Electrolux ENB 3450 Handleiding

Type
Handleiding
B/E/4. (05.)200370313
NL
FR
DE
GB
ENB 3450
KOEL/VRIESCOMBINATIE - RÉFRIGÉRATEUR CONGÉLATEUR - KÜHL -
GEFRIERKOMBINATION - REFRIGERATOR- FREEZER COMBINATION
GEBRUIKSAANWIJZING - MODE D`EMPLOI
- GEBRAUCHSANLEITUNG - INSTRUCTION BOOK
2
NL
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik
neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het
milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid
werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu
negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het
best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de
verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
From the Electrolux Group. The world’s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken, reinigingswerkzaamheden en voor
gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten,
fornuizen, wasautomaten, stofzuigers, kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
3
Inhoudsopga
Inhoudsopga
v
v
e
e
NL
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ............................................................................4
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ...............................................................................4
Veiligheid van kinderen ...........................................................................................................4
Vóór het in gebruik nemen ......................................................................................................4
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan ......................................................................................4
Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................5
Algemene informatie...............................................................................................................5
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen...............................................................5
Bedienen van het apparaat......................................................................................................6
In gebruik nemen ..............................................................................................................6
Temperatuur instellen .........................................................................................................6
Gebruik van de koelruimte ..................................................................................................6
Bewaren in de koelruimte ...................................................................................................6
Bewaartijden en temperaturen .............................................................................................7
Gebruik van de vriezer............................................................................................................7
Invriezen ..........................................................................................................................7
Bewaren in de vriesruimte...................................................................................................7
IJsblokjes maken...............................................................................................................7
Praktische informatie ..............................................................................................................7
Tips .....................................................................................................................................7
Energie besparen..............................................................................................................7
Het apparaat en het milieu ..................................................................................................8
Onderhoud ...........................................................................................................................8
Ontdooien........................................................................................................................8
Reiniging en onderhoud....................................................................................................10
Als de koelkast niet in gebruik is ........................................................................................10
Problemen oplossen.............................................................................................................10
Lamp vervangen ..............................................................................................................10
Als iets niet werkt .................................................................................................................10
Aanwijzingen voor de installateur............................................................................................12
Technische gegevens ...........................................................................................................12
Installeren van het apparaat ...................................................................................................12
Vervoer, uitpakken ...........................................................................................................12
Reiniging........................................................................................................................12
Opstelling.......................................................................................................................12
Deurdraairichting omzetten................................................................................................13
Elektrische aansluiting ......................................................................................................14
Bewaartijdentabel (1) ............................................................................................................15
Bewaartijdentabel (2) ............................................................................................................15
Garantie en service................................................................................................................16
Garantiebepalingen en Service ..............................................................................................16
Algemene Garantiebepalingen ...........................................................................................16
Garantie-uitbreidingen ......................................................................................................16
Garantie-uitsluitingen ........................................................................................................16
Belangrijk advies..............................................................................................................17
Waarborgvoorwaarden ...........................................................................................................17
4
NL
Belangri
Belangri
jk
jk
e aanwi
e aanwi
jzingen m.b.t. de v
jzingen m.b.t. de v
eiligheid
eiligheid
Algemene aanwijzingen
m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem
door aan een evt. volgende eigenaar van het
apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het
huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen
en dient volgens de voorschriften te worden
gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van
het aansluitsnoer, mogen alleen door
ELECTROLUX SERVICE uitgevoerd. Daarbij
mogen alleen originele DISTRIPARTS-onderdelen
gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen
tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit
het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat
gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te
maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar
aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het
stopcontact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de
zekering in de huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt
platgedrukt of beschadigd door de achterkant
van het koel/vriesapparaat.
-Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
-Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door
aan het snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
-Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand
en/of een elektrische schok veroorzaken.
-Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen door onze service-afdeling of
door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er
dan niet in.
-Daardoor bestaat kans op een elektrische schok
of brand.
Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van
de binnenverlichting.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het
uitnemen van diepvriesproducten of het
ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige
voorwerpen. Die kunnen het apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de
temperatuurregelaar en de verlichting komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de
vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen
of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet
opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel
mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van deze producten
bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v.
elektrische verwarmingstoestellen of chemische
stoffen.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen.
Kunststof folie kan verstikkingsgevaar
opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door
volwassenen. Laat kinderen niet met het
apparaat of de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker
uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo
dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur
eruit. U verhindert daardoor, dat spelende
kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar
of zichzelf in het apparaat opsluiten.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te
voorkomen dat u zich verbrandt aan warmte
afgevende onderdelen (compressor,
condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact
voordat u het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Rond het apparaat moet voldoende
luchtcirculatie zijn. Gebrek aan luchtcirculatie
kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de
aanwijzingen m.b.t. de installatie.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen
houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele schade.
Veiligheidsmaatregelen
voor isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en
explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in
het inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere
middelen om het ontdooiproces te
bespoedigen, die niet door de fabrikant worden
aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin
het apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden
geadviseerd.
Laat kunststof onderdelen niet met hete
voorwerpen in aanraking komen.
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of
vloeistof in het apparaat bewaren.
Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en
blikjes in de diepvriesruimte bewaren.
Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren
en schoonmaken. Bij verstopping van het
afvoergootje kan het verzamelde dooiwater
storingen veroorzaken.
5
NL
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de gebr
oor de gebr
uik
uik
er
er
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
Algemene informatie
De officiële benoeming van het apparaat is "ten dele
rijpvrije combinatie van koel- en vriesapparaten met
één motorcompressor en met een onder aan
geplaatste vriesapparaat". Het apparaat beschikt naast
de gewone services ook over een met aparte deur
uitgeruste, geheel afgescheiden vriesapparaat. Het
apparaat is daardoor geschikt voor de opslag van
afgekoelde of ingevroren levensmiddelen en voor het
invriezen van goederen zoals aangegeven in de
handleiding en voor het maken van ijs.
Het apparaat voldoet de normen tussen de
verschillende temperatuurgrenzen volgens de
klimaatklassen.
Het letterteken van de klimaatklasse bevindt zich op
het typeplaatje.
14. Stelvoeten
15. Deur van de boterhouder
16. Eierdopje
17. Deurrek
18. Deurrubber
19. Flessenhouder
20. Klinken
21. Ijslade
22. Condensor
23. Dooiwaterafvoergootje
24. Afstandhouder
25. Dampblad
26. Compressor
27. Kogellagers
A - Koelapparaat
B - Vriesapparaat
1. Dak met de schakelaars en met seininrichting
2. Verlichting
3. Glazen rekken
4. Draadrek voor flessen
5. Vriesvlak
6. Dooiwaterafvoergootje
7. Glazen rek
8. Korf
9. Typeplaatje
10. Luchtrooster
11. Bewaarruimte met korf
12. Invriesruimte met korf
13. Onderste rooster
6
NL
Bediening- en indicatiepaneel
In het dak, onder het deksel bevinden zich de
volgende elementen:
A. In/Uitschakelaar
Voor het uitschakelen van het koel- en
vriesapparaat.
B. Temperatuurregelaar van het vriesapparaat
Voor het instellen van de temperatuur binnen het
vriesapparaat.
C. Drukknop van de temperatuur-display
Voor het uitkiezen van de waarden op de
temperatuur-display.
Drukt u de knop een keer om de temperatuur van
het koelapparaat en twee keer om die van het
vriesapparaat weer te geven.
Zie ook de beschrijving van de temperatuur-display.
D. Temperatuur-display
Zie de beschrijving in het aparte hoofdstuk.
E. Drukknop functie/stop van het alarm
Voor het in- en uitschakelen van de snelvries- en
inkoop functies. Indien u de knop een keer of
meerdere keren drukt, dan kunt u de volgende
functies bereiken:
Normale functie (standaard)
Snelvries functie
Inkoop functie
Normale functie
Met deze knop kunt u ook het alarm uitschakelen.
Zie ook de beschrijving van de achtergrondkleuren
van de display onderaan.
F. Temperatuurregelaar van het koelapparaat
Voor het instellen van de temperatuur binnen het
koelapparaat.
Op de temperatuur-display kunt u de volgende
elementen zien:
1. Omgeving symbool
Dit symbool ziet u als de cijfers de temperatuur van
de omgeving aantonen.
2. Koelapparaat symbool
Het symbool wordt donker, als de cijfers de
temperatuur van het koelapparaat aantonen.
3. Vriesapparaat symbool
Het symbool wordt donker, als de cijfers de
temperatuur van het vriesapparaat aantonen.
4. Cijfers
In een standaard geval hebben de cijfers betrekking
op de temperatuur van de omgeving en u ziet het
omgeving symbool.
Ze kunne verder betrekking hebben op:
De gemiddelde temperatuur binnen het
koelapparaat, als u de knop "C" een keer kort
7
drukt (het koelapparaat symbool wordt
donker).
De temperatuur van de warmste punt binnen
het vriesapparaat, als u de knop "C" twee keer
kort of -in het geval van alarm- lang drukt (het
vriesapparaat symbool wordt donker).
De ingestelde temperatuur binnen het
koelapparaat (de temperatuur blinkt) terwijl en
nadat de knop "F" gedraaid wordt.
De ingestelde temperatuur binnen het
koelapparaat (de temperatuur blinkt)terwijl en
nadat de knop "B" gedraaid wordt.
5. Snelvries functie symbool
Als het vriesapparaat in snelvries functie werkt.
Zie ook het hoofdstuk over het invriezen.
6. Hoge temperatuur-symbool
Als de temperatuur binnen het vriesapparaat te
warm is.
Zie ook de beschrijving van de
achtergrondkleuren van de display onderaan.
7. Inkoop symbool
Als het koelapparaat in inkoop functie werkt.
Zie ook de beschrijving van de inkoop functie in
het hoofdstuk over het gebruik van het
koelapparaat.
De achtergrondkleuren van de display
De achtergrond van de display is meestal blauw.
Indien u een drukknop of een draaiknop gebruikt,
wordt ze helderblauw en blijft een tijdje zo.
De achtergrond van de display wordt rood als de
temperatuur binnen het vriesapparaat te warm wordt
(alarm). In dit geval tonen de blinkende cijfers de
actuele temperatuur binnen het vriesapparaat, ook
het hoge temperatuur-symbool blinkt en men hoort
een waarschuwend signaal.
De hoge temperatuur kan de volgende redenen
hebben:
Direct na het inschakelen van het apparaat
Als de deur van het vriesapparaat voor een
langere tijd open blijft
Als een technische storing van het
vriesapparaat optreedt
Om het geluid uit te schakelen, drukt u de knop "E".
De display laat opnieuw de omgevingstemperatuur
zien, de achtergrond blijft echter rood, tot het
vriesapparaat zich weer afkoelt.
Als u tijdens het alarm geen knop drukt, dan drukt u
de knop "E" nadat het geluid niet meer te horen is.
In dit geval ziet u de hoogste temperatuur.
Bedienen van het apparaat
Ingebruikneming
Monteert u alle toebehoren op het apparaat, dan legt
u de stekker naar het stopcontact.
Druk op de knop "A". De achtergrondverlichting van
het bedieningpaneel wordt ingeschakeld. Het
apparaat is bereid voor het gebruik.
Nadat u herhaald op de knop "A" gedrukt had, wordt
het apparaat uitgeschakeld, het blijft echter
aangesloten.
Temperatuur instellen
De elektronische sturing onderbreekt en start de koeling
voor een kortere of langere tijd automatisch weer
opnieuw, afhankelijk van de instelling. Daardoor kan de
gewenste temperatuur gegarandeerd worden.
De temperatuur van het koelapparaat kan met hulp van
de knop "F", die van het vriesapparaat met hulp van de
knop "B" worden ingesteld. De ingestelde waarden zijn
op de display met blinkende cijfers vermeld.
Voor het alledaags gebruik wordt een gemiddelde
instelling, dat wil zeggen +5°C in het koelapparaat en
-18°C in het vriesapparaat aangeraden.
Indien u de instelling van de temperatuurregelaar hebt
veranderd, wordt de nieuwe temperatuur binnen 24 uren
bereikt.
De temperatuur in het apparaat wordt, naast de stand
van de temperatuurregelaar, ook be?nvloedt door de
omgevingstemperatuur, het al dan niet vaak openen van
de deuren, de hoeveelheid verse levensmiddelen, enz.
Als een zo koud als mogelijke temperatuur
wordt ingesteld - in het geval van een grotere
belasting, bijv. tijdens de hondsdagen - kan de
compressor voortdurend werken. Dit schaadt het
apparaat niet.
Gebruik van het koelapparaat
Voor een optimale koeling is een goede
luchtcirculatie noodzakelijk. Bedek daarom de
roosters nooit met papier, schalen, enz.
Zet nooit warme etenswaren in de
koelruimte, maar laat ze eerst tot
kamertemperatuur afkoelen. Zo voorkomt u
ongewenste rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes
overnemen, daarom is een goede
verpakking, zoals gesloten schaaltjes, aluminium-
of vershoudfolie, noodzakelijk. Op die manier
worden ook de natuurlijke vochtgehaltes
behouden en blijven bijvoorbeeld groentes
dagenlang vers.
NL
8
Lade
De lade is geschikt voor het bewaren van groenten en
fruit.
De lade kan worden ingedeeld in 2 variabele delen, zodat
de levensmiddelen gescheiden bewaard kunnen worden.
Bewaren in de koelruimte
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de
afbeelding:
1. gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen
in schaaltjes, vers vlees, vleeswaren, dranken
2. melk, zuivelproducten, levensmiddelen in
schaaltjes
3. fruit, groenten
4. kaas, boter
5. eieren
6. yoghurt, zure room
7. kleine flessen, frisdrank
8. grote flessen, dranken
Inkoop functie
Voordat u een grotere hoeveelheid van levensmiddelen in
de koolkast zet (bijvoorbeeld nadat u boodschappen
gedaan hebt), drukt u de knop een keer of meerdere
keren om het menu te kiezen, zodat het apparaat naar
inkoop functie wordt gezet (op de display ziet u het
symbool van inkoop functie). Op deze manier zorgt het
voor een zo koud mogelijke temperatuur, om de grotere
hoeveelheid van levensmiddelen zo snel mogelijk te
kunnen afkoelen.
Na herhaaldelijk drukken naar de knop voor menu kiezen
kunt u de inkoop functie verlaten. Indien u vergeet dit te
doen, dan wordt het apparaat automatisch
overgeschakeld naar de normale functie.
NL
9
NL
Invriezen
Dit apparaat is geschikt voor het invriezen van verse
levensmiddelen met een hoeveelheid aangegeven op
het gegevensblad. De levensmiddelen dienen na een
voldoende voorbereiding op de volgende manier
ingevroren worden.
Drukt u op de functieknop een keer of meerdere
keren, om de snelvries-functie te bereiken (op de
display ziet men het symbool van de snelvries-functie).
Verplaats de al ingevroren levensmiddelen vanuit het
onderste korf naar een andere korf of naar meerdere
korven. Leg de verse levensmiddelen naar het
onderste korf, zodat er genoeg plaats voor een vrije
luchtstroming blijft.
Schakel het apparaat in zoals bovenaan vermeld en
laat het 24 uren lopen.
Door herhaald op de functieknop te drukken kunt u de
snelvries-functie verlaten. Indien u dit niet zou doen,
dan keert het vriesapparaat automatisch terug naar de
normale functie.
Vries nooit tegelijkertijd een grotere
hoeveelheid etenswaren in dan aangegeven
is in de "Technische gegevens", het invriesproces
zal daardoor niet optimaal verlopen en de
kwaliteit van de etenswaren kan verminderen
(verlies van smaak, geur, etc.).
Maak geen ijs aan tijdens het invriezen, want dit
kan de invriescapaciteit verminderen.
De ijslade is geschikt om klein fruit (aardbeien,
frambozen, bessen enz.) in te vriezen. Leg het
fruit in dunne lagen zonder verpakking op de ijslade.
Na het invriezen kunt u het fruit verpakken, sorteren
en in de bewaarvakken leggen.
Gebruik van de vriezer
Bewaartijden en temperaturen
De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing
informeren u over bewaartijden.
De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven,
omdat hij afhankelijk is van de versheid en de
behandeling van de levensmiddelen. De bewaartijden
zijn daarom slechts richtlijnen.
Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt
consumeren, kunnen ze ongeveer 1 dag (tot ze gaan
ontdooien) in de koelkast bewaard worden.
10
Opbergen in de vrieskats
Het is wel aangeraden, de ingevroren
levensmiddelen na het invriezen naar 1 korf of 2
korven te verplaatsen. Daardoor kunt u meer plaats
voor de volgende in te vriezen levensmiddelen
maken. Een nieuw invriezen schaadt de al
opgeslagen goederen niet.
Indien u een groetere hoeveelheid levensmiddelen
moet opslaan, dan kunt de korven (behalve het
onderste korf) verwijderen, zodat het voedsel direct
naar de rekken kan worden gelegd.
Vergeet niet rekening te houden met de
houdbaarheidsdatum op de verpakking indien
u reeds ingevrozen etenswaren koopt.
Het is veilig bevrozen producten op te bergen
enkel en alleen indien ze niet werden
ontdooid, zelfs niet voor een korte periode.
Indien diepgevrozen producten reeds werden
ontdooid, mogen ze niet opnieuw worden
ingevrozen, maar moeten ze zo snel mogelijk
worden opgegeten.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de
vriesruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje
nat maakt en de temperatuurregelaar op de
maximale stand zet, gaat het invriezen sneller.
Vergeet niet, de temperatuurregelaar na het
invriezen weer op de normale stand te draaien.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het
ijsblokjesbakje onder stromend water te houden en
het dan iets te verdraaien. Mocht het ijsblokjesbakje
vastgevroren zijn, gebruik dan geen scherpe
voorwerpen om het los te maken. Daarmee kunt u
beschadigingen veroorzaken.
Enkele nuttige tips en
adviezen
De rekken vereisen bijzondere aandacht,
aangezien ze het rendement van het vak voor
verse etenswaren aanzienlijk verhogen. De
verschillende rekken kunnen ook worden
verplaatst wanneer de deur geopend is onder
een hoek van 90°.
Door het openen en sluiten van de deur kan de
temperatuur in de vrieskast gaan schommelen.
Wacht 2 tot 3 minuten nadat u de deur gesloten
hebt om ze opnieuw te openen, zodat de
temperatuur in de vrieskast opnieuw stabiel is.
Bedien de thermostaat op die manier dat de
binnentemperatuur nooit hoger is dan 18°C.
Controleer dagelijks de goede werking van de
vrieskast om eventuele defecten vroegtijdig op te
sporen en het slecht worden van de ingevrozen
etenswaren te voorkomen.
Normale geluiden:
Klikken: Het in- en uitschakelen van de
compressor door de elektronische sturing
wordt door een licht klikken begeleid.
U kan een zacht borrelend geluid horen
wanneer de vriesvloeistof door de buizen wordt
gepompd, naar de koelplaat/condensator.
Plonzen: Als de compressor ingeschakeld
wordt en de koelvloeistof door de buisslangen
begint door te stromen, dan hoort men vaak
een pulserend (brommend, suizend,
druppelend, lekkend) geluid. Dit geluid is vaak
hoorbaar voor een korte tijd na het
uitschakelen van de compressor.
De condensator (dit deel verkoelt het
vriesgedeelte) bevindt zich in de vrieskast.
Tijdens de werking kan de temperatuur en ook
de afmetingen van de condensator lichtjes
wijzigen. Deze veranderingen kunnen een
krakend geluid veroorzaken, wat normaal en
onschadelijk is.
Indien u de temperatuur in de vrieskast wil
controleren, plaats de thermostaatknop in de
stand "Medium". Zet vervolgens een glas water in
het midden van de vrieskast en plaats hierin een
thermometer met een nauwkeurigheid van
+/- 1°C. Als er na 6 uren de op de display
NL
11
vermelde waarde gemeten kan worden, dan
functioneert het koelapparaat optimaal. Het
opmeten moet worden uitgevoerd onder vaste
voorwaarden (zonder de inhoud van de vrieskast
te wijzigen).
Indien u een thermometer gebruikt om de
vriestemperatuur te meten, plaats hem dan
tussen de etenswaren, omdat op die manier de
reële temperatuur wordt weergegeven. De op
deze manier - met een nauwkeurige thermometer
- gemeten waarde is hetzelfde als of een beetje
kouder dan de op de display vermelde
temperatuur.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het
apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U
vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat niet op een plaats waar het
blootgesteld wordt aan de zon of aan een
hittebron.
Zorg voor voldoende ventilatie van de
condensator en de compressor. Hou de
luchtcirculatie rond het apparaat vrij.
Bewaar de levensmiddelen altijd in goed
sluitende bewaardozen of verpakt in huishoud- of
aluminiumfolie zodoende onnodige rijp- of
ijsvorming te voorkomen.
Open de deuren niet onnodig en laat ze niet
langer open staan dan absoluut noodzakelijk is.
Laat warme levensmiddelen eerst afkoelen tot op
kamertemperatuur vooraleer ze in de vriezer te
plaatsen.
Zorg ervoor dat de condensator steeds schoon
is.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het
isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag
kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met
huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden.
Uit het oogpunt van milieubescherming moeten
afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de
plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt
worden. Informeer bij de gemeente naar de
mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het
koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt
voor recycling.
NL
12
NL
Onderhoud
Ontdooien
Tijdens het gebruik van het apparaat slaat het vocht
van het apparaat vaak als rijp of als ijs neer.
Deze dikke rijp- of ijslaag heeft een isolerend effect,
daardoor wordt het vermogen verzwakt, zodat zowel
de temperatuur binnen het apparaat als het
energiegebruik stijgen.
In het geval van dit type wordt het koelapparaat
automatisch, zonder ingreep ontdooid. De
temperatuurregelaar onderbreekt de functie van de
motorcompressor af en toe - de afkoeling pauzeert -
en de temperatuur van de koelende oppervlakte stijgt
naar meer dan 0 °C, de ontdooiing begint dus. Indien
de temperatuur van de koelende oppervlakte naar
meer dan +3 - +4°C stijgt, start de
temperatuurregelaar het systeem opnieuw.
Het ontdooide water gooit aan de achterwand, door
de buisslangen naar de verdamper op de
koelcompressor en verdampt daar door de warmte
van de compressor.
Let u erop, dat de opening waar het
ontdooide water uitstroomt, regelmatig
gecontroleerd en gereinigd dient te worden,
omdat het water in het geval van een verstopping
naar de isolatiestof van het apparaat vloeit waar
het een defect kan veroorzaken.
De opening van de buisslang kunt u met het
bijgevoegde apparaat reinigen, zie afbeelding. Dit
apparaat dient in de opening te worden opgeslagen.
Een van de typische redenen voor de verstopping van
de opening is als u een naar papier verpakte voedsel
naar het apparaat legt, dat tenslotte naar de
achterwand plakt. Indien het papier na het verwijderen
van het voedsel in de koelkast blijft, dan kan het een
verstopping veroorzaken.
Daarom moest men met levensmiddelen met een
papieren verpakking voorzichtig omgaan.
In het geval van een belasting in verhoogde
mate, bijvoorbeeld bij de hondsdagen kan
voorkomen, dat het apparaat voortdurend moet
werken, daarom wordt het in deze periode niet
automatisch ontdooid.
Het is geen buitengewoon toestand, als op de
achterwand van het koelapparaat na de ontdooiing
kleine ijs- of rijpvlekken verschijnen.
De ontdooiing van het vriesapparaat is in het geval van
dit type volledig automatisch.
13
NL
Regelmatige reiniging
Het apparaat dient regelmatig te worden gereinigd.
Gebruik geen wasmiddelen,
schuurmiddelen, sterk geparfumeerde
reinigingsmiddelen, waspolitoer of andere
producten met ontsmettingsmiddelen of met
alcohol!
Trekt u de stekker uit het stopcontact voor het
reinigen.
Reiniging binnen het apparaat
Reinigt u de binnenste delen en de bestanddelen met
warm water en met zuiveringszout (5 ml voor 0,5 liter
water).
Spoelt u alles af en droogt u ze grondig.
Het profiel van de afdichting van de deur reinigt u met
zuiver water.
Reiniging buiten het apparaat
De buitenste delen van het apparaat wast u met warm
water en met zuiveringszout (5 ml voor 0,5 liter water).
Een of twee keer per jaar moesten het stof en het vuil
vanaf de condensator op de achterwand van het
apparaat worden verwijderd en de verdamper op de
compressor gereinigd.
Na de reiniging kan het apparaat opnieuw worden
aangesloten.
Als de koelkast niet in gebruik is
Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als
volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak de koelkast leeg.
Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor
beschreven.
De deur open laten om geurvorming te voorkomen.
Problemen oplossen
Lamp vervangen
Wanneer het gloeilampje van de binnenverlichting
stuk is, kan u dit probleem alsvolgt zelf oplossen:
Haal de stekker uit het stopcontact.
Druk het lipje (1) aan de achterkant van de
verlichtingseenheid in (zie tekening) en verwijder
daarna het afdekkapje in de richting die de pijl
aangeeft. Nu kan men de gloeilamp makkelijk
verwisselen (type gloeilamp: T25 230-240 V, 25 W,
fitting E14).
Plaats na het verwisselen van de gloeilamp het
afdekkapje weer op zijn plaats en stop de stekker in
het stopcontact. Het niet branden van de gloeilamp
heeft geen gevolgen voor de werking van het
apparaat.
14
NL
Als iets niet werkt
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf
kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t.
het opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te
horen (compressor, circulatie). Dan is er geen
sprake van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het
apparaat met onderbrekingen werkt. Als de
compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het
apparaat niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de
stekker uit het stopcontact trekken, voordat u
elektrische onderdelen aanraakt.
Probleem
Het is te warm in de
koelruimte.
Het is te warm in de
vriesruimte.
Er loopt water langs de
achterwand van de
koelruimte.
Er loopt water in de
koelruimte.
Er loopt water op de vloer.
Er zijn te veel rijp en ijs.
De compressor werkt
continu.
Het apparaat werkt
helemaal niet. Het koelt
niet en de
binnenverlichting brandt
niet.
Het apparaat maakt veel
geluid.
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De levensmiddelen zijn niet koud genoeg of
staan op een verkeerde plek.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed
gesloten.
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed
gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
De in te vriezen levensmiddelen staan te dicht
op elkaar.
Dat is normaal. Tijdens het automatische
ontdooien smelt het ijs op de achterwand.
De afvoer van de koelruimte kan verstopt zijn.
Levensmiddelen kunnen de lekbak blokkeren
zodat er geen water in kan stromen.
Het afvoergootje loopt niet in de condensbak
boven de compressor.
De levensmiddelen zijn niet goed ingepakt.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed
gesloten.
De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld.
De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed
gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
U hebt warme levensmiddelen in het apparaat
gezet.
Het apparaat staat op een te warme plek.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De zekering in de huisinstallatie is
uitgeschakeld.
De temperatuurregelaar is niet ingesteld.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
(Probeer er een ander apparaat op aan te
sluiten.)
Het apparaat staat niet goed.
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
De levensmiddelen op de juiste plek zetten.
Controleren of de deur goed dicht kan en of het
deurrubber onbeschadigd en schoon is.
Op een hogere stand instellen.
Controleren of de deur goed dicht kan en of het
deurrubber onbeschadigd en schoon is.
Een paar uur wachten en de temperatuur nog
eens controleren.
De levensmiddelen zodanig neerzetten dat de
koude lucht goed kan circuleren.
Maak de afvoer schoon.
Zet de levensmiddelen zodanig neer dat ze de
achterwand niet direct raken.
Plaats het de afvoergootje in de condensbak.
De levensmiddelen beter inpakken.
Controleren of de deuren goed dicht kunnen en
of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn.
De temperatuurregelaar op een lagere stand
instellen.
De temperatuurregelaar op een lagere stand
instellen.
Controleren of de deuren goed dicht kunnen en
of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn.
Een paar uur wachten en de temperatuur nog
eens controleren.
Laat de levensmiddelen tot kamertemperatuur
afkoelen.
Probeer de omgevingstemperatuur te verlagen.
De aansluiting controleren.
Zekering vervangen.
Apparaat in werking stellen volgens de
aanwijzingen in hoofdstuk „In gebruik nemen”.
Contact opnemen met een elektro-installateur.
Controleren of het apparaat stabiel staat (alle vier
voeten moeten op de vloer staan).
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service.
15
NL
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de ins
oor de ins
t
t
allat
allat
eur
eur
Technische gegevens
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de
originele verpakking vervoeren. Zie ook de
aanwijzingen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur
ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op
transportschade. Neem in geval van
transportschade contact op met de leverancier en
sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder de plakband en andere voorwerpen
waarmee de losse onderdelen aan de binnenkant
van het apparaat zijn bevestigd.
Reinig de binnenkant van het apparaat met lauw
water en een kleine hoeveelheid afwasmiddel.
Gebruik een zachte doek.
Wrijf de binnenkant na het schoonmaken droog.
Model
Bruto-inhoud (l)
Nuttige inhoud (l)
Breedte (mm)
Hoogte (mm)
Diepte (mm)
Energieverbruik (kWh/24 uur)
(kWh/jaar)
Energieklasse volgens de EU richtlijn
Invriescapaciteit (kg/24uur)
Maximale bewaartijd in geval van storing
Neutrale stroomsterkte (A)
Geluidsniveau (dB)
Gewicht (kg)
Aantal compressoren
ENB 3450
Koelgedeelte: 249
Vriesgedeelte: 91
Koelgedeelte: 245
Vriesgedeelte: 78
595
1850
632
0,979
357
A
6
18
0,6
42
72
1
De plaatsing van het apparaat
De temperatuur van de omgeving heeft een invloed
op het energieverbruik en op de optimale functie
van het apparaat.
Let u bij de plaatsing erop, dat het apparaat tussen
de twee, zich tot de verschillende klimaatklassen op
het typeplaatje behorende temperatuurgrenzen
gebruikt moest worden.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
Indien de omgevingstemperatuur onder de onderste
grens valt, kan de temperatuur binnen het apparaat
hoger zijn dan de voorgeschreven temperatuur.
Indien de omgevingstemperatuur boven de
bovenste grens stijgt, moet de compressor meer
werken, de automatische ontdooiing wordt
problematisch en de temperatuur binnen het
apparaat en het energieverbruik stijgen.
16
NL
Monteert u de afstandhouders in het tasje van
de onderdelen naar de achterste hoeken van
het apparaat.
Maakt u de schroeven los, stelt u de
afstandhouders onder de schroeven, dan trekt u
de schroeven.
Let u erop dat het apparaat waterpas staat. Dit kunt
u met hulp van de twee regelbare voeten instellen.
Stelt u het apparaat niet naar een zonnige plaats,
plat tegen de kachel of het fornuis.
Indien u voor het apparaat geen andere plaats kunt
vinden en het toch naast het fornuis moet worden
gesteld, dan let u op de volgende minimale
afstanden:
Indien er in het geval van gas- of elektrisch
fornuis een afstand van 3 cm of minder ter
beschikking staat, dan moet u een 0,5 - 1 cm
dikke, niet brandbare isolatieplaat tussen de
twee apparaten stellen.
In het geval van olie- of kolenkachel moet de
afstand 30 cm zijn, omdat de warmteafgifte
ervan groter is.
Het apparaat werkt ook optimaal als u het direct
naar de muur stelt, zodat het de muur aanraakt.
Bij de stelling van de koelkast moet u de
minimale afstanden volgens de afbeelding
houden:
A: stelling onder een kast
B: stelling vrij staand
17
Draairichting deur veranderen
Indien praktischer kan de draairichting van de deur
veranderd worden.
De apparaten worden in de handel gebracht met
deuren, die naar rechts open gaan.
De aanpassing is volgens de onderstaande
tekeningen en beschrijving uitvoerbaar:
De onderstaande werkzaamheden kunnen het
beste uitgevoerd worden door 2 personen, zodat
één persoon de deuren tijdens de
werkzaamheden goed kan vasthouden.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Open de deuren en schroef het scharnier (a, b),
bevestigd met 2 schroeven (c), los (tekening 2).
Haal het complete scharnier (a, b, c) van zijn
plaats door de deuren voorzichtig te kantelen.
Vergeet de kunststof afstandhouder (b) onder het
scharnier niet (tekening 2)!
Verwijder de deur van de koelkast door deze
voorzichtig naar beneden te trekken.
Verwijder de deur van de vrieskast door deze
voorzichtig naar boven te trekken.
Schroef de deursteun (d) van de deur van de
koelkast uit de bovenkant en schroef hem terug
aan de andere kant (tekening 1).
Wip m.b.v. een schroevendraaier het afdekplaatje
(e) uit het afdekrooster aan de onderkant
(tekening 4).
Schroef de deursteun (h, f) van de deur van de
vrieskast uit de onderkant en schroef hem terug
aan de andere kant. Vergeet de ring (h) niet
(tekening 4).
Plaats het afdekplaatje (e) aan de andere kant van
het afdekrooster.
Verwijder de 3 vulpennen (n, k) aan de linkerkant
en zet ze over naar de gaten aan de rechterkant
(tekening 2)
Haal de afdekplaatjes (t, z) uit de deuren.
Schroef de deurklemmen los (u, v) door de
schroef (s) los te draaien.
Plaats de deurklemmen (u, v) omgekeerd aan de
tegengestelde kant van de andere deur en zet ze
vast met de schroef (s).
Plaats de afdekplaatjes (t, z) aan de
tegengestelde kant.
Plaats de pen (m) van het scharnier van de deur
van de vrieskast in het gat aan de linkerkant
(tekening 2).
Zet de deur van de vrieskast op de onderste (f)
deursteun (tekening 4).
Druk de deur van de koelkast in de bovenste (d)
deursteun. Hierna moeten de deuren iets worden
gekanteld en kan men de scharnier (m) in het gat
van de deur van de koelkast drukken.
tekening 1.
tekening 2.
tekening 3.
tekening 4.
NL
18
Open nu de deuren en schroef de scharnier vast aan
de linkerkant met behulp van de 2 schroeven (c).
Vergeet de kunststof afstandhouder (b) niet, die
onder het scharnier moet komen. Let er goed op, dat
de rand van de deuren gelijk loopt met de zijkant van
het apparaat.
Plaats de deurgrepen (r) aan de andere kant en druk
de afdekplaatjes (p), te vinden in het zakje, dat bij
deze handleiding zit, in de vrije gaten (tekening 5).
Zet het apparaat op de plaats, plaats het waterpas en
steek de stekker in het stopcontact.
Natuurlijk kunt u ook contact opnemen met de
dichtstbijzijnde servicepunt, indien u het wijzigen van de
deurdraairichting liever niet zelf uitvoert. Hier kunt u
informatie vragen over de prijs voor het wijzigen door
één van onze servicemonteurs en een afspraak maken.
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een
volgens de voorschriften geďnstalleerd
stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact
niet aanwezig is, laat het dan door een erkend
installateur in de buurt van de koelkast aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-
richtlijnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl.
wijzigingsrichtlijnen) - laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl.
wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn
NL
tekening 5.
19
Be
Be
w
w
aar
aar
ti
ti
jdent
jdent
abel (1)
abel (1)
Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren
X: normale bewaartijd
x: mogelijke bewaartijd (geldt alleen voor echt verse producten)
Soort Bewaartijd in dagen Verpakking
1234567
rauw vlees XXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookt vlees XXXx x x afgesloten schaaltje
gebraden vlees XXXx x afgesloten schaaltje
rauw gehakt X afgesloten schaaltje
gebraden gehakt XXx x afgesloten schaaltje
vleeswaren XXx x vershoudfolie, vetvrij papier
verse vis X x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookte vis XXx x afgesloten schaaltje
gebakken vis XXx x x afgesloten schaaltje
vis uit blik X x x afgesloten schaaltje
verse kip XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden kip XXXx x x afgesloten schaaltje
verse eend, gans XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden eend, gans XXXXx x x afgesloten schaaltje
boter ongeopend XXXXXXXoriginele verpakking
boter geopend XXxxxxxoriginele verpakking
melk XXXx x originele verpakking
room XXx x kunststof schaaltje
zure room XXXXx x x kunststof schaaltje
kaas (hard) XXXXXXXaluminium folie
kaas (zacht) XXXXx x x vershoudfolie
kwark XXXXx x x vershoudfolie
eieren XXXXXXX
spinazie. XXx x vershoudfolie
erwten, bonen XXXXx x x vershoudfolie
paddestoelen XXx x x vershoudfolie
wortelen, bieten XXXXXXXvershoudfolie
tomaten XXXXXXXvershoudfolie
kool XXXXXx x vershoudfolie
snel rottend fruit (aardbei,
framboos enz.) XXXx x vershoudfolie
ander fruit XXXXx x x vershoudfolie
fruit uit blik XXXx x afgesloten schaaltje
Soort in de koelruimte in de ****-vriesruimte
+2 – +7 °C -18°C
groente 1 dag 12 maanden
kant-en-klare producten 1 dag 6 maanden
aardappelgerechten, pastagerechten 1 dag 12 maanden
soep 1 dag 6 maanden
fruit 1 dag 12 maanden
vlees 1 dag 5 maanden
consumptie-ijs 1 dag 3 weken
Be
Be
w
w
aar
aar
ti
ti
jdent
jdent
abel (2)
abel (2)
Diepvriesproducten bewaren
NL
20
Garantiebepalingen en Service
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel
van de betreffende aankoopnota of kwitantie te
worden getoond of meegezonden.
Algemene Garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent een jaar garantie op het op
de bijbehorende koopnota vermelde apparaat,
gerekend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen
deze periode een storing voordoet, welke het
gevolg is van een materiaal- en/of constructiefout,
heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk
gebruik, geldt een algemene garantieperiode van
twee jaar. Accessoires zijn aan directe slijtage
onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn derhalve
van garantie uitgesloten.
2 Indien binnen de garantietermijn door ZANKER
reparaties worden verricht, wordt de
oorspronkelijke garantietermijn niet verlengd.
Op reparaties buiten de garantietermijn door
ZANKER verricht, en op de hierbij geleverde,
betaalde en gemonteerde onderdelen wordt 1 jaar
garantie verleend.
Indien na drie maal uitvoeren van eenzelfde
reparatie, hetzelfde defect opnieuw optreedt en
geen resultaat van een opnieuw uitvoeren van een
reparatie verwacht mag worden, zal een nieuw
exemplaar of soortgelijk toestel worden
aangeboden. De aanbieding geschiedt tegen
bijbetaling op basis van een te bepalen jaarlijks
afschrijvingspercentage.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen
gebracht voor grote, moeilijk transporteerbare
apparaten, per definitie: wasautomaten,
trommeldroogautomaten, afwasautomaten,
koelkasten, diepvrieskasten/-kisten, ovens,
fornuizen en inbouwapparaten.
3a De regeling als genoemd onder punt 3 geldt ook
voor caravankoelkasten, mits de plaats waar zich
het apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt
en over normale, voor het autoverkeer
opengestelde wegen bereikbaar is. Voorts dienen
ten tijde van het bezoek het apparaat en de
eigenaar, of diens gemachtigde plaatsvervanger,
op de afgesproken bezoekplaats aanwezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het
apparaat zoals bedoeld onder punt 3 naar haar
servicewerkplaats getransporteerd moet worden,
dan geschiedt dit transport op de door de
fabrikant vastgestelde wijze en voor rekening en
risico van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en punt 3a genoemde
apparaten, alsmede apparaten welke wel de
betreffende functionele eigenschappen hebben
maar daarnaast juist bedoeld zijn voor gemakkelijk
transport, dienen franco aan het adres van de
servicedienst verzonden of aangeboden te
Gar
Gar
antie en ser
antie en ser
vice
vice
worden. Binnen de algemene garantieperiode
vindt terugzending voor rekening van de
fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de
algemene garantieperiode vallend defect aan
een apparaat niet hersteld kan worden, vindt
kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen
7 Voor koel-/vries-motorcompressoren (exclusief
startrelais en motorbeveiliging) geldt een
aflopende garantieperiode, in gelijke
percentages van 20 procent per jaar, van vijf
jaar na koopdatum van het op de bijbehorende
koopnota vermelde apparaat, met inachtname
van volledig kosteloos herstel binnen de
algemene garantieperiode. Na de algemene
garantieperiode worden bezoek-, arbeidsloon-
en bijkomende materiaalkosten in rekening
gebracht.
Garantie-uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of
vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in
de betreffende hieraan voorafgaande punten, is
niet van toepassing indien:
- de aankoopnota of kwitantie, waaruit
tenminste de aankoopdatum en de
identificatie van het apparaat blijkt, niet
getoond kan worden of niet meegezonden
werd;
- het apparaat voor andere, of ook voor
andere dan de huishoudelijke doeleinden
waarvoor het apparaat bestemd is gebruikt
wordt;
- het apparaat niet volgens de aanwijzingen in
het installatievoorschrift of de
gebruikaanwijzing geďnstalleerd, bediend,
gebruikt of behandeld wordt;
- het apparaat op ondeskundige wijze door
daartoe niet bevoegde personen hersteld of
gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat
de benodigde tijd voor het uit- en inbouwen
samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan
worden de hierdoor ontstane extra kosten aan
de eigenaar in rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met
toestemming van de eigenaar, op abnormale
wijze uit- of inbouwen van een apparaat, kan
niet op de fabrikant of haar servicedienst
verhaald worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of
zoals een breuk van uit- of afneembare delen,
welke niet ten tijde van de aflevering ter kennis
van de fabrikant gebracht worden, vallen niet
onder garantie.
NL
21
Productwijzigingen voorbehouden.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig dat de
veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige
reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar
brengen. Terwille van een blijvende veiligheid en ook
om mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam
dat reparaties uitsluitend verricht worden door
personen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid
bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of
controlewerkzaamheden door uw vakhandelaar of
door ELGROEP FABRIEKSSERVICE laten uitvoeren
en uitsluitend originele DISTRIPARTS onderdelen te
laten plaatsen.
NL
Vennootsweg 1
2404 CG Alphen aan den Rijn
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Storingsmeldingen op werkdagen
tijdens kantooruren:
Tel. 0172 - 46 83 00
Fax 0172 - 46 83 66
Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens
kantooruren:
Tel. 0172 - 46 84 00
Fax 0172 - 46 83 76
W
W
aarborgv
aarborgv
oor
oor
w
w
aar
aar
den
den
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze
klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur
van het toestel wordt daardoor niet negatief
beďnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op
de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek.
De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar
de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de
voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
toestel die zich openbaren binnen 24 maanden
vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker.
Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van
toepassing in geval van professioneel of daarmee
gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel
kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die
het had voor het defect optrad. Gebrekkige
onderdelen worden hersteld of vervangen.
Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om
mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of
leveringsdatum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan
kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas,
kunststof, rubber, die ontstaan is door
onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het toestel
onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade
veroorzaakt door:
chemische en elektrochemische inwerking
van water,
abnormale milieuomstandigheden in het
algemeen
voor het toestel oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden
contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op
gebreken door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet
vakkundige installatie of montage, verkeerd
gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in
acht nemen van de gebruiks- of
montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het
defect werd veroorzaakt door herstelling of
ingrepen door derden die niet bevoegd of niet
deskundig zijn, of wanneer het toestel voorzien
werd van toebehoren of onderdelen die niet
origineel zijn en daardoor een defect
veroorzaken.
10.Toestellen die gemakkelijk kunnen worden
vervoerd dienen te worden overhandigd of
gezonden naar onze klantendienst. Herstelling
ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor
grote of ingebouwde toestellen.
22
NL
11.Indien het toestel zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de
benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen
meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden de
hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in
rekening gebracht. Schade die ontstaat door
abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de
gebruiker.
12.Indien binnen de waarborgperiode de herstelling
van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om een
vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken
gebruiksperiode.
13.Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging
van de waarborgtermijn noch aanvang van een
nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een waarborg van 12
maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15.Verdere of andere rechten, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het
toestel, zijn uitgesloten voor zover een
aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de
aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België
gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien
een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient
de gebruiker na te gaan of het toestel voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort,
klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor
in het buitenland aangeschafte toestellen dient de
gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen
in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen
vallen niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd
worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze
klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteeweg, 719
1502 LEMBEEK
Tél. 02.363.0444
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Electrolux ENB 3450 Handleiding

Type
Handleiding