stel het in.
• De volgende beelden kunnen niet van
formaat worden veranderd.
–Indien de aspectratio staat ingesteld op
[j]
Foto’s gemaakt met een resolutie van
[2M ]
–Indien de aspectratio staat ingesteld op
[]
Foto’s gemaakt met een resolutie van
[2.5M ]
–Beelden opgenomen als [TIFF] of [RAW]
–Bewegende beelden
–Flip-animatie
–Beelden met geluid
2
Selecteer het beeldformaat en
stel het in.
• Kleinere beeldformaten dan het
opgenomen beeld worden weergegeven.
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [j]
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op
[]
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [h]
Het beeldformaat veranderen
[RESIZE]
e
SELECT
SET
EXIT
100
_
0001
1/
1
9
RE
S
IZ
E
MENU
EZ
EZ
3072×1728 beeldpunten
1920×1080 beeldpunten
2560×1712 beeldpunten
2048×1360 beeldpunten
2304×1728 beeldpunten
2048×1536 beeldpunten
1600×1200 beeldpunten
1280×960 beeldpunten
640×480 beeldpunten
SELECT
RESIZE
EXIT
RESIZE
100
_
0001
1/19
MENU
4.5M
2.5M
4M
3M
2M
1M
0,3M
Weergave (geavanceerd)
98
VQT0S25
3
Selecteer [YES] of [NO] om in te
stellen.
• Als u [YES] selecteert, wordt de foto
overschreven. Als foto’s waarvan het
beeldformaat is aangepast worden
overschreven, kunnen ze niet meer
hersteld worden.
• Als de originele foto beveiligd is, kunt u de
foto waarvan het beeldformaat is
aangepast niet overschrijven. Als u [NO]
selecteert, wordt een nieuwe foto met een
aangepast beeldformaat gemaakt.
• Soms is het niet mogelijk om foto’s die
met andere apparatuur zijn gemaakt te
vergroten of verkleinen.
Zie pagina 88 voor het instellen.
Met deze functie kunt u overbodige delen
van het opgenomen beeld afsnijden.
1
Selecteer het beeld dat u wilt
bijsnijden en stel het in.
• De volgende beelden kunnen niet worden
bijgesneden.
–Bewegende beelden
–Flip-animatie
–Beelden met geluid
–Afbeeldingen die zijn opgeslagen als
[TIFF] of [RAW]
SELECT SET CANCEL
RESIZE
DELETE ORIGINAL
PICTURE?
MENU
MENU
NO
YES
2 keer
Beelden bijsnijden [TRIMMING]
f
SELECT
SET
EXIT
100
_
0001
1/19
TRIMMING
MENU
Weergave (geavanceerd)
99
VQT0S25
2
Het beeld vergroten of verkleinen
3
Verschuif het beeld en druk de
sluiterknop volledig in om vast te
leggen.
4
Selecteer [YES] of [NO] om in te
stellen.
• Als u [YES] selecteert, wordt het
oorspronkelijke beeld overschreven.
Nadat bijgesneden beelden zijn
overschreven, kunnen ze niet worden
hersteld.
• Als de originele foto beveiligd is, kunt u de
bijgesneden foto niet overschrijven.
Als u [NO] selecteert, wordt een nieuwe
bijgesneden foto gemaakt.
• Het kan onmogelijk zijn beelden bij te
snijden die op een ander apparaat zijn
opgenomen.
• De beeldkwaliteit van het bijgesneden
beeld kan lager zijn.
• Als u een foto bijsnijdt, kan het zijn dat de
bijgesneden foto uit minder beeldpunten
bestaat dan de originele foto.
100
_
0001
1/19
TRIMMING
ZOOM EXIT
MENU
EXIT
TRIM:SHUTTER
100
_
0001
1/19
TRIMMING
ZOOM
MENU
SELECT SET CANCEL
TRIMMING
DELETE ORIGINAL
PICTURE?
MENU
MENU
NO
YES
2 keer
Weergave (geavanceerd)
100
VQT0S25
Zie pagina 88 voor het instellen.
Het beeldformaat van beelden met een
aspectratio van 16:9 aanpassen voor
afdrukken met een aspectratio van 3:2 of
4:3.
1
Selecteer [ ] of [h] en stel
dit in.
2
Selecteer de foto.
3
Verplaats het kader om de foto bij
te snijden.
4
Selecteer [YES] of [NO] om in te
stellen.
• Als u [YES] selecteert, wordt de foto
overschreven.
Als foto’s waarvan de aspectratio is
aangepast worden overschreven, kunnen
ze niet meer hersteld worden.
• Als de originele foto beveiligd is, kunt u de
foto’s met de aangepaste aspectratio niet
overschrijven. Als u [NO] selecteert, wordt
een nieuwe foto met de gewijzigde
aspectratio gemaakt.
• U kunt de aspectratio van foto’s die zijn
gemaakt als [TIFF] of [RAW], film of
stilstaand beeld met geluid niet wijzigen.
• Indien u de aspectratio wijzigt, krijgt de
foto mogelijk een hogere resolutie.
Aspectratio wijzigen
[ASPECT CONV.]
i
EXIT
MENU
SELECT
PROTECT
TRIMMING
ASPECT CONV.
PLAY
2
3
RESIZE
AUDIO DUB.
SELECT
SELECT
EXIT
EXIT
SET
SET
100
_
0001
1/
1
9
T
A
S
PE
CT
CO
NV
.
MEN
U
SET:SHUTTER
ADJUST.
EXIT
MENU
SELECT SET CANCEL
ASPECT CONV.
DELETE ORIGINAL
PICTURE?
MENU
MENU
NO
YES
2 keer
Weergave (geavanceerd)
101
VQT0S25
Zie pagina 88 voor het instellen.
Gebruik deze functie als de
overdrachtssnelheid van uw SD
geheugenkaart aanmerkelijk lager wordt.
Dit gebeurt normaal gesproken na
herhaaldelijk opnemen en wissen. Een
lagere overdrachtssnelheid is met name
van invloed op het opnemen van
bewegende beelden, waarbij het opnemen
kan worden onderbroken. Voor de beste
resultaten, schoont u van tevoren de kaart
op.
1
Selecteer [YES] om de
geheugenkaart op te schonen.
• Door het opschonen wordt de
overdrachtssnelheid van het beschikbare
geheugen op de kaart hoger, maar worden
geen beelden of andere gegevens gewist.
• Het opschonen kan enige tijd duren.
• Het is mogelijk dat het opschonen geen
merkbaar effect heeft op bepaalde typen
kaarten.
• Opschonen kan niet worden gebruikt bij
een MultiMedia Card.
• Zet de camera tijdens het opschonen niet
uit.
• Gebruik voor het opschonen van de kaart
een batterij met voldoende lading (P12) of
gebruik de netadapter (DMW-AC5;
optioneel).
• Zorg ervoor dat het schuifje voor
schrijfbeveiliging van de SD geheugenkaart
niet in de stand voor schrijfbeveiliging staat.
Zie pagina 88 voor het instellen.
1
Selecteer [YES] om de kaart te
formatteren.
• Normaal gesproken is het niet
noodzakelijk de kaart te formatteren.
Formatteer de kaart wanneer het bericht
[MEMORY CARD ERROR] wordt
afgebeeld.
• Formatteer de kaart niet op een
computer. Formatteer altijd in de camera.
• Nadat de kaart is geformatteerd, zijn alle
gegevens, inclusief beveiligde beelden,
onherstelbaar verloren. Controleer eerst
of alle gegevens zijn overgebracht naar
uw PC voordat u verdergaat met het
formatteren.
• Zet de camera tijdens het formatteren niet
uit.
• Gebruik voor het formatteren van de kaart
een batterij met voldoende lading (P12) of
gebruik de netadapter (DMW-AC5;
optioneel).
• Als op de SD geheugenkaart het schuifje
voor schrijfbeveiliging in de stand [LOCK]
staat, kunt u de kaart niet formatteren.
• Als de kaart niet kan worden
geformatteerd, neemt u contact op met
het dichtstbijzijnde servicecentrum.
De kaart opschonen
[CLEAN UP]
<
SELECT SET
YES
NO
CLEAN UP
CLEAN UP THE CARD?
De kaart initialiseren [FORMAT]
0
SELECT SET
FORMAT
DELETE ALL DATA
ON THE MEMORY CARD?
YES
NO
Weergave (geavanceerd)
102
VQT0S25
Beelden weergeven op een tv-scherm
n Beelden weergeven met de
meegeleverde kabel
• Zet de camera en de TV uit.
• Stel [TV ASPECT] in. (P24)
1
Sluit de AV-kabel A (meegeleverd)
aan op de [AV OUT] aansluiting
van de camera.
• Sluit de AV-kabel zodanig aan dat het
[f] merkteken is gericht naar het [w]
merkteken op de [AV OUT] aansluiting.
• Houd
B vast en steek/trek de AV-kabel
recht erin/eruit.
2
Sluit de AV-kabel aan op de video-
en audio-ingangsaansluitingen
van de TV.
1 Geel: naar de video-ingangsaansluiting
2 Wit: naar de audio-ingangsaansluiting
3
Zet de tv aan en selecteer de
externe invoer.
4
Zet de camera aan en zet de
modusknop op de
weergavemodus [
Q].
• U kunt alleen beelden op een tv
weergeven wanneer de modusknop op de
weergavemodus [Q] staat.
n Beelden bekijken in andere landen
Als u [VIDEO OUT] instelt op het menu,
kunt u beelden op een tv bekijken in andere
landen (gebieden) waar het NTSC- of PAL-
kleursysteem wordt gebruikt.
• Zelfs als u op het menu de optie [VIDEO
OUT] instelt op [PAL], zullen in de
opnamefunctie de uitgangssignalen nog
steeds NTSC zijn.
n Beelden weergeven op een tv met een
SD geheugenkaart-gleuf
U kunt uw SD geheugenkaart inbrengen in
een TV die is uitgerust met een SD-
kaartgleuf om foto’s te bekijken.
(Afhankelijk van de televisie, kan het zijn
dat sommige beelden niet schermvullend
zijn).
• U kunt geen film afspelen. Gebruik de
inbegrepen AV-kabel voor het weergeven
van film. (Zie links)
• U kunt wellicht geen MultiMedia kaarten
weergeven zelfs als de tv een een SD-
geheugen sleuf heeft.
• Geen andere AV kabels gebruiken
afgezien van de bijgeleverde kabel.
• Lees tevens de gebruiksaanwijzing van
de TV.
• Het geluid wordt in mono weergegeven.
• De beelden kunnen iets wazig zijn als u
deze verticaal weergeeft op een televisie
(aangesloten via de meegeleverde AV-
kabel).
A
B
12
103
VQT0S25
Aansluiten op een PC of printer
Alvorens aan te sluiten met behulp van een
USB-aansluitkabel
[4 : USB MODE]
Selecteer het USB-systeem voordat u een
computer of printer aansluit op de camera
met behulp van de USB-aansluitkabel
(meegeleverd).
Stel de opties in op [USB MODE] in het
menu [SETUP]. (P23)
1
Selecteer [USB MODE].
2
Selecteer [PC] of [PictBridge
(PTP)].
• Als u de camera op een PC aansluit,
selecteert u [PC]. (P104)
• Als u de camera aansluit op een printer
die PictBridge ondersteund, selecteert u
[PictBridge (PTP)]. (P106)
• Als [PC] is geselecteerd, wordt de camera
aangesloten via het
communicatiesysteem USB Mass
Storage.
• Als [PictBridge (PTP)] is geselecteerd,
wordt de camera aangesloten via het
communicatiesysteem PTP (Picture
Transfer Protocol).
• Als u bent aangesloten met een USB-
kabel, wordt wellicht [PICTURE IS
DISPLAYED FOR 4:3 TV FOR 16:9
SETUP q TV ASPECT] of vergelijkbaar
weergegeven. Dit is echter normaal.
MENU
SETUP
SELECT EXIT
USB MODE
MF m/ft
HIGHLIGHT
VIDEO OUT
TV ASPECT
MENU
3
4
USB MODE
SELECT SET
PC
PictBridge
(PTP)
MENU
Aansluiten op een PC of printer
104
VQT0S25
Aansluiten op een PC
• Door de camera aan te sluiten op een
computer, kunt u uw beelden uploaden en
vervolgens de software gebruiken op de
meegeleverde CD-ROM ([LUMIX Simple
Viewer] en [PHOTOfunSTUDIO] voor
Windows
®
) om uw beelden per e-mail te
versturen of af te drukken.
• Als u Windows 98/98SE gebruikt,
installeert u eerst het USB-
stuurprogramma en sluit u vervolgens
aan op de computer.
• Voor meer informatie over [LUMIX Simple
Viewer] en de installatie verwijzen we naar
de afzonderlijke bedieningsinstructies voor
aansluiting op de PC.
A : Netadapter (DMW-AC5; optioneel)
• Zorg dat het toestel uit staat voordat u
de netadapter (DMW-AC5, optioneel)
aansluit of loskoppelt.
B : USB-aansluitkabel (meegeleverd)
C : Dit bericht verschijnt tijdens
gegevensoverdracht.
DE: Controleer de mantel van de stekker
en steek hem er recht in.
1
Zet de camera aan en stel [USB
MODE] in op [PC] in het
setupmenu. (P103)
• Als u de [USB MODE] hebt ingesteld op
[PictBridge (PTP)], geeft de computer
mogelijkerwijs een foutmelding weer.
Klik op [Cancel] om het dialoogvenster te
sluiten en koppel de kabel los van de
computer. Verander de instelling in [PC]
en sluit de kabel weer aan.
2
Sluit de camera aan op een PC via
de USB-aansluitkabel B
(meegeleverd).
• Sluit de USB-aansluitkabel zodanig aan
dat het [f] merkteken is gericht naar
het [w] merkteken op de [DIGITAL]
aansluiting.
• Houd
D vast en steek/trek de USB-
aansluitkabel recht erin/eruit.
Probeer de stekker er niet omgedraaid of
zijwaarts in te forceren. Hierdoor kunt u
het toestel en de ermee verbonden
apparatuur beschadigen.
[Windows]
Het station verschijnt in de map [My
Computer].
• Als dit de eerste keer is dat u de camera
aansluit op een PC, wordt het vereiste
stuurprogramma automatisch
geïnstalleerd zodat de camera kan
worden herkend door het Windows Plug-
and-Play, waarna het verschijnt in de map
[My Computer].
[Macintosh]
Het station wordt aangeduid als
[NO_NAME] of [Untitled].
ACCESS
Aansluiten op een PC of printer
105
VQT0S25
n Mapsamenstelling
Mappen worden als volgt afgebeeld.
1 Mapnummer
2 Bestandsnummer
3 JPG : Foto’s
MOV : Film
De inhoud van iedere map is:
• Dit toestel slaat maximaal 999
fotobestanden op in elke map. Indien het
maximum wordt bereikt, wordt er een
nieuwe map gemaakt.
• Stel bestands- en mapnummers opnieuw
in met [NO.RESET] in het menu Setup.
(P23)
n Mapnummers worden bijgewerkt
wanneer:
• De map met de foto die u zojuist hebt
genomen een bestand bevatte met het
nummer 999.
• U hebt een kaart ingebracht die een
bestandsnummer met 100 bevat (bijv.
100_XXXXX, waarbij XXXXX staat voor
de naam van de fabrikant, enz.) die u hebt
gebruikt in een camera van een andere
fabrikant direct na gebruik van een kaart
met een mapnummer 100. (U brengt dus
een kaart met hetzelfde nummer in,
ongeacht de fabrikant.)
• U neemt weer foto’s nadat u [NO.RESET] hebt
gebruikt in het setupmenu (P23). (Het opslaan
vindt plaats naar een map met een nummer
dat volgt op de vorige.) U kunt het
mapnummer ook opnieuw instellen op 100 met
[NO.RESET] direct na het formatteren van de
kaart als er geen mappen of foto’s meer op de
kaart staan.)
• Als de resterende batterijlading opraakt
tijdens een communicatie, kunnen de
opgenomen gegevens beschadigd
worden. Gebruik voor het aansluiten van
de camera op een PC een batterij met
voldoende lading (P12) of gebruik de
netadapter (DMW-AC5; optioneel).
• Als de batterij tijdens de overdracht bijna
leeg raakt, gaat het alarm piepen. Stop de
overdracht in dat geval onmiddellijk.
• Maak de USB-aansluitkabel niet los terwijl
[ACCESS] wordt weergegeven.
• Voor gebruikers van Windows 2000:
Koppel de USB-aansluitkabel los
alvorens de geheugenkaart eruit te
halen. Als u de geheugenkaart eruit
haalt terwijl de USB-aansluitkabel is
aangesloten, kunnen de gegevens op
de geheugenkaart beschadigd worden.
(Voor meer informatie verwijzen we
naar de afzonderlijke
bedieningsinstructies voor aansluiting
op de PC.)
• Geen enkele andere USB aansluitkabel
gebruiken afgezien van de bijgeleverde
kabel.
• Raadpleeg tevens de gebruiksaanwijzing
van de PC.
n Betreffende de PictBridge (PTP)-
instellingen
• Bij Windows XP Home Edition/Professional en
Mac OS X kunt u de instelling van de USB-
functie laten staan op [PictBridge (PTP)].
• U kunt alleen foto’s vanaf de camera
laden en deze niet op de geheugenkaart
schrijven of ze wissen.
• Als er 1000 of meer foto’s op de
geheugenkaart staan, kan het zijn dat de
foto’s niet worden geïmporteerd.
DCIM 100_PANA tot 999_PANA
100_PANA Foto’s/Film
MISC Bestand met DPOF of
favorieteninstelling
PRIVATE1 Flip-animatiebestanden
DCIM
MISC
PRIVATE1
100_PANA
101_PANA
999_PANA
P1000001.JPG
P1000002.JPG
P1000999.JPG
100_PANA
1
23
SD
geheugenkaart
MultiMedia
Card
Aansluiten op een PC of printer
106
VQT0S25
Aansluiten op een PictBridge-compatibele
printer
Door de camera met de (bijgeleverde) USB-
kabel rechtstreeks aan te sluiten op een printer
met PictBridge-ondersteuning, kunt u de af te
drukken foto’s selecteren op het LCD-scherm en
het afdrukken vanuit het scherm starten.
Maak de noodzakelijke instellingen van tevoren
op uw printer. (Lees hiervoor de
gebruiksaanwijzing van uw printer.)
A : USB-aansluitkabel (meegeleverd)
B : Netadapter (DMW-AC5; optioneel)
• Zorg dat het toestel uitstaat voordat u
de netadapter (DMW-AC5, optioneel)
aansluit of loskoppelt.
1
Zet de camera aan en stel de
USB-functie in op [PictBridge
(PTP)]. (P103)
2
Zet de printer aan.
3
Sluit de camera aan op een
printer via de USB-aansluitkabel
A (meegeleverd).
• Sluit de USB-aansluitkabel zodanig aan
dat het [f] merkteken is gericht naar
het [w] merkteken op de [DIGITAL]
aansluiting.
• Houd
C vast en steek de USB-
aansluitkabel er dan recht in.
• Als de batterij tijdens de overdracht bijna
leeg raakt, gaat het alarm piepen. Stop de
overdracht in dat geval onmiddellijk.
• Het kan enige tijd duren om bepaalde
foto's af te drukken. Daarom adviseren wij
u een batterij met voldoende lading (P12)
of de netadapter (DMW-AC5; optioneel)
te gebruiken wanneer u aansluit op een
printer.
• Koppel de USB-aansluitkabel los na het
afdrukken.
• Geen enkele andere USB aansluitkabel
gebruiken afgezien van de bijgeleverde
kabel.
• Als u ook de leeftijd van uw kind wilt
afdrukken (toegevoegd met de
scènemodus [BABY] (P63)), gebruik dan
[LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO] (op de inbegrepen
CD-ROM). (Voor meer informatie
verwijzen we naar de afzonderlijke
bedieningsinstructies voor aansluiting op
de PC.)
Wanneer DPOF-
afdrukken is
ingesteld. (P93)
Selecteer [DPOF
PICTURE]. (P108)
Wanneer DPOF-
afdrukken niet is
ingesteld.
Selecteer [SINGLE
PICTURE]. (P107)
Aansluiten op een PC of printer
107
VQT0S25
n Enkele foto
1
Selecteer de af te drukken foto.
• Een bericht wordt gedurende ongeveer 2
seconden afgebeeld.
2
Maak de afdrukinstellingen.
• De opties die niet worden ondersteund
door de printer, worden grijs afgebeeld en
kunnen niet worden geselecteerd.
• Als u fotos wilt afdrukken op een
papierformaat of in een lay-out die niet
door de camera wordt ondersteund, stelt
u [PAPER SIZE] en [PAGE LAYOUT] in op
[F] en stelt u vervolgens het
papierformaat en de lay-out in op de
printer. (Voor uitgebreide informatie,
raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van
de printer.)
n [PRINT WITH DATE]
• Als de printer het afdrukken van datums
niet ondersteund, kan de datum niet op
de foto worden afgedrukt.
n [NUM. OF PRINTS]
Stel het aantal foto’s in.
n [PAPER SIZE]
(Mogelijke papierformaten op de
camera)
De opties worden vermeld op 1/2 en 2/2.
Druk op r om de gewenste optie te
selecteren.
*Deze opties worden niet afgebeeld als de
printer deze papierformaten niet
ondersteunt.
100
_
0001
1/19
PRINT
PLEASE SELECT
THE PICTURE TO PRINT
SELECT
PictBridge
SINGLE PICTURE
SELECT CANCEL
PRINT WITH DATE
PRINT START
NUM. OF PRINTS
PAPER SIZE
PAGE LAYOUT
1
SET
MENU
F De instellingen op de printer
hebben voorrang.
OFF De datum wordt niet afgedrukt.
ON De datum wordt afgedrukt.
1/2
F De instellingen op de
printer hebben voorrang.
L/3.5×5 89 mm×127 mm
2L/5×7 127 mm×178 mm
POSTCARD 100 mm×148 mm
A4 210 mm×297 mm
2/2*
CARD SIZE 54 mm×85,6 mm
10×15 cm 100 mm×150 mm
4×6 101,6 mm×152,4 mm
8×10 203,2 mm×254 mm
LETTER 216 mm×279,4 mm
Aansluiten op een PC of printer
108
VQT0S25
n [PAGE LAYOUT]
(Mogelijke lay-outs op de camera)
3
Selecteer [PRINT START] en druk
vervolgens de foto af.
• Druk op de knop [MENU] om het
afdrukken te annuleren.
n DPOF-foto
• Stel van tevoren het DPOF-afdrukken in
op deze camera. (P93)
1
Selecteer [DPOF PICTURE].
• Als u met de nieuwe instellingen wilt
afdrukken, koppelt u eerst de USB-
aansluitkabel los en sluit u deze daarna
weer aan op de printer.
• U kunt de instelling van het DPOF-
afdrukken veranderen door op de knop
[MENU] te drukken. (P93)
2
Selecteer [PRINT START] en druk
vervolgens de foto af.
• Raadpleeg P107 voor de
afdrukinstellingen.
• Druk op de knop [MENU] om het
afdrukken te annuleren.
F
De instellingen op de printer
hebben voorrang.
G afdruk van 1 pagina zonder rand
H afdruk van 1 pagina met rand
I afdruk van 2 pagina’s
J
afdruk van 4 pagina’s
SINGLE PICTURE
SELECT CANCEL
PRINT WITH DATE
PRINT START
NUM. OF PRINTS
PAPER SIZE
PAGE LAYOUT
1
MENU
SELECT SET
DPOF PICTURE
SINGLE PICTURE
PictBridge
SELECT CANCEL
PAPER SIZE
PAGE LAYOUT
DPOF
PRINT START
MENU
Aansluiten op een PC of printer
109
VQT0S25
n Datumafdruk bij DPOF-afdrukken van
tevoren instellen
Als de printer de datumafdruk bij DPOF-
afdrukken ondersteunt, adviseren wij u de
datumafdruk bij DPOF-afdrukken van
tevoren in te stellen. (P94)
De opnamedatum kan worden afgedrukt
door [DPOF PICTURE] te selecteren om
het afdrukken te starten.
• Koppel de USB-aansluitkabel niet los
zolang het waarschuwingspictogram voor
kabel loskoppelen [K] wordt afgebeeld.
• Indien de aanduiding [*] oranje gaat
branden tijdens het afdrukken, controleer
dan of er geen sprake is van een storing
op de printer.
• Als in DPOF-afdrukken het totaal aantal
afdrukken of het aantal af te drukken
foto’s hoog is, worden de foto’s meerdere
malen afgedrukt. (De aanduiding van het
resterende aantal afdrukken verschilt van
de instelling. Dit is echter geen defect.)
• De instelling van de datumafdruk op de
printer kan voorrang hebben boven die op
de camera. Selecteer tevens de instelling
van datumafdrukken op de printer.
• Als de printer de datumafdruk niet
ondersteunt, kan de datum niet op de foto
worden afgedrukt.
• Als uw printer niet compatibel is met
[TIFF] of [RAW], worden de ermee
overeenkomende JPEG-foto’s afgedrukt.
(Is er geen overeenkomstige JPEG, dan
is afdrukken wellicht onmogelijk.)
n Lay-out-afdrukken
Een foto meerdere keren op 1 vel
papier afdrukken
Wanneer u bijvoorbeeld een foto 4 keer
op 1 vel papier wilt afdrukken, stelt u
[PAGE LAYOUT] in op [
J] en stelt u het
aantal keren afdrukken van de foto in op 4
bij [NUM. OF PRINTS].
Verschillende foto’s op 1 vel papier
afdrukken (alleen in DPOF-afdrukken)
Wanneer u bijvoorbeeld 4 verschillende
foto’s op 1 vel papier wilt afdrukken, stelt
u [PAGE LAYOUT] in op [
J] en stelt u
het aantal keren afdrukken van de foto in
op 1 bij [COUNT] in de instelling van
DPOF-afdrukken (P93) voor ieder van de
4 foto’s.
110
VQT0S25
Overige
Schermweergave
n Tijdens opname
1 Opnamemodus (P28)
2 Flitser (P38)
3 Witbalans (P69)
4 ISO-gevoeligheid (P71)
5 Focuslampje (P29)
6 Continue AF (P75)
7 Beeldformaat (P71)
8 Kwaliteit (P72)
/ / / / / :
In filmmodus (P57)
6 : Jitter-waarschuwing (P31)
9 Batterijaanduiding (P12)
10 Kleureffect (P76)
11 Foto/Tijd resterend
In filmmodus: bijv. 11S
12 Kaartaanduiding (P15)
13 Opnameteken
14 Histogram (P27)
15 Bewegende focus (P81)
16 Joystick bediening
17 MF aanduiding (P81)
18 Leeftijdsweergave (P63)
• Telkens wanneer u de camera in
babymodus aanzet of overschakelt
naar babymodus vanuit een andere
scènemodus, of nadat u de
geboortedatum of klok hebt ingesteld,
worden de leeftijd van uw kind en de
huidige datum en tijd ongeveer 5
seconden weergegeven.
: AF/AE vergrendeling (P83)
19 Huidige datum en tijd
Dit wordt ongeveer 5 seconden
weergegeven wanneer de camera wordt
aangezet, de klok ingesteld en na het
overschakelen van de weergavefunctie
naar de opnamefunctie.
Zoom (P36)/Extra optische zoom (P86)/
Digitale zoom (P76)
20 Sluitertijdaanduiding (P29)
21 Diafragma-aanduiding (P29)
22 Programmawisseling aanduiding (P32)
23 Backlight-compensatie (P34)
C : Belichtingscompensatie (P43)
24 AF-gebied (P29)
25 Metingfunctie (P73)
B : Auto-bracket (P44)
26 Spot AF-gebied (P74)
27 Power LCD-aanduiding (P26)
28 Zelfontspanner (P42)
4
29 AF-assistentielamp (P75)
30 Spot meetpunt (P73)
31 Flip-animatie (P77)
32 Burst (P46)
I : Geluidsopname (P57, 73)
33 Optisch stabilisatiesysteem (P45)
34 MF aanduiding (P81)/
AF w aanduiding (P84)
1/25F2.8
19
MF
12 3 45 7689
1
0
25
30
19 18
33
34
202122 17
23
24
26
32
28
29
27
11
1
2
1
4
1
5
1
6
1
3
31
30fps
VGA
10fps
VGA
30fps
QVGA
10fps
QVGA
30fps
16:9
10fps
16:9
AF-L
AE-L
EZ W
T
1X
Overige
111
VQT0S25
n Tijdens weergave
1 Weergavemodus
2 Aantal DPOF [d ] afdrukken (P93)
3 Beveiligde foto (P95)
4 A : Stilstaande of filmbeelden met
geluid (P87)
5 Beeldformaat (P71)
6 Kwaliteit (P72)
/ / / / / :
In filmmodus (P57)
7 Batterijaanduiding (P12)
8 Map-/Bestandsnummer
9 Paginanummer/Totaal aantal foto’s
10 Histogram (P27)
11 Opname-informatie
12 Favorieteninstelling (P90)
13 Opgenomen datum en tijd
14 Power LCD-aanduiding (P26)
15 Leeftijdsweergave (P63)
16 Geluidsweergave (P87)
: In filmmodus
17 Flip-animatie (P77)
: Favorietenaanduiding (P90)
10:00 20.DEC.2005
100
_
0001
1/19
1
12
8
4 5 6 7
9
16
17
1
0
12
13
11
3
PLAY AUDIO
F2.8 1/25P
14
15
30fps
VGA
10fps
VGA
30fps
QVGA
10fps
QVGA
30fps
16:9
10fps
16:9
PLAY MOTION
PICTURE
Overige
112
VQT0S25
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
n Optimaal gebruik van het toestel
Wanneer u deze fotocamera draagt,
moet u oppassen het niet te laten vallen
of er tegen aan te stoten.
• De lens of de externe ombouw kan stuk
gaan door hard stoten, en dit zou een
gestoorde werking van het toestel kunnen
veroorzaken.
Houd het toestel uit de buurt van
magnetische apparatuur (zoals magnetrons,
televisie, videospelletjes, enz.).
• Indien u het toestel op of naast een televisie
gebruikt, kunnen de beelden en de audio
onderbroken worden door de straling van de
elektromagnetische golven.
• Gebruik het toestel niet in de buurt van
een mobiele telefoon want het geluid kan
een nadelige invloed hebben op de
beelden en de geluiden.
• Opgenomen gegevens kunnen beschadigd
worden of beelden kunnen vervormd
worden, als gevolg van sterke magnetische
velden die gecreëerd worden door
luidsprekers of grote motoren.
• De straling van elektromagnetische
golven die door een microprocessor
gegenereerd wordt, kan een nadelige
invloed hebben op het toestel en
storingen van beelden en geluiden
veroorzaken.
• Als het toestel de invloed van
magnetische geladen apparatuur
ondergaat en vervolgens niet naar
behoren werkt, dient u het toestel uit te
schakelen en de batterij te verwijderen, of
de netspanningsadapter (DMW-AC5; los
verkrijgbaar) los te maken, en vervolgens
de batterij weer terug te plaatsen of de
netspanningsadapter weer aan te sluiten.
Hierna schakelt u het toestel weer in.
Gebruik de digitale fotocamera niet in
de nabijheid van radiozenders of
hoogspanningsleidingen.
• Indien u opneemt in de nabijheid van
radiozenders of hoogspanningsleidingen
kan dit een nadelige invloed hebben op
de opgenomen beelden of geluiden.
Gebruik de bijgele verde snoeren en
kabels. Indien u los verkrijgbare
accessoires gebruikt, moet u gebruik
maken van de snoeren en kabels die
daarbij geleverd zijn.
De snoeren en kabels niet verlengen.
Spuit geen insektenverdelgende
middelen of vluchtige chemicaliën op
het toestel.
• Wordt het toestel met zulke chemicaliën
bespoten dan kan de body beschadigd
raken en het oppervlak ervan
afbladderen.
• Zorg ervoor dat het toestel niet gedurende
lange tijd in aanraking komt met rubber of
plastic producten.
Gebruik geen benzine, verdunner of
alcohol voor de reiniging van het
toestel.
• Voordat u het toestel reinigt, de batterij
verwijderen of de netspanningsadapter
(DMW-AC5; los verkrijgbaar) loskoppelen
van de elektrische uitlaat.
• De body van het toestel kan vervormd
raken en het oppervlak kan gaan
afbladderen.
• Veeg het toestel met een zachte droge
doek schoon. Om hardnekkige vlekken te
verwijderen gebruikt u een doek die
natgemaakt is met een in water verdund
reinigingsmiddel. Na afloop gebruikt u
voor het drogen een droge doek.
• Wanneer u een chemische doek gebruikt,
moet u de instructies in acht nemen die bij
deze doek geleverd worden.
• Wanneer er regen of water op het toestel
spettert dan maakt u een zachte doek nat
met leidingwater, wringt u de doek goed
uit en veegt u de body van het toestel er
zorgvuldig mee schoon. Droog het toestel
daarna af met een droge doek.
Overige
113
VQT0S25
n Kaart
Bewaar de kaart niet op plaatsen met
een hoge temperatuur of direct zonlicht
of waar gemakkelijk elektromagnetische
golven of statische elektriciteit
opgewekt kunnen worden.
De kaart niet buigen of laten vallen.
• De kaart kan beschadigd worden of de
opgenomen inhoud zou beschadigd of
gewist kunnen worden.
• Bewaar de kaart in het kaarthoesje of het
bewaarzakje na afloop van het gebruik, of
wanneer u de kaart opbergt of meeneemt.
• Zorg ervoor dat geen vuil, stof of water de
terminals achterop de kaart
binnendringen, en dat u deze niet met uw
vingers aanraakt.
n Batterij
De batterij is een oplaadbare lithium-
ionbatterij. De capaciteit van de batterij
om stroom te genereren is gebaseerd
op de chemische reactie die in de
batterij plaatsvindt. Deze reactie
ondergaat de invloed van de
omgevingstemperatuur en vochtigheid.
Is de temperatuur te hoog of te laag dan
wordt de werkingstijd van de batterij
korter.
Controleer of u de batterij na het gebruik
verwijderd heeft.
Sla de verwijderde batterij op in het
batterijdragende kistje (bijgeleverd).
Als u de batterij per ongeluk laat vallen,
moet u controleren of de body van de
batterij en de terminals beschadigd zijn.
• Door een beschadigde batterij in het
toestel te plaatsen zal de fotocamera
beschadigd raken.
Wanneer u naar buiten gaat, kunt u
geladen reservebatterijen meenemen.
• Vergeet u niet dat de werktijd van de
batterij korter zal worden bij een lage
temperatuur, zoals in skik-oorden.
• Zorg ervoor dat de oplader gereed is om
ter plekke op te kunnen laden als u reist.
Gooi een onbruikbare batterij weg.
• De batterij heeft een beperkte levensduur.
• Gooi de batterij niet in open vuur, dit kan
een explosie veroorzaken.
Zorg ervoor dat de batterijterminals niet
in aanraking komen met metalen
voorwerpen (zoals kettingen,
haarspelden, enz.).
• Dit kan kortsluiting of hittegeneratie
veroorzaken en als u de batterij in deze
toestand aanraakt, kunt u zich lelijk
branden.
n Oplader
• Indien u de oplader in de buurt van een
radio gebruikt, zou de radio-ontvangst
gestoord kunnen worden. Houd de
oplader op een afstand van 1 m of meer
van de radio.
• Wanneer de oplader in gebruik is, kan hij
zoemgeluiden maken. Dit is echter geen
storing.
• Controleer of u na het gebruik de
netspanningskabel los hebt gekoppelt van
het stopcontact. (Indien u het op het
stopcontact aangesloten laat, wordt een
minieme hoeveelheid stroom verbruikt.)
• Houd de terminals van de oplader en de
batterij schoon.
Overige
114
VQT0S25
Weergegeven berichten
[THIS MEMORY CARD IS PROTECTED]
Hef de kaartbeveiliging op.
[NO VALID PICTURE TO PLAY]
Weergave na opname of na het inbrengen
van een kaart met opnames.
[THIS PICTURE IS PROTECTED]
Na het opheffen van de beveiliging kunt u
de foto wissen of overschrijven.
[THIS PICTURE CANNOT BE DELETED]/
[SOME PICTURES CANNOT BE
DELETED]
Foto’s die niet zijn gebaseerd op de DCF-
standaard, kunnen niet worden gewist.
• Wis dit soort afbeeldingen door ze eerst in
uw computer op te slaan en vervolgens
de kaart opnieuw te formatteren met het
toestel.
[NO ADDITIONAL DELETE SELECTIONS
CAN BE MADE]
U hebt het maximum aantal foto’s
overschreden dat kan worden ingesteld om
in één keer te worden gewist met de multi-
wisinstelling.
U hebt meer dan 999 foto’s in uw
favorietenlijst opgenomen.
[CANNOT BE SET ON THIS PICTURE]/
[CANNOT BE SET ON SOME PICTURES]
Wanneer de foto’s niet zijn gebaseerd op
de DCF-standaard, kan DPOF afdrukken
niet worden ingesteld.
[MEMORY CARD ERROR FORMAT THIS
CARD?]
De indeling van de kaart wordt niet herkend
door de camera. Formatteer de kaart
opnieuw met deze camera.
Sla uw gegevens op naar uw computer, en
gebruik daarna dit toestel om de kaart
opnieuw te formatteren.
[PLEASE TURN CAMERA OFF AND
THEN ON AGAIN]
Dit bericht verschijnt als de camera niet
goed werkt. Zet de camera uit en weer aan.
Blijft het bericht zich voordoen, neem dan
contact op met de dealer of met uw
dichtstbijzijnde servicecentrum.
[MEMORY CARD ERROR]
Geen toegang gekregen tot de kaart.
Plaats de kaart opnieuw.
[READ ERROR
PLEASE CHECK THE CARD]
Data-leesfout.
Controleer of de kaart correct is geplaatst
en geef nogmaals weer.
[WRITE ERROR
PLEASE CHECK THE CARD]
Data-schrijffout.
Zet de camera uit en verwijder de kaart.
Breng de kaart dan weer in en zet de camera
opnieuw aan. Zorg dat de camera uitstaat
voordat u de kaart uitneemt of inbrengt om
schade te voorkomen. Deze fout kan er ook
op duiden dat de kaart is beschadigd.
Overige
115
VQT0S25
[MOTION RECORDING WAS
CANCELLED DUE TO THE LIMITATION
OF THE WRITING SPEED OF THE
CARD]
Als u de [PICT.MODE] instelt op
[30fpsVGA] of [30fps16:9], gebruik dan
kaarten met een snelheid van 10 MB/
seconde of hoger (vermeld op verpakking
van kaart) voor de beste resultaten.
Het nemen van foto’s kan plotseling niet
meer mogelijk zijn bij sommige
kaartsoorten of indien u een kaart gebruikt
met een gefragmenteerd geheugen als
gevolg van herhaaldelijk opslaan en
verwijderen.
Schoon de kaart van tevoren op met dit
toestel voor de beste resultaten (P101).
[A FOLDER CANNOT BE CREATED]
De kaart is vol dus u kunt geen map maken.
Sla uw gegevens op in uw computer, en
gebruik daarna dit toestel om de kaart
opnieuw te formatteren.
[MOTION MODE IS NOT AVAILABLE IN
3:2 ASPECT. SET THE ASPECT SWITCH
IN 4:3 OR 16:9.]
Het is niet mogelijk om filmbeelden op te
nemen indien u de aspectratio hebt
ingesteld op [ ]. Stel de aspectratio in
op [
j] of [h]. (P85)
Overige
116
VQT0S25
Problemen oplossen
Indien u het menu opnieuw instelt op de gegevens die het toestel had op het moment van
aankoop, kan de situatie verbeteren. Verricht de [RESET] in het menu Setup. (P23)
n Batterij en voeding
n Foto’s nemen
Situatie Oorzaken
De camera gaat niet aan.
Is de batterij correct geplaatst? Controleer de richting van de batterij.
Is de batterij voldoende geladen?
Gebruik een batterij die voldoende geladen is.
De camera schakelt snel
na het inschakelen uit.
De batterij is onvoldoende geladen. Laad de batterij opnieuw
of gebruik een batterij met voldoende lading.
Situatie Oorzaken
De foto kan niet worden
opgeslagen.
Is de kaart geplaatst?
Is de modusknop correct ingesteld?
Is er voldoende geheugencapaciteit over op de kaart?
Wis enkele foto’s voordat u opslaat.
Het onderwerp is niet
goed scherp gesteld.
Het bereik van de scherpstelling varieert en is afhankelijk van
de opnamemodus.
Draai aan de modusknop om de juiste modus in te stellen
voor de afstand tot het onderwerp.
Is het onderwerp buiten het focusbereik? (P30)
Wanneer u er niet in slaagt het onderwerp scherp te stellen,
zelfs na vele malen proberen, schakel het toestel dan uit en
zet het weer aan.
De genomen foto is
wazig.
Bij het nemen van foto’s op met name donkere plekken of
binnen, wordt de sluitertijd traag en werkt de optische
beeldstabilisator mogelijk niet goed. In dat geval raden we
aan om de camera met beide handen stevig vast te houden
bij het nemen van foto’s (P30).
De opnames zijn flets.
Er zit vuil op de lens.
Er zitten wellicht vlekken, zoals vingerafdrukken, op de lens.
Als het lensoppervlak vuil is, zet de camera aan en reinig het
met een zachte doek.
Het maken van
filmbeelden stopt
onverwachts.
Met deze camera kunnen geen filmbeelden worden
vastgelegd op een MultiMediaCard.
Als u de
[PICT.MODE]
instelt op
[30fpsVGA]
of
[30fps16:9]
,
gebruik dan kaarten met een snelheid van 10 MB/seconde of hoger
(vermeld op verpakking van kaart) voor de beste resultaten.
Het nemen van foto’s kan plotseling niet meer mogelijk zijn bij
sommige kaartsoorten of indien u een kaart gebruikt met een
gefragmenteerd geheugen als gevolg van herhaaldelijk opslaan en
verwijderen. Schoon de kaart van tevoren op met dit toestel voor de
beste resultaten (P101).
Overige
117
VQT0S25
n LCD
Situatie Oorzaken
Het beeld wordt niet
weergegeven op het
LCD-scherm.
Is de spaarstand (P22) ingeschakeld? Druk de ontspanknop
tot halverwege in om deze functie uit te schakelen.
Is de batterijlading onvoldoende om de camera te bedienen?
Gebruik een batterij die voldoende geladen is.
De helderheid van het
scherm wordt donkerder
of lichter gedurende een
moment.
Dit fenomeen treedt op wanneer u de ontspanknop tot
halverwege indrukt om het diafragma in te stellen en is niet
van invloed op de vastgelegde beelden.
Het scherm is te licht of
te donker.
Stel de helderheid van het scherm bij. (P22)
Is de Power LCD functie ingeschakeld? (P26)
Sommige beeldpunten
zijn inactief of branden
altijd op het LCD-
scherm.
Dit is geen storing.
Deze beeldpunten zijn niet van invloed op de opgenomen
beelden.
Er verschijnt ruis op het
LCD-scherm.
In een donkere omgeving kan ruis verschijnen om de
helderheid van het LCD-scherm te handhaven. Dit is niet van
invloed op de beelden die u aan het opnemen bent.
Er verschijnt een
verticaal rood spectrum
op het LCD-scherm.
Dit heet smeer. Het is specifiek voor CCD en geen storing.
Het verschijnt wanneer het onderwerp een helder gedeelte
heeft. Het wordt opgenomen op filmbeelden, maar niet op
stilstaande beelden.
Overige
118
VQT0S25
n Flitser
Situatie Oorzaken
De flitser is niet
geactiveerd.
Zorg dat de flitser openstaat.
Verschuif de [< OPEN] schakelaar. (P38)
De flitser wordt niet geactiveerd als de functie bewegend
beeld [i], [SCENERY], [NIGHT SCENERY],
[FIREWORKS] of [STARRY SKY] in de scènefunctie is
geselecteerd (P59).
De flitser wordt twee
keer geactiveerd.
Bij AUTO/Rode-ogenreductie [s], Forced ON/Rode-
ogenreductie [q] en Slow-sync./Rode-ogenreductie
[u], dient de eerste flits ter voorbereiding om het rode-
ogeneffect te verminderen. Daarna gaat de flitser af voor het
maken van de foto.
Overige
119
VQT0S25
n Weergave
Situatie Oorzaken
De foto wordt niet
weergegeven.
Is de kaart geplaatst?
Staat er een foto op de kaart?
Staat de modusknop ingesteld op weergave [Q]?
Fotos worden
onverwacht gedraaid.
Een van de functies van dit toestel is dat het automatisch
herkent of u de camera een slag draait om een foto te nemen.
Deze foto wordt dan automatisch gedraaid indien
weergegeven.
Het kan voorkomen dat het toestel meent dat u de camera
heeft gedraaid, terwijl u in feite de camera omhoog of omlaag
richt.
• Stel [ROTATE DISP.] (P91) in op [OFF] zodat de camera dit
soort foto’s niet automatisch voor u draait.
• U kunt de foto’s desgewenst draaien met [ROTATE] (P92).
Beelden zijn korrelig of
met ruis.
Controleer of de ISO-gevoeligheid niet te hoog of de sluitertijd
te laag staat ingesteld.
• Verlaag de ISO-gevoeligheid. (P71)
• Stel bij [PICT.ADJ.] de [NOISE REDUCTION] in op [HIGH].
(P77)
• Verbeter de omgevingsbelichting.
Map- of bestandsnaam
worden weergegeven als
[–] en het scherm wordt
zwart.
Is de afbeelding misschien gewijzigd op een computer of
genomen met een fotocamera van een andere fabrikant?
Dit probleem kan zich ook voordoen als u de batterij
onmiddellijk na het nemen van de foto verwijderd of als de
batterij bijna leeg is.
• U dient de kaart opnieuw te formatteren om dit soort
afbeeldingen te verwijderen. (P101) (Denk eraan dat alle
gegevens onherroepelijk wordt gewist bij het formatteren
van de kaart, dus sla uw gegevens op en controleer de kaart
voordat u verdergaat.)
Overige
120
VQT0S25
n Aansluiten op een TV, computer of printer
Situatie Oorzaken
De foto verschijnt niet op
de televisie. Het TV-
scherm is gestoord of
wordt zwartwit
weergegeven.
Is de camera correct op de televisie aangesloten?
Controleer dit.
Stel de TV in op video-ingangsfunctie.
Kan geen filmbeelden
afspelen op een
televisie.
Het is niet mogelijk om filmbeelden weer te geven als u de
kaart hebt ingebracht in een kaartgleuf op een televisie.
Sluit de camera op de televisie aan met de inbegrepen AV-
kabel en geef de beelden op dit toestel weer. (P102)
De foto’s kunnen niet
met printers worden
afgedrukt.
Ondersteunt de printer PictBridge? Het is niet mogelijk om
met printers af te drukken die PictBridge niet ondersteunen.
(P106)
Stel de USB-functie in op [PictBridge (PTP)]. (P103)
De zijkanten van
afgedrukte beelden
worden afgeknipt.
• Sommige fotozaken kunnen foto’s gemaakt in de aspectratio
[j] verwerken (P85). Informeer hiernaar voordat u de
afdrukopdracht indient.
Heeft u de aspectratio op [j] (P85) ingesteld?
• Als uw printer beschikt over de mogelijkheid om randen in te
stellen en bij te snijden, wijzig deze instellingen dan zo dat
er geen randen zijn en niet wordt bijgesneden. (Lees
hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw printer.)
Er kunnen geen foto’s
naar de printer worden
opgeladen.
Controleer de aansluitingen.
Controleer of de computer de camera correct heeft herkend.
Wijzig de USB-functie van de camera naar [PC]. (P103)
Het beeldformaat past
niet op het TV-scherm.
Controleer de instelling [TV ASPECT] op dit toestel. (P24)
Het gebied dat een foto
op de televisie of op de
LCD van dit toestel
inneemt, is relatief
gezien verschillend.
Het eigenlijke weergegeven gebied kan bij sommige televisies
afwijkend zijn. Foto’s worden soms met bijgesneden zijden
weergegeven. Dit is normaal.
De computer herkent de
kaart niet.
Maak de USB-aansluitkabel los, steek de kaart in en sluit de
kabel nogmaals aan.
Overige
121
VQT0S25
n Overige
Situatie Oorzaken
Er werd per ongeluk een
niet leesbare taal
geselecteerd.
Selecteer het pictogram [
{] in het menu [SETUP] om de
gewenste taal in te stellen. (P24)
Bij het half indrukken
van de ontspanknop,
gaat er soms een rood
lampje branden.
Op donkere plekken licht de AF-assistentielamp (P75) rood
op om beter te kunnen instellen op het onderwerp.
De AF-assistentielamp
gaat niet aan.
Staat [AF ASSIST LAMP] in het [REC] functiemenu ingesteld
op [ON]?
Neemt u foto’s in een heldere omgeving? De AF-
assistentielamp gaat niet aan op heldere plekken.
De AF-assistentielamp gaat niet aan indien [SCENERY],
[NIGHT SCENERY], [FIREWORKS] of [SELF PORTRAIT] in
de scènefunctie is geselecteerd (P59).
De klokinstelling is
gereset.
Als u het toestel lange tijd niet gebruikt, kan het zijn dat de
instelling van de klok gereset wordt. Als het bericht [PLEASE
SET THE CLOCK] verschijnt, moet u de klok opnieuw
instellen.
Wanneer u een foto neemt voordat de klok is ingesteld, wordt
[0:00 0. 0. 0] opgenomen.
De lens klikt. Wanneer de helderheid veranderd is, wegens de zoom of de
beweging van het toestel, of door iets anders, kan the lens
klikken en kan het beeld op het scherm drastisch veranderd
zijn. Dit heeft echter geen invloed op de kwaliteit van de
foto’s.
Het geluid wordt veroorzaakt door de automatische instelling
van het diafragma. Dit is geen storing.
De camera wordt warm. De camera kan tijdens het gebruik iets warmer worden, maar
dit is normaal.
Er verschijnen vreemde
kleuren aan de rand van
het beeld.
Door de kenmerken van de lens kan er enige verkleuring
optreden. Dit is normaal.
Kan de auto review-
functie niet wijzigen.
Het is niet mogelijk om de auto review-functie in het
setupmenu te wijzigen als u: opnames maakt met de auto
bracket of burstfunctie, filmopnames maakt, de scènefunctie
zelfportret gebruikt of geluid opneemt (P73). (P57) (P44)
(P46) (P67)
Bestandsnummers
worden niet op volgorde
gemaakt.
Bepaalde activiteiten veroorzaken dat foto’s in mappen met
andere nummers worden opgeslagen. (P105)
Overige
122
VQT0S25
Specificaties
Digitale fotocamera: Informatie voor uw veiligheid
Energiebron: DC 5,1 V
Stroomverbruik: 2,1 W (Tijdens opname)
1,0 W (Tijdens weergave)
Effectieve beeldpunten
toestel: 8.400.000 beeldpunten
Beeldsensor:
1/1,65
CCD, totaal aantal beeldpunten 8.610.000 beeldpunten
Primair kleurfilter
Lens: 4x optische zoom, f=6,3 tot 25,2 mm [35 mm filmcamera
equivalent: 28 tot 112 mm (aspectratio [
j])] /F2,8 tot F4,9
Digitale zoom: Max.
Vergrote optische zoom: In [
j] aspect : Tot 5×
In [ ] aspect : Tot 5,1×
In [
h] aspect : Tot 5,6×
(Elke resolutie behalve de maximale voor de geselecteerde
aspectratio)
Focus: Normaal/Macro/Handmatig
9-zone-focussing/3-zone-focussing (hoge snelheid)/1-zone-
focussing (hoge snelheid)/1-zone-focussing/Spot-focussing
Focusbereik: Normaal AF: 50 cm (Groothoek)/120 cm (Tele) tot Z
Macro:5 cm (Groothoek)/30 cm (Tele) tot Z
Sluitersysteem: Elektronische sluiter+Mechanische sluiter
Sluitertijd: 60 tot 1/2.000ste
Burstopname
Burstsnelheid (max.): 3 beelden/seconde (hoge snelheid), 2 beelden/seconde (lage
snelheid), 2 beelden/seconde (onbeperkt)
Aantal opneembare
opnames (max.): 9 beelden (standaard), 5 beelden (fijn),
Afhankelijk van de kaartcapaciteit. (onbeperkt)
(Prestaties burstopnames gelden alleen met SD
geheugenkaart. MultiMediaCard prestaties zullen minder zijn.)
Bewegend beeldopname: Aspectratio [
j]: 848×480 beeldpunten (30 of 10 beelden/
seconde met geluid)
Aspectratio [
h]:
320×240 beeldpunten, 640×480 beeldpunten
(30 of 10 beelden/seconde met geluid)
(De maximale opnameduur hangt af van de kaartcapaciteit.)
Overige
123
VQT0S25
ISO-gevoeligheid: AUTO/80/100/200/400
Witbalans:
AUTO/Daglicht/Bewolkt/Halogeen/Wit-instelling 1/Wit-instelling 2
Belichting (AE): Programma AE
Belichtingscompensatie (1/3 EV stap, –2 tot +2 EV)
Metingfunctie: Meervoudig/Center weighted/Spot
LCD-scherm: Lage-temperatuur polykristallijn TFT LCD
2,5 (Ongeveer 207.000 beeldpunten) (veld zichtratio
ongeveer 100%)
Flits: Flitsbereik: (ISO AUTO)
Circa 60 cm tot 4,1 m
AUTO, AUTO/Rode-ogenreductie, Gedwongen AAN
(Gedwongen AAN/Rode-ogenreductie), Langzame synch./
Rode-ogenreductie, Gedwongen UIT
Microfoon: Mono
Luidspreker: Mono
Opnamemedia: SD geheugenkaart/MultiMediaCard
Beeldformaat:
Stilstaand beeld: Aspectratio [
j]:
3840×2160 beeldpunten, 3072×1728 beeldpunten, 1920×1080
beeldpunten
Aspectratio [ ]:
3248×2160 beeldpunten, 2560×1712 beeldpunten, 2048×1360
beeldpunten
Aspectratio [
h]:
2880×2160 beeldpunten, 2304×1728 beeldpunten, 2048×1536
beeldpunten, 1600×1200 beeldpunten, 1280×960 beeldpunten
Bewegend beeld: Aspectratio [
j]:
848×480 beeldpunten
Aspectratio [
h]:
640×480 beeldpunten, 320×240 beeldpunten
Kwaliteit: TIFF/Fijn/Standaard/RAW
Bestandsindeling
opnames
Stilstaand beeld: JPEG (Design rule for Camera File system, gebaseerd op Exif
2.2 standaard)/DPOF-conform
Beeld met geluid: JPEG (Design rule for Camera File system, gebaseerd op Exif
2.2 standard)+QuickTime (opname met audio)
Bewegend beeld: QuickTime Motion JPEG (bewegerde beelden met audio)
Overige
124
VQT0S25
Interface
Digitaal: USB 2.0 (Volle Snelheid)
Analoge video/audio: NTSC/PAL Composite (via menu geschakeld), Audiolijnoutput
(mono)
Aansluitingen
AV OUT/DIGITAL: AV/USB dedicated jackplug (8 pins)
DC IN: Dedicated jackplug (2 pins)
Afmetingen: 105,7 mm (W)×55,8 mm (H)×25,6 mm (D)
(exclusief het uitstekende deel)
Gewicht: Circa 185 g
(exclusief geheugenkaart, batterij en lensdop)
Circa 220 g (inclusief geheugenkaart, batterij en lensdop)
Bedrijfstemperatuur: 0 °C tot 40 °C
Bedrijfsvochtigheid: 10% tot 80%
Batterijoplader
(Panasonic DE-A12A): Informatie voor uw veiligheid
Ingang: 110 tot 240 V ~ 50/60 Hz, 0,2 A
Uitgang: LADING 4,2 V 0,8 A
Mobiliteit apparatuur: Verplaatsbaar
Batterij (lithium-ion)
(Panasonic CGA-S005E): Informatie voor uw veiligheid
Voltage/capaciteit: 3,7 V, 1150 mAh
Overige
125
VQT0S25
MEMO
126
VQT0S25
Overige
MEMO
127
VQT0S25
Overige
MEMO
Du
C
VQT0S25
H0705MH0 ( 8000 A )
QuickTime en het QuickTime-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc., onder vergunning gebruikt.
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Web Site: http://www.panasonic.co.jp/global/
H0705MH0

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing Digitale Fotocamera Model Nr. DMC-LX1EG Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen alvorens dit apparaat in gebruik te nemen. Web Site: http://www.panasonic-europe.com VQT0S25 Vóór gebruik Geachte Klant, Wij willen van de gelegenheid gebruik maken u te bedanken voor de aanschaf van deze Panasonic digitale fotocamera. Leest u deze handleiding met aandacht en bewaar hem binnen handbereik voor toekomstige raadpleging. Informatie voor uw veiligheid WAARSCHUWING OM HET RISICO OP BRAND OF SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES TE BEPERKEN, DIENT U ALLEEN GEBRUIK TE MAKEN VAN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES EN DE APPARATUUR NIET BLOOT TE STELLEN AAN REGEN OF VOCHT. VERWIJDER DE DEKSEL (ACHTERKANT) NIET, BINNENIN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN GEBRUIKERSBEDIENBARE ONDERDELEN. NEEM VOOR ONDERHOUD CONTACT OP MET GEKWALIFICEERDE ONDERHOUDSTECHNICI. Neemt u zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het opnemen van voorgeregistreerde banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht zijn. Zelfs voor privé-gebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn. • Houdt u er rekening mee dat de huidige bedieningselementen, de onderdelen, de menuopties enz. van uw digitale camera enigszins af kunnen wijken van de illustraties die in deze handleiding opgenomen zijn. • SD Logo is een handelsmerk. • Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven. HET STOPCONTACT MOET IN DE NABIJHEID VAN HET APPARAAT GEÏNSTALLEERD WORDEN EN MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN. 2 VQT0S25 GEVAAR Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een zelfde soort batterij of equivalent, die door de fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals door de fabrikant voorgeschreven wordt. n Opmerking betreffende lithiumbatterijen • Bij dit product zijn lithiumbatterijen geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn, mag u deze niet weggooien maar moet u deze inleveren als klein chemisch afval. • Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als stroomvoorziening voor de klok. • Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen van de lithiumbatterij op het moment dat u het apparaat aan het einde van de levensduur vervangt. • Verzekert u ervan dat de ingebouwde lithiumbatterij door vakbekwaam servicepersoneel wordt verwijderd. n Alleen voor servicepersoneel: Schroevendraaier Printplaat Lithiumbatterij • Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte Bedradingsplaat met behulp van de schroevendraaier etc. zoals het figuur hierboven. • De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en de positie van de lithiumbatterij kunnen verschillen afhankelijk van het model van de digitale fotocamera. n Zorg voor het toestel • Het toestel niet schudden of er tegen stoten. Het toestel zou daardoor niet normaal kunnen werken, het maken van opnames zou buiten werking gesteld kunnen worden, of de lens zou beschadigd kunnen raken. • Zand of stof kan een storing van de fotocamera veroorzaken. Wanneer u de fotocamera op het strand, enz. gebruikt, let erop dat er geen zand of stof in de fotocamera komt. • Wanneer u het toestel op een regenachtige dag of op het strand gebruikt, zorg ervoor dat er geen water in komt. • Komen er spetters zeewater op het toestel, maak dan een zachte doek nat met leidingwater, wring de doek goed uit en veeg de body van het toestel er zorgvuldig mee schoon. Droog het toestel daarna zorgvuldig af met een droge doek. n Over het LCD-scherm • Druk niet hard op het LCD-scherm. Dit zou ongelijke kleuren op het LCD-scherm of een storing van het LCD-scherm kunnen veroorzaken. • Bij grote temperatuurverschillen kan er condens op het LCD-scherm ontstaan. Veeg dit af met een zachte droge doek. Vóór gebruik • Indien het toestel buitengewoon koud is wanneer u het inschakelt, zal het beeld op het LCD-scherm iets donkerder zijn dan normaal. Naarmate de binnentemperatuur toeneemt, keert ook de gewone helderheid terug. Er wordt gebruik gemaakt van zeer hoge precisietechnologie bij de productie van het LCDscherm. Het resultaat is meer dan 99,99% effectieve beeldpunten met slechts 0,01% inactieve of altijd brandende beeldpunten. Dit zal echter niet op de afbeeldingen op de kaart worden opgenomen. n Over de lens • De lens niet direct op de zon of op sterke lichtbronnen richten. Dit zou niet alleen storingen van het toestel kunnen veroorzaken maar ook onherstelbaar letsel aan uw ogen. • Druk niet hard op de lens. • Wanneer u het toestel met de lens in de richting van de zon houdt, kan dit een storing veroorzaken. Wees voorzichtig wanneer u het toestel buiten of dichtbij een raam legt. n Over condensatie (Wanneer de lens beslagen is) Condensatie doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of vochtigheid als volgt veranderd is: Pas op voor condensatie, aangezien dit vlekken op de lens, schimmel of storingen veroorzaakt. • Wanneer het toestel naar binnen wordt gebracht, van de kou naar een warme kamer. • Wanneer het toestel van de buitenlucht in een auto met airconditioning geplaatst wordt. • Wanneer koele wind van een airconditioner of ergens anders vandaan direct op het toestel geblazen wordt. • In vochtige plaatsen Plaats de fotocamera in een plastic zak totdat de temperatuur van de fotocamera dichtbij die van de omgeving zit, om condensatie te voorkomen. In geval van condensatie schakelt u de fotocamera uit en laat u het 2 uur met rust. Wanneer het toestel de omgevingstemperatuur nadert, verdwijnt de nevel vanzelf. n Wanneer u het toestel lange tijd niet zult gebruiken • Berg de batterij op in een koele en droge plaats met een relatief stabiele temperatuur. (Aanbevolen temperatuur:15 ºC tot 25 ºC, Aanbevolen vochtigheidsgehalte: 40% tot 60%) • Controleer of de batterij en de kaart uit het toestel gehaald zijn. • Wanneer de batterij lange tijd in het toestel gelaten wordt, vindt ontlading plaats, zelfs wanneer het toestel uitgeschakeld is. Als u de batterij gedurende lange tijd in het toestel laat, wordt hij overmatig ontladen en kan onbruikbaar worden, zelfs na het opladen. • Om de batterij gedurende lange tijdsduur op te bergen, wordt het aanbevolen hem één keer per jaar op te laden en vervolgens opnieuw op te bergen nadat u de geladen capaciteit volledig heeft opgebruikt. • Wanneer u het toestel in een kast of lade bewaart, wordt het aangeraden er droogstof (silicagel) bij te bewaren. -Als u dit symbool ziet- Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur (particulieren) Dit symbool op de producten en/of de bijbehorende documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet bij het normale huishoudelijke afval mogen. Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In sommige landen kunt u uw producten bij een lokale winkelier inleveren bij de aanschaf van een equivalent nieuw product. Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen ontstaan door een onjuiste verwerking van afval. Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt. Er kunnen boetes gelden voor een onjuiste verwijdering van dit afval, in overeenstemming met de nationale wetgeving. Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met uw leverancier voor verdere informatie. Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is. 3 VQT0S25 Vóór gebruik Hoe werkt de gebruiksaanwijzing De beschrijving op deze pagina is slechts bij wijze van voorbeeld en niet alle pagina’s worden op deze manier beschreven. Met de hier aangegeven standen kunt u de functies of instellingen gebruiken die op deze pagina worden beschreven. Stel de functiekeuzeschakelaar in op een van de standen om de functies of instellingen te gebruiken. Optische zoom gebruiken U kunt mensen en onderwerpen dichterbij laten lijken met de viervoudige zoomfunctie, en landschappen kunnen in groothoek worden vastgelegd. • De foto kan enigszins vertekenen (typisch voorbeeld: verticale lijn die naar buiten buigt). Hier vindt u nuttige of handige informatie over het gebruik van deze camera. n Afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing Het uiterlijk van het product, de afbeelding of het menuscherm wijkt lichtjes af van het eigenlijke gebruikte. n De afbeeldingen van de cursorknop en de joystick In deze gebruiksaanwijzing wordt de bediening van de cursorknop als hieronder afgebeeld aangeduid. Voorbeeld: Op de cursorknop r drukken Voorbeeld: De joystick naar rechts bewegen MENU REV Voorbeeld: De joystick indrukken • Naar [PHOTOfunSTUDIO -viewer- Version 1.0E] wordt in deze gebruiksaanwijzing verwezen als [PHOTOfunSTUDIO]. 4 VQT0S25 Inhoud Vóór gebruik Informatie voor uw veiligheid . . . . . . . . . .2 Hoe werkt de gebruiksaanwijzing . . . . . . .4 Voorbereiding Standaard accessoires . . . . . . . . . . . . . . .7 Namen van onderdelen . . . . . . . . . . . . . .8 Beknopte handleiding . . . . . . . . . . . . . . .10 De batterij laden met de lader . . . . . . . .11 Batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 Batterij plaatsen/verwijderen . . . . . . . . .13 Kaart plaatsen/verwijderen . . . . . . . . . . .14 De kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 Aantal opneembare foto’s en formaat bij benadering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 De lensdop/-draagriem bevestigen . . . .19 Datum/Tijd instellen (Clock Set) . . . . . . .20 Setupmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21 Het LCD-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 Opnames maken (basis) Foto’s nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 Foto’s nemen in automatische modus . .33 Opnames controleren (Review) . . . . . . .35 Optische zoom gebruiken . . . . . . . . . . .36 Foto’s nemen met de ingebouwde flitser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 Foto’s nemen met de zelfontspanner . . .42 De belichting compenseren . . . . . . . . . .43 Foto’s nemen met Auto Bracket . . . . . . .44 Optisch beeldstabilisatiesysteem [STABILIZER] . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 Foto’s nemen met de burstmodus . . . . .46 Weergave (basis) Weergeven van foto’s . . . . . . . . . . . . . .47 9/16/25 foto’s Multi-weergave . . . . . . . .48 Zoomweergave gebruiken . . . . . . . . . . .49 Foto’s wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50 Opnames maken (geavanceerd) De modusknop gebruiken . . . . . . . . . . . • Diafragma-prioriteit AE . . . . . . . . . . • Sluitertijd-prioriteit AE . . . . . . . . . . . • Handmatige belichting . . . . . . . . . . • Bewegend beeldmodus . . . . . . . . . • Scènemodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . – Portretmodus . . . . . . . . . . . . . . . – Sportmodus . . . . . . . . . . . . . . . . – Voedselmodus . . . . . . . . . . . . . . – Landschapsmodus . . . . . . . . . . . – Nachtportretmodus . . . . . . . . . . . – Nachtlandschapsmodus . . . . . . . – Babymodus . . . . . . . . . . . . . . . . – Zachte huidmodus . . . . . . . . . . . – Kaarslichtmodus . . . . . . . . . . . . . – Partymodus . . . . . . . . . . . . . . . . – Vuurwerkmodus . . . . . . . . . . . . . – Sneeuwmodus . . . . . . . . . . . . . . – Sterrenhemelmodus . . . . . . . . . . – Zelfportretmodus . . . . . . . . . . . . Werken met het modusmenu [REC] . . . • Witbalans [W.BALANCE] . . . . . . . . • ISO-gevoeligheid [SENSITIVITY] . . • Beeldformaat [PICT.SIZE] . . . . . . . • Kwaliteit [QUALITY] . . . . . . . . . . . . • Geluidsopname [AUDIO REC.] . . . . • Metingfunctie [METERING MODE] . . . . . . . . . . . . • AF-modus [AF MODE] . . . . . . . . . . • Continue AF [CONT.AF] . . . . . . . . . • AF-assistentielamp [AF ASSIST LAMP] . . . . . . . . . . . . . • Digitale zoom [D.ZOOM] . . . . . . . . . • Kleureffect [COL.EFFECT] . . . . . . . • Beeldinstelling [PICT.ADJ.] . . . . . . . • Flip-animatie [FLIP ANIM.] . . . . . . . Werken met het snelmenu . . . . . . . . . . Foto’s nemen met handmatige focus . . AF/AE vergrendeling (AF: Auto focus/ AE: Auto exposure) . . . . . . . . . . . . . . AF-macromodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . De aspectratio instellen . . . . . . . . . . . . 52 52 53 54 57 59 60 60 61 61 62 62 63 64 64 65 65 66 66 67 68 69 71 71 72 73 73 74 75 75 76 76 77 77 80 81 83 84 85 5 VQT0S25 Foto’s nemen met de extra optische zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86 Weergave (geavanceerd) Beelden weergeven met geluid/Bewegende beelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 Werken met het modusmenu [PLAY] . . 88 • Weergeven met een diashow [SLIDE SHOW] . . . . . . . . . . . . . . . . 89 • Favorieteninstelling [FAVORITE] . . . 90 • Beelden weergeven in de richting waarin ze zijn opgenomen [ROTATE DISP.] . . . . . . . . . . . . . . . 91 • Het beeld draaien [ROTATE] . . . . . . 92 • Het af te drukken beeld en het aantal afdrukken instellen [DPOF PRINT] . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 • Per ongeluk wissen van beelden voorkomen [PROTECT] . . . . . . . . . . 95 • Geluid toevoegen aan opgenomen beelden [AUDIO DUB.] . . . . . . . . . . 96 • Het beeldformaat veranderen [RESIZE] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 • Beelden bijsnijden [TRIMMING] . . . 98 • Aspectratio wijzigen [ASPECT CONV.] . . . . . . . . . . . . . 100 • De kaart opschonen [CLEAN UP] . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 • De kaart initialiseren [FORMAT] . . 101 Beelden weergeven op een tv-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Aansluiten op een PC of printer Alvorens aan te sluiten met behulp van een USB-aansluitkabel [4 : USB MODE] . . . . . . . . . . . . . 103 Aansluiten op een PC . . . . . . . . . . . . . 104 Aansluiten op een PictBridge-compatibele printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106 6 VQT0S25 Overige Schermweergave . . . . . . . . . . . . . . . . Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Weergegeven berichten . . . . . . . . . . . Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 112 114 116 122 Voorbereiding Standaard accessoires Controleer de inhoud voordat u de camera gebruikt. n SD geheugenkaart (32 MB) RP-SD032BVE0 (In de tekst wordt hiernaar verwezen als “kaart”) n USB-aansluitkabel K1HA08CD0007 n CD-ROM n Batterijpakket CGA-S005E (In de tekst wordt hiernaar verwezen als “batterij”) n Batterijoplader DE-A12A (In de tekst wordt hiernaar verwezen als “lader”) n Draagriem VFC4082 n Batterijdragend kistje VYQ3509 n Lensdop VYF3055 n Netspanningskabel K2CQ2CA00006 n Lensdopkoord VFC4137 n AV-kabel K1HA08CD0008 • Mocht u een van de meegeleverde accessoires verliezen, neem dan contact op met de dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum. (U kunt de accessoires afzonderlijk aanschaffen.) 7 VQT0S25 Voorbereiding Namen van onderdelen 1 2 4 7 12 1 Lens 2 Zelfontspannerlampje (P42) AF-assistentielamp (P75) 3 Flitser (P30, 38) 3 8 5 6 9 10 11 4 Joystick (P32, 47, 81) 5 AF/AE vergrendelknop (P83) 6 Cursorknoppen w/Zelfontspannerknop (P42) r/[REV] knop (P35) q/Flitsfunctieknop (P38) e/Backlight-compensatie in Automodus (P34)/Belichtingscompensatie (P43)/Auto-bracket (P44)/Fijnafstelling witbalans (P70) knop 7 LCD-scherm (P25, 110) 8 Statusaanduiding 9 [MENU] knop (P21, 59, 88) 10 [DISPLAY/PWR LCD] knop (P25) 11 Single/Burst modus (P46)/Wisknop (P35, 50, 90) 13 12 Lenscilinder 13 Focusschakelaar (P29, 81, 84) 8 VQT0S25 Voorbereiding 14 17 18 19 20 15 16 21 23 24 25 26 14 15 16 17 18 19 20 21 22 Aspectratioschakelaar (P85) Zoomhendel (P35, 36, 48, 49) Knop Optical Image Stabilizer (P45) Flitsopener (P38) Luidspreker (P87) Microfoon (P57, 73) Modusknop (P28) Ontspanknop (P29) Aan-/uitknop (P21) 22 23 Oog voor lensdop/riem (P19) 24 [DIGITAL/AV OUT] aansluiting (P102, 104, 106) 25 [DC IN] aansluiting (P104, 106) • Gelieve er zeker van zijn de echte Panasonic AC Adapter (DMW-AC5; optioneel) te gebruiken. • Deze camera kan de batterij niet opladen, ook niet als de netadapter AC (DMW-AC5; optioneel) erop is aangesloten. 26 Afdekking aansluitingen 27 Kaart-/Batterijklep (P13, 14) 28 Statiefaansluiting • Let bij gebruik van een statief goed op of het statief stevig en stabiel staat met het toestel erop bevestigd. 27 28 9 VQT0S25 Voorbereiding Beknopte handleiding Hier vindt u een overzicht van de werkwijze voor het maken van opnames met deze camera. Lees voor elke functie de bijbehorende pagina’s. 3 Zet de camera aan om foto’s te nemen. • Stel de klok in. (P20) 1 Batterij opladen. (P11) 1 • De batterij is bij levering niet geladen. Laad de batterij voor gebruik op. 3 2 2 Plaats de batterij en de kaart. (P13, 14) 1 Stel de modusknop in op [L]. 2 Open de flitser. (Bij gebruik van de flitser) (P38) 3 Druk de ontspanknop in om foto’s te nemen. (P29) 4 Kijk de foto’s terug. 1 2 1 Stel de modusknop in op [Q]. 2 Selecteer de foto die u wilt bekijken. (P47) 10 VQT0S25 Voorbereiding De batterij laden met de lader De batterij is bij levering niet geladen. Laad de batterij voor gebruik op. 3 Verwijder de batterij. 1 Plaats de batterij en let daarbij op de batterijrichting. 2 Sluit de netspanningskabel aan. • Vergeet niet om na afloop van het laden het snoer uit het stopcontact te halen. • De batterij wordt warm na gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de camera wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing van de camera. • De batterij loopt leeg als hij lange tijd na het laden niet wordt gebruikt. Laad hem opnieuw. • Gebruik de speciale lader en batterij. • Laad de batterij met de lader binnenshuis. • Haal de lader niet uit elkaar, pas hem ook niet aan. • De netspanningskabel past niet helemaal in de elektra-aansluiting. Er blijft een spleet open zoals hieronder afgebeeld. • Als het [CHARGE] lampje A groen is, start het opladen. • Als het [CHARGE] lampje A uitgaat (na ongeveer 130 minuten uur), is het opladen voltooid. 11 VQT0S25 Voorbereiding Batterij n Batterijaanduiding De resterende batterijlading wordt op het scherm weergegeven. [De aanduiding verschijnt niet als u de camera gebruikt met de netadapter (DMW-AC5; optioneel).] De aanduiding wordt rood en knippert: Vervang de batterij of laat hem opnieuw op. n Levensduur van de batterij Het aantal opnames volgens CIPAnormen (In de modus Program AE) • CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association]. Aantal opnames Circa 240 foto’s (Circa 120 min.) (Opnamecondities volgens CIPA-normen) • Temperatuur: 23°C/ Luchtvochtigheid: 50% als het LCDscherm aan is. • Met gebruik van SD geheugenkaart (geleverd: 32 MB). • Met gebruik van de geleverde batterij. • Vastleggen begint 30 seconden nadat de camera is aangezet. • Een opname per 30 seconden, met volledige flits om de andere opname. • Bij elke opname de zoomhendel van tele naar groothoek draaien en vice versa. • De camera na elke 10 opnames uitzetten /De camera laten rusten tot de batterij is afgekoeld. Opmerking: Bij gebruik van de Power LCDfunctie (P26), neemt het aantal opneembare foto’s af. Het werkelijke aantal foto’s dat u kunt nemen hangt af van de pauze die u laat tussen de opnames. Het aantal opnames neemt proportioneel af met de ingelaste pauze. • Laat u bijvoorbeeld twee minuten tussenruimte tussen elke opname in plaats van de 30 seconden van bovenstaande situatie, dan neemt het aantal opnames af tot een kwart (Circa 60 foto’s). 12 VQT0S25 n Weergavetijd Weergavetijd Circa 300 min. Het aantal opneembare foto’s en de weergavetijd variëren afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de wijze waarop de batterij wordt bewaard. n Laden Laadduur Circa 130 min. Laadduur en aantal opneembare foto’s met de optionele batterijpakket (CGA-S005E) zijn hetzelfde als hierboven. • Als het laden start, gaat het [CHARGE] lampje branden. n Laadstoring • Als het indicatielampje [CHARGE] tijdens het laden met een interval van ongeveer 1 seconde knippert, is er sprake van een storing bij het laden. Haal in dat geval de lader uit het stopcontact, verwijder de batterij en controleer vervolgens of de kamer dan wel de batterijtemperatuur niet te laag of hoog is. Als de kamertemperatuur tussen de 10°C tot 35°C, laad de batterij dan opnieuw op. Blijft het indicatielampje [CHARGE] knipperen ook nadat u de batterij enige tijd hebt opgeladen, neem dan contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum. • Als de gebruikstijd van de camera zeer kort wordt ook al is de batterij goed geladen, dan is de levensduur van de batterij wellicht verstreken. Koop een nieuwe batterij. n Laadcondities • Laad de batterij bij een temperatuur van 10°C tot 35°C. (Batterijtemperatuur dient hetzelfde te zijn.) • De prestaties van de batterij kunnen tijdelijk minder zijn en de gebruikstijd kan korter worden bij lage temperatuuromstandigheden (bijv. skiën/ snowboarden). Voorbereiding Batterij plaatsen/verwijderen • Controleer of de camera uitstaat en de lens ingeschoven is. • Sluit de flitser. 1 Schuif het klepje van de kaart/ batterij open. 3 1 Sluit het kaart-/batterijklepje. 2 Schuif het kaart/batterijklepje naar het einde en sluit het stevig. 2 • Gelieve er zeker van zijn de echte Panasonic batterijen (CGA-S005E) te gebruiken. 2 Plaatsen: Plaats de opgeladen batterij en let daarbij op de batterijrichting. Verwijderen: Verschuif de vergrendeling 1 om de batterij te verwijderen. 1 1 • Indien u de camera langere tijd niet gebruikt, verwijder dan de batterij. Bewaar de verwijderde batterij in de batterijdragend kistje (meegeleverd). (P113) • Indien een volledig opgeladen batterij langer dan 24 uur is geplaatst, wordt de klokinstelling opgeslagen (in de camera) gedurende ten minste drie maanden ook al wordt de batterij uitgenomen. (Het opslaan kan korter duren als de batterij niet geheel geladen was.) Als er meer dan drie maanden verstrijken, gaat de klokinstelling verloren. Stel de klok in dat geval opnieuw in. (P20) • Verwijder kaart en batterij niet terwijl de kaart in gebruik is (P15). Hierdoor kunnen de gegevens op de kaart beschadigen. • De geleverde batterij is uitsluitend ontworpen voor gebruik met deze camera. Gebruik hem niet met andere apparatuur. • Zorg dat de camera uitstaat voordat u de batterij verwijdert. Camerainstellingen kunnen verloren gaan als u de batterij uitneemt terwijl de camera nog aanstaat. 13 VQT0S25 Voorbereiding Kaart plaatsen/verwijderen • Controleer of de camera uitstaat en de lens ingeschoven is. • Sluit de flitser. 1 Schuif het klepje van de kaart/ batterij open. 3 1 Sluit het kaart-/batterijklepje. 2 Schuif het kaart/batterijklepje naar het einde en sluit het stevig. 2 1 2 Plaatsen: Plaats de kaart met het etiket naar de achterkant van de camera gericht tot het klikt. • Als het kaart-/batterijklepje niet helemaal dichtgaat, verwijder de kaart dan en plaats hem opnieuw. Verwijderen: Druk tegen de kaart tot het klikt en trek de kaart er dan recht uit. • Controleer de richting van de kaart. • De kaart en de gegevens kunnen beschadigen als hij wordt ingebracht of verwijderd terwijl de camera aan is. • We adviseren het gebruik van de Panasonic SD geheugenkaart. (Gebruik uitsluitend de echte SD-kaart met het SD-logo.) • Raak de contactpunten op de achterzijde van de kaart niet aan. • De kaart kan beschadigd raken als hij niet volledig wordt ingebracht. 14 VQT0S25 Voorbereiding De kaart n Toegang tot de kaart Bij het opslaan van foto’s op de kaart, gaat de kaartaanduiding 1 rood branden. 19 worden geformatteerd. Deze functies worden weer beschikbaar als de schuif ontgrendeld wordt.) SD geheugenkaart 2 1 U kunt SD-geheugenkaarten met de volgende capaciteiten gebruiken (van 8 MB tot 2 GB). Als de kaartaanduiding brandt, betekent dit dat foto’s worden ingelezen of gewist, of dat de kaart wordt opgeschoond (P101) of geformatteerd. Voer de volgende handelingen dan niet uit: • de camera uitzetten. • de batterij of de kaart uitnemen. • de camera schudden of stoten. De kaart en de gegevens kunnen beschadigen en de camera functioneert wellicht niet meer normaal. n Behandeling van de kaart Sla kostbare gegevens op uw PC op (P104). De gegevens op de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan door elektromagnetische golven, statische elektriciteit, kapotgaan van de camera of een kapotte kaart. • Als u de kaart hebt geformatteerd op een computer of ander apparaat, formatteer hem dan opnieuw met deze camera. (P101) n SD geheugenkaart (meegeleverd) en MultiMediaCard (optioneel) De SD geheugenkaart en MultiMediaCard zijn kleine, lichtgewicht, uitneembare externe geheugenkaarten. De lees- en schrijfsnelheid van een SD geheugenkaart is snel. De SD geheugenkaart is voorzien van een schuifje voor schrijfbeveiliging 2 dat het schrijven en formatteren van een kaart kan voorkomen. (Als de schuif naar de [LOCK] zijde is geschoven, kunnen de gegevens op de kaart niet overschreven of gewist worden en kan de kaart evenmin 8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB, 512 MB, 1 GB, 2 GB (maximum) Controleer de meest recente informatie op de volgende website. http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs (Deze website is alleen beschikbaar in het Engels.) • Dit apparaat ondersteunt SDGeheugenkaarten die zijn geformatteerd volgens het FAT12-systeem en het FAT16-system, zoals omschreven in de Specificaties van SD-Geheugenkaarten. • Met deze camera kunt u geen bewegende beelden opnemen als u een MultiMediaCard gebruikt. • De lees- en schrijfsnelheid van een MultiMediaCard is langzamer dan van een SD geheugenkaart. Bij gebruik van een MultiMediaCard kunnen de prestaties van bepaalde functies iets achterblijven bij de gepubliceerde. • Hou de Geheugenkaart buiten het bereik van kinderen om het inslikken ervan te voorkomen. 15 VQT0S25 Voorbereiding Aantal opneembare foto’s en formaat bij benadering Aspectratio Beeldformaat j 8M (3840×2160 beeldpunten) 5.5M EZ (3072×1728 beeldpunten) Kwaliteit TIFF G H RAW TIFF G H 16 MB 32 MB 64 MB 128 MB 256 MB 512 MB 1 GB 2 GB 0 1 2 4 9 18 36 74 3 7 15 30 59 115 230 470 6 14 29 60 115 230 460 930 0 1 3 6 13 26 52 105 0 1 3 7 14 28 57 115 5 11 23 47 92 180 360 740 10 22 46 93 180 350 710 1420 Aspectratio j Beeldformaat 2M EZ (1920×1080 beeldpunten) 7M (3248×2160 beeldpunten) Kwaliteit TIFF G H TIFF G H RAW 16 MB 32 MB 64 MB 128 MB 256 MB 512 MB 1 GB 2 GB 2 4 9 18 36 72 145 290 13 28 58 115 230 450 910 1800 25 54 110 220 430 860 1720 3410 0 1 2 5 10 21 43 87 4 8 17 36 70 135 270 560 8 17 35 71 135 270 540 1090 0 1 3 6 13 26 53 105 16 VQT0S25 Voorbereiding Aspectratio Beeldformaat 4.5M EZ (2560×1712 beeldpunten) 2.5M EZ (2048×1360 beeldpunten) Kwaliteit TIFF G H TIFF G H 16 MB 32 MB 64 MB 128 MB 256 MB 512 MB 1 GB 2 GB 1 2 4 8 17 34 69 140 6 13 28 57 110 220 440 890 12 27 55 110 210 430 860 1700 1 3 6 14 27 54 105 210 10 21 44 89 170 340 680 1360 19 41 84 170 330 650 1310 2560 Aspectratio Beeldformaat h 6M (2880×2160 beeldpunten) 4M EZ (2304×1728 beeldpunten) Kwaliteit TIFF G H RAW TIFF G H 16 MB 32 MB 64 MB 128 MB 256 MB 512 MB 1 GB 2 GB 0 1 3 6 12 24 48 98 4 9 20 40 79 155 310 630 9 19 39 79 155 300 610 1220 0 1 3 6 13 26 53 105 1 2 4 9 19 38 76 150 7 15 31 62 120 240 480 970 14 29 60 120 230 470 940 1860 17 VQT0S25 Voorbereiding Aspect ratio Beeldformaat h 3M EZ (2048×1536 beeldpunten) 2M EZ (1600×1200 beeldpunten) Kwaliteit TIFF G H TIFF G H 16 MB 32 MB 64 MB 128 MB 256 MB 512 MB 1 GB 2 GB 1 3 6 12 24 48 96 195 9 19 39 79 150 300 610 1220 17 37 75 150 290 590 1180 2360 2 4 10 20 39 78 155 310 14 30 62 125 240 480 970 1920 28 59 120 240 470 940 1880 3610 Aspect ratio h Beeldformaat 1M EZ (1280×960 beeldpunten) Kwaliteit TIFF G H 16 MB 32 MB 64 MB 128 MB 256 MB 512 MB 1 GB 2 GB 3 7 15 31 61 120 240 490 22 46 94 190 370 730 1470 2920 41 86 175 350 690 1370 2740 5120 • Aspectratio is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van de foto. Ga voor meer informatie over het instellen van de aspectratio naar pagina 85. • Kiest u een groter fotoformaat, dan kunt u foto’s duidelijker afdrukken. Kiest u een kleiner fotoformaat, dan kunt u meer foto’s op de kaart opslaan maar is de kwaliteit van de foto’s minder goed. (P71) • EZ is een afkorting voor Extra Optical Zoom. (P86) • Zie pagina 72 voor informatie over kwaliteit. • De aantallen zijn bij benadering. (De aantallen variëren afhankelijk van de opnamecondities en het type geheugenkaart.) • Het aantal opneembare foto’s varieert ook afhankelijk van de onderwerpen. • Het resterend aantal nog op te nemen foto’s dat op het scherm wordt getoond is een schatting. 18 VQT0S25 Voorbereiding De lensdop/-draagriem bevestigen n Lensdop n Draagriem 1 Leid het draagriem door de 1 Leid het draagriem door het oog opening op de lensdop. voor de koordbevestiging. 2 Leid het draagriem door de opening op de camera. • Controleer of het draagriem goed is verbonden met de camera. 3 Breng het lensdopje aan. • Als u de camera uitzet, vervoert of foto’s weergeeft, breng de lensdop dan aan om het lensoppervlak te beschermen. • Verwijder de lensdop voordat u de camera aanzet in de opnamemodus. • Als de modusknop in een van de opnamemodi wordt gezet en de camera wordt aangezet terwijl de lensdop er nog op zit, wordt de melding [REMOVE LENS CAP AND PRESS q BUTTON] weergegeven. Druk na het wegnemen van de lensdop op de cursorknop q. • Let op dat u de lensdop niet verliest. 19 VQT0S25 Voorbereiding Datum/Tijd instellen (Clock Set) n Fabrieksinstelling De klok is niet ingesteld bij levering. Als u de camera aanzet, verschijnt het volgende scherm. 2 Selecteer [D/M/Y], [M/D/Y] of [Y/M/D]. CLOCK SET 10 : 00 20. DEC. 2005 DM Y SELECT • Neem de lensdop af voordat u datum en tijd instelt. • Druk op de knop [MENU], het scherm in stap 1 verschijnt. • Het instelscherm verdwijnt na ongeveer 5 seconden. Zet het toestel opnieuw aan om bovenstaand scherm opnieuw weer te geven. Of druk op de knop [MENU] om het menuscherm (P21) op te roepen, selecteer [CLOCK SET] op pagina 2/4 van het menu Setup en voer stap 1 en 2 uit. 1 Stel datum en tijd in. CLOCK SET 0 : 00 1 . JAN . 2005 D M Y SELECT SET EXIT MENU • w/q : Selecteer het gewenste item. • e/r : Stel datum en tijd in. 20 VQT0S25 SET EXIT MENU • Sluit het menu door tweemaal op de knop [MENU] te drukken na het voltooien van de instelling. • Controleer de klokinstelling nadat u de camera uit en aan hebt gezet. • Indien een volledig opgeladen batterij langer dan 24 uur is geplaatst, wordt de klokinstelling opgeslagen (in de camera) gedurende ten minste drie maanden ook al wordt de batterij uitgenomen. (Het opslaan kan korter duren als de batterij niet geheel geladen was.) Als er meer dan drie maanden verstrijken, gaat de klokinstelling verloren. Stel de klok in dat geval opnieuw in. • U kunt het jaar instellen van 2000 tot 2099. Er wordt gewerkt met de 24-uurs notatie. • Als u de datum niet instelt, kan deze niet worden afgedrukt bij een fotostudio voor digitale afdrukken. • Zie P94 voor de instelling van de datumafdruk. Voorbereiding Setupmenu Wijzig de instellingen indien nodig. (Zie de pagina’s 22 tot 24 voor informatie over de instellingen.) 1 Verwijder de lensdop en zet de camera aan. A 3 Selecteer het menu [SETUP]. REC SETUP 14 MONITOR AUTO REVIEW POWER SAVE MF ASSIST BEEP SELECT EXIT MENU • Als u de zoomhendel A naar T draait, bladert u naar de volgende pagina van het menuscherm. (vice versa) 4 Selecteer het gewenste item. SETUP • De menuopties hangen af van de modus waarop de modusknop (P28) is ingesteld. Op deze pagina worden de opties van de modus Program AE [L] afgebeeld. 2 Druk op de knop [MENU]. REC MENU MONITOR AUTO REVIEW POWER SAVE MF ASSIST BEEP SELECT EXIT MENU 5 Stel de gewenste waarde in. SETUP SELECT EXIT SET 14 MONITOR AUTO REVIEW POWER SAVE MF ASSIST BEEP SETUP W.BALANCE SENSITIVITY PICT.SIZE QUALITY AUDIO REC. SELECT 14 MENU SET EXIT MENU Zorg dat u op het eind op q drukt om de instelling vast te leggen. • Druk op [MENU] om het menu af te sluiten. Als in opnamemodus bent, sluit u het setupmenu af door de ontspanknop half in te drukken. 21 VQT0S25 Voorbereiding Zie pagina 21 voor het instellen. Menu x MONITOR Functies Pas de helderheid van het LCD-scherm aan in 7 stappen. P AUTO REVIEW [OFF]: De opname wordt niet automatisch weergegeven. [1 SEC.]: De opname wordt gedurende ongeveer 1 seconde automatisch op het scherm weergegeven. [3 SEC.]: De opname wordt gedurende ongeveer 3 seconden automatisch op het scherm weergegeven. [ZOOM]: De opname wordt gedurende ongeveer 1 seconde automatisch op het scherm weergegeven. Daarna wordt hij 4 keer uitvergroot en verschijnt gedurende ongeveer 1 seconde. Deze modus is handig voor het controleren van de brandpuntafstelling. Foto’s in burstmodus, autobracket, foto’s met geluid worden niet uitvergroot zelfs al wordt [ZOOM] geselecteerd. • De functie auto-review is niet ingeschakeld in de modus bewegend beeld [i]. • Auto-review wordt geactiveerd wanneer u foto’s neemt met autobracket [B] (P44) of burstmodi [D], [E] en [F] (P46), ongeacht de auto-review-instelling. (Maar de afbeelding wordt niet vergroot.) • Als de kwaliteit staat ingesteld op [TIFF] of [RAW], werkt de autoreview-functie totdat de opname is opgeslagen op de kaart. (De afbeelding wordt niet vergroot.) • Bij gebruik van foto’s met geluid, werkt de auto-review-functie tijdens het opnemen van het geluid of de gegevens op de kaart, ongeacht de instelling van de auto-review-functie. (De afbeelding wordt niet vergroot.) • U kunt de instelling auto-review niet wijzigen bij gebruik van autobracket, burstfuncties, filmopnames, [SELF PORTRAIT] in scènemodus en bij geluidsopnames. 5 POWER SAVE [1 MIN.]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10 MIN.]: Indien u geen handelingen uitvoert, schakelt de camera automatisch uit na de interval die u hebt ingesteld om de batterij te sparen. [OFF]: De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld. • Druk de ontspanknop half in of zet de camera uit en aan om de spaarstand op te heffen. • Bij gebruik van de netadapter (DMW-AC5; optioneel)/aansluiting op een PC of printer/bewegend beeldopname/bewegend beeldweergave/tijdens diashows, wordt de spaarstand niet geactiveerd. (Indien u de optie diashow handmatig gebruikt, zal de spaarstand het toestel na 10 minuten uitschakelen.) X MF ASSIST 22 VQT0S25 Bij handmatige scherpstelling verschijnt een hulpscherm op het midden van het scherm om het richten op het onderwerp te vereenvoudigen. (P82) [OFF]: Geen MF ASSIST [MF1]: MF ASSIST verschijnt in het midden van het scherm [MF2]: MF ASSIST vult het gehele scherm Voorbereiding Zie pagina 21 voor het instellen. Menu Functies 6 BEEP Stel in om het volume van het gebruiksgeluid te selecteren. [7 ]: Geen gebruiksgeluid [8 ]: Zacht gebruiksgeluid [9]: Luid gebruiksgeluid B SHUTTER Stel in om het volume van het sluitergeluid te selecteren. [C]: Geen sluitergeluid [E]: Zacht sluitergeluid [D]: Luid sluitergeluid 9 VOLUME Het volume van de luidsprekers kan in 7 stappen worden bijgesteld. (LEVEL6 tot 0) • Het volume van de luidsprekers van de TV wijzigt niet wanneer u de camera op de TV aansluit. 3 CLOCK SET Wijzig datum en tijd. (P20) 2 NO.RESET Stel dit in wanneer u de bestandsnummering van een foto wilt starten vanaf 0001 bij de eerstvolgende opname. (Het nummer van de map wordt bijgewerkt en de bestandsnummering start vanaf 0001.) • Er kan een mapnummer van 100 tot 999 worden toegewezen. Als het mapnummer 999 wordt bereikt, kan het niet gereset worden. We raden u aan de kaart te formatteren nadat u de gegevens op een PC of elders hebt opgeslagen. • Om het mapnummer terug te stellen op 100, moet u de kaart eerst opnieuw formatteren (P101). Voer hierna [NO.RESET] uit om het bestandsnummer terug te stellen, waarna een scherm verschijnt met de vraag of u het mapnummer wilt resetten. Selecteer [YES]. • Zie pagina 105 voor uitgebreide informatie over bestands- en mapnummers. 1 RESET De instellingen van het opname of [SETUP] menu worden teruggesteld naar de oorspronkelijke instellingen. • Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd. • De verjaardag van uw baby (ingesteld in schènemodus [BABY] (P63)) wordt gewist. [ROTATE DISP.] (P91) wordt teruggesteld naar [ON]. 4 USB MODE Stel het USB-communicatiesysteem in. Stel in vóór het aansluiten op een PC of printer. (P103) Y HIGHLIGHT Als de auto-review-functie wordt geactiveerd, wordt een wit verzadigd vlak knipperend in zwartwit weergegeven. (P26) 23 VQT0S25 Voorbereiding Zie pagina 21 voor het instellen. Menu Functies X VIDEO OUT [NTSC]: Video-uitgang wordt ingesteld op NTSC-systeem. (Alleen in [PAL]: Video-uitgang wordt ingesteld op PAL-systeem. (P102) weergavemodus) [j]: Selecteer of uw televisie een breedte/diepteverhouding TV ASPECT van 16:9 heeft. (Alleen in • Deze modus is de beste voor het weergeven van weergavemodus) afbeeldingen met een aspectratio van [j] op een televisie met een aspectratio van 16:9. Foto’s die met een beeldverhouding van [h] zijn gemaakt, krijgen aan weerszijde een zwarte band. [h]: Selecteer of uw televisie een breedte/diepteverhouding van 4:3 heeft. • Deze modus is de beste voor het weergeven van afbeeldingen met een aspectratio van [h] op een televisie met een aspectratio van 4:3. Afbeeldingen met een aspectratio van [j] worden weergeven met een zwarte band boven en onder (letterbox). • Als u [j] selecteert en uitvoert naar TV (P102), wordt het beeld op uw camera’s LCD verticaal uitgerekt weergeven. MF m/ft [m]: [ft]: De brandpuntsafstand wordt in meters aangegeven bij handmatige focus. De brandpuntsafstand wordt in voet aangegeven bij handmatige focus. g SCENE MENU [OFF]: Het menu [SCENE MODE] wordt niet weergegeven als de modusknop wordt ingesteld op [R] of [S] en de camera wordt bediend in de momenteel geselecteerde scènemodus. Wijzig de scènemodus door op de knop [MENU] te drukken om het menu [SCENE MODE] weer te geven en selecteer dan de gewenste scènemodus. [AUTO]: Het menu [SCENE MODE] verschijnt automatisch als de modusknop wordt ingesteld op [R] of [S]. Selecteer de gewenste scènemodus. { LANGUAGE 24 VQT0S25 Stel een van de volgende 6 talen in op het menuscherm. Ga naar de gewenste taal met e/ r en leg hem vast met q. [ENGLISH]: Engels [DEUTSCH]: Duits [FRANÇAIS]: Frans [ESPAÑOL]: Spaans [ITALIANO]: Italiaans [ ]: Japans • Als u per abuis een andere taal instelt, selecteer dan [{] uit de menupictogrammen om de gewenste taal in te stellen. Voorbereiding Het LCD-scherm n Selecteer van het te gebruiken scherm In opnamemodus (P28) * A DISPLAY/PWR LCD A LCD-scherm (LCD) Druk op de knop [DISPLAY/PWR LCD] om naar het te gebruiken scherm over te schakelen. • Als het menuscherm verschijnt, is de knop [DISPLAY] niet actief. Tijdens multiweergave (P48) of zoomweergave (P49), kunnen de aanduidingen op het scherm aan- en uitgezet worden. B Weergave C Weergave met histogram D Geen weergave (Opname-hulplijnen) E Geen weergave *Histogram In weergavemodus (P47) 100 _ 0001 1/19 P F2.8 1/25 10:00 20.DEC.2005 100 _ 0001 1/19 1 month 10days 10:00 20.DEC.2005 * F Weergave G Weergave met opname-informatie en histogram H Geen weergave * Dit wordt weergegeven als u de geboortedatuminstelling voor [BABY] in de scènemodus hebt ingesteld (P63), en [WITH AGE] hebt geselecteerd bij het nemen van foto’s. 25 VQT0S25 Voorbereiding n Voor het bekijken van het LCD-scherm buiten op een heldere zonnige dag (Power LCD-functie) Als u de knop [DISPLAY/PWR LCD] gedurende 1 seconde indrukt, wordt de Power LCD-functie geactiveerd. Het LCDscherm wordt helderder dan normaal en is buiten beter te zien. ON:PRESS n Opname-hulplijn Als u het onderwerp uitlijnt op de horizontale en verticale hulplijnen of het kruispunt van deze lijnen, neemt u foto’s met een goed vormgegeven compositie door de grootte, het verloop en de balans van het onderwerp in ogenschouw te nemen. FOR 1 SEC. A A: Power LCD-aanduiding • Als u foto’s neemt, krijgt het LCD-scherm na 30 seconden automatisch zijn normale helderheid terug na het drukken op de knop [DISPLAY/PWR LCD]. Als u op een willekeurige knop drukt, wordt het LCDscherm weer helder. • Als u de knop [DISPLAY/PWR LCD] gedurende 1 seconde opnieuw indrukt, wordt de Power LCD-functie geannuleerd en krijgt het LCD-scherm zijn normale helderheid terug. • Met de functie Power LCD worden de helderheid en kleurtinten duidelijker weergegeven op het LCD-scherm. Daarom zien de helderheid en kleurtinten er afhankelijk van het onderwerp wellicht ook anders uit dan in werkelijkheid. Deze functie is echter niet van invloed op de opnames. n Highlight-weergave Bij het instellen van [HIGHLIGHT] op [ON] in het menu [SETUP] (P23) terwijl de autoreview of review-functie is geactiveerd, wordt elk wit verzadigd vlak (extreem helder of glinsterend deel) op de foto knipperend in zwartwit weergegeven. • Als u de belichting compenseert naar min, gelet op het histogram en opnieuw een foto neemt, heeft u kans op een goede foto. Geen highlight-weergave REVIEW1X EXIT VQT0S25 DELETE REVIEW1X EXIT 26 4X Wel highlight-weergave 4X DELETE Voorbereiding n Histogram • Een histogram is een grafiek waarbij de helderheid op de horizontale as wordt weergegeven (van zwart naar wit) en het aantal beeldpunten (beeldpunten) bij elk helderheidsniveau op de verticale as. • Zo kan de cameragebruiker snel de belichtingswijze van een foto controleren. • Als de waarden zich concentreren op links A, is de foto onderbelicht. Foto’s met veel zwart, zoals avondopnames, leveren dit soort histogrammen op. • Als de waarden in het histogram evenwichtig gespreid zijn B, is de belichting voldoende en is de helderheid in balans. • Als de waarden zich concentreren op rechts C, is de foto overbelicht. Foto’s met veel wit leveren dit soort histogrammen op. Voorbeeld van histogram • Als de vastgelegde foto en het histogram niet met elkaar overeenkomen onder de volgende omstandigheden, wordt het histogram oranje weergegeven. –Als de flitser wordt geactiveerd –Als de flitser wordt gesloten 1 Als de helderheid van het scherm niet goed is op donkere plekken. 2 Als de belichting niet goed is aangepast • Het histogram verschijnt niet in de bewegend beeld modus [i], tijdens multi-weergave en zoomweergave. • Het histogram is in de opnamemodus bij benadering. • Het histogram van de opname- en weergavemodus komt wellicht niet overeen. • Het histogram in deze camera komt niet overeen met het histogram dat wordt weergeven in beeldbewerkingssoftware op een PC, enz. • Controleer op wit verzadigde gebieden met de highlight-weergave in de autoreview-functie of de review-functie. (P26) 10:00 20.DEC.2005 10:00 20.DEC.2005 10:00 20.DEC.2005 A Onderbelicht B Juiste belichting C Overbelicht *Histogram 27 VQT0S25 Opnames maken (basis) Foto’s nemen n De modusknop Deze camera heeft een programmaknop waarmee vele soorten scènes kunnen worden vastgelegd. Selecteer de gewenste modus en geniet van de vele opnamemogelijkheden. Draai de modusknop langzaam en rustig. L : Program AE-modus (P29) De belichting wordt automatisch bepaald door de camera. M : Diafragma-prioriteit AE (P52) De sluitertijd wordt automatisch bepaald door het door u ingestelde diafragma. N : Sluitertijd-prioriteit AE (P53) Het diafragma wordt automatisch bepaald door de door u ingestelde sluitertijd. R : Scènemodus 1 (P59) S : Scènemodus 2 (P59) Met deze modus kunt u foto’s nemen afhankelijk van de opnamescènes. Met deze modus kunt u daarnaast [SCENE MENU] (P24) in het menu [SETUP] instellen op [OFF] en vaakgebruikte scènemodi instellen onder [R] en [S] op de modusknop. Dat is handig omdat u de scènemodus op die manier snel en gemakkelijk kunt selecteren. O : Handmatige belichting (P54) De belichting wordt aangepast aan de handmatig ingestelde diafragma en sluitertijd. 0 : Automatische modus (P33) Dit is de aanbevolen modus voor beginners. i : Bewegend beeld modus (P57) Met deze modus kunt u bewegende beelden met geluid opnemen. Q : Weergavemodus (P47) Met deze modus kunt u vastgelegde foto’s bekijken. 28 VQT0S25 Opnames maken (basis) n Program AE 2 Richt het AF-gebied 1 op het De camera stemt automatisch de sluitertijd en het diafragma af op de helderheid van het onderwerp. punt waarop u wilt scherpstellen en druk de ontspanknop half in. 1 2 1 1 Verwijder het lensdopje. 2 Zet de camera aan. 3 Stel de modusknop in op program AE [L]. 4 Schuif de focusschakelaar naar [AF]. F2.8 1/25 2 A 3 4 • A : Druk de ontspanknop tot halverwege in om scherp te stellen. • Het focuslampje 2 gaat branden en vervolgens worden het diafragmagetal 3 en de sluitertijd 4 weergegeven. • U wijzigt de sluitertijd en het diafragma met de functie programmawisseling (P32). 3 3 Neem een foto. 4 F2.8 1/25 • B : Druk de ontspanknop volledig in om de foto te nemen. Indien het onderwerp niet scherp is Focuslampje Knippert (groen) AF-gebied Verandert van wit in rood Geluid Piept 4 keer Indien het onderwerp scherp is Aan (groen) Verandert van wit in groen Piept 2 keer 29 VQT0S25 Opnames maken (basis) n Juiste houding voor het nemen van foto’s Voor het nemen van duidelijke foto’s: • Houd de camera voorzichtig met beide handen beet, de armen stationair langs uw lijf en plaats uw voeten iets uiteen. • Zorg dat u de camera niet beweegt op het moment dat u de ontspanknop indrukt. • Dek de microfoon of de AFassistentielamp niet af met uw vinger of andere voorwerpen. • Raak de lens niet aan. • Dek de flitser niet af met uw vinger of andere voorwerpen. A 1 2 A B B 1 : Bij het zijdelings vasthouden van de camera 2 : Bij het verticaal vasthouden van de camera A : Flitser B : AF-assistentielamp • Houd de camera stabiel voor de volgende modi en functies. U kunt het beste een statief gebruiken. U voorkomt het wazig worden van de foto door een statief in combinatie met de zelfontspanner (P42) te gebruiken wanneer u de ontspanknop indrukt. –Slow sync./Rode-ogenreductie [u] (P39) – [NIGHT PORTRAIT] (P62), [NIGHT SCENERY] (P62), [CANDLE LIGHT] (P64), [FIREWORKS] (P65), [PARTY] (P65), [STARRY SKY] (P66) in scènemodus (P59) –Indien de sluitertijd is verlaagd (P53, 54) 30 VQT0S25 n Scherpstellen • Het focusbereik is 50 cm tot Z (groothoek), 1,2 m tot Z (tele). • Als u de ontspanknop volledig indrukt zonder scherp te stellen, worden de foto’s misschien wazig of onscherp. • Als het focuslampje knippert, is het onderwerp niet scherp. Druk de ontspanknop half in en richt nogmaals op het onderwerp. • Als de camera na een aantal pogingen nog niet scherpstelt, zet hem dan uit en aan en probeer het opnieuw. • In de volgende situaties kan de camera niet goed scherpstellen op onderwerpen. –Wanneer een scène is opgebouwd uit zowel dichtbij- als verafgelegen onderwerpen. –Wanneer er vuil of stof zit op het glas tussen de lens en het onderwerp. –Wanneer het onderwerp is omringd met verlichte of glimmende voorwerpen. –Wanneer een foto op een donkere plek wordt genomen. –Wanneer het onderwerp snel beweegt. –Wanneer de scène weinig contrast heeft. –Wanneer er bewogen wordt. –Wanneer een erg helder onderwerp wordt vastgelegd. We adviseren foto’s te nemen met de handmatige focus (P81), pre-focus (P82) of AF/AE vergrendeling (P83). Op donkere plekken gaat de AFassistentielamp (P75) aan om beter te kunnen scherpstellen op het onderwerp. • Ook al gaat het focuslampje branden en wordt het onderwerp scherpgesteld, dit wordt weer geannuleerd als u de ontspanknop loslaat. Druk de ontspanknop half in. Opnames maken (basis) n Jitter (cameratrilling) • Zorg dat u niet beeft als u de ontspanknop indrukt. • De jitter-waarschuwing 1 verschijnt bij een langzame sluitertijd en een verhoogd risico op wazige opnames. 1 F2.8 1/8 • Let vooral extra op als de jitterwaarschuwing verschijnt bij een van de opnamemethoden die staan beschreven op P30, of gebruik een statief voor de beste resultaten. U voorkomt het wazig worden van de foto door een statief in combinatie met de zelfontspanner (P42) te gebruiken wanneer u de ontspanknop indrukt. n Richtingwaarnemingsfunctie • Als u foto’s neemt met de camera op zijn kant (verticaal), wordt de informatie over het roteren automatisch toegevoegd en opgeslagen bij de foto’s. Als [ROTATE DISP.] (P91) is ingesteld op [ON], kunt u de foto’s op het scherm of de tv roteren en weergeven volgens de informatie over het roteren op de foto’s. • Als u foto’s neemt met de camera op zijn kant, lees dan “Juiste houding voor het nemen van foto’s”op P30 goed door. • Deze functie werkt misschien niet correct bij foto’s die met de camera naar boven of beneden gericht zijn genomen. • U kunt de functie richtingwaarneming niet gebruiken in de filmmodus [i] of [FLIP ANIM.]. n Belichting • Als u de ontspanknop half indrukt bij onvoldoende belichting, worden de aanduidingen voor diafragma en sluitertijd rood. (Het diafragma en de sluitertijd worden echter niet rood als de flitser is geactiveerd.) • De helderheid van het scherm kan afwijken van die van de opnames. Zelfs al ziet het onderwerp er op het scherm donker uit, kan de eigenlijke foto toch helder zijn. • Als de meeste voorwerpen op het scherm helder zijn (bijv. blauwe hemel op een onbewolkte dag, sneeuw, enz.), wordt de opname soms donker. Compenseer in dat geval de belichtingswaarde op de camera. (P43) • Als u op de ontspanknop drukt, is het mogelijk dat het scherm een moment oplicht of verduistert. Deze functie vergemakkelijkt het scherpstellen en is niet van invloed op de opname. • We raden u aan de klok opnieuw in te stellen voor het nemen van foto’s. (P20) • Als u een tijd voor stroombesparing hebt ingesteld (P22), schakelt de camera automatisch uit indien hij binnen de ingestelde tijd niet wordt bediend. Gebruikt u de camera weer, druk de ontspanknop dan half in of zet de camera uit en aan. • Als de afstand tussen de camera en het onderwerp buiten het vastlegbare bereik valt, kan het voorkomen dat de foto niet scherp is ook al brandt het focuslampje. 31 VQT0S25 Opnames maken (basis) n Programmawisseling In de modus Program AE kunt u het vooringestelde diafragma en de sluitertijd wijzigen bij dezelfde belichting. Dit heet programmawisseling. Met deze functie maakt u de achtergrond vager (door het diafragma te verkleinen) of legt u het bewegende onderwerp dynamischer vast (door een langzame sluitertijd in te stellen) in de modus Program AE. • Terwijl het diafragma en de sluitertijd worden getoond op het LCD-scherm (circa 10 seconden), beweegt u de joystick om programmawisseling te activeren. (bijv.: Als de focusschakelaar is ingesteld op [AF]) 19 F2.8 1/30 of • r: Als de focusschakelaar is ingesteld op [AF] of [AFw] (P84) • w: Als de focusschakelaar is ingesteld op [MF] (P81) 19 F3.2 1/30 1 • Als programmawisseling is ingeschakeld, wordt de aanduiding programmawisseling 1 weergegeven op het scherm. 32 VQT0S25 n Voorbeeld van programmawisseling 2 3 4 5 1/2 1/4 1/8 1/15 6 7 8 9 10 11 12 13 14 (Ev) 2 2.8 (A) 4 5.6 8 1 1/30 1/60 1/125 1/250 1/500 1/1000 1/2000 (B) (A): Diafragmagetal (B): Sluitertijd • Als de belichting onvoldoende is wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt de sluitertijd rood aangegeven. • Als meer dan 10 seconden zijn verstreken na het ingaan van de programmawisseling, wordt de status voor het activeren van de programmawisseling geannuleerd en keert terug naar de modus Program AE. De instelling wordt echter wel bewaard in programmawisseling. • Programmawisseling wordt geannuleerd als de camera uitgaat. • Programmawisseling werkt soms niet afhankelijk van de helderheid van het onderwerp. Opnames maken (basis) Foto’s nemen in automatische modus De automatische modus maakt het onervaren gebruikers gemakkelijk. Er worden slechts eenvoudige menuinstellingen getoond waarmee u zonder fouten foto’s kunt nemen. 1 Selecteer de gewenste optie en stel de gewenste waarde in. REC Focusbereik ([AF]/[AFw]/ [MF]) Witbalans 30 cm tot Z (tele) 5 cm tot Z (groothoek) [AUTO] P69 ISO-gevoeligheid [AUTO] PICT.SIZE QUALITY D.ZOOM SELECT n Overige instellingen in de automatische modus In de Auto-modus zijn de overige instellingen als volgt vast ingesteld. Ga voor meer informatie over elke optie naar de bijbehorende pagina. SET 8M 5.5 M EZ 2 M EZ EXIT MENU MENU Beeldinstelling [STD.] P77 Geluidsopname [OFF] P73 Metingfunctie [R] (Meervoudig) P73 AF-modus P74 [W] (1-zone-focussing) [OFF] P75 Continue AF MENU P71 AFassistentielamp AF/AE vergrendeling Flip-animatie [ON] P75 Niet mogelijk P83 Niet mogelijk P77 n Instellingen in de automatische (Auto) modus • Ga voor meer informatie over elke optie naar de bijbehorende pagina. [PICT.SIZE] : P71 [QUALITY] : P72 [D.ZOOM] : P76 33 VQT0S25 Opnames maken (basis) n Compenseren van achtergrondlicht (backlight) Achtergrondlicht doet zich voor als er licht vanachter het onderwerp komt. Onderwerpen zoals personen worden donker bij het vastleggen van foto’s met achtergrondlicht. Als u drukt op e, [0] gaat de aanduiding (compensatie backlight) aan en wordt de backlightcompensatiefunctie actief. Met de functie wordt het achtergrondlicht gecompenseerd door de hele foto helderder te maken. 8 BACKLIGHT 8 BACKLIGHT • Als u drukt op e terwijl [0] wordt weergegeven, verdwijnt [0] en wordt de backlight-compensatiefunctie geannuleerd. • Bij gebruik van de backlightcompensatiefunctie raden we u aan de flitser te gebruiken. 34 VQT0S25 • In de auto-modus zijn de volgende opties niet zichtbaar. – [VIDEO OUT] – [TV ASPECT] • De instellingen [PICT.SIZE], [QUALITY] en [D.ZOOM] in de auto-modus worden op andere opnamemodi toegepast. • In de auto-modus zijn de volgende functies niet bruikbaar. –Belichtingscompensatie –Auto-bracket –[COL.EFFECT] • De instelling bij [PICT.SIZE] en [QUALITY] komt echter overeen met de instelling bij [PICT.ADJ.]. Opnames maken (basis) Opnames controleren (Review) 2 Uitvergroten en foto verschuiven 1 Druk op r. REVIEW 4X REVIEW A 1X EXIT 4X 8X DELETE DELETE • 3 :1×J4×J8× • De laatste opname wordt ongeveer 10 seconden weergegeven. • Druk nogmaals op r om de controle te annuleren. • De vorige of volgende foto controleert u met w/q. • Zijn de opnames te licht of donker, compenseer dan de belichting. (P43) • :8×J4×J1× • Als u de vergroting of de weer te geven positie wijzigt, verschijnt de aanduiding zoompositie A ongeveer 1 seconde zodat u kunt controleren wat wordt vergroot. n Vastgelegde foto’s kunnen tijdens de review worden gewist (Quick Deletion) DELETE SINGLE DELETE THIS PICTURE? NO YES SELECT SET MULTI/ALL • Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet meer worden teruggehaald. • Het is mogelijk om meerdere foto’s of alle foto’s te wissen. Lees pagina 50 of 51 voor de werkwijze. 35 VQT0S25 Opnames maken (basis) Optische zoom gebruiken n Onderwerpen zien er uit of ze verder weg zijn met (Wide - groothoek) U kunt mensen en onderwerpen dichterbij laten lijken met de viervoudige zoomfunctie, en landschappen kunnen in groothoek worden vastgelegd. 19 1X T 1X 2X n Onderwerpen zien er uit of ze dichterbij zijn met (Tele) 3X 19 4X T 4X n De zoominstelling verder vergroten • Gebruik de extra optische zoom. (P86) • Gebruik de digitale zoom (P76). 36 VQT0S25 Opnames maken (basis) • De optische zoom staat op Wide (1x) bij het inschakelen van de camera. • Indien u de zoomfunctie gebruikt nadat u al hebt scherpgesteld op het onderwerp, moet u dit nogmaals doen. • De lenscilinder (P8) schuift afhankelijk van de zoompositie in of uit. • Hinder de beweging van de lens niet terwijl u de zoomhendel draait. • Als u bewegende beelden opneemt [i], wordt de zoomvergroting vastgezet op de ingestelde waarde bij de start van de opname. • De foto kan enigszins vertekenen (typisch voorbeeld: verticale lijn die naar buiten buigt). Dit komt door de lensafwijking (aberratie), die tot op zekere hoogte optreedt bij alle fotografische lenzen. De vertekening is duidelijker bij gebruik van een groter deel van de zoomlens als u het onderwerp dichter nadert. • De zoomfactor is slechts bedoeld als hulpmiddel. 37 VQT0S25 Opnames maken (basis) Foto’s nemen met de ingebouwde flitser Als u flits instelt, kunt u foto’s nemen met de ingebouwde flitser afhankelijk van de opnamecondities. n De flitser openen Verschuif de schakelaar [< OPEN] A. A B Flitser • Dek de flitser niet af met uw vingers of andere voorwerpen. n De flitser sluiten Druk op de flitser tot deze klikt. • Zorg dat u de flitser sluit als u hem niet gebruikt. • De flitser wordt vast ingesteld op Forced OFF [v] als hij wordt afgesloten. 38 VQT0S25 n Overschakelen op de juiste flitsinstelling Stel de ingebouwde flitser in op de stand die past bij de scène die u wilt vastleggen. Zie voor de te selecteren flitsinstellingen “Beschikbare flitsinstellingen per opnamemodus” op P40. Opnames maken (basis) r : AUTO De flitser wordt automatisch geactiveerd afhankelijk van de opnamecondities. s : AUTO/Rode-ogenreductie De flitser wordt automatisch geactiveerd afhankelijk van de opnamecondities. Hierbij wordt het rode-ogeneffect (ogen van het onderwerp worden rood weergegeven bij gebruik van de flitser) verminderd door de flitser al te activeren voordat u de eigenlijke foto neemt. Daarna wordt de flitser nogmaals geactiveerd voor de daadwerkelijke opname. De flitser gaat tweemaal af indien u AUTO/Rode-ogenreductie [s], Forced ON/Rode-ogenreductie [q] en Slow-sync./Rode-ogenreductie [u] gebruikt. De eerste flits is ter voorbereiding. Beweeg niet tot na de tweede flits. • Gebruikt deze functie als u foto’s neemt van personen bij slechte lichtomstandigheden. v : Forced OFF De flitser wordt bij geen enkele opnameconditie geactiveerd. • Gebruik deze functie bij het nemen van foto’s op plaatsen waar het gebruik van een flitser niet is toegestaan. t : Forced ON De flitser wordt onafhankelijk van de opnamecondities altijd geactiveerd. • Gebruik deze functie als uw onderwerp van achteren wordt belicht of bij tl-licht. q : Forced ON/Rode-ogenreductie • Bij [PARTY] (P65) of [CANDLE LIGHT] (P64) in scènemodus, wordt de flitser ingesteld op Forced ON/ Rode-ogenreductie. u : Slow sync./Rode-ogenreductie Als u een foto neemt met een donkere landschapsachtergrond, vertraagt deze functie de sluitertijd als de flitser wordt geactiveerd zodat de donkere landschapsachtergrond helderder wordt. Het vermindert tevens het rodeogeneffect. • Gebruik deze functie bij het nemen van foto’s van personen tegen een donkere achtergrond. 39 VQT0S25 Opnames maken (basis) n Beschikbare flitsinstellingen per opnamemodus De beschikbare flitsinstellingen hangen af van de opnamemodus. (e : Beschikbaar, —: Niet beschikbaar) *Niet beschikbaar bij backlight-compensatie n Het beschikbare flitsbereik voor het nemen van foto’s ISO-gevoeligheid AUTO ISO80 ISO100 ISO200 ISO400 Beschikbare flitsbereik 60 cm tot 4,1 m (Wide) 30 cm tot 2,3 m (Tele) 60 cm tot 1,8 m (Wide) 30 cm tot 1,0 m (Tele) 60 cm tot 2,0 m (Wide) 30 cm tot 1,1 m (Tele) 60 cm tot 2,9 m (Wide) 30 cm tot 1,6 m (Tele) 60 cm tot 4,1 m (Wide) 40 cm tot 2,3 m (Tele) • Het beschikbare flitsbereik is bij benadering. • Zie P30 voor het focusbereik. • Zie P71 voor de ISO-gevoeligheid. • Als de ISO-gevoeligheid staat ingesteld op [AUTO] (P71), wordt deze automatisch aangepast van [ISO100] naar [ISO400] als u de flitser gebruikt. • Als beeldruis merkbaar wordt, verlaag de ISO-gevoeligheid dan (P71) of stel [NOISE REDUCTION] onder [PICT.ADJ.] in op [HIGH] (P77). 40 VQT0S25 Opnames maken (basis) n Sluitertijd voor elke flitsmodus Flitsmodus r : AUTO s : AUTO/Rode-ogenreductie t : Forced ON q : Forced ON/Rode-ogenreductie u : Slow sync./Rode-ogenreductie v : Forced OFF • De instellingen kunnen afwijken van de hier getoonde als u gebruikmaakt van de scènemodi. – [NIGHT SCENERY] : 8 tot 1/2000 (sec.) – [STARRY SKY] : 15, 30 of 60 (sec.) • Staar niet dichtbij het flitslicht. • Als u te dicht bij uw onderwerp flitst, kan het door de warmte en het licht vervormd of verkleurd uitzien. • Dek de flitser niet af met uw vingers of andere voorwerpen. • Als u een foto neemt buiten het bereik van de flitser, wordt de belichting misschien niet correct ingesteld en kan de foto te helder of te donker worden. • Als u nogmaals een foto neemt, wordt deze mogelijk niet vastgelegd, ook al werd de flitser geactiveerd. Neem pas een foto wanneer de kaartaanduiding uitgaat. • We adviseren u de flitser te gebruiken als de jitter-waarschuwing wordt weergegeven. • Als u de modus burst of auto-bracket instelt, wordt slechts 1 foto vastgelegd per flits. • Het flitspictogram wordt rood als de flitser wordt ingeschakeld en de ontspanknop half wordt ingedrukt. • Terwijl de flitser aan het opladen is, knippert het flitserpictogram en kunt u geen foto nemen zelfs wanneer u de ontspanknop volledig ingedrukt. Sluitertijd (sec.) 1/30 tot 1/2000 1/30 tot 1/2000 1/30 tot 1/2000 1 tot 1/2000 1/4 tot 1/2000 (In Auto-modus [0]) 1 tot 1/2000 (In Program AE-modus [L]) • Bij het nemen van een foto met de flitser, wordt de witbalans automatisch bijgesteld [behalve bij [k] (Daglicht)]. Bij onvoldoende flitslicht kan het zijn dat de witbalans niet correct wordt bijgesteld. • Bij een snelle sluitertijd kan het flitseffect onvoldoende zijn. • Sluit de flitser niet onmiddellijk af nadat u een tweede lichtbron hebt gebruikt, bijvoorbeeld AUTO/Rode-ogenreductie [s]. Dit zou schade aan de camera kunnen veroorzaken. • In de filmmodus [i], [SCENERY], [NIGHT SCENERY], [FIREWORKS] of [STARRY SKY] in de scènemodus (P59), wordt de flitsmodus vast ingesteld op Forced OFF [v], zelfs bij geopende flitser. • U kunt de sluitertijd verlengen met maximaal 1/8 door gebruik te maken van de belichtingscompensatie. 41 VQT0S25 Opnames maken (basis) Foto’s nemen met de zelfontspanner 1 Stel de zelfontspanner in. 19 4 : Zelfontspanner ingesteld op 10 seconden L 5 : Zelfontspanner ingesteld op 2 seconden L Geen weergave (geannuleerd) 2 Richt op het onderwerp om de foto te nemen. 19 CANCEL MENU • Het zelfontspannerlampje 1 1 knippert en de sluiter wordt na 10 seconden (of 2 seconden) geactiveerd. • Drukt u op de knop aan [MENU] tijdens het instellen van de zelfontspanner, wordt de instelling geannuleerd. 42 VQT0S25 • Als u de knop in één beweging geheel indrukt, wordt het onderwerp automatisch scherpgesteld net voor de opname. Op donkere plekken knippert het zelfontspannerlampje en gaat het in sommige gevallen fel branden om te functioneren als AF-assistentielamp (P75) voor het scherpstellen op het onderwerp. • De zelfontspanner wordt gefixeerd op twee seconden als u [SELF PORTRAIT] gebruikt in de scènemodus (P67). • Als u de zelfontspanner inschakelt in de burstmodus, wordt het aantal opnames gefixeerd op 3. • Bij gebruik van een statief of in andere situaties, is het instellen van de zelfontspanner op twee seconden een handige manier om de trilling die wordt veroorzaakt door het drukken op de ontspanknop te stabiliseren. • We raden u aan een statief te gebruiken bij het instellen van de zelfontspanner. (Controleer goed of het statief stevig en stabiel staat na aansluiting op het toestel.) Opnames maken (basis) De belichting compenseren 1 Druk meerdere keren op e tot Gebruik deze functie als u niet de juiste belichting gerealiseerd krijgt door verschil in helderheid tussen het onderwerp en de achtergrond. Overbelicht [CEXPOSURE] verschijnt en compenseer dan de belichting. EXPOSURE SELECT Compenseer de belichting in negatieve richting. Juiste belichting Onderbelicht EXIT • U kunt compenseren van –2 EV tot +2 EV in stappen van 1/3 EV. • EV is de afkorting van Exposure Value, oftewel belichtingswaarde, en staat voor de hoeveelheid licht die de CCD krijgt op basis van het diafragma en de sluitertijd. • Het compensatiebereik van de belichting wordt afhankelijk van de helderheid van het onderwerp beperkt. • De belichtingscompensatiewaarde wordt linksonder in het scherm weergegeven. • De belichtingswaarde blijft behouden ook al wordt de camera uitgezet. • Het is niet mogelijk om de belichting te compenseren bij [STARRY SKY] in scènemodus (P66). Compenseer de belichting in positieve richting. 43 VQT0S25 Opnames maken (basis) Foto’s nemen met Auto Bracket In deze modus worden bij elke druk op de ontspanknop automatisch 3 foto’s genomen conform het compensatiebereik van de belichting. U kunt de gewenste belichting voor de drie soorten foto’s selecteren. 1 Druk meerdere keren op e tot [BAUTO BRACKET] verschijnt en stel dan het compensatiebereik van de belichting in. AUTO BRACKET SELECT EXIT • U kunt een belichting van –1 EV tot +1 EV selecteren in stappen van 1/3 EV. • Selecteer [OFF] als u auto-bracket niet wilt gebruiken. • Bij het instellen van auto-bracket, verschijnt het pictogram auto-bracket linksonder op het scherm. 44 VQT0S25 • Auto-bracket kan niet worden gebruikt als er nog maar één of twee foto's kunnen worden genomen. • Bij het nemen van foto’s met auto-bracket na de belichtingscompensatie, worden de foto’s gebaseerd op de gecompenseerde belichting. Als de belichting wordt gecompenseerd, verschijnt de gecompenseerde belichtingswaarde op het scherm. • Wanneer de flitser is geactiveerd, kunt u slechts 1 foto nemen. • Wanneer u auto-bracket instelt, kunt u de geluidsopnamefunctie niet gebruiken. • Als u de modi auto-bracket en burst tegelijkertijd instelt, wordt auto-bracket uitgevoerd. • De belichting wordt wellicht niet gecompenseerd bij auto-bracket, afhankelijk van de helderheid van het onderwerp. • Auto-review werkt als u auto-bracket hebt geactiveerd, ongeacht de autoreviewinstelling. (Maar de afbeelding wordt niet vergroot.) In het setupmenu kunt u de instelling auto-review niet wijzigen. • Door de ISO-gevoeligheid in te stellen op [ISO400] wordt de tijd tussen foto’s langer voor hebt verminderen van ruis. • U kunt auto-bracket niet gebruiken als u de kwaliteit hebt ingesteld op [TIFF] of [RAW]. • Het is niet mogelijk om auto-bracket te gebruiken bij [STARRY SKY] in scènemodus. • Bij gebruik van sluitertijd-prioriteit AE [N] of handmatige belichting [O] en een ingestelde sluitertijd van meer dan 1,3 seconde, werkt auto-bracket niet. Opnames maken (basis) Optisch beeldstabilisatiesysteem [STABILIZER] Deze modus herkent en compenseert trillingen. U kunt de kans op onduidelijke foto’s veroorzaakt door cameratrillingen verminderen, met name wanneer u de optische zoomlens instelt op Tele of wanneer u binnenshuis foto’s neemt met een langzame sluitertijd. A A Knop optisch beeldstabilisatiesysteem 1 Druk op de stabilisatieknop tot [STABILIZER] verschijnt en selecteer dan de stabilisatiefunctie. STABILIZER OFF MODE1 MODE2 SELECT DEMO. MENU SET n Demonstratie van het optische beeldstabilisatiesysteem (Demonstratiemodus) Als u op de knop [MENU] drukt, begint de demonstratie. Na afloop van de demonstratie keert het scherm terug naar het keuzemenu voor de stabilisatiefunctie. Wilt u de demonstratie halverwege onderbreken, druk dan nogmaals op [MENU]. Tijdens de weergave van de demonstratie staat de optische zoom vast ingesteld op Wide (1x) en kan de zoomfunctie niet worden geactiveerd. U kunt dan bovendien geen foto’s nemen. • De stabilisatiefunctie werkt in de volgende situaties mogelijkerwijs niet, dus let extra op dat u de camera niet beweegt tijdens het indrukken van de ontspanknop. –Wanneer er teveel bewogen wordt. –In digitaal zoombereik. –Bij het nemen van foto’s terwijl u een bewegend onderwerp volgt. –Als de sluitertijd extreem langzaam is door duisternis of een andere oorzaak. • Bij [SELF PORTRAIT] in de scènemodus (P67), is de stabilisatiefunctie vast ingesteld op [MODE2] en wordt het menu stabilisatiefunctie niet weergegeven. • U kunt [MODE2] niet gebruiken in de modus bewegend beeld [i]. • Dit staat vast ingesteld op [OFF] als u [STARRY SKY] hebt geselecteerd in de scènemodus (P66). Het menu Optical Image Stabilizer zal niet verschijnen. Het stabilisatiesysteem functioneert altijd en helpt bij het bepalen van de fotocompositie. MODE2 De stabilisatiefunctie is stand(8) by en wordt geactiveerd op het moment dat de sluiter het beeld vastlegt. OFF Indien beeldstabilisatie niet (9) gewenst is. MODE1 (7) 45 VQT0S25 Opnames maken (basis) Foto’s nemen met de burstmodus 1 Druk op de modusknop Single/ Burst om over te schakelen naar de burstmodus en neem dan foto’s. 19 D: Hoge snelheid E: Lage snelheid F: Onbegrensd Geen weergave (geannuleerd) • Hou de ontspanknop helemaal ingedrukt om de burstmodus te activeren. n Aantal opnames in burstmodus Aantal mogelijke opnames (foto’s) Burstsnelheid (foto’s/ seconde) G H D 3* max. 5 max. 9 E 2* max. 5 max. 9 F 2 Afhankelijk van Afhankelijk van kaartcapaciteit kaartcapaciteit *De overdrachtssnelheid van de kaart is niet van invloed op de burstsnelheid. • Bij een hogere sluitersnelheid dan 1/60 en zonder flits 46 VQT0S25 • Als de burstmodus staat ingesteld op Onbegrensd: –U kunt foto’s nemen totdat de kaart vol is. –De sluitertijd wordt langzamer in het gebruik. Het moment waarop de snelheid langzamer wordt hangt af van de instelling [PICT.SIZE] of het type geheugenkaart. • Het brandpunt wordt bij de eerste foto bepaald. • Bij gebruik van de zelfontspanner is het aantal mogelijke opnames in burstmodus vast ingesteld op 3. • Wanneer de burstmodus is geactiveerd, kunnen geen geluidsopnames worden gemaakt. • Wanneer de flitser is geactiveerd, kunt u slechts 1 foto vastleggen. • Als u de modi auto-bracket en burst tegelijkertijd instelt, wordt auto-bracket uitgevoerd. • De manieren waarop u de belichting en de witbalans kunt bepalen, hangen af van de instelling van de burstmodus. Als de burstmodus staat ingesteld op [D], blijven de ingestelde waarden voor de eerste foto van kracht. Als de burstsnelheid staat ingesteld op [E] of [F], wordt ze bij iedere foto die u neemt bijgesteld. • In burstmodus wordt auto review geactiveerd zelfs als dit is uitgeschakeld. (De afbeelding wordt niet vergroot.) • In het setupmenu kunt u de instelling auto-review niet wijzigen. • U kunt de burstmodus niet gebruiken als u de kwaliteit hebt ingesteld op [TIFF] of [RAW]. • Het is niet mogelijk om de burstmodus te gebruiken bij [STARRY SKY] in scènemodus. • De burstmodus werkt niet als beschreven indien er een MultiMediaCard in plaats van een SD-geheugenkaart wordt gebruikt. De lees/schrijfsnelheid van een MultiMediaCard is langzamer dan die van een SD-kaart. Weergave (basis) Weergeven van foto’s • Als u een groot aantal foto’s vooruit- of terugspoeld, laat w/q dan eenmaal los voordat u de weer te geven foto bereikt, druk dan op w/q om de foto’s stapje voor stapje vooruit- of achteruit te spoelen. 1 Selecteer de foto. 100-0001 1/19 10:00 20.DEC.2005 of • w : Geef de vorige foto weer. • q : Geef de volgende foto weer. • De foto die volgt op de laatste is de eerste foto. • Als [ROTATE DISP.] (P91) staat ingesteld op [ON], worden foto’s die zijn genomen met de camera op zijn kant (verticaal) ook verticaal weergegeven. n Snel vooruitspoelen/Snel terugspoelen Als u tijdens weergave op w/q drukt, worden het bestandsnummer en het paginanummer bijgewerkt. Als u w/q loslaat wanneer het nummer van de gewenste foto verschijnt, kunt u de foto weergeven. q : Snel vooruit w : Snel terug • Het aantal bestanden dat ineens voor- of achteruit wordt gespoeld hangt af van hoelang u w/q houdt ingedrukt. Het hangt ook af van het aantal opgeslagen foto’s. • Als u w/q loslaat en vervolgens opnieuw indrukt, worden de bestanden een voor een vooruit- of teruggespoeld. • Tijdens de review-weergave in de opnamemodus of tijdens multi-weergave, kan de foto slechts een voor een worden vooruit- of teruggespoeld. • Deze camera is gebaseerd op de DCFnormen (Design rule for Camera File system) die zijn vastgesteld door the Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA). • Tijdens het wijzigen van de map- of bestandsnaam op een PC worden de foto’s niet weergegeven. • De bestandsindeling die met deze camera kan worden weergegeven is JPEG. (Er zijn ook foto’s die in sommige gevallen niet kunnen worden weergegeven in JPEG-indeling.) • Bij het weergeven van foto’s die met andere apparaten zijn opgenomen, kan de fotokwaliteit slechter zijn en is weergave van de foto’s soms niet mogelijk. • Bij weergave van een niet-standaard bestand, wordt het map-/ bestandsnummer aangegeven als [—] en wordt het scherm zwart. • Afhankelijk van het onderwerp kan er een storingsstreep op het beeld verschijnen. Dit heet moiré. Dit is geen storing. 47 VQT0S25 Weergave (basis) 9/16/25 foto’s Multi-weergave n 16/25 foto’s multi-scherm 1 Selecteer het aantal foto’s. Voorbeeld: Als u weergave van 9 foto’s hebt gekozen 20.DEC.2005 5/25 CANCEL 20.DEC.2005 20.DEC.200 4/18 20.DEC.2005 5/25 CANCEL CANCEL MENU 1 fotoJ9 foto’sJ 16 foto’sJ25 foto’s • Als u multi-weergave kiest, wordt de schuifbalk A weergegeven zodat u de positie van de geselecteerde foto kunt controleren in het geheel van de foto’s. 2 Selecteer de foto’s. MENU of • De volgende informatie wordt weergegeven: de opnamedatum, het nummer van de geselecteerde foto in het totaal van de foto’s, de [FAVORITE] instelling [ ] (Alleen wanneer de [FAVORITE] instelling is ingesteld op [ON]), de filminstelling [i], de [BABY] instelling [h] en de leeftijdsinstelling. 48 VQT0S25 n Terugkeren naar normale weergave • Draai de zoomhendel naar T, of druk op de knop [MENU] of de joystick. • De foto in het oranje kader verschijnt. n Een foto tijdens multi-weergave wissen Druk op de knop [A]. Druk op r als het bevestigingsscherm verschijnt om [YES] te selecteren en druk op q. (P50) • Foto’s worden niet gedraaid weergegeven, zelfs als [ROTATE DISP.] is ingesteld op [ON] (P91). • U kunt de weergave in- of uitschakelen door op de knop [DISPLAY] te drukken. 20.DEC.2005 5/18 CANCEL • B 16 foto’s • C 25 foto’s Weergave (basis) Zoomweergave gebruiken n Een foto tijdens zoomweergave wissen Druk op de knop [A]. Druk op r als het bevestigingsscherm verschijnt om [YES] te selecteren en druk op q. (P50) 1 De foto vergroten. 2X 4X CANCEL A DELETE 1×J2×J4×J 8×J16× • Als u de zoomhendel richting de W draait nadat de foto is vergroot, wordt de vergroting minder. • Als u de vergrotingsfactor wijzigt, verschijnt de aanduiding zoompositie A ongeveer 1 seconde zodat u de positie van het uitvergrote deel kunt controleren. • Als u op de knop [MENU] drukt, keert de vergrotingsfactor terug naar 1×. • Hoe meer de foto wordt vergroot, hoe meer de kwaliteit verminderd. • De zoomweergave werkt mogelijkerwijs niet met foto’s die met andere apparaten zijn opgenomen. • Zelfs al hebt u de aanduidingen op het LCD-scherm uitgeschakeld in normale weergavemodus (P25), worden de vergroting en gebruikte bewerkingen weergegeven op het LCD-scherm als de zoomweergave is geactiveerd. U kunt de weergave in- of uitschakelen door op de knop [DISPLAY] te drukken. Als u de vergroting instelt op 1×, wordt de aanduiding op het LCD-scherm weergegeven als in normale weergavemodus. 2 Verschuiven van de foto. 2X 4X CANCEL DELETE • Als u de weer te geven positie verplaatst, wordt de aanduiding van de zoompositie ongeveer 1 seconde weergegeven. 49 VQT0S25 Weergave (basis) Foto’s wissen n Meerdere foto’s wissen n Een enkele foto wissen 1 Selecteer de te wissen foto. 100-0001 1/19 1 Selecteer [MULTI DELETE]. MULTI/ALL DELETE MULTI DELETE ALL DELETE SELECT CANCEL 10:00 20.DEC.2005 2 keer • w : Geef de vorige foto weer. • q : Geef de volgende foto weer. 2 Wis de foto. DELETE SINGLE VQT0S25 7 8 10 11 9 DELETE EXIT MENU MULTI/ALL • Tijdens het wissen van de foto, verschijnt [A] op het scherm. 50 MULTI DELETE SELECT MARK/UNMARK NO YES SELECT SET 2 Selecteer de te wissen foto’s. • Herhaal bovenstaande werkwijze. • De geselecteerde foto’s worden weergegeven met [A]. Als nogmaals wordt gedrukt op r, wordt de instelling geannuleerd. • Druk na het selecteren van foto’s op [A] om uw keuze te bevestigen. • Het pictogram [c] knippert rood wanneer de geselecteerde foto niet kan worden gewist. Hef de beveiliging op. (P95) Weergave (basis) n Alle foto’s wissen 3 Wis de foto’s. 1 Selecteer [ALL DELETE]. MULTI DELETE MULTI/ALL DELETE DELETE THE PICTURES YOU MARKED? NO YES SELECT SET • Er kunnen max. 50 foto’s ineens worden gewist. MULTI DELETE ALL DELETE SELECT CANCEL 2 keer 2 Wis alle foto’s. ALL DELETE DELETE ALL PICTURES? NO YES SELECT SET • Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet meer worden teruggehaald. Controleer nogmaals voor u de foto’s wist. • Zet de camera tijdens het wissen niet uit. • Beveiligde foto’s (P95) of foto’s die niet conform de DCF-normen zijn (P47) worden niet gewist. • Gebruik voor het wissen een batterij met voldoende lading (P12) of gebruik de netadapter (DMW-AC5; optioneel). • Hoe meer foto’s gewist moeten worden, hoe langer het duurt. 51 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) De modusknop gebruiken M Diafragma-prioriteit AE Als u de achtergrond scherper wilt hebben, stel het diafragma dan in op een hogere waarde. Hoe hoger het diafragma, hoe kleiner de lensopening. Voor een minder scherpe achtergrond stelt u het diafragma in op een lager getal dat overeenkomt met een grotere lensopening. 1 Stel het diafragma in en neem de foto. ISO100 00 19 A F2.8 A Diafragmagetal e : Verhogen r : Verlagen 52 VQT0S25 • Zie P56 voor het beschikbare bereik van diafragma en sluitertijd. • Als het onderwerp te helder is, stel dan een groter diafragma in. Is het te donker, stel dan een kleiner diafragma in. • De helderheid van het scherm kan afwijken van die van de eigenlijke foto’s. Controleer dit met de review-functie of in de weergavemodus. • De ISO-gevoeligheid kan niet worden ingesteld op [AUTO]. (P71) (Als de opnamemodus wordt gewijzigd naar diafragma-prioriteit AE, wordt de ISOgevoeligheid automatisch ingesteld op [ISO100].) • Als de belichting onvoldoende is, worden diafragma en sluitertijd op het scherm rood. Opnames maken (geavanceerd) N Sluitertijd-prioriteit AE Als u een scherpe foto van een snel bewegend object wilt maken, stel dan een snellere sluitertijd in. Wilt u een sleepeffect creëren, stel dan een langzamere sluitertijd in. 1 Stel de sluitertijd in en neem de foto. 19 A 1/30 • Zie P56 voor het beschikbare bereik van diafragma en sluitertijd. • De helderheid van het scherm kan afwijken van die van de eigenlijke foto’s. Controleer dit met de review-functie of in de weergavemodus. • In sluitertijd-prioriteit AE kunt u de volgende opties niet instellen. –Slow sync./Rode-ogenreductie [u] (P39) –[AUTO] bij ISO-gevoeligheid (P71) (Als de opnamemodus wordt gewijzigd naar sluitertijd-prioriteit AE, wordt de ISOgevoeligheid automatisch ingesteld op [ISO100] ook al was dit eerst ingesteld op [AUTO].) • Als de belichting onvoldoende is, worden diafragma en sluitertijd op het scherm rood. • Bij een langzame sluitertijd raden we het gebruik van een statief aan. A Sluitertijd e : Sneller r : Langzamer 53 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) O Handmatige belichting 3 Neem de foto. Bepaal de belichting door het diafragma en de sluitertijd handmatig in te stellen. 1 Stel het diafragma en de sluitertijd in. F5.6 1/125 19 F2.8 1/30 A B • e/r: Stel het diafragma A en de sluitertijd B in. • w/q: Selecteer het diafragma en de sluitertijd. 2 Druk de ontspanknop half in. F4.0 1/125 • De aanduiding van de belichtingscondities C (hulp bij handmatige belichting) verschijnt ongeveer 10 seconden. • Als de belichting onvoldoende is, stel diafragma en sluitertijd dan opnieuw in. 54 VQT0S25 n Hulp bij handmatige belichting De belichting is voldoende. Stel een snellere sluitertijd of een groter diafragma in. Stel een langzamere sluitertijd of een kleiner diafragma in. • De hulp bij handmatige belichting is bij benadering. We adviseren u foto’s te nemen en deze te controleren met de review-functie. Opnames maken (geavanceerd) • Zie P56 voor het beschikbare bereik van diafragma en sluitertijd. • Bij handmatige belichting kunt u de volgende opties niet instellen. –Slow sync./Rode-ogenreductie [u] (P39) –[AUTO] bij ISO-gevoeligheid (P71) (Als de opnamemodus wordt gewijzigd naar handmatige belichting, wordt de ISOgevoeligheid automatisch ingesteld op [ISO100] ook al was dit eerst ingesteld op [AUTO].) –De belichting compenseren (P43) • De helderheid van het LCD-scherm kan afwijken van die van de eigenlijke foto’s. Controleer de foto met de review- of weergavemodus. • Als de belichting onvoldoende is, worden diafragma en sluitertijd op het scherm rood als u de ontspanknop half indrukt. • Bij een langzame sluitertijd raden we het gebruik van een statief aan. 55 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) n Diafragma en sluitertijd Diafragma-prioriteit AE Beschikbaar diafragmagetal (Per 1/3 EV) F8,0 F7,1 F6,3 F5,6 F4,9 F4,5 F4,0 F3,6 F3,2 F2,8 Sluitertijd (in sec.) 8 tot 1/2000 8 tot 1/1600 8 tot 1/1300 8 tot 1/1000 Sluitertijd-prioriteit AE Beschikbare sluitertijd (in sec.) (Per 1/3 EV) 8 6 5 4 3,2 2,5 2 1,6 1,3 1 1/1,3 1/1,6 1/2 1/2,5 1/3,2 1/4 1/5 1/6 1/8 1/10 1/13 1/15 1/20 1/25 1/30 1/40 1/50 1/60 1/80 1/100 1/125 1/160 1/200 1/250 1/320 1/400 1/500 1/640 1/800 1/1000 1/1300 1/1600 1/2000 Diafragmagetal F2,8 tot F8,0 F4,0 tot F8,0 F5,6 tot F8,0 F8,0 Handmatige belichting Beschikbaar diafragmagetal (Per 1/3 EV) F2,8 tot F3,6 F4,0 tot F4,9 F5,6 tot F7,1 F8,0 Beschikbare sluitertijd (in sec.) (Per 1/3 EV) 60 tot 1/1000 60 tot 1/1300 60 tot 1/1600 60 tot 1/2000 • De diafragmagetallen in bovenstaande tabel zijn de waarden als de zoomhendel maximaal naar Wide is gedraaid. • Sommige van de diafragmagetallen kunnen afhankelijk van de zoomfactor niet worden geselecteerd. 56 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) i Bewegend beeldmodus U kunt bewegende beelden met geluid opnemen. 1 Selecteer [PICT.MODE]. bestanden zijn geschikt om als bijlage bij e-mail te versturen. • fps (frame per second); Dit verwijst naar het aantal gebruikte beelden per 1 seconde. 2 Druk de ontspanknop half in. 1 REC 1 2 W.BALANCE 30fps PICT.MODE 16:9 METERING MODE 10fps16:9 AF MODE C-AF CONT.AF SELECT SET EXIT MENU MENU • Sluit het menu door de ontspanknop half in te drukken of op de knop [MENU] te drukken na het voltooien van de instelling. • Selecteer ofwel [j] of [h]. (P85) Het is niet mogelijk om filmbeelden op te nemen in de aspectratio [ ]. • Als het onderwerp is scherpgesteld, gaat het focuslampje 1 branden. 3 Druk de ontspanknop volledig in om de opname te starten. 30fps 16:9 n In aspect [j] 30fps16:9 10fps16:9 848×480 beeldpunten 30fps 848×480 beeldpunten 10fps n In aspect [h] 30fpsVGA 10fpsVGA 30fpsQVGA 10fpsQVGA 640×480 beeldpunten 640×480 beeldpunten 320×240 beeldpunten 320×240 beeldpunten 30fps 10fps 30fps 10fps • [30fpsVGA][30fpsQVGA][30fps16:9]: De beweging van het opgenomen beeld is vloeiend, maar de bestandsgrootte is omvangrijk. • [10fpsVGA][10fpsQVGA][10fps16:9]: Opname van bewegend beeld voor lange tijd is mogeiljk alhoewel de kwaliteit lager zal zijn. • [10fpsQVGA]: De bestandsgrootte is kleiner, dus de • De resterende opnameduur (bij benadering) wordt op het scherm weergegeven. • De geluidsopname start tegelijkertijd via de ingebouwde microfoon van de camera. • Door de ontspanknop nogmaals volledig in te drukken, stopt de opname. • Indien de geheugenkaart volraakt tijdens het opnemen, stopt de camera automatisch. 57 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) n Beschikbare opnameduur (in seconden) Capaciteit SD geheugenkaart 16 MB 32 MB 64 MB 128 MB 256 MB 512 MB 1 GB 2 GB Beeldsnelheid 30fps VGA 6 17 39 83 165 330 660 1350 10fps VGA 26 59 120 250 490 980 1970 4020 30fps QVGA 26 59 120 250 490 980 1970 4020 10fps QVGA 83 175 360 740 1440 2870 5700 11700 30fps 16:9 5 14 33 71 140 280 560 1160 10fps 16:9 22 50 106 215 420 840 1690 3450 • De opnameduur is bij benadering. (De eigenlijke tijden hangen af van de opnamecondities en het type SD-kaart.) • Opnameduur hangt af van het onderwerp. • De resterende opnameduur die op de LCD wordt weergegeven loopt wellicht niet regelmatig terug. • Met deze camera kunt u geen bewegende beelden opnemen als u een MultiMediaCard gebruikt. 58 VQT0S25 • De bewegende beelden kunnen niet zonder geluid worden opgenomen. • De instellingen van autofocus/zoom/ diafragma blijven zoals ze waren bij de start van de opname (het eerste frame). • Afhankelijk van het type kaart dat u gebruikt, kan de kaartaanduiding even op het scherm zichtbaar worden na het opnemen van de bewegende beelden. Dit is normaal. • Als u de [PICT.MODE] instelt op [30fpsVGA] of [30fps16:9], gebruik dan kaarten met een snelheid van 10 MB/ seconde of hoger (vermeld op verpakking van kaart) voor de beste resultaten. • Het nemen van foto’s kan plotseling niet meer mogelijk zijn bij sommige kaartsoorten of indien u een kaart gebruikt met een gefragmenteerd geheugen als gevolg van herhaaldelijk opslaan en verwijderen. Schoon de kaart van tevoren op met dit toestel voor de beste resultaten (P101). • We adviseren het gebruik van de Panasonic SD geheugenkaart. (Gebruik uitsluitend de echte SD-kaart met het SD-logo.) • Als bewegende beelden die met deze camera zijn opgenomen worden afgespeeld op andere apparatuur, is het mogelijk dat de kwaliteit van beeld en geluid verslechterd of dat ze in het geheel niet afgespeeld kunnen worden. • Films die u hebt opgenomen met [30fpsVGA], [30fpsQVGA], [30fps16:9] en [10fpsVGA] kunnen uitsluitend op compatibele spelers worden weergegeven. • U kunt de functie richtingwaarneming en review niet gebruiken in de modus bewegend beeld [i]. • U kunt [MODE2] niet instellen bij de functie Optical Image Stabilizer. Opnames maken (geavanceerd) RS T : [PORTRAIT] (P60) Scènemodus U : [SPORTS] (P60) Stel de modusknop in op [R] of [S] om het menu [SCENE MODE] weer te geven. Wanneer [SCENE MODE] (P24) staat ingesteld op [OFF] in het menu [SETUP], druk dan op de knop [MENU] om het menu [SCENE MODE] weer te geven. Menuopties SCN1 SCENE MODE 15 SPORTS X : [NIGHT PORTRAIT] (P62) W : [NIGHT SCENERY] (P62) h : [BABY] (P63) g : [CANDLE LIGHT] (P64) FOOD SET V : [SCENERY] (P61) e : [SOFT SKIN] (P64) PORTRAIT SELECT f : [FOOD] (P61) MENU MENU • Druk op w voor uitleg over de scènemodi. (Druk op q terug te keren naar het menu.) • Als u de zoomhendel naar T draait, bladert u naar de volgende pagina van het menuscherm. (vice versa) • Als u op de knop [MENU] drukt terwijl het menu [SCENE MODE] wordt weergegeven, kunt u het menu [SETUP] (P21) en het menu [REC] (P68) instellen. a : [PARTY] (P65) Z : [FIREWORKS] (P65) b : [SNOW] (P66) d : [STARRY SKY] (P66) c : [SELF PORTRAIT] (P67) • De volgende functies kunnen in de scènemodus niet worden ingesteld. –Witbalans (P69) –ISO-gevoeligheid (P71) –Metingsmodus (P73) –Kleureffect (P76) –Beeldinstelling (P77) –AF/AE vergrendeling (P83) • Stel de helderheid van de foto’s die u neemt bij met de belichtingscompensatie. • De kleur van de foto kan er vreemd uitzien als u een scènemodus gebruikt die ongeschikt is voor de opname. 59 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) T Portretmodus U Met deze functie kunt u het onderwerp duidelijk laten uitkomen tegen een onscherpe achtergrond en de belichting en kleur bijstellen om het onderwerp een gezond uiterlijk te geven. Sportmodus Met deze modus kunt u foto’s nemen van een snel bewegend onderwerp. (Bijv. bij het nemen van sportfoto’s buiten.) 19 19 n Techniek voor portretmodus Voor een effectief gebruik van deze modus: 1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk naar Tele. 2 Ga dicht bij het onderwerp staan. 3 Selecteer een achtergrond die ver van de camera verwijderd is. • Deze modus is geschikt voor buitenshuis overdag. • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde. 60 VQT0S25 n Techniek voor sportmodus Om acties van het onderwerp als stilstaand vast te leggen, wordt de sluitertijd sneller dan normaal. Deze modus werkt het beste bij het nemen van foto’s overdag op een heldere dag. • Deze modus is geschikt voor buitenshuis overdag, waarbij u 5 m of meer van het onderwerp verwijderd blijft. • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde. Opnames maken (geavanceerd) f Voedselmodus V Gebruik deze modus voor het nemen van foto’s in restaurants, ongeacht de belichting, zodat de natuurlijke kleuren van het onderwerp goed uitkomen. Landschapsmodus Met deze modus neemt u foto’s van een uitgestrekt landschap. De camera richt u bij voorkeur op een ver verwijderd onderwerp. 19 19 • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde. • Het focusbereik is 5 m tot Z. • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde. • De flitser wordt vast ingesteld op Forced OFF [v]. • De instelling van de AF-assistentielamp is uitgeschakeld. 61 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) X Nachtportretmodus W Met deze modus neemt u foto’s tegen een nachtelijk landschap. Het onderwerp kan met de helderheid van overdag worden vastgelegd met behulp van de flitser en een langzame sluitertijd. Nachtlandschapsmodus Met deze modus neemt u foto’s van een nachtelijk landschap. Het landschap kan helder worden vastgelegd door een langzame sluitertijd te gebruiken. 19 19 n Techniek voor nachtportretmodus • Open de flitser. (P38) • Gebruik vanwege de langzame sluitertijd een statief en de zelfontspanner (P42) voor de beste resultaten. • Laat het onderwerp na het nemen van de foto nog ongeveer een seconde stilstaan. • We adviseren u foto’s te nemen met de zoomhendel ingesteld op Wide (1×) en op een afstand van ongeveer 1,5 m van het onderwerp. • Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Zie pagina 40 voor uitgebreide informatie over het flitsbereik.) • De sluiter kan (max. ongeveer 1 seconde) dicht blijven na het nemen van een foto met langzame sluitertijd, dit is echter geen storing. • Als u foto’s neemt op donkere plekken, kan er ruis optreden. • De flitser staat ingesteld op Slow sync./ Rode-ogenreductie [u] en werkt in deze modus altijd. • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde. • U kunt [CONT.AF] in deze modus niet gebruiken. • Als de flitser dicht is, verschijnt de melding [PLEASE OPEN THE FLASH]. 62 VQT0S25 n Techniek voor nachtlandschapsmodus • Gebruik een statief aangezien de sluiter wel 8 seconden open kan staan. Gebruik de zelfontspanner voor de beste resultaten. (P42) • Het focusbereik is 5 m tot Z. • De sluiter kan (max. ongeveer 8 seconden) dicht blijven na het nemen van een foto met langzame sluitertijd, dit is echter geen storing. • Als u foto’s neemt op donkere plekken, kan er ruis optreden. • De flitser wordt vast ingesteld op Forced OFF [v]. • De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO80]. • De instellingen van de AF-assistentielamp zijn uitgeschakeld. • U kunt [CONT.AF] in deze modus niet gebruiken. Opnames maken (geavanceerd) h Babymodus Deze modus past de belichting en tint aan om de gezonde kleur van de huid van uw baby er goed uit te laten springen. De flitser is zwakker dan normaal als u deze wilt gebruiken. 19 1 month 10days 10:00 20.DEC.2005 • U kunt ook de leeftijd van uw kind invoeren zodat deze later wordt getoond bij de foto. • U kunt tevens de [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO] software op de inbegrepen CD-ROM gebruiken om uw baby’s leeftijd in te voeren. (Voor meer informatie verwijzen we naar de afzonderlijke bedieningsinstructies voor aansluiting op de PC.) BABY WITH AGE WITHOUT AGE BIRTHDAY SET. SELECT SET MENU MENU n Instelling leeftijdsweergave • Geef de leeftijd weer door eerst de geboortedatum in te voeren, selecteer [WITH AGE], en druk op q. • Voor het niet weergeven van de leeftijd, selecteer [WITHOUT AGE], en druk op q. n Instelling geboortedatum 1 Selecteer [BIRTHDAY SET.] en druk op q. 2 Er verschijnt [PLEASE SET THE BIRTHDAY OF THE BABY] op het scherm. Selecteer jaar/maand/dag met w/q, wijzig de datum daarna met e/r. 3 Druk op [MENU] om af te sluiten. • Als u [WITH AGE] hebt geselecteerd maar geen datum hebt ingesteld, verschijnt er een bericht. Druk op [MENU] en volg de stappen 2 en 3 om de geboortedatum in te voeren. • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde. • Telkens wanneer u de camera in babymodus aanzet of overschakelt naar babymodus vanuit een andere scènemodus, worden de leeftijd van uw kind en de huidige datum en tijd ongeveer 5 seconden weergegeven. • De eigenlijke leeftijdsweergave is afhankelijk van de [LANGUAGE] instelling. • De weergave op de eigenlijke geboortedag van uw kind is 0 month 0 day. • Controleer de instellingen van de klok en de geboortedatum als de leeftijd verkeerd wordt weergegeven. • Indien u [WITHOUT AGE] hebt geselecteerd, wordt geen leeftijdsinformatie vastgelegd voor foto’s die u neemt. De informatie wordt zelfs als u na het nemen van de foto’s [WITH AGE] selecteert, niet weergegeven. • Gebruik de functie [RESET] in het menu [SETUP] (P23) om de instelling van de geboortedatum te wissen. 63 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) e Zachte huidmodus g Met deze modus maakt u foto’s waarbij de huid van het onderwerp er zachter uitziet. Gebruik deze modus voor het maken van portretten vanaf de borst omhoog. Kaarslichtmodus Gebruik deze modus om de sfeer van kaarslicht over te brengen. 19 19 n Techniek voor zachte huidmodus Voor een effectief gebruik van deze modus: 1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk naar Tele. 2 Ga dicht bij het onderwerp staan. 3 Selecteer een achtergrond die ver van de camera verwijderd is. • Deze modus is geschikt voor buitenshuis overdag. • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde. • Als de opname nog meer vleeskleurige elementen bevat, ondergaan die ook een verzachtend effect. • Het effect kan bij te weinig licht onduidelijk zijn. 64 VQT0S25 n Techniek voor kaarslichtmodus • Dit werkt het best zonder flits. • Gebruik een statief en de zelfontspanner (P42) voor de beste resultaten. • U maakt de beste foto’s met de zoomhendel op W (wide oftewel groothoek). • De flitsmodus kan worden ingesteld op Forced ON/Rode-ogenreductie [q] of Slow sync./Rode-ogenreductie [u]. • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde. Opnames maken (geavanceerd) a Partymodus Z Selecteer deze modus als u foto’s wilt nemen op trouwrecepties, feesten binnenshuis, enz. Zowel de mensen als de achtergrond kunnen met de echte helderheid worden vastgelegd met behulp van de flitser en een langzamere sluitertijd. Vuurwerkmodus Met deze modus neemt u prachtige foto’s van vuurwerk dat tegen een nachtelijke hemel wordt afgestoken. De sluitertijd of de belichting wordt automatisch aangepast voor het nemen van foto’s van vuurwerk. 19 19 n Techniek voor partymodus • Open de flitser. (P38) • Gebruik vanwege de langzame sluitertijd een statief en de zelfontspanner (P42) voor de beste resultaten. • We adviseren u foto’s te nemen met de zoomhendel ingesteld op Wide (1×) en op een afstand van ongeveer 1,5 m van het onderwerp. • De flitsmodus kan worden ingesteld op Forced ON/Rode-ogenreductie [q] of Slow sync./Rode-ogenreductie [u]. • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde. n Techniek voor vuurwerkmodus • We raden een statief aan. • Deze modus werkt het best bij onderwerpen die minimaal 10 m van de camera verwijderd zijn. • De flitser wordt vast ingesteld op Forced OFF [v]. • De instellingen van de AF-assistentielamp zijn uitgeschakeld. • U kunt de AF-modusinstelling niet wijzigen. • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde. • U kunt [CONT.AF] in deze modus niet gebruiken. 65 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) b n De sluitertijd instellen Sneeuwmodus Met deze modus neemt u foto’s op locaties zoals ski-oorden en in een besneeuwd berglandschap. De belichting en witbalans worden aangepast om de witte kleur van de sneeuw eruit te laten springen. 19 STARRY SKY 15 SEC. 30 SEC. 60 SEC. SELECT SET MENU MENU CANCEL MENU 15 • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde. d Sterrenhemelmodus Kies deze instelling om heldere foto’s van de nachtelijke hemel te maken. Dankzij de langzame sluitertijd schitteren de sterren. U kunt een sluitertijd van 15, 30 of 60 seconden kiezen. • Druk op e/r om de sluitertijd te selecteren, druk dan op q. • Het aftelscherm verschijnt als u op de ontspanknop drukt. Beweeg de camera niet. Als het aftellen is beëindigd, wordt [PLEASE WAIT···] ongeveer net zo lang weergegeven als de ingestelde sluitertijd duurt. Dit dient voor het verwerken van de signalen. • De opname wordt geannuleerd als u tijdens de weergave van het aftelscherm op de knop [MENU] drukt. 19 15 n Techniek voor sterrenhemelmodus • Gebruik vanwege de langzame sluitertijd een statief en de zelfontspanner (P42) voor de beste resultaten. 66 VQT0S25 • De flitser wordt vast ingesteld op Forced OFF [v]. • De stabilisatiefunctie is vast ingesteld op [OFF]. (P45) • De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO80]. • U kunt [CONT.AF] in deze modus niet gebruiken. • Belichtingscompensatie, de modus autobracket of burst, of geluidsopname kunnen niet worden gebruikt. • Het histogram is altijd oranje. (P27) Opnames maken (geavanceerd) c Zelfportretmodus Met deze modus neemt u foto’s van uzelf. 2 19 n Techniek voor zelfportretmodus • Als u hebt scherpgesteld door het indrukken van de ontspanknop, gaat het lampje van de zelfontspanner branden. Houd de camera stevig vast en druk de ontspanknop dan helemaal in. • Het beschikbare focusbereik is 30 cm tot 70 cm. • U kunt een foto van uzelf met geluid nemen (P73). Hierbij brandt het zelfontspannerlampje terwijl het geluid wordt opgenomen. • Als u de zelfportretmodus selecteert [c], gaat de zoomhendel automatisch naar Wide (1X). • De zelfontspanner kan worden ingesteld op [OFF] of [2SEC.]. (P42) Indien u [2SEC.] instelt, blijft dit van kracht totdat de camera wordt [OFF] gezet of u van modus wisselt. • De stabilisatiefunctie is vast ingesteld op [MODE2]. (P45) • De instelling van de AF-assistentielamp is uitgeschakeld. • De AF-modus is vast ingesteld op 9-zonefocussing. (P74) • De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de optimale waarde. • Een knipperend zelfontspannerlampje betekent dat de camera niet scherp staat. Druk de ontspanknop tot halverwege in om scherp te stellen. • Het vastgelegde beeld verschijnt automatisch op het LCD-scherm ter controle. Zie P35 voor de bediening van de review-functie. • Als de foto vaag wordt bij een langzame sluitertijd, raden we aan de zelfontspanner van 2 seconden te gebruiken. (P42) 67 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) Werken met het modusmenu [REC] K : [W.BALANCE] (P69) Door het instellen van kleur, het aanpassen van de fotokwaliteit, enz. kunt u foto’s nemen met een grote variëteit. • Stel de modusknop in op de gewenste opnamemodus. R : [AUDIO REC.] (P73) 13 W.BALANCE SENSITIVITY PICT.SIZE QUALITY AUDIO REC. SELECT Z : [PICT.SIZE] (P71) Q : [QUALITY] (P72) Menuopties REC J : [SENSITIVITY] (P71) SET R : [METERING MODE] (P73) M : [AF MODE] (P74) EXIT : [CONT.AF] (P75) MENU N : [AF ASSIST LAMP] (P75) AF-L AE-L • De menuopties hangen af van de geselecteerde opnamemodus. • Als u de zoomhendel naar T of W draait, bladert u naar de volgende of vorige pagina van het menuscherm. • Sluit het menu door de ontspanknop half in te drukken of op de knop [MENU] te drukken na het voltooien van de instelling. : [AF/AE LOCK] (P83) O : [D.ZOOM] (P76) T : [COL.EFFECT] (P76) U: [PICT.ADJ.] (P77) M : [FLIP ANIM.] (P77) 68 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) Zie pagina 68 voor het instellen. K Witbalans [W.BALANCE] Met deze functie reproduceert u een kleur wit die de tint in het echte leven beter benaderd op foto’s die zijn opgenomen met zonlicht, halogeenverlichting, enz. waarbij de witte kleur er rood- of blauwachtig uit kan zien. voor automatische instelling (autowitbalans) voor opnames k (Daglicht) buitenshuis op een heldere dag voor opnames onder l (Bewolkt) een bewolkte hemel voor opnames onder m (Halogeen) halogeenverlichting : (Wit-instelling 1) voor gebruik van de vooraf ingestelde witbalans ; (Wit-instelling 2) voor gebruik van de vooraf ingestelde witbalans p (Wit-instelling) voor gebruik van de instellingen 1 of 2 met een andere witbalansinstelling (P70) AUTO • Bij het instellen van de witbalans op een andere modus dan [AUTO], kunt u de witbalans verfijnd afstemmen. (P70) • Deze staat vast ingesteld op [AUTO] in de Auto-modus [0]. n Automatische witbalans Gebruik van de automatische aanpassing van de witbalans in ongeschikte lichtomstandigheden, kan leiden tot roodof blauwachtige foto’s. Als het onderwerp wordt omringd door vele lichtbronnen, werkt de automatische witbalans wellicht niet correct. Stel de witbalans in dat geval handmatig in op een modus behalve [AUTO]. 1 Het bereik wordt bepaald door de modus voor automatische aanpassing van de witbalans van deze camera 2 TV-scherm 3 Bewolkte lucht (Regen) 4 Zonlicht 5 Wit TL-licht 6 2 uur voor zonsopgang en na zonsondergang 7 1 uur voor zonsopgang en na zonsondergang 8 Halogeenlamp 9 30 minuten voor zonsopgang en na zonsondergang 10 Gloeilamp 11 Zonsopgang en zonsondergang 12 Kaarslicht 2) 3) 4) 1) 6) 7) 9) 5) 8) 10) 11) 12) K=Kelvin kleurtemperatuur 69 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) n Handmatig instellen van de witbalans (Wit-instelling p) Gebruik deze modus om de witbalans handmatig in te stellen. 1 Stel in op [p] (Wit-instelling) en druk dan op q. 2 Selecteer [:] (Wit-instelling 1) of [;] (Wit-instelling 2) en druk dan op q. 3 Richt de camera op een wit vel papier of een vergelijkbaar wit object zodat het kader in het midden van het scherm wit wordt en druk dan op q. WHITE SET SET CANCEL MENU n Fijnafstelling van de witbalans L Als het niet lukt om de gewenste kleur in te stellen met de witbalans, kunt u de witbalans verfijnd afstellen. 1 Stel de witbalans in op [k]/[l]/[m]/ [:]/[;]. (P69) 2 Druk meerdere keren op e totdat [L WB ADJUST.] verschijnt. WB ADJUST. RED SELECT BLUE EXIT 3 Stel de witbalans fijn af. • q [BLUE]: Druk hierop als de kleur roodachtig is. • w [RED]: Druk hierop als de kleur blauwachtig is. 70 VQT0S25 Over de witbalans • Deze staat vast ingesteld op [AUTO] in de Auto-modus [0]. • Bij het nemen van een foto met de flitser, wordt de witbalans automatisch bijgesteld [behalve bij [k] (daglicht)]. Bij onvoldoende flitslicht kan het zijn dat de witbalans niet correct wordt bijgesteld. Over de verfijnde afstelling van de witbalans • Het witbalanspictogram op het scherm wordt rood of blauw als u de witbalans fijnafstelling hebt uitgevoerd. • U kunt de waarde voor elke modus apart instellen bij witbalans. • De instelling van de fijnafstelling van de witbalans wordt zichtbaar op de foto wanneer u die neemt met flits. • Als u de instelling van de witbalans wijzigt voor de set-modus [p], keren de waarden van de fijnafstelling van de witbalans voor [:] en [;] terug naar “0”. • Indien het kleureffect is ingesteld op een van de opties [COOL], [WARM], [B/W] of [SEPIA] (P76), kunt u de witbalans niet fijn afstellen. Over de wit-instelling • Zorg dat de camera of het onderwerp na het starten van de wit-instelling niet meer beweegt tot u terugkeert naar het menu. Opnames maken (geavanceerd) Zie pagina 68 voor het instellen. J Zie pagina 68 voor het instellen. ISO-gevoeligheid [SENSITIVITY] ISO-gevoeligheid geeft de lichtgevoeligheid in een waarde weer. Als u de ISOgevoeligheid hoger instelt, wordt de camera beter geschikter voor opnames op donkere plekken. • Bij het instellen op [AUTO], wordt de ISOgevoeligheid automatisch aangepast van [ISO80] tot [ISO200] conform de helderheid. (Bij gebruik van de flitser kan hij worden aangepast van [ISO100] tot [ISO400].) ISOgevoeligheid Gebruiken op heldere plekken (bijv. buitenshuis) Gebruiken op duistere plekken Sluitertijd Ruis 80 Geschikt 400 Niet geschikt Niet Geschikt geschikt Langzaam Snel Minder Meer • In Auto-modus [0], bewegend beeldmodus [i] of scènemodus (P59), is de ISO-gevoeligheid vast ingesteld op [AUTO]. (In [NIGHT SCENERY], [SOFT SKIN] en [STARRY SKY] in scènemodus, is het vast ingesteld op [ISO80].) • Om beeldruis te voorkomen raden we aan de ISO-gevoeligheid of de instelling [NOISE REDUCTION] bij [PICT.ADJ.] te verlagen tot [HIGH] voor het nemen van foto’s. (P77) Z Beeldformaat [PICT.SIZE] Selecteer een hoger aantal beeldpunten voor duidelijker foto’s bij het afdrukken. Selecteer een lager aantal beeldpunten om meer foto’s op de kaart te kunnen opslaan. Minder beeldpunten betekent ook dat de foto’s gemakkelijker te versturen zijn per email of te gebruiken op een homepage. n Indien de aspectratio staat ingesteld op [j] 3840×2160 beeldpunten 8M 5.5M EZ 3072×1728 beeldpunten 2M EZ 1920×1080 beeldpunten n Indien de aspectratio staat ingesteld ] op [ 7M 3248×2160 beeldpunten 4.5M EZ 2560×1712 beeldpunten 2.5M EZ 2048×1360 beeldpunten n Indien de aspectratio staat ingesteld op [h] 6M 2880×2160 beeldpunten 4M EZ 2304×1728 beeldpunten 3M EZ 2048×1536 beeldpunten 2M EZ 1600×1200 beeldpunten 1M EZ 1280×960 beeldpunten • Zie pagina 57 bij gebruik van de filmmodus [i]. • EZ is een afkorting voor Extra Optical Zoom. (P86) • Foto’s zien er soms als een mozaïek uit afhankelijk van het onderwerp en de opnamecondities. • Het aantal opneembare foto’s varieert afhankelijk van het onderwerp. • Het aantal resterende foto’s komt wellicht niet overeen met de opgenomen beelden. • Zie pagina 16 tot 18 voor het aantal opneembare foto’s. 71 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) Zie pagina 68 voor het instellen. Q Kwaliteit [QUALITY] U kunt kiezen uit 4 types kwaliteit (compressieverhouding), afhankelijk van het gebruik van de foto. TIFF TIFF (ongecomprimeerd) Dit type is geschikt voor het bewerken en verwerken van foto’s met beeldbewerkingssoftware. G Fijn (Lage compressie): Bij dit type wordt prioriteit gegeven aan beeldkwaliteit. Beeldkwaliteit is hoog. H Standaard (Hoge compressie): Bij dit type krijgt het aantal opneembare foto’s prioriteit en worden foto's in standaardkwaliteit opgeslagen. RAW RAW (ongecomprimeerd): Dit type is geschikt voor het bewerken en verwerken van foto’s met een computer. 72 VQT0S25 • Als de kwaliteit is ingesteld op [TIFF] of [RAW], wordt tegelijkertijd een JPEG-foto van standaardkwaliteit [H] gecreëerd. Het JPEG-bestand wordt ook verwijderd als u het bijbehorende TIFF/RAWbestand verwijderd. • Als u [RAW] selecteert, wordt de maximale resolutie (P71) voor elke aspectratio gefixeerd. • De digitale zoom is niet bruikbaar als u [RAW] hebt geselecteerd. • Foto’s zien er soms als een mozaïek uit afhankelijk van het onderwerp en de opnamecondities. • Het aantal opneembare foto’s varieert afhankelijk van het onderwerp. • Het aantal resterende foto’s komt wellicht niet overeen met de opgenomen beelden. • De volgende functies kunnen niet worden gebruikt voor foto’s opgeslagen in [TIFF] of [RAW]. –Auto-bracket –Burstmodus –[AUDIO REC.] –[AUDIO DUB.] –[RESIZE] –[TRIMMING] • Zie pagina 16 tot 18 voor het aantal opneembare foto’s. • U kunt bestanden in [RAW] indeling verwerken met ofwel [PHOTOfunSTUDIO] (op de inbegrepen CD-ROM) of ArcSoft [PhotoImpression]. Maak gebruik van uw computer voor bewerkingen die deze camera niet kan uitvoeren. • Gebruik voor geadvanceerde fotografische verwerking software die compatibel is met de RAW-indeling van Panasonic, zoals Adobe Photoshop CS (met RAW-plugin). Ga naar http://www.adobe.com/ voor meer informatie over Adobe-producten. Opnames maken (geavanceerd) Zie pagina 68 voor het instellen. R Geluidsopname [AUDIO REC.] U kunt een foto met geluid nemen. • Als u [AUDIO REC.] instelt op [ON], verschijnt [I] op het scherm. • Als uw begint met opnemen door scherp te stellen op het onderwerp en de ontspanknop in te drukken, wordt de geluidsopname automatisch gestopt na vijf seconden. Het is niet nodig om de ontspanknop ingedrukt te houden. • Het geluid wordt opgenomen via de ingebouwde microfoon van de camera. • Als u tijdens de geluidsopname op de knop [MENU] drukt, wordt de opname geannuleerd. Het geluid kan niet worden opgeslagen. • U kunt geen foto’s met geluid opnemen in auto-bracket, burstmodus of als de kwaliteit is ingesteld op [TIFF], [RAW] of [STARRY SKY] in de scènemodus (P66). Zie pagina 68 voor het instellen. R Metingfunctie [METERING MODE] U kunt overschakelen naar de volgende metingfuncties. R Meervoudig: Bij deze methode meet de camera de meest geschikte belichting door automatische beoordeling van de verdeling van helderheid over het hele scherm. We raden deze methode over het algemeen aan. S Center weighted: Bij deze methode wordt geconcentreerd op het midden van het scherm en wordt het gehele scherm gelijkmatig gemeten. U Spot: Bij deze methode wordt het onderwerp gemeten op een bepaald punt, de ‘spot’ A. A • Deze staat vast ingesteld op Multiple [R] in de Auto-modus [0]. 73 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) Zie pagina 68 voor het instellen. M AF-modus [AF MODE] T 9-zone-focussing: De camera stelt scherp op een van de 9 focuszones. U kunt een foto in een vrije compositie vastleggen zonder het onderwerp een bepaalde positie op te dwingen. V 3-zone-focussing (hoge snelheid): De camera stelt scherp op een van de vlakken links, in het midden of rechts op het scherm. W 1-zone-focussing (hoge snelheid): De camera stelt scherp op het onderwerp in het AF-gebied in het midden van het scherm. W 1-zone-focussing: De camera stelt scherp op het onderwerp in het AF-gebied in het midden van het scherm. 74 VQT0S25 U Spot-focussing: De camera stelt scherp op het omkaderde, smalle vlak op het scherm. n High speed AF (H) modus • Als u 3-zone-focussing selecteert (hoge snelheid) of 1-zone-focussing (hoge snelheid), wordt de autofocus op hoge snelheid geactiveerd en kunt u sneller de scherptediepte van het object bepalen. • Foto’s kunnen blijven stilstaan in de conditie waarin ze verkeerden voordat het object werd scherpgesteld door de ontspanknop half in te drukken. Dit is echter geen storing. Als u geen stilstaande foto’s wilt nemen tijdens de autofocus, gebruik dan een andere AFmodus dan 3-zone-focussing (hoge snelheid) en 1-zone-focussing (hoge snelheid). • Als u de digitale zoom gebruikt of foto’s neemt op donkere plekken, wordt de AFzone op het midden van het scherm weergegeven in een grotere maat dan normaal. • Als meerdere AF-zones (max. 9 vlakken) tegelijk oplichten, richt de camera zich op al deze AF-zones. De focuspositie wordt niet van tevoren bepaald omdat hij wordt ingesteld op de positie die de camera automatisch vaststelt op het moment van focussen. Wilt u de focuspositie bepalen voor het nemen van foto’s, schakel de AFmodus dan over naar 1-zone-focussing, 1zone-focussing (hoge snelheid) of spotfocussing. • U kunt de AF-modus niet wijzigen wanneer u [FIREWORKS] of [SELF PORTRAIT] in scènemodus (P59) gebruikt. • Deze staat vast ingesteld op 1-zonefocussing in de Auto-modus [0]. Opnames maken (geavanceerd) Zie pagina 68 voor het instellen. Continue AF [CONT.AF] Zie pagina 68 voor het instellen. N SCN1 SCN2 Met deze modus bepaalt u eenvoudiger de compositie van een foto omdat altijd wordt scherpgesteld op het onderwerp. Als de AF-modus wordt ingesteld op 1zone-focussing, 1-zone-focussing (hoge snelheid) of spot-focussing, is er minder tijd nodig voor het scherpstellen als de ontspanknop half wordt ingedrukt. • Als het wordt ingesteld op [ON], verschijnt de aanduiding [ ]. • De batterij kan sneller opraken dan gebruikelijk. • Het scherpstellen op een onderwerp kan even duren nadat de zoomhendel van Wide naar Tele is gedraaid of wanneer snel gewisseld wordt van een dichtbijgelegen onderwerp naar een verafgelegen onderwerp. • Druk de ontspanknop nogmaals half in als het moeilijk is om scherp te stellen op het onderwerp. • U kunt dit niet gebruiken bij de scènemodi (P59) [STARRY SKY], [FIREWORKS], [NIGHT PORTRAIT] of [NIGHT SCENERY]. • Indien de focusschakelaar op [AFw] staat ingesteld, wordt de focustijd niet korter. AF-assistentielamp [AF ASSIST LAMP] Door het onderwerp te belichten met de AF-assistentielamp kan de camera onder slechte lichtcondities scherpstellen. Wanneer u de 1 ontspanknop half indrukt op donkere plekken of andere situaties, verschijnt een groter AF-gebied dan normaal en gaat de AFassistentielamp 1 aan. ON OFF De AF-assistentielamp gaat aan onder slechte lichtcondities. Op dat moment verschijnt het pictogram AF-assistentielamp [S] op het scherm. Het effectieve bereik van de AF-assistentielamp is 1,5 m. De AF-assistentielamp gaat niet aan. • Hou rekening met de volgende punten als de AF-assistentielamp wordt gebruikt. –Kijk niet dicht in de AF-assistentielamp. –Dek de AF-assistentielamp niet af met uw vingers of andere voorwerpen. • AF-assistentielamp is vast ingesteld op [ON] in Auto-modus [0]. • U kunt de AF-assistentielamp niet gebruiken in [SCENERY], [NIGHT SCENERY], [FIREWORKS] en [SELF PORTRAIT] in scènemodus (P59). • Als u de AF-assistentielamp niet wilt gebruiken (bijv. wanneer u een foto neemt van een object op een donkere plek), stel de [AF ASSIST LAMP] dan in op [OFF]. In dit geval wordt het moeilijk om scherp te stellen op het onderwerp. • Het AF-gebied (P74) wordt slechts ingesteld op een punt midden op het scherm wanneer de AF-assistentielamp wordt aangezet. 75 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) Zie pagina 68 voor het instellen. O Zie pagina 68 voor het instellen. Digitale zoom [D.ZOOM] T Kleureffect [COL.EFFECT] SCN1 SCN2 Het is mogelijk om een onderwerp waarop al vier keer is ingezoomd nog verder te vergroten met de optische zoom en nogmaals vier keer met de digitale zoom, waarmee een maximum van 16 keer wordt bereikt. (U kunt de extra optische zoom nog benutten.) Zie pagina 86 voor meer informatie over de extra optische zoom. n Het digitale zoombereik invoeren Als u de zoomhendel naar de uiterste Tele positie bereikt, kan het zijn dat de zoomaanduiding op het scherm even pauzeert. U kunt het digitale zoombereik instellen om de zoomhendel voortdurend naar Tele te draaien om de zoomhendel eenmaal los te laten en dan opnieuw naar Tele te draaien. 4 [OFF] : 1 [ON] : 16 4 2 1 Optische zoom 2 Digitale zoom • Bij gebruik van de digitale zoom, gaat de beeldkwaliteit achteruit. • In het digitale zoombereik, kan het zijn dat de stabilisatiefunctie niet goed werkt. • Gebruik bij digitale zoom een statief en de zelfontspanner (P42) voor de beste resultaten. • Het AF-gebied wordt in een groter formaat dan anders weergegeven en alleen ingesteld op een punt in het midden van het scherm in het digitale zoombereik. • Als u [QUALITY] instelt op [RAW] (P72), schakelt de digitale zoom uit. Schakelt u over op een andere [QUALITY] instelling, wordt de digitale zoominstelling van voor uw selectie van [RAW] hersteld. 76 VQT0S25 U kunt 4 types kleureffecten gebruiken afhankelijk van de afbeelding op de foto. COOL WARM B/W SEPIA De foto krijgt een blauwe zweem. De foto krijgt een rode zweem. De foto wordt zwartwit. De foto wordt sepiakleurig. Opnames maken (geavanceerd) Zie pagina 68 voor het instellen. U Beeldinstelling [PICT.ADJ.] Zie pagina 68 voor het instellen. M Flip-animatie [FLIP ANIM.] SCN1 SCN2 Gebruik deze functie in overeenstemming met de opnamesituatie en de sfeer van de foto. CONTRAST HIGH Verhoogt het verschil tussen licht en donker op de foto. LOW Verlaagt het verschil tussen licht en donker op de foto. SHARPNESS HIGH De foto krijgt een grote scherpte. LOW De foto krijgt een kleine scherpte. SATURATION HIGH De kleuren in de foto worden levendig. LOW De kleuren in de foto worden natuurlijk. NOISE HIGH Het ruisonderdrukkingseffect REDUCTION wordt versterkt. De resolutie van de foto kan hierdoor iets verslechteren. LOW Het ruisonderdrukkingseffect wordt verminderd. U krijgt foto’s met een hogere resolutie. U kunt met de camera bewegende beeldbestanden maken van tot 20 seconden door beelden die in flip-animatie zijn opgeslagen aaneen te smeden. Voorbeeld: Door opeenvolgende beelden van het onderwerp vast te leggen door de camera beetje bij beetje te bewegen en de beelden aaneen te sluiten, lijkt het of het onderwerp zich beweegt. • Als u foto’s neemt op donkere plekken, kan er ruis optreden. Om beeldruis te voorkomen raden we aan de instelling [NOISE REDUCTION] bij [PICT.ADJ.] op [HIGH] in te stellen of om alle opties behalve [NOISE REDUCTION] op [LOW] in te stellen voor het nemen van foto’s. • In Auto-modus [0] kunt u [PICT.ADJ.] niet gebruiken. 77 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) 1 Selecteer [FLIP ANIM.]. REC 3 Beelden vastleggen voor flipanimatie. 33 D.ZOOM COL.EFFECT PICT.ADJ. FLIP ANIM. SELECT 8 REMAIN 92 EXIT MENU EXIT MENU • Er wordt een bewegend beeldbestand gemaakt door beelden die zijn opgeslagen in [PICTURE CAPTURE] samen te voegen bij [CREATE MOTION PICTURE]. • Geluid kan niet worden opgenomen. • Het is niet mogelijk om geluid op te nemen met audio-dubbing. (P96) 2 Selecteer [PICTURE CAPTURE]. MENU • U kunt het vastgelegde beeld controleren met r en het vorige of volgende beeld met w/q. • Wis onnodige beelden met de knop [A]. • U kunt max. 100 foto’s opslaan. Het weergegeven aantal op te nemen foto’s is een schatting. 4 Selecteer [CREATE MOTION FLIP ANIM. PICTURE]. PICTURE CAPTURE FLIP ANIM. CREATE MOTION PICTURE PICTURE CAPTURE DELETE STILL PICTURES CREATE MOTION PICTURE SELECT EXIT MENU • Het beeldformaat is 320×240 beeldpunten. 78 VQT0S25 DELETE STILL PICTURES SELECT MENU EXIT MENU Opnames maken (geavanceerd) 5 Selecteer [FRAME RATE] en stel het aantal frames (beelden) in. CREATE MOTION PICTURE n Alle stilstaande beelden wissen die zijn gebruikt voor de flip-animatie Bij het selecteren van [DELETE STILL PICTURES] in het menu [FLIP ANIM.], verschijnt er een bevestigingsscherm. Selecteer [YES] met r en druk dan op q. FRAME RATE CREATE MOTION PICTURE SELECT 5fps 10fps SET EXIT MENU 5 frames/sec. 10 frames/sec. (De filmbeelden gaan vloeiender in elkaar over.) 6 Selecteer [CREATE MOTION PICTURE] en maak een flipanimatie. • U kunt geen foto’s gebruiken met audio, burstmodus en auto-bracket en de functie richtingwaarneming. • De beelden in elke frame verschijnen niet in normale review. (P35) • Als u [CREATE MOTION PICTURE] uitvoert, wordt de flip-animatie gecreëerd van alle voor flip-animatie vastgelegde foto’s. Wis onnodige foto’s. • Flip-animaties kunnen niet op andere apparatuur worden weergegeven. • Geluid wordt niet opgenomen op flipanimaties. Het kan echter voorkomen dat u verschillende niveaus ruis hoort als u flip-animaties afspeelt met andere apparatuur zonder mute-functie. CREATE MOTION PICTURE FRAME RATE CREATE MOTION PICTURE SELECT EXIT MENU MENU 3 keer • Het bestandsnummer verschijnt na het maken van een flip-animatie. n Gecreëerde flip-animaties weergeven • U kunt gecreëerde flip-animaties weergeven op dezelfde manier waarop bewegende beelden worden weergegeven. (P87) 79 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) Werken met het snelmenu U kunt het volgende wijzigen met de joystick tijdens het opnemen. • [W.BALANCE] (P69) • [SENSITIVITY] (P71) • [PICT.SIZE] (P71) • [QUALITY] (P72) • [PICT.MODE] (P57) 1 Houd de joystick ingedrukt om het snelkoppelingsmenu weer te geven in opnamemodus. AUTO AUTO 8M AUTO 2 SELECT EXIT • Het instelmenu Quick verschijnt. 2 Selecteer het menu door erop te drukken. AUTO AUTO 8 M AUTO 2 ISO80 ISO100 ISO200 ISO400 SELECT 80 VQT0S25 EXIT • De menuopties hangen af van de geselecteerde opnamemodus. Opnames maken (geavanceerd) Foto’s nemen met handmatige focus 1 Schuif de focusschakelaar naar [MF]. 2 Beweeg de joystick naar w/q om [MF] te selecteren, beweeg de joystick dan naar e/r om scherp te stellen. 2 D 1 5 F2.88 1/30 M AC B • AF: Autofocus • AFw: Macromodus • MF: Handmatige focus • A : MF aanduiding • B : Brandpuntsafstand • e : Verder • r : Dichterbij • De assistent voor handmatige focus C verschijnt. • De MF-assistent verdwijnt 2 seconden nadat u de joystick niet meer beweegt. • De verschuivende focusaanduiding D verdwijnt 5 seconden nadat u de joystick niet meer beweegt. 3 Neem de foto. F2.8 1/30 81 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) n MF assistentie Beweeg de joystick naar e/r terwijl [MF ASSIST] is ingesteld op [MF1] of [MF2] om de afbeelding te vergroten om het scherpstellen te vereenvoudigen. (P22) • [MF1]: Het middengedeelte van de foto wordt vergroot. U kunt scherpstellen terwijl u let op de algehele compositie van de foto. n Techniek voor handmatige focus 1 Beweeg de joystick e/r. 2 Ook al is het onderwerp scherpgesteld, verplaats het toch nog een beetje. m 5 2 1 0.5 F2.8 1/30 MF • [MF2]: De gehele foto wordt vergroot. U kunt eenvoudig scherpstellen als u niet zeker bent van het brandpunt bij groothoek. m 5 2 1 0.5 F2.8 1/30 MF • U kunt de MF-assistent uitschakelen [OFF] in het menu [SETUP] (in opnamemodus). (P22) 82 VQT0S25 3 Keer terug naar het midden om fijne aanpassingen uit te voeren. n Pre-focus Bij deze techniek stelt u van tevoren scherp op een bepaald punt om foto’s te nemen in situaties waar het moeilijk is om op het onderwerp te richten met autofocus vanwege de snelheid. Deze functie is geschikt wanneer de afstand tussen camera en onderwerp vaststaat. • U kunt met handmatige focus ook in bewegend beeldmodus [i] opnemen. De focus wordt gefixeerd bij het starten van de opname. • Als u scherpstelt op het onderwerp in Wide, is de focus wellicht niet voldoende voor Tele. Focus in dat geval nogmaals op het onderwerp. • Bij het instellen van handmatige focus, kunt u continue AF (P75) niet instellen. • De MF-assistent verschijnt niet bij een digitale zoombereik. • De weergegeven afstand geeft ongeveer aan hoe ver weg het focuspunt is. • Gebruik de MF-assistent om de laatste aanpassingen aan de focus uit te voeren. • De AF-vergrendeling wordt opgeheven als u handmatige focus selecteert. Opnames maken (geavanceerd) AF/AE vergrendeling (AF: Auto focus/ AE: Auto exposure) Het vergrendelen van de focus kan handig zijn wanneer het onderwerp zich buiten het AF-gebied bevindt van de foto die u wilt maken. Het vergrendelen van de belichting is handig als er sprake is van een extreem contrast op de opname en u de belichting niet optimaal krijgt. 1 Selecteer [AF/AE LOCK] in het menu [REC] om [AF], [AE] of [AF/AE] te selecteren. REC 2 3 METERING MODE AF MODE C-AF CONT.AF AF AF ASSIST LAMP AF-L AE-L AF/AE LOCK SELECT SET EXIT MENU MENU • AF : Vergrendelde autofocus • AE : Vergrendelde automatische belichting • AF/AE : Beiden vergrendeld 2 Druk op de [AF/AE LOCK] knop A. n AF/AE vergrendeling 1 Richt het AF-gebied op het onderwerp. 2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de scherpstelling en belichting vast te zetten. (Dit annuleert u door nogmaals op de knop [AF/AE LOCK] te drukken.) • De focus- en belichtingslampjes gaan aan bij een juiste instelling. 3 Richt de camera weer op de opname die u wilt vastleggen en druk de ontspanknop volledig in. n AF vergrendeling 1 Richt het AF-gebied op het onderwerp. 2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de scherpstelling vast te zetten. (Dit annuleert u door nogmaals op de knop [AF/AE LOCK] te drukken.) • Het focuslampje gaat branden als de instelling correct is. 3 Richt de camera weer op de opname die u wilt vastleggen en druk de ontspanknop volledig in. n AE vergrendeling 1 Richt het AF-gebied op het onderwerp. 2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de belichting vast te zetten. (Dit annuleert u door nogmaals op de knop [AF/AE LOCK] te drukken.) • Het belichtingslampje gaat branden als de instelling correct is. 3 Richt de camera weer op de opname die u wilt vastleggen en druk de ontspanknop volledig in. A • Alleen de AE vergrendeling werkt als u de handmatige focus gebruikt. • Op de LCD verschijnt [AF-L], [AE-L] of [ AF-L AE-L ]. 83 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) AF-macromodus Met deze modus neemt u close-up foto’s van het onderwerp, bijv. bij het maken van bloemenfoto’s. U kunt tot op een lensafstand van 5 cm van het onderwerp foto’s nemen door de zoomhendel tot het uiterste naar Wide (1×) te draaien. 1 Selecteer [AFw] met de n Focusbereik • Normaal 1,2 m T 50 cm W focusschakelaar. • [AFw] T W • AF: Autofocus • AFw: AF-macromodus • MF: Handmatige focus 84 VQT0S25 30 cm 5 cm • Gebruik een statief en de zelfontspanner (P42) voor de beste resultaten. • Als het onderwerp dichtbij de camera is, wordt het effectieve focusbereik (velddiepte) aanzienlijk verkleind. Daarom is het moeilijk om scherp te stellen op het onderwerp als de afstand tussen de camera en het onderwerp wordt gewijzigd na scherpstelling op het onderwerp. • Als de cameralens zich op een afstand bevindt die buiten het beschikbare bereik van het onderwerp valt, is het onderwerp wellicht niet scherpgesteld zelfs al gaat het focuslampje branden. • Het beschikbare flitsbereik is 60 cm tot 4,1 m (Wide). (Dit wordt toegepast als u de ISO-gevoeligheid instelt op [AUTO].) • Het is normaal dat de resolutie van afbeeldingen gemaakt met [AFw] van dichtbij minder is aan de randen. Opnames maken (geavanceerd) De aspectratio instellen Aspectratio is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van de foto. Bij deze camera kunt u kiezen uit drie aspectratio’s. •j • •h • Het is niet mogelijk om bewegende beelden op te nemen in de aspectratio [ ]. • Afhankelijk van de aspectratio is het mogelijk dat de randen van de foto niet worden afgedrukt. Probeer het volgende om te zien of u ook de randen afgedrukt kunt krijgen. –Sommige fotozaken kunnen foto’s gemaakt in de aspectratio [j] verwerken. Informeer hiernaar voordat u de afdrukopdracht indient. –Als uw printer beschikt over de mogelijkheid om randen in te stellen en bij te snijden, wijzig deze instellingen dan zo dat er geen randen zijn en niet wordt bijgesneden. (Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw printer.) 85 VQT0S25 Opnames maken (geavanceerd) Foto’s nemen met de extra optische zoom De optische zoom van de camera biedt u normaal gesproken een telefotozoom van 4 keer, maar door een resolutie met een EZsuffix te kiezen, bijvoorbeeld 5.5M EZ , treedt de extra optische zoom in werking en wordt de zoomfactor als volgt vergroot. (In dit voorbeeld gaan we uit van een aspectratio van [j].) • Beeldformaat. (P71) 1 Draai de zoomhendel naar T. 5.5 19 T 5X n Indien de extra optische zoom niet werkt Bijvoorbeeld: Resolutie is 8M 19 T 4X n Indien de extra optische zoom werkt Bijvoorbeeld: Resolutie is 5.5M EZ 5.5 19 T 5X 86 VQT0S25 n Resolutie en maximale zoom Aspectratio j Beeldpunten 8M 5.5M EZ /2M EZ 7M 4.5M EZ /2.5M EZ 6M h 4M EZ 3M EZ /2M EZ / 1M EZ Maximale zoom 4× 5× 4× 5,1× 4× 5× 5,6× n Hoe de extra optische zoom werkt • De extra optische zoom werkt door het midden van de foto af te scheiden en dit te expanderen om een groter tele-effect te bewerkstelligen. Als u bijvoorbeeld [5.5M EZ ] kiest, worden 5,5 miljoen beeldpunten (van de totale [8M], 8 miljoen mogelijk met de CCD) opgenomen in uw foto. • Met de extra optische zoom verhoogt u de zoomfactor zonder dat de beeldkwaliteit minder wordt zoals bij de digitale zoom. • Het pictogram [ EZ ] komt in beeld als u inzoomt met een resolutie waarbij de extra optische zoom kan worden gebruikt. • U kunt zelfs verder inzoomen door deze functie te combineren met de digitale zoom. Stel de digitale zoom in het menu [REC] modus in op ON. (P76) • De extra optische zoom werkt niet in de filmmodus [i]. Weergave (geavanceerd) Beelden weergeven met geluid/Bewegende beelden n Beelden met geluid Selecteer een beeld met het pictogram van geluid [A] A en geef het geluid weer. A PLAY AUDIO IO 100-0001 1/19 10 00 20.DEC.2005 10:00 20 DEC 2005 n Bewegende beelden Selecteer een beeld met het pictogram van een bewegend beeld B en geef de bewegende beelden weer. B 30 fps 16:9 PLAY MOTION PICTURE 103-0003 16/16 10:00 20.DEC.2005 • De cursor die tijdens het weergeven wordt afgebeeld komt overeen met e/r/w/q. • De weergave van bewegende beelden stopt en de normale weergave kan worden hervat door op r te drukken. n Snel vooruitspoelen/Snel terugspoelen Blijf tijdens de weergave van bewegende beelden w/q ingedrukt houden. q : Snel vooruit w : Snel terug • Nadat de knop is losgelaten, keert de weergave terug naar de normale weergave van bewegende beelden. n Pauzeren Druk op e tijdens de weergave van bewegende beelden. • Druk nogmaals op e om het pauzeren te annuleren. • Het geluid is hoorbaar via de luidspreker. Zie P23 om het volumeniveau van het geluid in te stellen • U kunt de zoomfunctie niet gebruiken tijdens het weergeven of pauzeren van bewegende beelden. • De bestandsindeling die met deze camera kan worden weergegeven is QuickTime Motion JPEG. • Sommige QuickTime Motion JPEGbestanden die op een PC of een ander apparaat zijn opgenomen, kunnen niet door deze camera worden weergegeven. • Tijdens het weergeven van bewegende beelden die op een ander apparaat zijn opgenomen, kan de kwaliteit van de beelden achteruitgaan of kan weergave onmogelijk zijn. • Bij gebruik van een geheugenkaart met een grote opslagruimte, kan het snel vooruit zoeken langzamer werken dan gebruikelijk. 87 VQT0S25 Weergave (geavanceerd) Werken met het modusmenu [PLAY] a : [SLIDE SHOW] (P89) De weergavemodus biedt u diverse manieren om uw beelden weer te geven en te bewerken. Menuopties PLAY b : [ROTATE] (P92) l : [DPOF PRINT] (P93) g: [PROTECT] (P95) R : [AUDIO DUB.] (P96) EXIT MENU MENU • Als u de zoomhendel naar T draait, bladert u naar de volgende pagina van het menuscherm. (vice versa) • Nadat u de optie hebt geselecteerd, verandert u de instellingen zoals beschreven op de volgende pagina’s. 88 VQT0S25 j : [ROTATE DISP.] (P91) 13 SLIDE SHOW FAVORITE ROTATE DISP. ROTATE DPOF PRINT SELECT : [FAVORITE] (P90) e : [RESIZE] (P97) f : [TRIMMING] (P98) i : [ASPECT CONV.] (P100) < : [CLEAN UP] (P101) 0 : [FORMAT] (P101) Weergave (geavanceerd) Zie pagina 88 voor de menubediening. a Weergeven met een diashow [SLIDE SHOW] DURATION AUDIO 13 SLIDE SHOW FAVORITE ROTATE DISP. ROTATE DPOF PRINT SELECT SELECT EXIT MENU ALL Voor het weergeven van alle beelden. Voor het weergeven van beelden in uw favorietenlijst. • Zie pagina 90 voor instructies voor het toevoegen van beelden aan uw favorietenlijst. • Start vanaf stap 2 als [FAVORITE] is ingesteld op [OFF]. 2 Stel de opties van de diashow in. ALL SLIDE SHOW START DURATION AUDIO SELECT SET ALL SLIDE SHOW START 1 Selecteer [ALL] of [ ]. PLAY 3 Selecteer [START]. EXIT EXIT MENU Verwissel van afbeelding met w/q als u [MANUAL] hebt gekozen. U kunt de foto ook controleren door de joystick te gebruiken. • w:Het vorige beeld • q:Het volgende beeld 4 Door op de knop [MENU] te drukken, stopt de diashow. • Tijdens weergave van bewegende beelden is de diashow niet beschikbaar. • Als u [AUDIO] instelt op [ON] en vervolgens een beeld met geluid weergeeft, verandert het beeld nadat het geluid is afgelopen. MENU DURATION Selecteer intervallen van 1, 2, 3, 5 seconden of MANUAL. AUDIO Door [ON] in te stellen, kan het geluid van beelden die met geluid zijn opgenomen, worden weergegeven tijdens een diashow. • U kunt [MANUAL] selecteren als u bij stap 1[ ] hebt geselecteerd. 89 VQT0S25 Weergave (geavanceerd) Zie pagina 88 voor de menubediening. Favorieteninstelling [FAVORITE] 1 Selecteer [ALL DELETE EXCEPT 1 Selecteer [ON] om dit in te stellen. PLAY 13 SET ] tijdens de weergave. MULTI/ALL DELETE MULTI DELETE ALL DELETE ALL DELETE EXCEPT SLIDE SHOW FAVORITE ROTATE DISP. ROTATE DPOF PRINT SELECT n Alle foto’s wissen behalve die in uw favorietenlijst EXIT SELECT CANCEL MENU MENU 2 Druk op e tijdens de weergave om de foto in uw favorietenlijst op te nemen. 2 keer 2 Wis de foto’s. ALL DELETE EXCEPT DELETE ALL EXCEPT A 100 -0001 1/19 NO YES SELECT 10:00 20.DEC.2005 A Favorites indicator • Annuleer de favorietinstelling door op e te drukken om de [ ] te wissen. n Zie pagina 89 voor meer informatie over de functie Slide Show (diashow) met uw lijst favorieten. 90 VQT0S25 ? SET Weergave (geavanceerd) Zie pagina 88 voor het instellen. • U kunt maximaal 999 foto’s in uw favorietenlijst opnemen. • Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet meer worden teruggehaald. Controleer nogmaals voor u de foto’s wist. • Zet de camera tijdens het wissen niet uit. • Beveiligde foto’s (P95) of foto’s die niet conform de DCF-normen zijn (P47) worden niet gewist. • Gebruik voor het wissen een batterij met voldoende lading (P12) of gebruik de netadapter (DMW-AC5; optioneel). • Hoe meer foto’s gewist moeten worden, hoe langer het duurt. • Soms is het niet mogelijk om foto’s die met andere apparatuur zijn gemaakt in uw favorietenlijst op te nemen. • Gebruik [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO] (op de bijgeleverde CD-ROM) om instellingen te wijzigen, te controleren, of om foto’s in uw favorietenlijst te wissen. (Voor meer informatie ver wijzen we naar de afzonderlijke bedieningsinstructies voor aansluiting op de PC.) Beelden weergeven in de richting j waarin ze zijn opgenomen [ROTATE DISP.] Met deze functie kunt u beelden die zijn opgenomen met de camera in de verticale stand of beelden die met de functie [ROTATE] zijn gedraaid, weergeven in de gedraaide richting. 1 Selecteer [ON] om in te stellen. PLAY 13 SLIDE SHOW FAVORITE ROTATE DISP. ROTATE DPOF PRINT SELECT SET EXIT MENU MENU • Als u [OFF] selecteert, worden de beelden weergegeven zonder te worden gedraaid. • Raadpleeg P47 over hoe u de beelden kunt weergeven. • Als u foto’s neemt met de camera op zijn kant, lees dan “Juiste houding voor het nemen van foto’s”op P30 goed door. • De functie voor het vaststellen van de richting (P31) werkt misschien niet correct bij foto’s die met de camera naar boven of beneden gericht zijn genomen. • Alleen stilstaande beelden in de normale weergavemodus kunnen worden gedraaid. Wanneer u gedraaide beelden weergeeft in multi-weergave, worden de beelden in de oorspronkelijke richting weergegeven. • U kunt beelden draaien en weergeven met behulp van de functie [ROTATE] (P92), zelfs als de beelden niet hebt opgenomen met de camera in de verticale stand. • De beelden kunnen iets wazig zijn als u deze verticaal weergeeft op een televisie (aangesloten via de meegeleverde AVkabel). 91 VQT0S25 Weergave (geavanceerd) Zie pagina 88 voor de menubediening. b Het beeld draaien [ROTATE] U kunt de geselecteerde beelden draaien en weergeven in stappen van 90°. n Voorbeeld Bij rechtsom draaien (a) 2 Selecteer de richting waarin u het beeld wilt draaien. ROTATE Oorspronkelijk beeld SELECT SET EXIT MENU MENU 1 Selecteer het beeld dat u wilt draaien en stel het in. ROTATE SELECT a Het beeld wordt rechtsom gedraaid in stappen van 90°. 100 _ 0001 1/19 SET EXIT MENU • Het is niet mogelijk om filmbeelden, flipanimaties of beveiligde afbeeldingen te draaien. 92 VQT0S25 2 keer b Het beeld wordt linksom gedraaid in stappen van 90°. • Als u het beeld op een PC weergeeft, kunt u gedraaide beelden niet weergeven als het besturingssysteem of de software niet compatibel is met Exif. • Exif is de bestandsindeling voor stilstaande beelden, ontwikkeld door JEITA [Japan Electronics and Information Technology Industries Association], waaraan opname en andere informatie kan worden toegevoegd. • Als [ROTATE DISP.] is ingesteld op [OFF], is de functie [ROTATE] uitgeschakeld. • Als beelden zijn opgenomen met de camera in de verticale stand, worden de beelden verticaal weergegeven (de beelden worden gedraaid). • Het kan onmogelijk zijn beelden te draaien die op een ander apparaat zijn opgenomen. Weergave (geavanceerd) Zie pagina 88 voor de menubediening. l Het af te drukken beeld en het aantal afdrukken instellen [DPOF PRINT] DPOF SET THIS DPOF (Digital Print Order Format) is een systeem dat de gebruiker in staat stelt de beelden te selecteren die moeten worden afgedrukt op compatibele fotoprinters. Met DPOF is de gebruiker tevens in staat in te stellen hoeveel afdrukken van iedere foto moeten worden gemaakt. Veel commerciële fotoafdrukwinkels gebruiken reeds DPOF. 1 Selecteer [SINGLE], [MULTI] of [CANCEL]. PLAY 13 SLIDE SHOW FAVORITE ROTATE DISP. ROTATE DPOF PRINT SELECT n Één beeld instellen Selecteer het beeld stel het aantal afdrukken in. SINGLE MULTI CANCEL EXIT MENU 1 COUNT SELECT 100 _ 0001 1/19 111 DATE DISPLAY EXIT MENU MENU 2 keer • Het aantal afdrukken kan worden ingesteld van 0 tot 999. • Het pictogram van het aantal afdrukken [d] wordt afgebeeld. • Als het aantal afdrukken wordt ingesteld op “0”, wordt het instellen van het DPOFafdrukken geannuleerd. n Meerdere beelden instellen Selecteer de beelden stel het aantal afdrukken in. DPOF SET MULTI 1 7 8 10 11 COUNT 111 SELECT 9 DATE DISPLAY EXIT MENU MENU 2 keer • Herhaal bovenstaande werkwijze. • Het aantal afdrukken kan worden ingesteld van 0 tot 999. • Het pictogram van het aantal afdrukken [d] wordt afgebeeld. • Als het aantal afdrukken wordt ingesteld op “0”, wordt het instellen van het DPOFafdrukken geannuleerd. 93 VQT0S25 Weergave (geavanceerd) n Alle instellingen annuleren Selecteer [YES] om alle instellingen te annuleren. CANCEL ALL DPOF CANCEL ALL DPOF PRINT SETTINGS? NO YES SELECT SET MENU n De datum afdrukken U kunt tijdens het instellen van het aantal afdrukken, het afdrukken van de opnamedatum instellen/annuleren met iedere druk op de knop [DISPLAY]. DPOF SET THIS 1 COUNT SELECT 111 100 _ 0001 1/19 DATE DISPLAY EXIT MENU • Het pictogram van het afdrukken van de datum [L] wordt afgebeeld. • Als u naar een fotowinkel voor digitale afdrukken gaat, vergeet u niet het afdrukken van de datum afzonderlijk te bestellen, indien gewenst. • Zelfs als u het afdrukken van de datum hebt ingesteld, is het mogelijk dat de datum niet wordt afgedrukt, afhankelijk van de fotowinkel en de printer. Vraag in de fotowinkel om verdere informatie of raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer. 94 VQT0S25 • De afdrukinstelling DPOF is een handige functie bij het afdrukken van foto’s op printers die PictBridge ondersteunen. (P106) • DPOF is de afkorting van Digital Print Order Format. Deze functie maakt het mogelijk afdrukinformatie ed toe te voegen aan de beelden en op de kaart te schrijven voor gebruik door het DPOFcompatibele systeem. • Als het bestand niet voldoet aan de DCFnorm, kan de DPOF-afdrukinstelling niet worden gemaakt. DCF is de afkorting van [Design rule for Camera File system], en is vastgesteld door JEITA [Japan Electronics and Information Technology Industries Association]. • Bij het instellen van DPOF-afdrukken, worden alle eerder gemaakte DPOFafdrukinstellingen van andere apparatuur gewist. Weergave (geavanceerd) Zie pagina 88 voor de menubediening. g Per ongeluk wissen van beelden voorkomen [PROTECT] U kunt beelden die u niet wilt wissen beveiligen tegen per ongeluk wissen. 1 Selecteer [SINGLE], [MULTI] of [CANCEL]. PLAY 23 PROTECT AUDIO DUB. RESIZE TRIMMING ASPECT CONV. SELECT EXIT MENU n Één beeld instellen Selecteer het beeld en stel in of annuleer de beveiliging. PROTECT THIS SELECT SET/CANCEL 100 _ 0001 1/19 EXIT n Meerdere beelden instellen/Alle instellingen annuleren Voer dezelfde bediening uit als in [Het af te drukken beeld en het aantal beelden instellen [DPOF PRINT]]. (P93 en 94) • Als u beveiligde beelden wilt wissen, annuleert u eerst de beveiliging. • Ondanks dat met deze instelling de beelden worden beveiligd tegen per ongeluk wissen, zullen door de kaart te formatteren alle gegevens permanent worden gewist. (P101) • De beveiligingsinstelling werkt misschien niet bij een ander apparaat. • Als u het schuifje voor schrijfbeveiliging verschuift van A naar [LOCK], wordt voorkomen dat beelden worden gewist, zelfs als de beveiliging niet is ingesteld. A • De volgende functies kunnen niet worden gebruikt met beveiligde beelden. –[ROTATE] (P92) –[AUDIO DUB.] (P96) MENU MENU 2 keer SET Het pictogram van de beveiliging [c] wordt afgebeeld. CANCEL Het pictogram van de beveiliging [c] verdwijnt. 95 VQT0S25 Weergave (geavanceerd) Zie pagina 88 voor de menubediening. R Geluid toevoegen aan opgenomen beelden [AUDIO DUB.] U kunt het geluid opnemen nadat het beeld is opgenomen. 1 Selecteer het beeld en start de geluidsopname. AUDIO DUB. SELECT START 100 _ 0001 1/19 EXIT MENU • Als reeds geluid is opgenomen, wordt een bevestigingsscherm afgebeeld. Druk op r en selecteer [YES], en druk vervolgens op q om de geluidsopname te starten. (Het oorspronkelijk opgenomen geluid wordt gewist.) 2 De geluidsopname stoppen. AUDIO DUB. 100 _ 0001 1/19 STOP MENU 2 keer • Druk op r om te stoppen met het opnemen. • Zelfs als u niet op r drukt, zal na ongeveer 10 seconden het opnemen automatisch stoppen. 96 VQT0S25 • Het is niet mogelijk om geluid op te nemen bij film, flip-animaties, beveiligde afbeeldingen of afbeeldingen opgeslagen als [TIFF] of [RAW]. • Het kan onmogelijk zijn geluid op te nemen bij beelden die op een ander apparaat zijn opgenomen. Weergave (geavanceerd) Zie pagina 88 voor het instellen. e Het beeldformaat veranderen [RESIZE] 2 Selecteer het beeldformaat en stel het in. RESIZE Deze functie is handig als u de bestandsgrootte van het beeld wilt verlagen in het geval dat u het als aanhangsel per email wilt versturen of wilt uploaden naar een website. 1 Selecteer het beeld en stel het in. RESIZE SELECT RESIZE 100 _ 0001 1/19 EXIT MENU 100 _ 0001 1/19 SELECT SET EXIT MENU • Kleinere beeldformaten dan het opgenomen beeld worden weergegeven. n Indien de aspectratio staat ingesteld op [j] 3072×1728 beeldpunten 1920×1080 beeldpunten • De volgende beelden kunnen niet van formaat worden veranderd. –Indien de aspectratio staat ingesteld op [j] Foto’s gemaakt met een resolutie van [2M EZ ] –Indien de aspectratio staat ingesteld op [ ] Foto’s gemaakt met een resolutie van [2.5M EZ ] –Beelden opgenomen als [TIFF] of [RAW] –Bewegende beelden –Flip-animatie –Beelden met geluid n Indien de aspectratio staat ingesteld ] op [ 4.5M 2560×1712 beeldpunten 2.5M 2048×1360 beeldpunten n Indien de aspectratio staat ingesteld op [h] 4M 2304×1728 beeldpunten 3M 2048×1536 beeldpunten 2M 1600×1200 beeldpunten 1M 1280×960 beeldpunten 0,3M 640×480 beeldpunten 97 VQT0S25 Weergave (geavanceerd) 3 Selecteer [YES] of [NO] om in te stellen. Zie pagina 88 voor het instellen. f Beelden bijsnijden [TRIMMING] Met deze functie kunt u overbodige delen van het opgenomen beeld afsnijden. RESIZE DELETE ORIGINAL PICTURE? NO YES SELECT SET CANCEL MENU MENU 2 keer • Als u [YES] selecteert, wordt de foto overschreven. Als foto’s waarvan het beeldformaat is aangepast worden overschreven, kunnen ze niet meer hersteld worden. • Als de originele foto beveiligd is, kunt u de foto waarvan het beeldformaat is aangepast niet overschrijven. Als u [NO] selecteert, wordt een nieuwe foto met een aangepast beeldformaat gemaakt. • Soms is het niet mogelijk om foto’s die met andere apparatuur zijn gemaakt te vergroten of verkleinen. 1 Selecteer het beeld dat u wilt bijsnijden en stel het in. TRIMMING SELECT SET 100 _ 0001 1/19 EXIT MENU • De volgende beelden kunnen niet worden bijgesneden. –Bewegende beelden –Flip-animatie –Beelden met geluid –Afbeeldingen die zijn opgeslagen als [TIFF] of [RAW] 98 VQT0S25 Weergave (geavanceerd) 2 Het beeld vergroten of verkleinen TRIMMING ZOOM 100 _ 0001 1/19 EXIT 4 Selecteer [YES] of [NO] om in te stellen. TRIMMING DELETE ORIGINAL PICTURE? NO YES MENU SELECT SET CANCEL MENU MENU 2 keer 3 Verschuif het beeld en druk de sluiterknop volledig in om vast te leggen. TRIMMING ZOOM TRIM:SHUTTER 100 _ 0001 1/19 EXIT MENU • Als u [YES] selecteert, wordt het oorspronkelijke beeld overschreven. Nadat bijgesneden beelden zijn overschreven, kunnen ze niet worden hersteld. • Als de originele foto beveiligd is, kunt u de bijgesneden foto niet overschrijven. Als u [NO] selecteert, wordt een nieuwe bijgesneden foto gemaakt. • Het kan onmogelijk zijn beelden bij te snijden die op een ander apparaat zijn opgenomen. • De beeldkwaliteit van het bijgesneden beeld kan lager zijn. • Als u een foto bijsnijdt, kan het zijn dat de bijgesneden foto uit minder beeldpunten bestaat dan de originele foto. 99 VQT0S25 Weergave (geavanceerd) Zie pagina 88 voor het instellen. i 3 Verplaats het kader om de foto bij Aspectratio wijzigen te snijden. [ASPECT CONV.] Het beeldformaat van beelden met een aspectratio van 16:9 aanpassen voor afdrukken met een aspectratio van 3:2 of 4:3. 1 Selecteer [ ] of [h] en stel dit in. PLAY ADJUST. SET:SHUTTER EXIT MENU 23 PROTECT AUDIO DUB. RESIZE TRIMMING ASPECT CONV. SELECT 4 Selecteer [YES] of [NO] om in te EXIT MENU stellen. ASPECT CONV. DELETE ORIGINAL PICTURE? 2 Selecteer de foto. ASPECTT CONV. NO YES 100 _ 0001 1/19 SELECT SET CANCEL MENU MENU 2 keer SELECT SET EXIT MENU • Als u [YES] selecteert, wordt de foto overschreven. Als foto’s waarvan de aspectratio is aangepast worden overschreven, kunnen ze niet meer hersteld worden. • Als de originele foto beveiligd is, kunt u de foto’s met de aangepaste aspectratio niet overschrijven. Als u [NO] selecteert, wordt een nieuwe foto met de gewijzigde aspectratio gemaakt. • U kunt de aspectratio van foto’s die zijn gemaakt als [TIFF] of [RAW], film of stilstaand beeld met geluid niet wijzigen. • Indien u de aspectratio wijzigt, krijgt de foto mogelijk een hogere resolutie. 100 VQT0S25 Weergave (geavanceerd) Zie pagina 88 voor het instellen. < De kaart opschonen [CLEAN UP] Gebruik deze functie als de overdrachtssnelheid van uw SD geheugenkaart aanmerkelijk lager wordt. Dit gebeurt normaal gesproken na herhaaldelijk opnemen en wissen. Een lagere overdrachtssnelheid is met name van invloed op het opnemen van bewegende beelden, waarbij het opnemen kan worden onderbroken. Voor de beste resultaten, schoont u van tevoren de kaart op. 1 Selecteer [YES] om de Zie pagina 88 voor het instellen. 0 De kaart initialiseren [FORMAT] 1 Selecteer [YES] om de kaart te formatteren. FORMAT DELETE ALL DATA ON THE MEMORY CARD? NO YES SELECT SET geheugenkaart op te schonen. CLEAN UP CLEAN UP THE CARD? NO YES SELECT SET • Door het opschonen wordt de overdrachtssnelheid van het beschikbare geheugen op de kaart hoger, maar worden geen beelden of andere gegevens gewist. • Het opschonen kan enige tijd duren. • Het is mogelijk dat het opschonen geen merkbaar effect heeft op bepaalde typen kaarten. • Opschonen kan niet worden gebruikt bij een MultiMedia Card. • Zet de camera tijdens het opschonen niet uit. • Gebruik voor het opschonen van de kaart een batterij met voldoende lading (P12) of gebruik de netadapter (DMW-AC5; optioneel). • Zorg ervoor dat het schuifje voor schrijfbeveiliging van de SD geheugenkaart niet in de stand voor schrijfbeveiliging staat. • Normaal gesproken is het niet noodzakelijk de kaart te formatteren. Formatteer de kaart wanneer het bericht [MEMORY CARD ERROR] wordt afgebeeld. • Formatteer de kaart niet op een computer. Formatteer altijd in de camera. • Nadat de kaart is geformatteerd, zijn alle gegevens, inclusief beveiligde beelden, onherstelbaar verloren. Controleer eerst of alle gegevens zijn overgebracht naar uw PC voordat u verdergaat met het formatteren. • Zet de camera tijdens het formatteren niet uit. • Gebruik voor het formatteren van de kaart een batterij met voldoende lading (P12) of gebruik de netadapter (DMW-AC5; optioneel). • Als op de SD geheugenkaart het schuifje voor schrijfbeveiliging in de stand [LOCK] staat, kunt u de kaart niet formatteren. • Als de kaart niet kan worden geformatteerd, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum. 101 VQT0S25 Weergave (geavanceerd) Beelden weergeven op een tv-scherm 4 Zet de camera aan en zet de modusknop op de weergavemodus [Q]. n Beelden weergeven met de meegeleverde kabel • Zet de camera en de TV uit. • Stel [TV ASPECT] in. (P24) B 2 • U kunt alleen beelden op een tv weergeven wanneer de modusknop op de weergavemodus [Q] staat. 1 A 1 Sluit de AV-kabel A (meegeleverd) aan op de [AV OUT] aansluiting van de camera. • Sluit de AV-kabel zodanig aan dat het [f] merkteken is gericht naar het [w] merkteken op de [AV OUT] aansluiting. • Houd B vast en steek/trek de AV-kabel recht erin/eruit. 2 Sluit de AV-kabel aan op de video- en audio-ingangsaansluitingen van de TV. • 1 Geel: naar de video-ingangsaansluiting • 2 Wit: naar de audio-ingangsaansluiting 3 Zet de tv aan en selecteer de externe invoer. 102 VQT0S25 n Beelden bekijken in andere landen Als u [VIDEO OUT] instelt op het menu, kunt u beelden op een tv bekijken in andere landen (gebieden) waar het NTSC- of PALkleursysteem wordt gebruikt. • Zelfs als u op het menu de optie [VIDEO OUT] instelt op [PAL], zullen in de opnamefunctie de uitgangssignalen nog steeds NTSC zijn. n Beelden weergeven op een tv met een SD geheugenkaart-gleuf U kunt uw SD geheugenkaart inbrengen in een TV die is uitgerust met een SDkaartgleuf om foto’s te bekijken. (Afhankelijk van de televisie, kan het zijn dat sommige beelden niet schermvullend zijn). • U kunt geen film afspelen. Gebruik de inbegrepen AV-kabel voor het weergeven van film. (Zie links) • U kunt wellicht geen MultiMedia kaarten weergeven zelfs als de tv een een SDgeheugen sleuf heeft. • Geen andere AV kabels gebruiken afgezien van de bijgeleverde kabel. • Lees tevens de gebruiksaanwijzing van de TV. • Het geluid wordt in mono weergegeven. • De beelden kunnen iets wazig zijn als u deze verticaal weergeeft op een televisie (aangesloten via de meegeleverde AVkabel). Aansluiten op een PC of printer Alvorens aan te sluiten met behulp van een USB-aansluitkabel [4 : USB MODE] Selecteer het USB-systeem voordat u een computer of printer aansluit op de camera met behulp van de USB-aansluitkabel (meegeleverd). Stel de opties in op [USB MODE] in het menu [SETUP]. (P23) 1 Selecteer [USB MODE]. SETUP 34 USB MODE HIGHLIGHT VIDEO OUT TV ASPECT MF m/ft SELECT EXIT • Als [PC] is geselecteerd, wordt de camera aangesloten via het communicatiesysteem USB Mass Storage. • Als [PictBridge (PTP)] is geselecteerd, wordt de camera aangesloten via het communicatiesysteem PTP (Picture Transfer Protocol). • Als u bent aangesloten met een USBkabel, wordt wellicht [PICTURE IS DISPLAYED FOR 4:3 TV FOR 16:9 SETUP q TV ASPECT] of vergelijkbaar weergegeven. Dit is echter normaal. MENU MENU 2 Selecteer [PC] of [PictBridge (PTP)]. USB MODE PC PictBridge (PTP) SELECT SET MENU • Als u de camera op een PC aansluit, selecteert u [PC]. (P104) • Als u de camera aansluit op een printer die PictBridge ondersteund, selecteert u [PictBridge (PTP)]. (P106) 103 VQT0S25 Aansluiten op een PC of printer Aansluiten op een PC • Door de camera aan te sluiten op een computer, kunt u uw beelden uploaden en vervolgens de software gebruiken op de meegeleverde CD-ROM ([LUMIX Simple Viewer] en [PHOTOfunSTUDIO] voor Windows®) om uw beelden per e-mail te versturen of af te drukken. • Als u Windows 98/98SE gebruikt, installeert u eerst het USBstuurprogramma en sluit u vervolgens aan op de computer. • Voor meer informatie over [LUMIX Simple Viewer] en de installatie verwijzen we naar de afzonderlijke bedieningsinstructies voor aansluiting op de PC. 1 Zet de camera aan en stel [USB MODE] in op [PC] in het setupmenu. (P103) • Als u de [USB MODE] hebt ingesteld op [PictBridge (PTP)], geeft de computer mogelijkerwijs een foutmelding weer. Klik op [Cancel] om het dialoogvenster te sluiten en koppel de kabel los van de computer. Verander de instelling in [PC] en sluit de kabel weer aan. 2 Sluit de camera aan op een PC via de USB-aansluitkabel B (meegeleverd). • Sluit de USB-aansluitkabel zodanig aan dat het [f] merkteken is gericht naar het [w] merkteken op de [DIGITAL] aansluiting. • Houd D vast en steek/trek de USBaansluitkabel recht erin/eruit. Probeer de stekker er niet omgedraaid of zijwaarts in te forceren. Hierdoor kunt u het toestel en de ermee verbonden apparatuur beschadigen. ACCESS A : Netadapter (DMW-AC5; optioneel) • Zorg dat het toestel uit staat voordat u de netadapter (DMW-AC5, optioneel) aansluit of loskoppelt. B : USB-aansluitkabel (meegeleverd) C : Dit bericht verschijnt tijdens gegevensoverdracht. DE: Controleer de mantel van de stekker en steek hem er recht in. 104 VQT0S25 [Windows] Het station verschijnt in de map [My Computer]. • Als dit de eerste keer is dat u de camera aansluit op een PC, wordt het vereiste stuurprogramma automatisch geïnstalleerd zodat de camera kan worden herkend door het Windows Plugand-Play, waarna het verschijnt in de map [My Computer]. [Macintosh] Het station wordt aangeduid als [NO_NAME] of [Untitled]. Aansluiten op een PC of printer n Mapsamenstelling Mappen worden als volgt afgebeeld. SD geheugenkaart MultiMedia Card DCIM 100_PANA 100_PANA 1 P1000001.JPG 2 3 P1000002.JPG P1000999.JPG 101_PANA 999_PANA MISC PRIVATE1 1 Mapnummer 2 Bestandsnummer 3 JPG : Foto’s MOV : Film De inhoud van iedere map is: DCIM 100_PANA MISC PRIVATE1 100_PANA tot 999_PANA Foto’s/Film Bestand met DPOF of favorieteninstelling Flip-animatiebestanden • Dit toestel slaat maximaal 999 fotobestanden op in elke map. Indien het maximum wordt bereikt, wordt er een nieuwe map gemaakt. • Stel bestands- en mapnummers opnieuw in met [NO.RESET] in het menu Setup. (P23) n Mapnummers worden bijgewerkt wanneer: • De map met de foto die u zojuist hebt genomen een bestand bevatte met het nummer 999. • U hebt een kaart ingebracht die een bestandsnummer met 100 bevat (bijv. 100_XXXXX, waarbij XXXXX staat voor de naam van de fabrikant, enz.) die u hebt gebruikt in een camera van een andere fabrikant direct na gebruik van een kaart met een mapnummer 100. (U brengt dus een kaart met hetzelfde nummer in, ongeacht de fabrikant.) • U neemt weer foto’s nadat u [NO.RESET] hebt gebruikt in het setupmenu (P23). (Het opslaan vindt plaats naar een map met een nummer dat volgt op de vorige.) U kunt het mapnummer ook opnieuw instellen op 100 met [NO.RESET] direct na het formatteren van de kaart als er geen mappen of foto’s meer op de kaart staan.) • Als de resterende batterijlading opraakt tijdens een communicatie, kunnen de opgenomen gegevens beschadigd worden. Gebruik voor het aansluiten van de camera op een PC een batterij met voldoende lading (P12) of gebruik de netadapter (DMW-AC5; optioneel). • Als de batterij tijdens de overdracht bijna leeg raakt, gaat het alarm piepen. Stop de overdracht in dat geval onmiddellijk. • Maak de USB-aansluitkabel niet los terwijl [ACCESS] wordt weergegeven. • Voor gebruikers van Windows 2000: Koppel de USB-aansluitkabel los alvorens de geheugenkaart eruit te halen. Als u de geheugenkaart eruit haalt terwijl de USB-aansluitkabel is aangesloten, kunnen de gegevens op de geheugenkaart beschadigd worden. (Voor meer informatie verwijzen we naar de afzonderlijke bedieningsinstructies voor aansluiting op de PC.) • Geen enkele andere USB aansluitkabel gebruiken afgezien van de bijgeleverde kabel. • Raadpleeg tevens de gebruiksaanwijzing van de PC. n Betreffende de PictBridge (PTP)instellingen • Bij Windows XP Home Edition/Professional en Mac OS X kunt u de instelling van de USBfunctie laten staan op [PictBridge (PTP)]. • U kunt alleen foto’s vanaf de camera laden en deze niet op de geheugenkaart schrijven of ze wissen. • Als er 1000 of meer foto’s op de geheugenkaart staan, kan het zijn dat de foto’s niet worden geïmporteerd. 105 VQT0S25 Aansluiten op een PC of printer Aansluiten op een PictBridge-compatibele printer Door de camera met de (bijgeleverde) USBkabel rechtstreeks aan te sluiten op een printer met PictBridge-ondersteuning, kunt u de af te drukken foto’s selecteren op het LCD-scherm en het afdrukken vanuit het scherm starten. Maak de noodzakelijke instellingen van tevoren op uw printer. (Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw printer.) 3 Sluit de camera aan op een printer via de USB-aansluitkabel A (meegeleverd). • Sluit de USB-aansluitkabel zodanig aan dat het [f] merkteken is gericht naar het [w] merkteken op de [DIGITAL] aansluiting. • Houd C vast en steek de USBaansluitkabel er dan recht in. Wanneer DPOFafdrukken is ingesteld. (P93) Wanneer DPOFafdrukken niet is ingesteld. A : USB-aansluitkabel (meegeleverd) B : Netadapter (DMW-AC5; optioneel) • Zorg dat het toestel uitstaat voordat u de netadapter (DMW-AC5, optioneel) aansluit of loskoppelt. 1 Zet de camera aan en stel de USB-functie in op [PictBridge (PTP)]. (P103) 2 Zet de printer aan. 106 VQT0S25 Selecteer [DPOF PICTURE]. (P108) Selecteer [SINGLE PICTURE]. (P107) • Als de batterij tijdens de overdracht bijna leeg raakt, gaat het alarm piepen. Stop de overdracht in dat geval onmiddellijk. • Het kan enige tijd duren om bepaalde foto's af te drukken. Daarom adviseren wij u een batterij met voldoende lading (P12) of de netadapter (DMW-AC5; optioneel) te gebruiken wanneer u aansluit op een printer. • Koppel de USB-aansluitkabel los na het afdrukken. • Geen enkele andere USB aansluitkabel gebruiken afgezien van de bijgeleverde kabel. • Als u ook de leeftijd van uw kind wilt afdrukken (toegevoegd met de scènemodus [BABY] (P63)), gebruik dan [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO] (op de inbegrepen CD-ROM). (Voor meer informatie verwijzen we naar de afzonderlijke bedieningsinstructies voor aansluiting op de PC.) Aansluiten op een PC of printer n Enkele foto n [PRINT WITH DATE] 1 Selecteer de af te drukken foto. F PictBridge 100 _ 0001 1/19 PLEASE SELECT THE PICTURE TO PRINT SELECT PRINT • Een bericht wordt gedurende ongeveer 2 seconden afgebeeld. 2 Maak de afdrukinstellingen. SINGLE PICTURE PRINT START PRINT WITH DATE NUM. OF PRINTS PAPER SIZE PAGE LAYOUT SELECT SET 1 CANCEL MENU • De opties die niet worden ondersteund door de printer, worden grijs afgebeeld en kunnen niet worden geselecteerd. • Als u foto’s wilt afdrukken op een papierformaat of in een lay-out die niet door de camera wordt ondersteund, stelt u [PAPER SIZE] en [PAGE LAYOUT] in op [F] en stelt u vervolgens het papierformaat en de lay-out in op de printer. (Voor uitgebreide informatie, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de printer.) OFF ON De instellingen op de printer hebben voorrang. De datum wordt niet afgedrukt. De datum wordt afgedrukt. • Als de printer het afdrukken van datums niet ondersteund, kan de datum niet op de foto worden afgedrukt. n [NUM. OF PRINTS] Stel het aantal foto’s in. n [PAPER SIZE] (Mogelijke papierformaten op de camera) De opties worden vermeld op 1/2 en 2/2. Druk op r om de gewenste optie te selecteren. 1/2 F L/3.5″×5″ 2L/5″×7″ POSTCARD A4 2/2* CARD SIZE 10×15 cm 4″×6″ 8″×10″ LETTER De instellingen op de printer hebben voorrang. 89 mm×127 mm 127 mm×178 mm 100 mm×148 mm 210 mm×297 mm 54 mm×85,6 mm 100 mm×150 mm 101,6 mm×152,4 mm 203,2 mm×254 mm 216 mm×279,4 mm *Deze opties worden niet afgebeeld als de printer deze papierformaten niet ondersteunt. 107 VQT0S25 Aansluiten op een PC of printer n [PAGE LAYOUT] (Mogelijke lay-outs op de camera) F De instellingen op de printer hebben voorrang. G afdruk van 1 pagina zonder rand H afdruk van 1 pagina met rand I afdruk van 2 pagina’s J afdruk van 4 pagina’s n DPOF-foto • Stel van tevoren het DPOF-afdrukken in op deze camera. (P93) 1 Selecteer [DPOF PICTURE]. PictBridge SINGLE PICTURE DPOF PICTURE 3 Selecteer [PRINT START] en druk vervolgens de foto af. SELECT SET SINGLE PICTURE PRINT START PRINT WITH DATE NUM. OF PRINTS PAPER SIZE PAGE LAYOUT SELECT 1 CANCEL MENU • Als u met de nieuwe instellingen wilt afdrukken, koppelt u eerst de USBaansluitkabel los en sluit u deze daarna weer aan op de printer. • U kunt de instelling van het DPOFafdrukken veranderen door op de knop [MENU] te drukken. (P93) 2 Selecteer [PRINT START] en druk • Druk op de knop [MENU] om het afdrukken te annuleren. vervolgens de foto af. DPOF PRINT START PAPER SIZE PAGE LAYOUT SELECT CANCEL MENU • Raadpleeg P107 voor de afdrukinstellingen. • Druk op de knop [MENU] om het afdrukken te annuleren. 108 VQT0S25 Aansluiten op een PC of printer n Datumafdruk bij DPOF-afdrukken van tevoren instellen Als de printer de datumafdruk bij DPOFafdrukken ondersteunt, adviseren wij u de datumafdruk bij DPOF-afdrukken van tevoren in te stellen. (P94) De opnamedatum kan worden afgedrukt door [DPOF PICTURE] te selecteren om het afdrukken te starten. • Koppel de USB-aansluitkabel niet los zolang het waarschuwingspictogram voor kabel loskoppelen [K] wordt afgebeeld. • Indien de aanduiding [*] oranje gaat branden tijdens het afdrukken, controleer dan of er geen sprake is van een storing op de printer. • Als in DPOF-afdrukken het totaal aantal afdrukken of het aantal af te drukken foto’s hoog is, worden de foto’s meerdere malen afgedrukt. (De aanduiding van het resterende aantal afdrukken verschilt van de instelling. Dit is echter geen defect.) • De instelling van de datumafdruk op de printer kan voorrang hebben boven die op de camera. Selecteer tevens de instelling van datumafdrukken op de printer. • Als de printer de datumafdruk niet ondersteunt, kan de datum niet op de foto worden afgedrukt. • Als uw printer niet compatibel is met [TIFF] of [RAW], worden de ermee overeenkomende JPEG-foto’s afgedrukt. (Is er geen overeenkomstige JPEG, dan is afdrukken wellicht onmogelijk.) n Lay-out-afdrukken • Een foto meerdere keren op 1 vel papier afdrukken Wanneer u bijvoorbeeld een foto 4 keer op 1 vel papier wilt afdrukken, stelt u [PAGE LAYOUT] in op [J] en stelt u het aantal keren afdrukken van de foto in op 4 bij [NUM. OF PRINTS]. • Verschillende foto’s op 1 vel papier afdrukken (alleen in DPOF-afdrukken) Wanneer u bijvoorbeeld 4 verschillende foto’s op 1 vel papier wilt afdrukken, stelt u [PAGE LAYOUT] in op [J] en stelt u het aantal keren afdrukken van de foto in op 1 bij [COUNT] in de instelling van DPOF-afdrukken (P93) voor ieder van de 4 foto’s. 109 VQT0S25 Overige Schermweergave 1 2 3 4 56 7 8 34 33 9 19 32 31 30 29 28 27 26 25 24 23 10 11 12 13 14 15 F2.8 1/25 22 21 MF 16 20 19 18 17 n Tijdens opname 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 Opnamemodus (P28) Flitser (P38) Witbalans (P69) ISO-gevoeligheid (P71) Focuslampje (P29) Continue AF (P75) Beeldformaat (P71) Kwaliteit (P72) 30fps 10fps 30fps 10fps 30fps 10fps VGA / VGA / QVGA / QVGA / 16:9 / 16:9 : In filmmodus (P57) 6 : Jitter-waarschuwing (P31) Batterijaanduiding (P12) Kleureffect (P76) Foto/Tijd resterend In filmmodus: bijv. 11S Kaartaanduiding (P15) Opnameteken Histogram (P27) Bewegende focus (P81) Joystick bediening MF aanduiding (P81) Leeftijdsweergave (P63) • Telkens wanneer u de camera in babymodus aanzet of overschakelt naar babymodus vanuit een andere scènemodus, of nadat u de geboortedatum of klok hebt ingesteld, worden de leeftijd van uw kind en de huidige datum en tijd ongeveer 5 seconden weergegeven. AF-L : AF/AE vergrendeling (P83) AE-L 110 VQT0S25 19 Huidige datum en tijd • Dit wordt ongeveer 5 seconden weergegeven wanneer de camera wordt aangezet, de klok ingesteld en na het overschakelen van de weergavefunctie naar de opnamefunctie. 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 EZ W T 1X Zoom (P36)/Extra optische zoom (P86)/ Digitale zoom (P76) Sluitertijdaanduiding (P29) Diafragma-aanduiding (P29) Programmawisseling aanduiding (P32) Backlight-compensatie (P34) C : Belichtingscompensatie (P43) AF-gebied (P29) Metingfunctie (P73) B : Auto-bracket (P44) Spot AF-gebied (P74) Power LCD-aanduiding (P26) Zelfontspanner (P42) 4 AF-assistentielamp (P75) Spot meetpunt (P73) Flip-animatie (P77) Burst (P46) I : Geluidsopname (P57, 73) 33 Optisch stabilisatiesysteem (P45) 34 MF aanduiding (P81)/ AF w aanduiding (P84) Overige 1 2 3 4 1 6 7 100 _ 0001 1/19 17 16 5 PLAY AUDIO 15 14 8 9 10 P F2.8 1/25 11 10:00 20.DEC.2005 13 12 n Tijdens weergave 1 Weergavemodus 11 Opname-informatie 2 Aantal DPOF [d] afdrukken (P93) 12 Favorieteninstelling (P90) 3 Beveiligde foto (P95) 13 Opgenomen datum en tijd 4 A : Stilstaande of filmbeelden met geluid (P87) 14 Power LCD-aanduiding (P26) 5 Beeldformaat (P71) 16 Geluidsweergave (P87) 6 Kwaliteit (P72) 30fps 10fps 30fps 10fps VGA / VGA / QVGA / QVGA / In filmmodus (P57) 30fps 16:9 / 10fps 16:9 : 7 Batterijaanduiding (P12) 15 Leeftijdsweergave (P63) PLAY MOTION PICTURE : In filmmodus 17 Flip-animatie (P77) : Favorietenaanduiding (P90) 8 Map-/Bestandsnummer 9 Paginanummer/Totaal aantal foto’s 10 Histogram (P27) 111 VQT0S25 Overige Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik n Optimaal gebruik van het toestel Wanneer u deze fotocamera draagt, moet u oppassen het niet te laten vallen of er tegen aan te stoten. • De lens of de externe ombouw kan stuk gaan door hard stoten, en dit zou een gestoorde werking van het toestel kunnen veroorzaken. Houd het toestel uit de buurt van magnetische apparatuur (zoals magnetrons, televisie, videospelletjes, enz.). • Indien u het toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen de beelden en de audio onderbroken worden door de straling van de elektromagnetische golven. • Gebruik het toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon want het geluid kan een nadelige invloed hebben op de beelden en de geluiden. • Opgenomen gegevens kunnen beschadigd worden of beelden kunnen vervormd worden, als gevolg van sterke magnetische velden die gecreëerd worden door luidsprekers of grote motoren. • De straling van elektromagnetische golven die door een microprocessor gegenereerd wordt, kan een nadelige invloed hebben op het toestel en storingen van beelden en geluiden veroorzaken. • Als het toestel de invloed van magnetische geladen apparatuur ondergaat en vervolgens niet naar behoren werkt, dient u het toestel uit te schakelen en de batterij te verwijderen, of de netspanningsadapter (DMW-AC5; los verkrijgbaar) los te maken, en vervolgens de batterij weer terug te plaatsen of de netspanningsadapter weer aan te sluiten. Hierna schakelt u het toestel weer in. Gebruik de digitale fotocamera niet in de nabijheid van radiozenders of hoogspanningsleidingen. • Indien u opneemt in de nabijheid van radiozenders of hoogspanningsleidingen kan dit een nadelige invloed hebben op de opgenomen beelden of geluiden. 112 VQT0S25 Gebruik de bijgele verde snoeren en kabels. Indien u los verkrijgbare accessoires gebruikt, moet u gebruik maken van de snoeren en kabels die daarbij geleverd zijn. De snoeren en kabels niet verlengen. Spuit geen insektenverdelgende middelen of vluchtige chemicaliën op het toestel. • Wordt het toestel met zulke chemicaliën bespoten dan kan de body beschadigd raken en het oppervlak ervan afbladderen. • Zorg ervoor dat het toestel niet gedurende lange tijd in aanraking komt met rubber of plastic producten. Gebruik geen benzine, verdunner of alcohol voor de reiniging van het toestel. • Voordat u het toestel reinigt, de batterij verwijderen of de netspanningsadapter (DMW-AC5; los verkrijgbaar) loskoppelen van de elektrische uitlaat. • De body van het toestel kan vervormd raken en het oppervlak kan gaan afbladderen. • Veeg het toestel met een zachte droge doek schoon. Om hardnekkige vlekken te verwijderen gebruikt u een doek die natgemaakt is met een in water verdund reinigingsmiddel. Na afloop gebruikt u voor het drogen een droge doek. • Wanneer u een chemische doek gebruikt, moet u de instructies in acht nemen die bij deze doek geleverd worden. • Wanneer er regen of water op het toestel spettert dan maakt u een zachte doek nat met leidingwater, wringt u de doek goed uit en veegt u de body van het toestel er zorgvuldig mee schoon. Droog het toestel daarna af met een droge doek. Overige n Kaart Bewaar de kaart niet op plaatsen met een hoge temperatuur of direct zonlicht of waar gemakkelijk elektromagnetische golven of statische elektriciteit opgewekt kunnen worden. De kaart niet buigen of laten vallen. • De kaart kan beschadigd worden of de opgenomen inhoud zou beschadigd of gewist kunnen worden. • Bewaar de kaart in het kaarthoesje of het bewaarzakje na afloop van het gebruik, of wanneer u de kaart opbergt of meeneemt. • Zorg ervoor dat geen vuil, stof of water de terminals achterop de kaart binnendringen, en dat u deze niet met uw vingers aanraakt. n Batterij De batterij is een oplaadbare lithiumionbatterij. De capaciteit van de batterij om stroom te genereren is gebaseerd op de chemische reactie die in de batterij plaatsvindt. Deze reactie ondergaat de invloed van de omgevingstemperatuur en vochtigheid. Is de temperatuur te hoog of te laag dan wordt de werkingstijd van de batterij korter. Controleer of u de batterij na het gebruik verwijderd heeft. Sla de verwijderde batterij op in het batterijdragende kistje (bijgeleverd). Wanneer u naar buiten gaat, kunt u geladen reservebatterijen meenemen. • Vergeet u niet dat de werktijd van de batterij korter zal worden bij een lage temperatuur, zoals in skik-oorden. • Zorg ervoor dat de oplader gereed is om ter plekke op te kunnen laden als u reist. Gooi een onbruikbare batterij weg. • De batterij heeft een beperkte levensduur. • Gooi de batterij niet in open vuur, dit kan een explosie veroorzaken. Zorg ervoor dat de batterijterminals niet in aanraking komen met metalen voorwerpen (zoals kettingen, haarspelden, enz.). • Dit kan kortsluiting of hittegeneratie veroorzaken en als u de batterij in deze toestand aanraakt, kunt u zich lelijk branden. n Oplader • Indien u de oplader in de buurt van een radio gebruikt, zou de radio-ontvangst gestoord kunnen worden. Houd de oplader op een afstand van 1 m of meer van de radio. • Wanneer de oplader in gebruik is, kan hij zoemgeluiden maken. Dit is echter geen storing. • Controleer of u na het gebruik de netspanningskabel los hebt gekoppelt van het stopcontact. (Indien u het op het stopcontact aangesloten laat, wordt een minieme hoeveelheid stroom verbruikt.) • Houd de terminals van de oplader en de batterij schoon. Als u de batterij per ongeluk laat vallen, moet u controleren of de body van de batterij en de terminals beschadigd zijn. • Door een beschadigde batterij in het toestel te plaatsen zal de fotocamera beschadigd raken. 113 VQT0S25 Overige Weergegeven berichten [THIS MEMORY CARD IS PROTECTED] Hef de kaartbeveiliging op. [NO VALID PICTURE TO PLAY] Weergave na opname of na het inbrengen van een kaart met opnames. [THIS PICTURE IS PROTECTED] Na het opheffen van de beveiliging kunt u de foto wissen of overschrijven. [THIS PICTURE CANNOT BE DELETED]/ [SOME PICTURES CANNOT BE DELETED] Foto’s die niet zijn gebaseerd op de DCFstandaard, kunnen niet worden gewist. • Wis dit soort afbeeldingen door ze eerst in uw computer op te slaan en vervolgens de kaart opnieuw te formatteren met het toestel. [NO ADDITIONAL DELETE SELECTIONS CAN BE MADE] U hebt het maximum aantal foto’s overschreden dat kan worden ingesteld om in één keer te worden gewist met de multiwisinstelling. U hebt meer dan 999 foto’s in uw favorietenlijst opgenomen. [CANNOT BE SET ON THIS PICTURE]/ [CANNOT BE SET ON SOME PICTURES] Wanneer de foto’s niet zijn gebaseerd op de DCF-standaard, kan DPOF afdrukken niet worden ingesteld. 114 VQT0S25 [MEMORY CARD ERROR FORMAT THIS CARD?] De indeling van de kaart wordt niet herkend door de camera. Formatteer de kaart opnieuw met deze camera. Sla uw gegevens op naar uw computer, en gebruik daarna dit toestel om de kaart opnieuw te formatteren. [PLEASE TURN CAMERA OFF AND THEN ON AGAIN] Dit bericht verschijnt als de camera niet goed werkt. Zet de camera uit en weer aan. Blijft het bericht zich voordoen, neem dan contact op met de dealer of met uw dichtstbijzijnde servicecentrum. [MEMORY CARD ERROR] Geen toegang gekregen tot de kaart. Plaats de kaart opnieuw. [READ ERROR PLEASE CHECK THE CARD] Data-leesfout. Controleer of de kaart correct is geplaatst en geef nogmaals weer. [WRITE ERROR PLEASE CHECK THE CARD] Data-schrijffout. Zet de camera uit en verwijder de kaart. Breng de kaart dan weer in en zet de camera opnieuw aan. Zorg dat de camera uitstaat voordat u de kaart uitneemt of inbrengt om schade te voorkomen. Deze fout kan er ook op duiden dat de kaart is beschadigd. Overige [MOTION RECORDING WAS CANCELLED DUE TO THE LIMITATION OF THE WRITING SPEED OF THE CARD] Als u de [PICT.MODE] instelt op [30fpsVGA] of [30fps16:9], gebruik dan kaarten met een snelheid van 10 MB/ seconde of hoger (vermeld op verpakking van kaart) voor de beste resultaten. Het nemen van foto’s kan plotseling niet meer mogelijk zijn bij sommige kaartsoorten of indien u een kaart gebruikt met een gefragmenteerd geheugen als gevolg van herhaaldelijk opslaan en verwijderen. Schoon de kaart van tevoren op met dit toestel voor de beste resultaten (P101). [A FOLDER CANNOT BE CREATED] De kaart is vol dus u kunt geen map maken. Sla uw gegevens op in uw computer, en gebruik daarna dit toestel om de kaart opnieuw te formatteren. [MOTION MODE IS NOT AVAILABLE IN 3:2 ASPECT. SET THE ASPECT SWITCH IN 4:3 OR 16:9.] Het is niet mogelijk om filmbeelden op te nemen indien u de aspectratio hebt ingesteld op [ ]. Stel de aspectratio in op [j] of [h]. (P85) 115 VQT0S25 Overige Problemen oplossen Indien u het menu opnieuw instelt op de gegevens die het toestel had op het moment van aankoop, kan de situatie verbeteren. Verricht de [RESET] in het menu Setup. (P23) n Batterij en voeding Situatie Oorzaken De camera gaat niet aan. Is de batterij correct geplaatst? Controleer de richting van de batterij. Is de batterij voldoende geladen? Gebruik een batterij die voldoende geladen is. De camera schakelt snel De batterij is onvoldoende geladen. Laad de batterij opnieuw na het inschakelen uit. of gebruik een batterij met voldoende lading. n Foto’s nemen Situatie De foto kan niet worden opgeslagen. Het onderwerp is niet goed scherp gesteld. De genomen foto is wazig. De opnames zijn flets. Er zit vuil op de lens. Het maken van filmbeelden stopt onverwachts. 116 VQT0S25 Oorzaken Is de kaart geplaatst? Is de modusknop correct ingesteld? Is er voldoende geheugencapaciteit over op de kaart? Wis enkele foto’s voordat u opslaat. Het bereik van de scherpstelling varieert en is afhankelijk van de opnamemodus. Draai aan de modusknop om de juiste modus in te stellen voor de afstand tot het onderwerp. Is het onderwerp buiten het focusbereik? (P30) Wanneer u er niet in slaagt het onderwerp scherp te stellen, zelfs na vele malen proberen, schakel het toestel dan uit en zet het weer aan. Bij het nemen van foto’s op met name donkere plekken of binnen, wordt de sluitertijd traag en werkt de optische beeldstabilisator mogelijk niet goed. In dat geval raden we aan om de camera met beide handen stevig vast te houden bij het nemen van foto’s (P30). Er zitten wellicht vlekken, zoals vingerafdrukken, op de lens. Als het lensoppervlak vuil is, zet de camera aan en reinig het met een zachte doek. Met deze camera kunnen geen filmbeelden worden vastgelegd op een MultiMediaCard. Als u de [PICT.MODE] instelt op [30fpsVGA] of [30fps16:9], gebruik dan kaarten met een snelheid van 10 MB/seconde of hoger (vermeld op verpakking van kaart) voor de beste resultaten. Het nemen van foto’s kan plotseling niet meer mogelijk zijn bij sommige kaartsoorten of indien u een kaart gebruikt met een gefragmenteerd geheugen als gevolg van herhaaldelijk opslaan en verwijderen. Schoon de kaart van tevoren op met dit toestel voor de beste resultaten (P101). Overige n LCD Situatie Het beeld wordt niet weergegeven op het LCD-scherm. Oorzaken Is de spaarstand (P22) ingeschakeld? Druk de ontspanknop tot halverwege in om deze functie uit te schakelen. Is de batterijlading onvoldoende om de camera te bedienen? Gebruik een batterij die voldoende geladen is. De helderheid van het Dit fenomeen treedt op wanneer u de ontspanknop tot scherm wordt donkerder halverwege indrukt om het diafragma in te stellen en is niet of lichter gedurende een van invloed op de vastgelegde beelden. moment. Het scherm is te licht of Stel de helderheid van het scherm bij. (P22) te donker. Is de Power LCD functie ingeschakeld? (P26) Sommige beeldpunten Dit is geen storing. zijn inactief of branden Deze beeldpunten zijn niet van invloed op de opgenomen altijd op het LCDbeelden. scherm. Er verschijnt ruis op het In een donkere omgeving kan ruis verschijnen om de LCD-scherm. helderheid van het LCD-scherm te handhaven. Dit is niet van invloed op de beelden die u aan het opnemen bent. Er verschijnt een Dit heet smeer. Het is specifiek voor CCD en geen storing. verticaal rood spectrum Het verschijnt wanneer het onderwerp een helder gedeelte op het LCD-scherm. heeft. Het wordt opgenomen op filmbeelden, maar niet op stilstaande beelden. 117 VQT0S25 Overige n Flitser Situatie De flitser is niet geactiveerd. De flitser wordt twee keer geactiveerd. 118 VQT0S25 Oorzaken Zorg dat de flitser openstaat. Verschuif de [< OPEN] schakelaar. (P38) De flitser wordt niet geactiveerd als de functie bewegend beeld [i], [SCENERY], [NIGHT SCENERY], [FIREWORKS] of [STARRY SKY] in de scènefunctie is geselecteerd (P59). Bij AUTO/Rode-ogenreductie [s], Forced ON/Rodeogenreductie [q] en Slow-sync./Rode-ogenreductie [u], dient de eerste flits ter voorbereiding om het rodeogeneffect te verminderen. Daarna gaat de flitser af voor het maken van de foto. Overige n Weergave Situatie De foto wordt niet weergegeven. Oorzaken Is de kaart geplaatst? Staat er een foto op de kaart? Staat de modusknop ingesteld op weergave [Q]? Foto’s worden Een van de functies van dit toestel is dat het automatisch onverwacht gedraaid. herkent of u de camera een slag draait om een foto te nemen. Deze foto wordt dan automatisch gedraaid indien weergegeven. Het kan voorkomen dat het toestel meent dat u de camera heeft gedraaid, terwijl u in feite de camera omhoog of omlaag richt. • Stel [ROTATE DISP.] (P91) in op [OFF] zodat de camera dit soort foto’s niet automatisch voor u draait. • U kunt de foto’s desgewenst draaien met [ROTATE] (P92). Beelden zijn korrelig of Controleer of de ISO-gevoeligheid niet te hoog of de sluitertijd met ruis. te laag staat ingesteld. • Verlaag de ISO-gevoeligheid. (P71) • Stel bij [PICT.ADJ.] de [NOISE REDUCTION] in op [HIGH]. (P77) • Verbeter de omgevingsbelichting. Map- of bestandsnaam Is de afbeelding misschien gewijzigd op een computer of worden weergegeven als genomen met een fotocamera van een andere fabrikant? [–] en het scherm wordt Dit probleem kan zich ook voordoen als u de batterij zwart. onmiddellijk na het nemen van de foto verwijderd of als de batterij bijna leeg is. • U dient de kaart opnieuw te formatteren om dit soort afbeeldingen te verwijderen. (P101) (Denk eraan dat alle gegevens onherroepelijk wordt gewist bij het formatteren van de kaart, dus sla uw gegevens op en controleer de kaart voordat u verdergaat.) 119 VQT0S25 Overige n Aansluiten op een TV, computer of printer Situatie De foto verschijnt niet op de televisie. Het TVscherm is gestoord of wordt zwartwit weergegeven. Kan geen filmbeelden afspelen op een televisie. De foto’s kunnen niet met printers worden afgedrukt. De zijkanten van afgedrukte beelden worden afgeknipt. Er kunnen geen foto’s naar de printer worden opgeladen. Het beeldformaat past niet op het TV-scherm. Het gebied dat een foto op de televisie of op de LCD van dit toestel inneemt, is relatief gezien verschillend. De computer herkent de kaart niet. 120 VQT0S25 Oorzaken Is de camera correct op de televisie aangesloten? Controleer dit. Stel de TV in op video-ingangsfunctie. Het is niet mogelijk om filmbeelden weer te geven als u de kaart hebt ingebracht in een kaartgleuf op een televisie. Sluit de camera op de televisie aan met de inbegrepen AVkabel en geef de beelden op dit toestel weer. (P102) Ondersteunt de printer PictBridge? Het is niet mogelijk om met printers af te drukken die PictBridge niet ondersteunen. (P106) Stel de USB-functie in op [PictBridge (PTP)]. (P103) • Sommige fotozaken kunnen foto’s gemaakt in de aspectratio [j] verwerken (P85). Informeer hiernaar voordat u de afdrukopdracht indient. Heeft u de aspectratio op [j] (P85) ingesteld? • Als uw printer beschikt over de mogelijkheid om randen in te stellen en bij te snijden, wijzig deze instellingen dan zo dat er geen randen zijn en niet wordt bijgesneden. (Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw printer.) Controleer de aansluitingen. Controleer of de computer de camera correct heeft herkend. Wijzig de USB-functie van de camera naar [PC]. (P103) Controleer de instelling [TV ASPECT] op dit toestel. (P24) Het eigenlijke weergegeven gebied kan bij sommige televisies afwijkend zijn. Foto’s worden soms met bijgesneden zijden weergegeven. Dit is normaal. Maak de USB-aansluitkabel los, steek de kaart in en sluit de kabel nogmaals aan. Overige n Overige Situatie Er werd per ongeluk een niet leesbare taal geselecteerd. Bij het half indrukken van de ontspanknop, gaat er soms een rood lampje branden. De AF-assistentielamp gaat niet aan. De klokinstelling is gereset. De lens klikt. De camera wordt warm. Er verschijnen vreemde kleuren aan de rand van het beeld. Kan de auto reviewfunctie niet wijzigen. Oorzaken Selecteer het pictogram [{] in het menu [SETUP] om de gewenste taal in te stellen. (P24) Op donkere plekken licht de AF-assistentielamp (P75) rood op om beter te kunnen instellen op het onderwerp. Staat [AF ASSIST LAMP] in het [REC] functiemenu ingesteld op [ON]? Neemt u foto’s in een heldere omgeving? De AFassistentielamp gaat niet aan op heldere plekken. De AF-assistentielamp gaat niet aan indien [SCENERY], [NIGHT SCENERY], [FIREWORKS] of [SELF PORTRAIT] in de scènefunctie is geselecteerd (P59). Als u het toestel lange tijd niet gebruikt, kan het zijn dat de instelling van de klok gereset wordt. Als het bericht [PLEASE SET THE CLOCK] verschijnt, moet u de klok opnieuw instellen. Wanneer u een foto neemt voordat de klok is ingesteld, wordt [0:00 0. 0. 0] opgenomen. Wanneer de helderheid veranderd is, wegens de zoom of de beweging van het toestel, of door iets anders, kan the lens klikken en kan het beeld op het scherm drastisch veranderd zijn. Dit heeft echter geen invloed op de kwaliteit van de foto’s. Het geluid wordt veroorzaakt door de automatische instelling van het diafragma. Dit is geen storing. De camera kan tijdens het gebruik iets warmer worden, maar dit is normaal. Door de kenmerken van de lens kan er enige verkleuring optreden. Dit is normaal. Het is niet mogelijk om de auto review-functie in het setupmenu te wijzigen als u: opnames maakt met de auto bracket of burstfunctie, filmopnames maakt, de scènefunctie zelfportret gebruikt of geluid opneemt (P73). (P57) (P44) (P46) (P67) Bestandsnummers Bepaalde activiteiten veroorzaken dat foto’s in mappen met worden niet op volgorde andere nummers worden opgeslagen. (P105) gemaakt. 121 VQT0S25 Overige Specificaties Digitale fotocamera: Energiebron: Stroomverbruik: Informatie voor uw veiligheid DC 5,1 V 2,1 W (Tijdens opname) 1,0 W (Tijdens weergave) Effectieve beeldpunten toestel: Beeldsensor: 8.400.000 beeldpunten 1/1,65″ CCD, totaal aantal beeldpunten 8.610.000 beeldpunten Primair kleurfilter Lens: 4x optische zoom, f=6,3 tot 25,2 mm [35 mm filmcamera equivalent: 28 tot 112 mm (aspectratio [j])] /F2,8 tot F4,9 Digitale zoom: Max. 4× Vergrote optische zoom: In [j] aspect : Tot 5× In [ ] aspect : Tot 5,1× In [h] aspect : Tot 5,6× (Elke resolutie behalve de maximale voor de geselecteerde aspectratio) Focus: Normaal/Macro/Handmatig 9-zone-focussing/3-zone-focussing (hoge snelheid)/1-zonefocussing (hoge snelheid)/1-zone-focussing/Spot-focussing Focusbereik: Normaal AF: 50 cm (Groothoek)/120 cm (Tele) tot Z Macro:5 cm (Groothoek)/30 cm (Tele) tot Z Sluitersysteem: Sluitertijd: Burstopname Burstsnelheid (max.): Aantal opneembare opnames (max.): Elektronische sluiter+Mechanische sluiter 60 tot 1/2.000ste 3 beelden/seconde (hoge snelheid), 2 beelden/seconde (lage snelheid), 2 beelden/seconde (onbeperkt) 9 beelden (standaard), 5 beelden (fijn), Afhankelijk van de kaartcapaciteit. (onbeperkt) (Prestaties burstopnames gelden alleen met SD geheugenkaart. MultiMediaCard prestaties zullen minder zijn.) Bewegend beeldopname: Aspectratio [j]: 848×480 beeldpunten (30 of 10 beelden/ seconde met geluid) Aspectratio [h]: 320×240 beeldpunten, 640×480 beeldpunten (30 of 10 beelden/seconde met geluid) (De maximale opnameduur hangt af van de kaartcapaciteit.) 122 VQT0S25 Overige ISO-gevoeligheid: Witbalans: Belichting (AE): Metingfunctie: LCD-scherm: Flits: Microfoon: Luidspreker: Opnamemedia: Beeldformaat: Stilstaand beeld: Bewegend beeld: Kwaliteit: Bestandsindeling opnames Stilstaand beeld: Beeld met geluid: Bewegend beeld: AUTO/80/100/200/400 AUTO/Daglicht/Bewolkt/Halogeen/Wit-instelling 1/Wit-instelling 2 Programma AE Belichtingscompensatie (1/3 EV stap, –2 tot +2 EV) Meervoudig/Center weighted/Spot Lage-temperatuur polykristallijn TFT LCD 2,5″ (Ongeveer 207.000 beeldpunten) (veld zichtratio ongeveer 100%) Flitsbereik: (ISO AUTO) Circa 60 cm tot 4,1 m AUTO, AUTO/Rode-ogenreductie, Gedwongen AAN (Gedwongen AAN/Rode-ogenreductie), Langzame synch./ Rode-ogenreductie, Gedwongen UIT Mono Mono SD geheugenkaart/MultiMediaCard Aspectratio [j]: 3840×2160 beeldpunten, 3072×1728 beeldpunten, 1920×1080 beeldpunten Aspectratio [ ]: 3248×2160 beeldpunten, 2560×1712 beeldpunten, 2048×1360 beeldpunten Aspectratio [h]: 2880×2160 beeldpunten, 2304×1728 beeldpunten, 2048×1536 beeldpunten, 1600×1200 beeldpunten, 1280×960 beeldpunten Aspectratio [j]: 848×480 beeldpunten Aspectratio [h]: 640×480 beeldpunten, 320×240 beeldpunten TIFF/Fijn/Standaard/RAW JPEG (Design rule for Camera File system, gebaseerd op Exif 2.2 standaard)/DPOF-conform JPEG (Design rule for Camera File system, gebaseerd op Exif 2.2 standard)+QuickTime (opname met audio) QuickTime Motion JPEG (bewegerde beelden met audio) 123 VQT0S25 Overige Interface Digitaal: Analoge video/audio: Aansluitingen AV OUT/DIGITAL: DC IN: Afmetingen: Gewicht: Bedrijfstemperatuur: Bedrijfsvochtigheid: Batterijoplader (Panasonic DE-A12A): Ingang: Uitgang: USB 2.0 (Volle Snelheid) NTSC/PAL Composite (via menu geschakeld), Audiolijnoutput (mono) AV/USB dedicated jackplug (8 pins) Dedicated jackplug (2 pins) 105,7 mm (W)×55,8 mm (H)×25,6 mm (D) (exclusief het uitstekende deel) Circa 185 g (exclusief geheugenkaart, batterij en lensdop) Circa 220 g (inclusief geheugenkaart, batterij en lensdop) 0 °C tot 40 °C 10% tot 80% Informatie voor uw veiligheid 110 tot 240 V ~ 50/60 Hz, 0,2 A LADING 4,2 V 0,8 A Mobiliteit apparatuur: Verplaatsbaar Batterij (lithium-ion) (Panasonic CGA-S005E): Informatie voor uw veiligheid Voltage/capaciteit: 124 VQT0S25 3,7 V, 1150 mAh Overige MEMO 125 VQT0S25 Overige MEMO 126 VQT0S25 Overige MEMO 127 VQT0S25 QuickTime en het QuickTime-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc., onder vergunning gebruikt. Du VQT0S25 H0705MH0 ( 8000 A ) C Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Web Site: http://www.panasonic.co.jp/global/ H0705MH0
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128

Panasonic DMCLX1EG de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor