Free-standing upright freezer

Siemens Free-standing upright freezer, GS36DPI20/10, KA99DPI25(00) Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Siemens Free-standing upright freezer Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
GH *HEUDXFKVDQOHLWXQJ
HQ ,QVWUXFWLRQIRU8VH
IU 0RGHG·HPSORL
LW ,VWUX]LRQLSHU,XVR
QO *HEUXLNVDDQZLM]LQJ
Gefriergerät
Freezer
Congélateur
Congelatore
Vriesapparaat
GS..D..
nl Inhoud
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen ............................. 92
Aanwijzingen over de afvoer .............. 95
Omvang van de levering .................... 95
Let op de omgevingstemperatuur
en de beluchting .................................. 96
Apparaat aansluiten ............................ 96
Kennismaking met het apparaat ....... 98
Inschakelen van het apparaat ........... 98
Instellen van de temperatuur ............. 99
Alarm function ...................................... 99
Netto-inhoud ....................................... 100
De diepvriesruimte ............................ 101
Maximale invriescapaciteit .............. 101
Invriezen en opslaan ........................ 101
Verse levensmiddelen invriezen ..... 101
Supervriezen ...................................... 102
Ontdooien van diepvrieswaren ...... 103
IJsdispenser ....................................... 103
Uitvoering ........................................... 105
Apparaat uitschakelen en buiten
werking stellen .................................. 105
Ontdooien ........................................... 106
Schoonmaken van het apparaat ... 106
Verlichting (LED) ............................... 107
Energie besparen ............................. 108
Bedrijfsgeluiden ................................ 108
Kleine storingen zelf verhelpen ...... 109
Zelftest apparaat ............................... 112
Aqua-Stop garantie ........................... 113
Klantenservice ................................... 113
nl
92
nlInhoud
nlGebruiksaanwijzing
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing
en het installatievoorschrift
nauwkeurig door. U vindt daarin
belangrijke informatie over
plaatsing, gebruik en onderhoud
van het apparaat.
De fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid als
de aanwijzingen
en waarschuwingen
in de gebruiksaanwijzing niet
in acht worden genomen.
Bewaar de gebruiksaanwijzing
en het montagevoorschrift voor
later gebruik of voor een
eventuele latere bezitter.
Technische veiligheid
Door de leidingen van het
koelcircuit stroomt een kleine
hoeveelheid milieuvriendelijk,
maar brandbaar koelmiddel
(R600a). Dit is niet schadelijk
voor de ozonlaag en verhoogt
het broeikaseffect niet.
Vrijkomend koelmiddel kan
echter oogletsel veroorzaken of
vlam vatten.
Bij beschadiging
Open vuur of andere
ontstekingsbronnen uit
de buurt van het apparaat
houden;
Ruimte gedurende een paar
minuten goed luchten;
Apparaat uitschakelen
en de stekker uit het
stopcontact trekken;
Contact opnemen met
de Servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het
apparaat bevat, des te groter
moet de ruimte zijn waarin het
apparaat wordt opgesteld.
In een te kleine ruimte kan bij
een lek een ontvlambaar
mengsel van gas en lucht
ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het
vertrek minstens 1 m³ groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel
in uw apparaat vindt u op het
typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat.
Als de aansluitkabel van het
apparaat beschadigd raakt,
moet deze worden vervangen
door de fabrikant, de
klantenservice of een andere
gekwalificeerde persoon.
Onvakkundige installatie en
reparaties kunnen groot gevaar
opleveren voor de bezitter.
nl
93
Reparaties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door de
fabrikant, de klantenservice of
een andere gekwalificeerde
persoon.
Er mogen alleen originele
onderdelen van de fabrikant
gebruikt worden. Alleen bij deze
onderdelen garandeert de
fabrikant dat ze aan de
veiligheidseisen voldoen.
Gebruik geen meervoudige
stopcontacten, verlengsnoeren
of adapters.
Bij het gebruik
Nooit elektrische apparaten in
het apparaat gebruiken (bijv.
verwarmingsapparaten,
elektrische ijsmaker etc.).
Explosiegevaar!
Het apparaat nooit met een
stoomreiniger ontdooien of
schoonmaken! De hete stoom
kan in de elektrische
onderdelen terechtkomen en
kortsluiting veroorzaken.
Gevaar van elektrische schok!
Gebruik geen puntige of
scherpe voorwerpen om een
laag ijs of rijp te verwijderen.
U kunt hierdoor de
koelleidingen beschadigen.
Koelmiddel dat naar buiten
spuit kan vlam vatten oftot
oogletsel leiden.
Geen producten met
brandbare drijfgassen (bijv.
spuitbussen) en geen
explosieve stoffen in het
apparaat opslaan.
Explosiegevaar!
Plint, uittrekbare manden of
laden, deuren etc. niet als
opstapje gebruiken of om op
te leunen.
Om te ontdooien of schoon
te maken: stekker uit
het stopcontact trekken resp.
de zekering uitschakelen of
losdraaien. Altijd aan de
stekker trekken, nooit aan
de aansluitkabel.
Dranken met een hoog
alcoholpercentage altijd goed
afgesloten en staand
bewaren.
Geen olie of vet gebruiken op
kunststof onderdelen en
deurdichtingen. Ze kunnen
poreus worden.
De be- en
ontluchtingsopeningen van
het apparaat nooit afdekken.
Vermijden van risico's voor
kinderen en kwetsbare
personen:
Kwetsbaar zijn kinderen/
personen met lichamelijke,
geestelijke of zintuigelijk
beperkingen, evenals
personen die onvoldoende
kennis hebben over de veilige
bediening van het apparaat.
nl
94
Zorg ervoor dat kinderen en
kwetsbare personen begrijpen
wat de gevaren zijn.
Een voor de veiligheid
verantwoordelijke persoon
moet toezicht houden op
kinderen en kwetsbare
personen bij het apparaat of
hen instrueren.
Alleen kinderen vanaf 8 jaar
het apparaat laten gebruiken.
Bij reiniging en onderhoud
toezicht houden op kinderen.
Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen.
Flessen en blikjes met
vloeistoffen – vooral
koolzuurhoudende dranken –
niet in de diepvriesruimte
opslaan. Flessen en potten
kunnen barsten!
Diepvrieswaren nadat u ze uit
de diepvriesruimte hebt
gehaald, nooit onmiddellijk in
de mond nemen.
Kans op vrieswonden!
Vermijd langdurig contact van
uw handen met de
diepvrieswaren, ijs of de
verdamperbuizen enz.
Kans op vrieswonden!
Kinderen in het huishouden
Verpakkingsmateriaal en
onderdelen ervan zijn geen
speelgoed voor kinderen.
Verstikkingsgevaar door
opvouwbare kartonnen dozen
en folie!
Het apparaat is geen
speelgoed voor kinderen!
Bij een apparaat met deurslot:
sleutel buiten het bereik van
kinderen bewaren!
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt
voor het invriezen van
levensmiddelen,
voor het bereiden van ijs.
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het huishouden
en de huiselijke omgeving.
Het apparaat is ontstoord
volgens EU richtlijn 2004/108/
EC.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan
de veiligheidsbepalingen voor
elektrische apparaten
(EN 60335-2-24).
Dit apparaat is bestemd voor
gebruik tot op hoogten van
maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
nl
95
Aanwijzingen over
de afvoer
* Afvoeren van de verpakking
van uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat
tegen transportschade. De gebruikte
materialen zijn onschadelijk voor het
milieu en kunnen opnieuw worden
gebruikt. Help daarom mee en zorg
dat de verpakking milieuvriendelijk wordt
afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier
of bij de reinigingsdienst
in uw gemeente informeren hoe
u uw oude apparaat en het
verpakkingsmateriaal van het nieuwe
apparaat kunt (laten) afvoeren voor een
milieuvriendelijke verwerking.
* Afvoeren van uw oude
apparaat
Oude apparaten zijn geen waardeloos
afval! Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen worden
teruggewonnen.
m Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen
met de stekker verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet
eruit halen om het kinderen moeilijk
te maken erin te klimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte
apparaat spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel
en in de isolatie gas. Die zorgvuldig
moeten worden afgevoerd. Met het oog
op een doelmatige en milieuvriendelijke
afvoer mogen de leidingen van het
koelcircuit tot het moment van transport
niet beschadigd worden.
Omvang van
de levering
Controleer na het uitpakken alle
onderdelen op eventuele
transportschade.
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel
waar u het apparaat hebt aangeschaft of
bij onze klantenservice.
De levering bestaat uit de volgende
onderdelen:
Vrijstaand apparaat
Uitrusting (modelafhankelijk)
Zakje met montagemateriaal
Gebruiksaanwijzing
Montagevoorschrift
Klantenserviceboekje
Garantiebijlage
Informatie over energieverbruik en
geluiden
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de
Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte
elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and
electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan
voor de in de EU geldige
terugneming en verwerking van
oude apparaten.
nl
96
Let op
de omgevingstemperat
uur en de beluchting
Omgevingstemperatuur
Het apparaat is voor een bepaalde
klimaatklasse geconstrueerd. Afhankelijk
van de klimaatklasse kan het apparaat
bij de volgende omgevingstemperaturen
gebruikt worden.
De klimaatklasse staat op
het typeplaatje, afb. *.
Aanwijzing
Het apparaat is volledig functioneel
binnen de binnentemperatuurgrenzen
van de aangegeven klimaatklasse.
Wanneer een apparaat uit klimaatklasse
SN wordt gebruikt bij een lagere
binnentemperatuur, kunnen
beschadigingen aan het apparaat
worden uitgesloten tot een temperatuur
van +5 °C.
Beluchting
Afb. #
De lucht aan de achterzijde van
het apparaat wordt warm. De verwarmde
lucht moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden. Anders moet de
koelmachine meer presteren. Waardoor
het energieverbruik toeneemt. De
be en ontluchtingsopeningen mogen dan
ook nooit worden afgedekt!
Apparaat aansluiten
Het apparaat door een vakman volgens
bijgesloten montagehandleiding laten
plaatsen en aansluiten.
De transportbeveiligingen van
de legplateaus en de voorraadvakken
pas na plaatsing van het apparaat
verwijderen.
Het apparaat eerst op de waterleiding
aansluiten, daarna pas op
het elektriciteitsnet.
Naast de wettelijk voorgeschreven
nationale voorschriften moeten ook
de aansluitvoorwaarden van
het plaatselijke elektriciteits- en
waterleidingbedrijf in acht worden
genomen.
Na het plaatsen van het apparaat moet u
minimaal 1 uur wachten voordat u het
apparaat in gebruik neemt. Tijdens het
transport kan het gebeuren dat de olie
van de compressor in het koelsysteem
terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte
van het apparaat schoonmaken (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van
het apparaat”).
Wateraansluiting
De wateraansluiting mag alleen door een
vakkundig monteur volgens
de plaatselijke voorschriften van
het waterleidingbedrijf worden
uitgevoerd.
De waterkraan moet zich in de buurt van
het apparaat bevinden en moet ook na
plaatsing van het apparaat goed
toegankelijk zijn.
De bijgevoegde slangenset heeft een
lengte van 2 meter.
Klimaatklasse Toelaatbare
omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot 32 °C
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
nl
97
m Attentie
Voor de aansluiting op het drinkwaternet
uitsluitend de bijgevoegde of een bij de
klantenservice gekochte slangenset
gebruiken.
In geen geval aanwezige of reeds
gebruikte slangensets gebruiken.
Het apparaat alleen aansluiten op een
drinkwaterleiding:
Min. druk: 0,2 MPa (2 bar)
Max. druk: 0,8 MPa (8 bar)
Druk hoger dan 0,8 MPa (8 bar):
drukbegrenzer installeren tussen de
drinkwateraansluiting en
de slangenset
m Attentie
Watertoevoerslang niet knikken,
afknellen, wijzigen of doorsnijden! Afb. (
Aanwijzing
De maximale uitwendige diameter van
de waterleiding (zonder
verbindingsstukken) bedraagt 25 mm.
m Attentie
Controleer na de eerste afname de
dichtheid van de aansluitingen! Afb. )
Elektrische aansluiting
Het stopcontact moet zich in de buurt
van het apparaat bevinden en ook na het
opstellen van het apparaat goed
bereikbaar zijn.
m Waarschuwing
Gevaar voor een elektrische schok!
Gebruik, indien het aansluitsnoer niet
lang genoeg is, in geen geval
meervoudige stopcontacten of
verlengsnoeren. Neem in plaats daarvan
contact op met de klantenservice voor
alternatieve oplossingen.
Het apparaat voldoet aan
beschermklasse I. Sluit het apparaat aan
op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd 220–240 V/50 Hz
wisselstroomstopcontact met
aardleiding. Het stopcontact moet zijn
beveiligd met een zekering van 10 A tot
16 A.
Controleer bij apparaten die in niet
Europese landen worden gebruikt of de
aansluitspanning en de stroomsoort
overeenkomen met de waarden van uw
elektriciteitsnet. U vindt deze gegevens
op het typeplaatje, afb. *.
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval worden
aangesloten op elektronische
energiebesparingsstekkers.
Voor onze apparaten kunnen
netvoedingsinverters en sinusinverters
worden gebruikt. Netvoedingsinverters
worden gebruikt bij fotovoltaïsche
installaties die rechtstreeks zijn
aangesloten op het openbare
elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen
(bijv. op schepen of in berghutten) die
geen rechtstreekse aansluiting op het
openbare elektriciteitsnet hebben, moet
een sinusinverter worden gebruikt.
nl
98
Kennismaking met
het apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
De uitrusting van de modellen kan
variëren.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
Afb. !
* Niet bij alle modellen.
Bedieningselementen
Afb. "
Inschakelen van
het apparaat
Afb. "
Het apparaat met de insteltoets 1
inschakelen.
Er is een alarmsignaal te horen. De
temperatuurindicatie 4 knippert en de
alarmtoets 5 brandt.
Druk de alarmtoets 5 in. Het
alarmsignaal wordt uitgeschakeld.
Zodra de vriesruimte de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, gaat
temperatuurindicatie 4 branden.
1-5 Bedieningselementen
6 Verlichting (LED)
7 NoFrost-systeem
8 Klep van het vriesvak
9 Glasplaat
10 IJsbereider/ijsblokjesreservoir
11 Diepvrieslade (klein)
12 Diepvrieslade (groot)
13* Koude-accu
14 Schroefvoetjes
15 IJsdispenser
16 Deurontluchting
1 Toets Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit
te schakelen.
2 Toets „super”
Om het supervriessysteem in en
uit te schakelen.
Brandt alleen als het
supervriessysteem
is ingeschakeld.
3 Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
gewenste temperatuur ingesteld.
4 Temperatuurindicatie
Geeft de ingestelde temperatuur
van de diepvriesruimte aan.
5 Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).
nl
99
Aanwijzingen bij het gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
uren duren voordat de ingestelde
temperatuur is bereikt. Vóór die tijd
geen levensmiddelen in het apparaat
leggen.
Door het volledig automatische
NoFrost systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is niet nodig.
De voorzijde van het apparaat achter
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van
de deurafdichting wordt voorkomen.
Wanneer de deur van
de diepvriesruimte na het sluiten niet
direct weer geopend kan worden,
dient u even te wachten tot
de onderdruk is verdwenen.
Instellen van
de temperatuur
Afb. "
Diepvriesruimte
De temperatuur is instelbaar van -16 °C
tot -26 °C.
Temperatuur-insteltoets 3 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de diepvriesruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen. De ingestelde
temperatuur wordt aangegeven op de
temperatuurindicatie 4.
Alarm function
In de volgende gevallen kan het alarm
afgaan.
Deuralarm
Het deuralarm (aanhoudend
geluidssignaal) wordt ingeschakeld
wanneer de deur van het apparaat
langer dan een minuut openstaat. Door
de deur te sluiten wordt het alarmsignaal
weer uitgeschakeld.
Ontdooialarm
Na indrukken van de toets alarm 5, geeft
de temperatuurindicatie gedurende vijf
seconden de warmste temperatuur aan
die in de diepvriesruimte heeft geheerst.
Hierna wordt deze waarde gewist.
Indicatie 4 geeft zonder te knipperen
de ingestelde temperatuur
in de diepvriesruimte aan.
Vanaf dit moment wordt de warmste
temperatuur opnieuw bepaald en
in het geheugen opgeslagen.
Temperatuuralarm
Het temperatuuralarm wordt
ingeschakeld als het
in de diepvriesruimte te warm
is waardoor de diepvrieswaren kunnen
ontdooien.
De temperatuurindicatie 4 knippert en
de alarmtoets 5 brandt.
Zonder gevaar voor de diepvrieswaren
kan het alarm automatisch inschakelen:
bij het in gebruik nemen van het
apparaat,
bij het inladen van grote
hoeveelheden verse levensmiddelen,
als de deur van de diepvriesruimte te
lang geopend werd.
nl
100
Stroomuitval-alarm
Afb. "
Het stroomuitval-alarm wordt
ingeschakeld als het door het uitvallen
van de stroom in het apparaat te warm
wordt en de levensmiddelen gevaar
lopen.
De alarmtoets 5 brandt en „PI” verschijnt
op de temperatuurindicatie 4.
Attentie!
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren
niet opnieuw invriezen. Pas na het koken
of braden tot een kant-en-klaargerecht
kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd niet meer ten
volle benutten.
Alarm uitschakelen
Afb. "
De alarm-toets 5 indrukken om het
alarmsignaal uit te schakelen.
AquaStop-alarm
Het geïntegreerde AquaStop-systeem
wordt ingeschakeld wanneer er water
weglekt uit het leidingsysteem. De
watertoevoer wordt automatisch
onderbroken. De toetsen „lock” en „on/
off” knipperen. De koelfunctie van het
apparaat wordt niet beïnvloed.
Sluit de watertoevoer af en neem contact
op met de klantenservice.
Netto-inhoud
De gegevens over de netto-inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
Afb. *
Vriesvermogen volledig
benutten
Om de maximale hoeveelheid
diepvrieswaren in te ruimen, kunnen alle
uitrustingsonderdelen worden verwijderd.
De levensmiddelen kunnen dan
rechtstreeks op de legplateaus en op
de bodem van de vriesruimte worden
gestapeld.
Aanwijzing
Om de op het typeplaatje vermelde
waarden aan te houden, moet het
bovenste uitrustingsonderdeel in het
apparaat blijven.
Onderdelen eruit halen
Diepvriesladen tot aan de aanslag
uittrekken, vooraan optillen en
verwijderen. Afb. $
Bij apparaten met een ijsbereider kan
het ijsblokjesreservoir worden
verwijderd. Afb. %
m Attentie
Een vol ijsblokjesreservoir is zwaar!
nl
101
De diepvriesruimte
De diepvriesruimte gebruiken
voor het opslaan van
diepvriesproducten,
om ijsblokjes te maken,
om levensmiddelen in te vriezen.
Aanwijzing
Let erop dat de deur van
het diepvriesruimte goed gesloten is! Bij
een open deur ontdooien de
diepvrieswaren. In de diepvriesruimte
vormt zich veel ijs. Bovendien:
energieverspilling door te hoog
stroomverbruik!
Maximale
invriescapaciteit
Gegevens over de maximale
invriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op
het typeplaatje. Afb. *
Invriezen en opslaan
Inkopen van
diepvriesproducten
De verpakking mag niet beschadigd
zijn.
Neem de houdbaarheidsdatum in
acht.
De temperatuur in de verkoop-koelkist
moet -18 °C of kouder zijn.
De diepvriesproducten liefst in een
koeltas transporteren en snel in de
diepvriesruimte leggen.
Attentie bij het inruimen
Grote hoeveelheden levensmiddelen
bij voorkeur invriezen in het bovenste
vak. Daar worden ze heel snel en
daardoor voorzichtig ingevroren.
De ventilatiesleuf aan de achterwand
niet met diepvrieswaren afdekken.
De levensmiddelen naast elkaar
in de vakken resp, diepvriesladen
leggen.
Aanwijzing
De vers in te vriezen levensmiddelen
mogen niet met de al ingevroren
levensmiddelen in aanraking komen.
Eventueel de door en door bevroren
levensmiddelen in de diepvriesladen
omstapelen.
Om de luchtcirculatie in het apparaat
te waarborgen, de diepvrieslade tot
de aanslag inschuiven.
Verse levensmiddelen
invriezen
Gebruik uitsluitend verse
levensmiddelen.
Om de voedingswaarde, het aroma en
de kleur zo goed mogelijk te behouden,
dient groente geblancheerd te worden
voordat het wordt ingevroren. Bij
aubergines, paprika’s, courgettes en
asperges is blancheren niet
noodzakelijk.
Literatuur over invriezen en blancheren
vindt u in de boekhandel.
nl
102
Aanwijzing
Al ingevroren levensmiddelen mogen
niet met de nog in te vriezen
levensmiddelen in aanraking komen.
Geschikt om in te vriezen:
Bakwaren, vis en zeevruchten, vlees,
wild, gevogelte, groente, fruit, kruiden,
gepelde eieren, melkproducten zoals
kaas, boter en kwark, bereide
gerechten en kliekjes zoals soep,
eenpansgerechten, gaar vlees en gare
vis, aardappelgerechten, ovenschotels
en zoete toetjes.
Niet geschikt om in te vriezen:
Groentesoorten die meestal rauw
worden gegeten, zoals kropsla en
radijsjes, ongepelde eieren,
wijndruiven, hele appels, peren en
perziken, hardgekookte eieren,
yoghurt, dikke zure melk, zure room,
crème fraîche en mayonaise.
Diepvrieswaren verpakken
De levensmiddelen luchtdicht verpakken
zodat ze niet uitdrogen of hun smaak
verliezen.
1. Levensmiddelen in de verpakking
leggen.
2. Lucht eruit drukken.
3. Het geheel van een goede sluiting
voorzien.
4. Vermeld op de pakjes inhoud en
invriesdatum.
Voor verpakking geschikt:
Kunststof-, polyetheen- en
aluminiumfolie, diepvriesdozen.
Deze producten zijn in de handel
verkrijgbaar.
Niet geschikt voor verpakking:
Inpakpapier, perkamentpapier, cellofaan,
afvalzakken en gebruikte
boodschappentasjes.
Als sluiting geschikt:
elastiekjes, clips van kunststof, touwtjes,
koudebestendig plakband e.d.
Zakjes en wrapfolie van polyethyleen
(PE) kunt u sealen met een folie-sealer.
Houdbaarheid van
de diepvrieswaren
De houdbaarheid is afhankelijk van
het soort levensmiddelen.
Op een temperatuur van -18 °C:
Vis, worst, klaargemaakte gerechten,
brood en banket:
tot 6 maanden.
Kaas, gevogelte, vlees:
tot 8 maanden.
Groente, fruit:
tot 12 maanden.
Supervriezen
De levensmidelen zo snel mogelijk door
en door invriezen zodat vitamine,
voedingswaarden, uiterlijk en smaak
behouden blijven.
Schakel enkele uren voordat u de verse
levensmiddelen inlaadt het supervriezen
in, om ongewenste temperatuurstijging te
voorkomen.
Na het inschakelen werkt het apparaat
permanent, in de diepvriesruimte wordt
een zeer lage temperatuur bereikt.
Als u het max. vriesvermogen wilt
gebruiken, dient u 24 uur vóór het
inladen van de verse waar het
supervriezen in te schakelen.
Kleinere hoeveelheden levensmiddelen
(max. 2 kg) kunnen zonder gebruik van
het supervriessysteem worden
ingevroren.
nl
103
Aanwijzing
Als het supervriessysteem is
ingeschakeld kunnen de bedrijfsgeluiden
toenemen.
In- en uitschakelen
Afb. "
Toets „super” 2 indrukken.
Is super vriezen ingeschakeld, dan licht
de toets op.
Het supervriessysteem wordt
na 2½ dagen automatisch
uitgeschakeld.
Ontdooien van
diepvrieswaren
Afhankelijk van soort en bereidingswijze
van de levensmiddelen kunt u kiezen uit
de volgende mogelijkheden:
bij omgevingstemperatuur
in de koelkast
in de elektrische oven, met/zonder
heteluchtventilator
in de magnetron
m Attentie
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren
niet opnieuw invriezen. Pas na het koken
of braden tot een kant-en-klaargerecht
kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd wordt hierdoor
bekort.
IJsdispenser
Naar wens kunt u eruit halen/tappen:
crushed ice,
ijsblokjes.
m Waarschuwing
Nooit in de opening van
de ijsblokjesdispenser grijpen! Kans op
verwondingen.
m Attentie
Leg nooit flessen of levensmiddelen
in het ijsblokjesreservoir om snel te laten
koelen. De ijsbereider kan geblokkeerd
en daardoor beschadigd worden.
Attentie bij ingebruikneming
De ijsdispenser werkt alleen wanneer het
apparaat is aangesloten op het
waterleidingnet en de ijsbereider is
ingeschakeld.
Nadat het apparaat in gebruik
is genomen duurt het ca. 24 uur tot
de eerste portie ijsblokjes
is aangemaakt.
Als de ijsbereider voor het eerst wordt
gebruikt: de eerste 30-40 ijsblokjes om
hygiënische redenen niet gebruiken.
Aanwijzingen bij het gebruik
van de ijsbereider
Zodra het vriesvak zijn vriestemperatuur
heeft bereikt, start de ijsblokjesproductie.
Na 2–3 uur worden de geproduceerde
ijsblokjes automatisch in het
ijsblokjesreservoir gestort.
nl
104
Aanwijzing
Het apparaat produceert meer ijs
wanneer u de vriesvaktemperatuur
kouder instelt. Daardoor wordt het
energieverbruik van uw apparaat iets
hoger.
Soms vriezen ijsblokjes aan elkaar en
blokkeren de afgifte:
1. De deur openen en binnenin
controleren of er ijsblokjes vastzitten
in de ijs- en waterafgifte.
2. Als de ijs- en waterafgifte niet
geblokkeerd is:
m Attentie
Een vol ijsblokjesreservoir is zwaar.
Het ijsblokjesreservoir voorzichtig
uittrekken en aan elkaar gevroren
ijsblokjes verwijderen.
Als het ijsblokjesreservoir vol is, dan
wordt de ijsbereiding automatisch
uitgeschakeld.
Tijdens het aanmaken van de ijsblokjes
is het gezoem van het waterventiel,
het binnenstromen van het water
in het ijsblokjesreservoir en het vallen
van de ijsblokjes te horen.
Alle materialen van de ijsbereider zijn
geur- en smaakneutraal.
Als het ijs een bijsmaak heeft, kan dit de
volgende oorzaken hebben:
het mineraal- en chloorgehalte van
het drinkwater;
het materiaal van de waterleiding
in huis en van de toevoerleiding;
de versheid van het drinkwater.
Wanneer er lange tijd geen ijs uit het
apparaat is genomen, kan het ijs
„verschaald” smaken. In dit geval ca.
30-40 ijsblokjes verwijderen en
weggooien.
IJs eruit halen
Afb. &
Aanwijzing
De ijsbereider moet enkele uren
ingeschakeld zijn voordat er ijs kan
worden afgenomen.
1. Toets ijsdispenser aan/uit 1 een
seconde indrukken. Wanneer de
ijsdispenser is ingeschakeld, brandt
de toetsverlichting.
2. Toets van de ijsdispenser (ijsblokjes 3
of fijngemaakt ijs 4) kiezen.
3. Met het glas tegen de dispenser-pad
drukken tot de gewenste hoeveelheid
is afgegeven.
Aanwijzing
Afhankelijk van de hoeveelheid ijs in
het ijsblokjesreservoir kan het enkele
uren duren voordat er ijs wordt
afgegeven.
Aanwijzing
De geproduceerde hoeveelheid ijs kan
worden verhoogd door de
diepvriesruimte in te stellen op een zo
laag mogelijke temperatuur.
IJsbereider buiten werking
stellen
Als er vermoedelijk langer dan 1 week
geen ijsblokjes uitgehaald worden (bijv.
tijdens een vakantie) dan moet
de ijsbereider tijdelijk buiten werking
worden gesteld om te voorkomen dat
de ijsblokjes aan elkaar vriezen.
De ijsbereider uitschakelen:
1. Toets ijsdispenser aan/uit 1 een
seconde indrukken. De
toetsverlichting is uitgeschakeld
wanneer de ijsdispenser
is uitgeschakeld.
2. IJsblokjesreservoir eruit halen.
nl
105
m Attentie
Een vol ijsblokjesreservoir is zwaar!
3. IJsblokjesreservoir legen en
schoonmaken. Reservoir er weer
in zetten. Let erop dat
het ijsblokjesreservoir op de steunen
vastklikt.
4. Watertoevoer afsluiten.
Om het apparaat weer in gebruik
te nemen:
1. Watertoevoer weer inschakelen.
2. Toets ijsdispenser aan/uit 1 een
seconde indrukken. De toets brandt
wanneer de ijsdispenser
is ingeschakeld.
De ijsblokjesproductie begint weer.
Het duurt minstens 2 uur voordat er
nieuwe ijsblokjes beschikbaar zijn.
Aanwijzing
De eerste 30-40 ijsblokjes niet
gebruiken om hygiënische redenen.
Toetsblokkering in- en
uitschakelen
Afb. &
Met de toetsblokkering kan het apparaat
worden beveiligd tegen ongewenste
bediening.
Toets Toetsblokkering 2 3 seconden
ingedrukt houden. De toets brandt
wanneer de toetsblokkering is
ingeschakeld.
Uitvoering
(niet bij alle modellen)
Diepvrieslade (groot)
Afb. !/12
Voor het bewaren van grote
diepvrieswaren, bijv. kalkoenen, eenden
en ganzen.
Koude-accu
Afb. !/13*
De koude-accu vertraagt bij het uitvallen
van de stroom of bij een storing
het verwarmen van de opgeslagen
diepvrieswaren. De langste opslagtijd
wordt bereikt wanneer u het koelelement
in het bovenste vak op
de levensmiddelen legt.
De koude-accu kan ook voor het tijdelijk
koelhouden van levensmiddelen (bijv. in
een koeltas) eruit genomen worden.
Apparaat uitschakelen
en buiten werking
stellen
Apparaat uitschakelen
Afb. "
Toets Aan/Uit 1 indrukken.
De temperatuurindicatie 4 gaat uit en de
koelmachine wordt uitgeschakeld.
nl
106
Buiten werking stellen van het
apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt:
1. Watertoevoer naar het apparaat
beslist een paar uur voor
het uitschakelen onderbreken.
m Attentie
De ijsbereider moet ingeschakeld
blijven tot het apparaat definitief wordt
uitgeschakeld!
2. IJsblokjesreservoir verwijderen,
leegmaken en daarna weer
aanbrengen (zie IJsdispenser).
3. Enkele uren wachten tot eventueel
nog in de ijsbereider aanwezige
ijsblokjes zijn afgegeven aan het
ijsblokjesreservoir.
4. IJsblokjesreservoir opnieuw
verwijderen, leegmaken, reinigen en
daarna weer aanbrengen (zie
IJsdispenser).
5. Apparaat uitschakelen.
6. Stekker uit het stopcontact trekken of
de zekering losdraaien resp.
uitschakelen.
7. IJsblokjesreservoir legen en
schoonmaken (zie hoofdstuk
„Schoonmaken van het apparaat”).
8. Apparaat schoonmaken.
9. Deur van het apparat open laten.
Ontdooien
Diepvriesruimte
Door het volledig automatische
NoFrost-systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
Schoonmaken van
het apparaat
m Attentie
Gebruik geen schoonmaak of
oplosmiddelen die zand, chloride of
zuren bevatten.
Geen schurende of krassende
sponsjes gebruiken.
Op de metalen oppervlakken kan
corrosie ontstaan.
De legplateaus en voorraadvakken
mogen niet in de afwasmachine
gereinigd worden.
Ze kunnen vervormen!
Aanwijzing
Ca. 4 uur voor het reinigen
de supervriesfunctie inschakelen, zodat
de levensmiddelen een zeer lage
temperatuur bereiken en daardoor
langere tijd op omgevingstemperatuur
bewaard kunnen worden.
nl
107
U gaat als volgt te werk:
1. Vóór het schoonmaken het apparaat
uitschakelen.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of
de zekering losdraaien resp.
uitschakelen.
3. De diepvrieswaren eruit halen en op
een koele plaats bewaren. Koude-
accu (indien aanwezig) op
de levenmiddelen leggen.
4. Het apparaat schoonmaken met
een zachte doek en lauw water
met een scheutje pH neutraal
schoonmaakmiddel. Het sop mag niet
in de verlichting terechtkomen.
5. Deurafdichting alleen met schoon
water schoonmaken en grondig
droogwrijven.
6. Afvoergoot in de afgifte-eenheid
reinigen; daartoe de afdekking
verwijderen en de goot met een doek
reinigen en drogen.
7. Na het schoonmaken apparaat weer
aansluiten en inschakelen.
8. Diepvrieswaren weer in het apparaat
leggen.
Uitvoering
Voor het reinigen kunnen alle variabele
onderdelen van het apparaat worden
verwijderd (zie hoofdstuk Uitvoering).
IJsblokjesreservoir schoonmaken
Als er langere tijd geen ijsblokjes uit
de dispenser worden gehaald, dan
krimpen de kant en klare ijsblokjes,
smaken ze verschaald en plakken ze
aan elkaar. Daarom dient de
ijsblokjesbak regelmatig gereinigd
te worden.
m Attentie
Een vol ijsblokjesreservoir is zwaar.
1. IJsblokjesreservoir eruit halen.
2. Het reservoir legen en met lauw water
schoonmaken.
Aanwijzing
Reservoir niet schoonmaken door het
in water te dompelen. Er mag geen
water in het reservoir komen!
3. Reservoir goed droogwrijven om te
voorkomen dat de nieuwe ijsblokjes
vastvriezen.
4. IJsblokjesreservoir er weer inzetten.
De productie van ijsblokjes gaat
verder.
Verlichting (LED)
Het apparaat is voorzien van een
onderhoudsvrije LED verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen
alleen door de Servicedienst of een
erkend vakman worden uitgevoerd.
nl
108
Energie besparen
Het apparaat in een droge, goed
te ventileren ruimte plaatsen! Het
apparaat niet direct in de zon of in de
buurt van een warmtebron plaatsen
zoals een verwarmingsradiator of een
fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
De be- en ontluchtingsopeningen van
het apparaat nooit afdekken.
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen, daarna in het apparaat
plaatsen.
Diepvrieswaren in de koelruimte
leggen om ze te ontdooien en de kou
van de diepvrieswaren gebruiken om
andere levensmiddelen te koelen.
Deuren van het apparaat zo kort
mogelijk openen.
Let erop dat de deur van
het diepvriesruimte goed gesloten is.
Om een verhoogd stroomverbruik te
vermijden, moet de achterkant van het
apparaat af en toe worden gereinigd.
Indien aanwezig:
Wandafstandhouder monteren om
de geplande energieopname van het
apparaat te bereiken (zie
montagehandleiding). Een kleinere
afstand tot de muur heeft geen
nadelige invloed op de werking van
het apparaat. Het energieverbruik kan
dan iets hoger worden.
De ordening van de uitrustingsdelen
heeft geen invloed op de
energieopname van het apparaat.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten,
ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de leidingen of
water in de ijsbereider.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen
schakelen in/uit.
Kloppende geluiden
De kant en klare ijsblokjes van
de ijsbereider vallen in
het ijsblokjesreservoir.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van
een waterpas stellen. Gebruik hiervoor
de schroefvoetjes of leg iets onder
het apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander
meubel of apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat
ernaast wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.
nl
109
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over
de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing
te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek
betalen!
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De temperatuur wijkt erg af
van de instelling.
In sommige gevallen is het voldoende om
het apparaat gedurende 5 minuten uit
te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren
controleren of de temperatuur
de temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende
dag de temperatuur nogmaals controleren.
Geen enkele indicatie brandt. Stroomuitval; de zekering is
uitgeschakeld; de stekker zit
niet goed in het stopcontact.
Stekker in het stopcontact steken. Controleer
of er stroom is. Controleer de zekeringen.
Er is een alarmsignaal
te horen; de indicatie
„Alarm” brandt.
In de diepvriesruimte is
het te warm! Gevaar voor
de diepvrieswaren!
Om het alarmsignaal uit te schakelen
de alarmtoets indrukken. Afb. "/5
De deur is geopend. Deur sluiten.
De be- en
ontluchtingsopeningen zijn
afgedekt.
Afdekking verwijderen.
Er werden te veel
levensmiddelen in één keer
ingeladen om in te vriezen.
Max. invriescapacitiet niet overschrijden.
Als de storing is verholpen gaat
het alarmindicatie na een tijdje uit.
nl
110
IJsbereider
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De deur van
de diepvriesruimte stond
te lang open; de temperatuur
wordt niet meer bereikt.
Er zit zo veel ijs op
de verdamper dat het
NoFrost-systeem niet meer
volautomatisch ontdooit.
Om de verdamper te ontdooien: de laden met
diepvrieswaren eruit halen en goed geïsoleerd
op een koele plaats bewaren.
Apparaat uitschakelen en van de wand
wegschuiven. Deur van het apparat
open laten.
Na ca. 20 minuten begint het dooiwater in
de dooiwateropvanschaal aan de achterwand
van het apparaat te lopen. Afb. '
Om te voorkomen dat
de dooiwateropvangschaal overloopt:
het dooiwater met een spons opnemen.
Als er geen dooiwater meer in
de opvangschaal loopt, is de verdamper
ontdooid. Binnenkant van de diepvriesruimte
schoonmaken. Het apparaat weer in werking
stellen.
Het apparaat koelt niet, de
temperatuur-indicatie en
de verlichting branden.
Het presentatielicht
is ingeschakeld.
Alarmtoets, afb "/5, gedurende
10 seconden ingedrukt houden tot een
bevestigingssignaal te horen is.
Na een tijdje controleren of het apparaat koelt.
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
IJsbereider werkt niet. IJsbereider is niet
aangesloten op de
stroomvoorziening.
Contact opnemen met de klantenservice.
De ijsbereider
is uitgeschakeld.
IJsbereider inschakelen (zie IJsdispenser).
IJsbereider ontvangt geen
vers water.
Ervoor zorgen dat de wateraansluiting in orde
is.
De vriesruimte-temperatuur
is te hoog.
Vriesruimte-temperatuur controleren en
eventueel iets kouder instellen.
Toevoerslang is geknikt of
afgekneld. Afb. (
Ervoor zorgen dat de toevoerslang correct is
aangelegd.
nl
111
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De ijsbereider produceert
niet genoeg ijs of
de ijsblokjes zijn vervormd.
Het apparaat of
de ijsbereider werd pas kort
geleden ingeschakeld.
Het duurt ca. 24 uur tot de ijsproductie begint.
Er werd een grote
hoeveelheid ijs uitgehaald.
Het duurt ca. 24 uur tot het ijsblokjesreservoir
weer gevuld is.
Lage waterdruk. Het apparaat uitsluitend aansluiten op
de voorgeschreven waterdruk (zie het
hoofdstuk „Apparaat aansluiten”, paragraaf
„Wateraansluiting”).
De vriesruimte-temperatuur
is te hoog.
Temperatuur kouder zetten.
Zeef van de watertoevoer is
vuil.
Zeef reinigen.
IJsdispenser werkt niet.
De toetsen „lock” en „on/off”
knipperen.
Er is water weggelekt uit het
leidingensysteem.
Het geïntegreerde AquaStop-
systeem heeft de
watertoevoer onderbroken.
Sluit de watertoevoer af en neem contact op
met de klantenservice (zie hoofdstuk „Alarm
function”).
IJsdispenser werkt niet.
Er worden geen ijsblokjes
gemaakt.
IJsbereider is leeg. Complete
ijslading is verwijderd.
Wachten tot er nieuw ijs is gemaakt.
nl
112
Zelftest apparaat
Het apparaat beschikt over een
automatisch zelftestprogramma dat
de oorzaken van storingen aangeeft die
alleen door de Servicedienst verholpen
kunnen worden.
Zelftest starten
m Attentie
Om te voorkomen dat de zelftest
wordt afgebroken, dient men de deur
van het apparaat gesloten te houden
terwijl het zelftestprogramma loopt.
Omdat er tijdens de test mogelijk
water of ijs afgegeven wordt, dient
men tijdens de zelftest een glas in de
afgifte-eenheid te houden.
1. Apparaat uitschakelen en 5 minuten
wachten.
2. Apparaat inschakelen. Als er een
alarmsignaal klinkt, wordt dit na enige
tijd automatisch uitgeschakeld.
3. Binnen de eerste 10 seconden na
inschakeling van het apparaat
gedurende 3 tot 5 seconden de
super-toets, afb. "/2, ingedrukt
houden, tot er een geluidssignaal
klinkt. Daarna direct de deur sluiten.
Het zelftestprogramma start. Terwijl de
zelftest loopt, klinkt er eenmalig een
lang geluidssignaal en gaan de
bedieningselementen van de afgifte-
eenheid knipperen.
Wanneer de zelftest is beëindigd en een
geluidssignaal
tweemaal klinkt, is uw apparaat in
orde.
vijfmaal klinkt en de super-toets
10 seconden knippert, is er een fout
opgetreden. Op de
temperatuurindicatie 4 wordt een
foutcode weergegeven. Neem contact
op met de klantenservice.
Zelftest apparaat beëindigen
Na afloop van het programma schakelt
het apparaat weer over op het normale
gebruik.
nl
113
Aqua-Stop garantie
Als aanvulling op de garantie-
aanspraken tegenover de verkoper in de
koopovereenkomst en als aanvulling op
onze garantie op het apparaat wordt u
schadeloos gesteld als aan
onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
1. Als door een fout in ons Aqua-Stop-
systeem waterschade wordt
veroorzaakt, vergoeden wij de schade
aan particuliere gebruikers.
2. Deze aansprakelijkheidsgarantie geldt
voor de levensduur van het apparaat.
3. Voorwaarde voor aanspraak op
garantie is dat het apparaat met Aqua-
Stop vakkundig en overeenkomstig
ons installatievoorschrift is opgesteld
en aangesloten. Hiertoe behoort ook
de vakkundig gemonteerde verlenging
van de Aqua-Stop (origineel
toebehoren). Onze garantie heft geen
betrekking op defecte
toevoerleidingen of armaturen tot aan
de Aqua-Stop-aansluiting op de kraan.
4. Tijdens het gebruik van het apparaat
hoeft u er in principe niet bij te blijven
resp. na het gebruik om
veiligheidsredenen de kraan dicht te
draaien. Alleen bij langere
afwezigheid, bijv. als u een paar
weken op vakantie gaat, moet de
kraan worden dichtgedraaid.
Klantenservice
Adres en telefoonnummer van
de Servicedienst in uw omgeving kunt
u vinden in het telefoonboek of
in de meegeleverde brochure met
service-adressen. Geef aan de
servicedienst het productnummer (E-Nr.)
en het serienummer (FD-Nr.) van het
apparaat op.
U vindt deze gegevens op
het typeplaatje. Afb. *
Door vermelding van het fabricaat- en
productnummer kunt u onnodige
voorrijdkosten vermijden. Zo bespaart u
zich de daarmee verbonden meerkosten.
Verzoek om reparatie en advies
bij storingen
De contactgegevens in alle landen vindt
u in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen.
NL 088 424 4020
B 070 222 142
1/117