Nederlands-63
Nederlands
Geen beeld
• Designaalkabelmoetgoedenvolledigzijnaangeslotenop
de poort van de grafische kaart/computer.
• Zorgervoordatdevideokaartcorrectindecomputeris
geplaatst.
•
Controleer of de aan/uit-knop zich in de stand AAN bevindt.
• Deaan/uit-schakelaarvandemonitorendievande
computer dienen AAN te staan.
• Controleer of op de videokaart of het systeem wel degelijk
een ondersteunde resolutie is geselecteerd. Als u twijfelt,
raadpleegt u de gebruikershandleiding van de videokaart of
het systeem om de resolutie te wijzigen.
• Controleerofdemonitorenvideokaartcompatibelzijnen
voldoen aan de aanbevolen signaaltimings.
• Controleerofdeconnectorvandesignaalkabelgeen
gebogen of ingedrukte pinnen heeft.
•
De monitor schakelt na de ingestelde tijd automatisch over op
stand-by als het videosignaal verloren is gegaan. Druk op de
aan-uitknop op de afstandsbediening of de monitor.
• ControleerdeinstellingenvoorDVIMODE(DVI-modus)
wanneer een dvd-speler of computerapparatuur wordt
aangesloten op de DVI-ingang.
•
Als u tijdens het opstarten van de computer de signaalkabel
losmaakt, worden de afbeeldingen niet weergegeven. Zet
de monitor en de computer uit en verbindt de signaalkabel
opnieuw. Zet vervolgens de computer en de monitor weer aan.
• ControleerdeinstellingOPTIONPOWER(Optievoeding)
wanneer u accessoires van de optionele kaart gebruikt.
Sneeuw, zwart scherm met DVI-ingang
• Controleer de instelling voor DVI MODE (DVI-modus) als een
dvd-speler of computerapparatuur wordt aangesloten op de
DVI-ingang.
De aan/uit-knop reageert niet
• Haaldestekkervandevoedingskabelvandemonitoruithet
stopcontact om de monitor uit te schakelen en opnieuw de
fabrieksinstellingen te laden.
• Controleerdestandvandeaan/uit-knopopdemonitor.
Ingebrand beeld
• Bijlcd-technologiekaneenfenomeenoptredendat
“inbranding” wordt genoemd. Van inbranding of ingebrand
beeld is sprake wanneer een “schaduw” van een vorig beeld
op het scherm zichtbaar blijft. In tegenstelling tot CRT-
monitoren is een inbranding op een lcd-monitor niet van
blijvende aard, maar de weergave van niet-veranderende
beelden gedurende langere tijd moet worden vermeden.
Om inbranding tegen te gaan, zet u de monitor met de
afstandsbediening in de stand-bystand of zet u de monitor
uit gedurende dezelfde tijd als de vorige afbeelding werd
weergegeven. Als een beeld bijvoorbeeld gedurende één
uur wordt weergegeven en het echobeeld van dat beeld
achterblijft, schakelt u de monitor gedurende één uur in de
stand-bystand of volledig uit om het ingebrande beeld te
wissen.
OPMERKING: Zoals bij alle andere persoonlijke
weergaveapparaten raadt NEC DISPLAY
SOLUTIONS u aan regelmatig gebruik
te maken van bewegende beelden, een
bewegende schermbeveiliging wanneer het
scherm inactief is of de monitor in de stand-
bystand te zetten of uit te schakelen als u deze
niet gebruikt.
Het beeld knippert
•
Als u een signaalversterker, signaalverdelen of een lange kabel
gebruikt, kan dit enige tijd een ongelijkmatig beeld of knipperen
veroorzaken. Sluit in dat geval de kabel rechtstreeks op de
monitor aan zonder een versterker of verdeler te gebruiken, of
vervang de kabel door een van betere kwaliteit. Bij het gebruik
van een tweeaderige verlengsnoer kunnen ongelijkmatige
beelden ontstaan, afhankelijk van de omgeving waarin de
monitor zich bevindt of de kabel die u gebruikt. Vraag de
leverancier om meer informatie.
• SommigeHDMI-kabelskunneneenfoutiefbeeld
veroorzaken. Als de ingangsresolutie 1920 x 2160,
3840 x 2160 of 4096 x 2160 is, gebruik dan een HDMI-kabel
die is goedgekeurd voor een resolutie van 4000.
Het beeld is onstabiel, onscherp of er zijn golven op het scherm
• Designaalkabelmoetgoedenvolledigzijnaangeslotenop
de poort van de computer.
• GebruikdeOSD-bedieningselementenvanImageAdjust
(Beeld aanpassen) om het beeld scherp te stellen en pas
het beeld aan door middel van fijnafstelling. Wanneer u van
weergavemodus verandert, dient u de instellingen van LCD
ADJUST (Lcd aanpassen) mogelijk opnieuw aan te passen.
• Controleerofdemonitorenvideokaartcompatibelzijnen
voldoen aan de aanbevolen signaaltimings.
• Als de tekst als een reeks betekenisloze tekens verschijnt,
stelt u de beeldmodus in op non-interlaced en gebruikt u een
beeldverversingsfrequentie van 60 Hz.
• Het beeld kan vervormd raken wanneer u de monitor
inschakelt of de instellingen wijzigt.
Het beeld van componentsignaal is enigszins groen
• Controleer of de VGA (YPbPr)-ingangsconnector is
geselecteerd.
Het lampje van de monitor brandt niet (geen blauwe of
rode kleur zichtbaar)
• Dehoofdschakelaarmoetzijningeschakeld(On-Aan)ende
voedingskabel moet zijn aangesloten.
• Controleer of de computer niet op een
energiebesparingsmodus is ingesteld. (Druk hiervoor op
een toets op het toetsenbord of verschuif de muis.)
• ControleerindeOSDofdeoptievoordestroomindicatoris
ingesteld op ON (Aan).
De led-kleuren knipperen of branden (behalve blauw)
• Er kan een fout zijn opgetreden. Neem contact op met de
leverancier.
• Alsdemonitorwordtuitgeschakelddoordatdeinterne
temperatuur hoger is dan de normale bedrijfstemperatuur,
knippert de led zesmaal groen, oranje of rood. Schakel de
monitor weer in nadat u hebt gecontroleerd of de interne
temperatuur is gedaald tot de normale bedrijfstemperatuur.
• De monitor bevindt zich mogelijk in de stand-bystand.
Druk op de aan-uitknop op de afstandsbediening of druk op
de aan-uitknop van de monitor.
Het beeld wordt niet juist weergegeven
•
Gebruik de OSD-besturingselementen van Image Adjust (Beeld
aanpassen) om de afmetingen van het beeld te wijzigen.
• Controleer of op de videokaart of het systeem wel degelijk
een ondersteunde resolutie is geselecteerd.
Raadpleeg bij twijfel de gebruikershandleiding van de
videokaart of het systeem als u de resolutie wilt wijzigen.
De geselecteerde resolutie wordt niet goed weergegeven
• Gebruik het OSD om het menu Information (Informatie) te
openen en controleer of de juiste resolutie is geselecteerd.
Als dat niet het geval is, selecteert u de juiste resolutie.
Problemen oplossen