Olympus E-M1 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Inhoudsopgave
Snelle taakindex
1.
De camera gereedmaken en
opeenvolgende handelingen
2. Fotograferen met de zoeker
3. Fotograferen met live view
4. Foto’s en films bekijken
5. Basisbewerkingen
6. Opnameopties gebruiken
7. Menufuncties
8. Beelden printen
9.
Camera aansluiten op een computer
en een smartphone
10. Batterij, batterijlader en kaart
11. Verwisselbare lenzen
12.
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
13. Informatie
14. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Lees voordat u uw nieuwe camera
gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange
gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat
u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te
maken teneinde u met de camera vertrouwd te maken.
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel
vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
De inhoud van deze handleiding is gebaseerd op firmwareversie 1.0 voor deze camera. Als er
aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een firmware-update
voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website.
Gebruiksaanwijzing
DIGITALE CAMERA
Registreer uw product op www.olympus.eu/register-product en ontvang extra voordelen van Olympus!
2
NL
Deze mededeling heeft betrekking op de meegeleverde itser en is vooral
bedoeld voor gebruikers in Noord-Amerika.
Information for Your Safety
IMPORTANT SAFETY
INSTRUCTIONS
When using your photographic equipment, basic safety precautions should always be
followed, including the following:
Read and understand all instructions before using.
Close supervision is necessary when any ash is used by or near children. Do not leave
ash unattended while in use.
Care must be taken as burns can occur from touching hot parts.
Do not operate if the ash has been dropped or damaged - until it has been examined
by quali ed service personnel.
• Let ash cool completely before putting away.
To reduce the risk of electric shock, do not immerse this ash in water or other liquids.
To reduce the risk of electric shock, do not disassemble this ash, but take it to quali ed
service personnel when service or repair work is required. Incorrect reassembly can
cause electric shock when the ash is used subsequently.
The use of an accessory attachment not recommended by the manufacturer may cause
a risk of re, electric shock, or injury to persons.
SAVE THESE INSTRUCTIONS
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden
In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.
#
Let op
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of problemen bij
de bediening kunnen leiden. Daaronder ook waarschuwingen voor
handelingen die u absoluut dient te voorkomen.
$
Opmerkin-
gen
Aandachtspunten bij het gebruik van de camera.
%
Tips
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw
camera.
g
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.
3
NL
Inhoudsopgave
Snelle taakindex 7
Het uitpakken van de doos ..........9
De camera gereedmaken en
opeenvolgende handelingen
10
Namen van onderdelen ..............10
De batterij opladen
en plaatsen ..................................12
Kaarten plaatsen en
verwijderen .................................13
Een lens op de camera
bevestigen ...................................14
De itser bevestigen ..................15
Camera inschakelen...................16
Datum en tijd instellen ...............17
De opnamestand instellen .........18
Een opnamemethode
selecteren ....................................19
Fotograferen met
de zoeker 20
Fotograferen ...............................20
Stilstaande beelden opnemen ..20
Films opnemen .........................22
Opnamefuncties instellen ..........23
De multifunctionele knop
gebruiken .................................. 23
Het superbedieningspaneel
gebruiken .................................. 24
Fotograferen met live view 25
Fotograferen ...............................25
Stilstaande beelden opnemen ..25
Films opnemen .........................26
Het aanraakscherm gebruiken ..27
Een focusmethode selecteren ..27
De draadloze LAN-functie
gebruiken .................................. 27
Opnamefuncties instellen ..........28
Livegidsen gebruiken................28
Live control gebruiken ...............30
Foto's en lms bekijken 31
Foto's en lms bekijken .............31
Indexweergave/
kalenderweergave ....................31
Stilstaande beelden bekijken ....32
Films bekijken ...........................32
Volume......................................32
Beelden beveiligen ...................32
Beelden wissen ........................33
Beelden selecteren ...................33
Het aanraakscherm gebruiken ..34
Beelden selecteren
en beveiligen ............................34
Basisbewerkingen 35
Informatiedisplays tijdens het
maken van foto's ........................35
Zoekerdisplay tijdens het maken
van foto's met de zoeker ..........35
Monitorscherm bij het
fotograferen met live view.........36
Het informatiedisplay
omschakelen ............................37
De fotografeerstanden
gebruiken ....................................38
“Richten en fotograferen“
(stand P) ..................................38
Het diafragma instellen
(diafragmavoorkeuzestand A) .40
Inhoudsopgave
4
NL
Inhoudsopgave
De sluitertijd instellen
(sluitertijdvoorkeuzestand S) ....41
Het diafragma en de sluitertijd
instellen (handmatige
stand M) ...................................42
Filmstand gebruiken
(n) .........44
Effecten toevoegen aan een lm
[Movie Effect] ............................44
Kunst lters gebruiken ...............46
Opnemen met een
motiefprogramma .....................47
PHOTO STORY gebruiken .......49
Veelgebruikte opnameopties .....51
De belichting regelen
(belichtingscorrectie) ................51
De helderheid van hoge lichten
en schaduwen wijzigen.............51
De belichting vasthouden
(AE-vergrendeling) ...................51
Een itser gebruiken
( itserfotogra e)........................52
Een scherpstelkader selecteren
(AF-gebied)...............................54
Het AF-kader instellsen ............54
Gezichtsprioriteit-AF/
pupilherkenning-AF ..................55
Zoomkader-AF/zoom-AF ..........56
Repeterende opnamen / de
zelfontspanner gebruiken .........57
Kleur aanpassen (witbalans) ....58
ISO-gevoeligheid ......................59
Controlling color
(Color Creator)..........................60
HDR-fotogra e..........................61
Informatiedisplay tijdens de
weergave .....................................62
Informatie weergavebeeld ........62
Het informatiedisplay
omschakelen ............................62
Het informatiedisplay van de
weergave veranderen ...............63
Beelden delen via de Wi-Fi-
verbinding (Share Order) ..........64
Weergegeven beelden
bewerken ..................................65
Opnameopties gebruiken 68
Camerabewegingen beperken
(beeldstabilisator) .....................68
Verwerkingsopties
(beeldeffecten) ..........................70
Effecten toevoegen
aan een lm ..............................71
De beeldverhouding instellen ...71
Kwaliteit van de opname
(beeldkwaliteit)..........................72
Uitgangsvermogen van de its
aanpassen
(regelen van de itssterkte) ......73
Kiezen hoe de camera de
helderheid meet (meting)..........74
Een scherpstelstand selecteren
(AF-stand).................................75
Opties voor lmgeluid (geluid
opnemen met lms) ..................76
Menufuncties 77
Basismenubewerkingen ............77
Fotografeermenu 1/
fotografeermenu 2 gebruiken ....78
De kaart formatteren.................78
Standaardinstellingen herstellen
(Reset/Myset) ...........................79
Verwerkingsopties
(beeldeffecten) ..........................80
Beeldkwaliteit (K) ..................81
De zelfontspanner instellen
(j/Y) ..................................... 81
Variërende instellingen bij een
reeks foto's (bracketing) ...........82
Meerdere belichtingen
opnemen in één beeld
(meervoudige belichting) ..........84
Automatisch opnamen maken
met vaste intervallen
(time lapse-fotograferen) ..........85
5
NL
Inhoudsopgave
Flitserfotogra e met draadloze
afstandsbediening ....................86
Digitale zoom (digitale
teleconverter)............................86
HDR-fotogra e..........................86
Het weergavemenu gebruiken ..87
Geroteerde beelden
weergeven (R) .......................87
Foto's bewerken .......................87
Alle beveiligingen annuleren.....89
De optie Smartphoneaansluiting
gebruiken (Aansluiting met
smartphone) .............................89
Het instelmenu gebruiken .........90
X (Datum/tijd instellen) ............90
W (Taal voor de monitor
wijzigen)....................................90
i (Helderheid van de monitor
aanpassen) ............................... 90
Rec View ..................................90
Wi-Fi Settings ...........................90
c/# Menu Display ..................90
Firmware...................................90
Een draadloze LAN-verbinding
instellen (Wi-Fi-instellingen) .....91
De custom-menu's gebruiken ...92
R AF/MF ..................................92
S Button/Dial/Lever .................93
T Release/j .........................93
U Disp/8/PC ..........................94
V Exp/p/ISO ..........................96
W # Custom ............................98
X K/Color/WB ....................... 98
Y Record/Erase .......................99
Z Movie .................................100
b Built-In EVF ........................101
k
K Utility ............................101
AEL/AFL .................................102
MF Assist ................................103
Button Function ......................103
t Lever Function .................106
Camerabeelden weergeven op
een televisie............................106
Bedieningspaneelweergaven
kiezen (KControl Settings) ...108
Informatieschermen toevoegen
(G/Info Settings) ................... 111
Sluitertijden als de its
automatisch ontsteekt
[# X-Sync.] [# Slow Limit] ....112
AF focus aanpassen ............... 113
De accessoirepoortmenu's
gebruiken ..................................114
Vóór u de accessoirepoortmenu's
gebruikt ...................................114
OLYMPUS PENPAL
gebruiken ................................115
A OLYMPUS PENPAL
Share ...................................... 116
B OLYMPUS PENPAL
Album .....................................117
C Electronic View nder .........117
Beelden printen 118
Printreservering (DPOF) ..........118
Een printorder maken ............. 118
Alle of geselecteerde foto's uit
het printorder verwijderen ....... 118
Direct printen (PictBridge) .......119
Eenvoudig printen...................120
Printen volgens de speci catie
van de klant ............................120
6
NL
Inhoudsopgave
Camera aansluiten
op een computer en een
smartphone 122
De computersoftware
installeren .................................122
Foto's naar een computer
kopiëren zonder
OLYMPUS Viewer 3 ..................124
De draadloze LAN-functie
van de camera gebruiken ........125
Wat u allemaal kunt doen met
OI.Share .....................................127
Batterij, batterijlader
en kaart 128
Batterij en lader ........................128
Een optionele AC-adapter
gebruiken ..................................128
Uw oplader in het buitenland
gebruiken ..................................128
Toepasbare
geheugenkaartjes ..................... 129
Beeldkwaliteit en
bestandsgrootte/het aantal foto's
dat kan worden opgeslagen ....130
Verwisselbare lenzen 131
M.ZUIKO DIGITAL
lensspeci caties .....................131
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken 135
Reservebatterijhouder
(HLD-7) ......................................135
Externe itsers die werd
ontworpen voor gebruik
met deze camera ......................136
Flitserfotogra e met draadloze
afstandsbediening ..................137
Andere externe itsers ............138
Belangrijkste accessoires .......139
Systeemoverzicht ..................... 140
Informatie 142
Fotografeertips en
-informatie ................................. 142
Foutcodes .................................144
De camera schoonmaken en
opbergen ...................................147
Reinigen van de camera.........147
Opslag ....................................147
Reinigen en controleren van het
beeldopneemelement .............147
Pixel Mapping - Controleren van
de beeldbewerkingsfuncties ...148
Menulijst .................................... 149
Speci caties .............................156
VEILIGHEIDSMAAT-
REGELEN 159
VEILIGHEIDSMAATREGELEN .159
Markering 169
7
NL
Snelle taakindex
Fotograferen
g
Foto's maken met automatische
instellingen
iAUTO (A)
18
Eenvoudige fotogra e met speciale
effecten
Kunst lter (ART)46
Een breedte-hoogteverhouding kiezen
Breedte-hoogteverhouding 71
Instellingen snel aanpassen aan het
motief
Motiefprogramma (SCN)47
Eenvoudig professioneel fotograferen
Live Guide 28
De helderheid van een foto aanpassen
Belichtingscorrectie 51
Foto's maken met een onscherpe
achtergrond
Live Guide 28
Diafragmavoorkeuze 40
Foto's maken die het bewegende
onderwerp stoppen of een gevoel van
beweging geven
Live Guide 28
Sluitertijdvoorkeuze 41
Foto's maken met de juiste kleur
Witbalans 58
Witbalans met één knop 59
Foto's verwerken overeenkomstig het
onderwerp/Monotint-foto's maken
Picture Mode 70
Kunst lter (ART)46
Wanneer de camera niet kan
scherpstellen op uw onderwerp/
scherpstellen op één gebied
Het aanraakscherm
gebruiken
27
AF-veld 54
Zoomkader-AF/zoom-AF 56
Scherpstellen op een klein punt in het
beeld/scherpstelling controleren voor het
fotograferen
Zoomkader-AF/zoom-AF 56
Foto's opnieuw kadreren na het
scherpstellen
C-AF+TR (AF Tracking) 75
De pieptoon uitschakelen
8 (Piepgeluid)
96
Foto's maken zonder itser
ISO/DIS-modus 59/47
Camerabewegingen beperken
Image Stabilizer 68
Anti-Shock z
97
Zelfontspanner 57
Afstandsbedieningskabel 139
Foto's maken van een onderwerp met
tegenlicht
Gebruik van de itser 52
Gradatie (Fotomodus) 80
Vuurwerk fotograferen
Bulb-/tijdfotogra e42
Motiefprogramma (SCN)47
Beeldruis verminderen (marmering)
Noise Reduct. 97
Snelle taakindex
8
NL
Snelle taakindex
Foto's maken zonder te witte wittinten of
te donkere zwarttinten
Gradatie (Fotomodus) 80
Histogram/
Belichtingscorrectie
37/51
Lichte/donkere delen 51
De monitor optimaliseren/
de monitorschakering aanpassen
Helderheid van monitor
aanpassen
90
Live View Boost 95
Ingesteld effect controleren voor u een
foto maakt
Preview-functie 104
Test Picture 104
De horizontale of verticale
afbeeldingsrichting controleren voor
opname
Level gauge 37
Fotograferen met doelbewuste
compositie
Displayed Grid 95
Inzoomen op foto's om de scherpstelling
te controleren
Autoq (Rec View)
90
Zelfportretten
Zelfontspanner 57
Repeterende opnamen
Repeterende opnamen 57
Gebruiksduur van de batterijen verlengen
Sleep 96
Het aantal foto's dat gemaakt kan
worden, verhogen
Beeldkwaliteit 72
Weergave/herwerken
g
Beelden bekijken op een televisie
HDMI/Video uit 94
Weergave op een televisie 106
Diashows met achtergrondmuziek
bekijken
Diashow 67
Schaduwpartijen lichter maken
Shadow Adj (JPEG Edit) 88
Rode ogen verhelpen
Redeye Fix (JPEG Edit) 88
Eenvoudig printen
Direct printen 119
Commerciële prints Een printorder maken 118
Foto's eenvoudig delen
Deelorder 64
De draadloze LAN-functie
van de camera gebruiken
125
OLYMPUS PENPAL 115
Connection to Smartphone 89
Camera-instellingen
g
Standaardinstellingen herstellen Reset 79
Instellingen opslaan
Myset 79
Taal voor de monitor wijzigen
W
90
9
NL
Het uitpakken van de doos
Het uitpakken van de doos
Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd.
Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de verkoper
waarvan u de camera hebt gekocht.
Camera Beschermkap van
de camera
Camerariem USB-kabel
CB-USB6
• Flitsertas
Cd-rom met computersoftware
• Gebruiksaanwijzing
• Garantiekaart
Flash
FL-LM2
Lithium-ionbatterij
BLN-1
Lithium-ionoplader
BCN-1
Camerariem bevestigen
1
Breng de camerariem aan in de richting van de pijlen.
4
3
2
1
2
Trek de camerariem tot slot strak om er zeker van te zijn dat deze
goed vastzit.
5
Maak het andere uiteinde van de camerariem op dezelfde manier vast aan
het andere bevestigingsoog.
10
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
1
Namen van onderdelen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
a
b
c
d
f
g
h
i
j
k
l
n
o
m
e
1 Vergrendeling functieknop ...........Blz. 18
2 Achterste regelaar*
1
(o)
.................... Blz. 23, 38 42, 58, 60, 111
3 Fn2-knop ...............................Blz. 23, 51
4 H/R-knop ( lm) ......Blz. 33/Blz. 22, 103
5 Voorste regelaar
*1
(r) ....Blz. 31, 38 42
6 Ontspanknop ...............................Blz. 21
7 Zelfontspanner-LED/AF-verlichting
.........................................Blz. 57/Blz. 93
8 Markering voor de
lenskoppeling ...............................Blz. 14
9 Y-knop (witbalans met één druk)
.....................................................Blz. 59
0 Z-knop (voorbeeld) .....................Blz. 40
a Lensvatting (Verwijder de beschermkap
voor de lens wordt bevestigd.)
b Modusknop ..................................Blz. 18
c Stereomicrofoon ..............Blz. 66, 76, 89
d ON/OFF-hendel ..........................Blz. 16
e AFm-knop (AF/meetmodus)
(#/w instellingen
*2
) . Blz. 52, 73, 74, 75
f jYHDR-knop (repeterende
opnamen/zelfontspanner/HDR)
(beugelinstellingen
*2
)........Blz. 57, 37, 82
g Externe itsconnector ................Blz. 138
h Kap microfoonconnector
i Oogje voor de riem ........................Blz. 9
j Connectorkap
k Lensontgrendelknop ....................Blz. 14
l Lensvergrendelingspen
m Microfoonconnector (in de handel
verkrijgbare microfoons kunnen worden
gebruikt. Voeding via
l 3,5 mm stereo-
ministekker)
n HDMI-connector (type D) ...........Blz. 106
o Multiconnector ...........Blz. 106, 119, 122
*
1
In deze handleiding geven de pictogrammen r en o bewerkingen aan die met
de voorste regelaar en achterste regelaar worden uitgevoerd.
*
2
Wanneer de hendel is ingesteld op 2
De camera gereedmaken en
opeenvolgende handelingen
11
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
1
7
5
4
8
0
9
a
f
b
c
e
d
g
h
6
3
2
i
j
k
l
m
n
1 Accessoirepoort .........................Blz. 114
2 Diopterregelaar ............................Blz. 20
3 u (LV) knop .............................Blz. 19
4 Monitor (aanraakscherm)
............................ Blz. 16, 27, 34, 36, 62
5 Zoeker .............................Blz. 19, 20, 40
6 Oogsensor
7 Oogkapje ...................................Blz. 139
8 Flitserschoen .............................Blz. 136
9 AEL/AFL-knop...............Blz. 32, 51, 102
0 Hendel ............................Blz. 38 – 42, 93
a INFO-knop ............................Blz. 37, 62
b Fn1-knop .....................................Blz. 54
c Q-knop .................................Blz. 30, 77
d Pendelknop* ................................Blz. 31
e MENU-knop ................................Blz. 77
f q-knop (weergave) ..............Blz. 31, 63
g Luidspreker
h -knop (wissen) ..........................Blz. 33
i Statiefaansluiting
j PBH-deksel ................................Blz. 135
k Kapje van het
batterijcompartiment ....................Blz. 12
l Vergrendelknop van het
batterijcompartiment ....................Blz. 12
m Klepje van de kaartsleuf ..............Blz. 13
n Kaartsleuf.....................................Blz. 13
* In deze handleiding geven de pictogrammen FGHI bewerkingen aan die met
de pendelknop worden uitgevoerd.
12
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
De batterij opladen en plaatsen
1
Batterij opladen.
Indicator voor laadtoestand
BCN-1
Bezig met
opladen
Licht oranje op
Opladen voltooid
Uit
Oplaadfout
Knippert oranje
(Laadtijd: tot ca. 4 uur)
1
2
3
Stopcontact
Lichtnetkabel
Lithium-ionbatterij
Lithium-ionoplader
Richtingsteken ()
Indicator voor
laadtoestand
# Let op
Koppel de oplader los
wanneer de batterij volledig is
opgeladen.
2
De batterij plaatsen.
3
2
1
Vergrendelknop
van het batterij-
compartiment
Klepje van het bat-
terijcompartiment
Richtingsteken
3
Het klepje van het batterij-
compartiment sluiten.
De batterij verwijderen
Schakel de camera uit voor u het klepje van het
batterijcompartiment opent of sluit. Om de batterij te
verwijderen, duwt u eerst de batterijvergrendelknop in de
richting van de pijl, waarna u de batterij kunt uitnemen.
# Let op
Neem contact op met een geautoriseerde distributeur of servicedienst als u de batterij
niet kunt verwijderen. Gebruik geen geweld.
$ Opmerkingen
Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan
met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
Lees ook “Batterij, batterijlader en kaart“ (Blz. 128).
13
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
Kaarten plaatsen en verwijderen
1
De kaart plaatsen.
Open het klepje van de kaartsleuf.
Schuif de kaart zover in de kaartsleuf totdat
deze op zijn plaats vastklikt.
g “Toepasbare geheugenkaartjes“
(Blz. 129)
# Let op
Schakel de camera uit voor u de kaart
plaatst of verwijdert.
3
2
1
2
Het klepje van de kaartsleuf sluiten.
Sluit het klepje tot u een klik hoort.
# Let op
Zorg ervoor dat het klepje van de kaartsleuf is gesloten voor u de camera gebruikt.
De kaart verwijderen
Druk zachtjes op de geplaatste kaart en het springt
eruit. Neem de kaart eruit.
# Let op
Verwijder de batterij of de kaart niet terwijl de
schrijfaanduiding (Blz. 36) wordt weergegeven.
Eye-Fi-kaartjes
Lees “Toepasbare geheugenkaartjes“ (Blz. 129) vóór gebruik.
14
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
Een lens op de camera bevestigen
1
Een lens op de camera bevestigen.
1
2
Achterkap van de lens
2
1
Houd de rode koppelingsmarkering op de lens tegenover de rode markering op de
camera en plaats de lens in het camerahuis.
Draai de lens in de richting van de pijl tot u een klik hoort.
# Let op
Controleer of de camera uitgeschakeld is.
Druk de lensontgrendelknop niet in.
Raak geen inwendige onderdelen van de camera aan.
2
Verwijder het lenskapje.
2
1
1
Lenzen met een ONTGRENDEL-schakelaar
gebruiken
Intrekbare lenzen met een ONTGRENDEL-
schakelaar kunnen niet worden gebruikt wanneer
deze ingetrokken zijn. Draai de zoomring in de
richting van de pijl (
1
) om de lens naar buiten te
laten komen (
2
).
Om de lens op te bergen, draait u de zoomring in de
richting van de pijl (
4
) terwijl u de ONTGRENDEL-
schakelaar (
3
) verschuift.
4
1
2
3
De lens uit de camera verwijderen
Terwijl u de lensontgrendelknop ingedrukt houdt,
draait u de lens in de richting van de pijl.
2
1
Lensontgrendelknop
Verwisselbare lenzen
Lees “Verwisselbare lenzen“ (Blz. 131).
15
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
De itser bevestigen
1
Verwijder de contactafdekking van de itser en bevestig de itser op de
camera.
Schuif de itser volledig in tot deze tegen de achterzijde van de schoen komt en goed
op zijn plaats zit.
2
3
1
2
1
ONTGRENDEL-schakelaar
2
Om de itser te gebruiken, klapt u de itserkop omhoog.
• Klap de itserkop omlaag wanneer u de itser niet gebruikt.
# Let op
Wanneer u de accessoirepoort niet gebruikt, moet u het deksel bevestigen.
De itser verwijderen
Druk op de ONTGRENDEL-schakelaar terwijl u de
itser verwijdert.
2
1
ONTGRENDEL-schakelaar
16
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
Camera inschakelen
1
Beweeg de ON/OFF-hendel naar de positie ON om de camera in te
schakelen.
Wanneer de camera is ingeschakeld, wordt de monitor ingeschakeld.
Beweeg de hendel naar de positie OFF om de camera uit te schakelen.
ON/OFF-hendel
Monitor
Batterijniveau
; (groen): de camera is klaar om opnames
te maken.
: (groen): batterij bijna leeg
] (knippert rood): laad de batterij op.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
RR
Wi-Fi
2013.10.01 12:30
De monitor gebruiken
2
1
U kunt de hoek van de monitor aanpassen.
Camera in sluimerstand
Als ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar
de “sluimerstand“ (stand-by) om de monitor uit te schakelen en alle acties te annuleren.
De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop,
q-knop, enz.). De camera schakelt automatisch uit als deze gedurende 4 uur in de
sluimerstand heeft gestaan. Zet de camera opnieuw aan voor u hem gebruikt.
17
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
Datum en tijd instellen
Informatie over datum en tijd worden samen met de beelden opgeslagen op de kaart.
De bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor
dat u de juiste datum en tijd instelt voor u de camera gebruikt.
1
De menu's weergeven.
Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
MENU-knop
h
4:3
D
1
2
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
Image Aspect
Back
Set
Digital Tele-converter Off
2
Selecteer [X] op het tabblad [d]
(instellingen).
• Selecteer met FG op de pendelknop
de optie [d] en druk daarna op I.
• Selecteer [X] en druk op I.
--.--.-- --:--X
W
j
±0
k
±0
2
1
Setup Menu
English
0.5sec
Wi-Fi Settings
c
/
#
Menu Display
Firmware
Rec View
Back
Set
Tabblad [d]
3
De datum en tijd instellen.
• Gebruik HI om items te selecteren.
• Gebruik FG om het geselecteerde item te wijzigen.
• Gebruik FG om de datumindeling te selecteren.
X
2013
YMD Time
Cancel
Y/M/D
De tijd wordt weergegeven
in 24-uursindeling.
4
Sla de instellingen op en verlaat het menu.
• Druk op Q om de cameraklok in te stellen en terug te keren naar het hoofdmenu.
Druk op de MENU-knop om de menu's te verlaten.
18
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
De opnamestand instellen
Gebruik de functieknop om de opnamestand
te selecteren.
A
Een volautomatische stand waarbij de camera automatisch de instellingen
optimaliseert voor de huidige scène. De camera doet al het werk, wat handig
is voor beginners.
P
Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast om de optimale
resultaten te verkrijgen.
A
U regelt het diafragma. U kunt achtergronddetails scherper of waziger instellen.
S
U regelt de sluitertijd. U kunt de beweging van bewegende onderwerpen
uitdrukkelijker maken, of ze “bevriezen“ zonder bewegingsonscherpte.
M
U regelt het diafragma en de sluitertijd. U kunt foto's maken met lange sluitertijden
bij vuurwerk of in andere situaties met weinig licht.
ART
Selecteer een kunst lter.
SCN
Selecteer een scène volgens het onderwerp.
J
U kunt een PHOTO STORY vastleggen. Leg beelden vast terwijl het type PHOTO
STORY is geselecteerd.
n
Maak lms met behulp van sluitertijd- en diafragma-effecten en speciale lmeffecten.
Probeer eerst foto's te maken in de stand Volautomatisch.
1
Druk op de functieknop om de vergrendeling vrij te geven en stel de
functieknop in op A.
Wanneer de vergrendeling van de functieknop wordt ingedrukt, wordt de functieknop
vergrendeld. Telkens u de knopvergrendeling indrukt, wordt er gewisseld tussen
vergrendeld/ontgrendeld.
Vergrendeling functieknop
Monitor
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
RR
Wi-Fi
2013.10.01 12:30
Aantal
stilstaande
beelden dat
kan worden
opgeslagen
Beschikbare
opnametijd
ISO-
gevoeligheid
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Indicator
Pictogram
van de stand
19
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
Een opnamemethode selecteren
Bij deze camera kunt u kiezen uit twee opnamemodi: Fotograferen met de zoeker en
fotograferen met de functie live view op het scherm. Druk op de u-knop om tussen
de opnamemethodes te wisselen.
Bovendien kunt u verschillende opnamefuncties instellen met het superbedieningspa-
neel, live control en het LV-superbedieningspaneel, naargelang van de opnamemethode.
Fotograferen met
de zoeker
Monitor
Gaat branden wanneer
u uw oog weg van de
zoeker beweegt.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
2013.10.01 12:30
RR
Wi-Fi
0.00.0
Superbedieningspaneel
Q
Cursor
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
ISO
Wanneer u bij het instellen
van de opnamefuncties
op de knop Q drukt,
verschijnt er een cursor op
het superbedieningspaneel.
Raak de functie aan die
u wilt instellen.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
WB
Fotograferen met live
view
Monitor
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
ISO-A
200
Wi-Fi
j
0.00.0
FullHD
F
S-IS AUTOS-IS AUTO
Monitor live view
Q
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Wanneer u bij het instellen
van de opnamefuncties op
de knop Q drukt, wordt live
control worden en kunt u
een functie selecteren door
aan de achterste schakelaar
te draaien.
u-knop
Zoeker
Gaat automatisch branden
wanneer uw oog in de buurt
komt.
Wanneer de zoeker brandt,
wordt de monitor donker.
250 F5.6 0.00.0
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
Q
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Als u op de Q-knop drukt
terwijl de zoeker brandt,
wordt Live Control in de
zoeker weergegeven.
(In de stand A-wordt
een livegids getoond.)
20
NL
Fotograferen met de zoeker
2
2
Fotograferen
Elke keer dat u op de u-knop drukt, kunt u wisselen tussen fotograferen met de
zoeker en fotograferen met live view. Wanneer u met de zoeker fotografeert, wordt het
superbedieningspaneel op de monitor getoond.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
RR
Wi-Fi
2013.10.01 12:30
u-knop
Zoeker
Superbedieningspaneel
Als de display in de zoeker er wazig uit ziet
Kijk door de zoeker en draai de dioptrieregelaar
tot de weergave is scherpgesteld.
Stilstaande beelden opnemen
1
Installeer de camera en bepaal de compositie.
De zoeker wordt ingeschakeld
en de monitor schakelt
automatisch uit wanneer u uw
oog tegen de zoeker houdt.
Let op dat uw vingers of de
camerariem niet in de weg
zitten van de lens.
Horizontale stand Verticale stand
Fotograferen met de zoeker
21
NL
Fotograferen met de zoeker
2
2
Druk zacht op de ontspanknop tot in de eerste positie. (half indrukken)
Het AF-bevestigingsteken (() wordt weergegeven en een groen kader (AF-kader)
verschijnt op de scherpstellingslocatie.
250 F5.6
ee
01:02:03
1023
ISO-A
200
ISO-A
200
Druk de ontspan-
knop half in.
Bevestiging AF-teken
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Autofocusveld
De door de camera automatisch gekozen combinatie van ISO-gevoeligheid, sluitertijd
en diafragmawaarde verschijnt.
Als het AF-teken knippert, is het onderwerp niet scherpgesteld. (Blz. 142)
3
Druk de ontspanknop opnieuw in om een foto te nemen. (helemaal
indrukken)
Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt.
Het opgenomen beeld verschijnt op de monitor.
De ontspanknop half en helemaal indrukken
De ontspanknop heeft twee posities. De ontspanknop licht indrukken tot aan de eerste
positie en deze daar vasthouden heet “de ontspanknop half indrukken“; de ontspanknop
volledig indrukken tot aan de tweede positie heet “de ontspanknop helemaal indrukken“.
Half indrukken Helemaal indrukken
# Let op
U kunt de weergavestijl van de zoeker veranderen. In deze handleiding wordt [Style 1]
gebruikt.
Als de hoek van de monitor niet is veranderd, gaat de zoeker niet automatisch branden.
Als u de u-knop indrukt en vasthoudt, wordt er een menu weergegeven waarin u de
instellingen kunt veranderen om de zoeker automatisch te laten oplichten.
22
NL
Fotograferen met de zoeker
2
Films opnemen
U kunt lms opnemen in alle opnamemodi behalve J (PHOTO STORY). Probeer eerst
in de stand Volautomatisch op te nemen.
1
Stel de functieknop in op A.
2
Druk op de knop R om de opname te starten.
De gemaakte foto wordt op de monitor getoond.
Als u door de zoeker kijkt, wordt het gemaakte
beeld getoond.
U kunt de focuspositie wijzigen door het scherm
tijdens de opname aan te raken (Blz. 27).
R-knop
3
Druk opnieuw op de R-knop om de opname
te stoppen.
Wanneer de opname voltooid is, verschijnt het
superbedieningspaneel op de monitor.
00:02:1800:02:18
RR
Weergegeven
tijdens de opname
Opnametijd
# Let op
Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden
vervormd worden weergegeven door het rollende sluiter-effect. Dit is een natuurkundig
fenomeen waarbij de ge lmde beelden vervormd worden bij het lmen van een snel
bewegend onderwerp of door de bewegingen van de camera.
Dit fenomeen valt vooral op bij een grote brandpuntsafstand.
Als de camera gedurende een lange periode wordt gebruikt, zal de temperatuur van het
beeldopneemelement toenemen en kan er ruis en gekleurde beeldwaas verschijnen in
beelden. Schakel de camera gedurende een korte periode uit. Ruis en gekleurde beeld-
waas kunnen zich ook voordoen bij beelden die werden opgenomen met een hoge ISO-ge-
voeligheid. Als de temperatuur blijft toenemen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld.
Wanneer u een Four Thirds systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u lms opneemt.
Foto's maken tijdens het opnemen van lms
Druk tijdens de lmopname op de ontspanknop om de opname te pauzeren en een foto te
maken. De lmopname start opnieuw zodra de foto is gemaakt. Druk op de knop R om
de opname te stoppen. Er worden drie bestanden opgenomen op de geheugenkaart: de
lmbeelden die vooraf gaan aan de foto, de foto zelf en de lmbeelden die volgen op de foto.
• Tijdens het lmen kan slechts één foto per keer worden genomen; de zelfontspanner en
de itser kunnen niet worden gebruikt.
# Let op
De resolutie en de kwaliteit van foto's staan los van de lmgrootte.
De autofocus en meting die worden gebruikt in de lmstand kunnen verschillen van deze
die worden gebruikt voor het nemen van foto's.
• De R-knop kan in de volgende situaties niet worden gebruikt om lms op te nemen:
Meervoudige belichting (fotograferen stopt ook.)/ontspanknop half ingedrukt/tijdens
bulb- of tijdfotogra e/repeterende opnamen/Panorama/opnemen in SCN-modus
(e-portret, hand-held, starlight, 3D)/opnamen maken binnen een tijdsbestek
23
NL
Fotograferen met de zoeker
2
Opnamefuncties instellen
De multifunctionele knop gebruiken
Wanneer u foto's in de zoeker kadreert, kunt u instellingen snel aanpassen met
de multifunctionele knop. In de standaardinstellingen is knop Fn2 de rol van
multifunctionele knop toebedeeld.
Een functie kiezen
1
Houd de Fn2-knop ingedrukt en draai de regelaar.
De menu's worden weergegeven.
2
Blijf aan de regelaar draaien om de gewenste functie te kiezen.
Laat de knop los wanneer de gewenste functie is geselecteerd.
Multifunctionele opties gebruiken
Druk op de Fn2-knop. Er verschijnt een dialoogvenster om opties te selecteren.
[a] toegewezen aan Fn2-knop
Zoom-AF
Zoomkader-AFOpnamescherm
Fn2
Fn2
250 F5.6
ee
01:02:03
1023
ISO-A
200
ISO-A
200
250 F5.6
ee
01:02:03
1023
ISO-A
200
ISO-A
200
250 F5.6
ee
01:02:03
1023
ISO-A
200
ISO-A
200
Houd Q/Fn2
ingedrukt
Opties voor lichte en
schaduwpartijen
SHADOW
HI LIGHT
250 F5.6 0.00.0
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
P
4:3
Opties voor breedte-
hoogteverhouding
Optie Color Creator
Fn2
Andere optie toegewezen aan Fn2-knop
Functie
Voorste
regelaar (
r
)
Achterste
regelaar (
o
)
b (Lichte en schaduwpartijen) (Blz.51)
Controle licht Controle donker
c (Color Creator) (Blz.60)
Kleurschakering Verzadiging
a (Zoomkader-AF/zoom-AF) (Blz.56)
Zoomkader-AF: belichtingscorrectie
Zoom-AF: in- of uitzoomen
d (Image Aspect) (Blz.71)
Een optie selecteren
24
NL
Fotograferen met de zoeker
2
Het superbedieningspaneel gebruiken
Wanneer u met de zoeker fotografeert, wordt het superbedieningspaneel op de monitor
weergegeven. Stel uw hoofdopnamefuncties in via het superbedieningspaneel.
Display superbedieningspaneel
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
ISO
+
2.0
+
2.0
RR
2
5
3
4
1
6
7
8
9
a
0cdfe b
Instellingen die kunnen worden aangepast met behulp van het superbedieningspaneel
1 Momenteel geselecteerde optie
2 ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59
3 Flitserfunctie ................................Blz. 52
4 Flitssterkteregelaar ......................Blz. 73
5 Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 57
6 Witbalans .....................................Blz. 58
Witbalanscompensatie
7 Beeldeffecten ...............................Blz. 70
8 Scherpte N .................................Blz. 80
Contrast J ..................................Blz. 80
Kleurintensiteit T .......................Blz. 80
Gradatie z..................................Blz. 80
Z&W- lter x................................Blz. 80
Fototint y ...................................Blz. 81
9 Kleurruimte ..................................Blz. 98
0 Knopfunctietoewijzing ..........Blz. 93, 103
a Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 55
b Lichtmeetstand ............................Blz. 74
c Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 71
d Beeldkwaliteit ...............................Blz. 72
e Autofocusstand ............................Blz. 75
Autofocusveld ..............................Blz. 54
f Beeldstabilisator ..........................Blz. 68
# Let op
Niet getoond in SCN-, J- of n-modi.
1
Druk op de Q-knop.
De cursor verschijnt.
2
Raak de functie aan die u wilt instellen.
De cursor wordt op de aangeraakte functie
weergegeven.
3
Draai aan de voorste regelaar en selecteer een
instelwaarde.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
ISO
Cursor
$ Opmerkingen
U kunt menu's voor alle functies weergeven door een functie te selecteren en op Q
te drukken.
25
NL
Fotograferen met live view
3
3
Fotograferen
U kunt wisselen tussen fotograferen met de zoeker en fotograferen met live view door
op de u-knop te drukken. Wanneer u met live view fotografeert, wordt het onderwerp
weergegeven op de monitor.
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
ISO-A
200
Wi-Fi
RR
u-knop
Monitor
Stilstaande beelden opnemen
1
Installeer de camera en bepaal de compositie.
Let op dat uw vingers of de camerariem niet in de weg zitten van de lens.
2
Raak de zone aan van het onderwerp dat u wilt
fotograferen.
De camera focust op de aangeraakte zone en maakt
automatisch een foto.
Het gemaakte beeld wordt op de monitor getoond.
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
ISO-A
200
Wi-Fi
RR
$ Opmerkingen
U kunt de ontspanknop ook gebruiken om een foto te maken, net zoals u zou doen
wanneer u met de zoeker zou fotograferen.
Nadat de camera op de aangeraakte zone is gefocust, kunt u ook op de ontspanknop
drukken om een foto te maken. g “Het aanraakscherm gebruiken“ (Blz. 27)
Fotograferen met live view
26
NL
Fotograferen met live view
3
Films opnemen
U kunt lms opnemen in alle opnamemodi behalve J (PHOTO STORY). Probeer eerst
in de stand Volautomatisch op te nemen.
1
Stel de functieknop in op A.
2
Druk op de knop R om de opname te starten.
U kunt de scherpstellingslocatie wijzigen door het
scherm tijdens opname aan te raken (Blz. 27).
R-knop
3
Druk opnieuw op de R-knop om de opname te
stoppen.
00:02:1800:02:18
RR
Weergegeven
tijdens de opname
Opnametijd
# Let op
Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden
vervormd worden weergegeven door het rollende sluiter-effect. Dit is een natuurkundig
fenomeen waarbij de ge lmde beelden vervormd worden bij het lmen van een snel
bewegend onderwerp of door de bewegingen van de camera.
Dit fenomeen valt vooral op bij een grote brandpuntsafstand.
Als de camera gedurende een lange periode wordt gebruikt, zal de temperatuur van het
beeldopneemelement toenemen en kan er ruis en gekleurde beeldwaas verschijnen in beel-
den. Schakel de camera gedurende een korte periode uit. Ruis en gekleurde beeldwaas
kunnen zich ook voordoen bij beelden die werden opgenomen met een hoge ISO-gevoelig-
heid. Als de temperatuur blijft toenemen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld.
Wanneer u een Four Thirds systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u lms opneemt.
Foto's maken tijdens het opnemen van lms
Druk tijdens de lmopname op de ontspanknop om de opname te pauzeren en een foto te
maken. De lmopname start opnieuw zodra de foto is gemaakt. Druk op de knop R om de
opname te stoppen. Er worden drie bestanden opgenomen op de geheugenkaart: de lm-
beelden die vooraf gaan aan de foto, de foto zelf en de lmbeelden die volgen op de foto.
• Tijdens het lmen kan slechts één foto per keer worden genomen; de zelfontspanner en
de itser kunnen niet worden gebruikt.
# Let op
De resolutie en de kwaliteit van foto's staan los van de lmgrootte.
De autofocus en meting die worden gebruikt in de lmstand kunnen verschillen van deze
die worden gebruikt voor het nemen van foto's.
• De R-knop kan in de volgende situaties niet worden gebruikt om lms op te nemen:
Meervoudige belichting (fotograferen stopt ook.)/ontspanknop half ingedrukt/tijdens
bulb- of tijdfotogra e/repeterende opnamen/Panorama/opnemen in SCN-modus
(e-portret, hand-held, starlight, 3D)/opnamen maken binnen een tijdsbestek
27
NL
Fotograferen met live view
3
Het aanraakscherm gebruiken
Wanneer u met live view fotografeert, kunt u de functies van het aanraakpaneel gebruiken.
Een focusmethode selecteren
U kunt scherpstellen en opnemen door op de monitor
te tikken.
Tik op
T
om de instellingen voor het aanraakscherm
te doorlopen.
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3030
ISO-A
200
RR
Wi-Fi
U
Bediening van het aanraakscherm uitgeschakeld.
T
Tik op een onderwerp om scherp te stellen en
automatisch de sluiter te ontspannen. Deze
functie is niet mogelijk in de stand
n
.
V
Tik om een AF-kader weer te geven en stel
scherp op het onderwerp in het geselecteerde
gebied. U kunt het aanraakscherm gebruiken om
de positie en de grootte van het scherpstelkader
te kiezen. Foto's kunnen worden genomen door
op de ontspanknop te drukken.
Voorbeeld van uw onderwerp
bekijken ( V )
1
Tik op het onderwerp in het display.
Er verschijnt een AF-kader.
Gebruik de schuifbalk om de grootte van het kader
te kiezen.
1414
1010
7
7
5x
5x
250250 F5.6
ISO-A
200
S-IS AUTOS-IS AUTO
2
Gebruik de schuifbalk om de grootte van het
doelkader te kiezen, en tik vervolgens op Y
om in te zoomen op het onderwerp van het
doelkader.
Gebruik uw vinger om in het display te schuiven
wanneer de foto is ingezoomd.
• Tik Z aan om de zoomweergave te annuleren.
# Let op
Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, daalt het bereik waarin autofocus
mogelijk is. Als u het scherm buiten het mogelijke bereik aanraakt, maakt de camera
opnamen zonder AF.
De draadloze LAN-functie gebruiken
U kunt de camera op een smartphone aansluiten en
de camera via Wi-Fi bedienen. Als u deze functie wilt
gebruiken, moet u de relevante app op de smartphone
installeren. g “De draadloze LAN-functie van de
camera gebruiken“ (Blz. 125), “Wat u allemaal kunt doen
met OI.Share“ (Blz. 127)
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3030
Wi-Fi
ISO-A
200
RR
Wi-Fi
28
NL
Fotograferen met live view
3
Opnamefuncties instellen
Livegidsen gebruiken
Livegidsen zijn beschikbaar in de stand iAUTO (A). Terwijl iAUTO in een
volautomatische stand staat, kunt u met behulp van livegidsen diverse geavanceerde
fototechnieken oproepen.
1
Stel de functieknop in op A.
2
Raak het tabblad aan om de livegidsen weer te geven.
Selecteer een gidsitem en raak het aan om het in e stellen.
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
ISO-A
200
Wi-Fi
RR
Tabblad
Change Color Saturation
Cancel
Gidsitem
3
Gebruik uw vinger om de schuifbalken te
verplaatsen.
• Tik op
a
om de instellingen te openen.
Om de livegidsinstelling te annuleren, tikt u op
k
op het scherm.
Wanneer [Shooting Tips] geselecteerd is, markeert
u een item en drukt u op Q om een beschrijving te
bekijken.
Het effect van het geselecteerde niveau is zichtbaar
op het display. Als [Blur Background] of [Express
Motions] geselecteerd is, keert het display terug
naar de normale weergave, maar het geselecteerde
effect is zichtbaar in de uiteindelijke foto.
0
Clear & Vivid
Flat & Muted
Cancel Set
Niveaubalk/selectie
4
Maak een opname.
Om de livegids te annuleren, drukt u op de MENU-knop.
$ Opmerkingen
U kunt ook livegidsen gebruiken wanneer u met de zoeker fotografeert.
Wanneer u met de zoeker fotografeert, verlopen de instellingen via de regelaar en
knoppen. Als u op de knop Q drukt, wordt de livegids getoond. De achterste regelaar
wordt gebruikt om items te selecteren en de schuivers te bedienen.
29
NL
Fotograferen met live view
3
# Let op
Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW].
De livegidsinstellingen worden niet toegepast op de RAW-kopie.
Het is mogelijk dat beelden er korrelig uitzien bij sommige instelniveaus van de livegids.
Wijzigingen aan de instelniveaus van de livegids zijn mogelijk niet zichtbaar op de monitor.
De beeldsnelheid daalt wanneer [Blurred Motion] is geselecteerd.
• De itser kan niet worden gebruikt met de livegids.
Wanneer u wijzigingen doorvoert aan de livegidsopties, worden vorige wijzigingen
geannuleerd.
Wanneer u livegidsinstellingen doorvoert die de beperkingen van de belichtingsmeters
van de camera overschrijden, kan dit leiden tot over- of onderbelichte beelden.
30
NL
Fotograferen met live view
3
Live control gebruiken
Wanneer u met live view fotografeert, kunt u live control gebruiken om de functies
in P-, A-, S-, M- ,
n
- en J-modi in te stellen. Wanneer u live control gebruikt,
kunt u de effecten van verschillende instellingen bekijken op de monitor.
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Instellingen
Functies
Beschikbare instellingen
Beeldstabilisator ................................Blz. 68
Beeldeffect .........................................Blz. 70
Motiefprogramma ..............................Blz. 47
Kunst lterstand ..................................Blz. 46
Stand n ............................................Blz. 71
Witbalans ...........................................Blz. 58
Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 57
Breedte-hoogteverhouding ................Blz. 71
Beeldkwaliteit.....................................Blz. 72
Flitserfunctie ......................................Blz. 52
Flitssterkteregelaar ............................Blz. 73
Lichtmeetstand ..................................Blz. 74
Autofocusstand ..................................Blz. 75
ISO-gevoeligheid ...............................Blz. 59
Gezichtsprioriteit ................................Blz. 55
Filmgeluidsopname ...........................Blz. 76
1
Druk op Q om live control weer te geven.
Om live control te verbergen, drukt u nogmaals op Q.
2
Gebruik de achterste regelaar
om de instellingen te selecteren
en gebruik de voorste regelaar
om de geselecteerde instelling
te veranderen en druk op Q.
De geselecteerde instellingen
worden automatisch van kracht als
er gedurende ongeveer 8 seconden
geen handeling wordt uitgevoerd.
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Cursor
Toont de ge-
selecteerde
functienaam
Cursor
Pendelknop
Pendel-
knop
# Let op
Sommige items zijn niet beschikbaar in sommige opnamestanden.
$ Opmerkingen
U kunt live control ook gebruiken wanneer u met de zoeker fotografeert.
Als u op de Q-knop drukt terwijl de zoeker actief is, wordt live control in de zoeker
getoond. Als de zoeker wordt uitgeschakeld terwijl er een opname wordt gemaakt,
wordt live control ook geannuleerd.
31
NL
Foto's en lms bekijken
4
4
Foto's en lms bekijken
1
Druk op de knop q.
Uw meest recente foto of lm wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste foto of lm met de voorste regelaar of pendelknop.
HI
Voorste regelaar
Geeft het
vorige beeld
weer
Geeft het
volgende
beeld weer
q-knop
2013.10.01 12:30 20
100-0020
L
N
2013.10.01 12:30 4
100-0004
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
HD
Stilstaand beeld
Videobeelden
Indexweergave/kalenderweergave
Draai de achterste regelaar tijdens enkelbeeldweergave naar G om de indexweergave te
starten. Draai de subregelaar een beetje verder om de kalenderweergave te starten.
Draai de achterste regelaar naar a om naar enkelbeeldweergave terug te keren.
q
p
q
p
2013.10.01 12:30 20
100-0020
L
N
Indexweergave
2013.10.01 12:30 21
Kalenderscherm
2013.10
Sun Mon Tue Wed Thu Fri Sat
29 30 1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26
27 28 29 30 31 1 2
3 4 5 6 7
29 30 1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26
27 28 29 30 31 1 2
3 4 5 6 7
Foto's en lms bekijken
Q
32
NL
Foto's en lms bekijken
4
Stilstaande beelden bekijken
Gezoomd weergeven
Draai de achterste regelaar in enkelbeeldweergave naar a om in te zoomen. Draai naar G
om naar enkelbeeldweergave terug te keren.
2x
2013.10.01 12:30 20
100-0020
L
N
Achterste regelaar
Films bekijken
Selecteer een lm en druk op de knop Q om het
weergavemenu weer te geven. Selecteer [Movie Play]
en druk op de knop Q om het afspelen te starten. Druk op
MENU om het afspelen van de lm te onderbreken.
m
Movie
Back
Movie Play
Erase
Set
Share Order
Volume
Het volume kan worden aangepast door op F of G te
drukken tijdens enkelbeeldweergave en lmweergave.
00:00:02/00:00:14
Beelden beveiligen
U kunt beelden beveiligen tegen toevallige verwijdering.
Roep een beeld op dat u wilt beveiligen en druk op de
knop AEL/AFL; het pictogram 0 (beveiligen) verschijnt
op het beeld. Druk nogmaals op de knop AEL/AFL om de
beveiliging te verwijderen.
U kunt ook meerdere geselecteerde beelden beveiligen.
2013.10.01 12:30 20
100-0020
L
N
4
:
3
0 (beveiligen) pictogram
# Let op
Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle beelden gewist, ook de beveiligde
beelden.
33
NL
Foto's en lms bekijken
4
Beelden wissen
Geef een beeld weer dat u wilt wissen en druk op de knop . Selecteer [Yes] en druk
op de knop Q.
-knop
Erase
Back
Yes
No
Set
Beelden selecteren
Selecteer het beeld. U kunt ook meerdere beelden
selecteren om ze te beveiligen of te verwijderen. Druk op
de knop H om een beeld te selecteren; een pictogram v
verschijnt op het beeld. Druk nogmaals op de knop H om
de selectie ongedaan te maken.
Druk op Q om het selectiemenu voor verwijderen
of beveiligen weer te geven.
2013.10.01 12:30 21
34
NL
Foto's en lms bekijken
4
Het aanraakscherm gebruiken
U kunt het aanraakpaneel gebruiken om beelden te verwerken.
Schermvullende weergave
Bijkomende beelden bekijken
Schuif uw vinger naar links om latere kaders weer te
geven, naar rechts om vroegere kaders weer te geven.
Weergavezoom
Schuif de balk omhoog of omlaag om in of uit te zoomen.
Gebruik uw vinger om in het display te schuiven wanneer
de foto is ingezoomd.
• Tik op P om de indexweergave weer te geven.
Tik opnieuw op Q voor kalenderweergave.
Index-/kalenderweergave
Pagina vooruit/pagina achteruit
Schuif uw vinger omhoog om de volgende pagina
te bekijken, omlaag om de vorige pagina te bekijken.
• Gebruik Q of R om het aantal beelden te kiezen dat
wordt weergegeven.
Tik enkele keren op R om terug te keren naar
enkelbeeldweergave.
S
Beelden bekijken
Tik op een beeld om het beeld schermvullend weer te geven.
Beelden selecteren en beveiligen
Raak het scherm in de enkelbeeldweergave zacht aan om het aanraakmenu weer
te geven. U kunt nu de gewenste handeling uitvoeren door de pictogrammen in het
aanraakmenu aan te raken.
H
Selecteer een beeld. U kunt meerdere beelden selecteren om ze
te beveiligen.
h
U kunt de beelden instellen die u via de Wi-Fi-verbinding wilt delen.
g [Share Order] (Blz. 64)
0
Beveiligt een beeld.
# Let op
In de volgende situaties is bediening met het aanraakscherm niet mogelijk.
Panorama/3D/e-portrait/meervoudige belichting/tijdens bulb- of tijdopnamen/het dialoog-
venster voor de witbalans met één knop/wanneer knoppen of regelaars worden gebruikt
Raak het display niet aan met uw vingernagels of een scherp voorwerp.
Handschoenen of een monitorafdekking kunnen de bediening van het aanraakscherm
hinderen.
U kunt het aanraakscherm ook gebruiken met de menu's ART, SCN en J. Tik een
pictogram aan om het te selecteren.
35
NL
Basisbewerkingen
5
5
Basisbewerkingen
Informatiedisplays tijdens het maken van foto's
Zoekerdisplay tijdens het maken van foto's met de zoeker
AEL
MY1
250 F5.6 +2.0+2.0
Hi +7
Sh
-
3
Hi +7
Sh
-
3
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
PBH
AEL
MY1
250 F5.6 +2.0+2.0
Hi +7
Sh
-
3
Hi +7
Sh
-
3
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
PBH
AEL
MY1
250 F5.6 +2.0+2.0
Hi +7
Sh
-
3
Hi +7
Sh
-
3
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
PBH
f
g
e
1 2 3 4
c b a 0 9 7 68 5d
1 Batterijcontrole
; Aan: klaar voor gebruik
: Aan: batterij bijna leeg
] Knippert (rood) : Opladen nodig
2 Opnamestand .................Blz. 18, 38 49
3 Myset ...........................................Blz. 79
4 Beschikbare opnametijd
5 Aantal foto's dat kan worden
opgeslagen ................................Blz. 130
6 ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59
7 Witbalans .....................................Blz. 58
8 Lichte en donkere delen ..............Blz. 51
9 Boven: Flitssterkteregelaar ..........Blz. 73
Onder: Belichtingscorrectie-
aanduiding ......................Blz. 51
0 Belichtingscorrectiewaarde ..........Blz. 51
a Diafragmawaarde .................Blz. 38 – 42
b Sluitertijd ...............................Blz. 38 – 42
c AE Lock u ................................Blz. 51
d AF-bevestigingsteken ..................Blz. 21
e Flitser ...........................................Blz. 52
(knippert: bezig met opladen)
f PBH (weergegeven wanneer de
camera stroom ontvangt van de
reservebatterijhouder)................Blz. 135
g Gauge-niveau (getoond door de
sluiterknop half in te drukken) ......Blz. 37
U kunt de weergavestijl van de zoeker veranderen. In deze handleiding wordt [Style 1]
gebruikt.
g [Built-in EVF Style] (Blz. 101)
36
NL
Basisbewerkingen
5
Monitorscherm bij het fotograferen met live view
250250 F5.6
ISO
400
L
N
4:3
S-AFS-AF
AEL
RC
BKT
+
2.0
+
2.0
P
+7+7
01:02:0301:02:03
10231023
45
mm45 mm
-3-3
j
RR
-
2.0
-
2.0
HD
N
1
3
j
FPS
Wi-Fi
FP
S-ISS-IS
x
y
z
A
B
C
w
v
u
1
g
h
i
j
k
l
m
f
e
32 654 97 0a b
r
t
qp os n
dc
D
8
1 Schrijfaanduiding .........................Blz. 13
2 Wi-Fi-verbinding...................Blz. 27, 125
3 Super FP- itser ..........................Blz. 136
4 RC-stand....................................Blz. 137
5 Auto bracket/HDRf .....Blz. 82/Blz. 61
6 Meervoudige belichting ................Blz. 84
7 Hoge beeldsnelheid .....................Blz. 96
8 Digitale televoorzetlens................Blz. 86
9 Opname binnen bepaald
tijdsbestek ....................................Blz. 85
0 Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 55
a Filmgeluid ....................................Blz. 76
b Brandpuntsafstand/waarschuwing
interne temperatuurm m
.....................................Blz. 134/Blz. 145
c Flitser ...........................................Blz. 52
(knippert: bezig met opladen,
blijft continu zichtbaar: laden is klaar)
d AF-teken ......................................Blz. 21
e Beeldstabilisator ..........................Blz. 68
f Kunst lter .....................................Blz. 46
Motiefprogramma.........................Blz. 47
Beeldeffecten ...............................Blz. 70
g Witbalans .....................................Blz. 58
h Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 57
i Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 71
j Beeldkwaliteit (stilstaande
beelden) .......................................Blz. 72
k Beeldkwaliteit ( lms) ....................Blz. 73
l Beschikbare opnametijd
m Aantal stilstaande beelden dat kan
worden opgeslagen ...................Blz. 130
n Regeling van licht- en
schaduwpartijen ...........................Blz. 51
o Boven: Flitssterkteregelaar........Blz. 73
Onder: Belichtingscorrectie-
aanduiding.....................Blz. 51
p Belichtingscorrectiewaarde ..........Blz. 51
q Diafragmawaarde .................Blz. 38 – 42
r Sluitertijd ...............................Blz. 38 – 42
s Histogram ....................................Blz. 37
t AE Lock .......................................Blz. 51
u Stand fotograferen ..........Blz. 18, 38 49
v Myset ...........................................Blz. 79
w Fotograferen met aanraakscherm
functies ........................................Blz. 27
x Flitssterkteregelaar ......................Blz. 73
y ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59
z AF-modus ....................................Blz. 75
A Lichtmeetstand ............................Blz. 74
B Flitsmodus ...................................Blz. 52
C Batterijcontrole
; Aan (groen): Klaar voor
gebruik (wordt
weergegeven
gedurende
ongeveer tien
seconden nadat
de camera werd
ingeschakeld).
: Aan (groen): Batterij bijna leeg.
] Knippert (rood) : Opladen nodig
D Livegids annuleren.......................Blz. 28
37
NL
Basisbewerkingen
5
Het informatiedisplay omschakelen
U kunt de informatie die tijdens de opname op de monitor verschijnt, wijzigen via de
INFO-knop.
Fotograferen met de zoeker
Monitorweergave
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
Superbedieningspaneel
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
2013.10.01 12:30
RR
Wi-Fi
0.00.0
Waterpasweergave
250250 F5.6
P
0.00.0
ISO-A
200
Wi-Fi
Alleen beeld
Zoekerdisplay
Kan worden ingeschakeld terwijl u door de zoeker kijkt.
INFO
INFO
Waterpasweergave
INFO
INFO
INFO
INFO
250 F5.6 0.00.0
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
INFO
INFO
Alleen beeld
HistogramweergaveInformatiedisplay aan
250 F5.6 0.00.0
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
S-IS AUTO S-IS AUTO
250 F5.6 0.00.0
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
250 F5.6 0.00.0
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
FullHDFullHD
RR
Bij het fotograferen met live view
INFO
Waterpasweergave
INFO INFO
250250 F5.6
P
0.00.0
INFO
Alleen beeld
Histogramweergave
Informatiedisplay aan
01:02:0301:02:03
3838
250250 F5.6
0.00.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
FullHD
F
01:02:0301:02:03
3838
250250 F5.6
P
0.00.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
FullHDFullHD
ISO-A
200
Histogramweergave
Een histogram weergeven waarop de verdeling van de helderheid in het beeld wordt
getoond. De horizontale as toont de helderheid en de verticale as het aantal pixels bij elke
helderheid in het beeld. Delen boven de bovengrens worden rood weergegeven, delen onder
de ondergrens worden blauw weergegeven, en het deel dat met spotmeting werd gemeten,
wordt groen weergegeven.
Waterpasweergave
Geef de stand van de camera op. De stand voor “kantelen“ wordt aangegeven op de
verticale balk en de stand voor “horizon“ wordt aangegeven op de horizontale balk. Gebruik
de indicatie op de level gauge als richtlijn.
38
NL
Basisbewerkingen
5
De fotografeerstanden gebruiken
“Richten en fotograferen“ (stand P)
In de stand P past de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma aan op basis
van de helderheid van het onderwerp. Stel de functieknop in op P.
AEL
MY1
250 F5.6 +2.0+2.0
Hi +7
Sh
-
3
Hi +7
Sh
-
3
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
PBH
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
P
ISO-A
200
0.00.0
FullHD
F
RR
Wi-Fi
S-IS AUTO
S-IS AUTO
Stand
Fotograferen
Sluitertijd
Diafragma-
waarde
Bij het fotograferen met
de zoeker
Bij het fotograferen met
live view
De positie van de hendel bepaalt de functies die u met de regelaars kunt instellen.
Voorste regelaar
Hefboom
Achterste
regelaar
Rege-
laar
Positie van de hendel
12
r
Belichtingscor-
rectie
ISO
o
Programma-
aanpassing
Witbalans
De sluitertijd en het diafragma die door de camera zijn geselecteerd, worden
weergegeven.
De aanduidingen voor de sluitertijd en het diafragma knipperen als de camera geen
optimale belichting kan verkrijgen.
Waarschuwingsin-
dicatie (knippert)
Status Remedie
60"
60"
F2.8
F2.8
Het onderwerp is te
donker.
• Gebruik de itser.
8000
8000
F22
F22
Het onderwerp is te
helder.
Het lichtmeetbereik van de camera
is overschreden. Een in de handel
verkrijgbaar grijs lter (ND- lter) om de
hoeveelheid licht te beperken, is vereist.
Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de waarde veranderen.
g [ISO] (Blz. 59)
39
NL
Basisbewerkingen
5
Programma-aanpassing (%)
In de standen P en ART kunt u verschillende combinaties
kiezen van diafragma en sluitertijd zonder de belichting te
wijzigen. “s“ verschijnt naast de fotografeerstand tijdens
programma-aanpassing. Om de programma-aanpassing
te annuleren, draait u aan de achterste regelaar tot “s“ niet
meer wordt weergegeven.
# Let op
Bij gebruik van een itser is er geen programma-
aanpassing mogelijk.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
2013.10.01 12:30
0.00.0
P
s
RR
Wi-Fi
Programma-aanpassing
40
NL
Basisbewerkingen
5
Het diafragma instellen (diafragmavoorkeuzestand A)
In de stand A stelt u het diafragma in en past de camera automatisch de sluitertijd aan
voor een optimale belichting. Draai de functieknop naar A.
Voorste regelaar
Hefboom
Achterste
regelaar
Rege-
laar
Positie van de hendel
12
r
Belichtingscor-
rectie
ISO
o
Diafragma-
waarde
Witbalans
Een groter diafragma (lager F-nummer) vermindert
de scherptediepte (het gebied voor of achter het
scherpstelpunt waarop is scherpgesteld), waardoor
de achtergrond waziger wordt weergegeven. Een
kleiner diafragma (hoger F-nummer) verhoogt de
scherptediepte.
Diafragmawaarde
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
A
0.00.0
ISO
400
FullHD
F
Bij het fotograferen met live
view
De diafragmawaarde instellen
De diafragmawaarde verlagen  De diafragmawaarde verhogen
F2 F3.5 F5.6 F8.0 F16
De aanduiding voor de sluitertijd knippert als de camera geen optimale belichting kan
verkrijgen.
Waarschuwingsin-
dicatie (knippert)
Status Remedie
30"
30"
F5.6
F5.6
Het onderwerp is
onderbelicht.
Verlaag de diafragmawaarde.
8000
8000
F5.6
F5.6
Het onderwerp is
overbelicht.
Verhoog de diafragmawaarde.
Als de waarschuwingsindicatie niet
verdwijnt, is het lichtmeetbereik van de
camera overschreden. Een in de handel
verkrijgbaar grijs lter (ND- lter) om de
hoeveelheid licht te beperken, is vereist.
Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de instelling veranderen.
g [ISO] (Blz. 59)
Preview-functie
U kunt het focusbereik vooraf bekijken (scherptediepte). Wanneer u op de knop
voorvertoning drukt, wordt het diafragma verlaagd naar de ingestelde diafragmawaarde.
41
NL
Basisbewerkingen
5
De sluitertijd instellen (sluitertijdvoorkeuzestand S)
In de stand S stelt u de sluitertijd in en past de camera automatisch het diafragma aan
voor een optimale belichting. Draai de functieknop naar S.
Voorste regelaar
Hefboom
Achterste
regelaar
Rege-
laar
Positie van de hendel
12
r
Belichtingscor-
rectie
ISO
o
Sluitertijd Witbalans
Een korte sluitertijd kan een snelle actie “bevriezen“
zonder bewegingsonscherpte. Door een langere
sluitertijd wordt een opgenomen snelle actie onscherp.
Deze onscherpte roept het gevoel van een dynamische
beweging op.
Bij het fotograferen met live
view
Sluitertijd
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
S
0.00.0
ISO
400
FullHD
F
De sluitertijd instellen
Langere sluitertijd  Kortere sluitertijd
2" 1" 15 60 100 400 1000
De aanduiding voor de diafragmawaarde knippert als de camera geen optimale
belichting kan verkrijgen.
Waarschuwingsin-
dicatie (knippert)
Status Remedie
2000
2000
F2.8
F2.8
Het onderwerp is
onderbelicht.
Kies in dit geval een langere sluitertijd.
125
125
F22
F22
Het onderwerp is
overbelicht.
Kies een snellere sluitertijd.
Als de waarschuwingsindicatie niet
verdwijnt, is het lichtmeetbereik van de
camera overschreden. Een in de handel
verkrijgbaar grijs lter (ND- lter) om de
hoeveelheid licht te beperken, is vereist.
Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de waarde veranderen.
g [ISO] (Blz. 59)
42
NL
Basisbewerkingen
5
Het diafragma en de sluitertijd instellen (handmatige stand M)
In de stand M stelt u zowel het diafragma als de sluitertijd in. Bij sluitertijd BULB blijft
de sluiter open zolang de ontspanknop wordt ingedrukt. Stel de functieknop in op M.
Voorste regelaar
Hefboom
Achterste
regelaar
Rege-
laar
Positie van de hendel
12
r
Diafragma-
waarde
ISO
o
Sluitertijd Witbalans
De sluitertijd kan worden ingesteld op waarden tussen 1/8000 en 60 sec. of op
[BULB] of [LIVE TIME].
# Let op
Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand M.
Kiezen wanneer de belichting wordt beëindigd (bulb-/tijdfotogra e)
Gebruik deze functie voor nachtlandschappen en vuurwerk. De sluitertijden van [BULB]
en [LIVE TIME] zijn beschikbaar in de modus M.
Bulbfotogra e (BULB): De sluiter blijft open terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.
De belichting eindigt wanneer de ontspanknop wordt
losgelaten.
Tijdfotogra e (TIME): De belichting begint wanneer de ontspanknop helemaal
wordt ingedrukt. Om de belichting te beëindigen, drukt u de
ontspanknop nogmaals helemaal in.
Bij gebruik van BULB of TIME wordt de helderheid van het scherm automatisch
gevarieerd.
Bij gebruik van [LIVE TIME] wordt de voortgang van de belichting tijdens het fotograferen
weergegeven op de monitor. De weergave kan ook worden vernieuwd door de
ontspanknop half in te drukken.
[Live BULB] (Blz. 97) kan ook worden gebruikt om de beeldbelichting weer te geven tijdens
bulbfotogra e.
# Let op
De ISO-gevoeligheid kan worden ingesteld op waarden tot maximaal ISO 1600 voor live
bulb- en live tijdfotogra e.
Om onscherpte van de camera te vermijden bij erg lange sluitertijden, plaatst u de camera
op een statief en gebruikt u een afstandsbedieningskabel (Blz. 139).
De volgende functies zijn niet beschikbaar bij erg lange sluitertijden:
Repeterende opnamen/opnamen met de zelfontspanner/AE-bracketing/
beeldstabilisator/ itser-bracketing/meervoudige belichting*
* Een andere optie dan [Off] is geselecteerd voor [Live BULB] of [Live TIME] (Blz. 97).
Zelfs wanneer [Noise Reduct.] in gebruik is, kan ruis zichtbaar zijn in het beeld dat tijdens
opname op de monitor wordt weergegeven.
43
NL
Basisbewerkingen
5
Ruis in foto's
Tijdens het fotograferen met een lange sluitertijd kan er ruis op het scherm verschijnen.
Deze verschijnselen doen zich voor wanneer de temperatuur in het beeldopneemelement
of in de elektronica van het beeldopneemelement toeneemt, waardoor er kleine
elektrische stromen worden opgewekt in delen van het beeldopneemelement die
normaliter niet aan licht worden blootgesteld. Dit kan ook gebeuren als u met een hoge
ISO-waarde fotografeert bij extreem hoge omgevingstemperaturen. Om deze ruis te
reduceren, activeert de camera de ruisonderdrukking. g [Noise Reduct.] (Blz. 97)
44
NL
Basisbewerkingen
5
Filmstand gebruiken
(n)
De lmstand
(n)
kan worden gebruikt om lms met speciale effecten te maken.
U kunt lms opnemen die gebruik maken van de beschikbare effecten in de stand
Fotograferen. Gebruik live control om de instellingen te selecteren. g “Effecten
toevoegen aan een lm“ (Blz. 71)
U kunt ook een nabeeldeffect toepassen of inzoomen op een bepaald deel van het
beeld tijdens de lmopname.
Effecten toevoegen aan een lm [Movie Effect]
1
Draai de functieknop naar n.
2
Druk op de knop R om de opname te starten.
Druk nogmaals op de knop R om de opname te
beëindigen.
3
Raak op het scherm het pictogram aan van het
effect dat u wilt gebruiken.
U kunt ook de knoppen gebruiken die op
pictogrammen worden weergegeven.
U
Multi Echo
Pas een nabeeldeffect toe. Nabeelden verschijnen achter
bewegende voorwerpen.
V
One Shot Echo
Een nabeeld verschijnt gedurende een korte tijd nadat u
op de knop hebt gedrukt. Het nabeeld zal na een tijdje
automatisch verdwijnen.
T
Art Fade
Film met het geselecteerde beeldeffect. Het “fade“-effect
wordt toegepast op de overgangen tussen de scènes.
M
Movie Tele-
converter
Zoom in op een deel van het beeld zonder gebruik te
maken van de lenszoom. Zoom in op de geselecteerde
positie van het beeld, ook al hebt u de camera stevig
vast.
Multi Echo
Raak het pictogram aan om het effect toe te passen. Raak het opnieuw aan om het effect te
annuleren.
One Shot Echo
Elke aanraking van het pictogram voegt aan het effect toe.
Art Fade
Raak het pictogram aan. Raak het beeldeffect aan dat u wilt gebruiken. Het effect wordt
toegepast wanneer uw vinger het pictogram loslaat.
45
NL
Basisbewerkingen
5
Movie Teleconverter
1
Raak het pictogram aan om het zoomkader weer te geven.
U kunt de positie van het zoomkader wijzigen door het scherm aan te raken of
FGHI te gebruiken.
• Houd Q ingedrukt om het zoomkader terug naar een centrale positie te brengen.
2
Raak K aan of druk op de knop Fn2 om in te zoomen op het gebied
in het zoomkader.
• Raak L aan of druk op de knop Fn2 om terug te gaan naar het zoomkader.
3
Raak O aan of druk op Q om het zoomkader te annuleren en de
stand Fimteleconverter te verlaten.
# Let op
De beeldsnelheid daalt licht tijdens de opname.
De 2 effecten kunnen niet tegelijkertijd worden toegepast.
Gebruik een geheugenkaart met een SD speed class 6 of beter. Een lmopname kan
onverwachts stoppen wanneer een tragere kaart wordt gebruikt.
Door een foto te nemen tijdens een lmopname wordt het effect geannuleerd; het effect
verschijnt niet in de foto.
[e-Portrait], [Diorama] en [Color Creator] kunnen niet samen met Art Fade worden
gebruikt.
Filmteleconverter kan niet worden gebruikt wanneer [Picture Mode] is ingesteld op [ART].
Het geluid van aanraakhandelingen en knopbediening kan worden opgenomen.
Naast aanraakhandelingen kunt u effecten toepassen met de knoppen die overeenkomen
met de weergegeven pictogrammen.
46
NL
Basisbewerkingen
5
Kunst lters gebruiken
1
Draai de functieknop naar ART.
Een menu met kunst lters wordt weergegeven.
Selecteer een lter met FG.
• Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het
gemarkeerde item te selecteren en het kunst ltermenu
te verlaten.
1
Pop Art
Soorten kunst lters
j Pop Art t Cross Process
k Soft Focus u Gentle Sepia
l Pale&Light Color v Dramatic Tone
m Light Tone Y Key Line
n Grainy Film Z Watercolor
o Pin Hole u ART BKT (ART bracketing)
s Diorama
2
Maak een opname.
Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het kunst ltermenu weer te
geven.
ART-bracketing
Bij het nemen van één shot zullen afbeeldingen worden opgenomen voor elk geselecteerd
creatief lter. Druk op I om lters te kiezen.
Kunsteffecten
Kunst lters kunnen worden gewijzigd en effecten kunnen worden toegevoegd. Door in het
kunst ltermenu op I te drukken worden bijkomende opties weergegeven.
Filters aanpassen
Optie I is de originele lter, terwijl de opties II en volgende effecten toevoegen die de
originele lter aanpassen.
Effecten toevoegen*
Soft focus, pin-hole, frames, white edges, starlight, lter, tone, blur
* De beschikbare effecten zijn afhankelijk van de geselecteerde lter.
# Let op
Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW]. De kunst lter wordt alleen toegepast op de
JPEG-kopie.
Afhankelijk van het onderwerp kunnen toonovergangen gekarteld zijn, kan het effect
minder goed merkbaar zijn of kan het beeld “korreliger“ worden.
Bepaalde effecten zijn mogelijk niet zichtbaar in live view of tijdens het opnemen van lms.
De weergave is afhankelijk van de gebruikte lters, effecten of instellingen voor de
lmkwaliteit.
47
NL
Basisbewerkingen
5
Opnemen met een motiefprogramma
1
Draai de functieknop naar SCN.
Een motiefmenu wordt weergegeven. Selecteer een
scène met FG.
• Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het
gemarkeerde item te selecteren en het motiefmenu
te verlaten.
1 Portrait
Soorten motiefprogramma's
O Portrait
J
Macro
P e-Portrait r Nature Macro
L Landscape Q Candle
K Landscape+Portrait R Sunset
J
Sport T Documents
i
Starlight s Panorama (Blz. 48)
G Night Scene
(
Fireworks
U Night+Portrait g Beach & Snow
G
Children fn Fisheye Effect
H
High Key wn Wide-Angle
I
Low key mn Macro
q DIS Mode T 3D Photo
2
Maak een opname.
Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het motiefmenu weer te geven.
# Let op
In de modus [e-Portrait] worden twee beelden opgenomen: een ongewijzigd beeld en een
tweede beeld waarop de [e-Portrait]-effecten werden toegepast.
De opname kan enige tijd in beslag nemen. Wanneer de beeldkwaliteitsmodus RAW is,
wordt bovendien het beeld in het [RAW+JPEG]-formaat gemaakt.
• [n Fisheye Effect], [n Wide-Angle] en [n Macro] zijn bedoeld voor gebruik met
optionele voorzetlenzen.
Er kunnen geen lms worden opgenomen in de modi [e-Portrait], [Hand-Held Starlight],
[Panorama], of [3D Photo].
In [Hand-Held Starlight] worden 8 frames gemaakt per keer die later worden
gecombineerd. Wanneer de beeldkwaliteitsmodus RAW is, wordt een JPEG-afbeelding
gecombineerd met de eerste RAW-afbeelding en opgenomen in RAW+JPEG.
[3D Photo] is onderhevig aan de volgende beperkingen.
[3D Photo] kan enkel worden gebruikt met een 3D-lens.
De cameramonitor kan niet worden gebruikt om beelden in 3D weer te geven.
Gebruik een apparaat dat 3D-weergave ondersteunt.
De scherpstelling is vergrendeld. Bovendien kunnen ook de itser en de zelfontspanner
niet worden gebruikt.
De resolutie ligt vast op 1920 × 1080.
RAW-fotogra e is niet beschikbaar.
De beelddekking is niet 100%.
48
NL
Basisbewerkingen
5
Panorama's fotograferen
Als u de bijgeleverde computersoftware hebt geïnstalleerd, kunt u de software gebruiken om
beelden samen te voegen tot een panorama. g “Camera aansluiten op een computer en
een smartphone“ (Blz. 122)
1
Draai de functieknop naar SCN.
2
Selecteer [Panorama] en druk op Q.
3
Kies een panrichting met FGHI.
4
Maak een foto en gebruik hierbij de hulplijnen
om de foto te kadreren.
De scherpstelling, belichting en andere instellingen
worden vergrendeld op de waardes van de eerste
opname.
250250 F5.6 38
M
5
Maak de resterende foto's en zorg ervoor dat de hulplijnen telkens
overlappen met de voorgaande foto.
[
2
]
250250 F5.6 38
M
[
3
]
Exit Exit
Een panorama kan tot 10 beelden bevatten. Na de tiende opname wordt een
waarschuwingsteken (g) weergegeven.
6
Druk na de laatste opname op Q om de reeks te beëindigen.
# Let op
Tijdens de panoramaopnamen wordt de opname die voor de positie-uitlijning werd
gemaakt, niet weergegeven. Maak de compositie zo dat de overlappende beelden elkaar
binnen de frames overlappen en gebruik daarbij de frames of andere weergavetekens in
de beelden als leidraad.
$ Opmerkingen
Door op Q te drukken voordat u de eerste opname hebt gemaakt, komt u terug in het
keuzemenu van het motiefprogramma. Door midden in de opnamen op Q te drukken,
stopt de reeks panoramaopnamen en kunt u met de volgende verder gaan.
49
NL
Basisbewerkingen
5
PHOTO STORY gebruiken
1
Draai de functieknop naar J.
Het menu PHOTO STORY wordt weergegeven.
A
Standard
B
Snelheid
C
Leuke beelden
Standard1
1
2
3
2
Gebruik FG om het thema van de PHOTO STORY te kiezen.
U kunt voor elk thema verschillende effecten, aantal beelden en beeldverhoudingen
kiezen. U kunt ook de aspect ratio, het deelpatroon en de beeldeffecten van
afzonderlijke beelden wijzigen.
Variaties wijzigen
E
Oorspronkelijke PHOTO STORY
F G H
PHOTO STORY met andere effecten en beeldverhoudingen dan de
oorspronkelijke PHOTO STORY.
Het aantal beelden en de schikking van de beeldgebieden kunnen voor elk
PHOTO STORY-type worden gewijzigd.
U kunt de beeldkleur en het effect rond het frame in elke variatie wijzigen.
Elk type en elke variatie zorgt voor een andere PHOTO STORY.
3
Druk op Q als u klaar bent met de instelling.
De monitor schakelt naar de PHOTO STORY-display.
Het onderwerp van het huidige frame wordt in live view weergegeven.
Raak een van de gemaskerde frames aan om het gemaskerde frame terug naar
het huidige frame te wijzigen.
Druk op de knop MENU om van thema te veranderen.
4
Leg een beeld vast voor het eerste frame.
Het beeld dat u hebt vastgelegd, wordt in het eerste
frame weergegeven.
F5.0
0.0
0.0
1
ISO-A
200
10231023
250250
5
Leg een beeld vast voor het volgende frame.
Bekijk het onderwerp en leg het vast voor het
volgende frame.
• Druk op om het beeld in het vorige frame te
annuleren en leg het beeld opnieuw vast.
Raak een frame aan om het beeld er in te annuleren
en leg het beeld opnieuw vast. Raak het frame aan
en raak vervolgens O aan.
F5.0
0.0
0.0
1
ISO-A
200
10231023
250250
Volgend frame
(Live view-weergave)
Vastgelegd beeld
50
NL
Basisbewerkingen
5
6
Zodra u alle frames hebt vastgelegd, drukt u op Q om het beeld op te slaan.
Druk op de MENU-knop en u kunt andere thema's selecteren.
$ Opmerkingen
Tijdens het vastleggen van een PHOTO STORY zijn de volgende functies beschikbaar.
Belichtingscorrectie/programma-aanpassing/ itsopnamen (behalve bij het thema
[Speed]/live control
# Let op
Als de camera tijdens de opname wordt uitgeschakeld, worden alle gegevens voor
beelden tot dat moment geannuleerd en wordt niets op de geheugenkaart opgeslagen.
Als de beeldkwaliteit momenteel is ingesteld op [RAW], wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW]. Het PHOTO STORY-beeld wordt als JPEG
opgeslagen en de beelden in de frames worden als RAW opgeslagen. RAW-beelden
worden in [4:3] opgeslagen.
U kunt op [AF Mode], [S-AF], [MF] of [S-AF+MF] instellen.
Bovendien wordt het AF-kader op één centraal punt vastgelegd.
De metingstand wordt op digitale ESP-meting vastgelegd.
De volgende functies zijn niet beschikbaar in de PHOTO STORY-stand.
MENU display/ lm/repeterende opnamen/zelfontspanner/INFO-display/
gezichtsprioriteit-AF/Digitale televoorzetlens/beeldeffect
De volgende knopbedieningen zijn uitgeschakeld.
Fn1/Fn2/INFO etc.
Tijdens de opname van een PHOTO STORY schakelt de camera niet naar de slaapstand.
51
NL
Basisbewerkingen
5
Veelgebruikte opnameopties
De belichting regelen (belichtingscorrectie)
Draai de voorste regelaar om de belichtingscorrectie te kiezen. Kies positieve (“+“)
waarden om beelden helderder te maken en negatieve (“–“) waarden om beelden
donkerder te maken. De belichting kan worden aangepast met ±5,0EV.
Negatief (–) Geen compensatie (0) Positief (+)
# Let op
Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de standen A, M of SCN.
De displays van de zoeker en live view display kunnen alleen tot ±3,0EV worden
veranderd. Als de belichting ±3,0EV overschrijdt, zal de belichtingsbalk gaan itsen.
Films kunnen worden gecorrigeerd in een bereik tot ±3,0EV.
De helderheid van hoge lichten en schaduwen wijzigen
Wanneer de multifunctionele knop wordt ingesteld op
[Highlight&Shadow Control], zal een instellingenscherm
verschijnen wanneer u de Fn2-knop indrukt. Stel de
schaduw bij met de achterste regelaar en de overbelichting
met de voorste regelaar.
SHADOW
HI LIGHT
De belichting vasthouden (AE-vergrendeling)
U kunt de belichtingsinstelling vasthouden met knop AEL/AFL. Gebruik dit wanneer
u de focus en belichting apart wilt aanpassen of wanneer u verschillende foto's bij
dezelfde belichting wilt maken.
Als u één keer op de knop AEL/AFL drukt, wordt de belichting vastgehouden en wordt
u getoond. g “AEL/AFL“ (Blz. 102)
Druk nogmaals op de knop AEL/AFL om de AE-vergrendeling te annuleren.
# Let op
Het slot wordt losgelaten wanneer u de modusregelaar, MENU-knop of Q-knop gebruikt.
52
NL
Basisbewerkingen
5
Een itser gebruiken ( itserfotogra e)
De itser kan handmatig naar wens worden ingesteld. De itser kan in heel wat
verschillende opnameomstandigheden worden gebruikt.
1
Bevestig de itser aan de camera en breng
de lichteenheid omhoog.
g “De itser bevestigen“ (Blz. 15)
2
Stel de hendel in op positie 2 en druk op de AF m-knop
Knop AFm
Hefboom
P
Flash Auto
AUTOAUTO
00
0.0
Bij het fotograferen met live view
3
Selecteer een instelling met de achterste regelaar en druk op de Q-knop.
De beschikbare opties en de volgorde waarin deze worden weergegeven, variëren
naargelang de fotografeerstand. g “Beschikbare itsstanden in de diverse
fotografeerstanden“ (Blz. 53)
AUTO Auto itsen
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de itser
automatisch.
#
Invul itsen
De itser ontsteekt altijd, ongeacht
de lichtomstandigheden.
$ Flitser uit De itser ontsteekt niet.
!/
#!
Flitsen met onderdruk-
ken van rode ogen
Met deze functie kunt u rode ogen vermijden.
In de standen S en M zal de itser altijd itsen.
#SLOW
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn)
Trage sluitertijden worden gebruikt om een slecht
verlichte achtergrond op te lichten.
!SLOW
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn) /
itsen met onderdruk-
ken van rode ogen
Combineert een trage synchronisatie met
onderdrukken van rode ogen.
#SLOW2/
2nd
Curtain
Trage synchronisatie
(2e sluitergordijn)
De itser ontsteekt net voordat
de sluiter dichtgaat om
lichtsporen te creëren achter
bewegende lichtbronnen.
#FULL,
#1/4 enz.
Handmatig
Voor gebruikers die de voorkeur geven aan
handmatige bediening. Als u op de knop INFO
drukt, kunt u de functieknop gebruiken om het
itserniveau aan te passen.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
53
NL
Basisbewerkingen
5
# Let op
• Bij [!/#!(Red-eye reduction ash)] duurt het na de inleidende itsen ongeveer 1 se-
conde voordat de sluiter ontspant. Beweeg de camera niet zolang de opname niet is voltooid.
• [!/#! (Red-eye reduction ash)] werkt mogelijk niet ef ciënt bij bepaalde
opnameomstandigheden.
• Als de its ontsteekt, is de sluitertijd ingesteld op 1/320 sec. of korter. Als u met de invul itsen
een onderwerp tegen een lichte achtergrond fotografeert, kan de achtergrond overbelicht zijn.
Beschikbare itsstanden in de diverse fotografeerstanden
Stand
Fotogra-
feren
LV-superbe-
dieningspa-
neel
Flitserfunctie
Flitsmo-
ment
Voorwaarden
om de itser te
laten itsen
Grens van
sluitertijd
P/A
#AUTO
Auto itsen
1e
sluiter-
gordijn
Ontsteekt
automatisch in
het donker en bij
tegenlicht
1/30 sec. –
1/320 sec.*
!
Automatische itser
(onderdrukking van
rode ogen)
#
Invul itsen Ontsteekt altijd
30 sec. –
1/320 sec.*
$
Flitser uit
kk k
!
SLOW
Trage synchronisatie
(rode ogen
onderdrukken)
1e
sluiter-
gordijn
Ontsteekt
automatisch in
het donker en bij
tegenlicht
60 sec. –
1/320 sec.*
#SLOW
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn)
#
SLOW2
Trage synchronisatie
(2e sluitergordijn)
2e
sluiter-
gordijn
S/M
#
Invul itsen
1e
sluiter-
gordijn
Ontsteekt altijd
60 sec. –
1/320 sec.*
#!
Invul itsen
(onderdrukking
van rode ogen)
$ Flitser uit
kk k
#
2nd-C
Invul its/trage
synchronisatie
(2e sluitergordijn)
2e
sluiter-
gordijn
Ontsteekt altijd
60 sec. –
1/320 sec.*
#AUTO, $ kan worden ingesteld in de modus A.
* 1/250 sec. bij gebruik van een afzonderlijk verkochte externe itser
Minimumbereik
De lens kan schaduwen werpen over
onderwerpen die zich dicht bij de camera
bevinden, wat vignettering veroorzaakt, of de
onderwerpen kunnen te helder zijn, zelfs bij
minimale itssterkte.
Lens
Afstand bij benadering
waarop vignettering optreedt
14 - 42 mm 0,25 m
17 mm 0,25 m
40 - 150 mm 0,9 m
14 - 150 mm 0,5 m
12 - 50 mm 0,45 m
12 - 40 mm
3,2 m (bij brandpuntsafstand
12 mm)
0,7 m (bij brandpuntsafstand
14 mm of hoger)
• Externe itsers kunnen worden gebruikt om vignettering te voorkomen. Om overbelichte foto's
te voorkomen, selecteert u de stand A of M en kiest u een hoge f-waarde, of u vermindert de
ISO-gevoeligheid.
54
NL
Basisbewerkingen
5
Een scherpstelkader selecteren (AF-gebied)
Kies welke van de 81 AF-kaders worden gebruikt om automatisch scherp te stellen.
1
Druk op de pendelknop of de knop Fn1 om de AF-kaders weer te geven.
2
Draai aan de regelaar om de AF-positie te kiezen.
De stand “Alle doelen“ wordt hersteld wanneer u de cursor van het scherm weg
verplaatst.
All Targets Single Target All Targets
De camera kiest
automatisch uit
alle mogelijke
scherpsteldoelen.
Selecteer het
scherpsteldoel
handmatig.
Verschillen in tekenweergave op basis van de lens
De tekenweergave is verschillend naargelang van de lens die u gebruikt.
Wanneer u een Micro Four Thirds-systeemlens gebruikt,
worden 81 AF-punten weergegeven.
Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt,
worden 37 AF-punten weergegeven.
Het AF-kader instellsen
U kunt de methode voor de selectie en grootte van het kader wijzigen. U kunt ook
gezichtsprioriteit-AF selecteren (Blz. 55).
1
Druk op de knop INFO tijdens de selectie van het AF-kader en kies een
selectiemethode met FG.
INFO
ii
o
FG
ii
o
(All Targets)
De camera selecteert alle AF-kaders automatisch.
I
(Single Target)
U selecteert een enkel AF-kader.
K
(Small Target)
Het AF-kader kan kleiner worden gemaakt.
J
(Group Target)
De camera kiest automatisch uit de tekens
in de geselecteerde groep.
# Let op
Keert terug naar “Enkel doel“ bij lmen.
55
NL
Basisbewerkingen
5
Gezichtsprioriteit-AF/pupilherkenning-AF
De camera detecteert gezichten en past de scherpstelling en digitale ESP aan.
1
Druk op de knop Fn1 om het AF-teken weer te
geven.
2
Druk op de knop INFO.
U kunt de selectiemethode voor het AF-kader wijzigen.
3
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
ii
o
Selectiemethode
J
Gezichtsprio. Uit Gezichtsprioriteit uit.
I
Gezichtsprio. Aan Gezichtsprioriteit aan.
K
Gezicht en oog prio. Aan
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de
pupil van het oog dat zich het dichtst bij de camera
bevindt voor gezichtsprioriteit-AF.
L
Gezicht en R. oogprio. Aan
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de
pupil van het rechteroog voor gezichtsprioriteit-AF.
M
Gezicht en L. oogprio. Aan
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de
pupil van het linkeroog voor gezichtsprioriteit-AF.
4
Richt de camera op het onderwerp.
Wanneer u foto's maakt met de zoeker, kijkt u door de
zoeker.
Als een gezicht wordt herkend, wordt dit aangegeven
met een wit kader.
5
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen.
Wanneer de camera scherpstelt op het gezicht in het
witte kader, wordt het kader groen.
Als de camera de ogen van het onderwerp kan
detecteren, wordt een groen kader weergegeven rond
het geselecteerde oog.
(pupilherkenning-AF)
6
Druk de ontspanknop helemaal in om een opname
te maken.
01:02:0301:02:03
10231023
250250 F5.6
P
0.00.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
FullHD
F
01:02:0301:02:03
10231023
250250 F5.6
P
0.00.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
FullHD
F
# Let op
Gezichtsprioriteit wordt alleen toegepast op de eerste opname van elke reeks repeterende
opnamen.
Afhankelijk van het onderwerp en de instelling van de kunst lter is het mogelijk dat de
camera het gezicht niet correct detecteert.
Bij een instelling [p (Digital ESP metering)] wordt bij de meting prioriteit gegeven aan
gezichten.
Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, zal zelfs wanneer een gezicht wordt
gedetecteerd, maar dit buiten de AF-zone ligt, de prioritaire AF niet werkzaam zijn.
$ Opmerkingen
Gezichtsprioriteit is ook beschikbaar in [MF]. Gezichten die door de camera worden
herkend, worden aangeduid door witte kaders.
56
NL
Basisbewerkingen
5
Zoomkader-AF/zoom-AF
U kunt inzoomen op een deel van het beeld wanneer de scherpstelling wordt
aangepast. Door een hoge zoomverhouding te kiezen, kunt u de automatische
scherpstelling gebruiken om scherp te stellen op een kleiner gebied dan hetgeen
normaal door het AF-kader wordt aangegeven. U kunt het scherpsteldoel ook
nauwkeuriger positioneren.
01:02:0301:02:03
3030
250250 F5.6
0.00.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
FullHD
F
Opnamescherm
01:02:0301:02:03
3030
250250 F5.6
0.0
0.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
FullHD
F
Zoomkader-AF Zoom-AF
U
U
U
U
U
U
Q / U
(Ingedrukt houden)
1
Wijs [U] toe aan één van de knoppen met de [Button Function] (Blz. 103)
a kan ook worden ingesteld als een multifunctieknop.
2
Druk op de U-knop om het zoomkader weer te geven.
Wanneer de camera werd scherpgesteld met automatisch scherpstellen net
voor de knop werd ingedrukt, wordt het zoomkader weergegeven in de huidige
scherpstelpositie.
Positioneer het zoomkader met FGHI.
Druk op de knop INFO en gebruik FG om de zoomverhouding te selecteren.
Vergelijking tussen AF- en zoomkaders
14×
10×
3
Druk nogmaals op de knop U om in te zoomen op het zoomkader.
Positioneer het zoomkader met FGHI.
Draai aan de regelaar om de zoomverhouding te kiezen.
4
Druk de ontspanknop half in om de autofocus te starten.
De camera stelt scherp met het onderwerp dat zich in het midden van het beeld
bevindt. Als u de scherpstelpositie wilt wijzigen, verplaatst u deze door het scherm
aan te raken.
$ Opmerkingen
U kunt het zoomkader ook weergeven en verplaatsen met behulp van het aanraakscherm.
# Let op
De zoom is alleen op de monitor zichtbaar en heeft geen invloed op de resulterende foto's.
Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, werkt de AF niet tijdens de
zoomweergave.
57
NL
Basisbewerkingen
5
Repeterende opnamen / de zelfontspanner gebruiken
Blijf de ontspanknop helemaal indrukken om een reeks foto's te maken. U kunt ook
foto's maken met behulp van de zelfontspanner.
1
Stel de hendel in op positie 1 en druk op de jYHDR-knop om de
geselecteerde items weer te geven.
2
Draai aan de achterste schakelaar en selecteer een item.
o
Enkelbeeldop-
namen
Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera één foto
(in de stand Fotograferen).
T
Repeterend
snel
Zolang de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden foto's
genomen aan een snelheid van 10 frames per seconde (fps).
Scherpstelling, belichting en witbalans zijn vastgesteld op de
waarden voor de eerste opname in elke reeks ([S-AF], [MF]).
S
Repeterend
traag
Zolang de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden foto's
genomen aan een snelheid van 6,5 frames per seconde (fps).
Scherpstelling en belichting zijn vastgesteld volgens de opties
die zijn geselecteerd voor [AF Mode] (Blz. 75) en [AEL/AFL]
(Blz. 102).
Y12s
Zelfontspan-
ner 12 SEC
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en helemaal
om de timer te starten. De zelfontspanner-LED brandt eerst
ongeveer 10 seconden continu, begint dan ongeveer 2 seconden
lang te knipperen, en daarna wordt de foto gemaakt.
Y2s
Zelfontspan-
ner 2 SEC
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en helemaal
om de timer te starten. De zelfontspanner-LED knippert
ongeveer 2 seconden, en daarna wordt de foto gemaakt.
YC
Zelfontspan-
ner Aangepast
Stel het aantal beelden in dat u wilt fotograferen. Selecteer g,
druk op de knop INFO en draai aan de regelaar.
$ Opmerkingen
Om de ingeschakelde zelfontspanner voortijdig te stoppen, drukt u op de jYHDR-knop.
In de scherpstelmodi [S-AF] en [MF] worden de scherpstelling en belichting vastgezet op
de waarden voor het eerste beeld van elke reeks.
# Let op
• Wanneer u S gebruikt, wordt tijdens de opname geen bevestigingsbeeld weergegeven.
Het beeld wordt opnieuw weergegeven nadat het fotograferen is beëindigd. Wanneer u
T gebruikt, wordt het beeld van direct daarvoor weergegeven.
De snelheid van repeterende opnamen varieert afhankelijk van de lens die u gebruikt en
de scherpstelling van de zoomlens.
Als tijdens repeterende opnamen de batterijspanningsindicator begint te knipperen,
stopt de camera met fotograferen en begint de gemaakte foto's op te slaan op het
geheugenkaart. Als batterijvoeding te laag is, kan de camera misschien niet alle foto's
opslaan.
Bij fotograferen met de zelfontspanner kunt u de camera het beste op een statief zetten.
Als u voor de camera gaat staan om de ontspanknop half in te drukken bij het gebruik van
de zelfontspanner, is het mogelijk dat de foto onscherp is.
58
NL
Basisbewerkingen
5
Kleur aanpassen (witbalans)
De witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte objecten in beelden opgenomen door
de camera er ook wit uitzien. In de meeste omstandigheden is [AUTO] geschikt,
maar u kunt ook andere waarden selecteren op basis van de lichtbron wanneer
u met [AUTO] niet de gewenste resultaten bereikt of u een bepaalde kleurtoon wilt
oproepen in uw beelden.
1
Stel de hendel in op positie 2 en draai aan de
achterste regelaar om items te selecteren.
Hefboom
Achterste
regelaar
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
ISO-A
200
ISO-AISO-AISO-A
200200200
AUTOAUTO
AUTOAUTO
P
WB Auto
AUTOAUTO
AUTOAUTO
250 F5.6 0.0
LOWLOW
200200
250250 320320 400400 500500
Recommend
WB-stand
Kleurtempe-
ratuur
Lichtomstandigheden
Auto white
balance
AUTO
k
Geschikt voor de meeste lichtomstandigheden
(als op de monitor een witte beeldpartij
zichtbaar is). Gebruik deze stand bij normaal
fotograferen.
Preset white
balance
5
5300K
Voor buitenopnamen op een heldere dag, of
voor meer rode tinten bij een zonsondergang,
of voor meer kleuren bij vuurwerk
N
7500K
Voor buitenopnamen in de schaduw op een
heldere dag
O
6000K Voor het fotograferen buiten op een bewolkte dag
1
3000K Voor fotograferen bij gloeilamplicht
>
4000K
Voor onderwerpen die door TL-licht worden
verlicht
U k
Voor onderwaterfotogra e
n
5500K Voor itsopnamen
One-touch
white balance
(Blz. 59)
P/Q/
W/X
De bij one-
touch WB
ingestelde
kleurtempe-
ratuur.
Kies wanneer een wit of grijs onderwerp kan
worden gebruikt om de witbalans te meten
en het onderwerp zich onder een gemengde
verlichting bevindt of wordt belicht door een
ongekend type itser of andere lichtbron.
Custom white
balance
CWB
2000 K -
14000 K
Nadat u op de INFO-knop hebt gedrukt,
gebruikt u de knoppen HI om een
kleurtemperatuur te selecteren en drukt
u vervolgens op Q.
59
NL
Basisbewerkingen
5
Witbalans met één knop
Meet de witbalans door een blad papier of een ander wit object te kadreren bij de belichting
die u zult gebruiken voor de uiteindelijke foto. Dit is handig als u een onderwerp niet
alleen bij natuurlijk licht fotografeert, maar ook bij andere lichtbronnen met verschillende
kleurtemperaturen.
1
Maak papier met een neutrale kleur klaar, zoals wit of grijs.
Kadreer het object zodat dit de monitor vult en er geen schaduwen op zichtbaar zijn.
2
Maak een foto terwijl u de Y-toets (witbalans met één druk) indrukt.
U kunt ook foto's maken na het selecteren van P, Q, W of X op het scherm
met de witbalansopties. Druk vervolgens op INFO.
3
Selecteer uit P, Q, W of X en registreer.
Als dit al is geselecteerd in het menu witbalans, selecteer dan [Yes] en druk op de
Q-knop.
De nieuwe waarde wordt opgeslagen als een voorgeprogrammeerde witbalansoptie.
De nieuwe waarde blijft opgeslagen tot de witbalans met één knop opnieuw wordt
gemeten. De vastgelegde witbalans blijft bewaard als u de camera uitschakelt.
% Tips
Als het onderwerp te licht, te donker of zichtbaar gekleurd is, wordt de melding [WB NG
Retry] weergegeven en wordt er geen waarde opgemeten. Corrigeer het probleem en
herhaal de procedure vanaf stap 1.
ISO-gevoeligheid
Door de ISO-gevoeligheid te verhogen, treedt er meer ruis (korrel) op in het beeld
maar kunt u foto's nemen bij weinig ligt. De aanbevolen instelling in de meeste
situaties is [AUTO]. Deze instelling start bij ISO 200 — een waarde voor een
evenwichtige verhouding tussen ruis en dynamisch bereik — en past vervolgens
de ISO-gevoeligheid aan afhankelijk van de opnameomstandigheden.
1
Stel de hendel in op positie 2 en draai aan de voorste regelaar om items
te selecteren.
Hefboom
Voorste regelaar
AUTO
De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld aan de hand van de
opnameomstandigheden.
LOW, 200 - 25600 De gevoeligheid wordt ingesteld op de geselecteerde waarde.
60
NL
Basisbewerkingen
5
Controlling color (Color Creator)
U kunt de kleur van het onderwerp aanpassen terwijl u door de zoeker kijkt. Selecteer
deze functie met de multifunctionele knop voor gebruik.
Stel de multifunctieknop vooraf in op c (Color Creator) (Blz. 23).
1
Druk op de knop Fn2 terwijl u door de zoeker kijkt.
Er zal een scherm met opties in de zoeker worden getoond.
Fn2-knop
2
Stel de verzadiging in met de voorste regelaar en de kleurschakering met de
achterste regelaar.
De instellingen worden onder beeldmodus opgeslagen.
# Waarschuwingen
De witbalans is vast ingesteld op AUTO.
Wanneer de beeldkwaliteitsmodus RAW is, wordt het beeld in het RAW+JPEG-formaat
gemaakt.
61
NL
Basisbewerkingen
5
HDR-fotogra e
De camera maakt verschillende beelden en voegt ze automatisch samen tot een
HDR-beeld. U kunt ook verschillende beelden maken en HDR-beeldvorming uitvoeren
op een computer (HDR-bracketingfotogra e).
1
Stel de hendel in op positie 1 en druk op de jYHDR-knop om de
geselecteerde items weer te geven.
Op het scherm wordt een menu getoond.
HDR-knop
Hefboom
AUTOAUTO
oo
TT
S
S
Y
12s
Y
12s
Y
2s
Y
2s
Y
c
Y
c
P
HDR
OFFOFF
3F
2.0EV
3F3F3F
2.0EV2.0EV2.0EV
HDR1HDR1 HDR2HDR2
7F
2.0EV
7F7F7F
2.0EV2.0EV2.0EV
5F
2.0EV
5F5F5F
2.0EV2.0EV2.0EV
3F
3.0EV
3F3F3F
3.0EV3.0EV3.0EV
jY
oo
Bij het fotograferen met live view
2
Draai aan de voorste regelaar om een instelling te selecteren.
HDR1
Er worden vier opnamen gemaakt, elke opname heeft een andere
blootstelling, de shots worden gecombineerd in één HDR-
afbeelding in de camera.
HDR 2 biedt een indrukwekkender beeld dan HDR1.
ISO-gevoeligheid is vastgesteld op 200. Daarnaast is de langste
sluitersnelheid die beschikbaar is, 1 seconde en de langste
belichting die beschikbaar is, 4 seconden.
HDR2
3F 2.0EV
Er wordt HDR-bracketing toegepast. Selecteer het aantal beelden
en het belichtingsverschil.
HDR-beeldbewerking wordt niet uitgevoerd.
5F 2.0EV
7F 2.0EV
3F 3.0EV
5F 3.0EV
3
Maak een opname.
Wanneer u op de sluiterknop drukt, maakt de camera automatisch het ingestelde
aantal beelden.
Tijdens het maken van opnamen, wordt er een eenvoudig samengesteld beeld op
de monitor of in de zoeker weergegeven.
# Waarschuwingen
In het geval van HDR1 en HDR2 is belichtingscorrectie niet beschikbaar.
Als u opnamen maakt met een lagere sluitersnelheid, zorgt dit voor een luider geluid.
Plaats de camera op een statief of ander stabiliserend item en maak de opname.
De afbeelding die op de monitor of in de zoeker wordt getoond tijdens het maken van de
opname, zal verschillend zijn van het HDR-bewerkte beeld.
In geval van HDR1 en HDR2, zal het HDR-bewerkte beeld als een JPEG-bestand
worden opgeslagen. Wanneer de beeldkwaliteitsmodus RAW is, wordt het beeld in het
RAW+JPEG-formaat gemaakt. Het enige beeld dat in RAW-modus wordt opgeslagen,
is een beeld met een aangepaste belichting.
Bij de instelling HDR1/HD2 wordt de opnamemodus vast ingesteld op [Natural] en de
kleurinstelling op [sRGB]. [Full-time AF] is niet actief.
• Fotograferen met its, bracketing, meervoudige belichting en time lapse shooting kunnen
niet tegelijkertijd als HDR-fotogra e worden gebruikt.
62
NL
Basisbewerkingen
5
Informatiedisplay tijdens de weergave
Informatie weergavebeeld
Vereenvoudigde weergave Volledige weergave
F5.6F5.6
+1.0+1.0
G+4G+4A+4A+4
AdobeAdobe
NaturalNatural
ISO 400ISO 400
250250
+2.0+2.0 45mm45mm
1/84608×3456
×10×10
4
:
3
L
N
3D3D
2013.10.01 12:30 15
100-0015
WB
AUTO
P
SD
AF
±0±0
o
l
m
n
p
r
q
k
j
stuwx
hg i
v
2013.10.01 12:30 15
100-0015
×10×10
4
:
3
L
N
3D3D
SD
f
0
a
4
15789
bcde
2
3
6
1 Batterijcontrole .............................Blz. 16
2 Wi-Fi-verbinding...................Blz. 27, 125
3 Inclusief GPS-gegevens ............Blz. 127
4 Eye-Fi-upload klaar....................Blz. 101
5 Printreservering
Aantal prints ...............................Blz. 118
6 Deelorder .....................................Blz. 64
7 Geluidsopname............................Blz. 66
8 Beveiligen ....................................Blz. 66
9 Beeld geselecteerd ......................Blz. 33
0 Bestandsnummer.........................Blz. 99
a Beeldnummer
b Opslagapparaat .........................Blz. 129
c Beeldkwaliteit ...............................Blz. 72
d Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 71
e 3D-beeld ......................................Blz. 47
f Datum en tijd................................Blz. 17
g Beeldrand ....................................Blz. 71
h Autofocusveld ..............................Blz. 54
i Stand fotograferen ..........Blz. 18, 38 48
j Belichtingscorrectie......................Blz. 51
k Sluitertijd ...............................Blz. 38 – 42
l Diafragmawaarde .................Blz. 38 – 42
m Brandpuntsafstand.....................Blz. 134
n Flitssterkteregelaar ......................Blz. 73
o Witbalanscorrectie
p Kleurruimte ..................................Blz. 98
q Beeldeffecten ...............................Blz. 70
r Compressiefactor.........................Blz. 72
s Pixel Aantal ..................................Blz. 72
t ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59
u Witbalans .....................................Blz. 58
v AF-focus aanpassen ..................Blz. 113
w Lichtmeetstand ............................Blz. 74
x Histogram ....................................Blz. 37
Het informatiedisplay omschakelen
U kunt de informatie die tijdens de weergave op de monitor verschijnt, wijzigen via de
INFO-knop.
F5.6F5.6
±0.0±0.0
G±10G±10A±10A±10
AdobeAdobe
NaturalNatural
ISO 400ISO 400
250250
+2.0+2.0 45mm45mm
1/84032×3024
×10×10
4
:
3
L
N
2013.10.01 12:30 15
100-0015
WB
AUTO
P
AF
±0±0
2013.10.01 12:30 15
100-0015
4
:
3
L
N
×10×10
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
Volledige weergave
Vereenvoudigde
weergave
Alleen beeld
63
NL
Basisbewerkingen
5
Het informatiedisplay van de weergave veranderen
Druk op de q-knop om foto's schermvullend weer te geven. Druk de ontspanknop
half in om naar de opnamestand terug te keren.
Indexweergave/kalenderweergave
25 beelden
Indexweergave
Q
q
p
q
p
Enkelbeeld-
weergave
Kalenderscherm
2013.10
Sun Mon Tue Wed Thu Fri Sat
29 30 1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26
27 28 29 30 31 1 2
3 4 5 6 7
29 30 1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26
27 28 29 30 31 1 2
3 4 5 6 7
2013.10.01 12:30 21
2013.10.01 12:30 20
100-0020
L
N
Weergavezoom (gezoomd weergeven)
2× zoom
gezoomd weergeven
Enkelbeeld-
weergave
14× zoom
2x
q
q
p
p
2013.10.01 12:30 20
100-0020
L
N
14x
Achterste regelaar (o) Inzoomen (p)/Index (q)
Voorste regelaar (r)
Vorige (t)/Volgende (s)
Handeling is ook beschikbaar tijdens gezoomd weergeven.
Pendelknop
(FGHI)
Enkelbeeldweergave: volgende (I)/vorige (H)/weergavevolume
(FG)
Close-upweergave: Bladeren tussen beelden
U kunt het volgende beeld (I) of het vorige
beeld (H) weergeven tijdens gezoomde
weergave door te drukken op de knop INFO.
Index/kalenderweergave: markeer beeld
Fn1
Geeft een zoomkader weer. Gebruik de aanraakbewerkingen om
de positie van het kader in te stellen en druk op Fn1 om in te
zoomen. Druk op Fn1 om te annuleren.
INFO
Beeldinformatie bekijken
H
Foto selecteren (Blz. 33)
AEL/AFL
Foto beveiligen (Blz. 32)
Foto wissen (Blz. 33)
Q
Menu's bekijken (in kalenderweergave druk u op deze knop om
terug te keren naar enkelbeeldweergave)
64
NL
Basisbewerkingen
5
Beelden delen via de Wi-Fi-verbinding (Share Order)
U kunt de camera op een smartphone aansluiten via een draadloos LAN (Blz. 125).
Zodra de smartphone is aangesloten, kunt u deze gebruiken om beelden weer
te geven die op de kaart zijn opgeslagen, en beelden tussen de camera en de
smartphone over te brengen.
Met [Share Order] kunt u vooraf de beelden selecteren die u wilt delen.
1
Raak het scherm aan in het weergavescherm.
Er wordt een aanraakmenu weergegeven.
2
Selecteer een beeld met een aanraakhandeling of HI en raak vervolgens
h aan in het aanraakmenu.
h wordt weergegeven op de beelden die voor delen zijn geselecteerd.
• Raak h nogmaals aan om de selectie ongedaan te maken.
3
Raak het scherm aan om [Share Order] te verlaten.
Nadat u een beeld voor delen hebt geselecteerd, wordt het geselecteerde beeld
gedeeld wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht met [One-Time].
# Let op
U kunt een deelorder instellen op maximaal circa 200 kaders.
Niet beschikbaar voor [SD] en [HD] lms.
65
NL
Basisbewerkingen
5
Weergegeven beelden bewerken
Druk tijdens de weergave op Q om een eenvoudig optiemenu weer te geven dat
tijdens de weergavemodus kan worden gebruikt.
JPEG
m
R
Rotate
JPEG Edit
Back
Set
Share Order
Stilstaand beeld Filmbeeld
JPEG Edit, RAW Data Edit g Blz. 87, 88
Image Overlay g Blz. 89
Movie Play
Share Order gBlz. 64
*
0 (Beveiligen)

R (Audio-opname)
Rotate
m (Diashow)

Erase

* Niet beschikbaar voor [SD]- of [HD]- lms.
Bewerkingen uitvoeren op een lmbeeld (Movie Play)
Q
Het afspelen pauzeren of hervatten.
Terwijl het afspelen gepauzeerd is, kunt u de volgende bewerkingen
uitvoeren.
HI of subregelaar
Vorige/Volgende
Druk op HI en houd ingedrukt om de bewerking
voort te zetten.
F
Geef het eerste beeld weer.
G
Geef het laatste beeld weer.
H/I
Een lm doorspoelen of terugspoelen.
F/G
Het volume aanpassen.
# Let op
Het is aan te bevelen de meegeleverde computersoftware te gebruiken om lms op een
computer weer te geven. Voor u de software voor het eerst start, dient u de camera aan te
sluiten op de computer.
66
NL
Basisbewerkingen
5
Beelden beveiligen
U kunt beelden beveiligen tegen toevallige verwijdering.
Roep een beeld op dat u wilt beveiligen en druk op Q om
het weergavemenu op te roepen. Selecteer [0] en druk op
Q, druk daarna op F om het beeld te beveiligen. Beveiligde
beelden zijn aangegeven met het pictogram 0 (beveiligen).
Druk op G om de beveiliging op te heffen. Druk op Q om de
instellingen op te slaan en af te sluiten.
U kunt ook meerdere geselecteerde beelden beveiligen.
g Beelden selecteren
2013.10.01 12:30 20
100-0020
L
N
4
:
3
0 (beveiligen) pictogram
# Let op
Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle beelden gewist, ook de beveiligde
beelden.
Audio-opname
U kunt een audio-opname (tot 30 sec. lang) toevoegen aan de huidige foto.
1
Geef het beeld weer waaraan u een audio-opname
wilt toevoegen en druk op Q.
Audio-opname is niet mogelijk bij beveiligde beelden.
Audio-opname is ook beschikbaar in het
weergavemenu.
2
Selecteer [R] en druk op Q.
Selecteer [No] om te annuleren zonder een opname toe
te voegen.
JPEG
m
R
Rotate
JPEG Edit
Back
Set
Share Order
3
Selecteer [R Start] en druk op Q om de opname
te starten.
Om de opname halverwege te stoppen, drukt u op Q.
4
Druk op Q om de opname te beëindigen.
Beelden met een audio-opname worden gemarkeerd
met het pictogram H.
Om een opname te wissen, selecteer u [Erase] in stap 2.
R
R
Start
No
Erase
Back Set
Roteren
Instellen of foto's al dan niet worden gedraaid.
1
Geef de foto weer en druk op Q.
2
Selecteer [Rotate] en druk op Q.
3
Druk op F om het beeld linksom te draaien of op G om het beeld rechtsom
te draaien; het beeld draait telkens wanneer u op de knop drukt.
• Druk op Q om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
Het gedraaide beeld wordt opgeslagen met de huidige oriëntatie.
Films, 3D-foto's en beveiligde beelden kunnen niet worden gedraaid.
67
NL
Basisbewerkingen
5
Diashow
Hierbij worden de beelden die op de kaart zijn opgeslagen, één voor één weergegeven.
1
Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [m].
JPEG
m
R
Rotate
JPEG Edit
Back
Set
Share Order
2
Pas de instellingen aan.
Starten De diashow starten. Beelden worden in volgorde weergegeven, te
starten bij het huidige beeld.
BGM Stel BGM in of zet BGM [Off].
Slide Stel het type diashow in dat u wilt uitvoeren.
Slide Interval Instellen hoe lang elke dia wordt weergegeven (2 tot 10 seconden).
Movie Interval Selecteer [Full] om volledige lmclips op te nemen in de diashow en
[Short] om alleen het inleidende deel van elke clip weer te geven.
3
Selecteer [Start] en druk op Q.
De diashow start.
• Druk op Q om de diashow te stoppen.
Volume
Druk op FG tijdens de diashow om het algemene volume van de luidspreker van
de camera aan te passen. Druk op HI om de balans aan te passen tussen de
achtergrondmuziek en het opgenomen geluid van foto's of lms.
$ Opmerkingen
U kunt [Joy] instellen op verschillende BGM's. Sla de gegevens die u van de Olympus-
website hebt gedownload, op de kaart op, selecteer [Joy] van [BGM] in stap 2 en druk
op I. Ga naar de volgende website om te downloaden.
http://support.olympus-imaging.com/bgmdownload/
68
NL
Opnameopties gebruiken
6
6
Opnameopties gebruiken
Camerabewegingen beperken (beeldstabilisator)
U kunt de camerabeweging beperken die zich kan voordoen als u foto's maakt
wanneer er weinig licht is of wanneer u fotografeert bij een hoge vergroting. De
beeldstabilisator start wanneer u de ontspanknop half indrukt.
1
Druk op de Q-knop en selecteer de beeldstabilisator.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
IS Mode
Bij het fotograferen
met de zoeker
Bij het fotograferen
met live view
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
L
N
4:3
j
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
mmmm5050
S-ISS-IS S-ISS-IS
OFFOFF
S-IS AUTOS-IS AUTO
S-IS AUTO
S-IS AUTO
S-ISS-IS
FullHD
F
P
Focal Length
Auto
2
Selecteer een item met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
Foto
UIT S-I.S Off
Beeldstabilisator is uitgeschakeld.
S-IS1 Auto
Beeldstabilisator is ingeschakeld.
S-IS2 Vertical IS
De beeldstabilisatiefunctie wordt
enkel toegepast op verticale (Y)
camerabewegingen. Gebruik deze functie
wanneer u de camera horizontaal pant.
S-IS3 Horizontal IS
De beeldstabilisatiefunctie wordt
enkel toegepast op horizontale (Z)
camerabewegingen. Gebruik deze functie
wanneer u de camera verticaal pant met de
camera in portretoriëntatie
S-IS AUTO
Landscape
Panning I.S.
De camera detecteert de panrichting en past
de juiste beeldstabilisatie toe.
Videobeel-
den
UIT M-I.S. Uit
Beeldstabilisator is uitgeschakeld.
ON Movie-I.S.
Naast automatische beeldstabilisatie worden
ook camerabewegingen die zich voordoen bij
opnames tijdens het lopen beperkt.
Een brandpuntsafstand kiezen (behalve voor Micro Four Thirds-/Four Thirds-lenzen)
Gebruik informatie over de brandpuntsafstand om camerabewegingen te verminderen bij het
maken van foto's met andere lenzen dan Micro Four Thirds-lenzen of Four Thirds-lenzen.
Selecteer [Image Stabilizer], druk op de knop INFO, selecteer een brandpuntsafstand
met behulp van HI en druk op Q.
Kies een brandpuntsafstand tussen 8 mm en 1000 mm.
Kies de waarde die het dichtst aansluit bij de waarde die op de lens gedrukt staat.
69
NL
Opnameopties gebruiken
6
# Let op
De beeldstabilisator kan te grote camerabewegingen of camerabewegingen die optreden
wanneer de sluitertijd op de langste tijd is ingesteld, niet corrigeren. In dergelijke gevallen
dient u een statief te gebruiken.
Als u een statief gebruikt, dient u [Image Stabilizer] in te stellen op [OFF].
Wanneer u een lens gebruikt met een beeldstabilisatiefunctieschakelaar, wordt prioriteit
gegeven aan de lensinstellingen.
Wanneer de beeldstabilisatie bij de lens prioriteit krijgt en de camera is op [S-IS-AUTO]
ingesteld, wordt [S-IS1] gebruikt in plaats van [S-IS-AUTO].
U hoort eventueel een werkingsgeluid of trilling als de beeldstabilisator wordt
ingeschakeld.
70
NL
Opnameopties gebruiken
6
Verwerkingsopties (beeldeffecten)
Selecteer een beeldeffect en voer individuele aanpassingen uit voor contrast, scherpte
en andere parameters (Blz. 80). Wijzigingen aan elk beeldeffect worden afzonderlijk
opgeslagen.
1
Druk op de Q-knop en selecteer [Picture Mode].
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
Picture Mode
Bij het fotograferen met de
zoeker
Bij het fotograferen met live
view
P
Natural
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
L
N
4:3
M C
jj
i
h
jj
j
44
j
55
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
2
Selecteer een item met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
h
i-Enhance
Voor indrukwekkende resultaten in overeenstemming met het
motief.
i
Vivid Voor levendige kleuren.
j
Natural Voor natuurlijke kleuren.
Z
Muted Voor afgevlakte tinten.
a
Portrait Voor mooie huidtinten.
J
Monotone Voor zwart/wit-tinten.
K
Custom
Selecteer één beeldeffect, stel de parameters in en leg de
instelling vast.
v
e-Portrait
Creëert zachte huidtexturen. Kan niet worden gebruikt met
bracket fotogra e of bij het opnemen van lms.
c
Color Creator Creëert een kleurenset met de color creator (Blz. 60).
j
Pop Art
Kies een kunst lter en selecteer het gewenste effect.
k
Soft Focus
l
Pale&Light Color
m
Light Tone
n
Grainy Film
o
Pin Hole
s
Diorama
t
Cross Process
u
Gentle Sepia
v
Dramatic Tone
Y
Key Line
Z
Watercolor
71
NL
Opnameopties gebruiken
6
Effecten toevoegen aan een lm
U kunt lms opnemen die gebruik maken van de beschikbare effecten in de stand
Fotograferen. Stel de regelaar in op
n
om de instellingen te activeren.
1
Stel de fotostand in op
n
, druk op de Q-knop en
gebruik de achterste regelaar om een item van de
opnamestand te selecteren.
PP
PP
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
n
PP
AA SS MM
PP
S-AFS-AF
j
M-IS ONM-IS ON
FullHD
F
Program Auto
2
Kies de opnamestand met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
P
De optimale diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld overeenkomstig
de helderheid van het onderwerp.
A
De weergave van de achtergrond wordt gewijzigd door de instelling van het
diafragma. Regel de belichting met de achterste regelaar.
S
De sluitertijd is van invloed op het uitzicht van het onderwerp. Stel de sluitertijd in
met de achterste regelaar. De sluitertijd kan worden ingesteld op waarden tussen
1/30 sec. en 1/4000 sec.
M
U regelt het diafragma en de sluitertijd. Kies het diafragma met de voorste
regelaar, selecteer de sluitertijd uit waarden van 1/30 sec. en 1/4000 sec. met de
achterste regelaar. De gevoeligheid kan handmatig worden ingesteld op waarden
tussen ISO 200 en 3200; een automatische regeling van de ISO-gevoeligheid is
niet voorzien.
# Let op
Als u een lm opneemt, kunt u de instellingen voor belichtingscorrectie, diafragmawaarde
en sluitertijd niet wijzigen.
Als [Image Stabilizer] geactiveerd is tijdens het opnemen van een lm, wordt het
opgenomen beeld lichtjes vergroot.
Stabilisatie is niet mogelijk als de camerabeweging te groot is.
Als de binnenzijde van de camera warm wordt, wordt de opname automatisch gestopt om
de camera te beschermen.
Bij sommige kunst lters is de werking van [C-AF] beperkt.
Kaarten met een SD speed class van 6 of hoger worden aanbevolen om lms op te
nemen.
De beeldverhouding instellen
U kunt de breedte-hoogteverhouding (verhouding tussen horizontaal en verticaal)
wijzigen terwijl u foto's maakt. Afhankelijk van uw voorkeur kunt u de beeldverhouding
instellen op [4:3] (standaard), [16:9], [3:2], [1:1] of [3:4].
1
Druk op de Q-knop en selecteer een beeldverhouding.
2
Selecteer een instelling met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
# Let op
JPEG-beelden worden bijgesneden naargelang de geselecteerde breedte-
hoogteverhouding; RAW-beelden daarentegen worden niet bijgesneden, maar worden
opgeslagen met informatie over de geselecteerde breedte-hoogteverhouding.
Wanneer RAW-beelden worden weergegeven, wordt de geselecteerde breedte-
hoogteverhouding weergegeven.
72
NL
Opnameopties gebruiken
6
Kwaliteit van de opname (beeldkwaliteit)
Selecteer een beeldkwaliteit voor foto's en lms volgens het vooropgestelde doel,
bijvoorbeeld herwerken op een computer of weergeven op het web.
1
Druk op de Q-knop en selecteer een beeldkwaliteit voor foto's of lms.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
K
Bij het fotograferen
met de zoeker
Bij het fotograferen met
live view
L
F
4:3
P
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
RAWRAW
L M
N
S
N
3838
L
F+
RAW
F+F+F+
RAWRAWRAW
NN
N
FullHD
F
4608x3456
Beeldkwaliteit
2
Selecteer een item met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
Beeldkwaliteit (foto's)
Maak uw keuze uit RAW- en JPEG-modi (YF, YN, XN en WN). Kies een RAW+JPEG-optie
om zowel een RAW- als een JPEG-beeld op te slaan bij elke opname. De JPEG-standen zijn
een combinatie van resolutie (Y, X en W) en compressiefactor (SF, F, N en B).
Resolutie Compressiefactor
Toepassing
Naam
Aantal
pixels
SF
(Super-
jn)
F
(Fijn)
N
(Nor-
maal)
B
(Basis)
Y (Groot)
4608×3456*
YSF YF* YN* YB
Afhankelijk van
het gewenste
printformaat
X (Middel)
3200×2400
XSF XF XN* XB
2560×1920*
1920×1440
1600×1200
W (Klein)
1280×960*
WSF WF WN* WB
Voor kleine
afdrukken en
gebruik op
websites
1024×768
640×480
* Standaard
RAW-beeldgegevens
Dit type (extensie “.ORF“) slaat onverwerkte beeldgegevens op voor latere verwerking.
RAW-beeldgegevens kunnen niet worden weergegeven met andere camera's of software,
en RAW-beelden kunnen niet worden geselecteerd om ze te printen. Met deze camera
kunnen JPEG-kopieën worden gemaakt van RAW-beelden. g “Foto’s bewerken“ (Blz. 87)
73
NL
Opnameopties gebruiken
6
Beeldkwaliteiten (videobeelden)
Beeldkwaliteit Aantal pixels Bestandsindeling Toepassing
Full HD Fine 1920×1080
MPEG-4 AVC/
H.264*
1
Weergeven op tv's en
andere apparaten
Full HD Normal 1920×1080
HD Fine 1280×720
HD Normal 1280×720
HD 1280×720
Motion JPEG*
2
Voor weergave of bewerking
op een computer
SD 640×480
Afhankelijk van het type van de gebruikte kaart kan de opname eindigen voor de
maximale lengte is bereikt.
*1 Individuele lms kunnen maximaal 29 minuten lang zijn.
*2 Bestanden kunnen tot 2GB groot zijn.
Uitgangsvermogen van de its aanpassen
(regelen van de itssterkte)
Het uitgangsvermogen van de itser kan worden aangepast als u vindt dat uw onderwerp
overbelicht is, of onderbelicht hoewel de belichting in de rest van het beeld in orde is.
1
Stel de hendel in op positie 2 en druk op de AF m-knop
AFm-knop
Hefboom
P
Flash Auto
AUTOAUTO
00
0.0
2
Selecteer een item met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
# Let op
Deze instelling heeft geen effect wanneer de itserfunctie voor de externe itser is
ingesteld op MANUAL.
Wijzigingen aan de itssterkte die met de externe itser werden aangebracht, worden
opgeteld bij de wijzigingen aan de itssterkte die met de camera werden gemaakt.
74
NL
Opnameopties gebruiken
6
Kiezen hoe de camera de helderheid meet (meting)
U kunt kiezen hoe de camera de helderheid van het onderwerp meet.
1
Stel de hendel in op positie 1 en druk op de AFm-knop.
U kunt ook op de Q-knop drukken om lichtmeetstand te selecteren.
AFm-knop
Hefboom
AUTOAUTO
P
ESP
HIHI SHSH
Single AF
S-AFS-AF
C-AFC-AF
MFMF
S-AFS-AF
MF
C-AFC-AF
TR
S-AFS-AF
2
Draai aan de voorste regelaar om een item te selecteren.
p
Digital ESP
metering
De camera meet de belichting in 324 delen van het kader
en optimaliseert de belichting voor de huidige scène of (als
een andere optie dan [OFF] is geselecteerd voor [I Face
Priority]) het onderwerp van het portret. Deze methode wordt
aanbevolen voor normaal fotograferen.
H
Center weighted
averaging
metering
Deze meetmethode berekent het gemiddelde
van de lichtniveaus van het onderwerp en de
achtergrond, maar het centrum van het beeld
telt hier zwaarder mee.
I
Spot metering
Kies deze optie om een klein gebied te meten
(ongeveer 2% van het kader) en richt hierbij
de camera op het object dat u wilt meten. De
belichting wordt aangepast op basis van de
helderheid van het gemeten punt.
IHI
Spot metering -
highlight
Verhoogt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor dat
lichte onderwerpen licht worden weergegeven.
ISH
Spot metering -
shadow
Verlaagt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor dat
donkere onderwerpen donker worden weergegeven.
3
Druk de ontspanknop half in.
Normaal begint de camera te meten wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt
en wordt de scherpstelling vergrendeld zolang de ontspanknop in deze positie wordt
gehouden.
75
NL
Opnameopties gebruiken
6
Een scherpstelstand selecteren (AF-stand)
Selecteer een scherpstelmethode (scherpstelstand).
U kunt afzonderlijke scherpstelmethodes kiezen voor de stand Fotograferen
en de stand
n
.
1
Stel de hendel in op positie 1 en druk op de AFm-knop.
U kunt ook de Q-knop drukken om de AF-modus te selecteren.
AFm-knop
Hefboom
AUTOAUTO
P
ESP
HIHI SHSH
Single AF
S-AFS-AF
C-AFC-AF
MFMF
S-AFS-AF
MF
C-AFC-AF
TR
S-AFS-AF
2
Draai aan de achterste schakelaar om een item te selecteren.
De geselecteerde AF-stand wordt weergegeven op de monitor.
S-AF (één keer
scherpstellen)
De camera stelt één keer scherp wanneer de ontspanknop half
ingedrukt wordt. Zodra de camera heeft scherpgesteld, hoort u een
pieptoon en lichten het AF-bevestigingsteken en het autofocusteken
op. Deze methode is geschikt voor het fotograferen van niet of
nauwelijks bewegende onderwerpen.
C-AF
(continu
scherpstellen)
De camera herhaalt het scherpstellen terwijl de ontspanknop half
ingedrukt blijft. Wanneer er op het onderwerp is scherpgesteld,
licht het AF-bevestigingsteken op op de monitor en de pieptoon
weerklinkt wanneer de scherpstelling de eerste en tweede keer
wordt vergrendeld.
Ook al beweegt het onderwerp of verandert u de compositie van de
foto, de camera blijft bezig met scherpstellen.
MF
(handmatig
scherpstellen)
Met deze functie kunt u handmatig
scherpstellen op elk onderwerp.
Dichtbij
)
Scherpstelring
S-AF+MF (De
standen S-AF en MF
gelijktijdig gebruiken)
Na de ontspanknop half te hebben ingedrukt om scherp te stellen
in de stand [S-AF], kunt u de scherpstelring gebruiken om de
scherpstelling handmatig bij te regelen.
C-AF+TR
(AF tracking)
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen; de camera volgt
het onderwerp en blijft erop scherpstellen zolang de ontspanknop in
deze positie wordt gehouden.
Het AF-kader wordt rood weergegeven als de camera het
onderwerp niet langer kan volgen. Laat de ontspanknop los,
kadreer het onderwerp opnieuw en druk de ontspanknop half in.
Met een Four Thirds-systeemlens versmalt het opnamegebied. Als
het AF-teken in het rood wordt getoond, werkt AF niet, zelfs niet
wanneer het onderwerp binnen het opnamegebied valt.
# Let op
De camera kan mogelijk niet scherpstellen als het onderwerp schaars verlicht is, wordt
verduisterd door nevel of rook of te weinig contrast vertoont.
Wanneer een Four Thirds-systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u lms opneemt.
76
NL
Opnameopties gebruiken
6
Opties voor lmgeluid (geluid opnemen met lms)
1
Druk op de Q-knop bij het fotograferen met live view en selecteer een
lmgeluid.
Bij het fotograferen met
live view
ONON
RR
n
RR
OFFOFF
ONON
ii
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
Movie
R
On
2
Schakel ON/OFF met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.
# Let op
Als u geluid in een lm opneemt, kan het geluid van de lensactivering en van de
camerawerking worden opgenomen. Indien gewenst kunnen deze geluiden onderdrukt
worden door op te nemen met [AF Mode] ingesteld op [S-AF] of door het aantal keren
dat u op de knoppen drukt te beperken. U kunt een externe microfoon gebruiken.
In de stand s (Diorama) worden geen geluiden opgenomen.
77
NL
Menufuncties (Basisbewerkingen)
7
7
Basismenubewerkingen
De menu's omvatten opname- en weergaveopties die niet worden weergegeven door
live control en laten u toe de camera-instellingen aan te passen voor een vlotter gebruik.
W
Voorafgaande en basisopnameopties
X
Geavanceerde opnameopties
q
Weergave- en herwerkingsopties
c
De camera-instellingen aanpassen (Blz. 92)
#
Opties van het accessoirepoortmenu voor apparaten die gebruikt worden op een
accessoirepoort, zoals EVF en OLYMPUS PENPAL (Blz. 114)*
d
Camera-instelling (bv. datum en taal)
* Niet weergegeven met de standaardinstellingen.
1
Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
j
4:3
D
1
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
Image Aspect
Back
Set
2
Digital Tele-converter Off
Druk op Q om uw
instelling te bevestigen
Bedieningsaanwijzingen
Druk op de knop
MENU om één
scherm terug te keren
Tabblad
2
Selecteer een tabblad met FG en druk daarna op Q.
3
Selecteer een item met FG en druk daarna op Q om opties weer te
geven voor het geselecteerde item.
1
oj /Y
2
Time Lapse Settings Off
Back
Shooting Menu 2
Image Stabilizer
Bracketing
HDR Off
Set
Multiple Exposure
#
RC Mode
Off
Off
Off
De huidige instelling verschijnt op het scherm
Functie
Q
1
Off
Time Lapse Settings Off
Back
Shooting Menu 2
Image Stabilizer
Bracketing
HDR
j/Y
Off
Set
2
Multiple Exposure
#
RC Mode
Off
Off
Y
12s
o
Y
2
s
T
S
Y
C
4
Gebruik FG om een optie te markeren en druk op Q om te selecteren.
Druk meerdere keren op de knop MENU om het menu te verlaten.
$ Opmerkingen
Voor de standaardinstellingen van iedere optie verwijzen wij naar “Menulijst“ (Blz. 149).
Een gids wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven nadat u een optie hebt
geselecteerd. Druk op de INFO-knop om gidsen weer te geven of te verbergen.
Menufuncties
78
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Fotografeermenu 1/fotografeermenu 2 gebruiken
j
4:3
D
1
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
Image Aspect
Back
Set
2
Digital Tele-converter Off
W
Card Setup (Blz. 78)
Reset/Myset (Blz. 79)
Picture Mode (Blz. 80)
K (Blz. 81)
Image Aspect (Blz. 71)
Digital Tele-converter (Blz. 86)
X j/Y (Repeterende opnamen/
zelfontspanner) (Blz. 57, 81)
Image Stabilizer (Blz. 68)
Bracketing (Blz. 82)
HDR (Blz. 86)
Multiple Exposure (Blz. 84)
Time Lapse Settings (Blz. 85)
# RC Mode (Blz. 86)
De kaart formatteren
Kaarten moeten met deze camera worden geformatteerd voor ze voor het eerst
worden gebruikt, of nadat ze met een andere camera of computer werden gebruikt.
Bij het formatteren worden alle gegevens gewist die op de kaart staan, ook eventuele
beveiligde opnamen.
Gaat u een gebruikte kaart formatteren, controleer dan eerst of deze kaart geen
opnamen bevat die u wilt bewaren. g “Toepasbare geheugenkaartjes“ (Blz. 129)
1
Selecteer [Card Setup] in W Fotografeermenu 1.
2
Selecteer [Format].
All Erase
Format
Card Setup
Back
Set
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
De kaart wordt dan geformatteerd.
79
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Standaardinstellingen herstellen (Reset/Myset)
De camera-instellingen kunnen probleemloos worden hersteld naar de opgeslagen
instellingen.
Reset-instellingen gebruiken
Standaardinstellingen herstellen.
1
Selecteer [Reset/Myset] in W Fotografeermenu 1.
2
Selecteer [Reset] en druk op Q.
Markeer [Reset] en druk op I om het resettype te
kiezen. Om alle instellingen behalve de tijd, de datum
en nog enkele andere te resetten, markeert u [Full] en
drukt u op Q.
g “Menulijst“ (Blz. 149)
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Reset/Myset
Reset
Myset1
Myset2
Myset3
Myset4 No Data
No Data
No Data
No Data
Basic
Back
Set
Myset opslaan
U kunt de huidige camera-instellingen opslaan voor andere standen dan de stand
Fotograferen. U kunt opgeslagen instellingen oproepen in de standen P, A, S en M.
1
Pas de instellingen aan om ze op te slaan.
2
Selecteer [Reset/Myset] in W Fotografeermenu 1.
3
Selecteer de gewenste bestemming ([Myset1]–[Myset4]) en druk op I.
[Set] verschijnt naast de bestemmingen ([Myset1]–[Myset4]) waarin reeds instellingen
zijn opgeslagen. Door [Set] nogmaals te selecteren, overschrijft u de vastgelegde
instelling.
Selecteer [Reset] om het vastleggen te annuleren.
4
Selecteer [Set] en druk op Q.
Instellingen die opgeslagen kunnen worden in Myset g “Menulijst“ (Blz. 149)
Myset gebruiken
Stelt de camera in volgens de instellingen die werden geselecteerd voor Myset.
1
Selecteer [Reset/Myset] in W Fotografeermenu 1.
2
Selecteer de gewenste instellingen ([Myset1]–
[Myset4]) en druk op Q.
3
Selecteer [Set] en druk op Q.
Reset/Myset
Reset
Myset1
Myset2
Myset3
Myset4 Set
Set
Set
Set
Basic
Back
Set
80
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Verwerkingsopties (beeldeffecten)
U kunt individuele aanpassingen uitvoeren voor contrast, scherpte en andere
parameters bij de instellingen [Picture Mode] (Blz. 70) instellingen. Wijzigingen aan elk
beeldeffect worden afzonderlijk opgeslagen.
1
Selecteer [Picture Mode] in W Fotografeermenu 1.
j
4:3
D
1
2
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
Image Aspect
Back
Set
Digital Tele-converter Off
2
Selecteer een optie met FG en druk op Q.
3
Druk op I om de instellingen weer te geven voor de geselecteerde optie.
hi-a
JK
Contrast
Het verschil tussen lichte en donkere
partijen

Sharpness De beeldscherpte

Saturation De kleurdiepte van het beeld

k
Gradation De tint aanpassen (gradatie).

Auto
Deelt het beeld op in kleinere
gebieden en bepaalt voor elke gebied
afzonderlijk de helderheid. Dit werkt
goed bij beelden waarin gebieden
met een hoog contrast voorkomen
zodat de lichte partijen te helder, en
de donkere partijen te donker zouden
worden.
Normaal
Gebruik de stand [Normal] bij normaal
fotograferen.
High Key Gradatie bij een helder onderwerp.
Low key Gradatie bij een donker onderwerp.
Effect
(i-Enhance)
Voor het instellen van de mate waarin
het effect wordt toegepast.
kk
B&W Filter
(Monotone)
Voor zwart/wit-foto's. De lterkleur wordt
lichter en de complementaire kleur
wordt donkerder.
kk

N:Neutral
Hiermee creëert u een normale zwart/
wit-foto.
Ye:Yellow
Geeft mooi doortekende witte wolken
tegen een helderblauwe lucht weer.
Or:Orange
Accentueert de kleuren in blauwe
luchten en zonsondergangen lichtjes.
R:Red
Accentueert in sterke mate kleuren in
blauwe luchten en de helderheid van
karmozijnrood gebladerte.
G:Green
Accentueert in sterke mate kleuren
in rode lippen en groene bladeren.
81
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
hi-a
JK
Pict. Tone
(Monotone)
Kleurt zwart/wit-beelden.
kk

N:Neutral
Hiermee creëert u een normale zwart/
wit-foto.
S:Sepia Sepia
B:Blue Blauw
P:Purple Purper
G:Green Groen
# Let op
Veranderingen van het contrast hebben alleen effect bij de instelling [Normal].
Beeldkwaliteit (K)
Selecteer een beeldkwaliteit. U kunt een afzonderlijke beeldkwaliteit selecteren voor
foto's en lms. Dit is hetzelfde als het item [K] in [Live Control].
U kunt de combinatie van resolutie en compressiefactor van de JPEG veranderen, alsook
de pixelaantallen voor [X] en [W]. [K Set], [Pixel Count] g “De custom-menu’s
gebruiken“ (Blz. 92)
De zelfontspanner instellen (j/Y)
U kunt de werking van de zelfontspanner naar wens instellen.
1
Selecteer [j/Y] in X Fotografeermenu 2.
1
oj /Y
2
Time Lapse Settings Off
Back
Shooting Menu 2
Image Stabilizer
Bracketing
HDR Off
Set
Multiple Exposure
#
RC Mode
Off
Off
Off
2
Selecteer [YC] (custom) en druk op I.
3
Gebruik FG om het item te selecteren en druk op I.
• Gebruik FG om de instelling te selecteren en druk op Q.
Frame Stelt het aantal beelden in dat u wilt fotograferen.
Y Timer
Stelt de tijd in die verloopt vanaf het indrukken van de
ontspanknop tot de foto is genomen.
Interval Time
Stelt het opname-interval in voor het tweede beeld en
daaropvolgende beelden.
82
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Variërende instellingen bij een reeks foto's (bracketing)
Met “bracketing“ wordt bedoeld dat diverse instellingen automatisch voor een reeks
opnamen of een reeks beelden worden gevarieerd rond de huidige waarde. U kunt
bracket shooting-instellingen opslaan en bracket shooting uitschakelen.
1
Selecteer [Bracketing] in X Fotografeermenu 2
en druk op Q.
oj /Y
1
2
Time Lapse Settings Off
Off
Back
Shooting Menu 2
Image Stabilizer
Bracketing
HDR Off
Set
Multiple Exposure
#
RC Mode Off
Off
2
Druk na het selecteren van [On] op I en selecteer
het type bracket shooting.
Wanneer u bracket shooting selecteert, verschijnt t
op het scherm.
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
3f 1.0EV
A-- G--
Bracketing
Back
Set
3
Druk op I, selecteer instellingen voor parameters, zoals het aantal opnamen
en druk dan op de Q-knop.
Blijf op de Q-knop drukken tot u terugkeert naar het scherm in stap 1.
Als u [Off] selecteert bij stap 2, worden de instellingen voor bracket shooting
opgeslagen en kunt u normaal foto's maken.
% Tips
U kunt ook knopbedieningen voor bracketinstellingen gebruiken. Stel de hefboom in
op positie 2 en draai aan de regelaar terwijl u de jYHDR-knop indrukt. Selecteer
het type bracket shooting met de voorste regelaar en het aantal opnamen en andere
parameters met de achterste regelaar. Na het uitvoeren van de instellingen kunt u met
de jYHDR-knop tussen bracket fotogra e en normale fotogra e kiezen.
# Let op
Kan niet worden gebruikt tijdens HDR-fotogra e
Kan tegelijkertijd worden gebruikt voor meervoudige belichting en time lapse-fotograferen.
AE BKT (AE bracketing)
De camera wijzigt de belichting bij iedere opname. De mate van wijziging kan worden
geselecteerd uit 0.3 EV, 0.7 EV of 1.0 EV. Bij enkelbeeldopnamen wordt er één opname
gemaakt telkens wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, maar bij repeterende
opnamen blijft de camera opnamen maken in deze volgorde terwijl de ontspanknop helemaal
is ingedrukt: geen wijziging, negatief, positief. Aantal opnamen: 2, 3, 5 of 7
• De t-indicator wordt groen tijdens bracketing.
De camera past de belichting aan door het diafragma en
de sluitertijd (stand P), de sluitertijd (stand A en M) of het
diafragma (stand S) te wijzigen.
De camera past bracketing toe op de huidige geselecteerde
waarde voor belichtingscorrectie.
De grootte van de bracketingverhoging wijzigt naargelang de
waarde ingesteld voor [EV Step]. g “De custom-menu’s
gebruiken“ (Blz. 92)
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
--
2f 0.7EV
2f 0.3EV
2f 1.0EV
3f 0.3EV
3f 0.7EV
3f 1.0EV
Off
Bracketing
Back
Set
83
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
WB BKT (WB bracketing)
Op basis van één opname worden automatisch drie beelden met verschillende witbalans
(aangepast in de opgegeven kleurrichtingen) gemaakt. Hierbij wordt gestart vanaf de huidige
geselecteerde waarde voor de witbalans. WB-bracketing is beschikbaar in de standen P, A,
S en M.
De witbalans kan worden gewijzigd met 2, 4 of 6 stappen op
de assen A–B (amber–blauw) en G–M (groen–magenta).
De camera past bracketing toe op de huidige geselecteerde
waarde voor witbalanscorrectie.
Als er onvoldoende ruimte is op de kaart voor het
geselecteerde aantal beelden, worden geen opnames
gemaakt tijdens WB-bracketing.
A-B G-M
WB BKT
3f 4Step 3f 4Step
Back Set
FL BKT (FL bracketing)
De camera varieert het itserniveau bij drie verschillende opnames (geen aanpassing bij de
eerste opname, negatief bij de tweede en positief bij de derde). Bij enkelbeeldopnamen wordt
er één opname gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt; bij repeterende
opnamen worden alle opnamen gemaakt terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.
• De t-indicator wordt groen tijdens bracketing.
De grootte van de bracketingverhoging wijzigt naargelang de
waarde ingesteld voor [EV Step]. g “De custom-menu’s
gebruiken“ (Blz. 92)
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
3f 0.7EV
3f 0.3EV
3f 1.0EV
Off
Bracketing
Back
Set
ISO BKT (ISO bracketing)
De camera wijzigt de gevoeligheid bij drie verschillende opnames, terwijl de sluitertijd
en het diafragma ongewijzigd blijven. De mate van wijziging kan worden geselecteerd
uit 0.3 EV, 0.7 EV of 1.0 EV. Telkens de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera
bij de eerste opname drie foto's met de ingestelde gevoeligheid (of met de optimale
gevoeligheidsinstelling bij selectie van “Automatische gevoeligheid“), bij de tweede opname
foto's met een negatief gewijzigde gevoeligheid en bij de derde opname foto's met een
positief gewijzigde gevoeligheid.
De grootte van de bracketingverhoging wijzigt niet
naargelang de waarde ingesteld voor [ISO Step]. g “De
custom-menu’s gebruiken“ (Blz. 92)
Bracketing wordt uitgevoerd, ongeacht de bovengrens die
werd ingesteld met [ISO-Auto Set]. g “De custom-menu’s
gebruiken“ (Blz. 92)
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
3f 0.7EV
3f 0.3EV
3f 1.0EV
Off
Bracketing
Back
Set
ART BKT (ART bracketing)
Telkens wanneer de sluiter wordt ontspannen, legt de camera meerdere beelden vast,
telkens met een verschillende kunst lterinstelling. U kunt kunst lter-bracketing voor elk
beeldeffect afzonderlijk in- of uitschakelen.
De opname kan enige tijd in beslag nemen.
ART BKT kan niet worden gecombineerd met WB BKT
of ISO BKT.
ART BKT
Pop Art
Light Tone
Pin Hole
Diorama
Soft Focus
Pale&Light Color
Grainy Film
Back
84
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Meerdere belichtingen opnemen in één beeld
(meervoudige belichting)
Maak meerdere opnamen in één beeld met de momenteel voor de beeldkwaliteit
geselecteerde optie.
1
Selecteer [Multiple Exposure] in X Fotografeermenu 2.
2
Pas de instellingen aan.
Frame Selecteer [2f].
Auto Gain
Bij de instelling [On] wordt de helderheid
van elk beeld ingesteld op 1/2 en worden de
beelden op elkaar geplaatst. Bij de instelling
[Off] worden de beelden op elkaar geplaatst
met de oorspronkelijke helderheid van elk
beeld.
Overlay
Bij de instelling [On] kunt u bovenop een
RAW-beeld dat op een kaart is opgeslagen,
verschillende foto's plaatsen en als een
afzonderlijk beeld opslaan. Er wordt één
foto gemaakt.
a wordt op de monitor weergegeven terwijl
meervoudige belichting van toepassing is.
Multiple Exposure
Frame
Auto Gain
Overlay
Off
Off
Off
Set
Back
250 F5.6
ISO
400
0.00.0
01:02:0301:02:03
3838
P
3
Maak een opname.
a wordt groen weergegeven wanneer de opname start.
• Druk op om de laatste opname te verwijderen.
De vorige opname wordt boven het beeld geplaatst dat u door de lens ziet als
referentie voor het kadreren van de volgende opname.
% Tips
3 of meer beelden overlappen: Selecteer RAW voor [K] en gebruik de optie [Overlay]
om de opname met meervoudige belichting te herhalen.
Voor meer informatie over het overlappen van RAW-beelden: g [Edit] (Blz. 87)
# Let op
De camera gaat niet naar de sluimerstand terwijl meervoudige belichting van toepassing is.
Foto's die met andere camera's werden gemaakt, kunnen niet worden opgenomen in een
meervoudige belichting.
Als [Overlay] ingesteld is op [On], worden de beelden die worden weergegeven als een
RAW-beeld wordt geselecteerd, ontwikkeld met de instellingen op het ogenblik van de
opname.
Om de fotografeerfuncties in te stellen, dient u eerst de functie meervoudige belichting te
annuleren. Bepaalde functies kunnen niet worden ingesteld.
Meervoudige belichting wordt in de volgende situaties automatisch geannuleerd vanaf de
eerste foto.
De camera wordt uitgeschakeld / U drukt op de knop q / U drukt op de knop MENU /
De fotografeerstand is ingesteld op een andere stand dan P, A, S, M / De batterij heeft
geen vermogen meer / Er is een kabel aangesloten op de camera
Wanneer een RAW-beeld geselecteerd is met [Overlay], wordt het JPEG-beeld
weergegeven voor het beeld dat opgenomen is in JPEG+RAW.
Wanneer u meerdere foto's maakt met de functie bracketing, wordt voorrang gegeven aan
opnamen met meervoudige belichting. Terwijl het overlay-beeld wordt opgeslagen, wordt
de functie bracketing teruggezet in de standaard fabrieksinstellingen.
85
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Automatisch opnamen maken met vaste intervallen
(time lapse-fotograferen)
U kunt instellen dat de camera automatisch opnamen maken met vaste intervallen. De
opgenomen beelden kunnen ook worden opgenomen en een individuele lm vormen.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de standen P/A/S/M.
1
Stel de volgende instellingen in onder [Time Lapse Settings] in X
Fotografeermenu 2.
Frame Stelt het aantal beelden in dat u wilt fotograferen.
Start Waiting Time
Stel in hoeveel tijd wordt gewacht voordat een opname wordt
genomen.
Interval Time
Stel in hoe lang de intervals tussen opnamen duren na aanvang
van fotograferen.
Time Lapse Movie
Stel de beeldkwaliteit van de framereeks in.
[Off]: Elk beeld wordt vastgelegd als afzonderlijke foto.
[On]: Elk beeld wordt vastgelegd als afzonderlijke foto en
er wordt een individuele lm gemaakt met behulp van de
beeldreeks.
De beeldkwaliteit van de lm is [M-JPEG HD] en de beeldsnelheid is 10 fps.
2
Maak een opname.
Er worden beelden vastgelegd zelfs als het beeld niet gefocust is na AF. Als u de
focuspositie wilt vastzetten, dient u te fotograferen met de instellen voor handmatig
focussen.
[Rec View] blijft 0,5 seconden actief.
Als de tijdsduur voorafgaand aan opname of het interval voor fotograferen is ingesteld op
1 minuut 30 seconden of langer, schakelen de monitor en de cameravoeding automatisch
uit na 1 minuut. 10 seconden voordat de opname begint, schakelt de voeding automatisch
weer in. Wanneer de monitor is uitgeschakeld, drukt u op de ontspanknop om deze terug
in te schakelen.
% Tips
Langere opnametijden zijn mogelijk met een reservebatterijhouder (apart verkrijgbaar)
(Blz. 135) en een AC-adapter. Er zijn maximaal 999 opnamen mogelijk.
# Let op
Als de stand AF is ingesteld op [C-AF] of [C-AF+TR], wordt dit automatisch gewijzigd naar
[S-AF].
Aanraakbediening is uitgeschakeld tijdens time lapse-fotograferen.
Kan niet worden gebruikt met HDR-fotogra e.
Bracketing en meervoudige belichting kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Als de oplaadtijd voor de itser langer is dan de interval tussen beelden, werkt de itser
niet.
Voor fotograferen in de stand [BULB] en [TIME] is de sluitertijd vast ingesteld op 60
seconden.
Als de camera automatisch uitschakelt tijdens intervals tussen opnamen, schakelt deze
weer op tijd in voor de volgende opname.
Als een of meer van de stilstaande beelden niet correct worden opgenomen, wordt de
time lapse- lm niet gegenereerd.
Wanneer er onvoldoende ruimte is op de kaart, wordt de lm niet opgenomen.
86
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Opnamen maken binnen bepaald tijdsbestek wordt automatisch geannuleerd als
een van de volgende opties wordt gebruikt: modusselectie, MENU-knop, q-knop,
lensontkoppeling of bij verbinding met de USB-kabel.
Als u de camera uitschakelt, wordt opname binnen bepaald tijdsbestek geannuleerd.
Het fotograferen kan gedurende de opnamereeks worden gestopt als er niet genoeg
voeding resteert. Zorg er daarom voor dat de batterij voldoende vermogen heeft voordat u
begint met fotograferen.
Flitserfotogra e met draadloze afstandsbediening
U kunt de meegeleverde itser en een itser met de RC-modus gebruiken om
draadloos te itsen. g “Flitserfotogra e met draadloze afstandsbediening“ (Blz. 137)
Digitale zoom (digitale teleconverter)
De digitale teleconverter wordt gebruikt om in te zoomen voorbij de huidige
zoomverhouding. De camera slaat de middelste uitsnede op. De zoom wordt met
ongeveer 2× vergroot.
1
Selecteer [On] voor [Digital Tele-converter] in W Fotografeermenu 1.
2
De weergave in de monitor wordt met een factor twee vergroot.
Het onderwerp wordt vastgelegd zoals het op de monitor verschijnt.
# Let op
Digitale zoom is niet beschikbaar bij meerdere belichtingen in de stand J of wanneer T,
s, f, w of m is geselecteerd in de stand SCN.
Deze functie is niet beschikbaar wanneer [Movie Effect] is ingesteld op [On] in de stand n.
Wanneer een RAW-beeld wordt weergegeven, wordt het gedeelte dat op de monitor
zichtbaar is, weergegeven in een kader.
AF kader valt.
HDR-fotogra e
Maak automatisch een HDR-combinatiebeeld of maak bracketing-beelden voor
HDR-combining. Dit is hetzelfde als het indrukken van de HDR-knop om instellingen
uit te voeren (Blz. 61).
87
NL
Menufuncties (Weergavemenu's)
7
Het weergavemenu gebruiken
m
R
2
1
Playback Menu
Edit
Set
Reset Protect
Connection to Smartphone
Back
On
Print Order
m (Blz. 67)
R (Blz. 87)
Edit (Blz. 87)
Print Order (Blz. 118)
Reset Protect (Blz. 89))
Connection to Smartphone (Blz. 89)
Geroteerde beelden weergeven (R)
Wanneer deze functie ingesteld is op [On], worden foto's die werden gemaakt met de
camera in portretoriëntatie, automatisch geroteerd en weergegeven in portretoriëntatie.
Foto's bewerken
Een gemaakte foto kunt u bewerken en opslaan als een nieuwe foto.
1
Selecteer [Edit] in het q Weergavemenu en druk op Q.
2
Gebruik FG om [Sel. Image] te selecteren en druk op Q.
3
Selecteer met HI het te bewerken beeld en druk daarna op Q.
Als het beeld een RAW-beeld is, wordt [RAW Data Edit] weergegeven, en als
het beeld een JPEG-beeld is, wordt [JPEG Edit] weergegeven. Werd het beeld
vastgelegd in een RAW+JPEG-indeling, dan worden zowel [RAW Data Edit] als
[JPEG Edit] weergegeven. Selecteer het menu om het beeld te bewerken.
4
Selecteer [RAW Data Edit] of [JPEG Edit] en druk op Q.
RAW
Data Edit
Maak een JPEG-kopie van een RAW-beeld bewerkt conform de instellingen.
[Current]
Het JPEG-kopie wordt verwerkt in overeenstemming
met de actuele camera-instellingen. Pas de camera-
instellingen aan voor u deze optie kiest.
[Custom1]
Tijdens het bewerken van het beeld kunnen de
instellingen op de monitor gewijzigd worden. U kunt de
gebruikte instellingen opslaan.
[Custom2]
ART BKT
Het beeld wordt bewerkt op basis van de instellingen voor
het geselecteerde kunst lter.
88
NL
Menufuncties (Weergavemenu's)
7
JPEG Edit
Kies uit de volgende opties:
[Shadow Adj]: Maakt de schaduwpartijen lichter.
[Redeye Fix]: Voor het corrigeren van rode ogen op itsopnamen.
[P]: Gebruik de subregelaar om de grootte
van de uitsnede te kiezen en FGHI
om de uitsnede te positioneren.
O
Set
[Aspect]: Wijzigt de breedte-hoogteverhouding van beelden van
4:3 (standaard) naar [3:2], [16:9], [1:1] of [3:4]. Nadat u de breedte-
hoogteverhouding heeft gewijzigd, gebruikt u FGHI om de positie van
de uitsnede op te geven.
[Black & White]: Hiermee maakt u een beeld zwart/wit.
[Sepia]: Voor beelden in sepia-tinten.
[Saturation]: Voor het instellen van de kleurdiepte. De kleurverzadiging
aanpassen terwijl u de foto op het scherm bekijkt.
[Q]: Om de foto te converteren naar 1280 × 960, 640 × 480 of 320 × 240.
Beelden met een andere breedte-hoogteverhouding dan 4:3 (standaard)
worden geconverteerd naar de beeldbestandsgrootte die hierbij het dichtst
aanleunt.
[e-Portrait]: De huid ziet er zachter en glanzender uit.
Als gezichtsherkenning niet goed werkt, kunt u, afhankelijk van het beeld,
eventueel niet corrigeren.
5
Zodra de instellingen volledig zijn, drukt u op Q.
De instellingen worden toegepast op het beeld.
6
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Het bewerkte beeld wordt opgeslagen op de kaart.
# Let op
Films en 3D-foto's kunnen niet worden bewerkt.
Het is mogelijk dat de rode-ogen-correctie bij sommige foto's niet werkt.
In de volgende gevallen kunt u een JPEG-beeld niet bewerken:
Wanneer een beeld bewerkt wordt op een pc, wanneer er onvoldoende plaats is in het
kaartgeheugen, wanneer een beeld op een andere camera wordt opgenomen
Bij het wijzigen van het aantal pixels ([Q]) kunt u nooit een groter aantal pixels kiezen
dan dat van de originele opname.
• [P] en [Aspect] kunt u enkel gebruiken om beelden met een breedte-hoogteverhouding
4:3 (standaard) te bewerken.
Wanneer [Picture Mode] is ingesteld op [ART], wordt [Color Space] vastgezet op [sRGB].
89
NL
Menufuncties (Weergavemenu's)
7
Beeldoverlapping
U kunt tot 3 RAW-beelden die met de camera werden gemaakt, op elkaar plaatsen
en als een afzonderlijk beeld opslaan.
Het beeld wordt opgeslagen met de beeldkwaliteit die ingesteld is op het ogenblik
waarop het beeld wordt opgeslagen. (Als [RAW] geselecteerd is, wordt de kopie
opgeslagen in de indeling [YN+RAW].)
1
Selecteer [Edit] in het q Weergavemenu en druk op Q.
2
Gebruik FG om [Image Overlay] te selecteren en druk op Q.
3
Selecteer het aantal beelden in de overlapping en druk op Q.
4
Gebruik FGHI toom de RAW-beelden te
selecteren die bij de overlapping gebruikt zullen
worden.
Wanneer u het aantal beelden dat opgegeven is
in stap 3 hebt geselecteerd, wordt de overlapping
weergegeven.
RAW RAW RAW
RAW
RAW RAW RAW
Image Overlay
Back
Set
5
Pas de verhoging aan.
• Gebruik HI om een beeld te selecteren en FG
om de verhoging aan te passen.
De verhoging kan worden aangepast binnen het bereik
0,1 - 2,0. Controleer de resultaten op de monitor.
Image Overlay
Back
Set
×1.5×1.5×0.3 ×0.5
6
Druk op Q. Een dialoogvenster voor bevestiging wordt weergegeven;
selecteer [Yes] en druk op Q.
% Tips
Om 4 of meer beelden te overlappen, slaat u het op elkaar geplaatste beeld op als een
RAW-bestand en gebruikt u herhaaldelijk [Image Overlay].
Audio-opname
U kunt een audio-opname (tot 30 sec. lang) toevoegen aan de huidige foto.
Dit is dezelfde functie als [R] tijdens de weergave. (Blz. 66)
Alle beveiligingen annuleren
Met deze functie kunt de beveiliging van meerdere beelden in één keer annuleren.
1
Selecteer [Reset Protect] in het q-weergavemenu.
2
Selecteer [Yes] en druk op Q.
De optie Smartphoneaansluiting gebruiken (Aansluiting met
smartphone)
U kunt de camera op een smartphone aansluiten met de draadloze LAN-functie.
Na verbinding kunt u beelden op de camera weergeven op en overbrengen naar het
andere apparaat. g “De draadloze LAN-functie van de camera gebruiken“ (Blz. 125)
90
NL
Menufuncties (Setup-menu's)
7
Het instelmenu gebruiken
Gebruik het Setup Menu om de basisfuncties van de
camera in te stellen.
--.--.-- --:--X
W
j
±0
k
±0
2
1
Setup Menu
English
0.5sec
Wi-Fi Settings
c
/
#
Menu Display
Firmware
Rec View
Back
Set
Optie Beschrijving
g
X
(Datum/tijd
instellen)
Hiermee stelt u de klok van de camera in.
17
W
(Taal voor
de monitor
wijzigen)
Voor de schermteksten en de foutmeldingen kunt u naast het Engels
ook andere talen kiezen.
i
(Helderheid
van de
monitor
aanpassen)
U kunt de helderheid en de
kleurtemperatuur van de monitor
aanpassen. De instelling van de
kleurtemperatuur heeft enkel betrekking
op de weergave van de monitor.
Gebruik HI om j (kleurtemperatuur)
of k (helderheid) te markeren en FG
om de waarde aan te passen.
Druk op de INFO-knop om te
schakelen tussen [Natural] en [Vivid]
voor de kleurweergave op de monitor.
-
2
j
+1
k
Vivid Natural
Back Set
Rec View Kies of foto's onmiddellijk na het opnemen worden weergegeven en
hoe lang ze worden weergegeven. Dit is handig als u de foto die u
zojuist heeft genomen even wilt controleren. Door de ontspanknop
half in te drukken terwijl u de foto controleert, kunt u onmiddellijk
doorgaan met fotograferen.
[0,3 sec] [20 sec]: Hiermee selecteert u het aantal seconden dat de
foto moet worden weergegeven.
[Off]: De foto die op de kaart wordt opgeslagen, wordt niet
weergegeven.
[Autoq]: Geeft de foto weer die wordt opgeslagen, en schakelt
daarna over naar de stand weergeven. Dit is handig om een opname
te controleren en eventueel direct te wissen.
Wi-Fi
Settings
Stel de camera in om via Wi-Fi verbinding te maken met een
smartphone via de draadloze functie op de camera.
91
c/#
Menu
Display
Kies of u het custom-menu of het accessoirepoortmenu wilt
weergeven.
114
Firmware De rmwareversie van uw product verschijnt. Als u informatie gaat
inwinnen over uw camera of accessoires, of als u software wilt
downloaden, moet u opgeven welke versie van elk van de producten
u gebruikt.
91
NL
Menufuncties (Setup-menu's)
7
Een draadloze LAN-verbinding instellen (Wi-Fi-instellingen)
Als u de draadloze LAN-functie op de camera (Blz. 125) wilt gebruiken, moet u
instellingen selecteren, zoals het wachtwoord dat bij de verbinding wordt gebruikt.
[Private] en [One-Time] voor een eenmalige verbinding zijn beschikbaar.
De selectiemethode met wachtwoord instellen
1
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
2
Selecteer [Wi-Fi Connect Settings] en druk op I.
3
Selecteer de draadloze LAN-verbindingsmethode en druk op Q.
[Private]: maak verbinding met een vooraf ingesteld wachtwoord.
[One-Time]: maak verbinding met elke keer een ander wachtwoord.
[Select]: Selecteer welke methode u elke keer wilt gebruiken.
[Off]: De Wi-Fi-functie is uitgeschakeld.
Het wachtwoord van een privéverbinding wijzigen
Wijzig het wachtwoord voor [Private].
1
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
2
Selecteer [Private Password] en druk op I.
3
Volg de gebruiksaanwijzing en druk op de R-toets.
Er wordt een nieuw wachtwoord ingesteld.
Het delen van beelden annuleren
Deselecteert beelden die zijn geselecteerd (Blz. 64) voor delen bij verbinding met een
draadloos LAN-netwerk.
1
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
2
Selecteer [Reset share Order] en druk op I.
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Draadloze LAN-instellingen initialiseren
Initialiseert inhoud van [Wi-Fi Settings].
1
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
2
Selecteer [Reset Wi-Fi Settings] en druk op I.
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
92
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
De custom-menu's gebruiken
De camera-instellingen kunnen worden aangepast met het menu c Custom.
Custom menu
R
AF/MF (Blz. 92)
S
T
U
V
W
X
2
1
R
Custom Menu
Set
AF/MF
Button/Dial/Lever
Release/
j
Disp/
8
/PC
Exp/
p
/ISO
#
Custom
K
/Color/WB
Back
S
Button/Dial/Lever (Blz. 93)
T
Release/j (Blz. 93)
U
Disp/8/PC (Blz. 94)
V
Exp/p/ISO (Blz. 96)
W
# Custom (Blz. 98)
X
K/Color/WB (Blz. 98)
Y
Record/Erase (Blz. 99)
Z
Movie (Blz. 100)
b
Built-In EVF (Blz. 101)
k
K Utility (Blz. 101)
R AF/MF
Optie Beschrijving
g
AF Mode Kies de AF-stand. Dit is identiek aan de instelling van de live
control. U kunt afzonderlijke scherpstelmethodes instellen
voor de stand Fotograferen en de stand n.
75
Full-time AF Als [On] is geselecteerd, blijft de camera scherpstellen,
ook als de ontspanknop niet half wordt ingedrukt. Kan niet
worden gebruikt met een Four Thirds-systeemlens.
AEL/AFL Pas de AF- en AE-lock aan. 102
Reset Lens In de stand [On] wordt de scherpstelling van de lens steeds
op oneindig gezet zodra u de camera uitschakelt.
De scherpstelling van krachtige zoomlenzen wordt
ook hersteld.
BULB/TIME
Focusing
Normaal wordt de scherpstelling vergrendeld tijdens de
belichting als handmatig scherpstellen (MF) geselecteerd
is. Selecteer [On] om scherpstellen met de scherpstelring
mogelijk te maken.
Focus Ring U kunt kiezen wat voor u de meest logische draairichting
van de scherpstelring is.
MF Assist Wanneer deze functie ingesteld is op [On], kunt
u automatisch schakelen naar zoomen of maximaliseren in
de handmatige scherpstelstand door aan de scherpstelring
te draaien.
103
P Set Home
Kies de positie van het AF-kader die zal worden opgeslagen
als de home-positie. p verschijnt op het scherm voor
AF-kaderselectie terwijl u een home-positie kiest.
MENU
c
R
93
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Optie Beschrijving
g
AF Illuminat. Selecteer [Off] om de AF-verlichting uit te schakelen.
I Face Priority
Selecteer de AF-stand Gezichtsprioriteit. Dit is identiek aan
de instelling van de live control.
55
AF Area Pointer Als u [Off] selecteert, wordt het AF-kader niet getoond
tijdens de bevestiging.
C-AF lock Wanneer de [AF Mode] (Blz. 75) wordt ingesteld op [C-
AF], past de AF zich niet aan aan plotse wijzigingen in
de onderwerpafstand. Afhankelijk van de geselecteerde
gevoeligheid, zal de tijd die AF nodig heeft om zich aan te
passen variëren.
S Button/Dial/Lever
Optie Beschrijving
g
Button Function Kies de functie die aan de geselecteerde knop
is toegewezen.
[UFunction], [VFunction], [RFunction],
[tFunction], [YFunction], [ZFunction], [IFunction],
[GFunction], [nFunction], [mFunction],
[nFunction], [lFunction]
103
Dial Function U kunt de functies wijzigen die aan de achterste regelaar en
voorste regelaar zijn toegewezen.
Dial Direction Kies de richting waarin de regelaar wordt gedraaid om de
sluitertijd of het diafragma aan te passen. Verander de
richting van de programmaverschuiving.
Mode Dial
Function
Past de opnamestand aan die werd ingesteld via de
functieknop. U kunt opgeslagen Myset-instellingen
toepassen. [Myset1] - [Myset4] (Blz. 79) kan worden
geselecteerd wanneer de instellingen zijn geregistreerd.
t Lever
Function
U kunt de positie van de hendel gebruiken om de functie
van de regelaars en knop te wijzigen.
106
u+v Als u [Off] selecteert, kunt u de functie van de v-knop niet
veranderen, zelfs niet wanneer u de hefboom verplaatst.
T Release/j
Optie Beschrijving
g
Rls Priority S Als u [On] selecteert, kan de sluiter ontspannen worden,
zelfs als de camera niet scherpgesteld is. Deze optie kan
afzonderlijk worden ingesteld voor de modi S-AF (Blz. 75) en
C-AF (Blz. 75).
Rls Priority C
j L fps
Kies de snelheid waarmee beelden worden doorgespoeld
voor [S] en [T]. De waarden zijn de maximale waarden
bij benadering.
57
j H fps
j + IS Off
Wanneer deze functie op [Off] is ingesteld, wordt de
beeldstabilisator ingeschakeld voor repeterende opnamen.
Half Way Rls
With IS
Als deze functie op [On] is ingesteld, werkt de
beeldstabilisatie wanneer u de ontspanknop half indrukt.
MENU
c
S
MENU
c
T
R AF/MF
MENU
c
R
94
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Optie Beschrijving
g
Lens I.S. Priority Als [On] geselecteerd is, wordt prioriteit gegeven
aan de lensfunctie bij gebruik van een lens met een
beeldstabilisatiefunctie.
Release Lag-Time Als [Short] is geselecteerd, kan de vertragingstijd tussen het
volledig indrukken van de ontspanknop en het moment van
opname worden verminderd.*
* Dit leidt wel tot een kortere levensduur van de batterij. Zorg er ook voor dat de camera
niet wordt blootgesteld aan schokbewegingen tijdens gebruik. Als dat wel gebeurt, kan het
zijn dat de monitor geen onderwerpen meer weergeeft. Wanneer dat optreedt, schakelt
u de camera uit en weer in.
U Disp/8/PC
Optie Beschrijving
g
HDMI [HDMI Out]: Het type digitaal videosignaal selecteren als
een televisie wordt aangesloten via een HDMI-kabel.
[HDMI Control]: Selecteer [On] om de camera te kunnen
bedienen met afstandsbedieningen voor televisies die
HDMI-controle ondersteunen.
106
Video Out Kies de videostandaard ([NTSC] of [PAL]) die in uw land of
regio wordt gebruikt.
106
KControl
Settings
Kies de regelaars die in elke opnamestand worden
weergegeven.
Regelaars
Shooting mode
P/A/
S/M
A
ART SCN
Live Control (Blz. 30)

Live SCP (Blz. 109)

Live Guide (Blz.28)
––
Art Menu ––
Scene Menu –––
108
MENU
c
U
T Release/j
MENU
c
T
95
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Optie Beschrijving
g
G/Info Settings
Kies de informatie die wordt weergegeven als de knop
INFO wordt ingedrukt.
[q Info]: Kies de informatie die wordt weergegeven
in schermvullende weergave.
[LV-Info]: Kies de informatie die wordt weergegeven
wanneer de camera zich in de opnamestand bevindt.
[G Settings]: Kies de informatie die wordt weergegeven
in de index- en kalenderweergave.
111,
112
Displayed Grid
Selecteer [w], [x], [y], [X] of [x] om een raster weer
te geven op de monitor.
Picture Mode
Settings
Geef enkel het geselecteerde beeldeffect weer wanneer
een beeldeffect is geselecteerd.
Histogram
Settings
[Highlight]: Kies de onderste limiet voor de weergave van
lichte partijen.
[Shadow]: Kies de bovenste limiet voor de weergave van
schaduwpartijen.
111
Mode Guide Kies [Off] om geen hulp weer te geven voor de
geselecteerde stand als de functieknop naar een nieuwe
instelling wordt gedraaid.
18
Live View Boost Als [On] geselecteerd is, wordt er voorrang aan gegeven
om de beelden duidelijk zichtbaar te maken; de
belichtingscorrectie en andere instellingen van de effecten
zijn niet zichtbaar op de monitor.
U Disp/8/PC
MENU
c
U
96
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Optie Beschrijving
g
Frame Rate Selecteer [High] om de beeldvertraging te reduceren.
De beeldkwaliteit kan daardoor echter achteruitgaan.
Art LV Mode [mode1]: Het ltereffect wordt altijd weergegeven.
[mode 2]: Filtereffecten zijn niet zichtbaar op de monitor
terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Kies een
vloeiende weergave.
Expand LV Dyn.
Range
Als u [Off] selecteert, worden de zoeker en monitor normaal
getoond tijdens het maken van HDR-opnamen.
61
Flicker reduction Beperk het ikkereffect onder bepaalde soorten
verlichting, waaronder uorescentielampen. Wanneer
een eventuele ikkering niet verminderd wordt door de
[Auto]-instelling, stelt u deze parameter in op [50Hz]
of [60Hz] in overeenstemming met de gebruikelijke
vermogensfrequentie in de regio waar de camera wordt
gebruikt.
LV Close Up Mode [mode1]: Als u de ontspanknop half indrukt, wordt de zoom
geannuleerd.
[mode2]: De zoom wordt niet geannuleerd wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
56
Peaking Settings U kunt voor de kleur van de randverbetering kiezen tussen
wit en zwart.
Backlit LCD Als gedurende de geselecteerde tijd geen handelingen
worden uitgevoerd, wordt de achtergrondverlichting gedimd
om de batterij te sparen. De achtergrondverlichting wordt
niet gedimd als [Hold] geselecteerd is.
Sleep De camera wordt in de sluimerstand (energiebesparing)
geschakeld als er gedurende de geselecteerde periode
geen handelingen worden uitgevoerd. De camera kan
opnieuw worden geactiveerd door de ontspanknop half in
te drukken.
Auto Power Off Hiermee wordt de camera uitgeschakeld na een ingestelde
periode.
8 (Piepgeluid)
U kunt het piepgeluid, dat afgegeven wordt als de
scherpstelling vergrendeld wordt, op [Off] zetten door op de
ontspanknop te drukken.
USB Mode Kies een stand om de camera op een computer of printer
aan te sluiten. Kies [Auto] om de opties voor de USB-
modus weer te geven telkens wanneer de camera wordt
aangesloten.
V Exp/p/ISO
Optie Beschrijving
g
EV Step Kies de omvang van de stappen die worden gebruikt
bij het selecteren van de sluitertijd, het diafragma, de
belichtingscorrectie en andere belichtingsparameters.
MENU
c
V
U Disp/8/PC
MENU
c
U
97
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Optie Beschrijving
g
Noise Reduct. Hiermee reduceert u de ruis die optreedt bij erg lange
sluitertijden.
[Auto]: Ruisonderdrukking wordt uitgevoerd bij lange
sluitertijden of wanneer de interne temperatuur van de
camera is toegenomen.
[On]: Bij elke opname wordt ruisonderdrukking toegepast.
[Off]: Ruisonderdrukking uit.
Met ruisonderdrukking is er ongeveer twee keer zoveel tijd
nodig om het beeld op te nemen.
De ruisonderdrukking wordt automatisch uitgeschakeld bij
repeterende opnamen.
Bij sommige lichtomstandigheden en onderwerpen werkt
deze functie niet optimaal.
43
Noise Filter Kies de mate van ruisonderdrukking die toegepast wordt bij
hoge ISO-gevoeligheden.
ISO De ISO-gevoeligheid instellen. 59
ISO Step Selecteer de beschikbare stappen voor het kiezen van de
ISO-gevoeligheid.
ISO-Auto Set Kies de bovengrens en standaardwaarde die gebruikt
worden voor de ISO-gevoeligheid als [Auto] geselecteerd
is voor ISO.
[High Limit]: Kies de bovengrens voor de automatische
keuze van ISO-gevoeligheid.
[Default]: Kies de standaardwaarde voor de automatische
keuze van ISO-gevoeligheid.
ISO-Auto Kies de opnamestanden waarin de ISO-gevoeligheid [Auto]
beschikbaar is.
[P/A/S]: De automatische keuze van ISO-gevoeligheid is
beschikbaar in alle modi behalve M. De ISO-gevoeligheid
is vastgezet op ISO200 in stand M.
[All]: De automatische keuze van ISO-gevoeligheid
is beschikbaar in alle modi.
Metering Kies een lichtmeetmethode aan de hand van de scène. 74
AEL Metering Kies de metingsmethode die wordt gebruikt voor AE-lock
(Blz. 102).
[Auto]: Gebruik de momenteel geselecteerde meetmethode.
BULB/TIME Timer Kies de maximale belichting voor bulb- en tijdfotogra e.
BULB/TIME
Monitor
Hiermee wordt de helderheid van de monitor ingesteld
wanneer [BULB] of [TIME] wordt gebruikt. Ook de
helderheid van de externe elektronische zoeker wordt
hiermee ingesteld.
Live BULB Kies het weergave-interval tijdens het fotograferen.
Er zijn enkele beperkingen. De frequentie daalt bij een
hoge ISO-gevoeligheid. Kies [Off] om de weergave uit te
schakelen. Tik op de monitor of druk de ontspanknop half
in om de weergave te verversen.
Live TIME
Anti-Shock z
Kies de tijd die er is tussen het indrukken van de
ontspanknop en het ontspannen van de sluiter. Dit vermindert
camerabewegingen ten gevolge van trillingen. Deze
functie is handig voor bijvoorbeeld microscoopfotogra e en
astrofotogra e. Dit is ook handig voor repeterende opnamen
(Blz. 57) en fotogra e met de zelfontspanner (Blz. 57).
V Exp/p/ISO
MENU
c
V
98
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
W # Custom
Optie Beschrijving
g
# X-Sync.
Kies de sluitertijd die wordt gebruikt als de its afgaat.
112
# Slow Limit
Kies de langste sluitertijd die beschikbaar is als er een its
wordt gebruikt.
112
w+F
In de stand [On] wordt deze waarde opgeteld bij de waarde
van de belichtingscorrectie en wordt de itssterkteregeling
geactiveerd.
51, 73
X K/Color/WB
Optie Beschrijving
g
K Set
U kunt de beeldkwaliteit van de JPEG selecteren uit
verschillende combinaties van drie resoluties en vier
compressiefactoren.
1) Gebruik HI om een
combinatie ([K1] –
[K4]) te kiezen en
verander met FG.
2) Druk op Q.
F
1
SF
Y
2
F
X
3
N
W
4
SF
W
D
Set
Pixel Count
Back
Set
Compressie-
factor
Resolutie
72
Pixel Count
Kies het aantal pixels voor beelden in [X]- en [W]-formaat.
1) Selecteer [Xiddle] of
[Wmall] en druk op I.
2) Kies een aantal pixels
en druk op Q.
Xiddle
Wmall
2560×1920
1280×960
Pixel Count
Set
Back
72
Shading Comp. Kies [On] om randverlichting te corrigeren naargelang het
type lens.
Voor teleconverters of tussenringen is er geen correctie.
Er kan ruis zichtbaar zijn aan de randen van foto's die met
een hoge ISO-gevoeligheid genomen zijn.
WB Stel de witbalans in. Dit is identiek aan de instelling van
de live control. U kunt ook de witbalans jnafstellen voor
elke stand. U kunt ook jninstellingen uitvoeren met de
witbalanscompensatie op het superbedieningspaneel (Blz.
24).
58
All >
[All Set]: Gebruik dezelfde witbalanscorrectie in alle modi
behalve [CWB].
[All Reset]: Stel de witbalanscorrectie in op 0 voor alle modi
behalve [CWB].
W Keep Warm
Color
Selecteer [Off] om “warme“ kleuren te elimineren uit foto's
die bij gloeilamplicht werden genomen.
#+WB
Pas de witbalans aan voor gebruik met een itser.
Color Space Hiermee kunt u selecteren hoe kleuren door de monitor of
printer worden weergegeven.
MENU
c
W
MENU
c
X
99
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Y Record/Erase
Optie Beschrijving
g
Quick Erase Als u [On] selecteert, wordt het huidige beeld onmiddellijk
verwijderd als u op de -knop drukt in de afspeelweergave.
RAW+JPEG Erase Kies welke actie wordt uitgevoerd als u in de
enkelbeeldweergave een foto verwijdert die opgenomen
is met de instelling RAW+JPEG (Blz. 33).
[JPEG]: Alleen de JPEG-kopie wordt verwijderd.
[RAW]: Alleen de RAW-kopie wordt verwijderd.
[RAW+JPEG]: Beide kopieën worden verwijderd.
Zowel de RAW- als JPEG-kopieën worden gewist wanneer
geselecteerde beelden worden gewist of wanneer
[All Erase] (Blz. 78) is geselecteerd.
72
File Name [Auto]: Zelfs als u een nieuwe kaart plaatst, worden
de bestandsnummers van de vorige kaart aangehouden.
Het nummeren van bestanden gaat voort vanaf het laatste
nummer dat werd gebruikt of vanaf het hoogste nummer dat
beschikbaar is op de kaart.
[Reset]: Als u een nieuwe kaart plaatst, beginnen de
mapnummers met 100 en de bestandsnaam met 0001.
Als u een kaart plaatst waarop al foto's staan, beginnen
de bestandsnummers met het nummer dat volgt op het
hoogste bestandsnummer dat al op het kaart stond.
Edit Filename Kies hoe een naam aan beeldbestanden wordt gegeven
door het hierna grijs gemarkeerde gedeelte van de
bestandsnaam te bewerken.
sRGB: Pmdd0000.jpg Pmdd
AdobeRGB: _mdd0000.jpg mdd
Priority Set Kies de standaardkeuze ([Yes] of [No]) voor dialoogvensters
voor bevestiging.
dpi Settings De afdrukresolutie instellen.
MENU
c
Y
100
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Optie Beschrijving
g
Copyright
Settings*
Voeg de naam van de fotograaf en de eigenaar van het
auteursrecht toe aan nieuwe foto's. De naam kan tot
63 tekens lang zijn.
[Copyright Info.]: Selecteer [On] om de naam van de
fotograaf en de eigenaar van het auteursrecht op te nemen
in de Exif-gegevens van nieuwe foto's.
[Artist Name]: Voer de naam van de fotograaf in.
[Copyright Name]: Voer de naam in van de eigenaar van het
auteursrecht.
1) Markeer een teken 1 en druk op Q om het
gemarkeerde teken toe te voegen aan de naam 2.
2) Herhaal stap 1 om de naam te vervolledigen,
markeer vervolgens [END] en druk op Q.
Om een teken te verwijderen, drukt u op de knop
INFO om de cursor in het naamvak te plaatsen 2,
markeer het teken en druk op .
!”#$%&
()
*+, - . /
01234567
89: ; <=>?
@
ABCDEFGH I J K LMNO
PQRSTUVWX YZ
[]_
abcde f gh i j k lmnEND
opqr s t uvwxyz
{}
ABCDE
05/70
Delete
Copyright Name
Cancel Set
2
1
* OLYMPUS kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade ten gevolge van geschillen
over het gebruik van [Copyright Settings]. Gebruik deze functie op uw eigen risico.
Z Movie
Optie Beschrijving
g
nMode
Kies een stand om videobeelden op te nemen. Deze optie
kan ook worden geselecteerd met live control.
71
Movie R
Kies [Off] om videobeelden zonder geluid op te nemen.
Deze optie kan ook worden geselecteerd met live control.
76
Movie Effect
Kies [On] om lmeffecten mogelijk te maken in stand n.
44
Wind Noise
Reduction
Vermindert het geluid van de wind tijdens de opname.
Recording Volume Pas de gevoeligheid van de microfoon aan.
[Built-In R]: Stel de interne microfoon van de camera in.
[External R]: Ingesteld als u de SEMA-1 gebruikt (apart
verkrijgbaar).
[Line-In R]: Stel een aangesloten microfoon in met behulp
van de microfoonaansluiting.
MENU
c
Z
101
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
b Built-In EVF
Optie Beschrijving
g
Built-in EVF Style Kies de weergavestijl van de zoeker.
V
Info Settings
Net als de monitor kunt u de zoeker gebruiken om
histogrammen en lichte en donkere delen weer te geven.
V
Displayed Grid
Geef een compositieraster weer in de zoeker. Kies uit [w],
[x], [y], [X] en [
x
].
EVF Auto Switch Als [Off] is geselecteerd, wordt de monitor niet ingeschakeld
wanneer u uw oog tegen de zoeker houdt. Druk op de
u-knop om de weergave te kiezen.
EVF Adjust Pas de helderheid en kleurschakering van de zoeker aan.
Helderheid wordt automatisch ingesteld wanneer [EVF Auto
Luminance] op [On] is ingesteld.
V Half Way Level
Wanneer dit is ingesteld op [Off], wordt de waterpas niet
getoond wanneer de sluiterknop half wordt ingeduwd. Dit is
nuttig wanneer [Built-in EVF Style] is ingesteld op [Style 1]
of [Style 2].
k
K Utility
Optie Beschrijving
g
Pixel-Mapping Met de functie Pixel Mapping kan de camera het
beeldopneemelement en de beeldbewerkingfuncties
controleren en bijstellen.
148
Exposure Shift Pas de optimale belichting afzonderlijk aan voor elke
meetmethode.
Dit beperkt het aantal opties voor de belichtingscorrectie
in de geselecteerde richting.
De effecten zijn niet zichtbaar op de monitor. Voor
normale aanpassingen aan de belichting gebruikt u de
belichtingscorrectie (Blz. 51).
AF Focus Adj. U kunt het AF-fasecontrast focuspunt nauwkeurig instellen
met stappen van ±20.
113
: Waarschu-
wingsniveau
Kies het batterijniveau waarop de waarschuwing 8 wordt
weergegeven.
16
: Batterijpri-
oriteit
Kies de belangrijkste voedingsbron wanneer u een
reservebatterijhouder gebruikt.
135
Level Adjust U kunt de hoek van de level gauge instellen.
[Reset]: Herstelt ingestelde waarden naar de
fabrieksinstellingen.
[Adjust]: Stelt de huidige camerapositie in als het nulpunt.
Touch Screen
Settings
Activeer het aanraakscherm. Kies [Off] om het
aanraakscherm uit te schakelen.
Eye-Fi* Schakel het uploaden in of uit wanneer een Eye-Fi-kaart
wordt gebruikt. Wordt getoond als een Eye-Fi-kaart is
geplaatst.
* Gebruik overeenkomstig de lokale voorschriften. In een vliegtuig en op andere plaatsen
waar het gebruik van draadloze apparaten verboden is, dient u de Eye-Fi-kaart uit de
camera te verwijderen of [Off] te selecteren voor [Eye-Fi]. De camera ondersteunt de
“eindeloze“ Eye-Fi-stand niet.
MENU
c
b
MENU
c
k
102
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
AEL/AFL
MENU c R [AEL/AFL]
De autofocus en de meting kunnen worden uitgevoerd door
op de knop te drukken waaraan AEL/AFL is toegewezen.
Kies een stand voor elke scherpstelstand.
AEL/S-AF
AEL
AEL
AFL
mode1
S-AF AEL/AFL
ExposureFully
Half Way
Back Set
AEL/AFL
Modus
Ontspanknopfunctie Knopfunctie
Half indrukken Helemaal indrukken
Als u de AEL-/AFL-
knop ingedrukt houdt
Focus Belichting Focus Belichting Focus Belichting
S-AF
mode1 S-AF
Vastge-
houden
–––
Vastge-
houden
mode2 S-AF
Vastge-
houden
Vastge-
houden
mode3
Vastge-
houden
S-AF
C-AF
mode1 C-AF start
Vastge-
houden
Vastge-
houden
––
Vastge-
houden
mode2 C-AF start
Vastge-
houden
Vastge-
houden
Vastge-
houden
mode3
Vastge-
houden
Vastge-
houden
C-AF start
mode4 ––
Vastge-
houden
Vastge-
houden
C-AF start
MF
mode1
Vastge-
houden
–––
Vastge-
houden
mode2 –––
Vastge-
houden
Vastge-
houden
mode3
Vastge-
houden
S-AF
103
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
MF Assist
MENU c R [MF Assist]
Dit is een hulpfunctie voor scherpstellen voor MF. Wanneer u aan de scherpstelring
hebt gedraaid, is de rand van het onderwerp verbeterd of is een gedeelte van de
schermweergave vergroot. Wanneer u niet meer aan de de scherpstelring draait, keert
het scherm terug naar het originele beeld.
Magnify Hiermee vergroot u een gedeelte van het scherm. U kunt het
gedeelte dat u wilt vergroten vooraf instellen met het AF-kader.
g [AF Area] (Blz.54)
Peaking Hiermee worden duidelijk bepaalde omtrekken met
randverbetering weergegeven. U kunt de kleur van de
verbetering selecteren. g [Peaking Settings] (Blz.96)
$ Opmerkingen
[Magnify] en [Peaking] kunnen met de knop worden weergegeven. Het display verandert
telkens u op de knop drukt. Wijs de schakelfunctie vooraf toe aan een van de knoppen
met [Button Function] (Blz. 103).
# Let op
Wanneer u Peaking gebruikt, worden de randen van kleine onderwerpen vaak sterker
verbeterd. Hiermee wordt niet gegarandeerd dat de scherpstelling nauwkeurig is.
Button Function
MENU c S [Button Function]
Zie de onderstaande tabel voor de functies die toegewezen kunnen worden. De beschikbare
opties zijn afhankelijk van de speci eke knop.
Knopfuncties
[UFunction] / [VFunction] / [RFunction]*
1
/ [tFunction] / [YFunction] / [ZFunction] /
[IFunction] / [GFunction] / [nFunction] / ([Direct Function]*
2
/ [P]*
3
) / [mFunction] /
[nFunction] / [lFunction]*
2
*1 Niet beschikbaar in stand n.
*2 Wijs de functie toe aan elke FGHI.
*3 Kies het AF-kader.
*4 Kies de functie die aan de knop op sommige lenzen is toegewezen.
F
Pas de belichtingscorrectie aan.
ISO Pas de ISO-gevoeligheid aan.
WB Pas de witbalans aan.
AEL/AFL AE-vergrendeling of AF-vergrendeling. De functie verandert
op basis van de [AEL/AFL]-instelling. Wanneer AEL is
geselecteerd, drukt u eenmaal op de knop om de belichting
te vergrendelen en u weer te geven op de monitor. Druk
nogmaals op de knop om de vergrendeling te annuleren.
R REC
Druk op de knop om een lm op te nemen.
104
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
z (Voorbeeld)
Het diafragma wordt verlaagd naar de geselecteerde waarde
terwijl de knop wordt ingedrukt.
k (Witbalans met een
druk)
De camera meet de witbalans wanneer de knop wordt
ingedrukt (Blz. 59).
P (AF-veld)
Kies het AF-kader.
P Home
Door op de knop te drukken, wordt de positie van het AF-
kader geselecteerd die is opgeslagen met [P Set Home]
(Blz. 92). De home-positie van het AF-kader wordt aangeduid
met een p-pictogram. Druk nogmaals op de knop om
naar de AF-kaderstand terug te keren. Als de camera wordt
uitgeschakeld terwijl de home-positie geselecteerd is, wordt
de home-positie teruggesteld.
MF Druk op de knop om de handmatige scherpstelstand te
selecteren. Druk nogmaals op de knop om de voordien
geselecteerde AF-stand te herstellen.
RAWK
Druk op de knop om te schakelen tussen de opnamestanden
JPEG en RAW+JPEG.
Test Picture Foto's die zijn genomen wanneer de knop is ingedrukt
worden op de monitor weergegeven maar worden niet op het
geheugenkaart opgeslagen.
Myset1 – Myset4 Wisselt tussen de opgeslagen Myset-instellingen wanneer de
knop wordt ingedrukt. Druk nogmaals op de knop om terug te
gaan.
I/H U kunt de knop gebruiken om te kiezen tussen I en H
wanneer de onderwatertas is bevestigd. Houd de knop
ingedrukt op terug te keren naar de vorige modus. Als deze
optie geselecteerd is, zal de FL-LM2 ontsteken, zelfs als deze
niet omhoog staat. Bij gebruik van een ED12-50mmEZ-lens
met krachtige zoom (E-ZOOM) zoomt de lens automatisch
naar de WIDE- of TELE-optie naargelang I of H is
ingeschakeld.
Livegids Druk op de knop om de livegidsen weer te geven.
b (Digital
teleconverter)
Druk op de knop om de digitale zoom in of uit te schakelen.
a (vergroten)
Druk op de knop om het zoomkader weer te geven. Druk
nogmaals op de knop om het beeld te vergroten. Houd de
knop ingedrukt om het zoomkader uit te schakelen.
105
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Peaking Met elke druk op de knop schakelt de monitor tussen display/
niet display. Wanneer Peaking wordt weergegeven, zijn de
histogramweergave en de weergave van overbelichte en
onderbelichte delen niet beschikbaar.
AF stop Stop automatische scherpstelling.
j/Y
Kies een optie voor repeterende opnamen of zelfontspanner.
#
Kies een itserfunctie.
HDR Wissel naar HDR met de opgeslagen instellingen.
BKT Schakelt BKT-fotograferen in met de opgeslagen instellingen.
Multi-functie Druk op de knop om de geselecteerde multifunctie te
annuleren*.
Wanneer u naar de geannuleerde functies gaat, moet u op de
knop drukken terwijl u aan de regelaar draait.
G (vergrendeling
aanraakscherm)
Telkens wanneer de knop wordt ingedrukt, wisselt de
bediening van het aanraakpaneel tussen geactiveerd en
gedeactiveerd.
Elektrische zoom Wanneer u een lens gebruikt met een powerzoomfunctie,
moet u na het indrukken van de knop, de pendelknop
gebruiken om te zoomen.
* Multifunctie: b (Regeling van licht- en schaduwpartijen), c (Color Creator), a
(vergroten), d (Beeldverhouding)
106
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
t Lever Function
MENU c S [t Lever Function]
U kunt de positie van de hendel gebruiken om de functie van de regelaars en knoppen
te wijzigen.
Tabel van de positie van de hendel en de functies die aan de regelaar/knoppen zijn
toegewezen
Modus
Wanneer de hendelpositie
ingesteld is op 1
Wanneer de hendelpositie
ingesteld is op 2
Uit
De hendelunctie wordt niet
gebruikt.
De hendelunctie wordt niet
gebruikt.
mode1
De functies van de regelaar zijn
gebaseerd op de instellingen van
[Dial Function].
Voorste regelaar: ISO
Achterste regelaar: witbalans
mode2
De functies van de regelaar zijn
gebaseerd op de instellingen van
[Dial Function].
Voorste regelaar: witbalans
Achterste regelaar: ISO
mode3
De R-knop en Fn2-knopfuncties
zijn gebaseerd op de instellingen
[RFunction] en [VFunction].
R-knop: ISO
Fn2-knop: witbalans
mode4
De R-knop en Fn2-knopfuncties
zijn gebaseerd op de instellingen
[RFunction] en [VFunction].
R-knop: witbalans
Fn2-knop: ISO
mode5
De AF-modi die aan de posities van de hendel zijn toegewezen zijn
van toepassing. Wanneer de hendelpositie is ingesteld op 2, is de
standaardinstelling [MF].
Camerabeelden weergeven op een televisie
Gebruik de apart verkochte kabel om opgenomen beelden op uw televisie weer te
geven. Sluit de camera aan op een HD-tv met een HDMI-kabel om beelden van hoge
kwaliteit op een televisiescherm te bekijken. Bij het aansluiten van apparaten met een
AV-kabel, moet u eerst de instellingen [Video Out] van de camera instellen (Blz. 94).
1
2
AV-kabel (apart verkocht: CB-AVC3)
(Aansluiten op de video-ingang (geel)
en de audio-ingang (wit) van de televisie.)
HDMI-kabel (afzonderlijk verkocht: CB-HD1)
(Aansluiten op de HDMI-connector
op de televisie.)
Multiconnector
HDMI-connector
(type D)
Type A
107
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
1
Sluit de tv en camera aan en schakel naar tv-invoer.
De monitor van de camera wordt uitgeschakeld wanneer de kabel is aangesloten.
Druk op de knop q als u de verbinding via een AV-kabel uitvoert.
# Let op
Voor meer details over het wijzigen van de ingangsbron van de televisie raadpleegt
u de handleiding van de televisie.
Afhankelijk van de instellingen van uw televisie kunnen de weergegeven beelden en
de informatie uitgesneden zijn.
Als de camera met zowel een A/V- als HDMI-kabel is aangesloten, wordt voorrang
gegeven aan HDMI.
Als de camera via een HDMI-kabel is aangesloten, kunt u het digitale videosignaaltype
selecteren. Kies een indeling dat overeenkomt met het ingangsformaat dat op de televisie
werd geselecteerd.
1080i Er wordt voorrang gegeven aan 1080i HDMI-uitvoer.
720p Er wordt voorrang gegeven aan 720p HDMI-uitvoer.
480p/576p
480p/576p HDMI-uitvoer. 576p wordt gebruikt wanneer [PAL] is
geselecteerd voor [Video Out] (Blz. 94).
U kunt geen foto's of lms opnemen als de HDMI-kabel aangesloten is.
Sluit de camera niet aan op andere HDMI-uitvoerapparaten. Hierdoor zou de camera
beschadigd raken.
HDMI-uitvoer is niet mogelijk als de camera via USB verbonden is met een computer
of een printer.
De afstandsbediening van de tv gebruiken
De camera kan worden bediend met een afstandsbediening van een tv wanneer
deze is aangesloten op een tv die HDMI-controle ondersteunt. g [HDMI] (Blz. 94)
$ Opmerkingen
U kunt de camera bedienen door de bedieningsaanwijzingen te volgen die worden
weergegeven op de tv.
Tijdens de enkelbeeldweergave kunt u de informatieweergave weergeven of verbergen
door op de “Rode“ knop te drukken, en kunt u de indexweergave weergeven of
verbergen door op de “Groene“ knop te drukken.
Sommige televisies ondersteunen niet alle functies.
108
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Bedieningspaneelweergaven kiezen (KControl Settings)
Stel in of u bedieningspanelen wilt weergeven voor de optieselectie in de stand live
view. Wanneer elk scherm wordt getoond, kan tussen de schermen worden gewisseld
zoals hieronder getoond.
De bedieningspanelen weergeven
1
Druk op de
u
-knop en selecteer de opnamestand live view.
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
ISO-A
200
Wi-Fi
j
0.00.0
FullHD
F
S-IS AUTOS-IS AUTO
u-knop
2
Druk op de Q-knop terwijl het bedieningspaneel wordt getoond, druk dan op
de INFO-knop om het scherm te wisselen.
Livegids
INFO
Kunst ltermenu
Q
Q
Q
Change Color Saturation
Cancel
A
P/A/S/M
ART/SCN
INFO
INFO
Motiefmenu
1
Pop Art
1 Portrait
INFO
INFO
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
WB
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
WB
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
WB
LV-superbedienings-
paneel (Blz. 109)
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Live control
INFO
INFO
INFO
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Live control
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Live control
LV-superbedienings-
paneel (Blz. 109)
LV-superbedienings-
paneel (Blz. 109)
109
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
LV-superbedieningspaneel
Dit is het superbedieningspaneel dat wordt gebruikt voor het instellen van opties in de
opnamestand live view. De statussen van de opname-instellingen worden in een lijst
getoond. Gebruik de pendelknop of de aanraakbediening om opties te selecteren om
de instellingen te wijzigen.
250250 F5.6
P
3838
i
Recommended ISO
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
0.00.0
2
1
6
7
8
9
a
0
cdfe b
5
3
4
Instellingen die kunnen worden aangepast met behulp van het superbedieningspaneel
1 Momenteel geselecteerde optie
2 ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59
3 Flitserfunctie ................................Blz. 52
4 Flitssterkteregelaar ......................Blz. 73
5 Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 57
6 Witbalans .....................................Blz. 58
Witbalanscompensatie
7 Beeldeffecten ...............................Blz. 70
8 Scherpte N .................................Blz. 80
Contrast J ..................................Blz. 80
Kleurintensiteit T .......................Blz. 80
Gradatie z..................................Blz. 80
Z&W- lter x................................Blz. 80
Fototint y ...................................Blz. 81
9 Kleurruimte ..................................Blz. 98
0 Knopfunctietoewijzing ................Blz. 103
a Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 55
b Lichtmeetstand ............................Blz. 74
c Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 71
d Beeldkwaliteit ...............................Blz. 72
e Autofocusstand ............................Blz. 75
Autofocusveld ..............................Blz. 54
f Beeldstabilisator ..........................Blz. 68
110
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
# Let op
Niet weergegeven in de video-opnamestand.
1
Druk op de Q-knop wanneer u foto's maakt
met behulp van live view.
Live control wordt getoond.
2
Druk op de INFO-knop om het LV-
superbedieningspaneel te tonen.
Elke keer dat u op de INFO-knop drukt,
verandert de display.
3
Raak de functie aan die u wilt instellen.
De cursor wordt op de aangeraakte functie
weergegeven.
4
Druk op Q om een instelling te selecteren.
$ Opmerkingen
Ook beschikbaar in de menu's ART of SCN.
Raak het pictogram aan van de functie die u wilt
selecteren.
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
Recommended ISO
Cursor
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
WB
111
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Informatieschermen toevoegen (G/Info Settings)
LV-Info (Schermen met opnamegegevens)
Gebruik [LV-Info] om de volgende schermen met opnamegegevens toe te voegen.
De toegevoegde schermen worden weergegeven door tijdens de opname herhaaldelijk de
knop INFO in te drukken. U kunt ook kiezen om schermen met standaardinstellingen niet
weer te geven.
Weergave van
overbelichte en
onderbelichte delen
Histogramweergave
01:02:0301:02:03
3838
250250 F5.6
P
0.00.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
FullHDFullHD
ISO-A
200
L
N
01:02:0301:02:03
3838
250250 F5.6
P
0.00.0
ISO
200
HD
Weergave van overbelichte en onderbelichte delen
Delen boven de bovengrens voor de helderheid van het beeld worden rood weergegeven,
delen onder de ondergrens blauw. g [Histogram Settings] (Blz. 95)
q Info (Schermen met weergavegegevens)
Gebruik [q Info] om de volgende schermen met weergavegegevens toe te voegen.
De toegevoegde schermen worden weergegeven door tijdens de weergave herhaaldelijk
de knop INFO in te drukken. U kunt ook kiezen om schermen met standaardinstellingen
niet weer te geven.
Weergave van overbelichte
en onderbelichte delen
LichtbakweergaveHistogramweergave
1615
15
Shadow
Highlight
2013.10.01 12:30 15
×10×10
Lichtbakweergave
Twee beelden naast elkaar vergelijken. Druk op Q om het beeld te selecteren aan de
andere kant van de monitor.
Het basisbeeld wordt rechts weergegeven. Gebruik HI om een beeld te selecteren en
druk op Q om het beeld naar links te verplaatsen. Het beeld dat u wilt vergelijken met
het beeld links, kan rechts worden geselecteerd. Om een ander basisbeeld te kiezen,
markeert u het rechterbeeld en drukt u op Q.
Druk op Fn1 om in te zoomen op de huidige afbeelding. Draai aan de achterste regelaar
om de zoomratio te veranderen.
Bij het inzoomen kunt u FGHI gebruiken of naar andere zones van de afbeelding te
scrollen en de voorste regelaar om een afbeelding te selecteren.
2x
2x
53 54
2x
Fn1 Fn1 Fn1
112
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
G Settings (Indexweergave/kalenderweergave)
U kunt een indexweergave toevoegen met een afwijkend aantal kaders en een
kalenderweergave met [G Settings]. De extra schermen worden getoond door tijdens
de weergave aan de achterste regelaar te draaien.
Q
Q
p
q
Indexweergave
p
q
p
q
4 beelden
2013.10.01 12:30 20
9–100 beelden
2013.10.01 12:30 20
2013.10.01 12:30 20
Enkelbeeld-
weergave
2013.10.01 12:30 20
100-0020
L
N
Kalenderscherm
2013.10
Sun Mon Tue Wed Thu Fri Sat
29 30 1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26
27 28 29 30 31 1 2
3 4 5 6 7
29 30 1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26
27 28 29 30 31 1 2
3 4 5 6 7
Sluitertijden als de its automatisch ontsteekt
[# X-Sync.] [# Slow Limit]
U kunt de sluitertijd instellen voor standen waarin de itser automatisch ontbrandt.
Stand
Fotogra-
feren
Flitsmoment (synchroon) Bovenste limiet Onderste limiet
P
De langzamere van 1/
(lensbrandpuntslengte×2)
en de [# X-Sync.]-
instellingen
[# X-Sync.]-instelling*
[# Slow Limit]-
instelling
A
S
De ingestelde sluitertijd Geen onderste limiet
M
* 1/320 sec. wanneer u de geleverde externe itser FL-LM2 gebruikt en 1/125 sec. wanneer
u een in de handel verkrijgbare speciale itser gebruikt.
113
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
AF focus aanpassen
U kunt het focuspunt van het AF-fasecontrast bijstellen in een bereik van ±20 stappen
(-: afstand dichtbij, +: afstand veraf). Normaal hoeft u deze instellingen niet te wijzigen.
1
Selecteer [AF Focus Adj.] op het tabblad k in het c custom-menu en
druk op de Q-knop.
Selecteer een instelling en druk op I.
[OFF]: Er worden geen nauwkeurige AF-instellingen uitgevoerd.
[Default Data]: Er worden nauwkeurige instellingen voor alle lenzen geregistreerd
en toegepast. Instellingen worden niet toegepast op individueel
geregistreerde lenzen.
[Lens Data]: Er worden instellingen gedaan voor elke lens; er kunnen
instelwaarden voor maximaal 20 lenzen worden geregistreerd.
Wanneer [Default Data] is geselecteerd
2
Instelwaarden selecteren met FG.
De registratie wordt beëindigd met de Q-knop.
Druk voordat u op de Q-knop drukt op de sluiterknop en bevestig de instellingen
door een foto te maken.
Wanneer [Lens Data] is geselecteerd
2
[Create Lens Data Set] selecteren en op Q drukken.
Als de gegevens al zijn geregistreerd, wordt [Lens Data] getoond. U kunt informatie
bevestigen of wissen door deze te selecteren met FG en op I te drukken
3
Selecteer een AF-doelwaarde die u nauwkeurig wilt instellen en stel de
instelwaarden in met FG.
Selecteer uw AF-teken opnieuw en voer de instelwaarden opnieuw in; druk op Q
wanneer u klaar bent.
Wanneer u de zoomlens gebruikt, kunt u de instelwaarden opnemen voor Afstand
veraf en Afstand dichtbij.
Druk voordat u op de Q-knop drukt op de sluiterknop en bevestig de instellingen
door een foto te maken.
4
Druk op de knop MENU om naar het c custom-menu terug te keren,
selecteer [Lens Data] bij [AF Focus Adj.] op het tabblad k en druk
op Q.
% Tips
Op het scherm die de werkelijk opname weergeeft om de instellingen te bevestigen,
kunt u bevestigen door de voorste regelaar zo te draaien dat er wordt ingezoomd op
het beeld.
# Let op
Afhankelijk van de instellingen en de lens, kan de camera mogelijk niet focussen op verre
of dichte afstanden.
114
NL
Menufuncties (Accessoirepoortmenu's)
7
De accessoirepoortmenu's gebruiken
U kunt instellingen selecteren voor apparaten die via de accessoirepoort zijn
aangesloten.
Vóór u de accessoirepoortmenu's gebruikt
Het accessoirepoortmenu is alleen beschikbaar wanneer de overeenkomstige optie
is geselecteerd voor het item [c/# Menu Display] in het setup-menu.
1
Druk op de knop MENU om de menu's weer te geven, en kies het tabblad
d (Setup-menu).
2
Selecteer [c/# Menu Display] en stel [# Menu Display] in op [On].
• Het tabblad # (Accessoirepoortmenu) wordt in het menu weergegeven.
Accessoirepoortmenu
A
OLYMPUS PENPAL Share (Blz. 116)
#
2
1
c
OLYMPUS PENPAL Share
OLYMPUS PENPAL Album
Electronic Viewfinder
Back
Accessory Port Menu
Set
B
OLYMPUS PENPAL Album (Blz. 117)
C
Electronic View nder (Blz. 117)
115
NL
Menufuncties (Accessoirepoortmenu's)
7
OLYMPUS PENPAL gebruiken
De optionele OLYMPUS PENPAL kan worden gebruikt om foto's te uploaden naar of
te ontvangen van Bluetooth-apparaten of andere camera's die aangesloten zijn op
een OLYMPUS PENPAL. Ga naar de OLYMPUS-website voor meer informatie over
Bluetooth-apparaten.
Beelden verzenden
Wijzig het formaat en verzend JPEG-beelden naar een ander apparaat. Voor u beelden
verzendt, dient u na te gaan of het ontvangend apparaat ingesteld is om gegevens te
ontvangen.
1
Geef de foto die u wilt verzenden, schermvullend
weer en druk op Q.
2
Selecteer [Send A Picture] en druk op Q.
Selecteer [Search] en druk op Q in het volgende
dialoogvenster. De camera gaat op zoek naar en geeft
Bluetooth-apparaten weer die binnen bereik zijn of in
het [Address Book] staan.
3
Selecteer de bestemming en druk op Q.
Het beeld wordt naar het ontvangstapparaat verzonden.
Als u een PIN-code dient in te geven, voert u 0000 in en
drukt u op Q.
JPEG
<
Erase
Send A Picture
Back
Set
Send Picture
Sending
Cancel
Beelden ontvangen/een host toevoegen
Maak verbinding met het zendtoestel en haal de JPEG-beelden binnen.
1
Selecteer [OLYMPUS PENPAL Share] in # het
Accessoirepuntmenu (Blz. 114).
2
Selecteer [Please Wait] en druk op Q.
Voer op het zendtoestel de bewerkingen uit om beelden
te verzenden.
De verzending start en het dialoogvenster
[Receive Picture Request] verschijnt.
#
2
1
c
OLYMPUS PENPAL Share
OLYMPUS PENPAL Album
Electronic Viewfinder
Back
Accessory Port Menu
Set
3
Selecteer [Accept] en druk op Q.
Het beeld wordt overgezet naar de camera.
Als u een PIN-code dient in te geven, voert u 0000
in en drukt u op Q.
Receive Picture
Receiving
Cancel
116
NL
Menufuncties (Accessoirepoortmenu's)
7
Het adresboek bewerken
De OLYMPUS PENPAL kan hostinformatie opslaan. U kunt namen toewijzen aan hosts
of hostinformatie verwijderen.
1
Selecteer [OLYMPUS PENPAL Share] in # het
Accessoirepuntmenu (Blz. 114).
2
Selecteer [Address Book] en druk op Q.
3
Selecteer [Address List] en druk op Q.
De naam van de bestaande hosts wordt weergegeven.
1
Please Wait
Address Book
My OLYMPUS PENPAL
Picture Send Size
Back
A. OLYMPUS PENPAL Share
Set
4
Selecteer de host die u wilt bewerken en druk op Q.
Hosts verwijderen
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Hostinformatie bewerken
Druk op Q om hostinformatie weer te geven. Om de hostnaam te wijzigen, drukt
u nogmaals op Q en past u de huidige naam aan in het daartoe bestemde dialoogvenster.
Albums maken
U kunt de grootte van uw favoriete JPEG-foto's aanpassen en de foto's kopiëren naar
een OLYMPUS PENPAL.
1
Geef de foto die u wilt kopiëren, schermvullend
weer en druk op Q.
2
Selecteer [z] en druk op Q.
Om beelden te kopiëren van een OLYMPUS PENPAL
naar de geheugenkaart, selecteert u [y] en
drukt u op Q.
JPEG
Erase
Back
Send A Picture
Set
<
# Let op
De OLYMPUS PENPAL kan alleen worden gebruikt in de regio waar deze werd
aangeschaft. Afhankelijk van de regio kan het gebruik ervan een inbreuk betekenen op de
voorschriften inzake radiogolven en kan het gebruik onderworpen zijn aan boetes.
A OLYMPUS PENPAL Share
Optie Beschrijving
g
Please Wait Ontvang beelden en voeg hosts toe aan het adresboek. 115
Address Book [Address List]: Bekijk de hosts die in het adresboek zijn
opgeslagen.
[New Pairing]: Voeg een host toe aan het adresboek.
[Search Timer]: Kies hoelang de camera naar een host zoekt.
116
Mijn OLYMPUS
PENPAL
Geef informatie weer voor uw OLYMPUS PENPAL, zoals de
naam, het adres en ondersteunde diensten. Druk op Q om
de naam van het apparaat te bewerken.
116
Picture Send Size Kies het formaat waarin beelden worden verzonden.
[Size 1: Small]: Beelden worden verzonden in een formaat dat
overeenkomt met 640 × 480.
[Size 2: Large]: Beelden worden verzonden in een formaat dat
overeenkomt met 1920 × 1440.
[Size 3: Medium]: Beelden worden verzonden in een formaat
dat overeenkomt met 1280 × 960.
115
MENU
#
A
117
NL
Menufuncties (Accessoirepoortmenu's)
7
B OLYMPUS PENPAL Album
Optie Beschrijving
g
Copy All Alle beeld- en geluidsbestanden worden gekopieerd tussen
de SD-kaart en OLYMPUS PENPAL. Van gekopieerde
beelden wordt de grootte aangepast overeenkomstig de optie
die werd geselecteerd voor de grootte van de beeldkopie.
116
Reset Protect Verwijder de bescherming van alle foto's in het
OLYMPUS PENPAL-album.
116
Album Mem. Usage Toon het aantal foto's dat zich momenteel in het album
bevindt, en het aantal bijkomende foto's dat kan worden
opgeslagen met [Size 2: Medium].
116
Album Mem. Setup [All Erase]: Verwijder alle foto's in het album.
[Format Album]: Formatteer het album.
116
Picture Copy Size Kies de grootte waarmee beelden worden gekopieerd.
[Size 1: Large]: het formaat van gekopieerde afbeeldingen
wordt niet gewijzigd.
[Size 2: Medium]: afbeeldingen worden gekopieerd naar een
grootte die gelijk is aan 1920 × 1440.
116
C Electronic View nder
Optie Beschrijving
g
EVF Adjust Pas de helderheid en
kleurtemperatuur van
optionele externe zoekers
aan. De geselecteerde
kleurtemperatuur wordt ook
gebruikt tijdens de weergave
op de monitor. Gebruik HI om
de kleurtemperatuur (j) of de
helderheid (k) te selecteren, en
gebruik FG om een waarde
te kiezen tussen [+7] en [–7].
-
5
j
+2
k
EVF Adjust
Back
Set
EVF Auto Switch Stel in of het display automatisch moet wegdraaien van de
monitor wanneer u de functie Zoeker schakelen gebruikt.
Wanneer dit is ingesteld op [Off] en u op de knop u drukt op
de externe zoeker, wisselt de weergave tussen de zoeker en
de monitor. Wanneer ingesteld op [On] wisselt de weergave
automatisch naar VF-4 wanneer u daar doorheen kijkt.
140
MENU
#
B
MENU
#
C
118
NL
Beelden printen
8
8
Printreservering (DPOF)
U kunt digitale “printorders“ opslaan op de geheugenkaart die aangeven welke
foto's moeten worden afgedrukt en in welke oplage. U kunt dan de foto's printen in
een printshop die DPOF ondersteunt of u kunt de foto's zelf printen door de camera
rechtstreeks op een DPOF-printer aan te sluiten. Om een printorder te maken is een
geheugenkaart vereist.
Een printorder maken
1
Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [<].
2
Selecteer [<] of [
U
] en druk op Q.
Individuele foto
Druk op HI om het beeld te selecteren waarvoor u een
printreservering wilt instellen en druk op FG om het
aantal prints in te stellen.
Om een printreservering voor meerdere foto's in te
stellen, herhaalt u deze stap. Druk op Q wanneer alle
gewenste foto's geselecteerd zijn.
<
ALL
Print Order Setting
Back
Set
Alle foto's
Selecteer [U] en druk op Q.
3
Selecteer de gewenste datum- en tijdweergave en druk op Q.
No
De foto's worden zonder datum en tijd
geprint.
Date
De foto's worden geprint met de datum van
fotograferen.
Time
De foto's worden geprint met het tijdstip van
fotograferen.
4
Selecteer [Set] en druk op Q.
# Let op
De camera kan niet worden gebruikt om printorders te wijzigen die met andere apparaten
zijn aangemaakt. Als u een nieuw printorder aanmaakt, wist u eventuele bestaande
printorders die aangemaakt zijn met andere apparaten.
Een printorder kan geen 3D-foto's, RAW-beelden of lms bevatten.
Alle of geselecteerde foto's uit het printorder verwijderen
U kunt alle printreserveringsgegevens annuleren of alleen de gegevens voor
geselecteerde foto's.
1
Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [<].
No
Date
Time
X
Back Set
Beelden printen
119
NL
Beelden printen
8
2
Selecteer [<] en druk op Q.
Om alle foto's uit het printorder te verwijderen, selecteert u [Reset] en drukt u op Q.
Om af te sluiten zonder alle foto's te verwijderen, selecteert u [Keep] en drukt u op Q.
3
Druk op HI om beelden te selecteren die u uit het printorder wilt
verwijderen.
• Gebruik G om het aantal prints in te stellen op 0. Druk op Q zodra u alle gewenste
foto's uit de printorder hebt verwijderd.
4
Selecteer de gewenste datum- en tijdweergave en druk op Q.
Deze instelling wordt op alle beelden met printreserveringsgegevens toegepast.
5
Selecteer [Set] en druk op Q.
Direct printen (PictBridge)
Sluit u de camera met het USB-kabeltje aan op een voor PictBridge geschikte printer,
dan kunt u de opgeslagen beelden rechtstreeks printen.
1
Sluit de camera met de meegeleverde USB-kabel aan op de printer en
schakel de camera in.
USB-poort
Kleiner contact
USB-kabel
Multiconnector
Gebruik een volledig opgeladen batterij als u afdrukken wenst te maken.
Als de camera wordt ingeschakeld, moet een dialoogvenster op de monitor
verschijnen om een host te kiezen. Als dit niet het geval is, selecteert u [Auto] voor
[USB Mode] (Blz. 96) in de custom-menu's van de camera.
2
Gebruik FG om [Print] te selecteren.
[One Moment] verschijnt, gevolgd door een
dialoogvenster om de printfunctie te selecteren.
Als het scherm na een paar minuten niet verschijnt,
koppelt u de USB-kabel los start u opnieuw vanaf
stap 1.
USB
MTP
Storage
Print
Exit
Set
Ga verder met “Printen volgens de speci catie van de klant“ (Blz. 120).
# Let op
3D-foto's, RAW-beelden en lms kunnen niet worden geprint.
120
NL
Beelden printen
8
Eenvoudig printen
Gebruik de camera om de foto die u wilt printen weer te geven voor u de printer via de
USB-kabel aansluit.
1
Selecteer met HI de te printen foto's om deze op
de camera weer te geven.
2
Druk op I.
Het instelmenu voor het selecteren van de foto
verschijnt als het printen is voltooid. Om een andere
foto te printen, selecteert u met HI de gewenste foto
en drukt u op Q.
Om af te sluiten, koppelt u de USB-kabel los van de
camera terwijl het instelmenu voor selecteren van de
foto wordt weergegeven.
PC/Custom Print
Easy Print Start
Printen volgens de speci catie van de klant
1
Volg de bedieningsaanwijzingen op voor het instellen van een printoptie.
Printfunctie selecteren
Selecteer de manier van printen (printfunctie). De beschikbare printfuncties staan
hieronder vermeld.
Print De geselecteerde foto's worden geprint.
All Print
Alle foto's die opgeslagen zijn op de kaart worden geprint. Elke foto
wordt één keer geprint.
Multi Print
Print meerdere kopieën van dezelfde foto als afzonderlijke beelden
op een enkel blad.
All Index Print een index van alle beelden die op de kaart zijn opgeslagen.
Print Order
Print overeenkomstig de printreservering die u gemaakt heeft.
Als er geen foto met printreservering bestaat, is deze functie niet
beschikbaar.
De eigenschappen van het printpapier instellen
Deze instelling varieert afhankelijk van het type printer. Als alleen de STANDAARD-
instelling van de printer beschikbaar is, kunt u de instelling niet wijzigen.
Size Stelt het papierformaat in dat de printer ondersteunt.
Borderless
Selecteert of de foto op een volledige pagina wordt geprint of binnen
een blanco kader.
Pics/Sheet
Selecteert het aantal beelden per blad. Dit verschijnt als u de functie
[Multi Print] hebt geselecteerd.
121
NL
Beelden printen
8
De beelden die u wilt printen selecteren
Selecteer de beelden die u wilt printen. De geselecteerde
foto's kunnen later worden geprint (reservering van
een enkel beeld) of het beeld dat u geopend hebt kan
rechtstreeks worden geprint.
Print More
Select Single Print
2013.10.01 12:30 15
123-3456
Print (f)
Print de foto die nu wordt weergegeven. Als er een foto met een
[Single Print]-reservering bestaat, zal alleen deze gereserveerde
foto worden geprint.
Single Print
(t)
Maakt een printreservering voor de foto die nu wordt weergegeven.
Als u na het maken van een [Single Print]-reservering deze
printreservering ook op andere foto's wilt toepassen, selecteert
u met HI de gewenste foto's.
More (u)
Voor het instellen van het aantal prints en andere eigenschappen
van de nu weergegeven foto, en of u deze wilt printen of niet. Hoe
u dat doet, leest u in “Printgegevens instellen“ in de volgende
paragraaf.
Printgegevens instellen
Selecteert of u printgegevens zoals de datum en het tijdstip of de bestandsnaam op
de foto wilt afdrukken. Als de printfunctie ingesteld is op [All Print] en [Option Set]
geselecteerd is, verschijnt de volgende optie.
<×
Voor het instellen van het aantal prints.
Date Print de datum en het tijdstip die bij de foto zijn opgeslagen.
File Name Print de bestandsnaam die bij het beeld is opgeslagen.
P
Snijdt het beeld uit voor het printen. Gebruik de regelaar om de
grootte van de uitsnede te kiezen en FGHI om de uitsnede
te positioneren.
2
Als u de foto's die u wilt printen en de printgegevens hebt ingesteld,
selecteert u [Print] en drukt u op Q.
Om te stoppen en het printen te annuleren, drukt u op Q. Om het afdrukken
te hervatten, selecteert u [Continue].
Printen annuleren
Om het printen te annuleren, markeert u [Cancel] en drukt u op Q. Houd er rekening mee
dat wijzigingen aan de printorder verloren gaan; om het printen te annuleren en terug te
keren naar de vorige stap, waar u wijzigingen kunt aanbrengen aan de huidige printorder,
drukt u op MENU.
9
Camera aansluiten op een computer en een
smartphone
9
122
NL
Camera aansluiten op een computer
en een smartphone
De computersoftware installeren
Windows
1
Plaats de meegeleverde cd in een cd-rom-station.
Windows XP
Er verschijnt een “Setup“-dialoogvenster.
Windows Vista/Windows 7/Windows 8
Er verschijnt een Autorun-dialoogvenster. Klik op
“OLYMPUS Setup“ om het “Setup“-dialoogvenster
weer te geven.
# Let op
Als het dialoogvenster “Setup“ niet wordt weergegeven, selecteert u “Mijn computer“
(Windows XP) of “Computer“ (Windows Vista/Windows 7) in het startmenu.
Dubbelklik op het pictogram CD-ROM (OLYMPUS Setup) om het venster
“OLYMPUS Setup“ te openen, en dubbelklik vervolgens op “LAUNCHER.EXE“.
Als een dialoogvenster “User Account Control“ verschijnt, klikt u op “Yes“
of “Continue“.
2
Volg de instructies op het scherm van uw computer.
# Let op
Als niets wordt weergegeven op het scherm van de camera nadat de camera met de
computer werd verbonden, kan de batterij leeg zijn. Gebruik een volledig opgeladen
batterij.
Multiconnector
Kleiner contact
USB-kabel
Zoek dit teken.
USB-poort
# Let op
Wanneer de camera via USB aangesloten is op een ander apparaat, verschijnt een
bericht om een verbindingstype te kiezen. Selecteer [Storage].
123
NL
Camera aansluiten op een computer en een
smartphone
9
3
Registreer uw Olympus-product.
Klik op de knop “Registration“ en volg de instructies op het scherm.
4
Installeer OLYMPUS Viewer 3.
Controleer de systeemvereisten voor u met de installatie begint.
Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 3“ en volg de instructies op het scherm om
de software te installeren.
Besturingssys-
teem
Windows XP (Service Pack 2 of later) / Windows Vista /
Windows 7 / Windows 8
Processor
Pentium 4 1,3 GHz of beter
(Core2Duo 2.13 GHz of beter vereist voor lms)
RAM-geheugen 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op
de harde schijf
3 GB of meer
Monitorinstel-
lingen
1024 × 768 pixels of meer
Minimaal 65.536 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
Zie online-help voor informatie over het gebruik van de software.
Macintosh
1
Plaats de meegeleverde cd in een cd-rom-station.
De inhoud van de schijf moet automatisch worden
weergegeven in de Finder. Als dit niet het geval is,
dubbelklikt u op het cd-pictogram op het bureaublad.
Dubbelklik op het pictogram “Setup“ om het
dialoogvenster “Setup“ weer te geven.
2
Installeer OLYMPUS Viewer 3.
Controleer de systeemvereisten voor u met de
installatie begint.
Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 3“ en volg de
instructies op het scherm om de software te installeren.
Besturingssys-
teem
Mac OS X v10.5–v10.8
Processor
Intel Core Solo/Duo 1,5 GHz of beter
(Core2Duo 2 GHz of beter vereist voor lms)
RAM-geheugen 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op
de harde schijf
3 GB of meer
Monitorinstel-
lingen
1024 × 768 pixels of meer
Minimaal 32.000 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
Andere talen kunt u kiezen in het taalkeuzevak. Voor meer informatie over het
gebruik van de software, raadpleegt u de online-help.
124
NL
Camera aansluiten op een computer en een
smartphone
9
Foto's naar een computer kopiëren zonder
OLYMPUS Viewer 3
Uw camera voldoet aan de normen voor USB Mass Storage Class. U kunt beelden
overbrengen naar een computer door de camera met de meegeleverde USB-kabel
op een computer aan te sluiten. De volgende besturingssystemen ondersteunen de
USB-aansluiting:
Windows: Windows XP Home Edition/
Windows XP Professional/
Windows Vista/Windows 7/Windows 8
Macintosh: Mac OS X v.10.3 of latere versie
1
Schakel de camera uit en sluit deze aan op de computer.
De plaats van de USB-poort is afhankelijk van het soort computer. Voor details
raadpleegt u de handleiding van de computer.
2
Schakel de camera in.
Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding
wordt weergegeven.
3
Selecteer met FG de optie [Storage]. Druk
op Q.
USB
MTP
Storage
Print
Exit
Set
4
De computer herkent de camera als een nieuw apparaat.
# Let op
Als u Windows Photo Gallery voor Windows Vista, Windows 7 of Windows 8 gebruikt,
selecteert u [MTP] in stap 3.
In de volgende werkomgevingen is een geslaagde gegevensoverdracht niet
gegarandeerd, ook niet als de computer is uitgerust met een USB-poort.
Computers met nieuw geïnstalleerde USB-poort met uitbreidingskaart, enzovoort.
Computers zonder een af fabriek geïnstalleerd besturingssysteem
en zelfgebouwde computers
De bedieningselementen van de camera kunnen niet worden gebruikt terwijl de camera
verbonden is met een computer.
Als het dialoogvenster uit stap 2 niet wordt weergegeven wanneer de camera wordt
aangesloten aan een computer, selecteert u [Auto] voor [USB Mode] (Blz. 96) in de
custom-menu's van de camera.
125
NL
Camera aansluiten op een computer en een
smartphone
9
De draadloze LAN-functie van de camera gebruiken
U kunt de draadloze LAN-functie van de camera gebruiken om via een draadloos
netwerk verbinding te maken met een smartphone.
U kunt beelden bekijken en overbrengen die op de kaart van de camera zijn
opgeslagen.
U kunt aan het beeld informatie over de positie toevoegen met de positiegegevens
van de smartphone.
U kunt de camera bedienen met uw smartphone.
Voor deze handelingen hebt u een smartphone nodig waarop de app voor
smartphones is geïnstalleerd. Raadpleeg de Olympus-website voor informatie over
“OI.Share“, de app voor smartphones.
# Let op
Lees “Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de draadloze LAN-functie“ (Blz. 161)
voordat u de draadloze LAN-functie gebruikt.
Als u de draadloze LAN-functie gebruikt in een land buiten de regio waar u
de camera hebt gekocht, bestaat het risico dat de camera niet voldoet aan de
regelgeving inzake draadloze communicatie van dat land. Olympus kan niet
verantwoordelijk worden geacht voor het niet voldoen aan deze regelgeving.
Zoals bij alle draadloze communicatie bestaat er altijd het risico op onderschepping
door derden.
De draadloze LAN-functie op de camera kan niet worden gebruikt om verbinding te
maken met een privé of publiek toegangspunt.
Uw smartphone voorbereiden
Installeer “OI.Share“, de app voor smartphones, en start OI.Share vervolgens op uw
smartphone.
Uw camera voorbereiden
Er zijn 2 methoden voor draadloze LAN-verbinding.
Private
Hierbij wordt elke keer verbinding gemaakt met een vooraf
ingesteld wachtwoord. Gebruik deze methode als u altijd verbinding
maakt met dezelfde apparaten, zoals uw smartphone, om beelden
over te brengen.
One-Time
Hierbij wordt elke keer verbinding gemaakt met een ander
wachtwoord. Gebruik deze methode voor eenmalige verbinding,
zoals wanneer u geselecteerde beelden met een aantal vrienden
wilt delen.
Selecteer vooraf de methode voor draadloze LAN-verbinding. g “Een draadloze
LAN-verbinding instellen (Wi-Fi-instellingen)“ (Blz. 91)
126
NL
Camera aansluiten op een computer en een
smartphone
9
Privéverbinding
U kunt de volgende procedure volgen om verbinding te maken.
1
Selecteer [Connection to Smartphone] in het q Playback Menu en druk
op Q.
2
Volg de bedieningsaanwijzingen die op de monitor worden weergegeven
en druk op Q om verder te gaan.
De SSID, het wachtwoord en de QR-code worden op de monitor weergegeven.
3
Voer de SSID en het wachtwoord in op uw smartphone.
Als u OI.Share op uw smartphone gebruikt om de QR-code te lezen, worden de SSID
en het wachtwoord automatisch ingevuld.
Als u voor de tweede keer verbinding maakt, wordt deze automatisch tot stand
gebracht.
In OI.Share op uw smartphone wordt een overzicht van de beelden op de camera
weergegeven.
Eenmalige verbinding
1
Selecteer [Connection to Smartphone] in het q Playback Menu en druk
op Q.
De SSID, het wachtwoord en de QR-code worden op de monitor weergegeven.
2
Voer de SSID en het wachtwoord in op uw smartphone.
Als u OI.Share op uw smartphone gebruikt om de QR-code te lezen, worden de SSID
en het wachtwoord automatisch ingevuld.
Als u voor de tweede keer verbinding maakt, wordt eerst een bevestigingsbericht
weergegeven waarin u wordt gevraagd of u uw wachtwoord wilt wijzigen.
De verbinding verbreken
1
Druk op de camera op MENU of raak op de monitor [Stop] aan.
U kunt de verbinding ook verbreken met OI.Share of door uw camera uit te
schakelen.
De verbinding wordt verbroken.
# Let op
De combinatie van de draadloze LAN-functie met OLYMPUS PENPAL, een
Eye-Fi-kaart, of een soortgelijke kaart resulteert in aanzienlijk verminderde prestaties
van de camera.
De draadloze LAN-antenne bevindt zich in de cameragreep. Voorkom, indien
mogelijk, dat u de antenne met uw handen bedekt.
Tijdens draadloze LAN-verbinding gaat de batterij sneller leeg. Als de batterij bijna
leeg is, kan de verbinding worden verbroken tijdens de overdracht.
Verbinding kan moeilijk of traag zijn in de buurt van aparaten die magnetische velden,
statische elektriciteit of radiogolven genereren, zoals een magnetron, draadloze
telefoon.
127
NL
Camera aansluiten op een computer en een
smartphone
9
Wat u allemaal kunt doen met OI.Share
De tijd en datum op uw camera met uw smartphone synchroniseren
Synchroniseer de tijd en datum op uw smartphone en camera zodat u aan de beelden
op uw camera positiegegevens kunt toevoegen. Start de synchronisatie van tijd in
OI.Share.
Het kan even duren voordat de tijd van de camera is gesynchroniseerd.
Positiegegevens van de smartphone aan beelden toevoegen
1
Start de opname van positiegegevens in OI.Share.
Uw smartphone houdt positiegegevens bij voor een vooraf bepaalde interval.
2
Verbreek de verbinding.
De camera is nu klaar voor opnamen.
3
Stop de opname van positiegegevens in OI.Share wanneer
positiegegevens niet meer nodig zijn.
4
Start [Connection to Smartphone] op uw camera.
5
Begin positiegegevens in OI.Share te verzenden.
De positiegegevens worden toegevoegd aan beelden op de geheugenkaart.
Op de beelden waaraan positiegegevens zijn toegevoegd wordt g weergegeven.
# Let op
U kunt geen positiegegevens toevoegen aan lms.
Beelden delen
Als u beelden wilt delen, stelt u een [Share Order] in voor de beelden die u wilt delen.
1
Speel de beelden af en stel [Share Order] (Blz. 64) in.
2
Gebruik [One-Time] om een Wi-Fi-verbinding in te stellen.
De camera bedienen
U kunt met de camera beelden vastleggen door op uw smartphone handelingen uit te
voeren. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer verbinding is gemaakt met [Private].
1
Start [Connection to Smartphone] op uw camera.
U kunt ook verbinding tot stand brengen door op het opnamescherm w aan te raken.
• Fotofuncties P/A/S/M/A zijn beschikbaar.
2
Leg beelden vast met uw smartphone.
# Let op
Het bijhouden van positiegegevens is alleen beschikbaar wanneer u een smartphone
met een GPS-functie gebruikt.
Niet alle camerafuncties zijn beschikbaar via de draadloze LAN-verbinding.
128
NL
Batterij, batterijlader en kaart
10
10
Batterij en lader
Gebruik één enkele Olympus lithium-ionbatterij. Gebruik alleen originele oplaadbare
batterijen van OLYMPUS.
Het verbruik van de camera varieert aanzienlijk, afhankelijk van het gebruik en andere
omstandigheden.
Aangezien de volgende functies veel energie verbruiken, zelfs zonder fotograferen,
zal de batterij snel leeg zijn.
Het vaak half indrukken van de ontspanknop in de stand Fotograferen waardoor
de autofocus herhaaldelijk wordt ingeschakeld.
Langdurig weergeven van beelden op de monitor.
Als de camera op een computer of printer aangesloten is.
Als u een lege batterij gebruikt, kan de camera eventueel uitschakelen zonder dat de
waarschuwing “batterij bijna leeg“ verschijnt.
Op het moment van aanschaf is deze batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij
voor gebruik op met de meegeleverde oplader.
De normaal laadtijd met het meegeleverde oplader bedraagt ongeveer 3 uur 30 minuten
(schatting).
Gebruik geen laadapparaten die niet speciaal bedoeld zijn voor gebruik met de
meegeleverde batterij, en gebruik geen batterijen die niet speciaal bedoeld zijn voor
gebruik met de meegeleverde oplader.
# Let op
Er bestaat ontplof ngsgevaar als de batterij wordt vervangen door een verkeerd type
batterij. Doe gebruikte batterijen weg volgens de instructies “Voorzorgsmaatregelen bij
de omgang met batterijen“ (Blz. 160).
Een optionele AC-adapter gebruiken
De camera kan worden aangesloten op een optionele AC-3 AC-adapter via een
reservebatterijhouder (HLD-7). Andere adapters kunnen niet worden gebruikt. De
stroomkabel die bij de AC-adapter is meegeleverd, kan niet worden gebrukt met
andere producten.
Uw oplader in het buitenland gebruiken
De oplader kan wereldwijd in de meeste elektrische bronnen thuis worden gebruikt
binnen het bereik 100 V tot 240 V AC (50/60 Hz). Afhankelijk van uw land of regio kan het
stopcontact echter anders gevormd zijn waardoor de oplader een verloopstuk nodig heeft.
Vraag naar de details bij uw plaatselijke elektriciteitszaak of reisagentschap.
Gebruik geen in de handel verkrijgbare reisadapters omdat de oplader dan eventueel niet
goed functioneert.
Batterij, batterijlader en kaart
129
NL
Batterij, batterijlader en kaart
10
Toepasbare geheugenkaartjes
In deze handleiding worden alle opslagapparaten “kaarten“
genoemd. De volgende soorten SD-geheugenkaartjes (in de
handel verkrijgbaar) kunnen met deze camera worden gebruikt:
SD, SDHC, SDXC en Eye-Fi. Kijk voor de meest actuele
informatie op de Olympus-website.
Schrijfbeveiligingsschakelaar van SD-kaart
Het SD-kaart is voorzien van een schrijfbeveiligingsschakelaar.
Als u deze schakelaar naar “LOCK“ zet, kunt u geen gegevens naar de
kaart schrijven of ervan wissen en kunt u de kaart niet formatteren. Zet
de schakelaar weer in de ontgrendelpositie om naar de kaart te kunnen
schrijven.
LOCK
# Let op
De gegevens op de kaart zullen niet compleet worden gewist, zelfs niet na het formatteren
van de kaart of het wissen van de gegevens. Indien u de kaart wegdoet, dient u het te
vernietigen om verspreiding van persoonlijke informatie te voorkomen.
Gebruik de Eye-Fi-kaart overeenkomstig de wetten en voorschriften van het land waar
de camera wordt gebruikt. Verwijder de Eye-Fi-kaart uit de camera of schakel de
kaartfuncties uit in vliegtuigen en op andere locaties waar het gebruik ervan verboden
is g [Eye-Fi] (Blz. 101)
Tijdens het gebruik kan het Eye-Fi-kaartje heet worden.
Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, kan de batterij sneller leeglopen.
Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, werkt de camera mogelijk trager.
130
NL
Batterij, batterijlader en kaart
10
Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's dat kan
worden opgeslagen
De in de tabel aangegeven bestandsgrootte geldt bij benadering voor bestanden met
een breedte-hoogteverhouding van 4:3.
Beeld-
kwaliteit
Aantal pixels Compressie
Be-
stands-
indeling
Bestands-
grootte
(MB)
Aantal stilstaande
beelden dat kan
worden opgesla-
gen*
RAW
4608×3456
Verliesvrije compressie ORF Ca. 17 41
YSF
1/2,7
JPEG
Ca. 11 79
YF
1/4 Ca. 7,5 114
YN
1/8 Ca. 3,5 248
YB
1/12 Ca. 2,4 369
XSF
3200×2400
1/2,7 Ca. 5,6 155
XF
1/4 Ca. 3,4 257
XN
1/8 Ca. 1,7 508
XB
1/12 Ca. 1,2 753
XSF
2560×1920
1/2,7 Ca. 3,2 271
XF
1/4 Ca. 2,2 398
XN
1/8 Ca. 1,1 782
XB
1/12 Ca. 0,8 1151
XSF
1920×1440
1/2,7 Ca. 1,8 476
XF
1/4 Ca. 1,3 701
XN
1/8 Ca. 0,7 1356
XB
1/12 Ca. 0,5 1968
XSF
1600×1200
1/2,7 Ca. 1,3 678
XF
1/4 Ca. 0,9 984
XN
1/8 Ca. 0,5 1906
XB
1/12 Ca. 0,4 2653
WSF
1280×960
1/2,7 Ca. 0,9 1034
WF
1/4 Ca. 0,6 1488
WN
1/8 Ca. 0,4 2773
WB
1/12 Ca. 0,3 3813
WSF
1024×768
1/2,7 Ca. 0,6 1564
WF
1/4 Ca. 0,4 2260
WN
1/8 Ca. 0,3 4068
WB
1/12 Ca. 0,2 5547
WSF
640×480
1/2,7 Ca. 0,3 3589
WF
1/4 Ca. 0,2 5085
WN
1/8 Ca. 0,2 7627
WB
1/12 Ca. 0,1 10170
*Bij een SD-kaart van 1GB.
# Let op
Het aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen, is afhankelijk van het
onderwerp, eventueel opgegeven printreserveringen en andere factoren. In bepaalde
gevallen verandert het aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen op de
monitor niet, ook niet als u nieuwe foto's maakt of opgeslagen beelden wist.
De werkelijke bestandsgrootte is afhankelijk van het onderwerp.
Het maximale weergegeven aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen
is 9999.
Voor de beschikbare opnametijden voor lms raadpleegt u de Olympus-website.
131
NL
Verwisselbare lenzen
11
11
Kies een lens volgens het motief en uw creatieve bedoeling. Gebruik
lenzen die uitsluitend bedoeld zijn voor het Micro Four Thirds-systeem
en voorzien zijn van het label M. ZUIKO DIGITAL of het rechts
weergegeven symbool.
Met een adapter kunt u ook Four Thirds- en OM-lenzen gebruiken.
# Let op
Bij het bevestigen of verwijderen van het de beschermkap of de lens kunt u de lensvatting
het beste naar beneden laten wijzen. Hiermee voorkomt u dat er stofjes en dergelijke
in de camera terecht kunnen komen.
• Op stof ge plaatsen kunt u beter nooit de beschermkap verwijderen of de lens
verwisselen.
Richt met de lens op de camera, de lens nooit op de zon. Dit kan camerastoringen en
zelfs brand veroorzaken omdat het zonlicht door de lens gebundeld wordt zoals bij een
vergrootglas.
Zorg dat u de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens niet kwijtraakt.
Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera
bevestigen om te voorkomen dat er stof kan binnendringen.
M.ZUIKO DIGITAL lensspeci caties
Namen van onderdelen
1 Voorkap van de lens
2 Filtervatting
3 Scherpstelring
4 Zoomring (alleen zoomlenzen)
5 Index lensvatting
6 Achterkap van de lens
7 Elektrische contacten
8 UNLOCK-schakelaar (alleen intrekbare
lenzen)
9 Decoratieve ring (alleen sommige
lenzen, te verwijderen wanneer een
zonnekap wordt aangebracht)
Verwisselbare lenzen
132
NL
Verwisselbare lenzen
11
Krachtige zoomlenzen met macrofuncties gebruiken
(ED12-50mm f3.5-6,3EZ)
De lensactivering wordt bepaald door de positie van de zoomring.
Bij het indrukken
MACRO
+
ZoomringMACRO-knop
E-ZOOM (elektrische zoom)
Draai de zoomring voor een krachtige zoom.
Hoe ver u draait bepaalt de zoomsnelheid.
M-ZOOM (handmatige zoom) Draai de zoomring om in- en uit te zoomen.
MACRO (macrofotogra e)
Om foto's te maken van onderwerpen op een afstand
van 0,2 tot 0,5 m, drukt u op de knop MACRO en
schuift u de zoomring vooruit. Zoom is niet beschikbaar.
De rol van de L-Fn-knop kan worden geselecteerd in het custom-menu van de camera.
MF (handmatig scherpstellen)-instelling
(17mm f1,8, ED12mm f2,0 (Snapshot scherpstellen), ED12-40mm
f2,8PRO)
Schuif de scherpstelring in de richting van de pijl om de scherpstelmethode te wijzigen.
AF/MF
MF, Snapshot scherpstellen
Scherpstelring
Bij het scherpstellen voor de snapshot wordt een afstand ingesteld met de
scherpstelring, op basis van de afstand tot het object. De camera stelt scherp met een
scherptediepte die correspondeert met de ingestelde diafragmawaarde.
We raden aan om het diafragma in te stellen op F5.6 of hoger met een 17mm f1,8 of een
ED12mm f2.0.
U kunt een foto maken met de geselecteerde afstandswaarde, ongeacht of de AF-stand
is ingeschakeld.
Gebruik de afstandsschaal alleen als richtlijn.
133
NL
Verwisselbare lenzen
11
Lenskapinstelling (BCL-1580)
Gebruik het hendeltje voor handmatig scherpstellen om de lensafdekking te openen
en sluiten en stel scherp tussen oneindig en close-up.
Er is geen datacommunicatie tussen de camera en de lens.
Bepaalde functies van de camera kunnen niet worden gebruikt.
Stel de brandpuntsafstand in op 15 mm voor de beste beeldstabilisatie.
Hendel voor
handmatig
scherpstellen
De lens-
afdekking
sluiten
Scherpstelling Oneindig
Scherpstelling Afstand
Scherpstelling
Nabij
Lens- en cameracombinaties
Lens Camera Koppeling AF Metering
Micro Four Thirds-lens
Micro Four Thirds-
camera
Ja Ja Ja
Four Thirds-lens Koppeling moge-
lijk met lensvat-
tingsadapter
Ja*
1
Ja
OM-lenzen No Ja*
2
Micro Four Thirds-lens Four Thirds-camera No No No
*1 Bij het opnemen van lms, kunt u [C-AF] of [C-AF+TR] niet gebruiken in [AF-mode].
AF is ook niet actief bij het opnemen van lms.
*2 Een nauwkeurige lichtmeting is niet mogelijk.
134
NL
Verwisselbare lenzen
11
Belangrijkste lensgegevens
Items
ED12-40mm
f2.8PRO
ED40-150mm
f4.0-5.6R
ED14-150mm
f4.0-5.6
Lensvatting Micro Four Thirds-lensvatting
Brandpuntsafstand 12 - 40 mm 40 - 150 mm 14 - 150 mm
Max. diafragma f/2.8 f/4.0 – 5.6 f/4.0 – 5.6
Beeldhoek 84.1° – 30.3° 30.3° – 8.2° 75° – 8.2°
Con guratie van de lens
9 groepen,
14 lenzen
10 groepen,
13 lenzen
11 groepen,
15 lenzen
Irisinstelling f/2.8 – 22 f/4.0 – 22 f/4.0 – 22
Scherpstelbereik
(Brandpuntsafstand)
0.2 m - ) 0.9 m - ) 0.5 m - )
Scherpstelinstelling
AF/MF. snapshot-
scherpstelling
AF/MF wisseling
Gewicht (exclusief kapjes) 382 g 190 g 260 g
Afmetingen
(Max. diameter × lengte)
l69.9 × 84 mm l63.5 × 83 mm l63.5 × 83 mm
Diameter ltervatting 62 mm 58 mm 58 mm
Zonnekap Meegeleverd* LH-61D LH-61C
Items
ED12-50mm
f3.5-6.3EZ
17mm f1.8
BCL-1580
(15 mm f8)
Lensvatting Micro Four Thirds-lensvatting
Brandpuntsafstand 12 - 50 mm 17 mm 15 mm
Max. diafragma f/3.5 – 6.3 f/1.8 f/8
Beeldhoek 84° – 24° 64° 72°
Con guratie van de lens
9 groepen,
10 lenzen
6 groepen,
9 lenzen
3 groepen,
3 lenzen
Irisinstelling f/3.5 – 22 f/1.8 – 22
Vast ingesteld
op f/8
Scherpstelbereik
(Brandpuntsafstand)
0.35 m - )
0.2 m – 0.5 m
(macrostand)
0.25 m - ) 0.30 m - )
Scherpstelinstelling AF/MF wisseling
AF/MF. snapshot-
scherpstelling
MF
Gewicht (exclusief kapjes) 212 g 120 g 22 g
Afmetingen
(Max. diameter × lengte)
l57 × 83 mm l57.5 × 35.5 mm l56 × 9 mm
Diameter ltervatting 52 mm 46 mm
Zonnekap LH-55B LH-48B
* Als u de ED12-40 zonnekap wilt verwijderen, draait u de zonnekap terwijl u de knoppen
aan beide kanten indrukt.
# Let op
De randen van foto's zouden afgesneden kunnen worden als er meer dan één lter
gebruikt wordt of als er een dik lter wordt gebruikt.
135
NL
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
12
12
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
Reservebatterijhouder (HLD-7)
U kunt de duur van het cameragebruik uitbreiden door de reservebatterijhouder met
de batterij van de camera te gebruiken. U kunt functies toewijzen aan het custom-
menu van de camera met de regelaar en de Fn-knop. U kunt een AC-adapter
(apart verkrijgbaar) gebruiken via de HLD-7.
Zorg ervoor dat u de camera uitzet bij het vastmaken of verwijderen van de
reservebatterijhouder.
Namen van onderdelen
Ontspanknop
Voorste regelaar
Bevestigingsschroef camera
Vergrendelknop
verticale bediening
B-Fn2-knop
B-Fn1-knop
Achterste regelaar
Afdekking
AC-connector
De HLD-7 bevestigen
Verwijder de PHB-deksel
onderaan de camera en bevestig
de HLD-7. Draai stevig aan het
ontgrendelwieltje zodra de HLD-7
is bevestigd. Zorg ervoor dat u het
PBH-deksel op de camera plaatst
wanneer de HLD-7 niet vastzit.
De batterij plaatsen
Een BLN-1 batterij gebruiken.
Vergrendel de batterijafdekking
na het plaatsen van de batterij.
a
a
1
2
136
NL
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
12
De AC-adapter gebruiken
Wanneer u de AC-adapter gebruikt, opent u de
AC-connectorkap en sluit u de AC-connector aan.
De regelaar en knop gebruiken
DStel de functies voor de HLD-7-regelaar en B-Fn-knop in met [Button Function] in het
c custom-menu van de camera. g “Button Function“ (Blz. 103)
Belangrijkste speci caties (HLD-7)
Voeding Batterij: li-ionbatterij BLN-1 ×1
AC-voedingsbron: AC-adapter AC-3
Afmetingen Ca. 128,5 mm (B) × 48,2 mm (H) × 57,3 mm (D)
Gewicht Ca. 235 g (zonder batterij en connectorkap)
Spatweerstand
(wanneer aangeslote
op een camera)
Type Equivalent met IEC Standard-uitgave 529 IPX1
(in OLYMPUS-testvoorwaarden)
# Let op
Gebruik geen andere batterijen of AC-adapters dan de opgegeven producten.
Wanneer u dit wel doet, kan dit tot letsel of schade of ontplof ng van het toestel leiden.
Draai niet met uw vingernagels aan de ontgrendelknop. Dit kan letsel veroorzaken.
Gebruik de camera alleen binnen het gegarandeerde bedrijfstemperatuurbereik.
Gebruik of bewaar dit toestel niet op plaatsen met veel stof of een hoge
vochtigheidsgraad.
Raak de contactpunten van dit apparaat niet aan.
Als het hoofdelement of de contacten verontreinigd raken, veeg ze dan af met een
zachte, droge doek. Gebruik geen vochtige doek of organische oplosmiddelen zoals
verfverdunner of benzeen.
Externe itsers die werd ontworpen voor gebruik met
deze camera
Bij deze camera kunt u een van de afzonderlijk verkochte externe itsers gebruiken
om een itser te verkrijgen die aangepast is aan uw wensen. De externe itsers
communiceren met de camera, zodat u de itserfuncties van de camera kunt
uitbreiden met andere itserfuncties zoals TTL-AUTO en Super FP. Monteer een
voor deze camera geschikte externe itser op de itsschoen van de camera. U kunt
de itser ook bevestigen op de bevestigingspunt op de camera met behulp van de
itskabel (optioneel). Raadpleeg hiervoor ook de documentatie die geleverd is bij de
externe itser.
De bovenste limiet van de sluitertijd is 1/250 sec. bij gebruik van een itser.
137
NL
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
12
Beschikbare functies bij gebruik van externe itsers
Optionele
itser
Flitsregeling RG (richtgetal) (ISO100)
RC-
functie
FL-600R
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL,
FP TTL AUTO, FP MANUAL
RG36 (85mm*) RG20 (24mm*)
FL-300R TTL-AUTO, MANUAL RG20 (28mm*)
FL-14 TTL-AUTO, AUTO, MANUAL RG14 (28mm*)
RF-11
TTL-AUTO, MANUAL
RG11
TF-22 RG22
* De brandpuntsafstand van de lens die gebruikt kan worden (35-mm equivalent).
Flitserfotogra e met draadloze afstandsbediening
U kunt een externe itser die bestemd is voor gebruik met deze camera en beschikt
over een afstandsbedieningsstand gebruiken voor draadloze itserfotogra e.
De camera kan elk van drie groepen van externe itsers en de geleverde externe itser
apart aansturen. Raadpleeg de handleidingen die geleverd zijn bij de externe itsers
voor meer informatie.
1
Zet de externe itsers in de RC-stand en plaats ze zoals u wenst.
Schakel de externe itsers in, druk op de knop MODE en selecteer de RC-stand.
Selecteer een kanaal en groep voor elke externe itser.
2
Selecteer [On] voor [# RC Mode] in X Fotografeermenu 2 (Blz. 78).
Het superbedieningspaneel schakelt over naar de RC- itsstand
U kunt een weergave van het superbedieningspaneel kiezen door herhaaldelijk
op de knop INFO te drukken.
• Selecteer een itsstand (let op dat rode ogen onderdrukken niet beschikbaar
is in de RC-stand).
3
Pas de instellingen voor elke groep aan in het superbedieningspaneel.
250250 F5.6
P
3838
A Mode
TTL
M
Off
+5.0
TTL +3.0
1/8
LO
1
Ch
Flitssterkte
Groep
• Selecteer de itserfunctie
en pas de itssterkte
afzonderlijk aan voor
elke groep. Voor de
MANUAL-functie
selecteert u de itssterkte.
Normale itser/Super
FP- itser
• Selecteer Normaal itsen
of Super FP- itsen.
Communicatie-lichtniveau
• Zet de lichtsterkte van het
communicatiesignaal op
[HI], [MID] of [LO].
Kanaal
• Zet het
communicatiekanaal
op hetzelfde kanaal dat
u op de itser gebruikt.
FlitssterkteFlitsregeling
Pas de instelling aan voor de
itser van de camera.
4
Sluit de meegeleverde externe itser aan op de camera en klap de itskop
omhoog.
Nadat u heeft gecontroleerd of de ingebouwde en externe itsers opgeladen zijn,
maakt u een proefopname.
138
NL
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
12
Bedieningsbereik van
de draadloze itser
Plaats de draadloze itsers met de
afstandsbedieningssensor gericht naar de
camera. Op de afbeelding hiernaast wordt
het bereik (bij benadering) weergegeven
waarbinnen de itsers kunnen worden
geplaatst. Het werkelijke bedieningsbereik
varieert afhankelijk van de plaatselijke
omstandigheden.
7m
5m
100°100°
50°
50°
50°
50°
60°
60°
30°
30°
30°
30°
# Let op
Het is aan te bevelen één groep van maximaal drie externe itsers te gebruiken.
• Externe itsers kunnen niet langer dan 4 seconden worden gebruikt voor trage
synchronisatie met tweede sluitergordijn of voor anti-shock-belichtingen.
Als het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kunnen de stuur itsen van
de meegeleverde itser de belichting beïnvloeden (dit effect kan worden beperkt door
de intensiteit van de itser te verminderen met bijvoorbeeld een diffuser).
De bovenste limiet van het synchronisatiemoment van de itser is 1/250 sec. wanneer
de itser wordt gebruikt via afstandsbediening.
Andere externe itsers
Gebruik na het aansluiten het synchronisatiesnoer naar de
itserschoen of externe itsaansluiting. Wanneer u geen
externe itsterminal gebruikt, moet u ervoor zorgen dat
u de kap vastmaakt.
Bij het bevestigen van een itser van een andere
leverancier aan de itsschoen of externe itsaansluiting,
moet u op de volgende punten letten.
Deksel
Het gebruiken van verouderde itseenheden die een stroom van meer dan 250 V op het
X-contact toepassen, zal schade aan de camera veroorzaken.
Als u een itser aansluit op de camera met contactpunten die niet beantwoorden aan de
Olympus-speci caties, kan dit de camera eveneens beschadigen.
Stel de stand Fotograferen in op M, stel de sluitertijd in op een waarde die niet hoger
is dan synchrone itssnelheid, en stel ISO-gevoeligheid in op een andere instelling dan
[AUTO].
• De itsregeling kan alleen worden uitgevoerd door de itser handmatig in te stellen
op de ISO-gevoeligheid en de diafragmawaarde die geselecteerd zijn met de camera.
De helderheid van de itser kan worden geregeld door de ISO-gevoeligheid of het
diafragma aan te passen.
• Gebruik een itser met een verlichtingshoek die geschikt is voor de lens.
De verlichtingshoek wordt meestal uitgedrukt in equivalente brandpuntsafstanden
van een kleinbeeldcamera.
139
NL
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
12
Belangrijkste accessoires
Four Thirds-lensadapter (MMF–2/MMF–3)
De camera heeft een Four Thirds-lensadapter nodig om Four Thirds-lenzen
te bevestigen. Omdat de AF-methode afwijkt bij gebruik van een Micro Four
Thirds-systeemlens, is het operationele AF-veld smaller.
Afstandsbedieningskabel (RM–UC1)
Wordt gebruikt wanneer een zeer licht beweging van de camera tot onscherpe foto's
kan leiden, bijvoorbeeld bij macro- of tijdopnamen. De afstandsbedieningskabel wordt
bevestigd via de multiconnector van de camera.
Voorzetlenzen
Voorzetlenzen worden op de cameralens bevestigd om snel en eenvoudig over te
schakelen naar sh-eye- of macrofotogra e. Op de website van OLYMPUS vindt
u meer informatie over de lenzen die u kunt gebruiken.
Gebruik de geschikte lenskoppeling voor de stand SCN (f, w of m).
Macro-armlamp (MAL–1)
Gebruik deze lamp om onderwerpen voor macrofotogra e te verlichten,
zelfs op afstanden waar met de itser vignettering zou optreden.
Microfoonset (SEMA-1)
De microfoon kan op een afstand van de camera worden geplaatst om
omgevingsgeluiden of geluid van de wind te vermijden. In de handel verkrijgbare
microfoons van andere fabrikanten kunnen ook worden gebruikt met het oog op
uw creatieve bedoelingen. Het is aan te bevelen het meegeleverde verlengsnoer
te gebruiken. (voeding via l3,5mm stereo-ministekker)
Oogkapje (EP-13)
U kunt deze door een groter oogkapje vervangen.
Verwijderen
140
NL
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
12
Voeding
BCN-1
Li-ionbatterijlader
BLN-1
Li-ionbatterij
Software
OLYMPUS Viewer
Digitale fotobeheersoftware
Bediening op
afstand
RM-UC1
Afstandskabel
SD/SDHC/
SDXC/Eye-Fi
Geheugenkaart*
4
Verbindingskabel
USB-kabel/
AV-kabel/
HDMI-kabel
Hoes/riem
Schouderriem
Cameratas
Onderwater
System (Systeem)
Onderwatertas
HLD-7
Reservebatterij-
houder
AC-3
Wisselstroom-
adapter
Systeemoverzicht
*1 Niet alle lenzen kunnen met adapter worden gebruikt. Meer informatie vindt u op de officiële Olympus-
website. Merk ook op dat de productie van OM-systeemlenzen is stopgezet.
*2 Voor compatibele lenzen raadpleegt u de officiële Olympus-website.
Zoeker
EP-13
Oogkapje
VF-3/VF-4
Elektronische zoeker
Apparaten op
accessoirepoort
MAL-1
MACRO-
ARMLAMP
OLYMPUS PENPAL PP-1
*3
Communication Unit
SEMA-1
Microfoonset 1
141
NL
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken
12
: E-M1 compatibele producten
Lens
MF-2 *
1
OM-adapter 2
Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website.
M.ZUIKO DIGITAL ED 12-50mm f3.5-6.3 EZ
M.ZUIKO DIGITAL ED 12-40mm f2.8 PRO
M.ZUIKO DIGITAL ED 12 mm f2.0
M.ZUIKO DIGITAL 17mm f1.8
M.ZUIKO DIGITAL 17 mm f2.8
M.ZUIKO DIGITAL 45 mm f1.8
M.ZUIKO DIGITAL ED 75 mm f1.8
M.ZUIKO DIGITAL ED 60 mm f2.8 Macro
M.ZUIKO DIGITAL 14-42 mm f3.5-5.6 II R
M.ZUIKO DIGITAL ED 9-18 mm f4.0-5.6
M.ZUIKO DIGITAL ED 14-150 mm f4.0-5.6
M.ZUIKO DIGITAL ED 40-150 mm f4.0-5.6 R
M.ZUIKO DIGITAL 75-300mm f4.8-6.7 II
Flitser
STF-22
Dubbele flitserset
FC-1
Macroflitsersturing
FL-600R
Elektronische flitser
FL-14
Elektronische flitser
FL-300R
Elektronische flitser
Voorzetlens*
2
FCON-P01
Visoog
WCON-P01
Groothoek
MCON-P01
Macro
MMF-2/MMF-3 *
1
Four Thirds-adapter
: In de handel verkrijgbare producten
*3 De OLYMPUS PENPAL kan alleen worden gebruikt in de regio waar deze werd aangeschaft. Afhankelijk
van de regio kan het gebruik ervan een inbreuk betekenen op de voorschriften inzake radiogolven en kan
het gebruik onderworpen zijn aan boetes.
*4 Gebruik de Eye-Fi-kaart overeenkomstig de wetten en voorschriften van het land waar de camera wordt
gebruikt.
RF-11*
2
Ringflitser
TF-22 *
2
Dubbele flitser
SRF-11
Ringflitserset
OM-systeemlenzen
Four Thirds-lenzen
142
NL
Informatie
13
13
Fotografeertips en -informatie
De camera schakelt niet in, zelfs niet als batterijen zijn geplaatst
De batterij is niet volledig opgeladen
Laad de batterij op met de oplader.
De batterijen werken tijdelijk niet vanwege een te lage temperatuur
De batterijprestaties dalen bij lage temperaturen. Verwijder de batterij en warm deze
op door hem een tijdje in uw zak te houden.
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop
wordt ingedrukt
De camera is automatisch uitgeschakeld
De camera wordt automatisch in de sluimerstand geschakeld om de batterij minder te
belasten als er geen handelingen worden uitgevoerd gedurende de opgegeven tijd.
g [Sleep] (Blz. 96)
Als er gedurende een ingestelde tijd (4 uur) geen handelingen worden uitgevoerd nadat
de camera overgeschakeld is naar de sluimerstand, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld.
De itser wordt opgeladen
Op de monitor knippert het symbool # als de batterij wordt opgeladen. Wacht tot het
knipperen stopt en druk dan op de ontspanknop.
Kan niet scherpstellen
De camera kan niet scherpstellen op onderwerpen die zich te dicht bij de camera
bevinden of die niet geschikt zijn voor automatisch scherpstellen (het AF-
bevestigingsteken knippert op de monitor). Vergroot de afstand tot het onderwerp of stel
scherp op een onderwerp met veel contrast op dezelfde afstand van de camera als het
gewenste onderwerp, kadreer de foto en maak de opname.
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Het kan moeilijk zijn om met autofocus in de volgende situaties scherp te stellen.
AF-teken knippert.
Deze onderwer-
pen worden niet
scherpgesteld.
Object met weinig
contrast
Extreem fel licht in
het midden van het
beeld
Onderwerp zonder
verticale lijnen
AF-teken gaat
branden maar het
onderwerp is niet
scherpgesteld.
Onderwerpen
op verschillende
afstanden
Snel bewegende
objecten
Het onderwerp valt
niet binnen het AF-
gebied
Informatie
143
NL
Informatie
13
Ruisonderdrukking is geactiveerd
Met name bij nachtelijke opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beel-
druis verschijnen. De camera activeert de ruisonderdrukking na het fotograferen met lange
sluitertijden. Tijdens dit proces niet fotograferen. U kunt [Noise Reduct.] op [Off] zetten.
g [Noise Reduct.] (Blz. 97)
Het aantal AF-kaders is gereduceerd
Het aantal en de grootte van de AF-kaders is afhankelijk van de breedte-hoogteverhouding, de
instelling voor groepsdoelen en de optie die werd geselecteerd voor [Digital Tele-converter].
Bij gebruik van een Four Thirds-systeemlens zijn er 37 doelen.
De datum en tijd zijn niet ingesteld
De camera wordt gebruikt met de instellingen van het moment van aanschaf
De datum en tijd van de camera is niet ingesteld bij aanschaf. Stel de datum en tijd in
voordat u de camera gebruikt. g “Datum en tijd instellen“ (Blz. 17)
De batterij is uit de camera verwijderd
De datum en tijd worden naar de standaardinstellingen af fabriek hersteld als ongeveer
1 dag geen batterij in de camera zit. Deze instellingen kunnen eerder verloren gaan
als de batterij maar gedurende een korte tijd in de camera heeft gezeten. Controleer,
voordat u belangrijke foto's gaat maken, of de juiste datum en tijd zijn ingesteld.
De ingestelde functies worden weer op de standaard
fabrieksinstellingen gezet
Als u de functieknop verdraait of de camera uitschakelt in een andere fotografeerstand dan
P, A, S of M, worden functies waaraan wijzigingen werden aangebracht, hersteld naar de
standaard fabrieksinstellingen.
Gemaakte foto's zien er witachtig uit
Dit kan gebeuren als de foto met tegenlicht of semitegenlicht gemaakt is. Dit wordt
veroorzaakt door het verschijnsel dat lichtverstrooiing of lichtspiegeling wordt genoemd.
Bedenk zoveel mogelijk een compositie waarbij een sterke lichtbron niet in het beeld wordt
opgenomen. Een lichtvlek kan zelfs optreden als een lichtbron niet in het beeld aanwezig is.
Gebruik een zonnekap om de lens tegen de lichtbron af te schermen. Als een zonnekap niet
helpt, gebruikt u uw hand om de lens tegen het licht af te schermen.
g “Verwisselbare lenzen“ (Blz. 131)
Onbekende heldere puntjes verschijnen op het onderwerp
van de gemaakte foto
Dit kan worden veroorzaakt door vastgeraakte pixel(s) op het beeldopneemelement.
Voer [Pixel Mapping] uit.
Als het probleem niet is opgelost, herhaalt u Pixel Mapping een paar keer. g “Pixel
Mapping - Controleren van de beeldbewerkingsfuncties“ (Blz. 148)
Functies die niet vanuit menu's geselecteerd kunnen worden
Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu's als
de pendelknop gebruikt wordt.
Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen.
Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld:
Combinatie van [T] en [Noise Reduct.], enz.
144
NL
Informatie
13
Foutcodes
Aanduiding
op monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
No Card
U hebt geen kaart in de camera
geplaatst of de kaart wordt niet
herkend.
Plaats de kaart in de camera, of
plaats een andere kaart.
Card Error
Er is een probleem met de
kaart.
Plaats de kaart opnieuw in de
camera. Blijft het probleem
bestaan, dan moet u de kaart
formatteren. Als de kaart niet
geformatteerd kan worden, kan dit
niet gebruikt worden.
Write Protect
Opslaan op deze kaart is niet
toegestaan.
De schrijfbeveiliging van de kaart
staat op “LOCK“. Verschuif de
schakelaar. (Blz. 129)
Card Full
De kaart is vol. Er kunnen
geen foto's meer worden
genomen of er kan geen infor-
matie, zoals printreservering,
meer worden opgeslagen.
Er is geen plaats op de kaart
en printreservering of nieuwe
beelden kunnen niet opgesla-
gen worden.
Vervang de kaart door een andere
of wis overbodige beelden.
Breng belangrijke beelden over
naar een computer voordat u
beelden gaat wissen.
Clean the contact area of
the card with a dry cloth.
Clean Card
Format
Card Setup
Set
De kaart kan niet worden
gelezen. De kaart is eventueel
niet geformatteerd.
Selecteer [Clean Card], druk op
Q en schakel de camera uit.
Verwijder de kaart en veeg het
metalen contactvlak met een
zachte, droge doek schoon.
• Selecteer [Format][Yes] en
druk vervolgens op Q om
de kaart te formatteren. Bij
het formatteren worden alle
gegevens op de kaart gewist.
No Picture
Er zijn geen foto's op de kaart
opgeslagen.
De kaart bevat geen foto's.
Foto's opslaan en weergeven.
145
NL
Informatie
13
Aanduiding
op monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
Picture Error
Er heeft zich een probleem met
de geselecteerde foto voorge-
daan, waardoor dit beeld met
de camera niet kan worden
weergegeven. Of het beeld kan
met deze camera niet worden
weergegeven.
Gebruik de
beeldbewerkingssoftware om het
beeld op een PC te bekijken.
Lukt dat niet, dan is het
beeldbestand beschadigd.
The Image Cannot
Be Edited
Foto's die met een andere
camera zijn genomen kunnen
niet met deze camera bewerkt
worden.
Gebruik beeldbewerkingssoftware
om de foto te bewerken.
Picture Error
Beelden kunnen niet worden
overgezet tussen apparaten
die momenteel gegevens
ontvangen of verzenden.
Verhoog de beschikbare
hoeveelheid geheugen op
de kaart door bijvoorbeeld
ongewenste beelden te
verwijderen, of kies een kleinere
bestandsgrootte voor de beelden
die u wilt verzenden.
m
De interne temperatuur van
de camera is toegenomen
ten gevolge van repeterende
opnamen.
Schakel de camera uit en wacht
tot de interne temperatuur
gedaald is.
Internal camera
temperature is too
high. Please wait
for cooling before
camera use.
Wacht even totdat de camera
automatisch wordt uitgeschakeld.
Laat de interne temperatuur van
de camera afkoelen, voordat u de
camera weer in gebruik neemt.
Battery Empty
De batterij is uitgeput. Laad de batterij op.
No Connection
De camera is niet op de juiste
wijze verbonden met een
computer, printer, HDMI-scherm
of ander apparaat.
Sluit de camera opnieuw aan.
No Paper
De papiervoorraad van de
printer is op.
Leg een nieuwe voorraad papier
in de printer.
146
NL
Informatie
13
Aanduiding
op monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
No Ink
De inktvoorraad van de printer
is op.
Vervang de inktcassette in de
printer.
Jammed
Het papier in de printer is
vastgelopen.
Haal het papier dat de printer
blokkeert uit de printer.
Settings Changed
De papiercassette van de printer
is verwijderd of de printer werd
bediend, terwijl de instellingen
op de camera gemaakt werden.
Bedien de printer niet, terwijl u
instellingen op de camera maakt.
Print Error
Er heeft zich een probleem
met de printer en/of de camera
voorgedaan.
Schakel camera en printer uit.
Controleer de printer en hef
eventuele storingen op voordat u
beide apparaten weer inschakelt.
Cannot Print
Het is mogelijk dat foto's die met
andere camera's gemaakt zijn,
niet vanuit deze camera geprint
kunnen worden.
Gebruik een computer om de
foto's te printen.
The lens is locked.
Please extend the
lens.
De lens van de intrekbare lens
blijft ingeschoven.
Laat de lens naar buiten komen.
(Blz. 14)
Please check the
status of a lens.
Er heeft zich een afwijking
voorgedaan tussen de camera
en de lens.
Schakel de camera uit, controleer
de verbinding met de lens en
schakel de stroomtoevoer weer in.
147
NL
Informatie
13
De camera schoonmaken en opbergen
Reinigen van de camera
Schakel de camera uit en verwijder de batterij alvorens de camera te reinigen.
Camerahuis:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt
u de doek in een mild sopje en wringt u de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige
doek goed af en droog hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het
strand gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed
uitgewrongen doek.
Monitor:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens:
Verwijder stof van de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje. Wrijf de lens
met een lensreinigingsdoekje voorzichtig schoon.
Opslag
Haal de batterij en de kaart uit de camera als u denkt de camera langere tijd niet te
gebruiken. Berg de camera op op een koele, droge, goed geventileerde plaats.
Plaats van tijd tot tijd de batterijen in de camera en controleer de functies van de camera.
Verwijder stof en andere vreemde voorwerpen van het huis en de achterkappen voor u ze
bevestigt.
Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera
bevestigen om te voorkomen dat er stof kan binnendringen. Vergeet niet de lenskapjes
vooraan en achteraan terug te zetten voor u de lens opbergt.
Maak de camera na gebruik schoon.
Niet opslaan bij insectenwerende middelen.
Reinigen en controleren van het beeldopneemelement
Deze camera beschikt over een stofreductiefunctie om ervoor te zorgen dat er geen
stof op het beeldopneemelement komt en om stof of vuil van het oppervlak van het
beeldopneemelement te verwijderen met ultrasone trillingen. De stofreductie werkt als
de camera wordt ingeschakeld.
De stofreductiefunctie werkt op hetzelfde moment als Pixel mapping, dat het
beeldopneemelement en het beeldbewerkingscircuit controleert. Omdat de stofreductie
elke keer dat de camera aangezet wordt, geactiveerd wordt, moet de camera rechtop
gehouden worden voor een effectieve stofreductie.
# Let op
Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of een met chemicaliën
behandeld reinigingsdoekje.
Berg de camera niet op in ruimtes waar met chemicaliën gewerkt wordt, om de camera te
beschermen tegen roest.
Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens
optreden.
Controleer alle onderdelen van de camera als u hem langere tijd niet heeft gebruikt.
Maak een proefopname om te controleren dat de camera naar behoren werkt, voordat
u belangrijke foto's maakt.
148
NL
Informatie
13
Pixel Mapping - Controleren van de beeldbewerkingsfuncties
Met de functie Pixel Mapping kan de camera het beeldopneemelement en de
beeldbewerkingfuncties controleren en bijstellen. Als u de monitor hebt gebruikt of
continu foto's hebt gemaakt, wacht dan minstens één minuut voordat u de functie pixel
mapping gebruikt om er zeker van te zijn dat de functie correct werkt.
1
Selecteer [Pixel Mapping] in het c custom-menu (Blz. 101) tabblad k.
2
Druk op I en druk vervolgens op Q.
Tijdens het controleren van de beeldbewerkingfuncties geeft de [Busy]-balk in het
monitorbeeld de voortgang weer. Als het controleren van de beeldbewerkingsfuncties
afgesloten is, verschijnt het menu weer.
# Let op
Als u tijdens het controleren van de beeldbewerkingsfuncties de camera uitschakelt,
begint u opnieuw vanaf stap 1.
149
NL
Informatie
13
Menulijst
*1: Kan worden toegevoegd aan [Myset].
*2: Standaard kan worden hersteld door [Full] voor [Reset] te selecteren.
*3: Standaard kan worden hersteld door [Basic] voor [Reset] te selecteren.
K Shooting Menu
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
W
Card Setup 78
Reset/Myset
79
Picture Mode
jNatural

70
K
Still Picture
YN

72
Videobeelden
X
Image Aspect 4:3

71
Digital Tele-converter Uit

86
X
j/Y
o

57
Image Stabilizer
Still Picture S-I.S Auto

68
Movie M-I.S. On

Bracketing Off

82
AE BKT 3f 1,0EV
WB BKT
A – B
83
G – M
FL BKT 83
ISO BKT 83
ART BKT 83
HDR
Uit

61
Multiple Exposure
Frame Uit

84Auto Gain Off
Overlay Off
Time Lapse
Settings
Uit

85
Frame 99
Start Waiting Time 0:00:01
Interval Time 0:00:01
Time Lapse Movie Uit
# RC Mode
Uit

137
150
NL
Informatie
13
q Playback Menu
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3 g
q
m
Starten
67
BGM Joy

Slide All

Slide Interval 3 sec.
Movie Interval Short
R
On

87
Edit
Sel. Image
RAW Data Edit 87
JPEG Edit 88
R
89
Image Overlay 89
Print Order
118
Reset Protect 89
Connection to Smartphone 89
d Setup-menu
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
d
X
17
W
*
90
i
j ±0, k ±0,
Natural
90
Rec View 0.5 sec.

90
Wi-Fi Settings
Wi-Fi Connect
Settings
Private
90
Private Password
Reset share
Order
Reset Wi-Fi
Settings
c/# Menu
Display
c Menudisplay
On
90
# Menudisplay
Uit
Firmware 90
* Instellingen verschillen afhankelijk van het land waar de camera is gekocht.
151
NL
Informatie
13
c Custom Menu
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
cR
AF/MF
AF Mode
Still Picture S-AF

92
Videobeelden C–AF
Full-time AF Uit

AEL/AFL
S-AF mode1

C-AF mode2
MF mode1
Reset Lens On

BULB/TIME Focusing On

Focus Ring b

MF Assist
Magnify Uit

Peaking Uit

P
Set Home
o

AF Illuminat. On

93
I Face Priority
K

AF Area Pointer On

C-AF lock Uit

S
Button/Dial/Lever
Button
Function
U
Function
P

93
V
Function
Multi-functie
RFunction
RREC
t Functie
AEL/AFL
Y
Function
k
ZFunction
z
IFunction
#
*
GFunction
j/Y
*
nFunction
P
m
Function
AEL/AFL
n
Function
P
l
Function
AF stop
Dial
Function
P
Ps/
F

A
FNo./
F
S
Shutter/
F
M Shutter/FNo.
Menu
FG/HI
q
Prev/Next/
G
/U
Dial Direction
Belichting Dial1

Ps Dial1
Mode Dial Function Uit
t
Hendelfunctie
mode1
u
+
v
On
* Wanneer de FG-knoppen zijn ingesteld op [Direct Function]
152
NL
Informatie
13
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
cT
Release/
j
Rls Priority S Uit

93
Rls Priority C On

j
L fps
6 fps

j
H fps
10 fps

j
+ IS Off
On
Half Way Rls With IS On
Lens I.S. Priority Off

94
Release Lag-Time Normaal
U
Disp/8/PC
HDMI
HDMI Out 1080i
94
HDMI Control Uit
Video Out
K
Control
Settings
iAUTO Live Guide
P/A/S/M Live Control
ART Art Menu
SCN Scene Menu
G/Info
Settings
q
Info
Image Only, Overall

LV-Info
Image Only,
u
, Level
Gauge

G
Settings
O
, Calendar

Displayed Grid Uit

Picture Mode Settings Alles inschakelen

Histogram
Settings
Highlight 255
Shadow 0
Mode Guide On
Live View Boost Uit

Frame Rate Normaal

Art LV Mode mode1
Expand LV Dyn. Range On
Flicker reduction Auto
95
LV Close Up Mode mode2
Peaking Settings Wit

Backlit LCD Hold

Sleep 1 min.

Auto Power Off 4h

8
On

USB Mode Auto

153
NL
Informatie
13
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
cV
Exp/
p
/ISO
EV Step 1/3EV

96
Noise Reduct. Auto

Noise Filter Standard

97
ISO Auto

ISO Step 1/3EV

ISO-Auto Set
High Limit: 1600
Default: 200

ISO-auto P/A/S

Metering
p

AEL Metering Auto

BULB/TIME Timer 8 min.

BULB/TIME Monitor -7

Live BULB Uit

Live TIME 0,5 sec.

Anti-Shock
z
Uit

W
#
Custom
#
X-Sync.
1/320

98
#
Slow Limit
1/60

w
+
F
Uit

X
K
/Color/WB
K Set
K1 YF, K2 YN, K3 XN,
K4 WN

98
Pixel
Count
Xiddle
2560×1920

Wmall
1280×960
Shading Comp. Uit

WB Auto A : 0, G : 0

All >
All Set

All Reset
W
Keep Warm Color
On

#
+WB
WB Auto

Color Space sRGB

Y
Record/Erase
Quick Erase Uit

99
RAW+JPEG Wissen RAW+JPEG

File Name Reset
Edit Filename Uit
Priority Set No

dpi Settings 350dpi
Copyright
Settings
Copyright Info. Uit
Artist Name
Copyright Name
154
NL
Informatie
13
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
cZ
Videobeelden
n
Mode
P
100
Movie
R
On

Movie Effect On
Wind Noise Reduction Uit
Recording Volume
Built-In
R
Standard
External
R
Standard
Line-In
R
Standard
b
Built-In EVF
Built-in EVF Style Style 3
101
V Info Settings
u, Gauge-niveau,
basisinformatie
V Displayed Grid
Uit

EVF Auto Switch On
EVF Adjust
EVF Auto
luminantie
On

V Half Way Level
On
k
K
Utility
Pixel-Mapping
101
Exposure
Shift
p
±0

J
5
AF Focus Adj. Uit
: Waarschuwingsniveau
±0
: Batterijprioriteit
PBH Battery

Level Adjust
Touch Screen Settings On
Eye-Fi On
155
NL
Informatie
13
# Accessory Port Menu
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
#A
OLYMPUS PENPAL Delen
Please Wait 115, 116
Address
Book
Address List
116
Search Timer 30 sec.
New Pairing
My OLYMPUS PENPAL
Picture Send Size Size 1: Small
B
OLYMPUS PENPAL Album
Copy All
117
Reset Protect
Album Mem. Usage
Album Mem. Setup
Picture Copy Size Size 2: Medium
C
Electronic View nder
EVF Adjust
j ±0, k ±0
117
EVF Auto Switch On
156
NL
Informatie
13
Speci caties
Camera
Soort camera
Soort camera Digitale camera met verwisselbaar “Micro Four Thirds“-
standaardlenssysteem
Lens M.Zuiko Digital, Micro Four Thirds-lens
Lensvatting Micro Four Thirds-lensvatting
Equivalente
brandpuntsafstand op een
kleinbeeldcamera (35 mm)
Ca. tweemaal de brandpuntsafstand van de lens
Beeldopneemelement
Soort camera 4/3" Live MOS-sensor
Totaal aantal pixels Ongeveer 17.200.000 pixels
Aantal effectieve pixels Ongeveer 16.280.000 pixels
Schermgrootte 17,3 mm (H) × 13,0 mm (V)
Breedte-hoogteverhouding 1,33 (4:3)
Zoeker
Type Elektronische zoeker met oogsensor
Aantal pixels 2.360.000 pixels
Vergroting 100%
Oogpunt Ca. 21,0 mm (–1 m
-1
)
Live bekijken
Sensor Gebruikt Live MOS-sensor
Beeldhoek 100%
Monitor
Soort camera 3.0-inch TFT kleuren-LCD, Vari-angle, touchscreen
Totaal aantal pixels Ongeveer 1.040.000 punten (breedte-hoogteverhouding 3:2)
Sluiter
Soort camera Automatische spleetsluiter
Sluiter 1/8000 - 60 sec., bulbfotogra e, tijdfotogra e
Autofocus
Soort camera Hi-Speed Imager AF
Scherpstellingspunten 81 punten
Selectie van
scherpstelpunt
Auto, Optioneel
Belichtingsregeling
Lichtmeetsysteem TTL-lichtmeetsysteem (imager-lichtmeting)
Digitale ESP-meting/Lichtmeting met nadruk op het centrum/Spotmeting
Meetbereik EV –2 - 20 (komt overeen met M.ZUIKO DIGITAL 17 mm f2.8 ISO100)
Fotofuncties
A: iAUTO/P: Program AE (Programma-aanpassing mogelijk)/
A: Diafragmavoorkeuze AE/S: Sluitertijdvoorkeuze AE/M: Handmatig/
J: PHOTO STORY/ART: Kunst lter/SCN: Scene/n: Film
ISO-gevoeligheid LOW, 200 - 25600 (1/3, 1 EV stap)
Belichtingscorrectie ±5 EV (1/3, 1/2, 1 EV stap)
Witbalans
Soort camera Beeldopneemelement
Functie-instelling Auto/Vooraf ingestelde WB (7 instellingen)/Voorkeursinstelling WB/WB
met één knop
157
NL
Informatie
13
Opnemen
Opslagmedium SD, SDHC, SDXC en Eye-Fi
UHS-I-compatibel
Opslagsysteem Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design Rule for
Camera File system (DCF)), RAW-gegevens, MP-indeling
Compatibel met de
normen
Exif 2.3, Digital Print Order Format (DPOF), PRINT Image Matching III,
PictBridge
Geluid bij stilstaande
beelden
Wave-indeling
Videobeelden MPEG-4 AVC/H.264/Motion JPEG
Audio Stereo, PCM 48 kHz
Beelden weergeven
Weergaveformaat Enkelbeeldweergave/Gezoomd weergeven/Indexweergave/
Kalenderweergave
Aandrijving
Sluiterfunctie Enkelbeeldopnamen/Repeterende opnamen/Zelfontspanner
Repeterende opnamen
Tot 10 fps (T)
Zelfontspanner Vertragingstijd: 12 sec./2 sec./Aangepast
Energiebesparende
functie
Schakelen naar slaapstand: 1 minuut, uitschakelen: 4 uur
(Deze functie kan worden aangepast.)
Externe itser
Flitsregeling TTL-AUTO (TTL-voor itsfunctie)/MANUAL
Synchronisatiesnelheid 1/320 s of trager (FL-LM2)
Draadloos LAN
Compatibele standaard IEEE 802.11b/g/n
Externe connector
Multiconnector (USB-connector, AV-connector)/HDMI-microconnector (type D)/accessoirepoort/
externe iitsconnector/microfoonconnector
Voeding
Batterij Li-ionbatterij ×1
Afmetingen/gewicht
Afmetingen 130,4 mm (W) × 93,5 mm (H) × 63,1 mm (D)
(niet gemeten over uitstekende delen)
Gewicht Ca. 497 g (met batterij en kaart)
Gebruiksomgeving
Temperatuur –10 °C - 40 °C (tijdens bedrijf)/–20 °C - 60 °C (tijdens opslag)
Luchtvochtigheid 30% - 90% (tijdens bedrijf)/10% - 90% (tijdens opslag)
Spatweerstand
Type Equivalent met IEC Standard-uitgave 529 IPX1 (in OLYMPUS-
testvoorwaarden)
HDMI, het HDMI-logo en High-De nition
Multimedia Interface zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van
HDMI Licensing LLC.
158
NL
Informatie
13
FL-LM2
Gidsnummer 7 (ISO100), 10 (ISO200)
Flitshoek Dekt de beeldhoek van een 14 mm lens (28 mm in 35 mm een kleinbeeldcamera)
Afmetingen Ca. 44,3 mm (W) × 33,5 mm (H) × 52,5 mm (D)
Gewicht Ca. 31 g
Spatweerstand Type Equivalent met IEC Standard-uitgave 529 IPX1 (in OLYMPUS-
testvoorwaarden)
Lithium-ionbatterij
MODELNR. BLN-1
Soort camera Herlaadbare lithium-ionbatterij
Nominale spanning DC 7,6 V
Nominale capaciteit 1220 mAh
Aantal keren laden en ontladen Ca. 500 keer (afhankelijk van de gebruiksomstandigheden)
Omgevingstemperatuur 0 °C - 40 °C (tijdens laden)
Afmetingen Ca. 36,0 mm (W) × 15,4 mm (H) × 50,2 mm (D)
Gewicht Ca. 52 g
Lithium-ionoplader
MODELNR. BCN-1
Nominaal ingangsvermogen AC 100 V - 240 V (50/60 Hz)
Nominaal uitgangsvermogen DC 8,7 V, 600 mA
Laadtijd Ca. 4 uur (kamertemperatuur)
Omgevingstemperatuur 0 °C - 40 °C (tijdens bedrijf)/
–20 °C - 60 °C (tijdens opslag)
Afmetingen Ca. 67 mm (W) × 26 mm (H) × 95,5 mm (D)
Gewicht (zonder AC-kabel) Ca. 77 g
De AC-kabel die bij dit apparaat is geleverd, mag alleen met dit apparaat worden gebruikt
en niet met andere apparaten. Gebruik geen kabels van andere apparaten met dit
apparaat.
WIJZIGINGEN IN TECHNISCHE GEGEVENS ZIJN VOORBEHOUDEN ZONDER
VOORAFGAANDE KENNISGEVING OF VERPLICHTING VAN DE ZIJDE VAN
DE FABRIKANT.
159
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
14
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
LET OP
GEVAAR VOOR
ELEKTRISCHE SCHOK
NIET OPENEN
LET OP: OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE
VOORKOMEN, MAG DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET VERWIJDERD
WORDEN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN
WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN. LAAT DAT OVER AAN
ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
Een driehoek met daarin een uitroepteken vestigt uw aandacht op
belangrijke aanwijzingen in de bij deze camera geleverde documentatie
ten aanzien van de bediening en het onderhoud ervan.
GEVAAR
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat ernstige letsels of de dood tot gevolg
hebben.
WAAR-
SCHUWING
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat letsels of de dood tot gevolg hebben.
LET OP
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat lichte persoonlijke letsels, schade aan
apparatuur, of het verlies van waardevolle gegevens tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING!
STEL DE CAMERA, OM GEVAAR VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOK TE
VOORKOMEN, NOOIT BLOOT AAN WATER, GEBRUIK DE CAMERA OOK NIET IN
OMGEVINGEN MET ZEER HOGE VOCHTIGHEID EN DEMONTEER HEM NIET.
Algemene
voorzorgsmaatregelen
Lees alle gebruiksaanwijzingen
Lees, voordat u het apparaat gaat gebruiken,
alle gebruiksaanwijzingen. Bewaar alle
gebruiksaanwijzingen en documentatie om deze
later nog eens te kunnen raadplegen.
ReinigenTrek voordat u het apparaat
gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het
stopcontact. Gebruik uitsluitend een vochtige
doek om het apparaat te reinigen. Gebruik nooit
vloeibare of aërosole reinigingsmiddelen, of welk
soort organische oplosmiddel dan ook, om het
apparaat te reinigen.
Accessoires — Gebruik voor uw veiligheid
en om beschadigingen aan dit product te
voorkomen, uitsluitend de door Olympus
aanbevolen accessoires.
Water en vocht – Voor de
voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van
weerbestendig uitgevoerde producten raadpleegt
u de desbetreffende paragrafen over de
weerbestendigheid.
Plaats van opstelling — Bevestig het
product op een statief, standaard of beugel om
beschadigingen te voorkomen.
Elektrische voedingsbron – Sluit de
camera uitsluitend aan op de in de technische
gegevens beschreven elektrische voedingsbron.
Vreemde voorwerpen — Steek om
persoonlijk letsel te voorkomen, nooit een
metalen voorwerp in de camera.
Hitte — Gebruik of berg de camera nooit op in
de buurt van een warmtebron zoals een radiator,
verwarmingsrooster, kachel of enig ander
apparaat of toestel dat warmte ontwikkelt, met
inbegrip van stereo-versterkers.
160
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Voorzorgsmaatregelen bij
de omgang met het product
WAARSCHUWING
Gebruik de camera niet in de buurt van
brandbare of explosieve gassen.
Gebruik de itser en LED nooit bij
personen (zuigelingen, kleine kinderen
enz.) die zich dichtbij bevinden.
U moet zich minimaal op 1 m afstand
van de gezichten van de personen die
u fotografeert bevinden. Het te dicht bij de
ogen van de te fotograferen personen itsen
kan tijdelijk gezichtsverlies veroorzaken.
Houd de camera uit de buurt van kleine
kinderen, zuigelingen en huisdieren.
Gebruik en berg de camera altijd op
buiten het bereik van kleine kinderen en
zuigelingen omdat anders de volgende
gevaarlijke situaties kunnen ontstaan die
ernstig letsel kunnen veroorzaken:
Verward raken in de riem van de camera,
wat verstikking tot gevolg kan hebben.
Per ongeluk inslikken van de batterijen,
kaarten of andere kleine onderdelen.
Per ongeluk ontsteken van de itser
terwijl ze in de itser kijken of vlak voor de
ogen van andere kinderen.
Per ongeluk een letsel oplopen door
bewegende delen van de camera.
Kijk met de camera niet recht in de zon of
in het licht van sterke lichtbronnen.
Gebruik en berg de camera niet op in
stof ge of vochtige ruimten.
Dek de itser, op het moment dat die
ontsteekt, niet af met uw hand.
LET OP
Bespeurt u in de buurt van de camera
ongewone geuren, vreemde geluiden of
rook, gebruik de camera dan onmiddellijk
niet meer.
Haal de batterijen nooit met blote handen
uit de camera omdat u zich dan kunt
branden.
Gebruik de camera niet met natte handen.
Laat de camera nooit achter op plaatsen
waar deze aan extreem hoge temperaturen
kan worden blootgesteld.
Doet u dat toch, dan kan daardoor de
kwaliteit van bepaalde onderdelen achteruit
gaan en in sommige gevallen zelfs brand
worden veroorzaakt.
Gebruik de oplader niet als dit is bedekt
(bijvoorbeeld een deken). Hierdoor kan
oververhitting en uiteindelijk zelfs brand
ontstaan.
Behandel de camera met zorg om te
voorkomen dat u verbrandingen oploopt.
Omdat de camera metalen onderdelen
bevat, kan oververhitting ontstaan en kunt u
zich branden. Let daarom op het volgende:
Gebruikt u de camera lang achtereen,
dan kan deze heet worden. Hanteert u de
camera in deze toestand, dan kan dat een
verbranding veroorzaken.
Op plaatsen waar extreem lage
temperaturen kunnen optreden, kan de
temperatuur van het camerahuis lager
worden dan de omgevingstemperatuur.
Draag waar mogelijk handschoenen als u
de camera bij lage temperaturen hanteert.
Wees voorzichtig met de camerariem.
Let op de camerariem terwijl u de camera
met u meedraagt. De riem kan achter een
vreemd voorwerp blijven haken en zo
ernstige schade veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen bij
de omgang met batterijen
Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op
om te voorkomen dat batterijen gaan lekken,
oververhit raken, ontbranden, exploderen
of elektrische schokken of verbrandingen
veroorzaken.
GEVAAR
De camera gebruikt een door Olympus
voorgeschreven lithium-ionbatterij. Laad de
batterij op met het voorgeschreven oplader.
Gebruik geen andere laders.
Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi
ze ook niet in het vuur.
Tref voorzorgsmaatregelen bij het vervoeren
of opbergen van batterijen om te voorkomen
dat ze in aanraking komen met metalen
objecten, zoals sieraden, pennen, paperclips,
enzovoort.
Bewaar batterijen nooit op een plaats waar
ze zullen blootstaan aan felle zon of aan
hoge temperaturen, zoals in een warme
wagen, nabij een warmtebron enz.
Volg altijd alle aanwijzingen met betrekking tot
het gebruik van batterijen zorgvuldig op, om
te voorkomen dat de batterijen gaan lekken
of de contacten ervan beschadigd raken.
Probeer nooit batterijen uit elkaar te halen of
op een of andere manier aan te passen, bij-
voorbeeld door er aan te solderen, enzovoort.
Is batterijvloeistof in uw ogen terecht
gekomen, spoel uw ogen dan onmiddellijk
overvloedig met schoon, stromend water en
raadpleeg onmiddellijk een arts.
Berg batterijen altijd op buiten het bereik van
kleine kinderen. Heeft een kind per ongeluk
een batterij doorgeslikt, raadpleeg dan
onmiddellijk een arts.
161
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Als u vaststelt dat de oplader rook, warmte,
een ongewoon geluid of een ongewone geur
afgeeft, dient u het gebruik onmiddellijk te
stoppen en de stekker uit het stopcontact te
halen, waarna u contact opneemt met een
geautoriseerde distributeur of servicedienst.
WAARSCHUWING
Houd batterijen altijd droog.
Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan
lekken, oververhit raken, brand veroorzaken
of exploderen, uitsluitend het voor dit product
aanbevolen type batterijen.
Plaats de batterijen voorzichtig, zoals
beschreven in de gebruiksaanwijzing, in de
camera.
Indien de oplaadbare batterijen niet binnen
de vastgestelde tijd opgeladen zijn, laad de
batterijen dan niet verder op en gebruik ze
niet meer.
Gebruik geen batterij die gebarsten of
gebroken is.
Is een batterij gaan lekken, verkleurd of
vervormd, of gedraagt de batterij zich op
een of andere manier afwijkend, gebruik de
camera dan niet meer.
Als er batterijvloeistof op uw kleding terecht
is gekomen, trek het kledingstuk dan uit en
spoel het onmiddellijk met schoon, stromend,
koud water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts wanneer de vloeistof met uw huid in
aanraking is gekomen.
Stel batterijen nooit bloot aan zware
schokken of ononderbroken trillingen.
LET OP
Controleer de batterij voor het opladen altijd
op lekkage, verkleuringen, vervormingen of
andere afwijkingen.
Tijdens langdurig gebruik kunnen de
batterijen heet worden. Verwijder de batterij
nooit onmiddellijk na gebruik van de camera
om kleine brandwonden te voorkomen.
Denkt u de camera langere tijd achtereen niet
te gebruiken, haal de batterij er dan uit.
Deze camera gebruikt een door Olympus
voorgeschreven lithium-ionbatterij. Gebruik
geen ander type batterij. Lees de handleiding
voor de batterij zorgvuldig door voor een
veilig en juist gebruik.
Er kan een storing in het contact optreden
als de polen van de batterij nat of vettig zijn.
Droog de batterij voor gebruik goed met een
droge doek.
Laad de batterij altijd op als deze voor het
eerst wordt gebruikt of als deze langere tijd
niet gebruikt is.
Probeer de camera en de reservebatterij
zo warm mogelijk te houden, indien de
camera wordt gebruikt met batterijvoeding
bij een lage temperatuur. Het is mogelijk
dat een batterij die is leeggeraakt bij lage
temperaturen, weer herstelt als deze de
kamertemperatuur aanneemt.
Het aantal foto's dat u kunt maken, is
afhankelijk van de lichtomstandigheden of
van de batterij.
Schaf voldoende reservebatterijen aan,
voordat u een lange reis maakt, met name
als u naar het buitenland gaat. Het is mogelijk
dat het aanbevolen type batterij in het
buitenland niet verkrijgbaar is.
Wanneer de camera gedurende lange tijd
niet zal worden gebruikt, dient u deze op een
koele plaats op te bergen.
Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled
worden om de natuurlijke hulpbronnen
te ontzien. Zorg er bij de afvoer van lege
batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en
neem altijd de plaatselijke voorschriften en
regelgeving in acht.
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
van de draadloze LAN-functie
WAARSCHUWING
Schakel de camera uit in ziekenhuizen
en op andere locaties waar medische
apparatuur aanwezig is.
De radiogolven van de camera kunnen
medische apparatuur negatief beïnvloeden,
waardoor deze apparatuur mogelijk niet
goed meer werkt en ongelukken kunnen
worden veroorzaakt.
Schakel de camera uit wanneer u zich in
een vliegtuig bevindt.
Het gebruik van draadloze apparaten in
vliegtuigen kan de veilige werking van het
vliegtuig belemmeren.
Let op de werkomgeving
Om de uiterst precieze technologie in dit
product te beschermen, mag u de camera
nooit achterlaten op de volgende plaatsen,
ongeacht of u de camera op die plaatsen
gebruikt of bewaart:
Plaatsen waar de temperatuur en/of voch-
tigheid hoog zijn of onderworpen zijn aan
extreme schommelingen. In direct zonlicht,
op het strand, in een afgesloten wagen of
nabij andere warmtebronnen (kachel, radi-
ator, enz.) of een luchtbevochtiger.
In omgevingen met veel zand of stof.
In de buurt van brandbare of explosieve
voorwerpen.
Op natte plaatsen, zoals een badkamer
of in de regen. Wanneer producten
met weerbestendig ontwerp worden
gebruikt, dient u ook de bijbehorende
handleidingen te raadplegen.
Op plaatsen die blootstaan aan sterke
trillingen.
162
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Laat de camera nooit vallen en stel hem nooit
bloot aan zware schokken of trillingen.
Als de camera op een statief bevestigd is,
stelt u de positie van de camera met de
statiefkop in. Verdraai de camera niet.
Richt de camera niet te lang op de zon.
Daardoor kan de lens of het sluitergordijn
beschadigd raken, kunnen kleurvervalsing of
nevenbeelden op het beeldopneemelement
optreden en kan zelfs brand ontstaan.
Laat de elektrische contacten van de camera
en verwisselbare lenzen ongemoeid. Denk
eraan het kapje erop te doen als u de lens
verwijdert.
Haal de batterijen uit de camera als u denkt
de camera langere tijd achtereen niet te ge-
bruiken. Kies een koele, droge opbergplaats
om condensatie of schimmelvorming in de
camera te voorkomen. Is de camera langere
tijd opgeborgen geweest, dan schakelt
u deze in en controleert u de juiste werking
door de ontspanknop in te drukken.
De camera kan een storing vertonen als deze
wordt gebruikt op een plaats die blootstaat
aan een magnetisch/elektromagnetisch veld,
radiogolven of hoogspanning, bijvoorbeeld
nabij een televisietoestel, magnetron,
videogame, luidsprekers, grote monitor, tv/
radiomast of zendmasten. In dergelijke
gevallen schakelt u de camera uit en weer
aan voor u hem gebruikt.
Houd u altijd aan de beperkingen die gesteld
zijn aan de omgevingscondities zoals die zijn
beschreven in de handleiding van de camera.
Raak het beeldopneemelement van de
camera niet aan en wrijf er niet over.
Monitor
Het display aan de achterzijde van de camera
is een LCD-monitor.
In het onwaarschijnlijke geval dat de monitor
breekt, mag u de vloeibare kristallen niet in
uw mond steken. Materiaal dat zich vasthecht
op uw handen, voeten of kleding moet
onmiddellijk worden afgespoeld.
Langs de onder- en bovenrand van het
monitorbeeld kan een heldere band
verschijnen, maar dat wijst niet op een defect.
Kijkt u met de camera schuin naar een object,
dan kunnen de contouren van het beeld er
op de monitor gerafeld uitzien, maar dat wijst
niet op een defect. Met de camera in de stand
Weergeven is dit verschijnsel minder opvallend.
Op plaatsen waar lage temperaturen kunnen
optreden kan het enkele momenten duren
voordat de monitor oplicht of kunnen tijdelijke
kleurverschuivingen optreden.
Gebruikt u de camera op extreem koude
plaatsen, dan is het goed om de camera
tussen de opnamen op een warme plaats op
te bergen. Een monitor die slecht presteert
als gevolg van lage temperaturen herstelt
zich weer zodra de temperatuur weer
normale waarden aanneemt.
De monitor is gemaakt met hoge-precisie-
technologie. Er kunnen echter zwarte of lichte
punten op de monitor verschijnen.
Als gevolg van de karakteristieke eigenschap-
pen van de monitor of van de hoek waaronder
u het beeld op de monitor bekijkt, zijn deze
punten niet gelijk in kleur en helderheid. Dit is
echter normaal en betekent geen storing.
Lens
Niet onderdompelen in water of nat laten worden.
Niet laten vallen of geweld op de lens
uitoefenen.
Houd het beweegbare deel van de lens niet
vast.
Raak het lensoppervlak niet direct aan.
Raak de contactpunten niet direct aan.
Niet blootstellen aan abrupte
temperatuurwijzigingen.
Wettelijke en andere bepalingen
Olympus geeft geen enkele garantie of
waarborg ten aanzien van mogelijke kosten
of van winstverwachtingen door rechtmatig
gebruik van dit apparaat, of van aanspraken
van derden, die voortvloeien uit ondeskundig
gebruik van dit apparaat.
Olympus geeft geen enkele garantie of
waarborg ten aanzien van mogelijke kosten
of van winstverwachtingen door rechtmatig
gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit
het verloren gaan van beeldgegevens.
Beperkte aansprakelijkheid
Olympus geeft geen enkele garantie of
waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend
aanvaard, ten aanzien van of met betrekking
tot de inhoud van dit geschreven materiaal of
van de software en kan in geen enkel opzicht
aansprakelijk worden gesteld voor enige
stilzwijgende waarborg met betrekking tot
de verkoopbaarheid of de geschiktheid voor
enige speci ek doel of voor enige directe,
indirecte, zwaarwegende, bijkomstige of andere
schade (met inbegrip van en niet beperkt
tot schade door derving van inkomsten of
verlies van zakelijke winsten, onderbreking
van zakelijke activiteiten en verlies van
zakelijke informatie) die voortvloeien uit het
gebruik van of niet kunnen gebruiken van het
geschreven materiaal of van de software of van
de apparatuur. Sommige landen accepteren
een dergelijke uitsluiting of beperking op de
aansprakelijkheid voor directe of indirecte
schade of van de stilzwijgende waarborg niet,
zodat de hierboven opgesomde beperkingen
mogelijk op uw situatie niet van toepassing zijn.
163
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Olympus behoudt zich alle rechten van deze
handleiding voor.
Waarschuwing
Fotograferen of gebruik van materiaal waarop het
auteursrecht van toepassing is kan schending
van het auteursrecht betekenen. Olympus
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
ongeautoriseerd fotograferen, voor het gebruik
van de apparatuur of voor handelingen die in
strijd zijn met de rechten van belanghebbenden.
Betreffende het copyright
Alle rechten voorbehouden. Niets van dit
geschreven materiaal of van deze software
mag zonder vooraf verkregen schriftelijke
toestemming van Olympus op geen enkele wijze
of langs welke elektronische of mechanische
weg dan ook, met inbegrip van fotokopiëren,
het langs elektronische weg vastleggen
en het gebruik van informatieopslag en
informatiezoeksystemen, worden gebruikt
of gereproduceerd. Olympus aanvaardt
geen enkele aansprakelijkheid voor de in
deze handleiding of in de software besloten
informatie, of voor schade die kan voortvloeien
uit het gebruik van de in deze handleiding of
in de software besloten informatie. Olympus
behoudt zich het recht voor de uitvoering en de
inhoud van deze handleiding te wijzigen zonder
voorafgaande kennisgeving of enige verplichting.
FCC-voorschriften
Dit apparaat werd getest en voldoet aan de
eisen voor digitale apparatuur van klasse
B conform Deel 15 van de FCC-richtlijnen.
Deze beperkingen zijn opgesteld om redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke
interferentie bij een residentiële installatie. Dit
apparaat produceert, gebruikt en straalt mogelijk
radiofrequentie-energie uit. Indien het apparaat
niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens de
instructies, kan dit storende effecten veroorzaken
voor radiocommunicatie. Er wordt echter
geen enkele garantie gegeven dat er bij een
bepaalde installatie geen storingen optreden.
Als dit apparaat radio- en televisieontvangst
hinderlijk stoort, wat kan worden bepaald door
het apparaat uit en weer in te schakelen, wordt
de gebruiker geadviseerd te trachten de storing
op te heffen door een of meer van de volgende
maatregelen te treffen:
Richt de ontvangstantenne anders of
verplaats deze.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en
ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact
van een andere groep dan die waarop de
ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg voor hulp de dealer of een
ervaren radio / televisie-technicus.
Voor het aansluiten van de camera op een
computer mag uitsluitend de door OLYMPUS
bij de camera geleverde USB-kabel worden
gebruikt.
FCC-voorschriften
Wijzigingen of aanpassingen waarvoor de partij
verantwoordelijk voor naleving niet uitdrukkelijk
toestemming heeft verleend, kunnen het recht
van de gebruiker om dit apparaat te bedienen
ongeldig maken.
Deze zender mag niet worden geplaatst in de
buurt van of bediend in combinatie met een
andere antenne of zender.
Dit apparaat voldoet aan de limieten voor
blootstelling aan straling van FCC/IC voor een
omgeving die niet onder controle is en voldoet
aan de richtlijnen van FCC inzake blootstelling
aan radiofrequentie (RF) in Bijlage C tot
OET65 en RSS-102 van de regels van IC
inzake blootstelling aan radiofrequentie (RF).
Dit apparaat bevat zeer lage niveaus van
RF-energie die zullen voldoen zonder de SAR
(speci c absorption ratio) te testen.
Gebruik uitsluitend een
toepassingsgerichte oplaadbare
batterij en batterijlader
We adviseren u om uitsluitend de originele
toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en
batterijlader van Olympus bij deze camera te
gebruiken.
Het gebruik van niet-originele oplaadbare
batterijen en/of batterijlader kan brand of
persoonlijk letsel veroorzaken als gevolg van
lekken, verhitting, ontbranding of beschadiging
van de batterij. Olympus stelt zich niet
aansprakelijk voor ongelukken of beschadigingen
die voortkomen uit het gebruik van batterijen
en/of batterijlader die geen origineel Olympus-
accessoire zijn.
164
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Voor klanten in Noord- en Zuid-Amerika
Voor klanten in de VS
Conformiteitsverklaring
Modelnummer : E-M1
Handelsnaam : OLYMPUS
Verantwoordelijke partij :
Adres : 3500 Corporate Parkway, P. O. Box 610, Center Valley, PA 18034-0610, VS
Telefoonnummer : 484-896-5000
Getest op naleving van FCC-normen
VOOR THUIS- OF KANTOORGEBRUIK
Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-richtlijnen en de door Industry Canada vrijgestelde
RSS-norm(en). Bediening is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden:
(1) Dit apparaat mag geen hinderlijke storingen veroorzaken.
(2) Dit apparaat moet elke ontvangen storing accepteren, inclusief storing die onbedoelde bediening
kan veroorzaken.
Voor klanten in Canada
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan Canadian ICES-003. CAN ICES-3(B)
OLYMPUS WERELDWIJDE BEPERKTE
GARANTIE - BEELDAPPARATUUR
Olympus garandeert dat de bijgeleverde
Olympus®-beeldapparatuur en Olympus®-
accessoires (individueel een “product“ genoemd
en samen de “producten“) vrij zijn van defecten
bij normaal gebruik voor een periode van een (1)
jaar vanaf de datum van aankoop.
Als een product defect zou raken binnen de
garantieperiode van een jaar, dient de klant het
defecte product in te leveren bij een servicedienst
van Olympus in overeenstemming met de hieronder
beschreven procedure (zie “WAT U MOET DOEN
WANNEER SERVICE BENODIGD IS“).
Olympus zal naar eigen goeddunken het defecte
product herstellen, vervangen of aanpassen,
gesteld dat het onderzoek gevoerd door Olympus
uitwijst dat (a) het defect zich heeft voorgedaan bij
een normaal en correct gebruik en (b) het product
nog wordt gedekt door de beperkte garantie.
Herstelling, vervanging of aanpassing van
defecte producten is de enige verplichting van
Olympus en de enige oplossing voor de klant
binnen deze garantie.
De klant is aansprakelijk en betaalt voor
de verzending van de producten naar de
servicedienst van Olympus.
Olympus kan niet verplicht worden om preventief
onderhoud, noch installatie, verwijdering of
gewoon onderhoud uit te voeren.
Olympus behoudt zich het recht voor om (i)
herstelde en/of geschikte gebruikte onderdelen
(die voldoen aan de kwaliteitseisen van
Olympus) te gebruiken voor reparaties binnen
de garantie of enige andere reparaties en (ii)
eventuele interne of externe veranderingen door
te voeren aan het ontwerp en/of de functies van
de producten zonder hiervoor aansprakelijk te
kunnen worden gesteld.
ZAKEN DIE NIET DOOR DEZE BEPERKTE
GARANTIE WORDEN GEDEKT
Volgende zaken worden niet door deze beperkte
garantie of op enige andere manier door
Olympus gedekt, expliciet, impliciet of statutair:
(a) producten en accessoires die niet door
Olympus werden geproduceerd en/of niet de
“OLYMPUS“-merknaam dragen (de garan-
tiedekking voor apparaten en accessoires
van andere fabrikanten, die door Olympus
kunnen worden verdeeld, valt onder de
verantwoordelijkheid van de fabrikanten van
deze producten en accessoires in overeen-
stemming met de voorwaarden en duur van
de garanties van deze fabrikanten);
(b) producten die uit elkaar werden gehaald, wer-
den hersteld, werden gewijzigd of aangepast
door andere personen dan geautoriseerd
servicepersoneel van Olympus, tenzij deze
herstellingen door anderen werden uitgevoerd
na schriftelijke toestemming van Olympus;
(c) defecten of schade aan de producten ten
gevolge van slijtage, verkeerd gebruik, mis-
bruik, nalatigheid, zand, vloeistoffen, schok-
ken, verkeerde bewaring, niet uitvoeren van
gepland onderhoud, batterijlekken, gebruik
van accessoires of verbruiksgoederen van
andere producenten dan “OLYMPUS“, of
gebruik van de producten in combinatie met
apparaten die niet compatibel zijn;
(d) softwareprogramma's;
(e) verbruiksgoederen (met inbegrip van maar niet
beperkt tot lampen, inkt, papier, lms, afdruk-
ken, negatieven, kabels en batterijen); en/of
(f) Producten die geen geldig geplaatst en
geregistreerd Olympus-serienummer
hebben, tenzij het om een model gaat
waarop Olympus geen serienummers plaatst
en registreert.
165
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
MET UITZONDERING VAN DE HIERBOVEN
VERMELDE BEPERKTE GARANTIE GEEFT
OLYMPUS GEEN ENKELE ANDERE GA-
RANTIE OF WAARBORG MET BETREKKING
TOT DE PRODUCTEN, ZOWEL DIRECT ALS
INDIRECT, EXPLICIET OF IMPLICIET, OF
TEN GEVOLGE VAN EEN OF ANDERE WET,
VOORSCHRIFT, COMMERCIEEL GEBRUIK
OF ANDERSZINS, INCLUSIEF MAAR NIET
BEPERKT TOT ELKE GARANTIE INZAKE GE-
SCHIKTHEID, DUURZAAMHEID, ONTWERP,
WERKING OF TOESTAND VAN DE PRODUC-
TEN (OF DELEN ERVAN) OF DE VERKOOP-
BAARHEID VAN DE PRODUCTEN OF HUN
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL,
OF MET BETREKKING TOT DE INBREUK OP
EEN PATENT, AUTEURSRECHT OF ANDER
EIGENDOMSRECHT DAT HIERIN WORDT
GEBRUIKT OF IS INBEGREPEN.
ALS BEPAALDE IMPLICIETE GARANTIES GEL-
DEN TEN GEVOLGE VAN EEN BEPAALDE WET-
GEVING, WORDEN DEZE QUA DUUR BEPERKT
TOT DE DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE.
HET IS MOGELIJK DAT SOMMIGE STATEN
EEN VERWERPING VAN AANSPRAKELIJK-
HEID OF EEN BEPERKING VAN DE GA-
RANTIES EN/OF EEN BEPERKING INZAKE
AANSPRAKELIJKHEID NIET ERKENNEN.
IN VOORKOMEND GEVAL ZIJN DE BOVEN-
STAANDE VERWERPINGEN VAN AANSPRA-
KELIJKHEID EN UITSLUITINGEN MOGELIJK
NIET VAN TOEPASSING.
HET IS BOVENDIEN MOGELIJK DAT DE
GEBRUIKER BEROEP KAN DOEN OP ANDERE
EN/OF BIJKOMENDE RECHTEN EN MIDDELEN
DIE VARIËREN VAN STAAT TOT STAAT.
DE KLANT ERKENT EN GAAT ERMEE AK-
KOORD DAT OLYMPUS NIET AANSPRAKELIJK
KAN WORDEN GESTELD VOOR EVENTUELE
SCHADE DIE DE GEBRUIKER OPLOOPT
TEN GEVOLGE VAN EEN VERTRAAGDE
LEVERING, FALEN VAN HET PRODUCT, HET
ONTWERP, DE SELECTIE OF DE PRODUCTIE
VAN HET PRODUCT, BEELD- OF GEGE-
VENSVERLIES OF BESCHADIGING, OF TEN
GEVOLGE VAN ENIGE ANDERE OORZAAK,
OM HET EVEN OF ER AANSPRAKELIJK-
HEID WORDT AANGEHAALD TEN GEVOLGE
VAN CONTRACTBREUK, ONGELDIGHEID
(MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID EN
STRIKTE PRODUCTAANSPRAKELIJKHEID)
OF ANDERS. OLYMPUS KAN IN GEEN GEVAL
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
ENIGE INDIRECTE, TOEVALLIGE, GEVOLG-
OF SPECIALE SCHADE (MET INBEGRIP VAN
MAAR NIET BEPERKT TOT WINSTDERVING
OF VERLIES VAN GEBRUIK), LOSSTAAND
VAN HET FEIT OF OLYMPUS AL DAN NIET OP
DE HOOGTE IS OF ZOU MOETEN ZIJN VAN
DE MOGELIJKHEID TOT DERGELIJK VERLIES
OF DERGELIJKE SCHADE.
Garanties en waarborgen die door om het
even welke persoon werden gegeven, met
inbegrip van maar niet beperkt tot dealers,
vertegenwoordigers, verkopers of agenten
van Olympus, die niet overeenstemmen of in
tegenstrijd zijn met de bepalingen van deze
beperkte garantie, zijn niet bindend voor
Olympus tenzij deze schriftelijk werden opgesteld
en goedgekeurd door een gemachtigde
vertegenwoordiger van Olympus.
Deze beperkte garantie is de volledige en
exclusieve garantieverklaring waartoe Olympus
zich verbindt met betrekking tot de producten en
zal alle voorafgaande en gelijktijdige mondelinge
of schriftelijke overeenkomsten, akkoorden,
voorstellen en communicaties inzake dit
onderwerp vervangen.
Deze beperkte garantie geldt uitsluitend voor
de oorspronkelijke klant en kan niet worden
overgedragen of doorverwezen.
WAT U MOET DOEN WANNEER SERVICE
BENODIGD IS
De gebruiker moet eventuele beeld- of
andere opgeslagen gegevens op het product
overdragen naar een ander beeld- of
gegevensopslagmedium en/of eventuele lms
verwijderen uit het product vooraleer dit naar
Olympus te verzenden voor service.
OLYMPUS IS IN GEEN GEVAL
VERANTWOORDELIJK VOOR HET OPSLAAN,
BEWAREN OF ONDERHOUDEN VAN
EVENTUELE BEELD- OF ANDERE GEGEVENS
OPGESLAGEN OP EEN PRODUCT DAT
WERD ONTVANGEN VOOR SERVICE OF
OP EEN FILM DIE IS ACHTERGEBLEVEN IN
EEN PRODUCT DAT WERD ONTVANGEN
VOOR SERVICE, NOCH KAN OLYMPUS
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
VOOR ENIGE SCHADE IN HET GEVAL VAN
BEELD- OF GEGEVENSVERLIES TIJDENS DE
SERVICE (INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT
TOT DIRECTE, INDIRECTE, TOEVALLIGE,
GEVOLG- OF SPECIALE SCHADE,
WINSTDERVING OF VERLIES VAN GEBRUIK),
LOSSTAAND VAN HET FEIT OF OLYMPUS
AL DAN NIET OP DE HOOGTE IS OF ZOU
MOETEN ZIJN VAN DE MOGELIJKHEID
TOT DERGELIJK VERLIES OF DERGELIJKE
SCHADE.
Verpak het product zorgvuldig en gebruik
hiervoor voldoende opvulling om schade tijdens
de verzending te vermijden, en bezorg het
product aan de geautoriseerde Olympus-dealer
die u het product heeft verkocht of verzend het
product gefrankeerd en verzekerd naar een van
de servicediensten van Olympus.
Wanneer u producten terugzendt voor service,
moet het pakket de volgende zaken bevatten:
166
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
1 De originele bon met de datum en plaats van
aankoop.
2 Een kopie van deze beperkte garantie
waarop het serienummer staat vermeld
dat overeenstemt met het serienummer op
het product (tenzij het om een model gaat
waarop Olympus geen serienummers plaatst
en registreert).
3 Een gedetailleerde omschrijving van het
probleem.
4 Voorbeeldafdrukken, negatieven, digitale
afdrukken (of bestanden op een schijf) indien
beschikbaar en indien deze verband houden
met het probleem.
Wanneer de service voltooid is, wordt het
product gefrankeerd naar u teruggestuurd.
WAARHEEN KUNT U HET PRODUCT
VERZENDEN VOOR SERVICE
Zie “WERELDWIJDE GARANTIE“ voor de
dichtstbijzijnde servicedienst.
INTERNATIONALE GARANTIESERVICE
Een internationale garantieservice is beschikbaar
onder deze garantie.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk “CE“ garandeert
dat dit product voldoet aan de
richtlijnen van de EU (Europese
Unie) wat betreft veiligheid,
gezondheid, milieubehoud en
persoonlijke veiligheid van de
gebruiker. Apparaten met het
keurmerk “CE“ zijn bedoeld voor
de Europese markt.
Hierbij verklaren Olympus
Imaging Corp. en Olympus
Europa SE & Co. KG dat deze
E-M1 beantwoordt aan de
essentiële vereisten en andere
relevante bepalingen van richtlijn
1999/5/EG.
Meer details vindt u op
http://olympus-europa.com/
Dit symbool [een doorgekruiste
rolcontainer WEEE Annex IV]
geeft aan dat oude elektrische en
elektronische apparatuur apart
wordt ingezameld in landen die
zijn aangesloten bij de EU.
Gooi uw oude apparatuur niet bij
het huisvuil.
Volg de in uw land geldende
afvalrichtlijnen wanneer u dit
product weggooit.
Dit symbool [een doorgekruiste
rolcontainer volgens Richtlijn
2006/66/EG bijlage II] geeft aan
dat in de EU-landen afgedankte
batterijen apart moeten worden
ingezameld.
Gooi oude batterijen niet bij het
huisvuil.
Volg de in uw land geldende
afvalrichtlijnen wanneer u oude
batterijen weggooit.
Waarborgbepalingen
1 Indien dit product gebreken vertoont, hoewel
het op de juiste wijze gebruikt wordt (in
overeenstemming met de meegeleverde
documentatie Voorzichtig gebruik en
gebruiksaanwijzingen), tijdens de geldende
nationale garantieperiode en als het werd
aangeschaft bij een geautoriseerde Olympus-
dealer binnen het zakengebied van Olympus
Europa SE & Co. KG zoals bepaald op de
website: http://www.olympus.com, wordt dit
product gerepareerd of, naar Olympus’ keuze,
kosteloos vervangen. Voor aanspraak op
deze garantie dient de klant, voor het einde
van de geldende nationale garantieperiode,
het product binnen te brengen bij de dealer
waar het product aangeschaft is of iedere
andere servicedienst van Olympus binnen
het zakengebied van Olympus Europa SE &
Co. KG zoals bepaald op de website: http://
www.olympus.com. Tijdens de wereldwijde
garantieperiode van één jaar kan de klant
het product terugbrengen naar iedere
servicedienst van Olympus. Let erop dat niet
in alle landen een dergelijke servicedienst van
Olympus gevestigd is.
2 De klant dient het product op eigen risico
naar de dealer of de geautoriseerde
servicedienst van Olympus te brengen en
hij draagt zelf de kosten die ontstaan bij het
transport van het product.
Garantiebepalingen
1 “OLYMPUS IMAGING CORP.“ verleent
een wereldwijde garantie van 1 jaar.
Deze wereldwijde garantie moet worden
aangeboden bij een geautoriseerde
servicedienst van Olympus voor een
herstelling onder deze garantievoorwaarden
kan worden uitgevoerd. Deze garantie is
enkel geldig als het Garantiecerti caat en
het aankoopbewijs worden aangeboden aan
de servicedienst van Olympus. Merk op dat
deze garantie een aanvulling vormt op en
geen invloed heeft op de hierboven vermelde
wettelijke rechten van de klant.
167
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
2 Deze garantie geldt niet in onderstaande
gevallen. De klant is zelf verantwoordelijk
voor de reparatiekosten, zelfs indien deze
gebreken optreden tijdens de hierboven
vermelde garantieperiode.
a) Elk gebrek dat optreedt wegens
onoordeelkundig gebruik (zoals
handelingen die niet worden genoemd in
Voorzichtig gebruik of andere delen van
de gebruiksaanwijzing, etc.)
b) Elk gebrek dat optreedt wegens een
reparatie, wijziging, reiniging, etc. die
niet is uitgevoerd door Olympus of
een geautoriseerde servicedienst van
Olympus.
c) Gebreken of beschadigingen die ontstaan
bij het transporteren, door vallen, stoten,
etc. na aankoop van het product.
d) Gebreken of beschadigingen die
ontstaan door een brand, aardbeving,
overstroming, blikseminslag, andere
natuurrampen, milieuvervuiling en
onregelmatige spanningsbronnen.
e) Elk gebrek dat optreedt wegens
onzorgvuldige of ongeschikte opslag
(zoals opbergen op een plaats die is
blootgesteld aan hoge temperaturen
en relatieve vochtigheid, nabij
insectenwerende middelen zoals
naftaleen of schadelijke stoffen, etc.),
ondeskundig onderhoud, etc.
f) Elk gebrek dat optreedt wegens lege
batterijen, etc.
g) Elk gebrek dat ontstaat doordat zand,
modder, etc. in de behuizing van het
product is gekomen.
h) Indien de garantieverklaring niet wordt
meegeleverd met het product.
i) Indien de garantieverklaring op een
of andere wijze gewijzigd wordt met
betrekking tot het jaar, de maand en de
datum van aankoop, de naam van de
klant, de naam van de dealer, en het
serienummer.
j) Indien geen bewijs van aankoop bij deze
garantieverklaring gevoegd wordt.
3 Deze garantie is uitsluitend op het product
van toepassing; de garantie is niet van
toepassing op ieder ander toebehoren, zoals
de behuizing, de camerariem, het lenskapje
en de batterijen.
4 Olympus’ enige verplichting onder deze
garantie is beperkt tot het repareren
of vervangen van het product. Iedere
verplichting onder de garantie voor verlies
of beschadiging, indirect of voortvloeiend,
op enigerlei wijze opgelopen door de klant
vanwege een gebrek in het product, en
met name alle soorten verlies of schade
veroorzaakt in lenzen, fotorolletjes,
andere uitrusting of toebehoren dat bij het
product hoort of ieder soort verlies dat het
resultaat is van een vertraagde reparatie
of gegevensverlies, is uitgesloten. Deze
bepalingen hebben geen invloed op de
wettelijke dwingende regelgeving.
Opmerkingen met betrekking tot
het onderhoud onder garantie
1 Deze garantie geldt uitsluitend, indien de
garantieverklaring naar behoren is ingevuld
door Olympus of een geautoriseerde dealer
of indien andere documenten voldoende
bewijskrachtig zijn. Controleer daarom
of uw naam, de naam van de dealer, het
serienummer en het jaar, de maand en datum
van aankoop volledig zijn ingevuld, of dat de
originele factuur of de bon (met vermelding
van de naam van de dealer, de datum van
aankoop en het producttype) aan deze
garantieverklaring is toegevoegd. Olympus
behoudt zich het recht voor om kostenloze
dienstverlening te weigeren, indien noch de
garantieverklaring volledig is ingevuld, noch
het bovengenoemde document toegevoegd
is of indien de informatie die daar in staat
onvolledig of niet leesbaar is.
2 Aangezien deze garantieverklaring niet
nogmaals verstrekt wordt, dient deze op een
veilige plek bewaard te worden.
Raadpleeg de lijst op de website:
http://www.olympus.com voor het
geautoriseerde, internationale
servicenetwerk van Olympus.
Voor klanten in Thailand
Deze telecommunicatieapparatuur voldoet aan
de technische norm NTC TS 1012-2551.
Deze telecommunicatieapparatuur voldoet aan
de technische NTC-vereiste.
Voor klanten in Mexico
De bediening van dit apparaat is afhankelijk van
de volgende twee voorwaarden:
(1) dit apparaat of toestel veroorzaakt mogelijk
schadelijke interferentie en (2) dit apparaat of
toestel moet alle interferenties aanvaarden,
ook interferenties die een ongewenste werking
kunnen veroorzaken.
Voor klanten in Singapore
Voldoet aan
IDA Standards
DB104634
168
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Handelsmerken
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Macintosh is een handelsmerk van Apple Inc.
Het SDXC-logo is een handelsmerk van
SD-3C, LLC.
Eye-Fi is een handelsmerk van Eye-Fi, Inc.
De functie “Shadow Adjustment
Technology“ bevat gepatenteerde
technologieën van Apical Limited.
Micro Four Thirds, Four Thirds
en het Micro Four Thirds-logo
zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van OLYMPUS IMAGING
Corporation in Japan, de Verenigde Staten,
de lidstaten van de Europese Unie en andere
landen.
Met “PENPAL“ wordt OLYMPUS PENPAL
bedoeld.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van
Wi-Fi Alliance.
Het Wi-Fi CERTIFIED-
logo is een
certi ceringskeurmerk van
de Wi-Fi Alliance.
De in deze handleiding genoemde normen
voor camera bestandssystemen zijn de
door de Japan Electronics and Information
Technology Industries Association (JEITA)
opgestelde “Design Rule for Camera File
System / DCF“-normen.
Alle andere genoemde bedrijfs- en
productnamen zijn gedeponeerde
handelsmerken en/of handelsmerken van de
betreffende rechthebbenden.
THIS PRODUCT IS LICENSED UNDER THE
AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE FOR THE
PERSONAL AND NONCOMMERCIAL USE
OF A CONSUMER TO (i) ENCODE VIDEO IN
COMPLIANCE WITH THE AVC STANDARD (“AVC
VIDEO“) AND/OR (ii) DECODE AVC VIDEO THAT
WAS ENCODED BY A CONSUMER ENGAGED
IN A PERSONAL AND NON-COMMERCIAL
ACTIVITY AND/OR WAS OBTAINED FROM A
VIDEO PROVIDER LICENSED TO PROVIDE
AVC VIDEO. NO LICENSE IS GRANTED OR
SHALL BE IMPLIED FOR ANY OTHER USE.
ADDITIONAL INFORMATION MAY BE OBTAINED
FROM MPEG LA, L.L.C. SEE HTTP://WWW.
MPEGLA.COM
De software in deze camera kan software
van derden bevatten. Software van derden is
onderhevig aan de algemene voorwaarden,
opgelegd door de eigenaars of licentienemers
van de betreffende software, waaronder deze
software aan u wordt verstrekt.
Deze voorwaarden en andere
softwarebepalingen van derden, indien van
toepassing, vindt u terug in het PDF-bestand met
de softwareverklaring die opgeslagen is op de
meegeleverde cd-rom of op
http://www.olympus.co.jp/en/support/imsg/
digicamera/download/notice/notice.cfm
169
NL
Markering
Symbolen
# RC Mode .......................................137
W (taalkeuze) .................................90
c/# Menu Display .............................90
P Set Home .....................................92
I Face Priority .............................55, 93
j H fps..............................................93
j L fps ..............................................93
j + IS Off ..........................................93
G/Info Settings ..................................95
K Control Settings .............................94
# Slow Limit........................................98
# X-Sync. ...........................................98
w+F .................................................98
#+WB .................................................98
8 Warning Level ...........................101
I/H (Underwater wide/underwater
macro) ...........................................104
G (Indexweergave) ............................63
U (Gezoomd weergeven) ...................63
n (Filmstand) .....................................44
n Mode ............................................100
(Wissen van een enkel beeld).........33
v (Fotoselectie) .................................33
0 (Beelden beveiligen) ..............32, 66
P (AF-veld) ......................................54
W Keep Warm Color .........................98
R (Beeld draaien) ..............................87
K Set ................................................98
8 (piepgeluid) ....................................96
R (Audio-opname) ...............................66
i (Helderheid van de monitor
aanpassen) ......................................90
m (Diashow) ......................................67
t Lever Function ..............................93
A
A (Diafragmavoorkeuzestand) ............40
Aanraakscherminstellingen ...............101
Address Book .................................... 116
AEL/AFL ......................................92, 102
AEL Metering .......................................97
AF Illuminat..........................................93
Album Mem. Usage ........................... 117
All > ...............................................98
Anti-Shock z .....................................97
Art Fade ...............................................44
ART (Kunst lterstand) .........................46
Art LV Mode .........................................96
Aspect..................................................71
B
Backlit LCD ..........................................96
Beeldeffect .....................................70, 80
Beeldoverlap........................................89
Beeldratio ............................................71
Beeldstabilisator ..................................68
Beeldverhouding............................75, 92
Bracketing............................................82
BULB ...................................................42
BULB/TIME Focusing ..........................92
BULB/TIME Monitor.............................97
BULB/TIME Timer ................................97
Button Function ...................................93
C
Card Setup ..........................................78
Color Space .........................................98
Controle Licht&Donker ........................51
Copy All ............................................. 117
Copyrightinstell .................................. 100
D
Datum/tijdinstelling X .........................17
Dial Function........................................93
Digital Tele-converter ...................86, 104
Displayed Grid .....................................95
170
NL
dpi Settings ..........................................99
DraairichtingDial Direction ...................93
E
Edit Filename.......................................99
EVF Adjust ......................................... 117
EV Step ...............................................96
Exposure Shift ...................................101
Eye-Fi ................................................101
F
File Name ............................................99
Filmweergave ......................................65
Firmware ..............................................90
Flicker reduction ..................................96
Focus Ring ..........................................92
Full-time AF .........................................92
H
Half Way Rls With IS ...........................93
HDMI ...................................................94
HDR ..................................................... 61
Histogram Settings ..............................95
I
A (iAuto-stand) ..................18, 22, 26
INFO-knop ...............................37, 51, 62
ISO ................................................59, 97
ISO-Auto .............................................. 97
ISO-Auto Set .......................................97
ISO Step ..............................................97
J
JPEG Edit ............................................88
L
Lens I.S. Priority ..................................94
Level Adjust .......................................101
Live BULB............................................97
Live Control .........................................30
Live Guide ...................................28, 104
Live TIME ............................................97
LIVE TIME ...........................................42
Live View Boost ...................................95
LV-superbedieningspaneel ................108
M
M (Handmatig fotograferen) ................42
Meervoudige belichting a .................84
Metering...............................................74
MF .....................................................104
MF Assist .....................................92, 103
Mijn OLYMPUS PENPAL ................... 116
Mode Dial Function..............................93
Mode Guide .........................................95
Movie R .......................................76, 100
Movie Teleconverter ............................45
MTP ...................................................124
Multi Echo ............................................44
Multi-functie .................................23, 105
N
Noise Filter ..........................................97
Noise Reduct. ......................................97
O
OLYMPUS PENPAL Album ...............117
OLYMPUS PENPAL Delen ........ 115, 116
One Shot Echo ....................................44
P
P (Programmagestuurd
fotograferen) .................................... 38
Peaking Settings..................................96
Picture Copy Size .............................. 117
Picture Mode Settings .........................95
Pixel Count ..........................................98
Pixel Mapping ....................................148
Print (Afdrukken)................................ 119
Printreservering < ............................ 118
Priority Set ...........................................99
Q
Quick Erase .........................................99
R
RAW Data Edit ....................................87
RAW+JPEG Erase ..............................99
Recording Volume .............................100
Rec View .............................................90
171
NL
Regelen van de itssterkte w ............73
Release Lag-Time ...............................94
Reset Lens ..........................................92
Reset/Myset.........................................79
Reset Protect ............................... 89, 117
Rls Priority C ........................................93
Rls Priority S ........................................93
Rotate .................................................. 66
S
S (Sluitertijdvoorkeuze) .......................41
Selectie wissen ....................................33
Shading Comp. ....................................98
Sleep .............................................16, 96
Storage .............................................. 124
Superbedieningspaneel ....................... 24
T
Time Lapse-opties ...............................85
U
USB Mode ...........................................96
V
Verbinding met smartphone.................89
Video Out .............................................94
W
WB ................................................. 58, 98
Wi-Fi-instellingen ................................. 91
WC184501
© 2013
http://www.olympus.com/
OLYMPUS EUROPA SE & CO. KG
Vestiging: Consumer Product Division
Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland
Tel.: +49 40 – 23 77 3-0/Fax: +49 40 – 23 07 61
A everadres goederen: Modul H, Willi-Bleicher Str. 36, 52353 Düren, Duitsland
Brieven: Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland
Europese Technische klantendienst:
Bezoek ook onze homepage
http://www.olympus-europa.com
of bel ons GRATIS NUMMER*:
00800 – 67 10 83 00
voor Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg,
Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Rusland, Spanje, Zweden, Zwitserland,
Verenigd Koninkrijk.
* Sommige (mobiele) telefoonservices / -providers geven geen toegang of hebben een
extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereiken
op de hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van de volgende
BETALENDE NUMMERS:
+49 40 – 237 73 899
.

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Snelle taakindex DIGITALE CAMERA Gebruiksaanwijzing 1. De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen 2. Fotograferen met de zoeker 3. Fotograferen met live view 4. Foto’s en films bekijken 5. Basisbewerkingen 6. Opnameopties gebruiken 7. Menufuncties 8. Beelden printen 9. Camera aansluiten op een computer en een smartphone 10. Batterij, batterijlader en kaart 11. Verwisselbare lenzen 12. Afzonderlijk verkochte toebehoren gebruiken 13. Informatie 14. VEILIGHEIDSMAATREGELEN Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen. Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met de camera vertrouwd te maken. De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt. De inhoud van deze handleiding is gebaseerd op firmwareversie 1.0 voor deze camera. Als er aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een firmware-update voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website. Registreer uw product op www.olympus.eu/register-product en ontvang extra voordelen van Olympus!  Deze mededeling heeft betrekking op de meegeleverde flitser en is vooral bedoeld voor gebruikers in Noord-Amerika. Information for Your Safety IMPORTANT SAFETY INSTRUCTIONS When using your photographic equipment, basic safety precautions should always be followed, including the following: • Read and understand all instructions before using. • Close supervision is necessary when any flash is used by or near children. Do not leave flash unattended while in use. • Care must be taken as burns can occur from touching hot parts. • Do not operate if the flash has been dropped or damaged - until it has been examined by qualified service personnel. • Let flash cool completely before putting away. • To reduce the risk of electric shock, do not immerse this flash in water or other liquids. • To reduce the risk of electric shock, do not disassemble this flash, but take it to qualified service personnel when service or repair work is required. Incorrect reassembly can cause electric shock when the flash is used subsequently. • The use of an accessory attachment not recommended by the manufacturer may cause a risk of fire, electric shock, or injury to persons. SAVE THESE INSTRUCTIONS Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast. Let op $ OpmerkinAandachtspunten bij het gebruik van de camera. gen % Tips g 2 NL Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of problemen bij de bediening kunnen leiden. Daaronder ook waarschuwingen voor handelingen die u absoluut dient te voorkomen. # Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw camera. Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie. Inhoudsopgave 7 Het uitpakken van de doos ..........9 De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen 10 Namen van onderdelen ..............10 De batterij opladen en plaatsen..................................12 Kaarten plaatsen en verwijderen .................................13 Een lens op de camera bevestigen...................................14 De flitser bevestigen ..................15 Camera inschakelen...................16 Datum en tijd instellen ...............17 De opnamestand instellen .........18 Een opnamemethode selecteren....................................19 Fotograferen met de zoeker 20 Fotograferen ...............................20 Stilstaande beelden opnemen ..20 Films opnemen .........................22 Opnamefuncties instellen..........23 De multifunctionele knop gebruiken ..................................23 Het superbedieningspaneel gebruiken ..................................24 Fotograferen met live view 25 Fotograferen ...............................25 Stilstaande beelden opnemen ..25 Films opnemen .........................26 Het aanraakscherm gebruiken ..27 Een focusmethode selecteren ..27 De draadloze LAN-functie gebruiken ..................................27 Opnamefuncties instellen..........28 Livegidsen gebruiken................28 Live control gebruiken ...............30 Foto's en films bekijken Inhoudsopgave Snelle taakindex 31 Foto's en films bekijken .............31 Indexweergave/ kalenderweergave ....................31 Stilstaande beelden bekijken ....32 Films bekijken ...........................32 Volume......................................32 Beelden beveiligen ...................32 Beelden wissen ........................33 Beelden selecteren ...................33 Het aanraakscherm gebruiken ..34 Beelden selecteren en beveiligen ............................34 Basisbewerkingen 35 Informatiedisplays tijdens het maken van foto's ........................35 Zoekerdisplay tijdens het maken van foto's met de zoeker ..........35 Monitorscherm bij het fotograferen met live view.........36 Het informatiedisplay omschakelen ............................37 De fotografeerstanden gebruiken ....................................38 “Richten en fotograferen“ (stand P) ..................................38 Het diafragma instellen (diafragmavoorkeuzestand A) .40 NL 3 Inhoudsopgave De sluitertijd instellen (sluitertijdvoorkeuzestand S)....41 Het diafragma en de sluitertijd instellen (handmatige stand M) ...................................42 Filmstand gebruiken (n) .........44 Effecten toevoegen aan een film [Movie Effect] ............................44 Kunstfilters gebruiken ...............46 Opnemen met een motiefprogramma .....................47 PHOTO STORY gebruiken .......49 Veelgebruikte opnameopties.....51 De belichting regelen (belichtingscorrectie) ................51 De helderheid van hoge lichten en schaduwen wijzigen.............51 De belichting vasthouden (AE-vergrendeling) ...................51 Een flitser gebruiken (flitserfotografie)........................52 Een scherpstelkader selecteren (AF-gebied)...............................54 Het AF-kader instellsen ............54 Gezichtsprioriteit-AF/ pupilherkenning-AF ..................55 Zoomkader-AF/zoom-AF ..........56 Repeterende opnamen / de zelfontspanner gebruiken .........57 Kleur aanpassen (witbalans) ....58 ISO-gevoeligheid ......................59 Controlling color (Color Creator)..........................60 HDR-fotografie..........................61 Informatiedisplay tijdens de weergave .....................................62 Informatie weergavebeeld ........62 Het informatiedisplay omschakelen ............................62 Het informatiedisplay van de weergave veranderen ...............63 Beelden delen via de Wi-Fiverbinding (Share Order) ..........64 4 NL Weergegeven beelden bewerken ..................................65 Opnameopties gebruiken 68 Camerabewegingen beperken (beeldstabilisator) .....................68 Verwerkingsopties (beeldeffecten)..........................70 Effecten toevoegen aan een film ..............................71 De beeldverhouding instellen ...71 Kwaliteit van de opname (beeldkwaliteit)..........................72 Uitgangsvermogen van de flits aanpassen (regelen van de flitssterkte) ......73 Kiezen hoe de camera de helderheid meet (meting)..........74 Een scherpstelstand selecteren (AF-stand).................................75 Opties voor filmgeluid (geluid opnemen met films) ..................76 Menufuncties 77 Basismenubewerkingen ............77 Fotografeermenu 1/ fotografeermenu 2 gebruiken....78 De kaart formatteren.................78 Standaardinstellingen herstellen (Reset/Myset) ...........................79 Verwerkingsopties (beeldeffecten)..........................80 Beeldkwaliteit (K) ..................81 De zelfontspanner instellen (j/Y) .....................................81 Variërende instellingen bij een reeks foto's (bracketing) ...........82 Meerdere belichtingen opnemen in één beeld (meervoudige belichting) ..........84 Automatisch opnamen maken met vaste intervallen (time lapse-fotograferen) ..........85 Het weergavemenu gebruiken ..87 Geroteerde beelden weergeven (R) .......................87 Foto's bewerken .......................87 Alle beveiligingen annuleren.....89 De optie Smartphoneaansluiting gebruiken (Aansluiting met smartphone) .............................89 Het instelmenu gebruiken .........90 X (Datum/tijd instellen) ............90 W (Taal voor de monitor wijzigen)....................................90 i (Helderheid van de monitor aanpassen) ...............................90 Rec View ..................................90 Wi-Fi Settings ...........................90 c/# Menu Display ..................90 Firmware...................................90 Een draadloze LAN-verbinding instellen (Wi-Fi-instellingen) .....91 De custom-menu's gebruiken ...92 R AF/MF ..................................92 S Button/Dial/Lever .................93 T Release/j .........................93 U Disp/8/PC ..........................94 V Exp/p/ISO..........................96 W # Custom ............................98 X K/Color/WB .......................98 Y Record/Erase .......................99 Z Movie .................................100 b Built-In EVF ........................101 k K Utility ............................101 AEL/AFL .................................102 MF Assist ................................103 Button Function ......................103 t Lever Function.................106 Camerabeelden weergeven op een televisie............................106 Bedieningspaneelweergaven kiezen (KControl Settings) ...108 Informatieschermen toevoegen (G/Info Settings) ................... 111 Sluitertijden als de flits automatisch ontsteekt [# X-Sync.] [# Slow Limit] .... 112 AF focus aanpassen ............... 113 Inhoudsopgave Flitserfotografie met draadloze afstandsbediening ....................86 Digitale zoom (digitale teleconverter)............................86 HDR-fotografie..........................86 De accessoirepoortmenu's gebruiken .................................. 114 Vóór u de accessoirepoortmenu's gebruikt ................................... 114 OLYMPUS PENPAL gebruiken ................................ 115 A OLYMPUS PENPAL Share ...................................... 116 B OLYMPUS PENPAL Album ..................................... 117 C Electronic Viewfinder ......... 117 Beelden printen 118 Printreservering (DPOF) .......... 118 Een printorder maken ............. 118 Alle of geselecteerde foto's uit het printorder verwijderen ....... 118 Direct printen (PictBridge)....... 119 Eenvoudig printen...................120 Printen volgens de specificatie van de klant ............................120 NL 5 Camera aansluiten op een computer en een smartphone Systeemoverzicht .....................140 122 Inhoudsopgave De computersoftware installeren .................................122 Foto's naar een computer kopiëren zonder OLYMPUS Viewer 3 ..................124 De draadloze LAN-functie van de camera gebruiken ........125 Wat u allemaal kunt doen met OI.Share.....................................127 Batterij, batterijlader en kaart 128 Batterij en lader ........................128 Een optionele AC-adapter gebruiken ..................................128 Uw oplader in het buitenland gebruiken ..................................128 Toepasbare geheugenkaartjes .....................129 Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's dat kan worden opgeslagen ....130 Verwisselbare lenzen 131 M.ZUIKO DIGITAL lensspecificaties .....................131 Afzonderlijk verkochte toebehoren gebruiken 135 Reservebatterijhouder (HLD-7) ......................................135 Externe flitsers die werd ontworpen voor gebruik met deze camera ......................136 Flitserfotografie met draadloze afstandsbediening ..................137 Andere externe flitsers ............138 Belangrijkste accessoires .......139 6 NL Informatie 142 Fotografeertips en -informatie .................................142 Foutcodes .................................144 De camera schoonmaken en opbergen ...................................147 Reinigen van de camera.........147 Opslag ....................................147 Reinigen en controleren van het beeldopneemelement .............147 Pixel Mapping - Controleren van de beeldbewerkingsfuncties ...148 Menulijst ....................................149 Specificaties .............................156 VEILIGHEIDSMAATREGELEN 159 VEILIGHEIDSMAATREGELEN .159 Markering 169 Snelle taakindex Foto's maken met automatische instellingen Eenvoudige fotografie met speciale effecten g iAUTO (A) 18 Kunstfilter (ART) 46 Een breedte-hoogteverhouding kiezen Breedte-hoogteverhouding 71 Instellingen snel aanpassen aan het motief Motiefprogramma (SCN) 47 Eenvoudig professioneel fotograferen Live Guide 28 De helderheid van een foto aanpassen Belichtingscorrectie 51 Foto's maken met een onscherpe achtergrond Foto's maken die het bewegende onderwerp stoppen of een gevoel van beweging geven Live Guide Diafragmavoorkeuze Live Guide 28 40 28 Sluitertijdvoorkeuze 41 Witbalans Witbalans met één knop Picture Mode Kunstfilter (ART) Het aanraakscherm gebruiken AF-veld Zoomkader-AF/zoom-AF 58 59 70 46 Zoomkader-AF/zoom-AF 56 C-AF+TR (AF Tracking) 75 Foto's maken met de juiste kleur Foto's verwerken overeenkomstig het onderwerp/Monotint-foto's maken Wanneer de camera niet kan scherpstellen op uw onderwerp/ scherpstellen op één gebied Scherpstellen op een klein punt in het beeld/scherpstelling controleren voor het fotograferen Foto's opnieuw kadreren na het scherpstellen 27 54 56 De pieptoon uitschakelen 8 (Piepgeluid) 96 Foto's maken zonder flitser ISO/DIS-modus 59/47 Camerabewegingen beperken Foto's maken van een onderwerp met tegenlicht Vuurwerk fotograferen Beeldruis verminderen (marmering) Snelle taakindex Fotograferen Image Stabilizer Anti-Shock z Zelfontspanner Afstandsbedieningskabel Gebruik van de flitser Gradatie (Fotomodus) Bulb-/tijdfotografie Motiefprogramma (SCN) 68 97 57 139 52 80 42 47 Noise Reduct. 97 NL 7 Foto's maken zonder te witte wittinten of te donkere zwarttinten Snelle taakindex De monitor optimaliseren/ de monitorschakering aanpassen Ingesteld effect controleren voor u een foto maakt De horizontale of verticale afbeeldingsrichting controleren voor opname Fotograferen met doelbewuste compositie Inzoomen op foto's om de scherpstelling te controleren Gradatie (Fotomodus) Histogram/ Belichtingscorrectie Lichte/donkere delen Helderheid van monitor aanpassen Live View Boost Preview-functie Test Picture 37/51 51 90 95 104 104 Level gauge 37 Displayed Grid 95 Autoq (Rec View) 90 Zelfportretten Zelfontspanner 57 Repeterende opnamen Repeterende opnamen 57 Gebruiksduur van de batterijen verlengen Sleep 96 Het aantal foto's dat gemaakt kan worden, verhogen Beeldkwaliteit 72 Weergave/herwerken g Beelden bekijken op een televisie HDMI/Video uit Weergave op een televisie 94 106 Diashows met achtergrondmuziek bekijken Diashow 67 Schaduwpartijen lichter maken Shadow Adj (JPEG Edit) 88 Rode ogen verhelpen Redeye Fix (JPEG Edit) 88 Eenvoudig printen Direct printen 119 Commerciële prints Een printorder maken 118 64 Foto's eenvoudig delen Deelorder De draadloze LAN-functie van de camera gebruiken OLYMPUS PENPAL Connection to Smartphone Camera-instellingen 8 NL 80 125 115 89 g Standaardinstellingen herstellen Reset 79 Instellingen opslaan Myset 79 Taal voor de monitor wijzigen W 90 Het uitpakken van de doos Camera • • • • Beschermkap van de camera Camerariem USB-kabel CB-USB6 Flitsertas Cd-rom met computersoftware Gebruiksaanwijzing Garantiekaart Flash FL-LM2 Lithium-ionbatterij BLN-1 Het uitpakken van de doos Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd. Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de verkoper waarvan u de camera hebt gekocht. Lithium-ionoplader BCN-1 Camerariem bevestigen 1 Breng de camerariem aan in de richting van de pijlen. 1 2 3 2 4 Trek de camerariem tot slot strak om er zeker van te zijn dat deze goed vastzit. 5 • Maak het andere uiteinde van de camerariem op dezelfde manier vast aan het andere bevestigingsoog. NL 9 1 1 De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen Namen van onderdelen De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen 1 2 3 4 5 b 6 7 8 f g h i 9 0 a c d e j n o k l 1 Vergrendeling functieknop ...........Blz. 18 2 Achterste regelaar*1 (o) .................... Blz. 23, 38 – 42, 58, 60, 111 3 Fn2-knop ...............................Blz. 23, 51 4 H/R-knop (film) ......Blz. 33/Blz. 22, 103 5 Voorste regelaar*1 (r)....Blz. 31, 38 – 42 6 Ontspanknop ...............................Blz. 21 7 Zelfontspanner-LED/AF-verlichting .........................................Blz. 57/Blz. 93 8 Markering voor de lenskoppeling ...............................Blz. 14 9 Y-knop (witbalans met één druk) .....................................................Blz. 59 0 Z-knop (voorbeeld) .....................Blz. 40 a Lensvatting (Verwijder de beschermkap voor de lens wordt bevestigd.) b Modusknop ..................................Blz. 18 c Stereomicrofoon ..............Blz. 66, 76, 89 d ON/OFF-hendel ..........................Blz. 16 e AFm-knop (AF/meetmodus) (#/w instellingen*2). Blz. 52, 73, 74, 75 f jYHDR-knop (repeterende opnamen/zelfontspanner/HDR) (beugelinstellingen*2)........Blz. 57, 37, 82 g Externe flitsconnector ................Blz. 138 h Kap microfoonconnector i Oogje voor de riem ........................Blz. 9 j Connectorkap k Lensontgrendelknop ....................Blz. 14 l Lensvergrendelingspen m Microfoonconnector (in de handel verkrijgbare microfoons kunnen worden gebruikt. Voeding via l 3,5 mm stereoministekker) n HDMI-connector (type D) ...........Blz. 106 o Multiconnector ...........Blz. 106, 119, 122 *1 In deze handleiding geven de pictogrammen r en o bewerkingen aan die met de voorste regelaar en achterste regelaar worden uitgevoerd. *2 Wanneer de hendel is ingesteld op 2 10 NL m 8 1 3 c d e 4 5 f 6 g h 7 i n j m k l 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 a b Accessoirepoort .........................Blz. 114 Diopterregelaar ............................Blz. 20 u (LV) knop .............................Blz. 19 Monitor (aanraakscherm) ............................ Blz. 16, 27, 34, 36, 62 Zoeker .............................Blz. 19, 20, 40 Oogsensor Oogkapje ...................................Blz. 139 Flitserschoen .............................Blz. 136 AEL/AFL-knop...............Blz. 32, 51, 102 Hendel ............................Blz. 38 – 42, 93 INFO-knop ............................Blz. 37, 62 Fn1-knop .....................................Blz. 54 Q-knop .................................Blz. 30, 77 Pendelknop* ................................Blz. 31 MENU-knop ................................Blz. 77 q-knop (weergave)..............Blz. 31, 63 Luidspreker -knop (wissen) ..........................Blz. 33 Statiefaansluiting PBH-deksel ................................Blz. 135 Kapje van het batterijcompartiment ....................Blz. 12 l Vergrendelknop van het batterijcompartiment ....................Blz. 12 m Klepje van de kaartsleuf ..............Blz. 13 n Kaartsleuf.....................................Blz. 13 c d e f g h i j k 1 De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen 9 0 a b 2 * In deze handleiding geven de pictogrammen FGHI bewerkingen aan die met de pendelknop worden uitgevoerd. NL 11 De batterij opladen en plaatsen 1 1 Batterij opladen. Indicator voor laadtoestand Richtingsteken () De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen BCN-1 Bezig met opladen Licht oranje op Uit Opladen voltooid Oplaadfout Knippert oranje Lithium-ionoplader 3 Indicator voor laadtoestand Lithium-ionbatterij 1 Stopcontact 2 Lichtnetkabel (Laadtijd: tot ca. 4 uur) # Let op • Koppel de oplader los wanneer de batterij volledig is opgeladen. 2 De batterij plaatsen. Klepje van het batterijcompartiment 2 Richtingsteken 3 1 Vergrendelknop van het batterijcompartiment 3 Het klepje van het batterijcompartiment sluiten. De batterij verwijderen Schakel de camera uit voor u het klepje van het batterijcompartiment opent of sluit. Om de batterij te verwijderen, duwt u eerst de batterijvergrendelknop in de richting van de pijl, waarna u de batterij kunt uitnemen. # Let op • Neem contact op met een geautoriseerde distributeur of servicedienst als u de batterij niet kunt verwijderen. Gebruik geen geweld. $ Opmerkingen • Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt. • Lees ook “Batterij, batterijlader en kaart“ (Blz. 128). 12 NL Kaarten plaatsen en verwijderen 1 De kaart plaatsen. • Open het klepje van de kaartsleuf. • Schuif de kaart zover in de kaartsleuf totdat deze op zijn plaats vastklikt. g “Toepasbare geheugenkaartjes“ (Blz. 129) • Schakel de camera uit voor u de kaart plaatst of verwijdert. 1 3 2 2 Het klepje van de kaartsleuf sluiten. • Sluit het klepje tot u een klik hoort. # Let op • Zorg ervoor dat het klepje van de kaartsleuf is gesloten voor u de camera gebruikt. De kaart verwijderen Druk zachtjes op de geplaatste kaart en het springt eruit. Neem de kaart eruit. # Let op • Verwijder de batterij of de kaart niet terwijl de schrijfaanduiding (Blz. 36) wordt weergegeven. Eye-Fi-kaartjes Lees “Toepasbare geheugenkaartjes“ (Blz. 129) vóór gebruik. De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen # Let op 1 NL 13 Een lens op de camera bevestigen 1 Een lens op de camera bevestigen. 1 1 De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen 1 2 Achterkap van de lens 2 • Houd de rode koppelingsmarkering op de lens tegenover de rode markering op de camera en plaats de lens in het camerahuis. • Draai de lens in de richting van de pijl tot u een klik hoort. # Let op • Controleer of de camera uitgeschakeld is. • Druk de lensontgrendelknop niet in. • Raak geen inwendige onderdelen van de camera aan. 2 Verwijder het lenskapje. 1 2 1 Lenzen met een ONTGRENDEL-schakelaar gebruiken Intrekbare lenzen met een ONTGRENDELschakelaar kunnen niet worden gebruikt wanneer deze ingetrokken zijn. Draai de zoomring in de richting van de pijl (1) om de lens naar buiten te laten komen (2). Om de lens op te bergen, draait u de zoomring in de richting van de pijl (4) terwijl u de ONTGRENDELschakelaar (3) verschuift. De lens uit de camera verwijderen Terwijl u de lensontgrendelknop ingedrukt houdt, draait u de lens in de richting van de pijl. 1 4 3 2 Lensontgrendelknop 2 1 Verwisselbare lenzen Lees “Verwisselbare lenzen“ (Blz. 131). 14 NL De flitser bevestigen 1 Verwijder de contactafdekking van de flitser en bevestig de flitser op de camera. ONTGRENDEL-schakelaar 1 2 3 2 2 1 Om de flitser te gebruiken, klapt u de flitserkop omhoog. • Klap de flitserkop omlaag wanneer u de flitser niet gebruikt. # Let op 1 De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen • Schuif de flitser volledig in tot deze tegen de achterzijde van de schoen komt en goed op zijn plaats zit. • Wanneer u de accessoirepoort niet gebruikt, moet u het deksel bevestigen. De flitser verwijderen Druk op de ONTGRENDEL-schakelaar terwijl u de flitser verwijdert. ONTGRENDEL-schakelaar 2 1 NL 15 Camera inschakelen 1 1 Beweeg de ON/OFF-hendel naar de positie ON om de camera in te schakelen. • Wanneer de camera is ingeschakeld, wordt de monitor ingeschakeld. • Beweeg de hendel naar de positie OFF om de camera uit te schakelen. De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen  ON/OFF-hendel  Monitor  Batterijniveau R Wi-Fi 2013.10.01 12:30 ISO AUTO WB AUTO NORM AUTO ; (groen): de camera is klaar om opnames te maken. : (groen): batterij bijna leeg ] (knippert rood): laad de batterij op. i 4:3 250 F5.6 01:02:03 1023 De monitor gebruiken 1 2 U kunt de hoek van de monitor aanpassen. Camera in sluimerstand Als ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar de “sluimerstand“ (stand-by) om de monitor uit te schakelen en alle acties te annuleren. De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop, q-knop, enz.). De camera schakelt automatisch uit als deze gedurende 4 uur in de sluimerstand heeft gestaan. Zet de camera opnieuw aan voor u hem gebruikt. 16 NL Datum en tijd instellen Informatie over datum en tijd worden samen met de beelden opgeslagen op de kaart. De bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor dat u de juiste datum en tijd instelt voor u de camera gebruikt. • Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven. Shooting Menu 1 1 2 MENU-knop 2 h 4:3 Off Set Back Setup Menu Selecteer [X] op het tabblad [d] (instellingen). • Selecteer met FG op de pendelknop de optie [d] en druk daarna op I. • Selecteer [X] en druk op I. Card Setup Reset/Myset Picture Mode D Image Aspect Digital Tele-converter 1 2 X W Rec View Wi-Fi Settings c/# Menu Display Firmware Tabblad [d] --.--.-- --:-English j±0 k±0 0.5sec Back 3 Set De datum en tijd instellen. • Gebruik HI om items te selecteren. • Gebruik FG om het geselecteerde item te wijzigen. • Gebruik FG om de datumindeling te selecteren. X Y 2013 M D Time Y/M/D Cancel De tijd wordt weergegeven in 24-uursindeling. 4 1 De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen 1 De menu's weergeven. Sla de instellingen op en verlaat het menu. • Druk op Q om de cameraklok in te stellen en terug te keren naar het hoofdmenu. • Druk op de MENU-knop om de menu's te verlaten. NL 17 De opnamestand instellen Gebruik de functieknop om de opnamestand te selecteren. Pictogram van de stand Indicator 1 De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen Een volautomatische stand waarbij de camera automatisch de instellingen A optimaliseert voor de huidige scène. De camera doet al het werk, wat handig is voor beginners. P Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast om de optimale resultaten te verkrijgen. A U regelt het diafragma. U kunt achtergronddetails scherper of waziger instellen. S U regelt de sluitertijd. U kunt de beweging van bewegende onderwerpen uitdrukkelijker maken, of ze “bevriezen“ zonder bewegingsonscherpte. M U regelt het diafragma en de sluitertijd. U kunt foto's maken met lange sluitertijden bij vuurwerk of in andere situaties met weinig licht. ART Selecteer een kunstfilter. SCN Selecteer een scène volgens het onderwerp. J U kunt een PHOTO STORY vastleggen. Leg beelden vast terwijl het type PHOTO STORY is geselecteerd. n Maak films met behulp van sluitertijd- en diafragma-effecten en speciale filmeffecten. Probeer eerst foto's te maken in de stand Volautomatisch. 1 Druk op de functieknop om de vergrendeling vrij te geven en stel de functieknop in op A. • Wanneer de vergrendeling van de functieknop wordt ingedrukt, wordt de functieknop vergrendeld. Telkens u de knopvergrendeling indrukt, wordt er gewisseld tussen vergrendeld/ontgrendeld. Vergrendeling functieknop  Monitor  R Wi-Fi 2013.10.01 12:30 ISOgevoeligheid ISO AUTO WB AUTO NORM AUTO i 4:3 250 F5.6 Sluitertijd 18 NL 01:02:03 1023 Diafragmawaarde Beschikbare opnametijd Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen Een opnamemethode selecteren Fotograferen met de zoeker  Zoeker  Monitor Gaat branden wanneer u uw oog weg van de zoeker beweegt. R Wi-Fi 2013.10.01 12:30 ISO AUTO Fotograferen met live view u-knop Gaat automatisch branden wanneer uw oog in de buurt komt. Wanneer de zoeker brandt, wordt de monitor donker.  Monitor Wi-Fi S-IS AUTO j ISO-A 200 LN FullHD F WB AUTO 250 F5.6 NORM AUTO i Q 01:02:03 0.0 1023 Superbedieningspaneel 250 F5.6 0.0 Q 01:02:03 e ISO-A 200 1023 Q S-IS AUTO WB WB AUTO AUTO Cursor 4:3 S-IS AUTO ISO ISO AUTO 38 Monitor live view 4:3 250 F5.6 0.0 01:02:03 LN WB Auto WB AUTO P WB AUTO FullHD F AUTO AUTO 4:3 LN NORM AUTO WB Auto i FullHD F AUTO AUTO 4:3 01:02:03 250 F5.6 1023 Wanneer u bij het instellen van de opnamefuncties op de knop Q drukt, verschijnt er een cursor op het superbedieningspaneel. Raak de functie aan die u wilt instellen. Als u op de Q-knop drukt terwijl de zoeker brandt, wordt Live Control in de zoeker weergegeven. (In de stand A-wordt een livegids getoond.) 1 De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen Bij deze camera kunt u kiezen uit twee opnamemodi: Fotograferen met de zoeker en fotograferen met de functie live view op het scherm. Druk op de u-knop om tussen de opnamemethodes te wisselen. Bovendien kunt u verschillende opnamefuncties instellen met het superbedieningspaneel, live control en het LV-superbedieningspaneel, naargelang van de opnamemethode. Wanneer u bij het instellen van de opnamefuncties op de knop Q drukt, wordt live control worden en kunt u een functie selecteren door aan de achterste schakelaar te draaien. WB ISO AUTO WB AUTO NORM AUTO i 4:3 250 F5.6 01:02:03 1023 NL 19 2 Fotograferen met de zoeker Fotograferen 2 Elke keer dat u op de u-knop drukt, kunt u wisselen tussen fotograferen met de zoeker en fotograferen met live view. Wanneer u met de zoeker fotografeert, wordt het superbedieningspaneel op de monitor getoond. Fotograferen met de zoeker u-knop R Wi-Fi 2013.10.01 12:30 ISO AUTO WB AUTO NORM AUTO i 4:3 250 F5.6 Zoeker 01:02:03 1023 Superbedieningspaneel Als de display in de zoeker er wazig uit ziet Kijk door de zoeker en draai de dioptrieregelaar tot de weergave is scherpgesteld. Stilstaande beelden opnemen 1 Installeer de camera en bepaal de compositie. • De zoeker wordt ingeschakeld en de monitor schakelt automatisch uit wanneer u uw oog tegen de zoeker houdt. • Let op dat uw vingers of de camerariem niet in de weg zitten van de lens. Horizontale stand 20 NL Verticale stand 2 Druk zacht op de ontspanknop tot in de eerste positie. (half indrukken) • Het AF-bevestigingsteken (() wordt weergegeven en een groen kader (AF-kader) verschijnt op de scherpstellingslocatie. Autofocusveld 2 250 F5.6 01:02:03 e ISO-A 200 1023 Diafragmawaarde Bevestiging AF-teken Sluitertijd • De door de camera automatisch gekozen combinatie van ISO-gevoeligheid, sluitertijd en diafragmawaarde verschijnt. • Als het AF-teken knippert, is het onderwerp niet scherpgesteld. (Blz. 142) 3 Druk de ontspanknop opnieuw in om een foto te nemen. (helemaal indrukken) • Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt. • Het opgenomen beeld verschijnt op de monitor. Fotograferen met de zoeker Druk de ontspanknop half in. De ontspanknop half en helemaal indrukken De ontspanknop heeft twee posities. De ontspanknop licht indrukken tot aan de eerste positie en deze daar vasthouden heet “de ontspanknop half indrukken“; de ontspanknop volledig indrukken tot aan de tweede positie heet “de ontspanknop helemaal indrukken“. Half indrukken Helemaal indrukken # Let op • U kunt de weergavestijl van de zoeker veranderen. In deze handleiding wordt [Style 1] gebruikt. • Als de hoek van de monitor niet is veranderd, gaat de zoeker niet automatisch branden. • Als u de u-knop indrukt en vasthoudt, wordt er een menu weergegeven waarin u de instellingen kunt veranderen om de zoeker automatisch te laten oplichten. NL 21 Films opnemen U kunt films opnemen in alle opnamemodi behalve J (PHOTO STORY). Probeer eerst in de stand Volautomatisch op te nemen. 2 Fotograferen met de zoeker 1 Stel de functieknop in op A. 2 Druk op de knop R om de opname te starten. 3 Druk opnieuw op de R-knop om de opname te stoppen. • De gemaakte foto wordt op de monitor getoond. • Als u door de zoeker kijkt, wordt het gemaakte beeld getoond. • U kunt de focuspositie wijzigen door het scherm tijdens de opname aan te raken (Blz. 27). R-knop R • Wanneer de opname voltooid is, verschijnt het superbedieningspaneel op de monitor. 00:02:18 Weergegeven tijdens de opname Opnametijd # Let op • Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden vervormd worden weergegeven door het rollende sluiter-effect. Dit is een natuurkundig fenomeen waarbij de gefilmde beelden vervormd worden bij het filmen van een snel bewegend onderwerp of door de bewegingen van de camera. Dit fenomeen valt vooral op bij een grote brandpuntsafstand. • Als de camera gedurende een lange periode wordt gebruikt, zal de temperatuur van het beeldopneemelement toenemen en kan er ruis en gekleurde beeldwaas verschijnen in beelden. Schakel de camera gedurende een korte periode uit. Ruis en gekleurde beeldwaas kunnen zich ook voordoen bij beelden die werden opgenomen met een hoge ISO-gevoeligheid. Als de temperatuur blijft toenemen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld. • Wanneer u een Four Thirds systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u films opneemt.  Foto's maken tijdens het opnemen van films • Druk tijdens de filmopname op de ontspanknop om de opname te pauzeren en een foto te maken. De filmopname start opnieuw zodra de foto is gemaakt. Druk op de knop R om de opname te stoppen. Er worden drie bestanden opgenomen op de geheugenkaart: de filmbeelden die vooraf gaan aan de foto, de foto zelf en de filmbeelden die volgen op de foto. • Tijdens het filmen kan slechts één foto per keer worden genomen; de zelfontspanner en de flitser kunnen niet worden gebruikt. # Let op • De resolutie en de kwaliteit van foto's staan los van de filmgrootte. • De autofocus en meting die worden gebruikt in de filmstand kunnen verschillen van deze die worden gebruikt voor het nemen van foto's. • De R-knop kan in de volgende situaties niet worden gebruikt om films op te nemen: Meervoudige belichting (fotograferen stopt ook.)/ontspanknop half ingedrukt/tijdens bulb- of tijdfotografie/repeterende opnamen/Panorama/opnemen in SCN-modus (e-portret, hand-held, starlight, 3D)/opnamen maken binnen een tijdsbestek 22 NL Opnamefuncties instellen De multifunctionele knop gebruiken Wanneer u foto's in de zoeker kadreert, kunt u instellingen snel aanpassen met de multifunctionele knop. In de standaardinstellingen is knop Fn2 de rol van multifunctionele knop toebedeeld.  Een functie kiezen Houd de Fn2-knop ingedrukt en draai de regelaar. 2 Blijf aan de regelaar draaien om de gewenste functie te kiezen. • De menu's worden weergegeven. • Laat de knop los wanneer de gewenste functie is geselecteerd.  Multifunctionele opties gebruiken Druk op de Fn2-knop. Er verschijnt een dialoogvenster om opties te selecteren. [a] toegewezen aan Fn2-knop Houd Q/Fn2 ingedrukt Fn2 Fn2 01:02:03 e ISO-A 200 1023 250 F5.6 250 F5.6 Opnamescherm 01:02:03 e ISO-A 200 1023 Fotograferen met de zoeker 1 2 01:02:03 e ISO-A 200 1023 250 F5.6 Zoom-AF Zoomkader-AF Fn2 Andere optie toegewezen aan Fn2-knop HI LIGHT 4:3 SHADOW P 250 F5.6 0.0 01:02:03 e ISO-A 200 1023 Opties voor lichte en schaduwpartijen Optie Color Creator Functie b (Lichte en schaduwpartijen) (Blz.51) c (Color Creator) (Blz.60) a (Zoomkader-AF/zoom-AF) (Blz.56) d (Image Aspect) (Blz.71) Opties voor breedtehoogteverhouding Voorste regelaar (r) Achterste regelaar (o) Controle licht Controle donker Kleurschakering Verzadiging Zoomkader-AF: belichtingscorrectie Zoom-AF: in- of uitzoomen Een optie selecteren NL 23 Het superbedieningspaneel gebruiken Wanneer u met de zoeker fotografeert, wordt het superbedieningspaneel op de monitor weergegeven. Stel uw hoofdopnamefuncties in via het superbedieningspaneel. Display superbedieningspaneel R 2 1 2 Fotograferen met de zoeker 3 6 ISO ISO AUTO 7 WB AUTO NORM AUTO 8 9 i 4 5 4:3 01:02:03 250 F5.6 +2.0 f e d c ba 1023 0 Instellingen die kunnen worden aangepast met behulp van het superbedieningspaneel Momenteel geselecteerde optie ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59 Flitserfunctie ................................Blz. 52 Flitssterkteregelaar ......................Blz. 73 Repeterende opnamen/ zelfontspanner .............................Blz. 57 6 Witbalans .....................................Blz. 58 Witbalanscompensatie 7 Beeldeffecten ...............................Blz. 70 8 Scherpte N .................................Blz. 80 Contrast J ..................................Blz. 80 Kleurintensiteit T .......................Blz. 80 Gradatie z..................................Blz. 80 Z&W-filter x................................Blz. 80 Fototint y ...................................Blz. 81 1 2 3 4 5 Kleurruimte ..................................Blz. 98 Knopfunctietoewijzing ..........Blz. 93, 103 Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 55 Lichtmeetstand ............................Blz. 74 Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 71 Beeldkwaliteit ...............................Blz. 72 Autofocusstand ............................Blz. 75 Autofocusveld ..............................Blz. 54 f Beeldstabilisator ..........................Blz. 68 9 0 a b c d e # Let op • Niet getoond in SCN-, J- of n-modi. 1 Druk op de Q-knop. 2 Raak de functie aan die u wilt instellen. 3 Cursor • De cursor verschijnt. • De cursor wordt op de aangeraakte functie weergegeven. Draai aan de voorste regelaar en selecteer een instelwaarde. ISO ISO AUTO WB AUTO NORM AUTO i 4:3 250 F5.6 $ Opmerkingen • U kunt menu's voor alle functies weergeven door een functie te selecteren en op Q te drukken. 24 NL 01:02:03 1023 3 Fotograferen met live view Fotograferen U kunt wisselen tussen fotograferen met de zoeker en fotograferen met live view door op de u-knop te drukken. Wanneer u met live view fotografeert, wordt het onderwerp weergegeven op de monitor. u-knop Fotograferen met live view R Wi-Fi ISO-A 200 01:02:03 250 F5.6 38 Monitor Stilstaande beelden opnemen 1 Installeer de camera en bepaal de compositie. 2 Raak de zone aan van het onderwerp dat u wilt fotograferen. • Let op dat uw vingers of de camerariem niet in de weg zitten van de lens. • De camera focust op de aangeraakte zone en maakt automatisch een foto. • Het gemaakte beeld wordt op de monitor getoond. 3 R Wi-Fi ISO-A 200 250 F5.6 01:02:03 38 $ Opmerkingen • U kunt de ontspanknop ook gebruiken om een foto te maken, net zoals u zou doen wanneer u met de zoeker zou fotograferen. • Nadat de camera op de aangeraakte zone is gefocust, kunt u ook op de ontspanknop drukken om een foto te maken. g “Het aanraakscherm gebruiken“ (Blz. 27) NL 25 Films opnemen U kunt films opnemen in alle opnamemodi behalve J (PHOTO STORY). Probeer eerst in de stand Volautomatisch op te nemen. 1 Stel de functieknop in op A. 2 Druk op de knop R om de opname te starten. 3 Druk opnieuw op de R-knop om de opname te stoppen. • U kunt de scherpstellingslocatie wijzigen door het scherm tijdens opname aan te raken (Blz. 27). R-knop 3 Fotograferen met live view R 00:02:18 Weergegeven tijdens de opname Opnametijd # Let op • Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden vervormd worden weergegeven door het rollende sluiter-effect. Dit is een natuurkundig fenomeen waarbij de gefilmde beelden vervormd worden bij het filmen van een snel bewegend onderwerp of door de bewegingen van de camera. Dit fenomeen valt vooral op bij een grote brandpuntsafstand. • Als de camera gedurende een lange periode wordt gebruikt, zal de temperatuur van het beeldopneemelement toenemen en kan er ruis en gekleurde beeldwaas verschijnen in beelden. Schakel de camera gedurende een korte periode uit. Ruis en gekleurde beeldwaas kunnen zich ook voordoen bij beelden die werden opgenomen met een hoge ISO-gevoeligheid. Als de temperatuur blijft toenemen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld. • Wanneer u een Four Thirds systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u films opneemt.  Foto's maken tijdens het opnemen van films • Druk tijdens de filmopname op de ontspanknop om de opname te pauzeren en een foto te maken. De filmopname start opnieuw zodra de foto is gemaakt. Druk op de knop R om de opname te stoppen. Er worden drie bestanden opgenomen op de geheugenkaart: de filmbeelden die vooraf gaan aan de foto, de foto zelf en de filmbeelden die volgen op de foto. • Tijdens het filmen kan slechts één foto per keer worden genomen; de zelfontspanner en de flitser kunnen niet worden gebruikt. # Let op • De resolutie en de kwaliteit van foto's staan los van de filmgrootte. • De autofocus en meting die worden gebruikt in de filmstand kunnen verschillen van deze die worden gebruikt voor het nemen van foto's. • De R-knop kan in de volgende situaties niet worden gebruikt om films op te nemen: Meervoudige belichting (fotograferen stopt ook.)/ontspanknop half ingedrukt/tijdens bulb- of tijdfotografie/repeterende opnamen/Panorama/opnemen in SCN-modus (e-portret, hand-held, starlight, 3D)/opnamen maken binnen een tijdsbestek 26 NL Het aanraakscherm gebruiken Wanneer u met live view fotografeert, kunt u de functies van het aanraakpaneel gebruiken. Een focusmethode selecteren U kunt scherpstellen en opnemen door op de monitor te tikken. Tik op T om de instellingen voor het aanraakscherm te doorlopen. 3 R Wi-Fi automatisch de sluiter te ontspannen. Deze functie is niet mogelijk in de stand n. V Tik om een AF-kader weer te geven en stel scherp op het onderwerp in het geselecteerde gebied. U kunt het aanraakscherm gebruiken om de positie en de grootte van het scherpstelkader te kiezen. Foto's kunnen worden genomen door op de ontspanknop te drukken. ISO-A 200 01:02:03 250 F5.6 30  Voorbeeld van uw onderwerp bekijken ( V ) 1 2 Tik op het onderwerp in het display. S-IS AUTO 14 10 ISO-A 200 • Er verschijnt een AF-kader. • Gebruik de schuifbalk om de grootte van het kader te kiezen. 7 Fotograferen met live view U Bediening van het aanraakscherm uitgeschakeld. T Tik op een onderwerp om scherp te stellen en 5x 250 F5.6 Gebruik de schuifbalk om de grootte van het doelkader te kiezen, en tik vervolgens op Y om in te zoomen op het onderwerp van het doelkader. • Gebruik uw vinger om in het display te schuiven wanneer de foto is ingezoomd. • Tik Z aan om de zoomweergave te annuleren. # Let op • Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, daalt het bereik waarin autofocus mogelijk is. Als u het scherm buiten het mogelijke bereik aanraakt, maakt de camera opnamen zonder AF. De draadloze LAN-functie gebruiken U kunt de camera op een smartphone aansluiten en de camera via Wi-Fi bedienen. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de relevante app op de smartphone installeren. g “De draadloze LAN-functie van de camera gebruiken“ (Blz. 125), “Wat u allemaal kunt doen met OI.Share“ (Blz. 127) Wi-Fi R Wi-Fi ISO-A 200 250 F5.6 01:02:03 30 NL 27 Opnamefuncties instellen Livegidsen gebruiken Livegidsen zijn beschikbaar in de stand iAUTO (A). Terwijl iAUTO in een volautomatische stand staat, kunt u met behulp van livegidsen diverse geavanceerde fototechnieken oproepen. 3 1 2 Stel de functieknop in op A. Raak het tabblad aan om de livegidsen weer te geven. Fotograferen met live view • Selecteer een gidsitem en raak het aan om het in e stellen. Gidsitem Tabblad R Wi-Fi Change Color Saturation ISO-A 200 250 F5.6 3 01:02:03 38 Cancel Gebruik uw vinger om de schuifbalken te verplaatsen. • Tik op a om de instellingen te openen. • Om de livegidsinstelling te annuleren, tikt u op k op het scherm. • Wanneer [Shooting Tips] geselecteerd is, markeert u een item en drukt u op Q om een beschrijving te bekijken. • Het effect van het geselecteerde niveau is zichtbaar op het display. Als [Blur Background] of [Express Motions] geselecteerd is, keert het display terug naar de normale weergave, maar het geselecteerde effect is zichtbaar in de uiteindelijke foto. 4 $ Niveaubalk/selectie Clear & Vivid 0 Flat & Muted Cancel Set Maak een opname. • Om de livegids te annuleren, drukt u op de MENU-knop. Opmerkingen • U kunt ook livegidsen gebruiken wanneer u met de zoeker fotografeert. Wanneer u met de zoeker fotografeert, verlopen de instellingen via de regelaar en knoppen. Als u op de knop Q drukt, wordt de livegids getoond. De achterste regelaar wordt gebruikt om items te selecteren en de schuivers te bedienen. 28 NL # Let op • Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit automatisch ingesteld op [YN+RAW]. • De livegidsinstellingen worden niet toegepast op de RAW-kopie. • Het is mogelijk dat beelden er korrelig uitzien bij sommige instelniveaus van de livegids. • Wijzigingen aan de instelniveaus van de livegids zijn mogelijk niet zichtbaar op de monitor. • De beeldsnelheid daalt wanneer [Blurred Motion] is geselecteerd. • De flitser kan niet worden gebruikt met de livegids. • Wanneer u wijzigingen doorvoert aan de livegidsopties, worden vorige wijzigingen geannuleerd. • Wanneer u livegidsinstellingen doorvoert die de beperkingen van de belichtingsmeters van de camera overschrijden, kan dit leiden tot over- of onderbelichte beelden. 3 Fotograferen met live view NL 29 Live control gebruiken Wanneer u met live view fotografeert, kunt u live control gebruiken om de functies in P-, A-, S-, M- , n- en J-modi in te stellen. Wanneer u live control gebruikt, kunt u de effecten van verschillende instellingen bekijken op de monitor. S-IS AUTO 3 WB WB AUTO AUTO Functies 4:3 Fotograferen met live view LN WB Auto P FullHD F Instellingen AUTO AUTO  Beschikbare instellingen Beeldstabilisator ................................Blz. 68 Beeldeffect.........................................Blz. 70 Motiefprogramma ..............................Blz. 47 Kunstfilterstand ..................................Blz. 46 Stand n............................................Blz. 71 Witbalans ...........................................Blz. 58 Repeterende opnamen/ zelfontspanner .............................Blz. 57 Breedte-hoogteverhouding ................Blz. 71 Beeldkwaliteit.....................................Blz. 72 Flitserfunctie ......................................Blz. 52 Flitssterkteregelaar ............................Blz. 73 Lichtmeetstand ..................................Blz. 74 Autofocusstand ..................................Blz. 75 ISO-gevoeligheid ...............................Blz. 59 Gezichtsprioriteit ................................Blz. 55 Filmgeluidsopname ...........................Blz. 76 1 Druk op Q om live control weer te geven. 2 Gebruik de achterste regelaar om de instellingen te selecteren en gebruik de voorste regelaar om de geselecteerde instelling te veranderen en druk op Q. • Om live control te verbergen, drukt u nogmaals op Q. • De geselecteerde instellingen worden automatisch van kracht als er gedurende ongeveer 8 seconden geen handeling wordt uitgevoerd. Toont de geselecteerde functienaam Cursor S-IS AUTO WB WB AUTO AUTO 4:3 LN WB Auto Cursor P FullHD F AUTO AUTO Pendelknop # Let op • Sommige items zijn niet beschikbaar in sommige opnamestanden. $ Opmerkingen • U kunt live control ook gebruiken wanneer u met de zoeker fotografeert. Als u op de Q-knop drukt terwijl de zoeker actief is, wordt live control in de zoeker getoond. Als de zoeker wordt uitgeschakeld terwijl er een opname wordt gemaakt, wordt live control ook geannuleerd. 30 NL Pendelknop 4 Foto's en films bekijken Foto's en films bekijken 1 Druk op de knop q. • Uw meest recente foto of film wordt weergegeven. • Selecteer de gewenste foto of film met de voorste regelaar of pendelknop. Voorste regelaar 4 Geeft het volgende beeld weer L N 100-0020 2013.10.01 12:30 20 Stilstaand beeld HI WB AUTO P 100-0004 HD 2013.10.01 12:30 q-knop 4 Videobeelden Indexweergave/kalenderweergave Foto's en films bekijken Geeft het vorige beeld weer • Draai de achterste regelaar tijdens enkelbeeldweergave naar G om de indexweergave te starten. Draai de subregelaar een beetje verder om de kalenderweergave te starten. • Draai de achterste regelaar naar a om naar enkelbeeldweergave terug te keren. Q q L N 100-0020 2013.10.01 12:30 20 p q 2013.10.01 12:30 Indexweergave 21 p 2013.10 Sun Mon Tue Wed Thu Fri Sat 29 30 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 1 2 3 4 5 6 7 Kalenderscherm NL 31 Stilstaande beelden bekijken Gezoomd weergeven Draai de achterste regelaar in enkelbeeldweergave naar a om in te zoomen. Draai naar G om naar enkelbeeldweergave terug te keren. L N 100-0020 2013.10.01 12:30 4 20 2x Achterste regelaar Foto's en films bekijken Films bekijken Selecteer een film en druk op de knop Q om het weergavemenu weer te geven. Selecteer [Movie Play] en druk op de knop Q om het afspelen te starten. Druk op MENU om het afspelen van de film te onderbreken. Movie Movie Play Share Order m Erase Set Back Volume Het volume kan worden aangepast door op F of G te drukken tijdens enkelbeeldweergave en filmweergave. 00:00:02/00:00:14 Beelden beveiligen U kunt beelden beveiligen tegen toevallige verwijdering. Roep een beeld op dat u wilt beveiligen en druk op de knop AEL/AFL; het pictogram 0 (beveiligen) verschijnt op het beeld. Druk nogmaals op de knop AEL/AFL om de beveiliging te verwijderen. U kunt ook meerdere geselecteerde beelden beveiligen. 0 (beveiligen) pictogram 4:3 # Let op 2013.10.01 12:30 L N 100-0020 20 • Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle beelden gewist, ook de beveiligde beelden. 32 NL Beelden wissen Geef een beeld weer dat u wilt wissen en druk op de knop . Selecteer [Yes] en druk op de knop Q. Erase Yes No -knop Back Set 4 Beelden selecteren 2013.10.01 12:30 21 Foto's en films bekijken Selecteer het beeld. U kunt ook meerdere beelden selecteren om ze te beveiligen of te verwijderen. Druk op de knop H om een beeld te selecteren; een pictogram v verschijnt op het beeld. Druk nogmaals op de knop H om de selectie ongedaan te maken. Druk op Q om het selectiemenu voor verwijderen of beveiligen weer te geven. NL 33 Het aanraakscherm gebruiken U kunt het aanraakpaneel gebruiken om beelden te verwerken.  Schermvullende weergave Bijkomende beelden bekijken • Schuif uw vinger naar links om latere kaders weer te geven, naar rechts om vroegere kaders weer te geven. 4 Foto's en films bekijken Weergavezoom • Schuif de balk omhoog of omlaag om in of uit te zoomen. • Gebruik uw vinger om in het display te schuiven wanneer de foto is ingezoomd. • Tik op P om de indexweergave weer te geven. Tik opnieuw op Q voor kalenderweergave.  Index-/kalenderweergave Pagina vooruit/pagina achteruit • Schuif uw vinger omhoog om de volgende pagina te bekijken, omlaag om de vorige pagina te bekijken. • Gebruik Q of R om het aantal beelden te kiezen dat wordt weergegeven. • Tik enkele keren op R om terug te keren naar enkelbeeldweergave. S Beelden bekijken • Tik op een beeld om het beeld schermvullend weer te geven. Beelden selecteren en beveiligen Raak het scherm in de enkelbeeldweergave zacht aan om het aanraakmenu weer te geven. U kunt nu de gewenste handeling uitvoeren door de pictogrammen in het aanraakmenu aan te raken. H Selecteer een beeld. U kunt meerdere beelden selecteren om ze te beveiligen. h U kunt de beelden instellen die u via de Wi-Fi-verbinding wilt delen. g [Share Order] (Blz. 64) 0 Beveiligt een beeld. # Let op • In de volgende situaties is bediening met het aanraakscherm niet mogelijk. Panorama/3D/e-portrait/meervoudige belichting/tijdens bulb- of tijdopnamen/het dialoogvenster voor de witbalans met één knop/wanneer knoppen of regelaars worden gebruikt • Raak het display niet aan met uw vingernagels of een scherp voorwerp. • Handschoenen of een monitorafdekking kunnen de bediening van het aanraakscherm hinderen. • U kunt het aanraakscherm ook gebruiken met de menu's ART, SCN en J. Tik een pictogram aan om het te selecteren. 34 NL 5 Basisbewerkingen Informatiedisplays tijdens het maken van foto's Zoekerdisplay tijdens het maken van foto's met de zoeker PBH 2 PBH fe d PBH Hi +7 Sh-3 250 F5.6 +2.0 5 01:02:03 e ISO-A 200 1023 3 MY1 AEL 4 c b MY1 AEL Hi +7 -3 Sh-3 Sh 250 F5.6 +2.0 a 0 9 8 Hi +7 -3 Sh-3 Sh 250 F5.6 +2.0 01:02:03 e ISO-A 200 1023 7 6 5 Basisbewerkingen 1 MY1 AEL 01:02:03 e ISO-A 200 1023 g 1 Batterijcontrole ; Aan: klaar voor gebruik : Aan: batterij bijna leeg ] Knippert (rood) : Opladen nodig 2 Opnamestand .................Blz. 18, 38 – 49 3 Myset ...........................................Blz. 79 4 Beschikbare opnametijd 5 Aantal foto's dat kan worden opgeslagen ................................Blz. 130 6 ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59 7 Witbalans .....................................Blz. 58 8 Lichte en donkere delen ..............Blz. 51 9 Boven: Flitssterkteregelaar ..........Blz. 73 Onder: Belichtingscorrectieaanduiding ......................Blz. 51 0 Belichtingscorrectiewaarde ..........Blz. 51 a Diafragmawaarde .................Blz. 38 – 42 b Sluitertijd ...............................Blz. 38 – 42 c AE Lock u ................................Blz. 51 d AF-bevestigingsteken ..................Blz. 21 e Flitser ...........................................Blz. 52 (knippert: bezig met opladen) f PBH (weergegeven wanneer de camera stroom ontvangt van de reservebatterijhouder)................Blz. 135 g Gauge-niveau (getoond door de sluiterknop half in te drukken) ......Blz. 37 U kunt de weergavestijl van de zoeker veranderen. In deze handleiding wordt [Style 1] gebruikt. g [Built-in EVF Style] (Blz. 101) NL 35 Monitorscherm bij het fotograferen met live view 1 2345 67 890a C B A z y x Wi-Fi FP RC BKT b cd 45 mm R FPS S-IS j S-AF ISO 400 -2.0 4:3 LN w v u P Basisbewerkingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 a b c d e f g h i j k l q p Schrijfaanduiding .........................Blz. 13 Wi-Fi-verbinding...................Blz. 27, 125 Super FP-flitser ..........................Blz. 136 RC-stand....................................Blz. 137 Auto bracket/HDRf .....Blz. 82/Blz. 61 Meervoudige belichting ................Blz. 84 Hoge beeldsnelheid .....................Blz. 96 Digitale televoorzetlens................Blz. 86 Opname binnen bepaald tijdsbestek ....................................Blz. 85 Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 55 Filmgeluid ....................................Blz. 76 Brandpuntsafstand/waarschuwing interne temperatuurm m .....................................Blz. 134/Blz. 145 Flitser ...........................................Blz. 52 (knippert: bezig met opladen, blijft continu zichtbaar: laden is klaar) AF-teken ......................................Blz. 21 Beeldstabilisator ..........................Blz. 68 Kunstfilter .....................................Blz. 46 Motiefprogramma.........................Blz. 47 Beeldeffecten ...............................Blz. 70 Witbalans .....................................Blz. 58 Repeterende opnamen/ zelfontspanner .............................Blz. 57 Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 71 Beeldkwaliteit (stilstaande beelden) .......................................Blz. 72 Beeldkwaliteit (films) ....................Blz. 73 Beschikbare opnametijd +7 HD 01:02:03 250 F5.6 +2.0 ts r 5 36 NL -3 AEL 1023 o e 1 fj g h i 3 j N k D l m n m Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen ...................Blz. 130 n Regeling van licht- en schaduwpartijen ...........................Blz. 51 o Boven: Flitssterkteregelaar........Blz. 73 Onder: Belichtingscorrectieaanduiding.....................Blz. 51 p Belichtingscorrectiewaarde ..........Blz. 51 q Diafragmawaarde .................Blz. 38 – 42 r Sluitertijd ...............................Blz. 38 – 42 s Histogram ....................................Blz. 37 t AE Lock .......................................Blz. 51 u Stand fotograferen ..........Blz. 18, 38 – 49 v Myset ...........................................Blz. 79 w Fotograferen met aanraakscherm functies ........................................Blz. 27 x Flitssterkteregelaar ......................Blz. 73 y ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59 z AF-modus ....................................Blz. 75 A Lichtmeetstand ............................Blz. 74 B Flitsmodus ...................................Blz. 52 C Batterijcontrole ; Aan (groen): Klaar voor gebruik (wordt weergegeven gedurende ongeveer tien seconden nadat de camera werd ingeschakeld). : Aan (groen): Batterij bijna leeg. ] Knippert (rood) : Opladen nodig D Livegids annuleren.......................Blz. 28 Het informatiedisplay omschakelen U kunt de informatie die tijdens de opname op de monitor verschijnt, wijzigen via de INFO-knop.  Fotograferen met de zoeker Monitorweergave INFO R Wi-Fi 2013.10.01 12:30 ISO AUTO INFO Wi-Fi INFO WB AUTO AUTO NORM ISO-A 01:02:03 P 200 i 4:3 250 F5.6 0.0 1023 Superbedieningspaneel 250 F5.6 0.0 Waterpasweergave Alleen beeld Zoekerdisplay Kan worden ingeschakeld terwijl u door de zoeker kijkt. 5 R S-IS AUTO S-IS AUTO LN FullHD 250 F5.6 0.0 INFO 01:02:03 e ISO-A 200 1023 01:02:03 e ISO-A 200 1023 250 F5.6 0.0 Informatiedisplay aan Histogramweergave INFO INFO 250 F5.6 0.0 01:02:03 e ISO-A 200 1023 Basisbewerkingen INFO 01:02:03 e ISO-A 200 1023 250 F5.6 0.0 Alleen beeld Waterpasweergave  Bij het fotograferen met live view R Wi-Fi R Wi-Fi S-IS AUTO INFO ISO-A S-IS AUTO ISO-A 200 200 LN LN FullHD FullHD F 250 F5.6 INFO 0.0 01:02:03 P 38 Informatiedisplay aan 250 F5.6 0.0 01:02:03 38 Histogramweergave INFO INFO P 250 F5.6 0.0 Waterpasweergave Alleen beeld Histogramweergave Een histogram weergeven waarop de verdeling van de helderheid in het beeld wordt getoond. De horizontale as toont de helderheid en de verticale as het aantal pixels bij elke helderheid in het beeld. Delen boven de bovengrens worden rood weergegeven, delen onder de ondergrens worden blauw weergegeven, en het deel dat met spotmeting werd gemeten, wordt groen weergegeven. Waterpasweergave Geef de stand van de camera op. De stand voor “kantelen“ wordt aangegeven op de verticale balk en de stand voor “horizon“ wordt aangegeven op de horizontale balk. Gebruik de indicatie op de level gauge als richtlijn. NL 37 De fotografeerstanden gebruiken “Richten en fotograferen“ (stand P) In de stand P past de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma aan op basis van de helderheid van het onderwerp. Stel de functieknop in op P. R Wi-Fi S-IS AUTO ISO-A Sluitertijd 200 LN FullHD F PBH 5 MY1 AEL 250 F5.6 +2.0 Hi +7 -3 Sh-3 Sh 01:02:03 e ISO-A 200 1023 Bij het fotograferen met de zoeker Stand Fotograferen P 250 F5.6 01:02:03 0.0 38 Diafragmawaarde Bij het fotograferen met live view Basisbewerkingen • De positie van de hendel bepaalt de functies die u met de regelaars kunt instellen. Voorste regelaar Hefboom Achterste regelaar Regelaar Positie van de hendel 1 2 r Belichtingscorrectie ISO o Programmaaanpassing Witbalans • De sluitertijd en het diafragma die door de camera zijn geselecteerd, worden weergegeven. • De aanduidingen voor de sluitertijd en het diafragma knipperen als de camera geen optimale belichting kan verkrijgen. Waarschuwingsindicatie (knippert) Status Remedie 60" F2.8 Het onderwerp is te donker. • Gebruik de flitser. 8000 F22 Het onderwerp is te helder. • Het lichtmeetbereik van de camera is overschreden. Een in de handel verkrijgbaar grijsfilter (ND-filter) om de hoeveelheid licht te beperken, is vereist. • Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de brandpuntsafstand van de lens. • Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de waarde veranderen. g [ISO] (Blz. 59) 38 NL Programma-aanpassing (%) In de standen P en ART kunt u verschillende combinaties kiezen van diafragma en sluitertijd zonder de belichting te wijzigen. “s“ verschijnt naast de fotografeerstand tijdens programma-aanpassing. Om de programma-aanpassing te annuleren, draait u aan de achterste regelaar tot “s“ niet meer wordt weergegeven. # Let op • Bij gebruik van een flitser is er geen programmaaanpassing mogelijk. R Wi-Fi 2013.10.01 12:30 ISO AUTO WB AUTO NORM AUTO i 4:3 Ps 250 F5.6 0.0 01:02:03 1023 Programma-aanpassing 5 Basisbewerkingen NL 39 Het diafragma instellen (diafragmavoorkeuzestand A) In de stand A stelt u het diafragma in en past de camera automatisch de sluitertijd aan voor een optimale belichting. Draai de functieknop naar A. Voorste regelaar Hefboom Achterste regelaar 5 Positie van de hendel Regelaar 1 2 r Belichtingscorrectie ISO o Diafragmawaarde Witbalans Basisbewerkingen • Een groter diafragma (lager F-nummer) vermindert de scherptediepte (het gebied voor of achter het scherpstelpunt waarop is scherpgesteld), waardoor de achtergrond waziger wordt weergegeven. Een kleiner diafragma (hoger F-nummer) verhoogt de scherptediepte. ISO 400 LN FullHD F A 250 F5.6 0.0 01:02:03 38 Diafragmawaarde Bij het fotograferen met live view De diafragmawaarde instellen De diafragmawaarde verlagen   De diafragmawaarde verhogen F2 F3.5 F5.6 F8.0 F16 • De aanduiding voor de sluitertijd knippert als de camera geen optimale belichting kan verkrijgen. Waarschuwingsindicatie (knippert) 30" F5.6 8000 F5.6 Status Remedie Het onderwerp is onderbelicht. • Verlaag de diafragmawaarde. Het onderwerp is overbelicht. • Verhoog de diafragmawaarde. • Als de waarschuwingsindicatie niet verdwijnt, is het lichtmeetbereik van de camera overschreden. Een in de handel verkrijgbaar grijsfilter (ND-filter) om de hoeveelheid licht te beperken, is vereist. • Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de brandpuntsafstand van de lens. • Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de instelling veranderen. g [ISO] (Blz. 59) Preview-functie U kunt het focusbereik vooraf bekijken (scherptediepte). Wanneer u op de knop voorvertoning drukt, wordt het diafragma verlaagd naar de ingestelde diafragmawaarde. 40 NL De sluitertijd instellen (sluitertijdvoorkeuzestand S) In de stand S stelt u de sluitertijd in en past de camera automatisch het diafragma aan voor een optimale belichting. Draai de functieknop naar S. Voorste regelaar Hefboom Achterste regelaar Positie van de hendel Regelaar 1 2 r Belichtingscorrectie ISO o Sluitertijd Witbalans 5 ISO 400 LN FullHD F S 250 F5.6 0.0 01:02:03 38 Sluitertijd Bij het fotograferen met live view De sluitertijd instellen Langere sluitertijd   Kortere sluitertijd Basisbewerkingen • Een korte sluitertijd kan een snelle actie “bevriezen“ zonder bewegingsonscherpte. Door een langere sluitertijd wordt een opgenomen snelle actie onscherp. Deze onscherpte roept het gevoel van een dynamische beweging op. 2"  1"  15 60 100 400 1000 • De aanduiding voor de diafragmawaarde knippert als de camera geen optimale belichting kan verkrijgen. Waarschuwingsindicatie (knippert) 2000 F2.8 125 F22 Status Remedie Het onderwerp is onderbelicht. • Kies in dit geval een langere sluitertijd. Het onderwerp is overbelicht. • Kies een snellere sluitertijd. • Als de waarschuwingsindicatie niet verdwijnt, is het lichtmeetbereik van de camera overschreden. Een in de handel verkrijgbaar grijsfilter (ND-filter) om de hoeveelheid licht te beperken, is vereist. • Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de brandpuntsafstand van de lens. • Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de waarde veranderen. g [ISO] (Blz. 59) NL 41 Het diafragma en de sluitertijd instellen (handmatige stand M) In de stand M stelt u zowel het diafragma als de sluitertijd in. Bij sluitertijd BULB blijft de sluiter open zolang de ontspanknop wordt ingedrukt. Stel de functieknop in op M. Voorste regelaar Hefboom Achterste regelaar 5 Regelaar Positie van de hendel 1 2 r Diafragmawaarde ISO o Sluitertijd Witbalans • De sluitertijd kan worden ingesteld op waarden tussen 1/8000 en 60 sec. of op [BULB] of [LIVE TIME]. # Let op Basisbewerkingen • Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand M. Kiezen wanneer de belichting wordt beëindigd (bulb-/tijdfotografie) Gebruik deze functie voor nachtlandschappen en vuurwerk. De sluitertijden van [BULB] en [LIVE TIME] zijn beschikbaar in de modus M. Bulbfotografie (BULB): De sluiter blijft open terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt. De belichting eindigt wanneer de ontspanknop wordt losgelaten. Tijdfotografie (TIME): De belichting begint wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt. Om de belichting te beëindigen, drukt u de ontspanknop nogmaals helemaal in. • Bij gebruik van BULB of TIME wordt de helderheid van het scherm automatisch gevarieerd. • Bij gebruik van [LIVE TIME] wordt de voortgang van de belichting tijdens het fotograferen weergegeven op de monitor. De weergave kan ook worden vernieuwd door de ontspanknop half in te drukken. • [Live BULB] (Blz. 97) kan ook worden gebruikt om de beeldbelichting weer te geven tijdens bulbfotografie. # Let op • De ISO-gevoeligheid kan worden ingesteld op waarden tot maximaal ISO 1600 voor live bulb- en live tijdfotografie. • Om onscherpte van de camera te vermijden bij erg lange sluitertijden, plaatst u de camera op een statief en gebruikt u een afstandsbedieningskabel (Blz. 139). • De volgende functies zijn niet beschikbaar bij erg lange sluitertijden: Repeterende opnamen/opnamen met de zelfontspanner/AE-bracketing/ beeldstabilisator/flitser-bracketing/meervoudige belichting* * Een andere optie dan [Off] is geselecteerd voor [Live BULB] of [Live TIME] (Blz. 97). • Zelfs wanneer [Noise Reduct.] in gebruik is, kan ruis zichtbaar zijn in het beeld dat tijdens opname op de monitor wordt weergegeven. 42 NL Ruis in foto's Tijdens het fotograferen met een lange sluitertijd kan er ruis op het scherm verschijnen. Deze verschijnselen doen zich voor wanneer de temperatuur in het beeldopneemelement of in de elektronica van het beeldopneemelement toeneemt, waardoor er kleine elektrische stromen worden opgewekt in delen van het beeldopneemelement die normaliter niet aan licht worden blootgesteld. Dit kan ook gebeuren als u met een hoge ISO-waarde fotografeert bij extreem hoge omgevingstemperaturen. Om deze ruis te reduceren, activeert de camera de ruisonderdrukking. g [Noise Reduct.] (Blz. 97) 5 Basisbewerkingen NL 43 Filmstand gebruiken (n) De filmstand (n) kan worden gebruikt om films met speciale effecten te maken. U kunt films opnemen die gebruik maken van de beschikbare effecten in de stand Fotograferen. Gebruik live control om de instellingen te selecteren. g “Effecten toevoegen aan een film“ (Blz. 71) U kunt ook een nabeeldeffect toepassen of inzoomen op een bepaald deel van het beeld tijdens de filmopname. Effecten toevoegen aan een film [Movie Effect] 5 Basisbewerkingen 1 2 Draai de functieknop naar n. 3 Raak op het scherm het pictogram aan van het effect dat u wilt gebruiken. Druk op de knop R om de opname te starten. • Druk nogmaals op de knop R om de opname te beëindigen. • U kunt ook de knoppen gebruiken die op pictogrammen worden weergegeven. U Multi Echo Pas een nabeeldeffect toe. Nabeelden verschijnen achter bewegende voorwerpen. V One Shot Echo Een nabeeld verschijnt gedurende een korte tijd nadat u op de knop hebt gedrukt. Het nabeeld zal na een tijdje automatisch verdwijnen. T Art Fade Film met het geselecteerde beeldeffect. Het “fade“-effect wordt toegepast op de overgangen tussen de scènes. M Movie Teleconverter Zoom in op een deel van het beeld zonder gebruik te maken van de lenszoom. Zoom in op de geselecteerde positie van het beeld, ook al hebt u de camera stevig vast. Multi Echo Raak het pictogram aan om het effect toe te passen. Raak het opnieuw aan om het effect te annuleren. One Shot Echo Elke aanraking van het pictogram voegt aan het effect toe. Art Fade Raak het pictogram aan. Raak het beeldeffect aan dat u wilt gebruiken. Het effect wordt toegepast wanneer uw vinger het pictogram loslaat. 44 NL Movie Teleconverter 1 Raak het pictogram aan om het zoomkader weer te geven. 2 Raak K aan of druk op de knop Fn2 om in te zoomen op het gebied in het zoomkader. • U kunt de positie van het zoomkader wijzigen door het scherm aan te raken of FGHI te gebruiken. • Houd Q ingedrukt om het zoomkader terug naar een centrale positie te brengen. • Raak L aan of druk op de knop Fn2 om terug te gaan naar het zoomkader. 3 Raak O aan of druk op Q om het zoomkader te annuleren en de stand Fimteleconverter te verlaten. # Let op 5 Basisbewerkingen • De beeldsnelheid daalt licht tijdens de opname. • De 2 effecten kunnen niet tegelijkertijd worden toegepast. • Gebruik een geheugenkaart met een SD speed class 6 of beter. Een filmopname kan onverwachts stoppen wanneer een tragere kaart wordt gebruikt. • Door een foto te nemen tijdens een filmopname wordt het effect geannuleerd; het effect verschijnt niet in de foto. • [e-Portrait], [Diorama] en [Color Creator] kunnen niet samen met Art Fade worden gebruikt. • Filmteleconverter kan niet worden gebruikt wanneer [Picture Mode] is ingesteld op [ART]. • Het geluid van aanraakhandelingen en knopbediening kan worden opgenomen. • Naast aanraakhandelingen kunt u effecten toepassen met de knoppen die overeenkomen met de weergegeven pictogrammen. NL 45 Kunstfilters gebruiken 1 Draai de functieknop naar ART. • Een menu met kunstfilters wordt weergegeven. Selecteer een filter met FG. • Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het gemarkeerde item te selecteren en het kunstfiltermenu te verlaten. 1 Pop Art  Soorten kunstfilters j k l m n o s 5 Basisbewerkingen 2 Pop Art Soft Focus Pale&Light Color Light Tone Grainy Film Pin Hole Diorama t u v Y Z u Cross Process Gentle Sepia Dramatic Tone Key Line Watercolor ART BKT (ART bracketing) Maak een opname. • Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het kunstfiltermenu weer te geven. ART-bracketing Bij het nemen van één shot zullen afbeeldingen worden opgenomen voor elk geselecteerd creatief filter. Druk op I om filters te kiezen. Kunsteffecten Kunstfilters kunnen worden gewijzigd en effecten kunnen worden toegevoegd. Door in het kunstfiltermenu op I te drukken worden bijkomende opties weergegeven. Filters aanpassen Optie I is de originele filter, terwijl de opties II en volgende effecten toevoegen die de originele filter aanpassen. Effecten toevoegen* Soft focus, pin-hole, frames, white edges, starlight, filter, tone, blur * De beschikbare effecten zijn afhankelijk van de geselecteerde filter. # Let op • Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit automatisch ingesteld op [YN+RAW]. De kunstfilter wordt alleen toegepast op de JPEG-kopie. • Afhankelijk van het onderwerp kunnen toonovergangen gekarteld zijn, kan het effect minder goed merkbaar zijn of kan het beeld “korreliger“ worden. • Bepaalde effecten zijn mogelijk niet zichtbaar in live view of tijdens het opnemen van films. • De weergave is afhankelijk van de gebruikte filters, effecten of instellingen voor de filmkwaliteit. 46 NL Opnemen met een motiefprogramma 1 Draai de functieknop naar SCN. • Een motiefmenu wordt weergegeven. Selecteer een scène met FG. • Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het gemarkeerde item te selecteren en het motiefmenu te verlaten. 1 Portrait  Soorten motiefprogramma's  2 Portrait e-Portrait Landscape Landscape+Portrait Sport Starlight Night Scene Night+Portrait Children High Key Low key DIS Mode J r Q R T s ( g f w m T Macro Nature Macro Candle Sunset Documents Panorama (Blz. 48) Fireworks Beach & Snow n Fisheye Effect n Wide-Angle n Macro 3D Photo Maak een opname. 5 Basisbewerkingen O P L K J i G U G H I q • Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het motiefmenu weer te geven. # Let op • In de modus [e-Portrait] worden twee beelden opgenomen: een ongewijzigd beeld en een tweede beeld waarop de [e-Portrait]-effecten werden toegepast. De opname kan enige tijd in beslag nemen. Wanneer de beeldkwaliteitsmodus RAW is, wordt bovendien het beeld in het [RAW+JPEG]-formaat gemaakt. • [n Fisheye Effect], [n Wide-Angle] en [n Macro] zijn bedoeld voor gebruik met optionele voorzetlenzen. • Er kunnen geen films worden opgenomen in de modi [e-Portrait], [Hand-Held Starlight], [Panorama], of [3D Photo]. • In [Hand-Held Starlight] worden 8 frames gemaakt per keer die later worden gecombineerd. Wanneer de beeldkwaliteitsmodus RAW is, wordt een JPEG-afbeelding gecombineerd met de eerste RAW-afbeelding en opgenomen in RAW+JPEG. • [3D Photo] is onderhevig aan de volgende beperkingen. [3D Photo] kan enkel worden gebruikt met een 3D-lens. De cameramonitor kan niet worden gebruikt om beelden in 3D weer te geven. Gebruik een apparaat dat 3D-weergave ondersteunt. De scherpstelling is vergrendeld. Bovendien kunnen ook de flitser en de zelfontspanner niet worden gebruikt. De resolutie ligt vast op 1920 × 1080. RAW-fotografie is niet beschikbaar. De beelddekking is niet 100%. NL 47 Panorama's fotograferen Als u de bijgeleverde computersoftware hebt geïnstalleerd, kunt u de software gebruiken om beelden samen te voegen tot een panorama. g “Camera aansluiten op een computer en een smartphone“ (Blz. 122) 5 1 Draai de functieknop naar SCN. 2 3 4 Selecteer [Panorama] en druk op Q. Kies een panrichting met FGHI. Basisbewerkingen Maak een foto en gebruik hierbij de hulplijnen om de foto te kadreren. • De scherpstelling, belichting en andere instellingen worden vergrendeld op de waardes van de eerste opname. 5 M 250 F5.6 38 Maak de resterende foto's en zorg ervoor dat de hulplijnen telkens overlappen met de voorgaande foto. M 250 F5.6 38 [2] Exit [3] Exit • Een panorama kan tot 10 beelden bevatten. Na de tiende opname wordt een waarschuwingsteken (g) weergegeven. 6 Druk na de laatste opname op Q om de reeks te beëindigen. # Let op • Tijdens de panoramaopnamen wordt de opname die voor de positie-uitlijning werd gemaakt, niet weergegeven. Maak de compositie zo dat de overlappende beelden elkaar binnen de frames overlappen en gebruik daarbij de frames of andere weergavetekens in de beelden als leidraad. $ Opmerkingen • Door op Q te drukken voordat u de eerste opname hebt gemaakt, komt u terug in het keuzemenu van het motiefprogramma. Door midden in de opnamen op Q te drukken, stopt de reeks panoramaopnamen en kunt u met de volgende verder gaan. 48 NL PHOTO STORY gebruiken 1 2 Draai de functieknop naar J. • Het menu PHOTO STORY wordt weergegeven. A Standard B Snelheid C Leuke beelden 1 Standard 1 2 3 Gebruik FG om het thema van de PHOTO STORY te kiezen. • U kunt voor elk thema verschillende effecten, aantal beelden en beeldverhoudingen kiezen. U kunt ook de aspect ratio, het deelpatroon en de beeldeffecten van afzonderlijke beelden wijzigen. Variaties wijzigen FGH PHOTO STORY met andere effecten en beeldverhoudingen dan de oorspronkelijke PHOTO STORY. Het aantal beelden en de schikking van de beeldgebieden kunnen voor elk PHOTO STORY-type worden gewijzigd. • U kunt de beeldkleur en het effect rond het frame in elke variatie wijzigen. • Elk type en elke variatie zorgt voor een andere PHOTO STORY. 3 Druk op Q als u klaar bent met de instelling. 4 Leg een beeld vast voor het eerste frame. • De monitor schakelt naar de PHOTO STORY-display. • Het onderwerp van het huidige frame wordt in live view weergegeven. • Raak een van de gemaskerde frames aan om het gemaskerde frame terug naar het huidige frame te wijzigen. • Druk op de knop MENU om van thema te veranderen. • Het beeld dat u hebt vastgelegd, wordt in het eerste frame weergegeven. ISO-A 200 1 5 5 Basisbewerkingen E Oorspronkelijke PHOTO STORY 250 F5.0 0.0 1023 0.0 1023 Leg een beeld vast voor het volgende frame. • Bekijk het onderwerp en leg het vast voor het volgende frame. • Druk op  om het beeld in het vorige frame te annuleren en leg het beeld opnieuw vast. • Raak een frame aan om het beeld er in te annuleren 250 F5.0 1 en leg het beeld opnieuw vast. Raak het frame aan Vastgelegd beeld en raak vervolgens O aan. ISO-A 200 Volgend frame (Live view-weergave) NL 49 6 Zodra u alle frames hebt vastgelegd, drukt u op Q om het beeld op te slaan. • Druk op de MENU-knop en u kunt andere thema's selecteren. $ Opmerkingen • Tijdens het vastleggen van een PHOTO STORY zijn de volgende functies beschikbaar. Belichtingscorrectie/programma-aanpassing/flitsopnamen (behalve bij het thema [Speed]/live control # Let op 5 Basisbewerkingen 50 NL • Als de camera tijdens de opname wordt uitgeschakeld, worden alle gegevens voor beelden tot dat moment geannuleerd en wordt niets op de geheugenkaart opgeslagen. • Als de beeldkwaliteit momenteel is ingesteld op [RAW], wordt de beeldkwaliteit automatisch ingesteld op [YN+RAW]. Het PHOTO STORY-beeld wordt als JPEG opgeslagen en de beelden in de frames worden als RAW opgeslagen. RAW-beelden worden in [4:3] opgeslagen. • U kunt op [AF Mode], [S-AF], [MF] of [S-AF+MF] instellen. Bovendien wordt het AF-kader op één centraal punt vastgelegd. • De metingstand wordt op digitale ESP-meting vastgelegd. • De volgende functies zijn niet beschikbaar in de PHOTO STORY-stand. MENU display/film/repeterende opnamen/zelfontspanner/INFO-display/ gezichtsprioriteit-AF/Digitale televoorzetlens/beeldeffect • De volgende knopbedieningen zijn uitgeschakeld. Fn1/Fn2/INFO etc. • Tijdens de opname van een PHOTO STORY schakelt de camera niet naar de slaapstand. Veelgebruikte opnameopties De belichting regelen (belichtingscorrectie) Draai de voorste regelaar om de belichtingscorrectie te kiezen. Kies positieve (“+“) waarden om beelden helderder te maken en negatieve (“–“) waarden om beelden donkerder te maken. De belichting kan worden aangepast met ±5,0EV. Negatief (–) Geen compensatie (0) Positief (+) 5 # Let op De helderheid van hoge lichten en schaduwen wijzigen Wanneer de multifunctionele knop wordt ingesteld op [Highlight&Shadow Control], zal een instellingenscherm verschijnen wanneer u de Fn2-knop indrukt. Stel de schaduw bij met de achterste regelaar en de overbelichting met de voorste regelaar. HI LIGHT Basisbewerkingen • Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de standen A, M of SCN. • De displays van de zoeker en live view display kunnen alleen tot ±3,0EV worden veranderd. Als de belichting ±3,0EV overschrijdt, zal de belichtingsbalk gaan flitsen. • Films kunnen worden gecorrigeerd in een bereik tot ±3,0EV. SHADOW De belichting vasthouden (AE-vergrendeling) U kunt de belichtingsinstelling vasthouden met knop AEL/AFL. Gebruik dit wanneer u de focus en belichting apart wilt aanpassen of wanneer u verschillende foto's bij dezelfde belichting wilt maken. • Als u één keer op de knop AEL/AFL drukt, wordt de belichting vastgehouden en wordt u getoond. g “AEL/AFL“ (Blz. 102) • Druk nogmaals op de knop AEL/AFL om de AE-vergrendeling te annuleren. # Let op • Het slot wordt losgelaten wanneer u de modusregelaar, MENU-knop of Q-knop gebruikt. NL 51 Een flitser gebruiken (flitserfotografie) De flitser kan handmatig naar wens worden ingesteld. De flitser kan in heel wat verschillende opnameomstandigheden worden gebruikt. 1 Bevestig de flitser aan de camera en breng de lichteenheid omhoog. •  g “De flitser bevestigen“ (Blz. 15) 2 Stel de hendel in op positie 2 en druk op de AF m-knop 0 0.0 5 Basisbewerkingen P Hefboom 3 AUTO Bij het fotograferen met live view Selecteer een instelling met de achterste regelaar en druk op de Q-knop. • De beschikbare opties en de volgorde waarin deze worden weergegeven, variëren naargelang de fotografeerstand. g “Beschikbare flitsstanden in de diverse fotografeerstanden“ (Blz. 53) AUTO Autoflitsen # Invulflitsen $ Flitser uit Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch. De flitser ontsteekt altijd, ongeacht de lichtomstandigheden. De flitser ontsteekt niet. Flitsen met onderdrukken van rode ogen Met deze functie kunt u rode ogen vermijden. In de standen S en M zal de flitser altijd flitsen. Trage synchronisatie (1e sluitergordijn) Trage synchronisatie (1e sluitergordijn) / flitsen met onderdrukken van rode ogen Trage sluitertijden worden gebruikt om een slecht verlichte achtergrond op te lichten. !/#! #SLOW !SLOW Combineert een trage synchronisatie met onderdrukken van rode ogen. #SLOW2/ Trage synchronisatie (2e sluitergordijn) De flitser ontsteekt net voordat de sluiter dichtgaat om lichtsporen te creëren achter bewegende lichtbronnen. #FULL, #1/4 enz. Handmatig Voor gebruikers die de voorkeur geven aan handmatige bediening. Als u op de knop INFO drukt, kunt u de functieknop gebruiken om het flitserniveau aan te passen. 2nd Curtain 4 52 NL Flash Auto Knop AFm Druk de ontspanknop helemaal in. # Let op • Bij [!/#!(Red-eye reduction flash)] duurt het na de inleidende flitsen ongeveer 1 seconde voordat de sluiter ontspant. Beweeg de camera niet zolang de opname niet is voltooid. • [!/#! (Red-eye reduction flash)] werkt mogelijk niet efficiënt bij bepaalde opnameomstandigheden. • Als de flits ontsteekt, is de sluitertijd ingesteld op 1/320 sec. of korter. Als u met de invulflitsen een onderwerp tegen een lichte achtergrond fotografeert, kan de achtergrond overbelicht zijn. Beschikbare flitsstanden in de diverse fotografeerstanden Stand Fotograferen LV-superbedieningspaneel #AUTO Autoflitsen ! Automatische flitser (onderdrukking van rode ogen) $ Flitser uit k 1e sluitergordijn SLOW2 # Trage synchronisatie (2e sluitergordijn) 2e sluitergordijn # Invulflitsen #! Invulflitsen (onderdrukking van rode ogen) $ Flitser uit # Invulflits/trage synchronisatie (2e sluitergordijn) 2nd-C * Invulflitsen Trage synchronisatie (rode ogen onderdrukken) Trage synchronisatie (1e sluitergordijn) ! SLOW #SLOW S/M 1e sluitergordijn 1e sluitergordijn k 2e sluitergordijn Grens van sluitertijd Ontsteekt automatisch in 1/30 sec. – het donker en bij 1/320 sec.* tegenlicht Ontsteekt altijd 30 sec. – 1/320 sec.* k k Ontsteekt automatisch in 60 sec. – het donker en bij 1/320 sec.* tegenlicht Ontsteekt altijd 60 sec. – 1/320 sec.* k k Ontsteekt altijd 60 sec. – 1/320 sec.* 5 Basisbewerkingen # P/A Voorwaarden Flitsmoom de flitser te ment laten flitsen Flitserfunctie •  #AUTO, $ kan worden ingesteld in de modus A. 1/250 sec. bij gebruik van een afzonderlijk verkochte externe flitser Minimumbereik De lens kan schaduwen werpen over onderwerpen die zich dicht bij de camera bevinden, wat vignettering veroorzaakt, of de onderwerpen kunnen te helder zijn, zelfs bij minimale flitssterkte. Lens 14 - 42 mm 17 mm 40 - 150 mm 14 - 150 mm 12 - 50 mm 12 - 40 mm Afstand bij benadering waarop vignettering optreedt 0,25 m 0,25 m 0,9 m 0,5 m 0,45 m 3,2 m (bij brandpuntsafstand 12 mm) 0,7 m (bij brandpuntsafstand 14 mm of hoger) • Externe flitsers kunnen worden gebruikt om vignettering te voorkomen. Om overbelichte foto's te voorkomen, selecteert u de stand A of M en kiest u een hoge f-waarde, of u vermindert de ISO-gevoeligheid. NL 53 Een scherpstelkader selecteren (AF-gebied) Kies welke van de 81 AF-kaders worden gebruikt om automatisch scherp te stellen. 1 2 Druk op de pendelknop of de knop Fn1 om de AF-kaders weer te geven. Draai aan de regelaar om de AF-positie te kiezen. • De stand “Alle doelen“ wordt hersteld wanneer u de cursor van het scherm weg verplaatst. All Targets Single Target De camera kiest automatisch uit alle mogelijke scherpsteldoelen. 5 All Targets Basisbewerkingen Selecteer het scherpsteldoel handmatig. Verschillen in tekenweergave op basis van de lens De tekenweergave is verschillend naargelang van de lens die u gebruikt. Wanneer u een Micro Four Thirds-systeemlens gebruikt, worden 81 AF-punten weergegeven. Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, worden 37 AF-punten weergegeven. Het AF-kader instellsen U kunt de methode voor de selectie en grootte van het kader wijzigen. U kunt ook gezichtsprioriteit-AF selecteren (Blz. 55). 1 Druk op de knop INFO tijdens de selectie van het AF-kader en kies een selectiemethode met FG. INFO FG i i o o (All Targets) I (Single Target) De camera selecteert alle AF-kaders automatisch. K (Small Target) Het AF-kader kan kleiner worden gemaakt. J (Group Target) De camera kiest automatisch uit de tekens in de geselecteerde groep. U selecteert een enkel AF-kader. # Let op • Keert terug naar “Enkel doel“ bij filmen. 54 NL Gezichtsprioriteit-AF/pupilherkenning-AF De camera detecteert gezichten en past de scherpstelling en digitale ESP aan. 1 Druk op de knop Fn1 om het AF-teken weer te geven. 2 Druk op de knop INFO. 3 Selecteer een optie met HI en druk op Q. • U kunt de selectiemethode voor het AF-kader wijzigen. Selectiemethode Gezichtsprio. Uit Gezichtsprioriteit uit. I Gezichtsprio. Aan Gezichtsprioriteit aan. K Gezicht en oog prio. Aan L Gezicht en R. oogprio. Aan M Gezicht en L. oogprio. Aan 4 5 5 Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de pupil van het oog dat zich het dichtst bij de camera bevindt voor gezichtsprioriteit-AF. Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de pupil van het rechteroog voor gezichtsprioriteit-AF. Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de pupil van het linkeroog voor gezichtsprioriteit-AF. Richt de camera op het onderwerp. • Wanneer u foto's maakt met de zoeker, kijkt u door de zoeker. • Als een gezicht wordt herkend, wordt dit aangegeven met een wit kader. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. • Wanneer de camera scherpstelt op het gezicht in het witte kader, wordt het kader groen. • Als de camera de ogen van het onderwerp kan detecteren, wordt een groen kader weergegeven rond het geselecteerde oog. (pupilherkenning-AF) R Wi-Fi S-IS AUTO ISO-A 200 Basisbewerkingen J 6 i o LN FullHD F P 250 F5.6 0.0 01:02:03 1023 R Wi-Fi S-IS AUTO ISO-A 200 LN FullHD F P 250 F5.6 0.0 01:02:03 1023 Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken. # Let op • Gezichtsprioriteit wordt alleen toegepast op de eerste opname van elke reeks repeterende opnamen. • Afhankelijk van het onderwerp en de instelling van de kunstfilter is het mogelijk dat de camera het gezicht niet correct detecteert. • Bij een instelling [p (Digital ESP metering)] wordt bij de meting prioriteit gegeven aan gezichten. • Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, zal zelfs wanneer een gezicht wordt gedetecteerd, maar dit buiten de AF-zone ligt, de prioritaire AF niet werkzaam zijn. $ Opmerkingen • Gezichtsprioriteit is ook beschikbaar in [MF]. Gezichten die door de camera worden herkend, worden aangeduid door witte kaders. NL 55 Zoomkader-AF/zoom-AF U kunt inzoomen op een deel van het beeld wanneer de scherpstelling wordt aangepast. Door een hoge zoomverhouding te kiezen, kunt u de automatische scherpstelling gebruiken om scherp te stellen op een kleiner gebied dan hetgeen normaal door het AF-kader wordt aangegeven. U kunt het scherpsteldoel ook nauwkeuriger positioneren. Q/U R Wi-Fi R Wi-Fi S-IS AUTO ISO-A U S-IS AUTO U ISO-A 200 200 LN LN FullHD 5 (Ingedrukt houden) FullHD F 250 F5.6 0.0 01:02:03 Opnamescherm 30 F 250 F5.6 0.0 Zoomkader-AF 01:02:03 30 U Zoom-AF Basisbewerkingen 1 Wijs [U] toe aan één van de knoppen met de [Button Function] (Blz. 103) 2 Druk op de U-knop om het zoomkader weer te geven. • a kan ook worden ingesteld als een multifunctieknop. • Wanneer de camera werd scherpgesteld met automatisch scherpstellen net voor de knop werd ingedrukt, wordt het zoomkader weergegeven in de huidige scherpstelpositie. • Positioneer het zoomkader met FGHI. • Druk op de knop INFO en gebruik FG om de zoomverhouding te selecteren. 5× 7× 10× 14× Vergelijking tussen AF- en zoomkaders 3 Druk nogmaals op de knop U om in te zoomen op het zoomkader. 4 Druk de ontspanknop half in om de autofocus te starten. • Positioneer het zoomkader met FGHI. • Draai aan de regelaar om de zoomverhouding te kiezen. • De camera stelt scherp met het onderwerp dat zich in het midden van het beeld bevindt. Als u de scherpstelpositie wilt wijzigen, verplaatst u deze door het scherm aan te raken. $ Opmerkingen • U kunt het zoomkader ook weergeven en verplaatsen met behulp van het aanraakscherm. # Let op • De zoom is alleen op de monitor zichtbaar en heeft geen invloed op de resulterende foto's. • Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, werkt de AF niet tijdens de zoomweergave. 56 NL Repeterende opnamen / de zelfontspanner gebruiken Blijf de ontspanknop helemaal indrukken om een reeks foto's te maken. U kunt ook foto's maken met behulp van de zelfontspanner. 1 Stel de hendel in op positie 1 en druk op de jYHDR-knop om de geselecteerde items weer te geven. 2 Draai aan de achterste schakelaar en selecteer een item. Enkelbeeldopnamen Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera één foto (in de stand Fotograferen). T Repeterend snel Zolang de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden foto's genomen aan een snelheid van 10 frames per seconde (fps). Scherpstelling, belichting en witbalans zijn vastgesteld op de waarden voor de eerste opname in elke reeks ([S-AF], [MF]). Repeterend traag Zolang de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden foto's genomen aan een snelheid van 6,5 frames per seconde (fps). Scherpstelling en belichting zijn vastgesteld volgens de opties die zijn geselecteerd voor [AF Mode] (Blz. 75) en [AEL/AFL] (Blz. 102). S ZelfontspanY12s ner 12 SEC Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en helemaal om de timer te starten. De zelfontspanner-LED brandt eerst ongeveer 10 seconden continu, begint dan ongeveer 2 seconden lang te knipperen, en daarna wordt de foto gemaakt. Y2s Zelfontspanner 2 SEC Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en helemaal om de timer te starten. De zelfontspanner-LED knippert ongeveer 2 seconden, en daarna wordt de foto gemaakt. YC Zelfontspanner Aangepast Stel het aantal beelden in dat u wilt fotograferen. Selecteer g, druk op de knop INFO en draai aan de regelaar. 5 Basisbewerkingen o $ Opmerkingen • Om de ingeschakelde zelfontspanner voortijdig te stoppen, drukt u op de jYHDR-knop. • In de scherpstelmodi [S-AF] en [MF] worden de scherpstelling en belichting vastgezet op de waarden voor het eerste beeld van elke reeks. # Let op • Wanneer u S gebruikt, wordt tijdens de opname geen bevestigingsbeeld weergegeven. Het beeld wordt opnieuw weergegeven nadat het fotograferen is beëindigd. Wanneer u T gebruikt, wordt het beeld van direct daarvoor weergegeven. • De snelheid van repeterende opnamen varieert afhankelijk van de lens die u gebruikt en de scherpstelling van de zoomlens. • Als tijdens repeterende opnamen de batterijspanningsindicator begint te knipperen, stopt de camera met fotograferen en begint de gemaakte foto's op te slaan op het geheugenkaart. Als batterijvoeding te laag is, kan de camera misschien niet alle foto's opslaan. • Bij fotograferen met de zelfontspanner kunt u de camera het beste op een statief zetten. • Als u voor de camera gaat staan om de ontspanknop half in te drukken bij het gebruik van de zelfontspanner, is het mogelijk dat de foto onscherp is. NL 57 Kleur aanpassen (witbalans) De witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte objecten in beelden opgenomen door de camera er ook wit uitzien. In de meeste omstandigheden is [AUTO] geschikt, maar u kunt ook andere waarden selecteren op basis van de lichtbron wanneer u met [AUTO] niet de gewenste resultaten bereikt of u een bepaalde kleurtoon wilt oproepen in uw beelden. 1 Stel de hendel in op positie 2 en draai aan de achterste regelaar om items te selecteren. AUTO LOW 200 AUTO 250 250 F5.6 320 400 500 0.0 Recommend WB AUTO Hefboom ISO-A 200 WB Auto P AUTO AUTO 5 Basisbewerkingen Achterste regelaar Auto white balance Preset white balance 58 NL Kleurtemperatuur WB-stand Lichtomstandigheden AUTO k Geschikt voor de meeste lichtomstandigheden (als op de monitor een witte beeldpartij zichtbaar is). Gebruik deze stand bij normaal fotograferen. 5 5300K Voor buitenopnamen op een heldere dag, of voor meer rode tinten bij een zonsondergang, of voor meer kleuren bij vuurwerk N 7500K Voor buitenopnamen in de schaduw op een heldere dag O 6000K Voor het fotograferen buiten op een bewolkte dag 1 3000K Voor fotograferen bij gloeilamplicht > 4000K Voor onderwerpen die door TL-licht worden verlicht U k n 5500K One-touch white balance (Blz. 59) P/Q/ W/X De bij onetouch WB ingestelde kleurtemperatuur. Custom white balance CWB 2000 K 14000 K Voor onderwaterfotografie Voor flitsopnamen Kies wanneer een wit of grijs onderwerp kan worden gebruikt om de witbalans te meten en het onderwerp zich onder een gemengde verlichting bevindt of wordt belicht door een ongekend type flitser of andere lichtbron. Nadat u op de INFO-knop hebt gedrukt, gebruikt u de knoppen HI om een kleurtemperatuur te selecteren en drukt u vervolgens op Q. Witbalans met één knop Meet de witbalans door een blad papier of een ander wit object te kadreren bij de belichting die u zult gebruiken voor de uiteindelijke foto. Dit is handig als u een onderwerp niet alleen bij natuurlijk licht fotografeert, maar ook bij andere lichtbronnen met verschillende kleurtemperaturen. 1 Maak papier met een neutrale kleur klaar, zoals wit of grijs. 2 Maak een foto terwijl u de Y-toets (witbalans met één druk) indrukt. 3 Selecteer uit P, Q, W of X en registreer. • Kadreer het object zodat dit de monitor vult en er geen schaduwen op zichtbaar zijn. • U kunt ook foto's maken na het selecteren van P, Q, W of X op het scherm met de witbalansopties. Druk vervolgens op INFO. % Tips • Als het onderwerp te licht, te donker of zichtbaar gekleurd is, wordt de melding [WB NG Retry] weergegeven en wordt er geen waarde opgemeten. Corrigeer het probleem en herhaal de procedure vanaf stap 1. ISO-gevoeligheid Door de ISO-gevoeligheid te verhogen, treedt er meer ruis (korrel) op in het beeld maar kunt u foto's nemen bij weinig ligt. De aanbevolen instelling in de meeste situaties is [AUTO]. Deze instelling start bij ISO 200 — een waarde voor een evenwichtige verhouding tussen ruis en dynamisch bereik — en past vervolgens de ISO-gevoeligheid aan afhankelijk van de opnameomstandigheden. 1 5 Basisbewerkingen • Als dit al is geselecteerd in het menu witbalans, selecteer dan [Yes] en druk op de Q-knop. • De nieuwe waarde wordt opgeslagen als een voorgeprogrammeerde witbalansoptie. • De nieuwe waarde blijft opgeslagen tot de witbalans met één knop opnieuw wordt gemeten. De vastgelegde witbalans blijft bewaard als u de camera uitschakelt. Stel de hendel in op positie 2 en draai aan de voorste regelaar om items te selecteren. Voorste regelaar Hefboom AUTO De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld aan de hand van de opnameomstandigheden. LOW, 200 - 25600 De gevoeligheid wordt ingesteld op de geselecteerde waarde. NL 59 Controlling color (Color Creator) U kunt de kleur van het onderwerp aanpassen terwijl u door de zoeker kijkt. Selecteer deze functie met de multifunctionele knop voor gebruik. Stel de multifunctieknop vooraf in op c (Color Creator) (Blz. 23). 1 Druk op de knop Fn2 terwijl u door de zoeker kijkt. • Er zal een scherm met opties in de zoeker worden getoond. Fn2-knop 5 Basisbewerkingen 60 NL 2 Stel de verzadiging in met de voorste regelaar en de kleurschakering met de achterste regelaar. • De instellingen worden onder beeldmodus opgeslagen. # Waarschuwingen • De witbalans is vast ingesteld op AUTO. • Wanneer de beeldkwaliteitsmodus RAW is, wordt het beeld in het RAW+JPEG-formaat gemaakt. HDR-fotografie De camera maakt verschillende beelden en voegt ze automatisch samen tot een HDR-beeld. U kunt ook verschillende beelden maken en HDR-beeldvorming uitvoeren op een computer (HDR-bracketingfotografie). 1 Stel de hendel in op positie 1 en druk op de jYHDR-knop om de geselecteerde items weer te geven. • Op het scherm wordt een menu getoond. HDR1 OFF AUTO HDR2 3F 2.0EV 5F 2.0EV 7F 2.0EV 3F 3.0EV HDR o HDR-knop jY Hefboom o T S Y12s Y2s Yc Bij het fotograferen met live view Draai aan de voorste regelaar om een instelling te selecteren. HDR1 HDR2 3F 2.0EV 5F 2.0EV Er worden vier opnamen gemaakt, elke opname heeft een andere blootstelling, de shots worden gecombineerd in één HDRafbeelding in de camera. HDR 2 biedt een indrukwekkender beeld dan HDR1. ISO-gevoeligheid is vastgesteld op 200. Daarnaast is de langste sluitersnelheid die beschikbaar is, 1 seconde en de langste belichting die beschikbaar is, 4 seconden. Er wordt HDR-bracketing toegepast. Selecteer het aantal beelden en het belichtingsverschil. HDR-beeldbewerking wordt niet uitgevoerd. 5 Basisbewerkingen 2 P 7F 2.0EV 3F 3.0EV 5F 3.0EV 3 Maak een opname. # Waarschuwingen • Wanneer u op de sluiterknop drukt, maakt de camera automatisch het ingestelde aantal beelden. • Tijdens het maken van opnamen, wordt er een eenvoudig samengesteld beeld op de monitor of in de zoeker weergegeven. • • • • In het geval van HDR1 en HDR2 is belichtingscorrectie niet beschikbaar. Als u opnamen maakt met een lagere sluitersnelheid, zorgt dit voor een luider geluid. Plaats de camera op een statief of ander stabiliserend item en maak de opname. De afbeelding die op de monitor of in de zoeker wordt getoond tijdens het maken van de opname, zal verschillend zijn van het HDR-bewerkte beeld. • In geval van HDR1 en HDR2, zal het HDR-bewerkte beeld als een JPEG-bestand worden opgeslagen. Wanneer de beeldkwaliteitsmodus RAW is, wordt het beeld in het RAW+JPEG-formaat gemaakt. Het enige beeld dat in RAW-modus wordt opgeslagen, is een beeld met een aangepaste belichting. • Bij de instelling HDR1/HD2 wordt de opnamemodus vast ingesteld op [Natural] en de kleurinstelling op [sRGB]. [Full-time AF] is niet actief. • Fotograferen met flits, bracketing, meervoudige belichting en time lapse shooting kunnen niet tegelijkertijd als HDR-fotografie worden gebruikt. NL 61 Informatiedisplay tijdens de weergave Informatie weergavebeeld Vereenvoudigde weergave 1 2 Volledige weergave 3 4 5 67 89 g h jk i ×10 ×10 250 P AF +2.0 ±0 WB AUTO A+4 ISO 400 F5.6 45mm +1.0 G+4 Adobe Natural 4608×3456 3D f 5 4:3 L N 100-0015 2013.10.01 12:30 SD ed c Basisbewerkingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 a b c d e f g 15 0 a 3D 2013.10.01 12:30 b x Batterijcontrole .............................Blz. 16 Wi-Fi-verbinding...................Blz. 27, 125 Inclusief GPS-gegevens ............Blz. 127 Eye-Fi-upload klaar....................Blz. 101 Printreservering Aantal prints ...............................Blz. 118 Deelorder .....................................Blz. 64 Geluidsopname............................Blz. 66 Beveiligen ....................................Blz. 66 Beeld geselecteerd ......................Blz. 33 Bestandsnummer.........................Blz. 99 Beeldnummer Opslagapparaat .........................Blz. 129 Beeldkwaliteit ...............................Blz. 72 Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 71 3D-beeld ......................................Blz. 47 Datum en tijd................................Blz. 17 Beeldrand ....................................Blz. 71 4:3 1/8 l m n o p q r L N 100-0015 SD 15 wvuts Autofocusveld ..............................Blz. 54 Stand fotograferen ..........Blz. 18, 38 – 48 Belichtingscorrectie......................Blz. 51 Sluitertijd ...............................Blz. 38 – 42 Diafragmawaarde .................Blz. 38 – 42 Brandpuntsafstand.....................Blz. 134 Flitssterkteregelaar ......................Blz. 73 Witbalanscorrectie Kleurruimte ..................................Blz. 98 Beeldeffecten ...............................Blz. 70 Compressiefactor.........................Blz. 72 Pixel Aantal ..................................Blz. 72 ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59 Witbalans .....................................Blz. 58 AF-focus aanpassen ..................Blz. 113 Lichtmeetstand ............................Blz. 74 Histogram ....................................Blz. 37 h i j k l m n o p q r s t u v w x Het informatiedisplay omschakelen U kunt de informatie die tijdens de weergave op de monitor verschijnt, wijzigen via de INFO-knop. ×10 INFO 4:3 L N 100-0015 2013.10.01 12:30 Alleen beeld 15 Vereenvoudigde weergave ×10 INFO 250 P AF +2.0 ±0 WB AUTO A±10 ISO 400 F5.6 45mm ±0.0 G±10 Adobe Natural 4032×3024 4:3 2013.10.01 12:30 1/8 L N 100-0015 15 Volledige weergave 62 NL INFO Het informatiedisplay van de weergave veranderen Druk op de q-knop om foto's schermvullend weer te geven. Druk de ontspanknop half in om naar de opnamestand terug te keren. Indexweergave/kalenderweergave q Q q 2013.10 Sun 29 L N 100-0020 2013.10.01 12:30 2013.10.01 12:30 20 p Enkelbeeldweergave 21 25 beelden p Mon 30 Tue 1 Wed Thu Fri Sat 2 3 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 4 19 20 21 22 23 24 25 26 5 27 28 29 30 31 1 2 3 4 5 6 7 Kalenderscherm Indexweergave 5 p L N 100-0020 2013.10.01 12:30 2x 20 Enkelbeeldweergave p q 14x 2× zoom q 14× zoom gezoomd weergeven Basisbewerkingen Weergavezoom (gezoomd weergeven) Achterste regelaar (o) Inzoomen (p)/Index (q) Voorste regelaar (r) Vorige (t)/Volgende (s) Handeling is ook beschikbaar tijdens gezoomd weergeven. Pendelknop (FGHI) Enkelbeeldweergave: volgende (I)/vorige (H)/weergavevolume (FG) Close-upweergave: Bladeren tussen beelden U kunt het volgende beeld (I) of het vorige beeld (H) weergeven tijdens gezoomde weergave door te drukken op de knop INFO. Index/kalenderweergave: markeer beeld Fn1 Geeft een zoomkader weer. Gebruik de aanraakbewerkingen om de positie van het kader in te stellen en druk op Fn1 om in te zoomen. Druk op Fn1 om te annuleren. INFO Beeldinformatie bekijken H Foto selecteren (Blz. 33) AEL/AFL Foto beveiligen (Blz. 32)  Foto wissen (Blz. 33) Q Menu's bekijken (in kalenderweergave druk u op deze knop om terug te keren naar enkelbeeldweergave) NL 63 Beelden delen via de Wi-Fi-verbinding (Share Order) U kunt de camera op een smartphone aansluiten via een draadloos LAN (Blz. 125). Zodra de smartphone is aangesloten, kunt u deze gebruiken om beelden weer te geven die op de kaart zijn opgeslagen, en beelden tussen de camera en de smartphone over te brengen. Met [Share Order] kunt u vooraf de beelden selecteren die u wilt delen. 1 Raak het scherm aan in het weergavescherm. 2 Selecteer een beeld met een aanraakhandeling of HI en raak vervolgens h aan in het aanraakmenu. • Er wordt een aanraakmenu weergegeven. • h wordt weergegeven op de beelden die voor delen zijn geselecteerd. • Raak h nogmaals aan om de selectie ongedaan te maken. 5 Basisbewerkingen 64 NL 3 Raak het scherm aan om [Share Order] te verlaten. • Nadat u een beeld voor delen hebt geselecteerd, wordt het geselecteerde beeld gedeeld wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht met [One-Time]. # Let op • U kunt een deelorder instellen op maximaal circa 200 kaders. • Niet beschikbaar voor [SD] en [HD] films. Weergegeven beelden bewerken Druk tijdens de weergave op Q om een eenvoudig optiemenu weer te geven dat tijdens de weergavemodus kan worden gebruikt. JPEG JPEG Edit Share Order R Rotate m Back Stilstaand beeld Filmbeeld JPEG Edit, RAW Data Edit g Blz. 87, 88  — Image Overlay g Blz. 89  — Movie Play —  Share Order gBlz. 64  * 0 (Beveiligen)   R (Audio-opname)  — Rotate  — m (Diashow)   Erase   Niet beschikbaar voor [SD]- of [HD]-films. 5 Basisbewerkingen * Set Bewerkingen uitvoeren op een filmbeeld (Movie Play) Het afspelen pauzeren of hervatten. • Terwijl het afspelen gepauzeerd is, kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren. Q HI of subregelaar Vorige/Volgende Druk op HI en houd ingedrukt om de bewerking voort te zetten. F Geef het eerste beeld weer. G Geef het laatste beeld weer. H/I Een film doorspoelen of terugspoelen. F/G Het volume aanpassen. # Let op • Het is aan te bevelen de meegeleverde computersoftware te gebruiken om films op een computer weer te geven. Voor u de software voor het eerst start, dient u de camera aan te sluiten op de computer. NL 65 Beelden beveiligen U kunt beelden beveiligen tegen toevallige verwijdering. Roep een beeld op dat u wilt beveiligen en druk op Q om het weergavemenu op te roepen. Selecteer [0] en druk op Q, druk daarna op F om het beeld te beveiligen. Beveiligde beelden zijn aangegeven met het pictogram 0 (beveiligen). Druk op G om de beveiliging op te heffen. Druk op Q om de instellingen op te slaan en af te sluiten. U kunt ook meerdere geselecteerde beelden beveiligen. g Beelden selecteren 0 (beveiligen) pictogram 4:3 L N 100-0020 2013.10.01 12:30 20 # Let op • Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle beelden gewist, ook de beveiligde beelden. 5 Audio-opname U kunt een audio-opname (tot 30 sec. lang) toevoegen aan de huidige foto. Basisbewerkingen 1 JPEG Geef het beeld weer waaraan u een audio-opname wilt toevoegen en druk op Q. • Audio-opname is niet mogelijk bij beveiligde beelden. • Audio-opname is ook beschikbaar in het weergavemenu. 2 Selecteer [R] en druk op Q. 3 Selecteer [R Start] en druk op Q om de opname te starten. 4 Druk op Q om de opname te beëindigen. JPEG Edit Share Order R Rotate m • Selecteer [No] om te annuleren zonder een opname toe te voegen. R • Om de opname halverwege te stoppen, drukt u op Q. • Beelden met een audio-opname worden gemarkeerd met het pictogram H. • Om een opname te wissen, selecteer u [Erase] in stap 2. Set Back No R Start Erase Back Set Roteren Instellen of foto's al dan niet worden gedraaid. 1 2 3 Geef de foto weer en druk op Q. Selecteer [Rotate] en druk op Q. Druk op F om het beeld linksom te draaien of op G om het beeld rechtsom te draaien; het beeld draait telkens wanneer u op de knop drukt. • Druk op Q om de instellingen op te slaan en af te sluiten. • Het gedraaide beeld wordt opgeslagen met de huidige oriëntatie. • Films, 3D-foto's en beveiligde beelden kunnen niet worden gedraaid. 66 NL Diashow Hierbij worden de beelden die op de kaart zijn opgeslagen, één voor één weergegeven. 1 JPEG Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [m]. JPEG Edit Share Order R Rotate m Back 2 Pas de instellingen aan. Starten De diashow starten. Beelden worden in volgorde weergegeven, te starten bij het huidige beeld. Stel BGM in of zet BGM [Off]. Stel het type diashow in dat u wilt uitvoeren. Instellen hoe lang elke dia wordt weergegeven (2 tot 10 seconden). Selecteer [Full] om volledige filmclips op te nemen in de diashow en [Short] om alleen het inleidende deel van elke clip weer te geven. Selecteer [Start] en druk op Q. • De diashow start. • Druk op Q om de diashow te stoppen. Volume Druk op FG tijdens de diashow om het algemene volume van de luidspreker van de camera aan te passen. Druk op HI om de balans aan te passen tussen de achtergrondmuziek en het opgenomen geluid van foto's of films. 5 Basisbewerkingen BGM Slide Slide Interval Movie Interval 3 Set $ Opmerkingen • U kunt [Joy] instellen op verschillende BGM's. Sla de gegevens die u van de Olympuswebsite hebt gedownload, op de kaart op, selecteer [Joy] van [BGM] in stap 2 en druk op I. Ga naar de volgende website om te downloaden. http://support.olympus-imaging.com/bgmdownload/ NL 67 6 Opnameopties gebruiken Camerabewegingen beperken (beeldstabilisator) U kunt de camerabeweging beperken die zich kan voordoen als u foto's maakt wanneer er weinig licht is of wanneer u fotografeert bij een hoge vergroting. De beeldstabilisator start wanneer u de ontspanknop half indrukt. 1 Druk op de Q-knop en selecteer de beeldstabilisator. S-IS AUTO IS Mode ISO AUTO j WB AUTO WB AUTO NORM AUTO i 4:3 250 F5.6 6 01:02:03 Bij het fotograferen met de zoeker Opnameopties gebruiken 2 LN Focal Length Auto 4:3 1023 P OFF S-IS S-IS S-IS FullHD F S-IS AUTO 50 mm Bij het fotograferen met live view Selecteer een item met de voorste regelaar en druk op de Q-knop. UIT S-I.S Off Beeldstabilisator is uitgeschakeld. S-IS1 Auto Beeldstabilisator is ingeschakeld. S-IS2 Vertical IS De beeldstabilisatiefunctie wordt enkel toegepast op verticale (Y) camerabewegingen. Gebruik deze functie wanneer u de camera horizontaal pant. S-IS3 Horizontal IS De beeldstabilisatiefunctie wordt enkel toegepast op horizontale (Z) camerabewegingen. Gebruik deze functie wanneer u de camera verticaal pant met de camera in portretoriëntatie S-IS AUTO Landscape Panning I.S. De camera detecteert de panrichting en past de juiste beeldstabilisatie toe. M-I.S. Uit Beeldstabilisator is uitgeschakeld. Movie-I.S. Naast automatische beeldstabilisatie worden ook camerabewegingen die zich voordoen bij opnames tijdens het lopen beperkt. Foto UIT Videobeelden ON Een brandpuntsafstand kiezen (behalve voor Micro Four Thirds-/Four Thirds-lenzen) Gebruik informatie over de brandpuntsafstand om camerabewegingen te verminderen bij het maken van foto's met andere lenzen dan Micro Four Thirds-lenzen of Four Thirds-lenzen. • Selecteer [Image Stabilizer], druk op de knop INFO, selecteer een brandpuntsafstand met behulp van HI en druk op Q. • Kies een brandpuntsafstand tussen 8 mm en 1000 mm. • Kies de waarde die het dichtst aansluit bij de waarde die op de lens gedrukt staat. 68 NL # Let op • De beeldstabilisator kan te grote camerabewegingen of camerabewegingen die optreden wanneer de sluitertijd op de langste tijd is ingesteld, niet corrigeren. In dergelijke gevallen dient u een statief te gebruiken. • Als u een statief gebruikt, dient u [Image Stabilizer] in te stellen op [OFF]. • Wanneer u een lens gebruikt met een beeldstabilisatiefunctieschakelaar, wordt prioriteit gegeven aan de lensinstellingen. • Wanneer de beeldstabilisatie bij de lens prioriteit krijgt en de camera is op [S-IS-AUTO] ingesteld, wordt [S-IS1] gebruikt in plaats van [S-IS-AUTO]. • U hoort eventueel een werkingsgeluid of trilling als de beeldstabilisator wordt ingeschakeld. 6 Opnameopties gebruiken NL 69 Verwerkingsopties (beeldeffecten) Selecteer een beeldeffect en voer individuele aanpassingen uit voor contrast, scherpte en andere parameters (Blz. 80). Wijzigingen aan elk beeldeffect worden afzonderlijk opgeslagen. 1 Druk op de Q-knop en selecteer [Picture Mode]. S-IS AUTO Picture Mode ISO AUTO j WB AUTO WB AUTO NORM AUTO i 4:3 LN 4:3 250 F5.6 01:02:03 1023 Bij het fotograferen met de zoeker 6 Opnameopties gebruiken 70 NL 2 FullHD Natural P h i j j 4 F j 5 M C Bij het fotograferen met live view Selecteer een item met de voorste regelaar en druk op de Q-knop. h i-Enhance Voor indrukwekkende resultaten in overeenstemming met het motief. i Vivid Voor levendige kleuren. j Natural Voor natuurlijke kleuren. Z Muted Voor afgevlakte tinten. a Portrait Voor mooie huidtinten. J Monotone Voor zwart/wit-tinten. K Custom Selecteer één beeldeffect, stel de parameters in en leg de instelling vast. v e-Portrait Creëert zachte huidtexturen. Kan niet worden gebruikt met bracket fotografie of bij het opnemen van films. Creëert een kleurenset met de color creator (Blz. 60). c Color Creator j Pop Art k Soft Focus l Pale&Light Color m Light Tone n Grainy Film o Pin Hole s Diorama t Cross Process u Gentle Sepia v Dramatic Tone Y Key Line Z Watercolor Kies een kunstfilter en selecteer het gewenste effect. Effecten toevoegen aan een film U kunt films opnemen die gebruik maken van de beschikbare effecten in de stand Fotograferen. Stel de regelaar in op n om de instellingen te activeren. 1 Stel de fotostand in op n, druk op de Q-knop en gebruik de achterste regelaar om een item van de opnamestand te selecteren. M-IS ON j P WB AUTO S-AF P FullHD Program Auto n 2 P A S P A S F M Kies de opnamestand met de voorste regelaar en druk op de Q-knop. De optimale diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld overeenkomstig de helderheid van het onderwerp. De weergave van de achtergrond wordt gewijzigd door de instelling van het diafragma. Regel de belichting met de achterste regelaar. De sluitertijd is van invloed op het uitzicht van het onderwerp. Stel de sluitertijd in met de achterste regelaar. De sluitertijd kan worden ingesteld op waarden tussen 1/30 sec. en 1/4000 sec. U regelt het diafragma en de sluitertijd. Kies het diafragma met de voorste regelaar, selecteer de sluitertijd uit waarden van 1/30 sec. en 1/4000 sec. met de achterste regelaar. De gevoeligheid kan handmatig worden ingesteld op waarden tussen ISO 200 en 3200; een automatische regeling van de ISO-gevoeligheid is niet voorzien. # Let op • Als u een film opneemt, kunt u de instellingen voor belichtingscorrectie, diafragmawaarde en sluitertijd niet wijzigen. • Als [Image Stabilizer] geactiveerd is tijdens het opnemen van een film, wordt het opgenomen beeld lichtjes vergroot. • Stabilisatie is niet mogelijk als de camerabeweging te groot is. • Als de binnenzijde van de camera warm wordt, wordt de opname automatisch gestopt om de camera te beschermen. • Bij sommige kunstfilters is de werking van [C-AF] beperkt. • Kaarten met een SD speed class van 6 of hoger worden aanbevolen om films op te nemen. 6 Opnameopties gebruiken M P De beeldverhouding instellen U kunt de breedte-hoogteverhouding (verhouding tussen horizontaal en verticaal) wijzigen terwijl u foto's maakt. Afhankelijk van uw voorkeur kunt u de beeldverhouding instellen op [4:3] (standaard), [16:9], [3:2], [1:1] of [3:4]. 1 2 Druk op de Q-knop en selecteer een beeldverhouding. Selecteer een instelling met de voorste regelaar en druk op de Q-knop. # Let op • JPEG-beelden worden bijgesneden naargelang de geselecteerde breedtehoogteverhouding; RAW-beelden daarentegen worden niet bijgesneden, maar worden opgeslagen met informatie over de geselecteerde breedte-hoogteverhouding. • Wanneer RAW-beelden worden weergegeven, wordt de geselecteerde breedtehoogteverhouding weergegeven. NL 71 Kwaliteit van de opname (beeldkwaliteit) Selecteer een beeldkwaliteit voor foto's en films volgens het vooropgestelde doel, bijvoorbeeld herwerken op een computer of weergeven op het web. 1 Druk op de Q-knop en selecteer een beeldkwaliteit voor foto's of films. S-IS AUTO K ISO AUTO WB AUTO WB AUTO NORM AUTO i 4:3 N 4:3 01:02:03 250 F5.6 FullHD 4608x3456 P 1023 RAW L L F N MN F SN L F+ RAW 38 Beeldkwaliteit Bij het fotograferen met de zoeker 6 2 Bij het fotograferen met live view Selecteer een item met de voorste regelaar en druk op de Q-knop.  Beeldkwaliteit (foto's)  Opnameopties gebruiken Maak uw keuze uit RAW- en JPEG-modi (YF, YN, XN en WN). Kies een RAW+JPEG-optie om zowel een RAW- als een JPEG-beeld op te slaan bij elke opname. De JPEG-standen zijn een combinatie van resolutie (Y, X en W) en compressiefactor (SF, F, N en B). Resolutie Naam Y (Groot) X (Middel) W (Klein) Aantal pixels 4608×3456* 3200×2400 2560×1920* 1920×1440 1600×1200 1280×960* 1024×768 640×480 SF (Superfijn) YSF Compressiefactor N F (Nor(Fijn) maal) YF* YN* B (Basis) Toepassing YB XSF XF XN* XB WSF WF WN* WB Afhankelijk van het gewenste printformaat Voor kleine afdrukken en gebruik op websites * Standaard RAW-beeldgegevens Dit type (extensie “.ORF“) slaat onverwerkte beeldgegevens op voor latere verwerking. RAW-beeldgegevens kunnen niet worden weergegeven met andere camera's of software, en RAW-beelden kunnen niet worden geselecteerd om ze te printen. Met deze camera kunnen JPEG-kopieën worden gemaakt van RAW-beelden. g “Foto’s bewerken“ (Blz. 87) 72 NL  Beeldkwaliteiten (videobeelden)  Beeldkwaliteit Aantal pixels Full HD Fine  1920×1080 Full HD Normal 1920×1080 HD Fine 1280×720 HD Normal 1280×720 HD  1280×720 SD 640×480 Bestandsindeling Toepassing MPEG-4 AVC/ H.264*1 Weergeven op tv's en andere apparaten Motion JPEG*2 Voor weergave of bewerking op een computer • Afhankelijk van het type van de gebruikte kaart kan de opname eindigen voor de maximale lengte is bereikt. *1 Individuele films kunnen maximaal 29 minuten lang zijn. *2 Bestanden kunnen tot 2GB groot zijn. Het uitgangsvermogen van de flitser kan worden aangepast als u vindt dat uw onderwerp overbelicht is, of onderbelicht hoewel de belichting in de rest van het beeld in orde is. 1 Stel de hendel in op positie 2 en druk op de AF m-knop 0 0.0 Flash Auto AFm-knop P AUTO 6 Opnameopties gebruiken Uitgangsvermogen van de flits aanpassen (regelen van de flitssterkte) Hefboom 2 Selecteer een item met de voorste regelaar en druk op de Q-knop. # Let op • Deze instelling heeft geen effect wanneer de flitserfunctie voor de externe flitser is ingesteld op MANUAL. • Wijzigingen aan de flitssterkte die met de externe flitser werden aangebracht, worden opgeteld bij de wijzigingen aan de flitssterkte die met de camera werden gemaakt. NL 73 Kiezen hoe de camera de helderheid meet (meting) U kunt kiezen hoe de camera de helderheid van het onderwerp meet. 1 Stel de hendel in op positie 1 en druk op de AFm-knop. • U kunt ook op de Q-knop drukken om lichtmeetstand te selecteren. HI SH S-AF C-AF ESP S-AF AFm-knop Single AF P AUTO C-AF MF S-AF MF TR Hefboom 2 6 Opnameopties gebruiken p Digital ESP metering H Center weighted averaging metering I Spot metering Spot metering highlight Spot metering ISH shadow IHI 3 74 NL Draai aan de voorste regelaar om een item te selecteren. De camera meet de belichting in 324 delen van het kader en optimaliseert de belichting voor de huidige scène of (als een andere optie dan [OFF] is geselecteerd voor [I Face Priority]) het onderwerp van het portret. Deze methode wordt aanbevolen voor normaal fotograferen. Deze meetmethode berekent het gemiddelde van de lichtniveaus van het onderwerp en de achtergrond, maar het centrum van het beeld telt hier zwaarder mee. Kies deze optie om een klein gebied te meten (ongeveer 2% van het kader) en richt hierbij de camera op het object dat u wilt meten. De belichting wordt aangepast op basis van de helderheid van het gemeten punt. Verhoogt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor dat lichte onderwerpen licht worden weergegeven. Verlaagt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor dat donkere onderwerpen donker worden weergegeven. Druk de ontspanknop half in. • Normaal begint de camera te meten wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en wordt de scherpstelling vergrendeld zolang de ontspanknop in deze positie wordt gehouden. Een scherpstelstand selecteren (AF-stand) Selecteer een scherpstelmethode (scherpstelstand). U kunt afzonderlijke scherpstelmethodes kiezen voor de stand Fotograferen en de stand n. 1 Stel de hendel in op positie 1 en druk op de AFm-knop. • U kunt ook de Q-knop drukken om de AF-modus te selecteren. HI SH S-AF C-AF ESP S-AF Single AF AFm-knop P AUTO C-AF MF S-AF MF TR Hefboom 2 Draai aan de achterste schakelaar om een item te selecteren. 6 • De geselecteerde AF-stand wordt weergegeven op de monitor. C-AF (continu scherpstellen) MF (handmatig scherpstellen) Opnameopties gebruiken S-AF (één keer scherpstellen) De camera stelt één keer scherp wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt. Zodra de camera heeft scherpgesteld, hoort u een pieptoon en lichten het AF-bevestigingsteken en het autofocusteken op. Deze methode is geschikt voor het fotograferen van niet of nauwelijks bewegende onderwerpen. De camera herhaalt het scherpstellen terwijl de ontspanknop half ingedrukt blijft. Wanneer er op het onderwerp is scherpgesteld, licht het AF-bevestigingsteken op op de monitor en de pieptoon weerklinkt wanneer de scherpstelling de eerste en tweede keer wordt vergrendeld. Ook al beweegt het onderwerp of verandert u de compositie van de foto, de camera blijft bezig met scherpstellen. ) Met deze functie kunt u handmatig Dichtbij scherpstellen op elk onderwerp. Scherpstelring S-AF+MF (De Na de ontspanknop half te hebben ingedrukt om scherp te stellen standen S-AF en MF in de stand [S-AF], kunt u de scherpstelring gebruiken om de gelijktijdig gebruiken) scherpstelling handmatig bij te regelen. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen; de camera volgt het onderwerp en blijft erop scherpstellen zolang de ontspanknop in deze positie wordt gehouden. • Het AF-kader wordt rood weergegeven als de camera het C-AF+TR onderwerp niet langer kan volgen. Laat de ontspanknop los, (AF tracking) kadreer het onderwerp opnieuw en druk de ontspanknop half in. • Met een Four Thirds-systeemlens versmalt het opnamegebied. Als het AF-teken in het rood wordt getoond, werkt AF niet, zelfs niet wanneer het onderwerp binnen het opnamegebied valt. # Let op • De camera kan mogelijk niet scherpstellen als het onderwerp schaars verlicht is, wordt verduisterd door nevel of rook of te weinig contrast vertoont. • Wanneer een Four Thirds-systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u films opneemt. NL 75 Opties voor filmgeluid (geluid opnemen met films) 1 Druk op de Q-knop bij het fotograferen met live view en selecteer een filmgeluid. R ISO R AUTO i R Movie R On n OFF ON ON Bij het fotograferen met live view 2 6 Opnameopties gebruiken 76 NL Schakel ON/OFF met de voorste regelaar en druk op de Q-knop. # Let op • Als u geluid in een film opneemt, kan het geluid van de lensactivering en van de camerawerking worden opgenomen. Indien gewenst kunnen deze geluiden onderdrukt worden door op te nemen met [AF Mode] ingesteld op [S-AF] of door het aantal keren dat u op de knoppen drukt te beperken. U kunt een externe microfoon gebruiken. • In de stand s (Diorama) worden geen geluiden opgenomen. 7 Menufuncties Basismenubewerkingen De menu's omvatten opname- en weergaveopties die niet worden weergegeven door live control en laten u toe de camera-instellingen aan te passen voor een vlotter gebruik. W Voorafgaande en basisopnameopties X Geavanceerde opnameopties q Weergave- en herwerkingsopties c De camera-instellingen aanpassen (Blz. 92) # Opties van het accessoirepoortmenu voor apparaten die gebruikt worden op een accessoirepoort, zoals EVF en OLYMPUS PENPAL (Blz. 114)* d Camera-instelling (bv. datum en taal) * 7 Niet weergegeven met de standaardinstellingen. Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven. Menufuncties (Basisbewerkingen) 1 Shooting Menu 1 1 Tabblad 2 Bedieningsaanwijzingen Back Druk op de knop MENU om één scherm terug te keren 2 3 Card Setup Reset/Myset Picture Mode D Image Aspect Digital Tele-converter j 4:3 Off Set Druk op Q om uw instelling te bevestigen Selecteer een tabblad met FG en druk daarna op Q. Selecteer een item met FG en druk daarna op Q om opties weer te geven voor het geselecteerde item. De huidige instelling verschijnt op het scherm Shooting Menu 2 Functie 1 2 Back 4 j /Y Image Stabilizer Bracketing HDR Multiple Exposure Time Lapse Settings # RC Mode Shooting Menu 2 o Off Off Off Off Off Set Q 1 2 j/Y Image Stabilizer Bracketing HDR Multiple Exposure Time Lapse Settings # RC Mode Back o T S Y12s Y2s YC Off Off Off Off Off Set Gebruik FG om een optie te markeren en druk op Q om te selecteren. • Druk meerdere keren op de knop MENU om het menu te verlaten. $ Opmerkingen • Voor de standaardinstellingen van iedere optie verwijzen wij naar “Menulijst“ (Blz. 149). • Een gids wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven nadat u een optie hebt geselecteerd. Druk op de INFO-knop om gidsen weer te geven of te verbergen. NL 77 Fotografeermenu 1/fotografeermenu 2 gebruiken Shooting Menu 1 1 2 Card Setup Reset/Myset Picture Mode D Image Aspect Digital Tele-converter Back W Card Setup (Blz. 78) Reset/Myset (Blz. 79) Picture Mode (Blz. 80) K (Blz. 81) Image Aspect (Blz. 71) Digital Tele-converter (Blz. 86) j 4:3 Off Set X j/Y (Repeterende opnamen/ zelfontspanner) (Blz. 57, 81) Image Stabilizer (Blz. 68) Bracketing (Blz. 82) HDR (Blz. 86) Multiple Exposure (Blz. 84) Time Lapse Settings (Blz. 85) # RC Mode (Blz. 86) De kaart formatteren 7 Menufuncties (Fotografeermenu's) 78 NL Kaarten moeten met deze camera worden geformatteerd voor ze voor het eerst worden gebruikt, of nadat ze met een andere camera of computer werden gebruikt. Bij het formatteren worden alle gegevens gewist die op de kaart staan, ook eventuele beveiligde opnamen. Gaat u een gebruikte kaart formatteren, controleer dan eerst of deze kaart geen opnamen bevat die u wilt bewaren. g “Toepasbare geheugenkaartjes“ (Blz. 129) 1 2 Selecteer [Card Setup] in W Fotografeermenu 1. 3 Selecteer [Yes] en druk op Q. Card Setup Selecteer [Format]. All Erase Format Back • De kaart wordt dan geformatteerd. Set Standaardinstellingen herstellen (Reset/Myset) De camera-instellingen kunnen probleemloos worden hersteld naar de opgeslagen instellingen. Reset-instellingen gebruiken Standaardinstellingen herstellen. 1 2 Selecteer [Reset/Myset] in W Fotografeermenu 1. 3 Selecteer [Yes] en druk op Q. Selecteer [Reset] en druk op Q. • Markeer [Reset] en druk op I om het resettype te kiezen. Om alle instellingen behalve de tijd, de datum en nog enkele andere te resetten, markeert u [Full] en drukt u op Q. g “Menulijst“ (Blz. 149) Reset/Myset Reset Myset1 Myset2 Myset3 Myset4 Basic No Data No Data No Data No Data Back Set Myset opslaan U kunt de huidige camera-instellingen opslaan voor andere standen dan de stand Fotograferen. U kunt opgeslagen instellingen oproepen in de standen P, A, S en M. Pas de instellingen aan om ze op te slaan. 4 Selecteer [Set] en druk op Q. 7 Selecteer [Reset/Myset] in W Fotografeermenu 1. Selecteer de gewenste bestemming ([Myset1]–[Myset4]) en druk op I. • [Set] verschijnt naast de bestemmingen ([Myset1]–[Myset4]) waarin reeds instellingen zijn opgeslagen. Door [Set] nogmaals te selecteren, overschrijft u de vastgelegde instelling. • Selecteer [Reset] om het vastleggen te annuleren. • Instellingen die opgeslagen kunnen worden in Myset g “Menulijst“ (Blz. 149) Myset gebruiken Stelt de camera in volgens de instellingen die werden geselecteerd voor Myset. 1 2 Selecteer [Reset/Myset] in W Fotografeermenu 1. 3 Selecteer [Set] en druk op Q. Selecteer de gewenste instellingen ([Myset1]– [Myset4]) en druk op Q. Reset/Myset Reset Myset1 Myset2 Myset3 Myset4 Back Basic Set Set Set Set Menufuncties (Fotografeermenu's) 1 2 3 Set NL 79 Verwerkingsopties (beeldeffecten) U kunt individuele aanpassingen uitvoeren voor contrast, scherpte en andere parameters bij de instellingen [Picture Mode] (Blz. 70) instellingen. Wijzigingen aan elk beeldeffect worden afzonderlijk opgeslagen. 1 Selecteer [Picture Mode] in W Fotografeermenu 1. Shooting Menu 1 Card Setup Reset/Myset Picture Mode D Image Aspect Digital Tele-converter 1 2 Back 2 3 7 Menufuncties (Fotografeermenu's) 80 NL j 4:3 Off Set Selecteer een optie met FG en druk op Q. Druk op I om de instellingen weer te geven voor de geselecteerde optie. h i-a J K Contrast Het verschil tussen lichte en donkere partijen     Sharpness De beeldscherpte     Saturation De kleurdiepte van het beeld   k  Gradation De tint aanpassen (gradatie).      k k  k k   Auto Deelt het beeld op in kleinere gebieden en bepaalt voor elke gebied afzonderlijk de helderheid. Dit werkt goed bij beelden waarin gebieden met een hoog contrast voorkomen zodat de lichte partijen te helder, en de donkere partijen te donker zouden worden. Normaal Gebruik de stand [Normal] bij normaal fotograferen. High Key Gradatie bij een helder onderwerp. Low key Gradatie bij een donker onderwerp. Effect (i-Enhance) Voor het instellen van de mate waarin het effect wordt toegepast. B&W Filter (Monotone) Voor zwart/wit-foto's. De filterkleur wordt lichter en de complementaire kleur wordt donkerder. N:Neutral Hiermee creëert u een normale zwart/ wit-foto. Ye:Yellow Geeft mooi doortekende witte wolken tegen een helderblauwe lucht weer. Or:Orange Accentueert de kleuren in blauwe luchten en zonsondergangen lichtjes. R:Red Accentueert in sterke mate kleuren in blauwe luchten en de helderheid van karmozijnrood gebladerte. G:Green Accentueert in sterke mate kleuren in rode lippen en groene bladeren. Pict. Tone (Monotone) h i-a J K k k   Kleurt zwart/wit-beelden. N:Neutral Hiermee creëert u een normale zwart/ wit-foto. S:Sepia Sepia B:Blue Blauw P:Purple Purper G:Green Groen # Let op • Veranderingen van het contrast hebben alleen effect bij de instelling [Normal]. Beeldkwaliteit (K) Selecteer een beeldkwaliteit. U kunt een afzonderlijke beeldkwaliteit selecteren voor foto's en films. Dit is hetzelfde als het item [K] in [Live Control]. • U kunt de combinatie van resolutie en compressiefactor van de JPEG veranderen, alsook de pixelaantallen voor [X] en [W]. [K Set], [Pixel Count] g “De custom-menu’s gebruiken“ (Blz. 92) U kunt de werking van de zelfontspanner naar wens instellen. 1 Selecteer [j/Y] in X Fotografeermenu 2. Shooting Menu 2 1 2 j/Y Image Stabilizer Bracketing HDR Multiple Exposure Time Lapse Settings # RC Mode Back 2 3 Selecteer [YC] (custom) en druk op I. Gebruik FG om het item te selecteren en druk op I. • Gebruik FG om de instelling te selecteren en druk op Q. Frame Stelt het aantal beelden in dat u wilt fotograferen. Y Timer Stelt de tijd in die verloopt vanaf het indrukken van de ontspanknop tot de foto is genomen. Interval Time Stelt het opname-interval in voor het tweede beeld en daaropvolgende beelden. o Off Off Off Off Off Set Menufuncties (Fotografeermenu's) De zelfontspanner instellen (j/Y) 7 NL 81 Variërende instellingen bij een reeks foto's (bracketing) Met “bracketing“ wordt bedoeld dat diverse instellingen automatisch voor een reeks opnamen of een reeks beelden worden gevarieerd rond de huidige waarde. U kunt bracket shooting-instellingen opslaan en bracket shooting uitschakelen. 1 Selecteer [Bracketing] in X Fotografeermenu 2 en druk op Q. Shooting Menu 2 1 2 j/Y Image Stabilizer Bracketing HDR Multiple Exposure Time Lapse Settings # RC Mode Back 2 Druk na het selecteren van [On] op I en selecteer het type bracket shooting. • Wanneer u bracket shooting selecteert, verschijnt t op het scherm. Menufuncties (Fotografeermenu's) 82 NL 3 Off Off Off Off Off Set Bracketing AE BKT WB BKT FL BKT ISO BKT ART BKT Back 7 o 3f 1.0EV A-- G----- Set Druk op I, selecteer instellingen voor parameters, zoals het aantal opnamen en druk dan op de Q-knop. • Blijf op de Q-knop drukken tot u terugkeert naar het scherm in stap 1. • Als u [Off] selecteert bij stap 2, worden de instellingen voor bracket shooting opgeslagen en kunt u normaal foto's maken. % Tips • U kunt ook knopbedieningen voor bracketinstellingen gebruiken. Stel de hefboom in op positie 2 en draai aan de regelaar terwijl u de jYHDR-knop indrukt. Selecteer het type bracket shooting met de voorste regelaar en het aantal opnamen en andere parameters met de achterste regelaar. Na het uitvoeren van de instellingen kunt u met de jYHDR-knop tussen bracket fotografie en normale fotografie kiezen. # Let op • Kan niet worden gebruikt tijdens HDR-fotografie • Kan tegelijkertijd worden gebruikt voor meervoudige belichting en time lapse-fotograferen. AE BKT (AE bracketing) De camera wijzigt de belichting bij iedere opname. De mate van wijziging kan worden geselecteerd uit 0.3 EV, 0.7 EV of 1.0 EV. Bij enkelbeeldopnamen wordt er één opname gemaakt telkens wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, maar bij repeterende opnamen blijft de camera opnamen maken in deze volgorde terwijl de ontspanknop helemaal is ingedrukt: geen wijziging, negatief, positief. Aantal opnamen: 2, 3, 5 of 7 Bracketing • De t-indicator wordt groen tijdens bracketing. -AE BKT Off • De camera past de belichting aan door het diafragma en A-- G-WB BKT 2f 0.3EV de sluitertijd (stand P), de sluitertijd (stand A en M) of het FL BKT 2f 0.7EV -ISO BKT 2f 1.0EV -diafragma (stand S) te wijzigen. ART BKT 3f 0.3EV -• De camera past bracketing toe op de huidige geselecteerde 3f 0.7EV -3f 1.0EV waarde voor belichtingscorrectie. Set • De grootte van de bracketingverhoging wijzigt naargelang de Back waarde ingesteld voor [EV Step]. g “De custom-menu’s gebruiken“ (Blz. 92) WB BKT (WB bracketing) Op basis van één opname worden automatisch drie beelden met verschillende witbalans (aangepast in de opgegeven kleurrichtingen) gemaakt. Hierbij wordt gestart vanaf de huidige geselecteerde waarde voor de witbalans. WB-bracketing is beschikbaar in de standen P, A, S en M. • De witbalans kan worden gewijzigd met 2, 4 of 6 stappen op WB BKT de assen A–B (amber–blauw) en G–M (groen–magenta). A-B G-M • De camera past bracketing toe op de huidige geselecteerde 3f 4Step 3f 4Step waarde voor witbalanscorrectie. • Als er onvoldoende ruimte is op de kaart voor het geselecteerde aantal beelden, worden geen opnames gemaakt tijdens WB-bracketing. Back Set FL BKT (FL bracketing) De camera varieert het flitserniveau bij drie verschillende opnames (geen aanpassing bij de eerste opname, negatief bij de tweede en positief bij de derde). Bij enkelbeeldopnamen wordt er één opname gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt; bij repeterende opnamen worden alle opnamen gemaakt terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt. Bracketing • De t-indicator wordt groen tijdens bracketing. -AE BKT Off • De grootte van de bracketingverhoging wijzigt naargelang de A-- G-WB BKT 3f 0.3EV waarde ingesteld voor [EV Step]. g “De custom-menu’s FL BKT 3f 0.7EV -ISO BKT 3f 1.0EV -gebruiken“ (Blz. 92) Back -- Set ISO BKT (ISO bracketing) De camera wijzigt de gevoeligheid bij drie verschillende opnames, terwijl de sluitertijd en het diafragma ongewijzigd blijven. De mate van wijziging kan worden geselecteerd uit 0.3 EV, 0.7 EV of 1.0 EV. Telkens de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera bij de eerste opname drie foto's met de ingestelde gevoeligheid (of met de optimale gevoeligheidsinstelling bij selectie van “Automatische gevoeligheid“), bij de tweede opname foto's met een negatief gewijzigde gevoeligheid en bij de derde opname foto's met een positief gewijzigde gevoeligheid. • De grootte van de bracketingverhoging wijzigt niet Bracketing -AE BKT Off naargelang de waarde ingesteld voor [ISO Step]. g “De A-- G-WB BKT 3f 0.3EV custom-menu’s gebruiken“ (Blz. 92) FL BKT 3f 0.7EV -ISO BKT 3f 1.0EV -• Bracketing wordt uitgevoerd, ongeacht de bovengrens die -ART BKT werd ingesteld met [ISO-Auto Set]. g “De custom-menu’s gebruiken“ (Blz. 92) Menufuncties (Fotografeermenu's) ART BKT 7 Set Back ART BKT (ART bracketing) Telkens wanneer de sluiter wordt ontspannen, legt de camera meerdere beelden vast, telkens met een verschillende kunstfilterinstelling. U kunt kunstfilter-bracketing voor elk beeldeffect afzonderlijk in- of uitschakelen. • De opname kan enige tijd in beslag nemen. ART BKT Pop Art • ART BKT kan niet worden gecombineerd met WB BKT Soft Focus of ISO BKT. Pale&Light Color Light Tone Grainy Film Pin Hole Diorama Back NL 83 Meerdere belichtingen opnemen in één beeld (meervoudige belichting) Maak meerdere opnamen in één beeld met de momenteel voor de beeldkwaliteit geselecteerde optie. 1 2 Selecteer [Multiple Exposure] in X Fotografeermenu 2. Pas de instellingen aan. Frame Auto Gain Overlay 7 Menufuncties (Fotografeermenu's) 84 NL Selecteer [2f]. Bij de instelling [On] wordt de helderheid van elk beeld ingesteld op 1/2 en worden de beelden op elkaar geplaatst. Bij de instelling [Off] worden de beelden op elkaar geplaatst met de oorspronkelijke helderheid van elk beeld. Bij de instelling [On] kunt u bovenop een RAW-beeld dat op een kaart is opgeslagen, verschillende foto's plaatsen en als een afzonderlijk beeld opslaan. Er wordt één foto gemaakt. • a wordt op de monitor weergegeven terwijl meervoudige belichting van toepassing is. 3 Multiple Exposure Frame Auto Gain Overlay Off Off Off Set Back ISO 400 P 250 F5.6 0.0 01:02:03 38 Maak een opname. •  a wordt groen weergegeven wanneer de opname start. • Druk op  om de laatste opname te verwijderen. • De vorige opname wordt boven het beeld geplaatst dat u door de lens ziet als referentie voor het kadreren van de volgende opname. % Tips • 3 of meer beelden overlappen: Selecteer RAW voor [K] en gebruik de optie [Overlay] om de opname met meervoudige belichting te herhalen. • Voor meer informatie over het overlappen van RAW-beelden: g [Edit] (Blz. 87) # Let op • De camera gaat niet naar de sluimerstand terwijl meervoudige belichting van toepassing is. • Foto's die met andere camera's werden gemaakt, kunnen niet worden opgenomen in een meervoudige belichting. • Als [Overlay] ingesteld is op [On], worden de beelden die worden weergegeven als een RAW-beeld wordt geselecteerd, ontwikkeld met de instellingen op het ogenblik van de opname. • Om de fotografeerfuncties in te stellen, dient u eerst de functie meervoudige belichting te annuleren. Bepaalde functies kunnen niet worden ingesteld. • Meervoudige belichting wordt in de volgende situaties automatisch geannuleerd vanaf de eerste foto. De camera wordt uitgeschakeld / U drukt op de knop q / U drukt op de knop MENU / De fotografeerstand is ingesteld op een andere stand dan P, A, S, M / De batterij heeft geen vermogen meer / Er is een kabel aangesloten op de camera • Wanneer een RAW-beeld geselecteerd is met [Overlay], wordt het JPEG-beeld weergegeven voor het beeld dat opgenomen is in JPEG+RAW. • Wanneer u meerdere foto's maakt met de functie bracketing, wordt voorrang gegeven aan opnamen met meervoudige belichting. Terwijl het overlay-beeld wordt opgeslagen, wordt de functie bracketing teruggezet in de standaard fabrieksinstellingen. Automatisch opnamen maken met vaste intervallen (time lapse-fotograferen) U kunt instellen dat de camera automatisch opnamen maken met vaste intervallen. De opgenomen beelden kunnen ook worden opgenomen en een individuele film vormen. Deze instelling is alleen beschikbaar in de standen P/A/S/M. 1 Stel de volgende instellingen in onder [Time Lapse Settings] in X Fotografeermenu 2. Frame Stelt het aantal beelden in dat u wilt fotograferen. Start Waiting Time Stel in hoeveel tijd wordt gewacht voordat een opname wordt genomen. Interval Time Stel in hoe lang de intervals tussen opnamen duren na aanvang van fotograferen. Time Lapse Movie Stel de beeldkwaliteit van de framereeks in. [Off]: Elk beeld wordt vastgelegd als afzonderlijke foto. [On]: Elk beeld wordt vastgelegd als afzonderlijke foto en er wordt een individuele film gemaakt met behulp van de beeldreeks. • De beeldkwaliteit van de film is [M-JPEG HD] en de beeldsnelheid is 10 fps. • Er worden beelden vastgelegd zelfs als het beeld niet gefocust is na AF. Als u de focuspositie wilt vastzetten, dient u te fotograferen met de instellen voor handmatig focussen. • [Rec View] blijft 0,5 seconden actief. • Als de tijdsduur voorafgaand aan opname of het interval voor fotograferen is ingesteld op 1 minuut 30 seconden of langer, schakelen de monitor en de cameravoeding automatisch uit na 1 minuut. 10 seconden voordat de opname begint, schakelt de voeding automatisch weer in. Wanneer de monitor is uitgeschakeld, drukt u op de ontspanknop om deze terug in te schakelen. % Tips • Langere opnametijden zijn mogelijk met een reservebatterijhouder (apart verkrijgbaar) (Blz. 135) en een AC-adapter. Er zijn maximaal 999 opnamen mogelijk. # Let op • Als de stand AF is ingesteld op [C-AF] of [C-AF+TR], wordt dit automatisch gewijzigd naar [S-AF]. • Aanraakbediening is uitgeschakeld tijdens time lapse-fotograferen. • Kan niet worden gebruikt met HDR-fotografie. • Bracketing en meervoudige belichting kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. • Als de oplaadtijd voor de flitser langer is dan de interval tussen beelden, werkt de flitser niet. • Voor fotograferen in de stand [BULB] en [TIME] is de sluitertijd vast ingesteld op 60 seconden. • Als de camera automatisch uitschakelt tijdens intervals tussen opnamen, schakelt deze weer op tijd in voor de volgende opname. • Als een of meer van de stilstaande beelden niet correct worden opgenomen, wordt de time lapse-film niet gegenereerd. • Wanneer er onvoldoende ruimte is op de kaart, wordt de film niet opgenomen. 7 Menufuncties (Fotografeermenu's) 2 Maak een opname. NL 85 • Opnamen maken binnen bepaald tijdsbestek wordt automatisch geannuleerd als een van de volgende opties wordt gebruikt: modusselectie, MENU-knop, q-knop, lensontkoppeling of bij verbinding met de USB-kabel. • Als u de camera uitschakelt, wordt opname binnen bepaald tijdsbestek geannuleerd. • Het fotograferen kan gedurende de opnamereeks worden gestopt als er niet genoeg voeding resteert. Zorg er daarom voor dat de batterij voldoende vermogen heeft voordat u begint met fotograferen. Flitserfotografie met draadloze afstandsbediening U kunt de meegeleverde flitser en een flitser met de RC-modus gebruiken om draadloos te flitsen. g “Flitserfotografie met draadloze afstandsbediening“ (Blz. 137) Digitale zoom (digitale teleconverter) De digitale teleconverter wordt gebruikt om in te zoomen voorbij de huidige zoomverhouding. De camera slaat de middelste uitsnede op. De zoom wordt met ongeveer 2× vergroot. 7 Menufuncties (Fotografeermenu's) 86 NL 1 2 Selecteer [On] voor [Digital Tele-converter] in W Fotografeermenu 1. De weergave in de monitor wordt met een factor twee vergroot. • Het onderwerp wordt vastgelegd zoals het op de monitor verschijnt. # Let op • Digitale zoom is niet beschikbaar bij meerdere belichtingen in de stand J of wanneer T, s, f, w of m is geselecteerd in de stand SCN. • Deze functie is niet beschikbaar wanneer [Movie Effect] is ingesteld op [On] in de stand n. • Wanneer een RAW-beeld wordt weergegeven, wordt het gedeelte dat op de monitor zichtbaar is, weergegeven in een kader. • AF kader valt. HDR-fotografie Maak automatisch een HDR-combinatiebeeld of maak bracketing-beelden voor HDR-combining. Dit is hetzelfde als het indrukken van de HDR-knop om instellingen uit te voeren (Blz. 61). Het weergavemenu gebruiken Playback Menu 1 2 m R Edit Print Order Reset Protect Connection to Smartphone Back On Set Print Order (Blz. 118) Reset Protect (Blz. 89)) Connection to Smartphone (Blz. 89) m (Blz. 67) R (Blz. 87) Edit (Blz. 87) Geroteerde beelden weergeven (R) Wanneer deze functie ingesteld is op [On], worden foto's die werden gemaakt met de camera in portretoriëntatie, automatisch geroteerd en weergegeven in portretoriëntatie. Foto's bewerken Een gemaakte foto kunt u bewerken en opslaan als een nieuwe foto. Selecteer [Edit] in het q Weergavemenu en druk op Q. 4 Selecteer [RAW Data Edit] of [JPEG Edit] en druk op Q. Gebruik FG om [Sel. Image] te selecteren en druk op Q. Selecteer met HI het te bewerken beeld en druk daarna op Q. • Als het beeld een RAW-beeld is, wordt [RAW Data Edit] weergegeven, en als het beeld een JPEG-beeld is, wordt [JPEG Edit] weergegeven. Werd het beeld vastgelegd in een RAW+JPEG-indeling, dan worden zowel [RAW Data Edit] als [JPEG Edit] weergegeven. Selecteer het menu om het beeld te bewerken. Maak een JPEG-kopie van een RAW-beeld bewerkt conform de instellingen. [Current] RAW Data Edit [Custom1] [Custom2] ART BKT Het JPEG-kopie wordt verwerkt in overeenstemming met de actuele camera-instellingen. Pas de camerainstellingen aan voor u deze optie kiest. Tijdens het bewerken van het beeld kunnen de instellingen op de monitor gewijzigd worden. U kunt de gebruikte instellingen opslaan. 7 Menufuncties (Weergavemenu's) 1 2 3 Het beeld wordt bewerkt op basis van de instellingen voor het geselecteerde kunstfilter. NL 87 Kies uit de volgende opties: [Shadow Adj]: Maakt de schaduwpartijen lichter. [Redeye Fix]: Voor het corrigeren van rode ogen op flitsopnamen. [P]: Gebruik de subregelaar om de grootte van de uitsnede te kiezen en FGHI om de uitsnede te positioneren. O JPEG Edit 7 Menufuncties (Weergavemenu's) 88 NL Set [Aspect]: Wijzigt de breedte-hoogteverhouding van beelden van 4:3 (standaard) naar [3:2], [16:9], [1:1] of [3:4]. Nadat u de breedtehoogteverhouding heeft gewijzigd, gebruikt u FGHI om de positie van de uitsnede op te geven. [Black & White]: Hiermee maakt u een beeld zwart/wit. [Sepia]: Voor beelden in sepia-tinten. [Saturation]: Voor het instellen van de kleurdiepte. De kleurverzadiging aanpassen terwijl u de foto op het scherm bekijkt. [Q]: Om de foto te converteren naar 1280 × 960, 640 × 480 of 320 × 240. Beelden met een andere breedte-hoogteverhouding dan 4:3 (standaard) worden geconverteerd naar de beeldbestandsgrootte die hierbij het dichtst aanleunt. [e-Portrait]: De huid ziet er zachter en glanzender uit. Als gezichtsherkenning niet goed werkt, kunt u, afhankelijk van het beeld, eventueel niet corrigeren. 5 Zodra de instellingen volledig zijn, drukt u op Q. 6 Selecteer [Yes] en druk op Q. • De instellingen worden toegepast op het beeld. • Het bewerkte beeld wordt opgeslagen op de kaart. # Let op • Films en 3D-foto's kunnen niet worden bewerkt. • Het is mogelijk dat de rode-ogen-correctie bij sommige foto's niet werkt. • In de volgende gevallen kunt u een JPEG-beeld niet bewerken: Wanneer een beeld bewerkt wordt op een pc, wanneer er onvoldoende plaats is in het kaartgeheugen, wanneer een beeld op een andere camera wordt opgenomen • Bij het wijzigen van het aantal pixels ([Q]) kunt u nooit een groter aantal pixels kiezen dan dat van de originele opname. • [P] en [Aspect] kunt u enkel gebruiken om beelden met een breedte-hoogteverhouding 4:3 (standaard) te bewerken. • Wanneer [Picture Mode] is ingesteld op [ART], wordt [Color Space] vastgezet op [sRGB]. Beeldoverlapping U kunt tot 3 RAW-beelden die met de camera werden gemaakt, op elkaar plaatsen en als een afzonderlijk beeld opslaan. Het beeld wordt opgeslagen met de beeldkwaliteit die ingesteld is op het ogenblik waarop het beeld wordt opgeslagen. (Als [RAW] geselecteerd is, wordt de kopie opgeslagen in de indeling [YN+RAW].) 1 2 3 4 Selecteer [Edit] in het q Weergavemenu en druk op Q. Gebruik FG om [Image Overlay] te selecteren en druk op Q. Selecteer het aantal beelden in de overlapping en druk op Q. Gebruik FGHI toom de RAW-beelden te selecteren die bij de overlapping gebruikt zullen worden. • Wanneer u het aantal beelden dat opgegeven is in stap 3 hebt geselecteerd, wordt de overlapping weergegeven. 5 Image Overlay RAW RAW RAW RAW RAW RAW RAW Back Set Image Overlay Pas de verhoging aan. ×0.3 ×1.5 7 ×0.5 Back 6 Set Druk op Q. Een dialoogvenster voor bevestiging wordt weergegeven; selecteer [Yes] en druk op Q. % Tips • Om 4 of meer beelden te overlappen, slaat u het op elkaar geplaatste beeld op als een RAW-bestand en gebruikt u herhaaldelijk [Image Overlay]. Audio-opname U kunt een audio-opname (tot 30 sec. lang) toevoegen aan de huidige foto. Dit is dezelfde functie als [R] tijdens de weergave. (Blz. 66) Alle beveiligingen annuleren Menufuncties (Weergavemenu's) • Gebruik HI om een beeld te selecteren en FG om de verhoging aan te passen. • De verhoging kan worden aangepast binnen het bereik 0,1 - 2,0. Controleer de resultaten op de monitor. Met deze functie kunt de beveiliging van meerdere beelden in één keer annuleren. 1 2 Selecteer [Reset Protect] in het q-weergavemenu. Selecteer [Yes] en druk op Q. De optie Smartphoneaansluiting gebruiken (Aansluiting met smartphone) U kunt de camera op een smartphone aansluiten met de draadloze LAN-functie. Na verbinding kunt u beelden op de camera weergeven op en overbrengen naar het andere apparaat. g “De draadloze LAN-functie van de camera gebruiken“ (Blz. 125) NL 89 Het instelmenu gebruiken Gebruik het Setup Menu om de basisfuncties van de camera in te stellen. Setup Menu 1 2 X W --.--.-- --:-English j±0 k±0 0.5sec Rec View Wi-Fi Settings c/# Menu Display Firmware Back Optie 7 Menufuncties (Setup-menu's) 90 NL Set Beschrijving g X (Datum/tijd instellen) Hiermee stelt u de klok van de camera in. W (Taal voor de monitor wijzigen) Voor de schermteksten en de foutmeldingen kunt u naast het Engels ook andere talen kiezen. i (Helderheid van de monitor aanpassen) U kunt de helderheid en de kleurtemperatuur van de monitor aanpassen. De instelling van de kleurtemperatuur heeft enkel betrekking op de weergave van de monitor. Gebruik HI om j (kleurtemperatuur) of k (helderheid) te markeren en FG om de waarde aan te passen. Druk op de INFO-knop om te schakelen tussen [Natural] en [Vivid] voor de kleurweergave op de monitor. Rec View 17 j -2 Vivid k +1 — Natural Back — Set Kies of foto's onmiddellijk na het opnemen worden weergegeven en hoe lang ze worden weergegeven. Dit is handig als u de foto die u zojuist heeft genomen even wilt controleren. Door de ontspanknop half in te drukken terwijl u de foto controleert, kunt u onmiddellijk doorgaan met fotograferen. [0,3 sec] – [20 sec]: Hiermee selecteert u het aantal seconden dat de foto moet worden weergegeven. [Off]: De foto die op de kaart wordt opgeslagen, wordt niet weergegeven. [Autoq]: Geeft de foto weer die wordt opgeslagen, en schakelt daarna over naar de stand weergeven. Dit is handig om een opname te controleren en eventueel direct te wissen. — Wi-Fi Settings Stel de camera in om via Wi-Fi verbinding te maken met een smartphone via de draadloze functie op de camera. 91 c/# Menu Display Kies of u het custom-menu of het accessoirepoortmenu wilt weergeven. Firmware De firmwareversie van uw product verschijnt. Als u informatie gaat inwinnen over uw camera of accessoires, of als u software wilt downloaden, moet u opgeven welke versie van elk van de producten u gebruikt. 114 — Een draadloze LAN-verbinding instellen (Wi-Fi-instellingen) Als u de draadloze LAN-functie op de camera (Blz. 125) wilt gebruiken, moet u instellingen selecteren, zoals het wachtwoord dat bij de verbinding wordt gebruikt. [Private] en [One-Time] voor een eenmalige verbinding zijn beschikbaar. De selectiemethode met wachtwoord instellen 1 2 3 Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q. Selecteer [Wi-Fi Connect Settings] en druk op I. Selecteer de draadloze LAN-verbindingsmethode en druk op Q. • • • • [Private]: maak verbinding met een vooraf ingesteld wachtwoord. [One-Time]: maak verbinding met elke keer een ander wachtwoord. [Select]: Selecteer welke methode u elke keer wilt gebruiken. [Off]: De Wi-Fi-functie is uitgeschakeld. Het wachtwoord van een privéverbinding wijzigen Wijzig het wachtwoord voor [Private]. Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q. Selecteer [Private Password] en druk op I. Volg de gebruiksaanwijzing en druk op de R-toets. • Er wordt een nieuw wachtwoord ingesteld. Het delen van beelden annuleren Deselecteert beelden die zijn geselecteerd (Blz. 64) voor delen bij verbinding met een draadloos LAN-netwerk. 1 2 3 Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q. Selecteer [Reset share Order] en druk op I. Selecteer [Yes] en druk op Q. Draadloze LAN-instellingen initialiseren Initialiseert inhoud van [Wi-Fi Settings]. 1 2 3 Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q. 7 Menufuncties (Setup-menu's) 1 2 3 Selecteer [Reset Wi-Fi Settings] en druk op I. Selecteer [Yes] en druk op Q. NL 91 De custom-menu's gebruiken De camera-instellingen kunnen worden aangepast met het menu c Custom. Custom menu R S T U V W X Y Z b k 7 AF/MF (Blz. 92) Button/Dial/Lever (Blz. 93) 2 Release/j (Blz. 93) Disp/8/PC (Blz. 94) Exp/p/ISO (Blz. 96) # Custom (Blz. 98) K/Color/WB (Blz. 98) Record/Erase (Blz. 99) Movie (Blz. 100) Built-In EVF (Blz. 101) R S T U V W X AF/MF Button/Dial/Lever Release/j Disp/8/PC Exp/p/ISO # Custom K/Color/WB Back Set K Utility (Blz. 101) R AF/MF Menufuncties (Custom-menu's) Optie AF Mode Full-time AF AEL/AFL Reset Lens BULB/TIME Focusing Focus Ring MF Assist P Set Home 92 NL Custom Menu 1 MENU c Beschrijving Kies de AF-stand. Dit is identiek aan de instelling van de live control. U kunt afzonderlijke scherpstelmethodes instellen voor de stand Fotograferen en de stand n. Als [On] is geselecteerd, blijft de camera scherpstellen, ook als de ontspanknop niet half wordt ingedrukt. Kan niet worden gebruikt met een Four Thirds-systeemlens. Pas de AF- en AE-lock aan. In de stand [On] wordt de scherpstelling van de lens steeds op oneindig gezet zodra u de camera uitschakelt. De scherpstelling van krachtige zoomlenzen wordt ook hersteld. Normaal wordt de scherpstelling vergrendeld tijdens de belichting als handmatig scherpstellen (MF) geselecteerd is. Selecteer [On] om scherpstellen met de scherpstelring mogelijk te maken. U kunt kiezen wat voor u de meest logische draairichting van de scherpstelring is. Wanneer deze functie ingesteld is op [On], kunt u automatisch schakelen naar zoomen of maximaliseren in de handmatige scherpstelstand door aan de scherpstelring te draaien. Kies de positie van het AF-kader die zal worden opgeslagen als de home-positie. p verschijnt op het scherm voor AF-kaderselectie terwijl u een home-positie kiest. R g 75 — 102 — — — 103 — MENU R AF/MF Optie AF Illuminat. I Face Priority AF Area Pointer C-AF lock Selecteer [Off] om de AF-verlichting uit te schakelen. Selecteer de AF-stand Gezichtsprioriteit. Dit is identiek aan de instelling van de live control. Als u [Off] selecteert, wordt het AF-kader niet getoond tijdens de bevestiging. Wanneer de [AF Mode] (Blz. 75) wordt ingesteld op [CAF], past de AF zich niet aan aan plotse wijzigingen in de onderwerpafstand. Afhankelijk van de geselecteerde gevoeligheid, zal de tijd die AF nodig heeft om zich aan te passen variëren. S Button/Dial/Lever Optie Button Function Dial Direction Mode Dial Function t Lever Function u+v MENU Beschrijving Optie Rls Priority C j L fps j H fps j + IS Off Half Way Rls With IS g — 55 — — S g Kies de functie die aan de geselecteerde knop is toegewezen. [UFunction], [VFunction], [RFunction], [tFunction], [YFunction], [ZFunction], [IFunction], [GFunction], [nFunction], [mFunction], [nFunction], [lFunction] U kunt de functies wijzigen die aan de achterste regelaar en voorste regelaar zijn toegewezen. Kies de richting waarin de regelaar wordt gedraaid om de sluitertijd of het diafragma aan te passen. Verander de richting van de programmaverschuiving. Past de opnamestand aan die werd ingesteld via de functieknop. U kunt opgeslagen Myset-instellingen toepassen. [Myset1] - [Myset4] (Blz. 79) kan worden geselecteerd wanneer de instellingen zijn geregistreerd. U kunt de positie van de hendel gebruiken om de functie van de regelaars en knop te wijzigen. Als u [Off] selecteert, kunt u de functie van de v-knop niet veranderen, zelfs niet wanneer u de hefboom verplaatst. T Release/j Rls Priority S c R MENU 7 103 — — — 106 — c Beschrijving Als u [On] selecteert, kan de sluiter ontspannen worden, zelfs als de camera niet scherpgesteld is. Deze optie kan afzonderlijk worden ingesteld voor de modi S-AF (Blz. 75) en C-AF (Blz. 75). Kies de snelheid waarmee beelden worden doorgespoeld voor [S] en [T]. De waarden zijn de maximale waarden bij benadering. Wanneer deze functie op [Off] is ingesteld, wordt de beeldstabilisator ingeschakeld voor repeterende opnamen. Als deze functie op [On] is ingesteld, werkt de beeldstabilisatie wanneer u de ontspanknop half indrukt. Menufuncties (Custom-menu's) Dial Function c Beschrijving T g — 57 — — NL 93 Optie Lens I.S. Priority Release Lag-Time c MENU T Release/j Beschrijving T g Als [On] geselecteerd is, wordt prioriteit gegeven aan de lensfunctie bij gebruik van een lens met een beeldstabilisatiefunctie. Als [Short] is geselecteerd, kan de vertragingstijd tussen het volledig indrukken van de ontspanknop en het moment van opname worden verminderd.* — — * Dit leidt wel tot een kortere levensduur van de batterij. Zorg er ook voor dat de camera niet wordt blootgesteld aan schokbewegingen tijdens gebruik. Als dat wel gebeurt, kan het zijn dat de monitor geen onderwerpen meer weergeeft. Wanneer dat optreedt, schakelt u de camera uit en weer in. U Disp/8/PC Optie HDMI 7 Menufuncties (Custom-menu's) 94 NL Video Out KControl Settings c MENU Beschrijving U g [HDMI Out]: Het type digitaal videosignaal selecteren als een televisie wordt aangesloten via een HDMI-kabel. [HDMI Control]: Selecteer [On] om de camera te kunnen bedienen met afstandsbedieningen voor televisies die HDMI-controle ondersteunen. Kies de videostandaard ([NTSC] of [PAL]) die in uw land of regio wordt gebruikt. Kies de regelaars die in elke opnamestand worden weergegeven. 106 106 Shooting mode Regelaars P/A/ S/M A ART SCN Live Control (Blz. 30)     Live SCP (Blz. 109)     Live Guide (Blz.28) –  – – Art Menu – –  – Scene Menu – – –  108 MENU U Disp/8/PC Optie G/Info Settings Displayed Grid Picture Mode Settings Histogram Settings Mode Guide Kies de informatie die wordt weergegeven als de knop INFO wordt ingedrukt. [q Info]: Kies de informatie die wordt weergegeven in schermvullende weergave. [LV-Info]: Kies de informatie die wordt weergegeven wanneer de camera zich in de opnamestand bevindt. [G Settings]: Kies de informatie die wordt weergegeven in de index- en kalenderweergave. Selecteer [w], [x], [y], [X] of [x] om een raster weer te geven op de monitor. Geef enkel het geselecteerde beeldeffect weer wanneer een beeldeffect is geselecteerd. [Highlight]: Kies de onderste limiet voor de weergave van lichte partijen. [Shadow]: Kies de bovenste limiet voor de weergave van schaduwpartijen. Kies [Off] om geen hulp weer te geven voor de geselecteerde stand als de functieknop naar een nieuwe instelling wordt gedraaid. Als [On] geselecteerd is, wordt er voorrang aan gegeven om de beelden duidelijk zichtbaar te maken; de belichtingscorrectie en andere instellingen van de effecten zijn niet zichtbaar op de monitor. c U g 111, 112 — — 111 18 — 7 Menufuncties (Custom-menu's) Live View Boost Beschrijving NL 95 MENU U Disp/8/PC Optie Frame Rate Art LV Mode Expand LV Dyn. Range Flicker reduction LV Close Up Mode 7 Menufuncties (Custom-menu's) Peaking Settings Backlit LCD Sleep Auto Power Off 8 (Piepgeluid) USB Mode Optie 96 NL U g Selecteer [High] om de beeldvertraging te reduceren. De beeldkwaliteit kan daardoor echter achteruitgaan. [mode1]: Het filtereffect wordt altijd weergegeven. [mode 2]: Filtereffecten zijn niet zichtbaar op de monitor terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Kies een vloeiende weergave. Als u [Off] selecteert, worden de zoeker en monitor normaal getoond tijdens het maken van HDR-opnamen. Beperk het flikkereffect onder bepaalde soorten verlichting, waaronder fluorescentielampen. Wanneer een eventuele flikkering niet verminderd wordt door de [Auto]-instelling, stelt u deze parameter in op [50Hz] of [60Hz] in overeenstemming met de gebruikelijke vermogensfrequentie in de regio waar de camera wordt gebruikt. [mode1]: Als u de ontspanknop half indrukt, wordt de zoom geannuleerd. [mode2]: De zoom wordt niet geannuleerd wanneer u de ontspanknop half indrukt. U kunt voor de kleur van de randverbetering kiezen tussen wit en zwart. Als gedurende de geselecteerde tijd geen handelingen worden uitgevoerd, wordt de achtergrondverlichting gedimd om de batterij te sparen. De achtergrondverlichting wordt niet gedimd als [Hold] geselecteerd is. De camera wordt in de sluimerstand (energiebesparing) geschakeld als er gedurende de geselecteerde periode geen handelingen worden uitgevoerd. De camera kan opnieuw worden geactiveerd door de ontspanknop half in te drukken. Hiermee wordt de camera uitgeschakeld na een ingestelde periode. U kunt het piepgeluid, dat afgegeven wordt als de scherpstelling vergrendeld wordt, op [Off] zetten door op de ontspanknop te drukken. Kies een stand om de camera op een computer of printer aan te sluiten. Kies [Auto] om de opties voor de USBmodus weer te geven telkens wanneer de camera wordt aangesloten. V Exp/p/ISO EV Step c Beschrijving MENU Beschrijving Kies de omvang van de stappen die worden gebruikt bij het selecteren van de sluitertijd, het diafragma, de belichtingscorrectie en andere belichtingsparameters. c — — 61 — 56 — — — — — — V g — MENU V Exp/p/ISO Optie Noise Reduct. Noise Filter ISO ISO Step ISO-Auto Set Metering AEL Metering BULB/TIME Timer BULB/TIME Monitor Live BULB Live TIME Anti-Shock z Hiermee reduceert u de ruis die optreedt bij erg lange sluitertijden. [Auto]: Ruisonderdrukking wordt uitgevoerd bij lange sluitertijden of wanneer de interne temperatuur van de camera is toegenomen. [On]: Bij elke opname wordt ruisonderdrukking toegepast. [Off]: Ruisonderdrukking uit. • Met ruisonderdrukking is er ongeveer twee keer zoveel tijd nodig om het beeld op te nemen. • De ruisonderdrukking wordt automatisch uitgeschakeld bij repeterende opnamen. • Bij sommige lichtomstandigheden en onderwerpen werkt deze functie niet optimaal. Kies de mate van ruisonderdrukking die toegepast wordt bij hoge ISO-gevoeligheden. De ISO-gevoeligheid instellen. Selecteer de beschikbare stappen voor het kiezen van de ISO-gevoeligheid. Kies de bovengrens en standaardwaarde die gebruikt worden voor de ISO-gevoeligheid als [Auto] geselecteerd is voor ISO. [High Limit]: Kies de bovengrens voor de automatische keuze van ISO-gevoeligheid. [Default]: Kies de standaardwaarde voor de automatische keuze van ISO-gevoeligheid. Kies de opnamestanden waarin de ISO-gevoeligheid [Auto] beschikbaar is. [P/A/S]: De automatische keuze van ISO-gevoeligheid is beschikbaar in alle modi behalve M. De ISO-gevoeligheid is vastgezet op ISO200 in stand M. [All]: De automatische keuze van ISO-gevoeligheid is beschikbaar in alle modi. Kies een lichtmeetmethode aan de hand van de scène. Kies de metingsmethode die wordt gebruikt voor AE-lock (Blz. 102). [Auto]: Gebruik de momenteel geselecteerde meetmethode. Kies de maximale belichting voor bulb- en tijdfotografie. Hiermee wordt de helderheid van de monitor ingesteld wanneer [BULB] of [TIME] wordt gebruikt. Ook de helderheid van de externe elektronische zoeker wordt hiermee ingesteld. Kies het weergave-interval tijdens het fotograferen. Er zijn enkele beperkingen. De frequentie daalt bij een hoge ISO-gevoeligheid. Kies [Off] om de weergave uit te schakelen. Tik op de monitor of druk de ontspanknop half in om de weergave te verversen. Kies de tijd die er is tussen het indrukken van de ontspanknop en het ontspannen van de sluiter. Dit vermindert camerabewegingen ten gevolge van trillingen. Deze functie is handig voor bijvoorbeeld microscoopfotografie en astrofotografie. Dit is ook handig voor repeterende opnamen (Blz. 57) en fotografie met de zelfontspanner (Blz. 57). V g 43 — 59 — — — 74 — 7 Menufuncties (Custom-menu's) ISO-Auto c Beschrijving — — — — — NL 97 W # Custom Beschrijving Kies de sluitertijd die wordt gebruikt als de flits afgaat. # Slow Limit Kies de langste sluitertijd die beschikbaar is als er een flits wordt gebruikt. In de stand [On] wordt deze waarde opgeteld bij de waarde van de belichtingscorrectie en wordt de flitssterkteregeling geactiveerd. X K/Color/WB Beschrijving 2 Y SF X F 3 W N Pixel Count 4 W SF Menufuncties (Custom-menu's) Set Compressiefactor Kies het aantal pixels voor beelden in [X]- en [W]-formaat. 1) Selecteer [Xiddle] of [Wmall] en druk op I. Pixel Count Xiddle Wmall 2560×1920 1280×960 72 2) Kies een aantal pixels en druk op Q. Back All > W Keep Warm Color #+WB Color Space 72 F Back WB X D Set 1 Resolutie Shading Comp. 51, 73 g 2) Druk op Q. Pixel Count c 112 U kunt de beeldkwaliteit van de JPEG selecteren uit verschillende combinaties van drie resoluties en vier compressiefactoren. 1) Gebruik HI om een combinatie ([K1] – [K4]) te kiezen en verander met FG. 7 112 MENU Optie K Set W g # X-Sync. w+F 98 NL c MENU Optie Set Kies [On] om randverlichting te corrigeren naargelang het type lens. • Voor teleconverters of tussenringen is er geen correctie. • Er kan ruis zichtbaar zijn aan de randen van foto's die met een hoge ISO-gevoeligheid genomen zijn. Stel de witbalans in. Dit is identiek aan de instelling van de live control. U kunt ook de witbalans fijnafstellen voor elke stand. U kunt ook fijninstellingen uitvoeren met de witbalanscompensatie op het superbedieningspaneel (Blz. 24). [All Set]: Gebruik dezelfde witbalanscorrectie in alle modi behalve [CWB]. [All Reset]: Stel de witbalanscorrectie in op 0 voor alle modi behalve [CWB]. Selecteer [Off] om “warme“ kleuren te elimineren uit foto's die bij gloeilamplicht werden genomen. — 58 — — Pas de witbalans aan voor gebruik met een flitser. — Hiermee kunt u selecteren hoe kleuren door de monitor of printer worden weergegeven. — Y Record/Erase Optie Quick Erase RAW+JPEG Erase File Name Priority Set dpi Settings c Als u [On] selecteert, wordt het huidige beeld onmiddellijk verwijderd als u op de -knop drukt in de afspeelweergave. Kies welke actie wordt uitgevoerd als u in de enkelbeeldweergave een foto verwijdert die opgenomen is met de instelling RAW+JPEG (Blz. 33). [JPEG]: Alleen de JPEG-kopie wordt verwijderd. [RAW]: Alleen de RAW-kopie wordt verwijderd. [RAW+JPEG]: Beide kopieën worden verwijderd. • Zowel de RAW- als JPEG-kopieën worden gewist wanneer geselecteerde beelden worden gewist of wanneer [All Erase] (Blz. 78) is geselecteerd. [Auto]: Zelfs als u een nieuwe kaart plaatst, worden de bestandsnummers van de vorige kaart aangehouden. Het nummeren van bestanden gaat voort vanaf het laatste nummer dat werd gebruikt of vanaf het hoogste nummer dat beschikbaar is op de kaart. [Reset]: Als u een nieuwe kaart plaatst, beginnen de mapnummers met 100 en de bestandsnaam met 0001. Als u een kaart plaatst waarop al foto's staan, beginnen de bestandsnummers met het nummer dat volgt op het hoogste bestandsnummer dat al op het kaart stond. Kies hoe een naam aan beeldbestanden wordt gegeven door het hierna grijs gemarkeerde gedeelte van de bestandsnaam te bewerken. sRGB: Pmdd0000.jpg Pmdd AdobeRGB: _mdd0000.jpg mdd Kies de standaardkeuze ([Yes] of [No]) voor dialoogvensters voor bevestiging. De afdrukresolutie instellen. Y g — 72 — 7 — — — Menufuncties (Custom-menu's) Edit Filename MENU Beschrijving NL 99 Optie Copyright Settings* Beschrijving g Voeg de naam van de fotograaf en de eigenaar van het auteursrecht toe aan nieuwe foto's. De naam kan tot 63 tekens lang zijn. [Copyright Info.]: Selecteer [On] om de naam van de fotograaf en de eigenaar van het auteursrecht op te nemen in de Exif-gegevens van nieuwe foto's. [Artist Name]: Voer de naam van de fotograaf in. [Copyright Name]: Voer de naam in van de eigenaar van het auteursrecht. 1) Markeer een teken 1 en druk op Q om het gemarkeerde teken toe te voegen aan de naam 2. — 2) Herhaal stap 1 om de naam te vervolledigen, markeer vervolgens [END] en druk op Q. • Om een teken te verwijderen, drukt u op de knop INFO om de cursor in het naamvak te plaatsen 2, markeer het teken en druk op . Copyright Name 2 7 1 Menufuncties (Custom-menu's) 100 NL 05/70 ABCDE ! ” # 0 1 2 3 A B C P Q R S a b c d o p q r @ Cancel $ 4 D T e s % 5 E U f t & 6 F V g u ’ 7 G W h v ( 8 H X i w Delete ) 9 I Y j x * : J Z k y + ; K [ l z , < L ] m { = M _ n } . / > ? N O END Set * OLYMPUS kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade ten gevolge van geschillen over het gebruik van [Copyright Settings]. Gebruik deze functie op uw eigen risico. Z Movie Optie nMode Movie R Movie Effect MENU Beschrijving Kies een stand om videobeelden op te nemen. Deze optie kan ook worden geselecteerd met live control. Kies [Off] om videobeelden zonder geluid op te nemen. Deze optie kan ook worden geselecteerd met live control. Kies [On] om filmeffecten mogelijk te maken in stand n. Wind Noise Vermindert het geluid van de wind tijdens de opname. Reduction Recording Volume Pas de gevoeligheid van de microfoon aan. [Built-In R]: Stel de interne microfoon van de camera in. [External R]: Ingesteld als u de SEMA-1 gebruikt (apart verkrijgbaar). [Line-In R]: Stel een aangesloten microfoon in met behulp van de microfoonaansluiting. c Z g 71 76 44 — — b Built-In EVF MENU c Optie Beschrijving Built-in EVF Style Kies de weergavestijl van de zoeker. Net als de monitor kunt u de zoeker gebruiken om histogrammen en lichte en donkere delen weer te geven. Geef een compositieraster weer in de zoeker. Kies uit [w], [x], [y], [X] en [x]. Als [Off] is geselecteerd, wordt de monitor niet ingeschakeld wanneer u uw oog tegen de zoeker houdt. Druk op de u-knop om de weergave te kiezen. Pas de helderheid en kleurschakering van de zoeker aan. Helderheid wordt automatisch ingesteld wanneer [EVF Auto Luminance] op [On] is ingesteld. Wanneer dit is ingesteld op [Off], wordt de waterpas niet getoond wanneer de sluiterknop half wordt ingeduwd. Dit is nuttig wanneer [Built-in EVF Style] is ingesteld op [Style 1] of [Style 2]. V Info Settings V Displayed Grid EVF Auto Switch EVF Adjust V Half Way Level k K Utility Optie Exposure Shift AF Focus Adj. : Waarschuwingsniveau : Batterijprioriteit Level Adjust Touch Screen Settings Eye-Fi* c Beschrijving Met de functie Pixel Mapping kan de camera het beeldopneemelement en de beeldbewerkingfuncties controleren en bijstellen. Pas de optimale belichting afzonderlijk aan voor elke meetmethode. • Dit beperkt het aantal opties voor de belichtingscorrectie in de geselecteerde richting. • De effecten zijn niet zichtbaar op de monitor. Voor normale aanpassingen aan de belichting gebruikt u de belichtingscorrectie (Blz. 51). U kunt het AF-fasecontrast focuspunt nauwkeurig instellen met stappen van ±20. Kies het batterijniveau waarop de waarschuwing 8 wordt weergegeven. Kies de belangrijkste voedingsbron wanneer u een reservebatterijhouder gebruikt. U kunt de hoek van de level gauge instellen. [Reset]: Herstelt ingestelde waarden naar de fabrieksinstellingen. [Adjust]: Stelt de huidige camerapositie in als het nulpunt. Activeer het aanraakscherm. Kies [Off] om het aanraakscherm uit te schakelen. Schakel het uploaden in of uit wanneer een Eye-Fi-kaart wordt gebruikt. Wordt getoond als een Eye-Fi-kaart is geplaatst. — — — — — k g 148 — 113 16 135 7 Menufuncties (Custom-menu's) Pixel-Mapping MENU b g — — — — * Gebruik overeenkomstig de lokale voorschriften. In een vliegtuig en op andere plaatsen waar het gebruik van draadloze apparaten verboden is, dient u de Eye-Fi-kaart uit de camera te verwijderen of [Off] te selecteren voor [Eye-Fi]. De camera ondersteunt de “eindeloze“ Eye-Fi-stand niet. NL 101 AEL/AFL MENU c R [AEL/AFL] S-AF AEL/AFL De autofocus en de meting kunnen worden uitgevoerd door op de knop te drukken waaraan AEL/AFL is toegewezen. Kies een stand voor elke scherpstelstand. mode1 Half Way Fully AEL AFL AEL/S-AF Exposure AEL Back Set AEL/AFL Ontspanknopfunctie Modus Half indrukken Focus mode1 S-AF 7 Menufuncties (Custom-menu's) 102 NL S-AF mode2 S-AF mode3 – mode1 C-AF start mode2 C-AF start – mode3 – Vastgehouden mode4 – – – Vastgehouden C-AF mode1 MF Belichting Vastgehouden mode2 mode3 – Vastgehouden Vastgehouden Helemaal indrukken Focus Belichting Knopfunctie Als u de AEL-/AFLknop ingedrukt houdt Focus Belichting Vastge– houden Vastge– houden – – – Vastgehouden – – S-AF – – Vastgehouden – – C-AF start Vastgehouden C-AF start Vastgehouden Vastgehouden Vastgehouden Vastgehouden – – – – S-AF – – – Vastgehouden – Vastgehouden – – – Vastgehouden Vastgehouden – – Vastgehouden Vastgehouden – MF Assist MENU c R [MF Assist] Dit is een hulpfunctie voor scherpstellen voor MF. Wanneer u aan de scherpstelring hebt gedraaid, is de rand van het onderwerp verbeterd of is een gedeelte van de schermweergave vergroot. Wanneer u niet meer aan de de scherpstelring draait, keert het scherm terug naar het originele beeld. Magnify Peaking Hiermee vergroot u een gedeelte van het scherm. U kunt het gedeelte dat u wilt vergroten vooraf instellen met het AF-kader. g [AF Area] (Blz.54) Hiermee worden duidelijk bepaalde omtrekken met randverbetering weergegeven. U kunt de kleur van de verbetering selecteren. g [Peaking Settings] (Blz.96) $ Opmerkingen • [Magnify] en [Peaking] kunnen met de knop worden weergegeven. Het display verandert telkens u op de knop drukt. Wijs de schakelfunctie vooraf toe aan een van de knoppen met [Button Function] (Blz. 103). # Let op Button Function MENU c S [Button Function] Zie de onderstaande tabel voor de functies die toegewezen kunnen worden. De beschikbare opties zijn afhankelijk van de specifieke knop. Knopfuncties [UFunction] / [VFunction] / [RFunction]*1 / [tFunction] / [YFunction] / [ZFunction] / [IFunction] / [GFunction] / [nFunction] / ([Direct Function]*2 / [P]*3) / [mFunction] / [nFunction] / [lFunction]*2 *1 Niet beschikbaar in stand n. *2 Wijs de functie toe aan elke FGHI. *3 Kies het AF-kader. *4 Kies de functie die aan de knop op sommige lenzen is toegewezen. F Pas de belichtingscorrectie aan. ISO Pas de ISO-gevoeligheid aan. WB Pas de witbalans aan. AEL/AFL AE-vergrendeling of AF-vergrendeling. De functie verandert op basis van de [AEL/AFL]-instelling. Wanneer AEL is geselecteerd, drukt u eenmaal op de knop om de belichting te vergrendelen en u weer te geven op de monitor. Druk nogmaals op de knop om de vergrendeling te annuleren. R REC Druk op de knop om een film op te nemen. 7 Menufuncties (Custom-menu's) • Wanneer u Peaking gebruikt, worden de randen van kleine onderwerpen vaak sterker verbeterd. Hiermee wordt niet gegarandeerd dat de scherpstelling nauwkeurig is. NL 103 z (Voorbeeld) Het diafragma wordt verlaagd naar de geselecteerde waarde terwijl de knop wordt ingedrukt. k (Witbalans met een druk) De camera meet de witbalans wanneer de knop wordt ingedrukt (Blz. 59). P (AF-veld) Kies het AF-kader. P Home Door op de knop te drukken, wordt de positie van het AFkader geselecteerd die is opgeslagen met [P Set Home] (Blz. 92). De home-positie van het AF-kader wordt aangeduid met een p-pictogram. Druk nogmaals op de knop om naar de AF-kaderstand terug te keren. Als de camera wordt uitgeschakeld terwijl de home-positie geselecteerd is, wordt de home-positie teruggesteld. MF Druk op de knop om de handmatige scherpstelstand te selecteren. Druk nogmaals op de knop om de voordien geselecteerde AF-stand te herstellen. RAWK Druk op de knop om te schakelen tussen de opnamestanden JPEG en RAW+JPEG. Test Picture Foto's die zijn genomen wanneer de knop is ingedrukt worden op de monitor weergegeven maar worden niet op het geheugenkaart opgeslagen. Myset1 – Myset4 Wisselt tussen de opgeslagen Myset-instellingen wanneer de knop wordt ingedrukt. Druk nogmaals op de knop om terug te gaan. I/H U kunt de knop gebruiken om te kiezen tussen I en H wanneer de onderwatertas is bevestigd. Houd de knop ingedrukt op terug te keren naar de vorige modus. Als deze optie geselecteerd is, zal de FL-LM2 ontsteken, zelfs als deze niet omhoog staat. Bij gebruik van een ED12-50mmEZ-lens met krachtige zoom (E-ZOOM) zoomt de lens automatisch naar de WIDE- of TELE-optie naargelang I of H is ingeschakeld. Livegids Druk op de knop om de livegidsen weer te geven. b (Digital teleconverter) Druk op de knop om de digitale zoom in of uit te schakelen. a (vergroten) Druk op de knop om het zoomkader weer te geven. Druk nogmaals op de knop om het beeld te vergroten. Houd de knop ingedrukt om het zoomkader uit te schakelen. 7 Menufuncties (Custom-menu's) 104 NL Peaking Met elke druk op de knop schakelt de monitor tussen display/ niet display. Wanneer Peaking wordt weergegeven, zijn de histogramweergave en de weergave van overbelichte en onderbelichte delen niet beschikbaar. AF stop Stop automatische scherpstelling. j/Y Kies een optie voor repeterende opnamen of zelfontspanner. # Kies een flitserfunctie. HDR Wissel naar HDR met de opgeslagen instellingen. BKT Schakelt BKT-fotograferen in met de opgeslagen instellingen. Multi-functie Druk op de knop om de geselecteerde multifunctie te annuleren*. Wanneer u naar de geannuleerde functies gaat, moet u op de knop drukken terwijl u aan de regelaar draait. G (vergrendeling aanraakscherm) Telkens wanneer de knop wordt ingedrukt, wisselt de bediening van het aanraakpaneel tussen geactiveerd en gedeactiveerd. Elektrische zoom Wanneer u een lens gebruikt met een powerzoomfunctie, moet u na het indrukken van de knop, de pendelknop gebruiken om te zoomen. 7 Menufuncties (Custom-menu's) * Multifunctie: b (Regeling van licht- en schaduwpartijen), c (Color Creator), a (vergroten), d (Beeldverhouding) NL 105 t Lever Function c MENU S [t Lever Function] U kunt de positie van de hendel gebruiken om de functie van de regelaars en knoppen te wijzigen. Tabel van de positie van de hendel en de functies die aan de regelaar/knoppen zijn toegewezen Modus Uit mode1 mode2 7 mode3 Menufuncties (Custom-menu's) mode4 mode5 Wanneer de hendelpositie ingesteld is op 1 De hendelunctie wordt niet gebruikt. De functies van de regelaar zijn gebaseerd op de instellingen van [Dial Function]. De functies van de regelaar zijn gebaseerd op de instellingen van [Dial Function]. Wanneer de hendelpositie ingesteld is op 2 De hendelunctie wordt niet gebruikt. Voorste regelaar: ISO Achterste regelaar: witbalans De R-knop en Fn2-knopfuncties zijn gebaseerd op de instellingen [RFunction] en [VFunction]. R-knop: ISO Fn2-knop: witbalans Voorste regelaar: witbalans Achterste regelaar: ISO De R-knop en Fn2-knopfuncties R-knop: witbalans zijn gebaseerd op de instellingen Fn2-knop: ISO [RFunction] en [VFunction]. De AF-modi die aan de posities van de hendel zijn toegewezen zijn van toepassing. Wanneer de hendelpositie is ingesteld op 2, is de standaardinstelling [MF]. Camerabeelden weergeven op een televisie Gebruik de apart verkochte kabel om opgenomen beelden op uw televisie weer te geven. Sluit de camera aan op een HD-tv met een HDMI-kabel om beelden van hoge kwaliteit op een televisiescherm te bekijken. Bij het aansluiten van apparaten met een AV-kabel, moet u eerst de instellingen [Video Out] van de camera instellen (Blz. 94). HDMI-kabel (afzonderlijk verkocht: CB-HD1) (Aansluiten op de HDMI-connector op de televisie.) HDMI-connector (type D) Type A 2 1 AV-kabel (apart verkocht: CB-AVC3) (Aansluiten op de video-ingang (geel) en de audio-ingang (wit) van de televisie.) Multiconnector 106 NL 1 Sluit de tv en camera aan en schakel naar tv-invoer. • De monitor van de camera wordt uitgeschakeld wanneer de kabel is aangesloten. • Druk op de knop q als u de verbinding via een AV-kabel uitvoert. # Let op • Voor meer details over het wijzigen van de ingangsbron van de televisie raadpleegt u de handleiding van de televisie. • Afhankelijk van de instellingen van uw televisie kunnen de weergegeven beelden en de informatie uitgesneden zijn. • Als de camera met zowel een A/V- als HDMI-kabel is aangesloten, wordt voorrang gegeven aan HDMI. • Als de camera via een HDMI-kabel is aangesloten, kunt u het digitale videosignaaltype selecteren. Kies een indeling dat overeenkomt met het ingangsformaat dat op de televisie werd geselecteerd. 1080i Er wordt voorrang gegeven aan 1080i HDMI-uitvoer. 720p Er wordt voorrang gegeven aan 720p HDMI-uitvoer. 480p/576p 480p/576p HDMI-uitvoer. 576p wordt gebruikt wanneer [PAL] is geselecteerd voor [Video Out] (Blz. 94). De afstandsbediening van de tv gebruiken De camera kan worden bediend met een afstandsbediening van een tv wanneer deze is aangesloten op een tv die HDMI-controle ondersteunt. g [HDMI] (Blz. 94) $ Opmerkingen • U kunt de camera bedienen door de bedieningsaanwijzingen te volgen die worden weergegeven op de tv. • Tijdens de enkelbeeldweergave kunt u de informatieweergave weergeven of verbergen door op de “Rode“ knop te drukken, en kunt u de indexweergave weergeven of verbergen door op de “Groene“ knop te drukken. • Sommige televisies ondersteunen niet alle functies. 7 Menufuncties (Custom-menu's) • U kunt geen foto's of films opnemen als de HDMI-kabel aangesloten is. • Sluit de camera niet aan op andere HDMI-uitvoerapparaten. Hierdoor zou de camera beschadigd raken. • HDMI-uitvoer is niet mogelijk als de camera via USB verbonden is met een computer of een printer. NL 107 Bedieningspaneelweergaven kiezen (KControl Settings) Stel in of u bedieningspanelen wilt weergeven voor de optieselectie in de stand live view. Wanneer elk scherm wordt getoond, kan tussen de schermen worden gewisseld zoals hieronder getoond. De bedieningspanelen weergeven 1 Druk op de u-knop en selecteer de opnamestand live view. u-knop Wi-Fi S-IS AUTO j ISO-A 200 LN FullHD F 250 F5.6 7 2 01:02:03 0.0 38 Druk op de Q-knop terwijl het bedieningspaneel wordt getoond, druk dan op de INFO-knop om het scherm te wisselen. Menufuncties (Custom-menu's) INFO Q INFO Change Color Saturation S-IS AUTO A INFO WB WB WB AUTO AUTO ISO AUTO 4:3 AUTO WB AUTO NORM i LN 4:3 FullHD WB Auto F Livegids 01:02:03 250 F5.6 AUTO AUTO Cancel Live control 1023 LV-superbedieningspaneel (Blz. 109) INFO Q S-IS AUTO P/A/S/M INFO WB WB WB AUTO AUTO ISO AUTO 4:3 AUTO WB AUTO NORM i LN P 4:3 FullHD WB Auto F AUTO AUTO 250 F5.6 Live control 01:02:03 1023 LV-superbedieningspaneel (Blz. 109) INFO Kunstfiltermenu Q 1 Pop Art 1 Portrait INFO S-IS AUTO ART/SCN WB ISO AUTO 4:3 AUTO WB AUTO NORM i LN WB Auto AUTO AUTO Motiefmenu 108 NL INFO WB WB AUTO AUTO Live control 4:3 FullHD F 250 F5.6 01:02:03 1023 LV-superbedieningspaneel (Blz. 109) LV-superbedieningspaneel Dit is het superbedieningspaneel dat wordt gebruikt voor het instellen van opties in de opnamestand live view. De statussen van de opname-instellingen worden in een lijst getoond. Gebruik de pendelknop of de aanraakbediening om opties te selecteren om de instellingen te wijzigen. 1 6 Recommended ISO ISO AUTO 2 3 7 WB AUTO NORM AUTO 4 5 0 4:3 P 250 F5.6 f e d 8 9 i 0.0 38 c ba Instellingen die kunnen worden aangepast met behulp van het superbedieningspaneel 9 0 a b c d e f Gradatie z..................................Blz. 80 Z&W-filter x................................Blz. 80 Fototint y ...................................Blz. 81 Kleurruimte ..................................Blz. 98 Knopfunctietoewijzing ................Blz. 103 Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 55 Lichtmeetstand ............................Blz. 74 Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 71 Beeldkwaliteit ...............................Blz. 72 Autofocusstand ............................Blz. 75 Autofocusveld ..............................Blz. 54 Beeldstabilisator ..........................Blz. 68 7 Menufuncties (Custom-menu's) Momenteel geselecteerde optie ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59 Flitserfunctie ................................Blz. 52 Flitssterkteregelaar ......................Blz. 73 Repeterende opnamen/ zelfontspanner .............................Blz. 57 6 Witbalans .....................................Blz. 58 Witbalanscompensatie 7 Beeldeffecten ...............................Blz. 70 8 Scherpte N .................................Blz. 80 Contrast J ..................................Blz. 80 Kleurintensiteit T .......................Blz. 80 1 2 3 4 5 NL 109 # Let op • Niet weergegeven in de video-opnamestand. 1 Druk op de Q-knop wanneer u foto's maakt met behulp van live view. S-IS AUTO WB WB AUTO AUTO • Live control wordt getoond. 2 4:3 Druk op de INFO-knop om het LVsuperbedieningspaneel te tonen. LN P • Elke keer dat u op de INFO-knop drukt, verandert de display. 3 4 Raak de functie aan die u wilt instellen. • De cursor wordt op de aangeraakte functie weergegeven. 7 • Ook beschikbaar in de menu's ART of SCN. Raak het pictogram aan van de functie die u wilt selecteren. F AUTO AUTO Recommended ISO Cursor ISO AUTO WB AUTO NORM AUTO i 4:3 Druk op Q om een instelling te selecteren. $ Opmerkingen FullHD WB Auto 01:02:03 250 F5.6 1023 WB ISO AUTO WB AUTO NORM AUTO i 4:3 Menufuncties (Custom-menu's) 110 NL 250 F5.6 01:02:03 1023 Informatieschermen toevoegen (G/Info Settings) LV-Info (Schermen met opnamegegevens) Gebruik [LV-Info] om de volgende schermen met opnamegegevens toe te voegen. De toegevoegde schermen worden weergegeven door tijdens de opname herhaaldelijk de knop INFO in te drukken. U kunt ook kiezen om schermen met standaardinstellingen niet weer te geven. R Wi-Fi S-IS AUTO ISO-A ISO 200 200 LN LN FullHD P 250 F5.6 01:02:03 0.0 38 Histogramweergave HD P 250 F5.6 0.0 01:02:03 38 Weergave van overbelichte en onderbelichte delen Weergave van overbelichte en onderbelichte delen Delen boven de bovengrens voor de helderheid van het beeld worden rood weergegeven, delen onder de ondergrens blauw. g [Histogram Settings] (Blz. 95) ×10 2013.10.01 12:30 15 Histogramweergave Shadow Highlight 15 15 Weergave van overbelichte en onderbelichte delen 16 Lichtbakweergave Lichtbakweergave Twee beelden naast elkaar vergelijken. Druk op Q om het beeld te selecteren aan de andere kant van de monitor. • Het basisbeeld wordt rechts weergegeven. Gebruik HI om een beeld te selecteren en druk op Q om het beeld naar links te verplaatsen. Het beeld dat u wilt vergelijken met het beeld links, kan rechts worden geselecteerd. Om een ander basisbeeld te kiezen, markeert u het rechterbeeld en drukt u op Q. • Druk op Fn1 om in te zoomen op de huidige afbeelding. Draai aan de achterste regelaar om de zoomratio te veranderen. Bij het inzoomen kunt u FGHI gebruiken of naar andere zones van de afbeelding te scrollen en de voorste regelaar om een afbeelding te selecteren. Fn1 2x Fn1 2x 7 Menufuncties (Custom-menu's) q Info (Schermen met weergavegegevens) Gebruik [q Info] om de volgende schermen met weergavegegevens toe te voegen. De toegevoegde schermen worden weergegeven door tijdens de weergave herhaaldelijk de knop INFO in te drukken. U kunt ook kiezen om schermen met standaardinstellingen niet weer te geven. Fn1 2x 53 54 NL 111 G Settings (Indexweergave/kalenderweergave) U kunt een indexweergave toevoegen met een afwijkend aantal kaders en een kalenderweergave met [G Settings]. De extra schermen worden getoond door tijdens de weergave aan de achterste regelaar te draaien. Q p p p 2013.10 Sun 2013.10.01 12:30 20 L N 100-0020 2013.10.01 12:30 20 Enkelbeeldweergave q 2013.10.01 12:30 20 4 beelden q 2013.10.01 12:30 20 9–100 beelden q Mon Tue Wed Thu Fri Sat 29 30 1 2 3 4 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 5 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 1 2 3 4 5 6 7 Kalenderscherm Indexweergave Sluitertijden als de flits automatisch ontsteekt [# X-Sync.] [# Slow Limit] U kunt de sluitertijd instellen voor standen waarin de flitser automatisch ontbrandt. 7 Menufuncties (Custom-menu's) 112 NL Stand Fotograferen P A S M Flitsmoment (synchroon) De langzamere van 1/ (lensbrandpuntslengte×2) en de [# X-Sync.]instellingen De ingestelde sluitertijd Bovenste limiet Onderste limiet [# Slow Limit]instelling [# X-Sync.]-instelling* Geen onderste limiet * 1/320 sec. wanneer u de geleverde externe flitser FL-LM2 gebruikt en 1/125 sec. wanneer u een in de handel verkrijgbare speciale flitser gebruikt. AF focus aanpassen U kunt het focuspunt van het AF-fasecontrast bijstellen in een bereik van ±20 stappen (-: afstand dichtbij, +: afstand veraf). Normaal hoeft u deze instellingen niet te wijzigen. 1 Selecteer [AF Focus Adj.] op het tabblad k in het c custom-menu en druk op de Q-knop. • Selecteer een instelling en druk op I. [OFF]: Er worden geen nauwkeurige AF-instellingen uitgevoerd. [Default Data]: Er worden nauwkeurige instellingen voor alle lenzen geregistreerd en toegepast. Instellingen worden niet toegepast op individueel geregistreerde lenzen. [Lens Data]: Er worden instellingen gedaan voor elke lens; er kunnen instelwaarden voor maximaal 20 lenzen worden geregistreerd. Wanneer [Default Data] is geselecteerd 2 Instelwaarden selecteren met FG. • De registratie wordt beëindigd met de Q-knop. • Druk voordat u op de Q-knop drukt op de sluiterknop en bevestig de instellingen door een foto te maken. Wanneer [Lens Data] is geselecteerd [Create Lens Data Set] selecteren en op Q drukken. 3 Selecteer een AF-doelwaarde die u nauwkeurig wilt instellen en stel de instelwaarden in met FG. • Als de gegevens al zijn geregistreerd, wordt [Lens Data] getoond. U kunt informatie bevestigen of wissen door deze te selecteren met FG en op I te drukken • Selecteer uw AF-teken opnieuw en voer de instelwaarden opnieuw in; druk op Q wanneer u klaar bent. • Wanneer u de zoomlens gebruikt, kunt u de instelwaarden opnemen voor Afstand veraf en Afstand dichtbij. • Druk voordat u op de Q-knop drukt op de sluiterknop en bevestig de instellingen door een foto te maken. 4 Druk op de knop MENU om naar het c custom-menu terug te keren, selecteer [Lens Data] bij [AF Focus Adj.] op het tabblad k en druk op Q. Menufuncties (Custom-menu's) 2 7 % Tips • Op het scherm die de werkelijk opname weergeeft om de instellingen te bevestigen, kunt u bevestigen door de voorste regelaar zo te draaien dat er wordt ingezoomd op het beeld. # Let op • Afhankelijk van de instellingen en de lens, kan de camera mogelijk niet focussen op verre of dichte afstanden. NL 113 De accessoirepoortmenu's gebruiken U kunt instellingen selecteren voor apparaten die via de accessoirepoort zijn aangesloten. Vóór u de accessoirepoortmenu's gebruikt Het accessoirepoortmenu is alleen beschikbaar wanneer de overeenkomstige optie is geselecteerd voor het item [c/# Menu Display] in het setup-menu. 1 Druk op de knop MENU om de menu's weer te geven, en kies het tabblad d (Setup-menu). 2 Selecteer [c/# Menu Display] en stel [# Menu Display] in op [On]. • Het tabblad # (Accessoirepoortmenu) wordt in het menu weergegeven. Accessoirepoortmenu 7 Menufuncties (Accessoirepoortmenu's) 114 NL A OLYMPUS PENPAL Share (Blz. 116) B OLYMPUS PENPAL Album (Blz. 117) C Electronic Viewfinder (Blz. 117) Accessory Port Menu 1 2 OLYMPUS PENPAL Share OLYMPUS PENPAL Album Electronic Viewfinder c # Back Set OLYMPUS PENPAL gebruiken De optionele OLYMPUS PENPAL kan worden gebruikt om foto's te uploaden naar of te ontvangen van Bluetooth-apparaten of andere camera's die aangesloten zijn op een OLYMPUS PENPAL. Ga naar de OLYMPUS-website voor meer informatie over Bluetooth-apparaten.  Beelden verzenden  Wijzig het formaat en verzend JPEG-beelden naar een ander apparaat. Voor u beelden verzendt, dient u na te gaan of het ontvangend apparaat ingesteld is om gegevens te ontvangen. 1 Geef de foto die u wilt verzenden, schermvullend weer en druk op Q. 2 Selecteer [Send A Picture] en druk op Q. 3 • Selecteer [Search] en druk op Q in het volgende dialoogvenster. De camera gaat op zoek naar en geeft Bluetooth-apparaten weer die binnen bereik zijn of in het [Address Book] staan. JPEG < Send A Picture Erase Back Set Send Picture Selecteer de bestemming en druk op Q. 7 • Het beeld wordt naar het ontvangstapparaat verzonden. • Als u een PIN-code dient in te geven, voert u 0000 in en drukt u op Q. Sending  Beelden ontvangen/een host toevoegen  Maak verbinding met het zendtoestel en haal de JPEG-beelden binnen. 1 2 3 Selecteer [OLYMPUS PENPAL Share] in # het Accessoirepuntmenu (Blz. 114). Selecteer [Please Wait] en druk op Q. • Voer op het zendtoestel de bewerkingen uit om beelden te verzenden. • De verzending start en het dialoogvenster [Receive Picture Request] verschijnt. Accessory Port Menu 1 2 OLYMPUS PENPAL Share OLYMPUS PENPAL Album Electronic Viewfinder c # Set Back Selecteer [Accept] en druk op Q. Receive Picture • Het beeld wordt overgezet naar de camera. • Als u een PIN-code dient in te geven, voert u 0000 in en drukt u op Q. Receiving Menufuncties (Accessoirepoortmenu's) Cancel Cancel NL 115  Het adresboek bewerken  De OLYMPUS PENPAL kan hostinformatie opslaan. U kunt namen toewijzen aan hosts of hostinformatie verwijderen. 1 Selecteer [OLYMPUS PENPAL Share] in # het Accessoirepuntmenu (Blz. 114). 2 3 Selecteer [Address Book] en druk op Q. 4 A. OLYMPUS PENPAL Share Please Wait Address Book My OLYMPUS PENPAL Picture Send Size 1 Selecteer [Address List] en druk op Q. • De naam van de bestaande hosts wordt weergegeven. Back Set Selecteer de host die u wilt bewerken en druk op Q. Hosts verwijderen Selecteer [Yes] en druk op Q. Hostinformatie bewerken Druk op Q om hostinformatie weer te geven. Om de hostnaam te wijzigen, drukt u nogmaals op Q en past u de huidige naam aan in het daartoe bestemde dialoogvenster. 7 Menufuncties (Accessoirepoortmenu's)  Albums maken  U kunt de grootte van uw favoriete JPEG-foto's aanpassen en de foto's kopiëren naar een OLYMPUS PENPAL. 1 Geef de foto die u wilt kopiëren, schermvullend weer en druk op Q. 2 Selecteer [z] en druk op Q. < Send A Picture Erase • Om beelden te kopiëren van een OLYMPUS PENPAL naar de geheugenkaart, selecteert u [y] en drukt u op Q. Set Back # Let op • De OLYMPUS PENPAL kan alleen worden gebruikt in de regio waar deze werd aangeschaft. Afhankelijk van de regio kan het gebruik ervan een inbreuk betekenen op de voorschriften inzake radiogolven en kan het gebruik onderworpen zijn aan boetes. MENU A OLYMPUS PENPAL Share Optie Please Wait Address Book Mijn OLYMPUS PENPAL Picture Send Size 116 NL JPEG # Beschrijving Ontvang beelden en voeg hosts toe aan het adresboek. [Address List]: Bekijk de hosts die in het adresboek zijn opgeslagen. [New Pairing]: Voeg een host toe aan het adresboek. [Search Timer]: Kies hoelang de camera naar een host zoekt. Geef informatie weer voor uw OLYMPUS PENPAL, zoals de naam, het adres en ondersteunde diensten. Druk op Q om de naam van het apparaat te bewerken. Kies het formaat waarin beelden worden verzonden. [Size 1: Small]: Beelden worden verzonden in een formaat dat overeenkomt met 640 × 480. [Size 2: Large]: Beelden worden verzonden in een formaat dat overeenkomt met 1920 × 1440. [Size 3: Medium]: Beelden worden verzonden in een formaat dat overeenkomt met 1280 × 960. A g 115 116 116 115 B OLYMPUS PENPAL Album Optie MENU B # Beschrijving g Copy All Alle beeld- en geluidsbestanden worden gekopieerd tussen de SD-kaart en OLYMPUS PENPAL. Van gekopieerde beelden wordt de grootte aangepast overeenkomstig de optie die werd geselecteerd voor de grootte van de beeldkopie. Reset Protect Verwijder de bescherming van alle foto's in het OLYMPUS PENPAL-album. Album Mem. Usage Toon het aantal foto's dat zich momenteel in het album bevindt, en het aantal bijkomende foto's dat kan worden opgeslagen met [Size 2: Medium]. Album Mem. Setup [All Erase]: Verwijder alle foto's in het album. [Format Album]: Formatteer het album. Picture Copy Size Kies de grootte waarmee beelden worden gekopieerd. [Size 1: Large]: het formaat van gekopieerde afbeeldingen wordt niet gewijzigd. [Size 2: Medium]: afbeeldingen worden gekopieerd naar een grootte die gelijk is aan 1920 × 1440. MENU C Electronic Viewfinder EVF Adjust EVF Auto Switch 116 116 116 C # Beschrijving Pas de helderheid en kleurtemperatuur van optionele externe zoekers aan. De geselecteerde kleurtemperatuur wordt ook gebruikt tijdens de weergave op de monitor. Gebruik HI om de kleurtemperatuur (j) of de helderheid (k) te selecteren, en gebruik FG om een waarde te kiezen tussen [+7] en [–7]. 116 g EVF Adjust j -5 k +2 — Back Set Stel in of het display automatisch moet wegdraaien van de monitor wanneer u de functie Zoeker schakelen gebruikt. Wanneer dit is ingesteld op [Off] en u op de knop u drukt op 140 de externe zoeker, wisselt de weergave tussen de zoeker en de monitor. Wanneer ingesteld op [On] wisselt de weergave automatisch naar VF-4 wanneer u daar doorheen kijkt. 7 Menufuncties (Accessoirepoortmenu's) Optie 116 NL 117 8 Beelden printen Printreservering (DPOF) U kunt digitale “printorders“ opslaan op de geheugenkaart die aangeven welke foto's moeten worden afgedrukt en in welke oplage. U kunt dan de foto's printen in een printshop die DPOF ondersteunt of u kunt de foto's zelf printen door de camera rechtstreeks op een DPOF-printer aan te sluiten. Om een printorder te maken is een geheugenkaart vereist. Een printorder maken 1 2 Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [<]. Selecteer [<] of [U] en druk op Q. Individuele foto Druk op HI om het beeld te selecteren waarvoor u een printreservering wilt instellen en druk op FG om het aantal prints in te stellen. • Om een printreservering voor meerdere foto's in te stellen, herhaalt u deze stap. Druk op Q wanneer alle gewenste foto's geselecteerd zijn. 8 Print Order Setting < ALL Back Set Beelden printen Alle foto's Selecteer [U] en druk op Q. 3 Selecteer de gewenste datum- en tijdweergave en druk op Q. No Date Time De foto's worden zonder datum en tijd geprint. De foto's worden geprint met de datum van fotograferen. De foto's worden geprint met het tijdstip van fotograferen. X No Date Time Back 4 Set Selecteer [Set] en druk op Q. # Let op • De camera kan niet worden gebruikt om printorders te wijzigen die met andere apparaten zijn aangemaakt. Als u een nieuw printorder aanmaakt, wist u eventuele bestaande printorders die aangemaakt zijn met andere apparaten. • Een printorder kan geen 3D-foto's, RAW-beelden of films bevatten. Alle of geselecteerde foto's uit het printorder verwijderen U kunt alle printreserveringsgegevens annuleren of alleen de gegevens voor geselecteerde foto's. 1 118 NL Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [<]. 2 Selecteer [<] en druk op Q. 3 Druk op HI om beelden te selecteren die u uit het printorder wilt verwijderen. • Om alle foto's uit het printorder te verwijderen, selecteert u [Reset] en drukt u op Q. Om af te sluiten zonder alle foto's te verwijderen, selecteert u [Keep] en drukt u op Q. • Gebruik G om het aantal prints in te stellen op 0. Druk op Q zodra u alle gewenste foto's uit de printorder hebt verwijderd. 4 Selecteer de gewenste datum- en tijdweergave en druk op Q. 5 Selecteer [Set] en druk op Q. • Deze instelling wordt op alle beelden met printreserveringsgegevens toegepast. Direct printen (PictBridge) Sluit u de camera met het USB-kabeltje aan op een voor PictBridge geschikte printer, dan kunt u de opgeslagen beelden rechtstreeks printen. 1 Sluit de camera met de meegeleverde USB-kabel aan op de printer en schakel de camera in. 8 USB-kabel Kleiner contact USB-poort • Gebruik een volledig opgeladen batterij als u afdrukken wenst te maken. • Als de camera wordt ingeschakeld, moet een dialoogvenster op de monitor verschijnen om een host te kiezen. Als dit niet het geval is, selecteert u [Auto] voor [USB Mode] (Blz. 96) in de custom-menu's van de camera. 2 Gebruik FG om [Print] te selecteren. • [One Moment] verschijnt, gevolgd door een dialoogvenster om de printfunctie te selecteren. • Als het scherm na een paar minuten niet verschijnt, koppelt u de USB-kabel los start u opnieuw vanaf stap 1. Beelden printen Multiconnector USB Storage MTP Print Exit Set Ga verder met “Printen volgens de specificatie van de klant“ (Blz. 120). # Let op • 3D-foto's, RAW-beelden en films kunnen niet worden geprint. NL 119 Eenvoudig printen Gebruik de camera om de foto die u wilt printen weer te geven voor u de printer via de USB-kabel aansluit. 1 Selecteer met HI de te printen foto's om deze op de camera weer te geven. 2 Druk op I. • Het instelmenu voor het selecteren van de foto verschijnt als het printen is voltooid. Om een andere foto te printen, selecteert u met HI de gewenste foto en drukt u op Q. • Om af te sluiten, koppelt u de USB-kabel los van de camera terwijl het instelmenu voor selecteren van de foto wordt weergegeven. Easy Print Start PC/Custom Print Printen volgens de specificatie van de klant 1 8 Volg de bedieningsaanwijzingen op voor het instellen van een printoptie. Printfunctie selecteren Selecteer de manier van printen (printfunctie). De beschikbare printfuncties staan hieronder vermeld. Print Beelden printen All Print Multi Print All Index Print Order De geselecteerde foto's worden geprint. Alle foto's die opgeslagen zijn op de kaart worden geprint. Elke foto wordt één keer geprint. Print meerdere kopieën van dezelfde foto als afzonderlijke beelden op een enkel blad. Print een index van alle beelden die op de kaart zijn opgeslagen. Print overeenkomstig de printreservering die u gemaakt heeft. Als er geen foto met printreservering bestaat, is deze functie niet beschikbaar. De eigenschappen van het printpapier instellen Deze instelling varieert afhankelijk van het type printer. Als alleen de STANDAARDinstelling van de printer beschikbaar is, kunt u de instelling niet wijzigen. Size Borderless Pics/Sheet 120 NL Stelt het papierformaat in dat de printer ondersteunt. Selecteert of de foto op een volledige pagina wordt geprint of binnen een blanco kader. Selecteert het aantal beelden per blad. Dit verschijnt als u de functie [Multi Print] hebt geselecteerd. De beelden die u wilt printen selecteren Selecteer de beelden die u wilt printen. De geselecteerde foto's kunnen later worden geprint (reservering van een enkel beeld) of het beeld dat u geopend hebt kan rechtstreeks worden geprint. 123-3456 2013.10.01 12:30 Select Print Print (f) Single Print (t) More (u) 15 Single Print More Print de foto die nu wordt weergegeven. Als er een foto met een [Single Print]-reservering bestaat, zal alleen deze gereserveerde foto worden geprint. Maakt een printreservering voor de foto die nu wordt weergegeven. Als u na het maken van een [Single Print]-reservering deze printreservering ook op andere foto's wilt toepassen, selecteert u met HI de gewenste foto's. Voor het instellen van het aantal prints en andere eigenschappen van de nu weergegeven foto, en of u deze wilt printen of niet. Hoe u dat doet, leest u in “Printgegevens instellen“ in de volgende paragraaf. Printgegevens instellen Selecteert of u printgegevens zoals de datum en het tijdstip of de bestandsnaam op de foto wilt afdrukken. Als de printfunctie ingesteld is op [All Print] en [Option Set] geselecteerd is, verschijnt de volgende optie. P 2 Voor het instellen van het aantal prints. Print de datum en het tijdstip die bij de foto zijn opgeslagen. Print de bestandsnaam die bij het beeld is opgeslagen. Snijdt het beeld uit voor het printen. Gebruik de regelaar om de grootte van de uitsnede te kiezen en FGHI om de uitsnede te positioneren. Als u de foto's die u wilt printen en de printgegevens hebt ingesteld, selecteert u [Print] en drukt u op Q. 8 Beelden printen <× Date File Name • Om te stoppen en het printen te annuleren, drukt u op Q. Om het afdrukken te hervatten, selecteert u [Continue].  Printen annuleren Om het printen te annuleren, markeert u [Cancel] en drukt u op Q. Houd er rekening mee dat wijzigingen aan de printorder verloren gaan; om het printen te annuleren en terug te keren naar de vorige stap, waar u wijzigingen kunt aanbrengen aan de huidige printorder, drukt u op MENU. NL 121 9 Camera aansluiten op een computer en een smartphone De computersoftware installeren  Windows 1 Plaats de meegeleverde cd in een cd-rom-station. Windows XP • Er verschijnt een “Setup“-dialoogvenster. Windows Vista/Windows 7/Windows 8 • Er verschijnt een Autorun-dialoogvenster. Klik op “OLYMPUS Setup“ om het “Setup“-dialoogvenster weer te geven. # Let op 9 Camera aansluiten op een computer en een smartphone 122 NL • Als het dialoogvenster “Setup“ niet wordt weergegeven, selecteert u “Mijn computer“ (Windows XP) of “Computer“ (Windows Vista/Windows 7) in het startmenu. Dubbelklik op het pictogram CD-ROM (OLYMPUS Setup) om het venster “OLYMPUS Setup“ te openen, en dubbelklik vervolgens op “LAUNCHER.EXE“. • Als een dialoogvenster “User Account Control“ verschijnt, klikt u op “Yes“ of “Continue“. 2 Volg de instructies op het scherm van uw computer. # Let op • Als niets wordt weergegeven op het scherm van de camera nadat de camera met de computer werd verbonden, kan de batterij leeg zijn. Gebruik een volledig opgeladen batterij. Multiconnector Zoek dit teken. USB-kabel Kleiner contact USB-poort # Let op • Wanneer de camera via USB aangesloten is op een ander apparaat, verschijnt een bericht om een verbindingstype te kiezen. Selecteer [Storage]. 3 Registreer uw Olympus-product. 4 Installeer OLYMPUS Viewer 3. • Klik op de knop “Registration“ en volg de instructies op het scherm. • Controleer de systeemvereisten voor u met de installatie begint. • Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 3“ en volg de instructies op het scherm om de software te installeren. Besturingssysteem Processor RAM-geheugen Vrije ruimte op de harde schijf Monitorinstellingen Windows XP (Service Pack 2 of later) / Windows Vista / Windows 7 / Windows 8 Pentium 4 1,3 GHz of beter (Core2Duo 2.13 GHz of beter vereist voor films) 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen) 3 GB of meer 1024 × 768 pixels of meer Minimaal 65.536 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen) • Zie online-help voor informatie over het gebruik van de software.  Macintosh 1 • De inhoud van de schijf moet automatisch worden weergegeven in de Finder. Als dit niet het geval is, dubbelklikt u op het cd-pictogram op het bureaublad. • Dubbelklik op het pictogram “Setup“ om het dialoogvenster “Setup“ weer te geven. Installeer OLYMPUS Viewer 3. • Controleer de systeemvereisten voor u met de installatie begint. • Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 3“ en volg de instructies op het scherm om de software te installeren. Besturingssysteem Processor RAM-geheugen Vrije ruimte op de harde schijf Monitorinstellingen Mac OS X v10.5–v10.8 Intel Core Solo/Duo 1,5 GHz of beter (Core2Duo 2 GHz of beter vereist voor films) 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen) 3 GB of meer 1024 × 768 pixels of meer Minimaal 32.000 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen) • Andere talen kunt u kiezen in het taalkeuzevak. Voor meer informatie over het gebruik van de software, raadpleegt u de online-help. 9 Camera aansluiten op een computer en een smartphone 2 Plaats de meegeleverde cd in een cd-rom-station. NL 123 Foto's naar een computer kopiëren zonder OLYMPUS Viewer 3 Uw camera voldoet aan de normen voor USB Mass Storage Class. U kunt beelden overbrengen naar een computer door de camera met de meegeleverde USB-kabel op een computer aan te sluiten. De volgende besturingssystemen ondersteunen de USB-aansluiting: Windows: Macintosh: 1 Schakel de camera uit en sluit deze aan op de computer. 2 Schakel de camera in. 3 9 Camera aansluiten op een computer en een smartphone 124 NL Windows XP Home Edition/ Windows XP Professional/ Windows Vista/Windows 7/Windows 8 Mac OS X v.10.3 of latere versie 4 • De plaats van de USB-poort is afhankelijk van het soort computer. Voor details raadpleegt u de handleiding van de computer. • Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding wordt weergegeven. Selecteer met FG de optie [Storage]. Druk op Q. USB Storage MTP Print Exit Set De computer herkent de camera als een nieuw apparaat. # Let op • Als u Windows Photo Gallery voor Windows Vista, Windows 7 of Windows 8 gebruikt, selecteert u [MTP] in stap 3. • In de volgende werkomgevingen is een geslaagde gegevensoverdracht niet gegarandeerd, ook niet als de computer is uitgerust met een USB-poort. Computers met nieuw geïnstalleerde USB-poort met uitbreidingskaart, enzovoort. Computers zonder een af fabriek geïnstalleerd besturingssysteem en zelfgebouwde computers • De bedieningselementen van de camera kunnen niet worden gebruikt terwijl de camera verbonden is met een computer. • Als het dialoogvenster uit stap 2 niet wordt weergegeven wanneer de camera wordt aangesloten aan een computer, selecteert u [Auto] voor [USB Mode] (Blz. 96) in de custom-menu's van de camera. De draadloze LAN-functie van de camera gebruiken U kunt de draadloze LAN-functie van de camera gebruiken om via een draadloos netwerk verbinding te maken met een smartphone. • U kunt beelden bekijken en overbrengen die op de kaart van de camera zijn opgeslagen. • U kunt aan het beeld informatie over de positie toevoegen met de positiegegevens van de smartphone. • U kunt de camera bedienen met uw smartphone. Voor deze handelingen hebt u een smartphone nodig waarop de app voor smartphones is geïnstalleerd. Raadpleeg de Olympus-website voor informatie over “OI.Share“, de app voor smartphones. # Let op • Lees “Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de draadloze LAN-functie“ (Blz. 161) voordat u de draadloze LAN-functie gebruikt. • Als u de draadloze LAN-functie gebruikt in een land buiten de regio waar u de camera hebt gekocht, bestaat het risico dat de camera niet voldoet aan de regelgeving inzake draadloze communicatie van dat land. Olympus kan niet verantwoordelijk worden geacht voor het niet voldoen aan deze regelgeving. • Zoals bij alle draadloze communicatie bestaat er altijd het risico op onderschepping door derden. • De draadloze LAN-functie op de camera kan niet worden gebruikt om verbinding te maken met een privé of publiek toegangspunt.  Uw camera voorbereiden Er zijn 2 methoden voor draadloze LAN-verbinding. Private Hierbij wordt elke keer verbinding gemaakt met een vooraf ingesteld wachtwoord. Gebruik deze methode als u altijd verbinding maakt met dezelfde apparaten, zoals uw smartphone, om beelden over te brengen. One-Time Hierbij wordt elke keer verbinding gemaakt met een ander wachtwoord. Gebruik deze methode voor eenmalige verbinding, zoals wanneer u geselecteerde beelden met een aantal vrienden wilt delen. Selecteer vooraf de methode voor draadloze LAN-verbinding. g “Een draadloze LAN-verbinding instellen (Wi-Fi-instellingen)“ (Blz. 91) 9 Camera aansluiten op een computer en een smartphone  Uw smartphone voorbereiden Installeer “OI.Share“, de app voor smartphones, en start OI.Share vervolgens op uw smartphone. NL 125  Privéverbinding U kunt de volgende procedure volgen om verbinding te maken. 1 Selecteer [Connection to Smartphone] in het q Playback Menu en druk op Q. 2 Volg de bedieningsaanwijzingen die op de monitor worden weergegeven en druk op Q om verder te gaan. 3 Voer de SSID en het wachtwoord in op uw smartphone. • De SSID, het wachtwoord en de QR-code worden op de monitor weergegeven. • Als u OI.Share op uw smartphone gebruikt om de QR-code te lezen, worden de SSID en het wachtwoord automatisch ingevuld. • Als u voor de tweede keer verbinding maakt, wordt deze automatisch tot stand gebracht. • In OI.Share op uw smartphone wordt een overzicht van de beelden op de camera weergegeven.  Eenmalige verbinding 1 Selecteer [Connection to Smartphone] in het q Playback Menu en druk op Q. 2 Voer de SSID en het wachtwoord in op uw smartphone. • De SSID, het wachtwoord en de QR-code worden op de monitor weergegeven. 9 Camera aansluiten op een computer en een smartphone 126 NL • Als u OI.Share op uw smartphone gebruikt om de QR-code te lezen, worden de SSID en het wachtwoord automatisch ingevuld. • Als u voor de tweede keer verbinding maakt, wordt eerst een bevestigingsbericht weergegeven waarin u wordt gevraagd of u uw wachtwoord wilt wijzigen.  De verbinding verbreken 1 Druk op de camera op MENU of raak op de monitor [Stop] aan. • U kunt de verbinding ook verbreken met OI.Share of door uw camera uit te schakelen. • De verbinding wordt verbroken. # Let op • De combinatie van de draadloze LAN-functie met OLYMPUS PENPAL, een Eye-Fi-kaart, of een soortgelijke kaart resulteert in aanzienlijk verminderde prestaties van de camera. • De draadloze LAN-antenne bevindt zich in de cameragreep. Voorkom, indien mogelijk, dat u de antenne met uw handen bedekt. • Tijdens draadloze LAN-verbinding gaat de batterij sneller leeg. Als de batterij bijna leeg is, kan de verbinding worden verbroken tijdens de overdracht. • Verbinding kan moeilijk of traag zijn in de buurt van aparaten die magnetische velden, statische elektriciteit of radiogolven genereren, zoals een magnetron, draadloze telefoon. Wat u allemaal kunt doen met OI.Share  De tijd en datum op uw camera met uw smartphone synchroniseren Synchroniseer de tijd en datum op uw smartphone en camera zodat u aan de beelden op uw camera positiegegevens kunt toevoegen. Start de synchronisatie van tijd in OI.Share. • Het kan even duren voordat de tijd van de camera is gesynchroniseerd.  Positiegegevens van de smartphone aan beelden toevoegen  1 Start de opname van positiegegevens in OI.Share. 2 Verbreek de verbinding. 3 Stop de opname van positiegegevens in OI.Share wanneer positiegegevens niet meer nodig zijn. 4 5 Start [Connection to Smartphone] op uw camera. • Uw smartphone houdt positiegegevens bij voor een vooraf bepaalde interval. • De camera is nu klaar voor opnamen. Begin positiegegevens in OI.Share te verzenden. • De positiegegevens worden toegevoegd aan beelden op de geheugenkaart. Op de beelden waaraan positiegegevens zijn toegevoegd wordt g weergegeven. # Let op  Beelden delen Als u beelden wilt delen, stelt u een [Share Order] in voor de beelden die u wilt delen. 1 2 Speel de beelden af en stel [Share Order] (Blz. 64) in. Gebruik [One-Time] om een Wi-Fi-verbinding in te stellen.  De camera bedienen U kunt met de camera beelden vastleggen door op uw smartphone handelingen uit te voeren. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer verbinding is gemaakt met [Private]. 1 Start [Connection to Smartphone] op uw camera. 2 Leg beelden vast met uw smartphone. • U kunt ook verbinding tot stand brengen door op het opnamescherm w aan te raken. • Fotofuncties P/A/S/M/A zijn beschikbaar. # Let op • Het bijhouden van positiegegevens is alleen beschikbaar wanneer u een smartphone met een GPS-functie gebruikt. • Niet alle camerafuncties zijn beschikbaar via de draadloze LAN-verbinding. 9 Camera aansluiten op een computer en een smartphone • U kunt geen positiegegevens toevoegen aan films. NL 127 10 Batterij, batterijlader en kaart Batterij en lader • Gebruik één enkele Olympus lithium-ionbatterij. Gebruik alleen originele oplaadbare batterijen van OLYMPUS. • Het verbruik van de camera varieert aanzienlijk, afhankelijk van het gebruik en andere omstandigheden. • Aangezien de volgende functies veel energie verbruiken, zelfs zonder fotograferen, zal de batterij snel leeg zijn. • Het vaak half indrukken van de ontspanknop in de stand Fotograferen waardoor de autofocus herhaaldelijk wordt ingeschakeld. • Langdurig weergeven van beelden op de monitor. • Als de camera op een computer of printer aangesloten is. • Als u een lege batterij gebruikt, kan de camera eventueel uitschakelen zonder dat de waarschuwing “batterij bijna leeg“ verschijnt. • Op het moment van aanschaf is deze batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij voor gebruik op met de meegeleverde oplader. • De normaal laadtijd met het meegeleverde oplader bedraagt ongeveer 3 uur 30 minuten (schatting). • Gebruik geen laadapparaten die niet speciaal bedoeld zijn voor gebruik met de meegeleverde batterij, en gebruik geen batterijen die niet speciaal bedoeld zijn voor gebruik met de meegeleverde oplader. # Let op 10 Batterij, batterijlader en kaart 128 NL • Er bestaat ontploffingsgevaar als de batterij wordt vervangen door een verkeerd type batterij. Doe gebruikte batterijen weg volgens de instructies “Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen“ (Blz. 160). Een optionele AC-adapter gebruiken De camera kan worden aangesloten op een optionele AC-3 AC-adapter via een reservebatterijhouder (HLD-7). Andere adapters kunnen niet worden gebruikt. De stroomkabel die bij de AC-adapter is meegeleverd, kan niet worden gebrukt met andere producten. Uw oplader in het buitenland gebruiken • De oplader kan wereldwijd in de meeste elektrische bronnen thuis worden gebruikt binnen het bereik 100 V tot 240 V AC (50/60 Hz). Afhankelijk van uw land of regio kan het stopcontact echter anders gevormd zijn waardoor de oplader een verloopstuk nodig heeft. Vraag naar de details bij uw plaatselijke elektriciteitszaak of reisagentschap. • Gebruik geen in de handel verkrijgbare reisadapters omdat de oplader dan eventueel niet goed functioneert. Toepasbare geheugenkaartjes In deze handleiding worden alle opslagapparaten “kaarten“ genoemd. De volgende soorten SD-geheugenkaartjes (in de handel verkrijgbaar) kunnen met deze camera worden gebruikt: SD, SDHC, SDXC en Eye-Fi. Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website. Schrijfbeveiligingsschakelaar van SD-kaart Het SD-kaart is voorzien van een schrijfbeveiligingsschakelaar. Als u deze schakelaar naar “LOCK“ zet, kunt u geen gegevens naar de kaart schrijven of ervan wissen en kunt u de kaart niet formatteren. Zet de schakelaar weer in de ontgrendelpositie om naar de kaart te kunnen schrijven. LOCK # Let op • De gegevens op de kaart zullen niet compleet worden gewist, zelfs niet na het formatteren van de kaart of het wissen van de gegevens. Indien u de kaart wegdoet, dient u het te vernietigen om verspreiding van persoonlijke informatie te voorkomen. • Gebruik de Eye-Fi-kaart overeenkomstig de wetten en voorschriften van het land waar de camera wordt gebruikt. Verwijder de Eye-Fi-kaart uit de camera of schakel de kaartfuncties uit in vliegtuigen en op andere locaties waar het gebruik ervan verboden is g [Eye-Fi] (Blz. 101) • Tijdens het gebruik kan het Eye-Fi-kaartje heet worden. • Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, kan de batterij sneller leeglopen. • Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, werkt de camera mogelijk trager. 10 Batterij, batterijlader en kaart NL 129 Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's dat kan worden opgeslagen De in de tabel aangegeven bestandsgrootte geldt bij benadering voor bestanden met een breedte-hoogteverhouding van 4:3. Beeldkwaliteit 10 Batterij, batterijlader en kaart 130 NL RAW YSF YF YN YB XSF XF XN XB XSF XF XN XB XSF XF XN XB XSF XF XN XB WSF WF WN WB WSF WF WN WB WSF WF WN WB Aantal pixels 4608×3456 3200×2400 2560×1920 1920×1440 1600×1200 1280×960 1024×768 640×480 Compressie Verliesvrije compressie 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 BeBestandsstandsgrootte indeling (MB) ORF JPEG Ca. 17 Ca. 11 Ca. 7,5 Ca. 3,5 Ca. 2,4 Ca. 5,6 Ca. 3,4 Ca. 1,7 Ca. 1,2 Ca. 3,2 Ca. 2,2 Ca. 1,1 Ca. 0,8 Ca. 1,8 Ca. 1,3 Ca. 0,7 Ca. 0,5 Ca. 1,3 Ca. 0,9 Ca. 0,5 Ca. 0,4 Ca. 0,9 Ca. 0,6 Ca. 0,4 Ca. 0,3 Ca. 0,6 Ca. 0,4 Ca. 0,3 Ca. 0,2 Ca. 0,3 Ca. 0,2 Ca. 0,2 Ca. 0,1 Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen* 41 79 114 248 369 155 257 508 753 271 398 782 1151 476 701 1356 1968 678 984 1906 2653 1034 1488 2773 3813 1564 2260 4068 5547 3589 5085 7627 10170 *Bij een SD-kaart van 1GB. # Let op • Het aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen, is afhankelijk van het onderwerp, eventueel opgegeven printreserveringen en andere factoren. In bepaalde gevallen verandert het aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen op de monitor niet, ook niet als u nieuwe foto's maakt of opgeslagen beelden wist. • De werkelijke bestandsgrootte is afhankelijk van het onderwerp. • Het maximale weergegeven aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen is 9999. • Voor de beschikbare opnametijden voor films raadpleegt u de Olympus-website. 11 Verwisselbare lenzen Kies een lens volgens het motief en uw creatieve bedoeling. Gebruik lenzen die uitsluitend bedoeld zijn voor het Micro Four Thirds-systeem en voorzien zijn van het label M. ZUIKO DIGITAL of het rechts weergegeven symbool. Met een adapter kunt u ook Four Thirds- en OM-lenzen gebruiken. # Let op • Bij het bevestigen of verwijderen van het de beschermkap of de lens kunt u de lensvatting het beste naar beneden laten wijzen. Hiermee voorkomt u dat er stofjes en dergelijke in de camera terecht kunnen komen. • Op stoffige plaatsen kunt u beter nooit de beschermkap verwijderen of de lens verwisselen. • Richt met de lens op de camera, de lens nooit op de zon. Dit kan camerastoringen en zelfs brand veroorzaken omdat het zonlicht door de lens gebundeld wordt zoals bij een vergrootglas. • Zorg dat u de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens niet kwijtraakt. • Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera bevestigen om te voorkomen dat er stof kan binnendringen. M.ZUIKO DIGITAL lensspecificaties  Namen van onderdelen 11 Verwisselbare lenzen 1 Voorkap van de lens 2 Filtervatting 3 Scherpstelring 4 Zoomring (alleen zoomlenzen) 5 Index lensvatting 6 Achterkap van de lens 7 Elektrische contacten 8 UNLOCK-schakelaar (alleen intrekbare lenzen) 9 Decoratieve ring (alleen sommige lenzen, te verwijderen wanneer een zonnekap wordt aangebracht) NL 131  Krachtige zoomlenzen met macrofuncties gebruiken (ED12-50mm f3.5-6,3EZ) De lensactivering wordt bepaald door de positie van de zoomring. MACRO-knop MACRO Zoomring + Bij het indrukken E-ZOOM (elektrische zoom) Draai de zoomring voor een krachtige zoom. Hoe ver u draait bepaalt de zoomsnelheid. M-ZOOM (handmatige zoom) Draai de zoomring om in- en uit te zoomen. MACRO (macrofotografie) Om foto's te maken van onderwerpen op een afstand van 0,2 tot 0,5 m, drukt u op de knop MACRO en schuift u de zoomring vooruit. Zoom is niet beschikbaar. • De rol van de L-Fn-knop kan worden geselecteerd in het custom-menu van de camera.  MF (handmatig scherpstellen)-instelling (17mm f1,8, ED12mm f2,0 (Snapshot scherpstellen), ED12-40mm f2,8PRO) Schuif de scherpstelring in de richting van de pijl om de scherpstelmethode te wijzigen. AF/MF 11 Verwisselbare lenzen 132 NL MF, Snapshot scherpstellen Scherpstelring Bij het scherpstellen voor de snapshot wordt een afstand ingesteld met de scherpstelring, op basis van de afstand tot het object. De camera stelt scherp met een scherptediepte die correspondeert met de ingestelde diafragmawaarde. • We raden aan om het diafragma in te stellen op F5.6 of hoger met een 17mm f1,8 of een ED12mm f2.0. • U kunt een foto maken met de geselecteerde afstandswaarde, ongeacht of de AF-stand is ingeschakeld. • Gebruik de afstandsschaal alleen als richtlijn.  Lenskapinstelling (BCL-1580) Gebruik het hendeltje voor handmatig scherpstellen om de lensafdekking te openen en sluiten en stel scherp tussen oneindig en close-up. • Er is geen datacommunicatie tussen de camera en de lens. • Bepaalde functies van de camera kunnen niet worden gebruikt. • Stel de brandpuntsafstand in op 15 mm voor de beste beeldstabilisatie. Hendel voor handmatig scherpstellen De lensafdekking sluiten Scherpstelling Oneindig Scherpstelling Nabij Scherpstelling Afstand  Lens- en cameracombinaties Lens Micro Four Thirds-lens Four Thirds-lens OM-lenzen Micro Four Thirds-lens Camera Micro Four Thirdscamera Four Thirds-camera Koppeling Ja Koppeling mogelijk met lensvattingsadapter AF Ja Ja*1 Metering Ja Ja No Ja*2 No No No *1 Bij het opnemen van films, kunt u [C-AF] of [C-AF+TR] niet gebruiken in [AF-mode]. AF is ook niet actief bij het opnemen van films. *2 Een nauwkeurige lichtmeting is niet mogelijk. 11 Verwisselbare lenzen NL 133  Belangrijkste lensgegevens Items ED12-40mm f2.8PRO Lensvatting ED14-150mm f4.0-5.6 Micro Four Thirds-lensvatting Brandpuntsafstand Max. diafragma Beeldhoek Configuratie van de lens Irisinstelling 12 - 40 mm 40 - 150 mm 14 - 150 mm f/2.8 f/4.0 – 5.6 f/4.0 – 5.6 84.1° – 30.3° 30.3° – 8.2° 75° – 8.2° 9 groepen, 14 lenzen 10 groepen, 13 lenzen 11 groepen, 15 lenzen f/2.8 – 22 f/4.0 – 22 f/4.0 – 22 Scherpstelbereik (Brandpuntsafstand) 0.2 m - ) 0.9 m - ) 0.5 m - ) Scherpstelinstelling AF/MF. snapshotscherpstelling Gewicht (exclusief kapjes) Afmetingen (Max. diameter × lengte) Diameter filtervatting Zonnekap Items Brandpuntsafstand AF/MF wisseling 382 g 190 g 260 g l69.9 × 84 mm l63.5 × 83 mm l63.5 × 83 mm 62 mm 58 mm 58 mm Meegeleverd* LH-61D LH-61C ED12-50mm f3.5-6.3EZ 17mm f1.8 BCL-1580 (15 mm f8) Lensvatting 11 ED40-150mm f4.0-5.6R Micro Four Thirds-lensvatting Verwisselbare lenzen 12 - 50 mm 17 mm Max. diafragma f/3.5 – 6.3 f/1.8 f/8 Beeldhoek 84° – 24° 64° 72° 9 groepen, 10 lenzen 6 groepen, 9 lenzen 3 groepen, 3 lenzen f/3.5 – 22 f/1.8 – 22 Vast ingesteld op f/8 Scherpstelbereik (Brandpuntsafstand) 0.35 m - ) 0.2 m – 0.5 m (macrostand) 0.25 m - ) 0.30 m - ) Scherpstelinstelling AF/MF wisseling AF/MF. snapshotscherpstelling MF 212 g 120 g 22 g l57 × 83 mm l57.5 × 35.5 mm l56 × 9 mm Configuratie van de lens Irisinstelling Gewicht (exclusief kapjes) Afmetingen (Max. diameter × lengte) 15 mm Diameter filtervatting 52 mm 46 mm – Zonnekap LH-55B LH-48B – * Als u de ED12-40 zonnekap wilt verwijderen, draait u de zonnekap terwijl u de knoppen aan beide kanten indrukt. # Let op • De randen van foto's zouden afgesneden kunnen worden als er meer dan één filter gebruikt wordt of als er een dik filter wordt gebruikt. 134 NL 12 Afzonderlijk verkochte toebehoren gebruiken Reservebatterijhouder (HLD-7) U kunt de duur van het cameragebruik uitbreiden door de reservebatterijhouder met de batterij van de camera te gebruiken. U kunt functies toewijzen aan het custommenu van de camera met de regelaar en de Fn-knop. U kunt een AC-adapter (apart verkrijgbaar) gebruiken via de HLD-7. Zorg ervoor dat u de camera uitzet bij het vastmaken of verwijderen van de reservebatterijhouder.  Namen van onderdelen Afdekking AC-connector Bevestigingsschroef camera Ontspanknop Vergrendelknop verticale bediening Voorste regelaar B-Fn2-knop B-Fn1-knop  De batterij plaatsen Een BLN-1 batterij gebruiken. Vergrendel de batterijafdekking na het plaatsen van de batterij. a 12 a 2 Afzonderlijk verkochte toebehoren gebruiken  De HLD-7 bevestigen Verwijder de PHB-deksel onderaan de camera en bevestig de HLD-7. Draai stevig aan het ontgrendelwieltje zodra de HLD-7 is bevestigd. Zorg ervoor dat u het PBH-deksel op de camera plaatst wanneer de HLD-7 niet vastzit. Achterste regelaar 1 NL 135  De AC-adapter gebruiken Wanneer u de AC-adapter gebruikt, opent u de AC-connectorkap en sluit u de AC-connector aan.  De regelaar en knop gebruiken DStel de functies voor de HLD-7-regelaar en B-Fn-knop in met [Button Function] in het c custom-menu van de camera. g “Button Function“ (Blz. 103)  Belangrijkste specificaties (HLD-7) Voeding Afmetingen Gewicht Spatweerstand (wanneer aangeslote op een camera) Batterij: li-ionbatterij BLN-1 ×1 AC-voedingsbron: AC-adapter AC-3 Ca. 128,5 mm (B) × 48,2 mm (H) × 57,3 mm (D) Ca. 235 g (zonder batterij en connectorkap) Type Equivalent met IEC Standard-uitgave 529 IPX1 (in OLYMPUS-testvoorwaarden) # Let op • Gebruik geen andere batterijen of AC-adapters dan de opgegeven producten. Wanneer u dit wel doet, kan dit tot letsel of schade of ontploffing van het toestel leiden. • Draai niet met uw vingernagels aan de ontgrendelknop. Dit kan letsel veroorzaken. • Gebruik de camera alleen binnen het gegarandeerde bedrijfstemperatuurbereik. • Gebruik of bewaar dit toestel niet op plaatsen met veel stof of een hoge vochtigheidsgraad. • Raak de contactpunten van dit apparaat niet aan. • Als het hoofdelement of de contacten verontreinigd raken, veeg ze dan af met een zachte, droge doek. Gebruik geen vochtige doek of organische oplosmiddelen zoals verfverdunner of benzeen. 12 Afzonderlijk verkochte toebehoren gebruiken 136 NL Externe flitsers die werd ontworpen voor gebruik met deze camera Bij deze camera kunt u een van de afzonderlijk verkochte externe flitsers gebruiken om een flitser te verkrijgen die aangepast is aan uw wensen. De externe flitsers communiceren met de camera, zodat u de flitserfuncties van de camera kunt uitbreiden met andere flitserfuncties zoals TTL-AUTO en Super FP. Monteer een voor deze camera geschikte externe flitser op de flitsschoen van de camera. U kunt de flitser ook bevestigen op de bevestigingspunt op de camera met behulp van de flitskabel (optioneel). Raadpleeg hiervoor ook de documentatie die geleverd is bij de externe flitser. De bovenste limiet van de sluitertijd is 1/250 sec. bij gebruik van een flitser. Beschikbare functies bij gebruik van externe flitsers Optionele flitser FL-600R FL-300R FL-14 RF-11 TF-22 Flitsregeling RG (richtgetal) (ISO100) TTL-AUTO, AUTO, MANUAL, FP TTL AUTO, FP MANUAL TTL-AUTO, MANUAL TTL-AUTO, AUTO, MANUAL TTL-AUTO, MANUAL RCfunctie RG36 (85mm*) RG20 (24mm*)  RG20 (28mm*) RG14 (28mm*) RG11 RG22  – – – * De brandpuntsafstand van de lens die gebruikt kan worden (35-mm equivalent). Flitserfotografie met draadloze afstandsbediening U kunt een externe flitser die bestemd is voor gebruik met deze camera en beschikt over een afstandsbedieningsstand gebruiken voor draadloze flitserfotografie. De camera kan elk van drie groepen van externe flitsers en de geleverde externe flitser apart aansturen. Raadpleeg de handleidingen die geleverd zijn bij de externe flitsers voor meer informatie. 1 Zet de externe flitsers in de RC-stand en plaats ze zoals u wenst. 2 Selecteer [On] voor [# RC Mode] in X Fotografeermenu 2 (Blz. 78). 3 Pas de instellingen voor elke groep aan in het superbedieningspaneel. • Schakel de externe flitsers in, druk op de knop MODE en selecteer de RC-stand. • Selecteer een kanaal en groep voor elke externe flitser. • Het superbedieningspaneel schakelt over naar de RC-flitsstand • U kunt een weergave van het superbedieningspaneel kiezen door herhaaldelijk op de knop INFO te drukken. • Selecteer een flitsstand (let op dat rode ogen onderdrukken niet beschikbaar is in de RC-stand). Pas de instelling aan voor de flitser van de camera. Flitssterkte A Mode TTL M Off TTL P +5.0 1/8 – +3.0 Ch 250 F5.6 Flitsregeling Flitssterkte 4 Normale flitser/Super FP-flitser • Selecteer Normaal flitsen of Super FP-flitsen. Communicatie-lichtniveau • Zet de lichtsterkte van het communicatiesignaal op [HI], [MID] of [LO]. LO 1 38 Kanaal • Zet het communicatiekanaal op hetzelfde kanaal dat u op de flitser gebruikt. Sluit de meegeleverde externe flitser aan op de camera en klap de flitskop omhoog. 12 Afzonderlijk verkochte toebehoren gebruiken Groep • Selecteer de flitserfunctie en pas de flitssterkte afzonderlijk aan voor elke groep. Voor de MANUAL-functie selecteert u de flitssterkte. • Nadat u heeft gecontroleerd of de ingebouwde en externe flitsers opgeladen zijn, maakt u een proefopname. NL 137  Bedieningsbereik van de draadloze flitser Plaats de draadloze flitsers met de afstandsbedieningssensor gericht naar de camera. Op de afbeelding hiernaast wordt het bereik (bij benadering) weergegeven waarbinnen de flitsers kunnen worden geplaatst. Het werkelijke bedieningsbereik varieert afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden. 30° 60° 30° 7m 50° 100° 50° 5m # Let op • Het is aan te bevelen één groep van maximaal drie externe flitsers te gebruiken. • Externe flitsers kunnen niet langer dan 4 seconden worden gebruikt voor trage synchronisatie met tweede sluitergordijn of voor anti-shock-belichtingen. • Als het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kunnen de stuurflitsen van de meegeleverde flitser de belichting beïnvloeden (dit effect kan worden beperkt door de intensiteit van de flitser te verminderen met bijvoorbeeld een diffuser). • De bovenste limiet van het synchronisatiemoment van de flitser is 1/250 sec. wanneer de flitser wordt gebruikt via afstandsbediening. Andere externe flitsers 12 Afzonderlijk verkochte toebehoren gebruiken 138 NL Gebruik na het aansluiten het synchronisatiesnoer naar de flitserschoen of externe flitsaansluiting. Wanneer u geen externe flitsterminal gebruikt, moet u ervoor zorgen dat u de kap vastmaakt. Bij het bevestigen van een flitser van een andere leverancier aan de flitsschoen of externe flitsaansluiting, moet u op de volgende punten letten. Deksel • Het gebruiken van verouderde flitseenheden die een stroom van meer dan 250 V op het X-contact toepassen, zal schade aan de camera veroorzaken. • Als u een flitser aansluit op de camera met contactpunten die niet beantwoorden aan de Olympus-specificaties, kan dit de camera eveneens beschadigen. • Stel de stand Fotograferen in op M, stel de sluitertijd in op een waarde die niet hoger is dan synchrone flitssnelheid, en stel ISO-gevoeligheid in op een andere instelling dan [AUTO]. • De flitsregeling kan alleen worden uitgevoerd door de flitser handmatig in te stellen op de ISO-gevoeligheid en de diafragmawaarde die geselecteerd zijn met de camera. De helderheid van de flitser kan worden geregeld door de ISO-gevoeligheid of het diafragma aan te passen. • Gebruik een flitser met een verlichtingshoek die geschikt is voor de lens. De verlichtingshoek wordt meestal uitgedrukt in equivalente brandpuntsafstanden van een kleinbeeldcamera. Belangrijkste accessoires Four Thirds-lensadapter (MMF–2/MMF–3) De camera heeft een Four Thirds-lensadapter nodig om Four Thirds-lenzen te bevestigen. Omdat de AF-methode afwijkt bij gebruik van een Micro Four Thirds-systeemlens, is het operationele AF-veld smaller. Afstandsbedieningskabel (RM–UC1) Wordt gebruikt wanneer een zeer licht beweging van de camera tot onscherpe foto's kan leiden, bijvoorbeeld bij macro- of tijdopnamen. De afstandsbedieningskabel wordt bevestigd via de multiconnector van de camera. Voorzetlenzen Voorzetlenzen worden op de cameralens bevestigd om snel en eenvoudig over te schakelen naar fish-eye- of macrofotografie. Op de website van OLYMPUS vindt u meer informatie over de lenzen die u kunt gebruiken. •  Gebruik de geschikte lenskoppeling voor de stand SCN (f, w of m). Macro-armlamp (MAL–1) Gebruik deze lamp om onderwerpen voor macrofotografie te verlichten, zelfs op afstanden waar met de flitser vignettering zou optreden. Microfoonset (SEMA-1) De microfoon kan op een afstand van de camera worden geplaatst om omgevingsgeluiden of geluid van de wind te vermijden. In de handel verkrijgbare microfoons van andere fabrikanten kunnen ook worden gebruikt met het oog op uw creatieve bedoelingen. Het is aan te bevelen het meegeleverde verlengsnoer te gebruiken. (voeding via l3,5mm stereo-ministekker) Oogkapje (EP-13) Verwijderen 12 Afzonderlijk verkochte toebehoren gebruiken U kunt deze door een groter oogkapje vervangen. NL 139 Systeemoverzicht Voeding Zoeker BLN-1 BCN-1 Li-ionbatterij Li-ionbatterijlader HLD-7 AC-3 Reservebatterijhouder Wisselstroomadapter EP-13 VF-3/VF-4 Oogkapje Elektronische zoeker Bediening op afstand RM-UC1 Afstandskabel USB-kabel/ Verbindingskabel AV-kabel/ HDMI-kabel 12 Hoes/riem Schouderriem Cameratas Apparaten op accessoirepoort Afzonderlijk verkochte toebehoren gebruiken Onderwater Onderwatertas System (Systeem) Geheugenkaart*4 SD/SDHC/ SDXC/Eye-Fi Software OLYMPUS Viewer OLYMPUS PENPAL PP-1*3 SEMA-1 Communication Unit Microfoonset 1 MAL-1 MACROARMLAMP Digitale fotobeheersoftware *1 Niet alle lenzen kunnen met adapter worden gebruikt. Meer informatie vindt u op de officiële Olympuswebsite. Merk ook op dat de productie van OM-systeemlenzen is stopgezet. *2 Voor compatibele lenzen raadpleegt u de officiële Olympus-website. 140 NL : E-M1 compatibele producten : In de handel verkrijgbare producten Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website. Lens Voorzetlens*2 M.ZUIKO DIGITAL ED 12-50mm f3.5-6.3 EZ M.ZUIKO DIGITAL ED 12-40mm f2.8 PRO M.ZUIKO DIGITAL ED 12 mm f2.0 M.ZUIKO DIGITAL 17mm f1.8 M.ZUIKO DIGITAL 17 mm f2.8 M.ZUIKO DIGITAL 45 mm f1.8 M.ZUIKO DIGITAL ED 75 mm f1.8 M.ZUIKO DIGITAL ED 60 mm f2.8 Macro M.ZUIKO DIGITAL 14-42 mm f3.5-5.6 II R M.ZUIKO DIGITAL ED 9-18 mm f4.0-5.6 M.ZUIKO DIGITAL ED 14-150 mm f4.0-5.6 M.ZUIKO DIGITAL ED 40-150 mm f4.0-5.6 R M.ZUIKO DIGITAL 75-300mm f4.8-6.7 II MMF-2/MMF-3 *1 FCON-P01 Visoog WCON-P01 Groothoek Four Thirds-lenzen MCON-P01 Four Thirds-adapter Macro OM-systeemlenzen MF-2 *1 OM-adapter 2 Flitser 12 FL-600R FL-300R Elektronische flitser Elektronische flitser Elektronische flitser SRF-11 STF-22 Ringflitserset Dubbele flitserset RF-11*2 TF-22 *2 Ringflitser Dubbele flitser FC-1 Afzonderlijk verkochte toebehoren gebruiken FL-14 Macroflitsersturing *3 De OLYMPUS PENPAL kan alleen worden gebruikt in de regio waar deze werd aangeschaft. Afhankelijk van de regio kan het gebruik ervan een inbreuk betekenen op de voorschriften inzake radiogolven en kan het gebruik onderworpen zijn aan boetes. *4 Gebruik de Eye-Fi-kaart overeenkomstig de wetten en voorschriften van het land waar de camera wordt gebruikt. NL 141 13 Informatie Fotografeertips en -informatie De camera schakelt niet in, zelfs niet als batterijen zijn geplaatst De batterij is niet volledig opgeladen • Laad de batterij op met de oplader. De batterijen werken tijdelijk niet vanwege een te lage temperatuur • De batterijprestaties dalen bij lage temperaturen. Verwijder de batterij en warm deze op door hem een tijdje in uw zak te houden. Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt De camera is automatisch uitgeschakeld • De camera wordt automatisch in de sluimerstand geschakeld om de batterij minder te belasten als er geen handelingen worden uitgevoerd gedurende de opgegeven tijd. g [Sleep] (Blz. 96) Als er gedurende een ingestelde tijd (4 uur) geen handelingen worden uitgevoerd nadat de camera overgeschakeld is naar de sluimerstand, wordt de camera automatisch uitgeschakeld. De flitser wordt opgeladen • Op de monitor knippert het symbool # als de batterij wordt opgeladen. Wacht tot het knipperen stopt en druk dan op de ontspanknop. Kan niet scherpstellen 13 • De camera kan niet scherpstellen op onderwerpen die zich te dicht bij de camera bevinden of die niet geschikt zijn voor automatisch scherpstellen (het AFbevestigingsteken knippert op de monitor). Vergroot de afstand tot het onderwerp of stel scherp op een onderwerp met veel contrast op dezelfde afstand van de camera als het gewenste onderwerp, kadreer de foto en maak de opname. Informatie Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen Het kan moeilijk zijn om met autofocus in de volgende situaties scherp te stellen. AF-teken knippert. Deze onderwerpen worden niet scherpgesteld. Object met weinig contrast Extreem fel licht in het midden van het beeld Onderwerp zonder verticale lijnen Onderwerpen op verschillende afstanden Snel bewegende objecten Het onderwerp valt niet binnen het AFgebied AF-teken gaat branden maar het onderwerp is niet scherpgesteld. 142 NL Ruisonderdrukking is geactiveerd • Met name bij nachtelijke opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beeldruis verschijnen. De camera activeert de ruisonderdrukking na het fotograferen met lange sluitertijden. Tijdens dit proces niet fotograferen. U kunt [Noise Reduct.] op [Off] zetten. g [Noise Reduct.] (Blz. 97) Het aantal AF-kaders is gereduceerd Het aantal en de grootte van de AF-kaders is afhankelijk van de breedte-hoogteverhouding, de instelling voor groepsdoelen en de optie die werd geselecteerd voor [Digital Tele-converter]. Bij gebruik van een Four Thirds-systeemlens zijn er 37 doelen. De datum en tijd zijn niet ingesteld De camera wordt gebruikt met de instellingen van het moment van aanschaf • De datum en tijd van de camera is niet ingesteld bij aanschaf. Stel de datum en tijd in voordat u de camera gebruikt. g “Datum en tijd instellen“ (Blz. 17) De batterij is uit de camera verwijderd • De datum en tijd worden naar de standaardinstellingen af fabriek hersteld als ongeveer 1 dag geen batterij in de camera zit. Deze instellingen kunnen eerder verloren gaan als de batterij maar gedurende een korte tijd in de camera heeft gezeten. Controleer, voordat u belangrijke foto's gaat maken, of de juiste datum en tijd zijn ingesteld. De ingestelde functies worden weer op de standaard fabrieksinstellingen gezet Als u de functieknop verdraait of de camera uitschakelt in een andere fotografeerstand dan P, A, S of M, worden functies waaraan wijzigingen werden aangebracht, hersteld naar de standaard fabrieksinstellingen. Gemaakte foto's zien er witachtig uit Onbekende heldere puntjes verschijnen op het onderwerp van de gemaakte foto Dit kan worden veroorzaakt door vastgeraakte pixel(s) op het beeldopneemelement. Voer [Pixel Mapping] uit. Als het probleem niet is opgelost, herhaalt u Pixel Mapping een paar keer. g “Pixel Mapping - Controleren van de beeldbewerkingsfuncties“ (Blz. 148) 13 Informatie Dit kan gebeuren als de foto met tegenlicht of semitegenlicht gemaakt is. Dit wordt veroorzaakt door het verschijnsel dat lichtverstrooiing of lichtspiegeling wordt genoemd. Bedenk zoveel mogelijk een compositie waarbij een sterke lichtbron niet in het beeld wordt opgenomen. Een lichtvlek kan zelfs optreden als een lichtbron niet in het beeld aanwezig is. Gebruik een zonnekap om de lens tegen de lichtbron af te schermen. Als een zonnekap niet helpt, gebruikt u uw hand om de lens tegen het licht af te schermen. g “Verwisselbare lenzen“ (Blz. 131) Functies die niet vanuit menu's geselecteerd kunnen worden Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu's als de pendelknop gebruikt wordt. • Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen. • Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld: Combinatie van [T] en [Noise Reduct.], enz. NL 143 Foutcodes Aanduiding op monitor No Card Card Error Write Protect Card Full Mogelijke oorzaak U hebt geen kaart in de camera geplaatst of de kaart wordt niet herkend. Plaats de kaart in de camera, of plaats een andere kaart. Er is een probleem met de kaart. Plaats de kaart opnieuw in de camera. Blijft het probleem bestaan, dan moet u de kaart formatteren. Als de kaart niet geformatteerd kan worden, kan dit niet gebruikt worden. Opslaan op deze kaart is niet toegestaan. De schrijfbeveiliging van de kaart staat op “LOCK“. Verschuif de schakelaar. (Blz. 129) • De kaart is vol. Er kunnen geen foto's meer worden genomen of er kan geen informatie, zoals printreservering, meer worden opgeslagen. • Er is geen plaats op de kaart en printreservering of nieuwe beelden kunnen niet opgeslagen worden. Vervang de kaart door een andere of wis overbodige beelden. Breng belangrijke beelden over naar een computer voordat u beelden gaat wissen. De kaart kan niet worden gelezen. De kaart is eventueel niet geformatteerd. • Selecteer [Clean Card], druk op Q en schakel de camera uit. Verwijder de kaart en veeg het metalen contactvlak met een zachte, droge doek schoon. • Selecteer [Format][Yes] en druk vervolgens op Q om de kaart te formatteren. Bij het formatteren worden alle gegevens op de kaart gewist. Er zijn geen foto's op de kaart opgeslagen. De kaart bevat geen foto's. Foto's opslaan en weergeven. Card Setup Clean the contact area of the card with a dry cloth. Clean Card Format Set 13 Informatie 144 NL No Picture Oplossing Aanduiding op monitor Picture Error The Image Cannot Be Edited Picture Error Mogelijke oorzaak Gebruik de beeldbewerkingssoftware om het beeld op een PC te bekijken. Lukt dat niet, dan is het beeldbestand beschadigd. Foto's die met een andere camera zijn genomen kunnen niet met deze camera bewerkt worden. Gebruik beeldbewerkingssoftware om de foto te bewerken. Beelden kunnen niet worden overgezet tussen apparaten die momenteel gegevens ontvangen of verzenden. Verhoog de beschikbare hoeveelheid geheugen op de kaart door bijvoorbeeld ongewenste beelden te verwijderen, of kies een kleinere bestandsgrootte voor de beelden die u wilt verzenden. Schakel de camera uit en wacht tot de interne temperatuur gedaald is. m Internal camera temperature is too high. Please wait for cooling before camera use. Oplossing Er heeft zich een probleem met de geselecteerde foto voorgedaan, waardoor dit beeld met de camera niet kan worden weergegeven. Of het beeld kan met deze camera niet worden weergegeven. De interne temperatuur van de camera is toegenomen ten gevolge van repeterende opnamen. Wacht even totdat de camera automatisch wordt uitgeschakeld. Laat de interne temperatuur van de camera afkoelen, voordat u de camera weer in gebruik neemt. De batterij is uitgeput. Laad de batterij op. De camera is niet op de juiste wijze verbonden met een computer, printer, HDMI-scherm of ander apparaat. Sluit de camera opnieuw aan. De papiervoorraad van de printer is op. Leg een nieuwe voorraad papier in de printer. Battery Empty No Paper Informatie No Connection 13 NL 145 Aanduiding op monitor No Ink Jammed Settings Changed Print Error Cannot Print 13 Informatie 146 NL Mogelijke oorzaak Oplossing De inktvoorraad van de printer is op. Vervang de inktcassette in de printer. Het papier in de printer is vastgelopen. Haal het papier dat de printer blokkeert uit de printer. De papiercassette van de printer is verwijderd of de printer werd Bedien de printer niet, terwijl u bediend, terwijl de instellingen instellingen op de camera maakt. op de camera gemaakt werden. Er heeft zich een probleem met de printer en/of de camera voorgedaan. Schakel camera en printer uit. Controleer de printer en hef eventuele storingen op voordat u beide apparaten weer inschakelt. Het is mogelijk dat foto's die met andere camera's gemaakt zijn, Gebruik een computer om de niet vanuit deze camera geprint foto's te printen. kunnen worden. The lens is locked. Please extend the lens. De lens van de intrekbare lens blijft ingeschoven. Laat de lens naar buiten komen. (Blz. 14) Please check the status of a lens. Er heeft zich een afwijking voorgedaan tussen de camera en de lens. Schakel de camera uit, controleer de verbinding met de lens en schakel de stroomtoevoer weer in. De camera schoonmaken en opbergen Reinigen van de camera Schakel de camera uit en verwijder de batterij alvorens de camera te reinigen. Camerahuis: • Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de doek in een mild sopje en wringt u de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige doek goed af en droog hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het strand gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed uitgewrongen doek. Monitor: • Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Lens: • Verwijder stof van de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje. Wrijf de lens met een lensreinigingsdoekje voorzichtig schoon. Opslag • Haal de batterij en de kaart uit de camera als u denkt de camera langere tijd niet te gebruiken. Berg de camera op op een koele, droge, goed geventileerde plaats. • Plaats van tijd tot tijd de batterijen in de camera en controleer de functies van de camera. • Verwijder stof en andere vreemde voorwerpen van het huis en de achterkappen voor u ze bevestigt. • Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera bevestigen om te voorkomen dat er stof kan binnendringen. Vergeet niet de lenskapjes vooraan en achteraan terug te zetten voor u de lens opbergt. • Maak de camera na gebruik schoon. • Niet opslaan bij insectenwerende middelen. Reinigen en controleren van het beeldopneemelement 13 Informatie Deze camera beschikt over een stofreductiefunctie om ervoor te zorgen dat er geen stof op het beeldopneemelement komt en om stof of vuil van het oppervlak van het beeldopneemelement te verwijderen met ultrasone trillingen. De stofreductie werkt als de camera wordt ingeschakeld. De stofreductiefunctie werkt op hetzelfde moment als Pixel mapping, dat het beeldopneemelement en het beeldbewerkingscircuit controleert. Omdat de stofreductie elke keer dat de camera aangezet wordt, geactiveerd wordt, moet de camera rechtop gehouden worden voor een effectieve stofreductie. # Let op • Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of een met chemicaliën behandeld reinigingsdoekje. • Berg de camera niet op in ruimtes waar met chemicaliën gewerkt wordt, om de camera te beschermen tegen roest. • Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens optreden. • Controleer alle onderdelen van de camera als u hem langere tijd niet heeft gebruikt. Maak een proefopname om te controleren dat de camera naar behoren werkt, voordat u belangrijke foto's maakt. NL 147 Pixel Mapping - Controleren van de beeldbewerkingsfuncties Met de functie Pixel Mapping kan de camera het beeldopneemelement en de beeldbewerkingfuncties controleren en bijstellen. Als u de monitor hebt gebruikt of continu foto's hebt gemaakt, wacht dan minstens één minuut voordat u de functie pixel mapping gebruikt om er zeker van te zijn dat de functie correct werkt. 1 2 Selecteer [Pixel Mapping] in het c custom-menu (Blz. 101) tabblad k. Druk op I en druk vervolgens op Q. • Tijdens het controleren van de beeldbewerkingfuncties geeft de [Busy]-balk in het monitorbeeld de voortgang weer. Als het controleren van de beeldbewerkingsfuncties afgesloten is, verschijnt het menu weer. # Let op • Als u tijdens het controleren van de beeldbewerkingsfuncties de camera uitschakelt, begint u opnieuw vanaf stap 1. 13 Informatie 148 NL Menulijst *1: Kan worden toegevoegd aan [Myset]. *2: Standaard kan worden hersteld door [Full] voor [Reset] te selecteren. *3: Standaard kan worden hersteld door [Basic] voor [Reset] te selecteren. K Shooting Menu Tabblad W Functie Card Setup Reset/Myset *1 *2 *3 g 78 79  jNatural YN X    70    72 Image Aspect 4:3    71 Digital Tele-converter Uit    86 j/Y o    57 Picture Mode K X Standaard ― ― Image Stabilizer Still Picture Videobeelden Still Picture S-I.S Auto    Movie M-I.S. On    AE BKT Off 3f 1,0EV Bracketing A– B WB BKT G–M FL BKT ISO BKT ART BKT HDR Multiple Exposure Uit Uit Off Off Frame Start Waiting Time Interval Time Time Lapse Movie 99 0:00:01 0:00:01 Uit # RC Mode 83       83 83 83 61   84   85   137 13 Uit Uit  Informatie Frame Auto Gain Overlay Time Lapse Settings 82 ― ― ― ― 68 NL 149 q Playback Menu Tabblad Functie Starten q m Standaard ― *2 *3 g BGM Joy   Slide All   67 Slide Interval Movie Interval 3 sec. Short    87 On R Edit *1 RAW Data Edit JPEG Edit R Sel. Image Image Overlay Print Order Reset Protect Connection to Smartphone  ― ― ― ― ― ― ― 87 88 89 89 118 89 89 d Setup-menu Tabblad d Functie X W* i Rec View Wi-Fi Settings 13 Informatie 150 NL c/# Menu Display Firmware Standaard ― ― j ±0, k ±0, Natural 0.5 sec. Wi-Fi Connect Private Settings Private Password ― Reset share ― Order Reset Wi-Fi ― Settings On c Menudisplay # Menudisplay Uit ― *1  *2 *3 g 17 90  90  90  90  * Instellingen verschillen afhankelijk van het land waar de camera is gekocht. 90 90 c Custom Menu Tabblad c Functie Standaard *1 *2 *3                     g R AF/MF Still Picture Videobeelden Full-time AF AF Mode AEL/AFL Reset Lens BULB/TIME Focusing Focus Ring Magnify MF Assist Peaking P Set Home AF Illuminat. I Face Priority AF Area Pointer C-AF lock S Button/Dial/Lever UFunction VFunction RFunction t Functie YFunction ZFunction Button Function IFunction q Dial Direction Mode Dial Function tHendelfunctie u+v mode1 mode2 mode1        92     93 P Multi-functie RREC AEL/AFL k z #*   j/Y* P AEL/AFL P AF stop Ps/F FNo./F Shutter/F Shutter/FNo. FG/HI Prev/Next/G/U Belichting Dial1 Ps Dial1 Uit mode1 On 93     13 Informatie Dial Function GFunction nFunction mFunction nFunction lFunction P A S M Menu S-AF C–AF Uit S-AF C-AF MF On On b Uit Uit o On K On Uit    * Wanneer de FG-knoppen zijn ingesteld op [Direct Function] NL 151 Tabblad c 13 Informatie 152 NL Functie T Release/j Rls Priority S Rls Priority C j L fps j H fps j + IS Off Half Way Rls With IS Lens I.S. Priority Release Lag-Time U Disp/8/PC HDMI Out HDMI HDMI Control Video Out iAUTO K P/A/S/M Control ART Settings SCN q Info G/Info LV-Info Settings G Settings Displayed Grid Picture Mode Settings Histogram Highlight Settings Shadow Mode Guide Live View Boost Frame Rate Art LV Mode Expand LV Dyn. Range Flicker reduction LV Close Up Mode Peaking Settings Backlit LCD Sleep Auto Power Off 8 USB Mode Standaard Uit On 6 fps 10 fps On On Off Normaal *1 *2 *3              1080i Uit ― Live Guide Live Control Art Menu Scene Menu Image Only, Overall Image Only, u, Level Gauge O, Calendar Uit Alles inschakelen 255 0 On Uit Normaal mode1 On Auto mode2 Wit Hold 1 min. 4h On Auto      g 93 94                  94                            95 Tabblad c Functie V Exp/p/ISO EV Step Noise Reduct. Noise Filter ISO ISO Step ISO-Auto Set ISO-auto Metering AEL Metering BULB/TIME Timer BULB/TIME Monitor Live BULB Live TIME Anti-Shock z W # Custom # X-Sync. # Slow Limit w+F X K/Color/WB K Set *1 *2 *3 1/3EV Auto Standard Auto 1/3EV High Limit: 1600 Default: 200 P/A/S p Auto 8 min. -7 Uit 0,5 sec. Uit                                   1/320 1/60 Uit                     K1 YF, K2 YN, K3 XN, K4 WN 2560×1920 1280×960 Uit Auto    96 97  On WB Auto sRGB             Uit RAW+JPEG Reset Uit No 350dpi Uit            A : 0, G : 0 — — g 98 98   13 99 Informatie Xiddle Pixel Count Wmall Shading Comp. WB All Set All > All Reset W Keep Warm Color #+WB Color Space Y Record/Erase Quick Erase RAW+JPEG Wissen File Name Edit Filename Priority Set dpi Settings Copyright Info. Copyright Artist Name Settings Copyright Name Standaard — — NL 153 Tabblad c Functie Z Videobeelden nMode Movie R Movie Effect Wind Noise Reduction Recording Volume b Built-In EVF Built-in EVF Style V Info Settings V Displayed Grid EVF Auto Switch EVF Auto EVF Adjust luminantie V Half Way Level k K Utility Pixel-Mapping p Exposure J Shift 5 AF Focus Adj. : Waarschuwingsniveau : Batterijprioriteit Level Adjust Touch Screen Settings Eye-Fi 13 Informatie 154 NL Standaard P On On Uit Built-In R External R Line-In R *1 *2 *3 g   Standard Standard Standard Style 3 u, Gauge-niveau, basisinformatie Uit On On     100      On      101  — ±0  Uit ±0 PBH Battery   — On On      101 # Accessory Port Menu Tabblad # Functie A OLYMPUS PENPAL Delen Please Wait Address List Address Search Timer Book New Pairing My OLYMPUS PENPAL Picture Send Size B OLYMPUS PENPAL Album Copy All Reset Protect Album Mem. Usage Album Mem. Setup Picture Copy Size C Electronic Viewfinder EVF Adjust EVF Auto Switch Standaard *1 *2 — — 30 sec. *3 g 115,116  — — Size 1: Small 116  — — — — Size 2: Medium  j ±0, k ±0 On   117 117 13 Informatie NL 155 Specificaties  Camera Soort camera Soort camera Lens Lensvatting Equivalente brandpuntsafstand op een kleinbeeldcamera (35 mm) Beeldopneemelement Soort camera Totaal aantal pixels Aantal effectieve pixels Schermgrootte Breedte-hoogteverhouding Zoeker Type Aantal pixels Vergroting Oogpunt Live bekijken Sensor Beeldhoek Monitor Soort camera Totaal aantal pixels 13 Informatie Sluiter Soort camera Sluiter Autofocus Soort camera Scherpstellingspunten Selectie van scherpstelpunt Belichtingsregeling Lichtmeetsysteem Meetbereik Fotofuncties ISO-gevoeligheid Belichtingscorrectie Witbalans Soort camera Functie-instelling 156 NL Digitale camera met verwisselbaar “Micro Four Thirds“standaardlenssysteem M.Zuiko Digital, Micro Four Thirds-lens Micro Four Thirds-lensvatting Ca. tweemaal de brandpuntsafstand van de lens 4/3" Live MOS-sensor Ongeveer 17.200.000 pixels Ongeveer 16.280.000 pixels 17,3 mm (H) × 13,0 mm (V) 1,33 (4:3) Elektronische zoeker met oogsensor 2.360.000 pixels 100% Ca. 21,0 mm (–1 m-1) Gebruikt Live MOS-sensor 100% 3.0-inch TFT kleuren-LCD, Vari-angle, touchscreen Ongeveer 1.040.000 punten (breedte-hoogteverhouding 3 : 2) Automatische spleetsluiter 1/8000 - 60 sec., bulbfotografie, tijdfotografie Hi-Speed Imager AF 81 punten Auto, Optioneel TTL-lichtmeetsysteem (imager-lichtmeting) Digitale ESP-meting/Lichtmeting met nadruk op het centrum/Spotmeting EV –2 - 20 (komt overeen met M.ZUIKO DIGITAL 17 mm f2.8 ISO100) A: iAUTO/P: Program AE (Programma-aanpassing mogelijk)/ A: Diafragmavoorkeuze AE/S: Sluitertijdvoorkeuze AE/M: Handmatig/ J: PHOTO STORY/ART: Kunstfilter/SCN: Scene/n: Film LOW, 200 - 25600 (1/3, 1 EV stap) ±5 EV (1/3, 1/2, 1 EV stap) Beeldopneemelement Auto/Vooraf ingestelde WB (7 instellingen)/Voorkeursinstelling WB/WB met één knop Opnemen Opslagmedium Opslagsysteem Compatibel met de normen Geluid bij stilstaande beelden Videobeelden Audio Beelden weergeven Weergaveformaat Aandrijving Sluiterfunctie Repeterende opnamen SD, SDHC, SDXC en Eye-Fi UHS-I-compatibel Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design Rule for Camera File system (DCF)), RAW-gegevens, MP-indeling Exif 2.3, Digital Print Order Format (DPOF), PRINT Image Matching III, PictBridge Wave-indeling MPEG-4 AVC/H.264/Motion JPEG Stereo, PCM 48 kHz Enkelbeeldweergave/Gezoomd weergeven/Indexweergave/ Kalenderweergave Enkelbeeldopnamen/Repeterende opnamen/Zelfontspanner Luchtvochtigheid Spatweerstand Type 30% - 90% (tijdens bedrijf)/10% - 90% (tijdens opslag) Equivalent met IEC Standard-uitgave 529 IPX1 (in OLYMPUStestvoorwaarden) 13 Informatie Tot 10 fps (T) Zelfontspanner Vertragingstijd: 12 sec./2 sec./Aangepast Energiebesparende Schakelen naar slaapstand: 1 minuut, uitschakelen: 4 uur functie (Deze functie kan worden aangepast.) Externe flitser Flitsregeling TTL-AUTO (TTL-voorflitsfunctie)/MANUAL Synchronisatiesnelheid 1/320 s of trager (FL-LM2) Draadloos LAN Compatibele standaard IEEE 802.11b/g/n Externe connector Multiconnector (USB-connector, AV-connector)/HDMI-microconnector (type D)/accessoirepoort/ externe fliitsconnector/microfoonconnector Voeding Batterij Li-ionbatterij ×1 Afmetingen/gewicht Afmetingen 130,4 mm (W) × 93,5 mm (H) × 63,1 mm (D) (niet gemeten over uitstekende delen) Gewicht Ca. 497 g (met batterij en kaart) Gebruiksomgeving Temperatuur –10 °C - 40 °C (tijdens bedrijf)/–20 °C - 60 °C (tijdens opslag) HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. NL 157  FL-LM2 Gidsnummer 7 (ISO100), 10 (ISO200) Flitshoek Dekt de beeldhoek van een 14 mm lens (28 mm in 35 mm een kleinbeeldcamera) Afmetingen Ca. 44,3 mm (W) × 33,5 mm (H) × 52,5 mm (D) Gewicht Ca. 31 g Spatweerstand Type Equivalent met IEC Standard-uitgave 529 IPX1 (in OLYMPUStestvoorwaarden)  Lithium-ionbatterij MODELNR. BLN-1 Soort camera Herlaadbare lithium-ionbatterij Nominale spanning DC 7,6 V Nominale capaciteit 1220 mAh Aantal keren laden en ontladen Ca. 500 keer (afhankelijk van de gebruiksomstandigheden) Omgevingstemperatuur 0 °C - 40 °C (tijdens laden) Afmetingen Ca. 36,0 mm (W) × 15,4 mm (H) × 50,2 mm (D) Gewicht Ca. 52 g  Lithium-ionoplader MODELNR. BCN-1 Nominaal ingangsvermogen AC 100 V - 240 V (50/60 Hz) Nominaal uitgangsvermogen DC 8,7 V, 600 mA Laadtijd Ca. 4 uur (kamertemperatuur) Omgevingstemperatuur 0 °C - 40 °C (tijdens bedrijf)/ –20 °C - 60 °C (tijdens opslag) Afmetingen Ca. 67 mm (W) × 26 mm (H) × 95,5 mm (D) Gewicht (zonder AC-kabel) Ca. 77 g • De AC-kabel die bij dit apparaat is geleverd, mag alleen met dit apparaat worden gebruikt en niet met andere apparaten. Gebruik geen kabels van andere apparaten met dit apparaat. 13 Informatie 158 NL WIJZIGINGEN IN TECHNISCHE GEGEVENS ZIJN VOORBEHOUDEN ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING OF VERPLICHTING VAN DE ZIJDE VAN DE FABRIKANT. 14 VEILIGHEIDSMAATREGELEN VEILIGHEIDSMAATREGELEN LET OP GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK NIET OPENEN LET OP: OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN, MAG DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET VERWIJDERD WORDEN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN. LAAT DAT OVER AAN ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS. Een driehoek met daarin een uitroepteken vestigt uw aandacht op belangrijke aanwijzingen in de bij deze camera geleverde documentatie ten aanzien van de bediening en het onderhoud ervan. GEVAAR Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte informatie, dan kan dat ernstige letsels of de dood tot gevolg hebben. WAARSCHUWING Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte informatie, dan kan dat letsels of de dood tot gevolg hebben. LET OP Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte informatie, dan kan dat lichte persoonlijke letsels, schade aan apparatuur, of het verlies van waardevolle gegevens tot gevolg hebben. WAARSCHUWING! STEL DE CAMERA, OM GEVAAR VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN, NOOIT BLOOT AAN WATER, GEBRUIK DE CAMERA OOK NIET IN OMGEVINGEN MET ZEER HOGE VOCHTIGHEID EN DEMONTEER HEM NIET. Algemene voorzorgsmaatregelen voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van weerbestendig uitgevoerde producten raadpleegt u de desbetreffende paragrafen over de weerbestendigheid. Plaats van opstelling — Bevestig het product op een statief, standaard of beugel om beschadigingen te voorkomen. Elektrische voedingsbron – Sluit de camera uitsluitend aan op de in de technische gegevens beschreven elektrische voedingsbron. Vreemde voorwerpen — Steek om persoonlijk letsel te voorkomen, nooit een metalen voorwerp in de camera. Hitte — Gebruik of berg de camera nooit op in de buurt van een warmtebron zoals een radiator, verwarmingsrooster, kachel of enig ander apparaat of toestel dat warmte ontwikkelt, met inbegrip van stereo-versterkers. 14 VEILIGHEIDSMAATREGELEN Lees alle gebruiksaanwijzingen — Lees, voordat u het apparaat gaat gebruiken, alle gebruiksaanwijzingen. Bewaar alle gebruiksaanwijzingen en documentatie om deze later nog eens te kunnen raadplegen. Reinigen — Trek voordat u het apparaat gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het stopcontact. Gebruik uitsluitend een vochtige doek om het apparaat te reinigen. Gebruik nooit vloeibare of aërosole reinigingsmiddelen, of welk soort organische oplosmiddel dan ook, om het apparaat te reinigen. Accessoires — Gebruik voor uw veiligheid en om beschadigingen aan dit product te voorkomen, uitsluitend de door Olympus aanbevolen accessoires. Water en vocht – Voor de NL 159 Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met het product WAARSCHUWING • Gebruik de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen. • Gebruik de flitser en LED nooit bij personen (zuigelingen, kleine kinderen enz.) die zich dichtbij bevinden. U moet zich minimaal op 1 m afstand van de gezichten van de personen die u fotografeert bevinden. Het te dicht bij de ogen van de te fotograferen personen flitsen kan tijdelijk gezichtsverlies veroorzaken. • Houd de camera uit de buurt van kleine kinderen, zuigelingen en huisdieren. Gebruik en berg de camera altijd op buiten het bereik van kleine kinderen en zuigelingen omdat anders de volgende gevaarlijke situaties kunnen ontstaan die ernstig letsel kunnen veroorzaken: • Verward raken in de riem van de camera, wat verstikking tot gevolg kan hebben. • Per ongeluk inslikken van de batterijen, kaarten of andere kleine onderdelen. • Per ongeluk ontsteken van de flitser terwijl ze in de flitser kijken of vlak voor de ogen van andere kinderen. • Per ongeluk een letsel oplopen door bewegende delen van de camera. • Kijk met de camera niet recht in de zon of in het licht van sterke lichtbronnen. • Gebruik en berg de camera niet op in stoffige of vochtige ruimten. • Dek de flitser, op het moment dat die ontsteekt, niet af met uw hand. LET OP 14 VEILIGHEIDSMAATREGELEN 160 NL • Bespeurt u in de buurt van de camera ongewone geuren, vreemde geluiden of rook, gebruik de camera dan onmiddellijk niet meer. Haal de batterijen nooit met blote handen uit de camera omdat u zich dan kunt branden. • Gebruik de camera niet met natte handen. • Laat de camera nooit achter op plaatsen waar deze aan extreem hoge temperaturen kan worden blootgesteld. Doet u dat toch, dan kan daardoor de kwaliteit van bepaalde onderdelen achteruit gaan en in sommige gevallen zelfs brand worden veroorzaakt. Gebruik de oplader niet als dit is bedekt (bijvoorbeeld een deken). Hierdoor kan oververhitting en uiteindelijk zelfs brand ontstaan. • • Behandel de camera met zorg om te voorkomen dat u verbrandingen oploopt. Omdat de camera metalen onderdelen bevat, kan oververhitting ontstaan en kunt u zich branden. Let daarom op het volgende: • Gebruikt u de camera lang achtereen, dan kan deze heet worden. Hanteert u de camera in deze toestand, dan kan dat een verbranding veroorzaken. • Op plaatsen waar extreem lage temperaturen kunnen optreden, kan de temperatuur van het camerahuis lager worden dan de omgevingstemperatuur. Draag waar mogelijk handschoenen als u de camera bij lage temperaturen hanteert. • Wees voorzichtig met de camerariem. Let op de camerariem terwijl u de camera met u meedraagt. De riem kan achter een vreemd voorwerp blijven haken en zo ernstige schade veroorzaken. Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, ontbranden, exploderen of elektrische schokken of verbrandingen veroorzaken. GEVAAR • De camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven lithium-ionbatterij. Laad de batterij op met het voorgeschreven oplader. Gebruik geen andere laders. • Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi ze ook niet in het vuur. • Tref voorzorgsmaatregelen bij het vervoeren of opbergen van batterijen om te voorkomen dat ze in aanraking komen met metalen objecten, zoals sieraden, pennen, paperclips, enzovoort. • Bewaar batterijen nooit op een plaats waar ze zullen blootstaan aan felle zon of aan hoge temperaturen, zoals in een warme wagen, nabij een warmtebron enz. • Volg altijd alle aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van batterijen zorgvuldig op, om te voorkomen dat de batterijen gaan lekken of de contacten ervan beschadigd raken. Probeer nooit batterijen uit elkaar te halen of op een of andere manier aan te passen, bijvoorbeeld door er aan te solderen, enzovoort. • Is batterijvloeistof in uw ogen terecht gekomen, spoel uw ogen dan onmiddellijk overvloedig met schoon, stromend water en raadpleeg onmiddellijk een arts. • Berg batterijen altijd op buiten het bereik van kleine kinderen. Heeft een kind per ongeluk een batterij doorgeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts. • Als u vaststelt dat de oplader rook, warmte, een ongewoon geluid of een ongewone geur afgeeft, dient u het gebruik onmiddellijk te stoppen en de stekker uit het stopcontact te halen, waarna u contact opneemt met een geautoriseerde distributeur of servicedienst. WAARSCHUWING • Houd batterijen altijd droog. • Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, brand veroorzaken of exploderen, uitsluitend het voor dit product aanbevolen type batterijen. • Plaats de batterijen voorzichtig, zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing, in de camera. • Indien de oplaadbare batterijen niet binnen de vastgestelde tijd opgeladen zijn, laad de batterijen dan niet verder op en gebruik ze niet meer. • Gebruik geen batterij die gebarsten of gebroken is. • Is een batterij gaan lekken, verkleurd of vervormd, of gedraagt de batterij zich op een of andere manier afwijkend, gebruik de camera dan niet meer. • Als er batterijvloeistof op uw kleding terecht is gekomen, trek het kledingstuk dan uit en spoel het onmiddellijk met schoon, stromend, koud water. Raadpleeg onmiddellijk een arts wanneer de vloeistof met uw huid in aanraking is gekomen. • Stel batterijen nooit bloot aan zware schokken of ononderbroken trillingen. LET OP • • • Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de draadloze LAN-functie WAARSCHUWING • Schakel de camera uit in ziekenhuizen en op andere locaties waar medische apparatuur aanwezig is. De radiogolven van de camera kunnen medische apparatuur negatief beïnvloeden, waardoor deze apparatuur mogelijk niet goed meer werkt en ongelukken kunnen worden veroorzaakt. • Schakel de camera uit wanneer u zich in een vliegtuig bevindt. Het gebruik van draadloze apparaten in vliegtuigen kan de veilige werking van het vliegtuig belemmeren. Let op de werkomgeving • Om de uiterst precieze technologie in dit product te beschermen, mag u de camera nooit achterlaten op de volgende plaatsen, ongeacht of u de camera op die plaatsen gebruikt of bewaart: • Plaatsen waar de temperatuur en/of vochtigheid hoog zijn of onderworpen zijn aan extreme schommelingen. In direct zonlicht, op het strand, in een afgesloten wagen of nabij andere warmtebronnen (kachel, radiator, enz.) of een luchtbevochtiger. • In omgevingen met veel zand of stof. • In de buurt van brandbare of explosieve voorwerpen. • Op natte plaatsen, zoals een badkamer of in de regen. Wanneer producten met weerbestendig ontwerp worden gebruikt, dient u ook de bijbehorende handleidingen te raadplegen. • Op plaatsen die blootstaan aan sterke trillingen. 14 VEILIGHEIDSMAATREGELEN • Controleer de batterij voor het opladen altijd op lekkage, verkleuringen, vervormingen of andere afwijkingen. • Tijdens langdurig gebruik kunnen de batterijen heet worden. Verwijder de batterij nooit onmiddellijk na gebruik van de camera om kleine brandwonden te voorkomen. • Denkt u de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken, haal de batterij er dan uit. • Deze camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven lithium-ionbatterij. Gebruik geen ander type batterij. Lees de handleiding voor de batterij zorgvuldig door voor een veilig en juist gebruik. • Er kan een storing in het contact optreden als de polen van de batterij nat of vettig zijn. Droog de batterij voor gebruik goed met een droge doek. • Laad de batterij altijd op als deze voor het eerst wordt gebruikt of als deze langere tijd niet gebruikt is. • Probeer de camera en de reservebatterij zo warm mogelijk te houden, indien de camera wordt gebruikt met batterijvoeding bij een lage temperatuur. Het is mogelijk • dat een batterij die is leeggeraakt bij lage temperaturen, weer herstelt als deze de kamertemperatuur aanneemt. Het aantal foto's dat u kunt maken, is afhankelijk van de lichtomstandigheden of van de batterij. Schaf voldoende reservebatterijen aan, voordat u een lange reis maakt, met name als u naar het buitenland gaat. Het is mogelijk dat het aanbevolen type batterij in het buitenland niet verkrijgbaar is. Wanneer de camera gedurende lange tijd niet zal worden gebruikt, dient u deze op een koele plaats op te bergen. Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled worden om de natuurlijke hulpbronnen te ontzien. Zorg er bij de afvoer van lege batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en neem altijd de plaatselijke voorschriften en regelgeving in acht. NL 161 • Laat de camera nooit vallen en stel hem nooit bloot aan zware schokken of trillingen. • Als de camera op een statief bevestigd is, stelt u de positie van de camera met de statiefkop in. Verdraai de camera niet. • Richt de camera niet te lang op de zon. Daardoor kan de lens of het sluitergordijn beschadigd raken, kunnen kleurvervalsing of nevenbeelden op het beeldopneemelement optreden en kan zelfs brand ontstaan. • Laat de elektrische contacten van de camera en verwisselbare lenzen ongemoeid. Denk eraan het kapje erop te doen als u de lens verwijdert. • Haal de batterijen uit de camera als u denkt de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken. Kies een koele, droge opbergplaats om condensatie of schimmelvorming in de camera te voorkomen. Is de camera langere tijd opgeborgen geweest, dan schakelt u deze in en controleert u de juiste werking door de ontspanknop in te drukken. • De camera kan een storing vertonen als deze wordt gebruikt op een plaats die blootstaat aan een magnetisch/elektromagnetisch veld, radiogolven of hoogspanning, bijvoorbeeld nabij een televisietoestel, magnetron, videogame, luidsprekers, grote monitor, tv/ radiomast of zendmasten. In dergelijke gevallen schakelt u de camera uit en weer aan voor u hem gebruikt. • Houd u altijd aan de beperkingen die gesteld zijn aan de omgevingscondities zoals die zijn beschreven in de handleiding van de camera. • Raak het beeldopneemelement van de camera niet aan en wrijf er niet over. Monitor 14 VEILIGHEIDSMAATREGELEN 162 NL Het display aan de achterzijde van de camera is een LCD-monitor. • In het onwaarschijnlijke geval dat de monitor breekt, mag u de vloeibare kristallen niet in uw mond steken. Materiaal dat zich vasthecht op uw handen, voeten of kleding moet onmiddellijk worden afgespoeld. • Langs de onder- en bovenrand van het monitorbeeld kan een heldere band verschijnen, maar dat wijst niet op een defect. • Kijkt u met de camera schuin naar een object, dan kunnen de contouren van het beeld er op de monitor gerafeld uitzien, maar dat wijst niet op een defect. Met de camera in de stand Weergeven is dit verschijnsel minder opvallend. • Op plaatsen waar lage temperaturen kunnen optreden kan het enkele momenten duren voordat de monitor oplicht of kunnen tijdelijke kleurverschuivingen optreden. Gebruikt u de camera op extreem koude plaatsen, dan is het goed om de camera tussen de opnamen op een warme plaats op te bergen. Een monitor die slecht presteert als gevolg van lage temperaturen herstelt zich weer zodra de temperatuur weer normale waarden aanneemt. • De monitor is gemaakt met hoge-precisietechnologie. Er kunnen echter zwarte of lichte punten op de monitor verschijnen. Als gevolg van de karakteristieke eigenschappen van de monitor of van de hoek waaronder u het beeld op de monitor bekijkt, zijn deze punten niet gelijk in kleur en helderheid. Dit is echter normaal en betekent geen storing. Lens • Niet onderdompelen in water of nat laten worden. • Niet laten vallen of geweld op de lens uitoefenen. • Houd het beweegbare deel van de lens niet vast. • Raak het lensoppervlak niet direct aan. • Raak de contactpunten niet direct aan. • Niet blootstellen aan abrupte temperatuurwijzigingen. Wettelijke en andere bepalingen • Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat, of van aanspraken van derden, die voortvloeien uit ondeskundig gebruik van dit apparaat. • Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit het verloren gaan van beeldgegevens. Beperkte aansprakelijkheid • Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend aanvaard, ten aanzien van of met betrekking tot de inhoud van dit geschreven materiaal of van de software en kan in geen enkel opzicht aansprakelijk worden gesteld voor enige stilzwijgende waarborg met betrekking tot de verkoopbaarheid of de geschiktheid voor enige specifiek doel of voor enige directe, indirecte, zwaarwegende, bijkomstige of andere schade (met inbegrip van en niet beperkt tot schade door derving van inkomsten of verlies van zakelijke winsten, onderbreking van zakelijke activiteiten en verlies van zakelijke informatie) die voortvloeien uit het gebruik van of niet kunnen gebruiken van het geschreven materiaal of van de software of van de apparatuur. Sommige landen accepteren een dergelijke uitsluiting of beperking op de aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade of van de stilzwijgende waarborg niet, zodat de hierboven opgesomde beperkingen mogelijk op uw situatie niet van toepassing zijn. • Olympus behoudt zich alle rechten van deze handleiding voor. Waarschuwing Fotograferen of gebruik van materiaal waarop het auteursrecht van toepassing is kan schending van het auteursrecht betekenen. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor ongeautoriseerd fotograferen, voor het gebruik van de apparatuur of voor handelingen die in strijd zijn met de rechten van belanghebbenden. Betreffende het copyright Alle rechten voorbehouden. Niets van dit geschreven materiaal of van deze software mag zonder vooraf verkregen schriftelijke toestemming van Olympus op geen enkele wijze of langs welke elektronische of mechanische weg dan ook, met inbegrip van fotokopiëren, het langs elektronische weg vastleggen en het gebruik van informatieopslag en informatiezoeksystemen, worden gebruikt of gereproduceerd. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de in deze handleiding of in de software besloten informatie, of voor schade die kan voortvloeien uit het gebruik van de in deze handleiding of in de software besloten informatie. Olympus behoudt zich het recht voor de uitvoering en de inhoud van deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving of enige verplichting. FCC-voorschriften FCC-voorschriften Wijzigingen of aanpassingen waarvoor de partij verantwoordelijk voor naleving niet uitdrukkelijk toestemming heeft verleend, kunnen het recht van de gebruiker om dit apparaat te bedienen ongeldig maken. Deze zender mag niet worden geplaatst in de buurt van of bediend in combinatie met een andere antenne of zender. Dit apparaat voldoet aan de limieten voor blootstelling aan straling van FCC/IC voor een omgeving die niet onder controle is en voldoet aan de richtlijnen van FCC inzake blootstelling aan radiofrequentie (RF) in Bijlage C tot OET65 en RSS-102 van de regels van IC inzake blootstelling aan radiofrequentie (RF). Dit apparaat bevat zeer lage niveaus van RF-energie die zullen voldoen zonder de SAR (specific absorption ratio) te testen. Gebruik uitsluitend een toepassingsgerichte oplaadbare batterij en batterijlader We adviseren u om uitsluitend de originele toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en batterijlader van Olympus bij deze camera te gebruiken. Het gebruik van niet-originele oplaadbare batterijen en/of batterijlader kan brand of persoonlijk letsel veroorzaken als gevolg van lekken, verhitting, ontbranding of beschadiging van de batterij. Olympus stelt zich niet aansprakelijk voor ongelukken of beschadigingen die voortkomen uit het gebruik van batterijen en/of batterijlader die geen origineel Olympusaccessoire zijn. 14 VEILIGHEIDSMAATREGELEN Dit apparaat werd getest en voldoet aan de eisen voor digitale apparatuur van klasse B conform Deel 15 van de FCC-richtlijnen. Deze beperkingen zijn opgesteld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij een residentiële installatie. Dit apparaat produceert, gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit. Indien het apparaat niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, kan dit storende effecten veroorzaken voor radiocommunicatie. Er wordt echter geen enkele garantie gegeven dat er bij een bepaalde installatie geen storingen optreden. Als dit apparaat radio- en televisieontvangst hinderlijk stoort, wat kan worden bepaald door het apparaat uit en weer in te schakelen, wordt de gebruiker geadviseerd te trachten de storing op te heffen door een of meer van de volgende maatregelen te treffen: • Richt de ontvangstantenne anders of verplaats deze. • Vergroot de afstand tussen het apparaat en ontvanger. • Sluit het apparaat aan op een stopcontact van een andere groep dan die waarop de ontvanger is aangesloten. • Raadpleeg voor hulp de dealer of een ervaren radio / televisie-technicus. • Voor het aansluiten van de camera op een computer mag uitsluitend de door OLYMPUS bij de camera geleverde USB-kabel worden gebruikt. NL 163 Voor klanten in Noord- en Zuid-Amerika Voor klanten in de VS Conformiteitsverklaring Modelnummer : E-M1 Handelsnaam : OLYMPUS Verantwoordelijke partij : Adres : 3500 Corporate Parkway, P. O. Box 610, Center Valley, PA 18034-0610, VS Telefoonnummer : 484-896-5000 Getest op naleving van FCC-normen VOOR THUIS- OF KANTOORGEBRUIK Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-richtlijnen en de door Industry Canada vrijgestelde RSS-norm(en). Bediening is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen hinderlijke storingen veroorzaken. (2) Dit apparaat moet elke ontvangen storing accepteren, inclusief storing die onbedoelde bediening kan veroorzaken. Voor klanten in Canada Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan Canadian ICES-003. CAN ICES-3(B) 14 VEILIGHEIDSMAATREGELEN 164 NL OLYMPUS WERELDWIJDE BEPERKTE GARANTIE - BEELDAPPARATUUR Olympus garandeert dat de bijgeleverde Olympus®-beeldapparatuur en Olympus®accessoires (individueel een “product“ genoemd en samen de “producten“) vrij zijn van defecten bij normaal gebruik voor een periode van een (1) jaar vanaf de datum van aankoop. Als een product defect zou raken binnen de garantieperiode van een jaar, dient de klant het defecte product in te leveren bij een servicedienst van Olympus in overeenstemming met de hieronder beschreven procedure (zie “WAT U MOET DOEN WANNEER SERVICE BENODIGD IS“). Olympus zal naar eigen goeddunken het defecte product herstellen, vervangen of aanpassen, gesteld dat het onderzoek gevoerd door Olympus uitwijst dat (a) het defect zich heeft voorgedaan bij een normaal en correct gebruik en (b) het product nog wordt gedekt door de beperkte garantie. Herstelling, vervanging of aanpassing van defecte producten is de enige verplichting van Olympus en de enige oplossing voor de klant binnen deze garantie. De klant is aansprakelijk en betaalt voor de verzending van de producten naar de servicedienst van Olympus. Olympus kan niet verplicht worden om preventief onderhoud, noch installatie, verwijdering of gewoon onderhoud uit te voeren. Olympus behoudt zich het recht voor om (i) herstelde en/of geschikte gebruikte onderdelen (die voldoen aan de kwaliteitseisen van Olympus) te gebruiken voor reparaties binnen de garantie of enige andere reparaties en (ii) eventuele interne of externe veranderingen door te voeren aan het ontwerp en/of de functies van de producten zonder hiervoor aansprakelijk te kunnen worden gesteld. ZAKEN DIE NIET DOOR DEZE BEPERKTE GARANTIE WORDEN GEDEKT Volgende zaken worden niet door deze beperkte garantie of op enige andere manier door Olympus gedekt, expliciet, impliciet of statutair: (a) producten en accessoires die niet door Olympus werden geproduceerd en/of niet de “OLYMPUS“-merknaam dragen (de garantiedekking voor apparaten en accessoires van andere fabrikanten, die door Olympus kunnen worden verdeeld, valt onder de verantwoordelijkheid van de fabrikanten van deze producten en accessoires in overeenstemming met de voorwaarden en duur van de garanties van deze fabrikanten); (b) producten die uit elkaar werden gehaald, werden hersteld, werden gewijzigd of aangepast door andere personen dan geautoriseerd servicepersoneel van Olympus, tenzij deze herstellingen door anderen werden uitgevoerd na schriftelijke toestemming van Olympus; (c) defecten of schade aan de producten ten gevolge van slijtage, verkeerd gebruik, misbruik, nalatigheid, zand, vloeistoffen, schokken, verkeerde bewaring, niet uitvoeren van gepland onderhoud, batterijlekken, gebruik van accessoires of verbruiksgoederen van andere producenten dan “OLYMPUS“, of gebruik van de producten in combinatie met apparaten die niet compatibel zijn; (d) softwareprogramma's; (e) verbruiksgoederen (met inbegrip van maar niet beperkt tot lampen, inkt, papier, films, afdrukken, negatieven, kabels en batterijen); en/of (f) Producten die geen geldig geplaatst en geregistreerd Olympus-serienummer hebben, tenzij het om een model gaat waarop Olympus geen serienummers plaatst en registreert. Garanties en waarborgen die door om het even welke persoon werden gegeven, met inbegrip van maar niet beperkt tot dealers, vertegenwoordigers, verkopers of agenten van Olympus, die niet overeenstemmen of in tegenstrijd zijn met de bepalingen van deze beperkte garantie, zijn niet bindend voor Olympus tenzij deze schriftelijk werden opgesteld en goedgekeurd door een gemachtigde vertegenwoordiger van Olympus. Deze beperkte garantie is de volledige en exclusieve garantieverklaring waartoe Olympus zich verbindt met betrekking tot de producten en zal alle voorafgaande en gelijktijdige mondelinge of schriftelijke overeenkomsten, akkoorden, voorstellen en communicaties inzake dit onderwerp vervangen. Deze beperkte garantie geldt uitsluitend voor de oorspronkelijke klant en kan niet worden overgedragen of doorverwezen. WAT U MOET DOEN WANNEER SERVICE BENODIGD IS De gebruiker moet eventuele beeld- of andere opgeslagen gegevens op het product overdragen naar een ander beeld- of gegevensopslagmedium en/of eventuele films verwijderen uit het product vooraleer dit naar Olympus te verzenden voor service. OLYMPUS IS IN GEEN GEVAL VERANTWOORDELIJK VOOR HET OPSLAAN, BEWAREN OF ONDERHOUDEN VAN EVENTUELE BEELD- OF ANDERE GEGEVENS OPGESLAGEN OP EEN PRODUCT DAT WERD ONTVANGEN VOOR SERVICE OF OP EEN FILM DIE IS ACHTERGEBLEVEN IN EEN PRODUCT DAT WERD ONTVANGEN VOOR SERVICE, NOCH KAN OLYMPUS AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIGE SCHADE IN HET GEVAL VAN BEELD- OF GEGEVENSVERLIES TIJDENS DE SERVICE (INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DIRECTE, INDIRECTE, TOEVALLIGE, GEVOLG- OF SPECIALE SCHADE, WINSTDERVING OF VERLIES VAN GEBRUIK), LOSSTAAND VAN HET FEIT OF OLYMPUS AL DAN NIET OP DE HOOGTE IS OF ZOU MOETEN ZIJN VAN DE MOGELIJKHEID TOT DERGELIJK VERLIES OF DERGELIJKE SCHADE. Verpak het product zorgvuldig en gebruik hiervoor voldoende opvulling om schade tijdens de verzending te vermijden, en bezorg het product aan de geautoriseerde Olympus-dealer die u het product heeft verkocht of verzend het product gefrankeerd en verzekerd naar een van de servicediensten van Olympus. Wanneer u producten terugzendt voor service, moet het pakket de volgende zaken bevatten: 14 VEILIGHEIDSMAATREGELEN MET UITZONDERING VAN DE HIERBOVEN VERMELDE BEPERKTE GARANTIE GEEFT OLYMPUS GEEN ENKELE ANDERE GARANTIE OF WAARBORG MET BETREKKING TOT DE PRODUCTEN, ZOWEL DIRECT ALS INDIRECT, EXPLICIET OF IMPLICIET, OF TEN GEVOLGE VAN EEN OF ANDERE WET, VOORSCHRIFT, COMMERCIEEL GEBRUIK OF ANDERSZINS, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT ELKE GARANTIE INZAKE GESCHIKTHEID, DUURZAAMHEID, ONTWERP, WERKING OF TOESTAND VAN DE PRODUCTEN (OF DELEN ERVAN) OF DE VERKOOPBAARHEID VAN DE PRODUCTEN OF HUN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, OF MET BETREKKING TOT DE INBREUK OP EEN PATENT, AUTEURSRECHT OF ANDER EIGENDOMSRECHT DAT HIERIN WORDT GEBRUIKT OF IS INBEGREPEN. ALS BEPAALDE IMPLICIETE GARANTIES GELDEN TEN GEVOLGE VAN EEN BEPAALDE WETGEVING, WORDEN DEZE QUA DUUR BEPERKT TOT DE DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE. HET IS MOGELIJK DAT SOMMIGE STATEN EEN VERWERPING VAN AANSPRAKELIJKHEID OF EEN BEPERKING VAN DE GARANTIES EN/OF EEN BEPERKING INZAKE AANSPRAKELIJKHEID NIET ERKENNEN. IN VOORKOMEND GEVAL ZIJN DE BOVENSTAANDE VERWERPINGEN VAN AANSPRAKELIJKHEID EN UITSLUITINGEN MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING. HET IS BOVENDIEN MOGELIJK DAT DE GEBRUIKER BEROEP KAN DOEN OP ANDERE EN/OF BIJKOMENDE RECHTEN EN MIDDELEN DIE VARIËREN VAN STAAT TOT STAAT. DE KLANT ERKENT EN GAAT ERMEE AKKOORD DAT OLYMPUS NIET AANSPRAKELIJK KAN WORDEN GESTELD VOOR EVENTUELE SCHADE DIE DE GEBRUIKER OPLOOPT TEN GEVOLGE VAN EEN VERTRAAGDE LEVERING, FALEN VAN HET PRODUCT, HET ONTWERP, DE SELECTIE OF DE PRODUCTIE VAN HET PRODUCT, BEELD- OF GEGEVENSVERLIES OF BESCHADIGING, OF TEN GEVOLGE VAN ENIGE ANDERE OORZAAK, OM HET EVEN OF ER AANSPRAKELIJKHEID WORDT AANGEHAALD TEN GEVOLGE VAN CONTRACTBREUK, ONGELDIGHEID (MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID EN STRIKTE PRODUCTAANSPRAKELIJKHEID) OF ANDERS. OLYMPUS KAN IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIGE INDIRECTE, TOEVALLIGE, GEVOLGOF SPECIALE SCHADE (MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT WINSTDERVING OF VERLIES VAN GEBRUIK), LOSSTAAND VAN HET FEIT OF OLYMPUS AL DAN NIET OP DE HOOGTE IS OF ZOU MOETEN ZIJN VAN DE MOGELIJKHEID TOT DERGELIJK VERLIES OF DERGELIJKE SCHADE. NL 165 1 De originele bon met de datum en plaats van aankoop. 2 Een kopie van deze beperkte garantie waarop het serienummer staat vermeld dat overeenstemt met het serienummer op het product (tenzij het om een model gaat waarop Olympus geen serienummers plaatst en registreert). 3 Een gedetailleerde omschrijving van het probleem. 4 Voorbeeldafdrukken, negatieven, digitale afdrukken (of bestanden op een schijf) indien beschikbaar en indien deze verband houden met het probleem. Wanneer de service voltooid is, wordt het product gefrankeerd naar u teruggestuurd. WAARHEEN KUNT U HET PRODUCT VERZENDEN VOOR SERVICE Zie “WERELDWIJDE GARANTIE“ voor de dichtstbijzijnde servicedienst. INTERNATIONALE GARANTIESERVICE Een internationale garantieservice is beschikbaar onder deze garantie. Voor klanten in Europa 14 VEILIGHEIDSMAATREGELEN 166 NL Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de EU (Europese Unie) wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de gebruiker. Apparaten met het keurmerk “CE“ zijn bedoeld voor de Europese markt. Hierbij verklaren Olympus Imaging Corp. en Olympus Europa SE & Co. KG dat deze E-M1 beantwoordt aan de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Meer details vindt u op http://olympus-europa.com/ Dit symbool [een doorgekruiste rolcontainer WEEE Annex IV] geeft aan dat oude elektrische en elektronische apparatuur apart wordt ingezameld in landen die zijn aangesloten bij de EU. Gooi uw oude apparatuur niet bij het huisvuil. Volg de in uw land geldende afvalrichtlijnen wanneer u dit product weggooit. Dit symbool [een doorgekruiste rolcontainer volgens Richtlijn 2006/66/EG bijlage II] geeft aan dat in de EU-landen afgedankte batterijen apart moeten worden ingezameld. Gooi oude batterijen niet bij het huisvuil. Volg de in uw land geldende afvalrichtlijnen wanneer u oude batterijen weggooit. Waarborgbepalingen 1 Indien dit product gebreken vertoont, hoewel het op de juiste wijze gebruikt wordt (in overeenstemming met de meegeleverde documentatie Voorzichtig gebruik en gebruiksaanwijzingen), tijdens de geldende nationale garantieperiode en als het werd aangeschaft bij een geautoriseerde Olympusdealer binnen het zakengebied van Olympus Europa SE & Co. KG zoals bepaald op de website: http://www.olympus.com, wordt dit product gerepareerd of, naar Olympus’ keuze, kosteloos vervangen. Voor aanspraak op deze garantie dient de klant, voor het einde van de geldende nationale garantieperiode, het product binnen te brengen bij de dealer waar het product aangeschaft is of iedere andere servicedienst van Olympus binnen het zakengebied van Olympus Europa SE & Co. KG zoals bepaald op de website: http:// www.olympus.com. Tijdens de wereldwijde garantieperiode van één jaar kan de klant het product terugbrengen naar iedere servicedienst van Olympus. Let erop dat niet in alle landen een dergelijke servicedienst van Olympus gevestigd is. 2 De klant dient het product op eigen risico naar de dealer of de geautoriseerde servicedienst van Olympus te brengen en hij draagt zelf de kosten die ontstaan bij het transport van het product. Garantiebepalingen 1 “OLYMPUS IMAGING CORP.“ verleent een wereldwijde garantie van 1 jaar. Deze wereldwijde garantie moet worden aangeboden bij een geautoriseerde servicedienst van Olympus voor een herstelling onder deze garantievoorwaarden kan worden uitgevoerd. Deze garantie is enkel geldig als het Garantiecertificaat en het aankoopbewijs worden aangeboden aan de servicedienst van Olympus. Merk op dat deze garantie een aanvulling vormt op en geen invloed heeft op de hierboven vermelde wettelijke rechten van de klant. 2 4 veroorzaakt in lenzen, fotorolletjes, andere uitrusting of toebehoren dat bij het product hoort of ieder soort verlies dat het resultaat is van een vertraagde reparatie of gegevensverlies, is uitgesloten. Deze bepalingen hebben geen invloed op de wettelijke dwingende regelgeving. Opmerkingen met betrekking tot het onderhoud onder garantie 1 2 Deze garantie geldt uitsluitend, indien de garantieverklaring naar behoren is ingevuld door Olympus of een geautoriseerde dealer of indien andere documenten voldoende bewijskrachtig zijn. Controleer daarom of uw naam, de naam van de dealer, het serienummer en het jaar, de maand en datum van aankoop volledig zijn ingevuld, of dat de originele factuur of de bon (met vermelding van de naam van de dealer, de datum van aankoop en het producttype) aan deze garantieverklaring is toegevoegd. Olympus behoudt zich het recht voor om kostenloze dienstverlening te weigeren, indien noch de garantieverklaring volledig is ingevuld, noch het bovengenoemde document toegevoegd is of indien de informatie die daar in staat onvolledig of niet leesbaar is. Aangezien deze garantieverklaring niet nogmaals verstrekt wordt, dient deze op een veilige plek bewaard te worden. • Raadpleeg de lijst op de website: http://www.olympus.com voor het geautoriseerde, internationale servicenetwerk van Olympus. Voor klanten in Thailand Deze telecommunicatieapparatuur voldoet aan de technische norm NTC TS 1012-2551. Deze telecommunicatieapparatuur voldoet aan de technische NTC-vereiste. Voor klanten in Mexico De bediening van dit apparaat is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat of toestel veroorzaakt mogelijk schadelijke interferentie en (2) dit apparaat of toestel moet alle interferenties aanvaarden, ook interferenties die een ongewenste werking kunnen veroorzaken. Voor klanten in Singapore Voldoet aan IDA Standards DB104634 14 VEILIGHEIDSMAATREGELEN 3 Deze garantie geldt niet in onderstaande gevallen. De klant is zelf verantwoordelijk voor de reparatiekosten, zelfs indien deze gebreken optreden tijdens de hierboven vermelde garantieperiode. a) Elk gebrek dat optreedt wegens onoordeelkundig gebruik (zoals handelingen die niet worden genoemd in Voorzichtig gebruik of andere delen van de gebruiksaanwijzing, etc.) b) Elk gebrek dat optreedt wegens een reparatie, wijziging, reiniging, etc. die niet is uitgevoerd door Olympus of een geautoriseerde servicedienst van Olympus. c) Gebreken of beschadigingen die ontstaan bij het transporteren, door vallen, stoten, etc. na aankoop van het product. d) Gebreken of beschadigingen die ontstaan door een brand, aardbeving, overstroming, blikseminslag, andere natuurrampen, milieuvervuiling en onregelmatige spanningsbronnen. e) Elk gebrek dat optreedt wegens onzorgvuldige of ongeschikte opslag (zoals opbergen op een plaats die is blootgesteld aan hoge temperaturen en relatieve vochtigheid, nabij insectenwerende middelen zoals naftaleen of schadelijke stoffen, etc.), ondeskundig onderhoud, etc. f) Elk gebrek dat optreedt wegens lege batterijen, etc. g) Elk gebrek dat ontstaat doordat zand, modder, etc. in de behuizing van het product is gekomen. h) Indien de garantieverklaring niet wordt meegeleverd met het product. i) Indien de garantieverklaring op een of andere wijze gewijzigd wordt met betrekking tot het jaar, de maand en de datum van aankoop, de naam van de klant, de naam van de dealer, en het serienummer. j) Indien geen bewijs van aankoop bij deze garantieverklaring gevoegd wordt. Deze garantie is uitsluitend op het product van toepassing; de garantie is niet van toepassing op ieder ander toebehoren, zoals de behuizing, de camerariem, het lenskapje en de batterijen. Olympus’ enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het repareren of vervangen van het product. Iedere verplichting onder de garantie voor verlies of beschadiging, indirect of voortvloeiend, op enigerlei wijze opgelopen door de klant vanwege een gebrek in het product, en met name alle soorten verlies of schade NL 167 Handelsmerken • Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. • Macintosh is een handelsmerk van Apple Inc. • Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. • Eye-Fi is een handelsmerk van Eye-Fi, Inc. • De functie “Shadow Adjustment Technology“ bevat gepatenteerde technologieën van Apical Limited. • Micro Four Thirds, Four Thirds en het Micro Four Thirds-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van OLYMPUS IMAGING Corporation in Japan, de Verenigde Staten, de lidstaten van de Europese Unie en andere landen. • Met “PENPAL“ wordt OLYMPUS PENPAL bedoeld. • Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance. • Het Wi-Fi CERTIFIEDlogo is een certificeringskeurmerk van de Wi-Fi Alliance. • De in deze handleiding genoemde normen voor camera bestandssystemen zijn de door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde “Design Rule for Camera File System / DCF“-normen. • Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken en/of handelsmerken van de betreffende rechthebbenden. 14 VEILIGHEIDSMAATREGELEN 168 NL THIS PRODUCT IS LICENSED UNDER THE AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE FOR THE PERSONAL AND NONCOMMERCIAL USE OF A CONSUMER TO (i) ENCODE VIDEO IN COMPLIANCE WITH THE AVC STANDARD (“AVC VIDEO“) AND/OR (ii) DECODE AVC VIDEO THAT WAS ENCODED BY A CONSUMER ENGAGED IN A PERSONAL AND NON-COMMERCIAL ACTIVITY AND/OR WAS OBTAINED FROM A VIDEO PROVIDER LICENSED TO PROVIDE AVC VIDEO. NO LICENSE IS GRANTED OR SHALL BE IMPLIED FOR ANY OTHER USE. ADDITIONAL INFORMATION MAY BE OBTAINED FROM MPEG LA, L.L.C. SEE HTTP://WWW. MPEGLA.COM De software in deze camera kan software van derden bevatten. Software van derden is onderhevig aan de algemene voorwaarden, opgelegd door de eigenaars of licentienemers van de betreffende software, waaronder deze software aan u wordt verstrekt. Deze voorwaarden en andere softwarebepalingen van derden, indien van toepassing, vindt u terug in het PDF-bestand met de softwareverklaring die opgeslagen is op de meegeleverde cd-rom of op http://www.olympus.co.jp/en/support/imsg/ digicamera/download/notice/notice.cfm Markering Symbolen A # RC Mode .......................................137 W (taalkeuze).................................90 c/# Menu Display .............................90 P Set Home .....................................92 I Face Priority .............................55, 93 j H fps..............................................93 j L fps ..............................................93 j + IS Off ..........................................93 G/Info Settings ..................................95 K Control Settings .............................94 # Slow Limit........................................98 # X-Sync. ...........................................98 w+F .................................................98 #+WB .................................................98 8 Warning Level ...........................101 I/H (Underwater wide/underwater macro) ...........................................104 G (Indexweergave)............................63 U (Gezoomd weergeven) ...................63 n (Filmstand) .....................................44 n Mode ............................................100  (Wissen van een enkel beeld).........33 v (Fotoselectie) .................................33 0 (Beelden beveiligen) ..............32, 66 P (AF-veld) ......................................54 W Keep Warm Color .........................98 R (Beeld draaien)..............................87 K Set ................................................98 8 (piepgeluid) ....................................96 R (Audio-opname) ...............................66 i (Helderheid van de monitor aanpassen) ......................................90 m (Diashow) ......................................67 t Lever Function..............................93 A (Diafragmavoorkeuzestand)............40 Aanraakscherminstellingen ...............101 Address Book .................................... 116 AEL/AFL ......................................92, 102 AEL Metering .......................................97 AF Illuminat..........................................93 Album Mem. Usage ........................... 117 All > ...............................................98 Anti-Shock z .....................................97 Art Fade ...............................................44 ART (Kunstfilterstand) .........................46 Art LV Mode .........................................96 Aspect..................................................71 B Backlit LCD ..........................................96 Beeldeffect.....................................70, 80 Beeldoverlap........................................89 Beeldratio ............................................71 Beeldstabilisator ..................................68 Beeldverhouding............................75, 92 Bracketing............................................82 BULB ...................................................42 BULB/TIME Focusing ..........................92 BULB/TIME Monitor.............................97 BULB/TIME Timer................................97 Button Function ...................................93 C Card Setup ..........................................78 Color Space .........................................98 Controle Licht&Donker ........................51 Copy All ............................................. 117 Copyrightinstell ..................................100 D Datum/tijdinstelling X .........................17 Dial Function........................................93 Digital Tele-converter ...................86, 104 Displayed Grid .....................................95 NL 169 dpi Settings ..........................................99 DraairichtingDial Direction ...................93 E Edit Filename.......................................99 EVF Adjust ......................................... 117 EV Step ...............................................96 Exposure Shift ...................................101 Eye-Fi ................................................101 F File Name ............................................99 Filmweergave ......................................65 Firmware..............................................90 Flicker reduction ..................................96 Focus Ring ..........................................92 Full-time AF .........................................92 H Half Way Rls With IS ...........................93 HDMI ...................................................94 HDR .....................................................61 Histogram Settings ..............................95 I A (iAuto-stand) ..................18, 22, 26 INFO-knop ...............................37, 51, 62 ISO ................................................59, 97 ISO-Auto ..............................................97 ISO-Auto Set .......................................97 ISO Step ..............................................97 J JPEG Edit ............................................88 L Lens I.S. Priority ..................................94 Level Adjust .......................................101 Live BULB............................................97 Live Control .........................................30 Live Guide ...................................28, 104 Live TIME ............................................97 LIVE TIME ...........................................42 Live View Boost ...................................95 LV-superbedieningspaneel ................108 170 NL M M (Handmatig fotograferen) ................42 Meervoudige belichting a .................84 Metering...............................................74 MF .....................................................104 MF Assist .....................................92, 103 Mijn OLYMPUS PENPAL ................... 116 Mode Dial Function..............................93 Mode Guide .........................................95 Movie R .......................................76, 100 Movie Teleconverter ............................45 MTP ...................................................124 Multi Echo ............................................44 Multi-functie .................................23, 105 N Noise Filter ..........................................97 Noise Reduct. ......................................97 O OLYMPUS PENPAL Album ............... 117 OLYMPUS PENPAL Delen ........ 115, 116 One Shot Echo ....................................44 P P (Programmagestuurd fotograferen) ....................................38 Peaking Settings..................................96 Picture Copy Size .............................. 117 Picture Mode Settings .........................95 Pixel Count ..........................................98 Pixel Mapping ....................................148 Print (Afdrukken)................................ 119 Printreservering < ............................ 118 Priority Set ...........................................99 Q Quick Erase .........................................99 R RAW Data Edit ....................................87 RAW+JPEG Erase ..............................99 Recording Volume .............................100 Rec View .............................................90 Regelen van de flitssterkte w ............73 Release Lag-Time ...............................94 Reset Lens ..........................................92 Reset/Myset.........................................79 Reset Protect ............................... 89, 117 Rls Priority C........................................93 Rls Priority S ........................................93 Rotate ..................................................66 S S (Sluitertijdvoorkeuze) .......................41 Selectie wissen ....................................33 Shading Comp. ....................................98 Sleep .............................................16, 96 Storage ..............................................124 Superbedieningspaneel .......................24 T Time Lapse-opties ...............................85 U USB Mode ...........................................96 V Verbinding met smartphone.................89 Video Out.............................................94 W WB .................................................58, 98 Wi-Fi-instellingen .................................91 NL 171 http://www.olympus.com/ OLYMPUS EUROPA SE & CO. KG Vestiging: Consumer Product Division Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland Tel.: +49 40 – 23 77 3-0/Fax: +49 40 – 23 07 61 Afleveradres goederen: Modul H, Willi-Bleicher Str. 36, 52353 Düren, Duitsland Brieven: Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland Europese Technische klantendienst: Bezoek ook onze homepage http://www.olympus-europa.com of bel ons GRATIS NUMMER*: 00800 – 67 10 83 00 voor Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Rusland, Spanje, Zweden, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk. * Sommige (mobiele) telefoonservices / -providers geven geen toegang of hebben een extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig. Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereiken op de hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van de volgende BETALENDE NUMMERS: +49 40 – 237 73 899. © 2013 WC184501
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172

Olympus E-M1 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor