Roland RD-800 de handleiding

Categorie
Digitale piano's
Type
de handleiding
Gebruikershandleiding (dit document)
Lees dit eerst. Hier worden een aantal fundamentele zaken uitgelegd, die u
moet te weten om de RD-800 op juiste wijze te gebruiken.
PDF handleiding (van het web downloaden)
Eectparameter gids
Hierin worden de eectparameters van de RD-800 uitgelegd.
Lijst van klanken
Dit is een lijst van ingebouwde klanken van de RD-800.
MIDI-implementatie
Dit is gedetailleerde informatie over MIDI-boodschappen.
Om de PDF te verkrijgen
1.
Voer de volgende URL op de computer in.
http://www.roland.com/manuals/
2. Kies ‘RD-800’ als de productnaam.
Gebruikershandleiding
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een
gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te
waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd,
’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig
genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te
veroorzaken.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN
ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
WAARSCHUWING
– Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
inclusief de volgende:
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatieopeningen mogen niet geblokkeerd worden.
Installeer volgens de instructies van de fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen,
zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere
apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan
worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,
stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat
komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
10. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde
toebehoren of accessoires.
11. Gebruik het apparaat met een door de
fabrikant gespecificeerde of bij het
apparaat geleverde kar, standaard,
statief, console of tafel. Voorzichtigheid is
geboden tijdens het verplaatsen van de
kar/apparaat combinatie, zodat deze niet
kan omvallen en daardoor stuk gaat.
12. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een
langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker
uit het stopcontact.
13. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel
over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op
enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer
of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het
apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen
of vochtig heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of
is gevallen.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld
om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van
belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de
literatuur behorende bij het product.
2
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
Om de stroom volledig uit te zetten, trekt u de
stekker uit het stopcontact
Zelfs als de [ ] schakelaar is
uitgezet, is het apparaat niet
volledig van de stroombron
gescheiden. Als de stroom helemaal
uitgeschakeld moet worden, zet u de [ ]
schakelaar op het apparaat uit, en trekt u de
stekker uit het stopcontact. Daarom dient het
stopcontact, waarin u de stekker van het
netsnoer steekt, binnen handbereik en
gemakkelijk toegankelijk te zijn.
Over de Auto O functie
Het apparaat wordt automatisch
uitgezet nadat er een van te voren
bepaalde tijd is verstreken sinds het
voor het laatst voor het spelen van
muziek werd gebruikt of de knoppen of
regelaars werden bediend (Auto Ofunctie).
Als u niet wilt dat de stroom automatisch
wordt uitgezet, zet u de Auto O functie uit
(p.27).
Niet zelf demonteren of wijzigen
Voer geen enkele handeling uit,
tenzij u daartoe specieke
instructies krijgt in de
gebruikershandleiding. Anders
kunnen storingen optreden.
Geen onderdelen zelfs repareren of vervangen
Ga voor alle onderhoud naar uw
handelaar, het dichtstbijzijnde
Roland Service Centrum of een
erkende Roland distributeur die u
op de ‘Informatie’ pagina kunt
vinden.
Niet gebruiken of opbergen op locaties die:
aan extreme temperaturen
onderhevig zijn (bijvoorbeeld
direct zonlicht in een
afgesloten voertuig, dichtbij
een warmtekanaal of bovenop
warmte genererende
apparatuur), of die
vochtig zijn (bijvoorbeeld
badkamers, wasruimtes, op
natte vloeren), of
plaatsen waar stoom of rook
kan optreden, of
die aan zout blootstaan, of
aan regen onderhevig zijn, of
stog of zanderig zijn, of
aan een hoge mate van vibratie
en schokken onderhevig zijn.
Gebruik alleen de aanbevolen standaard
Dit apparaat dient alleen met een
standaard die door Roland wordt
aanbevolen gebruikt te worden.
Niet op een instabiele locatie plaatsen
Wanneer het apparaat met een
door Roland aanbevolen standaard
wordt gebruikt, moet de standaard
zorgvuldig geplaatst worden, zodat
deze waterpas en stabiel blijft. Indien geen
standaard wordt gebruikt, moet de locatie
waar het apparaat geplaatst wordt een
waterpas oppervlak hebben, opdat het
apparaat goed wordt ondersteund.
Voorzorgsmaatregelen inzake het op een
standaard plaatsen van dit apparaat
Volg de instructies in de
gebruikershandleiding zorgvuldig
als u dit apparaat op een standaard
plaatst (p.8).
Als dit niet op juiste wijze wordt
uitgevoerd, kan een instabiele situatie
gecreëerd worden, die ertoe kan leiden dat
het apparaat of de standaard (om)valt,
hetgeen in letsel kan resulteren.
Sluit het netsnoer op een stopcontact dat het
juiste voltage heeft aan
Het apparaat mag alleen op het
type stopcontact van dat op de
achterkant van het apparaat wordt
aangegeven worden aangesloten.
Gebruik alleen het meegeleverde netsnoer
Gebruik alleen het aan het apparaat
bevestigde netsnoer. Ook mag het
bijbehorende netsnoer niet met een
ander apparaat worden gebruikt.
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en
plaats er geen zware objecten bovenop
Anders kan dit brand of elektrische
schok tot gevolg hebben.
Vermijd langdurig gebruik op hoog volume
Als dit apparaat langdurig op een
hoog volume wordt gebruikt, kan
gehoorverlies veroorzaakt worden.
Indien u last heeft van enig
gehoorverlies of een piep in de oren, moet u
het apparaat niet meer gebruiken en een
oorarts raadplegen.
2
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
001
Lees de instructies en de gebruiksaanwijzing goed
door, voordat u dit apparaat in gebruik neemt.
..........................................................................................................
002c
Maak het apparaat of de adapter nooit open, en
breng geen interne wijzigingen aan.
......................................................
....................................................
004
Gebruik of bewaar het apparaat nooit:
Bij extreme temperaturen (bv. direct zonlicht in
een dicht voertuig, bij een warmtebron of
bovenop een warmte opwekkend apparaat); of
bij
Vocht (bv. baden, badkamers, op natte vloeren);
of bij
Regen; of
Stof; of
Bij hoge trillingen.
........................................................................
..................................
011
Laat geen objecten (b.v. brandgevaarlijk materiaal,
munten of naalden); vloeistof (water, frisdranken
etc.) in of over het apparaat vallen.
..........................................................................................................
013
In huishoudens met kleine kinderen dient altijd
een volwassene toezicht te houden, totdat het kind
in staat i
s om de regels die essentieel zijn voor een
veilig gebruik van het apparaat te volgen.
..........................................................................................................
014
Bescherm het apparaat tegen hevige schokken.
(Laat het apparaat niet vallen!)
..........................................................................................................
104
Probeer het ve
rstrengelen van snoeren en kabels te
voorkomen. Snoeren en kabels dienen ook altijd
buiten bereik voor kinderen te worden geplaatst.
..........................................................................................................
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruik
er attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING WAARSCHUWING WAARSCHUWING
3
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
Zorg dat er geen vreemde objecten of vloeistoen
in dit apparaat terechtkomen, plaats nooit
houders met vloeistof op het apparaat
Plaats geen houders die vloeistof
bevatten (bloemenvazen) op dit
apparaat. Zorg dat er geen vreemde
objecten (bijv. brandbare objecten,
munten, snoeren) of vloeistoen
(water of vruchtensap) in het
product terechtkomen. Hierdoor
kan kortsluiting optreden of een
verkeerde werking of andere storingen
worden veroorzaakt.
Zet het apparaat uit als een afwijking of storing
optreedt
Zet direct de stroom uit, haal het
netsnoer uit het stopcontact en
breng het apparaat voor onderhoud
naar uw handelaar, het
dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of
een erkend Roland distributeur, te vinden op
de ‘Informatie’ pagina, indien:
het netsnoer is beschadigd, of
er rook of een ongewone geur optreedt,
of
er objecten of vloeistof in het apparaat
terecht zijn gekomen, of
het apparaat in de regen heeft gestaan (of
op andere wijze nat is geworden), of
het apparaat niet normaal schijnt
te functioneren, of een duidelijke
verandering in werking laat zien.
Zorg ervoor dat kinderen zich niet bezeren
Zorg dat er altijd een volwassene
aanwezig is om toezicht te houden
en aanwijzingen te geven als het
apparaat wordt gebruikt op
plaatsen waar kinderen aanwezig zijn, of als
een kind het apparaat gebruikt.
Niet laten vallen of aan zware schokken
blootstellen
Anders riskeert u beschadigingen of
storingen.
Gebruik voor dit apparaat geen stopcontact
waar een buitensporig aantal andere apparaten
gebruik van maakt
Anders riskeert u oververhitting of
brand.
VOORZICHTIG
Niet in het buitenland gebruiken
Voordat u dit apparaat in het
buitenland gaat gebruiken, neemt u
contact op met uw verkoper, het
dichtstbijzijnde Roland Service
Centrum of een erkend Roland distributeur.
Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
Op een goed geventileerde locatie plaatsen
Het apparaat en de adapter dienen
zo geplaatst te worden dat hun
locatie of positie de benodigde
ventilatie niet belemmert.
Gebruik alleen de gespeciceerde standaard(s)
Dit apparaat is ontworpen om
samen met specieke, door Roland
vervaardigde standaards (KS-G8,
KS-G8B) gebruikt te worden. Als het
in combinatie met andere standaards wordt
gebruikt, bestaat de kans op letsel als dit
product (om)valt vanwege onvoldoende
stabiliteit.
Beoordeel veiligheidskwesties voordat
standaards worden gebruikt
Zelfs als u de waarschuwingen in de
gebruikershandleiding in acht
neemt, kunt u situaties
tegenkomen waarin het apparaat
van de standaard valt of de standaard zelf
omvalt. Daarom moet u zich bewust zijn van
veiligheidskwesties voordat dit product wordt
gebruikt.
Als u het netsnoer loskoppelt houdt u het bij de
stekker vast
Als u de stekker van de adapter in
het apparaat of een stopcontact
steekt of eruit haalt, houdt u deze, of
de behuizing van de adapter vast.
De stekker regelmatig schoonmaken
Een ophoping van stof tussen de
twee stekkers kan tot brand kan
leiden.
U dient de stekker met enige
regelmaat uit het stopcontact te
halen en deze schoon te maken met een
droge doek, om stof en andere materie die
zich opgehoopt kan hebben te verwijderen.
Ontkoppel het netsnoer als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt wordt
In het onwaarschijnlijke geval dat
een storing zich voordoet, kan
brand optreden.
Leid alle netsnoeren en kabel op zo’n manier dat
deze niet verward raken
Verwondingen kunnen veroorzaakt
worden als iemand over een kabel
struikelt, waardoor het apparaat
(om)valt.
Ga nooit op het apparaat zitten of staan en
plaats er geen zware objecten op
Anders loopt u het risico op letsel
als het apparaat (om)valt.
Haal een stekker nooit uit het stopcontact als u
natte handen heeft
Anders kunt u een elektrische schok
krijgen.
Verwijder alle snoeren/kabels voordat het
apparaat wordt verplaatst
Voordat u het apparaat verplaatst,
haalt u de stekker uit het
stopcontact en ontkoppelt u alle
snoeren van externe apparaten.
Voordat u het apparaat schoonmaakt, haalt u de
stekker uit het stopcontact
Als het netsnoer niet wordt
ontkoppeld, loopt u de kans op een
elektrische schok.
Als er onweer dreigt in uw omgeving, haalt u de
stekker uit het stopcontact
Als de stekker niet uit het
stopcontact wordt gehaald, kunt u
een elektrische schok krijgen.
WAARSCHUWING VOORZICHTIG
4
Belangrijke opmerkingen
Stroomvoorziening
Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact
aan dat door een elektrisch apparaat wordt
gebruikt waar een omvormer bij te pas komt
(zoals een koelkast, wasmachine, magnet-
ronoven of airconditioner) of dat een motor
bevat. Afhankelijk van de manier waarop
het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van
de stroomvoorziening veroorzaken dat dit
apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare
ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is
om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst
u een ruislter tussen dit apparaat en het
stopcontact.
Plaatsing
Wanneer het apparaat in de buurt van eind-
versterkers (of andere apparatuur welke grote
stroom transformators bevat) wordt gebruikt,
kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem
te verzachten, verandert u de richting van dit
apparaat of plaatst u het verder weg van de
storingsbron.
Dit apparaat kan storing in radio en tele-
visieontvangst veroorzaken. Gebruik dit
apparaat niet in de nabijheid van dit soort
ontvangers.
Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draad-
loze communicatieapparaten, zoals mobiele
telefoons, in de buurt van dit apparaat worden
gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het
ontvangen of starten van een gesprek of
tijdens de conversatie.
Als u dit soort problemen ondervindt, dient u
deze draadloze apparaten op meer afstand van
dit apparaat gebruiken of uit te zetten.
Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot,
plaats het niet in de buurt van apparaten die
warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten
voertuig achter en onderwerp het niet aan
extreme temperaturen. Door overmatige hitte
kan het apparaat vervormen of verkleuren.
Als het apparaat naar een locatie met een zeer
afwijkende temperatuur en/of vochtigheid
wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels
(condensatie) binnen in het apparaat worden
gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat
gaat gebruiken, kunnen schade en storingen
ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat
u het in gebruik neemt, enige uren laten staan
totdat de condensatie volledig is verdampt.
Laat geen objecten boven op het klavier liggen.
Deze kunnen storingen veroorzaken, zoals
toetsen die geen geluid produceren.
Afhankelijk van het materiaal en de tempera-
tuur van het oppervlak waarop u het apparaat
plaatst, kunnen de rubber voetjes het opper-
vlak doen verkleuren of beschadigen.
U kunt een stukje stof of vilt onder de rubber
voetjes plaatsen om dit te voorkomen. Als u dit
doet, moet u oppassen dat het apparaat niet
per ongeluk glijdt of verschuift.
Plaats geen containers of andere objecten die
vloeistof bevatten op dit apparaat. Wanneer er
vloeistof op het apparaat is gemorst, veegt u
het snel weg met een droge, zachte doek.
Onderhoud
Voor het dagelijks schoonhouden neemt u het
apparaat met een droge of licht vochtige doek
af. Om hardnekkig vuil te verwijderen gebruikt
u een doek met een mild, niet schurend
schoonmaakmiddel. Daarna neemt u het appa-
raat grondig met een zachte, droge doek af.
Gebruik geen benzeen, thinner, alcohol of
oplosmiddelen, omdat deze vervorming of
kleurverandering kunnen veroorzaken.
Reparaties en data
Voordat u het apparaat ter reparatie aanbiedt,
maakt u een reservekopie van de data die in
het apparaat is opgeslagen, of noteert u de
benodigde informatie. Tijdens reparaties wordt
altijd geprobeerd om het verlies van data
te voorkomen. Echter, in bepaalde gevallen
(bijvoorbeeld als de geheugensectie fysiek
beschadigd is), kan de opgeslagen inhoud
helaas niet meer hersteld worden. Roland is
niet aansprakelijk voor het herstel van data die
verloren zijn gegaan.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
Data die in het apparaat zijn opgeslagen,
kunnen door een storing in het apparaat of
door onjuiste bediening verloren gaan. Om
te voorkomen dat u belangrijke data verli-
est, adviseren wij u er een gewoonte van te
maken om regelmatig een reservekopieën van
belangrijke data die u in het geheugen van het
apparaat heeft opgeslagen te maken.
Roland is niet aansprakelijk voor herstel van
opgeslagen data die verloren zijn gegaan.
Behandel de knoppen, schuifregelaars en
andere regelaars van dit apparaat voorzichtig.
Dit geldt ook voor het gebruik van de Jacks
en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot
storingen leiden.
Sla nooit op het scherm en druk er niet hard op.
Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van
alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf
vast. Trek nooit aan de kabel. Op deze manier
vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne
elementen van de kabel.
Tijdens normale werking wordt een geringe
hoeveelheid warmte door het apparaat afge-
geven.
Om te vermijden dat u uw buren stoort,
gebruikt u dit apparaat op een passend volu-
meniveau.
Het geluid van toetsen die worden aangesla-
gen en vibraties die dor het bespelen van het
instrument geproduceerd worden, kan sterker
dan verwacht via muren of vloeren worden
doorgegeven. Zorg ervoor dat u anderen in uw
omgeving geen ergernis bezorgt.
Wanneer het apparaat vervoert moet worden,
verpakt u het in schokabsorberend materiaal.
Als het apparaat zonder dit materiaal wordt
vervoerd kunnen er krassen op komen of kan
het beschadigen, hetgeen tot storingen kan
leiden.
Gebruik alleen het gespeciceerde expressie-
pedaal (EV-5, EV-7 apart verkrijgbaar). Als
andere expressiepedalen worden aangesloten,
riskeert u storingen en/of beschadigingen van
het apparaat.
Externe geheugens gebruiken
Neem notie van de volgende voorzorgsmaatre-
gelen als u met externe geheugenapparaten
werkt.
Ook dient u alle voorzorgsmaatregelen
waarmee het externe geheugenapparaat werd
geleverd in acht te nemen.
Verwijder het apparaat niet terwijl er
gelezen/opgeslagen wordt.
Om schade door statische elektriciteit te
voorkomen, ontlaadt u alle statische elek-
triciteit van uw lichaam voordat u met het
apparaat gaat werken.
Onderhoud van het klavier
Schrijf niet met een pen of ander voorwerp op
het klavier en breng geen stempels of andere
markeringen op het instrument aan. Inkt sijpelt
in de groeven van het oppervlak en kan niet
verwijderd worden.
Plak geen stickers op het klavier. Plakplaatjes
die een sterke lijm gebruiken kunnen mogelijk
niet meer verwijderd worden, en de kleefstof
kan verkleuring veroorzaken.
Om hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u
een in de handel verkrijgbare klavierreiniger
die geen schuurmiddelen bevat. Neem het
oppervlak eerst licht af. Als het vuil niet ver-
dwijnt, wrijft u met meer druk, waarbij u oplet
dat u geen krassen op de toetsen maakt.
Intellectueel eigendomsrecht
Het maken van een geluidsopname, video-
opname, kopie of revisie van een auteurs-
rechtelijk beschermd werk van een derde
partij (muzikale compositie, video, uitzending,
publiekelijke uitvoering of ander werk), in zijn
geheel of gedeeltelijk, zonder de toestemming
van de auteursrechthebbende, is bij de wet
verboden.
Gebruik dit product niet voor doeleinden die
het auteursrecht van een derde partij kunnen
overtreden. We nemen geen enkele verant-
woordelijkheid met betrekking tot overtredin-
gen auteursrechten van een derde partij, die uit
uw gebruik van dit apparaat voortkomen.
Het auteursrecht van inhoud in dit product (de
geluidsgolfvorm data, stijldata, begeleidingspa-
tronen, frasedata, Audio Loops en beelddata) is
aan Roland Corporation voorbehouden.
Kopers van dit product mogen genoemde
inhoud (behalve songdata zoals Demo songs)
gebruiken voor het creëren, uitvoeren opne-
men en distribueren van originele muziekstuk-
ken.
Kopers van dit product mogen genoemde
inhoud, in oorspronkelijke of gewijzigde vorm,
NIET gebruiken voor het distribueren van
opgenomen media van genoemde inhoud of
het daarvan beschikbaar maken binnen een
computer netwerk.
MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst
naar een patent portfolio dat zich met micro-
processor architectuur bezig houdt, welk werd
ontwikkeld door Technology Properties Limited
(TPL). Roland heeft een licentie voor deze
technologie van de TPL groep.
Dit product bevat het eCROS geïntegreerd soft-
ware platform van eSOL Co., Ltd. eCROS is een
handelsmerk van eSOL Co., Ltd. in Japan.
Roland, GS, SuperNATURAL zijn geregistreerde
handelsmerken of handelsmerken van Roland
Corporation in de Verenigde Staten van
Amerika en/of andere landen.
Bedrijfsnamen en productnamen in dit docu-
ment zijn geregistreerde handelsmerken of
handelsmerken van hun respectievelijke
eigenaars.
5
Inhoud
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘Belangrijke veiligheidsinstructies’ (p.2), ‘Het apparaat op een veilige manier gebruiken (p.3) en ‘Belang-
rijke opmerkingen’ (p. 5). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in
zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding zodat u er later aan kunt refereren.
Copyright © 2014 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd
worden.
Voordat u begint
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN . . . . . . . . 3
Belangrijke opmerkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
De RD-800 op een standaard plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Basisbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Het bedienen van de RD-800
Overzicht van de RD-800 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bedieningsgids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Basisstructuur van de RD-800 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Eenheden van geluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Over geheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Het algehele volume aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
De toonhoogte van het geluid in Realtime veranderen
(Pitch Bend) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Vibrato of dynamiek toevoegen (Modulation) . . . . . . . . . . . . 12
Het volumeniveau voor individuele Layers aanpassen . . . . 12
Handige uitvoeringsfuncties toewijzen
([S1] [S2] knoppen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
De knoppen uitschakelen (Panel Lock) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Toegang tot het MENU scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Toegang tot het MIDI CONROL scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Uw spel transponeren (Transpose) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Geluiden selecteren (Tone/Live Set) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Klanken stapelen (Layer) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Het klavier in twee regios verdelen (Split)) . . . . . . . . . . . . . . . 13
Galm aan het geluid toevoegen (REVERB) . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Een eect toepassen (MODULATION FX) . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Tremolo toepassen (TREMOLO) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Het karakter van het geluid aanpassen (TONE COLOR) . . . 14
De vervorming aanpassen (AMP SIM) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
De niveaus van elke frequentiereeks aanpassen
(EQUALIZER) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Delay aan het geluid toevoegen (DELAY) . . . . . . . . . . . . . . . . 15
De functies die aan de knoppen zijn toegewezen
besturen (ASSIGN) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Eectsignaal stroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Paneelbeschrijvingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Bovenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Achterpaneel (de externe apparatuur aansluiten) . . . . . . . . 18
De RD-800 aanzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
De RD-800 uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
De demosongs beluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Het geluid bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Het geluid op unieke wijze variëren (Tone Color) . . . . . . . . . 20
De knoppen gebruiken om het geluid aan te passen . . . . . 20
Een Live Set bewerken (Live Set Edit) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Een klank bewerken (Designer) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
De orgelklanken creëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
De geluidsinstellingen in een Live Set opslaan
(Live Set Write) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
De volgorde van Live Sets veranderen (Live Set Swap) . . . 23
De handige functies gebruiken tijdens het spelen . . . . . . . . . . 24
Ritme spelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Geluid opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Geluidsbestanden van een USB-stick spelen . . . . . . . . . . . . . 25
Diverse instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Toegang tot de schermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Een extern MIDI-apparaat vanaf de RD-800 besturen . . . . . 26
Geheugen formatteren (Format) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Zorgen dat de stroom na een bepaalde tijd automatisch
wordt uitgeschakeld (Auto O ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) . . . . . . . . 27
Het instellen van de RD-800
Gedetailleerde instellingen voor een Live Set (Live Set Edit) 28
Gedetailleerde instellingen voor elke Layer (Layer Edit). . . 28
De Key Touch veranderen (Key Touch) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Functies aan de pedalen toewijzen (Pedal) . . . . . . . . . . . . . . . 29
Functies aan ASSIGN 1-5 toewijzen (Assign 1-5) . . . . . . . . . . 30
Functies aan de [S1] [S2] knoppen toewijzen (S1/S2) . . . . . 30
Lijst van functie die aan de pedalen, knoppen en
toetsen toegewezen kunnen worden . . . . . . . . . . . . . . . 30
Galm aan het geluid toevoegen (Reverb) . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het geluid ruimtelijker laten klinken (Delay). . . . . . . . . . . . . . 31
Gedetailleerde klank instellingen (Designer) . . . . . . . . . . . . . . . 32
Piano Designer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Tone Designer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Gedetailleerde instellingen voor de E. Piano
klanken maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Gedetailleerde instellingen voor de CLAV klanken
maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Gedetailleerde instellingen voor de overige
klanken maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Individuele toetsen bewerken (Individual Note Voicing) . . 34
De Modulation FX bewerken (Modulation FX) . . . . . . . . . . . . 35
Tremolo/Amp Simulator bewerken
(Tremolo/Amp Simulator)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
De creatie van orgelklanken simuleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
6
Inhoud
Het afspeelvolume van geluidsbestanden
aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
De helderheid van het beeldscherm aanpassen
(LCD Brightness) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Instellingen voor de LED verlichting van de
knoppen (Knob LED Switch) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
De achtergrondafbeelding veranderen
(Display Theme) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Maken dat de stroom na bepaalde tijd
automatisch wordt uitgeschakeld (Auto O) . . . . . . . 43
Systeeminstellingen opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Live Set bestandsbeheer (Live Set File) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Een Live Set bestand opslaan (Live Set File Save) . . . . 44
Live Set bestanden oproepen (Live Set File Load) . . . 45
Een Live Set bestand verwijderen
(Live Set File Delete)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Een Live Set bestand kopiëren (Live Set File Copy) . . 46
Handige functies (Utility) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
De Controller sectie en de geluidsgenerator sectie
loskoppelen (Local Switch) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Instellingen optimaliseren voor het opnemen op
een externe sequencer (Rec Mode) . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Geheugen formatteren (Format). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) . . . 48
Een specieke Live Set van een Live Set bestand
importeren (Live Set Import) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Een Live Set initialiseren (Live Set Initialize) . . . . . . . . . 48
About MIDI Visual Control (V-LINK/MVC) . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
MIDI Visual Control aan/uit zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
MIDI Visual Control instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Gedetailleerde instellingen voor MIDI Visual Control 49
V-LINK/MVC Local Switch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Instellingen voor de draadloze LAN functie (Wireless) . . . . 50
Basis verbindingsmethode
(aansluiten door middel van WPS) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Status indicatie (Wireless) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Overige instellingen (Wireless Option) . . . . . . . . . . . . . . 51
Het IP adres en MAC adres controleren
(Wireless Information) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Aansluiten op een computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Aansluiten op een computer via de USB COMPUTER poort 53
Een andere USB-driver gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
De RD-800 als een USB MIDI Interface gebruiken . . . . . . . . . 53
Appendix
Probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Lijst van eecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Belangrijkste specicaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Het netsnoer vastzetten (Snoerklem) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Lijst van sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
De RD-800 als een masterklavier gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Wat is MIDI? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Over MIDI-aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Het volume van elke Layer aanpassen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
De MIDI-aansluiting die voor uitvoer wordt gebruikt
selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Het MIDI-zendkanaal instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Klanken op een extern MIDI-apparaat selecteren . . . . . . . . . 38
Gedetailleerde instellingen voor verzonden parts . . . . . . . . 38
Gedetailleerde instellingen voor elke functie . . . . . . . . . . . . . . . 40
Instellingsparameters (System) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Afstemmen op de toonhoogtes van andere
instrumenten (Master Tune) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
De Equalizer instellingen behouden als de Live Set
wordt veranderd (EQ Mode) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
De instellingen van de functie selectieknop
behouden, zelfs als een andere Live Set wordt
gekozen (Select Button Mode) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
De pedaalinstellingen behouden, zelfs als er van
Live Set wordt veranderd (Pedal Mode) . . . . . . . . . . . . . 40
De instellingen van de [S1] [S2] knoppen
behouden, zelfs als er van Live Set wordt
veranderd (S1/S2 Mode) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
De instellingen van de Assign 1-5 controller
behouden, zelfs als er van Live Set wordt
veranderd (Assign 1-5 Mode) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
De Delay-instellingen behouden, zelfs als er van
Live Set wordt veranderd (Delay Mode) . . . . . . . . . . . . . 40
De Reverb-instellingen behouden, zelfs als er van
Live Set wordt veranderd (Reverb Mode) . . . . . . . . . . . 41
De ritme-instellingen behouden, zelfs als er van
Live Set wordt veranderd (Rhythm Mode)
. . . . . . . . . . 41
De Keyboard Touch instellingen behouden,
zelfs als de Tone of Live Set wordt veranderd
(Key Touch Mode) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
De huidige klank behouden, zelfs als er van klank
wordt veranderd (Tone/Live Set Remain)
. . . . . . . . . . . 41
Program Change boodschappen
gebruiken om van LIVE SET te veranderen
(Live Set Control Channel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
De USB Driver selecteren (USB Driver) . . . . . . . . . . . . . . 41
De USB MIDI Thru schakelaar selecteren
(USB MIDI Thru Switch) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
De functie van de MIDI THRU/OUT 2 aansluiting
selecteren (MIDI OUT 2 Port Mode) . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
De polariteit van het pedaal veranderen (Damper/
FC1/FC2/EXT Pedal Polarity) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
De stemmingsmethode instellen
(Temperament/Key) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Selecteren welke parts geluid zullen produceren
(Part Switch 1-16) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Synchronisatie boodschappen verzenden
(Clock Out) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Hoge resolutie Velocity data verzenden
(Hi-Res Velocity Out)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
De MIDI uitvoer poort voor ritme selecteren
(Rhythm MIDI Output Port) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Het MIDI uitvoer kanaal voor ritme selecteren
(Rhythm MIDI Channel)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
7
De RD-800 op een standaard plaatsen
Pas op dat u uw vingers niet bezeert tijdens het opzetten van de standaard.
Als u de RD-800 op een standaard wilt plaatsen, gebruikt u de Roland KS-G8 of KS-G8B.
Plaats het instrument op een standaard volgens onderstaande instructies.
KS-G8/KS-G8B
Breng de markering op het
achterpaneel van de RD-800
op één lijn met het midden
van de standaard.
Achteraanzicht
Breng de naad op het paneel
van de RD-800 (onderaan, in de
buurt van de voorkant) op één
lijn met de hoeken van de rubber
voeten van de standaard.
Zijaanzicht
8
Tone scherm
Dit is het scherm dat verschijnt als u de RD-800 opstart of als u op
een TONE knop drukt.
Geselecteerde ritme of song
Tone naam
Layer
Tone nummer
Navigeren tussen in te stellen items (cursor)
Als er meerdere parameters in het scherm aanwezig zijn, wordt de
naam en de waarde van de parameter die veranderd wordt met
een kader weergegeven. Dit kader noemen we de cursor. De cursor
wordt met de Cursor [H] [I] [K] [J] knoppen verplaatst.
Cursor knop
Cursor
Live Set scherm
Dit is het scherm dat verschijnt als u op een LIVE SET knop drukt.
Geselecteerde ritme of song
Tone naam
Live set naam
Toets regios die
door elke Layer
gespeeld kunnen
worden zijn
gemarkeerd
Layers die zijn
aangezet worden
gemarkeerd
Live Set bank/
nummer
Voor het veranderen van waardes van instellingen kunt u de [DEC]
en [INC] knoppen, de waardedraaiknop of de TONE knoppen
(numerieke toetsen) gebruiken.
Cursor
Waarde
draaiknop
[DEC] knop, [INC] knop
Als de [INC] knop wordt ingedrukt neemt de waarde toe, en als de
[DEC] knop wordt ingedrukt neemt deze af.
Doel Paneel bediening
De waarde
voortdurend
veranderen
Houd de [DEC] knop of [INC] knop ingedrukt.
De waarde snel
veranderen
Terwijl u de [INC] knop ingedrukt houdt, drukt u op
de [DEC] knop. Terwijl u de [DEC] knop ingedrukt
houdt, drukt u op de [INC] knop.
Het item op zijn
standaardwaarde
instellen
Druk de [DEC] en [INC] knoppen tegelijk in.
Basisbediening
VALUE draaiknop
Draai de knop met de wijzers van de klok mee om de waarde toe te
laten nemen, of tegen de wijzers van de klok in om de waarde af te
laten nemen.
TONE knoppen (numerieke toetsen)
Voor sommige instellingen kunt u de TONE knoppen als een
numeriek toetsenbord van [0]-[9] knoppen gebruiken om een
numerieke waarde rechtstreeks te speciceren.
Als u het nummer invoert, knippert de waarde. Dit geeft aan dat
de waarde nog niet denitief is. Om de waarde denitief te maken,
drukt u op de [ENTER] knop.
Handelingen met knoppen en schuifregelaars
Als u een knop of schuifregelaar gebruikt om een instelling te
wijzigen, verschijnt de gewijzigde parameter en zijn waarde in een
pop-up scherm.
Dit scherm wordt na enige tijd automatisch gesloten.
Parameter
Waarde
De Layer die met de
knoppen en schuifregelaars
bediend kan worden wordt
gemarkeerd.
Een waarde bewerken
* Illustraties en schermafbeeldingen in dit document zijn bedoeld voor het uitleggen van de functies en handelingen. Deze kunnen enigszins afwijken van
dat wat u daadwerkelijk op uw instrument ziet.
9
Bedieningsgids
Basisstructuur van de RD-800
Controller sectie
Deze sectie omvat het klavier, de Pitch Bend/modulatiehendel, de paneelknop-
pen, de schuifregelaars en pedalen die op het achterpaneel zijn aangesloten.
Acties zoals het indrukken en loslaten van toetsen op het klavier, het demper-
pedaal indrukken, enzovoort, worden in MIDI-boodschappen omgezet en naar
de geluidsgeneratie sectie of een extern MIDI-apparaat gestuurd.
Geluidsgenerator/Eect sectie
Dit is de sectie die het geluid produceert en wijzigt. Uitvoeringsdata van de
controller sectie wordt in een geluidssignaal omgezet, dat via de OUTPUT Jacks
of de PHONES Jack wordt uitgestuurd.
Geluids-
signaal
Controller sectie Geluids-
generator/
Eect sectie
Uitvoerings-
data
Klavier
Pitch Bend
Knop
S1/S2
Pedaal
Eenheden van geluid
Tone
Op de RD-800 noemen we elke klank die met een Tone knop wordt geselecteerd een Tone’.
Om een Tone (klank) te spelen, wijst u deze aan één van de vier Layers toe (UPPER 1, UPPER 2, UPPER 3, LOWER). U kunt twee of meer Layers tegelijk op het klavier
spelen, of verschillende regios van het klavier gebruiken om verschillende Layers te spelen.
U kunt de Designer functie (p.32) gebruiken om het geluid aan uw eigen smaak aan te passen. De aangepaste klanken kunnen in een Live Set worden opgeslagen.
Sommige klanken zijn ‘ritme sets’, die meerder percussie-instrument klanken bevatten.
Een ritme set produceert een ander percussie-instrument klank voor iedere toets (nootnummer) die u indrukt.
Live Set
Op de RD-800 noemen we elke klank die met een LIVE SET knop wordt geselecteerd een ‘Live set’.
Een Live Set bestaat uit instellingen voor een klank (Tone) die aan elke Layer is toegewezen, samen met algemene instellingen voor de Layers
(zoals Reverb, Delay en EQ). U kunt uw favoriete setups als 200 Live sets opslaan en deze met gebruik van de LIVE SET [A]-[J] knoppen op eenvoudige wijze oproepen.
De fabrieksinstellingen bevatten talloze Live Sets, klaar voor gebruik.
Live Set
Controller sectie
Externe laag (p. 23)
Pedaal
S1/S2
Knop
Key Touch
Geluidsgenerator/Eect sectie
EQ
Externe laag
(Upper 1)
Externe laag
(Upper 2)
Externe laag
(Upper 3)
Externe laag
(Lower)
Live Set naam Ritme
MIDI OUT
Laag
(Upper 1)
Laag
(Upper 2)
Laag
(Lower)
Laag
(Upper 3)
Delay Reverb
Natuurlijke
resonantie
(alleen piano)
* Eectinstellingen binnen de gestippelde lijn weerspiegelen de instellingen van de UPPER 1
Layer die u in het TONE scherm of het LIVE SET scherm heeft geselecteerd.
Comp
Tone (Upper 1)
Tone (Upper 2)
Tone (Upper 3)
Tone (Lower)
Tone
Modulation
FX
Tremolo
Amp
Simulator
Volume
Pan
Natuurlijke
resonantie
Reverb Delay
Geluids-
generator
Controller sectie
ontvangst instellingen
10
Snelle start
Over geheugen
Het geheugen voorziet in opslag locaties waar Live Sets en andere instellingen worden
opgeslagen.
Er zijn drie types geheugen: tijdelijk geheugen’, ‘herschrijfbaar geheugen’ en ‘niet
herschrijfbaar geheugen’.
Tijdelijk geheugen
Tijdelijk gebied
Het geluid en de controller instellingen die u met gebruik van de Tone knoppen op het paneel of de
LIVE SET knoppen selecteert, worden in het tijdelijk gebied geroepen.
Als u op het klavier speelt, wordt klanken geproduceerd volgens de instellingen in het tijdelijk gebied.
De instellingen in het tijdelijk gebied gaan verloren als u het apparaat uitzet of andere instellingen
oproept. Als u de data in het tijdelijk gebied wilt behouden, moet u deze in het herschrijfbare geheu-
gen opslaan.
Herschrijfbaar geheugen
Systeemgeheugen
Systeemgeheugen bevat instellingen voor systeemparameters die speciceren hoe de RD-800 moet
werken.
Om systeemparameters op te slaan, slaat u de systeeminstellingen op (p.43).
User (gebruiker) geheugen
Live Sets en songs kunnen in het User geheugen worden opgeslagen (LIVE SET Write: p.23).
U kunt ook alle Live Sets met één enkele handeling opslaan (LIVE SET File Save: p.44).
USB-stick
U kunt alle Live Sets in één bestand opslaan (LIVE SET File Save: p.44).
U kunt Live Set bestand tussen een USB-stick en het User geheugen kopiëren (Live Set File Copy: p.46).
De USB-stick wordt ook als opslaglocatie voor geluidsopname gebruikt.
Niet herschrijfbaar geheugen
Preset geheugen
De demosongs en de Tones worden in het Preset geheugen opgeslagen. Deze kunnen niet veranderd (herschreven) worden.
RD-800
Herschrijfbaar geheugen
USB-stick
Live Set bestanden
Audio-opgenomen data
Niet herschrijfbaar geheugen
Preset geheugen
Tone
DEMO songs
Herschrijfbaar geheugen
User geheugen
Live Set
Live Set bestanden
Systeemgeheugen
Tijdelijk geheugen
Tijdelijk gebied
Live Set
11
Het volumeniveau voor individuele
Layers aanpassen
LAYER schakelaar
Deze knoppen zetten elke Layer aan/uit.
Verlicht is aan, niet verlicht is uit.
LAYER LEVEL schuifregelaar
Past het volume van een individuele Layer aan.
Het algehele volume aanpassen
1.
Draai aan de [VOLUME] knop.
Min Max
Toegang tot het MENU scherm
1.
Druk op de [MENU] knop.
Hier kunt u systeeminstel-
lingen voor de RD-800
maken of bestanden
beheren,
pag. 26
Toegang tot het MIDI CONROL scherm
1. Druk op de [MIDI CONTROL] knop.
Hier kunt u de externe
Layers besturen.
pag. 26
De toonhoogte van het geluid in
Realtime veranderen (Pitch Bend)
Terwijl u op het klavier speelt, beweegt u
de hendel naar links om de toonhoogte te
verlagen, of naar rechts om de toonhoogte te
verhogen. Dit staat bekend als Pitch Bend.
Als u de hendel van u af beweegt, worden de
Pitch Bend en modula-
tie-eecten gelijktijdig
toegepast.
Uw spel transponeren
(Transpose)
U kunt de Transpose instelling in stappen van
halve tonen aanpassen, binnen een reeks van
-48-0-+48 ten opzichte van C4.
1. Houd de [TRANSPOSE] knop enkele
seconden ingedrukt.
De huidige instelling wordt getoond.
2. Terwijl u de [TRANSPOSE] knop blijft
indrukken, drukt u op de [DEC] [INC]
knoppen of een toets.
Als u de [TRANSPOSE] knop loslaat, verschijnt
het vorige scherm weer.
Als de hoeveelheid transpositie is ingesteld,
wordt de Transpose functie aangezet en licht de
[TRANSPOSE] knop op.
MEMO
Als u de C4 (middelste C) toets indrukt, wordt
de hoeveelheid transpositie op ‘0’ ingesteld.
Om bijvoorbeeld ‘E’ te laten klinken als u ‘C’ op
het klavier speelt, houdt u de [TRANSPOSE]
knop ingedrukt en drukt u op de E4 toets. De
mate van transpositie wordt dan ‘+4’.
U kunt de mate van transpositie voor elke
Layer individueel instellen. Meer informatie
vindt u bij TRA (Layer Transpose)’ (p.28).
OPMERKING
Als de hoeveelheid transpositie 0 is, wordt de
[TRANSPOSE] knop niet aangezet, ook al drukt
u erop.
Vibrato of dynamiek toevoegen
(Modulation)
U kunt ook vibrato toepassen door de hendel
van u af te bewegen. Dit staat bekend als
modulatie (Modulation).
Als u de hendel van u af beweegt terwijl deze
ook naar rechts of links te bewegen, worden de
Pitch Bend en modulatie-eecten gelijktijdig
toegepast.
De knoppen uitschakelen (Panel Lock)
Als u de Panel Lock functie in werking stelt,
kunt u de paneelfuncties uitschakelen.
Dit voorkomt dat instellingen onbedoeld
veranderd worden op het podium of dergelijke
situaties.
1. Terwijl u de [MENU] knop ingedrukt
houdt, drukt u op de [ENTER] knop.
Het Panel Lock pop-up scherm verschijnt even
en verdwijnt dan. Vervolgens verschijnt een
icoon dat de Panel Lock status aangeeft rechts
boven in het Tone scherm en het Live Set
scherm.
2. Om de Panel Lock functie uit te
schakelen, drukt u twee keer achter
elkaar op de [EXIT SHIFT] knop.
Handige uitvoeringsfuncties
toewijzen ([S1] [S2] knoppen)
U kunt verscheidene functies aan deze knop-
pen toewijzen (p.30).
Terwijl u speelt kunt u op deze knoppen druk-
ken om de toegewezen knoppen te gebruiken.
12
Snelle start
Geluiden selecteren (Tone/Live Set)
Een klank selecteren
1. Druk op één van de TONE knoppen om de
categorie te selecteren.
2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de
waarde draaiknop om de klank (Tone) te
selecteren.
MEMO
Door de [SHIFT] knop ingedrukt te houden en de [INC] [DEC] knoppen
of de waarde draaiknop te gebruiken, kunt u de eerste klank van elke
klankcategorie selecteren.
Door de op dat moment geselecteerde TONE knop ingedrukt te houden
en op de [WRITE] knop te drukken, kunt u het huidig geselecteerde
klanknummer onthouden, zodat het de volgende keer dat u die TONE knop
indrukt wordt opgeroepen.
Als u van klank verandert worden de functie parameters die aan de
knoppen zijn toegewezen bijgewerkt, wat betekent dat de waardes
mogelijk niet overeenkomen met de posities die op dat moment door de
knoppen worden aangegeven. Als een knop niet met de daadwerkelijke
waarde overeenkomt, maakt een inke draai aan die knop dat de waarde
naar de actuele positie wordt bijgewerkt.
Een Live Set selecteren
1. Druk op een willekeurige LIVE SET knop om
de bank (A-J) te selecteren.
2. Gebruik de [INC] [DEC] knoppen of de
waarde draaiknop om het Live Set nummer
te selecteren.
MEMO
Door de [SHIFT] knop ingedrukt te houden en de [INC] [DEC] knoppen of
de waarde draaiknop te gebruiken, kunt u de eerste klank van elke Live Set
bank selecteren.
Door de op dat moment geselecteerde LIVE SET knop ingedrukt te
houden en op de [WRITE] knop te drukken, kunt u het op dat moment
geselecteerde Live Set nummer onthouden, zodat het de volgende keer dat
u die LIVE SET knop indrukt geselecteerd wordt.
Als u van Live Set verandert, worden de functie parameters die aan de
knoppen en schuifregelaars zijn toegewezen bijgewerkt, wat betekent dat de
waardes mogelijk niet overeenkomen met de posities die door de knoppen
en schuifregelaars worden aangegeven. Als een knop of schuifregelaar niet
met de werkelijke waarde overeenkomt, maakt een inke draai aan die knop
of beweging van de schuifregelaar dat de waarde wordt bijgewerkt.
Klanken stapelen (Layer)
U kunt klanken combineren met gebruik van
maximaal vier Layers (UPPER 1, UPPER 2, UPPER 3,
LOWER), volgens de volgorde waarin u de Tone
knoppen indrukt.
UPPER 1
UPPER 2
UPPER 3
LOWER
1. Druk twee, drie of vier TONE knoppen
tegelijk in, in de gewenste volgorde.
De klank van een Layer veranderen
1. Druk op de [LIVE SET EDIT] knop om naar
het Live Set Edit Menu scherm te gaan.
2. Kies ‘Layer Edit’ en druk op de [ENTER]
knop.
Het Layer Edit scherm verschijnt.
3. Druk meerdere malen op de cursor [ ]
knop om naar Tone te gaan.
4. Gebruik de cursor [ ] [ ] knoppen om de
Layer waarvan u de klank wilt veranderen
te selecteren.
5. Gebruik de Tone knoppen om een klank
categorie te selecteren, en gebruik
de [DEC], [INC] knoppen of de waarde
draaiknop om een klank te selecteren.
Het klavier in twee regios verdelen (Split))
1.
Druk op de [SPLIT] knop, zodat de indicator verlicht is.
De UPPER klank speelt in de rechterhand sectie van het klavier, en de LOWER klank
speelt in de linkerhand sectie.
Splitpunt (F#3)
LOWER UPPER 1
2. Om de Split modus te verlaten drukt u nog een keer op de [SPLIT] knop, en de indicator dooft uit.
Het splitspunt van het klavier veranderen
1. Terwijl u de [SPLIT] knop ingedrukt houdt, drukt u op de toets die het nieuwe splitspunt moet
worden.
Het splitspunt wordt weergegeven.
Als u de [SPLIT] knop loslaat, verschijnt het vorige scherm weer.
De splitspunt toets behoort tot de LOWER sectie.
De klank van de Lower Layer veranderen
1. Houd de [SPLIT/LOWER SELECT] knop ingedrukt en druk op de Tone knop waarvan u de klank
wilt veranderen.
Het nummer en de naam van de klank die op dat moment voor de Lower Layer zijn geselecteerd worden
weergegeven.
2. Blijf de [SPLIT/LOWER SELECT] knop ingedrukt houden, gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de
waarde draaiknop om een klank te selecteren.
MEMO
U kunt elke willekeurige reeks toetsen
instellen voor iedere Layer. Voor informatie,
zie ‘LWR (Key Range Lower)’ (p.28), ‘UPR
(Key Range Upper)’ (p.28).
UPPER 1
UPPER 2
UPPER 3
LOWER
13
Bedieningsgids
Het karakter van het geluid aanpassen (TONE COLOR)
Als u aan de TONE COLOR knop draait, wordt een aspect van het geluid
gewijzigd, zoals zijn karakter of een akoestisch beeld.
1. Gebruik de [TONE COLOR] knop om de hoeveelheid eect aan te
passen.
MEMO
U kunt de [WRITE] knop gebruiken om het aangepaste geluid in de Live
Set op te slaan.
U kunt het eect van de [TONE COLOR] knop aan een pedaal toewijzen
(p.29).
* U kunt de klank van de Layer, waarvan TON CLR
(Tone Color Control Destination)’ een vinkje heeft in de Layer
instellingen, regelen (LAYER EDIT) (p.28).
pag. 20
Galm aan het geluid toevoegen (REVERB)
Het toepassen van galm voegt een aangename weerkaatsing toe aan het-
geen u speelt, zodat het bijna klinkt alsof u in een concertzaal speelt.
1. Gebruik de [REVERB] knop om de hoeveelheid galm die wordt
toegepast aan te passen.
OPMERKING
Als de ‘REV (Reverb Send Level)’ instelling van LAYER EDIT op ‘0’ is
ingesteld, wordt er geen eect toegepast, zelfs als de [REVERB] knop
wordt aangezet (p.28).
MEMO
Als u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt en aan de [REVERB] knop draait,
verschijnt het Reverb scherm.
In het Reverb scherm kunt u het Reverb type en andere Reverb
parameters bewerken (p.31).
Een eect toepassen
(MODULATION FX)
Met de RD-800 kunt u
een grote verschei-
denheid aan eecten
toepassen, waaron-
der modulatie-type
eecten.
De twee knoppen
van de MODULATION
FX sectie zijn toegewezen voor regeling van de
meest bruikbare parameters van elk eect.
1. In de MODULATION FX sectie zet u de
[ON/OFF] knop aan, zodat deze verlicht is.
Het eect wordt aan/uitgezet, elke keer dat u op
de knop drukt.
2. In de MODULATION FX sectie draait u aan
de [DEPTH] en ]RATE] knoppen om het
eect aan te passen.
Het Modulatie FX type veranderen
1. Terwijl u de MODULATON FX [ON/OFF]
knop ingedrukt houdt, gebruikt u de
[INC] [DEC] knoppen of draait u aan de
waarde draaiknop.
Voor een lijst met eecten die in Modulation
FX gebruikt kunnen worden kijkt u bij ‘Lijst van
eecten (p.58).
Voor informatie over de eect parameters kijkt u
bij ‘ Eect parameter gids’ (PDF).
* U kunt de klank van een Layer waarvoor
‘MOD FX (Modulation FX Control
Destination)’ een vinkje heeft in de Layer
instellingen regelen (LAYER EDIT) (p.28).
Tremolo toepassen (TREMOLO)
U kunt de snelheid
en diepte van het
tremolo-eect aan-
passen.
1. In de TREMOLO
sectie zet u de
[ON/OFF] knop
aan, zodat deze verlicht is.
Elke keer dat u op de knop drukt, wordt de
Tremolo aan/uitgezet.
2. In de TREMOLO sectie draait u aan de
[DEPTH] en [RATE] knoppen om de
Tremolo aan te passen.
De vervorming aanpassen (AMP SIM)
U kunt de hoeveel-
heid vervorming
aanpassen.
1. In de AMP SIM
sectie zet u de
[ON/OFF] knop
aan, zodat deze
verlicht is.
Elke keer dat u op de knop drukt wordt de Amp
Simulator aan/uitgezet.
2. In de AMP SIM sectie draait u aan
de [DRIVE] knop om de hoeveelheid
vervorming aan te passen.
Het Tremolo type en Amp SIM type veranderen
1. Terwijl u de TREMOLO [ON/OFF] knop of de AMP SIM [ON/OFF] knop ingedrukt
houdt, drukt u op de [INC] [DEC] knoppen of draait u aan de waarde draaiknop.
De beschikbare types Tremolo en Amp Simulator vindt u bij ‘ Tremolo/Amp Simulator bewer-
ken (Tremolo/Amp Simulator)’ (p.35).
Meer over Tremolo en Amp Simulator vindt u bij ‘ Eect parameter gids’ (PDF). Voor infor-
matie over de manier waarop de PDF verkregen kan worden, kijkt u bij ‘ PDF handleidingen
verkrijgen’ op de voorpagina.
* U kunt de klank van de Layer waarvan TR/AMP (Tremolo/Amp Control Destination)’
een vinkje heeft in de Layer instellingen regelen (LAYER EDIT) (p.28).
14
Snelle start
De niveaus van elke frequentiereeks aanpassen (EQUALIZER)
OPMERKING
Met bepaalde instellingen van deze knoppen kunnen geluiden vervormen.
Als dit gebeurt, past u de Input Gain aan.
MEMO
De Mid3 band kan niet met de knoppen worden bestuurd.
Om de Mid3 instelling te veranderen, verplaatst u de cursor naar Mid3 en
gebruikt u de waarde draaiknop om deze aan te passen.
U kunt de RD-800 zo instellen dat de Equalizer-instellingen niet veranderen
als u van Live Set verandert. Zie ‘ De Equalizer-instellingen behouden, zelfs
als de Live Set wordt veranderd (EQ Mode)’ (p.40).
Voor details, zie ‘ Eect parameter gids’ (PDF). Voor informatie over
de manier waarop de PDF verkregen kan worden, kijkt u bij ‘ PDF
handleidingen verkrijgen’ op de voorpagina.
De RD-800 is uitgerust met een vijfbands equalizer.
1. Druk op de EQ/DELAY/ASSIGN functie
selectie knop, zodat de EQ indicator oplicht.
2. Druk op de [ON/OFF] knop zodat de
indicator verlicht is.
3. Draai aan de knoppen om de niveaus in elke
reeks aan te passen.
Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en draai de knop naar links om de frequen-
tie te verlagen. Draai de knop naar rechts om de frequentie te verhogen.
Delay aan het geluid toevoegen (DELAY)
Door het Delay-eect toe te voegen, geeft u het
geluid een extra dimensie, met meer vetheid en
breedte.
1. Druk op de EQ/DELAY/ASSIGN functie
selectieknop zodat de DELAY indicator
oplicht.
2. Druk op de [ON/OFF] knop zodat de indicator
verlicht is.
Elke keer dat u op de knop drukt, wordt het Delay-eect aan/uitgezet.
3. Draai aan de DELAY knoppen om het karakter van het Delay-eect
aan te passen.
De functies die aan de knoppen zijn toegewezen
besturen (ASSIGN)
Hier ziet u hoe u parameters die u aan de knop-
pen of toets heeft toegewezen kunt besturen.
1. Druk op de EQ/DELAY/ASSIGN functie
selectieknop zodat de ASSIGN indicator
oplicht.
2. Draai aan de ASSIGN [1]-[4] knoppen om
de functies die u aan de knoppen heeft
toegewezen aan te passen.
Druk op de ASSIGN [5] knop om het eect, van de functie die u aan de knop
heeft toegewezen, te veranderen.
Functies aan de knoppen toewijzen
1. Druk op de EQ/DELAY/ASSIGN functie selectieknop zodat de
ASSIGN indicator oplicht.
2. Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en draai aan één van de ASSIGN
[1]-[4] knoppen.
Het Assign1-5 scherm verschijnt. Hier kunt u de functies speciceren die
aan de ASSIGN [1]-[4] knoppen en de ASSIGN [5] knop zijn toegewezen
(p.30).
3. Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en druk op de ASSIGN [5] knop.
Het Layer Edit scherm verschijnt. Hier kunt u de Layers die door de
ASSIGN[1]-[4] knoppen en de ASSIGN [5] knop worden bestuurd specice-
ren (p.28).
OPMERKING
Het bedienen van de ASSIGN knoppen of de ASSIGN [5] knop is niet
van invloed op Layers waarvan het selectievakje van de Layer instelling
(LAYER EDIT) A1-A5 (Assign 1-5 Control Switch)’ niet is geselecteerd (p.28).
MEMO
Afhankelijk van de status van de op dat moment geselecteerde Live set of
Tone, wordt de toegewezen functie mogelijk niet ondersteund, zodat het
verwachte eect soms niet wordt verkregen.
OPMERKING
Als de Layer instelling (LAYER EDIT) ‘DLY (Delay Send Level)’ op 0 is
ingesteld, wordt er geen eect toegepast, ook niet als u aan de DELAY
knoppen draait (p.28).
MEMO
Als u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt en aan één van de DELAY knoppen
draait, verschijnt het Delay scherm. In dit Delay scherm kunt u de aan Delay
gerelateerde parameters aanpassen (p.31).
Als u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt en op de [ON/OFF] knop rechts van
de EQ/DELAY/ASSIGN knop drukt, verschijnt het Layer Edit scherm, met de
cursor geplaatst op de Delay Send Level waarde.
Eectsignaal stroom
Reverb
Upper1
Reverb
knop
Upper2
Upper3
Lower
Reverb
Reverb zendniveau
Delay
Upper1
Delay
(Type, Level, Feedback, Time)
knop
Upper2
Upper3
Lower
Delay zendniveau
Delay
ON/OFF
15
Paneelbeschrijvingen
1
16
17
2 4
5 6 7
8
1 [VOLUME] knop
Past het algehele volume van de RD-800 aan.
2 [REVERB] knop
Past de hoeveelheid galm aan.
3 [TONE COLOR] knop
Past het klankkarakter of geluidsbeeld aan.
4 EQ/DELAY/ASSIGN
Functie selectieknop
Druk herhaaldelijk op deze knop om door de EQ, DELAY en ASSIGN te
bladeren.
[1] [2] [3] [4] knoppen
Past de waarde van de geselecteerde functie (EQ, DELAY, ASSIGN) aan.
[5] knop
Zet de geselecteerde functie (EQ, DELAY) aan/uit.
Bestuurt de geselecteerde functie (ASSIGN).
5 MODULATION FX
[DEPTH] knop
Past de diepte van de modulatie FX aan.
[RATE] knop
Past de snelheid van de modulatie FX aan.
[ON/OFF] knop
Zet het eect aan/uit.
OPMERKING
Bij sommige modulatie FX-types regelen ‘DEPTH’ en ‘RATE’ verschillende
dingen.
pag. 14
pag. 14
pag. 15
pag. 14
6 TREMOLO
[DEPTH] knop
Past de diepte van het tremolo-eect aan.
[RATE] knop
Past de snelheid van het tremolo-eect aan.
[ON/OFF] knop
Zet het eect aan/uit.
7 AMP SIM
[DRIVE] knop
Past de hoeveelheid vervorming aan.
[ON/OFF] knop
Zet het eect aan/uit.
8 Layer
LAYER schakelaar
Zet het geluid van elke LAYER aan en uit.
LAYER LEVEL schuifregelaars
Past het volumeniveau van elke Layer aan.
Als de [MIDI CONTROL] knop verlicht is, passen deze schuifregelaars het
volume van elke externe Layer aan.
9
[MENU] knop
Geeft toegang tot het MENU scherm. In het MENU scherm kunt u algehele
instellingen voor de hele RD-800 maken.
[MIDI CONTROL] knop
Laat de RD-800 de externe MIDI-geluidsgenerator besturen.
[TRANSPOSE] knop
Hiermee kunt u uw spel transponeren.
pag. 14
pag. 14
pag. 12
pag. 12
pag. 26
pag. 26
pag. 12
Bovenpaneel
3 9
16
Snelle start
14 1510 11 12
13
10 Beeldscherm
Hier worden de naam van de Tone, de namen van Live Sets en de waardes
van verschillende instellingen, enz. getoond.
* De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die weergeven
wat er kenmerkend in het scherm getoond wordt. Wees er echter
van bewust dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde versie van
het systeem kan hebben (bijv. nieuwere klanken), zodat wat u
daadwerkelijk in het scherm ziet, niet altijd overeenkomt met dat
wat in de handleiding wordt getoond.
11 Cursor knoppen/waarde draaiknop
[DEC] knop, [INC] knop
Deze worden voor het wijzigen van waardes gebruikt.
Als u één knop ingedrukt houdt terwijl u de andere indrukt, versnelt de
waardeverandering.
Waarde draaiknop
Deze wordt gebruikt om waardes te wijzigen.
Cursor [ ] [ ] [ ] [ ] knoppen
Druk hierop om van pagina te veranderen en om de cursor te verplaatsen.
[EXIT/SHIFT] knop
Deze wordt ingedrukt om naar een vorig scherm terug te keren of om een
procedure te annuleren.
Bovendien kunt u bewerkingsschermen van gerelateerde parameters
gemakkelijk oproepen door deze knop ingedrukt te houden terwijl u
knoppen indrukt, aan knoppen draait of andere regelaars bedient. Voor
details, zie ‘ Lijst van sneltoetsen’ (p.64).
Als u een parameterwaarde bewerkt terwijl u deze knop ingedrukt houdt,
verandert de waarde met grotere stappen.
[ENTER] knop
Deze wordt gebruikt om een waarde te voltooien of een handeling uit te
voeren.
12 LIVE SET knoppen
Selecteer Live Sets in elke bank.
13 TONE knoppen
Selecteer klanken in elke categorie.
pag. 13
pag. 13
14
[LIVE SET EDIT] knop
Hiermee kunt u de Live Set instellingen veranderen.
Daarnaast kunt u de demosongs beluisteren door deze knop en de
[RHYTHM/SONG] knop tegelijk in te drukken.
[WRITE] knop
Slaat de huidige instellingen in de ‘Live set’ op.
In bepaalde schermen (zoals het System scherm), worden de systeempa-
rameters opgeslagen als deze knop wordt ingedrukt (p.43).
[SPLIT/LOWER SELECT] knop
Deze knop selecteert ‘Split modus’, waarbij het klavier in twee regios
wordt verdeeld, zodat u met de rechter en linkerhanden verschillende
klanken kunt spelen.
15 Rhythm/Song
[RHYTHM/SONG] knop
Geeft toegang tot een scherm waar u songs of ritmes kunt selecteren.
Bovendien kunt u de demosongs beluisteren door deze knop en de [LIVE
SET EDIT] knop tegelijk in te drukken.
[AUDIO REC] knop
Dit is de opname knop. Hiermee kunt u uw spel op de RD-800 opnemen.
[PLAY/STOP] knop
Start/stopt het afspelen van de song of het ritme.
16 [S1] Knop, [S2] knop
Aan deze knoppen kunt u verschillende functies toewijzen. U kunt
deze knoppen indrukken terwijl u speelt om de toegewezen functies te
gebruiken.
17 Pitch Bend/modulatie hendel
Hiermee kunt u Pitch Bend besturen of vibrato toepassen.
OPMERKING
Het eect dat verkregen wordt als de hendel wordt verplaatst verschilt,
afhankelijk van de klank (Tone). Het eect van deze hendel is van te
voren voor elke klank ingesteld, en kan niet veranderd worden.
pag. 21
pag. 23
pag. 13
pag. 24
pag. 24
pag. 25
pag. 30
pag. 12
17
Paneelbeschrijvingen
* Om storingen en defecte apparatuur te voorkomen, draait u het volume altijd helemaal laag, en zet u alle apparaten uit voordat aansluitingen worden
gemaakt.
* Gebruik alleen het gespeciceerde expressiepedaal (EV-5 of EV-7, apart verkrijgbaar). Als andere expressiepedalen worden aangesloten, kunnen
storingen optreden of kan het apparaat beschadigen.
Achterpaneel (de externe apparatuur aansluiten)
1 [ ] schakelaar
Deze schakelaar zet het apparaat aan/uit.
2 USB MEMORY/WLAN ADAPTOR poort
Sluit hier een apart verkrijgbare USB-stick of een draadloze LAN
adapter aan.
Gebruik een USB-stick of draadloze USB-adapter van Roland.
3 USB COMPUTER poort
U kunt dit op een computer aansluiten, zodat deze
uitvoeringsdata met de RD-800 kan uitwisselen.
4 PEDAL Jacks (DAMPER, FC1, FC2, EXT)
Als de bij de RD-800 geleverde pedaalschakelaar op de
DAMPER Jack wordt aangesloten, kunt ud e schakelaar als een
demperpedaal gebruiken.
Als een pedaal op de FC1, FC2 of EXT Jack is aangesloten, kunt
u een verscheidenheid aan functies aan het pedaal toewijzen
(p.29).
5 MIDI-aansluitingen
(IN, OUT1, THRU/OUT2)
Deze worden gebruikt om externe MIDI-apparaten aan te
sluiten en voor overdracht van MIDI-boodschappen.
De functie van de THRU/OUT2 aansluiting kan veranderd
worden om ofwel als MIDI THRU ofwel als MIDI OUT te werken
(p.41).
6 INPUT Jack
Dit is een audio ingangsjack. U kunt hier een digitale
geluidsspeler of andere geluidsbron aansluiten.
7 OUTPUT Jacks (L/MONO, R)
Voorziet in de uitvoer van de geluidssignalen. Deze zijn op een
versterker of ander apparaat aangesloten. Voor mono uitvoer
gebruikt u de L/MONO Jack.
8 OUTPUT Jacks (L, R) (XLR type)
Aansluitingen voor gebalanceerde uitvoer van de
geluidssignalen. Aansluiten op mengpanelen en soortgelijke
apparatuur.
* Dit instrument is uitgerust met gebalanceerde (XLR) Jacks.
Bedradingsschemas voor deze Jacks worden hieronder getoond.
Maak pas aansluitingen nadat u eerst de bedradingsschemas van
andere apparatuur die u wilt aansluiten heeft gecontroleerd.
9 PHONES Jack
Hier kan een koptelefoon worden aangesloten.
Zelfs als een koptelefoon is aangesloten, worden
geluidssignalen nog steeds via de OUTPUT Jacks en BALANCED
OUT Jacks uitgestuurd.
10 AC IN Jack
Sluit hier het meegeleverde netsnoer aan.
pag. 19
pag. 53
Digitale
geluidsspeler
naar stopcontact
USB-stick / Draadloze USB adapter
Mengpaneel, enz.
Monitor
luidsprekers
(actief)
Het MIDI-apparaat aansluiten
Stereo
koptelefoon
Computer
1 2 3 4
5
6 7
8
9
Pedaalconsole
(RPU-3)
Expressiepedaal (EV-5, EV-7)
of pedaalschakelaar (DP serie)
10
18
Snelle start
Als u niet wilt dat de stroom automatisch wordt uitgezet, verandert u de Auto O instelling in ‘O
Dit apparaat wordt automatisch uitgezet nadat een van te voren vastgestelde tijd is verstreken sinds het voor het laatst voor het
spelen van muziek werd gebruikt of sinds zijn regelaars werden bediend (Auto O functie).
Als u niet wilt dat de stroom automatisch wordt uitgezet, schakelt u de Auto O functie uit (p.27).
OPMERKING
De instellingen die u aan het bewerken was, gaan verloren als de stroom wordt uitgezet. Als er instellingen zijn die u wilt behouden, moet u deze van te voren
opslaan.
Om het apparaat weer in werking te laten treden, zet u de stroom weer aan.
De RD-800 aanzetten
Nadat alles netjes is aangesloten, volgt u de onderstaande procedure
om de apparaten aan te zetten. Als apparatuur in de verkeerde volgorde
wordt aangezet, kunnen storingen of defecten in apparatuur optreden.
1. Verlaag het volume van de RD-800.
Zet het volume van aansloten externe apparaten ook helemaal uit.
2. Druk op de [ ] schakelaar.
Het apparaat wordt aangezet, en de verlichting van het beeldscherm
wordt aangezet.
3. Zet de aangesloten externe apparaten aan.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daarom
duurt het na het opstarten van het appraat korte tijd
(enkele seconden) voordat het normaal werkt.
4. Pas het volume van de aangesloten externe apparaten aan.
5. Pas het volume van de RD-800 aan.
De demosongs beluisteren
De RD-800 heeft interne demosongs die de speciale mogelijkheden van het
instrument laten horen.
OPMERKING
Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal voor
andere doeleinden dan strikt privé gebruikt is een overtreding van de
toepasselijke wetten.
Data van de muziek die wordt gespeeld, wordt niet via de MIDI OUT
uitgestuurd.
Als u naar de demo modus gaat, worden verschillende instellingen
op de waardes zoals deze zijn na opstarten ingesteld. Als u de huidige
instellingen wilt behouden, slaat u deze in een Live Set op (p.23).
Het klavier van de RD-800 produceert geen geluid terwijl de demosongs
worden gespeeld.
1. Houd de [LIVE SET EDIT] knop ingedrukt en druk op de [RHYTHM/
SONG] knop.
Het Demo scherm verschijnt.
2. Gebruik de cursor knoppen om een demosong te selecteren.
3. Druk op de [ENTER] knop. De demosongs worden gespeeld.
4. Druk op de [ENTER] knop om een demosong tijdens het afspelen
stop te zetten.
Als u op de [EXIT/SHIFT] knop drukt terwijl de song is gestopt, keert u naar
het oorspronkelijke scherm terug.
De RD-800 uitzetten
1. Verlaag het volume van de RD-800.
2. Zet het volume van aansloten externe apparaten ook helemaal
uit.
3. Druk op de [ ] schakelaar.
Het apparaat wordt uitgezet.
* Voordat u het apparaat aan/uitzet, moet u het volume verlagen.
Zelfs met een verlaagd volume kunt u nog geluid horen als u het
apparaat aan of uitzet. Dit is echter normaal en duidt niet op een
storing.
* Als u de stroom helemaal wilt uitschakelen, zet u eerst het
apparaat uit en dan haalt u het netsnoer uit het stopcontact. Zie
‘Om de stoom volledig uit te zetten zet u het apparaat uit en trekt
u de stekker uit het stopcontact’ (p.3).
19
Het geluid bewerken
De knoppen gebruiken om het geluid aan te passen
De RD-800 stelt u in staat om het geluid op eenvoudige wijze aan uw eigen smaak aan te passen.
Hier is een concreet voorbeeld dat de stappen voor het aanpassen van het geluid van de RD-800 en de beschikbare functies laat zien.
1
2
3 45
Het geluid op unieke wijze variëren (Tone Color)
1. Gebruik de [TONE COLOR] knop om een eect dat geschikt is voor
elke klank aan te passen, zoals klankkarakter of geluidsbeeld.
MEMO
De pop-up indicatie verschilt, afhankelijk van het eect.
Als u een Tone (klank) of Live Set selecteert, keren de instellingen naar de
Tone Color beginwaarde van elke klank terug.
Als u een Tone of Live Set selecteert, kunnen de waardes die op dat
moment door de knoppen worden aangegeven soms niet met de
daadwerkelijke waardes overeenkomen.
In dit geval wordt de weergegeven waarde bijgewerkt als u aan de knop
draait.
OPMERKING
Bij Layer klanken waarvan de Layer instelling (LAYER EDIT) TON CLR
(Tone Color Control Destination)’ geen vinkje heeft, wordt er geen eect
toegepast als de [TONE COLOR] knop wordt bediend (p.28).
MEMO
De aangepaste klank kan in de Live Set worden opgeslagen door de
[WRITE] knop in te drukken (p.23).
Voornaamste eecten van Tone Color
Stereo Width & Pan Key
Follow
Verandert de stereo positie of breedte
Morphing
Verandert het klankkarakter
Boost
Verandert de helderheid van het geluid
Harmonic Bar
Hiermee kunt u alle harmonische
balken uittrekken met gebruik van
slechts één knop.
Als u aan de knop blijft draaien nadat
alle harmonische balken zijn uitgetrok-
ken, schakelt het Rotary-eect naar de
snelle (Fast) status over (p.22).
1. In het Tone scherm (p.9) gebruikt u de [DEC] [INC] knoppen of de
waarde draaiknop om de klank 0069 TINE E. Piano’ te selecteren.
Een aangenaam klinkende elektrische pianoklank met een mild geluid, die
vaak in Pop of Jazz wordt gebruikt, is geselecteerd.
2. Draai de [TONE COLOR] knop helemaal naar links, en dan
langzaam naar rechts.
Het karakter van het geluid verandert. De aanzet (Attack) is aanvankelijk
zacht, maar wordt geleidelijk aan harder en verandert uiteindelijk in een
zeer helder geluid.
Pas het karakter naar uw smaak aan.
3. Pas het tremolo-eect, dat het geluid tussen links en rechts
moduleert, aan.
Als u aan de TREMOLO [RATE] knop draait, verandert de snelheid waarmee
het geluid tussen links en rechts beweegt.
Als u aan de TREMOLO [DEPTH] knop draait, verandert de mate waarin
het geluid tussen links en rechts beweegt. Pas de Tremolo aan, zodat deze
geschikt is voor de song die u speelt.
Als u geen Tremolo wilt, zet u de TREMOLO [ON/OFF] knop uit, zodat deze
donker wordt.
4. Druk op de AMP SIM [ON/OFF] knop om deze aan te zetten en op
te laten lichten. Draai dan aan de AMP SIM [DRIVE] knop.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, wordt er vervorming aan het geluid
toegevoegd.
Hoewel het u vrij staat het geluid opzettelijk te laten vervormen, wilt u mis-
schien een klein beetje vervorming toevoegen om een subtiele scherpte te
creëren.
5. Druk op de MODULATION FX [ON/OFF] knop om deze aan te
zetten en op te laten lichten.
Hiermee kunt u een eect toepassen.
Gebruik de MODULATION FX [RATE] knop en MODULATION FX ]DEPTH] knop
om de instellingen aan uw eigen smaak aan te passen.
U kunt het MODULATION FX type ook veranderen door de MODFULATION
FX [ON/OFF] knop ingedrukt te houden en de [DEC] [INC] knoppen of de
waarde draaiknop te gebruiken.
6. Als u het geluid aan uw wensen heeft aangepast, slaat u het als
een Live Set op.
Live Set Write
De volgende keer kunt u de opgeslagen Live Set eenvoudigweg selecteren,
en het geluid dat u zojuist naar uw smaak heeft aangepast meteen begin-
nen te spelen.
pag. 23
20
Snelle start
Een Live Set bewerken (Live Set Edit)
Live Set Edit Menu
Layer Edit
Bewerkt de instellingen van elke Layer (Upper 1-3, Lower).
Key Touch
Bewerkt de aanslaggevoeligheid van het klavier.
Pedal
Bewerkt de pedaalinstellingen.
Assign 1-5
De functie van de ASSIGN [1]-[4] knoppen en de ASSIGN [5]
knop toewijzen.
S1/S2
Bewerkt de instellingen van de S1/S2 schakelaar.
Reverb
Bewerkt de Reverb instellingen.
Delay
Bewerkt de Delay instellingen.
pag. 28
pag. 29
pag. 29
pag. 30
pag. 30
pag. 31
pag. 31
1. Druk op de [LIVE SET EDIT] knop.
Het Live Set Edit Menu scherm verschijnt.
2. Gebruik de cursor knoppen om het item
dat u wilt bewerken te selecteren, en druk
op de [ENTER] knop.
Het bewerkingsscherm voor dat item verschijnt.
3. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik de
[DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om de waarde te
bewerken.
Druk op de [EXIT/SHIFT] knop om naar het Live Set Edit Menu scherm terug
te keren.
4. Herhaal stappen 2-3 om door te gaan met bewerken.
5. Als u klaar bent met het maken van instellingen, drukt u
meerdere malen op de [EXIT/SHIFT] knop om naar het Tone
scherm of het Live Set scherm terug te keren.
OPMERKING
Als u de instellingen heeft bewerkt, wordt een ‘EDITED indicatie
in het Live Set scherm of het Tone scherm weergegeven.
Als u de stroom uitzet, een andere Live Set selecteert of een
andere klank selecteert in het Tone scherm terwijl de ‘EDITED’
indicatie wordt getoond, worden de bewerkingen die u maakte
afgedankt. Als u de bewerkingen wilt behouden, drukt u op de
[WRITE] knop om de Live Set op te slaan (p.23).
Een klank bewerken (Designer)
Met gebruik van de Designer functie kunt u meer
gedetailleerde instellingen voor een klank maken.
1. Terwijl u de [SHIFT] knop ingedrukt
houdt, drukt u op de LAYER schakelaar
waaraan de klank die u wilt bewerken is
toegewezen.
Het Designer Menu scherm (in het geval van
TW-Organ klanken het Tone Wheel & Designer Menu scherm) van de gese-
lecteerde Layer verschijnt.
In het Designer menu kiest u de brede categorie van klankinstellingen die u
wilt bewerken.
MEMO
Als u in het Tone scherm op de [ENTER] knop drukt, verschijnt het UPPER 1
Designer Menu scherm (p.32).
2. Gebruik de cursor knoppen om het item dat u wilt bewerken te
selecteren, en druk op de [ENTER] knop.
Het bewerkingsscherm voor dat item verschijnt.
MEMO
De items die u kunt instellen verschillen, afhankelijk van het type geluid.
OPMERKING
Als u de instellingen heeft bewerkt, wordt een ‘EDITED indicatie
in het Live Set scherm of het Tone scherm getoond.
Als u de stroom uitzet, een andere Live Set selecteert of een
andere klank selecteert in het Tone scherm terwijl de ‘EDITED’
indicatie wordt getoond, worden de bewerkingen die u maakte
afgedankt. Als u de bewerkingen wilt behouden, drukt u op de
[WRITE] knop om de Live Set op te slaan (p.23).
Designer Menu
Piano Designer (alleen voor bepaalde pianoklanken)
Hier kunt u uw eigen pianoklank creëren door verscheidene
aspecten van de pianoklank aan te passen.
Tone Designer (andere dan bepaalde pianoklanken)
Bewerkt gedetailleerde instellingen van de pianoklank. De
bewerkbare parameters zijn afhankelijk van de geselec-
teerde pianoklank.
Individual Note Voicing (alleen voor bepaalde pianoklanken)
Bewerkt de toonhoogte, het volume en karakter van elke
toets.
Sympathetic Resonance (alleen voor bepaalde pianoklanken)
Bewerkt de natuurlijke vibraties die te horen zijn als u het
demperpedaal indrukt.
Modulation FX
Bewerkt parameters die verband houden met Modulation
FX.
Tremolo/Amp Simulator
Bewerkt parameters die verband houden met Tremolo en
Amp Simulator.
pag. 32
pag. 33
pag. 34
pag. 35
pag. 35
pag. 35
21
De orgelklanken creëren
Sommige orgels hebben negen ‘harmonische balken’ die ingedrukt en uitge-
trokken kunnen worden, en als de balken in verschillende combinaties van
posities worden gebruikt, kan een verscheidenheid aan verschillende klan-
ken gecreëerd worden. Verschillende ‘voeten zijn aan elke balk toegewezen,
waarbij de toonhoogte van de klanken door deze ‘voeten’ wordt bepaald.
U kunt klanken creëren met gebruik van de Layer LEVEL schuifregelaars, net
zoals u de harmonische balken bedient.
Wat zijn ‘voeten’?
Een voet verwijst in principe naar de lengte van de pijp die in pijporgels
wordt gebruikt. De lengte van de pijp die gebruikt wordt om de referentie
toonhoogte (de grondtoon) voor het klavier te speciceren is acht voet.
Als de pijplengte gehalveerd wordt, produceert deze een toonhoogte op
een octaaf hoger. Omgekeerd, als de pijplengte wordt verdubbeld wordt
een toonhoogte een octaaf lager geproduceerd. Daarom is een pijp die
een toonhoogte op een octaaf lager dan de referentie van 8’ (acht voet)
produceert 16’ lang. Voor een octaaf hoger dan de referentie zou de pijp 4’
zijn, en om de toonhoogte nog een octaaf te verhogen zou de pijp verkort
worden tot 2’.
OPMERKING
Deze instellingen zijn alleen beschikbaar als een TW-Organ klank is geselec-
teerd.
1. Terwijl u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt,
drukt u op de Layer schakelaar waaraan
de TW-Organ klank die u wilt bewerken is
toegewezen.
Het Tone Wheel & Designer Menu scherm van de
geselecteerde Layer verschijnt.
MEMO
Als een TW-Organ klank als de Upper 1 is geselecteerd, kunt u ook naar het
Het Tone Wheel & Designer Menu scherm gaan door in het Tone scherm
de [ENTER] knop in te drukken.
2. Als u de LAYER LEVEL schuifregelaars beweegt, verandert de klank
tegelijk met de weergave in het scherm.
U kunt de cursor [ ] [ ] knoppen gebruiken om tussen harmonische balken
en percussie schakelgroepen af te wisselen.
MEMO
Percussie voegt een geluid met een gevoel van Attack aan het begin
van de noot toe, wat het geluid ‘knapperiger maakt. Het Attack geluid
verandert afhankelijk van deze waarde.
Parameter Waarde Uitleg
Percussion
Switch
OFF Er wordt geen percussie toegevoegd.
2nd
Percussie klinkt op een octaaf hoger dan de
toets die werd ingedrukt.
3rd
Percussie klinkt op een octaaf en een kwint
boven de toets die werd ingedrukt.
Percussion
Decay
Slow
De dempingstijd van de percussie is verlengd.
Dit maakt het gevoel van Attack zachter.
Fast
De percussieklank sterft sneller weg. Dit
geeft meer een gevoel van Attack voor een
scherp geluid.
Percussion
Volume
Soft
De percussieklank wordt verminderd en de
harmonische balken produceren hun normale
volume.
Normal
De percussieklank heeft zijn normale volume
en de klank van de harmonische balken is
afgenomen.
OPMERKING
Als percussie aan is, wordt de 1’ toonhoogte niet geproduceerd.
MEMO
U kunt ook de cursor [
] [ ] knoppen gebruiken om de cursor naar de
Modulation FX of Tremolo/Amp Simulator menu items te verplaatsen.
Als de cursor zich op Modulation FX of Tremolo/Amp Simulator bevindt,
kunt u naar het corresponderende item gaan door de [ENTER] knop in te
drukken.
Zie ‘ De Modulation FX bewerken (Modulation FX)’ (p.35) en ‘ Tremolo/Amp
Simulator bewerken (Tremolo/Amp Simulator)’ (p.35).
Als een TW-Organ klank is geselecteerd, en er aan de [TONE COLOR] knop
wordt gedraaid, worden alle harmonische balken tegelijk verschoven.
De vibratie van de orgelklank veranderen (Rotary-eect)
Terwijl het Tone Wheel & Designer Menu scherm wordt weergegeven,
kunt u de vibratiesnelheid van het Rotary-eect met de Pitch Bend hendel
veranderen.
Het Rotary-eect is een eect dat het geluid van de roterende luidsprekers,
die gebruikt worden om de klank van een orgel te veranderen, opnieuw
creëert.
Als de Pitch Bend hendel naar links of rechts wordt bewogen, wordt het
Rotary-eect tussen snel en langzaam afgewisseld, ongeacht de richting
waarin u de hendel beweegt.
MEMO
Deze Pitch Bend hendel instelling geldt alleen in het Tone Wheel scherm.
Het geluid bewerken
22
Snelle start
De volgorde van Live Sets veranderen (Live Set Swap)
U kunt de Live Sets in de door u gewenste volgorde rangschikken.
Het is handig om Live Sets te rangschikken in de volgorde waarin
u deze voor een live optreden wilt gaan gebruiken.
1. Selecteer een Live Set waarvan u de volgorde wilt veranderen
(p.13).
2. Terwijl u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt,
drukt u op één van de LIVE SET [A]-[J]
knoppen om de bank, die de andere Live
Set bevat waarvan u de volgorde wilt
veranderen, te selecteren.
Het LIVE SET SWAP scherm verschijnt.
OPMERKING
De Live Set Swap functie kan in de volgende situaties niet gebruikt
worden.
Als het ‘EDITED’ icoon in het Live Set scherm wordt weergegeven.
Als een klank met de Tone knoppen is geselecteerd.
In het Menu scherm, Write scherm of Demo scherm.
Als RHYTHM, AUFIO PLAY of AUDIO REC actief zijn.
MEMO
U kunt dit scherm ook vanuit het Utility scherm bereiken (p.47) door
de cursor naar ‘Live set Swap’ te verplaatsen en op de [ENTER] knop te
drukken.
3. U kunt de [INC] [DEC] knoppen, waarde draaiknop en LIVE
SET [A]-[J] knoppen gebruiken om de om te ruilen Live Set
(de bestemming) te veranderen.
U kunt ook de cursor gebruiken om de om te ruilen bron Live Set te selecte-
ren, en deze in een andere Live Set te veranderen.
MEMO
U kunt ook STARTUP selecteren.
Als u op het klavier speelt, hoort u het geluid van de Live Set die met de
cursor is geselecteerd.
4. Druk op de [ENTER] knop.
De bevestigingsboodschap verschijnt.
Druk op de [ENTER] knop om de Live Sets om te ruilen.
5. U kunt stappen 3-5 herhalen om de volgorde van andere Live sets
te veranderen.
Als u besluit Live Set Swap te annuleren, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop.
MEMO
In dit geval wordt het oorspronkelijk geselecteerde Live Set nummer
geselecteerd.
OPMERKING
Zet nooit de stroom uit terwijl ‘Executing... in het scherm wordt
weergegeven.
De geluidsinstellingen in een Live Set opslaan (Live Set Write)
1. Druk op de [WRITE] knop zodat de
indicator oplicht.
Het Live Set Write scherm verschijnt.
2. Gebruik de cursor [ ] [ ] knoppen om
de cursor te verplaatsen naar de positie
waarop u een teken wilt invoeren.
3. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
tekens in te voeren.
Handeling Uitleg
[SHIFT] + [
] knop Een teken verwijderen (DELETE)
[SHIFT] + [
] knop Een spatie invoegen (INSERT)
[SHIFT] + [
] knop Veranderen van tekensets
[SHIFT] + [
] knop
Afwisselen tussen hoofdletters/kleine
letters
4. Herhaal stappen 2-3 om de naam in te voeren.
5. Druk op de cursor [ ] knop om de cursor naar het bestemming
Live Set nummer te verplaatsen.
6. Selecteer het Live Set nummer van de opslagbestemming, met
gebruik van de [DEC] [INC] knopen of de waarde draaiknop.
7. Als u de opslagbestemming en de naam voor de nieuwe Live Set
heeft bepaald, drukt u op de [ENTER] knop.
De bevestigingsboodschap verschijnt.
8. Als de [ENTER] knop wordt ingedrukt, begint het opslaan van de
Live Set.
OPMERKING
Zet nooit de stroom uit terwijl ‘Executing... in het scherm wordt
weergegeven.
Klank voor het opstarten speciceren (STARTUP)
Met de RD-800 kunt u de status (klank) waarmee deze opstart speciceren.
1. Selecteer de gewenste klank.
Een klank selecteren
Een Live Set selecteren
2. Druk op de [WRITE] knop.
Het Live Set Write scherm verschijnt.
3. Verplaats de cursor naar het Live Set bank/
nummer.
4. Druk meerdere malen op de [DEC] knop of
draai de waarde draaiknop naar links om
STARTUP te selecteren.
5. Druk op de [ENTER] knop.
De bevestigingsboodschap verschijnt.
6. Druk op de [ENTER] knop.
De huidige instelling wordt in STARTUP opgeslagen.
De volgende keer dat u de RD-800 aanzet, wordt deze opgestart met de
STARTUP status (klank) die u heeft opgeslagen.
pag. 13
pag. 13
23
De handige functies gebruiken tijdens het spelen
Ritme spelen
1. Druk op de [RHYTHM/SONG] knop zodat
de indicator oplicht.
Het Song of Rhythm scherm verschijnt.
Elke keer dat u op de [RHYTHM/SONG] knop
drukt, wisselt u af tussen het Song scherm en het
Rhythm scherm.
2. Druk meerdere malen op de [RHYTHM/
SONG] knop om naar het Rhythm scherm te gaan.
3. Druk op de [PLAY/STOP] knop, zodat de indicator oplicht.
Het ritme wordt gespeeld.
Om het ritme stop te zetten, drukt u op de [PLAY/STOP] knop zodat de
indicator uit is.
OPMERKING
Als de [SONG/RHYTHM] knop wordt ingedrukt terwijl het ritme speelt,
schakelt u niet naar het Song scherm over.
Het ritmepatroon veranderen
1. In het Rhythm scherm verplaatst u de
cursor naar het ritme nummer in het
scherm.
2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
patronen te veranderen.
Meer over de ritmepatronen vindt u in de ‘Lijst van klanken’ (PDF). Om te
zien hoe u de PDF kunt verkrijgen, raadpleegt u ‘ PDF handleidingen verkrij-
gen’ op de voorpagina.
MEMO
Voor elk ritmepatroon wordt een aanbevolen drum kit geselecteerd.
Het tempo of het volume van het ritme veranderen
1. In het Rhythm scherm verplaatst u de
cursor naar Tempo of Rhythm Volume.
2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de
waarde draaiknop om het tempo of het
ritme volume aan te passen.
Geluid opnemen
De USB-stick aansluiten
1. Sluit de USB-stick (apart verkrijgbaar) op de USB MEMORY/WLAN
ADAPTOR poort op de achterkant van de RD-800 aan.
Voorbereidingen voor de opname
OPMERKING
Verwijder de USB-stick nooit tijdens de geluidsopname. Als dat wel gebeurt,
kan alle data in de USB-stick verloren gaan.
1. Selecteer de klank (Tone) of Live Set die u wilt spelen (p.13).
2. Druk op de [AUDIO REC] knop om naar de standby-voor-opname
status te gaan.
Als het ritme speelde, stopt het nu. De [AUDIO REC] knop is verlicht, en de
[PLAY/START] knop knippert.
Als u de opname wilt annuleren, drukt u op de [AUDIO REC] knop.
De opname starten
1. Druk op de [PLAY/STOP] knop.
De [PLAY/STOP] knop is verlicht, en de opname begint.
Stoppen met opnemen
1. Druk op de [PLAY/STOP] knop.
De opname stopt, en de opgenomen data worden in de USB-stick
opgeslagen.
De opname stopt ook als u op de [AUDIO REC] knop drukt.
Opgenomen geluidsformaat
Bestandsextensie
WAV
Sample frequentie
44.1 kHz
Bit diepte
16 -bit
De opgenomen data beluisteren
1. Druk op de [PLAY/STOP] knop om de song die u heeft opgenomen
te beluisteren.
Druk nog een keer op de [PLAY/STOP] knop om het afspelen te beëindigen.
Over USB-sticks
Als u een nieuwe USB-stick gebruikt, moet u deze
eerst initialiseren (formatteren) op de RD-800.
Voor informatie kijkt u bij ‘ Geheugen formatteren
(Format)’ (p.27).
OPMERKING
USB-sticks mogen nooit worden ingestoken of verwijderd terwijl dit
apparaat is aangezet. Hierdoor kunnen de data van dit apparaat of data in
de USB-sticks beschadigen.
Steek de USB-stick voorzichtig helemaal in – totdat deze stevig op zijn
plaats zit.
Gebruik USB-sticks van Roland. We kunnen een juiste werking niet
garanderen als andere USB-apparaten worden gebruikt.
24
Snelle start
Geluidsbestanden van een USB-stick spelen
MEMO
Als de USB-stick talloze songbestanden bevat, kan het laden van data
even duren.
Gebruik enkel-byte alfanumerieke tekens voor de bestandsnaam.
Binnen iedere map kunnen maximaal 200 bestanden herkend worden.
WAV-formaat bestanden die gespeeld kunnen worden
Sample frequentie 44.1 kHz
Bit diepte 16 -bit
* Het veranderen van de Play Speed (afspeelsnelheid) of Playback
Transpose (transpositie van het afspeelgeluid) plaatst een
aanzienlijke verwerkingslast op de RD-800. In sommige gevallen kan
dit veroorzaken dat de RD-800 de uitvoeringsdata van het klavier
niet volledig kan verwerken.
Afspelen
1. Druk op de [RHYTHM/SONG] knop zodat
deze verlicht is.
Het Rhythm of Song scherm verschijnt.
Elke keer dat u op de [RHYTHM/SONG] knop
drukt, wisselt u af tussen het Song scherm en het
Rhythm scherm.
2. Druk meerdere malen op de [RHYTHM/SONG] knop om naar het
Song scherm te gaan.
3. Druk op de [PLAY/STOP] knop zodat deze verlicht is. Het
geluidsbestand wordt gespeeld.
Druk nog een keer op de [PLAY/STOP] knop zodat deze donker wordt. Het
spelen van het geluidsbestand stopt.
OPMERKING
Als een geluidsbestand wordt afgespeeld en de [RHYTHM/SONG] knop
wordt ingedrukt, schakelt u niet naar het Rhythm scherm over.
Een geluidsbestand selecteren
1. In het Song scherm verplaatst u de cursor
naar het songnummer in het scherm.
2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de
waarde draaiknop om een songnummer te
selecteren.
Als er geen song is die gespeeld kan worden,
wordt het songnummer als ‘---’ getoond en
werken de [INC] [DEC] knoppen niet.
Een geluidsbestand in een map selecteren
1. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of
de waarde draaiknop om een map te
selecteren.
Het map icoon wordt weergegeven.
2. Druk op de [ENTER] knop.
De geluidsbestanden in de map worden getoond.
3. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de
waarde draaiknop om een geluidsbestand te selecteren.
Om de map te verlaten kiest u ‘up’ en drukt u op de [ENTER] knop.
MEMO
Gebruik enkel-byte alfanumerieke tekens voor de bestandsnaam.
Binnen iedere map kunnen maximaal 200 bestanden herkend worden.
Een geluidsbestand vooruitspoelen of terugspoelen
1. In het Song scherm verplaatst u de cursor
naar de Time positie.
2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de
waarde draaiknop om de waarde te
veranderen.
De afspeelpositie verandert volgens de indicatie.
De afspeelwijze van geluidsbestanden veranderen
1. In het Song scherm verplaatst u de cursor naar de verscheidene
items.
2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te veranderen.
Parameter Waarde Uitleg
Play Speed 75%–125%
Hiermee kunt u de afspeelsnelheid van
de song veranderen.
Playback
Transpose
-6–0–+5
Hiermee kunt u de afspeeltoonsoort
van een song in stappen van halve
tonen verschuiven.
Audio Volume 0–127
Stelt het volume voor het afspelen van
geluidsbestanden in.
Center Cancel OFF, ON
Maakt dat het volume van geluiden in
het midden (zoals vocalen of melodie-
instrumenten) gereduceerd worden.
Play Mode
ONE SONG
Als u een song afspeelt, wordt slechts
één song gespeeld. Het afspelen stopt
aan het eind van die song.
ALL SONG
De songs van de USB-stick worden
opeenvolgend afgespeeld.
Een geluidsbestand een andere naam geven
1. In het Song scherm kiest u ‘Song Rename’
en drukt u op de [ENTER] knop.
2. Gebruik de cursor [ ] [ ] knoppen om
de cursor te verplaatsen naar de positie
waarop u een teken wilt invoeren.
3. Wanneer nodig, gebruikt u de [DEC] [INC]
knoppen of de waarde draaiknop om een
naam in te voeren.
Handeling Uitleg
[SHIFT] + [
] knop Een teken verwijderen (DELETE)
[SHIFT] + [
] knop Een spatie invoegen (INSERT)
[SHIFT] + [
] knop Van tekenset veranderen
[SHIFT] +[
] knop Afwisselen tussen hoofdletters en kleine letters
OPMERKING
U kunt een geluidsbestand met een naam die met een . (punt) begint niet
opslaan. Gebruik geen . (punt) aan het begin van de naam.
4. Herhaal stappen 2-3 om de naam in te voeren.
Als u op de [EXIT/SHIFT] knop drukt, wordt de handeling van het veranderen
van de naam geannuleerd, en keert u vanzelf naar het vorige scherm terug.
5. Druk op de [ENTER] knop.
De bevestigingsboodschap verschijnt.
6. Druk nog een keer op de [ENTER] knop om de naam van de song
te bevestigen.
Een geluidsbestand verwijderen
1. In het Song scherm kiest u ‘Song Delete’. Druk dan op de [ENTER]
knop.
De bevestigingsboodschap verschijnt.
2. Druk op de [ENTER] knop.
De song wordt verwijderd.
OPMERKING
Zet nooit de stroom uit terwijl data worden verwijderd.
Verwijder de USB-stick niet terwijl data verwijderd worden.
25
Diverse instellingen
Toegang tot de schermen
Items die bewerkt kunnen worden
System
Maak instellingen die op de bedieningsomgeving van de
gehele RD-800 van invloed zijn.
System Compressor
Maak instellingen voor de stereo Compressor (Limiter)
die op de uiteindelijke uitvoer wordt toegepast.
Live Set File
Live Set bestanden en songs beheren.
Utility
Maak instellingen die speciceren hoe de uitvoering op
de RD-800 op een externe sequencer wordt opgenomen,
of initialiseer de RD-800 zelf of een USB-stick.
V-LINK/MVC
Maak instellingen voor MIDI Visual Control.
Wireless
De draadloze instellingen bevestigen en wijzigen.
pag. 40
pag. 44
pag. 44
pag. 47
pag. 49
pag. 50
Parameters instellen
1. Druk op de [MENU] knop.
2. Gebruik de cursor knoppen om
het item dat u wilt bewerken
te selecteren, en druk op de
[ENTER] knop.
Het corresponderende bewerkings-
scherm verschijnt.
3. Selecteer de parameter die
u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC] [INC] knoppen of de
waarde draaiknop om de waarde te bewerken.
4. Als u klaar bent met het maken van instellingen drukt u meerdere
malen op de [EXIT/SHIFT] knop om naar het Tone scherm of Live
Set scherm terug te keren.
MEMO
De volgende instellingen worden als algemene instellingen voor de
gehele RD-800 opgeslagen als u in een bewerkingsscherm op de [WRITE]
knop drukt.
Systeem
Systeem Compressor
V-LINK/MVC
De volgende instellingen worden echter niet opgeslagen.
MIDI VISUAL, CONTROL ON of O
Een extern MIDI-apparaat vanaf de RD-800 besturen
Items die bewerkt kunnen worden
MIDI-aansluiting voor uitvoer
U kunt voor elke Layer de MIDI OUT-aansluiting of
USB COMPUTER poort selecteren, vanaf welke de data
verzonden wordt.
MIDI-zendkanaal
Speciceer het MIDI-zendkanaal van de RD-800.
Geluidsselectie
Speciceer hoe de RD-800 klanken op een extern MIDI-
apparaat selecteert.
Detail-instellingen voor te verzenden parts
Speciceer hoe de RD-800 het externe MIDI-apparaat
bestuurt.
pag. 37
pag. 38
pag. 38
pag. 38
Door een extern MIDI-apparaat op de MIDI OUT-aansluitingen op het achter-
paneel van de RD-800 aan te sluiten, kunt u het externe MIDI-apparaat vanaf
de RD-800 besturen.
1. Druk op de [MIDI CONTROL] knop, zodat de indicator verlicht is.
Gebruik de Layer schakelaars om te speciceren of MIDI-data van de externe
Layers via de MIDI OUT-aansluiting wordt verzonden.
Gebruik de Layer schuifregelaars om het volume van de externe Layers aan
te passen.
Geluidsmodule
MIDI IN-
aansluiting
MIDI OUT-
aansluiting
RD-800
26
Snelle start
Geheugen formatteren (Format)
‘Formatteren is een handeling waarmee u alle Live Set bestanden uit het
User geheugen kunt wissen of een USB-stick kunt initialiseren tot een status
waarin deze met de RD-800 gebruikt kan worden.
Een USB-stick kan niet met de RD-800 worden gebruikt tenzij deze op pas-
sende wijze voor de RD-800 wordt geformatteerd.
Voordat u een nieuwe USB-stick in gebruikt neemt, moet u deze format-
teren.
OPMERKING
Als u de USB-stick formatteert, wordt alle data die eerder in dat
geheugen werd opgeslagen gewist. Voordat u gaat formatteren moet u
dus controleren of de USB-stick geen belangrijke data bevat, die u wilt
behouden.
1. Druk op de [MENU] knop, selecteer ‘Utility en druk op de [ENTER]
knop.
2. Kies ‘Format en druk op de [ENTER] knop.
3. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om het
medium dat u wilt formatteren te selecteren.
Parameter Uitleg
USER MEMORY
Alle Live Set bestanden worden uit het User
geheugen van de RD-800 gewist.
USB MEMORY
De USB-stick, aangesloten op de USB MEMORY/
WLAN ADAPTOR poort op de achterzijde, wordt
geformatteerd.
4. Druk op de [ENTER] knop.
Als u besluit het formatteren te annuleren, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop.
5. Druk nog een keer op de [ENTER] knop om de handeling van het
formatteren uit te voeren.
OPMERKING
Zet nooit de stroom uit terwijl data worden verwijderd.
Verwijder de USB-stick niet terwijl data verwijderd worden.
Zorgen dat de stroom na een bepaalde tijd automatisch wordt uitgeschakeld (Auto O )
1. Druk op de [MENU] knop, selecteer ‘System en druk op de [ENTER]
knop.
Het Systeem scherm verschijnt.
2. Kies Auto O en verander de instelling.
Waarde Uitleg
O De stroom wordt niet automatisch uitgeschakeld.
30 min
De stroom wordt automatisch uitgeschakeld als er
gedurende 30 minuten geen handeling is uitgevoerd.
240 min
(default)
De stroom wordt automatisch uitgeschakeld als er
gedurende 240 minuten (4 uur) geen handeling is
uitgevoerd.
3. Om de auto-o instelling op te slaan, drukt u op de [WRITE] knop
in het Systeem scherm.
OPMERKING
Als het apparaat door middel van de auto-o functie wordt uitgezet, gaan
de verschillende instellingen die u had bewerkt verloren. Zorg ervoor dat u
instellingen die u wilt behouden opslaat.
Meer over de manier waarop de instellingen worden opgeslagen vindt u
bij ‘De geluidsinstellingen in een Live Set opslaan (Live Set Write)’ (p.23) of
‘Systeeminstellingen opslaan (p.43).
De stroom weer aanzetten nadat deze door Auto O werd uitgezet
Als u het apparaat weer aanzet nadat het als gevolg van de Auto O functie
is uitgezet, moet u altijd minimaal tien seconden wachten nadat de stroom
is uitgezet voordat u deze weer aanzet. Als u de stroom te snel weer aanzet,
heeft de Auto O functie niet voldoende tijd gehad om zichzelf opnieuw in te
stellen, en kunt u de stroom mogelijk niet op de gewone manier aanzetten.
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)
TDe instellingen die in de RD-800 zijn opgeslagen kunnen op de
fabrieksinstellingen worden teruggezet.
1. Druk op de [MENU] knop, kies
‘Utility’ en druk op de [ENTER]
knop.
2. Kies ‘Factory Reset Current’ of
‘Factory Reset All’.
Parameter Uitleg
Factory Reset Current
De op dat moment geselecteerde Live Set wordt
op de fabrieksinstellingen teruggezet.
Factory Reset All
Alle Live Sets en systeeminstellingen in de
RD-800 worden op de fabrieksstatus teruggezet.
3. Druk op de [ENTER] knop.
Het Factory Reset scherm verschijnt.
4. Druk op de [ENTER] knop.
De bevestigingsboodschap verschijnt.
5. Druk nog een keer op de [ENTER] knop om de Factory Reset
handeling te starten.
Als u ‘Factory Reset Current’ kiest, keert u naar het vorige scherm terug.
Als u ‘Factory Reset All’ kiest, zet u de RD-800 uit, en dan weer aan.
OPMERKING
Zet nooit de stroom uit tijdens Factory Reset (terwijl ‘Executing...Don’t
Power OFF’ in het scherm wordt weergegeven).
27
Gedetailleerde instellingen voor een Live Set (Live Set Edit)
Hier ziet u hoe gedetailleerde instellingen voor de vier Layers van
een Live Set worden gemaakt.
1. Druk op de [LIVE SET EDIT] knop.
Het Live Set Edit Menu scherm verschijnt.
2. Gebruik de cursor [ ] [ ] knoppen om het item dat u wilt
bewerken te selecteren, en druk op de [ENTER] knop.
Het corresponderende bewerkingsscherm verschijnt.
3. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te bewerken.
Als u op de [EXIT/SHIFT] knop drukt, keert u naar het Live Set Edit
Menu scherm terug.
4. Als u klaar bent met het maken van instellingen, drukt
u meerdere malen op de [EXIT/SHIFT] knop om naar het
Tone scherm of Live Set scherm terug te keren.
OPMERKING
Als u de instellingen heeft bewerkt, wordt een ‘EDITED indicatie
in het Live Set scherm of Tone scherm weergegeven.
Als u de stroom uitzet, een andere Live Set selecteert of een
andere klank in het Tone scherm selecteert terwijl de ‘EDITED’
indicatie wordt getoond, worden de bewerkingen die u heeft
gemaakt afgedankt. Als u de bewerkingen wilt behouden, drukt
u op de [WRITE] knop om de Live Set op te slaan (p.23).
Gedetailleerde instellingen voor elke
Layer (Layer Edit)
Hier wordt uitgelegd hoe iedere Layer (Upper 1-3, Lower) bewerkt
kan worden.
1. In het Live Set Edit Menu scherm selecteert u ‘Layer Edit’.
Druk dan op de [ENTER] knop.
2. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te bewerken.
Parameter Waarde Uitleg
TONE
Selecteert de klank.
VOL
Volume
0–127 Stelt het volume voor elke Layer in.
PAN
Pan
L64–0–R63
Speciceert de links/rechts positie van het
geluid als er in stereo wordt uitgestuurd.
REV
Reverb Send Level
0–127
Speciceert het niveau van het signaal dat naar
Reverb wordt gestuurd.
DLY
Delay Send Level
0–127
Speciceert het niveau van het signaal dat naar
Delay wordt gestuurd.
TRA
Layer Transpose
-48–0–+48
Hiermee kunt u Layers individueel naar een
andere toonhoogte transponeren.
Parameter Waarde Uitleg
KR.LWR
Keyboard Range Lower
A0–C8
De reeks toetsen waarbinnen elke Layer klinkt
instellen.
Dit kan gebruikt worden om noten in verschil-
lende gebieden van het klavier verschillende
klanken te laten spelen.
Speciceer de laagste limiet (KR.LWR) en
hoogste limiet (KR.UPR) van de reeks toetsen
die wordt ingesteld.
U kunt dit ook instellen door een specieke
toets in te drukken en op de [ENTER] knop te
drukken.
* Dit is alleen eectief als de [SPLIT] knop aan
is (p.13) in de Key Range instellingen.
* ‘Full’ wordt weergegeven als de [SPLIT] knop
op OFF is ingesteld.
KR.UPR
Keyboard Range Upper
VR.LWR
Velocity Range Lower
1–127
Speciceert de laagste limiet (VR.LWR)
en hoogste limiet (VR.UPR) van de reeks
waarbinnen de klank volgens de Velocity wordt
gespeeld.
Maak deze instelling als u wilt dat de klank
afhankelijk van de Velocity verandert.
VR.UPR
Velocity Range Upper
V.SNS
Velocity Sensitivity
-63–+63
Deze instelling bepaalt hoe het volume
verandert in reactie op de Velocity. Het volume
neemt toe als het klavier met meer kracht
wordt bespeeld als een positieve waarde
wordt gebruikt. Als een negatieve waarde
is geselecteerd, neemt het volume af als de
toetsen met meer kracht worden bespeeld.
* Voor sommige klanken wordt deze instelling
genegeerd.
V.MAX
Velocity Max
1–127
Maximale Velocity waarde voor de
corresponderen toets.
Het verlagen van deze waarde produceert
zachtere noten, zelfs als u het klavier sterker
bespeelt.
* Voor sommige klanken wordt deze instelling
genegeerd.
C.TUNE
Coarse Tune
-48–+48
Past de toonhoogte in stappen van halve tonen
aan (+/- 4 octaven).
F.TUNE
Fine Tune
-50–+50
Past de toonhoogte in stappen van een cent
aan (+/- 50 cent).
1 cent = 1/100ste van een halve toon.
VC RES
Voice Reserve
0–63, Full
Speciceert het aantal stemmen dat voor
iedere Layer wordt gereserveerd als u meer dan
128 stemmen probeert te spelen.
DAMP
Damper Control Switch
ON, OFF
Speciceert of het demperpedaal elke Layer
bestuurt (ON) of niet (OFF).
FC1
FC1 Control Switch
Speciceert of het pedaal dat op de FC1
Jack is aangesloten elke Layer bestuurt
(ON) of niet (OFF)(*1).
FC2
FC2 Control Switch
Speciceert of het pedaal dat op de FC2
Jack is aangesloten elke Layer bestuurt
(ON) of niet (OFF)(*1).
EXT
EXT Pedal Control
Switch
Speciceert of het pedaal dat op de EXT
Jack is aangesloten elke Layer bestuurt
(ON) of niet (OFF)(*1).
PB
Pitch Bend
Control
Switch
ON, OFF
Speciceert of de Pitch Bend hendel elke Layer
bestuurt (ON) of niet (OFF).
MD
Modulation Control
Switch
Speciceert of de modulatie hendel elke Layer
bestuurt (ON) of niet (OFF).
S1
S1 Control Switch
Speciceert of de [S1] knop elke Layer bestuurt
(ON) of niet (OFF) (*1).
S2
S2 Control Switch
Speciceert of de [S2] knop elke Layer bestuurt
(ON) of niet (OFF) (*1).
28
Gedetailleerde instellingen voor een Live Set (Live Set Edit)
Parameter Waarde Uitleg
A1
Assign 1 Control
Switch
ON, OFF
Speciceert of de ASSIGN [1] knop elke Layer
bestuurt (ON) of niet (OFF) (*1).
A2
Assign 2 Control
Switch
Speciceert of de ASSIGN [2] knop elke Layer
bestuurt (ON) of niet (OFF) (*1).
A3
Assign 3 Control
Switch
Speciceert of de ASSIGN [3] knop elke Layer
bestuurt (ON) of niet (OFF) (*1).
A4
Assign 4 Control
Switch
Speciceert of de ASSIGN [4] knop elke Layer
bestuurt (ON) of niet (OFF) (*1).
A5
Assign 5 Control
Switch
Speciceert of de ASSIGN [5] knop elke Layer
bestuurt (ON) of niet (OFF) (*1).
TON CLR
Tone Color Control
Destination
Selecteert
één laag
Selecteer de Layer die u met gebruik van de
[TONE COLOR] knop wilt besturen.
MOD FX
Modulation FX Control
Destination
Selecteer de Layer die u met gebruik van de
MODULATION FX [DEPTH] en [RATE] knoppen
en [ON/OFF] knop wilt besturen.
TR/AMP
Tremolo/Amp Control
Destination
Selecteer de Layer die u met gebruik van de
TREMOLO [DEPTH] en [RATE] knoppen en [ON/
OFF] knop en de AMP SIM [DRIVE] knop en
[ON/OFF] knop knop wilt besturen.
*1 De parameters die elke Layer kunnen besturen, zijn de
parameters die met (*1) in de ‘Lijst van functies die aan de
pedalen, knoppen en toetsen toegewezen kunnen worden
(p.30) worden aangegeven.
De Key Touch veranderen (Key Touch)
Met de instelling hieronder kunt u de respons die u van het klavier
krijgt als u de toetsen bespeelt aanpassen.
1. In het Live Set Edit Menu scherm selecteert u ‘Key Touch’
en dan drukt u op de [ENTER] knop (p.28).
2. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te bewerken.
Parameter Waarde Uitleg
Key Touch
SUPER
LIGHT
Een nog lichtere instelling dan LIGHT.
LIGHT
Stelt het klavier op een lichte aanslag in. U kunt
fortissimo () spelen met een minder krachtige
aanslag dan MEDIUM, dus het klavier voelt
lichter aan. Deze instelling maakt het spelen
gemakkelijk, zelfs voor kinderen.
MEDIUM
Stelt het klavier op de standaard aanslag in. U
kunt met de meest natuurlijke aanslag spelen.
Dit lijkt het meest op de aanslag van een
akoestische piano.
HEAVY
Stelt het klavier op een zware aanslag in. U
moet het klavier krachtiger bespelen dan
met MEDIUM om fortissimo () te spelen, dus
het klavier voelt zwaarder aan. Dynamische
vingerzettingen geven dat wat u speelt nog
meer gevoel.
SUPER
HEAVY
Een nog zwaardere instelling dan HEAVY.
Key Touch Oset
-10–+9
Deze instelling biedt een nog nauwkeurigere
aanpassing van de aanslaggevoeligheid dan
beschikbaar is met alleen de Key Touch
instelling.
De aanslaggevoeligheid wordt zwaarder
naarmate de waarde toeneemt.
Als deze parameter op een waarde is
ingesteld die de hoogste of laagste limiet
overschrijdt, wordt de instelling voor Key Touch
(één van vijf mogelijke waardes) automatisch
verandert om de waarde die u speciceerde te
accommoderen.
Parameter Waarde Uitleg
Velocity
REAL
Volumeniveaus en de manier waarop klanken
worden gespeeld veranderen in reactie op de
Velocity (aanslaggevoeligheid).
1–127
Ongeacht hoe sterk u op het klavier speelt,
volumeniveaus en de manier waarop klanken
worden gespeeld weerspiegelen altijd de
vaststaande Velocity waarde die u hier
speciceert.
Velo Delay Sens
-63–+63
Naarmate de waarde afneemt, wordt de timing
van het geluid meer vertraagd als de toetsen
sterker worden aangeslagen. Naarmate de
waarde toeneemt, wordt de timing van het
geluid meer vertraagd als de toetsen met
minder kracht worden aangeslagen.
Velo Key Follow
Sens
-63–+63
Naarmate de waarde toeneemt wordt de
aanslag zwaarder in de hoge registers en
lichter in de lage registers.
Key O Position
STANDARD
Note-o doet zich voor op de toets diepte van
een conventionele piano.
DEEP
Note-o doet zich voor op een diepere positie.
Dit is geschikt voor elektrische pianoklanken.
Functies aan de pedalen toewijzen
(Pedal)
Deze instelling bepaalt de functie van de pedaalschakelaars
(zoals de optionele DP serie) of expressiepedalen
(zoals de optionele EV-5/7) die op de FC1, FC2 en EXT Jacks op het
achterpaneel zijn aangesloten.
1. In het Live Set Edit Menu scherm selecteert u ‘Pedal’. Druk
dan op de [ENTER] knop (p.28).
2. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te bewerken.
FC1/FC2/EXT pedalen
Parameter Waarde Uitleg
Func
(Function)
Selecteert de functie die aan elke pedaal wordt toegewezen.
* Voor informatie over de waardes raadpleegt u de ‘Lijst van
functies die aan de pedalen, knoppen en toetsen toegewezen
kunnen worden (p.30).
Range Min
0–127
Speciceert de waarde die de toegewezen
functie heeft als het corresponderende
pedaal niet is ingedrukt (*1).
Range Max
0–127
Speciceert de waarde die de toegewezen
functie heeft als het corresponderende
pedaal volledig wordt ingedrukt (*1).
MEMO
Door de Range Min/Max instellingen te speciceren, kunt ud e
functie binnen de gewenste reeks besturen. Dit helpt u om de
gewenste uitvoeringsresultaten te verkrijgen.
*1 Afhankelijk van de functie die is toegewezen, wordt de functie
mogelijk niet als een waarde binnen de reeks van 0-127
uitgedrukt. In dat soort gevallen wordt de waarde van 0-127
omgezet in de reeks die geschikt is voor de toegewezen functie.
29
Gedetailleerde instellingen voor een Live Set (Live Set Edit)
Functies aan ASSIGN 1-5 toewijzen
(Assign 1-5)
Hier ziet u hoe functies aan de ASSIGN [1]-4[] knoppen en de
ASSIOGN [5] knop worden toegewezen.
1. In het Live Set Edit Menu scherm selecteert u Assign 1-5’
en dan drukt u op de [ENTER] knop (p.28).
2. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te bewerken.
ASSIGN [1]-[4] knoppen
Parameter Waarde Uitleg
Func
(Function)
Selecteert de functies die aan de ASSIGN [1]-[4] knoppen worden
toegewezen.
* Voor informatie over de waardes raadpleegt u de ‘Lijst van
functies die aan de pedalen, knoppen en toetsen toegewezen
kunnen worden (p.30).
Range Min
0–127
Speciceert de waarde die de toegewezen
functie moet hebben als de corresponde-
rende ASSIGN [1]-[4] knop helemaal naar
links wordt gedraaid (*1).
Range Max
0–127
Speciceert de waarde die de toegewezen
functie moet hebben als de corresponde-
rende ASSIGN [1]-[4] knop helemaal naar
rechts wordt gedraaid (*1).
MEMO
Door de Range Min/Max instellingen te speciceren, kunt u de
functie binnen de gewenste reeks besturen. Op die manier kunt
u het uitvoeringsresultaat gemakkelijker verkrijgen.
*1 Afhankelijk van de functie die is toegewezen, wordt de functie
mogelijk niet als een waarde binnen de reeks van 0-127
weergegeven. In dat soort gevallen wordt de waarde van 0-127
geconverteerd naar de passende reeks voor de toegewezen
functie.
ASSIGN [5] knop
Parameter Waarde Uitleg
Func
(Function)
Selecteert de functie die aan de ASSIGN [5] knop wordt
toegewezen.
* Voor informatie over de waardes kijkt u bij ‘Lijst van functies die
aan pedalen, knoppen en toetsen toegewezen kunnen worden
(p.30).
Switch Type
Speciceert de werking van de knop.
LATCH
Elke keer dat u de knop indrukt wordt de
functie aan/uitgezet.
MOMENTARY
De functie is alleen aan terwijl u de knop
ingedrukt houdt.
MEMO
Of de Switch Type instelling iets doet of niet, is afhankelijk van
de functie die is toegewezen.
Functies aan de [S1] [S2] knoppen
toewijzen (S1/S2)
Deze instelling bepaalt de functie van de [S1] en [S2] knoppen.
1. In het Live Set Edit Menu scherm selecteert u ‘S1/S2’. Druk
dan op de [ENTER] knop.
2. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te bewerken.
[S1] [S2] knoppen
Parameter Waarde Uitleg
Func
(Function)
Selecteert de functie die aan de [S1] [S2] knoppen wordt
toegewezen.
* Voor informatie over de waardes kijkt u bij ‘Lijst van functies die
aan pedalen, knoppen en toetsen toegewezen kunnen worden
(p.30).
Switch Type
Speciceert de werking van de knop.
LATCH
Elke keer dat u op de knop drukt, wordt de
functie aan/uitgezet.
MOMENTARY
De functie is alleen aan als u de knop
ingedrukt houdt.
MEMO
Of de Switch Type instelling iets doet of niet, is afhankelijk van
de functie die is toegewezen.
Lijst van functie die aan de pedalen, knoppen
en toetsen toegewezen kunnen worden
Controllers waaraan een functie
toegewezen kan worden
Functies die
toegewezen
kunnen
worden
Uitleg
FC1 / FC2
/ EXT
pedaal
ASSIGN
[1]–[4]
knop
ASSIGN [5]
[S1] [S2]
knop
OFF Er wordt niets bestuurd.
CC0–CC127
Controller nummer 0-127
(*1)
BEND DOWN
Verlaagt de toonhoogte,
zoals gebeurt als de Pitch
Bend hendel naar links wordt
bewogen (*1).
BEND UP
Verhoogt de toonhoogte,
zoals gebeurt als de Pitch
Bend hendel naar rechts
wordt bewogen (*1).
AFTERTOUCH Regelt Aftertouch (*1)
OCTAVE DOWN
Verlaagt de toetsenreeks in
stappen van octaven, elke
keer dat u de knop indrukt
(maximaal vier octaven)
OCTAVE UP
Verhoogt de toetsenreeks in
stappen van octaven, elke
keer dat u de knop indrukt
(maximaal vier octaven)
EXT START/
STOP
Start/stopt de externe
sequencer.
TAP TEMPO
Stelt het tempo in, zodat het
overeenkomt met de timing
waarmee u het pedaal of de
knop indrukt.
PLAY/STOP
Dezelfde functie als de
[PLAY/STOP] knop.
SONG RESET
Keert naar het begin van de
song terug.
SONG BWD Spoelt de song terug.
SONG FWD Spoelt de song vooruit.
30
Gedetailleerde instellingen voor een Live Set (Live Set Edit)
Controllers waaraan een functie
toegewezen kan worden
Functies die
toegewezen
kunnen
worden
Uitleg
FC1 / FC2
/ EXT
pedaal
ASSIGN
[1]–[4]
knop
ASSIGN [5]
[S1] [S2]
knop
MOD FX
SWITCH
Dezelfde functie als de
MODULATION FX [ON/OFF]
knop (*2).
MOD FX DEPTH
Dezelfde functie als de
MODULATION FX [DEPTH]
knop (*2).
MOD FX RATE
Dezelfde functie als de
MODULATION FX [RATE]
knop (*2).
TREMOLO
SWITCH
Dezelfde functie als de
TREMOLO [ON/OFF] knop
(*3)
TREMOLO
DEPTH
Dezelfde functie als de
TREMOLO [DEPTH] knop (*3)
TREMOLO RATE
Dezelfde functie als de
TREMOLO RATE] knop (*3)
AMP SIM
SWITCH
Dezelfde functie als de AMP
SIM [ON/OFF] knop (*3)
AMP SIM DRIVE
Dezelfde functie als de AMP
SIM [DRIVE] knop (*3)
DELAY SWITCH zet Delay (p.15) aan/uit.
ROTARY SPEED
Als het Rotary-eect wordt
gebruikt, schakelt het
Rotary-eect tussen snel en
langzaam.
TONE COLOR
Dezelfde functie als de
[TONE COLOR] knop (*4)
LIVE SET DOWN
Verandert de Live Sets in
aopende volgorde.
LIVE SET UP
Selecteert Live Sets in
oplopende volgorde.
* 1 U kunt de Layer (of externe Layer) waarop de toegewezen
functie wordt toegepast speciceren. ‘Gedetailleerde instellingen
voor elke Layer (Layer Edit)’ (p.28), ‘Gedetailleerde instellingen
voor verzonden parts’ (p.38).
* 2 U kunt de toegewezen functie speciceren voor de Layer die
bij ‘MOD FX (Modulation FX Control Destination)’ (p.28) is
geselecteerd.
* 3 U kunt de toegewezen functie selecteren voor de Layer die
bij TR/AMP (Tremolo/Amp Control Destination)’ (p.28) is
geselecteerd.
* 4 U kunt de toegewezen functie selecteren voor de Layer die bij
Ton CLR (Tone Color Control Destination)’ (p.28) is geselecteerd.
MEMO
Afhankelijk van de status van de geselecteerde Live Set of Tone
(klank), wordt de toegewezen functie soms niet ondersteund,
wat betekent dat u het verwachte resultaat mogelijk niet kunt
verkrijgen.
Galm aan het geluid toevoegen
(Reverb)
Hier ziet u hoe instellingen voor galm (Reverb) worden gemaakt.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het geselecteerde
type.
Voor informatie over de eecten raadpleegt u de ‘ Eect parameter
gids’ (PDF).
Voor informatie over het verkrijgen van de PDF kijkt u bij ‘ PDF
handleidingen verkrijgen’ op de voorpagina.
1. In het Live Set Edit Menu scherm selecteert u ‘Reverb’.
Druk dan op de [ENTER] knop (p.28).
2. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te bewerken.
Parameter Waarde Uitleg
Type
ROOM1, ROOM2
Simuleert de galm van interieurs. Dit
produceert een duidelijke en ruimtelijke
galm.
HALL1, HALL2
Simuleert de galm van een zaal. Dit
voorziet in een diepere galm dan de Room
galmen.
PLATE
Simuleert een plaatgalm apparaat (een
kunstmatige galm waarbij een metalen
plaat wordt gebruikt).
GM2 REVERB Dit is een GM2 galm.
Level
0–127 Volume van de galm.
Het geluid ruimtelijker laten klinken
(Delay)
Hier ziet u hoe instellingen voor Delay worden gemaakt.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het geselecteerde
type.
Voor informatie over de eecten raadpleegt u de ‘ Eect parameter
gids’ (PDF).
Voor informatie over het verkrijgen van de PDF kijkt u bij ‘ PDF
handleidingen verkrijgen’ op de voorpagina.
1. In het Live Set Edit Menu scherm selecteert u ‘Delay. Druk
dan op de [ENTER] knop (p.28).
2. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te bewerken.
Parameter Waarde Uitleg
Type
DELAY Een stereo Delay.
T-CTRL DELAY
Een Delay waarmee u de vertragingstijd
geleidelijk kunt veranderen.
DELAY g
TREMOLO
Tremolo wordt op het vertraagde geluid
toegepast.
2TAP DELAY
Het vertraagde geluid is vanaf de twee
locaties die u speciceert hoorbaar.
3TAP DELAY
Het vertraagde geluid is hoorbaar vanaf de
locaties die u speciceert.
Level
0–127 Volume van de Delay.
31
Gedetailleerde klank instellingen (Designer)
Nadat u een klank of Live Set heeft geselecteerd, kunt u de
Designer functie van de RD-800 gebruiken om het geluid op
gedetailleerde wijze aan te passen.
1. Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en druk op de Layer
schakelaar waaraan het geluid dat u wilt bewerken is
toegewezen.
Het Designer Menu scherm van de geselecteerde Layer (voor een
TW-Organ klank: het Harmonic Bar scherm) verschijnt (p.22).
In het Designer menu kunt u de gewenste categorie
klankinstellingen kiezen.
MEMO
• Als u in het Tone scherm op de [ENTER] knop drukt, gaat u naar
het Designer Menu scherm voor UPPER 1.
2. Gebruik de cursor [ ] [ ] knoppen om het item dat u wilt
bewerken te selecteren.
3. Druk op de [ENTER] knop.
Het bewerkingsscherm voor elk item verschijnt.
4. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC][INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te bewerken.
Als u op de [EXIT/SAHIFT] knop drukt, keert u naar het Designer
Menu scherm terug.
5. Als u de veranderingen die u heeft gemaakt wilt opslaan,
drukt u op de [WRITE] knop.
U kunt de veranderingen in de Live Set opslaan.
OPMERKING
Als u de instellingen heeft bewerkt, wordt een ‘EDITED indicatie
in het Live Set scherm of Tone scherm weergegeven.
Als u de stroom uitzet, een andere Live Set selecteert of een
andere klank in het Tone scherm selecteert terwijl de ‘EDITED’
indicatie wordt getoond, worden de bewerkingen die u heeft
gemaakt afgedankt. Als u de bewerkingen wilt behouden, drukt
u op de [WRITE] knop om de Live Set op te slaan (p.23).
Piano Designer
Als bepaalde pianoklanken worden geselecteerd, verschijnt Piano
Designer in het Designer Menu.
* Voor de klanken die met bepaalde pianoklanken corresponderen,
raadpleegt u de ‘Lijst van klanken’ (PDF).
Voor informatie over het verkrijgen van een PDF, raadpleegt u ‘PDF
handleidingen verkrijgen’ op de voorpagina.
In het Piano Designer scherm kunt u verscheidene aspecten van
de klank van een piano aanpassen om het pianogeluid dat precies
goed is te creëren.
Snaar resonantie
Hamer ruis
Het pianogeluid
aan uw smaak
aanpassen
1. Zoals in ‘Gedetailleerde klankinstellingen (Designer)’
wordt beschreven, selecteert u ‘Piano Designer en druk
dan op de [ENTER] knop.
Het Piano Designer scherm verschijnt.
2. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC][INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te bewerken.
Parameter Waarde Uitleg
Tone Color
0–127
Past een eect aan dat geschikt is voor elke klank, zoals
het timbre of het akoestische beeld.
Nuance
TYPE1,
TYPE2,
TYPE3
Verandert de subtiele nuances van de klank door de fase
van de linker en rechter klanken te veranderen.
* Dit eect is moeilijk te horen als een koptelefoon
wordt gebruikt.
Damper Noise
0–127
Past de ruis van de demper aan (het geluid dat optreedt
als de snaren van een akoestische piano worden
losgelaten door het demperpedaal in te drukken).
Als deze waarde wordt verhoogd, neemt het geluid
dat hoorbaar is wanneer de snaren worden losgelaten
ook toe.
Duplex Scale
0–127
Past het geluid van de natuurlijk meetrillende snaren op
een akoestische piano aan.
Met hogere waardes neemt het volume van de
natuurlijke vibratie toe.
Wat is Duplex Scale?
‘Duplex Scale’ verwijst naar een systeem dat natuurlijke vibratie
in de snaren aan de voorkant en achterkant veroorzaakt.
Het kan geluid produceren dat rijker en helderder is, door de
hogere boventonen van de snaren toe te voegen.
Omdat er geen demper (geluid stoppend mechanisme) op de
voorste of achterste secties van de snaren wordt toegepast,
blijven de resonerende klanken doorklinken, zelfs nadat het
geluid van de snaren stopt als u de gespeelde toets loslaat.
String
Resonance
0–127
Als de toetsen van een akoestische piano worden
ingedrukt, trillen de snaren van toetsen die al ingedrukt
waren ook mee. De functie die dit reproduceert noemen
we ‘String Resonance’.
Met hogere waardes neemt de hoeveelheid eect toe.
Key O
Resonance
0–127
Past resonanties aan, zoals het Key-O geluid van een
akoestische piano (subtiele geluiden die u hoort als u
een toets loslaat).
Met hogere waardes neemt het volume van de
resonanties toe.
Hammer
Noise
-2–0–+2
Past het geluid van de hamers die tegen de snaren van
een akoestische piano slaan aan.
Met hogere waardes neemt het geluid van de hamers
die tegen de snaren slaan toe.
Character
-5–0–+5
Hogere waardes produceren een harder geluid, lagere
waardes produceren een milder geluid.
Sound Lift
0–127
Hiermee kunt u de manier waarop het geluid reageert
als u zacht op het klavier speelt veranderen. Dit kan
bijvoorbeeld geschikt voor solospel worden aangepast
of om te voorkomen dat uw geluid in de rest van de
band wordt begraven.
Als deze waarde wordt verhoogd kunnen redelijk luide
klanken worden geproduceerd, zelfs als u met een lichte
aanslag speelt, zodat uw spel niet door het spel van de
band verduisterd worden.
Het veranderen van deze waarde is niet van invloed op
de manier waarop het geluid op Velocity reageert.
MEMO
Welke items die worden
weergegeven is afhankelijk
van de klank die
geselecteerd is.
32
Gedetailleerde klank instellingen (Designer)
Tone Designer
In het Tone Designer scherm kunt u gedetailleerde instellingen voor
het geluid maken. Welke parameters beschikbaar zijn is afhankelijk
van de klank die is geselecteerd.
1. Zoals in ‘Gedetailleerde klankinstellingen (Designer’ (p.32)
wordt beschreven, selecteert u Tone Designer’ en drukt u
op de [ENTER] knop.
Het Tone Designer scherm verschijnt.
De parameters verschillen, afhankelijk van de klank die
geselecteerd is.
2. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC][INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te bewerken.
Gedetailleerde instellingen voor de E. Piano
klanken maken
Als bepaalde elektrische pianoklanken worden geselecteerd,
worden de volgende parameters getoond.
* Voor de klanken die met bepaalde elektrische pianoklanken
corresponderen raadpleegt u de ‘Lijst van klanken’ (PDF).
Voor informatie over het verkrijgen van de PDF kijkt u bij ‘De PDF
handleiding verkrijgen’ op de voorpagina.
Parameter Waarde Uitleg
Tone Color
0–127
Past een eect aan dat geschikt is voor elke klank, zoals
het timbre of het akoestische beeld.
Mechanical
Key On Noise
0–127
Hier kunt u de luidheid van de hamer aanslag op het
geluid producerende mechanisme van een elektrische
piano, zoals de tand of het riet, aanpassen.
Hogere instellingen produceren een hardere hamer
aanslag.
* Afhankelijk van de klank die geselecteerd is, heeft dit
mogelijk geen eect.
Mechanical
Key O Noise
0–127
Past het Key-O geluid van de elektrische piano aan (het
operationele geluid van de toets en hamer als de toets
wordt losgelaten).
Hogere instellingen produceren een luider Key-O
geluid.
* Afhankelijk van de klank die geselecteerd is, heeft dit
mogelijk geen eect.
Damper Noise
0–127
Past de demper ruis aan (het geluid dat u hoort als u het
demperpedaal indrukt om de klankbalken los te laten).
Als deze waarde toeneemt wordt de demper ruis luider.
* Afhankelijk van de klank die geselecteerd is, heeft dit
mogelijk geen eect.
Key O
Resonance
0–127
Past resonanties aan, zoals het Key-O geluid (het vage
geluid dat u hoort als u een toets loslaat).
Hogere waardes produceren een luider Key-O geluid.
Met een instelling van 0 is er geheel geen Key-O geluid.
* Afhankelijk van de klank die geselecteerd is, heeft dit
mogelijk geen eect.
Hum Noise
0–127
Past de hoeveelheid brom en andere ruis aan, die in de
elementen lekt.
Elektrische piano’s waren gevoelig voor verschillende
soorten ruis, en deze ruis werd soms samen met de
klanken van de uitvoering uitgestuurd. Afhankelijk van
de eectinstellingen kunnen dit soort geluiden een
authentieke, levendige sfeer produceren.
Het verlagen van deze waarde maakt het geluid
helderder, en het verhogen van de waarde maakt het
geluid ‘vuiler’.
Met een instelling van 0 is er geheel geen brom.
* Afhankelijk van de geselecteerde klank heeft dit
mogelijk geen eect.
Sound Lift
0–127
Hiermee kunt u de manier waarop het geluid reageert
als u het klavier zacht bespeeld veranderen. Dit kan
bijvoorbeeld geschikt voor solospel worden aangepast
of om te voorkomen dat uw geluid in de rest van de
band wordt begraven.
Als deze waarde wordt verhoogd kunnen redelijk luide
klanken worden geproduceerd, zelfs als u met een lichte
aanslag speelt, zodat uw spel niet door het spel van de
band verduisterd worden.
Het veranderen van deze waarde is niet van invloed op
de manier waarop het geluid op Velocity reageert.
Gedetailleerde instellingen voor de CLAV
klanken maken
Als bepaalde Clav klanken worden geselecteerd, verschijnen de
volgende parameters.
* Voor informatie over de Clav klanken waarop dit van toepassing is,
raadpleegt u de ‘Lijst van klanken’ (PDF).
Informatie over het verkrijgen van de PDF vindt u bij ‘ PDF
handleidingen verkrijgen’ op de voorpagina.
Parameter Waarde Uitleg
Tone Color
0–127
Past een eect aan dat geschikt is voor elke klank, zoals
het timbre of het akoestische beeld.
Pitch Bend
Range
0–24
(semito-
nes)
Stelt de hoeveelheid verandering in toonhoogte in,
die optreedt als u de Pitch Bend hendel beweegt
(maximaal twee octaven).
Key O
Resonance
0–127
Past resonanties aan, zoals het Key-O geluid (het vage
geluid dat u hoort als u een toets loslaat).
Hogere waardes produceren een luider Key-O geluid.
Met een instelling van 0 is er geheel geen Key-O geluid.
Hum Noise
0–127
Past de hoeveelheid brom en andere ruis aan, die in de
elementen lekt.
Elektrische klavechorden waren gevoelig voor verschil-
lende soorten ruis, en deze ruis werd soms samen met
de klanken van de uitvoering uitgestuurd. Afhankelijk
van de eectinstellingen kunnen dit soort geluiden een
authentieke, levendige sfeer produceren.
Het verlagen van deze waarde maakt het geluid
helderder, en het verhogen van de waarde maakt het
geluid ‘vuiler’.
Met een instelling van 0 is er geheel geen brom.
* Afhankelijk van de geselecteerde klank heeft dit
mogelijk geen eect.
Gedetailleerde instellingen voor de overige
klanken maken
Als u een ander geluid dan een bepaalde piano, elektrische piano of
Clav klank heeft geselecteerd, verschijnen de volgende parameters:
Parameter Waarde Uitleg
Tone Color
0–127
Als u een ander geluid dan een bepaalde piano,
elektrische piano of Clav klank heeft geselecteerd,
verschijnen de volgende parameters.
Mono/Poly
Past een eect aan dat geschikt is voor elke klank, zoals het timbre of
het akoestische beeld.
Speciceert of de klank polyfoon (POLY) of monofoon (MONO)
gespeeld moet worden.
De MONO instelling is eectief als er solo instrumenten zoals een sax
of uit worden gespeeld.
Bovendien, als dit op ‘MONO LEGATO’ wordt ingesteld, kunt u mono
uitvoeringen legato laten spelen. Legato is een speelstijl waarin de
ruimtes tussen noten gladgestreken worden, hetgeen een vloeiend
gevoel zonder begrenzingen tussen de noten creëert. Dit creëert
een vloeiende overgang tussen noten, wat eectief is als u de
hammering-on en pulling-o technieken die door gitaristen worden
gebruikt wilt simuleren.
MONO Alleen de laatst gespeelde noot klinkt.
POLY
Twee of meer noten kunnen gelijktijdig worden
gespeeld.
MONO
LEGATO
Legato wordt op een mono uitvoering toegepast.
Portamento
Switch
ON, OFF
Portamento is een functie die veroorzaakt dat de
toonhoogte vloeiend van de ene noot naar de volgende
verandert.
Als de Mono/Poly parameter op MONO is ingesteld,
is Portamento in het bijzonder eectief wanneer
speeltechnieken zoals viool glissandos worden
gesimuleerd.
Portamento
Time
0–127
De Portamento Time instelling bepaalt de tijd voor de
verandering in toonhoogte als het Portamento-eect op
het geluid wordt toegepast. Hogere instellingen maken
dat de toonhoogte verandering naar de volgende noot
langer duurt.
Pitch Bend
Range
0–24
(semi-
tone)
Stelt de hoeveelheid verandering in toonhoogte in,
die optreedt als u de Pitch Bend hendel beweegt
(maximaal twee octaven).
33
Gedetailleerde klank instellingen (Designer)
Parameter Waarde Uitleg
Attack Time
Oset
-64–+63
De tijd die in beslag wordt genomen om een klank,
nadat de toets is ingedrukt, zijn volle volume te laten
bereiken.
Hogere waardes produceren een mildere Attack, lagere
waardes produceren een scherpere Attack.
* Bij sommige klanken werkt het eect niet zoals
bedoeld.
Decay Time
Oset
Dit is de tijd waarbinnen het volume wegsterft nadat de
Attack is geëindigd.
De tijd waarbinnen het volume daalt neemt toe
naarmate de waarde wordt verhoogd. Het verlagen van
de waarde maakt dat de Decay tijd afneemt.
* Bij sommige klanken werkt dit eect niet zoals
bedoeld.
Release Time
Oset
De tijd die het duurt voordat een klank onhoorbaar
wordt, nadat de toets is losgelaten.
Hogere waardes produceren een langere Decay, stel
lagere waardes in voor een duidelijk geluid.
* Bij sommige klanken werkt dit eect niet zoals
bedoeld.
Cuto Oset
Past de hoeveelheid opening van het lter aan.
Hogere waardes maken het geluid helderder. Lagere
waardes maken het geluid donkerder.
* Bij sommige klanken werkt dit eect niet zoals
bedoeld.
Resonance
Oset
Benadrukt de boventonen in de omgeving van
de Cuto frequentie, en geeft het geluid meer
karakter. Overmatig hoge instellingen kunnen oscillatie
produceren, waardoor het geluid vervormt.
Hogere waardes versterken de onderscheidende
kenmerken van het geluid, lagere waardes reduceren
deze kenmerken.
* Bij sommige klanken werkt dit eect niet zoals
bedoeld.
Vibrato Rate
Oset
Past de vibrato snelheid aan (de snelheid waarmee
de toonhoogte wordt gemoduleerd). Met hogere
instellingen wordt de toonhoogte sneller gemoduleerd,
en langzamer met lagere instellingen.
Vibrato Depth
Oset
Past de diepte van het Vibrato-eect aan (de
diepte waarop de toonhoogte gemoduleerd wordt).
De toonhoogte wordt meer gemoduleerd met hogere
instellingen, en minder met lagere instellingen.
Vibrato Delay
Oset
Dit pas voor elk part de tijd aan totdat vibrato
(toonhoogte modulatie) begint.
Hogere instellingen produceren een langere vertraging
voordat vibrato begint, terwijl lagere instellingen een
kortere tijd produceren.
Individuele toetsen bewerken
(Individual Note Voicing)
OPMERKING
• Deze instellingen zijn alleen beschikbaar als bepaalde
pianoklanken worden bewerkt.
• Voor details over de klanken waarop dit van toepassing is,
raadpleegt u de ‘Lijst van klanken’ (PDF).
Voor informatie over het verkrijgen van de PDF, raadpleegt u
PDF handleidingen verkrijgen’ op de voorpagina.
1. In de procedure ‘Gedetailleerde klankinstellingen
(Designer)’ (p.32) kiest u ‘Individual Note Voicing. Druk
dan op de [ENTER] knop.
2. Gebruik de cursorknoppen om een parameter te
selecteren.
3. Druk op een toets om de toets die u wilt bewerken te
speciceren.
4. Gebruik de [DEC][INC] knoppen of de waarde draaiknop
om de waardes te bewerken.
Tuning
U kunt de stemming van iedere toets nauwkeuriger aanpassen.
Parameter Waarde Uitleg
Type
OFF,
PRST (PRESET), USER
Selecteert het type stemming.
PRST (PRESET) is de stemmingscurve
waarop de RD-800 in de fabriek is ingesteld.
Als u USER kiest, kunt u de stemming van
elke toets instellen.
Waarde
-50.0–+50.0
Hiermee kan de stemming van elke toets
in stappen van 0.1 cent worden aangepast,
binnen een reeks van -50.0 tot +50.0 cent.
Level
Dit is een nauwkeurigere aanpassing van het volume van elke toets.
Parameter Waarde Uitleg
Type
OFF, USER
Als u USER kiest, kunt u het volume van elke
toets bewerken.
Waarde
-50–0
Met lage waardes is de toets zachter dan de
andere toetsen.
Character
Ten opzichte van de waarde van de ‘Character’ parameter in Piano
Designer, kunt u hiermee de Oset waarde voor iedere toets
aanpassen.
Parameter Waarde Uitleg
Type
OFF, USER
Als u USER kiest, kunt u de Character Oset
waarde van elke toets bewerken.
Waarde
-5–0–+5
Hogere waardes produceren een harder
geluid.
Lagere waardes maken de klank milder.
MEMO
Als u de waarde van een toets van ‘OFF’ of ‘PRST verandert,
verandert het Type automatisch in ‘USER’.
34
Gedetailleerde klank instellingen (Designer)
De resonantie die optreedt als het
demperpedaal wordt ingedrukt
aanpassen (Sympathetic Resonance)
OPMERKING
Deze instelling is alleen voor bepaalde pianoklanken
beschikbaar.
Voor details over de klanken waarop dit van toepassing is,
raadpleegt u de ‘Lijst van klanken’ (PDF).
Voor informatie over het verkrijgen van de PDF, raadpleegt u
‘PDF handleidingen verkrijgen’ op de voorpagina.
U kunt deze resonantie aanpassen als het demperpedaal is
ingedrukt (Sympathetic Resonance).
Als het demperpedaal op een akoestische piano wordt ingedrukt,
kunnen de resterende snaren met de klanken die u op het klavier
speelde meetrillen, hetgeen een rijke resonantie toevoegt. Deze
functie reproduceert dat resonantie geluid.
Parameter Waarde Uitleg kolom
Switch
OFF, ON Op On ingesteld wordt het eect toegepast.
Depth
0–127 Diepte van het eect.
Damper
0–127
Diepte waarmee het demperpedaal wordt
ingedrukt (regelt het resonerende geluid).
Pre LPF
16–15000 Hz,
BYPASS
Frequentie van het lter dat de hoge
frequentie inhoud van het ingangsgeluid
afkapt (BYPASS: geen afkapping)
Pre HPF
BYPASS, 16–15000
Hz
Frequentie van het lter dat de lage
frequentie inhoud van het ingangsgeluid
afkapt (BYPASS: geen afkapping)
Peaking Freq
16–15000 Hz
Frequentie van het lter dat een specieke
regio van het ingangsgeluid afkapt/versterkt.
Peaking Gain
-15–+15 dB
Hoeveelheid versterking/afkapping die
door het lter wordt geproduceerd op de
gespeciceerde frequentieregio van het
ingangsgeluid.
Peaking Q
0.5, 1.0, 2.0,
4.0, 8.0
Breedte van de frequentieregio die door de
Peaking Gain parameter wordt versterkt/
afgekapt (hogere waardes maken de regio
smaller).
HF Damp Freq
16–15000 Hz,
BYPASS
Frequentie waarop de hoge frequentie
inhoud van het resonerende geluid wordt
afgekapt (BYPASS: geen afkapping)
LF Damp Freq
BYPASS, 16–15000
Hz
Frequentie waarop de lage frequentie
inhoud van het resonerende geluid wordt
afgekapt (BYPASS: geen afkapping)
Level
0–127 Uitgangsniveau
Damper Oset
0–127
Volume van aanvullende lichte resonantie als
het demperpedaal niet is ingedrukt.
De Modulation FX bewerken
(Modulation FX)
Hier kunt ud e Modulation FX parameters bewerken.
1. Terwijl u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt, bedient u de
MODULATION FX [DEPTH] of [RATE] knop.
Het Modulation FX scherm verschijnt.
2. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC][INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te bewerken.
Parameter Waarde Uitleg
Type
Zie de Lijst van eecten
(p. 58).
Speciceert het type Modulation FX.
Welke parameters bewerkt kunnen
worden, is afhankelijk van het eecttype
dat geselecteerd is.
Routing
MOD FX (Modulation FX)
g TR/AMP (Tremolo/Amp
Simulator)
TR/AMP (Tremolo/Amp
Simulator) g MOD FX
(Modulation FX)
Hiermee kunt u de routing van de
Modulation FX en de Tremolo/Amp
Simulator selecteren.
Door het Routing type te veranderen,
kunt u het eect dat op het geluid wordt
toegepast veranderen.
Ga er bijvoorbeeld vanuit dat u Chorus
als de MOD FX kiest en E. PIANO voor
TR/AMP kiest. Met de MOD FX g TR/
AMP instelling wordt het Chorus geluid
in mono uitgestuurd, maar met de TR/
AMP g MOD FX instelling wordt dit in
stereo uitgestuurd.
Switch
OFF, ON Zet de Modulation FX aan/uit.
MEMO
Voor informatie raadpleegt u ‘Lijst van eecten (p.58) en ‘Eect
Parameter Gids’ (PDF).
Voor details over het verkrijgen van de PDF, raadpleegt u ‘ PDF
handleidingen verkrijgen’ op de voorpagina.
Tremolo/Amp Simulator bewerken
(Tremolo/Amp Simulator)
Hier ziet u hoe de Tremolo/Amp Simulator parameters bewerkt
worden.
1. Terwijl u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt, bedient u de
TREMOLO/AMP SIM [DEPTH] of [RATE] knop.
Het Tremolo/Amp Simulator scherm verschijnt.
2. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en gebruik
de [DEC][INC] knoppen of de waarde draaiknop om de
waarde te bewerken.
Parameter Waarde Uitleg
Type
Zie ”Tremolo/Amp
simulator types” (p. 35)
Selecteert het type Tremolo/Amp
Simulator.
Welke parameters bewerkt
kunnen worden is afhankelijk van het
geselecteerde eect.
Routing
MOD FX (Modulation FX)
g TR/AMP (Tremolo/Amp
Simulator)
TR/AMP (Tremolo/Amp
Simulator) g MOD FX
(Modulation FX)
Hiermee kunt u de routing van de
Modulation FX en de Tremolo/Amp
Simulator selecteren.
Door het Routing type te veranderen,
kunt u het eect dat op het geluid
wordt toegepast veranderen.
Ga er bijvoorbeeld vanuit dat u Chorus
als de MOD FX kiest en E. PIANO voor
TR/AMP kiest. Met de MOD FX g TR/
AMP instelling wordt het Chorus geluid
in mono uitgestuurd, maar met de TR/
AMP g MOD FX instelling wordt dit in
stereo uitgestuurd.
Tremolo/Amp simulator types
Type Uitleg
1
NORMAL
Dit is een versterker met een vlakke frequentie respons.
Hiermee kunt u een tremolo-eect en vervorming toevoegen.
2
A.PIANO
Behalve NORMAL reproduceert dit de open/gesloten status
van de klep van concertvleugels.
35
Gedetailleerde klank instellingen (Designer)
Type Uitleg
3
E.PIANO
Tremolo types met verschillende karakters zijn beschikbaar,
zodat u het karakter van een klassieke elektrische
piano, gecombineerd met een elektrische pianoklank, kunt
reproduceren.
Kenmerken van de Tremolo types
OLDCASE MONO
Gebruikt in samenwerking met TINE EP, simuleert dit een
klassiek elektrisch pianogeluid van de jaren ‘60.
OLDCASE STEREO
Gebruikt in samenwerking met TINE EP, simuleert dit een
klassiek elektrisch pianogeluid van de jaren ‘70.
DYNO
Met dit model kunt u de vorm van de Tremolo golfvorm
afwisselen.
Gebruikt in samenwerking met TINE EP, simuleert dit een
klassiek elektrisch pianogeluid van de jaren ‘80.
WURLY
Gebruikt in samenwerking met REED E. PIANO, simuleert dit
een klassiek elektrisch pianogeluid van de jaren ‘60.
NEWCASE
Als dit in combinatie met TINE EP wordt gebruikt, simuleert
dit een klassiek elektrisch pianogeluid van eind jaren ‘70 en
begin jaren ‘80.
4
GUITAR AMP
Simuleert het spelen via een gitaarversterker.
MEMO
Aangezien de [DRIVE] knop de volumeknop
van een gitaarversterker op getrouwe wijze
simuleert, neemt het volume ook af als de knop
naar links wordt gedraaid.
5
ROTARY
Dit simuleert een Rotary-eect dat geschikt is voor
orgelklanken.
MEMO
Voor informatie raadpleegt u de ‘Eect Parameter Gids’ (PDF).
Voor details over het verkrijgen van de PDF, raadpleegt u ‘ PDF
handleidingen verkrijgen’ op de voorpagina.
De creatie van orgelklanken
simuleren
Deze instellingen zijn alleen beschikbaar als een TW-Organ
(toonwielorgel) klank is geselecteerd.
Op een toonwielorgel kunt u originele klanken creëren door negen
harmonische balken (trekbalken) naar voren of naar achteren
te schuiven om hun relatieve balans te veranderen. Aan elke
balk is een ander footage toegewezen, en dit footage bepaalt
de toonhoogte van het geluid. 8’ is het footage dat de basis
toonhoogte van het geluid vormt. Dit is het middelpunt, waar
omheen u de klank creëert.
Voor informatie, zie ‘De orgelklank creëren (p.22).
36
De RD-800 als een masterklavier gebruiken
Wat is MIDI?
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een standaard
specicatie die het mogelijk maakt dat muziekdata tussen
elektronische muziekinstrumenten en computers uitgewisseld kan
worden.
Als apparaten uitgerust met MIDI-poorten via een MIDI-kabel zijn
aangesloten, kunt u deze op de volgende manieren gebruiken.
• Eén MIDI-klavier gebruiken om meerdere instrumenten te
bespelen.
• Meerdere MIDI-instrumenten als een ensemble spelen.
• Automatisch van instellingen veranderen tijdens de voortgang
van de song.
Over MIDI-aansluitingen
De RD-800 heeft de volgende drie types MIDI-aansluitingen. Hun
functies verschillen, zoals hieronder wordt beschreven:
MIDI IN-aansluiting
Uitvoeringsboodschappen van een extern MIDI-apparaat worden
hier ontvangen. Deze binnenkomende boodschappen kunnen de
RD-800 instrueren om klanken te spelen of van klank te veranderen.
MIDI OUT-aansluiting
MIDI-boodschappen worden via deze aansluiting naar externe
MIDI-apparaten verzonden. De MIDI OUT-aansluitingen worden
gebruikt voor het verzenden van uitvoeringsdata van de controller
sectie.
MIDI THRU-aansluiting
MIDI-boodschappen die via de MIDI IN worden ontvangen, worden
onveranderd opnieuw via deze aansluiting naar een extern MIDI-
apparaat verzonden.
Gebruik dit in situaties waarin u meerdere MIDI-apparaten
gelijktijdig gebruikt.
MEMO
Met de RD-800 kunt u de functie van de MIDI THRU/OUT 2
aansluiting veranderen (p.41).
Het volume van elke Layer aanpassen
Als de [MIDI CONTROL] knop verlicht is, kunt u de Layer schakelaar
en de Layer LEVEL schuifregelaars gebruiken om de EXTERNAL
Layer op dezelfde manier te besturen als de met de Layer (p.12).
LAYER schakelaar
Dit speciceert of MIDI-data, inclusief de noten die u op het klavier
speelt in de EXTERNAL Layer, via de MIDI OUT-aansluiting worden
verstuurd als de [MIDI CONTROL] knop verlicht is.
Als de indicator van een Layer schakelaar voor een Layer verlicht
is (aan), worden MIDI-boodschappen via de MIDI OUT-aansluiting
verstuurd als de toetsen voor die Layer worden bespeeld.
Als de indicator van de Layer schakelaar van een Layer niet
verlicht is (uit), worden MIDI-boodschappen niet via de MIDI OUT-
aansluiting verstuurd, ook niet als de toetsen voor dat part worden
bespeeld.
De Layer schakelaar wordt aan of uitgezet, elke keer dat u deze
indrukt.
LAYER LEVEL schuifregelaar
Als de [MIDI CONTROL] knop verlicht is, passen deze schuifregelaars
het volume van de EXTERNAL Layers aan.
De MIDI-aansluiting die voor uitvoer
wordt gebruikt selecteren
De RD-800 heeft een MIDI OUT-aansluiting, een MIDI-aansluiting
waarvan de functie tussen OUT en THRU afgewisseld kan worden,
en een USB COMPUTER poort.
Voor elke Layer kunt u de MIDI OUT-aansluiting of USB COMPUTER
poort selecteren, via welke zijn data wordt verzonden.
1. Druk op de [MIDI CONTROL] knop zodat de knop verlicht
is.
Het MIDI Control scherm verschijnt.
Als ‘OUT’ niet in het scherm wordt aangegeven, drukt u een aantal
malen op de cursor [
] knop totdat ‘OUT in het scherm wordt
weergegeven.
2. Gebruik de Cursor knoppen om de cursor te verplaatsen,
en gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de waarde
draaiknop om de aansluiting, via welke elke Layer zijn
MIDI-data moet verzenden, te speciceren.
Layer Parameter Instellingen Uitleg
UPPER1
OUT
(MIDI OUT Port)
ALL,
OUT1 (MIDI OUT1),
OUT2 (MIDI OUT2),
USB
De uitvoeringsdata van de RD-
800 wordt via de geselecteerde
aansluiting verzonden.
UPPER2
UPPER3
LOWER
MEMO
Als de System parameter MIDI OUT 2 Port Setting (p.41) op
THRU’ is ingesteld, wordt de uitvoeringsdata van de RD-800
Door een extern MIDI-apparaat op de MIDI OUT op het achterpaneel
van de RD-800 aan te sluiten, kunt u het externe MIDI-apparaat
vervolgens vanaf de RD-800 besturen.
Gewoonlijk stuurt de RD-800 noot boodschappen via de MIDI OUT
aansluiting, maar als u op de [MIDI CONTROL] knop drukt zodat de
knop verlicht is, kunt u naast het verzenden van noot boodschappen
verschillende instellingen op het externe MIDI-apparaat besturen.
De interne en externe geluidsgenerators kunnen onafhankelijk
worden bestuurd.
Als u op de [MIDI CONTROL] knop drukt, zodat deze verlicht is,
bevindt de RD-800 zich in een staat waarin deze een externe MIDI-geluidsmodule (EXTERNAL Layer) kan besturen. U drukt op de [MIDI CONTROL]
knop om tussen het besturen van de Layer en besturen van de EXTERNAL Layer af te wisselen.
U kunt ook gedetailleerde instellingen maken voor MIDI-boodschappen die naar externe geluidsmodules worden gestuurd.
* Als Rec Mode (p.47) op ‘ON’ is ingesteld, kunt u de instellingen voor de EXTERNAL Layer niet veranderen. Ook zal het MIDI Control scherm niet verschijnen
als u op de [MIDI CONTROL] knop drukt.
LAYER
schakelaar
LAYER LEVEL
schuifregelaar
[MIDI CONTROL] knop
37
De RD-800 als een masterklavier gebruiken
niet via de MIDI OUT 2 aansluiting verzonden. In plaats daarvan
wordt uitvoeringsdata die bij MIDI IN wordt ontvangen,
opnieuw zonder verandering verzonden (MIDI THRU).
Het MIDI-zendkanaal instellen
Als u het externe MIDI-apparaat heeft aangesloten, zorgt u dat
het zendkanaal (Transmit) van het klavier en het ontvangstkanaal
(Receive) van alle externe MIDI-geluidsgenerator parts met elkaar
overeenkomen. Geluid wordt geproduceerd als de MIDI-kanalen
van het zendende apparaat (de RD-800) en het ontvangende
apparaat (de externe MIDI-geluidsgenerator) op hetzelfde MIDI-
kanaal zijn ingesteld.
1. Druk op de [MIDI CONTROL] knop zodat de knop verlicht
is.
Het MIDI Control scherm
verschijnt.
Als ‘Ch niet in het scherm
verschijnt, drukt u een aantal
malen op de cursor [
] knop
om het volgende scherm te
laten verschijnen.
MEMO
Voor informatie over de manier waarop het ontvangstkanaal
voor elk part van het externe MIDI-apparaat wordt ingesteld
raadpleegt u zijn gebruikershandleiding.
2. Gebruik de cursor knoppen om de cursor te verplaatsen
en gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de waarde
draaiknop om het zendkanaal (Ch) voor elke Layer in te
stellen.
Layer Parameter Waarde Uitleg
UPPER1
Ch (MIDI Tx Channel) 1–16
RD-800 uitvoeringsdata wordt
via het geselecteerde kanaal
verzonden.
UPPER2
UPPER3
LOWER
MEMO
• Layers waarvan de Layer schakelaar is uitgezet worden
gedimd in het scherm weergegeven (p.12). Ook worden MIDI-
boodschappen niet verzonden als u op het klavier speelt.
Klanken op een extern MIDI-
apparaat selecteren
Om de klanken van een extern MIDI-apparaat te veranderen,
worden het programma nummer en de MSB/LSB van de Bank
Select boodschap als een numerieke waarde op de RD-800
ingevoerd.
1. Druk op de [MIDI CONTROL] knop zodat de knop verlicht
is.
Het MIDI Control scherm
verschijnt.
Als ‘MSB’ niet in het scherm
verschijnt, drukt u een aantal
malen op de cursor [
] [ ]
knoppen om het volgende
scherm te laten verschijnen.
2. Gebruik de cursor
knoppen om de cursor te verplaatsen, en gebruik de
[DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop om de MSB,
LSB en PC voor elke Layer in te stellen.
Als deze instelling ‘---’ is, worden Bank Select en Program Change
boodschappen niet verzonden.
Parameter Waarde
MSB
(Bank Select MSB: CC0)
- - -, 0–127
LSB (Bank Select LSB: CC32)
- - -, 0–127
PC (Program Change)
- - -, 1–128
OPMERKING
• Als de externe MIDI-geluidsgenerator een Propgram nummer
of Bank nummer ontvangt waaraan geen Tone is toegewezen,
kan een alternatieve Tone geselecteerd worden of wordt er in
sommige gevallen geen klank gespeeld.
• Als u het Program nummer of de Bank Select niet wilt
verzenden, gebruikt u de procedure die hierboven wordt
beschreven om de PC/MSB/LSB op ‘---’ in te stellen.
• Als dit op ‘---’ is ingesteld, wordt de geluid selectiedata niet
verzonden als u van Live Set verandert.
Gedetailleerde instellingen voor
verzonden parts
1. Druk op de [MIDI CONTROL] knop zodat de knop verlicht
is.
De RD-800 is ingesteld op het
besturen van de externe MIDI-
apparaten.
2. Druk op de cursor
knoppen om de cursor
naar de in te stellen
parameter te verplaatsen.
3. Gebruik de [DEC] [INC]
knoppen of de waarde
draaiknop om de waarde in te stellen.
Als u de [DEC] en [INC] knoppen tegelijk indrukt, wordt de waarde
op ‘---’ ingesteld of op de standaard instelling. De waarde voor de
instelling wordt niet verzonden als dit op ‘---’ is ingesteld.
Parameter Waarde Uitleg
OUT
MIDI OUT Port
ALL, OUT1, OUT2,
USB
De uitvoeringsdata van de RD-800 wordt via de
geselecteerde aansluiting verzonden.
Ch
MIDI Tx Channel
1–16
RD-800 uitvoeringsdata wordt via een
geselecteerd kanaal verzonden.
MSB
Bank Select MSB
(CC0)
---,
0–127
Hier kunt u de klank speciceren die u op het
externe MIDI-apparaat wilt selecteren door zijn
programmanummer en Bank Select MSB/LSB
waardes in te voeren.
LSB
Bank Select LSB
(CC32)
---,
0–127
PC
Program Change
---,
1–128
VOL
Volume (CC7)
---,
0–127
Past de volumebalans tussen Layers aan.
PAN
Pan (CC10)
---,
L64–0–R63
De Pan instelling positioneert het geluidsbeeld
van elke Layer als de uitvoer stereo is. Met een
toename in de waarde voor L, komt er meer
van het geluid vanaf de linkerkant.
Op gelijke wijze komt er meer van het geluid
vanaf de rechterkant als de waarde van R
toeneemt. Op 0 ingesteld wordt het geluid
waargenomen als komende vanuit het midden.
38
De RD-800 als een masterklavier gebruiken
Parameter Waarde Uitleg
REV
Reverb Send
Level (CC91)
---,
0–127
Stelt de diepte van de Reverb-eecten in.
CHO
Chorus Send
Level (CC93)
Stelt de diepte van de Chorus-eecten in.
M/P
Mono (CC126)
Poly (CC127)
---,
M (Mono),
P (Poly)
Speciceert of de klank (Tone) polyfoon (Poly)
of monofoon (Mono) wordt gespeeld. De
Mono instelling is eectief als een klank van
een solo-instrument wordt gespeeld, zoals een
sax of uit.
TRA
Layer Transpose
-48–+48
U kunt spelen terwijl elke Layer naar een
andere toonhoogte is getransponeerd.
Wanneer er meerdere Layers zijn aangezet,
kunt u een voller geluid creëren door de
twee Tones op verschillende octaven in te
stellen. Tevens, als de Keyboard Mode op
Split is ingesteld (p.13) en u een bastoon in
het Lower Part speelt, kunt u de Transpose
functie gebruiken om de bas op een lagere
toonhoogte te spelen.
KR.LWR
Keyboard Range
Lower
A0–C8
Stelt de toetsenreeks waarbinnen elke Layer
te horen is in.
Dit kan gebruikt worden om noten in verschil-
lende gebieden van het klavier verschillende
klanken te laten spelen.
Speciceer de laagste limiet (KR.LWR) en de
hoogste limiet (KR.UPR) van de toetsenreeks
die wordt ingesteld.
U kunt dit ook instellen door een specieke
toets in te drukken en dan op de [ENTER] knop
te drukken.
* Dit is alleen eectief als de [SPLIT] knop aan
is (p.13) in de Key Range instellingen.
* ‘Full’ wordt weergegeven als de [SPLIT] knop
op ‘OFF’ is ingesteld.
KR.UPR
Keyboard Range
Upper
VR.LWR
Velocity Range
Lower
1–127
Speciceer de laagste limiet (VR.LWR) en de
hoogste limiet (VR.UPR) van de reeks waarbin-
nen de klank wordt gespeeld, volgens de
sterkte waarmee de toetsen worden gespeeld
(Velocity). Maak deze instelling als u wilt dat de
klank volgens de Key Velocity verandert.
VR.UPR
Velocity Range
Upper
ATK
Attack Time
Oset (CC73)
---,
-64–+63
De tijd die het duurt voordat het geluid zijn
volledige volume bereikt, nadat een toets is
ingedrukt.
Hogere waardes produceren een mildere At-
tack, lagere waardes produceren een scherpere
Attack.
DCY
Decay Time
Oset (CC75)
Dit is de tijd waarbinnen het volume wegsterft
nadat de Attack is geëindigd.
De tijd die in beslag wordt genomen om het
volume te laten dalen neemt toe als de waarde
wordt verhoogd. Door het verlagen van de
waarde neemt de Decay tijd af.
REL
Release Time
Oset (CC72)
Hoe lang het duurt voordat een geluid
onhoorbaar wordt, nadat de toets is losgelaten.
Hogere waardes produceren een
langere Decay. Stel lagere waardes in voor een
duidelijker geluid.
COF
Cuto Oset
(CC74)
Past de mate van opening van het lter aan.
Hogere waardes maken het geluid helderder.
Met lagere waardes lijkt het geluid donkerder
te zijn.
RES
Resonance Oset
(CC71)
Benadrukt de boventonen in de omgeving van
de Cuto frequentie, en geeft het geluid meer
karakter. Overmatig hoge instellingen kunnen
oscillatie produceren, waardoor het geluid
vervormt.
Hogere waardes versterken de kenmerkende
karakteristieken van het geluid, lagere waardes
reduceren deze kenmerken.
POR
Portamento
Switch (CC65)
---, OFF, ON
Portamento is een functie die maakt dat de
toonhoogte vloeiend van de ene noot naar de
volgende verandert.
De Portamento Time instelling bepaalt de
tijd voor de verandering in toonhoogte als
het Portamento-eect op het geluid wordt
toegepast.
Met hogere instellingen neemt het veranderen
van de toonhoogte naar die van de volgende
noot meer tijd in beslag.
P.T
Portamento Time
(CC5)
---, 0–127
C.TUNE
Coarse Tune
---, -48–+48
Past de toonhoogte in stappen van halve tonen
aan (+/- 4 octaven).
Parameter Waarde Uitleg
F.TUNE
Fine Tune
---, -50–+50
Past de toonhoogte in stappen van een cent
aan (+/- 50 cent).
1 cent = 1/100ste van een halve toon.
B.R
Pitch Bend Range
---, 0–48
Stelt de hoeveelheid verandering in
toonhoogte in, die optreedt als u de Pitch Bend
hendel beweegt (4 octaven).
(RPN: 00H/00H)
M.D
Modulation
Depth
---, 0–127
Stelt de diepte van het eect in, als de
modulatie hendel wordt gekanteld.
(RPN: 00H/05H).
DAMP
Damper Control
Switch
OFF, ON
Demperpedaal
Speciceert of
een pedaal of
andere controller,
aangesloten op elke
PEDAL Jack, een
extern MIDI-
apparaat bestuurt
(ON) of niet (OFF).
FC1
FC1 Control
Switch
Pedaal dat op de FC1
Jack is aangesloten
FC2
FC2 Control
Switch
Pedaal dat op de FC2
Jack is aangesloten
EXT
EXT Pedal Control
Switch
Pedaal dat op de EXT
Jack is aangesloten
PB
Pitch Bend
Control Switch
Pitch Bend hendel
MD
Modulation
Control Switch
Modulatie hendel
S1
S1 Control Switch
OFF, ON
[S1] knop
S2
S2 Control Switch
[S2] knop
A1
Assign 1 Control
Switch
ASSIGN [1] knop
A2
Assign 2 Control
Switch
ASSIGN [2] knop
A3
Assign 3 Control
Switch
ASSIGN [3] knop
A4
Assign 4 Control
Switch
ASSIGN [4] knop
A5
Assign 5 Control
Switch
ASSIGN [5] knop
CC1
User
Control Change 1
Number
---,
0–127
U kunt twee verschillende Control Change
boodschappen toewijzen en verzenden.
Waarde
User Control
Change 1 Waarde
CC2
User
Control Change 2
Number
Waarde
User Control
Change 2 Waarde
39
Instellingsparameters (System)
Functies die op de algehele gebruiksomgeving van de RD-800 van invloed zijn, noemen we ‘systeem functies’.
Voor informatie over de manier waarop parameters worden geselecteerd, kijkt u bij ‘ Toegang tot het Menu scherm’ (p.26).
Parameter Waarde Uitleg
Master Tune
415.3–440.0–466.2 [Hz]
Afstemmen op de toonhoogtes van andere instrumenten (Master Tune)
Voor een zuiverder ensemblegeluid tijdens het spelen met meerdere instrumenten, zorgt u ervoor dat de basis toonhoogte van elk instrument
afgestemd is op de andere instrumenten. Gewoonlijk wordt de stemming van een instrument met de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste ‘A
noot aangegeven.
EQ Mode
De Equalizer instellingen behouden als de Live Set wordt veranderd
(EQ Mode)
U kunt verschillende Equalizer instellingen (p.15) voor elke individuele Live Set opslaan (p.10).
Deze instelling bepaalt of de waardes van de Live Set equalizer instellingen al dan niet veranderen, als een andere Live Set wordt gekozen.
LIVE SET Als u van Live Set verandert, veranderen de Equalizer instellingen ook.
REMAIN Als u van Live Set verandert, veranderen de Equalizer instellingen niet.
Select Button
Mode
De instellingen van de functie selectieknop behouden, zelfs als een
andere Live Set wordt gekozen (Select Button Mode)
Instellingen van de functie selectieknop (p.16) kunnen voor iedere Live Set individueel worden opgeslagen (p.10).
U kunt speciceren of de instellingen van de functie selectieknop al dan niet veranderen in de functie die in elke Live Set is opgeslagen als u van
Live Set verandert.
LIVE SET Als u van Live Set verandert, veranderen de instellingen van de functie selectieknop ook.
REMAIN Als u van Live Set verandert, veranderen de instellingen van de functie selectieknop niet.
Pedal Mode
De pedaalinstellingen behouden, zelfs als er van Live Set wordt
veranderd (Pedal Mode)
Pedaalinstellingen (p.29) kunnen voor elke Live Set worden opgeslagen (p.10).
Deze instelling bepaalt of de pedaalinstellingen al dan niet veranderen in de waardes die in de Live Set waarnaar u overschakelt zijn opgeslagen.
LIVE SET Als u van Live Set verandert, veranderen de pedaalinstellingen ook.
REMAIN Als u van Live Set verandert, veranderen de pedaalinstellingen niet.
S1/S2 Mode
De instellingen van de [S1] [S2] knoppen behouden, zelfs als er van
Live Set wordt veranderd (S1/S2 Mode)
De instellingen van de [S1] [S2] knoppen kunnen voor elke Live Set worden opgeslagen (p.10).
Deze instelling bepaalt of de instellingen van de [S1] [S2] knoppen al dan niet veranderen in de waardes die in de Live Set waarnaar u overschakelt
zijn opgeslagen.
LIVE SET Als u van Live Set verandert, veranderen de instellingen van de [S1] knop en [S2] knop ook.
REMAIN Als u van Live Set verandert, veranderen de de instellingen van de [S1] knop en [S2] knop niet.
Assign 1-5 Mode
De instellingen van de Assign 1-5 controller behouden, zelfs als er
van Live Set wordt veranderd (Assign 1-5 Mode)
De instellingen van de Assign 1-5 controllers kunnen voor elke Live Set worden opgeslagen (p.10).
U kunt speciceren of de instellingen van de Assign 1-5 controller die in de Live Set zijn opgeslagen al dan niet veranderen als u van Live Set
verandert.
LIVE SET Als u van Live Set verandert, veranderen de instellingen van de Assign 1-5 controller ook.
REMAIN Als u van Live Set verandert, veranderen de de instellingen van de Assign 1-5 controller niet.
Delay Mode
De Delay-instellingen behouden, zelfs als er van Live Set wordt
veranderd (Delay Mode)
Delay-instellingen (p.31) kunnen voor elke Live Set individueel worden opgeslagen (p.10).
U kunt speciceren of de Delay-instellingen al dan niet veranderen in de waardes die in elke Live Set zijn opgeslagen, als u een Live Set selecteert.
LIVE SET Als u van Live Set verandert, veranderen de Delay-instellingen ook.
REMAIN Als u van Live Set verandert, veranderen de Delay-instellingen niet.
Gedetailleerde instellingen voor elke functie
40
Gedetailleerde instellingen voor elke functie
*1 De instelling wordt niet veranderd door handelingen in het Layer Edit scherm (p.28) of als een MIDI-boodschap voor het veranderen van klanken wordt ontvangen.
Parameter Waarde Uitleg
Reverb Mode
De Reverb-instellingen behouden, zelfs als er van Live Set wordt
veranderd (Reverb Mode)
Reverb-instellingen (p.31) kunnen voor elke Live Set individueel worden opgeslagen (p.10).
U kunt speciceren of de Reverb-instellingen al dan niet veranderen in de waardes die in elke Live Set zijn opgeslagen, als u een Live Set selecteert.
LIVE SET Als u van Live Set verandert, veranderen de Reverb-instellingen ook.
REMAIN Als u van Live Set verandert, veranderen de Reverb-instellingen niet.
Rhythm Mode
De ritme-instellingen behouden, zelfs als er van Live Set wordt
veranderd (Rhythm Mode)
Ritmepatronen, tempo en volume (p.24) kunnen voor elke Live Set individueel worden opgeslagen (p.10).
U kunt speciceren of de ritme-instellingen al dan niet veranderen in de waarde die in elke Live Set zijn opgeslagen, als u een Live Set selecteert.
LIVE SET Als u van Live Set verandert, veranderen de ritme-instellingen ook.
REMAIN Als u van Live Set verandert, veranderen de ritme-instellingen niet.
Key Touch Mode
De Keyboard Touch instellingen behouden, zelfs als de Tone of Live
Set wordt veranderd (Key Touch Mode)
Key Touch instellingen (p.29) kunnen voor elke Live Set individueel worden opgeslagen (p.10).
U kunt speciceren of de Key Touch instellingen al dan niet veranderen in de waardes die in elke Live Set zijn opgeslagen, als u een Live Set
selecteert.
U kunt ook speciceren of de Key Touch instellingen van de klank (alleen geldig voor de UPPER1 Layer) al dan niet worden toegepast als u van klank
verandert.
TONE/LIVE SET Als u van klank of Live Set verandert, veranderen de Key Touch instellingen ook (*1).
REMAIN Als u van klank of Live Set verandert, veranderen de Key Touch instellingen niet.
Tone/Live Set
Remain
OFF, ON
De huidige klank behouden, zelfs als er van klank wordt veranderd
(Tone/Live Set Remain)
Deze instelling speciceert of de klank die op dat moment te horen is, blijft doorgaan (ON) of niet (OFF) als een andere klank (Tone) wordt
geselecteerd.
OPMERKING
Eect-instellingen (Reverb, Delay, EQ, natuurlijke resonantie) veranderen op het moment dat u naar een nieuwe Tone
overschakelt, zonder beïnvloed te worden door de Tone/Live Set Remain instelling. Hierdoor kunnen bepaalde eect-
instellingen veroorzaken dat noten die tot op dat moment hoorbaar waren, niet meer hoorbaar zin, ook al is de Tone/
Live Set Remain op ON ingesteld.
Zelfs als Tone/Live Set Remain op ON is ingesteld, wordt het geluid van de huidige klank niet overgedragen als er van
een Virtual Tone Wheel klank naar een niet Virtual Tone Wheel klank wordt overgeschakeld.
Live Set Control
Channel
Program Change boodschappen gebruiken om van LIVE SET te
veranderen (Live Set Control Channel)
U kunt de Live Sets van de RD-800 veranderen met MIDI-boodschappen van een extern MIDI-apparaat.
MEMO
Voor informatie, zie ‘MIDI-implementatie’ (PDF).
Voor informatie over het verkrijgen van de PDF kijkt u bij ‘ PDF handleidingen verkrijgen’ op de voorpagina.
OFF Als Live Sets niet vanaf een extern MIDI-apparaat veranderd moeten worden, stelt u dit op OFF in.
1–16
Stelt het MIDI Receive (ontvangst) kanaal in voor het ontvangen van de MIDI-boodschappen (Bank Select en Program Change) vanaf het externe
MIDI-apparaat die voor het veranderen van Live Sets worden gebruikt.
USB Driver
De USB Driver selecteren (USB Driver)
Zie ‘USB-drivers veranderen’ (p.53).
USB MIDI Thru
Switch
De USB MIDI Thru schakelaar selecteren (USB MIDI Thru Switch)
Zie ‘ De RD-800 als een USB MIDI Interface gebruiken’ (p.53).
MIDI OUT2 Port
Mode
De functie van de MIDI THRU/OUT 2 aansluiting selecteren
(MIDI OUT 2 Port Mode)
Deze instelling speciceert de functie van de MIDI THRU/OUT 2 aansluiting van de RD-800.
OUT Als u ‘OUT’ kiest, functioneert de aansluiting als MIDI OUT, en verzendt data van het klavier en de controllers naar een extern MIDI-apparaat.
THRU
Als u THRU kiest, functioneert de aansluiting als MIDI THRU, en verzendt de MIDI-boodschappen die via de MIDI IN aansluiting zijn ontvangen
opnieuw zonder verandering. Uitvoeringsdata van de RD-800 zelf wordt dan niet langer via deze aansluiting verzonden.
41
Gedetailleerde instellingen voor elke functie
Parameter Waarde Uitleg
Damper Polarity
STANDARD, REVERSE
De polariteit van het pedaal veranderen (Damper/FC1/FC2/EXT Pedal
Polarity)
Verandert de polariteit van het pedaal dat op de RD-800 is aangesloten.
Dit kan voor alle Pedal Jacks op het achterpaneel (FC1, FC2, DAMPER, EXT Pedal) individueel ingesteld worden.
Bij sommige pedalen is het elektrische signaal, dat door het pedaal wordt uitgestuurd als het wordt ingedrukt, het tegenovergestelde van andere
pedalen.
Als uw pedaal een eect heeft dat het tegenovergestelde is van wat u verwacht, stelt u deze parameter op Reverse in.
Als u een Roland pedaal gebruikt (dat geen polariteit schakelaar heeft), stelt u deze parameter op STANDARD in.
FC1 Polarity
FC2 Polarity
EXT Pedal
Polarity
Temperament
De stemmingsmethode instellen (Temperament/Key)
Dit stelt de stemming en de grondtoon in.
De meeste moderne songs zijn gecomponeerd en worden gespeeld met de veronderstelling dat de gelijkzwevende stemming gebruikt wordt,
maar toen klassieke muziek werd gecomponeerd, bestond er een grote verscheidenheid aan andere stemmingssystemen. Door een compositie met
zijn oorspronkelijke stemming te spelen, kunt u genieten van de klanken van de akkoorden die de componist oorspronkelijk bedoelde.
Als u met een andere stemming dan de gelijkzwevende stemming speelt, moet u de grondtoon voor het stemmen van de song die gespeeld gaat
worden speciceren (dat wil zeggen de noot die met C correspondeert voor een majeur toonsoort of met A voor een mineur toonsoort).
Als u de gelijkzwevende stemming kiest, is het kiezen van een grondtoon niet nodig.
EQUAL
Gelijkzwevende stemming
Deze stemming verdeelt het octaaf in 12 gelijke delen. Elk interval produceert dezelfde hoeveelheid lichte dissonantie.
JUST MAJ
Reine stemming (Majeur): deze ladder elimineert dissonantie in kwinten en tertsen. Deze is niet geschikt voor het spelen van melodieën en kan niet
getransponeerd worden, maar kan prachtige klanken voortbrengen.
JUST MIN
Reine stemming (mineur): de ladders van de majeur en mineur reine stemmingen zijn verschillend. U kunt met de mineur ladder als met de majeur
ladder hetzelfde eect verkrijgen.
PYTHAGOREAN
Pythagorische stemming: deze ladder, bedacht door de losoof Pythagoras, elimineert dissonanties in de kwarten en kwinten. Dissonantie wordt in
tertsen geproduceerd, maar melodieën zijn welluidend.
KIRNBERGER
Kirnberger: deze ladder is een wijziging van de middentoon en reine intonaties, waarin meer vrijheid in transpositie naar andere toonsoorten
mogelijk is. Uitvoering is mogelijk in alle toonsoorten (III).
MEANTONE Middentoon: deze ladder maakt een aantal compromissen in de reine intonatie, zodat transpositie naar andere toonsoorten mogelijk is.
WERCKMEISTER
Werckmeister: dit is een combinatie van de middentoon en Pythagorische ladders. Uitvoeringen zijn mogelijk in alle toonsoorten
(eerste techniek, III).
ARABIC Arabische ladder: deze ladder is geschikt voor Arabische muziek.
Temperament
Key
C, C#, D, Eb, E, F, F#, G,
G#, A, Bb, B
Stelt de grondtoon in.
Part Switch
OFF, ON
(Part 1–Part 16)
Selecteren welke parts geluid zullen produceren (Part Switch 1-16)
Hier kunt u speciceren of uitvoeringsdata al dan niet vanaf een extern MIDI-apparaat wordt ontvangen.
Part Switch instellingen kunnen individueel voor ieder part worden gemaakt.
Om deze instellingen te maken, selecteert u ‘Part Switch’ en drukt u op de [ENTER] knop om naar het bewerkingsscherm van elk part te gaan.
Geluidsgenerator sectie
Part
schakelaar
Tone
Part 5 (5ch)
Tone Part 1 (1ch) UPPER 1
Tone Part 6 (6ch)
Tone Part 2 (2ch) UPPER 2
Tone Part 7 (7ch)
Tone Part 3 (3ch) UPPER 3
Tone Part 8 (8ch)
Tone
Part 4 (4ch) LOWER
Part 9 (9ch)Tone
Tone Part 10 (10ch)
Tone Part 11 (11ch)
Tone Part 12 (12ch)
Tone
Part 13 (13ch)
Tone
Part 14 (14ch)
Tone Part 15 (15ch)
Tone Part 16 (16ch)
MIDI-boodschappen
van een extern
apparaat
OPMERKING
Tone Color en eecten zijn niet beschikbaar voor de parts die op kanalen 5-16 worden ontvangen. Deze kunnen anders klinken dan de
klanken die op kanalen 1-4 worden gespeeld.
42
Gedetailleerde instellingen voor elke functie
Parameter Waarde Uitleg
Clock Out
OFF, ON
Synchronisatie boodschappen verzenden (Clock Out)
Deze instelling bepaalt of de MIDI-boodschappen, die nodig zijn voor het synchroniseren van de RD-800 met externe apparaten, al dan niet via de
MIDI OUT aansluiting worden verzonden.
Hi-Res Velocity
Out
OFF,ON
Hoge resolutie Velocity data verzenden (Hi-Res Velocity Out)
Dit speciceert of hoge resolutie Velocity data al dan niet via de MIDI OUT-aansluiting wordt verzonden.
Rhythm MIDI
Output Port
ALL, OUT1, OUT2, USB
De MIDI uitvoer poort voor ritme selecteren
(Rhythm MIDI Output Port)
Dit speciceert de poort via welke het ritme part wordt verzonden.
Rhythm MIDI
Out Channel
OFF, 1–16
Het MIDI uitvoer kanaal voor ritme selecteren
(Rhythm MIDI Channel)
Dit speciceert het MIDI-kanaal waarover het ritme part wordt verzonden.
Audio Volume
0–127
Het afspeelvolume van geluidsbestanden aanpassen
Dit speciceert het volume waarop geluidsbestanden worden afgespeeld.
LCD Brightness
1–10
De helderheid van het beeldscherm aanpassen (LCD Brightness)
U kunt de helderheid van het beeldscherm van de RD-800 aanpassen.
Knob LED Switch
Instellingen voor de LED verlichting van de knoppen
(Knob LED Switch)
Hier kunt u speciceren of de LEDs van de knoppen verlicht of donker zijn.
OFF De knoppen zijn altijd verlicht.
ON
De LED van de knop is verlicht als het draaien aan de knop een verandering produceert.
Als de knop niet bediend kan worden, blijft de LED van de knop donker.
Display Theme
THEME1, THEME2,
THEME3
De achtergrondafbeelding veranderen (Display Theme)
Hiermee kunt u de achtergrondafbeeldingen voor het Tone scherm en Live Set scherm veranderen.
Auto O
OFF,
30 [min],
240 [min] (default)
Maken dat de stroom na bepaalde tijd automatisch wordt
uitgeschakeld (Auto O)
In de fabrieksinstellingen wordt de RD-800 automatisch uitgeschakeld als er vier uur is verstreken sinds u het apparaat voor het laatst bespeelde of
bediende.
Als het niet nodig is dat het apparaat automatisch wordt uitgezet, stelt u ‘Auto O op de ‘OFF’ instelling in.
* Als u het apparaat weer aanzet nadat het door de Auto O functie is uitgezet, moet u minimaal tien seconden wachten nadat het apparaat is
uitgezet, voordat u het opnieuw aanzet. Als u het te snel aanzet, heeft de Auto O functie niet voldoende tijd om zichzelf opnieuw in te stellen,
en kunt u de stroom mogelijk niet op de normale manier aanzetten.
Systeeminstellingen opslaan
De veranderingen die u in de systeeminstellingen aanbrengt zijn tijdelijk, en gaan verloren als u de stroom uitzet.
Als u de veranderingen wilt behouden, moet u de systeeminstellingen opslaan.
1. In het System, System Compressor of V-LINK/MVC scherm drukt u op de [WRITE] knop.
De systeeminstellingen worden in het systeemgeheugen van de RD-800 opgeslagen.
Parameters die in SYSTEM worden opgeslagen (System parameter)
• Systeem
• Systeem Compressor
• V-LINK/MVC
De volgende instellingen worden echter niet opgeslagen:
MIDI VISUAL CONTROL On of O
43
Gedetailleerde instellingen voor elke functie
Instellingen voor de systeem
Compressor maken
(System Compressor)
Dit is een stereo Compressor (Limiter) die op de eind uitvoer wordt
toegepast.
Met aparte instellingen voor de hoge frequentiereeks, middenreeks
en lage frequentiereeks, reduceert dit tegenstrijdigheden in
volumeniveaus door het geluid te comprimeren als het volume een
van te voren bepaald volumeniveau overschrijdt.
Parameter Waarde Uitleg
Compressor
Switch
OFF, ON Zet de Compressor aan/uit.
Type
(Compressor
Type)
Als u deze parameter verandert, worden
de Compressor parameters automatisch
op de optimale waardes ingesteld. U
kunt de instellingen gemakkelijk maken
door eerst het Compressor Type in te
stellen en dan alleen de benodigde
parameters te veranderen.
HARD COMP Past sterke compressie toe.
SOFT COMP Past een milde compressie toe.
LOW BOOST Versterkt de lage kant.
MID BOOST Versterkt de middenreeks.
HI BOOST Versterkt de hoge kant.
USER
De opgeslagen instellingen worden
geschreven.
Split Freq Low
40, 50, 63, 80, 100, 125,
160, 200, 250, 315, 400,
500, 630, 800 [Hz]
Stelt de frequentie die de lage frequen-
tiereeks (LOW) en de middenreeks (MID)
van elkaar scheidt in.
Split Freq High
400, 500, 630, 800,
1000, 1250, 1600,
2000, 2500, 3150,
4000, 5000, 6300,
8000 [Hz]
Stelt de frequentie die de hoge frequen-
tiereeks (HIGH) en de middenreeks (MID)
van elkaar scheidt in.
Gemeenschappelijk voor hoog, midden en laag
Parameter Waarde Uitleg
Level
0–24 dB (1 dB Step) Uitgangsniveau
Attack Time
0–100
Stelt de tijd in die in beslag wordt
genomen totdat het niveau is
onderdrukt nadat de invoer de drempel
overschrijdt.
Release Time
0–100
Stelt de tijd in die in beslag wordt
genomen totdat de compressie wordt
vrijgegeven nadat de invoer tot onder
de drempel daalt.
Threshold
-60 dB–0 dB
(1 dB Step)
Stelt het niveau waarop compressie
begint in.
Ratio
1:1.0, 1:1.1, 1:1.2, 1:1.4,
1:1.6, 1:1.8, 1:2.0, 1:2.5,
1:3.2, 1:4.0, 1:5.6, 1:8.0,
1:16, 1:INF
Snelheid van de compressie.
Live Set bestandsbeheer
(Live Set File)
Een enkel, individueel bestand dat een verzameling van 200 Live
Sets bevat die in de RD-800 zijn geregistreerd, noemen we een ‘Live
Set bestand’.
Een Live Set bestand opslaan
(Live Set File Save)
Dit Live Set bestand kan in het User geheugen van de RD-800, of
in een USB-stick die op de USB MEMORY/WLAN ADAPTOR poort is
aangesloten, worden opgeslagen.
MEMO
Het Live Set bestand slaat geen niet-opgeslagen Live Sets of
systeemparameter instellingen op.
Als u deze instellingen wilt opslaan, moet u eerst verder
gaan zoals in ‘De geluidsinstellingen in een Live Set opslaan
(Live Set Write)’ (p.23) en ‘Systeeminstellingen opslaan (p.43)
wordt beschreven.
1. In het MENU scherm selecteert u ‘Live Set File en drukt u
op de [ENTER] knop (p.26).
2. Druk op de Cursor [ ] knoppen om ‘Save te selecteren, en
druk dan op de [ENTER] knop.
3. Druk op de cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor te
verplaatsen naar de posities waar de tekens ingevoerd
moeten worden.
4. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop
om de naam in te voeren.
Namen kunnen uit zestien tekens bestaan.
Operation Uitleg
[SHIFT] + [
] knop
Een teken verwijderen (DELETE)
[SHIFT] + [ ] knop
Een spatie invoegen (INSERT)
[SHIFT] + [ ] knop
Van tekenset veranderen
[SHIFT] +[ ] knop
Schakelen tussen hoofdletters en kleine
letters
OPMERKING
Een Live Set bestand met een naam die met een . (punt) begint,
kan niet opgeslagen worden. Gebruik geen . (punt) aan het
begin van de naam.
5. Herhaal stappen 3-4 om de naam in te voeren.
44
Gedetailleerde instellingen voor elke functie
6. Beweeg de cursor naar beneden en selecteer de
bestemming waar het Live Set bestand opgeslagen wordt.
Waarde Uitleg
USER MEMORY
De data worden in het User geheugen van de RD-800
opgeslagen.
USB MEMORY
De data worden in een USB-stick opgeslagen, die aangesloten
is op de USB MEMORY/WLAN ADAPTOR poort op het
achterpaneel.
7. Druk op de [ENTER] knop.
De bevestigingsboodschap verschijnt.
Als u het Live Set bestand niet wilt laden, drukt u op de [EXIT/SHIFT]
knop.
8. Druk nog een keer op de [ENTER] knop om het Live Set
bestand op te slaan.
Het Live Set bestand wordt opgeslagen.
OPMERKING
• ‘Executing... verschijnt in het scherm terwijl er wordt
opgeslagen.
Zet dan nooit de stroom uit.
• Verwijder de USB-stick niet terwijl data worden opgeslagen.
MEMO
Als een bestand met dezelfde naam al is opgeslagen, verschijnt
de bevestigingsboodschap ‘Overwrite OK?’ Om het Live Set
bestand te overschrijven drukt u op de [ENTER] knop. Om het
bestand met een andere naam op de slaan, drukt u op de [EXIT/
SHIFT] knop.
Live Set bestanden oproepen
(Live Set File Load)
Hier ziet u hoe een eerder opgeslagen Live Set bestand wordt
geladen.
OPMERKING
De huidige instellingen worden gewist als een Live Set bestand
wordt opgeroepen.
Zorg ervoor dat u alle instellingen die u wilt behouden eerst
opslaat, voordat u een Live Set bestand oproept (p.23).
1. In het MENU scherm selecteert u ‘Live Set File. Druk dan
op de [ENTER] knop (p.26).
2. Druk op de cursor [ ] [ ] knoppen om ‘Load’ te selecteren
en druk dan op de [ENTER] knop.
3. Verplaats de cursor naar ‘Media’ en selecteer het medium
(geheugen) waaruit het bestand geladen moet worden.
Waarde Uitleg
USER MEMORY
Data wordt vanuit het RD-800 User geheugen geladen.
USB MEMORY
Data wordt van de USB-stick geladen, die op de USB MEMORY/
WLAN ADAPTOR poort op het achterpaneel is aangesloten.
4. Verplaats de cursor naar ‘Live Set File en gebruik de [DEC]
[INC] knoppen of de waarde draaiknop om het bestand
dat u wilt oproepen te selecteren.
5. Als u wilt dat de instellingen van de systeemparameters
(p.43) ook worden geladen, verplaatst u de cursor naar
‘Load System Parameters en kiest u ‘YES’.
De systeemparameters zijn opgeslagen in een Live Set bestand
dat is opgeslagen nadat de [WRITE] knop werd ingedrukt om de
instellingen in de RD-800 op te slaan.
6. Druk op de [ENTER] knop.
De bevestigingsboodschap verschijnt.
Als u besluit te annuleren zonder een Live Set bestand te laden,
drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop.
7. Druk nog een keer op de [ENTER] knop om het Live Set
bestand te laden.
Het Live Set bestand wordt in de RD-800 geladen.
OPMERKING
• Zet nooit de stroom uit terwijl data wordt geladen.
• Verwijder de USB-stick niet terwijl een bestand wordt geladen.
45
Gedetailleerde instellingen voor elke functie
Een Live Set bestand verwijderen
(Live Set File Delete)
Hier ziet u hoe een eerder opgeslagen Live Set bestand wordt
verwijderd.
1. In het MENU scherm selecteert u ‘Live Set File. Druk dan
op de [ENTER] knop.
2. Druk op de cursor [ ] [ ] knoppen om ‘Delete’ te
selecteren, en druk dan op de [ENTER] knop.
3. Verplaats de cursor naar ‘Media’ en selecteer het
geheugen waaruit u een Live Set bestand wilt
verwijderen.
4. Verplaats de cursor naar ‘Live Set File en gebruik de [DEC]
[INC] knoppen of de waarde draaiknop om het Live Set
bestand dat u wilt verwijderen te selecteren. Druk dan op
de [ENTER] knop.
De bevestigingsboodschap verschijnt.
Als u besluit om te annuleren zonder het Live Set bestand te
verwijderen, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop.
MEMO
Als u ALL kiest, worden alle Live Set bestanden verwijderd.
5. Druk op de [ENTER] knop om het Live Set bestand te
verwijderen.
OPMERKING
• Zet nooit de stroom uit terwijl data wordt verwijderd.
• Verwijder de USB-stick niet terwijl het bestand wordt
verwijderd.
Een Live Set bestand kopiëren
(Live Set File Copy)
U kunt een Live Set bestand uit het User geheugen van de RD-800
naar een USB-stick (apart verkrijgbaar) kopiëren.
U kunt ook een Live Set bestand van een USB-stick naar het interne
geheugen van de RD-800 kopiëren.
1. In het MENU scherm selecteert u ‘Live Set File. Druk dan
op de [ENTER] knop.
2. Druk op de cursor [ ] [ ] knoppen om ‘Copy te selecteren,
en druk dan op de [ENTER] knop.
3. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop
om het medium dat de kopieerbron is te selecteren.
Parameter Uitleg
USER MEMORY
Kopiëren van het RD800 User geheugen naar de
USB-stick.
USB MEMORY
Kopiëren van de USB-stick naar het User geheugen van
de RD-800.
4. Druk op de [I] knop om de cursor naar de naam van de
kopieerbron Live Set te verplaatsen.
5. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop
om het kopieerbron Live Set bestand te selecteren.
Als u besluit te annuleren zonder het bestand te kopiëren, drukt u
op de [EXIT/SHIFT] knop.
MEMO
Als u ALL kiest, worden alle Live Set bestanden gekopieerd.
6. Druk op de [ENTER] knop om het Live Set bestand te
kopiëren.
OPMERKING
• Zet nooit de stroom uit terwijl data worden gekopieerd.
• Verwijder de USB-stick niet terwijl data worden gekopieerd.
MEMO
Als een bestand met dezelfde naam al is opgeslagen, verschijnt
de bevestigingsboodschap ‘Overwrite OK?’ Om het Live Set
bestand te overschrijven drukt u op de [ENTER] knop. Om het
bestand met een andere naam op te slaan, drukt u op de [EXIT/
SHIFT] knop.
46
Gedetailleerde instellingen voor elke functie
Handige functies (Utility)
1. Druk op de [MENU] knop om ‘Utility te selecteren en druk
op de [ENTER] knop.
2. Gebruik de cursor knoppen om het item dat u wilt
uitvoeren te selecteren, en druk op de [ENTER] knop.
De Controller sectie en de geluidsgenerator
sectie loskoppelen (Local Switch)
De schakelaar die de MIDI-connectie tussen de klavier controller
sectie en de geluidsgenerator sectie aansluit en loskoppelt
(p.10) noemen we de Local schakelaar. Aangezien essentiële
informatie die beschrijft wat er op het klavier wordt gespeeld de
geluidsgenerator niet bereikt als de Local schakelaar op OFF is
ingesteld, moet de Local schakelaar normaal gesproken op ON
ingesteld zijn.
Echter, als u tijdens het spelen die uitvoeringsdata als MIDI-
boodschappen naar een externe sequencer wilt sturen om
opgenomen te worden, moet u spelen met de extern aangesloten
MIDI-sequencer op MIDI Thru ingesteld (waarbij data die via MIDI IN
worden ontvangen vervolgens zonder verandering via de MIDI OUT
worden uitgestuurd).
Opnemen
MIDI Thru: On
Controller sectie
klavier knoppen
Geluids-
generator
sectie
Local Switch: O
RD-800
Sequencer
MIDI IN
MIDI INMIDI OUT
MIDI OUT
Parameter Waarde
Local Switch
OFF, ON (ON als het systeem wordt opgestart)
Instellingen optimaliseren voor het opnemen
op een externe sequencer (Rec Mode)
‘Rec Mode’ is een handige functie om te gebruiken als u op een
externe sequencer opneemt.
Als u de Rec Mode functie gebruikt, kunt u de meest geschikte
instellingen voor het opnemen van de RD-800 data op ene externe
sequencer verkrijgen, zonder dat alle instellingen voor parts en
kanalen gemaakt hoeven worden.
Parameter Waarde
Rec Mode
OFF, ON (OFF als het systeem wordt opgestart)
Gewoonlijk dient dit op OFF ingesteld te zijn.
Als dit op ON staat, worden instellingen geschikt voor opname
met betrekking tot de uitvoer via MIDI OUT gebruikt, ongeacht de
instellingen van de INTERNAL Layer.
MEMO
Als Rec Mode ON is, kunt u de EXTERNAL Layer instellingen
(p.38) in het MIDI Control scherm niet veranderen.
De uitvoering opnemen
1. Zet de Thru functie van de externe sequencer aan.
2. De volgende instellingen worden gemaakt.
Parameter Waarde
Rec Mode
ON
Local Switch
OFF
3. Neem op, met gebruik van de externe sequencer.
Geheugen formatteren (Format)
‘Formatteren’ is de handeling van het verwijderen van alle Live Set
bestanden uit het User geheugen of het initialiseren van een USB-
stick, zodat die met de RD-800 gebruikt kan worden.
Een USB-stick kan niet met de RD-800 worden gebruikt tenzij deze
op passende wijze voor de RD-800 is geformatteerd.
Als u een nieuw aangeschafte USB-stick gebruikt, moet deze eerst
op de RD-800 geformatteerd worden.
OPMERKING
Als u de USB-stick formatteert, wordt alle data die eerder in dat
medium werd opgeslagen gewist. Voordat u formeert, moet u
controleren of de USB-stick geen belangrijke data bevat die u
wilt behouden.
Parameter Uitleg
USER MEMORY
Alle Live Set bestanden in het RD-800 User geheugen worden
verwijderd.
USB MEMORY
De USB-stick die op de USB MEMORY/WLAN ADAPTOR poort
op het achterpaneel is aangesloten wordt verwijderd.
Voor informatie kijkt u bij ‘Geheugen formatteren (Format)’ (p.27).
47
Gedetailleerde instellingen voor elke functie
De fabrieksinstellingen herstellen
(Factory Reset)
De instellingen die in de RD-800 zijn opgeslagen kunnen op de
fabrieksinstellingen worden teruggezet.
OPMERKING
• Als u ‘Factory Reset All’ uitvoert, worden alle Live Sets die in
banken A-J zijn opgeslagen opnieuw op de fabrieksinstellingen
ingesteld.
Als u de opgeslagen inhoud wilt behouden, slaat u de Live Set
bestanden op (p.44).
• Als u op dit moment via USB bent aangesloten, moet u er
absoluut voor zorgen dat u de USB-kabel loskoppelt voordat u
begint.
Parameter Uitleg
Factory Reset Current
De op dat moment geselecteerde Live Set wordt op
de fabrieksinstellingen teruggezet.
Factory Reset All
Alle Live Sets en systeeminstellingen in de RD-800
worden op de fabrieksinstellingen teruggezet.
Voor informatie, zie ‘De fabrieksinstellingen herstellen
(Factory Reset)’ (p.27).
Een specieke Live Set van een Live Set
bestand importeren (Live Set Import)
Van een Live Set die u heeft opgeslagen, kunt u een speciek Live
Set bestand in het gewenste nummer importeren.
OPMERKING
Als u een Live Set importeert, wordt de Live Set die zich op dat
moment op de import bestemming bevindt gewist.
Als u de opgeslagen inhoud wilt behouden, slaat u de Live Set
bestanden op (p.44).
1. Druk op de [MENU] knop om ‘Utility te selecteren, en druk
op de [ENTER] knop.
2. Gebruik de cursor knoppen om ‘Live Set Import’ te
selecteren, en druk op de [ENTER] knop.
Het Live Set bestand selectie scherm verschijnt.
3. Verplaats de cursor naar ‘Media’ en gebruik de [DEC]
[INC] knoppen of de waarde draaiknop om het geheugen
waaruit u wilt importeren te selecteren.
Waarde Uitleg
USER MEMORY
Data wordt uit het User geheugen van de RD-800 geladen.
USB MEMORY
Data wordt van de USB-stick, aangesloten op de USB MEMORY/
WLAM ADAPTOR poort op het achterpaneel, geladen.
4. Verplaats de cursor naar ‘Live Set File en gebruik de [DEC]
[INC] knoppen of de waarde draaiknop om het Live Set
bestand dat de Live Set die u wilt importeren bevat te
selecteren. Druk dan op de [ENTER] knop.
Het Live Set selectie scherm verschijnt.
5. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop
om de Live Set die u wilt importeren te selecteren.
6. Druk op de cursor [I] knop.
7. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop
om het Live Set nummer waarin u de Live Set wilt
importeren te selecteren. Druk dan op de [ENTER] knop.
De bevestigingsboodschap verschijnt.
8. Druk nogmaals op de [ENTER] knop. De Live Set wordt
geïmporteerd.
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop.
OPMERKING
• Zet tijdens deze handeling nooit de stroom uit.
• Verwijder de USB-stick niet tijdens deze handeling.
Een Live Set initialiseren (Live Set Initialize)
Hiermee kunt u de instellingen van de op dat moment
geselecteerde Live Set initialiseren.
OPMERKING
Als u een Live Set initialiseert, verdwijnt de op dat moment
geselecteerde Live Set.
Als u de opgeslagen inhoud wilt behouden, slaat u de Live Set
bestanden op (p.44).
1. Druk op de [MENU] knop om ‘Utility te selecteren, en druk
op de [ENTER] knop.
2. Gebruik de cursor knoppen om ‘Live Set Initialize’ te
selecteren, en druk op de [ENTER] knop.
Het Live Set Initialize scherm verschijnt.
3. Druk op de [ENTER] knop.
De bevestigingsboodschap verschijnt.
4. Druk nog een keer op de [ENTER] knop om de initialisatie
uit te voeren.
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop.
OPMERKING
Zet tijdens deze handeling nooit de stroom uit.
48
Gedetailleerde instellingen voor elke functie
About MIDI Visual Control
(V-LINK/MVC)
Wat is MIDI visual control?
MIDI Visual Control is een internationaal gebruikte
aanbevolen praktijk die aan de MIDI-specicatie
werd toegevoegd, zodat visuele expressie aan
muziekuitvoeringen gekoppeld kon worden.
Videoapparatuur die met MIDI Visual Control compatibel is, kan via
MIDI op elektronische muziekinstrumenten worden aangesloten
om videoapparatuur in combinatie met een uitvoering te besturen.
Wat is V-LINK?
V-LINK is Roland’s eigen specicatie waarmee
visuele expressie aan muziekuitvoeringen
gekoppeld kan worden.
Videoapparatuur die met V-LINK compatibel is, kan aan
elektronische muziekinstrumenten worden gekoppeld, zodat u
op eenvoudige wijze kunt genieten van een verscheidenheid aan
visuele eecten die aan de uitvoering gekoppeld worden.
Voorbeelden van aansluitingen
Bij wijze van voorbeeld gebruiken we een Live Set waarin de RD-
800 op de P-10 is aangesloten.
MEMO
Om MIDI Visual Control tussen de RD-800 en de P-10 te kunnen
gebruiken, moet u aansluitingen met gebruik van een MIDI-
kabel maken (apart verkrijgbaar).
OPMERKING
Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten,
zet u alle apparaten uit. Dit voorkomt storingen en/of
beschadigingen van luidsprekers of andere apparaten.
MIDI IN
MIDI OUT
P-10
RD-800
MIDI Visual Control aan/uit zetten
1. In het MENU scherm selecteert u ‘V-LINK/MVC’. Druk op de
[ENTER] knop.
2. Selecteer ‘V-LINK/MVC Switch en verander deze in ‘ON’.
MIDI Visual Control is aan, zodat u afbeeldingen met uw spel op het
klavier van de RD-800 kunt besturen.
3. Selecteer ‘V-LINK/MVC Switch en verander dit in ‘OFF’.
MIDI Visual Control wordt uitgeschakeld.
MIDI Visual Control instellingen
1. In het MENU scherm selecteert u ‘V-LINK/MVC’. Druk op de
[ENTER] knop.
2. Selecteer de parameter die u wilt bewerken, en bewerk
zijn waarde.
MEMO
Als u deze instellingen wilt opslaan, drukt u op de [WRITE] knop.
Instellingen die in de RD-800 zijn opgeslagen, worden niet
verwijderd als de stroom wordt uitgezet.
De aan/uit status van de MIDI VISUAL CONTROL wordt echter
niet onthouden.
Gedetailleerde instellingen voor MIDI Visual
Control
Parameter Waarde Uitleg
Switch
OFF, ON Zet MIDI Visual Control aan/uit.
Mode
MVC MIDI Visual Control is geselecteerd.
V-LINK V-LINK modus is geselecteerd.
Tx Channel
1–16
Selecteert het MIDI-kanaal dat voor het
uitvoeren van boodschappen wordt
gebruikt.
OUT Port
ALL, OUT1, OUT2,
USB
Selecteert de poort voor het uitvoeren van
boodschappen.
Als de systeem parameter ‘MIDI OUT 2
MODE’ instelling (p.41) op THRU staat,
wordt MIDI Visual Control data niet
verzonden, ook niet als u de OUT 2
instelling kiest.
Key Range Lower
A0–C8
Selecteer de reeks toetsen die als de MIDI
Visual controller worden gebruikt.
Key Range Upper
Lowest No.
Stelt het nummer in dat wordt verzonden als de laagste toets,
in de reeks die met Key Range is ingesteld, wordt ingedrukt.
Visual Control functie overzicht
De volgende MIDI-boodschappen worden verzonden.
Visual Control
functie
Verzonden MIDI-boodschap
Handeling op de
RD-800
Veranderen van
afbeelding
CC0 (Bank Select) Speel zwarte toetsen
Program Change Speel witte toetsen
49
Gedetailleerde instellingen voor elke functie
V-LINK/MVC Local Switch
Deze instelling bepaalt of de klanken van de RD-800 al dan niet
worden gespeeld als een toets binnen de reeks die met Key Range
is ingesteld wordt ingedrukt.
Parameter Waarde Uitleg
Local Switch
OFF
Er worden geen klanken gespeeld, zelfs
niet als toetsen binnen de met Key Range
ingestelde reeks worden ingedrukt.
ON
Klanken worden gespeeld als toetsen
binnen de met Key Range ingestelde reeks
worden ingedrukt.
Instellingen voor de draadloze LAN
functie (Wireless)
Door de draadloze USB-adapter (WNA1100-RL, apart verkrijgbaar)
in de USB MEMORY/WLAN ADAPTOR poort van de RD-800 aan te
brengen, kunt u draadloze compatibele toepassingen (zoals de Air
Recorder’ iOS App) gebruiken.
RD-800
Draadloze USB-adapter
(apart verkrijgbaar: WNA1100-RL)
Draadloos LAN toegangspunt
(bijv: draadloze LAN router)
Draadloze LAN Draadloze LAN
iPad, enz.
Items die vereist zijn voor de draadloze LAN functie
Draadl
oze USB-adapter (apart verkrijgbaar, WNA1100-RL)
Draadloze LAN aansluiting (d.w.z: draadloze LAN router) *1*2*3
iPad, enz.
*1 Het draadloze LAN toegangspunt dat u gebruikt moet WPS
ondersteunen. Als uw draadloze LAN toegangspunt geen
WPS ondersteunt, kunt u verbinding maken met gebruik van
de procedure die in ‘Verbinding maken met een draadloos
toegangspunt dat u selecteert (Select Access Point)’ (p.51) wordt
beschreven.
*2 De mogelijkheid om met allerlei draadloze LAN toegangspunten
verbinding te maken is niet gegarandeerd.
*3 Als u geen verbinding met het draadloze LAN toegangspunt kunt
maken, probeer dan verbinding te maken met gebruik van de Ad-
Hoc modus (p.52).
*4 Afhankelijk van het draadloze LAN systeem dat u gebruikt, kunt u
mogelijk geen verbinding maken of kan de verbinding uitvallen.
*5 Afhankelijk van het draadloze apparaat dat door de draadloze LAN
functie wordt gebruikt, kan er ruis van de RD-800 te horen zijn. In
dit geval kunt u de situatie verbeteren door het draadloze apparaat
op meer afstand van de RD-800 te plaatsen of door de draadloze
aansluitmodus (WPS / Ad-Hoc modus) te veranderen.
*6 Het geluid en de functionaliteit kunnen tijdelijk beïnvloed worden
terwijl een verbinding wordt gemaakt. Dit is geen storing.
Basis verbindingsmethode
(aansluiten door middel van WPS)
De eerste keer dat u het apparaat op een draadloos netwerk
aansluit, moet u de volgende procedure uitvoeren (WPS) om van
het draadloze netwerk gebruik te maken.
Deze procedure is alleen de eerste keer vereist. (Als u eenmaal
van het netwerk gebruikmaakt, is deze procedure niet langer
noodzakelijk).
Wat is WPS?
Dit is een standaard die het maken van veiligheidsinstellingen
gemakkelijk maakt, wanneer u verbinding maakt met een
draadloze LAN aansluiting. Wij adviseren u om WPS te
gebruiken wanneer u met een draadloze LAN aansluiting
verbinding maakt.
1. Steek de draadloze USB-adapter (WNA1100-RL, apart
verkrijgbaar) in de USB MEMORY/WLAN ADAPTOR poort
van het apparaat.
2. In het MENU scherm selecteert u ‘Wireless’ en drukt u op
de [ENTER] knop.
3. Druk op de cursor [ ] [
] knoppen om de WPS’ te
selecteren, en druk dan op de
[ENTER] knop.
Het WPS scherm verschijnt.
4. Voer de WPS handeling op het
draadloze LAN toegangspunt
uit (d.w.z: druk op de WPS
knop op het draadloze LAN toegangspunt).
Voor informatie over de WPS bediening van het draadloze LAN
toegangspunt raadpleegt u de documentatie behorende bij het
draadloze LAN toegangspunt.
5. Druk op de [ENTER] knop van de RD-800.
Nadat u succesvol bent aangesloten, verschijnt ‘Completed’.
• Als u geen verbinding kunt maken, raadpleegt u
‘Probleemoplossing (p.57).
OPMERKING
Het apparaat (bijv. iPad) waarop de toepassing actief is, moet op
hetzelfde netwerk zijn aangesloten.
MEMO
De verbindingsgegevens worden in het geheugen opgeslagen
wanneer u de WPS procedure uitvoert. Het apparaat maakt
de volgende keer automatisch verbinding met het draadloze
netwerk.
Alle verbindingsgegevens worden gewist als u een Factory
Reset uitvoert.
Iconen in het scherm
De status van het draadloze LAN wordt in het scherm getoond.
Icoon Uitleg
Momenteel op het draadloze LAN toegangspunt aangesloten. Drie
balken worden gebruikt om het signaalniveau (de sterkte van het
radio signaal van het aangesloten draadloze LAN toegangspunt)
aan te geven.
De draadloze USB-adapter is ingestoken, maar niet op een draadloos
LAN toegangspunt aangesloten.
De draadloze USB-adapter is niet ingestoken
(er wordt niets weergegeven).
Ad-Hoc modus (p.52).
50
Gedetailleerde instellingen voor elke functie
Status indicatie (Wireless)
Dit toont de status van het draadloze LAN.
1. In het MENU scherm selecteert u ‘Wireless’. Druk dan op
de [ENTER] knop.
Het Wireless scherm verschijnt.
Weergave Uitleg
CONNECTED
Momenteel aangesloten op het draadloze LAN toegangspunt.
De aanduiding (naam) van het aangesloten draadloze LAN
toegangspunt wordt weergegeven.
NOW CONNECTING
Een verbinding met het draadloze LAN toegangspunt wordt
tot stand gebracht.
NOT CONNECTED
De draadloze USB-adapter is ingestoken, maar niet op een
draadloos LAN toegangspunt aangesloten.
NOT AVAILABLE
De draadloze USB-adapter is niet ingestoken.
AD-HOC
Ad-Hoc modus.
De Ad-Hoc SSID wordt getoond. Voor details, zie Verbinding
maken in de Ad-Hoc modus’ (p.52).
Verbinding maken met een draadloos
LAN toegangspunt dat u selecteert
(Select Select Access Point)
Middels deze methode kunt u verbinding maken door een
draadloos LAN toegangspunt te kiezen uit een lijst die wordt
weergegeven.
* Draadloze standaards 802.11 g/n (2.4 GHz) en vericatiemethoden
WPA/WPA2 worden ondersteund.
1. In het MENU scherm selecteert u ‘Wireless’ en drukt u op
de [ENTER] knop.
2. Gebruik de cursor [ ] [ ] knoppen om ‘Select AP te
selecteren. Druk dan op de [ENTER] knop.
Het Select Access Point scherm verschijnt.
• Een ‘*’ symbool wordt voor het draadloze LAN toegangspunt
waarop u momenteel bent aangesloten getoond.
• Namen die andere tekens dan enkelbyte alfanumerieke tekens
bevatten, worden niet correct weergegeven.
3. Kies het draadloze LAN toegangspunt waarmee u
verbinding wilt maken, en druk op de [ENTER] knop.
• U wordt op het geselecteerde draadloze LAN toegangspunt
aangesloten.
• Als u dit draadloze LAN toegangspunt voor de eerste keer
gebruikt, gaat u verder naar het vericatiescherm.
• Als dit een draadloos LAN toegangspunt is waarop u eerder was
aangesloten, hoeft u slechts op de [ENTER] knop te drukken
en de verbinding wordt tot stand gebracht. Nadat u succesvol
bent aangesloten, wordt ‘Completed’ weergegeven. Druk op de
[EXIT/SHIFT] knop om naar het status (Wireless) scherm terug
te keren.
Vericatiescherm
4. Voer de veiligheidscode (wachtwoord) van het draadloze
LAN toegangspunt in, en druk op de [ENTER] knop.
* U kunt geen spatie aan het eind van het wachtwoord invoeren.
1. Gebruik de cursor [ ] [ ]
knoppen om de cursor te
verplaatsen naar de positie
waarop u een teken wilt
invoeren.
2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen
of de waarde draaiknop om
tekens in te voeren als nodig.
Handeling Uitleg
[SHIFT] + [
] knop
Een teken verwijderen (DELETE)
[SHIFT] + [ ] knop
Een spatie invoegen (INSERT)
[SHIFT] + [ ] knop
Van tekenset veranderen
[SHIFT] + [ ] knop
Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters
Nadat u succesvol bent aangesloten, keert u naar het status
(Wireless) scherm terug.
Overige instellingen (Wireless Option)
Instellingen voor Wireless ID of Ad-Hoc modus maken.
1. In het MENU scherm selecteert u ‘Wireless’ en drukt u op
de [ENTER] knop.
2. Druk op de cursor [ ] [ ] knoppen om ‘Options’ te
selecteren, en druk op de [ENTER] knop.
Het Wireless Options scherm verschijnt.
Parameter Waarde Uitleg
Wireless ID
0–99
Speciceert de laatste cijfers van de RD-800
apparaat naam en Ad-Hoc SSID (‘RD-800’) die
als het instrument in de draadloos aangesloten
App worden getoond.
Gewoonlijk zou u ‘0’ speciceren, maar als u
meerdere dezelfde instrumenten heeft, kunt u
de Wireless ID binnen de reeks 1-99 instellen
om de apparaat naam en Ad-Hoc SSID voor elke
instrument als volgt te veranderen:
Als Wireless ID=0, ‘RD-800’
(standaard waarde)
Als Wireless ID=1, ‘RD-800_1’
Als Wireless ID=99, ‘RD-800_99’
Ad-Hoc Mode
OFF, ON Zet de Ad-Hoc modus aan/uit.
Ad-Hoc
Channel
1–11
Speciceert het kanaal (1-11) voor de Ad-Hoc
modus.
51
Gedetailleerde instellingen voor elke functie
Verbinding maken in de Ad-Hoc modus
Hier ziet u hoe u verbinding maakt in de Ad-Hoc modus.
Wat is Ad-Hoc modus?
In de Ad-Hoc modus kunt u de RD-800 rechtstreeks op een
iPad of ander draadloos apparaat aansluiten zonder gebruik
van een draadloos LAN toegangspunt. Dit is een handige
manier om de RD-800 met een iPad of ander draadloos
apparaat te gebruiken, als u zich op een locatie bevindt
waar de draadloze LAN aansluiting die u normaal gesproken
gebruikt niet beschikbaar is, bijvoorbeeld als u niet thuis bent.
RD-800
Draadloze USB-adapter
(apart verkrijgbaar: WNA1100-RL)
Draadloos LAN
iPad enz.
Beperkingen
De iPad of ander draadloos apparaat dat in de Ad-Hoc modus
is verbonden, kan niet met het internet of met een ander
draadloos apparaat communiceren. Echter, een iPad of ander
draadloos apparaat met mobiele mogelijkheden kan via de
mobiele connectie op het internet worden aangesloten.
Wees ervan bewust dat als u een mobiele aansluiting gebruikt
voor internetverbinding, de kosten kunnen oplopen, afhankelijk
van uw abonnement.
1. In het MENU scherm selecteert u ‘Wireless’ en drukt op de
[ENTER] knop.
2. Gebruik de cursor [ ] [ ] knoppen om ‘Options’ te
selecteren en druk op de [ENTER] knop.
Het Wireless Options scherm verschijnt.
3. Zet de Ad-Hoc modus op ON’.
U kunt Channel gebruiken om een kanaal (1-11) voor de Ad-Hoc
modus te speciceren.
Gewoonlijk hoeft u het kanaal niet te gebruiken. Probeer het kanaal
alleen te veranderen als u problemen met de verbinding hebt.
4. Druk op de [EXIT/SHIFT] knop om naar het Wireless Status
scherm te gaan.
De AD-Hoc sleutel is het nummer bestaande uit
vijf getallen dat hier wordt getoond. Elke piano
heeft zijn eigen, unieke nummer.
De Ad-Hoc SSID (RD-800) en de AD-Hoc sleutel
(een tekstreeks van 5 tekens) worden weergegeven.
MEMO
De Ad-Hoc SSID (RD-800) is de waarde die u in het Wireless
Options scherm Wireless ID’ instelling heeft gespeciceerd.
5. Op de iPad of ander draadloos apparaat dat u wilt
aansluiten, selecteert u de Ad-Hoc SSID in het Wireless
Status scherm om de aansluiting te maken. (Bijvoorbeeld,
op een iPad kiest u [Settings] g [Wi-Fi] g [Choose a
Network] om de bovenstaande Ad-Hoc SSID (RD-800) te
selecteren. Een scherm waar het wachtwoord ingevoerd
kan worden verschijnt. Voer de bovenstaande Ad-Hoc
sleutel in.
Voor informatie over het verbinding maken met een draadloos
LAN vanaf een iPad of ander apparaat raadpleegt u de
gebruikershandleiding van dat apparaat.
6. Als u de verbinding via de Ad-Hoc modus heeft voltooid,
stelt u de iPad instellingen in [Settings] g [WiFi] g [Choose
a Network] opnieuw op hun vorige status in.
Het IP adres en MAC adres controleren
(Wireless Information)
Hier ziet u hoe u het IP adres en MAC adres kunt controleren.
1. In het MENU scherm selecteert u ‘Wireless’. Druk dan op
de [ENTER] knop.
2. Gebruik de cursor [ ] [ ] knoppen om ‘Information’ te
selecteren en druk op de [ENTER] knop.
Het MAC adres controleren
Het MAC adres wordt aangegeven
op de onderkant van de draadloze
USB-adapter (WNA1100-RL, apart
verkrijgbaar).
52
Aansluiten op een computer via de
USB COMPUTER poort
Als u en USB-kabel (apart verkrijgbaar) gebruikt om de USB
COMPUTER poort op het achterpaneel van de RD-800 op de USB-
poort van de computer aan te sluiten, kunt u de volgende dingen
doen:
• De RD-800 gebruiken om SMF muziekbestanden te spelen die
door MIDI-compatibele software wordt afgespeeld.
• Door de overdracht van MIDI-data tussen de RD-800 en de
sequencer software, kunt u genieten van een brede reeks
mogelijkheden voor muziekproductie en bewerking.
OPMERKING
Raadpleeg de Roland website voor systeemvereisten.
Roland website:
http://www.roland.com/
Afhankelijk van het type computer dat u gebruikt, kan dit soms
niet correct werken.
Voor informatie over besturingssystemen die worden
ondersteund, kijkt u op de Roland website.
U kunt de originele driver van de Roland website downloaden.
Speciceer de USB-driver die u wilt gebruiken, en installeer dan
de driver. Voor details, zie ‘Een andere USB-driver gebruiken’
(p.53).
Voorzichtig
• Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers te
voorkomen, verlaagt u het volume altijd volledig en zet u alle
apparatuur uit voordat u aansluitingen maakt.
• Alleen MIDI-data kan via USB worden verzonden en ontvangen.
• Een USB-kabel wordt niet meegeleverd. Als u een dergelijke
kabel wilt aanschaen, raadpleegt u de winkel waar u de
RD-800 heeft gekocht.
• Zet de RD-800 aan, voordat u de MIDI-toepassing op de
computer opstart. Zet de RD-800 niet aan of uit terwijl de MIDI-
toepassing actief is.
Een andere USB-driver gebruiken
Welke USB-driver wordt gebruikt als een computer op de USB
COMPUTER poort is aangesloten, wordt als volgt vastgesteld:
1. Druk op de [MENU] knop.
2. Druk op de cursor [ ] [ ] knoppen om ‘System te
selecteren, en druk dan op de [ENTER] knop.
3. Druk op de cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘USB
Driver’ te verplaatsen.
4. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de waarde draaiknop
om de USB-driver die u wilt gebruiken te selecteren.
Parameter Waarde Uitleg
USB Driver
ORIGINAL
Kies dit als u de USB-driver die van de Roland
website wordt gedownload wilt gebruiken.
GENERIC
Kies dit als u de standaard USB-driver die
met de computer werd meegeleverd wilt
gebruiken.
5. Druk op de [WRITE] knop.
6. Zet de RD-800 uit, en dan weer aan.
De RD-800 als een USB MIDI
Interface gebruiken
Als de RD-800 op een computer is aangesloten, kan uitvoeringsdata
van een MIDI-apparaat, dat op de MIDI IN van de RD-800 is
aangesloten, naar de computer worden gestuurd.
Parameter Waarde Uitleg
USB MIDI Thru
Switch
OFF
Uitvoeringsdata van het apparaat dat op
de MIDI IN aansluiting van de RD-800 is
aangesloten wordt niet naar de computer
gestuurd.
ON
Uitvoeringsdata van het apparaat dat
op de MIDI IN aansluiting van de RD-800
is aangesloten wordt naar de computer
gestuurd.
Wat is de USB MIDI Driver?
De USB MIDI Driver is software, welke data tussen de RD-800 en
de toepassing (sequencer software, enz.) overbrengt, die op de
via USB aangesloten computer actief is.
De USB MIDI Driver stuurt data van de toepassing naar de
RD-800, en stuurt data van de RD-800 naar de toepassing.
Toepassing
USB
Driver
Computer
USB-poort
RD-800
USB-kabel
USB COMPUTER poort
Aansluiten op een computer
53
Probleemoplossing
Als de RD-800 niet naar verwachting functioneert, controleert u eerst de volgende punten. Als hiermee het probleem niet is opgelost, raadpleegt u
de leverancier die u het instrument heeft verkocht, of het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum.
* Als bepaalde boodschappen in het scherm verschijnen tijdens de bediening, raadpleegt u ‘Foutmeldingen (p.57).
Probleem Controleer/oplossing Pag.
Stroom wordt niet aangezet Is het netsnoer van de RD-800 op juiste wijze in een stopcontact gestoken en op de RD-800 aangesloten?
Knoppen werken niet
Is Panel Lock actief?
Schakel de Panel Lock instelling uit.
Geen geluid
Is de stroom voor aangesloten versterkers en luidsprekers aangezet?
Is het volume geheel verlaagd?
Is de [VOLUME] knop helemaal laag gedraaid?
Zijn de versterker, luidsprekers en koptelefoon enz. correct aangesloten?
Sluit de versterker, luidsprekers en koptelefoon op juiste wijze aan.
Is er geluid hoorbaar als de koptelefoon is aangesloten?
Als geluiden hoorbaar zijn door de koptelefoon, kan dit op kortsluiting in een geluidskabel of een probleem
met de versterker of het mengpaneel duiden. Controleer de kabels en de apparatuur opnieuw.
Zijn LAYER schakelaars op OFF ingesteld?
Is het volume van een part uitgezet met de LAYER LEVEL schuifregelaar?
(Als het geluid van een ingedrukte toets niet wordt gespeeld)
Is de Local Switch op OFF ingesteld?
Vanuit MENU gaat u naar Utility en zet u de Local Switch aan.
Zijn de eectinstellingen correct?
Controleer de volgende instellingen.
ON/OFF instellingen van Modulation FX
ON/OFF instellingen van Tremolo/Amp Simulator
Eectbalans, niveau, enz.
Is het volume verlaagd door een pedaalhandeling (volume boodschap of expressie boodschap)?
Is het volume verlaagd door een MIDI-boodschap (volume boodschap of expressie boodschap) die van een
extern MIDI-apparaat of van songdata is ontvangen?
Geen geluid voor een specieke Layer
Is het volumeniveau van de Layer verlaagd?
Controleer de volgende instellingen:
LAYER LEVEL instellingen
Volume-instellingen in Layer Edit
Audio volume-instellingen
Ritme volume-instellingen
Geen geluid van het aangesloten MIDI-
apparaat
Is het apparaat ingesteld op het verzenden van MIDI-boodschappen?
Druk op de [MIDI CONTROL] knop zodat de indicator verlicht is, en zet de LAYER schakelaar aan.
MIDI-boodschappen kunnen niet verzonden worden als de LAYER schakelaar op OFF is ingesteld.
Komt het MIDI-zendkanaal van de RD-800 controller sectie met het MIDI-ontvangstkanaal van het
aangesloten MIDI-apparaat overeen?
Maak de Ch (MIDI Transmit Channel) instellingen in het MIDI CONTROL scherm.
Geen geluid in een specieke reeks
Is de reeks waarbinnen klanken worden gespeeld (de toetsenreeks) ingesteld?
Controleer de volgende instellingen:
LAYER EDIT instellingen voor de toetsenreeks van elke Layer (KR.LWR, KR.UPR)
Instellingen voor de KR.LWR en KR.UPR layers in het MIDI CONTROL scherm.
Bepaalde klanken, zoals ritmesets en basklanken, klinken alleen binnen een beperkte reeks.
Is MIDI VISUAL CONTROL aangezet?
Zet Local ON/OFF op LOCAL ON onder MIDI VISUAL CONTROL.
Klanken kunnen dan op het klavier worden gespeeld, zelfs als MIDI VISUAL CONTROL is aangezet.
Klanken worden veranderd
Heeft u een Live Set opgeroepen?
Als een Live Set is opgeroepen worden de huidige klank en andere instellingen uitgeschakeld, en treedt de
geselecteerde Live Set in werking. Sla de vereiste instellingen opnieuw in een Live Set op.
Als een mono-aansluiting wordt gebruikt, kan de klankkwaliteit verschillen, afhankelijk van de geselec-
teerde klank en het register waarin deze wordt gebruikt.
Voor een optimale luisterkwaliteit wordt een stereo-aansluiting aanbevolen.
Klank verandert niet/klavier schakelt niet naar
Split over
Is de [MIDI CONTROL] knop verlicht?
Als de [MIDI CONTROL] knop verlicht is, wordt de externe geluidsgenerator bestuurd. Om de klanken van
de RD-800 te veranderen en instellingen in Keyboard modus te maken, moet u de [MIDI CONTROL] knop
indrukken om deze uit te zetten.
Is de Layer, die de klank die u wilt veranderen bevat, op ON ingesteld?
Ritme is niet te horen Word een song afgespeeld?
54
Probleemoplossing
Probleem Controleer/oplossing Pag.
Eecten niet toegepast/eecten klinken
verkeerd
Is een TW-Organ 1-10 klank geselecteerd?
Eecten worden anders op Tone Wheel toegepast dan op andere eecten.
Als Tone Wheel voor meerdere parts is geselecteerd, wordt het op alle parts toegepast.
Is Modulation FX op OFF ingesteld?
In sommige gevallen waarbij de Delay timing, die in de DELAY instellingen van Eects is geselecteerd, op
een nootwaarde is ingesteld, is het Delay geluid soms niet hoorbaar. Pas het tempo aan of verander de
numerieke waarde van de Delay timing.
Geen modulatie als de modulatie hendel
wordt verplaatst
Heeft u een orgelklank geselecteerd?
Bij sommige orgelklanken kan de modulatie hendel niet gebruikt worden om een modulatie-eect toe te
passen. Voor dat soort klanken wordt de modulatie hendel gebruikt om het Rotary-eect tussen snel en
langzaam te schakelen.
Heeft u de SuperNATURAL E. Piano klank geselecteerd?
Op de SuperNATURAL E. Piano klank kan geen modulatie worden toegepast.
Kan geen Pitch Bend eect verkrijgen als de
Pitch Bend hendel wordt bewogen
Wordt het Harmonic Bar scherm weergegeven?
Het Pitch Bend eect kan niet met de Pitch Bend hendel toegepast worden terwijl het Harmonic Bar scherm
wordt weergegeven. In dit geval functioneert de Pitch Bend hendel als een langzaam/snel schakelaar voor
het Rotary-eect.
Geluiden komen van links of rechts, elke keer
dat een toets wordt ingedrukt (panned)
Sommige Tones hebben instellingen die maken dat klanken willekeurig vanaf de linkerkant of rechterkant
worden gespeeld (gepanned), elke keer dat de toetsen worden ingedrukt. Deze instellingen kunnen niet
veranderd worden.
Geluid is vervormd
Klanken kunnen vervormen, te wijten aan instellingen voor Equalizer, multi-eecten en Part volume.
Pas de volgende instellingen aan.
LAYER LEVEL schuifregelaars
Equalizer Input Gain instellingen
[DRIVE] knop (AMP SIM sectie)
Wordt een Distortion-eect op de klank toegepast?
Key Range instellingen niet eectief
Is de [SPLIT] knop op OFF ingesteld?
Key Range treedt in werking als de [SPLIT] knop op ON is ingesteld.
Toonhoogte is vreemd
Afhankelijk van de geselecteerde klank worden toonhoogtes die in bepaalde registers worden gespeeld
veranderd, en op andere toonhoogtes gespeeld.
Is Coarse Tune of Fine Tune voor een specieke Layer ingesteld?
Controleer de volgende instellingen:
Layer EDIT Coarse Tune, Fine Tune
Coarse Tune en Fine Tune instellingen in MIDI CONTROL scherm.
Is de RD-800 ontstemd?
Controleer de volgende instellingen:
System Master Tune instellingen
System Temperament instellingen
Stemmingsinstellingen in individuele noot voicing
Is de toonhoogte veranderd door pedaalhandelingen of door Pitch Bend boodschappen, ontvangen van
een extern MIDI-apparaat?
Heeft u Transpose ingesteld?
Zijn er Layer transpositie instellingen gemaakt?
Geluid wordt afgekapt
Als u meer dan het maximum aantal stemmen van 128 tegelijk probeert te spelen, kunnen klanken die op
dat moment spelen worden afgekapt.
Verhoog de Voice Reserve instellingen voor de parts die niet afgekapt mogen worden.
Geluid blijft doorgaan, ook als de vingers van
de toetsen zijn gehaald
Is de polariteit van het pedaal omgekeerd?
Controleer de System Pedal Polarity instellingen.
Exclusive boodschappen kunnen niet
ontvangen worden
Komt het Device ID nummer van het verzendende apparaat met het Device ID nummer van de RD-800
overeen?
Zorg ervoor dat het verzendende apparaat op Device ID nummer 17 is ingesteld.
Songdata worden niet correct afgespeeld
Is de geluidsdata speelbaar?
Controleer of de geluidsdata door de RD-800 gespeeld kan worden.
EQ-instellingen veranderen niet als u van Live
Set verandert
Is de EQ Mode op ‘REMAIN’ ingesteld?
Verander de instelling in ‘LIVE SET.
Pedaalinstellingen veranderen niet als u van
klank of Live Set verandert
Is de Pedal Mode op ‘REMAIN’ ingesteld?
Verander de instelling in TONE/LIVE SET.
* Echter, de pedaalinstellingen veranderen niet als u via MIDI of in het LAYER EDIT scherm van klank
veranderde.
Instellingen van de [S1] [S2] knoppen
veranderen niet als u van klank of Live Set
verandert
Is de S1/S2 Mode op ‘REMAIN’ ingesteld?
Verander de instelling in TONE/LIVE SET.
* Echter, de instellingen van de [S1] [S2] knoppen veranderen niet als u via MIDI of in het LAYER EDIT
scherm van klank veranderde.
Assign 1-5 instellingen veranderen niet als u
van klank of Live Set verandert
Is de Assign 1-5 Mode op ‘REMAIN’ ingesteld?
Verander de instelling in TONE/LIVE SET.
* Echter, de instellingen van Assign 1-5 veranderen niet als u via MIDI of in het LAYER EDIT scherm van klank
veranderde.
55
Probleemoplossing
Probleem Controleer/oplossing Pag.
Delay-instellingen veranderen niet als u van
klank of Live Set verandert
Is de Reverb Mode op ‘REMAIN’ ingesteld?
Verander de instelling in TONE/LIVE SET.
* Echter, de Delay-instellingen veranderen niet als u via MIDI of in het LAYER EDIT scherm van klank
veranderde.
Reverb-instellingen veranderen niet als u van
klank of Live Set verandert
Is de Reverb Mode op ‘REMAIN’ ingesteld?
Verander de instelling in TONE/LIVE SET.
* Echter, de Reverb-instellingen veranderen niet als u via MIDI of in het LAYER EDIT scherm van klank of Live
Set veranderde.
Pitch Bend/Modulatie hendel werkt niet.
Is er een vinkje voor de Pitch Bend Control Switch of Modulation Control Switch instelling van de Layer
(of externe Layer) die u wilt besturen?
Plaats een vinkje bij de Pitch Bend Control Switch of Modulation Control Switch instellingen van de Layer
(of externe Layer) die u wilt besturen.
Pedaal werkt niet
Is de gewenste functie aan het FC1/FC2/EXT pedaal toegewezen?
Wijs de gewenste functie aan het pedaal toe.
Is de Damper/FC1/FC2/EXT Control Switch instellingen geselecteerd voor de Layer (of externe Layer)
waarop u het eect wilt toepassen?
Plaats een vinkje bij de Damper/FC1/FC2/EXT Control Switch instelling voor de Layer (of externe Layer)
waarop u het eect wilt toepassen.
[S1] [S2] knoppen werken niet
Is de gewenste functie aan de [S1] [S2] knoppen toegewezen?
Wijs de gewenste functie aan de [S1] [S2] knoppen toe.
Is de S1 (S2) Control Switch instelling geselecteerd voor de Layer (of externe Layer) waarop u wilt dat het
eect wordt toegepast?
Plaats een vinkje bij de S1 (S2) Control Switch instelling voor de Layer (of externe Layer) waarop u het eect
wilt toepassen.
Assign 1-5 controllers werken niet
Is de gewenste functie aan de Assign 1-5 controllers toegewezen?
Wijs de gewenste functie aan de Assign 1-5 controllers toe.
Is de Assign 1-5 Control Switch instelling geselecteerd voor de Layer )of externe Layer) waarop u het eect
wilt toepassen?
Plaats een vinkje bij de Assign 1-5 Control Switch instelling van de Layer (of externe Layer) waarop u het
eect wilt toepassen.
MODULATION FX [DEPTH] [RATE] knoppen en
[ON/OFF] knop hebben geen eect op de door
u bedoelde Layer.
Heeft u de Layer waarop u het eect wilt toepassen geselecteerd?
In de Modulation FX Control Destination instellingen selecteert u de Layer waarop u het eect wilt
toepassen.
TREMOLO [DEPTH] [RATE] knoppen en [ON/
OFF] knop, en AMP SIM [DRIVE] knop en [ON/
OFF] knop hebben geen eect op de door u
bedoelde Layer.
Heeft u de Layer waarop u het eect wilt toepassen geselecteerd?
In de Tremolo/Amp Control Destination instellingen selecteert u de Layer waarop u het eect wilt
toepassen.
[Tone Color] knop heeft geen eect op de door
u bedoelde Layer.
Heeft u de Layer waarop u het eect wilt toepassen geselecteerd?
In de Tone Color Control Destination instellingen selecteert u de Layer waarop u het eect wilt toepassen.
Schermweergave is onregelmatig als de
RD-800 wordt aangezet of uitgezet.
Dit komt door de aard van een LCD scherm. Dit is geen storing.
Er ontbreekt een stip in het LCD (een
specieke pixel is niet verlicht)
Om hoogwaardige afbeeldingen weer te geven, gebruikt de RD-800 een TFT Liquid Crystal beeldscherm.
Door zijn kenmerken kan een TFT Liquid Crystal scherm pixels bevatten die niet oplichten of die verlicht
blijven. Wees ervan bewust dat dit geen storing of fout is.
Pedaal werkt niet of ‘blijft hangen’/Pedaal
werkt niet zoals het hoort
Is het pedaal correct aangesloten?
Steek het snoer stevig in de pedaal Jack.
Gebruikt u een pedaal dat door een andere fabrikant is gemaakt?
Gebruik het meegeleverde pedaal of een apart verkrijgbare RPU-3 of EV-5.
Kan niet opslaan in of lezen van het User
geheugen of een USB-stick
Gebruik u een (optionele) Roland USB-stick?
Een betrouwbare werking kan niet gegarandeerd worden als u USB-sticks van een ander merk gebruikt.
Voer de Format handeling uit.
* Hiermee wordt alle opgeslagen inhoud gewist.
De galm blijft, zelfs als het Reverb-eect is
opgeheven.
De piano van de RD-800 simuleert de diepte en resonantie van een akoestische piano op getrouwe wijze,
en dit kan de indruk van galm geven, zelfs als u het Reverb-eect heeft uitgeschakeld.
Het geluid van de hogere noten verandert
plotseling vanaf ene bepaalde toets
Op een akoestische piano blijven de noten binnen ongeveer anderhalf octaaf uiterst rechts op het het
klavier klinken, ongeacht het demperpedaal. Deze noten hebben ook een enigszins ander timbre. De
RD-800 simuleert deze kenmerken van een akoestische piano op getrouwe wijze. Op de RD-800 verandert
de reeks die niet door het demperpedaal wordt beïnvloed volgens de Key Control instelling.
Een hoge toon is hoorbaar
Pianoklanken met een briljant en duidelijk karakter bevatten aanzienlijke hoogfrequente componenten
die kunnen klinken alsof een metaalachtig gerinkel is toegevoegd. Dit om doordat de eigenschappen van
een echte piano op zeer getrouwe wijze worden gereproduceerd, en duidt niet op een storing. U kunt dit
gerinkel aanpassen door de volgende instellingen te bewerken.
Duplex Scale instellingen (p.32)
String Resonance instellingen (p.32)
Reverb niveau (p.31)
Lage noten klinken verkeerd, of zijn
brommerig.
Bij bepaalde Tone kunnen de klanken vervormd lijken.
Verlaag het volume. Anders verlaagt u de Master Gain instelling.
Het volumeniveau van het instrument dat op
de INOUT Jack is aangesloten is te laag.
Gebruikt u een aansluitkabel die een weerstand bevat?
Gebruik een aansluitkabel die geen weerstand bevat.
56
Probleemoplossing
Probleem Controleer/oplossing Pag.
Kan niet op een draadloos LAN toegangspunt
aansluiten
Controleer of het draadloze LSN toegangspunt WPS ondersteunt.
Al het draadloze LSN toegangspunt geen WPS ondersteunt, kunt u verbinding maken middels de procedure
die in Aansluiten op een draadloos LAN toegangspunt dat u selecteert (Select Access Point)’ (p.51) wordt
beschreven.
De 802.11a/b draadloze standaard wordt niet ondersteund. Gebruik de 802.11g/h (2/.4 GHz) draadloze
standaard.
De WEP vericatiemethode wordt niet ondersteund. Gebruik de WPA of WPA2 vericatiemethode.
Zorg ervoor dat DHCP voor het draadloze LAN toegangspunt is ingeschakeld.
Als u geen verbinding maakt met het draadloze LAN toegangspunt waarop u eerder was aangesloten als u
het apparaat aanzet, controleert u of de instelling, beschreven in ‘ Aansluiten in de Ad-Hoc modus’ (p.52) op
OFF staat.
De verbinding kan soms niet succesvol zijn door de status van het radio signaal. In dat geval gebruikt u de
procedure in Aansluiten op een draadloos LAN toegangspunt dat u selecteert (Select Access Point)’ (p.51),
selecteert u het draadloze LAN toegangspunt en maakt u opnieuw verbinding.
Er is een limiet wat betreft de hoeveelheid aansluitingsgegevens die onthouden kunnen worden. Als een
nieuwe verbinding wordt gemaakt, kunnen oudere verbindingsgegevens soms worden verwijderd.
Alle verbindingsgegevens worden verwijderd als u ene Factory Reset uitvoert.
Als de aansluitgegevens zijn verwijderd, maakt u opnieuw verbinding met het draadloze LAN toegangs-
punt.
Het scherm geeft Acces Point Not Supported’
weer en u kunt geen verbinding maken met
het draadloze LAN toegangspunt.
Dit toegangspunt wordt niet ondersteund. Gebruik de WPA of WPA2 vericatiemethode.
Communicatie is instabiel.
Communicatie kan instabiel zijn, afhankelijk van het gebruik van het radio frequentie spectrum.
Als de communicatie instabiel is, kan de respons traag zijn, of als geluidscommunicatie wordt gebruikt, kan
het geluid soms uitvallen.
Het volgende kan de situatie verbeteren.
Breng het draadloze LAN toegangspunt en de RD-800 dichter bij elkaar.
Verander de kanaalinstelling van het draadloze LAN toegangspunt.
De RD-800 wordt door de toepassing
(bijv: de iOS toepassing) niet gevonden in de
muziekinstrument aansluitingen.
Is de RD-800 aangezet?
Is de draadloze USB-adapter (WNA1100-RL) in de RD-800 gestoken?
Is de RD-800 op het draadloze LAN aangesloten?
Zijn de RD-800 en de iPad op hetzelfde netwerk aangesloten (hetzelfde draadloze LSN toegangspunt)?
Is het draadloze LAN toegangspunt ingesteld op het toestaan van communicatie tussen draadloze LAN
apparaten?
Voor informatie over instellingen raadpleegt u de gebruikershandleiding van het draadloze LAN
toegangspunt.
Als een onjuiste handeling wordt uitgevoerd of als de verwerking niet uitgevoerd kon worden zoals u speciceerde, verschijnt een foutmelding.
Raadpleeg de uitleg van de foutmelding die verschijnt en neem passende maatregelen.
Boodschap Betekenis Actie
Incorrect File! Dit is een bestand dat de RD-800 niet kan spelen. Selecteer een bestand dat door de RD-800 wordt ondersteund (p.25).
MIDI Buer Full!
Een ongewoon grote hoeveelheid MIDI-data werd ontvangen, en kon
niet verwerkt worden.
Reduceer de hoeveelheid MIDI-boodschappen die wordt verzonden.
MIDI Oine! De MIDI IN aansluiting is verbroken.
Controleer of er geen probleem is met de MIDI-kabel die op de MIDI IN van de
RD-800 is aangesloten, en of de MIDI-kabel niet is losgekoppeld.
Read Error!
Data kon niet van de USB-stick gelezen worden.
Zorg ervoor dat de USB-stick correct is aangesloten (p.24).
Zorg ook dat u een USB-stick van Roland gebruikt.
Het bestand is beschadigd. Gebruik dit bestand niet.
System Memory
Damaged!
De inhoud van het systeemgeheugen kan beschadigd zijn.
Voer de Factory Reset handeling uit (p.27).
Als het probleem hiermee niet is verholpen, raadpleegt u uw leverancier of de
klantondersteuning.
Memory Full! Er is onvoldoende ruimte in het User geheugen of de USB-stick. Verwijder onnodige data (p.27, p.46)
USB Memory Not
Ready!
De USB-stick is niet of niet volledig ingestoken.
Zet de stroom uit, steek de USB-stick stevig in, en zet de stroom dan weer aan
(p.24).
De USB-stick is verwijderd nadat u data selecteerde die zich in de
USB-stick bevond.
Het formaat van de USB-stick is ongeldig. Gebruik de RD-800 om de USB-stick te formatteren (p.27).
Write Error!
Data kon niet in de USB-stick opgeslagen worden.
Controleer of de USB-stick correct is aangesloten (p.24).
Gebruik een USB-stick van Roland.
Het formaat van de USB-stick is ongeldig. Gebruik de RD-800 om de USB-stick te formatteren (p.27).
Access Point Not
Supported
Dit toegangspunt wordt niet ondersteund. Gebruik de WPA of WPA2 vericatiemethode.
Duplicate File Name!
Tijdens het uitvoeren van Song Rename speciceerde u een naam die
hetzelfde was als de naam van een bestaand bestand.
Speciceer een andere bestandsnaam (p.25).
Foutmeldingen
57
Lijst van eecten
Modulation FX
FILTER
1 EQUALIZER
2 SPECTRUM
3 LOW BOOST
4 STEP FILTER
5 ENHANCER
6 AUTO WAH
7 HUMANIZER
MODULATION
8 PHASER 1
9 PHASER 2
10 PHASER 3
11 STEP PHASER
12 MULTI STAGE PHASER
13 INFINITE PHASER
14 RING MODULATOR
15 TREMOLO
16 AUTO PAN
17 SLICER
CHORUS
18 CHORUS
19 FLANGER
20 STEP FLANGER
21 HEXA-CHORUS
22 TREMOLO CHORUS
23 SPACE-D
DYNAMICS
24 OVERDRIVE
25 DISTORTION
26 T-SCREAM
27 COMPRESSOR
28 LIMITER
29 SUSTAINER
30 GATE
DELAY
31 DELAY
32 MODULATION DELAY
33 3TAP PAN DELAY
34 4TAP PAN DELAY
35 MULTI TAP DELAY
36 REVERSE DELAY
37 TIME CTRL DELAY
38 TAPE ECHO
LO-FI
39 LOFI COMPRESS
40 BIT CRUSHER
PITCH
41 PITCH SHIFTER
42 2VOICE PITCH SHIFTER
COMBINATION
43
OD g CHORUS
44
OD g FLANGER
45
OD g DELAY
46
DS g CHORUS
47
DS g FLANGER
48
DS g DELAY
49
OD/DS g TWAH
50
OD/DS g AWAH
51
ENHANCER g CHORUS
52
ENHANCER g FLANGER
53
ENHANCER g DELAY
54
CHORUS g DELAY
55
FLANGER g DELAY
56
CHORUS g FLANGER
Tremolo/Amp simulator
1 NORMAL
2 A. PIANO
3 E. PIANO
4 GUITAR AMP
5 ROTARY
Delay
1 DELAY
2 T-CTRL DELAY
3
DELAY g TREMOLO
4 2TAP DELAY
5 3TAP DELAY
Reverb
1 ROOM 1
2 ROOM 2
3 HALL 1
4 HALL 2
5 PLATE
6 GM2 REVERB
Voor informatie over eectparameters raadpleegt u ‘Eect Parameter Gids’ (PDF).
Voor informatie over het verkrijgen van de PDF, kijkt u bij ‘PDF handleidingen verkrijgen’ op de voorpagina.
58
Roland RD-800: Digital Piano
Belangrijkste specicaties
Klavier sectie
88 toetsen (PHA-4 Concert klavier: met echap-
pement en ebbenhout/ivoor gevoel)
Geluidsgenerator sectie
Maximale polyfonie 128 stemmen
Parts 16 parts (4 parts worden in de Live Set gebruikt)
Geluidsgenerator
SuperNATURAL Piano
SuperNATURAL (E.Piano, Clav)
Virtueel toonwielorgel
PCM geluidsgenerator
Tones 1.113 klanken
Live Sets 200
Piano Designer (aan te
passen in individu-
ele noten, alleen voor
SuperNATURAL Piano)
Tone Color: 0–127
Nuance: TYPE1–TYPE3
Damper Noise: 0–127
Duplex Scale: 0–127
String Resonance: 0–127
Key O Resonance: 0–127
Hammer Noise: -2–+2
Character: -5–+5
Sound Lift: 0–127
Individuele noot
voicing (aan te passen
in individuele noten)
Stemming: -50.0-+50.0 cent
Niveau: -50-0
Karakter: -5-+5
Eecten
Modulation FX: 4 systemen, 56 types
Tremolo/Amp Simulator: 4 systemen, 5 types
Reverb: 6 types
Delay: 5 types
Natuurlijke resonantie
(alleen voor SuperNATURAL Piano)
3-bands Compressor
5-Bands digitale Equalizer
Afspeelapparaat voor geluidsbestanden
Bestandsformaat
Geluidsbestanden (WAV-formaat, 44.1 kHz, 16-bit
lineair)
Recorder sectie
Bestandsformaat
Geluidsbestanden (WAV-formaat, 44.1 kHz, 16-bit
lineair)
Overig
Ritmepatroon 200 patronen
Controllers
LAYER LEVEL schuifregelaar x 4
EQUALIZER/DELAY/ASSIGNABLE knoppen x 4
(met verlichting)
REVERB knop (met verlichting)
TONE COLOR knop (met verlichting) MODULA-
TION FX DEPTH knop (met verlichting)
MODULATION FX RATE knop (met verlichting)
TREMOLO DEPTH knop (met verlichting)
TREMOLO RATE knop (met verlichting)
AMP SIMULATOR DRIVE knop (met verlichting)
Pitch Bend/Modulatie hendel
S1/S2 knoppen (toewijsbaar)
Beeldscherm thema 3 thema’s
Beeldscherm Grasch kleuren LCD 320 x 240 pixels.
Aansluitingen
OUTPUT (L/MONO, R) Jacks: 1/4-inch Jack
OUTPUT (L, R) Jacks: XLR type
INPUT Jack: Stereo mini Jack
PEDAL (DAMPER, FC1, FC2, EXT) Jacks: TRS Jack
MIDI (IN, OUT1, THRU/OUT2) aansluitingen
USB (COMPUTER) poort: USB type B
USB (MEMORY/WLAN ADAPTOR) port: USB type A
PHONES Jack: Stereo 1/4 inch Jack
AC In Jack
Stroomverbruik 12 W
Afmetingen 1.400 (B) x 366 (D) x 138 (H) mm
Gewicht
21 Kg
* Daadwerkelijk gewicht kan licht verschillen van
dat wat wordt aangegeven, in verband met het
feit dat er houten onderdelen bij betrokken
zijn.
Accessoires
Gebruikershandleiding
Netsnoer
Demperpedaal (in staat tot voortdurende
detectie)
Snoerklem
Opties
Klavier standaard: KS-G8, KS-G8B
Piano pedaal: RPU-3
Demperpedaal: DP-10
Pedaalschakelaar: DP-2
Expressiepedaal: EV-5, EV-7
USB-stick*
Draadloze USB adapter *
* Gebruik een USB-stick en draadloze USB-
adapter die door Roland worden verkocht. We
kunnen een juiste werking niet garanderen als
andere producten worden gebruikt.
* In het belang van productverbetering kunnen de specicaties en/
of uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande mededeling
veranderen.
Het netsnoer vastzetten (Snoerklem)
Wanneer nodig kan de meegeleverde snoerklem gebruikt worden om het netsnoer te verankeren op de locatie die in het guur wordt getoond.
59
[L] schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
A
AC IN Jack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Ad-Hoc modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
AMP SIM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Assign . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Assign 1-5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Assign 1-5 modus . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Assign 1 Control schakelaar . . . 28, 39
Assign 2 Control schakelaar . . . 28, 39
Assign 3 Control schakelaar . . . 28, 39
Assign 4 Control schakelaar . . . 28, 39
Assign 5 Control schakelaar . . . 28, 39
Attack Time Oset . . . . . . . . . . . . 34, 39
Audio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Audio Volume. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Auto O . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19, 27, 43
B
Bank Select LSB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Bank Select MSB . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Beeldscherm thema . . . . . . . . . . . . . . . 43
C
Character . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Chorus zendniveau . . . . . . . . . . . . . . . 38
Clock Out . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Coarse Tune . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28, 39
Controller sectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Cursor knoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Cuto Oset . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34, 39
D
Damper Control schakelaar . . . . 28, 39
Damper Noise . . . . . . . . . . . . . . . . 32, 33
Damper Oset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Decay Time Oset . . . . . . . . . . . . . 34, 39
[DEC] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9, 17
Delay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 31
Delay modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Delay zendniveau . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Demo song . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Demper . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Diepte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Designer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21, 32
Draadloos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50, 51
Draadloze informatie . . . . . . . . . . . . . . 52
Draadloze opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Duplex Scale . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
E
EDITED symbool . . . . . . . . . . .21, 28, 32
Eect sectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
[ENTER] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
EQ modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
EQUALIZER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
[EXIT/SHIFT] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
EXP Pedal Control schakelaar . . 28, 39
F
Factory Reset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
FC1 Control schakelaar . . . . . . . . 28, 39
FC2 Control schakelaar . . . . . . . . 28, 39
Fine Tune . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28, 39
Formatteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Func . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 30
G
Geluidsbestanden . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Geluidsgenerator . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Index
H
Hammer Noise . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Harmonische balken . . . . . . . . . . . . . . 22
HF Damp Freq . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Hi-Res Velocity Out . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Hum Noise . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
I
[INC] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9, 17
Individuele noot voicing . . . . . . . . . . 34
INPUT Jack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
K
Keyboard Range Lower . . . . . . . . 28, 39
Keyboard Range Upper . . . . . . . 28, 39
Key O positie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Key O Resonance . . . . . . . . . . . . 32, 33
Key Range Lower
V-LINK/MVC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Key Range Upper
V-LINK/MVC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Key Touch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Key Touch modus . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Key Touch Oset . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
L
Laagste nr.
V-LINK/MVC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Layer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Layer Edit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
LAYER LEVEL schuifregelaar . . . . . . . 12
LAYER schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Layer Transpose . . . . . . . . . . . . . . . 28, 38
LCD helderheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
LED schakelaar van knop . . . . . . . . . . 43
LF Damp Freq . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Live Set . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Live Set bestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Live Set Control Channel . . . . . . . . . . 41
Live Set Edit . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21, 28
LIVE SET knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
[LIVE SET EDIT] knop . . . . . . . . . . . . . . 21
Live Set File Copy . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Live Set File Delete . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Live Set File Load. . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Live Set File Save . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Live Set scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Live Set Swap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Live Set Write . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Local schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
V-LINK/MVC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
M
Master klavier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Master Tune . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Mechanisch Key O Noise . . . . . . . . . 33
Mechanische Key On Noise . . . . . . . . 33
[MENU] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Menu schermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
MIDI-aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . 18
MIDI OUT2 Poort modus . . . . . . . . . . 41
MIDI OUT poort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
MIDI-zendkanaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
MIDI Tx kanaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
MIDI Visual Control . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Modus
V-LINK/MVC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Modulatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Modulatie Control schakelaar. . 28, 39
Modulatie diepte . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Modulatie FX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
MODULATION FX . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Modulation FX Control Destination 28
Mono . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Mono/Poly . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
N
Natuurlijke resonantie . . . . . . . . . . . . . 35
Niveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 35
Nuance . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
O
Opnemen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
OUT poort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
V-LINK/MVC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
OUTPUT Jacks . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
P
Pan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28, 38
Panel Lock . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Parameters instellen . . . . . . . . . . . . . . 40
Part Switch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Peaking Freq . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Peaking Gain. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Peaking Q . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Pedaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Pedaal polariteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
PEDAL Jacks . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Pedal modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
PHONES Jack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Piano Designer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Pitch Bend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Pitch Bend Control schakelaar . 28, 39
Pitch Bend Range . . . . . . . . . . . . . 33, 39
Poly . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Portamento schakelaar . . . . . . . . 33, 39
Portamento tijd . . . . . . . . . . . . . . . 33, 39
Pre HPF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Pre LPF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Preset geheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Program Change . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
R
Range Max. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 30
Range Min . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 30
Rec Mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Release Time Oset . . . . . . . . . . . 34, 39
Resonance Oset . . . . . . . . . . . . . 34, 39
Reverb . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14, 31
[REVERB] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Reverb modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Reverb zendniveau. . . . . . . . . . . . 28, 38
Ritme . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Patroon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Tempo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Volume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Rhythm MIDI Out kanaal . . . . . . . . . . 43
Rhythm MIDI Output poort . . . . . . . . 43
Rhythm modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
[RHYTHM/SONG] knop . . . . . . . . . . . . 24
Routing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
S
S1 Control schakelaar . . . . . . . . . 28, 39
S1/S2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
S1/S2 modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
S2 Control schakelaar . . . . . . . . . 28, 39
Schakelaar
Modulation FX . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Natuurlijke resonantie . . . . . . . . . 35
V-LINK/MVC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Select Access Point . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Select Button Mode . . . . . . . . . . . . . . . 40
Sound Lift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32, 33
Split . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
[SPLIT] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Standaard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
String resonantie. . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Switch Type . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Systeem Compressor . . . . . . . . . . . . . . 44
Systeemgeheugen . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Systeeminstelling
Opslaan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
T
Temperament/Key . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Tijdelijk gebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Tone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Tone Color . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 32, 33
Tone Color Control Destination . . . . 28
[TONE COLOR] knop . . . . . . . . . . . . . . 20
Tone Designer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
TONE knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
TONE knoppen
Numerieke toetsen . . . . . . . . . . . . . 9
Tone/Live Set Remain . . . . . . . . . . . . . 41
Tone scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Transpositie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
[TRANSPOSE] knop . . . . . . . . . . . . . . . 12
TREMOLO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Tremolo/Amp Control Destination . 28
Tremolo/Amp Simulator . . . . . . . . . . . 35
Tx Channel
V-LINK/MVC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Type . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Delay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Modulation FX . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Reverb . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Tremolo/Amp Simulator . . . . . . . 35
U
USB COMPUTER poort . . . . . . . . . . . . . 53
USB-driver . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41, 53
USB-stick . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 24
USB MEMORY/WLAN ADAPTER
poort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
USB MIDI THRU schakelaar . . . . . . . . 41
User Control Change 1 nummer . . . 39
User Control Change 1 waarde . . . . 39
User Control Change 2 nummer . . . 39
User Control Change 2 waarde . . . . 39
User geheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Utility . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
V
Velocity . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Velocity Max . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Velocity Range Lower . . . . . . . . . 28, 39
Velocity Range Upper . . . . . . . . . 28, 39
Velocity Sensitivity . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Velo Delay Sens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Velo Key Follow Sens . . . . . . . . . . . . . . 29
Veranderen van afbeelding
V-LINK/MVC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Vibrato Delay Oset . . . . . . . . . . . . . . . 34
Vibrato Depth Oset . . . . . . . . . . . . . . 34
Vibrato Rate Oset . . . . . . . . . . . . . . . . 34
V-LINK/MVC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Voet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Voice Reserve . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Volume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28, 38
[VOLUME] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
W
Waarde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Waarde draaiknop . . . . . . . . . . . . . .9, 17
WPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
60
Informatie
Indien u een reparatiedienst nodig heeft, neemt u contact op met een Roland Service Centrum
in de buurt of erkend Roland distributeur in uw land. Deze zijn hieronder te vinden.
AFRICA
REUNION
MARCEL FO-YAM Sarl
25 Rue Jules Hermann,
Chaudron - BP79 97 491
Ste Clotilde Cedex,
REUNION ISLAND
TEL: (0262) 218-429
SOUTH AFRICA
Paul Bothner(PTY)Ltd.
Royal Cape Park, Unit 24
Londonderry Road, Ottery 7800
Cape Town, SOUTH AFRICA
TEL: (021) 799 4900
ASIA
CHINA
Roland Shanghai Electronics
Co.,Ltd.
5F. No.1500 Pingliang Road,
Yangpu Shanghai 200090, CHINA
TEL: (021) 5580-0800
Toll Free: 4007-888-010
Roland Shanghai Electronics
Co.,Ltd. (BEIJING OFFICE)
3F, Soluxe Fortune Building
63 West Dawang Road,
Chaoyang Beijing, CHINA
TEL: (010) 5960-2565/0777
Toll Free: 4007-888-010
HONG KONG
Tom Lee Music
11/F Silvercord Tower 1
30 Canton Rd
Tsimshatsui, Kowloon,
HONG KONG
TEL: 852-2737-7688
Parsons Music Ltd.
8th Floor, Railway Plaza, 39
Chatham Road South, T.S.T,
Kowloon, HONG KONG
TEL: 852-2333-1863
INDIA
Rivera Digitec (India) Pvt. Ltd.
411, Nirman Kendra Mahalaxmi
Flats Compound O . Dr. Edwin
Moses Road, Mumbai-400011,
INDIA
TEL: (022) 2493 9051
INDONESIA
PT. Citra Intirama
Ruko Garden Shopping Arcade
Unit 8 CR, Podomoro City
Jl.Letjend. S.Parman Kav.28
Jakarta Barat 11470, INDONESIA
TEL: (021) 5698-5519/5520
KAZAKHSTAN
Alatau Dybystary
141 Abylai-Khan ave, 1st  oor,
050000 Almaty, KAZAKHSTAN
TEL: (727) 2725477
FAX: (727) 2720730
KOREA
Cosmos Corporation
27, Banpo-daero, Seocho-gu,
Seoul, KOREA
TEL: (02) 3486-8855
MALAYSIA/SINGAPORE
Roland Asia Paci c Sdn. Bhd.
45-1, Block C2, Jalan PJU 1/39,
Dataran Prima, 47301 Petaling
Jaya, Selangor, MALAYSIA
TEL: (03) 7805-3263
PHILIPPINES
G.A. Yupangco & Co. Inc.
339 Gil J. Puyat Avenue
Makati, Metro Manila 1200,
PHILIPPINES
TEL: (02) 899 9801
TAIWAN
ROLAND TAIWAN ENTERPRISE
CO., LTD.
9F-5, No. 112 Chung Shan
North Road Sec. 2 Taipei 104,
TAIWAN R.O.C.
TEL: (02) 2561 3339
THAILAND
Theera Music Co. , Ltd.
100-108 Soi Verng
Nakornkasem, New Road,
Sumpantawong, Bangkok
10100, THAILAND
TEL: (02) 224-8821
VIET NAM
VIET THUONG CORPORATION
386 CACH MANG THANG TAM ST.
DIST.3, HO CHI MINH CITY,
VIET NAM
TEL: (08) 9316540
OCEANIA
AUSTRALIA/
NEW ZEALAND
Roland Corporation
Australia Pty.,Ltd.
38 Campbell Avenue, Dee Why
West. NSW 2099, AUSTRALIA
For Australia
TEL: (02) 9982 8266
For New Zealand
TEL: (09) 3098 715
CENTRAL/LATIN
AMERICA
ARGENTINA
Instrumentos Musicales S.A.
Av.Santa Fe 2055
(1123) Buenos Aires, ARGENTINA
TEL: (011) 4508-2700
BARBADOS
A&B Music Supplies LTD
12 Webster Industrial Park
Wildey, St.Michael, BARBADOS
TEL: (246) 430-1100
BRAZIL
Roland Brasil Ltda.
Rua San Jose, 211
Parque Industrial San Jose
Cotia - Sao Paulo - SP, BRAZIL
TEL: (011) 4615 5666
CHILE
Comercial Fancy II S.A.
Rut.: 96.919.420-1
Nataniel Cox #739, 4th Floor
Santiago - Centro, CHILE
TEL: (02) 384-2180
COLOMBIA
CENTRO MUSICAL S.A.S.
Parque Industrial del Norte
Bodega 130
GIRARDOTA - ANTIOQUIA,
COLOMBIA
TEL: (454) 57 77 EXT 115
COSTA RICA
JUAN Bansbach Instrumentos
Musicales
Ave.1. Calle 11, Apartado 10237,
San Jose, COSTA RICA
TEL: 258-0211
CURACAO
Zeelandia Music Center Inc.
Orionweg 30
Curacao, Netherland Antilles
TEL: (305) 5926866
DOMINICAN REPUBLIC
Instrumentos Fernando Giraldez
Calle Roberto Pastoriza #325
Sanchez Naco Santo Domingo,
DOMINICAN REPUBLIC
TEL: (809) 683 0305
ECUADOR
Mas Musika
Rumichaca 822 y Zaruma
Guayaquil - ECUADOR
TEL: (593-4) 2302364
EL SALVADOR
OMNI MUSIC
75 Avenida Norte y Final Alameda
Juan Pablo II, Edi cio No.4010
San Salvador, EL SALVADOR
TEL: 262-0788
GUATEMALA
Casa Instrumental
Calzada Roosevelt 34-01,zona
11 Ciudad de Guatemala,
GUATEMALA
TEL: (502) 599-2888
HONDURAS
Almacen Pajaro Azul S.A. de C.V.
BO.Paz Barahona
3 Ave.11 Calle S.O
San Pedro Sula, HONDURAS
TEL: (504) 553-2029
MARTINIQUE
Musique & Son
Z.I.Les Mangle
97232 Le Lamentin,
MARTINIQUE F.W.I.
TEL: 596 596 426860
MEXICO
Casa Veerkamp, s.a. de c.v.
Av. Toluca No. 323, Col. Olivar
de los Padres 01780 Mexico D.F.,
MEXICO
TEL: (55) 5668-6699
Faly Music
Sucursal Capu Blvd. Norte N.3213
Col. Nueva Aurora Cp.72070
Puebla, Puebla, MEXICO
TEL: 01 (222) 2315567 o 97
FAX: 01 (222) 2266241
Gama Music S.A. de C.V.
Madero Pte. 810 Colonia Centro
C.P. 64000 Monterrey, Nuevo
León, MEXICO
TEL: 01 (81) 8374-1640 o 8372-4097
www.gamamusic.com
Proscenia
Morelos No. 2273
Col. Arcos Sur
C.P. 44120 Guadalajara, Jalisco,
MEXICO
TEL: 01(33) 3630-0015
NICARAGUA
Bansbach Instrumentos
Musicales Nicaragua
Altamira D'Este Calle Principal
de la Farmacia 5ta.Avenida
1 Cuadra al Lago.#503
Managua, NICARAGUA
TEL: (505) 277-2557
PANAMA
SUPRO MUNDIAL, S.A.
Boulevard Andrews, Albrook,
Panama City, REP. DE PANAMA
TEL: 315-0101
PARAGUAY
WORLD MUSIC
Jebai Center 2018, Centro
CIUDAD DE ESTE, PARAGUAY
TEL: (595) 615 059
PERU
AUDIONET DISTRIBUCIONES
MUSICALES SAC
Jr. Ramon Dagnino N°201- Jesús
María
DISTRITO DE JESUS MARIA
LIMA, PERU
TEL: 9 983 47 301 - 51 433 80 83
TRINIDAD
AMR Ltd
Ground Floor
Maritime Plaza
Barataria TRINIDAD W.I.
TEL: (868) 638 6385
URUGUAY
Todo Musica S.A.
Francisco Acuna de Figueroa
1771
C.P.: 11.800
Montevideo, URUGUAY
TEL: (02) 924-2335
VENEZUELA
Instrumentos Musicales
Allegro,C.A.
Av.las industrias edf.Guitar
import
#7 zona Industrial de
Turumo Caracas, VENEZUELA
TEL: (212) 244-1122
EUROPE
BELGIUM/FRANCE/
HOLLAND/
LUXEMBOURG
Roland Central Europe N.V.
Houtstraat 3, B-2260, Oevel
(Westerlo) BELGIUM
TEL: (014) 575811
BOSNIA AND
HERZEGOVINA
Mix-AP Music
78000 Banja Luka, Veselina
Maslese 3,
BOSNIA AND HERZEGOVINA
TEL: 65 403 168
CROATIA
ART-CENTAR
Degenova 3.
HR - 10000 Zagreb, CROATIA
TEL: (1) 466 8493
EUROMUSIC AGENCY
K. Racina 1/15
HR - 40000 CAKOVEC, CROATIA
Tel: 40-370-841
CZECH REPUBLIC
CZECH REPUBLIC
DISTRIBUTOR s.r.o
Pod Bání 8
180 00 Praha 8, CZECH REP.
TEL: 266 312 557
DENMARK/ESTONIA/
LATVIA/LITHUANIA
Roland Scandinavia A/S
Skagerrakvej 7, DK-2150
Nordhavn,DENMARK
TEL: 39166200
FINLAND
Roland Scandinavia As, Filial
Finland
Vanha Nurmijarventie 62
01670 Vantaa, FINLAND
TEL: (0) 9 68 24 020
GERMANY/AUSTRIA
ROLAND Germany GmbH.
Adam-Opel-Strasse 4, 64569
Nauheim, GERMANY
TEL: 6152 95546-00
GREECE/CYPRUS
STOLLAS S.A.
Music Sound Light
155, New National Road
Patras 26442, GREECE
TEL: 2610 435400
HUNGARY
Roland East Europe Ltd.
2045. Törökbálint, FSD Park 3. ép.,
HUNGARY
TEL: (23) 511 011
IRELAND
Roland Ireland
E2 Calmount Park, Calmount
Avenue, Dublin 12,
Republic of IRELAND
TEL: (01) 4294444
ITALY
Roland Italy S. p. A.
Viale delle Industrie 8,
20020 Arese, Milano, ITALY
TEL: (02) 937781
MACEDONIA
MK MJUZIK
Bratstvo Edinstvo 9
2208 Lozovo, MACEDONIA
TEL: 70 264 458
MONTENEGRO
MAX-AP
P. Fah 92
Przno, Kamenovo bb
86000 Budva, MONTENEGRO
TEL: 33 452-820
NORWAY
Roland Scandinavia Avd.
Kontor Norge
Lilleakerveien 2 Postboks 95
Lilleaker N-0216 Oslo,
NORWAY
TEL: 2273 0074
POLAND
ROLAND POLSKA SP. Z O.O.
ul. Katy Grodziskie 16B
03-289 Warszawa, POLAND
TEL: (022) 678 9512
PORTUGAL
Roland Iberia SL.
Branch Offi ce Porto
Edifício Tower Plaza
Rotunda Eng. Edgar Cardoso 23,
4-B
4400-676 Vila Nova de Gaia,
PORTUGAL
TEL: (+351) 22 608 00 60
ROMANIA
Pro Music Concept SRL
440221 Satu Mare
B-dul Independentei nr. 14/a.,
ROMANIA
TEL: (0361) 807-333
RUSSIA
Roland Music LLC
Dorozhnaya ul.3,korp.6
117 545 Moscow, RUSSIA
TEL: (495) 981-4967
SERBIA
Music AP
Sutjeska br. 5 XS - 24413 PALIC,
SERBIA
TEL: (0) 24 539 395
SLOVAKIA
DAN Distribution, s.r.o.
Povazská 18.
SK - 940 01 Nové Zámky,
SLOVAKIA
TEL: (035) 6424 330
SPAIN
Roland Systems Group EMEA, S.L.
Paseo García Faria, 33-35
08005 Barcelona, SPAIN
TEL: 93 493 91 00
SWEDEN
Roland Scandinavia A/S
SWEDISH SALES OFFICE
Mårbackagatan 31, 4 tr.
SE-123 43 Farsta, SWEDEN
TEL: (0) 8 683 04 30
SWITZERLAND
Roland (Switzerland) AG
Landstrasse 5, Postfach,
CH-4452 Itingen, SWITZERLAND
TEL: (061) 975-9987
TURKEY
ZUHAL DIS TICARET A.S.
Galip Dede Cad. No.33
Beyoglu, Istanbul, TURKEY
TEL: (0212) 249 85 10
UKRAINE
EURHYTHMICS Ltd.
P.O.Box: 37-a.
Nedecey Str. 30
UA - 89600 Mukachevo,
UKRAINE
TEL: (03131) 314-40
UNITED KINGDOM
Roland (U.K.) Ltd.
Atlantic Close, SWANSEA SA7
9FJ, UNITED KINGDOM
TEL: (01792) 702701
MIDDLE EAST
BAHRAIN
Moon Stores
No.1231&1249 Rumaytha
Building Road 3931,
Manama 339, BAHRAIN
TEL: 17 813 942
EGYPT
Al Fanny Trading Offi ce
9, EBN Hagar Al Askalany Street,
ARD E1 Golf, Heliopolis,
Cairo 11341, EGYPT
TEL: (022)-417-1828
IRAN
MOCO INC.
Jadeh Makhsous Karaj (K-9),
Nakhe Zarin Ave.
Jalal Street, Reza Alley No.4
Tehran 1389716791, IRAN
TEL: (021)-44545370-5
ISRAEL
Halilit P. Greenspoon &
Sons Ltd.
8 Retzif Ha'alia Hashnia St.
Tel-Aviv-Yafo ISRAEL
TEL: (03) 6823666
JORDAN
MUSIC HOUSE CO. LTD.
FREDDY FOR MUSIC
P. O. Box 922846
Amman 11192, JORDAN
TEL: (06) 5692696
KUWAIT
EASA HUSAIN AL-YOUSIFI &
SONS CO.
Al-Yousi Service Center
P.O.Box 126 (Safat) 13002,
KUWAIT
TEL: 00 965 802929
LEBANON
Chahine S.A.L.
George Zeidan St., Chahine Bldg.,
Achra eh, P.O.Box: 16-5857
Beirut, LEBANON
TEL: (01) 20-1441
OMAN
TALENTZ CENTRE L.L.C.
Malatan House No.1
Al Noor Street, Ruwi
SULTANATE OF OMAN
TEL: 2478 3443
QATAR
AL-EMADI TRADING &
CONTRACTING CO.
P.O. Box 62, Doha, QATAR
TEL: 4423-554
SAUDI ARABIA
Adawliah Universal
Electronics APL
Behind Pizza Inn
Prince Turkey Street
Adawliah Building,
PO BOX 2154,
Al Khobar 31952,
SAUDI ARABIA
TEL: (03) 8643601
SYRIA
Technical Light & Sound Center
PO Box 13520 Bldg No.49
Khaled Abn Alwalid St.
Damascus, SYRIA
TEL: (011) 223-5384
U.A.E.
Adawliah Universal
Electronics APL
Omar bin alkhattab street,  sh
round about, nayef area, deira,
Dubai, U.A.E.
TEL: (04) 2340442
NORTH AMERICA
CANADA
Roland Canada Ltd.
(Head Offi ce)
5480 Parkwood Way Richmond
B. C., V6V 2M4, CANADA
TEL: (604) 270 6626
Roland Canada Ltd.
(Toronto Offi ce)
170 Admiral Boulevard
Mississauga On L5T 2N6,
CANADA
TEL: (905) 362 9707
U. S. A.
Roland Corporation U.S.
5100 S. Eastern Avenue
Los Angeles, CA 90040-2938,
U. S. A.
TEL: (323) 890 3700
61
Voor EU-Landen
62
Voor EU-Landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijn EMC 2004/108/EC.
63
* ’[A] + [B]’ duidt op de handeling van ‘De [A] knop ingedrukt houden en op de [B] knop drukken’.
Sneltoets Uitleg Pagina
Basiswerking
[[SHIFT] + [DEC] [INC], waarde draaiknop
Maakt dat de waarde in grotere stappen verandert. Als u van klank verandert, wordt de eerste klank in de categorie
geselecteerd. Als u van Live Set verandert, wordt de eerste klank in de bank geselecteerd.
p. 13, p. 17
[SHIFT] + [
] [ ] Als het Layer Edit scherm of MIDI Control scherm wordt getoond, door pagina’s bladeren. p. 28, p. 37
De gewenste klanken in een TONE of LIVE SET registreren
Op dat moment geselecteerde TONE knop + [WRITE]
Onthoudt het op dat moment geselecteerde Tone nummer. De volgende keer dat u dezelfde knop indrukt, wordt de
onthouden Tone geselecteerd.
p. 13
Op dat moment geselecteerde LIVE SET knop + [WRITE]
Onthoudt het op dat moment geselecteerde Live Set nummer. De volgende keer dat u dezelfde knop indrukt, wordt
de onthouden Live Set geselecteerd.
p. 13
De volgorde van Live Sets veranderen (Live Set Swap)
[SHIFT] + LIVE SET [A] – [J] Verandert de volgorde van Live Sets. p. 23
Een Tone of Live Set bewerken
[TRANSPOSE] + klavier, [DEC] [INC], waarde draaiknop Speciceert de transpositie-instellingen van het gehele klavier. p. 12
[SPLIT/LOWER SELECT] +
TONE knop, [DEC] [INC], waarde draaiknop
Selecteer de LOWER Tone als Split wordt gebruikt. p. 13
[SPLIT/LOWER SELECT] + klavier Speciceert het splitspunt. p. 13
[RHYTHM/SONG] + [DEC] [INC]
Als ritme is geselecteerd, speciceert dit het volume van het ritme. Als een song is geselecteerd, speciceert dit het
volume van het geluid.
p. 24, p. 25
[SHIFT] + LAYER schakelaar ([UPPER1] -[LOWER]) Springt naar het Designer scherm voor elke Layer. p. 32
[SHIFT] + LAYER LEVEL schuifregelaar (*1) Springt naar het VOL (Volume) item van het Layer Edit scherm. p. 28, p. 38
[SHIFT] + [TRANSPOSE] (*1) Springt naar het C.Tune (Coarse Tune) item van het Layer Edit scherm. p. 28, p. 39
[SHIFT] + [SPLIT] (*1) Springt naar het KR.LWR (Keyboard Range Lower) item van het Layer Edit scherm. p. 28, p. 39
[SHIFT] + [LIVE SET EDIT] Springt naar het Layer Edit scherm. p. 28
Reverb
[SHIFT] + REVERB knop Springt naar het Reverb scherm. p. 14, p. 31
LAYER schakelaar ([UPPER1]-[LOWERR]) +
REVERB knop (*1)
Past de Reverb diepte van elke Layer aan (Reverb Send Level) p. 28, p. 38
Tone color
[SHIFT] + TONE COLOR knop Springt naar het TON CLR (Tone Color Control Destination) item van het Layer Edit scherm. p. 20
EQ/DELAY/ASSIGN
[SHIFT] + EQ knoppen (LOW, MID1, MID2, HIGH) Verandert de middenfrequentie van elke Equalizer band. p. 15
[SHIFT] + elke DELAY knop (TYPE, LEVEL, FEEDBACK, TIME) Springt naar het Delay scherm. p. 15, p. 31
[SHIFT] + DELAY [ON/OFF] Springt naar het DLY (Delay Send Level) item van het Layer Edit scherm. p. 28
LAYER schakelaar ([UPPER1]-[LOWER]) + DELAY [LEVEL] knop Past de Delay diepte van elke Layer aan (Delay Send Level) p. 28
[SHIFT] + elke ASSIGN knop (1-4) Springt naar het Assign 1-5 scherm. p. 15 p. 30
[SHIFT] + ASSIGN [5] (*1) Springt naar het A5 (Assign 5 Control Switch) item van het Layer Edit scherm. p. 28, p. 39
Modulation FX
MOD FX [ON/OFF] + [DEC] [INC], waarde draaiknop Verandert het modulatie FX type van de Layer die bij Modulation FX Control Destination is geselecteerd. p. 14
[SHIFT] + MOD FX [DEPTH], [RATE] knop Springt naar het Modulation FX scherm van de Layer die bij Modulation FX Control Destination is geselecteerd. p. 35
[SHIFT] + MOD FX [ON/OFF] Springt naar het MOD FX (Modulation FX Control Destination) item van het Layer Edit scherm. p. 28
Tremolo/Amp Simulator
TREMOLO [ON/OFF] + [DEC] [INC], waarde draaiknop
Verandert het Tremolo/Amp Simulator type van de Layer die bij Tremolo/Amp Control Destination is geselecteerd. p. 14
AMP SIM [ON/OFF] + [DEC] [INC], waarde draaiknop
[SHIFT] + TREMOLO [DEPTH], [RATE] knop
Springt naar het Tremolo/Amp Simulator scherm van de Layer die bij Tremolo/Amp Control Destination is geselecteerd. p. 35
[SHIFT] + AMP SIM [DRIVE] knop
[SHIFT] + TREMOLO [ON/OFF]
Springt naar het TR/AMP (Tremolo/Amp Control Destination) item van het Layer Edit scherm. p. 28
[SHIFT] + AMP SIM [ON/OFF]
S1/S2
[SHIFT] + [S1] Springt naar het S1/S2 scherm. p. 30
[SHIFT] + [S2] (*1) Springt naar het S2 item van het Layer Edit scherm. p. 28, p. 39
Pitch Bend/modulatie hendel
[SHIFT] + Pitch Bend hendel (*1) Springt naar het PB (Pitch Bend Control Switch) item van het Layer Edit scherm. p. 28, p. 39
[SHIFT] + modulatie hendel (*1) Springt naar het MD (Modulation Control Switch) item van het Layer Edit scherm. p. 28, p. 39
Pedaal
[SHIFT] + pedaal (DAMPER) (*1) Springt naar het DAMP (Damper Control Switch) item van het Layer Edit scherm. p. 28, p. 39
[SHIFT] + pedaal (FC1, FC2, EXT) Springt naar het Pedal scherm. p. 29
Panel Lock
[MENU] + [ENTER] Schakelt Panel Lock in. p. 12
Als een naam wordt ingevoerd
[SHIFT] + [ ] Verandert de set tekens. p. 23, p. 25
[SHIFT] + [
] Afwisselen tussen hoofdletters/kleine letters. p. 23, p. 25
[SHIFT] + [
] Verwijdert een teken (DELETE) p. 23, p. 25
[SHIFT] + [
] Voegt een spatie in (INSERT) p. 23, p. 25
*1: als de [MIDI CONTROL] knop is verlicht, kunnen instellingen voor de externe Layer worden gemaakt.
Lijst van sneltoetsen
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Roland RD-800 de handleiding

Categorie
Digitale piano's
Type
de handleiding