Cateye Adventure [CC-AT200W] de handleiding

Categorie
Fietsaccessoires
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

CATEYE ADVENTURE
CYCLOCOMPUTER CC-AT200W
0678
NL
U.S. Pat. Nos. 5236759/6957926 Pat./Design Pat. Pending Copyright© 2011 CATEYE Co., Ltd.
CCAT2W-110930
4
1
L mm
Bandomtrektabel
ETRTO
Bandenmaat
L
(
mm
)
47-203 12x1.75 935
54-203 12x1.95 940
40-254 14x1.50 1020
47-254 14x1.75 1055
40-305 16x1.50 1185
47-305 16x1.75 1195
54-305 16x2.00 1245
28-349 16x1-1/8 1290
37-349 16x1-3/8 1300
32-369
17x1-1/4
(
369
)
1340
40-355 18x1.50 1340
47-355 18x1.75 1350
32-406 20x1.25 1450
35-406 20x1.35 1460
40-406 20x1.50 1490
47-406 20x1.75 1515
50-406 20x1.95 1565
28-451 20x1-1/8 1545
37-451 20x1-3/8 1615
37-501 22x1-3/8 1770
40-501 22x1-1/2 1785
47-507 24x1.75 1890
50-507 24x2.00 1925
54-507 24x2.125 1965
25-520 24x1
(
520
)
1753
24x3/4
Tubuler
1785
28-540 24x1-1/8 1795
32-540 24x1-1/4 1905
25-559 26x1
(
559
)
1913
32-559 26x1.25 1950
37-559 26x1.40 2005
40-559 26x1.50 2010
47-559 26x1.75 2023
50-559 26x1.95 2050
54-559 26x2.10 2068
57-559 26x2.125 2070
58-559 26x2.35 2083
75-559 26x3.00 2170
28-590 26x1-1/8 1970
37-590 26x1-3/8 2068
37-584 26x1-1/2 2100
650C Tubuler
26x7/8
1920
20-571 650x20C 1938
23-571 650x23C 1944
25-571
650x25C
26x1
(
571
)
1952
40-590 650x38A 2125
40-584 650x38B 2105
25-630 27x1
(
630
)
2145
28-630 27x1-1/8 2155
32-630 27x1-1/4 2161
37-630 27x1-3/8 2169
18-622 700x18C 2070
19-622 700x19C 2080
20-622 700x20C 2086
23-622 700x23C 2096
25-622 700x25C 2105
28-622 700x28C 2136
30-622 700x30C 2146
32-622 700x32C 2155
700C
Tubuler
2130
35-622 700x35C 2168
38-622 700x38C 2180
40-622 700x40C 2200
42-622 700x42C 2224
44-622 700x44C 2235
45-622 700x45C 2242
47-622 700x47C 2268
54-622 29x2.1 2288
60-622 29x2.3 2326
5
SENSOR
ZONE
5
4
5 mm
5 mm
SENSOR
ZONE
4
6
8
SENSOR
ZONE
SENSOR
ZONE
4 5
1
3
4
2
1
2
7
7
2
3
WAARSCHUWING/PAS OP
Concentreer u tijdens het fietsen niet op de computer. Zorg ervoor dat u veilig fietst!
Maak de magneet, de sensor en de houder stevig vast. Controleer hun bevestiging regelmatig.
Raadplaag onmiddellijk een arts wanneer een batterij door een kind wordt doorgeslikt.
Voorkom dat de computer gedurende lange tijd aan direct zonlicht wordt blootgesteld.
Haal de computer niet uit elkaar.
Laat de computer niet vallen, anders kan hij beschadigd worden.
Wanneer de computer is geïnstalleerd op de houder, verander dan de MODE door op de vier punten
onder het scherm te drukken, of door gelijktijdig op de SSE te drukken, om de timer te starten of te
stoppen. Hard op de andere plaatsen drukken, kan resulteren in defecten of schade aan de computer.
Zorg ervoor dat u de draaiknop van de FlexTight-houder met de hand aandraait. Wanneer de draaiknop
te hard wordt aangedraaid, bijvoorbeeld met gereedschap, kan de schroefdraad beschadigd raken.
Gebruik voor het schoonmaken van de computer en de accessoires geen thinner, benzeen of alcohol.
Er is een temperatuursensor ingebouwd in de computer. Wanneer de sensor wordt blootgesteld
aan direct zonlicht of lichaamswarmte, wordt de temperatuur mogelijk niet correct weergegeven.
De hoogtegegevens van dit toestel zijn alleen bedoeld als verwijzing; gebruik dit toestel dus
niet als meettoestel voor professionele doeleinden.
Hou je voor de afvalverwerking van lege batterijen aan de milieuvoorschriften.
Het lcd-scherm kan vertekend zijn als ernaar gekeken wordt door gepolariseerde zonnebrilglazen.
Draadloze sensor
Om onderbreking met het sensorsignaal te voorkomen, is het zendbereik ontworpen voor een
afstand van 20 tot 70 cm, naast het gebruik van de ID-code. (Dit ontvangstbereik is enkel een
verwijzing.) Let hierbij op de volgende punten.
Om dit toestel te gebruiken, zin loopt niet.
Twee verschillende ID’s, ID1 en ID2, kunnen bij dit toestel worden geregistreerd en worden
automatisch gedetecteerd.
De computer kan het signaal niet ontvangen wanneer de afstand tussen de sensor en de
computer te groot is. Een plotseling teruglopende temperatuur en bijna lege batterijen kun-
nen de ontvangstgevoeligheid aantasten, zelfs wanneer het toestel binnen het zendbereik is.
Storing kan optreden en tot slechte resultaten leiden als de computer:
Zich dichtbij een TV, PC, radio, motor of in een auto of trein bevindt;.
Dichtbij een spoorwegovergang, spoorrails, tv-zendmast en/of radarbasis is.
Wanneer de computer wordt gebruikt met andere draadloze apparaten of sommige batterijlampjes.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de computer in
gebruik neemt en bewaar het om later te kunnen raadplegen.
Formatteer volgens de onderstaande procedure wanneer de computer
voor het eerst wordt gebruikt of om de fabrieksinstellingen te herstellen.
1
Formatteren (eerste gebruik)
1. Houd de MENU-toets ingedrukt.
2. Druk op de AC-toets.
3. Laat de AC-toets los.
4. Laat de MENU-toets los.
2
Selecteer de schaal voor de snelheid en temperatuur
Wanneer MODE en SSE gelijktijdig worden ingedrukt,
kunnen Snelheidsschaalof Temperatuurschaal”
worden geselecteerd. Selecteer “km/h” of “mph” voor
de Snelheidsschaal en °Cof °Fvoor de Tempera-
tuurschaal. Druk op MENU om te bevestigen.
3
Voer de bandomtrek in
Voer de bandomtrek van uw fiets in (in mm).
Raadpleeg de bandomtrektabel.*
4
Stel de sensor ID in
Houd de computer dicht bij de sensor (20-70 cm) en houd
de RESET-knop op de sensor ingedrukt met een scherp
voorwerp. De sensor zal willekeurig een ID-nummer pro-
duceren voor de computer, en dit zal worden weergegeven
op het scherm. Zodra het synchroniseren is voltooid, kom
je automatisch bij het klokinstelscherm terecht.
Plaats de sensor bij het instellen van de sensor-ID op tenminste 20 cm *
afstand (circa 8 inches) van de computer. Houd de RESET knop van de
sensor enkele seconden ingedrukt, bij het loslaten wordt de ID verzonden.
De computer blijft gedurende 5 minuten op stand-by tijdens het instellen *
van de sensor ID. Wanneer geen ID-signaal wordt ontvangen tijdens
stand-by of wanneer u MODE en SSE gelijktijdig indrukt, verschijnt
ERROR” en wordt de ID geannuleerd. Je krijgt dan het klokinstelscherm
te zien. Zonder de ID kan de snelheid niet gedetecteerd en weergegeven
worden. Zorg ervoor dat je de sensor ID instelt conform de op het menus-
cherm aangegeven waarden voor de “Instellingen sensor ID”.
Wanneer je de instellingen annuleert, wordt de oorspronkelijke ID opgeslagen.*
5
Stel de klok in
Wanneer MODE en SSE gelijktijdig worden ingedrukt, verschij-
nen achtereenvolgens “Getoonde tijd”, “Uren” en “Minuten”.
Meet de wielomtrek (L) van uw fiets
Zet een merkteken op het loopvlak van de band en rijdt de fiets
zover dat de wielen één keer volledig ronddraaien terwijl u op
de fiets zit. Markeer het begin en het einde van de omwenteling
op de grond (gebruik het ventiel als ijkpunt) en meet dan de
afstand tussen de twee merktekens. Meet de afstand in millime-
ters, dit is de meest accurate manier om het wiel te calibreren.
Herstarten
Na het vervangen van de batterij of wanneer de computer een fout weer-
geeft, herstart u de computer volgens onderstaande procedure.
Instellen van de computer
AC
SSE
MODE
MENU
MODE
+
SSE
MODE
Druk op de 1. AC-toets aan de achterzijde van de fietscomputer.
Stel de klok in. Zie “Instellen van de computer 5” om de klok in te stellen.2.
De opgeslagen hoogte boven zeeniveau, hoogte van vertrekpunt, snelheidsschaal, wielgrootte, *
sensor ID, afstand aftellen, geselecteerd wiel, AT-instelling, totale afstand en totale hoogtewinst
worden niet gewijzigd na het indrukken van de AC-toets.
Monteren van de computer op de fiets
Stuurhouder

Houder

Moer

Sensor

Magneet

Rubberkussen voor sensor

Rubberkussen voor houder

Tie-raps (x2)

5
8
7
1
6
4
2
3
Installeer de sensor en de magneet
De speling tussen de
sensor en de magneet moet
5 mm of minder bedragen.
De magneet moet door
de sensorzone gaan.
De afstand tussen de
computer en de sensor
moet binnen het zend-
bereik liggen.
A B C
Installeer de sensor
Installeer de sensor zo hoog mogelijk op de voorvork.*
Installeer de
magneet
Monteer de houder op de stuurstang of de stuurpen
Voor montage op de stuurpen
Voor montage op de stuurstang
Bevestig de houder zo dat de computer horizontaal *
staat om de ontvangstgevoeligheid te verbeteren.
Verwijder/plaats
de computer
Voor een multi-grip stuurstang of over-*
sized (A-Head) stuurpen: de houder
kan gemonteerd worden met behulp
van de tie-raps. (optie)
AC
Eenheid-
selectie
Verhoog
de waarde
Naar volgende cijfer (door
gelijktijdig in te drukken)
Sla de
instel-
ling op
Instelling
opslaan
Instelling
opslaan
(afsluiten)
Ga naar Klokinstel-
ling wanneer geen
ID werd ingesteld.
24h
12h,
of de waarde
verhogen
Scherm wisselen of
naar volgende cijfer
(door gelijktijdig in
te drukken)
Scherm wisselen of naar
volgende cijfer (door
gelijktijdig in te drukken)
Annuleer de ID-instellingen
of controleer opnieuw (door
gelijktijdig in te drukken)
Start de ID-instellin-
gen (door ingedrukt
te houden)
MENUMENU
MENUMENU
MODEMODE
MODE
+
SSEMODE
+
SSE
MODEMODE
MENUMENU
MENUMENU
MODE
+
SSEMODE
+
SSE
MODE
+
SSEMODE
+
SSE
MODEMODE
Batterijklepje
Druksensor
Druk op de SSE-toe ts
wanneer de computer ge-
monteerd is. Anders werkt
de SSE-toets niet.
Druk enkel op de compu-
ter.
Toetsbewerkingen als de computer op de
houder is bevestigd
MODE
+
SSEMODE
+
SSE
Vastklikken
km/h mph
: Snelheidsonderdeel
: Wielmaatsymbool
: Sensorsignaal-ontvangstsymbool
RESET
MENU
Sensorzone
Rechter voorvork (binnenkant)
De magneet mag overal op de spaak worden geïnstalleerd wan-*
neer aan de bovenstaande installatievoorwaarden is voldaan.
Max.
70 cm
Rechter voorvork
Trek stevig aan
Spaak aan de
rechterkant
Naar de sensorzone
Stuurpen
Stuurstang
Vastklikken
Duw de computer naar voren
en druk de voorkant omhoog.
terwijl u het met de hand
ondersteunt.
Afsnijden
ATTENTIE:
Snij de stuurhouder
af om verwonding te
voorkomen.
Controleer na de installatie of de snelheid op de computer wordt weergegeven door zachtjes aan het voorwiel *
te draaien. Wanneer de snelheid niet wordt weergegeven, controleert u de posities van
A
,
B
en
C
.
2
MODEMODE
MODEMODE
MODEMODE
MODEMODE
MODEMODE
MODEMODE
MODEMODE
MODEMODE
MODEMODE
MENUMENU
Starten/stoppen van de meting
U kunt op dit toestel de Auto-modus (automatische
meting) selecteren of de handmatige meting.
Tijdens de meting knippert km/h of mph. De maxi-
mumsnelheid en totale afstand worden bijgewerkt
ongeacht het starten/stoppen van de meting.
Auto-modus ( aan)
Metingen starten automatisch wanneer de fiets
in beweging is.
Handmatig meten
Wanneer de computer op de houder is geïnstal-
leerd, start/stop met meten door gelijktijdig op de
MODE en SSE toetsen te drukken.
Om te schakelen tussen de automatische en hand-*
matige modus, raadpleegt u “Auto-modus instellen”
in het menuscherm.
Doorlopen van computerfuncties
Door op MODE te drukken, wijzigt u de middelste/onderste displayregel.
Correctie van hoogte boven zeeniveau
Snelkoppeling A
: MODE (ingedrukt houden)
Metingenscherm
................................... Selecteer ADJUST (correctie hoogte boven zeeniveau) of HOME (instellen
hoogte van vertrekpunt) door MODE in te drukken. Wanneer MODE en
SSE gelijktijdig worden ingedrukt, kan “
+
/- selectie” of “Verplaats cijfer”
worden geselecteerd waarbij het indrukken van MODE de
+
/- selectie of
de waarde verhoogd. Vul de gewenste hoogte in.
Raadpleeg “Correctie van hoogte boven zeeniveau” voor meer informatie.*
Afstand laten aftellen
Snelkoppeling B
: MODE (ingedrukt houden)
Metingenscherm
................................... Door op MODE te drukken, wordt de waarde verhoogd en door gelijktijdig
op MODE en SSE te drukken, wordt naar het volgende cijfer overgegaan.
Wielkeuze .................
Gebruik deze functie om te wisselen tussen de ingevoerde wielmaten (bandomtrek)
en . Gebruik deze functie wanneer de computer op twee fietsen moet wor-
den gebruikt. Druk op de MODE-toets om tussen
en over te schakelen.
Invoeren wielmaat ...
Door op MODE te drukken, wordt de waarde verhoogd en door gelijktijdig
op MODE en SSE te drukken, ga je naar het volgende cijfer. Om de wielmaat
in te voeren, geeft u weer door middel van “Wielkeuze”.
De auto-modus instellen
... Druk op MODE om aan of uit te selecteren.
Klokinstelling ........... Bedien zoals beschreven in “Instellen van de computer 5”.
Handmatige invoer totale afstand
.................................. Noteer de totale afstand voordat u de computer reset. Zo zult u achteraf
de totale afstand handmatig kunnen invoeren. Door op MODE te druk-
ken, wordt de waarde verhoogd en door gelijktijdig op MODE en SSE te
drukken, ga je naar het volgende cijfer.
Instellingen sensor ID
..................................
Druk op MODE om naar ID1 of ID2 te gaan en druk MODE en SSE gelijk-
tijdig in om naar ID-controle te gaan. Stel het ID in zoals beschreven in
“Instellen van de computer 4”.
ID2* wordt gebruikt wanneer de computer wordt gedeeld met de tweede
sensor die is geïnstalleerd op een andere fiets. De computer detecteert ID1
en ID2 automatisch nadat deze van de stand-by afgaat.
Selectie van snelheids-/temperatuurschaal
.................................. Bedien zoals beschreven in “Instellen van de computer 2”.
Veranderen van de computerinstellingen [Menuscherm]
Door op MENU te drukken op het metingenscherm gaat u naar het menuscherm voor de instel-
lingen. Wanneer het menuscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets MODE om door de
instel-items te bladeren. Druk op MODE
+
SSE om het wijzigingsscherm te openen. Er kunnen
geen wijzigingen worden aangebracht wanneer er een inkomend signaal is en de timer actief is.
Snelkoppeling
: Wanneer u een snelkoppeling gebruikt, wordt het scherm correctie hoogte boven zeeniveau of
het scherm aftelafstand instellen NIET weergegeven zoals op de onderstaande afbeelding. Het
gaat onmiddellijk naar het wijzigingsscherm.
Idem
Wanneer andere informatie dan Dst-2 wordt weergegeven, houdt u MODE en SSE gelijktijdig
ingedrukt om de metinggegevens op 0 in te stellen. Terwijl Dst-2 wordt weergegeven, houdt u
MODE en SSE ingedrukt om enkel Dst-2 op 0 in te stellen. In beide gevallen worden de totale
afstand en de totale hoogtewinst niet gereset.
Spaarstand
Als de computer gedurende 10 minuten geen nieuwe signalen heeft ontvangen, wordt de
spaarstand geactiveerd en wordt alleen de klok weergegeven. Zodra de computer weer een
sensorsignaal ontvangt, verschijnt het meetscherm opnieuw. Wanneer gedurende 60 minuten
geen activiteit wordt waargenomen, schakelt de spaarstand over op SLEEP-stand. Wanneer u
op de MODE-toets drukt in de SLEEP-stand verschijnt het meetscherm.
Hoogtemeting
Dit toestel detecteert veranderingen in atmosferische druk en temperatuur door middel van
een druksensor die in de computer is ingebouwd, en converteert de gegevens naar een
hoogtewaarde aan de hand van de relatie tussen de hoogte en de druk van ISO 2533 (Stan-
daardtoestand), die werd ontwikkeld op basis van de internationale standaard atmosfeer,
opgesteld door de Internationale Organisatie van de Burgerluchtvaart ICAO). De metingen
hebben de neiging iets te schommelen, zelfs op hetzelfde punt, naargelang de atmosferi-
sche druk door de weersomstandigheden. Bovendien kunnen de metingen meer dan 30 m
verschillen tussen de vroege ochtend en de avond, zelfs bij stabiele weersomstandigheden.
De metingen kunnen foutief zijn op de volgende plaatsen of in de volgende omgevingen.
Wanneer de atmosferische druk en temperatuur sterk veranderen door snelle weersveranderingen.
Op plaatsen waar de atmosferische druk wordt geregeld, zoals in een vliegtuig.
De hoogtegegevens kunnen tijdelijk wijzigen wanneer de temperatuur snel verandert na
het verlaten van een kamer enz. Na een korte tussenpoze zal normaalgesproken de juiste
waarde weer worden aangegeven.
Hoogtemeting
Deze schaal heeft vier hoogtegerelateerde functies en een temperatuurfunctie.
Hoogte boven zeeniveau
.................................De huidige hoogte t.o.v. het zeeniveau wordt weergegeven.
Voor doeltreffend gebruik van de hoogte boven zeeniveau, raadpleeg “Cor-*
rectie van hoogte boven zeeniveau”.
Helling (%) ..............
Hellingsmetingen in procenten, waarbij een hoek van 45 graden 100% is.
De berekening van verschillende tijden van de veranderingen in hoogte en ritaf-*
stand wordt iedere drie seconden bijgewerkt. Het bijwerken van de hellingshoek
kan vertraagd zijn. Wanneer de snelheid snel verandert of gedurende (zeer)
langzaam rijden kunnen er tijdelijk abnormale data op het display te zien zijn.
Bedienen van de computer [Metingenscherm]
Geklommen hoogte
...
De totale stijging tussen het resetpunt en het huidige punt wordt weergegeven.
Totale hoogtewinst
...De totale hoogtewinst wordt weergegeven.
Temperatuur ............De huidige temperatuur wordt weergegeven.
Het wordt bijgewerkt wanneer het meetscherm wordt weergegeven (tijdens me-*
ten: iedere 3 seconden, tijdens niet fietsen: (iedere 20 seconden).
De hoogtemeting wordt elke 3 seconden bijgewerkt tijdens de meting (tijdens het tellen van de ver-*
streken tijd), maar wordt niet bijgewerkt wanneer de meting stopt.
PAS OP: Wanneer de auto-modus op uit staat, loopt de tijdtelling door, zelfs als de fiets
niet in beweging is. Vergeet niet na het meten gelijktijdig op de MODE en SSE te
drukken om het meten te stoppen.
Correctie van hoogte boven zeeniveau
Deze schaal bepaalt de hoogte door de verandering in atmosferische druk en temperatuur om te zetten; de ei-
genlijke hoogte boven zeeniveau kan daarom een afwijking veroorzaken. Het is aan te bevelen de hoogte boven
zeeniveau vlak voor het meten te corrigeren door gebruik te maken van één van de volgende methodes.
ADJUST (correctie van hoogte boven zeeniveau): Vul de hoogte op het huidige punt in.
Vul de werkelijke waarde in op een punt waar de hoogte boven het zeeniveau
bekend is, bijvoorbeeld aan de kust of bij een informatiebord op een berg enz.
Houd op het instellingenscherm de * MODE en SSE gelijktijdig ingedrukt om de gecorri-
geerde waarde naar de standaardwaarde te herstellen (een waarde conform ISO2533).
HOME (instelling hoogte van vertrekpunt): Stel vooraf een specifieke hoogte boven zeeniveau in.
Stel van tevoren bij u thuis de hoogte boven zeeniveau in. Ga naar het HOME
scherm en keer terug naar het metingenscherm door op MENU of op de rele-
vante snelkoppeling te drukken. Vervolgens verandert de hoogte boven zeeni-
veau naar de vooraf ingestelde waarde. U kunt starten met de correcte hoogte
boven zeeniveau door de hoogte van vertrekpunt in te stellen voordat u thuis van start gaat.
De hoogte boven het zeeniveau is gecorrigeerd op het menuscherm “Correctie van hoogte boven *
zeeniveau”. Ga naar het scherm correctie van hoogte boven zeeniveau door op MENU of op de
relevante snelkoppeling in het metingenscherm te drukken.
Afstand aftellen
Zodra de beoogde ritafstand is ingesteld, telt het toestel de afstand tot de bestemming af en geeft
het een melding bij aankomst. Wanneer het toestel de doelafstand bereikt, verschijnt de aftelaf-
stand en knippert de waarde. Na 5 seconden keert het scherm terug naar de originele weergave.
De doelafstand wordt in het menuscherm “Aftelafstand instellen” ingesteld. Ga naar het scherm aftelaf-*
stand instellen door op MENU, MODE of op de relevante snelkoppeling in het metingenscherm te drukken.
: Tempo-indicator
Geeft aan of het huidige tempo hoger
(
) of lager ( ) is dan de gemiddelde
snelheid.
: Pictogram voor auto-modus
: Batterij indicator van de computer
Huidige snelheid
0,0(4,0) – 105,9 km/h
[0,0(3,0) – 65,0 mph]
Geselecteerde
modus onderaan
Geselecteerde
modus in het midden
Druk, met de computer op de houder geplaatst, op de vier verhoogde stippen op de voorkant van de computer.*1
Als *2 Tm boven ongeveer 27 uur uitkomt, of Dst komt boven 9999,99 km, wordt .E (ERROR) ge-
toond als de gemiddelde snelheid. Gegevens op nul zetten.
Zorg ervoor dat u na de wijziging op * MENU drukt om de instelling
te bevestigen.
Wanneer het instellingenscherm gedurende een minuut niet wordt aan-*
geraakt, verschijnt het metingenscherm zonder de gegevens te wijzigen.
Wijzigingen
instellen (door
gelijktijdig in
te drukken)
MODE
+
SSEMODE
+
SSE
Tm
Verstreken tijd
0:00’00” – 9:59’59”
Onderste displayregel
Dst
Ritafstand
0,00 – 9999,99 km [mile]
Dst 2
Ritafstand-2
0,00 – 9999,99 km [mile]
Av
Gemiddelde snelheid
*2
0,0 – 105,9 km/h [0,0 – 65,0 mph]
Mx
Maximale snelheid
0,0(4,0) – 105,9 km/h [0,0(3,0) – 65,0 mph]
Aftelafstand
9999,90 – 0,00 km [mile]
Odo
Totale afstand
0,0 – 9999,9 / 10000 – 999999 km [mile]
Klok
0:00 – 23:59 of 1:00 – 12:59
Correctie van hoogte boven zeeniveau
Afstand laten aftellen
Wielkeuze
Invoeren wielmaat
De auto-modus instellen
Klokinstelling
Handmatige invoer totale afstand
Instellingen Sensor ID
Selectie van snelheids-/temperatuurschaal
Weergave middelste display
Hoogte boven zeeniveau
Geklommen hoogte
0 – 999999 m [ft]
Totale hoogtewinst
0 – 99999
/ 100 – 99999 x 1000 m [ft]
-20 – 60 ˚C
[-4 – 140 ˚F]
-500 – 9000 m
[-1640 – 29600 ft]
-99% – +99%
Helling (%)
Temperatuur
Metingenscherm
Menus-
cherm
MODEMODE
*1
(ingedrukt houden)
Snelkoppeling A
MODEMODE
(ingedrukt houden)
Snelkoppeling B
MODEMODE
Snelkoppeling naar
correctie van hoogte
bo v en z ee ni v ea u.
G e l d i g w a n n e e r
de computer geen
signaal van de sensor
ontvangt.
Snelkoppeling naar instellen van aftel-
afstand. Geldig wanneer de computer
geen signaal van de sensor ontvangt.
3
Onderhoud
Reinig de computer en de accessoires met een zachte doek, bevochtigd met een verdund
neutraal schoonmaakmiddel. Vervolgens afdrogen met een droge doek.
Vervangen van de batterij
Computer
Wanneer oplicht, vervangt u de batterij. Installeer een nieuwe Li-
thiumbatterij (CR2032) met de (+)-zijde naar boven gericht. Na het
vervangen van de batterij, doorloopt u de herstartprocedure door op
de AC-toets te drukken.
Herstart de computer volgens de instructies in “Herstarten”.*
Sensor
Vervang de batterij wanneer de snelheidsweergave tijdens het
fietsen knippert. Controleer na het vervangen de posities van de
sensor en de magneet.
Na het vervangen van de batterij moet de ID-controle opnieuw worden *
uitgevoerd. Zie “Instellingen sensor ID” op het menuscherm.
Probleemoplossing
De MODE-toets functioneert niet wanneer de computer in de houder is geplaatst.
Controleer of er geen vuil tussen de houder en de computer zit.
Maak de houder schoon met water om eventueel vuil te verwijderen.
Het symbool voor ontvangst van het sensorsignaal knippert niet (de snelheid wordt niet weer-
gegeven). (Houd de computer in de buurt van de sensor en draai aan het voorwiel. Wanneer
het symbool voor ontvangst van het sensorsignaal knippert, kan het probleem te maken heb-
ben met de transmissieafstand door een bijna lege batterij en gaat het niet om een storing.)
Stel de sensor ID in.
Stel de sensor ID in volgens “Instellingen sensor ID” op het menuscherm.
Controleer of de speling tussen de sensor en de magneet niet te groot is. (Speling: 5 mm of minder)
Controleer of de magneet correct door de sensorzone gaat.
Stel de magneet en de sensor goed af.
Controleer de afstand tussen de computer en de sensor. (Afstand: binnen een bereik van 20 tot 70 cm)
Installeer de sensor binnen het aangegeven bereik.
Is de batterij van de computer of de sensor zwak? ’s Winters presteren batterijen altijd minder goed.
Vervang de batterijen. Volg daarna de procedure “Vervangen van de batterij”.
Foutieve gegevens over de hoogte boven zeeniveau.
Is de hoogte boven zeeniveau gecorrigeerd?
De hoogte boven zeeniveau variëren door wijzigingen in de atmosferische druk. Corrigeer de
hoogte boven zeeniveau via "Correctie van hoogte boven zeeniveau" in het menuscherm.
Geen aanduiding op de display.
Is de batterij van de computer leeg?
Vervangen. Herstart dan de computer volgens de procedure voor “Herstarten”.
Er worden verkeerde gegevens getoond.
Herstart dan de computer volgens de procedure voor “Herstarten”.
MUNT
MUNT
Specificatie
Batterij.....................Computer : Lithiumbatterij (CR2032) x 1 Sensor : Lithiumbatterij (CR2032) x 1
Levensduur batterij
...Computer : Ong. 10 maanden (als de computer 1 uur per dag gebruikt is; de levensduur van de batterij varieert
afhankelijk van het gebruik.)
Sensor : Ong. 8 maanden (wanneer de computer wordt gebruikt gedurende 1 uur/dag; de levensduur van de batterij
verschilt naargelang de gebruiksomstandigheden.)
Dit is het gemiddelde bij gebruik onder de 20 °C en bij een afstand tussen de computer en de sensor van 65 cm.*
Controller ................Microcomputer van 8 bits 1-chip (kristalaangestuurde oscillator)
Display ....................LCD Sensor ...Contactloze magnetische sensor
Zendbereik ..............Tussen 20 en 70 cm
Wielmaten ...............0100 mm - 3999 mm (Beginwaarde A: 2096 mm, B: 2050 mm)
Omgevingstemperatuur
...0 °C - 40 °C (Dit product zal niet goed functioneren als de temperatuur te hoog of te laag is. Trage reactie of een zwart
lcd-scherm bij respectievelijk lagere of hogere temperaturen kunnen optreden.)
Afmetingen/gewicht
...Computer : 57 x 34 x 15 mm / 30 g Sensor : 41,5 x 35 x 15 mm / 15 g
De levensduur van de batterij die al in de fabriek is aangebracht, kan soms iets korter zijn.*
Veranderingen in technische gegevens en ontwerp voorbehouden.*
CR2032
Open
Open
Dicht
Dicht
CR2032
#160-2890
Onderdelenset
#160-2880
Sensor
#160-2770
Houder
#160-0280N
Stuurhouder
#166-5150
Lithiumbatterij
(CR2032)
#169-9691N
Wiel magneet
#160-2193
Houder
Standaardonderdelen
Onderdelen
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3

Cateye Adventure [CC-AT200W] de handleiding

Categorie
Fietsaccessoires
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor