Wat te doen bij storingen? nl
37
Witte, moeilijk
verwijderbare aanslag op
serviesgoed, reservoir of
deur.
Inhoudstoffen van het
reinigingsmiddel zetten zich af.
Deze aanslag laat zich meestal
niet chemisch verwijderen
(apparaatreinigingsmiddel, ...).
Ander merk reinigingmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Onjuiste waterhardheid ingesteld
of waterhardheid is hoger dan
50°dH (8,9 mmol/l).
Onthardingsvoorziening instellen volgens de
gebruiksaanwijzing of zout bijvullen.
3-in-1-reinigingsmiddel of bio/
eco-reinigingsmiddel
onvoldoende effectief.
Onthardingsvoorziening instellen volgens de
gebruiksaanwijzing of losse middelen
gebruiken (kwaliteitsreinigingsmiddel, zout,
glansspoelmiddel).
Te lage dosering van het
reinigingsmiddel.
De reinigingsmiddeldosering verhogen of
een ander reinigingsmiddel gebruiken.
Een te zwak programma
gekozen.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Thee- of lippenstiftresten
op het serviesgoed.
Te lage spoeltemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur
kiezen.
Te weinig of ongeschikt
reinigingsmiddel.
Geschikt reinigingsmiddel in de juiste
dosering toevoegen.
Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest de
sensortechniek voor een zwak
spoelprogramma. Hardnekkig
vuil kan gedeeltelijk niet worden
verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Gekleurde (blauw, geel,
bruin), moeilijk of niet
verwijderbare aanslag in
het apparaat of op
roestvrijstalen serviesgoed.
Laagvorming door
inhoudsstoffen van groente (bijv.
kool, selderie, aardappels,
noedels, …) of van het
leidingwater (bijv. mangaan).
Ten dele verwijderbaar door
machinereiningsmiddel of door
mechanische reiniging. Deze aanslag is niet
schadelijk voor de gezondheid.
Laagvorming door metalen
bestanddelen op zilveren of
aluminium serviesgoed.
Ten dele verwijderbaar door
machinereiningsmiddel of door
mechanische reiniging.
Gekleurde (geel, oranje,
bruin), eenvoudig te
verwijderen afzettingen in
de binnenruimte (vooral op
de bodem).
Laagvorming van de
inhoudsstoffen van voedselresten
en van het leidingwater (kalk),
„zeepachtig”
Werking van de onthardingsvoorziening
controleren (onthardingszout bijvullen) of bij
gebruik van gecombineerde
reinigingsmiddelen (tabletten) de
ontharding activeren (zie het hoofdstuk
Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout)
Storing Oorzaak Oplossing