Pioneer DEH-8300SD de handleiding

Categorie
Luidsprekersets
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

<QRD3072-A> <7>
Installatie Nederlands
2. Draai aan elke kant twee schroeven
vast.
Dashboard of consoleBevestigingsbeugel
Zelftappende schroef (5 mm × 8 mm)
Het toestel verwijderen
1. Verwijder de sierlijst door deze aan
de boven- en onderkant naar buiten
te trekken. (Als u de sierlijst weer
bevestigt, houdt u de kant met de
groef naar onderen.)
Sierlijst
De sierlijst is gemakkelijker bereikbaar als u
het voorpaneel verwijdert.
2. Steek de meegeleverde
uittreksleutels in de beide kanten van
het toestel totdat ze op hun plaats
klikken.
3. Tr
ek het toestel uit het dashboard.
Het voorpaneel verwijderen en
terug bevestigen
U kunt het voorpaneel verwijderen om het
toestel tegen diefstal te beveiligen.
Druk op de knop om het voorpaneel los te
maken, duw het naar boven en trek het naar
u toe.
Raadpleeg de handleiding voor meer
informatie.
Vastzetten van het voorpaneel
Als u het voorpaneel niet wilt kunnen
verwijderen, kunt u het vastzetten met de
daartoe meegeleverde schroef.
Schroef
Installatie Nederlands
Opmerking
Controleer alle aansluitingen en systemen voor de
uiteindelijke installatie.
Gebruik geen ongeautoriseerde onderdelen.
Gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen kan
leiden tot storingen.
Raadpleeg uw dealer als u voor de installatie
gaten moet boren of andere wijzigingen aan het
voertuig zelf moet aanbrengen.
Installeer dit toestel in geen geval op een locatie
waar:
— het de besturing van het voertuig kan
hinderen.
— het
een passagier zou kunnen verwonden bij
een noodstop.
De halfgeleider laser zal kapot gaan als deze
oververhit raakt. Installeer dit toestel niet in de
buurt van zeer warme plekken, zoals bij een
verwarmingsrooster.
De optimale prestaties worden verkregen wanneer
het toestel geïnstalleerd wordt onder een hoek van
minder dan 60º.
60°
DIN Voor/achter montage
Dit toestel kan op de juiste manier worden
vastgemaakt aan de voorkant (conventionele
DIN montage) of aan de achterkant
(DIN achtermontage, met behulp van de
schroefgaatjes aan de zijkanten van het chassis
van het toestel). Voor details verwijzen we u
naar de volgende installatiemethoden.
Gebruik voor installatie in de handel
verkrijgbare onderdelen.
DIN-voormontage
1. Schuif de montagebehuizing in het
dashboard.
Gebruik voor installatie in een ondiepe
ruimte de meegeleverde montagebehuizing.
Als er voldoende ruimte is, gebruikt u de
montagebehuizing die met het voertuig
geleverd werd.
2. Zet de montagebehuizing vast door
met een schroevendraaier de metalen
lipjes op hun plaats te buigen (90°).
Dashboard
Montagebehuizing
3. Installeer het toestel zoals
aangegeven.
Schroef (M4×8)
Schroef
Metalen strip
Moer
Brandschot of
metalen steun
Controleer of het toestel stevig op zijn plaats
is gemonteerd. Het toestel functioneert
wellicht niet naar behoren als het niet goed is
bevestigd.
DIN-achtermontage
1. Bepaal de juiste positie waar de
gaten in de beugel en in de zijde van
het toestel op een lijn liggen.
<QRD3072-A> <15>
Aansluiten van de toestellen
Nederlands
Aansluiten van de toestellen
Nederlands
Opmerking
Wanneer dit toestel geïnstalleerd is in een
voertuig zonder ACC (accessoire) stand op
het contactslot, moet de rode draad worden
verbonden met een aansluiting die de stand van
de contactsleutel kan herkennen. Anders kan de
accu leeglopen.
A
C
C
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
ACC stand
Geen ACC stand
Gebruik van dit toestel onder andere dan de
volgende omstandigheden kan leiden tot brand of
storingen.
Voertuigen
met een negatief geaarde 12 V
accu.
Luidsprekers
van 50 W (uitgangsvermogen) en
4 Ohm tot 8 Ohm (impedantie).
Om kortsluiting, oververhitting of andere
storingen te voorkomen moet u de onderstaande
instructies opvolgen.
Koppel de negatieve pool van de accu los voor
u begint met de installatie.
Zet alle bedrading vast met kabelklemmen of
isolatieband. Ter bescherming van de
bedrading dient u deze te omwikkelen met
isolatieband waar de bedrading met metalen
onderdelen in aanraking komt.
Houd alle bedrading uit de buurt van
bewegende onderdelen
, zoals de
versnellingspook
en de stoelenrails.
Houd de bedrading uit de buurt van zeer
warme plekken, zoals bij een
verwarmingsrooster.
Leid
de gele draad niet door een gat naar het
motorcompartiment om aan te sluiten op de
accu.
Plak eventuele losse aansluitingen,
draadeinden of
stekkers netjes af met
isolatieband.
Maak
de kabels niet korter.
Tap in geen geval de stroomkabel voor dit
toestel af om andere apparatuur van stroom
te voorzien. Het vermogen van de draad is
beperkt.
Gebruik
een zekering met het voorgeschreven
vermogen.
Sluit
de negatieve luidsprekerdraden in geen
geval direct op aarde aan.
Bundel de negatieve luidsprekerdraden in
geen geval samen.
Via de blauw/witte draad wordt een stuursignaal
geproduceerd wanneer dit toestel is ingeschakeld.
Verbind deze met de systeemafstandsbediening
van een externe eindversterker, of met de
stuuraansluiting voor
het relais van de antenne
van het voertuig (max. 300 mA, 12 V
gelijkstroom). Als
het voertuig een ruitantenne
heeft, dient u deze draad te verbinden met de
stroomaansluiting van de
antennesignaalversterker (booster).
Verbind de blauw/witte draad in geen geval met
de stroomaansluiting van een externe
eindversterker. Verbind deze draad ook in geen
geval met de stroomaansluiting zelf van de
antenne van de auto. Doet u dit toch, dan kan de
accu leeglopen of kunnen zich andere storingen
voordoen.
De
zwarte draad is de aarding. Deze draad en de
aardingen van andere apparatuur (in het bijzonder
producten met een hoog vermogen, zoals een
eindversterker), moeten onafhankelijk van elkaar
worden aangesloten. Doet u dit niet, dan kan er
brand ontstaan of kunnen zich storingen
voordoen wanneer de bedrading onbedoeld los
raakt.
Aansluitingsschema
1. Dit product
2. Achter-uitgang
3. Voor-uitgang
4. Subwoofer uitgang
5. Afstandsbediening met draad
Er kan een adapter voor een afstandsbediening
met draad worden aangesloten (los
verkrijgbaar).
6.
Zekering (10 A)
7. Antenne-aansluiting
8. Opmerkingen
Verander de basisinstelling van dit toestel
(zie bladzijde de Gebruiksaanwijzing). De
subwoofer weergave van dit toestel is in
mono.
Bij gebruik van een subwoofer van 70 W
(2
), moet u erop letten dat u de aansluiting
verricht met de paarse en paars/zwarte
draden van dit toestel. Sluit niets aan op de
groene en groen/zwarte draden.
9.
Opmerking
Afhankelijk van het soort voertuig is het
mogelijk dat de functies van 2* en 4*
verschillen. Let er in een dergelijk geval op dat
u 1* op 4* en 3* op 2* aansluit.
10.
Sluit in het algemeen draden van dezelfde
kleur op elkaar aan.
11. Geel (2*)
Back-up (of accessoir
e)
12.
Geel (1*)
Verbinden met de continue 12 V
stroomaansluiting.
13.
Rood (4*)
Accessoir
e (of back-up)
14.
Rood (3*)
Verbinden met een elektrische aansluiting die
aangestuurd wordt via het contactslot
(12 V gelijkstroom).
15.
Oranje/wit
Verbinden met de aansluiting van de
verlichtingsschakelaar.
16. Zwart (chassis aarde)
Aansluiten op een schone, blank metalen plek.
17.
ISO stekker
Opmerking
In sommige voertuigen kan de ISO stekker
in twee stukken gedeeld zijn. Sluit in een
dergelijk geval beide stekkers aan.
18.
Geel/zwart
Als u apparatuur met een zg. Mute functie
(geluid uit/dempen) gebruikt, dient u
deze draad te verbinden met de audio-
dempingsdraad van de betr
effende apparatuur.
Maakt u daarvan geen gebruik, laat de Audio
Mute dempingsaansluiting dan vrij, zonder
hierop iets aan te sluiten.
19.
Blauw/wit
Verbinden met de
systeembedieningsaansluiting van de
eindversterker (max. 300 mA 12 V
gelijkstr
oom).
20.
Blauw/wit (6*)
V
erbinden met de stuuraansluiting van het
r
elais van de antenne van het voertuig (max.
300 mA 12 V gelijkstroom).
21.
Blauw/wit (5*)
De penposities van de ISO stekker hangen
mede af van het type voertuig. Sluit 5* en 6*
aan wanneer pen 5 de antenne aanstuurt.
In andere typen voertuigen hoeft u 5* en 6*
helemaal niet aan te sluiten.
22.
Luidsprekerdraden
Wit: Links voor +
Wit/zwart: Links voor *
Grijs: Rechts voor +
Grijs/zwart: Rechts voor *
Groen: Links achter + of subwoofer +
Groen/zwart: Links achter * of subwoofer *
Paars: Rechts achter + of subwoofer +
Paars/zwart: Rechts achter * of subwoofer *
23.
Naar de achter-uitgang
24. Naar de voor-uitgang
25. Naar de subwoofer uitgang
26. Eindversterker (los verkrijgbaar)
27. Aansluiten met RCA (tulpstekker) kabels (los
verkrijgbaar)
28. Systeemafstandsbediening
29. Subwoofer
30. Voor-luidspreker
31. Achter-luidspreker
32. Voer deze verbindingen uit wanneer u de los
verkrijgbare versterker gebruikt.

Documenttranscriptie

Installatie Nederlands Opmerking • Controleer alle aansluitingen en systemen voor de uiteindelijke installatie. • Gebruik geen ongeautoriseerde onderdelen. Gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen kan leiden tot storingen. • Raadpleeg uw dealer als u voor de installatie gaten moet boren of andere wijzigingen aan het voertuig zelf moet aanbrengen. • Installeer dit toestel in geen geval op een locatie waar: — het de besturing van het voertuig kan hinderen. — het een passagier zou kunnen verwonden bij een noodstop. • De halfgeleider laser zal kapot gaan als deze oververhit raakt. Installeer dit toestel niet in de buurt van zeer warme plekken, zoals bij een verwarmingsrooster. • De optimale prestaties worden verkregen wanneer het toestel geïnstalleerd wordt onder een hoek van minder dan 60º. 2. Zet de montagebehuizing vast door met een schroevendraaier de metalen lipjes op hun plaats te buigen (90°). Installatie Nederlands 2. Draai aan elke kant twee schroeven vast. Zelftappende schroef (5 mm × 8 mm) Dashboard Bevestigingsbeugel Montagebehuizing Moer 1. Verwijder de sierlijst door deze aan de boven- en onderkant naar buiten te trekken. (Als u de sierlijst weer bevestigt, houdt u de kant met de groef naar onderen.) Brandschot of metalen steun 60° Schroef Dit toestel kan op de juiste manier worden vastgemaakt aan de voorkant (conventionele DIN montage) of aan de achterkant (DIN achtermontage, met behulp van de schroefgaatjes aan de zijkanten van het chassis van het toestel). Voor details verwijzen we u naar de volgende installatiemethoden. Metalen strip • Gebruik voor installatie in de handel verkrijgbare onderdelen. DIN-voormontage 1. Schuif de montagebehuizing in het dashboard. Gebruik voor installatie in een ondiepe ruimte de meegeleverde montagebehuizing. Als er voldoende ruimte is, gebruikt u de montagebehuizing die met het voertuig geleverd werd. Schroef (M4×8) • Controleer of het toestel stevig op zijn plaats is gemonteerd. Het toestel functioneert wellicht niet naar behoren als het niet goed is bevestigd. DIN-achtermontage 1. Bepaal de juiste positie waar de gaten in de beugel en in de zijde van het toestel op een lijn liggen. Vastzetten van het voorpaneel Als u het voorpaneel niet wilt kunnen verwijderen, kunt u het vastzetten met de daartoe meegeleverde schroef. Schroef Sierlijst DIN Voor/achter montage U kunt het voorpaneel verwijderen om het toestel tegen diefstal te beveiligen. Druk op de knop om het voorpaneel los te maken, duw het naar boven en trek het naar u toe. Raadpleeg de handleiding voor meer informatie. Dashboard of console Het toestel verwijderen 3. Installeer het toestel zoals aangegeven. Het voorpaneel verwijderen en terug bevestigen • De sierlijst is gemakkelijker bereikbaar als u het voorpaneel verwijdert. 2. Steek de meegeleverde uittreksleutels in de beide kanten van het toestel totdat ze op hun plaats klikken. 3. Trek het toestel uit het dashboard. Aansluiten van de toestellen Opmerking OF O F O STAR STAR T ACC N F N OF • Wanneer dit toestel geïnstalleerd is in een voertuig zonder ACC (accessoire) stand op het contactslot, moet de rode draad worden verbonden met een aansluiting die de stand van de contactsleutel kan herkennen. Anders kan de accu leeglopen. T ACC stand Geen ACC stand • Gebruik van dit toestel onder andere dan de volgende omstandigheden kan leiden tot brand of storingen. — Voertuigen met een negatief geaarde 12 V accu. — Luidsprekers van 50 W (uitgangsvermogen) en 4 Ohm tot 8 Ohm (impedantie). • Om kortsluiting, oververhitting of andere storingen te voorkomen moet u de onderstaande instructies opvolgen. — Koppel de negatieve pool van de accu los voor u begint met de installatie. — Zet alle bedrading vast met kabelklemmen of isolatieband. Ter bescherming van de bedrading dient u deze te omwikkelen met isolatieband waar de bedrading met metalen onderdelen in aanraking komt. — Houd alle bedrading uit de buurt van bewegende onderdelen, zoals de versnellingspook en de stoelenrails. — Houd de bedrading uit de buurt van zeer warme plekken, zoals bij een verwarmingsrooster. — Leid de gele draad niet door een gat naar het motorcompartiment om aan te sluiten op de accu. — Plak eventuele losse aansluitingen, draadeinden of stekkers netjes af met isolatieband. — Maak de kabels niet korter. — Tap in geen geval de stroomkabel voor dit toestel af om andere apparatuur van stroom te voorzien. Het vermogen van de draad is beperkt. — Gebruik een zekering met het voorgeschreven vermogen. — Sluit de negatieve luidsprekerdraden in geen geval direct op aarde aan. — Bundel de negatieve luidsprekerdraden in geen geval samen. Nederlands • Via de blauw/witte draad wordt een stuursignaal geproduceerd wanneer dit toestel is ingeschakeld. Verbind deze met de systeemafstandsbediening van een externe eindversterker, of met de stuuraansluiting voor het relais van de antenne van het voertuig (max. 300 mA, 12 V gelijkstroom). Als het voertuig een ruitantenne heeft, dient u deze draad te verbinden met de stroomaansluiting van de antennesignaalversterker (booster). • Verbind de blauw/witte draad in geen geval met de stroomaansluiting van een externe eindversterker. Verbind deze draad ook in geen geval met de stroomaansluiting zelf van de antenne van de auto. Doet u dit toch, dan kan de accu leeglopen of kunnen zich andere storingen voordoen. • De zwarte draad is de aarding. Deze draad en de aardingen van andere apparatuur (in het bijzonder producten met een hoog vermogen, zoals een eindversterker), moeten onafhankelijk van elkaar worden aangesloten. Doet u dit niet, dan kan er brand ontstaan of kunnen zich storingen voordoen wanneer de bedrading onbedoeld los raakt. Aansluiten van de toestellen Aansluitingsschema 1. 2. 3. 4. 5. Dit product Achter-uitgang Voor-uitgang Subwoofer uitgang Afstandsbediening met draad Er kan een adapter voor een afstandsbediening met draad worden aangesloten (los verkrijgbaar). 6. Zekering (10 A) 7. Antenne-aansluiting 8. Opmerkingen • Verander de basisinstelling van dit toestel (zie bladzijde de Gebruiksaanwijzing). De subwoofer weergave van dit toestel is in mono. • Bij gebruik van een subwoofer van 70 W (2 Ω), moet u erop letten dat u de aansluiting verricht met de paarse en paars/zwarte draden van dit toestel. Sluit niets aan op de groene en groen/zwarte draden. 9. Opmerking Afhankelijk van het soort voertuig is het mogelijk dat de functies van 2* en 4* verschillen. Let er in een dergelijk geval op dat u 1* op 4* en 3* op 2* aansluit. 10.Sluit in het algemeen draden van dezelfde kleur op elkaar aan. 11.Geel (2*) Back-up (of accessoire) 12.Geel (1*) Verbinden met de continue 12 V stroomaansluiting. 13.Rood (4*) Accessoire (of back-up) 14.Rood (3*) Verbinden met een elektrische aansluiting die aangestuurd wordt via het contactslot (12 V gelijkstroom). 15.Oranje/wit Verbinden met de aansluiting van de verlichtingsschakelaar. 16.Zwart (chassis aarde) Aansluiten op een schone, blank metalen plek. 17.ISO stekker Opmerking In sommige voertuigen kan de ISO stekker in twee stukken gedeeld zijn. Sluit in een dergelijk geval beide stekkers aan. Nederlands 18.Geel/zwart Als u apparatuur met een zg. Mute functie (geluid uit/dempen) gebruikt, dient u deze draad te verbinden met de audiodempingsdraad van de betreffende apparatuur. Maakt u daarvan geen gebruik, laat de Audio Mute dempingsaansluiting dan vrij, zonder hierop iets aan te sluiten. 19.Blauw/wit Verbinden met de systeembedieningsaansluiting van de eindversterker (max. 300 mA 12 V gelijkstroom). 20.Blauw/wit (6*) Verbinden met de stuuraansluiting van het relais van de antenne van het voertuig (max. 300 mA 12 V gelijkstroom). 21.Blauw/wit (5*) De penposities van de ISO stekker hangen mede af van het type voertuig. Sluit 5* en 6* aan wanneer pen 5 de antenne aanstuurt. In andere typen voertuigen hoeft u 5* en 6* helemaal niet aan te sluiten. 22.Luidsprekerdraden Wit: Links voor + Wit/zwart: Links voor * Grijs: Rechts voor + Grijs/zwart: Rechts voor * Groen: Links achter + of subwoofer + Groen/zwart: Links achter * of subwoofer * Paars: Rechts achter + of subwoofer + Paars/zwart: Rechts achter * of subwoofer * 23.Naar de achter-uitgang 24.Naar de voor-uitgang 25.Naar de subwoofer uitgang 26.Eindversterker (los verkrijgbaar) 27.Aansluiten met RCA (tulpstekker) kabels (los verkrijgbaar) 28.Systeemafstandsbediening 29.Subwoofer 30.Voor-luidspreker 31.Achter-luidspreker 32.Voer deze verbindingen uit wanneer u de los verkrijgbare versterker gebruikt.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Pioneer DEH-8300SD de handleiding

Categorie
Luidsprekersets
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor