Volvo 2012 Early Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Kdakd8Vg8dgedgVi^dcIE&'-%(9jiX]6I&%)+!Eg^ciZY^cHlZYZc!<iZWdg\'%&%!8deng^\]i©'%%%"'%&%Kdakd8Vg8dgedgVi^dc
VOLVO S60, V60 & XC60
ROAD AND TRAFFIC INFORMATION SYSTEM (RTI)
GEBRUIKSAANWIJZING
Type weg Kleur
Snelweg Oranje (Groen kan voorkomen)
Hoofdweg Rood
Kleinere hoofdweg Bruin
Normale weg Donkergrijs
Lokale weg Donkergroen
Tekst en symbolen op het scherm
Gebeurtenis bij volgende begeleidingspunt
Afstand tot volgende begeleidingspunt
Opgeslagen plaats
Naam van volgende weg/straat
Symbool voor bestemming/eindbestemming
Berekende aankomsttijd bij eindbestemming
Tussenbestemming geplande route
Berekende resterende afstand tot bestemming
Eindbestemming geplande route
Maximaal toegestane snelheid - bij de actuele positie van de auto
(17)
Kompas
Verkeersinformatie
Weg waarvoor verkeersinformatie geldt
Naam actuele weg/straat - bij actuele positie van de auto (17)
Startpunt geplande route
Afgelegd van geplande route
Actuele positie van de auto
Faciliteit (Restaurant)
Volgende begeleidingspunt
Geplande route
Schaal
ROAD AND TRAFFIC INFORMATION - RTI
Het navigatiesysteem van Volvo is een verkeersinformatie- en bege-
leidingssysteem dat door Volvo is ontwikkeld. Het systeem begeleidt
u naar een bestemming en geeft informatie langs de route. Het sys-
teem informeert u over situaties die het rijden kunnen bemoeilijken,
zoals bijv. ongevallen en wegwerkzaamheden, en toont u dan alter-
natieve routes.
U kunt een reisplan opstellen, op faciliteiten langs de route zoeken,
speciale plaatsen opslaan enz. Het systeem toont de exacte positie
van de auto en kan u, als u eventueel fout rijdt, altijd naar de bestem-
ming leiden.
U zult ervaren hoe intuïtief het systeem in gebruik is. Probeer het
maar. Om te zorgen dat u tevreden met het systeem bent, bevelen
wij u ook aan de informatie in deze handleiding door te nemen.
Het navigatiesysteem van Volvo levert een bijdrage aan een beter
milieu door een betere begaanbaarheid en kortere trajecten.
Licentieovereenkomst NAVTEQ DATABAS
Voor informatie voor eindgebruikers - zie pagina 74.
Inhoud
2
01
01 Snelgids
Beknopte bedieningsinstructies................. 8
02
02 Leer uw navigatiesysteem
kennen
Gebruiksaanwijzing................................... 12
Voordat u begint....................................... 13
Overzicht................................................... 14
Bedieningselementen............................... 17
Stembediening.......................................... 20
Toetsenset................................................ 24
Dvd, beeldscherm..................................... 26
Kaarten, soorten wegen en kompas......... 28
Menu’s...................................................... 30
Menustructuur op drie niveaus................. 32
03
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven............................... 38
Reisplan.................................................... 44
Huidige positie.......................................... 48
Instellingen................................................ 49
Simulatie................................................... 56
Inhoud
3
04
04 Verkeersinformatie
Algemeen.................................................. 60
Informatie lezen......................................... 62
Met verkeersproblemen omgaan.............. 64
05
05 Symbolen op de kaart
Faciliteiten................................................. 68
06
06 Vragen en antwoorden
Veelgestelde vragen.................................. 72
EULA - Licentieovereenkomst.................. 74
Copyright.................................................. 77
Inhoud
4
07
07 Alfabetisch register
Alfabetisch register................................... 78
Inhoud
5
6
Beknopte bedieningsinstructies................................................................ 8
SNELGIDS
01 Snelgids
Beknopte bedieningsinstructies
01
8
Systeem activeren
Eerst moet het elektrische systeem van de auto
worden geactiveerd:
1. Druk de transpondersleutel in het contact-
slot en activeer sleutelstand I (zie het
instructieboekje van de auto).
2. Als het navigatiesysteem niet binnen
enkele seconden start - druk op de toets
NAV op de middenconsole.
Disclaimer
Bij het opstarten van het navigatiesysteem ver-
schijnt er een tekst op het beeldscherm die
moet worden bevestigd:
Druk op de toets OK.
Voor meer informatie, zie pagina 13.
Bedieningselementen
De gps-navigator van Volvo kan op meerdere
manieren worden bediend:
Met het rechter toetsenblok in het stuurwiel
Met de bediening op de middenconsole
Met een afstandsbediening
Met stembediening.
Voor een functiebeschrijving, zie pagina 17.
Belangrijkste commando's
Bij de volgende voorbeelden voor begeleiding
naar een Adres of een Faciliteit wordt het toet-
senblok in het stuurwiel gebruikt.
Doorlopen/kiezen in de menu's met het
duimwiel (1).
Activeer de gemaakte keuze met een korte
druk op het Duimwiel (wordt in de vol-
gende voorbeelden afgekort met "+ OK".
Terugkeren binnen de menu's en/of annu-
leren met EXIT (2).
Bediening via de middenconsole
Als het toetsenblok op de middenconsole in
plaats van het toetsenblok in het stuurwiel
wordt gebruikt, geldt het volgende:
Toetsenblok in
het stuurwiel
Middenconsole
Draai aan het Duim-
wiel
Draai aan TUNE
Druk op het duim-
wiel
Druk op OK
Druk op EXIT Druk op EXIT
Begeleiding naar een straat
Beeldscherm/
menu
Uitvoering
Als het beeldscherm
geen kaartweergave
toont, moet u het
volgende doen:
Druk op de toets
NAV op de midden-
console.
Kaart
Druk op OK om een
menu te krijgen.
Navigatiemenu Markeer Bestem-
ming invoeren
+
OK.
Bestemming
invoeren
Markeer Adres +
OK.
01 Snelgids
Beknopte bedieningsinstructies
01
9
Beeldscherm/
menu
Uitvoering
Adres: Markeer Stad: +
OK.
Schrijfwiel - zie
pagina 24.
Draai aan het Duim-
wiel om schrijfte-
kens te kiezen en
voer deze in met
OK - er verschijnt
een lijst met opties
op het scherm.
Schrijfwiel Kies de juiste locatie
uit de lijst + OK.
Navigatiemenu Markeer Toev. aan
tocht
+ OK.
Tocht Markeer Begelei-
ding starten
+ OK.
Kaart De begeleiding
begint - volg de aan-
wijzingen.
Het navigatiesysteem berekent de route, de
reistijd en de afstand tot de gekozen bestem-
ming. Het systeem geeft begeleiding en
instructies bij knooppunten e.d.
Als u tijdens de rit van de geplande route
afwijkt, berekent het systeem automatisch een
nieuwe route.
Begeleiding naar een faciliteit (POI)
Beeldscherm/
menu
Uitvoering
Als het beeldscherm
geen kaartweergave
toont, moet u het
volgende doen:
Druk op de toets
NAV op de midden-
console.
Kaart
Druk op OK om een
menu te krijgen.
Navigatiemenu Markeer Bestem-
ming invoeren
+
OK.
Bestemming
invoeren
Markeer Speciale
best. (POI)
+ OK.
Speciale best.
(POI)
Markeer bijv.
Rondom de auto +
OK.
Laatste 5 typen
spec. best.
Markeer bijv. Alle
typen
+ OK.
Alle typen spec.
best.
Markeer bijv. Lucht-
haven
+ OK.
Beeldscherm/
menu
Uitvoering
Resultaatlijst
Markeer de gewen-
ste optie in de lijst +
OK.
Navigatiemenu Markeer Toev. aan
tocht
+ OK.
Tocht Markeer Begelei-
ding starten
+ OK.
Kaart De begeleiding
begint - volg de aan-
wijzingen.
10
Gebruiksaanwijzing................................................................................. 12
Voordat u begint..................................................................................... 13
Overzicht................................................................................................. 14
Bedieningselementen.............................................................................. 17
Stembediening........................................................................................ 20
Toetsenset.............................................................................................. 24
Dvd, beeldscherm................................................................................... 26
Kaarten, soorten wegen en kompas....................................................... 28
Menu’s.................................................................................................... 30
Menustructuur op drie niveaus............................................................... 32
LEER UW NAVIGATIESYSTEEM KENNEN
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Gebruiksaanwijzing
02
12
Algemeen over de gebruiksaanwijzing
Er is een snelgids voor mensen die direct aan
de slag willen - zie pagina 8.
Voor een uitgebreide beschrijving van het
gebruik, de mogelijkheden en het kiezen van
de instellingen voor de bestemming bevelen
wij een combinatie van het boekje lezen en
praktisch gebruik aan.
Menuopties/paden
Alle op het beeldscherm te maken keuzes wor-
den in deze gebruiksaanwijzing gemarkeerd
met een iets grotere en grijskleurige tekst, bijv.
Bestemming invoeren.
Paden in de menustructuur worden bijv. als
volgt aangegeven:
Bestemming invoeren
Adres Stad:
(Set destination > Address > City:)
Engelse tekst
Alle tekst in de afbeeldingen in het boekje is in
het Engels.
Om te zorgen dat de gebruiker de afbeeldingen
en de menukeuzes met paden gekoppeld aan
de tekst van het boekje beter begrijpt, worden
de Engelse woorden van de afbeelding direct
na de tekst/frase tussen haakjes in de taal van
het boekje vermeld. Zie de voorbeelden in het
vorige gedeelte - echter zonder afbeeldingen.
Speciale tekst
NB
N.B.
Teksten die met NB zijn gemarkeerd, geven
adviezen of tips die het gebruik van bijv.
nieuwe snufjes en functies vergemakkelij-
ken.
Voetnoot
In de gebruiksaanwijzing staat informatie in
een voetnoot onder aan de pagina of direct bij
een tabel. Deze informatie vormt een aanvul-
ling op de tekst waarnaar het cijfer/de letter
verwijst.
Opties
Alle typen opties/accessoires worden aange-
duid met een asterisk (*).
In het boekje worden, naast de standaarduit-
rusting, ook opties (fabrieksgemonteerde uit-
rusting) en bepaalde accessoires (nagemon-
teerde extra uitrusting) beschreven.
De in dit instructieboekje beschreven uitrusting
is niet in alle auto's aanwezig, aangezien de
uitrusting is aangepast aan de verschillende
marktbehoeften en nationale of lokale wetge-
ving en bepalingen.
Bij twijfel over wat standaard of optie/acces-
soire is, kunt u contact opnemen met een
Volvo-dealer.
Wijzigingen in het boekje
De specificaties, constructiegegevens en
afbeeldingen in dit instructieboekje zijn niet
bindend.
We behouden ons het recht voor om zonder
voorafgaande mededeling wijzigingen aan te
brengen.
© Volvo Car Corporation
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Voordat u begint
02
13
Algemeen
Het navigatiesysteem van Volvo maakt gebruik
van het referentiesysteem WGS84 die de posi-
tie met lengte- en breedtegraad geeft.
U kunt het navigatiesysteem van de auto
gebruiken zonder een bestemming te hebben
opgegeven.
Kaartstand
Bij het opstarten toont het navigatiesysteem op
het beeldscherm een tekst die moet worden
bevestigd met een druk op de toets OK/
MENU. De tekst luidt als volgt:
Het systeem geeft route-informatie om
uw bestemming te kunnen bereiken.
De situatie op de weg kan de
nauwkeurigheid van de navigatie
beïnvloeden. Houd u aan de
verkeersregels en vertrouw op uw
eigen oordeel. Concentreer u altijd op
het verkeer en rijd aandachtig en
verantwoord.
Daarna wordt de kaart van het actuele geogra-
fische gebied weergegeven waarop de auto
wordt aangeduid met een blauwe driehoek.
Instellingen
Het systeem wordt met basisinstellingen gele-
verd, maar start met de instellingen die het
laatst zijn gebruikt.
Er bestaat een functie om alle instellingen tege-
lijk naar de basisinstellingen te resetten, zie
pagina 54.
Aan/Uit
Aan
1. Druk de transpondersleutel in het contact-
slot.
2.
Het beeldscherm wordt in sleutelstand I
automatisch geactiveerd (zie het instruc-
tieboekje van de auto).
3.
Druk op de toets NAV op de middencon-
sole als het navigatiesysteem niet automa-
tisch start.
4.
Druk op OK als de "Opstart"-tekst op het
scherm verschijnt, zie het eerdere gedeelte
"Kaartstand".
Het kan enige seconden duren voordat het
systeem de positie en beweging van de auto
registreert.
Uit
Het navigatiesysteem wordt uitgeschakeld als
de transpondersleutel uit het contactslot wordt
gehaald.
De navigator kan niet handmatig worden uit-
geschakeld, maar werkt na de "Opstart"-
sequentie altijd op de achtergrond. Als u niet
wilt dat het navigatiesysteem is ingeschakeld:
Druk op EXIT bij de "Opstart"-sequentie,
zie het gedeelte "Kaartstand".
N.B.
Het navigatiesysteem is ook met uitgescha-
kelde motor toegankelijk. Bij een te lage
accuspanning wordt het systeem uitge-
schakeld.
Demo (gesimuleerde
routebegeleiding)
Om te zien hoe het systeem werkt, kan de
begeleiding naar een opgegeven bestemming
op het beeldscherm worden gesimuleerd - zie
pagina 56.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Overzicht
02
14
NB! De afbeelding is schematisch - bepaalde onderdelen kunnen per automodel en markt variëren.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Overzicht
02
``
15
Antenne voor gps
De antenne is geïntegreerd in de antenne op
het dak.
Stembediening
Een aantal elementen in het navigatiesysteem
kunnen ook met de stem worden bediend. De
microfoon (2a) zit in het plafond en de activeer-
knop (2b) zit in het rechter toetsenblok in het
stuurwiel. Voor meer informatie, zie
pagina 20.
Hoofdeenheid
De hoofdeenheid is in en achter de midden-
console gemonteerd en heeft o.a. de volgende
functies:
Positiebepaling van de auto
Berekening van de route naar de opgege-
ven bestemming
Hanteren van verkeersinformatie
Stembegeleiding
Dvd-speler
De gps-ontvanger en de ontvanger voor ver-
keersinformatie (TMC) zijn geïntegreerd in de
hoofdeenheid.
Positioneren
De huidige positie en rijrichting van de auto
worden bepaald aan de hand van signalen
afkomstig van het gps-satellietsysteem, de
snelheidssensor van de auto en een zogeheten
gyroscoop.
Het voordeel van dit concept is dat het navi-
gatiesysteem de route registreert en berekent,
ook als het gps-signaal tijdelijk is weggevallen,
bijv. bij het rijden in een tunnel.
Verkeersinformatie
TMC (Traffic Message Channel) is een gestan-
daardiseerd codesysteem voor verkeersinfor-
matie. De ontvanger zoekt automatisch de
juiste zendfrequentie op. De ontvangst gaat via
de FM-antenne.
N.B.
TMC is niet in alle gebieden/landen beschik-
baar. Het dekkingsgebied van het systeem
wordt continu vergroot waardoor updaten
soms noodzakelijk kan zijn.
Voor informatie over het updaten van kaartge-
gevens en software, zie pagina 26.
Beeldscherm
Op het beeldscherm verschijnen kaarten en
wordt gedetailleerde informatie verstrekt over
de gekozen route, de afstand, menu’s e.d. Voor
informatie over het onderhoud van het beeld-
scherm, zie pagina 26.
Toetsenblok, middenconsole
Naast het toetsenblok in het stuurwiel kan ook
het numerieke toetsenblok op de middencon-
sole worden gebruikt in combinatie met de
toetsen OKMENU, TUNE en EXIT om
menuopties door te nemen, keuzes te beves-
tigen of terug te gaan binnen menu's, zie
pagina 17.
Volumeregeling en IR-ontvanger
Gebruik tijdens lopende gesproken meldingen
de volumeregeling van de geluidsinstallatie om
het volume te wijzigen, zie pagina 29. Het
volume kan ook in het menusysteem worden
gewijzigd.
Richt de afstandsbediening bij gebruik op de
middenconsole - de IR-ontvanger zit daar.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Overzicht
02
16
Toetsenblok, stuurwiel
Aan de rechterkant van het stuurwiel zit een
toetsenblok. Gebruik dit blok om menuopties
door te nemen, keuzes te bevestigen of terug
te gaan binnen menu’s, zie pagina 17.
Luidsprekers
Het geluid vanuit het navigatiesysteem wordt
doorgegeven via de luidsprekers voorin.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Bedieningselementen
02
``
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
17
Algemeen over bedieningselementen
Het navigatiesysteem wordt bediend met de
bedieningselementen op de middenconsole,
met het toetsenblok in het stuurwiel of met een
afstandsbediening*. De drie verschillende
toetsenblokken van de bedieningseenheden
hebben dezelfde functies, maar zien er anders
uit en worden anders gebruikt. De vormgeving
kan ook per markt verschillen.
Het systeem kan met behulp van speciale
commando's ook met de stem worden
bediend - zie pagina 20.
Middenconsole
Toetsenblok op de middenconsole.
NAV activeert de gps-navigator op het
beeldscherm. Met de toets wisselt u ook
tussen Aan/Uit voor het weergeven van
bijv. de status van het klimaatsysteem op
het bovenste en onderste deel van het
beeldscherm.
Numerieke toetsen worden gebruikt voor
het invoeren van informatie bij het zoeken
naar adressen en namen en voor het scrol-
len op de kaart. Zie de pagina's 24 en
30.
Met een druk op OK/MENU bevestigt of
activeert u de keuze. Wordt in dit boekje
beschreven met de toets "OK" of "+ OK".
Door aan TUNE te draaien loopt u door de
verschillende menuopties. Wordt in dit
boekje beschreven met de draai-
knop "TUNE".
Met een druk op EXIT keert u terug binnen
de menustructuur of annuleert u de keuze.
Stuurwiel
De uitvoering van het toetsenblok in het stuur-
wiel varieert, afhankelijk van de markt en de
gekozen geluidsinstallatie.
Rechter toetsenblok in het stuurwiel.
Draai aan het duimwiel om door de ver-
schillende menuopties te lopen.
Druk op het duimwiel om een keuze te
bevestigen/activeren.
Met EXIT keert u terug binnen de menu-
structuur of annuleert u de keuze.
Afstandsbediening
De afstandsbediening kan worden gebruikt om
een aantal functies in de auto te regelen/bedie-
nen. Hier worden alleen de functies beschre-
ven die betrekking hebben op het navigatie-
systeem.
Richt de afstandsbediening bij gebruik op de
middenconsole.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Bedieningselementen
02
18
Toetsenblok van de afstandsbediening.
NAV activeert de gps-navigator op het
beeldscherm. Met de toets wisselt u ook
tussen Aan/Uit voor het weergeven van
bijv. de status van het klimaatsysteem op
het bovenste en onderste deel van het
beeldscherm.
Met EXIT keert u terug binnen de menu-
structuur of annuleert u de keuze.
Met OK/MENU bevestigt of activeert u de
keuze. Wordt in dit boekje beschreven met
de toets "OK" of "+ OK".
Met de Pijltoetsen verplaatst u de menu-
cursor.
Numerieke toetsen worden gebruikt voor
het invoeren van informatie bij het zoeken
naar adressen en namen en voor het scrol-
len op de kaart.
N.B.
Vervang eerst de batterijen als de afstands-
bediening niet werkt - er moeten AAA-/R03-
batterijen in.
WAARSCHUWING
Bewaar de afstandsbediening en andere
dergelijke voorwerpen in één van de
opbergvakken - bij snel afremmen of een
aanrijding kunnen dergelijke voorwerpen tot
letsel of materiaalschade leiden.
Stembediening
Zie het volgende gedeelte.
Extra informatie
Er is soms meer informatie beschikbaar dan
wat er op de menuregel past - de regel eindigt
dan met het teken "#".
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Bedieningselementen
02
19
Om de rest van de informatie te bekijken:
Druk op de toets INFO.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Stembediening
02
20
Algemeen over stembediening
Stembediening houdt in dat bepaalde functies
in het navigatiesysteem met gesproken woor-
den kunnen worden geactiveerd.
De gesproken commando's zijn handig en zor-
gen ervoor dat de bestuurder minder wordt
afgeleid. Hij kan zich zo op het rijden concen-
treren en zijn aandacht bij de weg en de ver-
keerssituatie houden.
WAARSCHUWING
Als bestuurder bent u er altijd verantwoor-
delijk voor dat u de auto op een veilige
manier bestuurt en de geldende verkeers-
regels in acht neemt.
De stembediening gebruikt dezelfde microfoon
als het handsfree-systeem. De bestuurder
krijgt antwoorden van de Stembediening via de
luidsprekers in de auto.
De microfoon zit in het plafond vóór de
bestuurder, zodat het spreken van de bestuur-
der zo goed mogelijk wordt opgenomen. Er kan
echter verstoring optreden of er kunnen hoge
stemmen van passagiers worden waargeno-
men.
Gebruik
Toetsenblok in stuurwiel.
Toets voor stembediening
Het systeem activeren
Met een korte druk op de stuurtoets (1)
activeert u het systeem. Het systeem is
daarna klaar om een commando te ont-
vangen.
Denk aan het volgende als u het Stembedie-
ningssysteem gebruikt:
Bij commando's - Praat na de toon met
normale stem en in een normaal tempo
De portieren, ramen en het dakluik van de
auto moeten gesloten zijn
Voorkom achtergrondgeluiden in het pas-
sagierscompartiment.
N.B.
Bij twijfel over de te gebruiken commando's
kan de bestuurder "
Help" zeggen - het sys-
teem antwoordt dan met enkele comman-
do's die in de betreffende situatie kunnen
worden gebruikt.
Gesproken commando's kunnen als volgt
worden onderbroken:
niet praten
"Annuleer" zeggen
de stuurtoets voor Stembediening een
paar seconden ingedrukt houden
op EXIT drukken
op één van de toetsen op de midden-
console NAV, RADIO, MEDIA, MY
CAR of CAM drukken.
Gesproken commando's gebruiken
Het invoeren van informatie in het navigatie-
systeem met gesproken commando's is zeer
eenvoudig, aangezien het beeldscherm de veel
voorkomende commando's opsomt die in elke
situatie worden gebruikt.
Start
Zo begint u met een gesproken commando:
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Stembediening
02
``
21
1. Druk kort op de stuurtoets voor Stembe-
diening. Het beeldscherm somt voorbeel-
den van mogelijke commando's op.
2.
Kies bijv. "Navigatie" en spreek het woord
duidelijk en op een normale gesprekstoon
uit.
3.
Het scherm gaat naar de optie "Herhaal
spraakbegeleiding
/Navigatie ga naar
adres
/Routebeschrijving" - Kies en
spreek "
Routebeschrijving" uit.
4. Enz...
Let op: grijze tekst en tekst tussen haakjes
maakt geen deel uit van het gesproken com-
mando.
N.B.
Alle op het beeldscherm zichtbare menu's
en opties kunnen (om verschillende rede-
nen) niet altijd worden gekozen:
Te kiezen - de menuregel/optie is hel-
der en wit.
Niet te kiezen - de menuregel/optie is
mat en grijs.
Commando's kunnen op verschillende
manieren worden gegeven
Het commando "Navigatie ga naar
adres
" kan bijv. worden uitgesproken als:
"Navigatie > Ga naar… > Adres" -
Zeg "Navigatie", wacht op het antwoord
van het systeem in de vorm van geschikte
opties op het beeldscherm. Zeg nu
bijv. "
Ga naar…" en sluit af met "Adres".
of
Zeg het hele commando achter elkaar
- "
Navigatie ga naar adres".
Tip
Enkele adviezen:
Geef een commando door eerst kort op de
stemtoets te drukken en vervolgens na de
toon op een natuurlijke manier te praten.
Om het Stembedieningssysteem te ant-
woorden - begin aan het einde van de
vraag na de toon te spreken.
Om een stemsessie af te breken - houd de
stemtoets ingedrukt.
Tijdens een dialoog kan de bestuurder hulp
krijgen door na een luistertoon "Help" te
zeggen.
De dialoog met het systeem kan worden
versneld - Breek het spreken van het sys-
teem af met een korte druk op de stem-
toets in het stuurwiel, wacht op een toon
en begin daarna te praten.
Als de bestuurder zich op het rijden moet
concentreren, hoeft hij niet direct op een
vraag te antwoorden.
Het systeem vraagt maximaal 3 keer naar
een maatregel. Als de bestuurder niet ant-
woordt, wordt de dialoog afgesloten.
Probeer niet te praten als het systeem ant-
woordt - het systeem wordt hierdoor niet
verstoord, maar de bestuurder kan hier-
door de gesproken informatie van het sys-
teem missen
Voorbeeld
Hier vindt u enkele gebruikelijke commando's:
Navigatie ga naar adres
Navigatie ga naar POI
Navigatie wis volgende routepunt
Navigatie annuleer begeleiding.
N.B.
In het menu MY CAR staat een volledige lijst
met snelcommando's - Ga naar
Instellingen
Spraakinstellingen
Lijst van spraakcommando's
Navigatiecommando's.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Stembediening
02
22
Hulpfuncties en instellingen
In het menusysteem MY CAR van de auto
staan programma's waarmee de bestuurder de
verschillende functies van het Stembedie-
ningssysteem kan oefenen. Voor een beschrij-
ving van het menusysteem MY CAR - zie het
normale instructieboekje van de auto.
Hoe beter de bestuurder het Stembedienings-
systeem beheerst, hoe makkelijker de functies
te gebruiken zijn. Wij bevelen dan ook aan om
de ingebouwde oefenprogramma's te gebrui-
ken.
N.B.
Oefenprogramma's zijn alleen toegankelijk
als de auto met een aangehaalde parkeer-
rem stilstaat.
Inleiding stembediening
Het programma Spraakintroductie biedt de
bestuurder stapsgewijze instructies voor het
gebruik van het Stembedieningssysteem en is
een eenvoudige manier om bekend te raken
met de manier van commando's geven.
Het programma kan op twee manieren worden
gestart:
Druk op de stuurtoets voor Stembediening
en zeg "Spraakintroductie".
of
Activeer het programma in MY CAR - Ga
naar Instellingen
Spraakinstellingen
Spraakintroductie.
Stemtraining
Het programma Spraaktraining leert het
Stembedieningssysteem om de stem en uit-
spraak van de bestuurder te herkennen. Hier
kunt u ook een ander gebruikersprofiel aanma-
ken - handig als meerdere personen de auto/
het systeem regelmatig moeten gebruiken.
De stemtraining wordt gestart in MY CAR
- Ga daar naar Instellingen
Spraakinstellingen Spraaktraining
Gebruiker 1 of Gebruiker 2.
N.B.
De menuoptie Standaardinstellingen kan
pas in
Gebruiker 1 worden veranderd als
er een les van
Spraaktraining is doorge-
nomen.
Meer instellingen in MY CAR
Gebruikersprofiel - er kunnen 2 gebrui-
kersprofielen worden ingesteld. Ga naar
Instellingen
Spraakinstellingen
Gebruikersinstelling spraaksystem. Vink
daar één van de opties
Standaardinstellingen, Gebruiker 1 of
Gebruiker 2 aan.
Stemvolume - Ga naar Instellingen
Spraakinstellingen Volume
mededelingen en kies het gewenste
niveau.
Het stemvolume van het systeem kan ook wor-
den aangepast met de draaiknop TUNE op de
middenconsole op het moment dat het sys-
teem praat.
Taal
Het stembedieningssysteem wordt continu
ontwikkeld en bij het drukken van dit boekje
waren de volgende talen beschikbaar:
Engels (VK)
Engels (VS)
Frans (CAN)
Frans (FRA)
Nederlands
Italiaans
Spaans (EU)
Spaans (VS)
Zweeds
Duits
Om de taal te wijzigen - Ga naar Instellingen
Systeemopties Taal en maak een
keuze.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Stembediening
02
23
De talen die deel uitmaken van het
Stembedieningssysteem hebben dit
pictogram in de lijst met talen.
Taalafhankelijk gebruikersprofiel
Het Stembedieningssysteem begrijpt alleen de
taal die is ingesteld in Systeemopties.
Stel dat het gebruikersprofiel
Gebruiker 1 is
opgeslagen door een Zweedstalige bestuurder
met het systeem ingesteld op Zweeds. Als de
bestuurder de taal van de auto in Engels ver-
andert, kan het gebruikersprofiel Gebruiker 1
niet langer worden gekozen aangezien het sys-
teem nu alleen nog maar Engels verstaat en dit
ook verwacht. In plaats daarvan wordt de optie
Standaardinstellingen actief.
Om te zorgen dat het systeem de Engelse uit-
spraak van de bestuurder beter begrijpt, kan
de Engelse uitspraak van de bestuurder wor-
den aangeleerd en opgeslagen in Gebruiker
2
met het systeem ingesteld op Engels (om
beide varianten toegankelijk te houden) of door
het Zweedse taalprofiel in Gebruiker 1 door
een Engels profiel te vervangen.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Toetsenset
02
24
Intoetsen en opties kiezen
Schermweergave met tekstveld voor willekeurige
tekst.
Dit navigatiesysteem maakt gebruik van een
"schrijfwiel" om specifieke informatie op te
geven, bijv. het type faciliteit, plaats/stad,
gebied/land, adres, straatnummer of post-
code.
Een keuze activeren
Nadat de gewenste functie/menuregel is
gemarkeerd met het duimwiel of met de draai-
knop TUNE - druk op het duimwiel/OK om het
volgende niveau van functies/opties te kunnen
bekijken.
Zo kunt u "schrijven"
Het schrijfwiel.
1. Markeer een tekstveld.
2.
Druk op OK om het "schrijfwiel" te openen.
3.
Kies de tekens met het duimwiel/de draai-
knop TUNE en voer ze in met een druk op
het duimwiel/OK.
Numerieke toetsenset
Een andere manier om tekens in te toetsen/
voeren is met behulp van de toetsen op de
middenconsole: 0-9, * en #.
Bij bijv. een druk op 9 wordt een kolom weer-
gegeven met alle tekens
1
onder deze toets,
bijv.
W, x, y, z en 9. Door een snelle druk op de
toets verplaatst/"loopt" de cursor door deze
tekens.
Stopt met de cursor op het gewenste teken
om het te kiezen - het teken wordt op de
schrijfregel weergegeven.
Wissen/annuleren met EXIT.
Meer mogelijkheden
N.B.
Gedempte tekens kunnen bij de betreffende
invoer niet worden gekozen.
In het ingeklapte menu van het schrijfwiel zitten
meer opties, zoals meerdere schrijftekens en
ook cijfers:
Overige (More) + OK - de alternatieve
tekens worden in het wiel weergegeven.
123 + OK - de cijfers worden in het wiel
weergegeven.
=> + OK - de cursor wordt naar de lijst aan
de rechterkant van het scherm verplaatst
waar vervolgens een keuze kan worden
gemaakt met OK.
Laatste 5 (Last 5) + OK - u krijgt de laatste
zoekopdrachten te zien. Markeer er één
van + OK.
1
De schrijftekens voor de resp. toets kunnen per markt/staat/taal variëren.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Toetsenset
02
25
Lijst met opties
Lijst die overeenkomt met de ingetoetste tekens.
Het cijfer 5 in de hoek rechtsboven van het
beeldscherm geeft aan dat de lijst 5 mogelijke
opties bevat die overeenkomen met de inge-
voerde letters BEZ.
Geen lijst
Een lege lijst en de tekens *** in de hoek rechts-
boven van het cijfervenster geven aan dat het
aantal beschikbare opties met de nu inge-
voerde tekens meer is dan 1000 - als het aantal
minder is, worden de actuele opties automa-
tisch weergegeven.
Om het aantal opties in de lijst te verminderen:
Voer meer tekens op de tekstregel in.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Dvd, beeldscherm
02
26
Inhoud van de dvd’s
Dvd's met bijgewerkte kaartgegevens en bij-
behorende uitgebreide informatie worden con-
tinu ontwikkeld. Neem contact op met uw
Volvo-dealer voor informatie over de nieuwste
uitgave.
N.B.
De kaartgegevens hebben geen 100% dek-
king in alle gebieden/landen.
Het dekkingsgebied van het systeem wordt
continu vergroot waardoor updaten soms
noodzakelijk kan zijn.
Zie ook www.volvocars.com/navi voor meer
informatie over kaarten e.d.
Kaartgebieden
Het kaartsysteem van de auto is afhankelijk van
de markt. De volgende hoofdkaarten zijn
beschikbaar:
Australië & Nieuw-Zeeland (Pacific)
Europa
Midden-Oosten
Noord-Amerika
Zuid-Afrika
Zuid-Amerika
Zuidoost-Azië
Rusland.
Kaartgegevens updaten
De dvd met updates moet naar het navigatie-
systeem van de auto worden overgebracht.
Dat kan via de normale dvd-speler van de auto.
1. Start de motor.
2. Plaats de dvd met updates in de dvd-spe-
ler. Een update kan over meerdere dvd's
verdeeld zijn. Voer in dat geval de dvd's in
een logische/numerieke volgorde in.
3. Op het beeldscherm wordt weergegeven
waaruit de update bestaat en hoeveel tijd
het proces ongeveer in beslag neemt - Ant-
woord
Ja of Nee op de vraag of de update
moet worden uitgevoerd.
4.
Na het markeren van Ja + OK - Volg de
instructies op het beeldscherm.
N.B.
Door het updaten van kaartgegevens kun-
nen er in bepaalde gevallen ook nieuwe
functies aan het systeem worden toege-
voegd die niet in dit boekje worden beschre-
ven.
Afgebroken update
Als de update niet klaar is als de motor wordt
uitgeschakeld, gaat het proces bij de volgende
motorstart verder op de plek waar deze werd
afgebroken.
N.B.
Tijdens het updaten kan het navigatiesys-
teem niet worden gebruikt.
Verzorging van dvd’s
Hanteer de dvd’s met de nodige voorzichtig-
heid.
Bewaar de disks in de bijbehorende hoesjes
wanneer u ze niet gebruikt. Bewaar de disks
niet in vocht, bij hoge temperaturen, in direct
zonlicht of in een stoffige omgeving.
Verzorging van beeldscherm
Maak het beeldscherm schoon met een
zachte, niet pluizende, licht vochtige doek en
een mild glasreinigingsmiddel.
BELANGRIJK
Plaats geen voorwerpen voor het beeld-
scherm van het gps-navigatiesysteem – het
oppervlak kan bekrast raken. Ook mobiele
telefoons kunnen voor storingen zorgen in
de werking van het beeldscherm.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Dvd, beeldscherm
02
27
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Kaarten, soorten wegen en kompas
02
28
NB! De afbeeldingen zijn schematisch - bepaalde onderdelen kunnen per softwareversie en markt variëren.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Kaarten, soorten wegen en kompas
02
29
Kaartweergave actuele positie
Hoe de kaartweergave eruitziet hangt van de
geografische positie en de verrichte instellin-
gen af. Daarbij valt te denken aan de kaart-
schaal, weer te geven faciliteiten e.d.
Een uitleg van voorkomende tekst, borden en
symbolen op het beeldscherm vindt u aan de
binnenkant voorin van de omslag.
Faciliteiten langs de snelweg.
Gedetailleerde weergave knooppunt. Het
linkerdeel van het beeldscherm vergroot
het volgende knooppunt. De situatie wordt
altijd aangevuld met een gesproken mel-
ding, zie het volgende gedeelte.
Er is gekozen voor de weergave van twee
kaarten. Het beeld toont dezelfde kaart,
maar met verschillende schalen. Er kan
ook voor 2D- of 3D-weergave worden
gekozen - zie pagina 51.
Scrollstand - zie pagina 30.
Stembegeleiding
Nadat een bestemming is ingevoerd en de auto
een knooppunt of afrit nadert, hoort u een
gesproken melding over de afstand en het type
manoeuvre. Tegelijkertijd verschijnt er een
gedetailleerde kaart van het knooppunt. De
stembegeleiding wordt net voor het knooppunt
herhaald.
Het volume kan met de volumeknop van de
geluidsinstallatie worden aangepast (tijdens
een gesproken melding).
Om een melding te herhalen:
Druk 2 keer op de toets OK.
Zie ook Instellingen
Routegeleidingsopties Gesproken
begeleiding - zie pagina 53.
N.B.
In bepaalde gevallen (bijv. als u een Blue-
tooth-aangesloten mobiele telefoon
gebruikt) wordt de gesproken melding door
een pling vervangen.
Om een mannelijke of vrouwelijke stem en de
taal te kiezen:
Ga naar het menusysteem in MY CAR - zie
het normale instructieboekje van de auto.
Daar kan ook het stemvolume worden aan-
gepast.
Kompas
De rode punt van de kompas-
naald wijst in noordelijke rich-
ting en de witte wijst naar het
zuiden.
Ga naar Instellingen Kaartopties
Kompas om te kiezen of het kompas wel of
niet moet worden weergegeven - zie
pagina 52.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Menu’s
02
30
Menusysteem
In de resp. gedeelten van het boekje worden
alle daar voorkomende menu's en opties
gepresenteerd.
N.B.
Alle op het beeldscherm zichtbare menu's
en opties kunnen (om verschillende rede-
nen) niet altijd worden gekozen:
Te kiezen - de menuregel/optie is hel-
der en wit.
Niet te kiezen - de menuregel/optie is
mat en grijs.
Hoofdmenu
Het hoofdmenu staat helemaal bovenaan in de
menustructuur van het navigatiesysteem en is
het eerste menu dat de gebruiker na de dis-
claimer en kaartstand van het opstarten ziet.
Vanuit de kaartstand naar het
hoofdmenu
Druk op de toets OK.
Vanuit een ander menu naar het
hoofdmenu
Druk op NAV en daarna op OK.
of
Druk herhaaldelijk op EXIT totdat u er bent.
Terug naar het Hoofdmenu
Waar de gebruiker zich ook in de menu’s
bevindt, het Hoofdmenu is altijd bereikbaar
met één of meerdere keren drukken op de toets
EXIT.
Terug naar de kaart
Er is een eenvoudige manier om de kaart snel
weer op het scherm te krijgen, ongeacht waar
de gebruiker zich in het menusysteem bevindt:
Houd EXIT enkele seconden ingedrukt.
Scrollmenu
In de Scrollstand verplaatst u met de nume-
rieke toetsen op de middenconsole een dra-
denkruis over de kaartweergave.
De Scrollstand in de normale kaartstand
activeren
Druk op één van de numerieke toetsen
0-9.
Scrollen
Druk op één van de numerieke cijfertoet-
sen 1-2-3-4-6-7-8-9 - in de kantlijnen
wordt een richtingspijl weergegeven in
combinatie met het cijfer dat moet worden
gebruikt om de kaart in de gewenste rich-
ting te rollen.
In-/uitzoomen
Draai aan de draaiknop TUNE.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Menu’s
02
31
Uit de Scrollstand gaan
Druk op EXIT.
Dradenkruis
Met een druk op OK verschijnt een menu voor
de locatie op de kaart waarnaar het centrum
van het dradenkruis wijst:
Toev. aan tocht - Voegt de gemarkeerde
locatie aan het reisplan toe.
Spec.best. in omgeving - Biedt de moge-
lijkheid om eventuele faciliteiten rond de
gemarkeerde locatie te zoeken/bekijken.
Verkeersbericht lezen - Biedt de moge-
lijkheid om eventuele verkeersberichten
1
rond de gemarkeerde locatie te bekijken.
Informatie - Toont eventuele informatie
over de gemarkeerde locatie.
Positie opslaan - Biedt de mogelijkheid
om de gemarkeerde locatie in het geheu-
gen op te slaan. (Opent het menu
Bestemming invoeren
Opgeslagen
positie
Bewerken - zie pagina 41).
Begeleiding pauzeren
Begeleiding onderbreken
(Pause guidance)
Met de cursor op Begeleiding onderbreken
+ OK kan de begeleiding tijdelijk worden uit-
geschakeld waarna visuele of akoestische
begeleiding wordt gegeven - tegelijkertijd
wordt de menuregel gewijzigd in Begeleiding
hervatten
. Het autosymbool van het systeem
blijft echter de actuele positie van de auto op
de kaart tonen.
De begeleiding hervatten
Markeer Begeleiding hervatten + OK.
1
De service is niet voor alle gebieden/markten/staten beschikbaar.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Menustructuur op drie niveaus
02
32
Hier ziet u drie niveaus van de menustructuur.
Verscheidene menu’s op niveau drie hebben
meerdere submenu’s. Deze worden uitvoerig
in de desbetreffende gedeelten beschreven.
Begeleidingsinstructie herha-
len
pag. 29
Bestemming invoeren
pag.
38
Adres
Gebied:
Stad:
Straat:
Nummer
Kruispunt:
Toev. aan tocht
Informatie
pag.
38
Speciale best. (POI)
Op naam
Rondom de auto
Langs de route
Rondom kaartmarkering
Langs de weg
pag.
39
Opgeslagen positie
Toev. aan tocht
Informatie
Bewerken
Sorteren op
Wissen
pag.
40
Vorige best.
Toev. aan tocht
Informatie
Store
Wissen
Alles wissen
pag.
41
Terugreis
Begeleiding starten
Toev. aan tocht
Tocht bewerken
pag.
42
Markeren op kaart
pag.
42
Breedte- & lengtegraad
pag.
42
Postcode
pag.
43
Routedetails
pag.
44
Tocht
Begeleiding starten
Toev. aan tocht
Tocht bewerken
pag.
44
Mijden
pag.
45
Volgende bestemming
pag.
45
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Menustructuur op drie niveaus
02
``
33
Route-instructies
pag.
46
Kaart van gehele route
pag.
46
Kaart van resterende route
pag.
46
Demo starten
of
Demo stoppen
pag.
56
Verkeersinformatie
A
pag.
60
Verkeersbericht lezen
pag.
62
Verkeersincidenten op de
route
of
Er zijn verkeersincidenten
pag.
64
Gemeden verkeersinciden-
ten
pag.
65
Huidige positie
pag.
48
Instellingen
pag.
49
Verkeersinformatie
A
Verkeersbericht
pag.
49
Routeopties
Routetype
Voorgestelde routes
Individuele route
Route programmeren
Programmeerfunctie
resetten
pag.
49
Kaartopties
Kaartkleuren
Tweekaartenmodus
weergeven
Instellingen één kaart
Instelling kaart rechts
Instelling kaart links
Spec. best. op kaart
Kompas
Huidige straatnaam
tonen
Snelheidlimieten tonen
Informatievelden tonen
pag.
51
Routegeleidingsopties
Gesproken begeleiding
Volume mededelingen
Straatnamen in
gespr.begel.
Opmaak aankomsttijd
pag.
53
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Menustructuur op drie niveaus
02
34
System options
GPS-informatie
Kaartversie
De kaart wordt geladen
pag.
54
Navigatie-instellingen
resetten
pag.
54
Alle gebruikersgegevens
wissen
pag.
55
Begeleiding onderbreken
of
Begeleiding hervatten
pag. 31
A
Niet in alle gebieden/markten/staten beschikbaar.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
02
35
36
Bestemming opgeven............................................................................. 38
Reisplan.................................................................................................. 44
Huidige positie........................................................................................ 48
Instellingen.............................................................................................. 49
Simulatie................................................................................................. 56
UW REIS PLANNEN
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven
03
38
Adres
Bestemming invoeren Adres
(Set destination > Address)
Er zijn verschillende manieren om een bestem-
ming te programmeren.
Het is voldoende om alleen een plaats/stad op
te geven en de reis te beginnen - zo komt u in
het centrum van de plaats/stad.
Als de breedte- en lengtegraad van een
bestemming bekend zijn, kunt u deze opgeven.
Zie pagina 24 voor informatie over hoe letter-
tekens in de verschillende tekstvelden van het
systeem moeten worden ingetoetst/ingevoerd.
N.B.
De definitie van een stad of gebied kan van
land tot land en zelfs van regio tot regio ver-
schillen. In bepaalde gevallen wordt er een
gemeente bedoeld, in andere gevallen een
stadsdeel.
Plaat of straat
De cursor gaat eerst op Straat (Street) staan.
Zo zoekt u een bestemming:
1. Met het vorige beeld op het beeldscherm -
Druk op OK om het vooraf gekozen schrijf-
veld te activeren.
2.
Toets de straatnaam in op
Straat: (Street)
met het "schrijfwiel" (zie pagina 24) en kies
daarna een gewenste Stad: (City).
3.
Of Stad: (City) + OK en begin deze op te
geven.
De volgende zoekcriteria kunnen worden
gebruikt:
Gebied: (Area) - Een land opgeven.
Stad: (City) - Een plaats/stad opgeven.
Postcode: - Onder Stad: kan ook op post-
code worden gezocht.
Straat: (Street) - Een straat opgeven.
Nummer (Number) - Kies een huisnummer
in de straat.
Kruispunt: (Junction) - Kies een bestem-
ming waar twee straten/wegen elkaar krui-
sen.
Toev. aan tocht (Add to itinerary) - Mar-
keer + OK om het adres aan het reisplan
toe te voegen.
Informatie (Information) - Markeer + OK
om de informatie over de gekozen bestem-
ming te bekijken.
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven
03
``
39
Meer over Informatie
Markeer een adres/straat + OK - daarna kan
het volgende worden gekozen:
Kaart (Map) - Toont waar op de kaart de
locatie zich bevindt - soms met aanvul-
lende informatie.
Bellen
1
(Call) - Belt de faciliteit als er een
telefoonnummer staat vermeld.
Secund. best. (Related POI) - U krijgt faci-
liteiten gekoppeld aan de actuele/gemar-
keerde faciliteit te zien.
Park. in omg. (Parking nearby) - U krijgt
eventuele parkeerplaatsen rond de geko-
zen locatie te zien, met afstand.
Faciliteiten
Bestemming invoeren Speciale best.
(POI)
(Set destination > Point of interest – POI)
Het systeem bevat een groot aantal te zoeken
faciliteiten die als bestemming kunnen worden
opgegeven. De lijst van gewenste faciliteiten
kan korter worden gemaakt door te specifice-
ren op welke faciliteit(en) de actuele zoekop-
dracht betrekking heeft:
Kies Type: (Type) en specificeer welke
faciliteiten bij de zoekopdracht moeten
horen (dit is dezelfde manier als wordt
beschreven op pagina 52).
Om te kiezen welke faciliteiten permanent op
de kaart zichtbaar moeten zijn, gaat u naar het
menu Instellingen
Spec. best. op kaart -
zie pagina 52.
Alle zoekopdrachten verlopen zoals beschre-
ven in het eerdere gedeelte Plaats of straat:
1.
Geef Gebied: (Area)/Stad:/(City)/Type:
(Type)/Naam: (Name) op.
2.
Kies vervolgens Toev. aan tocht (Add to
itinerary) of Informatie (Information) +
OK.
Met naam
Op naam (By name)
Naast het zoeken op een hoofdgroep (bijv.
Restaurant) kan ook de bedrijfsnaam van de
faciliteit worden gebruikt, bijv."Peppes
bodega". De methode is dezelfde als bij het
zoeken op Adres, zie pagina 38.
1
Vereist een aangesloten mobiele telefoon.
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven
03
40
Als u bijvoorbeeld zoekt op Naam: met "Lon-
don Airport", zullen alle combinaties met "Lon-
don" verschijnen wanneer u de "Lo" invoert.
Naarmate u meer letters opgeeft zal het aantal
treffers afnemen en vindt u sneller wat u zoekt.
Een zoekopdracht met "Lo" levert tevens tref-
fers op zoals "Restaurant LouTrivalou", omdat
ook treffers bestaande uit meerdere delen met
een spatie ertussen worden meegenomen.
N.B.
Er bestaan ondercategorieën voor restau-
rants om het zoeken te vereenvoudigen.
Rond de auto
Rondom de auto (Near the car)
Bij het zoeken van faciliteiten gaat het om het
gebied rond de actuele positie van de auto.
Langs de route
Langs de route (Along the route)
Bij het zoeken van faciliteiten gaat het om het
gebied langs het opgestelde reisplan.
Rond punt op de kaart
Rondom kaartmarkering (Around point on
map)
Voor het zoeken van faciliteiten wordt het dra-
denkruis van de Scrollfunctie gebruikt - zie
pagina 30.
De scrollkaart verschijnt - Zet het draden-
kruis op de gewenste locatie + OK
Langs de straat
Langs de weg (Along the street)
Bij het zoeken van faciliteiten gaat het om het
gebied langs een specifieke straat/weg.
Opgeslagen plaats
Bestemming invoeren Opgeslagen
positie
(Set destination > Stored location)
De bestuurder kan een groot aantal eigen loca-
ties in het systeem opslaan. Hiermee kan ver-
volgens snel een reisplan worden opgesteld/
aangevuld.
Een locatie opslaan
Een willekeurige locatie opslaan:
1. Gebruik de Scrollfunctie (zie pagina 30) en
markeer de locatie die moet worden opge-
slagen.
2.
Druk op OK voor het menu van het "dra-
denkruis".
3.
Markeer Positie opslaan + OK - de locatie
is nu opgeslagen en staat in de lijst
Opgeslagen positie.
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven
03
``
41
Markeer een opgeslagen locatie in de lijst +
OK en kies uit de volgende opties/rubrieken:
Reisplan toevoegen
Toev. aan tocht (Add to itinerary)
Opent hetzelfde venster als voor Bestemming
invoeren Adres Toev. aan tocht - zie
pagina 44.
Informatie
Informatie (Information)
Opent hetzelfde venster als voor Bestemming
invoeren
Adres Toev. aan tocht
Informatie - zie pagina 39.
Bewerken
Bewerken (Edit)
Opent de gemarkeerde "Opgeslagen locatie"
en biedt de mogelijkheid om het volgende te
wijzigen/bij te werken:
Naam (Name) - Toets/voer een willekeu-
rige naam voor de locatie in.
Symbool (Icon) - Kies het symbool dat de
actuele locatie moet representeren.
Adres (Address) - Opent de kaart om de
geografische positie van de locatie aan te
passen.
Telefoon: (Phone) - Toets/voer een tele-
foonnummer in.
Spraakmarkering bewerken (Edit voice
tag) - Eigen geluid opnemen
2
. Volg de
instructies op het beeldscherm.
Naam tonen op kaart (Show name on
map) - Uitvinken als de naam van de locatie
niet op de kaart zichtbaar moet zijn.
Opslaan (Store) - Uitgevoerde aanpassin-
gen worden opgeslagen met OK.
Sorteren op
Sorteren op (Sort by)
Kies of de opgeslagen locaties uit de lijst moe-
ten worden gesorteerd op:
Naam
Symbool
Afstand
Chronologisch
Verwijd.
Wissen (Delete)
Wist de gemarkeerde opgeslagen locatie.
Eerdere bestemmingen
(Previous destination)
Hier worden eerder gebruikte bestemmingen
opgeslagen. Markeer er één en kies vervolgens
tussen:
Toev. aan tocht (Add to itinerary)
Informatie (Information)
Opslaan (Store) - zie het volgende beeld
voor meer informatie over deze optie.
2
Alleen in combinatie met de geluidsinstallatie "High Performance" of "Premium".
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven
03
42
Store (Delete)
Alles wissen (Delete all).
De optie Opslaan levert dit Bewerken-menu op.
De optie Store (Store) leidt naar hetzelfde
Bewerken-menu als voor Opgeslagen positie
Bewerken.
Voor meer informatie - zie pagina 40.
Om de informatie voor een bestemming
aan te vullen/te wijzigen - Markeer
Opslaan (Store) + OK.
Terugreis
Terugreis (Return trip)
Begeleidt terug naar het startpunt van het reis-
plan. Kan overal/altijd in het reisplan worden
gekozen.
Zoeken via punt op kaart
Bestemming invoeren Markeren op
kaart
(Set destination > Select on map)
Toont een kaart waarop de actuele locatie met
een cursor wordt aangewezen.
Draai aan TUNE om de schaal te wijzigen.
1. Verplaats het dradenkruis met de nume-
rieke toetsen op de middenconsole: met
6 gaat u naar rechts, met 8 gaat u omlaag
enz. - zie pagina 30.
2. Als de gewenste locatie is gevonden - Druk
op OK.
Zoeken via Lengte-/Breedtegraad
Bestemming invoeren Breedte- &
lengtegraad
(Set destination > Latitude & Longitude)
Kies de bestemming met gps-coördinaten:
1. Plaats de cursor op het te wijzigen teken
en druk op OK - het tekenvenster wordt
"actief".
2. Toets/voer een cijfer in met de numerieke
toetsen op de middenconsole (of draai aan
TUNE) - sluit af met OK of zet de cursor op
het volgende teken - het vorige tekenven-
ster wordt "gedeactiveerd".
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven
03
43
3. Verplaats de cursor naar de volgende te
wijzigen tekenplek en herhaal dit.
4. Met de cursor in de beide vensters hele-
maal rechts toetst u (of draait u aan
TUNE) de letters voor de windstreken in -
N = 6, Z = 7, W = 9 en E = 3.
5. Als beide coördinaten zijn ingetoetst - mar-
keer Toev. aan tocht + OK om de locatie
aan het reisplan toe te voegen.
Reisplan toevoegen
Toev. aan tocht (Add to itinerary)
Voegt de locatie van de gekozen coördinaten
op de kaart toe aan het reisplan.
Informatie
Informatie (Information)
Toont eventuele informatie over de locatie.
Postcode
Postcode (Postcode)
Een bestemming zoeken met postcode:
1.
Markeer Postcode: (Postcode) + OK om
het "schrijfwiel" te openen.
2.
Kies tekens met de TUNE-draaiknop en
toets/voer deze in met een druk op OK. (Of
toets/voer tekens in met de numerieke
toetsen op de middenconsole - zie
pagina 24).
N.B.
De weergave van postcodes kan per markt/
gebied verschillen.
03 Uw reis plannen
Reisplan
03
44
Menuoverzicht
Routedetails
(Route details)
Het systeem hanteert één reisplan (Itinerary)
per keer met maximaal 8 deelbestemmingen.
De eerst opgegeven bestemming wordt de
eindbestemming van de reis. De erna inge-
voerde bestemming wordt een deelbestem-
ming.
N.B.
De laatst toegevoegde bestemming wordt
altijd Deelbestemming-1 - de eerdere Deel-
bestemming gaat een stap omhoog: De
"Oude" Deelbestemming-1 wordt dus Deel-
bestemming-2, enz.
Als u een andere volgorde wilt - Ga naar
Routedetails
Tocht, Markeer een deel-
bestemming en
Wijzig plaats in lijst.
Reisplan opstellen
Routedetails Tocht
(Route details > Itinerary)
Maak een reisplan aan met meerdere stops. Zo
hoeft u tijdens de rit niet telkens een nieuwe
bestemming op te geven.
U kunt maximaal 8 deelbestemmingen en één
eindbestemming aangeven.
Begeleiding starten
Resultaat met "Routevoorstel 3" aangevinkt.
(Start route guidance)
Met de cursor op Begeleiding starten + OK
activeert u het actuele reisplan.
Als vooraf is gekozen voor weergave van 3
alternatieve reisplannen moet de bestuurder er
één kiezen, zie het menu Instellingen
Routeopties Voorgestelde routes, pagina
50.
Reisplan toevoegen
(Add to itinerary)
Voegt een deelbestemming toe. Levert het-
zelfde menu op als in "Bestemming
invoeren
" - zie pagina 38.
03 Uw reis plannen
Reisplan
03
``
45
Reisplan bewerken
(Edit itinerary)
Geeft de alternatieven:
Tocht wissen - wist het actuele reisplan.
Routeopties - opent een snelkoppeling
naar Instellingen
Routeopties - zie
pagina 49.
Deelbestemmingen in reisplan
Door deelbestemming + OK te markeren kan
iedere deelbestemming in het reisplan worden
bijgewerkt.
Informatie (Information) - Uitgebreide
naam en adres en breedte- en lengtegraad.
Bovendien kan de faciliteit worden gebeld
en kunnen eventueel voorkomende facili-
teiten rond de locatie en parkeerplaatsen
worden bekeken.
Wissen (Delete) - verwijdert de deelbe-
stemming.
Wijzig plaats in lijst (Move in list) - wijzigt
de rangschikking in het reisplan.
Wijzigen op kaart (Adjust on map) - toont
de locatie op de kaart met een dradenkruis.
Er kan naar een andere locatie worden
gescrold en deze kan worden gekozen met
OK. Zie meer over de Scrollfunctie op
pagina 30.
Opslaan (Store) - opent het menu
Bestemming invoeren
Opgeslagen
positie
Bewerken - zie pagina zie
pagina 41).
Str ontw
Routedetails Mijden
(Route details > Avoid)
Hier kan een traject in het reisplan worden
gedeselecteerd. De alternatieve afstanden
worden vanuit de actuele positie van de auto
berekend. Het systeem kiest dan een andere
route.
Markeer het gewenste alternatief + OK.
Volgende bestem.
Routedetails Volgende bestemming
(Route details > Next destination)
03 Uw reis plannen
Reisplan
03
46
Toont de positie van de volgende deelbestem-
ming op de kaart, naam, adres, berekende
aankomsttijd en afstand. Geeft ook de alterna-
tieven:
Wissen (Delete) - verwijdert de actuele
deelbestemming en toont de volgende.
Kaart (Map) - toont de locatie op de kaart
in het Scrollmenu, zie pagina 30.
>> - gaat naar de volgende deelbestem-
ming in het reisplan, in een loop.
Bellen (Call) - belt de faciliteit, indien
mogelijk.
Route-instructies
Routedetails Route-instructies
(Route details > Route instructions)
Hier worden de begeleidingspunten van het
reisplan opgesomd.
Kaart met de hele route
Routedetails Kaart van gehele route
(Route details > Map of entire route)
Hier wordt het hele reisplan getoond - verkleind
zodat het op het beeldscherm past.
Verder dezelfde functies als in het Scrollmenu,
zie pagina 30.
Kaart met de resterende route
Routedetails Kaart van resterende
route
(Route details > Map of remaining route)
Toont een schermbeeld dat op dat in het vorige
gedeelte lijkt, maar laat alleen het resterende
traject van het reisplan zien vanaf de actuele
positie van de auto.
03 Uw reis plannen
Reisplan
03
47
Verder dezelfde functies als in het Scrollmenu,
zie pagina 30.
03 Uw reis plannen
Huidige positie
03
48
Waar ben ik?
Huidige positie
(Current position)
Toont een kaartweergave met de actuele posi-
tie van de auto en informatie over de locatie,
bijv. naam en coördinaten.
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
``
49
Verkeersinformatie
Instellingen Verkeersinformatie
(Settings > Traffic information)
Er kunnen meer instellingen voor de verkeers-
informatie worden verricht dan hier wordt
beschreven - zie pagina 64.
Verkeersmeldingen
Verkeersbericht (Traffic message)
Hier kunnen de verkeersmeldingen worden
gesorteerd:
Alle (All) - alle gerapporteerde verkeersop-
stoppingen worden weergegeven.
Hoofdwegen - bijv. gesloten wegen door
een ongeval of een andere grote/langdu-
rige opstopping.
Geen - de weergave van verkeersproble-
men is uitgeschakeld.
N.B.
Deze instelling is van invloed op de bereke-
ning van de route.
Routeopties
Instellingen Routeopties
(Settings > Route options)
Type route
Routetype (Route type)
Hier kunnen verschillende typen reisplannen
worden gekozen:
Snel (Fast) - de kortst mogelijke reistijd
krijgt prioriteit
Kort - het kortst mogelijke traject krijgt pri-
oriteit
Eenvoudig - zo min mogelijk knooppunten
en dergelijke verkeerssystemen krijgt prio-
riteit.
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
50
Routevoorstellen
Voorgestelde routes (Route proposals)
Bij het commando Begeleiding starten kun-
nen er meerdere gelijksoortige geschikte
opties zijn. Kies hier of de bestuurder als er
meerdere opties zijn moet worden gevraagd
om te kiezen:
Kies 1 als het navigatiesysteem de
geschiktste optie moet kiezen.
Kies 3 als de bestuurder uit maximaal 3
voorstellen moet kunnen kiezen.
Voor meer informatie, zie pagina 44.
Route aanpassen
Individuele route (Customise route)
Hier hebt u de mogelijkheid om bepaalde ver-
keerspunten te deselecteren. Aanvinken om de
volgende punten
1
langs de route te vermijden:
Snelwegen mijden (Avoid motorways)
Tolwegen mijden (Avoid toll roads)
Veren mijden (Avoid ferries)
Betaalzones mijden (Avoid congestion
charging zones)
Tunnels mijden (Avoid tunnels)
Wegen met tijdbeperking mijden (Avoid
time-restricted roads)
Wegen met seizoensbep. mijden (Avoid
season-restricted roads)
Autotreinen mijden
N.B.
Als deze keuzes worden gemaakt terwijl
er een reisplan is opgesteld, kan er
sprake zijn van een bepaalde vertraging
na het aanvinken/uitvinken van een
optie, aangezien het reisplan dan
opnieuw moet worden berekend.
Als tunnels, tolwegen en snelwegen zijn
gedeselecteerd, worden deze zoveel
mogelijk vermeden en worden ze alleen
gebruikt als er geen ander redelijk alter-
natief beschikbaar is.
Route aanleren
Route programmeren (Route learning)
De basisvoorwaarde is een ingesteld reisplan.
Als de bestuurder van het reisplan afwijkt en
een andere weg naar de eindbestemming
neemt dan het systeem aanbeveelt, leert het
systeem de keuze van de bestuurder aan.
Als hetzelfde reisplan nog 2 keer wordt
gebruikt en de bestuurder zijn wegkeuze her-
haalt, toont het systeem de weg die de
bestuurder heeft gekozen.
Een aangevinkt vakje zorgt ervoor dat een tra-
ject dat 3 keer is gereden, als reisplan wordt
opgeslagen in plaats van het oorspronkelijke
reisplan.
1
De mogelijke opties kunnen per markt/gebied/staat variëren.
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
``
51
Route aanleren resetten
Programmeerfunctie resetten (Reset route
learning)
Wist de rijgeschiedenis.
Kaart-opties
Instellingen Kaartopties
(Settings > Map options)
Kaartkleuren
Kaartkleuren (Map colors)
Kies tussen:
Automatisch - een lichtsensor registreert
of het dag of nacht is.
Dag (Day in vorige beeld)
Nacht
Instellingen voor stand met één kaart
Instellingen één kaart (Single map settings)
Kaartoriëntatie - Kies In rijrichting of
Noord.
Noord - de kaart wordt altijd met Noord
bovenaan het beeldscherm weergegeven. Het
autosymbool beweegt in de betreffende wind-
streek op het scherm.
In rijrichting - het autosymbool staat in het
centrum en wijst altijd naar boven op het beeld-
scherm. De kaartweergave roteert onder het
autosymbool en dat is gerelateerd aan hoe de
weg loopt.
Kaartweergave - Kies 2D of 3D.
2D - het autosymbool en de kaartweergave zijn
rechthoekig recht van boven zichtbaar.
3D
2
- het autosymbool en de kaartweergave
zijn schuin van de zijkant/van boven zichtbaar.
Stand met twee kaarten tonen
Tweekaartenmodus weergeven (Show dual
map mode)
2
Alleen als Kaartoriëntatie > In rijrichting is gekozen.
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
52
Het beeldscherm kan de kaart over het hele
beeldoppervlak laten zien of kan de kaart in 2
verschillende schalen op de linker- en rechter-
helft weergeven.
Kies door het vakje aan te vinken bij
Tweekaartenmodus weergeven + OK en
EXIT.
Instellingen voor linkerkaart
Instelling kaart links (Left map settings)
Kaartoriëntatie - Kies In rijrichting of
Noord.
Kaartweergave - Kies 2D of 3D.
Instellingen voor rechterkaart
Instelling kaart rechts (Right map settings)
Dezelfde als voor de linkerkaart - zie het vorige
gedeelte.
Kaartschaal in stand met 2 kaarten
aanpassen
Om de beide kaarten met verschillende kaart-
schalen te kunnen bekijken, kan dit als volgt
afzonderlijk worden aangepast:
1. Ga uit van de kaartweergavestand. Draai
de draaiknop TUNE naar links of rechts -
de ene schermhelft krijgt een gekleurd
kader.
2.
Druk op OK - de gemarkeerde schermhelft
is nu "actief".
3.
Draai aan de draaiknop TUNE om de
schaal aan te passen.
4.
Druk nogmaals op OK - helder, de scherm-
helft is "gedeactiveerd".
Faciliteit op kaart
Spec. best. op kaart (POI on map)
Vink de gewenste optie aan voor hoe facilitei-
ten op de kaart zichtbaar moeten zijn:
Alles (All) - alle voorkomende faciliteiten
worden weergegeven.
Geen - er worden geen faciliteiten weer-
gegeven.
Gekozen - Er wordt een menu met alle
voorkomende faciliteiten weergegeven:
Vink de faciliteiten aan die op de kaart
zichtbaar moeten zijn.
De mogelijke faciliteiten staan opgesomd op
pagina 68.
Kompas
Kompas (Compass)
Kies welk type kompas op de kaartweergave
zichtbaar moet zijn:
Grafisch (Graphic)
Tekst - de kompasrichting (bovenaan het
beeldscherm) wordt met een letter aange-
geven, bijv.
N voor "Noord".
Geen.
Voor meer informatie over het kompas, zie
pagina 29.
Huidige wegnaam tonen
Huidige straatnaam tonen (Show current
road name)
Met de aangevinkte optie wordt de naam van
de straat/weg waar de auto zich bevindt onder-
aan op het beeldscherm weergegeven.
Geldende snelheidsbeperking tonen
Snelheidlimieten tonen (Show speed limits)
Vink deze optie aan om in de hoek rechtsboven
van het beeldscherm een verkeersbord te zien
met de actuele maximaal toegestane snelheid.
Informatieveld tonen
Informatievelden tonen (Show information
fields)
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
``
53
Vink deze optie aan om eventuele informatie in
het tekstveld aan de boven- en onderkant van
de kaart te zien.
Tijdelijke wijzigingen kunnen ook met de NAV-
toets op de middenconsole worden uitge-
voerd.
Instructie-opties
Instellingen Routegeleidingsopties
(Settings > Route guiding options)
Stembegeleiding
Gesproken begeleiding (Voice guidance)
Als u stembegeleiding wenst - vink de optie
Gesproken begeleiding aan. Voor meer infor-
matie, zie pagina 29.
Stemvolume
Volume mededelingen (Voice output
volume)
Deze optie toont een volumeregeling op het
scherm waarmee u het volume van de stem-
begeleiding kunt aanpassen.
Aanpassen met de draaiknop TUNE +
OK.
Voor meer informatie, zie pagina 15.
Straatnaam in stembegeleiding
Straatnamen in gespr.begel. (Street names
in voice guidance)
Behalve dat de stembegeleiding informatie
over afstand en richting geeft, kan de functie
ook namen van straten en wegen uitspreken.
Om de functie te activeren:
Vink het vakje aan na Straatnamen in
gespr.begel.
.
Formaat van aankomsttijd
Opmaak aankomsttijd (Time of arrival
format)
Kies de tijd die op het scherm moet worden
weergegeven:
ETA (Estimated Time of Arrival) - toont de
berekende aankomsttijd
RTA
3
(Remaining Time of Arrival) - toont de
resterende reistijd.
3
Vooraf gekozen door het systeem.
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
54
Systeeminformatie
Instellingen Systeeminformatie
(Settings > System information)
GPS Informatie
GPS-informatie (GPS information)
Het scherm toont:
Aantal ontvangen satellieten: (Number
of received satellites)
Ontvangen pos. (Received position)
Op kaart geverifieerde pos. (Map
matched position)
Hoogte: (Altitude)
Geografische naam van de huidige positie.
Kaartversie
Kaartversie (Map version)
Het scherm toont:
Softwareversie: (Software version)
Kaartversie (Map version)
Kaartregio: (Map market)
Status van kaart downloaden
De kaart wordt geladen (Map loading
progress)
Bij het updaten van de kaartdatabase wordt
hier weergegeven waar in het proces de
update zich bevindt. Voor meer informatie, zie
pagina 26.
Navigatie-instellingen resetten
Instellingen Navigatie-instellingen
resetten
(Settings > Reset navigation settings)
Deze functie reset het systeem naar de
fabrieksinstellingen.
De menuoptie Instellingen
Navigatie-
instellingen resetten + OK levert een scherm-
beeld op met de vraag Alle navigatie-
instellingen resetten?
(Reset all navigation
settings?), Press OK to continue. Press Exit
to cancel.
(Continue with OK – Cancel with
EXIT) - druk op OK om de instellingen naar de
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
55
fabriekswaarden te resetten of annuleer met
EXIT.
Alle gebruikersinformatie wissen
Instellingen Alle gebruikersgegevens
wissen
(Settings > Delete all user data)
De menuoptie Instellingen
Alle
gebruikersgegevens wissen+ OK levert een
schermbeeld op met de vraag Wilt u alle
gebruikersspecifieke navigatiegegevens
wissen?
(Do you want to delete all navigation
user data?), Press OK to continue. Press
Exit to cancel.
(Confirm with OK – Cancel with
EXIT) - druk op OK om te wissen of annuleer
met EXIT.
De volgende instellingen worden gewist met
OK:
alle opgeslagen locaties
geschiedenis voor Laatste 5
eerdere bestemmingen
route aanleren
gewijzigde fabrieksinstellingen.
03 Uw reis plannen
Simulatie
03
56
Demo starten
Routedetails Demo starten
(Route details > Start demo)
Hier wordt de rit gesimuleerd die in het reisplan
wordt geadviseerd.
Het systeem laat zien hoe er naar de opgege-
ven bestemming wordt gereden.
Om het demo-rijden af te sluiten:
De eerdere menuoptie Demo starten is
veranderd in Demo stoppen - Markeer
deze + OK.
N.B.
De demonstratie werkt alleen, als u een
bestemming hebt aangegeven.
03 Uw reis plannen
03
57
G000000
58
Algemeen................................................................................................ 60
Informatie lezen....................................................................................... 62
Met verkeersproblemen omgaan............................................................ 64
VERKEERSINFORMATIE
04 Verkeersinformatie
Algemeen
04
60
Weergave en ontvangst
Uitgezonden verkeersinformatie wordt altijd
ontvangen en weergegeven - ook als er geen
bestemming is opgegeven.
Hoe de verkeersinformatie moet worden weer-
gegeven kan in Instellingen worden ingesteld
en gewijzigd, zie pagina 49.
De weergave van verkeersinformatie is ook
afhankelijk van de wijze waarop deze wordt
uitgezonden.
N.B.
Verkeersinformatie is niet in alle gebieden/
landen beschikbaar.
Het aantal zendgebieden voor verkeersin-
formatie neemt voortdurend toe.
Verkeerssymbolen op de kaart
Symbool voor verkeersmelding/-probleem.
Als er minimaal één verkeersmelding langs de
route is, verschijnt er een TMC-symbool (TMC
= Traffic Message Channel) in de hoek links-
boven van de kaart.
Met de scrollfunctie (zie pagina 30) kunt u het
verkeersprobleem doorlopen om de exacte
locatie en de aard ervan te bekijken.
Locatie op de kaart
Verkeersproblemen worden aangeduid met
pijlen, lijnen en kaders:
Verkeer met opstopping
Verkeer met opstopping in beide rij-
richtingen
Omvang
Kleur van de aanduiding
De kleur van de pijlen, lijnen en kaders geeft de
mate van opstopping aan:
Zwart Gesloten weg
Rood Stilstaand verkeer
Oranje Langzaam verkeer
Geel Algemene informatie
Type verkeersopstopping
Hier ziet u voorbeelden van kaartsymbolen
1
die
verschillende problemen in het verkeer kunnen
markeren:
1
Kaartsymbolen kunnen per markt/staat variëren.
04 Verkeersinformatie
Algemeen
04
61
Ongeval
Eén weghelft
Omleiding
Informatie
Smalle weg
Parkeerinformatie
File
Wegwerkzaamheden
Glad wegdek
Overig gevaar
Gesloten weg
Omvang
Bepaalde verkeersberichten bevatten ook
informatie over de omvang van het probleem.
Op alle schalen tot 5 km wordt langs de betref-
fende weg, naast het symbool voor de ver-
keersmelding, een lijn weergegeven met
dezelfde kleur als de richtingspijl. De lengte van
de lijn komt overeen met de omvang van het
verkeersprobleem (afstand).
Grootte van gebied voor
verkeersinformatie
De kaartschaal bepaalt hoeveel verkeersinfor-
matie er kan worden weergegeven. Hoe groter
het kaartgebied dat het scherm weergeeft, hoe
meer informatie er kan zijn.
04 Verkeersinformatie
Informatie lezen
04
62
Meldingen
Voorbeeld van met pijlen gemarkeerd verkeers-
probleem en de omvang ervan.
Als het dradenkruis over een verkeers-
probleem wordt geplaatst (wordt
gemarkeerd met een pijl langs de weg),
wordt op de kaart een knipperend kader met
een verkeersopstoppingssymbool (bijv. Glad
wegdek) weergegeven.
Om kennis te nemen van de verkeersinformatie
van het symbool:
Druk op OK en kies Verkeersinformatie
+ OK.
Verkeersinformatie
Hoofdmenu.
Verkeersinformatie (Traffic information)
Verkeersmelding lezen
Verkeersbericht lezen (Read traffic message)
Met de cursor op
Verkeersbericht lezen +
OK verschijnt het volgende:
1. Scroll het dradenkruis naar het verkeers-
probleem (gekleurde lijn/pijl parallel aan
het betreffende traject) waar u informatie
over wilt hebben. Op de kaart gaat een ver-
keersmarkering met kader knipperen.
2.
Druk op OK - Daarna wordt de informatie
ongeveer zo getoond:
Aan het symbool is gedetailleerde informatie
over het verkeersprobleem gekoppeld en voor
04 Verkeersinformatie
Informatie lezen
04
63
zover er gegevens beschikbaar zijn wordt ook
het volgende weergegeven:
duur
beperkingen voor snelheid, voertuig-
breedte en -hoogte
desbetreffende wegen.
Als er binnen het kader van het dradenkruis
meerdere verkeersproblemen aanwezig zijn,
wordt na een druk op OK eerst het probleem
getoond dat het dichtst bij het centrum van het
dradenkruis ligt.
Het bovenste deel van het beeldscherm kan
bijv. "2/5" tonen, d.w.z. dat de actuele infor-
matie nummer 2 is van in totaal 5 meldingen
binnen het dradenkruis. Met een korte druk op
OK kunt u naar de resterende meldingen gaan.
Ga terug naar de kaart met EXIT.
04 Verkeersinformatie
Met verkeersproblemen omgaan
04
64
Verkeersproblemen vermijden
Komende verkeersproblemen
Menuregel 2 zonder ingesteld reisplan.
Er zijn verkeersincidenten (Traffic events
ahead)
Met een druk op OK op
Er zijn
verkeersincidenten
krijgt u de actuele ver-
keersproblemen te zien.
Verkeersproblemen langs de route
Menuregel 2 met ingesteld reisplan.
Verkeersincidenten op de route (Traffic
events along route)
Dit is dezelfde menuregel als in het vorige
gedeelte, maar met een geactiveerd reisplan -
de menuregel luidt nu Verkeersincidenten op
de route
. Hier kan het systeem u via een
andere weg langs de verkeersopstopping lei-
den.
Door een druk op OK op de gemarkeerde
menuregel ziet u de verkeersproblemen langs
de route:
Lijst met 1 opstopping op de route van het reis-
plan.
De bestuurder kan verkeersproblemen vermij-
den door het systeem een andere weg te laten
kiezen. Doe het volgende:
1. Kies/markeer de te vermijden verkeersop-
stopping + OK - het verkeersprobleem
wordt aangevinkt.
2. Als er meerdere opstoppingen moeten
worden vermeden - vink deze ook aan. Er
kunnen maximaal 15 stuks worden geko-
zen.
3.
Markeer daarna
Nieuwe route
berekenen
(Calculate new route) + OK.
Het systeem berekent vervolgens een route die
langs de aangevinkte verkeersopstoppingen
leidt.
Voor gedetailleerde informatie over een opge-
somd verkeersprobleem:
04 Verkeersinformatie
Met verkeersproblemen omgaan
04
65
Kies/markeer een verkeersprobleem +
# INFO - er verschijnt informatie over het
verkeersprobleem.
Vermeden verkeersproblemen
Gemeden verkeersincidenten (Avoided
traffic events)
Hier worden de aangevinkte verkeersproble-
men uit het vorige gedeelte opgesomd.
Lijst met 1 te bewerken verkeersprobleem.
Het volgende is mogelijk:
Alles wissen (Clear all) - alle verkeerspro-
blemen worden uitgevinkt.
Kies/markeer één van de verkeersproble-
men + OK - het verkeersprobleem wordt
uitgevinkt.
Kies/markeer één van de verkeersproble-
men + # INFO - op het beeldscherm wordt
gedetailleerde informatie met kaartweer-
gave getoond, zie het voorbeeld op de vol-
gende afbeelding:
Gedetailleerde informatie - ga terug naar het menu
met EXIT.
Ga terug naar de kaartweergave met
EXIT of kies Nieuwe route berekenen
(Calculate new route) + OK - het reisplan
wordt op basis van de verrichte wijzigingen
aangepast.
66
Faciliteiten............................................................................................... 68
SYMBOLEN OP DE KAART
05 Symbolen op de kaart
Faciliteiten
05
68
Preciseer welke faciliteiten op de kaart moeten
worden weergegeven of kies dat Alles of
Geen moet worden getoond - zie pagina 52.
De aangevinkte faciliteiten worden op de kaart
weergegeven.
Instellingen Kaartopties Spec. best.
op kaart
Gekozen
(Settings > Map options > POI on map >
Selected)
Doe het volgende:
Kies/markeer de faciliteit met de draaiknop
TUNE - aanvinken/uitvinken met OK.
N.B.
De symbolen voor een faciliteit en het
aantal faciliteiten kunnen per land ver-
schillen.
Bij het updaten van kaartgegevens kun-
nen nieuwe symbolen worden toege-
voegd en kunnen andere symbolen ver-
dwijnen - onder
Instellingen in het
menusysteem kunt u altijd de symbolen
van alle faciliteiten voor het betreffende
kaartsysteem doornemen.
Hier ziet u voorbeelden van symbolen voor ver-
schillende faciliteiten:
Benzinestation
Benzinestation met CNG (biogas)
Benzinestation met LPG (gas)
Wasstraat
Garage
Autoverhuur
Motorsportcomplex
Volvo-dealer
Parkeerplaats
Parkeergarage
Parkeerplaats, grote voertuigen
VVV
Historisch monument
Toeristische trekpleister
Schaatsbaan
Sportcomplex
Fitness-complex
Skicomplex
Bioscoop
Amusementspark
05 Symbolen op de kaart
Faciliteiten
05
69
Opera
Theater
Bar
Nachtclub
Dierentuin
Restaurant
Restaurant
Restaurant, Chinees
Restaurant, vis
Fastfood
Café
Winkelcentrum
Stomerij
Kiosk
Kapper
Parkeerplaats lang snelweg
Hotel
Conferentieoord
Beurs
Treinstation
Forensentreinstation
Luchthaven
Busstation
Veerboot
Jachthaven
Jachthaven
Overheidsgebouw
Overheidsinstantie
Hogeschool
Universiteit
Centrum
Stadskern
Politiebureau
Brandweerkazerne
Bibliotheek
Ziekenhuis
Farmacie
Bank
Geldautomaat
Postkantoor
Kinderdagverblijf
School
Camping
70
Veelgestelde vragen................................................................................ 72
EULA - Licentieovereenkomst................................................................ 74
Copyright................................................................................................ 77
VRAGEN EN ANTWOORDEN
06 Vragen en antwoorden
Veelgestelde vragen
06
72
Waarom is de positie van de auto op de
kaart onjuist?
Het navigatiesysteem geeft de positie van de
auto aan met een nauwkeurigheid van onge-
veer 20 meter.
Als u op een weg rijdt die evenwijdig ligt aan
een andere weg die veel slingert of op een weg
die andere wegen op verschillende niveaus
kruist, is de kans op fouten groter.
Ook hoge bergen, gebouwen, tunnels, viaduc-
ten, ongelijkvloerse kruisingen e.d. kunnen een
negatief effect hebben op de ontvangst van
gps-signalen, en dat houdt in dat de bepaling
van de positie van de auto onnauwkeurigheden
kan bevatten.
Waarom bepaalt het systeem niet altijd
de snelste/kortste route?
Bij het bepalen van de route wordt rekening
gehouden met de afstand, de breedte van de
weg, het wegtype, het aantal afslagen naar
links of rechts, rotondes e.d. om zo in theorie
de beste route te verkrijgen. Het kan echter zijn
dat persoonlijke ervaring en bekendheid met
de plaatselijke omstandigheden een effectie-
vere route opleveren.
Waarom selecteert systeem tolwegen,
snelwegen of veerboten, hoewel ik
aangegeven heb deze te willen
vermijden?
Bij het bepalen van langere routes kan het sys-
teem om technische redenen alleen gebruik
maken van de grote wegen.
Als u gekozen hebt voor het vermijden van tol-
wegen en snelwegen, worden deze alleen
opgenomen in de route als er geen andere
redelijke alternatieven bestaan.
Waarom is de positie van de auto op de
kaart onjuist na transport?
Als de auto getransporteerd werd op een veer-
boot of een trein of als de ontvangst van GPS-
signalen belemmerd werd, kan het tot
5 minuten duren voordat de positie van de auto
opnieuw correct bepaald is.
Waarom is de positie van de auto op de
kaart onjuist na het loskoppelen van de
accu?
Als de gps-antenne enige tijd geen stroom
heeft gekregen, kan het meer dan 5 minuten
duren voordat de gps-signalen weer correct
binnenkomen en de positie van de auto kan
worden bepaald.
Het autosymbool op het scherm gedraagt
zich warrig na het verwisselen van banden
Behalve de gps-ontvanger helpen ook de snel-
heidssensor van de auto en een gyroscoop bij
het berekenen van de actuele positie en rijrich-
ting van de auto. Na het monteren van een
reservewiel of het verwisselen van zomerban-
den en winterbanden moet het systeem de
nieuwe wielmaten “aanleren”.
Om te zorgen dat het systeem optimaal werkt,
wordt daarom aanbevolen op een geschikte
plaats langzaam te rijden en enkele volledige
stuuruitslagen te maken.
Waarom komt de kaartweergave niet
overeen met de werkelijkheid?
Het wegennet wordt continu vernieuwd en
gewijzigd, er worden nieuwe verkeersregels
ingevoerd e.d. Daardoor is de kaartdatabase
niet altijd compleet.
De kaartgegevens worden continu ontwikkeld
en bijgewerkt. Een Volvo-dealer kan u meer
informatie geven.
Zie ook www.volvocars.com/navi voor meer
informatie over kaarten e.d.
Waarom verandert de schaal van de
kaart soms?
Voor sommige gebieden bestaan er geen
gedetailleerde kaartgegevens. Het systeem
verandert dan automatisch van zoomfactor.
06 Vragen en antwoorden
Veelgestelde vragen
06
73
Waarom verschijnen de menuopties die
ik verwacht niet op het scherm?
Controleer de instellingen die u eerder ver-
richte. Selecteer Navigatie-instellingen
resetten om terug te keren naar de fabrieksin-
stellingen die golden bij aflevering van het sys-
teem.
Als dat niet helpt - kies Alle
gebruikersgegevens wissen.
Waarom verspringt of draait het symbool
voor de auto?
Het systeem kan enkele seconden nodig heb-
ben op de positie en beweging van de auto te
registreren voordat u wegrijdt.
Schakel het systeem uit en zet de motor af.
Schakel het systeem uit en zet de motor af.
Start de motor opnieuw en schakel het sys-
teem in, maar wacht even voordat u begint te
rijden.
Ik ben van plan een lange rit te maken,
maar wil geen speciale route invoeren
voor de plaatsen die ik daarbij aandoe.
Hoe kan ik het beste een reisplan
opstellen?
Geef de bestemming met het dradenkruis
direct op de kaart aan. Het systeem begeleidt
u automatisch naar de eindbestemming, ook al
doet u een bepaalde tussenliggende bestem-
ming niet aan.
Waarom zijn de kaartgegevens niet up-
to-date?
Neem contact op met de dichtstbijzijnde
Volvo-dealer over een bijgewerkte versie van
de kaartgegevens.
Zie ook www.volvocars.com/navi
Hoe kan ik het eenvoudigst controleren
welke kaartversie wordt gebruikt?
Zie Instellingen Systeeminformatie
Kaartversie om informatie te krijgen over de
versie en welk geografisch gebied wordt
gedekt.
06 Vragen en antwoorden
EULA - Licentieovereenkomst
06
74
Kennisgeving aan de gebruiker
LEES DEZE LICENTIEOVEREENKOMST
GOED DOOR VOORDAT U DE NAVTEQ DATA-
BASE GEBRUIKT.
DIT IS EEN LICENTIEOVEREENKOMST - EN
GEEN KOOPOVEREENKOMST – TUSSEN U
EN NAVTEQ EUROPE B.V. MET BETREKKING
TOT UW EXEMPLAAR VAN DE NAVTEQ
WEGENKAARTDATABASE, INCLUSIEF VER-
WANTE COMPUTERSOFTWARE, DRAGERS
EN BIJBEHOREND SCHRIFTELIJK MATERI-
AAL ZOALS DIT DOOR NAVTEQ WORDT UIT-
GEGEVEN (TEZAMEN ‘DE DATABASE’).
DOOR HET GEBRUIK VAN UW EXEMPLAAR
VAN DE DATABASE STEMT U IN MET ALLE
BEPALINGEN VAN DEZE LICENTIEOVER-
EENKOMST (‘OVEREENKOMST’). INDIEN U
NIET INSTEMT MET DE BEPALINGEN VAN
DEZE OVEREENKOMST, DIENT U UW EXEM-
PLAAR VAN DE DATABASE OIDDELLIJK TE
RETOURNEREN AAN UW LEVERANCIER,
TEGEN RESTITUTIE VAN DE LICENTIEVER-
GOEDING.
EIGENDOM
U erkent dat de Database, alsmede de auteurs-
rechten en intellectuele eigendom, naburige
rechten of soortgelijke rechten daarop, berus-
ten bij NAVTEQ of haar licentieverleners. Het
eigendom van de fysieke dragers waarop de
Database is vastgelegd berust bij NAVTEQ en/
of uw leverancier, tot het moment dat u de vol-
ledige vergoeding aan NAVTEQ of uw leveran-
cier hebt betaald die u bent verschuldigd uit
hoofde van deze Overeenkomst of vergelijk-
bare overeenkomst(en) op basis waarvan u
zaken hebt ontvangen.
VERLENING VAN HET GEBRUIKSRECHT
NAVTEQ verleent u een niet-exclusief recht tot
gebruik van de Database, voor uw eigen
gebruik of, indien van toepassing, voor intern
gebruik binnen uw bedrijf. Het is u niet toege-
staan ter zake van het aan u verleende
gebruiksrecht sublicenties te verlenen.
BEPERKINGEN OP HET GEBRUIK
De Database is uitsluitend bedoeld voor
gebruik op het specifieke systeem waarvoor de
Database ontwikkeld is. Behoudens voor zover
uitdrukkelijk toegestaan op grond van dwin-
gendrechtelijke wetgeving (zoals nationale
wetgeving gebaseerd op de Europese Soft-
ware Richtlijn (91/250/EEG) en de Europese
Databanken Richtlijn (96/9/EG)), zult u sub-
stantiële onderdelen van de inhoud van de
Database niet opvragen of hergebruiken, noch
enig deel van de Database verveelvoudigen,
kopiëren, veranderen, aanpassen, vertalen,
aan reverse engineering onderwerpen, decom-
pileren of disassembleren. Indien u de in (natio-
nale wetgeving gebaseerd op) de Software
Richtlijn bedoelde informatie die vereist is om
interoperabiliteit te bewerkstelligen wenst te
verkrijgen, dient u NAVTEQ redelijkerwijs in de
gelegenheid te stellen u de bedoelde informa-
tie te verschaffen, op redelijke voorwaarden,
waaronder begrepen een redelijke vergoeding.
OVERDRACHT VAN HET
GEBRUIKSRECHT
Het is u niet toegestaan de Database over te
dragen aan derden, behoudens wanneer de
Database is geïnstalleerd op het systeem waar
het voor ontwikkeld is of wanneer u geen kopie
van de Database behoudt na de overdracht, en
in ieder geval alleen indien degene aan wie
wordt overgedragen alle bepalingen van deze
OVEREENKOMST aanvaardt, en dit schriftelijk
aan NAVTEQ bevestigt. CD-sets mogen uit-
sluitend worden overgedragen of verkocht als
complete set zoals geleverd door NAVTEQ en
niet in delen daarvan.
BEPERKTE GARANTIE
NAVTEQ garandeert, met inachtneming van de
waarschuwingen zoals hieronder uiteengezet,
dat de Database gedurende een periode van
12 maanden na verkrijging van uw exemplaar
van de Database, in hoofdzaak zal functione-
ren in overeenstemming met de ‘Criteria oor
Nauwkeurigheid en Volledigheid’ van NAV-
TEQ, geldend op de datum waarop u uw exem-
plaar van de Database hebt verkregen; deze
‘Criteria voor Nauwkeurigheid en Volledigheid’
worden u op uw verzoek ter beschikking
06 Vragen en antwoorden
EULA - Licentieovereenkomst
06
``
75
gesteld door NAVTEQ. Indien de Database niet
functioneert in overeenstemming met deze
beperkte garantie, zal NAVTEQ zich redelijker-
wijs inspannen om uw niet-werkende exem-
plaar van de Database te repareren of te ver-
vangen. Indien de Data-base na deze inspan-
ningen niet functioneert in overeenstemming
met de garantie zoals hierboven beschreven,
hebt u de keuze tussen het verkrijgen van een
redelijke vergoeding van de prijs die u hebt
betaald voor de Database of ontbinding van
deze Overeenkomst. Het voorgaande is NAV-
TEQ’s totale aansprakelijklheid en uw enige
verhaalsmogelijkheid jegens NAVTEQ. Behou-
dens voorzover uitdrukkelijk bepaald in dit arti-
kel, verleent NAVTEQ geen enkele garantie met
betrekking tot het gebruik van de Database of
de resultaten die u met behulp van de Data-
base kunt verkrijgen, in de zin van foutloosheid,
nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of anders-
zins. NAVTEQ garandeert niet dat de Database
foutloos is of zal zijn. Mondelinge of schrifte-
lijke informatie of adviezen die u door NAV-
TEQ, uw leverancier of door enige andere per-
soon worden verstrekt, houden geen garanties
in, binden NAVTEQ in geen enkel opzicht en
houden geen uitbreiding van de hierboven
omschreven beperkte garantie in. De in deze
Overeenkomst omschreven beperkte garantie
laat rechten die u kunt ontlenen aan eventueel
toepasselijke bepalingen van dwingend recht
met betrekking tot verborgen gebreken onver-
let.
Indien u de Database niet rechtstreeks van
NAVTEQ hebt afgenomen, is het mogelijk dat
u naast de rechten aan u verleend door NAV-
TEQ in deze Overeenkomst, wettelijke ver-
haalsmogelijkheden hebt tegen de persoon
van wie u de Database hebt verkregen op
grond van het toepasselijke recht in uw juris-
dictie. De beperkte garantie van NAVTEQ tast
deze wettelijke verhaalsmogelijkheden niet aan
en u mag deze verhaalsacties uitoefenen naast
een beroep op de garantie uit deze Overeen-
komst.
BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID
De prijs van de Database is niet berekend op
dekking van risico’s van gevolgschade, indi-
recte schade of onbeperkte directe schade als
gevolg van uw gebruik van de Database. Der-
halve zal NAVTEQ in geen geval jegens u aan-
sprakelijk zijn wegens gevolgschade of indi-
recte schade, waaronder begrepen maar niet
beperkt tot schade in de vorm van gederfde
inkomsten, verlies van gegevens of van gebruik
voor u of een derde voortvloeiend uit het
gebruik van de Database, hetzij in een onrecht-
matige daadsactie, hetzij in een contractuele
actie hetzij gebaseerd op een garantie, ook al
was NAVTEQ op de hoogte gesteld van de
mogelijkheid van het intreden van zulke
schade. In ieder geval is de aansprakelijkheid
van NAVTEQ voor directe schade beperkt tot
het bedrag dat u hebt betaald voor het verkrij-
gen van de Database.
DE BEPERKTE GARANTIE EN DE BEPERKING
VAN AANSPRAKELIJKHEID, ZOALS OPGE-
NOMEN IN DEZE OVEREENKOMST LATEN
ONVERLET ALLE RECHTEN DIE U KUNT
ONTLENEN AAN EVENTUEEL TOEPASSE-
LIJKE DWINGENDRECHTELIJKE WETGE-
VING WANNEER U DE DATABASE ANDERS
DAN IN DE UITOEFENING VAN EEN BEDRIJF
HEBT VERKREGEN.
WAARSCHUWINGEN
Het is mogelijk dat de Database onjuiste of
onvolledige gegevens of informatie bevat als
gevolg van het verloop van de tijd, gewijzigde
omstandigheden, de gebruikte bronnen en
vanwege de aard van het vergaren van uitge-
breide geografische gegevens, die elk tot
onjuiste uitkomsten kunnen leiden. De Data-
base bevat of geeft onder meer geen van de
volgende categorieën informatie weer: veilig-
heid van de omgeving; beschikbaarheid of
nabijheid van politie; hulp in noodgevallen;
constructiewerkzaamheden; weg- en rijstroo-
kafsluitingen; voertuig- en snelheidsbeperkin-
gen; helling(shoek) van de weg; beperkingen
met betrekking tot onder andere maximale
hoogte van viaducten of maximaal gewicht op
bruggen; weg- of verkeersomstandigheden;
06 Vragen en antwoorden
EULA - Licentieovereenkomst
06
76
bijzondere gebeurtenissen; verkeersopstop-
pingen of reistijd.
TOEPASSELIJK RECHT
Deze Overeenkomst wordt beheerst door het
recht van het land waar u woont op de dag van
verkrijging van de Database. In het geval dat u
op dat moment buiten de Europese Unie of
Zwitserland woont, is het recht van het land
binnen de Europese Unie of Zwitserland waar
u de Database hebt verkregen van toepassing.
In alle andere gevallen, of in het geval dat de
plaats waar u de Database hebt aangeschaft
niet bepaalbaar is, is Nederlands recht van toe-
passing. De bevoegde rechter in uw woon-
plaats op de dag van verkrijging van de Data-
base is bevoegd geschillen die voortvloeien uit
of samenhangen met deze Overeenkomst te
beoordelen, onverminderd het recht van NAV-
TEQ vorderingen voor te leggen aan de rechter
van de plaats waar u ten tijde van het desbe-
treffende geschil woont.
06 Vragen en antwoorden
Copyright
06
77
Austria
© Bundesamt für Eich- und Vermessungswe-
sen.
France
Source Géoroute® IGN France & BD Carto®
IGN France.
Germany
Die Grundlagendaten wurden mit Genehmi-
gung der zuständigen Behörden entnommen.
Great Britain
© Based upon Crown Copyright material.
Greece
Copyright Geomatics Ltd.
Hungary
Copyright © 2003; Top-Map Ltd.
Italy
La Banca Dati Italiana è stata prodotta usando
quale riferimento anche cartografia numerica
ed al tratto prodotta e fornita dalla Regione
Toscana.
Norway
Copyright © 2000; Norwegian Mapping Autho-
rity.
Poland
© EuroGeographics.
Portugal
Bron: IgeoE - Portugal.
Spain
Información geográfica propiedad del CNIG.
Sweden
Based upon electronic data © National Land
Survey Sweden.
Switzerland
Topografische Grundlage: © Bundesamt für
Landestopographie.
N.B.
Deze overeenkomst geldt niet voor Australië
(zie aparte informatie).
© 2005 - 2011 NAVTEQ All rights reserved.
Denso
Hierbij verklaart DENSO CORPORA-
TION dat het toestel DN-NS-020 in
overeenstemming is met de essentiële
eisen en de andere relevante bepalingen van
richtlijn 1999/5/EG.
07 Alfabetisch register
07
78
A
Aan/Uit....................................................... 13
Aanvullende informatie.............................. 18
Accu
afstandsbediening................................ 17
Adres
invoeren................................................ 38
Akoestisch signaal
Opgeslagen plaats................................ 41
Antenne
positie................................................... 15
Auto. Info................................................... 49
Autotransport............................................. 72
B
Basisfuncties............................................. 17
Beeldscherm
verzorging............................................. 26
Begeleiding................................................ 44
Beknopte instructies............................... 8
Begeleiding pauzeren................................ 31
Begeleiding starten.................................... 44
Beschreven paden in de handleiding........ 12
Bestemm. instellen.................................... 38
Bestemming
instellen................................................. 38
D
Deelbestemming........................................ 45
Demo......................................................... 56
Dradenkruis............................................... 30
Dvd
vervangen............................................. 26
verzorging............................................. 26
E
Eenh. vr afstand......................................... 53
Engelse tekst tussen haakjes.................... 12
F
Fabrieksinstellingen................................... 13
Faciliteiten
Symbolen.............................................. 68
Faciliteiten als bestemming....................... 39
Faciliteit op kaart....................................... 52
Functies
toetsenset en afstandsbediening......... 17
G
Gebruikersinformatie wissen..................... 55
Geluidssignaal
opgeslagen locatie............................... 41
Gesproken commando (Stembediening)... 20
Gps-informatie........................................... 54
GPS-ontvanger.......................................... 15
H
Haakjes met Engelse tekst........................ 12
Hoofdeenheid
positie................................................... 15
07 Alfabetisch register
07
79
Huidige positie op kaart............................. 48
I
Instellingen routeopties........................ 50, 53
Instructie-opties......................................... 49
IR-ontvanger en afstandsbediening.......... 17
K
Kaart
punt op................................................. 42
Kaart bekijken............................................ 51
Kaartgebieden........................................... 26
Kaartkleur.................................................. 51
Kaart mode................................................ 13
Kaartoptie.................................................. 51
Kaartversie................................................. 54
Keuze verkeersinform................................ 49
Knooppunt................................................. 38
Kompas..................................................... 29
L
Locatie opslaan......................................... 40
Locatie vastleggen..................................... 40
Luidsprekers
positie................................................... 16
M
Menu’s/Functies........................................ 32
N
Navigatie-instellingen resetten.................. 54
O
Omvang..................................................... 61
Opgeslagen locatie
informatie toevoegen............................ 41
Opgeslagen locaties............................ 40, 41
Opgeslagen plaats
Akoestisch signaal................................ 41
Over
informatie over de kaart-dvd................ 54
Overzicht plaatsing van componenten...... 14
P
Pijltoetsen.................................................. 17
Plaatsing van componenten, overzicht...... 14
Postcode
zoeken.................................................. 43
R
Reisplan opstellen..................................... 44
Reisplan wissen......................................... 45
S
Schaal
wijzigen........................................... 42, 61
Schaal verkeersinformatie wijzigen........... 61
Scrollen...................................................... 30
Simulatie.................................................... 56
07 Alfabetisch register
07
80
Standaardinstellingen................................ 13
Stembediening........................................... 20
Stembegeleiding........................................ 29
Str ontw
snelwegen............................................. 50
tolwegen............................................... 50
veerponten............................................ 50
Symbolen
faciliteiten.............................................. 68
Systeem activeren....................................... 8
Systeeminstellingen................................... 13
Systeemopties........................................... 54
T
Terug naar het vertrekpunt........................ 42
Terug naar standard.................................. 54
Terugreis.................................................... 42
TMC-ontvanger.......................................... 15
Toetsenset................................................. 17
positie............................................. 15, 16
Traject vermijden....................................... 45
V
Verkeersinformatie............................... 15, 49
uitzending............................................. 60
Verkeersmelding lezen......................... 49, 62
Verkeerssymbolen op de kaart.................. 60
Volgende bestemming in reisplan............. 45
Volumeregeling stembegeleiding............... 15
W
Weergeven kaart........................................ 28
Wijzigingen in het boekje........................... 12
Z
Zoeken
postcode............................................... 43
via punt op kaart................................... 42
Kdakd8Vg8dgedgVi^dcIE&'-%(9jiX]6I&%)+!Eg^ciZY^cHlZYZc!<iZWdg\'%&%!8deng^\]i©'%%%"'%&%Kdakd8Vg8dgedgVi^dc
VOLVO S60, V60 & XC60
ROAD AND TRAFFIC INFORMATION SYSTEM (RTI)
GEBRUIKSAANWIJZING
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83

Volvo 2012 Early Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor