2. Draai de Thermostaatknop naar rechts naar een
temperatuur met een lagere stand dan << - 16
°C >>.
Het groene controlelampje aan/uit gaat
branden en het rode controlelampje alarm gaat
knipperen.
Als het groene aan/uit controlelampje gaat
branden betekent dit dat het apparaat is
ingeschakeld.
Als het rode controlelampje gaat
knipperen en u het alarmsignaal hoort,
betekent dit dat het vriesvak niet op de
juiste temperatuur is. Druk op de
stopknop van het geluidssignaal en de
QuickFreeze-schakelaar om het
geluidsalarm uit te schakelen. Het
alarmindicatielampje blijft knipperen
totdat de normale omstandigheden zijn
hersteld.
Als de vriezer voor de eerste keer
wordt ingeschakeld, gaat het rode
controlelampje knipperen tot de
temperatuur is bereikt die nodig is
voor het invriezen van voedsel.
UITSCHAKELEN
1. Draai, om het apparaat uit te zetten, de
thermostaatknop naar de stand O.
Het groene aan/uit-controlelampje gaat uit.
2. Trek de stekker uit het stopcontact om de
stroomtoevoer naar het apparaat af te sluiten.
ROOD INDICATIELAMPJE ALARM
Onder normale omstandigheden zorgt de
temperatuur in de vriezer ervoor dat het voedsel
lang kan worden bewaard.
De temperatuurstijging boven een bepaald niveau
in de vriezer (-12 °C, bijvoorbeeld door een eerdere
stroomstoring) wordt aangeduid met het knipperen
van het rode controlelampje en wordt het
geluidsalarm gegeven.
1. Druk op de stopknop voor het geluidssignaal.
Het geluidsalarm schakelt uit.
Het rode Controlelampje blijft
knipperen tot de temperatuur is bereikt
die nodig is voor het invriezen van
voedsel.
TEMPERATUURREGELAAR
LET OP! Plaats ter voorkoming van
schade geen zware noch hete
voorwerpen bovenop het apparaat.
De temperatuur in het apparaat wordt geregeld
door de thermostaatknop op het bedieningspaneel.
Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te
stellen:
• draai de temperatuurregelaar op een lagere
stand voor de minimale koudestand.
• draai de temperatuurregelaar op een hogere
stand voor de maximale koudestand.
Een gemiddelde instelling is over het
algemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter worden gekozen
rekening houdend met het feit dat de temperatuur
in het apparaat afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur
• hoe vaak de deur wordt geopend
• de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard
• de plaats van het apparaat
QUICKFREEZE-FUNCTIE
Als er meer dan 3-4 kg voedsel wordt ingevroren:
1. Druk 6-24 uur voordat er vers voedsel in de
vriezer wordt geplaatst gedurende 2-3
seconden op de knop QuickFreeze om de
functie QuickFreeze te activeren. Het gele
controlelampje QuickFreeze gaat branden. De
compressor zal constant gaan lopen om ervoor
te zorgen dat het verse voedsel zo snel
mogelijk wordt ingevroren.
Het is mogelijk om de functie te
allen tijde te deactiveren door
gedurende 2-3 seconden op de
knop QuickFreeze te drukken.
2. Plaats het voedsel in het vriesvak of de
vriesvakken en laat de functie QuickFreeze nog
eens 24 uur aan staan.
3. Druk als het voedsel eenmaal is ingevroren
gedurende 2- 3 seconden op de knop
QuickFreeze en het gele controlelampje
QuickFreeze gaat uit.
4. Verplaats het bevroren voedsel van de
vriesvakken naar de bewaarvakken om plaats te
maken voor in te vriezen voedsel.
5