ZBF11421SA

Zanussi ZBF11421SA Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Zanussi ZBF11421SA Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
ALGEMENE VEILIGHEID
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt
zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
Gebruik geen mechanische of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de
fabrikant zijn aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze
door de fabrikant worden aanbevolen.
2
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met
drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder de verpakking en de transportbouten.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan
circuleren.
Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat
aan de netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan
de olie terug in de compressor stromen.
Installeer het apparaat niet in de nabijheid van
radiators, fornuizen, ovens of kookplaten.
De achterzijde van het apparaat moet tegen de
muur worden geplaatst.
Installeer het apparaat niet op een plaats met
direct zonlicht.
Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te
vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen,
garages of kelders.
Til de voorkant van het apparaat op als u hem
wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te
voorkomen.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie op het
typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact
op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de erkende
servicedienst of een elektricien om de
elektrische onderdelen te wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven dan het
niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische schokken.
De specificatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk
geschikt verklaard door de fabrikant.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a),
aardgas met een hoge ecologische
compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar.
3
Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg
er dan voor dat er zich geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer bevinden.
Ventileer de kamer goed.
Zet geen hete items op de kunststofonderdelen
van het apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het
vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles
veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij
of op het apparaat.
Raak de compressor of condensator niet aan.
Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige
handen items uit het vriesvak verwijderd of
aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw
in.
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen
mogen de eenheid onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van het
apparaat en reinig het indien nodig. Indien de
afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van
het apparaat liggen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit
apparaat zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel van de
koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar
bevindt.
BEDIENING
BEDIENINGSPANEEL
1 2 3 4 5
1
Stroomaanduidinglampje
2
Temperatuurregelaar
3
QuickFreeze verlichting
4
QuickFreeze schakelaar knop en alarmreset
5
Alarmlampje
4
INSCHAKELEN
Sluit het apparaat op het lichtnet aan.
1. Draai de thermostaatknop naar rechts op een
gemiddelde stand.
Het vermogensindicatielampje gaat aan en er klinkt
gedurende 2 seconden een geluidssignaal.
Als de temperatuur in het apparaat te
hoog wordt, gaat het alarmlampje
knipperen en klinkt er een alarm.
2. Druk op de QuickFreeze schakelaar en het
akoestisch signaal zal worden uitgeschakeld.
3. Druk nogmaals op de QuickFreeze schakelaar
en het QuickFreeze lampje gaat branden. Het
apparaat zal gaan werken.
UITSCHAKELEN
Draai de thermostaatknop naar de stand "O"
waarna u ongeveer gedurende 2 seconden een
geluid hoort.
Het vermogensindicatielampje gaat uit.
TEMPERATUURREGELAAR
De temperatuur wordt automatisch geregeld.
1. Draai de thermostaatknop op een lagere stand
om de minimale koude te verkrijgen.
2. Draai de thermostaatknop op een hogere stand
om de maximale koude te verkrijgen.
Een gemiddelde instelling is over het
algemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter
worden gekozen rekening houdend
met het feit dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur
hoe vaak de deur geopend wordt
de hoeveelheid voedsel die wordt
bewaard
de plaats van het apparaat
QUICKFREEZE-FUNCTIE
Druk op de knop QuickFreeze.
Het lampje QuickFreeze verschijnt.
Om de functie uit te schakelen voor de
automatische uitschakeleing, drukt u op de knop
QuickFreeze tot het indicatielampje QuickFreeze uit
gaat
ALARM BIJ HOGE TEMPERATUUR
Als de temperatuur in de vriezer stijgt tot een punt
waarop de veilige opslag van ingevroren voedsel
niet langer wordt verzekerd (bijvoorbeeld door
stroomuitval) dan zal er een alarmlampje knipperen
en een akoestisch alarm worden weergegeven.
Wanneer de vriezer voor de eerste
maal wordt ingeschakeld, zal het
alarmlampje knipperen totdat de
temperatuur een veilig niveau bereikt
voor het bewaren van ingevroren
voedsel.
1. U kunt dit waarschuwingsgeluid uitschakelen
door op de QuickFreeze -schakelaar te
drukken.
Het lampje QuickFreeze verschijnt.
Het alarmlampje zal blijven knipperen totdat de
vereiste temperatuur weer is bereikt.
2. Laat deQuickFreeze-schakelaar los zodra het
alarmlampje uit is.
Het QuickFreeze-controlelampje gaat uit.
HET EERSTE GEBRUIK
DE BINNENKANT SCHOONMAKEN
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, wast u de binnenkant en de interne
accessoires met lauwwarm water en een beetje
neutrale zeep om de typische geur van een nieuw
product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP! Gebruik geen
reinigingsmiddelen, schuurpoeders,
chloor of reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
5
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VERS VOEDSEL INVRIEZEN
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers
voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te
bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de functie
QuickFreeze en leg het in te vriezen voedsel in het
vriesvak.
