Candy PCP900/1SDCX Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
KOOKPLATEN 90 cm
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
21
INSTALLATIE
De installatie is de verantwoording van de koper. De fabrikant is vrijgesteld van deze
verantwoordelijkheid. Als de service dients wordt ingeschakeld voor een defect ontstaan
door foutieve installatie valt dit niet onder de garantie.
Deze inbouwkookplaten zijn bestemd voor installatie in een werkblad dat bestand is
tegen temperaturen van 100 °C en een dikte hebben tussen 25 en 40 mm. Voor de
inbouwmaat dient u zich te houden aan de maten zoals aangegeven in figuur 1.
De kookplaat dient zo te worden ingebouwd dat
er aan de linker- en rechterzijde minstens 150
mm. ruimte is tussen kookplaat en kasten of ver-
ticale panelen. De afstand tussen kookplaat en
achterwand dient minstens 55 mm. te zijn (fig. 2).
Indien er onder de kookplaat een vrij toeganke-
lijke ruimte is (bijv.: een lade), dient er tussen de
kookplaat en het onderkastje een afscheiding
door middel van een plaet te worden gemonte-
reerd (fig. 2). Deze plaat dient minstens 10 mm,
afstand te hebben van de onderzijde van de kookplaat.
Het vastzetten in het meubel geschiedt door de bijgeleverde bevestigingsbeugels die
aan de onderzijde op de daarvoor bestemde plaats worden vastgedraaid.
BELANGRIJK - BEVESTIGING AFDICHTINGSKIT
Belangrijk- op onderstaande tekening kunt u zien hoe de afdichtingskit moet worden aangebracht.
Dit apparaat is uitsluitend ontwikkeld voor huishoudelijk gebruik.
Het is geschikt voor ontwerpen/plaatsing, ook onder zware omstandigheden, in een om-
geving waarin de temperaturen binnen acceptabele limieten blijven en derhalve onderhe-
vig aan de geldende Europese wetgeving.
Apparaten type Y kunnen worden ingebouwd naast een hoge kast of wand mits
de afstand minimaal 5 cm bedraagt. Dit geldt ook voor installatie in een verlaagde
kookunit. Bij apparaten type X mogen de wanden niet te dicht bij het apparaat
staan. Zie hiervoor de Technische gegevens, beveiligingsgraad.
TECHNISCHE GEGEVENS
Fig. 2
150 mm
minstens
30 mm
10 mm
Kookplaten 90x50
Kookzones 5 gas 5 gas 5 gas 4 gas 5 gas 5 gas 5 gas 4 gas
1 elektrisch 1 elektrisch
Type verwijzing P505 P505 P505 P505 P506 P506 P506 P506
Spanning/frequentie (V/Hz) 230/50 230/50 230/50 230/50 230/50 230/50 230/50 230/50
Vermogen elektrische installatie (W) 1850 1850
Aantal branders normaal 111111 1 1
Aantal branders groot 222222 2 2
Kleine brander 111111 1 1
Dubbelrings workbrander 1–––1–
Extra grote brander –1–––1
Visbrander ––1––– 1
Vermogen gas installatie:
- G25/25 mbar (kW)** 10,6 10,6 10,6 7,5 10,6 10,6 10,6 7,5
- G30/28-30 mbar (g/h) 813 813 813 575 813 813 813 575
Vonkonsteking* ja ja ja ja ja ja ja ja
Vlambeveiliging ––––jajaja ja
Afmeting mm. 860x510 860x510 860x510 860x510 860x510 860x510 860x510 860x510
Beveiligingsgraad Type Y Type Y
Klasse 333333 3 3
Fig. 1
* op sommige modellen ** Fabrieksopgave NL cat. II2L3B/P
43
Conformiteitsverklaring. Dit apparaat, het gedeelte dat wordt aangesloten op het licht-
net, is conform de richtlijnen van de CEE 89/109.
Het apparaat is conform de Europese richtlijnen 89/336/CEE, 90/396/CEE,
73/23/CEE en daaropvolgende modificaties.
Op de vangschaal is aangegeven voor welke type gas dit apparaat geschikt is. Zie ook
het typeplaatje.
Het is echter wel mogelijk ander soorten gas te gebruiken nadat enkele eenvoudige
aanpassingen zijn uitgevoerd.
a) Aansluiten op het gas (net)
Het aansluiten van het apparaat op het gasnet of gasflessen dient te geschieden
volgens de wettelijk geldende voorschriften. Eerst dient men te controleren of het
apparaat afgesteld is voor de gebruikte gassoort. Als dit niet het geval is, volg dan
de aanwijzingen in hoofdstuk «Aanpassing aan diverse gassoorten». Indien men ge
-
bruik maakt van gasflessen dient men een drukregelaar te gebruiken die aan de
wettelijke voorschriften voldoet.
Belangrijk: Controleer, voor een veilig en optimaal gebruik en levensduur van het
apparaat, of de gasdruk overeenkomt met de waarden in de tabel op pagina 6.
Aansluiten op een vaste gastoevoer (zie pag. 11)
Zorg er bij aansluiting op een vaste gasbuis voor dat u niet forceert maar dat alles
precies op elkaar aansluit.
Aansluiten op een flexibele slang (zie pag. 11)
De aansluitnippel op het apparaat heeft een buitendraadse (man.) 1/2 gasnippel.
Gebruik uitsluitend slangen en afdichtingsrubbertjes die volgens de geldende
voorschriften zijn goedgekeurd.
De flexibele aansluiting door middel van een
slang mag nooit langer zijn dan 2000 mm.
Belangrijk: controleer nadat u alle installatie
handelingen heeft verricht de aansluitpunten
op een goede afsluiting. Gebruik hiervoor
een zeepsopje. Nooit een vlam. Controleer
ook of de flexibele slang niet in aanraking
komt met bewegende delen van de keuken-
meubelen zoals een lade zodat de slang
wordt beschadigd.
De omgeving voor installatie
Een gaskookplaat produceert tijdens het gebruik
warmte en vocht in de ruimte waarin deze is geïn-
stalleerd. Wilt u zeker zijn van een goede ventilatie
van de ruimte open daar dan de ventilatieroosters
(fig. 3-4) of installeer een afzuigkap met een afvoer.
Bij een intensief en langdurig gebruik van het ap-
paraat kan het nodig zijn extra te ventileren door
bijvoorbeeld een raam open te zetten of de afzuig-
kap op de hoogste stand te zetten. Bij een kook-
plaat met vlambeveiliging dient de ventilatieopening
(fig. 3) minimaal 200 cm
2
te zijn.
In het geval dat er geen mogelijkheid is om een
afzuigkap te installeren, is het nodig een elektri-
sche ventilator te plaatsen, met afvoer of in het
raam. Deze ventilator moet geschikt zijn voor een
keuken en een capaciteit hebben van 3 tot 5 maal
het volume van de keuken per uur. De installateur
dient zich te houden aan de geldende wetgeving.
Controleer of de gegevens op het typeplaatje op het apparaat, die zich bevindt aan
de binnenzijde onder in de kookplaat, en verzeker u er vervolgens van dat dit overeen-
komt met de plaatselijk geldende normen nodig voor een goed functioneren.
Voordat u het apparaat aansluit controleer of het goed is geaard.
De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor eventuele materiële of persoonlijke schade als gevolg van foutieve installaltie.
Voor apparaten zonder stekker dient u een stekker op het aansluitsnoer te monteren
die het vermogen als aangegeven op het typje plaatje kan verwerken. De aarde kabel
is uitgevoerd in groengeel.
Als u het aansluitsnoer gaat vervangen dient de aarde kabel 10 mm. Ianger te zijn dan
de andere kabels. Gebruik uitsluitend een aansluitsnoer met rubber isolatie type H05RR-F.
De doorsnede van de draden dient minimaal 1,5 mm
2
te zijn voor verwarmingselemen-
ten en 0,75 mm
2
voor de overige apparaten. Daarnaast mag de diameter van de ka-
bel aan de buitenzijde niet groter zijn dan 7 mm.
Aanwijzigen voor de installateur
Aansluiten (elektrische gedeelte)
Fig. 3
Fig. 4
Aansluiten (gas gedeelte)
Aansluitnippel
Afdichtingsrubber
Gasslang
ONDERSTROOM
L
GEAARD
NEUTRAAL N
HOOFDAANVOER
BRUINE DRAAD
GROEN/GELE DRAAD
BLAUWE DRAAD
ELECTRICITEITSKABEL
5
Aanpassen aan diverse soorten gas
Om de kookplaat aan een andere gassoort aan te passen, dient u de volgende hande-
lingen uit te voeren.
verwijder pannendrager en branders
gebruik de bijgeleverde pijpsleutel om via de opening (fig. 5) van de branders bij
de branderbasis te komen
draai de inspuiter los en vervang deze door het passende type (zie tabel gasverbruik).
Als u deze aanpassingen heeft afgerond verwijder dan het etiket met de gaswaarden
en vervang deze door een etiket met de juiste waarden.
AFSTELLEN VAN DE BRANDERS
Mengverhouding van de vlam
Voor het bereiken van een optimaal rendement van de brander kan het nodig zijn de
mengverthouding (lucht/gas) aan te passen. Een goede vlam moet duidelijk afgetekend
zijn en geen gele puntjes hebben (fig. 7/b); in het geval van een overschot aan lucht
is de vlam erg kort (fig. 7/c), in het geval van een tekort aan lucht is de vlam slecht
afgetekend met vlammen die eindigen in een gele punt (fig. 7/a): als er een tekort of
overschot aan luchttoevoer is, dient u de mengverthouding aan te passen met de uit-
schuifbare luchttoevoerbuis (fig. 6) in de mengbuis van de brander. Om de uitschuifba-
re luchttoevoerbuis in de juiste positie te brengen, dient u schroef het schroefje los te
draaien. Zodra afgeregeld de schroef weer vastdraaien.
Voor maten (x) zie tabel
Fig. 5
6
De laagstandafstelling
Steek de brander aan en draai de knop op de laagste positie en verwijder de knop.
Vervolgens kunt u met een kleine schroevedraaier een schroefje bovenop de gaskraan
draaien (fig. 8). Tegen de wijzers van de klok in voor een hogere gastoevoer, met de
wijzers van de klok mee voor een lagere gastoevoer. Probeer een vlam van 3 á 4 mm.
te krijgen. Wanneer cylindergas gebruikt wordt, draai dan de schroef met de klok mee
tot het eind.
Afstelschroefje laagstand
van de branders
Stelschroeven voor ‘gas laag-stand’
(platte schroevedraaier)
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
Gebruik van de gasbranders
Om de brander aan te steken (bij versie zonder vonkontsteking) houdt u eerst een vlam
bij de brander en drukt u de knop naar beneden en draait u de knop tegen de wijzers
van de klok in tot maximum.
Als u de branders lange tijd niet gebruikt heeft, kan het zijn dat er een beetje lucht
in de gasbuizen zit. Houdt er rekening mee dat de onsteking dan iets langer kan duren.
Kookplaten, die zijn uitgerust met elektrische vonkontsteking kunnen heel eenvoudig
worden aangezet door de branderknop in te drukken en te draaien naar de positie
gemarkeerd met een ster.
Zodra de brander is ontstoken, kunt u de knop naar de gewenste positie draaien. De
vonkontsteking heeft een herhaalde werking: indien de brander niet gelijk ontsteekt,
dient u de knop maximaal 5 seconden op de ontstekingspositie te houden. Indien de
brander dan nog niet werkt, dient u de branderknop eerst op de uitpositie te zetten en
daarna de bovenstaande handelingen te herhalen.
Sommige modellen zijn voorzien van een vlambeveiliging. Een systeem dat er voor zorgt
dat als de vlam per ongeluk uit gaat de gastoevoer wordt gestopt. Om deze gaspitten
te ontsteken, herhaalt u de bovenstaande handeling maar houdt u na het ontsteken
van het gas de knop 5-6 seconden ingedrukt.
Daarna zal de vlam blijven branden.
Fig. 7
Fig. 6
BRANDERDEKSEL
SCHROEFJE
DUBBELRINGS
EXTRA GROTE
VISBRANDER
KLEINE
NORMAAL
GROTE
BRUNDERVOET
AFSTELBUISJE
Fig. 8
Tabel gasverbruik 1W = 0,860 kcal/h
Afstand «X» aan de hand
van het type gas
G20 G30 G25 G31
afstel- afstel- afstel- afstel-
buisje buisje buisje buisje
4 mm 2 mm 4 mm 5 mm
13 mm 0 mm 15 mm 15 mm
2 mm 5 mm 2 mm 7 mm
6 mm 4 mm 6 mm 6 mm
15 mm 0 mm 15 mm 15 mm
13 mm 0 mm 13 mm 13 mm
G25
l/h g/h Qn l/h Qmin.
G20 G30 kW G25 kW
252 193 2,5 277 0,570
314 238 3,1 343 0,900
143 109 1,45 161 0,380
105 80 1,05 116 0,250
314 238 3,1 343
0,900 G30
1 G20/G25
314 238 3,1 343 0,900
G20/G25 G30 G20/G30
Werkende Ø 1/100 mm
Ø 1/100 mm
Qn
brander inspuitstuk
inspuitstuk
kW
grote 120 80 2,65
dubbelrings 2x94 2x65 3,3
normaal 93 61 1,5
kleine 80 54 1,1
visbrander 2x94 2x65 3,3
extra grote 2x94 2x65 3,3
8
Fig. 9
JA NEE NEE NEE NEE
LET OP: Verzeker u na het schoonmaken van de kookplaat er van dat de bran-
ders goed gepositioneerd zijn ten opzichte van de vonkontsteking.
Voor optimaal gebruik van de branders raden wij u aan pannen te gebruiken die
bij de branders passen.
— kleine brander Ø 6 tot 12 cm.
— normale brander Ø 12 tot 18 cm. — grote brander Ø 18 tot 24 cm.
— dubberlring work brander Ø 24 tot 28 cm. — extra grote brander Ø 24 tot 28 cm.
Visbrander Van 26-28 cm. Rechthoekige of ovale plan Maximaal 21x37 cm. Minimaal 15x29 cm.
In het geval dat u kleinere pannen wilt gebruiken, dient u zich er van te verzekeren
dat u de vlam zo instelt dat deze net de onderzijde van de pan raakt. Het gebruik van
holle of bolle pannen wordt ernstig afgeraden.
WAARSCHUWING: in het geval dat de vlam een keer te groot wordt, draai dan
de knop dicht en wacht minstens 1 minuut alvorens u de gaspit weer ontsteekt.
Voordat u de glasdeksel (optioneel) sluit, dient u zich er van te verzekeren dat de bran-
ders uit en volledig afgekoeld zijn. Dit om breuk door een thermische schok te voorko-
men.
Gebruik van elektrische kookzones
Om de elektrische kookzones aan te zetten, is het voldoende om de knop op de
gewenste kookstand te zetten. Voor optimale prestaties met een minimum aan ener-
gieverbruik kunt u de volgende tabel raadplegen.
Bij het gebruik van de elektrische kookzones raden wij u aan pannen te gebruiken met
een vlakke bodem en een diameter die overeenkomt met die van de gekozen kookzo-
ne. Zeker geen kleinere diameter gebruiken (fig. 9). Wij raden u aan de bodem van
de pan goed te drogen bij eventueel overkoken. Laat nooit een kookzone aanstaan
zonder pan of met een lege pan.
Voordat u gaat demonteren of schoonmaken dient u de stroomvoorziening af te sluiten
door de stekker uit het stopcontact te halen of de stroomtoevoer via de zekering af te
sluiten. Zorg ervoor dat het apparaat volledig is afgekoeld.
Reinig de geëmailleerde, verchroomde en geverfde delen met handwarm water en
met een niet agressieve allesreiniger.
Gebruik voor de roestvrijstalen delen een rvs reiniger die gewoon in de winkel verkrijg-
baar is.
Aluminium kunt u het beste reinigen door eerst met een met olie doordrenkte doek te
poetsen en dit vervolgens met een alcoholhoudend middel af te nemen.
Gebruik tijdens het schoonmaken nooit: schuurmiddelen, bijtende schoonmaakmidde-
len, bleekmiddel of zuren.
Voorkom dat er op de geëmaillerde, roestvrijstalen of geverfde delen zuren blijven lig-
gen (azijn, citroensap etc.)
De brandervoet kunt u reinigen met water en allesreinger. Als u de oorspronkelijk glans
terug wilt krijgen, kunt u een speciaal schoonmaakmiddel voor aluminiumlegeringen
gebruiken.
De branderdeksel, gemaakt van staal met emaille, kunt u reinigen in warm water met
7
GEBRUIK VAN DE ELEKTRISCHE KOOKZONES
Positie
0UIT
1 ZEER LAAG Bordenwarmen, smelten van boter en chocolade...
2 LAAG Opwarmen van kleine hoeveelheden en malen van sauzen...
3 ZACHT Koken van zachte groente, fruit. Aan de kook houden van water...
4 GEMIDDELD Doorkoken van groente, pasta en bereiden van vis...
5 HOOG Vlees braden...
6 ZEER HOOG Aan de kook brengen. Braden en frituren...
Wanneer de electrische plaat in gebruik is zal een indicatielampje blyven branden.
DE GASKOOKPLATEN MET ÉÉN ELEC-
TRISCHE KOOKZONE ZIJN UITGE-
RUST MET EEN PANDRAGER OM PAN-
NEN OP TE ZETTEN WANNEER DE ZO-
NE NIET IN GEBRUIK IS.
WANNEER DE ELECTRISCHE KOOKZO-
NE IS INGESCHAKELD MOET DE PAN-
DRAGER OMHOOG STAAN OM ZO DE
PAN IN DIRECT CONTACT TE LATEN
KOMEN MET DE ELECTRISCHE KOOK-
ZONE.
ONDERHOUD EN REINIGEN
Belangrijke waarschuwing
Fig. 10
9
reinigingsmiddel. U dient alle aangekoekte deeltjes te verwijderen die onregelmatigheid
in de vlam kunnen veroorzaken.
Na het reinigen moeten brandervoet en branderdeksel goed worden gedroogd. Let hierbij
op de de buisjes in de brandervoet. Zet daarna de branders zorgvuldig op hun plaats.
LET OP: Zorg er voor dat na het schoonmaken de branders op de juiste plaats
zitten en dat de branderdeksel goed op de brandervoet zit. Dit om een slecht
vlambeeld en schade aan de brandervoet te voorkomen.
Dit apparaat is ontwikkeld en geproduceerd voor koken bij huishoudelijk gebruik. Elke
andere vorm van gebruik is onjuist en derhalve gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade veroorzaakt
door onjuist, onredelijk en onverantwoord gebruik.
Smeren van de gaskranen
ONDERSTAANDE HANDELINGEN UIT LATEN VOEREN DOOR EEN GEKWALIFI-
CEERDE MONTEUR.
In het geval dat een gaskraan stroef draait, is het nodig deze te demonteren. Reinig
deze met benzine en smeer deze in met een vat dat bestand is tegen hoge temperatu-
ren.
Voer de volgende stappen uit:
haal de stekker uit het stopcontact en sluit de gastoevoer af.
Verwijder de bedieningsknoppen en de vangschaal door de schroeven los te draa-
ien die onder elke brander en onder de pandrager-scharnieren zitten.
Draai de twee schroefjes los die de afdichting/pakking bovenaan op zijn plaats houdt.
Verwijder de afdichting/pakking bovenaan en het veertje dat aan het stangetje vastzit.
Verwijder de konische regelklep voor het gas. Reinig deze met benzine en smeer
deze vervolgens met een beetje vet in dat tegen hoge temperaturen bestand is. Zorg
ervoor dat u de kanalen voor gastoevoer niet met vet blokkeert.
Controleer alle onderdelen en zet deze in omgekeerde volgorde weer up hun plaats.
Technische dienst
Het kan natuurlijk gebeuren dat er met uw kookplaat iets niet in orde is. Alvorens de
service dients te bellen (in het geval dat de kookplaat niet goed werkt):
controleer of de stekker juist is aangesloten en in het stopcontact zit;
controleer of de gastoevoer goed is.
In het geval dat er iets niet functioneert, haal dan de stroom van het apparaat. Maak
het apparaat in geen geval open maar neem contact op met de Technische dienst.
Het apparaat is voorzien van een standaard garantie certificaat. Dit geeft u, in combi-
natie met de aankoopnota, recht op één jaar volledige garantie.
Vergeet niet deel Avan dit certificaat binnen 10 dagen na aankoop op te sturen.
Deel B dient u samen met de aankoopnota te bewaren om aan de Technische dienst
te kunnen tonen. Voor eventuele verlengde garantie gelden andere regels.
10
MONTAGE VAN DEKSEL
De glazen afdekplaat is optioneel. Om de afdekplaat te bevestigen deze laten zakken
in de schanieren zoals hiernaast is aangegeven.
De frabrikant is niet verantwoordelijk voor mogelijke fouten in de gebruiksaanwijzing veroorzaakt door druk-
of zetfouten. De fabrikant behoudt zich het recht voor de produkten tussentijds te wijzigen indien zij dit
nodig of nuttig acht.
Deze gebruiksaanwijzing is beschikbaar in Duitse versie.
Voordat u de deksel sluit, dient u zich er van te verzekeren dat de kookzones uit
zijn en volledig zijn afgekoeld. Dit om glasbreuk door een thermische schok te voor-
komen. Indien u iets knoeit dient dit van de beschermkap verwijderd te worden
voordat deze geopend wordt.
INSTRUCTIES VOOR HET AANSLUITEN
VAN DE KOOKPLAAT OP HET GASNET
Deze instructies zijn bedoeld voor personen die zijn geautoriseerd de apparaten
te installeren volgens de normen. Welke ook intreden mogen doen bij elektrische
apparatuur.
VOLGORDE VAN DE MONTAGE
Voor montage van de gasnippel zijn een steek sleutel van 17 en 23 mm. nodig.
1) Draai de onderde-
len vast volgens de te-
kening.
A) Gasbuis
B) Pakking
C)
Draaibare gasnippel
2) Draai de nippel in
de gewenste richting
en draai vervolgens
met de steksleutels
stevig vast.
3) Verbindt de gasnip-
pel aan de toevoer
(buis/of slang).
BELANGRIJK:
Controleer nadat u alle installatie handelingen heeft verricht de aansluitpun-
ten op een goede afsluiting.
Gebruik hiervoor een zeepsopje.
Nooit een vlam. Controleer ook of de flexibele slang niet in aanraking komt
met bewegende delen van de keukenmeubelen zoals een lade zodat de
slang wordt beschadigd.
NA AFLOOP VAN DE INSTALLATIE AANSLUITINGEN CONTROLEREN
MET ZEEPSOP.
11
Grafica R.B. - 10/99 - Cod. 91500226
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7

Candy PCP900/1SDCX Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding