Toro Cordless Battery Chainsaw Flex-Force Power System 60V MAX* 51845T Handleiding

Type
Handleiding
Form No. 3460 - 289 Rev A
Flex - Force Power System
41 cm
60 V MAX kettingzaag
Modelnr .: 51845T —Serienr .: 323000001 en hoger
Registreer uw product op www .T oro.com.
V ertaling van de oorspronkelijke tekst (NL)
*3460 - 289*
V oor hulp, surf naar
www .T oro.com/support
met informatieve video's
of neem contact op met
uw erkende servicedealer
voordat u dit product
retourneert.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese
richtlijnen, voor nadere informatie wordt u verwezen
naar de afzonderlijke conformiteitsverklaring.
Inleiding
Deze kettingzaag is bedoeld voor het zagen van
boomtakken, brandhout en houten balken met
een doorsnede van maximaal de lengte van de
kettinggeleider . Dit gereedschap mag alleen worden
gebruikt door volwassenen. Het apparaat gebruikt
T oro 60 V lithiumionaccu's. Deze accu's mogen
alleen worden opgeladen met een T oro 60 V
lithiumionacculader . Deze producten toepassen voor
andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan
gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders gevaarlijk
zijn.
Model 51845T wordt geleverd zonder accupack
en lader .
Lees deze informatie zorgvuldig door , zodat u weet
hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken
en onderhouden en om letsel en schade aan de
machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor
het juiste en veilige gebruik van de machine.
Ga naar www .toro.com voor meer informatie, inclusief
veiligheidstips, instructiemateriaal, informatie over
accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om
uw product te registreren.
Als u service, originele T oro onderdelen of aanvullende
informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met
een erkende Service Dealer of met de klantenservice
van T oro. U dient hierbij altijd het modelnummer en
het serienummer van het product te vermelden. De
locatie van het plaatje met het modelnummer en
het serienummer van het product is aangegeven op
Figuur 1 . U kunt de nummers noteren in de ruimte
hieronder .
Belangrijk: U kunt met uw mobiel apparaat
de QR - code (indien aanwezig) op het plaatje
met het serienummer scannen om toegang te
krijgen tot de garantie, onderdelen en andere
productinformatie.
g410607
Figuur 1
1. Model, serienummer , en plaats van de QR - code
Modelnr .:
Serienr .:
© 2023—The T oro® Company
81 1 1 L yndale A venue South
Bloomington, MN 55420
2
U kunt contact met ons opnemen op www .T oro.com.
Gedrukt in China
Alle rechten voorbehouden
W aarschuwingssymbool
Het waarschuwingssymbool ( Figuur 2 ) dat wordt
getoond in deze handleiding en op de machine geeft
belangrijke veiligheidsinformatie aan die u moet
opvolgen om ongelukken te voorkomen.
g000502
Figuur 2
W aarschuwingssymbool
Het waarschuwingssymbool wordt weergegeven
boven informatie die u waarschuwt voor onveilige
acties of situaties en wordt gevolgd door het woord
GEV AAR ,W AARSCHUWING , of VOORZICHTIG .
GEV AAR : een direct gevaarlijke situatie die, als
deze niet wordt voorkomen, zal leiden tot de dood
of ernstig letsel.
W AARSCHUWING : een mogelijk gevaarlijke situatie
die, als deze niet wordt voorkomen, kan leiden tot
de dood of ernstig letsel.
VOORZICHTIG : een mogelijk gevaarlijke situatie die,
als deze niet wordt voorkomen, kan leiden tot licht of
middelmatig letsel.
Er worden in deze handleiding nog twee woorden
gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie
te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere
technische informatie en Opmerking duidt algemene
informatie aan die bijzondere aandacht verdient.
Inhoud
W aarschuwingssymbool . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
V eiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
........................................................................... 4
........................................................................... 6
Persoonlijke beschermingsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
V eiligheids - en instructiestickers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
De kettingzaag vullen met kettingolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Algemeen overzicht van de machine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Specicaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
T oebehoren/accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
V oor gebruik van de kettingzaag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Starten van de kettingzaag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1
Uitschakelen van de kettingzaag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1
W erken met de kettingzaag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Snoeien van een boom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Een boom vellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Afzagen van de takken van een liggende
boom ............................................................. 15
Korten van stammen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Plaatsen van de accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
V erwijderen van de accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Aanbevolen onderhoudsschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Controleren van het oliepeil en bijvullen van
kettingolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Controleren van de kettingrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Controleren van de stroming van de
kettinggeleider - en kettingolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Instellen van de kettingspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Onderhoud van de kettinggeleider , ketting
en aandrijftandwiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Monteren van de kettinggeleider en
ketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
De ketting slijpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Stalling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Problemen, oorzaak en remedie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
3
V eiligheid
W AARSCHUWING
Lees alle veiligheidswaarschuwingen,
instructies, afbeeldingen en specicaties
die werden meegeleverd met dit elektrisch
gereedschap.
Als u nalaat om alle hieronder genoemde
instructies op te volgen, kan dit leiden tot
elektrische schokken, brand en/of ernstig
letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften
zodat u deze later nogmaals kunt raadplegen.
De term 'elektrisch gereedschap' in de
waarschuwingen verwijst naar uw elektrisch
apparaat met een elektriciteitskabel of met een accu
(draadloos).
BELANGRIJKE VEILIG-HEIDS -
AANWIJZINGEN
I. V eiligheid van het werkgebied
1. Hou het werkgebied schoon en goed verlicht.
Rommelige of donkere omgevingen lokken
ongevallen uit.
2. Gebruik geen elektrisch gereedschap in
omgevingen waar ontplofngsgevaar heerst,
bijvoorbeeld in de buurt van ontvlambare
vloeistoffen, gassen of stof. Elektrisch
gereedschap produceert vonken die stof of
dampen kunnen doen ontvlammen.
3. Hou kinderen en omstanders uit de buurt
wanneer u elektrisch gereedschap gebruikt.
Aeiding kan ervoor zorgen dat u de controle
verliest.
II. Elektrische veiligheid
1. Stekkers van elektrisch gereedschap moeten
passen in het stopcontact. Pas de stekker
nooit aan. Gebruik geen verloopstekkers
in combinatie met geaard elektrisch
gereedschap. Onbewerkte stekkers en
passende stopcontacten verkleinen het risico op
elektrische schokken.
2. V ermijd contact tussen uw lichaam en
geaarde oppervlakken zoals buizen,
radiatoren, fornuizen en koelkasten. Er is
meer kans op elektrische schokken als uw
lichaam geaard is.
3. Stel elektrisch gereedschap niet bloot
aan regen of natte omgevingen. W ater dat
elektrisch gereedschap binnendringt, verhoogt
het risico op elektrische schokken.
4. Het snoer niet verkeerd gebruiken.
Gebruik het snoer nooit om het elektrisch
gereedschap te dragen, trekken of uit het
stopcontact te halen. Hou het snoer uit
de buurt van hitte, olie, scherpe randen
en bewegende onderdelen. Beschadigde
of verwarde snoeren verhogen het risico op
elektrische schokken.
5. Als u elektrisch gereedschap buiten gebruikt,
gebruik dan een verlengsnoer dat geschikt is
voor buitengebruik. Een snoer gebruiken dat
geschikt is voor buitengebruik verkleint de kans
op elektrische schokken.
6. Als gebruik van elektrisch gereedschap in
een vochtige omgeving noodzakelijk is,
gebruik dan een stroomvoorziening die
beveiligd is met een aardlekschakelaar .
Gebruik van een aardlekschakelaar verkleint het
risico op elektrische schokken.
III. Persoonlijke veiligheid
1. W ees alert, kijk wat u doet en gebruik uw
gezond verstand wanneer u elektrisch
gereedschap gebruikt. Gebruik geen
elektrisch gereedschap als u moe bent
of onder de invloed van drugs, alcohol
of medicijnen bent. Een moment van
onoplettendheid tijdens het gebruik van
elektrisch gereedschap kan ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg hebben.
2. Gebruik persoonlijke beschermingsmid-
delen. Draag altijd oogbescherming.
Beschermingsmiddelen zoals een stofmasker ,
veiligheidsschoenen met antislipzool, veilig-
heidshelm en gehoorbescherming zullen bij juist
gebruik het risico op lichamelijk letsel verkleinen.
3. V oorkom dat u het gereedschap onbedoeld
inschakelt. Zorg ervoor dat de schakelaar op
UIT staat voordat u het gereedschap aansluit
op het elektriciteitsnet en/of het accupack, of
voordat u het gereedschap oppakt of draagt.
Elektrisch gereedschap dragen met uw vinger
op de schakelaar , of elektrisch gereedschap in
werking stellen terwijl de schakelaar aan staat
lokt ongevallen uit.
4. V erwijder stelsleutels en moersleutels
voordat u het elektrische gereedschap
inschakelt. Een moer - of stelsleutel laten zitten
op het elektrisch gereedschap kan tot lichamelijk
letsel leiden.
5. Reik niet te ver . Zorg dat u te allen tijde
stevig en evenwichtig staat. Zo hebt u meer
controle over het elektrisch gereedschap als
zich onverwachte situaties voordoen.
4
6. Draag geschikte kleding. Draag geen losse
kleding of sieraden. Hou uw haar en kleren
uit de buurt van bewegende onderdelen.
Losse kleding, sieraden en lang haar kunnen
gegrepen worden door bewegende onderdelen.
7. Als er toestellen voorzien worden voor
de aansluiting van stofafzuiging - en
stofopvangvoorzieningen, zorg dan dat
deze aangesloten zijn en correct worden
gebruikt. Gebruik van zulke toestellen kan
risico's veroorzaakt door stof verkleinen.
8. Als u vaak met hetzelfde gereedschap werkt
en ermee vertrouwd raakt, bestaat het gevaar
dat u er minder oplettend mee omgaat en
de veiligheidsrichtlijnen niet meer naleeft.
Let hiervoor op! Een nonchalante actie kan
binnen een fractie van een seconde ernstig
letsel veroorzaken.
IV . Gebruik van en zorg voor elektrisch
gereedschap
1. Belast het elektrisch gereedschap niet
te zwaar . Gebruik het juiste elektrisch
gereedschap voor het werk dat u wilt
verrichten. Het juiste elektrische gereedschap
doet het werk beter , veiliger en in het tempo
waarvoor het bedoeld is.
2. Gebruik het elektrisch gereedschap niet
als u het niet in en uit kunt schakelen met
de schakelaar . Elektrisch gereedschap dat
niet kan worden bediend met de schakelaar is
gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
3. Koppel de stekker los van de stroom-
voorziening en/of verwijder het accupack
van het elektrisch gereedschap, indien dit
verwijderbaar is, voordat u aanpassingen
maakt, accessoires verandert of het elek-
trisch gereedschap stalt. Zulke preventieve
veiligheidsmaatregelen verkleinen de kans
dat u het elektrisch gereedschap per ongeluk
inschakelt.
4. Bewaar elektrisch gereedschap dat niet
wordt gebruikt buiten het bereik van
kinderen, en voorkom dat personen die het
elektrisch gereedschap of deze voorschriften
niet kennen het elektrisch gereedschap
gebruiken. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk
in de handen van gebruikers die niet bekend zijn
met de instructies.
5. Onderhoud elektrisch gereedschap en
accessoires. Controleer het gereedschap
op slechte uitlijning of vastlopen van
bewegende onderdelen, defecte onderdelen
en andere omstandigheden die de werking
nadelig kunnen beïnvloeden. In geval van
schade dient u het elektrisch gereedschap te
laten repareren voordat u het weer in gebruik
neemt. V eel ongelukken zijn te wijten aan slecht
onderhoud van elektrisch gereedschap.
6. Hou snoeimachines scherp en schoon. Goed
onderhouden snoeimachines met scherpe
snijranden lopen minder snel vast en zijn
eenvoudiger te bedienen.
7. Gebruik elektrisch gereedschap,
accessoires, opzetwerktuigen, enz.
in overeenstemming met deze
instructies, rekening houdend met de
werkomstandigheden en het uit te voeren
werk. Gebruik van het elektrisch gereedschap
voor andere doeleinden dan die waarvoor
het bedoeld is, kan aanleiding geven tot een
gevaarlijke situatie.
8. Hou de handgrepen en aanraakoppervlakken
droog, schoon en vrij van olie en vet. Als
de handgrepen en aanraakoppervlakken
glibberig zijn, kunt u niet veilig omgaan met het
gereedschap en kunt u het niet beheersen in
onverwachte omstandigheden.
V . Gebruik van en zorg voor gereedschap met
accu
1. Alleen herladen met de door de fabrikant
aanbevolen lader . Een lader die geschikt is
voor het ene type accupack kan in combinatie
met een ander accupack voor brandgevaar
zorgen.
2. Gebruik elektrisch gereedschap alleen met
speciek daarvoor bestemde accupacks.
Gebruik van andere accupacks kan lichamelijk
letsel en brand veroorzaken.
3. Als het accupack niet wordt gebruikt, hou
het dan uit de buurt van metalen voorwerpen
zoals paperclips, muntjes, sleutels, nagels,
schroeven en andere kleine metalen objecten
die een brug kunnen vormen tussen de
polen. Kortsluiting tussen de accupolen kan
brandwonden en brand veroorzaken.
4. Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit de accu
lekken; vermijd contact hiermee. Als u er
per ongeluk toch mee in aanraking komt,
spoel dan met water . Als de vloeistof in uw
ogen terechtkomt, raadpleeg dan een arts.
Vloeistof die uit de accu ontsnapt, kan irritatie
van de huid of brandwonden veroorzaken.
5. Gebruik geen accupack of gereedschap dat
beschadigd of aangepast is. Beschadigde of
aangepaste accu's kunnen onverwacht gedrag
vertonen, wat kan leiden tot brand, explosie of
lichamelijk letsel.
6. Stel een accupack of gereedschap niet bloot
aan brand of een buitensporige temperatuur .
Blootstelling aan brand of een temperatuur
boven 130 °C kan een explosie veroorzaken.
5
7. V olg alle instructies aangaande het laden en
laad het accupack of het gereedschap niet
op buiten het temperatuurbereik dat wordt
gespeciceerd in de instructies. Als u het
accupack of het gereedschap niet juist oplaadt
of met temperaturen buiten het gespeciceerde
bereik, dan kan dit de accu beschadigen en het
risico op brand verhogen.
VI. Onderhoud
1. Laat uw elektrisch gereedschap
onderhouden door een erkende reparateur
die alleen identieke vervangonderdelen
gebruikt. Dit waarborgt veilig gebruik van het
elektrisch gereedschap.
2. V oer nooit onderhoudswerkzaamheden uit
aan beschadigde accupacks. Onderhoud van
de accupacks mag enkel worden uitgevoerd
door de fabrikant of erkende dienstverleners.
VII. V eilig werken met een kettingzaag
1. Als de kettingzaag loopt moet u al uw
lichaamsdelen ver weg houden van de
zaagketting. Controleer dat de zaagketting
nergens mee in aanraking komt, voordat u de
kettingzaag inschakelt. Door een moment van
onoplettendheid bij gebruik van een kettingzaag
kan uw kleding of lichaam door de zaagketting
worden aangegrepen.
2. Hou de kettingzaag altijd vast met uw
rechterhand op de achterhandgreep en
linkerhand op voorhandgreep. U mag de
kettingzaag nooit vasthouden met uw handen in
de omgekeerde positie, dat verhoogt het risico
op letsel.
3. Hou de kettingzaag alleen vast bij de
geïsoleerde oppervlakken: de zaagketting
kan in aanraking komen met verborgen
elektrische kabels. Als de zaagketting
een kabel onder spanning raakt, kunnen
de onbedekte metalen onderdelen van de
kettingzaag onder spanning komen te staan, wat
de gebruiker een elektrische schok kan geven.
4. Draag oogbescherming. Aanvullende
persoonlijke beschermingsmiddelen voor
uw hoofd, handen, benen en voeten wordt
aanbevolen. Het dragen van geschikte
beschermingsmiddelen verlaagt het risico op
letsel door rondvliegend materiaal of onbedoelde
aanraking van de zaagketting.
5. Gebruik een kettingzaag niet in een boom,
op een ladder , vanaf een dak of een andere
onstabiele ondersteuning. Indien u een
kettingzaag gebruikt op deze manier kan dit
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
6. Zorg dat u stabiel staat, en gebruik de
kettingzaag alleen als u op een vast, stevig
en horizontaal oppervlak staat. Gladde of
onstabiele oppervlakken zoals ladders kunnen
leiden tot verlies van het evenwicht of de
beheersing over de kettingzaag.
7. Bij het zagen van een tak die onder spanning
staat kan deze terugveren. Als de spanning
in de houtvezels wordt opgeheven, kan de
tak wegveren en u raken en/of de kettingzaag
wegduwen.
8. W ees bijzonder voorzichtig bij het zagen van
struiken en zaailingen. Het dunne materiaal
kan in de zaagketting vast komen te zitten en
naar u toe worden geduwd of uw evenwicht
beïnvloeden.
9. Draag de kettingzaag bij de voorhandgreep,
met uitgeschakelde motor en van uw lichaam
af gewend. V oordat u de kettingzaag
transporteert vervoert of opslaat moet u
eerst de kettingbeschermer plaatsen en het
accupack verwijderen. De juiste omgang met
de kettingzaag vermindert de kans op onbedoeld
aanraken van de bewegende zaagketting.
10. V olg de instructies voor het smeren, het
spannen van de ketting en het verwisselen
van de geleider en ketting. Het onjuist
spannen of smeren van de ketting kan leiden tot
kettingbreuk of een hogere kans op terugslag.
1 1. Gebruik deze zaag alleen voor het zagen
van hout. Gebruik de kettingzaag niet voor
iets anders dan de bedoelde toepassing.
V oorbeeld: gebruik de kettingzaag niet voor
het zagen van metaal, kunststof, metselwerk
of bouwmaterialen anders dan hout. Gebruik
van de kettingzaag voor andere doeleinden dan
die waarvoor deze bedoeld is, kan aanleiding
geven tot een gevaarlijke situatie.
12. Probeer nooit een boom te vellen als u niet
bekend bent met de risico's en hoe deze
kunnen worden voorkomen. Het vellen van
een boom kan leiden tot ernstig letsel van u of
omstanders.
13. V olg alle instructies bij het verwijderen van
vastgelopen materiaal, het opbergen van
de kettingzaag of het onderhouden van de
kettingzaag. Zorg ervoor dat de schakelaar
op uit staat en het accupack is verwijderd. De
onverwachte activering van de machine terwijl u
vastgelopen materiaal verwijdert of onderhoud
verricht, kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel.
14. Oorzaken en voorkomen van terugslaag door
de bediener . T erugslag kan voorkomen als de
neus (punt) van de kettinggeleider een voorwerp
raakt, of als het hout de zaagketting vastklemt
tijdens het zagen.
6
Als de neus van de kettinggeleider iets raakt,
kan de kettinggeleider naar boven en naar de
bediener toe worden geduwd.
Als de zaagketting vastloopt aan de bovenkant
van de kettinggeleider , kan de kettinggeleider
met hoge snelheid naar de bediener toe worden
geduwd.
In beide gevallen kunt u de beheersing over de
zaag verliezen, wat tot ernstige verwondingen
kan leiden. U mag nooit uitsluitend op de
beveiligingen van de zaag vertrouwen. Als
gebruiker van de kettingzaag moet u de nodige
voorzorgsmaatregelen nemen om ongelukken
en verwonding te voorkomen.
T erugslag wordt veroorzaakt door onjuist
gebruik van de kettingzaag en/of onjuiste
werkprocedures en omstandigheden. T erugslag
kan worden voorkomen met de volgende
voorzorgsmaatregelen:
A. Hou de zaag goed vast met beide
handen, met uw duim en vingers rond
de handgrepen, en met uw lichaam en
armen in een stand waarbij u weerstand
kunt bieden tegen terugslag. Als u de
juiste voorzorgsmaatregelen neemt kunt u
de krachten die bij terugslag van de zaag
optreden beheersen. Laat de zaag nooit
los.
B. Reik niet te ver en zaag niet boven
schouderhoogte. Zo voorkomt u dat de
neus van de kettinggeleider onbedoeld iets
raakt, en heeft u een betere beheersing over
de kettingzaag in onverwachte situaties.
C. Gebruik alleen vervangende
kettinggeleiders en zaagkettingen
die de fabrikant heeft opgegeven. De
onjuiste montage van kettinggeleiders en
zaagkettingen kan leiden tot kettingbreuk
en/of terugslag (kickback).
D. V olg de aanwijzingen van de fabrikant
met betrekking tot het slijpen en
onderhouden van de zaagketting. Het
verminderen de hoogte van de dieptesteller
van de zaagketting kan het risico op
terugslag vergroten.
BEW AAR DEZE
AANWIJZINGEN
Persoonlijke bescher-
mingsmiddelen
g316566
Figuur 3
1. Draag een veiligheidshelm
als er kans bestaat dat uw
hoofd geraakt wordt door
afkomend materiaal.
4. Draag handschoenen
2. Draag gehoorbescher-
ming
5. Draag een beschermende
broek of chaps/overbroek
3. Draag een veiligheidsbril
en/of gelaatsscherm
6. Draag stevige schoenen
die uitglijden voorkomen
7
V eiligheids - en instructiestickers
V eiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de gebruiker
en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. V ervang alle beschadigde of
ontbrekende veiligheidsstickers.
decal140 - 8450
140 - 8450
1. V oer het product op de juiste manier af.
decal145 - 8273
145 - 8273
1. Gevaar op handletsel. 7. Stel de machine niet bloot aan regen.
2. Kom niet in de buurt van bewegende onderdelen.
8. Lees de Gebruikershandleiding .
3. Laat alle afschermingen en afdekkingen op hun plaats.
9. Draag gehoorbescherming.
4. Gevaar op terugslag
10. Draag oogbescherming.
5. Zorg dat de neus van de kettinggeleider niets aanraakt. 1 1. Hou de kettingzaag altijd vast met 2 handen.
6. Gebruik de kettingzaag nooit met slechts één hand.
8
Montage
De kettingzaag vullen met
kettingolie
Belangrijk: Gebruik alleen speciale kettingolie
(afzonderlijk verkrijgbaar).
V ul de kettingzaag met geleider - en kettingolie; zie
Controleren van het oliepeil en bijvullen van kettingolie
( bladz. 18 ) .
Algemeen overzicht
van de machine
g315699
Figuur 4
Linkerkant
1. Ketting 6. Accu
2. Kettinggeleider 7. V ergrendelknop
3. Oliepeilglas
8. T rekkervergrendeling
4. Oliedop
9. T rekker
5. V oorhandgreep
10. Kam (veltanden)
g315700
Figuur 5
Rechterkant
1. Kettingrem 4. Universeel
gereedschap (onder
de achterhandgreep)
2. Zijdeksel
5. Kettingspanningschroef
3. V erliesvrije moer van het
deksel
6. Kettingbeschermer
9
Specicaties
Model 51845T
Kettinggeleider lengte
(uitgerust met 88613 en
88614)
40,6 cm
Kettingmaat (uitgerust met
88613 en 88614)
0,043 inch
Kettingsteek (uitgerust met
88613 en 88614)
3/8 inch
Kettinglengte (uitgerust met
88613 en 88614)
56 schakels
Nominale spanning Maximaal 60 V gelijkstroom,
54 V gelijkstroom nominaal
gebruik
Gewicht (zonder accu)
4,35 kg
Lader T oro 60 V lithiumionacculaders
Accu T oro 60 V lithumionaccu
T emperatuurbereik
Opladen/opbergen van het
accupack
5 °C tot 40 °C*
Gebruiken van het accupack - 30 °C tot 49 °C*
Gebruik van de zaag 0 °C tot 49 °C*
*Het opladen zal langer duren als de
omgevingstemperatuur buiten dit bereik valt.
Bewaar het apparaat, het accupack en de acculader
op een afgesloten, schone en droge plaats.
T oebehoren/accessoires
Een selectie van door T oro goedgekeurde werktuigen
en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de
machine om de mogelijkheden daarvan te vergroten
en uit te breiden. Neem contact op met een erkende
servicedealer of een erkende T oro distributeur ,
of bezoek www .T oro.com voor een lijst van alle
goedgekeurde werktuigen en accessoires.
Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor te
zorgen dat de veiligheidscerticaten van de machine
blijven gelden, moet u ter vervanging altijd originele
onderdelen en accessoires van T oro gebruiken.
V ervangende onderdelen en accessoires van andere
fabrikanten kunnen tot gevaar leiden.
Gebruiksaanwijzing
V oor gebruik van de
kettingzaag
V oor gebruik de kettingzaag moet u eerst de volgende
handelingen uitvoeren:
Controleer de kettingspanning, zie Instellen van
de kettingspanning ( bladz. 20 ) .
Maak de onderdelen van de kettingzaag
schoon, controleer ze op overmatige slijtage
of beschadiging, vervang ze indien nodig, zie
Onderhoud van de kettinggeleider , ketting en
aandrijftandwiel ( bladz. 21 ) .
Controleer de ketting op scherpte en beschadiging,
slijp of vervang de ketting indien nodig, zie De
ketting slijpen ( bladz. 22 ) .
Controleer het oliepeil, zie Controleren van het
oliepeil en bijvullen van kettingolie ( bladz. 18 )
Controleer de kettingrem, zie Controleren van de
kettingrem ( bladz. 19 )
Controleer de kettingzaag op beschadiging,
algemene indruk en prestaties; verzeker
dat schakelaars vrij bewegen, dat de
ventilatie - openingen en handgrepen schoon zijn,
en dat de kettinggeleider niet is verbogen of
beschadigd.
10
Starten van de kettingzaag
1. V erzeker dat de ventilatie - openingen van de
zaag niet verstopt zijn door stof en dergelijke
(Figuur 6 ).
g315701
Figuur 6
1. V entilatieopening, zijkant 2. V entilatieopening, onder
2. Zet de kettingzaag op een vlakke ondergrond.
3. Lijn de koppeling van het accupack uit met de
uitsparing in de behuizing van de kettingzaag
(Figuur 7 ).
g315702
Figuur 7
4. Druk de accu in de uitsparing tot deze vastklikt.
5. V erwijder de beschermkap van de ketting.
6. V erzeker dat de kettingrem in ZAAG - stand staat
(Figuur 8 ).
g315703
Figuur 8
1. Kettingrem ( ZAAG - stand) 2. Kettingrem ( STOP - stand)
7. Met de linkerhand op de voorhandgreep en de
rechterhand op de achterhandgreep: druk de
vergrendeling in en dan de trekker ( Figuur 9 ).
g315704
Figuur 9
1. V oorhandgreep 4. T rekker
2. Kettingrem 5. Achterhandgreep
3. T rekkervergrendeling
Uitschakelen van de
kettingzaag
Om de kettingzaag uit te schakelen laat u de trekker
los.
Als u de zaag niet gebruikt of de zaag van of naar
het werkgebied transporteert moet u de kettingrem
in de STOP - stand zetten ( Figuur 8 ) en het accupak
verwijderen.
1 1
W erken met de kettingzaag
W AARSCHUWING
Onjuist gebruik van een kettingzaag kan
leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Lees de onderstaande aanwijzingen
zorgvuldig door en volg ze op om het risico
op letsel te verminderen.
W AARSCHUWING
T erugslag kan leiden tot ernstig of dodelijk
letsel.
V erzeker voordat u met de kettingzaag gaat
werken altijd dat de kettingrem goed werkt.
V oorkom dat de neus van de kettingzaag
in aanraking komt met het voorwerp dat u
doorzaagt.
Er zijn twee soorten terugslag:
Een snelle beweging naar boven van de
kettingzaag: als de ketting aan de bovenkant of
bij de neus van de kettinggeleider een voorwerp
raakt.
Een snelle beweging naar achteren van de
kettingzaag: als de ketting aan de bovenkant of bij
de neus van de kettinggeleider bekneld raakt in
het voorwerp dat u doorzaagt.
Figuur 10 laat het deel van de kettinggeleider zien dat,
om terugslag te voorkomen, niet met een voorwerp
in aanraking mag komen.
g318677
Figuur 10
1. T erugslaggebied (neus,
bovenkant van de
kettinggeleider)
2. Neus
1. Hou de kettingzaag met 2 handen vast, met
uw linkerhand op de voorhandgreep en uw
rechterhand op de achterhandgreep, zoals in
Figuur 1 1 .
Belangrijk: Hou uw linkerarm gestrekt,
met de elleboog vast om terugslag te
verminderen.
g025213
Figuur 1 1
2. Sta op een stevige, vlakke ondergrond, voor het
hout dat u wilt zagen.
3. Sta altijd aan de linkerkant van de kettingzaag,
niet in het verlengde van de ketting , en zorg
dat u bij het zagen stabiel staat en in balans
bent.
Belangrijk: Sta nooit op het hout dat u
doorzaagt.
4. V erzeker dat u alleen het bedoelde hout
doorzaagt; laat de zaagketting tijdens het zagen
niet in aanraking komen met de grond, andere
boomstammen of andere voorwerpen.
5. V erzeker dat de zaagketting op volle snelheid
draait voordat u begint met zagen.
6. Zaag het hout bij de achterkant van de
kettinggeleider , dicht bij de kam (veltanden);
druk de kettingzaag licht tegen het hout, laat het
gewicht van de kettingzaag het werk doen.
Opmerking: Met de kam ( Figuur 12 ) kunt u de
zaag licht aandrukken.
g315747
Figuur 12
1. Kam (veltanden)
7. Hou een constante druk op de kettingzaag, zaag
in een rechte lijn, en neem de druk alleen weg
vlak voordat het hout is doorgezaagd.
12
Snoeien van een boom
W AARSCHUWING
Het afzagen van hogere takken van een boom
kan u in een onstabiele positie brengen
waarbij het onveilig is een kettingzaag te
gebruiken, en kan leiden tot ernstig lichamelijk
of dodelijk letsel bij u of omstanders.
V olg de onderstaande aanwijzingen bij het
afzagen van takken van een staande boom:
• Klim niet op zijtakken met een kettingzaag.
Reik niet te ver en hou bij het zagen beide
handen op de kettingzaag.
V erzeker dat omstanders op geruime
afstand staan van de plek waar de takken
kunnen vallen.
1. Hou de kettingzaag vast zoals in Figuur 1 1
2. Oefen bij het afzagen van kleine taken een lichte
druk uit.
3. Maak bij het afzagen van grotere takken eerst
een ondiepe zaagsnede aan de onderkant
van de tak en voltooi het zagen dan vanaf de
bovenkant van de tak.
A. Zaag vanaf de onderkant van de tak, op
ongeveer 15 cm van de stam. Zaag de tak
tot een derde van de dikte door .
B. Zaag de tak dan aan de bovenkant in, 5 tot
10 cm verder van de stam af. Zaag de tak
door tot deze valt.
C. Zaag de takstomp af bij de takkraag ( Figuur
13 ).
Belangrijk: Zaag de tak niet voorbij de
takkraag af, dicht bij de stam, en laat ook
geen grote takstomp achter; dat leidt tot
schade aan de boom.
g316577
Figuur 13
1. Eerste snede: onder 3. Derde snede: verwijder de
takstomp
2. T weede snede:
doorgaand
4. T akkraag (waar de zijtak
overgaat in de stam)
Een boom vellen
W AARSCHUWING
Het vellen van staande bomen vereist ervaring
en kan gevaarlijk zijn.
V oordat u een grote boom doorzaagt moet
u eerst oefenen met wat takken, zijtakken,
of kleine blokken om met de kettingzaag
vertrouwd te raken.
• Gebruik de kettingzaag niet voor het vellen
van grote bomen, met een doorsnede
groter dan de lengte van de kettinggeleider .
GEV AAR
Losse of hangende takken boven u kunnen
losraken door de trilling van het zagen en
ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Kijk altijd boven u, naar losse en hangende
takken, voordat u gaat zagen. Als u dergelijke
takken ziet, verwijder ze dan voordat u gaat
zagen.
De juiste werkhouding bij het vellen van een boom is
zoals in Figuur 14 .
13
g195831
Figuur 14
1. Bepaal de valrichting van de boom. Hou
rekening met de volgende factoren:
Windrichting
Zwaardere zijtakken aan 1 kant van de boom
Eventuele scheefstand van de boom
2. Bepaal de veilige looproute, zonder obstakels,
om de gevarenzone te verlaten, zie Figuur 15
g024800
Figuur 15
1. Looproute(op een hoek
van 45° tegenover de
geplande valrichting)
3. Gevarenzone
2. Geplande valrichting
3. Hou de kettingzaag vast zoals in Figuur 1 1 .
4. Maak de eerste zaagsnede aan de kant naar
welke de boom moet vallen, tot een derde van
de doorsnede ( Figuur 16 ).
Opmerking: Het maken van deze zaagsnede
voorkomt dat de zaag bij het maken van de
volgende zaagsnede vastloopt.
g228707
Figuur 16
1. Eerste zaagsnede
3. Scharnier
2. T weede zaagsnede
4. V elsnede (achter)
5. Maak een tweede zaagsnede om een velkerf
(inkeping) te vormen, begin deze zaagsnede
minstens 5 cm boven de eerste ( Figuur 16 ).
Belangrijk: V erzeker dat de eerste
zaagsnede en tweede zaagsnede op
hetzelfde punt bij elkaar komen en een goede
velkerf vormen.
6. Maak de velsnede (achterste zaagsnede) vanaf
de andere kant van de boom, ongeveer 5 cm
hoger dan de onderkant van de velkerf, zoals
in Figuur 16 .
Belangrijk: Stop de velsnede 2,5 tot 5 cm
van de velkerf af, zodat er een scharnier
(breuklijst) wordt gevormd tussen de
zaagsnedes ( Figuur 16 ), dit voorkomt dat
de boom in de verkeerde richting valt of
ronddraait bij het vallen.
Opmerking: Als de velsnede de velkerf nadert
(Figuur 16 ) moet de boom beginnen te vallen.
7. Als de boom begint te vallen: verwijder de
kettingzaag, schakel de zaag uit en leg deze
neer , en volg de looproute die u in stap 2koos.
Belangrijk: Als de boom in een ongewenste
richting begint te vallen, stop dan direct met
zagen, schakel de zaag uit en leg deze neer ,
en gebruik een wig (niet van metaal) om
de velsnede te openen en de boom in de
gewenste richting te drukken.
14
Afzagen van de takken van een liggende boom
1. Hou de kettingzaag vast zoals in Figuur 1 1 .
2. Begin bij de onderkant van de boom, zaag de kleinere takken af, die de boom niet ondersteunen ( Figuur
17 ).
3. Zaag de grotere takken, waar de boom op steunt, af van onder naar boven zodat deze takken het de
zaagketting niet beknellen ( Figuur 18 ).
g316601
Figuur 17
g315751
Figuur 18
15
Korten van stammen
Bij het korten van stammen moet u kijken waar de
stam ondersteund wordt, en waar er spanning in de
stam is. Zaag de stam zo door dat als de twee helften
vallen de kettinggeleider er niet tussen wordt beklemd.
Belangrijk: Als de zaag vastloopt, probeer deze
dan niet vrij te maken met de motor . Schakel de
zaag uit, verwijder de accu en open de zaagsnede
met een wig om de zaag vrij te maken.
Als u de takken van een omgevallen boom of een
stam in stukken wilt zagen (korten), ondersteun deze
dan zodat deze niet op de grond ligt (gebruik bij
voorkeur een zaagbok).
Als de stam aan de uiteinden wordt ondersteund,
maar niet in het midden, dan staat de bovenkant
van de stam onder spanning.
– Begin bovenaan en zaag ongeveer een derde
door de stam ( Figuur 19 A).
– Maak de tweede zaagsnede vanaf de
onderkant zodat deze de eerste zaagsnede
bereikt ( Figuur 19 B). Zo voorkomt u dat de
zaag bekneld wordt (vastloopt).
g315765
Figuur 19
Als de stam aan één kant wordt ondersteund staat
het vrije uiteinde van de stam onder spanning.
– Begin onderaan en zaag ongeveer een derde
door de stam.
– Maak de tweede zaagsnede vanaf de
bovenkant zodat deze de eerste zaagsnede
bereikt. Zo voorkomt u dat de zaag bekneld
wordt (vastloopt).
Als de stam over de hele lengte boven de grond
wordt ondersteund, zonder dat er ergens veel
spanning in is, zaag de stam dan geheel van de
bovenkant af door .
Als de stam op een heuvel ligt, zorg dan dat u
altijd aan de hoge kant staat ( Figuur 20 ).
g315767
Figuur 20
1. Helling
Als de stam over de hele lengte op een vlakke
ondergrond ligt, zaag deze dan van de bovenkant
tot een derde door . Rol de stam dan om, en maak
een tweede zaagsnede die de eerste zaagsnede
bereikt ( Figuur 21 ).
16
g315766
Figuur 21
Plaatsen van de accu
1. Zet de kettingzaag op een vlakke ondergrond.
2. Lijn de koppeling van het accupack uit met de
uitsparing in de behuizing van de kettingzaag
(Figuur 22 ).
g315702
Figuur 22
3. Druk de accu in de uitsparing tot deze vastklikt.
V erwijderen van de accu
1. Plaats de kettingzaag op een vlakke ondergrond.
2. Druk op de vergrendeling en verwijder de accu.
g315763
Figuur 23
1. V ergrendeling
17
Onderhoud
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure
Bij elk gebruik of dagelijks
• Controleer het oliepeil en vul indien nodig kettingolie bij
• Controleer de kettingrem.
• Controleer dat de olie naar de ketting stroomt.
Controleer de kettingspanning en stel deze indien nodig bij.
V erzeker dat de kettinggeleider recht en onbeschadigd is.
Controleer of de ketting scherp is. Laat de ketting indien nodig slijpen of vervangen
door een erkende servicedealer .
Elke keer als de accu
helemaal leeg is
• Controleer het oliepeil en vul indien nodig kettingolie bij
• Controleer de kettingrem.
Controleer de kettingspanning en stel deze indien nodig bij.
Jaarlijks of vóór stalling
Onderhoud van de kettinggeleider , ketting en aandrijftandwiel.
Controleer of de ketting scherp is. Laat de ketting indien nodig slijpen of vervangen
door een erkende servicedealer .
Controleren van het oliepeil
en bijvullen van kettingolie
Onderhoudsinterval : Bij elk gebruik of dagelijks
Elke keer als de accu helemaal leeg is
Belangrijk: Gebruik alleen speciale kettingolie
(afzonderlijk verkrijgbaar).
1. Schakel de kettingzaag uit en verwijder het
accupack, zie V erwijderen van de accu ( bladz.
17 ) .
2. Controleer het oliepeil met het peilglas. Als de
olie het venster niet geheel bedekt, voeg dan
kettinggeleider - en kettingolie toe naar behoefte
(Figuur 24 ).
g315841
Figuur 24
1. Oliepeilglas 2. Oliedop
3. Plaats de kettingzaag op een vlakke ondergrond,
met de oliedop boven.
4. Maak de omgeving van de oliedop schoon
(Figuur 24 ).
Opmerking: Zorg dat er geen vuil of
houtsnippers in de olietank komen.
5. V ouw de vleugel van de oliedop uit, verwijder de
oliedop, giet kettinggeleider - en kettingolie in de
kettingzaag tot de tank gevuld is ( Figuur 24 ).
Belangrijk: V ul de zaag niet voorbij de
onderkant van de vulnek.
6. Ruim eventueel gemorste olie op, zet de oliedop
vast, vouw de vleugel van de oliedop in.
7. V erzeker dat olie naar de ketting stroomt,
zie Controleren van de stroming van de
kettinggeleider - en kettingolie ( bladz. 19 ) .
18
Controleren van de
kettingrem
Onderhoudsinterval : Bij elk gebruik of dagelijks
Elke keer als de accu helemaal leeg is
1. Schakel de kettingrem in door deze in de
STOP - stand te zetten ( Figuur 25 ).
g315840
Figuur 25
1. Kettingrem ( ZAAG - stand) 2. Kettingrem ( STOP - stand)
2. Bereid u voor op het beproeven van de werking
van de kettingzaag, zie V oor gebruik van de
kettingzaag ( bladz. 10 ) .
3. Probeer de kettingzaag te starten. Als de zaag
start, neem deze dan voor reparatie naar een
erkende servicedealer .
4. Schakel de kettingrem uit door deze naar
achteren te trekken en in de ZAGEN - stand te
zetten ( Figuur 25 ).
Controleren van de
stroming van de
kettinggeleider - en
kettingolie
Onderhoudsinterval : Bij elk gebruik of dagelijks
1. Maak de kettingzaag klaar voor gebruik, zie
V oor gebruik van de kettingzaag ( bladz. 10 ) .
2. Om te controleren of de olie naar de ketting
stroomt, houdt u de neus van de kettingzaag een
paar centimeter van een oppervlak (bv . papier ,
karton, boomstronk) en laat u de kettingzaag
draaien. U moet dan een licht oliepatroon op het
oppervlak zien ( Figuur 26 ).
g317663
Figuur 26
1. Laat de kettingzaag een
paar centimeter van het
oppervlak lopen.
2. Als de olie stroomt vliegt
deze van de ketting, naar
het oppervlak.
3. Als de olie niet stroomt, verzeker dan dat de
tank is gevuld met olie en dat het gebied onder
het zijdeksel schoon is, zie Controleren van het
oliepeil en bijvullen van kettingolie ( bladz. 18 )
en Onderhoud van de kettinggeleider , ketting en
aandrijftandwiel ( bladz. 21 ) .
19
Instellen van de
kettingspanning
Onderhoudsinterval : Bij elk gebruik of dagelijks
Elke keer als de accu helemaal leeg is
V erzeker dat de zaagketting de juiste spanning heeft.
Een te lage spanning verkort de levensduur van het
kettingwiel en de kettinggeleider , en de ketting kan
van de kettinggeleider lopen.
Een te hoge spanning leidt tot oververhitting van de
kettinggeleider en ketting, en snelle slijtage en kan
leiden tot verbranden van de motor of kettingbreuk.
De kettingspanning is juist als u met een handschoen
de ketting rustig om de kettinggeleider kunt trekken.
De ketting moet in aanraking blijven met de onderkant
van de kettinggeleider .
Controleer de spanning van een nieuwe ketting altijd
na enkele zaagsnedes. Een nieuwe ketting rekt
meestal en moet na een paar zaagsnedes worden
nagesteld.
GEV AAR
Het aanraken van de tanden van de
zaagketting kan leiden tot ernstig lichamelijk
letsel.
V erwijder de accu voordat u de kettingzaag
onderhoudt of instelt.
• Draag altijd handschoenen bij het instellen
of onderhouden van de kettingzaag.
1. Plaats de kettingzaag op een vlakke ondergrond
en verwijder de accu, zie V erwijderen van de
accu ( bladz. 17 ) .
2. Laat de zaagketting afkoelen.
Belangrijk: Span de ketting niet als die heet
is, de ketting krimpt bij het afkoelen wat tot
een te hoge kettingspanning kan leiden.
3. Controleer de kettinggeleider op buigen en
beschadigingen, vervang deze indien nodig.
4. V erzeker dat de kettingrem in ZAAG - stand staat
(Figuur 25 ).
5. Draai de verliesvrije moeren op het zijdeksel los
met het universele gereedschap, maar verwijder
het zijdeksel niet ( Figuur 28 ).
6. Hou de neus van de kettinggeleider naar boven
(Figuur 27 ).
g315842
Figuur 27
7. Stel de kettingspanning in met het universele
gereedschap, zet het zijdeksel dan vast op de
kettingzaag door de verliesvrije moeren aan te
draaien ( Figuur 28 ).
Kettingspanning verhogen: draai de
kettingspanknop naar rechts ( Figuur 27 ).
Kettingspanning verlagen: draai de
kettingspanknop naar links.
Stel de kettingspanning bij totdat de ketting de
onderkant van de kettinggeleider raakt, trek
de ketting dan weg van de onderkant van de
kettinggeleider; een goed gespannen ketting
kan 3,2 tot 6,4 mm van de kettinggeleider
worden weggetrokken en springt terug als u de
ketting loslaat.
Als de ketting niet goed gespannen is, maak het
zijdeksel dan los en herhaal stap 5tot 7.
8. Met een handschoen aan trekt u de ketting
rond de kettinggeleider . Bij de goede spanning
beweegt de ketting soepel en blijft deze
in aanraking met de onderkant van de
kettinggeleider .
9. Controleer de kettingspanning nogmaals en
herhaal deze procedure indien nodig.
20
Onderhoud van de
kettinggeleider , ketting
en aandrijftandwiel
Jaarlijks of vóór stalling
GEV AAR
Het aanraken van de tanden van de
zaagketting kan leiden tot ernstig lichamelijk
letsel.
V erwijder de accu voordat u de kettingzaag
onderhoudt of instelt.
• Draag altijd handschoenen bij het instellen
of onderhouden van de kettingzaag.
1. Plaats de kettingzaag op een vlakke ondergrond
en verwijder de accu, zie V erwijderen van de
accu ( bladz. 17 ) .
2. V erwijder het zijdeksel door de 2 verliesvrije
moeren van het deksel los te draaien ( Figuur
28 ).
Opmerking: De verliesvrije moeren komen
niet los van het zijdeksel, draai ze los tot u het
deksel kunt afnemen.
g315844
Figuur 28
1. Zijdeksel
3. Kettingspanningschroef
2. V erliesvrije moer 4. Universeel gereedschap
3. Neem de spanning van de ketting door de
kettingspanschroef naar links te draaien ( Figuur
28 ).
4. Neem de ketting van de kettinggeleider en leg
deze opzij.
5. V erwijder de borgring en het aandrijftandwiel
van de kettingzaag ( Figuur 29 ).
6. V erwijder eventuele vervuiling onder het
zijdeksel.
7. Controleer het aandrijftandwiel; vervang het bij
aanzienlijke slijtage of beschadiging.
8. Monteer het aandrijftandwiel en de borgring.
9. Controleer de oliepoort ( Figuur 29 ) op vervuiling
en maak deze indien nodig schoon.
g315855
Figuur 29
1. Aandrijftandwiel 3. Oliepoort
2. Borgring
10. Maak de kettinggeleider en ketting schoon:
maak de groef rond de kettinggeleider schoon
met een stuk draad of een kleine platte
schroevendraaier , begin bij het tandwiel in de
neus en werk dan terug.
V erzeker dat het oliekanaal van de
kettinggeleider , dat is uitgelijnd met de oliepoort
van de kettingzaag, schoon is zodat de olie vrij
over de ketting kan stromen ( Figuur 30 ).
g315856
Figuur 30
Onderdelen binnenin de kettinggeleider
1. V erzeker dat dit kanaal,
dat aansluit op de
oliepoort, schoon is.
2. V erzeker dat het neuswiel
schoon is en vrij kan
draaien.
1 1. Controleer de kettinggeleider en ketting; als
de kettinggeleider of groef beschadigd is of
het tandwiel in de neus niet vrij kan draaien
vervang de kettinggeleider dan; als de ketting
aanzienlijke slijtage of beschadiging vertoont
vervang deze dan.
12. Monteer de kettinggeleider en ketting; zie
Monteren van de kettinggeleider en ketting
( bladz. 22 ) .
21
13. V erzeker dat olie naar de ketting stroomt,
zie Controleren van de stroming van de
kettinggeleider - en kettingolie ( bladz. 19 ) .
Monteren van de
kettinggeleider en ketting
GEV AAR
Het aanraken van de tanden van de
zaagketting kan leiden tot ernstig lichamelijk
letsel.
V erwijder de accu voordat u de kettingzaag
onderhoudt of instelt.
• Draag altijd handschoenen bij het instellen
of onderhouden van de kettingzaag.
1. Als het zijdeksel op de machine is gemonteerd
maak dan de 2 verliesvrije moeren los waarmee
het zijdeksel gemonteerd is en verwijder het
deksel ( Figuur 31 A en Figuur 31 B).
2. Plaats de zaagketting rond het tandwiel aan
de voorkant van de kettinggeleider , zodat de
snijkanten van de kettingstanden aan de
bovenkant van de kettinggeleider naar voren
wijzen zoals aangegeven in de tekening op het
zijdeksel van de kettingzaag ( Figuur 31 C).
g315857
Figuur 31
3. Plaats de ketting rond de kettinggeleider en
plaats de onderkant van de kettingstanden in de
groef van de kettinggeleider .
Opmerking: Als u een nieuwe ketting
monteert, keer de kettinggeleider dan om zodat
ongelijke slijtage wordt voorkomen.
4. Plaats de open lus van de ketting (niet op de
kettinggeleider) rond het aandrijftandwiel van de
kettingzaag en monteer de kettinggeleider met
ketting op de zaag zoals in Figuur 31 C.
Belangrijk: V erzeker dat de instelpen van de
zaagketting zich bevindt in het gat aangeven
door de pijl in Figuur 31 C. Mogelijk moet u
de kettingspanknop draaien om de pen in het
gat in de kettinggeleider te laten vallen.
5. Plaats het zijdeksel, maar draai de verliesvrije
moeren nog niet geheel aan ( Figuur 31 D).
6. Stel de kettingspanning in, zie Instellen van de
kettingspanning ( bladz. 20 ) .
De ketting slijpen
Jaarlijks of vóór stalling
22
Een scherpe ketting verzekert betere zaagprestaties
en de accu gaat langer mee.
De ketting moet geslepen of vervangen worden indien
u deze in het hout moet forceren, of als er bij het
zagen stof vrijkomt in plaats van spaanders.
Laat de ketting indien nodig slijpen of vervangen door
een erkende servicedealer .
Onderhoud
Indien de zaag service nodig heeft, kunt u deze naar
een erkende servicedealer brengen.
Stalling
Belangrijk: Berg de machine, het accupack
en de lader alleen op binnen het aangegeven
temperatuurbereik, zie Specicaties ( bladz. 10 ) .
Belangrijk: Als u het accupack opslaat tijdens
het laagseizoen, laad deze dan op tot 2 of 3
ledindicators groen worden op de accu. Berg de
accu niet geheel geladen of geheel ontladen op.
W anneer u de machine weer nodig hebt, laadt u
het accupack op totdat het indicatielampje links
op de lader groen oplicht of alle 4 de ledindicators
op de accu groen oplichten.
Na gebruik moet de machine van de voeding
worden afgekoppeld (d.w .z. verwijder het
accupack) en op beschadiging worden
gecontroleerd.
V erwijder al het vuil van de machine.
Sla de machine niet op terwijl het accupack
gemonteerd is.
Berg de machine, het accupack en lader op een
goed geventileerde plek, die niet bereikbaar is
voor kinderen, op.
Hou de machine, het accupack en de acculader
uit de buurt van corrosieve materialen zoals
chemische middelen voor in de tuin en straatzout.
Om het risico op ernstig lichamelijk letsel te
verkleinen mag u de accu niet buiten of in een
voertuig opbergen.
Sla de machine, het accupack en de acculader op
in een afgesloten schone, droge ruimte.
23
Problemen, oorzaak en remedie
V oer alleen de hieronder genoemde handelingen uit. Indien u het probleem zelf niet kunt oplossen moeten de
verdere inspectie, onderhoud en reparaties moeten worden uitgevoerd door een geautoriseerd servicecentrum
of een vergelijkbare specialist.
V erwijder de accu altijd uit het gereedschap wanneer u problemen oplost, het gereedschap reinigt, controleert
of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie
1. Het accupack is bijna leeg. 1. Laad het accupack op.
2. Het accupack is niet goed geplaatst. 2. V erzeker dat het accupack volledig in
het huis is geduwd.
3. Het accupack is boven of onder het
geschikte temperatuurbereik.
3. V erplaats het accupack naar een
locatie waar het droog is en de
temperatuur tussen 5 en 40 °C ligt.
4. De accu heeft een te stroomsterkte
geleverd.
4. Laat trekker los en druk deze dan weer
in.
5. De draden van de accu zijn vochtig.
5. Laat de accu drogen of maak deze
droog met een doek.
6. De kettingrem is in werking. 6. Zet de kettingrem los door deze naar
achteren te bewegen.
De kettingzaag loopt helemaal niet of loopt
niet continu.
7. Er is vervuiling onder het zijdeksel. 7. V erwijder het zijdeksel en verwijder
eventuele vervuiling.
1. De ketting zit niet goed op het
aandrijftandwiel.
1. Monteer de ketting juist en verzeker
dat de schakels goed in het
aandrijftandwiel vallen.
De kettingzaag loopt maar de ketting
beweegt niet.
2. Er is vervuiling onder het zijdeksel. 2. V erwijder het zijdeksel en verwijder
eventuele vervuiling.
De kettingrem werkt niet.
1. De kettingrem is defect.
1. Breng de kettingzaag direct naar een
erkende servicedealer .
1. De kettingspanning is onjuist. 1. Breng de ketting op de juiste spanning.
2. De ketting is bot of beschadigd.
2. V ervang de ketting.
3. De kettinggeleider is verbogen of
groeven zijn beschadigd.
3. V ervang de kettinggeleider
4. De ketting is omgekeerd gemonteerd. 4. Monteer de ketting op de juiste wijze.
De kettingzaag zaagt niet goed.
5. De ketting wordt niet goed gesmeerd.
5. Controleer het oliepeil en verzeker dat
de olie naar de ketting stroomt.
1. Het oliepeil is te laag.
1. Controleer het oliepeil.
2. De oliepoort is verstopt. 2. Maak de oliepoort schoon.
3. Er is vervuiling onder het zijdeksel. 3. V erwijder het zijdeksel en verwijder
eventuele vervuiling.
De kettingolie smeert niet goed.
4. De oliegroef of kanaal in de
kettinggeleider is verstopt.
4. Maak de kettinggeleider schoon.
1. Het accupack is boven of onder het
geschikte temperatuurbereik.
1. V erplaats het accupack naar een
locatie waar het droog is en de
temperatuur tussen 5 en 40 °C ligt.
2. De ketting is bot of beschadigd.
2. V ervang de ketting.
3. De kettinggeleider is verbogen of
groeven zijn beschadigd.
3. V ervang de kettinggeleider .
4. De machine wordt te zwaar belast. 4. V erlaag de druk bij het zagen.
Het accupack verliest snel de lading.
5. De ketting wordt niet goed gesmeerd.
5. Controleer het oliepeil en verzeker dat
de olie naar de ketting stroomt.
24
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK
T oro's gebruik van uw persoonlijke gegevens
The T oro Company (“T oro”) respecteert uw recht op privacy . W anneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u
verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk T oro bedrijf of dealer . T oro gebruikt deze informatie om te voldoen aan contractuele
verplichtingen zoals het registreren van uw garantie, het behandelen van uw garantieclaim of om contact met u op te nemen in het geval van
terugroepacties – en voor legitieme zakelijke doeleinden – zoals klanttevredenheid meten, onze producten verbeteren of u productinformatie verschaf fen
die van belang kan zijn. T oro kan uw informatie delen met onze dochterondernemingen, distributeurs of andere zakenpartners in verband met deze
activiteiten. W e kunnen ook persoonlijke informatie vrijgeven van rechtswege of in verband met de verkoop, aankoop of fusie van een bedrijf. W e
verkopen uw persoonsgegevens nooit aan andere bedrijven voor marketingdoeleinden.
Hoe uw persoonlijke informatie bewaard wordt
T oro bewaart uw persoonlijke informatie zolang deze relevant is voor de bovengenoemde doeleinden en in overeenstemming is met de wettelijke
vereisten. Gelieve contact op te nemen via [email protected] voor meer informatie over de bewaarperiodes die van toepassing zijn.
T oro's engagement inzake veiligheid
Uw persoonlijke informatie kan behandeld worden in de VS of een ander land dat mogelijk soepelere databeschermingswetten heeft dan het land waar
u verblijft. Indien we uw informatie overdragen naar een ander land dan het land waar u verblijft, nemen wij de wettelijk verplichte maatregelen om
ervoor te zorgen dat de informatie op gepaste wijze wordt beschermd en veilig wordt behandeld.
T oegang en correctie
U hebt het recht om uw persoonlijke gegevens te corrigeren of te raadplegen, of zich te verzetten tegen de verwerking van uw gegevens of deze te
beperken. Om deze rechten uit te oefenen, gelieve een e - mail te sturen naar [email protected]. Als u zich zorgen maakt over de manier waarop T oro uw
informatie heeft behandeld, vragen wij u om deze direct ten aanzien van ons te uiten. Europese burgers hebben het recht om een klacht in te dienen
bij hun gegevensbeschermingsautoriteit.
374 - 0282 Rev C
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Toro Cordless Battery Chainsaw Flex-Force Power System 60V MAX* 51845T Handleiding

Type
Handleiding