14, 16, 18, 20, 22, 24, 28TdyMF-TZ07 7
6
6
an
ao
11, 13, 15, 17, 20, 23, 26, 30T
11, 13, 15, 17, 20, 23, 26, 34T
az
14, 16, 18, 20, 22, 24, 34T
ax
14, 16, 18, 20, 22, 24, 28T
8CS-HG50-8I
8CS-HG40-8I
7MF-HG40-7
7MF-HG37
bx
14, 16, 18, 21, 24, 28TMF-TZ06
Y
14, 16, 18, 21, 24, 28TMF-HG22
Tourney 40
SB-C055A-7R
SIS
RD-TX70 / 50 / 30
RD-MR40-7
Smart Cage
MGS
––
7
MF-HG40-7
MF-TZ07
Altus
ID-C050-8R ID-C050-7R
SB-C055A-8R
SIS
RD-CT95
Smart Cage
FH-CT91
8
CS-HG50-8I
CS-HG40-8I
CN-HG50 / CN-UG50
SM-SP18 / SM-BT18
RD-MR40-7
40T
MGS
34T
13T
20T
FC-TY33A (48-38-28T)
RD-CT95
43T
Smart cage
34T
11T
20T
FC-CT92 (42-34-24T)
Technische montage-instructies SI-R917B
Achter-aandrijfsysteem
Voor het verkrijgen van optimale prestaties wordt het aanbevolen gebruik te maken van on derstaande
combinatie.
Tourney
SB-C055-6R
SIS
RD-TX70 / 50 / 30
Smart Cage
––
6
MF-HG22
MF-TZ06
ID-C050-6R
RD-TX70 / 50 / 30
43T
Smart cage
28-34T
11T
20T
FC-TX70 (42-34-24T)
FC-TX71 (48-38-28T)
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
• Controleer of de wielen stevig bevestigd zijn alvorens met de fiets te gaan rijden.Als de wielen op een of andere
manier loszitten, kunnen deze van de fiets losraken, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken.
• Gebruik voor het reinigen van de ketting een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen alkalihoudend of
zuurhoudend schoonmaakmiddel zoals een roestverwijderingsmiddel, aangezien dit tot beschadiging en/of het
breken van de ketting kan leiden.
• Gebruik de versterkte verbindingspen uitsluitend voor het verbinden van het smalle kettingtype.
• Er zijn twee verschillende typen versterkte verbindingspen beschikbaar. Zie onderstaande tabel voor het kiezen
van het te gebruiken type verbindingspen. Als er andere verbindingspennen dan de speciale versterkte
verbindingspennen worden gebruikt, of als er een versterkte verbindingspen of gereedschap wordt gebruikt welke
niet geschikt is voor het
type ketting, bestaat de
kans dat de sterkte van
de verbinding niet
voldoende is, hetgeen tot
gevolg kan hebben dat de
ketting breekt of van de
tandwielen valt.
• Als het afstellen van de kettinglengte noodzakelijk is als gevolg van een
verandering in het aantal tandwieltanden, de ketting op een andere
plaats doorsnijden dan op de plaats waar de ketting door middel van
een versterkte verbindingspen of een sluitpen aan elkaar verbonden is.
De ketting zal worden beschadigd wanneer deze op de plaats wordt
doorgesneden waar deze door middel van een versterkte verbindingspen of een sluitpen aan elkaar verbonden
is.
• Controleer of de spanning van de ketting correct is en of de ketting niet beschadigd is. Als de spanning
onvoldoende is of de ketting beschadigd is, dient de ketting vernieuwd te worden. Als dit niet gebeurt, bestaat de
kans dat de ketting breekt en dat ernstig letsel wordt veroorzaakt.
• Volg bij het monteren van onderdelen nauwkeurig de montage-instructies. Losse, versleten of beschadigde
onderdelen kunnen tot gevolg hebben dat de berijder letsel oploopt.
Het wordt bijzonder aangeraden enkel gebruik te maken van originele Shimano onderdelen.
• Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig en bewaar ze op een veilige plaats voor toekomstige
referentie.
Opmerking
• Als het overschakelen van de versnellingen niet soepel verloopt, de derailleur schoon spoelen en alle bewegende
onderdelen smeren.
• Als de mate van speling in de verbindingen zodanig is dat afstelling niet mogelijk is, dient u de derailleur te
vernieuwen.
• U dient de derailleur periodiek te reinigen en alle bewegende onderdelen te smeren (mechanisme en poelies).
• Als afstelling van de overschakeling van de versnellingen niet mogelijk is, de mate van parallellisme aan het
achteruiteinde van de fiets controleren. Controleer ook of de kabel gesmeerd is en of de buitenkabel niet te lang
of te kort is.
• Als u abnormale geluiden hoort als gevolg van een loszittende poelie, dient u de poelie te vernieuwen.
• Als het wiel stroef gaat en moeilijk te draaien wordt, dient u dit met vet te smeren.
• Breng geen smeermiddel aan op de binnenzijde van de naaf, anders zal het vet naar buiten komen.
• U dient de tandwielen regelmatig in een neutraal reinigingsmiddel schoon te spoelen en deze vervolgens
opnieuw te smeren. Bovendien kan het reinigen van de ketting met een neutraal reinigingsmiddel en het smeren
een effectieve manier zijn om de gebruiksduur van de tandwielen en de ketting te verlengen.
• Als de ketting tijdens het fietsen van de tandwielen blijft afglijden, de tandwielen en de ketting vernieuwen.
• Zorg er steeds voor de tandwielset met dezelfde groepmerktekens te gebruiken. Nooit in
combinatie gebruiken met een tandwiel met een verschillend groepmerkteken.
• Gebruik van een frame met interne kabelroutering wordt ten zeerste afgeraden aangezien
de kans bestaat dat door de hoge kabelweerstand de werking van de SIS schakelfunctie
nadelig beïnvloed wordt.
• Gebruik een buitenkabel die lang genoeg is, ook voor wanneer het stuur volledig naar beide
kanten gedraaid wordt. Controleer bovendien of de schakelhendel het fietsframe niet raakt
wanneer het stuur volledig naar beide kanten gedraaid wordt.
• Smeer de binnenkabel en de binnenzijde van de buitenkabel alvorens dczc in gebruik te
nemen om er voor te zorgen dat deze goed glijden.
• Voor een soepele werking dient men steeds gebruik te maken van de SIS-SP buitenkabel en de trapas-
kabelgeleider.
• De SC-C050 snelheidsmeter, de SC-C051 kilometerteller en de SC-C052 klok en stopwatch zijn als afzonderlijke
onderdelen verkrijgbaar. Vraag uw fietsdealer voor nadere bijzonderheden.
• De hendels van de versnelling dienen alleen te worden gebruikt als het voorwiel draait.
• Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage of veroudering dat het gevolg is van normaal gebruik.
• Raadpleeg een professionele fietsenhandelaar voor eventuele vragen betreffende de methode van montage,
afstelling, onderhoud of bediening.
g
a
-
1
8
T
-
S
H
I
M
A
N
O
H
Y
P
E
R
G
L
I
D
E
C
a
g
-
1
5
T
a
g
-
1
3
T
Groepmerktekens
CI-DECK
Algemene veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
KettinggereedschapKetting
9-versnellingen
supersmalle ketting zoals
CN-7701 / CN-HG93
8-/7-/6-versnellingen
smalle ketting zoals
CN-HG50 / CN-IG51
Versterkte verbindingspen
TL-CN31 / TL-CN22
TL-CN31 / TL-CN22 en
TL-CN30 / TL-CN21
Sluitpen Verbindingspen
Versterkte
verbindingspen
Cassettetandwiel /
Freewheel
Ketting
Serie
REVOSHIFT
Buitenkabel
Achterderailleur
Type
Vrijloopnaaf
Versnellingen
Trapas-kabelgeleider
Voorste kettingwiel van toepassing
(Configuratie van kettingring vertanding)
Modelnummer
Type
Totale capaciteit
Grootste tandwiel
Kleinste tandwiel
Verschil vertanding voorste kettingwiel
Specificaties
Achterderailleur
Groepnaam Tand-combinatieModelnummer Versnellingen
Combinatie van cassettetandwiel vertandingen / freewheelvertanding
Kettinglengte
Voeg 2 schakels toe terwiji de ketting om het grootste versnellingstandwiel en de
grootste kettingring geplaatst is.
Ketting
Grootste kettingringGrootste versnellingstandwiel
a
b
1
1
T
H
Y
P
E
R
G
L
I
D
E
-
C
J
A
P
A
N
U
.
S
.
P
A
T
4
2
6
8
2
5
9
L
O
C
K
4
0
0
k
g
/
c
m
O
N
A
M
I
H
S
merktekens
Alle tandwielen dienen met de zijde welke
voorzien is van het groepmerkteken naar
buiten gericht te worden en zodanig
gemonteerd te worden dat het driehoek
(▲) merkteken van elk tandwiel en gedeelte
A van het freewheelhuis (waar de groef het
breedste is) met elkaar uitgelijnd zijn.
De groef is op
slechts een plaats
het breedst.
• Gebruik voor de montage van de tandwielen het
speciaal gereedschap (TL-HG16) om de borgring vast
te zetten.
Demontage
TL-HG16
Gereedschap
(TL-SR20)
Borgring
• Gebruik bij het vervangen van detandwielen het
speciaal gereedschap (TL-HG16) en TL-SR20
om de borgring te verwijderen.
Aantrekkoppel:
30 - 50 N·m {300 - 500 kgf·cm}
Montage van de tandwielen
BorgringTandwieltussenring
(1,0 mm)
De 6 tandwielen zijn door middel
van klinknagels bevestigd.
Controleren van de kettingverbinding
Steek bij IG kettingen de kettingmeter (TL-CN24) in de bin-nenste schakel naast
de verbin-dingspin van de ketting om te con-troleren of de breedte van de binne-
nste schakel correct is.
Controleer of de verbindingspin aan beide zijden over dezelfde afstand uit de
buitenste schakel steekt en dat de lengte van het uitstekende gedeelte tenminste
0,2 mm is.
SHIMANO JAPAN
CHAIN GAUGE
1=2.38mm
TL-CN24
2.38mm
A, B Q 0.2mm
Kettingmeter
TL-CN24
Binnenste
schakel
Verbindingspin
Buitenste schakel
Verbindingspin
SHIMANO JAPAN
CHAIN GAUGE
1=2.38mm
TL-CN24
SHIMANO JAPAN
CHAIN GAUGE
1=2.38mm
TL-CN24
Correct Niet correct
Montage van de achterderailleu
Let er bij het monteren op dat er geen vervorming
ontstaat doordat de afstelbout voor de B-spanning
in aanraking komt met de derailleurhanger.
Aantrekkoppel van montage-as:
8 - 10 N·m {80 - 100 kgf·cm}
5 mm inbussleutel
Derailleurhanger
Afstelbout voor de
B-spanning
Frame
Houderbout
Houdermoer
Houder
Directgemonteerd
Indrukken en
vastdraaien
Aantrekkoppel:
8 - 10 N·m
{80 - 100 kgf·cm}
Aantrekkoppel:
3 - 4 N·m
{30 - 40 kgf·cm}
5 mm inbussleutel
Dient elkaar te raken
Houdertype
<RD-MR40, RD-TX70 / 50 / 30>
Verwijder eerst de naafas en verwijder
vervolgens de bevestigingsbout van
het freewheelhuis (binnen in het
freewheelhuis) en vervang
vervolgens het freewheelhuis.
Opmerking:
Probeer het freewheelhuis niet te
demonteren, aangezien dit
defecten tot gevolg kan hebben.
Vervanging van het freewheelhuis
Bevestigingsbo ut van
freewheelhuis
10mm inbussleutel (TL-WR37)
Freewheelhuis
Demontage
Montage
Aantrekkoppel:
35 - 50 N·m {350 - 500 kgf·cm}
Tussenring van
freewheelhuis
FH-CT91
Afstelling
Geleiderpoelie
Buitenste rand
van kleinste
versnellingstandwiel
Afstelschroef voor
hoogste versnelling
1. Afstelling van de hoogste
versnelling
Draai de afstelschoef voor het
kleinste versnellingstandwiel en stel
zodanig af dat, gezien vanaf de
achterzijde, de geleiderpoelie
uitgelijnd is onder de buitenste rand
van het kleinste versnellingstandwiel.
Monteer hierna de ketting.
Monteren
Demonteren
Uitbouwgereedschap
voor freewheel
TL-FW30
Aantrekkoppel:
30 N·m {300 kgf·cm}
Monteren van de freewheel
Montage van de schakelhendel
Aantrekkoppel :
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
5 mm inbussleutel
➁ ➂➀
2. Aansluiten en vastzetten van
de binnenkabel
Vervang de binnenkabel door het
uitvoeren van de stappen
➀
tot
➂
zoals aangegeven in de illustratie.
Markering
Buitenkabelafsluitkapje
Insteken van de binnenkabel
Steek de binnenkabel in de buitenkabel vanaf het uiteinde met de markering.
Breng vet aan vanaf het uiteinde met de markering om van een soepele
werking van de kabel verzekerd te zijn.
Bevestig hetzelfde
buitenkabelafsluitkapje op het
afgesneden uiteinde van het
buitenkabel.
Afsnijden van de buitenkabel
Bij het afsnijden van de buitenkabel, deze aan het uiteinde
tegenovergesteld aan het uiteinde met de markering
afsnijden. Na het afsnijden van de buitenkabel het
uiteinde er van zodanig afronden dat de binnenomtrek
van het gat een gelijkmatige diameter heeft.
3. Afstelling van de laagste versnelling
Terwijl het voorste kettingwiel draait, de hendel
verplaatsen om over te schakelen naar de laagste
versnelling.
Draai de afstelschroef voor het grootste
versnellingstandwiel zodanig dat de
geleiderpoelie direct onder het grootste
versnellingstandwiel komt te staan.
Grootste
versnellings
tandwiel
Geleiderpoelie
Afstelschroef voor
laagste versnelling
Bevestig de kabel aan de
achterderailleur en maak de kabel, na
deze eerst voorgespannen te hebben,
vast aan de voorderailleur zoals
aangegeven in de illustratie.
Opmerking:
Zorg er voor dat de
kabel stevig in de
groef bevestigd wordt.
Groef
Trekken
4. Gebruik van de afstelschroef voor de B-
spanning
Plaats de ketting op de kleinste
kettingring en het grootste versnellingstandwiel en draai
de crankarm in achterwaartse richting. Draai vervolgens
de afstelschroef voor de B-spanning om de
geleiderpoelie zo dicht mogelijk bij het tandwiel af te
stellen. De geleiderpoelie mag het tandwiel echter niet
raken. Schakel de ketting vervolgens over naar het
kleinste versnellingstandwiel en herhaal bovenstaande
stappen om er zeker van te zijn dat de poelie het
tandwiel niet raakt.
Afstelschroef voor
de B-spanning
Grootste
versnellingtandwiel
Kleinste versnellingstandwiel
Aantrekkoppel:
5 - 7 N·m {50 - 70 kgf·cm}
Overschakelen van de versnellingen
Montage van de schakelaar
Schakelaar
Kapje van
schakelaar
Verwijder het kapje van de schakelaar en
monteer de schakelaar zoals
aangegeven in de illustratie.
Trappen wordt
zwaarder
Trappen wordt
lichter
5. SIS afstelling
Bedien de schakelhendel eenmaal om de ketting van het kleinste tandwiel naar het tandwiel
van de 2de versnelling te verplaatsen. Bedien hierna de schakelhendel, doch slechts naar de
mate van speling en draai vervolgens de crankarm.
Wanneer de ketting
naar het tandwiel van
de 3de versnelling
verplaatst wordt
Trek de afstelbout aan totdat de ketting
terugkeert naar het tandwiel van de 2de
versnelling(rechtsom).
Optimale afstelling
De optimale afstelling is verkregen wanneer de ketting een geluid
maakt en het tandwiel van de 3de versnelling raakt wanneer de
schakelhendel juist ver genoeg wordt ingedrukt om de speling in de
hendel op te heffen.
•
Druk de hendel in de oorspronkelijke stand terug (de hendel staat dan in de
2de positie wanneer u uw vinger van de hendel heeft afgenomen) en draai de
crankarm. Indien de ketting dan nog steeds bij het aanraken van het tandwiel van de 3de
versnelling een geluid maakt, de afstelbout een klein stukje losdraaien (rechtsom). Stop met
draaien op het punt waarbij er geen geluid meer hoorbaar is.
Wanneer er geen
geluid hoorbaar is
Draai de afstelbout los totdat de ketting
een geluid maakt en het tandwiel van
de 3de versnelling raakt (linksom).
Afstelbout
Afstelbout
Voor het verkrijgen van optimale prestaties van het SIS systeem, regelmatig alle onderdelen
van de overbrenging van smeerolie voorzien.
RD-TX70 / 50 / 30
RD-TX70 / 50 / 30