Genius 624 Handleiding

Type
Handleiding
624
51
1) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig
wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product
kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
2) Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie
van het product.
3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het
bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van
gevaar.
4) Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
5) Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze
documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk
wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van
gevaar kunnen vormen.
6) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem
is bedoeld.
7) Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwe-
zigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor
de veiligheid.
8) De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de
bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken,
behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht
worden genomen.
9) GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht
genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden,
noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
10) De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN
12453 en EN 12445.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken,
behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht
worden genomen.
11) Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische
voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekop-
peld.
12) Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het
wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken
met meerpolige onderbreking.
13) Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar
is geplaatst met een limiet van 0,03 A.
14) Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de
metalen delen van het sluitsysteem op aan.
15) De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele
gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door
beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
16) Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te
gebruiken (b.v. FAACLIGHT) alsook een waarschuwingsbord dat goed op de
constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien
nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “15”.
17) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de vei-
ligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de
installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS
zijn geproduceerd.
18) Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
19) Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het
automatische systeem.
20) De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening
van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie
het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
21) Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van
het product terwijl dit in werking is.
22) Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik
van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk
kan worden aangedreven.
23) Men mag alleen passeren wanneer het automatische systeem helemaal
stilstaat
24) De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere
directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en
geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum.
25) Onderhoud: de werking van de installatie dient minstens eenmaal per half
jaar te worden gecontroleerd. Hierbij dient bijzondere aandacht te worden
besteed aan de veiligheidsvoorzieningen (inclusief, waar voorzien, de du-
wkracht van de aandrijving) en de ontgrendelmechanismen.
26) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet
toegestaan
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Fabrikant: GENIUS S.p.A.
Adres: Via Pdre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio - Bregamo - ITALIE
Verklaart dat: de elektronische apparatuur 624
• voldoet aan de fundamentele veiligheidseisen van de volgende richtlijnen:
73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG .
89/336/EEG en latere wijzigingen 92/31/EEG en 93/68/EEG
Aanvullende opmerking:
Dit product is getest in een gebruikelijke, homogene configuratie
(alle producten gebouwd door GENIUS S.p.A.).
Grassobbio, 01-09-2006
De President-directeur
D. Gianantoni
52
-
DL
F
+
LED
F2
J4
J5
J6
J3
J1
J2
J11C
J11B
J11A
J8
J9
F1
TF1
EMERG - DL5
STOP - DL4
FSW - DL3
CLOSE - DL2
OPEN - DL1
PIVOT - DL8
FCA - DL6
FCC - DL7
LOOP DETECTOR
1. WAARSCHUWINGEN
Let op: Alvorens een willekeurige ingreep op de elektronische apparatuur uit te voeren (aansluitingen, onderhoud) moet altijd de stroomvoorziening
worden losgekoppeld.
- Zorg dat er bovenstrooms van de installatie een magnetothermische differentieelschakelaar is met een geschikte inschakellimiet.
- Sluit de aardingskabel aan op de specifieke klem op connector J9 van de apparatuur (zie fig. 2).
- Houd de voedingskabels altijd gescheiden van de kabels voor de bediening en de beveiliging (drukknop, ontvanger, fotocellen, etc.). Om elektrische
storingen te vermijden moeten verschillende kabelmantels of afgeschermde kabels (met scherm aangesloten op de massa) worden gebruikt.
ELEKTRONISCHE APPARATUUR 624
3. LAY-OUT EN ONDERDELEN 624BLD
3.1 BESCHRIJVING EN ONDERDELEN
Fig. 1
2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Voedingsspanning 230 Vac (+6% -10%) - 50 Hz
Opgenomen vermogen 7 W
Max. belasting motor 300 W
Voeding accessoires 24 Vdc
Max. stroom accessoires 500 mA
Omgevingstemperatuur -20°C ÷ +55°C
Zekeringen F1 = F 5A - 250V F2 = T 0,8A - 250V
Bedrijfslogicas
Automatisch, Automatisch1, Halfautomatisch,
Parkeerplaats, Parkeerplaats-Automatisch, Ge-
meenschappelijke woonhuizen, Gemeenschap-
pelijke woonhuizen-Automatisch, CITY, Dead Man,
Remote, Custom
Werktijd Programmeerbaar (van 0 tot 4 min)
Pauzetijd Programmeerbaar (van 0 tot 4 min)
Kracht motor Programmeerbaar op 50 niveaus
Ingangen op klem-
menbord
Loop1, Loop2, Open, Close, Beveiligingen bij slui-
ten, Stop, Noodgeval, Voed. 230Vac + Aarding
Ingangen op connector
Eindschakelaar bij openen en sluiten, Detector,
Condensator motor.
Uitgangen op klem-
menbord
Waarschuwingslamp, Ventilator, Motor, Voeding
24Vdc, Fail-Safe, Uitgang status, Controlelampje
24Vdc, BUS
Snelconnector Aansluiting kaart op 5pin Ontvanger
Programmering n° 3 toetsen (+, -, F) en display
Programmeerbare fun-
cties
Logica’s, Pauzetijd, Kracht, Loop 1 e 2, Aanloopkop-
pel, Voorknipperfunctie, Langzaam sluiten, Afremtijd,
Werktijd, Uitgang contr. lampje, Uitgang Fail-safe,
Uitgang status, Uitgang BUS, Verzoek assistentie
DL DISPLAY VOOR SIGNALERINGEN EN PROGRAMMERING
LED CONTROLELEDS STATUS INGANGEN
J1 KLEMMENBLOK LAAGSPANNING
J2
KLEMMENBORD AANSLUITING MOTOR, WAARSCHUWING-
SLAMP EN VENTILATOR
J3 CONNECTOR EINDSCHAKELAAR OPENEN
J4 CONNECTOR ONTVANGER
J5 CONNECTOR EINDSCHAKELAAR SLUITEN
J6 CONNECTOR SENSOR SLAGBOOM DOORGEBROKEN
J8 CONNECTOR AANLOOPCONDENSATOR MOTOR
J9 KLEMMENBORD VOEDING 230 VAC
J11 CONNECTOR EXTERNE LOOP DETECTOR
F1
ZEKERING MOTOREN EN PRIMAIRE WIKK. TRANSFORMATOR
(F 5A)
F2 ZEKERING LAAGSPANNING EN ACCESSOIRES (T 800 mA)
F PROGRAMMEERKNOP ”F”
+ PROGRAMMEERKNOP “+”
- PROGRAMMEERKNOP ”-”
TF1 TRANSFORMATOR
53
252321
LNPE
26242220
191816 17151412 1310 118 96 74 52 31
230Vac
50Hz
J1
J2
J8
J9
OPEN
CLOSE
STOP
EMERGENCY
230Vac
max 60W
24Vdc
3W
J6
J3
J5
FCC
FCA
4. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Voor de aansluiting van
de fotocellen en de
beveiligingsinrichtingen,
zie paragraaf 4.1.
BLAUW
Alvorens de fotocellen (of andere inrichtingen) aan te sluiten, is het nuttig
het type werking te kiezen op grond van het bewegingsgebied dat ze
moeten beschermen.
Beveiligingen bij sluiten:
grijpen alleen in tijdens de sluitende beweging
van de slagboom, ze zijn dus geschikt om het sluitgebied
te beschermen tegen het risico dat de slagboom ergens
tegenaan stoot.
Als er twee of meer beveiligingsinrichtingen moeten
worden aangesloten (N.C.-contacten), moeten deze
in serie worden geschakeld.
4.1. AANSLUITING FOTOCELLEN EN BEVEILIGINGSINRICHTINGEN
AANLOOPCONDENSATOR
MOTOR
Aansluiting 1 paar fotocellen bij sluiting
Aansluiting van twee paar fotocellen bij sluiting
Aansluiting van 2 parallel geschakelde N.O.-contacten
(bijv. Open A, Open B)
Aansluiting van 2 serieel geschakelde N.C.-contacten
(bijv. fotocellen, stop)
Als er twee of meer beveiligingsinrichtingen met N.O.-
contacten moeten worden aangesloten, moeten deze
parallel worden geschakeld (zie fig. 4).
VENTILATOR
MOTOR
SLAGBOOM DOORGEBROKEN
Fig. 2
Fig. 5
Fig. 6
Fig. 4
Fig. 3
54
191816 17151412 1310 118 96 74 52 31
OPEN
A
STOP
LOOP
1
LOOP
2
LOOP
2
LOOP
1
CLOSE
FSW
EMERGENCY
OUT
1
OUT
2
OUT
4
OUT
3
GND
GND
GND
+24
V
+24
V
OUT
3
J1
191816 17151412 1310 118 96 74 52 31
OPEN
A
STOP
LOOP
1
LOOP
2
LOOP
2
LOOP
1
CLOSE
FSW
EMERGENCY
OUT
1
OUT
2
OUT
4
OUT
3
GND
GND
GND
+24
V
+24
V
OUT
3
J1
4.5. KLEMMENBORD J9 - ACCESSOIRES (FIG. 2)
PE : aardingsaansluiting
N : Voeding 230 V~ (nulleiding)
L : Voeding 230 V~ (lijn)
Voor een goede werking is het verplicht de kaart op
de aardgeleider in de installatie aan te sluiten. Zorg
bovenstrooms van het systeem voor een geschikte
magnetothermische differentieelschakelaar.
4.2. KLEMMENBORD J1 - ACCESSOIRES (FIG. 2)
LOOP 1 - Voeding loop1 (OPEN - klemmen 1-2): sluit de loop die u als
impulsgever OPEN wilt gebruiken aan op deze twee klemmen.
LOOP 2 - Voeding loop2 (SAFETY/CLOSE - klemmen 3-4): sluit de loop die u als
impulsgever SAFETY/CLOSE wilt gebruiken aan op deze twee klemmen.
OPEN - Commando “Openen (N.O. - klem 5): hiermee wordt iedere
impulsgever bedoeld (bijv.: drukknop) die, door een contact te sluiten, het
commando tot openen en/of sluiten van de slagboom geeft.
Om meerdere impulsgevers voor totale opening te
installeren, moeten de N.O.-contacten parallel worden
aangesloten (zie fig. 4).
CLOSE - Commando “Sluiten” (N-O. - klem 6): hiermee wordt iedere
impulsgever bedoeld (bijv.: drukknop) die, door een contact te sluiten,
het commando tot sluiten van de slagboom geeft.
Om meerdere impulsgevers voor totale opening te
installeren, moeten de N.O.-contacten parallel worden
aangesloten (zie fig. 4).
FSW - Contact beveiligingen bij sluiting (N.C. - klem 7): De beveiligingen
bij sluiting hebben tot doel het gebied waarin de boom zich tijdens
het sluiten beweegt te beschermen door de beweging om te draaien.
Ze grijpen nooit in tijdens de openingscyclus. Als de Beveiligingen bij
sluiting worden ingeschakeld met het automatische systeem open,
verhinderen ze de sluitingsbeweging.
Om meerdere beveiligingsinrichtingen bij sluiting te
installeren, moeten de N.C.-contacten in serie worden
aangesloten.
Als er geen beveiligingsinrichtingen bij sluiting worden
aangesloten, maak dan een verbinding tussen de
klemmen FSW en FAIL SAFE (fig. 8).
STOP - STOP-contact (N.C. - klem 8): hiermee wordt iedere inrichting
bedoeld (bijv. een drukknop) die door een contact te openen de
beweging van het automatische systeem kan stoppen.
Om meerdere STOP-beveiligingsinrichtingen te
installeren, moeten de N.C.-contacten in serie worden
aangesloten.
Als er geen stop-inrichtingen worden aangesloten,
maak dan een verbinding tussen de klemmen STOP
en GND (fig. 8).
EMERGENCY - Contact NOODSITUATIE (N.C. - klem 9): hiermee wordt iedere
schakelaar bedoeld die, als hij in noodgevallen wordt ingeschakeld,
de slagboom doet opengaan en daarbij de werking blokkeert tot
het contact wordt hersteld.
Als er geen noodinrichtingen worden aangesloten,
maak dan een verbinding tussen de klemmen
4.4. CONNECTOR J8 - CONDENSATOR MOTOR (FIG. 2)
Snelconnector om de aanloopcondensator van de motor aan te
sluiten.
Aansluiting van een beveiligingsinrichting
Aansluiting zonder beveiligingsvoorzieningen met N.C.-contact
Fig. 7
Fig. 8
4.3. KLEMMENBORD J2 - MOTOR, WAARSCHUWINGSLAMP EN
VENTILATOR (FIG. 2)
M (COM-MOT1-MOT2): Aansluiting Motor
LAMP (LAMP-COM): Uitgang waarschuwingslamp (230 V ~)
VENTILATOR (FAN-COM): Uitgang ventilator (230 V ~)
EMERGENCY en GND (fig. 8).
GND (Klemmen 10-11-19) - Minuspol Zubehörversorgung
24 Vdc (klemmen 12-13)- Positieve aansluiting voeding accessoires
De max. belasting van de accessoires is 500 mA. Om
de opname te berekenen moeten de instructies van de
afzonderlijke accessoires worden geraadpleegd.
OUT 1 - Uitgang 1 (klem 14): Het is mogelijk de uitgang in te stellen op
één van de functies beschreven in Programmering niveau (zie par.
5.2) De default waarde is FAILSAFE.
OUT 2 - Uitgang 2 (klem 15): Het is mogelijk de uitgang in te stellen op
één van de functies beschreven in Programmering niveau (zie par.
5.2) De default waarde is SLAGBOOM GESLOTEN.
OUT 3 - Uitgang 3 (klem 16-17):Het is mogelijk de uitgang in te stellen
op één van de functies beschreven in Programmering 2° niveau (zie
par. 5.2) De default waarde is CONTROLELAMPJE
Sluit op deze klemmen, volgens de aanwijzingen in fig. 2, eventueel
een controlelampje van max. 24Vdc - 3 W aan.
Om het systeem goed te laten werken mag het
aangegeven vermogen niet worden overschreden.
OUT 4 - Uitgang 4 (klem 18): Het is mogelijk de uitgang in te stellen
op één van de functies beschreven in Programmering 2° niveau (zie
par. 5.2) De default waarde is SLAGBOOMVERLICHTING
55
4.8. CONNECTOR J4 - ONTVANGERS
Wordt gebruikt voor de snelaansluiting van Ontvangers.
Sluit de accessoire aan met de kant met onderdelen naar de binnenkant
van de kaart gericht.
De kaarten mogen er UITSLUITEND in worden gezet
en eruit worden gehaald na de spanning te hebben
uitgeschakeld.
4.6. CONNECTOREN J3, J5 -SNELAANSLUITING EINDSCHAKELAAR
OPENEN EN SLUITEN (FIG. 2)
Snelconnector voor de aansluiting van de eindschakelaars voor het
openen (J3) en sluiten (J5).
4.7. CONNECTOR J11A,B,C - SNELAANSLUITING VOOR EXTERNE LOOP
DETECTOR (FIG. 2)
Snelconnector voor de aansluiting van de externe loop-detector. Zie de
bijbehorende instructies voor het afstellen en programmeren.
Voorbeeld aansluiting van accessoire radio
5. PROGRAMMERING
Om de werking van het automatische systeem te programmeren moet
de mode “PROGRAMMERING” worden opgeroepen.
De programmering bestaat uit twee delen: 1
e
NIVEAU en 2
e
NIVEAU
5.1. PROGRAMMERING 1
E
NIVEAU
De toegang tot de PROGRAMMERING 1
E
NIVEAU wordt opgeroepen met
de drukknop F.
door hem in te drukken (en ingedrukt te houden) laat het display
de naam van de eerste functie zien.
als de knop wordt losgelaten verschijnt de waarde van de functie
op het display; deze kan worden gewijzigd met de toetsen + en
-.
door F opnieuw in te drukken (en ingedrukt te houden) laat het
display de naam van de volgende functie zien, enz..
aangekomen bij de laatste functie zult u, als u opnieuw F indrukt,
de programmering verlaten, en geeft het display opnieuw de
status van de ingangen weer.
Fig. 9
de gewijzigde programmeringsparameters treden
onmiddellijk in werking, terwijl de definitieve opslag
in het geheugen pas plaatsvindt wanneer de
programmering wordt afgesloten en men terugkeert
naar de statusweergave van het geautomatiseerde
systeem. Als de voeding naar de apparatuur wordt
afgekoppeld vóór terugkeer naar de statusweergave,
gaan alle aangebrachte wijzigingen verloren.
Vanuit elk willekeurig punt van de programmering van
ieder niveau is het mogelijk terug te keren naar de
statusweergave door de toetsen F en - tegelijkertijd in
te drukken.
Om de default-instellingen van de programmering te
herstellen moeten de toetsen +, - en F tegelijkertijd 5
seconden ingedrukt worden gehouden.
In de volgende tabel wordt de volgorde van de functies gegeven die
kunnen worden opgeroepen in de PROGRAMMERING 1
e
NIVEAU:
PROGRAMMERING 1
e
NIVEAU
Display Functie Default
LO
BEDRIJFSLOGICA’S
A
Automatisch
A 1
Automatisch 1
E
Halfautomatisch
P
Parkeerplaats
PA
Parkeerplaats automatisch
Cn
Gemeenschappelijke woonhuizen
CA
Gemeenschappelijke woonhuizen
automatisch
rb
City (logica Automatische
verzinkbare verkeerspalen)
C
Dead man
r
Remote
Cu
Custom
E
PA
PAUZETIJD:
Heeft alleen effect als een automatische lo-
gica is geselecteerd. Regelbaar van
0
tot
5 9
seconden in stappen van een secon-
de.
Vervolgens verandert de weergave in mi-
nuten en tientallen seconden (gescheiden
door een punt), en wordt de tijd geregeld in
stappen van 10 seconden, tot een maximu-
mwaarde van
4 . 1
minuten.
BIJV.: als het display
2.5
aangeeft, corre-
spondeert de pauzetijd met 2 minuten en 50
seconden.
20
FO
KRACHT:
regelt de duwkracht van de motor.
0 1
= minimale kracht
5 0
= maximale kracht
50
L 1
LOOP 1:
Wanneer deze functie wordt geactiveerd,
heeft de loop die op de ingang Loop1 is
aangesloten, de OPEN-functie.
Y
= loop1 actief
n o
= loop1 niet actief
Let op: als de functie niet wordt geactiveerd, zal
de status van Loop 1 toch beschikbaar zijn op een
van de daartoe ingestelde uitgangen (zie pro-
grammering tweede niveau).
no
56
PROGRAMMERING 2
e
NIVEAU
Display
Functie
Default
bo
MAXIMAAL AANLOOPKOPPEL:
wanneer de beweging begint draait de motor
draait met het maximale koppel (zonder reke-
ning te houden met het ingestelde koppel).
Y
=
Actief
no
=
Uitgeschakeld
Y
PF
VOORKNIPPERFUNCTIE:
hiermee kan de voorknipperfunctie, voordat
de beweging begint, 5 seconden lang wor-
den ingeschakeld.
no
uitgeschakeld
OC
vóór iedere beweging
CL
vóór het sluiten
PA
alleen aan einde pauze
no
SC
LANGZAAM SLUITEN:
hiermee kan voor heel de sluitingsfase de la-
gere snelheid worden ingesteld.
Y
=
Actief
no
=
Uitgeschakeld
no
tr
AFREMTIJD BIJ EINDSCHAKELAAR:
hiermee kan de afremtijd worden ingesteld
(in seconden) nadat de eindschakelaars voor
het openen en sluiten zijn geactiveerd.
Regelbaar van
0
tot
10
seconden in stappen
van een seconde.
00
= afremming uitgeschakeld
10
= maximale afremming
03
t
WERKTIJD (time-out):
Het is wenselijk een tijd in te stellen die 5-10
seconden langer is dan de tijd die het auto-
matisch systeem nodig heeft om van de ge-
sloten stand naar de open stand te gaan, en
omgekeerd.
Regelbaar van
0
tot
59
seconden in stappen
van een seconde.
Vervolgens verandert de weergave in minuten
en tientallen seconden (gescheiden door een
punt), en wordt de tijd geregeld in stappen
van 10 seconden, tot een maximumwaarde
van
4.1
minuten.
20
FS
FAIL SAFE:
als deze functie geactiveerd wordt, wordt
vóór elke beweging van het automatische
systeem een bedrijfstest van de fotocellen
uitgevoerd, onafhankelijk van de gebruikte
uitgang.
Als de test niet goed afloopt, begint het auto-
matische systeem de beweging niet.
Y
=
Actief
no
=
Uitgeschakeld
no
o 1
UITGANG 1:
Het is mogelijk de uitgang in te stellen op één
van de volgende functies:
00
FAIL SAFE
0 1
controlelampje (dat brandt tijdens
het openen en de pauze, knippert tijdens het
sluiten, en uit is als het automatische systeem
gesloten is).
0 2
verlichting slagboom (uitgang ac-
tief als slagboom gesloten is, niet actief als
slagboom open is en in pauze, knipperend
tijdens beweging)
03
slagboom GESLOTEN
04
slagboom OPEN of in PAUZE, dooft
tijdens voorknipperfunctie sluiten.
05
OPENINGSBEWEGING slagboom,
inclusief voorknipperfunctie.
06
SLUITINGSBEWEGING slagboom, in-
clusief voorknipperfunctie.
07
slagboom STAAT STIL
08
NOODGEVAL slagboom
09
LOOP1 ingeschakeld
10
LOOP2 ingeschakeld
1 1
OPEN voor 624 SLAVE
12
CLOSE voor 624 SLAVE
00
Display Functie Default
L 2
LOOP 2:
Wanneer deze functie wordt geactiveerd,
heeft de loop die op de ingang Loop2
is aangesloten de SAFETY/CLOSE-functie,
d.w.z. dat hij tijdens het sluiten als SAFETY
functioneert, en hij, als hij wordt gedeac-
tiveerd, de kaart het commando CLOSE
geeft.
Y
=
loop2 actief
n o
=
loop2 niet actief
Let op: als de functie niet wordt geactiveerd, zal
de status van Loop2 toch beschikbaar zijn op een
van de daartoe ingestelde uitgangen.
no
S 1
GEEN EFFECT
05
S2
GEEN EFFECT
05
S t
STATUS VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM:
Verlaten van de programmering, opslag
van de gegevens en terugkeer naar de
statusweergave van het automatische
systeem.
00 Gesloten
0 1 Voorknipperfunctie openen
02 Opening
03 Open
04 Pauze
05 Voorknipperfunctie sluiten
06 Sluiting
07 Stilstand klaar om de sluiten
08 Stilstand klaar om te openen
09 Opening in noodgevallen
10 Ingreep door beveiliging sluiten
5.2. PROGRAMMERING 2
e
NIVEAU
Om toegang te krijgen tot de PROGRAMMERING 2
e
NIVEAU moet knop
F worden ingedrukt, en, terwijl hij ingedrukt wordt gehouden, knop +
worden ingedrukt.
als knop + wordt losgelaten, verschijnt de naam van de eerste
functie op het display.
als ook knop F wordt losgelaten, verschijnt de waarde van de
functie op het display; deze kan worden gewijzigd met de toetsen
+ en -.
door opnieuw de toets F in te drukken (en ingedrukt te houden)
toont het display de naam van de volgende functie, enz., en
door hem los te laten wordt de waarde weergegeven, die kan
worden gewijzigd met de toetsen + en -.
aangekomen bij de laatste functie zult u, als u opnieuw F indrukt,
de programmering verlaten, en geeft het display opnieuw de
status van de ingangen weer.
In de volgende tabel wordt de volgorde van de functies gegeven die kunnen
worden opgeroepen in de PROGRAMMERING 2
e
NIVEAU:
57
Display Functie Default
P 1
polariteit UITGANG
1
:
hiermee kan de status van de uitgangspola-
riteit worden geconfigureerd.
Y = polariteit N.C.
n
o
= polariteit N.O.
Nota: als de uitgang is ingesteld als FAILSA-
LE (
00
) de default waarde laten.
no
o 2
UITGANG 2:
Zie uitgang
1
.
03
P 2
polariteit UITGANG 2:
Zie polariteit uitgang
1
.
no
o 3
UITGANG 3:
Zie uitgang
1.
0 1
P 3
polariteit UITGANG 3:
Zie polariteit uitgang 1.
no
o 4
UITGANG 4:
Zie uitgang
1,
met uitzondering van de
functies
00, 11, 12
die in dit geval geen
effect hebben.
02
P 4
POLARITEIT UITGANG 4:
hiermee kan de status van de uitgangspola-
riteit worden geconfigureerd.
Y = polariteit N.C.
n
o
= polariteit N.O.
no
A S
VERZOEK ASSISTENTIE (in combinatie met
de volgende functies):
Als deze functie wordt geactiveerd, zal de
uitgang LAMP aan het einde van het aftellen
(dat kan worden ingesteld met de volgen-
de functie “Programmering cycli”) iedere 30
seconden (verzoek om ingreep) ongeveer
4 seconden worden ingeschakeld. Dit kan
nuttig zijn voor het instellen van geprogram-
meerd onderhoud.
Y
=
Actief
no
=
Uitgeschakeld
no
n c
PROGRAMMERING CYCLI IN DUIZENDEN:
Hiermee kan het aftellen van een aantal
werkingscycli van de installatie worden inge-
steld, instelbare waarde van 0 tot 99 (maal
duizend cycli) De weergegeven waarde
wordt bijgewerkt naar mate de cycli worden
uitgevoerd, en heeft daarbij een wisselwe-
rking met de waarde van n C (als n c met
99 afneemt, neemt nC af met één).
Deze functie kan worden gebruikt in combi-
natie met n C , om het gebruik van de instal-
latie te controleren, en om gebruik te maken
van het “Verzoek om assistentie”.
00
Display Functie Default
n C
PROGRAMMERING CYCLI IN HONDERDDUI-
ZENDEN:
Hiermee kan het aftellen van een aantal
werkingscycli van de installatie worden inge-
steld, instelbare waarde van
0
tot
99
(maal
honderdduizend cycli) De weergegeven
waarde wordt bijgewerkt naarmate de cycli
worden uitgevoerd, en heeft daarbij een
wisselwerking met de waarde van
n c
.
(als
n C
met 1 afneemt, neemt
n c
AF MET 99))
).
Deze functie kan worden gebruikt, in combi-
natie met
n c
, om het gebruik van de instal-
latie te controleren, en om gebruik te maken
van het “Verzoek om assistentie”.
01
h 1
GEEN EFFECT
oo
h 2
GEEN EFFECT
oo
S t
STATUS VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM:
Verlaten van de programmering, opslag van
de gegevens en terugkeer naar de weerga-
ve van de status van het hek. (zie par. 5.1.).
LED Beschrijving AAN (contact gesloten) UIT (contact open)
DL1 OPEN Commando actief Commando niet actief
DL2 CLOSE Commando actief Commando niet actief
DL3 FSW Beveiligingen uitgeschakeld Beveiligingen ingeschakeld
DL4 STOP Commando niet actief Commando actief
DL5 EMERGENCY Commando niet actief Commando actief
DL6 FCA Eindschakelaar openen vrij
Eindaanslag openen inge-
schakeld
DL7 FCC Eindaanslag sluiten vrij
Eindaanslag sluiten inge-
schakeld
6. INBEDRIJFSTELLING
6.1. CONTROLE VAN DE LEDS
In de onderstaande tabel wordt de status van de leds weergegeven in
relatie tot de status van de ingangen (de conditie van het automatische
systeem gesloten in de ruststand is dikgedrukt).
Controleer de status van de signaleringsleds aan de hand van de
volgende tabel
Nota bene: Led aan = contact gesloten
Led uit = contact open
Werking van de leds voor de signalering van de status
7. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Controleer na het programmeren of de installatie goed werkt.
Controleer vooral of de kracht goed is ingesteld, en of de
beveiligingsvoorzieningen op correcte wijze ingrijpen.
Fig. 10
58
Tab. 1/b
Tab. 1/a
Tab. 1/c
LOGICA “A IMPULSEN
STATUS AUTOMATISCH
SYSTEEM
OPEN A CLOSE STOP FSW LOOP 1 LOOP 2
GESLOTEN
opent en sluit weer na
een pauzetijd
geen effect
geen effect
(opening
onderdrukt)
geen effect
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
GAAT OPEN geen effect
keert beweging
onmiddellijk om
en sluit
blokkeert de werking geen effect geen effect geen effect
GEOPEND IN PAUZE
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
sluit blokkeert de werking
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
(sluiting onderdrukt)
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
(sluiting onderdrukt)
GAAT DICHT
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open
geen effect blokkeert de werking
keert beweging
onmiddellijk om en
gaat open
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open, en sluit aan
einde opening indien
onbezet
keert beweging
onmiddellijk om en
gaat open
GEBLOKKEERD sluit sluit
geen effect
(opening en sluiting
onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
(sluiting onderdrukt)
LOGICA “A1” IMPULSEN
STATUS AUTOMATISCH
SYSTEEM
OPEN A CLOSE STOP FSW LOOP 1 LOOP 2
GESLOTEN
opent en sluit weer na
een pauzetijd
geen effect
geen effect
(opening
onderdrukt)
geen effect
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
GAAT OPEN geen effect
keert beweging on-
middellijk om en sluit
blokkeert de werking
gaat aan
einde opening
onmiddellijk dicht
geen effect
gaat aan
einde opening
onmiddellijk dicht
GEOPEND IN PAUZE
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
sluit blokkeert de werking sluit
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
sluit
GAAT DICHT
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open
geen effect blokkeert de werking
keert beweging
onmiddellijk om en
gaat open
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open, en sluit aan
einde opening indien
onbezet
keert beweging
onmiddellijk om en
gaat open
GEBLOKKEERD sluit sluit
geen effect
(opening en sluiting
onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
(sluiting onderdrukt)
LOGICA “E” IMPULSEN
STATUS AUTOMATISCH
SYSTEEM
OPEN A CLOSE STOP FSW LOOP 1 LOOP 2
GESLOTEN opent geen effect
geen effect
(opening
onderdrukt)
geen effect
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
GAAT OPEN blokkeert de werking
keert beweging on-
middellijk om en sluit
blokkeert de werking geen effect geen effect geen effect
GEOPEND sluit sluit
geen effect
(sluiting onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
geen effect
geen effect
(sluiting onderdrukt)
GAAT DICHT
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open
geen effect blokkeert de werking
keert beweging
onmiddellijk om en
gaat open
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open, en sluit aan
einde opening indien
onbezet
keert beweging
onmiddellijk om en
gaat open
GEBLOKKEERD sluit sluit
geen effect
(opening en sluiting
onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
(sluiting onderdrukt)
Tussen haakjes de effecten op de andere ingangen met actieve impuls
59
Tab. 1/d
Tab. 1/e
Tab. 1/f
LOGICA “P” IMPULSEN
STATUS AUTOMATISCH
SYSTEEM
OPEN A CLOSE STOP FSW LOOP 1 LOOP 2
GESLOTEN opent geen effect
geen effect
(opening
onderdrukt)
geen effect
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
GAAT OPEN geen effect
gaat aan
einde opening
onmiddellijk dicht
blokkeert de werking geen effect geen effect
gaat aan
einde opening
onmiddellijk dicht
GEOPEND
geen effect
(sluiting onderdrukt)
sluit
geen effect
(sluiting onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
geen effect sluit
GAAT DICHT
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open
geen effect blokkeert de werking
blokkeert en gaat
verder met sluiten
zodra hij vrijkomt
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open, en sluit aan
einde opening indien
onbezet
blokkeert en gaat
verder met sluiten
zodra hij vrijkomt
GEBLOKKEERD opent sluit
geen effect
(opening en sluiting
onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
(sluiting onderdrukt)
Tussen haakjes de effecten op de andere ingangen met actieve impuls
LOGICA “PA IMPULSEN
STATUS AUTOMATISCH
SYSTEEM
OPEN A CLOSE STOP FSW LOOP 1 LOOP 2
GESLOTEN
opent en sluit weer na
een pauzetijd
geen effect
geen effect
(opening
onderdrukt)
geen effect
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
GAAT OPEN geen effect
gaat aan
einde opening
onmiddellijk dicht
blokkeert de werking geen effect geen effect
gaat aan
einde opening
onmiddellijk dicht
GEOPEND IN PAUZE
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
sluit blokkeert de werking
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
(sluiting onderdrukt)
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
sluit
GAAT DICHT
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open
geen effect blokkeert de werking
blokkeert en gaat
verder met sluiten
zodra hij vrijkomt
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open, en sluit aan
einde opening indien
onbezet
blokkeert en gaat
verder met sluiten
zodra hij vrijkomt
GEBLOKKEERD opent sluit
geen effect
(opening en sluiting
onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
(sluiting onderdrukt)
LOGICA “Cn” IMPULSEN
STATUS AUTOMATISCH
SYSTEEM
OPEN A CLOSE STOP FSW LOOP 1 LOOP 2
GESLOTEN opent geen effect
geen effect
(opening
onderdrukt)
geen effect
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
GAAT OPEN geen effect
gaat aan
einde opening
onmiddellijk dicht
blokkeert de werking geen effect geen effect
gaat aan
einde opening
onmiddellijk dicht
GEOPEND
geen effect
(sluiting onderdrukt)
sluit
geen effect
(sluiting onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
geen effect sluit
GAAT DICHT
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open
geen effect blokkeert de werking
keert beweging
onmiddellijk om en
gaat open
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open, en sluit aan
einde opening indien
onbezet
keert beweging
onmiddellijk om en
gaat open
GEBLOKKEERD opent sluit
geen effect
(opening en sluiting
onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
(sluiting onderdrukt)
60
Tab. 1/i
Tab. 1/g
Tab. 1/h
LOGICA “CA IMPULSEN
STATUS AUTOMATISCH
SYSTEEM
OPEN A CLOSE STOP FSW LOOP 1 LOOP 2
GESLOTEN
opent en sluit weer na
een pauzetijd
geen effect
geen effect
(opening
onderdrukt)
geen effect
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
GAAT OPEN geen effect
gaat aan
einde opening
onmiddellijk dicht
blokkeert de werking geen effect geen effect
gaat aan
einde opening
onmiddellijk dicht
GEOPEND IN PAUZE
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
sluit blokkeert de werking
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
(sluiting onderdrukt)
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
sluit
GAAT DICHT
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open
geen effect blokkeert de werking
keert beweging
onmiddellijk om en
gaat open
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open, en sluit aan
einde opening indien
onbezet
keert beweging
onmiddellijk om en
gaat open
GEBLOKKEERD opent sluit
geen effect
(opening en sluiting
onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
(sluiting onderdrukt)
LOGICA “rb” IMPULSEN
STATUS AUTOMATISCH
SYSTEEM
OPEN A CLOSE STOP FSW LOOP 1 LOOP 2
GESLOTEN
opent en sluit weer na
een pauzetijd
geen effect
geen effect
(opening
onderdrukt)
geen effect
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
GAAT OPEN geen effect
keert beweging on-
middellijk om en sluit
blokkeert de werking geen effect geen effect geen effect
GEOPEND IN PAUZE
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
sluit blokkeert de werking
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
(sluiting onderdrukt)
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
de pauzetijd begint
opnieuw te lopen
(sluiting onderdrukt)
GAAT DICHT
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open
geen effect blokkeert de werking
keert beweging
onmiddellijk om en
gaat open
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open, en sluit aan
einde opening indien
onbezet
keert beweging
onmiddellijk om en
gaat open
GEBLOKKEERD opent sluit
geen effect
(opening en sluiting
onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
opent en sluit aan
einde opening indien
onbezet
geen effect
(sluiting onderdrukt)
Tussen haakjes de effecten op de andere ingangen met actieve impuls
LOGICA “C”
COMMANDO’S GEACTIVEERD
IMPULSEN
STATUS AUTOMATISCH
SYSTEEM
OPEN A CLOSE STOP FSW LOOP 1 LOOP 2
GESLOTEN opent geen effect
geen effect
(opening
onderdrukt)
geen effect geen effect geen effect
GAAT OPEN / geen effect blokkeert de werking geen effect geen effect geen effect
GEOPEND
geen effect
(sluiting onderdrukt)
sluit blokkeert de werking geen effect
geen effect
(sluiting onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
GAAT DICHT
keert beweging on-
middellijk om en gaat
open
/ blokkeert de werking
keert beweging
onmiddellijk om en
gaat open
blokkeert de werking blokkeert de werking
GEBLOKKEERD opent sluit
geen effect
(opening en sluiting
onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
geen effect
(sluiting onderdrukt)
Le descrizioni e le illustrazioni del presente manuale non sono impegnative. La GENIUS si riserva il diritto, lasciando
inalterate le caratteristiche essenziali dell’apparecchiatura, di apportare in qualunque momento e senza im-
pegnarsi ad aggiornare la presente pubblicazione, le modifiche che essa ritiene convenienti per miglioramenti
tecnici o per qualsiasi altra esigenza di carattere costruttivo o commerciale.
The descriptions and illustrations contained in the present manual are not binding. GENIUS reserves the right, whilst
leaving the main features of the equipments unaltered, to undertake any modifications it holds necessary for
either technical or commercial reasons, at any time and without revising the present publication.
Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. GENIUS se réserve le droit d’ap-
porter à tout moment les modifications qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les caractéristiques
essentielles, sans devoir pour autant mettre à jour cette publication.
Die Beschreibungen und Abbildungen in vorliegendem Handbuch sind unverbindlich. GENIUS behält sich das
Recht vor, ohne die wesentlichen Eigenschaften dieses Gerätes zu verändern und ohne Verbindlichkeiten in
Bezug auf die Neufassung der vorliegenden Anleitungen, technisch bzw. konstruktiv/kommerziell bedingte Ver-
besserungen vorzunehmen.
Las descripciones y las ilustraciones de este manual no comportan compromiso alguno. GENIUS se reserva el de-
recho, dejando inmutadas las características esenciales de los aparatos, de aportar, en cualquier momento y sin
comprometerse a poner al día la presente publicación, todas las modificaciones que considere oportunas para
el perfeccionamiento técnico o para cualquier otro tipo de exigencia de carácter constructivo o comercial.
De beschrijvingen in deze handleiding zijn niet bindend. GENIUS behoudt zich het recht voor op elk willekeurig
moment de veranderingen aan te brengen die het bedrijf nuttig acht met het oog op technische verbeteringen
of alle mogelijke andere productie- of commerciële eisen, waarbij de fundamentele eigenschappen van de
apparaat gehandhaafd blijven, zonder zich daardoor te verplichten deze publicatie bij te werken.
Timbro del Rivenditore:/Distributor’s Stamp:/Timbre de l’Agent:/ Fachhändlerstempel:/Sello del Revendedor:/Stempel van de dealer:
I0595 Rev.0
GENIUS S.p.A.
Via Padre elzi, 32
24050 Grassobbio (BG) - ITALIA
Tel.: 035/4242511 - Fax: 035/4242600
www.geniusg.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Genius 624 Handleiding

Type
Handleiding