Dell H625cdw Cloud MFP Laser Printer de handleiding

Merk: Dell

Model: H625cdw Cloud MFP Laser Printer

Type: de handleiding

Dell™ Color Cloud Multifunction Printer | H625cdw

Dell™ Color Cloud Multifunction Printer | H825cdw

Dell™ Color Smart Multifunction Printer | S2825cdn

Gebruikershandleiding

Standaard model: H625cdw

H825cdw

S2825cdn

Opmerkingen, aanwijzingen en

waarschuwingen

OPMERKING:

• een OPMERKING geeft u belangrijke informatie voor het optimaal gebruik van de printer.

OPGELET:

• de aawijzing OPGELET attendeert u op mogelijke schade aan de hardware of verlies van

gegevens indien de aanwijzingen niet worden opgevolgd.

WAARSCHUWING:

• een WAARSCHUWING attendeert u op mogelijke schade aan eigendommen, persoonlijk letsel of

dodelijke afloop.

De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.

Reproductie van dit materiaal, of welke wijze dan ook en zonder schriftelijke toestemming van

Dell Inc. is ten strengste verboden.

Handelsmerken die in deze tekst voorkomen:

Dell en het DELL-logo zijn handelsmerken van Dell Inc.

Microsoft, Windows, Windows Server en Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde

handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.

Apple, Bonjour, iPhone, Macintosh, Mac OS, AirPrint en het AirPrint-logo zijn handelsmerken van

Apple Inc.

Adobe, PostScript en Photoshop zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van

Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.

RSA en BSAFE zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van EMC Corporation in de

Verenigde Staten en/of andere landen.

Schermafbeeldingen van Microsoft-producten werden overgenomen met de toestemming van

Microsoft Corporation.

Andere handelsmerken en handelsnamen kunnen worden gebruikt in dit document om te

verwijzen naar de rechtspersonen die de merken en namen opeisen, dan wel naar hun

producten. Dell Inc. wijst hierbij elk eigendomsbelang af in de genoemde handelsmerken en

handelsnamen, anders dan de eigen merken en namen.

Over de licentie

XML Paper Specification (XPS): Dit product kan intellectueel eigendom bevatten van Microsoft

Corporation. De voorwaarden waaronder Microsoft licentie verleent voor dit intellectueel

eigendom staan op http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=52369; DES: Dit product bevat

uitgegeven AES-software, onder BSD-licentievoorwaarden verstrekt door Dr. Brian Gladman;

Betreffende RSA BSAFE

Deze printer is voorzien van RSA

BSAFE

cryptografische software van EMC

Corporation.

ICC Profile Header

Rights Reserved

Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining a copy of this software and

associated documentation files (the “Software”), to deal in the Software without restriction,

including without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish distribute, sublicense,

and/or sell copies of the Software, and to permit persons to whom the Software is furnished to

do so, subject to the following conditions:

The above copyright notice and this permission notice shall be included in all copies or

substantial portions of the Software.

THE SOFTWARE IS PROVIDED “AS IS”, WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS OR

IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO THE WARRANTIES OF MERCHANTABILITY, FITNESS

FOR A PARTICULAR PURPOSE AND NON-INFRINGEMENT. IN NO EVENT SHALL SUNSOFT, INC.

OR ITS PARENT COMPANY BE LIABLE FOR ANY CLAIM, DAMAGES OR OTHER LIABILITY,

WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT, TORT OR OTHERWISE, ARISING FROM, OUT OF OR

IN CONNECTION WITH THE SOFTWARE OR THE USE OR OTHER DEALINGS IN THE SOFTWARE.

Except as contained in this notice, the name of SunSoft, Inc. shall not be used in advertising or

otherwise to promote the sale, use or other dealings in this Software without written

authorization from SunSoft Inc.

JPEG Library

Independent JPEG Group's free JPEG software

____________________

This package contains C software to implement JPEG image encoding, decoding, and

transcoding. JPEG is a standardized compression method for full-color and gray-scale images.

The distributed programs provide conversion between JPEG “JFIF” format and image files in

PBMPLUS PPM/PGM, GIF, BMP, and Targa file formats. The core compression and

decompression library can easily be reused in other programs, such as image viewers. The

package is highly portable C code; we have tested it on many machines ranging from PCs to

Crays.

We are releasing this software for both noncommercial and commercial use. Companies are

welcome to use it as the basis for JPEG-related products. We do not ask a royalty, although we

do ask for an acknowledgement in product literature (see the README file in the distribution for

details). We hope to make this software industrial-quality --- although, as with anything that's

free, we offer no warranty and accept no liability.

For more information, contact jpeg-info@jpegclub.org.

Contents of this directory

____________________

jpegsrc.vN.tar.gz contains source code, documentation, and test files for release N in Unix

format.

jpegsrN.zip contains source code, documentation, and test files for release N in Windows

format.

jpegaltui.vN.tar.gz contains source code for an alternate user interface for cjpeg/djpeg in Unix

format.

jpegaltuiN.zip contains source code for an alternate user interface for cjpeg/djpeg in Windows

format.

wallace.ps.gz is a PostScript file of Greg Wallace's introductory article about JPEG. This is an

update of the article that appeared in the April 1991 Communications of the ACM.

jpeg.documents.gz tells where to obtain the JPEG standard and documents about JPEG-related

file formats.

jfif.ps.gz is a PostScript file of the JFIF (JPEG File Interchange Format) format specification.

jfif.txt.gz is a plain text transcription of the JFIF specification; it's missing a figure, so use the

PostScript version if you can.

TIFFTechNote2.txt.gz is a draft of the proposed revisions to TIFF 6.0's JPEG support.

pm.errata.gz is the errata list for the first printing of the textbook “JPEG Still Image Data

Compression Standard” by Pennebaker and Mitchell.

jdosaobj.zip contains pre-assembled object files for JMEMDOSA.ASM. If you want to compile the

IJG code for MS-DOS, but don't have an assembler, these files may be helpful.

Math Library

Developed at SunPro, a Sun Microsystems, Inc. business.

Permission to use, copy, modify, and distribute this software is freely granted, provided that this

notice is preserved.

====================================================

libtiff

Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this software and its documentation for any

purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this

permission notice appear in all copies of the software and related documentation, and (ii) the

names of Sam Leffler and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating

to the software without the specific, prior written permission of Sam Leffler and Silicon Graphics.

THE SOFTWARE IS PROVIDED “AS-IS” AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS,

IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF

MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.

IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL,

INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES

WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT

ADVISED OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT

OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.

Zlib

zlib.h -- interface of the 'zlib' general purpose compression library version 1.2.8, April 28th, 2013

This software is provided 'as-is', without any express or implied warranty. In no event will the

authors be held liable for any damages arising from the use of this software.

Permission is granted to anyone to use this software for any purpose, including commercial

applications, and to alter it and redistribute it freely, subject to the following restrictions:

1. The origin of this software must not be misrepresented; you must not claim that you wrote the

original software. If you use this software in a product, an acknowledgment in the product

documentation would be appreciated but is not required.

2. Altered source versions must be plainly marked as such, and must not be misrepresented as

being the original software.

3. This notice may not be removed or altered from any source distribution.

Jean-loup Gailly Mark Adler

jloup@gzip.org madle[email protected]ltech.edu

____________________

RECHTSBEPERKINGEN VOOR DE OVERHEID VAN DE VERENIGDE STATEN

Deze software en de bijbehorende documentatie worden geleverd met BEPERKTE RECHTEN.

Het gebruik, de vermenigvuldiging of openbaarmaking door de Overheid valt onder de

beperkingen die zijn vervat in subparagraaf (c)(1)(ii) van het artikel de Rechten aangaande

Technische Gegevens en Computer Software in DFARS 252.227-7013 en in geldende FAR

voorzieningen: Dell Inc., One Dell Way, Round Rock, Texas, 78682, VS.

Oktober 2015 Rev. A00

| Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Opmerkingen, aanwijzingen en waarschuwingen 2

1 Voordat u begint 13

Over deze handleiding 14

Toelichting 14

Informatie zoeken 15

Producteigenschappen 16

Printeroverzicht 19

Voor- en achteraanzicht 19

Papierlade voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (DADF) 21

Bedieningspaneel 21

Optioneel accessoire 23

Grafische symbolen op de printer en hun betekenissen 24

2 De printer configureren 25

Overzicht van de printerconfiguratie 26

De configuratie van de printer voorbereiden 27

Ruimtevereisten 27

De printer beveiligen 27

Uw printer op een telefoonlijn aansluiten 28

De printer met een muuraansluiting verbinden 28

De printer op een modem aansluiten 29

Een telefoon of antwoordapparaat aansluiten 29

De printer in-/uitschakelen 31

De printer aanzetten 31

De printer uitschakelen 32

Aanvankelijke instellingen instellen op het bedieningspaneel 32

Uw printer verbinden met een computer 38

Overzicht 38

Verbinden met een draadloos netwerk 39

Verbinden met een bedraad netwerk (ethernetnetwerk) 44

Aansluiten op een computer via USB 45

De software op Windows

-computers installeren 46

De software op Macintosh-computers installeren 53

Inhoudsopgave |

Uw printer verbinden met mobiele apparaten 56

Wi-Fi Direct 56

Dell Document Hub 59

AirPrint 60

Google Cloud Print 60

Mopria Print Service 65

De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS) 66

Gebruik op Red Hat Enterprise Linux 6-werkstation 66

Gebruik met SUSE Linux Enterprise Desktop 11 68

Gebruik op Ubuntu 12.04 LTS 71

Instellen van het IP-adres 74

Een IP-adres toewijzen 74

Verifiëren van de IP-instellingen 76

3 Uw printer gebruiken 77

Het bedieningspaneel gebruiken 78

Over het Startscherm 78

Basishandelingen op het touch-paneel 79

Tegels verplaatsen, toevoegen of verwijderen 80

Het toetsenbord gebruiken dat op het touch-paneel wordt weergegeven 82

De taal wijzigen 82

Paneelvergrendeling 82

De energiebesparingstimer instellen 84

Over de functie Gelijktijdige taken 84

Begrip van de systeemmenu’s 85

Rapport/lijst 85

Wi-Fi | WPS 87

Gekoppeld apparaat 87

Beheerinstellingen 88

Standaardinstellingen 119

Instellingen papierlade 120

Taalinstellingen 121

Standaardwaarden herstellen 121

Begrip van de taakmenu’s 123

Afdrukken 123

Kopiëren 125

ID kopiëren 127

N-op-1 kopiëren 128

Scan naar email 128

Scan naar netwerkmap 129

| Inhoudsopgave

Scan naar USB 129

Scan naar computer 129

Fax 132

PDF/TIFF afdrukken 133

JPEG afdrukken 134

Dell Document Hub 135

SharePoint 139

App toevoegen 140

Dell™ Printer Configuration Web Tool 141

Voorbereidingen voor het gebruik van Dell Printer Configuration Web Tool 141

Dell Printer Configuration Web Tool starten 142

Pagina weergaveformaat 142

De instellingen van menu-items wijzigen 145

Afdrukmediarichtlijnen 201

Ondersteunde afdrukmedia 201

Ondersteund papiergewicht 204

Afdrukmedia die niet worden aanvaard 204

Aanbevolen afdrukmedia 205

Richtlijnen voor het bewaren van afdrukmedia 206

Inleggen van de afdrukmedia 208

Voor u media plaatst 208

Afdrukmedia in lade 1 en de optionele lade voor 550 vel leggen 208

Afdrukmedia in de multifunctionele papierlade (MPF) plaatsen 214

Plaatsen van briefhoofd-, voorbedrukt en geperforeerd papier 218

Laden koppelen 218

Documenten plaatsen 220

Voor u documenten in de DADF plaatst 220

Een document in de automatische papierlade voor dubbelzijdig afdrukken

(DADF) plaatsen 221

Een document op de document-glasplaat plaatsen 221

4 Afdrukken, kopiëren, scannen, faxen en Dell Document

Hub 223

Afdrukken 224

Een afdruktaak verzenden 224

Een afdruktaak annuleren 224

Dubbelzijdig afdrukken 225

Opgeslagen afdruk gebruiken 227

Afdrukken vanaf een USB-stick 231

Printerinstellingen 232

Inhoudsopgave |

Kopiëren 234

Kopieën maken met behulp van de document-glasplaat 234

Kopieën maken met behulp van de DADF 234

De ID kopiëren gebruiken 235

De standaardkopieerinstellingen wijzigen 235

Scannen 237

Overzicht scannen 237

Scannen naar een computer via een USB-verbinding 238

Scannen naar een computer via een netwerkverbinding 239

Vanaf een computer scannen met behulp van Web Services on Devices (WSD) 241

Scannen met de TWAIN-driver 242

Scannen met het stuurprogramma Windows

Image Acquisition (WIA) 243

Scannen met behulp van Wi-Fi Direct 244

Scannen naar een computer of server via SMB/FTP 245

Scannen naar een USB-flashstation 255

Gescande gegevens via e-mail verzenden 256

De scanner beheren 261

De standaardscaninstellingen wijzigen 263

Faxen 264

Initiële instellingen 264

De faxinstellingen wijzigen 265

Een fax verzenden 266

Een uitgestelde fax verzenden 268

Een fax rechtreeks vanaf een computer verzenden 269

Automatisch kiezen 273

Telefoonboek 277

Een fax ontvangen 277

Faxrapporten 280

De standaardfaxinstellingen wijzigen 281

Dell Document Hub 282

De gebruiker registreren en inloggen bij Dell Document Hub 282

Bestanden zoeken en afdrukken 285

Door bestanden bladeren en ze afdrukken 286

Scannen 287

Het document scannen met behulp van Optische tekenherkenning (OCR) 288

De gescande gegevens via e-mail naar uzelf verzenden 289

Een gescand visitekaartje via e-mail naar uzelf verzenden 290

Rechtstreeks afdrukken en scannen vanaf SharePoint

292

De SharePoint

-server registreren. 292

Inloggen bij de SharePoint

-server 293

| Inhoudsopgave

Door bestanden bladeren en ze afdrukken 293

Scannen 294

5 Uw printer leren kennen 296

Werken met de software van uw printer 297

Overzicht 297

Status Monitor Widget voor Macintosh gebruiken 300

De Status Monitor Console voor Linux gebruiken 305

Software bijwerken 311

Gebruikersverificatie 312

Gebruikersaccounts maken en bewerken 312

Inloggen op de gebruikersaccount 314

Meerdere bureaubladen- Tegels aanpassen 316

Een nieuwe tegel toevoegen 316

Het adresboek en telefoonboek gebruiken 319

Soorten adresboeken 319

Vermeldingen toevoegen aan of bewerken in het adresboek 320

Via het bedieningspaneel van de printer 320

Via de Adresboek-bewerker 320

Dell Printer Configuration Web Tool 321

Gebruik van het serveradresboek en servertelefoonboek 322

Gebruik van digitale certificaten 326

Beheer van certificaten 326

De functies instellen 330

Printerberichten begrijpen 335

Statuscodes 335

Foutberichten 344

Specificaties 346

Compabiliteit besturingssysteem 346

Stroomvoorziening 346

Afmetingen 347

Gewicht 347

Geheugen 347

Page Description Language (PDL)/emulatie, besturingssysteem en interface 347

Omgeving 348

Kabels 348

Specificaties printer 349

Specificaties kopieermachine 349

Specificaties scanner 350

Inhoudsopgave |

Faxspecificaties 351

Specificaties draadloze verbinding 351

6 Uw printer onderhouden 353

Uw printer onderhouden 354

De status van de benodigdheden controleren 354

Besparen op materiaalkosten 354

Bestellen van benodigdheden 355

Opslag van afdrukmedia 355

Opslag van verbruiksmaterialen 356

Tonercassettes vervangen 356

Afdrukmodule vervangen 358

Toneropvangbak vervangen 364

De binnenkant van de printer reinigen 366

De scanner reinigen 371

De DADF-invoerrollen reinigen 373

De printer verplaatsen 373

Optionele accessoires verwijderen 375

7 Problemen oplossen 377

Problemen oplossen 378

Vastgelopen papier verwijderen 378

Simpele problemen met de printer 390

Schermweergaveproblemen 390

Afdrukproblemen 390

Afdrukkwaliteitsproblemen 391

Problemen met papierstoring/uitlijning 407

Ongewoon geluid 411

Problemen met kopiëren 411

Problemen met faxen 411

Problemen met scannen 413

Problemen met digitaal certificaat 415

Problemen met draadloze verbinding 416

Problemen met geïnstalleerde optionele 550-velinvoer 417

Problemen met Wi-Fi Direct 417

Problemen met het scannerstuurprogramma/printerhulpprogramma 418

Overige problemen 418

Contact opnemen met de klantenservice 418

Appendix 420

Appendix 421

Dell™ technisch ondersteuningsbeleid 421

| Inhoudsopgave

Garantie en beleid voor retourzending 421

Contact opnemen met Dell 421

Voordat u begint

Over deze handleiding 14

Informatie zoeken 15

Producteigenschappen 16

Printeroverzicht 19

Grafische symbolen op de printer en hun betekenissen 24

| Over deze handleiding

Over deze handleiding

Klik op de bladwijzers links voor informatie over de kenmerken, optionele accessoires en

bediening van uw Dell H625cdw, Dell H825cdw of Dell S2825cdn. Zie “Informatie

zoeken” voor informatie over de overige documentatie die met uw printer is

meegeleverd.

OPMERKING:

• in deze handleiding verwijst Dell H625cdw, Dell H825cdw of Dell S2825cdn naar de “printer”.

• In deze handleiding worden de procedures voor de computer uitgelegd met behulp van Microsoft

Windows

7 tenzij anders vermeld.

• De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding zijn van de Dell H825cdw, tenzij anders

vermeld.

Toelichting

Onderstaand wordt de betekenis van de gebruikte symbolen en lettertypen

weergegeven, die in deze handleiding worden gebruikt:

Item Beschrijving

Vet weergegeven tekst • De namen van de hardware-buttons op het bedieningspaneel.

• Menu’s, opdrachten, vensters of dialoogvensters die op het

computerscherm worden weergegeven.

Tekst in het lettertype Courier New • Menu’s en berichten die op het touch-paneel worden

weergegeven.

• Schermnamen op het touch-paneel.

• Tekens die vanuit de computer worden ingevoerd.

• Mappenstructuur.

< > • Toets op het toetsenbord van de computer.

• Geeft een processtroom aan.

“ ” • Kruisverwijzingen in deze handleiding.

• Tekens die vanuit het bedieningspaneel zijn ingevoerd.

• Berichten die op uw computerscherm worden weergegeven.

Informatie zoeken |

Informatie zoeken

Wat zoekt u? Hier vindt u het

Stuurprogramma's en

handleidingen voor mijn printer

Software and Documentation-disk:

De disc Software and Documentation bevat handleidingen,

stuurprogramma's en software voor de printer. U kunt de disc

Software and Documentation gebruiken om stuurprogramma's en

software te installeren, en handleidingen te raadplegen.

Er kunnen op de disc Software and Documentation ook

Readme-bestanden staan met het allerlaatste nieuws over technische

wijzigingen aan de printer of geavanceerd technisch

referentiemateriaal voor gevorderde gebruikers of technici.

Zo installeer ik mijn printer

Zo gebruik ik mijn printer

Configuratiehandleiding

Veiligheidsinformatie

Garantiebepalingen

Belangrijke informatie

WAARSCHUWING:

• Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften onder Belangrijke

informatie voordat u de printer installeert en in gebruik

neemt.

Express Service Code en Service

Tag

De Expres-servicecode en Service-tag vindt u terug in de voorklep

van de printer.

De nieuwste stuurprogramma's

voor mijn printer

Documentatie voor mijn printer

Ga naar www.dell.com/support.

Antwoorden op uw vragen over

technisch onderhoud en

ondersteuning

Ga naar www.dell.com/support. Kies uw regio en vul de gevraagde

gegevens in, u krijgt dan toegang tot de helpfunctie en informatie.

www.dell.com/support biedt diverse online hulpmiddelen, zoals:

• Oplossingen — Nuttige tips voor het oplossen van problemen,

artikelen van technici en online-cursussen

• Upgrades — Upgrade-informatie voor onderdelen zoals de

printerstuurprogramma's

• Klantendienst — Contactinformatie, status van uw bestelling,

garantie en reparatiegegevens

• Downloads — Stuurprogramma's

• Handleidingen — Printerdocumentatie en productgegevens

Service Tag

ABCD123

Express Service Code

01234567890

| Producteigenschappen

Producteigenschappen

Dit hoofdstuk beschrijft de producteigenschappen en geeft hun links aan.

Dell Document Hub-app

Met de Dell Document Hub-app kunt u eenvoudig

documenten, afbeeldingen en digitale inhoud

openen en delen. Met deze innovatieve

cloudoplossing kunt u uw printer en apparaten

verbinden met populaire clouddiensten, waardoor

het mogelijk wordt om nagenoeg overal op een

flexibele en veilige manier samen te werken. Met

behulp van uw computer of mobiele apparaat kunt

u vanaf de app in verschillende clouddiensten

tegelijk bestanden zoeken om documenten af te

drukken of documenten rechtstreeks naar de cloud

te scannen. Bezoek Windows Store, Google Play™

store, en App Store om de apps te downloaden.

Als u een mobiel Android-toestel gebruikt, kunt u

ook het volgende doen:

• Tik op uw toestel op de printer om de app te

downloaden (alleen wanneer de app niet

geïnstalleerd is op uw toestel)

• Tik op uw toestel op de printer om de app te

starten, om te beginnen met printen of om te

beginnen met scannen.

Ga voor meer informatie over het gebruik van Dell

Document Hub naar de FAQ op

Dell.com/documenthub.

Dell Printer Hub

(Dell H625cdw en Dell H825cdw)

Dell Printer Hub is een programma voor het

monitoren en melden van de printerstatus. U kunt

het ook gebruiken om de printerinstellingen aan te

passen. Het programma laat u ook weten wanneer

er firmware-/software-updates beschikbaar zijn. U

kunt Dell Document Hub ook openen via Dell

Printer Hub. Dell Printer Hub kunt u terugvinden op

de disc Software and Documentation en wordt

samen met de handleidingen, stuurprogramma’s

en software van de printer geïnstalleerd. Open voor

meer informatie het programma en klik op in de

rechterbovenhoek van het hoofdvenster om de

FAQ’s te raadplegen.

Dell Printer Management Tool

(Dell S2825cdn)

Dell Printer Management Tool is een programma

voor het monitoren en melden van de

printerstatus. U kunt het ook gebruiken om de

printerinstellingen aan te passen. Het programma

laat u ook weten wanneer er

firmware-/software-updates beschikbaar zijn. Dell

Printer Management Tool kunt u terugvinden op de

disc Software and Documentation en wordt samen

met de handleidingen, stuurprogramma’s en

software van de printer geïnstalleerd. Open voor

meer informatie het programma en klik in de

rechterbovenhoek van het hoofdvenster om de

FAQ’s te raadplegen.

Producteigenschappen |

Converteren en opslaan met Dell Document Hub

(Dell H625cdw en Dell H825cdw)

Met Dell Document Hub kunt u papieren

documenten scannen en deze rechtstreeks

opslaan in uw favoriete cloudopslagservice. U kunt

papieren documenten ook omzetten in

bewerkbare digitale inhoud voordat u ze naar de

cloudopslag verzendt.

Zie ”Het document scannen met behulp van

Optische tekenherkenning (OCR)”.

Afdrukken met Dell Document Hub

(Dell H625cdw en Dell H825cdw)

Met Dell Document Hub kunt u gemakkelijk

documenten in de cloudopslag vinden en

afdrukken. U kunt bestanden zoeken in diverse

cloudopslagdiensten tegelijk.

Zie ”Bestanden zoeken en afdrukken”.

Afdrukken van USB

Met de functie Afdrukken van USB kunt u

bestanden rechtstreeks afdrukken vanaf een

USB-flashstation zonder dat u hiervoor uw

computer en een programma moet opstarten.

Zie “Afdrukken vanaf een USB-stick”.

ID kopiëren

Met de functie ID kopiëren kunt u eenvoudig

beide kanten van een ID-kaart, met de originele

afmetingen, op één kant van een stuk papier

afdrukken.

Zie “De ID kopiëren gebruiken”.

Scan naar email

Met de functie Scan naar email kunt u

gescande gegevens als bijlage bij een e-mail

verzenden. Selecteer na het scannen de

e-mailadressen van de ontvangers in het

adresboek van de printer of server, of voer het

adres in via het touch-paneel van de printer.

Zie “Gescande gegevens via e-mail verzenden”.

Scan naar netwerkmap

U kunt gescande gegevens zonder software

overzetten naar een pc of een server via Server

Message Block (SMB) of FTP. Hoewel de FTP server

of pc eerst in het adresboek moet zijn opgenomen,

bespaart u hiermee toch tijd.

Zie ”Scannen naar een computer of server via

SMB/FTP”.

| Producteigenschappen

Scan naar USB

U hebt geen pc nodig om gescande gegevens op

te slaan op een USB-flashstation met de functie

Scan naar USB. U kunt het USB-flashstation dat

op de printerpoort is aangesloten, selecteren als

locatie om de gegevens op te slaan wanneer u

scant.

Zie “Scannen naar een USB-flashstation”.

Scannen vanaf de document-glasplaat

U kunt de pagina’s van een boek of brochure

scannen via de document-glasplaat.

Zie ”Kopieën maken met behulp van de

document-glasplaat”.

Scannen vanaf de automatische papierlade voor

dubbelzijdig afdrukken (DADF)

Met behulp van de DADF kunt u losse vellen papier

scannen.

Zie “Kopieën maken met behulp van de DADF”.

Documenten beheren met PaperPort

(Dell S2825cdn)

U kunt uw gescande document ordenen, zoeken

en delen met behulp van de gebundelde

PaperPort-software.

Printeroverzicht |

Printeroverzicht

Voor- en achteraanzicht

Vooraanzicht

OPMERKING:

• Plaats of verwijder geen tonercassettes terwijl de printer in werking is.

1 Verlenging opvangbak 7 Klep rechterkant

2 USB-poort voorzijde 8 Voorklep

3 Bedieningspaneel 9 Lade 1

4 Papierlade voor automatisch dubbelzijdig

afdrukken (DADF)

10 Optionele 550-velinvoer (lade 2)

5 Afdrukmodules 11 Multifunctionele papierlade (MPF)

6 Toneropvangbak 12 Tonercassettes

7891011

321

| Printeroverzicht

Achteraanzicht

1 Telefoonaansluiting 6 “Blauw” dopje

2 Aansluiting op de telefoon 7 Duplexeenheid

3 Ethernet-poort 8 Fusereenheid

4 USB-poort 9 Achterklep

5 Stroomaansluiting

Printeroverzicht |

Papierlade voor automatisch dubbelzijdig afdrukken

(DADF)

OPMERKING:

• trek de documentstopper naar buiten om te voorkomen dat het document van de printer valt.

Bedieningspaneel

Dell H625cdw/Dell H825cdw

1 DADF-klep 5 Papierlade

2 Documentgeleiders 6 Documentstopper

3 DADF-kokerklep 7 Documentuitvoerlade

4 Document-glasplaat 8 DADF-invoerrollen

134578 962

12 101314 11

| Printeroverzicht

Dell S2825cdn

1Knop (Home) Hiermee komt u in het Home -scherm.

2Knop

(Inloggen/Uitloggen)

Hiermee kunt u uitloggen wanneer de gebruiker is ingelogd.

3 Touch-paneel De instellingen worden weergegeven wanneer het scherm wordt

aangeraakt.

Geeft verschillende instellingen, instructies en foutberichten weer.

4 Gereed/ Fout-LED Brandt groen wanneer de printer gereed is voor gebruik en knippert

groen wanneer gegevens worden ontvangen.

Brandt geel wanneer sprake is van een storing en knippert geel

wanneer een onherstelbare afdrukstoring is opgetreden.

5 Numerieke toetsen Worden cijfers en letters mee ingevoerd.

6Knop (Wi-Fi)* Brandt wit wanneer Wi-Fi

geactiveerd is en knippert in bepaalde

omstandigheden. Zie “Status van de LED van de knop Wi-Fi”.

7Knop

(Herhalen/Pauzeren)

Een telefoonnummer wordt opnieuw gekozen.

Er wordt een pauze in een telefoonnummer ingelast. Wanneer u de

knop (Herhalen/Pauzeren) indrukt, verschijnt “-” op het

touch-paneel.

8Knop (Kopieer) Hiermee kunt u een document kopiëren. Deze functie is alleen actief

via het Home-scherm en wanneer u bent ingelogd bij de printer.

9Knop (Voeding) Schakelt de printer in/uit of schakelt de printer tussen twee standen:

stand-by en energiebesparing.

• Als u de knop indrukt en loslaat, schakelt u de printer in. Om de

printer uit te schakelen, houdt u de knop ingedrukt tot het scherm

Stroomvoorzieningsbeheer op het touch-paneel verschijnt en

tikt u vervolgens op Uitschakelen.

• Met iedere druk op de knop schakelt u tussen de stand-by- en

energiebesparingsmodi. Als de energiebesparingsstand wordt

ingeschakeld, knippert de knop langzaam.

OPGELET:

• De printer kan worden uitgeschakeld door deze knop

gedurende zes seconden of langer ingedrukt te houden.

Houd er echter rekening mee dat gegevens in het geheugen

hierdoor verloren kunnen gaan.

10 (NFC) lezer* Start de communicatie tussen de printer en een NFC-kaart of een

mobiel apparaat dat over de NFC-functie beschikt wanneer u met de

kaart of het apparaat tegen de lezer tikt of erover beweegt.

134578 92

121314 11

Printeroverzicht |

Dit is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

OPMERKING:

• als u naar een ander menu gaat of terugkeert naar een vorig scherm, wordt de huidige invoer of

instelling geannuleerd. Zorg ervoor dat u op OK drukt om de huidige invoer of instelling op te slaan.

Status van de LED van de knop Wi-Fi

Optioneel accessoire

De optionele 550-velinvoer is verkrijgbaar voor de printer.

Raadpleeg de installatie-instructies die bij de optionele 550-velinvoer geleverd zijn voor

meer informatie over het installeren van de optionele 550-velinvoer.

11 Knop

/(Snelkiestoets 1 /

Snelkiestoets 2)

Kiest het nummer dat respectievelijk geregistreerd staat als “001” en

“002” in de functie FAX-snelkiezen. Deze functie is alleen actief

wanneer het Home-scherm wordt weergegeven.

12 Knop (Verwijderen) Worden cijfers en letters mee gewist.

13 Knop (Taakstatus) Hiermee komt u in het Taakstatus scherm. Vanuit dit scherm kunt u

actieve taken controleren of annuleren.

14 Knop (Informatie) Hiermee komt u in het Informatie -scherm. Hier hebt u toegang tot

diverse informatie en instellingenmenu’s, kunt u verbruiksniveau’s en

de netwerkstatus controleren en verschillende typen rapporten en

lijsten afdrukken.

(Wi-Fi) LED Printerstatus

Uit Wi-Fi is uitgeschakeld.

Verbinding maken met het netwerk via een ethernetkabel

De energiebesparingsstand activeren

Aan Draadloze verbinding ingesteld

Knippert Zoeken naar / verbinden met draadloos LAN-toegangspunt of

-router

Knippert traag Wi-Fi is ingeschakeld maar er is geen verbinding met een

toegangspunt of router.

| Grafische symbolen op de printer en hun betekenissen

Grafische symbolen op de printer en hun

betekenissen

Gebruik geen papier met nietjes of paperclips.

Gebruik geen gevouwen, gekreukt of omgekruld papier.

Gebruik geen papier dat bestemd is voor inkjetprinters.

Gebruik geen OHP-vellen.

Gebruik geen papier dat al aan één zijde is bedrukt.

Opgelet

Werp een tonercassette nooit in een open vlam.

Werp een afdrukmodule nooit in een open vlam.

Stel niet bloot aan licht.

Raak niet aan.

Opgelet (heet oppervlak)

Demonteer het product niet.

Werp een toneropvangbak nooit in een open vlam.

Vergrendelen

Ontgrendelen

De printer configureren

Overzicht van de printerconfiguratie 26

De configuratie van de printer voorbereiden 27

Uw printer op een telefoonlijn aansluiten 28

De printer in-/uitschakelen 31

Uw printer verbinden met een computer 38

Uw printer verbinden met mobiele apparaten 56

De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS) 66

Instellen van het IP-adres 74

| Overzicht van de printerconfiguratie

Overzicht van de printerconfiguratie

Hierna worden de nodige procedures beschreven om de printer te configureren.

Voorbereidingen hardware / initiële instellingen

Verbindingen / printerconfiguratie

“De configuratie van de printer voorbereiden”

“De printer in-/uitschakelen”

“Aanvankelijke instellingen instellen op het bedieningspaneel”

“Uw printer verbinden met een computer”

“Uw printer op een telefoonlijn aansluiten”

“Uw printer verbinden met mobiele apparaten”

De configuratie van de printer voorbereiden |

De configuratie van de printer voorbereiden

Ruimtevereisten

Laat voldoende ruimte rondom de printer voor de papierlade, kleppen en accessoire

installeren en voor de nodige ventilatie.

De printer beveiligen

U kunt de printer beschermen tegen diefstal door een Kensington-slot te gebruiken.

Bevestig het Kensington-slot in de veiligheidssleuf van de printer.

Raadpleeg de bedieningsinstructies die bij het Kensington-slot geleverd zijn.

250 mm/9,84 inch

503,5 mm/19,82 inch

560 mm (22 inch)

100 mm

(3,94 inch)

420 mm/16,54 inch

340 mm (13,4 inch)

260 mm

(10,24 inch)

500 mm/

19,69 inch

Veiligheidssleuf

| Uw printer op een telefoonlijn aansluiten

Uw printer op een telefoonlijn aansluiten

OPGELET:

• Sluit de printer niet rechtstreeks aan op een Digital Subscriber Line (DSL). De printer zou

daardoor beschadigd kunnen raken. Om een DSL te gebruiken hebt u een geschikte DSL-filter

nodig. Neem voor het DSL-filter contact op met uw service provider.

• Om het risico op schokken of brand te verkleinen, gebruikt u alleen telefoonkabel van het type

nr. 26 AWG of dikker.

De printer met een muuraansluiting verbinden

Om de printer op een telefoonlijn aan te sluiten, sluit u een telefoonkabel aan op de

muuraansluiting op de achterzijde van de printer. Sluit het andere uiteinde van het snoer

aan op een actieve muuraansluiting.

Als de telefooncommunicatie in uw land (zoals in Duitsland, Zweden, Denemarken,

Oostenrijk, België, Italië, Frankrijk en Zwitserland) serieel is en er een “gele” stekker

voorzien is, voert u de volgende procedure uit:

1 Verwijder het “Blauwe” dopje van de telefoonaansluiting.

Naar de muuraansluiting

“Blauwe” dopje

Uw printer op een telefoonlijn aansluiten |

2 Sluit de “gele” stekker aan op de telefoonaansluiting.

De printer op een modem aansluiten

U kunt de printer aansluiten op een computer met een modem op dezelfde telefoonlijn

als de printer.

Zorg ervoor dat de modem aangesloten is op een actieve muuraansluiting en verbind

vervolgens een telefoonkabel met de telefoonaansluiting op de modem. Sluit het andere

uiteinde van het snoer aan op de muuraansluiting op de achterzijde van de printer.

OPMERKING:

• Schakel de functie van de computermodem voor het ontvangen van faxen uit als u de faxfunctie

van de printer gebruikt.

• Gebruik de computermodem niet als uw printer bezig is met het verzenden of ontvangen van een

fax.

• Om te faxen via de computermodem volgt u de instructies die bij uw computermodem en

faxprogramma horen.

Een telefoon of antwoordapparaat aansluiten

Als u een telefoonlijn deelt voor telefoongesprekken en faxberichten, kunt u een

telefoon of antwoordapparaat op de printer aansluiten om de oproepen te

beantwoorden.

“Gele” stekker

Telefoonaansluiting

Naar een

actieve

muuraansluiting

Aansluiting op de telefoon

| Uw printer op een telefoonlijn aansluiten

1 Controleer of een telefoonlijn op de printer is aangesloten.

Zie “De printer met een muuraansluiting verbinden”.

2 Verwijder het “Blauwe” dopje van de telefoonaansluiting.

3 Sluit een snoer van een telefoonlijn of antwoordapparaat aan op de

telefoonaansluiting aan de achterzijde van de printer. Sluit het andere uiteinde van

het snoer aan op een externe telefoon of een antwoordapparaat.

“Blauwe” dopje

Naar een externe telefoon of

antwoordapparaat

De printer in-/uitschakelen |

De printer in-/uitschakelen

OPMERKING:

• De afbeeldingen in dit hoofdstuk zijn van de Dell H625cdw en Dell H825cdw, tenzij anders

vermeld.

De printer aanzetten

WAARSCHUWING:

• gebruik geen verlengsnoeren of losse contactdozen.

• De printer mag niet worden aangesloten op een UPS-systeem (noodstroomvoorziening).

1 Sluit de voedingskabel aan op de stroomaansluiting achter op de printer en

vervolgens op een stopcontact.

2 Druk op de knop (Voeding) op het bedieningspaneel.

| De printer in-/uitschakelen

De printer uitschakelen

OPMERKING:

• De gegevens worden uit het geheugen gewist wanneer u de printer uitschakelt.

Houd de knop (Voeding) ingedrukt tot het scherm Energiebeheer verschijnt op

het touch-paneel en tik vervolgens op Uitschakelen.

OPGELET:

• De printer kan worden uitgeschakeld door deze knop gedurende zes seconden of langer

ingedrukt te houden. Houd er echter rekening mee dat gegevens in het geheugen hierdoor

verloren kunnen gaan.

Aanvankelijke instellingen instellen op het

bedieningspaneel

Wanneer u de printer voor het eerst inschakelt, moet u de printertaal, het land, de datum,

de tijd en de faxinstellingen instellen.

Wanneer u de printer aanzet wordt op het touch-paneel het wizardscherm voor het

uitvoeren van de aanvankelijke configuratie weergegeven. Voer de volgende procedure

uit om de aanvankelijke instellingen in te stellen.

OPMERKING:

• Wanneer u niet begint met het configureren van de initiële instellingen, wordt de printer na 3

minuten opnieuw gestart en verschijnt het Home-scherm op het touch-paneel. Vervolgens kunt u

de onderstaande initiële instelling uitvoeren door de Wizard inschakel. op het touch-paneel te

activeren vanaf:

De knop (Informatie) tabblad Extra Beheerinstellingen

Systeeminstellingen Algemeen Wizard inschakel..

U kunt ook dezelfde instelling configureren met Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell™ Printer Configuration Web Tool”.

1 Zet de printer aan.

2 Tik op tot de gewenste taal verschijnt en tik daarna op de gewenste taal.

3 Tik op Volgende Tijdzone.

4 Tik op tot de gewenste geografische regio verschijnt en tik daarna op de

gewenste geografische regio.

5 Tik op tot de gewenste tijdzone verschijnt en tik daarna op de gewenste tijdzone.

De printer in-/uitschakelen |

Geografische regio Tijdzone

Afrika (UTC) Accra, Bamako, Dakar, Nouakchott

(UTC) Casablanca

(UTC +01:00) Algiers, Douala, Libreville, Loeanda

(UTC +01:00) Tunis

(UTC +01:00) Windhoek

(UTC +02:00) Caïro

(UTC +02:00) Harare, Johannesburg, Kinshasa, Tripoli

(UTC +03:00) Addis Abeba, Khartoem, Mogadishu, Nairobi

Amerika (UTC -10:00) Adak

(UTC -09:00) Alaska

(UTC -08:00) Pacific Time (VS en Canada)

(UTC -08:00) Tijuana

(UTC -07:00) Arizona, Dawson Creek, Sonora

(UTC -07:00) Chihuahua, Mazatlan

(UTC -07:00) Mountain Time (VS en Canada)

(UTC -06:00) Cancun, Mexico-stad, Monterrey

(UTC -06:00) Midden-Amerika

(UTC -06:00) Central Time (VS en Canada)

(UTC -06:00) Saskatchewan

(UTC -05:00) Atikokan, Resolute

(UTC -05:00) Bogota, Lima, Panama, Quito

(UTC -05:00) Kaaimaneilanden, Jamaica, Port-au-Prince

(UTC -05:00) Eastern Time (VS en Canada)

(UTC -05:00) Grand Turk

(UTC -05:00) Havana

(UTC -04:30) Caracas

(UTC -04:00) Asuncion

(UTC -04:00) Atlantic Time (Canada)

(UTC -04:00) Blanc-Sablon

(UTC -04:00) Caraïben

(UTC -04:00) Cuiaba

(UTC -04:00) Georgetown, La Paz, Manaus

(UTC -04:00) Thule

(UTC -03:30) St. John's

(UTC -03:00) Brasilia, Cayenne, Paramaribo

(UTC -03:00) Buenos Aires

(UTC -03:00) Groenland

(UTC -03:00) Miquelon

(UTC -03:00) Montevideo

(UTC -02:00) Noronha

| De printer in-/uitschakelen

Antarctica (UTC -04:00) Palmer-archipel, Santiago

(UTC -03:00) Rothera

(UTC +03:00) Syowa

(UTC +06:00) Mawson, Vostok

(UTC +07:00) Davis

(UTC +08:00) Casey

(UTC +10:00) Dumont d'Urville

(UTC +12:00) McMurdo

Azië (UTC +02:00) Amman

(UTC +02:00) Beiroet

(UTC +02:00) Damascus

(UTC +02:00) Jeruzalem

(UTC +02:00) Nicosia

(UTC +02:00) Palestina

(UTC +03:00) Aden, Bagdad, Qatar, Riyad

(UTC +03:30) Teheran

(UTC +04:00) Bakoe

(UTC +04:00) Dubai, Muscat, Tbilisi

(UTC +04:00) Jerevan

(UTC +04:30) Kaboel

(UTC +05:00) Aqtau, Aqtobe, Ashgabat, Samarkand

(UTC +05:00) Jekaterinenburg

(UTC +05:00) Karachi

(UTC +05:30) Colombo, Calcutta

(UTC +05:45) Kathmandu

(UTC +06:00) Almaty, Bisjkek, Dhaka, Thimphu

(UTC +06:00) Novosibirsk, Omsk

(UTC +06:30) Yangon (Rangoon)

(UTC +07:00) Bangkok, Ho Chi Minh, Hovd, Jakarta

(UTC +07:00) Krasnojarsk

(UTC +08:00) Chongqing, Hongkong, Sjanghai

(UTC +08:00) Irkoetsk

(UTC +08:00) Kuala Lumpur, Makassar, Manilla, Singapore

(UTC +08:00) Taipei

(UTC +08:00) Ulaanbaatar

(UTC +09:00) Dili, Jayapura

(UTC +09:00) Pyongyang

(UTC +09:00) Seoel

(UTC +09:00) Tokio

(UTC +09:00) Jakoetsk

(UTC +10:00) Sachalin, Wladiwostok

(UTC +11:00) Magadan

(UTC +12:00) Anadyr, Kamtsjatka

Geografische regio Tijdzone

De printer in-/uitschakelen |

Atlantische Oceaan (UTC -04:00) Bermuda

(UTC -04:00) Stanley

(UTC -02:00) Zuid-Georgië

(UTC -01:00) Azoren, Scoresbysund

(UTC -01:00) Kaap Verdië

(UTC) Reykjavik

Australië (UTC +08:00) Perth

(UTC +08:45) Eucla

(UTC +09:30) Adelaide

(UTC +09:30) Darwin

(UTC +10:00) Brisbane, Lindeman

(UTC +10:00) Hobart, Melbourne, Sydney

(UTC +10:30) Lord Howe-eiland

Europa (UTC) Dublin, Edinburgh, Lissabon, Londen

(UTC +01:00) Amsterdam, Berlijn, Rome, Stockholm, Wenen

(UTC +01:00) Belgrado, Bratislava, Boedapest, Praag

(UTC +01:00) Brussel, Kopenhagen, Madrid, Parijs

(UTC +01:00) Sarajevo, Skopje, Warschau, Zagreb

(UTC +02:00) Athene, Boekarest, Istanboel

(UTC +02:00) Helsinki, Kiev, Riga, Sofia

(UTC +02:00) Kaliningrad, Minsk

(UTC +03:00) Moskou

(UTC +04:00) Samara

Indische Oceaan (UTC +03:00) Antanarivo, Comoren, Mayotte

(UTC +04:00) Mahe, Reunion

(UTC +04:00) Mauritius

(UTC +05:00) Kerguelen, Maldiven

(UTC +06:00) Chagos

(UTC +06:30) Cocoseilanden

(UTC +07:00) Christmaseiland

Geografische regio Tijdzone

| De printer in-/uitschakelen

6 Tik op OK Datum.

7 Selecteer uit het weergegeven menu een datumnotatie door Notatie te kiezen.

8 Nadat u het keuzevakje onder Jaar hebt aangetikt, moet u op - of + tikken of de

gewenste waarde in het nummerveld invoeren.

Herhaal deze stap om de gewenste waarde voor Maand en Dag in te voeren.

9 Tik op OK Tijd.

10 Selecteer voor de tijdnotatie 12-uurs klok of 24-uurs klok. Als u 12-uurs

klok kiest, selecteer dan Vm of Nm.

11 Nadat u het keuzevakje onder Uur hebt aangetikt, moet u de gewenste waarde in

het nummerveld invoeren.

Herhaal deze stap om de gewenste waarde voor Minuut in te voeren.

12 Tik op OK Volgende.

13 Kies een van de volgende werkwijzen:

Om de faxinstellingen door te voeren, selecteert u Ja, fax configureren en

voert u de onderstaande procedure uit:

a Voer met behulp van het nummerveld het faxnummer in van de printer.

b Tik op Land.

c Tik op tot het gewenste land verschijnt en tik daarna op het gewenste land.

Het standaard papierformaat wordt automatisch ingesteld wanneer het land

wordt geselecteerd.

Grote Oceaan (UTC -11:00) Midway-eilanden, Niue, Samoa

(UTC -10:00) Cookeilanden, Hawaï, Tahiti

(UTC -09:30) Marquesaseilanden

(UTC -09:00) Gambiereilanden

(UTC -08:00) Pitcairneilanden

(UTC -06:00) Paaseiland

(UTC -06:00) Galapagoseilanden

(UTC +09:00) Palau

(UTC +10:00) Guam, Port Moresby, Saipan

(UTC +11:00) Efate, Guadalcanal, Kosrae

(UTC +11:30) Norfolkeiland

(UTC +12:00) Auckland

(UTC +12:00) Fiji, Marshalleilanden

(UTC +12:45) Chatham

(UTC +13:00) Tongatapu

(UTC +14:00) Kiritimati

Australië A4

Oostenrijk A4

België A4

Canada Letter

Geografische regio Tijdzone

De printer in-/uitschakelen |

d Tik op Volgende.

Om het instellen te beëindigen, selecteert u Nee, ik doe het later.

14 Wanneer het bericht Gefeliciteerd, de configuratie is voltooid.

verschijnt, tikt u op OK.

De printer start opnieuw op.

Colombia Letter

Denemarken A4

Frankrijk A4

Duitsland A4

Ierland A4

Italië A4

Luxemburg A4

Maleisië A4

Mexico Letter

Nederland A4

Nieuw-Zeeland A4

Noorwegen A4

Singapore A4

Zuid-Afrika A4

Spanje A4

Zweden A4

Zwitserland A4

Thailand A4

Groot-Brittannië A4

Verenigde Staten Letter

Onbekend Letter

| Uw printer verbinden met een computer

Uw printer verbinden met een computer

U kunt de printer rechtstreeks met een computer verbinden via USB of u kunt de printer

met een draadloos of bedraad netwerk verbinden.

OPMERKING:

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Overzicht

Hierna volgen eenvoudige procedures die aanbevolen worden om de printer te

verbinden.

Raadpleeg “Verbinden met een draadloos netwerk” voor andere procedures voor

draadloze verbinding dan de bovenstaande.

Draadloze verbinding

Noodzakelijke voorbereidingen

Controleer de instellingen van uw toegangspunt of draadloze router.

Windows

Dell Printer Easy Install

Macintosh

WPS-PBC-instellingen Installatie van

stuurprogramma's en software

“Verbinden met Dell Printer Easy Install (alleen

Windows

)”

“Verbinden met WPS” “De software op

Macintosh-computers installeren”

Uw printer verbinden met een computer |

Verbinden met een draadloos netwerk

Verbinden met Dell Printer Easy Install (alleen Windows

)

1 Plaats de disc Software and Documentation in uw computer.

U kunt ook naar www.dell.com/support gaan, het Service Tag van uw printer

invoeren, de recentste software en het recentste stuurprogramma downloaden, en

vervolgens het gedownloade bestand openen.

OPMERKING:

• Zorg ervoor dat er geen kabel is aangesloten tussen de printer en uw computer.

2 Klik in het venster Dell Printer Easy Install op Volgende. Dell Printer Easy Install

begint naar uw printer te zoeken.

3 Wacht totdat de wizard Dell Printer Easy Install uw printer vindt.

Bekabelde verbinding

(Ethernet of USB)

Noodzakelijke voorbereidingen

Sluit een ethernetkabel of USB-kabel aan op de poort op de achterzijde van de printer.

“Verbinden met een bedraad netwerk (ethernetnetwerk)”

“Aansluiten op een computer via USB”

Windows

Dell Printer Easy Install

Macintosh

Installatie van stuurprogramma's en software

“Verbinden met Dell Printer Easy Install (alleen

Windows

)”

“De software op Macintosh-computers

installeren”

| Uw printer verbinden met een computer

4 Nadat de printer gevonden is, klikt u op Installeren. Volg de instructies op het

scherm om de configuratie te voltooien.

Verbinden met WPS

WPS-PBC en WPS-PIN zijn eenvoudige manieren om een draadloze verbinding te

configureren.

Voor WPS-PBC drukt u op de daartoe voorziene knop op uw toegangspunt of draadloze

router en voert u vervolgens de WPS-PBC-configuratie uit op het bedieningspaneel.

Deze instelling is alleen beschikbaar als het toegangspunt ondersteuning biedt voor

WPS.

Voor WPS-PIN voert u pintoewijzingen voor uw printer en computer in. Deze op een

toegangspunt uitgevoerde instelling is alleen beschikbaar als de toegangspunten van uw

draadloze router ondersteuning bieden voor WPS.

OPMERKING:

• Dit is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

• Zorg ervoor dat u de printer op een draadloos netwerk aansluit en koppel de ethernetkabel los.

• Voordat WPS-PBC wordt gestart, moet worden gecontroleerd waar de WPS-knop (de knop kan

een andere naam hebben) zich bevindt op het draadloze LAN-toegangspunt. Raadpleeg de bij het

draadloze LAN-toegangspunt geleverde handleiding voor informatie omtrent de

WPS-bewerkingen op het draadloze LAN-toegangspunt.

• raadpleeg de bij het draadloze LAN-toegangspunt geleverde handleiding voor WPS-bewerkingen

op het draadloze LAN-toegangspunt.

WPS-PBC (met behulp van de knop Wi-Fi Protected Setup™ (WPS))

1 Houd de knop (Wi-Fi) meer dan 2 seconden ingedrukt.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

OPMERKING:

• Als u de knop (Wi-Fi) minder dan 2 seconden indrukt, verschijnt het scherm Wi-Fi |

WPS.

• Wacht tot het bericht Druk op WPS-knop op router. verschijnt en start vervolgens

binnen 2 minuten de WPS-PBC op het draadloze LAN-toegangspunt (registrar).

2 Zet de printer uit en daarna weer aan.

De instelling van de draadloze LAN-verbinding is gereed.

Nadat het instellen voltooid is, installeert u de software. Zie “De software op

Windows

-computers installeren” of “De software op Macintosh-computers installeren”.

WPS-PBC (met behulp van het touch-paneel)

Als u de knop (Wi-Fi) gebruikt:

1 Druk op de knop (Wi-Fi).

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

2 Tik op WPS (Verbinden via PBC).

3 Zet de printer uit en daarna weer aan.

Als u de knop (Informatie) gebruikt:

1 Druk op de knop (Informatie).

Uw printer verbinden met een computer |

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Netwerk Wi-Fi WPS

inst. Drukknopbediening Configuratie starten.

3 Zet de printer uit en daarna weer aan.

De instelling van de draadloze LAN-verbinding is gereed.

Nadat het instellen voltooid is, installeert u de software. Zie “De software op

Windows

-computers installeren” of “De software op Macintosh-computers installeren”.

WPS-PIN

1 Druk op de knop (Wi-Fi).

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

2 Tik op WPS (Verbinden via PIN).

3 Zet de printer uit en daarna weer aan.

De instelling van de draadloze LAN-verbinding is gereed.

Nadat het instellen voltooid is, installeert u de software. Zie “De software op

Windows

-computers installeren” of “De software op Macintosh-computers installeren”.

OPMERKING:

• Schrijf de achtcijferige pincode op die op het touch-paneel wordt weergegeven. Tik op PIN-code

afdruk. om de pincode af te drukken.

• Wacht tot het bericht Gebruik draadloze router. verschijnt en voer vervolgens de pincode in

op het draadloze LAN-toegangspunt (registrar).

Handmatig verbinding maken met een draadloos netwerk

Maak verbinding met het draadloze netwerk met behulp van het SSID van uw

toegangspunt of draadloze router. Voor informatie over het SSID van uw toegangspunt

of draadloze router kunt u zich wenden tot uw netwerkbeheerder.

Automatische configuratie SSID

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Netwerk Wi-Fi.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Tik op Wizard Configuratie Wi-Fi.

De printer gaat op zoek naar toegangspunten binnen het draadloze netwerk.

4 Tik op tot het gewenste toegangspunt verschijnt en selecteer daarna het

toegangspunt.

Wanneer het gewenste toegangspunt niet verschijnt, gaat u naar “Handmatige

SSID-instelling”.

OPMERKING:

• Het kan zijn dat sommige SSID’s verborgen zijn en niet worden weergegeven. Wanneer de

SSID niet wordt weergegeven, schakelt u de SSID-uitzending van de router in.

5 Tik op Volgende.

6 Voer de WEP-sleutel of wachtwoordzin in.

| Uw printer verbinden met een computer

Als het coderingstype van het geselecteerde toegangspunt in stap 4 op WEP staat:

a Tik op het tekstvak WEP-code en voer vervolgens de WEP-sleutel in.

b Tik op OK.

Als het coderingstype van het geselecteerde toegangspunt in stap 4 op WPA™,

WPA2™ of Gemengd staat:

a Tik op het tekstvak Wachtwoordzin en voer de wachtwoordzin in.

b Tik op OK.

OPMERKING:

• Een wachtwoordzin is een coderingssleutel waarmee toegangspunten of routers beveiligd

kunnen zijn. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding die geleverd is bij het

toegangspunt of de router.

7 Zet de printer uit en daarna weer aan.

De instelling van de draadloze LAN-verbinding is gereed.

Nadat het instellen voltooid is, installeert u de software. Zie “De software op

Windows

-computers installeren” of “De software op Macintosh-computers installeren”.

Handmatige SSID-instelling

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Netwerk Wi-Fi

Wizard Configuratie Wi-Fi.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Selecteer het selectievakje Handmatige SSID-configuratie en tik vervolgens op

Volgende.

4 Voer het SSID in en tik vervolgens op Volgende.

5 Selecteer Infrastructuur of Ad hoc als netwerkmodus afhankelijk van uw

omgeving en tik vervolgens op Volgende.

Als u Infrastructuur selecteert, gaat u door naar stap 6:

Als u Ad hoc selecteert, gaat u door naar stap 7:

OPMERKING:

• Als Wi-Fi Direct op Inschakelen is ingesteld, kunt u Ad hoc niet selecteren.

6 Selecteer het coderingstype uit Geen beveiliging, Mixed mode PSK,

WPA2-PSK-AES of WEP.

Als u geen beveiliging instelt voor uw draadloze netwerk:

a Ti k op tot Geen beveiliging verschijnt en tik vervolgens op Geen

beveiliging.

b Tik op OK.

Als u Mixed mode PSK- of WPA2-PSK-AES-codering gebruikt:

a Ti k op tot Mixed mode PSK of WPA2-PSK-AES verschijnt en tik vervolgens

op het gewenste coderingstype.

b Tik op het tekstvak Wachtwoordzin en voer de wachtwoordzin in.

c Tik op OK.

Uw printer verbinden met een computer |

Als u WEP-codering gebruikt:

a Ti k op tot WEP verschijnt en tik vervolgens op WEP.

b Tik op het tekstvak WEP-code en voer vervolgens de WEP-sleutel in.

c Tik op Verzendingscode en selecteer de gewenste verzendsleutel uit Auto of

WEP-code 1 tot WEP-code 4.

d Tik op OK.

Ga door met stap 8.

OPMERKING:

• Een wachtwoordzin is een coderingssleutel waarmee toegangspunten of routers beveiligd

kunnen zijn. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding die geleverd is bij het

toegangspunt of de router.

7 Selecteer het coderingstype uit Geen beveiliging of WEP.

Als u geen beveiliging instelt voor uw draadloze netwerk:

a Ti k op tot Geen beveiliging verschijnt en tik vervolgens op Geen

beveiliging.

b Tik op OK.

Gebruik van de WEP-codering:

a Ti k op tot WEP verschijnt en tik vervolgens op WEP.

b Tik op het tekstvak WEP-code en voer vervolgens de WEP-sleutel in.

c Tik op Verzendingscode en selecteer de gewenste verzendsleutel uit

WEP-code 1 tot WEP-code 4.

d Tik op OK.

8 Zet de printer uit en daarna weer aan.

De instelling van de draadloze LAN-verbinding is gereed.

Nadat het instellen voltooid is, installeert u de software. Zie “De software op

Windows

-computers installeren” of “De software op Macintosh-computers installeren”.

De draadloze instellingen wijzigen

Start Dell Printer Configuration Web Tool om de draadloze instellingen van de printer te

wijzigen via uw computer. Zie “Dell™ Printer Configuration Web Tool”.

U kunt deze instellingen ook doorvoeren met behulp van de disc Software and

Documentation.

| Uw printer verbinden met een computer

Verbinden met een bedraad netwerk

(ethernetnetwerk)

De ethernetkabel aansluiten

U sluit de printer aan op een ethernetnetwerk door een ethernetkabel met het ene

uiteinde aan te sluiten op de ethernetpoort aan de achterzijde van de printer en met het

andere uiteinde op een ethernetaansluiting of -hub.

OPMERKING:

• Om verbinding te maken van het draadloze netwerk, moet de ethernetkabel losgekoppeld zijn. De

printer wordt verbonden met hetzelfde draadloze netwerk als hetgeen waarmee de gebruikte

computer verbonden is.

Verbinden met Dell Printer Easy Install (alleen Windows

)

1 Plaats de disc Software and Documentation in uw computer.

U kunt ook naar www.dell.com/support gaan, het Service Tag van uw printer

invoeren, de recentste software en het recentste stuurprogramma downloaden, en

vervolgens het gedownloade bestand openen.

OPMERKING:

• Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw computer met behulp van een ethernetkabel.

2 Klik in het venster Dell Printer Easy Install op Volgende. Dell Printer Easy Install

begint naar uw printer te zoeken.

Ethernetaansluiting/-hub

Uw printer verbinden met een computer |

3 Wacht totdat de wizard Dell Printer Easy Install uw printer vindt.

4 Nadat de printer gevonden is, selecteert u die en klikt u op Volgende. Volg de

instructies op het scherm om de configuratie te voltooien.

Configureren via andere methodes

Zie “De software op Windows

-computers installeren” of “De software op

Macintosh-computers installeren” voor meer informatie.

Aansluiten op een computer via USB

De USB-kabel aansluiten

U sluit de printer rechtstreeks op de computer aan door de kleinere USB-connector aan

te sluiten op de USB-poort aan de achterzijde van de printer. Het andere uiteinde van de

kabel sluit u aan op de USB-poort van de computer.

OPGELET:

• Sluit de printer niet aan op een USB-hub.

OPMERKING:

• Controleer of het USB-symbool op de kabel overeenkomt met het USB-symbool op de printer.

Verbinden met Dell Printer Easy Install (alleen Windows

)

1 Plaats de disc Software and Documentation in uw computer.

U kunt ook naar www.dell.com/support gaan, het Service Tag van uw printer

invoeren, de recentste software en het recentste stuurprogramma downloaden, en

vervolgens het gedownloade bestand openen.

OPMERKING:

• Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw computer met behulp van een USB-kabel.

| Uw printer verbinden met een computer

2 Klik in het venster Dell Printer Easy Install op Volgende. Dell Printer Easy Install

begint naar uw printer te zoeken.

3 Wacht totdat de wizard Dell Printer Easy Install uw printer vindt en installeert.

Configureren via andere methodes

Zie “De software op Windows

-computers installeren” of “De software op

Macintosh-computers installeren” voor meer informatie.

De software op Windows

-computers installeren

De software en printerstuurprogramma's installeren met Dell

Printer Easy Install

1 Plaats de Software and Documentation-disk in uw computer.

OPMERKING:

• Als de disc Software and Documentation niet opstart, doet u het volgende.

a Voor Windows

Klik op Start Alle programma's Bureau-accessoires Uitvoeren.

Voor Windows

10:

Klik met de rechtermuisknop op de startknop en klik vervolgens op Uitvoeren.

b Voer D:\setup.exe (D is de stationsletter van het optische station) in en klik op

OK.

2 Klik op Hoofdmenu.

Uw printer verbinden met een computer |

3 Klik in het venster Dell Printer Easy Install op Instellen.

4 Selecteer een manier om verbinding te maken met de printer.

5 Volg de instructies op het scherm tot het scherm Gereed om af te drukken!

verschijnt.

6 Klik op Finish.

OPMERKING:

• U kunt nagaan of de installatie gelukt is door op Testpagina afdrukken te klikken.

De software en printerstuurprogramma's installeren als de

printer aangesloten is op het netwerk of de computer

Als de printerverbinding via USB/ethernet/wireless al geconfigureerd is, doet u het

volgende om het printerstuurprogramma en de software te installeren. U kunt het

stuurprogramma voor een printer installeren via een USB-aansluiting of een

netwerkverbinding.

OPMERKING:

• Om het printerstuurprogramma te installeren via een netwerkverbinding hebt u het IP-adres nodig

dat aan de printer is toegekend. Om het IP-adres van de printer te controleren, voert u een van de

procedures uit in “Verifiëren van de IP-instellingen”.

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

De Printer Control Language (PCL), PostScript (PS) en het

faxstuurprogramma installeren via USB-kabelverbinding

OPMERKING:

• raadpleeg “De Printer Control Language (PCL), PostScript (PS) en het faxstuurprogramma

installeren via netwerkverbinding” voor het aansluiten van de printer op een netwerk.

1 Plaats de Software and Documentation-disk in uw computer.

OPMERKING:

• Als de disc Software and Documentation niet opstart, doet u het volgende.

a Voor Windows

Klik op Start Alle programma's Bureau-accessoires Uitvoeren.

Voor Windows

10:

Klik met de rechtermuisknop op de startknop en klik vervolgens op Uitvoeren.

| Uw printer verbinden met een computer

b Voer D:\setup.exe (D is de stationsletter van het optische station) in en klik op

OK.

2 Klik op Hoofdmenu.

3 Klik in het venster Dell Printer Easy Install op Verbinden.

4 Selecteer USB-kabelverbinding en klik dan op Volgende.

5 Volg de instructies op het scherm tot het scherm Gereed om af te drukken!

verschijnt.

6 Klik op Finish.

OPMERKING:

• U kunt nagaan of de installatie gelukt is door op Testpagina afdrukken te klikken.

Het XML Paper Specification-afdrukstuurprogramma (XPS) installeren via

USB-kabelverbinding

OPMERKING:

• Het XML Paper Specification-stuurprogramma (XPS) wordt ondersteund door Windows Vista

recenter.

• wanneer u gebruik maakt van Windows Vista

of Windows Server

2008, dan moet u Service Pack

2 of hoger installeren en daarna de Windows

Platform-update (KB971644). De update (KB971644)

is beschikbaar op de downloadpagina van Windows

Update.

In de volgende procedure worden Windows

7 en Windows

10 gebruikt als voorbeeld.

Voor Windows

1 Breng de bestanden in het volgende zip-bestand over naar de gewenste locatie.

D:\Drivers\XPS\Win_7Vista\XPS-V3_H825cdw_S2825cdn_H625cdw.zip (D

is de stationsletter van de optische drive)

2 Klik op Start Apparaten en printers Een printer toevoegen.

Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op Ja.

OPMERKING:

• Als u aangemeld bent als een beheerder op de computer bent, klikt u op Ja; anders neemt u

contact op met de beheerder om door te gaan met de gewenste actie.

3 Klik op Een lokale printer toevoegen.

4 Selecteer de poort die is aangesloten op dit product en klik op Volgende.

Uw printer verbinden met een computer |

5 Klik op Have Disk Bladeren.

6 Selecteer het inf-bestand dat bij stap 1 werd uitgepakt en klik vervolgens op OK.

7 Selecteer de printernaam en klik op Volgende.

Als u de printernaam wilt wijzigen, typt u de printernaam in het vak Printernaam en

klikt u op Volgende.

8 Selecteer Deze printer niet delen of Deze printer delen zodat anderen in uw

netwerk deze kunnen vinden en gebruiken en klik vervolgens op Volgende.

9 Na voltooiing van de installatie van het stuurprogramma, klikt u op Een testpagina

afdrukken om de installatie te controleren.

Als u deze printer wilt gebruiken als de standaardprinter, schakelt u het keuzevakje

Stel deze printer in als de standaardprinter in en klikt u op Volgende.

10 Klik op Finish.

Voor Windows

10:

1 Pak het gedownloade zip-bestand op de gewenste locatie uit.

D:\Drivers\XPS\Win_8\XPS-V4_H825cdw_S2825cdn_H625cdw.zip (D is de

stationsletter van de optische drive)

2 Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en klik vervolgens op

Configuratiescherm.

3 Click Hardware en geluiden Apparaten en printers Een printer toevoegen.

4 Klik op De printer die ik wil selecteren staat niet in de lijst.

5 Klik op Een lokale printer of een netwerkprinter toevoegen met handmatige

instellingen Volgende Volgende Have Disk Bladeren.

6 Selecteer het inf-bestand dat bij stap 1 werd uitgepakt en klik vervolgens op OK.

7 Selecteer de printernaam en klik op Volgende.

Als u de printernaam wilt wijzigen, typt u de printernaam in het vak Printernaam en

klikt u op Volgende.

8 Na voltooiing van de installatie van het stuurprogramma, klikt u op Een testpagina

afdrukken om de installatie te controleren.

Als u de printer als standaardprinter wilt gebruiken, selecteert u het keuzevakje Als

standaardprinter instellen.

9 Klik op Finish.

De Printer Control Language (PCL), PostScript (PS) en het

faxstuurprogramma installeren via netwerkverbinding

OPMERKING:

• Als u de printer in een Linux-omgeving wilt gebruiken, dient u een Linux-stuurprogramma te

installeren. Zie “De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS)”.

| Uw printer verbinden met een computer

1 Plaats de Software and Documentation-disk in uw computer.

OPMERKING:

• Als de disc Software and Documentation niet opstart, doet u het volgende.

a Voor Windows

Klik op Start Alle programma's Bureau-accessoires Uitvoeren.

Voor Windows

10:

Klik met de rechtermuisknop op de startknop en klik vervolgens op Uitvoeren.

b Voer D:\setup.exe (D is de stationsletter van het optische station) in en klik op

OK.

2 Klik op Hoofdmenu.

3 Klik in het venster Dell Printer Easy Install op Verbinden.

4 Selecteer Draadloze of ethernetverbinding en klik op Volgende.

OPMERKING:

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

5 Volg de instructies op het scherm tot het scherm Gereed om af te drukken!

verschijnt.

6 Klik op Finish.

OPMERKING:

• U kunt nagaan of de installatie gelukt is door op Testpagina afdrukken te klikken.

Het XML Paper Specification-afdrukstuurprogramma (XPS) installeren via

netwerkverbinding

Voor Windows

1 Breng de bestanden in het volgende zip-bestand over naar de gewenste locatie.

D:\Drivers\XPS\Win_7Vista\XPS-V3_H825cdw_S2825cdn_H625cdw.zip (D

is de stationsletter van de optische drive)

2 Klik op Start Apparaten en printers Een printer toevoegen.

3 Klik op Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer.

OPMERKING:

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Uw printer verbinden met een computer |

4 Selecteer een printer en klik op Volgende.

Klik op De printer die ik wil selecteren staat niet in de lijst.

Als u de printer selecteert, gaat u door naar stap 7.

Als u op De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst klikt, gaat u naar stap 5.

5 Selecteer Een printer toevoegen met gebruik van een TCP/IP-adres of hostnaam

en klik vervolgens op Volgende.

6 Selecteer TCP/IP-apparaat in Apparaattype, typ het IP-adres bij Hostnaam of

IP-adres en klik dan op Volgende.

OPMERKING:

• Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer verschijnt en als u de beheerder van de

computer bent, klikt u op Ja. Indien u dat niet bent, neemt u contact op met de beheerder om

door te gaan met de gewenste actie.

7 Klik op Have Disk Bladeren.

8 Selecteer het inf-bestand dat bij stap 1 werd uitgepakt en klik vervolgens op OK.

9 Selecteer de printernaam en klik op Volgende.

Als u de printernaam wilt wijzigen, typt u de printernaam in het vak Printernaam en

klikt u op Volgende.

10 Selecteer Deze printer niet delen of Deze printer delen zodat anderen in uw

netwerk deze kunnen vinden en gebruiken en klik vervolgens op Volgende.

11 Na voltooiing van de installatie van het stuurprogramma, klikt u op Een testpagina

afdrukken om de installatie te controleren.

Als u deze printer wilt gebruiken als de standaardprinter, schakelt u het keuzevakje

Stel deze printer in als de standaardprinter in en klikt u op Volgende.

12 Klik op Finish.

Voor Windows

10:

1 Pak het gedownloade zip-bestand op de gewenste locatie uit.

D:\Drivers\XPS\Win_8\XPS-V4_H825cdw_S2825cdn_H625cdw.zip (D is de

stationsletter van de optische drive)

2 Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en klik vervolgens op

Configuratiescherm.

3 Click Hardware en geluiden Apparaten en printers Een printer toevoegen.

4 Klik op De printer die ik wil selecteren staat niet in de lijst.

5 Klik op Een lokale printer of een netwerkprinter toevoegen met handmatige

instellingen Volgende Volgende Have Disk Bladeren.

6 Selecteer het inf-bestand dat bij stap 1 werd uitgepakt en klik vervolgens op OK.

7 Selecteer de printernaam en klik op Volgende.

| Uw printer verbinden met een computer

Als u de printernaam wilt wijzigen, typt u de printernaam in het vak Printernaam en

klikt u op Volgende.

8 Na voltooiing van de installatie van het stuurprogramma, klikt u op Een testpagina

afdrukken om de installatie te controleren.

Als u de printer als standaardprinter wilt gebruiken, selecteert u het keuzevakje Als

standaardprinter instellen.

9 Klik op Finish.

Configureren voor Web Services on Devices (WSD)

Rollen van afdrukservices toevoegen (alleen Windows

Server

-besturingssystemen)

Als u het Windows Server

-besturingssysteem gebruikt, moet u de rollen van de

afdrukservices toevoegen aan het besturingssysteem.

Voor Windows Server

2008 R2:

1 Klik op Start Systeembeheer Serverbeheer.

2 Selecteer Rollen toevoegen in het menu Actie.

3 Selecteer het keuzevakje Afdruk en documentservices in in het venster Serverrollen

in de Wizard Rollen toevoegen en klik daarna op Volgende Volgende.

4 Selecteer het keuzevakje Printserver en klik daarna op Volgende Installeren.

Een printerstuurprogramma installeren met behulp van de Wizard Printer

Toevoegen

De volgende procedure gebruikt Windows

7/Windows

10 als voorbeeld.

1 Voor Windows

Klik op Start Apparaten en printers.

Voor Windows

10:

Klik met de rechtermuisknop op de startknop en klik vervolgens op

Configuratiescherm Hardware en geluiden Apparaten en printers Een

printer toevoegen.

Voor Windows

10:

Ga door met stap 3.

2 Selecteer Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer.

OPMERKING:

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Uw printer verbinden met een computer |

3 Selecteer uit de lijst met beschikbare printers degene die u wilt gebruiken en klik

daarna op Volgende.

OPMERKING:

• in de lijst van beschikbare printers wordt de Web Services on Devices (WSD)-printer

weergegeven in de vorm http://IP address/ws/.

• Als er geen Web Services on Devices (WSD)-printer in de lijst voorkomt moet u het IP-adres

van de printer invoeren om een Web Services on Devices (WSD)-printer te creëren. Voer de

volgende procedure uit om het IP-adres van de printer in te voeren.

Voor Windows Server

2008 R2 moet u lid zijn van de beheergroep om een Web Services on

Devices (WSD)-printer te kunnen creëren.

1Klik op De printer die ik wil selecteren staat niet in de lijst.

2 Selecteer Een printer toevoegen met gebruik van een TCP/IP-adres of hostnaam en klik

vervolgens op Volgende.

3 Selecteer Webservicesapparaat bij Apparaattype.

4 Voer in het tekstvak Hostnaam of IP-adres het IP-adres van de printer in en klik vervolgens

op Volgende.

• voordat u het stuurprogramma installeert met de wizard Printer toevoegen in Windows

Server

2008 R2 of Windows

7 moet u één van de volgende handelingen verrichten:

- Maak verbinding met Internet zodat Windows

Update uw computer kan scannen.

- Voeg het printerstuurprogramma toe aan uw computer.

4 Installeer het printerstuurprogramma op uw computer als u daarom wordt gevraagd.

Als u wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een bevestiging, voer dan

het wachtwoord in of geef de bevestiging.

5 Doorloop de aanvullende stappen in de Wizard en klik daarna op Voltooien.

6 Druk een testpagina af om te zien of de installatie van de printer is gelukt.

a Voor Windows

Klik op Start Apparaten en printers.

Voor Windows

10:

Klik met de rechtermuisknop op de startknop en klik vervolgens op

Configuratiescherm Hardware en geluiden Apparaten en printers.

b Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer die u net hebt

aangemaakt en klik daarna op Printereigenschappen.

c Klik op het tabblad Algemeen op Testpagina afdrukken.

Als de testpagina goed wordt afgedrukt, is het installeren van de printer voltooid.

De software op Macintosh-computers installeren

De software en printerstuurprogramma's installeren

1 Plaats de disc Software and Documentation in uw Macintosh-computer en klik op

het cd-pictogram.

2 Dubbelklik op het pictogram van uw printer en klik daarna op Doorgaan.

3 Als u in het pop-upvenster wordt gevraagd het programma te bevestigen dat in het

installatiepakket is meegeleverd, klikt u op Ga door.

4 Klik op Doorgaan in het venster Belangrijke informatie.

5 Selecteer een taal bij de venster Softwarelicentie-overeenkomst.

| Uw printer verbinden met een computer

6 Als u de Softwarelicentieovereenkomst hebt gelezen, klikt u op Doorgaan.

7 Als u akkoord gaat met de voorwaarden in de Softwarelicentieovereenkomst, klikt u

op Akkoord om door te gaan met het installatieproces.

8 Geef de installatielocatie op en klik vervolgens op Doorgaan.

9 Klik op Installeren.

Als u een aangepaste installatie wilt selecteren, klikt u op Aanpassen om de opties te

kiezen die u wilt installeren.

10 Voer de naam en het wachtwoord van de beheerder in en klik daarna op Software

installeren Ga door met installatie.

11 Klik op Uitloggen of Sluiten.

Een printer toevoegen via USB-verbinding

1 Zet de printer aan.

2 Sluit de USB-kabel aan op de printer en de Macintosh-computer.

Een printer toevoegen via IP-afdrukken

De volgende procedure gebruikt OS X 10.10 als voorbeeld.

1 Zet de printer aan.

2 Controleer of de Macintosh-computer en de printer op elkaar zijn aangesloten.

Als u een bedrade verbinding gebruikt, sluit u de printer aan op het netwerk via een

ethernetkabel.

Als u een draadloze verbinding gebruikt, moet u zorgen dat de draadloze verbinding

correct op uw Macintosh-computer en de printer is geconfigureerd.

OPMERKING:

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

3 Open Systeemvoorkeuren en klik op Printers en scanners.

4 Klik op het plusteken (+) en vervolgens op IP.

5 Selecteer Line Printer Daemon - LPD onder Protocol.

6 Voer het IP-adres voor de printer in het gedeelte Adres.

7 Selecteer Dell Color MFP H625cdw, Dell Color MFP H825cdw of Dell Color MFP

S2825cdn onder Gebruiken.

OPMERKING:

• Als afdrukken met gebruik van de functie IP-afdrukken is geconfigureerd, wordt de

wachtrijnaam leeg weergegeven. U hoeft deze niet te specificeren.

8 Klik op Toevoegen.

9 Selecteer de opties die zijn geïnstalleerd op de printer en klik op Doorgaan.

10 Controleer of de printer wordt weergegeven in het dialoogvenster Printers en

scanners.

Uw printer verbinden met een computer |

Een printer toevoegen via Bonjour

De volgende procedure gebruikt OS X 10.10 als voorbeeld.

1 Zet de printer aan.

2 Controleer of de Macintosh-computer en de printer op elkaar zijn aangesloten.

Als u een bedrade verbinding gebruikt, sluit u de printer aan op het netwerk via een

ethernetkabel.

Als u een draadloze verbinding gebruikt, moet u zorgen dat de draadloze verbinding

correct op uw Macintosh-computer en de printer is geconfigureerd.

OPMERKING:

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

3 Open Systeemvoorkeuren en klik op Printers en scanners.

4 Klik op het plusteken (+) en vervolgens op Standaard.

5 Selecteer de printer die via Bonjour is aangesloten uit de lijst Naam.

6Naam en Gebruiken worden automatisch ingevoerd.

OPMERKING:

• Selecteer handmatig Dell Color MFP H625cdw, Dell Color MFP H825cdw of Dell Color MFP

S2825cdn, als AirPrint geselecteerd is onder Gebruiken.

7 Klik op Toevoegen.

8 Selecteer de opties die zijn geïnstalleerd op de printer en klik op Doorgaan.

9 Controleer of de printer wordt weergegeven in het dialoogvenster Printers en

scanners.

Configureren met optionele accessoires

Geef in het stuurprogramma de optionele accessoires aan die op de printer geïnstalleerd

zijn om functies in te schakelen die aan die accessoires gelinkt zijn.

1 Open Systeemvoorkeuren en klik op Printers en scanners.

2 Selecteer de printer in de lijst Printers en klik daarna op Opties en toebehoren.

3 Selecteer Opties en de opties die op de printer zijn geïnstalleerd en klik daarna op

OK.

| Uw printer verbinden met mobiele apparaten

Uw printer verbinden met mobiele apparaten

U kunt de printer rechtstreeks verbinden met mobiele apparaten zoals computers,

smartphones en tablets en vervolgens snel en eenvoudig documenten, foto's,

webpagina's of e-mails afdrukken of scannen.

Wi-Fi Direct

Via Wi-Fi Direct kunnen mobiele apparaten rechtstreeks verbinding maken met de

printer via een Wi-Fi-netwerk. Met Wi-Fi Direct kunt u documenten, foto's of e-mails op

uw mobiele apparaten rechtstreeks afdrukken zonder dat u daarvoor een toegangspunt

of een draadloze router nodig hebt.

OPMERKING:

• Wi-Fi Direct is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

• Er kunnen maximaal 3 mobiele apparaten worden verbonden via het Wi-Fi Direct-netwerk.

• Uw mobiele apparaat kan geen verbinding maken met het internet via het Wi-Fi Direct-netwerk

van de printer.

• Afhankelijk van het mobiele apparaat kan het kanaal dat gebruikt wordt om het mobiele apparaat

via Wi-Fi Direct te verbinden met de printer verschillen van het kanaal dat gebruikt wordt door de

printer om via de Wi-Fi-infrastructuurmodus een verbinding te maken met een netwerk. In dat

geval is het mogelijk dat een gelijktijdige verbinding met Wi-Fi Direct en de

Wi-Fi-infrastructuurmodus niet correct werkt.

• De met Wi-Fi Direct verbonden printer ondersteunt de volgende protocollen: LPD, Port9100,

WSD

, Bonjour (mDNS), SNMPv1/v2c, Dell Printer Configuration Web Tool.

* WSD is de afkorting van Web Services on Devices.

Wi-Fi Direct instellen

Om Wi-Fi Direct te kunnen gebruiken, moet u eerst de Wi-Fi Direct-instellingen

configureren via het bedieningspaneel van de printer. Om het mobiele apparaat via Wi-Fi

Direct aan te sluiten op de printer, selecteert u het SSID van de printer in de lijst met

draadloze netwerken op het mobiele apparaat en voert u de nodige wachtwoordzin

voor de verbinding in.

De printer configureren

OPMERKING:

• U kunt dezelfde instelling configureren met Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Dell™ Printer

Configuration Web Tool”.

• Wi-Fi Direct kan niet worden gebruikt in een IPv6- of ad-hocomgeving.

1 Druk op de knop (Wi-Fi).

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

2 Tik op Wi-Fi Direct.

3 Tik in het menu Wi-Fi Direct op Wi-Fi Direct Inschakelen OK.

Als er een pop-upbericht over de mobiele apparaten weergegeven wordt, tikt u op

Close.

4 Tik op Groepsrol Groepseigenaar OK Gekoppeld apparaat.

Uw printer verbinden met mobiele apparaten |

5 Zorg ervoor dat geen apparaat verbonden is met Wi-Fi Direct.

OPMERKING:

• Als er een ander mobiel apparaat verbonden is, worden de apparaatnaam en Verbonden

weergegeven bij Gekoppeld apparaat en kunt u de Wi-Fi Direct-verbinding niet gebruiken.

Verbreek de verbinding tussen het andere mobiele apparaat en het Wi-Fi Direct-netwerk. Zie

“De verbinding met het Wi-Fi Direct-netwerk verbreken”.

6 Zet de printer uit en daarna weer aan.

7 Herhaal stap 1 en 2 nadat de printer opnieuw opgestart is en tik vervolgens op

Groepseigenaar.

8 Tik op SSID en Wachtwoordzin om te controleren wat het SSID en de

wachtwoordzin zijn.

OPMERKING:

• Om het SSID en de wachtwoordzin van de printer te controleren, kunt u ook de lijst afdrukken

door te tikken op Wachtwoordzin afdrukken onder het menu Wachtwoordzin.

Het mobiele apparaat aansluiten

De volgende procedure gebruikt Windows

7, Windows

10, OS X 10.10, iOS, en Android

als voorbeeld.

Maak verbinding tussen het mobiele apparaat en het Wi-Fi Direct-netwerk.

Voor Windows

1 Klik op het netwerkpictogram op de taakbalk.

2 Klik op de SSID van de printer Verbinden.

3 Voer de wachtwoordzin in en klik daarna op OK.

4 Klik op Annuleren en sluit vervolgens het venster Netwerklocatie instellen.

Voor Windows

10:

1 Klik op de knop Start en klik vervolgens op Instellingen.

2 Klik op het Wi-Fi-pictogram.

3 Klik op de SSID van de printer Verbinden.

4 Voer de wachtwoordzin in en klik daarna op Volgende.

Voor OS X 10.10:

1 Klik op het netwerkpictogram op de menubalk.

2 Klik op de SSID van de printer.

3 Voer de wachtwoordzin in en klik daarna op Koppelen.

Voor iOS:

1 Tik op Instellingen Wi-Fi.

2 Tik op de SSID van de printer.

3 Voer de wachtwoordzin in en tik dan op Koppelen.

| Uw printer verbinden met mobiele apparaten

Voor Android:

De procedure verschilt afhankelijk van het gebruikte mobiele apparaat. Raadpleeg de

handleiding van uw mobiele apparaat.

Afdrukken via Wi-Fi Direct

Het printerstuurprogramma installeren

Voor u kunt afdrukken, moet u eerst het printerstuurprogramma installeren.

Voor Windows

7/Windows

10:

U moet de printerstuurprogramma installeren op het mobiele apparaat. Zie “De software

op Windows

-computers installeren”.

Voor OS X 10.10:

U moet de printerstuurprogramma installeren op het mobiele apparaat. Zie “De software

op Macintosh-computers installeren”.

Voor iOS:

U moet een afdrukprogramma via de App Store installeren om de printer te kunnen

gebruiken. Zie “Dell Document Hub” voor meer informatie.

Voor Android:

U moet een afdrukprogramma via Google Play™ installeren om de printer te kunnen

gebruiken. Zie “Dell Document Hub” voor meer informatie.

De afdrukprocedure verschilt afhankelijk van het gebruikte mobiele apparaat. Raadpleeg

de handleiding van uw mobiele apparaat voor meer informatie over afdrukken met het

mobiele apparaat.

De verbinding met het Wi-Fi Direct-netwerk verbreken

1 Druk op de knop (Wi-Fi).

2 Tik op Wi-Fi Direct Gekoppeld apparaat.

OPMERKING:

• Het menu Gekoppeld apparaat wordt alleen weergegeven wanneer de printer verbonden

is via Wi-Fi Direct.

3 Tik op de naam van het mobiele apparaat waarvan u de verbinding wilt verbreken of

selecteer Alles loskoppelen.

4 Tik op Nu loskoppelen of Loskopp. en wachtwrdzin opn. Inst Ja.

U kunt de verbinding van het mobiele apparaat ook verbreken via de volgende stappen:

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Netwerk Wi-Fi Direct

Gekoppeld apparaat.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Tik op Alles loskoppelen.

Uw printer verbinden met mobiele apparaten |

4 Tik op Nu loskoppelen of Loskopp. en wachtwrdzin opn. Inst Ja.

De wachtwoordzin opnieuw instellen

1 Druk op de knop (Wi-Fi).

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

2 Tik op Wi-Fi Direct.

3 Tik op tot Wachtwoordzin verschijnt en tik vervolgens op Wachtwoordzin.

4 Tik op Wachtwrd-zin opn. inst. Ja.

De verbinding met Wi-Fi Direct wordt verbroken en de wachtwoordzin wordt opnieuw

ingesteld.

De pincode opnieuw instellen

1 Druk op de knop (Wi-Fi).

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

2 Tik op Wi-Fi Direct.

3 Tik op tot WPS-setup verschijnt en tik vervolgens op WPS-setup.

4 Tik op PIN-code Resetcode OK.

Dell Document Hub

Met de app Dell Document Hub kunt u scannen naar en afdrukken vanaf tal van gewone

cloudopslagdiensten. Deze gratis app is erg gebruiksvriendelijk en maakt het mogelijk

om foto's, documenten, webinhoud en meer rechtstreeks af te drukken op

ondersteunde Dell-printers via een Wi-Fi-, Wi-Fi Direct- of ethernetnetwerk. U kunt ook

de printerstatus en de configuratie van afdruk- en scaninstellingen bekijken. Klik voor

meer informatie op Meer leren op www.dell.com/dochub.

Android

Download gratis de Dell Document Hub app van Google Play.

Scan de QR Code

voor snelle toegang tot de relevante applicatiewinkel.

iOS

Download gratis de app Dell Document Hub via de App Store.

| Uw printer verbinden met mobiele apparaten

Scan de QR Code voor snelle toegang tot de relevante applicatiewinkel.

AirPrint

Met AirPrint kunt u afdrukken via een netwerk vanaf een apparaat waarop iOS of

OS X geïnstalleerd is. Zorg ervoor dat de recentste versie van iOS geïnstalleerd is

op het iOS-apparaat. Als u met OS X werkt, moet u OS X en de apps die u

gekocht hebt in de App Store updaten via de functie Software-update.

AirPrint instellen op uw printer

OPMERKING:

• De AirPrint-instelling is standaard geactiveerd.

1 Zorg ervoor dat de printer op het netwerk is aangesloten.

2 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

3 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Afdrukserverinstellingen AirPrint.

4 Selecteer het keuzevakje AirPrint inschakelen.

5 Klik op Nieuwe instellingen toepassen en start de printer vervolgens opnieuw op.

Afdrukken via AirPrint

In de volgende procedure wordt de iPhone met iOS 8.1 als voorbeeld gebruikt.

1 Open de e-mail, de foto, de webpagina of het document om af te drukken.

2 Tik op het actiepictogram .

3 Tik op Afdrukken.

4 Selecteer de printer en stel de printeropties in.

5 Tik op Afdrukken.

Google Cloud Print

Door de printer te registreren bij uw Google

-account, kunt u de service Google Cloud

Print gebruiken om af te drukken via verschillende apparaten die verbonden zijn met het

internet. U kunt documenten, foto's of e-mails afdrukken via uw mobiele apparaat door

gebruik te maken van de Google Chrome

-browser of toepassingen zoals Google

Drive

. Bezoek de Google-website voor meer informatie over Google Cloud Print.

Uw printer verbinden met mobiele apparaten |

De printer voorbereiden om te gebruiken met Google Cloud

Om Google Cloud Print te kunnen gebruiken, moet u de volgende voorbereidingen

treffen:

• Sluit de printer aan op een netwerk met internettoegang.

OPMERKING:

• Google Cloud Print ondersteunt alleen IPv4-verbindingen.

• Als de printer via een proxyserver aangesloten is op een netwerk, moet u de instellingen voor

Proxyserver opgeven via Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Proxyserver”.

• Maak een Google-account en een Gmail

-adres aan.

• Schakel Google Cloud Print in via het bedieningspaneel.

OPMERKING:

• U kunt dezelfde instelling configureren met Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Dell™

Printer Configuration Web Tool”.

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Netwerk

Protocollen.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen.

Zie “Paneelvergrendeling”.

3 Tik op tot Google Cloud Print verschijnt en tik vervolgens op Google

Cloud Print.

4 Tik op Inschakelen OK.

5 Schakel de printer uit en vervolgens opnieuw in om de instellingen toe te passen.

De versie van de Google Cloud Print dienst selecteren

Selecteer versie 1.1 of versie 2.0 van de Google Cloud Print dienst.

Google Cloud Print versie 1.1 verstuurt de afdrukgegevens via het internet naar de

printer. Bij deze versie moet de printer verbonden zijn met het internet.

| Uw printer verbinden met mobiele apparaten

Google Cloud Print versie 2.0 verstuurt de afdrukgegevens via het internet of via een

lokaal netwerk naar de printer. Deze versie wordt aanbevolen voor omgevingen waar het

internet niet kan worden gebruikt.

OPMERKING:

• de beschikbare afdrukopties kunnen variëren afhankelijk van uw toestel of de versie van de Google

Cloud Print dienst.

• U kunt niet tegelijk versie 1.1 en versie 2.0 van de service Google Cloud Print op dezelfde printer

gebruiken.

De printer registreren bij uw Google-account

Voor Google Cloud Print versie 1.1

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

2 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Afdrukserverinstellingen Google

Cloud Print Dit apparaat registreren bij Google Cloud Print.

Er wordt een blad afgedrukt met een URL voor de printerregistratiewebsite van

Google Cloud Print.

3 Ga via de webbrowser van uw computer naar de Google-website en meld u aan met

uw Google-account.

U kunt de website voor registratie van Google Cloud Print openen door de URL op

de uitdraai in uw webbrowser in te voeren of door met uw mobiele apparaat de

QR-code te scannen.

4 Klik op de registratiewebsite voor Google Cloud Print op Printerregistratie

voltooien.

5 Klik op Uw printers beheren.

De printer wordt weergegeven in de lijst Printers en kan nu gebruikt worden met de

service Google Cloud Print.

Voor Google Cloud Print versie 2.0

1 Open de browser Google Chrome. Start Chromebook op en meld u aan als u

Google Chromebook gebruikt.

2 Klik op in de rechterbovenhoek en selecteer vervolgens Instellingen.

Uw printer verbinden met mobiele apparaten |

3 Klik onderaan de pagina op Geavanceerde instellingen weergeven.

4 Klik op Google Cloud Print Beheren.

OPMERKING:

• Als er onder Nieuwe apparaten een bericht verschijnt waarin u gevraagd wordt om zich aan

te melden bij Chrome, klikt u op inloggen en meldt u zich aan bij Chrome.

5 Klik op Registreren voor de printer die u wilt registreren.

OPMERKING:

• Als Bonjour (mDNS) uitgeschakeld is, wordt de nieuw toegevoegde printer niet weergegeven

bij Nieuwe apparaten. Start in dat geval Dell Printer Configuration Web Tool. Klik op

Afdrukserverinstellingen het tabblad Afdrukserverinstellingen Poortinstellingen.

Selecteer het keuzevakje “Bonjour (mDNS)”.

6 Wanneer het scherm verschijnt waarin de registratie moet worden bevestigd, klikt u

op Registreren.

7 Volg de instructies op het scherm van de printer.

8 Wanneer de printernaam in de lijst Mijn apparaten verschijnt, is de registratie

voltooid.

OPMERKING:

• Het kan tot 5 minuten duren voordat de printernaam in de lijst Mijn apparaten verschijnt.

De printer delen met de service Google Cloud Print

U kunt de printer die bij de Google Cloud Print dienst geregistreerd werd delen met

andere gebruikers.

1 Open de browser Google Chrome.

Start Chromebook op en meld u aan als u Google Chromebook gebruikt.

2 Klik op in de rechterbovenhoek en selecteer vervolgens Instellingen.

3 Klik onderaan de pagina op Geavanceerde instellingen weergeven.

4 Klik op Google Cloud Print Beheren.

OPMERKING:

• Als er een bericht verschijnt waarin u gevraagd wordt om zich aan te melden bij Chrome, klikt

u op inloggen en meldt u zich aan bij Chrome.

5 Klik op Beheren voor de printer die u wilt delen.

6 Klik op Google Cloud Print Delen.

7 Voer de Google-accounts in van de gebruikers die u wilt uitnodigen om de printer te

delen in het printerdeelvenster en klik op Delen.

OPMERKING:

• als de uitgenodigde gebruikers aanmelden op de webpagina van Google Cloud Print, zal er

een bericht verschijnen om weer te geven dat de printereigenaar deze deelinstellingen heeft

gemaakt. Aanvaard de uitnodiging om te delen.

De registratie bij Google Cloud Print annuleren

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

| Uw printer verbinden met mobiele apparaten

2 Klik op Afdrukserverinstellingen Registratie annuleren.

3 Controleer of Dit apparaat registreren bij Google Cloud Print weergegeven wordt.

Afdrukken via Google Cloud Print

De afdrukprocedure verschilt afhankelijk van de gebruikte toepassing of het gebruikte

apparaat. U kunt via de Google-website de lijst raadplegen met toepassingen die de

service Google Cloud Print ondersteunen.

Afdrukken vanaf een toepassing op een mobiel apparaat

In de volgende procedure wordt de Google Drive-applicatie op een mobiel

Android-apparaat als voorbeeld gebruikt.

1 Installeer de toepassing Google Drive op uw mobiele apparaat.

OPMERKING:

• U kunt de toepassing downloaden via Google Play.

2 Start de toepassing Google Drive op uw mobiele apparaat.

3 Tik op naast de naam van het bestand dat u wilt afdrukken.

4 Tik op Afdrukken.

Als Afdrukken niet weergegeven wordt, tikt u op en vervolgens op Afdrukken.

5 Selecteer een Google Cloud-printer in de lijst.

6 Specificeer printeropties en tik vervolgens op .

Afdrukken via Google Chrome

OPMERKING:

• U moet Google Cloud Print versie 2.0 registreren.

In de volgende procedure wordt de browser Google Chrome op een Windows

-PC als

voorbeeld gebruikt.

1 Open de browser Google Chrome.

2 Open de webpagina of de e-mail die u wilt afdrukken.

3 Klik in de rechterbovenhoek op of (varieert naargelang de versie van Google

Chrome) en klik vervolgens op Afdrukken.

4 Klik bij Bestemming op Wijzigen.

5 Selecteer de printer bij Google Cloud Print.

6 Klik op Afdrukken.

Afdrukken via Google Chromebook

OPMERKING:

• U moet Google Cloud Print versie 2.0 registreren.

1 Open de webpagina of de e-mail die u wilt afdrukken.

2 Klik in de rechter bovenhoek op en klik vervolgens op Afdrukken.

Uw printer verbinden met mobiele apparaten |

3 Controleer of uw printer in het Bestemmingsgebied voorkomt. Indien dit niet het

geval is klikt u op Wijzigen en selecteert u uw printer.

4 Klik op Afdrukken.

Mopria Print Service

Via Mopria Print Service kunt u met een Android telefoon of tablet (Android versie 4.4 of

later) een verbinding maken en zonder extra instellingen afdrukken op

Mopria-gecertificeerde printers.

Download en installeer eerst de Mopria Print Service app van Google Play store op uw

mobiel toestel:

https://play.google.com/store/apps/

Om af te drukken, verbindt u uw mobiel toestel met hetzelfde netwerk dat de printer

gebruikt of gebruikt u de functie Wi-Fi Direct om uw mobiel toestel te verbinden met de

printer.

OPMERKING:

• Het is mogelijk dat Mopria Print Service in de fabriek al op het mobiel toestel werd gezet. Als de

Mopria Print Service niet geïnstalleerd is op uw mobiele apparaat, kunt u deze eenvoudig

downloaden via Google Play store. Bezoek http://www.mopria.org/ als u meer te weten wilt

komen over Mopria Print Service.

• Zorg ervoor dat Mopria vooraf ingesteld is op Inschakelen via Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “De Mopria Print Service instellen op uw printer”.

De Mopria Print Service instellen op uw printer

1 Zorg ervoor dat de printer op het netwerk is aangesloten.

2 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

3 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Afdrukserverinstellingen Mopria.

4 Klik op Inschakelen.

De printer is gereed voor de Mopria Print Service.

Afdrukken via de Mopria Print Service

1 Open de e-mail, de foto, de webpagina of het document om af te drukken.

2 Tik op het menu en selecteer vervolgens Afdrukken.

3 Tik in het menu op Alle printers.

4 Selecteer de printer en stel vervolgens de printeropties in.

5 Tik op Afdrukken.

| De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS)

De printerstuurprogramma’s op

Linux-computers installeren (CUPS)

In dit hoofdstuk staat informatie met betrekking tot het installeren of instellen van het

printerstuurprogramma met Common UNIX Printing System (CUPS) op Red Hat

Enterprise Linux

6 Desktop, SUSE

Linux Enterprise Desktop 11 of Ubuntu 12.04 LTS.

In de volgende procedure wordt de Dell H825cdw gebruikt als voorbeeld.

Gebruik op Red Hat Enterprise Linux 6-werkstation

Overzicht configuratie

Red Hat Enterprise Linux 6 Desktop:

1 Installeer het printerstuurprogramma.

2 Configureer de afdrukwachtrij.

3 Configureer de standaardwachtrij.

4 Kies de afdrukopties.

Het printerstuurprogramma installeren

1 Selecteer Applicaties Systeemtools Terminal.

2 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in.

De afdrukwachtrij configureren

Om te gaan afdrukken moet u eerst de afdrukwachtrij configureren op uw werkstation.

1 Open de URL http://localhost:631 met een webbrowser.

2 Klik op Beheer Printer toevoegen.

3 Voer de root in als gebruikersnaam, voer vervolgens het beheerderswachtwoord in

en klik op OK.

Voor netwerkverbindingen:

a Selecteer LPD/LPR-host of -printer in het menu Overige netwerkprinters en klik

vervolgens op Doorgaan.

b Voer het IP-adres van de printer in Aansluiting in en klik vervolgens op Doorgaan.

Indeling: lpd://xxx.xxx.xxx.xxx (IP-adres van de printer)

Voor USB-aansluitingen:

a Selecteer Dell Color MFP H825cdw in het menu Lokale printers en klik

vervolgens op Doorgaan.

[Beheerderwachtwoord]

rpm -ivh [bestandspad]

/Dell-MFP-S2825cdn-H825cdw-x.x-x.rpm

De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS) |

4 Voer de naam in van de printer in het vakje Naam in het venster Printer toevoegen

en klik vervolgens op Doorgaan.

U kunt naar keuze de locatie en de beschrijving van de printer invoeren voor meer

informatie.

5 Selecteer Dell Color MFP H825cdw vxxxx.PS (en) in het menu Model en klik

vervolgens op Printer toevoegen.

Afdrukken vanuit het programma

Wanneer u klaar bent met het instellen van de wachtrij, kunt u afdrukken vanuit

programma's. Om af te drukken vanuit een programma, bepaalt u de wachtrij in het

dialoogvenster Afdrukken.

In programma's zoals Mozilla bestaat echter de kans dat er enkel kan worden afgedrukt

vanuit de standaardwachtrij.

In dergelijke gevallen stelt u de wachtrij waarnaar u wilt afdrukken in als de

standaardwachtrij voordat u begint met afdrukken. Zie “De standaardwachtrij

configureren”.

De standaardwachtrij configureren

1 Selecteer Applicaties Systeemtools Terminal.

2 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in.

Keuze van de afdrukopties

U kunt de gewenste afdrukfuncties kiezen, zoals in kleur afdrukken.

1 Open de URL http://localhost:631 met een webbrowser.

2 Klik op Beheer Printers beheren.

3 Klik op de naam van de afdrukwachtrij waarvan u de afdrukopties in wilt stellen.

4 Selecteer Set Default Options in het menu Administration.

5 Klik op het gewenste instellingsitem om de nodige instellingen in te voeren en klik

vervolgens op Standaardopties instellen.

[Beheerderwachtwoord]

lpadmin -d [naam van de wachtrij]

| De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS)

Het printerstuurprogramma verwijderen

1 Selecteer Applicaties Systeemtools Terminal.

2 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in om de afrukwachtrij te wissen.

3 Herhaal bovenstaande opdracht voor alle wachtrijen van hetzelfde model.

4 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in.

Gebruik met SUSE Linux Enterprise Desktop 11

Overzicht configuratie

SUSE Linux Enterprise Desktop 11:

1 Installeer het printerstuurprogramma.

2 Configureer de afdrukwachtrij.

3 Configureer de standaardwachtrij.

4 Kies de afdrukopties.

Het printerstuurprogramma installeren

1 Selecteer Computer More Applications... en selecteer vervolgens GNOME

Terminal in de toepassingenbrowser.

2 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in.

[Beheerderwachtwoord]

/usr/sbin/lpadmin -x [naam van de wachtrij]

[Beheerderwachtwoord]

rpm -e Dell-MFP-S2825cdn-H825cdw

[Beheerderwachtwoord]

rpm -ivh [bestandspad] /

Dell-MFP-S2825cdn-H825cdw-x.x-x.rpm

De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS) |

De afdrukwachtrij configureren

Om te gaan afdrukken moet u eerst de afdrukwachtrij configureren op uw werkstation.

1 Selecteer Computer Meer toepassingen... en selecteer vervolgens YaST in de

toepassingenbrowser.

2 Voer het beheerderwachtwoord in en klik op Doorgaan.

3 Selecteer Hardware Printer.

Voor netwerkverbindingen:

a Klik op Toevoegen.

b Klik op de Connection Wizard.

c Kies het Line Printer Daemon (LPD) Protocol uit Access Networkprinter or

Printserver Box via.

d Voer het IP-adres van de printer in bij IP-adres of Hostnaam:.

e Selecteer Dell in de vervolgkeuzelijst De printerfabrikant selecteren:.

f Klik op OK.

g Selecteer uw printer in de lijst Stuurprogramma toewijzen.

OPMERKING:

• u kunt de naam van de printer invoeren in Set Name:.

h Controleer de instellingen en klik daarna op OK.

Voor USB-aansluitingen:

a Klik op Toevoegen.

b Selecteer uw printer in de lijst Stuurprogramma toewijzen.

OPMERKING:

• u kunt de naam van de printer invoeren in Set Name:.

c Controleer de instellingen en klik daarna op OK.

Afdrukken vanuit het programma

Wanneer u klaar bent met het instellen van de wachtrij, kunt u afdrukken vanuit

programma's. Om af te drukken vanuit een programma, bepaalt u de wachtrij in het

dialoogvenster Afdrukken.

Soms zult u echter alleen kunnen afdrukken via de standaardwachtrij, afhankelijk van het

programma, bijvoorbeeld Mozilla. In een dergelijk geval zult u voordat u begint met

afdrukken eerst de wachtrij waaruit u wilt afdrukken moeten instellen als de standaard

wachtrij. Zie “De standaardwachtrij configureren”.

De standaardwachtrij configureren

U kunt de standaard wachtrij instellen als u de printer toevoegt.

1 Selecteer Computer Meer toepassingen... en selecteer vervolgens YaST in de

toepassingenbrowser.

2 Voer het beheerderwachtwoord in en klik op Doorgaan.

3 Selecteer Hardware Printer.

4 Klik op Edit.

| De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS)

5 Controleer of de printer die u wilt instellen in de lijst Aansluiting geselecteerd is.

6 Schakel het keuzevakje Default Printer.

7 Controleer de instellingen en klik daarna op OK.

Keuze van de afdrukopties

U kunt de gewenste afdrukfuncties kiezen, zoals in kleur afdrukken.

1 Open een webbrowser.

2 Voer http://localhost:631/admin in bij Locatie en druk vervolgens op <Enter> op

het toetsenbord.

3 Klik op Manage Printers.

4 Klik op Set Printer Options van de printer waarvan u de afdrukopties in wilt stellen.

5 Kies de gewenste instellingen en klik vervolgens op Printeropties instellen.

6 Voer de root in als gebruikersnaam, voer vervolgens het beheerderswachtwoord in

en klik op OK.

OPMERKING:

• stel het wachtwoord in voor privileges als printerbeheerder voordat u de printerwachtrij

instelt. Als u het nog niet hebt ingesteld, gaat u naar “Instellen van het wachtwoord voor

privileges als printerbeheerder”.

7 Nu kunt u afdrukken vanuit het programma.

Instellen van het wachtwoord voor privileges als

printerbeheerder

U moet het wachtwoord voor uw bevoegdheid als printerbeheerder instellen voordat u

enige handeling als printerbeheerder kunt verrichten.

1 Selecteer Computer Meer toepassingen... en selecteer GNOME-terminal in de

toepassingenbrowser.

2 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in.

3 Voer het wachtwoord in voor privileges als printerbeheerder.

4 Voer het wachtwoord opnieuw in.

Het printerstuurprogramma verwijderen

1 Selecteer Computer Meer toepassingen... en selecteer GNOME-terminal in de

toepassingenbrowser.

2 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in om de afrukwachtrij te wissen.

[Beheerderwachtwoord]

lppasswd -g sys -a root

De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS) |

3 Herhaal bovenstaande opdracht voor alle wachtrijen voor de printer.

4 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in.

Gebruik op Ubuntu 12.04 LTS

Overzicht configuratie

1 Installeer het printerstuurprogramma.

2 Configureer de afdrukwachtrij.

3 Configureer de standaardwachtrij.

4 Kies de afdrukopties.

Het printerstuurprogramma installeren

1 Klik op Dash Home en voer de terminal in het tekstvak Zoeken in.

2 Klik op Applicaties Terminal.

3 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in.

Voor de 32 bitarchitectuur:

Voor de 64 bitarchitectuur:

De afdrukwachtrij configureren

Om te gaan afdrukken moet u eerst de printerwachtrij configureren op uw werkstation.

1 Open de URL http://localhost:631 met een webbrowser.

2 Klik op Beheer Printer toevoegen.

[Beheerderwachtwoord]

/usr/sbin/lpadmin -x [naam van de wachtrij]

[Beheerderwachtwoord]

rpm -e Dell-MFP-S2825cdn-H825cdw

sudo lpadmin -d (voer de naam van de wachtrij in)

(Typ het beheerderswachtwoord)

sudo dpkg –i (typ het

bestandsadres)/dell-mfp-s2825cdn-h825cdw_x_x-

x_amd64.deb

(Typ het beheerderswachtwoord)

| De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS)

3 Voer de gebruikersnaam en het beheerderwachtwoord in en klik op OK.

4 Selecteer een van de volgende opties overeenkomstig het type printerverbinding.

Voor netwerkverbindingen:

a Selecteer LPD/LPR-host of -printer in het menu Overige netwerkprinters en klik

vervolgens op Doorgaan.

b Voer het IP-adres van de printer in Aansluiting in en klik vervolgens op Doorgaan.

Indeling: lpd://xxx.xxx.xxx.xxx (IP-adres van de printer)

Voor USB-aansluitingen:

a Selecteer Dell Color MFP H825cdw in het menu Lokale printers en klik

vervolgens op Doorgaan.

5 Selecteer het venster Printer toevoegen en voer vervolgens de naam van de printer

in het vak Naam in.

6 Klik op Doorgaan.

U kunt naar keuze de locatie en de beschrijving van de printer invoeren voor meer

informatie.

Als u de printer wilt delen, selecteert u het aankruisvakje Share This Printer.

7 Selecteer Dell in het menu Make en klik op Doorgaan.

8 Selecteer Dell Color MFP H825cdw vxxxx.PS in het menu Model en klik vervolgens

op Printer toevoegen.

Afdrukken vanuit toepassingen

Wanneer u klaar bent met het instellen van de afdrukwachtrij, kunt u taken afdrukken

vanuit toepassingen.

Start de afdruktaak vanuit de toepassing en bepaal vervolgens de wachtrij in het

dialoogvenster Afdrukken.

In programma's zoals Mozilla bestaat echter de kans dat er enkel kan worden afgedrukt

vanuit de standaardwachtrij.

In dergelijke gevallen stelt u de wachtrij waarnaar u wilt afdrukken in als de

standaardwachtrij voordat u begint met afdrukken.

Nadere informatie over de keuze van de standaard wachtrij vindt u onder “De

standaardwachtrij configureren”.

De standaardwachtrij configureren

1 Klik op Dash Home en voer de terminal in het tekstvak Zoeken in.

2 Klik op Terminal in de categorie Applications bij de zoekresultaten.

3 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in.

sudo lpadmin -d (voer de naam van de wachtrij in)

(Typ het beheerderswachtwoord)

De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS) |

Keuze van de afdrukopties

U kunt de gewenste afdrukfuncties kiezen, zoals 2-zijdig afdrukken.

1 Open de URL http://localhost:631 met een webbrowser.

2 Klik op Beheer Printers beheren.

3 Klik op de naam van de afdrukwachtrij waarvan u de afdrukopties in wilt stellen.

4 Selecteer Set Default Options in het menu Administration.

5 Klik op het gewenste instellingsitem en voer de nodige instellingen in.

6 Klik op Standaardopties instellen.

Het printerstuurprogramma verwijderen

1 Klik op Dash Home en voer de terminal in het tekstvak Zoeken in.

2 Klik op Terminal in de categorie Applications bij de zoekresultaten.

3 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in om de afrukwachtrij te wissen.

4 Herhaal bovenstaande opdracht voor alle wachtrijen van hetzelfde model.

5 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in.

sudo /usr/sbin/lpadmin -x (Typ de naam van de wachtrij in)

(Typ het beheerderswachtwoord)

sudo dpkg –r Dell-MFP-S2825cdn-H825cdw

(Typ het beheerderswachtwoord)

| Instellen van het IP-adres

Instellen van het IP-adres

Een IP-adres toewijzen

U kunt de IP-modus selecteren uit Dual Stack, IPv4 en IPv6. Als uw netwerk zowel IPv4

als IPv6 ondersteunt, moet u Dual Stack kiezen.

Kies de IP-modus van uw werkomgeving en stel vervolgens het IP-adres, subnetmasker

(alleen voor IPv4) en het Gateway-adres in.

OPMERKING:

• toewijzing van een IP-adres dat al in gebruik is kan leiden tot problemen met de netwerkfuncties.

• IP-adressen moeten toegewezen worden door geavanceerde gebruikers of systeembeheerders.

• Wanneer u handmatig een IP-adres toewijst in de modus IPv6, gebruik dan Dell Printer

Configuration Web Tool. Gebruik het link-local adres om Dell Printer Configuration Web Tool te

openen. Om het Link-local adres te achterhalen, drukt u een systeeminstellingenrapport af en

controleert u het Link-local adres onder Netwerk (bekabeld) of Netwerk (Draadloos).

Zie “Rapport/lijst”.

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Wanneer u Dell Printer Easy Install gebruikt (alleen Windows

)

1 Plaats de Software and Documentation-disk in uw computer.

2 Klik op Hoofdmenu.

3 Klik op Wijzigen.

Instellen van het IP-adres |

4 Klik op Configureer de instellingen van het IP-adres. Volgende.

5 Volg de instructies op het scherm tot het scherm Printerconfiguratie verschijnt.

6 Klik op Geavanceerd.

7 Specificeer de IP-adresinstellingen overeenkomstig uw netwerkomgeving.

8 Klik op Volgende en volg de instructies op het scherm.

Bij gebruik van het bedieningspaneel

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Netwerk.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Kies een van de volgende werkwijzen:

Als de printer via een ethernetkabel verbonden is met een netwerk:

Tik op Ethernet.

Voor de Dell H625cdw en Dell H825cdw:

Als de printer verbonden is met een draadloos netwerk:

Tik op Wi-Fi.

4 Tik op IP Mode IPv4-modus OK.

5 Tik op tot TCP/IP verschijnt en tik vervolgens op TCP/IP IP-adres

ophalen.

6 Kies hoe het IP-adres toegewezen wordt.

• Om het IP-adres automatisch in te stellen, selecteert u AutoIP, DHCP, BOOTP,

RARP of Paneel, en klikt u vervolgens op OK. Ga door met stap 7.

• Om het IP-adres handmatig in te stellen, selecteert u Paneel en klikt u

vervolgens op OK. Ga als volgt te werk:

a Tik op IP-adres.

De cursor komt te staan op het eerste octet van het IP-adres.

b Gebruik het nummerveld om het eerste octet van het IP-adres in te voeren en

tik daarna op .

| Instellen van het IP-adres

De cursor verspringt naar het volgende octet.

OPMERKING:

• U kunt slechts één octet per keer invoeren en moet elke keer selecteren nadat u een

octet heeft ingevoerd.

c Voer de rest van de octetten in en tik vervolgens op OK.

d Tik op Subnetmasker.

e Gebruik de numerieke toetsen om het subnetmasker in te voeren en tik

vervolgens op OK.

f Tik op Gateway-adres.

g Gebruik de numerieke toetsen om het gatewayadres in te voeren en tik

vervolgens op OK.

7 Zet de printer uit en daarna weer aan.

Verifiëren van de IP-instellingen

U kunt via het bedieningspaneel de instellingen controleren of het

systeeminstellingenrapport afdrukken.

Controle van de instellingen met behulp van het

bedieningspaneel

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op Over deze MFP het tabblad Netwerk.

3 Controleer het IP-adres dat weergegeven wordt bij IP(v4)-adres.

Controle van de instellingen met behulp van het

systeeminstellingenrapport

1 Druk het systeeminstellingenrapport af.

Zie “Rapport/lijst”.

2 Controleer of het juiste IP-adres, subnetmasker en gateway-adres weergegeven

worden op het systeeminstellingenrapport onder Netwerk (bekabeld) of Netwerk

(Draadloos).

Als voor het IP-adres 0.0.0.0 wordt aangegeven, is er nog geen IP-adres

toegewezen. Zie “Een IP-adres toewijzen”.

OPMERKING:

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Uw printer gebruiken

Het bedieningspaneel gebruiken 78

Begrip van de systeemmenu’s 85

Begrip van de taakmenu’s 123

Dell™ Printer Configuration Web Tool 141

Afdrukmediarichtlijnen 201

Inleggen van de afdrukmedia 208

Documenten plaatsen 220

| Het bedieningspaneel gebruiken

Het bedieningspaneel gebruiken

Het bedieningspaneel bestaat uit een touch-paneel, een Gereed/Fout-LED,

bedieningsknoppen, een knop (Voeding) en een numeriek klavier. Gebruik het

touch-paneel en het numerieke klavier om te bladeren door de menu's van het

bedieningspaneel en tekst en getallen in te voeren.

Zie “Bedieningspaneel” voor meer informatie over de namen van onderdelen.

OPMERKING:

• De schermafbeeldingen in dit onderdeel zijn van de Dell H625cdw en Dell H825cdw, tenzij anders

aangegeven.

Over het Startscherm

In dit onderdeel staat een beschrijving van de velden en knoppen op het Home-scherm

dat weergegeven wordt wanneer u de knop (Home) indrukt terwijl u ingelogd bent

op de printer.

OPMERKING:

• Om het Home-scherm weer te geven, registreert u zich vooraf op het portaalscherm en logt u in op

de printer, of logt u zich in als Gast zonder registratie. Zie “Gebruikersverificatie”.

• Dell Document Hub is alleen beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

• Het pictogram voor de status van de Wi-Fi Direct-verbinding en van de draadloos LAN-verbinding

worden alleen weergegeven op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

1 Dock-menu Knop (Recent)

Geeft de tegels van de recent gebruikte functies weer. Er kunnen

maximaal 8 tegels opgeslagen worden.

Knop (Kopiëren)

Toont de tegels van de kopieerfuncties.

Knop (Afdrukken)

Toont de tegels van de afdrukfuncties.

Knop (Scannen)

Toont de tegels van de scanfuncties.

Knop (Faxen)

Toont de tegel van de faxfuncties.

Knop (Gereedschap)

Toont het scherm Informatie.

Home

Guest

Dell

Document

Hub

213546

Scan naar

netwerkmap

Kopiëren

Scan naar

Fax

Home

Guest

Dell H625cdw/Dell H825cdw

Dell S2825cdn

Het bedieningspaneel gebruiken |

Basishandelingen op het touch-paneel

U kunt het touch-paneel bedienen zoals een smartphone of tablet.

Een item op het scherm selecteren

Tik op het item.

2 Informatiebalk Toont de status van de printer wanneer (Hendel) naar beneden

wordt geduwd. Trek (Hendel) omhoog om het scherm te

sluiten.

U kunt hier de helderheid van het scherm aanpassen,

tonerinformatie bekijken, actieve taken controleren of

waarschuwingen bekijken.

• Om de helderheid van het scherm aan te passen, versleept u de

schuifbalk bij Helderheid scherm.

• Om Informatie over toner te bekijken, tikt u op Supplies.

De tonerinformatie wordt voor elke toner apart weergegeven.

Veeg met uw vinger over het scherm om de tonerinformatie te

bekijken.

3 Vergrendelpictogram Wordt weergegeven wanneer de toegang tot sommige functies

beperkt is via de instellingen van Functiebeheer. Wanneer het

vergrendelpictogram weergegeven wordt in de rechterbovenhoek

van de tegel, moet u het wachtwoord invoeren om de functie in te

schakelen. Wanneer de functie ingeschakeld is, wordt het

vergrendelpictogram links van de accountnaam weergegeven en

hebt u toegang tot de met een wachtwoord vergrendelde functies

zonder het wachtwoord opnieuw te moeten ingeven.

Meer informatie over Functiebeheer vindt u in “Functiebeheer”.

4 Pictogram voor de status van

de Wi-Fi Direct-verbinding

Toont de verbindingsstatus van Wi-Fi Direct. Dit pictogram wordt

alleen weergegeven wanneer Wi-Fi Direct ingeschakeld is.

5 Pictogram voor de status van

de draadloze LAN-verbinding

Geeft de intensiteit van het draadloze signaal weer wanneer de

printer verbonden is met een draadloos netwerk.

6 Tijd-/Netwerkinformatie Geeft de huidige tijd of netwerkinformatie (bv. IPv4-adres of

hostnaam) weer.

7 Accountnaam Geeft de naam van de gebruiker weer die op dat moment ingelogd is

op de printer.

8 Tegels Geeft de tegels weer van de functies die u kunt selecteren.

Als de tegelkleur bleek en gedeactiveerd is kunt u de functie niet

selecteren.

Guest

Dell

Document

Hub

| Het bedieningspaneel gebruiken

Scrollen door het scherm of een lijst met items

Veeg over het scherm door met je vinger erover te slepen.

Om sneller te scrollen sleept u uw vinger snel over het scherm.

OPMERKING:

• Als het op sommige schermen niet lukt om veegbewegingen te maken, tikt u op de tegels of

gebruikt u de knoppen.

Tegels verplaatsen, toevoegen of verwijderen

OPMERKING:

• Deze optie is beschikbaar als u de lokale authenticatie selecteert. Zie “Gebruikersverificatie”.

Tegels verplaatsen

Tik op de tegel die u wilt verplaatsen en blijf deze aanraken, en sleep deze vervolgens

naar de gewenste locatie.

Tijdens het verslepen van de tegel verschijnt er een korte oranje balk tussen de tegels om

het dichtstbijzijnde punt te tonen waar u de tegel kunt loslaten.

Home

Guest

Scan naar

netwerkmap

Kopiëren

Scan naar

Fax

Scan naar

netwerkmap

Kopiëren

Scan naar

Fax

Home

Guest

Het bedieningspaneel gebruiken |

U kunt de tegel ook naar andere pagina's verplaatsen.

OPMERKING:

• De tegels op het groepsscherm Recent van het Dock-menu kunnen niet verplaatst worden.

Tegels toevoegen

Veeg over het scherm om de laatste pagina van het Home-scherm of het groepsscherm

weer te geven, en tik vervolgens op App toevoegen.

Wanneer het scherm Lijst met apps weergegeven wordt, tikt u op de tegel die u wilt

toevoegen aan het Home-scherm.

Tegels verwijderen

Houd de tegel ingetikt die u wilt verwijderen.

Wanneer weergegeven wordt, sleept u de tegel naar .

Tik op OK om de tegel te verwijderen.

OPMERKING:

• Om alle tegels op het groepsscherm Recent van het Dock-menu te verwijderen, tikt u op op

het groepsscherm Recent en tikt u vervolgens op OK.

Home

Guest

Home

Guest

Kopiëren

Fax

Scan naar

netwerkmap

Afdrukken

Scan naar

computer

opiëren

can naar

etwerkmap

Scan na

ëren

Scan naar

Home

Guest

Kopiëren

Fax

Scan naar

netwerkmap

Scan naar

| Het bedieningspaneel gebruiken

Het toetsenbord gebruiken dat op het touch-paneel

wordt weergegeven

Als de printer in gebruik is verschijnt soms een toetsenbord voor het invoeren van tekst.

Hieronder wordt beschreven hoe tekst moet worden ingevoerd.

U kunt de volgende tekens invoeren:

De lay-out van het toetsenbord veranderen

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Taalinstellingen Toetsenbordindeling.

3 Tik op de gewenste toetsenbordindeling en tik vervolgens op OK.

De taal wijzigen

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Taalinstellingen Paneeltaal.

3 Tik op tot de gewenste taal verschijnt en tik daarna op de gewenste taal.

4 Tik op OK.

Paneelvergrendeling

Met de functie Paneelvergrendeling kunnen bepaalde systeeminstellingen

vergrendeld worden met een wachtwoord om te voorkomen dat onbevoegd personeel

het menu opent en instellingen wijzigt.

OPMERKING:

• Wanneer de menu’s van het bedieningspaneel uitgeschakeld zijn, wordt niet de toegang tot de

menu’s Opgeslagen afdruk en Lade-instellingen voorkomen.

Item Beschrijving

Letters invoeren Om hoofdletters in te kunnen voeren moet u op tikken. Om terug

te keren naar onderkast (kleine letters) moet u opnieuw op tikken.

Om de hoofdletters te vergrendelen, drukt u tweemaal op .

Cijfers en symbolen invoeren Tik op .

Een spatie invoeren Tik op .

Tekens wissen Tik op om tekens één voor één te wissen.

Terug

QWERTY AZERTY QWERTZ

Gereed Terug Gereed Terug Gereed

Het bedieningspaneel gebruiken |

Paneelvergrendeling inschakelen

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen.

3 Tik op tot Veilige instellingen verschijnt en tik vervolgens op Veilige

instellingen.

4 Tik op Paneelvergrendeling Pan.vergr. inst. Inschakelen OK.

5 Voer het nieuwe wachtwoord in en tik op OK.

6 Voer het wachtwoord nogmaals in en tik op OK.

OPGELET:

• Zorg ervoor dat u het wachtwoord niet vergeet. Als u het toch vergeet, kunt u via de

volgende procedure het wachtwoord resetten. In dat geval worden de instellingen voor het

adresboek en telefoonboek echter ook gereset.

1 Zet de printer uit.

2 Schakel de printer in terwijl u de knop (Informatie) ingedrukt houdt.

Het Wachtwoord voor paneelvergrendeling wijzigen

OPMERKING:

• U kunt het wachtwoord alleen wijzigen wanneer Paneelvergrendeling ingesteld is op

Inschakelen.

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen.

3 Voer het wachtwoord in.

4 Tik tot Veilige instellingen verschijnt en tik vervolgens op Veilige

instellingen.

5 Tik op Paneelvergrendeling Wijzig wachtwoord.

6 Voer het huidige wachtwoord in en tik op OK.

7 Voer het nieuwe wachtwoord in en tik op OK.

8 Voer het wachtwoord nogmaals in en tik op OK.

De paneelvergrendeling uitschakelen

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen.

3 Voer het wachtwoord in.

4 Tik op tot Veilige instellingen verschijnt en tik vervolgens op Veilige

instellingen.

5 Tik op Paneelvergrendeling Pan.vergr. inst. Uitschakelen OK.

6 Voer het huidige wachtwoord in en tik op OK.

| Het bedieningspaneel gebruiken

De energiebesparingstimer instellen

De printer gaat in energiespaarstand wanneer hij een bepaalde tijd niet wordt gebruikt.

Via het bedieningspaneel kunt u de Timer Energiespaarstand voor de printer

instellen.

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Systeeminstellingen

Algemeen Timer Energiespaarstand.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Tik op Slaap of Diepe slaap.

4 Tik op – of + of voer de gewenste waarde in met behulp van de numerieke toetsen.

U kunt een waarde tussen 1 en 50 minuten opgeven voor Slaap of tussen 1 en 10

minuten voor Diepe slaap.

5 Tik op OK.

Over de functie Gelijktijdige taken

Deze functie maakt het mogelijk om een andere taak te starten terwijl een faxtaak wordt

afgewerkt. Dit wordt gedaan door het Home-scherm tijdelijk weer te geven en over te

schakelen naar een andere functie die gelijktijdig uitgevoerd kan worden (bv. kopiëren of

scannen).

1 Terwijl de printer een fax verstuurt of ontvangt moet u op de toets (Home)

drukken.

2 Tik op Kopiëren.

Tik op Scannen.

3 Wijzig de kopieer- of scaninstellingen.

Zie “Kopiëren” of “Scannen” voor meer informatie over de instellingen.

4 Tik op OK.

Begrip van de systeemmenu’s |

Begrip van de systeemmenu’s

De systeemmenu’s kunnen geconfigureerd worden via de tabbladen Informatie,

Verbruiksartik. en Extra, die geopend kunnen worden door op de knop

(Informatie) op het bedieningspaneel te drukken.

U kunt de toegang tot bepaalde menu’s beperken door een wachtwoord in te stellen.

Op die manier kunt u voorkomen dat andere gebruikers het bedieningspaneel gebruiken

en per ongeluk de instellingen wijzigen. Zie “Paneelvergrendeling”.

Rapport/lijst

Gebruik het menu Rapport/lijst voor het afdrukken van diverse soorten rapporten

en lijsten.

Om het menu Rapport/lijst weer te geven, drukt u op de knop (Informatie) en

tikt u vervolgens op het tabblad Informatie.

❚

Rapport/lijst >

Systeeminstellingen

Drukt een lijst af met de huidige gebruikersinstellingen, de geïnstalleerde opties, de

hoeveelheid geïnstalleerd printergeheugen en de toestand van de

printerbenodigdheden.

❚

Rapport/lijst >

Pan.vergr. inst.

Drukt een gedetailleerde lijst af met alle instellingen van de printermenu’s.

❚

Rapport/lijst >

PCL-lettertypelijst

Drukt een voorbeeld af van de beschikbare PCL-lettertypen (Printer Control Language).

❚

Rapport/lijst >

PCL-macrolijst

Drukt informatie over de gedownloade PCL-macro’s af.

❚

Rapport/lijst >

PS-lettertypelijst

Drukt een voorbeeld af van de beschikbare PS-lettertypen (PostScript).

❚

Rapport/lijst >

PCL-lettertypelijst

Drukt een voorbeeld af van de beschikbare PDF-lettertypen.

❚

Rapport/lijst >

Taakgeschiedenis

Drukt een gedetailleerde lijst af van de afdruk-, kopieer-, fax -of scantaken die verwerkt

zijn. Deze lijst bevat de laatste 20 taken.

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Rapport/lijst >

Foutgeschiedenis

Drukt een gedetailleerde lijst af van papierstoringen en fatale fouten.

❚

Rapport/lijst >

Afdrukteller

Drukt rapporten met het totale aantal afgedrukte pagina’s af.

❚

Rapport/lijst >

Kleurtestpagina

Drukt een pagina af voor het testen van de kleuren.

❚

Rapport/lijst >

Protocol-monitor

Drukt een lijst af met gecontroleerde protocollen.

❚

Rapport/lijst >

Snelkiezen

Drukt de lijst af van alle leden die zijn opgeslagen als snelkiesnummers.

❚

Rapport/lijst >

Adresboek

Drukt de lijst af met alle adressen die als adresboekinformatie zijn opgeslagen.

❚

Rapport/lijst >

Serveradres

Drukt de lijst af met alle leden die als serveradresinformatie zijn opgeslagen.

❚

Rapport/lijst >

Faxactiviteit

Drukt het rapport van recent verzonden of ontvangen faxen af.

❚

Rapport/lijst >

Fax wachtend

Drukt de status van wachtende faxen af.

❚

Rapport/lijst >

Opgesl.documenten

Drukt een lijst af met alle op de RAM-schijf opgeslagen bestanden voor Beveiligd

afdrukken, Persoonlijk postvak, Openbaar postvak en Proefafdruk.

OPMERKING:

• De functie Opgesl.documenten is uitsluitend beschikbaar wanneer de optie RAM-disk bij

Algemeen onder Systeeminstellingen is geactiveerd.

Begrip van de systeemmenu’s |

Afdrukken van een rapport/lijst

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op Rapport/lijst.

3 Tik op totdat het gewenste rapport of lijst verschijnt en selecteer dat rapport of

die lijst.

4 Tik op Afdrukken.

Wi-Fi | WPS

OPMERKING:

• Wi-Fi Direct is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Gebruik het menu Wi-Fi | WPS om instellingen of verbindingen voor het draadloze

netwerk te controleren of in te stellen.

Om het menu Wi-Fi | WPS weer te geven, drukt u op de knop (Informatie) en tikt

u vervolgens op het tabblad Informatie.

❚

Wi-Fi | WPS >

Wi-Fi

Gebruik het menu Wi-Fi om de instellingen voor het draadloze netwerk te controleren

of in te stellen. Zie “Wi-Fi” voor meer informatie.

❚

Wi-Fi | WPS >

Wi-Fi Direct

Gebruik het menu Wi-Fi Direct om de netwerkinstellingen voor Wi-Fi Direct te

controleren of in te stellen. Zie “Wi-Fi Direct” voor meer informatie.

❚

Wi-Fi | WPS >

WPS (Verbinden via PBC)

Gebruik het menu WPS (Verbinden via PBC) om configuraties van het Wi-Fi

Direct-netwerk met WPS-PBC te starten. Zie “WPS inst.” voor meer informatie.

❚

Wi-Fi | WPS >

WPS (Verbinden via PIN)

Gebruik het menu WPS (Verbinden via PIN) om configuraties van het Wi-Fi

Direct-netwerk met WPS-PIN te starten. Zie “WPS inst.” voor meer informatie.

Gekoppeld apparaat

OPMERKING:

• Wi-Fi Direct is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Gebruik het menu Gekoppeld apparaat om de apparaatnaam in de lijst Gekoppeld

apparaat te controleren, als een apparaat via Wi-Fi Direct met de printer verbonden is.

U kunt het gekoppelde apparaat loskoppelen. Zie “De verbinding met het Wi-Fi

Direct-netwerk verbreken” voor meer informatie.

| Begrip van de systeemmenu’s

Beheerinstellingen

De fabrieksinstellingen van alle printerfuncties worden hersteld.

Gebruik het menu Beheerinstellingen om de instellingen aan te passen

overeenkomstig de configuratieomgeving of uw voorkeuren.

Om het menu Beheerinstellingen weer te geven, drukt u op de knop

(Informatie) en tikt u vervolgens op het tabblad Extra.

❚

Beheerinstellingen >

Telefoonboek

Gebruik het Telefoonboek menu om het snelkiezen en de instellingen voor

groepsbellen te configureren.

❚

Beheerinstellingen > Telefoonboek >

Personen

Slaat max. 200 veel gekozen nummers als snelkiesnummers op.

❚

Beheerinstellingen > Telefoonboek >

Groepen

Maakt een groep faxbestemmingen aan en slaat deze onder een tweecijferige code op.

Er kunnen maximaal zes belcodes worden geregistreerd.

❚

Beheerinstellingen >

PCL-instellingen

Gebruik het menu PCL-instellingen voor het aanpassen van printerinstellingen die

alleen van invloed zijn op afdruktaken waarin de emulatieprintertaal PCL (Printer Control

Language) wordt gebruikt.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Papierlade

Specificeert de standaardpapierlade.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Papierformaat

Specificeert het standaardpapierformaat.

OPMERKING:

• na keuze van aangepast papierformaat wordt u verzocht de gewenste lengte en breedte in te

voeren.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Richting

Specificeert in welke richting de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt.

Staand Voor afdrukken van afbeeldingen en tekstregels parallel aan de korte

kant van het papier.

Liggend Voor afdrukken van afbeeldingen en tekstregels parallel aan de lange

kant van het papier.

Begrip van de systeemmenu’s |

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

2-zijdig afdrukken

Specificeert of er op één dan wel op beide zijden van een vel afgedrukt moet worden.

Voor dubbelzijdig afdrukken kunt u specificeren of er aan de lange of korte kant

ingebonden moet worden.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Lettertype

Specificeert het standaardlettertype uit de in de printer geregistreerde lettertypen.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Tekenset

Specificeert een tekenset voor het gekozen lettertype.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Lettergrootte

Specificeert de lettergrootte bij schaalbare typografische lettertypen. De waarde van de

lettergrootte verwijst naar de hoogte van de lettertekens in het lettertype. Een punt komt

ongeveer overeen met ongeveer 0,35 mm (1/72 inch).

OPMERKING:

• het Lettergrootte menu wordt alleen weergegeven voor typografische lettertypen.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Tekenbreedte

Specificeert de tekenbreedte bij schaalbare typografische lettertypen. Tekenbreedte

geeft het aantal lettertekens aan met vaste afstand ertussen in een horizontale inch (2,54

cm) aan tekst. Voor niet-schaalbare lettertekens met vaste afstand wordt de

tekenbreedte wel aangegeven, maar die kan niet worden gewijzigd.

OPMERKING:

• het Tekenbreedte menu wordt alleen aangegeven voor vaste lettertypen met vaste tekenafstand.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Formulierregel

Stelt het aantal regels op een pagina in. De printer stelt de afstand tussen twee verticale

regels in op basis van de menu-onderdelen Formulierregel en Afdrukstand. Kies de

juiste instelling voor Formulierregel en Afdrukstand voor u Formulierregel

wijzigt.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Aantal

Stelt de standaardafdrukhoeveelheid in. Voor instellen van het aantal exemplaren voor

een specifieke afdruktaak gebruikt u het printerstuurprogramma. De waarden die u kiest

in het printerstuurprogramma krijgen altijd voorrang boven de waarden gekozen via het

bedieningspaneel.

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Beeldverbetering

Specificeert of de functie Beeldverbetering moet worden geactiveerd. Deze functie

maakt het grensgebied tussen zwart en wit gelijkmatiger zodat de randen minder ruw

zijn en de aanblik verbetert.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Hex Dump

Specificeert of de functie Hex Dump moet worden geactiveerd. Deze functie helpt met

het opsporen van de oorzaak van een afdrukprobleem. Als de functie Hex Dump is

ingeschakeld, worden alle gegevens die naar de printer zijn gestuurd, afgedrukt in de

vorm van hexadecimale waarden en tekens. De besturingscodes worden niet uitgevoerd.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Conceptmodus

Specificeert of de functie Conceptmodus moet worden geactiveerd. Deze functie helpt

toner te besparen door af te drukken in de Conceptmodus. De afdrukkwaliteit zal minder

zijn wanneer u afdrukt in de Conceptmodus.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Regeleinde

Voegt de regeleindecommando’s toe.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Standaardkleur

Specificeert de kleurmodus. Deze instelling wordt gebruikt voor een afdruktaak

waarvoor geen Afdrukmodus is gespecificeerd.

❚

Beheerinstellingen > PCL-instellingen >

Formulier invoeren negeren

Specificeert of de functie Formulier invoeren negeren moet worden geactiveerd. Met

deze functie worden lege pagina’s genegeerd die uitsluitend besturingscodes voor

paginadoorvoer bevatten.

❚

Beheerinstellingen >

Gebruik het menu PS (PostScript) voor het aanpassen van printerinstellingen die alleen

van invloed zijn op afdruktaken waarin de emulatieprintertaal PostScript 3 Compatible

wordt gebruikt.

Uit Er wordt geen regeleinde-commando toegevoegd.

CR=CR, LF=LF, FF=FF

Toevoegen-LF Het LF commando wordt toegevoegd.

CR=CR-LF, LF=LF, FF=FF

Toevoegen-CR Het CR commando wordt toegevoegd.

CR=CR, LF=CR-LF, FF=CR-FF

CR-XX De CR en LF commando’s worden toegevoegd.

CR=CR-LF, LF=CR-LF, FF=CR-FF

Begrip van de systeemmenu’s |

❚

Beheerinstellingen > PS >

Overz PS-fouten

Specificeert of de functie Overz PS-fouten moet worden geactiveerd. Deze functie

bepaalt of de inhoud van de fouten met betrekking tot de paginabeschrijvingstaal

PostScript 3 Compatible wordt afgedrukt.

De wijziging wordt van kracht nadat u de printer uit en weer in hebt geschakeld.

OPMERKING:

• instructies van het PS-stuurprogramma overrulen de instellingen die met behulp van het

bedieningspaneel zijn gemaakt.

❚

Beheerinstellingen > PS >

Time-out PS-taak

Specificeert of de functie PS moet worden geactiveerd. Deze functie geeft de

uitvoeringstijd aan voor één PostScript 3 Compatible-taak. De wijziging wordt van kracht

nadat u de printer uit en weer in hebt geschakeld.

❚

Beheerinstellingen > PS >

Mod. Papiersel

Specificeert de wijze voor het selecteren van de papierlade voor de PostScript 3

Compatible-modus. De wijziging wordt van kracht nadat u de printer uit en weer in hebt

geschakeld.

❚

Beheerinstellingen > PS >

Standaardkleur

Specificeert Kleur of Zwart als kleurmodus. Deze instelling wordt gebruikt voor een

afdruktaak waarvoor geen Afdrukmodus is gespecificeerd.

❚

Beheerinstellingen >

PDF

Gebruik het menu PDF voor het aanpassen van printerinstellingen die alleen van invloed

zijn op PDF afdruktaken.

❚

Beheerinstellingen > PDF >

Aantal

Specificeert hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt.

❚

Beheerinstellingen > PDF >

2-zijdig afdrukken

Specificeert of er op één dan wel op beide zijden van een vel afgedrukt moet worden.

Voor dubbelzijdig afdrukken kunt u specificeren of er aan de lange of korte kant

ingebonden moet worden.

Autom. De lade wordt in dezelfde instelling geselecteerd als de PCL-modus.

Lade selecteren De lade wordt geselecteerd op een wijze die compatibel is met

normale PostScript 3 Compatible-printers.

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Beheerinstellingen > PDF >

Afdrukmodus

Specificeert de Afdrukmodus.

❚

Beheerinstellingen > PDF >

PDF-wachtwoord

Specificeert het wachtwoord voor het afdrukken van een PDF-bestand dat is beveiligd

met een wachtwoord om het PDF-bestand te kunnen openen.

❚

Beheerinstellingen > PDF >

Sets

Specificeert of de PDF-taak gesorteerd moet worden.

❚

Beheerinstellingen > PDF >

Papierformaat

Specificeert het afdrukpapierformaat voor het PDF-bestand.

❚

Beheerinstellingen > PDF >

Layout

Specificeert de opmaak van de afdruk.

❚

Beheerinstellingen > PDF >

Standaardkleur

Specificeert de standaardkleur van de uitvoer.

❚

Beheerinstellingen > PDF >

Scheid.vel detecteren

Specificeert of het einde van de taak moet worden gedetecteerd bij het afdrukken van

opeenvolgende PDF-bestanden.

❚

Beheerinstellingen >

Netwerk

Pas in het menu Netwerk de printerinstellingen aan die van invloed zijn op de taken die

naar de printer worden gestuurd via het al dan niet draadloze netwerk.

Normaal Voor documenten met tekens van normaal formaat.

Hoge kwaliteit Voor documenten met kleine tekens of dunne lijnen of documenten

die worden afgedrukt op een dot matrixprinter.

Hoge snelheid Drukt af met een hogere snelheid dan de modus Normaal, maar de

kwaliteit is minder.

Auto % Drukt het document af in de opmaak die gespecificeerd is door de

printer.

100% (niet zoomen) Drukt in hetzelfde formaat als het document af.

Boekje Er wordt op beide zijden van een vel papier dat ingebonden is aan de

rand afgedrukt.

2 op 1 Er worden twee pagina’s op één zijde van een vel papier afgedrukt.

4 op 1 Er worden vier pagina’s op één zijde van een vel papier afgedrukt.

Begrip van de systeemmenu’s |

❚

Beheerinstellingen > Netwerk >

Wi-Fi

OPMERKING:

• Wanneer de ethernetkabel losgekoppeld is, is het menu Wi-Fi | WPS beschikbaar.

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Controleert of specificeert de instellingen van het draadloze netwerk.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi >

Wi-Fi

OPMERKING:

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Specificeert of de Wi-Fi-functie ingeschakeld moet worden.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi >

Status Wi-Fi

OPMERKING:

• De instelling Status Wi-Fi is alleen beschikbaar als de printer is aangesloten op een draadloos

netwerk.

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi>

Wizard Configuratie Wi-Fi

OPMERKING:

• Wizard Configuratie Wi-Fi is alleen beschikbaar als de printer is aangesloten op een draadloos

netwerk.

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Configureert de draadloze netwerkinterface.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi > Wizard Configuratie Wi-Fi >

Selecteer toegangspunt

Selecteert het toegangspunt uit de lijst.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi > Wizard Configuratie Wi-Fi >

Handmatige SSID-configuratie

Voor het handmatig configureren van de draadloze instellingen via het

bedieningspaneel.

Status Toont de status van de draadloze communicatie.

SSID Geeft de naam weer waarmee het draadloos netwerk wordt

aangeduid.

Coderingstype Geeft het coderingstype aan.

WEP-code Wanneer u met behulp van WEP als coderingstype een toegangspunt

kiest, moet u de WEP-sleutel invoeren.

Wachtwoordzin Wanneer u met behulp van WPA, WPA2 of Gemengd als

coderingstype een toegangspunt kiest, moet u de wachtwoordzin

invoeren.

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi > Wizard Configuratie Wi-Fi > Handmatige SSID-confi-

guratie >

SSID

Geeft een naam weer waarmee het draadloos netwerk wordt aangeduid. U kunt

maximaal 32 alfanumerieke tekens invoeren.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi > Wizard Configuratie Wi-Fi > Handmatige SSID-confi-

guratie > SSID >

Infrastructuur

Selecteer deze optie als u de draadloze instelling configureert via het toegangspunt (bv.

een draadloze router).

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi > Wizard Configuratie Wi-Fi > Handmatige SSID-confi-

guratie > SSID >

Ad hoc

Selecteer deze optie als u de draadloze instelling wilt configureren zonder het

toegangspunt (bv. een draadloze router).

Geen beveiliging Geef Geen beveiliging op als u de draadloze instelling wilt

configureren zonder een coderingstype te kiezen uit WEP

en WPA-PSK-AES.

Mixed mode PSK Hier kunt u de draadloze instelling configureren met het

coderingstype Mixed mode PSK. Mixed mode PSK kiest

automatisch WPA-PSK-AES of WPA2-PSK-AES als

coderingstype.

Wachtwoordzin Bepaalt de wachtwoordzin bestaande uit alfanumerieke

tekens van 8 tot 63 bytes lang en hexadecimale tekens

van 64 bytes lang.

WPA2-PSK-AES Hier kunt u de draadloze instelling configureren met het

coderingstype WPA2-PSK-AES.

Wachtwoordzin Bepaalt de wachtwoordzin bestaande uit alfanumerieke

tekens van 8 tot 63 bytes lang en hexadecimale tekens

van 64 bytes lang. (hex: 0-9, a-f, A-F, 16 tot 64 tekens)

WEP Bepaalt welke WEP-sleutel voor het draadloos netwerk

moet worden gebruikt. Voor 64-bit-sleutels kunt u

maximaal 10 hexadecimale tekens invoeren. Voor 128

bit-sleutels kunt u maximaal 26 hexadecimale tekens

invoeren.

Verzendingscode Stelt een van de volgende verzendsleutels in: Auto en

WEP-code 1 - 4.

Geen beveiliging Configureert de draadloze instellingen zonder de

coderingsmethode WEP aan te geven.

WEP Bepaalt welke WEP-sleutel voor het draadloos netwerk

moet worden gebruikt. Voor 64-bit-sleutels kunt u

maximaal 10 hexadecimale tekens invoeren. Voor 128

bit-sleutels kunt u maximaal 26 hexadecimale tekens

invoeren.

Verzendingscode Stelt een van de volgende verzendsleutels in: WEP-code 1

- 4.

Begrip van de systeemmenu’s |

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi >

WPS inst.

OPMERKING:

• WPS inst. is alleen beschikbaar als de printer is aangesloten op een draadloos netwerk.

• WPS inst. is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Configureert het draadloze netwerk met behulp van WPS.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi >

IP Mode

Configureert de IP-modus.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi >

TCP/IP

Configureert de TCP/IP-instellingen.

Drukknopbediening Configureert de draadloze instellingen met behulp van Wi-Fi

Protected Setup-Push Button Configuration (WPS-PBC).

PIN-code De draadloze instelling wordt geconfigureerd met gebruik van de

pincode die door de printer wordt toegewezen. U kunt ook de

pincode afdrukken. Controleer deze als u de aan de printer

toegewezen pincode in de computer invoert.

Dual Stack Stelt het IP-adres in met behulp van zowel IPv4 als IPv6.

IPv4-modus Stelt het IP-adres in met behulp van IPv4.

IPv6-modus Stelt het IP-adres in met behulp van IPv6.

IP-adres ophalen AutoIP Stelt het IP-adres automatisch in. Een willekeurige waarde

tussen 169.254.1.0 tot 169.254.254.255 die op dat

moment niet in het netwerk in gebruik is, wordt ingesteld

als IP-adres. Het subnetmasker is ingesteld als

255.255.0.0.

BOOTP Stelt het IP-adres in met behulp van BOOTP.

RARP Stelt het IP-adres in met behulp van RARP.

DHCP Stelt het IP-adres in met behulp van DHCP.

Paneel Gebruik deze optie als u het IP-adres handmatig wilt

instellen op het bedieningspaneel.

IP-adres Als een IP-adres handmatig wordt ingesteld, wordt de IP

toegewezen met de indeling nnn.nnn.nnn.nnn. Elk octet

waaruit nnn.nnn.nnn.nnn bestaat is een waarde tussen 0

en 254. In het eerste octet van een gateway-adres mogen

127 en waarden tussen 224 en 254 niet toegewezen

worden.

Subnetmasker Als een IP-adres handmatig wordt ingesteld, wordt het

subnetmasker bepaald met de indeling nnn.nnn.nnn.nnn.

Elk achttal waaruit nnn.nnn.nnn.nnn bestaat is een

waarde tussen 0 en 255.255.255.255.255 mag niet als

subnetmasker worden gebruikt.

Gateway-adres Als een IP-adres handmatig wordt ingesteld, wordt het

gateway-adres bepaald met de indeling

nnn.nnn.nnn.nnn. Elk octet waaruit nnn.nnn.nnn.nnn

bestaat is een waarde tussen 0 en 254. In het eerste octet

van een gateway-adres mogen 127 en waarden tussen

224 en 254 niet toegewezen worden.

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi >

IPsec

OPMERKING:

• IPsec wordt alleen weergegeven wanneer IPsec ingeschakeld is in Dell Printer Configuration Web

Tool.

Schakelt IP sec uit.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi >

Wi-Fi opn. instellen

OPMERKING:

• De instelling Wi-Fi opn. instellen is alleen beschikbaar als de printer verbonden is met een

draadloos netwerk.

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Initialiseert de instellingen van het draadloze netwerk. Nadat u deze instelling hebt

uitgevoerd en de printer opnieuw hebt opgestart, zijn alle instellingen van het draadloze

netwerk teruggezet op hun oorspronkelijke waarden.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk >

Wi-Fi Direct

OPMERKING:

• Wanneer de ethernetkabel aangesloten is of Wi-Fi ingesteld is op Uit, dan is Wi-Fi Direct

uitgeschakeld.

• Wi-Fi Direct is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Configureert de Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen.

Wi-Fi Direct Schakelt het Wi-Fi Direct-netwerk in of uit.

Groepsrol Auto Heft automatisch de groepsrol op voor Wi-Fi

Direct.

Groepseigenaar Stelt de printer in als de Groepseigenaar bij

gebruik van Wi-Fi Direct. Als u de printer als

groepseigenaar instelt, kunnen mobiele

apparaten de printer vinden. De SSID van de

printer wordt weergegeven in de lijst met

draadloze netwerken op uw mobiele apparaat.

Apparaatnaam Bepaalt de naam waarmee het Wi-Fi Direct

netwerk wordt aangeduid, met max. 32

alfanumerieke tekens. Controleer dit wanneer u

de apparaatnaam selecteert op uw mobiele

apparaat.

Gekoppeld

apparaat

Geeft de status weer van de Wi-Fi

Direct-verbindingen tussen de printer en

maximaal 3 mobiele Wi-Fi-apparaten.

Alles loskoppelen Nu loskoppelen Verbreekt alle Wi-Fi Direct-verbindingen

onmiddellijk.

Loskopp. en

wachtwrdzin

opn. Inst

Verbreekt de Wi-Fi Direct verbindingen en reset

de wachtwoordzin.

Begrip van de systeemmenu’s |

❚

Beheerinstellingen > Netwerk >

Ethernet

OPMERKING:

• Wanneer een bekabeld netwerk wordt gebruikt, is het menu Wi-Fi | WPS niet beschikbaar.

Controleert of specificeert de instellingen van het bekabelde netwerk.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Ethernet >

IP Mode

Configureert de IP-modus.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Ethernet >

TCP/IP

Configureert de TCP/IP-instellingen.

SSID Geeft de naam weer waarmee het Wi-Fi Direct

netwerk wordt aangeduid. U kunt ook zelf een

naam kiezen van maximaal 32 alfanumerieke

karakters. “DIRECT-XX” kan niet worden

gewijzigd. Controleer dit bij het selecteren van

de naam van het Wi-Fi Direct-netwerk op uw

mobiele apparaat.

Wachtwoordzin Geeft de wachtwoordzin weer. Controleer dit

wanneer u het wachtwoord ingeeft op uw

mobiele apparaat.

Wachtwoordzin

afdrukken

Drukt de wachtwoordzin af. Controleer dit

wanneer u het wachtwoord ingeeft op uw

mobiele apparaat.

Wachtwrd-zin

opn. inst.

Reset de wachtwoordzin.

WPS inst. Configureert het Wi-Fi Direct netwerk met

behulp van WPS.

Drukknopbediening

Configureert het Wi-Fi Direct-netwerk met

behulp van Wi-Fi Protected Setup-Push Button

Configuration (WPS-PBC).

PIN-code Configureert het Wi-Fi Direct netwerk met

gebruik van de pincode die door de printer

wordt toegewezen.

PIN-code afdruk. Drukt de pincode af. Controleer deze als u de

aan de printer toegewezen pincode op het

mobiele apparaat invoert.

Resetcode Reset de pincode.

Dual Stack Stelt het IP-adres in met behulp van zowel IPv4 als IPv6.

IPv4-modus Stelt het IP-adres in met behulp van IPv4.

IPv6-modus Stelt het IP-adres in met behulp van IPv6.

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Ethernet >

IPsec

OPMERKING:

• IPsec wordt alleen weergegeven wanneer IPsec ingeschakeld is in Dell Printer Configuration Web

Tool.

Schakelt IP sec uit.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Ethernet >

Verbindingssnelheid

OPMERKING:

• De instelling Verbindingssnelheid is alleen beschikbaar als de printer verbonden is met een

bekabeld netwerk.

Specificeert de communicatiesnelheid en de duplexinstellingen voor ethernet. De

wijziging wordt van kracht nadat u de printer uit en weer in hebt geschakeld.

IP-adres ophalen AutoIP Stelt het IP-adres automatisch in. Een willekeurige waarde

tussen 169.254.1.0 tot 169.254.254.255 die op dat

moment niet in het netwerk in gebruik is, wordt ingesteld

als IP-adres. Het subnetmasker is ingesteld als

255.255.0.0.

BOOTP Stelt het IP-adres in met behulp van BOOTP.

RARP Stelt het IP-adres in met behulp van RARP.

DHCP Stelt het IP-adres in met behulp van DHCP.

Paneel Gebruik deze optie als u het IP-adres handmatig wilt

instellen op het bedieningspaneel.

IP-adres Als een IP-adres handmatig wordt ingesteld, wordt de IP

toegewezen met de indeling nnn.nnn.nnn.nnn. Elk octet

waaruit nnn.nnn.nnn.nnn bestaat is een waarde tussen 0

en 254. In het eerste octet van een gateway-adres mogen

127 en waarden tussen 224 en 254 niet toegewezen

worden.

Subnetmasker Als een IP-adres handmatig wordt ingesteld, wordt het

subnetmasker bepaald met de indeling nnn.nnn.nnn.nnn.

Elk achttal waaruit nnn.nnn.nnn.nnn bestaat is een

waarde tussen 0 en 255.255.255.255.255 mag niet als

subnetmasker worden gebruikt.

Gateway-adres Als een IP-adres handmatig wordt ingesteld, wordt het

gateway-adres bepaald met de indeling

nnn.nnn.nnn.nnn. Elk octet waaruit nnn.nnn.nnn.nnn

bestaat is een waarde tussen 0 en 254. In het eerste octet

van een gateway-adres mogen 127 en waarden tussen

224 en 254 niet toegewezen worden.

Auto

10BASE-T Half

10BASE-T Full

100BASE-TX Half

100BASE-TX Full

1000BASE-T Full

Begrip van de systeemmenu’s |

❚

Beheerinstellingen > Netwerk >

Protocollen

Schakelt elk protocol in of uit. De wijziging wordt van kracht nadat u de printer uit en

weer in hebt geschakeld.

Staat voor Web Services on Devices.

Staat voor Simple Network Management Protocol.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk >

Geavanceerde instellingen

Specificeert geavanceerde netwerkinstellingen.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Geavanceerde instellingen >

IP-filter

Hiermee geeft u aan of de IP-filterfunctie ingeschakeld moet worden. Met deze functie

wordt er alleen een communicatie toegestaan met toestellen waarvan het IP-adres

geregistreerd is in de printer.

OPMERKING:

• Deze functie is niet van toepassing voor communicatie via Wi-Fi Direct.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Geavanceerde instellingen >

IEEE 802.1x

OPMERKING:

• IEEE 802.1x wordt alleen weergegeven wanneer de printer aangesloten is via een ethernetkabel en

is alleen beschikbaar wanneer de IEEE 802.1x-verificatie ingeschakeld is.

Schakelt IEEE 802.1x-verificatie uit. De wijziging wordt van kracht nadat u de printer uit

en weer in hebt geschakeld.

LPD

Port9100

FTP

IPP

SMB TCP/IP

WSD afdrukken

WSD scannen

Network TWAIN

SNMP UDP

E-mailwaarschuwing

EWS

Bonjour(mDNS)

Telnet

Adresboek bijwerken

HTTP-SSL / TLS

Google Cloud Print

Afdrukken vanuit widget-apps

Scannen naar widget-apps

IPv4 - Filter Schakelt IPv4 - Filter in of uit.

IPv6 - Filter Schakelt IPv6 - Filter in of uit.

100

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Beheerinstellingen > Netwerk > Geavanceerde instellingen >

PS-gegevensindeling

Specificeert het PostScript 3 Compatible-communicatieprotocol voor een parallelle

interface. U kunt de instellingen voor PS-gegevensindeling voor het bekabelde

netwerk configureren. De wijziging wordt van kracht nadat u de printer uit en weer in

hebt geschakeld.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk >

LAN opnw instellen

Initialiseert de gegevens van het bekabelde netwerk die zijn opgeslagen in het

NV-geheugen (Niet-Vluchtig). Nadat u deze instelling hebt uitgevoerd en de printer

opnieuw hebt opgestart, zijn alle instellingen van het bekabelde netwerk teruggezet op

hun oorspronkelijke waarden.

❚

Beheerinstellingen > Netwerk >

Verwijder alle certificaten

Verwijdert alle certificaten van de printer. Nadat u deze instelling uitgevoerd hebt en de

printer opnieuw opgestart is, zullen alle certificaten verwijderd zijn.

❚

Beheerinstellingen >

Fax Settings

Gebruik het menu Fax Settings voor de configuratie van basis faxinstellingen.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings >

Faxlijninstellingen

Configureert de basisinstellingen voor de faxlijn.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxlijninstellingen >

Faxnummer

Stelt het faxnummer van de printer in dat in de koptekst van een faxbericht wordt

afgedrukt.

OPMERKING:

• Specificeer altijd eerst Faxnummer voor u "Junk-fax"-inst. gebruikt.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxlijninstellingen >

Land

Dit selecteert het land waar de printer wordt gebruikt.

Auto Wordt gebruik wanneer het PostScript 3

Compatible-communicatieprotocol automatisch wordt

gedetecteerd.

Standaard Wordt gebruikt wanneer het communicatieprotocol in

ASCII-interface staat.

BCP Wordt gebruikt wanneer het communicatieprotocol in binair formaat

staat.

TBCP Wordt gebruikt wanneer het communicatieprotocol zowel ASCII als

binaire data ondersteunt om, overeenkomstig de aangegeven

besturingscode, tussen beiden te schakelen.

Binair Wordt gebruikt wanneer geen speciale verwerking voor data is vereist.

Begrip van de systeemmenu’s |

101

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxlijninstellingen >

Naam faxkoptekst

Instelling van het afdrukken van de naam van de zender in de faxkoptekst.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxlijninstellingen >

Lijntype

Specificeert het standaardlijntype als PSTN of PBX.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxlijninstellingen >

Lijnmonitor

Specificeert of de instelling Lijnmonitor moet worden ingeschakeld. Stelt het volume van

de lijnmonitor in. Hiermee kunt u het transmissiesignaal via een interne luidspreker horen

tot er een verbinding gemaakt wordt.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxlijninstellingen >

DRPD-patroon

Dit biedt een apart nummer voor faxen met een kenmerkend belpatroon.

Patroon1–7 Distinctive Ring Pattern Detection (DRPD) is een dienst die geleverd

wordt door bepaalde telefoonmaatschappijen. DRPD-patronen

worden door uw telefoonmaatschappij bepaald. Hieronder vindt u de

patronen die bij uw printer geleverd zijn.

Vraag uw telefoonmaatschappij welk patroon u moet kiezen om van

deze service gebruik te maken. Bijvoorbeeld, Patroon7 is het

onderscheidende faxpatroon voor Nieuw-Zeeland, beltoon 400 ms,

geen geluid gedurende 800 ms, beltoon 400 ms en geen geluid

gedurende 1400 ms. Dit patroon wordt steeds herhaald. Deze printer

beantwoordt alleen Onderscheidende alarmpatronen DA4 in

Nieuw-Zeeland.

Patroon1

Patroon2

Patroon3

Patroon4

Patroon5

Patroon6

Patroon7

102

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings >

Standaardinstellingen ontvangst

Configureert de instellingen voor binnenkomende faxen.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst >

Ontvangstfunctie

Selecteert de standaardfaxontvangstfunctie.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst >

Volume beltoon

Specificeert of de instelling Volume beltoon moet worden ingeschakeld. Stelt het

volume van de beltoon in. Dit geeft via de interne luidspreker aan dat een inkomende

oproep een telefoongesprek is wanneer Ontvangstfunctie ingesteld is op

Telefoon/fax.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst >

Configuratie autom. ontvangen

Configureert de instellingen voor het automatisch ontvangen van faxen.

Telefoon Automatische ontvangst van faxen is uitgeschakeld. U kunt een fax

ontvangen door een code voor ontvangst op afstand in te toetsen op

de externe telefoon nadat de hoorn van de telefoon is opgenomen of

door op Handm. ontvangen te tikken bij Op de haak en daarna op

Ontvangen te tikken.

Faxen Automatische ontvangst van faxen.

Telefoon/fax Als de printer een binnenkomende fax ontvangt, gaat de externe

telefoon zo vaak over als ingesteld is in Auto ontvangst fax/tel.

De printer ontvangt vervolgens de fax. Als het binnenkomende

gesprek geen fax is, geeft de printer met de interne luidspreker aan

dat het een telefoongesprek betreft.

Antw apparaat/fax Deze modus is bedoeld voor gebruik met een antwoordapparaat.

Wanneer het antwoordapparaat de oproep ontvangt, controleert de

printer de oproep op faxtonen. Wanneer de printer faxtonen

detecteert, ontvangt de printer automatisch de fax. Wanneer het

antwoordapparaat uitgeschakeld is, schakelt de printer over naar de

modus FAX als de telefoon een vooraf gedefinieerd aantal keren

overgaat. Als in uw land de telefooncommunicatie serieel is, wordt

deze functie niet ondersteund.

DRPD Voordat u gebruik kunt maken van de optie Distinctive Ring Pattern

Detection (DRPD), moet door de telefoonmaatschappij een unieke

beltoon geïnstalleerd worden. Als de telefoonmaatschappij een

afzonderlijk faxnummer met een unieke beltoon heeft geleverd, moet

de fax zo ingesteld worden dat gecontroleerd wordt op die specifieke

beltoon.

Autom. faxontvangst Stelt het interval in waarop de printer na het ontvangen van een

inkomende oproep naar de faxontvangstfunctie overgaat.

Auto ontvangst fax/tel Stelt de interval in waarmee de printer naar de stand faxontvangst

gaat nadat de externe telefoon een gesprek ontvangt.

Auto-antw./fax Stelt de interval in waarmee de printer naar de stand faxontvangst

gaat, nadat het externe antwoordapparaat een gesprek ontvangt.

Begrip van de systeemmenu’s |

103

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst >

"Junk-fax"-inst.

Specificeert of de functie "Junk-fax"-inst. moet worden geactiveerd. Deze functie

bepaalt of ongewenste faxen geweigerd moeten worden door alleen faxen afkomstig

van in het telefoonboek geregistreerde nummers te accepteren.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst >

Veilige ontvangst

OPMERKING:

• De functie Veilige ontvangst is alleen beschikbaar wanneer Pan.vergr. inst. ingesteld is op

Inschakelen.

Specificeert of een wachtwoord nodig is om ontvangen faxen af te drukken en biedt de

mogelijkheid om het wachtwoord in te stellen of te wijzigen.

Dit onderdeel is alleen beschikbaar als Beveil. ontv.inst. is ingesteld op Inschakelen.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst >

Ontvangen fax doorsturen

Stelt in of binnenkomende faxen naar een bepaalde bestemming doorgestuurd moeten

worden.

afhankelijk van de instellingen van de e-mailserver is het mogelijk dat de printer geen fout ontvangt die zich

voordoet tijdens de overdracht.

Dit item is alleen beschikbaar wanneer de informatie voor E-mailserver geregistreerd is. Zie “E-mailserver”.

Dit item is alleen beschikbaar wanneer het E-mailadres voor doorsturen geregistreerd is. Zie “Faxinstellingen”.

Beveil. ontv.inst. Stelt in of er een wachtwoord nodig is voor het afdrukken van

ontvangen faxen.

Wijzig wachtwoord

Configureert of wijzigt het viercijferige wachtwoord dat vereist is om

ontvangen faxen af te drukken.

Uit

Doorsturen Inkomende faxen worden doorgestuurd naar een

bepaalde bestemming. Drukt inkomende faxen af indien

een fout optreedt tijdens het verzenden.

Doorstuurnummer Specificeert het faxnummer van de bestemming waarnaar

deze worden doorgestuurd.

Afdruk. en doorstur. Inkomende faxen worden afgedrukt en doorgestuurd

naar een bepaalde bestemming.

Doorstuurnummer Specificeert het faxnummer van de bestemming waarnaar

deze worden doorgestuurd.

Doorst. naar

e-mail

*1,2,3

Hiermee stuurt u inkomende faxen door naar opgegeven

e-mailadressen. Drukt inkomende faxen af indien een

fout optreedt tijdens het verzenden.

Afdr.+doorst.

e-mail

*2,3

Drukt binnenkomende faxen af en stuurt deze eveneens

door naar een opgegeven e-mailadres.

Doorsturen n. server Hiermee stuurt u inkomende faxen door naar een

specifiek serveradres. Drukt inkomende faxen af indien

een fout optreedt tijdens het verzenden.

Afdrukken en

doorsturen n. server

Hiermee drukt u inkomende faxen af en stuurt u deze ook

door naar een specifiek serveradres.

104

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst >

2-zijdig afdruk.

Specificeert of de functie 2-zijdig afdruk. moet worden geactiveerd. Met deze functie

wordt dubbelzijdig afdrukken voor faxen ingesteld.

OPMERKING:

• afhankelijk van het formaat van de ontvangen faxen, de instellingen van de laden enz, lukt

dubbelzijdig afdrukken mogelijk niet.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst >

Ontv. op afstand

Specificeert of de functie Ontvangst op afstand moet worden geactiveerd. Deze functie

ontvangt een fax door een code voor ontvangst op afstand in te toetsen op de externe

telefoon nadat de hoorn van de telefoon is opgenomen. U kunt de toon in twee cijfers

specificeren om Ontv. op afstand te starten.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst >

Wis bij te klein formaat

Specificeert of de functie Wis bij te klein formaat moet worden geactiveerd. Deze functie

stelt de printer in zodat afbeeldingen of tekst onder aan een faxpagina niet afgedrukt

worden als de hele pagina niet op het uitvoerpapier past. U kunt er ook voor kiezen om

een faxpagina automatisch te verkleinen zodat deze op het papierformaat past.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings >

Standaardinstellingen verzending

Configureert de instellingen voor het verzenden van faxen.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen verzending >

Configuratie autom. opn kiezen

Configureert de instellingen voor automatisch opnieuw kiezen.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen verzending >

Toon/puls

Selecteert de manier van kiezen.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen verzending >

Voorkiezen

Specificeert of de functie Voorkiezen moet worden geactiveerd. Met deze functie wordt

een voorkiesnummer ingesteld. U kunt een voorkiesnummer van maximaal vijf cijfers

instellen. Dit nummer wordt gedraaid voordat eventuele automatische nummers worden

gedraaid. Dit is nuttig voor toegang tot de PABX-telefooncentrale.

Pogingen opnieuw kiezen Stelt het aantal pogingen in om het nummer te herhalen wanneer de

lijn bezet is. Als de waarde 0 ingevoerd wordt, zal de printer het

nummer niet herhalen.

Interval voor opnw kiezen Stelt de tijdsinterval in tussen de pogingen om het nummer te

herhalen.

Uitgestelde nieuwe verzending Stelt de tijdsinterval in tussen de pogingen om opnieuw te verzenden.

Toon Gebruikt toonkiezen.

Puls (10PPS) Stelt pulskiezen, 10 pulsen per seconde in als kiestype.

Puls (20PPS) Stelt pulskiezen, 20 pulsen per seconde in als kiestype.

Begrip van de systeemmenu’s |

105

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen verzending >

Faxvoorblad

Specificeert of de functie Faxvoorblad moet worden geactiveerd. Deze functie bepaalt of

een fax al dan niet een voorblad krijgt.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen verzending >

Faxkoptekst

Specificeert of de functie Faxkoptekst moet worden geactiveerd. Deze functie bepaalt of

de informatie van de afzender in de koptekst van een fax afgedrukt moet worden.

OPMERKING:

• als Verenigde Staten is gekozen als Land verschijnt deze optie niet in het menu. De instelling

staat altijd Aan en kan niet worden gewijzigd. Zie “De initiële faxinstellingen specificeren via het

bedieningspaneel”.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen verzending >

ECM

Specificeert of de functie ECM (Error Correction Mode) moet worden geactiveerd. Voor

het gebruik van ECM moeten de machines aan de andere kant van de lijn ook ECM

ondersteunen.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen verzending >

Modemsnelheid

Past de snelheid van de faxmodem aan wanneer er fouten optreden bij het verzenden of

ontvangen van een fax.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen verzending >

Handmatig fax- ontvangers weergeven

Specificeert of de functie Handmatig fax- ontvangers weergeven moet worden

geactiveerd. Deze functie toont het faxnummer van de ontvanger op het scherm Fax

verzenden wanneer u een fax handmatig verstuurt.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings >

Faxoverzichten

Configureert de instellingen voor faxoverzichten.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxoverzichten >

Faxactiviteit

Stelt in of er na elke 50 binnenkomende en uitgaande faxberichten een automatisch

activiteitenrapport moet worden afgedrukt.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxoverzichten >

Faxverzending

Stelt in of een verzendresultaat moet worden afgedrukt na een faxverzending.

Autom. afdrukken

Niet autom. afdrukken

Altijd afdrukken Drukt een verzendingsrapport af na elke faxverzending.

Bij fout afdrukken Drukt alleen een verzendingsrapport af indien een fout optreedt.

Afdrukken uitschakelen Drukt geen verzendingsrapport af na elke faxverzending.

106

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxoverzichten >

Faxrondzending

Stelt in of een verzendresultaat moet worden afgedrukt na een faxverzending naar

meerdere bestemmingen.

❚

Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxoverzichten >

Faxprotocol

Stelt in of het protocolmonitorrapport moet worden afgedrukt, zodat u de reden voor

een communicatieprobleem eenvoudiger kunt identificeren.

❚

Beheerinstellingen >

Systeeminstellingen

Gebruik Systeeminstellingen voor het configureren van de

energiebesparingsmodus, waarschuwingstonen, time-out periode, schermtaal en de

instellingen voor het automatisch afdrukken van de takenlog.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen >

Algemeen

Configureert de algemene instellingen voor de printer.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >

Timer Energiespaarstand

Specificeert de tijd voor het overgaan naar de energiebesparingsstand.

OPMERKING:

• De printer schakelt 11 minuten na het voltooien van een taak (dit is de standaardinstelling) over

naar de stand Diepe slaap.

Wanneer u voor de Slaap 1 minuut aangeeft, schakelt de energiebesparingsmodus de

printer 1 minuut nadat de taak is afgewerkt, over naar de energiespaarstand. Zo wordt

veel energie bespaard, maar het opwarmen van de printer zal iets langer duren. Voer 1

minuut in als de printer een elektrisch circuit deelt met de kantoor- of kamerverlichting

en u merkt dat de lichten flikkeren.

Altijd afdrukken Drukt een verzendingsrapport af na elke faxverzending.

Bij fout afdrukken Drukt alleen een verzendingsrapport af indien een fout optreedt.

Afdrukken uitschakelen Drukt geen verzendingsrapport af na een faxverzending naar

meerdere bestemmingen.

Altijd afdrukken Drukt een protocolmonitorrapport af na elke faxverzending.

Bij fout afdrukken Drukt alleen een protocolmonitorrapport af indien een fout optreedt.

Afdrukken uitschakelen Drukt geen protocolmonitorrapport af.

Slaap Specificeert hoe lang het duurt voordat de printer naar de modus

Sleep overschakelt na het afronden van een taak.

Diepe slaap Specificeert hoe lang het duurt voordat de printer naar de modus

Versterkte slaapstand overschakelt na het activeren van de modus

Sleep.

Timer voor uitschakelen Specificeert of de Timer voor uitschakelen geactiveerd moet worden

en hoe lang het duurt voordat de printer naar de modus Timer voor

uitschakelen overschakelt na het activeren van de modus Versterkte

slaapstand.

Begrip van de systeemmenu’s |

107

Selecteer een hoge waarde als de printer voortdurend in gebruik is. In de meeste

gevallen zal de printer dan steeds klaar zijn voor gebruik, met een minimale opwarmtijd.

Selecteer een gemiddelde waarde als u een middenweg zoekt tussen energiebesparing

en een kortere opwarmtijd.

De printer keert uit de stroomspaarstand terug naar stand-by wanneer er gegevens

doorkomen van de computer of van een externe faxprinter. U kunt de printer ook zelf

met een druk op een willekeurige knop op het bedieningspaneel in Stand-by zetten.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >

Datum & tijd

Specificeert het formaat voor de datum en tijd.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >

mm / inch

Specificeert de standaardmaateenheid die na de numerieke waarde weergegeven wordt

op het touch-paneel.

OPMERKING:

• De standaard voor mm / inch varieert afhankelijk van andere instellingen zoals Land en de

grootte van het document.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >

Helderheid scherm

Past de helderheid van het scherm van het touch-paneel aan.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >

Audiotoon

Specificeert of de functie Audiotoon moet worden geactiveerd. Als dit het geval is,

weerklinkt er een toon tijdens het bedienen of wanneer er een waarschuwingsbericht

verschijnt.

Tijdzone Stelt de standaardtijdzone in.

Datum Stelt de datum in aan de hand van de Notatie.

Notatie Stelt de datumnotatie in.

Tijd Stelt de tijd in.

Notatie Stelt het tijdsformaat in.

Paneelkeuzetoon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer de invoer

op het bedieningspaneel juist is.

Paneelwrschuwtoon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer de invoer

op het bedieningspaneel fout is.

Apparaat-klaartoon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer de printer

gereed is voor gebruik.

Kopieertaak-toon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer een

kopieertaak voltooid is.

Taak voltooid-toon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer een

andere taak dan een kopieertaak voltooid is.

Fouttoon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer een taak

op abnormale wijze wordt beëindigd.

Waarschuwingstoon Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer een

probleem optreedt.

108

| Begrip van de systeemmenu’s

Dit is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >

Startpagina

Specificeert of de functie Startpagina moet worden geactiveerd. Deze functie bepaalt of

een waarschuwingsbericht wordt weergegeven als de toner bijna op is.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >

Van haak activeren

Specificeert of de functie Van haak activeren moet worden geactiveerd. Deze functie

zorgt ervoor dat het apparaat ontwaakt vanuit de modus Sleep of Versterkte slaapstand

wanneer de hoorn van de externe telefoon wordt opgepakt.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >

Aut.logboekafdruk

Specificeert of de functie Aut.logboekafdruk moet worden geactiveerd. Deze functie

zorgt ervoor dat er na elke 20 opdrachten automatisch een taakgeschiedenisrapport

wordt afgedrukt.

Afdruklogs kunnen tevens met behulp van het menu Rapport/lijst worden

afgedrukt.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >

RAM-disk

Specificeert of de functie RAM-disk moet worden geactiveerd. Met deze functie wordt

geheugen toegewezen aan het RAM-schijfbestandssysteem voor de functies Beveiligd

afdrukken, Persoonlijk postvak, Openbaar postvak en Proefafdruk. De wijziging wordt

van kracht nadat u de printer uit en weer in hebt geschakeld.

OPMERKING:

• Schakel de printer uit en vervolgens opnieuw in om de instellingen voor het menu RAM-disk toe

te passen.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >

Faxserver- adresboek

Specificeert of de functie Faxserver- adresboek moet worden geactiveerd. Met deze

functie worden de telefoonnummers in het telefoonboek voor de LDAP-server gezocht.

OPMERKING:

• U kunt de telefoonnummers alleen opzoeken in het lokale telefoonboek wanneer de functie

Faxserver- adresboek is ingesteld op Uit.

Papier is op Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer het papier

van de printer op is.

Toner raakt op Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer een toner

bijna op is.

Autom.wiswaarsch. Selecteert het volume van de toon die 5 seconden voordat de printer

automatisch wissen uitvoert, weerklinkt.

NFC-verificatie

Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer een

NFC-kaart ter verificatie in de NFC-lezer wordt geplaatst.

Alle kleuren Selecteert het volume voor alle waarschuwingstonen.

Begrip van de systeemmenu’s |

109

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >

E-mailserver- adresboek

Specificeert of de functie E-mailserver- adresboek moet worden geactiveerd. Met deze

functie worden e-mailadressen in het adresboek voor de LDAP-server gezocht.

OPMERKING:

• U kunt de e-mailadressen alleen opzoeken in het lokale adresboek wanneer de functie

E-mailserver- adresboek ingesteld is op Uit.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >

Wizard inschakel.

Voert de initiële configuratie van de printer uit.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen >

Max.emailformaat

Specificeert de maximale grootte van een te versturen e-mail.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen >

Timers

Configureert de timerinstellingen.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Timers >

Auto opn. instellen

Herstelt de standaardinstellingen voor Kopiëren, Scannen, Fax, E-mail of Afdrukken

automatisch en keert terug naar de stand-bymodus als u gedurende een bepaalde tijd

geen instellingen opgeeft.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Timers >

Time-out storing

Specificeert of de functie Time-out storing moet worden geactiveerd. Deze functie

bepaalt hoe lang de printer wacht voordat deze taken annuleert die niet goed werden

afgerond. De afdruktaak wordt geannuleerd als de time-outtijd wordt overschreden.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen >

Uitvoerinstellingen

Configureert de instellingen die betrekking hebben op de uitvoer vanuit de printer.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen >

Stand. papierformaat

Specificeert het standaardpapierformaat.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen >

Afdruk-ID

Specificeert of de functie Afdruk-ID moet worden geactiveerd. Deze functie bepaalt de

plaats waar het gebruikers-ID wordt afgedrukt.

OPMERKING:

• bij afdrukken op papier van DL-formaat kan een deel van het gebruikers-ID mogelijk niet goed

worden afgedrukt.

110

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen >

Tekst afdrukken

Specificeert of de functie Tekst afdrukken moet worden ingeschakeld. Met deze functie

worden PDL-gegevens (Page Description Language), die niet ondersteund worden door

de printer, als tekst afgedrukt wanneer de printer deze ontvangt. De tekstgegevens

worden afgedrukt op papier van het formaat A4 of Letter.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen >

Voorblad

Specificeert de positie van het scheidingsvel en de lade waarin de scheidingsvellen

worden gelegd.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen >

Alternat. lade

Bepaalt of er al dan niet een ander papierformaat mag worden gebruikt als het papier in

de opgegeven lade niet overeenkomt met de papierformaatinstellingen voor de huidige

afdruktaak.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen >

Briefhfd. 2-zijdig

Specificeert of de functie Briefhfd. 2-zijdig moet worden geactiveerd. Deze functie geeft

aan of beide zijden van een vel briefhoofdpapier bedrukt moeten worden.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen >

Wisselen A4 <> Letter

Specificeert of de functie Wisselen A4 <> Letter moet worden ingeschakeld. Met deze

functie worden A4-afdruktaken afgedrukt op papier van Letter-formaat wanneer geen

papier met formaat A4 beschikbaar is of worden Letter-afdruktaken afgedrukt op papier

van A4-formaat wanneer geen papier met formaat Letter beschikbaar is.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen >

Wisselen A5<>Statement

Specificeert of de functie Wisselen A5<>Statement moet worden ingeschakeld. Met deze

functie worden A5-afdruktaken afgedrukt op papier van Statement-formaat wanneer

geen papier met formaat A5 beschikbaar is of worden Statement-afdruktaken afgedrukt

op papier van A5-formaat wanneer geen papier met formaat Statement beschikbaar is.

Invoegpositie Uit Het scheidingsvel wordt niet afgedrukt.

Voor Ingevoegd vóór de eerste pagina van elk exemplaar.

Achter Ingevoegd na de laatste pagina van elk exemplaar.

Voor & achter Ingevoegd vóór de eerst pagina van elk exemplaar en na

de laatste pagina van elk exemplaar.

Kies lade Het scheidingsvel wordt in de multifunctionele papierlade

(MPF) / lade 1 / optionele 550-velinvoer gelegd.

Uit Er mag geen papier van een ander formaat worden gebruikt.

Groter formaat Kiest ter vervanging het eerstvolgende grotere formaat. Als er geen

groter papierformaat beschikbaar is, kiest de printer het

dichtstbijzijnde formaat.

Dichtstbz formaat Kiest ter vervanging het dichtstbijzijnde formaat.

MPF gebruiken Vervang papier van de multifunctionele papierlade (MPF).

Begrip van de systeemmenu’s |

111

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen >

2-zijdig gedrukt rapport

Specificeert of er op één dan wel op beide zijden van een vel rapporten afgedrukt moet

worden.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen >

Andere lade gebruiken

Specificeert of de functie Andere lade gebruiken moet worden geactiveerd. Deze functie

zorgt ervoor dat er een andere papierlade geselecteerd wordt wanneer het papier

opraakt in de gespecificeerde papierlade.

OPMERKING:

• Het formaat van het af te drukken beeld wordt niet automatisch aangepast. Als u een andere

papierlade selecteert met papier dat kleiner is dan het papierformaat dat in de taak wordt

aangegeven, worden de delen die groter zijn dan het afdrukmedium niet afgedrukt.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen >

Afdrukken hervatten na herstel van papierstoring

Specificeert of de functie Afdrukken hervatten na herstel van papierstoring moet worden

ingeschakeld. Met deze functie wordt een afdruktaak verwijderd na het oplossen van een

papierstoring.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen >

Beschikbare tijd instellen

Stelt de beschikbare tijd in voor de functies kopiëren, scannen, faxen en afdrukken.

OPMERKING:

• Beschikbare tijd instellen kan geconfigureerd worden wanneer Afdrukken, Kopiëren,

Scan of FAX ingesteld is op Aan.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen >

Vervaltijd beveiligde taak

OPMERKING:

• De functie Vervaltijd beveiligde taak is alleen beschikbaar wanneer RAM-disk ingesteld is op Aan.

Specificeert de datum en tijd voor het verwijderen van de bestanden die als Beveiligd

afdrukken zijn opgeslagen op de RAM-schijf.

Kopiëren/Scan/Faxen

/Afdrukken

Beschikbare tijd

instellen

Specificeert de periode waarbinnen de functie

beschikbaar is.

Starttijd

Eindtijd

Herhaling Stelt de dag van de week in waarop de instelling moet

worden herhaald.

Vervalmodus Stelt in of de functie Vervaltijd beveiligde taak in- of uitgeschakeld

moet zijn.

Vervaltijd Om de tijd op te geven voor het verwijderen van de bestanden die als

Beveiligd afdrukken zijn opgeslagen op de RAM-schijf.

Herhaling Stelt de frequentie voor het verwijderen van de bestanden die als

Beveiligd afdrukken zijn opgeslagen op de RAM-schijf.

Weekinstellingen Stelt de dag van de week in vóór het verwijderen van de bestanden

die alls Beveiligd afdrukken zijn opgeslagen op de RAM-schijf.

112

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen >

ColorTrack-modus

Specificeert of de functie ColorTrack-modus moet worden geactiveerd. Met deze

functie wordt de toegang tot kleurafdrukken beperkt.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen >

Niet-geregistr. gebruiker

Specificeert of de functie Niet-geregistr. gebruiker moet worden geactiveerd. Met deze

functie is het afdrukken van gegevens zonder verificatie-informatie mogelijk.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen >

Kleur autom. in zwart/wit afdrukken

OPMERKING:

• De functie Kleur autom. in zwart/wit afdrukken is beschikbaar wanneer Dell ColorTrack

uitgeschakeld is.

Specificeert of de functie Kleur autom. in zwart/wit afdrukken moet worden geactiveerd.

Met deze functie worden alle afdruktaken in zwart-wit afgedrukt, zelfs wanneer is

aangegeven dat in kleur moet worden afgedrukt.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen >

ColorTrack-fout Rapport

Specificeert of de functie ColorTrack-fout Rapport moet worden geactiveerd. Met deze

functie wordt informatie over fouten afgedrukt als het afdrukken met ColorTrack fouten

oplevert.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen >

NFC - Afdrukken door aanraken

Specificeert of de printer al dan niet toegevoegd wordt aan een mobiel apparaat zoals

een tablet of smartphone door met het apparaat tegen de (NFC)-lezer te tikken.

OPMERKING:

• Dit is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

❚

Beheerinstellingen > Systeeminstellingen >

Kalibratie

Specificeert en kalibreert de kopieer- en/of afdrukfunctie(s). Met deze functie wordt de

consistentie van afdrukkleuren gecorrigeerd afhankelijk van de tijd, omgeving en

afdrukmedia.

❚

Beheerinstellingen >

Onderhoud

Gebruik het menu Onderhoud voor het initialiseren van het niet vluchtig (NV)-geheugen,

het configureren van de kwaliteitsinstellingen voor normaal papier en de

beveiligingsinstellingen.

Maandinstellingen Stelt de dag van de maand in vóór het verwijderen van de bestanden

die alls Beveiligd afdrukken zijn opgeslagen op de RAM-schijf.

Begrip van de systeemmenu’s |

113

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

Papierzwarting

Specificeert de instellingen van papierzwarting.

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

Overdrachteenheid afstellen

Past de overdrachtsbijstelling aan wanneer er een vaag beeld van de voorgaande pagina,

een deel van de pagina die momenteel wordt afgedrukt enz. weergegeven wordt op de

uitvoer.

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

2de BTR afstellen

OPMERKING:

• de afdrukkwaliteit verandert afhankelijk van de instelwaarden die u kiest voor dit onderdeel.

Specificeert de spanningsaanpassing van de overdraagrol voor iedere papiersoort. Als u

donkere vlekken ziet op de afdrukken, probeert u het met een hogere spanning. Als u

witte vlekken ziet op de afdrukken, probeert u het met een lagere spanning. Zie “2e BTR

afstellen” voor meer informatie over de instelwaarden.

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

Fixeereenheid instellen

OPMERKING:

• de afdrukkwaliteit verandert afhankelijk van de instelwaarden die u kiest voor dit onderdeel.

Past de temperatuur van de fusereenheid voor elke papiersoort aan. Als de afdrukken

omgekruld zijn, probeert u het met een lagere temperatuur. Als de toner niet goed aan

het papier hecht, probeert u een hogere temperatuur. Zie “Fixeereenheid instellen” voor

meer informatie over de instelwaarden.

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

Kleurregistratie afstellen

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

Ontwikkelaar en overdrachteenheid reinigen

Roert de ontwikkelaar in de afdrukmodule om en reinigt de overdrachteenheid.

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

Toner vernieuwen

Reinigt de toner in de afdrukmodule.

OPMERKING:

• De functie Toner vernieuwen gebruikt toner en verkort de levensduur van de tonercassette en van

de afdrukmodule.

K-scheiding Als er vage zwarte dubbelbeelden verschijnen, verlaag dan de waarde.

YMC-scheiding Als er vage dubbelbeelden in kleur (geel, magenta of cyaan)

verschijnen, verlaag dan de waarde.

Autom. correctie Voert automatisch kleurregistratie correctie uit.

114

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

NVM initialiseren

Initialiseert het NV-geheugen (niet-vluchtig geheugen). Wanneer u deze instelling hebt

uitgevoerd en de printer opnieuw hebt opgestart, zijn voor alle menuparameters de

oorspronkelijke waarden hersteld.

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

Afdrukteller initialiseren

Initialiseert de afdrukteller van de printer. Wanneer de afdrukteller wordt geïnitialiseerd,

wordt de telling van de meter teruggezet op 0.

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

Opgeslagen taken wissen

OPMERKING:

• De functie Opgeslagen taken wissen is alleen beschikbaar wanneer RAM-disk ingesteld is op Aan.

Verwijdert alle bestanden die als Beveiligd afdrukken, Persoonlijk postvak, Openbaar

postvak, Proefafdruk en opgeslagen afdruk zijn opgeslagen op de RAM-schijf.

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

Geen toner van Dell

Specificeert of de functie Geen Dell-toner moet worden geactiveerd. Deze functie geeft

aan dat er tonercassettes van een andere fabrikant gebruikt worden.

OPGELET:

• Het gebruik van tonercassettes van andere fabrikanten dan Dell™ kan de printer ernstig

beschadigen. De garantie dekt geen schade als gevolg van het gebruik van tonercassettes van

andere merken dan Dell.

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

Hoogte regelen

Hier kunt u de hoogte specificeren van de locatie waar de printer is geplaatst.

Faxsectie gebr. Initialiseert de faxnummervermeldingen in het adresboek.

Scansectie gebr. Initialiseert de e-mail- en serveradresvermeldingen in het adresboek.

Gebruikersaccount Initialiseert de gebruikersregistratie-informatie.

Sectie Gebr.toepassingen Initialiseert de informatie van de widget-toepassing.

Systeemsectie Initialiseert de systeemparameters.

Alle Verwijdert alle bestanden die als Beveiligd afdrukken, Persoonlijk

postvak, Openbaar postvak en Proefafdruk zijn opgeslagen op de

RAM-schijf.

Beveiligd document Verwijdert alle bestanden die als Beveiligd afdrukken zijn opgeslagen

op de RAM-schijf.

Opgeslagen document Verwijdert alle bestanden die als opgeslagen afdruk zijn opgeslagen

op de RAM-schijf.

Begrip van de systeemmenu’s |

115

Het ontladingsverschijnsel voor het opladen van de fotogeleider verschilt bij

verschillende waarden van de barometerdruk. Aanpassingen worden uitgevoerd door

het opgeven van de hoogte van de locatie waar de printer wordt gebruikt.

OPMERKING:

• een onjuiste instelling voor hoogte-aanpassing leidt tot slechte afdrukkwaliteit, onjuiste indicatie

van resterende toner, enz.

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

Taakgeschiedenis wissen

Wist de taakgeschiedenis van alle afgewerkte taken.

❚

Beheerinstellingen > Onderhoud >

Test faxlijn

OPMERKING:

• De functie Test faxlijn is niet beschikbaar wanneer de faxfunctie is uitgeschakeld.

Test of de voedingsspanning van de faxlijn voldoende is.

❚

Beheerinstellingen >

Veilige instellingen

Gebruik het menu Veilige instellingen voor het instellen van een wachtwoord

zodat niet iedereen toegang heeft tot de menu’s. Zo wordt voorkomen dat instellingen

per ongeluk worden gewijzigd.

❚

Beheerinstellingen > Veilige instellingen >

Paneelvergrendeling

Specificeert of de functie Paneelvergrendeling moet worden geactiveerd. Deze functie

beperkt de toegang tot Beheerinstellingen met behulp van een wachtwoord en

biedt de mogelijkheid om het wachtwoord in te stellen of te wijzigen.

Dit onderdeel is alleen beschikbaar als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen.

❚

Beheerinstellingen > Veilige instellingen >

Functiebeheer

OPMERKING:

• De instelling Functiebeheer is alleen beschikbaar wanneer Pan.vergr. inst. ingesteld is op

Inschakelen.

Specificeert of alle printerfuncties in- of uitgeschakeld moeten worden en of het gebruik

van een functie beperkt wordt met een wachtwoord. Voor Kopiëren en Afdrukken

van USB is het ook mogelijk om alleen de functies voor afdrukken en kopiëren in kleur

te beperken met een wachtwoord.

Pan.vergr. inst. Stelt een wachtwoordbeveiliging in voor Beheerinstellingen.

Wijzig wachtwoord

Configureert of wijzigt het viercijferige wachtwoord dat vereist is om

toegang te krijgen tot Beheerinstellingen.

Kopiëren Schakelt de kopieerfunctie in of uit.

Het is ook mogelijk om de functie met een wachtwoord

te beperken door Vergrendeld of Aan (wachtwoord

kleur) in te stellen.

116

| Begrip van de systeemmenu’s

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer Vergrendeld of Aan (wachtwoord kleur) is ingeschakeld.

❚

Beheerinstellingen > Veilige instellingen >

Desktop- verificatie

Specificeert de methode Desktop-authenticatie.

OPMERKING:

• Desktop- verificatie wordt alleen op Dell S2825cdn weergegeven.

Scannen naar e-mail Schakelt de functie Scannen naar e-mail in of uit.

Het is ook mogelijk om de functie met een wachtwoord

te beperken met behulp van Vergrendeld.

Faxen Schakelt de faxfunctie in of uit.

Het is ook mogelijk om met behulp van Vergrendeld de

functie met een wachtwoord te beperken.

Faxdriver Schakelt de faxstuurprogrammafunctie in of uit.

Scan naar

netwerkmap

Schakelt de functie Scan naar netwerkmap in of uit.

Het is ook mogelijk om de functie met een wachtwoord

te beperken met behulp van Vergrendeld.

Scannen naar pc Schakelt de functie Scannen naar pc in of uit.

Het is ook mogelijk om de functie met een wachtwoord

te beperken met behulp van Vergrendeld.

Scan naar pc Schakelt de functie Scan naar pc in of uit.

Het is ook mogelijk om de functie met een wachtwoord

te beperken met behulp van Vergrendeld.

Scannen naar USB Schakelt de functie Scannen naar USB in of uit.

Het is ook mogelijk om de functie met een wachtwoord

te beperken met behulp van Vergrendeld.

Afdrukken via USB Schakelt de functie Afdrukken van USB in of uit.

Het is ook mogelijk om de functie met een wachtwoord

te beperken met behulp van Vergrendeld of Aan

(wachtwoord kleur).

ID kopiëren Schakelt de functie ID kopiëren in of uit.

USB-functie Tonen indien

aanwezig

Schakelt deze instelling in of uit. Hiermee wordt het

scherm USB-stick gedetecteerd weergegeven

wanneer er een USB-geheugen aangesloten is op de

printer.

Menu Document

autom. gedetecteerd

Schakelt deze instelling in of uit. Hiermee kan de printer

documenten die in de DADF geladen zijn detecteren en

worden menu’s betreffende DADF op het touch-paneel

weergegeven.

Wijzig wachtwoord

Wijzigt het viercijferige wachtwoord dat is ingesteld in het

menu Functiebeheer.

Lokale verificatie Gebruik de lokale verificatiemethode.

Verificatie op afstand Gebruik de authenticatie via de externe server.

Begrip van de systeemmenu’s |

117

❚

Beheerinstellingen > Veilige instellingen >

Velden Van in e-mail bewerken

Specificeert of de functie Velden Van in e-mail bewerken moet worden geactiveerd.

Deze functie geeft aan of bewerken van de verzendbron moet worden ingeschakeld

wanneer u Scannen naar e-mail gebruikt.

❚

Beheerinstellingen > Veilige instellingen >

Ontvanger opn. bevestigen

Specificeert of de ontvanger opnieuw moet worden bevestigd voordat een scan of fax

wordt verstuurd.

OPMERKING:

• wanneer het menu Ontvanger opn. bevestigen is ingesteld op Ontvanger opn.

bevestigen, kunnen ontvangers uitsluitend worden geselecteerd vanuit het telefoon- of

adresboek. U kunt niet rechtstreeks een adres of faxnummer invoeren.

❚

Beheerinstellingen > Veilige instellingen >

Domein filteren

Specificeert of de functie Domein filteren moet worden geactiveerd. Met deze functie

worden e-mails naar specifieke domeinen verstuurd.

OPMERKING:

• Stelt met behulp van Dell Printer Configuration Web Tool de domeinen in vanaf SMTP-domein

filteren.

❚

Beheerinstellingen > Veilige instellingen >

Softwaredownload

Specificeert of de functie Softwaredownload moet worden geactiveerd. Deze functie

maakt het downloaden van firmware-updates mogelijk.

❚

Beheerinstellingen > Veilige instellingen >

Weergave van netwerkgegevens

Toont of verbergt netwerkinformatie in het berichtveld van het Home-scherm.

❚

Beheerinstellingen > Veilige instellingen >

Aanmeldingsfout

OPMERKING:

• De functie Aanmeldingsfout is alleen beschikbaar wanneer Pan.vergr. inst. ingesteld is op

Inschakelen.

Specificeert of de functie Aanmeldingsfout moet worden geactiveerd. Met deze functie

wordt het aantal mislukte aanmeldingspogingen opgegeven dat is toegestaan wanneer

Geen bevestiging Geeft geen scherm weer om de ontvanger opnieuw te bevestigen

voordat de taak werkelijk wordt verstuurd.

Ontvanger opn. bevestigen Geeft een scherm weer om de ontvanger opnieuw te bevestigen

voordat de taak werkelijk wordt verstuurd.

IPv4-adres tonen

Hostnaam tonen

Netwerkgegev. verbergen

118

| Begrip van de systeemmenu’s

in het menu Beheerinstellingen en het menu Rapport/lijst als beheerder wordt

ingelogd.

❚

Beheerinstellingen > Veilige instellingen >

NFC-verificatie

Specificeert of de instelling NFC-verificatie moet worden geactiveerd. Met deze

instelling is verificatie met behulp van de NFC-verificatiekaart mogelijk.

OPMERKING:

• Dit is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

❚

Beheerinstellingen >

USB-instellingen

Wijzig met behulp van het menu USB-instellingen de printerinstellingen die van

invloed zijn op een USB-poort.

❚

Beheerinstellingen > USB-instellingen >

Poortstatus

OPMERKING:

• Poortstatus is uitsluitend beschikbaar voor de USB-poort aan de achterkant van de printer.

Specificeert of de instelling USB-poort moet worden geactiveerd. Deze instelling

schakelt Poortstatus in. De wijziging wordt van kracht nadat u de printer uit en weer in

hebt geschakeld.

❚

Beheerinstellingen > USB-instellingen >

PS-gegevensindeling

Specificeert het PostScript 3 Compatible-communicatieprotocol voor een parallelle

interface. U kunt het PS-gegevensindeling voor het bekabelde netwerk configureren. De

wijziging wordt van kracht nadat u de printer uit en weer in hebt geschakeld.

❚

Beheerinstellingen > USB-instellingen >

Time-out voor taak

Specificeert of de functie Time-out voor taak moet worden geactiveerd. Deze functie

bepaalt hoe lang de printer wacht op gegevens uit de computer. De afdruktaak wordt

geannuleerd als de time-outtijd wordt overschreden.

Auto Wordt gebruik wanneer het PostScript 3

Compatible-communicatieprotocol automatisch wordt

gedetecteerd.

Standaard Wordt gebruikt wanneer het communicatieprotocol in

ASCII-interface staat.

BCP Wordt gebruikt wanneer het communicatieprotocol in binair formaat

staat.

TBCP Wordt gebruikt wanneer het communicatieprotocol zowel ASCII als

binaire data ondersteunt om, overeenkomstig de aangegeven

besturingscode, tussen beiden te schakelen.

Binair Wordt gebruikt wanneer geen speciale verwerking voor data is vereist.

Begrip van de systeemmenu’s |

119

Standaardinstellingen

Gebruik het menu Standaardinstellingen om de standaardinstellingen van het

menu Kopiëren, Scan of FAX te wijzigen.

Om het menu Standaardinstellingen weer te geven, drukt u op de knop

(Informatie) en tikt u vervolgens op het tabblad Extra.

❚

Standaardinstellingen >

Standaardinst. Kopiëren

Wijzigt de standaardinstellingen van het menu Kopiëren. De functie Standaardinst.

Kopiëren maakt het mogelijk om naast de onderdelen in het menu Kopiëren ook de

volgende onderdelen te configureren. Zie “Kopiëren”.

❚

Standaardinstellingen > Standaardinst. Kopiëren >

Niveau autom. belichting

Stelt het standaardniveau van de achtergrondonderdrukking in op

Normaal/Hoog/Hoogste.

❚

Standaardinstellingen > Standaardinst. Kopiëren >

Kleurbalans

Stelt het kleurbalansniveau van lage/gemiddelde/hoge dichtheid in voor elke kleur.

❚

Standaardinstellingen >

Standaardinst. Faxen

Wijzigt de standaardinstellingen van het menu FAX. De functie Standaardinst.

Faxen maakt het mogelijk om de onderdelen in het menu FAX te configureren. Zie “Fax”.

❚

Standaardinstellingen >

Standaardinst. Scannen

Wijzigt de standaardinstellingen van het menu Scan. De functie Standaardinst.

Scannen maakt het mogelijk om naast de onderdelen in het menu Scan ook de

volgende onderdelen te configureren. Zie “Scaninstellingen”.

❚

Standaardinstellingen > Standaardinst. Scannen >

Niveau autom. belichting

Stelt het onderdrukkingsniveau voor de achtergrond in.

❚

Standaardinstellingen > Standaardinst. Scannen >

TIFF-bestandsindel.

Stelt het standaard-TIFF-bestandsformaat in op TIFF V6 of TTN2.

❚

Standaardinstellingen > Standaardinst. Scannen >

Beeldcompressie

Stelt het niveau van beeldcompressie in.

120

| Begrip van de systeemmenu’s

❚

Standaardinstellingen >

St-inst. Direct afdrukken/Standaardinstellingen Afdrukken van

USB

Past de standaardwaarden voor het menu St-inst. Direct

afdrukken/Standaardinstellingen Afdrukken van USB aan. Zie “PDF/TIFF

afdrukken”.

OPMERKING:

• Voor de Dell H625cdw en Dell H825cdw wordt St-inst. Direct afdrukken weergegeven.

Voor de Dell S2825cdn wordt Standaardinstellingen Afdrukken van USB weergegeven.

Instellingen papierlade

Definieer met behulp van het menu Instellingen papierlade welke afdrukmedia er

in lade 1 en in de optionele papierlade voor 550 vel zitten.

Om het menu Instellingen papierlade weer te geven, drukt u op de knop

(Informatie) en tikt u vervolgens op het tabblad Extra.

❚

Instellingen papierlade >

Lade-instellingen

Configureert de lade-instellingen.

❚

Instellingen papierlade > Lade-instellingen >

MPF

Specificeert het papier dat in de multifunctionele papierlade (MPF) geplaatst is.

❚

Instellingen papierlade > Lade-instellingen >

Lade1

Specificeert het papier dat in lade 1 is gelegd.

Ladeprompt

weergeven

Selecteer het keuzevakje om een pop-upmelding weer te

geven waarin de gebruiker wordt gevraagd de papiersoort

en het papierformaat in de MPF in te stellen. De

fabrieksinstelling staat op aan (geselecteerd).

MPF-modus Paneelinstellingen

gebruiken

Gebruikt het papierformaat en het papiertype dat werd

ingesteld op het bedieningspaneel.

Printerdriver

gebruiken

Instellingen

Gebruikt het papierformaat en papiertype dat aangegeven

is in het printerstuurprogramma.

Handmatig Wanneer de afdruktaak gestart wordt, pauzeert de printer

de taak en wordt er een scherm getoond waarin de

gebruiker wordt gevraagd het papier van de opgegeven

grootte en soort te plaatsen. Om door te gaan met de

taak, controleert u of het opgegeven papier geplaatst is

en tikt u op Doorgaan op het scherm op het

touch-paneel.

Formaat Specificeert de papiergrootte.

Type Specificeert het papiertype.

Begrip van de systeemmenu’s |

121

OPMERKING:

• Zie “Ondersteunde afdrukmedia” voor meer informatie over ondersteunde papierformaten.

❚

Instellingen papierlade > Lade-instellingen >

Lade2

OPMERKING:

• De instelling voor lade 2 is alleen beschikbaar wanneer de optionele 550-velinvoer is geïnstalleerd.

Specificeert welk papier in de optionele 550-velinvoer is gelegd.

❚

Instellingen papierlade >

Ladeprioriteit

Stelt de prioriteit van de papierladen in voor de automatische ladekeuze. Wanneer

papierladen zijn aangebracht waarin papier met dezelfde grootte en hetzelfde soort

zitten, wordt de papierlade overeenkomstig deze prioriteitsinstellingen geselecteerd.

Taalinstellingen

Gebruik het menu Taalinstellingen om Paneeltaal of Toetsenbordindeling te

configureren.

Om het menu Taalinstellingen weer te geven, drukt u op de knop (Informatie)

en tikt u vervolgens op het tabblad Extra.

❚

Taalinstellingen >

Paneeltaal

Bepaalt de taal van de tekst op het touch-paneel.

❚

Taalinstellingen >

Toetsenbordindeling

Selecteert de lay-out van het toetsenbord dat op het touch-paneel wordt weergegeven.

Standaardwaarden herstellen

Nadat deze instelling is uitgevoerd en de printer opnieuw is opgestart, zijn alle

menuparameters, behalve de netwerkparameters, teruggezet naar de desbetreffende

standaardwaarde.

Ladeprompt weergeven Selecteer het keuzevakje om een pop-upmelding weer te geven

waarin de gebruiker wordt gevraagd de papiersoort en het

papierformaat in lade 1 in te stellen. De fabrieksinstelling staat op aan

(geselecteerd).

Formaat Specificeert de papiergrootte.

Type Specificeert het papiertype.

Ladeprompt weergeven Selecteer het keuzevakje om een pop-upmelding weer te geven

waarin de gebruiker wordt gevraagd de papiersoort en het

papierformaat in de optionele 550-velinvoer in te stellen. De

fabrieksinstelling staat op aan (geselecteerd).

Formaat Stelt in of het papierformaat automatisch of manueel opgegeven

wordt.

Type Specificeert het papiertype.

122

| Begrip van de systeemmenu’s

De onderstaande menuparameters zijn uitzonderingen en worden niet teruggezet.

• Netwerkinstellingen

• Instellingen en wachtwoord voor Paneelvergrendeling

• Instellingen van Functiebeheer voor Kopiëren, Scannen naar e-mail, FAX, Scan

naar netwerkmap, Scannen naar pc, Scan naar pc, Scannen naar USB,

Afdrukken van USB en opgeslagen wachtwoorden

• Instellingen en opgeslagen wachtwoord voor Veilige ontvangst

• Instellingen voor Aanmeldingsfout

• Instellingen voor Beschikbare tijd instellen

• Instellingen voor Vervaltijd beveiligde taak

• Instellingen voor Poortstatus

• Instellingen voor ColorTrack-modus

• Instellingen voor ColorTrack-fout Rapport

• Instellingen voor Niet-geregistr. gebruiker

• Instellingen voor NFC-verificatie

• Instellingen voor Afdrukken door aanraken

Om de instellingen te resetten, voert u de volgende procedure uit:

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Onderhoud.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Tik op tot NVM initialiseren verschijnt en tik vervolgens op NVM

initialiseren.

4 Tik op de gewenste instelling en tik daarna op Initialiseren.

5 Tik op Ja, opnw instellen.

Faxsectie gebr. Zet de telefoonboekgegevens terug naar de standaard waarden.

Scansectie gebr. Zet de adresboekgegevens terug naar de standaard waarden.

Gebruikersaccount Reset de gebruikersregistratie-informatie.

Sectie Gebr.toepassingen Reset de informatie van de widget-toepassing.

Systeemsectie Zet de systeemparameters terug naar fabrieksinstellingen.

Begrip van de taakmenu’s |

123

Begrip van de taakmenu’s

Afdrukken

Gebruik de Afdrukken-menu's om diverse instellingen te configureren voor de functies

Beveiligd afdrukken, Persoonlijk postvak, Openbaar postvak en Proefafdruk.

Om het Afdrukken-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home), tikt u op

en selecteert u vervolgens de tegel Afdrukken.

❚

Afdrukken >

Beveiligd afdrukken

OPMERKING:

• De functie Beveiligd afdrukken is alleen beschikbaar wanneer RAM-disk ingesteld is op Aan.

Om aan te geven of en hoe de taak die is opgeslagen als Beveiligd afdrukken moet

worden afgedrukt.

❚

Afdrukken >

Persoonlijk postvak

OPMERKING:

• De functie Persoonlijk postvak is alleen beschikbaar wanneer RAM-disk ingesteld is op Aan.

Om aan te geven of en hoe de taak die is opgeslagen als Persoonlijk postvak moet

worden afgedrukt.

Gebruikers-ID

selecteren

Voer het wachtwoord in dat u in het

printerstuurprogramma hebt ingesteld.

Selecteer een taak Selecteert een taak om af te drukken.

Alle select. Selecteert alle documenten die voor deze

gebruikersidentificatie zijn opgeslagen.

Afdrukken en

verwijderen

Drukt de geselecteerde taak af, waarna het document uit

het afdrukgeheugen wordt verwijderd.

Verwijderen Verwijdert het opgegeven document uit het

afdrukgeheugen.

Gebruikers-ID

selecteren

Voer het wachtwoord in dat u in het

printerstuurprogramma hebt ingesteld.

Selecteer een

taak

Selecteert een taak om af te drukken.

Alle select. Selecteert alle documenten die voor deze

gebruikersidentificatie zijn opgeslagen.

Aantal Bepaalt de hoeveelheid van de afdrukken.

Driverinstell.

gebr.

Stelt het aantal afdrukken in het

printerstuurprogramma in.

Afdrukken Drukt de geselecteerde taak af.

Afdrukken en

verwijderen

Verwijdert het document nadat het is afgedrukt.

Verwijderen Verwijdert het opgegeven document uit het

afdrukgeheugen.

124

| Begrip van de taakmenu’s

❚

Afdrukken >

Openbaar postvak

OPMERKING:

• De functie Openbaar postvak is alleen beschikbaar wanneer RAM-disk ingesteld is op Aan.

Om aan te geven of en hoe de taak die is opgeslagen als Openbaar postvak moet

worden afgedrukt.

❚

Afdrukken >

Proefafdruk

OPMERKING:

• De functie Proefafdruk is alleen beschikbaar wanneer RAM-disk ingesteld is op Aan.

Om aan te geven of en hoe de taak die is opgeslagen als Proefafdruk moet worden

afgedrukt.

❚

Afdrukken >

Beveiligd ontvangen van faxen

Hiermee drukt u vertrouwelijke faxen af. De printer kan uw afdruktaak bewaren in het

geheugen totdat u bij de printer aanwezig kan zijn om het wachtwoord in te voeren via

het bedieningspaneel.

Gebruikers-ID

selecteren

Voer het wachtwoord in dat u in het

printerstuurprogramma hebt ingesteld.

Selecteer een

taak

Selecteert een taak om af te drukken.

Alle select. Selecteert alle documenten die voor deze

gebruikersidentificatie zijn opgeslagen.

Aantal Bepaalt de hoeveelheid van de afdrukken.

Driverinstell.

gebr.

Stelt het aantal afdrukken in het

printerstuurprogramma in.

Afdrukken Drukt de geselecteerde taak af.

Afdrukken en

verwijderen

Verwijdert het document nadat het is afgedrukt.

Verwijderen Verwijdert het opgegeven document uit het

afdrukgeheugen.

Gebruikers-ID

selecteren

Voer het wachtwoord in dat u in het

printerstuurprogramma hebt ingesteld.

Selecteer een

taak

Selecteert een taak om af te drukken.

Alle select. Selecteert alle documenten die voor deze

gebruikersidentificatie zijn opgeslagen.

Aantal Bepaalt de hoeveelheid van de afdrukken.

Driverinstell.

gebr.

Stelt het aantal afdrukken in het

printerstuurprogramma in.

Afdrukken Drukt de geselecteerde taak af.

Afdrukken en

verwijderen

Verwijdert het document nadat het is afgedrukt.

Verwijderen Verwijdert het opgegeven document uit het

afdrukgeheugen.

Begrip van de taakmenu’s |

125

❚

Afdrukken >

Tegelinstellingen

Tik op om een aangepaste tegel aan te maken en te bewerken voor de

Afdrukken-menu’s.

Zie “Een aangepaste tegel maken” en “Een aangepaste tegel bewerken” voor meer

informatie.

Kopiëren

Gebruik de Kopiëren-menu's om diverse instellingen te configureren voor de

kopieerfunctie.

Om het Kopiëren-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home), tikt u op

en selecteert u vervolgens de tegel Kopiëren.

❚

Kopiëren >

Aantal

Hiermee stelt u het aantal kopieën tussen 1 en 99 in.

❚

Kopiëren >

Lichter/donkerder

Hiermee maakt u de kopie donkerder of lichter.

❚

Kopiëren >

Uitvoerkleur

Hiermee kiest u de modus voor kleur of zwart-wit kopiëren.

❚

Kopiëren >

Lade selecteren

Hiermee kiest u de invoerlade.

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de optionele 550-velinvoer is geïnstalleerd.

MPF Het papier wordt ingevoerd via de multifunctionele invoer

(MPF). Als Printerdriver gebruiken

Instellingen ingesteld is in MPF-configuratie

onder Lade-instellingen, dan wordt Iedere

weergegeven voor Formaat en Type. Wanneer u met

Iedere als formaat en soort van het papier een

kopieertaak start, wordt A4 of Letter geselecteerd als

papierformaat en Normaal als papiersoort. Wanneer u

het papierformaat en de papiersoort in de MPF wilt

kiezen, moet u de optie MPF selecteren en de Formaat en

het papiersoort aangeven.

Papierformaat Specificeert de papiergrootte.

Papiersoort Specificeert het papiertype.

Lade1

Lade2

126

| Begrip van de taakmenu’s

❚

Kopiëren >

2-zijdig kopiëren

Hiermee kunt u dubbelzijdige kopieën maken en de inbindpositie selecteren.

❚

Kopiëren >

Scherpte

Hiermee stelt u de scherpte in zodat de kopie scherper of minder scherp wordt.

❚

Kopiëren >

Verkleinen/vergroten

Hiermee verkleint of vergroot u de afmetingen van een gekopieerde afbeelding. U kunt

ook een aangepaste verhouding invoeren.

❚

Kopiëren >

Origineelformaat

Hiermee specificeert u het standaarddocumentformaat.

OPMERKING:

• wanneer de optie Automatisch is geselecteerd, neemt de printer aan dat het formaat van het

document overeenkomt met het formaat van de afdrukmedia die in lade 1 of de MPF zijn gelegd.

❚

Kopiëren >

Documenttype

Hiermee kunt u de kwaliteit verbeteren door het type van het document te kiezen.

❚

Kopiëren >

Sets/stapels

Hiermee geeft u aan of de kopieertaak gesorteerd moet worden. Als u bijvoorbeeld twee

kopieën maakt van een document van drie pagina’s, worden achtereenvolgens twee

complete sets van het document van drie pagina’s afgedrukt. U kunt ook automatisch

een kopieertaak sorteren als u enkel de automatische papierlade voor dubbelzijdig

afdrukken (DADF) gebruikt.

❚

Kopiëren >

2 op 1

Hiermee kunt u twee pagina’s van een document afdrukken zodat ze op één vel papier

passen.

1 1-zijdig Kopieert enkelzijdige documenten naar enkelzijdige afdrukken.

1 2-zijdig Kopieert enkelzijdige documenten naar dubbelzijdige afdrukken. U

kunt aangeven of de afdruk ingebonden is aan de lange of korte kant.

2 1-zijdig Kopieert dubbelzijdige documenten naar enkelzijdige afdrukken.

Voordat u begint te kopiëren, dient u aan te geven of de afdruk

ingebonden is aan de lange of korte kant.

2 2-zijdig Kopieert dubbelzijdige documenten naar dubbelzijdige afdrukken.

Voordat u begint te kopiëren, dient u aan te geven of de afdruk

ingebonden is aan de lange of korte kant.

Uit

Begrip van de taakmenu’s |

127

❚

Kopiëren >

Kleurverzadiging

Hiermee kunt de kleurverzadiging aanpassen, zodat de kleuren lichter of donkerder

worden.

❚

Kopiëren >

Kantlijnen

Hiermee kunt u de marges instellen voor de bovenkant, onderkant, rechterkant,

linkerkant en het midden van de kopie.

❚

Kopiëren >

Automatische belichting

Hiermee bepaalt u of de functie Automatische belichting wordt ingeschakeld, waarmee

de achtergrond van het origineel onderdrukt wordt om de tekst op een kopie beter uit te

laten komen.

❚

Kopiëren >

Instellingen voor opslaan

Tik op om verschillende kopieerfuncties te bewaren. Gebruik deze functie ook om

gepersonaliseerde tegels voor het kopiëren te creëren en te bewerken.

Zie “Een aangepaste tegel maken” en “Een aangepaste tegel bewerken” voor meer

informatie.

ID kopiëren

Gebruik de ID kopiëren-menu's om diverse instellingen te configureren voor de

functies van ID kopiëren.

Om het ID kopiëren-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home), tikt u

op en selecteert u vervolgens de tegel ID kopiëren.

❚

ID kopiëren >

Instellingen voor opslaan

Tik op om verschillende functies van ID kopiëren te bewaren. U kunt dit ook

gebruiken om aangepaste tegels voor ID kopiëren te creëren en te bewerken.

Automatisch Verkleint pagina's automatisch zodat deze op één vel papier passen.

Handmatig U kunt de verhouding voor verkleinen/vergroten specificeren bij

Verkleinen/vergroten.

Aantal Zie “Kopiëren”.

Lichter/donkerder

Uitvoerkleur

Lade selecteren

Scherpte

Kleurverzadiging

Automatische belichting

Verkleinen/vergroten

128

| Begrip van de taakmenu’s

Zie “Een aangepaste tegel maken” en “Een aangepaste tegel bewerken” voor meer

informatie.

N-op-1 kopiëren

Gebruik de menu's van N-op-1 kopiëren om diverse instellingen te configureren voor

de functies van N-op-1 kopiëren.

Om het N-op-1 kopiëren-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home),

tikt u op en selecteert u vervolgens de tegel N-op-1 kopiëren.

De instelling is vast ingesteld op Automatisch.

❚

N-op-1 kopiëren >

Instellingen voor opslaan

Tik op om verschillende functies te bewaren van N-op-1 kopiëren. Gebruik deze

functie ook om gepersonaliseerde tegels voor N-op-1 kopiëren te creëren en te

bewerken.

Zie “Een aangepaste tegel maken” en “Een aangepaste tegel bewerken” voor meer

informatie.

Scan naar email

Gebruik de menu's van Scan naar email om het gescande gegevens via e-mail te

verzenden. Zie “Scaninstellingen”.

Om het Scan naar email-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home),

tikt u op en selecteert u vervolgens de tegel Scan naar email.

Aantal Zie “Kopiëren”.

Lichter/donkerder

Uitvoerkleur

Lade selecteren

2-zijdig kopiëren

Scherpte

Origineelformaat

Documenttype

Sets/stapels

2 op 1

Kleurverzadiging

Kantlijnen

Automatische belichting

Verkleinen/vergroten

Voer adres ontvanger

Voer het e-mailadres van de ontvanger in met behulp van

de numerieke toetsen.

Adresboek Personen Selecteert een e-mailadres in het plaatselijke adresboek.

Groepen Selecteert een groep e-mailadressen in het plaatselijke

adresboek.

Netwerkadresboek Zoekt een e-mailadres in het serveradresboek.

Begrip van de taakmenu’s |

129

Scan naar netwerkmap

Gebruik de menu's van Scan naar netwerkmap om de gescande gegevens op te slaan

op een netwerkserver of computer. Zie “Scaninstellingen”.

Om het Scan naar netwerk-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop

(Home), tikt u op en selecteert u vervolgens de tegel Scan naar netwerk.

Scan naar USB

Gebruik de menu's van Scan naar USB om de gescande gegevens op te slaan op een

op de printer aangesloten USB-flashstation. Zie “Scaninstellingen”.

Om het Scan naar USB-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home), tikt

u op en selecteert u vervolgens de tegel Scan naar USB.

Scan naar computer

Gebruik de menu's van Scan naar computer om gescande gegevens op een

computer op te slaan.

Om het Scan naar computer-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop

(Home), tikt u op en selecteert u vervolgens de tegel Scan naar computer.

OPMERKING:

• Deze functie is beschikbaar wanneer het besturingssysteem van de clientcomputer Windows

Vista

SP2 of recenter, Windows

7, Windows

8, Windows

8.1 of Windows

10 is.

Afzender Toetsenbord Voer het e-mailadres van de verzender in met behulp van

de numerieke toetsen.

Adresboek Selecteert een e-mailadres van de afzender in het

plaatselijke adresboek.

Netwerkadresboek Selecteert een e-mailadres van de afzender in het

serveradresboek.

Adresboek Selecteert een FTP-adres of Server Message Block

(SMB)-protocoladres vanuit het plaatselijke adresboek.

Mapnaam Selecteert in welke map de gescande gegevens moeten worden

opgeslagen.

Computer (via USB) Slaat gescande gegevens op een computer op die via een

USB-kabel aangesloten is.

Computernaam Selecteert op welke computer de gescande gegevens

worden opgeslagen. Er kunnen maximaal 20 computers

in de lijst staan.

Scannen Stuurt de gescande gegevens naar de computer die bij de

geselecteerde actie hoort. Het is afhankelijk van de

instellingen op de computer welk programma bij welke

actie hoort.

Scannen voor

afdrukken

Scannen voor

e-mailen

Scannen voor faxen

Scannen voor OCR

130

| Begrip van de taakmenu’s

❚

Scan naar computer >

Tegelinstellingen

Tik op om een aangepaste tegel aan te maken en te bewerken voor de Scan naar

computer.

Zie “Een aangepaste tegel maken” en “Een aangepaste tegel bewerken” voor meer

informatie.

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer >

Scaninstellingen

OPMERKING:

• De scaninstellingen zijn gelijk voor de functies Scan naar email, Scan naar netwerkmap, Scan naar

USB en Scan naar computer.

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstel-

lingen >

Uitvoerkleur

Hiermee kiest u de modus voor kleur of zwart-wit scannen.

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstel-

lingen >

Resolutie

Hiermee bepaalt u de resolutie voor de gescande gegevens.

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstel-

lingen >

Bestandsindeling

Hiermee geeft u het bestandsformaat aan waarin de gescande gegevens moeten

worden opgeslagen.

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstel-

lingen >

2-zijdig scannen

Hiermee bepaalt u of een document aan één kant of aan beide kanten moet worden

gescand. Voor een dubbelzijdig document kunt u specificeren of het document aan de

lange of korte kant ingebonden is.

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstel-

lingen >

Lichter/donkerder

Hiermee past u de helderheid aan om de gescande gegevens donkerder of lichter te

maken.

Kleur

Zwart-wit Werkt goed voor documenten met tekst.

Grijstinten Werkt goed voor documenten met tekst en foto's.

Begrip van de taakmenu’s |

131

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstel-

lingen >

Contrast

Hiermee past u het contrast aan van gescande gegevens. Een hoger contrast maakt de

kleuren donkerder en een lager contrast maakt de kleuren lichter dan het origineel.

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstel-

lingen >

Scherpte

Hiermee stelt u de scherpte in zodat de gescande gegevens scherper of minder scherp

worden.

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstel-

lingen >

Automatische belichting

Hiermee bepaalt u of de functie Automatische belichting wordt ingeschakeld, waarmee

de achtergrond van het origineel onderdrukt wordt om de tekst op gescande gegevens

beter uit te laten komen.

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstel-

lingen >

Origineelformaat

Specificeert het standaardpapierformaat.

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstel-

lingen >

Kantlijnen

Hiermee kunt u de marges instellen voor de bovenkant, onderkant, rechterkant,

linkerkant en het midden van de gescande gegevens.

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstel-

lingen >

Map maken

OPMERKING:

• De functie Map maken is alleen beschikbaar voor Scan naar USB of Scan naar netwerkmap.

Hiermee stelt u in of de functie Map maken al dan niet wordt ingeschakeld, waarmee een

map aangemaakt wordt bij het opslaan van gescande gegevens.

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstel-

lingen >

Bestandsnaammodus

Hiermee kunt u Bestandsnaammodus gedetailleerd instellen.

Automatisch Stelt de standaardbestandsnaam in.

Voorvoegsel toev. Voegt tekst toe vóór de bestandsnaam.

Voornr./achternr. Specificeert de teksten die toegevoegd worden wanneer

Voorvoegsel toev. geselecteerd is.

Achtervoegsel toev. Voegt tekst toe na de bestandsnaam.

Voornr./achternr. Specificeert de teksten die toegevoegd worden wanneer

Achtervoegsel toev. geselecteerd is.

132

| Begrip van de taakmenu’s

❚

Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer >

Instellingen voor opslaan

Tik op om verscheidene instellingen op te slaan voor de scanfunctie als u Scan naar

email, Scan naar USB, Scan naar netwerkmap, of Scan naar computer gebruikt. Gebruik

deze functie ook om gepersonaliseerde tegels voor het scannen te creëren en te

bewerken.

Zie “Een aangepaste tegel maken” en “Een aangepaste tegel bewerken” voor meer

informatie.

Fax

Gebruik de Fax-menu's om diverse instellingen te configureren voor de faxfunctie.

Om het Fax-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home), tikt u op en

selecteert u vervolgens de tegel Fax.

OPMERKING:

• De faxfunctie kan niet worden gebruikt tenzij u een landcode instelt onder Land. Als Land niet

ingesteld is, verschijnt een bericht op het touch-paneel dat u vraagt de landcode in te stellen.

❚

Fax >

Faxinstellingen

Gebruik de faxinstellingen om diverse instellingen te configureren voor de faxfunctie.

❚

Fax > Faxinstellingen >

Lichter/donkerder

Hiermee past u de helderheid aan om de fax donkerder of lichter te maken.

❚

Fax > Faxinstellingen >

2-zijdig scannen

Hiermee bepaalt u of een document aan één kant of aan beide kanten moet worden

gescand. Voor een dubbelzijdig document kunt u specificeren of het document aan de

lange of korte kant ingebonden is.

❚

Fax > Faxinstellingen >

Polling-ontvangst

Specificeert of de functie Polling-ontvangst moet worden ingeschakeld, die faxen

ophaalt bij een extern faxtoestel wanneer u die wilt ontvangen.

Nummer invoeren Voer met behulp van het toetsenbord het faxnummer in.

Snelkiezen Voer het in de printer opgeslagen snelkiesnummer in.

Telefoonboek Personen Selecteert een faxnummer in het plaatselijke adresboek.

Groepen Selecteert een groep nummers in het plaatselijke

adresboek.

Netwerktelefoonboek Selecteert een faxnummer in het serveradresboek.

Op de haak Verzenden Faxberichten handmatig verzenden.

Ontvangen Faxberichten handmatig ontvangen.

Polling Handmatig informatie verkrijgen van een machine op een

andere locatie.

Begrip van de taakmenu’s |

133

❚

Fax > Faxinstellingen >

Resolutie

Specificeert de scanresolutie om de uitvoerkwaliteit te verbeteren.

OPMERKING:

• Gegevens die worden gescand in de modus Superfijn worden verzonden met de hoogste

resolutie die door het externe apparaat wordt ondersteund.

❚

Fax > Faxinstellingen >

Faxvoorblad

Specificeert of de functie Faxvoorblad moet worden geactiveerd. Deze functie voegt een

voorblad toe aan een fax.

❚

Fax > Faxinstellingen >

Uitgestelde verzending

Specificeert of de functie Uitgestelde verzending moet worden geactiveerd. Deze

functie verstuurt een fax op een later tijdstip.

OPMERKING:

• er kunnen maximaal 19 uitgestelde faxtaken worden opgeslagen.

❚

Fax > Faxinstellingen >

Instellingen voor opslaan

Tik op om verschillende instellingen van de faxfunctie te bewaren. Gebruik deze

functie ook om gepersonaliseerde tegels voor het faxen te creëren en te bewerken.

Zie “Een aangepaste tegel maken” en “Een aangepaste tegel bewerken” voor meer

informatie.

OPMERKING:

• U kunt maximaal 30 adressen op de printer opslaan.

PDF/TIFF afdrukken

OPMERKING:

• De functie PDF/TIFF afdrukken is alleen beschikbaar als een USB-flashstation is aangesloten op de

USB-poort aan de voorkant.

Gebruik de menu's van PDF/TIFF afdrukken om het document aan te geven dat is

opgeslagen in de root, bestand of map op een USB-flashstation. Zie “Afdrukinstellingen”.

Om het PDF/TIFF afdrukken-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop

(Home), tikt u op en selecteert u vervolgens de tegel PDF/TIFF afdrukken.

Standaard Geschikt voor documenten met tekens van normale grootte.

Fijn Geschikt voor documenten met kleine tekens of dunne lijnen of

documenten die zijn afgedrukt met een dot-matrixprinter.

Superfijn Geschikt voor documenten die bijzonder kleine details bevatten. De

modus Superfijn wordt alleen ingeschakeld als het externe

apparaat ook de modus Superfijn ondersteunt. Zie de volgende

opmerking.

Foto Geschikt voor documenten die foto's bevatten.

134

| Begrip van de taakmenu’s

JPEG afdrukken

OPMERKING:

• De functie JPEG afdrukken is alleen beschikbaar als een USB-flashstation is aangesloten op de

USB-poort aan de voorkant.

Gebruik de menu's van JPEG afdrukken om de foto's aan te geven die zijn opgeslagen

in de root, bestand of map op een USB-flashstation. Zie “Afdrukinstellingen”.

Om het JPEG afdrukken-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home),

tikt u op en selecteert u vervolgens de tegel JPEG afdrukken.

❚

PDF/TIFF afdrukken / JPEG afdrukken >

Afdrukinstellingen

Gebruik de afdrukinstellingen om diverse instellingen te configureren voor de

afdrukfunctie bij gebruik van PDF/TIFF afdrukken, JPEG afdrukken.

❚

PDF/TIFF afdrukken / JPEG afdrukken > Afdrukinstellingen >

Aantal

Hiermee stelt u het aantal kopieën tussen 1 en 99 in.

❚

PDF/TIFF afdrukken / JPEG afdrukken > Afdrukinstellingen >

Uitvoerkleur

Hiermee kiest u de modus voor kleur of zwart-wit afdrukken.

❚

PDF/TIFF afdrukken / JPEG afdrukken > Afdrukinstellingen >

Lade selecteren

Hiermee kiest u de invoerlade.

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de optionele 550-velinvoer is geïnstalleerd.

❚

PDF/TIFF afdrukken / JPEG afdrukken > Afdrukinstellingen >

2-zijdig afdrukken

Specificeert of er op één dan wel op beide zijden van een vel afgedrukt moet worden.

Voor dubbelzijdig afdrukken kunt u specificeren of er aan de lange of korte kant

ingebonden moet worden.

MPF Het papier wordt ingevoerd via de multifunctionele invoer

(MPF). Als Printerdriver gebruiken

Instellingen ingesteld is in MPF-configuratie

onder Lade-instellingen, dan wordt Iedere

weergegeven voor Formaat en Type. Wanneer u met

behulp van de optie Iedere als Formaat en soort van het

papier een afdruktaak start, wordt A4 of Letter

geselecteerd als papierformaat en Normaal als

papiersoort. Wanneer u het papierformaat en de

papiersoort in de MPF wilt kiezen, moet u de optie MPF

selecteren en de Formaat en het papiersoort aangeven.

Formaat Specificeert de papiergrootte.

Lade1

Lade2

Begrip van de taakmenu’s |

135

❚

PDF/TIFF afdrukken / JPEG afdrukken > Afdrukinstellingen >

Layout

Specificeert de opmaak van de afdruk. Specificeert of er één, twee of vier pagina's op

één zijde van een vel afgedrukt moeten worden. Als u Uit (niet schalen) selecteert,

worden de delen die niet passen niet afgedrukt (het afdrukformaat wordt niet

automatisch aangepast).

❚

PDF/TIFF afdrukken / JPEG afdrukken > Afdrukinstellingen >

Beeldtypen

Stelt de afdrukkwaliteit in.

❚

PDF/TIFF afdrukken / JPEG afdrukken > Afdrukinstellingen >

Sets/stapels

Hiermee geeft u aan of de taak gesorteerd moet worden.

❚

PDF/TIFF afdrukken > Afdrukinstellingen >

PDF-wachtwoord

Voer het wachtwoord in als u een PDF-bestand afdrukt dat is beveiligd met een

wachtwoord om het PDF-bestand te kunnen openen.

❚

PDF/TIFF afdrukken / JPEG afdrukken >

Instellingen voor opslaan

Tik op om verschillende functies voor Afdrukken van USB te bewaren. U kunt dit ook

gebruiken om aangepaste tegels voor Afdrukken van USB te creëren en te bewerken.

Zie “Een aangepaste tegel maken” en “Een aangepaste tegel bewerken” voor meer

informatie.

Dell Document Hub

Gebruik de Dell Document Hub-menu's om diverse instellingen te configureren voor

Dell Document Hub.

Om het Dell Document Hub-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop

(Home) en tikt u vervolgens op de tegel Dell Document Hub.

OPMERKING:

• Dell Document Hub is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

❚

Dell Document Hub >

Zoeken naar bestanden

Hiermee zoekt u bestanden die zijn opgeslagen in de clouddiensten en drukt u die via de

printer af.

Automatisch Drukt PDF/TIFF-bestanden af in de modus Tekst en JPEG-bestanden

in de modus Foto's (standaardkwaliteit).

Foto's (standaardkwaliteit) Drukt fotoafbeeldingen af in de standaardkwaliteit.

Foto's (hoge kwaliteit) Drukt fotoafbeeldingen af in hoge kwaliteit.

Tekst Drukttekstdocumenten af in de standaardkwaliteit.

Tekstvak Voer de trefwoorden in, zoals de woorden uit de bestandsnaam.

136

| Begrip van de taakmenu’s

❚

Dell Document Hub >

Bladeren naar bestanden

Hiermee zoekt u naar bestanden in de geselecteerde clouddiensten en drukt u die af.

❚

Dell Document Hub >

Scannen

Hiermee scant u het document en slaat u het gescande bestand op in de clouddienst.

❚

Dell Document Hub > Scannen >

PDF-wachtwoord

Voer het wachtwoord in als u een PDF-bestand afdrukt dat is beveiligd met een

wachtwoord om het PDF-bestand te kunnen openen.

❚

Dell Document Hub > Scannen >

Bestandsnaamoptie

Specificeert de manier waarop de gescande gegevens een naam krijgen.

Sorteert de zoekresultaten door het selecteren van de

sorteervolgorde.

Stelt de Afdrukinstellingen in.

Geeft de geselecteerde bestanden weer. Er wordt een klein voorbeeld

van de drie eerste pagina’s van elk bestand weergegeven.

Tekstvak Voer de trefwoorden in, zoals de woorden uit de bestandsnaam.

Hiermee zoekt u naar de bestanden in de huidige locatie of de

geselecteerde cloudservices.

Stelt de Afdrukinstellingen in.

Geeft de geselecteerde bestanden weer. Er wordt een klein voorbeeld

van de drie eerste pagina’s van elk bestand weergegeven.

Sorteert de zoekresultaten door het selecteren van de

sorteervolgorde.

Slaat de Afdrukinstellingen op als Favoriet.

Bestandsnaam Voer de bestandsnaam in die u wilt gebruiken.

Bestandsindeling Selecteert het bestandsformaat uit de lijst om de gescande gegevens

op te slaan.

Tag Voer de tag in die u wilt gebruiken.

Hiermee zoekt u de locatie om de gescande gegevens op te slaan. U

kunt naar de locatie zoeken in de cloudservices.

Stelt de scaninstellingen in.

Sorteert de zoekresultaten door het selecteren van de

sorteervolgorde.

Slaat de Scaninstellingen op als Favoriet.

Uit

Voorvoegsel

toevoegen

Voegt tekst toe vóór de bestandsnaam.

Voornr./achternr. Specificeert de teksten die toegevoegd worden wanneer

Voorvoegsel toevoegen geselecteerd is.

Begrip van de taakmenu’s |

137

Zie “Scaninstellingen” voor meer informatie omtrent andere instellingen.

❚

Dell Document Hub >

Slimme OCR-scan

Hiermee scant u het document met behulp van optische tekenherkenning (OCR) en

slaat u het in de clouddienst op.

❚

Dell Document Hub > Slimme OCR-scan >

Bestandsindeling

Hiermee geeft u het bestandsformaat aan waarin de gescande gegevens moeten

worden opgeslagen.

❚

Dell Document Hub > Slimme OCR-scan >

OCR-taal

Specificeert de taal voor de OCR.

❚

Dell Document Hub > Slimme OCR-scan >

PDF-wachtwoord

Voer het wachtwoord in als u een PDF-bestand afdrukt dat is beveiligd met een

wachtwoord om het PDF-bestand te kunnen openen.

❚

Dell Document Hub > Slimme OCR-scan >

Blanco pagina verwijderen

Specificeert of de functie Blanco pagina verwijderen moet worden geactiveerd. Deze

functie verwijdert blanco pagina's.

❚

Dell Document Hub > Slimme OCR-scan >

Beeldverbetering

Bepaalt of de functie Beeldverbetering moet worden ingeschakeld.

❚

Dell Document Hub > Slimme OCR-scan >

Bestandsnaamoptie

Specificeert de manier waarop de gescande gegevens een naam krijgen.

Achtervoegsel

toevoegen

Voegt tekst toe na de bestandsnaam.

Voornr./achternr. Specificeert de teksten die toegevoegd worden wanneer

Achtervoegsel toevoegen geselecteerd is.

Bestandsnaam Voer de bestandsnaam in die u wilt gebruiken.

Bestandsindeling Selecteert het bestandsformaat uit de lijst om de gescande gegevens

op te slaan.

Tag Voer de tag in die u wilt gebruiken.

Hiermee zoekt u de locatie om de gescande gegevens op te slaan. U

kunt naar de locatie zoeken in de cloudservices.

Stelt de scaninstellingen in.

Slaat de Scaninstellingen op als Favoriet.

Uit

138

| Begrip van de taakmenu’s

Zie “Scaninstellingen” voor meer informatie omtrent andere instellingen.

❚

Dell Document Hub >

E-mail mij

Hiermee scant u het document en verstuurt u het als bijlage bij een e-mail.

❚

Dell Document Hub > E-mail mij >

Bestandsindeling

Hiermee geeft u het bestandsformaat aan waarin de gescande gegevens moeten

worden opgeslagen.

❚

Dell Document Hub > E-mail mij >

OCR-taal

Specificeert de taal voor de OCR.

❚

Dell Document Hub > E-mail mij >

PDF-wachtwoord

Voer het wachtwoord in als u een PDF-bestand afdrukt dat is beveiligd met een

wachtwoord om het PDF-bestand te kunnen openen.

❚

Dell Document Hub > E-mail mij >

Blanco pagina verwijderen

Specificeert of de functie Blanco pagina verwijderen moet worden geactiveerd.

Deze functie verwijdert blanco pagina's. Zie “Scaninstellingen” voor meer informatie

omtrent andere instellingen.

❚

Dell Document Hub >

Visitekaart-lezer

Hiermee scant u het visitekaartje en verstuurt u de gegevens in vCard-indeling als bijlage

bij een e-mail.

Voorvoegsel

toevoegen

Voegt tekst toe vóór de bestandsnaam.

Voornr./achternr. Specificeert de teksten die toegevoegd worden wanneer

Voorvoegsel toevoegen geselecteerd is.

Achtervoegsel

toevoegen

Voegt tekst toe na de bestandsnaam.

Voornr./achternr. Specificeert de teksten die toegevoegd worden wanneer

Achtervoegsel toevoegen geselecteerd is.

Bestandsindeling Selecteert het bestandsformaat uit de lijst om de gescande gegevens

op te slaan.

Onderwerp Voer het onderwerp in dat u wilt gebruiken.

Stelt de scaninstellingen in.

Slaat de Scaninstellingen op als Favoriet.

Onderwerp Voer het onderwerp in dat u wilt gebruiken.

Stelt de scaninstellingen in.

Slaat de Scaninstellingen op als Favoriet.

Begrip van de taakmenu’s |

139

❚

Dell Document Hub > Visitekaart-lezer >

Bestandsindeling

Hiermee geeft u het bestandsformaat aan waarin de gescande gegevens moeten

worden opgeslagen.

❚

Dell Document Hub > Visitekaart-lezer >

OCR-taal

Specificeert de taal voor de OCR.

SharePoint

Gebruik de SharePoint-menu's om diverse instellingen te configureren voor SharePoint

Om het SharePoint-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home) en tikt u

vervolgens op de tegel SharePoint.

OPMERKING:

• SharePoint is beschikbaar op de Dell S2825cdn.

❚

SharePoint >

Afdrukken

Hiermee zoekt u naar bestanden in de geselecteerde SharePoint

-server en drukt u die

af.

❚

SharePoint >

Scannen

Scant het document en slaat de gescande gegevens op de geselecteerde

SharePoint

-server op.

❚

SharePoint >

Bestandsnaamoptie

Specificeert de manier waarop de gescande gegevens een naam krijgen.

Hiermee zoekt u naar de bestanden in de huidige map of server.

Tekstvak Voer de trefwoorden in, zoals de woorden uit de bestandsnaam.

Stelt de Afdrukinstellingen in.

Bestandsnaam Voer de bestandsnaam in die u wilt gebruiken.

Bestandsindeling Selecteert het bestandsformaat uit de lijst om de gescande gegevens

op te slaan.

Zoekt naar de map op de geselecteerde SharePoint

-server.

Stelt de scaninstellingen in.

Uit

Voorvoegsel

toevoegen

Voegt tekst toe vóór de bestandsnaam.

Voornr./achternr. Specificeert de teksten die toegevoegd worden wanneer

Voornummer toevoegen geselecteerd is.

Achtervoegsel

toevoegen

Voegt tekst toe na de bestandsnaam.

Voornr./achternr. Specificeert de teksten die toegevoegd worden wanneer

Achternummer toevoegen geselecteerd is.

140

| Begrip van de taakmenu’s

Zie “Scaninstellingen” voor meer informatie omtrent andere instellingen.

OPMERKING:

• Het is niet mogelijk om het wachtwoord voor het PDF-bestand toe te kennen als de gescande

gegevens op de SharePoint

-server worden opgeslagen.

App toevoegen

Gebruik het menu App toevoegen om verschillende tegels toe te voegen aan het

Home-scherm.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

141

Dell™ Printer Configuration Web Tool

Maak gebruik van Dell Printer Configuration Web Tool om de status van uw

netwerkprinter in de gaten te houden, zonder dat u uw werkplek hoeft te verlaten. U

kunt de printerinstellingen bekijken en/of wijzigen, de hoeveelheid toner controleren en

bevestigen dat het tijd is om verbruiksartikelen te bestellen.

Als u de netwerkbeheerder bent, kunt u de printerinstellingen kopiëren naar één of alle

apparaten op het netwerk, direct vanuit uw webbrowser.

OPMERKING:

• Deze webtool is alleen beschikbaar wanneer de printer verbonden is met een netwerk.

Voorbereidingen voor het gebruik van Dell Printer

Configuration Web Tool

Zorg ervoor dat JavaScript geactiveerd is in uw browser voor u Dell Printer Configuration

Web Tool gebruikt.

Voer de volgende procedure uit om zowel omgevingsinstellingen van uw webbrowser

als het bedieningspaneel te configureren voordat u Dell Printer Configuration Web Tool

gebruikt.

OPMERKING:

• De pagina's van de Dell Printer Configuration Web Tool kunnen onleesbare tekens bevatten als de

pagina's geconfigureerd zijn in een andere taal dan die van uw browser.

Internet Explorer

configureren

Instellen van de weergavetaal

1 Kies Internetopties onder Extra op de menubalk.

2 Kies Talen in het tabblad Algemeen.

3 Selecteer de gewenste weergavetaal in volgorde van uw voorkeur in de lijst Taal.

Het IP-adres van de printer instellen op Niet-proxy

1 Kies Internetopties onder Extra op de menubalk.

2 Klik op LAN-instellingen onder LAN-instellingen in het tabblad Verbindingen.

3 Kies een van de volgende werkwijzen:

• Verwijder het vinkje uit het keuzevakje Een proxyserver voor het LAN-netwerk

gebruiken onder Proxyserver.

• Klik op Geavanceerd en typ vervolgens het IP-adres van de printer in het tekstvak

Proxyserver niet gebruiken voor adressen die beginnen met onder

Uitzonderingen.

Het menu van het bedieningspaneel controleren

U kunt de Dell Printer Configuration Web Tool alleen starten wanneer EWS ingesteld is

op Inschakelen in het bedieningspaneel. Controleer de instelling van het

bedieningspaneel als u Dell Printer Configuration Web Tool niet kunt starten. Zie

“Protocollen”.

142

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Dell Printer Configuration Web Tool starten

Om Dell Printer Configuration Web Tool te starten, voert u het IP-adres in van de printer

in uw webbrowser.

Als u het IP-adres van de printer niet kent, kunt u het opzoeken via het bedieningspaneel,

door het rapport met systeeminstellingen af te drukken of met de ping-opdracht. Zie

“Verifiëren van de IP-instellingen”.

Pagina weergaveformaat

Bovenkader

Bovenin alle pagina’s staat het bovenkader. Wanneer Dell Printer Configuration Web

Tool wordt ingeschakeld, worden de huidige status en de specificaties van de printer

boven aan elke pagina weergegeven.

1 Modelnaam Geeft de modelnaam van de printer weer.

2 IPv4 Geeft het IP-adres van de printer weer.

IPv6

3 Locatie Geeft de locatie van de printer weer. Deze locatie kan worden

gewijzigd onder Basisinformatie op de pagina

Afdrukserverinstellingen.

4 Contactpersoon Hier staat de naam van de beheerder van de printer. Deze naam kan

worden gewijzigd onder Basisinformatie op de pagina

Afdrukserverinstellingen.

5 Gebeurtenissenpaneel Geeft de indicator voor de toestand van de printer weer.

1234

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

143

Linkerkader

Aan de linkerkant van alle pagina's staat het linkerkader. De titels van de menu’s die staan

vermeld in het linkerkader zijn gekoppeld aan de bijbehorende menu's en pagina's. U

kunt doorgaan naar de betreffende pagina door op de tekens te klikken.

6 Printerafbeelding Geeft de bitmap-afbeelding van de printer weer. Het menu

Printerstatus verschijnt in het rechterkader wanneer u op de

afbeelding klikt.

1 Printerstatus Geeft onmiddellijk feedback over de status van de

verbruiksmaterialen van de printer.

Wanneer een tonercassette bijna op is, klikt u op de koppeling

Benodigdheden bestellen in het eerste scherm als u een nieuwe

tonercassette wilt bestellen.

2 Printertaken Bevat informatie over de status van ieder protocol of iedere taak.

3 Printerinstellingen Toont de printerinstellingen van het bedieningspaneel voor het

configureren van de instellingen van Dell Printer Configuration Web

Tool.

4 Afdrukserverinstellingen Voor het configureren van het type printerinterface en de vereiste

voorwaarden voor communicatie.

5 Printerinstellingen kopiëren Kopieert de printerinstellingen naar een of meerdere printers op het

netwerk met hetzelfde typenummer.

OPMERKING:

• voor het gebruik van deze functie moet u zich aanmelden als

beheerder.

6 Afdrukvolume Toont de afdrukgeschiedenis (bv. papiergebruik en beperkingen van

het gebruik van de kleurmodus).

7 Adresboek Voor het weergeven of bewerken van vermeldingen van

e-mailadressen, serveradressen en faxnummers in het adresboek, of

voor het registreren van nieuwe vermeldingen.

OPMERKING:

• voor het gebruik van deze functie moet u zich aanmelden als

beheerder.

144

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Dit is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Rechterkader

Aan de rechterkant van alle pagina's staat het rechterkader. De inhoud van het

rechterkader komt overeen met het menu dat u kiest in het linker kader. Zie “Details van

de menu-onderdelen”.

Knoppen in het rechterkader

8 Informatie over de printer Toont informatie over onderhoudsverzoeken, inventarisrapporten of

de status van het huidige geheugen en de engine-codeniveaus.

9 Ladebeheer Toont informatie over de papiersoort en het papierformaat voor elke

lade.

10 E--mailserver: Overzicht

instellingen

Opent het menu E-mailserver in het menu Afdrukserverinstellingen

om de e-mailserverinstellingen te configureren voor de functies Scan

naar e-mail, E-mailwaarschuwing en Fax doorsturen naar e-mail.

11 Instellen Wachtwoord Vergrendelt Dell Printer Configuration Web Tool met een

wachtwoord zodat de printerinstellingen niet per ongeluk gewijzigd

worden.

OPMERKING:

• voor het gebruik van deze functie moet u zich aanmelden als

beheerder.

12 Online Help Koppeling naar de Dell-ondersteuningspagina.

13 Bestel supplies op: Koppeling naar de Dell-website voor het bestellen van

benodigdheden.

14 Neem contact op met Dell

Ondersteuning op:

Koppeling naar de Dell-ondersteuningspagina.

15 Dell Document Hub op:

Koppelingen naar de Dell Document Hub-website.

1Knop Vernieuwen Ontvangt de huidige printerconfiguratie en geeft de meest recente

informatie in het rechter kader weer.

321

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

145

De instellingen van menu-items wijzigen

In sommige menu's kunt u de printerinstellingen wijzigen via Dell Printer Configuration

Web Tool. Wanneer u één van deze menu's opent, verschijnt er een verificatievenster op

het scherm. Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in voor de beheerder van de

printer aan de hand van de vragen in het dialoogvenster.

De standaard gebruikersnaam is “admin” en het standaard wachtwoord is niet ingevuld

(blanco). U kunt alleen het wachtwoord wijzigen via de pagina Wachtwoord instellen in

het menu Beveiliging. De gebruikersnaam kan niet gewijzigd worden. Zie “Instellen

Wachtwoord”.

Details van de menu-onderdelen

2Knop Nieuwe instellingen

toepassen

Stuurt nieuwe instellingen, gemaakt via Dell Printer Configuration

Web Tool, naar de printer. De nieuwe instellingen van de printer

vervangen de oude.

3Knop Instellingen herstellen Herstelt de oude instellingen, van voor de ingevoerde wijzigingen.

De nieuwe instellingen worden niet naar de printer gezonden.

Linkerkader Tabblad Menu-onderdeel

“Printerstatus” “Printerstatus” “Printerstatus”

“Printergebeurtenissen”

“Informatie over de printer”

“Printertaken” “Printertaken” “Taaklijst”

“Voltooide taken”

“Printerinstellingen” “Printerinstellingenrapport” “Menu-instellingen”

“Rapporten”

“Printerinstellingen” “Systeeminstellingen”

“Netwerkinstellingen”

“USB-instellingen”

“PCL-instellingen”

“PS-instellingen”

“PDF-instellingen”

“Beveiligde instellingen”

“Standaardinstellingen Kopiëren”

“Kopie-kleurbalans”

“Kopieerinstellingen”

“Standaardinstellingen Faxen”

“Faxinstellingen”

“Standaardinstellingen Scannen”

"Standaardinst. Direct

afdrukken/Standaardinstellingen

USB direct afdrukken"

“Aangepaste MIFARE-kaart”

“Printeronderhoud” “Papierzwarting”

“Overdrachteenheid afstellen”

“2e BTR afstellen”

“Fixeereenheid instellen”

146

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

“Aanpassingen kleurregistratie”

“Ontwikk reinig”

“Terugstellen”

“Afdrukteller initialiseren”

“Opgeslagen taken wissen”

“Geen Dell-toner”

“Hoogte regelen”

“Klokinstellingen”

“Weblink-aanpassing”

“Afdrukserverinstellingen” “Afdrukserverrapporten” “Instellingenpagina afdrukserver”

“E-mailserver: Instellingen”

“Afdrukserverinstellingen” “Basisinformatie”

“Poortinstellingen”

“TCP/IP”

“SMB”

“E-mailserver”

“Bonjour (mDNS)”

“SNMP”

“Scan naar netwerkmap”

“SNTP”

“AirPrint”

“Mopria”

“Google Cloud Print”

“Dell Document Hub”

“Proxyserver”

“Wi-Fi”

“Wi-Fi Direct”

“Afdrukserver resetten”

“Beveiliging” “Instellen Wachtwoord”

“Verificatiesysteem”

“Kerberos-server”

“LDAP-server”

“LDAP-verificatie”

“LDAP-gebruikerstoewijzing”

“SSL/TLS”

“IPsec”

“802.1x”

“IP-filter”

“SMTP-domein filteren”

“Printerinstellingen kopiëren” “Printerinstellingen kopiëren” “Printerinstellingen kopiëren”

“Printerinstellingenrapport

kopiëren”

“Afdrukvolume” “Afdrukvolume” “Afdrukvolume”

“Dell ColorTrack”

Linkerkader Tabblad Menu-onderdeel

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

147

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de optie RAM-schijf is ingeschakeld.

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de printer via een draadloos netwerk is aangesloten.

Draadloze netwerken zijn beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de printer via een ethernetkabel is aangesloten.

Wi-Fi Direct is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Dell Document Hub is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Voor de Dell H625cdw en Dell H825cdw wordt St-inst. Direct afdrukken weergegeven. Voor de Dell S2825cdn

wordt Standaardinstell. Afdr. via USB weergegeven.

Printerstatus

Controleer met behulp van het menu Printerstatus de toestand van de

verbruiksmaterialen, de apparatuur en de specificaties van de printer.

Printerstatus

Het tabblad Printerstatus omvat de pagina's Printerstatus, Printergebeurtenissen en

Printerinformatie.

Printerstatus

Toont de status van de verbruiksmaterialen, papierladen en kleppen.

“Adresboek” “E-mailadres” “E-mailadres”

“E-mailgroep”

“Oorspr. instell.”

“Serveradres” “Serveradres”

“Telefoonboek” “FAX-snelkiezen”

“FAX-groep”

“Ladebeheer” “Ladebeheer”

Cyaan

tonercartridge

Geeft aan of de toner, afdrukmodule en/of

toneropvangbak in orde is voor gebruik, en of

de toner, afdrukmodule en/of toneropvangbak

nu of binnenkort vervangen moet worden.

Magenta

tonercartridge

Gele

tonercartridge

Zwarte

tonercartridge

Verbruiksmaterialen

Cyaan

afdrukmodule

Magenta

afdrukmodule

Gele

afdrukmodule

Zwarte

afdrukmodule

Toneropvang

bak

Linkerkader Tabblad Menu-onderdeel

148

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Printergebeurtenissen

Wanneer er een fout optreedt, worden de details van alle waarschuwingen of

foutaanduidingen weergegeven op de pagina Printergebeurtenissen.

Informatie over de printer

Toont informatie over de printer, zoals de hardwareversie en het Service Tag-nummer. U

kunt deze pagina ook weergegeven door op Informatie over de printer in het linker

kader.

Printertaken

Het menu Printertaken bevat informatie over de pagina's Taaklijst en Voltooide taken.

Deze pagina's tonen informatie over de status van ieder protocol of iedere taak.

Printertaken

Het tabblad Printertaken omvat de pagina's Taaklijst en Voltooide taken.

Taaklijst

Toont de taken die worden verwerkt. Klik op de knop Vernieuwen als u het scherm wilt

bijwerken.

Papierladen Status OK Geeft aan dat er nog wel papier in de lade ligt,

maar de hoeveelheid is niet bekend.

Papier aanvullen Geeft aan dat er geen papier meer in de lade

ligt.

Capaciteit Geeft de maximale capaciteit van de papierlade

weer.

Formaat Geeft het formaat van het papier in de lade

weer.

Uitvoerlade Status Geeft aan dat de lade beschikbaar is wanneer

OK wordt weergegeven.

Capaciteit Geeft de maximale capaciteit van de papierlade

weer.

Klep Status Geeft aan of de klep open of gesloten is.

Printersoort Gewoonlijk wordt hier Kleurlaser vermeld.

Afdruksnelheid

ID Geeft de taakidentificatie weer.

Taaknaam Geeft de bestandsnaam van de taak weer die moet worden

uitgevoerd.

Eigenaar Geeft de naam van de eigenaar van de taak weer.

Hostnaam Geeft de naam van de hostcomputer weer.

Taakstatus Geeft de status van de taak weer die wordt verwerkt.

Taaksoort Geeft het type van de taak weer die wordt verwerkt.

Host I/F Geeft de status van de hostinterface weer.

Tijd taak verzonden Geeft de datum waarop de taak naar de printer is verzonden weer.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

149

Voltooide taken

Geeft de voltooide taken weer. Tot maximaal de laatste 20 taken worden aangegeven.

Klik op de knop Vernieuwen als u het scherm wilt bijwerken.

Printerinstellingen

Gebruik het menu Printerinstellingen om de tabbladen Printerinstellingenrapport,

Printerinstellingen en Printeronderhoud weer te geven en de printerinstellingen te

configureren.

Printerinstellingenrapport

Het tabblad Printerinstellingenrapport bevat ook de pagina's Menuinstellingen en

Rapporten.

Menu-instellingen

Toont de huidige instellingen van de printermenu's.

Rapporten

Voor het afdrukken van allerlei rapporten en lijsten. Klik op Start om elk rapport af te

drukken.

Taakgeschiedenis wissen Voor het verwijderen van de taakgeschiedenis.

ID Geeft de taakidentificatie weer.

Taaknaam Geeft de bestandsnaam van de taak weer die geheel is uitgevoerd.

Eigenaar Geeft de naam van de eigenaar van de taak weer.

Hostnaam Geeft de naam van de hostcomputer weer.

Uitvoerresultaat Geeft status van de taak weer die geheel is uitgevoerd.

Taaksoort Geeft het type van de voltooide taak weer.

Indruknummer Geeft het totaal aantal pagina's van de taak weer.

Aantal vellen Geeft het totaal aantal vellen van de taak weer.

Host I/F Geeft de status van de hostinterface weer.

Tijd taak verzonden Geeft de datum waarop de taak naar de printer is verzonden weer.

Systeeminstellingen

Paneelinstellingen

PCL-lettertypenlijst

PCL-macrolijst

PS-lettertypenlijst

PDF-lettertypenlijst

Taakgeschiedenis

Foutengeschiedenis

Afdrukteller

Kleurtestpagina

Protocol-monitor

Snelkiezen

Adresboek

Serveradres

Faxactiviteit

150

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de optie RAM-schijf is ingeschakeld.

Printerinstellingen

Het tabblad Printerinstellingen omvat de pagina's Systeeminstellingen,

Netwerkinstellingen, USB-instellingen, PCL-instellingen, PS-instellingen,

PDF-instellingen, Veilige instellingen, Standaard kopieerinstellingen,

Kopie-kleurbalans, Kopieerinstellingen, Standaard faxinstellingen, Faxinstellingen,

Standaard scaninstellingen, Standaardinst. Direct afdrukken/Standaardinstellingen

USB direct afdrukken en Aangepaste MIFARE-kaart.

Systeeminstellingen

Configureert de basisinstellingen van de printer.

Fax wachtend

Opgeslagen documenten

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

151

Algemeen Energiebesparing –

slaapstand

Stelt in hoelang het duurt voordat de printer naar de

slaapstand gaat na het afronden van een taak.

Energiebesparing –

versterkte slaapstand

Stelt in hoelang het duurt voordat de printer naar de

versterkte slaapstand gaat na het afronden van een taak.

Energiebesparingstijd

- Timer Uitschakelen

Stelt in hoelang het duurt voordat de printer naar de

uitschakelstand gaat nadat deze in de versterkte

slaapstand is gegaan.

mm/inch Stelt de meeteenheid die wordt gebruikt op het

touch-paneel in op mm of inches.

Helderheid scherm Stelt de helderheid van het touch-paneel in.

Toon

bedieningspaneel

Stelt het volume van de toon in die klinkt als de invoer

vanaf het bedieningspaneel juist is of schakelt de toon uit.

Toon ongeldige

gebruikersinvoer

Stelt het volume van de toon in die klinkt als de invoer

vanaf het bedieningspaneel onjuist is of schakelt de toon

uit.

Toon Apparaat klaar Stelt het volume van de toon in die klinkt als de printer

gereed is of schakelt de toon uit.

Toon Kopie voltooid Stelt het volume van de toon in die klinkt als een

kopieeropdracht gereed is of schakelt de toon uit.

Toon Taak voltooid Stelt het volume van de toon in die klinkt als een taak

anders dan een kopieeropdracht gereed is of schakelt de

toon uit.

Fouttoon Stelt het volume van de toon in die klinkt als een opdracht

abnormaal wordt beëindigd of schakelt de toon uit.

Waarschuwingstoon Stelt het volume van de toon in die klinkt als een

probleem optreedt of schakelt de toon uit.

Papier op toon Stelt het volume van de toon in die klinkt als het papier in

de printer op is of schakelt de toon uit.

Toon Toner is bijna op Stelt het volume van de toon in die klinkt als de toner

bijna op is of schakelt de toon uit.

Toon Automatisch

wissen

Stelt het volume in van de toon die klinkt 5 seconden

voordat de printer Automatisch wissen uitvoert of

schakelt de toon uit.

Toon NFC-verificatie

Stelt het volume in van de toon, of schakelt de toon uit

die klinkt wanneer een NFC-kaart ter verificatie in de

NFC-lezer wordt geplaatst.

Alle tonen Stelt het volume van alle waarschuwingstonen in of

schakelt alle tonen uit.

Waarsch.bericht

toner bijna op

Waarschuwt als de toner bijna op is.

Actief wanneer van

haak

Stelt in of ontwaakt moet worden vanuit de Slaapstand of

Versterkte slaapstand wanneer de hoorn van de externe

telefoon wordt opgepakt.

Auto logafdruk Stelt in of na elke 20 opdrachten een taakgeschiedenis

moet worden afgedrukt.

RAM-disk Stelt in of er RAM moet worden toegewezen aan het

bestandssysteem voor de functies Veilige afdruk,

Proefafdruk, Persoonlijk postvak en Openbaar postvak.

Paneeltaal Wordt gebruikt om de taal van het touch-paneel in te

stellen.

Maximale

e-mailgrootte

Hiermee stelt u de maximale grootte in van een te

versturen e-mail.

152

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Dit is beschikbaar in bepaalde regio's.

Deze instelling heeft geen invloed op faxtaken.

Netwerkinstellingen

Specificeert het PostScript 3 Compatible-communicatieprotocol voor de printer.

USB-instellingen

Specificeert de USB-instellingen van de printer.

Timers Auto opn. instellen Stelt in hoelang het duurt tot de printer automatisch de

instellingen herstelt naar de fabriekswaarden als er geen

verdere wijzigingen worden aangebracht.

Time-out storing Stelt in hoelang het duurt voordat de printer een taak die

niet goed wordt afgerond, beëindigt.

Uitvoerinstellingen Standaard

papierformaat

Stelt de standaard papiergrootte voor het afdrukken in.

ID afdrukken Stelt in op welke plaats de gebruikersidentificatie op het

afdrukpapier wordt afgedrukt.

Tekst afdrukken Stelt in of de printer PDL-gegevens (Page Description

Language), die de printer niet ondersteunt, als tekst

afdrukt wanneer de printer die ontvangt.

Invoegpositie

scheidingspagina

Stelt in waar een scheidingspagina moet worden

ingevoegd tussen de uitvoer.

Lade voor

scheidingspagina

Stelt in uit welke lade een scheidingspagina moet worden

ingevoegd.

Vervangende lade Stelt in of een ander papierformaat mag worden gebruikt

als het papier in de opgegeven lade niet overeenkomt

met de papierformaatinstellingen voor de huidige taak.

Briefhfd. dubbelzijdig Stelt in of een briefhoofd op beide zijden moet worden

bedrukt.

Wisselen A4<>Letter Stelt in of de taken voor afdrukken op A4-formaat op

papier van Letter-formaat mogen worden afgedrukt

wanneer geen A4 in de papierladen beschikbaar is en vice

versa.

Wisselen

A5<>Statement

Stelt in of de taken voor afdrukken op A5-formaat op

papier van Statement-formaat mogen worden afgedrukt

wanneer geen A5 in de papierladen beschikbaar is en vice

versa.

Dubbelzijdig

afgedrukt rapport

Stelt in of er op beide kanten van een vel papier moet

worden afgedrukt.

Andere lade

gebruiken

Stelt in of een bericht wordt weergegeven om een andere

lade te selecteren wanneer het gespecificeerde papier

niet beschikbaar is in de papierlade.

Afdrukken hervatten

na herstel van

papierstoring

Bepaalt of een afdruktaak verwijderd moet worden na het

oplossen van een papierstoring.

Afdrukken door

aanraken

Instellen of de printer al dan niet toegevoegd wordt aan

een mobiel apparaat zoals een tablet of smartphone door

met het apparaat tegen de (NFC)-lezer te tikken.

Netwerkinstellingen PS Datumnotatie Stelt het PostScript 3 Compatible-communicatieprotocol

voor elke interface in.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

153

PCL-instellingen

Specificeert de PCL-instellingen (Printer Control Language).

PS-instellingen

Specificeert de printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarin de

emulatieprintertaal PostScript 3 Compatible wordt gebruikt.

USB-instellingen USB-poort Stelt in of de USB-interface op de printer ingeschakeld is.

PS Datumnotatie Stelt het PostScript 3 Compatible-communicatieprotocol

voor elke interface in.

Time-out taak Stelt in hoelang de printer wacht op gegevens van de

computer.

PCL-instellingen Papierlade Instellen van de papierlade.

Papierformaat Instellen van de papiergrootte.

Aangepast

papierformaat - Y

Instellen van de lengte van het aangepaste papierformaat.

Aangepast

papierformaat - X

Stelt de breedte van het aangepaste papierformaat in.

Richting Stelt in in welke richting de tekst en afbeeldingen op de

pagina worden afgedrukt.

Dubbelzijdige afdruk Stelt dubbelzijdig afdrukken voor iedere afdruktaak in.

Lettertype Stelt in welk lettertype wordt gekozen uit de lijst van

geregistreerde lettertypen.

Tekenset Stelt een tekenset voor het opgegeven lettertype in.

Lettergrootte Stelt de lettergrootte bij schaalbare typografische

lettertypen in.

Tekenbreedte Stelt de tekenbreedte bij schaalbare typografische

lettertypen in.

Formulierregel Stelt het aantal regels op een pagina in.

Aantal Stelt in hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt.

Beeldverbetering Stelt in of de functie Afbeeldingverbetering wordt

ingeschakeld.

Hex Dump Stelt in of er hulp nodig is bij het opsporen van de oorzaak

van een afdrukprobleem. Als de functie Hex Dump is

ingeschakeld, worden alle gegevens die naar de printer

zijn gestuurd, afgedrukt in de vorm van hexadecimale

waarden en tekens. De besturingscodes worden niet

uitgevoerd.

Conceptmodus Stelt in of er moet worden afgedrukt in de

conceptmodus.

Regeleinde Stelt in hoe regeleinden worden behandeld.

Standaardkleur Stelt in of de afdrukstand Kleur of Zwart is. Deze instelling

wordt gebruikt voor afdruktaken waarvoor geen

afdrukkleurmodus is opgegeven.

Formulier invoeren

negeren

Stelt in of de lege pagina’s moeten worden genegeerd die

uitsluitend besturingscodes voor paginadoorvoer

bevatten.

154

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

PDF-instellingen

Specificeert de PDF-instellingen.

Beveiligde instellingen

Paneelvergrendeling

Voor het instellen van een beperkte toegang tot de Beheerinstellingen met behulp

van een wachtwoord en instellen of wijzigen van het wachtwoord.

Enkele instellingen in Veilige instellingen worden uitsluitend weergegeven als deze instelling is ingeschakeld.

OPMERKING:

• U kunt het wachtwoord voor Dell Printer Configuration Web Tool instellen via de optie

Wachtwoord instellen bij Afdrukserverinstellingen.

Functiebeheer

Specificeert of de functies kopiëren, scannen, faxen en afdrukken met een wachtwoord

moeten worden beveiligd en biedt de mogelijkheid voor het instellen en wijzigen van dat

wachtwoord.

PS-instellingen PS-foutenrapport Stelt in of de inhoud van de fouten met betrekking tot de

taal van de PostScript 3 Compatible paginabeschrijving

wordt afgedrukt.

Time-out PS-taak Stelt de uitvoeringstijd voor één PostScript 3

Compatible-taak in.

Modus papierselectie Stelt de wijze in voor het selecteren van de papierlade

voor de PostScript 3 Compatible-modus.

Standaardkleur Stelt de standaardkleurmodus in voor de PostScript 3

Compatible-modus.

PDF-instellingen Aantal

Dubbelzijdige afdruk Stelt in of beide zijden van een vel papier bedrukt moeten

worden.

Afdrukmodus

PDF-wachtwoord Stelt een wachtwoord in.

PDF-wachtwoord

opnieuw invoeren

Bevestigt het ingestelde wachtwoord.

Sorteren Stelt in of de uitvoer moet worden gesorteerd.

Uitvoerformaat

Opmaak

Standaardkleur

Scheid.vel detecteren Bepaalt of het einde van de taak moet worden

gedetecteerd bij het afdrukken van opeenvolgende

PDF-bestanden uit het USB-geheugen.

Paneelvergrendeling Paneelvergrendlingsi

nstelling

Schakelt de wachtwoordbeveiliging voor de

Beheerinstellingen in of uit.

Nieuw wachtwoord Stelt het wachtwoord in voor toegang tot de

Beheerinstellingen.

Voer het wachtwoord

opnieuw in

Bevestigt het ingestelde wachtwoord.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

155

OPMERKING:

• U kunt het wachtwoord voor Dell Printer Configuration Web Tool instellen via de optie

Wachtwoord instellen bij Afdrukserverinstellingen.

Veilige ontvangst

Beschermt alle binnenkomende faxen met een wachtwoord. Als de functie Veilige

ontvangst is ingeschakeld, slaat de printer binnenkomende faxen op en drukt de printer

deze pas af als het juiste wachtwoord is ingevoerd via het touch-paneel.

OPMERKING:

• U kunt het wachtwoord voor Dell Printer Configuration Web Tool instellen via de optie

Wachtwoord instellen bij Afdrukserverinstellingen.

Aanmelden via desktop

Functiebeheer Kopie Stelt in of de kopieerfunctie met een wachtwoord moet

worden beveiligd.

Scan naar e-mail Stelt in of de functie Scan naar e-mail met een

wachtwoord moet worden beveiligd.

Fax Stelt in of de faxfunctie met een wachtwoord moet

worden beveiligd.

Faxstuurprogramma Stelt in of de functie Faxdriver in- of uitgeschakeld moet

zijn.

Scan naar

netwerkmap

Bepaalt of de functie Scan naar netwerkmap met een

wachtwoord moet worden beveiligd.

Scan naar computer Stelt in of de functie Scan naar computer met een

wachtwoord moet worden beveiligd.

Scan naar PC Stelt in of de functie Scan naar PC met een wachtwoord

moet worden beveiligd.

Scannen naar USB Stelt in of de functie Scannen naar USB met een

wachtwoord moet worden beveiligd.

Afdrukken van USB Stelt in of de functie Afdrukken van USB met een

wachtwoord moet worden beveiligd.

ID kopiëren Stelt in of de functie ID kopiëren in- of uitgeschakeld

moet zijn.

USB-service - Tonen

indien aanwezig

Stelt in of het scherm USB-stick gedetecteerd moet

worden weergegeven wanneer een USB-flashstation in

de printer is geplaatst.

Menu Document

automatisch

gedetecteerd

Stelt in of documenten die in de DADF geladen zijn al dan

niet gedetecteerd moeten worden en menu's betreffende

DADF op het touch-paneel weergegeven moeten

worden.

Nieuw wachtwoord Stelt een wachtwoord in voor de functies kopiëren,

scannen, faxen en afdrukken.

Voer het wachtwoord

opnieuw in

Bevestigt het ingestelde wachtwoord.

Veilige ontvangst Beveil. ontv.inst. Schakelt de wachtwoordbeveiliging voor alle inkomende

faxen in of uit.

Nieuw wachtwoord Stelt een wachtwoord in voor binnenkomende faxen.

Voer het wachtwoord

opnieuw in

Bevestigt het ingestelde wachtwoord.

156

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Selecteer de verificatiemethode voor de gebruiker uit lokale verificatie of externe

verificatie. Om externe verificatie te gebruiken, is de LDAP- of Kerberos-server vereist

om de gebruiker te verifiëren.

OPMERKING:

• Dit is beschikbaar op de Dell S2825cdn.

Velden Van in e-mail bewerken

Stelt in of het veld afzender bewerkt mag worden als u Scan naar e-mail gebruikt.

Ontvangers opnieuw bevestigen

Stelt in of er opnieuw moet worden bevestigd voordat een fax verzonden of een

scantaak uitgevoerd mag worden.

Softwaredownload

Stelt in of firmware-updates gedownload mogen worden.

Weergave van netwerkgegevens

Stelt in of de netwerkinformatie in het berichtenveld van het Home-scherm moet worden

weergegeven.

Aanmeldingsfout

Specificeert hoe vaak een beheerder kan proberen aan te melden bij

Paneelvergrendeling, Functiebeheer en Veilige ontvangst.

NFC-verificatie

Stelt in of de authenticatie met behulp van de NFC-verificatiekaart is geactiveerd.

OPMERKING:

• Dit is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Beschikbare tijd instellen - kopiëren/scannen/faxen/afdrukken

Specificeert hoelang het mogelijk is de beveiliging voor de functies kopiëren, scannen,

faxen en afdrukken in te schakelen.

Vervaltijd beveiligde taak

OPMERKING:

• de functie Vervaltijd beveiligde taak is uitsluitend beschikbaar wanneer de optie RAM-schijf is

geactiveerd.

Specificeert de datum en tijd voor het verwijderen van de bestanden die als Veilige

afdruk zijn opgeslagen op de RAM-schijf.

Aanmelden via

desktop

Desktop-authenticatie

Stelt de verificatiemethode weer.

Verificatiesysteem Klik om de pagina Verificatiesysteem weer te geven en

de instellingen van het verificatiesysteem te bepalen.

Aanmeldgeschiedenis

gebruiker

Schakel het keuzevakje in als u de functie

Aanmeldgeschiedenis gebruiker wilt inschakelen.

Beschikbare tijd

instellen

Beschikbare tijd instellen

Begintijd

Eindtijd

Herhaling

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

157

Standaardinstellingen Kopiëren

Hier maakt u uw eigen standaardinstellingen aan om te kopiëren.

Kopie-kleurbalans

Specificeert de kleurbalans van een kopie.

Kopieerinstellingen

Configureert de kopieerinstellingen.

Vervaltijd beveiligde

taak

Vervalmodus Hiermee kunt u de datum instellen voor het verwijderen

van de bestanden die als Veilige afdruk zijn opgeslagen op

de RAM-schijf.

Vervaltijd Om de tijd op te geven voor het verwijderen van de

bestanden die als Veilige afdruk zijn opgeslagen op de

RAM-schijf.

Herhaling Stelt de periode in waarna de instelling moet worden

herhaald.

Weekinstellingen Stelt de dag van de week in waarop de instelling moet

worden herhaald.

Maandinstellingen Stelt de dag van de maand in waarop de instelling moet

worden herhaald.

Standaardinstellingen

Kopiëren

Uitvoerkleur Stelt in of er afgedrukt moet worden in kleur of in

zwart/wit.

Lade selecteren Instellen van de standaard papierlade.

Sorteren Stelt in of een kopieertaak gesorteerd moet worden.

Verklein/Vergroot Stelt de standaardwaarde voor het verkleinen of

vergroten van kopieën in.

Verkl/Vergrot

aangepast

Stelt de aangepaste waarde voor het verkleinen of

vergroten in.

Originele formaat Stelt de papiergrootte voor het document in.

Documenttype Stelt de papiersoort voor het document in.

Donkerder/Lichter Stelt de standaard helderheid van een kopie in.

Scherpte Stelt de standaard scherpte in.

Kleurverzadiging Past de kleurverzadiging aan, zodat de kleuren lichter of

donkerder worden.

Automatische

belichting

Stelt in of de achtergrond onderdrukt moet worden om

de tekst op een kopie beter uit te laten komen.

Niveau automatische

belichting

Stelt het onderdrukkingsniveau voor de achtergrond in.

158

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Standaardinstellingen Faxen

Hier maakt u uw eigen standaardinstellingen aan om te faxen.

Faxinstellingen

Configureert de faxinstellingen.

OPMERKING:

• de onderdelen op de pagina Faxinstellingen kunnen niet ingesteld worden, tenzij de landencode

onder Land is ingesteld.

• afhankelijk van het formaat van de ontvangen faxen, de instellingen van de laden enz, lukt

dubbelzijdig afdrukken mogelijk niet.

Kopieerinstellingen

Dubbelzijdig

kopiëren

Stelt in of beide zijden van een vel papier

bedrukt moeten worden.

Origineel

inbinden

Stelt inbindpositie voor het dubbelzijdig

kopiëren in.

2 op 1 Uit Voert geen afdrukken N-op-1 uit.

Auto Verkleint pagina's automatisch zodat deze op

één vel papier passen.

Handmatig U kunt de verhouding voor verkleinen/vergroten

specificeren bij Verkl./vergr.

Marge

boven/onder

Instelling van de waarde van de boven- en

ondermarges.

Marge

links/rechts

Instelling van de waarde van de linker- en

rechtermarges.

Marge midden Instelling van de waarde van de middenmarge.

Standaardinstelli

ngen Faxen

Resolutie Standaard Geschikt voor documenten met tekens van

normale grootte.

Fijn Geschikt voor documenten met kleine tekens of

dunne lijnen of documenten die zijn afgedrukt

met een dot-matrixprinter.

Superfijn Geschikt voor documenten die bijzonder kleine

details bevatten. De superfijne modus is alleen

beschikbaar als de machine aan de andere kant

van de lijn ook superfijne resolutie ondersteunt.

Foto Geschikt voor documenten die foto's bevatten.

Dubbelzijdig

scannen

Stelt in of beide kanten van een document

moeten worden gescand.

Origineel

inbinden

Stelt de inbindpositie in voor het dubbelzijdig

scannen.

Donkerder/

Lichter

Stelt de standaard helderheid in zodat uw

documenten lichter of donkerder verstuurd

worden.

Uitgestelde

verzending

Stelt de begintijd in waarop een fax verzonden

moet worden.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

159

Faxlijninstellingen

Faxnummer Hiermee kunt u het faxnummer van de printer

invoeren om af te drukken in de koptekst van

faxen.

Land Stelt het land in waar de printer gebruikt wordt.

Naam

faxkoptekst

Hiermee kunt u een naam invoeren om af te

drukken in de koptekst van een fax.

Lijntype Stelt het standaardlijntype in: Public Switched

Telephone Network (PSTN) of Private Branch

Exchange (PBX).

Lijnmonitor Stelt het volume van de lijnmonitor in. Hiermee

kunt u het transmissiesignaal via een interne

luidspreker horen totdat er een verbinding

gemaakt wordt.

DRPD-patroon Stelt het Distinctive Ring Pattern Detection

(DRPD, een soort watermerk) in, van patroon 1

tot patroon 7.

DRPD is een dienst die geleverd wordt door

bepaalde telefoonmaatschappijen.

160

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Standaardinstelli

ngen ontvangst

Ontvangstfunctie Telefoon Automatische ontvangst van faxen is

uitgeschakeld. U kunt een fax ontvangen door

een code voor ontvangst op afstand in te

toetsen op de externe telefoon nadat de hoorn

van de telefoon is opgenomen of door op

Ontvangen te tikken bij Op de haak en daarna

op Ontvangen te tikken. Zie “Handmatig een

fax ontvangen” voor meer informatie.

Fax Automatische ontvangst van faxen.

Telefoon/fax Als de printer een binnenkomende fax ontvangt,

gaat de externe telefoon zo vaak over als

ingesteld is in Automatische

fax-/telefoonontvangst. De printer ontvangt

vervolgens de fax. Als het binnenkomende

gesprek geen fax is, geeft de printer met de

interne luidspreker aan dat het een

telefoongesprek betreft.

Antwoordapparaat/

fax

De printer kan de telefoonlijn delen met een

antwoordapparaat. In deze stand controleert de

printer het signaal en onderschept deze de lijn

als er faxtonen klinken. Als in uw land de

telefooncommunicatie serieel is, wordt deze

functie niet ondersteund.

DRPD Voordat u gebruik kunt maken van de optie

Distinctive Ring Pattern Detection (DRPD), moet

door de telefoonmaatschappij een unieke

beltoon geïnstalleerd worden. Als de

telefoonmaatschappij een afzonderlijk

faxnummer met een unieke beltoon heeft

geleverd, moet de fax zo ingesteld worden dat

gecontroleerd wordt op die specifieke beltoon.

Beltoon-sterkte Stelt het volume van de beltoon in. Dit geeft aan

dat een inkomende oproep een

telefoongesprek is via de interne speaker

wanneer Ontvangstfunctie is ingesteld op

Telefoon/fax.

Automatische

faxontvangst

Stelt de interval in waarmee de printer naar de

stand faxontvangst gaat, na het beantwoorden

van een gesprek.

Automatische

telefoonontvangst/

fax

Stelt de interval in waarmee de printer naar de

stand faxontvangst gaat nadat de externe

telefoon een gesprek ontvangt.

Automatische

ontvangst

antwoord/fax

Stelt de interval in waarmee de printer naar de

stand faxontvangst gaat, nadat het externe

antwoordapparaat een gesprek ontvangt.

Junk Fax

instelling

Stelt in of ongewenste faxen geweigerd moeten

worden, door alleen faxen afkomstig van in het

telefoonboek geregistreerde nummers te

accepteren.

Dubbelzijdig

afdrukken

Stelt in of beide zijden van een vel papier

bedrukt moeten worden.

Ontv.op afstand Stelt in of faxen ontvangen moeten worden

door middel van een ontvangstcode op de

externe telefoon.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

161

Standaardinstelli

ngen ontvangst

Toon Ontv. op

afstand

Stelt de 2-cijferige ontvangstcode op afstand in,

als Ontv.op afstand Aan staat.

Wis formaat Stelt in of tekst of afbeeldingen onderaan een

faxpagina gewist mogen worden, als de gehele

pagina niet op het papier past. Keuze van

Auto-reductie verkleint de faxpagina

automatisch zodat deze op het uitvoerpapier

past. Afbeeldingen of tekst aan de onderkant

van de pagina worden niet gewist.

Ontvangen fax

doorsturen

Ontvangen fax

doorsturen

Hiermee kunt u uw printer instellen om

binnenkomende faxen door te sturen naar een

ander faxnummer, naar e-mailadressen of naar

een server.

Doorsturen Inkomende faxen worden doorgestuurd naar

een bepaalde bestemming. Drukt inkomende

faxen af indien een fout optreedt tijdens het

verzenden.

Faxdoorkiesnummer

Hiermee kunt u het faxnummer van de

bestemming invoeren waarnaar

binnenkomende faxen doorgestuurd moeten

worden.

Doorsturen naar

E-mail

Hiermee stuurt u inkomende faxen door naar

opgegeven e-mailadressen. Drukt inkomende

faxen af indien een fout optreedt tijdens het

verzenden.

Doorstuur-

e-mailadres 1

Hier kunt u het e-mailadres invoeren waarnaar

binnenkomende faxen doorgestuurd moeten

worden.

Doorstuur-

e-mailadres 2

Doorstuur-

e-mailadres 3

Doorstuur-

e-mailadres 4

Doorstuur-

e-mailadres 5

Doorsturen naar

server

Hiermee stuurt u inkomende faxen door naar

een specifiek serveradres. Drukt inkomende

faxen af indien een fout optreedt tijdens het

verzenden.

Server-type Hiermee stelt u het servertype in.

Serveradres Hiermee stelt u het serveradres in dat onder de

serveridentificatie geregistreerd is.

Server-

poortnummer

Stelt het serverpoortnummer in.

Inlognaam Stelt de gebruikersnaam in.

Aanmeldingswac

htwoord

Stelt het log-inwachtwoord in.

Voer het

wachtwoord

opnieuw in

Controleer het wachtwoord door het nogmaals

in te voeren.

Gedeelde naam Stelt de gedeelde naam in.

Serverpad Hiermee stelt u het serverveld in.

162

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Standaardinstellingen Scannen

Hier maakt u uw eigen standaardinstellingen aan om te scannen.

Standaardinstelli

ngen verzending

Poging. nr.herh. Voor het instellen van het aantal pogingen om

het nummer te herhalen als de lijn bezet is. Als

de waarde 0 ingevoerd wordt, zal de printer het

nummer niet herhalen.

Interval voor

opnieuw kiezen

Stelt de tijdsinterval in tussen de pogingen om

het nummer te herhalen.

Uitgestelde

nieuwe

verzending

Stelt de tijdsinterval in tussen de pogingen om

opnieuw te verzenden.

Toon/puls Stelt in of er een kiestoon of -puls gebruikt

wordt.

Voorkiezen Stelt in of er een voorkiesnummer gedraaid

moet worden.

Voorkiesnummer Stelt een voorkiesnummer in van maximaal vijf

cijfers. Dit nummer wordt gedraaid voordat

eventuele automatische nummers worden

gedraaid. Dit is nuttig voor toegang tot de

PABX-telefooncentrale.

Faxvoorblad Stelt in of er een schutblad toegevoegd moet

worden aan faxen.

Faxkoptekst Hiermee bepaalt u of de informatie van de

afzender in de koptekst van een fax moet

worden afgedrukt.

ECM Stelt in of de ECM (Error Correction Mode -

foutcorrectiemodus) ingeschakeld moet

worden. Voor het gebruik van ECM moeten de

machines aan de andere kant van de lijn ook

ECM ondersteunen.

Modemsnelheid Hiermee kunt u de fax-modemsnelheid

afstellen waarmee de verzending of ontvangst

van een fax wordt uitgevoerd.

Handm.

faxontvangers

weergeven

U kunt instellen of het faxnummer van de

ontvanger moet worden weergegeven op het

scherm Fax verzenden wanneer u een fax

handmatig verstuurt.

Faxoverzichten Faxactiviteit Stelt in of er na elke 50 binnenkomende en

uitgaande faxberichten een automatisch

activiteitenrapport moet worden afgedrukt.

Faxverzending Stelt in of er na elk faxbericht of uitsluitend na

een foutbericht een verzendingsrapport moet

worden afgedrukt.

Faxrondzending Stelt in of er na elk faxbericht aan meerdere

bestemmingen of uitsluitend na een foutbericht

een verzendingsrapport moet worden

afgedrukt.

Faxprotocol Stelt in of er na elk faxbericht of uitsluitend na

een foutbericht een protocol-monitorrapport

moet worden afgedrukt.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

163

Standaardinst. Direct afdrukken/Standaardinstellingen USB direct afdrukken

OPMERKING:

• Voor de Dell H625cdw en Dell H825cdw wordt St-inst. Direct afdrukken weergegeven. Voor de

Dell S2825cdn wordt Standaardinstell. Afdr. via USB weergegeven.

Voor het aanmaken van uw eigen St-inst. Direct afdrukken/Standaardinstell. Afdr. via

USB.

Standaardinstellingen

Scannen

Bestandsindeling Stelt het bestandsformaat in waarin gescande gegevens

moeten worden opgeslagen.

Uitvoerkleur Stelt in of er gescand moet worden in kleur of in

zwart/wit.

Resolutie Stelt de standaardresolutie bij het scannen in.

Originele formaat Stelt de papiergrootte voor het document in.

Dubbelzijdig scannen Stelt in of beide kanten van een document moeten

worden gescand.

Origineel inbinden Stelt de inbindpositie in voor het dubbelzijdig scannen.

Donkerder/Lichter Stelt de standaard helderheid van een scan in.

Scherpte Stelt de standaard scherpte in.

Contrast Stelt het standaard contrastniveau in.

Automatische

belichting

Stelt in of de achtergrond onderdrukt moet worden om

de tekst op gescande gegevens beter uit te laten komen.

Niveau automatische

belichting

Stelt het onderdrukkingsniveau voor de achtergrond in.

Marge boven/onder Instelling van de waarde van de boven- en ondermarges.

Marge links/rechts Instelling van de waarde van de linker- en rechtermarges.

Marge midden Instelling van de waarde van de middenmarge.

TIFF bestandsform. Stelt het geselecteerde TIFF-bestandsformaat in op TIFF

V6 of TTN2.

Beeldcompressie Stelt het niveau van beeldcompressie in.

Modus Bestanden

benoemen

Stelt de gedetailleerde instellingen van Modus Bestanden

benoemen in op Auto, Voornummer toevoegen of

Achternummer toevoegen.

Reeks

voor-/achtervoegsel

Stelt de teksten in die toegevoegd worden wanneer

Voornummer toevoegen of Achternummer toevoegen

geselecteerd zijn.

Map maken Stelt in of er al dan niet een map aangemaakt wordt bij

het opslaan van gescande gegevens.

164

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Aangepaste MIFARE-kaart

Registreert NFC ID-kaarten in SSFC-formaat.

OPMERKING:

• Dit is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Printeronderhoud

Het tabblad Printeronderhoud omvat de pagina's Papierzwarting, Overdrachteenheid

afstellen, 2de BTR afstellen, Fusereenheid instellen, Aanpassingen kleurregistratie,

Ontwikk reinig, Terugstellen, AfdrukMeter initialiseren, Opgeslagen taken wissen,

Geen Dell-toner, Hoogte instellen, Klokinstellingen en Weblink-aanpassing.

Papierzwarting

Bepaalt de papierzwarting van normaal papier en etiketten.

Overdrachteenheid afstellen

Past de overdrachtsbijstelling aan wanneer er een vaag beeld van de voorgaande pagina,

een deel van de pagina die momenteel wordt afgedrukt enz. weergegeven wordt op de

uitvoer.

2e BTR afstellen

Specificeert de optimale spanningsinstellingen voor afdrukken voor de 2e

overdrachteenheid (2e BTR). Om de spanning te verlagen, moeten negatieve waarden

worden ingevoerd. Om deze te verhogen, moeten positieve waarden worden ingevoerd.

Standaardinst. Direct

afdrukken/

Standaardinstellingen

USB direct afdrukken

Uitvoerkleur Stelt in of er afgedrukt moet worden in kleur of in

zwart/wit.

Lade selecteren Instellen van de standaard papierlade.

Dubbelzijdig

afdrukken

Stelt in of beide zijden van een vel papier bedrukt moeten

worden.

Opmaak Hiermee stelt u de standaard papieropmaak in wanneer

Lay-out is geselecteerd.

Beeldtypen Hiermee stelt u de beeldkwaliteit van de afgedrukte

documenten in.

Sorteren Stelt in of de uitvoer moet worden gesorteerd.

PDF-wachtwoord Stelt een wachtwoord in.

PDF-wachtwoord

opnieuw invoeren

Bevestigt het ingestelde wachtwoord.

Gebruikers-ID blok 1 Hiermee kunt u de aangepaste MIFARE-kaart registreren.

Gebruikers-ID blok 2

Gebruikers-ID blok 3

Overdrachteenheid

afstellen

K-scheiding Als er vage zwarte dubbelbeelden verschijnen, verlaag

dan de waarde.

YMC-scheiding Als er vage dubbelbeelden in kleur (geel, magenta of

cyaan) verschijnen, verlaag dan de waarde.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

165

Als u donkere vlekken ziet op de afdrukken, probeert u het met een hogere spanning. Als

u witte vlekken ziet op de afdrukken, probeert u het met een lagere spanning.

OPMERKING:

• de afdrukkwaliteit verandert afhankelijk van de instelwaarden die u kiest voor dit onderdeel.

Fixeereenheid instellen

Specificeert de optimale temperatuurinstellingen voor het afdrukken voor de

fusereenheid. Om de temperatuur te verlagen, moeten negatieve waarden worden

ingevoerd. Om deze te verhogen, moeten positieve waarden worden ingevoerd. Als de

afdrukken omgekruld zijn, probeert u het met een lagere temperatuur. Als de toner niet

goed aan het papier hecht, probeert u een hogere temperatuur.

OPMERKING:

• de afdrukkwaliteit verandert afhankelijk van de instelwaarden die u kiest voor dit onderdeel.

Aanpassingen kleurregistratie

Specificeert of de instelling van de kleurregistratie automatisch wordt uitgevoerd.

Ontwikk reinig

Roert de ontwikkelaar in de afdrukmodule om en reinigt de overdrachteenheid.

2e BTR afstellen Normaal

(60-90 g/m

)

Stelt de referentiespanningsinstellingen in voor de

overdraagrol voor elke papiersoort.

Normaal dik

(91-105g/m

)

Omslagen

(106-176g/m

)

Voorbladen dik

(177-220g/m

)

Gecoat

(106-176g/m

)

Gecoat dik

(177-220g/m

)

Etiket

Envelop

Gerecycled

Fixeereenheid

instellen

Normaal

(60-90 g/m

)

Voor het instellen van de temperatuur van de

fusereenheid voor elke papiersoort.

Normaal dik

(91-105g/m

)

Omslagen

(106-176g/m

)

Voorbladen dik

(177-220g/m

)

Gecoat

(106-176g/m

)

Gecoat dik

(177-220g/m

)

Etiket

Envelop

Gerecycled

166

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Terugstellen

Initialiseert het NV-geheugen (niet-vluchtig geheugen). Wanneer u deze instelling hebt

uitgevoerd en de printer opnieuw hebt opgestart, zijn voor alle menuparameters de

oorspronkelijke waarden hersteld.

Dit is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Afdrukteller initialiseren

Initialiseert de afdrukteller van de printer. Wanneer de afdrukteller wordt geïnitialiseerd,

wordt de telling van de teller teruggezet op 0.

Ontwikk reinig Ontwikkelaar en

overdrachteenheid

reinigen

Klik op Start om de ontwikkelaar in de afdrukmodule om

te roeren en de overdrachteenheid te reinigen.

Vernieuwen gele

toner

Klik op Start om de toner uit de afdrukmodule te

verwijderen en nieuwe toner toe te voeren uit de

tonercassette.

Vernieuwen magenta

toner

Vernieuwen cyaan

toner

Vernieuwen zwarte

toner

Terugstellen Oorspronkelijke

instellingen gebruiker

(Fax) herstellen en

printer opnieuw

starten.

Klik op Start om de faxnummers in het adresboek te

resetten.

Oorspronkelijke

instellingen gebruiker

(Scan) herstellen en

printer opnieuw

starten.

Klik op Start om de e-mail- en serveradressen in het

adresboek te resetten.

Oorspronkelijke

instellingen

gebruikersaccount

herstellen en printer

opnieuw starten.

Klik op Start om het gebruikersaccount te resetten.

Herstel standaardinst.

Sectie

Gebr.toepassingen &

herstart printer.

Klik op Start om de instellingen gebruikertoepassingen te

resetten.

Oorspronkelijke

systeeminstellingen

herstellen en printer

opnieuw starten.

Klik op Start om de systeemparameters te resetten.

Opstartwizard Klik op Start om de aanvankelijke configuratie van de

printer uit te voeren.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

167

Opgeslagen taken wissen

OPMERKING:

• De functie Opgeslagen taken wissen is uitsluitend beschikbaar wanneer de optie RAM-schijf is

geactiveerd.

Wist alle bestanden die zijn opgeslagen op de RAM-schijf.

Geen Dell-toner

Schakelt het gebruik van de tonercassette van een andere fabrikant in.

OPGELET:

• Het gebruik van tonercassettes van andere fabrikanten dan Dell kan de printer ernstig

beschadigen. De garantie dekt geen schade als gevolg van het gebruik van tonercassettes van

andere merken dan Dell.

Hoogte regelen

Hier kunt u de hoogte specificeren van de locatie waar de printer is geplaatst.

Het ontladingsverschijnsel voor het opladen van de fotogeleider verschilt bij

verschillende waarden van de barometerdruk. Aanpassingen worden uitgevoerd door

het opgeven van de hoogte van de locatie waar de printer wordt gebruikt.

Klokinstellingen

Geeft de klokinstellingen op.

Weblink-aanpassing

Specificeert een koppeling voor het bestellen van verbruiksmaterialen, die geopend kan

worden via Bestel supplies op: in het linkerkader.

Opgeslagen taken

wissen

Alle Klik op Start om alle bestanden te wissen die zijn

opgeslagen als Veilige Afdruk, Proefafdruk, Persoonlijk

postvak en Openbaar postvak op de RAM-schijf.

Veilig document Klik op Start om alle bestanden te wissen die als Veilige

afdruk zijn opgeslagen op de RAM-schijf.

Opgeslagen

document

Klik op Start om alle bestanden te wissen die als

Opgeslagen afdruk zijn opgeslagen op de RAM-schijf.

Apparaatklok Datumnotatie

Tijdnotatie

Tijdzone

Kies datum

Kies tijd

Weblink-aanpassing Select Reorder URL Stelt de URL in die gekoppeld wordt aan Bestel supplies

op:

Standaard Toont de standaard-URL

(http://accessories.us.dell.com/sna) die gekoppeld kan

worden aan Bestel supplies op:.

Belangrijk Geeft de belangrijke URL (http://premier.dell.com) weer

die kan worden gekoppeld aan Bestel supplies op:.

168

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Afdrukserverinstellingen

Stel in het menu Afdrukserverinstellingen het type printerinterface en de vereiste

voorwaarden voor communicatie in.

Afdrukserverrapporten

In het tabblad Afdrukserverrapporten vindt u de Instellingenpagina afdrukserver en de

E-mailserver: Instellingen.

Instellingenpagina afdrukserver

Toont de huidige instellingen van de afdrukserver en het netwerk.

E-mailserver: Instellingen

Geeft de huidige instellingen voor de e-mailserver, e-mailwaarschuwing en

e-mailrapport weer.

Afdrukserverinstellingen

Het tabblad Afdrukserverinstellingen omvat de pagina's Basisinformatie,

Poortinstellingen, TCP/IP, SMB, E-mailserver, Bonjour (mDNS), SNMP, Scan naar

netwerkmap, SNTP, AirPrint, Mopria, Google Cloud Print, Dell Document Hub,

Proxyserver, Wi-Fi, Wi-Fi Direct en Afdrukserver resetten.

Basisinformatie

Configureert de basisgegevens voor de printer.

OPMERKING:

• De functie Auto-vernieuwen is van toepassing op de inhoud van het bovenkader, de Printerstatus

pagina, de Taaklijst pagina en de Voltooide taken pagina.

Poortinstellingen

Voor het in- of uitschakelen van de afdrukpoorten en de beheersprotocolfuncties.

Systeeminstellingen Printernaam

Locatie Stelt de locatie van de printer in.

Contactpersoon Hier staat de naam van de contactpersoon,

telefoonnummer en andere informatie over de beheerder

en het servicecentrum van de printer.

E-mailadres

beheerder

Hier staat het contactadres van de beheerder en het

servicecentrum van de printer.

Asset-tagnummer

Instellingen voor de

Dell Printer

Configuration Web

Tool

Auto-vernieuwen Ververst automatisch de inhoud van de

statusweergavepagina's.

Auto-

vernieuwingsinterval

Bepaalt het tijdsinterval voor het automatisch vernieuwen

van de inhoud van de statusweergavepagina's.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

169

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de printer via een ethernetkabel is

aangesloten.

OPMERKING:

• De instellingen op de pagina Poortinstellingen gaan pas gelden nadat u de printer opnieuw hebt

opgestart. Als u de instellingen wijzigt of configureert, klikt u op de knop Nieuwe instellingen

toepassen als u de nieuwe instellingen wilt toepassen.

TCP/IP

Configureert het IP-adres, het subnetmasker en het gateway-adres van de printer.

Ethernet

Ethernetinstellingen

Auto Detecteert de Ethernetoverdrachtsnelheid en

de dubbelzijdige modus.

10Base-T

Half-Duplex

Specificeert de standaardwaarde.

10Base-T

Full-Duplex

100Base-TX

Half-Duplex

100Base-TX

Full-Duplex

1000Base-T

Full-Duplex

Huidige

Ethernetinstellingen

MAC-adres

Energie-efficiënt

Ethernet

Schakel het keuzevakje in als u de functie

Energie-efficiënt Ethernet wilt inschakelen.

Poortstatus LPD Stelt in of elk item al dan niet ingeschakeld is.

Port9100

IPP

WSD afdrukken

WSD-scan

Netwerk TWAIN

FTP

SMB

Bonjour (mDNS)

E-mailwaarschu

wing

Telnet

SNMP

Adresboek

bijwerken

SNTP

Google Cloud

Afdrukken vanuit

widget-apps

Scannen naar

widget-apps

170

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

TCP/IP-

instellingen

IP-modus

Hostnaam

IPv4 IP-adresmodus Stelt de methode voor het verkrijgen van het

IP-adres in.

Handmatig

IP-adres

Als een IP-adres handmatig wordt ingesteld,

dan wordt de IP aan de printer toegewezen in

het formaat nnn.nnn.nnn.nnn. Elk octet waaruit

nnn.nnn.nnn.nnn bestaat is een waarde tussen

0 en 254. In het eerste octet van een

gateway-adres mogen 127 en waarden tussen

224 en 254 niet toegewezen worden.

Handmatig

Subnetmasker

Wanneer het IP-adres handmatig wordt

ingesteld, wordt het subnet-masker met de

notatie nnn.nnn.nnn.nnn aangegeven. Ieder

octet dat nnn.nnn.nnn.nnn vormt, is een waarde

in het bereik van 0 tot 255. 255.255.255.255 kan

niet worden opgegeven als het subnet-masker.

Handmatig

Gateway-adres

Als een IP-adres handmatig wordt ingesteld,

wordt het gateway-adres bepaald met de

indeling nnn.nnn.nnn.nnn. Elk octet waaruit

nnn.nnn.nnn.nnn bestaat is een waarde tussen

0 en 254. In het eerste octet van een

gateway-adres mogen 127 en waarden tussen

224 en 254 niet toegewezen worden.

IPv6 Stateless adres

mog.

Schakel het keuzevakje in als u het adres zonder

status wilt inschakelen.

Handmatig adres

gebruiken

Schakel het keuzevakje in als u het IP-adres zelf

wilt instellen.

IP-adres bij

DHCP ophalen

In- of uitschakelen van de automatische

instelling van het IP-adres via DHCP.

Handmatig adres Stelt het IP-adres in. Voer als u een IPv6-adres

wilt opgeven het adres in gevolgd door een

slash (/) en daarna “64”. Neem contact op met

uw systeembeheerder voor meer informatie.

Handmatig

Gateway-adres

Stelt het gateway-adres in.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

171

DNS

DNS-Domeinnaam

IPv4 DNS-serveradres

ophalen van

DHCP

In- of uitschakelen van de automatische

instelling van het DNS-serveradres via DHCP.

Handmatig

DNS-serveradres

Stelt het DNS-serveradres handmatig in met de

indeling xxx.xxx.xxx.xxx wanneer

DNS-serveradres ophalen van DHCP niet

geselecteerd is.

IPv6 DNS-serveradres

ophalen van

DHCPv6-lite

Schakel het keuzevakje in als u het

DNS-serveradres automatisch van de

DHCPv6-lite-server wilt ophalen.

Handmatig

DNS-serveradres

Stelt het DNS-serveradres in.

Dynamische

DNS-update

(IPv4)

Schakel het keuzevakje in wanneer u de

dynamische updates in wilt stellen op DNS.

Dynamische

DNS-update

(IPv6)

Schakel het keuzevakje in wanneer u de

dynamische updates in wilt stellen op DNS.

Automatisch

genereren van

zoeklijst

Schakel het keuzevakje in wanneer u de zoeklijst

automatisch wilt genereren.

Zoek

domeinnaam

Stelt het zoeken naar de domeinnaam in. U kunt

maximaal 255 alfanumerieke tekens, punten en

koppelstreepjes gebruiken. Wanneer u meer

dan één domeinnaam moet aangeven, moet u

deze door middel van een komma of

puntkomma scheiden.

Time-out Stelt de time-outperiode in.

Voorrang aan

IPv6

DNS-naamresolutie

Schakel het keuzevakje in als u de functie

DNS-naamresolutie wilt inschakelen.

WINS WINS-modus In- of uitschakelen van de automatische

instelling van het primaire en secundaire

WINS-serveradres via DHCP.

WINS primaire

server

Stelt het WINS-serveradres handmatig in met de

indeling xxx.xxx.xxx.xxx, als WINS-modus niet

geselecteerd is.

WINS secundaire

server

Stelt het secundaire WINS-serveradres

handmatig in met de indeling xxx.xxx.xxx.xxx, als

WINS-modus niet geselecteerd is.

LPD Time-out

verbinding

Stelt de periode voor Time-out verbinding in.

Port9100 Poortnummer Stelt het poortnummer in van 9000 tot 9999.

Time-out

verbinding

Stelt de periode voor Time-out verbinding in.

IPP Printer URI Geeft de printer URI weer.

Time-out

verbinding

Stelt de periode voor Time-out verbinding in.

Poortnummer Geeft het poortnummer voor het ontvangen

van verzoeken van de client weer.

Maximum sessies Geeft het hoogste aantal verbindingen weer dat

tegelijkertijd door de client wordt ontvangen.

172

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

SMB

Specificeert de instelling van het Server Message Block (SMB)-protocol.

WSD Poortnummer Voor keuze van het poortnummer, tot 80 of van

8000 tot 9999.

Time-out

ontvangen

Stelt de periode voor Time-out ontvangen in.

Wachttijdbericht Stelt de periode voor Wachttijdbericht in.

Maximaal aantal

TTL

Stelt het maximum aantal TTL in, van 1 tot 10.

Maximaal aantal

berichtgeving

Stelt het maximum aantal berichten in, van 10

tot 20.

Netwerk TWAIN Time-out

verbinding

Stelt de periode voor Time-out verbinding in.

FTP Wachtwoord Stelt het wachtwoord in voor FTP.

Voer het

wachtwoord

opnieuw in

Controleer het wachtwoord door het nogmaals

in te voeren.

Time-out

verbinding

Stelt de periode voor Time-out verbinding in.

HTTP Poortnummer Voor keuze van het poortnummer, tot 80 of van

8000 tot 9999.

Gelijktijdige

verbindingen

Geeft het maximale aantal gelijktijdige

aansluitingen weer.

CSRF-

bescherming

Schakel het keuzevakje in als u

CSRF-bescherming wilt inschakelen.

Time-out

verbinding

Stelt de periode voor Time-out verbinding in.

Telnet Wachtwoord Stelt het wachtwoord in voor Telnet.

Voer het

wachtwoord

opnieuw in

Bevestigt het ingestelde wachtwoord.

Time-out

verbinding

Stelt de periode voor Time-out verbinding in.

Adresboek

bijwerken

Time-out

verbinding

Stelt de periode voor Time-out verbinding in.

SMB Hostnaam Stelt de hostnaam van de servercomputer in.

Werkgroep Stelt de werkgroep in.

Maximum sessies Stelt het maximaal aantal sessies in.

Unicode

ondersteuning

Stelt in of de namen van de host en werkgroep tijdens

SMB-transmissie in Unicode-tekens weergegeven

moeten worden.

Auto-mastermodus Stelt in of de Auto-mastermodus ingeschakeld moet

worden.

Wachtwoord coderen Stelt in of het wachtwoord moet worden gecodeerd.

Time-out taak Stelt de periode voor Taak time-out in.

Time-out verbinding Stelt de periode voor Time-out verbinding in.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

173

E-mailserver

Configureert gedetailleerde instellingen voor E-mailserver, E-mailwaarschuwing en

E-mailrapport. U kunt deze pagina ook weergegeven door te klikken op E-mailserver:

Overzicht instellingen in het linker kader.

Instellingen

e-mailserver

Primaire

SMTP-gateway

Stelt de primaire SMTP-gateway in.

SMTP-

poortnummer

Stelt het SMTP-poortnummer in. Dit moet 25,

465, 587 of een getal tussen 5000 en 65535

zijn.

Verzendverificatie

e-mail

Stelt de verificatiemethode voor uitgaande

e-mail in.

SMTP-

gebruikerslogin

Stelt de SMTP-gebruikerslogin in. U kunt tot 63

letters en cijfers, punten en koppelstreepjes,

liggende streepjes en apenstaartjes (@)

gebruiken. Als u meer dan één adres opgeeft,

plaatst u komma's tussen de adressen.

SMTP-

loginwachtwoord

Stelt het wachtwoord in voor de SMTP-account

op maximaal 31 alfanumerieke tekens.

SMTP-

loginwachtwoord

opnieuw

invoeren

Bevestigt het ingestelde SMTP-wachtwoord.

POP3-serveradres

Stelt het POP3-serveradres in van

pop.gmail.com of als DNS-hostnaam van

maximaal 63 tekens.

POP3-

poortnummer

Stelt het nummer in van de POP3

serveraansluiting. Dit moet 110 zijn of een getal

tussen 5000 en 65535.

POP-

gebruikersnaam

Stelt de gebruikersnaam voor de POP3-account

in. U kunt tot 63 letters en cijfers, punten en

koppelstreepjes, liggende streepjes en

apenstaartjes (@) gebruiken. Als u meer dan één

adres opgeeft, plaatst u komma's tussen de

adressen.

POP-gebruikers

wachtwoord

Stelt het wachtwoord in voor de POP3-account.

Dit bestaaat uit maximaal 31 alfanumerieke

tekens.

POP-gebruikers

wachtwoord

opnieuw

invoeren

Bevestigt het ingestelde wachtwoord.

Antwoordadres Bepaalt het e-mailantwoordadres dat wordt

verzonden met elke e-mailwaarschuwing.

SMTP-

serververbinding

Geeft de status van de SMTP-serververbinding

weer.

174

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Dit onderdeel is alleen beschikbaar als POP before SMTP (Plain) of POP before SMTP (APOP) voor de

Verzendverificatie e-mail is geselecteerd.

Bonjour (mDNS)

Configureert de gedetailleerde instellingen voor Bonjour.

Instellingen

E-mailwaarschu

wing

E-maillijst 1 Stelt de acceptabele e-mailadressen voor de

e-mailwaarschuwingsfunctie in. Deze bestaan

uit maximaal 255 alfanumerieke tekens.

Selecteer

waarschuwingen

voor lijst 1

Supplieswaarsch

uwingen

Schakel het keuzevakje in als u de

e-mailwaarschuwing voor verbruiksmaterialen

wilt inschakelen.

Waarschuwingen

papierverwerking

Schakel het keuzevakje in als u de

e-mailwaarschuwing voor papierverwerking wilt

inschakelen.

Servicebezoek Schakel het keuzevakje in als u de

e-mailwaarschuwing voor

onderhoudsoproepen wilt inschakelen.

E-maillijst 2 Stelt de acceptabele e-mailadressen voor de

e-mailwaarschuwingsfunctie in. Deze bestaan

uit maximaal 255 alfanumerieke tekens.

Selecteer

waarschuwingen

voor lijst 2

Supplieswaarsch

uwingen

Schakel het keuzevakje in als u de

e-mailwaarschuwing voor verbruiksmaterialen

wilt inschakelen.

Waarschuwingen

papierverwerking

Schakel het keuzevakje in als u de

e-mailwaarschuwing voor papierverwerking wilt

inschakelen.

Servicebezoek Schakel het keuzevakje in als u de

e-mailwaarschuwing voor

onderhoudsoproepen wilt inschakelen.

Instellingen

e-mailrapport

Geschiedenisrap

port

Hiermee stelt u in of u het

taakgeschiedeninsrapport elke 20 afdruk-,

kopieer-, scan- of faxtaken per e-mail ontvangt.

Statistisch

rapport

Hiermee stelt u in of u het statistisch rapport

over het afdruk-, kopieer-, scan en faxgebruik

per e-mail ontvangt.

Volumerapport Hiermee stelt u in of u het printvolumerapport

per e-mail ontvangt.

Verzendingstijd Hiermee stelt u in op welk tijdstip de rapporten

moeten worden verstuurd.

Herhaling Hiermee stelt u in met welke frequentie de

rapporten moeten worden verstuurd.

Wekelijkse

instellingen

(enkel wekelijks)

Stelt de dag van de week in waarop de

rapporten worden verzonden.

Maandelijkse

instellingen

(enkel

maandelijks)

Stelt de dag van de maand in waarop de

rapporten werden verzonden.

Bestemmings-

e-mailadres 1

Hier kunt u het e-mailadres ingeven waarnaar

de rapporten moeten worden verstuurd.

Bestemmings-

e-mailadres 2

Hier kunt u het e-mailadres ingeven waarnaar

de rapporten moeten worden verstuurd.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

175

Dit is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

SNMP

Configureert de gedetailleerde instellingen voor SNMP.

LAN1

Hostnaam Stelt een hostnaam in van maximaal 63 alfanumerieke

tekens en “-” (koppelteken). De oorspronkelijke instelling

blijft gelden als u niets invoert.

Printernaam Stelt de printernaam in op maximaal 63 alfanumerieke

tekens en tekens uit de tekensets. De oorspronkelijke

instelling blijft gelden als u niets invoert.

Wide-Area Bonjour Vink het selectievakje aan om het protocol Wide-Area

Bonjour in te schakelen.

LAN2

Hostnaam Stelt de printernaam in op maximaal 63 alfanumerieke

tekens en tekens uit de tekensets. De oorspronkelijke

instelling blijft gelden als u niets invoert.

Printernaam Stelt de printernaam in op maximaal 63 alfanumerieke

tekens en tekens uit de tekensets. De oorspronkelijke

instelling blijft gelden als u niets invoert.

SNMP-configuratie Activeer SNMP v1/v2c

Protocol

Schakel het keuzevakje in als u het SNMP v1/v2c-protocol

wilt inschakelen.

Eigenschappen SNMP

v1/v2c aanpassen

Klik als u de pagina SNMP wilt weergeven en de instelling

van het SNMP v1/v2c-protocol vanaf die pagina wilt

bewerken.

Activeer SNMP v3

Protocol

Schakel het keuzevakje in als u het SNMP v3-protocol wilt

inschakelen.

Eigenschappen SNMP

v3 aanpassen

Klik als u de pagina SNMP v3 wilt weergeven en de

instelling van het SNMP v3-protocol vanaf die pagina wilt

bewerken.

U kunt dit onderdeel alleen aanklikken als er

SSL/TSL-communicatie is ingeschakeld.

176

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

U kunt de standaardwaarde wijzigen met Dell Printer Configuration Web Tool.

Dit item is alleen beschikbaar wanneer Wi-Fi Direct ingesteld is op Inschakelen.

De functie Wi-Fi Direct is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Community Name

Gebruikersgroepnaam

(Alleen lezen)

Stelt de gebruikersgroepnaam in voor toegang (alleen

lezen) tot de gegevens waarbij gebruik wordt gemaakt

van maximaal 31 alfanumerieke tekens.

De oorspronkelijke instelling blijft gelden als u niets

invoert. De tekens die voor de gebruikersgroepnaam

ingevoerd zijn in de vorige instellingen worden niet op

het scherm getoond. De standaardgebruikersgroep Lezen

is openbaar.

Gebruikersgroepnaam

opnieuw invoeren

(Alleen lezen)

Voer de gebruikersgroepnaam (alleen lezen) voor

toegang tot gegevens nogmaals in om deze te

controleren.

Gebruikersgroepnaam

(Lezen/schrijven)

Stelt de gebruikersgroepnaam in voor toegang (lezen en

schrijven) tot de gegevens waarbij gebruik wordt gemaakt

van maximaal 31 alfanumerieke tekens.

De oorspronkelijke instelling blijft gelden als u niets

invoert. De tekens die voor de gebruikersgroepnaam

ingevoerd zijn in de vorige instellingen worden niet op

het scherm getoond. De standaardgebruikersgroep

lezen/schrijven is persoonlijk.

Gebruikersgroepnaa

m opnieuw invoeren

(Lezen/schrijven)

Voer de gebruikersgroepnaam (lezen en schrijven) voor

toegang tot gegevens nogmaals in om deze te

controleren.

Gebruikersgroepnaam

(Trap)

Stelt de gebruikersgroepnaam voor trap in op maximaal

31 alfanumerieke tekens.

De oorspronkelijke instelling blijft gelden als u niets

invoert. De tekens die voor Gebruikersgroepnaam (Trap)

ingevoerd zijn in de vorige instellingen worden niet op

het scherm getoond. De standaard trap-gebruikersgroep

is “ ” (NULL).

Gebruikersgroepnaa

m opnieuw invoeren

(Trap)

Voer de gebruikersgroepnaam die wordt gebruikt voor

trap nogmaals in om deze te controleren.

Trap-bericht 1-4 Trap-adrestype Schakel het keuzevakje in om melding te maken van het

voorkomen van traps. Geef het IP-adres en de IP-socket

op in de volgende indeling:

Trap-adres IPv4

Geef het IP-adres en de IP-socket op in de indeling

nnn.nnn.nnn.nnn:mmmmm. Elke groep van nnn is een

waarde van 0 tot 255. N.B.: de waarden 127 en 224 t/m

254 zijn niet te gebruiken voor de eerste drie cijfers.

IP-socket mmmmm is een waarde tussen 0 en 65.535.

IPv6

Geef het IP-adres en de IP-socket op in de indeling

xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:mmmmm. Ieder

gedeelte XXXX is een hexadecimale variabele waarde

tussen 0 en ffff. IP-socket mmmmm is een waarde tussen

0 en 65.535.

Poortnummer

Berichten

Netwerk

Fouttrap bevestigen Schakel het keuzevakje in als u melding wilt geven van

Fouttrap bevestigen.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

177

SNMP v3

Bewerkt de gedetailleerde instellingen van het SNMP v3-protocol.

Klik, als u deze pagina wilt invoeren, op Eigenschappen SNMP v3 aanpassen op de

pagina SNMP.

Scan naar netwerkmap

Specificeert de client bij het scannen van gegevens.

SNTP

Configureert de SNTP-server om de tijdsynchronisatie door SNTP uit te laten voeren.

AirPrint

Configureert de gedetailleerde instelling voor AirPrint.

Beheerdersaccount Account geactiveerd Schakel het keuzevakje in als u de beheerdersaccount wilt

inschakelen.

Gebruikersnaam Voer de gebruikersnaam van de beheerdersaccount in.

Verificatiewachtwoord

Stelt het verificatiewachtwoord van de

beheerdersaccount in met behulp van 8 tot 32

alfanumerieke tekens.

Verificatiewachtwoord

opnieuw invoeren

Bevestigt het ingestelde wachtwoord.

Privé-wachtwoord Stelt het privé-wachtwoord van de beheerdersaccount in

met 8 tot 32 alfanumerieke tekens.

Privé-wachtwoord

opnieuw invoeren

Bevestigt het ingestelde wachtwoord.

Printerstuurprogramma's/

Externe clienten-account

Account geactiveerd Schakel het keuzevakje in als u de

printerstuurprogramma's en de remote clientaccount wilt

inschakelen.

Terugstellen op

oorspronkelijk

wachtwoord

Klik als u het wachtwoord voor de

printerstuurprogramma's en de remote clientaccount wilt

terugzetten op de standaardinstelling.

FTP-client Time-out verbinding Stelt de periode voor Time-out verbinding in.

FTP Passive Stelt in of de passieve FTP-modus ingeschakeld moet

worden.

SMB-client Time-out verbinding Stelt de periode voor Time-out verbinding in.

SMB-protocol Stelt het SMB-protocol in.

SNTP IP-adres/hostnaam Stelt het IP-adres of de hostnaam van de SNTP-server in.

Time-out verbinding Stelt de periode voor Time-out verbinding in.

Interval

tijd

synchronisatie

Stelt de interval in voor het met behulp van SNTP

uitvoeren van de tijdsynchronisatie.

Tijd laatste verbinding Geeft de datum en tijd weer wanneer de printer voor het

laatst met de SNTP-server was verbonden.

Verbindingsstatus Geeft de status van de verbindingen tussen de

SNTP-server en de printer weer.

AirPrint AirPrint inschakelen Schakel het keuzevakje in als u de printer voor AirPrint wilt

inschakelen.

178

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Mopria

Schakel deze functie in om de Mopria Print Service te gebruiken.

OPMERKING:

• De knop Inschakelen is niet beschikbaar wanneer zowel Bonjour(mDNS) als IPP ingeschakeld

zijn.

Google Cloud Print

Registreert de printer bij Google Cloud Print.

Google Cloud Print kan alleen worden gebruikt als de printer IPv4 gebruikt.

Dell Document Hub

Configureert de verbindingen met de Dell Document Hub Server.

OPMERKING:

• Dell Document Hub is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Proxyserver

Configureert de Proxyserver-instellingen.

Bonjour Naam Voor het invoeren van de naam die weergegeven moet

worden voor een AirPrint-printer.

Locatie Voer de locatie van de printer in.

Geografische locatie Voer de fysieke locatie van de printer.

IPP-verificatie Basisverificatie Schakel het keuzevakje in als u basisverificatie wilt

inschakelen.

Gebruikersnaam Voer de naam van de gebruiker weer.

Wachtwoord Voer het gebruikerswachtwoord in.

Voer het wachtwoord

opnieuw in

Voer het gebruikerswachtwoord ter bevestiging opnieuw

in.

SSL/TLS SSL/TLS Klik op Instellingen om de pagina SSL/TLS weer te geven.

Niveaus

verbruiksartikelen

Cyaan tonercartridge Geeft het tonerpeil weer.

Magenta

tonercartridge

Gele tonercartridge

Zwarte tonercartridge

Google Cloud Print

(Registratiestatus) Toont de registratiestatus van Google Cloud Print.

Dit apparaat

registreren bij Google

Cloud Print

Klik om de printer te registreren bij Google Cloud Print.

Dell Document Hub Time-out verbinding Stelt de tijd in tot de verbinding wordt verbroken.

Afroepinterval Stelt het tijdinterval in voor afroepen.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

179

Wi-Fi

Configureert de gedetailleerde instellingen voor het draadloos netwerk.

Om het draadloze netwerk te gebruiken, moet de ethernetkabel losgekoppeld zijn.

OPMERKING:

• De Wi-Fi-functie is alleen beschikbaar wanneer de printer aangesloten is op het draadloos

netwerk.

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

• Wanneer Wi-Fi geactiveerd is, is het protocol voor bekabeld LAN uitgeschakeld.

Proxyserver Proxyserver

gebruiken

Stelt in of een proxyserver al dan niet gebruikt wordt.

Adres om proxyserver

te omzeilen

Stelt het adres van de bypassproxyserver in.

Servernaam Stelt de naam van de proxyserver in.

Poortnummer Stelt het poortnummer in van 1 tot 65535.

Verificatie Stelt in of verificatie al dan niet ingeschakeld is.

Inlognaam Stelt de aanmeldingsnaam voor de proxyserver in.

Wachtwoord Stelt het aanmeldingswachtwoord voor de proxyserver in.

Voer het wachtwoord

opnieuw in

Bevestigt het ingestelde wachtwoord.

Wi-Fi-instellingen

Wi-Fi Stelt in of de Wi-Fi-verbinding is geactiveerd.

SSID Bepaalt de naam waarmee het draadloos

netwerk wordt aangeduid. U kunt maximaal 32

alfanumerieke tekens invoeren.

Netwerktype Bepaalt of het netwerktype Ad-Hoc of

Infrastructuur is.

MAC-adres Geeft het MAC-adres van de printer weer.

Link kanaal Geeft het kanaalnummer van de draadloze

printeradapter weer.

Link kwaliteit Geeft de kwaliteit van de draadloze

netwerkaansluiting van de printer weer.

180

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Veiligheidsinstelli

ngen

Codering Selecteer het coderingssysteem uit de lijst.

Geen beveiliging Geef Geen beveiliging op als u de draadloze

instelling wilt configureren zonder een

coderingstype te kiezen uit WEP, WPA-PSK en

WPA-Enterprise.

WEP Bepaalt dat WEP via het draadloos netwerk

moet worden gebruikt.

WPA-PSK

AES/WPA2-PSK

AES

*1, 2

Bepaalt dat WPA-PSK AES/WPA2-PSK AES via

het draadloos netwerk moet worden gebruikt.

WPA-Enterprise-

AES/WPA2-

Enterprise-

AES

*2, 3

Bepaalt dat WPA-Enterprise

AES/WPA2-Enterprise AES via het draadloos

netwerk moet worden gebruikt.

Gemengde

modus PSK

*1, 2

Bepaalt dat de Gemengde modus PSK via het

draadloos netwerk moet worden gebruikt.

Gemengde modus PSK kiest automatisch

WPA-PSK AES of WPA2-PSK AES als

versleutelingstype.

Gemengde

modus

Enterprise

*2, 3

Bepaalt dat de Gemengde modus Enterprise via

het draadloos netwerk moet worden gebruikt.

Gemengde modus Enterprise kiest automatisch

WPA-Enterprise AES of WPA2-Enterprise AES als

versleutelingstype.

WEP Codering Maak voor de WEP-sleutelcode een keuze uit

Hex en Ascii.

WEP-code 1 Bepaalt de WEP-coderingset die wordt gebruikt

via het draadloos netwerk als WEP 128bit of

WEP 64bit is geselecteerd voor Codering.

WEP-code 1

opnieuw

invoeren

Voer ter controle WEP-sleutel 1 opnieuw in.

WEP-code 2 Bepaalt de WEP-coderingset die wordt gebruikt

via het draadloos netwerk als WEP 128bit of

WEP 64bit is geselecteerd voor Codering.

WEP-code 2

opnieuw

invoeren

Voer ter controle WEP-sleutel 2 opnieuw in.

WEP-code 3 Bepaalt de WEP-coderingset die wordt gebruikt

via het draadloos netwerk als WEP 128bit of

WEP 64bit is geselecteerd voor Codering.

WEP-code 3

opnieuw

invoeren

Voer ter controle WEP-sleutel 3 opnieuw in.

WEP-code 4 Bepaalt de WEP-coderingset die wordt gebruikt

via het draadloos netwerk als WEP 128bit of

WEP 64bit is geselecteerd voor Codering.

WEP-code 4

opnieuw

invoeren

Voer ter controle WEP-sleutel 4 opnieuw in.

Sleutel

overdragen

Stelt het type verzendsleutel uit de lijst in.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

181

Voor codering wordt de AES-methode gebruikt.

Deze optie is alleen beschikbaar als Infrastructuur geselecteerd is voor Netwerktype.

Voor de verificatie en codering door middel van een digitaal certificaat wordt de AES-methode gebruikt.

Om de instelling te activeren moet een certificaat worden geïmporteerd dat draadloos LAN (server/client) op

de SSL/TLS-pagina's ondersteunt en moet het relevante certificaat op voorhand worden ingeschakeld.

Wanneer Auto geselecteerd is voor Sleutel overdragen, wordt de sleutelset die opgegeven is voor WEP-sleutel

1 gebruikt.

Wi-Fi Direct

Configureert de gedetailleerde instelling van de Wi-Fi Direct-verbinding.

OPMERKING:

• Wi-Fi Direct is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

WPA-PSK Wachtwoordzin Stelt de wachtwoordzin in.

Voer

wachtwoordzin

opnieuw in

Voer de wachtwoordzin nogmaals om deze te

controleren.

WPA-

Enterprise

EAP-identiteit Stelt de EAP-identiteit in voor de verificatie.

Verificatiemethode

Geeft de verificatiemethode weer.

Inlognaam Stelt de inlognaam in voor de verificatie.

Wachtwoord Stelt het wachtwoord in.

Voer het

wachtwoord

opnieuw in

Controleer het wachtwoord door het nogmaals

in te voeren.

182

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Afdrukserver resetten

Initialiseert NVRAM (niet-vluchtige RAM) voor de netwerkfunctie en start de printer

opnieuw op. U kunt het NVRAM van de printer ook initialiseren via Terugstellen in het

menu Printerinstellingen.

Beveiliging

Het tabblad Beveiliging omvat de pagina's Wachtwoord instellen, Verificatiesysteem,

Kerberos-server, LDAP-server, LDAP-verificatie, LDAP-gebruikerstoewijzing, SSL/TLS,

IPsec, 802.1x, IP-filter en SMTP-domein filteren.

Wi-Fi Direct Wi-Fi Direct Stelt in of de Wi-Fi Direct-verbinding is geactiveerd.

Groepsrol Stelt de groepsrol van de printer in.

Apparaatnaam Bepaalt de naam waarmee het Wi-Fi Direct netwerk

wordt aangeduid, met max. 32 alfanumerieke tekens.

Controleer dit wanneer u de apparaatnaam selecteert op

uw mobiele apparaat.

WPS-configuratie Configureert het Wi-Fi Direct-netwerk met behulp van

Wi-Fi Protected Setup (WPS).

Groepseigenaar Stelt de printer als Groepseigenaar in wanneer gebruik

wordt gemaakt van Wi-Fi Direct. Als u de printer als

groepseigenaar instelt, kunnen mobiele apparaten de

printer vinden. De SSID van de printer wordt

weergegeven in de lijst met draadloze netwerken op uw

mobiele apparaat.

SSID (Tekenreeks

gevolgd door

“DIRECT-**”)

Geeft een naam weer waarmee het Wi-Fi Direct netwerk

wordt aangeduid. U kunt maximaal 32 alfanumerieke

tekens invoeren. “DIRECT-” kan niet worden gewijzigd.

Wachtwoordzin Geeft de wachtwoordzin weer. Controleer dit wanneer u

het wachtwoord ingeeft op uw mobiele apparaat.

IP-adres Geeft het IP-adres weer van de Wi-Fi Direct adapter.

Subnetmasker Geeft het subnetmasker weer.

Status Geeft de status weer.

Gekoppeld apparaat Geeft de mobiele naam weer van het apparaat dat

verbonden is.

Huidige rol Geeft de huidige groepsrol van de printer weer.

Huidige SSID Geeft de huidige SSID weer. Controleer dit door de naam

van het Wi-Fi Direct-netwerk te selecteren op uw

mobiele apparaat.

Initialiseer NIC

NVRAM-geheugen en start

printer opnieuw

Klik op Start om het NVRAM te initialiseren, de fabrieksinstellingen te

herstellen voor de netwerkinstellingen en de netwerkfunctie opnieuw

te starten.

Start de printer opnieuw Klik op Start om de printer opnieuw op te starten.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

183

Instellen Wachtwoord

Specificeert het wachtwoord dat nodig is voor toegang tot de configuratieparameters

van de printer vanuit Dell Printer Configuration Web Tool. U kunt deze pagina ook

weergegeven door te klikken op Wachtwoord instellen in het linker kader.

OPMERKING:

• U kunt het wachtwoord terugzetten op de standaardinstelling (NULL) door het NVM-geheugen te

initialiseren.

• U kunt een wachtwoord instellen voor toegang tot Beheerinstellingen.

Verificatiesysteem

Specificeert het verificatietype van de server, de response time-out van de server of de

time-out bij het zoeken.

Dit is beschikbaar op de Dell S2825cdn.

Kerberos-server

Specificeert de instellingen voor de Kerberos-server.

Dit is beschikbaar op de Dell S2825cdn.

LDAP-server

Specificeert de instellingen voor de LDAP-server.

Instellen Wachtwoord

Beheerderwachtwoord

Stelt het wachtwoord in met maximaal 128 alfanumerieke

tekens.

Beheerderswachtwoord

bevestigen

Bevestigt het ingestelde wachtwoord.

Toegangsweigering

door het mislukken

van de verificatie van

de Beheerder

Stelt de tijd in die de beheerder moet wachten voordat er

toegang verleend wordt tot de printerinstellingen van de

Dell Printer Configuration Web Tool. De toegang wordt

geweigerd als de time-outtijd wordt overschreden. Als u

0 instelt, wordt deze modus uitgeschakeld.

Verificatietype Verificatiesysteem-ins

tellingen

Selecteer het verificatiesysteem uit de lijst.

Verificatietype (voor

ColorTrack PRO)

Verificatiesysteem-

instellingen

Selecteer het verificatiesysteem uit de lijst. Selecteer

Kerberos (Windows) als verificatiemethode als de server

waar u toegang tot krijgt Kerberos-verificatie gebruikt en

specificeer de serverinstellingen bij “Kerberos-server”.

Optionele gegevens Server Response

Time-Out

Stelt de tijd in die de printer moet wachten op response

van de server.

Time-out bij zoeken Stelt de tijd in die de printer moet wachten op het zoeken

naar de server.

Kerberos-server Kerberos-server 1- 5

IP-adres/hostnaam en

poort

Stelt het IP-adres of de hostnaam in en vervolgens het

poortadres.

Domeinnaam Specificeer hier de nodige informatie.

Kerberos-server (voor

ColorTrack PRO)

IP-adres/hostnaam en

poort

Stelt het IP-adres of de hostnaam in en vervolgens het

poortadres.

Domeinnaam Voer de domeinnaam in.

184

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Dit is beschikbaar op de Dell S2825cdn.

OPMERKING:

• Serveradresboek moet op Aan worden gezet voordat u gebruik kunt maken van het adresboek van

de server voor de functie Scan naar email.

• Servertelefoonboek moet op Aan worden gezet voordat u gebruik kunt maken van het

telefoonboek van de server voor de faxfunctie.

LDAP-verificatie

Specificeert de verificatiemethode van de LDAP-server.

Servergegevens IP-adres/hostnaam en

poort

Stelt het IP-adres of de hostnaam in en vervolgens het

poortadres.

LDAP-server Toont de huidige softwaregegevens van de LDAP-server.

Optionele gegevens Basismap voor

zoekopdracht

Voer het beginpunt in om te zoeken naar een

bestemming te zoeken.

Voorbeeld: cn=gebruikers, dc=voorbeeld, dc=com

Aanmeldgegevens

voor toegang tot

LDAP-server

Selecteer de gebruikte gegevens om toegang te krijgen

tot de LDAP-server. Om anoniem in te loggen selecteert

u Geen en zorgt u ervoor dat de LDAP-server anoniem

inloggen aanvaardt.

Inlognaam Voer de inlognaam in.

Wachtwoord Voer hier het inlogwachtwoord in met behulp van 1 tot

127 alfanumerieke tekens. Als het wachtwoord leeg wordt

gelaten (NULL), kunt u zich niet aanmelden bij een server.

Wachtwoord

opnieuw invoeren

Voer het inlogwachtwoord nogmaals om het te

controleren.

Time-out bij zoeken Selecteer Wachtlimiet voor LDAP-server en volg de door

de LDAP-server opgegeven wachttijd. Selecteer Wachten

om de tijd te specificeren.

Volgorde voor

doorzoeken namen

Stelt de volgorde van het zoeken in.

Serveradresboek Schakel het keuzevakje in als u het adresboek van de

server wilt inschakelen.

Servertelefoonboek Schakel het keuzevakje in als u het telefoonboek van de

server wilt inschakelen.

Servergegevens (voor

ColorTrack PRO)

IP-adres/hostnaam en

poort

Stelt het IP-adres of de hostnaam in en vervolgens het

poortadres. Het poortadres moet 389, 636, 3268, 3269 of

een getal tussen 5000 en 65535 zijn. Stel het

poortnummer in op 636 wanneer LDAPS-communicatie

vereist is en op 3269 wanneer u de global catalog

gebruikt.

LDAP-server Toont de huidige softwaregegevens van de LDAP-server.

Optionele gegevens

(voor ColorTrack

PRO)

Basismap voor

zoekopdracht

Voer hier de hoofdzoekmap in.

Inlognaam Voer de inlognaam in.

Wachtwoord Voer hier het inlogwachtwoord in met behulp van 1 tot

127 alfanumerieke tekens.

Voer het wachtwoord

opnieuw in

Bevestig het inlogwachtwoord door dit nogmaals in te

voeren.

Time-out bij zoeken Selecteer Wachtlimiet voor LDAP-server en volg de door

de LDAP-server opgegeven wachttijd. Selecteer Wachten

om de tijd te specificeren.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

185

Dit is beschikbaar op de Dell S2825cdn.

LDAP-gebruikerstoewijzing

Specificeert de instellingen voor de LDAP-gebruikerstoewijzing.

SSL/TLS

Specificeert de instellingen voor de gecodeerde SSL/TSL-communicatie met de printer

en configureert/verwijdert het certificaat dat voor IPsec, LDAPS of Wi-Fi wordt gebruikt.

OPMERKING:

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

LDAP-verificatie Verificatiemethode Geeft de verificatiemethode weer.

Toegevoegde

tekenreeks gebruiken

Selecteer of de toegevoegde tekenreeks uit de lijst moet

worden gebruikt.

Tekenreeks

toegevoegd aan

gebruikersnaam

Voer de toegevoegde tekenreeks in.

LDAP-verificatie (voor

ColorTrack PRO)

Specificeert de verificatiemethode van de LDAP-server.

Verificatiemethode Geeft de verificatiemethode weer.

Toegevoegde

tekenreeks gebruiken

Selecteer of de toegevoegde tekenreeks uit de lijst moet

worden gebruikt.

Tekenreeks

toegevoegd aan

gebruikersnaam

Voer de toegevoegde tekenreeks in.

LDAP-

gebruikerstoewijzing

Gewone naam Stelt het attribuuttype van de gewone naamreeks voor de

LDAP-server in.

Achternaam Stelt het attribuuttype van de achternaamreeks voor de

LDAP-server in.

Voornaam Stelt het attribuuttype van de voornaamreeks voor de

LDAP-server in.

E-mailadres Stelt het attribuuttype van de e-mailadresreeks voor de

LDAP-server in.

Faxtelefoon Stelt het attribuuttype van de faxnummerreeks voor de

LDAP-server in.

SSL/TLS Communicatie

tussen HTTP –

SSL/TLS

Schakel het keuzevakje in om de functie Communicatie tussen

HTTP – SSL/TLS in te schakelen.

Poortnummer

voor

communicatie

tussen HTTP –

SSL/TLS

Stelt het poortnummer in, dat niet hetzelfde is als dat van HTTP

voor SSL/TLS. Dit moet of 443 zijn of een getal tussen 8000 en

9999.

Communicatie

tussen LDAP -

SSL/TLS

Schakel het keuzevakje in om de LDAP in te schakelen en door

middel van de SSL/TLS-communicatie wordt toegang verkregen.

SMTP – SSL/

TLS-communicatie

Stelt het type SSL/TLS in dat gebruikt wordt om met de

SMTP-server te communiceren.

MD5 Schakel het keuzevakje in als u MD5 wilt inschakelen.

186

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Digitaal

certificaat

apparaat

Zelfondertekend

certificaat

genereren

Klik hierop om de pagina Zelfondertekend

certificaat genereren weer te geven en een

beveiligingscertificaat van de pagina te

genereren. De knop Algemeen zelfondertekend

certificaat is alleen beschikbaar wanneer het

zelfondertekend certificaat niet is gegenereerd.

Publieke

sleutelmethode

Selecteer de publieke sleutelmethode van het

zelfondertekend certificaat.

Grootte van de

publieke sleutel

Stelt de grootte van de publieke sleutel in.

Uitgever Stelt de uitgever van het zelfondertekende

certificaat in.

Geldigheid Voer de geldige dagen in van 1 tot 9.999 dagen.

Getekend

certificaat

genereren

Klik deze optie aan om het zelfondertekende

certificaat te genereren.

Certificate

Signing Request

(CSR)

Klik hierop om de pagina Certificate Signing

Request (CSR) weer te geven en een verzoek

om certificaatondertekening vanaf de pagina te

genereren.

Algoritme

digitale

handtekening

Selecteer het algoritme voor de digitale

handtekening.

Grootte

openbare sleutel

Selecteer de grootte van de openbare sleutel.

Landcode van 2

letters (vereist)

Voer de landcode van 2 letters in.

Naam provincie Voer de naam van de provincie in met maximaal

16 bytes.

Plaatsnaam Voer de plaatsnaam in met maximaal 32 bytes.

Naam organisatie

(vereist)

Voer de naam van de organisatie in met

maximaal 32 bytes.

Organisatie-eenh

eid (vereist)

Voer de organisatie-eenheid in met maximaal

32 bytes.

Gewone naam Voer de algemene naam in.

E-mailadres Voer het e-mailadres in.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

187

Digitaal

certificaat

apparaat

Zelfondertekend

certificaat

uploaden

Klik op deze optie om de pagina Upload

getekend certificaat en weer te geven en het

certificaatbestand vanuit de pagina naar het

apparaat te uploaden.

Wachtwoord Voer het paswoord in om het certificaatbestand

te uploaden.

Voer het

wachtwoord

opnieuw in

Voer het wachtwoord ter bevestiging nogmaals

in.

Bestandsnaam Klik op Bladeren voor het benaderen van de

bestandsnaam die naar het apparaat moet

worden geüpload.

Importeren Klik op Importeren om het certificaat naar het

apparaat te uploaden.

Certificaatbeheer

Klik hierop om de pagina Beheer van

certificaten weer te geven en een

beveiligingscertificaat via de pagina te beheren.

Categorie Geeft het te certificeren apparaat weer.

Doeleinden

certificaat

Selecteer de verbinding die moet worden

gecertificeerd.

Certificaatopdracht

Selecteer de opdracht die moet worden

gecertificeerd.

Geef de lijst weer Klik hierop om de pagina Certificaatlijst weer te

geven.

Alle certificaten

verwijderen

Verwijderen Klik hierop om alle certificaten te verwijderen.

Annuleren

Certificaatlijst

Categorie Geeft het op de pagina Beheer van certificaten

geselecteerde apparaat weer dat gecertificeerd

moet worden.

Doeleinden

certificaat

Geeft de op de pagina Beheer van certificaten

geselecteerde verbinding weer die

gecertificeerd moet worden.

Uitgegeven aan Geeft de lijst van certificaatopdrachten weer.

Geldigheid Geeft aan of het certificaat al dan niet geldig is.

Certificaatgegevens

Klik hierop om de pagina Certificaatdetails

weer te geven. De SSL/TLSpagina wordt

weergegeven wanneer geen onderdeel in de

kolom Uitgegeven aan is geselecteerd.

188

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer het zelfondertekende certificaat is gegenereerd.

Dit onderdeel is alleen actief wanneer deze is verbonden met SSL/TLS (https). Alleen de beheerder is

gerechtigd om de pagina's weer te geven.

IPsec

Specificeert de instellingen van de veiligheidsarchitectuur voor Internet Protocol (IPsec)

voor gecodeerde communicatie met de printer.

Digitaal

certificaat

apparaat

Certificaatgegevens

Categorie Geeft het op de pagina Beheer van certificaten

of SSL/TTS geselecteerde apparaat weer dat

gecertificeerd moet worden.

Uitgegeven aan Geeft het te certificeren apparaat weer.

Uitgever Geeft de te certificeren uitgever weer.

Serienummer Geeft het serienummer van het apparaat weer.

Publieke

sleutelmethode

Geeft de publieke sleutelmethode weer.

Grootte van de

publieke sleutel

Geeft de grootte van de publieke sleutel weer.

Geldig van Geeft de tijd weer waarna het certificaat geldig

is.

Geldig tot Geeft de tijd weer waarna het certificaat

ongeldig wordt.

Status Geeft aan of het certificaat al dan niet geldig is.

Doeleinden

certificaat

Geeft de doeleinden van het certificaat weer.

Status

certificaatselectie

Geeft het type apparaatcertificaat weer dat u

hebt geselecteerd.

E-mailadres Wordt alleen weergegeven wanneer een

e-mailadres in het certificaat is aangegeven.

Gebruik dit

certificaat

Klik hierop om het certificaat op het apparaat

van toepassing te laten zijn.

Verwijderen Klik hierop om het certificaat te verwijderen.

Exporteer dit

certificaat

Klik hierop om het certificaat naar een ander

apparaat te exporteren.

Gegevens

Certificate

Signing Request

(CSR)

Landcode van 2

letters (vereist)

Toont de details van de Certificate Signing

Request (CSR).

Naam provincie

Plaatsnaam

Naam organisatie

(vereist)

Organisatie-

eenheid (vereist)

Gewone naam

E-mailadres

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

189

OPMERKING:

• Wanneer IPsec met onjuiste instellingen is ingeschakeld, moet u de functie met behulp van het

menu IP sec op het bedieningspaneel uitschakelen.

802.1x

Specificeert de instellingen voor IEEE 802.1x-verificatie voor gecodeerde communicatie

met de printer.

IPsec-instellingen Protocol Schakel het keuzevakje in als u het protocol wilt

inschakelen.

IKE Vooraf-gedeelde sleutel wordt weergegeven voor IKE.

Vooraf-gedeelde

code

Bepaalt een vooraf-gedeelde code. U kunt maximaal 255

alfanumerieke tekens, punten en koppelstreepjes

gebruiken.

Vooraf-gedeelde

code opnieuw

invoeren

Voer de gedeelde code nogmaals om deze te

controleren.

IKE SA-levensduur Stelt de levensduur voor IKE SA in van 5 tot 28.800

minuten.

IPsec SA-levensduur Stelt de levensduur voor IPsec SA in van 5 tot 2.880

minuten.

DH-groep Stelt de DH-groep in.

PFS Schakel het keuzevakje in voor het inschakelen van de

PFS-instelling.

IPv4-adres externe

peers

Stelt het IP-adres in waarmee verbinding moet worden

gemaakt.

IPv6-adres externe

peers

Stelt het IP-adres in waarmee verbinding moet worden

gemaakt.

Geen IPsec-

communicatiebeleid

Maakt communicatie mogelijk met een apparaat dat

IPsec niet ondersteunt.

Configureren

802.1x

Activeer IEEE

802.1x

Schakel het keuzevakje in als u IEEE

802.1x-verificatie wilt inschakelen.

Verificatiemethode

EAP-MD5 Selecteer de verificatiemethode die moet

worden gebruikt voor IEEE 802.1x-verificatie.

EAP-MS-

CHAPv2

PEAP/MS-

CHAPv2

Inlognaam:

(apparaatnaam)

Bepaalt de inlognaam (apparaatnaam) voor IEEE

802.1x-verificatie waarbij gebruik wordt

gemaakt van maximaal 128 alfanumerieke

tekens.

Wachtwoord Stelt het wachtwoord in voor aanmelding voor

IEEE 802.1x-verificatie, waarbij gebruik wordt

gemaakt van maximaal 128 alfanumerieke

tekens.

Voer het

wachtwoord

opnieuw in

Bevestigt het ingestelde wachtwoord.

190

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

OPMERKING:

• Dit is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

IP-filter

Hiermee geeft u aan of de IP-filterfunctie ingeschakeld moet worden. Met deze functie

wordt er alleen een communicatie toegestaan met toestellen waarvan het IP-adres

geregistreerd is in de printer.

OPMERKING:

• Deze functie is niet van toepassing voor communicatie via Wi-Fi Direct.

IP-filter instelprocedure

Om de IP-filterfunctie te activeren, moet u het IP-adres en subnetmasker registreren van

het toestel dat u wilt toestaan om te communiceren met de printer. In onderstaande

procedure wordt de adresinformatie gebruikt als voorbeeld om te beschrijven hoe de

IP-filterinstellingen moeten worden gespecificeerd.

• IP-adres: 192.0.2.1

• Subnetmasker: 255.255.255.0

1 Schakel het keuzevakje Inschakelen onder IPv4 Filter in.

2 Klik op Nieuwe instellingen toepassen Start printer opnieuw op.

3 Nadat de printer opnieuw opgestart is, gaat u terug naar het IP-filter-scherm.

4 Klik op Toevoegen onder Lijst met IP-filterregels van IPv4-filter.

5 Voer "192.0.2.1" in het tekstvak Bron-IP-adres in en "24" in het tekstvak

Bron-IP-masker.

Het subnetmasker moet worden gespecificeerd in prefixformaat.

6 Klik op Nieuwe instellingen toepassen Start printer opnieuw op.

SMTP-domein filteren

Specificeert of bestemmingsdomeinen voor e-mail beperkt moeten worden.

OPMERKING:

• Deze functie beperkt het versturen van e-mails door middel van de functie E-mailwaarschuwing

niet.

IPv4-filter Schakelt IPv4-filter in of uit.

Lijst met IP-filterregels Hier kunt u IP-filterregels toevoegen, bewerken of verwijderen. U kunt

maximaal 20 regels registreren.

IPv6-filter Schakelt IPv6-filter in of uit.

Lijst met IP-filterregels Hier kunt u IP-filterregels toevoegen, bewerken of verwijderen. U kunt

maximaal 20 regels registreren.

SMTP-domein filteren Domein filteren Schakel het keuzevakje in om de functie Domein filteren

in te schakelen.

Domeinlijst toestaan Geeft u de mogelijkheid om max. 5 domeinen te

registreren die toestemming hebben om e-mails te

versturen.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

191

Printerinstellingen kopiëren

Het tabblad Printerinstellingen kopiëren omvat de pagina's Printerinstellingen

kopiëren en Rapport Printerinstellingen kopiëren.

Printerinstellingen kopiëren

Kopieert de printerinstellingen naar een of meerdere printers op het netwerk met

hetzelfde typenummer.

OPMERKING:

• Met deze functie kunt u printerinstellingen naar maximaal 10 doelprinters tegelijk kopiëren. Als de

doelprinter over andere configuratievelden beschikt, worden alleen de gemeenschappelijke velden

gekopieerd.

• U kunt het adresboek niet kopiëren als de doelprinter een taak heeft en bediend wordt vanaf het

menu Fax/Scan/Adresboek op het bedieningspaneel.

1 Selecteer de gewenste instellingen die u wilt kopiëren uit Printerinstellingen,

ColorTrack (Interne Instellingen) of/en Adresboek.

2 Voer het IP-adres en het wachtwoord van de doelprinter in de tekstvakken IP-adres

en Wachtwoord in.

3 Klik op Kopieer de instellingen naar de host in bovenstaande lijst.

OPMERKING:

• Als er binnen 60 seconden geen invoer wordt ontvangen, is er een time-out van het kopiëren

van de printerinstellingen.

4 Vink het menu Kopieer de instellingen naar de host in bovenstaande lijst en start

de printer opnieuw van de Dell Printer Configuration Web Tool op de doelprinter

aan om na te gaan of de instellingen correct gekopieerd werden.

Printerinstellingenrapport kopiëren

Toont of de printerinstelling correct gekopieerd werd naar de doelprinters.

OPMERKING:

• De geschiedenis wordt gewist als u de printer uitzet.

Afdrukvolume

Het tabblad Afdrukvolume omvat de pagina's Afdrukvolume en Dell ColorTrack.

Afdrukvolume

Toont het aantal afgedrukte pagina's. U kunt deze pagina ook weergegeven door op

Afdrukvolume in het linker kader te klikken.

Paginateller printer Geeft het aantal pagina's aan dat is afgedrukt sinds de printer werd

verstuurd uit de fabriek.

Papier gebruikt

Geeft het aantal afgedrukte pagina's voor elk papierformaat weer.

192

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Dell ColorTrack

Specificeert welke gebruikers toegang hebben tot kleurendruk en beperkt het

afdrukvolume per gebruiker.

Dell ColorTrack

ColorTrack-modus

Uit Geeft de mogelijkheid om gegevens zonder

verificatie-informatie af te drukken.

Interne modus Hiermee stelt u de verificatiemodus in als

Interne modus, waarbij gebruikersinformatie

wordt gebruikt die op de printer geregistreerd is.

Externe modus

Hiermee stelt u de verificatiemodus in als

Externe modus, waarbij gebruikersinformatie

wordt gebruikt die op een externe server

geregistreerd is. Het is niet nodig om

gebruikersinformatie op de printer te registreren

om te verifiëren met Externe modus op de

externe verificatieserver.

Niet-geregistreer

de gebruiker

Stelt in of het afdrukken van gegevens zonder

verificatie-informatie moet worden toegestaan.

Schakel het keuzevakje in om niet

geregistreerde gebruikers toe te staan om af te

drukken.

Kleur

automatisch in

zwart/wit

afdrukken

Stelt in of alle afdruktaken in zwart/wit moeten

worden afgedrukt, zelfs wanneer is aangegeven

dat in kleur moet worden afgedrukt.

ColorTrack-

foutenrapport

Stelt in of informatie in verband met fouten

automatisch wordt afgedrukt als het afdrukken

met ColorTrack in een fout resulteert.

Registratie

printergebruiker

bewerken

Gebruikerregistr

atie

Klik op Gebruikersregistratie bewerken om de

pagina Gebruikersregistratie voor afdrukken

bewerken weer te geven.

U moet op de optie Aanmaken op de pagina

Instellingen printergebruiker klikken om een

gebruiker te kunnen registreren.

U moet op de optie Wissen op de pagina

Instellingen printergebruiker klikken om een

gebruiker te kunnen verwijderen.

Wanneer u op Terug klikt gaat u terug naar de

status voorafgaande aan het verwijderen van de

gebruiker.

Om de geregistreerde gebruiker te controleren

of te wijzigen, klikt u op Bevestigen / Wijzigen

om de pagina Instellingen printergebruiker te

openen.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

193

Dit is beschikbaar op de Dell S2825cdn.

Dit onderdeel wordt alleen weergegeven wanneer ColorTrack-modus ingesteld is op Aan.

Adresboek

E-mailadres

Het tabblad E-mailadres omvat de pagina's E-mailadres, E-mailgroep en Oorspr. instell.

E-mailadres

Toont de e-mailadresvermeldingen die geregistreerd zijn op de pagina E-mailadres.

Instellingen

printergebruiker

Nummer

gebruikersregistratie

Geeft het gebruikersregistratienummer weer.

Wanneer de gebruiker reeds is geregistreerd,

wordt de knop Gebruiker wissen weergegeven.

Gebruikersnaam Geeft de gebruikersnaam weer.

Wachtwoord Stelt het wachtwoord in met behulp van

maximaal 4 tot 12 alfanumerieke tekens.

Wachtwoord

opnieuw

invoeren

Controleer het wachtwoord door het nogmaals

in te voeren.

Beperking

kleurmodus

Stelt in of het in kleur afdrukken moet worden

beperkt.

Bovengrens voor

kleurafdrukken

Stelt het maximale aantal pagina's in dat in kleur

mag worden afgedrukt.

Cumulatieve

kleurenpaginateller

Geeft het cumulatieve aantal pagina's weer dat

in kleur wordt afgedrukt.

Bovengrens voor

zwart/wit

afdrukken

Stelt het maximale aantal pagina's in dat in

zwart/wit mag worden afgedrukt.

Cumulatieve

zwart/

witpaginateller

Geeft het cumulatieve aantal pagina's weer dat

in zwart/wit wordt afgedrukt.

E-mailadres Adressenlijst aan: Met elke knop wordt een lijst getoond met de nummers

in die groep gebruikersidentificatienummers aangegeven

op die knop.

ID Geeft de gebruikersidentificatie weer.

Naam Geeft de naam van de gebruiker weer. Hier wordt (Niet in

gebruik) getoond als er niets geregistreerd is.

Adres Geeft het e-mailadres van de gebruiker weer.

Verwijderen Verwijdert de vermelding van de geselecteerde

gebruikersidentificatie.

Bevestigen/Wijzigen Geeft een dialoogvenster weer waarin u de vermelding

voor de geselecteerde gebruikersidentificatie kunt

bewerken.

Aanmaken Geeft een dialoogvenster weer waarin u een nieuwe

vermelding voor de geselecteerde gebruikersidentifcatie

kunt aanmaken.

194

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

E-mailadres (Bevestigen/Wijzigen, Aanmaken)

Voor het weergeven of bewerken van e-mailadresvermeldingen op de pagina

E-mailadres of het aanmaken van een nieuwe vermelding. De onderstaande onderdelen

staan in het dialoogvenster dat verschijnt wanneer u op de optie Bevestigen/wijzigen of

Aanmaken op de pagina E-mailadres klikt.

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer u op de optie Bevestigen/wijzigen klikt.

E-mailadres (wissen)

Verwijdert de e-mailadresvermeldingen die geregistreerd zijn op de pagina E-mailadres.

De onderstaande onderdelen staan in het dialoogvenster dat verschijnt wanneer u op de

optie Wissen op de pagina E-mailadres klikt.

E-mailgroep

Toont de e-mailadresvermeldingen die geregistreerd zijn op de pagina E-mailgroep.

E-mailgroep (Bevestigen/Wijzigen, Aanmaken)

Voor het weergeven of bewerken van e-mailgroepvermeldingen op de pagina

E-mailgroep of het aanmaken van een nieuwe vermelding. De onderstaande onderdelen

staan in het dialoogvenster dat verschijnt wanneer u op de optie Bevestigen/wijzigen of

Aanmaken op de pagina E-mailgroep klikt.

E-mailadres ID Geeft de geselecteerde gebruikersidentificatie weer.

Naam Stelt u in staat om de naam van de geregistreerde

gebruiker te bekijken of te bewerken onder de

gebruikersidentificatie of om een nieuwe naam voor de

vermelding in te voeren.

Adres Hiermee kunt u het e-mailadres van de gebruiker bekijken

of bewerken of een nieuw e-mailadres in de vermelding

opnemen.

Verwijderen

E-mailgroep Groepsidentificatie Geeft de groepsidentificatie weer.

Naam Geeft de aan de groep toegewezen naam weer. Hier

wordt (Niet in gebruik) getoond als er niets geregistreerd

is.

Verwijderen Verwijdert de vermelding van het geselecteerde

groepsidentificatienummer.

Bevestigen/Wijzigen Geeft een dialoogvenster weer waarin u de inschrijving

voor het geselecteerde groepsidentificatienummer kunt

bewerken.

Aanmaken Geeft een dialoogvenster weer waarin u een nieuwe

inschrijving voor het geselecteerde

groepsidentificatienummer kunt aanmaken.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

195

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer u op de optie Bevestigen/wijzigen klikt.

E-mailgroep (wissen)

Verwijdert de e-mailgroepvermeldingen die geregistreerd zijn op de pagina

E-mailgroep. De onderstaande onderdelen staan in het dialoogvenster dat verschijnt

wanneer u op de optie Wissen op de pagina E-mailgroep klikt.

Oorspr. instell.

Stelt een standaardmailonderwerp en -bericht in.

Serveradres

Het tabblad Serveradres omvat de pagina Serveradres.

Serveradres

Toont de serveradresvermeldingen die geregistreerd zijn op de pagina Serveradres.

E-mailgroep E-mailgroep ID Geeft de gekozen groepsidentificatie weer.

Naam Voor het bekijken of bewerken van de naam die

is toegewezen aan het

groepsidentificatienummer of het invoeren van

een nieuwe groepsnaam.

Verwijderen

E-mailadres Adressenlijst aan: Met elke knop wordt een lijst getoond met de

nummers in die groep identificatienummers

aangegeven op die knop.

ID Geeft de gebruikersidentificatie weer.

Schakel het linker keuzevakje in om de groep

aan te maken.

Naam Geeft de naam van de gebruiker weer. (Hier

wordt (Niet in gebruik) getoond als er niets

geregistreerd is.

Adres Hiermee kunt u het e-mailadres van een

vermelding onder het geselecteerde

gebruikersidentificatienummer bekijken of

bewerken of een nieuw e-mailadres in de

vermelding opnemen.

Oorspr. instell. Standaardonderwerp Hiermee kunt u een standaard onderwerp voor een

e-mail invoeren.

Tekstblok Hiermee kunt u een standaard e-mailbericht invoeren.

196

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Serveradres (Bevestigen/Wijzigen, Aanmaken)

Voor het weergeven of bewerken van de serveradresvermeldingen op de pagina

Serveradres of het aanmaken van een nieuwe vermelding. De onderstaande onderdelen

staan in het dialoogvenster dat verschijnt wanneer u op de optie Bevestigen/wijzigen of

Aanmaken op de pagina Serveradres klikt.

Serveradres Adressenlijst aan: Met elke knop wordt een lijst getoond met de nummers

in die groep identificatienummers aangegeven op die

knop.

ID Geeft de serveridentificatie weer.

Naam Geeft de naam van de bestandsmap weer. Hier wordt

(Niet in gebruik) getoond als er niets geregistreerd is.

Serveradres Geeft het adres van de bestandsmap weer.

Verwijderen Verwijdert de registratie van het geselecteerde

serveridentificatienummer.

Bevestigen/Wijzigen Geeft een dialoogvenster weer waarin u de vermelding

voor het geselecteerde serveridentificatienummer kunt

bewerken.

Aanmaken Geeft een dialoogvenster weer waarin u een nieuwe

vermelding voor het geselecteerde

serveridentificatienummer kunt aanmaken.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

197

U kunt dit onderdeel bewerken wanneer u de optie Aanmaken aanklikt.

Dit onderdeel is alleen beschikbaar als Servertype is ingesteld op SMB.

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer u op de optie Bevestigen/wijzigen klikt.

Serveradres (wissen)

Wist de serveradresvermeldingen die geregistreerd zijn op de pagina Serveradres. De

onderstaande onderdelen staan in het dialoogvenster dat verschijnt wanneer u op de

optie Wissen op de pagina Serveradres klikt.

Serveradres ID Geeft de gekozen serveridentificatie weer.

Naam Voor het bekijken of bewerken van de naam die

is toegewezen aan het

serveridentificatienummer of het invoeren van

een nieuwe servernaam.

Server-type Hiermee kunt u het servertype bekijken

wanneer u op de knop Bevestigen/wijzigen

klikt. Hiermee kunt u het servertype bewerken

wanneer u op de knop Aanmaken klikt.

FTP

Kies dit om gescande gegevens met het

FTP-protocol op een server op te slaan.

SMB

Kies dit om gescande gegevens met het Server

Message Block (SMB)-protocol op een server op

te slaan.

Serveradres Voor het bekijken of bewerken van het

serveradres dat is toegewezen aan het

serveridentificatienummer of het invoeren van

een nieuw serveradres.

Gedeelde naam

Voor het bekijken of bewerken van de

toegewezen gedeelde naam of het invoeren van

een nieuwe gedeelde naam als Servertype is

ingesteld op SMB.

Serverpad Hiermee kunt u het toegewezen serverpad

bekijken of bewerken of een nieuw pad

invoeren.

Server-

poortnummer

Hiermee kunt u de toegewezen

serverpoortnummer bekijken of bewerken of

een nieuw poortnummer invoeren. Als u dit

tekstveld leeg laat, wordt het

standaardpoortnummer gebruikt (FTP: 21, SMB:

139).

Inlognaam Hiermee kunt u de inlognaam bekijken of

bewerken om toegang te krijgen tot het

geselecteerde protocol of een nieuwe

inlognaam invoeren.

Aanmeldingswac

htwoord

Hiermee kunt u de aanmeldingswachtwoord

bekijken of bewerken om toegang te krijgen tot

het geselecteerde protocol of een nieuw

aanmeldingswachtwoord invoeren.

Voer het

wachtwoord

opnieuw in

Bevestigt het ingestelde wachtwoord.

Wissen

198

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Telefoonboek

Het tabblad Telefoonboek omvat de pagina's FAX-snelkiezen en FAX-groep.

FAX-snelkiezen

Toont de faxnummervermeldingen die geregistreerd zijn op de pagina FAX-snelkiezen.

FAX-snelkiezen (Bevestigen/Wijzigen, Aanmaken)

Voor het weergeven of bewerken van de snelkiesvermeldingen op de pagina

FAX-snelkiezen of het aanmaken van een nieuwe vermelding. De onderstaande

onderdelen staan in het dialoogvenster dat verschijnt wanneer u op de optie

Bevestigen/wijzigen of Aanmaken op de pagina FAX-snelkiezen klikt.

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer u op de optie Bevestigen/wijzigen klikt.

FAX-snelkiezen (wissen)

Wist de snelkiesvermeldingen die geregistreerd zijn op de pagina FAX-snelkiezen. De

onderstaande onderdelen staan in het dialoogvenster dat verschijnt wanneer u op de

optie Wissen op de pagina FAX-snelkiezen klikt.

FAX-groep

Toont de faxgroepvermeldingen die geregistreerd zijn op de pagina FAX-groep.

FAX-snelkiezen Snelkieslijst aan: Met elke knop wordt een lijst getoond met de nummers

in die groep snelkiescodes aangegeven op die knop.

Snelkiezen Geeft de snelkiesidentificatie weer.

Naam Geeft de naam weer die is toegewezen aan een

snelkiesidentificatie.

Telefoonnummer Geeft de snelkiescode weer. Hier wordt (Niet in gebruik)

getoond als er niets geregistreerd is.

Verwijderen Verwijdert de vermelding van de gekozen snelkiescode.

Bevestigen/Wijzigen Geeft een dialoogvenster weer waarin u de vermelding

voor de geselecteerde snelkiescode kunt bewerken.

Aanmaken Geeft een dialoogvenster weer waarin u een nieuwe

vermelding voor de geselecteerde snelkiescode kunt

aanmaken.

FAX-snelkiezen Snelkiezen Geeft de gekozen snelkiescode weer.

Naam Voor het bekijken of bewerken van de naam van een

vermelding onder de snelkiescode of het invoeren van

een naam voor een nieuwe vermelding.

Telefoonnummer Voor het bekijken of bewerken van het faxnummer van

een vermelding onder de snelkiescode of het invoeren

van een faxnummer voor een nieuwe vermelding.

Verwijderen

Verwijdert de vermelding van de snelkiescode. Deze knop

is alleen beschikbaar als het dialoogvenster van een

bestaande vermelding geopend is.

Dell™ Printer Configuration Web Tool |

199

FAX-groep (Bevestigen/Wijzigen, Aanmaken)

Voor het weergeven of bewerken van de faxnummergroepsvermeldingen op de pagina

FAX-groep of het aanmaken van een nieuwe vermelding. De onderstaande onderdelen

staan in het dialoogvenster dat verschijnt wanneer u op de optie Bevestigen/wijzigen of

Aanmaken op de pagina FAX-groep klikt.

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer u op de optie Bevestigen/wijzigen klikt.

FAX-groep (wissen)

Wist de faxnummergroepsvermeldingen die geregistreerd zijn op de pagina FAX-groep.

De onderstaande onderdelen staan in het dialoogvenster dat verschijnt wanneer u op de

optie Wissen op de pagina FAX-groep klikt.

Ladebeheer

Definieer met behulp van het menu Ladebeheer welke papiergrootte en -soort er in lade

1 en in de optionele 550-velinvoer zit.

FAX-groep ID Geeft het identificatienummer van een faxgroep weer.

Naam Geeft de aan de groep toegewezen naam weer. Hier

wordt (Niet in gebruik) getoond als er niets geregistreerd

is.

Verwijderen Verwijdert de vermelding van het geselecteerde

groepsidentificatienummer.

Bevestigen/Wijzigen Geeft een dialoogvenster weer waarin u de inschrijving

voor het geselecteerde groepsidentificatienummer kunt

bewerken.

Aanmaken Geeft een dialoogvenster weer waarin u een nieuwe

inschrijving voor het geselecteerde

groepsidentificatienummer kunt aanmaken.

FAX-groep FAX-groep ID Geeft de gekozen groepsidentificatie weer.

Naam Voor het bekijken of bewerken van de naam die

is toegewezen aan het

groepsidentificatienummer of het invoeren van

een nieuwe groepsnaam.

Verwijderen

Wist de huidige vermelding.

FAX-snelkiezen Snelkieslijst aan: Met elke knop wordt een lijst getoond met de

nummers in die groep snelkiescodes

aangegeven op die knop.

Snelkiezen Geeft de snelkiescode weer. Schakel het linker

keuzevakje in aan om de snelkiescode in de

groep toe te voegen.

Naam Geeft de naam weer die geregistreerd is voor de

snelkiescode. (Hier wordt (Niet in gebruik)

getoond als er niets geregistreerd is.

Telefoonnummer Voor het bekijken of bewerken van het

faxnummer van een vermelding onder de

geselecteerde snelkiescode of het invoeren van

een faxnummer voor een nieuwe vermelding.

200

| Dell™ Printer Configuration Web Tool

Ladebeheer

Dit onderdeel is alleen beschikbaar als Paneelinstellingen gebruiken in MPF-modus is geselecteerd.

Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de optionele 550-velinvoer is geïnstalleerd.

Lade-instellingen MPF-modus Stelt in of de instellingen van het printerstuurprogramma

moeten worden gebruikt voor het formaat en soort

papier dat in de multifunctionele invoer (MPF) is geplaatst.

MPF-papierformaat

Stelt de papiergrootte in van papier dat in de MPF is

gelegd.

MPF-papiersoort

Stelt het soort papier in dat in de MPF is gelegd.

MPF Aangepast

formaat - Y

Stelt de lengte in van papier met aangepast formaat dat in

de MPF zit.

Aangepast

MPF-papierformaat -

Stelt de breedte in van papier met aangepast formaat dat

in de MPF zit.

Prompt MPF-lade

weergeven

Stelt in of er een pop-upmelding weergegeven moet

worden waarin de gebruiker wordt gevraagd de grootte

en soort papier in de MPF in te stellen.

Papierformaat lade 1 Stelt de papiergrootte in van papier dat in lade 1 is gelegd.

Papiersoort lade 1 Stelt het soort papier in dat in lade 1 is gelegd.

Lade 1 Aangepast

formaat - Y

Geeft de lengte weer van het papier met aangepast

formaat dat in lade 1 zit.

Lade 1 Aangepast

formaat - X

Geeft de breedte weer van het papier met aangepast

formaat dat in lade 1 zit.

Prompt lade 1

weergeven

Stelt in of er een pop-upmelding weergegeven moet

worden waarin de gebruiker wordt gevraagd de grootte

en soort papier in lade 1 in te stellen.

Papierformaat lade 2

Stelt in het papierformaat in van papier dat in de optionele

550-velinvoer is gelegd.

Papiersoort lade 2

Stelt in de papiersoort in van papier dat in de optionele

550-velinvoer is gelegd.

Aangepast

papierformaat lade 2 -

Stelt de lengte in van het papier met aangepast formaat

dat in de optionele 550-velinvoer is gelegd.

Lade 2 Aangepast

formaat - X

Stelt de breedte in van het papier met aangepast formaat

dat in de optionele 550-velinvoer is gelegd.

Lade 2-prompt

weergeven

Stelt in of er een pop-upvenster getoond moet worden

waarin de gebruiker gevraagd wordt de grootte en het

type papier in de optionele 550-velinvoer in te stellen.

Ladeprioriteit 1ste prioriteit Stelt in welke lade als 1e prioriteit moet worden gebruikt.

2de prioriteit Stelt in welke lade als 2e prioriteit moet worden gebruikt.

3de prioriteit

Stelt in welke lade als 3e prioriteit moet worden gebruikt.

Afdrukmediarichtlijnen |

201

Afdrukmediarichtlijnen

In dit hoofdstuk wordt het kiezen en behandelen van afdrukmedia beschreven. De

printer biedt afdrukken van hoge kwaliteit op een ruime keuze aan afdrukmedia. De

keuze van de juiste afdrukmedia voor de printer is belangrijk voor het vermijden van

afdrukproblemen.

OPMERKING:

• gebruik alleen afdrukmedia die geschikt zijn voor laserprinters. Gebruik in deze printer geen papier

voor inkjetprinters.

Zie “Voor u media plaatst” om het vastlopen van papier te vermijden.

Ondersteunde afdrukmedia

Multifunctionele papierlade (MPF)

Papierformaat A4 (210 × 297 mm)

B5 (182 × 257 mm)

A5 (148 × 210 mm)

B6 (128 × 182 mm)

A6 (105 × 148 mm)

Letter (8,5 × 11 inch)

Folio (8,5 × 13 inch)

Legal (8,5 × 14 inch)

Executive (7,25 × 10,5 inch)

Statement (5,5 × 8,5 inch)

Envelop #10 (104,8 × 241,3 mm)

Monarch (98,4 × 190,5 mm)

DL (110 × 220 mm)

C5 (162 × 229 mm)

Aangepast

Breedte: 76,2 – 215,9 mm (3 – 8,5 inch)

Lengte: 127 – 355,6 mm (5 – 14 inch)

202

| Afdrukmediarichtlijnen

Het XPS-stuurprogramma (XML Paper Specification) ondersteunt geen papier met een aangepast formaat.

Papiersoort die geen ondersteuning biedt voor het bedrukken van de achterzijde van reeds bedrukt papier.

Lade 1

Papier soort Normaal (Licht)

Normaal (Normaal)

Normaal (Dik)

Voorbladen (Dun)

Voorbladen (Dik)

Ruw oppervlak

Gecoat (Normaal)

Gecoat (Dik)

Etiket (Licht)

Etiket (Normaal)

Envelop

Gerecycled

Briefhoofd

Voorbedrukt

Geperforeerd

Kleur

Laadvermogen 50 vellen standaardpapier

Papierformaat A4 (210 × 297 mm)

B5 (182 × 257 mm)

A5 (148 × 210 mm)

B6 (128 × 182 mm)

A6 (105 × 148 mm)

Letter (8,5 × 11 inch)

Folio (8,5 × 13 inch)

Legal (8,5 × 14 inch)

Executive (7,25 × 10,5 inch)

Statement (5,5 × 8,5 inch)

Envelop #10 (104,8 × 241,3 mm)

Monarch (98,4 × 190,5 mm)

DL (110 × 220 mm)

C5 (162 × 229 mm)

Aangepast

Breedte: 76,2 – 215,9 mm (3 – 8,5 inch)

Lengte: 148 – 355,6 mm (5,8 – 14 inch)

Afdrukmediarichtlijnen |

203

Het XPS-stuurprogramma (XML Paper Specification) ondersteunt geen papier met een aangepast formaat.

Papiersoort die geen ondersteuning biedt voor het bedrukken van de achterzijde van reeds bedrukt papier.

Optionele papierlade voor 550 vel

Papier soort Normaal (Licht)

Normaal (Normaal)

Normaal (Dik)

Voorbladen (Dun)

Voorbladen (Dik)

Gecoat (Normaal)

Gecoat (Dik)

Etiketten (Licht)

Etiketten (Normaal)

Envelop

Gerecycled

Briefhoofd

Voorbedrukt

Geperforeerd

Kleur

Laadvermogen 250 vellen standaardpapier

Papierformaat A4 (210 × 297 mm)

B5 (182 × 257 mm)

A5 (148 × 210 mm)

Letter (8,5 × 11 inch)

Folio (8,5 × 13 inch)

Legal (8,5 × 14 inch)

Executive (7,25 × 10,5 inch)

Aangepast

Breedte: 76,2 – 215,9 mm (3 – 8,5 inch)

Lengte: 190,5 – 355,6 mm (7,5 – 14 inch)

Papier soort Normaal (Licht)

Normaal (Normaal)

Normaal (Dik)

Voorbladen (Dun)

Voorbladen (Dik)

Gecoat (Normaal)

Etiketten (Licht)

Etiketten (Normaal)

Gerecycled

Briefhoofd

Voorbedrukt

Geperforeerd

Kleur

Laadvermogen 550 vellen standaardpapier

204

| Afdrukmediarichtlijnen

Het XPS-stuurprogramma (XML Paper Specification) ondersteunt geen papier met een aangepast formaat.

Papiersoort die geen ondersteuning biedt voor het bedrukken van de achterzijde van reeds bedrukt papier.

OPMERKING:

• Voor normaal papier en etiketten kunt u de papierzwarting instellen door het selecteren van

Papierzwarting (licht of normaal) onder Onderhoud vanaf het bedieningspaneel, de Werkset of de

Dell Printer Configuration Web Tool.

Als u de instellingen voor Papierzwarting hebt ingesteld, gebruikt de printer deze instellingen voor

normaal papier en etiketten.

Ondersteund papiergewicht

Afdrukmedia die niet worden aanvaard

• Chemisch geprepareerd papier dat bestemd is voor het maken van doordrukkopieën

zonder carbonvellen er tussen, ook bekend als doordrukkopieerpapier, CCP-papier

(carbonvrij kopieerpapier) of NCR-papier (No Carbon Required)

• Voorgedrukt papier met chemicaliën die de printer kunnen aantasten

• Voorgedrukt papier dat kan aangetast worden door de temperatuur in de

fusereenheid

• Voorgedrukt papier dat een registratie (het precieze afdrukpunt op de pagina) vereist

van meer dan ±0,09 inch, zoals formulieren voor optische tekenherkenning (OCR).

In bepaalde gevallen kunt u de registratie met uw softwareprogramma aanpassen,

zodat u toch succesvol kunt afdrukken op dergelijke formulieren.

• Uitwisbaar bankpostpapier, synthetisch papier en thermisch papier

• Papier met ruwe randen, gestructureerde of grove papiersoorten of krullend papier

• Gerecycled papier met meer dan 25 procent post-consumentenafval dat niet

voldoet aan DIN 19309

• Meerdelige formulieren of documenten

• Talkpapier of zuurhoudend papier dat de kwaliteit van de afdruk kan aantasten (er

kunnen mogelijk vlekken of hiaten in de tekst verschijnen)

Papiersoort Gewicht (g/m

)

Normaal 60 – 90

Normaal dik 91 – 105

Gerecycled 60 – 90

Etiketten –

Voorbladen 106 – 176

Voorbladen dik 177 – 220

Envelop –

Gecoat 106 – 176

Gecoat dik 177 – 220

Briefhoofd 60 – 90

Voorbedrukt 60 – 90

Geperforeerd 60 – 90

Kleur 60 – 90

Afdrukmediarichtlijnen |

205

Aanbevolen afdrukmedia

De keuze van de juiste media is belangrijk voor storingsvrij afdrukken, zonder dat het

papier vastloopt.

• Voor de beste afdrukkwaliteit en betrouwbare doorvoer gebruikt u 75 g/m

(20 lb)

xerografisch papier.

• Voor de beste afdrukkwaliteit in zwart-wit, gebruikt u 90 g/m

xerografisch

lengte-grein kopieerpapier.

• Afdrukmedia voor algemeen zakelijk gebruik bieden ook een aanvaardbare

afdrukkwaliteit.

• Bij het laserafdrukproces worden afdrukmedia verhit tot hoge temperaturen.

Gebruik alleen papier dat bestand is tegen hoge temperaturen zonder verkleuren,

uitlopende inkt of vrijkomende schadelijke gassen of dampen. Vraag na bij de

fabrikant of verkoper of het door u gekozen papier geschikt is voor laserprinters.

Aanbevolen voorbedrukte media en briefhoofdpapier

• Gebruik papier met vezels in de lengterichting voor de beste resultaten.

• Gebruik alleen formulieren en papier met briefhoofd dat met een lithografische

offsetpers of een gravuredrukproces is vervaardigd.

• Gebruik media die de inkt absorberen, maar waarop de inkt niet uitloopt.

• Vermijd afdrukmedia met een ruw oppervlak of een duidelijk voelbare textuur.

• Gebruik afdrukmedia die voorgedrukt zijn met warmtebestendige inkt, bedoeld voor

gebruik in xerografische kopieerapparaten. De inkt moet temperaturen van 225 °C

kunnen doorstaan zonder te smelten en zonder dat gevaarlijke stoffen vrijkomen.

• Gebruik afdrukmedia die bedrukt zijn met inktsoorten die niet worden aangetast

door de hars in de toner of de siliconen in de fusereenheid. Inktsoorten op oliebasis

of met oxidatie-fixering voldoen meestal wel aan deze eisen; latex inktsoorten

mogelijk niet. Als u twijfelt, vraag dan uw papierleverancier om advies.

Aanbevolen geperforeerde afdrukmedia

• Gebruik alleen geperforeerd papier dat zo door de fabrikant werd geproduceerd.

• Doorboor geen afdrukmedia die reeds in de verpakking zitten. Het gebruik ervan kan

ervoor zorgen dat het papier vastloopt.

• Voorgeperforeerde afdrukmedia kunnen meer papierstof bevatten dan

standaardpapier. Uw printer kan daarom vaker onderhoud vereisen en de

doorvoerprestaties kunnen minder goed zijn dan het geval is met

standaardafdrukmedia.

• De gewichtsrichtlijnen voor voorgeperforeerde afdrukmedia zijn dezelfde als voor

niet-geperforeerde afdrukmedia.

Aanbevolen enveloppen

Bij bepaalde soorten enveloppen is het mogelijk dat ze wel eens wat kreukelen.

• Gebruik alleen kwaliteitsenveloppen die geschikt zijn voor laserprinters.

206

| Afdrukmediarichtlijnen

• Gebruik enveloppen van 75 g/m

lengte-grein papier. U kunt als maximaal gewicht

105 g/m

gebruiken voor de enveloppentoevoer, zolang het katoengehalte niet

meer dan 25 procent bedraagt. Enveloppen met een katoengehalte van 100 procent

mogen niet zwaarder zijn dan 90 g/m

• Gebruik enveloppen die bestand zijn tegen temperaturen van 205 °C zonder dat ze

gaan plakken, sterk omkrullen, kreuken en zonder dat er gevaarlijke stoffen

vrijkomen. Neem in geval van twijfel contact op met uw leverancier van enveloppen.

• Controleer of er een hoge luchtvochtigheid is. Door een hoge luchtvochtigheid

(hoger dan 60 procent) en een hoge afdruktemperatuur kunnen de enveloppen

verzegeld worden.

• Gebruik geen enveloppen die:

– sterk gekruld of kromgetrokken zijn;

– samenkleven of beschadigd zijn;

– vensters, gecoate binnenkanten, zelfklevende lijmstoffen, openingen, perforaties,

inkepingen of reliëf hebben;

– metalen clips, koordsluitingen of metalen vouwranden hebben;

– ineengrijpende flappen hebben;

– van postzegels zijn voorzien;

– een lijmrand aan de buitenzijde hebben wanneer de flap open of gesloten is;

– ingekeepte randen of gebogen hoeken hebben;

– een ruw, gerimpeld of geplooid oppervlak hebben.

Aanbevolen etiketten

• De lijmstoffen, het vel en de bovenliggende lagen van etiketten moeten bestand zijn

tegen temperaturen van 205 °C (401°F) en een druk van 25 pond per vierkante inch

(psi) zonder dat die etiketten gaan kleven, sterk opkrullen, rimpelen of gevaarlijke

stoffen afgeven.

• Gebruik etiketten die niet gaan plakken, opkrullen, rimpelen of gevaarlijke stoffen

afgeven.

• Gebruik geen etiketten met een rug van glad materiaal.

• Gebruik geen etiketten waarbij de lijm vrij ligt.

• Gebruik geen etiketvellen met lijm langs de randen van het vel. Het verdient

aanbeveling alleen vellen te gebruiken waarbij de lijm minstens 1 mm (0,04 inch) van

de randen verwijderd is. Anders kan het vel in de printer vastlopen en de printer,

afdrukmodules en tonercassettes met lijm verontreinigen.

WAARSCHUWING:

• Als de printer, afdrukmodules en tonercassettes door lijm verontreinigd worden, kan dat de

garantie van uw printer, afdrukmodules en tonercassettes ongeldig maken.

Richtlijnen voor het bewaren van afdrukmedia

Voorkom problemen met de papierdoorvoer en een ongelijkmatige afdrukkwaliteit door

u aan de volgende richtlijnen voor de juiste opslag van afdrukmedia te houden.

• Berg de afdrukmedia op in een omgeving met een temperatuur van ongeveer 21 °C

(70 °F) en een relatieve luchtvochtigheid van 40 procent.

• Bewaar afdrukmedia op een vlakke ondergrond, zodat de randen niet kromtrekken

of opkrullen.

Afdrukmediarichtlijnen |

207

• Afdrukmedia worden beter bewaard op paletten, in kartons, op planken of in kasten

dan rechtstreeks op de vloer.

• Plaats geen voorwerpen boven op een pak afdrukmedia.

208

| Inleggen van de afdrukmedia

Inleggen van de afdrukmedia

Het juist inleggen van de afdrukmedia zorgt voor storingsvrij afdrukken, zonder dat het

papier vastloopt.

Alvorens de afdrukmedia in te leggen, controleert u de aanbevolen afdrukkant van de

afdrukmedia. Deze informatie staat gewoonlijk vermeld op de verpakking van de

afdrukmedia.

Voor u media plaatst

De volgende instructies beschrijven hoe u papierstoringen kunt vermijden:

• gebruik alleen afdrukmedia die geschikt zijn voor laserprinters. Gebruik in deze

printer geen papier voor inkjet-printers.

• Gebruik alleen de aanbevolen afdrukmedia. Zie “Afdrukmediarichtlijnen”.

• Bewaar uw afdrukmedia op een plaats waar ze in goede staat blijven. Zie “Richtlijnen

voor het bewaren van afdrukmedia”.

• Leg niet te veel afdrukmedia in de laden. Zorg ervoor dat de stapel afdrukmedia niet

hoger reikt dan de maximumhoogte zoals aangegeven door de labels en streepjes in

de lade.

• Leg geen gekreukelde, gevouwen, vochtige of omgekrulde afdrukmedia in de laden.

• Buig en waaier de afdrukmedia door en maak een nette stapel voordat u deze

plaatst.

• Gebruik geen afdrukmedia die u zelf hebt bijgeknipt of afgesneden.

• Gebruik geen afdrukmedia van verschillende formaten, gewichten of soorten in

dezelfde papierstapel.

• Zorg er bij het plaatsen van de afdrukmedia voor dat de aanbevolen afdrukkant naar

boven gericht is.

• Verwijder de invoerlade niet tijdens het afdrukken.

• Zorg ervoor dat alle kabels voor de printeraansluitingen correct zijn aangesloten.

• Als de geleiders te stevig zijn aangedrukt, kan het papier vastlopen.

• Veeg de vertragingsrollen in de papierlade of multifunctionele lade (MPF) schoon

met een doek die licht bevochtigd is met water als er vaak storingen optreden door

foutief ingevoerd papier.

• Voer geen afdrukhandelingen uit als de MPF verwijderd is.

Afdrukmedia in lade 1 en de optionele lade voor 550

vel leggen

OPMERKING:

• voorkom vastlopen van papier, verwijder niet de papierlade tijdens het afdrukken.

Inleggen van de afdrukmedia |

209

1 Trek de lade uit de printer.

Voor de optionele 550-velinvoer:

a Trek de lade van de optionele 550-velinvoer tot halverwege uit de printer.

b Neem de lade met beide handen vast, kantel de voorkant ervan iets omhoog en

trek deze vervolgens volledig naar buiten.

210

| Inleggen van de afdrukmedia

2 Stel de papiergeleiders af overeenkomstig het papierformaat dat u wilt plaatsen.

OPMERKING:

• Wanneer u papier van Legal-formaat plaatst, trekt u de lade uit terwijl u op de hendel op de

voorkant van de lade drukt.

3 Voordat u de afdrukmedia plaatst, buigt u de vellen heen en weer en waaiert u de

stapel door. Tik met de stapel op een egaal oppervlak om de vellen gelijk te leggen.

4 Leg de afdrukmedia in de papierlade met de aanbevolen kant voor afdrukken naar

boven gericht.

OPMERKING:

• controleer of de stapel niet boven het maximumstreepje in de lade uit komt. Als de lade te vol

zit, kan het papier in de printer vastlopen.

• Als u gecoat papier gebruikt, moet u één vel tegelijk plaatsen.

• Zie “Plaatsen van briefhoofd-, voorbedrukt en geperforeerd papier” als u briefhoofd-,

voorbedrukt of geperforeerd papier gebruikt.

Inleggen van de afdrukmedia |

211

5 Zorg ervoor dat de papiergeleiders de stapel met afdrukmedia net raken.

OPMERKING:

• Als de geleiders te stevig zijn aangedrukt, kan het papier vastlopen.

• bij het inleggen van door de gebruiker opgegeven afdrukmedia verstelt u de breedtegeleiders

en schuift u het verlengstuk van de lade uit door de lengtegeleider in te drukken en te

verschuiven totdat die licht tegen de rand van het papier aan rust.

6 Schuif de lade in de printer tot deze niet meer verder kan.

OPMERKING:

• wanneer de voorkant van de lade is verlengd steekt deze uit de printer wanneer deze in de

printer is geschoven.

7 Wanneer het ladeconfiguratiescherm verschijnt, tikt u op Formaat.

212

| Inleggen van de afdrukmedia

Op de volgende afbeelding wordt het scherm van lade 1 gebruikt als voorbeeld.

OPMERKING:

• Stel hetzelfde papierformaat en-type in als het papier dat wordt geladen. Er kan een fout

optreden als het ingestelde papierformaat of -type verschilt van het geladen papier.

8 Selecteer of tot het gewenste papierformaat verschijnt en selecteer

vervolgens het gewenste papierformaat.

9 Tik op Type.

10 Selecteer of tot de gewenste papiersoort verschijnt en selecteer vervolgens

de gewenste papiersoort.

11 Tik op OK.

Enveloppen in lade 1 plaatsen

OPMERKING:

• Gebruik alleen de aanbevolen enveloppen. Zie “Aanbevolen enveloppen”.

Hieronder wordt beschreven hoe u enveloppen kunt plaatsen.

• Gebruik alleen onbeschadigde enveloppen die u net hebt uitgepakt.

Als u enveloppen niet direct uit de verpakking in de lade legt, kunnen ze

kromtrekken. Druk om papierstoringen te vermijden de enveloppen goed plat, zoals

op de afbeelding getoond wordt, voordat u deze in de lade plaatst.

• Gebruik voor één afdruktaak uitsluitend enveloppen van hetzelfde formaat.

• De maximale hoogte (hoeveelheid) aan enveloppen die in de lade geplaatst kan

worden, is ongeveer 27,5 mm (1,08 inch) (20 enveloppen).

Plaats papier in lade1 en

config. lade-instelling. hieronder.

Ladeprompt weergeven

TypeFormaat

Normaal

Configuratie lade 1

Invoerrichting

Inleggen van de afdrukmedia |

213

• Wanneer u op enveloppen afdrukt, moet u de lade instellen als afdrukmediabron.

Selecteer in het printerstuurprogramma Envelop als papiersoort en selecteer

vervolgens het correcte formaat envelop.

• Stel na het plaatsen van de enveloppen de papiergeleiders overeenkomstig af.

Envelop nr. 10, Monarch of DL

Plaats de enveloppen met de flap dicht en de afdrukkant omhoog. Zorg ervoor dat de

flappen zich aan de linkerkant bevinden als u naar de printer kijkt.

Wanneer u enveloppen met geopende flappen plaatst, moet u deze laden met de

afdrukkant naar boven gericht en de onderrand (de rand zonder flappen) als eerste in de

printer.

Wanneer u enveloppen met gesloten flappen plaatst, moet u deze laden met de

afdrukkant naar boven gericht en de bovenrand (de rand met flappen) als eerste in de

printer.

214

| Inleggen van de afdrukmedia

Afdrukmedia in de multifunctionele papierlade (MPF)

plaatsen

OPMERKING:

• Leg geen afdrukmedia in de lade of verwijder deze als er nog afdrukmedia in de multifunctionele

papierlade ligt of wanneer nog vanuit de multifunctionele papierlade wordt afgedrukt. Dit kan

leiden tot vastlopen van het papier.

• Leg geen voorwerpen op de MPF.

• Oefen geen overmatige druk uit op de MPF en druk deze niet naar beneden.

• Als afdrukmedia vastloopt, probeer deze dan vel voor vel in te voeren via de MPF.

• Het etiket op de MPF laat zien hoe u papier in de MPF moet leggen en hoe u een envelop moet

draaien zodat deze kan worden bedrukt.

1 Trek de klep van de MPF voorzichtig open.

OPMERKING:

• Breid de uitbreidingslade zo nodig uit.

2 Verschuif de breedtegeleiders overeenkomstig het papierformaat dat u wilt plaatsen.

Inleggen van de afdrukmedia |

215

3 Leg alle afdrukmedia met de afdrukkant naar boven en de bovenrand eerst in de

MPF.

OPMERKING:

• de afdrukmedia niet met geweld in de MPF plaatsen.

• Als u gecoat papier gebruikt, moet u één vel tegelijk plaatsen.

• Zie “Plaatsen van briefhoofd-, voorbedrukt en geperforeerd papier” als u briefhoofd-,

voorbedrukt of geperforeerd papier gebruikt.

4 Zorg ervoor dat beide breedtegeleiders de stapel met afdrukmedia net raken.

OPMERKING:

• Als de geleiders te stevig zijn aangedrukt, kan het papier vastlopen.

5 Wanneer het scherm MPF-configuratie verschijnt, tikt u op Formaat.

6 Tik op of tot het gewenste papierformaat verschijnt en selecteer dit

papierformaat.

7 Tik op Type.

8 Tik op of tot de gewenste papiersoort verschijnt en selecteer deze

papiersoort.

9 Tik op OK.

Enveloppen in de MPF plaatsen

OPMERKING:

• Gebruik alleen de aanbevolen enveloppen. Zie “Aanbevolen enveloppen”.

Hieronder wordt beschreven hoe u enveloppen kunt plaatsen.

• Gebruik alleen onbeschadigde enveloppen die u net hebt uitgepakt.

216

| Inleggen van de afdrukmedia

Als u enveloppen niet direct uit de verpakking in de MPF legt, kunnen ze

kromtrekken. Druk om papierstoringen te vermijden de enveloppen goed plat, zoals

op de afbeelding getoond wordt, voordat u deze in de MPF plaatst.

• Gebruik voor één afdruktaak uitsluitend enveloppen van hetzelfde formaat.

• De maximale hoogte (hoeveelheid) aan enveloppen die in de MPF geplaatst kan

worden, is ongeveer 5 mm (0,19 inch) (5 enveloppen).

• Wanneer u op enveloppen afdrukt, moet u de MPF instellen als afdrukmediabron.

Selecteer in het printerstuurprogramma Envelop als papiersoort en selecteer

vervolgens het correcte formaat envelop.

• Stel na het plaatsen van de enveloppen de breedtegeleiders overeenkomstig af.

Envelop nr. 10, Monarch of DL

Plaats de enveloppen met de flap dicht en de afdrukkant omhoog. Zorg ervoor dat de

flappen zich aan de linkerkant bevinden als u naar de printer kijkt.

Invoerrichting

Inleggen van de afdrukmedia |

217

Wanneer u enveloppen met geopende flappen plaatst, moet u deze laden met de

afdrukkant naar boven gericht en de onderrand eerst in de MPF.

Wanneer u enveloppen met gesloten flappen plaatst, moet u deze laden met de

afdrukkant naar boven gericht en de bovenrand eerst in de MPF.

Etiketten plaatsen in de MPF

OPMERKING:

• Gebruik alleen de aanbevolen etiketten. Zie “Aanbevolen etiketten”.

Hieronder wordt beschreven hoe u etiketten kunt plaatsen.

• Plaats nooit tegelijk etiketten en andere soorten papier in de MPF.

• Gebruik complete etiketvellen. Bij deels gebruikte vellen zouden er etiketten kunnen

loslaten tijdens het afdrukken, hetgeen kan leiden tot een papierstoring.

• Stel de papiersoort in op Etiket via het printerstuurprogramma.

• Een staande richting wordt aanbevolen, met name voor het afdrukken van

streepjescodes.

• Druk niet af binnen 1 mm (0,04 inch) van de snijlijn.

• Druk niet af binnen 1 mm (0,04 inch) van de rand van de etiketten, de perforatielijnen

of tussen de snijlijnen van het etiket.

• Niet vaker dan één keer op een vel etiketten afdrukken.

218

| Inleggen van de afdrukmedia

Plaatsen van briefhoofd-, voorbedrukt en

geperforeerd papier

Briefhoofd-, voorbedrukt en geperforeerd papier moeten met de onderrand eerst en

met de afdrukkant omlaag worden geplaatst, zoals getoond wordt op de volgende

afbeelding.

OPMERKING:

• Zorg ervoor dat Briefhfd. 2-zijdig ingesteld is op Inschakelen en dat Type ingesteld is op

Briefhoofdpap., Voorbedrukt of Voorgeboord op het bedieningspaneel, zelfs wanneer u

enkelzijdig afdrukt. U kunt deze instelling ook doorvoeren met behulp van het

printerstuurprogramma.

Voor lade 1 en de optionele 550-velinvoer:

• Afdrukkant boven

• Het briefhoofd gaat als eerste de printer in.

Voor MPF:

• Afdrukkant boven

• Het briefhoofd gaat als eerste de printer in.

Laden koppelen

De printer koppelt de laden wanneer u afdrukmedia met hetzelfde formaat en van

dezelfde soort in de laden legt. De eerste lade wordt gebruikt tot de afdrukmedia op zijn,

waarna de volgende lade wordt gebruikt.

OPMERKING:

• de afdrukmedia in elke lade moet hetzelfde formaat hebben en van dezelfde soort zijn.

De multifunctionele lade (MPF) kan niet gekoppeld worden aan de laden.

Als afdrukmedia van hetzelfde formaat en dezelfde soort in de geselecteerde laden zijn

geplaatst, selecteert u voor elke lade de instelling Papiersoort onder Lade-instellingen.

LETTERHEAD

Inleggen van de afdrukmedia |

219

Als u het koppelen van laden wilt uitschakelen, wijzigt u de papiersoort voor een van de

laden naar een unieke waarde.

OPMERKING:

• Als verschillende soorten afdrukmedia van hetzelfde formaat in de laden zijn gelegd, koppelt de

printer deze als de papiersoort niet opgegeven is in de eigenschappen/voorkeuren van het

printerstuurprogramma.

220

| Documenten plaatsen

Documenten plaatsen

U kunt de automatische papierlade voor dubbelzijdig afdrukken (DADF) of de

document-glasplaat gebruiken om een document te plaatsen. Als u de DADF gebruikt,

kunt u maximaal 50 vellen papier van 75 g/m

tegelijkertijd plaatsen. Als u de glasplaat

gebruikt, kunt u één vel tegelijk plaatsen.

OPMERKING:

• voor de beste scankwaliteit, met name voor kleurenafbeeldingen of grijstinten, gebruikt u de

document-glasplaat in plaats van de DAOD.

Voor u documenten in de DADF plaatst

De volgende instructies beschrijven hoe u papierstoringen kunt vermijden:

• Gebruik geen documenten die kleiner zijn dan 139,7 mm op 139,7 mm (5,5 inch op

5,5 inch) of groter zijn dan 215,9 mm op 355,6 mm (8,5 inch op 14 inch).

• Gebruik geen boekjes, brochures, foto's, transparanten of documenten met andere

ongebruikelijke kenmerken.

• Gebruik geen carbonpapier of doorslagpapier, gecoat papier, cellofaan of dun

papier, gekreukt of gevouwen papier, omgekruld of opgerold papier of gescheurd

papier.

• Gebruik geen documenten met nietjes of paperclips.

• Gebruik geen documenten die blootgesteld werden aan kleefmiddelen of aan op

oplosmiddelen gebaseerde materialen zoals lijm, inkt en correctievloeistof.

• Gebruik geen documenten die u zelf hebt bijgeknipt of afgesneden.

• Gebruik geen gekreukte, gevouwen, vochtige of omgekrulde documenten.

• Gebruik geen verschillende formaten, gewichten of soorten documenten in de

DADF.

• Buig en waaier de documenten door en maak een nette stapel voordat u ze plaatst.

• Overlaad de DADF niet. Zorg ervoor dat de documentstapel niet hoger reikt dan de

maximumhoogte die aangegeven wordt door de labels en streepjes in de DADF.

• Veeg de DADF-invoerrollen schoon met een doek die licht bevochtigd is met water

als er vaak storingen optreden door foutief ingevoerd papier.

• Oefen geen overmatige druk uit op de DADF-klep en stel deze niet bloot aan

krachtige schokken. Dit kan namelijk papierstoringen veroorzaken.

Documenten plaatsen |

221

Een document in de automatische papierlade voor

dubbelzijdig afdrukken (DADF) plaatsen

1 Stel de documentgeleiders af overeenkomstig het formaat van het document dat u

wilt plaatsen, en plaats het document met de te bedrukken zijde naar boven en de

bovenrand eerst in de DADF.

OPMERKING:

• Als de geleiders te stevig zijn aangedrukt, kan het papier vastlopen.

• Voordat u de documenten op de DADF plaatst, maakt u de randen van de stapel documenten

recht.

• Gebruik de documentstopper voor het kopiëren van een document van Legal-formaat.

Een document op de document-glasplaat plaatsen

OPMERKING:

• Controleer of er geen documenten in de DADF zitten. Als er een document in de DADF wordt

opgemerkt, krijgt dat document prioriteit ten opzichte van het document op de glasplaat.

1 Open de documentklep.

222

| Documenten plaatsen

2 Plaats het document ondersteboven op de document-glasplaat en lijn het uit op de

registratiegeleider in de linker bovenhoek van het glas.

3 Sluit de documentklep.

OPMERKING:

• als u de klep open laat terwijl u kopieert kan dit invloed hebben op de kwaliteit van de kopie en

het tonergebruik verhogen.

• Als u een pagina uit een boek of tijdschrift kopieert/scant/faxt, tilt u de klep op tot de

scharnieren door de stopper worden tegengehouden. Sluit vervolgens de klep. Als het boek of

tijdschrift dikker is dan 30 mm, kopieert/scant/faxt u met de klep open.

223

Afdrukken, kopiëren, scannen,

faxen en Dell Document Hub

Afdrukken 224

Kopiëren 234

Scannen 237

Faxen 264

Dell Document Hub 282

Rechtstreeks afdrukken en scannen vanaf SharePoint

292

224

|Afdrukken

Afdrukken

Dit hoofdstuk geeft tips voor afdrukken, vertelt hoe u bepaalde informatie via de printer

kunt afdrukken en hoe u een taak annuleert.

OPMERKING:

• Het juiste afdrukmedium selecteren en dit correct in de papierlade leggen is cruciaal voor het

verkrijgen van afdrukken van een goede kwaliteit en voor het verminderen van papierstoringen. Zie

“Afdrukmediarichtlijnen” en “Inleggen van de afdrukmedia”.

Een afdruktaak verzenden

OPMERKING:

• De afdrukinstellingen die geconfigureerd zijn in het printerstuurprogramma krijgen voorrang boven

de menu-instellingen die ingesteld zijn via het bedieningspaneel of de Werkset.

• Als u een bepaalde functie in het venster van het printerstuurprogramma niet kent, open dan de

online Help voor meer informatie.

In de volgende procedure wordt een typisch Windows

- en OS X-programma als

voorbeeld gebruikt.

1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.

2 Kies Afdrukken in het menu Bestand.

3 Controleer of de juiste printer geselecteerd is in het dialoogvenster, en controleer en

wijzig vervolgens de afdrukinstellingen in het dialoogvenster.

4 Klik voor Windows

op Voorkeuren, pas de afdrukinstellingen die niet beschikbaar

zijn in het dialoogvenster aan en klik vervolgens op OK.

Ga voor OS X verder met stap 5.

5 Klik op Afdrukken.

OPMERKING:

• Als formaat van het papier dat in de lade geplaatst is, kunt u A4 en letter kiezen. U kunt ook kiezen

tussen A5 en Statement. Wanneer u het papierformaat wilt wijzigen, plaatst u afdrukmedia van het

geselecteerde formaat.

Zie “Wisselen A4 <> Letter” en “Wisselen A5<>Statement”.

Een afdruktaak annuleren

Een taak kan geannuleerd worden met behulp van het bedieningspaneel of een

computer.

Een taak annuleren via het bedieningspaneel

Een taak annuleren tijdens het afdrukken

Tik op Stoppen.

De uitgevoerde afdruktaak wordt geannuleerd.

OPMERKING:

• De volgende taken worden niet geannuleerd.

Afdrukken |

225

Een taak annuleren voor het afdrukken start

1 Druk op de knop (Taakstatus).

2 Tik op de taak die u wilt annuleren.

3 Tik op Stoppen Taak stoppen.

Een taak annuleren via een computer

Een taak annuleren via de taakbalk (alleen Windows

)

Als u een afdruktaak verstuurt, verschijnt er een klein printerpictogram rechtsonder in de

taakbalk.

1 Dubbelklik op het printerpictogram.

Er verschijnt een lijst met afdruktaken in het printervenster.

2 Selecteer de taak die u wilt annuleren.

3 Druk op <Delete> op het toetsenbord.

Een taak annuleren via het Dock (alleen OS X)

Wanneer u een afdruktaak verzendt, verschijnt het printerpictogram in het Dock.

De volgende procedure gebruikt OS X 10.10 als voorbeeld.

1 Klik op het printerpictogram.

Er verschijnt een lijst met afdruktaken in het printervenster.

2 Klik links op de knop voor het verwijderen van een taak.

Dubbelzijdig afdrukken

Met de functie voor dubbelzijdig afdrukken kunt u afdrukken op beide zijden van een vel

papier.

OPMERKING:

• De functie voor dubbelzijdig afdrukken kan niet gebruikt worden voor dikke voorbladen, dik gecoat

papier, etiketten en enveloppen.

Duplexafdruk gebruiken

Voor Windows

In de volgende procedure wordt een typisch Windows

-programma in Windows

7/Windows

10 als voorbeeld gebruikt.

1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.

2 Open het dialoogvenster Afdrukken in het programma.

3 Selecteer het printerstuurprogramma en klik vervolgens op Voorkeuren

Algemeen.

4 Selecteer een papierlade in de vervolgkeuzelijst Papierinvoer.

226

|Afdrukken

5 Selecteer Omslaan korte kant of Omslaan lange kant in de vervolgkeuzelijst

Dubbelzijdig.

OPMERKING:

• Zie

Naar korte zijde

Omslaan lange kant

voor meer informatie over de opties Omslaan

korte kant en Omslaan lange kant.

6 Klik op OK Afdrukken.

Voor OS X:

In de volgende procedure wordt TextEdit in OS X 10.10 gebruikt als voorbeeld.

1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.

2 Kies Afdrukken in het menu Bestand.

3 Zorg ervoor dat het keuzevakje Dubbelzijdig geselecteerd is in het dialoogvenster.

4 Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst TextEdit.

5 Selecteer Inbinden lange kant of Inbinden korte kant in de vervolgkeuzelijst

Dubbelzijdig.

6 Klik op Afdrukken.

Boekje afdrukken gebruiken

Met de functie Boekje afdrukken kunt u een document afdrukken als een boekje. De

pagina's worden in de correcte volgorde gesorteerd bij het stapelen of nieten van de

afdrukken.

OPMERKING:

• Bij gebruik van het XML Paper Specification (XPS)- of PostScript (PS)-stuurprogramma is de functie

Boekje afdrukken niet beschikbaar.

• Bij gebruik van de functie Boekje afdrukken selecteert u Omslaan lange kant onder Dubbelzijdig.

Omslaan lange kant Hierbij wordt ervan uitgegaan dat er wordt ingebonden langs de lange

zijde van de pagina (linkerkant bij staand formaat en bovenkant bij

liggend formaat). De volgende afbeelding toont het inbinden langs de

lange zijde voor pagina's in staand en in liggend formaat:

Staand Liggend

Afdrukken |

227

Opgeslagen afdruk gebruiken

Wanneer u een taak naar de printer stuurt, kunt u in de printerstuurprogramma opgeven

dat u wilt dat de printer de taak in het geheugen opslaat. Wanneer u gereed bent om de

taak af te drukken, gaat u naar de printer en kiest via de menu's op het bedieningspaneel

welke taak in het geheugen u wilt afdrukken.

OPMERKING:

• De gegevens worden uit het geheugen gewist wanneer u de printer uitschakelt.

• De functie Opgeslagen afdruk is beschikbaar wanneer:

- De RAM-schijf is ingeschakeld via het printermenu.

-De RAM-schijf is ingesteld op Aanwezig in het printerstuurprogramma.

Overzicht

De functie Opgeslagen afdruk heeft betrekking op de volgende soorten taken.

Lees elke omschrijving om voor de afdruktaak de meest geschikte taaksoort te kunnen

kiezen.

Als u vertrouwelijke documenten wilt afdrukken, raadpleegt u "Veilige afdruk" en

"Persoonlijk postvak".

Als u de afdruktaak wilt opslaan in de printer om deze later opnieuw af te drukken,

raadpleegt u "Persoonlijk postvak" en "Openbaar postvak".

Raadpleeg "Proefafdruk" om een groot aantal foute afdrukken te voorkomen.

Veilige afdruk

U kunt tijdelijk in het geheugen opgeslagen afdruktaken beveiligen met een

wachtwoord. Gebruikers met het juiste wachtwoord kunnen deze dan afdrukken via het

bedieningspaneel. U kunt deze functie gebruiken om vertrouwelijke documenten af te

Naar korte zijde Hierbij wordt ervan uitgegaan dat er wordt ingebonden langs de korte

zijde van de pagina (bovenkant bij staand formaat en linkerkant bij

liggend formaat). De volgende afbeelding toont het inbinden langs de

korte zijde voor pagina's in staand en in liggend formaat:

Staand Liggend

228

| Afdrukken

drukken. Een opgeslagen afdruktaak wordt na het afdrukken of op een aangegeven

tijdstip verwijderd.

Persoonlijk postvak

U kunt afdruktaken opslaan in de printer en deze later opnieuw afdrukken met een

wachtwoord. De in de printer opgeslagen taken blijven behouden tot u deze met behulp

van het bedieningspaneel verwijdert. Alleen gebruikers met het juiste wachtwoord

kunnen deze taken afdrukken via het bedieningspaneel. U kunt deze functie gebruiken

om vertrouwelijke documenten af te drukken.

Openbaar postvak

U kunt afdruktaken opslaan in de printer en deze later opnieuw afdrukken zonder

wachtwoord. De in de printer opgeslagen taken blijven behouden tot u deze met behulp

van het bedieningspaneel verwijdert. Alle gebruikers kunnen deze taken afdrukken via

het bedieningspaneel.

Proefafdruk

De gesorteerde afdruktaak is in het geheugen opgeslagen, maar er wordt één kopie

afgedrukt, zodat de afdrukkwaliteit kan worden gecontroleerd. Wanneer er geen

Vertrouwelijke

gegevens

verzenden.

Voer het wachtwoord

in op het

bedieningspaneel.

Op het aangegeven tijdstip

worden de gegevens

verwijderd.

Afdrukgegevens.

Vertrouwelijk

Vertrouwelijke gegevens

verzenden.

Voer het wachtwoord

in op het

bedieningspaneel.

Afdrukgegevens.

Gegevens

verzenden.

Afdrukgegevens.

Afdrukken |

229

aanmerkingen op het afdrukresultaat zijn, kan gekozen worden om meerdere kopieën af

te drukken. Zo kunt u een groot aantal foute afdrukken voorkomen.

Procedures voor Afdrukken van opgeslagen afdruk

OPMERKING:

• De functie Opgeslagen afdruk is niet beschikbaar voor afdruktaken die te groot zijn voor het

beschikbare geheugen.

• De functie Opgeslagen afdruk is beschikbaar wanneer het Printer Control Language (PCL)- of

PostScript (PS)-stuurprogramma wordt gebruikt.

Afdruktaken opslaan met het printerstuurprogramma

Om de functie Opgeslagen afdruk te gebruiken, selecteert u Veilige afdruk, Proefafdruk,

Persoonlijk postvak of Openbaar postvak bij Taaksoort op het tabblad Algemeen van

het printerstuurprogramma. De taak blijft in het geheugen opgeslagen tot u via het

bedieningspaneel vraagt om deze af te drukken.

OPMERKING:

• U moet een wachtwoord opgeven voor de taken Veilige afdruk en Persoonlijk postvak.

• Als er geen documentnaam is toegekend aan uw afdruktaak in het printerstuurprogramma, dan

zullen de tijd en datum waarop de taak naar de printer is verzonden worden gebruikt om de taak

aan te duiden en deze zo te onderscheiden van andere taken die u onder uw naam hebt

opgeslagen.

Opgeslagen taken afdrukken via het bedieningspaneel

1 Druk op de knop (Home).

2 Tik op Afdrukken.

3 Selecteer een taaksoort.

Als de gewenste taaksoort niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het

scherm.

4 Selecteer de gewenste gebruikersidentificatie.

Als het gewenste document niet weergegeven wordt, tikt u op of om door

het scherm te scrollen.

Als u Beveiligd afdrukken of Persoonlijk postvak geselecteerd hebt in stap

3, voert u het wachtwoord in met behulp van de numerieke toetsen en tikt u

vervolgens op OK.

OPMERKING:

• Als u een ongeldig wachtwoord invoert, verschijnt het bericht Onjuist wachtwoord

Probeer het opnieuw.. Tik op Close om terug te keren naar het scherm waarin u het

wachtwoord moet invoeren.

Gegevens

verzenden.

Er wordt één set

afgedrukt.

Controleer of het

afdruk-resultaat in

orde is.

Druk de rest van de sets af

via het bedieningspaneel.

230

| Afdrukken

5 Selecteer het gewenste document.

Als het gewenste document niet weergegeven wordt, tikt u op of om door

het scherm te scrollen.

Om het aantal kopieën te specificeren, tikt u op Aantal.

OPMERKING:

• Voor de Veilige afdruk is de optie Aantal niet beschikbaar.

6 Tik voor Veilige afdruk op Afdrukken en verwijderen.

Tik voor Persoonlijk postvak op Afdrukken.

OPMERKING:

• Bij Veilige afdruk worden de gegevens na het afdrukken verwijderd uit het geheugen.

• Voor Persoonlijk postvak kunt u de gegevens na het afdrukken uit het geheugen verwijderen

door het keuzevakje Afdrukken en verwijderen te selecteren.

7 Tik op OK.

De opgeslagen taak wordt afgedrukt.

Opgeslagen afdruktaken verwijderen

Bij Veilige afdruk wordt een opgeslagen taak verwijderd nadat deze is afgedrukt of op

een opgegeven tijdstip verwijderd als dit op het bedieningspaneel is aangegeven.

Overige taken blijven opgeslagen totdat u ze verwijdert via het bedieningspaneel.

De opgeslagen taken verwijderen:

1 Druk op de knop (Home).

2 Tik op Afdrukken.

3 Selecteer een taaksoort.

Als de gewenste taaksoort niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het

scherm.

4 Selecteer de gewenste gebruikersidentificatie.

Als het gewenste document niet weergegeven wordt, tikt u op of om door

het scherm te scrollen.

Als u Beveiligd afdrukken of Persoonlijk postvak geselecteerd hebt in stap

3, voert u het wachtwoord in met behulp van de numerieke toetsen en tikt u

vervolgens op OK.

OPMERKING:

• Als u een ongeldig wachtwoord invoert, verschijnt het bericht Onjuist wachtwoord

Probeer het opnieuw.. Tik op Close om terug te keren naar het scherm waarin u het

wachtwoord moet invoeren.

5 Selecteer het gewenste document.

Als het gewenste document niet weergegeven wordt, tikt u op of om door

het scherm te scrollen.

6 Tik op Verwijderen.

Afdrukken |

231

Afdrukken vanaf een USB-stick

Met de functie Afdrukken van USB kunt u bestanden die opgeslagen zijn op een

USB-flashstation afdrukken zonder hiervoor een computer te gebruiken.

OPGELET:

• Sluit om schade aan de printer te voorkomen nooit

een ander apparaat dan een USB-stick aan

op de voorste USB-poort van de printer.

• Verwijder de USB-stick pas uit de voorste USB-poort als de printer klaar is met afdrukken.

OPMERKING:

• Als de instelling Functiebeheer op Vergrendeld staat,

moet u het 4-cijferige wachtwoord

invoeren om de functie te kunnen gebruiken. Als de instelling Functiebeheer op Uit staat, is de

functie uitgeschakeld en wordt het menu niet weergegeven op het scherm. Zie “Functiebeheer”.

Ondersteunde USB-sticks

Voor de voorste USB-poort van de printer kunt u een USB-stick met de volgende

specificaties gebruiken:

• USB 2.0 en 1.1

• Type A-aansluiting

• Metalen afscherming

• FAT16/FAT32

OPMERKING:

• Als de USB-stick in een ander bestandssysteem is geformatteerd da

n hierboven genoemd, is het

mogelijk dat de printer de USB-stick niet detecteert.

• Deze printer staat het gebruik van een USB-stick met een verificatiefunctie en sommige merken

van USB-sticks niet toe.

Ondersteunde bestandsformaten

Bestanden in de volgende bestandsformaten kunnen rechtstreeks vanaf een USB-stick

worden afgedrukt:

• PDF

• TIFF

• JPEG

Een PDF-/TIFF- of JPEG-bestand vanaf een USB-stick afdrukken

1 Druk op de knop (Home).

2 Steek een USB-stick in de voorste USB-poort van de printer.

3 Tik op PDF/TIFF afdrukken of JPEG afdrukken.

232

| Afdrukken

4 Selecteer het gewenste bestand.

Als het gewenste bestand niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het

scherm of tikt u op een map.

OPMERKING:

• Alleen de volgende tekens worden weergegeven op het touch-paneel:

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 $ % ’ ‘ - @ {} ~ ! # ( ) & _ ^

• U kunt maximaal 10 PDF-/TIFF- of 100 JPEG-bestanden selecteren en afdrukken in

weergavevolgorde.

5 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de afdrukinstellingen.

Zie “Afdrukinstellingen”.

6 Tik op Afdrukken.

OPGELET:

• Verwijder de USB-stick niet terwijl de printer de gegevens erop leest.

De gegevens op de stick of de stick zelf kunnen beschadigd raken, waardoor u deze niet

langer kunt gebruiken.

OPMERKING:

• Afdrukken in kleur is beveiligd met een wachtwoord wanneer de instelling Functiebeheer voor

Afdrukken via USB ingesteld is op Aan (wachtwoord kleur). Als u Uitvoerkleur op

Vier kleuren zet en de instelling Functiebeheer voor Afdrukken via USB op Aan

(wachtwoord kleur) staat, moet u eerst het 4-cijferige wachtwoord invoeren.

• Alleen PDF-/TIFF- of JPEG-bestanden die gemaakt zijn met behulp van de scanfunctie van uw

printer kunnen worden afgedrukt via de functie Afdrukken van USB.

7 Verwijder de USB-stick uit de printer.

OPGELET:

• Zorg ervoor dat de printer geen gegevens aan het lezen is op de USB-stick.

Printerinstellingen

U kunt de meeste afdrukinstellingen wijzigen in het programma van waaruit u afdrukt.

De standaardsysteeminstellingen voor de printer worden bijgewerkt met de instellingen

van het programma. Instellingen in het printerstuurprogramma zijn alleen van toepassing

op de taak die u op dit moment naar de printer verzendt.

Als het niet lukt om via het programma een instelling te wijzigen, gebruikt u het

bedieningspaneel, de Werkset van Dell Printer Hub/Dell Printer Management Tool of Dell

Printer Configuration Web Tool. Wanneer u een systeeminstelling wijzigt via het

bedieningspaneel, de Werkset of de Dell Printer Configuration Web Tool, wordt deze

instelling automatisch de standaardinstelling.

U kunt de gedetailleerde systeeminstellingen controleren door een

systeeminstellingenrapport af te drukken. Zie “

Rapport/lijst

” voor de details omtrent het

afdrukken van een overzicht van de systeeminstellingen.

U kunt vanaf het bedieningspaneel de standaardwaarden herstellen voor de instellingen.

Zie “Standaardwaarden herstellen”.

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Tik op PCL-instellingen, PS of PDF.

Afdrukken |

233

4 Selecteer het gewenste menu-item.

Als het gewenste menu-item niet weergegeven wordt, tikt u op of om door

het scherm te scrollen.

5 Selecteer de gewenste instelling of voer de waarde in en tik daarna op OK.

6 Herhaal stappen 4 en 5 indien nodig.

234

|Kopiëren

Kopiëren

OPMERKING:

• Als de instelling Functiebeheer op Vergrendeld staat, moet u het 4-cijferige wachtwoord

invoeren om de functie te kunnen gebruiken. Als de instelling Functiebeheer op Uit staat, is de

functie uitgeschakeld en wordt het menu niet weergegeven op het scherm. Zie “Functiebeheer”.

Kopieën maken met behulp van de

document-glasplaat

OPMERKING:

• voor kopiëren is geen computeraansluiting nodig.

• Verwijder alle documenten uit de automatische papierlade voor dubbelzijdig afdrukken (DADF)

voordat u kopieert met behulp van de document-glasplaat.

• vuil op de document-glasplaat kan zwarte vlekken op de kopie veroorzaken. Voor het beste

resultaat reinigt u de document-glasplaat voor gebruik. Zie “De scanner reinigen”.

1 Plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar beneden op de

documentglasplaat en sluit vervolgens de documentklep.

Zie “Documenten plaatsen”.

2 Druk op de knop (Home).

3 Tik op Kopiëren.

4 Controleer en wijzig de kopieerinstellingen.

Zie “Kopiëren”.

5 Tik bij Aantal op – of + om het aantal kopieën in te stellen.

6 Tik op Kopiëren.

OPMERKING:

• U kunt de kopieertaak op elk moment tijdens het scannen van een document annuleren door

op Stoppen te tikken.

Kopieën maken met behulp van de DADF

OPGELET:

• laad niet meer dan 50 vellen papier in de DADF of geef aan dat er meer dan 50 vellen in de

opvangbak terechtkomen. De opvangbak moet geleegd worden voordat er meer dan 50 vellen

in geladen worden omdat uw documenten anders beschadigd kunnen worden.

OPMERKING:

• voor kopiëren is geen computeraansluiting nodig.

1 Plaats de documenten.

Zie “Documenten plaatsen”.

2 Druk op de knop (Home).

3 Tik op Kopiëren.

4 Controleer en wijzig de kopieerinstellingen.

Zie “Kopiëren”.

5 Tik bij Aantal op – of + om het aantal kopieën in te stellen.

Kopiëren |

235

6 Tik op Kopiëren.

OPMERKING:

• U kunt de kopieertaak op elk moment tijdens het scannen van een document annuleren door

op Stoppen te tikken.

De ID kopiëren gebruiken

OPMERKING:

• Als de instelling Functiebeheer op Uitschakelen staat, is de functie uitgeschakeld en wordt het

menu niet weergegeven op het scherm. Zie “Functiebeheer”.

U kunt beide kanten van een ID-kaart, in de originele afmetingen, op één kant van een

stuk papier afdrukken door op de optie ID kopiëren op het bedieningspaneel te tikken.

Deze functie geeft u de mogelijkheid om beide kanten van een ID-kaart, in de originele

afmetingen, op één kant van een stuk papier af te drukken.

1 Plaats een ID-kaart met de bedrukte zijde naar beneden op de document-glasplaat

en sluit vervolgens de documentklep.

Zie “Documenten plaatsen”.

2 Druk op de knop (Home).

3 Tik op ID kopiëren.

4 Controleer en wijzig de kopieerinstellingen.

Zie “Kopiëren”.

5 Tik bij Aantal op – of + om het aantal kopieën in te stellen.

6 Tik op Kopiëren.

OPMERKING:

• Kopiëren in kleur is beveiligd met een wachtwoord wanneer de instelling Functiebeheer voor

Kopiëren ingesteld is op Aan (wachtwoord kleur). Als u Uitvoerkleur op Vier

kleuren zet en de instelling Functiebeheer voor Kopiëren op Aan (wachtwoord kleur)

staat, moet u eerst het 4-cijferige wachtwoord invoeren.

Nadat de voorkant van de ID-kaart is gescand, wordt via het scherm gevraagd om de

kaart om te draaien.

De achterkant kopiëren:

a Draai de ID-kaart om.

b Tik op Doorgaan.

Slechts een kant kopiëren:

a Ti k op Nu afdrukk..

De standaardkopieerinstellingen wijzigen

De standaardinstellingen van het menu kopieeropties, zoals Uitvoerkleur, Lade

selecteren en Lichter/donkerder, kunnen worden ingesteld op de meest

gebruikte modi. Als u een document kopieert, worden de standaardinstellingen gebruikt

tenzij u ze hebt gewijzigd met behulp van het bedieningspaneel.

De instellingen op Standaardinstellingen worden weergegeven wanneer u een

nieuwe tegel aanmaakt. Als u de instellingen op Standaardinstellingen wijzigt na

236

|Kopiëren

het aanmaken van de nieuwe tegel, beïnvloedt dit niet de instellingen van de tegel die u

eerder aanmaakte. Zie “Een nieuwe tegel toevoegen”.

OPMERKING:

• U kunt dezelfde instelling ook configureren met de Werkset op Dell Printer Hub/Dell Printer

Management Tool of Dell Printer Configuration Web Tool. Zie de helpfunctie voor meer informatie

over de Werkset of “Dell™ Printer Configuration Web Tool”.

Uw eigen standaardinstellingen specificeren:

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Standaardinstellingen Standaardinst.

Kopiëren.

3 Selecteer het gewenste menu-item.

Als het gewenste menu-item niet weergegeven wordt, tikt u op of om door

het scherm te scrollen.

4 Selecteer de gewenste instelling of voer de waarde in en tik daarna op OK.

5 Herhaal stappen 3 en 4 indien nodig.

Scannen |

237

Scannen

OPMERKING:

• Als de instelling Functiebeheer op Vergrendeld staat, moet u het 4-cijferige wachtwoord

invoeren om de functie te kunnen gebruiken. Als de instelling Functiebeheer op Uit staat, is de

functie uitgeschakeld en wordt het menu niet weergegeven op het scherm. Zie “Functiebeheer”.

Overzicht scannen

Met de printer kunt u uw documenten op verschillende manieren scannen. Er zijn twee

algemene scanmethodes. De ene methode wordt uitgevoerd vanaf de printer zonder dat

het scannerstuurprogramma wordt gebruikt en de andere methode wordt uitgevoerd

vanaf de computer, waarbij gebruik wordt gemaakt van software en het

scannerstuurprogramma.

Op de volgende afbeelding ziet u een overzicht voor elk scantype.

De te gebruiken resolutie-instelling voor het scannen hangt af van het documenttype en

hoe u het beeld of document wilt gebruiken nadat u het naar uw computer hebt

gescand. Gebruik de volgende aanbevolen instellingen voor het beste resultaat.

Type Resolutie

Documenten 300 dpi zwart-wit of 200 dpi grijstinten of kleur

Documenten van slechte kwaliteit of tekst in een

klein formaat

400 dpi zwart-wit of 300 dpi grijstinten

Foto's en afbeeldingen 100–200 dpi kleur of 200 dpi grijstinten

Afbeeldingen voor een inkjetprinter 150–300 dpi

Afbeeldingen voor een printer met hoge resolutie 300–600 dpi

Scannen

USB

E-mail

FTP-server/

gedeelde

map

Computer/

mobiel

apparaat

Bedienen vanaf de printer

Bedienen vanaf een computer/mobiel apparaat

“Scannen naar een computer of server via SMB/FTP”

“Gescande gegevens via e-mail verzenden”

“Scannen naar een USB-flashstation”

“Scannen naar een computer via een USB-verbinding”

“Scannen naar een computer via een netwerkverbinding”

“Scannen met het stuurprogramma Windows

Image Acquisition

(WIA)”

“Scannen met de TWAIN-driver”

“Vanaf een computer scannen met behulp van Web Services on

Devices (WSD)”

“Scannen met behulp van Wi-Fi Direct”

238

| Scannen

Wanneer u scant boven de aanbevolen resoluties, kan dit de capaciteiten van het

programma overschrijden. Om boven de aanbevolen resoluties te scannen, geeft u een

voorbeeld (of voorscan) van de afbeelding weer en snijdt u deze bij om de grootte ervan

te verkleinen voor u de afbeelding scant.

Tips voor Easy Network Scanning

• Het is aan te raden via een netwerk te scannen met de functie Scan naar computer

als u niet vertrouwd bent met de configuratie voor netwerkscannen. Op die manier

krijgt u handige en eenvoudige stappen te zien. Zie “Scannen naar een computer via

een netwerkverbinding” voor meer informatie.

• Voor u de functie Scan naar netwerkmap gebruikt, moet u de

netwerkverbindingsgegevens configureren met behulp van de Adresboek-editor als

u niet vertrouwd bent met de configuratie via Dell Printer Configuration Web Tool.

De Adresboek-editor helpt u met het registreren van de scanbestemmingsdetails bij

de printer.

Scannen naar een computer via een USB-verbinding

Via het bedieningspaneel kunt u gescande gegevens verzenden naar een computer die

aangesloten is via een USB-kabel. De gescande gegevens worden standaard opgeslagen

in de map Documenten voor Windows

of op het bureaublad voor OS X. Zie “De locatie

voor het opslaan van gescande gegevens wijzigen” voor meer informatie over het

wijzigen van de opslaglocatie.

OPMERKING:

• U moet uw computer aansluiten via USB om de functie Scan naar computer te kunnen selecteren

op het bedieningspaneel. Netwerkaansluitingen worden niet ondersteund.

• Deze functie wordt zowel ondersteund door Windows

als OS X.

1 Plaats de documenten.

Zie “Documenten plaatsen”.

2 Druk op de knop (Home).

3 Tik op Scan naar computer.

4 Selecteer een computer.

Als de gewenste computer niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het

scherm.

5 Controleer en wijzig de scaninstellingen.

Zie “Scan naar computer”.

6 Tik op Scannen.

Scannen |

239

Scannen naar een computer via een

netwerkverbinding

Als de printer met behulp van Web Services on Devices (WSD) verbonden is met een

computer via het netwerk voor Scannen naar pc, kunt u gescande gegevens verzenden

naar een computer.

OPMERKING:

• U moet een verbinding instellen met behulp van Web Services on Devices (WSD).

• Web Services on Devices (WSD) wordt alleen ondersteund door Windows Vista

, Windows

Windows

8, Windows

8.1 en Windows

10.

Printerconfiguratie voor Scannen naar Web Services on Devices

(WSD)

Installeer de printer en computer met behulp van Web Services on Devices (WSD).

Controleer de printerinstellingen

Om deze scanmethode te gebruiken, moet u ervoor zorgen dat Web Services on

Devices (WSD) ingeschakeld is via het bedieningspaneel van de printer of Dell Printer

Configuration Web Tool. Zie “Poortinstellingen” of “Protocollen”.

De computer configureren

OPMERKING:

• In Windows

8, Windows

8.1 en Windows

10 verbindt de computer de printer automatisch via

Web Services on Devices (WSD). U hoeft de printer dus niet handmatig te installeren.

De volgende procedure gebruikt Windows

7 als voorbeeld.

1 Klik op Start Computer Netwerk.

2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik daarna op

Installeren.

De printer is verbonden met behulp van Web Services on Devices (WSD).

3 Klik op Start Apparaten en printers.

4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik daarna op

Profielen scannen.

5 Selecteer de scanner en klik vervolgens op Bewerken.

6 Specificeer de verschillende instellingen voor het profiel, inclusief de Bron waar de

documenten geladen zijn.

Beelden scannen en verzenden naar een computer

1 Plaats de documenten.

Zie “Documenten plaatsen”.

2 Druk op de knop (Home).

240

| Scannen

3 Tik op Scan naar computer.

OPMERKING:

• u kunt in het scanprofiel opgeven of er gescand moet worden via de DADF of via de glasplaat.

Zorg er dus voor dat het scanprofiel correct ingesteld is als u het document wilt scannen via

de DADF.

4 Selecteer een computer.

Als de gewenste computer niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het

scherm.

5 Kies het type scan.

Als het gewenste type niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het

scherm.

Zie “Scan naar computer” voor meer informatie over het scantype.

6 Tik op Scannen.

De locatie voor het opslaan van gescande gegevens wijzigen

Gebruik Dell Printer Hub (Dell H625cdw en Dell H825cdw) of Dell Printer Management

Tool (Dell S2825cdn) om de uitvoerbestemming van de verkregen afbeeldingsbestanden

te wijzigen en om aan te geven of de afbeeldingsbestanden moeten worden geopend

met het betreffende programma. Zie de FAQ's in Dell Printer Hub of Dell Printer

Management Tool voor mee informatie.

OPMERKING:

• Dell Printer Hub en Dell Printer Management Tool worden alleen ondersteund door Windows

7 en

later.

Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool openen:

In de volgende procedure worden Windows

7, Windows

10 en OS X 10.10 gebruikt als

voorbeelden.

Voor Windows

Scan naar computer

Computer (via USB)

PC002

PC003

Terug Scannen

Scan naar computer

PC002

Scannen

Scannen voor afdrukken

Terug

Scannen

Scannen |

241

Klik op Start Alle programma’s Dell Printers Dell Printer Hub/Dell Printer

Management Tool.

Voor Windows

10:

Klik op de knop Start Dell Printer Hub/Dell Printer Management Tool.

Voor OS X 10.10:

Klik op Finder Programma's Dell Dell Color Cloud Multifunction Printer -

H625cdw/Dell Color Cloud Multifunction Printer - H825cdw/Dell Color Smart

Multifunction Printer - S2825cdn en dubbelklik vervolgens op ScanKnop-manager.

Vanaf een computer scannen met behulp van Web

Services on Devices (WSD)

Als de printer verbonden is met een computer via een netwerk dat Web Services on

Devices (WSD) gebruikt, kunt u documenten scannen vanaf een computer.

OPMERKING:

• Om te scannen vanaf een computer met behulp van Web Services on Devices (WSD) te gebruiken,

dient u de verbinding in te stellen met behulp van Web Services on Devices (WSD).

• Web Services on Devices (WSD) wordt alleen ondersteund door Windows Vista

, Windows

Windows

8, Windows

8.1 en Windows

10.

Voorbereidingen voor het scannen vanaf een computer

U dient dezelfde voorbereidingen te treffen als voor de functie Scan naar computer. Zie

“Scannen naar een computer via een netwerkverbinding”.

Scannen vanaf een computer

In de volgende procedure worden Windows

7 en Windows

10 gebruikt als voorbeeld.

1 Plaats de documenten.

Zie “Documenten plaatsen”.

2 Voor Windows

Klik op Start Apparaten en printers.

Voor Windows

10:

Klik met de rechtermuisknop op de startknop en klik vervolgens op

Configuratiescherm Hardware en geluiden Apparaten en printers.

3 Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Start scan.

242

| Scannen

4 Kies de vereiste scaninstellingen en klik op Scannen.

OPMERKING:

• wanneer u met Windows Vista

werkt, gebruikt u tekensoftware zoals Microsoft

Fotogalerie,

selecteert u de printer die verbonden is via Web Services on Devices (WSD) en begint u te

scannen.

Scannen met de TWAIN-driver

Met het TWAIN-stuurprogramma kunt u gescande afbeeldingen importeren naar een

softwareprogramma zoals Adobe

Photoshop

OPMERKING:

• Zowel USB- als netwerkverbindingen worden ondersteund.

• Deze functie wordt ondersteund door Windows

en Mac OS X 10.7 of later.

• Voor het instellen en controleren van het IP-adres van de printer, of voor het instellen van het

wachtwoord voor de functie Functiebeheer wanneer Scan naar pc ingesteld is op

Vergrendeld. Zie “De scanner beheren” voor meer informatie.

In de volgende procedure worden typische programma's die TWAIN ondersteunen als

voorbeeld gebruikt.

1 Plaats de documenten.

Zie “Documenten plaatsen”.

2 Start een grafische programma op dat TWAIN ondersteunt, zoals Adobe

Photoshop

3 Selecteer de scanner via het TWAIN-menu van de grafische software, specificeer de

nodige instellingen en begin vervolgens te scannen zoals weergegeven in het

venster hieronder.

Raadpleeg de handleidingen van de grafische software voor meer informatie over

het gebruik ervan.

Voor Windows

Scannen |

243

Voor OS X:

OPMERKING:

• De schermafbeelding kan variëren afhankelijk van het besturingssysteem.

Scannen met het stuurprogramma Windows

Image

Acquisition (WIA)

Windows

Image Acquisition (WIA) is een van de standaardcomponenten die Windows

XP en nieuwere besturingssystemen biedt, en werkt met digitale camera's en scanners.

In tegenstelling tot het TWAIN-stuurprogramma kunt u met het stuurprogramma

Windows

Image Acquisition (WIA) een afbeelding scannen en eenvoudig bewerken

zonder dat u bijkomende software nodig hebt.

Met het stuurprogramma Windows

Image Acquisition (WIA) kunt u gescande

afbeeldingen importeren naar Microsoft

-programma's zoals Windows

Photo Gallery

en Microsoft

Paint.

OPMERKING:

• Er wordt ondersteuning geboden voor USB- en netwerkverbindingen (inclusief Web Services on

Devices (WSD)).

• Het stuurprogramma Windows

Image Acquisition (WIA) wordt alleen ondersteund door

Windows

-computers.

• Voor het instellen en controleren van het IP-adres van de printer, of voor het instellen van het

wachtwoord voor de functie Functiebeheer wanneer Scan naar pc ingesteld is op

Vergrendeld. Zie “De scanner beheren” voor meer informatie.

Een afbeelding scannen via tekensoftware

De volgende procedure gebruikt Windows

7 als voorbeeld.

1 Plaats de documenten.

Zie “Documenten plaatsen”.

244

| Scannen

2 Start de tekensoftware, bijvoorbeeld Microsoft

Paint voor Windows

OPMERKING:

• Wanneer u Windows Vista

of Windows Server

2008 gebruikt, moet u Windows

Photo

Gallery gebruiken in plaats van Microsoft

Paint.

• Wanneer u programma's gebruikt die gebruikmaken van Windows

Image Acquisition (WIA)

2.0, zoals Windows

Fax en Scan onder Windows Vista

, Windows

7, Windows

8, Windows

8.1 en Windows

10, kan de optie Invoereenheid (Scannen van beide zijden) geselecteerd

worden voor dubbelzijdig scannen .

3 Klik op Paint Vanaf scanner of camera.

Op de volgende afbeelding wordt de Dell H825cdw gebruikt als voorbeeld.

OPMERKING:

• De schermafbeelding kan variëren afhankelijk van het besturingssysteem.

4 Selecteer het gewenste type afbeelding en klik vervolgens op De kwaliteit van de

gescande foto aanpassen.

5 Klik op de gewenste eigenschappen OK.

6 Klik op Scannen Opslaan.

Scannen met behulp van Wi-Fi Direct

In dit onderdeel vindt u meer informatie over scannen met Wi-Fi Direct. Met Wi-Fi Direct

kunnen mobiele apparaten zoals computers, smartphones en tablets rechtstreeks

verbinding maken met de printer via een Wi-Fi-netwerk. Met Wi-Fi Direct kunt u

documenten vanaf uw mobiele apparaten rechtstreeks afdrukken zonder dat u daarvoor

een toegangspunt of draadloze router nodig hebt.

Scannen |

245

Zie “Wi-Fi Direct instellen” om Wi-Fi Direct te configureren en te gebruiken om

verbinding te maken.

OPMERKING:

• Wi-Fi Direct is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

• Er kunnen maximaal 3 mobiele apparaten worden verbonden via het Wi-Fi Direct-netwerk.

• Uw mobiele apparaat kan geen verbinding maken met het internet via het Wi-Fi Direct-netwerk

van de printer.

• Afhankelijk van het mobiele apparaat kan het kanaal dat gebruikt wordt om het mobiele apparaat

via Wi-Fi Direct te verbinden met de printer verschillen van het kanaal dat gebruikt wordt door de

printer om via de Wi-Fi-infrastructuurmodus een verbinding te maken met een netwerk. In dat

geval is het mogelijk dat een gelijktijdige verbinding met Wi-Fi Direct en de

Wi-Fi-infrastructuurmodus niet correct werkt.

• De printer die verbonden is via Wi-Fi Direct ondersteunt de volgende protocols:

LPD, Port9100, WSD

, Bonjour (mDNS), SNMPv1/v2c, Dell Printer Configuration Web Tool, TWAIN,

WIA, ICA.

WSD is de afkorting van Web Services on Devices.

Scannen via Wi-Fi Direct

De scanprocedure verschilt afhankelijk van het mobiele apparaat en de gebruikte

toepassing. Raadpleeg de handleiding van uw mobiele apparaat of scantoepassing.

Scannen naar een computer of server via SMB/FTP

U kunt gegevens scannen en de gescande gegevens verzenden naar een gedeelde map

op een computer of FTP-server.

OPMERKING:

• Voor deze functie is geen netwerkscannerstuurprogramma nodig.

Overzicht

Met de functie Scan naar netwerkmap kunt u de gescande gegevens naar een computer

of FTP-server verzenden.

Scannen

Met behulp

van FTP

Met behulp van SMB

FTP-server

Computer

246

| Scannen

Vereiste besturingssystemen:

Voor FTP:

OPMERKING:

• Raadpleeg de handleiding van de software voor meer informatie over het configureren van de

FTP-service.

• Windows Vista

biedt alleen ondersteuning voor IPv4.

• Windows

Windows Server

FTP-service van Microsoft

Internet Information Services

• Mac OS X 10.7 of recentere besturingssystemen

FTP-service van Mac OS X

Voor SMB:

Deze functie wordt ondersteund door Windows Server

2008 of later en Mac OS X 10.7

of later.

Overzicht voor scannen naar een FTP-server

Wat volgt is een typische configuratiestroom voor het verzenden van gescande

gegevens naar een FTP-server:

1 Stel de SMB-/FTP-bestemming in in het adresboek.

Zie “De SMB-/FTP-bestemming instellen in het adresboek”.

2 Verzend de gescande gegevens via het netwerk.

Zie “De gescande gegevens verzenden via het netwerk”.

Overzicht voor scannen naar een gedeelde map via SMB

OPMERKING:

• De configuratie voor Scan naar netwerkmap via SMB kan eenvoudig ingesteld worden met de

bijgeleverde Adresboek-editor.

Zie “Via de Adresboek-bewerker” voor meer informatie over de Adresboek-bewerker.

• U kunt Scan naar netwerkmap ook uitvoeren met de functie Web Services on Devices (WSD).

Zie “Scannen naar een computer via een netwerkverbinding” en “Vanaf een computer scannen met

behulp van Web Services on Devices (WSD)” voor meer informatie over scannen met behulp van de

functie Web Services on Devices (WSD).

Wat volgt is een typische configuratiestroom voor het verzenden van gescande

gegevens naar een gedeelde map via SMB:

1 Stel een gebruikersaccount in.

Zie “Een gebruikersaccount instellen (alleen SMB)”.

2 Maak een gedeelde map aan.

Zie “Een gedeelde map maken (alleen voor SMB)”.

3 Stel de SMB-/FTP-bestemming in in het adresboek.

Zie “De SMB-/FTP-bestemming instellen in het adresboek”.

4 Verzend de gescande gegevens via het netwerk.

Zie “De gescande gegevens verzenden via het netwerk”.

Scannen |

247

Een gebruikersaccount instellen (alleen SMB)

Om gescande gegevens te verzenden naar een gedeelde SMB-map, hebt u een

gedeelde map nodig op een computer. Om een gedeelde map aan te maken, hebt u een

gebruikersaccount met een geldig wachtwoord nodig.

Voor Windows

Als de gebruikersaccount die u wilt gebruiken niet over een inlogwachtwoord beschikt,

stelt u via de volgende procedure een wachtwoord in.

Na het controleren van de gebruikersinlognaam en het inlogwachtwoord van de

gebruikersaccount gaat u verder met “Een gedeelde map maken (alleen voor SMB)”.

In de volgende procedure worden Windows

7, Windows

10 en OS X 10.10 gebruikt als

voorbeelden.

Voor Windows

1 Klik op Start Configuratiescherm Gebruikersaccounts en Ouderlijk toezicht

Gebruikersaccounts Een wachtwoord voor uw account instellen.

2 Voer een wachtwoord in voor uw login-gebruikersaccount.

Voor Windows

10:

1 Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en klik vervolgens op Instellingen.

2 Klik op Accounts Aanmeldingsopties Toevoegen onder Wachtwoord.

3 Voer een wachtwoord in voor uw login-gebruikersaccount.

Voor OS X 10.10:

1 Klik op Systeemvoorkeuren Gebruikers en groepen Wachtwoord wijzigen.

2 Voer een wachtwoord in voor uw gebruikersaanmeldingsaccount bij Nieuw

wachtwoord.

3 Voer het wachtwoord nogmaals in bij Controle.

Een gedeelde map maken (alleen voor SMB)

Maak een gedeelde map aan voor het opslaan van de gescande gegevens vanaf de

printer.

248

| Scannen

In de volgende procedure worden Windows

7, Windows

10 en OS X 10.10 gebruikt als

voorbeelden.

Voor Windows

7 en Windows

10:

1 Maak een map aan in de gewenste categorie op uw computer.

In deze procedure wordt MyShare gebruikt als voorbeeld van een mapnaam.

2 Klik met de rechtermuisknop op de map en klik vervolgens op Eigenschappen.

3 Klik op het tabblad Delen Geavanceerd delen.

4 Schakel het keuzevakje Deze map delen in.

5 Voer een gedeelde naam in in het vak Sharenaam.

OPMERKING:

• Schrijf deze gedeelde naam op want u moet deze naam weer gebruiken in de volgende

instellingsprocedure.

6 Klik op Machtigingen als u een schrijfmachtiging wilt aanmaken voor deze map.

7 Klik op Toevoegen.

8 Zoek naar een gebruikersinlognaam door een van de volgende handelingen uit te

voeren:

• Klik op Geavanceerd en zoek vervolgens een gebruikersinlognaam.

• Voer de gebruikersinlognaam in het tekstvak Geef de objectnamen op in en klik

vervolgens op Namen controleren.

Scannen |

249

Op de volgende afbeelding wordt Myself gebruikt als voorbeeld van een inlognaam.

9 Klik op OK.

10 Klik op de gebruikersinlognaam die u net ingevoerd hebt en selecteer vervolgens het

keuzevakje Volledig beheer.

Dit maakt het mogelijk om het document naar deze map te verzenden.

OPMERKING:

• Gebruik niet Iedereen als aanmeldingsnaam.

11 Klik op OK.

OPMERKING:

• Om onderliggende mappen toe te voegen, maakt u nieuwe mappen aan in de gedeelde map

die u hebt gemaakt.

Voorbeeld:

Mapnaam: MyShare, mapnaam onder MyShare: MyPic, mapnaam onder MyPic: John

Normaal ziet u nu MyShare\MyPic\John in de directory.

Wanneer u klaar bent met het aanmaken van een gedeelde map, gaat u verder met “De

SMB-/FTP-bestemming instellen in het adresboek”.

Voor OS X 10.10:

1 Maak een map aan in de gewenste categorie op uw computer.

MyShare wordt gebruikt als voorbeeld van een mapnaam.

2 Klik op de aangemaakte map Bestand Info ophalen.

3 Selecteer het keuzevakje Gedeelde map.

4 Open Systeemvoorkeuren en klik op Delen.

5 Schakel het keuzevakje Bestanden delen en klik daarna op Opties in.

250

| Scannen

6 Schakel de keuzevakjes Bestanden en mappen delen via SMB en Accountnaam in.

7 Klik op Gereed.

Wanneer u klaar bent met het aanmaken van een gedeelde map, gaat u verder met “De

SMB-/FTP-bestemming instellen in het adresboek”.

De SMB-/FTP-bestemming instellen in het adresboek

U kunt de verbindingsgegevens voor SMB- en FTP-servers registreren in het adresboek

met behulp van Dell Printer Configuration Web Tool of Adresboek-editor.

Zorg ervoor dat u het IP-adres van uw computer bij de hand hebt wanneer u de

bestemmingsinformatie invoert. Zie “Het IP-adres van de computer nagaan”.

Ga verder met “De gescande gegevens verzenden via het netwerk” als u klaar bent met

het registreren van de bestemmingsinformatie van de SMB- of FTP-server.

Het IP-adres van de computer nagaan

Voer de volgende procedure uit om het IP-adres van de computer na te gaan.

Voor Windows

In de volgende procedure wordt Windows

7 / Windows

10 gebruikt als voorbeeld.

1 Voor Windows

Klik op Start Alle programma's Bureau-accessoires Uitvoeren.

Voor Windows

10:

Klik met de rechtermuisknop op de startknop en klik vervolgens op Uitvoeren.

2 Typ “cmd” in het tekstvak en klik vervolgens op OK.

Er wordt een opdrachtpromptvenster geopend.

3 Voer ipconfig in en druk op <Enter> op het toetsenbord.

4 Schrijf het IP-adres op.

Voor OS X:

In de volgende procedure wordt OS X 10.10 gebruikt als voorbeeld.

1 Open Systeemvoorkeuren en klik vervolgens op Netwerk.

Het IP-adres wordt weergegeven onder Status.

2 Schrijf het IP-adres op.

Dell Printer Configuration Web Tool

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

Scannen |

251

2 Klik op Adresboek.

Als er een beveiligingsinlogdialoogvenster verschijnt, voert u de gebruikersnaam en

het wachtwoord in.

OPMERKING:

• De standaardgebruikersnaam is “admin” en het standaardwachtwoord is niet ingevuld

(blanco).

3 Klik op het tabblad Serveradres Aanmaken.

252

| Scannen

De pagina Serveradres wordt geopend.

4 Vul de velden als volgt in:

Naam Voer een naam naar keuze in. Deze wordt weergegeven als naam

voor het serveradres in het adresboek.

Server-type Selecteer FTP om documenten te verzenden naar een FTP-server.

Selecteer SMB om documenten met behulp van Server Message

Block (SMB) te verzenden naar een gedeelde map op uw computer.

Serveradres Voer de naam of het IP-adres van de server of computer in.

Voorbeeld:

• Voor FTP:

Servernaam: abc.example.com

(abc: hostnaam, example.com: domeinnaam)

IP-adres: 192.0.2.1

• Voor SMB:

Computernaam: abc

IP-adres: 192.0.2.1

Gedeelde naam Voer de naam van de gedeelde map in. Zie “Een gedeelde map

maken (alleen voor SMB)”. Alleen voor SMB.

• Voorbeeld: Share, Sharefolder

Serverpad Voer het pad in naar de submap in de gedeelde map. Als u geen

submap aangemaakt hebt, kunt u dit leeglaten.

Wanneer u het pad naar de submap invoert, moet u ervoor zorgen

dat de submap reeds aangemaakt is. Voer niet de naam van de

gedeelde map in.

Voorbeeld:

Naam gedeelde map: MyShare, mapnaam onder MyShare: MyPic

Voer “MyPic” in.

Als u binnen een submap nog een submap aangemaakt hebt, moet u

elke submapnaam scheiden met een backslash (SMB) of slash (FTP).

Voorbeeld:

Naam gedeelde map: MyShare, mapnaam onder MyShare: MyPic,

mapnaam onder MyPic: John

• Voer voor SMB “MyPic\John” in.

• Voer voor FTP “MyPic/John” in.

Scannen |

253

5 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

Via de Adresboek-bewerker

In de volgende procedure wordt OS X 10.10 gebruikt als voorbeeld.

OPMERKING:

• Voor Windows

kunt u de Adresboek-editor gebruiken met behulp van de Werkset van Dell Printer

Hub en Dell Printer Management Tool. Zie “Werkset”.

1 Klik op Finder Applicaties Dell Dell Color Cloud Multifunction Printer -

H625cdw/Dell Color Cloud Multifunction Printer - H825cdw/Dell Color Smart

Multifunction Printer - S2825cdn en dubbelklik vervolgens op Adresboek-editor.

2 Kies een van de volgende werkwijzen:

Klik op Nieuw (Apparaat-adresboek) Nieuwe server.

Server-poortnummer Voer het poortnummer van de server in. Als u niet zeker weet wat het

nummer is, kunt u voor FTP de standaard waarde 21 invoeren of 139

voor SMB.

Beschikbare poorten zijn:

FTP: 21, 5000 - 65535

SMB: 139, 445, 5000 - 65535

Inlognaam Voer de naam van de gebruikersaccount in om toegang te verlenen

tot een gedeelde map op uw computer of tot een FTP-server.

• Voor FTP: neem contact op met uw systeembeheerder.

• Voor SMB: de inlognaam voor Windows

die u opgegeven hebt in

“Een gebruikersaccount instellen (alleen SMB)”.

Aanmeldingswachtwoord Voer het wachtwoord in dat hoort bij de bovengenoemde

aanmeldingsnaam.

• Voor FTP: neem contact op met uw systeembeheerder.

• Voor SMB: een leeg wachtwoord is niet geldig in Netwerk

(computer). Zorg ervoor dat u een geldig wachtwoord hebt voor

de gebruikersinlogaccount. Zie “Een gebruikersaccount instellen

(alleen SMB)”.

Voer het wachtwoord

opnieuw in

Voer uw wachtwoord opnieuw in.

254

| Scannen

3 Vul de velden als volgt in:

Naam Voer een naam naar keuze in. Deze wordt weergegeven als naam

voor het serveradres in het adresboek.

Server-type Selecteer Computer om documenten met behulp van Server

Message Block (SMB) te verzenden naar een gedeelde map op uw

computer.

Selecteer Server om documenten te verzenden naar een FTP-server.

Servernaam/IP-adres Voer de naam of het IP-adres van de server of computer in.

Voorbeeld:

• Voor Computer (SMB):

Computernaam: myhost

IP-adres: 192.0.2.1

• Voor Server (FTP):

Servernaam: abc.example.com

(abc: hostnaam, example.com: domeinnaam)

IP-adres: 192.0.2.1

Gedeelde naam Voer de naam van de gedeelde map in. Zie “Een gedeelde map

maken (alleen voor SMB)”. Alleen voor SMB.

Voorbeeld: Share, Sharefolder

Pad Voer het pad in naar de submap in de gedeelde map. Als u geen

submap aangemaakt hebt, kunt u dit leeglaten.

Wanneer u het pad naar de submap invoert, moet u ervoor zorgen

dat de submap reeds aangemaakt is. Voer niet de naam van de

gedeelde map in.

Voorbeeld:

Naam gedeelde map: MyShare, mapnaam onder MyShare: MyPic

Voer “MyPic” in.

Als u binnen een submap nog een submap aangemaakt hebt, moet u

elke submapnaam scheiden met een backslash (SMB) of slash (FTP).

Voorbeeld:

Naam gedeelde map: MyShare, mapnaam onder MyShare: MyPic,

mapnaam onder MyPic: John

• Voer voor SMB “MyPic\John” in.

• Voer voor FTP “MyPic/John” in.

Inlognaam Voer de naam van de gebruikersaccount in om toegang te verlenen

tot een gedeelde map op uw computer (SMB) of tot een FTP-server.

• Voor Computer (SMB): de inlognaam voor Windows

die u

opgegeven hebt in procedure 1.

• Voor Server (FTP): neem contact op met uw systeembeheerder.

Scannen |

255

4 Klik op OK.

De gescande gegevens verzenden via het netwerk

1 Plaats de documenten.

Zie “Documenten plaatsen”.

2 Druk op de knop (Home).

3 Tik op Scan naar netwerkmap.

4 Tik op het gewenste adres Gereed.

Als het gewenste adres niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het

scherm.

5 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de scaninstellingen.

Zie “Scaninstellingen”.

6 Tik op Scannen.

Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm

gevraagd om een andere pagina te scannen.

• Als u een andere pagina wilt scannen, plaatst u het document en tikt u vervolgens

op Doorgaan.

• Als u klaar bent met scannen, tikt u op Gereed.

Scannen naar een USB-flashstation

Met de functie Scan naar USB kunt u gescande gegevens rechtstreeks opslaan op een

USB-flashstation dat aangesloten is op de printer zonder software te gebruiken.

Zie “Ondersteunde USB-sticks”.

Procedures

De gescande gegevens opslaan op een USB-flashstation:

OPMERKING:

• Als u een USB-flashstation eerst in de voorste USB-poort steekt, wordt het scherm USB-stick

gedetecteerd mogelijk weergegeven. Selecteer in dat geval Scannen naar USB en ga verder

met stap 6.

Aanmeldingswachtwoord Voer het wachtwoord in dat hoort bij de inlognaam.

• Voor Computer (SMB): een leeg wachtwoord is niet geldig in

Netwerk (computer). Zorg ervoor dat u een geldig wachtwoord

hebt voor de gebruikersinlogaccount. Zie “Een gebruikersaccount

instellen (alleen SMB)”.

• Voor Server (FTP): neem contact op met uw systeembeheerder.

Aanmeld. wachtwrd

bevestigen

Voer uw wachtwoord opnieuw in.

Poortnummer Voer het poortnummer van de server in. Als u niet zeker weet wat het

nummer is, kunt u de standaardwaarde 139 invoeren voor Computer

(SMB) en 21 voor FTP-server.

Beschikbare poorten zijn:

Voor Computer (SMB): 139, 445, 5000 - 65535

Voor Server (FTP): 21, 5000 - 65535

256

| Scannen

1 Plaats de documenten.

Zie “Documenten plaatsen”.

2 Druk op de knop (Home).

3 Steek een USB-flashstation in de voorste USB-poort van de printer.

4 Tik op Scan naar USB.

5 Selecteer een map waarin u de gescande gegevens wilt opslaan.

Zie “Een map opgeven waarin u de gescande gegevens wilt opslaan”.

6 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de scaninstellingen.

Zie “Scaninstellingen”.

7 Tik op Scannen.

OPGELET:

• Verwijder de USB-stick niet terwijl de printer de gegevens erop leest.

De gegevens op de stick of de stick zelf kunnen beschadigd raken, waardoor u deze niet

langer kunt gebruiken.

Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm

gevraagd om een andere pagina te scannen.

• Als u een andere pagina wilt scannen, plaatst u het document en tikt u vervolgens

op Doorgaan.

• Als u klaar bent met scannen, tikt u op Gereed.

8 Verwijder de USB-stick uit de printer.

OPGELET:

• Zorg ervoor dat de printer geen gegevens aan het lezen is op de USB-stick.

Een map opgeven waarin u de gescande gegevens wilt opslaan

Als u de gescande gegevens wilt opslaan in een map op het USB-flashstation, moet u de

map opgeven voordat u de scantaak uitvoert.

1 Als er mappen aanwezig zijn op het USB-flashstation, worden de mapnamen

weergegeven op het touch-paneel.

2 Selecteer een map waarin u de gescande gegevens wilt opslaan.

OPMERKING:

• De standaardlocatie voor opslaan is de hoofdmap van het USB-flashstation.

• U kunt niet rechtstreeks het pad naar een map opgeven via het numerieke toetsenbord.

• Tijdens deze stap kunt u elke willekeurige map op het USB-flashstation selecteren, maar u

kunt geen nieuwe map aanmaken. Maak altijd eerst een nieuwe map aan voordat u het

USB-flashstation aansluit op de printer.

Als de naam van de gescande gegevens al voorkomt in de map, genereert de printer

een nieuwe bestandsnaam om de gegevens te bewaren.

Gescande gegevens via e-mail verzenden

Met de functie Scan naar email kunt u de gescande gegevens verzenden als een

e-mailbijlage. Om een e-mail te versturen hebt u een e-mailaccount nodig, zoals een

zakelijk e-mailaccount of een e-mailaccount van een internet service provider.

Gmail-accounts kunnen ook worden gebruikt.

Scannen |

257

Hierna worden de procedures beschreven voor het configureren van de functie Scan

naar email.

1 “De nodige informatie over uw e-mailaccount verzamelen”

2 “Het DNS-serveradres instellen”

3 “De nodige informatie instellen om toegang te krijgen tot de mailserver”

De nodige informatie over uw e-mailaccount verzamelen

De volgende informatie is nodig om een e-mail vanaf de printer te verzenden:

• Informatie over het e-mailaccount (gebruikersaccount)

• E-mailservergegevens

OPMERKING:

• Neem contact op met uw netwerkbeheerder of uw internetprovider voor meer informatie over uw

e-mailaccount of de mailserver.

• Het is mogelijk dat de printer de e-mail niet kan versturen wanneer deze verbonden is met een

netwerk via een proxyserver. Neem in dat geval contact op met uw netwerkbeheerder.

• De voorbereidingen hieronder zijn van toepassing wanneer de e-mailaccountinformatie geldig is.

U moet de instellingen niet iedere keer opnieuw instellen wanneer u een e-mail verstuurt.

Het DNS-serveradres instellen

Voer de volgende procedure uit om het DNS-serveradres in te stellen bij de printer:

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

2 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Afdrukserverinstellingen TCP/IP.

3 Kies een van de volgende werkwijzen:

• Als u DHCP gebruikt voor de TCP/IP-instelling van uw printer:

Selecteer het keuzevakje Inschakelen voor DNS-serveradres ophalen van DHCP

bij DNS.

• Als u TCP/IP manueel instelt:

Stel Handmatig DNS-serveradres in bij DNS.

4 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

De nodige informatie instellen om toegang te krijgen tot de

mailserver

Voer de volgende procedure uit om de printer een e-mail te laten versturen:

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

2 Klik op Afdrukserverinstellingen E-mailserver.

258

| Scannen

3 Stel de mailserverinformatie als volgt in:

OPMERKING:

• In deze procedure worden de instellingen van een Gmail-account gebruikt als voorbeeld. De

serverinstellingen zijn anders voor elke e-maildienst.

• De informatie over de Gmail-account is gebaseerd op informatie van juni 2015. Bezoek de

homepage van Gmail voor recentere informatie.

a Stel de primaire SMTP-gateway in in het tekstvak Primaire SMTP-gateway.

Bijvoorbeeld: smtp.gmail.com

b Voer het SMTP-poortnummer in in het tekstvak SMTP-poortnummer.

Dit moet 25, 465, 587 of een getal tussen 5000 en 65535 zijn.

Bijvoorbeeld: 465

c Specificeer de verificatiemethode voor uitgaande e-mails in de vervolgkeuzelijst

Verzendverificatie e-mail.

Bijvoorbeeld: SMTP AUTH (Login)

d Stel de SMTP-gebruikerslogin in in het tekstvak SMTP-gebruikerslogin.

U kunt tot 63 letters en cijfers, punten en koppelstreepjes, liggende streepjes en

apenstaartjes (@) gebruiken. Als u meer dan één adres opgeeft, plaatst u komma's

tussen de adressen.

Bijvoorbeeld: [email protected]

OPMERKING:

• Het is niet aan te raden een persoonlijke e-mailaccount te delen voor de functie Scan naar

email van de printer. Gebruik een e-mailaccount die specifiek bestemd is voor de functie

Scan naar email.

e Stel het SMTP-accountwachtwoord in in het tekstvak Wachtwoord

SMTP-aanmelding.

U kunt maximaal 31 alfanumerieke tekens gebruiken.

f Controleer het ingestelde wachtwoord door het nogmaals in te voeren in het

tekstvak SMTP-inlogwachtwoord opnieuw invoeren.

g Kies een van de volgende werkwijzen:

Scannen |

259

• Als u iets anders geselecteerd hebt dan POP voor SMTP(normaal) of POP voor

SMTP(APOP) in de vervolgkeuzelijst Verzendverificatie e-mail, gaat u verder

met stap h.

• Als u POP voor SMTP(normaal) of POP voor SMTP(APOP) geselecteerd hebt

in de vervolgkeuzelijst Verzendverificatie e-mail, voert u het volgende in.

– Voer in het tekstvak POP3-serveradres het POP3-serveradres

pop.gmail.com in of als DNS-hostnaam van maximaal 63 tekens.

– Voer het POP3-serverpoortnummer in in het tekstvak

POP3-poortnummer.

Dit moet 110 of een getal tussen 5000 en 65535 zijn.

– Voer in het tekstvak POP-gebruikersnaam de gebruikersnaam in van de

POP3-account.

U kunt tot 63 alfanumerieke tekens, punten, koppeltekens,

onderstrepingstekens en apenstaartjes (@) gebruiken. Als u meer dan één

adres opgeeft, plaatst u komma's tussen de adressen.

– Voer in het tekstvak POP-gebruikerswachtwoord het

POP3-accountwachtwoord in.

Gebruik hiervoor maximaal 31 alfanumerieke tekens.

– Voer in het tekstvak POP-gebruikerswachtwoord opnieuw invoeren het

POP-gebruikerswachtwoord nogmaals in om het te controleren.

h Voer het e-mailantwoordadres in dat wordt verzonden met elke

e-mailwaarschuwing in het tekstvak Antwoordadres.

4 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

• Als SSL/TLS niet gebruikt wordt of als Ongeldig, POP voor SMTP(normaal) of

POP voor SMTP(APOP) geselecteerd is bij Verzendverificatie e-mail, zijn de

mailserverinstellingen volledig.

• Als SMTP-verificatie is geselecteerd voor Verzendverificatie e-mail en als

SSL/TLS-versleuteling wordt gebruikt om met de SMTP-server te communiceren,

moet het SSL/TLS-type worden ingesteld in Communicatie tussen SMTP –

SSL/TLS van SSL/TLS op het tabblad Beveiliging. Ga door met stap 5.

OPMERKING:

• Om een e-mail te verzenden via Gmail, stelt u het SSL/TLS-type in op SSL/TLS bij

Communicatie tussen SMTP – SSL/TLS onder SSL/TLS op het tabblad Beveiliging.

5 Klik op het tabblad Beveiliging SSL/TLS.

6 Selecteer een SSL/TLS-type uit de SMTP-SSL/TLS-communicatie-lijst.

OPMERKING:

• Selecteer SSL/TLS om een Gmail-account te gebruiken.

7 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

Een bestemmingse-mailadres opslaan in het adresboek

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

2 Klik op Adresboek tabblad E-mailadres Aanmaken.

260

| Scannen

De pagina E-mailadres voor het registreren van een nieuw e-mailadres verschijnt.

3 Voer de volgende informatie in:

• Naam

• Adres

4 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

Een e-mail met de gescande gegevens verzenden

1 Druk op de knop (Home).

2 Tik op Scan naar email.

3 Geef een ontvanger op door een van de volgende handelingen uit te voeren:

• Als u rechtstreeks een e-mailadres wilt invoeren:

a Tik op het tekstvak Voer adres ontvanger in.

b Voer het adres met behulp van het toetsenbord in.

c Ti k op Gereed.

U kunt de ontvanger verwijderen of bewerken door op + en de opgegeven

ontvanger te tikken.

• Als u een keuze wilt maken uit de volgende types adresboeken:

a Tik op Adresboek.

b Selecteer op een van de volgende manieren een ontvanger:

– Tik op Personen om een e-mailadres dat opgeslagen is in het adresboek

te selecteren.

– Tik op Groepen om een groep e-mailadressen die opgeslagen is in het

adresboek te selecteren.

– Tik op Netwerkadresboek om een e-mailadres te zoeken in het

LDAP-serveradresboek.

Zie “Een e-mail met gescande gegevens sturen met behulp van het

e-mailserveradresboek”.

Scannen |

261

c Ti k op Gereed.

U kunt details over de ontvanger verwijderen of bekijken, of een e-mailadres

instellen als Bcc door op + en de opgegeven ontvanger te tikken.

4 Tik op Afzender en specificeer vervolgens het e-mailadres van de afzender door

een van de volgende handelingen uit te voeren:

• Als u rechtstreeks een e-mailadres wilt invoeren:

a Tik op Toetsenbord.

b Voer het adres met behulp van het toetsenbord in.

c Ti k op Gereed.

• Als u een keuze wilt maken in het adresboek:

a Tik op Adresboek.

b Selecteer een e-mailadres dat opgeslagen is in het adresboek.

c Ti k op Gereed.

• Als u een keuze wilt maken in het serveradresboek:

Zie “Een e-mail met gescande gegevens sturen met behulp van het

e-mailserveradresboek”.

OPMERKING:

• Zie “Het adresboek en telefoonboek gebruiken” voor meer informatie over het adresboek en

serveradresboek.

• Meer informatie over Netwerkadresboek vindt u in “Gebruik van het serveradresboek en

servertelefoonboek”.

• E-mailadressen moeten geregistreerd zijn voordat u Adresboek kunt selecteren.

5 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de scaninstellingen.

Zie “Scaninstellingen”.

6 Tik op Verzenden.

Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm

gevraagd om een andere pagina te scannen.

• Als u een andere pagina wilt scannen, plaatst u het document en tikt u vervolgens

op Doorgaan.

• Als u klaar bent met scannen, tikt u op Gereed.

De scanner beheren

U kunt de poort die verbonden is met de computer selecteren, of het wachtwoord

instellen voor de scanner van de TWAIN-driver.

Open het programma dat TWAIN ondersteunt en klik vervolgens op Instellingen in het

scanvenster.

Poortinstellingen

Wanneer de printer rechtstreeks verbonden is met de computer via een USB-kabel,

selecteert u USB.

Wanneer de printer verbonden is met een netwerk, selecteert u Netwerk. Voer in het

tekstvak IP-adres of Hostnaam het IP-adres of de hostnaam van de printer in en klik

vervolgens op OK.

262

| Scannen

Wanneer de printer verbonden is met een netwerk

Wanneer u DHCP gebruikt voor de TCP/IP-instelling van de printer, is het mogelijk dat

de beeldvastleggende software de scanner soms niet vindt door een wijziging van het

IP-adres dat toegewezen wordt aan de printer. Controleer in dat geval het IP-adres van

de printer en verbind vervolgens de scanner door het IP-adres op te geven.

In Windows

kunt u het IP-adres van de printer controleren met behulp van Dell Printer

Hub of Dell Printer Management Tool. Voor Dell Printer Hub selecteert u de printer uit

Mijn printers en klikt u vervolgens links op het scherm op Printergegevens. Voor Dell

Printer Management Tool selecteert u de printer die standaard wordt weergegeven of

een andere printer in de vervolgkeuzelijst in de rechterbovenhoek van het scherm en

klikt u vervolgens links op Printergegevens.

De scanner zoeken

Op het tabblad Poortinstellingen kunt u scanners zoeken op het netwerk en de

gewenste scanner selecteren in de lijst met gedetecteerde scanners.

Dialoogvenster Zoekcriteria (alleen voor Windows

)

Wachtwoordinstellingen

Op het tabblad Wachtwoordinstellingen kunt u het wachtwoord invoeren dat voor uw

scanner ingesteld is om uw computer toegang te geven tot de printer.

Zoeken naar alle

netwerkscanners (alleen

Windows

)

Kies deze optie om scanners te zoeken op het netwerk.

Scannerlijst Geeft een overzicht van alle gevonden scanners.

Opnieuw zoeken Klik hier om de scanners op het netwerk te zoeken.

Zoekcriteria (alleen Windows

) Klik hier om het dialoogvenster Zoekcriteria weer te geven voor het

instellen van de zoekvoorwaarden. Zie “Dialoogvenster Zoekcriteria

(alleen voor Windows

)”.

Subnet-adres Voer het subnet-adres in.

• IPv4: rondzendingsadres zoals 192.0.2.1

• IPv6: multicast-adres zoals 2001:db8::

Zoektijd Geef een periode aan waarbinnen naar een scanner gezocht moet

worden.

Groepsnaam Voer de SNMPv1/v2-groepsnaam in. De standaard groepsnaam is

“public”.

Scannen |

263

Voor Windows

Voor OS X:

De standaardscaninstellingen wijzigen

OPMERKING:

• U kunt dezelfde instelling configureren met Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Dell™ Printer

Configuration Web Tool”.

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Standaardinstellingen Standaardinst.

Scannen.

3 Selecteer het gewenste menu-item.

Als het gewenste menu-item niet weergegeven wordt, tikt u op of om door

het scherm te scrollen.

4 Selecteer de gewenste instelling of voer de waarde in en tik daarna op OK.

5 Herhaal stappen 3 en 4 indien nodig.

Wachtwoord voor scanner Voer het wachtwoord in.

264

|Faxen

Faxen

OPMERKING:

• Als de instelling Functiebeheer op Vergrendeld staat, moet u het 4-cijferige wachtwoord

invoeren om de functie te kunnen gebruiken. Als de instelling Functiebeheer op Uit staat, is de

functie uitgeschakeld en is het menu niet beschikbaar. Zie “Functiebeheer”.

Initiële instellingen

Om de faxfunctie te kunnen gebruiken, moet u de initiële instellingen uitvoeren.

Als u de initiële faxinstellingen al uitgevoerd hebt bij het voor het eerst inschakelen van

de printer, kunt u deze procedure overslaan. Zie “Aanvankelijke instellingen instellen op

het bedieningspaneel”.

Als u de initiële faxinstellingen nog niet hebt uitgevoerd, kunt u de initiële instellingen

uitvoeren met behulp van Dell Printer Easy Install of via het bedieningspaneel.

Oorspronkelijke faxinstellingen specificeren met behulp van Dell

Printer Easy Install

1 Plaats de Software and Documentation-disk in uw computer.

2 Klik op Hoofdmenu.

3 Klik op Wijzigen.

Faxen |

265

4 Klik op Configureer de faxinstellingen Volgende.

5 Volg de instructie op het scherm.

De initiële faxinstellingen specificeren via het bedieningspaneel

Om de faxinstellingen handmatig in te stellen via het bedieningspaneel, moet u de

volgende menu's configureren.

OPMERKING:

• U kunt dezelfde instelling configureren met Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Dell™ Printer

Configuration Web Tool”.

• Als Pan.vergr. inst. ingesteld is op Inschakelen, voert u het wachtwoord in tijdens het

invoeren van Beheerinstellingen. Zie “Paneelvergrendeling”.

• Faxnummer, Land, Naam faxkoptekst en Lijntype:

Met de knop (Informatie) tabblad Extra Beheerinstellingen Fax

Settings Faxlijninstellingen

Als u de DRPD-optie gebruikt, kunt u het DRPD-patroon hier instellen.

OPMERKING:

• Wanneer u de landinstelling configureert, worden de betreffende instellingen geïnitialiseerd.

• Ontvangstfunctie:

Met de knop (Informatie) tabblad Extra Beheerinstellingen Fax

Settings Standaardinstellingen ontvangst

• Toon/puls:

Met de knop (Informatie) tabblad Extra Beheerinstellingen Fax

Settings Standaardinstellingen verzending

Zie “Fax Settings” voor meer informatie omtrent elk menu.

De faxinstellingen wijzigen

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Fax Settings.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Selecteer het gewenste menu.

266

|Faxen

4 Selecteer de gewenste instelling of voer een waarde in.

Als u een waarde wilt invoeren, tikt u op – of + of gebruikt u de numerieke toetsen of

het toetsenbord.

5 Tik op OK.

6 Herhaal stap 3 tot 5 indien nodig.

Zie “Fax Settings” voor beschikbare opties.

Een fax verzenden

U kunt gegevens vanaf de printer faxen. U kunt ook gegevens direct vanaf een computer

met een besturingssysteem van Microsoft

Windows

of vanaf een Macintosh-computer

faxen.

Een fax vanuit het geheugen verzenden

1 Plaats de documenten.

Zie “Documenten plaatsen”.

2 Druk op de knop (Home).

3 Tik op Fax.

4 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de faxinstellingen.

Zie “Faxinstellingen”.

Om terug te keren naar het vorige scherm, tikt u op Terug.

5 Voer een van de volgende handelingen uit om een faxnummer in te voeren of te

selecteren:

• Als u rechtstreeks een faxnummer wilt invoeren:

a Tik op het tekstvak Nummer invoeren.

b Voer het nummer met behulp van het toetsenbord in.

c Ti k op Gereed.

• Als u een keuze wilt maken in het telefoonboek:

a Tik op Telefoonboek.

– Tik op Personen om een individueel faxnummer te selecteren.

– Tik op Groepen om een groepskiesnummer te selecteren.

– Tik op Netwerktelefoonboek om een faxnummer te zoeken en

selecteren op de LDAP-server.

Zie “Een fax versturen met behulp van de Faxserver- adresboek”.

b Tik op Gereed.

OPMERKING:

• Zie “Het adresboek en telefoonboek gebruiken” voor meer informatie over het adresboek

en serveradresboek.

• Meer informatie over Netwerktelefoonboek vindt u in “Gebruik van het

serveradresboek en servertelefoonboek”.

• Het faxnummer moet geregistreerd worden voordat u Adresboek kunt selecteren.

• Als u een keuze wilt maken uit de snelkieslijst:

a Tik op Snelkiezen.

Faxen |

267

b Voer het snelkiesnummer in met behulp van de numerieke toetsen.

c Ti k op Gereed.

U kunt meer faxnummers toevoegen door op + te tikken.

6 Tik op Verzenden.

OPMERKING:

• U kunt de faxtaak op elk moment tijdens het verzenden van de fax annuleren door op

Stoppen te tikken.

Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm om een

andere pagina gevraagd.

• Wanneer u een nieuw document wilt plaatsen, vervangt u het document door

een nieuw document en tikt u op Doorgaan.

• Nadat u de documenten hebt geplaatst, tikt u op Gereed.

De printer begint het nummer te kiezen en verstuurt de fax wanneer het externe

faxapparaat klaar is.

Handmatig een fax verzenden

1 Plaats de documenten.

Zie “Documenten plaatsen”.

2 Druk op de knop (Home).

3 Tik op Fax.

4 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de faxinstellingen.

Zie “Faxinstellingen”.

5 Tik op Op de haak.

6 Voer het faxnummer van de ontvanger in met behulp van de numerieke toetsen.

U kunt de ontvanger ook door middel van een snelkiesnummer of het adresboek

kiezen. Zie “Automatisch kiezen”.

7 Tik op Verzenden.

OPMERKING:

• U kunt de faxtaak op elk moment tijdens het verzenden van de fax annuleren door op

Stoppen te tikken.

Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm om een

andere pagina gevraagd.

• Wanneer u een nieuw document wilt plaatsen, vervangt u het document door

een nieuw document en tikt u op Doorgaan.

• Nadat u de documenten hebt geplaatst, tikt u op Gereed.

Transmissies bevestigen

Wanneer de laatste pagina van uw document met succes is verzonden, piept de printer

en keert de printer terug in de stand-by stand.

Als er tijdens het verzenden van uw fax iets verkeerd is gegaan, verschijnt er een

foutbericht op het touch-paneel.

268

|Faxen

Als u een foutbericht ontvangt, tikt u op Close om het bericht te wissen en verzendt u

het document nogmaals.

U kunt de printer instellen zodat er na elke faxverzending een bevestigingsoverzicht

wordt afgedrukt. Zie “Faxverzending”.

Automatisch opnieuw kiezen

Als het gekozen nummer bezet is of als er geen antwoord komt wanneer u een fax

stuurt, kiest de printer het nummer om de minuut nogmaals op basis van het nummer

dat in de herkiesinstellingen is ingesteld.

Zie “Fax Settings” voor meer informatie over het wijzigen van het tijdsinterval tussen het

opnieuw kiezen en het aantal herkiespogingen.

OPMERKING:

• De printer zal een nummer niet opnieuw kiezen wanneer u handmatig een fax verzendt.

Een uitgestelde fax verzenden

De modus Vertraagde start kan worden gebruikt om gescande gegevens op te slaan om

deze op een specifieke tijd te verzenden, zodat u kunt profiteren van lagere

langeafstandstarieven.

Als de modus Vertraagde start geactiveerd is, slaat de printer alle te faxen documenten in

het geheugen op en worden deze op de aangegeven tijd gefaxt.

Als het faxen in de functie Vertraagde start is voltooid, worden de gegevens uit het

geheugen gewist.

1 Plaats de documenten.

Zie “Documenten plaatsen”.

2 Druk op de knop (Home).

3 Tik op Fax.

4 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de faxinstellingen.

Zie “Faxinstellingen”.

5 Tik op het Faxinstellingen-scherm op Uitgestelde verzending.

6 Selecteer het keuzevakje Aan.

7 Geef de starttijd op door op – of + te tikken, en tik vervolgens op OK.

8 Tik op Terug.

9 Voer het faxnummer van de ontvanger in met behulp van de numerieke toetsen.

U kunt de ontvanger ook door middel van een snelkiesnummer of in het adresboek

kiezen. Zie “Automatisch opnieuw kiezen”.

10 Tik op Verzenden.

Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm om een

andere pagina gevraagd.

• Wanneer u een nieuw document wilt plaatsen, vervangt u het document door

een nieuw document en tikt u op Doorgaan.

• Nadat u de documenten hebt geplaatst, tikt u op Gereed.

Faxen |

269

Het scannen wordt gestart en de gegevens worden in het geheugen opgeslagen om

op het specifieke tijdstip verzonden te worden.

OPMERKING:

• Als u de printer opnieuw opstart, worden de opgeslagen documenten verzonden zodra de

printer geactiveerd is.

• als de gespecificeerde starttijd overlapt met de tijdsperioden voor de beschikbare tijd of de

faxfunctie, kan de printer de vertraagde fax niet op de aangegeven tijd verzenden. Zie

“Beschikbare tijd instellen” en “Functiebeheer” voor meer informatie over de beschikbare tijd

en de faxfunctie.

Een fax rechtreeks vanaf een computer verzenden

Met behulp van het stuurprogramma kunt u een fax rechtstreeks vanaf uw computer

verzenden.

OPMERKING:

• alleen zwart-wit faxen kunnen met behulp van Direct faxen worden verzonden.

• als de gespecificeerde starttijd overlapt met de tijdsperioden voor de beschikbare tijd of de

faxfunctie, kan de printer de vertraagde fax niet op de aangegeven tijd verzenden. Zie “Beschikbare

tijd instellen” en “Functiebeheer” voor meer informatie over de beschikbare tijd en de faxfunctie.

Overzicht

Voor de volgende afbeeldingen wordt de Dell H825cdw gebruikt als voorbeeld.

Procedure

OPMERKING:

• De namen van de dialoogvensters en de knoppen zijn mogelijk anders dan in de volgende

procedure, afhankelijk van het programma dat u gebruikt.

• als u deze functie wilt gebruiken, moet u het faxstuurprogramma installeren. Zie “De software op

Windows

-computers installeren” voor Windows

. Zie “De software en printerstuurprogramma's

installeren” voor OS X.

In de volgende procedure wordt de Dell H825cdw gebruikt als voorbeeld.

1 Open het bestand dat u wilt faxen.

2 Open het dialoogvenster Afdrukken in het programma.

3 Selecteer Dell Color MFP H825cdw Fax Voorkeuren in Windows

of Faxinstelling

in OS X.

Fax

verzenden

Ontvangend apparaat

(faxapparaat/

multifunctionele printer)

Gegevens

verzenden

Dell Color MFP H825cdw

Fax-stuurprogramma

Verzendend apparaat

(deze printer)

270

|Faxen

Voor Windows

Voor OS X:

4 Geef de volgende instellingen op.

OPMERKING:

• De instellingen die hier worden doorgevoerd, worden slechts op één faxtaak toegepast.

Voor Windows

Faxen |

271

Voor OS X:

Verzendingsbeeldkwaliteit Selecteer de afdrukkwaliteit.

•Standaard: voor documenten met tekens van normaal

formaat.

• Hoge kwaliteit: voor documenten met kleine letters of dunnen

lijnen of documenten die afgedrukt worden met een

matrixprinter.

• Extra hoge beeldkwaliteit: voor documenten met uiterst fijne

details. De superfijnstand wordt alleen ingeschakeld als het

externe apparaat ook de resolutie Superfijn ondersteunt.

OPMERKING:

• Faxen die door het stuurprogramma Direct faxen met

afdrukkwaliteit Superieur worden afgedrukt, worden

verzonden met de hoogste resolutie die door

ontvangende apparaat kan worden ondersteund.

Verzendingsrapport Specificeer of er een faxverzendresultaat wordt afgedrukt.

•Reguliere uitvoer: drukt na elke faxverzending een

verzendresultaat af.

• Uitvoer voor niet-verzending: drukt alleen een

verzendresultaat af wanneer er een fout optreedt.

• Geen uitvoer: drukt geen faxverzendresultaten af.

Faxvoorblad Hier kunt u opgeven of er een vooromslag aan uw fax moet

worden toegevoegd.

• Printerinstellingen gebruiken: bepaalt of er een voorblad aan

uw fax moet worden toegevoegd overeenkomstig de instelling

die u opgeeft bij Faxvoorblad op het bedieningspaneel.

•Bijlage: voegt een voorblad aan uw fax toe.

• Geen: voegt geen voorblad aan uw fax toe.

Afzender Hier kunt u aangeven of u de afzendernaam op de faxvooromslag

wilt afdrukken.

• Printerinstellingen gebruiken: bepaalt of de naam van de

afzender al dan niet op het faxvoorblad moet worden

afgedrukt, op basis van de printerinstellingen.

• Voer een naam afzender in: hiermee kunt u bij Naam afzender

de naam van een afzender invoeren om af te drukken op het

faxvoorblad.

272

|Faxen

5 Kies een van de volgende werkwijzen:

• Voor Windows

: klik op OK om het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren te sluiten

en klik vervolgens op Afdrukken.

• Voor OS X: klik op Afdrukken.

Het dialoogvenster Ontvanger-instelling (voor Windows

) of Kies/controleer de

fax-verzending (voor OS X) verschijnt.

6 Voer de bestemming voor de ontvanger in door de volgende handeling uit te

voeren.

Raadpleeg de helpfunctie van het stuurprogramma voor meer informatie over het

invoeren van de bestemming.

Voor Windows

Naam verzender Voer een afzendernaam in om af te drukken op de

faxvooromslag.

De naam van de afzender kan uit maximaal 30 tekens bestaan. Als

er meer dan 30 tekens worden ingevoerd, worden alleen de

eerste 30 tekens afgedrukt.

Faxen |

273

Voor OS X:

• Voer de naam en het faxnummer rechtstreeks in.

• Selecteer een faxnummer in het telefoonboek:

OPMERKING:

• Wanneer u Mac OS X 10.7 of recenter gebruikt, kunt u de functie Apparaatgegevens

opzoeken in bepaalde programma's niet gebruiken.

• Voer het wachtwoord in in het tekstvak Wachtwoord in het gedeelte Autorisatie wanneer u

een fax wilt versturen en de faxfunctie met een wachtwoord beveiligd is.

• Als de instelling Functiebeheer op Vergrendeld staat, moet u het 4-cijferige wachtwoord

invoeren om de functie te kunnen gebruiken.

7 Klik op Verzending beginnen.

Automatisch kiezen

Snelkiezen

U kunt maximaal 200 veelgebruikte nummers in snelkieslocaties opslaan (001-200).

Wanneer de snelkiestaak die in de uitgestelde fax of snelkeuze is opgegeven, al bestaat,

kunt u het snelkiesnummer niet via het bedieningspaneel of Dell Printer Configuration

Web Tool wijzigen.

Instellen van snelkiezen

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Telefoonboek

Personen.

Opzoeken in Telefoonboek Kies uit een lijst met faxnummer die opgeslagen zijn in het

bestand dat opgegeven is voor Mijn telefoonboek bestand.

Apparaatgegevens

opzoeken

Kies uit een lijst met faxnummers die in het telefoonboek op de

printer opgeslagen zijn.

Importeren en bestand

toevoegen (alleen

Windows

)

Selecteer een bronbestand (bv. een CSV-bestand, WAB-bestand,

MAPI of een LDAP-server). Zie “LDAP-server” en “Faxserver-

adresboek”.

274

|Faxen

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Selecteer het gewenste snelkiesnummer.

Als het gewenste snelkiesnummer niet weergegeven wordt, tikt u op of om

door het scherm te scrollen.

Om direct naar een bepaald snelkiesnummer te gaan voert u dit nummer in met

behulp van de numerieke toetsen en sluit af met #.

Als er al een snelkiesnummer ingesteld is, worden de naam en het aantal

vermeldingen weergegeven op het scherm.

4 Tik op het tekstvak Nummer invoeren.

5 Voer de naam in en tik vervolgens op OK.

6 Tik op het tekstvak Nummer invoeren.

7 Voer het faxnummer in met behulp van de numerieke toetsen en tik op OK.

Om een pauze in te voegen tussen nummers, drukt u op de knop

(Herhalen/Pauzeren).

“-” verschijnt op het touch-paneel.

8 Tik op OK.

9 Herhaal stap 3 tot 8 indien nodig.

Snelkiesnummers bewerken

U kunt snelkiesnummers bewerken of verwijderen.

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Telefoonboek

Personen.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Selecteer het gewenste snelkiesnummer.

Als het gewenste snelkiesnummer niet weergegeven wordt, tikt u op of om

door het scherm te scrollen.

4 Ga als volgt te werk:

• Om een snelkiesnummer te bewerken:

a Tik op Bewerken het tekstvak Naam of Faxnummer.

b Voer een nieuwe naam of een faxnummer in en tik vervolgens op OK.

• Om een snelkiesnummer te verwijderen:

Tik op Verwijderen Verwijderen.

5 Herhaal stap 3 en 4 indien nodig.

Verzenden van een fax met behulp van snelkiezen

1 Plaats de documenten.

Zie “Documenten plaatsen”.

Faxen |

275

2 Druk op de knop (Home).

3 Tik op Fax Snelkiezen.

4 Voer een snelkiesnummer in met behulp van de numerieke toetsen en tik vervolgens

op Gereed.

OPMERKING:

• als u en sterretje (*) als eerste cijfer gebruikt, kunt u een document naar meerdere locaties

verzenden. Als u bijvoorbeeld 00* invoert, kunt u een document verzenden naar de locaties

die zijn geregistreerd tussen 001 en 009.

5 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de faxinstellingen.

Zie “Faxinstellingen”.

6 Tik op Verzenden.

Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm om een

andere pagina gevraagd.

• Wanneer u nog een document wilt scannen, vervangt u het document door een

nieuw document en tikt u vervolgens op Doorgaan.

• Nadat u de documenten hebt geplaatst, tikt u op Gereed.

Het in de snelkieslocatie opgeslagen faxnummer wordt gekozen. Het document wordt

verzonden wanneer het externe faxapparaat antwoordt.

Groepskiezen

Als u een document vaak naar meerdere bestemmingen stuurt, kunt u een groep van

deze bestemmingen maken en onder een groepskieslocatie van één cijfer opslaan.

Hierdoor kunt u een groepskiesnummerinstelling gebruiken om hetzelfde document

naar alle bestemmingen in de groep te sturen.

OPMERKING:

• u kunt een groepskiesnummer niet in een ander groepskiesnummer opnemen.

Groepskiezen instellen

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Telefoonboek Groepen.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Selecteer het gewenste groepskiesnummer.

Als het gewenste groepskiesnummer niet weergegeven wordt, tikt u op of

om door het scherm te scrollen.

Als er al een groepskiesnummer ingesteld is, worden de naam en het aantal

vermeldingen die opgeslagen zijn in dat groepskiesnummer weergegeven op het

scherm.

4 Tik op het tekstvak Groepsnaam invoeren.

5 Voer de naam in en tik vervolgens op OK.

276

|Faxen

6 Tik op Toevoegen uit adresboek.

OPMERKING:

• Het faxnummer moet geregistreerd worden voordat u Toevoegen uit adresboek kunt

selecteren.

7 Selecteer het gewenste snelkiesnummer.

Als het gewenste snelkiesnummer niet weergegeven wordt, tikt u op of om

door het scherm te scrollen.

8 Tik op OK.

9 Herhaal stap 3 tot 8 indien nodig.

Wijzigen van groepskiezen

U kunt een specifiek snelkiesnummer uit een geselecteerde groep verwijderen of een

nieuw nummers aan de geselecteerde groep toevoegen.

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Telefoonboek Groepen.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Selecteer het gewenste groepskiesnummer.

Als het gewenste groepskiesnummer niet weergegeven wordt, tikt u op of

om door het scherm te scrollen.

4 Ga als volgt te werk:

• Om een snelkiesnummer te bewerken:

a Tik op Bewerken tekstvak Groepsnaam invoeren.

b Voer een nieuwe naam in en tik op OK.

• Om een snelkiesnummer uit het groepskiesnummer te verwijderen:

Tik op Verwijderen.

5 Herhaal stap 3 en 4 indien nodig.

Verzenden van een fax met behulp van groepskiezen (verzenden naar

meerdere adressen)

U kunt groepskiezen gebruiken voor rondzenden of uitgestelde verzendingen.

Volg de procedure voor de gewenste bewerking. Zie “Uitgestelde verzending”.

U kunt een of meerdere groepsnummers in één handeling gebruiken. Ga dan door met

de procedure om de gewenste handeling te voltooien.

De printer scant het document dat in de automatische papierlade voor dubbelzijdig

afdrukken (DADF) geplaatst is of op de document-glasplaat gelegd is in het geheugen.

De printer kiest elk nummer dat in de groep is opgenomen.

Afdrukken van een snelkieslijst

U kunt uw instelling voor automatisch kiezen controleren door een snelkieslijst af te

drukken.

Zie “Rapport/lijst”.

Faxen |

277

Telefoonboek

U kunt de in telefoonboeken geregistreerde telefoonnummers selecteren en opzoeken.

1 Plaats de documenten.

Zie “Documenten plaatsen”.

2 Druk op de knop (Home).

3 Tik op Fax Telefoonboek.

4 Geef de ontvanger op door een van de volgende handelingen uit te voeren:

• Als u een keuze wilt maken in het lokale telefoonboek:

a Tik op Personen of Groepen.

b Selecteer het gewenste snelkiesnummer of groepskiesnummer.

Als het gewenste nummer niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger

over het scherm.

c Ti k op Gereed.

• Als u wilt zoeken in het servertelefoonboek:

a Tik op Netwerktelefoonboek.

b Voer een trefwoord in met behulp van het toetsenbord en tik op Zoeken.

c Tik op een ontvanger in de zoekresultaten Gereed.

OPMERKING:

• Zie “Het adresboek en telefoonboek gebruiken” voor meer informatie over het adresboek en

serveradresboek.

• Meer informatie over Netwerktelefoonboek vindt u in “Gebruik van het serveradresboek en

servertelefoonboek”.

• een faxnummer moet eerst worden geregistreerd voordat u een adresboek kunt selecteren.

5 Tik op Verzenden.

Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm om een

andere pagina gevraagd.

• Wanneer u een nieuw document wilt plaatsen, vervangt u het document door

een nieuw document en tikt u op Doorgaan.

• Nadat u de documenten hebt geplaatst, tikt u op Gereed.

Een fax ontvangen

OPMERKING:

• Om de modus Telefoon/fax of Antw apparaat/fax te gebruiken, sluit u een

antwoordapparaat aan op de telefoonstekker aan de achterkant van de printer. Zie “Een telefoon of

antwoordapparaat aansluiten”.

Als het geheugen vol is, wordt de fax in de modus Telefoon ontvangen.

Plaatsen van papier om faxen te ontvangen

De instructies voor het plaatsen van het papier in de papierlade zijn hetzelfde voor als u

afdrukt, faxt of kopieert, behalve dat faxen alleen kunnen worden afgedrukt op papier

van Letter-formaat, A4-formaat of Legal-formaat. Zie “Inleggen van de afdrukmedia” en

“Afdrukmediarichtlijnen”.

278

|Faxen

Automatisch een fax ontvangen

Om automatisch een fax te ontvangen, gebruikt u de modus FAX, Telefoon/fax of

Antw apparaat/fax. De standaardinstelling is de modus FAX. Zie “Ontvangstfunctie”.

OPMERKING:

• Om de modus Telefoon/fax of Antw apparaat/fax te gebruiken, sluit u een externe telefoon

aan op de telefoonstekker aan de achterkant van de printer. Zie “Een telefoon of antwoordapparaat

aansluiten”.

Handmatig een fax ontvangen

In de modus Telefoon of Telefoon/fax kunt u handmatig faxen ontvangen. Zie

“Ontvangstfunctie”.

Ontv.op afstand gebruiken

Gebruik Ontv.op afstand om handmatig een fax te ontvangen van een externe telefoon,

zonder dat u naar de printer hoeft te gaan.

Om handmatig een fax te ontvangen met behulp van de externe telefoon, moet u een

externe telefoon aansluiten op de telefoonaansluiting aan de achterkant van de printer

en ook Ontv. op afstand instellen op Aan. Zie “Een telefoon of antwoordapparaat

aansluiten”.

Als u een gesprek op de externe telefoon ontvangt en de faxtoon hoort, voert u op de

externe telefoon de code voor ontvangen op afstand in.

OPMERKING:

• Voor het invoeren van de code voor ontvangst op afstand op de externe telefoon moet u de

numerieke toetsen langzaam in de juiste volgorde indrukken. Als u de faxtoon van het externe

apparaat nog steeds hoort, probeert u nogmaals de 2-cijferige code in te voeren.

• De standaardcode voor ontvangen op afstand is 00. U kunt deze 2-cijferige code vervangen door

een code naar keuze. Zie “Ontvangstfunctie”.

• stel het kiessysteem van uw externe telefoon in op DTMF.

“Handm. ontvangen” bij “Op de haak” gebruiken

U kunt een fax handmatig ontvangen door te tikken op Ontvangen bij Op de haak op

het touch-paneel.

1 Wanneer de externe telefoon overgaat, neemt u de hoorn van de haak.

2 Controleer of u de faxtoon hoort en druk vervolgens op de knop (Home).

3 Tik op Fax Op de haak Ontvangen Ontvangen.

4 Leg de hoorn van de externe telefoon op de haak.

De printer begint met het ontvangen van een fax en keert terug naar stand-by wanneer

de ontvangst is voltooid.

Faxen ontvangen met behulp van Distinctive Ring Pattern

Detection (DRPD)

DRPD is een service van de telefoonmaatschappij die een gebruiker in staat stelt om met

één telefoonlijn verschillende telefoonnummers te beantwoorden. Het nummer dat

iemand gebruikt om u te bellen, wordt geïdentificeerd door verschillende belpatronen,

die bestaan uit verschillende combinaties van lange en korte belgeluiden.

Faxen |

279

Voordat u de optie Distinctive Ring Pattern Detection (DRPD) gebruikt, moet een aparte

beldienst door de telefoonmaatschappij op uw telefoonlijn worden geïnstalleerd. Voor

het instellen van Distinctive Ring Pattern Detection hebt u een andere telefoonlijn op uw

locatie nodig of iemand die uw faxnummer van buitenaf kan bellen.

DRPD configureren:

OPMERKING:

• U kunt dezelfde instelling configureren met de Werkset of Dell Printer Configuration Web Tool. Zie

“Werkset” of “Dell™ Printer Configuration Web Tool”.

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Fax Settings

Faxlijninstellingen.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Tik op tot DRPD-patroon verschijnt en tik vervolgens op DRPD-patroon.

4 Selecteer het gewenste patroon en tik vervolgens op OK.

OPMERKING:

• De printer biedt zeven DRPD-patronen. Als deze service bij uw telefoonmaatschappij

beschikbaar is, vraagt u uw telefoonmaatschappij welk patroon u nodig hebt om de service te

kunnen gebruiken.

5 Schakel de printer uit en vervolgens opnieuw in om de instellingen toe te passen.

Voor het ontvangen van faxen in DRPD moet u het menu op DRPD instellen. Zie

“Ontvangstfunctie”.

Faxen ontvangen in de modus Veilige ontvangst

U kunt voorkomen dat ontvangen faxen door ongeautoriseerde personen kunnen

worden geopend. U kunt de modus Veilige ontvangst inschakelen met behulp van de

optie Veilige ontvangst om te voorkomen dat ontvangen faxen worden afgedrukt

wanneer er niemand bij de printer staat. In de modus Veilige ontvangst worden alle

binnenkomende faxen opgeslagen in het geheugen. Als de modus wordt uitgeschakeld,

worden alle opgeslagen faxen afgedrukt.

OPMERKING:

• Om de modus Veilige ontvangst in te schakelen, moet Pan.vergr. inst. ingesteld zijn op

Inschakelen.

Veilige ontvangst inschakelen:

OPMERKING:

• U kunt dezelfde instelling configureren met Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Dell™ Printer

Configuration Web Tool”.

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Fax Settings

Standaardinstellingen ontvangst.

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Tik op tot Veilige ontvangst verschijnt en tik vervolgens op Veilige

ontvangst.

280

|Faxen

4 Tik op Beveil. ontv.inst. Inschakelen.

5 Voer een 4-cijferig wachtwoord in en tik vervolgens op OK.

Wanneer een fax in de modus Veilige ontvangst wordt ontvangen, slaat de printer deze

op in het geheugen en wordt Beveiligd ontvangen van faxen ingeschakeld op het

scherm Afdrukken om u te laten weten dat er een fax opgeslagen is.

Ontvangen documenten afdrukken:

1 Druk op de knop (Home).

2 Tik op Afdrukken.

3 Veeg over het scherm tot Beveiligd ontvangen van faxen verschijnt en tik

vervolgens op Beveiligd ontvangen van faxen.

4 Voer een 4-cijferig wachtwoord in en tik vervolgens op OK.

De in het geheugen opgeslagen faxen worden afgedrukt.

Veilige ontvangst uitschakelen:

1 Volg dezelfde stappen (1 tot 3) als onder “Veilige ontvangst inschakelen:”.

2 Tik op Beveil. ontv.inst. Uitschakelen.

Ontvangen van faxen in het geheugen

Aangezien de printer een apparaat is dat meerdere taken tegelijk kan uitvoeren, kunt u

faxen ontvangen terwijl u kopieën of afdrukken maakt. Als u een fax ontvangt terwijl u

bezig bent met kopiëren, afdrukken of als het papier of de toner op is, slaat de printer

inkomende faxen in het geheugen op. Zodra u klaar bent met kopiëren, afdrukken of het

bijvullen van de verbruiksartikelen, drukt de printer de fax af.

Polling-ontvangst

U kunt faxen van het externe faxapparaat ontvangen wanneer u ze wilt ontvangen.

1 Druk op de knop (Home).

2 Tik op Fax Op de haak Polling.

3 Voer het faxnummer van het apparaat aan de andere kant van de lijn met behulp van

de numerieke toetsen in.

4 Tik op Ontvangen.

Faxrapporten

De volgende rapporten zijn mogelijk handig bij het gebruik van de fax:

OPMERKING:

• Zie “Rapport/lijst” voor meer informatie over andere rapporten en het afdrukken van een rapport.

Snelkiezen Deze lijst geeft alle nummers weer die op dit moment als

snelkiesnummers in het geheugen van de printer zijn opgeslagen.

Adresboek Deze lijst geeft alle adressen weer die op dit moment in het geheugen

van de printer als adresboekinformatie zijn opgenomen.

Faxen |

281

De standaardfaxinstellingen wijzigen

OPMERKING:

• U kunt dezelfde instelling configureren met de Werkset of Dell Printer Configuration Web Tool. Zie

“Werkset” of “Dell™ Printer Configuration Web Tool”.

1 Druk op de knop (Informatie).

2 Tik op het tabblad Extra Standaardinstellingen Standaardinst.

Faxen.

3 Selecteer het gewenste menu-item.

Als het gewenste menu-item niet weergegeven wordt, tikt u op of om door

het scherm te scrollen.

4 Selecteer de gewenste instelling of voer de waarde in en tik daarna op OK.

5 Herhaal stappen 3 en 4 indien nodig.

Serveradres Deze lijst geeft alle nummers weer die op dit moment in het

geheugen van de printer als Serveradresboekinformatie zijn

opgenomen.

Faxactiviteit Dit rapport geeft informatie weer over de faxen die u onlangs hebt

ontvangen of verzonden.

Fax wachtend Deze lijst geeft de status van wachtende faxen weer. U kunt deze lijst

afdrukken om de wijzigingen van instellingen te controleren.

Afdrukteller Dit rapport geeft het totale aantal afgedrukte pagina’s weer. Het

rapport krijgt de naam Afdrukvolumerapport of ColorTrack-rapport,

afhankelijk van de instelling van ColorTrack-modus.

282

| Dell Document Hub

Dell Document Hub

Dell Document Hub is de vlot toegankelijke gateway tot diverse cloudservices om u te

helpen uw documenten te beheren. Met Dell Document Hub kunt u papieren

documenten converteren naar bewerkbare digitale inhoud en ze direct opslaan in uw

favoriete cloud-opslagdienst. U kunt naar bestanden zoeken bij verschillende clouds

tegelijkertijd en ze dan gemakkelijk delen en afdrukken.

OPMERKING:

• Dell Document Hub is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

De gebruiker registreren en inloggen bij Dell

Document Hub

Om Dell Document Hub te gebruiken moet u een gebruikersaccount registreren op de

printer en inloggen bij Dell Document Hub.

Een nieuwe gebruiker voor Dell Document Hub registreren

Bereid de vereiste toegangsinformatie voor elke cloud-dienst die u wilt gebruiken voor

en zorg er vervolgens voor dat u een op de printer geregistreerde gebruikersaccount

hebt. Zie “Een nieuwe gebruikersaccount maken”.

Een nieuwe gebruiker vanaf een computer registreren

1 Ga op uw computer naar de Dell Document Hub-website door de volgende URL in

te voeren in de webbrowser:

www.dell.com/dochub

2 Volg de instructie op het scherm.

Er wordt een e-mail verzonden naar het geregistreerde e-mailadres.

3 Controleer de e-mail en volg de activatie-instructies in de e-mail.

Om een nieuwe gebruiker op de printer te registreren

U kut de gebruikersregistratie uitvoeren vanaf de printer.

OPMERKING:

• Om het registratieproces te voltooien, hebt u een computer of mobiel toestel nodig om een e-mail

te ontvangen en naar de Dell Document Hub-website te gaan.

1 Log in bij de printer als geregistreerd gebruiker.

2 Tik op het Home-scherm op Dell Document Hub Nieuwe gebruiker

Volgende.

Zoeken naar

bestanden

Bladeren

naar

bestanden

Scannen

Slimme

OCR-scan

E-mail mij

Visitekaart-

lezer

Terug

Afmelden

Dell Document Hub |

283

3 Volg de instructie op het scherm.

Inloggen bij Dell Document Hub

1 Log in bij de printer als geregistreerd gebruiker.

2 Tik op het Home-scherm op Dell Document Hub.

3 Tik op het tekstvak E-mail en voer vervolgens het e-mailadres in.

OPMERKING:

• U kunt ook tikken op om een recent ingevoerd e-mailadres te selecteren uit een lijst. De

lijst kan maximaal acht recent ingevoerde e-mailadressen bevatten.

4 Tik op het tekstvak Wachtwoord, voer het wachtwoord in en tik vervolgens op

Gereed.

Als u uw e-mailadres en het wachtwoord wilt opslaan, vinkt u het keuzevakje

E-mail en wachtwoord<LF>opslaan aan.

OPMERKING:

• Het e-mailadres en wachtwoord worden op de printer opgeslagen onder uw

gebruikersaccount bij de printer. Wegens veiligheidsredenen is het aanbevolen uw

gebruikersaccount bij de printer te beveiligen met een wachtwoord. Als uw

gebruikersaccount niet beveiligd is met een wachtwoord, kunnen onbevoegde gebruikers

zich aanmelden met uw gebruikersaccount bij de printer en vervolgens via Dell Document

Hub uw documenten die opgeslagen zijn in de cloud-diensten bekijken.

5 Tik op Aanmelden.

OPMERKING:

• Als alle tegels op het scherm Dell Document Hub bleek en gedeactiveerd zijn wanneer u inlogt,

betekent dit dat u de nodige procedures voor het activeren van uw account bij Dell Document Hub

niet hebt voltooid.

Controleer de e-mail die u ontvangen hebt van Dell Document Hub en activeer vervolgens uw

account.

Pictogrammen voor de Dell Document Hub-schermen

Aanmelden bij Dell Doc Hub

E-mail invoeren

Wachtwoord invoeren

E-mail:

Wachtwoord:

E-mail en wachtwoord

opslaan

Nieuwe gebruiker

Terug Aanmelden

Cloudservices

Terug

65 7

Zoekresultaten (25 bestanden)

Terug

Afdrukken

1 geselect.

Afdrukinstellingen

Aantal

Lade selecteren

Uitvoerkleur

Lade1. Letter

Normaal

1-zijdig

Kleur

2-zijdig afdrukken

Terug

Afdrukken

284

| Dell Document Hub

Wanneer het scherm met de favorietenlijst wordt weergegeven

wanneer u op de tegel op het Dell Document Hub-scherm tikt

Dit betekent dit dat uw favoriete instellingen voor de functies werden opgeslagen op de

printer. Selecteer de gewenste instelling in de lijst of tik op Overslaan om verder te

gaan met de procedure.

Terugkeren naar het Home-scherm

Tik op Terug of druk op de knop (Home).

OPMERKING:

• Wanneer u terugkeert naar het scherm Home door op Terug te tikken of op de knop (Home)

te drukken, blijft de inlogstatus behouden.

Wanneer u de volgende keer op Dell Document Hub op het Home-scherm tikt, moet u niet meer

inloggen terwijl u ingelogd bent op het Home-scherm.

• U kunt ook op Afmelden tikken om terug te keren naar het Home-scherm, maar in dat geval blijft

de inlogstatus niet behouden. Wanneer u de volgende keer inlogt bij Dell Document Hub, moet u

opnieuw uw e-mailadres en wachtwoord ingeven.

Uitloggen op de printer

Druk op de knop (Inloggen/Uitloggen) om uit te loggen bij het Home-scherm en

het portaalscherm weer te geven.

OPMERKING:

• Wanneer u uitlogt met de knop (Inloggen/Uitloggen), blijft de inlogstatus bij de Dell

Document Hub behouden wanneer het keuzevakje E-mail en wachtwoord<LF>opslaan

geselecteerd is in stap 4 van “Inloggen bij Dell Document Hub”. Wanneer u de volgende keer op

Dell Document Hub tikt op het Home-scherm, kunt u het inlogproces overslaan.

1 Geeft aan dat de clouddienst correct gelinkt is met Dell Document Hub.

Tik hier om meer informatie weer te geven.

2 Geeft aan dat de cloud-dienst niet of incorrect gelinkt is.

Ga naar www.dell.com/dochub om deze opnieuw te linken.

Tik hier om meer informatie weer te geven.

3 Geeft aan dat de link van de clouddienst met Dell Document Hub verstreken is.

Ga naar www.dell.com/dochub om deze opnieuw te linken.

Tik hier om meer informatie weer te geven.

4 Tik hier om in de huidige map en submappen (indien aanwezig) van de geselecteerde

cloud-dienst te zoeken naar bestanden. Dit wordt weergegeven wanneer u Scannen of

Slimme OCR-scan

selecteert.

5 Tik hier om de resultaten te sorteren in oplopende volgorde, aflopende volgorde of volgorde

van cloud-diensten.

6 Tik hier om de instellingen voor afdrukken, scannen of e-mailen te wijzigen.

7 Tik hier om een voorbeeld te bekijken van de geselecteerde bestanden (maximaal de eerste

drie pagina's van elk bestand).

8 Tik hier om de instellingen voor afdrukken, scannen of e-mailen of een map als Favoriet op te

slaan.

Dell Document Hub |

285

Bestanden zoeken en afdrukken

U kunt bestanden zoeken die zijn opgeslagen in cloud-diensten en ze via de printer

afdrukken. U kunt bij verschillende cloud-diensten tegelijkertijd zoeken. Deze methode

is geschikt wanneer u met sleutelwoorden, zoals de bestandsnaam, wilt zoeken.

OPMERKING:

• Om bestanden te zoeken in meerdere clouddiensten, gaat u naar www.dell.com/dochub en

verbindt u de clouddiensten met Dell Document Hub.

1 Tik op het Dell Document Hub-scherm op Zoeken naar bestanden.

2 Voer de trefwoorden in en tik vervolgens op Zoeken.

De bestanden worden gezocht in de verschillende cloud-diensten die u

geregistreerd hebt.

3 Tik op de bestanden die u wilt afdrukken.

OPMERKING:

• Als het gewenste bestand niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het scherm.

• U kunt maximaal 10 bestanden selecteren.

• U kunt de resultaten sorteren door op te tikken en de sorteervolgorde te selecteren.

4 Tik op en bekijk een voorbeeld van de geselecteerde bestanden.

Op het scherm Voorbeeld van bestand wordt er een klein voorbeeld

weergegeven van de drie eerste pagina's van elk bestand.

• Om een groot voorbeeld weer te geven van de pagina tikt u op pagina in de

kleine voorbeeldweergave.

• Om een voorbeeld te zien van de andere bestanden sleept u over het scherm van

de ene zijde naar de andere.

• Om een bestand te specificeren als het af te drukken bestand, selecteert u het

keuzevakje in de linkerbovenhoek naast de kleine voorbeelden.

• Om terug te keren naar het vorige scherm, tikt u op Terug.

5 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de afdrukinstellingen.

Zie “Afdrukinstellingen”.

6 Tik op Afdrukken.

OPMERKING:

• Tik op Stoppen om het afdrukken te annuleren.

• U kunt het afdrukken starten door op Afdrukken te tikken op om het even welk scherm van

Zoekresultaten, Voorbeeld van bestand of Afdrukinstellingen.

Terug Zoeken

Best.naam/sleutelwoord invoeren

286

| Dell Document Hub

Door bestanden bladeren en ze afdrukken

U kunt naar bestanden in de geselecteerde cloud-diensten bladeren en deze afdrukken.

Deze methode is geschikt wanneer u weet in welke cloud-dienst het bestand dat u wilt

afdrukken zich bevindt.

1 Tik op het Dell Document Hub-scherm op Bladeren naar bestanden.

Ga naar

www.dell.com/dochub om de clouddienst te linken met Dell Document Hub.

2 Tik op de cloud-dienst waarin u wilt bladeren.

OPMERKING:

• Als de gewenste cloud-dienst niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het

scherm.

3 Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken door een van de volgende handelingen

uit te voeren:

• Tik op de locatie die u wilt doorbladeren en op het bestand dat u wilt afdrukken.

OPMERKING:

• Als de gewenste locatie niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het scherm.

• Zoek de bestanden in de geselecteerde cloud-dienst.

a Tik op .

b Voer de bestandsnaam of sleutelwoorden in en tik vervolgens op Zoeken.

OPMERKING:

• U kunt de resultaten sorteren door op te tikken en de sorteervolgorde te selecteren.

c Ti k op Terug om terug te keren naar het vorige scherm.

OPMERKING:

• U kunt maximaal 10 bestanden selecteren.

4 Tik op en bekijk een voorbeeld van de geselecteerde bestanden.

OPMERKING:

• Op het scherm Voorbeeld van bestand worden de drie eerste pagina's van elk bestand

weergegeven.

• Om een groot voorbeeld weer te geven van de pagina tikt u op pagina in de kleine

voorbeeldweergave.

• Om een voorbeeld te zien van de andere bestanden sleept u over het scherm van de ene zijde

naar de andere.

• Om een bestand te specificeren als het af te drukken bestand, selecteert u het keuzevakje in

de linkerbovenhoek naast de kleine voorbeelden.

• Om terug te keren naar het vorige scherm, tikt u op Terug.

5 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de afdrukinstellingen.

Cloudservices

Terug

Dell Document Hub |

287

Zie “Afdrukinstellingen”.

OPMERKING:

• U kunt de afdrukinstellingen en het pad naar het bestand als een favoriet opslaan bij de

cloud-dienst.

1 Tik op op het scherm Afdrukinstellingen.

2 Geef uw favoriet een naam op het scherm Favoriet opslaan en tik vervolgens op

Opslaan.

• Als u voor een favoriet dezelfde naam kiest als de naam van een bestaande favoriet, zullen de

instellingen en het pad naar het bestand overschreven worden.

• U kunt een overbodige favoriet wissen door te tikken op .

• Nadat u uw instellingen als een favoriet opgeslagen hebt, kunt u deze instellingen opnieuw

oproepen wanneer u de volgende keer inlogt bij Dell Document Hub vanaf eender welke

printer van hetzelfde model.

6 Tik op Afdrukken.

OPMERKING:

• Tik op Stoppen om het afdrukken te annuleren.

• U kunt het afdrukken starten door op Afdrukken te tikken op om het even welk scherm van

inhoudslijsten, Zoekresultaten, Voorbeeld van bestand of Afdrukinstellingen.

Scannen

U kunt het document scannen en de gescande gegevens opslaan in de cloud-dienst.

1 Tik op het Dell Document Hub-scherm op Scannen.

2 Selecteer de bestemming voor het opslaan van de gescande gegevens door een van

de volgende handelingen uit te voeren:

• Tik op een cloud-dienst voor het opslaan van de gescande gegevens en voer

vervolgens een van de volgende handelingen uit:

– Tik op de plaats waar u de gegevens wilt opslaan.

OPMERKING:

• Als de locatie niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het scherm.

– Zoek de bestanden in de geselecteerde cloud-dienst.

a Tik op .

b Voer de bestandsnaam of sleutelwoorden in en tik vervolgens op Zoeken.

OPMERKING:

• U kunt de resultaten sorteren door op te tikken en de sorteervolgorde te selecteren.

c Ti k op Terug om terug te keren naar het vorige scherm.

• Zoek het bestand in meerdere cloud-diensten.

a Tik op .

Cloudservices

Terug

288

| Dell Document Hub

b Voer de bestandsnaam of sleutelwoorden in en tik vervolgens op Zoeken.

OPMERKING:

• U kunt de resultaten sorteren door op te tikken en de sorteervolgorde te selecteren.

c Ti k op Terug om terug te keren naar het vorige scherm.

3 Tik op Volgende.

4 Tik op het tekstvak Bestandsnaam en voer vervolgens de bestandsnaam in.

5 Tik op het vak Bestandsindeling en selecteer vervolgens een bestandsindeling.

6 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de scaninstellingen.

Zie “Scaninstellingen”.

OPMERKING:

• U kunt de afdrukinstellingen en het pad naar het bestand als een favoriet opslaan bij de

cloud-dienst.

1 Tik op op het scherm Scaninstellingen.

2 Geef uw favoriet een naam op het scherm Favoriet opslaan en tik vervolgens op

Opslaan.

• Als u voor een favoriet dezelfde naam kiest als de naam van een bestaande favoriet, zullen de

instellingen en het pad naar het bestand overschreven worden.

• U kunt een overbodige favoriet wissen door te tikken op .

• Nadat u uw instellingen als een favoriet opgeslagen hebt, kunt u deze instellingen opnieuw

oproepen wanneer u de volgende keer inlogt bij Dell Document Hub vanaf eender welke

printer van hetzelfde model.

7 Tik op Scannen.

OPMERKING:

• Tik op Stoppen om het scannen te annuleren.

Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm om een

andere pagina gevraagd.

• Wanneer u nog een document wilt scannen, vervangt u het document door een

nieuw document en tikt u vervolgens op Doorgaan.

• Nadat u de documenten hebt geplaatst, tikt u op Gereed.

Het document scannen met behulp van Optische

tekenherkenning (OCR)

U kunt het document scannen met behulp van OCR en het in de cloud opslaan.

1 Tik op het Dell Document Hub-scherm op Slimme OCR-scan.

2 Selecteer de bestemming voor het opslaan van het geconverteerde bestand door

een van de volgende handelingen uit te voeren:

Cloudservices

Terug

Dell Document Hub |

289

• Tik op een cloud-dienst voor het opslaan van het geconverteerde bestand en

voer vervolgens een van de volgende handelingen uit:

– Tik op de plaats waar u het geconverteerde bestand wilt opslaan.

OPMERKING:

• Als de locatie niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het scherm.

– Zoek de bestanden in de geselecteerde cloud-dienst.

a Tik op .

b Voer de bestandsnaam of sleutelwoorden in en tik vervolgens op Zoeken.

OPMERKING:

• U kunt de resultaten sorteren door op te tikken en de sorteervolgorde te selecteren.

c Ti k op Terug om terug te keren naar het vorige scherm.

• Zoek het bestand in meerdere cloud-diensten.

a Tik op .

b Voer de bestandsnaam of sleutelwoorden in en tik vervolgens op Zoeken.

OPMERKING:

• U kunt de resultaten sorteren door op te tikken en de sorteervolgorde te selecteren.

c Ti k op Terug om terug te keren naar het vorige scherm.

3 Tik op Volgende.

4 Tik op het tekstvak Bestandsnaam en voer vervolgens de bestandsnaam in.

5 Tik op het vak Bestandsindeling en selecteer vervolgens een bestandsindeling.

6 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de scaninstellingen.

Zie “Slimme OCR-scan” en “Scaninstellingen”.

OPMERKING:

• U kunt de afdrukinstellingen en het pad naar het bestand als een favoriet opslaan bij de

cloud-dienst.

1 Tik op op het scherm Scaninstellingen.

2 Geef uw favoriet een naam op het scherm Favoriet opslaan en tik vervolgens op

Opslaan.

• Als u voor een favoriet dezelfde naam kiest als de naam van een bestaande favoriet, zullen de

instellingen en het pad naar het bestand overschreven worden.

• U kunt een overbodige favoriet wissen door te tikken op .

• Nadat u uw instellingen als een favoriet opgeslagen hebt, kunt u deze instellingen opnieuw

oproepen wanneer u de volgende keer inlogt bij Dell Document Hub vanaf eender welke

printer van hetzelfde model.

7 Tik op Scannen.

Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm om een

andere pagina gevraagd.

• Wanneer u nog een document wilt scannen, vervangt u het document door een

nieuw document en tikt u vervolgens op Doorgaan.

• Nadat u de documenten hebt geplaatst, tikt u op Gereed.

De gescande gegevens via e-mail naar uzelf

verzenden

U kunt het document scannen en als bijlage bij een e-mail laten opsturen.

290

| Dell Document Hub

1 Tik op het Dell Document Hub-scherm op E-mail mij.

2 Tik op het vak Bestandsindeling en selecteer vervolgens een bestandsindeling.

3 Tik op het tekstvak Onderwerp en voer een onderwerp in voor de e-mail met de

gescande gegevens.

4 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de e-mailinstellingen.

Zie “E-mail mij” en “Scaninstellingen”.

OPMERKING:

• U kunt de e-mailinstellingen als een favoriet opslaan bij de cloud-dienst.

1 Tik op op het scherm Scaninstellingen.

2 Geef uw favoriet een naam op het scherm Favoriet opslaan en tik vervolgens op

Opslaan.

• Als u voor een favoriet dezelfde naam kiest als de naam van een bestaande favoriet, zullen de

instellingen en het pad naar het bestand overschreven worden.

• U kunt een overbodige favoriet wissen door te tikken op .

• Nadat u uw instellingen als een favoriet opgeslagen hebt, kunt u deze instellingen opnieuw

oproepen wanneer u de volgende keer inlogt bij Dell Document Hub vanaf eender welke

printer van hetzelfde model.

5 Tik op Verzenden.

Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm om een

andere pagina gevraagd.

• Wanneer u nog een document wilt scannen, vervangt u het document door een

nieuw document en tikt u vervolgens op Doorgaan.

• Nadat u de documenten hebt geplaatst, tikt u op Gereed.

Een gescand visitekaartje via e-mail naar uzelf

verzenden

Visitekaartjes kunnen gescand en geconverteerd worden naar vCard-bestanden en

daarna als bijlage bij een e-mail worden verzonden.

E-mail mij

Adres:

Bestandsindeling:

Onderwerp:

Terug

Verzenden

Dell Document Hub |

291

1 Tik op het Dell Document Hub-scherm op Visitekaart-lezer.

2 Tik op het tekstvak Onderwerp en voer een onderwerp in voor de e-mail met het

vCard-bestand.

3 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de e-mailinstellingen.

a Ti k op OCR-taal en selecteer een taal.

b Tik op Terug om terug te keren naar het vorige scherm.

4 Tik op Verzenden.

Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm om een

andere pagina gevraagd.

• Wanneer u nog een document wilt scannen, vervangt u het document door een

nieuw document en tikt u vervolgens op Doorgaan.

• Nadat u de documenten hebt geplaatst, tikt u op Gereed.

Visitekaartlezer

vCard (visitekaart)

Terug

Verzenden

Adres:

Bestandsindeling:

Onderwerp:

292

| Rechtstreeks afdrukken en scannen vanaf SharePoint

Rechtstreeks afdrukken en scannen vanaf

SharePoint

U kunt vanaf de printer rechtstreeks verbinding maken met de SharePoint

-server om

documenten vanaf de server af te drukken of gescande gegevens op de server op te

slaan.

OPMERKING:

• Deze functie is beschikbaar op de Dell S2825cdn.

• Met deze functie kunt u enkel door PDF- en JPEG-bestanden bladeren, deze afdrukken en ze

opslaan.

De SharePoint

-server registreren.

U kunt maximaal 10 servers registreren.

1 Log met behulp van Lokale authenticatie in bij de printer als een geregistreerd

gebruiker.

2 Tik op het Home-scherm op SharePoint.

Het scherm Aanmelden SharePoint wordt weergegeven.

3 Tik op

Het scherm Configuratie wordt weergegeven.

4 Tik op het vak Server-URL invoeren.

5 Voer de server-URL in, tik op Gereed en vervolgens op +.

Herhaal stappen 4 en 5 om meer SharePoint

-servers te registreren.

6 Tik op Terug.

Afsluiten

Afdrukken

Scannen

Afmelden

Aanmelden SharePoint

Naam invoeren

Wachtwoord invoeren

Server-URL selecteren

Gebruikers-ID:

Wachtwoord:

Server-URL:

Terug Aanmelden

Rechtstreeks afdrukken en scannen vanaf SharePoint

293

De server-URL-lijst bewerken

U kunt de server-URL-lijst bewerken op het Configuratie-scherm.

Tik op de gewenste server-URL en tik dan op Verwijderen of Bewerken.

Inloggen bij de SharePoint

-server

1 Log met behulp van Lokale authenticatie in bij de printer als een geregistreerd

gebruiker.

2 Tik op het Home-scherm op SharePoint.

Het scherm Aanmelden SharePoint wordt weergegeven.

3 Tik op het tekstvak Gebruikers-ID en voer vervolgens het gebruikers-ID in.

OPMERKING:

• U kunt ook tikken op om een recent ingevoerd gebruikers-ID te selecteren uit een lijst.

De lijst kan maximaal acht recent ingevoerde gebruikers-ID’s bevatten.

4 Tik op het tekstvak Wachtwoord en voer het wachtwoord in.

5 Tik op om de gewenste SharePoint

-server te selecteren in de serverlijst.

6 Tik op Aanmelden.

Terugkeren naar het Home-scherm

Tik op Afsluiten of druk op de knop (Home).

OPMERKING:

• Wanneer u terugkeert naar het scherm Home door op Afsluiten te tikken of op de knop

(Home) te drukken, blijft de inlogstatus behouden.

Wanneer u de volgende keer op SharePoint op het Home-scherm tikt, moet u niet meer inloggen

terwijl u ingelogd bent op het Home-scherm.

• U kunt ook op Uitloggen of de knop (Inloggen/Uitloggen) tikken om terug te keren

naar het Home-scherm, maar in dat geval wordt de inlogstatus niet behouden. Wanneer u de

volgende keer op SharePoint tikt op het Home-scherm, moet u opnieuw inloggen bij de

SharePoint

-server.

Door bestanden bladeren en ze afdrukken

U kunt bladeren door de bestanden die opgeslagen zijn op de geselecteerde

SharePoint

-server en deze afdrukken.

1 Tik op het SharePoint-scherm op Afdrukken.

Aanmelden SharePoint

Naam invoeren

Wachtwoord invoeren

Server-URL selecteren

Gebruikers-ID:

Wachtwoord:

Server-URL:

Terug Aanmelden

294

| Rechtstreeks afdrukken en scannen vanaf SharePoint

Het scherm Afdrukken vanuit SharePoint wordt weergegeven.

2 Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken door een van de volgende handelingen

uit te voeren:

• Tik op het bestand dat u wilt afdrukken.

OPMERKING:

• Als het gewenste bestand niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het

scherm.

• Zoek de bestanden op de geselecteerde SharePoint

-server.

a Tik op .

b Voer de bestandsnaam of sleutelwoorden in en tik vervolgens op Zoeken.

c Tik op het bestand dat u wilt afdrukken.

OPMERKING:

• U kunt maximaal 10 bestanden selecteren.

3 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de afdrukinstellingen.

Zie “Afdrukinstellingen”.

OPMERKING:

• Het is niet mogelijk om de afdrukinstellingen op te slaan voor het afdrukken van documenten

op de SharePoint

-server.

4 Tik op Afdrukken.

OPMERKING:

• Tik op Stoppen om het afdrukken te annuleren.

• U kunt het afdrukken starten door op Afdrukken te tikken op om het even welk scherm van

Afdrukken vanuit SharePoint, Zoekresultaten of Afdrukinstellingen.

Scannen

U kunt het document scannen en de gescande gegevens opslaan op de geselecteerde

SharePoint

-server.

1 Tik op het SharePoint-scherm op Scannen.

Afdrukken vanuit SharePoint

geselect.

Terug Afdrukken

Rechtstreeks afdrukken en scannen vanaf SharePoint

295

Het volgende SharePoint-scherm wordt weergegeven.

Als u de gescande gegevens in deze map wilt opslaan, tikt u op Volgende en gaat u

verder naar stap 3.

2 Selecteer de map voor het opslaan van de gescande gegevens door een van de

volgende handelingen uit te voeren:

• Tik op de map waar u de gescande gegevens wilt opslaan en tik vervolgens op

Volgende.

OPMERKING:

• Als de gewenste map niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het scherm.

• Zoek de map op de geselecteerde SharePoint

-server.

a Tik op .

b Voer de mapnaam of sleutelwoorden in en tik vervolgens op Zoeken.

c Tik op de map waar u de gescande gegevens wilt opslaan en tik vervolgens op

Volgende.

Het scherm Scannen naar SharePoint wordt weergegeven.

3 Tik op het tekstvak Bestandsnaam en voer vervolgens de bestandsnaam in.

4 Tik op het vak Bestandsindeling en selecteer vervolgens een bestandsindeling.

5 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de scaninstellingen.

Zie “Scaninstellingen”.

OPMERKING:

• Het is niet mogelijk om de scaninstellingen op te slaan voor het opslaan van gescande

gegevens op de SharePoint

-server.

6 Tik op Scannen.

OPMERKING:

• Tik op Stoppen om het scannen te annuleren.

Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm om een

andere pagina gevraagd.

• Wanneer u nog een document wilt scannen, vervangt u het document door een

nieuw document en tikt u vervolgens op Doorgaan.

• Nadat u de documenten hebt geplaatst, tikt u op Gereed.

Terug Volgende

296

Uw printer leren kennen

Werken met de software van uw printer 297

Gebruikersverificatie 312

Meerdere bureaubladen- Tegels aanpassen 316

Het adresboek en telefoonboek gebruiken 319

Gebruik van digitale certificaten 326

Printerberichten begrijpen 335

Specificaties 346

Werken met de software van uw printer |

297

Werken met de software van uw printer

Overzicht

Gebruik de disc Software and Documentation om een combinatie van

softwareprogramma’s/hulpmiddelen te installeren.

Hieronder vindt u meer informatie over de compatibiliteit van de

softwareprogramma’s/hulpmiddelen en besturingssystemen.

( : ondersteund; leeg: niet ondersteund)

Dell Printer Hub/Dell Printer Management Tool

OPMERKING:

• Dell Printer Hub is alleen beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw

• Dell Printer Management Tool is alleen beschikbaar op de Dell S2825cdn.

• Deze software wordt ondersteund door Windows

7 en recenter.

Deze software combineert uw printerbeheer, monitoringtools en

cloudverbindingsmogelijkheden in één programma.

U kunt het programma gebruiken om printerhulpprogramma’s, geavanceerde

scanfuncties en details over de printer/verbruiksartikelen te bekijken, en meldingen te

ontvangen over stuurprogramma-/software-updates en de printerstatus.

OPMERKING:

• Verbinding maken met de cloud en scanfuncties gebruiken zijn alleen mogelijk via Dell Printer Hub.

U kunt Dell Printer Hub/Dell Printer Management Tool ook gebruiken om online of

telefonisch verbruiksartikelen van Dell te bestellen.

Zie “Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool gebruiken”.

Om Dell Printer Hub/Dell Printer Management Tool te starten, klikt u op Start Alle

programma’s Dell Printers Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool.

De volgende softwareprogramma’s zijn geactiveerd in Dell Printer Hub en Dell Printer

Management Tool:

• Adresboek-bewerker

Zie “Adresboek-bewerker”.

• Werkset

Zie “Werkset”.

Item Windows

OS X Linux

Dell Printer Hub/Dell Printer Management Tool

Het venster Printer Status

Statusmonitorconsole

Status Monitor Widget

Werkset

Adresboek-bewerker

ScanKnop-manager

Dell™ Supplies Management System

User Setup Disk Creating Tool

Applicatiebeheer

298

| Werken met de software van uw printer

• Printer Embedded Web Server (EWS)

Geeft Dell Printer Configuration Web Tool weer. Zie “Dell™ Printer Configuration

Web Tool”.

• Configuratietool

Configureert de IP-adresinstellingen, faxinstellingen en Wi-Fi-instellingen.

OPMERKING:

• Wi-Fi-instellingen zijn beschikbaar voor de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

• Applicatiebeheer

Zie “Applicatiebeheer”.

Zie FAQ in Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool.

Het venster Printer Status

Het venster Printerstatus laat u weten wanneer er een waarschuwing of fout optreedt

(bv. een papierstoring of toner die bijna op is).

Standaard wordt het venster Printerstatus alleen geopend wanneer er zich een fout

voordoet. Wanneer er zich een fout voordoet, verschijnt er een foutbericht op het

venster Printerstatus. U kunt instellen dat het venster Printerstatus altijd geopend blijft

wanneer u afdrukt via Eigenschappen afdrukstatusvenster.

Hier kunt u ook controleren hoeveel toner en papier er nog over zijn en welke

configuratie van opties er is gekozen voor de printer.

Zie de helpfunctie in het venster Printerstatus.

Statusmonitorconsole/Status Monitor Widget

U kunt in de Status Monitor Console/Status Monitor Widget meerdere voorbeelden van

het Statusvenster voor een bepaalde printer beheren.

Om de Statusmonitor-console te starten, selecteert u een printer uit de lijst of bij

Printerselectie, en klikt u vervolgens op de naam van de printer om het Statusvenster

voor die specifieke printer te openen.

Zie “Status Monitor Widget voor Macintosh gebruiken” voor OS X.

Zie “De Status Monitor Console voor Linux gebruiken” voor Linux.

Werkset

U kunt de Hulpmiddelen gebruiken voor het bekijken, specificeren en de diagnose

stellen van de printerinstellingen.

De Werkset starten

1 Voor Windows

Klik op Start Alle programma’s Dell Printers Dell Printer Hub of Dell Printer

Management Tool.

Voor Windows

10:

Klik op de knop Start Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool.

2 Selecteer voor Dell Printer Hub de printer bij Mijn printers op het startscherm.

Werken met de software van uw printer |

299

Selecteer voor Dell Printer Management Tool de printer die standaard weergegeven

wordt, of selecteer een andere printer in de vervolgkeuzelijst in de

rechterbovenhoek van het startscherm.

3 Klik aan de linkerkant van het scherm op Werkset.

Zie de helpfunctie van de Werkset voor meer informatie.

Adresboek-bewerker

Met de Adresboek-editor kunt u contactgegevens zoals telefoonnummers en

e-mailadressen registreren. Zie “Via de Adresboek-bewerker”.

ScanKnop-manager

Met de ScanKnop-manager kunt u de locatie voor het opslaan van gescande gegevens

wijzigen. Zie “De locatie voor het opslaan van gescande gegevens wijzigen”.

Dell™ Supplies Management System

U kunt het Dell Supplies Management System gebruiken om online of telefonisch

verbruiksartikelen van Dell te bestellen.

Zie “Dell Supplies Management System-venster”.

User Setup Disk Creating Tool

Het programma User Setup Disk Creating Tool wordt gebruikt voor het aanmaken van

stuurprogramma-installatiepakketten die aangepaste stuurprogramma-instellingen

bevatten. U kunt het programma User Setup Disk Creating Tool terugvinden in de map

MakeDisk onder de map Utilities op de disc Software and Documentation. De gebruikte

printerstuurprogramma’s vindt u ook terug op de disc Software and Documentation. Een

stuurprogramma-installatiepakket kan een groep opgeslagen

stuurprogramma-instellingen bevatten, en daarnaast ook andere gegevens voor zaken

zoals:

• Afdrukrichting en N-op-1

• Watermerk

• Lettertypereferenties

Als u het printerstuurprogramma op meerdere computers met hetzelfde

besturingssysteem wilt installeren, maakt u een configuratiedisk op een medium of

server op het netwerk. Gebruik van een dergelijke zelfgemaakte configuratiedisk kan u

heel wat werk besparen bij het installeren van het printerstuurprogramma.

• Installeer het printerstuurprogramma op de computer waarmee u de installatiedisk

wilt samenstellen.

• De configuratiedisk kan alleen gebruikt worden met het besturingssysteem

waaronder de disk is aangemaakt of met computers die werken met datzelfde

besturingssysteem. Maak afzonderlijke configuratiedisks voor elk van de

besturingssystemen.

300

| Werken met de software van uw printer

Applicatiebeheer

Applicatiebeheer is een hulpprogramma waarmee u apps op de printer kunt installeren,

updaten en verwijderen.

OPMERKING:

• Applicatiebeheer wordt ondersteund door Windows

7 en recenter.

Applicatiebeheer starten

De volgende procedure gebruikt Windows

7/Windows

10 als voorbeeld.

Voor de Dell H625cdw en Dell H825cdw

1 Voor Windows

Klik op Start Alle programma's Dell Printers Dell Printer Hub.

Voor Windows

10:

Klik op de knop Start Dell Printer Hub.

2 Selecteer de printer uit Mijn printers op het startscherm.

3 Klik links op het scherm van Dell Printer Hub op Applicatiebeheer.

4 Voer hetzelfde ID en wachtwoord in dat wordt gebruikt voor Dell Printer

Configuration Web Tool en klik daarna op OK.

Voor Dell S2825cdn

1 Voor Windows

Klik op Start Alle programma's Dell Printers Dell Printer Management Tool.

Voor Windows

10:

Klik op de knop Start Dell Printer Management Tool.

2 Selecteer de printer die standaard weergegeven wordt, of selecteer een andere

printer in de vervolgkeuzelijst in de rechterbovenhoek van het startscherm.

3 Klik links op het scherm van Dell Printer Management Tool op Applicatiebeheer.

4 Voer hetzelfde ID en wachtwoord in dat wordt gebruikt voor Dell Printer

Configuration Web Tool en klik daarna op OK.

Status Monitor Widget voor Macintosh gebruiken

Status Monitor Widget is een printerprogramma dat een efficiënt gebruik van de printer

bevordert door middel van de uitwisseling van gegevens tussen de Macintosh en de

printer.

Status Monitor Widget

• Controle van Dell-printers

Hiermee kunt u de status van Dell-printers controleren die momenteel aangesloten

zijn op de Macintosh.

• Waarschuwingen krijgen

Waarschuwt u wanneer er een probleem is (bv. vastgelopen papier of toner die bijna

op is).

Werken met de software van uw printer |

301

• Bestellen van benodigdheden

Hiermee opent u de website waarop u verbruiksartikelen kunt bestellen

Alvorens de Status Monitor Widget te installeren

Besturingssystemen

• Mac OS X 10.7

• OS X 10.8

• OS X 10.9

• OS X 10.10

Netwerkprotocols en interfaces

• LPR

• Socket 9100

• Bonjour

• USB 2.0 en 1.1 (Wanneer er meerdere printers van hetzelfde model zijn aangesloten

via USB-kabels, kunt u alleen de eerst herkende printer controleren in de Status

Monitor Widget.)

De Status Monitor Widget installeren

1 Dubbelklik op het pictogram Dell Color MFP H625cdw/Dell Color MFP

H825cdw/Dell Color MFP S2825cdn op het Finder-venster.

2 Volg de instructies op het scherm.

OPMERKING:

• tijdens het installatieproces moet u de aanmeldingsnaam en het wachtwoord van de

beheerder invoeren.

302

| Werken met de software van uw printer

De Status Monitor Widget openen en sluiten

De Status Monitor Widget openen

1 Klik op het pictogram Dashboard in het Dock.

OPMERKING:

• Als de Statusmonitor n iet wordt weergegeven, klikt u op het (Plus)-teken in de linker

onderhoek van het scherm en klikt u vervolgens op het pictogram van de Statusmonitor op

de Widgetbalk.

• in het weergegeven bericht Een printer selecteren selecteert u de printer in Voorkeuren. Zie

“Voorkeuren”.

De Status Monitor Widget sluiten

1 Klik op het (Min)-teken in de linker onderhoek van het scherm.

2 Klik op de knop (sluiten) linksboven in het venster.

De Status Monitor Widget sluiten

Het venster Printer Status

Nadat de Status Monitor Widget is geactiveerd, verschijnt het venster Printerstatus op

Dashboard.

Werken met de software van uw printer |

303

Het meldingsgedeelte van de printerstatus

Hier vindt u een bericht over de huidige printerstatus.

OPMERKING:

• De Status Monitor Widget haalt printerinformatie op waarbij het de bijgewerkte interval gebruikt die

u kunt instellen in Voorkeuren. De printerstatus wordt eveneens vernieuwd wanneer het

Dashboard verschijnt of Voorkeuren wordt gesloten.

• Als de Status Monitor Widget geen respons krijgt van de printer, wordt het bericht Kan geen

printerinformatie ophalen weergegeven.

• wanneer de printer is aangesloten via een USB-kabel, kunt u de status van de printer niet

controleren wanneer de printer aan het afdrukken of scannen is.

Het afbeeldingsgedeelte van de printerstatus

Hier vindt u de afbeelding van de printerstatus.

• Beeld Geschatte tonerniveau:

Hier vindt u het geschatte tonerniveau voor elke kleur als de printer naar behoren

werkt.

OPMERKING:

• Als het programma geen respons van de printer krijgt, wordt het tonerbeeld Onbekend

weergegeven.

• Printerfoutbeeld:

Hier vindt u een indicatiebeeld wanneer er een fout optreedt.

Wanneer deze afbeelding weergegeven wordt, kan de printer niet gebruikt worden.

De knop Bestellen van benodigdheden

Opent het venster Bestellen.

Om het venster Bestellen te verbergen, klikt u nogmaals op Bestellen van

benodigdheden.

Knop Info (i)

Opent het venster Voorkeuren.

OPMERKING:

• De knop info (i) verschijnt rechtsonder in het venster als de cursor boven het venster Printerstatus

staat. De knop info (i) wordt standaard gebruikt in alle widgets.

304

| Werken met de software van uw printer

Het venster Bestellen

In dit venster vindt u informatie voor het online of telefonisch bestellen van

printerbenodigdheden.

U opent het venster Bestellen als volgt:

Klik op Bestellen van benodigdheden in het venster Printerstatus.

OPMERKING:

• wanneer wordt waargenomen dat de toner aan het opraken is, verschijnt het venster Bestellen.

Order online

• Via de hyperlink Bezoek de bestelwebsite van Dell voor printerbenodigdheden.

Opent de website voor het bestellen van printerbenodigdheden van Dell.

• URL-lijst

Hier vindt u een lijst met beschikbare URL’s via welke u Dell-printerbenodigdheden

kunt bestellen.

Selecteer een URL-adres dat u wilt gebruiken bij het klikken op de hyperlink Bezoek

de bestelwebsite van Dell voor printerbenodigdheden.

Telefonisch bestellen

• Telefoonnummerlijst

Hier vindt u een lijst met beschikbare telefoonnummers die u kunt bellen om

Dell-printerbenodigdheden te bestellen.

• Keuzevakje Update phone contacts when rebooting

Selecteer dit keuzevakje om de lijst met telefoonnummers regelmatig bij te werken.

Dell en het milieu

Klik op de hyperlink als u de website over recyclen wilt bezoeken.

Voorkeuren

U opent als volgt de Voorkeuren:

Werken met de software van uw printer |

305

Klik op de knop info (i) in het venster Printerstatus.

OPMERKING:

• De knop info (i) verschijnt rechtsonder in het venster als de cursor boven het venster Printerstatus

staat. De knop info (i) wordt standaard gebruikt in alle widgets.

Printer

Hier vindt u een lijst met beschikbare printernamen in het vervolgkeuzemenu. De printer

die als eerste in deze lijst wordt weergegeven, wordt als standaardprinter ingesteld.

Statusupdate-interval

U kunt de update-interval opgeven voor de status van de printer. Standaard is het

ophalen van informatie van de printer ingesteld op iedere 10 seconden.

SNMP-groepsnaam

Als u de standaard groepsnaam (openbaar) gebruikt, kunt u de groepsnaam voor SNMP

(Simple Network Management Protocol) wijzigen. U kunt maximaal 31 tekens invoeren.

Service-tag

Klik op Tag opvragen om een service-tag te verkrijgen.

OPMERKING:

• u kunt geen service-tag ophalen als de printer is aangesloten met een USB-kabel.

Gereed

Klik op deze knop als u terug wilt keren naar het venster Printerstatus.

De Status Monitor Console voor Linux gebruiken

Statusmonitor-console is een printerprogramma dat een efficiënt gebruik van de printer

bevordert door middel van de uitwisseling van gegevens tussen de Linux en de printer.

Statusmonitorconsole

• Controle van Dell-printers

Hiermee kunt u de status van Dell-printers controleren die momenteel aangesloten

zijn op de Linux.

• Waarschuwingen krijgen

Waarschuwt u bij problemen, bijvoorbeeld vastgelopen papier of oprakende toner.

• Bestellen van benodigdheden

Hiermee opent u de website waarop u verbruiksartikelen kunt bestellen.

306

| Werken met de software van uw printer

Alvorens de Status Monitor Console te installeren

OPMERKING:

• voor de Statusmonitor-console moeten de volgende modules zijn geïnstalleerd.

- Python, PyGTK, Net-SNMP, cups-libs en xdg-open

Controleer of deze modules zijn geïnstalleerd alvorens u de Statusmonitor-console installeert.

• de Statusmonitor-console is beschikbaar wanneer de printer is aangesloten op een netwerk (LPR

of Socket 9100). Er is geen ondersteuning van USB-aansluitingen.

Distributies

• Red Hat Enterprise Linux 6 Desktop

• SUSE Linux Enterprise Desktop 11

• Ubuntu 12.04 LTS

Afdruksysteem

• Common UNIX Printing System (CUPS)

De Status Monitor Console installeren

1 Activeer de terminal en meld u aan als supergebruiker.

2 Voer de volgende rpm-opdracht in het terminalvenster in.

Voor Red Hat Enterprise Linux 6 Desktop en SUSE Linux Enterprise Desktop 11:

Voor Ubuntu 12.04 LTS:

De Status Monitor Console starten

1 Klik op Dell Printers Statusmonitor-console

Zie “Het venster Printer Selection”.

2 Selecteer de printer.

Zie “Het venster Printer Status”.

Het venster Printer Selection

# rpm -ivh (Typ de bestandsnaam van het pakket)

# dpkg -i (Typ de bestandsnaam van het pakket)

Werken met de software van uw printer |

307

Printerlijst

Alle printers die zijn geregistreerd in het Common UNIX Printing System (CUPS) worden

in een lijst vermeld.

• Statusiconen:

Gereed

Onbekend/Offline/Toner bijna op/Papier bijna op

Deur open/Vastgelopen papier/Toner op/Papier op

Knop Settings

Opent het venster Instellingen.

Knop Details

Opent het venster Printerstatus. Als er een niet-ondersteunde printer geselecteerd is,

wordt Dell Printer Configuration Web Tool geopend. Zie “Dell™ Printer Configuration

Web Tool”.

Knop Refresh

Updatet de informatie van printers.

Knop Close

Sluit het venster Printerselectie.

Het venster Printer Status

Na het opgeven van de printer in het venster Printer Selection verschijnt het venster

Printer Status.

Het meldingsgedeelte van de printerstatus

Hier vindt u een bericht over de huidige printerstatus.

OPMERKING:

• de Statusmonitor-console haalt automatisch printerinformatie op waarbij het de bijgewerkte

interval gebruikt die u kunt instellen in het venster Settings. Om de printerstatus te vernieuwen,

klikt u op Vernieuwen.

• Als de Statusmonitor-console geen respons krijgt van de printer, wordt het bericht Kan geen

printerinformatie ophalen weergegeven.

308

| Werken met de software van uw printer

Het afbeeldingsgedeelte van de printerstatus

• Iconen voor de huidige tonerstatus

Hiermee geeft u iconen weer voor de huidige status van elke toner.

Het niveau van de toner is meer dan 30 procent.

Het niveau van de toner is minder dan 29 procent.

Het niveau van de toner is minder dan 9 procent.

Het niveau van de toner is onbekend.

• Beelden Geschatte tonerniveau:

Houdt u op de hoogte van de hoeveelheid toner die nog voor iedere kleur

beschikbaar is.

Tonerwaarschuwing

Dit geeft een waarschuwingsmelding weer wanneer het resterende tonerniveau laag,

leeg of onbekend is.

Order online

• De knop Order Supplies Online

Opent de website voor het bestellen van printerbenodigdheden van Dell. Deze knop

verschijnt wanneer de hoeveelheid toner minder dan 30 procent is.

Knop Refresh

Updatet de status van de printer.

Knop Close

Sluit het venster Printerstatus.

Dell Supplies Management System-venster

In dit venster vindt u informatie over de manier waarop u printerbenodigdheden

telefonisch of online kunt bestellen.

Om het Dell Supplies Management System-venster te openen:

Klik op Order Supplies Online in het venster Printer Status.

Werken met de software van uw printer |

309

Klik op Dell Printers Dell Supplies Management System.

Select Printer Model

Selecteer de naam van het printermodel.

Order online

• De knop Order Supplies Online

– Wanneer de Standaard URL is geselecteerd in Select Reorder URL:

Geeft het venster Service-tag weer.

– Wanneer de Premier URL is geselecteerd in Select Reorder URL:

Opent de website voor inkoop en ondersteuning.

•Select Reorder URL

Hier vindt u een lijst met beschikbare URL’s via welke u Dell-printerbenodigdheden

kunt bestellen. Selecteer een URL-adres dat u wilt gebruiken wanneer er op de knop

Order Supplies Online wordt geklikt.

– Normale URL: http://accessories.us.dell.com/sna/PrinterSeg.aspx

– Belangrijke URL: http://premier.dell.com

Telefonisch bestellen

• To order Dell printer supplies by phone, call the following

Selecteer uw land met het telefoonnummer in de lijst en bel vervolgens naar het

weergegeven telefoonnummer.

• Keuzevakje Update phone contacts when rebooting

Selecteer dit keuzevakje om de lijst met telefoonnummers regelmatig bij te werken.

Dell en het milieu

Klik op de hyperlink als u de website over recyclen wilt bezoeken.

Knop Close

Sluit het Dell Supplies Management System-venster.

310

| Werken met de software van uw printer

Het venster Service Tag

Voer de Service Tag voor de Dell-printer in.

OPMERKING:

• Zie “Express Service Code en Service Tag” voor meer informatie over service-tags.

Het venster Settings

Klik op de knop Settings in het venster Printer Selection.

Status bijwerken

• Het keuzevakje Printer Status is regularly updated

Schakel het keuzevakje in om het bijwerken van de printerstatus in een opgegeven

interval in te schakelen.

• Tekstvak Update interval

Geef het update-interval op voor de status van de printer.

Poortnummerinstellingen

•Port Number

Hier geeft u het poortnummer op in het tekstvak Port Number om de

instellingenpagina van de printer te openen in een browser.

Protocolinstellingen - SNMP

•Community Name

Hier geeft u de groepsnaam van SNMP op in het tekstvak Community Name.

Bestel URL

•Select Reorder URL

Werken met de software van uw printer |

311

Het geselecteerde URL-adres wordt ingesteld als standaardwebsite voor Select

Reorder URL in het venster Dell Supplies Management System.

Software bijwerken

Updates van software, stuurprogramma’s en firmware kunt u downloaden via de

Dell-ondersteuningswebsite op www.dell.com/support.

312

| Gebruikersverificatie

Gebruikersverificatie

Met de instelling voor gebruikersverificatie kunt u maximaal 18 met een wachtwoord

beveiligde gebruikersaccounts maken en beheren. Elke accountgebruiker kan het

Home-scherm aanpassen en de wijzigingen opslaan.

U kunt als gebruikersauthenticatiemethode kiezen tussen lokale authenticatie of

authenticatie op afstand. Om externe verificatie te gebruiken, is de LDAP- of

Kerberos-server vereist om de gebruiker te verifiëren.

Zie “Aanmelden via desktop” of “Desktop- verificatie” om de

gebruikersauthenticatiemethode te selecteren.

U kunt ook ID-kaarten geschikt voor NFC (Near Field Communication) aan een

gebruikersaccount koppelen. Wanneer een ID-kaart aan een gebruikersaccount is

gekoppeld, kunt u inloggen op die gebruikersaccount door met de ID-kaart op de

NFC-lezer te tikken of door de ID-kaart boven de NFC-lezer te bewegen.

OPMERKING:

• De printer ondersteunt de volgende kaarttypes:

-MIFARE

Ultralight

- MIFARE Standard (Klassiek) 1K

- MIFARE Standard (Klassiek) 4K

• De NFC-functie is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

• Het portaalscherm is beschikbaar als u de lokale authenticatie selecteert.

• Authenticatie op afstand is alleen beschikbaar voor de Dell S2825cdn.

Gebruikersaccounts maken en bewerken

Als u gebruikersverificatie wilt gebruiken, moet u eerst een gebruikersaccount maken.

Een nieuwe gebruikersaccount maken

1 Schakel de printer in en wacht tot het portaalscherm wordt weergegeven.

OPMERKING:

• Als een andere account werd aangemaakt en opgegeven als Eerste aanmelding, dan

verschijnt het Home-scherm van de account.

2 Tik op .

Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie

“Paneelvergrendeling”.

3 Tik op OK.

De printer schakelt naar de bewerkingsmodus en Account toevoegen wordt op

het portaalscherm weergegeven.

OPMERKING:

• In de bewerkingsmodus is elke tegel behalve de tegel Account toevoegen voorzien van het

pictogram .

4 Voer de accountnaam in, tik op Gereed en selecteer de kleur van de tegel.

Gebruikersverificatie |

313

U kunt een voorbeeld van uw aangepaste tegel bekijken in Voorbeeld.

5 Tik op Volgende.

6 Voer het wachtwoord voor de account en de NFC-ID in.

Om het Home-scherm van uw account weer te geven wanneer u de printer

inschakelt, schakelt u het keuzevakje Eerste aanmelding in.

OPMERKING:

• Als geen account is ingesteld als Eerste aanmelding, wordt het portaalscherm

weergegeven wanneer u de printer inschakelt.

• U kunt een nieuwe account maken zonder een accountwachtwoord en NFC-ID in te stellen.

• Wanneer NFC-verificatie is uitgeschakeld, wordt NFC-ID niet weergegeven. NFC-verificatie is

beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

• Wanneer u UID gebruikt als de NFC-ID, voert u hexadecimale tekens in. De tekens A tot en

met F moet in hoofdletters worden ingevoerd.

7 Tik op Gereed Gereed.

De gebruikersaccount bewerken

1 Tik op op het portaalscherm.

2 Tik op OK.

3 Tik op de tegel van de account die u wilt bewerken.

4 Wijzig de naam, tegelkleur, wachtwoord, NFC-ID of Eerste aanmelding van de

account.

OPMERKING:

• Wanneer NFC-verificatie is uitgeschakeld, wordt NFC-ID niet weergegeven. NFC-verificatie is

beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

5 Tik op Gereed.

De gebruikersaccount verwijderen

1 Tik op op het portaalscherm.

2 Tik op OK.

3 Houd de tegel ingetikt van de account die u wilt verwijderen.

4 Sleep de tegel naar .

5 Tik op OK.

Guest

Accountinstellingen 1/2

Guest

Voorbeeld

Terug Volgende

Accountnaam

Tegelkleur

314

| Gebruikersverificatie

Inloggen op de gebruikersaccount

U kunt op twee manieren inloggen op de account: via het bedieningspaneel of door in te

loggen met de kaart voor NFC-verificatie.

OPMERKING:

• NFC-verificatie is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Inloggen met het bedieningspaneel

1 Schakel de printer in en wacht tot het portaalscherm wordt weergegeven.

2 Tik op de tegel van de account waarop u wilt inloggen.

OPMERKING:

• Wanneer voor de account waarop u wilt inloggen geen wachtwoord vereist is, kunt u stap 3

overslaan. Het Home-scherm wordt weergegeven.

3 Voer het wachtwoord voor de account in en tik op Aanmelden.

Inloggen met de kaart voor NFC-verificatie

OPMERKING:

• NFC-verificatie is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

• Als u de kaart voor NFC-verificatie wilt gebruiken, zijn de volgende instellingen vereist:

- Schakel de instelling voor NFC-verificatie in onder Beveiligde instellingen op het

bedieningspaneel. Zie “NFC-verificatie”.

- Registreer uw gebruikersaccount op de printer. Zie “Een nieuwe gebruikersaccount maken”.

1 Schakel de printer in en wacht tot het portaalscherm wordt weergegeven.

OPMERKING:

• NFC-verificatie is alleen mogelijk wanneer het portaalscherm wordt weergegeven.

2 Houd de kaart voor de NFC-lezer op de printer.

Inloggen met Lokale authenticatie of Authenticatie op afstand

De gebruikersauthentificatiemethode opgeven

Gebruik het bedieningspaneelmenu of Dell Printer Configuration Web Tool. Zie

“Aanmelden via desktop” of “Desktop- verificatie” voor meer informatie over het

selecteren van de gebruikersauthenticatiemethode.

Voorbereidingen voor authenticatie op afstand

Om externe verificatie te gebruiken, moet deze methode worden ingegeven op de

printer zodat deze toegang kan krijgen tot de LDAP- of Kerberos-server en moeten de

gebruikers ook geregistreerd zijn in het Serveradresboek. Zie “Gebruik van het

serveradresboek en servertelefoonboek” en “Het adresboek en telefoonboek gebruiken”

voor meer informatie.

Inloggen voor authenticatie op afstand

Het Aanmelden-scherm wordt weergegeven wanneer de printer wordt aangeschakeld

en wanneer er voor de printer is ingegeven dat de authenticatiemethode op afstand

moet worden gebruikt.

Gebruikersverificatie |

315

Voer de aanmeldingsnaam en het wachtwoord in die geregistreerd staan bij de LDAP- of

Kerberos-server om aan te melden bij de printer.

Uitloggen

Als er een account is die als Eerste aanmelding werd opgegeven, dan wordt het

Home-scherm van de account altijd weergegeven als de printer wordt ingeschakeld. Als

u op een andere account wilt inloggen, moet u eerst uitloggen.

1 Druk op de knop (Inloggen/Uitloggen).

Voor LDAP:

Voor Kerberos:

316

| Meerdere bureaubladen- Tegels aanpassen

Meerdere bureaubladen- Tegels aanpassen

Het Home-scherm ziet eruit als het bureaublad van uw computer en kan worden

aangepast aan uw voorkeuren of werkwijze.

Zo kunt u bijvoorbeeld alleen de tegels die u vaak gebruikt weergeven of de tegels

opnieuw schikken zodat de tegels die u vaak gebruikt gemakkelijk toegankelijk zijn.

De tegels op het Home-scherm kunnen snelkoppelingen naar printertaken zijn, zoals

“zeven kopieën maken van de hand-outs voor de wekelijkse meeting als dubbelzijdige

kleurenkopie” of “het document scannen en de gescande gegevens via e-mail naar mijn

baas sturen”. Als u een tegel maakt voor een taak met dergelijke instellingen, worden de

instellingen van de printer gewijzigd in de opgegeven printerinstellingen wanneer u op

de tegel tikt.

Een nieuwe tegel toevoegen

U kunt een tegel selecteren en toevoegen uit de vooraf gedefinieerde tegels of u kunt

een nieuwe, aangepaste tegel maken met specifieke instellingen voor kopiëren, faxen,

scannen of afdrukken. U kunt maximaal 28 tegels op het Home-scherm plaatsen.

U kunt ook tegels toevoegen aan de schermen voor kopiëren, afdrukken, scannen en

faxgroepen die weergegeven worden wanneer u op de pictogrammen in het

Dock-menu tikt. Op elk groepsscherm kunt u maximaal 8 tegels plaatsen.

OPMERKING:

• Als er een tegel toegevoegd wordt aan het Home-scherm, wordt deze ook toegevoegd aan het

betreffende groepsscherm. Als er een tegel toegevoegd wordt aan een groepsscherm, wordt deze

ook toegevoegd aan het Home-scherm.

Vooraf gedefinieerde tegels selecteren

De printer heeft een aantal vooraf gedefinieerde tegels met standaardtaakinstellingen.

1 Tik op Home op het App toevoegen-scherm of op het groepsscherm.

OPMERKING:

• Als het maximale aantal tegels bereikt is op een groepsscherm, worden de tegels die

betrekking hebben op de groep niet weergegeven in de lijst.

2 Tik op de tegel die u wilt toevoegen aan het Home- of groepsscherm.

wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van de tegel wanneer u deze tegel

toevoegt aan uw Home-scherm.

Dell

Document

Hub

PDF/TIFF

afdrukken

Kopiëren

Fax

Home

Guest

Meerdere bureaubladen- Tegels aanpassen |

317

Een nieuwe tegel met taakinstellingen maken

U gebruikt vaak dezelfde instellingen om bijvoorbeeld een bepaald document te

kopiëren. U kunt een tegel met die taakinstellingen aanmaken en deze opslaan op het

Home-scherm.

Een aangepaste tegel maken

Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld uitgelegd hoe u een aangepaste tegel voor

kopiëren maakt.

Als u aangepaste tegels voor andere taken wilt maken, zoals faxen, scannen of

afdrukken, volgt u dezelfde procedures in het scherm met taakinstellingen van elke taak.

1 Tik op de tegel Kopiëren op het Home-scherm.

2 Tik op de insteltegels en wijzig de kopieeropties waar nodig.

Zie “Kopiëren”.

3 Tik op .

4 Tik op het tekstvak en voer vervolgens de naam van de instellingen in.

5 Tik op de kleurtegel die u wilt instellen als uw aangepaste tegel.

OPMERKING:

• U kunt een voorbeeld van uw aangepaste tegel bekijken in Voorbeeld.

6 Tik op Opslaan als.

OPMERKING:

• Wanneer een tegel voorzien is van een pictogram met een slot, dan wordt die functie bestuurd

door de instelling Functiebeheer. Om de functie in te schakelen, moet u het wachtwoord

invoeren. Zie “Functiebeheer”.

• Wanneer u de taakinstellingen voor Fax of Scan naar email opslaat als een aangepaste tegel,

wordt de informatie over de ontvanger samen met de andere instellingen opgeslagen. Controleer

of de faxnummers of e-mailadressen van de ontvangers die weergegeven worden op het

touch-paneel correct zijn om te voorkomen dat faxberichten of e-mails naar verkeerde ontvangers

worden verstuurd.

Log uit bij uw gebruikersaccount nadat u de printer hebt gebruikt om te voorkomen dat anderen

uw gepersonaliseerde tegels met persoonlijke informatie gebruiken.

Een aangepaste tegel bewerken

U kunt de taakinstellingen die zijn opgeslagen in uw aangepaste tegel bewerken.

1 Tik op de tegel die u wilt bewerken op het Home- of groepsscherm.

2 Wijzig de taakinstellingen indien nodig.

3 Tik op .

4 Tik op het tekstvak om uw instellingen een naam te geven, als u de naam van uw

instellingen wilt wijzigen.

5 Tik op de kleurtegel als u de kleur van de tegel wilt wijzigen.

6 Tik op Opslaan.

OPMERKING:

• Als u in de plaats daarvan op Opslaan als tikt, wordt de nieuwe tegel toegevoegd aan het

Home-scherm.

318

| Meerdere bureaubladen- Tegels aanpassen

Tegels verplaatsen of verwijderen

U kunt uw tegels verplaatsen op of verwijderen van het Home- of groepsscherm.

Zie “Tegels verplaatsen, toevoegen of verwijderen”.

Het adresboek en telefoonboek gebruiken |

319

Het adresboek en telefoonboek gebruiken

Er zijn diverse adresboeken beschikbaar voor het scannen en faxen. In adresboeken kunt

u contactgegevens opnemen, bijvoorbeeld e-mailadressen, faxnummers en

servergegevens en snel de ontvanger kiezen of het adres vinden. U kunt de gegevens in

het adresboek oproepen via de printer of een externe LDAP-server.

OPMERKING:

• Het Telefoonboek is in dit deel beschreven als een van de adresboeken.

• Zie “LDAP-server” en “LDAP-gebruikerstoewijzing” voor meer informatie over het instellen van de

LDAP-server. Zie “Gebruik van het serveradresboek en servertelefoonboek” voor informatie over

het verkrijgen van e-mailadressen en faxnummers van LDAP-servers.

Soorten adresboeken

• E-mailadresboek (voor Scan naar email)

E-mailadressen die geregistreerd zijn voor het verzenden van gescande gegevens via

e-mail.

• E-mailgroep (voor Scan naar email)

Groepen van e-mailadressen die geregistreerd zijn voor het verzenden van

gescande gegevens via e-mail.

• LDAP-serveradresboek (voor Scan naar email)

E-mailadressen die geregistreerd zijn in de LDAP-server voor het verzenden van

gescande gegevens via e-mail.

• Netwerkadresboek

(voor Scan naar netwerkmap)

Computer- en FTP-serverinformatie die geregistreerd is voor het verzenden van

gescande gegevens naar een computer of FTP-server.

• Telefoonboek (voor fax)

Faxnummers die geregistreerd zijn voor het verzenden van gescande gegevens via

de printer.

• Groepskeuze (voor fax)

Groeps- of faxnummers die geregistreerd zijn voor het verzenden van gescande

gegevens via de printer.

• LDAP-servertelefoonboek (voor fax)

Faxnummers die zijn geregistreerd in de LDAP-server voor het verzenden van

gescande gegevens via de printer.

• PC-faxadresboek (voor rechtstreeks faxen)

Faxnummers die geregistreerd zijn voor het verzenden van gescande gegevens

vanaf de computer.

• PC-faxadresboek voor groep (voor rechtstreeks faxen)

Groepen met faxnummers die geregistreerd zijn voor het verzenden van gescande

gegevens via de computer.

320

| Het adresboek en telefoonboek gebruiken

Vermeldingen toevoegen aan of bewerken in het

adresboek

Er zijn drie manieren waarop u vermeldingen kunt toevoegen aan het adresboek of ze

kunt bewerken:

• Via het bedieningspaneel van de printer

• Adresboek-bewerker

• Dell Printer Configuration Web Tool

( : ondersteund; leeg: niet ondersteund)

Via het bedieningspaneel van de printer

U kunt faxnummers rechtstreeks op het bedieningspaneel invoeren.

OPMERKING:

• Zie “Instellen van snelkiezen” voor meer informatie over het toevoegen van een nieuwe

vermelding.

Via de Adresboek-bewerker

Wanneer de Adresboek-bewerker op de computer is geïnstalleerd kunt u daarmee

vermeldingen toevoegen of bewerken. De Adresboek-bewerker is gesynchroniseerd

met de adresboeken op de printer en wordt tegelijkertijd bijgewerkt wanneer u

wijzigingen in de vermeldingen in de Adresboek-bewerker opslaat.

Adresboek-editor op Windows

starten

1 Voor Windows

Klik op Start Alle programma’s Dell Printers Dell Printer Hub of Dell Printer

Management Tool.

Voor Windows

10:

Klik op de knop Start Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool.

2 Selecteer voor Dell Printer Hub de printer bij Mijn printers op het startscherm.

Functies Kenmerken Soorten adresboeken Invoermethode

Bedieningspan

eel van de

printer

Adresboek-be

werker

Dell Printer

Configuration

Web Tool

Scannen E-mail Adresboek

E-mailgroep

Serveradresboek

(LDAP-server)

Netwerk Adresboek

Fax Fax Telefoonboek

Groep bellen

Servertelefoonboek

(LDAP-server)

Rechtstreeks

faxen

PC-faxadresboek

- groep

Het adresboek en telefoonboek gebruiken |

321

Selecteer voor Dell Printer Management Tool de printer die standaard weergegeven

wordt, of selecteer een andere printer in de vervolgkeuzelijst in de

rechterbovenhoek van het startscherm.

3 Klik aan de linkerkant van het scherm op Adresboek-editor.

OPMERKING:

• U kunt ook de Adresboek-editor starten vanuit het stuurprogramma Rechtstreeks faxen.

Adresboek-editor op OS X starten

Zie “Via de Adresboek-bewerker”.

OPMERKING:

• wanneer de printer en de computer op elkaar zijn aangesloten via USB, moet u het

scannerstuurprogramma installeren.

Met de Adresboek-bewerker kunt u:

• Gegevens ophalen uit de adresboeken van de printer bij opstarten.

• Synchroniseren met de printer.

• adresboekgegevens importeren via een CSV-bestand, WAB-bestand, MAPI en

LDAP-server.

• de gegevens in het adresboek exporteren naar een CSV-bestand.

OPMERKING:

• U mag het geëxporteerde CSV-bestand niet bewerken met andere programma's dan de

Adresboek-bewerker. Door het CSV-bestand met andere programma's te bewerken, kunnen

de adresgegevens beschadigd raken.

Adresboekpaneel

Er zijn twee adresboeken die u kunt beheren in de Adresboek-editor: het adresboek van

de printer voor fax, e-mail en server en het PC-faxadresboek voor rechtstreeks faxen.

Een vermelding bewerken

1 Selecteer een adresboek waarin de vermelding is opgeslagen die u wilt bewerken.

2 Selecteer een vermelding die u wilt bewerken.

3 Klik op Bewerken en typ vervolgens de nieuwe gegevens.

4 Klik op Opslaan.

OPMERKING:

• Wanneer de vermeldingen in het adresboek worden bijgewerkt, worden ze gesynchroniseerd

met de printer en tegelijkertijd bijgewerkt in de adresboeken van de printer.

Dell Printer Configuration Web Tool

U kunt Dell Printer Configuration Web Tool gebruiken via een algemene webbrowser.

OPMERKING:

• Zie “Adresboek” voor meer informatie over het toevoegen van een nieuwe vermelding.

• Wanneer de vermeldingen in het adresboek worden bijgewerkt, worden de adresboeken van de

printer tegelijkertijd bijgewerkt.

322

| Het adresboek en telefoonboek gebruiken

Gebruik van het serveradresboek en

servertelefoonboek

Met het E-mailserver-adresboek en het Faxserver-adresboek kunt u een e-mailadres of

faxnummer van een ontvanger die opgeslagen is op de externe LDAP-server

specificeren wanneer u gescande gegevens per e-mail of fax verzendt.

Om de E-mailserver- adresboek en de Faxserver- adresboek te gebruiken dient de

printer geconfigureerd te zijn om toegang te krijgen tot de externe LDAP-server

OPMERKING:

• Voor het configureren van de instellingen van de externe LDAP-server moet u contact opnemen

met uw systeembeheerder.

De printer voorbereiden om toegang te verkrijgen tot de

LDAP-server

Stel de volgende items in met behulp van de Dell Printer Configuration Web Tool.

• Verificatietype

• LDAP-server

• LDAP-gebruikerstoewijzing

Dell Printer Configuration Web Tool starten

Om Dell Printer Configuration Web Tool te starten, voert u het IP-adres in van de printer

in de adresbalk van een webbrowser.

Als u het IP-adres van de printer niet kent, kunt u het opzoeken via het bedieningspaneel,

door het rapport met systeeminstellingen af te drukken of met de ping-opdracht. Zie

“Verifiëren van de IP-instellingen”.

Het verificatietype instellen

1 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging Verificatiesysteem.

Het adresboek en telefoonboek gebruiken |

323

2 Selecteer in de vervolgkeuzelijst Instellingen verificatiesysteem onder

Verificatietype de optie LDAP als verificatiemethode en klik daarna op Nieuwe

instellingen toepassen.

OPMERKING:

• Selecteer Kerberos als verificatiemethode als de server waar u toegang tot krijgt de

Kerberosverificatie gebruikt. Voer de nodige informatie in Kerberos-server in onder het

tabblad Beveiliging om toegang te krijgen tot de Kerberos server. Zie “Kerberos-server”.

3 Klik op Printer opnieuw starten.

De LDAP-server instellen

OPMERKING:

• Als SSL/TLS-communicatie vereist is om toegang te krijgen tot de LDAP-server, vinkt u het

keuzevakje Inschakelen aan voor Communicatie tussen LDAP – SSL/TLS bij SSL/TLS op het

tabblad Beveiliging. Zie “SSL/TLS”.

1 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging LDAP-server.

2 Voer het IP-adres of de hostnaam en het poortnummer in in het tekstvak

IP-adres/hostnaam & poort onder Servergegevens.

Het poortnummer moet 389, 3268 of een getal tussen 5000 en 65535 zijn.

OPMERKING:

• Stel het poortnummer i op 636 wanneer LDAPS-communicatie vereist is en op 3269 wanneer

u de global catalog gebruikt.

3 Stel de volgende zaken in onder Optionele informatie

Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie over de

configuratie van elk item.

a Voer de hoofdzoekmap in in het tekstvak Basismap voor zoekopdracht.

b Selecteer de gebruikte aanmeldgegevens op toegang te krijgen tot de

LDAP-server in Aanmeldgegevens voor toegang tot LDAP-server. Zie

“LDAP-server” voor meer informatie.

324

| Het adresboek en telefoonboek gebruiken

c Voer de aanmeldingsnaam in in het tekstvak Aanmeldingsnaam.

d voer het wachtwoord in door 1 tot 127 alfanumerieke tekens te gebruiken in het

tekstvak Wachtwoord. Als het wachtwoord leeg wordt gelaten (NULL), kunt u

zich niet aanmelden bij een server.

e Controleer het ingestelde wachtwoord door het nogmaals in te voeren in het

tekstvak Wachtwoord opnieuw invoeren.

f Selecteer Wachtlimiet voor LDAP-server bij Time-out bij zoeken om de door de

LDAP-server opgegeven wachttijd te volgen. Selecteer Wachten als u de tijd wilt

specificeren.

g Specificeer de zoekvolgorde in de vervolgkeuzelijst Volgorde voor doorzoeken

namen.

h Schakel het keuzevakje in onder Serveradresboek als u het adresboek van de

server wilt inschakelen.

i Schakel het keuzevakje in onder Servertelefoonboek als u het telefoonboek van

de server wilt inschakelen.

4 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

5 Klik op Printer opnieuw starten.

LDAP-gebruikerstoewijzing instellen

1 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging

LDAP-gebruikerstoewijzing.

2 Geef de kenmerknamen aan die in de LDAP-server wordt gebruikt.

OPMERKING:

• Wanneer de kenmerknamen niet zijn aangepast in de LDAP-server, handhaaf bij deze stap de

instellingen zoals die waren in de fabrieksinstellingen.

3 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

4 Klik op Printer opnieuw starten.

Een e-mail met gescande gegevens sturen met behulp van het

e-mailserveradresboek

1 Druk op de knop (Home).

Het adresboek en telefoonboek gebruiken |

325

2 Tik op Scan naar email.

3 Tik op Adresboek.

4 Tik op Netwerkadresboek.

5 Voer een trefwoord in met behulp van het toetsenbord en tik op Zoeken.

6 Tik op een ontvanger uit het zoekresultaat en tik dan op Gereed.

7 Tik op Verzenden.

Een fax versturen met behulp van de Faxserver- adresboek

1 Druk op de knop (Home).

2 Tik op Fax.

3 Tik op Telefoonboek.

4 Tik op Netwerktelefoonboek.

5 Voer een trefwoord in met behulp van het toetsenbord en tik op Zoeken.

6 Tik op een ontvanger uit het zoekresultaat en tik dan op Gereed.

7 Tik op Verzenden.

Scan naar email

Voer adres ontvanger in

Afzender:

Terug

Verzenden

Adresboek

Fax

Nummer invoeren

Terug

Verzenden

Op de haak

Telefoonboek

Snelkiezen

326

| Gebruik van digitale certificaten

Gebruik van digitale certificaten

De controlemogelijkheid bij het gebruik van digitale certificaten verhoogt de veiligheid

bij het verzenden van afdrukgegevens of instelgegevens.

In dit hoofdstuk wordt de omgang met digitale certificaten beschreven.

De printer ondersteunt de volgende formaten van digitale certificaten.

• PKCS#12

HTTPS, IPsec (PKI), Wi-Fi (WPA-Enterprise)

• PKCS#7 (voor CSR)

HTTPS, IPsec (PKI)

OPMERKING:

• Zie “Printerberichten begrijpen” en “Problemen met digitaal certificaat” voor meer informatie over

problemen met digitale certificaten.

Het onderstaande is een typische instellingsvolgorde voor het gebruik van digitale

certificaten.

Beheer van certificaten

In dit hoofdstuk wordt het beheer van digitale certificaten als volgt beschreven:

• “Voorbereiden om HTTPS-communicatie te gebruiken”

• “Een Certificate Signing Request (CSR) aanmaken en downloaden”

• “Een digitaal certificaat importeren”

• “Een digitaal certificaat instellen”

• “De instellingen van een digitaal certificaat bevestigen”

• “Een digitaal certificaat verwijderen”

• “Een digitaal certificaat exporteren”

Voorbereiden om HTTPS-communicatie te gebruiken

Voor u digitale certificaten beheert, moet HTTPS-communicatie ingesteld worden met

een zelf ondertekend certificaat.

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

Het beheer van digitale certificaten voorbereiden

• HTTPS-communicatie instellen

Digitale certificaten importeren en instellen

• Een digitaal certificaat importeren

• Een digitaal certificaat instellen

• De instellingen van een digitaal certificaat

controleren

Verschillende beveiligingsfuncties instellen met

behulp van digitale certificaten.

Gebruik van digitale certificaten |

327

2 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS.

3 Klik op Zelfondertekend certificaat genereren van Digitaal certificaat apparaat.

4 Selecteer de grootte van de publieke sleutel uit de lijst Grootte van de publieke

sleutel.

5 Stel de uitgever van het zelfondertekende certificaat in.

6 Klik op Zelfondertekend certificaat genereren.

Wanneer het zelf ondertekende certificaat gegenereerd is, verschijnt de knop Start

printer opnieuw op.

7 Klik op Printer opnieuw starten.

8 Herhaal stap 2 tot 4.

9 Wanneer het zelf ondertekende certificaat correct ingesteld is, is de kolom

Communicatie tussen HTTP – SSL/TLS ingesteld op Inschakelen. Selecteer het

keuzevakje Inschakelen.

Een Certificate Signing Request (CSR) aanmaken en downloaden

OPMERKING:

• Om een CSR van de printer te downloaden, moet u de HTTPS-communicatie instellen. Zie

“Voorbereiden om HTTPS-communicatie te gebruiken”.

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

2 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS.

3 Klik op Certificate Signing Request (CSR).

4 Voer elk onderdeel van het certificate signing request in.

5 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

6 Controleer de instellingen van het Certificate Signing Request en klik vervolgens op

Downloaden.

7 Een CSR-bestand op uw computer opslaan.

Gebruik deze CSR om een signed certificate te ontvangen van een vertrouwde

certificeringsinstantie.

Een digitaal certificaat importeren

OPGELET:

• Voordat een certificaatbestand wordt geïmporteerd, moet u eerst een back-up maken van het

certificaatbestand.

OPMERKING:

• voor het beheren van digitale certificaten moet u HTTPS-communicatie instellen. Zie

“Voorbereiden om HTTPS-communicatie te gebruiken”.

• Zorg ervoor dat het certificaat via Internet Explorer wordt geïmporteerd.

• na het importeren van een certificaat in PKCS#12 formaat, wordt de geheime code niet mee

geëxporteerd, zelfs als u het exporteren zelf uitvoert.

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

328

| Gebruik van digitale certificaten

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

2 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS.

3 Klik op Upload getekend certificaat van Digitaal certificaat apparaat.

4 Voer een wachtwoord in.

OPMERKING:

• Er is geen wachtwoord vereist voor het importeren van een certificaat in PKCS#7-formaat

(bestandsextensie .p7b).

5 Voer het wachtwoord opnieuw in.

6 Klik op Bladeren bij Bestandsnaam en selecteer vervolgens het te importeren

bestand.

7 Klik op Importeren.

Een digitaal certificaat instellen

OPMERKING:

• voor het beheren van digitale certificaten moet u HTTPS-communicatie instellen. Zie

“Voorbereiden om HTTPS-communicatie te gebruiken”.

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

2 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS

Certificaatbeheer.

3 Ga als volgt te werk:

Om een certificaat voor Draadloos LAN (server) in te stellen, selecteert u

Vertrouwde certificeringsinstanties bij Categorie.

Om een certificaat in te stellen voor SSL/TLS Server, SSL/TLS Client, IPsec of Wireless

LAN (Client), selecteert u Lokaal apparaat.

4 Selecteer het gebruiksdoel uit de lijst Doeleinden certificaat.

5 Klik op Lijst weergeven.

OPMERKING:

• wanneer er meer dan 20 certificaten op de lijst staan, druk dan op Volgende om de volgende

pagina weer te geven.

6 Selecteer het betreffende certificaat. Controleer of de Geldigheid van het

geselecteerde certificaat ingesteld is op Geldig.

7 Klik op Certificaatgegevens.

8 Controleer de inhoud en klik vervolgens in de rechterbovenhoek op Dit certificaat

gebruiken.

De instellingen van een digitaal certificaat bevestigen

OPMERKING:

• voor het beheren van digitale certificaten moet u HTTPS-communicatie instellen. Zie

“Voorbereiden om HTTPS-communicatie te gebruiken”.

Gebruik van digitale certificaten |

329

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

2 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS

Certificaatbeheer.

3 Klik op Certificaatbeheer.

4 Selecteer de categorie uit de lijst Categorie.

5 Selecteer het gebruiksdoel uit de lijst Doeleinden certificaat.

6 Klik op Lijst weergeven.

OPMERKING:

• wanneer er meer dan 20 certificaten op de lijst staan, druk dan op Volgende om de volgende

pagina weer te geven.

Het certificaat dat met een asterisk als “*Geldig” in de kolom Geldigheid wordt

weergegeven, is het certificaat dat is gekoppeld aan het gebruiksdoel en op dit

moment wordt gebruikt.

Een digitaal certificaat verwijderen

OPMERKING:

• voor het beheren van digitale certificaten moet u HTTPS-communicatie instellen. Zie

“Voorbereiden om HTTPS-communicatie te gebruiken”.

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

2 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS

Certificaatbeheer.

3 Selecteer de categorie uit de lijst Categorie.

4 Selecteer het gebruiksdoel uit de lijst Doeleinden certificaat.

5 Klik op Lijst weergeven.

OPMERKING:

• wanneer er meer dan 20 certificaten op de lijst staan, druk dan op Volgende om de volgende

pagina weer te geven.

6 Selecteer het certificaat dat u wilt verwijderen.

7 Klik op Certificaatgegevens.

8 Druk op Wissen rechtsboven om het geselecteerde certificaat te verwijderen.

OPMERKING:

• zodra een certificaat is verwijderd, zijn de betreffende functies van het verwijderde certificaat

uitgeschakeld. Indien u een certificaat wilt verwijderen dat wordt gebruikt, moet u de functie

eerst op Uit zetten of omschakelen naar een ander certificaat en dan bij voorkeur nog

omschakelen naar een andere gebruiksmodus voordat u het certificaat gaat wissen.

• Stel voor een SSL/TLS Server de HTTP-SSL/TLS-communicatie en

IPPS-communicatie in op OFF.

• Stel voor een SSL/TLS-client de instelling LDAP-SSL/TLS, SMTP-SSL/TLS en IEEE

802.1x (EAP-TLS) in op OFF.

330

| Gebruik van digitale certificaten

• Wijzig voor IPsec de IKE-instelling in Vooraf gedeelde sleutel of zet de functie op

UIT.

• Wijzig voor draadloos LAN de instelling voor draadloze beveiliging naar een

andere instelling dan WPA-Enterprise voordat u het certificaat verwijdert. De

functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell

H825cdw.

Een digitaal certificaat exporteren

OPMERKING:

• voor het beheren van digitale certificaten moet u HTTPS-communicatie instellen. Zie

“Voorbereiden om HTTPS-communicatie te gebruiken”.

• omdat de geheime sleutel niet wordt geëxporteerd, kan een geïmporteerd certificaat in PKCS#12

formaat alleen als een PKCS#7 certificaat worden geëxporteerd.

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

2 Selecteer Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS

Certificaatbeheer.

3 Selecteer de categorie uit de lijst Categorie.

4 Selecteer het gebruiksdoel uit de lijst Doeleinden certificaat.

5 Klik op Lijst weergeven.

OPMERKING:

• wanneer er meer dan 20 certificaten op de lijst staan, druk dan op Volgende om de volgende

pagina weer te geven.

6 Selecteer het certificaat dat u wilt exporteren.

7 Klik op Certificaatgegevens.

8 Klik op Dit certificaat exporteren.

De functies instellen

Met behulp van digitale certificaten kunt u diverse veilige functies instellen.

• “Het certificaat instellen in de IPsec Digitale handtekeningmodus”

• “Het servercertificaat voor SSL/TLS-gebruik (HTTP/IPP) instellen”

• “Communicatie tussen SMTP-SSL/TLS instellen”

• “LDAP-SSL/TLS-communicatie instellen”

• “Instelling voor Wireless LAN WPA-Enterprise (EAP-TLS)”

• “Instelling voor een draadloos LAN WPA-Enterprise (PEAPV0-MS-CHAPV2, EAP-TTLS

PAP, EAP-TTLS CHAP)”

Het certificaat instellen in de IPsec Digitale handtekeningmodus

OPMERKING:

• voor het beheren van digitale certificaten moet u HTTPS-communicatie instellen. Zie

“Voorbereiden om HTTPS-communicatie te gebruiken”.

1 Certificaat importeren met behulp van IPsec. Zie “Een digitaal certificaat importeren”.

2 Certificaat instellen met behulp van IPsec. Zie “Een digitaal certificaat instellen”.

Gebruik van digitale certificaten |

331

3 Zorg ervoor dat het certificaat correct ingesteld is in IPsec. Zie “De instellingen van

een digitaal certificaat bevestigen”.

4 Selecteer Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging IPsec.

5 Schakel het keuzevakje Inschakelen voor Protocol in.

6 Klik op Digitale handtekening in de lijst IKE.

7 Stel elk onderdeel in zoals nodig.

8 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

Nadat de printer opnieuw is gestart, is de IPsec-communicatie met gebruik van

digitale handtekeningen ingeschakeld. U kunt de IPsec-communicatie (modus

Digitale handtekening) uitvoeren tussen de printer en een netwerkapparaat zoals

een pc waarop het certificaat en IPsec net zo zijn ingesteld als op de printer.

Het servercertificaat voor SSL/TLS-gebruik (HTTP/IPP) instellen

OPMERKING:

• voor het beheren van digitale certificaten moet u HTTPS-communicatie instellen. Zie

“Voorbereiden om HTTPS-communicatie te gebruiken”.

1 Importeer het certificaat voor gebruik met de server voor SSL/TLS-gebruik. Zie “Een

digitaal certificaat importeren”.

2 Stel het certificaat in voor gebruik met de server voor SSL/TLS-gebruik. Zie “Een

digitaal certificaat instellen”.

3 Zorg ervoor dat het certificaat correct ingesteld is. Zie “De instellingen van een

digitaal certificaat bevestigen”.

OPMERKING:

• Controleer of het nieuw ingestelde certificaat en niet het zelf ondertekende certificaat wordt

gebruikt.

4 Nadat de printer opnieuw is gestart, zal het certificaat dat werd ingesteld zoals

hiervoor omschreven worden gebruikt als servercertificaat voor het uitvoeren van de

communicatie met HTTP/IPP-SSL/TLS.

Communicatie tussen SMTP-SSL/TLS instellen

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

2 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS.

3 Schakel het keuzevakje Inschakelen in voor Communicatie tussen SMTP – SSL/TLS.

4 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

De printer wordt opnieuw opgestart en Communicatie tussen SMTP – SSL/TLS is

ingeschakeld.

LDAP-SSL/TLS-communicatie instellen

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

332

| Gebruik van digitale certificaten

2 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS.

3 Schakel het keuzevakje Inschakelen voor LDAP-SSL/TLS-communicatie in.

4 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

De printer wordt opnieuw opgestart en Communicatie tussen LDAP – SSL/TLS is

ingeschakeld.

Instelling voor Wireless LAN WPA-Enterprise (EAP-TLS)

OPMERKING:

• voor het beheren van digitale certificaten moet u HTTPS-communicatie instellen. Zie

“Voorbereiden om HTTPS-communicatie te gebruiken”.

• WPA-Enterprise is alleen beschikbaar wanneer Infrastructuur geselecteerd is bij Netwerktype.

• Zorg ervoor dat het certificaat via Internet Explorer wordt geïmporteerd.

• na het importeren van een certificaat in PKCS#12 formaat, wordt de geheime code niet mee

geëxporteerd, zelfs als u het exporteren zelf uitvoert.

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

1 Importeer het certificaat dat in combinatie met een draadloos LAN (server of

basiscertificaat) moet worden gebruikt. Zie “Een digitaal certificaat importeren”.

2 Stel het digitale certificaat in voor een draadloos LAN (server of basiscertificaat).

a Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

b Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS

Certificaatbeheer.

c Klik op Vertrouwde certificeringsinstanties onder Categorie.

d Selecteer het draadloos LAN (client) uit de lijst Doeleinden certificaat.

e Selecteer in Certificaatvolgorde hoe de certificaten moeten worden gesorteerd

in de Certificaatlijst. Deze instelling is niet noodzakelijk wanneer u de

certificaatvolgorde niet hoeft aan te geven.

f Klik op Lijst weergeven.

g Selecteer het betreffende certificaat. Controleer of de Geldigheid van het

geselecteerde certificaat ingesteld is op Geldig.

h Klik op Certificaatgegevens.

i Controleer de inhoud en klik vervolgens in de rechterbovenhoek op Dit

certificaat gebruiken.

3 Zorg ervoor dat het certificaat correct ingesteld is. Zie “De instellingen van een

digitaal certificaat bevestigen”.

4 Importeer het certificaat dat in combinatie met een draadloos LAN (client of

client-certificaat) moet worden gebruikt. Zie “Een digitaal certificaat importeren”.

5 Stel het digitale certificaat in voor een draadloos LAN (client of client-certificaat).

a Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

b Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS

Certificaatbeheer.

c Klik op Lokaal apparaat onder Categorie.

Gebruik van digitale certificaten |

333

d Selecteer het draadloos LAN (client) uit de lijst Doeleinden certificaat.

e Selecteer in Certificaatvolgorde hoe de certificaten moeten worden gesorteerd

in de Certificaatlijst. Deze instelling is niet noodzakelijk wanneer u de

certificaatvolgorde niet hoeft aan te geven.

f Selecteer het betreffende certificaat. Controleer of de Geldigheid van het

geselecteerde certificaat ingesteld is op Geldig.

g Klik op Certificaatgegevens.

h Controleer de inhoud en klik vervolgens in de rechterbovenhoek op Dit

certificaat gebruiken.

6 Zorg ervoor dat het certificaat correct ingesteld is. Zie “De instellingen van een

digitaal certificaat bevestigen”.

7 Stel WPA-Enterprise in voor EAP-TLS.

a Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

b Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Afdrukserverinstellingen

Wi-Fi.

c Klik op WPA-Enterprise-AES/WPA2-Enterprise-AES bij Coderingslijst onder

Veilig instell.

OPMERKING:

• WPA-Enterprise-AES/WPA2-Enterprise-AES kan alleen worden gebruikt wanneer

onderstaande stappen correct zijn uitgevoerd.

- Een digitaal certificaat importeren

- Een digitaal certificaat instellen

- De instellingen van een digitaal certificaat bevestigen

d Stel de EAP-Identity van WPA-Enterprise in.

e Selecteer EAP-TLS uit de lijst Verificatiemethode voor WPA-Enterprise.

f Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

Instelling voor een draadloos LAN WPA-Enterprise

(PEAPV0-MS-CHAPV2, EAP-TTLS PAP, EAP-TTLS CHAP)

OPMERKING:

• voor het beheren van digitale certificaten moet u HTTPS-communicatie instellen. Zie

“Voorbereiden om HTTPS-communicatie te gebruiken”.

• WPA-Enterprise is alleen beschikbaar wanneer Infrastructuur geselecteerd is bij Netwerktype.

• Zorg ervoor dat het certificaat via Internet Explorer wordt geïmporteerd.

• na het importeren van een certificaat in PKCS#12 formaat, wordt de geheime code niet mee

geëxporteerd, zelfs als u het exporteren zelf uitvoert.

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

1 Importeer het certificaat dat in combinatie met een draadloos LAN (server of

basiscertificaat) moet worden gebruikt. Zie “Een digitaal certificaat importeren”.

2 Stel het digitale certificaat in voor een draadloos LAN (server of basiscertificaat).

a Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

b Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS

Certificaatbeheer.

334

| Gebruik van digitale certificaten

c Klik op Vertrouwde certificeringsinstanties onder Categorie.

d Selecteer het gebruiksdoel uit de lijst Doeleinden certificaat.

e Klik op Lijst weergeven.

f Selecteer het betreffende certificaat. Controleer of de Geldigheid van het

geselecteerde certificaat ingesteld is op Geldig.

g Klik op Certificaatgegevens.

h Controleer de inhoud en klik vervolgens in de rechterbovenhoek op Dit

certificaat gebruiken.

3 Zorg ervoor dat het certificaat correct ingesteld is.

a Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

b Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS

Certificaatbeheer.

c Klik op de categorie uit de lijst Categorie.

d Selecteer het draadloos LAN (server) uit de lijst Doeleinden certificaat.

e Selecteer in Certificaatvolgorde hoe de certificaten moeten worden gesorteerd

in de Certificaatlijst. Deze instelling is niet noodzakelijk wanneer u de

certificaatvolgorde niet hoeft aan te geven.

f Klik op Lijst weergeven.

Het certificaat dat met een asterisk als “*Geldig” in de kolom Geldigheid wordt

weergegeven, is het certificaat dat is gekoppeld aan het gebruiksdoel en wordt op

dit moment gebruikt.

4 Stel WPA-Enterprise in voor PEAPV0-MS-CHAPV2, EAP-TTLS PAP of EAP-TTLS

CHAP.

a Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

b Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Afdrukserverinstellingen

Wi-Fi.

c Klik op WPA-Enterprise-AES/WPA2-Enterprise-AES bij Coderingslijst onder

Veilig instell.

OPMERKING:

• WPA-Enterprise-AES/WPA2-Enterprise-AES kan alleen worden gebruikt wanneer

onderstaande stappen correct zijn uitgevoerd:

- Een digitaal certificaat importeren

- Een digitaal certificaat instellen

- De instellingen van een digitaal certificaat bevestigen

d Stel de EAP-identiteit, Inlognaam en Wachtwoord van WPA-Enterprise in.

e Selecteer één van onderstaande mogelijkheden uit de lijst Verificatiemethode

voor WPA-Enterprise.

• PEAPV0 MS-CHAPV2

•EAP-TTLS PAP

•EAP-TTLS CHAP

f Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

Printerberichten begrijpen |

335

Printerberichten begrijpen

Het touch-paneel van de printer laat foutberichten zien die de actuele staat van de

printer beschrijven en geeft een aanduiding van mogelijke printerproblemen die u moet

oplossen. In dit hoofdstuk vindt u een lijst met statuscodes of foutmeldingen en

instructies voor het oplossen van foutmeldingen. Wanneer u contact opneemt met de

klantenondersteuning in verband met een storing, houd dan de statuscodes en

meldingen bij de hand.

OPGELET:

• als er een storing optreedt, kunnen de afdrukgegevens die nog in de printer zitten en de in het

geheugen van de printer opgenomen informatie beschadigd raken.

OPMERKING:

• een statuscode wordt in een foutbericht vermeld.

• voor statuscodes die niet in dit hoofdstuk staan, wordt verwezen naar instructies bij elke

foutmelding.

Statuscodes

Statuscode Wat u kunt doen

004-310 Zet de printer uit. Controleer of de lade op de juiste manier is geïnstalleerd

en zet vervolgens de printer aan. Neem contact op met customersupport

als deze fout zich herhaalt.

005-121 Open de klep van de automatische papierlade voor dubbelzijdig afdrukken

(DADF) en verwijder de vastgelopen documenten.

009-340 Zet de printer uit. Reinig de CTD-sensor (Color Toner Density) met een

schoon en droog wattenstaafje en zet de printer aan. Neem contact op

met customersupport als deze fout zich herhaalt. Zie “De CTD-sensor

(Color Toner Density) reinigen”.

009-360 Zet de printer uit. Controleer of de tonercassette van de aangegeven kleur

op de juiste manier is geïnstalleerd en zet de printer aan. De statuscode

verschilt naargelang de kleur van de tonercassette. Neem contact op met

customersupport als deze fout zich herhaalt. Zie “Tonercassettes

vervangen”.

009-361

009-362

009-363

009-367

009-368

009-369

009-370

010-377 Zet de printer uit en daarna weer aan. Neem contact op met

customersupport als deze fout zich herhaalt.

016-338 Zet de printer uit en daarna weer aan. Neem contact op met uw

systeembeheerder als deze fout zich herhaalt.

016-404 Neem contact op met uw systeembeheerder. Zie “Problemen met digitaal

certificaat” voor meer informatie over problemen met digitale certificaten.

016-405 Veiligheidsinstellingen komen niet overeen. Initialiseer de

veiligheidsinstelling en start vervolgens de printer opnieuw op door deze

uit en opnieuw in te schakelen. Neem contact op met de

systeembeheerder voor informatie over de veiligheidsinstelling.

016-503 Kan de hostnaam van de e-mail SMTP-server niet omzetten. Tik op Close

of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of

de SMTP-server en de DNS-server correct zijn ingesteld.

336

| Printerberichten begrijpen

016-504 Kan de hostnaam van de e-mail POP3-server niet omzetten. Tik op Close

of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of

de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de POP3-server en de

DNS-server correct zijn ingesteld.

016-505 Aanmeldingsfout op de e-mail POP3-server. Tik op Close of wacht 60

seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of de

gebruikersnaam en het wachtwoord voor de POP3-server correct zijn

ingesteld.

016-506 SMTP-server is niet geconfigureerd. Tik op Close of wacht 60 seconden,

zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of de SMTP-server of de

POP-server is ingesteld.

016-507 Aanmeldingsfout op de e-mail SMTP-server. Tik op Close of wacht 60

seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of de

gebruikersnaam en het wachtwoord voor de SMTP-server correct zijn

ingesteld.

016-520 Het certificaat van de printer is ongeldig. Neem contact op met uw

systeembeheerder. Stel het certificaat opnieuw in met de Dell Printer

Configuration Web Tool vanaf andere clients waarmee verbinding kan

worden gemaakt. Als er geen verbinding kan worden gemaakt met een

apparaat, koppel dan de Ethernetkabel los, schakel de IPsec uit en stel het

certificaat opnieuw in met behulp van de Dell Printer Configuration Web

Tool.

016-521 Het certificaat van de bestemmingsclient is ongeldig. Neem contact op

met uw systeembeheerder. Controleer het certificaat van de

bestemmingsclient en stel het opnieuw in.

016-530 Toegangsfout verificatieserver. Zet de printer uit en daarna weer aan.

Controleer de toegangsinstellingen voor de verificatieserver en probeer

opnieuw. Neem contact op met customersupport als deze fout zich

herhaalt.

016-541 Er kan niet op de juiste manier worden verwezen naar een draadloos

certificaat van de server of client als Wireless LAN WPA-Enterprise of

WPA2-Enterprise wordt gebruikt. Vraag uw systeembeheerder de printer

aan te sluiten op een bedraad netwerk, initialiseer de instellingen voor het

draadloze netwerk, importeer het draadloze certificaat en stel vervolgens

WPA-Enterprise of WPA2-Enterprise opnieuw in.

016-542 Er heeft zich een servercertificaatfout voorgedaan toen het certificaat

werd verkregen terwijl WPA-Enterprise of WPA2-Enterprise werd gebruikt.

Het gaat hier om een probleem met het servercertificaat. De

geldigheidsperiode voor het servercertificaat dat wordt gebruikt voor de

Radius-server is bijvoorbeeld verlopen. Vraag uw systeembeheerder het

servercertificaat te controleren dat gebruikt wordt voor de Radius-server.

016-543 Er heeft zich een gegevensbeschadigingsfout voorgedaan met betrekking

tot het draadloze certificaat van de server of client terwijl Wireless LAN

WPA-Enterprise of WPA2-Enterprise wordt gebruikt. Vraag uw

systeembeheerder de printer aan te sluiten op een bedraad netwerk,

initialiseer de instellingen voor het draadloze netwerk, importeer het

draadloze certificaat en stel vervolgens WPA-Enterprise of

WPA2-Enterprise opnieuw in.

016-718 Er heeft zich een fout voorgedaan die verband houdt met problemen met

Afdrukken van USB. Terwijl de USB-stick nog geplaatst is, stelt u

Beeldtypen in op Foto's (standaardkwaliteit) in

Afdrukinstellingen onder het menu PDF/TIFF afdrukken en

probeert u opnieuw af te drukken. Zie “Beeldtypen”.

Statuscode Wat u kunt doen

Printerberichten begrijpen |

337

016-720 Er heeft zich een fout voorgedaan die verband houdt met

emulatieproblemen van de Page Description Language (PDL). Verander de

instelling voor de Afdrukmodus op het tabblad Kleuropties van het

printerstuurprogramma. Neem contact op met customersupport als deze

fout zich herhaalt.

016-756 Er wordt afgedrukt tijdens de niet-toegestane tijd. Neem contact op met

uw systeembeheerder.

016-757 Dit account is niet geregistreerd. Neem contact op met uw

systeembeheerder.

016-758 De functie kan niet worden gebruikt. Neem contact op met uw

systeembeheerder.

016-759 Limiet af te drukken pagina’s is overschreden. Neem contact op met uw

systeembeheerder.

016-764 Er doet zich een fout voor als de printer is aangesloten op de

SMTP-server. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich

kan herstellen. Controleer de instellingen van de SMTP server of neem

contact op met de beheerder van de SMTP-server.

016-765 De capaciteit van de SMTP-server is niet groot genoeg. Tik op Close of

wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Neem contact

op met de beheerder van de SMTP-server.

016-766 De e-mail is groter dan het maximum formaat dat is ingesteld voor de

SMTP-server. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich

kan herstellen. Neem contact op met de beheerder van de SMTP-server.

016-767 Het e-mailadres van de ontvanger is niet juist. Tik op Close of wacht 60

seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer het

e-mailadres en probeer vervolgens nogmaals te scannen.

016-768 Het e-mailadres van de verzender is niet juist. Tik op Close of wacht 60

seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer het

e-mailadres en probeer vervolgens nogmaals te scannen.

016-786 Er doet zich een time-outfout voor als er gescande gegevens worden

verstuurd of ontvangen. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de

printer zich kan herstellen. Controleer of de Ethernetkabel correct is

aangesloten. Als er geen probleem is met de Ethernetkabel, moet u

contact opnemen met de beheerder van de server.

016-790 Fout met betrekking tot de netwerkverbinding. IP-adres is niet bepaald. Tik

op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer of de Ethernetkabel correct is aangesloten. Als er geen

probleem is met de Ethernetkabel, moet u contact opnemen met de

beheerder van de server.

016-799 Tik op Close om de melding te wissen en de huidige afdruktaak te

annuleren. Controleer de configuratie van de printer in het

printerstuurprogramma.

016-930 Het apparaat wordt niet ondersteund. Verwijder deze uit de USB-poort

aan de voorkant.

016-931 De USB-hub wordt niet ondersteund. Verwijder deze uit de USB-poort aan

de voorkant.

016-985 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Probeer nogmaals te scannen nadat u de instelling van de resolutie

verlaagd hebt of nadat u het bestandsformaat van de gescande gegevens

gewijzigd hebt.

016-986

Statuscode Wat u kunt doen

338

| Printerberichten begrijpen

024-965 Controleer of het formaat en type die zijn aangegeven bij de

lade-instellingen overeenkomen met het formaat en type van het papier

dat is geplaatst in de lade.

024-966

024-969

026-721 Controleer uw USB-stick:

• Misschien is de bestandsgrootte of het aantal bestanden te hoog voor

uw USB-stick.

• Misschien is uw USB-stick tegen wegschrijven beschermd.

027-446 Verander het IPv6-adres om dubbele adressen te voorkomen. Zet de

printer uit en daarna weer aan.

027-452 Verander het IPv4-adres om dubbele adressen te voorkomen. Zet de

printer uit en daarna weer aan.

031-521 Aanmeldingsfout SMB-server. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat

de printer zich kan herstellen. Controleer met uw systeembeheerder of u

zich kunt aanmelden op uw computer.

031-522 Aanmeldingsfout SMB-server. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat

de printer zich kan herstellen. Controleer of uw aanmelding (domeinnaam

en gebruikersnaam) en het wachtwoord juist zijn.

031-523 Ongeldige SMB-sharenaam. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat

de printer zich kan herstellen. Controleer de ingevoerde sharenaam.

031-524 De gebruikersaccountlimiet van de SMB-server is overschreden. Tik op

Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer of het aantal gebruikers dat tegelijkertijd gebruik maakt van de

server het maximum aantal niet overschrijdt.

031-525 Machtigingsfout met betrekking tot de SMB-bestemmingsclient. Tik op

Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer of deze gebruiker bestanden kan aflezen van en wegschrijven

naar de opslaglocatie.

031-526 Kan de hostnaam van de SMB-server niet omzetten. Tik op Close of

wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer de

DNS-aansluiting en controleer of de bestemmingsserver met DNS is

geregistreerd.

031-527 Kan de hostnaam van de SMB-server niet omzetten. Tik op Close of

wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Stel het

DNS-adres in of stel het adres van de bestemmingsserver als IP-adres in.

031-528 Kan geen verbinding maken met de SMB-server. Tik op Close of wacht 60

seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of de printer via

het netwerk kan communiceren met de SMB-bestemmingsserver.

Controleer bijvoorbeeld het volgende:

• Aansluiting van eventuele Ethernetkabel

• TCP/IP-instellingen

• Communicatie via poort Port 137 (UDP), 138 (UDP) en 139 (TCP).

Neem voor communicatie buiten het subnet contact op met uw

systeembeheerder.

031-529 Aanmeldingsfout SMB-server. Het wachtwoord is ongeldig. Tik op Close

of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of

het wachtwoord juist is.

Statuscode Wat u kunt doen

Printerberichten begrijpen |

339

031-530 De gedeelde SMB-map werd niet gevonden op de aangegeven

SMB-server. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich

kan herstellen. Controleer het volgende:

• Controleer of de opslaglocatie juist is.

• Controleer of de bestandsnaam die u hebt opgegeven kan worden

gebruikt als er een bestand wordt aangemaakt op de SMB-server.

• Vraag uw systeembeheerder de DFS-instelling te controleren en

vervolgens rechtstreeks de SMB-server, sharenaam en opslaglocatie op

te geven op basis van de gecontroleerde instellingen.

031-531 Kan geen bestands- of mapnaam vinden op de SMB-server. Tik op Close

of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer de

toegangsrechten van de opgegeven map.

031-532 De limiet van het SMB-scanbestand of de mapnaam is overschreden. Tik

op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Wijzig de bestandsnaam en bestemmingsmap of verplaats of verwijder

bestanden in de bestemmingsmap.

031-533 Kan geen bestand wegschrijven op de SMB-server. Tik op Close of wacht

60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer het

• Wordt de opgegeven bestandsnaam gebruikt door andere gebruikers.

• Bestaat er al een bestand of map met dezelfde naam.

031-534 Kan geen map aanmaken op de SMB-server. Tik op Close of wacht 60

seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer het volgende:

• Wordt de opgegeven bestandsnaam gebruikt door andere gebruikers.

• Bestaat er al een bestand of map met dezelfde naam.

031-535 Kan geen bestand verwijderen van de SMB-server. Tik op Close of wacht

60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of een

andere gebruiker hetzelfde bestand op de opgegeven locatie gebruikt.

031-536 Kan geen map verwijderen van de SMB-server. Tik op Close of wacht 60

seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of een andere

gebruiker hetzelfde bestand op de opgegeven locatie gebruikt.

031-537 Capaciteit van de SMB-server is overschreden. Tik op Close of wacht 60

seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of de

opslaglocatie voldoende vrije ruimte heeft.

031-539 De opgegeven SMB-server is ongeldig. Tik op Close of wacht 60

seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of de naam van

de server juist is.

031-540 De opgegeven domeinnaam is ongeldig. Tik op Close of wacht 60

seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of de

domeinnaam juist is.

031-541 Ongeldige gebruikersnaam opgegeven voor de SMB-server. Tik op Close

of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of

de aanmeldingsnaam (gebruikersnaam) juist is.

031-542 TCP/IP niet geïnitialiseerd. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de

printer zich kan herstellen. Wacht even en probeer hetzelfde nog eens.

Neem contact op met de klantenondersteuning als deze fout zich

herhaalt.

031-543 Aanmeldingsfout SMB-server. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat

de printer zich kan herstellen. Controleer de toegestane tijd voor het

aanmelden met de systeembeheerder.

031-544 Aanmeldingsfout SMB-server. Het wachtwoord is verlopen. Tik op Close

of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Vraag de

systeembeheerder hoelang uw wachtwoord geldig is.

Statuscode Wat u kunt doen

340

| Printerberichten begrijpen

031-545 Aanmeldingsfout SMB-server. Het wachtwoord moet gewijzigd worden.

Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Vraag de systeembeheerder of uw wachtwoord gewijzigd moet worden.

031-546 Aanmeldingsfout SMB-server. Er is een ongeldige gebruiker opgegeven.

Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Neem contact op met de systeembeheerder voor de instellingen van de

bestemmingsserver.

031-547 Aanmeldingsfout SMB-server. Er is een gebruiker opgegeven die geen

toegang heeft tot de SMB-server. Tik op Close of wacht 60 seconden,

zodat de printer zich kan herstellen. Neem contact op met de

systeembeheerder voor de instellingen van de bestemmingsserver.

031-548 Aanmeldingsfout SMB-server. Inlogtijd voor de SMB-bestemming is

verlopen. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan

herstellen. Neem contact op met de systeembeheerder voor de

instellingen van de bestemmingsserver.

031-549 Aanmeldingsfout SMB-server. Opgegeven gebruiker heeft geen toegang

en een leeg wachtwoord is verboden. Tik op Close of wacht 60

seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer bij de

veiligheidsinstellingen welke toegangsrechten een gebruiker zonder

wachtwoord heeft.

031-550 De opdracht Toevoegen wordt niet ondersteund door de SMB-server. Tik

op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer of de printer gemachtigd is om gegevens toe te voegen op de

SMB-server. Controleer of de server de SMB-opdracht voor toevoegen

ondersteunt.

031-551 De opdracht Naam wijzigen wordt niet ondersteund door de SMB-server.

Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer of de printer gemachtigd is om gegevens een nieuwe naam te

geven op de SMB-server. Controleer of de server de SMB-opdracht voor

toevoegen ondersteunt.

031-552 Taak geannuleerd. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer

zich kan herstellen. Wijzig de bestandsnaam die al bestaat op de

FTP-server.

031-574 Kan de hostnaam van de FTP-server niet omzetten. Tik op Close of wacht

60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer de

DNS-aansluiting of controleer of de naam van de bestemmingsserver met

DNS is geregistreerd.

031-575 Kan de hostnaam van de FTP-server niet omzetten. Tik op Close of wacht

60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Stel het DNS-adres in

of stel het adres van de bestemmingsserver als IP-adres in.

031-576 Kan geen verbinding maken met de FTP-server. Tik op Close of wacht 60

seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of de printer

communiceert met de FTP-bestemmingsserver. Controleer bijvoorbeeld

de aansluitingen van de Ethernetkabel en of het IP-adres van de server

juist is.

031-578 Aanmeldingsfout FTP-server. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat

de printer zich kan herstellen. Controleer of de aanmeldingsnaam

(gebruikersnaam) en het wachtwoord juist zijn.

031-579 Ongeldig pad FTP-submap. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de

printer zich kan herstellen. Controleer of de opslaglocatie juist is.

031-580 Kan geen bestand- of mapnaam van de FTP-server krijgen. Tik op Close

of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer de

toegangsrechten voor de server.

Statuscode Wat u kunt doen

Printerberichten begrijpen |

341

031-581 De limiet van het FTP-scanbestand of de mapnaam is overschreden. Tik

op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Wijzig de bestandsnaam en bestemmingsmap of verplaats of verwijder

bestanden in de bestemmingsmap.

031-582 Kan geen scanbestand wegschrijven op de FTP-serverlocatie. Tik op

Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer of de ingevoerde bestandsnaam op deze opslaglocatie

gebruikt kan worden. Controleer of de opslaglocatie voldoende vrije

ruimte heeft.

031-584 Kan geen scanmap aanmaken op de FTP-server. Tik op Close of wacht 60

seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of de

ingevoerde mapnaam op deze opslaglocatie kan worden gebruikt.

Controleer of er al een map bestaat met dezelfde naam.

031-585 Kan geen bestand verwijderen van de FTP-server. Opdracht DEL is mislukt.

Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer de toegangsrechten voor de server.

031-587 Kan geen map verwijderen van de FTP-server. Opdracht RMD is mislukt.

Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer de toegangsrechten voor de server.

031-588 Kan geen bestand wegschrijven op de FTP-serverlocatie. Tik op Close of

wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of de

opslaglocatie voldoende vrije ruimte heeft.

031-590 Taak geannuleerd. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer

zich kan herstellen. Wijzig de bestandsnaam die al bestaat op de

FTP-server.

031-594 Fout met betrekking tot het FTP-overdrachtstype. Opdracht TYPE is

mislukt. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan

herstellen. Probeer dezelfde handeling nogmaals. Neem contact op met

customersupport als deze fout zich herhaalt.

031-595 Fout met betrekking tot de FTP-datapoort. Opdracht PORT is mislukt. Tik

op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Probeer dezelfde handeling nogmaals. Neem contact op met

customersupport als deze fout zich herhaalt.

031-598 Fout met betrekking tot gegevens toevoegen aan FTP-server. Opdracht

APPE is mislukt. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich

kan herstellen. Controleer of de printer gemachtigd is om gegevens toe te

voegen op de FTP-server. Controleer of de server FTP-opdrachten voor

toevoegen ondersteunt.

031-599 Fout met betrekking tot bestandsnaam wijzigen op FTP-server. Opdracht

RNFR is mislukt. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich

kan herstellen. Controleer of de printer gemachtigd is om gegevens een

nieuwe naam te geven op de FTP-server. Controleer of de server

FTP-opdrachten voor naam wijzingen ondersteunt.

033-513 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Probeer het volgende:

• Druk de ontvangen fax af of wacht tot het verzenden van de fax is

voltooid.

• Druk de opgeslagen faxtaak af met de functie Veilige ontvangst.

Zie “Faxen ontvangen in de modus Veilige ontvangst”.

033-527 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Wacht tot de printer niet meer actief is en probeer het vervolgens

nogmaals.

Statuscode Wat u kunt doen

342

| Printerberichten begrijpen

033-528 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer de beschikbare tijdsperiode voor de fax en probeer het

vervolgens nogmaals.

033-762 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

De printer weigert faxen van ongewenste afzenders. Zie “"Junk-fax"-inst.”.

033-776 Het faxdocument is te groot waardoor de beschikbare ruimte in het

geheugen waarschijnlijk is overschreden. Verlaag de scanresolutie en

probeer dan nogmaals te scannen. Zie “Resolutie”.

033-788 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Probeer het volgende:

• Verwijder de ontvangen fax of wacht tot het verzenden van de fax is

voltooid.

• Druk de opgeslagen faxtaak af met de functie Veilige ontvangst.

Zie “Faxen ontvangen in de modus Veilige ontvangst”.

034-515 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Probeer het volgende:

• Probeer dezelfde handeling nogmaals.

• Controleer de printer of het ontvangende apparaat als het geheugen

vol is.

034-791 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer of de telefoonkabel correct is aangesloten. Als de

telefoonaansluiting in orde is, kunt u het volgende controleren:

• Is de instelling voor toon/puls juist.

Zie “Toon/puls”.

Controleer het volgende als de instelling voor toon/puls juist is.

• Kan het ontvangende apparaat een fax ontvangen.

035-701 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer het volgende:

• Status van het ontvangende apparaat.

• Toon/puls-instelling

Zie “Toon/puls”.

035-708 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Probeer het volgende:

• Probeer dezelfde handeling nogmaals.

• Verlaag de modemsnelheid.

Zie “Modemsnelheid”.

035-717 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Verlaag de modemsnelheid. Zie “Modemsnelheid”.

035-718 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer de status van het ontvangende apparaat.

035-720 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer de functies van het ontvangende apparaat.

035-781 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen.

Controleer of het ontvangende apparaat bezet is.

042-700 Wacht tot de printer is afgekoeld. Neem contact op met customersupport

als deze fout zich herhaalt.

077-301 Sluit de rechter zijklep.

077-302 Sluit de achterklep.

091-911 Verwijder de gebruikte toneropvangbak en plaats vervolgens een nieuwe

toneropvangbak. Zie “Toneropvangbak vervangen”.

Statuscode Wat u kunt doen

Printerberichten begrijpen |

343

091-914 Plaats de afdrukmodule van de opgegeven kleur opnieuw. Vervang de

afdrukmodule als het bericht niet verdwijnt. Zie “Afdrukmodule

vervangen”.

091-917

091-918

091-919

091-921 Controleer of de afdrukmodule van de opgegeven kleur volledig is

geïnstalleerd. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

091-922

091-923

091-924

091-931 Verwijder de gebruikte afdrukmodule van de opgegeven kleur en plaats

een nieuwe. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

091-932

091-933

091-934

091-942 Plaats de afdrukmodule van de opgegeven kleur opnieuw. Vervang de

afdrukmodule als het bericht niet verdwijnt. Zie “Afdrukmodule

vervangen”.

091-943

091-944

091-945

091-960 Verwijder de niet-ondersteunde afdrukmodule van de opgegeven kleur en

plaats een nieuwe afdrukmodule die wel ondersteund wordt. Zie

“Afdrukmodule vervangen”.

091-961

091-962

091-963

093-930 Verwijder de gebruikte tonercassette van de opgegeven kleur en plaats

een nieuwe. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

093-931

093-932

093-933

093-960 Verwijder de niet-ondersteunde tonercassette van de opgegeven kleur en

plaats een nieuwe tonercassette die wel ondersteund wordt. Zie

“Afdrukmodule vervangen”.

093-961

093-962

093-963

093-970 Controleer of de tonercassette van de opgegeven kleur volledig is

geïnstalleerd. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

093-971

093-972

093-973

116-722 Tik op Close zodat de printer zich kan herstellen. Controleer het Web

Services on Devices (WSD)-scanadres en de bestemmingscomputer en

probeer dan nogmaals te scannen. Neem contact op met uw

systeembeheerder.

193-700 Als originele tonercassettes zijn geïnstalleerd, schakel dan de instelling

Geen Dell-toner uit met behulp van Dell Printer Configuration Web Tool.

Statuscode Wat u kunt doen

344

| Printerberichten begrijpen

Foutberichten

Foutberichten Oorzaak Oplossing

Kan het LDAP-adresboek niet

openen. Neem contact op

met uw netwerkbeheerder als

deze fout zich blijft voordoen.

De printer kan zich niet verifiëren

met een verificatieserver.

Controleer de serverinstellingen.

Neem contact op met de

netwerkbeheerder als de fout zich

blijft voordoen.

Een SSL/TLS-verificatiefout op de

verbinding met de LDAP-server; er

doet zich een interne

SSL/TLS-verificatiefout voor.

Neem contact op met de

netwerkbeheerder als de fout zich

blijft voordoen.

Kan het LDAP-adresboek niet

openen. Het

LDAPS-servercertificaat is niet

juist.

Een SSL/TLS-verificatiefout op de

verbinding met de LDAP-server; de

certificaatgegevens van de server

zijn niet juist.

Controleer het basiscertificaat van

de LDAP-server en het

SSL/TLS-certificaat op de printer.

Kan het LDAP-adresboek niet

openen. Het LDAPS

SSL/TLS-clientcertificaat is

niet ingesteld.

Een SSL/TLS-verificatiefout op de

verbinding met de LDAP-server; de

LDAP-server kan geen

SSL/TLS-clientcertificaat aanmaken.

Controleer of er een

SSL/TLS-clientcertificaat op de

juiste manier in de printer is

geïmporteerd.

Kan het LDAP-adresboek niet

openen. De servernamen van

LDAPS en het

SSL/TLS-certificaat komen

niet overeen.

Een SSL/TLS-verificatiefout op de

verbinding met de LDAP-server; het

servercertificaat van de LDAP-server

is nog niet geldig of is verlopen.

Gebruik een geldig

SSL/TLS-certificaat voor de

LDAP-server.

Een SSL/TLS-verificatiefout op de

verbinding met de LDAP-server; de

LDAP-servernaam komt niet

overeen met het certificaat.

Stel het LDAP-serveradres op de

printer in zodat het overeenkomst

met het SSL/TLS-certificaat van de

LDAP-server.

Kan het LDAP-adresboek niet

openen. De tijdsinstellingen

op de printer en de

Kerberos-server komen niet

overeen.

Er kan een tijdsverschil bestaan

tussen de klok in de printer en de

klok in de Kerberos-server dat groter

is dan de afwijkingsmarge van de

klok in de Kerberos-server.

Controleer of de klok van de printer

en die van de Kerberos-server de

juiste tijd aangeven.

Kan geen verbinding maken

met de server. Controleer de

serverinstellingen.

De opgegeven serverinstellingen,

zoals het IP-adres en de

realm-/domeinnaam zijn niet juist.

Controleer of het juiste IP-adres /

de juiste hostnaam, het juiste

poortnummer, de juiste

realm-/domeinnaam en de juiste

hoofdzoekmap opgegeven zijn bij

IP-adres/hostnaam en poort,

Domeinnaam en Zoeken in

hoofdmap van adreslijst in Dell

Printer Configuration Web Tool. Zie

“Kerberos-server” en “LDAP-server”.

De LDAP- of Kerberos-versie op de

server is niet compatibel met de

printer.

Neem contact op met uw

netwerkbeheerder.

De server reageert niet. Controleer of de server gewoon

functioneert.

Wijzig de serverinstellingen en

contoleer de

serververbinding.

De printer kan geen bestemmingen

vinden binnen de opgegeven

tijdsperiode.

Verleng de ingestelde tijd bij

Time-out bij zoeken in Dell Printer

Configuration Web Tool. Zie

“Verificatiesysteem” en

“LDAP-server”.

Printerberichten begrijpen |

345

Controleer of de printer en de

server op de juiste wijze op elkaar

zijn aangesloten met een

Ethernetkabel. Als er geen

problemen zijn met de verbinding

en de fout zich blijft voordoen, kan

het zijn dat de serverinstellingen zijn

gewijzigd. Neem contact op met uw

netwerkbeheerder.

Controleer de

verificatieinstellingen.

De loginnaam en het wachtwoord

voor toegang tot een

verificatieserver zijn niet juist.

Controleer of de juiste inlognaam

en het juiste wachtwoord

opgegeven zijn bij

Aanmeldingsnaam en Wachtwoord

in Dell Printer Configuration Web

Tool. Zie “Kerberos-server” en

“LDAP-server”.

Ongeldige zoektekens of

LDAP-gebruikerstoewijzing is

niet juist geconfigureerd voor

de Configuration Web Tool.

De LDAP-zoekfilter werkt niet naar

behoren als speciale tekens worden

gebruikt in de zoekopdracht of op

de pagina

LDAP-gebruikerstoewijzing in Dell

Printer Configuration Web Tool.

Verwijder eventuele speciale tekens

en voer de zoekopdracht nogmaals

uit. Zie

“LDAP-gebruikerstoewijzing”.

Netwerkaansluiting is niet

gereed. Probeer het later

nogmaals.

U bent begonnen met het zoeken

van bestemmingen voordat het

IP-adres werd ingesteld voor de

printer.

Wacht even en voer de

zoekopdracht dan nog een keer uit.

Geen kenmerk of ongeldige

naam. Controleer

adresgegevens op server.

De adresgegevens op de server

bevatten onjuiste informatie of zijn

niet voldoende om een resultaat te

geven voor uw zoekopdracht.

Controleer de gegevens van de

adressen die geregistreerd zijn op

de server of neem contact op met

uw netwerkbeheerder.

Geen vermeldingen. De printer kan geen bestemmingen

vinden die voldoen aan de

zoekvoorwaarde.

Tik op OK om terug te keren naar het

zoekscherm en geef vervolgens een

nieuwe voorwaarde op om een

nieuwe zoekopdracht uit te voeren.

Hoofzoekmap niet juist

geconfigureerd voor de

Configuration Web Tool.

Mappen die niet bestaan op de

LDAP-server zijn opgegeven of een

ongeldige DN-syntaxis is

opgegeven.

Zorg ervoor dat er geldige waarden

worden opgegeven bij Zoeken in

hoofdmap van adreslijst in Dell

Printer Configuration Web Tool. Zie

“LDAP-server”. Geef de oorsprong

van de zoekopdracht op en gebruik

daarbij de juiste DN-syntaxis, zoals

aangegeven in het volgende

voorbeeld:

dc=w2008ad,dc=addressbook,dc=

net

Te veel zoekresultaten. Er

kunnen maximaal 50

zoekresultaten worden

weergegeven. Verfijn zo nodig

uw zoekopdracht.

Het aantal zoekresultaten is hoger

dan het maximale aantal dat de

printer kan weergeven.

Tik op Close om de zoekresultaten

weer te geven. Als u de gewenste

bestemming niet kunt vinden in de

resultatenlijst, geeft u een nieuwe

voorwaarde op en voert u een

nieuwe zoekopdracht uit.

Toegangsfout verificatieserver

016-530

Start de printer opnieuw.

Er doet zich een andere fout voor

met betrekking tot het

LDAP-serveradresboek.

Zet de printer uit en daarna weer

aan. Neem contact op met de

netwerkbeheerder als de fout zich

blijft voordoen.

Foutberichten Oorzaak Oplossing

346

| Specificaties

Specificaties

Compabiliteit besturingssysteem

Stroomvoorziening

Deze toestand is equivalent met de netwerkstand-bystand. Voor het stroomverbruik in deze toestand zijn alle

bekabelde netwerkpoorten verbonden en zijn alle draadloze netwerkpoorten geactiveerd.

Ondersteunde

besturingssystemen

Microsoft

Windows Vista

(32 bit)

Microsoft

Windows Vista

(64 bit)

Microsoft

Windows Server

2008 (32 bit)

Microsoft

Windows Server

2008 (64 bit)

Microsoft

Windows

7 (32 bit)

Microsoft

Windows

7 (64 bit)

Microsoft

Windows Server

2008 R2

Microsoft

Windows

8 (32 bit)

Microsoft

Windows

8 (64 bit)

Microsoft

Windows

Microsoft

Windows Server

2012

Microsoft

Windows

8.1 (32 bit)

Microsoft

Windows

8.1 (64 bit)

Microsoft

Windows

RT 8.1

Microsoft

Windows Server

2012 R2

Microsoft

Windows

10 (32 bit)

Microsoft

Windows

10 (64 bit)

Mac OS X 10.7

OS X 10.8

OS X 10.9

OS X 10.10

Red Hat Enterprise

Linux

6 Desktop (64 bit)

Red Hat Enterprise Linux 6 Desktop (32 bit)

SUSE

Linux Enterprise Desktop 11 (64 bit)

SUSE

Linux Enterprise Desktop 11 (32 bit)

Ubuntu 12.04 LTS

Nominale spanning 220 – 240 VAC 110 – 127 VAC

Frequentie 50/60 Hz 50/60 Hz

Stroomsterkte 6 A 12 A

Energieverbruik 51,7 W (Gereed)

20,0 W (Slaapstand)

2,5 W (Dell H625cdw/Dell H825cdw)(Diepe slaap

)

1,8 W (Dell S2825cdn)(Diepe slaap

)

0,3 W (Offline)

Specificaties |

347

Afmetingen

Gewicht

inclusief tonercassettes en afdrukmodules.

Geheugen

Page Description Language (PDL)/emulatie,

besturingssysteem en interface

Hoogte 500 mm (19,69 inch)

Breedte 429 mm (16,89 inch)

Diepte 503,5 mm (19,82 inch)

Gewicht 29,2kg

Geheugen 1 GB

Snelheid DDR3-1.066 MHz

PDL/emulaties PCL 6, PCL5e, PostScript 3 Compatible, HBPL

Besturingssystemen Microsoft

Windows Vista

(32 bit)

Microsoft

Windows Vista

(64 bit)

Microsoft

Windows Server

2008 (32 bit)

Microsoft

Windows Server

2008 (64 bit)

Microsoft

Windows

7 (32 bit)

Microsoft

Windows

7 (64 bit)

Microsoft

Windows Server

2008 R2

Microsoft

Windows

8 (32 bit)

Microsoft

Windows

8 (64 bit)

Microsoft

Windows Server

2012

Microsoft

Windows

8.1 (32 bit)

Microsoft

Windows

8.1 (64 bit)

Microsoft

Windows Server

2012 R2

Microsoft

Windows

10 (32 bit)

Microsoft

Windows

10 (64 bit)

Mac OS X 10.7

OS X 10.8

OS X 10.9

OS X 10.10

Red Hat Enterprise

Linux

6 Desktop (64 bit)

Red Hat Enterprise Linux 6 Desktop (32 bit)

SUSE

Linux Enterprise Desktop 11 (64 bit)

SUSE

Linux Enterprise Desktop 11 (32 bit)

Ubuntu 12.04 LTS

348

| Specificaties

De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Compatibiliteit met Management Information Base (MIB)

MIB is een database die gegevens bevat over de netwerkapparatuur zoals adapters,

bruggen, routers of computers. Deze informatie helpt netwerkbeheerders bij het

beheren van het netwerk en de analyse van de werking, verkeer, fouten, enz. Uw printer

voldoet aan de MIB-standaardspecificaties voor deze sector, waardoor de printer

herkend en bestuurd kan worden door verschillende softwaresystemen voor printer- en

netwerkbeheer.

Omgeving

Werking

Garantie afdrukkwaliteit

In opslag

Hoogte

Kabels

De aansluitkabel moeten voldoen aan de volgende vereisten:

Interfaces Standaard lokaal: USB 2.0

Standaard bekabeld netwerk: 10Base-T/100Base-TX/1000Base-T

Ethernet

Standaard draadloos netwerk

: IEEE 802.11b/802.11g/802.11n

Temperatuur 10 – 32°C (50 – 89,6°F)

Relatieve luchtvochtigheid 10 – 85% relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)

Temperatuur 15 – 28°C (59 – 82,4°F)

Relatieve luchtvochtigheid 20 – 70% relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)

Temperatuur -20 – 40°C (0 – 104°F)

Vochtigheid bij opslag 5 – 85% relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)

Werkend Tot 3.100 m (10.170 feet)

In opslag Tot 3.100 m (10.170 feet)

Ethernet 10Base-T/100Base-TX/1000Base-T

USB USB 2.0

Telefoonaansluiting RJ11

Specificaties |

349

Specificaties printer

Breedte:

76,2 mm (3 inch) tot 215,9 mm (8,5 inch)

Lengte:

127 mm (5 inch) tot 355,6 mm (14 inch) voor MPF

148 mm (5,8 inch) tot 355,6 mm (14 inch) voor lade 1

190,5 mm (7,5 inch) tot 355,6 mm (14 inch) voor de optionele 550-velinvoer

Specificaties kopieermachine

Aansluiting op de telefoon RJ45

Afdrukresolutie 600 × 600 dpi

Afdruksnelheid Simplex:

23.8 ppm (A4), 25 ppm (Letter) of minder

(Dell H625cdw)

28.6 ppm (A4), 30 ppm (Letter) of minder

(Dell H825cdw/Dell S2825cdn)

Dubbelzijdig:

15.7 ppm (A4), 16.5 ppm (Letter) of minder

(Dell H625cdw)

18.8 ppm (A4), 19.8 ppm (Letter) of minder

(Dell H825cdw/Dell S2825cdn)

Papierformaat A4, B5, A5, B6, A6, Letter, Executive, Folio (8,5 x 13"), Legal, Statement,

Envelop #10, Monarch, DL, C5, Aangepast

Kopieerresolutie Optisch: 600 × 400 dpi

350

| Specificaties

Breedte:

76,2 mm (3 inch) tot 215,9 mm (8,5 inch)

Lengte:

127 mm (5 inch) tot 355,6 mm (14 inch) voor MPF

148 mm (5,8 inch) tot 355,6 mm (14 inch) voor lade 1

190,5 mm (7,5 inch) tot 355,6 mm (14 inch) voor de optionele 550-velinvoer

Specificaties scanner

Kopieersnelheid • Dell H825cdw/Dell S2825cdn

Kleur 14 kopieën/min (A4)/15 kopieën/min (Letter) of minder

Zwart-wit 29 kopieën/min (A4)/30 kopieën/min (Letter) of minder

(Bij gebruik van de document-glasplaat voor opeenvolgende

kopieën van een document, waarbij de pagina's één voor één

gescand worden.)

Kleur simplex: 17 kopieën/min (A4)/17 kopieën/min (Letter) of

minder

Zwart-wit simplex: 19 kopieën/min (A4)/20 kopieën/min (Letter) of

minder

Kleur duplex: 8 kopieën/min (A4)/8 kopieën/min (Letter) of minder

Zwart-wit duplex: 19 kopieën/min (A4)/20 kopieën/min (Letter) of

minder

(Bij gebruik van de automatische papierlade voor dubbelzijdig

afdrukken (DADF) voor opeenvolgende kopieën van meerdere

documenten.)

• Dell H625cdw

Kleur 14 kopieën/min (A4)/15 kopieën/min (Letter) of minder

Zwart-wit 24 kopieën/min (A4)/25 kopieën/min (Letter) of minder

(Bij gebruik van de document-glasplaat voor opeenvolgende

kopieën van een document, waarbij de pagina's één voor één

gescand worden.)

Kleur simplex: 17 kopieën/min (A4)/17 kopieën/min (Letter) of

minder

Zwart-wit simplex: 19 kopieën/min (A4)/20 kopieën/min (Letter) of

minder

Kleur duplex: 8 kopieën/min (A4)/8 kopieën/min (Letter) of minder

Zwart-wit duplex: 19 kopieën/min (A4)/20 kopieën/min (Letter) of

minder

(Bij gebruik van de automatische papierlade voor dubbelzijdig

afdrukken (DADF) voor opeenvolgende kopieën van meerdere

documenten.)

Papierformaat A4, B5, A5, B6, A6, Letter, Executive, Folio (8,5 x 13"), Legal, Statement,

Envelop #10, Monarch, DL, C5, Aangepast

Zoomverhouding Document-glasplaat: 25 – 400%

DADF: 25 – 400%

Meerdere kopieën 1 – 99

Kopieermodus (= type origineel) Tekst, tekst en foto, foto

Scanmethode Document-glasplaat: Document-fixed flatbed scanning

DADF: Carriage-fixed, scannen via documentinvoer (dubbelzijdig)

Compatibiliteit TWAIN, TWAIN-Net, Windows

Image Acquisition (WIA)

Scanservice voor Web Services on Devices (WSD)

Specificaties |

351

Alleen Windows

-besturingssysteem

Alleen Windows Vista

, Windows

7, Windows

8 en Windows

WIA staat voor Windows

Image Acquisition.

Faxspecificaties

Transmissietijd geldt voor transmissie vanuit het geheugen van tekstgegevens gescand in standaardresolutie

met ECM (Error Correction Mode) en uitsluitend met gebruik van tabel ITU-T nr.1.

Specificaties draadloze verbinding

OPMERKING:

• Draadloze verbindingen zijn beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Scanresolutie Optisch: 600 × 400 dpi, 600 × 600 dpi

Enhanced (Pull Scan):

• TWAIN – 50 × 50 tot 9.600 × 9.600 pixels/25,4 mm

• WIA

– 75/100/150/200/300/400/600 pixels/25,4 mm

Verbeterd (Push Scan): 200/300 (standaard)/400/600 pixels/25,4 mm

Kleurdiepte 24 bit

Zwart/wit kleurdiepte 1 bit voor lijntekening

8 bit voor grijstinten

Effectieve scanlengte Document-glasplaat: 297 mm

DADF: 355,6 mm

Effectieve scanbreedte 215,9 mm

Scansnelheid (tekstmodus) Simplex:

Kleur 605 μS/lijn (600 dpi)

Zwart-wit 282 μS/lijn (600 dpi)

Duplex:

Kleur 1.210 μS/lijn (600 dpi)

Zwart-wit 564 μS/lijn (600 dpi)

Compatibiliteit ITU-T T.30

Toepasbare lijn Public Switched Telephone Network (PSTN), Private Branch Exchange

(PBX), Leased line (3,4 KHz/2-draads)

Gegevenscodering 1bit/JBIG/MMR/MR/MH

Maximale modemsnelheid 33,6 Kbps

Transmissiesnelheid Ong. 3 seconden/pagina

Scansnelheid Document-glasplaat: ong. 3 seconden/A4 (bij standaardfaxresolutie)

DADF: ong. 5 seconden/Letter (bij standaardfaxresolutie),

7,5 seconden/Letter (bij fijne faxresolutie)

Maximale lengte document Document-glasplaat: 297 mm

DADF: 355,6 mm

Papierformaat Letter, A4 (afhankelijk per land)

Resolutie Standaard: R8 × 3,85 l/mm

Fijn: R8 × 7,7 l/mm

Superfijn: 400 × 400 dpi

Foto: R8 × 7,7 l/mm

Gebruikersgeheugen 4 MB

Grijswaarden 256 niveaus

352

| Specificaties

EAP-methode biedt ondersteuning voor PEAPv0, EAP-TLS, EAP-TTLS PAP en EAP-TTLS CHAP.

Compatibel met WPS 2.0.

Verbindingstechnologie Draadloos

Compatibele standaarden IEEE 802.11b, 802.11g en 802.11n

Bandbreedte 2,4 GHz

Snelheid gegevensoverdracht IEEE 802.11n: 65 Mbps

IEEE 802.11g: 54, 48, 36, 24, 18, 12, 9 en 6 Mbps

IEEE 802.11b: 11, 5.5, 2 en 1 Mbps

Beveiliging 64 (40 bit sleutel)/128 (104 bit sleutel) WEP, WPA-PSK (AES),

WPA2-PSK (AES), WPA-Enterprise (AES)

, WPA2-Enterprise (AES)

Wi-Fi Protected Setup (WPS)

Configuratie drukknopbediening (PBC)

Persoonlijk identificatienummer (PIN)

Draadloze modus Infrastructuur, Ad-hoc, Wi-Fi Direct

353

Uw printer onderhouden

354

| Uw printer onderhouden

Uw printer onderhouden

U moet een aantal taken uitvoeren om een optimale afdrukkwaliteit te behouden.

De status van de benodigdheden controleren

Als de printer aangesloten is op een netwerk, kan Dell Printer Configuration Web Tool

onmiddellijk uitsluitsel geven over de resterende hoeveelheid toner. Voer het IP-adres

van de printer in in de webbrowser om deze informatie af te lezen. U kunt de printer

instellen zodat u een e-mailbericht ontvangt als de printer benodigdheden nodig heeft.

Via het touch-paneel kunt u ook de volgende punten controleren:

• Alle onderhoudspunten die uw aandacht verdienen of zaken die ververst, aangevuld

of vernieuwd moeten worden (Uw printer kan echter informatie over maar één punt

tegelijk verstrekken.)

• Hoeveelheid toner die resteert in elk van de tonercassettes.

OPMERKING:

• Als de printer verbonden is met een computer waarop Windows

7 of later is geïnstalleerd, dan

kunt u de status van de verbruikartikelen ook via Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool

controleren. Zie de FAQ's in Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool voor mee

informatie.

Instellingen e-mailwaarschuwing

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

2 Klik op de koppeling Afdrukserverinstellingen.

3 Voer bij Instellingen e-mailserver de Primaire SMTP-gateway en het

Antwoordadres in.

4 Voer bij Instellingen e-mailwaarschuwing uw e-mailadres of het e-mailadres van

een verantwoordelijk in.

5 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.

OPMERKING:

• op de SMPT-server verschijnt Verbinding uitgesteld totdat printer een waarschuwing stuurt

tot er een fout optreedt.

Besparen op materiaalkosten

U kunt verscheidene instellingen in het printerstuurprogramma wijzigen zodat

tonercassettes en papier bespaard worden.

Materiaal Instelling Functie

Tonercassett

Toner besparen in het tabblad

Overig

Selecteer het keuzevakje om de afdrukmodus in te

schakelen waarbij er minder toner wordt verbruikt. De

afdrukkwaliteit is minder goed als deze functie wordt

gebruikt.

Afdrukmedia N-op-1 in het tabblad Opmaak De printer drukt twee of meer pagina's af op één kant van

een vel papier.

Afdrukmedia Duplex in het tabblad

Algemeen.

Er wordt op beide zijden van een vel papier afgedrukt.

Uw printer onderhouden |

355

Bestellen van benodigdheden

U kunt tonercassettes, afdrukmodules en toneropvangbakken online of telefonisch

bestellen bij Dell.

OPMERKING:

• In OS X kunt u verbruiksartikelen bestellen via de widget Statusmonitor. Zie “Status Monitor Widget

voor Macintosh gebruiken”.

• In Linux kunt u verbruiksartikelen bestellen via de Statusmonitor-console. Zie “De Status Monitor

Console voor Linux gebruiken”.

Dell Printer Configuration Web Tool

1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.

Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”.

2 Klik op Bestel supplies op:.

Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool gebruiken

In de volgende procedure wordt Windows

7 / Windows

10 gebruikt als voorbeeld.

1 Voor Windows

Klik op Start Alle programma’s Dell Printers Dell Printer Hub of Dell Printer

Management Tool.

Voor Windows

10:

Klik op de knop Start Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool.

2 Selecteer voor Dell Printer Hub de printer bij Mijn printers.

Selecteer voor Dell Printer Management Tool de printer die standaard weergegeven

wordt, of selecteer een andere printer in de vervolgkeuzelijst in de

rechterbovenhoek van het startscherm.

3 Klik op Supplies.

4 U kunt verbruiksartikelen online of telefonisch bestellen.

Bij bestellen via Internet:

a Selecteer het type en de naam van uw printer.

b Klik op Volgende.

Als u telefonisch bestelt:

Bel naar het nummer in de linkerbovenhoek van het venster of klik op Contact

opnemen.

Houd de Service-tag van uw Dell-printer bij de hand om ervoor te zorgen dat u de

beste service krijgt.

Zie “Express Service Code en Service Tag”.

Opslag van afdrukmedia

Om mogelijke problemen met de papiertoevoer en een ongelijkmatige afdrukkwaliteit te

voorkomen, kunt u verschillende dingen doen bij het opslaan van afdrukmedia:

356

| Uw printer onderhouden

• Sla de afdrukmedia op in een omgeving met een temperatuur van ongeveer 21 °C

(70 °F) en een relatieve luchtvochtigheid van 40 procent, zodat een zo goed

mogelijke afdrukkwaliteit wordt bereikt.

• Plaats uw dozen met afdrukmedia op een plank, een rek of pallet, dus niet

rechtstreeks op de vloer.

• Als u afzonderlijke pakketten met afdrukmedia buiten de oorspronkelijke verpakking

bewaart, zorg er dan voor dat deze op een egale ondergrond rusten zodat de

randen niet kromtrekken.

• Plaats geen voorwerpen boven op een pak afdrukmedia.

Opslag van verbruiksmaterialen

Bewaar verbruiksmaterialen in de oorspronkelijke verpakking tot u ze nodig hebt. Bewaar

verbruiksmaterialen niet:

• Bij temperaturen hoger dan 40 °C

• In een omgeving met een sterk wisselende temperatuur en luchtvochtigheid

• In direct zonlicht

• In stoffige ruimten

• Langdurig in een auto

• In een omgeving met bijtende gassen of dampen

• In een vochtige omgeving

Tonercassettes vervangen

WAARSCHUWING:

• Voordat u de tonercassettes vervangt, leest en volgt u de veiligheidsvoorschriften onder

Belangrijke informatie.

Dell-tonercassettes zijn alleen verkrijgbaar via Dell. U kunt uw tonercassettes online op

www.dell.com/supplies of telefonisch bestellen. Zie “Contact opnemen met Dell” voor

meer informatie over het telefonisch bestellen van tonercassettes.

U wordt geadviseerd Dell-tonercassettes te gebruiken voor de printer. Dell biedt geen

garantiedekking voor problemen die veroorzaakt zijn door accessoires, onderdelen of

materialen die niet door Dell geleverd zijn.

WAARSCHUWING:

• Werp een tonercassette nooit in een open vlam. Resterende toner in de cassette kan vuur vatten

of ontploffen, met brandwonden of letsels als gevolg.

OPGELET:

• schud gebruikte tonercassettes niet. Als u met de cassette schudt, kan er toner morsen.

De tonercassette verwijderen

OPMERKING:

• Zorg ervoor dat alle papier verwijderd is uit de multifunctionele papierlade (MPF) en dat de klep van

de MPF gesloten is voordat u de tonercassette verwijdert.

Uw printer onderhouden |

357

1 Neem de handgrepen aan beide kanten van de voorklep vast en trek de klep omlaag

om deze te openen.

2 Neem de hendel vast van de tonercassette die u wilt vervangen en trek de cassette

eruit.

OPGELET:

• schud gebruikte tonercassettes niet. Als u met de cassette schudt, kan er toner morsen.

Tonercassette installeren

1 Neem een nieuwe tonercassette in de gewenste kleur uit de verpakking.

2 Schud de nieuwe tonercassette zes keer heen en weer zodat de toner gelijkmatig

wordt verdeeld.

358

| Uw printer onderhouden

3 Lijn de tonercassette uit met de inkepingen in de betreffende cassettesleuf en plaats

de tonercassette.

4 Druk de tonercassette er volledig in tot u een klik voelt.

5 Sluit de voorklep.

Afdrukmodule vervangen

WAARSCHUWING:

• Voordat u de afdrukmodules vervangt, leest en volgt u de veiligheidsvoorschriften onder

Belangrijke informatie.

OPGELET:

• bescherm afdrukmodules tegen fel licht. Als de klep aan de rechter zijkant langer dan 3 minuten

open blijft staan, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan.

Uw printer onderhouden |

359

De afdrukmodule verwijderen

1 Open de rechter zijklep.

2 Druk op het lipje om de toneropvangbak te ontgrendelen.

360

| Uw printer onderhouden

3 Trek de toneropvangbak voorzichtig omhoog.

OPGELET:

• controleer of er geen toner uit de toneropvangbak lekt terwijl u deze verwijdert.

• raak na het verwijderen van de toneropvangbak in geen geval de onderdelen aan die zijn

weergegeven in de afbeelding. Het is mogelijk dat uw handen vuil worden of bevlekt raken

met toner.

4 Plaats de toneropvangbak op een vlakke ondergrond.

Zorg ervoor dat de zijde die aan de printer bevestigd was altijd naar boven gericht is.

OPGELET:

• Richt de zijde die aan de printer bevestigd was nooit naar onder. Doet u dit wel, dan kan er

toner morsen.

Uw printer onderhouden |

361

5 Trek het lipje op de te vervangen afdrukmodule omlaag.

6 Trek de afdrukmodule er halverwege uit door aan het lipje te trekken en ondersteun

vervolgens de afdrukmodule langs de onderkant met uw andere hand terwijl u deze

er volledig uittrekt.

Afdrukmodule installeren

1 Neem een nieuwe afdrukmodule in de gewenste kleur uit de verpakking.

2 Verwijder de oranje bescherming van de afdrukmodule.

362

| Uw printer onderhouden

3 Plaats de afdrukmodule in de daarvoor bestemde opening en druk de afdrukmodule

zo ver mogelijk aan.

4 Trek het lipje op de afdrukmodule omhoog.

5 Trek de reinigingsstaaf uit de printer.

Uw printer onderhouden |

363

6 Steek de reinigingsstaaf in een het gat van het lipje op de afdrukmodule tot deze

stopt en trek de staaf vervolgens weer naar buiten.

OPMERKING:

• Plaats de reinigingsstaaf met de kant met het kussentje naar boven gericht.

• Het is niet nodig om de reinigingsstaaf herhaaldelijk heen en weer te bewegen.

7 Berg de reinigingsstaaf weer op in zijn originele positie.

8 Plaats de toneropvangbak terug.

Zorg ervoor dat de twee inkepingen aan de onderkant op de beugels in de printer

geplaatst zijn.

364

| Uw printer onderhouden

9 Druk op de hendel van de toneropvangbak tot u een klik hoort.

10 Sluit de rechter zijklep.

Toneropvangbak vervangen

WAARSCHUWING:

• Voordat u de toneropvangbak vervangt, leest en volgt u de veiligheidsvoorschriften onder

Belangrijke informatie.

Verwijder de toneropvangbak

1 Open de rechter zijklep.

Uw printer onderhouden |

365

2 Druk op het lipje om de toneropvangbak te ontgrendelen.

3 Trek de toneropvangbak voorzichtig omhoog.

Zorg ervoor dat de zijde die aan de printer bevestigd was naar boven gericht is zodat

u geen afvaltoner morst.

OPGELET:

• controleer of er geen toner uit de toneropvangbak lekt terwijl u deze verwijdert.

• raak na het verwijderen van de toneropvangbak in geen geval de onderdelen aan die zijn

weergegeven in de afbeelding. Van toner kunnen uw handen vuil of vlekkerig worden.

4 Doe de oude toneropvangbak in de plastic zak die bij de nieuwe toneropvangbak

werd geleverd en sluit de zak goed af.

Toneropvangbak installeren

1 Neem een nieuwe toneropvangbak uit de verpakking.

2 De toneropvangbak inbrengen.

366

| Uw printer onderhouden

Zorg ervoor dat de twee inkepingen aan de onderkant op de beugels in de printer

geplaatst zijn.

3 Druk op de hendel van de toneropvangbak tot u een klik hoort.

4 Sluit de rechter zijklep.

De binnenkant van de printer reinigen

De CTD-sensor (Color Toner Density) reinigen

OPMERKING:

• Reinig de CTD-sensor alleen wanneer er een waarschuwing voor de CTD-sensor verschijnt op de

Statusmonitor of het touch-paneel.

1 Zorg ervoor dat de printer uitgeschakeld is.

Uw printer onderhouden |

367

2 Trek de greep van de achterklep omhoog en open de achterklep.

3 Reinig de CTD-sensor met een schoon en droog wattenstaafje.

4 Sluit de achterklep.

De LED-printerkop reinigen

Om een achteruitgang van de afdrukkwaliteit door vlekken op de LED-printerkop te

voorkomen, moet u de LED-printerkop regelmatig of telkens wanneer u de

afdrukmodules vervangt met de reinigingsstaaf reinigen.

368

| Uw printer onderhouden

1 Open de rechter zijklep.

2 Druk op het lipje om de toneropvangbak te ontgrendelen.

3 Trek de toneropvangbak voorzichtig omhoog.

OPGELET:

• controleer of er geen toner uit de toneropvangbak lekt terwijl u deze verwijdert.

• raak na het verwijderen van de toneropvangbak in geen geval de onderdelen aan die zijn

weergegeven in de afbeelding. Van toner kunnen uw handen vuil of vlekkerig worden.

4 Plaats de toneropvangbak op een vlakke ondergrond.

Uw printer onderhouden |

369

Zorg ervoor dat de zijde die aan de printer bevestigd was altijd naar boven gericht is.

WAARSCHUWING:

• Richt de zijde die aan de printer bevestigd was nooit naar onder. Doet u dit wel, dan kan er

toner morsen.

5 Trek de reinigingsstaaf uit de printer.

6 Steek de reinigingsstaaf in een van de vier gaten van de lipjes op de afdrukmodules

tot deze stopt en trek de staaf vervolgens weer naar buiten.

OPMERKING:

• Plaats de reinigingsstaaf met de kant met het kussentje naar boven gericht.

• Het is niet nodig om de reinigingsstaaf herhaaldelijk heen en weer te bewegen.

370

| Uw printer onderhouden

7 Herhaal stap 6 voor de andere drie openingen.

8 Berg de reinigingsstaaf weer op in zijn originele positie.

9 De toneropvangbak inbrengen.

Zorg ervoor dat de twee inkepingen aan de onderkant op de beugels in de printer

geplaatst zijn.

10 Druk op de hendel van de toneropvangbak tot u een klik hoort.

Uw printer onderhouden |

371

11 Sluit de rechter zijklep.

De scanner reinigen

Als u de scanner schoon houdt krijgt u de beste kopieën. Het wordt aangeraden om de

scanner aan het einde van elke dag en gedurende de dag te reinigen, indien nodig.

1 Maak een zachte, pluisvrije doek of tissue vochtig met water.

2 Open de documentklep.

372

| Uw printer onderhouden

3 Veeg het oppervlak van de document-glasplaat, de DADF-glasplaat, de witte strook

en de witte documentklep af tot ze proper zijn. Veeg ze vervolgens af met een droge

doek of tissue tot ze volledig droog zijn.

OPMERKING:

• Wees voorzichtig met de witte strook.

4 Trek aan het lipje om de DADF-kokerklep te openen en houd deze geopend.

5 Veeg het oppervlak van de duplexsensorglasplaat en de witte strook af tot ze proper

zijn. Veeg ze vervolgens af met een droge doek of tissue tot ze volledig droog zijn.

1 Witte strook

2 Witte documentklep

3 Document-glasplaat

4 DADF-glasplaat

Uw printer onderhouden |

373

6 Sluit voorzichtig de DADF-kokerklep.

7 Sluit de documentklep.

De DADF-invoerrollen reinigen

Als u de DADF-invoerrollen proper houdt, krijgt u de beste kopieën. Het is aan te raden

de DADF-invoerrollen regelmatig te reinigen.

1 Open de klep van de DADF.

2 Veeg de DADF-invoerrollen schoon met een droge, zachte, pluisvrije doek of tissue

tot deze proper zijn.

Als er inktvlekken aanwezig zijn op de DADF-invoerrollen, kunnen documenten die

langs de DADF passeren ook vlekken gaan vertonen. In dat geval bevochtigt u een

zachte, pluisvrije doek of tissue met een neutraal reinigingsmiddel of met water en

verwijdert u de inktvlekken van de DADF-invoerrollen tot deze proper en droog zijn.

De printer verplaatsen

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de printer moet verplaatsen.

WAARSCHUWING:

• lees en volg eerst de veiligheidsvoorschriften in de Belangrijke informatie voordat u één van de

volgende handelingen verricht.

• Als de optionele 550-velinvoer (lade 2) geïnstalleerd is, verwijdert u de optionele 550-velinvoer

voordat u de printer verplaatst. Als de optionele 550-velinvoer niet stevig vast zit in de printer,

kan hij op de grond vallen en letsels veroorzaken. Zie “De optionele papierlade voor 550 vel

verwijderen”.

1 Schakel de printer uit en ontkoppel vervolgens het netsnoer, de interfacekabel en

alle andere kabels.

1 Duplexsensorglasplaat

2 Witte strook

374

| Uw printer onderhouden

2 Verwijder al het papier uit de DADF en schuif de documentstopper naar binnen.

3 Verwijder al het papier uit de opvangbak en klap de verlenging van de opvangbak

naar binnen.

4 Til de printer op en verplaats hem voorzichtig.

Uw printer onderhouden |

375

WAARSCHUWING:

• er zijn twee mensen nodig om de printer op te tillen.

OPMERKING:

• Als u de printer over een lange afstand verplaatst, verwijdert u de tonercassettes uit de printer

om te voorkomen dat er toner gemorst wordt. Plaats de printer vervolgens in een doos. Zie

“Tonercassettes vervangen”.

Optionele accessoires verwijderen

Als de printer moet worden verplaatst of de printer en de optionele 550-velinvoer naar

een nieuwe locatie moeten worden vervoerd, moet de optionele 550-velinvoer

verwijderd worden uit de printer. Pak voor het vervoeren de printer en de optionele

550-velinvoer goed in zodat deze niet beschadigd raken.

De optionele papierlade voor 550 vel verwijderen

WAARSCHUWING:

• Voor u de optionele 550-velinvoer (lade 2) verwijdert, moet u de printer uitschakelen, de stekker

uit het stopcontact trekken en alle kabels loskoppelen van de achterzijde van de printer.

1 Zorg ervoor dat de printer uitgeschakeld is en koppel vervolgens alle kabels los van

de achterkant van de printer.

376

| Uw printer onderhouden

2 Verschuif de vergrendeling van de optionele 550-velinvoer naar de ontgrendelde

positie.

3 Til de printer voorzichtig van de optionele 550-velinvoer en zet deze vervolgens op

een vlak oppervlak.

WAARSCHUWING:

• er zijn twee mensen nodig om de printer op te tillen.

4 Sluit alle kabels aan op de achterkant van de printer en schakel de printer in.

377

Problemen oplossen

378

| Problemen oplossen

Problemen oplossen

Vastgelopen papier verwijderen

OPMERKING:

• Vastlopen van het papier is te voorkomen door keuze van de juiste afdrukmedia en zorgvuldig

inleggen daarvan. Zie

“

Afdrukmediarichtlijnen

”

De plaats van een papierstoring bepalen

OPGELET:

• gebruik geen gereedschappen of andere harde voorwerpen om vastgelopen papier te

verwijderen. De printer zou daardoor permanent beschadigd kunnen worden.

De volgende afbeelding laat zien waar in de printer afdrukmedia kan vastlopen.

1 Papierlade voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (DADF)

2 Fusereenheid

3Lade 1

4 Multifunctionele papierlade (MPF)

5 Optionele papierlade voor 550 vel

1 2

5 4 3

Problemen oplossen |

379

Vastgelopen papier verwijderen uit de DADF

Als een document in de DADF vastloopt, verwijdert u de vastgelopen documenten door

middel van de volgende procedures.

OPMERKING:

• om het vastlopen van papier te voorkomen, gebruikt u de document-glasplaat voor dikke, dunne

of gemengde documenten.

• het foutbericht op het touch-paneel verdwijnt zodra u de vastgelopen afdrukmedia uit de printer

hebt verwijderd.

Documenten verwijderen uit de zone voor documentinvoer en

documentuitvoer

1 Verwijder de overige documenten uit de DADF.

2 Open de klep van de DADF.

3 Verwijder vastgelopen documenten uit de DADF-klep door het document

voorzichtig recht naar boven te trekken.

4 Hef de documentinvoerlade op.

380

| Problemen oplossen

5 Verwijder vastgelopen documenten uit de documentuitvoerlade.

6 Sluit de klep van de DADF en leg de documenten terug in de DADF.

7 Tik op Start.

Documenten verwijderen uit de DADF-kokerklep

Als u het vastgelopen document niet kunt verwijderen uit de documentuitvoerlade of als

u geen vastgelopen documenten kunt vinden, opent u de DADF-kokerklep en verwijdert

u daaruit de vastgelopen documenten.

1 Open de documentklep.

Problemen oplossen |

381

2 Trek aan het lipje om de DADF-kokerklep te openen en houd deze geopend.

3 Verwijder het document uit de DADF-kokerklep door het voorzichtig naar links te

trekken.

4 Sluit voorzichtig de DADF-kokerklep.

5 Sluit de documentklep en leg de documenten terug in de DADF.

6 Tik op Start.

Vastgelopen papier verwijderen uit de multifunctionele lade

(MPF) en uit lade 1

OPMERKING:

• het foutbericht op het touch-paneel verdwijnt zodra u de vastgelopen afdrukmedia uit de printer

hebt verwijderd.

382

| Problemen oplossen

1 Trek de MPF voorzichtig open. Als de MPF reeds open en in gebruik is, verwijdert u

het resterende papier uit de MPF.

2 Neem de MPF-klep aan beide kanten vast en trek de multifunctionele papierlade uit

de printer.

3 Trek lade 1 uit de printer.

Problemen oplossen |

383

4 Verwijder het vastgelopen papier.

5 Schuif lade 1 in de printer en druk de lade vervolgens zo ver mogelijk aan.

6 Plaats de MPF in de printer en plaats vervolgens het papier terug op de MPF.

7 Tik op Start.

Vastgelopen papier verwijderen uit de achterklep

OPMERKING:

• het foutbericht op het touch-paneel verdwijnt zodra u de vastgelopen afdrukmedia uit de printer

hebt verwijderd.

384

| Problemen oplossen

Vastgelopen papier verwijderen uit de fusereenheid

1 Trek de greep van de achterklep omhoog en open vervolgens de achterklep.

2 Verwijder het vastgelopen papier van onder de fusereenheid.

3 Trek aan het lipje dat zich boven de fusereenheid bevindt en houd het onderdeel

open.

4 Verwijder het vastgelopen papier.

Problemen oplossen |

385

5 Laat het lipje voorzichtig los en sluit het onderdeel.

6 Sluit de achterklep.

Vastgelopen papier verwijderen uit de rollen

1 Trek de greep van de achterklep omhoog en open de achterklep.

2 Verwijder het vastgelopen papier.

386

| Problemen oplossen

3 Sluit de achterklep.

Vastgelopen papier verwijderen uit de duplexeenheid

1 Trek de greep van de achterklep omhoog en open de achterklep.

2 Verwijder het vastgelopen papier.

Problemen oplossen |

387

3 Sluit de achterklep.

Vastgelopen papier verwijderen uit de achterkoker

Als er een foutcode voor een papierstoring in de achterklep verschijnt, maar u geen

vastgelopen papier kunt vinden, kijkt u in de achterkoker.

1 Trek de greep van de achterklep omhoog en open vervolgens de achterklep.

2 Trek aan het lipje om de achterkoker te openen.

388

| Problemen oplossen

3 Verwijder het vastgelopen papier.

4 Sluit de achterklep.

Vastgelopen papier verwijderen uit de optionele papierlade voor

550 vel

OPMERKING:

• het foutbericht op het touch-paneel verdwijnt zodra u de vastgelopen afdrukmedia uit de printer

hebt verwijderd.

1 Trek de lade van de optionele 550-velinvoer tot halverwege uit de printer.

Problemen oplossen |

389

2 Neem de lade met beide handen vast, kantel de voorkant ervan iets omhoog en trek

deze vervolgens volledig naar buiten.

3 Verwijder het vastgelopen papier.

4 Schuif de optionele 550-velinvoer in de printer en druk vervolgens de lade zo ver

mogelijk aan.

390

| Problemen oplossen

Simpele problemen met de printer

Sommige problemen met de printer kunt u zelf vrij eenvoudig verhelpen. Als zich een

probleem voordoet met de printer, controleer dan de volgende punten:

• Is de voedingskabel stevig aangesloten op de printer en op een goed geaard

stopcontact?

• Is de printer aangezet?

• Is de stroomvoorziening niet onderbroken door een schakelaar of een gesprongen

zekering?

• Werkt andere elektrische apparatuur die is aangesloten op hetzelfde stopcontact wel

naar behoren?

• Zijn alle opties correct geïnstalleerd.

Als het probleem na controle van alle bovenstaande punten nog steeds bestaat, schakelt

u de printer uit, wacht 10 seconden en schakelt de printer weer in. Daarmee wordt het

probleem vaak verholpen.

OPMERKING:

• als er storingsberichten op het touch-paneel of scherm van uw computer worden weergegeven,

volg dan de instructies op het scherm om de printerproblemen te verhelpen. Zie “Printerberichten

begrijpen”.

Schermweergaveproblemen

Afdrukproblemen

OPMERKING:

• Wanneer de optie Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen, moet u het viercijferige

wachtwoord invoeren in het menu Beheerinstellingen.

Probleem Oplossing

De menu-instellingen die zijn

gewijzigd via het bedieningspaneel

werken niet.

Instellingen in uw softwareprogramma, het printerstuurprogramma

of de printerhulpprogramma's krijgen voorrang boven de

instellingen die worden gemaakt via het bedieningspaneel.

Probleem Oplossing

Er wordt niets afgedrukt of onjuiste

tekens.

Controleer of het hoofdmenu op het touch-paneel verschijnt

voordat u een afdruktaak naar de printer stuurt. Druk op de knop

(Home) om terug te keren naar het hoofdmenu.

Controleer of er wel afdrukmedia in de printer zijn geplaatst. Druk

op de knop (Home) om terug te keren naar het hoofdmenu.

Controleer of de printer staat ingesteld op de juiste Page

Description Language (PDL).

Controleer of u het juiste printerstuurprogramma gebruikt.

Controleer of de correcte USB- of Ethernetkabel goed op de printer

is aangesloten.

Controleer of het juiste afdrukmediaformaat is geselecteerd.

Controleer, als u een printerspooler gebruikt, of de spooler niet is

vastgelopen.

Controleer de printer-interface via de Beheerinstellingen.

Bepaal welk host-interface u gebruikt. Druk de pagina Paneelinstell.

af om te zien of de huidige interface-instellingen juist zijn.

Problemen oplossen |

391

Dell Document Hub is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Afdrukkwaliteitsproblemen

OPMERKING:

• Sommige van de volgende procedures waarbij gebruik wordt gemaakt van de Werkset van Dell

Printer Hub en Dell Printer Management Tool kunnen worden uitgevoerd met behulp van het

bedieningspaneel of Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Werkset”, “Begrip van de

systeemmenu’s” en “Dell™ Printer Configuration Web Tool”.

Afdrukmedia worden verkeerd

ingevoerd of er worden meerdere

vellen tegelijkertijd ingevoerd.

Controleer of de gebruikte afdrukmedia voldoen aan de

specificaties voor de printer. Zie “Ondersteunde afdrukmedia”.

Waaier de afdrukmedia uit voor u deze inlegt.

Controleer of de afdrukmedia goed zijn geplaatst.

Controleer of de breedte- en lengtegeleiders in de lades voor

afdrukmedia juist zijn afgesteld.

Controleer of lade 1, de optionele 550-velinvoer (lade 2) of de

multifunctionele papierlade (MPF) goed zijn geplaatst.

Doe nooit te veel papier in lade 1, de optionele lade voor 550 vel of

de multifunctionele papierlade (MPF).

Forceer de afdrukmedia niet bij het inleggen in de multifunctionele

papierlade; anders kunnen er vellen scheef lopen of

dubbelgevouwen worden.

Controleer of de afdrukmedia niet zijn opgekruld.

Controleer of de aanbevolen afdrukkant naar boven gericht is. Zie

“Afdrukmedia in lade 1 en de optionele lade voor 550 vel leggen”.

Leg de afdrukmedia andersom of ondersteboven en druk nogmaals

af, om te zien of de invoer dan beter gaat.

Gebruik niet verschillende afdrukmedia door elkaar.

Gebruik niet afdrukmedia uit verschillende pakken door elkaar.

Verwijder het bovenste en het onderste gekrulde vel van een pak

afdrukmedia, vóór u het papier inlegt.

Plaats alleen afdrukmedia wanneer lade 1, de optionele lade voor

550 vel of de multifunctionele papierlade (MPF) leeg is.

Veeg de vertragingsrollen in lade 1, de optionele lade voor 550 vel

of de multifunctionele papierlade (MPF) schoon met een vochtige

doek.

De envelop is gekreukt na

afdrukken.

Controleer of de envelop in de multifunctionele papierlade is

gelegd zoals aangegeven in “Enveloppen in de MPF plaatsen”.

De pagina’s worden beëindigd op

onverwachte plaatsen.

Verhoog de waarde voor Time-out wanneer u gebruik maakt van

het bedieningspaneel, de Werkset of de Dell Printer Configuration

Web Tool.

De afdrukmedia worden niet netjes

opgestapeld in de uitvoerlade.

Leg de stapel afdrukmedia andersom in lade 1 of de

multifunctionele papierlade.

Het afdrukken vanaf Dell Document

Hub duurt even.

Stel in het printermenu Afdrukmodus in op >Hoge snelheid. Zie

“Afdrukmodus”.

Kan niet afdrukken uit lade 1 of de

optionele lade voor 550 vel, omdat

de afdrukmedia in lade 1 of de

optionele lade voor 550 vel gekruld

is.

Laad de afdrukmedia in de multifunctionele papierlade.

Probleem Oplossing

392

| Problemen oplossen

Afdruk te licht

Probleem Oplossing

Het afdrukresultaat is te licht. 1 Misschien zijn de tonercassettes bijna leeg of aan vervanging toe.

Controleer de hoeveelheid toner die resteert in elk van de

tonercassettes.

a Druk op de knop (Informatie) en tik vervolgens op het

tabblad Verbruiksartik. of start Dell Printer Configuration

Web Tool. Zie “Dell™ Printer Configuration Web Tool”.

U kunt het tonerniveau ook als volgt nagaan.

Voor Windows

Start Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool en klik

vervolgens op het tabblad Overzicht.

Voor OS X en Linux:

Start Status Monitor en bekijk het venster Printerstatus.

bVervang de tonercassettes als dat nodig is.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Indien u gebruik maakt van tonercassettes die niet van het merk Dell

zijn, schakelt u de optie Geen Dell-toner in.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Serviceprogramma's op het tabblad

Printeronderhoud.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

bControleer of het keuzevakje Aan onder Geen Dell-toner is

aangevinkt.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Schakel de functie Tonerbesparing in het printerstuurprogramma uit.

a Controleer op het tabblad Others of Uit is geselecteerd in het

vervolgkeuzemenu van Tonerbesparing.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4.

4 Het afdrukmediaoppervlak kan ongelijkmatig zijn. Probeer of het helpt

de instelling Papiersoort in het printerstuurprogramma te wijzigen.

Wijzig bijvoorbeeld normaal papier in dik papier.

a Op het tabblad Algemeen de instelling van de Papiersoort

wijzigen.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 5.

5 Controleer of de juiste afdrukmedia worden gebruikt. Zie

“Ondersteunde afdrukmedia”. Als het niet het geval is, gebruik dan de

afdrukmedia die worden aanbevolen voor de printer.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 6.

Problemen oplossen |

393

Toner maakt vlekken/loopt uit

6 Controleer of de overdrachteenheid correct is geïnstalleerd.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 7.

7 Roer de ontwikkelaar in de afdrukmodule.

a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra

Beheerinstellingen Onderhoud Ontwikkelaar en

overdrachteenheid reinigen Starten.

bDruk een kleurtestpagina af via Rapport/lijst.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 8.

8 Reinig de ontwikkelaar in de afdrukmodule.

a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra

Beheerinstellingen Onderhoud Toner vernieuwen.

bSelecteer de gewenste kleur en tik vervolgens op Starten.

OPMERKING:

• De functie Toner vernieuwen gebruikt toner en verkort

de levensduur van de tonercassette en van de

afdrukmodule.

c Druk een kleurtestpagina af via Rapport/lijst.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 9.

9 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Rapporten op het tabblad Rapporten

Printerinstelling.

bKlik ter verificatie op Kleurtestpagina.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

De toner maakt vlekken of laat

los.

1 Het afdrukmediaoppervlak kan ongelijkmatig zijn. Probeer of het helpt

de instelling Papiersoort in het printerstuurprogramma te wijzigen.

Wijzig bijvoorbeeld normaal papier in dik papier.

a Op het tabblad Algemeen de instelling van de Papiersoort

wijzigen.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Controleer of de juiste afdrukmedia worden gebruikt. Zie

“Ondersteunde afdrukmedia”. Als het niet het geval is, gebruik dan de

afdrukmedia die worden aanbevolen voor de printer.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

a Druk ter verificatie een testpagina af.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4.

Probleem Oplossing

394

| Problemen oplossen

Willekeurige vlekken/onscherpe beelden

Lege afdruk

4 Roer de ontwikkelaar in de afdrukmodule.

a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra

Beheerinstellingen Onderhoud Ontwikkelaar en

overdrachteenheid reinigen Starten.

bDruk een kleurtestpagina af via Rapport/lijst.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

De afdruk bevat willekeurige

vlekken of is onscherp.

1 Controleer of de tonercassettes correct zijn geplaatst. Zie

“

Tonercassette installeren”.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Controleer of de afdrukmodules correct zijn geplaatst.

Zie

“Afdrukmodule vervangen” en “Afdrukmodule installeren”.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

bKlik in het tabblad Diagnose op Grafiekafdruk.

c Klik ter verificatie op Configuratiegrafiek tekenbreedte.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

Problemen oplossen |

395

Probleem Oplossing

De afdruk is volledig leeg. 1 Misschien zijn de tonercassettes bijna leeg of aan vervanging toe.

Controleer de hoeveelheid toner die resteert in elk van de

tonercassettes.

a Druk op de knop (Informatie) en tik vervolgens op het

tabblad Verbruiksartik. of start Dell Printer Configuration

Web Tool. Zie “Dell™ Printer Configuration Web Tool”.

U kunt het tonerniveau ook als volgt nagaan.

Voor Windows

Start Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool en klik

vervolgens op het tabblad Overzicht.

Voor OS X en Linux:

Start Status Monitor en bekijk het venster Printerstatus.

bVervang de tonercassettes als dat nodig is.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Indien u gebruik maakt van tonercassettes die niet van het merk Dell

zijn, schakelt u de optie Geen Dell-toner in.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Serviceprogramma's op het tabblad

Printeronderhoud.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

bControleer of het keuzevakje Aan onder Geen Dell-toner is

aangevinkt.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Schakel de functie Tonerbesparing in het printerstuurprogramma uit.

a Controleer op het tabblad Others of Uit is geselecteerd in het

vervolgkeuzemenu van Tonerbesparing.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4.

4 Het afdrukmediaoppervlak kan ongelijkmatig zijn. Probeer of het helpt

de instelling Papiersoort in het printerstuurprogramma te wijzigen.

Wijzig bijvoorbeeld normaal papier in dik papier.

a Op het tabblad Algemeen de instelling van de Papiersoort

wijzigen.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 5.

5 Controleer of de juiste afdrukmedia worden gebruikt. Zie

“Ondersteunde afdrukmedia”. Als het niet het geval is, gebruik dan de

afdrukmedia die worden aanbevolen voor de printer.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 6.

6 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Rapporten op het tabblad Rapporten

Printerinstelling.

bKlik ter verificatie op Kleurtestpagina.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

396

| Problemen oplossen

Strepen

Probleem Oplossing

Er lopen strepen over de

afdruk.

1 Misschien zijn de tonercassettes bijna leeg of aan vervanging toe.

Controleer de hoeveelheid toner die resteert in elk van de

tonercassettes.

a Druk op de knop (Informatie) en tik vervolgens op het

tabblad Verbruiksartik. of start Dell Printer Configuration

Web Tool. Zie “Dell™ Printer Configuration Web Tool”.

U kunt het tonerniveau ook als volgt nagaan.

Voor Windows

Start Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool en klik

vervolgens op het tabblad Overzicht.

Voor OS X en Linux:

Start Status Monitor en bekijk het venster Printerstatus.

bVervang de tonercassettes als dat nodig is.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Indien u gebruik maakt van tonercassettes die niet van het merk Dell

zijn, schakelt u de optie Geen Dell-toner in.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Serviceprogramma's op het tabblad

Printeronderhoud.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

bControleer of het keuzevakje Aan onder Geen Dell-toner is

aangevinkt.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Rapporten op het tabblad Rapporten

Printerinstelling.

bKlik ter verificatie op Kleurtestpagina.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Problemen oplossen |

397

Zwarte afdruk (gedeeltelijke of volledige pagina)

Gekleurde stippen op gelijke afstanden

Probleem Oplossing

De afdruk is gedeeltelijk of

volledig zwart.

1 Controleer of de afdrukmodules correct zijn geplaatst. Zie

“Afdrukmodule installeren”.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Controleer of de Uitvoerkleur in het printerstuurprogramma

ingesteld is op Kleur.

a Controleer op het tabblad Kleuropties of de Uitvoerkleur is

ingesteld op Kleur.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

bKlik in het tabblad Diagnose op Grafiekafdruk.

c Klik ter verificatie op Configuratiegrafiek 4 kleuren.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

398

| Problemen oplossen

Verticale blanco strepen

Probleem Oplossing

De afdruk bevat gekleurde

stippen op gelijke afstanden

1 Probeer de oorzaak van het probleem te vinden met behulp van het

Configuratiegrafiek tekenbreedte.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

bKlik ter verificatie op Configuratiegrafiek tekenbreedte.

c Vergelijk de afstand tussen de kleurstippen op uw uitvoer met die

op de Configuratiegrafiek tekenbreedte en lokaliseer de oorzaak

van het probleem.

Als de locatie van het probleem de afdrukmodule is, gaat u verder met

stap 2.

Als u de oorzaak van het probleem niet vindt, neemt u contact op met

Dell.

2 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool.

bKlik in het tabblad Diagnose op Grafiekafdruk.

c Klik ter verificatie op Configuratiegrafiek tekenbreedte.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

De afdruk bevat verticale

blanco strepen.

1 Reinig de printer van binnen met de reinigingsstaaf. Zie

“

LED-printerkop reinigen

”

a Als het reinigen voltooid is, drukt u op de knop (Informatie).

bTik ter verificatie op het tabblad Informatie Rapport/lijst

Kleurtestpagina.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

Problemen oplossen |

399

Vlekken

2 Controleer of het lichtpad niet afgedekt is.

a Verwijder de afdrukmodules en bewaar ze op een donkere plaats.

Zie “Afdrukmodule vervangen”.

bControleer het lichtpad en verwijder de afdekking.

c Afdrukmodules opnieuw installeren. Zie “Afdrukmodule

installeren”.

dStart de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

e Klik ter verificatie op Configuratiegrafiek tekenbreedte.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Rapporten op het tabblad Rapporten

Printerinstelling.

bKlik ter verificatie op Kleurtestpagina.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

Er zijn vlekken zichtbaar op de

afdruk.

1 Controleer of de juiste afdrukmedia worden gebruikt. Zie

“Ondersteunde afdrukmedia”. Als het niet het geval is, gebruik dan de

afdrukmedia die worden aanbevolen voor de printer.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Verhoog de spanning van de overdrachteenheid.

a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra

Beheerinstellingen Onderhoud 2de BTR afstellen.

bVerhoog de spanning. Zie “2e BTR afstellen”.

3 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Rapporten op het tabblad Rapporten

Printerinstelling.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

bKlik ter verificatie op Kleurtestpagina.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

ABC

DEF

400

| Problemen oplossen

Ghosting

Probleem Oplossing

De afdruk bevat ghosting. 1 Identificeer het type ghosting.

Als het type ghosting positieve ghost is, gaat u verder vanaf stap 2a.

Als het type ghosting negatieve ghost is, gaat u verder vanaf stap 2b.

Neem contact op met Dell als u het type ghosting niet kunt

identificeren.

2a Stel de verzendbias in.

a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra

Beheerinstellingen Onderhoud Overdrachteenheid

afstellen.

bTik op K-scheiding of YMC-scheiding en verlaag vervolgens

de waarde.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

2b Stel de verzendbias in.

a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra

Beheerinstellingen Onderhoud Overdrachteenheid

afstellen.

bTik op K-scheiding of YMC-scheiding en verhoog vervolgens

de waarde.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Controleer of de juiste afdrukmedia worden gebruikt. Zie

“Ondersteunde afdrukmedia”. Als het niet het geval is, gebruik dan de

afdrukmedia die worden aanbevolen voor de printer.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4.

ABC

Positieve ghost Negatieve ghost

Problemen oplossen |

401

Licht-zwakte

Mist

4 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

bKlik in het tabblad Diagnose op Grafiekafdruk.

c Klik ter verificatie op Configuratiegrafiek ghost.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

De afdruk bevat een

lichtzwaktepatroon.

1 Controleer het lichtzwaktepatroon met gebruik van de

Configuratiegrafiek tekenbreedte.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

bKlik ter verificatie op Configuratiegrafiek tekenbreedte.

Als het patroon op de uitvoer overeenstemt met dat op de

Configuratiegrafiek tekenbreedte, gaat u verder met stap 2.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

2 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

Het afdrukresultaat is

onscherp.

1 Neem contact op met Dell als de hele afgedrukte pagina licht is.

Indien niet, gaat u naar stap 2.

Probleem Oplossing

402

| Problemen oplossen

2 Roer de ontwikkelaar in de afdrukmodule.

a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra

Beheerinstellingen Onderhoud Ontwikkelaar en

overdrachteenheid reinigen Starten.

bDruk een kleurtestpagina af via Rapport/lijst.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Reinig de ontwikkelaar in de afdrukmodule.

a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra

Beheerinstellingen Onderhoud Toner vernieuwen.

bSelecteer dezelfde kleur als die van de mist en tik vervolgens op

Starten.

OPMERKING:

• De functie Toner vernieuwen gebruikt toner en verkort

de levensduur van de tonercassette en van de

afdrukmodule.

c Druk een kleurtestpagina af via Rapport/lijst.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4.

4 Reinig de ontwikkelaar opnieuw in de afdrukmodule.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 5a of 5b.

5a Indien u gebruik maakt van een tonercassette die niet van het merk

Dell zijn, schakelt u de optie Geen Dell-toner in.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Serviceprogramma's op het tabblad

Printeronderhoud.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

bControleer of het keuzevakje Aan onder Geen Dell-toner is

aangevinkt.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 6.

5b Vervang de afdrukmodules als u een Dell-toner gebruikt. Zie

“Afdrukmodule vervangen”.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Rapporten op het tabblad Rapporten

Printerinstelling.

bKlik op Kleurtestpagina.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

6 Vervang de afdrukmodule en de tonercassette door een Dell-toner.

Zie “Afdrukmodule vervangen” en “Tonercassettes vervangen”.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Rapporten op het tabblad Rapporten

Printerinstelling.

bKlik op Kleurtestpagina.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

Problemen oplossen |

403

Bead-Carry-Out (BCO)

Hoekige tekens

Probleem Oplossing

Bead-Carry-Out (BCO) doet

zich voor.

1 Stel de hoogte van de locatie in, als de printer op grote hoogte is

geïnstalleerd.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Serviceprogramma's op het tabblad

Printeronderhoud.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

bSelecteer onder Hoogte regelen de waarde die ongeveer de

hoogte aanduidt van de locatie waar de printer is geïnstalleerd.

c Klik op Rapporten op het tabblad Rapporten Printerinstelling.

dKlik ter verificatie op Kleurtestpagina.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

a Start de Werkset en klik op Rapporten op het tabblad Rapporten

Printerinstelling.

bKlik ter verificatie op Kleurtestpagina.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

De afdruk bevat hoekige

tekens.

1Stel Raster in het printerstuurprogramma op Fijnheid in.

a Stel op het tabblad Overige de optie Scherm onder Beeldopties

in op Fijnheid.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

404

| Problemen oplossen

Horizontal stroken

2Zet de Afdrukmodus op Hoge kwaliteit in het

printerstuurprogramma.

a Controleer op het tabblad Kleuropties of de Uitvoerkleur is

ingesteld op Kleur.

bSelecteer Hoge kwaliteit bij Afdrukmodus.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3Schakel de Modus Pagina afdrukken in het printerstuurprogramma

in.

a Stel op het tabblad Overige de optie Modus Pagina afdrukken

onder Beeldopties in op Aan.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4.

4 Bij gebruik van een gedownload lettertype is het belangrijk dat het

lettertype compatibel is met de printer, het besturingssysteem en het

programma dat wordt gebruikt.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

De afdruk bevat horizontale

stroken.

1 Probeer de oorzaak van het probleem te vinden met behulp van het

Configuratiegrafiek tekenbreedte.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

bKlik ter verificatie op Configuratiegrafiek tekenbreedte.

Als de locatie van het probleem de afdrukmodule is, gaat u verder met

stap 2.

Als u de oorzaak van het probleem niet vindt, neemt u contact op met

Dell.

2 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool.

bKlik in het tabblad Diagnose op Grafiekafdruk.

c Klik ter verificatie op Configuratiegrafiek tekenbreedte.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

Problemen oplossen |

405

Diagonale lijnen

Gekreukte/gevlekte afdruk

Probleem Oplossing

De afdruk bevat diagonale

lijnen.

1 Probeer de oorzaak van het probleem te vinden met behulp van het

Configuratiegrafiek tekenbreedte.

a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management

Tool en klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose.

OPMERKING:

• Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van

de Werkset.

bKlik ter verificatie op Configuratiegrafiek tekenbreedte.

Als de uitvoer overeenstemt met het patroon voor diagonale lijnen

gaat u verder met stap 2.

Als de uitvoer niet overeenstemt met het patroon voor diagonale

lijnen neemt u contact op met Dell.

2 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

406

| Problemen oplossen

Schade aan de voorrand van de afdruk

Probleem Oplossing

De afdruk is gekreukt.

Er zitten vlekken op de afdruk.

1 Controleer of de juiste afdrukmedia worden gebruikt. Zie

“Ondersteunde afdrukmedia”. Als het niet het geval is, gebruik dan de

afdrukmedia die worden aanbevolen voor de printer.

Als het probleem zich blijft voordoen op enveloppen, gaat u verder

met stap 2.

Als het probleem zich blijft voordoen op andere afdrukmedia dan

enveloppen, gaat u verder met stap 4.

2 Zorg ervoor dat de kreuken langs de vier randen van de envelop niet

meer dan 30 mm bedragen.

Als het probleem zich blijft voordoen op enveloppen, gaat u verder

met stap 3.

3 Plaats de enveloppen correct in de multifunctionele papierinvoer

(MPF). Zie “Enveloppen in de MPF plaatsen” en “Enveloppen in lade 1

plaatsen”.

Als het probleem zich blijft voordoen op enveloppen, gaat u verder

met stap 4.

4 Stel de papiergeleiders correct af.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 5.

5 Vervang de afdrukmedia met onbeschadigde vers uit de verpakking

komende afdrukmedia.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

De afdruk is beschadigd aan

voorrand.

1 Stel de papiergeleiders correct af.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Als u de multifunctionele papierinvoer (MPF) gebruikt, draait u het

papier om en probeert u het opnieuw.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3a.

Als u een van de laden gebruikt, verwisselt u het papier dan en

probeert u het opnieuw.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

3a Vervang het papier en probeer het vervolgens opnieuw.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3b.

3b Gebruik een andere lade in plaats van de MPF.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Problemen oplossen |

407

Problemen met papierstoring/uitlijning

OPMERKING:

• Sommige van de volgende procedures waarbij gebruik wordt gemaakt van de Werkset van Dell

Printer Hub en Dell Printer Management Tool kunnen worden uitgevoerd met behulp van het

bedieningspaneel of Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Werkset”, “Begrip van de

systeemmenu’s” en “Dell™ Printer Configuration Web Tool”.

Incorrecte boven- en zijmarges

Verkeerd ingestelde kleurregistratie

Probleem Oplossing

De boven- en zijmarges

kloppen niet.

1 Stel de papiergeleiders correct af.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Gebruik een andere lade in plaats van de MPF.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Controleer of de marges juist zijn ingesteld op het programma dat

wordt gebruikt.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

De kleurregistratie is

verschoven.

1 Pas de instellingen aan van de papiersoort in het

printerstuurprogramma aan die van de lade of invoer.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Voer automatische kleurregistratie-instelling uit.

a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra

Beheerinstellingen Onderhoud Kleurregistratie

afstellen Autom. correctie Starten.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

408

| Problemen oplossen

Scheve beelden

Onjuiste invoer uit lade 1/optionele lade voor 550 vel

Probleem Oplossing

De afdruk is scheef. 1 Stel de papiergeleiders correct af.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Gebruik een andere lade in plaats van de MPF.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Vervang de afdrukmedia met onbeschadigde vers uit de verpakking

komende afdrukmedia.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

Afdrukmedia worden verkeerd

ingevoerd in lade 1 of in de

optionele 550-velinvoer.

1 Controleer of lade 1 of de optionele lade voor 550-velinvoer correct

is geplaatst.

Als het type afdrukmedium dat wordt gebruikt dik is, ga dan verder

met 2a.

Als het type afdrukmedium dat wordt gebruikt dun is, ga dan verder

met 2b.

Als het type afdrukmedium dat wordt gebruikt gecoat is, ga dan

verder met 2c.

Bij gebruik van ander papier dan het bovenvermelde, ga dan verder

met stappen 2d en 2e.

2a Gebruik dik papier van 216 g/m

of minder.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3a.

2b Gebruik dun papier van 60 g/m

of meer.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3a.

2c Plaats één vel gecoat papier tegelijk.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3b.

2d Controleer of de afdrukmedia niet zijn opgekruld.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3b.

2e Controleer of de afdrukmedia niet vochtig zijn.

Als de afdrukmedia niet vochtig zijn, gaat u verder met stap 3a.

Als de afdrukmedia vochtig zijn, gaat u verder met stap 3c.

3a Waaier de afdrukmedia uit.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3b.

3b Veeg de vertragingsrollen in lade 1 of de optionele lade voor 550 vel

schoon met een vochtige doek.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4b.

Problemen oplossen |

409

Vastgelopen papier door verkeerde invoer in de multifunctionele

papierlade (MPF)

3c Draai de afdrukmedia om.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4a.

4a Gebruik afdrukmedia die niet vochtig zijn.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3a.

4b Afdrukmodules vervangen.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

Verkeerde invoer van

afdrukmedia doet zich voor in

de MPF.

1 Controleer of de MPF correct is geplaatst.

Als het type afdrukmedium dat wordt gebruikt dik is, ga dan verder

met 2a.

Als het type afdrukmedium dat wordt gebruikt dun is, ga dan verder

met 2b.

Als het type afdrukmedium dat wordt gebruikt gecoat is, ga dan

verder met 2c.

Als het type afdrukmedium dat wordt gebruikt een envelop is, ga dan

verder met 2d.

Bij gebruik van ander papier dan het bovenvermelde, gaat u verder

met stap 2e.

2a Gebruik dik papier van 216 g/m

of minder.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3a.

2b Gebruik dun papier van 60 g/m

of meer.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3a.

2c Plaats één vel gecoat papier tegelijk.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3b.

2d Controleer of de envelop goed in de multifunctionele papierlade is

gelegd zoals aangegeven in “Enveloppen in de MPF plaatsen”.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3c.

2e Controleer of de afdrukmedia niet vochtig zijn.

Als de afdrukmedia niet vochtig zijn, gaat u verder met stap 3a.

Als de afdrukmedia vochtig zijn, gaat u verder met stap 3c.

3a Waaier de afdrukmedia uit.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3b.

3b Veeg de vertragingsrollen in MPF schoon met een vochtige doek.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4a.

3c Als de envelop is vervormd corrigeer het dan of gebruik een andere

envelop.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3a.

3d Draai de afdrukmedia om.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4a.

4a Gebruik afdrukmedia die niet vochtig zijn.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4b.

Probleem Oplossing

410

| Problemen oplossen

Registerstoring (storing met uitgangssensor aan)

Onjuiste invoer uit lade1/de optionele lade voor 550 vel

Vastgelopen papier doordat er meerdere vellen tegelijk in de

multifunctionele papierlade (MPF) ingevoerd worden

4b Afdrukmodules vervangen.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

Registerstoring (storing met

uitgangssensor aan) doet zich

voor.

1 Controleer of de afdrukmodules correct zijn geplaatst.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

Er worden meerdere

afdrukmedia tegelijk

ingevoerd in lade 1 of in de

optionele 550-velinvoer.

1 Controleer of lade 1 of de optionele lade voor 550-velinvoer correct

is geplaatst.

Als u gecoat papier gebruikt, gaat u verder met stap 2a.

Bij gebruik van een ander type afdrukmedium gaat u verder met stap

2b.

2a Plaats één vel gecoat papier tegelijk.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

2b Gebruik afdrukmedia die niet vochtig zijn.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Waaier de afdrukmedia uit.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4.

4 Veeg de vertragingsrollen in lade 1 of de optionele lade voor 550 vel

waar de fout zich voordeed schoon met een vochtige doek.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

Het invoeren van meerdere

afdrukmedia tegelijk doet zich

voor in de MPF.

1 Controleer welke mediasoort u gebruikt.

Als u gecoat papier gebruikt, gaat u verder met stap 2a.

Bij gebruik van een ander type afdrukmedium gaat u verder met stap

2b.

2a Plaats één vel gecoat papier tegelijk.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

2b Gebruik afdrukmedia die niet vochtig zijn.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Waaier de afdrukmedia uit.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4.

4 Veeg de vertragingsrollen in multifunctionele papierlade (MPF) waar

de fout zich voordeed schoon met een vochtige doek.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 5.

Probleem Oplossing

Problemen oplossen |

411

Ongewoon geluid

Problemen met kopiëren

Problemen met faxen

OPMERKING:

• Wanneer de optie Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen, moet u het viercijferige

wachtwoord invoeren in het menu Beheerinstellingen.

5 Plaats minder afdrukmedia in de MPF.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

Er is een ongewoon geluid bij

het afdrukken.

1 Voer de automatische registratie-instelling uit om te bepalen wat de

oorzaak is van het ongewone geluid.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2.

2 Toneropvangbak vervangen. Zie “Toneropvangbak vervangen”.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.

3 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4.

4 Vervang de tonercassette (K). Zie “Tonercassettes vervangen”.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 5.

5 Vervang de tonercassette (Y). Zie “Tonercassettes vervangen”.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 6.

6 Vervang de tonercassette (M). Zie “Tonercassettes vervangen”.

Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 7.

7 Vervang de tonercassette (C). Zie “Tonercassettes vervangen”.

Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.

Probleem Oplossing

Een in de DADF geplaatst document

kan niet worden gekopieerd.

Controleer of de DADF-klep goed is gesloten.

Controleer of de ontspanhendel goed is geplaatst.

Er verschijnen verticale strepen op

de uitvoer bij scannen met de DADF.

Reinig de DADF-glasplaat. Zie “De scanner reinigen”.

Reinig de printer van binnen met de reinigingsstaaf. Zie

“

LED-printerkop reinigen

”

De kopie is fout uitgelijnd of scheef. Voordat u de documenten op de DADF plaatst, maakt u de randen

van de stapel documenten recht.

Plaats het document correct en pas de documentgeleiders aan het

document aan. Zie “Een document in de automatische papierlade

voor dubbelzijdig afdrukken (DADF) plaatsen”.

Probleem Oplossing

De printer werkt niet. Het scherm is

leeg en de knoppen werken niet.

Haal de stekker uit het stopcontact en steek de stekker weer terug

in het stopcontact.

Controleer of er stroom op het stopcontact zit.

Probleem Oplossing

412

| Problemen oplossen

Er is geen kiestoon aanwezig. Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten. Zie “Uw printer

op een telefoonlijn aansluiten”.

Controleer of de telefoonaansluiting in de muur werkt door er een

andere telefoon op aan te sluiten.

Stel een diagnose van de faxverbinding. Zie “Test faxlijn”.

De in het geheugen opgeslagen

nummers worden niet goed

gekozen.

Controleer of de nummers goed in het geheugen zijn opgeslagen.

Druk een telefoonboeklijst af.

Het document wordt niet in de

printer ingevoerd.

Controleer of het document niet gekreukt is en dat u het document

goed hebt geplaatst. Controleer of het document het correcte

formaat heeft, niet te dik of dun is.

Controleer of de DADF-klep goed is gesloten.

Faxen worden niet automatisch

ontvangen.

De FAX-modus moet worden geselecteerd.

Controleer of er papier in de papierlade is geplaatst.

Controleer of MFP-geheugen vol op het touch-paneel wordt

weergegeven.

Als het opgegeven tijdinterval voor de volgende functies te lang is,

maakt u het tijdinterval korter, zoals 30 seconden.

• Auto-ontv. Fax

• Auto-ontv. Tel/Fax

• Aut.ontv. Antw/Fax

Stel een diagnose van de faxverbinding. Zie “Test faxlijn”.

De printer verstuurt geen faxen. Op het touch-paneel moet Fax verzenden worden weergegeven.

Controleer of het andere faxapparaat waar u een fax naartoe wilt

sturen, uw fax kan ontvangen.

Controleer of het kiestype Toon , Puls (10PPS) of Puls

(20PPS).

Controleer of het document in de DADF of op de

document-glasplaat is geplaatst.

Stel een diagnose van de faxverbinding. Zie “Test faxlijn”.

De inkomende fax bevat blanco

ruimtes of wordt met slechte

kwaliteit ontvangen.

Controleer uw printer door een kopie te maken.

De tonercassette is mogelijk leeg. Tonercassette vervangen. Zie

“Tonercassettes vervangen”.

Een telefoonlijn met veel ruis kan fouten in de lijn tot gevolg

hebben. Stel de snelheid van het faxmodem in op een lagere

waarde.

Het toestel aan de andere kant van de lijn is misschien defect.

Sommige woorden op een

inkomende fax zijn uitgerekt.

Het toestel aan de andere kant van de lijn heeft een tijdelijke

documentstoring ervaren.

Er staan lijnen op de documenten

die u verstuurt.

Controleer de document-glasplaat en de DADF-glasplaat op

vlekken en maak ze schoon. Zie “De scanner reinigen”.

De printer kiest een nummer, maar

de verbinding met het toestel aan de

andere kant van de lijn mislukt.

Het toestel aan de andere kant van de lijn is mogelijk uitgeschakeld,

het papier ervan is op of het accepteert geen inkomende oproepen.

Spreek met de persoon die het toestel aan de andere kant van de

lijn bedient en vraag hem/haar om het probleem op te lossen.

Probleem Oplossing

Problemen oplossen |

413

Problemen met scannen

Er worden geen documenten in het

geheugen opgeslagen.

Er is mogelijk niet voldoende geheugen om het document op te

slaan. Als MFP-geheugen vol wordt weergegeven op het

touch-paneel, verwijdert u alle documenten die u niet meer nodig

hebt uit het geheugen. Vervolgens herstelt u het document of

wacht u totdat de huidige taak, zoals het verzenden of ontvangen

van een fax, is afgewerkt.

Er verschijnen blanco gebieden

onderaan elke pagina of op andere

pagina’s, met een kleine streep tekst

aan de bovenkant.

U hebt mogelijk verkeerde papierinstellingen in de instelling voor de

gebruikersopties gekozen. Zie “Afdrukmediarichtlijnen”.

De printer verzendt of ontvangt

geen faxen.

Controleer of de landencode correct is ingesteld.

Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra

Beheerinstellingen Fax Settings

Faxlijninstellingen Land.

Controleer of het kiestype Toon of Puls is.

Controleer of de kabels goed zijn aangesloten.

Als het telefoonsnoer op de printer is aangesloten via een apparaat

zoals een antwoordapparaat en een computer, verwijdert u het

apparaat en sluit u het telefoonsnoer rechtstreeks op de printer aan.

Controleer of "Junk-fax"-inst. is ingesteld op Uit.

Er treedt vaak een fout op tijdens de

verzending of ontvangst van een fax.

Verlaag de modemsnelheid.

Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra

Beheerinstellingen Fax Settings

Standaardinstellingen verzending Modemsnelheid.

De printer ontvangt faxen, maar

drukt niet af.

Controleer het tonerpeil.

Controleer of er papier in de papierlade is geplaatst.

Controleer of Ontvangen fax doorsturen is ingesteld op Uit.

Zorg ervoor dat de printer in de stand Veilige ontvangst staat. Indien

deze modus is uitgeschakeld, moet u het juiste wachtwoord

invoeren of deze modus inschakelen om de faxen uit het geheugen

af te drukken.

Probleem Oplossing

De scanner werkt niet. Controleer of u het document dat moet worden gescand, met de

beeldzijde omlaag op de glasplaat legt of met de beeldzijde

omhoog in de DADF.

Er is mogelijk niet voldoende geheugen om het document dat u wilt

scannen, op te nemen. Verlaag de scanresolutie en probeer dan

nogmaals te scannen.

Controleer of de USB- of Ethernetkabel goed is aangesloten.

Controleer of de USB- of Ethernetkabel niet defect zijn. Verwissel

de kabel met een kabel waarvan bekend is dat deze goed werkt.

Vervang de kabel zo nodig.

Als u het netwerkstuurprogramma TWAIN of Windows

Image

Acquisition (WIA) gebruikt, controleert u of de Ethernetkabel goed is

aangesloten en of het IP-adres van de printer goed is ingesteld. Zie

“Verifiëren van de IP-instellingen”.

Controleer of de scanner correct is geconfigureerd. Controleer het

programma dat u wilt gebruiken, om te controleren of de

scannertaak naar de juiste poort wordt verzonden.

Probleem Oplossing

414

| Problemen oplossen

Controleer of de functie van een Macintosh voor het delen van een

scanner is uitgeschakeld voordat u documenten scant via een met

ICA compatibel programma, zoals Image Capture. De printer

ondersteunt de functie voor het delen van de scanner van Mac OS X

niet. Selecteer een printer die rechtstreeks via USB of

bedrade/draadloze LAN op de computer is aangesloten en scan

documenten.

De printer scant erg langzaam. De grafische afbeeldingen worden langzamer gescand dan tekst bij

gebruik van de functie Scan naar email of Scan naar netwerkmap.

De communicatiesnelheid wordt langzaam in de scanmodus

wegens de grote hoeveelheid geheugen die nodig is voor het

analyseren en reproduceren van de gescande gegevens.

Het scannen van beelden op een hoge resolutie kost meer tijd dan

het scannen op een lage resolutie.

Documenten worden verkeerd

ingevoerd of er worden meerdere

vellen tegelijkertijd in de DADF

ingevoerd.

Controleer of de DADF-roller correct is geïnstalleerd.

Zorg dat de papiersoort van het document voldoet aan de

specificaties van de printer. Zie “Ondersteunde afdrukmedia”.

Controleer of het document correct in de DADF is geplaatst.

Controleer of de documentgeleiders correct zijn aangepast.

Controleer of het aantal documentvellen niet de maximale

capaciteit van de DADF overschrijden.

Controleer of het document niet is opgekruld.

Waaier het document goed uit voordat u het in de DADF plaatst.

Er verschijnen verticale strepen op

de uitvoer bij scannen met de DADF.

Reinig de DADF-glasplaat. Zie “De scanner reinigen”.

Er verschijnt een vlek op dezelfde

plek op de afdruk bij het scannen

met de glasplaat.

Reinig het documentglas. Zie “De scanner reinigen”.

Afbeeldingen staan scheef. Controleer of het document recht in de DADF of op de

document-glasplaat is geplaatst.

Voordat u de documenten op de DADF plaatst, maakt u de randen

van de stapel documenten recht.

Diagonale lijnen verschijnen hoekig

bij het scannen met de DADF.

Gebruik de document-glasplaat voor documenten met dik papier.

Er verschijnt een bericht op uw

computerscherm:

• Het apparaat kan niet worden

ingesteld op de gewenste

H/W-modus

• De poort wordt door een ander

programma gebruikt

• Poort is uitgeschakeld

• Scanner is bezig met het

ontvangen of afdrukken van

gegevens. Als de huidige taak is

voltooid, probeert u het nogmaals

• Ongeldige hendel

• Scannen is mislukt

Mogelijk is er een kopieer- of afdruktaak in voortgang. Als de

huidige taak is voltooid, probeert u de taak nogmaals.

De geselecteerde poort is op dit moment in gebruik. Start uw

computer opnieuw en probeer het nogmaals.

De kabel is misschien niet goed aangesloten of de printer is wellicht

uitgeschakeld.

Het scannerstuurprogramma is niet geïnstalleerd of er is geen

besturingssysteem opgezet.

Controleer of de poort goed is aangesloten en dat de printer aan

staat. Start uw computer dan opnieuw.

Controleer of de USB- of Ethernetkabel goed is aangesloten.

Probleem Oplossing

Problemen oplossen |

415

Problemen met digitaal certificaat

De printer draagt de scangegevens,

met de functie Scannen naar e-mail

of Scan naar netwerkmap, niet

goed over aan een opgegeven

bestemming.

Controleer of de volgende instellingen correct ingesteld zijn via Dell

Printer Configuration Web Tool.

Scan naar netwerkmap:

Controleer de volgende instellingen onder Adresboek

Serveradres.

• Serveradres

• Gedeelde naam

• Serverpad

• Inlognaam

• Aanmeldingswachtwoord

Scannen naar e-mail:

Controleer de volgende instelling onder Adresboek E-mailadres.

•Adres

Kan niet scannen met TWAIN of

Windows

Image Acquisition (WIA)

op een computer met Windows

Server

2008 of Windows Server

2008 R2.

Installeer Bureaubladbelevenis op de computer.

Bureaubladbelevenis installeren:

1 Klik op Start, wijs naar Systeembeheer en klik op Serverbeheer.

2 Klik onder Onderdelenoverzicht op Onderdelen toevoegen.

3 Selecteer het vakje Bureaubladbelevenis, klik op Volgende en

klik dan op Installeren.

4 Start de computer opnieuw op.

Kan niet scannen met TWAIN of

Windows

Image Acquisition (WIA)

op een computer met Windows

Server

2012 of Windows Server

2012 R2.

Installeer Bureaubladbelevenis op de computer.

Bureaubladbelevenis installeren:

1 Klik op Serverbeheer in het scherm Start.

2 Klik onder Beheren op Functies en onderdelen toevoegen.

3 Klik op Volgende om de pagina Voordat u begint over te slaan.

4 Controleer of Op functies of onderdelen gebaseerde installatie

is geselecteerd en klik vervolgens op Volgende.

5 Controleer of Een server selecteren in de servergroep is

geselecteerd, selecteer de server onder Servergroep en klik

vervolgens op Volgende.

6 Klik op Volgende om de pagina Serverfuncties selecteren over te

slaan.

7 Selecteer het selectievakje Bureaubladbelevenis onder

Gebruikersinterfaces en infrastructuur en klik vervolgens op

Volgende.

8 Klik op Bevestiging in de lijst links.

9 Selecteer het selectievakje De doelserver automatisch opnieuw

starten indien vereist en klik op Installeren.

10Start de computer opnieuw op.

Probleem Oplossing

De knop Certificaat importeren is

uitgeschakeld.

Communicatie via SSL/TLS is mogelijk uitgeschakeld. Maak een

zelfondertekend certificaat aan en schakel SSL/TLS in.

De knop Certificaatdetails is

uitgeschakeld.

Probleem Oplossing

416

| Problemen oplossen

Problemen met draadloze verbinding

OPMERKING:

• De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Het certificaat kan niet

geïmporteerd worden.

De tijdnotatie is mogelijk onjuist. Controleer de geldigheidsperiode

van het certificaat evenals de tijdnotatie van het apparaat.

Het certificaatbestand is mogelijk onjuist. Controleer of het

wachtwoord correct is.

Controleer of het bestandstype PKCS#7/#12 of x509CACert is.

Controleer of de attribuutinformatie zoals Gebruik sleutel of

Uitgebreid gebruik van sleutel van het geïmporteerde certificaat

correct is ingesteld.

De browser is mogelijk onjuist. Gebruik van Internet Explorer.

016-404 wordt weergegeven

wanneer u de veiligheidsinstellingen

probeert te gebruiken die

certificaten vereisen.

De certificaatgegevens die opgeslagen zijn in het interne geheugen

werden mogelijk gewist of beschadigd of zijn mogelijk niet leesbaar.

Importeer het certificaat en schakel de Veilige instellingen weer in.

Een certificaat kan niet met behulp

van “Certificaatgegevens” worden

ingesteld.

De geldigheidsperiode van het certificaat is mogelijk verstreken.

Controleer of de juiste tijd op de printer is ingesteld en of de

geldigheidsperiode van het certificaat niet verstreken is.

Het pad van het certificaat is onjuist. De certificaatroute (geldigheid

van pad) van het geïmporteerde certificaat is wellicht niet correct

aangegeven. Controleer of alle certificaten van hogere niveaus

(Vertrouwd/Tussenliggend) zijn geïmporteerd en niet zijn verwijderd

en of de geldigheid niet verstreken is.

Hoewel een certificaat werd

geïmporteerd, wordt het niet

weergegeven als het wordt

geselecteerd met “Lokaal apparaat”.

Het type certificaat is onjuist. Om een certificaat met behulp van het

apparaat (eigen apparaat) te importeren, moeten de geheime

sleutel en een certificaat in het formaat PKCS#12 (p12/pfx) als paar

worden geïmporteerd.

De geldigheid van de server werkt

niet correct.

Alhoewel voor de verificatie van de server een basiscertificaat

(Vertrouwd) werd geïmporteerd, kan een tussenliggend certificaat

zijn vereist voor de geldigheid van het pad.

Bij gebruik van een certificaatbestand met verificatie van het

certificaat, moet u een certificaat opstellen in een formaat waarin

alle paden zijn opgenomen en vervolgens dat certificaat

importeren.

De digitale handtekening kan niet

worden geselecteerd met de

IPsec-instelling.

Of het certificaat werd niet geïmporteerd of het certificaat werd niet

gekoppeld voor gebruik met de digitale handtekening van IPsec. Zie

“Het certificaat instellen in de IPsec Digitale handtekeningmodus”

voor het instellen van een certificaat van IPsec.

Probleem Oplossing

Kan geen draadloze verbinding

instellen.

Controleer of de ethernetkabel losgekoppeld is van de printer.

Controleer of Wi-Fi is ingesteld op Aan. Zie “Wi-Fi | WPS”.

De firewall van uw computer blokkeert mogelijk de communicatie

met uw printer. Schakel de firewall van uw computer uit.

Controleer of uw lokale draadloze netwerk wordt ondersteund op

802.11b/g/n aan 2,4 GHz.

Kan geen draadloze verbinding

instellen via WPS (Wi-Fi Protected

Setup).

Controleer of de beveiligingsinstelling van het draadloze

LAN-toegangspunt of de draadloze LAN-router WPA of WPA2 is

(WEP wordt niet ondersteund op WPS).

Probleem Oplossing

Problemen oplossen |

417

Problemen met geïnstalleerde optionele

550-velinvoer

Als een optionele 550-velinvoer na het installeren niet goed werkt of stopt met werken

doet u het volgende:

• Zet de printer uit, wacht 10 seconden en zet dan de printer weer aan. Als het

probleem daarmee niet verholpen is, trekt u de stekker uit het stopcontact en

controleert u de verbinding tussen de optionele 550-velinvoer en de printer.

• Druk de pagina Systeeminstellingen af om te zien of de optionele 550-velinvoer

wordt vermeld in de lijst met Geïnstalleerde Opties. Als de optionele 550-velinvoer

niet wordt vermeld, moet deze opnieuw worden geïnstalleerd. Zie “Rapport/lijst”.

• Controleer of de optionele 550-velinvoer geselecteerd is in het

printerstuurprogramma dat u gebruikt.

De volgende tabel geeft een overzicht van oplossingen voor problemen die zich kunnen

voordoen. Neem contact op met Dell als de voorgestelde oplossing het probleem niet

verhelpt.

Problemen met Wi-Fi Direct

OPMERKING:

• Wi-Fi Direct is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Kan geen draadloze verbinding

instellen via WPS-PBC (Wi-Fi

Protected Setup-Push Button

Configuration).

Druk binnen 2 minuten na het starten van de WPS-bewerking op de

printer op de WPS-knop op het draadloze LAN-toegangspunt of de

draadloze LAN-router. Raadpleeg de bij het draadloze

LAN-toegangspunt of de draadloze LAN-router geleverde

handleiding voor meer informatie over het draadloze

LAN-toegangspunt of de draadloze LAN-router.

Kan geen draadloze verbinding

instellen via WPS-PIN (Wi-Fi

Protected Setup-Personal

Identification Number).

Controleer of de pincode die u op de computer hebt ingevoerd

correct is.

Probleem Oplossing

De optionele 550-velinvoer werkt

niet correct.

Controleer of de optionele 550-velinvoer goed op de printer is

geïnstalleerd. Installeer de invoer opnieuw. Zie “De optionele

papierlade voor 550 vel verwijderen” en raadpleeg de

installatie-instructies die bij de optionele 550-velinvoer geleverd

zijn.

Controleer of de afdrukmedia goed zijn geplaatst. Zie “Afdrukmedia

in lade 1 en de optionele lade voor 550 vel leggen”.

Probleem Oplossing

Het mobiele apparaat kan de printer

niet detecteren.

De printer is mogelijk verbonden met een ander mobiel apparaat via

Wi-Fi Direct. Koppel de printer en het mobiele apparaat los. Zie “De

verbinding met het Wi-Fi Direct-netwerk verbreken”.

De printer kan zich niet van het

mobiele apparaat loskoppelen, zelfs

wanneer de procedure in “De

verbinding met het Wi-Fi

Direct-netwerk verbreken” werd

uitgevoerd.

Het is mogelijk dat het mobiele apparaat automatisch opnieuw

verbinding maakt met de printer. Stel de wachtwoordzin voor Wi-Fi

Direct opnieuw in en koppel het mobiele apparaat los. Zie “De

wachtwoordzin opnieuw instellen”.

Probleem Oplossing

418

| Problemen oplossen

Problemen met het

scannerstuurprogramma/printerhulpprogramma

Overige problemen

Dell Document Hub is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.

Contact opnemen met de klantenservice

Wanneer u telefonische hulp inroept, is het belangrijk dat u precies het probleem kunt

beschrijven of het foutbericht kunt doorgeven die op het scherm verschijnt.

U moet het modeltype en het Service Tag-nummer van uw printer weten. Zie het etiket

dat zich aan de binnenkant van de voorklep van uw printer bevindt en noteer het Service

De netwerkmodus van de printer

kan niet worden ingesteld op

Ad-hoc.

Zorg ervoor dat Wi-Fi Direct is ingesteld op Uitschakelen.

Wi-Fi Direct kan niet ingesteld

worden op Inschakelen.

Zorg ervoor dat de netwerkmodus is ingesteld op Infrastructuur.

Zorg ervoor dat de IP-modus ingesteld is op een andere modus dan

IPv6.

Probleem Oplossing

Kan de adresboekgegevens niet via

de Adresboek-editor van de printer

ophalen.

Controleer of de USB- of Ethernetkabel goed is aangesloten.

Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld.

Controleer of het scannerstuurprogramma op uw computer is

geïnstalleerd. De Adresboek-editor haalt de adresboekgegevens op

via het scannerstuurprogramma wanneer de printer met een

USB-kabel is aangesloten.

Het TWAIN-stuurprogramma kan

geen verbinding met de printer

maken.

Controleer of de USB- of Ethernetkabel goed is aangesloten.

Als u gebruik maakt van de netwerkverbinding, controleert u of het

IP-adres van de printer correct is ingesteld. Zie “Scannen met de

TWAIN-driver”.

Controleer of de printer aan staat. Als de printer aan staat, start u

deze opnieuw door deze uit en weer aan te zetten.

Als er een scanprogramma wordt uitgevoerd, sluit u het

programma, start u het programma opnieuw en probeert u

nogmaals te scannen.

Het scannerstuurprogramma werd

nog niet geregistreerd op uw

computer.

Installeer het scannerstuurprogramma. Als het

scannerstuurprogramma is geïnstalleerd, maakt u de installatie

ongedaan en installeert u het programma opnieuw.

Probleem Oplossing

Er is vocht in de printer

gecondenseerd.

Dit kan zich in de winter voordoen binnen enkele uren nadat u de

ruimte gaat verwarmen. Dit komt ook voor wanneer u de printer

gebruikt op een plaats met een relatieve luchtvochtigheid van 85%

of hoger. Verminder de luchtvochtigheid of verplaats de printer naar

een minder vochtige omgeving.

Er heeft zich een probleem

voorgedaan tijdens het gebruik van

Dell Document Hub.

Ga naar www.dell.com/dochub.

Probleem Oplossing

Problemen oplossen |

419

Tag-nummer. Meer informatie over de locatie van de Service Tag vindt u bij “Express

Service Code en Service Tag”.

420

Appendix

Appendix |

421

Appendix

Dell™ technisch ondersteuningsbeleid

Technische ondersteuning door onderhoudstechnici vereist de medewerking en participatie van

de klant in het proces van probleemoplossing en bestaat uit het herstellen van het

besturingssysteem, softwareprogramma en hardwarestuurprogramma’s naar hun

oorspronkelijke configuratie zoals bij aflevering door Dell en de verificatie van de juiste werking

van de printer en alle door Dell geïnstalleerde apparatuur. Naast deze technische hulp door

onderhoudstechnici is er online-ondersteuning beschikbaar via Dell Support. Aanvullende opties

voor technische ondersteuning kunnen tegen betaling verkrijgbaar zijn.

Dell biedt beperkte technische ondersteuning voor de printer en alle door Dell geïnstalleerde

software en randapparatuur. Voor ondersteuning van software en randapparatuur van andere

merken kunt u terecht bij de fabrikant daarvan. Dit geldt tevens voor onderdelen die zijn

aangeschaft bij en/of geïnstalleerd door Software & Peripherals (DellWare), ReadyWare en

Custom Factory Integration (CFI/DellPlus).

Online-diensten

U krijgt via de volgende websites toegang tot Dell-ondersteuning:

• Productondersteuning en handleidingen

www.dell.com/support

www.dell.com/support/manuals

www.dell.com/printer

Garantie en beleid voor retourzending

Dell Inc. (“Dell”) vervaardigd alle apparatuur uit onderdelen en componenten die nieuw zijn of

equivalent aan nieuw, in overeenstemming met de industriële standaardpraktijk. Ga naar

www.dell.com/support voor meer informatie over de Dell-garantie voor de printer.

Informatie over recycling

Klanten wordt geadviseerd hun gebruikte computerhardware, schermen, printers en andere

randapparatuur op een milieuvriendelijke manier af te voeren. Mogelijke methoden zijn onder

andere hergebruik van producten of delen hiervan en het recyclen van producten, componenten

en/of materialen.

Ga naar www.dell.com/recycle voor specifieke informatie over de wereldwijde

recycleprogramma's van Dell.

Contact opnemen met Dell

U kunt elektronisch contact opnemen met Dell via de volgende adressen:

• World Wide Web

www.dell.com/contactdell

Dell H625cdw Cloud MFP Laser Printer de handleiding

Merk: Dell

Model: H625cdw Cloud MFP Laser Printer

Type: de handleiding

Download PDF

rapport

Dell H625cdw Cloud MFP Laser Printer de handleiding

Dell H625cdw Cloud MFP Laser Printer de handleiding

Gerelateerde artikelen

Andere documenten