NL
5
56
INSTALLATIE
Boren van gaten in de wand en bevestiging van de draagbeugels
209
X
110 110
Trek de volgende lijnen op de wand:
• een verticale lijn tot aan het plafond of tot aan de bovenlimiet, in het midden van de zone waar u de wa-
semkap wilt installeren;
• een horizontale lijn op: min. 650 mm boven de kookplaat, voor installatie zonder muurplaat; op hoogte
H (hoogte van het zichtbare gedeelte van de muurplaat), voor installatie met muurplaat
.
• Plaats, zoals aangegeven, de beugel 7.2.1 op 1-2 mm van het plafond of van de bovenlimiet, en lijn het
midden ervan (inkepingen) uit op de verticale referentielijn.
• Teken de middelpunten van de gaten in de beugel af.
• Plaats, zoals aangegeven, de beugel 7.2.1 op X mm onder de eerste beugel (X = hoogte bijgeleverde
bovenstuk van de schouw), en lijn het midden ervan (inkepingen) uit op de verticale referentielijn.
• Teken de middelpunten van de gaten in de beugel af.
• Teken, zoals aangegeven, een referentiepunt af op 110 mm van de verticale referentielijn en op 209 mm
boven de horizontale referentielijn.
• Herhaal deze handeling aan de andere kant.
• Boor op de afgetekende punten gaten van ø 8 mm.
• Schuif de pluggen 11 in de gaten.
• Bevestig de beugels met behulp van de bijgeleverde schroeven 12a (4,2 x 44,4).
• Schroef 2 van de bijgeleverde schroeven 12a (4,2 x 44,4) in de gaten voor bevestiging van de wasem-
kap en laat hierbij een ruimte van 5-6 de wand en de kop van de schroef.
MUURPLAAT (OPTIONEEL)
De muurplaat moet gemonteerd worden voordat de wasemkap wordt gemonteerd en dient, als men
de plaat zowel aan de bovenkant als aan de onderkant aan de wand wil bevestigen, op de juiste
hoogte te worden aangebracht voordat de bases worden gemonteerd. Aangezien het hier een gecom-
pliceerde operatie betreft, moeten deze werkzaamheden worden uitgevoerd door de installateur van
de keuken, of door vakbewaam personeel dat alle uiteindelijke afmetingen van de meubels kent.
Voor bevestiging alleen aan de bovenkant, gaat u als volgt te werk:
• Plaats de plaat op de basis en schuif de onderste klep tussen het bovenvlak en de wand, en cen-
treer de plaat op de verticale referentielijn.
• Teken de middelpunten van de twee gaten van de bovenklep af.
• Boor op de afgetekende punten gaten van ø 8 mm.
• Schuif de pluggen 11 in de gaten.
• Bevestig de beugels met behulp van de bijgeleverde schroeven 12a (4,2 x 44,4).
• Bevestig, indien aanwezig, de muurplaat met behulp van de bijgeleverde schroeven 12a (4,2 x 44,4).