Aeg-Electrolux EE2000020M Handleiding

Type
Handleiding
EE2000020
NL
OVEN GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit
apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te
presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone
apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar
minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om
al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te
laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de
hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal
kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg-electrolux.com/shop
2
INHOUD
4 Veiligheidsinformatie
8 Beschrijving van het product
9 Voor het eerste gebruik
9 Dagelijks gebruik
11 Gebruik van de accessoires
12 Extra functies
12 Nuttige aanwijzingen en tips
21 Onderhoud en reiniging
24 Problemen oplossen
25 Milieubescherming
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw
persoonlijke veiligheid en informatie
over het voorkomen van schade aan
het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Inhoud
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken:
Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
Uit respect voor het milieu
Voor de correcte werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installa-
tie of foutief gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over
het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of
lichamelijk letsel.
Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als
het apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel.
Gebruik het kinderslot of de toetsblokkering als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit
voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
Algemene veiligheid
Verander de specificaties van dit product niet. Risico op letsel en beschadiging van het
apparaat.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Montage
Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem con-
tact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade
te voorkomen.
Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport Sluit geen bescha-
digd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het
voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie on-
geldig maken.
Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens
de installatie.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit omhoog aan de handgreep.
4
Veiligheidsinformatie
De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een con-
tactopening hebben met een minimale breedte van 3mm.
U dient te beschikken over de juiste isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zeke-
ringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschake-
laars en contactgevers.
Zorg dat de keukenkast de benodigde afmetingen heeft voordat u met de installatie
begint.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
Het apparaat kan niet op een voetstuk worden geplaatst.
Ingebouwde ovens en ingebouwde fornuizen worden bevestigd met een speciaal aan-
sluitsysteem. Om schade aan het apparaat te voorkomen dient u alleen een apparaat
te gebruiken met apparaten van dezelfde fabrikant.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
Dit apparaat moet worden geaard.
Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de
stroomvoorziening in uw woning.
Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ont-
staan.
Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet knakken of
beschadigd raken achter het apparaat.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker -
indien van toepassing.
Gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat
niet voor commerciële of industriële doeleinden.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Zo voorkomt u licha-
melijk letsel of schade aan eigendommen.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
De binnenkant van het apparaat en de accessoires worden heet tijdens gebruik. Er
kunnen brandwonden ontstaan. Gebruik ovenhandschoenen wanneer u toebehoren of
pannen plaatst of verwijdert.
Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan de
emaille van de oven te voorkomen.
Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als deze aan
staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Hierdoor kunnen brandwonden ontstaan.
Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
Veiligheidsinformatie
5
plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek het niet
met aluminiumfolie;
plaats heet water niet direct in het apparaat;
haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
Verkleuring van het emaille heeft geen effect op de werking van het apparaat, het is
dus geen defect in de zin van het recht op garantie.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
De deur dient altijd gesloten te worden bij het koken, ook tijdens het grillen.
Onderhoud en reiniging
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds-
handelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Er kunnen
brandwonden ontstaan. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten
kunnen brand veroorzaken.
Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruit-
gaat.
Gebruik een diep bakblik voor vochtige taarten om te voorkomen dat het fruitsap per-
manente vlekken maakt.
Voor uw persoonlijke veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen dient u het ap-
paraat alleen met water en zeep te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of
bijtende producten.
Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen,
schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars
Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt.
Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen
schraper. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en ver-
splinteren.
Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze
te vervangen. Neem contact op met het servicecentrum.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
Reinig het katalytisch emaille niet (indien van toepassing).
Brandgevaar
Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er een licht
ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de
deur.
Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare pro-
ducten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op
het apparaat.
6
Veiligheidsinformatie
Ovenlampje
De gloeilampen in dit apparaat zijn speciaal geselecteerd en uitsluitend bedoeld voor
gebruik in huishoudelijke apparaten. Ze kunnen niet worden gebruikt om een ruimte
in het huis volledig of gedeeltelijk te verlichten.
Als de lamp moet worden vervangen, moet u een lamp gebruiken die hetzelfde vermo-
gen heeft en uitsluitend is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt.
Er bestaat risico op een elektrische schok.
Service-afdeling
Alleen een bevoegd servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met
de service-afdeling.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Afvalverwerking van het apparaat
Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen
Trek de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer door en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in
het apparaat opgesloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking.