Plaats het verse in te vriezen voedsel in de twee
bovenste vakken.
De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur
ingevroren kan worden is vermeld op het
typeplaatje, een etiket dat aan de binnenkant van
het apparaat zit.
Het invriesproces duurt 24 uur. voeg tijdens deze
periode geen ander voedsel toe om in te vriezen.
Wanneer het invriesproces is voltooid, de vereiste
temperatuur weer instellen (zie "QuickFreeze
functie").
HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode
dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het
apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling te
laten werken voordat u er producten in plaatst.
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom
langer is uitgevallen dan de duur die
op de kaart met technische kenmerken
onder "maximale bewaartijd bij
stroomuitval" is vermeld, moet het
ontdooide voedsel snel geconsumeerd
worden of onmiddellijk bereid worden
en dan weer worden ingevroren (nadat
het afgekoeld is).
HET MAKEN VAN IJSBLOKJES
Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen
voor het maken van ijsblokjes
Gebruik geen metalen instrumenten
om de laden uit de vriezer te halen
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.
ONTDOOIEN
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat
het gebruikt wordt, in het koelvak of op
kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van
de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de
vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in
dat geval zal de bereiding iets langer duren.
AANWIJZINGEN EN TIPS
NORMALE BEDRIJFSGELUIDEN:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens de
werking:
Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het
koelmiddel door leidingen wordt gepompt.
Een zoemend en kloppend geluid van de
compressor als het koelmiddel wordt
rondgepompt.
Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant
van het apparaat veroorzaakt door thermische
uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk
natuurkundig fenomeen).
Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als
de compressor aan of uit gaat.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
De deur niet vaker openen of open laten staan
dan strikt noodzakelijk.
6
TIPS VOOR HET INVRIEZEN
Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te
vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips:
de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur
ingevroren kan worden, staat vermeld op het
typeplaatje;
het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens deze
periode moet er geen ander in te vriezen
voedsel worden toegevoegd;
vries alleen vers en grondig schoongemaakte
levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan
het snel en volledig worden ingevroren en zo
kunt u later alleen die hoeveelheid laten
ontdooien die u nodig heeft;
wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en
zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen
het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat
dit laatste warm wordt;
mager voedsel kan beter worden ingevroren dan
vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel in de
vriezer minder lang goed blijft;
water bevriest, als dit rechtstreeks uit het
vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de
huid vastvriezen;
het is aan te bevelen de invriesdatum op elk
pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het
al bewaard is.
TIPS VOOR HET BEWAREN VAN
INGEVROREN VOEDSEL
Om de beste resultaten van dit apparaat te
verkrijgen, dient u
verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren
levensmiddelen op geschikte wijze door de
detailhandelaar werden opgeslagen;
zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo
snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer
gebracht worden;
de deur niet vaker te openen of open te laten
staan dan strikt noodzakelijk;
als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het
snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
bewaar het voedsel niet langer dan de door de
fabrikant aangegeven bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
LET OP! Voordat u welke
onderhoudshandeling dan ook verricht,
de stekker uit het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in
de koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen uitgevoerd
worden door bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen van het
apparaat zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te worden.
PERIODIEKE REINIGING
LET OP! Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant van de kast
en verplaats of beschadig ze niet.
LET OP! Zorg ervoor dat u het
koelsysteem niet beschadigt.
LET OP! Til de voorkant van de
koelkast op als u hem wilt verplaatsen,
om krassen op de vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon
met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf
ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze
schoon en vrij van restjes zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig droog.
4. Maak indien toegankelijk de condensor en de
compressor aan de achterkant van het
apparaat schoon met een borstel.
Deze handeling zal de prestatie van het
apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik
besparen.
7
DE VRIEZER ONTDOOIEN
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de rijp van
de verdamper te krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken. Gebruik
geen mechanische of andere middelen
om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de
fabrikant zijn aanbevolen. Een
temperatuurstijging tijdens het
ontdooien van de ingevroren
levensmiddelen, kan de veilige
bewaartijd verkorten.
Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat
ontdooien een lagere temperatuur in
om voldoende koudereserve op te
bouwen voor de onderbreking tijdens
de werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op
de schappen van de vriezer en rond het bovenste
vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte
van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel
het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het
in een paar lagen krantenpapier en leg het op
een koele plaats.
WAARSCHUWING! Raak
ingevroren voedsel niet met natte
handen aan. Uw handen kunnen
dan aan de producten vastvriezen.
3. Laat de deur open staan.
Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een
bak warm water in het vriesvak zetten.
Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken
voordat het ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant
grondig droog maken.
5. Zet het apparaat aan.
Plaats na drie uur het eerder verwijderde voedsel
terug in het vriesvak.
PERIODES DAT HET APPARAAT NIET
GEBRUIKT WORDT
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het
apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren (indien
nodig) en maak alles schoon.
4. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
WAARSCHUWING! Als u uw
apparaat ingeschakeld wilt laten, vraag
dan iemand om het zo nu en dan te
controleren, om te voorkomen dat het
bewaarde voedsel bederft, als de
stroom uitvalt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgeschakeld. Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
8
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Sluit een ander elektrisch ap-
paraat op het stopcontact aan.
Neem contact op met een ge-
kwalificeerd elektricien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en
stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat sta-
biel staat.
Er is een hoorbaar of zichtbaar
alarm.
De kast is recent ingeschakeld. Zie 'Deur Open Alarm' of
'Alarm Hoge Temperatuur'.
De temperatuur in het apparaat
is te hoog.
Zie 'Deur Open Alarm' of
'Alarm Hoge Temperatuur'.
Stroomindicatielampje knip-
pert.
Er is een fout opgetreden in de
temperatuurmeting.
Neem contact op met een er-
kend elektromonteur of de
dichtstbijzijnde klantenservice.
Het apparaat functioneert niet
goed.
Neem contact op met een er-
kend elektromonteur of de
dichtstbijzijnde klantenservice.
De temperatuur in het apparaat
is te hoog.
Neem contact op met een er-
kend elektromonteur of de
dichtstbijzijnde klantenservice.
De compressor werkt continu. De temperatuur is niet goed in-
gesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
diening'.
Er zijn grote hoeveelheden
voedsel tegelijk in de vriezer
geplaatst.
Wacht een paar uur en contro-
leer dan nogmaals de tempera-
tuur.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
Zie het typeplaatje voor de kli-
maatklasse.
Het voedsel dat in het apparaat
werd geplaatst, was te warm.
Laat voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
opslaat.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
De functie QuickFreeze is in-
geschakeld.
Raadpleeg de "functie Quick-
Freeze".
Er is te veel rijp en ijs. De deur is niet correct geslo-
ten of de deurpakking is ver-
vormd/vies.
Zie 'De deur sluiten'.
De dop van de waterafvoer be-
vindt zich niet op de juiste
plaats.
Plaats de dop voor de wateraf-
voer op de juiste manier.
De producten zijn niet op de
juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
9
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De temperatuur is niet goed in-
gesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
diening'.
De compressor start niet on-
middellijk na het drukken op
QuickFreeze, of na het veran-
deren van de temperatuur.
Dit is normaal, er is geen sto-
ring.
De compressor start na enige
tijd.
De temperatuur kan niet wor-
den ingesteld.
De functie QuickFreeze is in-
geschakeld.
Schakel QuickFreeze handma-
tig uit of wacht tot de functie
automatisch reset om de tem-
peratuur in te stellen. Raad-
pleeg "functie QuickFreeze"
De temperatuur in het apparaat
is te laag/hoog.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere tempe-
ratuur in.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het voed-
sel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Er worden veel producten te-
gelijk bewaard.
Conserveer minder producten
tegelijk.
De dikte van de rijp is meer
dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
De functie QuickFreeze is in-
geschakeld.
Raadpleeg de "functie Quick-
Freeze".
Er is geen koude luchtcirculatie
in het apparaat aanwezig.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
Deur gaat niet makkelijk open. U probeerde de deur na het
sluiten meteen weer te openen.
Wacht een paar seconden tus-
sen het sluiten en weer ope-
nen van de deur.
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
DE DEUR SLUITEN
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg de
montageaanwijzingen.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op met de
erkende servicedienst.
10
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
LOCATIE
Raadpleeg de montage-instructies
voor de installatie.
Installeer, om de beste prestatie te garanderen, het
apparaat van hittebronnen vandaan, zoals
radiatoren, boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor
dat lucht vrij aan de achterkant van het apparaat
kan circuleren.
PLAATSING
Installeer het apparaat op een droge, goed
geventileerde plaats binnen waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van
het apparaat.
Klimaat-
klasse
Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
Bij bepaalde modeltypes kunnen er
functionele problemen ontstaan als
deze temperaturen niet worden
gerespecteerd. De juiste werking van
het apparaat kan enkel gegarandeerd
worden als het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd. Als u twijfels hebt over
waar het apparaat te installeren,
raadpleeg dan de verkoper, de
klantenservice of de dichstsbijzijnde
erkende servicedienst.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage
en de frequentie op het typeplaatje
overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit doel Als het
stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat
dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende regels,
raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd
elektricien
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijnen.
TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
In hoogte mm 873
Breedte mm 540
Diepte mm 549
Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 20
Spanning Volt 230 - 240
Frequentie Hz 50
11
De technische gegevens staan op het typeplaatje
aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en
op het energielabel.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
12
1/48