516606-001 516606-001
12 13
Installatie- en onderhoudsinstructies
2
1
NL
2-weg normaal gesloten GAS-afsluiters,
Rp 1/8 en Rp ¼ serie 262
VERKLARING
HIERBIJ VERKLAREN WIJ DAT DE BULLETIN
G262K002S1NG0 EN E262K090S1NG0 AFSLUITERS ZIJN
GETEST EN NU IN OVEREENSTEMMING ZIJN MET DE
ESSENTIËLE VEREISTEN GEDETAILLEERD IN BIJLAGE
1 VAN DE EUROPESE GASTOESTELLENRICHTLIJN
(2009/142/EG) EN EEN EG TYPE-CERTIFICAAT NR. CE
645926 DRAGEN.
WAARSCHUWING
LEES DE INSTRUCTIES VÓÓR GEBRUIK. DEZE
REGELAAR DIENT TO WORDEN GEÏNSTALLEERD
VOLGENS DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN.
BESCHRIJVING
Bulletin G262K002S1NG0 en E262K090S1NG0 afsluiters
zijn ontworpen voor gebruik in Klasse A, Groep 2, gasaf-
sluitingen en beschikken over een Conformiteitscertifi caat
volgens EN 161 “Automatische afsluiters voor gasbranders
en gastoestellen”. Serie 262, 2/2 NC: Magneetafsluiters
met Rp 1/8 en Rp 1/4 verbindingen met schroefdraad.
Messing huis.
GEBRUIKSKENMERKEN
Werkingsprincipe: Normaal gesloten.
De afsluiter is gesloten als de spoel niet is bekrachtigd, en
open als de klep wél wordt bekrachtigd.
Werkdruk:
1/4: 0 tot 2100 mbar
1/8: 0 tot 2760 mbar
Toegelaten statische druk huis: 10 bar
Omgevingstemperatuur: 0 tot +60°C
Maximale mediumtemperatuur: 60°C
Bedrijfstijd: Minder dan 1 seconde
Sluittijd: Minder dan 1 seconde
Nominale stroom: G262K002S1NG0: 1,9 m
3
/h bij 100 mbar
E262K090S1NG0: 3,63 m
3
/h bij 100 mbar
Gasgroep: 1, 2 & 3
VA-houden 16 (50 Hz) 15 (60 Hz)
VA-inschakelen: 24 (50 Hz) 23 (60 Hz)
MONTAGE
MONTAGE-POSITIE: De afsluiters zijn zodanig ontwor-
pen dat ze in elke stand gemonteerd kunnen worden,
voor optimale prestaties en een lange levensduur is het
echter van belang om de magneetkop recht boven het
afsluiterhuis te monteren. Dit vermindert de kans dat vuil
in de plunjergang terechtkomt.
Componenten van ASCO zijn uitsluitend bedoeld om te
worden gebruikt binnen de technische specifi caties zoals
vermeld op de naamplaat of in de documentatie. Om schade
aan de apparatuur te voorkomen, dient u ervoor te zorgen
dat de vloeistof niet stolt bij lagere temperaturen en binnen
de grenzen van de maximum- en minimumtemperatuur blijft.
Wijzigingen aan de apparatuur mogen slechts worden
uitgevoerd na raadpleging van de fabrikant of zijn vertegen-
woordiger.
Voor de installatie dient u het leidingenstelsel te ontluchten
en vanbinnen te reinigen.
De stroomrichting wordt aangegeven door markeringen op
de klepbehuizing en in de documentatie.
Buisaansluitingen dienen in overeenstemming te zijn met
de grootte die wordt vermeld op de behuizing, het etiket of
in de productbrochure.
LEIDINGEN: Om de afsluiter te beschermen, moet er een
gaasfi lter in de pijpleiding worden geïnstalleerd, zo dicht mo-
gelijk bij de inlaatverbinding van de afsluiter. De maximale
opening van de gaasfi lter mag niet meer zijn dan 1,5 mm en
moet voorkomen dat een penmeter van 1 mm er doorheen
gaat.
PAS OP:
• Het beperken van de aansluitingen kan een onjuiste werking
of storing veroorzaken.
• Ter bescherming van de apparatuur dient u in de inlaatzijde
zo dicht mogelijk bij het product een zeef of een fi lter te
installeren die geschikt is voor de betreffende functie.
• Indien tape, pasta of spray of een vergelijkbaar smeermid-
del is gebruikt bij het aandraaien dient u te voorkomen dat
deeltjes hiervan het systeem binnendringen.
• Gebruik de juiste gereedschappen en plaats steeksleutels
zo dicht mogelijk bij het aansluitpunt.
• Om schade aan de apparatuur te voorkomen mag u de
buisaansluitingen NIET TE STRAK AANDRAAIEN. Neem
een maximaal aanhaalkoppel in acht van 5 tot 7 Nm.
• Gebruik de klep of magneetkop niet als hefboom.
• Buisaansluitingen mogen geen enkele kracht, wringing of
druk uitoefenen op het product.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Alle elektrische aansluitingen mogen uitsluitend door
opgeleid en gekwalifi ceerd personeel worden uitgevoerd
en dienen in overeenstemming te zijn met de plaatselijke
voorschriften en normen.
Nominale spanning wordt gemarkeerd op de afsluiter, het
nominale wattage is 8.1 W voor 50 Hz en 6.1 W voor 60 Hz.
Alle afsluiters werken correct binnen een spanningsbereik
van 85% tot 110% van de nominale waarde.
PAS OP:
• Schakel vóór iedere ingreep de elektrische stroom uit om de
stroomtoevoer naar de componenten te verbreken.
• Alle schroefklemmen dienen naar behoren te zijn aangedraaid
voordat ze in werking worden gesteld.
• Afhankelijk van de voltage dienen elektrische componen-
ten te worden geaard volgens de plaatselijke normen en
voorschriften.
• Om continue aarding van de spoel te garanderen dient u
ervoor te zorgen dat deze juist gepositioneerd is tijdens de
montage/demontage (nr. 1).
De apparatuur is als volgt elektrisch aangesloten:
• Verwijderbare steker ISO 4400 / EN 175301-803, formulier A
(Mits correct aangesloten en indien de gebruikte (geleverde
of gekozen) connector IP65- of IP67-geklassifi ceerd is, heeft
de magneetklep bescherming IP65 of IP67).
Installatie- en onderhoudsinstructies
2
1
NL
2-weg normaal gesloten GAS-afsluiters,
Rp 1/8 en Rp ¼ serie 262
INWERKINGSTELLING
Voer, alvorens het circuit onder druk te zetten, een elektri-
citeitstest uit. Bij elektromagnetische kleppen activeert u de
spoel een paar keer en hoort u een metaalachtige ‘’klik’’ die
erop duidt dat de elektromagneet werkt.
FUNCTIE
De meeste elektromagnetische kleppen zijn uitgerust met
spoelen voor continubedrijf. Om het risico van persoonlijk
letsel te voorkomen de magneetkop niet aanraken. Deze kan
namelijk heet worden bij normaal gebruik. Als de elektromag-
netische klep gemakkelijk toegankelijk is, dient de installateur
te zorgen voor bescherming tegen onbedoeld contact.
Onze magneetventielen en stuurventielen zijn ontwikkeld
om te functioneren met apparatuur die voldoet aan de
EN 61131-2 norm.
GELUIDSEMISSIE
De emissie van geluid is afhankelijk van de toepassing,
de vloeistof en het type apparatuur dat wordt gebruikt. Het
precieze geluidsniveau kan slechts worden bepaald door
de gebruiker die de klep in zijn systeem heeft geïnstalleerd.
ONDERHOUD
Het onderhoud van producten van ASCO is afhankelijk van
de gebruiksvoorwaarden. Het wordt aanbevolen periodiek te
reinigen volgens een tijdschema dat afhankelijk is van de ge-
bruikte vloeistoffen en de gebruiksvoorwaarden. Tijdens het
onderhoud dienen de componenten te worden gecontroleerd
op bovenmatige slijtage. Een complete set interne onderdelen
is beschikbaar als reserveonderdelenkit of revisiekit. Als zich
een probleem voordoet tijdens de installatie of het onderhoud
of in geval van twijfel kunt u contact opnemen met ASCO of
de erkende vertegenwoordigers.
DEMONTAGE
Demonteer de onderdelen in de volgorde die wordt aange-
geven in de afbeeldingen in deze Installatie- en onderhouds-
instructies
1 - Verwijder de bevestigingsclip (1), blijf druk omlaag uit-
oefenen, en de spoel (2) (zie spoelcodes op de pagina
“AANSLUITING”).
2 - Verwijder de vlakke veer (10).
3 - Schroef de kern-buisunit los (3) en scheid deze van de
behuizing (4).
4 - Verwijder de kern/veerunit (5)(6) en de afdichting (8).
5 - Reinig of vervang alle onderdelen.
HERMONTAGE
Hermonteer de onderdelen in omgekeerde volgorde als de
demontage.
Controleer of de borgclip juist is gepositioneerd op de spoel
(zie tekening).
De uitlaat dient aangesloten te zijn om verontreiniging van
de binnenkant van de elektromagnetische klep te voorkomen.
OPMERKING:
1 - Smeer de afdichting (8) en coat de buitenomtrek van de
kern licht met een smeermiddel conform de norm AFNOR
ISO TR 3498 categorie HL en FC.
2 - Controleer of de kern-buisunit goed is vastgedraaid met
een koppel (A).
3 - Monteer nu de veerring, de spoel en de bevestigingsclip.
Sluit de steker weer aan.
4 - Activeer na de hermontage de elektromagnetische klep
een paar keer om er zeker van te zijn dat de kleppen naar
behoren open- en dichtgaan.
5 - Hermonteer de buisaansluitingen en draai deze vast met
een maximumkoppel van 5 tot 7 Nm.