Controleer of er afwasmiddel in
het afwasmiddeldoseerbakje aan-
wezig is voordat u een nieuw pro-
gramma start.
Aan het einde van het
programma.
Als het programma voltooid is, gaat het
indicatielampje einde programma aan.
1.
Schakel het apparaat uit. Draai de
programmaschakelaar totdat de pro-
gramma-aanwijzer overeenkomt met
het aan-/uit-indicatielampje.
2. Draai de waterkraan dicht.
Belangrijk
• Laat de borden afkoelen voordat u de-
ze uit het apparaat neemt. Hete borden
zijn gevoelig voor beschadigingen.
• Ruim eerst het onderrek en dan het bo-
venrek uit.
• Er kan water liggen aan de zijkanten en
op de deur van het apparaat. Roestvrij
staal koelt sneller af dan borden.
7. AANWIJZINGEN EN TIPS
7.1 De waterontharder
Hard water bevat een grote hoeveelheid
mineralen die schade aan het apparaat en
slechte schoonmaakresultaten kan ver-
oorzaken. De waterontharder neutraliseert
deze mineralen.
Het regenereerzout houdt de wateront-
harder schoon en in goede staat. Het is
belangrijk om het correcte niveau voor de
waterontharder in te stellen. Dit zorgt er-
voor dat de waterontharder de juiste hoe-
veelheid regenereerzout en water ge-
bruikt.
7.2 Met behulp van zout,
glansmiddel en afwasmiddel
• Gebruik alleen zout, glansmiddel en af-
wasmiddel voor afwasautomaten. An-
dere producten kunnen het apparaat
beschadigen.
• Het glansmiddel helpt om tijdens de
laatste spoelfase het servies te drogen
zonder strepen en vlekken.
• Gecombineerde afwastabletten bevat-
ten vaatwasmiddel, glansmiddel en an-
dere middelen. Zorg ervoor dat deze ta-
bletten geschikt zijn voor de waterhard-
heid in uw omgeving. Zie de instructies
op de verpakking van de producten.
• Vaatwastabletten worden bij korte pro-
gramma's niet helemaal opgelost. Wij
bevelen u aan de tabletten alleen bij
lange programma's te gebruiken, om
restjes afwasmiddel op uw serviesgoed
te voorkomen.
Gebruik niet meer dan de juiste
hoeveelheid vaatwasmiddel. Zie
de instructies van de vaatwasmid-
delfabrikant.
7.3 De korven inruimen
Zie de meegeleverde folder voor
voorbeelden van het inruimen van
de korven.
• Gebruik het apparaat alleen om voor-
werpen af te wassen die vaatwasbe-
stendig zijn.
• Doe geen voorwerpen in het apparaat
die gemaakt zijn van hout, hoorn, alu-
minium, tin en koper.
• Plaats geen voorwerpen in het apparaat
die water kunnen absorberen (sponzen,
keukenhanddoeken).
• Verwijder alle voedselresten van de
voorwerpen.
• Voor het gemakkelijk verwijderen van
aangebrande voedselresten weekt u de
pannen eerst in water voordat u ze in
het apparaat plaatst.
• Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes,
glazen en pannen) met de opening naar
beneden.
• Zorg ervoor dat serviesgoed en bestek
niet in elkaar schuiven. Meng lepels met
ander bestek.
NEDERLANDS 11