AEG AG77250I Handleiding

Type
Handleiding
ARCTIS G 7 72 50 i
Congélateur intégrable
Integreerbare diepvrieskast
Congelatore integrabile
Mode d’emploi et instructions de
montage
Gebruiks- en montageaanwijzing
Istruzioni d’uso e montaggio
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
2222 184-61
22
Service après vente
Si le présent mode d’emploi ne contient pas le remède à un dérange-ment,
veuillez vous adresser à votre revendeur ou à notre service après vente. Les
adresses et numéros de téléphone figurent dans le cahier joint "Conditions
de garantie/Service après vente".
Préparer les pièces de rechange permet d’éviter les déplacements inuti-les
et de réduire les frais. Par conséquent, merci d’indiquer les caracté-ristiques
suivantes de votre appareil:
• Désignation du modèle
• Numéro de produit (PNC)
• Numéro de fabrication (S-No.)
Ces indications figurent sur la plaque signalétique à gauche, à l’intérieur de
l’appareil. Nous vous conseillons de noter ces indications ici afin de les avoir
rapidement à portée de la main.
Remarque : Les recours non justifiés au service après vente sont payants
même au cours de la période de garantie.
Règlements, normes, directives
L’appareil frigorifique est destiné à un usage domestique et a été fabriqué
en respect des normes s’appliquant à ce type d’appareils. La fabrication tient
en particulier compte des mesures prévues par la loi allemande sur la sécu-
rité des appareils (GSG), le règlement préventif contre les accidents pour les
installations frigorifiques (VBG 20) et les dispositions de l’union des électro-
techniciens allemands (VDE). L’étanchéité du circuit frigorifique a été con-
trôlée.
Cet appareil est conforme aux directives européennes suivantes :
– 73/23/CEE du 19.2.1973 - Directive sur les basses tensions
– 89/336/CEE du 3.5.1989
(y compris la directive de modification 92/31/CEE) - Directive de CEM
43
Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde sto-
ringen of vanwege foutieve bediening de AEG-service afdeling
inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door
onze garantiebepalingen gedekt.
Elektrische toestellen van AEG voldoen aan de betreffende veiligheids-
bepalingen.
Reparaties aan elektische toestellen mogen alleen door vakmensen wor-
den uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico’s
voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot de AEG service-
afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan AEG geen aan-
sprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen
aan alle eisen!
Onze service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaar-
den die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging Leve-
ranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten Nederland) zijn
overeengekomen.
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met in-acht-
neming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de
fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn vol-
gens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), volgens de
Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-
installaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de ver-eniging
van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid
getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
– 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0
– 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
23
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe
koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een
veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele vol-
gende bezitters van het apparaat doorgeven.
Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen
in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzingen letten die
op Uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
schuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwij-
zingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren
van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-tisch
gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-mischen
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen
om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwij-
zingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst u te allen
tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
42
Klantenservice
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op geeft,
kunt u de volgende afdelingen raadplegen:
Consumentenbelangen tel. 0172 - 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie) fax 0172 - 468 155
Storingen / reparaties tel. 0172 - 468 268
(voor bezoek servicetechnicus) fax 0172 - 468 255
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd de gegevens van uw toestel
bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje aan de bin-
nenkant van het apparaat en kunt u het beste hieronder en voorop deze
gebruiksaanwijzing noteren.
Modelaanduiding ....................
PNC-nr. ....................
S-nr. ....................
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u sle-
chts één maal thuis te blijven.
De compressor start na enige
tijd automatisch.
Dit is normaal, het betreft geen
storing.
Na het wijzigen van de tempe-
ratuurinstelling start de com-
pressor niet direct.
Ongewone geluiden.
Apparaat komt tegen de muur
of tegen andere voorwerpen
aan.
Apparaat staat niet recht.
Een onderdeel, bijv. een leiding,
aan de achterkant van het
apparaat komt tegen een ander
onderdeel van het apparaat
aan of tegen de muur.
Dit onderdeel voorzichtig weg-
buigen.
Apparaat iets wegtrekken.
Instelvoetjes bijstellen.
Tip: kontroleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuur-kon-tro-
lelampje en de thermometer de bewaartemperatuur.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
24
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . .27
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat . . . . . . . . . . . . . . .29
Nismaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Aanwijzingen voor de geintegreerde inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Bedienings- en kontroleinrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Akoestisch temperatuursignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Symbolen bewaarde producten/ Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . .37
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Ontdooien en reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
41
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Apparaat werkt niet, geen con-
trolelampje brandt
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stopcon-
tact of zit los.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering is los of kapot.
Zekering controleren, eventueel
vernieuwen.
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet door
Uw electrovakman laten verhel-
pen.
Apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te laag inge-
steld.
Tenmperatuurregelaar tijdelijk
op een hogere stand zetten.
Klantendienst informeren.Groene lampje defect.
Groene lampje brandt niet, gele
lampje brandt bij ingeschakelde
snelvriesfunctie.
Klantendienst informeren.Gele lampje defect.
Gele lampje brandt niet bij
ingeschakelde snelvriesfunctie,
apparaat werkt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kun-
nen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze
klantendienst.
De temperatuur in de vriesruim-
te is niet voldoende, rode
lampje brandt.
Temperatuur is niet juist inge-
steld.
Zie hoofdstuk “Ingebruikname”.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Deur slechts zo lang open laten
als nodig is. Snelvriesschakelaar
gebruiken.
In de laatste 24 uur zijn grotere
hoeveelheden warme leven-
smiddelen opgeslagen.
Snelvriesschakelaar gebruiken.
Het apparaat staat naast een
warmtebron.
Zie hoofdstuk “Opstelplaats”.
Storing aan het apparaat
Snelvriesschakelaar aanzetten,
vrieskast gesloten houden,
klantendienst informeren.
Sterke rijpvorming in het appa-
raat, eventueel ook aan de deu-
rafdichting.
Deurafdichting is lek (eventueel
na het verwisselen van de deu-
raanslag).
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig met
een föhn verwarmen (niet heter
dan ca. 50 °C). Tegelijkertijd de
verwarmde deurafdichting met
de hand zo in vorm trekken dat
hij weer helemaal sluit.
25
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Neder-
landse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende
veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt
voor het invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor
het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt
wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele
schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen
is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor
diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt,
s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik
genomen wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd appa-
raat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leve-
rancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan
(R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar
is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen
onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaar-
lijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het
stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwezige
40
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die kunt oplossen zelf aan
de hand van de volgende aanwijzingen. Voer zelf geen verdere werk-
zaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder
helpt.
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-tuur
werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten
afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Kontroleer de bewaartemperatuur met behulp van de thermometer.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelkast leggen. De koude in
de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelkast gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de ach-
terzijde van het toestel, schoon.
Apparaat uitzetten
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit vriesruimte nemen.
2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
4. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Ontdooien
en reinigen”).
5. Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
26
snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt
voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (stik-
gevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke appara-
ten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige toezicht
en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aan-
stekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de
inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit
limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzonde-
ring: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in het vrie-
svak gelegd worden.
• Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond
steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwon-
dingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen
daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het
koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit
draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan
het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-aanwij-
zing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen
niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd wor-
den. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-staan.
Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantendienst.
39
daar een schaaltje of teiltje onder.
Tip: Om het ontdooien te versnellen een pan met heet water in het apparaat
zetten en de deur sluiten. Afgevallen stukken ijs voordat ze volledig ont-
dooien verwijderen.
5. Na het ontdooien de vriesruimte plus het interieur grondig schoonmaken.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrici-teitsnet
aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het
apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai de
zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan
vocht in de electrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete
damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-men
wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderde-
len aantasten, bijv.
– Sap van citroen– of sinaasappelschillen;
–boterzuur;
– Schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder-delen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
5. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Even-
tueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
6. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
7. Als alles droog is, schakel op snelvriezen. Laat de vriezer tenminste 2 uur leeg
vriezen. Daarna de levensmiddelen terug in de vriezer plaatsen en het appa-
raat weer in bedrijf nemen.
27
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar
weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en
worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken bin-
nenin.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKW-
vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij
het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging
toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken
voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen,
eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-maken. Hierdoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten wor-
den (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtko-
men.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de ach-
terkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij de
plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het tran-
sport beschermd.
• Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
38
Ontdooien en reinigen
Als het apparaat aanstaat en als de deur geopend wordt, slaat vocht in het
interieur, in het bijzonder op de verdamper, als rijp neer. Deze rijp van tijd tot
tijd met de bijgevoegde plastic schraper verwijderen. In geen geval hiervoor
harde of spitse voorwerpen gebruiken.
Het apparaat dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca. 4 mm
dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment voor het ont-
dooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar weinig artikelen in liggen.
Elke temperatuurstijging vermindert de houdbaarheid van de diepvrie-
sprodukten. Schakel daarom ca. 12 uur van te voren het toestel op snel-
friezen, om een koudereserve in de diepvriesprodukten te scheppen.
Waarschuwing!
• Geen electrische verwarmingsapparaten en andere mechanische of kun-
stmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnellen.
• Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de gezondheid
zijn en/of stoffen bevatten die plastic aantasten.
Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De han-
den kunnen daaraan vastvriezen.
1. Bevroren artikelen er uitnemen, in
meerdere lagen krantenpapier wik
kelen en op een koele plaats leggen.
2. Apparaat uitzetten en de stekker uit
het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen c.q. er uitdraaien.
3. Alle laden, behalve de onderste, er uit
halen.
4. Steek de kunststofschraper in de ope-
ning onder de vries-ruimte en plaats
AEG27
Het maken van ijsblokjes
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten
bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stromend
water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse of
scherpe voorwerpen losmaken. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper.
28
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur ove-
reenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-worpen.
De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje dat
zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke kli-
maatcategorie behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen,
aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatie-
plaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een
afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens
vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
37
1. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen leven-
smiddelen in de bovenste korv van het apparaat plaatsen. Niet bevroren
artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat
anders de bevroren artikelen ontdooien kunnen.
2. Wilt U de max. hoeveelheid invriezen,dan dient u de snelvriesschakelaar in
te schakelen
3. Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen.
Symbolen bewaarde producten/Diepvrieska-
lender
• De symbolen op de laden geven de diverse soorten diepvriesproducten
aan.
• De getallen geven voor iedere
soort diepvriesproduct de
opslagtijd in maanden aan. Of de
hoogste of de laagste waarde van
de aangegeven opslagtijd geldt,
hangt af van de kwaliteit van de
levensmiddelen en de behande-
ling voorafgaand aan het invrie-
zen. Voor levensmiddelen met
een hoog vetgehalte geldt altijd
de laagste waarde.
29
Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat
Om veiligheidsredenen moet de
ventilatie zodanig zijn als in Figur
aangegeven.
Attentie: zorg ervoor dat de
ventilatie openingen tijdens
gebruik niet worden afgedekt.
50 mm
min.
200 cm
2
200 cm
2
min.
D567
Nismaten
Hoogte 720mm
Breedte 550 mm
Diepte 560 mm
Deurdraairichting
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar
links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurschnarnieren mag het apparaat
niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het stop-
contact halen.
Invriezenen en diepgevroren opslaan
In uw diepvrieskast kunt u diepvriesprodukten bewaren en verse
levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vrie-
sruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typebordje aangegeven vriesvermogen. Het vries-ver-
mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge-
vroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar
ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aan-
gegeven op het typebordje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen
snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kantenklare diepvriesprodukten dient u zich beslist
aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden
tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aan-
stekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uit-
zondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in de
vriesruimte gelegd worden.
• Als u de maximale invrieskapaciteit wilt benutten, moet u 24 uur van te
voren (bij kleinere hoeveelheden 4 tot 6 uur) de snelinvriesschakelaar
inschakelen.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen
kunnen daaraan vast vriezen.
36
30
Schuif het apparaat in de nis tot de
scharnierlijst (A) met de voorkant van
het plafond aanlijnt.
Aanwijzingen voor de geïntegreerde inbouw
D765
De tochtstrip volgens de teke-
ning op het apparaat aanbren-
gen.
A
D022
Open de deur en druk het apparaat
tegen de zijwand van de nis, aan de
kant waar de scharnieren niet zitten.
Bevestig het apparaat aan de nis met
de vier meegeleverde schroeven.
Bevestig het ventilatierooster (C).
Breng, onder lichte druk, het dekseltje
(D) aan.
D727
C
D
35
In gebruik nemen en temperatuurregeling
• Steek de steker in de wandkontaktdoos. Schakelaar AAN/UIT (E) druken.
Het groene lampje (D) licht op.
• Temperatuurregelaar (F) naar stand „1“ draaien, het rode lampje (C) gaan
branden, het akoestische signaal blijft hoorbaar het vriesaggregaat werkt
automatisch.
• Bovendien schakelt u de snelvriesschakelaar (A) in, het gele lampje (B) gaat
branden, het koelaggregaat werkt kontinu.
• Pas als het rode lampje (C) niet meer brandt, schakelt u de snelvries-
schakelaar (A) uit, het gele lampje (B) gaat uit.
Stand „1“ betekent: hoogste, warmste binnentemperatuur.
Stand „4“ betekent: laagste, koudste binnentemperatuur. Bij het instellen
van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur
in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.portes;
Attentie: kontroleert u regelmatig aan de hand van het rode tempera-
tuurkontrole-lampje (C) en de thermometer of de bewaartemperatuur laag
genoeg is.
Akoestisch temperatuursignaal
Als uw diepvrieskast met een akoestisch temperatuursignaal is uit-gerust,
klinkt tegelijk met het oplichten van het rode lampje (C) een akoestisch
signaal, dat aangeeft dat de bewaartemperatuur te hoog resp. te warm is.
Het akoestische signaal blijft hoorbaar, totdat inschakelen van de snelvries-
schakelaar het signaal uitschakelt.
31
D726
B
Breng de afdichtstopsels (B) in de
gaten in de deklijsten aan.
Onderdelen A, B, C, D scheiden
zoals u in de tekening ziet.
PR266
A
B
C
D
Geleider (A) tegen de binnenkant
van de kastdeur aan de boven-
en onderkant houden volgens de
tekening en de plaats van de bui-
tenste gaten aangeven. Nadat u
de gaten geboord heeft de gelei-
der met de bijgeleverde schroe-
ven vastzetten.
20 mm
A
50mm
PR166
34
Bedienings- en kontroleinrichting
A. Snelinvriesschakelaar / Akoestisch temperatuursignaal
B. Aanwijzing voor snel invriezen (geel)
C. Waarschuwingslampje (rood)
D. Lichtnetcontrolelampje (groen)
E. Schakelaar AAN/UIT
F. Temperatuurregelaar
De bedienings- en kontrole-inrichting omvat:
Het groene kontrolelampje (D) brandt als het toestel aan netspanning aan-
gesloten een het Schakelaar AAN/UIT gedrulen worden.
Met de temperatuurregelaar (F) kan de energiezuinigste bewaartempera-
tuur traploos worden ingesteld.
De optimale bewaartemperatuur is -18°C. Op de thermometer kunt u de
temperatuur kontroleren.
Snelvriesschakelaar (A) met geel kontrolelampje (B).Het gele lampje
brandt als de schakelaar (A) is ingeschakeld. Het aggregaat werkt dan kon-
tinu.
Het rood lampje (C) brandt als:
– bij in gebruik nemen van het toestel, als de bewaartemperatuur nog niet
bereikt is
– als de temperatuur niet laag genoeg meer is (storing)
– als grote hoeveelheden nog in te vriezen levensmiddelen in de kast wor-
den gelegd
– als de deur van het toestel te lang open staat.
Attentie: als u de snelvriesschakelaar inschakelt of de temperatuurregelaar
verstelt, kan het voorkomen dat het koelaggregaat van uw diepvrieskast
niet onmidddellijk, maar pas na enige tijd begint te werken. In dit geval is
er geen sprake van een storing.
A B C D E F
32
Afdekking (C) op geleider (A)
vastklikken.
PR33
C
A
De deur van het apparaat en die
van de kast met een hoek van
ongeveer 90° openen. IJzer (B) in
geleider (A) aanbrengen. De deu-
ren samen vasthouden en de
gaten aangeven zoals in de teke-
ning. De ijzers weghalen en
gaten van Ø2 mm. boren op een
afstand van 8 mm. van de bui-
tenrand van de deur.
Plaats het ijzer opnieuw op de
geleider en bevestig het met de
bijgeleverde schroeven.
8mm
PR167
A
B
Voor het rechtstellen van de
kastdeur kunt u gebruik maken
van de langwerpige gaten.
Tenslotte dient u te controleren
of de deur van het apparaat
goed sluit.
PR168
33
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleer-
de beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd uit
de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-kelijk
is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het
apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligings-
schakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreed-
te van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van het
apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-eenkomen
met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te
staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Afdekking (D) op geleider (B)
vastklikken.
PR167/1
D
B
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het
eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).

Documenttranscriptie

ARCTIS G 7 72 50 i Congélateur intégrable Integreerbare diepvrieskast Congelatore integrabile Mode d’emploi et instructions de montage Gebruiks- en montageaanwijzing Istruzioni d’uso e montaggio AEG Hausgeräte GmbH Postfach 1036 D-90327 Nürnberg http://www.aeg.hausgeraete.de 2222 184-61 Service après vente Si le présent mode d’emploi ne contient pas le remède à un dérange-ment, veuillez vous adresser à votre revendeur ou à notre service après vente. Les adresses et numéros de téléphone figurent dans le cahier joint "Conditions de garantie/Service après vente". Préparer les pièces de rechange permet d’éviter les déplacements inuti-les et de réduire les frais. Par conséquent, merci d’indiquer les caracté-ristiques suivantes de votre appareil: • Désignation du modèle • Numéro de produit (PNC) • Numéro de fabrication (S-No.) Ces indications figurent sur la plaque signalétique à gauche, à l’intérieur de l’appareil. Nous vous conseillons de noter ces indications ici afin de les avoir rapidement à portée de la main. Remarque : Les recours non justifiés au service après vente sont payants même au cours de la période de garantie. Règlements, normes, directives L’appareil frigorifique est destiné à un usage domestique et a été fabriqué en respect des normes s’appliquant à ce type d’appareils. La fabrication tient en particulier compte des mesures prévues par la loi allemande sur la sécurité des appareils (GSG), le règlement préventif contre les accidents pour les installations frigorifiques (VBG 20) et les dispositions de l’union des électrotechniciens allemands (VDE). L’étanchéité du circuit frigorifique a été contrôlée. Cet appareil est conforme aux directives européennes suivantes : – 73/23/CEE du 19.2.1973 - Directive sur les basses tensions – 89/336/CEE du 3.5.1989 (y compris la directive de modification 92/31/CEE) - Directive de CEM 22 Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde storingen of vanwege foutieve bediening de AEG-service afdeling inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt. Elektrische toestellen van AEG voldoen aan de betreffende veiligheidsbepalingen. Reparaties aan elektische toestellen mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico’s voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot de AEG serviceafdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan AEG geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen aan alle eisen! Onze service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaarden die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten Nederland) zijn overeengekomen. Doel, normen, richtlijnen Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met in-achtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), volgens de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koudeinstallaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de ver-eniging van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest. Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen: – 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0 – 89/336/EWG van 3.5.1989 (met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn 43 Storing Mogelijke oorzaken Apparaat staat niet recht. Ongewone geluiden. Na het wijzigen van de temperatuurinstelling start de compressor niet direct. Verhelpen Instelvoetjes bijstellen. Apparaat komt tegen de muur of tegen andere voorwerpen Apparaat iets wegtrekken. aan. Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de achterkant van het Dit onderdeel voorzichtig wegapparaat komt tegen een ander buigen. onderdeel van het apparaat aan of tegen de muur. Dit is normaal, het betreft geen De compressor start na enige storing. tijd automatisch. Tip: kontroleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuur-kon-trolelampje en de thermometer de bewaartemperatuur. Klantenservice Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op geeft, kunt u de volgende afdelingen raadplegen: Consumentenbelangen (voor algemene, product- of gebruiksinformatie) Storingen / reparaties (voor bezoek servicetechnicus) tel. fax tel. fax 0172 - 468 172 0172 - 468 155 0172 - 468 268 0172 - 468 255 Geachte klant, Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat. De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven. Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzingen letten die op Uw apparaat betrekking hebben. Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten. Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-tisch gebruik van het apparaat. Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-mischen milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven. Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst u te allen tijde ter beschikking. Belangrijk! Houd bij het opgeven van een storing altijd de gegevens van uw toestel bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat en kunt u het beste hieronder en voorop deze gebruiksaanwijzing noteren. Modelaanduiding .................... PNC-nr. .................... S-nr. .................... Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u slechts één maal thuis te blijven. 42 Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier wie ecologisch denkt, handelt ook zo ... 23 Inhoud Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . .27 Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat . . . . . . . . . . . . . . .29 Nismaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Aanwijzingen voor de geintegreerde inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Bedienings- en kontroleinrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Akoestisch temperatuursignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Symbolen bewaarde producten/ Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . .37 Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 Ontdooien en reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 24 Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze klantendienst. Storing Mogelijke oorzaken Apparaat is niet aangezet. Verhelpen Apparaat aanzetten. Stekker zit niet in het stopconStekker in stopcontact steken. tact of zit los. Apparaat werkt niet, geen conZekering controleren, eventueel Zekering is los of kapot. trolelampje brandt vernieuwen. Storingen in het lichtnet door Uw electrovakman laten verhelStopcontact is kapot. pen. Groene lampje brandt niet, gele lampje brandt bij ingeschakelde Groene lampje defect. Klantendienst informeren. snelvriesfunctie. Gele lampje brandt niet bij ingeschakelde snelvriesfunctie, Gele lampje defect. Klantendienst informeren. apparaat werkt. Temperatuur is te laag ingeTenmperatuurregelaar tijdelijk Apparaat koelt te sterk. steld. op een hogere stand zetten. Temperatuur is niet juist ingeZie hoofdstuk “Ingebruikname”. steld. Deur slechts zo lang open laten Deur heeft te lang opengeals nodig is. Snelvriesschakelaar staan. gebruiken. De temperatuur in de vriesruim- In de laatste 24 uur zijn grotere te is niet voldoende, rode hoeveelheden warme levenSnelvriesschakelaar gebruiken. lampje brandt. smiddelen opgeslagen. Het apparaat staat naast een Zie hoofdstuk “Opstelplaats”. warmtebron. Snelvriesschakelaar aanzetten, vrieskast gesloten houden, Storing aan het apparaat klantendienst informeren. Op de ondichte plaatsen de deurafdichting voorzichtig met Sterke rijpvorming in het appa- Deurafdichting is lek (eventueel een föhn verwarmen (niet heter raat, eventueel ook aan de deu- na het verwisselen van de deu- dan ca. 50 °C). Tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting met rafdichting. raanslag). de hand zo in vorm trekken dat hij weer helemaal sluit. 41 Apparaat uitzetten 1. 2. 3. 4. 5. Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt: Levensmiddelen uit vriesruimte nemen. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0” draaien. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Ontdooien en reinigen”). Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen. Tips om energie te besparen • Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-tuur werkt de compressor vaker en langer. • Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken. • Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen. • Deur slechts zo lang open laten als nodig is. • De temperatuur niet lager dan nodig instellen. • Kontroleer de bewaartemperatuur met behulp van de thermometer. • Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelkast leggen. De koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelkast gebruikt. • Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de achterzijde van het toestel, schoon. Wat te doen als ... Hulp bij storingen Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die kunt oplossen zelf aan de hand van de volgende aanwijzingen. Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt. 40 Veiligheid De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken: Reglementaire toepassing • Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schaden. • Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan. • Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen. Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt • Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier. Koelmiddelen Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is. • Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden. • Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit: – open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren. Veiligheid van kinderen • Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden! • Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwezige 25 snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (stikgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen. • Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen. 5. Bij dagelijks gebruik • Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aanstekers etc. in het koelapparaat. • Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in het vriesvak gelegd worden. • Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. • Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen. • Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken. • Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit draaien. • De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer. Bij storing • Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-aanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken. • Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-staan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantendienst. 26 5. 6. 7. daar een schaaltje of teiltje onder. Tip: Om het ontdooien te versnellen een pan met heet water in het apparaat zetten en de deur sluiten. Afgevallen stukken ijs voordat ze volledig ontdooien verwijderen. Na het ontdooien de vriesruimte plus het interieur grondig schoonmaken. Waarschuwing! • Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrici-teitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai de zekering er uit. • Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan vocht in de electrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen. • Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-men wordt. Let op! • Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen aantasten, bijv. – Sap van citroen– of sinaasappelschillen; –boterzuur; – Schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten. Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder-delen. • Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken. Als alles droog is, schakel op snelvriezen. Laat de vriezer tenminste 2 uur leeg vriezen. Daarna de levensmiddelen terug in de vriezer plaatsen en het apparaat weer in bedrijf nemen. 39 Het maken van ijsblokjes Weggooien 1. Informatie over de verpakking van het apparaat 2. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten bevriezen. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stromend water houden. Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse of scherpe voorwerpen losmaken. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper. Ontdooien en reinigen 1. 2. 3. 4. Als het apparaat aanstaat en als de deur geopend wordt, slaat vocht in het interieur, in het bijzonder op de verdamper, als rijp neer. Deze rijp van tijd tot tijd met de bijgevoegde plastic schraper verwijderen. In geen geval hiervoor harde of spitse voorwerpen gebruiken. Het apparaat dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca. 4 mm dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment voor het ontdooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar weinig artikelen in liggen. Elke temperatuurstijging vermindert de houdbaarheid van de diepvriesprodukten. Schakel daarom ca. 12 uur van te voren het toestel op snelfriezen, om een koudereserve in de diepvriesprodukten te scheppen. Waarschuwing! • Geen electrische verwarmingsapparaten en andere mechanische of kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnellen. • Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de gezondheid zijn en/of stoffen bevatten die plastic aantasten. Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen. Bevroren artikelen er uitnemen, in meerdere lagen krantenpapier wik kelen en op een koele plaats leggen. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering uitschakelen c.q. er uitdraaien. Alle laden, behalve de onderste, er uit halen. Steek de kunststofschraper in de opening onder de vries-ruimte en plaats Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden! De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en worden als volgt gekarakteriseerd: >PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnenin. >PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKWvrij. De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij het oud-papier gedaan worden. Weggooien van oude apparaten Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat. Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen. Aanwijzingen voor het weggooien: • Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden. • Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden. • Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis. Transportbescherming verwijderen Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd. • Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen. AEG27 38 27 Opstellen 1. Opstelplaats Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen; – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-worpen. De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatcategorie behoort: Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van SN +10 tot +32 °C N +16 tot +32 °C ST +18 tot +38 °C T +18 tot +43 °C 2. 3. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen levensmiddelen in de bovenste korv van het apparaat plaatsen. Niet bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen ontdooien kunnen. Wilt U de max. hoeveelheid invriezen,dan dient u de snelvriesschakelaar in te schakelen Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen. Symbolen bewaarde producten/Diepvrieskalender • De symbolen op de laden geven de diverse soorten diepvriesproducten aan. • De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de opslagtijd in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven opslagtijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde. Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden: – tot elektrische kachels 3 cm; – tot olie- en kolenkachels 30 cm. Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen. Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten. 28 37 Invriezenen en diepgevroren opslaan In uw diepvrieskast kunt u diepvriesprodukten bewaren en verse levensmiddelen zelf invriezen. Attentie! • Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vriesruimte –18 °C of lager te zijn. • Let op het op het typebordje aangegeven vriesvermogen. Het vries-vermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aangegeven op het typebordje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen. • Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik. • Bij het bewaren van kantenklare diepvriesprodukten dient u zich beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden. • Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen. • Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aanstekers etc. in het vriesapparaat. • Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in de vriesruimte gelegd worden. • Als u de maximale invrieskapaciteit wilt benutten, moet u 24 uur van te voren (bij kleinere hoeveelheden 4 tot 6 uur) de snelinvriesschakelaar inschakelen. Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen kunnen daaraan vast vriezen. 36 Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig zijn als in Figur aangegeven. Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen tijdens gebruik niet worden afgedekt. 50 mm min. 2 200 cm min. 200 cm2 Nismaten Hoogte Breedte Diepte D567 720mm 550 mm 560 mm Deurdraairichting Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is. Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurschnarnieren mag het apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het stopcontact halen. 29 Aanwijzingen voor de geïntegreerde inbouw Akoestisch temperatuursignaal Als uw diepvrieskast met een akoestisch temperatuursignaal is uit-gerust, klinkt tegelijk met het oplichten van het rode lampje (C) een akoestisch signaal, dat aangeeft dat de bewaartemperatuur te hoog resp. te warm is. Het akoestische signaal blijft hoorbaar, totdat inschakelen van de snelvriesschakelaar het signaal uitschakelt. De tochtstrip volgens de tekening op het apparaat aanbrengen. In gebruik nemen en temperatuurregeling • Steek de steker in de wandkontaktdoos. Schakelaar AAN/UIT (E) druken. Het groene lampje (D) licht op. • Temperatuurregelaar (F) naar stand „1“ draaien, het rode lampje (C) gaan branden, het akoestische signaal blijft hoorbaar het vriesaggregaat werkt automatisch. • Bovendien schakelt u de snelvriesschakelaar (A) in, het gele lampje (B) gaat branden, het koelaggregaat werkt kontinu. • Pas als het rode lampje (C) niet meer brandt, schakelt u de snelvriesschakelaar (A) uit, het gele lampje (B) gaat uit. Stand „1“ betekent: hoogste, warmste binnentemperatuur. Stand „4“ betekent: laagste, koudste binnentemperatuur. Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: - de kamertemperatuur; - de frequentie waarmee de deuren geopend worden; - de hoeveelheid levensmiddelen in de kast; - de plaats van het apparaat.portes; Attentie: kontroleert u regelmatig aan de hand van het rode temperatuurkontrole-lampje (C) en de thermometer of de bewaartemperatuur laag genoeg is. D765 A Schuif het apparaat in de nis tot de scharnierlijst (A) met de voorkant van het plafond aanlijnt. D022 Open de deur en druk het apparaat tegen de zijwand van de nis, aan de kant waar de scharnieren niet zitten. Bevestig het apparaat aan de nis met de vier meegeleverde schroeven. Bevestig het ventilatierooster (C). Breng, onder lichte druk, het dekseltje (D) aan. D C D727 30 35 Bedienings- en kontroleinrichting Breng de afdichtstopsels (B) in de gaten in de deklijsten aan. B A A. B. C. D. E. F. B C D E F Snelinvriesschakelaar / Akoestisch temperatuursignaal Aanwijzing voor snel invriezen (geel) Waarschuwingslampje (rood) Lichtnetcontrolelampje (groen) Schakelaar AAN/UIT Temperatuurregelaar D726 Onderdelen A, B, C, D scheiden zoals u in de tekening ziet. B A 34 C D PR266 Geleider (A) tegen de binnenkant van de kastdeur aan de bovenen onderkant houden volgens de tekening en de plaats van de buitenste gaten aangeven. Nadat u de gaten geboord heeft de geleider met de bijgeleverde schroeven vastzetten. 50mm De bedienings- en kontrole-inrichting omvat: Het groene kontrolelampje (D) brandt als het toestel aan netspanning aangesloten een het Schakelaar AAN/UIT gedrulen worden. Met de temperatuurregelaar (F) kan de energiezuinigste bewaartemperatuur traploos worden ingesteld. De optimale bewaartemperatuur is -18°C. Op de thermometer kunt u de temperatuur kontroleren. Snelvriesschakelaar (A) met geel kontrolelampje (B).Het gele lampje brandt als de schakelaar (A) is ingeschakeld. Het aggregaat werkt dan kontinu. Het rood lampje (C) brandt als: – bij in gebruik nemen van het toestel, als de bewaartemperatuur nog niet bereikt is – als de temperatuur niet laag genoeg meer is (storing) – als grote hoeveelheden nog in te vriezen levensmiddelen in de kast worden gelegd – als de deur van het toestel te lang open staat. Attentie: als u de snelvriesschakelaar inschakelt of de temperatuurregelaar verstelt, kan het voorkomen dat het koelaggregaat van uw diepvrieskast niet onmidddellijk, maar pas na enige tijd begint te werken. In dit geval is er geen sprake van een storing. A 20 m m PR166 31 Afdekking (C) op geleider (A) vastklikken. Afdekking (D) op geleider (B) vastklikken. A B C D PR33 PR167/1 Elektrische aansluiting De deur van het apparaat en die van de kast met een hoek van ongeveer 90° openen. IJzer (B) in geleider (A) aanbrengen. De deuren samen vasthouden en de gaten aangeven zoals in de tekening. De ijzers weghalen en gaten van Ø2 mm. boren op een afstand van 8 mm. van de buitenrand van de deur. Plaats het ijzer opnieuw op de geleider en bevestig het met de bijgeleverde schroeven. 8mm A PR167 Voor het rechtstellen van de kastdeur kunt u gebruik maken van de langwerpige gaten. Tenslotte dient u te controleren of de deur van het apparaat goed sluit. B Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde beschermcontactdoos vereist. De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken. De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-kelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm). • Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-eenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan. Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of 220 ... 240 V~ 50 Hz (d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat. Voor ingebruikname PR168 32 • Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”). 33
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

AEG AG77250I Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen