Zanussi ZDI11002WA Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding
Inhoud
Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2
Beschrijving van het product _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 3
Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 4
Programma’s _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 4
Voor het eerste gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5
Dagelijks gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7
Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10
Probleemoplossing _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10
Technische informatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13
Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installa-
tie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verant-
woordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een fou-
tieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat
voor toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Waarschuwing!
Gevaar voor verstikking, letsel of
permanente invaliditeit.
Mensen, met inbegrip van kinderen, met beperkte li-
chamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat niet
bedienen. Zij moeten onder toezicht staan of instructies
krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Laat kinde-
ren niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinde-
ren.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het appa-
raat als de deur open is.
Montage
Waarschuwing!
Dit apparaat moet worden
geïnstalleerd door een gekwalificeerd of bekwaam
persoon.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Installeer of gebruik het apparaat niet op een plek waar
de temperatuur onder de 0 °C komt.
Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd
met het apparaat.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige in-
stallaties wordt geïnstalleerd.
Aansluiting aan de waterleiding
Zorg dat u de waterslangen niet beschadigt.
Laat het water stromen tot het schoon is voordat u het
apparaat aansluit op nieuwe leidingen of leidingen die
lang niet zijn gebruikt.
Zorg dat er geen lekkages zijn als u het apparaat de
eerste keer gebruikt.
W
Waarschuwing!
Gevaarlijke spanning.
De watertoevoerslang heeft een veiligheidsventiel en
een omhulsel met een hoofdkabel aan de binnenkant.
Als de watertoevoerslang beschadigd is, haal dan on-
middellijk de stekker uit het stopcontact. Neem contact
op met de service-afdeling om de watertoevoerslang te
vervangen.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Waarschuwing!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard
stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie op het typepla-
tje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet,
neem dan contact op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbesten-
dig stopcontact.
2
Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt.
Neem contact op met de service-afdeling of een elek-
tromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervan-
gen.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de installa-
tie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installa-
tie bereikbaar is.
Trek niet aan het aansluitnoer om het apparaat los te
koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik
Waarschuwing!
Gevaar voor letsel.
Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag niet worden ver-
anderd.
Doe messen en bestek met scherpe punten in het be-
stekmandje met de punten omlaag in horizontale posi-
tie.
Laat de deur van het apparaat niet open staan zonder
toezicht om te voorkomen dat er iemand over struikelt.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de veiligheidsin-
structies op de verpakking van het vaatwasmiddel op.
Speel niet met het water van het apparaat en drink het
niet op.
Verwijder de borden pas uit het apparaat als het pro-
gramma is voltooid. Er kan vaatwasmiddel op de bor-
den zitten.
Waarschuwing!
Gevaar voor elektrische schokken,
brand of brandwonden.
Plaats geen ontvlambare producten of items die voch-
tig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen als u de
deur opent terwijl er een programma wordt uitgevoerd.
Verwijdering
Waarschuwing!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen
en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
Klantenservice
Contact opnemen met de klantenservice voor reparatie van
het apparaat. Wij raden uitsluitend het gebruik van origi-
nele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor
dat u de volgende informatie heeft van het typeplaatje.
Model: ..............................................................
PNC: ................................................................
Serienummer: ................................................
Beschrijving van het product
2
1
2
3
4
9
8
6
7
5
1
Onderste sproeiarm
2
Filters
3
Typeplaatje
4
Glansmiddeldoseerbakje
5
Afwasmiddeldoseerbakje
6
Zoutreservoir
7
Waterhardheidsknop
8
Bovenste sproeiarm
9
Bovenkorf
3
3
Bedieningspaneel
1 23
5
64
1
Controlelampje Aan/uit
2
Programmawijzer
3
Indicatielampjes
4
Toets uitgestelde start
5
Starttoets
6
Programmaknop
I
Indicatielampjes Beschrijving
Wasfase-indicatielampje.
Droogfase-indicatielampje.
Einde-indicatielampje.
Zoutindicatielampje. Dit indicatielampje is uit als het programma werkt.
Programma’s
Programma
1)
Mate van vervuiling
Type lading
Programmafasen Duur
(min)
Energie
(KWh)
Water
(l)
Sterk bevuild
Serviesgoed, bestek
en pannen
Voorspoelen
Wassen 70 °C
Spoelen
Drogen
85-95 1,8-2,0 22-25
Normaal bevuild
Serviesgoed en be-
stek
Voorspoelen
Wassen 65 °C
Spoelen
Drogen
100-110 1,4-1,6 19-21
2)
Net gemaakt vuil
Serviesgoed en be-
stek
Wassen 65 °C
Spoelgangen
30 0,9 9
3)
Normaal bevuild
Serviesgoed en be-
stek
Voorspoelen
Wassen 50 °C
Spoelen
Drogen
130-140 1,0-1,2 14-16
4
Programma
1)
Mate van vervuiling
Type lading
Programmafasen Duur
(min)
Energie
(KWh)
Water
(l)
4)
Alles Voorspoelen 12 0,1 5
1) De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid vaat kan de programmaduur en de
verbruikswaarden veranderen.
2) Met dit programma kunt u een pas bevuilde lading wassen. Het programma geeft goede wasresultaten in een korte tijd.
3) Dit is het standaard programma voor testinstituten. Met dit programma hebt u de meest efficiënte water- en energieverbruik voor
normaal bevuild serviesgoed en bestek. Raadpleeg de apart bijgeleverde documentatie voor testgegevens.
4) Gebruik dit programma om het serviesgoed snel te spoelen. Hierdoor kunnen voedselresten niet aan het serviesgoed vastkoeken en
ontstaan er geen vieze geurtjes in het apparaat.
U hoeft voor dit programma geen afwasmiddel te gebruiken.
Voor het eerste gebruik
1. Controleer of het ingestelde niveau van de wateront-
harder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving.
Als dat niet het geval is, dan stelt u de waterontharder
in. Neem contact op met uw plaatselijke waterinstan-
tie voor informatie over de hardheid van het water in
uw omgeving.
2. Het zoutreservoir vullen.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje.
4. Draai de waterkraan open.
5. Er kunnen wasmiddelen in het apparaat achtergeble-
ven zijn. Start een programma om ze te verwijderen.
Gebruik geen wasmiddel en gebruik de mandjes niet.
De waterontharder instellen
Hard water bevat een grote hoeveelheid mineralen die
schade aan het apparaat en slechte schoonmaakresultaten
kan veroorzaken. De waterontharder neutraliseert deze mi-
neralen.
Het vaatwaszout houdt de waterontharder schoon en in
goede staat. Zie de tabel om de waterontharder af te stel-
len op het juiste niveau. Dit zorgt ervoor dat de wateront-
harder de juiste hoeveelheid regenereerzout en water ge-
bruikt.
U moet de waterontharder handmatig en elektro-
nisch instellen.
Waterhardheid
Waterontharder
afstelling
Duits
graden
(°dH)
Nederlands
graden
(°fH)
mmol/l Clarke
graden
Handmatig Elektroni-
sche
51 - 70 91 - 125 9.1 - 12.5 64 - 88
2
1)
10
43 - 50 76 - 90 7.6 - 9.0 53 - 63
2
1)
9
37 - 42 65 - 75 6.5 - 7.5 46 - 52
2
1)
8
29 - 36 51 - 64 5.1 - 6.4 36 - 45
2
1)
7
23 - 28 40 - 50 4.0 - 5.0 28 - 35
2
1)
6
19 - 22 33 - 39 3.3 - 3.9 23 - 27
2
1)
5
1)
5
Waterhardheid
Waterontharder
afstelling
Duits
graden
(°dH)
Nederlands
graden
(°fH)
mmol/l Clarke
graden
Handmatig Elektroni-
sche
15 - 18 26 - 32 2.6 - 3.2 18 - 22 1 4
11 - 14 19 - 25 1.9 - 2.5 13 - 17 1 3
4 - 10 7 - 18 0.7 - 1.8 5 - 12 1 2
< 4 < 7 < 0.7 < 5
1
2)
1
2)
1) Fabrieksinstelling.
2) Gebruik geen zout op dit niveau.
Handmatig instellen
1 2
Zet de waterhardheidsknop
op stand 1 of 2.
E
Elektronische instelling
1. Zorg ervoor dat de programma-aanwijzer op de pro-
grammaknop op één lijn staat met het lampje aan/uit.
2. Houd de toets starten ingedrukt. Draai tegelijkertijd de
programmaschakelaar rechtsom, totdat de program-
ma-aanwijzer overeenkomt met het eerste programma
op het bedieningspaneel.
3. Laat de toets starten los wanneer het controlelampje
aan/uit en het controlelampje starten beginnen te
knipperen.
Het eindindicatielampje knippert. Het aantal flitsen
geeft de instelling van de waterontharder op de
display weer. Voorbeeld: 5 keer knipperen + pauze
+ 5 keer knipperen = niveau 5.
4. Druk op de startknop om het niveau van de wateront-
harder in te stellen. Bij elke keer drukken op de start-
knop gaat u naar het volgende niveau.
5. Draai om de instelling te bevestigen de programma-
schakelaar totdat de programmamarkering overeen-
komt met de aan-/uit-stand.
Het zoutreservoir vullen
Let op!
Gebruik alleen vaatwaszout. Andere
producten kunnen het apparaat beschadigen.
Water en zout kunnen uit het zoutreservoir stromen als u
het bijvult. Gevaar voor roest. Start om dit te voorkomen
een programma nadat u het zoutreservoir heeft bijgevuld.
1
2
3
Doe een liter water in het
zoutreservoir (alleen de
eerste keer).
4
6
6
5
6
H
Het glansmiddeldoseerbakje vullen
Let op!
Gebruik alleen glansspoelmiddel voor
afwasautomaten. Andere producten kunnen het
apparaat beschadigen.
Het glansspoelmiddel helpt om tijdens de laatste
spoelfase het servies te drogen zonder strepen en
vlekken.
1
2
max
M
A
X
1
2
3
4
+
3 4
max
M
A
X
1
2
3
4
+
A
Vul het doseerbakje bij
wanneer de glansmidde-
lindicatie (A
A
) doorzichtig
is.
M
A
X
1
2
3
4
+
U kunt het schuifje voor de
vrij te geven hoeveelheid
instellen tussen stand 1
(laagste hoeveelheid) en
stand 4 (hoogste hoeveel-
heid).
D
Dagelijks gebruik
1. Draai de waterkraan open.
2. Draai de programmaschakelaar tot de programma-
markering op één lijn staat met het programma dat u
wilt instellen. Zorg dat het apparaat in de instelmodus
staat. Zie ‘EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STAR-
TEN'. Stel het juiste programma in voor het type la-
ding en de mate van vervuiling.
Vul het zoutreservoir als het zoutindicatielampje
brandt.
Vul het glansmiddeldoseerbakje als het indicatie-
lampje van het glansspoelmiddel brandt.
3. Ruim de rekken in.
4. Voeg vaatwasmiddel toe.
5. Het programma starten.
De rekken inruimen
Zie de meegeleverde folder voor voorbeelden voor
het inruimen van de rekken.
Gebruik het apparaat alleen om voorwerpen af te was-
sen die vaatwasbestendig zijn.
Doe geen voorwerpen in het apparaat die gemaakt zijn
van hout, hoorn, aluminium, tin en koper.
Plaats geen voorwerpen in het apparaat die water kun-
nen absorberen (sponzen, keukenhanddoeken).
Verwijder alle voedselresten van de voorwerpen.
Maak aangebrande voedselresten op de voorwerpen
zachter.
Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pan-
nen) met de opening naar beneden.
7
Zorg ervoor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar
liggen. Meng lepels met ander bestek.
Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanraken
Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor dat
de voorwerpen niet verschuiven.
Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraai-
en voordat u een programma start.
Vaatwasmiddel gebruiken
Let op!
Gebruik alleen wasmiddel voor
afwasautomaten.
Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid vaat-
wasmiddel. Zie de instructies van de vaatwasmid-
delfabrikant.
1
2
A
3
Doe de vaatwastablet in
het doseerbakje (A
A
) .
A
B
Als het programma over
een voorspoelfase be-
schikt, plaats dan een klei-
ne dosis afwasmiddel in
doseerbakje (B
B
).
4
Vaatwastabletten lossen niet helemaal op bij korte
programma's en er blijven resten van het vaatwas-
middel achter op het servies.
Wij raden aan dat u vaatwastabletten gebruikt bij lange
programma's.
G
Gecombineerde vaatwastabletten
Deze tabletten bevatten vaatwasmiddel, glansmiddel en
andere middelen. Zorg ervoor dat deze tabletten geschikt
zijn voor de waterhardheid in uw omgeving. Zie de in-
structies op de verpakking van de producten.
Als u tabletten gebruikt die zout en glansmiddel bevatten,
is het niet nodig om de doseerbakjes voor zout en glans-
middel te vullen.
1. Stel de waterontharder op het laagste niveau in.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in op de laagste
stand.
Voer deze stappen uit als u stopt met het gebruik van
alles-in-1 tabletten voordat u afwastabletten, s
poelmiddel
en vaatwaszout apart gaat gebruiken:
1. Draai de programmaschakelaar totdat de programma-
aanwijzer overeenkomt met het kortste programma
met een spoelfase.
2. Stel de waterontharder in op het hoogste niveau.
3. Zorg ervoor dat het zoutreservoir en het glansmiddel-
doseerbakje gevuld zijn.
4. Start het ingestelde programma, zonder afwastablet
en zonder vaat.
5. Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw
omgeving.
6. Stel de hoeveelheid glansmiddel in.
8
Een programma instellen en starten
Instelmodus
Het apparaat moet in de instelmodus staan om een
programma te starten.
Draai de programmaschakelaar totdat de programma-
aanwijzer overeenkomt met het programma op het be-
dieningspaneel. Het aan-/uit-lampje gaat branden en
de fase-indicatielampjes voor het programma gaan
knipperen, het apparaat staat in de instelmodus.
Draai de programmaschakelaar totdat de programma-
aanwijzer overeenkomt met het programma op het be-
dieningspaneel. Als het aan-/uit-lampje en het startin-
dicatielampje gaan branden en het fase-indicatielampje
blijft braden, dan is het apparaat niet in de instelmo-
dus.
Houd de startknop ingedrukt om het apparaat in de instel-
modus te zetten tot het startindicatielampje uit gaat en de
fase-indicatielampjes van het programma gaan knipperen.
Een programma starten zonder een uitgestelde start
1. Draai de waterkraan open.
2. Sluit de deur van het apparaat.
3. Draai de programmaschakelaar tot de programma-
markering op één lijn staat met het programma dat u
wilt instellen.
Het controlelampje aan/uit gaat branden.
De fase-indicatielampjes van het ingestelde pro-
gramma gaan knipperen.
4. Druk op de starttoets. Het programma wordt gestart.
Het startindicatielampje gaat branden
Alleen de indicatie van de fase in werking blijft
aan.
Een programma starten met een uitgestelde start
1. Stel het programma in.
2. Druk op de startuitsteltoets om de start van het pro-
gramma met 3 uur uit te stellen. Het controlelampje
startuitstel gaat branden.
3. Druk op de starttoets. Het aftellen start.
Het startindicatielampje gaat branden.
De fase-indicatielampjes van het ingestelde pro-
gramma gaan uit.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het programma
gestart.
Het indicatielampje van de lopende fase gaat aan.
De deur openen als het apparaat in werking is
Als u de deur opent, stopt het apparaat. Als u de deur weer
sluit, gaat het apparaat verder vanaf het punt van onder-
breking.
De uitgestelde start annuleren tijdens het aftellen
1. Druk op de toets start en houd ingedrukt totdat het in-
dicatielampje start en het indicatielampje uitgestelde
start uit gaan.
De fase-indicatielampjes van het ingestelde pro-
gramma gaan knipperen.
2. Druk op de starttoets. Het programma wordt gestart.
Het startindicatielampje gaat branden.
Alleen de indicatie van de fase in werking blijft
aan.
Het programma annuleren
Houd de startknop ingedrukt tot het startindicatielampje
uit gaat en de fase-indicatielampjes voor het programma
gaan knipperen.
Controleer of er afwasmiddel in het afwasmiddeldo-
seerbakje aanwezig is voordat u een nieuw pro-
gramma start.
Aan het einde van het programma.
Als het programma voltooid is, gaat het indicatielampje
einde programma aan.
1. Draai om het apparaat uit te schakelen de program-
maschakelaar totdat de programmamarkering over-
eenkomt met de aan-/uit-stand.
2. Open de deur van het apparaat.
3. Draai de waterkraan dicht.
Laat de deur van het apparaat een paar minuten op een
kier staan, voor betere droogresultaten.
Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat
neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen.
Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit.
Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur
van het apparaat. Roestvrij staal koelt sneller af dan
borden.
9
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing!
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcon-
tact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Vuile filters en verstopte sproeiarmen verminderen
de wasresultaten.
Controleer regelmatig de filters en reinig deze zo nodig.
De filters reinigen
1
C
B
A
2
3
Draai om de filters (B
B
) en
(C
C
) te verwijderen de hen-
del naar links. Haal filter
(B
B
) en (C
C
) uit elkaar. Rei-
nig de filters met water.
A
4
Verwijder filter (A
A
). Reinig
het filter met water.
D
A
5
Zet het filter (A
A
) terug in de
startpositie. Zorg ervoor
dat ze goed worden ge-
monteerd onder de twee
geleiders (D
D
).
6
Zet filters (B
B
) en (C
C
) in elk-
aar. Plaats ze op hun plek
in filter (A
A
). Draai de hen-
del rechtsom draaien tot
het vastzit.
Een onjuiste plaatsing van de filters kan leiden tot
slechte wasresultaten en het apparaat beschadigen.
De sproeiarmen reinigen
Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen.
Als etensresten de openingen in de sproeiarmen hebben
verstopt, verwijder deze dan met een smal en puntig voor-
werp.
Buitenkant reinigen
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen.
Probleemoplossing
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Zo
niet, bel dan de service-afdeling.
Bij sommige problemen knipperen sommige indicatie-
lampjes gelijktijdig om een alarmcode aan te geven.
Foutcode Probleem
Het startindicatielampje blijft knipperen.
Het eindlampje knippert 1 keer onderbroken.
Het apparaat wordt niet met water gevuld.
10
Foutcode Probleem
Het startindicatielampje blijft knipperen.
Het eindlampje knippert 2 keer onderbroken.
Het apparaat pompt geen water weg.
Het startindicatielampje blijft knipperen.
Het eindlampje knippert 3 keer onderbroken.
Het beschermingssysteem tegen lekkage is aan.
Waarschuwing!
Schakel het apparaat uit voordat u
controles uitvoert. Draai de programmaschakelaar
totdat de programma-aanwijzer overeenkomt met het aan-/
uit-indicatielampje.
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het programma start niet. De stekker zit niet in het stopcontact. Sluit de stekker aan.
De deur van het apparaat is open. Sluit de deur van het apparaat.
U hebt niet op de startknop gedrukt. Druk op de starttoets.
De zekering in de zekeringkast is door-
gebrand.
Vervang de zekering.
Startuitstel is ingesteld. Annuleer de uitgestelde start of wacht tot
het einde van het aftellen.
Het apparaat wordt niet met
water gevuld.
De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open.
De waterdruk is te laag. Neem contact op met het waterleidingbe-
drijf.
De waterkraan is verstopt of aangezet
met kalkaanslag.
Maak de waterkraan schoon.
Het filter in de watertoevoerslang is ver-
stopt.
Maak de filter schoon.
De watertoevoerslang is geknikt of gebo-
gen.
Zorg ervoor dat de positie van de slang
correct is.
Het beschermingssysteem tegen lekkage
is aan. Er zijn waterlekkages in het appa-
raat.
Draai de waterkraan dicht en neem con-
tact op met de service-afdeling.
Het apparaat pompt geen wa-
ter weg.
De gootsteenafvoer is geblokkeerd. Ontstop de gootsteenafvoer.
De waterafvoerslang is geknikt of gebo-
gen.
Zorg ervoor dat de positie van de slang
correct is.
Draai nadat de controles zijn uitgevoerd de programma-
knop zo dat de programma-aanduiding op één lijn staat
met het programma dat bezig was toen het probleem ont-
stond. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het
werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op
met onze service-afdeling.
Neem ook contact op met de service-afdeling als andere
alarmcodes worden weergegeven.
11
De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De borden zijn niet schoon. De filters zijn verstopt. Reinig de filters.
De filters zijn niet juist gemonteerd en
geplaatst.
Zorg ervoor dat de filters juist zijn gemon-
teerd en geïnstalleerd.
De sproeiarmen zijn verstopt. Verder het vuil met een dun, puntig voor-
werp.
Het programma is niet geschikt voor het
type lading en de mate van vervuiling.
Zorg ervoor dat het programma geschikt
is voor het type lading en mate van ver-
vuiling.
Onjuiste positie van de items in de
mandjes. Water kan niet alle items af-
wassen.
Zorg ervoor dat de positie van de items in
de rekken juist is en dat het water eenvou-
dig alle items kan afwassen.
De sproeiarmen konden niet vrij draaien. Zorg ervoor dat de positie van de items in
de rekken juist is en dat de sproeiarmen
niet worden geblokkeerd.
Er is te weinig of geen afwasmiddel ge-
bruikt.
Zorg ervoor dat u de juiste hoeveelheid
vaatwasmiddel gebruikt in het doseerbak-
je voordat u een programma start.
Er zit geen vaatwasmiddel in het doseer-
bakje.
Zorg ervoor dat er vaatwasmiddel in het
doseerbakje zit voordat u een programma
start.
Er zitten kalkresten op de bor-
den.
Het zoutreservoir is leeg. Zorg ervoor dat er vaatwaszout in het
zoutreservoir zit.
Het ingestelde niveau van de wateront-
harder is onjuist.
Controleer of het ingestelde niveau van de
waterontharder juist is voor de waterhard-
heid in uw omgeving.
De dop van het zoutreservoir zit los. Draai de dop vast.
Witte strepen of vlekken of
een blauwe waas op glazen
en serviesgoed.
De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel
is te hoog.
Stel de hoeveelheid glansmiddel lager in.
Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt. Zorg ervoor dat u de juiste hoeveelheid
vaatwasmiddel gebruikt in het doseerbak-
je voordat u een programma start.
Opgedroogde waterdruppels
op de glazen en de borden.
De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel
is te laag.
Stel de hoeveelheid glansmiddel hoger in.
De kwaliteit van het vaatwasmiddel kan
de oorzaak zijn.
Probeer een ander merk vaatwasmiddel.
Het serviesgoed is nat. Het programma had geen droogfase.
Het programma heeft een droogfase
met lage temperatuur.
Laat de deur een paar minuten op een kier
staan, voor betere droogresultaten.
12
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het serviesgoed is nat en
mat.
Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. Zorg ervoor dat er glansspoelmiddel in
het glansmiddeldoseerbakje zit.
De kwaliteit van het glansmiddel kan de
oorzaak zijn.
Probeer een ander merk glansmiddel.
Technische informatie
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte (mm) 596 / 818-898 / 575
Aansluiting op het elektriciteitsnet Zie het typeplaatje.
Spanning 220-240 V
Frequentie 50 Hz
Druk watertoevoer Min. / max. (bar / MPa) (0.5 / 0.05 ) / (8 / 0.8 )
Watertoevoer
1)
Koud water of warm water
2)
max. 60 °C
Vermogen Couverts 12
1) Sluit de watertoevoerslang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
2) Als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonnepanelen en windenergie),
gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen.
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld, maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke
negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking.
Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit
product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Gooi het verpakkingsmateriaal op juiste wijze weg. Re-
cycle de materialen met het symbool
.
13

Documenttranscriptie

Inhoud Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Beschrijving van het product _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Programma’s _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Voor het eerste gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2 3 4 4 5 Dagelijks gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7 Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10 Probleemoplossing _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10 Technische informatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13 Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13 Wijzigingen voorbehouden Veiligheidsinformatie Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen Waarschuwing! Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit. • Mensen, met inbegrip van kinderen, met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat niet bedienen. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. • Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen. • Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Montage Waarschuwing! Dit apparaat moet worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd of bekwaam persoon. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Installeer of gebruik het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd. 2 Aansluiting aan de waterleiding • Zorg dat u de waterslangen niet beschadigt. • Laat het water stromen tot het schoon is voordat u het apparaat aansluit op nieuwe leidingen of leidingen die lang niet zijn gebruikt. • Zorg dat er geen lekkages zijn als u het apparaat de eerste keer gebruikt. • Waarschuwing! Gevaarlijke spanning. De watertoevoerslang heeft een veiligheidsventiel en een omhulsel met een hoofdkabel aan de binnenkant. • Als de watertoevoerslang beschadigd is, haal dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met de service-afdeling om de watertoevoerslang te vervangen. Aansluiting aan het elektriciteitsnet Waarschuwing! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Neem contact op met de service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Trek niet aan het aansluitnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Gebruik Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schokken, brand of brandwonden. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. • Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen als u de deur opent terwijl er een programma wordt uitgevoerd. Verwijdering Waarschuwing! Gevaar voor letsel of verstikking. Waarschuwing! Gevaar voor letsel. • Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Doe messen en bestek met scherpe punten in het bestekmandje met de punten omlaag in horizontale positie. • Laat de deur van het apparaat niet open staan zonder toezicht om te voorkomen dat er iemand over struikelt. • Ga niet op de open deur zitten of staan. • Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het vaatwasmiddel op. • Speel niet met het water van het apparaat en drink het niet op. • Verwijder de borden pas uit het apparaat als het programma is voltooid. Er kan vaatwasmiddel op de borden zitten. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. • Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. Klantenservice Contact opnemen met de klantenservice voor reparatie van het apparaat. Wij raden uitsluitend het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende informatie heeft van het typeplaatje. Model: .............................................................. PNC: ................................................................ Serienummer: ................................................ Beschrijving van het product 1 Onderste sproeiarm 2 Filters 3 Typeplaatje 4 Glansmiddeldoseerbakje 9 8 7 6 5 12 2 3 4 5 Afwasmiddeldoseerbakje 6 Zoutreservoir 7 Waterhardheidsknop 8 Bovenste sproeiarm 9 Bovenkorf 3 Bedieningspaneel 1 2 6 1 Controlelampje Aan/uit 2 Programmawijzer 4 Toets uitgestelde start 5 Starttoets 3 Indicatielampjes 6 Programmaknop Indicatielampjes 3 5 4 Beschrijving Wasfase-indicatielampje. Droogfase-indicatielampje. Einde-indicatielampje. Zoutindicatielampje. Dit indicatielampje is uit als het programma werkt. Programma’s Mate van vervuiling Type lading Programma1) 2) 3) 4 Programmafasen Duur (min) Energie (KWh) Water (l) Sterk bevuild Serviesgoed, bestek en pannen Voorspoelen Wassen 70 °C Spoelen Drogen 85-95 1,8-2,0 22-25 Normaal bevuild Serviesgoed en bestek Voorspoelen Wassen 65 °C Spoelen Drogen 100-110 1,4-1,6 19-21 Net gemaakt vuil Serviesgoed en bestek Wassen 65 °C Spoelgangen 30 0,9 9 Normaal bevuild Serviesgoed en bestek Voorspoelen Wassen 50 °C Spoelen Drogen 130-140 1,0-1,2 14-16 Programma1) Mate van vervuiling Type lading Alles Programmafasen Voorspoelen Duur (min) 12 Energie (KWh) 0,1 Water (l) 5 4) 1) De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid vaat kan de programmaduur en de verbruikswaarden veranderen. 2) Met dit programma kunt u een pas bevuilde lading wassen. Het programma geeft goede wasresultaten in een korte tijd. 3) Dit is het standaard programma voor testinstituten. Met dit programma hebt u de meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal bevuild serviesgoed en bestek. Raadpleeg de apart bijgeleverde documentatie voor testgegevens. 4) Gebruik dit programma om het serviesgoed snel te spoelen. Hierdoor kunnen voedselresten niet aan het serviesgoed vastkoeken en ontstaan er geen vieze geurtjes in het apparaat. U hoeft voor dit programma geen afwasmiddel te gebruiken. Voor het eerste gebruik 1. Controleer of het ingestelde niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Als dat niet het geval is, dan stelt u de waterontharder in. Neem contact op met uw plaatselijke waterinstantie voor informatie over de hardheid van het water in uw omgeving. 2. Het zoutreservoir vullen. 3. Vul het glansmiddeldoseerbakje. 4. Draai de waterkraan open. 5. Er kunnen wasmiddelen in het apparaat achtergebleven zijn. Start een programma om ze te verwijderen. Gebruik geen wasmiddel en gebruik de mandjes niet. kan veroorzaken. De waterontharder neutraliseert deze mineralen. Het vaatwaszout houdt de waterontharder schoon en in goede staat. Zie de tabel om de waterontharder af te stellen op het juiste niveau. Dit zorgt ervoor dat de waterontharder de juiste hoeveelheid regenereerzout en water gebruikt. U moet de waterontharder handmatig en elektronisch instellen. De waterontharder instellen Hard water bevat een grote hoeveelheid mineralen die schade aan het apparaat en slechte schoonmaakresultaten Waterontharder afstelling Waterhardheid Duits graden (°dH) Nederlands graden (°fH) mmol/l Clarke graden Handmatig Elektronische 51 - 70 91 - 125 9.1 - 12.5 64 - 88 2 1) 10 43 - 50 76 - 90 7.6 - 9.0 53 - 63 2 1) 9 37 - 42 65 - 75 6.5 - 7.5 46 - 52 21) 8 29 - 36 51 - 64 5.1 - 6.4 36 - 45 21) 7 23 - 28 40 - 50 4.0 - 5.0 28 - 35 21) 6 19 - 22 33 - 39 3.3 - 3.9 23 - 27 21) 51) 5 Waterontharder afstelling Waterhardheid Duits graden (°dH) Nederlands graden (°fH) mmol/l Clarke graden Handmatig Elektronische 15 - 18 26 - 32 2.6 - 3.2 18 - 22 1 4 11 - 14 19 - 25 1.9 - 2.5 13 - 17 1 3 4 - 10 7 - 18 0.7 - 1.8 5 - 12 1 2 <4 <7 < 0.7 <5 12) 12) 1) Fabrieksinstelling. 2) Gebruik geen zout op dit niveau. 5. Draai om de instelling te bevestigen de programmaschakelaar totdat de programmamarkering overeenkomt met de aan-/uit-stand. Handmatig instellen Het zoutreservoir vullen Let op! Gebruik alleen vaatwaszout. Andere producten kunnen het apparaat beschadigen. Water en zout kunnen uit het zoutreservoir stromen als u het bijvult. Gevaar voor roest. Start om dit te voorkomen een programma nadat u het zoutreservoir heeft bijgevuld. 1 2 Zet de waterhardheidsknop op stand 1 of 2. Elektronische instelling 1. Zorg ervoor dat de programma-aanwijzer op de programmaknop op één lijn staat met het lampje aan/uit. 2. Houd de toets starten ingedrukt. Draai tegelijkertijd de programmaschakelaar rechtsom, totdat de programma-aanwijzer overeenkomt met het eerste programma op het bedieningspaneel. 3. Laat de toets starten los wanneer het controlelampje aan/uit en het controlelampje starten beginnen te knipperen. • Het eindindicatielampje knippert. Het aantal flitsen geeft de instelling van de waterontharder op de display weer. Voorbeeld: 5 keer knipperen + pauze + 5 keer knipperen = niveau 5. 4. Druk op de startknop om het niveau van de waterontharder in te stellen. Bij elke keer drukken op de startknop gaat u naar het volgende niveau. 6 1 3 Doe een liter water in het zoutreservoir (alleen de eerste keer). 2 4 max X + MA 1 5 6 2 3 4 3 4 Het glansmiddeldoseerbakje vullen A X 2 3 2 3 4 4 Vul het doseerbakje bij wanneer de glansmiddelindicatie (AA) doorzichtig is. 1 1 MA X + MA 1 Het glansspoelmiddel helpt om tijdens de laatste spoelfase het servies te drogen zonder strepen en vlekken. max + Let op! Gebruik alleen glansspoelmiddel voor afwasautomaten. Andere producten kunnen het apparaat beschadigen. U kunt het schuifje voor de vrij te geven hoeveelheid instellen tussen stand 1 (laagste hoeveelheid) en stand 4 (hoogste hoeveelheid). 2 Dagelijks gebruik 1. Draai de waterkraan open. 2. Draai de programmaschakelaar tot de programmamarkering op één lijn staat met het programma dat u wilt instellen. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. Zie ‘EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN'. Stel het juiste programma in voor het type lading en de mate van vervuiling. • Vul het zoutreservoir als het zoutindicatielampje brandt. • Vul het glansmiddeldoseerbakje als het indicatielampje van het glansspoelmiddel brandt. 3. Ruim de rekken in. 4. Voeg vaatwasmiddel toe. 5. Het programma starten. De rekken inruimen Zie de meegeleverde folder voor voorbeelden voor het inruimen van de rekken. • Gebruik het apparaat alleen om voorwerpen af te wassen die vaatwasbestendig zijn. • Doe geen voorwerpen in het apparaat die gemaakt zijn van hout, hoorn, aluminium, tin en koper. • Plaats geen voorwerpen in het apparaat die water kunnen absorberen (sponzen, keukenhanddoeken). • Verwijder alle voedselresten van de voorwerpen. • Maak aangebrande voedselresten op de voorwerpen zachter. • Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden. 7 • Zorg ervoor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar liggen. Meng lepels met ander bestek. • Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanraken • Leg kleine voorwerpen in de bestekmand. • Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor dat de voorwerpen niet verschuiven. • Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een programma start. Vaatwasmiddel gebruiken Let op! Gebruik alleen wasmiddel voor afwasautomaten. Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid vaatwasmiddel. Zie de instructies van de vaatwasmiddelfabrikant. B Als het programma over een voorspoelfase beschikt, plaats dan een kleine dosis afwasmiddel in doseerbakje (BB). 4 Vaatwastabletten lossen niet helemaal op bij korte programma's en er blijven resten van het vaatwasmiddel achter op het servies. Wij raden aan dat u vaatwastabletten gebruikt bij lange programma's. Gecombineerde vaatwastabletten 2 1 A A 3 Doe de vaatwastablet in het doseerbakje (AA) . 8 Deze tabletten bevatten vaatwasmiddel, glansmiddel en andere middelen. Zorg ervoor dat deze tabletten geschikt zijn voor de waterhardheid in uw omgeving. Zie de instructies op de verpakking van de producten. Als u tabletten gebruikt die zout en glansmiddel bevatten, is het niet nodig om de doseerbakjes voor zout en glansmiddel te vullen. 1. Stel de waterontharder op het laagste niveau in. 2. Stel de dosering van het glansmiddel in op de laagste stand. Voer deze stappen uit als u stopt met het gebruik van alles-in-1 tabletten voordat u afwastabletten, spoelmiddel en vaatwaszout apart gaat gebruiken: 1. Draai de programmaschakelaar totdat de programmaaanwijzer overeenkomt met het kortste programma met een spoelfase. 2. Stel de waterontharder in op het hoogste niveau. 3. Zorg ervoor dat het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje gevuld zijn. 4. Start het ingestelde programma, zonder afwastablet en zonder vaat. 5. Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw omgeving. 6. Stel de hoeveelheid glansmiddel in. Een programma instellen en starten Instelmodus Het apparaat moet in de instelmodus staan om een programma te starten. • Draai de programmaschakelaar totdat de programmaaanwijzer overeenkomt met het programma op het bedieningspaneel. Het aan-/uit-lampje gaat branden en de fase-indicatielampjes voor het programma gaan knipperen, het apparaat staat in de instelmodus. • Draai de programmaschakelaar totdat de programmaaanwijzer overeenkomt met het programma op het bedieningspaneel. Als het aan-/uit-lampje en het startindicatielampje gaan branden en het fase-indicatielampje blijft braden, dan is het apparaat niet in de instelmodus. Houd de startknop ingedrukt om het apparaat in de instelmodus te zetten tot het startindicatielampje uit gaat en de fase-indicatielampjes van het programma gaan knipperen. Een programma starten zonder een uitgestelde start 1. Draai de waterkraan open. 2. Sluit de deur van het apparaat. 3. Draai de programmaschakelaar tot de programmamarkering op één lijn staat met het programma dat u wilt instellen. • Het controlelampje aan/uit gaat branden. • De fase-indicatielampjes van het ingestelde programma gaan knipperen. 4. Druk op de starttoets. Het programma wordt gestart. • Het startindicatielampje gaat branden • Alleen de indicatie van de fase in werking blijft aan. Een programma starten met een uitgestelde start 1. Stel het programma in. 2. Druk op de startuitsteltoets om de start van het programma met 3 uur uit te stellen. Het controlelampje startuitstel gaat branden. 3. Druk op de starttoets. Het aftellen start. • Het startindicatielampje gaat branden. • De fase-indicatielampjes van het ingestelde programma gaan uit. • Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het programma gestart. – Het indicatielampje van de lopende fase gaat aan. De deur openen als het apparaat in werking is Als u de deur opent, stopt het apparaat. Als u de deur weer sluit, gaat het apparaat verder vanaf het punt van onderbreking. De uitgestelde start annuleren tijdens het aftellen 1. Druk op de toets start en houd ingedrukt totdat het indicatielampje start en het indicatielampje uitgestelde start uit gaan. • De fase-indicatielampjes van het ingestelde programma gaan knipperen. 2. Druk op de starttoets. Het programma wordt gestart. • Het startindicatielampje gaat branden. • Alleen de indicatie van de fase in werking blijft aan. Het programma annuleren Houd de startknop ingedrukt tot het startindicatielampje uit gaat en de fase-indicatielampjes voor het programma gaan knipperen. Controleer of er afwasmiddel in het afwasmiddeldoseerbakje aanwezig is voordat u een nieuw programma start. Aan het einde van het programma. Als het programma voltooid is, gaat het indicatielampje einde programma aan. 1. Draai om het apparaat uit te schakelen de programmaschakelaar totdat de programmamarkering overeenkomt met de aan-/uit-stand. 2. Open de deur van het apparaat. 3. Draai de waterkraan dicht. • Laat de deur van het apparaat een paar minuten op een kier staan, voor betere droogresultaten. • Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen. • Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit. Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur van het apparaat. Roestvrij staal koelt sneller af dan borden. 9 Onderhoud en reiniging Waarschuwing! Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. D Vuile filters en verstopte sproeiarmen verminderen de wasresultaten. Controleer regelmatig de filters en reinig deze zo nodig. De filters reinigen 5 Zet het filter (AA) terug in de startpositie. Zorg ervoor dat ze goed worden gemonteerd onder de twee D). geleiders (D C B 6 Zet filters (BB) en (C C) in elkaar. Plaats ze op hun plek in filter (AA). Draai de hendel rechtsom draaien tot het vastzit. Een onjuiste plaatsing van de filters kan leiden tot slechte wasresultaten en het apparaat beschadigen. A 2 1 A De sproeiarmen reinigen Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen. Als etensresten de openingen in de sproeiarmen hebben verstopt, verwijder deze dan met een smal en puntig voorwerp. Buitenkant reinigen A 3 Draai om de filters (BB) en C) te verwijderen de hen(C del naar links. Haal filter (BB) en (C C) uit elkaar. Reinig de filters met water. 4 Verwijder filter (AA). Reinig het filter met water. Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen. Probleemoplossing Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Zo niet, bel dan de service-afdeling. Bij sommige problemen knipperen sommige indicatielampjes gelijktijdig om een alarmcode aan te geven. Foutcode Probleem • Het startindicatielampje blijft knipperen. • Het eindlampje knippert 1 keer onderbroken. 10 Het apparaat wordt niet met water gevuld. Foutcode Probleem • Het startindicatielampje blijft knipperen. • Het eindlampje knippert 2 keer onderbroken. Het apparaat pompt geen water weg. • Het startindicatielampje blijft knipperen. • Het eindlampje knippert 3 keer onderbroken. Het beschermingssysteem tegen lekkage is aan. Waarschuwing! Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert. Draai de programmaschakelaar Probleem Het programma start niet. Het apparaat wordt niet met water gevuld. Het apparaat pompt geen water weg. totdat de programma-aanwijzer overeenkomt met het aan-/ uit-indicatielampje. Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing De stekker zit niet in het stopcontact. Sluit de stekker aan. De deur van het apparaat is open. Sluit de deur van het apparaat. U hebt niet op de startknop gedrukt. Druk op de starttoets. De zekering in de zekeringkast is doorgebrand. Vervang de zekering. Startuitstel is ingesteld. Annuleer de uitgestelde start of wacht tot het einde van het aftellen. De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open. De waterdruk is te laag. Neem contact op met het waterleidingbedrijf. De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag. Maak de waterkraan schoon. Het filter in de watertoevoerslang is verstopt. Maak de filter schoon. De watertoevoerslang is geknikt of gebogen. Zorg ervoor dat de positie van de slang correct is. Het beschermingssysteem tegen lekkage is aan. Er zijn waterlekkages in het apparaat. Draai de waterkraan dicht en neem contact op met de service-afdeling. De gootsteenafvoer is geblokkeerd. Ontstop de gootsteenafvoer. De waterafvoerslang is geknikt of gebogen. Zorg ervoor dat de positie van de slang correct is. Draai nadat de controles zijn uitgevoerd de programmaknop zo dat de programma-aanduiding op één lijn staat met het programma dat bezig was toen het probleem ontstond. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met onze service-afdeling. Neem ook contact op met de service-afdeling als andere alarmcodes worden weergegeven. 11 De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid Probleem De borden zijn niet schoon. Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing De filters zijn verstopt. Reinig de filters. De filters zijn niet juist gemonteerd en geplaatst. Zorg ervoor dat de filters juist zijn gemonteerd en geïnstalleerd. De sproeiarmen zijn verstopt. Verder het vuil met een dun, puntig voorwerp. Het programma is niet geschikt voor het type lading en de mate van vervuiling. Zorg ervoor dat het programma geschikt is voor het type lading en mate van vervuiling. Onjuiste positie van de items in de mandjes. Water kan niet alle items afwassen. Zorg ervoor dat de positie van de items in de rekken juist is en dat het water eenvoudig alle items kan afwassen. De sproeiarmen konden niet vrij draaien. Zorg ervoor dat de positie van de items in de rekken juist is en dat de sproeiarmen niet worden geblokkeerd. Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt. Zorg ervoor dat u de juiste hoeveelheid vaatwasmiddel gebruikt in het doseerbakje voordat u een programma start. Er zit geen vaatwasmiddel in het doseerbakje. Zorg ervoor dat er vaatwasmiddel in het doseerbakje zit voordat u een programma start. Er zitten kalkresten op de bor- Het zoutreservoir is leeg. den. Witte strepen of vlekken of een blauwe waas op glazen en serviesgoed. Het ingestelde niveau van de waterontharder is onjuist. Controleer of het ingestelde niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. De dop van het zoutreservoir zit los. Draai de dop vast. De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel Stel de hoeveelheid glansmiddel lager in. is te hoog. Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt. Opgedroogde waterdruppels op de glazen en de borden. Het serviesgoed is nat. 12 Zorg ervoor dat er vaatwaszout in het zoutreservoir zit. Zorg ervoor dat u de juiste hoeveelheid vaatwasmiddel gebruikt in het doseerbakje voordat u een programma start. De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel Stel de hoeveelheid glansmiddel hoger in. is te laag. De kwaliteit van het vaatwasmiddel kan de oorzaak zijn. Probeer een ander merk vaatwasmiddel. • Het programma had geen droogfase. • Het programma heeft een droogfase met lage temperatuur. Laat de deur een paar minuten op een kier staan, voor betere droogresultaten. Probleem Het serviesgoed is nat en mat. Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. Zorg ervoor dat er glansspoelmiddel in het glansmiddeldoseerbakje zit. De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn. Probeer een ander merk glansmiddel. Technische informatie Afmetingen Breedte / hoogte / diepte (mm) Aansluiting op het elektriciteitsnet Zie het typeplaatje. Spanning 596 / 818-898 / 575 220-240 V Frequentie 50 Hz Druk watertoevoer Min. / max. (bar / MPa) Watertoevoer 1) Koud water of warm water2) (0.5 / 0.05 ) / (8 / 0.8 ) Vermogen Couverts max. 60 °C 12 1) Sluit de watertoevoerslang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad. 2) Als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonnepanelen en windenergie), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen. Milieubescherming Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. • Gooi het verpakkingsmateriaal op juiste wijze weg. Re. cycle de materialen met het symbool 13
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Zanussi ZDI11002WA Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding