56
Voorblad
Inhoudsopgave
Namen van
onderdelen
Basishandelingen
Afdrukinstellingen
Afdrukken via
USB-kabel
Bijlage
Afdrukken via Wi-Fi
Problemen
oplossen
Kan geen verbinding maken via Wi-Fi
• Probeer de SELPHY opnieuw op te starten. Als er nog steeds geen verbinding kan
worden gemaakt, controleert u de instellingen van het toegangspunt of een ander
apparaat voor de Wi-Fi-verbinding.
• Als een verbinding via [WPS Connection/WPS-verbinding] niet mogelijk is, probeert u
verbinding te maken door [Search for an access point/Zoeken naar een toegangspunt]
te gebruiken (=
39) of [Manual Settings/Handmatige instellingen] (=
41).
Kan verbinding maken met het toegangspunt, maar afdrukken is niet
mogelijk
• Verwijder eventuele geheugenkaarten of USB-flashstations.
• Afdrukken is niet mogelijk wanneer de printer al een taak afdrukt vanaf een ander
apparaat of wanneer de printer is aangesloten op een camera.
• Installeer Canon Easy-PhotoPrint wanneer u afdrukt vanaf een smartphone (=
31).
• Controleer of de camera, smartphone of computer waarvan u afdrukt, aangesloten is
op hetzelfde toegangspunt als de SELPHY.
• Controleer het wachtwoord van het toegangspunt en probeer opnieuw verbinding te
maken (=
41).
• Als er een bericht verschijnt nadat u het juiste wachtwoord hebt ingevoerd en op de
<o>-knop hebt gedrukt (=
41), controleert u of de DHCP-serverfunctie op het
toegangspunt is ingeschakeld en zorgt u ervoor dat de verbindingsinstellingen op de
SELPHY, zoals het IP-adres, correct zijn (=
44).
Het afdrukken duurt te lang of de Wi-Fi-verbinding is verbroken
• Gebruik de printer niet in de buurt van bronnen van Wi-Fi-signaalstoring, zoals
magnetrons, Bluetooth-apparaten of andere apparatuur die op de 2,4 GHz-
frequentieband werkt.
Merk op dat, zelfs wanneer [
] wordt weergegeven, de afbeeldingsoverdracht
enige tijd in beslag kan nemen.
• In rechtstreekse verbindingen (=
31, 34) houdt u de printer dicht bij de camera
of smartphone en zorgt u dat er geen voorwerpen tussen staan.
• In verbindingen via een toegangspunt (=
37) houdt u de printer dicht bij het
toegangspunt en zorgt u dat er geen voorwerpen tussen staan.
Kan geen verbinding maken via Wi-Fi vanaf de computer
• Controleer het besturingssysteem om te bevestigen dat u Windows 8, Windows 7
SP1 of Mac OS X 10.6.8 – 10.8 gebruikt.
• Installeer een stuurprogramma.
• Schakel in Windows [Netwerkdetectie] in.
• Registreer in OS X de printer op de computer (=
43).
Wi-Fi
Gebruik de printer niet in de buurt van bronnen van Wi-Fi-signaalstoring,
zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten of andere apparatuur die op de
2,4 GHz-frequentieband werkt.
Printer-SSID (netwerknaam) wordt niet weergegeven wanneer
verbinding wordt gemaakt met een camera of smartphone
• Kies [Direct Connection/Rechtstreekse verbinding] als de verbindingsmethode
(=
32, 34).
• Houd de printer dicht bij de camera of smartphone en zorg dat er geen voorwerpen
tussen staan.
Toegangspunt wordt niet weergegeven op de printer
Kan de printer niet aansluiten op het toegangspunt
• Kies [Via Wi-Fi Network/Via Wi-Fi-netwerk] als de verbindingsmethode (=
37).
• Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld en klaar is voor communicatie.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het toegangspunt voor instructies over hoe
u dit kunt controleren.
• Als er veel toegangspunten zijn, maar het vereiste toegangspunt wordt niet
weergegeven, maakt u verbinding met behulp van WPS (=
37) of maakt u
handmatig verbinding (=
41).
• Houd de printer dicht bij het toegangspunt en zorg dat er geen voorwerpen tussen
staan.
• Controleer of het wachtwoord correct is en probeer de verbinding opnieuw tot stand
te brengen.
• Controleer of het kanaal van het toegangspunt tussen 1 – 11 ligt. In plaats van de
automatische toewijzing van het kanaal, raden wij aan om handmatig een kanaal in
dit bereik op te geven. Raadpleeg de gebruikershandleiding van het toegangspunt
voor instructies over het controleren of aanpassen van de instellingen.
• Als het toegangspunt communicatie filtert op MAC- of IP-adressen, registreert u
op het toegangspunt de printergegevens die worden weergegeven wanneer u de
instellingen controleert (=
44). Probeer ook eventuele functies voor het isoleren
van het toegangspunt of het scheiden van de privacy uit te schakelen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het toegangspunt voor instructies over het
controleren of aanpassen van de instellingen.
• In WEP-netwerken zonder DHCP stelt u het IP-adres handmatig in (=
44).