Indesit IWDD 6145 (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding
25
NL
Nederlands
! Dit symbool herinnert u eraan om deze gebruikshan-
dleiding te lezen.
Inhoud
Installatie, 26-27
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Onderhoud en verzorging, 28
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de Wasdroogmachine
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Voorzorgsmaatregelen en advies, 29
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Beschrijving van de Wasdroogmachine en starten
van een programma, 30-31
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Programma’s, 32
Programmatabel
Persoonlijke instellingen, 33
Instellen van de temperatuur
Instellen van het drogen
Functies
Wasmiddelen en wasgoed, 34
Wasmiddelbakje
Voorbereiden van het wasgoed
Bijzondere kledingstukken
Balanceersysteem van de lading
Storingen en oplossingen, 35
Service, 36
NL
IWDD 6145
Gebruiksaanwijzing
WASDROOGMACHINE
26
NL
Installatie
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor
latere raadpleging. In het geval u het apparaat verko-
opt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasdroog-
machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de fun-
cties en betreffende raadgevingen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt
er belangrijke informatie betreffende installatie,
gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasdroogmachine uitpakken.
2. Controleer of de wasdroogmachine geen
schade heeft geleden gedurende het vervoer.
Indien dit wel het geval is moet hij niet worden
aangesloten en moet u contact opnemen met
de handelaar.
3. Ve rwi jd e r de 4
schroeven die het ap-
paraat beschermen
tijdens het vervoer en
de rubberen ring met
bijbehorende afstan-
dsleider die zich aan de
achterkant bevinden
(zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde
plastic doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasdro-
ogmachine ooit worden vervoerd, dan moeten
deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasdroogmachine op een rechte
en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen
een muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet vol-
ledig horizontaal is kunt
u de onregelmatigheid
opheffen door de stel-
voetjes aan de voor-
kant losser of vaster te
schroeven (zie afbeel-
ding); de inclinatiehoek,
gemeten ten opzichte
van het werkvlak, mag
de 2° niet overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine sta-
biliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich
verplaatsen van de automaat tijdens de werking.
In het geval van vloerbedekking of een tapijt
regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de
wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische aanslu-
itingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis
aan op de koudwater-
kraan met een mondstuk
met schroefdraad van
3/4 gas (zie afbeelding).
Voordat u de wasdroog-
machine aansluit moet
u het water laten lopen
totdat het helder is.
2. Verbind de waterto-
evoerbuis aan de wa-
sdroogmachine door
hem op de betreffen-
de watertoevoer te
schroeven, rechtsbo-
ven aan de achterkant
(zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in
de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen
de waarden van de tabel Technische Gegevens
bevinden (zie bladzijde hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u
zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of
een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden
geleverd.
27
NL
65 - 100 cm
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zon-
der hem te buigen,
aan een afvoerleiding
of aan een afvoer in
de muur tussen de
65 en 100 cm van de
grond
af of hang hem aan
de rand van een
wasbak of badkuip,
en bind de bijgele-
verde steun aan de
kraan (zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; in-
dien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk
dezelfde doorsnede hebben als de oorspronke-
lijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt
moet u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
wasdroogmachine kan dragen, zoals aangegeven
in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de waarden
die zijn aangegeven in de tabel Technische
Gegevens (zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker van
de wasdroogmachine. Indien dit niet zo is moet
de stekker of het stopcontact vervangen worden.
! De wasdroogmachine mag niet buitenshuis
worden geïnstalleerd, ook niet op een be-
schutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem
aan regen en onweer bloot te stellen.
! Als de wasdroogmachine is geïnstalleerd moet
het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevo-
egde i nstallateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld wanneer deze normen niet
worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasdroogmachi-
ne in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit
te voeren met wasmiddel maar zonder wasgo-
ed, op het programma 2.
Technische gegevens
Model
IWDD 6145
Afmetingen
breedte 59,5 cm
hoogte 85 cm
diepte 53,5 cm
Laadcapaci-
teit
van 1 tot 6 kg voor het wassen
van 1 tot 5 kg voor het drogen
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de tech-
nische eigenschappen dat op
het apparaat is bevestigd
Hydraulische
aansluitin-
gen
maximale druk 1 MPa
(10 bar)
minimale druk 0,05 MPa
(0,5 bar)
inhoud trommel 52 liter
Centrifuge-
toerental
tot 1400 toeren per minuut
Controlepro-
gramma’s
volgens
regeling EN
50229
Wassen: programma 2;
temperatuur 60°C; uitgevo-
erd met een lading van 6 kg.
Drogen: eerste droging
uitgevoerd met
1 kg lading en de DROOG-
knop op 60 min.;
tweede droging uitgevo-
erd met 5 kg lading en de
DROOG-knop op .
Deze apparatuur voldoet
aan de volgende EU voor-
schriften:
- 2004/108/CE (Elektroma-
gnetische Compatibiliteit)
- 2012/19/EU - WEEE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
28
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hier-
mee beperkt u slijtage van de waterinstallatie
van de wasmachine en voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasdroogmachine gaat schoonmaken en
gedurende onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasdroogmachi-
ne
De buitenkant en de rubberen onderdelen
kunnen met een spons en een lauw sopje
worden schoongemaakt. Gebruik nooit schu-
urmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het bakje
door het op te lichten
en naar voren te trek-
ken (zie afbeelding).
Was het onder stro-
mend water. Dit moet
u regelmatig doen.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare
luchtjes te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasdroogmachine is voorzien van een zel-
freinigende pomp en hoeft dus niet te worden
onderhouden. Het kan echter gebeuren dat
kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het vo-
orvakje dat de pomp beschermt en zich aan de
onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en
haal de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. v e r w i j d e r h e t
a f d e k p a n e e l a a n
de voorkant van de
w a s d r o o g m a c h i -
ne met behulp van
een schroevendraaier
(zie afbeelding);
2. draai het deksel
eraf, tegen de klok in
(zie afbeelding): het
is normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes
goed bevestigd in de juiste openingen, voordat
u het paneel tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang
van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren
in zitten moet hij vervangen worden: gedurende
het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts
breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
29
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8 jaar
en ouder, door personen met een beperkt licha-
melijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of met
onvoldoende ervaring of kennis worden gebruikt,
mits ze worden begeleid, of wanneer zij toereikende
instructies hebben gekregen betreffende het veilige
gebruik van het apparaat en mits zij op de hoogte
zijn van de betreffende gevaren. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen. Onderhoud en reini-
ging mogen niet door kinderen zonder supervisie
worden uitgevoerd.
- Geen ongewassen kledingstukken drogen.
- Kleding die bevuild is met stoffen zoals
kookolie, aceton, alcohol, benzine, kirosi-
ne, vlekkenverwijderaar, terpentine, was en
stoffen om was te verwijderen moet met
een grotere hoeveelheid wasmiddel in warm
water gewassen worden alvorens de kleding
in de wasdroger te drogen.
- Voorwerpen zoals schuimrubber, douche-
mutsen, waterdichte stoffen, artikelen met
een rubberen kant en kleding of kussens die
onderdelen van schuimrubber bevatten mo-
gen niet in de wasdroger gedroogd worden.
- Wasverzachter en gelijksoortige producten
moeten overeenkmostig de instructies van
de fabrikant gebruikt worden.
- Het laatste deel van een droogcyclus wordt
uitgevoerd zonder warmte (koelcyclus) om te
zorgen dat de artikelen niet beschadigd worden.
LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het
droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel
al het wasgoed uit de droger halen en het wa-
sgoed ophangen om het snel te laten drogen.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer
te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een
ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd
worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mecha-
nismen van de wasdroogmachine te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine
komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit
nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
De glazen ruit wordt warm gedurende het drogen.
Droog geen wasgoed dat met ontvlambare
oplosmiddelen is gewassen (b.v. trieline).
Droog geen schuimrubber of elastomeren of
kledingstukken met rubberen opschriften e.d.
Controleer dat gedurende het drogen de waterkraan open is.
• Kinderen van 3 jaar of minder mogen niet
dicht bij de droger komen, tenzij onder con-
stant toezicht.
Verwijder alle voorwerpen, zoals aanstekers
en lucifers, uit de zakken.
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan
worden.
De Europese Richtlijn 2012/19/EU - WEEE over Vernieti-
ging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist
dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude
apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren
en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te
reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcon-
tainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting,
dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart
moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact
opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over
de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
30
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets ON/OFF: voor het in- en uitschakelen van de Wa-
sdroogmachine.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de program-
ma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte-
ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van
de gekozen functie zal aanblijven.
TEMPERATUURKNOP: voor het instellen van de tempe-
ratuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”).
DROOGKNOP: voor het instellen van de gewenste dro-
ging (zie “Persoonlijke Instellingen”).
DISPLAY: om de duur van de beschikbare programma’s
te tonen en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot
aan het einde van de wascyclus. Indien een UITGESTELDE
START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan
de start van het geselecteerde wasprogramma.
Toets UITGESTELDE START : druk om een uitge-
stelde start voor het gekozen programma in te stellen; het
uitstel wordt op de display aangegeven.
Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het vol-
gen van het verloop van het wasprogramma.
Het controlelampje geeft de lopende fase weer.
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de
deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
Toets met controlelampje START/PAUSE: om program-
ma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken.
N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op
deze toets. Het oranje licht van het betreffende controle-
lampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopen-
de fase vast aan zal blijven staan. Als het controlelampje
DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen
(wacht circa 3 minuten).
Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze
toets.
Stand- by modus
Deze Wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kort op de ON-OFF toets en wacht tot de Wasdroogma-
chine weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 0,5 W
Gebruik in Left-on: 8 W
Beschrijving van de Wasdroogmachine
en starten van een programma
Controlelampjes
VOORTGANG
CYCLUS
Toets met
controlelampje
START/
PAUSE
Bedieningspaneel
Wasmiddelbakje
DISPLAY
ON/OFF
toets
PROGRAMMAKNOP
TEMPERATUUR
KNOP
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
Controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD
Toets
UITGESTELDE
START
DROOGKNOP
31
NL
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven informatie over:
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en
gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te
tonen op welk punt de cyclus is:
N.B.: aan het einde van de droogcyclus dient u de DROO-
GKNOP weer terug te brengen op de stand “0”.
Functietoetsen en betreffende controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controle-
lampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het
ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje
knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. Als de
geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die
daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder
geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de
tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje van
de geactiveerde functie zal aangaan.
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is
geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk wordt
geopend. Om het deurtje te openen moet u wachten tot
het controlelampje uitgaat (wacht circa 3 minuten). Om de
deur te openen tijdens de wascyclus drukt u op de knop
START/PAUSE; als het controlelampje DEUR GEBLOKKE-
ERD uit is, kunt u het deurtje openen.
Een programma starten
1. Schakel de Wasdroogmachine in met de ON/OFF toets. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan en gaan dan
weer uit en het controlelampje START/PAUSE knippert.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”).
5. Stel indien nodig het drogen in (zie “Persoonlijke instellingen”).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUSE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht
vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de Wasdroogmachine op pauze door op de START/PAUSE toets te
drukken en een nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje aan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD
uitgaat, kunt u het deurtje openen (wacht circa 3 minuten). Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat
de trommel kan drogen. Schakel de Wasdroogmachine uit in met de ON/OFF toets.
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge/ Waterafvoer
Drogen
Einde hoofdwas
32
NL
Speciale programma’s
Sport Licht (programma 9) is ontwikkeld voor het wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken,
enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die
staat aangegeven in de “Programmatabel”. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die
voldoende is voor een halve lading.
Sport Schoenen (programma 10) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit
meer dan 2 paar tegelijk te wassen.
Was & Droog (programma 13) is bedoeld voor het snel wassen en drogen van niet zo vuil wasgoed. Als u deze cyclus selec-
teert kunt u tot aan 0,5 kg wasgoed wassen en drogen, in slechts 35 minuten. Gebruik voor de beste resultaten een vloeiba-
ar wasmiddel. Behandel manchetten, kragen en vlekken eerst voor met een speciaal product.
Programma’s
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de regeling EN 50229: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
Programmatabel
Programma’s
Beschrijving van het Programma
Maximale
Temp
(°C)
Maximaal
toerental
(toeren per
minuut)
Drogen
Wasmiddel
Maximale
lading
(kg)
Duur
cyclus
Voorwas Wassen
Wasver-
zachter
Dagelijkse
U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren.
1
Katoen met voorwas: Zeer vuile witte was.
90° 1400
6
2
Katoen: Zeer vuile witte was.
90° 1400
-
6
2
Katoen (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1400
-
6
2
Katoen (2): Niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1400
-
6
3
Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1400
-
6
4
Bonte Katoen: Niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1400
-
6
5
Synthetisch resistente stof: zeer vuile kleurvaste bonte was.
60° 800
-
3
Speciaal
6
Wol: voor wol, kasjmier, etc.
40° 800 - -
1,5
7
Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie.
30° 0 - -
1
8 Jeans
40° 800
-
3
9 Sport Licht
30° 600 - -
3
10 Sport Schoenen
30° 600 - -
Max.
2 paar.
Drogen
11 Katoen
- -
- - - 5
12 Synthetisch
- -
- - - 3
13 Was & Droog
30° 1400
-
0,5
Delprogramma's
Spoelen
- 1400
- -
6
Centrifugeren
- 1400
- - - 6
Afpompen
- 0 - - - - 6
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden.
De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de
hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
33
NL
Instellen van de temperatuur
Door aan de TEMPERATUURKNOP te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ).
De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma.
Instellen van het drogen
Door aan de DROOGKNOP te draaien stelt u het gewenste soort drogen in. Er zijn twee mogelijkheden:
A - Op tijdsbasis: van 40 tot 180 minuten.
B - Op basis van de vochtigheidsgraad van het gedroogde wasgoed:
Strijkdroog : enigszins vochtig wasgoed, makkelijk te strijken.
Hanger : wasgoed dat droog genoeg is om te worden opgehangen.
Kastdroog : zeer droog wasgoed, aangeraden voor handdoeken en badjassen.
Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor wassen en drogen meer is dan het toegestane maximum
(zie Tabel droogtijden), dan voert u eerst het wassen uit. Aan het einde hiervan verdeelt u de lading en laadt u één gedeelte in
de trommel. Volg nu de aanwijzingen voor het uitvoeren van “Alleen drogen”.
Doe hetzelfde met de rest van de lading. Aan het einde van de droogcyclus wordt altijd een afkoeltijd ingezet.
Alleen drogen
Draai de PROGRAMMAKNOP naar een van de droogstanden (11-12), aan de hand van het soort stof, en kies vervolgens de
gewenste droogcyclus met de DROOGKNOP.
Functies
De verschillende functies van de Wasdroogmachine zorgen voor de door u gewenste schone en witte was.
Voor het activeren van de functies:
1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
N.B.:
- Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje knipperen en
zal de functie niet worden geactiveerd.
- Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de
eerder geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de
geactiveerde functie zal aangaan.
Uitgestelde Start
Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u op de betreffendetoetstotdat u de gewenste vertrag-
ing heeft bereikt. Wanneer deze optie geactiveerd is, wordt op de display het symbool verlicht. Om de uitgestelde start te
verwijderen drukt u op de toets totdat op het display de tekst “OFF” verschijnt.
Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging, de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor een
beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch wasgoed (zie “Programmatabel”). Met “ ” kunt u wassen in
een kortere tijd en kunt u water en energie besparen. We raden u aan een hoeveelheid vloeibaar wasmiddel te gebruiken die
voldoet voor een halve lading.
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze
optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
Persoonlijke instellingen
34
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wa-
smiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het
wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de Wasdroogmachine
zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de
voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer
dan 60°C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt in:
bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas
(poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het
bakje worden gegoten.
bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Bijzondere kledingstukken
Wol: met het programma 6 is het mogelijk alle wollen
kledingstukken in de Wasdroogmachine te wassen, ook
die met het etiket “alleen handwas” . Voor de beste
resultaten dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en
nooit de 1,5 kg wasgoed te overschrijden.
1
2
3
Zijde: gebruik het speciale programma 7 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgelever-
de zak. Gebruik het programma 7.
Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u
ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het
programma 8.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de Wasdroogmachine de centrifuge op
een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als
de lading zeer uit balans is zal de Wasdroogmachine een
verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde
een betere distributie van de waslading en een juiste
balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote
kledingstukken te mengen.
35
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de Wasdroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u
controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De Wasdroogmachine gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De Wasdroogmachine heeft geen
watertoevoer (het controlelampje
van de eerste wasfase knippert
snel).
De Wasdroogmachine blijft water
aan- en afvoeren.
De Wasdroogmachine voert het wa-
ter niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De Wasdroogmachine lekt.
De controlelampjes van de “Fun-
ctiesen het controlelampje
“START/PAUSE” gaan knipperen, en
een van de controlelampjes van de
“lopende fase” en van “deur geblok-
keerdblijven vast aanstaan.
Er ontstaat teveel schuim.
De wasdroogmachine droogt niet.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De ON/OFF toets is niet ingedrukt.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”).
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd
(zie “Installatie”).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraa-
ien, de Wasdroogmachine uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van
de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem
voordoen, waarbij de Wasdroogmachine voortdurend water aan- en afvoert. Om deze
storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de
hand worden gestart (zie “Starten en Programma’s”).
De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie).
De Wasdroogmachine staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De Wasdroogmachine staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de Wasdroogmachine uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor Wasdroog-
machine”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken om con-
tact te maken.
Er is geen stroom.
De deur is niet goed dicht.
De uitgestelde start is ingesteld.
De “DROOGKNOP” staat op “0”.
36
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op
het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N);
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de Wasdroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje
opendoet.
195126095.00
07/2014 - Xerox Fabriano
Indesit Company Spa
Viale Aristide Merloni, 47
60044 Fabriano (AN)
Italy
www.indesit.com

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASDROOGMACHINE ! Dit symbool herinnert u eraan om deze gebruikshandleiding te lezen. NL Nederlands Inhoud Installatie, 26-27 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Onderhoud en verzorging, 28 IWDD 6145 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de Wasdroogmachine Reinigen van het wasmiddelbakje Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controleren van de buis van de watertoevoer Voorzorgsmaatregelen en advies, 29 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Beschrijving van de Wasdroogmachine en starten van een programma, 30-31 Bedieningspaneel Controlelampjes Een programma starten Programma’s, 32 Programmatabel Persoonlijke instellingen, 33 Instellen van de temperatuur Instellen van het drogen Functies Wasmiddelen en wasgoed, 34 Wasmiddelbakje Voorbereiden van het wasgoed Bijzondere kledingstukken Balanceersysteem van de lading Storingen en oplossingen, 35 Service, 36 25 NL Installatie NL ! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasdroogmachine blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen. ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Uitpakken en waterpas zetten Uitpakken 1. De wasdroogmachine uitpakken. 2. Controleer of de wasdroogmachine geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3 . Ve r w i j d e r d e 4 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasdroogmachine ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Waterpas zetten 1. Installeer de wasdroogmachine op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser of vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. 26 Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. Hydraulische en elektrische aansluitingen Aansluiting van de watertoevoerbuis 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasdroogmachine aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasdroogmachine door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn. ! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast). ! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. ! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond ! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde i nstallateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Eerste wascyclus af of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. ! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasdroogmachine kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasdroogmachine. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden. ! De wasdroogmachine mag niet buitenshuis worden geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen. ! Als de wasdroogmachine is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. Na de installatie en voor u de wasdroogmachine in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2. Technische gegevens Model IWDD 6145 breedte 59,5 cm hoogte 85 cm diepte 53,5 cm Laadcapaci- van 1 tot 6 kg voor het wassen teit van 1 tot 5 kg voor het drogen zie het typeplaatje met de techElektrische aansluitingen nische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd maximale druk 1 MPa Hydraulische (10 bar) aansluitinminimale druk 0,05 MPa gen (0,5 bar) inhoud trommel 52 liter Centrifugetot 1400 toeren per minuut toerental Afmetingen Controleprogramma’s volgens regeling EN 50229 Wassen: programma 2; temperatuur 60°C; uitgevoerd met een lading van 6 kg. Drogen: eerste droging uitgevoerd met 1 kg lading en de DROOGknop op 60 min.; tweede droging uitgevoerd met 5 kg lading en de DROOG-knop op . Deze apparatuur voldoet aan de volgende EU voorschriften: - 2004/108/CE (Elektromagnetische Compatibiliteit) - 2012/19/EU - WEEE - 2006/95/CE (Laagspanning) ! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. 27 NL Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom Reinigen van de pomp • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. De wasdroogmachine is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasdroogmachine gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasdroogmachine De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. Reinigen van het wasmiddelbakje Verwijder het bakje door het op te lichten en naar voren te trekken (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen. ! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact. Toegang tot het voorvakje: 1. v e r w i j d e r h e t afdekpaneel aan de voorkant van de wasdroogmachine met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding); 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. 28 Voorzorgsmaatregelen en advies ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasdroogmachine te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. Algemene veiligheid • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8 jaar en ouder, door personen met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of met onvoldoende ervaring of kennis worden gebruikt, mits ze worden begeleid, of wanneer zij toereikende instructies hebben gekregen betreffende het veilige gebruik van het apparaat en mits zij op de hoogte zijn van de betreffende gevaren. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Onderhoud en reiniging mogen niet door kinderen zonder supervisie worden uitgevoerd. - Geen ongewassen kledingstukken drogen. - Kleding die bevuild is met stoffen zoals kookolie, aceton, alcohol, benzine, kirosine, vlekkenverwijderaar, terpentine, was en stoffen om was te verwijderen moet met een grotere hoeveelheid wasmiddel in warm water gewassen worden alvorens de kleding in de wasdroger te drogen. - Voorwerpen zoals schuimrubber, douchemutsen, waterdichte stoffen, artikelen met een rubberen kant en kleding of kussens die onderdelen van schuimrubber bevatten mogen niet in de wasdroger gedroogd worden. - Wasverzachter en gelijksoortige producten moeten overeenkmostig de instructies van de fabrikant gebruikt worden. - Het laatste deel van een droogcyclus wordt uitgevoerd zonder warmte (koelcyclus) om te zorgen dat de artikelen niet beschadigd worden. LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel al het wasgoed uit de droger halen en het wasgoed ophangen om het snel te laten drogen. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. • De glazen ruit wordt warm gedurende het drogen. • Droog geen wasgoed dat met ontvlambare oplosmiddelen is gewassen (b.v. trieline). • Droog geen schuimrubber of elastomeren of kledingstukken met rubberen opschriften e.d. • Controleer dat gedurende het drogen de waterkraan open is. • Kinderen van 3 jaar of minder mogen niet dicht bij de droger komen, tenzij onder constant toezicht. • Verwijder alle voorwerpen, zoals aanstekers en lucifers, uit de zakken. Afvalverwijdering • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2012/19/EU - WEEE over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. 29 NL Beschrijving van de Wasdroogmachine en starten van een programma NL Bedieningspaneel Controlelampjes Toets UITGESTELDE START ON/OFF toets DISPLAY Toetsen met controlelampjes FUNCTIE TEMPERATUUR KNOP Wasmiddelbakje PROGRAMMAKNOP VOORTGANG CYCLUS Toets met controlelampje START/ PAUSE Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD DROOGKNOP Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast). Toets ON/OFF: voor het in- en uitschakelen van de Wasdroogmachine. Toets met controlelampje START/PAUSE: om programma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken. N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op deze toets. Het oranje licht van het betreffende controlelampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopende fase vast aan zal blijven staan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen (wacht circa 3 minuten). Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze toets. PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de programma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan. Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecteren van de beschikbare functies. Het controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven. TEMPERATUURKNOP: voor het instellen van de temperatuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”). DROOGKNOP: voor het instellen van de gewenste droging (zie “Persoonlijke Instellingen”). DISPLAY: om de duur van de beschikbare programma’s te tonen en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot aan het einde van de wascyclus. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde wasprogramma. Toets UITGESTELDE START : druk om een uitgestelde start voor het gekozen programma in te stellen; het uitstel wordt op de display aangegeven. Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het volgen van het verloop van het wasprogramma. Het controlelampje geeft de lopende fase weer. 30 Stand- by modus Deze Wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON-OFF toets en wacht tot de Wasdroogmachine weer aangaat. Gebruik in off-mode: 0,5 W Gebruik in Left-on: 8 W Controlelampjes De controlelampjes geven belangrijke informatie. Ze geven informatie over: Controlelampjes lopende fase Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te tonen op welk punt de cyclus is: Hoofdwas Controlelampje deur geblokkeerd: Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk wordt geopend. Om het deurtje te openen moet u wachten tot het controlelampje uitgaat (wacht circa 3 minuten). Om de deur te openen tijdens de wascyclus drukt u op de knop START/PAUSE; als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen. Spoelen Centrifuge/ Waterafvoer Drogen Einde hoofdwas N.B.: aan het einde van de droogcyclus dient u de DROOGKNOP weer terug te brengen op de stand “0”. Functietoetsen en betreffende controlelampjes Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controlelampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan. Een programma starten 1. Schakel de Wasdroogmachine in met de ON/OFF toets. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan en gaan dan weer uit en het controlelampje START/PAUSE knippert. 2. Laad het wasgoed in en sluit de deur. 3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP. 4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”). 5. Stel indien nodig het drogen in (zie “Persoonlijke instellingen”). 6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). 7. Selecteer de gewenste functies. 8. Start het programma door op de START/PAUSE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de Wasdroogmachine op pauze door op de START/PAUSE toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen. 9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje aan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uitgaat, kunt u het deurtje openen (wacht circa 3 minuten). Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de trommel kan drogen. Schakel de Wasdroogmachine uit in met de ON/OFF toets. 31 NL Programma’s Programmatabel Programma’s NL Beschrijving van het Programma Maximaal Wasmiddel Maximale Maximale toerental Duur Temp Drogen lading (toeren per cyclus Wasver(°C) (kg) Voorwas Wassen minuut) zachter Dagelijkse 1400 1400 1400 1400 1400 1400 800         -               6 6 6 6 6 6 3 9 Sport Licht 40° 30° 40° 30° 800 0 800 600  - -         1,5 1 3 3 10 Sport Schoenen 30° 600 - -   Max. 2 paar. 30° 1400    -   5 3 0,5 - 1400 1400 0   - - -  - 6 6 6 2 Katoen: Zeer vuile witte was. 2 Katoen (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 2 Katoen (2): Niet zo vuile witte en bonte was. 3 Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 4 Bonte Katoen: Niet zo vuile witte en bonte was. 5 Synthetisch resistente stof: zeer vuile kleurvaste bonte was. Speciaal 6 Wol: voor wol, kasjmier, etc. 7 Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. 8 Jeans Drogen 11 Katoen 12 Synthetisch 13 Was & Droog Delprogramma's Spoelen Centrifugeren Afpompen U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren. 90° 90° 60° 40° 60° 40° 60° 1 Katoen met voorwas: Zeer vuile witte was. De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties. Voor alle Test Institutes: 1) Controleprogramma volgens de regeling EN 50229: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C. 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C. Speciale programma’s Sport Licht (programma 9) is ontwikkeld voor het wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die voldoende is voor een halve lading. Sport Schoenen (programma 10) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen. Was & Droog (programma 13) is bedoeld voor het snel wassen en drogen van niet zo vuil wasgoed. Als u deze cyclus selecteert kunt u tot aan 0,5 kg wasgoed wassen en drogen, in slechts 35 minuten. Gebruik voor de beste resultaten een vloeibaar wasmiddel. Behandel manchetten, kragen en vlekken eerst voor met een speciaal product. 32 Persoonlijke instellingen Instellen van de temperatuur NL Door aan de TEMPERATUURKNOP te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel). De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ). De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma. Instellen van het drogen Door aan de DROOGKNOP te draaien stelt u het gewenste soort drogen in. Er zijn twee mogelijkheden: A - Op tijdsbasis: van 40 tot 180 minuten. B - Op basis van de vochtigheidsgraad van het gedroogde wasgoed: Strijkdroog : enigszins vochtig wasgoed, makkelijk te strijken. Hanger : wasgoed dat droog genoeg is om te worden opgehangen. Kastdroog : zeer droog wasgoed, aangeraden voor handdoeken en badjassen. Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor wassen en drogen meer is dan het toegestane maximum (zie Tabel droogtijden), dan voert u eerst het wassen uit. Aan het einde hiervan verdeelt u de lading en laadt u één gedeelte in de trommel. Volg nu de aanwijzingen voor het uitvoeren van “Alleen drogen”. Doe hetzelfde met de rest van de lading. Aan het einde van de droogcyclus wordt altijd een afkoeltijd ingezet. Alleen drogen Draai de PROGRAMMAKNOP naar een van de droogstanden (11-12), aan de hand van het soort stof, en kies vervolgens de gewenste droogcyclus met de DROOGKNOP. Functies De verschillende functies van de Wasdroogmachine zorgen voor de door u gewenste schone en witte was. Voor het activeren van de functies: 1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort; 2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is. N.B.: - Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. - Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan. Uitgestelde Start Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u op de betreffendetoetstotdat u de gewenste vertraging heeft bereikt. Wanneer deze optie geactiveerd is, wordt op de display het symbool verlicht. Om de uitgestelde start te verwijderen drukt u op de toets totdat op het display de tekst “OFF” verschijnt. Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging, de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor een beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch wasgoed (zie “Programmatabel”). Met “ ” kunt u wassen in een kortere tijd en kunt u water en energie besparen. We raden u aan een hoeveelheid vloeibaar wasmiddel te gebruiken die voldoet voor een halve lading. Extra Spoelen Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid. 33 Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje te veel schuim vormen. Zijde: gebruik het speciale programma 7 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgeleverde zak. Gebruik het programma 7. Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het programma 8. ! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de Balanceersysteem van de lading voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer dan 60°C. Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de Wasdroogmachine de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de Wasdroogmachine een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de Wasdroogmachine zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die ! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de wasversterker er als volgt in: 1 2 3 bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder) bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje worden gegoten. bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen. Voorbereiden van het wasgoed • • • Verdeel het wasgoed volgens: het soort stof / het symbool op het etiket. de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. Leeg de zakken en controleer de knopen. Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”. Hoeveel weegt wasgoed? 1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g. Bijzondere kledingstukken Wol: met het programma 6 is het mogelijk alle wollen kledingstukken in de Wasdroogmachine te wassen, ook die met het etiket “alleen handwas” . Voor de beste resultaten dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de 1,5 kg wasgoed te overschrijden. 34 Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de Wasdroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De Wasdroogmachine gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • • De deur zit niet goed dicht. De ON/OFF toets is niet ingedrukt. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De waterkraan is niet open. De uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”). De Wasdroogmachine heeft geen watertoevoer (het controlelampje van de eerste wasfase knippert snel). • • • • • • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. De buis is gebogen. De waterkraan is niet open. Het hele huis zit zonder water. Er is onvoldoende druk. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De Wasdroogmachine blijft water aan- en afvoeren. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de Wasdroogmachine uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de Wasdroogmachine voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De Wasdroogmachine voert het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de hand worden gestart (zie “Starten en Programma’s”). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De Wasdroogmachine staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De Wasdroogmachine staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De Wasdroogmachine lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). De controlelampjes van de “Functies” en het controlelampje “START/PAUSE” gaan knipperen, en een van de controlelampjes van de “lopende fase” en van “deur geblokkeerd” blijven vast aanstaan. • Doe de Wasdroogmachine uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor Wasdroogmachine”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. De wasdroogmachine droogt niet. • De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken om contact te maken. • Er is geen stroom. • De deur is niet goed dicht. • De uitgestelde start is ingesteld. • De “DROOGKNOP” staat op “0”. 35 NL Service 195126095.00 07/2014 - Xerox Fabriano NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Vermeld: • het type storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N); Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de Wasdroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. Indesit Company Spa Viale Aristide Merloni, 47 60044 Fabriano (AN) Italy www.indesit.com 36
1 / 1

Indesit IWDD 6145 (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding