Liebherr GNP 2076 de handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GN/GNP..6
7082 228 - 00
GN/GNP...6 0304
Gebruiksaanwijzing
voor diepvriesapparaten, NoFrost
26
GN/GNP..6
* afhankelijk van model en uitvoering
Bedienings- en controlepaneel
Overzicht van apparaat en uitrusting
Afb. A
Verlichting
Invriesplateau*, koudeaccu*
Laden met info-systeem*
Stelpoten, transportgrepen voor, transportwieltjes
achter
Typeplaatje
IJsblokjeshouder*
Transportgrepen achter
VarioSpace door vakvergroting*
NoFrost-systeem voor automatische ontdooiing
Typeplaatje, afb. A2
1 Typeaanduiding
2 Servicenummer
3 Apparaatnummer
4 Invriescapaciteit in kg/24h
Het apparaat in vogelvlucht
Bedienings- en controlepaneel, afb. A1
1 Temperatuur- en insteldisplay
met nA-indicator voor stroomuitval en FrostControl met
warmste temperatuuropvraging
2 Tiptoetsen voor temperatuur:
UP = warmer,
DOWN = kouder,
aanbevolen instelling: -18 °C
3 Aan/Uit-toets
4 SuperFrost-toets, licht op = functie ingeschakeld
Voor het snel invriezen van grote hoeveelheden verse
levensmiddelen.
Druk kort op de SuperFrost-toets 4 zodat ze oplicht.
6-24 uur wachten.
Leg de verse levensmiddelen vervolgens bij voorkeur
in de bovenste laden. SuperFrost wordt afhankelijk
van de behoefte uitgeschakeld - het apparaat scha-
kelt automatisch op normaal vriezen over.
5 Toets voor uitschakelen geluidssignaal bij alarm
6 Indicator voor kinderbeveiliging, licht op = functie inge-
schakeld, tegen ongewenst uitschakelen. Meer informatie
vindt u in de paragraaf 'Extra functies'.
27
GN/GNP..6
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
eventueel aan de volgende eigenaar door.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen
geldig, afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Wij feliciteren u met uw nieuwe apparaat. Door uw
aankoop heeft u gekozen voor alle voordelen van de
modernste koudetechniek, die u een hoogwaardige
kwaliteit, een lange levensduur en een hoge bedrijfs-
zekerheid garandeert.
De uitvoering van uw apparaat biedt u elke dag opni-
euw optimaal bedieningscomfort.
Met dit apparaat, gefabriceerd met milieuvriendelijke
technieken en recyclebare materialen, leveren u en
wij gezamenlijk een actieve bijdrage aan het behoud
van ons milieu.
Lees, om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te
leren kennen, a.u.b. de informatie in deze gebruiks-
aanwijzing aandachtig door.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Inhoud pag.
Gebruiksaanwijzing
Het apparaat in vogelvlucht ............................... 26
Inhoud ................................................................ 27
Bepalingen ......................................................... 27
Tips voor energiebesparing ................................ 27
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ............... 28
Aanwijzing m.b.t. afdanken ................................. 28
Opstellen ............................................................ 28
Aansluiten .......................................................... 29
Ingebruikneming en controlepaneel ......................... 29
In- en uitschakelen ............................................. 29
Temperatuur instellen ......................................... 29
Temperatuurdisplay ............................................ 29
Alarm - geluidssignaal ........................................ 29
Indicatie bij stroomuitval/
FrostControl-melding .......................................... 29
Extra functies - kinderbeveiliging ........................ 29
Intensiteit van het display* .................................. 29
SuperFrost ............................................................... 30
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren ..... 30
Uitrusting ................................................................. 31
Info-systeem ....................................................... 31
Invriesplateau ..................................................... 31
Koudeaccu's ....................................................... 31
IJsblokjes maken ................................................ 31
VarioSpace* ....................................................... 31
Verlichting ........................................................... 31
Reinigen .................................................................. 31
Storingen - Problemen ............................................. 32
Technische dienst en typeplaatje ........................ 32
Opstel- en ombouwaanwijzingen
Afmetingen van het apparaat .............................. 32
Draairichting deur veranderen ............................ 32
Bepalingen
W Het apparaat werd ontworpen voor het invriezen en bewa-
ren van levensmiddelen evenals het maken van ijs. Het is
bestemd voor huishoudelijk gebruik. Bij ander gebruik kan
er geen garantie voor de onberispelijke werking worden
verleend.
W Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklas-
se d.w.z. een minimale omgevingstemperatuur waaronder
en een maximale omgevingstemperatuur waarboven het
apparaat niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklas-
se van het apparaat op het typeplaatje. Hierbij worden de
volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse ontworpen voor
omgevingstemperaturen
SN, N tot +32 °C
ST tot +38 °C
T tot +43 °C
- Een storingvrij bedrijf van het apparaat is tot een laagste
omgevingstemperatuur van +5 °C gewaarborgd.
- Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd.
- Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde
veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 73/23/EEG en
89/336/EEG.
Tips voor energiebesparing
W Houd de ventilatieopeningen vrij.
W Laat de deur nooit onnodig lang open staan.
W Plaats de levensmiddelen soort bij soort in het apparaat;
houdt u aan de maximale bewaartijd.
W Bewaar alle levensmiddelen goed verpakt of afgedekt;
rijpvorming wordt zo voorkomen.
W Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur af-koe-
len voordat u ze in het apparaat plaatst.
W Laat diepvriesproducten in het koelgedeelte ontdooien.
W Houd de deur van het apparaat bij een storing gesloten.
Zo voorkomt u dat de temperatuur snel oploopt en blijft de
kwaliteit van de levensmiddelen langer bewaard.
De energiebesparende Vario-isolatieplaat voor halfvolle
apparaten
is als extra via speciaalzaken te verkrij-
gen.
Als u weinig levensmiddelen in uw diepv-
riesapparaat bewaart, kunt u met behulp
van de energiebesparende Vario-isola-
tieplaat het energieverbruik tot wel 50%
verlagen.
- Op wens kunt u 1, 2, 3, naargelang
het model tot wel 5 laden "uitscha-
kelen". Voor de koeling zijn minstens
2 laden noodzakelijk.
Meer informatie hierover vindt u in de
verpakking van de energiebesparende Vario-isolatieplaat.
§
*
1
2-
6
6-
1
2
4-
8
2
2
-
6
6
-
1
2
4
-
8
3
2
-
6
6
-
1
2
4
-
8
4
2
-
6
6
-
1
2
4
-
8
28
GN/GNP..6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking als transportbescherming van het ap-
paraat en afzonderlijke onderdelen is van recy-clebare
materialen gefabriceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van PS
(geschuimd, cfk-vrij polystyreen)
- Folies en plastic zakken van PE (polyetheen)
- Spanbanden van PP (polypropeen)
W Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen - verstikkingsgevaar door folies!
W Breng a.u.b. het verpakkingsmateriaal naar het dichtstbij-
zijnde officiële inzamelpunt zodat de verschillende materia-
len hergebruikt resp. verwerkt kunnen worden.
Het afgedankte apparaat
bevat nog waardevolle materialen; niet gewoon met het huis-
of grofvuil meegeven.
W Afgedankte apparaten onmiddellijk onbruikbaar maken,
stekker uit het stopcontact trekken en aansluitkabel
doorsnijden.
Verwijder een evt. snap- of grendelslot, zodat spelen-
de kinderen zich niet zelf kunnen insluiten - ze stik-
ken.
W Let erop dat het afgedankte apparaat totdat het wordt
weggevoerd naar een recycle- resp. inzamelpunt aan het
koelmiddelcircuit niet beschadigd wordt. Op deze wijze is
gewaarborgd dat het koelmiddel in het circuit of olie niet
ongecontroleerd vrijkomt.
- Nadere informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op
het typeplaatje. De warmte-isolatiestof is PU met pentaan.
- Informatie over ophaaldata of inzamelpunten verkrijgt u bij
de plaatselijke stadsreiniging of het gemeentelijke informa-
tiekantoor.
Technische veiligheid
W Om persoonlijk letsel en materiële schade te voor-
komen, het apparaat alleen verpakt transporteren en met
twee personen neerzetten.
W Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar.
W Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen. Eruit
spuitend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken of ontbran-
den.
W Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of ontste-
kingsbronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen,
stekker uit het stopcontact trekken en de ruimte goed venti-
leren.
W Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het aanslu-
iten - bij de leverancier reclameren.
W Om een veilig gebruik te waarborgen het apparaat alleen
volgens de informatie in de gebruiksaanwijzing monteren
en aansluiten.
W In geval van een storing het apparaat van het net loskoppe-
len: stekker uit het stopcontact trekken (hierbij niet aan de
aansluitkabel trekken) of zekering laten aanspringen resp.
eruit draaien.
W Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door
de technische dienst laten uitvoeren, daar anders
aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ont-
staan. Hetzelfde geldt voor het vervangen van het
netsnoer.
Veiligheid bij gebruik
W Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met brand-
bare drijfgassen, zoals butaan, propaan, pentaan enz., in
het apparaat. Eventueel vrijkomende gassen zouden door
elektrische componenten kunnen ontbranden. U herkent
dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte inhoudsver-
melding of aan een vlamsymbool.
W Producten met een hoog percentage alcohol alleen goed
afgesloten en staande bewaren.
W In het inwendige van het apparaat geen open vuur of ont-
stekingsbronnen gebruiken.
W Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken
(bijv. stoomreinigingsapparatuur, verwarmingsapparatuur,
ijsmakers enz.).
W Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leu-
nen misbruiken.
W Kinderen niet met het apparaat laten spelen, bijv. door ze
in laden te laten zitten of aan de deur laten hangen.
W Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes, na het
eruit nemen niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Door de lage temperaturen bestaat "Gevaar voor verbran-
ding".
W Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn,
ze kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken.
Opstellen
W Let er bij het opstellen/inbouwen op dat er geen leidingen
van het koelsysteem beschadigd raken.
W Schuif het apparaat in de nis. Verdraai de stelpoten
met de bijgevoegde steeksleutel 10 om het ap-
paraat stevig en waterpas op te stellen.
W Vermijd standplaatsen direct in het zonlicht, naast het for-
nuis, de radiator en dergelijke, evenals in vochtige omge-
vingen met spatwater.
Een ideale plaats voor het apparaat is de kelder.
W De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de
norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke
m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het koel-
middelcircuit geen ontvlambare gas-lucht-mengeling in de
plaatsingsruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie
over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typep-
laatje aan de binnenkant van het apparaat.
W Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer! Lees de
informatie in de opstel- en ombouwaanwijzingen.
W Plaats geen apparaten die warmte afgeven op de
koel- of vrieskast, bijv. magnetron, broodrooster enz.
W Als u de deur de eerste keer open doet, klikt de greep*
van de transport- in de gebruikspositie, hoorbaar door
een zachte klik.
W Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
Aansluiten
De stroom (wisselstroom) en spanning
op de opstelplaats moeten overeenkomen met de ge-
gevens op het typeplaatje. Dit bevindt zich op de linker
binnenkant van het apparaat, afb. A.
W Sluit het apparaat uitsluitend op een correct geïnstal-
leerd randaardestopcontact aan.
W Het stopcontact moet door een zekering van 10 A of meer
beveiligd zijn, niet door de achterkant van het apparaat be-
dekt worden en goed toegankelijk zijn.
W Het apparaat niet
- op stand-alone ondulatoren aansluiten*,
- in combinatie met zgn. energiebesparingsstekkers gebrui-
ken - de elektronica kan beschadigd worden,
- samen met andere apparaten aansluiten via een verleng-
kabel - gevaar voor oververhitting.
W Wanneer u het netsnoer afrolt adviseren wij u het kunststof
snoerhoudertje te verwijderen, om onnodig rammelen te
voorkomen.
29
GN/GNP..6
Ingebruikneming en controlepaneel
* afhankelijk van model en uitvoering
In- en uitschakelen
W Inschakelen: Druk op de Aan/Uit-toets 3; het temperatu-
urdisplay licht op/knippert.
- Bij de inbedrijfstelling en een warm apparaat zijn streepjes
zichtbaar, totdat een temperatuur onder 0 °C bereikt is.
- De verlichting brandt wanneer de deur geopend is.
W Uitschakelen: Druk ca. twee seconden op de Aan/Uit-to-
ets; het temperatuurdisplay gaat uit.
Temperatuur instellen
Het apparaat is standaard ingesteld voor normaal vriezen; wij
adviseren een temperatuur van -18 °C.
W Temperatuur verlagen/kouder:
Druk op de DOWN-insteltoets 2.
W Temperatuur verhogen/warmer:
Druk op de UP-insteltoets 2.
- Tijdens het instellen knippert de ingestelde tempera-
tuur op het temperatuurdisplay.
- De eerste keer dat u op een temperatuur-tiptoets drukt
toont het temperatuurdisplay de laatst ingestelde tempe-
ratuur.
- Door meermaals kort op een tiptoets te drukken, laat u de
ingestelde temperatuur in stapjes van 1 °C verspringen.
Houdt u de tiptoets langer ingedrukt dan verandert de
temperatuur doorlopend.
- Ca. 5 sec. na de laatste druk op een tiptoets schakelt de
elektronica automatisch om en wordt de daadwerkelijke
temperatuur van de levensmiddelen op dat moment ge-
toond.
- De temperatuur is instelbaar van -14 °C tot -28 °C.
Afhankelijk van de opstelplaats wordt de laagste tempera-
tuur ook daadwerkelijk bereikt of niet (staat het appa-raat
op een warme plaats dan wordt de laagste temperatuur
niet altijd bereikt).
Temperatuurdisplay
Bij normaal vriezen wordt de hoogste temperatuur 1 van
de ingevroren levensmiddelen getoond.
Het temperatuurdisplay knippert wanneer u
- de ingestelde temperatuur verandert en wanneer
- de temperatuur enkele graden gestegen is. Hierdoor wordt
u erop geattendeerd dat de temperatuur is opgelopen. Dit
kan gebeuren wanneer u verse levensmiddelen op kamer-
temperatuur in het apparaat gelegd hebt of wanneer u het
apparaat lang open liet staan en er warme lucht in kon stro-
men. In dit geval zorgt de ingebouwde elektronica er auto-
matisch voor dat de ingestelde temperatuur weer bereikt
wordt. De korte temperatuurstijging heeft geen gevolgen
voor de levensmiddelen.
W Verschijnt op het temperatuurdisplay een foutmelding
"F 1" tot "F 5" dan is sprake van een storing. Neem in dit ge-
val contact op met de technische dienst van de leverancier
van het apparaat. Wanneer u het nummer van de foutmel-
ding (bijv. "F2") noemt, kan men u snel van dienst zijn.
Alarm - geluidssignaal
Het alarm helpt u om de temperatuur van ingevroren levens-
middelen te bewaken en energie te besparen.
W Het alarm stopt wanneer u op de Alarm-toets 5 drukt en
- automatisch wanneer de temperatuur weer voldoende ver
gedaald is of de deur gesloten wordt.
Deuralarm
- Het apparaat geeft alarm wanneer de deur langer dan ca.
60 sec. openstaat.
Het alarm blijft ingeschakeld zolang de deur openstaat.
Door het sluiten van de deur is de alarmfunctie automa-
tisch gereed voor bedrijf.
Temperatuuralarm
- Het alarm blijft ingeschakeld zolang de levensmiddelen
niet koud genoeg zijn (afhankelijk van de ingestelde tem-
peratuur).
- Tegelijkertijd knippert het temperatuurdisplay.
Mogelijk oorzaak van het alarm:
- er werden warme, verse levensmiddelen in het apparaat
gelegd;
- bij het overpakken/eruit halen van levensmiddelen is te
veel warme lucht in het apparaat gestroomd.
Het temperatuurdisplay blijft knipperen totdat de alarmsitu-
atie beëindigd is. Vervolgens schakelt het display automatisch
op continu branden over en is het alarm weer gereed.
Indicatie bij stroomuitval/
FrostControl-melding
Staat op het display
dan betekent dit: De tempera-
tuur van de ingevroren levensmiddelen is door een stroomuit-
val, door een netspanningsonderbreking in de afgelopen uren
of dagen te ver opgelopen.
W Wanneer u tijdens de melding op de Alarm-toets 5
drukt, ziet u op het display hoe ver de temperatuur gedu-
rende de stroomonderbreking is opgelopen.
- Controleer, afhankelijk van de temperatuurstijging of zelfs
ontdooiing, of de levensmiddelen nog geschikt zijn voor
consumptie!
- De hoogste temperatuur tijdens de stroomonderbreking is
ca. 1 min. zichtbaar. Daarna toont het display weer de tem-
peratuur die de levensmiddelen op dat moment hebben.
Druk nogmaals op de Alarm-toets om de weergave van de
hoogste temperatuur voortijdig af te breken.
Zodra het apparaat weer stroom krijgt zal de ingestelde tem-
peratuur weer worden aangehouden.
Extra functies
Via de instelmodus kunt u gebruik maken van de kinderbe-
veiliging en de intensiteit van het display* veranderen:
Instelmodus activeren:
W SuperFrost-toets ca. 5 sec drukken - de SuperFrost-toets
knippert - het display toont c voor kinderbeveiliging.
Aanwijzing: de waarde die dient te worden veranderd knip-
pert.
W Door op de Up/Down-toets te drukken, de gewenste func-
tie kiezen:
c = kinderbeveiliging of h = lichtintensiteit.
W Nu door kort op de SuperFrost-toets te drukken, de functie
selecteren/bevestigen:
• Bij c = kinderbeveiliging door op de Up/Down-
toets te drukken c1 = kinderbeveiliging AAN
of c0 = kinderbeveiliging UIT kiezen en met de
SuperFrost-toets bevestigen. Als het symbool 6
oplicht, is de kinderbeveiliging actief.
• Bij h = lichtintensiteit door op de Up/Down-to-
ets te drukken h1 = minimale tot h5 = maximale
intensiteit selecteren en met de SuperFrost-toets
bevestigen.
Instelmodus verlaten:
W Door op de On/Off-toets te drukken, de instelmodus beein-
digen; na 2 min. schakelt de electronica automatisch om.
- Het standaard regelbedrijf is weer actief.
30
GN/GNP..6
W Blancheer groenten na het wassen en afmeten van de
porties door ze 2-3 minuten in kokend water onder te dom-
pelen en vervolgens snel onder koud water af te spoelen.
Gebruikt u een stoompan of magnetron, lees dan de bijbe-
horende gebruiksaanwijzing.
W Voeg geen zout of specerijen toe aan verse levensmidde-
len en te blancheren groente. Voeg aan overige levens-
middelen slechts weinig zout en specerijen toe: verschil-
lende specerijen veranderen door het invriezen van smaak.
W Vries geen flessen en pakken met koolzuurhoudende dran-
ken in aangezien deze kunnen exploderen. Haal flessen
die u snel wilt koelen uiterlijk na één uur al weer uit het
apparaat!
W Bewaren: De afzonderlijke laden en plateaus kunnen max.
25 kg levensmiddelen dragen.
W Als u het maximale volume wilt gebruiken, kunt u de laden
eruit nemen en de vriesproducten direct op de plateaus
be-waren.
W Laden eruit halen: trek de lade tot aan de aanslag naar
voren en til hem eruit.
- Als u de laden eruit neemt, moet u
erop letten dat u de luchtgaten van
de ventilator niet afdekt, dat is heel
belangrijk voor een goed functioneren
van het apparaat.
W Bewaar dezelfde soort levensmidde-
len altijd bij elkaar. Zo voorkomt u dat
de deur te lang open staat en bes-
paart u energie.
W Houd u aan de voorgeschreven bewaartijden.
W Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levensmiddelen uit
het apparaat als u direct nodig hebt. Verwerk eenmaal ont-
dooide levensmiddelen zo snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt ontdooi-
en:
- in een oven/heteluchtoven;
- in een magnetron;
- bij kamertemperatuur;
- in het koelgedeelte: de warmte die voor het ontdooien
nodig is, wordt aan de overige levensmiddelen onttrokken.
- Reeds enigszins ontdooide platte porties vlees en vis kun-
nen heet bereid worden.
- Groenten kunt u direct bereiden, zonder dat u ze ontdooit
(in de helft van de tijd die normaal nodig is om gaar te
worden).
SuperFrost, aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
SuperFrost
Afb. A1
Met de SuperFrost-functie zorgt u ervoor dat verse levens-
middelen zo snel mogelijk door en door bevriezen, terwijl
reeds ingevroren levensmiddelen een "koudereserve" krijgen.
Zo blijven voedingswaarde, uiterlijk en smaak van de ingevro-
ren levensmiddelen het beste bewaard.
W Op het typeplaatje (zie afb. A2, 4, onder "Invriescapaciteit
... kg/24h") vindt u hoeveel kilo verse levensmiddelen u
binnen 24 uur maximal kunt invriezen. De invriescapaciteit
is afhankelijk van het model en de klimaatklasse van het
apparaat.
Invriezen met SuperFrost
W Druk kort op de SuperFrost-toets 4 zodat ze op-
licht.
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met maxi-
male koeling.
W Bij een geringe hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen
ca. 6 uur wachten/voorvriezen - gewoonlijk is dit lang geno-
eg. Wacht bij de maximale hoeveelheid levensmiddelen,
zie het typeplaatje onder "Invriescapaciteit", ca. 24 uur.
W Daarna de verse levensmiddelen erin leggen, bij voorkeur
in de bovenste laden.
Vries bij de maximale hoeveelheid de verpakte levens-
middelen zonder laden in. Leg ze direct op de plateaus en
na het invriezen in de laden!
- SuperFrost wordt automatisch uitgeschakeld, afhanke-
lijk van de ingevroren hoeveelheid (variërend van 30 tot
65 uur). Het invriesproces is voltooid - de SuperFrost-
toets is donker - het apparaat werkt weer in de normale
energiebesparende stand.
Opmerking: Bij SuperFrost werkt het apparaat met
de maximale koelcapaciteit, de geluiden van het
koelaggregaat kunnen tijdelijk luider zijn.
Schakel SuperFrost niet in
- wanneer u reeds ingevroren diepvriesproducten in het
apparaat legt;
- bij het in vriezen van minder dan 2 kg verse levens-
middelen per dag.
Aanwijzingen voor het invriezen en
bewaren
W De volgende levensmiddelen kunt u invriezen: vlees,
wild, gevogelte, verse vis, groente, fruit, zuivelproducten,
brood, bakkerijproducten, kant-en-klare maaltijden.
Ongeschikt zijn: kropsla, rammenas, druiven, hele appels
en peren, vet vlees.
W Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diepvriesz-
akjes, voor hergebruik geschikte koelkastdozen van kunst-
stof of metaal (bijv. aluminium).
W Breng in te vriezen levensmiddelen nooit in contact met
ingevroren levensmiddelen. Leg uitsluitend droge verpak-
kingen in het apparaat zodat ze niet aan elkaar kunnen
vastvriezen.
W Schrijf altijd de invriesdatum en inhoud op de verpakkin-
gen. Houd u aan de maximale houdbaarheid om kwaliteits-
verlies te voorkomen.
W Verpak levensmiddelen die u zelf invriest altijd in afgeme-
ten porties. Houd bij voorkeur de volgende hoeveelheden
per portie aan, om de porties meteen door en door te laten
bevriezen:
- fruit, groente: max. 1 kg,
- vlees: max. 2,5 kg.
31
GN/GNP..6
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering
Het info-systeem*
De ingevroren levensmiddelen moeten binnen de aanbevolen
bewaartijd worden gebruikt. De getallen tussen de symbolen
staan voor de bewaarduur in maanden voor meerdere soor-
ten diepvriesproducten.
De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden voor vers in te
vriezen levensmiddelen. Of de minimale of maximale bewaar-
tijd geldig is, hangt van de kwaliteit van de levensmiddelen
en de voorbehandeling af. Houd voor de wat vettere levens-
middelen altijd de minimale bewaartijd aan.
Het invriesplateau*
Hiermee vriest u bessen, kruiden, groenten en andere kleine
diepvriesproducten in. De levensmiddelen behouden hun
vorm en zijn later eenvoudiger in porties te verdelen.
W Verdeel de diepvriesproducten losjes over het invriespla-
teau, afb. H.
W Laat de levensmiddelen 10 à 12 uur invriezen, stop ze ver-
volgens in een diepvriesdoos of -zak en leg ze in een lade.
W Ontdooien: Spreid de ingevroren levensmiddelen losjes
naast elkaar uit.
De koudeaccu's*
voorkomen bij stroomuitval dat de temperatuur te snel oploopt
- de kwaliteit van de levensmiddelen blijft beter bewaard.
W De koudeaccu's kunt u ruimtebesparend in het invriespla-
teau invriezen en bewaren, afb. I.
- Wilt u ingevroren levensmiddelen bij een eventuele storing
zo lang mogelijk kunnen bewaren, leg dan de bevroren
accu's in de bovenste lade direct op de levensmiddelen.
IJsblokjes maken
W Aanzetbout naar beneden drukken.
W IJsblokjeshouder met water vullen. Overtollig water vloeit
via de afvoeropening weg.
W Aanzetbout naar boven drukken.
W IJsblokjeshouder in het apparaat zetten en laten bevriezen.
W Vervorm de houder enigszins om de ijsblokjes eruit te laten
springen of houd hem even onder stromend water.
VarioSpace*
- Als u een lade en een draagplateau eruit neemt, krijgt u
over twee ladehoogtes plaats voor grote diepvriespro-
ducten. Gevogelte, vlees, grote stukken wild bijvoor-beeld
kunnen onverdeeld worden ingevroren en als "ge-heel"
verder worden verwerkt. Ook hoge bakproducten en ijsver-
pakkingen kunt u zonder problemen bewaren.
W Voorbeeld (afb. K1/2): Neem de derde en de vierde lade
eruit, druk het borghaakje - achteraan onder het plateau -
omlaag en trek het draagplateau er naar voren uit. Plaats
de derde lade terug en leg er hoge diepvriesproducten op.
- Als u het draagplateau er terug inschuift, moet u het bor-
ghaakje horen klikken.
De verlichting
wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat
langer dan ca. 15 minuten open staat. Gaat de verlichting niet
automatisch aan wanneer u het apparaat opent maar is het
temperatuurdisplay wel verlicht, dan is de gloeilamp mis-
schien defect.
Vervangen van de gloeilamp:
W Type gloeilamp: max. 25 W, de stroom en spanning mo-
eten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
Gebruik enkel gloeilampen met dezelfde afmeting. E14-fit-
ting.
W Schakel het apparaat uit. Trek de stekker uit het stop-
contact of schakel de zekering in de meterkast uit.
W Vervang de gloeilamp onder het bedieningspaneel volgens
de afbeelding.
kant-en-klare
maaltijden
ijs
vis
varkensvlees
fruit
groente
worstjes
brood
paddestoelen
wild
gevogelte
rund-/kalfs-
vlees
32
GN/GNP..6
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levens-duur
gegarandeerd is.
Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of
deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is
dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de garantie-
termijn - de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Storing - mogelijke oorzak en oplossing
Het apparaat werkt niet, het display blijft donker.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
De verlichting brandt niet.
- Is het apparaat ingeschakeld?
- Stond de deur langer dan 15 min. open?
- Is het gloeilampje defect? Controleer het lampje als onder
"Verlichting" beschreven en vervang het indien nodig.
Het apparaat maakt te veel lawaai.
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden
meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende
aggregaat aan het trillen gebracht?
Schuif het apparaat eventueel iets weg, stel het met de stel-
poten waterpas, zet de flessen en verpakkingen van elkaar
af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen)
veroorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit
stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder
als het aggregaat wordt ingeschakeld. Bij een ingeschakel-
de SuperFrost, net erin gelegde levensmiddelen of nadat de
deur lang openstond, neemt de koelcapaciteit automatisch
toe.
Het apparaat geeft een alarmsignaal, de temperatuur is
niet laag genoeg.
- Hebt u er een te grote hoeveelheid verse levensmiddelen
ingelegt zonder SuperFrost? (zie passage "SuperFrost")
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Is er voldoende be- en ontluchting?
Ventilatierooster eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog? (zie passage "Bepalin-
gen")
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur vanzelf
weer wordt bereikt.
Op het display staat
.
- De stroom was uitgevallen. Handel als onder "Indicatie bij
stroomuitval/FrostControl-melding" beschreven.
Apparaat voelt aan de buitenkant op sommige plekken
warm aan.
- Dat is helemaal in orde. De warmte van het koelmiddel-cir-
cuit wordt gebruikt ter voorkoming van condenswater.
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorzaken
vaststellen en de storing niet zelf verhelpen of
verschijnt op het temperatuurdisplay een foutmelding
"F 1 " tot " F 5" dan is er sprake van een storing. Neem in dit
geval contact op met de dichtstbijzijnde
technische dienst (zie bijgevoegd over-
zicht). Geef het nummer van de foutmel-
ding (F1 enz.) door evenals de volgende
gegevens op het typeplaatje, afb. A2:
de typeaanduiding 1,
het servicenummer 2,
het apparaatnummer 3.
Hierdoor wordt een snelle en efficiënte service mogelijk. Het
typeplaatje vindt u op de linker binnenkant van het apparaat.
Laat het apparaat dicht tot de klantendienst komt om een nog
groter koudeverlies te vermijden.
Storingen - Problemen?Reinigen
Tips voor het ontdooien
Het NoFrost-systeem zorgt ervoor dat het apparaat automa-
tisch wordt ontdooid.
Het vrijkomende vocht slaat op de verdamper neer, wordt
periodiek ontdooid en verdampt.
Door de automatische ontdooiing blijft de diepvrieskast altijd
vrij van ijs en kan het tijdrovende en moeizame handmatige
ontdooien achterwege blijven.
Reinigen
W Trek altijd de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit, voor-
dat u het apparaat schoonmaakt.
W Buitenwand, binnenruimte en delen van het interieur met
lauwwarm water en een beetje schoonmaakmiddel met de
hand reinigen.
- Niet met stoomreinigingsapparatuur werken - gevaar voor
verwonding en beschadiging!
- Gebruik nooit schurende/krassende sponsjes of gecon-
centreerde schoonmaakmiddelen en gebruik geen produc-
ten die zand, zuren of chemische oplosmiddelen bevatten.
W Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een pH-neu-
trale allesreiniger.
- Gebruik in de binnenruimte van het apparaat enkel levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
- Let erop dat er geen water in de ventilatieroosters of elek-
trische delen dringt. Maak het apparat goed droog met een
doek.
- Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat nooit: het is belangrijk voor de technische
dienst.
W Maak het aggregaat en de warmtewisselaar (het metalen
rooster aan de achterkant van het apparaat) minimaal één
keer per jaar stofvrij en schoon. Stof
verhoogt het energieverbruik.
W Let erop dat u geen kabels of andere
onderdelen lostrekt, knikt of bescha-
digt.
W Steek vervolgens de stekker weer in
het stopcontact (of schakel de zeke-
ring in de meterkast weer in) en scha-
kel het apparaat in. Schakel de SuperFrost-functie in en
leg de levensmiddelen weer terug in het apparaat zodra de
temperatuur begint te dalen.
Moet het apparaat voor langere tijd uitgeschakeld worden,
maak het dan leeg, trek de stekker uit het stopcontact, maak
het op de hierboven beschreven manier schoon en laat de
deur van het apparaat open staan om geurvorming te voorko-
men.
33
GN/GNP..6
Opstel- en ombouwaanwijzingen
Afmetingen van het apparaat
De uitwendige afmetingen van het apparaat vindt u in afb. S en
de onderstaande tabel.
Model, bruto-inhoud (l) hoogte H
(zie typeplaatje) (mm)
190 (20..) 1250
236 (24..) 1447
282 (29..) 1644
327 (33..) 1841
Opstelaanwijzing
- Modellen zonder zijwandverwarming niet side-by-side
met een andere koel-/vrieskast plaatsen! Belangrijk voor
het vermijden van condensatiewater en daaruit resulte-ren-
de schade.
- Modellen met zijwandverwarming zijn voor het side-by-
side plaatsen gemaakt; ze zijn voor de combinatie met een
koelapparaat geconcipieerd.
Voor meer informatie kunt u bij uw vakhandelaar terecht.
Bevestigingsaanwijzingen vindt u in het accessoire-zakje.
Draairichting deur veranderen
Desgewenst kan de draairichting worden veranderd:
W Open de deur en de plint 1 m.b.v. een schroevendraaier
aan de scharnierkant uitklinken en naar voren uittrekken.
- Wip de afdekking 2 met een schroevendraaier los.
Sluit de deur.
- Draai schroef M5 3 eruit.
W Trek de scharnierbasis 4 en de lagerpen 5 er naar bene-
den uit, zwenk ze eruit en verwijder ze.
W Open de deur, kantel de onderzijde eruit en til de deur
weg, let hierbij op de afstandsring 6.
W Zet alle lagerdelen naar de andere kant over:
- Afdekkingen 8 met een schroevendraaier naar voren
uitklinken en schuin naar beneden verwijderen. Lagerpen
7 uitdraaien en op de andere kant indraaien. Daartoe het
inbusgedeelte van de bijgaande steeksleutel (sleutel 5)
gebruiken. Afdekkingen 8 opnieuw monteren: achteraan
inzetten en vooraan inklinken.
- Onder: met een schroevendraaier het afstandsstuk 9
verwijderen en aan de tegenovergestelde kant monteren.
W Deur weer monteren:
- Wip de stopjes bo uit de lagerbussen van de deur en zet
ze naar de andere kant over.
- Hang de deur over de lagerpen 7, let hierbij op de af-
standsring 6, sluit de deur.
- Draai de scharnierbasis 4 180°, trek de lagerpen 5 eruit
en zet hem omgekeerd weer terug. Monteer beide delen
in het scharnier bp: schuif de pen door het scharnier in het
deurlager, zwenk de scharnierbasis erin, schuif hem om-
hoog en monteer hem met de schroef 3 voor.
W Lijn de deur via het sleufgat in het scharnier bp uit ten
opzichte van de behuizing, draai vervolgens de schroef 3
stevig vast.
W Schuif de plint 1 erop en druk hem vast.
W Open de deur en zet afdekking 2 van voren in de plint en
druk hem achter vast.
W Deurgreep bl en stopjes bm van plaats veranderen*. Zet
de deur open en klik de drukplaatjes* bn vanvoor voorzich-
tig uit en schuif ze zijlings weg; schroef de greep eraf.
Bij het monteren omgekeerd te werk gaan: schuif de druk-
plaatjes eraan en let op een juist inklikken.
_______________________________________________
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip
voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moe-
ten voorbehouden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9

Liebherr GNP 2076 de handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor