Shindaiwa AH243S Handleiding

Type
Handleiding
1Schutblad
NEDERLANDS
(Oorspronkelijke instructies)
BEDIENINGSHANDLEIDING
HEGGENSCHAAR MET SCHARNIER-
PUNT
AH243S
WAARSCHUWING
LEES DE INSTRUCTIES AANDACHTIG DOOR EN VOLG DE
REGELS VOOR VEILIG GEBRUIK.
HET NIET OPVOLGEN VAN DEZE INSTRUCTIES EN REGELS
KAN ERNSTIG LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
2
Belangrijke informatie
2Belangr ijke inf ormatie
Lees de bedieningshandleiding voordat u het product gaat gebruiken.
Juist gebruik van dit product
shindaiwa heggenscharen zijn lichte en krachtige machines met een benzinemotor, ontworpen voor het snoeien van
heggen en struiken.
Gebruik deze machine niet voor andere dan de hiervoor genoemde doeleinden.
Gebruikers van het product
U dient dit product niet te gebruiken voordat u de bedieningshandleiding goed hebt gelezen en de inhoud ervan hebt
begrepen.
Dit product mag niet door iemand worden gebruikt die de bedieningshandleiding niet goed heeft gelezen, die een verk-
oudheid heeft, vermoeid is of anderszins in een slechte fysieke conditie is. Ook kinderen mogen dit product niet ge-
bruiken.
Houd er rekening mee dat de gebruiker verantwoordelijk is voor ongevallen van of gevaren voor andere personen of
hun eigendommen.
Over uw bedieningshandleiding
In deze handleiding vindt u de benodigde informatie voor de bediening en het onderhoud van uw product. Lees deze
aandachtig en zorg ervoor dat u de inhoud begrijpt.
Bewaar de handleiding altijd op een gemakkelijk bereikbare plaats.
Indien u de bedieningshandleiding hebt verloren of deze onleesbaar is geworden, schaf dan een nieuw exemplaar aan
bij uw shindaiwa-dealer.
De eenheden die worden gebruikt in deze handleiding zijn SI-eenheden (International System of Units). De cijfers tus-
sen haakjes zijn referentiewaarden en er kan, in enkele gevallen, sprake zijn van kleine omrekenfouten.
Uitlenen en overdragen van uw product
Indien u het product dat beschreven staat in deze handleiding uitleent aan een derde, zorgt u er dan voor dat de per-
soon die het product leent en ermee zal werken ook de handleiding ontvangt. Indien u dit product overhandigt aan een
derde, voeg er dan de bedieningshandleiding bij.
Vragen
Neem contact met uw shindaiwa-dealer voor meer informatie over het product, de aankoop van verbruiksmaterialen,
reparaties en andere soortgelijke vragen.
Kennisgevingen
Wijzigingen van de inhoud van deze handleiding bij upgrades van het product zonder voorafgaande kennisgeving zijn
voorbehouden. Sommige gebruikte illustraties kunnen verschillen van het product om de uitleg te verduidelijken.
Dit product vereist de montage van enkele onderdelen.
Raadpleeg uw shindaiwa-dealer in het geval van onduidelijkheden of problemen.
Fabrikant
YAMABIKO CORPORATION
7-2 SUEHIROCHO 1-CHOME, OHME, TOKIO 198-8760, JAPAN
Geautoriseerde vertegenwoordiger in Europa
Atlantic Bridge Limited
Atlantic House, PO Box 4800, Earley, Reading RG5 4GB, Verenigd Koninkrijk
3
Contents
Veilig gebruik van uw product.............................................................................................4
Waarschuwingsmededelingen.......................................................................................4
Overige aanduidingen ...................................................................................................4
Symbolen.......................................................................................................................4
Plaats waar de veiligheidsticker is bevestigd.................................................................6
Omgaan met brandstof..................................................................................................7
Gebruik van de motor....................................................................................................7
Omgaan met het product...............................................................................................9
Paklijst ..............................................................................................................................13
Beschrijving ......................................................................................................................14
Voordat u begint ...............................................................................................................15
Montage.......................................................................................................................15
Snijhoek afstellen ........................................................................................................16
Vrije spelling gashendel...............................................................................................18
Schouderband .............................................................................................................18
Brandstof voorbereiden ...............................................................................................19
Motorbediening.................................................................................................................20
De motor starten..........................................................................................................20
De motor stoppen........................................................................................................22
Snoeien van heggen en struiken......................................................................................23
Basissnoeien van heggen ...........................................................................................23
Onderhoud en verzorging.................................................................................................24
Onderhoud en verzorging............................................................................................24
Opslag ..............................................................................................................................33
Opbergen gedurende langere perioden (langer dan 30 dagen)..................................33
Afvalverwijderingsprocedure.............................................................................................34
Specificaties......................................................................................................................35
Conformiteitsverklaring.....................................................................................................36
4
Veilig gebruik van uw product
Veilig gebruik van uw product
Lees dit hoofdstuk nauwkeurig voordat u het product gaat gebruiken.
De voorzorgsmaatregelen die in dit hoofdstuk beschreven worden, bevatten belangrijke veiligheidsinformatie. Neem
deze in acht.
U dient ook de voorzorgsmaatregelen te lezen die in de handleiding zelf staan.
Tekst gevolgd door een [diamond mark] beschrijft de mogelijk consequenties van het niet naleven van de voorzorgsmaatregelen.
Waarschuwingsmededelingen
Situaties waarbij er een risico voor fysiek letsel voor de gebruiker en andere personen bestaat, worden in deze handleiding en op
het product zelf door de volgende waarschuwingsmededelingen aangeduid. Lees en volg zorgvuldig de regels voor een veilig ge-
bruik.
Overige aanduidingen
Naast waarschuwingsmededelingen worden in deze handleiding de volgende verklarende symbolen gebruikt:
Symbolen
In deze handleiding en op het product zelf worden diverse verklarende symbolen gebruikt. Zorg ervoor dat u volledig begrijpt wat
elk symbool betekent.
GEVAAR WAARSCHU-
WING
LET OP!
Dit symbool in combinatie met het
woord "GEVAAR" vestigt de aan-
dacht op handelingen of omstan-
digheden die ernstig lichamelijk letsel
of de dood tot gevolg kunnen hebben.
Dit symbool in combinatie met het
woord "WAARSCHUWING" vestigt
de aandacht op handelingen of om-
standigheden die ernstig lichamelijk
letsel of de dood tot gevolg kunnen
hebben.
"LET OP" geeft aan dat er een poten-
tieel gevaarlijke situatie is, die wan-
neer die niet wordt vermeden, licht tot
matig lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben.
Het pictogram met een
cirkel en een schuine
streep geeft aan dat
hetgeen wordt ge-
toond, verboden is.
OPMERKING BELANGRIJK
Deze ingesloten boodschap bevat
tips voor gebruik, verzorging en on-
derhoud van het product..
Omkaderde tekst met het woord "
BELANGRIJK"bevat belangrijke in-
formatie over het gebruik, de con-
trole, het onderhoud en de opslag van
het product dat beschreven staat in
deze handleiding.
Symboolvorm Symboolbeschrijving / toe-
passing
Symboolvorm Symboolbeschrijving / toe-
passing
Lees de bedieningshandlei-
ding aandachtig door
Benzine- en oliemengsel
Draag oog-, gehoor- en hoofd-
bescherming
Opvoerpomp (starten)
Veiligheid/waarschuwing
Carburateurafstelling - Laag-
toerentalmengsel
Afhakken van vingers
Carburateurafstelling - Hoog-
toerentalmengsel
5
Veilig gebruik van uw product
Noodstop
Carburateurafstelling - Sta-
tionair toerental
Gebruik het product niet op
plaatsen met een slechte ven-
tilatie
Positie "Koude start" van
chokehendel (choke dicht)
Pas op voor vuur
Positie "In bedrijf" van choke-
hendel (choke open)
Pas op voor elektrische
schokken
Milieubescherming!
Pas op voor plaatsen met
hoge temperatuur
Gegarandeerd geluidsver-
mogenniveau
Motor starten
Dit product geleidt elektriciteit.
Bewaar een afstand van ten
minste 10 meter tussen prod-
uct en/of gebruiker en elek-
trische bronnen en bedrading.
Draag stevige handschoenen
die voldoende grip geven.
Draag schoenen met verste-
vigde neuzen of laarzen met
antislipzolen.
Laat omstanders een afstand
van minimaal 15 meter be-
waren van een in werking zi-
jnde heggenschaar om het
risico van verwonding door
vallende voorwerpen of rondv-
liegende afvaldeeltjes te verk-
leinen.
Wees bewust van de gevaren
van vallende voorwerpen.
Symboolvorm Symboolbeschrijving / toe-
passing
Symboolvorm Symboolbeschrijving / toe-
passing
6
Veilig gebruik van uw product
Plaats waar de veiligheidsticker is bevestigd
De veiligheidssticker, zoals hieronder getoond, is bevestigd aan de producten die in deze handleiding beschreven staan. Zorg
ervoor dat u begrijpt wat de sticker betekent voordat u het product gaat gebruiken.
Indien de sticker onleesbaar wordt door slijtage of beschadiging, of de sticker heeft losgelaten en is verloren, schaf dan een
vervangende sticker bij uw dealer aan en bevestig de sticker op de plaats die in de onderstaande illustratie wordt getoond. Zorg
ervoor dat de sticker altijd leesbaar is.
1. Veiligheidssticker (Onderdeelnummer X505-002890)
2. Veiligheidssticker (Onderdeelnummer X505-002310)
7
Veilig gebruik van uw product
Omgaan met brandstof
Gebruik van de motor
GEVAAR
Blijf altijd uit de buurt van vuur als u brandstof bijvult.
Brandstof is licht ontvlambaar en kan door een verkeerde omgang ermee tot brand leiden. Wees uiterst voorzichtig bij
het mengen, opslaan of omgaan met brandstof, om ernstig letsel te voorkomen. Neem de volgende instructies in acht.
Roken en open vuur is verboden bij het bijvullen van brandstof.
Niet bijvullen als de motor nog warm is of nog draait.
Als u dat doet, kan de brandstof ontbranden en brand veroorzaken, wat brandwonden tot gevolg kan hebben.
Het reservoir en de vulplaats
Gebruik een goedgekeurd brandstofreservoir.
De brandstoftanks/blikken kunnen onder druk staan.
Draai brandstoftankdoppen altijd langzaam los zodat
het drukverschil geleidelijk wordt opgeheven.
VUL GEEN brandstof bij in een afgesloten ruimte.
Vul de brandstoftank ALTIJD in de buitenlucht en op on-
begroeide grond.
Gemorste brandstof kan brand veroorzaken
Neem bij het bijvullen van brandstof de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht:
Vul de tank niet tot aan de vulopening. Houd de brand-
stof op het voorgeschreven niveau (tot aan de onderzi-
jde van de vulhals van de brandstoftank).
Dep eventuele overgelopen of gemorste brandstof op.
Draai de brandstofdop na het vullen goed dicht.
Gemorste brandstof kan brand en brandwonden veroorzak-
en als deze ontbrandt.
1. Brandstoftank
2. Onderzijde vulhals
Start de motor niet op de plaats waar u brandstof
hebt bijgevuld
Start de motor niet op de plaats waar u het bijvullen van
de brandstof hebt uitgevoerd. Ga ten minste 3 meter van
de plaats staan waar u de brandstof hebt bijgevuld voor-
dat u de motor start.
Brandstof die tijdens het bijvullen
is gemorst, kan brand veroorzak-
en indien deze ontbrandt.
Gelekte brandstof kan brand
veroorzaken
Controleer of er geen lekkages
zijn rondom de brandstofvul-
buis, het rubber of de dop nadat brandstof is bijgevuld.
Indien u lekkende of uitlopende brandstof waarneemt,
dient u onmiddellijk met het gebruik van het product te
stoppen en contact op te nemen met uw dealer om de
machine te laten repareren.
Brandstoflekken kunnen brand veroorzaken.
GEVAAR
Houd de heggenschaar ten minste 10 meter verwijderd van elektrische bedrading of takken die in contact
staan met elektrische bedrading
De heggenschaar met scharnierpunt is niet geïsoleerd tegen elektrische schokken. Houd de heggenschaar ten minste
10 meter verwijderd van elektrische bedrading of takken die in contact staan met elektrische bedrading.
Het benaderen van of in contact komen met elektrische bedrading met de heggenschaar kan ernstige verwondingen of de
dood tot gevolg hebben.
8
Veilig gebruik van uw product
WAARSCHUWING
De motor starten
Neem bij het starten van de motor extra aandachtig de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht:
Zorg altijd dat alle handgrepen en beschermkappen op
de machine zijn bevestigd
Controleer de machine op loszittende moeren en
bouten
Controleer of er geen brandstoflekken zijn
Controleer of de snijbladen niet beschadigd of over-
matig versleten zijn. Gebruik dit product niet als u even-
tuele afwijkingen constateert.
Plaats het product op een vlakke, goed geventileerde
plaats
Zorg voor genoeg ruimte rondom het product en laat
geen personen of dieren toe in de buurt van het product
Verwijder eventuele hindernissen
De snijbladen mogen niet met de grond of met even-
tuele obstakels in aanraking komen
Start de motor met de handgastrekker in de stationair-
stand
Houd het product stevig tegen de grond als u de motor
start
Start de motor niet terwijl u het product in de lucht
houdt
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval
of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.
Als de motor is gestart, dient u te controleren of er
abnormale trillingen of geluiden zijn
Controleer of er abnormale trillingen of geluiden zijn als
de motor is gestart. Gebruik het product niet als u ab-
normale trillingen of geluiden waarneemt. Neem contact
op met uw dealer om de machine te laten repareren.
Ongevallen waarbij onderdelen losraken en vallen, kunnen
verwondingen of ernstig letsel veroorzaken.
Geen hete onderdelen of onderdelen die onder hoge
spanning staan aanraken wanneer het product in
bedrijf is
Raak de volgende hete onderdelen of onderdelen die
onder hoge spanning staan niet aan terwijl het product in
bedrijf is of kort nadat het product is gestopt.
Geluiddemper, bougie, tandwielkast en an-
dere hete onderdelen
U kunt zich branden als u een heet onderdeel
aanraakt.
Bougie, bougiekabel en andere on-
derdelen onder hoge spanning
U kunt een elektrische schok krijgen als u
onderdelen die onder hoge spanning
staan, aanraakt terwijl het product in bedri-
jf is.
Veiligheid heeft de hoogste prioriteit in geval van
vuur of rookontwikkeling
Indien er vuur uit de motor komt of uit een andere plaats
dan de uitlaatopening, breng dan altijd eerst uzelf in vei-
ligheid.
Werp met een schop zand of gelijksoortig
materiaal op het vuur om te voorkomen dat
het zich verspreidt, of blus het met een
brandblusser.
Een paniekreactie kan ertoe leiden dat de
brand zich uitbreidt en er grotere schade ontstaat.
Uitlaatdampen zijn giftig
De uitlaatdampen van de motor bevatten giftige gassen.
Gebruik dit product niet in afgesloten ruimtes, in een
kunststof kweekkas of op andere slecht geventileerde
plaatsen.
De uitlaatdampen kunnen vergiftiging veroorzaken.
Schakel de motor uit als u het product controleert of
onderhoudt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als u het
product controleert of onderhoudt na gebruik:
Schakel de motor uit en probeer niet het product te con-
troleren of te onderhouden voordat de motor is afge-
koeld
U kunt zich branden.
Verwijder de bougiekap voordat u controle- of onder-
houdswerkzaamheden uitvoert
Als het product onverwacht start, kan dit een ongeval
veroorzaken.
Bougie controleren
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer
u de bougie controleert.
Indien de elektroden of klemmen zijn versleten, of als de
keramiek barsten vertoont, vervang deze dan door nieu-
we onderdelen.
De vonktest (om te controleren of de bougie voor
ontsteking zorgt) moet door uw dealer worden uitgevo-
erd.
De vonktest mag niet in de buurt van het bougiegat
worden uitgevoerd.
De vonktest mag niet worden uitgevoerd op plaatsen
waar brandstof gemorst is of zich ontvlambare gassen
bevinden.
U mag de metalen delen
van de bougie niet aan-
raken
De bougie kan brand
veroorzaken of u een elek-
trische schok geven.
9
Veilig gebruik van uw product
Omgaan met het product
Algemene voorzorgsmaatregelen
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
WAARSCHUWING
Bedieningshandleiding
Lees aandachtig de bedieningshandlei-
ding voordat u het product gaat gebruik-
en om er zeker van te zijn dat u het
product correct bedient.
Niet opvolgen van de instructies kan een on-
geval of een ernstig letsel tot gevolg hebben
.
Gebruik dit product niet voor andere dan de hiervoor
genoemde doeleinden.
U mag het product niet gebruiken voor doeleinden an-
ders dan die beschreven in de bedieningshandleiding.
Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen lei-
den.
Wijzigingen van het product zijn niet toegestaan
U mag het product niet wijzigen.
Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen lei-
den. Alle defecten die voortvloeien uit een wijziging van het
product worden niet gedekt door de garantie van de fabri-
kant.
Gebruik het product niet zonder dat het is gecon-
troleerd en onderhouden.
U dient het product niet te onderhouden wanneer het
niet is gecontroleerd en onderhouden. Zorg u er altijd
voor dat het product regelmatig wordt gecontroleerd en
onderhouden.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Uitlenen en overdragen van uw product
Indien u het product dat beschreven staat in deze han-
dleiding uitleent aan een derde, zorg u dan voor dat de
persoon die het product leent ook de handleiding ont-
vangt.
Indien u dit product overhandigt aan een derde, voeg er
dan de bedieningshandleiding bij.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
Voorbereid zijn in geval van een verwonding
Zorg ervoor dat u bent voorbereid in het onwaarschijnlijke
geval van een ongeval of verwonding
EHBO-doos
Windsels en zwachtels (om eventuele bloedingen te
stoppen)
Fluit of mobiele telefoon (om hulp in te roepen)
Indien u geen eerste hulp kunt uitvoeren of hulp van an-
deren kunt vragen kan de verwonding verslechteren.
GEVAAR
Stop altijd de motor indien een van de bladen geblokkeerd is
Probeer het voorwerp dat de snijbladblokkering veroorzaakt niet te verwijderen terwijl de motor loopt.
Als de mesblokkering wordt opgeheven en de snijbladen gaan bewegen, kan dit tot lichamelijk letsel leiden.
10
Veilig gebruik van uw product
WAARSCHUWING
Gebruikers van het product
Het product mag niet gebruikt worden door:
vermoeide mensen
mensen die alcohol hebben gedronken
mensen die medicijnen gebruiken
zwangere vrouwen
mensen met een slechte fysieke
conditie
mensen die de bedieningshan-
dleiding niet hebben gelezen
kinderen
Niet opvolgen van deze instructies
kan een ongeval tot gevolg hebben.
Omgeving voor gebruik en bediening
Gebruik het product niet op plaatsen waar u gemakkeli-
jk kunt vallen, zoals op steile hellingen of ondergrond
na regenval.
Ga altijd stevig staan en zorg dat u goed in balans bent.
Ga nooit op gladde, ongelijkmatige of onstabiele opper-
vlakken staan. Werk niet in ongewone posities of op een
ladder. Reik niet te ver.
Gebruik het product niet 's avonds of op donkere plaat-
sen met een slecht zicht.
Zware beschermende kleding kan de vermoeidheid van
de bediener vergroten en een zonnesteek veroorzaken.
Plan zwaar werk in de vroege morgen- of late namidda-
guren, wanneer het minder warm is.
Wees bij het zagen van takken onder spanning alert op
terugveren van de takken, om te voorkomen dat u wordt
geraakt door de terugverende tak.
Als u valt of uitglijdt, of het product niet correct bedient, kan
dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
Vervoeren van het product
Wanneer u het apparaat vervoert zoals beschreven in
onderstaande situaties, schakel dan de motor uit en over-
tuig u ervan dat de snijbladen niet langer bewegen, breng
vervolgens de snijbladbescherming aan en draai de gelu-
iddemper in een richting van u af.
Verplaatsen naar de plaats waar u de werkzaamheden
wilt verrichten
Verplaatsen naar een andere locatie tijdens het ver-
richten van de werkzaamheden
De plaats verlaten waar u de werkzaamheden hebt ver-
richt
Het niet opvolgen van deze instructies kan brandwonden of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Indien u het product met de auto transporteert, maak
dan de brandstoftank leeg, breng de snijbladbescherm-
ing aan en zet het product stevig vast om verschuiven
te voorkomen.
Als u de heggenschaar met scharnierpunt met de hand
vervoert, dient u het maaiaccessoire achteruit te laten
wijzen en het maaiblad in ingetrokken stand of trans-
portstand te zetten.
Rijden met de auto terwijl de brandstoftank is gevuld, kan
brand tot gevolg hebben.
Trillingen en kou
Het vermoeden bestaat dat een aandoening genaamd
Fenomeen van Raynaud, die van invloed is op de vingers
van bepaalde personen, wordt veroorzaakt door blootstel-
ling aan trillingen en kou. Blootstelling aan trillingen en
kou kan een tintelend en branderig gevoel veroorzaken,
waardoor de vingers bleek en gevoelloos worden.
De volgende voorzorgsmaatregelen worden ten zeerste
aangeraden omdat niet bekend is bij welke mate van bloot-
stelling de verschijnselen optreden.
Houd uw lichaam warm; met name hoofd en nek, voeten
en enkels, en handen en polsen.
Zorg voor een goede doorbloeding door tijdens regel-
matige werkonderbrekingen krachtige armbewegingen
te maken en door niet te roken.
Beperk het aantal uren dat u met de machine werkt.
Probeer elke dag een aantal werkzaamheden te ver-
richten waarbij u niet hoeft te werken met de heggen-
schaar of andere handbediende apparatuur.
Hebt u last van pijnlijke, rode en opgezwollen vingers,
gevolgd door verbleken en gevoelloosheid van de ving-
ers, raadpleeg dan een arts alvorens u zich opnieuw
blootstelt aan kou en trillingen.
Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de ge-
zondheid tot gevolg hebben.
RSI-aandoeningen (herhalingsoverbelasting)
Het vermoeden bestaat dat overbelasting van de spieren
en pezen in de vingers, handen, armen en schouders kan
leiden tot irritatie, zwellingen, gevoelloosheid, slapheid en
extreme pijn in de zojuist genoemde lichaamsdelen. Be-
paalde herhalende handbewegingen zorgen voor een
hoger risico van het ontwikkelen van herhalingsoverbe-
lasting (RSI).
Doe het volgende om de kans op RSI te verkleinen:
Vermijd het gebruik van uw pols in gebogen, uitgestrek-
te of verdraaide positie.
Neem regelmatig een pauze om herhaling tot een mini-
mum te beperken en om de handen te laten rusten. Ver-
minder de snelheid en de kracht waarmee u
herhalingsbewegingen maakt.
Doe oefeningen om de hand- en armspieren te verstevi-
gen.
Raadpleeg een arts indien u last hebt van een tintelend
gevoel, gevoelloosheid of pijn in vingers, handen, pols-
en en armen. Hoe eerder RSI wordt vastgesteld, des te
beter kunnen permanente zenuw- en spierbeschadigin-
gen worden voorkomen.
Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de ge-
zondheid tot gevolg hebben.
11
Veilig gebruik van uw product
WAARSCHUWING
Verwijder vreemde voorwerpen en obstakels van het
terrein voordat u met het product gaat werken
Controleer de omgeving waarin u het product gaat ge-
bruiken. Verwijder stenen, metalen voorwerpen en an-
dere voorwerpen die het product kunnen blokkeren of
beschadigen.
Door het snijmechanisme kunnen vreemde voorwerpen
worden weggeslingerd, wat tot een ongeval of ernstig letsel
kan leiden.
Schakel de motor onmiddellijk uit als er iets ver-
keerd gaat
Schakel in de volgende situaties de motor onmiddellijk uit
en overtuig u ervan dat het snijmechanisme gestopt is,
voordat u onderdelen van het product gaat controleren.
Vervang alle beschadigde onderdelen.
Wanneer het snijmechanisme tijdens het werk een
steen, boom, paal of ander soortgelijk obstakel raakt.
Wanneer het product plotseling abnormaal begint te
trillen.
Het blijven gebruiken van defecte onderdelen kan een on-
geval of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Het gebied binnen een straal van 15 m geldt als
gevarenzone
Het gebied binnen een straal van 15 m geldt als gevaren-
zone. Neem bij gebruik van het product de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Laat geen kinderen en andere personen of dieren in de
gevarenzone toe.
Wanneer een andere persoon binnen de gevarenzone
komt, schakel dan de motor uit om de snijbladen te
stoppen.
Wanneer u de gebruiker benadert, waarschuw hem dan
door van buiten de gevarenzone twijgjes in zijn richting
te werpen en overtuig u ervan dat de motor is uit-
geschakeld en dat de snijbladen niet langer bewegen.
Zorg dat niemand het materiaal vasthoudt dat u aan het
snoeien bent.
Contact met de snijbladen kan ernstig letsel veroorzaken.
Het product niet gebruiken als de snijbladen met sta-
tionair toerental werken
U dient het product niet te gebruiken wanneer de sni-
jbladen bewegen terwijl de handgastrekker van de heg-
genschaar in de stationairstand staat. Schakel de motor
onmiddellijk uit en stel de carburateur af.
Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen lei-
den.
Bediening
Houd uw handen altijd op de handgrepen als de sni-
jbladen bewegen.
Pas de snoeihoek alleen aan als de machine plat op de
grond ligt en de schakelaar in de "STOP"-positie staat.
Pas de hoek van het snijblad nooit aan terwijl u staat.
Als u deze instructies niet opvolgt, hebt u het product niet
stevig vast en kan er ernstig letsel ontstaan.
Controleer voordat u het product op de grond legt of
de snijbladen volledig tot stilstand zijn gekomen
Controleer na het uitschakelen van de motor of de sni-
jbladen niet meer bewegen voordat u het product op de
grond legt.
Zelfs nadat de motor is uitgeschakeld, kunnen de snijbladen
tijdens het uitlopen nog letsel veroorzak-
en.
Vuil van de geluiddemper verwijderen
Verwijder vastzittend vuil zoals gras, bladeren, takjes of
overtollig vet rond de geluiddemper van de motor.
Schakel hiervoor eerst de motor uit. Zorg ervoor dat u
de hete delen niet aanraakt.
Doet u dit niet, dan kan er brand ontstaan.
WAARSCHUWING
Het product niet gebruiken om hard materiaal door
te zagen
Gebruik het product niet om hard materiaal, zoals ka-
bels of staalplaten, door te zagen.
Wanneer de snijbladen in contact komen met een ob-
stakel of de werking wordt belemmerd, schakel dan on-
middellijk de motor uit en controleer of de snijbladen
beschadigd zijn.
Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot onher-
stelbare schade aan het product of een ongeval.
Het product nooit gebruiken terwijl u op een ladder
of een kruk gaat staan
Reik nooit te ver en ga nooit op onstabiele oppervlakken
staan.
Gebruik het product niet terwijl u boven op een ladder
of een kruk staat.
Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.
12
Veilig gebruik van uw product
Beschermende uitrusting
WAARSCHUWING
Beschermende uitrusting dragen
Draag altijd de volgende beschermende uitrusting wan-
neer u met de heggenschaar werkt.
a Hoofdbescherming (helm): Beschermt het hoofd
b Oorbeschermers of oordoppen: Beschermen het gehoor
c Veiligheidsbril: Beschermt de ogen
d Veiligheidshandschoenen: Beschermen de handen tegen
kou en trillingen
e Passende werkkleding (lange mouwen, lange broek):
Beschermt het lichaam
f Stevige antisliplaarzen of antislipschoenen: Bescher-
men de voeten
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan oog- of ge-
hoorbeschadiging of ander ernstig letsel tot gevolg hebben.
Gebruik indien nodig de onderstaand vermelde veilig-
heidsuitrusting.
Mondkap: Beschermt de ademhalingsorganen
Bijennet: Beschermt tegen aanvallen van bijen
Volgelaatsmasker: Draag bij het snoeien boven uw hoofd
altijd hoofdbescherming met volgelaatsmasker conform CE.
Beschermende kleding dragen
Draag geen stropdassen, sieraden of losse kleding die door de machine kun-
nen worden gegrepen. Draag geen schoeisel zonder neus (slippers, san-
dalen etc.), loop niet blootsvoets of met blote benen.
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan oog- of gehoorbeschadiging of
ander ernstig letsel tot gevolg hebben.
13
Paklijst
Paklijst
De volgende onderdelen zijn apart verpakt in de doos.
Als u de doos hebt uitgepakt, dient u de onderdelen te controleren.
Neem contact op met uw dealer indien er iets ontbreekt of defect is.
Motor
Aandrijfas
1. Motor
2. inbussleutel 4 mm
3. Steeksleutel
4. T-sleutel
5. Schraper
6. Bedieningshandleiding
7. Aandrijfas
8. Schouderharnas
9. Snijbladbescherming
14
Beschrijving
Beschrijving
1. Contactschakelaar (STOP)
2. Handgastrekkerblokkering
3. Bougie
4. Luchtfilter
5. Brandstoftankdop
6. Brandstoftank
7. Brandstoftankbescherming
8. Handgastrekker
9. Hendel
10. Handbescherming
11. Buitenste buis
12. Snijbladafstellingshendel
13. Heggenschaarsnijblad
14. Vergrendeling vergrendelen
15. Vergrendeling vrijgeven
16. Tandwielkast
17. Snijbalk en snijbladen
18. Snijbladbescherming
19. Ophanging
20. Schouderband
21. Starthendel
15
Voordat u begint
Voordat u begint
Montage
De buitenste buis aansluiten op de krachtbron
1. Zet de krachtbron op een schoon vlak oppervlak, met de
bougie naar boven gericht.
2. Gebruik een 4 mm inbussleutel om de buisklemschroef los
te draaien.
3. Schuif de buitenste buis in de buisklem totdat hij niet verder
kan. Als het aanbrengen moeilijk gaat, draai dan de buiten-
ste buis of de hoofdas een beetje totdat u voelt dat de gleu-
ven van de hoofdas aangrijpen in de krachtbron.
4. Positioneer de buitenste buis zo dat de uitgaande as van de
tandwielkast naar links wijst op het demperdeksel.
5. Schuif de buitenste buis in de krachtbron totdat de gashen-
del net in contact komt met de buisklem.
6. Haal de klemschroef stevig aan.
De gaskabel aansluiten
1. Draai de knop van het luchtfilterdeksel los en verwijder het
luchtfilterdeksel.
WAARSCHUWING
Lees de bedieningshandleiding aandachtig door om ervoor te zorgen dat u het product correct
monteert.
Gebruik van een product dat niet correct is gemonteerd, kan tot een ongeval of ernstig letsel leiden.
1. Bougie
2. Buisklem
3. Klemschroef
4. Hoofdas
5. Handgreep
6. Behuizing van de trekker
7. Buitenste buis
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de brandstoftankdop stevig is dichtge-
draaid.
Anders kan een ernstig ongeval, letsel of brand het gevolg
zijn.
1. Zeskantsleutel
2. Buisklem
LET OP!
Forceer de asbuis niet de krachtbron in.
Overmatige kracht kan de asbuis en de hoofdas beschadi-
gen.
1. Luchtfilterdeksel
16
Voordat u begint
2. Lus de geribde kabelbuis onder de buis door naar de linker
bovenzijde van de motor en duw de kabel door de kabelafs-
teller.
3. Sluit het kogelvormige uiteinde van de gaskabel aan op de
gashendel bovenop de carburateur.
4. De ontstekingsdraden aansluiten.
Snijhoek afstellen
De heggenschaar afstellen
1. Plaats de heggenschaar op een plat, vlak oppervlak zodat
de motor rust op de brandstoftankbescherming. Controleer
of de schede over het snijblad is geplaatst.
1. Handgaskabel
2. Kabelafsteller
3. Ontstekingsdraden
OPMERKING
Controleer of de geribde kabelbuis zich aan de linkerkant van
de motor bevindt voordat u de gaskabel aansluit.
1. Gaskabel
2. Uiteinde van gaskabel hier aansluiten
1. Ontstekingsdraden
LET OP!
De aangelegde bedrading mag de gaswerking niet hin-
deren.
1. Afstellingshendel
WAARSCHUWING
Draag altijd stevige handschoenen wanneer u aan de
snijbladen van de heggenschaar werkt. Wanneer u het
snijblad van de heggenschaar tijdens het maaien
vervangt, zorg er dan eerst voor dat de motor uit-
geschakeld is en dat de bladen niet meer bewegen.
Anders kan een ernstig ongeval, letsel of brand het gevolg zi-
jn.
17
Voordat u begint
2. Pak met uw rechterhand de buitenste buis bij de hendel vast.
Pak met uw linkerhand de afstellingshendel voor het snijblad
vast. Druk met de wijsvinger van uw linkerhand op de vrij-
gave van de vergrendeling. Druk met uw linkerduim op de
vergrendelingsinschakeling.
3. Houd de vrijgave van de vergrendeling ingedrukt en draai
het snijblad met behulp van de afstellingshendel in de
gewenste snijhoek.
4. Laat de vrijgave en de inschakeling van de vergrendeling
los. Controleer of de vrijgave en inschakeling van de ver-
grendeling in de rechte stand terugkeren.
5. Verwijder de bescherming van het snijblad. De motor kan nu
worden gestart.
Positie van het snijblad
Het snijblad kan op elf verschillende standen worden gezet,
van 120° tot 270° vanaf de buitenste buis, zoals weergegeven.
Controleer na iedere afstelling altijd of de vergrendelingsin-
schakeling goed is vergrendeld.
Afstellen voor opslag of transport
1. Schakel de motor uit en plaats de schede op het snijblad.
2. Draai het snijblad zodat het parallel aan de buis ligt. Con-
troleer of de vrijgave en inschakeling van de vergrendeling
in de vergrendelingsstand terugkeren.
3. Controleer vóór opslag of transport of de schede op zijn
plaats zit over de snijbladen.
1. Vergrendeling vergrendelen
1. Vergrendeling vrijgeven
1. Afstellingshendel
BELANGRIJK
De vergrendelingsinschakeling is een extra beveiliging die
voorkomt dat de vrijgave van de vergrendeling per ongeluk
wordt ingedrukt.
WAARSCHUWING
Bij het afstellen van de snijbladen naar de opslagstand
de motor nooit inschakelen.
18
Voordat u begint
Vrije spelling gashendel
De speling van de gashendel dient ongeveer 4-6 mm te bedra-
gen. Controleer of de gashendel soepel werkt zonder dat hij vast-
loopt. Als de speling moet worden aangepast, volg dan de
onderstaande procedures en illustraties.
1. Draai de bevestigingsmiddelen los en verwijder het luchtfil-
terdeksel.
2. Draai de borgmoer op de kabelafsteller los. Draai de kabe-
lafsteller losser of vaster om de benodigde speling van 4-6
mm te verkrijgen.
3. Haal de borgmoer aan.
4. Plaats het luchtfilterdeksel terug.
Schouderband
1. Bevestig de bandhaak aan de ophanging op de buitenste
buis.
2. Draag de schouderband op zo'n manier dat de haak aan uw
rechterzijde blijft.
3. Stel de lengte van de schouderband zodanig af dat u de ma-
chine comfortabel kunt vasthouden en bedienen.
Loskoppeling voor noodgevallen
Trek in geval van nood krachtig aan het witte lipje bij de haak.
De machine wordt dan ontgrendeld van de band.
1. Kabelafsteller
2. Borgmoer
BELANGRIJK
Stel de schouderband of het harnas zodanig af dat de schoud-
ersteun comfortabel rust op uw andere schouder. Controleer of
alle haken en afstellingsmechanismen zijn vergrendeld.
19
Voordat u begint
Brandstof voorbereiden
Brandstof
Als brandstof wordt een mengsel gebruikt van normale ben-
zine met motorolie voor luchtgekoelde tweetakt motoren van
een gerenommeerd merk. Loodvrije benzine met een oc-
taangetal van minimaal 89 wordt aanbevolen. Gebruik geen
brandstof die methylalcohol of meer dan 10 % ethylalcohol
bevat.
Aanbevolen mengverhouding: 50 : 1 (2 %) voor ISO-L-EGD
Standard (ISO/CD 13738), JASO FC, FD en Shindaiwa One
50 : 1 olie.
- Meng de benzine en de olie niet direct in de brandstoftank.
- Voorkom dat brandstof of olie wordt gemorst. Veeg gemor-
ste brandstof altijd op.
- Ga altijd voorzichtig met brandstof om; brandstof is bij-
zonder ontvlambaar.
- Bewaar brandstof altijd in een geschikt reservoir.
Brandstofvoorraad
Altijd bijvullen in een goed geventileerde ruimte. Vul geen
brandstof bij in een afgesloten ruimte.
Plaats het product en de bijvultank op de grond als u gaat bij-
vullen. Vul het product niet bij op een laadplatform van een
vrachtauto of op andere, soortgelijke plaatsen.
Wanneer u de brandstof bijvult, dient de brandstof onder het
schouderniveau aan de onderzijde van de vulhals van de
brandstoftank te blijven.
Er is een drukverschil tussen de brandstoftank en de buiten-
lucht. Wanneer u de brandstof bijvult, dient u de brandstof-
tankdop langzaam open te draaien om het drukverschil
geleidelijk op te heffen.
Veeg gemorste brandstof altijd op.
Ga ten minste 3 meter van de plaats staan waar u de brandst-
of hebt bijgevuld, voordat u de motor aanzet.
Bewaar de bijvultank op een beschutte plaats en op een
veilige afstand van vuur.
GEVAAR
Brandstof is licht ontvlambaar en kan door een verkeerde omgang ermee tot brand leiden.
Neem de voorzorgsmaatregelen in het hoofdstuk van deze handleiding onder de titel "Veilig
gebruik van uw product" zorgvuldig in acht.
Controleer, nadat brandstof is bijgevuld, of de brandstoftankdop goed vast zit en vergeet
niet te controleren of er brandstof wordt gelekt of wegloopt rondom de brandstofvulbuis,
het rubber of de dop. Indien u lekkende of uitlopende brandstof waarneemt, dient u onmid-
dellijk met het gebruik van het product te stoppen en contact op te nemen met uw dealer
om de machine te laten repareren.
Als de brandstof ontbrandt, kan dit brandwonden en brand veroorzaken
LET OP!
Er is een drukverschil tussen de brandstoftank en de buitenlucht. Wanneer u de brandstof bijvult, dient u de brandst-
oftankdop langzaam open te draaien om het drukverschil geleidelijk op te heffen.
Anders kan wordt de brandstof mogelijk naar buiten gespoten.
OPMERKING
Brandstof veroudert naarmate deze langer wordt bewaard. Meng niet meer brandstof dan u in dertig (30) dagen nodig denkt te
hebben. Meng de benzine en de olie niet direct in de brandstoftank.
1. Brandstoftank 2. Onderzijde vulhals
20
Motorbediening
Motorbediening
De motor starten
Starten van een koude motor
(Sluit de bougiekap aan als het product langere tijd in opslag is
geweest)
De startprocedure is verschillend voor een koude of warme mo-
tor. Een koude motor wordt als volgt gestart.
1. Verwijder de snijbladbescherming en controleer de snijblad-
en. Als er iets niet in orde is, door een nieuw exemplaar
vervangen.
2. Plaats het product op een horizontaal oppervlak, ondersteun
het met een balk of ander geschikt hulpmiddel en controleer
of de snijbladen niet in aanraking komen met het grondop-
pervlak of een andere hindernis.
3. Controleer of er geen lekkages zijn.
4. Zet de ontstekingsschakelaar in de stand Start.
5. Zet de chokehendel in de stand "Koude start".
6. Druk beurtelings op de opvoerpomp en laat hem weer los
totdat er brandstof in de pomp wordt aangezogen.
7. Controleer of het gebied rondom u veilig is, houd de voorste
handgreep stevig met uw rechterhand vast zoals in de af-
beelding wordt getoond, en trek enkele malen aan de start-
ergreep.
8. Zet, wanneer u een plofgeluid hoort en de motor direct stopt,
de chokehendel in de werkstand "Run" en blijf aan de start-
ergreep trekken om de motor te starten.
9. Als de motor direct start wanneer u de instructies in
bovengenoemde stap 7 uitvoert, beweegt u de chokehendel
langzaam weer naar de werkstand "Run".
10. Laat de motor een tijdje stationair warmdraaien.
11. Druk de handgastrekkerblokkering in en knijp geleidelijk in
de handgastrekker.
WAARSCHUWING
Als u de motor start, neem dan de voorzorgsmaatregelen in acht die zijn beschreven vanaf pagina 4in het hoofdstuk
"Veilig gebruik van uw product" om zeker te zijn dat u het product correct bedient.
Het maaiaccessoire treedt direct in werking zodra de motor wordt gestart, wat er toe kan leiden dat u de controle
verliest en het kan ernstige verwondingen veroorzaken. Houd de bewegende delen van het accessoire van de grond
en uit de buurt van voorwerpen die verstrengeld kunnen raken of kunnen worden gelanceerd.
Als het snijblad ook beweegt wanneer de handgastrekker bij het starten van de motor in de stationairstand staat, stel
dan de carburateur goed af voordat u het product gebruikt.
De snijbladen beginnen te bewegen naarmate de motor het toerental voor het aangrijpen van de koppeling bereikt.
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.
OPMERKING
Trek de startergreep eerst zachtjes, en dan sneller uit. Trek het starterkoord niet verder dan 2/3 van de lengte uit.
Laat de startergreep niet los als deze terugveert.
1. Ontstekingsschakelaar
2. Handgastrekker
3. Handgastrekkerblokker-
ing
4. Start
1. Opvoerpomp
1. Chokehendel
2. Koude start
3. Werkstand
21
Motorbediening
Opwarmen van de motor
1. Laat de motor zodra deze is gestart gedurende 2 tot 3 mi-
nuten warmdraaien in de stationaire stand (d.w.z. laag toer-
ental).
2. Het warmdraaien van de motor helpt bij een betere smering
van de inwendige onderdelen. Laat de motor volledig opwar-
men, vooral als het koud is.
Starten van een warme motor
1. Zet de ontstekingsschakelaar in de stand Start.
2. Controleer of de handgastrekker in de stationairstand staat.
3. Controleer of de chokehendel in de werkstand "Run" staat.
4. Trek, als de brandstoftank gevuld is, aan de starterhand-
greep om de motor te starten.
5. Is er geen brandstof te zien in de opvoerpomp, druk dan
beurtelings op de opvoerpomp en laat hem weer los totdat
er brandstof in de pomp wordt aangezogen.
6. Controleer of het gebied rondom u veilig is en trek aan de
startergreep om de motor te starten.
1. Starthendel
1. Ontstekingsschakelaar
2. Handgastrekker
3. Handgastrekkerblokker-
ing
4. Start
1. Chokehendel
2. Koude start
3. Werkstand
22
Motorbediening
De motor stoppen
1. Laat de handgastrekker los en zet de motor in de stationair-
stand (d.w.z. laag toerental).
2. Zet de ontstekingsschakelaar in de stand Stop.
3. Stop de motor in een noodsituatie onmiddellijk met behulp
van de ontstekingsschakelaar.
4. Als de motor niet stopt, zet de chokehendel dan in de stand
"Koude start". De motor zal dan afslaan en tot stilstand
komen (een choke-stop).
Wanneer de motor niet stopt nadat de ontstekingsschakelaar
is bediend, moet de ontstekingsschakelaar door uw dealer ge-
controleerd en gerepareerd worden voordat u het product
weer mag gebruiken.
1. Ontstekingsschakelaar
2. Handgastrekker
3. Stop
WAARSCHUWING
Het maaiaccessoire kan blijven bewegen nadat de mo-
tor is gestopt.
23
Snoeien van heggen en struiken
Snoeien v an heggen en struiken
Basissnoeien van heggen
Als u aan de handgastrekker trekt nadat de motor is gestart,
wordt het motortoerental verhoogd en beginnen de snijbladen
te bewegen. Stel het motortoerental af, afhankelijk van bijvoor-
beeld de hoeveelheid te snoeien heggen.
Werkpositie
Houd de bedieningshendel vast met uw rechterhand en de as
met uw linkerhand.
Uw linkerarm strekt u naar de meest comfortabele positie.
De heggenschaar gebruiken
Voorbereidingen
Gebruik een takkenschaar om eerst de dikke takken te
snoeien.
Snoeivolgorde
Als u radiaal moet snoeien, snoei dan meerdere malen
kleine beetjes weg.
Snoeitechnieken
Verticaal snoeien:
Beweeg het snijblad in een boog op en neer terwijl u
langs de heg loopt. Gebruik beide zijden van het sni-
jblad.
Snoei zonder dat u direct naast de heg staat. Ga bijv.
aan de andere kant van een bloembed staan.
Snoeien boven uw hoofd:
Houd de as recht en zet de snijhoek op 90° om de
bovenzijde van een heg te snoeien.
Horizontaal snoeien:
Stel de snijhoek van het blad in tussen 0° en 10° en be-
weeg de heggenschaar horizontaal heen en weer.
Beweeg het snijblad in een boog naar de buitenzijde van
de heg zodat takken op de grond vallen.
Snoei zonder dat u direct voor de heg staat, ga bijv. aan
de andere kant van een bloembed staan.
Bij lage heggen snoeit u kort bij de grond vanuit een
staande positie.
OPMERKING
Dit product is ontworpen voor het snoeien van struiken en heggen met takken die een doorsnede hebben van 6 mm of minder.
Laat de motor met volgas draaien als u met de snoeiwerkzaamheden begint. Wanneer u met een lager toerental dan bij vol-
gas werkt, kan dit de koppeling door slippen beschadigen. Laat de motor niet met volgas draaien als u niet snoeit of zaagt.
1. Handgastrekker
2. Hoog toerental
3. Stationair
24
Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Algemeen onderhoud
Geluiddemper
Bedien de machine nooit met een beschadigde of ont-
brekende vonkenvanger of geluiddemper. Zorg ervoor dat de
geluiddemper goed is vastgezet en in goede staat verkeert.
Een versleten of beschadigde geluiddemper is brandgevaarli-
jk en kan bovendien tot gehoorverlies leiden.
Bougie
Zorg ervoor dat de bougie en aansluitingen goed vastzitten en
schoon zijn.
Bevestigingsmiddelen
Zorg ervoor dat moeren, bouten en schroeven (behalve de af-
stelschroeven voor de carburateur) zijn aangehaald.
Afstelling van de carburateur
Neem bij vragen of problemen contact op met uw dealer.
BELANGRIJK
Onderhoud aan, vervanging of reparatie van apparatuur en systemen voor emissieregeling mogen worden uitgevoerd door ieder
reparatiebedrijf of iedere reparateur. Reparaties die onder garantie vallen, moeten echter worden uitgevoerd door een dealer
die of een servicecenter dat door YAMABIKO CORPORATION is erkend. Het gebruik van onderdelen die qua prestaties en du-
urzaamheid niet gelijkwaardig zijn aan goedgekeurde onderdelen, kan een nadelige invloed hebben op de effectiviteit van het
emissieregelsysteem en kan van invloed zijn op het al dan niet toekennen van de garantieclaim.
WAARSCHUWING
Niet-standaard accessoires, maaiaccessoires of reserveonderdelen werken mogelijk niet goed met uw machine en
kunnen schade en letsel veroorzaken.
Voordat u onderhouds-, reparatie of reinigingswerkzaamheden aan de machine uitvoert, dient u ervoor te zorgen dat
de machine en het maaiaccessoire volledig stilstaan. Ontkoppel de bougiekabel voordat u service- of onderhoud-
swerkzaamheden uitvoert.
Wanneer de motor zonder geluiddemper werkt, of met een beschadigde of niet goed gemonteerde geluiddemper, kan
er zo veel lawaai worden geproduceerd dat dit tot gehoorverlies leidt.
WAARSCHUWING
U MAG HET STATIONAIR TOERENTAL ALLEEN AANPASSEN door te draaien aan de stelschroef van het stationair
toerental (T).
Tijdens het afstellen van de carburateur kan het maaiaccessoire bewegen. Wees zeer voorzichtig en let op het maai-
accessoire, zodat u zich niet verwondt aan het bewegende snijblad.
Wanneer de carburateur is afgesteld, dient het maaiaccessoire niet te bewegen bij een stationair toerental, anders
kan dit leiden tot ernstig lichamelijk letsel.
Behalve het stationair toerental, mag u GEEN andere carburateur-gerelateerde afstellingen uitvoeren. Alle andere af-
stellingen MOETEN worden uitgevoerd door een bevoegde service dealer, anders kan dit leiden tot ernstig lichameli-
jk letsel vanwege een defecte motor.
LET OP
Neem bij problemen met de carburateur contact op met een bevoegde service dealer.
25
Onderhoud en verzorging
Elke machine wordt in de fabriek getest en de carburateur wordt
goed afgesteld voor een maximale prestatie.
Reinig of vervang het luchtfilter, start de motor en laat deze ge-
durende enkele minuten op bedrijfstemperatuur komen voordat u
de carburateur afstelt.
De motor moet terugkeren naar het stationair toerental zodra de
gashendel wordt losgelaten. Het stationair toerental is instelbaar
en moet laag genoeg zijn om het maaiaccessoire uit te laten
schakelen door de motorkoppeling.
Ga als volgt te werk om de carburateur af te stellen:
1. Plaats het apparaat op de grond en start de motor. Laat het
2-3 minuten stationair draaien totdat het warm is.
2. Als het accessoire beweegt bij stationair motortoerental, ver-
laagt u dit door linksom aan de stelschroef van het stationair
toerental (T) te draaien.
3. Indien er een toerenteller beschikbaar is, dient het station-
aire motortoerental uiteindelijk ingesteld te worden op 3000
(±500) omw/min. (min
-1
).
Afstellen snijblad
De snoeiprestaties van uw machine zijn in grote mate afhankelijk
van de juiste afstelling van de snijbladen. Goed afgestelde blad-
en bewegen vrij maar voorkomen wel dat snoeiresten tussen de
bladen vast komen te zitten. Snijblad als volgt afstellen:
1. Draai alle borgmoeren van het blad minstens één volledige
slag los.
2. Haal iedere schouderbout van het blad goed aan en draai de
schouderbouten 1/4 tot 1/2 slag los.
3. Begin aan de kant van de tandwielkast en vergrendel elke
bout door de borgmoer stevig aan te halen, maar laat de
schouderbout niet meedraaien.
Als de schouderbout correct is afgesteld, dient er een ruimte van
0,25-0,50 mm te zijn tussen de snijbladen en de onderlegringen.
De onderlegringen onder elke boutkop moeten vrij kunnen
draaien.
T: Stationair toerental afstellen
OPMERKING
Indien de carburateur niet naar behoren kan worden afgesteld
met de stelschroef van het stationair toerental (T), dient u con-
tact op te nemen met een bevoegde service dealer.
1. Zaagblad
2. Borgmoer
3. Snijbladen
4. Schouderbout
5. Sluitring
WAARSCHUWING
De snijbladen zijn erg scherp. Draag altijd handschoe-
nen wanneer aan de snijbladen wordt gewerkt.
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval
of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.
LET OP!
Het gebruik van versleten of onjuist afgestelde snijblad-
en vermindert de prestaties van de snijbladen en kan
daarnaast uw machine beschadigen. Gebruik de ma-
chine niet als de snijbladen zijn beschadigd of vers-
leten.
26
Onderhoud en verzorging
Dagelijks onderhoud
Vóór het begin van elke werkdag dienen de volgende handelin-
gen te worden uitgevoerd:
Verwijder vuil en afvalmateriaal uit de motor, controleer of de
koelribben en het luchtfilter niet verstopt zijn en reinig ze, indi-
en nodig.
Verwijder eventueel opgehoopt vuil of los afvalmateriaal uit de
geluiddemper en brandstoftank. Controleer het koelluchtin-
laatgedeelte onderaan het motorcarter. Verwijder al het losse
afvalmateriaal. Opeengehoopt vuil in deze gedeeltes kan lei-
den tot oververhitting, brand of voortijdige slijtage van de mo-
tor.
Smeer het blad voor gebruik en na bijvullen van brandstof.
Controleer de snijbladen op schade of onjuiste afstelling.
Verwijder afvalmateriaal en stof uit het maaiaccessoire.
Controleer of er geen bouten of componenten loszitten of ont-
breken. Zorg ervoor dat het maaiaccessoire stevig vastzit.
Controleer of er brandstof of olie uit de machine lekt.
Zorg ervoor dat moeren, bouten en schroeven (behalve de af-
stelschroeven voor het stationair toerental) zijn aangehaald.
Onderhoud na 10 uur
(vaker bij gebruik onder stoffige omstandigheden)
1. Verwijder het luchtfilterdeksel door de schroeven van de
afdekking los te draaien en het weg te tillen.
2. Verwijder het luchtfilterelement.
3. Reinigen of vervangen indien nodig.
Reinig het element grondig met zeep en water.
Laat het element drogen voordat u het opnieuw plaatst.
4. Vervang het luchtfilterdeksel.
1. Koelvinnen
WAARSCHUWING
Draag altijd handschoenen wanneer aan de snijbladen
wordt gewerkt.
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval
of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.
1. Bevestigingsmiddelen
losdraaien
2. Luchtfilterelement
LET OP!
Bedien de machine nooit indien het luchtfilter beschad-
igd is of ontbreekt.
27
Onderhoud en verzorging
Onderhoud na 10/15 uur
Verwijder en reinig of vervang de bougie
Controleer de elektrodenafstand van de bougie. De juiste af-
stand bedraagt 0,6 tot 0,7 mm.
Controleer de elektrode op slijtage.
Inspecteer de isolator op olie of andere resten.
Vervang de bougie als dat nodig is en draai deze vast met een
koppel van 15 N•m - 17 N•m (150 kgf•cm tot 170 kgf•cm).
Smering van de tandwielkast
Smeer de versnellingsbak van de snijbladen door een of twee
slagen smeervet op lithiumbasis in het smeernippel te pompen
met een vetspuit.
Onderhoud na 50 uur
Koelvinnen cilinder
Verwijder en reinig de cilinderkap en verwijder stof en afval-
materiaal uit de koelvinnen van de cilinder.
Brandstoffilter verwijderen en vervangen
Verwijder het brandstoffilter via de vulopening van de brandst-
oftank met behulp van een stuk staaldraad of iets dergelijks.
Trek het oude filter uit de brandstofleiding.
Installeer een nieuw brandstoffilter.
a: 0,6 - 0,7 mm
1. Smeernippels tandwielkast
LET OP!
Overmatig smeren kan de werking van de tandwielkast
nadelige beïnvloeden en voor lekkage van vet zorgen.
1. Brandstoffilter 2. Brandstofleiding
OPMERKING
Vervang het filter als dit overmatig vuil is of niet meer goed
past.
28
Onderhoud en verzorging
Smering van de tandwielkast
Verwijder hiervoor eerst de tandwielkast uit de buitenste buis als
volgt:
1. Draai de klembout van de tandwielkast los.
2. Verwijder de indexbout uit de tandwielkast.
3. Schuif de tandwielkast uit de buis. Gebruik een vetspuit om
vet op lithiumbasis (ongeveer 10 gram) in het smeernippel
op de tandwielkast te pompen totdat u het oude vet uit de
tandwielkast ziet lopen. Uitgestoten vet is zichtbaar in het
gat in de buitenste buis.
4. Verwijder overmatig vet en monteer de tandwielkast weer op
de buitenste buis. Controleer of de indexbout in het gat in de
buitenste buis past. Haal beide bouten goed aan.
Geluiddemper reinigen
Koolafzetting in de demper zal leiden tot een lager motorver-
mogen en oververhitting. Vonkvangerscherm moet regelmatig
worden gecontroleerd. Verwijder verontreinigingen van de ge-
luiddemper.
1. Buitenste buis
2. Klembout tandwielkast
3. Tandwielkast
4. Indexbout
LET OP!
De D-vormige vulring niet uit de tandwielkastklem ver-
wijderen. De vulring voorkomt schade door het te hard
aanhalen van de klembout van de buis.
1. Smeernippels tandwielkast
WAARSCHUWING
Bedien de machine nooit met een beschadigde of ont-
brekende geluiddemper of vonkenvanger. Bediening
van de machine met ontbrekende of beschadigde
vonkenvanger veroorzaakt brandgevaar en kan schade
toebrengen aan uw gehoor.
BELANGRIJK
De beschermkap van de geluiddemper niet verwijderen. Raad-
pleeg indien nodig uw dealer.
29
Onderhoud en verzorging
Tabel voor het oplossen van problemen
De motor start niet
Diagnose Oorzaak Oplossing
Draait de motor rond?
NEE
Defecte trekstarter.
Vloeistof in de krukkast.
Inwendige schade.
Raadpleeg uw dealer
JA
Goede compressie?
NEE
Losse bougie. Vastzetten en opnieuw con-
troleren.
Overmatige slijtage van
cilinder, zuiger, zuigerveren.
Raadpleeg uw dealer
JA
Bevat de tank verse brandstof van de
juiste soort?
NEE
Brandstof onjuist, oud of ve-
rontreinigd; mengsel onjuist.
Verversen door verse, schone on-
gelode benzine met een octaang-
etal van 89 of hoger, gemengd met
mengolie voor luchtgekoelde
tweetaktmotoren die minstens
voldoet aan ISO-L-EGD en/of
JASO FC, FD-geclassificeerde ol-
iën met een verhouding van 50:1
benzine/olie.
JA
Is er brandstof in de retourleiding aan-
wezig en beweegt deze tijdens het
pompen?
NEE
Controleer op verstopping van
brandstoffilter en/of ontlucht-
ing.
Vervang brandstoffilter of ontlucht-
ing indien nodig. Start opnieuw.
Opvoerpomp werkt niet goed. Raadpleeg uw dealer
JA
Is er een vonk bij de aansluiting van de
bougiekabel?
NEE
De ontstekingsschakelaar
staat in de stand Stop.
In de Start-stand zetten.
Massasluiting ontsteking.
Defecte ontstekingseenheid.
Raadpleeg uw dealer
JA
Controleer de bougie.
NEE
Als de bougie nat is, kan zich te
veel brandstof in de cilinder
bevinden.
Laat de motor draaien met verwij-
derde bougie, monteer de bougie
weer en start opnieuw.
De bougie is vervuild of heeft
een onjuiste elektrodenaf-
stand.
Reinig de bougie en stel de elek-
trodenafstand opnieuw in op 0,6
tot 0,7 mm. Start opnieuw.
De bougie is inwendig bescha-
digd of van het verkeerde type.
Vervang de bougie door een NGK
BPMR6A of een gelijkwaardig type
weerstandbougie van de juiste
warmtegraad. Stel de elektrode-
nafstand van de bougie in op 0,6
tot 0,7 mm.
30
Onderhoud en verzorging
Laag vermogen
Diagnose Oorzaak Oplossing
Wordt de motor te warm? Machine overbelast door ge-
bruiker.
Verkort de trimmerdraad. Maai
langzamer.
Mengsel carburateur is te arm. Raadpleeg uw dealer
Onjuiste brandstofverhouding. Verversen door verse, schone on-
gelode benzine met een octaang-
etal van 89 of hoger, gemengd met
mengolie voor luchtgekoelde
tweetaktmotoren die minstens
voldoet aan ISO-L-EGD en/of
JASO FC, FD-geclassificeerde ol-
iën met een verhouding van 50:1
benzine/olie.
Ventilator, ventilatordeksel,
cilinderkoelribben vervuild of
beschadigd.
Reinigen, repareren of vervangen
indien nodig.
Koolafzetting op de zuiger of in
de demper.
Raadpleeg uw dealer
Motor draait rauw bij alle toerentallen.
Mogelijk ook zwarte rook en/of onver-
brande brandstof in de uitlaat aanwezig.
Verstopt luchtfilterelement. Voer onderhoud uit aan het
luchtfilterelement.
Losse of beschadigde bougie. Vastzetten of vervangen.
Luchtlekkage of verstopte
brandstofleiding.
Repareer of vervang brandstoffil-
ter en/of brandstofleiding.
Water in de brandstof. Ververs de brandstof.
Zuiger vastgelopen.
Defecte carburateur en/of de-
fect membraan.
Raadpleeg uw dealer
Motor pingelt. Oververhitting. Zie boven.
Onjuiste brandstof. Controleer het octaangetal van de
brandstof; controleer of de brand-
stof alcohol bevat. Brandstof
verversen indien nodig.
Koolafzetting in de verbrand-
ingskamer.
Raadpleeg uw dealer
31
Onderhoud en verzorging
Andere problemen
Diagnose Oorzaak Oplossing
Slechte acceleratie. Verstopt luchtfilter. Reinig het luchtfilter.
Verstopt brandstoffilter. Vervang het brandstoffilter.
Arm brandstof-/luchtmengsel. Raadpleeg uw dealer
Stationair toerental te laag in-
gesteld.
Afstellen.
Motor stopt abrupt. Schakelaar uitgeschakeld. Reset de schakelaar en start
opnieuw.
Brandstoftank leeg. Brandstof bijvullen.
Verstopt brandstoffilter. Vervang het brandstoffilter.
Water in de brandstof. Aftappen; verversen door schone
brandstof.
Kortgesloten bougie of losse
aansluiting.
Reinig of vervang de bougie; bev-
estig de aansluiting.
Defecte ontsteking. Raadpleeg uw dealer
Zuiger vastgelopen. Raadpleeg uw dealer
Motor slaat moeilijk af. Massadraad (voor stoppen) is
losgekoppeld of schakelaar is
defect.
Controleren en indien nodig
vervangen.
Oververhitting door onjuiste
bougie.
Motor stationair laten draaien tot-
dat deze is afgekoeld. Reinig de
bougie en stel de elektrodenaf-
stand opnieuw in op 0,6 tot 0,7
mm. Juiste bougie.
Motor oververhit. Motor stationair laten draaien tot-
dat deze is afgekoeld.
Maaiaccessoire draait bij stationair
draaiende motor.
Stationair motortoerental te
hoog.
Afstellen.
Gebroken koppelingsveer of
uitgeslagen veerkraag.
Vervang veer/schoenen indien
nodig; controleer stationair toeren-
tal.
Accessoirehouder los. Houders controleren en goed
vastzetten.
Motor keert niet terug naar stationair toe-
rental.
Stationair motortoerental te
hoog.
Afstellen.
Motor heeft luchtlekkage.
Raadpleeg uw dealer
Overmatige trillingen. Kromgetrokken of beschadigd
maaiaccessoire.
Inspecteer het accessoire en
vervang het indien nodig.
Tandwielkast los. Draai de tandwielkast stevig vast.
Verbogen hoofdas / versleten
of beschadigde bussen.
Inspecteren en indien nodig
vervangen.
Maaiaccessoire beweegt niet As niet goed aangebracht in
krachtbron of tandwielkast
Inspecteren en indien nodig
opnieuw monteren.
Aandrijfas gebroken.
Tandwielkast beschadigd.
Raadpleeg uw dealer
32
Onderhoud en verzorging
Vakkennis is vereist bij de controle en het onderhoud. Indien u de controle en het onderhoud van het product niet zelf kunt
uitvoeren of een fout niet zelf kunt oplossen, raadpleeg dan uw dealer. Probeer niet het product te demonteren.
Raadpleeg uw dealer in het geval van een probleem dat niet wordt behandeld in bovenstaande tabel.
Gebruik uitsluitend originele vervangende onderdelen en verbruiksmaterialen of aanbevolen producten en componenten. Het
gebruik van onderdelen van andere fabrikanten of niet-aanbevolen componenten kan een defect tot gevolg hebben.
33
Opslag
Opslag
Opbergen gedurende langere perioden (langer dan 30 dagen)
1. Maak de brandstoftank helemaal leeg.
2. Zet de ontstekingsschakelaar in de stand Stop.
3. Verwijder alle vet, olie, vuil, stof en andere materiaal van de
buitenzijde van de heggenschaar.
4. Voer de in deze handleiding voorgeschreven periodieke
controles uit.
5. Controleer of de schroeven en moeren goed zijn aange-
haald. Draai eventueel loszittende schroeven en moeren
vast.
6. Verwijder de bougie en giet de vereiste hoeveelheid (circa
10 mL) schone, verse tweetakt-motorolie via het montage-
gat voor de bougie in de cilinder.
7. Monteer de bougie. (Sluit de bougiekap niet aan. )
8. Smeer de snijbladen in met een dikke laag olie om roest-
vorming te voorkomen.
9. Als het product voldoende afgekoeld en droog is, brengt u de
snijbladbeschermkap aan op de snijbladen en wikkelt u het
motorgedeelte in een plastic zak of ander afdekmiddel voor-
dat u het opbergt.
10. Berg het product op in een droge, stofvrije ruimte, buiten be-
reik van kinderen en andere onbevoegde personen.
WAARSCHUWING
Sla de machine niet op in gesloten ruimtes waar ook brandstof aanwezig is, of in de nabijheid van open
vuur of op plaatsen waar vonkvorming optreedt.
Dit zou brand kunnen veroorzaken.
Bij opslag van het product gedurende langere periodes (30 dagen of langer) dienen de volgende voorbereidingen
voor de opslag te worden getroffen.
A. Verwijder alle brandstof uit de brandstoftank.
B. Druk meermaals beurtelings op de opvoerpomp en laat
hem weer los om de brandstof uit de opvoerpomp te
verwijderen.
C. Start de motor en laat deze stationair lopen totdat hij
vanzelf tot stilstand komt.
1. Ontstekingsschakelaar
2. Handgastrekker
3. Stop
A. Plaats een schone doek over het montagegat voor de
bougie.
B. Trek 2 tot 3 maal aan de startergreep om de motorolie
in de cilinder te verdelen.
C. Controleer de plaats van de zuiger via de bougieopen-
ing. Trek langzaam aan de starthendel totdat de zuiger
het hoogste punt van zijn slag bereikt en laat hem op dat
punt staan.
34
Afvalverwijderingsprocedure
Afvalverwijderingsprocedure
Voer afvalolie overeenkomstig de lokale voorschriften af.
De belangrijke kunststof onderdelen die voor het product zijn
gebruikt, zijn voorzien van materiaalcodes.
De codes hebben betrekking op de volgende materialen; voer
deze kunststof onderdelen overeenkomstig de lokale
voorschriften af.
Neem contact op met uw dealer voor eventuele vragen over
de afvoer van afvalolie of kunststof onderdelen.
Aanduiding Materiaal
>PA6-GF< Nylon 6 - glasvezel
>PP-GF< Polypropyleen - glasvezel
>PE-HD< Polyethyleen
35
Specificaties
Specificaties
Wijzigingen van specificaties zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.
AH243S
Massa:
Machine, lege tank kg 6,23
Machine met brandstof, gespecificeerd maaiaccessoire,
beschermkap en harnas
kg 6,91
Inhoud: Brandstoftank L 0,69
Snijmechanisme:
Type Tweevoudige werking, dubbelzijdig
Lengte mm 568
Spoed mm 31
Hoogte mm 20
Tandwielverhouding en smering: Reductie 6,14 en lithiumvet van goede kwaliteit
Buitenafmetingen: lengte × breedte × hoogte mm 2369 × 243 × 246
Motor:
Type Luchtgekoelde tweetakt eencilinder
Cilinderinhoud ml (cm³) 23,9
Maximale asremkracht, gemeten overeenkomstig ISO
8893
kW 0,78
Toerental bij maximaal motorvermogen t/min 8000
Aanbevolen maximumtoerental (met STD-accessoire) t/min 11900
Aanbevolen stationair toerental motor t/min 3000
Carburateur Membraantype
Ontsteking Vliegwielmagneet, CDI-systeem
Bougie NGK BPMR8Y
Starter Trekstarter
Koppeling Automatisch centrifugaal
Brandstof: Normale benzine. Loodvrije benzine met een oc-
taangetal van minimaal 89 wordt aanbevolen. Gebruik
geen brandstof die methylalcohol of meer dan 10%
ethylalcohol bevat.
Olie Motorolie voor luchtgekoelde tweetaktmotoren. ISO-
L-EGD Standaard (ISO/CD 13738), JASO FC, FD en
Shindaiwa One 50 : 1 olie.
Verhouding 50 : 1 (2 %)
Brandstofverbruik bij maximaal motorvermogen l/u 0,58
Specifiek brandstofverbruik bij maximaal motorvermo-
gen
g/(kW•h) 575
Geluiddrukniveau: (ISO 10517) L
pAd
(= L
pAeq
+ K
pA
) dB(A) 96,3
Geluidsvermogenniveau: (ISO 10517) L
WAd
(= L
WAeq
+
K
WA
)
dB(A) 108,8
Trillingsniveaus: (ISO 10517)a
hv,eq
Voorste handgreep m/s² 5,7
Achterste handgreep m/s² 7,2
Onzekerheid:K m/s² 5,0
36
Conformiteitsverklaring
Con formitei tsverk laring
De hierna genoemde fabrikant:
YAMABIKO CORPORATION
7-2 SUEHIROCHO 1-CHOME
OHME; TOKIO 198-8760
JAPAN
verklaart dat de hierna gespecificeerde nieuwe machine:
DRAAGBARE HEGGENSCHAAR
Merk: shindaiwa
Type: AH243S
voldoet aan:
* de vereisten van Richtlijn 2006/42/EG (gebruik van geharmoniseerde norm ISO 10517)
* de vereisten van Richtlijn 2004/108/EG (gebruik van geharmoniseerde norm EN ISO 14982)
* de vereisten van Richtlijn 2010/26/EU
* de vereisten van Richtlijn 2000/14/EG
Conformiteitbeoordelingsprocedure volgens ANNEX V
Gemeten geluidsvermogenniveau : 107 dB(A)
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau : 110 dB(A)
Vanaf serienummer 37000001
Tokio, 1 februari 2013
YAMABIKO CORPORATION
De geautoriseerde vertegenwoordiger in Europa die bevoegd
is het technisch dossier samen te stellen.
Bedrijf: Atlantic Bridge Limited
Adres: Atlantic House, PO Box 4800,
Earley, Reading RG5 4GB, UK
Yasuo Katsumata Hr. Philip Wicks
General Manager
37
X750-022190
X750280-3800
2013
1Opmerkingen en achteromslag
MEMORANDUM
38
X750-022190
X750280-3800
2013
MEMORANDUM
39
X750-022190
X750280-3800
2013
MEMORANDUM
40
X750-022190
X750280-3800
2013
7-2 SUEHIROCHO 1-CHOME, OHME, TOKIO 198-8760, JAPAN
TEL.: 81-428-32-6118. FAX: 81-428-32-6145.
Gedrukt in Japan
0x0xxxx zzzz ES
©
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Shindaiwa AH243S Handleiding

Type
Handleiding