46
NL
4 - NORMAAL ONDERHOUD
4.1 - FILTER SCHOONMAKEN
De filter is aangebracht in het onderste deel van het
laadvenster van de droogtrommel. Om hem schoon
te maken:
— De filter uit zijn holte halen door hem van beneden
naar boven te trekken
(Fig. 4.1.1).
— de filter openen en de filter schoonmaken door het
dunne laagje pluisjes dat zich erop heeft vastgezet,
te verwijderen
(Fig. 4.1.2).
— Zet hem terug op zijn plaats en druk hem stevig
aan.
De filter mag absoluut niet onder de kraan
worden gereinigd (Fig. 4.1.3).
Wij herinneren u eraan dat de filter na iedere
droogcyclus moet worden schoongemaakt.
4.2 - LEGEN OPVANGBAK
De bak is gelegen aan de boven-of onderkant van
het toestel (volgende model). Het herstelt het ont-
trokken water uit kleding tijdens het drogen.
— Om deze bak te legen, moet u hem uit zijn holte
halen door hem naar u toe te trekken
(Fig. 4.2.1).
De opvangbak moet na iedere droogcyclus
worden geleegd (Fig. 4.2.2).
— Bij vorstgevaar: als er vorstgevaar bestaat, moet
u de wateropvangbak legen.
— Verplaatsen van het apparaat: eerst de waterop-
vangbak legen voordat u het apparaat gaat ver-
plaatsen of laat kantelen.
4.3 - SCHOONMAKEN VAN DE CONDENSOR
De condensor moet twee keer per maand
worden schoongemaakt.
— Het snoer uit de contactdoos halen voordat u de
condensor schoon gaat maken.
Om hem schoon te maken:
— Het rooster aan de voorzijde van het apparaat
laten kantelen.
— De condensor loshalen en hem er voorzichtig uit
halen
(Fig. 4.3.1).
— Het pluis van de condensor afhalen en hem alleen
schoonmaken met water onder de kraan
(Fig. 4.3.2).
Na het schoonmaken controleren of alle buizen
“ontstopt” zijn en of de ribben schoon zijn.
— Hem voorzichtig opwrijven.
De condensor terugmonteren, vergrendelen
en het rooster weer op zijn plaats vastklip-
pen.
4.4 - SCHOONMAKEN VAN HET APPARAAT
Om het bedieningspaneel, de rand van de trommel,
de behuizing schoon te maken mag u alleen een
spons of een vochtige doek gebruiken met water en
vloeibare zeep.
— Zorg ervoor dat er zich geen afval opeen kan
hopen om de droogtrommel heen.
— De afdichting van het laadvenster schoonmaken
met een vochtige doek.
— U moet het filtervakje één keer per jaar met de
stofzuiger schoonmaken.
— Nooit en te nimmer, gebruiken schuurpoeder,
sponsjes van metaal of plastic en producten op
alcoholbasis (alcohol, verdunner enz..) (Fig. 4.4).
4.5 - RECHTSTREEKSE AFVOER VAN HET
CONDENSVOCHT
(Lade top modellen)
Om te voorkomen dat u de wateropvangbak na
iedere cyclus moet legen, kunt u het condenswater
direct op het riool aansluiten met behulp van de kit
(*) die hiervoor beschikbaar is (slang + Deflector).
Hiertoe:
— Moet u de bestaande slang loshalen en hem
in het apparaat duwen
(Fig. 4.5.1).
— Klik de deflector boven op de pomp
(Fig.
4.5.1).
— de slang van de kit aansluiten op het
opzetstuk van het apparaat
(Fig. 4.5.2).
U kunt het uiteinde van de afvoerslang aansluiten
ofwel:
- op een geventileerde sifon
(Fig. 4.5.3).
- op de sifon van de gootsteen
(Fig. 4.5.4).
Bij het aansluiten van de slang op de sifon moet u
de afsluiter van de sifon verwijderen. Dan het rubber
uiteinde er helemaal in steken. Zonodig een klem-
beugel aanbrengen
(Fig. 4.5.4).
— (*) Deze kit wordt geleverd met het apparaat of
is beschikbaar bij de Dienst Na Verkoop (naarge-
lang model).
— Deflector moet absoluut voor de aansluiting van
de afvoerslang worden geplaatst om te voorko-
men dat het water opspat in het geval de slang los-
schiet.
4.6 - VERVANGEN VAN DE GLOEILAMP
(
modelltől
függően
)
U kunt zelf de gloeilamp van het type E14-15W/230V
vervangen
(Fig. 1.1)
. Ga als volgt te werk:
Het afdekkapje dat zich bevindt aan de linkerkant in
het apparaat losdraaien.
— De stukke gloeilamp losdraaien en vervangen.
— Het afdekkapje weer op zijn plaats brengen.
G
DDCC
BB
AA
Belangrijk
:
Het netsnoer uit de contactdoos
halen voordat u de gloeilamp gaat vervan-
gen. Het lampje moet KOUD vervangen worden.