Veiligheidsinformatie
7
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
2 2
1
3 4 5 6
8
9
11
13 5
4
3
2
1
12
7
10
1 Bedieningspaneel
2 Lampjes/symbolen van de kookzones
3 Stroomlampje/symbool
4 Bedieningsknop voor ovenfuncties
5 Temperatuurregelknop
6 Temperatuurlamp/symbool/indicatielampje
7 Bedieningsknoppen voor de kookzones
8 Verwarmingselement
9 Ovenlampje
10 Ventilator
11 Onderwarmte
12 Telescopische geleiders van ovenrek, uitneembaar
13 Rekstanden
8
Beschrijving van het product
Ovenaccessoires
Bakrooster
Voor servies, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Eerste reiniging
Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Het apparaat aan- en uitzetten
1. Zet de functieknop van de oven op een ovenfunctie.
2. Zet de thermostaatknop om een temperatuur te selecteren.
3. Draai om het apparaat uit te schakelen de functieknop van de oven en de tempera-
tuurknop op de uit stand.
Voor het eerste gebruik
9
Knopsymbool, indicatielampje of lampje (afhankelijk van het model - zie
apparaatoverzicht):
Het indicatielampje gaat aan wanneer de oven opwarmt.
Het lampje gaat aan als het apparaat in werking is.
Het symbool geeft aan of de knop de kookzones, de ovenfuncties of de temperatuur
bedient.
Ovenfuncties
Ovenfunctie Toepassing
Lampje Gebruik deze functie om de binnenkant van de oven te
verlichten.
Multi hetelucht Voor het maximaal bakken op drie ovenniveaus tegelijker-
tijd. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in
dan bij Conventioneel (boven-/onderwarmte). En om
voedsel te drogen.
Pizza hetelucht Voor het bakken op één niveau van gerechten met een
meer intensieve bruinering en een krokante korst. Stel de
temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
Conventioneel (boven-/onderwarmte).
Boven + onderwarmte Bakken en braden op één ovenniveau.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een krokante of knappe-
rige bodem en het bewaren van voedsel.
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Grillen Voor het roosteren van plat voedsel in het midden van het
rooster en voor het maken van toast.
Grill intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveelhe-
den en voor het maken van toast.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte
op één niveau. Ook geschikt voor het maken van een
bruin korstje en gratineren.
Kookzones
De kookplaat is te bedienen met de bedieningsknoppen voor de kookzones. Zie de ge-
bruikshandleiding van de kookplaat.
Kookzones van de kookplaat
De indicatielampjes voor de kookzone (ga naar "Algemeen overzicht") tonen welke zone u
hebt ingesteld.
Bedieningsknop Functie
Warmhoudstand
10
Dagelijks gebruik
Bedieningsknop Functie
0 Uit-stand
1-9 Kookstanden
(1 = laagste kookstand; negen = hoogste kookstand)
Gebruik van de kookplaat:
1. Draai aan de thermostaatknop om de temperatuur in te stellen.
2. Zet de bedieningsknop op de uit-stand om het kookproces te beëindigen.
Automatisch opwarmen
Deze informatie is alleen van toepassing als u de kookplaat installeert met de functie Au-
tomatisch opwarmen!
De functie Automatisch opwarmen verwarmt de kookzone gedurende enige tijd op volle-
dig vermogen.
Functie Snel opwarmen activeren:
1. Om deze functie in te schakelen draait u de knop zo ver mogelijk naar rechts (voorbij
de hoogste kookstand).
2. Zet de bedieningsknop op de vereiste temperatuur om het kookproces te vervolgen.
3. Zet de bedieningsknop op de uit-stand om het kookproces te beëindigen.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Ovenaccessoires plaatsen
Het ovenrooster heeft zijranden. Deze randen en
de vorm van de geleidestangen bieden kantelbe-
veiliging voor de ovenaccessoires.
Gebruik van de accessoires
11
EXTRA FUNCTIES
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de
oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan
de ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
Voorbeelden van kooktoepassingen
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Tem-
pera-
tuurin-
stel-
ling
Gebruik om: Tijdsin-
stelling
Tips
1 Bereide gerechten warmhouden naar be-
hoefte
Afdekken
1-2 Hollandaisesaus, smelten: boter, cho-
colade, gelatine
5-25
min
Tussendoor mengen
1-2 Stollen: luchtige omeletten, gebakken
eieren
10-40
min
Met deksel bereiden
2-3 Zachtjes aan de kook brengen van rijst
en gerechten op melkbasis, reeds be-
reide gerechten opwarmen
25-50
min
Voeg minstens tweemaal zoveel
vloeistof toe als rijst, melkgerech-
ten tijdens het bereiden tussen-
door roeren
3-4 Stomen van groenten, vis en vlees 20-45
min
Voeg een paar eetlepels vocht toe
4-5 Aardappelen stomen 20-60
min
Gebruik max. ¼ l water voor 750 g
aardappelen
4-5 Bereiden van grotere hoeveelheden
voedsel, stoofschotels en soepen
60-150
min
Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten
6-7 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon
bleu van kalfsvlees, koteletten, rissoles,
worstjes, lever, roux, eieren, pannen-
koeken, donuts
naar be-
hoefte
Halverwege de bereidingstijd om-
draaien
7-8 Door-en-door gebraden, opgebakken
aardappelen, lendenbiefstukken, steaks
5-15
min
Halverwege de bereidingstijd om-
draaien
9 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aanbraden van
vlees (goulash, stoofvlees), frituren van patates frites
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn
afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingre-
diënten.
12
Extra functies
Bakken
Algemene aanwijzingen
Uw nieuwe oven kan een andere bak-/braadverhouding hebben dan het apparaat dat
u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en
de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de oven tij-
dens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een
soortgelijk product.
Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten lan-
ger zijn.
Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces
niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschil-
len verminderen tijdens het bakproces.
Bakken op één ovenniveau:
Gebak in vormen
Type van bakken Ovenfunctie Ovenni-
veau
Temperatuur
°C
Tijd
uren:min.
Tulband of brioche Multi hetelucht 1 150-160 0:50-1:10
Zandgebak/fruitgebak Multi hetelucht 1 140-160 1:10-1:30
Cake, zacht Multi hetelucht 2 140 0:35-0:50
Cake, zacht Boven + onderwarmte 2 160 0:35-0:50
Taartbodem van zandtaart-
deeg
Multi hetelucht 2
170-180
1)
0:10-0:25
Taartbodem - roerdeeg Multi hetelucht 2 150-170 0:20-0:25
Apple pie (2 vormen
Ø20cm, diagonaal ge-
plaatst)
Multi hetelucht 2 160 1:10-1:30
Apple pie (2 vormen
Ø20cm, diagonaal ge-
plaatst)
Boven + onderwarmte 2 180 1:10-1:30
Kwarktaart Boven + onderwarmte 1 170-190 1:00-1:30
1) Oven voorverwarmen
Nuttige aanwijzingen en tips
13
Cakes/pastijen/gebak op bakblik
Type van bakken Ovenfunctie
Ovenni-
veau
Temperatuur °C Tijd uren:min.
Vlechtbrood/broodkrans Boven + onder-
warmte
3 170-190 0:30-0:40
Kerststol Boven + onder-
warmte
2
160-180
1)
0:50-1:10
Brood (roggebrood)
1. Eerste deel van het bak-
proces.
2. Tweede deel van het bak-
proces.
Boven + onder-
warmte
1
1.
230
1)
2. 160-180
1. 0:20
2. 0:30-1:00
Roomsoezen/tompoezen Boven + onder-
warmte
3
190-210
1)
0:20-0:35
Koninginnenbrood (opgerol-
de cake met jam)
Boven + onder-
warmte
3
180-200
1)
0:10-0:20
Kruimeltaart (droog) Multi hetelucht 3 150-160 0:20-0:40
Amandelcake/suikertaart Boven + onder-
warmte
3
190-210
1)
0:20-0:30
Vruchtentaart (bereid met
gistdeeg/roerdeeg)
2)
Multi hetelucht 3 150 0:35-0:50
Vruchtentaart (bereid met
gistdeeg/roerdeeg)
2)
Boven + onder-
warmte
3 170 0:35-0:50
Vruchtencake met kruimel-
deeg
Multi hetelucht 3 160-170 0:40-1:20
Plaatkoek met kwetsbare
garnering (bijvoorbeeld
kwark, room, puddingvulling)
Boven + onder-
warmte
3
160-180
1)
0:40-1:20
1) Oven voorverwarmen
2) Gebruik de lekbak of braadslede
Koekjes
Type van bakken Ovenfunctie
Ovenni-
veau
Temperatuur
°C
Tijd uren:min.
Zandkoekjes Multi hetelucht 3 150-160 0:10-0:20
Shortbread/ Deegreepjes Multi hetelucht 3 140 0:20-0:30
Shortbread/ Deegreepjes Boven + onderwarmte 3
160
1)
0:20-0:30
Roerdeegkoekjes Multi hetelucht 3 150-160 0:15-0:20
Eiwitgebak, schuimgebak Multi hetelucht 3 80-100 2:00-2:30
Bitterkoekjes Multi hetelucht 3 100-120 0:30-0:50
Klein gerezen gebak Multi hetelucht 3 150-160 0:20-0:40
14
Nuttige aanwijzingen en tips
Type van bakken Ovenfunctie
Ovenni-
veau
Temperatuur
°C
Tijd uren:min.
Bladerdeeg 0:20-0:30
Broodjes Multi hetelucht 3
160
1)
0:10-0:25
Broodjes Boven + onderwarmte 3
190-210
1)
0:10-0:25
Small cakes (20 per
plaat)
Multi hetelucht 3
140
1)
0:20-0:30
Small cakes (20 per
plaat)
Boven + onderwarmte 3
170
1)
0:20-0:30
1) Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Cakes/pastijen/gebak op bakblik
Type van bakken
Multi hetelucht Multi hetelucht
Temperatuur in °C
Tijdsinstelling
Uren:min.
Inzetniveaus vanaf de bodem
2 niveaus 3 niveaus
Roomsoezen/tompoezen 1/4 -
160-180
1)
0:25-0:45
Kruimeltaart 1/4 - 150-160 0:30-0:45
1) Oven voorverwarmen
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Type van bakken
Multi hete-
lucht
Multi hete-
lucht
Temperatuur in
°C
Tijdsinstelling
Uren:min.
Inzetniveaus vanaf de bodem
2 niveaus 3 niveaus
Zandkoekjes 1/4 1/3/5 150-160 0:20-0:40
Shortbread/ Deegreepjes 1/4 1/3/5 140 0:25-0:50
Roerdeegkoekjes 1/4 - 160-170 0:25-0:40
Eiwitgebak, schuimgebak 1/4 - 80-100 2:10-2:50
Bitterkoekjes 1/4 - 100-120 0:40-1:20
Klein gerezen gebak 1/4 - 160-170 0:30-0:60
Bladerdeeg 1/4 -
170-180
1)
0:30-0:50
Broodjes 1/4 - 180 0:30-0:55
Small cakes (20 per plaat) 1/4 -
150
1)
0:25-0:40
1) Oven voorverwarmen
Nuttige aanwijzingen en tips
15
Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is te
licht van kleur
Verkeerde ovenniveau Plaats de cake lager
De cake zakt in (wordt klef,
klonterig, streperig).
Te hoge oventempera-
tuur
Stel de oventemperatuur iets lager
in
De cake zakt in (wordt klef,
klonterig, streperig).
Te korte baktijd
Baktijd verlengen. Baktijden kunnen
niet worden verkort door hogere
baktemperaturen
De cake zakt in (wordt klef,
klonterig, streperig).
Te veel vocht in het
deeg.
Minder vocht gebruiken. Let op de
kneedtijden, vooral bij het gebruik
van keukenmachines
De cake is te droog.
Te lage oventempera-
tuur
Oventemperatuur verhogen
De cake is te droog. Te lange baktijd. De baktijd verkorten.
Gebak wordt ongelijkmatig
bruin
Te hoge oventempera-
tuur en te korte baktijd.
De oventemperatuur lager instellen
en de baktijd verlengen.
Gebak wordt ongelijkmatig
bruin
Het deeg is niet gelijk-
matig verdeeld
Verdeel het deeg gelijkmatig over de
bakplaat
Gebak wordt niet gaar binnen
de aangegeven baktijd
Te lage temperatuur. Oveninstelling iets hoger instellen
Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Ovenfunctie
Plaat-
hoogte
Tempera-
tuur °C
Tijd
uren:min.
Pastaschotel Boven + onderwarmte 1 180-200 0:45-1:00
Lasagne Boven + onderwarmte 1 180-200 0:25-0:40
Groentegratin
Circulatiegrill of Multi hete-
lucht
1 160-170 0:15-0:30
Stokbroden bedekt
met gesmolten kaas
Circulatiegrill of Multi hete-
lucht
1 160-170 0:15-0:30
Zoete ovenschotels Boven + onderwarmte 1 180-200 0:40-0:60
Visschotels Boven + onderwarmte 1 180-200 0:30-1:00
Gevulde groente
Circulatiegrill of Multi hete-
lucht
1 160-170 0:30-1:00
Braden
Braadservies
Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fabrikant).
Grote braadstukken kunt u direct aanbraden met de grill/braadpan of op een rooster
boven de grill/braadpan (indien aanwezig).
Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger.
16
Nuttige aanwijzingen en tips
Alle soorten vlees, die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder dek-
sel braden.
Braden met circulatiegrill
Rundsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Stoofvlees 1-1,5 kg
Boven + on-
derwarmte
1 230 120-150
Rosbief of osse-
haas: rood
per cm. dikte Circulatiegrill 1
190-200
1)
5-6
Rosbief of osse-
haas: gemiddelde
per cm. dikte Circulatiegrill 1
180-190
1)
6-8
Rosbief of osse-
haas: van binnen
doorbakken
per cm. dikte Circulatiegrill 1
170-180
1)
8-10
1) Oven voorverwarmen
Varkensvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Schouderstuk,
nekstuk, hamlap
1-1,5 kg Circulatiegrill 1 160-180 90-120
Tussenribstuk,
casselerrib
1-1,5 kg Circulatiegrill 1 170-180 60-90
Gehaktbrood 750 g-1 kg Circulatiegrill 1 160-170 50-60
Varkensribstuk
(voorgekookt)
750 g-1 kg Circulatiegrill 1 150-170 90-120
Kalfsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Kalfsbraadstuk 1 kg Circulatiegrill 1 160-180 90-120
Kalfsbout 1,5-2 kg Circulatiegrill 1 160-180 120-150
Lamsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Lamsbout, lamsge-
braad
1-1,5 kg Circulatiegrill 1 150-170 100-120
Lamsrug 1-1,5 kg Circulatiegrill 1 160-180 40-60
Nuttige aanwijzingen en tips
17
Wild
Soort vlees Hoeveel-
heid
Ovenfunctie Plaat-
hoogte
Temperatuur
°C
Tijd in
min.
Hazenrug, ha-
zenbout
tot 1 kg Boven + onderwarm-
te
1
230
1)
30-40
Reerug, herten-
rug
1,5-2 kg Boven + onderwarm-
te
1 210-220 35-40
Reebout, herten-
bout
1,5-2 kg Boven + onderwarm-
te
1 180-200 60-90
1) Oven voorverwarmen
Gevogelte
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Stukken gevogelte 200-250g elk Circulatiegrill 1 200-220 30-50
Halve kip 400-500g elk Circulatiegrill 1 190-210 35-50
Kip, poularde 1-1,5 kg Circulatiegrill 1 190-210 50-70
Eend 1,5-2 kg Circulatiegrill 1 180-200 80-100
Gans 3,5-5 kg Circulatiegrill 1 160-180 120-180
Kalkoen 2,5-3,5 kg Circulatiegrill 1 160-180 120-150
Kalkoen 4-6 kg Circulatiegrill 1 140-160 150-240
Vis (stoven)
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Hele vis 1-1,5 kg Boven + onderwarmte 1 210-220 40-60
Grill
Grill alltijd met de maximale temperatuurinstelling.
LET OP!
Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
Lege oven met grilfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen.
Rooster op inschuifhoogte plaatsen, zoals aangeraden in grilleertabel.
Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op de eerste inschuifhoogte.
Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Grill
Gerecht Temperatuur Gebruiksniveau
Grilltijd (min.)
1e kant 2e kant
Rosbief 210-230 2 30-40 30-40
Runderfilet 230 3 20-30 20-30
18
Nuttige aanwijzingen en tips
Gerecht Temperatuur Gebruiksniveau
Grilltijd (min.)
1e kant 2e kant
Varkensrug 210-230 2 30-40 30-40
Kalfsrug 210-230 2 30-40 30-40
Lamsrug 210-230 3 25-35 20-25
Hele vissen
(500-1000g)
210-230 3/4 15-30 15-30
Grill intens
Gerecht Gebruiksniveau
Grilltijd (min.)
1e kant 2e kant
Burgers 4 8-10 6-8
Varkenshaas 4 10-12 6-10
Worstjes 4 10-12 6-8
Runderfilet, kalfsbiefstukken 4 7-10 6-8
Geroosterd brood
1)
5 1-3 1-3
Sandwiches 4 6-8 -
1) Oven voorverwarmen
Pizza hetelucht
Type van bakken Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Pizza (dunne korst)
2
200 - 230
1)2)
15 - 20
Pizza (met veel garnering) 2 180 - 200 25 - 35
Taarten 1 180 - 200 40 - 55
Spinazietaart 1 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorraine 1 170 - 190 45 - 55
Zwisterse flan 1 170 - 190 45 - 55
Appeltaart, bedekt 1 150 - 170 50 - 60
Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60
Ongedesemd brood
2
230 - 250
1)
10 - 20
Bladerdeegtaart
2
160 - 180
1)
45 - 55
Flammekuchen (pizza-achtig gerecht uit de Elzas)
2
230 - 250
1)
12 - 20
Piroggen (Russische variant op calzone)
2
180 - 200
1)
15 - 25
1) Oven voorverwarmen
2) Braadpan gebruiken
Nuttige aanwijzingen en tips
19
Ontdooitabel
Schotel
Ontdooitijd in
min
Nadooitijd in min Opmerking
Kip 1.000 g 100-140 20-30
Kip op een omgedraaid
schoteltje in een groot bord
leggen, halverwege de tijd
omdraaien
Vlees, 1000 g 100-140 20-30
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien
Vlees, 500 g 90-120 20-30
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien
Forel, 150g 25-35 10-15 -
Aardbeien, 300g 30-40 10-20 -
Boter, 250g 30-40 10-15 -
Room, 2 x 200 g 80-100 10-15
Room kan ook met nog licht
bevroren deeltjes goed wor-
den geklopt
Taart, 1.400 g 60 60 -
Drogen - Multi hetelucht
Dek de ovenroosters met bakpapier af.
Groenten
Voedsel om te drogen Temperatuur in °C
Ovenniveau
Tijd in uren (richtwaarde)
1 niveau 2 niveaus
Bonen 60-70 3 1/4 6-8
Paprika's 60-70 3 1/4 5-6
Groente in het zuur 60-70 3 1/4 5-6
Paddenstoelen 50-60 3 1/4 6-8
Kruiden 40-50 3 1/4 2-3
Fruit
Gerecht Temperatuur in °C
Ovenniveau
Tijd in uren (richtwaarde)
1 niveau 2 niveaus
Pruimen 60-70 3 1/4 8-10
Abrikozen 60-70 3 1/4 8-10
Schijfjes appel 60-70 3 1/4 6-8
Peren 60-70 3 1/4 6-9
20
Nuttige aanwijzingen en tips
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie kan het intensief bruinen van
levensmiddelen (met name in producten die zetmeel bevatten), een gezondheidsrisico
vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel
mogelijk bij lage temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te
bruinen.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Opmerkingen over schoonmaken:
Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje.
Gebruik voor de metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Verontreiningen laten zich dan het
makkelijkst verwijderen en kunnen dan niet aanbranden.
Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
Maak alle oventoebehoren na elk gebruik schoon met een zachte doek en een warm
sopje en een reinigingsmiddel en laat ze drogen.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoon gemaakt met een agres-
sieve reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat. Dit kan de
anti-aanbaklaag beschadigen.
Inschuifrails
U kunt de inschuifrails verwijderen om de zijwanden te reinigen.
Verwijderen van de inschuifrails
1. Trek de inschuifrails bij de voorkant uit
de zijwand.
Onderhoud en reiniging
21
2. Trek de inschuifrails van de achterkant
van de zijwand om ze te verwijderen.
Om de inschuifrails te installeren volgt u de
procedure in omgekeerde volgorde.
Geldig bij de telescopische geleiders:
De pinnetjes op de telescopische geleiders
moeten naar voren wijzen!
Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Er bestaat risico op elektrische schokken.
De ovenlamp en het afdekglas kunnen heet zijn.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
Schakel het apparaat uit.
Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit.
LET OP!
Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade
aan het afdekglas en de ovenruimte.
Het ovenlampje vervangen:
1. Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de achterkant van de ovenruimte.
Draai het afdekglas naar links om het te verwijderen.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang indien nodig de ovenlamp met een 300 °C hittebestendige ovenlamp.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
Plafond oven
Het verwarmingselement kan worden neergeklapt om het plafond van de oven gemakke-
lijker te reinigen.
WAARSCHUWING!
Schakel de oven uit voor het neerklappen van het verwarmingselement. Zorg ervoor dat
het apparaat is afgekoeld. Gevaar voor brandwonden!
2
1
22
Onderhoud en reiniging
Neerklappen van het verwarmingselement
1. De inschuifrails verwijderen.
2. Houd het verwarmingselement aan de
voorzijde met beide handen vast.
3. Trek het naar voren tegen de drukveer
aan langs de steun aan beide zijden.
4. Het verwarmingselement klapt omlaag.
Het plafond in de oven kan nu worden
schoongemaakt.
Verwarmingselement installeren
1. Installeer het verwarmingselement in
omgekeerde volgorde.
Installeer het verwarmingselement correct aan beide zijden boven de steun aan de bin-
nenwand van het apparaat.
2. De inschuifrails plaatsen.
Ovendeur en glasplaten
Verwijder de ovendeur om deze te reinigen.
LET OP!
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
Uitnemen van de ovendeur
1. Zet de ovendeur helemaal open.
2. Til de hendels (A) op de twee scharnieren
volledig omhoog.
3. Sluit de ovendeur in de eerste openings-
stand (ca. 45°).
4. Pak de ovendeur aan de zijkanten met
beide handen vast en trek deze onder
een opwaartse hoek van de oven weg.
5. U kunt de binnenste ruiten nu verwijde-
ren om schoon te maken.
Om de deur te installeren volgt u de procedure in omgekeerde volgorde.
Het aantal glazen ruitjes is afhankelijk van het model.
LET OP!
Plaats de ovendeur met de buitenkant omlaag op een zachte en egale ondergrond om
krassen te voorkomen.
Verwijderen en reinigen van de ruitjes
1. Verwijder de deur.
A
A
Onderhoud en reiniging
23
2. Deur t (B) aan de bovenkant van de deur
aan beide kanten vastpakken en naar
binnen drukken om de klemsluiting te
ontgrendelen.
3. Trek de deur t naar voor om deze te ver-
wijderen.
4. Houd de glasplaten aan de bovenkant
vast en trek deze een voor een omhoog
uit de geleiding
5. Reinigen van de glasplaten.
Om de platen te installeren volgt u de proce-
dure in omgekeerde volgorde. Plaats de
kleinste glasplaat eerst en vervolgens de
grotere glasplaten.
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookzones functio-
neren niet
Raadpleeg de bedieningsinstructies voor het ingebouwde fornuis.
De oven wordt niet
warm.
De oven is niet ingeschakeld. Zet de oven aan (zie hoofdstuk "Dage-
lijks gebruik").
De oven wordt niet
warm.
De zekering in de zekering-
kast is doorgebrand
Controleer de zekering. Als de zekering
meer dan een keer doorslaat, raadpleeg
dan een bevoegde elektricien.
Het ovenlampje brandt
niet.
Het ovenlampje is kapot Vervang het ovenlampje.
Stoom en condens
slaan neer op de ge-
rechten en in de oven-
ruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het bereiden niet
langer dan 15-20 minuten in de oven
staan.
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de
klantenservice.
De benodigde gegevens voor de service-afdeling staan op het typeplaatje. Het typepla-
tje bevindt zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
B
24
Problemen oplossen
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke
negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit
product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik Kunststofon-
derdelen worden aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc. Gooi het
verpakkingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaal-
dienst.
Milieubescherming
25
26
27
www.aeg-electrolux.com/shop 892945065-B-332010
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Aeg-Electrolux EE2000020M Handleiding

Type
Handleiding