Product information
Radar
Niveaumetingen in vloeistoen en stortgoederen
VEGAPULS C 11
VEGAPULS C 21
VEGAPULS C 22
VEGAPULS C 23
VEGAPULS 11
VEGAPULS 21
VEGAPULS 31
Document ID: 58365
2
Inhoudsopgave
Radar
58365-NL-200312
Inhoudsopgave
1 Meetprincipe ........................................................................................................................................................................................................... 3
2 Type-overzicht ........................................................................................................................................................................................................ 4
3 Keuze instrument ................................................................................................................................................................................................... 6
4 Montage .................................................................................................................................................................................................................. 7
5 Elektronica - tweedraads 4 … 20 mA ................................................................................................................................................................... 9
6 Elektronica - tweedraads 4 … 20 mA/HART ......................................................................................................................................................10
7 Elektronica - SDI-12 .............................................................................................................................................................................................11
8 Elektronica - Modbus ...........................................................................................................................................................................................12
9 Bediening ..............................................................................................................................................................................................................13
10 Afmetingen ...........................................................................................................................................................................................................14
Veiligheidsinstructies voor Ex-toepassingen aanhouden
Houd bij Ex-toepassingen de Ex-specieke veiligheidsinstructies aan, die u onder www.vega.com vindt en die met ieder instrument worden
meegeleverd. In explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende voorschriften, conformiteits- en typebeproevingscerticaten van de sen-
soren en de voedingsapparaten worden aangehouden. De sensoren mogen alleen op intrinsiekveilige stroomcircuits worden aangesloten. De
toegestane elektrische specicaties zijn vermeld in de certicering.
3
Meetprincipe
Radar
58365-NL-200312
1 Meetprincipe
Meetprincipe
De instrumenten zenden via de antenne een continu radarsignaal uit.
Het verzonden signaal wordt door het medium gereecteerd en door de
antenne als echo ontvangen.
Het frequentieverschil tussen het verzonden en het ontvangen signaal
is proportioneel met de afstand en hangt af van de vulhoogte. De zo be-
paalde vulhoogte wordt in een overeenkomstig uitgangssignaal omgezet
en als meetwaarde uitgestuurd.
80 GHz-technologie
De gebruikte 80 Hz-technologie maakt een unieke focussering van de
radarstraal mogelijk en een groot dynamische bereik van de radarsenso-
ren. Des te groter het dynamisch bereik van een radarsensor is, des te
breder is het toepassingsspectrum en des te hoger is de meetzekerheid.
Voordelen
De contactloze radartechniek kenmerkt zich door een extreem hoge
meetnauwkeurigheid. De meting wordt niet beïnvloed door variërende
producteigenschappen of wisselende producteigenschappen. De gebrui-
kersvriendelijke inregeling zonder vullen of legen van de tank bespaart
tijd.
Ingangsgrootheden
Meetgrootheid is de afstand tussen de antennerand van de sensor en
het mediumoppervlak. De antennerand is ook het referentievlak voor de
meting.
2
1
Fig. 1: Data betreende ingangsgrootheid
1 Referentievlak
2 Meetgrootheid, max. meetbereik
4
Type-overzicht
Radar
58365-NL-200312
2 Type-overzicht
VEGAPULS C 11 VEGAPULS C 21 VEGAPULS C 22
Toepassingen Waterbehandeling, pompstations, over-
loopbekkens, peilbewaking
Waterbehandeling, pompstations, over-
loopbekkens, owmeting in open goten,
peilbewaking
Waterbehandeling, pompstations, over-
loopbekkens, owmeting in open goten,
peilbewaking
Max. meetbereik 8 m (26.25 ft) 15 m (49.21 ft) 15 m (49.21 ft)
Antenne/materiaal Geïntegreerd antennesysteem/PVDF-ge-
kapseld
Geïntegreerd antennesysteem/PVDF-ge-
kapseld
Geïntegreerd antennesysteem/PVDF-ge-
kapseld
Stralingshoek 8° 8° 8°
Procesaansluiting/materiaal G1½, 1½ NPT, R1½/PVDF G1½, 1½ NPT, R1½ G1½, 1½ NPT, R1½
Aansluiting voor montage-
beugel
G1, 1 NPT, R1 G1, 1 NPT, R1 G1½, 1½ NPT, R1½
Procestemperatuur -40 … +60 °C
-40 … +140 °F)
-40 … +80 °C
(-40 … +176 °F)
-40 … +80 °C
(-40 … +176 °F)
Procesdruk -1 … +3 bar/-100 … +300 kPa
(-14.5 … +43.51 psi)
-1 … +3 bar/-100 … +300 kPa
(-14.5 … +43.51 psi)
-1 … +3 bar/-100 … +300 kPa
(-14.5 … +43.51 psi)
Meetafwijking ≤ 5 mm ≤ 2 mm ≤ 2 mm
Frequentiegebied W-band W-band W-band
Signaaluitgang
•
Tweedraads 4 … 20 mA
•
Tweedraads 4 … 20 mA/HART
•
SDI-12
•
Modbus
•
Tweedraads 4 … 20 mA/HART
•
SDI-12
•
Modbus
Communicatie-interface Bluetooth Bluetooth Bluetooth
Display/bediening -/Via app op smartphone of tablet en Blu-
etooth
-/Via app op smartphone of tablet en Blu-
etooth
-/Via app op smartphone of tablet en Blu-
etooth
Toelatingen
1)
-
•
c-UL-us, EAC, RCM
•
ATEX/IEC
•
EAC/SEPRO
•
NEPSI/CCOE/TIIS/KOSHA
•
INMETRO/IA
•
c-UL-us, EAC, RCM
•
ATEX/IEC
•
EAC/SEPRO
•
NEPSI/CCOE/TIIS/KOSHA
•
INMETRO/IA
1)
Beschikbaar resp. aangevraagd
5
Type-overzicht
Radar
58365-NL-200312
VEGAPULS C 23 VEGAPULS 11 VEGAPULS 21 VEGAPULS 31
Waterbehandeling, pompstations,
overloopbekkens, owmeting in open
goten, peilbewaking
Waterbehandeling, opslagtanks in al-
le industriële branches, kunststoftanks
(metinng door de tankwand heen)
Waterbehandeling, opslagtanks in al-
le industriële branches, kunststoftanks
(metinng door de tankwand heen)
Waterbehandeling, opslagtanks in al-
le industriële branches, kunststoftanks
(metinng door de tankwand heen)
30 m (98.43 ft) 8 m (26.25 ft) 15 m (49.21 ft) 15 m (49.21 ft)
Geïntegreerd antennesysteem/
PVDF-gekapseld
Geïntegreerd antennesysteem/
PVDF-gekapseld
Geïntegreerd antennesysteem/
PVDF-gekapseld
Geïntegreerd antennesysteem/
PVDF-gekapseld
4° 8° 8° 8°
- G1½, 1½ NPT, R1½ G1½, 1½ NPT, R1½ G1½, 1½ NPT, R1½
G1, 1 NPT, R1 G1½, 1½ NPT, R1½ G1½, 1½ NPT, R1½ G1½, 1½ NPT, R1½
-40 … +80 °C
(-40 … +176 °F)
-40 … +60 °C
-40 … +140 °F)
-40 … +80 °C
(-40 … +176 °F)
-40 … +80 °C
(-40 … +176 °F)
-1 … +3 bar/-100 … +300 kPa
(-14.5 … +43.51 psi)
-1 … +3 bar/-100 … +300 kPa
(-14.5 … +43.51 psi)
-1 … +3 bar/-100 … +300 kPa
(-14.5 … +43.51 psi)
-1 … +3 bar/-100 … +300 kPa
(-14.5 … +43.51 psi)
≤ 2 mm ≤ 5 mm ≤ 2 mm ≤ 2 mm
W-band W-band W-band W-band
•
Tweedraads 4 … 20 mA/HART
•
SDI-12
•
Modbus
•
Tweedraads 4 … 20 mA
•
Tweedraads 4 … 20 mA/HART
•
Tweedraads 4 … 20 mA/HART
Bluetooth Bluetooth Bluetooth Bluetooth
-/Via app op smartphone of tablet en
Bluetooth
-/Via app op smartphone of tablet en
Bluetooth
-/Via app op smartphone of tablet en
Bluetooth
Geïntegreerde display- en bediening-
seenheid/via app opsmartphone of
tablet en Bluetooth
•
c-UL-us, EAC, RCM
•
ATEX/IEC
•
EAC/SEPRO
•
NEPSI/CCOE/TIIS/KOSHA
•
INMETRO/IA
-
•
c-UL-us, EAC, RCM
•
ATEX/IEC
•
EAC/SEPRO
•
NEPSI/CCOE/TIIS/KOSHA
•
INMETRO/IA
•
c-UL-us, EAC, RCM
•
ATEX/IEC
•
EAC/SEPRO
•
NEPSI/CCOE/TIIS/KOSHA
•
INMETRO/IA
6
Keuze instrument
Radar
58365-NL-200312
3 Keuze instrument
Toepassingsgebied
De hier beschreven radarsensoren uit de serie VEGAPULS 10, 20, 30
worden voor contactloze niveaumeting van vloeistoen en stortgoede-
ren toegepast. Bovendien kunnen deze zowel in eenvoudige als ook
in agressieve vloeistoen worden toegepast. De sensoren meten ook
lichte en zware stortgoederen absoluut betrouwbaar, zowel bij sterke
stof- en geluidsontwikkeling als ook onafhankelijk van afzettingen en
condensaatvorming.
Overzicht instrumenten
VEGAPULS C 11
De VEGAPULS C11 is de ideale sensor voor contactloze niveaumeting
in eenvoudige toepassingen, waarin een hoge beschermingsklasse
noodzakelijk is. Deze is bijzonder goed geschikt voor toepassing in de
waterbehandeling, in pompstations en overloopbekkens en tevens voor
peilbewaking.
VEGAPULS C 21, C 22, C 23
De VEGAPULS C 21, C 22 en C23 zijn de ideale sensoren voor con-
tactloze niveaumeting in eenvoudige toepassingen, waarin een hoge
beschermingsklasse noodzakelijk is. Deze zijn bijzonder goed geschikt
voor toepassing in de waterbehandeling, in pompstations en overloop-
bekkens, foor owmetinge in open goten en voor peilbewaking.
VEGAPULS 11, 21, 31
De VEGAPULS 11, 21 en 31 zijn de ideale sensoren voor contactloze
niveaumetingen in eenvoudige toepassingen. Deze zijn bijzonder goed
geschikt voor toepassing in de waterbehandeling, opslagtanks met zu-
ren, logen en hulpstoen binnen elke tak van de industrie of voor meting
van niveaus in kunststoftanks van buiten door de tankwand heen.
Opbouw en beschermingsgraad van de behuizing
De radarsensoren uit de series VEGAPULS 10, 20, 30 staan in ver-
schillende modellen, beschermingsklassen en aansluittechnieken ter
beschikking. De volgende afbeeldingen tonen typische voorbeelden.
3
4
5
1
2
Fig. 2: VEGAPULS C 11 met directe kabeluitgang in beschermingsklasse IP66/IP68
(3 bar)
1 Radarantenne
2 Procesaansluiting
3 Elektronica behuizing
4 Montageschroefdraad
5 Verbindingskabel
4
1
2
3
Fig. 3: VEGAPULS C 22 met directe kabeluitgang voor plafondmontage in bescher-
mingsklasse IP66/IP68 (3 bar)
1 Radarantenne
2 Procesaansluiting
3 Elektronica behuizing
4 Kabeluitgang
3
4
1
2
Fig. 4: VEGAPULS C 23 met directe kabeluitgang in beschermingsklasse IP66/IP68
(3 bar)
1 Radarantenne
2 Elektronica behuizing
3 Montageschroefdraad
4 Verbindingskabel
4
6
5
1
2
3
Fig. 5: VEGAPULS 31 in beschermingsklasse IP66/IP67
1 Radarantenne
2 Procesaansluiting
3 Procesafdichting
4 Elektronica behuizing
5 Display- en bedieningseenheid
6 Beluchting/drukcompensatie
7
Montage
Radar
58365-NL-200312
4 Montage
Inbouwpositie
Monteer de sensor op een positie, die minimaal op 200 mm afstand van
de tankwand ligt. Wanneer de sensor in het midden van tanks met bol of
rond dak wordt gemonteerd, kunnen veelvoudige echo's ontstaan, die
echter door een inregeling kunnen worden onderdrukt.
> 200 mm
(7.87
")
Fig. 6: Montage van de radarsensor op ronde tankdaken
Bij tanks met een conische bodem kan het een voordeel zijn, de sensor
in het midden van de tank te monteren, omdat de meting dan tot op de
bodem mogelijk is.
Fig. 7: Montage van de radarsensor op tanks met conische bodem
Montagevoorbeelden peilmeting
De volgende afbeeldingen tonen montagevoorbeelden en mogelijke
meetopstellingen.
Rivierpeil
Fig. 8: Peilmeting rivier, sensormontage op brugpijler
Bronpeil
Fig. 9: Peilmeting bron, sensormontage op deksel
Montagevoorbeelden owmeting
De volgende afbeeldingen tonen montagevoorbeelden en mogelijke
meetopstellingen.
Rechthoekige overstort
3 ... 4 h
max
90°
2
3
1
h
max
≥ 2 x h
max
90°
42 3
≥ 250 mm
(
9.84")
≥ 250 mm
(
9.84")
Fig. 10: Flowmeting met rechthoekig overstortschot: h
max.
= max. vulling van het
rechthoekig overstortschot
1 Overstortgoten (zijaanzicht)
2 Bovenstroom
3 Benedenstrooms
4 Overstortgoot (aanzicht vanaf benedenstrooms)
8
Montage
Radar
58365-NL-200312
Khafagi-venturigoot
2
3 ... 4 x h
max
90°
h
max
B
1
≥ 250 mm
(
9.84")
Fig. 11: Flowmeting met Khafagi-venturigoot: h
max.
= max. peil in de goot; B = maxi-
male insnoering van de goot
1 Positie sensor
2 Venturigoot
9
Elektronica - tweedraads 4 … 20 mA
Radar
58365-NL-200312
5 Elektronica - tweedraads 4 … 20 mA
Voedingsspanning
Voed het instrument via een energiebegrensd circuit (vermogen max.
100 W) conform IEC 61010-1.
Gegevens voedingsspanning:
•
Bedrijfsspanning
– 12 … 35 V DC
•
Toelaatbare rimpelspanning
– voor U
N
12 V DC (12 V < U
B
< 18 V): ≤ 0,7 V
e
(16 … 400 Hz)
– voor U
N
24 V DC (18 V < U
B
< 35 V): ≤ 1,0 V
e
(16 … 400 Hz)
Houdt rekening met de volgende extra invloeden voor de voedingsspan-
ning:
•
Lagere uitgangsspanning van het voedingsapparaat onder nomi-
nale belasting (bijv. bij een sensorstroom van 20,5 mA of 22 mA bij
storingsmelding)
•
Invloed van andere instrumenten in het circuit (zie belastingswaarde
in hoofdstuk "Technische gegevens" van de handleiding van het
betreende instrument)
Verbindingskabel
Het instrument wordt met standaard tweeaderige kabel aangesloten
Aansluiting
Directe kabelaansluiting
1
2
Fig. 12: Aderbezetting vast aangesloten aansluitkabel
Aderkleur Functie Polariteit
1 Bruin Voedingsspanning, signaaluitgang +
2 Blauw Voedingsspanning, signaaluitgang -
Aansluitbehuizing
(+)1 2(-)
1
Fig. 13: Aansluitruimte VEGAPULS
1 Voedingsspanning, signaaluitgang
10
Elektronica - tweedraads 4 … 20 mA/HART
Radar
58365-NL-200312
6 Elektronica - tweedraads 4 … 20 mA/HART
Voedingsspanning
Voed het instrument via een energiebegrensd circuit (vermogen max.
100 W) conform IEC 61010-1.
Gegevens voedingsspanning:
•
Bedrijfsspanning
– 12 … 35 V DC
•
Toelaatbare rimpelspanning
– voor U
N
12 V DC (12 V < U
B
< 18 V): ≤ 0,7 V
e
(16 … 400 Hz)
– voor U
N
24 V DC (18 V < U
B
< 35 V): ≤ 1,0 V
e
(16 … 400 Hz)
Houdt rekening met de volgende extra invloeden voor de voedingsspan-
ning:
•
Lagere uitgangsspanning van het voedingsapparaat onder nomi-
nale belasting (bijv. bij een sensorstroom van 20,5 mA of 22 mA bij
storingsmelding)
•
Invloed van andere instrumenten in het circuit (zie belastingswaarde
in hoofdstuk "Technische gegevens" van de handleiding van het
betreende instrument)
Verbindingskabel
Het instrument wordt met standaard 2-aderige kabel aangesloten.
Indien elektromagnetische instrooiingen worden verwacht, die boven de
testwaarden van de EN 61326 voor industriële omgeving liggen, moet
afgeschermde kabel worden gebruikt.
In HART-multidropbedrijf is over het algemeen afgeschermde kabel
nodig
Aansluiting
Directe kabelaansluiting
1
2
3
Fig. 14: Aderbezetting vast aangesloten aansluitkabel
Aderkleur Functie Polariteit
1 Bruin Voedingsspanning, signaaluitgang +
2 Blauw Voedingsspanning, signaaluitgang -
3 Afscherming
Aansluitbehuizing
2
(+)1 2(-)
1
Fig. 15: Aansluitruimte VEGAPULS
1 Voedingsspanning, signaaluitgang
2 Stekkerverbinding voor display- en bedieningseenheid
11
Elektronica - SDI-12
Radar
58365-NL-200312
7 Elektronica - SDI-12
Voedingsspanning
Het instrument wordt voorzien van voedingsspanning via een SDI-12-da-
talogger.
Voed het instrument via een energiebegrensd circuit (vermogen max.
100 W) conform IEC 61010-1.
Gegevens voedingsspanning:
•
Bedrijfsspanning
– 9 … 32 V DC
•
Max. aantal sensoren
– 32
Verbindingskabel
Het instrument wordt met standaard 3-aderige kabel zonder afscherming
aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden verwacht,
die boven de testwaarden van de EN 61326-1 voor industriële omgeving
liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Aansluiting
Directe kabelaansluiting
1
2
3
4
Fig. 16: Aderbezetting vast aangesloten aansluitkabel
Aderkleur Functie Polariteit
1 Bruin Voedingsspanning +
2 Blauw Voedingsspanning -
3 Wit SDI Data +
4 Afscherming
12
Elektronica - Modbus
Radar
58365-NL-200312
8 Elektronica - Modbus
Voedingsspanning
De voedingsspanning en het digitale bussignaal worden via gescheiden
twee-aderige aansluitkabels aangesloten.
Voed het instrument via een energiebegrensd circuit (vermogen max.
100 W) conform IEC 61010-1.
Gegevens voedingsspanning:
•
Bedrijfsspanning
– 8 … 30 V DC
•
Max. aantal sensoren
– 32
Verbindingskabel
Het instrument wordt met standaard 2-aderige, getwiste kabel geschikt
voor RS 485 aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen
worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor indu-
striele omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Let erop, dat de gehele installatie conform de Fieldbus-specicatie wordt
uitgevoerd. Vooral het afsluiten van de bus via overeenkomstige afsluit-
weerstanden is belangrijk.
Aansluiting
Directe kabelaansluiting
1
2
3
4
5
Fig. 17: Aderbezetting vast aangesloten aansluitkabel
Aderkleur Functie Polariteit
1 Bruin Voedingsspanning +
2 Blauw Voedingsspanning -
3 Wit Modbus-signaal D- +
4 Zwart Modbus-signaal D+ -
5 Afscherming
13
Bediening
Radar
58365-NL-200312
9 Bediening
9.1 Draadloze bediening
Apparaat met geïntegreerde Bluetooth-module kan draadloos via stan-
daard bedieningstools worden bediend:
•
Smartphone/Tablet (iOS- of Android-besturingssysteem)
•
PC/Notebook (Windows-besturingssysteem)
1
3
2
Fig. 18: Draadloze verbinding met standaard bedieningsapparaten met geïntegreer-
de Bluetooth LE
1 Sensor
2 Smartphone/Tablet
3 PC/notebook
9.2 Bediening via de signaalkabel
Bij instrumenten met signaaluitgang 4 ... 20 mA/HART is ook een be-
diening via de signaalkabel mogelijk. Deze vindt plaats via een interfa-
ce-adapter en een PC/notebook via DTM/PACTware.
1
2 4
3
5
OPEN
TWIST
USB
LOCK
Fig. 19: Aansluiting van de PC op de signaalkabel
1 Sensor
2 HART-weerstand 250 Ω (optie afhankelijk van verwerking)
3 Aansluitkabel met 2 mm pennen en klemmen
4 Voedingsspanning
5 Interface-adapter VEGACONNECT
9.3 Lokale bediening
De geïntegreerde display- en bedieningseenheid is bedoeld voor de
lokale bediening bij VEGAPULS 31.
1
2
Fig. 20: Geïntegreerde display- en bedieningseenheid
1 LC-display
2 Bedieningstoetsen
14
Afmetingen
Radar
58365-NL-200312
10 Afmetingen
VEGAPULS C 11, C 21
ø 68 mm
(2.68")
ø 76 mm
(2.99")
G1½
G1; 1NPT
R1
1½ - 14 NPT
R 1½
23 mm
(0.92")
29 mm
(1.14")
109 mm
(4.28")
1 2 3
Fig. 21: Afmetingen VEGAPULS C 11, C 21
1 Schroefdraad G1½
2 Schroefdraad 1½ NPT
3 Schroefdraad R1½
VEGAPULS C 22
23 mm
(0.91")
57 mm
(2.24")
G1½
ø 58 mm
(2.28")
64 mm
(2.52")
1½ - 14 NPT R 1½
79 mm
(3.11")
1 2 3
Fig. 22: Afmetingen VEGAPULS C 22
1 Schroefdraad G1½
2 Schroefdraad 1½ NPT
3 Schroefdraad R1½
VEGAPULS C 23
31 mm
(1.23")
130 mm
(5.13")
ø 76 mm
(2.99")
G1;
1 NPT; R1
Fig. 23: Afmetingen VEGAPULS C 23
1 Schroefdraad G1½
2 Schroefdraad 1½ NPT
3 Schroefdraad R1½
VEGAPULS 11, 21, 31
50 mm
(1.97")
122 mm
(4.80")
25 mm
(0.98")
G1½
SW 50
ø 58 mm
(2.28")
ø 77,5 mm
(3.05")
1½ - 14 NPT R 1½
156 mm
(6.14")
1 2 3
Fig. 24: Afmetingen VEGAPULS 11, 21, 31
1 Schroefdraad G1½
2 Schroefdraad 1½ NPT
3 Schroefdraad R1½
Montagebeugel voor plafondmontage
1 2
86 mm
(3.39")
65 mm
(2.56")
ø 31,4 mm
(1.24")
10 mm
(0.39")
49 mm
(1.93")
14,5 mm
(0.57")
ø 8 mm
(0.31")
66,7 mm
(2.63")
81,3 mm
(3.2")
40 mm
(1.57")
16,1 mm
(0.63")
8 mm
(0.31")
2 mm
(0.08")
36,1 mm
(1.42")
Fig. 25: Montagebeugel voor plafondmontage
1 Sensorhouder 1"
2 Sensorhouder 1½"
Montagebeugel voor wandmontage - beugel 200 mm
235,5 mm
(9.27")
10 mm
(0.39")
ø 34,1 mm
(1.34")
ø 49 mm
(1.93")
118 mm
(4.65")
65 mm
(2.56")
ø 8 mm
(0.31")
14,5 mm
(0.57")
8 mm
(0.31")
63 mm
(2.48")
2 mm
(0.08")
23 mm
(0.91")
9,5 mm
(0.37")
1 2
SW 5
Fig. 26: Montagebeugel voor wandmontage - beugel 200 mm
1 Sensorhouder 1"
2 Sensorhouder 1½"
De getoonde tekeningen geven slechts een gedeelte van de mogelijke
uitvoeringen en montagemogelijkheden weer. Andere tekeningen zijn
onder www.vega.com/downloads en "Tekeningen" beschikbaar.
15
Notes
Radar
58365-NL-200312
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
58365-NL-200312
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandigheden van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2020
Phone +49 7836 50-0
Fax +49 7836 50-201
E-mail: [email protected]
www.vega.com
-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
8
-
9
-
10
-
11
-
12
-
13
-
14
-
15
-
16
Vega VEGAPULS C 21 Productinformatie
- Type
- Productinformatie
- Deze handleiding is ook geschikt voor