Samsung AM036JNVDKH/EU Handleiding

Type
Handleiding
Kenmerken van uw nieuwe airconditioner
De functie Turbo gebruiken
U kunt de functie Turbo instellen om de ruimte snel en eectief te koelen (verwarmen).
Eenvoudig lter
Er is geen rooster dat moet worden verwijderd voordat het lter van de airconditioner wordt
gescheiden! Hierdoor kan het lter vaker en eenvoudig worden gereinigd! Het veelvuldig reinigen
van het lter voorkomt dat stof zich op het lter ophoopt of dat deze het product binnendringt.
Eenvoudige installatie
Het is zo eenvoudig te installeren! U kunt het product eenvoudig aan de muur hangen en de pijpen
en draden aansluiten door het deksel aan de onderkant van het product te openen. Nu hoeft u het
product niet te kantelen om de pijp en de draden aan te sluiten!
functie
De functie helpt u een goede, diepe nachtrust te hebben door de temperatuur,
ventilatorsnelheid en luchtstroomrichting te regelen.
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader,
headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade
aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten
afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om
te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit
product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd.
Ga voor informatie over de milieuverbintenissen en product specifieke wettelijke verplichtingen van Samsung naar: samsung.com/uk/
aboutsamsung/samsungelectronics/corporatecitizenship/data_corner.html
Nederlands-2
Inhoud
VOORBEREIDING
Veiligheidsvoorschriften.....................................................................................................4
Controle alvorens gebruik .................................................................................................10
Controle van de onderdeelnamen.........................................................................................11
De afstandsbediening gebruiken..........................................................................................12
BASISBEDIENING
Basisbediening............................................................................................................15
TIMER
De Aan/Uit-timer instellen .............................................................................................. 18
De modus Goede nachtrust instellen .................................................................................... 20
OPTIES
De functie Turbo gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
De functie Purity (Zuivering) gebruiken ................................................................................. 23
INSTELLINGEN
Een binneneenheid selecteren .......................................................................................... 24
Een blad selecteren ..................................................................................................... 24
Anderen
Reiniging van de airconditioner ...........................................................................................25
Onderhoud van de airconditioner .........................................................................................28
Problemen oplossen ......................................................................................................29
Bijlage ....................................................................................................................31
Installatie gedeelte
Installatie gedeelte
......................................................................................................32
Nederlands-3
Veiligheidsvoorschriften
Lees deze handleiding grondig door alvorens het gebruik van de airconditioner, om
extensieve features en functies veilig en eciënt te kunnen bedienen.
De instructies in deze handleiding hebben betrekking op uiteenlopende modellen,
waardoor de eigenschappen van uw airconditioner iets kunnen afwijken van
de beschrijving. Voor vragen kunt u contact opnemen met uw dichtstbijzijnde
contactcentrum of bezoek www.samsung.com voor meer informatie.
Belangrijke veiligheidssymbolen en voorzorgsmaatregelen:
WAARSCHUWING
Gevaarlijk of onveilig handelen kan ernstig persoonlijk
letsel of zelfs dood tot gevolg hebben.
OPGELET
Gevaarlijk of onveilig handelen kan leiden tot licht
persoonlijk letsel of schade aan eigendom.
Volg de voorschriften
op.
Ontkoppel de
stroomvoorziening.
NIET uitproberen. NIET demonteren.
Zorg ervoor dat het apparaat geaard is om elektrische schokken te
voorkomen.
INSTALLATIE
WAARSCHUWING
Gebruik het netsnoer met de minimale voedingsspecicaties van het
product. Sluit geen andere apparaten aan op hetzelfde netsnoer als de
airconditioner. Gebruik verder geen verlengkabel.
Het verlengen van het netsnoer kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Gebruik geen elektrische transformator. Dit kan leiden tot brand of elektrische
schokken.
Bij verschil in spanning, frequentie of nominale kan er brand ontstaan.
Dit product moet geïnstalleerd worden door een erkende technicus of
onderhoudsbedrijf.
Nalatigheid hiervan kan leiden tot brand, letsel, explosie, elektrische
schokken of problemen met het product, en kan tevens de garantie van het
geïnstalleerde product ongeldig maken.
Installeer een isolatieschakelaar naast de airconditioner (maar niet op
de panelen van de air conditioner) en op de stroomonderbreker van de
airconditioner.
Door dat niet te doen kan een elektrische schok of brand het gevolg zijn.
Zet de buitenunit stevig vast, zodat de elektrische componenten niet bloot
komen te liggen.
Nalatigheid hiervan kan leiden tot brand, explosie, elektrische schokken of
problemen met het product.
Nederlands-4
Installeer dit apparaat niet in de buurt van een verwarming of ontvlambare
materiaal. Installeer dit apparaat niet op vochtige, olieachtige of stoge
plaatsen. Bescherm het apparaat tegen direct zonlicht en spattend water
(regendruppels). Installeer dit apparaat niet in een ruimte waar gaslekkage
mogelijk is.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Bevestig de buitenunit nooit aan een hoge (buiten)muur om valgevaar te
voorkomen.
Wanneer de buitenunit valt, kan dit schade aan eigendom, letsel of zelfs dood
tot gevolg hebben.
Dit apparaat moet op een deugdelijke wijze worden geaard. Deze mag niet
geaard worden aan een plastic waterleiding, gasleiding of telefoonlijn.
Nalatigheid hiervan kan leiden tot brand, explosie of een elektrische schok.
Zorg ervoor dat u gebruik maakt van een geaard stopcontact.
INSTALLATIE
OPGELET
Bevestig het apparaat op een vlakke en solide ondergrond, die het gewicht
kan dragen.
Nalatigheid hiervan kan leiden tot abnormale vibraties, geruis of problemen
met het product.
Bevestig de afvoerpijp op een deugdelijke wijze zodat het water correct
wordt afgevoerd.
Nalatigheid hiervan kan leiden tot overstroming en eigendomsschade.
Voorkom afvoer naar afvoerpijpen om vervelende geuren op langer termijn te
voorkomen.
Zorg ervoor dat bij bevestiging van de buitenunit, de afvoerpijp op de
juiste wijze wordt bevestigd zodat de afvoer probleemloos verloopt.
Het water dat tijdens het verarmingsproces, door de buitenunit, gegenereerd
wordt kan overlopen en leiden tot eigendomsschade.
Met name in de winter kan een blok ijs vallen en kan dit schade aan
eigendom, letsel of zelfs dood tot gevolg hebben.
STROOMVOORZIENING
WAARSCHUWING
Als de stroomonderbreker is beschadigd dient u contact op te nemen met uw
dichtstbijzijnde onderhoudscentrum.
Trek of buig het netsnoer niet overmatig. Draai of knoop het netsnoer
niet. Hang het snoer niet over een metalen voorwerp, plaats geen zware
voorwerpen op het snoer, steek het snoer niet tussen voorwerpen en duw
het snoer niet in de ruimte achter het apparaat.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Nederlands-5
VOORBEREIDING
01
Veiligheidsvoorschriften
STROOMVOORZIENING
OPGELET
Onderbreek de stroomvoorziening via de stroomonderbreker, wanneer u
de airconditioner voor lange tijd niet zult gebruiken of in geval van onweer
(donder en bliksem).
Door dat niet te doen kan een elektrische schok of brand het gevolg zijn.
GEBRUIK
WAARSCHUWING
Als het apparaat is ondergelopen, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde onderhoudscentrum.
Door dat niet te doen kan een elektrische schok of brand het gevolg zijn.
Wanneer het apparaat vreemde geluiden, brandlucht of rook produceert,
dient u onmiddellijk de stroomvoorziening te ontkoppelen en contact op
te nemen met het dichtstbijzijnde onderhoudscentrum.
Door dat niet te doen kan een elektrische schok of brand het gevolg zijn.
In het geval van een gaslek (zoals propaangas, LP gas, enz.), ontlucht
onmiddellijk zonder het netsnoer aan te raken. Raak het apparaat of het
snoer niet aan.
Gebruik geen ventilator.
Een vonk kan tot een explosie of brand leiden.
Neem contact op met uw dichtstbijzijnde onderhoudscentrum om de
airconditioner te herinstalleren.
Nalatigheid hiervan kan leiden tot brand, elektrische schokken, waterlekkage
of problemen met het product.
De leveringsdienst is niet inbegrepen met het apparaat. Als u het product
herinstalleert op een andere plaats, zullen bijkomende montage- en
installatiekosten aangerekend worden.
Dit is voornamelijk het geval wanneer u het product wil installeren op een
ongebruikelijke plaats, zoals in een industriegebied of dicht bij zee waar het
wordt blootgesteld aan zout in de lucht. Neem hiervoor contact op met uw
dichtstbijzijnde onderhoudscentrum.
Raak de stroomonderbreker niet met natte handen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok.
Schakel de airconditioner niet uit met behulp van de stroomonderbreker
terwijl het in bedrijf is.
Het in- en uitschakelen van de airconditioner met behulp van de
stroomonderbreker kan een vonk afgeven en leiden tot brand of elektrische
schokken.
Houd alle verpakkingsmaterialen, wegens gevaar, buiten bereik van
kinderen.
Als een kind een zak over zijn hoofd trekt kan dat tot verstikking leiden.
Nederlands-6
Steek niet uw vingers of vreemde voorwerpen in de uitlaat van de
airconditioner wanneer deze in bedrijf is.
Let er vooral op dat kinderen geen letsel oplopen door hun vingers in het
apparaat te steken.
Raak de luchtstroombladen niet aan met uw vingers of handen tijdens het
verwarmingsproces.
Dit kan leiden tot brandwonden of elektrische schokken.
Steek niet uw vingers of vreemde voorwerpen in de luchtinlaat /-uitlaat van
de airconditioner.
Let er vooral op dat kinderen geen letsel oplopen door hun vingers in het
apparaat te steken.
Trek niet met enorme kracht aan de airconditioner en sla er niet te hard op.
Dit kan leiden tot brand, letsel of problemen met het product.
GEBRUIK
WAARSCHUWING
Plaats geen voorwerpen in de buurt van de buitenunit waarmee kinderen
op het apparaat kunnen klimmen.
Dit kan ernstige verwondingen bij kinderen veroorzaken.
Gebruik de airconditioner niet voor langere tijd in slecht geventileerde
ruimte of in de buurt van zieke mensen.
Gevaar ontstaat door gebrek aan zuurstof. Open een raam minstens eenmaal
per uur.
Wanneer er bijvoorbeeld water in het apparaat is binnengedrongen,
verbreek de stroomtoevoer en neem contact op met het dichtstbijzijnde
onderhoudscentrum.
Door dat niet te doen kan een elektrische schok of brand het gevolg zijn.
Probeer het apparaat niet zelf te repareren, demonteren of te modiceren.
Gebruik geen andere zekering (zoals koper, staaldraad, enz.) dan de standaard
versie.
Nalatigheid hiervan kan leiden tot brand, letsel, elektrische schokken of
problemen met het product.
Nederlands-7
VOORBEREIDING
01
Veiligheidsvoorschriften
GEBRUIK
OPGELET
Plaats geen voorwerpen of apparaten onder de binnenunit.
Waterdruppels van de binnenunit kunnen leiden tot brand of
eigendomsschade. (voorbeeld elektrische apparaten)
Controleer minstens eenmaal per jaar of het bevestigingsproel van de
buitenunit niet kapot is.
Nalatigheid hiervan kan schade aan eigendom, letsel of zelfs dood tot gevolg
hebben.
De maximale stroom word voor de veiligheid gemeten volgens de IEC
standaard en voor energie-eciëntie gemeten volgens de ISO standaard.
Ga nooit op het apparaat staan en leg er geen voorwerpen op (zoals
wasgoed, brandende kaarsen, brandende sigaretten, vaatwerk,
chemicaliën, metalen voorwerpen, enz.).
Dit kan dat leiden tot elektrische schok, brand, problemen met het product, of
letsel.
Bedien het apparaat niet met natte handen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok.
Spuit geen vluchtige middelen, zoals insecticide op het oppervlak van het
apparaat.
Behalve dat deze toxisch zijn voor mensen, kan dat ook leiden tot elektrische
schok, brand, of problemen met het product.
Drink niet van het water van de airconditioner.
Het water kan schadelijk zijn voor mensen.
Bedien de afstandsbediening niet hardhandig en demonteer deze niet.
Raak de leidingen die met het product verbonden zijn niet aan.
Hierdoor kunnen brandwonden of ander letsel ontstaan.
Gebruik de airconditioner niet om precisieapparatuur, voedsel, dieren,
planten en cosmetica te bewaren of voor ander ongebruikelijk doel.
Dit kan leiden tot eigendomsschade.
Vermijd het voor langere tijd direct blootstellen van mensen, dieren of
planten aan de luchtstroom van de airconditioner.
Dit kan mensen, dieren of planten schade toebrengen.
• Bedek na de installatie de airconditioner met de PE-ZAK en verwijder hem als u
de airconditioner begint te gebruiken.
LET OP
Nederlands-8
Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief
kinderen) met een beperkt fysiek, zintuiglijk of mentaal vermogen. Ook is
het niet geschikt voor mensen zonder kennis of ervaring met dit product,
tenzij dit gebeurt onder toezicht met instructies van degene die zorg kan
dragen voor hun veiligheid. Kinderen moeten onder toezicht worden
gehouden om te voorkomen dat ze niet met het apparaat spelen.
Voor gebruik in Europa : Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen
van 8 jaar en ouder en personen met een verminderd fysiek, zintuiglijk of
metaal vermogen of met onvoldoende ervaring en kennis, mits zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen met betrekking tot het veilig
gebruiken van het apparaat en zij begrijpen wat de eventuele risico's zijn.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud
mag niet zonder toezicht door kinderen worden uitgevoerd.
REINIGEN
WAARSCHUWING
Reinig het apparaat niet door er direct water op te spuiten. Gebruik geen
benzeen, verdunner of alcohol om het apparaat te reinigen.
Dit kan leiden tot verkleuring, vervorming, schade, een elektrische schok of
brand.
Alvorens onderhoud of reiniging moet u de stroomvoorziening
ontkoppelen en wachten totdat de ventilator compleet is stopt.
Door dat niet te doen kan een elektrische schok of brand het gevolg zijn.
REINIGEN
OPGELET
Let bij het reinigen van het koelblokoppervlak van de buitenunit op de
scherpe randen.
Dit moet door een erkende technicus worden uitgevoerd. Neem contact op
met uw installateur of onderhoudscentrum.
Reinig de binnenkant van de airconditioner niet zelf.
Neem hiervoor contact op met uw dichtstbijzijnde onderhoudscentrum.
Voor het reinigen van de interne filter wordt u verwezen naar de beschrijving
in het hoofdstuk ‘Reinigen van de airconditioner.
Nalatigheid hiervan kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Nederlands-9
VOORBEREIDING
01
Controle alvorens gebruik
Bedieningsbereik
De onderstaande tabel geeft de temperatuur- en het luchtvochtigheidsbereik weer,
voor de werking van de airconditioner. Raadpleeg deze tabel voor eciënt gebruik.
Onderhoud van de airconditioner
Interne beveiliging door de besturingseenheid
De interne beveiliging treedt in werking wanneer zich een storing in de airconditioner voortdoet.
Wanneer de warmtepomp in de verwarmingsmodus staat, wordt de ontdooicyclus geactiveerd om ijsafzetting op
de buitenunit te ontdooien, die door lage temperatuur is ontstaan.
De interne ventilator wordt automatisch uitgeschakeld en herstart nadat de ontdooicyclus is voltooid.
Type Beschrijving
Anti-koudelucht
Zodra de warmtepomp in bedrijf is, schakelt de interne ventilatie uit jegens koude lucht.
Ontdooicyclus
Zodra de warmtepomp in bedrijf is, schakelt de interne ventilatie uit om het ijs te
ontdooien.
Het verticale luchtstroomblad wordt tijdens de ontdooicyclus gesloten en geopend
tijdens het verwarmingsproces na de ontdooicyclus.
Compressorbeveiliging
Wanneer de airconditioner wordt ingeschakeld, treedt deze niet in werking om de
buitenunit-compressor te beschermen.
De grenstemperatuur voor het inschakelen van de verwarming is 7˚C. Afhankelijk van de temperatuurconditie, neemt de
verwarmingscapaciteit af zodra de buitentemperatuur daalt onder de 0˚C.
Wanneer de airconditioner wordt gebruikt bij een binnentemperatuur hoger dan 32˚C, werkt de koelmodus niet op volledige
capaciteit.
OPMERKING
MODUS
BEDIENINGSTEMPERATUUR
BINNEN VOCHTIGHEID IN ANDERE CONDITIES
BINNEN BUITEN
KOELEN 16˚C tot 32˚C -5˚C tot 48˚C 80% of minder
Op de binnenunit kan condensatie ontstaan
met het risico dat er water afwaait of op de
grond drupt.
VERWARMEN 27˚C of minder -20˚C tot 24˚C -
Interne bescherming wordt ingeschakeld en de
airconditioner stopt.
DROGEN 16˚C tot 32˚C -5˚C tot 48˚C -
Op de binnenunit kan condensatie ontstaan
met het risico dat er water afwaait of op de
grond drupt.
Nederlands-10
Hoofdonderdelen
Afhankelijk van het model, kan uw airconditioner enigszins anders uitzien dan de illustratie hieronder.
Controle van de onderdeelnamen
Display
Lucht lter
Luchtstroombladen
(op en neer)
Luchtstroombladen
(links en rechts)
Luchtinlaat
Kamertemperatuur
sensor
Aan/Uit-knop/
Afstandsbedieningontvanger
Turbo indicator
Timer/Auto reinigingsindicator
Voedingsindicator
Nederlands-11
VOORBEREIDING
01
De afstandsbediening gebruiken
Richt de afstandsbediening op de signaalontvanger van de binneneenheid.
Als u de toets op de afstandsbediening op de juiste wijze indrukt, hoort u een piepsignaal van de binneneenheid en
verschijnt een zendindicatie (
) op het display van de afstandsbediening.
Toetsen op de afstandsbediening
Mode (Modus)
De bedieningsmodus selecteren.
Richting van de luchtstroom
(links en rechts)
Richting van de luchtroom naar links
en rechts bijstellen.
Aan/Uit
De airconditioner in- of
uitschakelen.
Temperatuur
De temperatuur instellen.
Opties
Opties selecteren tijdens gebruik.
Richting
Naar een optie gaan en optie
instellen.
Ventilatorsnelheid
De ventilatorsnelheid instellen.
Richting van de luchtstroom
(omhoog en omlaag)
Richting van de luchtstroom maar boven
en beneden bijstellen (niet van toepassing
op modellen van het kanaaltype).
SET (Instellen)
Een optie instellen of annuleren.
Settings (Instellingen)
Instellingen selecteren.
Timer
Timeroptie instellen.
• Als u de opties of instellingen die u zojuist hebt ingesteld wilt annuleren, kunt u opnieuw op de toets Options
(Opties) of Settings (Instellingen) drukken. Het laatst ingestelde item gaat knipperen zodat u het eenvoudig
kunt annuleren door te drukken op de toets SET (Instellen) terwijl het geselecteerde item knippert.
OPMERKING
Nederlands-12
Display afstandsbediening
Bedrijfsmodus
*Verwarmingsmodus alleen bij
model MR-EH00/MR-EH00U.
Zendsignaal
afstandsbediening
Batterij bijna leeg
Ventilatorsnelheid
Richting luchtstroom
Instellingen
Ingestelde temperatuur of
aan/uit-tijd ingesteld met de
timerfunctie
Aan/Uit-timer
Opties
• Bij model MR-EH00U/MR-EC00U wordt de temperatuureenheid aangegeven met “°F” op het display.
• Wanneer u het apparaat uit- en weer inschakelt op de afstandsbediening, worden instellingen Timer
(Timer), Options (Opties) en Settings (Instellingen) die u hebt geselecteerd voordat u het apparaat met de
afstandsbediening uitschakelt, geannuleerd. De ventilatorrichting blijft echter ongewijzigd.
OPMERKING
Tijd om de batterij te vervangen
Wanneer de batterij leeg is, wordt ( ) weergegeven op het scherm van de afstandsbediening. Wanneer dit pictogram
verschijnt, moet u de batterijen vervangen.
De afstandsbediening heeft twee batterijen van het type AAA (1,5 V) nodig.
De afstandsbediening bewaren
Wanneer u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt, haalt u de batterijen uit de afstandsbediening en
bewaart u deze in de houder voor de afstandsbediening.
Nederlands-13
VOORBEREIDING
01
De afstandsbediening gebruiken
De batterijen plaatsen
1. Open het batterijklepje van de afstandsbediening.
- Druk voorzichtig op het deel (
) en trek het omhoog in de richting van de pijl.
2. Plaats de batterijen.
- Controleer of de batterijen zijn geplaatst overeenkomstig de aanduidingen (+) en (-).
3. Sluit het batterijklepje.
- Plaats het klepje in de juiste richting en druk het aan totdat u een klikgeluid hoort.
LET OP
• Zorg ervoor dat geen water terechtkomt in de afstandsbediening.
• Het is mogelijk dat de airconditioner niet met de afstandsbediening kan worden bediend wanneer deze zich
bevindt in de buurt van een sterke lichtbron, zoals een tl-buis of neonverlichting. Gebruik de afstandsbediening
in dat geval recht voor de ontvanger voor het afstandsbedieningssignaal op de binneneenheid.
• Neem als andere elektrische apparaten reageren op de afstandsbediening contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
• Filter resetten: Wanneer het pictogram Filter resetten op het display van de binnenunit wordt getoond, reinigt
u het lter en drukt u op de knipperende toets Settings (Instellingen)< > of Settings
(Filter Reset, Filter resetten) SET (Instellen).
• Pieptoon uit : U kunt de pieptoon uitschakelen voor te drukken op Settings (Instellingen) <, > of Settings
(Instellingen) (Pieptoon)knippert SET (Instellen) Als u opnieuw op de toets Settings
(Instellingen) <, > of Settings (Instellingen) (Pieptoon) knippert SET (Instellen) drukt,
klinkt de pieptoon weer.
OPMERKING
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de
levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd
of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn
2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoen schadelijk zijn
voor de gezondheid van mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken
wij u afgedankte accus en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het
gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving.
Nederlands-14
Basisbediening
De bedieningsmodus Basisbediening kan worden geselecteerd door te drukken op de toets Mode (Modus).
Auto
In de modus Auto stelt de airconditioner de temperatuur en ventilatorsnelheid automatisch in om koele omstandigheden te
bewaren.
Als de binnentemperatuur te hoog is, wordt een krachtige koele luchtstroom gegenereerd. Wanneer de
binnentemperatuur eenmaal laag genoeg is, wordt een zachte luchtstroom gegenereerd.
Koelen
In de veelgebruikte modus Koelen kunt u de temperatuur, ventilatorsnelheid en richting van de luchtstroom vrijelijk instellen.
Wanneer u de modus Verwarmen selecteert terwijl de modus Koelen is ingeschakeld, wordt de modus Koelen
geannuleerd.
Drogen
In de modus Drogen functioneert de airconditioner als een luchtontvochtiger door vocht te verwijderen uit de binnenlucht.
De modus Drogen zorgt ervan dat de lucht ook op een regenachtige dag verfrissend blijft.
Ventilator
In de modus Ventilator wordt een luchtstroom gegenereerd net als bij een ventilator om u een verkoelende omgeving te
bieden.
Verwarmen (MR-EH00/MR-EH00U)
In de modus Verwarmen kunt u uw kamer verwarmen wanneer het buiten koud is.
De ventilator wordt mogelijk niet onmiddellijk gestart, om te voorkomen dat een koude luchtstroom wordt gegenereerd.
In de modus Verwarmen kan een ontdooiing worden uitgevoerd om ijsvorming op de buiteneenheid te verwijderen.
(Tijdens het verwijderen van ijsvorming met de ontdooibewerking in de modus Verwarmen wordt stoom gegenereerd
door de buiteneenheid.)
Wanneer u de airconditioner uitschakelen na gebruik als verwarming, blijft de ventilator enige tijd draaien om de
binnenunit af te koelen.
Wanneer u de modus Koelen selecteert terwijl de modus Verwarmen is ingeschakeld, wordt de modus Verwarmen
geannuleerd.
• Wanneer de buitentemperatuur laag en de luchtvochtigheid hoog is, kan de verwarmingscapaciteit van
de buiteneenheid in de modus Verwarmen teruglopen door ijsvorming op de warmtewisselaar in de
buiteneenheid. De ontdooibewerking verwijderd het ijs dat zich op de warmtewisselaar van de buiteneenheid
heeft gevormd voor 5-12 minuten. Tijdens de ontdooibewerking genereert de binneneenheid geen
luchtstroom om te voorkomen dat een koude luchtstroom wordt afgegeven.
De tijd tussen opeenvolgende ontdooibewerkingen kan worden verkort, afhankelijk van de hoeveelheid ijs die
wordt gevormd op de buiteneenheid.
De tijd tussen opeenvolgende ontdooibewerkingen kan ook worden verkort door het
luchtvochtigheidsniveau bij regen of sneeuw.
OPMERKING
Nederlands-15
BASISBEDIENING
02
Basisbediening
De airconditioner inschakelen
Druk op de knop
om de airconditioner te bedienen.
De bedrijfsmodus selecteren
Druk op de knop
om een bedrijfsmodus te selecteren.
De verwarmingsmodus is alleen beschikbaar op model MR-EH00/MR-EH00U.
De temperatuur instellen
Druk op de knop
om de temperatuur in te stellen.
Auto De temperatuur kan worden ingesteld in stappen van 1°C tussen 18°C en 30°C.
Koelen De temperatuur kan worden ingesteld in stappen van 1°C tussen 18°C en 30°C.
Drogen De temperatuur kan worden ingesteld in stappen van 1°C tussen 18°C en 30°C.
Ventilator De temperatuur kan niet worden ingesteld.
Verwarmen De temperatuur kan worden ingesteld in stappen van 1°C tussen 16°C en 30°C.
De ventilatorsnelheid instellen
Druk op de knop
om de ventilatorsnelheid in te stellen.
Auto
(Auto)
Koelen
(Auto), (Laag), (Middel), (Hoog)
Drogen
(Auto)
Ventilator
(Laag), (Middel), (Hoog)
Verwarmen
(Auto), (Laag), (Middel), (Hoog)
Nederlands-16
De richting van de luchtstroom instellen
Met deze functie kunt u de luchtstroom omhoog of omlaag en naar links of rechts richten.
Druk op de toets of om de luchtstroomrichting naar boven en beneden of naar links
en rechts bij te stellen terwijl de airconditioner is ingeschakeld.
Display afstandsbediening
Op het moment dat het blad de gewenste stand bereikt, drukt u nog een keer op
de toets
of om de richting van de luchtstroom in te stellen. De draaien
van het blad omhoog/omlaag en naar links/rechts stopt.
Bij modellen van het kanaaltype kan de richting van de luchtstroom niet omhoog
of omlaag worden aangepast.
Geen actie knop RAC.
Nederlands-17
BASISBEDIENING
02
De Aan/Uit-timer instellen
U kunt de airconditioner automatisch op het gewenste tijdstip laten in- of uitschakelen.
De Aan-timer instellen
Wanneer de airconditioner uit staat.
Display afstandsbediening
1. Druk op toets the Timer (Timer) om On (Aan) te selecteren.
- De indicator On (Aan) blijft knipperen en u kunt de tijd instellen.
2. Druk op de toets < of > om de tijd in te stellen.
- U kunt de tijd instellen in stappen van een half uur tussen 30minuten (0,5 op het
display) en 3uur, en in stappen van een uur tussen 3 en 24uur.
- De tijd kan worden ingesteld van minimaal 30 minuten tot maximaal 24uur.
3. Druk op de toets SET (Instellen) om de instelling van de Aan-timer te voltooien.
- De indicator On (Aan) en de ingestelde tijd van de timer worden vermeld op het
display van de afstandsbediening.
- De instelling van de Aan-timer wordt geannuleerd als u de toets SET (Instellen)
niet binnen 10seconden na het instellen van de tijd indrukt. Controleer daarom
of de indicator On (Aan) op het display van de afstandsbediening wordt
weergegeven.
Annuleren
Druk op de knop Timer (Timer) selecteer On (Aan) druk op
de toets < of > en stel de timer in op druk op de toets SET
(Instellen).
Aanvullende opties bij de Aan-timer
Selecteer de modus (Auto) (Koelen) (Drogen) (Ventilator) of (Verwarmen).
De verwarmingsmodus is alleen beschikbaar op model MR-EH00/MR-EH00U.
U kunt de temperatuur instellen nadat de timerinstelling is voltooid.
De temperatuur kan alleen worden ingesteld in de modus Auto/Koelen/Drogen/Verwarmen. In de modus
Ventilator kan de temperatuur niet worden ingesteld.
De verwarmingsmodus is alleen beschikbaar op model MR-EH00/MR-EH00U.
• Wanneer de instelling voor de On timer (Inschakeltimer) is voltooid, wordt de instelstatus gedurende 3
seconden weergegeven. Daarna blijft alleen nog het pictogram On (Aan) zichtbaar op het scherm van de
afstandsbediening.
OPMERKING
Nederlands-18
De Aan/Uit-timer instellen
De Uit-timer instellen
Wanneer de airconditioner aan staat.
Display afstandsbediening
1. Druk op toets Timer (Timer) om O (Uit) te selecteren.
- De indicator O (Uit) blijft knipperen en u kunt de tijd instellen.
2. Druk op de toets < of > om de tijd in te stellen.
- U kunt de tijd instellen in stappen van een half uur tussen 30minuten (0,5 op het
display) en 3uur, en in stappen van een uur tussen 3 en 24uur.
- De tijd kan worden ingesteld van minimaal 30 minuten tot maximaal 24 uur.
3. Druk op de toets SET (Instellen) om de instelling van de Uit-timer te voltooien.
- De indicator O (Uit) en de ingestelde tijd van de timer worden vermeld op het
display van de afstandsbediening.
- De instelling van de Uit-timer wordt geannuleerd als u de toets SET (Instellen)
niet binnen 10seconden na het instellen van de tijd indrukt. Controleer
daarom of de indicator O (Uit) op het display van de afstandsbediening wordt
weergegeven.
Annuleren
Druk op de knop Timer (Timer) selecteer (O (Uit)) druk op
de toets < of > en stel de timer in op druk op de toets SET
(Instellen).
• Alleen de laatst ingestelde timerinstelling van de functies O Timer (Uit-
timer) en good’ sleep o timer (uit-timer goede nachtrust) wordt toegepast
OPMERKING
Combinatie van Aan-timer en Uit-timer
Wanneer de airconditioner uit staat Wanneer de airconditioner aan staat.
Wanneer de ingestelde tijd van de Aan-timer korter is dan de
Uit-timer
bijv. Aan-timer: 3uur, Uit-timer: 5uur
• De airconditioner wordt 3uur na het moment dat u de
timer hebt ingesteld ingeschakeld. De airconditioner
blijft ingeschakeld gedurende 2uur en wordt vervolgens
uitgeschakeld.
Wanneer de ingestelde tijd van de Aan-timer langer is dan de
Uit-timer
bijv. Aan-timer: 3uur, Uit-timer: 1uur
• De airconditioner wordt 1uur nadat u de timer hebt
ingesteld uitgeschakeld en vervolgens 2uur nadat hij werd
uitgeschakeld weer ingeschakeld.
• De ingestelde tijden voor de Aan-timer en Uit-timer moeten van elkaar verschillen.
• Wanneer de Aan-timer of de Uit-timer is ingesteld, kan de instelling worden geannuleerd door op de toets Aan/
Uit te drukken.
OPMERKING
Nederlands-19
TIMER
03
De modus Goede nachtrust instellen
Voor een goede nachtrust werkt de airconditioner in 3 fasen ‘Inslapen Diepe slaap Ontwaken’.
Wanneer de airconditioner werkt in de modus Koelen;
Display afstandsbediening
1. Druk op toets Timer (Timer) om ( ) te selecteren.
- (
) blijft knipperen en u kunt de tijd instellen.
2. Druk op de toets < of > om de tijd in te stellen.
- U kunt de tijd instellen in stappen van een half uur tussen 30minuten (0,5 op het
display) en 3uur, en in stappen van een uur tussen 3 en 12uur.
- De tijd kan worden ingesteld van minimaal 30minuten tot maximaal 12uur.
- De standaard tijdinstelling voor de modus Goede nachtrust bedraagt 8uur.
3. Druk op de toets SET (Instellen) om de instelling van de modus Goede nachtrust
te voltooien.
- (
en de ingestelde tijd van de modus Goede nachtrust worden vermeld op
het display van de afstandsbediening.
- De modus Goede nachtrust wordt geannuleerd als u de toets SET (Instellen) niet
binnen 10seconden na het instellen van de tijd indrukt. Controleer daarom of de
indicator (
) op het display van de afstandsbediening wordt weergegeven.
Annuleren
Druk op de knop Timer (Timer) selecteer ( ) druk op de
toets < of > en stel de timer in op druk op de toets SET
(Instellen).
Aanvullende opties in de modus Goede nachtrust
De temperatuur kan worden ingesteld in stappen van 1°C tussen 18°C en 30°C.
Nederlands-20
Wijziging van temperatuur en ventilatorsnelheid in de modus Goede nachtrust
1. Inslaapmodus: biedt een comfortabele omgeving voor een goede slaap door snelle koeling en een sluimering
bevorderende luchtstroom.
2. Diepe slaapmodus: in de diepe slaapmodus worden de temperatuur en luchtstroom in golven aangepast voor een
gezonde huidtemperatuur en bevordering van een diepe slaap. Afhankelijk van de ingestelde lengte van de modus
Goede nachtrust, kan de periode Diepe slaap langer of korter zijn.
3. Ontwaken uit de modus Goede nachtrust: geeft u de luchtstroom die uw lichaamstemperatuur zodanig beïnvloedt dat u
met een fris gevoel ontwaakt.
• De ventilatorsnelheid en de richting van de luchtstroom worden in de modus Goede nachtrust automatisch
aangepast.
• De aanbevolen temperatuurinstelling ligt tussen25 °C en 27°C. De optimale temperatuur is 26°C.
• Als de temperatuur te laag is ingesteld, krijgt u het mogelijk koud tijdens het slapen of zou u een verkoudheid
kunnen oplopen.
• De optimale duur van de modus Goede nachtrust bedraagt 8 uur. Als de ingestelde tijd te kort of te lang is,
voldoet het comfort mogelijk niet aan uw verwachtingen.
• Als de duur van de modus Goede nachtrust meer dan 5 uur bedraagt, begint de fase Ontwaken een uur voor het
verstrijken van de bedrijfstijd en wordt de airconditioner vervolgens automatisch uitgeschakeld.
• Wanneer de Aan-timer en de modus Goede nachtrust allebei zijn ingesteld, past de airconditioner alleen de
functie toe die het laatst is ingesteld.
• Wanneer de modus Goede nachtrust actief is, kan de modus
verder worden ingesteld door te drukken op de
toets Options (Opties).
• Als u de toets Options (Opties) indrukt en de functie Turbo (Turbo)/Quiet (Stil) selecteert, wordt de modus
Goede nachtrust geannuleerd en wordt de geselecteerde modus geactiveerd.
• Als u de toets Mode (Modus) indrukt, wordt de modus Goede nachtrust geannuleerd en wordt de geselecteerde
modus geactiveerd.
OPMERKING
Nederlands-21
OPTIES
04
De functie Turbo gebruiken
U kunt de functie Turbo instellen om de ruimte snel en e ectief te koelen (verwarmen).
Wanneer de airconditioner werkt in de modus Koelen of Verwarmen;
Display afstandsbediening
1. Druk op de toets Options (Opties).
2. Druk op toets <,> of Options (Opties) totdat het pictogram Turbo begint te
knipperen.
3. Druk op de toets SET (Instellen) om de functie Turbo in te stellen.
- Het pictogram (Turbo) (Turbo) wordt weergegeven op het scherm van de
afstandsbediening. De functie Turbo blijft 30 minuten actief.
Annuleren
Druk op de toets Options (Opties) druk op de toets <, > of
Options (Opties) zodat het pictogram (Turbo) gaat knipperen en
druk op de toets SET (Instellen).
• De functie Turbo is alleen beschikbaar in de modus Koelen/Verwarmen.
De verwarmingsmodus is alleen beschikbaar op model MR-EH00/MR-
EH00U.
• Als de functie Turbo wordt geselecteerd terwijl de functie Quiet (Stil) is
ingeschakeld, wordt de functie Quiet (Stil) geannuleerd.
• De richting van de luchtstroom kan in alle richtingen worden aangepast.
Bij modellen van het kanaaltype kan de richting van de luchtstroom niet
omhoog of omlaag worden aangepast.
• De temperatuur en ventilatorsnelheid kunnen niet worden aangepast.
OPMERKING
Nederlands-22
De functie Purity (Zuivering) gebruiken
De functie Purity (Zuivering) verwijdert schadelijke deeltjes uit de lucht voor een schone en gezonde omgeving.
U kunt deze aanvullende functie selecteren terwijl de airconditioner in bedrijf is.
Wanneer de airconditioner aan staat.
Display afstandsbediening
1. Druk op de toets Options (Opties).
2.
Druk op de toets <, > of Options (Opties) totdat het pictogram ( ) begint te knipperen.
3. Druk op de toets SET (Instellen) om de functie Purity (Zuivering) te activeren.
- Het pictogram (
) ( ) wordt weergegeven op het scherm van de
afstandsbediening en de functie Virus Doctor (Virusdokter) wordt gestart.
Annuleren
Druk op de toets Options (Opties) druk op de toets <, > of
Options (Opties) zodat het pictogram ( ) gaat knipperen en druk
op de toets SET (Instellen).
• U kunt de zuiveringsfunctie activeren in de modus Auto/Koelen/Drogen/
Verwarmen en u kunt de temperatuur instellen.
De verwarmingsmodus is alleen beschikbaar op model MR-EH00/MR-
EH00U.
• Als de zuiveringsfunctie wordt geactiveerd in de ventilatormodus, kan de
temperatuur niet worden ingesteld.
• Als de airconditioner en de zuiveringsfunctie tegelijk zijn ingeschakeld
en u drukt op de toets Aan/Uit, worden de airconditioner en de
zuiveringsfunctie allebei uitgeschakeld.
• U kunt de zuiveringsfunctie wel gebruiken wanneer de Aan-timer wordt
ingesteld terwijl de airconditioner is uitgeschakeld.
• Het inschakelen van de aanvullende zuiveringsfunctie terwijl de
airconditioner is ingeschakeld heeft geen grote gevolgen voor het
energieverbruik en het geluidsniveau.
OPMERKING
Wanneer de airconditioner uit staat
Display afstandsbediening
1. Druk op de toets Options (Opties).
2. Druk op de toets SET (Instellen) terwijl de indicator (
) knippert om de
zuiveringsfunctie te starten.
- Het pictogram (
) ( ) wordt weergegeven op het scherm van de
afstandsbediening en de functie Virus Doctor (Virusdokter) wordt gestart.
Annuleren
Druk op de toets Options (Opties) zodat het pictogram ( ) gaat
knipperen en druk op de toets SET (Instellen).
Nederlands-23
OPTIES
04
Een binneneenheid selecteren
U kunt elk van vier binneneenheden afzonderlijk selecteren en bedienen.
Wanneer de airconditioner aan staat.
Display afstandsbediening
1. Druk op de toets Settings (Instellingen).
2. Druk op de toets <, > of Settings (Instellingen) totdat het pictogram Zone gaat
knipperen.
3. Druk op de toets SET (Instellen) om de binneneenheid te selecteren die u wilt
bedienen.
- U kunt afzonderlijke eenheden (1-4) een voor een selecteren of alle
binneneenheden tegelijk selecteren.
Voor het selecteren van de binnenunit, moet u het opzetten van de
binnenruimte. Verwijzen wij u naar de installatiehandleiding 02 installatie-
opties.
Een blad selecteren
U kunt elk van vier bladen afzonderlijk selecteren en besturen.
Wanneer de airconditioner aan staat.
Display afstandsbediening
1. Druk op de toets .
- Blade 1234 (Blad 1234) wordt weergegeven.
2. Druk op de toets Settings (Instellingen).
3. Druk op de toets <, > of Settings (Instellingen) totdat het pictogram Blad (Blade)
gaat knipperen.
4. Druk op de toets SET (Instellen) om het blad te selecteren dat u wilt besturen.
- U kunt de afzonderlijke bladen (1-4) een voor een selecteren of alle bladen
tegelijk selecteren.
Geen actie knop RAC.
• U kunt het geselecteerde blad annuleren door te drukken op de toets .
• Wanneer u een afzonderlijk blad selecteert, werkt de toets
niet.
OPMERKING
Nederlands-24
Reiniging van de airconditioner
De binnenunit reinigen
Veeg indien nodig het toestel af met een vochtige microvezel doel.
Neem contact op met het onderhoudscentrum wanneer u de
warmtewisselaar van de binnenunit wilt reinigen, omdat deze
moet worden gedemonteerd.
Aangezien het paneel van de binnenunit gevoelig is voor
krassen, moet u gebruik maken van een microvezeldoek om
het paneel te reinigen.
Wanneer u een microvezeldoek gebruikt, dient u deze
enigszins te bevochtigen en eventueel vuil te verwijderen om
krassen te vermijden.
Zorg ervoor dat u de voeding van de binnenunit uitschakelt en
ontkoppelt voordat u de airconditioner reinigt.
OPGELET
Reinig het scherm niet met een alkalisch
schoonmaakmiddel.
Gebruik geen zwavelzuur, zoutzuur of organische
oplosmiddelen (zoals een verdunner, kerosine , aceton, etc.)
om de buitenzijde van het product te reinigen en plak er
geen stikkers op.
Deze kunnen namelijk het oppervlak van de airconditioner
beschadigen.
OPGELET
OPMERKING
Nederlands-25
INSTELLINGEN
05
Lucht lter verwijderen
Er is een gat rechtsonder het  lter. Plaats uw vinger in dat
gat om grip op het  lter te krijgen en duw het een beetje
omhoog om de haken van de onderkant los te maken. Trek
het vervolgens omlaag om het  lter van het apparaat te
verwijderen.
Reiniging van het lucht lter
De op schuim gebaseerde, wasbare lucht lter, vangt grote stofdeeltjes op uit de lucht. Het  lter kan met de hand worden
gereinigd of met behulp van een stofzuiger.
Verwijder het luchtfilter van het apparaat.
Plaats het luchtfilter terug in de oorspronkelijke
positie.
Droog het luchtfilter in een geventileerde ruimte.
Reinig het luchtfilter met een stofzuiger of met een
zachte borstel.
Bij zware verontreiniging, spoelt u deze af onder
stromend water.
Reinig het lucht lter om de twee weken. De reinigingsperiode hangt af van het gebruik en de gesteldheid van de
omgevingsruimte. Reinig het lter wekelijks in een stoffi ge omgeving.
Wanneer u het lucht lter laat drogen in een afgesloten (of vochtige) ruimte, kan dit luchtjes afgeven. Wanneer deze
situatie zich voordoet, dient u het  lter opnieuw te reinigen en deze in een goed geventileerde ruimte te drogen.
Zodra de Filter reinigingsherinnering is ingeschakeld, drukt u op de knop 2
nd
F en daarna op de knop Single User
(Enkele gebruiker) van de afstandsbediening.
Lucht lter
OPMERKING
Reiniging van de airconditioner
Nederlands-26
Luchtlter in elkaar zetten
1. Plaats het lter op het apparaat en steek de haken die zich aan
de bovenkant van het luchtlter bevinden in het apparaat.
Luchtlter
2. Er is een haak aan beide kanten van het lter. Druk zachtjes
op het oppervlak van het luchtlter en steek de haken in het
apparaat.
3. Druk zachtjes op de bodem van het lter om het apparaat
goed vast te zetten. 
Nederlands-27
Anderen
06
Onderhoud van de airconditioner
Als u de airconditioner voor langere tijd niet zult gebruiken, droog dan de airconditioner om ervoor te zorgen dat deze in een
goede staat blijft.
1. Droog de airconditioner zorgvuldig door deze voor 3-4 uur in Ventilator modus
te zetten en de stekker eruit te halen. Als er vocht achterblijft in de onderdelen,
dan kan dit leiden tot interne schade.
2. Droog de interne onderdelen van de airconditioner voordat u de airconditioner
weer gaat gebruiken door deze voor 3-4 uur in de Ventilator modus te
zetten. Hierdoor worden geuren verwijderd die eventueel zijn ontstaan door
vochtigheid.
Periodieke controles
Raadpleeg het volgende schema om uw airconditioner goed te onderhouden.
Type Beschrijving
Elke 2
weken
Elke 3
maanden
Elke 4
maanden
Eens per
jaar
Binnenunit
Het luchtlter reinigen (1)
De condensatie afvoerbak reinigen (2)
De warmtewisselaar goed reinigen (2)
De kruisventilator reinigen (2)
De condensatie afvoerpijp reinigen (2)
De batterijen van de afstandsbediening vervangen (1)
Buitenunit
De warmtewisselaar aan de buitenkant van de unit
reinigen (2)
De warmtewisselaar aan de binnenkant van de unit
reinigen (2)
De elektronische onderdelen reinigen met luchtjets (2)
Controleren dat alle elektronische onderdelen goed
vastzitten (2)
De ventilator reinigen (2)
Controleren dat de ventilator goed vastzit (2)
De condensatie afvoerbak reinigen (2)
: Deze markering vereist periodieke controle van de binnen-/buitenunit,
volgens de beschrijving om de airconditioner deugdelijk te onderhouden.
(1) De beschreven handelingen moeten vaker uitgevoerd worden als
het installatiegebied zeer stog is.
(2) Deze handelingen moeten altijd uitgevoed worden door bekwaam
personeel. Raadpleeg de installatiesectie van de handleiding voor
meer informatie.
OPGELET
Nederlands-28
Problemen oplossen
U wordt verwezen naar onderstaande tabel in het geval van problemen met de
airconditioner. Dit bespaart u tijd en onnodige kosten.
PROBLEEM OPLOSSING
De airconditioner
werkt helemaal niet.
Controleer dat het apparaat aan staat en herstart de airconditioner.
Zet de stroomonderbreker aan en herstart de airconditioner.
Zorg ervoor dat de Isolator is ingeschakeld.
Controleer dat de O Timer niet is ingesteld. Herstart de
airconditioner door de Power (Aan/Uit) knop in te drukken.
De temperatuur
insteller werkt niet.
Controleer dat de Fan (Ventilator)/Fast (Snel)modus niet is
geselecteerd. In deze modus is de gewenste temperatuur
automatisch ingesteld en kunt u de temperatuur niet bedienen.
Er komt geen Koude/
Warme lucht uit de
airconditioner.
Controleer dat de ingestelde temperatuur niet hoger (in de
Koelmodus)/lager (in de Verwarmingsmodus) is dan de huidige
temperatuur. Druk de Temp (Temperatuur) + of - knop op de
afstandsbediening in, om de ingestelde temperatuur te wijzigen.
Controleer dat het luchtlter niet geblokkeerd is door viezigheid.
Wanneer het luchtlter te veel stof bevat, kan de koel/
verwarmingscapaciteit verminderen. Maak deze regelmatig schoon.
Controleer dat de buitenunit niet bedekt is door een obstakel of
vlakbij een obstakel is geïnstalleerd. Haal eventueel het deksel van
de airconditioner en verwijder het obstakel.
Controleer dat de airconditioner niet in de ontdooimodus
staat. Wanneer er in de winter ijs wordt gevormd of de
buitentemperatuur te laag is, dan draait de airconditioner
automatisch in de ontdooimodus. In de ontdooimodus, stopt de
binnenventilator met draaien en komt de warme lucht niet vrij.
Als deuren of ramen openstaan, kan dit leiden tot slechte koel- of
verwarmingsprestaties.
Sluit de deuren en ramen.
Controleer dat de airconditioner werd aangezet, onmiddellijk na
het stoppen van het koel-/verwarmingsproces. In dit geval,zal
een ventilator draaien om de compressor van de buitenunit te
beschermen.
Controleer dat de leidinglengte niet te lang is. Als de leidinglengte
de maximaal toegestane lengte overschrijdt, kan de koel- en
verwarmingsprestatie verminderen.
De
luchtstroominstelling
werkt niet.
Controleer dat de modus geselecteerd is. In de
koelmodus kunt u de luchtstroomrichting niet afstellen. (U kunt
de luchtstroomrichting afstellen wanneer de
-modus
in de verwarmingsmodus staat)
Nederlands-29
Anderen
06
PROBLEEM OPLOSSING
De
ventilatorinstelling
werkt niet.
Controleer dat de Auto/Dry (Droog)/ modus geselecteerd
is. In deze modus, is de ventilatorsnelheid automatisch ingesteld en
kunt u deze niet aanpassen.
De
afstandsbediening
werkt niet.
Controleer dat de accu niet leeg is.
Zorg ervoor dat de van de afstandsbedieningsensor niet
geblokkeerd is.
Controleer dat er geen sterke verlichtingsapparaten in de buurt
van de airconditioner staan. Fel licht van uorescerende lampen
of neonverlichting, kunnen elektrische golven onderbreken.
De Timer-functie
kan niet worden
ingesteld.
Controleer dat u de Set/Cancel (Instellen/Annuleren) knop van
de afstandsbediening indrukt heeft na het instellen van de tijd.
De indicator knippert
constant.
Druk op de Power (Aan/Uit)
knop of trek de stekker uit/
Schakel de hulpvoeding uit.
Indien het lampje nog steeds knippert, neem dan contact op
met het onderhoudscentrum.
Tijdens gebruik
komen er vieze
geurtjes vrij.
Controleer of het apparaat in een rookruimte staat. Ontlucht de
kamer of zet de airconditioner in de Ventilatormodus voor 1~2 uur.
(Wij gebruiken geen stinkende componenten in de airconditioner).
Controleer middels regelmatig onderhoud of de afvoerkanalen
zijn ontruimd.
Een storing wordt
vermeld.
Wanneer de binnenunitindicator knippert, dient u contact
op te nemen met het dichtstbijzijnde onderhoudscentrum.
Zorg ervoor dat de storingscode wordt doorgegeven aan het
onderhoudscentrum bij het boeken van een onderhoudsgesprek.
Geruis wordt
geproduceerd.
Afhankelijk van het gebruik van de airconditioner, kan
geruis hoorbaar zijn wanneer de beweging van de
koelmiddeldebietregeling verandert. Dit is normaal.
Rook komt van de
buitenunit.
Het hoeft geen brand te zijn maar kan stoom zijn, die in de
winter tijdens ontdooien, in de Verwarmingsmodus gegenereerd
wordt door de warmtewisselaar van de buitenunit.
Water druppelt van
de verbindingsleiding
van de buitenunit.
Er kan water ontstaan door temperatuursverschillen. Dit is
normaal.
Problemen oplossen
Nederlands-30
Bijlage
MODELSPECIFICATIE (GEWICHT EN AFMETINGEN)
GEWICHT EN AFMETINGEN
Type Model Netto afmeting (B×D×H) (mm) Netto gewicht (kg)
Binnenunit
AM015JNVDKH 750*250*242 8.1
AM022JNVDKH 750*250*242 8.1
AM028JNVDKH 750*250*242 8.2
AM036JNVDKH 826*275*260 9.8
AM045JNVDKH 826*275*260 9.8
AM056JNVDKH 1063*317*294 14.6
AM071JNVDKH 1063*317*294 14.6
AM082JNVDKH 1063*317*294 14.6
AM015JNADKH 750*250*242 7.9
AM022JNADKH 750*250*242 7.9
AM028JNADKH 750*250*242 8.0
AM036JNADKH 826*275*260 9.5
AM045JNADKH 826*275*260 9.5
AM056JNADKH 1063*317*294 14.3
AM071JNADKH 1063*317*294 14.3
AM082JNADKH 1063*317*294 14.3
Nederlands-31
Anderen
06
B
A
D
C
B
A
D
C
B
A
D
C
Installatie Gedeelte
Montageplaat bevestigen
U kunt de richting van de afvoerpijp kiezen, afhankelijk van waar u de binnenunit wilt installeren. U dient daarom voor het
bevestigen van de montageplaat aan een muur of raamkozijn, de positie van het gat (65mm) te bepalen. Dit gat wordt gebruikt
om de kabel, leiding en pijp erdoorheen te halen, die nodig zijn voor de verbinding van de binnenunit met de buitenunit.
Wanneer u naar de muur gericht bent, kunnen de leiding en kabel verbonden worden van:
A
C
B
D
D
Richting van de pijp
3. Bepaal de positie van de pijp en afvoerpijp, zoals getoond in de afbeelding en boor het gat met een binnendiameter
van 65mm zodat het lichtjes naar beneden afhelt.
• Rechts (A)
• Links (B)
• Rechteronderzijde (C)
• Rechter- of linkerachterzijde (D)
Muur
<20mm
Kunststof
anker
4. Bevestig de binnenunit.
Als u de binnenunit aan een muur bevestigt
(1) Bevestig de montageplaat aan de muur, rekening houdend met het gewicht van de
binnenunit.
Als u de binnenunit aan een raamkozijn bevestigt
(1) Bepaal de posities van de houten staanders die aan het raamkozijn moeten worden bevestigd.
(2) Bevestig de houten staanders aan het raamkozijn, rekening houdend met het gewicht van de binnenunit.
(3) Bevestig de montageplaat aan de houten staanders met behulp van tapschroeven.
Als u de binnenunit aan een gipsplaat bevestigt
(1) Gebruik een nagelvinder om de locatie van de slagnagels te vinden.
(2) Bvestig de plaathanger op twee slagnagels.
Als u de plaat aan een betonnen muur bevestigt, let er dan op dat de afstand tussen
de muur en de plaat, gevormd door het geprojecteerde anker, kleiner is dan 20mm.
(Unit : mm)
OPMERKING
Boor slechts 1 gat na het bepalen van de pijprichting.
OPGELET
Pijpgat (Ø65 mm) Pijpgat (Ø65 mm)
1. Demonteer het dekselpaneel zoals beschreven op Installatiehandleiding.
2. Verwijder de plaathanger van de binnenunit.
(1)Draai de 2 schroeven los die de plaathanger aan de binnenunit vasthoudt.
(2) Druk de haken (aan de onderkant van de binnenunit) omhoog om de montageplaat van de haken los te maken die het
vasthouden.
(3) Trek de montageplaat om deze volledig los te maken van de binnenunit.
Schroef
Model A B C D
TT015/022/028TT
36 60 65 36
TT
036/045TT
36 120 81 36
TT056/071/082TT
33 110 110 33
Pijpgat (Ø65 mm)
Nederlands-32
Monteer de hangerschroef
Gebruik 2 schroeven om de binnenunit aan de hangerplaat te bevestigen zoals in de
afbeelding is weergegeven.
Schroef
Zoek naar andere plekken als er minder dan twee slagnagels zijn, of als de afstand tussen de 2 slagnagels verschilt
van de grootte van de plaathanger.
Bevestig de montageplaat zonder te hellen naar één kant.
U moet er zeker van zijn dat de muur het gewicht van het product kan weerstaan. Als u het product installeert
waar de muur niet sterk genoeg is, dan kan de unit vallen en letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING
OPGELET
Isolatie
Pijpen
Montageplaat
Verbindingsdraden
Verbindingspijpen
Vinyltape
Afvoerpijp
C
D
1.Plaats om condensatieproblemen te voorkomen hittebestendig polyethyleen
schuim om elke koelmiddelpijp in het onderste gedeelte van de binnenunit.
2.Wikkel de absorberende vulling om de koelmiddel pijp en afvoerslang aan
de achterkant van de binnenunit.
Wikkel de absorberende vulling drie keer om de pijp en afvoerslang van
de binnenunit. (20mm interval)
3.Wikkel isolatietape om de pijp, verbindingskabel en afvoerpijp.
4.Plaats de bundel(de pijp, verbindingskabel en afvoerslang) zorgvuldig in
het onderste deel van de binnenunit zodat het niet uitsteekt aan de
achterkant van de binnenunit.
5.Plaats de binnenunit op de installatieplaat en beweeg de unit naar link en
rechts totdat deze op de juiste plaats zit.
6.Wikkel vinyltape om de rest van de pijp.
7.Maak de pijp met behulp van klemmen(optioneel) vast aan de muur.
Isoleer nadat u het systeem op gaslekken hebt gecontroleerd de pijp, slang
en kabels. Plaats de binnenunit daarna op de installatieplaat.
Isolatie
LEKKAGETEST MET STIKSTOF(vóór het openen van de afsluitingen)
Om simpele koelmiddellekkage te detecteren, voor het creëren van het vacuüm en
het opnieuw circuleren van de R410A, is het verstandig om het hele systeem onder
druk te zetten met stikstof(met behulp van een drukregelaar) onder een druk van
4,1MPa(vermogen).
LEKKAGETEST MET R410A(na het openen van de afsluitingen)
Haal vóór het openen van de afsluitingen al het stikstof uit het systeem en creëer
vacuüm. Controleer na het openen van de afsluitingen met behulp van een
lekkagedetector voor koelmiddel R410A op lekkages.
Lekkagetest
Lekkagetest & Isolatie uitvoeren
Verwijder al het stikstof om een vacuüm te creëren en laad het systeem.
OPGELET
Nederlands-33
Installatie gedeelte
07
Installatie en aansluiting van de afvoerpijp van de binnenunit
De pijp mag NIET schuin
a open.
Het uiteinde van de
afvoerpijp mag NIET onder
water worden geplaatst.
Houd speling van ten minste
5cm vrij tussen het uiteinde
van de afvoerpijp en de
grond.
Controleer bij het installeren van de afvoerpijp voor de binnenunit, dat de condensatieafvoer voldoende is .
Wanneer u de pijp in het door de muur geboorde gat van 65mm steekt, controleer dan het volgende:
Installatie van de afvoerpijp
1. Verbind indien nodig, de 2m afvoerpijpverlengstuk aan de afvoerpijp.
2. Als u het verlengstuk gebruikt, isoleer dan de binnenzijde ervan met een afscherming.
3. Steek de afvoerpijp in 1 of 2 afvoerpijpgaten en zet daarna het uiteinde van de afvoerpijp stevig vast met een klem.
4.
Bij het verlengen van de afvoerslang houdt u het einde van afvoerslang en de verlengde
slang vast, dan draait en steek u de afvoerslang zon 40~45 mm in de verlengde slang.
Zorg ervoor dat de twee slangen stevig aangesloten zijn en dat er geen water lekt.
5. Na het inwikkelen van de verlengslang met isolatieschuim, sluit u de verlengslang aan de afvoerslang. Wikkel
vervolgens met vinyl tape 20 mm aan de linker- en rechterkant van de aansluitpunten.
Als u het andere afvoerpijpgat niet gebruikt,
blokkeer het dan met een rubberen stop.
Afvoerpijpgat
Muur
Binnenunit
Afvoerpijp
De pijp mag NIET worden
gebogen.
5cm
minder
Plaats het uiteinde van de
afvoerpijp NIET in een gat.
Groef
Na het voltooien van
de installatie van de
afvoerpijp, giet u water
in de afvoerbak om te
controleren of de pijp
goed is afgevoerd.
OPMERKING
De afvoerslang niet vastzetten aan de montageleiding omdat dit anders kan leiden
tot waterlekkage.
1) Correcte aansluiting
Pijp
Afvoerpijp
2) Incorrecte aansluiting
Pijp
Afvoerpijp
OPGELET
Nederlands-34
De richting van e afvoerpijp veranderen
De pijp zal denitief vastgezet worden na het beëindigen van de installatie en de gaslektest; bekijk pagina 22 voor
meer details.
Zorg ervoor dat de afvoerpijp in de juiste richting wordt geïnstalleerd.
Onjuiste installatie kan lekkage van condensatiewater tot gevolg hebben.
Als de afvoerpijp in een kamer wordt aangelegd, isoleer deze dan zodat druppelend condensatiewater de vloer of
de meubels niet kan beschadigen.
BEVESTIG DE PIJPVERBINDING NIET TEGEN DE MUUR!
De afvoerpijp moet gemakkelijk toegankelijk en buikbaar zijn.
let erop dat het apparaat rechtop staat wanneer u het water erin giet. Controleer dat er geen lekkages zijn.
Wees voorzichtig dat het water niet overloopt op de elektrische component.
Verander de richting alleen als dat nodig is.
1. Maak, met de tang, de rubberen dop los.
2. Maak de afvoerpijp los door eraan te trekken en naar links te draaien.
3. Steek de afvoerpijp door deze met de schroef vast te zetten in de groef van
de afvoerbak.
4. Bevestig de rubberen dop door met een schroevendraaier naar rechts te
draaien totdat deze vastzit aan het uiteinde van de groef.
5. Controleer op lekkage aan beide zijden van het afvoerrooster.
Afvoerpijp
Schroefgat
Schroef
Rubberen dop
Uitlaat afvoerbak
Giet het water in de richting van de pijl.
Richting van het afgevoerde water
6. Steek de afvoerpijp onder the koelpijp, terwijl u de afvoerpijp strak houdt.
7. Steek de afvoerpijp door het gat in de muur. Controleer dat deze schuin
naar beneden aoopt zoals afgebeeld.
8. Controleer middels de natuurlijke afvoermethode of de afvoer normaal
verloopt.
Afscherming
Afvoerpijp Verlengstuk afvoerpijp
OPGELET
OPGELET
OPMERKING
Installatie en aansluiting van de afvoerpijp van de binnenunit
Afvoerpijp
Verlengstuk
afvoerpijp
Afvoerpijp
Verlengstuk
afvoerpijp
40~45 mm
Isolatieschuim
20 mm
of meer
20 mm
of meer
Vinyltape
Nederlands-35
Installatie gedeelte
07
1.
Voordat u aan de slag gaat met bedradingwerk moet u de stroom uitzetten.
2.
Stroom voor de binnenunit moet geleverd worden door de breker(ELCB or MCCB+ELB) die afgezonderd
wordt door de buiten stroom.
ELCB: Earth Leakage Circuit Breaker
MCCB:Molded Case Circuit Breaker
ELB:Earth Leakage Breaker
3.
Voor het elektriciteitssnoer mogen alleen koperen draden hebben.
4.
Verbind het elektriciteitssnoer{1(L), 2(N)} tussen de units met een maximale lengte en
communicatiekabel(F1, F2).
5.
Verbind F3, F4(voor communicatie) bij het installeren van de afstandsbediening.
Bedradingwerk
Aansluiting stroom- en communicatiekabel
N L
N L N L N L
ELCB
MCCB+
ELB
V1 V2
Buitenunit
Afstandsbediening
ELCB: Noodzakelijke Installatie
EEV kit
WAARSCHUWING
Schakel het apparaat uit alvorens u enige draden
aansluit; De binnenshuis PBA zal schade ondervinden
en V1, V2, F3, F4 zullen kortsluiten.
220-240V~
or
Aan het plafond, op de grond geïnstalleerde binnenunit.
Binnenunit 4 Binnenunit 5
Binnenunit 6
Binnenunit 1 Binnenunit 2
Binnenunit 3
Zilver soldeer
Nominale
dimensies voor
kabel (mm
2
)
Nominale
dimensies voor
schroef (mm)
B D d1 E F L d2 t
Standaard
dimensie (mm)
Toegestaan
(mm)
Standaard
dimensie (mm)
Toegestaan
(mm)
Standaard
dimensie (mm)
Toegestaan
(mm)
Min. Min. Max.
Standaard
dimensie (mm)
Toegestaan
(mm)
Min.
1,5
4 6,6
±0,2 3,4
+0,3
-0,2
1,7 ±0,2 4,1 6 16 4,3
+0,2
0
0,7
4 8
2,5
4 6,6
±0,2 4,2
+0,3
-0,2
2,3 ±0,2 6 6 17,5 4,3
+0,2
0
0,8
4 8,5
4 4 9,5 ±0,2 5,6
+0,3
-0,2
3,4 ±0,2 6 5 20 4,3
+0,2
0
0,9
Selecteren van samengedrukt ringanker
Nederlands-36
Stroomtoevoer
MCCB ELB or ELCB
Stroomkabel
Geaarde kabel
Communicatiekabel
Max : 242V
Min : 198V
X A
X A, 30mmA
0,1 s
2,5mm
2
2,5mm
2
0,75~1,5mm
2
Bepaal de capaciteit van ELCB(or MCCB+ELB) met behulp van de volgende formule.
Stroomkabels van onderdelen van apparaten voor buitengebruik mogen niet lichter zijn dan flexibel
snoer met een polychloropreen mantel.
(IEC-code IEC:60245 IEC 57/CENELEC:H05RN-F / IEC:60245 IEC 66 / CENELEC:H07RN-F)
De capaciteit van ELCB(or MCCB+ELB) X [A] = 1,25 X 1,1 X ∑Ai
T X : De capaciteit van ELCB(or MCCB+ELB)
T
Ai : Som van stroom van elke binnenunit.
T Raadpleeg elke installatiehandleidingen over de stroom van de binnenunit.
Kies de stroomkabel specificatie en maximale lengte met 10% stroomdaling tussen de binnenunits.
T Coef: 1,55
T L
k: Afstand tussen elke binneunit[m],
A
k: stroomkabel specificatie[mm
2
], ik : stroom van elke unit[A]
∑ (
Coef×35,6×L
k×ik
) <
10% van
ingangsspanning[V]
1000×A
k
n
k=1
Specicatie van elektrische bedrading
Nederlands-37
Installatie gedeelte
07
Stel het adres van de binnenunit en installatieoptie in met de afstandsbedieningoptie.
Stel elke optie apart in aangezien u de opties adresinstelling en installatie-instelling van de binnenunit niet
tegelijkertijd in kan stellen. U moet het adres van de binnenunit en de installatieoptie apart instellen.
Stap 1. Modus invoeren om optie in te stellen
1. Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
2. Plaats de batterijen en ga naar de modus optie-instelling terwijl u op de knop hoge temperatuur en knop lage temperatuur drukt.
3.
On
Auto
Controleer of het apparaat in de modus optie-instelling staat.
Stap 2. De procedure van optie-instelling
Selecteer wanneer het apparaat in de modus optie-instelling staat de onderstaande optie.
De procedure van de instelling van optie
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6 SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
0 X X X X X 1 X X X X X
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18 SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
2 X X X X X 3 X X X X X
Aan(SEG1~12) Uit(SEG13~24)
On
Auto
Auto
Off
Optie-instelling is beschikbaar van SEG1 tot SEG 24
SEG1, SEG7, SEG13, SEG19 zijn niet ingesteld als paginaoptie.
Stel de SEG2~SEG6, SEG8~SEG12 in op AAN-status en SEG14~18, SEG20~24 op UIT-status.
OPGELET
Mode (Modus)
De bedieningsmodus selecteren.
Richting van de luchtstroom
(links en rechts)
Richting van de luchtroom naar links
en rechts bijstellen.
Aan/Uit
De airconditioner in- of
uitschakelen.
Temperatuur
De temperatuur instellen.
Opties
Opties selecteren tijdens gebruik.
Richting
Naar een optie gaan en optie
instellen.
Ventilatorsnelheid
De ventilatorsnelheid instellen.
Richting van de luchtstroom (omhoog
en omlaag)
Richting van de luchtstroom maar boven en
beneden bijstellen (niet van toepassing op
modellen van het kanaaltype).
SET (Instellen)
Een optie instellen of annuleren.
Settings (Instellingen)
Instellingen selecteren.
Timer
Timeroptie instellen.
Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
Nederlands-38
Optie-instelling Status
1. Instelling SEG2-, SEG3-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG2-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG3-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
On
Auto
On
Auto
2. Cool (koelte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Cool (koelte) modus op de AAN-status te zetten.
On
Cool
3. Instelling SEG4-, SEG5-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG4-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG5-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
On
Cool
Cool
On
4. Dry (droogte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Dry (droogte) modus op de AAN-status te zetten.
On
Dry
5. Instelling SEG6-, SEG8-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG6-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG8-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
On
Dry
On
Dry
6. Fan (ventilator) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Fan (ventilator) modus op de AAN-status te zetten.
On
Fan
7. Instelling SEG9-, SEG10-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG9-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG10-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
On
Fan
On
Fan
8. Heat (warmte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Heat (warmte) modus op de AAN-status te zetten.
On
Heat
9. Instelling SEG11-, SEG12-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG11-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG12-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
On
Heat
On
Heat
10. Auto-modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Auto-modus op de UIT-status te zetten.
Auto
Off
11. Instelling SEG14-, SEG15-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG14-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG15-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
Auto
Off
Auto
Off
SEG2 SEG3
SEG4
SEG6
SEG9
SEG11
SEG14
SEG5
SEG8
SEG10
SEG12
SEG15
Nederlands-39
Installatie gedeelte
07
Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
Optie-instelling Status
12. Cool (koelte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Cool (koelte) modus op de UIT-status te zetten.
Cool
Off
13. Instelling SEG16-, SEG17-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG16-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG17-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
Cool
Off
Cool
Off
14. Dry (droogte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Dry (droogte) modus op de UIT-status te zetten.
Off
Dry
15. Instelling SEG18-, SEG20-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG18-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG20-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
Off
Dry
Off
Dry
16. Fan (ventilator) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Fan (ventilator) modus op de UIT-status te zetten.
Off
Fan
17. Instelling SEG21-, SEG22-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG21-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG22-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
Off
Fan
Off
Fan
18. Heat (warmte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Heat (warmte) modus op de UIT-status te zetten.
Off
Heat
19. Instelling SEG23-, SEG24-modus
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG23-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG24-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
Off
Heat
Off
Heat
SEG16
SEG18
SEG21
SEG23
SEG17
SEG20
SEG22
SEG24
Stap 4. Invoeroptie
Druk op de knop
met de richting van de afstandsbediening om in te stellen.
U moet de optie voor de correcte optie-instelling tweemaal invoeren.
Stap 5. Werking controleren
1. Reset de binnenunit door op de knop RESET van de binnen- of buitenunit te drukken.
2. Haal de batterijen uit de afstandsbediening, plaats deze opnieuw en druk op de aan-/uitknop.
Stap 3. Controleer de optie die u hebt ingesteld
Druk na het instellen van de optie op de knop
om te controleren of de optiecode die u hebt ingevoerd correct is of niet.
On
Auto
On
Cool
On
Dry
On
Fan
On
Heat
Auto
Off
Cool
Off
Off
Dry
Off
Fan
Off
Heat
Nederlands-40
1.
Controleer of er stroom is.
- Wanneer de binnenunit niet aangesloten is op het stopcontact, moet er een extra
stroomtoevoer voor de binnenunit zijn.
2.
Het paneel (scherm) moet aangesloten zijn op een binnenunit om een optie te
ontvangen.
3.
Wijs voor het installeren van de binnenunit een adres toe aan de binnenunit op
basis van het airconditioner systeemplan.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS Instellen hoofdadres
100-cijfer van adres
binnenunit
10-cijfer van
binnenunit
Het unitcijfer van
binnenunit
Scherm
afstandsb-
ediening
Auto
On
On
Auto
Cool
On
Cool
On
On
Dry
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0 A
0
Geen
hoofdadres
0~9 100-cijfer 0~9 100-cijfer 0~9
Een unit
cijfer
1
Instellingsmodus
hoofdadres
Optie
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg PAGINA RMC-adres instellen Groepskanaal (*16) Groepadres
Scherm
afstandsb-
ediening
On
Fan
On
Heat
On
Heat
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0
Geen
RMC-adres
RMC1 0~F RMC2 0~F
1
Instellingsmodus
RMC-adres
Binnenunit
1(L)
F2
F1
2(N)
4.
Wijs een adres toe voor de binnenunit met behulp van de draadloze afstandsbediening.
- De oorspronkelijke adresstatus van binnenunit ADRES(HOOFD/RMC) is “0A0000-100000-200000- 300000”.
Wanneer “A”~”F” wordt ingevoerd voor SEG5~6, zal het HOOFDADRES van de binnenunit niet gewijzigd worden.
Wanneer u de SEG 3 instelt op 0, dan zal de binnenunit het vorige HOOFDADRES behouden, zelfs wanneer u de
optiewaarde SEG5~6 invoert.
Wanneer u de SEG 9 instelt op 0, zal de binnenunit het vorige RMC-ADRES behouden, zelfs wanneer u de
optiewaarde SEG11~12 invoert.
U kunt SEG11 en SEG12 niet tegelijkertijd instellen als F-waarde.
OPGELET
Instellen adres binnenunit (HOOFD/RMC)
Optie Nr. : 0AXXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Nederlands-41
Installatie gedeelte
07
Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
1.
Controleer of er stroom is.
- Wanneer de binnenunit niet aangesloten is op het stopcontact, moet er een extra
stroomtoevoer voor de binnenunit zijn.
2.
Het paneel (scherm) moet aangesloten zijn op een binnenunit om een optie te
ontvangen.
3.
Stel de installatieoptie in volgens de installatieconditie van een airconditioner.
- De standaardinstelling van een installatieoptie van een binnenunit is
“020010-100000- 200000-300000”.
- Individuele bediening met een afstandsbediening (SEG20) is de functie die een
binnenunit individueel bedient wanneer er meerdere binnenunits zijn.
Binnenunit
1(L)
F2
F1
2(N)
4.
Stel de optie binnenunit in met behulp van de draadloze afstandsbediening.
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0 2 -
Externe
kamertemperatuursensor
/ Minimalisatie van
de ventilatoractiviteit
wanneer de thermostaat is
uitgeschakeld
Centrale
bediening
RPM
ventilatorcompensatie
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1 Afvoerpomp Warm water verwarmer -
EEV-stap
wanneer heating
(verwarming)
stopt
-
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2 Externe bediening
Uitvoer externe
bediening / Externe
verwarming Aan- of
Uit-signaal
S-Plasma Ion
(S-plasma-ion)
Buzzer Aantal uren met lter
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3
Individuele
bediening van een
afstandsbediening
Compensatie
verwarmingsinstelling
/ Gecondenseerd
water verwijderen in
verwarmingsmodus
EEV-stap van gestopte
unit tijdens oil return
(olieterugvoer)/defrost
(ontdooiing) modus
Bewegingssensor -
1-WEGS/2-WEGS/4-WEGS MODEL: Afvoerpomp (SEG8) zal ingesteld worden op ‘GEBRUIK + 3 minuten vertraging’ zelfs
wanneer de afvoerpomp ingesteld staat op 0.
1-WEGS/2-WEGS/4-WEGS, DUCTMODEL: Aantal uren met filter (SEG18) zal ingesteld worden op ‘1000 uur zelfs als de SEG18
ingesteld staat op behalve voor 2 of 6.
Wanneer de optie ingesteld wordt op andere waarden dan de hierboven staande SEG-waarden, zal de optie ingesteld wor-
den op “0”.
De optie centrale bediening SEG5 staat ingesteld op (gebruiken) dus u hoeft de optie centrale bediening niet extra in te
stellen. Indien de centrale bediening niet is aangesloten, maar geen foutbericht weergeeft, dan moet u de optie centrale
bediening instellen op 9 (niet gebruiken) om de binnenunit uit te sluiten van de centrale bediening.
Installatie-optie 02-serie
Installatieoptie van een binnenunit instellen (geschikt voor de conditie van elke installatielocatie)
Nederlands-42
De uitvoer van heet water in SEG9 wordt gegenereerd vanaf de hete spoel van het aansluitblok in
leidingmodellen.
F4
F3
F1 F2
V2
V1
1(L) 2(N)
2
1
HETE
SPOEL
WISSELSTROOM
BUITENCOMMUNICATIE
Bedrade
afstandsbediening
DC 12V
* De uitvoer van de hete spoelterminal
is AC 220 V / 230 V (Hetzelfde als de
invoerstroom van de binnenunit)
COM1 COM2
(+)
L N
(-)
De externe uitvoer van SEG15 wordt gegenereerd door de MIM-B14-aansluiting. (Raadpleeg de
handleiding van MIM-B14.)
Installatie-optie 02-serie (gedetailleerd)
Optie Nr. : 02XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS Gebruik van robot schoonmaak
Gebruik van externe kamertemperatuursensor /
Minimalisatie van de ventilatorwerking wanneer de
thermostaat is uitgeschakeld
Gebruik van centrale bediening RPM ventilatorcompensatie
Scherm afstandsb-
ediening
Auto
On
On
Auto
Cool
On
Cool
On
On
Dry
Indicatie en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details
Gebruik van de externe
kamer-temperatuur-
sensor
Minimalisatie
van de ventilator-
werking wanneer
de thermostaat is
uitgeschakeld
0 2
0 Nee
0 Nee Nee
0 Nee
0 Nee
1 RPM-compensatie
1 Ja Nee
1 Ja
2 Nee Ja
1)
1 Ja 2
Kit voor hoog
plafond
3 Ja Ja
1)
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg PAGINA Gebruik van afvoerpomp
Gebruik van warm water
verwarmer
EEV-stap wanneer heating
(verwarming) stopt
Scherm afstandsb-
ediening
On
Dry
On
Fan
On
Heat
Indicatie en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0 Nee 0 Nee 0
Stand-aard
waarde
1 Ja 1 Ja
2)
1
geluid
vermin-derende
instelling
2
Als een een
binnenunit stopt,
zal de afvoerpomp
3 min. werken.
2 -
3 Ja
2)
Nederlands-43
Anderen
06
Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Uitleg PAGINA
Gebruik van externe
bediening
Instellen van de uitvoer van de externe bediening /
Externe verwarming Aan- of Uit-signaal
S-Plasma Ion (S-plasma-ion) Buzzerbediening Aantal uren met lter
Scherm
afstandsb-
ediening
Off
Auto
Off
Auto
Cool
Off
Cool
Off
Off
Dry
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
Instellen van
de uitvoer van
de externe
bediening
Aan/uit-signaal
externe
verwarming
2
0 Nee 0 Thermo aan - 0 Nee 0 Gebruiken buzzer 2 1000 uur
1
On/O
(aan/uit)
bediening
1 Bediening aan -
1 Ja 1 Niet gebruiken buzzer 6 2000 uur
2
O (uit)
bediening
2 - Ja
3)
3
Scherm On/
O (aan/uit)
bediening
3 - Ja
3)
Optie SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
Uitleg PAGINA
Individuele
bediening van een
afstandsbediening
Compensatie verwarmingsinstelling /
Gecondenseerd water verwijderen in
verwarmingsmodus
EEV-stap van gestopte
unit tjidensoil return
(olieterugvoer)/defrost
(ontdooien) modus
Bewegingssensor
Scherm
afstandsb-
ediening
Off
Dry
Off
Fan
Off
Fan
Off
Heat
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details
Compensatie
verwarmings-
instelling
Gecondenseerd
water
verwijderen in
verwarmings-
instelling
3
0 of 1 kanaal 1
0 Standaard
4)
Nee
0 Standaardwaarde
0 Niet gebruiken
1 2 °C Nee 1
Uitzetten binnen 30
min. zonder beweging
2 kanaal 2 2 5 °C Nee
1
Oil return
(olieterugvoer)
of geluid
verminderende
in defrost
(ontdooiing)
modus
2
Binnen 30 min. 60min.
zonder beweging
3 kanaal 3 3 Standaard
4)
Ja
5)
3
Binnen 30 min.
120min. zonder
beweging
4 kanaal 4
4 2 °C Ja
5)
4
Binnen 30 min.
180min. zonder
beweging
5 5 °C Ja
5)
5
Uitzetten binnen
30min. zonder
beweging of
*geavanceerde functie
6
Uitzetten binnen
60min. zonder
beweging of
*geavanceerde functie
7
Uitzetten binnen
120min. zonder
beweging of
*geavanceerde functie
8
Uitzetten binnen
180min. zonder
beweging of
*geavanceerde functie
Nederlands-44
*Geavanceerde functie: Controlling cooling/heatingcurrent or power savingwith motion detect.
1)
Minimaliseren van de ventilatoractiviteit wanneer de thermostaat is uitgeschakeld
- De ventilator werkt 20 seconden met een interval van 5 minuten in de verwarmingsmodus.
2)
1: Ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer de heetwaterverwarming is ingeschakeld,
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer de heetwaterverwarming is ingeschakeld met alleen koeling van de
binnenunit
Alleen koeling van de binnenunit: Om deze optie te gebruiken installeert u de modusselectieschakelaar (MCM-C200)
op de buitenunit en regelt u deze als koelingsmodus.
3)
Alleen voor binnenunit voor wandmontage met EEV geïntegreerd.
Als een ontwerpvoorwaarde aan een van de onderstaande zaken voldoet, zet SEG11 dan op “7”
a) Het totaal aantal binnenunits voor wandmontage met EEV geïntegreerd in één (modulair) systeem is meer dan 20.
a) Het totaal aantal binnenunits voor wandmontage met EEV geïntegreerd in één (modulair) systeem is meer dan de totale
capaciteit van één (modulair) systeem (kW) / 2”.
(“de totale capaciteit van één (modulair) systeem (BTU/u) / 6800”).
bijv.) Buitencapaciteit 28kW
28 /2 = 14. Het totaal aantal binnenunits voor wandmontage met EEV geïntegreerd in één
(modulair) systeem is meer dan 14.
Raadpleeg de stappentabel van EEV hieronder voor het systeem (voor verwarming) bij een stop.
Indicatie 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B
Gestopte
EEV-stap
binnenunit
Wandmontage
Met EEV
80 0 90 100 110 120 130 160 200 250 300 400
Andere binnenunits
behalve die voor
wandmontage met
EEV
standaard 0
Geen functie
4)
Wanneer de volgende 2 of 3 wordt gebruikt als Aan/Uit-signaal van de externe verwarming, zal het signaal voor het
bewaken van de externe contactregeling niet werken.
2: Ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer de externe verwarming is ingeschakeld,
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer de externe verwarming is ingeschakeld met alleen koeling van de
binnenunit
Alleen koeling van de binnenunit: Om deze optie te gebruiken installeert u de modusselectieschakelaar (MCM-C200)
op de buitenunit en regelt u deze als koelingsmodus.
Als de ventilator is uitgeschakeld voor het koelen van alleen de binnenunit door het instellen van de SEG9=3 of
SEG15=3, hebt u een externe sensor of een bedrade afstandsbedieningsensor nodig om de binnentemperatuur
exact te detecteren.
5)
Standaardwaarde instelling
- 4-wegs cassette, mini 4-wegs cassette: 5 °C
- Andere binnenunits: 2 °C
6)
Deze functie kan worden toegepast op de 4-wegs cassette en op mini 4-wegscassette alleen. Als de airconditioner
in verwarmingsmodus draait meteen na het voltooien van de koelingsmodus, zal het gecondenseerde water in
de afvoerbak verdampen door de hitte van de warmtewisselaar van de binnenunit. Aangezien de waterdamp kan
condenseren op de binnenunit en in een leefruimte kan vallen, moet deze functie worden gebruikt om de waterdamp
uit de binnenunit af te voeren door de ventilator (maximaal 20 minuten) te laten werken zelfs wanneer de binnenunit
wordt uitgeschakeld nadat de koelmodus wordt omgezet naar de verwarmingsmodus.
Nederlands-45
Anderen
06
Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0 5
Gebruik van Auto
Change (auto wijzigen)
uitsluitend voor HR in
auto-modus
(Bij instelling
SEG3) Standaard
temperatuur heating
(verwarmen)
Compensatie
(Bij instelling
SEG3) Standaard
temperatuur cooling
(koelen) Compensatie
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor wijzigen
modus Heating
(verwarmen) Cooling
(koelen)
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor wijzigen
modus Cooling (koelen)
Heating(verwarmen)
(Bij instelling SEG3)
Vereiste tijd voor
wijzigen modus
Compensatie-optie
voor lange pijp of
hoogteverschil tussen
binnenunits
- -
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2 - - - -
Bedieningsvariabelen bij
gebruik van heet water /
externe verwarming
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3 - - - - -
Installatie-optie 05-serie
Nederlands-46
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
Gebruik van Auto
Change Over (auto
wijzigen) voor
uitsluitend HR in
Auto-modus
(Bij instelling SEG3) Standaard
temperatuur heating
(verwarmen) Compensatie
(Bij instelling
SEG3) Standaard
temperatuur
cooling (koelen)
Compensatie
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor
wijzigen modus
Heating (verwarmen)
Cooling (koelen)
Scherm
afstandsb-
ediening
Auto
On
On
Auto
Cool
On
Cool
On
On
Dry
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0 5
0
Volg
product
optie
0 0 0 0 0 1
1
Gebruik
Auto
Change
Over (auto
wijzigen)
voor
uitsluitend
HR
1 0,5 1 0,5 1 1,5
2 1 2 1 2 2
3 1,5 3 1,5 3 2,5
4 2 4 2 4 3
5 2,5 5 2,5 5 3,5
6 3 6 3 6 4
7 3,5 7 3,5 7 4,5
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg
PAGINA
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor
wijzigen modus
Cooling (koelen)
Heating(verwarmen)
(Bij instelling SEG3)
Vereiste tijd voor
wijzigen modus
Compensatie-optie voor
lange pijp of hoogte verschil
tussen binnenunits
Scherm
afstandsb-
ediening
On
Dry
On
Fan
On
Fan
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0 1 0 5 min. 0
Gebruik
standaard-
waarde
1 1,5 1 7 min.
1
1) Hoogteverschil
1)
is
meer dan 30 m of
2) Afstand
2)
is langer
dan 110 m
2 2 2 9 min.
3 2,5 3 11 min.
4 3 4 13 min.
2
1) Hoogteverschil
is1) 15~30 m of
2) Afstand2) is
50~110 m
5 3,5 5 15 min.
6 4 6 20 min.
7 4,5 7 30 min.
Installatie-optie 05-serie (gedetailleerd)
Optie Nr. : 05XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Nederlands-47
Anderen
06
Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
1)
Hoogteverschil: Het verschil van hoogte tussen de overeenkomende binnenunit en de binnenunit die op de laagste plaats
geïnstalleerd is.
Bijvoorbeeld, Selecteer optie “1” als de binnenunit 40m hoger geïnstalleerd is dan de binnenunit die op de
laatste plaats geïnstalleerd is.
2)
Afstand: Het verschil tussen de pijplengte van de binnenunit die het verst van een binnenunit geïnstalleerd is en de pijplengte
van de bijbehorende unit van een buitenunit. Bijvoorbeeld, selecteer optie “2” wanneer de verste pijplengte 100m is
en de bijbehorende binnenunit 40m van een buitenunit staat. (100 - 40 = 60m)
3)
Bediening verwarming wanneer de installatieoptie van de SEG9 van de 02-serie wordt ingesteld om de
heetwaterverwarming te gebruiken of wanneer de SEG15 is ingesteld om de externe verwarming te gebruiken
bijv. 1) Instellen van de 02-serie SEG9 =”1” / Instellen van de 05-serie SEG18 = “0”: Heetwaterverwarming wordt
op hetzelfde moment ingeschakeld als de verwarmingsthermostaat, en uitgeschakeld wanneer de
verwarmingsthermostaat is uitgeschakeld.
bijv. 2) Instellen van de 02-serie SEG15 =”2” / Instellen van de 05-serie SEG18 = A”:
Kamertemp. ≤ temp. instellen + f(verwarmingscompensatietemp.)
- Externe verwarming wordt ingeschakeld wanneer de temperatuur 10 minuten wordt gehouden op 4,5
°C
.
Kamertemp. > temp. instellen + f(verwarmingscompensatietemp.)
- Externe verwarming wordt uitgeschakeld wanneer de temperatuur minuten wordt gehouden op 4,5 °C + 1°C
(1 °C is de hysteresis voor de selectie Aan/Uit.]
Optie
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
3)
Uitleg
Bedieningsvariabelen bij gebruik van heet water / externe
verwarming
Scherm
afstandsb-
ediening
Off
Dry
Indicatie en
details
Indicatie
Details
Temp. voor
verwarming instellen
Aan/Uit
Vertragingstijd voor
verwarming Aan
2
0
Op dezelfde tijd als
thermo aan
Geen vertraging
1
Op dezelfde tijd als
thermo aan
10 minuten
2
Op dezelfde tijd als
thermo aan
20 minuten
3
1,5 °C Geen vertraging
4
1,5 °C 10 minuten
5
1,5 °C 20 minuten
6
3,0 °C Geen vertraging
7
3,0 °C 10 minuten
8
3,0 °C 20 minuten
9
4,5 °C Geen vertraging
A
4,5 °C 10 minuten
B
4,5 °C 20 minuten
C
6,0 °C Geen vertraging
D
6,0 °C 10 minuten
E
6,0 °C 20 minuten
Nederlands-48
Aanvullende informatie SEG 3, 4, 5, 6, 8, 9
Wanneer de SEG 3 ingesteld staat op “1” en Auto Change Over (auto wijzigen) voor uitsluitend HR-bediening, werkt het als volgt.
De modus Cooling(koelen)/Heating (verwarmen) kan gewijzigd worden wanneer de status Thermo O (thermo uit) gehandhaafd
wordt tijdens de tijd met SEG9.
A : Ingesteld met SEG4(˚C)
B : Ingesteld met SEG5(˚C)
C : Ingesteld met SEG6(˚C)
D : Ingesteld met SEG8(˚C)
Cooling Thermo O
(koelen thermo uit)
Heating Thermo O
(verwarmen thermo uit)
Cooling Thermo On
(koelen thermo aan)
Heating Thermo On
(verwarmen thermo aan)
B C
D
Ts
A
c
a
Temperatuur
d
b
Standaard temp. voor
Heating (verwarmen)
Standaard temp.
voorCooling (koelen)
Standaard temp. voor Heating
(verwarmen) Cooling (koelen)
Standaard
temp.voor
Cooling (koelen)
Heating
(verwarmen)
Temp. instellen
voor auto-modus
Nederlands-49
Anderen
06
Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
De optiemodus die u
wilt wijzigen
De tien tekens van
een optie-SEG die u
wilt wijzigen
De eenheidtekens
van een optie-SEG
die u wilt wijzigen
De gewijzigde
waarde
Scherm
afstandsb-
ediening
On
Auto
On
Auto
Cool
On
Cool
On
On
Dry
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0 D
Optiemodus
1~6
Tien teken
van SEG
0~9
Eenheidteken
van SEG
0~9
De
gewijzigde
waarde
0~F
U kunt elk teken van de instellingsoptie wijzigen.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
De optiemodus die
u wilt wijzigen
De tien tekens van
een optie-SEG die u
wilt wijzigen
De eenheidtekens
van een optie-SEG
die u wilt wijzigen
De gewijzigde
waarde
Indicatie 0 D 2 1 7 1
Stel bij het wijzigen van een teken van een adresinsteloptie van een binnenunit de SEG3 als A in.
Stel bij het wijzigen van een teken van een installatieoptie van een binnenunit de SEG3 als “2” in.
Bv.) Bij het instellen van de zoemer-bediening’ naar de niet gebruiken status.
OPMERKING
Een bepaalde optie wijzigen
Nederlands-50
Nederlands-51
Anderen
06
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51

Samsung AM036JNVDKH/EU Handleiding

Type
Handleiding