Documenttranscriptie
Inhoudsopgave
Snelle taakindex
DIGITALE CAMERA
Gebruiksaanwijzing
1.
De camera gereedmaken en
opeenvolgende handelingen
2.
Fotograferen met de zoeker
3.
Fotograferen met live view
4.
Foto’s en films bekijken
5.
Basisbewerkingen
6.
Opnameopties gebruiken
7.
Menufuncties
8.
Beelden printen
9.
Camera aansluiten op een computer
en een smartphone
10.
Batterij, batterijlader en kaart
11.
Verwisselbare lenzen
12.
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
13.
Informatie
14.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Lees voordat u uw nieuwe camera
gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange
gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat
u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te
maken teneinde u met de camera vertrouwd te maken.
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel
vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
De inhoud van deze handleiding is gebaseerd op firmwareversie 1.0 voor deze camera. Als er
aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een firmware-update
voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website.
Registreer uw product op www.olympus.eu/register-product en ontvang extra voordelen van Olympus!
Deze mededeling heeft betrekking op de meegeleverde flitser en is vooral
bedoeld voor gebruikers in Noord-Amerika.
Information for Your Safety
IMPORTANT SAFETY
INSTRUCTIONS
When using your photographic equipment, basic safety precautions should always be
followed, including the following:
• Read and understand all instructions before using.
• Close supervision is necessary when any flash is used by or near children. Do not leave
flash unattended while in use.
• Care must be taken as burns can occur from touching hot parts.
• Do not operate if the flash has been dropped or damaged - until it has been examined
by qualified service personnel.
• Let flash cool completely before putting away.
• To reduce the risk of electric shock, do not immerse this flash in water or other liquids.
• To reduce the risk of electric shock, do not disassemble this flash, but take it to qualified
service personnel when service or repair work is required. Incorrect reassembly can
cause electric shock when the flash is used subsequently.
• The use of an accessory attachment not recommended by the manufacturer may cause
a risk of fire, electric shock, or injury to persons.
SAVE THESE INSTRUCTIONS
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden
In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.
Let op
$
OpmerkinAandachtspunten bij het gebruik van de camera.
gen
%
Tips
g
2 NL
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of problemen bij
de bediening kunnen leiden. Daaronder ook waarschuwingen voor
handelingen die u absoluut dient te voorkomen.
#
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw
camera.
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.
Inhoudsopgave
7
Het uitpakken van de doos ..........9
De camera gereedmaken en
opeenvolgende handelingen 10
Namen van onderdelen ..............10
De batterij opladen
en plaatsen..................................12
Kaarten plaatsen en
verwijderen .................................13
Een lens op de camera
bevestigen...................................14
De flitser bevestigen ..................15
Camera inschakelen...................16
Datum en tijd instellen ...............17
De opnamestand instellen .........18
Een opnamemethode
selecteren....................................19
Fotograferen met
de zoeker
20
Fotograferen ...............................20
Stilstaande beelden opnemen ..20
Films opnemen .........................22
Opnamefuncties instellen..........23
De multifunctionele knop
gebruiken ..................................23
Het superbedieningspaneel
gebruiken ..................................24
Fotograferen met live view 25
Fotograferen ...............................25
Stilstaande beelden opnemen ..25
Films opnemen .........................26
Het aanraakscherm gebruiken ..27
Een focusmethode selecteren ..27
De draadloze LAN-functie
gebruiken ..................................27
Opnamefuncties instellen..........28
Livegidsen gebruiken................28
Live control gebruiken ...............30
Foto's en films bekijken
Inhoudsopgave
Snelle taakindex
31
Foto's en films bekijken .............31
Indexweergave/
kalenderweergave ....................31
Stilstaande beelden bekijken ....32
Films bekijken ...........................32
Volume......................................32
Beelden beveiligen ...................32
Beelden wissen ........................33
Beelden selecteren ...................33
Het aanraakscherm gebruiken ..34
Beelden selecteren
en beveiligen ............................34
Basisbewerkingen
35
Informatiedisplays tijdens het
maken van foto's ........................35
Zoekerdisplay tijdens het maken
van foto's met de zoeker ..........35
Monitorscherm bij het
fotograferen met live view.........36
Het informatiedisplay
omschakelen ............................37
De fotografeerstanden
gebruiken ....................................38
“Richten en fotograferen“
(stand P) ..................................38
Het diafragma instellen
(diafragmavoorkeuzestand A) .40
NL 3
Inhoudsopgave
De sluitertijd instellen
(sluitertijdvoorkeuzestand S)....41
Het diafragma en de sluitertijd
instellen (handmatige
stand M) ...................................42
Filmstand gebruiken (n) .........44
Effecten toevoegen aan een film
[Movie Effect] ............................44
Kunstfilters gebruiken ...............46
Opnemen met een
motiefprogramma .....................47
PHOTO STORY gebruiken .......49
Veelgebruikte opnameopties.....51
De belichting regelen
(belichtingscorrectie) ................51
De helderheid van hoge lichten
en schaduwen wijzigen.............51
De belichting vasthouden
(AE-vergrendeling) ...................51
Een flitser gebruiken
(flitserfotografie)........................52
Een scherpstelkader selecteren
(AF-gebied)...............................54
Het AF-kader instellsen ............54
Gezichtsprioriteit-AF/
pupilherkenning-AF ..................55
Zoomkader-AF/zoom-AF ..........56
Repeterende opnamen / de
zelfontspanner gebruiken .........57
Kleur aanpassen (witbalans) ....58
ISO-gevoeligheid ......................59
Controlling color
(Color Creator)..........................60
HDR-fotografie..........................61
Informatiedisplay tijdens de
weergave .....................................62
Informatie weergavebeeld ........62
Het informatiedisplay
omschakelen ............................62
Het informatiedisplay van de
weergave veranderen ...............63
Beelden delen via de Wi-Fiverbinding (Share Order) ..........64
4 NL
Weergegeven beelden
bewerken ..................................65
Opnameopties gebruiken
68
Camerabewegingen beperken
(beeldstabilisator) .....................68
Verwerkingsopties
(beeldeffecten)..........................70
Effecten toevoegen
aan een film ..............................71
De beeldverhouding instellen ...71
Kwaliteit van de opname
(beeldkwaliteit)..........................72
Uitgangsvermogen van de flits
aanpassen
(regelen van de flitssterkte) ......73
Kiezen hoe de camera de
helderheid meet (meting)..........74
Een scherpstelstand selecteren
(AF-stand).................................75
Opties voor filmgeluid (geluid
opnemen met films) ..................76
Menufuncties
77
Basismenubewerkingen ............77
Fotografeermenu 1/
fotografeermenu 2 gebruiken....78
De kaart formatteren.................78
Standaardinstellingen herstellen
(Reset/Myset) ...........................79
Verwerkingsopties
(beeldeffecten)..........................80
Beeldkwaliteit (K) ..................81
De zelfontspanner instellen
(j/Y) .....................................81
Variërende instellingen bij een
reeks foto's (bracketing) ...........82
Meerdere belichtingen
opnemen in één beeld
(meervoudige belichting) ..........84
Automatisch opnamen maken
met vaste intervallen
(time lapse-fotograferen) ..........85
Het weergavemenu gebruiken ..87
Geroteerde beelden
weergeven (R) .......................87
Foto's bewerken .......................87
Alle beveiligingen annuleren.....89
De optie Smartphoneaansluiting
gebruiken (Aansluiting met
smartphone) .............................89
Het instelmenu gebruiken .........90
X (Datum/tijd instellen) ............90
W (Taal voor de monitor
wijzigen)....................................90
i (Helderheid van de monitor
aanpassen) ...............................90
Rec View ..................................90
Wi-Fi Settings ...........................90
c/# Menu Display ..................90
Firmware...................................90
Een draadloze LAN-verbinding
instellen (Wi-Fi-instellingen) .....91
De custom-menu's gebruiken ...92
R AF/MF ..................................92
S Button/Dial/Lever .................93
T Release/j .........................93
U Disp/8/PC ..........................94
V Exp/p/ISO..........................96
W # Custom ............................98
X K/Color/WB .......................98
Y Record/Erase .......................99
Z Movie .................................100
b Built-In EVF ........................101
k K Utility ............................101
AEL/AFL .................................102
MF Assist ................................103
Button Function ......................103
t Lever Function.................106
Camerabeelden weergeven op
een televisie............................106
Bedieningspaneelweergaven
kiezen (KControl Settings) ...108
Informatieschermen toevoegen
(G/Info Settings) ................... 111
Sluitertijden als de flits
automatisch ontsteekt
[# X-Sync.] [# Slow Limit] .... 112
AF focus aanpassen ............... 113
Inhoudsopgave
Flitserfotografie met draadloze
afstandsbediening ....................86
Digitale zoom (digitale
teleconverter)............................86
HDR-fotografie..........................86
De accessoirepoortmenu's
gebruiken .................................. 114
Vóór u de accessoirepoortmenu's
gebruikt ................................... 114
OLYMPUS PENPAL
gebruiken ................................ 115
A OLYMPUS PENPAL
Share ...................................... 116
B OLYMPUS PENPAL
Album ..................................... 117
C Electronic Viewfinder ......... 117
Beelden printen
118
Printreservering (DPOF) .......... 118
Een printorder maken ............. 118
Alle of geselecteerde foto's uit
het printorder verwijderen ....... 118
Direct printen (PictBridge)....... 119
Eenvoudig printen...................120
Printen volgens de specificatie
van de klant ............................120
NL 5
Camera aansluiten
op een computer en een
smartphone
Systeemoverzicht .....................140
122
Inhoudsopgave
De computersoftware
installeren .................................122
Foto's naar een computer
kopiëren zonder
OLYMPUS Viewer 3 ..................124
De draadloze LAN-functie
van de camera gebruiken ........125
Wat u allemaal kunt doen met
OI.Share.....................................127
Batterij, batterijlader
en kaart
128
Batterij en lader ........................128
Een optionele AC-adapter
gebruiken ..................................128
Uw oplader in het buitenland
gebruiken ..................................128
Toepasbare
geheugenkaartjes .....................129
Beeldkwaliteit en
bestandsgrootte/het aantal foto's
dat kan worden opgeslagen ....130
Verwisselbare lenzen
131
M.ZUIKO DIGITAL
lensspecificaties .....................131
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
135
Reservebatterijhouder
(HLD-7) ......................................135
Externe flitsers die werd
ontworpen voor gebruik
met deze camera ......................136
Flitserfotografie met draadloze
afstandsbediening ..................137
Andere externe flitsers ............138
Belangrijkste accessoires .......139
6 NL
Informatie
142
Fotografeertips en
-informatie .................................142
Foutcodes .................................144
De camera schoonmaken en
opbergen ...................................147
Reinigen van de camera.........147
Opslag ....................................147
Reinigen en controleren van het
beeldopneemelement .............147
Pixel Mapping - Controleren van
de beeldbewerkingsfuncties ...148
Menulijst ....................................149
Specificaties .............................156
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
159
VEILIGHEIDSMAATREGELEN .159
Markering
169
Snelle taakindex
Foto's maken met automatische
instellingen
Eenvoudige fotografie met speciale
effecten
g
iAUTO (A)
18
Kunstfilter (ART)
46
Een breedte-hoogteverhouding kiezen
Breedte-hoogteverhouding
71
Instellingen snel aanpassen aan het
motief
Motiefprogramma (SCN)
47
Eenvoudig professioneel fotograferen
Live Guide
28
De helderheid van een foto aanpassen
Belichtingscorrectie
51
Foto's maken met een onscherpe
achtergrond
Foto's maken die het bewegende
onderwerp stoppen of een gevoel van
beweging geven
Live Guide
Diafragmavoorkeuze
Live Guide
28
40
28
Sluitertijdvoorkeuze
41
Witbalans
Witbalans met één knop
Picture Mode
Kunstfilter (ART)
Het aanraakscherm
gebruiken
AF-veld
Zoomkader-AF/zoom-AF
58
59
70
46
Zoomkader-AF/zoom-AF
56
C-AF+TR (AF Tracking)
75
Foto's maken met de juiste kleur
Foto's verwerken overeenkomstig het
onderwerp/Monotint-foto's maken
Wanneer de camera niet kan
scherpstellen op uw onderwerp/
scherpstellen op één gebied
Scherpstellen op een klein punt in het
beeld/scherpstelling controleren voor het
fotograferen
Foto's opnieuw kadreren na het
scherpstellen
27
54
56
De pieptoon uitschakelen
8 (Piepgeluid)
96
Foto's maken zonder flitser
ISO/DIS-modus
59/47
Camerabewegingen beperken
Foto's maken van een onderwerp met
tegenlicht
Vuurwerk fotograferen
Beeldruis verminderen (marmering)
Snelle taakindex
Fotograferen
Image Stabilizer
Anti-Shock z
Zelfontspanner
Afstandsbedieningskabel
Gebruik van de flitser
Gradatie (Fotomodus)
Bulb-/tijdfotografie
Motiefprogramma (SCN)
68
97
57
139
52
80
42
47
Noise Reduct.
97
NL 7
Foto's maken zonder te witte wittinten of
te donkere zwarttinten
Snelle taakindex
De monitor optimaliseren/
de monitorschakering aanpassen
Ingesteld effect controleren voor u een
foto maakt
De horizontale of verticale
afbeeldingsrichting controleren voor
opname
Fotograferen met doelbewuste
compositie
Inzoomen op foto's om de scherpstelling
te controleren
Gradatie (Fotomodus)
Histogram/
Belichtingscorrectie
Lichte/donkere delen
Helderheid van monitor
aanpassen
Live View Boost
Preview-functie
Test Picture
37/51
51
90
95
104
104
Level gauge
37
Displayed Grid
95
Autoq (Rec View)
90
Zelfportretten
Zelfontspanner
57
Repeterende opnamen
Repeterende opnamen
57
Gebruiksduur van de batterijen verlengen
Sleep
96
Het aantal foto's dat gemaakt kan
worden, verhogen
Beeldkwaliteit
72
Weergave/herwerken
g
Beelden bekijken op een televisie
HDMI/Video uit
Weergave op een televisie
94
106
Diashows met achtergrondmuziek
bekijken
Diashow
67
Schaduwpartijen lichter maken
Shadow Adj (JPEG Edit)
88
Rode ogen verhelpen
Redeye Fix (JPEG Edit)
88
Eenvoudig printen
Direct printen
119
Commerciële prints
Een printorder maken
118
64
Foto's eenvoudig delen
Deelorder
De draadloze LAN-functie
van de camera gebruiken
OLYMPUS PENPAL
Connection to Smartphone
Camera-instellingen
8 NL
80
125
115
89
g
Standaardinstellingen herstellen
Reset
79
Instellingen opslaan
Myset
79
Taal voor de monitor wijzigen
W
90
Het uitpakken van de doos
Camera
•
•
•
•
Beschermkap van
de camera
Camerariem
USB-kabel
CB-USB6
Flitsertas
Cd-rom met computersoftware
Gebruiksaanwijzing
Garantiekaart
Flash
FL-LM2
Lithium-ionbatterij
BLN-1
Het uitpakken van de doos
Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd.
Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de verkoper
waarvan u de camera hebt gekocht.
Lithium-ionoplader
BCN-1
Camerariem bevestigen
1
Breng de camerariem aan in de richting van de pijlen.
1
2
3
2
4
Trek de camerariem tot slot strak om er zeker van te zijn dat deze
goed vastzit.
5
• Maak het andere uiteinde van de camerariem op dezelfde manier vast aan
het andere bevestigingsoog.
NL 9
1
1
De camera gereedmaken en
opeenvolgende handelingen
Namen van onderdelen
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
2
3
4
5
b
6
7
8
f
g
h
i
9
0
a
c
d
e
j
n
o
k
l
1 Vergrendeling functieknop ...........Blz. 18
2 Achterste regelaar*1 (o)
.................... Blz. 23, 38 – 42, 58, 60, 111
3 Fn2-knop ...............................Blz. 23, 51
4 H/R-knop (film) ......Blz. 33/Blz. 22, 103
5 Voorste regelaar*1 (r)....Blz. 31, 38 – 42
6 Ontspanknop ...............................Blz. 21
7 Zelfontspanner-LED/AF-verlichting
.........................................Blz. 57/Blz. 93
8 Markering voor de
lenskoppeling ...............................Blz. 14
9 Y-knop (witbalans met één druk)
.....................................................Blz. 59
0 Z-knop (voorbeeld) .....................Blz. 40
a Lensvatting (Verwijder de beschermkap
voor de lens wordt bevestigd.)
b Modusknop ..................................Blz. 18
c Stereomicrofoon ..............Blz. 66, 76, 89
d ON/OFF-hendel ..........................Blz. 16
e AFm-knop (AF/meetmodus)
(#/w instellingen*2). Blz. 52, 73, 74, 75
f jYHDR-knop (repeterende
opnamen/zelfontspanner/HDR)
(beugelinstellingen*2)........Blz. 57, 37, 82
g Externe flitsconnector ................Blz. 138
h Kap microfoonconnector
i Oogje voor de riem ........................Blz. 9
j Connectorkap
k Lensontgrendelknop ....................Blz. 14
l Lensvergrendelingspen
m Microfoonconnector (in de handel
verkrijgbare microfoons kunnen worden
gebruikt. Voeding via l 3,5 mm stereoministekker)
n HDMI-connector (type D) ...........Blz. 106
o Multiconnector ...........Blz. 106, 119, 122
*1 In deze handleiding geven de pictogrammen r en o bewerkingen aan die met
de voorste regelaar en achterste regelaar worden uitgevoerd.
*2 Wanneer de hendel is ingesteld op 2
10 NL
m
8
1
3
c
d
e
4
5
f
6
g
h
7
i
n
j
m
k
l
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
a
b
Accessoirepoort .........................Blz. 114
Diopterregelaar ............................Blz. 20
u (LV) knop .............................Blz. 19
Monitor (aanraakscherm)
............................ Blz. 16, 27, 34, 36, 62
Zoeker .............................Blz. 19, 20, 40
Oogsensor
Oogkapje ...................................Blz. 139
Flitserschoen .............................Blz. 136
AEL/AFL-knop...............Blz. 32, 51, 102
Hendel ............................Blz. 38 – 42, 93
INFO-knop ............................Blz. 37, 62
Fn1-knop .....................................Blz. 54
Q-knop .................................Blz. 30, 77
Pendelknop* ................................Blz. 31
MENU-knop ................................Blz. 77
q-knop (weergave)..............Blz. 31, 63
Luidspreker
-knop (wissen) ..........................Blz. 33
Statiefaansluiting
PBH-deksel ................................Blz. 135
Kapje van het
batterijcompartiment ....................Blz. 12
l Vergrendelknop van het
batterijcompartiment ....................Blz. 12
m Klepje van de kaartsleuf ..............Blz. 13
n Kaartsleuf.....................................Blz. 13
c
d
e
f
g
h
i
j
k
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
9
0
a
b
2
* In deze handleiding geven de pictogrammen FGHI bewerkingen aan die met
de pendelknop worden uitgevoerd.
NL 11
De batterij opladen en plaatsen
1
1
Batterij opladen.
Indicator voor laadtoestand
Richtingsteken ()
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
BCN-1
Bezig met
opladen
Licht oranje op
Uit
Opladen voltooid
Oplaadfout
Knippert oranje
Lithium-ionoplader
3
Indicator voor
laadtoestand
Lithium-ionbatterij
1
Stopcontact
2
Lichtnetkabel
(Laadtijd: tot ca. 4 uur)
# Let op
• Koppel de oplader los
wanneer de batterij volledig is
opgeladen.
2
De batterij plaatsen.
Klepje van het batterijcompartiment
2
Richtingsteken
3
1
Vergrendelknop
van het batterijcompartiment
3
Het klepje van het batterijcompartiment sluiten.
De batterij verwijderen
Schakel de camera uit voor u het klepje van het
batterijcompartiment opent of sluit. Om de batterij te
verwijderen, duwt u eerst de batterijvergrendelknop in de
richting van de pijl, waarna u de batterij kunt uitnemen.
# Let op
• Neem contact op met een geautoriseerde distributeur of servicedienst als u de batterij
niet kunt verwijderen. Gebruik geen geweld.
$ Opmerkingen
• Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan
met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
• Lees ook “Batterij, batterijlader en kaart“ (Blz. 128).
12 NL
Kaarten plaatsen en verwijderen
1
De kaart plaatsen.
• Open het klepje van de kaartsleuf.
• Schuif de kaart zover in de kaartsleuf totdat
deze op zijn plaats vastklikt.
g “Toepasbare geheugenkaartjes“
(Blz. 129)
• Schakel de camera uit voor u de kaart
plaatst of verwijdert.
1
3
2
2
Het klepje van de kaartsleuf sluiten.
• Sluit het klepje tot u een klik hoort.
# Let op
• Zorg ervoor dat het klepje van de kaartsleuf is gesloten voor u de camera gebruikt.
De kaart verwijderen
Druk zachtjes op de geplaatste kaart en het springt
eruit. Neem de kaart eruit.
# Let op
• Verwijder de batterij of de kaart niet terwijl de
schrijfaanduiding (Blz. 36) wordt weergegeven.
Eye-Fi-kaartjes
Lees “Toepasbare geheugenkaartjes“ (Blz. 129) vóór gebruik.
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
# Let op
1
NL 13
Een lens op de camera bevestigen
1
Een lens op de camera bevestigen.
1
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
2
Achterkap van de lens
2
• Houd de rode koppelingsmarkering op de lens tegenover de rode markering op de
camera en plaats de lens in het camerahuis.
• Draai de lens in de richting van de pijl tot u een klik hoort.
# Let op
• Controleer of de camera uitgeschakeld is.
• Druk de lensontgrendelknop niet in.
• Raak geen inwendige onderdelen van de camera aan.
2
Verwijder het lenskapje.
1
2
1
Lenzen met een ONTGRENDEL-schakelaar
gebruiken
Intrekbare lenzen met een ONTGRENDELschakelaar kunnen niet worden gebruikt wanneer
deze ingetrokken zijn. Draai de zoomring in de
richting van de pijl (1) om de lens naar buiten te
laten komen (2).
Om de lens op te bergen, draait u de zoomring in de
richting van de pijl (4) terwijl u de ONTGRENDELschakelaar (3) verschuift.
De lens uit de camera verwijderen
Terwijl u de lensontgrendelknop ingedrukt houdt,
draait u de lens in de richting van de pijl.
1
4
3
2
Lensontgrendelknop
2
1
Verwisselbare lenzen
Lees “Verwisselbare lenzen“ (Blz. 131).
14 NL
De flitser bevestigen
1
Verwijder de contactafdekking van de flitser en bevestig de flitser op de
camera.
ONTGRENDEL-schakelaar
1
2
3
2
2
1
Om de flitser te gebruiken, klapt u de flitserkop omhoog.
• Klap de flitserkop omlaag wanneer u de flitser niet gebruikt.
# Let op
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
• Schuif de flitser volledig in tot deze tegen de achterzijde van de schoen komt en goed
op zijn plaats zit.
• Wanneer u de accessoirepoort niet gebruikt, moet u het deksel bevestigen.
De flitser verwijderen
Druk op de ONTGRENDEL-schakelaar terwijl u de
flitser verwijdert.
ONTGRENDEL-schakelaar
2
1
NL 15
Camera inschakelen
1
1
Beweeg de ON/OFF-hendel naar de positie ON om de camera in te
schakelen.
• Wanneer de camera is ingeschakeld, wordt de monitor ingeschakeld.
• Beweeg de hendel naar de positie OFF om de camera uit te schakelen.
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
ON/OFF-hendel
Monitor
Batterijniveau
R
Wi-Fi
2013.10.01 12:30
ISO
AUTO
WB
AUTO
NORM
AUTO
; (groen): de camera is klaar om opnames
te maken.
: (groen): batterij bijna leeg
] (knippert rood): laad de batterij op.
i
4:3
250 F5.6
01:02:03
1023
De monitor gebruiken
1
2
U kunt de hoek van de monitor aanpassen.
Camera in sluimerstand
Als ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar
de “sluimerstand“ (stand-by) om de monitor uit te schakelen en alle acties te annuleren.
De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop,
q-knop, enz.). De camera schakelt automatisch uit als deze gedurende 4 uur in de
sluimerstand heeft gestaan. Zet de camera opnieuw aan voor u hem gebruikt.
16 NL
Datum en tijd instellen
Informatie over datum en tijd worden samen met de beelden opgeslagen op de kaart.
De bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor
dat u de juiste datum en tijd instelt voor u de camera gebruikt.
• Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
Shooting Menu 1
1
2
MENU-knop
2
h
4:3
Off
Set
Back
Setup Menu
Selecteer [X] op het tabblad [d]
(instellingen).
• Selecteer met FG op de pendelknop
de optie [d] en druk daarna op I.
• Selecteer [X] en druk op I.
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
D
Image Aspect
Digital Tele-converter
1
2
X
W
Rec View
Wi-Fi Settings
c/# Menu Display
Firmware
Tabblad [d]
--.--.-- --:-English
j±0 k±0
0.5sec
Back
3
Set
De datum en tijd instellen.
• Gebruik HI om items te selecteren.
• Gebruik FG om het geselecteerde item te wijzigen.
• Gebruik FG om de datumindeling te selecteren.
X
Y
2013
M
D
Time
Y/M/D
Cancel
De tijd wordt weergegeven
in 24-uursindeling.
4
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
De menu's weergeven.
Sla de instellingen op en verlaat het menu.
• Druk op Q om de cameraklok in te stellen en terug te keren naar het hoofdmenu.
• Druk op de MENU-knop om de menu's te verlaten.
NL 17
De opnamestand instellen
Gebruik de functieknop om de opnamestand
te selecteren.
Pictogram
van de stand
Indicator
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
Een volautomatische stand waarbij de camera automatisch de instellingen
A optimaliseert voor de huidige scène. De camera doet al het werk, wat handig
is voor beginners.
P
Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast om de optimale
resultaten te verkrijgen.
A
U regelt het diafragma. U kunt achtergronddetails scherper of waziger instellen.
S
U regelt de sluitertijd. U kunt de beweging van bewegende onderwerpen
uitdrukkelijker maken, of ze “bevriezen“ zonder bewegingsonscherpte.
M
U regelt het diafragma en de sluitertijd. U kunt foto's maken met lange sluitertijden
bij vuurwerk of in andere situaties met weinig licht.
ART
Selecteer een kunstfilter.
SCN
Selecteer een scène volgens het onderwerp.
J
U kunt een PHOTO STORY vastleggen. Leg beelden vast terwijl het type PHOTO
STORY is geselecteerd.
n
Maak films met behulp van sluitertijd- en diafragma-effecten en speciale filmeffecten.
Probeer eerst foto's te maken in de stand Volautomatisch.
1
Druk op de functieknop om de vergrendeling vrij te geven en stel de
functieknop in op A.
• Wanneer de vergrendeling van de functieknop wordt ingedrukt, wordt de functieknop
vergrendeld. Telkens u de knopvergrendeling indrukt, wordt er gewisseld tussen
vergrendeld/ontgrendeld.
Vergrendeling functieknop
Monitor
R
Wi-Fi
2013.10.01 12:30
ISOgevoeligheid
ISO
AUTO
WB
AUTO
NORM
AUTO
i
4:3
250 F5.6
Sluitertijd
18 NL
01:02:03
1023
Diafragmawaarde
Beschikbare
opnametijd
Aantal
stilstaande
beelden dat
kan worden
opgeslagen
Een opnamemethode selecteren
Fotograferen met
de zoeker
Zoeker
Monitor
Gaat branden wanneer
u uw oog weg van de
zoeker beweegt.
R
Wi-Fi
2013.10.01 12:30
ISO
AUTO
Fotograferen met live
view
u-knop
Gaat automatisch branden
wanneer uw oog in de buurt
komt.
Wanneer de zoeker brandt,
wordt de monitor donker.
Monitor
Wi-Fi
S-IS AUTO
j
ISO-A
200
LN
FullHD
F
WB
AUTO
250 F5.6
NORM
AUTO
i
Q
01:02:03
0.0
1023
Superbedieningspaneel
250 F5.6 0.0
Q
01:02:03
e ISO-A
200
1023
Q
S-IS AUTO
WB
WB
AUTO
AUTO
Cursor
4:3
S-IS AUTO
ISO
ISO
AUTO
38
Monitor live view
4:3
250 F5.6
0.0
01:02:03
LN
WB Auto
WB
AUTO
P
WB
AUTO
FullHD
F
AUTO
AUTO
4:3
LN
NORM
AUTO
WB Auto
i
FullHD
F
AUTO
AUTO
4:3
01:02:03
250 F5.6
1023
Wanneer u bij het instellen
van de opnamefuncties
op de knop Q drukt,
verschijnt er een cursor op
het superbedieningspaneel.
Raak de functie aan die
u wilt instellen.
Als u op de Q-knop drukt
terwijl de zoeker brandt,
wordt Live Control in de
zoeker weergegeven.
(In de stand A-wordt
een livegids getoond.)
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
Bij deze camera kunt u kiezen uit twee opnamemodi: Fotograferen met de zoeker en
fotograferen met de functie live view op het scherm. Druk op de u-knop om tussen
de opnamemethodes te wisselen.
Bovendien kunt u verschillende opnamefuncties instellen met het superbedieningspaneel, live control en het LV-superbedieningspaneel, naargelang van de opnamemethode.
Wanneer u bij het instellen
van de opnamefuncties op
de knop Q drukt, wordt live
control worden en kunt u
een functie selecteren door
aan de achterste schakelaar
te draaien.
WB
ISO
AUTO
WB
AUTO
NORM
AUTO
i
4:3
250 F5.6
01:02:03
1023
NL 19
2
Fotograferen met de zoeker
Fotograferen
2
Elke keer dat u op de u-knop drukt, kunt u wisselen tussen fotograferen met de
zoeker en fotograferen met live view. Wanneer u met de zoeker fotografeert, wordt het
superbedieningspaneel op de monitor getoond.
Fotograferen met de zoeker
u-knop
R
Wi-Fi
2013.10.01 12:30
ISO
AUTO
WB
AUTO
NORM
AUTO
i
4:3
250 F5.6
Zoeker
01:02:03
1023
Superbedieningspaneel
Als de display in de zoeker er wazig uit ziet
Kijk door de zoeker en draai de dioptrieregelaar
tot de weergave is scherpgesteld.
Stilstaande beelden opnemen
1
Installeer de camera en bepaal de compositie.
• De zoeker wordt ingeschakeld
en de monitor schakelt
automatisch uit wanneer u uw
oog tegen de zoeker houdt.
• Let op dat uw vingers of de
camerariem niet in de weg
zitten van de lens.
Horizontale stand
20 NL
Verticale stand
2
Druk zacht op de ontspanknop tot in de eerste positie. (half indrukken)
• Het AF-bevestigingsteken (() wordt weergegeven en een groen kader (AF-kader)
verschijnt op de scherpstellingslocatie.
Autofocusveld
2
250 F5.6
01:02:03
e ISO-A
200
1023
Diafragmawaarde
Bevestiging AF-teken Sluitertijd
• De door de camera automatisch gekozen combinatie van ISO-gevoeligheid, sluitertijd
en diafragmawaarde verschijnt.
• Als het AF-teken knippert, is het onderwerp niet scherpgesteld. (Blz. 142)
3
Druk de ontspanknop opnieuw in om een foto te nemen. (helemaal
indrukken)
• Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt.
• Het opgenomen beeld verschijnt op de monitor.
Fotograferen met de zoeker
Druk de ontspanknop half in.
De ontspanknop half en helemaal indrukken
De ontspanknop heeft twee posities. De ontspanknop licht indrukken tot aan de eerste
positie en deze daar vasthouden heet “de ontspanknop half indrukken“; de ontspanknop
volledig indrukken tot aan de tweede positie heet “de ontspanknop helemaal indrukken“.
Half indrukken
Helemaal indrukken
# Let op
• U kunt de weergavestijl van de zoeker veranderen. In deze handleiding wordt [Style 1]
gebruikt.
• Als de hoek van de monitor niet is veranderd, gaat de zoeker niet automatisch branden.
• Als u de u-knop indrukt en vasthoudt, wordt er een menu weergegeven waarin u de
instellingen kunt veranderen om de zoeker automatisch te laten oplichten.
NL 21
Films opnemen
U kunt films opnemen in alle opnamemodi behalve J (PHOTO STORY). Probeer eerst
in de stand Volautomatisch op te nemen.
2
Fotograferen met de zoeker
1
Stel de functieknop in op A.
2
Druk op de knop R om de opname te starten.
3
Druk opnieuw op de R-knop om de opname
te stoppen.
• De gemaakte foto wordt op de monitor getoond.
• Als u door de zoeker kijkt, wordt het gemaakte
beeld getoond.
• U kunt de focuspositie wijzigen door het scherm
tijdens de opname aan te raken (Blz. 27).
R-knop
R
• Wanneer de opname voltooid is, verschijnt het
superbedieningspaneel op de monitor.
00:02:18
Weergegeven
tijdens de opname
Opnametijd
# Let op
• Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden
vervormd worden weergegeven door het rollende sluiter-effect. Dit is een natuurkundig
fenomeen waarbij de gefilmde beelden vervormd worden bij het filmen van een snel
bewegend onderwerp of door de bewegingen van de camera.
Dit fenomeen valt vooral op bij een grote brandpuntsafstand.
• Als de camera gedurende een lange periode wordt gebruikt, zal de temperatuur van het
beeldopneemelement toenemen en kan er ruis en gekleurde beeldwaas verschijnen in
beelden. Schakel de camera gedurende een korte periode uit. Ruis en gekleurde beeldwaas kunnen zich ook voordoen bij beelden die werden opgenomen met een hoge ISO-gevoeligheid. Als de temperatuur blijft toenemen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld.
• Wanneer u een Four Thirds systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u films opneemt.
Foto's maken tijdens het opnemen van films
• Druk tijdens de filmopname op de ontspanknop om de opname te pauzeren en een foto te
maken. De filmopname start opnieuw zodra de foto is gemaakt. Druk op de knop R om
de opname te stoppen. Er worden drie bestanden opgenomen op de geheugenkaart: de
filmbeelden die vooraf gaan aan de foto, de foto zelf en de filmbeelden die volgen op de foto.
• Tijdens het filmen kan slechts één foto per keer worden genomen; de zelfontspanner en
de flitser kunnen niet worden gebruikt.
# Let op
• De resolutie en de kwaliteit van foto's staan los van de filmgrootte.
• De autofocus en meting die worden gebruikt in de filmstand kunnen verschillen van deze
die worden gebruikt voor het nemen van foto's.
• De R-knop kan in de volgende situaties niet worden gebruikt om films op te nemen:
Meervoudige belichting (fotograferen stopt ook.)/ontspanknop half ingedrukt/tijdens
bulb- of tijdfotografie/repeterende opnamen/Panorama/opnemen in SCN-modus
(e-portret, hand-held, starlight, 3D)/opnamen maken binnen een tijdsbestek
22 NL
Opnamefuncties instellen
De multifunctionele knop gebruiken
Wanneer u foto's in de zoeker kadreert, kunt u instellingen snel aanpassen met
de multifunctionele knop. In de standaardinstellingen is knop Fn2 de rol van
multifunctionele knop toebedeeld.
Een functie kiezen
Houd de Fn2-knop ingedrukt en draai de regelaar.
2
Blijf aan de regelaar draaien om de gewenste functie te kiezen.
• De menu's worden weergegeven.
• Laat de knop los wanneer de gewenste functie is geselecteerd.
Multifunctionele opties gebruiken
Druk op de Fn2-knop. Er verschijnt een dialoogvenster om opties te selecteren.
[a] toegewezen aan Fn2-knop
Houd Q/Fn2
ingedrukt
Fn2
Fn2
01:02:03
e ISO-A
200 1023
250 F5.6
250 F5.6
Opnamescherm
01:02:03
e ISO-A
200 1023
Fotograferen met de zoeker
1
2
01:02:03
e ISO-A
200 1023
250 F5.6
Zoom-AF
Zoomkader-AF
Fn2
Andere optie toegewezen aan Fn2-knop
HI LIGHT
4:3
SHADOW
P
250 F5.6 0.0
01:02:03
e ISO-A
200
1023
Opties voor lichte en
schaduwpartijen
Optie Color Creator
Functie
b (Lichte en schaduwpartijen) (Blz.51)
c (Color Creator) (Blz.60)
a (Zoomkader-AF/zoom-AF) (Blz.56)
d (Image Aspect) (Blz.71)
Opties voor breedtehoogteverhouding
Voorste
regelaar (r)
Achterste
regelaar (o)
Controle licht
Controle donker
Kleurschakering
Verzadiging
Zoomkader-AF: belichtingscorrectie
Zoom-AF: in- of uitzoomen
Een optie selecteren
NL 23
Het superbedieningspaneel gebruiken
Wanneer u met de zoeker fotografeert, wordt het superbedieningspaneel op de monitor
weergegeven. Stel uw hoofdopnamefuncties in via het superbedieningspaneel.
Display superbedieningspaneel
R
2
1
2
Fotograferen met de zoeker
3
6
ISO
ISO
AUTO
7
WB
AUTO
NORM
AUTO
8
9
i
4
5
4:3
01:02:03
250 F5.6 +2.0
f
e d
c ba
1023
0
Instellingen die kunnen worden aangepast met behulp van het superbedieningspaneel
Momenteel geselecteerde optie
ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59
Flitserfunctie ................................Blz. 52
Flitssterkteregelaar ......................Blz. 73
Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 57
6 Witbalans .....................................Blz. 58
Witbalanscompensatie
7 Beeldeffecten ...............................Blz. 70
8 Scherpte N .................................Blz. 80
Contrast J ..................................Blz. 80
Kleurintensiteit T .......................Blz. 80
Gradatie z..................................Blz. 80
Z&W-filter x................................Blz. 80
Fototint y ...................................Blz. 81
1
2
3
4
5
Kleurruimte ..................................Blz. 98
Knopfunctietoewijzing ..........Blz. 93, 103
Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 55
Lichtmeetstand ............................Blz. 74
Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 71
Beeldkwaliteit ...............................Blz. 72
Autofocusstand ............................Blz. 75
Autofocusveld ..............................Blz. 54
f Beeldstabilisator ..........................Blz. 68
9
0
a
b
c
d
e
# Let op
• Niet getoond in SCN-, J- of n-modi.
1
Druk op de Q-knop.
2
Raak de functie aan die u wilt instellen.
3
Cursor
• De cursor verschijnt.
• De cursor wordt op de aangeraakte functie
weergegeven.
Draai aan de voorste regelaar en selecteer een
instelwaarde.
ISO
ISO
AUTO
WB
AUTO
NORM
AUTO
i
4:3
250 F5.6
$ Opmerkingen
• U kunt menu's voor alle functies weergeven door een functie te selecteren en op Q
te drukken.
24 NL
01:02:03
1023
3
Fotograferen met live view
Fotograferen
U kunt wisselen tussen fotograferen met de zoeker en fotograferen met live view door
op de u-knop te drukken. Wanneer u met live view fotografeert, wordt het onderwerp
weergegeven op de monitor.
u-knop
Fotograferen met live view
R
Wi-Fi
ISO-A
200
01:02:03
250 F5.6
38
Monitor
Stilstaande beelden opnemen
1
Installeer de camera en bepaal de compositie.
2
Raak de zone aan van het onderwerp dat u wilt
fotograferen.
• Let op dat uw vingers of de camerariem niet in de weg zitten van de lens.
• De camera focust op de aangeraakte zone en maakt
automatisch een foto.
• Het gemaakte beeld wordt op de monitor getoond.
3
R
Wi-Fi
ISO-A
200
250 F5.6
01:02:03
38
$
Opmerkingen
• U kunt de ontspanknop ook gebruiken om een foto te maken, net zoals u zou doen
wanneer u met de zoeker zou fotograferen.
• Nadat de camera op de aangeraakte zone is gefocust, kunt u ook op de ontspanknop
drukken om een foto te maken. g “Het aanraakscherm gebruiken“ (Blz. 27)
NL 25
Films opnemen
U kunt films opnemen in alle opnamemodi behalve J (PHOTO STORY). Probeer eerst
in de stand Volautomatisch op te nemen.
1
Stel de functieknop in op A.
2
Druk op de knop R om de opname te starten.
3
Druk opnieuw op de R-knop om de opname te
stoppen.
• U kunt de scherpstellingslocatie wijzigen door het
scherm tijdens opname aan te raken (Blz. 27).
R-knop
3
Fotograferen met live view
R
00:02:18
Weergegeven
tijdens de opname
Opnametijd
# Let op
• Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden
vervormd worden weergegeven door het rollende sluiter-effect. Dit is een natuurkundig
fenomeen waarbij de gefilmde beelden vervormd worden bij het filmen van een snel
bewegend onderwerp of door de bewegingen van de camera.
Dit fenomeen valt vooral op bij een grote brandpuntsafstand.
• Als de camera gedurende een lange periode wordt gebruikt, zal de temperatuur van het
beeldopneemelement toenemen en kan er ruis en gekleurde beeldwaas verschijnen in beelden. Schakel de camera gedurende een korte periode uit. Ruis en gekleurde beeldwaas
kunnen zich ook voordoen bij beelden die werden opgenomen met een hoge ISO-gevoeligheid. Als de temperatuur blijft toenemen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld.
• Wanneer u een Four Thirds systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u films opneemt.
Foto's maken tijdens het opnemen van films
• Druk tijdens de filmopname op de ontspanknop om de opname te pauzeren en een foto te
maken. De filmopname start opnieuw zodra de foto is gemaakt. Druk op de knop R om de
opname te stoppen. Er worden drie bestanden opgenomen op de geheugenkaart: de filmbeelden die vooraf gaan aan de foto, de foto zelf en de filmbeelden die volgen op de foto.
• Tijdens het filmen kan slechts één foto per keer worden genomen; de zelfontspanner en
de flitser kunnen niet worden gebruikt.
# Let op
• De resolutie en de kwaliteit van foto's staan los van de filmgrootte.
• De autofocus en meting die worden gebruikt in de filmstand kunnen verschillen van deze
die worden gebruikt voor het nemen van foto's.
• De R-knop kan in de volgende situaties niet worden gebruikt om films op te nemen:
Meervoudige belichting (fotograferen stopt ook.)/ontspanknop half ingedrukt/tijdens
bulb- of tijdfotografie/repeterende opnamen/Panorama/opnemen in SCN-modus
(e-portret, hand-held, starlight, 3D)/opnamen maken binnen een tijdsbestek
26 NL
Het aanraakscherm gebruiken
Wanneer u met live view fotografeert, kunt u de functies van het aanraakpaneel gebruiken.
Een focusmethode selecteren
U kunt scherpstellen en opnemen door op de monitor
te tikken.
Tik op T om de instellingen voor het aanraakscherm
te doorlopen.
3
R
Wi-Fi
automatisch de sluiter te ontspannen. Deze
functie is niet mogelijk in de stand n.
V Tik om een AF-kader weer te geven en stel
scherp op het onderwerp in het geselecteerde
gebied. U kunt het aanraakscherm gebruiken om
de positie en de grootte van het scherpstelkader
te kiezen. Foto's kunnen worden genomen door
op de ontspanknop te drukken.
ISO-A
200
01:02:03
250 F5.6
30
Voorbeeld van uw onderwerp
bekijken ( V )
1
2
Tik op het onderwerp in het display.
S-IS AUTO
14
10
ISO-A
200
• Er verschijnt een AF-kader.
• Gebruik de schuifbalk om de grootte van het kader
te kiezen.
7
Fotograferen met live view
U Bediening van het aanraakscherm uitgeschakeld.
T Tik op een onderwerp om scherp te stellen en
5x
250 F5.6
Gebruik de schuifbalk om de grootte van het
doelkader te kiezen, en tik vervolgens op Y
om in te zoomen op het onderwerp van het
doelkader.
• Gebruik uw vinger om in het display te schuiven
wanneer de foto is ingezoomd.
• Tik Z aan om de zoomweergave te annuleren.
# Let op
• Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, daalt het bereik waarin autofocus
mogelijk is. Als u het scherm buiten het mogelijke bereik aanraakt, maakt de camera
opnamen zonder AF.
De draadloze LAN-functie gebruiken
U kunt de camera op een smartphone aansluiten en
de camera via Wi-Fi bedienen. Als u deze functie wilt
gebruiken, moet u de relevante app op de smartphone
installeren. g “De draadloze LAN-functie van de
camera gebruiken“ (Blz. 125), “Wat u allemaal kunt doen
met OI.Share“ (Blz. 127)
Wi-Fi
R
Wi-Fi
ISO-A
200
250 F5.6
01:02:03
30
NL 27
Opnamefuncties instellen
Livegidsen gebruiken
Livegidsen zijn beschikbaar in de stand iAUTO (A). Terwijl iAUTO in een
volautomatische stand staat, kunt u met behulp van livegidsen diverse geavanceerde
fototechnieken oproepen.
3
1
2
Stel de functieknop in op A.
Raak het tabblad aan om de livegidsen weer te geven.
Fotograferen met live view
• Selecteer een gidsitem en raak het aan om het in e stellen.
Gidsitem
Tabblad
R
Wi-Fi
Change Color Saturation
ISO-A
200
250 F5.6
3
01:02:03
38
Cancel
Gebruik uw vinger om de schuifbalken te
verplaatsen.
• Tik op a om de instellingen te openen.
• Om de livegidsinstelling te annuleren, tikt u op k
op het scherm.
• Wanneer [Shooting Tips] geselecteerd is, markeert
u een item en drukt u op Q om een beschrijving te
bekijken.
• Het effect van het geselecteerde niveau is zichtbaar
op het display. Als [Blur Background] of [Express
Motions] geselecteerd is, keert het display terug
naar de normale weergave, maar het geselecteerde
effect is zichtbaar in de uiteindelijke foto.
4
$
Niveaubalk/selectie
Clear & Vivid
0
Flat & Muted
Cancel
Set
Maak een opname.
• Om de livegids te annuleren, drukt u op de MENU-knop.
Opmerkingen
• U kunt ook livegidsen gebruiken wanneer u met de zoeker fotografeert.
Wanneer u met de zoeker fotografeert, verlopen de instellingen via de regelaar en
knoppen. Als u op de knop Q drukt, wordt de livegids getoond. De achterste regelaar
wordt gebruikt om items te selecteren en de schuivers te bedienen.
28 NL
# Let op
• Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW].
• De livegidsinstellingen worden niet toegepast op de RAW-kopie.
• Het is mogelijk dat beelden er korrelig uitzien bij sommige instelniveaus van de livegids.
• Wijzigingen aan de instelniveaus van de livegids zijn mogelijk niet zichtbaar op de monitor.
• De beeldsnelheid daalt wanneer [Blurred Motion] is geselecteerd.
• De flitser kan niet worden gebruikt met de livegids.
• Wanneer u wijzigingen doorvoert aan de livegidsopties, worden vorige wijzigingen
geannuleerd.
• Wanneer u livegidsinstellingen doorvoert die de beperkingen van de belichtingsmeters
van de camera overschrijden, kan dit leiden tot over- of onderbelichte beelden.
3
Fotograferen met live view
NL 29
Live control gebruiken
Wanneer u met live view fotografeert, kunt u live control gebruiken om de functies
in P-, A-, S-, M- , n- en J-modi in te stellen. Wanneer u live control gebruikt,
kunt u de effecten van verschillende instellingen bekijken op de monitor.
S-IS AUTO
3
WB
WB
AUTO
AUTO
Functies
4:3
Fotograferen met live view
LN
WB Auto
P
FullHD
F
Instellingen
AUTO
AUTO
Beschikbare instellingen
Beeldstabilisator ................................Blz. 68
Beeldeffect.........................................Blz. 70
Motiefprogramma ..............................Blz. 47
Kunstfilterstand ..................................Blz. 46
Stand n............................................Blz. 71
Witbalans ...........................................Blz. 58
Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 57
Breedte-hoogteverhouding ................Blz. 71
Beeldkwaliteit.....................................Blz. 72
Flitserfunctie ......................................Blz. 52
Flitssterkteregelaar ............................Blz. 73
Lichtmeetstand ..................................Blz. 74
Autofocusstand ..................................Blz. 75
ISO-gevoeligheid ...............................Blz. 59
Gezichtsprioriteit ................................Blz. 55
Filmgeluidsopname ...........................Blz. 76
1
Druk op Q om live control weer te geven.
2
Gebruik de achterste regelaar
om de instellingen te selecteren
en gebruik de voorste regelaar
om de geselecteerde instelling
te veranderen en druk op Q.
• Om live control te verbergen, drukt u nogmaals op Q.
• De geselecteerde instellingen
worden automatisch van kracht als
er gedurende ongeveer 8 seconden
geen handeling wordt uitgevoerd.
Toont de geselecteerde
functienaam
Cursor
S-IS AUTO
WB
WB
AUTO
AUTO
4:3
LN
WB Auto
Cursor
P
FullHD
F
AUTO
AUTO
Pendelknop
# Let op
• Sommige items zijn niet beschikbaar in sommige opnamestanden.
$ Opmerkingen
• U kunt live control ook gebruiken wanneer u met de zoeker fotografeert.
Als u op de Q-knop drukt terwijl de zoeker actief is, wordt live control in de zoeker
getoond. Als de zoeker wordt uitgeschakeld terwijl er een opname wordt gemaakt,
wordt live control ook geannuleerd.
30 NL
Pendelknop
4
Foto's en films bekijken
Foto's en films bekijken
1
Druk op de knop q.
• Uw meest recente foto of film wordt weergegeven.
• Selecteer de gewenste foto of film met de voorste regelaar of pendelknop.
Voorste regelaar
4
Geeft het
volgende
beeld weer
L N 100-0020
2013.10.01 12:30
20
Stilstaand beeld
HI
WB
AUTO
P
100-0004
HD
2013.10.01 12:30
q-knop
4
Videobeelden
Indexweergave/kalenderweergave
Foto's en films bekijken
Geeft het
vorige beeld
weer
• Draai de achterste regelaar tijdens enkelbeeldweergave naar G om de indexweergave te
starten. Draai de subregelaar een beetje verder om de kalenderweergave te starten.
• Draai de achterste regelaar naar a om naar enkelbeeldweergave terug te keren.
Q
q
L N 100-0020
2013.10.01 12:30
20
p
q
2013.10.01 12:30
Indexweergave
21
p
2013.10
Sun
Mon
Tue
Wed
Thu
Fri
Sat
29
30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
1
2
3
4
5
6
7
Kalenderscherm
NL 31
Stilstaande beelden bekijken
Gezoomd weergeven
Draai de achterste regelaar in enkelbeeldweergave naar a om in te zoomen. Draai naar G
om naar enkelbeeldweergave terug te keren.
L N 100-0020
2013.10.01 12:30
4
20
2x
Achterste regelaar
Foto's en films bekijken
Films bekijken
Selecteer een film en druk op de knop Q om het
weergavemenu weer te geven. Selecteer [Movie Play]
en druk op de knop Q om het afspelen te starten. Druk op
MENU om het afspelen van de film te onderbreken.
Movie
Movie Play
Share Order
m
Erase
Set
Back
Volume
Het volume kan worden aangepast door op F of G te
drukken tijdens enkelbeeldweergave en filmweergave.
00:00:02/00:00:14
Beelden beveiligen
U kunt beelden beveiligen tegen toevallige verwijdering.
Roep een beeld op dat u wilt beveiligen en druk op de
knop AEL/AFL; het pictogram 0 (beveiligen) verschijnt
op het beeld. Druk nogmaals op de knop AEL/AFL om de
beveiliging te verwijderen.
U kunt ook meerdere geselecteerde beelden beveiligen.
0 (beveiligen) pictogram
4:3
# Let op
2013.10.01 12:30
L N 100-0020
20
• Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle beelden gewist, ook de beveiligde
beelden.
32 NL
Beelden wissen
Geef een beeld weer dat u wilt wissen en druk op de knop . Selecteer [Yes] en druk
op de knop Q.
Erase
Yes
No
-knop
Back
Set
4
Beelden selecteren
2013.10.01 12:30
21
Foto's en films bekijken
Selecteer het beeld. U kunt ook meerdere beelden
selecteren om ze te beveiligen of te verwijderen. Druk op
de knop H om een beeld te selecteren; een pictogram v
verschijnt op het beeld. Druk nogmaals op de knop H om
de selectie ongedaan te maken.
Druk op Q om het selectiemenu voor verwijderen
of beveiligen weer te geven.
NL 33
Het aanraakscherm gebruiken
U kunt het aanraakpaneel gebruiken om beelden te verwerken.
Schermvullende weergave
Bijkomende beelden bekijken
• Schuif uw vinger naar links om latere kaders weer te
geven, naar rechts om vroegere kaders weer te geven.
4
Foto's en films bekijken
Weergavezoom
• Schuif de balk omhoog of omlaag om in of uit te zoomen.
• Gebruik uw vinger om in het display te schuiven wanneer
de foto is ingezoomd.
• Tik op P om de indexweergave weer te geven.
Tik opnieuw op Q voor kalenderweergave.
Index-/kalenderweergave
Pagina vooruit/pagina achteruit
• Schuif uw vinger omhoog om de volgende pagina
te bekijken, omlaag om de vorige pagina te bekijken.
• Gebruik Q of R om het aantal beelden te kiezen dat
wordt weergegeven.
• Tik enkele keren op R om terug te keren naar
enkelbeeldweergave.
S
Beelden bekijken
• Tik op een beeld om het beeld schermvullend weer te geven.
Beelden selecteren en beveiligen
Raak het scherm in de enkelbeeldweergave zacht aan om het aanraakmenu weer
te geven. U kunt nu de gewenste handeling uitvoeren door de pictogrammen in het
aanraakmenu aan te raken.
H
Selecteer een beeld. U kunt meerdere beelden selecteren om ze
te beveiligen.
h
U kunt de beelden instellen die u via de Wi-Fi-verbinding wilt delen.
g [Share Order] (Blz. 64)
0
Beveiligt een beeld.
# Let op
• In de volgende situaties is bediening met het aanraakscherm niet mogelijk.
Panorama/3D/e-portrait/meervoudige belichting/tijdens bulb- of tijdopnamen/het dialoogvenster voor de witbalans met één knop/wanneer knoppen of regelaars worden gebruikt
• Raak het display niet aan met uw vingernagels of een scherp voorwerp.
• Handschoenen of een monitorafdekking kunnen de bediening van het aanraakscherm
hinderen.
• U kunt het aanraakscherm ook gebruiken met de menu's ART, SCN en J. Tik een
pictogram aan om het te selecteren.
34 NL
5
Basisbewerkingen
Informatiedisplays tijdens het maken van foto's
Zoekerdisplay tijdens het maken van foto's met de zoeker
PBH
2
PBH
fe d
PBH
Hi +7
Sh-3
250 F5.6 +2.0
5
01:02:03
e ISO-A
200 1023
3
MY1
AEL
4
c b
MY1
AEL
Hi +7
-3
Sh-3
Sh
250 F5.6 +2.0
a
0
9
8
Hi +7
-3
Sh-3
Sh
250 F5.6 +2.0
01:02:03
e ISO-A
200 1023
7
6
5
Basisbewerkingen
1
MY1
AEL
01:02:03
e ISO-A
200 1023
g
1 Batterijcontrole
; Aan: klaar voor gebruik
: Aan: batterij bijna leeg
] Knippert (rood) : Opladen nodig
2 Opnamestand .................Blz. 18, 38 – 49
3 Myset ...........................................Blz. 79
4 Beschikbare opnametijd
5 Aantal foto's dat kan worden
opgeslagen ................................Blz. 130
6 ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59
7 Witbalans .....................................Blz. 58
8 Lichte en donkere delen ..............Blz. 51
9 Boven: Flitssterkteregelaar ..........Blz. 73
Onder: Belichtingscorrectieaanduiding ......................Blz. 51
0 Belichtingscorrectiewaarde ..........Blz. 51
a Diafragmawaarde .................Blz. 38 – 42
b Sluitertijd ...............................Blz. 38 – 42
c AE Lock u ................................Blz. 51
d AF-bevestigingsteken ..................Blz. 21
e Flitser ...........................................Blz. 52
(knippert: bezig met opladen)
f PBH (weergegeven wanneer de
camera stroom ontvangt van de
reservebatterijhouder)................Blz. 135
g Gauge-niveau (getoond door de
sluiterknop half in te drukken) ......Blz. 37
U kunt de weergavestijl van de zoeker veranderen. In deze handleiding wordt [Style 1]
gebruikt.
g [Built-in EVF Style] (Blz. 101)
NL 35
Monitorscherm bij het fotograferen met live view
1 2345 67 890a
C
B
A
z
y
x
Wi-Fi FP RC BKT
b cd
45 mm
R
FPS
S-IS
j
S-AF
ISO
400
-2.0
4:3
LN
w
v
u
P
Basisbewerkingen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
q
p
Schrijfaanduiding .........................Blz. 13
Wi-Fi-verbinding...................Blz. 27, 125
Super FP-flitser ..........................Blz. 136
RC-stand....................................Blz. 137
Auto bracket/HDRf .....Blz. 82/Blz. 61
Meervoudige belichting ................Blz. 84
Hoge beeldsnelheid .....................Blz. 96
Digitale televoorzetlens................Blz. 86
Opname binnen bepaald
tijdsbestek ....................................Blz. 85
Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 55
Filmgeluid ....................................Blz. 76
Brandpuntsafstand/waarschuwing
interne temperatuurm m
.....................................Blz. 134/Blz. 145
Flitser ...........................................Blz. 52
(knippert: bezig met opladen,
blijft continu zichtbaar: laden is klaar)
AF-teken ......................................Blz. 21
Beeldstabilisator ..........................Blz. 68
Kunstfilter .....................................Blz. 46
Motiefprogramma.........................Blz. 47
Beeldeffecten ...............................Blz. 70
Witbalans .....................................Blz. 58
Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 57
Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 71
Beeldkwaliteit (stilstaande
beelden) .......................................Blz. 72
Beeldkwaliteit (films) ....................Blz. 73
Beschikbare opnametijd
+7
HD
01:02:03
250 F5.6 +2.0
ts r
5
36 NL
-3
AEL
1023
o
e 1
fj
g
h
i 3
j N
k
D
l
m
n
m Aantal stilstaande beelden dat kan
worden opgeslagen ...................Blz. 130
n Regeling van licht- en
schaduwpartijen ...........................Blz. 51
o Boven: Flitssterkteregelaar........Blz. 73
Onder: Belichtingscorrectieaanduiding.....................Blz. 51
p Belichtingscorrectiewaarde ..........Blz. 51
q Diafragmawaarde .................Blz. 38 – 42
r Sluitertijd ...............................Blz. 38 – 42
s Histogram ....................................Blz. 37
t AE Lock .......................................Blz. 51
u Stand fotograferen ..........Blz. 18, 38 – 49
v Myset ...........................................Blz. 79
w Fotograferen met aanraakscherm
functies ........................................Blz. 27
x Flitssterkteregelaar ......................Blz. 73
y ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59
z AF-modus ....................................Blz. 75
A Lichtmeetstand ............................Blz. 74
B Flitsmodus ...................................Blz. 52
C Batterijcontrole
; Aan (groen):
Klaar voor
gebruik (wordt
weergegeven
gedurende
ongeveer tien
seconden nadat
de camera werd
ingeschakeld).
: Aan (groen):
Batterij bijna leeg.
] Knippert (rood) : Opladen nodig
D Livegids annuleren.......................Blz. 28
Het informatiedisplay omschakelen
U kunt de informatie die tijdens de opname op de monitor verschijnt, wijzigen via de
INFO-knop.
Fotograferen met de zoeker
Monitorweergave
INFO
R
Wi-Fi
2013.10.01 12:30
ISO
AUTO
INFO
Wi-Fi
INFO
WB
AUTO
AUTO
NORM
ISO-A
01:02:03
P
200
i
4:3
250 F5.6
0.0
1023
Superbedieningspaneel
250 F5.6
0.0
Waterpasweergave
Alleen beeld
Zoekerdisplay
Kan worden ingeschakeld terwijl u door de zoeker kijkt.
5
R
S-IS AUTO
S-IS AUTO
LN
FullHD
250 F5.6 0.0
INFO
01:02:03
e ISO-A
200
1023
01:02:03
e ISO-A
200
1023
250 F5.6 0.0
Informatiedisplay aan
Histogramweergave
INFO
INFO
250 F5.6 0.0
01:02:03
e ISO-A
200
1023
Basisbewerkingen
INFO
01:02:03
e ISO-A
200
1023
250 F5.6 0.0
Alleen beeld
Waterpasweergave
Bij het fotograferen met live view
R
Wi-Fi
R
Wi-Fi
S-IS AUTO
INFO
ISO-A
S-IS AUTO
ISO-A
200
200
LN
LN
FullHD
FullHD
F
250 F5.6
INFO
0.0
01:02:03
P
38
Informatiedisplay aan
250 F5.6
0.0
01:02:03
38
Histogramweergave
INFO
INFO
P
250 F5.6
0.0
Waterpasweergave
Alleen beeld
Histogramweergave
Een histogram weergeven waarop de verdeling van de helderheid in het beeld wordt
getoond. De horizontale as toont de helderheid en de verticale as het aantal pixels bij elke
helderheid in het beeld. Delen boven de bovengrens worden rood weergegeven, delen onder
de ondergrens worden blauw weergegeven, en het deel dat met spotmeting werd gemeten,
wordt groen weergegeven.
Waterpasweergave
Geef de stand van de camera op. De stand voor “kantelen“ wordt aangegeven op de
verticale balk en de stand voor “horizon“ wordt aangegeven op de horizontale balk. Gebruik
de indicatie op de level gauge als richtlijn.
NL 37
De fotografeerstanden gebruiken
“Richten en fotograferen“ (stand P)
In de stand P past de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma aan op basis
van de helderheid van het onderwerp. Stel de functieknop in op P.
R
Wi-Fi
S-IS AUTO
ISO-A
Sluitertijd
200
LN
FullHD
F
PBH
5
MY1
AEL
250 F5.6 +2.0
Hi +7
-3
Sh-3
Sh
01:02:03
e ISO-A
200 1023
Bij het fotograferen met
de zoeker
Stand
Fotograferen
P
250 F5.6
01:02:03
0.0
38
Diafragmawaarde
Bij het fotograferen met
live view
Basisbewerkingen
• De positie van de hendel bepaalt de functies die u met de regelaars kunt instellen.
Voorste regelaar
Hefboom
Achterste
regelaar
Regelaar
Positie van de hendel
1
2
r
Belichtingscorrectie
ISO
o
Programmaaanpassing
Witbalans
• De sluitertijd en het diafragma die door de camera zijn geselecteerd, worden
weergegeven.
• De aanduidingen voor de sluitertijd en het diafragma knipperen als de camera geen
optimale belichting kan verkrijgen.
Waarschuwingsindicatie (knippert)
Status
Remedie
60" F2.8
Het onderwerp is te
donker.
• Gebruik de flitser.
8000 F22
Het onderwerp is te
helder.
• Het lichtmeetbereik van de camera
is overschreden. Een in de handel
verkrijgbaar grijsfilter (ND-filter) om de
hoeveelheid licht te beperken, is vereist.
• Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
• Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de waarde veranderen.
g [ISO] (Blz. 59)
38 NL
Programma-aanpassing (%)
In de standen P en ART kunt u verschillende combinaties
kiezen van diafragma en sluitertijd zonder de belichting te
wijzigen. “s“ verschijnt naast de fotografeerstand tijdens
programma-aanpassing. Om de programma-aanpassing
te annuleren, draait u aan de achterste regelaar tot “s“ niet
meer wordt weergegeven.
# Let op
• Bij gebruik van een flitser is er geen programmaaanpassing mogelijk.
R
Wi-Fi
2013.10.01 12:30
ISO
AUTO
WB
AUTO
NORM
AUTO
i
4:3
Ps
250 F5.6
0.0
01:02:03
1023
Programma-aanpassing
5
Basisbewerkingen
NL 39
Het diafragma instellen (diafragmavoorkeuzestand A)
In de stand A stelt u het diafragma in en past de camera automatisch de sluitertijd aan
voor een optimale belichting. Draai de functieknop naar A.
Voorste regelaar
Hefboom
Achterste
regelaar
5
Positie van de hendel
Regelaar
1
2
r
Belichtingscorrectie
ISO
o
Diafragmawaarde
Witbalans
Basisbewerkingen
• Een groter diafragma (lager F-nummer) vermindert
de scherptediepte (het gebied voor of achter het
scherpstelpunt waarop is scherpgesteld), waardoor
de achtergrond waziger wordt weergegeven. Een
kleiner diafragma (hoger F-nummer) verhoogt de
scherptediepte.
ISO
400
LN
FullHD
F
A
250 F5.6
0.0
01:02:03
38
Diafragmawaarde
Bij het fotograferen met live
view
De diafragmawaarde instellen
De diafragmawaarde verlagen
De diafragmawaarde verhogen
F2 F3.5 F5.6 F8.0 F16
• De aanduiding voor de sluitertijd knippert als de camera geen optimale belichting kan
verkrijgen.
Waarschuwingsindicatie (knippert)
30" F5.6
8000 F5.6
Status
Remedie
Het onderwerp is
onderbelicht.
• Verlaag de diafragmawaarde.
Het onderwerp is
overbelicht.
• Verhoog de diafragmawaarde.
• Als de waarschuwingsindicatie niet
verdwijnt, is het lichtmeetbereik van de
camera overschreden. Een in de handel
verkrijgbaar grijsfilter (ND-filter) om de
hoeveelheid licht te beperken, is vereist.
• Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
• Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de instelling veranderen.
g [ISO] (Blz. 59)
Preview-functie
U kunt het focusbereik vooraf bekijken (scherptediepte). Wanneer u op de knop
voorvertoning drukt, wordt het diafragma verlaagd naar de ingestelde diafragmawaarde.
40 NL
De sluitertijd instellen (sluitertijdvoorkeuzestand S)
In de stand S stelt u de sluitertijd in en past de camera automatisch het diafragma aan
voor een optimale belichting. Draai de functieknop naar S.
Voorste regelaar
Hefboom
Achterste
regelaar
Positie van de hendel
Regelaar
1
2
r
Belichtingscorrectie
ISO
o
Sluitertijd
Witbalans
5
ISO
400
LN
FullHD
F
S
250 F5.6
0.0
01:02:03
38
Sluitertijd
Bij het fotograferen met live
view
De sluitertijd instellen
Langere sluitertijd
Kortere sluitertijd
Basisbewerkingen
• Een korte sluitertijd kan een snelle actie “bevriezen“
zonder bewegingsonscherpte. Door een langere
sluitertijd wordt een opgenomen snelle actie onscherp.
Deze onscherpte roept het gevoel van een dynamische
beweging op.
2" 1" 15 60 100 400 1000
• De aanduiding voor de diafragmawaarde knippert als de camera geen optimale
belichting kan verkrijgen.
Waarschuwingsindicatie (knippert)
2000 F2.8
125 F22
Status
Remedie
Het onderwerp is
onderbelicht.
• Kies in dit geval een langere sluitertijd.
Het onderwerp is
overbelicht.
• Kies een snellere sluitertijd.
• Als de waarschuwingsindicatie niet
verdwijnt, is het lichtmeetbereik van de
camera overschreden. Een in de handel
verkrijgbaar grijsfilter (ND-filter) om de
hoeveelheid licht te beperken, is vereist.
• Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
• Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de waarde veranderen.
g [ISO] (Blz. 59)
NL 41
Het diafragma en de sluitertijd instellen (handmatige stand M)
In de stand M stelt u zowel het diafragma als de sluitertijd in. Bij sluitertijd BULB blijft
de sluiter open zolang de ontspanknop wordt ingedrukt. Stel de functieknop in op M.
Voorste regelaar
Hefboom
Achterste
regelaar
5
Regelaar
Positie van de hendel
1
2
r
Diafragmawaarde
ISO
o
Sluitertijd
Witbalans
• De sluitertijd kan worden ingesteld op waarden tussen 1/8000 en 60 sec. of op
[BULB] of [LIVE TIME].
# Let op
Basisbewerkingen
• Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand M.
Kiezen wanneer de belichting wordt beëindigd (bulb-/tijdfotografie)
Gebruik deze functie voor nachtlandschappen en vuurwerk. De sluitertijden van [BULB]
en [LIVE TIME] zijn beschikbaar in de modus M.
Bulbfotografie (BULB):
De sluiter blijft open terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.
De belichting eindigt wanneer de ontspanknop wordt
losgelaten.
Tijdfotografie (TIME):
De belichting begint wanneer de ontspanknop helemaal
wordt ingedrukt. Om de belichting te beëindigen, drukt u de
ontspanknop nogmaals helemaal in.
• Bij gebruik van BULB of TIME wordt de helderheid van het scherm automatisch
gevarieerd.
• Bij gebruik van [LIVE TIME] wordt de voortgang van de belichting tijdens het fotograferen
weergegeven op de monitor. De weergave kan ook worden vernieuwd door de
ontspanknop half in te drukken.
• [Live BULB] (Blz. 97) kan ook worden gebruikt om de beeldbelichting weer te geven tijdens
bulbfotografie.
# Let op
• De ISO-gevoeligheid kan worden ingesteld op waarden tot maximaal ISO 1600 voor live
bulb- en live tijdfotografie.
• Om onscherpte van de camera te vermijden bij erg lange sluitertijden, plaatst u de camera
op een statief en gebruikt u een afstandsbedieningskabel (Blz. 139).
• De volgende functies zijn niet beschikbaar bij erg lange sluitertijden:
Repeterende opnamen/opnamen met de zelfontspanner/AE-bracketing/
beeldstabilisator/flitser-bracketing/meervoudige belichting*
* Een andere optie dan [Off] is geselecteerd voor [Live BULB] of [Live TIME] (Blz. 97).
• Zelfs wanneer [Noise Reduct.] in gebruik is, kan ruis zichtbaar zijn in het beeld dat tijdens
opname op de monitor wordt weergegeven.
42 NL
Ruis in foto's
Tijdens het fotograferen met een lange sluitertijd kan er ruis op het scherm verschijnen.
Deze verschijnselen doen zich voor wanneer de temperatuur in het beeldopneemelement
of in de elektronica van het beeldopneemelement toeneemt, waardoor er kleine
elektrische stromen worden opgewekt in delen van het beeldopneemelement die
normaliter niet aan licht worden blootgesteld. Dit kan ook gebeuren als u met een hoge
ISO-waarde fotografeert bij extreem hoge omgevingstemperaturen. Om deze ruis te
reduceren, activeert de camera de ruisonderdrukking. g [Noise Reduct.] (Blz. 97)
5
Basisbewerkingen
NL 43
Filmstand gebruiken (n)
De filmstand (n) kan worden gebruikt om films met speciale effecten te maken.
U kunt films opnemen die gebruik maken van de beschikbare effecten in de stand
Fotograferen. Gebruik live control om de instellingen te selecteren. g “Effecten
toevoegen aan een film“ (Blz. 71)
U kunt ook een nabeeldeffect toepassen of inzoomen op een bepaald deel van het
beeld tijdens de filmopname.
Effecten toevoegen aan een film [Movie Effect]
5
Basisbewerkingen
1
2
Draai de functieknop naar n.
3
Raak op het scherm het pictogram aan van het
effect dat u wilt gebruiken.
Druk op de knop R om de opname te starten.
• Druk nogmaals op de knop R om de opname te
beëindigen.
• U kunt ook de knoppen gebruiken die op
pictogrammen worden weergegeven.
U
Multi Echo
Pas een nabeeldeffect toe. Nabeelden verschijnen achter
bewegende voorwerpen.
V
One Shot Echo
Een nabeeld verschijnt gedurende een korte tijd nadat u
op de knop hebt gedrukt. Het nabeeld zal na een tijdje
automatisch verdwijnen.
T
Art Fade
Film met het geselecteerde beeldeffect. Het “fade“-effect
wordt toegepast op de overgangen tussen de scènes.
M
Movie Teleconverter
Zoom in op een deel van het beeld zonder gebruik te
maken van de lenszoom. Zoom in op de geselecteerde
positie van het beeld, ook al hebt u de camera stevig
vast.
Multi Echo
Raak het pictogram aan om het effect toe te passen. Raak het opnieuw aan om het effect te
annuleren.
One Shot Echo
Elke aanraking van het pictogram voegt aan het effect toe.
Art Fade
Raak het pictogram aan. Raak het beeldeffect aan dat u wilt gebruiken. Het effect wordt
toegepast wanneer uw vinger het pictogram loslaat.
44 NL
Movie Teleconverter
1
Raak het pictogram aan om het zoomkader weer te geven.
2
Raak K aan of druk op de knop Fn2 om in te zoomen op het gebied
in het zoomkader.
• U kunt de positie van het zoomkader wijzigen door het scherm aan te raken of
FGHI te gebruiken.
• Houd Q ingedrukt om het zoomkader terug naar een centrale positie te brengen.
• Raak L aan of druk op de knop Fn2 om terug te gaan naar het zoomkader.
3
Raak O aan of druk op Q om het zoomkader te annuleren en de
stand Fimteleconverter te verlaten.
# Let op
5
Basisbewerkingen
• De beeldsnelheid daalt licht tijdens de opname.
• De 2 effecten kunnen niet tegelijkertijd worden toegepast.
• Gebruik een geheugenkaart met een SD speed class 6 of beter. Een filmopname kan
onverwachts stoppen wanneer een tragere kaart wordt gebruikt.
• Door een foto te nemen tijdens een filmopname wordt het effect geannuleerd; het effect
verschijnt niet in de foto.
• [e-Portrait], [Diorama] en [Color Creator] kunnen niet samen met Art Fade worden
gebruikt.
• Filmteleconverter kan niet worden gebruikt wanneer [Picture Mode] is ingesteld op [ART].
• Het geluid van aanraakhandelingen en knopbediening kan worden opgenomen.
• Naast aanraakhandelingen kunt u effecten toepassen met de knoppen die overeenkomen
met de weergegeven pictogrammen.
NL 45
Kunstfilters gebruiken
1
Draai de functieknop naar ART.
• Een menu met kunstfilters wordt weergegeven.
Selecteer een filter met FG.
• Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het
gemarkeerde item te selecteren en het kunstfiltermenu
te verlaten.
1
Pop Art
Soorten kunstfilters
j
k
l
m
n
o
s
5
Basisbewerkingen
2
Pop Art
Soft Focus
Pale&Light Color
Light Tone
Grainy Film
Pin Hole
Diorama
t
u
v
Y
Z
u
Cross Process
Gentle Sepia
Dramatic Tone
Key Line
Watercolor
ART BKT (ART bracketing)
Maak een opname.
• Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het kunstfiltermenu weer te
geven.
ART-bracketing
Bij het nemen van één shot zullen afbeeldingen worden opgenomen voor elk geselecteerd
creatief filter. Druk op I om filters te kiezen.
Kunsteffecten
Kunstfilters kunnen worden gewijzigd en effecten kunnen worden toegevoegd. Door in het
kunstfiltermenu op I te drukken worden bijkomende opties weergegeven.
Filters aanpassen
Optie I is de originele filter, terwijl de opties II en volgende effecten toevoegen die de
originele filter aanpassen.
Effecten toevoegen*
Soft focus, pin-hole, frames, white edges, starlight, filter, tone, blur
* De beschikbare effecten zijn afhankelijk van de geselecteerde filter.
# Let op
• Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW]. De kunstfilter wordt alleen toegepast op de
JPEG-kopie.
• Afhankelijk van het onderwerp kunnen toonovergangen gekarteld zijn, kan het effect
minder goed merkbaar zijn of kan het beeld “korreliger“ worden.
• Bepaalde effecten zijn mogelijk niet zichtbaar in live view of tijdens het opnemen van films.
• De weergave is afhankelijk van de gebruikte filters, effecten of instellingen voor de
filmkwaliteit.
46 NL
Opnemen met een motiefprogramma
1
Draai de functieknop naar SCN.
• Een motiefmenu wordt weergegeven. Selecteer een
scène met FG.
• Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het
gemarkeerde item te selecteren en het motiefmenu
te verlaten.
1
Portrait
Soorten motiefprogramma's
2
Portrait
e-Portrait
Landscape
Landscape+Portrait
Sport
Starlight
Night Scene
Night+Portrait
Children
High Key
Low key
DIS Mode
J
r
Q
R
T
s
(
g
f
w
m
T
Macro
Nature Macro
Candle
Sunset
Documents
Panorama (Blz. 48)
Fireworks
Beach & Snow
n Fisheye Effect
n Wide-Angle
n Macro
3D Photo
Maak een opname.
5
Basisbewerkingen
O
P
L
K
J
i
G
U
G
H
I
q
• Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het motiefmenu weer te geven.
# Let op
• In de modus [e-Portrait] worden twee beelden opgenomen: een ongewijzigd beeld en een
tweede beeld waarop de [e-Portrait]-effecten werden toegepast.
De opname kan enige tijd in beslag nemen. Wanneer de beeldkwaliteitsmodus RAW is,
wordt bovendien het beeld in het [RAW+JPEG]-formaat gemaakt.
• [n Fisheye Effect], [n Wide-Angle] en [n Macro] zijn bedoeld voor gebruik met
optionele voorzetlenzen.
• Er kunnen geen films worden opgenomen in de modi [e-Portrait], [Hand-Held Starlight],
[Panorama], of [3D Photo].
• In [Hand-Held Starlight] worden 8 frames gemaakt per keer die later worden
gecombineerd. Wanneer de beeldkwaliteitsmodus RAW is, wordt een JPEG-afbeelding
gecombineerd met de eerste RAW-afbeelding en opgenomen in RAW+JPEG.
• [3D Photo] is onderhevig aan de volgende beperkingen.
[3D Photo] kan enkel worden gebruikt met een 3D-lens.
De cameramonitor kan niet worden gebruikt om beelden in 3D weer te geven.
Gebruik een apparaat dat 3D-weergave ondersteunt.
De scherpstelling is vergrendeld. Bovendien kunnen ook de flitser en de zelfontspanner
niet worden gebruikt.
De resolutie ligt vast op 1920 × 1080.
RAW-fotografie is niet beschikbaar.
De beelddekking is niet 100%.
NL 47
Panorama's fotograferen
Als u de bijgeleverde computersoftware hebt geïnstalleerd, kunt u de software gebruiken om
beelden samen te voegen tot een panorama. g “Camera aansluiten op een computer en
een smartphone“ (Blz. 122)
5
1
Draai de functieknop naar SCN.
2
3
4
Selecteer [Panorama] en druk op Q.
Kies een panrichting met FGHI.
Basisbewerkingen
Maak een foto en gebruik hierbij de hulplijnen
om de foto te kadreren.
• De scherpstelling, belichting en andere instellingen
worden vergrendeld op de waardes van de eerste
opname.
5
M
250 F5.6
38
Maak de resterende foto's en zorg ervoor dat de hulplijnen telkens
overlappen met de voorgaande foto.
M
250 F5.6
38
[2]
Exit
[3]
Exit
• Een panorama kan tot 10 beelden bevatten. Na de tiende opname wordt een
waarschuwingsteken (g) weergegeven.
6
Druk na de laatste opname op Q om de reeks te beëindigen.
# Let op
• Tijdens de panoramaopnamen wordt de opname die voor de positie-uitlijning werd
gemaakt, niet weergegeven. Maak de compositie zo dat de overlappende beelden elkaar
binnen de frames overlappen en gebruik daarbij de frames of andere weergavetekens in
de beelden als leidraad.
$ Opmerkingen
• Door op Q te drukken voordat u de eerste opname hebt gemaakt, komt u terug in het
keuzemenu van het motiefprogramma. Door midden in de opnamen op Q te drukken,
stopt de reeks panoramaopnamen en kunt u met de volgende verder gaan.
48 NL
PHOTO STORY gebruiken
1
2
Draai de functieknop naar J.
• Het menu PHOTO STORY wordt weergegeven.
A
Standard
B
Snelheid
C
Leuke beelden
1
Standard
1
2
3
Gebruik FG om het thema van de PHOTO STORY te kiezen.
• U kunt voor elk thema verschillende effecten, aantal beelden en beeldverhoudingen
kiezen. U kunt ook de aspect ratio, het deelpatroon en de beeldeffecten van
afzonderlijke beelden wijzigen.
Variaties wijzigen
FGH
PHOTO STORY met andere effecten en beeldverhoudingen dan de
oorspronkelijke PHOTO STORY.
Het aantal beelden en de schikking van de beeldgebieden kunnen voor elk
PHOTO STORY-type worden gewijzigd.
• U kunt de beeldkleur en het effect rond het frame in elke variatie wijzigen.
• Elk type en elke variatie zorgt voor een andere PHOTO STORY.
3
Druk op Q als u klaar bent met de instelling.
4
Leg een beeld vast voor het eerste frame.
• De monitor schakelt naar de PHOTO STORY-display.
• Het onderwerp van het huidige frame wordt in live view weergegeven.
• Raak een van de gemaskerde frames aan om het gemaskerde frame terug naar
het huidige frame te wijzigen.
• Druk op de knop MENU om van thema te veranderen.
• Het beeld dat u hebt vastgelegd, wordt in het eerste
frame weergegeven.
ISO-A
200
1
5
5
Basisbewerkingen
E
Oorspronkelijke PHOTO STORY
250 F5.0
0.0
1023
0.0
1023
Leg een beeld vast voor het volgende frame.
• Bekijk het onderwerp en leg het vast voor het
volgende frame.
• Druk op om het beeld in het vorige frame te
annuleren en leg het beeld opnieuw vast.
• Raak een frame aan om het beeld er in te annuleren
250 F5.0
1
en leg het beeld opnieuw vast. Raak het frame aan
Vastgelegd beeld
en raak vervolgens O aan.
ISO-A
200
Volgend frame
(Live view-weergave)
NL 49
6
Zodra u alle frames hebt vastgelegd, drukt u op Q om het beeld op te slaan.
• Druk op de MENU-knop en u kunt andere thema's selecteren.
$ Opmerkingen
• Tijdens het vastleggen van een PHOTO STORY zijn de volgende functies beschikbaar.
Belichtingscorrectie/programma-aanpassing/flitsopnamen (behalve bij het thema
[Speed]/live control
# Let op
5
Basisbewerkingen
50 NL
• Als de camera tijdens de opname wordt uitgeschakeld, worden alle gegevens voor
beelden tot dat moment geannuleerd en wordt niets op de geheugenkaart opgeslagen.
• Als de beeldkwaliteit momenteel is ingesteld op [RAW], wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW]. Het PHOTO STORY-beeld wordt als JPEG
opgeslagen en de beelden in de frames worden als RAW opgeslagen. RAW-beelden
worden in [4:3] opgeslagen.
• U kunt op [AF Mode], [S-AF], [MF] of [S-AF+MF] instellen.
Bovendien wordt het AF-kader op één centraal punt vastgelegd.
• De metingstand wordt op digitale ESP-meting vastgelegd.
• De volgende functies zijn niet beschikbaar in de PHOTO STORY-stand.
MENU display/film/repeterende opnamen/zelfontspanner/INFO-display/
gezichtsprioriteit-AF/Digitale televoorzetlens/beeldeffect
• De volgende knopbedieningen zijn uitgeschakeld.
Fn1/Fn2/INFO etc.
• Tijdens de opname van een PHOTO STORY schakelt de camera niet naar de slaapstand.
Veelgebruikte opnameopties
De belichting regelen (belichtingscorrectie)
Draai de voorste regelaar om de belichtingscorrectie te kiezen. Kies positieve (“+“)
waarden om beelden helderder te maken en negatieve (“–“) waarden om beelden
donkerder te maken. De belichting kan worden aangepast met ±5,0EV.
Negatief (–)
Geen compensatie (0)
Positief (+)
5
# Let op
De helderheid van hoge lichten en schaduwen wijzigen
Wanneer de multifunctionele knop wordt ingesteld op
[Highlight&Shadow Control], zal een instellingenscherm
verschijnen wanneer u de Fn2-knop indrukt. Stel de
schaduw bij met de achterste regelaar en de overbelichting
met de voorste regelaar.
HI LIGHT
Basisbewerkingen
• Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de standen A, M of SCN.
• De displays van de zoeker en live view display kunnen alleen tot ±3,0EV worden
veranderd. Als de belichting ±3,0EV overschrijdt, zal de belichtingsbalk gaan flitsen.
• Films kunnen worden gecorrigeerd in een bereik tot ±3,0EV.
SHADOW
De belichting vasthouden (AE-vergrendeling)
U kunt de belichtingsinstelling vasthouden met knop AEL/AFL. Gebruik dit wanneer
u de focus en belichting apart wilt aanpassen of wanneer u verschillende foto's bij
dezelfde belichting wilt maken.
• Als u één keer op de knop AEL/AFL drukt, wordt de belichting vastgehouden en wordt
u getoond. g “AEL/AFL“ (Blz. 102)
• Druk nogmaals op de knop AEL/AFL om de AE-vergrendeling te annuleren.
# Let op
• Het slot wordt losgelaten wanneer u de modusregelaar, MENU-knop of Q-knop gebruikt.
NL 51
Een flitser gebruiken (flitserfotografie)
De flitser kan handmatig naar wens worden ingesteld. De flitser kan in heel wat
verschillende opnameomstandigheden worden gebruikt.
1
Bevestig de flitser aan de camera en breng
de lichteenheid omhoog.
• g “De flitser bevestigen“ (Blz. 15)
2
Stel de hendel in op positie 2 en druk op de AF m-knop
0
0.0
5
Basisbewerkingen
P
Hefboom
3
AUTO
Bij het fotograferen met live view
Selecteer een instelling met de achterste regelaar en druk op de Q-knop.
• De beschikbare opties en de volgorde waarin deze worden weergegeven, variëren
naargelang de fotografeerstand. g “Beschikbare flitsstanden in de diverse
fotografeerstanden“ (Blz. 53)
AUTO
Autoflitsen
#
Invulflitsen
$
Flitser uit
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser
automatisch.
De flitser ontsteekt altijd, ongeacht
de lichtomstandigheden.
De flitser ontsteekt niet.
Flitsen met onderdrukken van rode ogen
Met deze functie kunt u rode ogen vermijden.
In de standen S en M zal de flitser altijd flitsen.
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn)
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn) /
flitsen met onderdrukken van rode ogen
Trage sluitertijden worden gebruikt om een slecht
verlichte achtergrond op te lichten.
!/#!
#SLOW
!SLOW
Combineert een trage synchronisatie met
onderdrukken van rode ogen.
#SLOW2/
Trage synchronisatie
(2e sluitergordijn)
De flitser ontsteekt net voordat
de sluiter dichtgaat om
lichtsporen te creëren achter
bewegende lichtbronnen.
#FULL,
#1/4 enz.
Handmatig
Voor gebruikers die de voorkeur geven aan
handmatige bediening. Als u op de knop INFO
drukt, kunt u de functieknop gebruiken om het
flitserniveau aan te passen.
2nd
Curtain
4
52 NL
Flash Auto
Knop AFm
Druk de ontspanknop helemaal in.
# Let op
• Bij [!/#!(Red-eye reduction flash)] duurt het na de inleidende flitsen ongeveer 1 seconde voordat de sluiter ontspant. Beweeg de camera niet zolang de opname niet is voltooid.
• [!/#! (Red-eye reduction flash)] werkt mogelijk niet efficiënt bij bepaalde
opnameomstandigheden.
• Als de flits ontsteekt, is de sluitertijd ingesteld op 1/320 sec. of korter. Als u met de invulflitsen
een onderwerp tegen een lichte achtergrond fotografeert, kan de achtergrond overbelicht zijn.
Beschikbare flitsstanden in de diverse fotografeerstanden
Stand
Fotograferen
LV-superbedieningspaneel
#AUTO
Autoflitsen
!
Automatische flitser
(onderdrukking van
rode ogen)
$
Flitser uit
k
1e
sluitergordijn
SLOW2
#
Trage synchronisatie
(2e sluitergordijn)
2e
sluitergordijn
#
Invulflitsen
#!
Invulflitsen
(onderdrukking
van rode ogen)
$
Flitser uit
#
Invulflits/trage
synchronisatie
(2e sluitergordijn)
2nd-C
*
Invulflitsen
Trage synchronisatie
(rode ogen
onderdrukken)
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn)
!
SLOW
#SLOW
S/M
1e
sluitergordijn
1e
sluitergordijn
k
2e
sluitergordijn
Grens van
sluitertijd
Ontsteekt
automatisch in 1/30 sec. –
het donker en bij 1/320 sec.*
tegenlicht
Ontsteekt altijd
30 sec. –
1/320 sec.*
k
k
Ontsteekt
automatisch in
60 sec. –
het donker en bij 1/320 sec.*
tegenlicht
Ontsteekt altijd
60 sec. –
1/320 sec.*
k
k
Ontsteekt altijd
60 sec. –
1/320 sec.*
5
Basisbewerkingen
#
P/A
Voorwaarden
Flitsmoom de flitser te
ment
laten flitsen
Flitserfunctie
• #AUTO, $ kan worden ingesteld in de modus A.
1/250 sec. bij gebruik van een afzonderlijk verkochte externe flitser
Minimumbereik
De lens kan schaduwen werpen over
onderwerpen die zich dicht bij de camera
bevinden, wat vignettering veroorzaakt, of de
onderwerpen kunnen te helder zijn, zelfs bij
minimale flitssterkte.
Lens
14 - 42 mm
17 mm
40 - 150 mm
14 - 150 mm
12 - 50 mm
12 - 40 mm
Afstand bij benadering
waarop vignettering optreedt
0,25 m
0,25 m
0,9 m
0,5 m
0,45 m
3,2 m (bij brandpuntsafstand
12 mm)
0,7 m (bij brandpuntsafstand
14 mm of hoger)
• Externe flitsers kunnen worden gebruikt om vignettering te voorkomen. Om overbelichte foto's
te voorkomen, selecteert u de stand A of M en kiest u een hoge f-waarde, of u vermindert de
ISO-gevoeligheid.
NL 53
Een scherpstelkader selecteren (AF-gebied)
Kies welke van de 81 AF-kaders worden gebruikt om automatisch scherp te stellen.
1
2
Druk op de pendelknop of de knop Fn1 om de AF-kaders weer te geven.
Draai aan de regelaar om de AF-positie te kiezen.
• De stand “Alle doelen“ wordt hersteld wanneer u de cursor van het scherm weg
verplaatst.
All Targets
Single Target
De camera kiest
automatisch uit
alle mogelijke
scherpsteldoelen.
5
All Targets
Basisbewerkingen
Selecteer het
scherpsteldoel
handmatig.
Verschillen in tekenweergave op basis van de lens
De tekenweergave is verschillend naargelang van de lens die u gebruikt.
Wanneer u een Micro Four Thirds-systeemlens gebruikt,
worden 81 AF-punten weergegeven.
Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt,
worden 37 AF-punten weergegeven.
Het AF-kader instellsen
U kunt de methode voor de selectie en grootte van het kader wijzigen. U kunt ook
gezichtsprioriteit-AF selecteren (Blz. 55).
1
Druk op de knop INFO tijdens de selectie van het AF-kader en kies een
selectiemethode met FG.
INFO
FG
i
i
o
o (All Targets)
I (Single Target)
De camera selecteert alle AF-kaders automatisch.
K (Small Target)
Het AF-kader kan kleiner worden gemaakt.
J (Group Target)
De camera kiest automatisch uit de tekens
in de geselecteerde groep.
U selecteert een enkel AF-kader.
# Let op
• Keert terug naar “Enkel doel“ bij filmen.
54 NL
Gezichtsprioriteit-AF/pupilherkenning-AF
De camera detecteert gezichten en past de scherpstelling en digitale ESP aan.
1
Druk op de knop Fn1 om het AF-teken weer te
geven.
2
Druk op de knop INFO.
3
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
• U kunt de selectiemethode voor het AF-kader wijzigen.
Selectiemethode
Gezichtsprio. Uit
Gezichtsprioriteit uit.
I
Gezichtsprio. Aan
Gezichtsprioriteit aan.
K
Gezicht en oog prio. Aan
L
Gezicht en R. oogprio. Aan
M
Gezicht en L. oogprio. Aan
4
5
5
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de
pupil van het oog dat zich het dichtst bij de camera
bevindt voor gezichtsprioriteit-AF.
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de
pupil van het rechteroog voor gezichtsprioriteit-AF.
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de
pupil van het linkeroog voor gezichtsprioriteit-AF.
Richt de camera op het onderwerp.
• Wanneer u foto's maakt met de zoeker, kijkt u door de
zoeker.
• Als een gezicht wordt herkend, wordt dit aangegeven
met een wit kader.
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen.
• Wanneer de camera scherpstelt op het gezicht in het
witte kader, wordt het kader groen.
• Als de camera de ogen van het onderwerp kan
detecteren, wordt een groen kader weergegeven rond
het geselecteerde oog.
(pupilherkenning-AF)
R
Wi-Fi
S-IS AUTO
ISO-A
200
Basisbewerkingen
J
6
i
o
LN
FullHD
F
P
250 F5.6
0.0
01:02:03
1023
R
Wi-Fi
S-IS AUTO
ISO-A
200
LN
FullHD
F
P
250 F5.6
0.0
01:02:03
1023
Druk de ontspanknop helemaal in om een opname
te maken.
# Let op
• Gezichtsprioriteit wordt alleen toegepast op de eerste opname van elke reeks repeterende
opnamen.
• Afhankelijk van het onderwerp en de instelling van de kunstfilter is het mogelijk dat de
camera het gezicht niet correct detecteert.
• Bij een instelling [p (Digital ESP metering)] wordt bij de meting prioriteit gegeven aan
gezichten.
• Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, zal zelfs wanneer een gezicht wordt
gedetecteerd, maar dit buiten de AF-zone ligt, de prioritaire AF niet werkzaam zijn.
$ Opmerkingen
• Gezichtsprioriteit is ook beschikbaar in [MF]. Gezichten die door de camera worden
herkend, worden aangeduid door witte kaders.
NL 55
Zoomkader-AF/zoom-AF
U kunt inzoomen op een deel van het beeld wanneer de scherpstelling wordt
aangepast. Door een hoge zoomverhouding te kiezen, kunt u de automatische
scherpstelling gebruiken om scherp te stellen op een kleiner gebied dan hetgeen
normaal door het AF-kader wordt aangegeven. U kunt het scherpsteldoel ook
nauwkeuriger positioneren.
Q/U
R
Wi-Fi
R
Wi-Fi
S-IS AUTO
ISO-A
U
S-IS AUTO
U
ISO-A
200
200
LN
LN
FullHD
5
(Ingedrukt houden)
FullHD
F
250 F5.6
0.0
01:02:03
Opnamescherm
30
F
250 F5.6
0.0
Zoomkader-AF
01:02:03
30
U
Zoom-AF
Basisbewerkingen
1
Wijs [U] toe aan één van de knoppen met de [Button Function] (Blz. 103)
2
Druk op de U-knop om het zoomkader weer te geven.
• a kan ook worden ingesteld als een multifunctieknop.
• Wanneer de camera werd scherpgesteld met automatisch scherpstellen net
voor de knop werd ingedrukt, wordt het zoomkader weergegeven in de huidige
scherpstelpositie.
• Positioneer het zoomkader met FGHI.
• Druk op de knop INFO en gebruik FG om de zoomverhouding te selecteren.
5×
7×
10×
14×
Vergelijking tussen AF- en zoomkaders
3
Druk nogmaals op de knop U om in te zoomen op het zoomkader.
4
Druk de ontspanknop half in om de autofocus te starten.
• Positioneer het zoomkader met FGHI.
• Draai aan de regelaar om de zoomverhouding te kiezen.
• De camera stelt scherp met het onderwerp dat zich in het midden van het beeld
bevindt. Als u de scherpstelpositie wilt wijzigen, verplaatst u deze door het scherm
aan te raken.
$ Opmerkingen
• U kunt het zoomkader ook weergeven en verplaatsen met behulp van het aanraakscherm.
# Let op
• De zoom is alleen op de monitor zichtbaar en heeft geen invloed op de resulterende foto's.
• Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, werkt de AF niet tijdens de
zoomweergave.
56 NL
Repeterende opnamen / de zelfontspanner gebruiken
Blijf de ontspanknop helemaal indrukken om een reeks foto's te maken. U kunt ook
foto's maken met behulp van de zelfontspanner.
1
Stel de hendel in op positie 1 en druk op de jYHDR-knop om de
geselecteerde items weer te geven.
2
Draai aan de achterste schakelaar en selecteer een item.
Enkelbeeldopnamen
Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera één foto
(in de stand Fotograferen).
T
Repeterend
snel
Zolang de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden foto's
genomen aan een snelheid van 10 frames per seconde (fps).
Scherpstelling, belichting en witbalans zijn vastgesteld op de
waarden voor de eerste opname in elke reeks ([S-AF], [MF]).
Repeterend
traag
Zolang de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden foto's
genomen aan een snelheid van 6,5 frames per seconde (fps).
Scherpstelling en belichting zijn vastgesteld volgens de opties
die zijn geselecteerd voor [AF Mode] (Blz. 75) en [AEL/AFL]
(Blz. 102).
S
ZelfontspanY12s ner 12 SEC
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en helemaal
om de timer te starten. De zelfontspanner-LED brandt eerst
ongeveer 10 seconden continu, begint dan ongeveer 2 seconden
lang te knipperen, en daarna wordt de foto gemaakt.
Y2s
Zelfontspanner 2 SEC
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en helemaal
om de timer te starten. De zelfontspanner-LED knippert
ongeveer 2 seconden, en daarna wordt de foto gemaakt.
YC
Zelfontspanner Aangepast
Stel het aantal beelden in dat u wilt fotograferen. Selecteer g,
druk op de knop INFO en draai aan de regelaar.
5
Basisbewerkingen
o
$ Opmerkingen
• Om de ingeschakelde zelfontspanner voortijdig te stoppen, drukt u op de jYHDR-knop.
• In de scherpstelmodi [S-AF] en [MF] worden de scherpstelling en belichting vastgezet op
de waarden voor het eerste beeld van elke reeks.
# Let op
• Wanneer u S gebruikt, wordt tijdens de opname geen bevestigingsbeeld weergegeven.
Het beeld wordt opnieuw weergegeven nadat het fotograferen is beëindigd. Wanneer u
T gebruikt, wordt het beeld van direct daarvoor weergegeven.
• De snelheid van repeterende opnamen varieert afhankelijk van de lens die u gebruikt en
de scherpstelling van de zoomlens.
• Als tijdens repeterende opnamen de batterijspanningsindicator begint te knipperen,
stopt de camera met fotograferen en begint de gemaakte foto's op te slaan op het
geheugenkaart. Als batterijvoeding te laag is, kan de camera misschien niet alle foto's
opslaan.
• Bij fotograferen met de zelfontspanner kunt u de camera het beste op een statief zetten.
• Als u voor de camera gaat staan om de ontspanknop half in te drukken bij het gebruik van
de zelfontspanner, is het mogelijk dat de foto onscherp is.
NL 57
Kleur aanpassen (witbalans)
De witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte objecten in beelden opgenomen door
de camera er ook wit uitzien. In de meeste omstandigheden is [AUTO] geschikt,
maar u kunt ook andere waarden selecteren op basis van de lichtbron wanneer
u met [AUTO] niet de gewenste resultaten bereikt of u een bepaalde kleurtoon wilt
oproepen in uw beelden.
1
Stel de hendel in op positie 2 en draai aan de
achterste regelaar om items te selecteren.
AUTO LOW 200
AUTO
250
250 F5.6
320
400
500
0.0
Recommend
WB
AUTO
Hefboom
ISO-A
200
WB Auto
P
AUTO
AUTO
5
Basisbewerkingen
Achterste
regelaar
Auto white
balance
Preset white
balance
58 NL
Kleurtemperatuur
WB-stand
Lichtomstandigheden
AUTO
k
Geschikt voor de meeste lichtomstandigheden
(als op de monitor een witte beeldpartij
zichtbaar is). Gebruik deze stand bij normaal
fotograferen.
5
5300K
Voor buitenopnamen op een heldere dag, of
voor meer rode tinten bij een zonsondergang,
of voor meer kleuren bij vuurwerk
N
7500K
Voor buitenopnamen in de schaduw op een
heldere dag
O
6000K
Voor het fotograferen buiten op een bewolkte dag
1
3000K
Voor fotograferen bij gloeilamplicht
>
4000K
Voor onderwerpen die door TL-licht worden
verlicht
U
k
n
5500K
One-touch
white balance
(Blz. 59)
P/Q/
W/X
De bij onetouch WB
ingestelde
kleurtemperatuur.
Custom white
balance
CWB
2000 K 14000 K
Voor onderwaterfotografie
Voor flitsopnamen
Kies wanneer een wit of grijs onderwerp kan
worden gebruikt om de witbalans te meten
en het onderwerp zich onder een gemengde
verlichting bevindt of wordt belicht door een
ongekend type flitser of andere lichtbron.
Nadat u op de INFO-knop hebt gedrukt,
gebruikt u de knoppen HI om een
kleurtemperatuur te selecteren en drukt
u vervolgens op Q.
Witbalans met één knop
Meet de witbalans door een blad papier of een ander wit object te kadreren bij de belichting
die u zult gebruiken voor de uiteindelijke foto. Dit is handig als u een onderwerp niet
alleen bij natuurlijk licht fotografeert, maar ook bij andere lichtbronnen met verschillende
kleurtemperaturen.
1
Maak papier met een neutrale kleur klaar, zoals wit of grijs.
2
Maak een foto terwijl u de Y-toets (witbalans met één druk) indrukt.
3
Selecteer uit P, Q, W of X en registreer.
• Kadreer het object zodat dit de monitor vult en er geen schaduwen op zichtbaar zijn.
• U kunt ook foto's maken na het selecteren van P, Q, W of X op het scherm
met de witbalansopties. Druk vervolgens op INFO.
% Tips
• Als het onderwerp te licht, te donker of zichtbaar gekleurd is, wordt de melding [WB NG
Retry] weergegeven en wordt er geen waarde opgemeten. Corrigeer het probleem en
herhaal de procedure vanaf stap 1.
ISO-gevoeligheid
Door de ISO-gevoeligheid te verhogen, treedt er meer ruis (korrel) op in het beeld
maar kunt u foto's nemen bij weinig ligt. De aanbevolen instelling in de meeste
situaties is [AUTO]. Deze instelling start bij ISO 200 — een waarde voor een
evenwichtige verhouding tussen ruis en dynamisch bereik — en past vervolgens
de ISO-gevoeligheid aan afhankelijk van de opnameomstandigheden.
1
5
Basisbewerkingen
• Als dit al is geselecteerd in het menu witbalans, selecteer dan [Yes] en druk op de
Q-knop.
• De nieuwe waarde wordt opgeslagen als een voorgeprogrammeerde witbalansoptie.
• De nieuwe waarde blijft opgeslagen tot de witbalans met één knop opnieuw wordt
gemeten. De vastgelegde witbalans blijft bewaard als u de camera uitschakelt.
Stel de hendel in op positie 2 en draai aan de voorste regelaar om items
te selecteren.
Voorste regelaar
Hefboom
AUTO
De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld aan de hand van de
opnameomstandigheden.
LOW, 200 - 25600
De gevoeligheid wordt ingesteld op de geselecteerde waarde.
NL 59
Controlling color (Color Creator)
U kunt de kleur van het onderwerp aanpassen terwijl u door de zoeker kijkt. Selecteer
deze functie met de multifunctionele knop voor gebruik.
Stel de multifunctieknop vooraf in op c (Color Creator) (Blz. 23).
1
Druk op de knop Fn2 terwijl u door de zoeker kijkt.
• Er zal een scherm met opties in de zoeker worden getoond.
Fn2-knop
5
Basisbewerkingen
60 NL
2
Stel de verzadiging in met de voorste regelaar en de kleurschakering met de
achterste regelaar.
• De instellingen worden onder beeldmodus opgeslagen.
#
Waarschuwingen
• De witbalans is vast ingesteld op AUTO.
• Wanneer de beeldkwaliteitsmodus RAW is, wordt het beeld in het RAW+JPEG-formaat
gemaakt.
HDR-fotografie
De camera maakt verschillende beelden en voegt ze automatisch samen tot een
HDR-beeld. U kunt ook verschillende beelden maken en HDR-beeldvorming uitvoeren
op een computer (HDR-bracketingfotografie).
1
Stel de hendel in op positie 1 en druk op de jYHDR-knop om de
geselecteerde items weer te geven.
• Op het scherm wordt een menu getoond.
HDR1
OFF AUTO
HDR2
3F
2.0EV
5F
2.0EV
7F
2.0EV
3F
3.0EV
HDR
o
HDR-knop
jY
Hefboom
o
T
S
Y12s Y2s
Yc
Bij het fotograferen met live view
Draai aan de voorste regelaar om een instelling te selecteren.
HDR1
HDR2
3F 2.0EV
5F 2.0EV
Er worden vier opnamen gemaakt, elke opname heeft een andere
blootstelling, de shots worden gecombineerd in één HDRafbeelding in de camera.
HDR 2 biedt een indrukwekkender beeld dan HDR1.
ISO-gevoeligheid is vastgesteld op 200. Daarnaast is de langste
sluitersnelheid die beschikbaar is, 1 seconde en de langste
belichting die beschikbaar is, 4 seconden.
Er wordt HDR-bracketing toegepast. Selecteer het aantal beelden
en het belichtingsverschil.
HDR-beeldbewerking wordt niet uitgevoerd.
5
Basisbewerkingen
2
P
7F 2.0EV
3F 3.0EV
5F 3.0EV
3
Maak een opname.
#
Waarschuwingen
• Wanneer u op de sluiterknop drukt, maakt de camera automatisch het ingestelde
aantal beelden.
• Tijdens het maken van opnamen, wordt er een eenvoudig samengesteld beeld op
de monitor of in de zoeker weergegeven.
•
•
•
•
In het geval van HDR1 en HDR2 is belichtingscorrectie niet beschikbaar.
Als u opnamen maakt met een lagere sluitersnelheid, zorgt dit voor een luider geluid.
Plaats de camera op een statief of ander stabiliserend item en maak de opname.
De afbeelding die op de monitor of in de zoeker wordt getoond tijdens het maken van de
opname, zal verschillend zijn van het HDR-bewerkte beeld.
• In geval van HDR1 en HDR2, zal het HDR-bewerkte beeld als een JPEG-bestand
worden opgeslagen. Wanneer de beeldkwaliteitsmodus RAW is, wordt het beeld in het
RAW+JPEG-formaat gemaakt. Het enige beeld dat in RAW-modus wordt opgeslagen,
is een beeld met een aangepaste belichting.
• Bij de instelling HDR1/HD2 wordt de opnamemodus vast ingesteld op [Natural] en de
kleurinstelling op [sRGB]. [Full-time AF] is niet actief.
• Fotograferen met flits, bracketing, meervoudige belichting en time lapse shooting kunnen
niet tegelijkertijd als HDR-fotografie worden gebruikt.
NL 61
Informatiedisplay tijdens de weergave
Informatie weergavebeeld
Vereenvoudigde weergave
1
2
Volledige weergave
3 4 5 67 89
g
h
jk
i
×10
×10
250
P
AF
+2.0
±0
WB
AUTO
A+4
ISO 400
F5.6
45mm
+1.0
G+4
Adobe
Natural
4608×3456
3D
f
5
4:3
L N 100-0015
2013.10.01 12:30
SD
ed c
Basisbewerkingen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
a
b
c
d
e
f
g
15
0
a
3D
2013.10.01 12:30
b
x
Batterijcontrole .............................Blz. 16
Wi-Fi-verbinding...................Blz. 27, 125
Inclusief GPS-gegevens ............Blz. 127
Eye-Fi-upload klaar....................Blz. 101
Printreservering
Aantal prints ...............................Blz. 118
Deelorder .....................................Blz. 64
Geluidsopname............................Blz. 66
Beveiligen ....................................Blz. 66
Beeld geselecteerd ......................Blz. 33
Bestandsnummer.........................Blz. 99
Beeldnummer
Opslagapparaat .........................Blz. 129
Beeldkwaliteit ...............................Blz. 72
Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 71
3D-beeld ......................................Blz. 47
Datum en tijd................................Blz. 17
Beeldrand ....................................Blz. 71
4:3
1/8
l
m
n
o
p
q
r
L N 100-0015
SD
15
wvuts
Autofocusveld ..............................Blz. 54
Stand fotograferen ..........Blz. 18, 38 – 48
Belichtingscorrectie......................Blz. 51
Sluitertijd ...............................Blz. 38 – 42
Diafragmawaarde .................Blz. 38 – 42
Brandpuntsafstand.....................Blz. 134
Flitssterkteregelaar ......................Blz. 73
Witbalanscorrectie
Kleurruimte ..................................Blz. 98
Beeldeffecten ...............................Blz. 70
Compressiefactor.........................Blz. 72
Pixel Aantal ..................................Blz. 72
ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59
Witbalans .....................................Blz. 58
AF-focus aanpassen ..................Blz. 113
Lichtmeetstand ............................Blz. 74
Histogram ....................................Blz. 37
h
i
j
k
l
m
n
o
p
q
r
s
t
u
v
w
x
Het informatiedisplay omschakelen
U kunt de informatie die tijdens de weergave op de monitor verschijnt, wijzigen via de
INFO-knop.
×10
INFO
4:3
L N 100-0015
2013.10.01 12:30
Alleen beeld
15
Vereenvoudigde
weergave
×10
INFO
250
P
AF
+2.0
±0
WB
AUTO
A±10
ISO 400
F5.6
45mm
±0.0
G±10
Adobe
Natural
4032×3024
4:3
2013.10.01 12:30
1/8
L N 100-0015
15
Volledige weergave
62 NL
INFO
Het informatiedisplay van de weergave veranderen
Druk op de q-knop om foto's schermvullend weer te geven. Druk de ontspanknop
half in om naar de opnamestand terug te keren.
Indexweergave/kalenderweergave
q
Q
q
2013.10
Sun
29
L N 100-0020
2013.10.01 12:30
2013.10.01 12:30
20
p
Enkelbeeldweergave
21
25 beelden
p
Mon
30
Tue
1
Wed
Thu
Fri
Sat
2
3
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
4
19
20
21
22
23
24
25
26
5
27
28
29
30
31
1
2
3
4
5
6
7
Kalenderscherm
Indexweergave
5
p
L N 100-0020
2013.10.01 12:30
2x
20
Enkelbeeldweergave
p
q
14x
2× zoom
q
14× zoom
gezoomd weergeven
Basisbewerkingen
Weergavezoom (gezoomd weergeven)
Achterste regelaar (o) Inzoomen (p)/Index (q)
Voorste regelaar (r)
Vorige (t)/Volgende (s)
Handeling is ook beschikbaar tijdens gezoomd weergeven.
Pendelknop
(FGHI)
Enkelbeeldweergave: volgende (I)/vorige (H)/weergavevolume
(FG)
Close-upweergave: Bladeren tussen beelden
U kunt het volgende beeld (I) of het vorige
beeld (H) weergeven tijdens gezoomde
weergave door te drukken op de knop INFO.
Index/kalenderweergave: markeer beeld
Fn1
Geeft een zoomkader weer. Gebruik de aanraakbewerkingen om
de positie van het kader in te stellen en druk op Fn1 om in te
zoomen. Druk op Fn1 om te annuleren.
INFO
Beeldinformatie bekijken
H
Foto selecteren (Blz. 33)
AEL/AFL
Foto beveiligen (Blz. 32)
Foto wissen (Blz. 33)
Q
Menu's bekijken (in kalenderweergave druk u op deze knop om
terug te keren naar enkelbeeldweergave)
NL 63
Beelden delen via de Wi-Fi-verbinding (Share Order)
U kunt de camera op een smartphone aansluiten via een draadloos LAN (Blz. 125).
Zodra de smartphone is aangesloten, kunt u deze gebruiken om beelden weer
te geven die op de kaart zijn opgeslagen, en beelden tussen de camera en de
smartphone over te brengen.
Met [Share Order] kunt u vooraf de beelden selecteren die u wilt delen.
1
Raak het scherm aan in het weergavescherm.
2
Selecteer een beeld met een aanraakhandeling of HI en raak vervolgens
h aan in het aanraakmenu.
• Er wordt een aanraakmenu weergegeven.
• h wordt weergegeven op de beelden die voor delen zijn geselecteerd.
• Raak h nogmaals aan om de selectie ongedaan te maken.
5
Basisbewerkingen
64 NL
3
Raak het scherm aan om [Share Order] te verlaten.
• Nadat u een beeld voor delen hebt geselecteerd, wordt het geselecteerde beeld
gedeeld wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht met [One-Time].
# Let op
• U kunt een deelorder instellen op maximaal circa 200 kaders.
• Niet beschikbaar voor [SD] en [HD] films.
Weergegeven beelden bewerken
Druk tijdens de weergave op Q om een eenvoudig optiemenu weer te geven dat
tijdens de weergavemodus kan worden gebruikt.
JPEG
JPEG Edit
Share Order
R
Rotate
m
Back
Stilstaand beeld
Filmbeeld
JPEG Edit, RAW Data Edit g Blz. 87, 88
—
Image Overlay g Blz. 89
—
Movie Play
—
Share Order gBlz. 64
*
0 (Beveiligen)
R (Audio-opname)
—
Rotate
—
m (Diashow)
Erase
Niet beschikbaar voor [SD]- of [HD]-films.
5
Basisbewerkingen
*
Set
Bewerkingen uitvoeren op een filmbeeld (Movie Play)
Het afspelen pauzeren of hervatten.
• Terwijl het afspelen gepauzeerd is, kunt u de volgende bewerkingen
uitvoeren.
Q
HI of subregelaar
Vorige/Volgende
Druk op HI en houd ingedrukt om de bewerking
voort te zetten.
F
Geef het eerste beeld weer.
G
Geef het laatste beeld weer.
H/I
Een film doorspoelen of terugspoelen.
F/G
Het volume aanpassen.
# Let op
• Het is aan te bevelen de meegeleverde computersoftware te gebruiken om films op een
computer weer te geven. Voor u de software voor het eerst start, dient u de camera aan te
sluiten op de computer.
NL 65
Beelden beveiligen
U kunt beelden beveiligen tegen toevallige verwijdering.
Roep een beeld op dat u wilt beveiligen en druk op Q om
het weergavemenu op te roepen. Selecteer [0] en druk op
Q, druk daarna op F om het beeld te beveiligen. Beveiligde
beelden zijn aangegeven met het pictogram 0 (beveiligen).
Druk op G om de beveiliging op te heffen. Druk op Q om de
instellingen op te slaan en af te sluiten.
U kunt ook meerdere geselecteerde beelden beveiligen.
g Beelden selecteren
0 (beveiligen) pictogram
4:3
L N 100-0020
2013.10.01 12:30
20
# Let op
• Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle beelden gewist, ook de beveiligde
beelden.
5
Audio-opname
U kunt een audio-opname (tot 30 sec. lang) toevoegen aan de huidige foto.
Basisbewerkingen
1
JPEG
Geef het beeld weer waaraan u een audio-opname
wilt toevoegen en druk op Q.
• Audio-opname is niet mogelijk bij beveiligde beelden.
• Audio-opname is ook beschikbaar in het
weergavemenu.
2
Selecteer [R] en druk op Q.
3
Selecteer [R Start] en druk op Q om de opname
te starten.
4
Druk op Q om de opname te beëindigen.
JPEG Edit
Share Order
R
Rotate
m
• Selecteer [No] om te annuleren zonder een opname toe
te voegen.
R
• Om de opname halverwege te stoppen, drukt u op Q.
• Beelden met een audio-opname worden gemarkeerd
met het pictogram H.
• Om een opname te wissen, selecteer u [Erase] in stap 2.
Set
Back
No
R Start
Erase
Back
Set
Roteren
Instellen of foto's al dan niet worden gedraaid.
1
2
3
Geef de foto weer en druk op Q.
Selecteer [Rotate] en druk op Q.
Druk op F om het beeld linksom te draaien of op G om het beeld rechtsom
te draaien; het beeld draait telkens wanneer u op de knop drukt.
• Druk op Q om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
• Het gedraaide beeld wordt opgeslagen met de huidige oriëntatie.
• Films, 3D-foto's en beveiligde beelden kunnen niet worden gedraaid.
66 NL
Diashow
Hierbij worden de beelden die op de kaart zijn opgeslagen, één voor één weergegeven.
1
JPEG
Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [m].
JPEG Edit
Share Order
R
Rotate
m
Back
2
Pas de instellingen aan.
Starten
De diashow starten. Beelden worden in volgorde weergegeven, te
starten bij het huidige beeld.
Stel BGM in of zet BGM [Off].
Stel het type diashow in dat u wilt uitvoeren.
Instellen hoe lang elke dia wordt weergegeven (2 tot 10 seconden).
Selecteer [Full] om volledige filmclips op te nemen in de diashow en
[Short] om alleen het inleidende deel van elke clip weer te geven.
Selecteer [Start] en druk op Q.
• De diashow start.
• Druk op Q om de diashow te stoppen.
Volume
Druk op FG tijdens de diashow om het algemene volume van de luidspreker van
de camera aan te passen. Druk op HI om de balans aan te passen tussen de
achtergrondmuziek en het opgenomen geluid van foto's of films.
5
Basisbewerkingen
BGM
Slide
Slide Interval
Movie Interval
3
Set
$ Opmerkingen
• U kunt [Joy] instellen op verschillende BGM's. Sla de gegevens die u van de Olympuswebsite hebt gedownload, op de kaart op, selecteer [Joy] van [BGM] in stap 2 en druk
op I. Ga naar de volgende website om te downloaden.
http://support.olympus-imaging.com/bgmdownload/
NL 67
6
Opnameopties gebruiken
Camerabewegingen beperken (beeldstabilisator)
U kunt de camerabeweging beperken die zich kan voordoen als u foto's maakt
wanneer er weinig licht is of wanneer u fotografeert bij een hoge vergroting. De
beeldstabilisator start wanneer u de ontspanknop half indrukt.
1
Druk op de Q-knop en selecteer de beeldstabilisator.
S-IS AUTO
IS Mode
ISO
AUTO
j
WB
AUTO
WB
AUTO
NORM
AUTO
i
4:3
250 F5.6
6
01:02:03
Bij het fotograferen
met de zoeker
Opnameopties gebruiken
2
LN
Focal Length
Auto
4:3
1023
P
OFF S-IS
S-IS
S-IS
FullHD
F
S-IS AUTO 50
mm
Bij het fotograferen
met live view
Selecteer een item met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
UIT
S-I.S Off
Beeldstabilisator is uitgeschakeld.
S-IS1
Auto
Beeldstabilisator is ingeschakeld.
S-IS2
Vertical IS
De beeldstabilisatiefunctie wordt
enkel toegepast op verticale (Y)
camerabewegingen. Gebruik deze functie
wanneer u de camera horizontaal pant.
S-IS3
Horizontal IS
De beeldstabilisatiefunctie wordt
enkel toegepast op horizontale (Z)
camerabewegingen. Gebruik deze functie
wanneer u de camera verticaal pant met de
camera in portretoriëntatie
S-IS AUTO
Landscape
Panning I.S.
De camera detecteert de panrichting en past
de juiste beeldstabilisatie toe.
M-I.S. Uit
Beeldstabilisator is uitgeschakeld.
Movie-I.S.
Naast automatische beeldstabilisatie worden
ook camerabewegingen die zich voordoen bij
opnames tijdens het lopen beperkt.
Foto
UIT
Videobeelden
ON
Een brandpuntsafstand kiezen (behalve voor Micro Four Thirds-/Four Thirds-lenzen)
Gebruik informatie over de brandpuntsafstand om camerabewegingen te verminderen bij het
maken van foto's met andere lenzen dan Micro Four Thirds-lenzen of Four Thirds-lenzen.
• Selecteer [Image Stabilizer], druk op de knop INFO, selecteer een brandpuntsafstand
met behulp van HI en druk op Q.
• Kies een brandpuntsafstand tussen 8 mm en 1000 mm.
• Kies de waarde die het dichtst aansluit bij de waarde die op de lens gedrukt staat.
68 NL
# Let op
• De beeldstabilisator kan te grote camerabewegingen of camerabewegingen die optreden
wanneer de sluitertijd op de langste tijd is ingesteld, niet corrigeren. In dergelijke gevallen
dient u een statief te gebruiken.
• Als u een statief gebruikt, dient u [Image Stabilizer] in te stellen op [OFF].
• Wanneer u een lens gebruikt met een beeldstabilisatiefunctieschakelaar, wordt prioriteit
gegeven aan de lensinstellingen.
• Wanneer de beeldstabilisatie bij de lens prioriteit krijgt en de camera is op [S-IS-AUTO]
ingesteld, wordt [S-IS1] gebruikt in plaats van [S-IS-AUTO].
• U hoort eventueel een werkingsgeluid of trilling als de beeldstabilisator wordt
ingeschakeld.
6
Opnameopties gebruiken
NL 69
Verwerkingsopties (beeldeffecten)
Selecteer een beeldeffect en voer individuele aanpassingen uit voor contrast, scherpte
en andere parameters (Blz. 80). Wijzigingen aan elk beeldeffect worden afzonderlijk
opgeslagen.
1
Druk op de Q-knop en selecteer [Picture Mode].
S-IS AUTO
Picture Mode
ISO
AUTO
j
WB
AUTO
WB
AUTO
NORM
AUTO
i
4:3
LN
4:3
250 F5.6
01:02:03
1023
Bij het fotograferen met de
zoeker
6
Opnameopties gebruiken
70 NL
2
FullHD
Natural
P
h
i
j
j
4
F
j
5
M
C
Bij het fotograferen met live
view
Selecteer een item met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
h
i-Enhance
Voor indrukwekkende resultaten in overeenstemming met het
motief.
i
Vivid
Voor levendige kleuren.
j
Natural
Voor natuurlijke kleuren.
Z
Muted
Voor afgevlakte tinten.
a
Portrait
Voor mooie huidtinten.
J
Monotone
Voor zwart/wit-tinten.
K
Custom
Selecteer één beeldeffect, stel de parameters in en leg de
instelling vast.
v
e-Portrait
Creëert zachte huidtexturen. Kan niet worden gebruikt met
bracket fotografie of bij het opnemen van films.
Creëert een kleurenset met de color creator (Blz. 60).
c
Color Creator
j
Pop Art
k
Soft Focus
l
Pale&Light Color
m
Light Tone
n
Grainy Film
o
Pin Hole
s
Diorama
t
Cross Process
u
Gentle Sepia
v
Dramatic Tone
Y
Key Line
Z
Watercolor
Kies een kunstfilter en selecteer het gewenste effect.
Effecten toevoegen aan een film
U kunt films opnemen die gebruik maken van de beschikbare effecten in de stand
Fotograferen. Stel de regelaar in op n om de instellingen te activeren.
1
Stel de fotostand in op n, druk op de Q-knop en
gebruik de achterste regelaar om een item van de
opnamestand te selecteren.
M-IS ON
j
P
WB
AUTO
S-AF
P
FullHD
Program Auto
n
2
P
A
S
P
A
S
F
M
Kies de opnamestand met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
De optimale diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld overeenkomstig
de helderheid van het onderwerp.
De weergave van de achtergrond wordt gewijzigd door de instelling van het
diafragma. Regel de belichting met de achterste regelaar.
De sluitertijd is van invloed op het uitzicht van het onderwerp. Stel de sluitertijd in
met de achterste regelaar. De sluitertijd kan worden ingesteld op waarden tussen
1/30 sec. en 1/4000 sec.
U regelt het diafragma en de sluitertijd. Kies het diafragma met de voorste
regelaar, selecteer de sluitertijd uit waarden van 1/30 sec. en 1/4000 sec. met de
achterste regelaar. De gevoeligheid kan handmatig worden ingesteld op waarden
tussen ISO 200 en 3200; een automatische regeling van de ISO-gevoeligheid is
niet voorzien.
# Let op
• Als u een film opneemt, kunt u de instellingen voor belichtingscorrectie, diafragmawaarde
en sluitertijd niet wijzigen.
• Als [Image Stabilizer] geactiveerd is tijdens het opnemen van een film, wordt het
opgenomen beeld lichtjes vergroot.
• Stabilisatie is niet mogelijk als de camerabeweging te groot is.
• Als de binnenzijde van de camera warm wordt, wordt de opname automatisch gestopt om
de camera te beschermen.
• Bij sommige kunstfilters is de werking van [C-AF] beperkt.
• Kaarten met een SD speed class van 6 of hoger worden aanbevolen om films op te
nemen.
6
Opnameopties gebruiken
M
P
De beeldverhouding instellen
U kunt de breedte-hoogteverhouding (verhouding tussen horizontaal en verticaal)
wijzigen terwijl u foto's maakt. Afhankelijk van uw voorkeur kunt u de beeldverhouding
instellen op [4:3] (standaard), [16:9], [3:2], [1:1] of [3:4].
1
2
Druk op de Q-knop en selecteer een beeldverhouding.
Selecteer een instelling met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
# Let op
• JPEG-beelden worden bijgesneden naargelang de geselecteerde breedtehoogteverhouding; RAW-beelden daarentegen worden niet bijgesneden, maar worden
opgeslagen met informatie over de geselecteerde breedte-hoogteverhouding.
• Wanneer RAW-beelden worden weergegeven, wordt de geselecteerde breedtehoogteverhouding weergegeven.
NL 71
Kwaliteit van de opname (beeldkwaliteit)
Selecteer een beeldkwaliteit voor foto's en films volgens het vooropgestelde doel,
bijvoorbeeld herwerken op een computer of weergeven op het web.
1
Druk op de Q-knop en selecteer een beeldkwaliteit voor foto's of films.
S-IS AUTO
K
ISO
AUTO
WB
AUTO
WB
AUTO
NORM
AUTO
i
4:3
N
4:3
01:02:03
250 F5.6
FullHD
4608x3456
P
1023
RAW
L
L
F N
MN
F
SN
L F+
RAW
38
Beeldkwaliteit
Bij het fotograferen
met de zoeker
6
2
Bij het fotograferen met
live view
Selecteer een item met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
Beeldkwaliteit (foto's)
Opnameopties gebruiken
Maak uw keuze uit RAW- en JPEG-modi (YF, YN, XN en WN). Kies een RAW+JPEG-optie
om zowel een RAW- als een JPEG-beeld op te slaan bij elke opname. De JPEG-standen zijn
een combinatie van resolutie (Y, X en W) en compressiefactor (SF, F, N en B).
Resolutie
Naam
Y (Groot)
X (Middel)
W (Klein)
Aantal
pixels
4608×3456*
3200×2400
2560×1920*
1920×1440
1600×1200
1280×960*
1024×768
640×480
SF
(Superfijn)
YSF
Compressiefactor
N
F
(Nor(Fijn)
maal)
YF*
YN*
B
(Basis)
Toepassing
YB
XSF
XF
XN*
XB
WSF
WF
WN*
WB
Afhankelijk van
het gewenste
printformaat
Voor kleine
afdrukken en
gebruik op
websites
* Standaard
RAW-beeldgegevens
Dit type (extensie “.ORF“) slaat onverwerkte beeldgegevens op voor latere verwerking.
RAW-beeldgegevens kunnen niet worden weergegeven met andere camera's of software,
en RAW-beelden kunnen niet worden geselecteerd om ze te printen. Met deze camera
kunnen JPEG-kopieën worden gemaakt van RAW-beelden. g “Foto’s bewerken“ (Blz. 87)
72 NL
Beeldkwaliteiten (videobeelden)
Beeldkwaliteit
Aantal pixels
Full HD Fine
1920×1080
Full HD Normal
1920×1080
HD Fine
1280×720
HD Normal
1280×720
HD
1280×720
SD
640×480
Bestandsindeling
Toepassing
MPEG-4 AVC/
H.264*1
Weergeven op tv's en
andere apparaten
Motion JPEG*2
Voor weergave of bewerking
op een computer
• Afhankelijk van het type van de gebruikte kaart kan de opname eindigen voor de
maximale lengte is bereikt.
*1 Individuele films kunnen maximaal 29 minuten lang zijn.
*2 Bestanden kunnen tot 2GB groot zijn.
Het uitgangsvermogen van de flitser kan worden aangepast als u vindt dat uw onderwerp
overbelicht is, of onderbelicht hoewel de belichting in de rest van het beeld in orde is.
1
Stel de hendel in op positie 2 en druk op de AF m-knop
0
0.0
Flash Auto
AFm-knop
P
AUTO
6
Opnameopties gebruiken
Uitgangsvermogen van de flits aanpassen
(regelen van de flitssterkte)
Hefboom
2
Selecteer een item met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
# Let op
• Deze instelling heeft geen effect wanneer de flitserfunctie voor de externe flitser is
ingesteld op MANUAL.
• Wijzigingen aan de flitssterkte die met de externe flitser werden aangebracht, worden
opgeteld bij de wijzigingen aan de flitssterkte die met de camera werden gemaakt.
NL 73
Kiezen hoe de camera de helderheid meet (meting)
U kunt kiezen hoe de camera de helderheid van het onderwerp meet.
1
Stel de hendel in op positie 1 en druk op de AFm-knop.
• U kunt ook op de Q-knop drukken om lichtmeetstand te selecteren.
HI
SH
S-AF
C-AF
ESP
S-AF
AFm-knop
Single AF
P
AUTO C-AF MF
S-AF
MF
TR
Hefboom
2
6
Opnameopties gebruiken
p
Digital ESP
metering
H
Center weighted
averaging
metering
I
Spot metering
Spot metering highlight
Spot metering ISH
shadow
IHI
3
74 NL
Draai aan de voorste regelaar om een item te selecteren.
De camera meet de belichting in 324 delen van het kader
en optimaliseert de belichting voor de huidige scène of (als
een andere optie dan [OFF] is geselecteerd voor [I Face
Priority]) het onderwerp van het portret. Deze methode wordt
aanbevolen voor normaal fotograferen.
Deze meetmethode berekent het gemiddelde
van de lichtniveaus van het onderwerp en de
achtergrond, maar het centrum van het beeld
telt hier zwaarder mee.
Kies deze optie om een klein gebied te meten
(ongeveer 2% van het kader) en richt hierbij
de camera op het object dat u wilt meten. De
belichting wordt aangepast op basis van de
helderheid van het gemeten punt.
Verhoogt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor dat
lichte onderwerpen licht worden weergegeven.
Verlaagt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor dat
donkere onderwerpen donker worden weergegeven.
Druk de ontspanknop half in.
• Normaal begint de camera te meten wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt
en wordt de scherpstelling vergrendeld zolang de ontspanknop in deze positie wordt
gehouden.
Een scherpstelstand selecteren (AF-stand)
Selecteer een scherpstelmethode (scherpstelstand).
U kunt afzonderlijke scherpstelmethodes kiezen voor de stand Fotograferen
en de stand n.
1
Stel de hendel in op positie 1 en druk op de AFm-knop.
• U kunt ook de Q-knop drukken om de AF-modus te selecteren.
HI
SH
S-AF
C-AF
ESP
S-AF
Single AF
AFm-knop
P
AUTO C-AF MF
S-AF
MF
TR
Hefboom
2
Draai aan de achterste schakelaar om een item te selecteren.
6
• De geselecteerde AF-stand wordt weergegeven op de monitor.
C-AF
(continu
scherpstellen)
MF
(handmatig
scherpstellen)
Opnameopties gebruiken
S-AF (één keer
scherpstellen)
De camera stelt één keer scherp wanneer de ontspanknop half
ingedrukt wordt. Zodra de camera heeft scherpgesteld, hoort u een
pieptoon en lichten het AF-bevestigingsteken en het autofocusteken
op. Deze methode is geschikt voor het fotograferen van niet of
nauwelijks bewegende onderwerpen.
De camera herhaalt het scherpstellen terwijl de ontspanknop half
ingedrukt blijft. Wanneer er op het onderwerp is scherpgesteld,
licht het AF-bevestigingsteken op op de monitor en de pieptoon
weerklinkt wanneer de scherpstelling de eerste en tweede keer
wordt vergrendeld.
Ook al beweegt het onderwerp of verandert u de compositie van de
foto, de camera blijft bezig met scherpstellen.
)
Met deze functie kunt u handmatig
Dichtbij
scherpstellen op elk onderwerp.
Scherpstelring
S-AF+MF (De
Na de ontspanknop half te hebben ingedrukt om scherp te stellen
standen S-AF en MF in de stand [S-AF], kunt u de scherpstelring gebruiken om de
gelijktijdig gebruiken) scherpstelling handmatig bij te regelen.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen; de camera volgt
het onderwerp en blijft erop scherpstellen zolang de ontspanknop in
deze positie wordt gehouden.
• Het AF-kader wordt rood weergegeven als de camera het
C-AF+TR
onderwerp niet langer kan volgen. Laat de ontspanknop los,
(AF tracking)
kadreer het onderwerp opnieuw en druk de ontspanknop half in.
• Met een Four Thirds-systeemlens versmalt het opnamegebied. Als
het AF-teken in het rood wordt getoond, werkt AF niet, zelfs niet
wanneer het onderwerp binnen het opnamegebied valt.
# Let op
• De camera kan mogelijk niet scherpstellen als het onderwerp schaars verlicht is, wordt
verduisterd door nevel of rook of te weinig contrast vertoont.
• Wanneer een Four Thirds-systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u films opneemt.
NL 75
Opties voor filmgeluid (geluid opnemen met films)
1
Druk op de Q-knop bij het fotograferen met live view en selecteer een
filmgeluid.
R
ISO
R
AUTO
i
R
Movie R On
n
OFF ON
ON
Bij het fotograferen met
live view
2
6
Opnameopties gebruiken
76 NL
Schakel ON/OFF met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
# Let op
• Als u geluid in een film opneemt, kan het geluid van de lensactivering en van de
camerawerking worden opgenomen. Indien gewenst kunnen deze geluiden onderdrukt
worden door op te nemen met [AF Mode] ingesteld op [S-AF] of door het aantal keren
dat u op de knoppen drukt te beperken. U kunt een externe microfoon gebruiken.
• In de stand s (Diorama) worden geen geluiden opgenomen.
7
Menufuncties
Basismenubewerkingen
De menu's omvatten opname- en weergaveopties die niet worden weergegeven door
live control en laten u toe de camera-instellingen aan te passen voor een vlotter gebruik.
W
Voorafgaande en basisopnameopties
X
Geavanceerde opnameopties
q
Weergave- en herwerkingsopties
c
De camera-instellingen aanpassen (Blz. 92)
#
Opties van het accessoirepoortmenu voor apparaten die gebruikt worden op een
accessoirepoort, zoals EVF en OLYMPUS PENPAL (Blz. 114)*
d
Camera-instelling (bv. datum en taal)
*
7
Niet weergegeven met de standaardinstellingen.
Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
Menufuncties (Basisbewerkingen)
1
Shooting Menu 1
1
Tabblad
2
Bedieningsaanwijzingen
Back
Druk op de knop
MENU om één
scherm terug te keren
2
3
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
D
Image Aspect
Digital Tele-converter
j
4:3
Off
Set
Druk op Q om uw
instelling te bevestigen
Selecteer een tabblad met FG en druk daarna op Q.
Selecteer een item met FG en druk daarna op Q om opties weer te
geven voor het geselecteerde item.
De huidige instelling verschijnt op het scherm
Shooting Menu 2
Functie
1
2
Back
4
j /Y
Image Stabilizer
Bracketing
HDR
Multiple Exposure
Time Lapse Settings
# RC Mode
Shooting Menu 2
o
Off
Off
Off
Off
Off
Set
Q
1
2
j/Y
Image Stabilizer
Bracketing
HDR
Multiple Exposure
Time Lapse Settings
# RC Mode
Back
o
T
S
Y12s
Y2s
YC
Off
Off
Off
Off
Off
Set
Gebruik FG om een optie te markeren en druk op Q om te selecteren.
• Druk meerdere keren op de knop MENU om het menu te verlaten.
$ Opmerkingen
• Voor de standaardinstellingen van iedere optie verwijzen wij naar “Menulijst“ (Blz. 149).
• Een gids wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven nadat u een optie hebt
geselecteerd. Druk op de INFO-knop om gidsen weer te geven of te verbergen.
NL 77
Fotografeermenu 1/fotografeermenu 2 gebruiken
Shooting Menu 1
1
2
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
D
Image Aspect
Digital Tele-converter
Back
W
Card Setup (Blz. 78)
Reset/Myset (Blz. 79)
Picture Mode (Blz. 80)
K (Blz. 81)
Image Aspect (Blz. 71)
Digital Tele-converter (Blz. 86)
j
4:3
Off
Set
X
j/Y (Repeterende opnamen/
zelfontspanner) (Blz. 57, 81)
Image Stabilizer (Blz. 68)
Bracketing (Blz. 82)
HDR (Blz. 86)
Multiple Exposure (Blz. 84)
Time Lapse Settings (Blz. 85)
# RC Mode (Blz. 86)
De kaart formatteren
7
Menufuncties (Fotografeermenu's)
78 NL
Kaarten moeten met deze camera worden geformatteerd voor ze voor het eerst
worden gebruikt, of nadat ze met een andere camera of computer werden gebruikt.
Bij het formatteren worden alle gegevens gewist die op de kaart staan, ook eventuele
beveiligde opnamen.
Gaat u een gebruikte kaart formatteren, controleer dan eerst of deze kaart geen
opnamen bevat die u wilt bewaren. g “Toepasbare geheugenkaartjes“ (Blz. 129)
1
2
Selecteer [Card Setup] in W Fotografeermenu 1.
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Card Setup
Selecteer [Format].
All Erase
Format
Back
• De kaart wordt dan geformatteerd.
Set
Standaardinstellingen herstellen (Reset/Myset)
De camera-instellingen kunnen probleemloos worden hersteld naar de opgeslagen
instellingen.
Reset-instellingen gebruiken
Standaardinstellingen herstellen.
1
2
Selecteer [Reset/Myset] in W Fotografeermenu 1.
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Selecteer [Reset] en druk op Q.
• Markeer [Reset] en druk op I om het resettype te
kiezen. Om alle instellingen behalve de tijd, de datum
en nog enkele andere te resetten, markeert u [Full] en
drukt u op Q.
g “Menulijst“ (Blz. 149)
Reset/Myset
Reset
Myset1
Myset2
Myset3
Myset4
Basic
No Data
No Data
No Data
No Data
Back
Set
Myset opslaan
U kunt de huidige camera-instellingen opslaan voor andere standen dan de stand
Fotograferen. U kunt opgeslagen instellingen oproepen in de standen P, A, S en M.
Pas de instellingen aan om ze op te slaan.
4
Selecteer [Set] en druk op Q.
7
Selecteer [Reset/Myset] in W Fotografeermenu 1.
Selecteer de gewenste bestemming ([Myset1]–[Myset4]) en druk op I.
• [Set] verschijnt naast de bestemmingen ([Myset1]–[Myset4]) waarin reeds instellingen
zijn opgeslagen. Door [Set] nogmaals te selecteren, overschrijft u de vastgelegde
instelling.
• Selecteer [Reset] om het vastleggen te annuleren.
• Instellingen die opgeslagen kunnen worden in Myset g “Menulijst“ (Blz. 149)
Myset gebruiken
Stelt de camera in volgens de instellingen die werden geselecteerd voor Myset.
1
2
Selecteer [Reset/Myset] in W Fotografeermenu 1.
3
Selecteer [Set] en druk op Q.
Selecteer de gewenste instellingen ([Myset1]–
[Myset4]) en druk op Q.
Reset/Myset
Reset
Myset1
Myset2
Myset3
Myset4
Back
Basic
Set
Set
Set
Set
Menufuncties (Fotografeermenu's)
1
2
3
Set
NL 79
Verwerkingsopties (beeldeffecten)
U kunt individuele aanpassingen uitvoeren voor contrast, scherpte en andere
parameters bij de instellingen [Picture Mode] (Blz. 70) instellingen. Wijzigingen aan elk
beeldeffect worden afzonderlijk opgeslagen.
1
Selecteer [Picture Mode] in W Fotografeermenu 1.
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
D
Image Aspect
Digital Tele-converter
1
2
Back
2
3
7
Menufuncties (Fotografeermenu's)
80 NL
j
4:3
Off
Set
Selecteer een optie met FG en druk op Q.
Druk op I om de instellingen weer te geven voor de geselecteerde optie.
h
i-a
J
K
Contrast
Het verschil tussen lichte en donkere
partijen
Sharpness
De beeldscherpte
Saturation
De kleurdiepte van het beeld
k
Gradation
De tint aanpassen (gradatie).
k
k
k
k
Auto
Deelt het beeld op in kleinere
gebieden en bepaalt voor elke gebied
afzonderlijk de helderheid. Dit werkt
goed bij beelden waarin gebieden
met een hoog contrast voorkomen
zodat de lichte partijen te helder, en
de donkere partijen te donker zouden
worden.
Normaal
Gebruik de stand [Normal] bij normaal
fotograferen.
High Key
Gradatie bij een helder onderwerp.
Low key
Gradatie bij een donker onderwerp.
Effect
(i-Enhance)
Voor het instellen van de mate waarin
het effect wordt toegepast.
B&W Filter
(Monotone)
Voor zwart/wit-foto's. De filterkleur wordt
lichter en de complementaire kleur
wordt donkerder.
N:Neutral
Hiermee creëert u een normale zwart/
wit-foto.
Ye:Yellow
Geeft mooi doortekende witte wolken
tegen een helderblauwe lucht weer.
Or:Orange
Accentueert de kleuren in blauwe
luchten en zonsondergangen lichtjes.
R:Red
Accentueert in sterke mate kleuren in
blauwe luchten en de helderheid van
karmozijnrood gebladerte.
G:Green
Accentueert in sterke mate kleuren
in rode lippen en groene bladeren.
Pict. Tone
(Monotone)
h
i-a
J
K
k
k
Kleurt zwart/wit-beelden.
N:Neutral
Hiermee creëert u een normale zwart/
wit-foto.
S:Sepia
Sepia
B:Blue
Blauw
P:Purple
Purper
G:Green
Groen
# Let op
• Veranderingen van het contrast hebben alleen effect bij de instelling [Normal].
Beeldkwaliteit (K)
Selecteer een beeldkwaliteit. U kunt een afzonderlijke beeldkwaliteit selecteren voor
foto's en films. Dit is hetzelfde als het item [K] in [Live Control].
• U kunt de combinatie van resolutie en compressiefactor van de JPEG veranderen, alsook
de pixelaantallen voor [X] en [W]. [K Set], [Pixel Count] g “De custom-menu’s
gebruiken“ (Blz. 92)
U kunt de werking van de zelfontspanner naar wens instellen.
1
Selecteer [j/Y] in X Fotografeermenu 2.
Shooting Menu 2
1
2
j/Y
Image Stabilizer
Bracketing
HDR
Multiple Exposure
Time Lapse Settings
# RC Mode
Back
2
3
Selecteer [YC] (custom) en druk op I.
Gebruik FG om het item te selecteren en druk op I.
• Gebruik FG om de instelling te selecteren en druk op Q.
Frame
Stelt het aantal beelden in dat u wilt fotograferen.
Y Timer
Stelt de tijd in die verloopt vanaf het indrukken van de
ontspanknop tot de foto is genomen.
Interval Time
Stelt het opname-interval in voor het tweede beeld en
daaropvolgende beelden.
o
Off
Off
Off
Off
Off
Set
Menufuncties (Fotografeermenu's)
De zelfontspanner instellen (j/Y)
7
NL 81
Variërende instellingen bij een reeks foto's (bracketing)
Met “bracketing“ wordt bedoeld dat diverse instellingen automatisch voor een reeks
opnamen of een reeks beelden worden gevarieerd rond de huidige waarde. U kunt
bracket shooting-instellingen opslaan en bracket shooting uitschakelen.
1
Selecteer [Bracketing] in X Fotografeermenu 2
en druk op Q.
Shooting Menu 2
1
2
j/Y
Image Stabilizer
Bracketing
HDR
Multiple Exposure
Time Lapse Settings
# RC Mode
Back
2
Druk na het selecteren van [On] op I en selecteer
het type bracket shooting.
• Wanneer u bracket shooting selecteert, verschijnt t
op het scherm.
Menufuncties (Fotografeermenu's)
82 NL
3
Off
Off
Off
Off
Off
Set
Bracketing
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
Back
7
o
3f 1.0EV
A-- G-----
Set
Druk op I, selecteer instellingen voor parameters, zoals het aantal opnamen
en druk dan op de Q-knop.
• Blijf op de Q-knop drukken tot u terugkeert naar het scherm in stap 1.
• Als u [Off] selecteert bij stap 2, worden de instellingen voor bracket shooting
opgeslagen en kunt u normaal foto's maken.
% Tips
• U kunt ook knopbedieningen voor bracketinstellingen gebruiken. Stel de hefboom in
op positie 2 en draai aan de regelaar terwijl u de jYHDR-knop indrukt. Selecteer
het type bracket shooting met de voorste regelaar en het aantal opnamen en andere
parameters met de achterste regelaar. Na het uitvoeren van de instellingen kunt u met
de jYHDR-knop tussen bracket fotografie en normale fotografie kiezen.
# Let op
• Kan niet worden gebruikt tijdens HDR-fotografie
• Kan tegelijkertijd worden gebruikt voor meervoudige belichting en time lapse-fotograferen.
AE BKT (AE bracketing)
De camera wijzigt de belichting bij iedere opname. De mate van wijziging kan worden
geselecteerd uit 0.3 EV, 0.7 EV of 1.0 EV. Bij enkelbeeldopnamen wordt er één opname
gemaakt telkens wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, maar bij repeterende
opnamen blijft de camera opnamen maken in deze volgorde terwijl de ontspanknop helemaal
is ingedrukt: geen wijziging, negatief, positief. Aantal opnamen: 2, 3, 5 of 7
Bracketing
• De t-indicator wordt groen tijdens bracketing.
-AE BKT
Off
• De camera past de belichting aan door het diafragma en
A-- G-WB BKT
2f 0.3EV
de sluitertijd (stand P), de sluitertijd (stand A en M) of het
FL BKT
2f 0.7EV -ISO BKT
2f 1.0EV -diafragma (stand S) te wijzigen.
ART BKT
3f 0.3EV -• De camera past bracketing toe op de huidige geselecteerde
3f 0.7EV -3f 1.0EV
waarde voor belichtingscorrectie.
Set
• De grootte van de bracketingverhoging wijzigt naargelang de Back
waarde ingesteld voor [EV Step]. g “De custom-menu’s
gebruiken“ (Blz. 92)
WB BKT (WB bracketing)
Op basis van één opname worden automatisch drie beelden met verschillende witbalans
(aangepast in de opgegeven kleurrichtingen) gemaakt. Hierbij wordt gestart vanaf de huidige
geselecteerde waarde voor de witbalans. WB-bracketing is beschikbaar in de standen P, A,
S en M.
• De witbalans kan worden gewijzigd met 2, 4 of 6 stappen op
WB BKT
de assen A–B (amber–blauw) en G–M (groen–magenta).
A-B
G-M
• De camera past bracketing toe op de huidige geselecteerde
3f 4Step
3f 4Step
waarde voor witbalanscorrectie.
• Als er onvoldoende ruimte is op de kaart voor het
geselecteerde aantal beelden, worden geen opnames
gemaakt tijdens WB-bracketing.
Back
Set
FL BKT (FL bracketing)
De camera varieert het flitserniveau bij drie verschillende opnames (geen aanpassing bij de
eerste opname, negatief bij de tweede en positief bij de derde). Bij enkelbeeldopnamen wordt
er één opname gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt; bij repeterende
opnamen worden alle opnamen gemaakt terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.
Bracketing
• De t-indicator wordt groen tijdens bracketing.
-AE BKT
Off
• De grootte van de bracketingverhoging wijzigt naargelang de
A-- G-WB BKT
3f 0.3EV
waarde ingesteld voor [EV Step]. g “De custom-menu’s
FL BKT
3f 0.7EV -ISO BKT
3f 1.0EV -gebruiken“ (Blz. 92)
Back
--
Set
ISO BKT (ISO bracketing)
De camera wijzigt de gevoeligheid bij drie verschillende opnames, terwijl de sluitertijd
en het diafragma ongewijzigd blijven. De mate van wijziging kan worden geselecteerd
uit 0.3 EV, 0.7 EV of 1.0 EV. Telkens de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera
bij de eerste opname drie foto's met de ingestelde gevoeligheid (of met de optimale
gevoeligheidsinstelling bij selectie van “Automatische gevoeligheid“), bij de tweede opname
foto's met een negatief gewijzigde gevoeligheid en bij de derde opname foto's met een
positief gewijzigde gevoeligheid.
• De grootte van de bracketingverhoging wijzigt niet
Bracketing
-AE BKT
Off
naargelang de waarde ingesteld voor [ISO Step]. g “De
A-- G-WB BKT
3f 0.3EV
custom-menu’s gebruiken“ (Blz. 92)
FL BKT
3f 0.7EV -ISO BKT
3f 1.0EV -• Bracketing wordt uitgevoerd, ongeacht de bovengrens die
-ART BKT
werd ingesteld met [ISO-Auto Set]. g “De custom-menu’s
gebruiken“ (Blz. 92)
Menufuncties (Fotografeermenu's)
ART BKT
7
Set
Back
ART BKT (ART bracketing)
Telkens wanneer de sluiter wordt ontspannen, legt de camera meerdere beelden vast,
telkens met een verschillende kunstfilterinstelling. U kunt kunstfilter-bracketing voor elk
beeldeffect afzonderlijk in- of uitschakelen.
• De opname kan enige tijd in beslag nemen.
ART BKT
Pop Art
• ART BKT kan niet worden gecombineerd met WB BKT
Soft Focus
of ISO BKT.
Pale&Light Color
Light Tone
Grainy Film
Pin Hole
Diorama
Back
NL 83
Meerdere belichtingen opnemen in één beeld
(meervoudige belichting)
Maak meerdere opnamen in één beeld met de momenteel voor de beeldkwaliteit
geselecteerde optie.
1
2
Selecteer [Multiple Exposure] in X Fotografeermenu 2.
Pas de instellingen aan.
Frame
Auto Gain
Overlay
7
Menufuncties (Fotografeermenu's)
84 NL
Selecteer [2f].
Bij de instelling [On] wordt de helderheid
van elk beeld ingesteld op 1/2 en worden de
beelden op elkaar geplaatst. Bij de instelling
[Off] worden de beelden op elkaar geplaatst
met de oorspronkelijke helderheid van elk
beeld.
Bij de instelling [On] kunt u bovenop een
RAW-beeld dat op een kaart is opgeslagen,
verschillende foto's plaatsen en als een
afzonderlijk beeld opslaan. Er wordt één
foto gemaakt.
• a wordt op de monitor weergegeven terwijl
meervoudige belichting van toepassing is.
3
Multiple Exposure
Frame
Auto Gain
Overlay
Off
Off
Off
Set
Back
ISO
400
P
250 F5.6
0.0
01:02:03
38
Maak een opname.
• a wordt groen weergegeven wanneer de opname start.
• Druk op om de laatste opname te verwijderen.
• De vorige opname wordt boven het beeld geplaatst dat u door de lens ziet als
referentie voor het kadreren van de volgende opname.
% Tips
• 3 of meer beelden overlappen: Selecteer RAW voor [K] en gebruik de optie [Overlay]
om de opname met meervoudige belichting te herhalen.
• Voor meer informatie over het overlappen van RAW-beelden: g [Edit] (Blz. 87)
# Let op
• De camera gaat niet naar de sluimerstand terwijl meervoudige belichting van toepassing is.
• Foto's die met andere camera's werden gemaakt, kunnen niet worden opgenomen in een
meervoudige belichting.
• Als [Overlay] ingesteld is op [On], worden de beelden die worden weergegeven als een
RAW-beeld wordt geselecteerd, ontwikkeld met de instellingen op het ogenblik van de
opname.
• Om de fotografeerfuncties in te stellen, dient u eerst de functie meervoudige belichting te
annuleren. Bepaalde functies kunnen niet worden ingesteld.
• Meervoudige belichting wordt in de volgende situaties automatisch geannuleerd vanaf de
eerste foto.
De camera wordt uitgeschakeld / U drukt op de knop q / U drukt op de knop MENU /
De fotografeerstand is ingesteld op een andere stand dan P, A, S, M / De batterij heeft
geen vermogen meer / Er is een kabel aangesloten op de camera
• Wanneer een RAW-beeld geselecteerd is met [Overlay], wordt het JPEG-beeld
weergegeven voor het beeld dat opgenomen is in JPEG+RAW.
• Wanneer u meerdere foto's maakt met de functie bracketing, wordt voorrang gegeven aan
opnamen met meervoudige belichting. Terwijl het overlay-beeld wordt opgeslagen, wordt
de functie bracketing teruggezet in de standaard fabrieksinstellingen.
Automatisch opnamen maken met vaste intervallen
(time lapse-fotograferen)
U kunt instellen dat de camera automatisch opnamen maken met vaste intervallen. De
opgenomen beelden kunnen ook worden opgenomen en een individuele film vormen.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de standen P/A/S/M.
1
Stel de volgende instellingen in onder [Time Lapse Settings] in X
Fotografeermenu 2.
Frame
Stelt het aantal beelden in dat u wilt fotograferen.
Start Waiting Time
Stel in hoeveel tijd wordt gewacht voordat een opname wordt
genomen.
Interval Time
Stel in hoe lang de intervals tussen opnamen duren na aanvang
van fotograferen.
Time Lapse Movie
Stel de beeldkwaliteit van de framereeks in.
[Off]: Elk beeld wordt vastgelegd als afzonderlijke foto.
[On]: Elk beeld wordt vastgelegd als afzonderlijke foto en
er wordt een individuele film gemaakt met behulp van de
beeldreeks.
• De beeldkwaliteit van de film is [M-JPEG HD] en de beeldsnelheid is 10 fps.
• Er worden beelden vastgelegd zelfs als het beeld niet gefocust is na AF. Als u de
focuspositie wilt vastzetten, dient u te fotograferen met de instellen voor handmatig
focussen.
• [Rec View] blijft 0,5 seconden actief.
• Als de tijdsduur voorafgaand aan opname of het interval voor fotograferen is ingesteld op
1 minuut 30 seconden of langer, schakelen de monitor en de cameravoeding automatisch
uit na 1 minuut. 10 seconden voordat de opname begint, schakelt de voeding automatisch
weer in. Wanneer de monitor is uitgeschakeld, drukt u op de ontspanknop om deze terug
in te schakelen.
% Tips
• Langere opnametijden zijn mogelijk met een reservebatterijhouder (apart verkrijgbaar)
(Blz. 135) en een AC-adapter. Er zijn maximaal 999 opnamen mogelijk.
# Let op
• Als de stand AF is ingesteld op [C-AF] of [C-AF+TR], wordt dit automatisch gewijzigd naar
[S-AF].
• Aanraakbediening is uitgeschakeld tijdens time lapse-fotograferen.
• Kan niet worden gebruikt met HDR-fotografie.
• Bracketing en meervoudige belichting kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
• Als de oplaadtijd voor de flitser langer is dan de interval tussen beelden, werkt de flitser
niet.
• Voor fotograferen in de stand [BULB] en [TIME] is de sluitertijd vast ingesteld op 60
seconden.
• Als de camera automatisch uitschakelt tijdens intervals tussen opnamen, schakelt deze
weer op tijd in voor de volgende opname.
• Als een of meer van de stilstaande beelden niet correct worden opgenomen, wordt de
time lapse-film niet gegenereerd.
• Wanneer er onvoldoende ruimte is op de kaart, wordt de film niet opgenomen.
7
Menufuncties (Fotografeermenu's)
2
Maak een opname.
NL 85
• Opnamen maken binnen bepaald tijdsbestek wordt automatisch geannuleerd als
een van de volgende opties wordt gebruikt: modusselectie, MENU-knop, q-knop,
lensontkoppeling of bij verbinding met de USB-kabel.
• Als u de camera uitschakelt, wordt opname binnen bepaald tijdsbestek geannuleerd.
• Het fotograferen kan gedurende de opnamereeks worden gestopt als er niet genoeg
voeding resteert. Zorg er daarom voor dat de batterij voldoende vermogen heeft voordat u
begint met fotograferen.
Flitserfotografie met draadloze afstandsbediening
U kunt de meegeleverde flitser en een flitser met de RC-modus gebruiken om
draadloos te flitsen. g “Flitserfotografie met draadloze afstandsbediening“ (Blz. 137)
Digitale zoom (digitale teleconverter)
De digitale teleconverter wordt gebruikt om in te zoomen voorbij de huidige
zoomverhouding. De camera slaat de middelste uitsnede op. De zoom wordt met
ongeveer 2× vergroot.
7
Menufuncties (Fotografeermenu's)
86 NL
1
2
Selecteer [On] voor [Digital Tele-converter] in W Fotografeermenu 1.
De weergave in de monitor wordt met een factor twee vergroot.
• Het onderwerp wordt vastgelegd zoals het op de monitor verschijnt.
# Let op
• Digitale zoom is niet beschikbaar bij meerdere belichtingen in de stand J of wanneer T,
s, f, w of m is geselecteerd in de stand SCN.
• Deze functie is niet beschikbaar wanneer [Movie Effect] is ingesteld op [On] in de stand n.
• Wanneer een RAW-beeld wordt weergegeven, wordt het gedeelte dat op de monitor
zichtbaar is, weergegeven in een kader.
• AF kader valt.
HDR-fotografie
Maak automatisch een HDR-combinatiebeeld of maak bracketing-beelden voor
HDR-combining. Dit is hetzelfde als het indrukken van de HDR-knop om instellingen
uit te voeren (Blz. 61).
Het weergavemenu gebruiken
Playback Menu
1
2
m
R
Edit
Print Order
Reset Protect
Connection to Smartphone
Back
On
Set
Print Order (Blz. 118)
Reset Protect (Blz. 89))
Connection to Smartphone (Blz. 89)
m (Blz. 67)
R (Blz. 87)
Edit (Blz. 87)
Geroteerde beelden weergeven (R)
Wanneer deze functie ingesteld is op [On], worden foto's die werden gemaakt met de
camera in portretoriëntatie, automatisch geroteerd en weergegeven in portretoriëntatie.
Foto's bewerken
Een gemaakte foto kunt u bewerken en opslaan als een nieuwe foto.
Selecteer [Edit] in het q Weergavemenu en druk op Q.
4
Selecteer [RAW Data Edit] of [JPEG Edit] en druk op Q.
Gebruik FG om [Sel. Image] te selecteren en druk op Q.
Selecteer met HI het te bewerken beeld en druk daarna op Q.
• Als het beeld een RAW-beeld is, wordt [RAW Data Edit] weergegeven, en als
het beeld een JPEG-beeld is, wordt [JPEG Edit] weergegeven. Werd het beeld
vastgelegd in een RAW+JPEG-indeling, dan worden zowel [RAW Data Edit] als
[JPEG Edit] weergegeven. Selecteer het menu om het beeld te bewerken.
Maak een JPEG-kopie van een RAW-beeld bewerkt conform de instellingen.
[Current]
RAW
Data Edit
[Custom1]
[Custom2]
ART BKT
Het JPEG-kopie wordt verwerkt in overeenstemming
met de actuele camera-instellingen. Pas de camerainstellingen aan voor u deze optie kiest.
Tijdens het bewerken van het beeld kunnen de
instellingen op de monitor gewijzigd worden. U kunt de
gebruikte instellingen opslaan.
7
Menufuncties (Weergavemenu's)
1
2
3
Het beeld wordt bewerkt op basis van de instellingen voor
het geselecteerde kunstfilter.
NL 87
Kies uit de volgende opties:
[Shadow Adj]: Maakt de schaduwpartijen lichter.
[Redeye Fix]: Voor het corrigeren van rode ogen op flitsopnamen.
[P]: Gebruik de subregelaar om de grootte
van de uitsnede te kiezen en FGHI
om de uitsnede te positioneren.
O
JPEG Edit
7
Menufuncties (Weergavemenu's)
88 NL
Set
[Aspect]: Wijzigt de breedte-hoogteverhouding van beelden van
4:3 (standaard) naar [3:2], [16:9], [1:1] of [3:4]. Nadat u de breedtehoogteverhouding heeft gewijzigd, gebruikt u FGHI om de positie van
de uitsnede op te geven.
[Black & White]: Hiermee maakt u een beeld zwart/wit.
[Sepia]: Voor beelden in sepia-tinten.
[Saturation]: Voor het instellen van de kleurdiepte. De kleurverzadiging
aanpassen terwijl u de foto op het scherm bekijkt.
[Q]: Om de foto te converteren naar 1280 × 960, 640 × 480 of 320 × 240.
Beelden met een andere breedte-hoogteverhouding dan 4:3 (standaard)
worden geconverteerd naar de beeldbestandsgrootte die hierbij het dichtst
aanleunt.
[e-Portrait]: De huid ziet er zachter en glanzender uit.
Als gezichtsherkenning niet goed werkt, kunt u, afhankelijk van het beeld,
eventueel niet corrigeren.
5
Zodra de instellingen volledig zijn, drukt u op Q.
6
Selecteer [Yes] en druk op Q.
• De instellingen worden toegepast op het beeld.
• Het bewerkte beeld wordt opgeslagen op de kaart.
# Let op
• Films en 3D-foto's kunnen niet worden bewerkt.
• Het is mogelijk dat de rode-ogen-correctie bij sommige foto's niet werkt.
• In de volgende gevallen kunt u een JPEG-beeld niet bewerken:
Wanneer een beeld bewerkt wordt op een pc, wanneer er onvoldoende plaats is in het
kaartgeheugen, wanneer een beeld op een andere camera wordt opgenomen
• Bij het wijzigen van het aantal pixels ([Q]) kunt u nooit een groter aantal pixels kiezen
dan dat van de originele opname.
• [P] en [Aspect] kunt u enkel gebruiken om beelden met een breedte-hoogteverhouding
4:3 (standaard) te bewerken.
• Wanneer [Picture Mode] is ingesteld op [ART], wordt [Color Space] vastgezet op [sRGB].
Beeldoverlapping
U kunt tot 3 RAW-beelden die met de camera werden gemaakt, op elkaar plaatsen
en als een afzonderlijk beeld opslaan.
Het beeld wordt opgeslagen met de beeldkwaliteit die ingesteld is op het ogenblik
waarop het beeld wordt opgeslagen. (Als [RAW] geselecteerd is, wordt de kopie
opgeslagen in de indeling [YN+RAW].)
1
2
3
4
Selecteer [Edit] in het q Weergavemenu en druk op Q.
Gebruik FG om [Image Overlay] te selecteren en druk op Q.
Selecteer het aantal beelden in de overlapping en druk op Q.
Gebruik FGHI toom de RAW-beelden te
selecteren die bij de overlapping gebruikt zullen
worden.
• Wanneer u het aantal beelden dat opgegeven is
in stap 3 hebt geselecteerd, wordt de overlapping
weergegeven.
5
Image Overlay
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
RAW
Back
Set
Image Overlay
Pas de verhoging aan.
×0.3
×1.5
7
×0.5
Back
6
Set
Druk op Q. Een dialoogvenster voor bevestiging wordt weergegeven;
selecteer [Yes] en druk op Q.
% Tips
• Om 4 of meer beelden te overlappen, slaat u het op elkaar geplaatste beeld op als een
RAW-bestand en gebruikt u herhaaldelijk [Image Overlay].
Audio-opname
U kunt een audio-opname (tot 30 sec. lang) toevoegen aan de huidige foto.
Dit is dezelfde functie als [R] tijdens de weergave. (Blz. 66)
Alle beveiligingen annuleren
Menufuncties (Weergavemenu's)
• Gebruik HI om een beeld te selecteren en FG
om de verhoging aan te passen.
• De verhoging kan worden aangepast binnen het bereik
0,1 - 2,0. Controleer de resultaten op de monitor.
Met deze functie kunt de beveiliging van meerdere beelden in één keer annuleren.
1
2
Selecteer [Reset Protect] in het q-weergavemenu.
Selecteer [Yes] en druk op Q.
De optie Smartphoneaansluiting gebruiken (Aansluiting met
smartphone)
U kunt de camera op een smartphone aansluiten met de draadloze LAN-functie.
Na verbinding kunt u beelden op de camera weergeven op en overbrengen naar het
andere apparaat. g “De draadloze LAN-functie van de camera gebruiken“ (Blz. 125)
NL 89
Het instelmenu gebruiken
Gebruik het Setup Menu om de basisfuncties van de
camera in te stellen.
Setup Menu
1
2
X
W
--.--.-- --:-English
j±0 k±0
0.5sec
Rec View
Wi-Fi Settings
c/# Menu Display
Firmware
Back
Optie
7
Menufuncties (Setup-menu's)
90 NL
Set
Beschrijving
g
X
(Datum/tijd
instellen)
Hiermee stelt u de klok van de camera in.
W
(Taal voor
de monitor
wijzigen)
Voor de schermteksten en de foutmeldingen kunt u naast het Engels
ook andere talen kiezen.
i
(Helderheid
van de
monitor
aanpassen)
U kunt de helderheid en de
kleurtemperatuur van de monitor
aanpassen. De instelling van de
kleurtemperatuur heeft enkel betrekking
op de weergave van de monitor.
Gebruik HI om j (kleurtemperatuur)
of k (helderheid) te markeren en FG
om de waarde aan te passen.
Druk op de INFO-knop om te
schakelen tussen [Natural] en [Vivid]
voor de kleurweergave op de monitor.
Rec View
17
j
-2
Vivid
k
+1
—
Natural
Back
—
Set
Kies of foto's onmiddellijk na het opnemen worden weergegeven en
hoe lang ze worden weergegeven. Dit is handig als u de foto die u
zojuist heeft genomen even wilt controleren. Door de ontspanknop
half in te drukken terwijl u de foto controleert, kunt u onmiddellijk
doorgaan met fotograferen.
[0,3 sec] – [20 sec]: Hiermee selecteert u het aantal seconden dat de
foto moet worden weergegeven.
[Off]: De foto die op de kaart wordt opgeslagen, wordt niet
weergegeven.
[Autoq]: Geeft de foto weer die wordt opgeslagen, en schakelt
daarna over naar de stand weergeven. Dit is handig om een opname
te controleren en eventueel direct te wissen.
—
Wi-Fi
Settings
Stel de camera in om via Wi-Fi verbinding te maken met een
smartphone via de draadloze functie op de camera.
91
c/#
Menu
Display
Kies of u het custom-menu of het accessoirepoortmenu wilt
weergeven.
Firmware
De firmwareversie van uw product verschijnt. Als u informatie gaat
inwinnen over uw camera of accessoires, of als u software wilt
downloaden, moet u opgeven welke versie van elk van de producten
u gebruikt.
114
—
Een draadloze LAN-verbinding instellen (Wi-Fi-instellingen)
Als u de draadloze LAN-functie op de camera (Blz. 125) wilt gebruiken, moet u
instellingen selecteren, zoals het wachtwoord dat bij de verbinding wordt gebruikt.
[Private] en [One-Time] voor een eenmalige verbinding zijn beschikbaar.
De selectiemethode met wachtwoord instellen
1
2
3
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
Selecteer [Wi-Fi Connect Settings] en druk op I.
Selecteer de draadloze LAN-verbindingsmethode en druk op Q.
•
•
•
•
[Private]: maak verbinding met een vooraf ingesteld wachtwoord.
[One-Time]: maak verbinding met elke keer een ander wachtwoord.
[Select]: Selecteer welke methode u elke keer wilt gebruiken.
[Off]: De Wi-Fi-functie is uitgeschakeld.
Het wachtwoord van een privéverbinding wijzigen
Wijzig het wachtwoord voor [Private].
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
Selecteer [Private Password] en druk op I.
Volg de gebruiksaanwijzing en druk op de R-toets.
• Er wordt een nieuw wachtwoord ingesteld.
Het delen van beelden annuleren
Deselecteert beelden die zijn geselecteerd (Blz. 64) voor delen bij verbinding met een
draadloos LAN-netwerk.
1
2
3
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
Selecteer [Reset share Order] en druk op I.
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Draadloze LAN-instellingen initialiseren
Initialiseert inhoud van [Wi-Fi Settings].
1
2
3
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
7
Menufuncties (Setup-menu's)
1
2
3
Selecteer [Reset Wi-Fi Settings] en druk op I.
Selecteer [Yes] en druk op Q.
NL 91
De custom-menu's gebruiken
De camera-instellingen kunnen worden aangepast met het menu c Custom.
Custom menu
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
b
k
7
AF/MF (Blz. 92)
Button/Dial/Lever (Blz. 93)
2
Release/j (Blz. 93)
Disp/8/PC (Blz. 94)
Exp/p/ISO (Blz. 96)
# Custom (Blz. 98)
K/Color/WB (Blz. 98)
Record/Erase (Blz. 99)
Movie (Blz. 100)
Built-In EVF (Blz. 101)
R
S
T
U
V
W
X
AF/MF
Button/Dial/Lever
Release/j
Disp/8/PC
Exp/p/ISO
# Custom
K/Color/WB
Back
Set
K Utility (Blz. 101)
R AF/MF
Menufuncties (Custom-menu's)
Optie
AF Mode
Full-time AF
AEL/AFL
Reset Lens
BULB/TIME
Focusing
Focus Ring
MF Assist
P Set Home
92 NL
Custom Menu
1
MENU
c
Beschrijving
Kies de AF-stand. Dit is identiek aan de instelling van de live
control. U kunt afzonderlijke scherpstelmethodes instellen
voor de stand Fotograferen en de stand n.
Als [On] is geselecteerd, blijft de camera scherpstellen,
ook als de ontspanknop niet half wordt ingedrukt. Kan niet
worden gebruikt met een Four Thirds-systeemlens.
Pas de AF- en AE-lock aan.
In de stand [On] wordt de scherpstelling van de lens steeds
op oneindig gezet zodra u de camera uitschakelt.
De scherpstelling van krachtige zoomlenzen wordt
ook hersteld.
Normaal wordt de scherpstelling vergrendeld tijdens de
belichting als handmatig scherpstellen (MF) geselecteerd
is. Selecteer [On] om scherpstellen met de scherpstelring
mogelijk te maken.
U kunt kiezen wat voor u de meest logische draairichting
van de scherpstelring is.
Wanneer deze functie ingesteld is op [On], kunt
u automatisch schakelen naar zoomen of maximaliseren in
de handmatige scherpstelstand door aan de scherpstelring
te draaien.
Kies de positie van het AF-kader die zal worden opgeslagen
als de home-positie. p verschijnt op het scherm voor
AF-kaderselectie terwijl u een home-positie kiest.
R
g
75
—
102
—
—
—
103
—
MENU
R AF/MF
Optie
AF Illuminat.
I Face Priority
AF Area Pointer
C-AF lock
Selecteer [Off] om de AF-verlichting uit te schakelen.
Selecteer de AF-stand Gezichtsprioriteit. Dit is identiek aan
de instelling van de live control.
Als u [Off] selecteert, wordt het AF-kader niet getoond
tijdens de bevestiging.
Wanneer de [AF Mode] (Blz. 75) wordt ingesteld op [CAF], past de AF zich niet aan aan plotse wijzigingen in
de onderwerpafstand. Afhankelijk van de geselecteerde
gevoeligheid, zal de tijd die AF nodig heeft om zich aan te
passen variëren.
S Button/Dial/Lever
Optie
Button Function
Dial Direction
Mode Dial
Function
t Lever
Function
u+v
MENU
Beschrijving
Optie
Rls Priority C
j L fps
j H fps
j + IS Off
Half Way Rls
With IS
g
—
55
—
—
S
g
Kies de functie die aan de geselecteerde knop
is toegewezen.
[UFunction], [VFunction], [RFunction],
[tFunction], [YFunction], [ZFunction], [IFunction],
[GFunction], [nFunction], [mFunction],
[nFunction], [lFunction]
U kunt de functies wijzigen die aan de achterste regelaar en
voorste regelaar zijn toegewezen.
Kies de richting waarin de regelaar wordt gedraaid om de
sluitertijd of het diafragma aan te passen. Verander de
richting van de programmaverschuiving.
Past de opnamestand aan die werd ingesteld via de
functieknop. U kunt opgeslagen Myset-instellingen
toepassen. [Myset1] - [Myset4] (Blz. 79) kan worden
geselecteerd wanneer de instellingen zijn geregistreerd.
U kunt de positie van de hendel gebruiken om de functie
van de regelaars en knop te wijzigen.
Als u [Off] selecteert, kunt u de functie van de v-knop niet
veranderen, zelfs niet wanneer u de hefboom verplaatst.
T Release/j
Rls Priority S
c
R
MENU
7
103
—
—
—
106
—
c
Beschrijving
Als u [On] selecteert, kan de sluiter ontspannen worden,
zelfs als de camera niet scherpgesteld is. Deze optie kan
afzonderlijk worden ingesteld voor de modi S-AF (Blz. 75) en
C-AF (Blz. 75).
Kies de snelheid waarmee beelden worden doorgespoeld
voor [S] en [T]. De waarden zijn de maximale waarden
bij benadering.
Wanneer deze functie op [Off] is ingesteld, wordt de
beeldstabilisator ingeschakeld voor repeterende opnamen.
Als deze functie op [On] is ingesteld, werkt de
beeldstabilisatie wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Menufuncties (Custom-menu's)
Dial Function
c
Beschrijving
T
g
—
57
—
—
NL 93
Optie
Lens I.S. Priority
Release Lag-Time
c
MENU
T Release/j
Beschrijving
T
g
Als [On] geselecteerd is, wordt prioriteit gegeven
aan de lensfunctie bij gebruik van een lens met een
beeldstabilisatiefunctie.
Als [Short] is geselecteerd, kan de vertragingstijd tussen het
volledig indrukken van de ontspanknop en het moment van
opname worden verminderd.*
—
—
* Dit leidt wel tot een kortere levensduur van de batterij. Zorg er ook voor dat de camera
niet wordt blootgesteld aan schokbewegingen tijdens gebruik. Als dat wel gebeurt, kan het
zijn dat de monitor geen onderwerpen meer weergeeft. Wanneer dat optreedt, schakelt
u de camera uit en weer in.
U Disp/8/PC
Optie
HDMI
7
Menufuncties (Custom-menu's)
94 NL
Video Out
KControl
Settings
c
MENU
Beschrijving
U
g
[HDMI Out]: Het type digitaal videosignaal selecteren als
een televisie wordt aangesloten via een HDMI-kabel.
[HDMI Control]: Selecteer [On] om de camera te kunnen
bedienen met afstandsbedieningen voor televisies die
HDMI-controle ondersteunen.
Kies de videostandaard ([NTSC] of [PAL]) die in uw land of
regio wordt gebruikt.
Kies de regelaars die in elke opnamestand worden
weergegeven.
106
106
Shooting mode
Regelaars
P/A/
S/M
A
ART
SCN
Live Control (Blz. 30)
Live SCP (Blz. 109)
Live Guide (Blz.28)
–
–
–
Art Menu
–
–
–
Scene Menu
–
–
–
108
MENU
U Disp/8/PC
Optie
G/Info Settings
Displayed Grid
Picture Mode
Settings
Histogram
Settings
Mode Guide
Kies de informatie die wordt weergegeven als de knop
INFO wordt ingedrukt.
[q Info]: Kies de informatie die wordt weergegeven
in schermvullende weergave.
[LV-Info]: Kies de informatie die wordt weergegeven
wanneer de camera zich in de opnamestand bevindt.
[G Settings]: Kies de informatie die wordt weergegeven
in de index- en kalenderweergave.
Selecteer [w], [x], [y], [X] of [x] om een raster weer
te geven op de monitor.
Geef enkel het geselecteerde beeldeffect weer wanneer
een beeldeffect is geselecteerd.
[Highlight]: Kies de onderste limiet voor de weergave van
lichte partijen.
[Shadow]: Kies de bovenste limiet voor de weergave van
schaduwpartijen.
Kies [Off] om geen hulp weer te geven voor de
geselecteerde stand als de functieknop naar een nieuwe
instelling wordt gedraaid.
Als [On] geselecteerd is, wordt er voorrang aan gegeven
om de beelden duidelijk zichtbaar te maken; de
belichtingscorrectie en andere instellingen van de effecten
zijn niet zichtbaar op de monitor.
c
U
g
111,
112
—
—
111
18
—
7
Menufuncties (Custom-menu's)
Live View Boost
Beschrijving
NL 95
MENU
U Disp/8/PC
Optie
Frame Rate
Art LV Mode
Expand LV Dyn.
Range
Flicker reduction
LV Close Up Mode
7
Menufuncties (Custom-menu's)
Peaking Settings
Backlit LCD
Sleep
Auto Power Off
8 (Piepgeluid)
USB Mode
Optie
96 NL
U
g
Selecteer [High] om de beeldvertraging te reduceren.
De beeldkwaliteit kan daardoor echter achteruitgaan.
[mode1]: Het filtereffect wordt altijd weergegeven.
[mode 2]: Filtereffecten zijn niet zichtbaar op de monitor
terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Kies een
vloeiende weergave.
Als u [Off] selecteert, worden de zoeker en monitor normaal
getoond tijdens het maken van HDR-opnamen.
Beperk het flikkereffect onder bepaalde soorten
verlichting, waaronder fluorescentielampen. Wanneer
een eventuele flikkering niet verminderd wordt door de
[Auto]-instelling, stelt u deze parameter in op [50Hz]
of [60Hz] in overeenstemming met de gebruikelijke
vermogensfrequentie in de regio waar de camera wordt
gebruikt.
[mode1]: Als u de ontspanknop half indrukt, wordt de zoom
geannuleerd.
[mode2]: De zoom wordt niet geannuleerd wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
U kunt voor de kleur van de randverbetering kiezen tussen
wit en zwart.
Als gedurende de geselecteerde tijd geen handelingen
worden uitgevoerd, wordt de achtergrondverlichting gedimd
om de batterij te sparen. De achtergrondverlichting wordt
niet gedimd als [Hold] geselecteerd is.
De camera wordt in de sluimerstand (energiebesparing)
geschakeld als er gedurende de geselecteerde periode
geen handelingen worden uitgevoerd. De camera kan
opnieuw worden geactiveerd door de ontspanknop half in
te drukken.
Hiermee wordt de camera uitgeschakeld na een ingestelde
periode.
U kunt het piepgeluid, dat afgegeven wordt als de
scherpstelling vergrendeld wordt, op [Off] zetten door op de
ontspanknop te drukken.
Kies een stand om de camera op een computer of printer
aan te sluiten. Kies [Auto] om de opties voor de USBmodus weer te geven telkens wanneer de camera wordt
aangesloten.
V Exp/p/ISO
EV Step
c
Beschrijving
MENU
Beschrijving
Kies de omvang van de stappen die worden gebruikt
bij het selecteren van de sluitertijd, het diafragma, de
belichtingscorrectie en andere belichtingsparameters.
c
—
—
61
—
56
—
—
—
—
—
—
V
g
—
MENU
V Exp/p/ISO
Optie
Noise Reduct.
Noise Filter
ISO
ISO Step
ISO-Auto Set
Metering
AEL Metering
BULB/TIME Timer
BULB/TIME
Monitor
Live BULB
Live TIME
Anti-Shock z
Hiermee reduceert u de ruis die optreedt bij erg lange
sluitertijden.
[Auto]: Ruisonderdrukking wordt uitgevoerd bij lange
sluitertijden of wanneer de interne temperatuur van de
camera is toegenomen.
[On]: Bij elke opname wordt ruisonderdrukking toegepast.
[Off]: Ruisonderdrukking uit.
• Met ruisonderdrukking is er ongeveer twee keer zoveel tijd
nodig om het beeld op te nemen.
• De ruisonderdrukking wordt automatisch uitgeschakeld bij
repeterende opnamen.
• Bij sommige lichtomstandigheden en onderwerpen werkt
deze functie niet optimaal.
Kies de mate van ruisonderdrukking die toegepast wordt bij
hoge ISO-gevoeligheden.
De ISO-gevoeligheid instellen.
Selecteer de beschikbare stappen voor het kiezen van de
ISO-gevoeligheid.
Kies de bovengrens en standaardwaarde die gebruikt
worden voor de ISO-gevoeligheid als [Auto] geselecteerd
is voor ISO.
[High Limit]: Kies de bovengrens voor de automatische
keuze van ISO-gevoeligheid.
[Default]: Kies de standaardwaarde voor de automatische
keuze van ISO-gevoeligheid.
Kies de opnamestanden waarin de ISO-gevoeligheid [Auto]
beschikbaar is.
[P/A/S]: De automatische keuze van ISO-gevoeligheid is
beschikbaar in alle modi behalve M. De ISO-gevoeligheid
is vastgezet op ISO200 in stand M.
[All]: De automatische keuze van ISO-gevoeligheid
is beschikbaar in alle modi.
Kies een lichtmeetmethode aan de hand van de scène.
Kies de metingsmethode die wordt gebruikt voor AE-lock
(Blz. 102).
[Auto]: Gebruik de momenteel geselecteerde meetmethode.
Kies de maximale belichting voor bulb- en tijdfotografie.
Hiermee wordt de helderheid van de monitor ingesteld
wanneer [BULB] of [TIME] wordt gebruikt. Ook de
helderheid van de externe elektronische zoeker wordt
hiermee ingesteld.
Kies het weergave-interval tijdens het fotograferen.
Er zijn enkele beperkingen. De frequentie daalt bij een
hoge ISO-gevoeligheid. Kies [Off] om de weergave uit te
schakelen. Tik op de monitor of druk de ontspanknop half
in om de weergave te verversen.
Kies de tijd die er is tussen het indrukken van de
ontspanknop en het ontspannen van de sluiter. Dit vermindert
camerabewegingen ten gevolge van trillingen. Deze
functie is handig voor bijvoorbeeld microscoopfotografie en
astrofotografie. Dit is ook handig voor repeterende opnamen
(Blz. 57) en fotografie met de zelfontspanner (Blz. 57).
V
g
43
—
59
—
—
—
74
—
7
Menufuncties (Custom-menu's)
ISO-Auto
c
Beschrijving
—
—
—
—
—
NL 97
W # Custom
Beschrijving
Kies de sluitertijd die wordt gebruikt als de flits afgaat.
# Slow Limit
Kies de langste sluitertijd die beschikbaar is als er een flits
wordt gebruikt.
In de stand [On] wordt deze waarde opgeteld bij de waarde
van de belichtingscorrectie en wordt de flitssterkteregeling
geactiveerd.
X K/Color/WB
Beschrijving
2
Y SF
X
F
3
W N
Pixel Count
4
W SF
Menufuncties (Custom-menu's)
Set
Compressiefactor
Kies het aantal pixels voor beelden in [X]- en [W]-formaat.
1) Selecteer [Xiddle] of
[Wmall] en druk op I.
Pixel Count
Xiddle
Wmall
2560×1920
1280×960
72
2) Kies een aantal pixels
en druk op Q.
Back
All >
W Keep Warm
Color
#+WB
Color Space
72
F
Back
WB
X
D Set
1
Resolutie
Shading Comp.
51, 73
g
2) Druk op Q.
Pixel Count
c
112
U kunt de beeldkwaliteit van de JPEG selecteren uit
verschillende combinaties van drie resoluties en vier
compressiefactoren.
1) Gebruik HI om een
combinatie ([K1] –
[K4]) te kiezen en
verander met FG.
7
112
MENU
Optie
K Set
W
g
# X-Sync.
w+F
98 NL
c
MENU
Optie
Set
Kies [On] om randverlichting te corrigeren naargelang het
type lens.
• Voor teleconverters of tussenringen is er geen correctie.
• Er kan ruis zichtbaar zijn aan de randen van foto's die met
een hoge ISO-gevoeligheid genomen zijn.
Stel de witbalans in. Dit is identiek aan de instelling van
de live control. U kunt ook de witbalans fijnafstellen voor
elke stand. U kunt ook fijninstellingen uitvoeren met de
witbalanscompensatie op het superbedieningspaneel (Blz.
24).
[All Set]: Gebruik dezelfde witbalanscorrectie in alle modi
behalve [CWB].
[All Reset]: Stel de witbalanscorrectie in op 0 voor alle modi
behalve [CWB].
Selecteer [Off] om “warme“ kleuren te elimineren uit foto's
die bij gloeilamplicht werden genomen.
—
58
—
—
Pas de witbalans aan voor gebruik met een flitser.
—
Hiermee kunt u selecteren hoe kleuren door de monitor of
printer worden weergegeven.
—
Y Record/Erase
Optie
Quick Erase
RAW+JPEG Erase
File Name
Priority Set
dpi Settings
c
Als u [On] selecteert, wordt het huidige beeld onmiddellijk
verwijderd als u op de -knop drukt in de afspeelweergave.
Kies welke actie wordt uitgevoerd als u in de
enkelbeeldweergave een foto verwijdert die opgenomen
is met de instelling RAW+JPEG (Blz. 33).
[JPEG]: Alleen de JPEG-kopie wordt verwijderd.
[RAW]: Alleen de RAW-kopie wordt verwijderd.
[RAW+JPEG]: Beide kopieën worden verwijderd.
• Zowel de RAW- als JPEG-kopieën worden gewist wanneer
geselecteerde beelden worden gewist of wanneer
[All Erase] (Blz. 78) is geselecteerd.
[Auto]: Zelfs als u een nieuwe kaart plaatst, worden
de bestandsnummers van de vorige kaart aangehouden.
Het nummeren van bestanden gaat voort vanaf het laatste
nummer dat werd gebruikt of vanaf het hoogste nummer dat
beschikbaar is op de kaart.
[Reset]: Als u een nieuwe kaart plaatst, beginnen de
mapnummers met 100 en de bestandsnaam met 0001.
Als u een kaart plaatst waarop al foto's staan, beginnen
de bestandsnummers met het nummer dat volgt op het
hoogste bestandsnummer dat al op het kaart stond.
Kies hoe een naam aan beeldbestanden wordt gegeven
door het hierna grijs gemarkeerde gedeelte van de
bestandsnaam te bewerken.
sRGB: Pmdd0000.jpg
Pmdd
AdobeRGB: _mdd0000.jpg
mdd
Kies de standaardkeuze ([Yes] of [No]) voor dialoogvensters
voor bevestiging.
De afdrukresolutie instellen.
Y
g
—
72
—
7
—
—
—
Menufuncties (Custom-menu's)
Edit Filename
MENU
Beschrijving
NL 99
Optie
Copyright
Settings*
Beschrijving
g
Voeg de naam van de fotograaf en de eigenaar van het
auteursrecht toe aan nieuwe foto's. De naam kan tot
63 tekens lang zijn.
[Copyright Info.]: Selecteer [On] om de naam van de
fotograaf en de eigenaar van het auteursrecht op te nemen
in de Exif-gegevens van nieuwe foto's.
[Artist Name]: Voer de naam van de fotograaf in.
[Copyright Name]: Voer de naam in van de eigenaar van het
auteursrecht.
1) Markeer een teken 1 en druk op Q om het
gemarkeerde teken toe te voegen aan de naam 2.
—
2) Herhaal stap 1 om de naam te vervolledigen,
markeer vervolgens [END] en druk op Q.
• Om een teken te verwijderen, drukt u op de knop
INFO om de cursor in het naamvak te plaatsen 2,
markeer het teken en druk op .
Copyright Name
2
7
1
Menufuncties (Custom-menu's)
100 NL
05/70
ABCDE
! ” #
0 1 2 3
A B C
P Q R S
a b c d
o p q r
@
Cancel
$
4
D
T
e
s
%
5
E
U
f
t
&
6
F
V
g
u
’
7
G
W
h
v
(
8
H
X
i
w
Delete
)
9
I
Y
j
x
*
:
J
Z
k
y
+
;
K
[
l
z
,
<
L
]
m
{
=
M
_
n
}
. /
> ?
N O
END
Set
* OLYMPUS kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade ten gevolge van geschillen
over het gebruik van [Copyright Settings]. Gebruik deze functie op uw eigen risico.
Z Movie
Optie
nMode
Movie R
Movie Effect
MENU
Beschrijving
Kies een stand om videobeelden op te nemen. Deze optie
kan ook worden geselecteerd met live control.
Kies [Off] om videobeelden zonder geluid op te nemen.
Deze optie kan ook worden geselecteerd met live control.
Kies [On] om filmeffecten mogelijk te maken in stand n.
Wind Noise
Vermindert het geluid van de wind tijdens de opname.
Reduction
Recording Volume Pas de gevoeligheid van de microfoon aan.
[Built-In R]: Stel de interne microfoon van de camera in.
[External R]: Ingesteld als u de SEMA-1 gebruikt (apart
verkrijgbaar).
[Line-In R]: Stel een aangesloten microfoon in met behulp
van de microfoonaansluiting.
c
Z
g
71
76
44
—
—
b Built-In EVF
MENU
c
Optie
Beschrijving
Built-in EVF Style
Kies de weergavestijl van de zoeker.
Net als de monitor kunt u de zoeker gebruiken om
histogrammen en lichte en donkere delen weer te geven.
Geef een compositieraster weer in de zoeker. Kies uit [w],
[x], [y], [X] en [x].
Als [Off] is geselecteerd, wordt de monitor niet ingeschakeld
wanneer u uw oog tegen de zoeker houdt. Druk op de
u-knop om de weergave te kiezen.
Pas de helderheid en kleurschakering van de zoeker aan.
Helderheid wordt automatisch ingesteld wanneer [EVF Auto
Luminance] op [On] is ingesteld.
Wanneer dit is ingesteld op [Off], wordt de waterpas niet
getoond wanneer de sluiterknop half wordt ingeduwd. Dit is
nuttig wanneer [Built-in EVF Style] is ingesteld op [Style 1]
of [Style 2].
V Info Settings
V Displayed Grid
EVF Auto Switch
EVF Adjust
V Half Way Level
k K Utility
Optie
Exposure Shift
AF Focus Adj.
: Waarschuwingsniveau
: Batterijprioriteit
Level Adjust
Touch Screen
Settings
Eye-Fi*
c
Beschrijving
Met de functie Pixel Mapping kan de camera het
beeldopneemelement en de beeldbewerkingfuncties
controleren en bijstellen.
Pas de optimale belichting afzonderlijk aan voor elke
meetmethode.
• Dit beperkt het aantal opties voor de belichtingscorrectie
in de geselecteerde richting.
• De effecten zijn niet zichtbaar op de monitor. Voor
normale aanpassingen aan de belichting gebruikt u de
belichtingscorrectie (Blz. 51).
U kunt het AF-fasecontrast focuspunt nauwkeurig instellen
met stappen van ±20.
Kies het batterijniveau waarop de waarschuwing 8 wordt
weergegeven.
Kies de belangrijkste voedingsbron wanneer u een
reservebatterijhouder gebruikt.
U kunt de hoek van de level gauge instellen.
[Reset]: Herstelt ingestelde waarden naar de
fabrieksinstellingen.
[Adjust]: Stelt de huidige camerapositie in als het nulpunt.
Activeer het aanraakscherm. Kies [Off] om het
aanraakscherm uit te schakelen.
Schakel het uploaden in of uit wanneer een Eye-Fi-kaart
wordt gebruikt. Wordt getoond als een Eye-Fi-kaart is
geplaatst.
—
—
—
—
—
k
g
148
—
113
16
135
7
Menufuncties (Custom-menu's)
Pixel-Mapping
MENU
b
g
—
—
—
—
* Gebruik overeenkomstig de lokale voorschriften. In een vliegtuig en op andere plaatsen
waar het gebruik van draadloze apparaten verboden is, dient u de Eye-Fi-kaart uit de
camera te verwijderen of [Off] te selecteren voor [Eye-Fi]. De camera ondersteunt de
“eindeloze“ Eye-Fi-stand niet.
NL 101
AEL/AFL
MENU
c
R
[AEL/AFL]
S-AF AEL/AFL
De autofocus en de meting kunnen worden uitgevoerd door
op de knop te drukken waaraan AEL/AFL is toegewezen.
Kies een stand voor elke scherpstelstand.
mode1
Half Way
Fully
AEL
AFL
AEL/S-AF
Exposure
AEL
Back
Set
AEL/AFL
Ontspanknopfunctie
Modus
Half indrukken
Focus
mode1
S-AF
7
Menufuncties (Custom-menu's)
102 NL
S-AF
mode2
S-AF
mode3
–
mode1
C-AF start
mode2
C-AF start
–
mode3
–
Vastgehouden
mode4
–
–
–
Vastgehouden
C-AF
mode1
MF
Belichting
Vastgehouden
mode2
mode3
–
Vastgehouden
Vastgehouden
Helemaal indrukken
Focus
Belichting
Knopfunctie
Als u de AEL-/AFLknop ingedrukt houdt
Focus
Belichting
Vastge–
houden
Vastge–
houden
–
–
–
Vastgehouden
–
–
S-AF
–
–
Vastgehouden
–
–
C-AF start
Vastgehouden
C-AF start
Vastgehouden
Vastgehouden
Vastgehouden
Vastgehouden
–
–
–
–
S-AF
–
–
–
Vastgehouden
–
Vastgehouden
–
–
–
Vastgehouden
Vastgehouden
–
–
Vastgehouden
Vastgehouden
–
MF Assist
MENU
c
R [MF Assist]
Dit is een hulpfunctie voor scherpstellen voor MF. Wanneer u aan de scherpstelring
hebt gedraaid, is de rand van het onderwerp verbeterd of is een gedeelte van de
schermweergave vergroot. Wanneer u niet meer aan de de scherpstelring draait, keert
het scherm terug naar het originele beeld.
Magnify
Peaking
Hiermee vergroot u een gedeelte van het scherm. U kunt het
gedeelte dat u wilt vergroten vooraf instellen met het AF-kader.
g [AF Area] (Blz.54)
Hiermee worden duidelijk bepaalde omtrekken met
randverbetering weergegeven. U kunt de kleur van de
verbetering selecteren. g [Peaking Settings] (Blz.96)
$ Opmerkingen
• [Magnify] en [Peaking] kunnen met de knop worden weergegeven. Het display verandert
telkens u op de knop drukt. Wijs de schakelfunctie vooraf toe aan een van de knoppen
met [Button Function] (Blz. 103).
# Let op
Button Function
MENU
c
S
[Button Function]
Zie de onderstaande tabel voor de functies die toegewezen kunnen worden. De beschikbare
opties zijn afhankelijk van de specifieke knop.
Knopfuncties
[UFunction] / [VFunction] / [RFunction]*1 / [tFunction] / [YFunction] / [ZFunction] /
[IFunction] / [GFunction] / [nFunction] / ([Direct Function]*2 / [P]*3) / [mFunction] /
[nFunction] / [lFunction]*2
*1 Niet beschikbaar in stand n.
*2 Wijs de functie toe aan elke FGHI.
*3 Kies het AF-kader.
*4 Kies de functie die aan de knop op sommige lenzen is toegewezen.
F
Pas de belichtingscorrectie aan.
ISO
Pas de ISO-gevoeligheid aan.
WB
Pas de witbalans aan.
AEL/AFL
AE-vergrendeling of AF-vergrendeling. De functie verandert
op basis van de [AEL/AFL]-instelling. Wanneer AEL is
geselecteerd, drukt u eenmaal op de knop om de belichting
te vergrendelen en u weer te geven op de monitor. Druk
nogmaals op de knop om de vergrendeling te annuleren.
R REC
Druk op de knop om een film op te nemen.
7
Menufuncties (Custom-menu's)
• Wanneer u Peaking gebruikt, worden de randen van kleine onderwerpen vaak sterker
verbeterd. Hiermee wordt niet gegarandeerd dat de scherpstelling nauwkeurig is.
NL 103
z (Voorbeeld)
Het diafragma wordt verlaagd naar de geselecteerde waarde
terwijl de knop wordt ingedrukt.
k (Witbalans met een
druk)
De camera meet de witbalans wanneer de knop wordt
ingedrukt (Blz. 59).
P (AF-veld)
Kies het AF-kader.
P Home
Door op de knop te drukken, wordt de positie van het AFkader geselecteerd die is opgeslagen met [P Set Home]
(Blz. 92). De home-positie van het AF-kader wordt aangeduid
met een p-pictogram. Druk nogmaals op de knop om
naar de AF-kaderstand terug te keren. Als de camera wordt
uitgeschakeld terwijl de home-positie geselecteerd is, wordt
de home-positie teruggesteld.
MF
Druk op de knop om de handmatige scherpstelstand te
selecteren. Druk nogmaals op de knop om de voordien
geselecteerde AF-stand te herstellen.
RAWK
Druk op de knop om te schakelen tussen de opnamestanden
JPEG en RAW+JPEG.
Test Picture
Foto's die zijn genomen wanneer de knop is ingedrukt
worden op de monitor weergegeven maar worden niet op het
geheugenkaart opgeslagen.
Myset1 – Myset4
Wisselt tussen de opgeslagen Myset-instellingen wanneer de
knop wordt ingedrukt. Druk nogmaals op de knop om terug te
gaan.
I/H
U kunt de knop gebruiken om te kiezen tussen I en H
wanneer de onderwatertas is bevestigd. Houd de knop
ingedrukt op terug te keren naar de vorige modus. Als deze
optie geselecteerd is, zal de FL-LM2 ontsteken, zelfs als deze
niet omhoog staat. Bij gebruik van een ED12-50mmEZ-lens
met krachtige zoom (E-ZOOM) zoomt de lens automatisch
naar de WIDE- of TELE-optie naargelang I of H is
ingeschakeld.
Livegids
Druk op de knop om de livegidsen weer te geven.
b (Digital
teleconverter)
Druk op de knop om de digitale zoom in of uit te schakelen.
a (vergroten)
Druk op de knop om het zoomkader weer te geven. Druk
nogmaals op de knop om het beeld te vergroten. Houd de
knop ingedrukt om het zoomkader uit te schakelen.
7
Menufuncties (Custom-menu's)
104 NL
Peaking
Met elke druk op de knop schakelt de monitor tussen display/
niet display. Wanneer Peaking wordt weergegeven, zijn de
histogramweergave en de weergave van overbelichte en
onderbelichte delen niet beschikbaar.
AF stop
Stop automatische scherpstelling.
j/Y
Kies een optie voor repeterende opnamen of zelfontspanner.
#
Kies een flitserfunctie.
HDR
Wissel naar HDR met de opgeslagen instellingen.
BKT
Schakelt BKT-fotograferen in met de opgeslagen instellingen.
Multi-functie
Druk op de knop om de geselecteerde multifunctie te
annuleren*.
Wanneer u naar de geannuleerde functies gaat, moet u op de
knop drukken terwijl u aan de regelaar draait.
G (vergrendeling
aanraakscherm)
Telkens wanneer de knop wordt ingedrukt, wisselt de
bediening van het aanraakpaneel tussen geactiveerd en
gedeactiveerd.
Elektrische zoom
Wanneer u een lens gebruikt met een powerzoomfunctie,
moet u na het indrukken van de knop, de pendelknop
gebruiken om te zoomen.
7
Menufuncties (Custom-menu's)
* Multifunctie: b (Regeling van licht- en schaduwpartijen), c (Color Creator), a
(vergroten), d (Beeldverhouding)
NL 105
t Lever Function
c
MENU
S
[t Lever Function]
U kunt de positie van de hendel gebruiken om de functie van de regelaars en knoppen
te wijzigen.
Tabel van de positie van de hendel en de functies die aan de regelaar/knoppen zijn
toegewezen
Modus
Uit
mode1
mode2
7
mode3
Menufuncties (Custom-menu's)
mode4
mode5
Wanneer de hendelpositie
ingesteld is op 1
De hendelunctie wordt niet
gebruikt.
De functies van de regelaar zijn
gebaseerd op de instellingen van
[Dial Function].
De functies van de regelaar zijn
gebaseerd op de instellingen van
[Dial Function].
Wanneer de hendelpositie
ingesteld is op 2
De hendelunctie wordt niet
gebruikt.
Voorste regelaar: ISO
Achterste regelaar: witbalans
De R-knop en Fn2-knopfuncties
zijn gebaseerd op de instellingen
[RFunction] en [VFunction].
R-knop: ISO
Fn2-knop: witbalans
Voorste regelaar: witbalans
Achterste regelaar: ISO
De R-knop en Fn2-knopfuncties
R-knop: witbalans
zijn gebaseerd op de instellingen
Fn2-knop: ISO
[RFunction] en [VFunction].
De AF-modi die aan de posities van de hendel zijn toegewezen zijn
van toepassing. Wanneer de hendelpositie is ingesteld op 2, is de
standaardinstelling [MF].
Camerabeelden weergeven op een televisie
Gebruik de apart verkochte kabel om opgenomen beelden op uw televisie weer te
geven. Sluit de camera aan op een HD-tv met een HDMI-kabel om beelden van hoge
kwaliteit op een televisiescherm te bekijken. Bij het aansluiten van apparaten met een
AV-kabel, moet u eerst de instellingen [Video Out] van de camera instellen (Blz. 94).
HDMI-kabel (afzonderlijk verkocht: CB-HD1)
(Aansluiten op de HDMI-connector
op de televisie.)
HDMI-connector
(type D)
Type A
2
1
AV-kabel (apart verkocht: CB-AVC3)
(Aansluiten op de video-ingang (geel)
en de audio-ingang (wit) van de televisie.)
Multiconnector
106 NL
1
Sluit de tv en camera aan en schakel naar tv-invoer.
• De monitor van de camera wordt uitgeschakeld wanneer de kabel is aangesloten.
• Druk op de knop q als u de verbinding via een AV-kabel uitvoert.
# Let op
• Voor meer details over het wijzigen van de ingangsbron van de televisie raadpleegt
u de handleiding van de televisie.
• Afhankelijk van de instellingen van uw televisie kunnen de weergegeven beelden en
de informatie uitgesneden zijn.
• Als de camera met zowel een A/V- als HDMI-kabel is aangesloten, wordt voorrang
gegeven aan HDMI.
• Als de camera via een HDMI-kabel is aangesloten, kunt u het digitale videosignaaltype
selecteren. Kies een indeling dat overeenkomt met het ingangsformaat dat op de televisie
werd geselecteerd.
1080i
Er wordt voorrang gegeven aan 1080i HDMI-uitvoer.
720p
Er wordt voorrang gegeven aan 720p HDMI-uitvoer.
480p/576p
480p/576p HDMI-uitvoer. 576p wordt gebruikt wanneer [PAL] is
geselecteerd voor [Video Out] (Blz. 94).
De afstandsbediening van de tv gebruiken
De camera kan worden bediend met een afstandsbediening van een tv wanneer
deze is aangesloten op een tv die HDMI-controle ondersteunt. g [HDMI] (Blz. 94)
$ Opmerkingen
• U kunt de camera bedienen door de bedieningsaanwijzingen te volgen die worden
weergegeven op de tv.
• Tijdens de enkelbeeldweergave kunt u de informatieweergave weergeven of verbergen
door op de “Rode“ knop te drukken, en kunt u de indexweergave weergeven of
verbergen door op de “Groene“ knop te drukken.
• Sommige televisies ondersteunen niet alle functies.
7
Menufuncties (Custom-menu's)
• U kunt geen foto's of films opnemen als de HDMI-kabel aangesloten is.
• Sluit de camera niet aan op andere HDMI-uitvoerapparaten. Hierdoor zou de camera
beschadigd raken.
• HDMI-uitvoer is niet mogelijk als de camera via USB verbonden is met een computer
of een printer.
NL 107
Bedieningspaneelweergaven kiezen (KControl Settings)
Stel in of u bedieningspanelen wilt weergeven voor de optieselectie in de stand live
view. Wanneer elk scherm wordt getoond, kan tussen de schermen worden gewisseld
zoals hieronder getoond.
De bedieningspanelen weergeven
1
Druk op de u-knop en selecteer de opnamestand live view.
u-knop
Wi-Fi
S-IS AUTO
j
ISO-A
200
LN
FullHD
F
250 F5.6
7
2
01:02:03
0.0
38
Druk op de Q-knop terwijl het bedieningspaneel wordt getoond, druk dan op
de INFO-knop om het scherm te wisselen.
Menufuncties (Custom-menu's)
INFO
Q
INFO
Change Color Saturation
S-IS AUTO
A
INFO
WB
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
AUTO
4:3
AUTO
WB
AUTO
NORM
i
LN
4:3
FullHD
WB Auto
F
Livegids
01:02:03
250 F5.6
AUTO
AUTO
Cancel
Live control
1023
LV-superbedieningspaneel (Blz. 109)
INFO
Q
S-IS AUTO
P/A/S/M
INFO
WB
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
AUTO
4:3
AUTO
WB
AUTO
NORM
i
LN
P
4:3
FullHD
WB Auto
F
AUTO
AUTO
250 F5.6
Live control
01:02:03
1023
LV-superbedieningspaneel (Blz. 109)
INFO
Kunstfiltermenu
Q
1
Pop Art
1
Portrait
INFO
S-IS AUTO
ART/SCN
WB
ISO
AUTO
4:3
AUTO
WB
AUTO
NORM
i
LN
WB Auto
AUTO
AUTO
Motiefmenu
108 NL
INFO
WB
WB
AUTO
AUTO
Live control
4:3
FullHD
F
250 F5.6
01:02:03
1023
LV-superbedieningspaneel (Blz. 109)
LV-superbedieningspaneel
Dit is het superbedieningspaneel dat wordt gebruikt voor het instellen van opties in de
opnamestand live view. De statussen van de opname-instellingen worden in een lijst
getoond. Gebruik de pendelknop of de aanraakbediening om opties te selecteren om
de instellingen te wijzigen.
1
6
Recommended ISO
ISO
AUTO
2
3
7
WB
AUTO
NORM
AUTO
4
5
0
4:3
P
250 F5.6
f
e d
8
9
i
0.0
38
c ba
Instellingen die kunnen worden aangepast met behulp van het superbedieningspaneel
9
0
a
b
c
d
e
f
Gradatie z..................................Blz. 80
Z&W-filter x................................Blz. 80
Fototint y ...................................Blz. 81
Kleurruimte ..................................Blz. 98
Knopfunctietoewijzing ................Blz. 103
Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 55
Lichtmeetstand ............................Blz. 74
Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 71
Beeldkwaliteit ...............................Blz. 72
Autofocusstand ............................Blz. 75
Autofocusveld ..............................Blz. 54
Beeldstabilisator ..........................Blz. 68
7
Menufuncties (Custom-menu's)
Momenteel geselecteerde optie
ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59
Flitserfunctie ................................Blz. 52
Flitssterkteregelaar ......................Blz. 73
Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 57
6 Witbalans .....................................Blz. 58
Witbalanscompensatie
7 Beeldeffecten ...............................Blz. 70
8 Scherpte N .................................Blz. 80
Contrast J ..................................Blz. 80
Kleurintensiteit T .......................Blz. 80
1
2
3
4
5
NL 109
# Let op
• Niet weergegeven in de video-opnamestand.
1
Druk op de Q-knop wanneer u foto's maakt
met behulp van live view.
S-IS AUTO
WB
WB
AUTO
AUTO
• Live control wordt getoond.
2
4:3
Druk op de INFO-knop om het LVsuperbedieningspaneel te tonen.
LN
P
• Elke keer dat u op de INFO-knop drukt,
verandert de display.
3
4
Raak de functie aan die u wilt instellen.
• De cursor wordt op de aangeraakte functie
weergegeven.
7
• Ook beschikbaar in de menu's ART of SCN.
Raak het pictogram aan van de functie die u wilt
selecteren.
F
AUTO
AUTO
Recommended ISO
Cursor
ISO
AUTO
WB
AUTO
NORM
AUTO
i
4:3
Druk op Q om een instelling te selecteren.
$ Opmerkingen
FullHD
WB Auto
01:02:03
250 F5.6
1023
WB
ISO
AUTO
WB
AUTO
NORM
AUTO
i
4:3
Menufuncties (Custom-menu's)
110 NL
250 F5.6
01:02:03
1023
Informatieschermen toevoegen (G/Info Settings)
LV-Info (Schermen met opnamegegevens)
Gebruik [LV-Info] om de volgende schermen met opnamegegevens toe te voegen.
De toegevoegde schermen worden weergegeven door tijdens de opname herhaaldelijk de
knop INFO in te drukken. U kunt ook kiezen om schermen met standaardinstellingen niet
weer te geven.
R
Wi-Fi
S-IS AUTO
ISO-A
ISO
200
200
LN
LN
FullHD
P
250 F5.6
01:02:03
0.0
38
Histogramweergave
HD
P
250 F5.6
0.0
01:02:03
38
Weergave van
overbelichte en
onderbelichte delen
Weergave van overbelichte en onderbelichte delen
Delen boven de bovengrens voor de helderheid van het beeld worden rood weergegeven,
delen onder de ondergrens blauw. g [Histogram Settings] (Blz. 95)
×10
2013.10.01 12:30
15
Histogramweergave
Shadow Highlight
15
15
Weergave van overbelichte
en onderbelichte delen
16
Lichtbakweergave
Lichtbakweergave
Twee beelden naast elkaar vergelijken. Druk op Q om het beeld te selecteren aan de
andere kant van de monitor.
• Het basisbeeld wordt rechts weergegeven. Gebruik HI om een beeld te selecteren en
druk op Q om het beeld naar links te verplaatsen. Het beeld dat u wilt vergelijken met
het beeld links, kan rechts worden geselecteerd. Om een ander basisbeeld te kiezen,
markeert u het rechterbeeld en drukt u op Q.
• Druk op Fn1 om in te zoomen op de huidige afbeelding. Draai aan de achterste regelaar
om de zoomratio te veranderen.
Bij het inzoomen kunt u FGHI gebruiken of naar andere zones van de afbeelding te
scrollen en de voorste regelaar om een afbeelding te selecteren.
Fn1
2x
Fn1
2x
7
Menufuncties (Custom-menu's)
q Info (Schermen met weergavegegevens)
Gebruik [q Info] om de volgende schermen met weergavegegevens toe te voegen.
De toegevoegde schermen worden weergegeven door tijdens de weergave herhaaldelijk
de knop INFO in te drukken. U kunt ook kiezen om schermen met standaardinstellingen
niet weer te geven.
Fn1
2x
53
54
NL 111
G Settings (Indexweergave/kalenderweergave)
U kunt een indexweergave toevoegen met een afwijkend aantal kaders en een
kalenderweergave met [G Settings]. De extra schermen worden getoond door tijdens
de weergave aan de achterste regelaar te draaien.
Q
p
p
p
2013.10
Sun
2013.10.01 12:30
20
L N 100-0020
2013.10.01 12:30
20
Enkelbeeldweergave
q
2013.10.01 12:30
20
4 beelden
q
2013.10.01 12:30
20
9–100 beelden
q
Mon
Tue
Wed
Thu
Fri
Sat
29
30
1
2
3
4
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
5
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
1
2
3
4
5
6
7
Kalenderscherm
Indexweergave
Sluitertijden als de flits automatisch ontsteekt
[# X-Sync.] [# Slow Limit]
U kunt de sluitertijd instellen voor standen waarin de flitser automatisch ontbrandt.
7
Menufuncties (Custom-menu's)
112 NL
Stand
Fotograferen
P
A
S
M
Flitsmoment (synchroon)
De langzamere van 1/
(lensbrandpuntslengte×2)
en de [# X-Sync.]instellingen
De ingestelde sluitertijd
Bovenste limiet
Onderste limiet
[# Slow Limit]instelling
[# X-Sync.]-instelling*
Geen onderste limiet
* 1/320 sec. wanneer u de geleverde externe flitser FL-LM2 gebruikt en 1/125 sec. wanneer
u een in de handel verkrijgbare speciale flitser gebruikt.
AF focus aanpassen
U kunt het focuspunt van het AF-fasecontrast bijstellen in een bereik van ±20 stappen
(-: afstand dichtbij, +: afstand veraf). Normaal hoeft u deze instellingen niet te wijzigen.
1
Selecteer [AF Focus Adj.] op het tabblad k in het c custom-menu en
druk op de Q-knop.
• Selecteer een instelling en druk op I.
[OFF]:
Er worden geen nauwkeurige AF-instellingen uitgevoerd.
[Default Data]: Er worden nauwkeurige instellingen voor alle lenzen geregistreerd
en toegepast. Instellingen worden niet toegepast op individueel
geregistreerde lenzen.
[Lens Data]: Er worden instellingen gedaan voor elke lens; er kunnen
instelwaarden voor maximaal 20 lenzen worden geregistreerd.
Wanneer [Default Data] is geselecteerd
2
Instelwaarden selecteren met FG.
• De registratie wordt beëindigd met de Q-knop.
• Druk voordat u op de Q-knop drukt op de sluiterknop en bevestig de instellingen
door een foto te maken.
Wanneer [Lens Data] is geselecteerd
[Create Lens Data Set] selecteren en op Q drukken.
3
Selecteer een AF-doelwaarde die u nauwkeurig wilt instellen en stel de
instelwaarden in met FG.
• Als de gegevens al zijn geregistreerd, wordt [Lens Data] getoond. U kunt informatie
bevestigen of wissen door deze te selecteren met FG en op I te drukken
• Selecteer uw AF-teken opnieuw en voer de instelwaarden opnieuw in; druk op Q
wanneer u klaar bent.
• Wanneer u de zoomlens gebruikt, kunt u de instelwaarden opnemen voor Afstand
veraf en Afstand dichtbij.
• Druk voordat u op de Q-knop drukt op de sluiterknop en bevestig de instellingen
door een foto te maken.
4
Druk op de knop MENU om naar het c custom-menu terug te keren,
selecteer [Lens Data] bij [AF Focus Adj.] op het tabblad k en druk
op Q.
Menufuncties (Custom-menu's)
2
7
% Tips
• Op het scherm die de werkelijk opname weergeeft om de instellingen te bevestigen,
kunt u bevestigen door de voorste regelaar zo te draaien dat er wordt ingezoomd op
het beeld.
# Let op
• Afhankelijk van de instellingen en de lens, kan de camera mogelijk niet focussen op verre
of dichte afstanden.
NL 113
De accessoirepoortmenu's gebruiken
U kunt instellingen selecteren voor apparaten die via de accessoirepoort zijn
aangesloten.
Vóór u de accessoirepoortmenu's gebruikt
Het accessoirepoortmenu is alleen beschikbaar wanneer de overeenkomstige optie
is geselecteerd voor het item [c/# Menu Display] in het setup-menu.
1
Druk op de knop MENU om de menu's weer te geven, en kies het tabblad
d (Setup-menu).
2
Selecteer [c/# Menu Display] en stel [# Menu Display] in op [On].
• Het tabblad # (Accessoirepoortmenu) wordt in het menu weergegeven.
Accessoirepoortmenu
7
Menufuncties (Accessoirepoortmenu's)
114 NL
A OLYMPUS PENPAL Share (Blz. 116)
B OLYMPUS PENPAL Album (Blz. 117)
C Electronic Viewfinder (Blz. 117)
Accessory Port Menu
1
2
OLYMPUS PENPAL Share
OLYMPUS PENPAL Album
Electronic Viewfinder
c
#
Back
Set
OLYMPUS PENPAL gebruiken
De optionele OLYMPUS PENPAL kan worden gebruikt om foto's te uploaden naar of
te ontvangen van Bluetooth-apparaten of andere camera's die aangesloten zijn op
een OLYMPUS PENPAL. Ga naar de OLYMPUS-website voor meer informatie over
Bluetooth-apparaten.
Beelden verzenden
Wijzig het formaat en verzend JPEG-beelden naar een ander apparaat. Voor u beelden
verzendt, dient u na te gaan of het ontvangend apparaat ingesteld is om gegevens te
ontvangen.
1
Geef de foto die u wilt verzenden, schermvullend
weer en druk op Q.
2
Selecteer [Send A Picture] en druk op Q.
3
• Selecteer [Search] en druk op Q in het volgende
dialoogvenster. De camera gaat op zoek naar en geeft
Bluetooth-apparaten weer die binnen bereik zijn of in
het [Address Book] staan.
JPEG
<
Send A Picture
Erase
Back
Set
Send Picture
Selecteer de bestemming en druk op Q.
7
• Het beeld wordt naar het ontvangstapparaat verzonden.
• Als u een PIN-code dient in te geven, voert u 0000 in en
drukt u op Q.
Sending
Beelden ontvangen/een host toevoegen
Maak verbinding met het zendtoestel en haal de JPEG-beelden binnen.
1
2
3
Selecteer [OLYMPUS PENPAL Share] in # het
Accessoirepuntmenu (Blz. 114).
Selecteer [Please Wait] en druk op Q.
• Voer op het zendtoestel de bewerkingen uit om beelden
te verzenden.
• De verzending start en het dialoogvenster
[Receive Picture Request] verschijnt.
Accessory Port Menu
1
2
OLYMPUS PENPAL Share
OLYMPUS PENPAL Album
Electronic Viewfinder
c
#
Set
Back
Selecteer [Accept] en druk op Q.
Receive Picture
• Het beeld wordt overgezet naar de camera.
• Als u een PIN-code dient in te geven, voert u 0000
in en drukt u op Q.
Receiving
Menufuncties (Accessoirepoortmenu's)
Cancel
Cancel
NL 115
Het adresboek bewerken
De OLYMPUS PENPAL kan hostinformatie opslaan. U kunt namen toewijzen aan hosts
of hostinformatie verwijderen.
1
Selecteer [OLYMPUS PENPAL Share] in # het
Accessoirepuntmenu (Blz. 114).
2
3
Selecteer [Address Book] en druk op Q.
4
A. OLYMPUS PENPAL Share
Please Wait
Address Book
My OLYMPUS PENPAL
Picture Send Size
1
Selecteer [Address List] en druk op Q.
• De naam van de bestaande hosts wordt weergegeven.
Back
Set
Selecteer de host die u wilt bewerken en druk op Q.
Hosts verwijderen
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Hostinformatie bewerken
Druk op Q om hostinformatie weer te geven. Om de hostnaam te wijzigen, drukt
u nogmaals op Q en past u de huidige naam aan in het daartoe bestemde dialoogvenster.
7
Menufuncties (Accessoirepoortmenu's)
Albums maken
U kunt de grootte van uw favoriete JPEG-foto's aanpassen en de foto's kopiëren naar
een OLYMPUS PENPAL.
1
Geef de foto die u wilt kopiëren, schermvullend
weer en druk op Q.
2
Selecteer [z] en druk op Q.
<
Send A Picture
Erase
• Om beelden te kopiëren van een OLYMPUS PENPAL
naar de geheugenkaart, selecteert u [y] en
drukt u op Q.
Set
Back
# Let op
• De OLYMPUS PENPAL kan alleen worden gebruikt in de regio waar deze werd
aangeschaft. Afhankelijk van de regio kan het gebruik ervan een inbreuk betekenen op de
voorschriften inzake radiogolven en kan het gebruik onderworpen zijn aan boetes.
MENU
A OLYMPUS PENPAL Share
Optie
Please Wait
Address Book
Mijn OLYMPUS
PENPAL
Picture Send Size
116 NL
JPEG
#
Beschrijving
Ontvang beelden en voeg hosts toe aan het adresboek.
[Address List]: Bekijk de hosts die in het adresboek zijn
opgeslagen.
[New Pairing]: Voeg een host toe aan het adresboek.
[Search Timer]: Kies hoelang de camera naar een host zoekt.
Geef informatie weer voor uw OLYMPUS PENPAL, zoals de
naam, het adres en ondersteunde diensten. Druk op Q om
de naam van het apparaat te bewerken.
Kies het formaat waarin beelden worden verzonden.
[Size 1: Small]: Beelden worden verzonden in een formaat dat
overeenkomt met 640 × 480.
[Size 2: Large]: Beelden worden verzonden in een formaat dat
overeenkomt met 1920 × 1440.
[Size 3: Medium]: Beelden worden verzonden in een formaat
dat overeenkomt met 1280 × 960.
A
g
115
116
116
115
B OLYMPUS PENPAL Album
Optie
MENU
B
#
Beschrijving
g
Copy All
Alle beeld- en geluidsbestanden worden gekopieerd tussen
de SD-kaart en OLYMPUS PENPAL. Van gekopieerde
beelden wordt de grootte aangepast overeenkomstig de optie
die werd geselecteerd voor de grootte van de beeldkopie.
Reset Protect
Verwijder de bescherming van alle foto's in het
OLYMPUS PENPAL-album.
Album Mem. Usage Toon het aantal foto's dat zich momenteel in het album
bevindt, en het aantal bijkomende foto's dat kan worden
opgeslagen met [Size 2: Medium].
Album Mem. Setup [All Erase]: Verwijder alle foto's in het album.
[Format Album]: Formatteer het album.
Picture Copy Size
Kies de grootte waarmee beelden worden gekopieerd.
[Size 1: Large]: het formaat van gekopieerde afbeeldingen
wordt niet gewijzigd.
[Size 2: Medium]: afbeeldingen worden gekopieerd naar een
grootte die gelijk is aan 1920 × 1440.
MENU
C Electronic Viewfinder
EVF Adjust
EVF Auto Switch
116
116
116
C
#
Beschrijving
Pas de helderheid en
kleurtemperatuur van
optionele externe zoekers
aan. De geselecteerde
kleurtemperatuur wordt ook
gebruikt tijdens de weergave
op de monitor. Gebruik HI om
de kleurtemperatuur (j) of de
helderheid (k) te selecteren, en
gebruik FG om een waarde
te kiezen tussen [+7] en [–7].
116
g
EVF Adjust
j
-5
k
+2
—
Back
Set
Stel in of het display automatisch moet wegdraaien van de
monitor wanneer u de functie Zoeker schakelen gebruikt.
Wanneer dit is ingesteld op [Off] en u op de knop u drukt op
140
de externe zoeker, wisselt de weergave tussen de zoeker en
de monitor. Wanneer ingesteld op [On] wisselt de weergave
automatisch naar VF-4 wanneer u daar doorheen kijkt.
7
Menufuncties (Accessoirepoortmenu's)
Optie
116
NL 117
8
Beelden printen
Printreservering (DPOF)
U kunt digitale “printorders“ opslaan op de geheugenkaart die aangeven welke
foto's moeten worden afgedrukt en in welke oplage. U kunt dan de foto's printen in
een printshop die DPOF ondersteunt of u kunt de foto's zelf printen door de camera
rechtstreeks op een DPOF-printer aan te sluiten. Om een printorder te maken is een
geheugenkaart vereist.
Een printorder maken
1
2
Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [<].
Selecteer [<] of [U] en druk op Q.
Individuele foto
Druk op HI om het beeld te selecteren waarvoor u een
printreservering wilt instellen en druk op FG om het
aantal prints in te stellen.
• Om een printreservering voor meerdere foto's in te
stellen, herhaalt u deze stap. Druk op Q wanneer alle
gewenste foto's geselecteerd zijn.
8
Print Order Setting
<
ALL
Back
Set
Beelden printen
Alle foto's
Selecteer [U] en druk op Q.
3
Selecteer de gewenste datum- en tijdweergave en druk op Q.
No
Date
Time
De foto's worden zonder datum en tijd
geprint.
De foto's worden geprint met de datum van
fotograferen.
De foto's worden geprint met het tijdstip van
fotograferen.
X
No
Date
Time
Back
4
Set
Selecteer [Set] en druk op Q.
# Let op
• De camera kan niet worden gebruikt om printorders te wijzigen die met andere apparaten
zijn aangemaakt. Als u een nieuw printorder aanmaakt, wist u eventuele bestaande
printorders die aangemaakt zijn met andere apparaten.
• Een printorder kan geen 3D-foto's, RAW-beelden of films bevatten.
Alle of geselecteerde foto's uit het printorder verwijderen
U kunt alle printreserveringsgegevens annuleren of alleen de gegevens voor
geselecteerde foto's.
1
118 NL
Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [<].
2
Selecteer [<] en druk op Q.
3
Druk op HI om beelden te selecteren die u uit het printorder wilt
verwijderen.
• Om alle foto's uit het printorder te verwijderen, selecteert u [Reset] en drukt u op Q.
Om af te sluiten zonder alle foto's te verwijderen, selecteert u [Keep] en drukt u op Q.
• Gebruik G om het aantal prints in te stellen op 0. Druk op Q zodra u alle gewenste
foto's uit de printorder hebt verwijderd.
4
Selecteer de gewenste datum- en tijdweergave en druk op Q.
5
Selecteer [Set] en druk op Q.
• Deze instelling wordt op alle beelden met printreserveringsgegevens toegepast.
Direct printen (PictBridge)
Sluit u de camera met het USB-kabeltje aan op een voor PictBridge geschikte printer,
dan kunt u de opgeslagen beelden rechtstreeks printen.
1
Sluit de camera met de meegeleverde USB-kabel aan op de printer en
schakel de camera in.
8
USB-kabel
Kleiner contact
USB-poort
• Gebruik een volledig opgeladen batterij als u afdrukken wenst te maken.
• Als de camera wordt ingeschakeld, moet een dialoogvenster op de monitor
verschijnen om een host te kiezen. Als dit niet het geval is, selecteert u [Auto] voor
[USB Mode] (Blz. 96) in de custom-menu's van de camera.
2
Gebruik FG om [Print] te selecteren.
• [One Moment] verschijnt, gevolgd door een
dialoogvenster om de printfunctie te selecteren.
• Als het scherm na een paar minuten niet verschijnt,
koppelt u de USB-kabel los start u opnieuw vanaf
stap 1.
Beelden printen
Multiconnector
USB
Storage
MTP
Print
Exit
Set
Ga verder met “Printen volgens de specificatie van de klant“ (Blz. 120).
# Let op
• 3D-foto's, RAW-beelden en films kunnen niet worden geprint.
NL 119
Eenvoudig printen
Gebruik de camera om de foto die u wilt printen weer te geven voor u de printer via de
USB-kabel aansluit.
1
Selecteer met HI de te printen foto's om deze op
de camera weer te geven.
2
Druk op I.
• Het instelmenu voor het selecteren van de foto
verschijnt als het printen is voltooid. Om een andere
foto te printen, selecteert u met HI de gewenste foto
en drukt u op Q.
• Om af te sluiten, koppelt u de USB-kabel los van de
camera terwijl het instelmenu voor selecteren van de
foto wordt weergegeven.
Easy Print Start
PC/Custom Print
Printen volgens de specificatie van de klant
1
8
Volg de bedieningsaanwijzingen op voor het instellen van een printoptie.
Printfunctie selecteren
Selecteer de manier van printen (printfunctie). De beschikbare printfuncties staan
hieronder vermeld.
Print
Beelden printen
All Print
Multi Print
All Index
Print Order
De geselecteerde foto's worden geprint.
Alle foto's die opgeslagen zijn op de kaart worden geprint. Elke foto
wordt één keer geprint.
Print meerdere kopieën van dezelfde foto als afzonderlijke beelden
op een enkel blad.
Print een index van alle beelden die op de kaart zijn opgeslagen.
Print overeenkomstig de printreservering die u gemaakt heeft.
Als er geen foto met printreservering bestaat, is deze functie niet
beschikbaar.
De eigenschappen van het printpapier instellen
Deze instelling varieert afhankelijk van het type printer. Als alleen de STANDAARDinstelling van de printer beschikbaar is, kunt u de instelling niet wijzigen.
Size
Borderless
Pics/Sheet
120 NL
Stelt het papierformaat in dat de printer ondersteunt.
Selecteert of de foto op een volledige pagina wordt geprint of binnen
een blanco kader.
Selecteert het aantal beelden per blad. Dit verschijnt als u de functie
[Multi Print] hebt geselecteerd.
De beelden die u wilt printen selecteren
Selecteer de beelden die u wilt printen. De geselecteerde
foto's kunnen later worden geprint (reservering van
een enkel beeld) of het beeld dat u geopend hebt kan
rechtstreeks worden geprint.
123-3456
2013.10.01 12:30
Select
Print
Print (f)
Single Print
(t)
More (u)
15
Single Print
More
Print de foto die nu wordt weergegeven. Als er een foto met een
[Single Print]-reservering bestaat, zal alleen deze gereserveerde
foto worden geprint.
Maakt een printreservering voor de foto die nu wordt weergegeven.
Als u na het maken van een [Single Print]-reservering deze
printreservering ook op andere foto's wilt toepassen, selecteert
u met HI de gewenste foto's.
Voor het instellen van het aantal prints en andere eigenschappen
van de nu weergegeven foto, en of u deze wilt printen of niet. Hoe
u dat doet, leest u in “Printgegevens instellen“ in de volgende
paragraaf.
Printgegevens instellen
Selecteert of u printgegevens zoals de datum en het tijdstip of de bestandsnaam op
de foto wilt afdrukken. Als de printfunctie ingesteld is op [All Print] en [Option Set]
geselecteerd is, verschijnt de volgende optie.
P
2
Voor het instellen van het aantal prints.
Print de datum en het tijdstip die bij de foto zijn opgeslagen.
Print de bestandsnaam die bij het beeld is opgeslagen.
Snijdt het beeld uit voor het printen. Gebruik de regelaar om de
grootte van de uitsnede te kiezen en FGHI om de uitsnede
te positioneren.
Als u de foto's die u wilt printen en de printgegevens hebt ingesteld,
selecteert u [Print] en drukt u op Q.
8
Beelden printen
<×
Date
File Name
• Om te stoppen en het printen te annuleren, drukt u op Q. Om het afdrukken
te hervatten, selecteert u [Continue].
Printen annuleren
Om het printen te annuleren, markeert u [Cancel] en drukt u op Q. Houd er rekening mee
dat wijzigingen aan de printorder verloren gaan; om het printen te annuleren en terug te
keren naar de vorige stap, waar u wijzigingen kunt aanbrengen aan de huidige printorder,
drukt u op MENU.
NL 121
9
Camera aansluiten op een computer
en een smartphone
De computersoftware installeren
Windows
1
Plaats de meegeleverde cd in een cd-rom-station.
Windows XP
• Er verschijnt een “Setup“-dialoogvenster.
Windows Vista/Windows 7/Windows 8
• Er verschijnt een Autorun-dialoogvenster. Klik op
“OLYMPUS Setup“ om het “Setup“-dialoogvenster
weer te geven.
# Let op
9
Camera aansluiten op een computer en een
smartphone
122 NL
• Als het dialoogvenster “Setup“ niet wordt weergegeven, selecteert u “Mijn computer“
(Windows XP) of “Computer“ (Windows Vista/Windows 7) in het startmenu.
Dubbelklik op het pictogram CD-ROM (OLYMPUS Setup) om het venster
“OLYMPUS Setup“ te openen, en dubbelklik vervolgens op “LAUNCHER.EXE“.
• Als een dialoogvenster “User Account Control“ verschijnt, klikt u op “Yes“
of “Continue“.
2
Volg de instructies op het scherm van uw computer.
# Let op
• Als niets wordt weergegeven op het scherm van de camera nadat de camera met de
computer werd verbonden, kan de batterij leeg zijn. Gebruik een volledig opgeladen
batterij.
Multiconnector
Zoek dit teken.
USB-kabel
Kleiner contact
USB-poort
# Let op
• Wanneer de camera via USB aangesloten is op een ander apparaat, verschijnt een
bericht om een verbindingstype te kiezen. Selecteer [Storage].
3
Registreer uw Olympus-product.
4
Installeer OLYMPUS Viewer 3.
• Klik op de knop “Registration“ en volg de instructies op het scherm.
• Controleer de systeemvereisten voor u met de installatie begint.
• Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 3“ en volg de instructies op het scherm om
de software te installeren.
Besturingssysteem
Processor
RAM-geheugen
Vrije ruimte op
de harde schijf
Monitorinstellingen
Windows XP (Service Pack 2 of later) / Windows Vista /
Windows 7 / Windows 8
Pentium 4 1,3 GHz of beter
(Core2Duo 2.13 GHz of beter vereist voor films)
1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
3 GB of meer
1024 × 768 pixels of meer
Minimaal 65.536 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
• Zie online-help voor informatie over het gebruik van de software.
Macintosh
1
• De inhoud van de schijf moet automatisch worden
weergegeven in de Finder. Als dit niet het geval is,
dubbelklikt u op het cd-pictogram op het bureaublad.
• Dubbelklik op het pictogram “Setup“ om het
dialoogvenster “Setup“ weer te geven.
Installeer OLYMPUS Viewer 3.
• Controleer de systeemvereisten voor u met de
installatie begint.
• Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 3“ en volg de
instructies op het scherm om de software te installeren.
Besturingssysteem
Processor
RAM-geheugen
Vrije ruimte op
de harde schijf
Monitorinstellingen
Mac OS X v10.5–v10.8
Intel Core Solo/Duo 1,5 GHz of beter
(Core2Duo 2 GHz of beter vereist voor films)
1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
3 GB of meer
1024 × 768 pixels of meer
Minimaal 32.000 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
• Andere talen kunt u kiezen in het taalkeuzevak. Voor meer informatie over het
gebruik van de software, raadpleegt u de online-help.
9
Camera aansluiten op een computer en een
smartphone
2
Plaats de meegeleverde cd in een cd-rom-station.
NL 123
Foto's naar een computer kopiëren zonder
OLYMPUS Viewer 3
Uw camera voldoet aan de normen voor USB Mass Storage Class. U kunt beelden
overbrengen naar een computer door de camera met de meegeleverde USB-kabel
op een computer aan te sluiten. De volgende besturingssystemen ondersteunen de
USB-aansluiting:
Windows:
Macintosh:
1
Schakel de camera uit en sluit deze aan op de computer.
2
Schakel de camera in.
3
9
Camera aansluiten op een computer en een
smartphone
124 NL
Windows XP Home Edition/
Windows XP Professional/
Windows Vista/Windows 7/Windows 8
Mac OS X v.10.3 of latere versie
4
• De plaats van de USB-poort is afhankelijk van het soort computer. Voor details
raadpleegt u de handleiding van de computer.
• Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding
wordt weergegeven.
Selecteer met FG de optie [Storage]. Druk
op Q.
USB
Storage
MTP
Print
Exit
Set
De computer herkent de camera als een nieuw apparaat.
# Let op
• Als u Windows Photo Gallery voor Windows Vista, Windows 7 of Windows 8 gebruikt,
selecteert u [MTP] in stap 3.
• In de volgende werkomgevingen is een geslaagde gegevensoverdracht niet
gegarandeerd, ook niet als de computer is uitgerust met een USB-poort.
Computers met nieuw geïnstalleerde USB-poort met uitbreidingskaart, enzovoort.
Computers zonder een af fabriek geïnstalleerd besturingssysteem
en zelfgebouwde computers
• De bedieningselementen van de camera kunnen niet worden gebruikt terwijl de camera
verbonden is met een computer.
• Als het dialoogvenster uit stap 2 niet wordt weergegeven wanneer de camera wordt
aangesloten aan een computer, selecteert u [Auto] voor [USB Mode] (Blz. 96) in de
custom-menu's van de camera.
De draadloze LAN-functie van de camera gebruiken
U kunt de draadloze LAN-functie van de camera gebruiken om via een draadloos
netwerk verbinding te maken met een smartphone.
• U kunt beelden bekijken en overbrengen die op de kaart van de camera zijn
opgeslagen.
• U kunt aan het beeld informatie over de positie toevoegen met de positiegegevens
van de smartphone.
• U kunt de camera bedienen met uw smartphone.
Voor deze handelingen hebt u een smartphone nodig waarop de app voor
smartphones is geïnstalleerd. Raadpleeg de Olympus-website voor informatie over
“OI.Share“, de app voor smartphones.
# Let op
• Lees “Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de draadloze LAN-functie“ (Blz. 161)
voordat u de draadloze LAN-functie gebruikt.
• Als u de draadloze LAN-functie gebruikt in een land buiten de regio waar u
de camera hebt gekocht, bestaat het risico dat de camera niet voldoet aan de
regelgeving inzake draadloze communicatie van dat land. Olympus kan niet
verantwoordelijk worden geacht voor het niet voldoen aan deze regelgeving.
• Zoals bij alle draadloze communicatie bestaat er altijd het risico op onderschepping
door derden.
• De draadloze LAN-functie op de camera kan niet worden gebruikt om verbinding te
maken met een privé of publiek toegangspunt.
Uw camera voorbereiden
Er zijn 2 methoden voor draadloze LAN-verbinding.
Private
Hierbij wordt elke keer verbinding gemaakt met een vooraf
ingesteld wachtwoord. Gebruik deze methode als u altijd verbinding
maakt met dezelfde apparaten, zoals uw smartphone, om beelden
over te brengen.
One-Time
Hierbij wordt elke keer verbinding gemaakt met een ander
wachtwoord. Gebruik deze methode voor eenmalige verbinding,
zoals wanneer u geselecteerde beelden met een aantal vrienden
wilt delen.
Selecteer vooraf de methode voor draadloze LAN-verbinding. g “Een draadloze
LAN-verbinding instellen (Wi-Fi-instellingen)“ (Blz. 91)
9
Camera aansluiten op een computer en een
smartphone
Uw smartphone voorbereiden
Installeer “OI.Share“, de app voor smartphones, en start OI.Share vervolgens op uw
smartphone.
NL 125
Privéverbinding
U kunt de volgende procedure volgen om verbinding te maken.
1
Selecteer [Connection to Smartphone] in het q Playback Menu en druk
op Q.
2
Volg de bedieningsaanwijzingen die op de monitor worden weergegeven
en druk op Q om verder te gaan.
3
Voer de SSID en het wachtwoord in op uw smartphone.
• De SSID, het wachtwoord en de QR-code worden op de monitor weergegeven.
• Als u OI.Share op uw smartphone gebruikt om de QR-code te lezen, worden de SSID
en het wachtwoord automatisch ingevuld.
• Als u voor de tweede keer verbinding maakt, wordt deze automatisch tot stand
gebracht.
• In OI.Share op uw smartphone wordt een overzicht van de beelden op de camera
weergegeven.
Eenmalige verbinding
1
Selecteer [Connection to Smartphone] in het q Playback Menu en druk
op Q.
2
Voer de SSID en het wachtwoord in op uw smartphone.
• De SSID, het wachtwoord en de QR-code worden op de monitor weergegeven.
9
Camera aansluiten op een computer en een
smartphone
126 NL
• Als u OI.Share op uw smartphone gebruikt om de QR-code te lezen, worden de SSID
en het wachtwoord automatisch ingevuld.
• Als u voor de tweede keer verbinding maakt, wordt eerst een bevestigingsbericht
weergegeven waarin u wordt gevraagd of u uw wachtwoord wilt wijzigen.
De verbinding verbreken
1
Druk op de camera op MENU of raak op de monitor [Stop] aan.
• U kunt de verbinding ook verbreken met OI.Share of door uw camera uit te
schakelen.
• De verbinding wordt verbroken.
# Let op
• De combinatie van de draadloze LAN-functie met OLYMPUS PENPAL, een
Eye-Fi-kaart, of een soortgelijke kaart resulteert in aanzienlijk verminderde prestaties
van de camera.
• De draadloze LAN-antenne bevindt zich in de cameragreep. Voorkom, indien
mogelijk, dat u de antenne met uw handen bedekt.
• Tijdens draadloze LAN-verbinding gaat de batterij sneller leeg. Als de batterij bijna
leeg is, kan de verbinding worden verbroken tijdens de overdracht.
• Verbinding kan moeilijk of traag zijn in de buurt van aparaten die magnetische velden,
statische elektriciteit of radiogolven genereren, zoals een magnetron, draadloze
telefoon.
Wat u allemaal kunt doen met OI.Share
De tijd en datum op uw camera met uw smartphone synchroniseren
Synchroniseer de tijd en datum op uw smartphone en camera zodat u aan de beelden
op uw camera positiegegevens kunt toevoegen. Start de synchronisatie van tijd in
OI.Share.
• Het kan even duren voordat de tijd van de camera is gesynchroniseerd.
Positiegegevens van de smartphone aan beelden toevoegen
1
Start de opname van positiegegevens in OI.Share.
2
Verbreek de verbinding.
3
Stop de opname van positiegegevens in OI.Share wanneer
positiegegevens niet meer nodig zijn.
4
5
Start [Connection to Smartphone] op uw camera.
• Uw smartphone houdt positiegegevens bij voor een vooraf bepaalde interval.
• De camera is nu klaar voor opnamen.
Begin positiegegevens in OI.Share te verzenden.
• De positiegegevens worden toegevoegd aan beelden op de geheugenkaart.
Op de beelden waaraan positiegegevens zijn toegevoegd wordt g weergegeven.
# Let op
Beelden delen
Als u beelden wilt delen, stelt u een [Share Order] in voor de beelden die u wilt delen.
1
2
Speel de beelden af en stel [Share Order] (Blz. 64) in.
Gebruik [One-Time] om een Wi-Fi-verbinding in te stellen.
De camera bedienen
U kunt met de camera beelden vastleggen door op uw smartphone handelingen uit te
voeren. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer verbinding is gemaakt met [Private].
1
Start [Connection to Smartphone] op uw camera.
2
Leg beelden vast met uw smartphone.
• U kunt ook verbinding tot stand brengen door op het opnamescherm w aan te raken.
• Fotofuncties P/A/S/M/A zijn beschikbaar.
# Let op
• Het bijhouden van positiegegevens is alleen beschikbaar wanneer u een smartphone
met een GPS-functie gebruikt.
• Niet alle camerafuncties zijn beschikbaar via de draadloze LAN-verbinding.
9
Camera aansluiten op een computer en een
smartphone
• U kunt geen positiegegevens toevoegen aan films.
NL 127
10
Batterij, batterijlader en kaart
Batterij en lader
• Gebruik één enkele Olympus lithium-ionbatterij. Gebruik alleen originele oplaadbare
batterijen van OLYMPUS.
• Het verbruik van de camera varieert aanzienlijk, afhankelijk van het gebruik en andere
omstandigheden.
• Aangezien de volgende functies veel energie verbruiken, zelfs zonder fotograferen,
zal de batterij snel leeg zijn.
• Het vaak half indrukken van de ontspanknop in de stand Fotograferen waardoor
de autofocus herhaaldelijk wordt ingeschakeld.
• Langdurig weergeven van beelden op de monitor.
• Als de camera op een computer of printer aangesloten is.
• Als u een lege batterij gebruikt, kan de camera eventueel uitschakelen zonder dat de
waarschuwing “batterij bijna leeg“ verschijnt.
• Op het moment van aanschaf is deze batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij
voor gebruik op met de meegeleverde oplader.
• De normaal laadtijd met het meegeleverde oplader bedraagt ongeveer 3 uur 30 minuten
(schatting).
• Gebruik geen laadapparaten die niet speciaal bedoeld zijn voor gebruik met de
meegeleverde batterij, en gebruik geen batterijen die niet speciaal bedoeld zijn voor
gebruik met de meegeleverde oplader.
# Let op
10
Batterij, batterijlader en kaart
128 NL
• Er bestaat ontploffingsgevaar als de batterij wordt vervangen door een verkeerd type
batterij. Doe gebruikte batterijen weg volgens de instructies “Voorzorgsmaatregelen bij
de omgang met batterijen“ (Blz. 160).
Een optionele AC-adapter gebruiken
De camera kan worden aangesloten op een optionele AC-3 AC-adapter via een
reservebatterijhouder (HLD-7). Andere adapters kunnen niet worden gebruikt. De
stroomkabel die bij de AC-adapter is meegeleverd, kan niet worden gebrukt met
andere producten.
Uw oplader in het buitenland gebruiken
• De oplader kan wereldwijd in de meeste elektrische bronnen thuis worden gebruikt
binnen het bereik 100 V tot 240 V AC (50/60 Hz). Afhankelijk van uw land of regio kan het
stopcontact echter anders gevormd zijn waardoor de oplader een verloopstuk nodig heeft.
Vraag naar de details bij uw plaatselijke elektriciteitszaak of reisagentschap.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare reisadapters omdat de oplader dan eventueel niet
goed functioneert.
Toepasbare geheugenkaartjes
In deze handleiding worden alle opslagapparaten “kaarten“
genoemd. De volgende soorten SD-geheugenkaartjes (in de
handel verkrijgbaar) kunnen met deze camera worden gebruikt:
SD, SDHC, SDXC en Eye-Fi. Kijk voor de meest actuele
informatie op de Olympus-website.
Schrijfbeveiligingsschakelaar van SD-kaart
Het SD-kaart is voorzien van een schrijfbeveiligingsschakelaar.
Als u deze schakelaar naar “LOCK“ zet, kunt u geen gegevens naar de
kaart schrijven of ervan wissen en kunt u de kaart niet formatteren. Zet
de schakelaar weer in de ontgrendelpositie om naar de kaart te kunnen
schrijven.
LOCK
# Let op
• De gegevens op de kaart zullen niet compleet worden gewist, zelfs niet na het formatteren
van de kaart of het wissen van de gegevens. Indien u de kaart wegdoet, dient u het te
vernietigen om verspreiding van persoonlijke informatie te voorkomen.
• Gebruik de Eye-Fi-kaart overeenkomstig de wetten en voorschriften van het land waar
de camera wordt gebruikt. Verwijder de Eye-Fi-kaart uit de camera of schakel de
kaartfuncties uit in vliegtuigen en op andere locaties waar het gebruik ervan verboden
is g [Eye-Fi] (Blz. 101)
• Tijdens het gebruik kan het Eye-Fi-kaartje heet worden.
• Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, kan de batterij sneller leeglopen.
• Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, werkt de camera mogelijk trager.
10
Batterij, batterijlader en kaart
NL 129
Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's dat kan
worden opgeslagen
De in de tabel aangegeven bestandsgrootte geldt bij benadering voor bestanden met
een breedte-hoogteverhouding van 4:3.
Beeldkwaliteit
10
Batterij, batterijlader en kaart
130 NL
RAW
YSF
YF
YN
YB
XSF
XF
XN
XB
XSF
XF
XN
XB
XSF
XF
XN
XB
XSF
XF
XN
XB
WSF
WF
WN
WB
WSF
WF
WN
WB
WSF
WF
WN
WB
Aantal pixels
4608×3456
3200×2400
2560×1920
1920×1440
1600×1200
1280×960
1024×768
640×480
Compressie
Verliesvrije compressie
1/2,7
1/4
1/8
1/12
1/2,7
1/4
1/8
1/12
1/2,7
1/4
1/8
1/12
1/2,7
1/4
1/8
1/12
1/2,7
1/4
1/8
1/12
1/2,7
1/4
1/8
1/12
1/2,7
1/4
1/8
1/12
1/2,7
1/4
1/8
1/12
BeBestandsstandsgrootte
indeling
(MB)
ORF
JPEG
Ca. 17
Ca. 11
Ca. 7,5
Ca. 3,5
Ca. 2,4
Ca. 5,6
Ca. 3,4
Ca. 1,7
Ca. 1,2
Ca. 3,2
Ca. 2,2
Ca. 1,1
Ca. 0,8
Ca. 1,8
Ca. 1,3
Ca. 0,7
Ca. 0,5
Ca. 1,3
Ca. 0,9
Ca. 0,5
Ca. 0,4
Ca. 0,9
Ca. 0,6
Ca. 0,4
Ca. 0,3
Ca. 0,6
Ca. 0,4
Ca. 0,3
Ca. 0,2
Ca. 0,3
Ca. 0,2
Ca. 0,2
Ca. 0,1
Aantal stilstaande
beelden dat kan
worden opgeslagen*
41
79
114
248
369
155
257
508
753
271
398
782
1151
476
701
1356
1968
678
984
1906
2653
1034
1488
2773
3813
1564
2260
4068
5547
3589
5085
7627
10170
*Bij een SD-kaart van 1GB.
# Let op
• Het aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen, is afhankelijk van het
onderwerp, eventueel opgegeven printreserveringen en andere factoren. In bepaalde
gevallen verandert het aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen op de
monitor niet, ook niet als u nieuwe foto's maakt of opgeslagen beelden wist.
• De werkelijke bestandsgrootte is afhankelijk van het onderwerp.
• Het maximale weergegeven aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen
is 9999.
• Voor de beschikbare opnametijden voor films raadpleegt u de Olympus-website.
11
Verwisselbare lenzen
Kies een lens volgens het motief en uw creatieve bedoeling. Gebruik
lenzen die uitsluitend bedoeld zijn voor het Micro Four Thirds-systeem
en voorzien zijn van het label M. ZUIKO DIGITAL of het rechts
weergegeven symbool.
Met een adapter kunt u ook Four Thirds- en OM-lenzen gebruiken.
# Let op
• Bij het bevestigen of verwijderen van het de beschermkap of de lens kunt u de lensvatting
het beste naar beneden laten wijzen. Hiermee voorkomt u dat er stofjes en dergelijke
in de camera terecht kunnen komen.
• Op stoffige plaatsen kunt u beter nooit de beschermkap verwijderen of de lens
verwisselen.
• Richt met de lens op de camera, de lens nooit op de zon. Dit kan camerastoringen en
zelfs brand veroorzaken omdat het zonlicht door de lens gebundeld wordt zoals bij een
vergrootglas.
• Zorg dat u de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens niet kwijtraakt.
• Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera
bevestigen om te voorkomen dat er stof kan binnendringen.
M.ZUIKO DIGITAL lensspecificaties
Namen van onderdelen
11
Verwisselbare lenzen
1 Voorkap van de lens
2 Filtervatting
3 Scherpstelring
4 Zoomring (alleen zoomlenzen)
5 Index lensvatting
6 Achterkap van de lens
7 Elektrische contacten
8 UNLOCK-schakelaar (alleen intrekbare
lenzen)
9 Decoratieve ring (alleen sommige
lenzen, te verwijderen wanneer een
zonnekap wordt aangebracht)
NL 131
Krachtige zoomlenzen met macrofuncties gebruiken
(ED12-50mm f3.5-6,3EZ)
De lensactivering wordt bepaald door de positie van de zoomring.
MACRO-knop
MACRO
Zoomring
+
Bij het indrukken
E-ZOOM (elektrische zoom)
Draai de zoomring voor een krachtige zoom.
Hoe ver u draait bepaalt de zoomsnelheid.
M-ZOOM (handmatige zoom)
Draai de zoomring om in- en uit te zoomen.
MACRO (macrofotografie)
Om foto's te maken van onderwerpen op een afstand
van 0,2 tot 0,5 m, drukt u op de knop MACRO en
schuift u de zoomring vooruit. Zoom is niet beschikbaar.
• De rol van de L-Fn-knop kan worden geselecteerd in het custom-menu van de camera.
MF (handmatig scherpstellen)-instelling
(17mm f1,8, ED12mm f2,0 (Snapshot scherpstellen), ED12-40mm
f2,8PRO)
Schuif de scherpstelring in de richting van de pijl om de scherpstelmethode te wijzigen.
AF/MF
11
Verwisselbare lenzen
132 NL
MF, Snapshot scherpstellen
Scherpstelring
Bij het scherpstellen voor de snapshot wordt een afstand ingesteld met de
scherpstelring, op basis van de afstand tot het object. De camera stelt scherp met een
scherptediepte die correspondeert met de ingestelde diafragmawaarde.
• We raden aan om het diafragma in te stellen op F5.6 of hoger met een 17mm f1,8 of een
ED12mm f2.0.
• U kunt een foto maken met de geselecteerde afstandswaarde, ongeacht of de AF-stand
is ingeschakeld.
• Gebruik de afstandsschaal alleen als richtlijn.
Lenskapinstelling (BCL-1580)
Gebruik het hendeltje voor handmatig scherpstellen om de lensafdekking te openen
en sluiten en stel scherp tussen oneindig en close-up.
• Er is geen datacommunicatie tussen de camera en de lens.
• Bepaalde functies van de camera kunnen niet worden gebruikt.
• Stel de brandpuntsafstand in op 15 mm voor de beste beeldstabilisatie.
Hendel voor
handmatig
scherpstellen
De lensafdekking
sluiten
Scherpstelling Oneindig
Scherpstelling
Nabij
Scherpstelling Afstand
Lens- en cameracombinaties
Lens
Micro Four Thirds-lens
Four Thirds-lens
OM-lenzen
Micro Four Thirds-lens
Camera
Micro Four Thirdscamera
Four Thirds-camera
Koppeling
Ja
Koppeling mogelijk met lensvattingsadapter
AF
Ja
Ja*1
Metering
Ja
Ja
No
Ja*2
No
No
No
*1 Bij het opnemen van films, kunt u [C-AF] of [C-AF+TR] niet gebruiken in [AF-mode].
AF is ook niet actief bij het opnemen van films.
*2 Een nauwkeurige lichtmeting is niet mogelijk.
11
Verwisselbare lenzen
NL 133
Belangrijkste lensgegevens
Items
ED12-40mm
f2.8PRO
Lensvatting
ED14-150mm
f4.0-5.6
Micro Four Thirds-lensvatting
Brandpuntsafstand
Max. diafragma
Beeldhoek
Configuratie van de lens
Irisinstelling
12 - 40 mm
40 - 150 mm
14 - 150 mm
f/2.8
f/4.0 – 5.6
f/4.0 – 5.6
84.1° – 30.3°
30.3° – 8.2°
75° – 8.2°
9 groepen,
14 lenzen
10 groepen,
13 lenzen
11 groepen,
15 lenzen
f/2.8 – 22
f/4.0 – 22
f/4.0 – 22
Scherpstelbereik
(Brandpuntsafstand)
0.2 m - )
0.9 m - )
0.5 m - )
Scherpstelinstelling
AF/MF. snapshotscherpstelling
Gewicht (exclusief kapjes)
Afmetingen
(Max. diameter × lengte)
Diameter filtervatting
Zonnekap
Items
Brandpuntsafstand
AF/MF wisseling
382 g
190 g
260 g
l69.9 × 84 mm
l63.5 × 83 mm
l63.5 × 83 mm
62 mm
58 mm
58 mm
Meegeleverd*
LH-61D
LH-61C
ED12-50mm
f3.5-6.3EZ
17mm f1.8
BCL-1580
(15 mm f8)
Lensvatting
11
ED40-150mm
f4.0-5.6R
Micro Four Thirds-lensvatting
Verwisselbare lenzen
12 - 50 mm
17 mm
Max. diafragma
f/3.5 – 6.3
f/1.8
f/8
Beeldhoek
84° – 24°
64°
72°
9 groepen,
10 lenzen
6 groepen,
9 lenzen
3 groepen,
3 lenzen
f/3.5 – 22
f/1.8 – 22
Vast ingesteld
op f/8
Scherpstelbereik
(Brandpuntsafstand)
0.35 m - )
0.2 m – 0.5 m
(macrostand)
0.25 m - )
0.30 m - )
Scherpstelinstelling
AF/MF wisseling
AF/MF. snapshotscherpstelling
MF
212 g
120 g
22 g
l57 × 83 mm
l57.5 × 35.5 mm
l56 × 9 mm
Configuratie van de lens
Irisinstelling
Gewicht (exclusief kapjes)
Afmetingen
(Max. diameter × lengte)
15 mm
Diameter filtervatting
52 mm
46 mm
–
Zonnekap
LH-55B
LH-48B
–
* Als u de ED12-40 zonnekap wilt verwijderen, draait u de zonnekap terwijl u de knoppen
aan beide kanten indrukt.
# Let op
• De randen van foto's zouden afgesneden kunnen worden als er meer dan één filter
gebruikt wordt of als er een dik filter wordt gebruikt.
134 NL
12
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
Reservebatterijhouder (HLD-7)
U kunt de duur van het cameragebruik uitbreiden door de reservebatterijhouder met
de batterij van de camera te gebruiken. U kunt functies toewijzen aan het custommenu van de camera met de regelaar en de Fn-knop. U kunt een AC-adapter
(apart verkrijgbaar) gebruiken via de HLD-7.
Zorg ervoor dat u de camera uitzet bij het vastmaken of verwijderen van de
reservebatterijhouder.
Namen van onderdelen
Afdekking
AC-connector
Bevestigingsschroef camera
Ontspanknop
Vergrendelknop
verticale bediening
Voorste regelaar
B-Fn2-knop
B-Fn1-knop
De batterij plaatsen
Een BLN-1 batterij gebruiken.
Vergrendel de batterijafdekking
na het plaatsen van de batterij.
a
12
a
2
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
De HLD-7 bevestigen
Verwijder de PHB-deksel
onderaan de camera en bevestig
de HLD-7. Draai stevig aan het
ontgrendelwieltje zodra de HLD-7
is bevestigd. Zorg ervoor dat u het
PBH-deksel op de camera plaatst
wanneer de HLD-7 niet vastzit.
Achterste regelaar
1
NL 135
De AC-adapter gebruiken
Wanneer u de AC-adapter gebruikt, opent u de
AC-connectorkap en sluit u de AC-connector aan.
De regelaar en knop gebruiken
DStel de functies voor de HLD-7-regelaar en B-Fn-knop in met [Button Function] in het
c custom-menu van de camera. g “Button Function“ (Blz. 103)
Belangrijkste specificaties (HLD-7)
Voeding
Afmetingen
Gewicht
Spatweerstand
(wanneer aangeslote
op een camera)
Batterij: li-ionbatterij BLN-1 ×1
AC-voedingsbron: AC-adapter AC-3
Ca. 128,5 mm (B) × 48,2 mm (H) × 57,3 mm (D)
Ca. 235 g (zonder batterij en connectorkap)
Type Equivalent met IEC Standard-uitgave 529 IPX1
(in OLYMPUS-testvoorwaarden)
# Let op
• Gebruik geen andere batterijen of AC-adapters dan de opgegeven producten.
Wanneer u dit wel doet, kan dit tot letsel of schade of ontploffing van het toestel leiden.
• Draai niet met uw vingernagels aan de ontgrendelknop. Dit kan letsel veroorzaken.
• Gebruik de camera alleen binnen het gegarandeerde bedrijfstemperatuurbereik.
• Gebruik of bewaar dit toestel niet op plaatsen met veel stof of een hoge
vochtigheidsgraad.
• Raak de contactpunten van dit apparaat niet aan.
• Als het hoofdelement of de contacten verontreinigd raken, veeg ze dan af met een
zachte, droge doek. Gebruik geen vochtige doek of organische oplosmiddelen zoals
verfverdunner of benzeen.
12
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
136 NL
Externe flitsers die werd ontworpen voor gebruik met
deze camera
Bij deze camera kunt u een van de afzonderlijk verkochte externe flitsers gebruiken
om een flitser te verkrijgen die aangepast is aan uw wensen. De externe flitsers
communiceren met de camera, zodat u de flitserfuncties van de camera kunt
uitbreiden met andere flitserfuncties zoals TTL-AUTO en Super FP. Monteer een
voor deze camera geschikte externe flitser op de flitsschoen van de camera. U kunt
de flitser ook bevestigen op de bevestigingspunt op de camera met behulp van de
flitskabel (optioneel). Raadpleeg hiervoor ook de documentatie die geleverd is bij de
externe flitser.
De bovenste limiet van de sluitertijd is 1/250 sec. bij gebruik van een flitser.
Beschikbare functies bij gebruik van externe flitsers
Optionele
flitser
FL-600R
FL-300R
FL-14
RF-11
TF-22
Flitsregeling
RG (richtgetal) (ISO100)
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL,
FP TTL AUTO, FP MANUAL
TTL-AUTO, MANUAL
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL
TTL-AUTO, MANUAL
RCfunctie
RG36 (85mm*) RG20 (24mm*)
RG20 (28mm*)
RG14 (28mm*)
RG11
RG22
–
–
–
* De brandpuntsafstand van de lens die gebruikt kan worden (35-mm equivalent).
Flitserfotografie met draadloze afstandsbediening
U kunt een externe flitser die bestemd is voor gebruik met deze camera en beschikt
over een afstandsbedieningsstand gebruiken voor draadloze flitserfotografie.
De camera kan elk van drie groepen van externe flitsers en de geleverde externe flitser
apart aansturen. Raadpleeg de handleidingen die geleverd zijn bij de externe flitsers
voor meer informatie.
1
Zet de externe flitsers in de RC-stand en plaats ze zoals u wenst.
2
Selecteer [On] voor [# RC Mode] in X Fotografeermenu 2 (Blz. 78).
3
Pas de instellingen voor elke groep aan in het superbedieningspaneel.
• Schakel de externe flitsers in, druk op de knop MODE en selecteer de RC-stand.
• Selecteer een kanaal en groep voor elke externe flitser.
• Het superbedieningspaneel schakelt over naar de RC-flitsstand
• U kunt een weergave van het superbedieningspaneel kiezen door herhaaldelijk
op de knop INFO te drukken.
• Selecteer een flitsstand (let op dat rode ogen onderdrukken niet beschikbaar
is in de RC-stand).
Pas de instelling aan voor de
flitser van de camera.
Flitssterkte
A Mode
TTL
M
Off
TTL
P
+5.0
1/8
–
+3.0
Ch
250 F5.6
Flitsregeling Flitssterkte
4
Normale flitser/Super
FP-flitser
• Selecteer Normaal flitsen
of Super FP-flitsen.
Communicatie-lichtniveau
• Zet de lichtsterkte van het
communicatiesignaal op
[HI], [MID] of [LO].
LO
1
38
Kanaal
• Zet het
communicatiekanaal
op hetzelfde kanaal dat
u op de flitser gebruikt.
Sluit de meegeleverde externe flitser aan op de camera en klap de flitskop
omhoog.
12
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
Groep
• Selecteer de flitserfunctie
en pas de flitssterkte
afzonderlijk aan voor
elke groep. Voor de
MANUAL-functie
selecteert u de flitssterkte.
• Nadat u heeft gecontroleerd of de ingebouwde en externe flitsers opgeladen zijn,
maakt u een proefopname.
NL 137
Bedieningsbereik van
de draadloze flitser
Plaats de draadloze flitsers met de
afstandsbedieningssensor gericht naar de
camera. Op de afbeelding hiernaast wordt
het bereik (bij benadering) weergegeven
waarbinnen de flitsers kunnen worden
geplaatst. Het werkelijke bedieningsbereik
varieert afhankelijk van de plaatselijke
omstandigheden.
30°
60°
30°
7m
50°
100°
50°
5m
# Let op
• Het is aan te bevelen één groep van maximaal drie externe flitsers te gebruiken.
• Externe flitsers kunnen niet langer dan 4 seconden worden gebruikt voor trage
synchronisatie met tweede sluitergordijn of voor anti-shock-belichtingen.
• Als het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kunnen de stuurflitsen van
de meegeleverde flitser de belichting beïnvloeden (dit effect kan worden beperkt door
de intensiteit van de flitser te verminderen met bijvoorbeeld een diffuser).
• De bovenste limiet van het synchronisatiemoment van de flitser is 1/250 sec. wanneer
de flitser wordt gebruikt via afstandsbediening.
Andere externe flitsers
12
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
138 NL
Gebruik na het aansluiten het synchronisatiesnoer naar de
flitserschoen of externe flitsaansluiting. Wanneer u geen
externe flitsterminal gebruikt, moet u ervoor zorgen dat
u de kap vastmaakt.
Bij het bevestigen van een flitser van een andere
leverancier aan de flitsschoen of externe flitsaansluiting,
moet u op de volgende punten letten.
Deksel
• Het gebruiken van verouderde flitseenheden die een stroom van meer dan 250 V op het
X-contact toepassen, zal schade aan de camera veroorzaken.
• Als u een flitser aansluit op de camera met contactpunten die niet beantwoorden aan de
Olympus-specificaties, kan dit de camera eveneens beschadigen.
• Stel de stand Fotograferen in op M, stel de sluitertijd in op een waarde die niet hoger
is dan synchrone flitssnelheid, en stel ISO-gevoeligheid in op een andere instelling dan
[AUTO].
• De flitsregeling kan alleen worden uitgevoerd door de flitser handmatig in te stellen
op de ISO-gevoeligheid en de diafragmawaarde die geselecteerd zijn met de camera.
De helderheid van de flitser kan worden geregeld door de ISO-gevoeligheid of het
diafragma aan te passen.
• Gebruik een flitser met een verlichtingshoek die geschikt is voor de lens.
De verlichtingshoek wordt meestal uitgedrukt in equivalente brandpuntsafstanden
van een kleinbeeldcamera.
Belangrijkste accessoires
Four Thirds-lensadapter (MMF–2/MMF–3)
De camera heeft een Four Thirds-lensadapter nodig om Four Thirds-lenzen
te bevestigen. Omdat de AF-methode afwijkt bij gebruik van een Micro Four
Thirds-systeemlens, is het operationele AF-veld smaller.
Afstandsbedieningskabel (RM–UC1)
Wordt gebruikt wanneer een zeer licht beweging van de camera tot onscherpe foto's
kan leiden, bijvoorbeeld bij macro- of tijdopnamen. De afstandsbedieningskabel wordt
bevestigd via de multiconnector van de camera.
Voorzetlenzen
Voorzetlenzen worden op de cameralens bevestigd om snel en eenvoudig over te
schakelen naar fish-eye- of macrofotografie. Op de website van OLYMPUS vindt
u meer informatie over de lenzen die u kunt gebruiken.
• Gebruik de geschikte lenskoppeling voor de stand SCN (f, w of m).
Macro-armlamp (MAL–1)
Gebruik deze lamp om onderwerpen voor macrofotografie te verlichten,
zelfs op afstanden waar met de flitser vignettering zou optreden.
Microfoonset (SEMA-1)
De microfoon kan op een afstand van de camera worden geplaatst om
omgevingsgeluiden of geluid van de wind te vermijden. In de handel verkrijgbare
microfoons van andere fabrikanten kunnen ook worden gebruikt met het oog op
uw creatieve bedoelingen. Het is aan te bevelen het meegeleverde verlengsnoer
te gebruiken. (voeding via l3,5mm stereo-ministekker)
Oogkapje (EP-13)
Verwijderen
12
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
U kunt deze door een groter oogkapje vervangen.
NL 139
Systeemoverzicht
Voeding
Zoeker
BLN-1
BCN-1
Li-ionbatterij
Li-ionbatterijlader
HLD-7
AC-3
Reservebatterijhouder
Wisselstroomadapter
EP-13
VF-3/VF-4
Oogkapje
Elektronische zoeker
Bediening op
afstand
RM-UC1
Afstandskabel
USB-kabel/
Verbindingskabel AV-kabel/
HDMI-kabel
12
Hoes/riem
Schouderriem
Cameratas
Apparaten op
accessoirepoort
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
Onderwater
Onderwatertas
System (Systeem)
Geheugenkaart*4
SD/SDHC/
SDXC/Eye-Fi
Software
OLYMPUS Viewer
OLYMPUS PENPAL PP-1*3
SEMA-1
Communication Unit
Microfoonset 1
MAL-1
MACROARMLAMP
Digitale fotobeheersoftware
*1 Niet alle lenzen kunnen met adapter worden gebruikt. Meer informatie vindt u op de officiële Olympuswebsite. Merk ook op dat de productie van OM-systeemlenzen is stopgezet.
*2 Voor compatibele lenzen raadpleegt u de officiële Olympus-website.
140 NL
: E-M1 compatibele producten
: In de handel verkrijgbare producten
Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website.
Lens
Voorzetlens*2
M.ZUIKO DIGITAL ED 12-50mm f3.5-6.3 EZ
M.ZUIKO DIGITAL ED 12-40mm f2.8 PRO
M.ZUIKO DIGITAL ED 12 mm f2.0
M.ZUIKO DIGITAL 17mm f1.8
M.ZUIKO DIGITAL 17 mm f2.8
M.ZUIKO DIGITAL 45 mm f1.8
M.ZUIKO DIGITAL ED 75 mm f1.8
M.ZUIKO DIGITAL ED 60 mm f2.8 Macro
M.ZUIKO DIGITAL 14-42 mm f3.5-5.6 II R
M.ZUIKO DIGITAL ED 9-18 mm f4.0-5.6
M.ZUIKO DIGITAL ED 14-150 mm f4.0-5.6
M.ZUIKO DIGITAL ED 40-150 mm f4.0-5.6 R
M.ZUIKO DIGITAL 75-300mm f4.8-6.7 II
MMF-2/MMF-3 *1
FCON-P01
Visoog
WCON-P01
Groothoek
Four Thirds-lenzen
MCON-P01
Four Thirds-adapter
Macro
OM-systeemlenzen
MF-2 *1
OM-adapter 2
Flitser
12
FL-600R
FL-300R
Elektronische flitser
Elektronische flitser
Elektronische flitser
SRF-11
STF-22
Ringflitserset
Dubbele flitserset
RF-11*2
TF-22 *2
Ringflitser
Dubbele flitser
FC-1
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
FL-14
Macroflitsersturing
*3 De OLYMPUS PENPAL kan alleen worden gebruikt in de regio waar deze werd aangeschaft. Afhankelijk
van de regio kan het gebruik ervan een inbreuk betekenen op de voorschriften inzake radiogolven en kan
het gebruik onderworpen zijn aan boetes.
*4 Gebruik de Eye-Fi-kaart overeenkomstig de wetten en voorschriften van het land waar de camera wordt
gebruikt.
NL 141
13
Informatie
Fotografeertips en -informatie
De camera schakelt niet in, zelfs niet als batterijen zijn geplaatst
De batterij is niet volledig opgeladen
• Laad de batterij op met de oplader.
De batterijen werken tijdelijk niet vanwege een te lage temperatuur
• De batterijprestaties dalen bij lage temperaturen. Verwijder de batterij en warm deze
op door hem een tijdje in uw zak te houden.
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop
wordt ingedrukt
De camera is automatisch uitgeschakeld
• De camera wordt automatisch in de sluimerstand geschakeld om de batterij minder te
belasten als er geen handelingen worden uitgevoerd gedurende de opgegeven tijd.
g [Sleep] (Blz. 96)
Als er gedurende een ingestelde tijd (4 uur) geen handelingen worden uitgevoerd nadat
de camera overgeschakeld is naar de sluimerstand, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld.
De flitser wordt opgeladen
• Op de monitor knippert het symbool # als de batterij wordt opgeladen. Wacht tot het
knipperen stopt en druk dan op de ontspanknop.
Kan niet scherpstellen
13
• De camera kan niet scherpstellen op onderwerpen die zich te dicht bij de camera
bevinden of die niet geschikt zijn voor automatisch scherpstellen (het AFbevestigingsteken knippert op de monitor). Vergroot de afstand tot het onderwerp of stel
scherp op een onderwerp met veel contrast op dezelfde afstand van de camera als het
gewenste onderwerp, kadreer de foto en maak de opname.
Informatie
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Het kan moeilijk zijn om met autofocus in de volgende situaties scherp te stellen.
AF-teken knippert.
Deze onderwerpen worden niet
scherpgesteld.
Object met weinig
contrast
Extreem fel licht in
het midden van het
beeld
Onderwerp zonder
verticale lijnen
Onderwerpen
op verschillende
afstanden
Snel bewegende
objecten
Het onderwerp valt
niet binnen het AFgebied
AF-teken gaat
branden maar het
onderwerp is niet
scherpgesteld.
142 NL
Ruisonderdrukking is geactiveerd
• Met name bij nachtelijke opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beeldruis verschijnen. De camera activeert de ruisonderdrukking na het fotograferen met lange
sluitertijden. Tijdens dit proces niet fotograferen. U kunt [Noise Reduct.] op [Off] zetten.
g [Noise Reduct.] (Blz. 97)
Het aantal AF-kaders is gereduceerd
Het aantal en de grootte van de AF-kaders is afhankelijk van de breedte-hoogteverhouding, de
instelling voor groepsdoelen en de optie die werd geselecteerd voor [Digital Tele-converter].
Bij gebruik van een Four Thirds-systeemlens zijn er 37 doelen.
De datum en tijd zijn niet ingesteld
De camera wordt gebruikt met de instellingen van het moment van aanschaf
• De datum en tijd van de camera is niet ingesteld bij aanschaf. Stel de datum en tijd in
voordat u de camera gebruikt. g “Datum en tijd instellen“ (Blz. 17)
De batterij is uit de camera verwijderd
• De datum en tijd worden naar de standaardinstellingen af fabriek hersteld als ongeveer
1 dag geen batterij in de camera zit. Deze instellingen kunnen eerder verloren gaan
als de batterij maar gedurende een korte tijd in de camera heeft gezeten. Controleer,
voordat u belangrijke foto's gaat maken, of de juiste datum en tijd zijn ingesteld.
De ingestelde functies worden weer op de standaard
fabrieksinstellingen gezet
Als u de functieknop verdraait of de camera uitschakelt in een andere fotografeerstand dan
P, A, S of M, worden functies waaraan wijzigingen werden aangebracht, hersteld naar de
standaard fabrieksinstellingen.
Gemaakte foto's zien er witachtig uit
Onbekende heldere puntjes verschijnen op het onderwerp
van de gemaakte foto
Dit kan worden veroorzaakt door vastgeraakte pixel(s) op het beeldopneemelement.
Voer [Pixel Mapping] uit.
Als het probleem niet is opgelost, herhaalt u Pixel Mapping een paar keer. g “Pixel
Mapping - Controleren van de beeldbewerkingsfuncties“ (Blz. 148)
13
Informatie
Dit kan gebeuren als de foto met tegenlicht of semitegenlicht gemaakt is. Dit wordt
veroorzaakt door het verschijnsel dat lichtverstrooiing of lichtspiegeling wordt genoemd.
Bedenk zoveel mogelijk een compositie waarbij een sterke lichtbron niet in het beeld wordt
opgenomen. Een lichtvlek kan zelfs optreden als een lichtbron niet in het beeld aanwezig is.
Gebruik een zonnekap om de lens tegen de lichtbron af te schermen. Als een zonnekap niet
helpt, gebruikt u uw hand om de lens tegen het licht af te schermen.
g “Verwisselbare lenzen“ (Blz. 131)
Functies die niet vanuit menu's geselecteerd kunnen worden
Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu's als
de pendelknop gebruikt wordt.
• Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen.
• Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld:
Combinatie van [T] en [Noise Reduct.], enz.
NL 143
Foutcodes
Aanduiding
op monitor
No Card
Card Error
Write Protect
Card Full
Mogelijke oorzaak
U hebt geen kaart in de camera
geplaatst of de kaart wordt niet
herkend.
Plaats de kaart in de camera, of
plaats een andere kaart.
Er is een probleem met de
kaart.
Plaats de kaart opnieuw in de
camera. Blijft het probleem
bestaan, dan moet u de kaart
formatteren. Als de kaart niet
geformatteerd kan worden, kan dit
niet gebruikt worden.
Opslaan op deze kaart is niet
toegestaan.
De schrijfbeveiliging van de kaart
staat op “LOCK“. Verschuif de
schakelaar. (Blz. 129)
• De kaart is vol. Er kunnen
geen foto's meer worden
genomen of er kan geen informatie, zoals printreservering,
meer worden opgeslagen.
• Er is geen plaats op de kaart
en printreservering of nieuwe
beelden kunnen niet opgeslagen worden.
Vervang de kaart door een andere
of wis overbodige beelden.
Breng belangrijke beelden over
naar een computer voordat u
beelden gaat wissen.
De kaart kan niet worden
gelezen. De kaart is eventueel
niet geformatteerd.
• Selecteer [Clean Card], druk op
Q en schakel de camera uit.
Verwijder de kaart en veeg het
metalen contactvlak met een
zachte, droge doek schoon.
• Selecteer [Format][Yes] en
druk vervolgens op Q om
de kaart te formatteren. Bij
het formatteren worden alle
gegevens op de kaart gewist.
Er zijn geen foto's op de kaart
opgeslagen.
De kaart bevat geen foto's.
Foto's opslaan en weergeven.
Card Setup
Clean the contact area of
the card with a dry cloth.
Clean Card
Format
Set
13
Informatie
144 NL
No Picture
Oplossing
Aanduiding
op monitor
Picture Error
The Image Cannot
Be Edited
Picture Error
Mogelijke oorzaak
Gebruik de
beeldbewerkingssoftware om het
beeld op een PC te bekijken.
Lukt dat niet, dan is het
beeldbestand beschadigd.
Foto's die met een andere
camera zijn genomen kunnen
niet met deze camera bewerkt
worden.
Gebruik beeldbewerkingssoftware
om de foto te bewerken.
Beelden kunnen niet worden
overgezet tussen apparaten
die momenteel gegevens
ontvangen of verzenden.
Verhoog de beschikbare
hoeveelheid geheugen op
de kaart door bijvoorbeeld
ongewenste beelden te
verwijderen, of kies een kleinere
bestandsgrootte voor de beelden
die u wilt verzenden.
Schakel de camera uit en wacht
tot de interne temperatuur
gedaald is.
m
Internal camera
temperature is too
high. Please wait
for cooling before
camera use.
Oplossing
Er heeft zich een probleem met
de geselecteerde foto voorgedaan, waardoor dit beeld met
de camera niet kan worden
weergegeven. Of het beeld kan
met deze camera niet worden
weergegeven.
De interne temperatuur van
de camera is toegenomen
ten gevolge van repeterende
opnamen.
Wacht even totdat de camera
automatisch wordt uitgeschakeld.
Laat de interne temperatuur van
de camera afkoelen, voordat u de
camera weer in gebruik neemt.
De batterij is uitgeput.
Laad de batterij op.
De camera is niet op de juiste
wijze verbonden met een
computer, printer, HDMI-scherm
of ander apparaat.
Sluit de camera opnieuw aan.
De papiervoorraad van de
printer is op.
Leg een nieuwe voorraad papier
in de printer.
Battery Empty
No Paper
Informatie
No Connection
13
NL 145
Aanduiding
op monitor
No Ink
Jammed
Settings Changed
Print Error
Cannot Print
13
Informatie
146 NL
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De inktvoorraad van de printer
is op.
Vervang de inktcassette in de
printer.
Het papier in de printer is
vastgelopen.
Haal het papier dat de printer
blokkeert uit de printer.
De papiercassette van de printer
is verwijderd of de printer werd
Bedien de printer niet, terwijl u
bediend, terwijl de instellingen
instellingen op de camera maakt.
op de camera gemaakt werden.
Er heeft zich een probleem
met de printer en/of de camera
voorgedaan.
Schakel camera en printer uit.
Controleer de printer en hef
eventuele storingen op voordat u
beide apparaten weer inschakelt.
Het is mogelijk dat foto's die met
andere camera's gemaakt zijn,
Gebruik een computer om de
niet vanuit deze camera geprint foto's te printen.
kunnen worden.
The lens is locked.
Please extend the
lens.
De lens van de intrekbare lens
blijft ingeschoven.
Laat de lens naar buiten komen.
(Blz. 14)
Please check the
status of a lens.
Er heeft zich een afwijking
voorgedaan tussen de camera
en de lens.
Schakel de camera uit, controleer
de verbinding met de lens en
schakel de stroomtoevoer weer in.
De camera schoonmaken en opbergen
Reinigen van de camera
Schakel de camera uit en verwijder de batterij alvorens de camera te reinigen.
Camerahuis:
• Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt
u de doek in een mild sopje en wringt u de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige
doek goed af en droog hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het
strand gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed
uitgewrongen doek.
Monitor:
• Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens:
• Verwijder stof van de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje. Wrijf de lens
met een lensreinigingsdoekje voorzichtig schoon.
Opslag
• Haal de batterij en de kaart uit de camera als u denkt de camera langere tijd niet te
gebruiken. Berg de camera op op een koele, droge, goed geventileerde plaats.
• Plaats van tijd tot tijd de batterijen in de camera en controleer de functies van de camera.
• Verwijder stof en andere vreemde voorwerpen van het huis en de achterkappen voor u ze
bevestigt.
• Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera
bevestigen om te voorkomen dat er stof kan binnendringen. Vergeet niet de lenskapjes
vooraan en achteraan terug te zetten voor u de lens opbergt.
• Maak de camera na gebruik schoon.
• Niet opslaan bij insectenwerende middelen.
Reinigen en controleren van het beeldopneemelement
13
Informatie
Deze camera beschikt over een stofreductiefunctie om ervoor te zorgen dat er geen
stof op het beeldopneemelement komt en om stof of vuil van het oppervlak van het
beeldopneemelement te verwijderen met ultrasone trillingen. De stofreductie werkt als
de camera wordt ingeschakeld.
De stofreductiefunctie werkt op hetzelfde moment als Pixel mapping, dat het
beeldopneemelement en het beeldbewerkingscircuit controleert. Omdat de stofreductie
elke keer dat de camera aangezet wordt, geactiveerd wordt, moet de camera rechtop
gehouden worden voor een effectieve stofreductie.
# Let op
• Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of een met chemicaliën
behandeld reinigingsdoekje.
• Berg de camera niet op in ruimtes waar met chemicaliën gewerkt wordt, om de camera te
beschermen tegen roest.
• Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens
optreden.
• Controleer alle onderdelen van de camera als u hem langere tijd niet heeft gebruikt.
Maak een proefopname om te controleren dat de camera naar behoren werkt, voordat
u belangrijke foto's maakt.
NL 147
Pixel Mapping - Controleren van de beeldbewerkingsfuncties
Met de functie Pixel Mapping kan de camera het beeldopneemelement en de
beeldbewerkingfuncties controleren en bijstellen. Als u de monitor hebt gebruikt of
continu foto's hebt gemaakt, wacht dan minstens één minuut voordat u de functie pixel
mapping gebruikt om er zeker van te zijn dat de functie correct werkt.
1
2
Selecteer [Pixel Mapping] in het c custom-menu (Blz. 101) tabblad k.
Druk op I en druk vervolgens op Q.
• Tijdens het controleren van de beeldbewerkingfuncties geeft de [Busy]-balk in het
monitorbeeld de voortgang weer. Als het controleren van de beeldbewerkingsfuncties
afgesloten is, verschijnt het menu weer.
# Let op
• Als u tijdens het controleren van de beeldbewerkingsfuncties de camera uitschakelt,
begint u opnieuw vanaf stap 1.
13
Informatie
148 NL
Menulijst
*1: Kan worden toegevoegd aan [Myset].
*2: Standaard kan worden hersteld door [Full] voor [Reset] te selecteren.
*3: Standaard kan worden hersteld door [Basic] voor [Reset] te selecteren.
K Shooting Menu
Tabblad
W
Functie
Card Setup
Reset/Myset
*1
*2
*3
g
78
79
jNatural
YN
X
70
72
Image Aspect
4:3
71
Digital Tele-converter
Uit
86
j/Y
o
57
Picture Mode
K
X
Standaard
―
―
Image Stabilizer
Still Picture
Videobeelden
Still Picture
S-I.S Auto
Movie
M-I.S. On
AE BKT
Off
3f 1,0EV
Bracketing
A– B
WB BKT
G–M
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
HDR
Multiple Exposure
Uit
Uit
Off
Off
Frame
Start Waiting Time
Interval Time
Time Lapse Movie
99
0:00:01
0:00:01
Uit
# RC Mode
83
83
83
83
61
84
85
137
13
Uit
Uit
Informatie
Frame
Auto Gain
Overlay
Time Lapse
Settings
82
―
―
―
―
68
NL 149
q Playback Menu
Tabblad
Functie
Starten
q
m
Standaard
―
*2
*3
g
BGM
Joy
Slide
All
67
Slide Interval
Movie Interval
3 sec.
Short
87
On
R
Edit
*1
RAW Data Edit
JPEG Edit
R
Sel. Image
Image Overlay
Print Order
Reset Protect
Connection to Smartphone
―
―
―
―
―
―
―
87
88
89
89
118
89
89
d Setup-menu
Tabblad
d
Functie
X
W*
i
Rec View
Wi-Fi Settings
13
Informatie
150 NL
c/# Menu
Display
Firmware
Standaard
―
―
j ±0, k ±0,
Natural
0.5 sec.
Wi-Fi Connect
Private
Settings
Private Password
―
Reset share
―
Order
Reset Wi-Fi
―
Settings
On
c Menudisplay
# Menudisplay Uit
―
*1
*2
*3
g
17
90
90
90
90
* Instellingen verschillen afhankelijk van het land waar de camera is gekocht.
90
90
c Custom Menu
Tabblad
c
Functie
Standaard
*1
*2
*3
g
R AF/MF
Still Picture
Videobeelden
Full-time AF
AF Mode
AEL/AFL
Reset Lens
BULB/TIME Focusing
Focus Ring
Magnify
MF Assist
Peaking
P Set Home
AF Illuminat.
I Face Priority
AF Area Pointer
C-AF lock
S Button/Dial/Lever
UFunction
VFunction
RFunction
t Functie
YFunction
ZFunction
Button
Function IFunction
q
Dial Direction
Mode Dial Function
tHendelfunctie
u+v
mode1
mode2
mode1
92
93
P
Multi-functie
RREC
AEL/AFL
k
z
#*
j/Y*
P
AEL/AFL
P
AF stop
Ps/F
FNo./F
Shutter/F
Shutter/FNo.
FG/HI
Prev/Next/G/U
Belichting
Dial1
Ps
Dial1
Uit
mode1
On
93
13
Informatie
Dial
Function
GFunction
nFunction
mFunction
nFunction
lFunction
P
A
S
M
Menu
S-AF
C–AF
Uit
S-AF
C-AF
MF
On
On
b
Uit
Uit
o
On
K
On
Uit
* Wanneer de FG-knoppen zijn ingesteld op [Direct Function]
NL 151
Tabblad
c
13
Informatie
152 NL
Functie
T Release/j
Rls Priority S
Rls Priority C
j L fps
j H fps
j + IS Off
Half Way Rls With IS
Lens I.S. Priority
Release Lag-Time
U Disp/8/PC
HDMI Out
HDMI
HDMI Control
Video Out
iAUTO
K
P/A/S/M
Control
ART
Settings
SCN
q Info
G/Info
LV-Info
Settings
G Settings
Displayed Grid
Picture Mode Settings
Histogram Highlight
Settings
Shadow
Mode Guide
Live View Boost
Frame Rate
Art LV Mode
Expand LV Dyn. Range
Flicker reduction
LV Close Up Mode
Peaking Settings
Backlit LCD
Sleep
Auto Power Off
8
USB Mode
Standaard
Uit
On
6 fps
10 fps
On
On
Off
Normaal
*1
*2
*3
1080i
Uit
―
Live Guide
Live Control
Art Menu
Scene Menu
Image Only, Overall
Image Only, u, Level
Gauge
O, Calendar
Uit
Alles inschakelen
255
0
On
Uit
Normaal
mode1
On
Auto
mode2
Wit
Hold
1 min.
4h
On
Auto
g
93
94
94
95
Tabblad
c
Functie
V Exp/p/ISO
EV Step
Noise Reduct.
Noise Filter
ISO
ISO Step
ISO-Auto Set
ISO-auto
Metering
AEL Metering
BULB/TIME Timer
BULB/TIME Monitor
Live BULB
Live TIME
Anti-Shock z
W # Custom
# X-Sync.
# Slow Limit
w+F
X K/Color/WB
K Set
*1
*2
*3
1/3EV
Auto
Standard
Auto
1/3EV
High Limit: 1600
Default: 200
P/A/S
p
Auto
8 min.
-7
Uit
0,5 sec.
Uit
1/320
1/60
Uit
K1 YF, K2 YN, K3 XN,
K4 WN
2560×1920
1280×960
Uit
Auto
96
97
On
WB Auto
sRGB
Uit
RAW+JPEG
Reset
Uit
No
350dpi
Uit
A : 0, G : 0
—
—
g
98
98
13
99
Informatie
Xiddle
Pixel
Count
Wmall
Shading Comp.
WB
All Set
All >
All Reset
W Keep Warm Color
#+WB
Color Space
Y Record/Erase
Quick Erase
RAW+JPEG Wissen
File Name
Edit Filename
Priority Set
dpi Settings
Copyright Info.
Copyright
Artist Name
Settings
Copyright Name
Standaard
—
—
NL 153
Tabblad
c
Functie
Z Videobeelden
nMode
Movie R
Movie Effect
Wind Noise Reduction
Recording Volume
b Built-In EVF
Built-in EVF Style
V Info Settings
V Displayed Grid
EVF Auto Switch
EVF Auto
EVF Adjust
luminantie
V Half Way Level
k K Utility
Pixel-Mapping
p
Exposure J
Shift
5
AF Focus Adj.
: Waarschuwingsniveau
: Batterijprioriteit
Level Adjust
Touch Screen Settings
Eye-Fi
13
Informatie
154 NL
Standaard
P
On
On
Uit
Built-In R
External R
Line-In R
*1
*2
*3
g
Standard
Standard
Standard
Style 3
u, Gauge-niveau,
basisinformatie
Uit
On
On
100
On
101
—
±0
Uit
±0
PBH Battery
—
On
On
101
# Accessory Port Menu
Tabblad
#
Functie
A OLYMPUS PENPAL Delen
Please Wait
Address List
Address
Search Timer
Book
New Pairing
My OLYMPUS PENPAL
Picture Send Size
B OLYMPUS PENPAL Album
Copy All
Reset Protect
Album Mem. Usage
Album Mem. Setup
Picture Copy Size
C Electronic Viewfinder
EVF Adjust
EVF Auto Switch
Standaard
*1
*2
—
—
30 sec.
*3
g
115,116
—
—
Size 1: Small
116
—
—
—
—
Size 2: Medium
j ±0, k ±0
On
117
117
13
Informatie
NL 155
Specificaties
Camera
Soort camera
Soort camera
Lens
Lensvatting
Equivalente
brandpuntsafstand op een
kleinbeeldcamera (35 mm)
Beeldopneemelement
Soort camera
Totaal aantal pixels
Aantal effectieve pixels
Schermgrootte
Breedte-hoogteverhouding
Zoeker
Type
Aantal pixels
Vergroting
Oogpunt
Live bekijken
Sensor
Beeldhoek
Monitor
Soort camera
Totaal aantal pixels
13
Informatie
Sluiter
Soort camera
Sluiter
Autofocus
Soort camera
Scherpstellingspunten
Selectie van
scherpstelpunt
Belichtingsregeling
Lichtmeetsysteem
Meetbereik
Fotofuncties
ISO-gevoeligheid
Belichtingscorrectie
Witbalans
Soort camera
Functie-instelling
156 NL
Digitale camera met verwisselbaar “Micro Four Thirds“standaardlenssysteem
M.Zuiko Digital, Micro Four Thirds-lens
Micro Four Thirds-lensvatting
Ca. tweemaal de brandpuntsafstand van de lens
4/3" Live MOS-sensor
Ongeveer 17.200.000 pixels
Ongeveer 16.280.000 pixels
17,3 mm (H) × 13,0 mm (V)
1,33 (4:3)
Elektronische zoeker met oogsensor
2.360.000 pixels
100%
Ca. 21,0 mm (–1 m-1)
Gebruikt Live MOS-sensor
100%
3.0-inch TFT kleuren-LCD, Vari-angle, touchscreen
Ongeveer 1.040.000 punten (breedte-hoogteverhouding 3 : 2)
Automatische spleetsluiter
1/8000 - 60 sec., bulbfotografie, tijdfotografie
Hi-Speed Imager AF
81 punten
Auto, Optioneel
TTL-lichtmeetsysteem (imager-lichtmeting)
Digitale ESP-meting/Lichtmeting met nadruk op het centrum/Spotmeting
EV –2 - 20 (komt overeen met M.ZUIKO DIGITAL 17 mm f2.8 ISO100)
A: iAUTO/P: Program AE (Programma-aanpassing mogelijk)/
A: Diafragmavoorkeuze AE/S: Sluitertijdvoorkeuze AE/M: Handmatig/
J: PHOTO STORY/ART: Kunstfilter/SCN: Scene/n: Film
LOW, 200 - 25600 (1/3, 1 EV stap)
±5 EV (1/3, 1/2, 1 EV stap)
Beeldopneemelement
Auto/Vooraf ingestelde WB (7 instellingen)/Voorkeursinstelling WB/WB
met één knop
Opnemen
Opslagmedium
Opslagsysteem
Compatibel met de
normen
Geluid bij stilstaande
beelden
Videobeelden
Audio
Beelden weergeven
Weergaveformaat
Aandrijving
Sluiterfunctie
Repeterende opnamen
SD, SDHC, SDXC en Eye-Fi
UHS-I-compatibel
Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design Rule for
Camera File system (DCF)), RAW-gegevens, MP-indeling
Exif 2.3, Digital Print Order Format (DPOF), PRINT Image Matching III,
PictBridge
Wave-indeling
MPEG-4 AVC/H.264/Motion JPEG
Stereo, PCM 48 kHz
Enkelbeeldweergave/Gezoomd weergeven/Indexweergave/
Kalenderweergave
Enkelbeeldopnamen/Repeterende opnamen/Zelfontspanner
Luchtvochtigheid
Spatweerstand
Type
30% - 90% (tijdens bedrijf)/10% - 90% (tijdens opslag)
Equivalent met IEC Standard-uitgave 529 IPX1 (in OLYMPUStestvoorwaarden)
13
Informatie
Tot 10 fps (T)
Zelfontspanner
Vertragingstijd: 12 sec./2 sec./Aangepast
Energiebesparende
Schakelen naar slaapstand: 1 minuut, uitschakelen: 4 uur
functie
(Deze functie kan worden aangepast.)
Externe flitser
Flitsregeling
TTL-AUTO (TTL-voorflitsfunctie)/MANUAL
Synchronisatiesnelheid
1/320 s of trager (FL-LM2)
Draadloos LAN
Compatibele standaard
IEEE 802.11b/g/n
Externe connector
Multiconnector (USB-connector, AV-connector)/HDMI-microconnector (type D)/accessoirepoort/
externe fliitsconnector/microfoonconnector
Voeding
Batterij
Li-ionbatterij ×1
Afmetingen/gewicht
Afmetingen
130,4 mm (W) × 93,5 mm (H) × 63,1 mm (D)
(niet gemeten over uitstekende delen)
Gewicht
Ca. 497 g (met batterij en kaart)
Gebruiksomgeving
Temperatuur
–10 °C - 40 °C (tijdens bedrijf)/–20 °C - 60 °C (tijdens opslag)
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition
Multimedia Interface zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van
HDMI Licensing LLC.
NL 157
FL-LM2
Gidsnummer
7 (ISO100), 10 (ISO200)
Flitshoek
Dekt de beeldhoek van een 14 mm lens (28 mm in 35 mm een kleinbeeldcamera)
Afmetingen
Ca. 44,3 mm (W) × 33,5 mm (H) × 52,5 mm (D)
Gewicht
Ca. 31 g
Spatweerstand
Type Equivalent met IEC Standard-uitgave 529 IPX1 (in OLYMPUStestvoorwaarden)
Lithium-ionbatterij
MODELNR.
BLN-1
Soort camera
Herlaadbare lithium-ionbatterij
Nominale spanning
DC 7,6 V
Nominale capaciteit
1220 mAh
Aantal keren laden en ontladen
Ca. 500 keer (afhankelijk van de gebruiksomstandigheden)
Omgevingstemperatuur
0 °C - 40 °C (tijdens laden)
Afmetingen
Ca. 36,0 mm (W) × 15,4 mm (H) × 50,2 mm (D)
Gewicht
Ca. 52 g
Lithium-ionoplader
MODELNR.
BCN-1
Nominaal ingangsvermogen
AC 100 V - 240 V (50/60 Hz)
Nominaal uitgangsvermogen
DC 8,7 V, 600 mA
Laadtijd
Ca. 4 uur (kamertemperatuur)
Omgevingstemperatuur
0 °C - 40 °C (tijdens bedrijf)/
–20 °C - 60 °C (tijdens opslag)
Afmetingen
Ca. 67 mm (W) × 26 mm (H) × 95,5 mm (D)
Gewicht (zonder AC-kabel)
Ca. 77 g
• De AC-kabel die bij dit apparaat is geleverd, mag alleen met dit apparaat worden gebruikt
en niet met andere apparaten. Gebruik geen kabels van andere apparaten met dit
apparaat.
13
Informatie
158 NL
WIJZIGINGEN IN TECHNISCHE GEGEVENS ZIJN VOORBEHOUDEN ZONDER
VOORAFGAANDE KENNISGEVING OF VERPLICHTING VAN DE ZIJDE VAN
DE FABRIKANT.
14
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
LET OP
GEVAAR VOOR
ELEKTRISCHE SCHOK
NIET OPENEN
LET OP: OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE
VOORKOMEN, MAG DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET VERWIJDERD
WORDEN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN
WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN. LAAT DAT OVER AAN
ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
Een driehoek met daarin een uitroepteken vestigt uw aandacht op
belangrijke aanwijzingen in de bij deze camera geleverde documentatie
ten aanzien van de bediening en het onderhoud ervan.
GEVAAR
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat ernstige letsels of de dood tot gevolg
hebben.
WAARSCHUWING
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat letsels of de dood tot gevolg hebben.
LET OP
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat lichte persoonlijke letsels, schade aan
apparatuur, of het verlies van waardevolle gegevens tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING!
STEL DE CAMERA, OM GEVAAR VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOK TE
VOORKOMEN, NOOIT BLOOT AAN WATER, GEBRUIK DE CAMERA OOK NIET IN
OMGEVINGEN MET ZEER HOGE VOCHTIGHEID EN DEMONTEER HEM NIET.
Algemene
voorzorgsmaatregelen
voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van
weerbestendig uitgevoerde producten raadpleegt
u de desbetreffende paragrafen over de
weerbestendigheid.
Plaats van opstelling — Bevestig het
product op een statief, standaard of beugel om
beschadigingen te voorkomen.
Elektrische voedingsbron – Sluit de
camera uitsluitend aan op de in de technische
gegevens beschreven elektrische voedingsbron.
Vreemde voorwerpen — Steek om
persoonlijk letsel te voorkomen, nooit een
metalen voorwerp in de camera.
Hitte — Gebruik of berg de camera nooit op in
de buurt van een warmtebron zoals een radiator,
verwarmingsrooster, kachel of enig ander
apparaat of toestel dat warmte ontwikkelt, met
inbegrip van stereo-versterkers.
14
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Lees alle gebruiksaanwijzingen —
Lees, voordat u het apparaat gaat gebruiken,
alle gebruiksaanwijzingen. Bewaar alle
gebruiksaanwijzingen en documentatie om deze
later nog eens te kunnen raadplegen.
Reinigen — Trek voordat u het apparaat
gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het
stopcontact. Gebruik uitsluitend een vochtige
doek om het apparaat te reinigen. Gebruik nooit
vloeibare of aërosole reinigingsmiddelen, of welk
soort organische oplosmiddel dan ook, om het
apparaat te reinigen.
Accessoires — Gebruik voor uw veiligheid
en om beschadigingen aan dit product te
voorkomen, uitsluitend de door Olympus
aanbevolen accessoires.
Water en vocht – Voor de
NL 159
Voorzorgsmaatregelen bij
de omgang met het product
WAARSCHUWING
• Gebruik de camera niet in de buurt van
brandbare of explosieve gassen.
• Gebruik de flitser en LED nooit bij
personen (zuigelingen, kleine kinderen
enz.) die zich dichtbij bevinden.
U moet zich minimaal op 1 m afstand
van de gezichten van de personen die
u fotografeert bevinden. Het te dicht bij de
ogen van de te fotograferen personen flitsen
kan tijdelijk gezichtsverlies veroorzaken.
• Houd de camera uit de buurt van kleine
kinderen, zuigelingen en huisdieren.
Gebruik en berg de camera altijd op
buiten het bereik van kleine kinderen en
zuigelingen omdat anders de volgende
gevaarlijke situaties kunnen ontstaan die
ernstig letsel kunnen veroorzaken:
• Verward raken in de riem van de camera,
wat verstikking tot gevolg kan hebben.
• Per ongeluk inslikken van de batterijen,
kaarten of andere kleine onderdelen.
• Per ongeluk ontsteken van de flitser
terwijl ze in de flitser kijken of vlak voor de
ogen van andere kinderen.
• Per ongeluk een letsel oplopen door
bewegende delen van de camera.
• Kijk met de camera niet recht in de zon of
in het licht van sterke lichtbronnen.
• Gebruik en berg de camera niet op in
stoffige of vochtige ruimten.
• Dek de flitser, op het moment dat die
ontsteekt, niet af met uw hand.
LET OP
14
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
160 NL
• Bespeurt u in de buurt van de camera
ongewone geuren, vreemde geluiden of
rook, gebruik de camera dan onmiddellijk
niet meer.
Haal de batterijen nooit met blote handen
uit de camera omdat u zich dan kunt
branden.
• Gebruik de camera niet met natte handen.
• Laat de camera nooit achter op plaatsen
waar deze aan extreem hoge temperaturen
kan worden blootgesteld.
Doet u dat toch, dan kan daardoor de
kwaliteit van bepaalde onderdelen achteruit
gaan en in sommige gevallen zelfs brand
worden veroorzaakt.
Gebruik de oplader niet als dit is bedekt
(bijvoorbeeld een deken). Hierdoor kan
oververhitting en uiteindelijk zelfs brand
ontstaan.
•
• Behandel de camera met zorg om te
voorkomen dat u verbrandingen oploopt.
Omdat de camera metalen onderdelen
bevat, kan oververhitting ontstaan en kunt u
zich branden. Let daarom op het volgende:
• Gebruikt u de camera lang achtereen,
dan kan deze heet worden. Hanteert u de
camera in deze toestand, dan kan dat een
verbranding veroorzaken.
• Op plaatsen waar extreem lage
temperaturen kunnen optreden, kan de
temperatuur van het camerahuis lager
worden dan de omgevingstemperatuur.
Draag waar mogelijk handschoenen als u
de camera bij lage temperaturen hanteert.
• Wees voorzichtig met de camerariem.
Let op de camerariem terwijl u de camera
met u meedraagt. De riem kan achter een
vreemd voorwerp blijven haken en zo
ernstige schade veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen bij
de omgang met batterijen
Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op
om te voorkomen dat batterijen gaan lekken,
oververhit raken, ontbranden, exploderen
of elektrische schokken of verbrandingen
veroorzaken.
GEVAAR
• De camera gebruikt een door Olympus
voorgeschreven lithium-ionbatterij. Laad de
batterij op met het voorgeschreven oplader.
Gebruik geen andere laders.
• Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi
ze ook niet in het vuur.
• Tref voorzorgsmaatregelen bij het vervoeren
of opbergen van batterijen om te voorkomen
dat ze in aanraking komen met metalen
objecten, zoals sieraden, pennen, paperclips,
enzovoort.
• Bewaar batterijen nooit op een plaats waar
ze zullen blootstaan aan felle zon of aan
hoge temperaturen, zoals in een warme
wagen, nabij een warmtebron enz.
• Volg altijd alle aanwijzingen met betrekking tot
het gebruik van batterijen zorgvuldig op, om
te voorkomen dat de batterijen gaan lekken
of de contacten ervan beschadigd raken.
Probeer nooit batterijen uit elkaar te halen of
op een of andere manier aan te passen, bijvoorbeeld door er aan te solderen, enzovoort.
• Is batterijvloeistof in uw ogen terecht
gekomen, spoel uw ogen dan onmiddellijk
overvloedig met schoon, stromend water en
raadpleeg onmiddellijk een arts.
• Berg batterijen altijd op buiten het bereik van
kleine kinderen. Heeft een kind per ongeluk
een batterij doorgeslikt, raadpleeg dan
onmiddellijk een arts.
• Als u vaststelt dat de oplader rook, warmte,
een ongewoon geluid of een ongewone geur
afgeeft, dient u het gebruik onmiddellijk te
stoppen en de stekker uit het stopcontact te
halen, waarna u contact opneemt met een
geautoriseerde distributeur of servicedienst.
WAARSCHUWING
• Houd batterijen altijd droog.
• Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan
lekken, oververhit raken, brand veroorzaken
of exploderen, uitsluitend het voor dit product
aanbevolen type batterijen.
• Plaats de batterijen voorzichtig, zoals
beschreven in de gebruiksaanwijzing, in de
camera.
• Indien de oplaadbare batterijen niet binnen
de vastgestelde tijd opgeladen zijn, laad de
batterijen dan niet verder op en gebruik ze
niet meer.
• Gebruik geen batterij die gebarsten of
gebroken is.
• Is een batterij gaan lekken, verkleurd of
vervormd, of gedraagt de batterij zich op
een of andere manier afwijkend, gebruik de
camera dan niet meer.
• Als er batterijvloeistof op uw kleding terecht
is gekomen, trek het kledingstuk dan uit en
spoel het onmiddellijk met schoon, stromend,
koud water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts wanneer de vloeistof met uw huid in
aanraking is gekomen.
• Stel batterijen nooit bloot aan zware
schokken of ononderbroken trillingen.
LET OP
•
•
•
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
van de draadloze LAN-functie
WAARSCHUWING
• Schakel de camera uit in ziekenhuizen
en op andere locaties waar medische
apparatuur aanwezig is.
De radiogolven van de camera kunnen
medische apparatuur negatief beïnvloeden,
waardoor deze apparatuur mogelijk niet
goed meer werkt en ongelukken kunnen
worden veroorzaakt.
• Schakel de camera uit wanneer u zich in
een vliegtuig bevindt.
Het gebruik van draadloze apparaten in
vliegtuigen kan de veilige werking van het
vliegtuig belemmeren.
Let op de werkomgeving
• Om de uiterst precieze technologie in dit
product te beschermen, mag u de camera
nooit achterlaten op de volgende plaatsen,
ongeacht of u de camera op die plaatsen
gebruikt of bewaart:
• Plaatsen waar de temperatuur en/of vochtigheid hoog zijn of onderworpen zijn aan
extreme schommelingen. In direct zonlicht,
op het strand, in een afgesloten wagen of
nabij andere warmtebronnen (kachel, radiator, enz.) of een luchtbevochtiger.
• In omgevingen met veel zand of stof.
• In de buurt van brandbare of explosieve
voorwerpen.
• Op natte plaatsen, zoals een badkamer
of in de regen. Wanneer producten
met weerbestendig ontwerp worden
gebruikt, dient u ook de bijbehorende
handleidingen te raadplegen.
• Op plaatsen die blootstaan aan sterke
trillingen.
14
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
• Controleer de batterij voor het opladen altijd
op lekkage, verkleuringen, vervormingen of
andere afwijkingen.
• Tijdens langdurig gebruik kunnen de
batterijen heet worden. Verwijder de batterij
nooit onmiddellijk na gebruik van de camera
om kleine brandwonden te voorkomen.
• Denkt u de camera langere tijd achtereen niet
te gebruiken, haal de batterij er dan uit.
• Deze camera gebruikt een door Olympus
voorgeschreven lithium-ionbatterij. Gebruik
geen ander type batterij. Lees de handleiding
voor de batterij zorgvuldig door voor een
veilig en juist gebruik.
• Er kan een storing in het contact optreden
als de polen van de batterij nat of vettig zijn.
Droog de batterij voor gebruik goed met een
droge doek.
• Laad de batterij altijd op als deze voor het
eerst wordt gebruikt of als deze langere tijd
niet gebruikt is.
• Probeer de camera en de reservebatterij
zo warm mogelijk te houden, indien de
camera wordt gebruikt met batterijvoeding
bij een lage temperatuur. Het is mogelijk
•
dat een batterij die is leeggeraakt bij lage
temperaturen, weer herstelt als deze de
kamertemperatuur aanneemt.
Het aantal foto's dat u kunt maken, is
afhankelijk van de lichtomstandigheden of
van de batterij.
Schaf voldoende reservebatterijen aan,
voordat u een lange reis maakt, met name
als u naar het buitenland gaat. Het is mogelijk
dat het aanbevolen type batterij in het
buitenland niet verkrijgbaar is.
Wanneer de camera gedurende lange tijd
niet zal worden gebruikt, dient u deze op een
koele plaats op te bergen.
Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled
worden om de natuurlijke hulpbronnen
te ontzien. Zorg er bij de afvoer van lege
batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en
neem altijd de plaatselijke voorschriften en
regelgeving in acht.
NL 161
• Laat de camera nooit vallen en stel hem nooit
bloot aan zware schokken of trillingen.
• Als de camera op een statief bevestigd is,
stelt u de positie van de camera met de
statiefkop in. Verdraai de camera niet.
• Richt de camera niet te lang op de zon.
Daardoor kan de lens of het sluitergordijn
beschadigd raken, kunnen kleurvervalsing of
nevenbeelden op het beeldopneemelement
optreden en kan zelfs brand ontstaan.
• Laat de elektrische contacten van de camera
en verwisselbare lenzen ongemoeid. Denk
eraan het kapje erop te doen als u de lens
verwijdert.
• Haal de batterijen uit de camera als u denkt
de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken. Kies een koele, droge opbergplaats
om condensatie of schimmelvorming in de
camera te voorkomen. Is de camera langere
tijd opgeborgen geweest, dan schakelt
u deze in en controleert u de juiste werking
door de ontspanknop in te drukken.
• De camera kan een storing vertonen als deze
wordt gebruikt op een plaats die blootstaat
aan een magnetisch/elektromagnetisch veld,
radiogolven of hoogspanning, bijvoorbeeld
nabij een televisietoestel, magnetron,
videogame, luidsprekers, grote monitor, tv/
radiomast of zendmasten. In dergelijke
gevallen schakelt u de camera uit en weer
aan voor u hem gebruikt.
• Houd u altijd aan de beperkingen die gesteld
zijn aan de omgevingscondities zoals die zijn
beschreven in de handleiding van de camera.
• Raak het beeldopneemelement van de
camera niet aan en wrijf er niet over.
Monitor
14
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
162 NL
Het display aan de achterzijde van de camera
is een LCD-monitor.
• In het onwaarschijnlijke geval dat de monitor
breekt, mag u de vloeibare kristallen niet in
uw mond steken. Materiaal dat zich vasthecht
op uw handen, voeten of kleding moet
onmiddellijk worden afgespoeld.
• Langs de onder- en bovenrand van het
monitorbeeld kan een heldere band
verschijnen, maar dat wijst niet op een defect.
• Kijkt u met de camera schuin naar een object,
dan kunnen de contouren van het beeld er
op de monitor gerafeld uitzien, maar dat wijst
niet op een defect. Met de camera in de stand
Weergeven is dit verschijnsel minder opvallend.
• Op plaatsen waar lage temperaturen kunnen
optreden kan het enkele momenten duren
voordat de monitor oplicht of kunnen tijdelijke
kleurverschuivingen optreden.
Gebruikt u de camera op extreem koude
plaatsen, dan is het goed om de camera
tussen de opnamen op een warme plaats op
te bergen. Een monitor die slecht presteert
als gevolg van lage temperaturen herstelt
zich weer zodra de temperatuur weer
normale waarden aanneemt.
• De monitor is gemaakt met hoge-precisietechnologie. Er kunnen echter zwarte of lichte
punten op de monitor verschijnen.
Als gevolg van de karakteristieke eigenschappen van de monitor of van de hoek waaronder
u het beeld op de monitor bekijkt, zijn deze
punten niet gelijk in kleur en helderheid. Dit is
echter normaal en betekent geen storing.
Lens
• Niet onderdompelen in water of nat laten worden.
• Niet laten vallen of geweld op de lens
uitoefenen.
• Houd het beweegbare deel van de lens niet
vast.
• Raak het lensoppervlak niet direct aan.
• Raak de contactpunten niet direct aan.
• Niet blootstellen aan abrupte
temperatuurwijzigingen.
Wettelijke en andere bepalingen
• Olympus geeft geen enkele garantie of
waarborg ten aanzien van mogelijke kosten
of van winstverwachtingen door rechtmatig
gebruik van dit apparaat, of van aanspraken
van derden, die voortvloeien uit ondeskundig
gebruik van dit apparaat.
• Olympus geeft geen enkele garantie of
waarborg ten aanzien van mogelijke kosten
of van winstverwachtingen door rechtmatig
gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit
het verloren gaan van beeldgegevens.
Beperkte aansprakelijkheid
• Olympus geeft geen enkele garantie of
waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend
aanvaard, ten aanzien van of met betrekking
tot de inhoud van dit geschreven materiaal of
van de software en kan in geen enkel opzicht
aansprakelijk worden gesteld voor enige
stilzwijgende waarborg met betrekking tot
de verkoopbaarheid of de geschiktheid voor
enige specifiek doel of voor enige directe,
indirecte, zwaarwegende, bijkomstige of andere
schade (met inbegrip van en niet beperkt
tot schade door derving van inkomsten of
verlies van zakelijke winsten, onderbreking
van zakelijke activiteiten en verlies van
zakelijke informatie) die voortvloeien uit het
gebruik van of niet kunnen gebruiken van het
geschreven materiaal of van de software of van
de apparatuur. Sommige landen accepteren
een dergelijke uitsluiting of beperking op de
aansprakelijkheid voor directe of indirecte
schade of van de stilzwijgende waarborg niet,
zodat de hierboven opgesomde beperkingen
mogelijk op uw situatie niet van toepassing zijn.
• Olympus behoudt zich alle rechten van deze
handleiding voor.
Waarschuwing
Fotograferen of gebruik van materiaal waarop het
auteursrecht van toepassing is kan schending
van het auteursrecht betekenen. Olympus
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
ongeautoriseerd fotograferen, voor het gebruik
van de apparatuur of voor handelingen die in
strijd zijn met de rechten van belanghebbenden.
Betreffende het copyright
Alle rechten voorbehouden. Niets van dit
geschreven materiaal of van deze software
mag zonder vooraf verkregen schriftelijke
toestemming van Olympus op geen enkele wijze
of langs welke elektronische of mechanische
weg dan ook, met inbegrip van fotokopiëren,
het langs elektronische weg vastleggen
en het gebruik van informatieopslag en
informatiezoeksystemen, worden gebruikt
of gereproduceerd. Olympus aanvaardt
geen enkele aansprakelijkheid voor de in
deze handleiding of in de software besloten
informatie, of voor schade die kan voortvloeien
uit het gebruik van de in deze handleiding of
in de software besloten informatie. Olympus
behoudt zich het recht voor de uitvoering en de
inhoud van deze handleiding te wijzigen zonder
voorafgaande kennisgeving of enige verplichting.
FCC-voorschriften
FCC-voorschriften
Wijzigingen of aanpassingen waarvoor de partij
verantwoordelijk voor naleving niet uitdrukkelijk
toestemming heeft verleend, kunnen het recht
van de gebruiker om dit apparaat te bedienen
ongeldig maken.
Deze zender mag niet worden geplaatst in de
buurt van of bediend in combinatie met een
andere antenne of zender.
Dit apparaat voldoet aan de limieten voor
blootstelling aan straling van FCC/IC voor een
omgeving die niet onder controle is en voldoet
aan de richtlijnen van FCC inzake blootstelling
aan radiofrequentie (RF) in Bijlage C tot
OET65 en RSS-102 van de regels van IC
inzake blootstelling aan radiofrequentie (RF).
Dit apparaat bevat zeer lage niveaus van
RF-energie die zullen voldoen zonder de SAR
(specific absorption ratio) te testen.
Gebruik uitsluitend een
toepassingsgerichte oplaadbare
batterij en batterijlader
We adviseren u om uitsluitend de originele
toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en
batterijlader van Olympus bij deze camera te
gebruiken.
Het gebruik van niet-originele oplaadbare
batterijen en/of batterijlader kan brand of
persoonlijk letsel veroorzaken als gevolg van
lekken, verhitting, ontbranding of beschadiging
van de batterij. Olympus stelt zich niet
aansprakelijk voor ongelukken of beschadigingen
die voortkomen uit het gebruik van batterijen
en/of batterijlader die geen origineel Olympusaccessoire zijn.
14
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Dit apparaat werd getest en voldoet aan de
eisen voor digitale apparatuur van klasse
B conform Deel 15 van de FCC-richtlijnen.
Deze beperkingen zijn opgesteld om redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke
interferentie bij een residentiële installatie. Dit
apparaat produceert, gebruikt en straalt mogelijk
radiofrequentie-energie uit. Indien het apparaat
niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens de
instructies, kan dit storende effecten veroorzaken
voor radiocommunicatie. Er wordt echter
geen enkele garantie gegeven dat er bij een
bepaalde installatie geen storingen optreden.
Als dit apparaat radio- en televisieontvangst
hinderlijk stoort, wat kan worden bepaald door
het apparaat uit en weer in te schakelen, wordt
de gebruiker geadviseerd te trachten de storing
op te heffen door een of meer van de volgende
maatregelen te treffen:
• Richt de ontvangstantenne anders of
verplaats deze.
• Vergroot de afstand tussen het apparaat en
ontvanger.
• Sluit het apparaat aan op een stopcontact
van een andere groep dan die waarop de
ontvanger is aangesloten.
• Raadpleeg voor hulp de dealer of een
ervaren radio / televisie-technicus.
• Voor het aansluiten van de camera op een
computer mag uitsluitend de door OLYMPUS
bij de camera geleverde USB-kabel worden
gebruikt.
NL 163
Voor klanten in Noord- en Zuid-Amerika
Voor klanten in de VS
Conformiteitsverklaring
Modelnummer
: E-M1
Handelsnaam
: OLYMPUS
Verantwoordelijke partij :
Adres
: 3500 Corporate Parkway, P. O. Box 610, Center Valley, PA 18034-0610, VS
Telefoonnummer
: 484-896-5000
Getest op naleving van FCC-normen
VOOR THUIS- OF KANTOORGEBRUIK
Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-richtlijnen en de door Industry Canada vrijgestelde
RSS-norm(en). Bediening is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden:
(1) Dit apparaat mag geen hinderlijke storingen veroorzaken.
(2) Dit apparaat moet elke ontvangen storing accepteren, inclusief storing die onbedoelde bediening
kan veroorzaken.
Voor klanten in Canada
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan Canadian ICES-003. CAN ICES-3(B)
14
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
164 NL
OLYMPUS WERELDWIJDE BEPERKTE
GARANTIE - BEELDAPPARATUUR
Olympus garandeert dat de bijgeleverde
Olympus®-beeldapparatuur en Olympus®accessoires (individueel een “product“ genoemd
en samen de “producten“) vrij zijn van defecten
bij normaal gebruik voor een periode van een (1)
jaar vanaf de datum van aankoop.
Als een product defect zou raken binnen de
garantieperiode van een jaar, dient de klant het
defecte product in te leveren bij een servicedienst
van Olympus in overeenstemming met de hieronder
beschreven procedure (zie “WAT U MOET DOEN
WANNEER SERVICE BENODIGD IS“).
Olympus zal naar eigen goeddunken het defecte
product herstellen, vervangen of aanpassen,
gesteld dat het onderzoek gevoerd door Olympus
uitwijst dat (a) het defect zich heeft voorgedaan bij
een normaal en correct gebruik en (b) het product
nog wordt gedekt door de beperkte garantie.
Herstelling, vervanging of aanpassing van
defecte producten is de enige verplichting van
Olympus en de enige oplossing voor de klant
binnen deze garantie.
De klant is aansprakelijk en betaalt voor
de verzending van de producten naar de
servicedienst van Olympus.
Olympus kan niet verplicht worden om preventief
onderhoud, noch installatie, verwijdering of
gewoon onderhoud uit te voeren.
Olympus behoudt zich het recht voor om (i)
herstelde en/of geschikte gebruikte onderdelen
(die voldoen aan de kwaliteitseisen van
Olympus) te gebruiken voor reparaties binnen
de garantie of enige andere reparaties en (ii)
eventuele interne of externe veranderingen door
te voeren aan het ontwerp en/of de functies van
de producten zonder hiervoor aansprakelijk te
kunnen worden gesteld.
ZAKEN DIE NIET DOOR DEZE BEPERKTE
GARANTIE WORDEN GEDEKT
Volgende zaken worden niet door deze beperkte
garantie of op enige andere manier door
Olympus gedekt, expliciet, impliciet of statutair:
(a) producten en accessoires die niet door
Olympus werden geproduceerd en/of niet de
“OLYMPUS“-merknaam dragen (de garantiedekking voor apparaten en accessoires
van andere fabrikanten, die door Olympus
kunnen worden verdeeld, valt onder de
verantwoordelijkheid van de fabrikanten van
deze producten en accessoires in overeenstemming met de voorwaarden en duur van
de garanties van deze fabrikanten);
(b) producten die uit elkaar werden gehaald, werden hersteld, werden gewijzigd of aangepast
door andere personen dan geautoriseerd
servicepersoneel van Olympus, tenzij deze
herstellingen door anderen werden uitgevoerd
na schriftelijke toestemming van Olympus;
(c) defecten of schade aan de producten ten
gevolge van slijtage, verkeerd gebruik, misbruik, nalatigheid, zand, vloeistoffen, schokken, verkeerde bewaring, niet uitvoeren van
gepland onderhoud, batterijlekken, gebruik
van accessoires of verbruiksgoederen van
andere producenten dan “OLYMPUS“, of
gebruik van de producten in combinatie met
apparaten die niet compatibel zijn;
(d) softwareprogramma's;
(e) verbruiksgoederen (met inbegrip van maar niet
beperkt tot lampen, inkt, papier, films, afdrukken, negatieven, kabels en batterijen); en/of
(f) Producten die geen geldig geplaatst en
geregistreerd Olympus-serienummer
hebben, tenzij het om een model gaat
waarop Olympus geen serienummers plaatst
en registreert.
Garanties en waarborgen die door om het
even welke persoon werden gegeven, met
inbegrip van maar niet beperkt tot dealers,
vertegenwoordigers, verkopers of agenten
van Olympus, die niet overeenstemmen of in
tegenstrijd zijn met de bepalingen van deze
beperkte garantie, zijn niet bindend voor
Olympus tenzij deze schriftelijk werden opgesteld
en goedgekeurd door een gemachtigde
vertegenwoordiger van Olympus.
Deze beperkte garantie is de volledige en
exclusieve garantieverklaring waartoe Olympus
zich verbindt met betrekking tot de producten en
zal alle voorafgaande en gelijktijdige mondelinge
of schriftelijke overeenkomsten, akkoorden,
voorstellen en communicaties inzake dit
onderwerp vervangen.
Deze beperkte garantie geldt uitsluitend voor
de oorspronkelijke klant en kan niet worden
overgedragen of doorverwezen.
WAT U MOET DOEN WANNEER SERVICE
BENODIGD IS
De gebruiker moet eventuele beeld- of
andere opgeslagen gegevens op het product
overdragen naar een ander beeld- of
gegevensopslagmedium en/of eventuele films
verwijderen uit het product vooraleer dit naar
Olympus te verzenden voor service.
OLYMPUS IS IN GEEN GEVAL
VERANTWOORDELIJK VOOR HET OPSLAAN,
BEWAREN OF ONDERHOUDEN VAN
EVENTUELE BEELD- OF ANDERE GEGEVENS
OPGESLAGEN OP EEN PRODUCT DAT
WERD ONTVANGEN VOOR SERVICE OF
OP EEN FILM DIE IS ACHTERGEBLEVEN IN
EEN PRODUCT DAT WERD ONTVANGEN
VOOR SERVICE, NOCH KAN OLYMPUS
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
VOOR ENIGE SCHADE IN HET GEVAL VAN
BEELD- OF GEGEVENSVERLIES TIJDENS DE
SERVICE (INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT
TOT DIRECTE, INDIRECTE, TOEVALLIGE,
GEVOLG- OF SPECIALE SCHADE,
WINSTDERVING OF VERLIES VAN GEBRUIK),
LOSSTAAND VAN HET FEIT OF OLYMPUS
AL DAN NIET OP DE HOOGTE IS OF ZOU
MOETEN ZIJN VAN DE MOGELIJKHEID
TOT DERGELIJK VERLIES OF DERGELIJKE
SCHADE.
Verpak het product zorgvuldig en gebruik
hiervoor voldoende opvulling om schade tijdens
de verzending te vermijden, en bezorg het
product aan de geautoriseerde Olympus-dealer
die u het product heeft verkocht of verzend het
product gefrankeerd en verzekerd naar een van
de servicediensten van Olympus.
Wanneer u producten terugzendt voor service,
moet het pakket de volgende zaken bevatten:
14
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
MET UITZONDERING VAN DE HIERBOVEN
VERMELDE BEPERKTE GARANTIE GEEFT
OLYMPUS GEEN ENKELE ANDERE GARANTIE OF WAARBORG MET BETREKKING
TOT DE PRODUCTEN, ZOWEL DIRECT ALS
INDIRECT, EXPLICIET OF IMPLICIET, OF
TEN GEVOLGE VAN EEN OF ANDERE WET,
VOORSCHRIFT, COMMERCIEEL GEBRUIK
OF ANDERSZINS, INCLUSIEF MAAR NIET
BEPERKT TOT ELKE GARANTIE INZAKE GESCHIKTHEID, DUURZAAMHEID, ONTWERP,
WERKING OF TOESTAND VAN DE PRODUCTEN (OF DELEN ERVAN) OF DE VERKOOPBAARHEID VAN DE PRODUCTEN OF HUN
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL,
OF MET BETREKKING TOT DE INBREUK OP
EEN PATENT, AUTEURSRECHT OF ANDER
EIGENDOMSRECHT DAT HIERIN WORDT
GEBRUIKT OF IS INBEGREPEN.
ALS BEPAALDE IMPLICIETE GARANTIES GELDEN TEN GEVOLGE VAN EEN BEPAALDE WETGEVING, WORDEN DEZE QUA DUUR BEPERKT
TOT DE DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE.
HET IS MOGELIJK DAT SOMMIGE STATEN
EEN VERWERPING VAN AANSPRAKELIJKHEID OF EEN BEPERKING VAN DE GARANTIES EN/OF EEN BEPERKING INZAKE
AANSPRAKELIJKHEID NIET ERKENNEN.
IN VOORKOMEND GEVAL ZIJN DE BOVENSTAANDE VERWERPINGEN VAN AANSPRAKELIJKHEID EN UITSLUITINGEN MOGELIJK
NIET VAN TOEPASSING.
HET IS BOVENDIEN MOGELIJK DAT DE
GEBRUIKER BEROEP KAN DOEN OP ANDERE
EN/OF BIJKOMENDE RECHTEN EN MIDDELEN
DIE VARIËREN VAN STAAT TOT STAAT.
DE KLANT ERKENT EN GAAT ERMEE AKKOORD DAT OLYMPUS NIET AANSPRAKELIJK
KAN WORDEN GESTELD VOOR EVENTUELE
SCHADE DIE DE GEBRUIKER OPLOOPT
TEN GEVOLGE VAN EEN VERTRAAGDE
LEVERING, FALEN VAN HET PRODUCT, HET
ONTWERP, DE SELECTIE OF DE PRODUCTIE
VAN HET PRODUCT, BEELD- OF GEGEVENSVERLIES OF BESCHADIGING, OF TEN
GEVOLGE VAN ENIGE ANDERE OORZAAK,
OM HET EVEN OF ER AANSPRAKELIJKHEID WORDT AANGEHAALD TEN GEVOLGE
VAN CONTRACTBREUK, ONGELDIGHEID
(MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID EN
STRIKTE PRODUCTAANSPRAKELIJKHEID)
OF ANDERS. OLYMPUS KAN IN GEEN GEVAL
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
ENIGE INDIRECTE, TOEVALLIGE, GEVOLGOF SPECIALE SCHADE (MET INBEGRIP VAN
MAAR NIET BEPERKT TOT WINSTDERVING
OF VERLIES VAN GEBRUIK), LOSSTAAND
VAN HET FEIT OF OLYMPUS AL DAN NIET OP
DE HOOGTE IS OF ZOU MOETEN ZIJN VAN
DE MOGELIJKHEID TOT DERGELIJK VERLIES
OF DERGELIJKE SCHADE.
NL 165
1
De originele bon met de datum en plaats van
aankoop.
2 Een kopie van deze beperkte garantie
waarop het serienummer staat vermeld
dat overeenstemt met het serienummer op
het product (tenzij het om een model gaat
waarop Olympus geen serienummers plaatst
en registreert).
3 Een gedetailleerde omschrijving van het
probleem.
4 Voorbeeldafdrukken, negatieven, digitale
afdrukken (of bestanden op een schijf) indien
beschikbaar en indien deze verband houden
met het probleem.
Wanneer de service voltooid is, wordt het
product gefrankeerd naar u teruggestuurd.
WAARHEEN KUNT U HET PRODUCT
VERZENDEN VOOR SERVICE
Zie “WERELDWIJDE GARANTIE“ voor de
dichtstbijzijnde servicedienst.
INTERNATIONALE GARANTIESERVICE
Een internationale garantieservice is beschikbaar
onder deze garantie.
Voor klanten in Europa
14
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
166 NL
Het waarmerk “CE“ garandeert
dat dit product voldoet aan de
richtlijnen van de EU (Europese
Unie) wat betreft veiligheid,
gezondheid, milieubehoud en
persoonlijke veiligheid van de
gebruiker. Apparaten met het
keurmerk “CE“ zijn bedoeld voor
de Europese markt.
Hierbij verklaren Olympus
Imaging Corp. en Olympus
Europa SE & Co. KG dat deze
E-M1 beantwoordt aan de
essentiële vereisten en andere
relevante bepalingen van richtlijn
1999/5/EG.
Meer details vindt u op
http://olympus-europa.com/
Dit symbool [een doorgekruiste
rolcontainer WEEE Annex IV]
geeft aan dat oude elektrische en
elektronische apparatuur apart
wordt ingezameld in landen die
zijn aangesloten bij de EU.
Gooi uw oude apparatuur niet bij
het huisvuil.
Volg de in uw land geldende
afvalrichtlijnen wanneer u dit
product weggooit.
Dit symbool [een doorgekruiste
rolcontainer volgens Richtlijn
2006/66/EG bijlage II] geeft aan
dat in de EU-landen afgedankte
batterijen apart moeten worden
ingezameld.
Gooi oude batterijen niet bij het
huisvuil.
Volg de in uw land geldende
afvalrichtlijnen wanneer u oude
batterijen weggooit.
Waarborgbepalingen
1 Indien dit product gebreken vertoont, hoewel
het op de juiste wijze gebruikt wordt (in
overeenstemming met de meegeleverde
documentatie Voorzichtig gebruik en
gebruiksaanwijzingen), tijdens de geldende
nationale garantieperiode en als het werd
aangeschaft bij een geautoriseerde Olympusdealer binnen het zakengebied van Olympus
Europa SE & Co. KG zoals bepaald op de
website: http://www.olympus.com, wordt dit
product gerepareerd of, naar Olympus’ keuze,
kosteloos vervangen. Voor aanspraak op
deze garantie dient de klant, voor het einde
van de geldende nationale garantieperiode,
het product binnen te brengen bij de dealer
waar het product aangeschaft is of iedere
andere servicedienst van Olympus binnen
het zakengebied van Olympus Europa SE &
Co. KG zoals bepaald op de website: http://
www.olympus.com. Tijdens de wereldwijde
garantieperiode van één jaar kan de klant
het product terugbrengen naar iedere
servicedienst van Olympus. Let erop dat niet
in alle landen een dergelijke servicedienst van
Olympus gevestigd is.
2 De klant dient het product op eigen risico
naar de dealer of de geautoriseerde
servicedienst van Olympus te brengen en
hij draagt zelf de kosten die ontstaan bij het
transport van het product.
Garantiebepalingen
1 “OLYMPUS IMAGING CORP.“ verleent
een wereldwijde garantie van 1 jaar.
Deze wereldwijde garantie moet worden
aangeboden bij een geautoriseerde
servicedienst van Olympus voor een
herstelling onder deze garantievoorwaarden
kan worden uitgevoerd. Deze garantie is
enkel geldig als het Garantiecertificaat en
het aankoopbewijs worden aangeboden aan
de servicedienst van Olympus. Merk op dat
deze garantie een aanvulling vormt op en
geen invloed heeft op de hierboven vermelde
wettelijke rechten van de klant.
2
4
veroorzaakt in lenzen, fotorolletjes,
andere uitrusting of toebehoren dat bij het
product hoort of ieder soort verlies dat het
resultaat is van een vertraagde reparatie
of gegevensverlies, is uitgesloten. Deze
bepalingen hebben geen invloed op de
wettelijke dwingende regelgeving.
Opmerkingen met betrekking tot
het onderhoud onder garantie
1
2
Deze garantie geldt uitsluitend, indien de
garantieverklaring naar behoren is ingevuld
door Olympus of een geautoriseerde dealer
of indien andere documenten voldoende
bewijskrachtig zijn. Controleer daarom
of uw naam, de naam van de dealer, het
serienummer en het jaar, de maand en datum
van aankoop volledig zijn ingevuld, of dat de
originele factuur of de bon (met vermelding
van de naam van de dealer, de datum van
aankoop en het producttype) aan deze
garantieverklaring is toegevoegd. Olympus
behoudt zich het recht voor om kostenloze
dienstverlening te weigeren, indien noch de
garantieverklaring volledig is ingevuld, noch
het bovengenoemde document toegevoegd
is of indien de informatie die daar in staat
onvolledig of niet leesbaar is.
Aangezien deze garantieverklaring niet
nogmaals verstrekt wordt, dient deze op een
veilige plek bewaard te worden.
• Raadpleeg de lijst op de website:
http://www.olympus.com voor het
geautoriseerde, internationale
servicenetwerk van Olympus.
Voor klanten in Thailand
Deze telecommunicatieapparatuur voldoet aan
de technische norm NTC TS 1012-2551.
Deze telecommunicatieapparatuur voldoet aan
de technische NTC-vereiste.
Voor klanten in Mexico
De bediening van dit apparaat is afhankelijk van
de volgende twee voorwaarden:
(1) dit apparaat of toestel veroorzaakt mogelijk
schadelijke interferentie en (2) dit apparaat of
toestel moet alle interferenties aanvaarden,
ook interferenties die een ongewenste werking
kunnen veroorzaken.
Voor klanten in Singapore
Voldoet aan
IDA Standards
DB104634
14
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
3
Deze garantie geldt niet in onderstaande
gevallen. De klant is zelf verantwoordelijk
voor de reparatiekosten, zelfs indien deze
gebreken optreden tijdens de hierboven
vermelde garantieperiode.
a) Elk gebrek dat optreedt wegens
onoordeelkundig gebruik (zoals
handelingen die niet worden genoemd in
Voorzichtig gebruik of andere delen van
de gebruiksaanwijzing, etc.)
b) Elk gebrek dat optreedt wegens een
reparatie, wijziging, reiniging, etc. die
niet is uitgevoerd door Olympus of
een geautoriseerde servicedienst van
Olympus.
c) Gebreken of beschadigingen die ontstaan
bij het transporteren, door vallen, stoten,
etc. na aankoop van het product.
d) Gebreken of beschadigingen die
ontstaan door een brand, aardbeving,
overstroming, blikseminslag, andere
natuurrampen, milieuvervuiling en
onregelmatige spanningsbronnen.
e) Elk gebrek dat optreedt wegens
onzorgvuldige of ongeschikte opslag
(zoals opbergen op een plaats die is
blootgesteld aan hoge temperaturen
en relatieve vochtigheid, nabij
insectenwerende middelen zoals
naftaleen of schadelijke stoffen, etc.),
ondeskundig onderhoud, etc.
f) Elk gebrek dat optreedt wegens lege
batterijen, etc.
g) Elk gebrek dat ontstaat doordat zand,
modder, etc. in de behuizing van het
product is gekomen.
h) Indien de garantieverklaring niet wordt
meegeleverd met het product.
i) Indien de garantieverklaring op een
of andere wijze gewijzigd wordt met
betrekking tot het jaar, de maand en de
datum van aankoop, de naam van de
klant, de naam van de dealer, en het
serienummer.
j) Indien geen bewijs van aankoop bij deze
garantieverklaring gevoegd wordt.
Deze garantie is uitsluitend op het product
van toepassing; de garantie is niet van
toepassing op ieder ander toebehoren, zoals
de behuizing, de camerariem, het lenskapje
en de batterijen.
Olympus’ enige verplichting onder deze
garantie is beperkt tot het repareren
of vervangen van het product. Iedere
verplichting onder de garantie voor verlies
of beschadiging, indirect of voortvloeiend,
op enigerlei wijze opgelopen door de klant
vanwege een gebrek in het product, en
met name alle soorten verlies of schade
NL 167
Handelsmerken
• Microsoft en Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Macintosh is een handelsmerk van Apple Inc.
• Het SDXC-logo is een handelsmerk van
SD-3C, LLC.
• Eye-Fi is een handelsmerk van Eye-Fi, Inc.
• De functie “Shadow Adjustment
Technology“ bevat gepatenteerde
technologieën van Apical Limited.
• Micro Four Thirds, Four Thirds
en het Micro Four Thirds-logo
zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van OLYMPUS IMAGING
Corporation in Japan, de Verenigde Staten,
de lidstaten van de Europese Unie en andere
landen.
• Met “PENPAL“ wordt OLYMPUS PENPAL
bedoeld.
• Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van
Wi-Fi Alliance.
• Het Wi-Fi CERTIFIEDlogo is een
certificeringskeurmerk van
de Wi-Fi Alliance.
• De in deze handleiding genoemde normen
voor camera bestandssystemen zijn de
door de Japan Electronics and Information
Technology Industries Association (JEITA)
opgestelde “Design Rule for Camera File
System / DCF“-normen.
• Alle andere genoemde bedrijfs- en
productnamen zijn gedeponeerde
handelsmerken en/of handelsmerken van de
betreffende rechthebbenden.
14
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
168 NL
THIS PRODUCT IS LICENSED UNDER THE
AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE FOR THE
PERSONAL AND NONCOMMERCIAL USE
OF A CONSUMER TO (i) ENCODE VIDEO IN
COMPLIANCE WITH THE AVC STANDARD (“AVC
VIDEO“) AND/OR (ii) DECODE AVC VIDEO THAT
WAS ENCODED BY A CONSUMER ENGAGED
IN A PERSONAL AND NON-COMMERCIAL
ACTIVITY AND/OR WAS OBTAINED FROM A
VIDEO PROVIDER LICENSED TO PROVIDE
AVC VIDEO. NO LICENSE IS GRANTED OR
SHALL BE IMPLIED FOR ANY OTHER USE.
ADDITIONAL INFORMATION MAY BE OBTAINED
FROM MPEG LA, L.L.C. SEE HTTP://WWW.
MPEGLA.COM
De software in deze camera kan software
van derden bevatten. Software van derden is
onderhevig aan de algemene voorwaarden,
opgelegd door de eigenaars of licentienemers
van de betreffende software, waaronder deze
software aan u wordt verstrekt.
Deze voorwaarden en andere
softwarebepalingen van derden, indien van
toepassing, vindt u terug in het PDF-bestand met
de softwareverklaring die opgeslagen is op de
meegeleverde cd-rom of op
http://www.olympus.co.jp/en/support/imsg/
digicamera/download/notice/notice.cfm
Markering
Symbolen
A
# RC Mode .......................................137
W (taalkeuze).................................90
c/# Menu Display .............................90
P Set Home .....................................92
I Face Priority .............................55, 93
j H fps..............................................93
j L fps ..............................................93
j + IS Off ..........................................93
G/Info Settings ..................................95
K Control Settings .............................94
# Slow Limit........................................98
# X-Sync. ...........................................98
w+F .................................................98
#+WB .................................................98
8 Warning Level ...........................101
I/H (Underwater wide/underwater
macro) ...........................................104
G (Indexweergave)............................63
U (Gezoomd weergeven) ...................63
n (Filmstand) .....................................44
n Mode ............................................100
(Wissen van een enkel beeld).........33
v (Fotoselectie) .................................33
0 (Beelden beveiligen) ..............32, 66
P (AF-veld) ......................................54
W Keep Warm Color .........................98
R (Beeld draaien)..............................87
K Set ................................................98
8 (piepgeluid) ....................................96
R (Audio-opname) ...............................66
i (Helderheid van de monitor
aanpassen) ......................................90
m (Diashow) ......................................67
t Lever Function..............................93
A (Diafragmavoorkeuzestand)............40
Aanraakscherminstellingen ...............101
Address Book .................................... 116
AEL/AFL ......................................92, 102
AEL Metering .......................................97
AF Illuminat..........................................93
Album Mem. Usage ........................... 117
All > ...............................................98
Anti-Shock z .....................................97
Art Fade ...............................................44
ART (Kunstfilterstand) .........................46
Art LV Mode .........................................96
Aspect..................................................71
B
Backlit LCD ..........................................96
Beeldeffect.....................................70, 80
Beeldoverlap........................................89
Beeldratio ............................................71
Beeldstabilisator ..................................68
Beeldverhouding............................75, 92
Bracketing............................................82
BULB ...................................................42
BULB/TIME Focusing ..........................92
BULB/TIME Monitor.............................97
BULB/TIME Timer................................97
Button Function ...................................93
C
Card Setup ..........................................78
Color Space .........................................98
Controle Licht&Donker ........................51
Copy All ............................................. 117
Copyrightinstell ..................................100
D
Datum/tijdinstelling X .........................17
Dial Function........................................93
Digital Tele-converter ...................86, 104
Displayed Grid .....................................95
NL 169
dpi Settings ..........................................99
DraairichtingDial Direction ...................93
E
Edit Filename.......................................99
EVF Adjust ......................................... 117
EV Step ...............................................96
Exposure Shift ...................................101
Eye-Fi ................................................101
F
File Name ............................................99
Filmweergave ......................................65
Firmware..............................................90
Flicker reduction ..................................96
Focus Ring ..........................................92
Full-time AF .........................................92
H
Half Way Rls With IS ...........................93
HDMI ...................................................94
HDR .....................................................61
Histogram Settings ..............................95
I
A (iAuto-stand) ..................18, 22, 26
INFO-knop ...............................37, 51, 62
ISO ................................................59, 97
ISO-Auto ..............................................97
ISO-Auto Set .......................................97
ISO Step ..............................................97
J
JPEG Edit ............................................88
L
Lens I.S. Priority ..................................94
Level Adjust .......................................101
Live BULB............................................97
Live Control .........................................30
Live Guide ...................................28, 104
Live TIME ............................................97
LIVE TIME ...........................................42
Live View Boost ...................................95
LV-superbedieningspaneel ................108
170 NL
M
M (Handmatig fotograferen) ................42
Meervoudige belichting a .................84
Metering...............................................74
MF .....................................................104
MF Assist .....................................92, 103
Mijn OLYMPUS PENPAL ................... 116
Mode Dial Function..............................93
Mode Guide .........................................95
Movie R .......................................76, 100
Movie Teleconverter ............................45
MTP ...................................................124
Multi Echo ............................................44
Multi-functie .................................23, 105
N
Noise Filter ..........................................97
Noise Reduct. ......................................97
O
OLYMPUS PENPAL Album ............... 117
OLYMPUS PENPAL Delen ........ 115, 116
One Shot Echo ....................................44
P
P (Programmagestuurd
fotograferen) ....................................38
Peaking Settings..................................96
Picture Copy Size .............................. 117
Picture Mode Settings .........................95
Pixel Count ..........................................98
Pixel Mapping ....................................148
Print (Afdrukken)................................ 119
Printreservering < ............................ 118
Priority Set ...........................................99
Q
Quick Erase .........................................99
R
RAW Data Edit ....................................87
RAW+JPEG Erase ..............................99
Recording Volume .............................100
Rec View .............................................90
Regelen van de flitssterkte w ............73
Release Lag-Time ...............................94
Reset Lens ..........................................92
Reset/Myset.........................................79
Reset Protect ............................... 89, 117
Rls Priority C........................................93
Rls Priority S ........................................93
Rotate ..................................................66
S
S (Sluitertijdvoorkeuze) .......................41
Selectie wissen ....................................33
Shading Comp. ....................................98
Sleep .............................................16, 96
Storage ..............................................124
Superbedieningspaneel .......................24
T
Time Lapse-opties ...............................85
U
USB Mode ...........................................96
V
Verbinding met smartphone.................89
Video Out.............................................94
W
WB .................................................58, 98
Wi-Fi-instellingen .................................91
NL 171
http://www.olympus.com/
OLYMPUS EUROPA SE & CO. KG
Vestiging:
Consumer Product Division
Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland
Tel.: +49 40 – 23 77 3-0/Fax: +49 40 – 23 07 61
Afleveradres goederen: Modul H, Willi-Bleicher Str. 36, 52353 Düren, Duitsland
Brieven:
Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland
Europese Technische klantendienst:
Bezoek ook onze homepage http://www.olympus-europa.com
of bel ons GRATIS NUMMER*: 00800 – 67 10 83 00
voor Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg,
Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Rusland, Spanje, Zweden, Zwitserland,
Verenigd Koninkrijk.
* Sommige (mobiele) telefoonservices / -providers geven geen toegang of hebben een
extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereiken
op de hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van de volgende
BETALENDE NUMMERS: +49 40 – 237 73 899.
© 2013
WC184501