Yamaha RX-V765BL de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Let op-i Nl
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer deze geluidsinstallatie op een goed geventileerde,
koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel blootstaat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voordat u dit toestel verplaatst, dient u te drukken op
AMAIN ZONE ON/OFF om dit toestel in de stand-
bystand te zetten en dient u de stekker uit het stopcontact te
halen.
19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en
algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De
voltages zijn:
.............110/120/220/230-240 V, 50/60 Hz wisselstroom (algemeen model)
............................220/230-240 V, 50/60 Hz wisselstroom (Aziatisch model)
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
22 Vergewis u bij het vervangen van de batterijen ervan dat u
batterijen van hetzelfde type gebruikt. Er kan gevaar op
explosie bestaan als de batterijen onjuist vervangen worden.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT
TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN
AAN REGEN OF VOCHT.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met AMAIN ZONE ON/
OFF. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts
een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Let op-ii Nl
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha-product hebt gekozen. In het onwaarschijnlijke geval dat uw Yamaha-product tijdens de garantie dient te worden
gerepareerd, dient u contact op te nemen met de dealer bij wie u het hebt gekocht. Indien u moeilijkheden ervaart, gelieve dan contact op te nemen met de
vertegenwoordiging van Yamaha in uw land. U vindt de gegevens op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor
inwoners van het V.K.).
Er wordt gegarandeerd dat het product vrij is van gebreken in fabricage en materialen voor een periode van twee jaar te rekenen vanaf de originele aankoop.
Yamaha zorgt ervoor, met inachtneming van onderstaande voorwaarden, dat een product dat gebreken vertoont, wordt gerepareerd of dat om het even welke
onderdelen worden gerepareerd of vervangen (naar goeddunken van Yamaha) zonder kosten voor de onderdelen of werkuren. Yamaha behoudt zich het
recht voor om een product te vervangen door een gelijkaardig met dezelfde eigenschappen en waarde, indien een model niet meer leverbaar is of het
onrendabel is dit te repareren.
Voorwaarden
1. De originele factuur of de kassabon (met vermelding van de aankoopdatum, de productcode en de naam van de dealer) MOET worden gevoegd bij het
product dat gebreken vertoont, samen met een verklaring waaruit het gebrek blijkt. In geval van afwezigheid van dit duidelijk aankoopbewijs, behoudt
Yamaha zich het recht voor om gratis service te weigeren en kan het product op kosten van de klant worden teruggezonden.
2. Het product MOET zijn gekocht bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EEA) of Zwitserland.
3. Het product mag geen wijzigingen of veranderingen hebben ondergaan, tenzij deze schriftelijk door Yamaha werden toegestaan.
4. Het volgende is van garantie uitgesloten:
a. Regelmatig onderhoud of reparaties of vervanging van onderdelen vanwege normale slijtage.
b. Schade die voortkomt uit:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of een ongemachtigde derde.
(2) Een onjuiste verpakking of oneigenlijk gebruik wanneer het product door de klant wordt verstuurd. Het is belangrijk te weten dat het de
verantwoordelijkheid is van diegene die het product terugstuurt dat het product adequaat is ingepakt wanneer hij of zij het product terugstuurt met
het oog op reparatie.
(3) Oneigenlijk gebruik, met inbegrip van maar niet beperkt tot (a) verzuim om het product voor normale doeleinden te gebruiken of te gebruiken
overeenkomstig de instructies van Yamaha met betrekking tot eigenlijk gebruik, onderhoud en opslag, en (b) installatie of gebruik van het product
op een manier die niet overeenkomt met de van toepassing zijnde technische of veiligheidsnormen in de landen van gebruik.
(4) Ongevallen, blikseminslag, waterschade, brandschade, een onjuiste ventilatie, lekkende batterijen of een oorzaak die buiten de controle van
Yamaha ligt.
(5) Gebreken aan het systeem waarin het product wordt ingebouwd en/of onverenigbaarheid met derde producten.
(6) Gebruik van een product dat in de Europese Economische Ruimte en/of Zwitserland werd ingevoerd, maar niet door Yamaha, en dat niet voldoet
aan de technische of veiligheidsnormen van het land van gebruik en/of de standaardspecificaties van producten die door Yamaha in de Europese
Economische Ruimte en/of Zwitserland worden verkocht.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel)-gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV-garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website:
http://www.yamaha-
hifi.com/, of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
5. Indien de garantie verschilt tussen het land van aankoop en het land van gebruik, zal de garantie van het land van gebruik van toepassing zijn.
6. Yamaha kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of beschadiging, hetzij rechtstreekse schade of gevolgschade of anders, behalve voor de
reparatie of vervanging van het product.
7. Maak kopieën van standaardinstellingen of -gegevens omdat Yamaha niet aansprakelijk kan worden gesteld voor om het even welke wijzigingen aan of
verlies van dergelijke instellingen of gegevens.
8. Deze garantie heeft noch invloed op de statutaire rechten van klanten die van toepassing zijn binnen het kader van de nationale wetgevingen, noch op de
rechten van klanten ten opzichte van de dealer die voortkomen uit hun overeenkomst tot verkoop/aankoop.
Informatie voor gebruikers over inzameling en verwijdering van oude apparaten en gebruikte
batterijen
Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekenen dat gebruikte
elektrische en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen
huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en
gebruikte batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw
nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen correct te verwijderen, helpt u natuurlijke rijkdommen te
beschermen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving,
die zich zouden kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact
opnemen met uw plaatselijke gemeentebestuur, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u
de artikelen heeft gekocht.
[Informatie over verwijdering in andere landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan
alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier
van verwijderen.
Opmerking bij het batterijteken (onderste twee voorbeelden):
Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een scheikundig symbool. In dat geval voldoet het
aan de eis en de richtlijn, die is opgesteld voor het betreffende chemisch product.
1 NI
Nederlands
INLEIDING
AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Kenmerken ..............................................................2
Over deze handleiding............................................3
Meegeleverde accessoires ....................................... 3
Onderdeelnamen en functies..................................4
Voorpaneel................................................................. 4
Achterpaneel .............................................................. 5
Display voorpaneel .................................................... 6
Afstandsbediening ..................................................... 7
Snelstartgids ............................................................8
L
Afstandsbediening voorbereiden...........................9
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening......... 9
Gebruiken van de afstandsbediening ......................... 9
Verbindingen.........................................................10
Luidsprekers opstellen ............................................. 10
Aansluiten van luidsprekers..................................... 11
Informatie over aansluitingen en stekkers ............... 14
Aansluiten van een videomonitor ............................ 15
Aansluiten van andere componenten ....................... 16
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe
decoder................................................................. 18
Aansluiten van een externe versterker ..................... 18
Gebruiken van de REMOTE IN/OUT
aansluitingen........................................................19
Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock of
een Bluetooth™ draadloze audio-ontvanger........... 19
Een camcorder of draagbare audiospeler
aansluiten ............................................................. 19
Aansluiten van de FM en AM antennes...................20
Aansluiten van het netsnoer.....................................20
Aan en uit zetten van dit toestel...............................20
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen
voor uw kamer (YPAO) ...................................21
Gebruikmaken van Auto Setup................................ 21
Wanneer een foutmelding wordt weergegeven
tijdens meting ...................................................... 23
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven na meting ....................................... 23
Weergave ...............................................................24
Basisprocedure.........................................................24
Gebruikmaken van de SCENE functie .................... 24
Tijdelijk dempen van audioweergave (MUTE)....... 25
Het afstemmen van hoge lage tonenweergave
(toonregeling) ...................................................... 25
Genieten van puur hi-fi geluid
(Pure Direct-modus) ............................................ 25
Gebruiken van een hoofdtelefoon............................ 26
Weergeven van ingangsignaalinformatie ................26
Informatie wijzigen op de display van het
voorpaneel ........................................................... 26
Genieten van de geluidveldprogramma’s ...........27
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 27
Genieten van onverwerkte signaalbronnen
(rechtstreekse decodeer stand)............................. 30
Gebruik van geluidsveldprogramma’s zonder
surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)...................................... 30
Genieten van geluidsveldprogramma’s met
hoofdtelefoons (SILENT CINEMA™) ............... 30
Genieten van meer ruimtelijke geluidsvelden
(CINEMA DSP 3D-modus)................................. 30
FM/AM afstemmen .............................................. 31
Afstemmen op een gewenste FM/AM zender
(Frequentie afstemming modus).......................... 31
Registreert FM/AM zenders en stemt af in
(Voorkeuze afstemmings modus)........................ 31
Radio Data Systeem afstembewerking ............... 33
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............. 33
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY Seek-modus).................... 33
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van
het gebruik van andere netwerken (EON)........... 34
Gebruikmaken van iPod™ .................................. 35
Bedienen van iPod ............................................... 35
Gebruikmaken van Bluetooth™ componenten......37
Het paren van de Bluetooth™ draadloze audio-
ontvanger en uw Bluetooth™ component ........... 37
Weergave van de Bluetooth™ component .............. 37
Overige functies .................................................... 38
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 38
Gebruikmaken van de HDMI™ regelfunctie ..........38
Het optionele menu instellen voor elke
signaalbron (OPTION menu).......................... 39
OPTION menu-items............................................... 39
Het weergeven van een videosignaal vanaf een andere
signaalbron tijdens het reproduceren van een multi-
kanaals audiosignaal ................................................. 41
Bewerken van surround decoders/
geluidsveldprogramma’s.................................. 42
Instellen van geluidsveldparameters........................ 42
Geluidsveldparameters............................................. 42
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit
toestel (SETUP-menu)...................................... 46
Basisbediening van het SETUP menu ..................... 47
Speaker Setup .......................................................... 47
Sound Setup ............................................................. 49
Function Setup ......................................................... 50
DSP Parameter......................................................... 52
Memory Guard......................................................... 52
Gebruik van de multi-zone configuratie............. 53
Aansluiten van Zone2 .............................................. 53
Zone2 regelen .......................................................... 54
Het besturen van andere componenten met de
afstandsbediening ............................................. 55
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 55
Programmeren vanaf andere afstandsbedieningen ......56
De afstandsbedieningscodes resetten....................... 57
Geavanceerde setup.............................................. 58
Oplossen van problemen...................................... 60
Algemeen................................................................. 60
HDMI™................................................................... 63
Tuner (FM/AM)....................................................... 64
Afstandsbediening ................................................... 64
iPod™ ...................................................................... 65
Bluetooth™.............................................................. 66
Auto Setup (YPAO)................................................. 66
Woordenlijst.......................................................... 69
Geluidsveldprogramma informatie .................... 71
Informatie over HDMI..................................... 72
Technische gegevens............................................. 73
Index ...................................................................... 74
(aan het eind van deze handleiding)
Inhoud
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANHANGSEL
Lijst met afstandsbedieningscodes........................i
2 Nl
INLEIDING
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen (20 Hz tot 20 kHz,
0,08% THD, 8 Ω)
FRONT L/R: 95 W + 95 W
CENTER: 95 W
SURROUND L/R: 95 W + 95 W
SURROUND BACK L/R: 95 W + 95 W
Luidspreker/preout uitgangen
Luidsprekeraansluitingen (7-kanaal + aanwezigheid
2-kanaal), preout uitgangaansluitingen (7-kanaal, en
subwoofer preout-aansluiting x 2)
In-/Uitgangsaansluitingen
Ingangaansluitingen
HDMI ingang x 4
Audio/Video-ingang
[Audio] Digitale ingang (coaxiaal) x 2, digitale
ingang (optisch) x 2, analoge ingang x 2
[Video] Component video x 2, S video x 1,
composiet video x 4
Audio ingang (analoog) x 2
Phono ingang x 1
Multi-kanaal audioingang x 1
Dock ingang x 1
V-AUX ingang
[Audio] Analoog x 1, stereo mini-aansluiting x 1
[Video] Composiet video x 1
Uitgangaansluitingen
Beeldschermuitgang
[Audio/Video] HDMI x 1
[Video] Component video x 1, Composiet video x 1
Audio/Video-uitgang
[Audio] Analoog x 1
[Video] Composiet video x 1
Audio uitgang
Analoog x 1
Zone2 uitgang
Analoog x 1
Andere aansluitingen
Externe ingang x 1, Externe uitgang x 1
Trigger-uitgang x 1
Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de
creatie van geluidsvelden
CINEMA DSP 3D
De Compressed Music Enhancer stand
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA™
Digitale audiodecoders
Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus
DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution
Audio, DTS Express
Dolby Digital, Dolby Digital EX
DTS, DTS 96/24, DTS-ES Matrix 6.1,
DTS-ES Discrete 6.1
Dolby Pro Logic, Dolby Pro Logic II,
Dolby Pro Logic IIx
DTS NEO:6
DSD
Verfijnde FM/AM ontvanger
40 willekeurige en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Radio Data Systeem afstembewerking
HDMI™
(High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-
definition video en multikanaals digitale audio
Automatische audio- en videosynchronisatie (lip
sync) informatiemogelijkheid
Overdrachtsvermogen van Deep Color videosignalen
(30/36 bits)
Overdrachtsvermogen van “x.v.Color” videosignalen
Hoge verversingsfrequentie en geschikt voor de
verwerking van videosignalen met hoge resolutie
Geschikt voor de verwerking van digitale
audiosignalen met een hoge definitie
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar
HDMI digitale video (composiet video HDMI,
component video HDMI) voor de monitoruitgang
Analoge video opwaardering voor HDMI digitale
videosignalen 576i of 576p 720p, 1080i of 1080p
HDMI-regelmogelijkheid
DOCK-aansluiting
DOCK-aansluiting om een Yamaha iPod universeel
dock (zoals YDS-11, afzonderlijk verkocht) of een
Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10,
afzonderlijk verkocht) aan te sluiten
Automatische luidsprekerinstellingsfuncties
“YPAO” (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer)
voor automatische optimalisatie van luidsprekersignalen
die geschikt zijn voor luisteromgevingen
Overige kenmerken
192-kHz/24-bits D/A converter
OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel
optimaal kunt aanpassen aan uw persoonlijk audio-/
videosysteem
Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave van alle
bronnen
Adaptieve regeling van het dynamisch bereik
SCENE functie waarmee u de signaalbronnen en de
geluidsveldprogramma’s kan veranderen met één toets
Slaaptimer
Multi-zone functie
Kenmerken
3 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
Dolby, Pro Logic en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van
Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie onder VS octrooinummers:
5,451,942;5,956,674;5,974,380;5,978,762;6,226,616;6,487,535 &
andere V.S. en wereldwijde octrooien, reeds uitgegeven & aangevraagd.
DTS is een geregistreerd handelsmerk en de DTS logo’s, Symbool,
DTS-HD en DTS-HD Master Audio zijn handelsmerken van DTS, Inc.
© 1996-2007 DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
iPod™
“iPod” is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en
andere landen.
Bluetooth™
Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG en
wordt door Yamaha gebruikt volgens een licentieovereenkomst.
“HDMI”, het “HDMI”-logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
HDMI Licensing LLC.
x.v.Color™
“x.v.Color” is een handelsmerk van Sony Corporation.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha Corporation.
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening (zie bladzijde 9)
Batterijen (AAA, R03, UM-4) x 2 (zie bladzijde 9)
Optimalisatie-microfoon (zie bladzijde 21)
AM ringantenne (zie bladzijde 20)
FM binnenantenne (zie bladzijde 20)
Regeldiagram
Over deze handleiding
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op
de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld
worden.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen,
enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
AMAIN ZONE ON/OFF” of “eHDMI 1” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening.
Raadpleeg het “Regeldiagram” of de “Onderdeelnamen en functies” op pagina 4 voor informatie over de locatie van de verschillende onderdelen.
y geeft een bedieningstip aan.
geeft de bladzijde aan waar de betreffende informatie staat beschreven.
Meegeleverde accessoires
4 Nl
A MAIN ZONE ON/OFF
Aan en uit zetten van dit toestel (zie bladzijde 20).
B PHONES-aansluiting
Voor het aansluiten van een hoofdtelefoon (zie bladzijde 26).
C ZONE2 ON/OFF
Schakelt Zone2 tussen aan en uit (zie bladzijde 54).
D HDMI THROUGH
Licht op tijdens stand-by onder de volgende omstandigheden:
De HDMI regelfunctie is ingeschakeld (zie bladzijde 50).
een HDMI-signaal dat naar dit toestel wordt gestuurd gaat
door dit toestel en wordt weergegeven (zie bladzijde 50).
E ZONE2 CONTROL
Maakt de werking van een ontvanger ingesteld in Zone2
mogelijk, inclusief het schakelen van de signaalbron,
volumeregeling en tunerwerking, met de hoofdversterker of de
afstandsbediening als deze toets wordt ingedrukt.
F INFO
Wijzigt de informatie op de display van het voorpaneel, zoals de
signaalbron en de naam van het geluidsveldprogramma
(zie bladzijde 26).
G MEMORY
Registreert FM/AM zenders als voorkeuzezenders
(zie bladzijde 32).
H PRESET l / h
Selecteert een FM/AM voorkeuzezender (zie bladzijde 32).
I FM/AM
Wijzigt de zenderband van FM en AM.
J TUNING l / h
Wijzigt FM/AM requenties.
K Display voorpaneel
Geeft informatie weer op dit toestel (zie bladzijde 6).
L VOLUME-besturing
Bestuurt het volume van dit toestel (zie bladzijde 24).
M SCENE
Schakelt tussen aangesloten sets signaalbronnen en
geluidveldprogramma’s (zie bladzijde 24).
N TONE CONTROL
Past de lage tonen/hoge tonen weergavevan de luidsprekers/
hoofdtelefoon aan (zie bladzijde 24).
O PROGRAM-schakelaar
Wijzigt geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 27).
P STRAIGHT
Wisselt tussen het geselecteerde geluidsveldprogramma en een
rechte decoderstand (zie bladzijde 30).
Q PURE DIRECT
Wijzigt de modus naar Pure Direct modus (zie bladzijde 25).
Deze toets licht op als Pure Direct modus aan staat.
R INPUT-schakelaar
Selecteert een signaalbron (zie bladzijde 24).
S OPTIMIZER MIC-aansluiting
Voor het aansluiten van de meegeleverde
optimalisatiemicrofoon en voor het instellen van
signaalkenmerken van luidsprekers (zie bladzijde 21).
T VIDEO (VIDEO AUX)-aansluiting
Voor het aansluiten van een video uitgangkabel van een
camcorder of een game console (zie bladzijde 19).
U AUDIO L/R (VIDEO AUX)-aansluiting
Voor het aansluiten van een audiouitgangkabel van een
camcorder of een game console (zie bladzijde 19).
V PORTABLE (VIDEO AUX)-aansluiting
Voor het aansluiten van een audio uitgangkabel van een
draagbare muziekspeler (zie bladzijde 19).
Onderdeelnamen en functies
Voorpaneel
TUNING
PHONES
SILENT
CINEMA
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PROGRAM INPUT
PURE DIRECT
OPTIMIZER
MIC
VIDEO
AUDI O
PORTABLE
THROUGH
INFO
MEMORY
VIDEO
AUX
VOLUME
HDMI
EFFECT
PRESET
l
h
l
h
BD/DVD
TV
CD
RADIO
SCENE
ZONE2
ON/OFF
ZONE2
CONTROL
ON/OFF
FM AM
MAIN
ZONE
E
N Q SO R
D
K
C
L
GF JIH
M
U VTP
AB
5 Nl
Onderdeelnamen en functies
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
a DOCK-aansluiting
Voor het aansluiten van een Yamaha iPod universal dock (YDS-
11, apart verkocht) of Bluetooth draadloze audio-ontvanger
(YBA-10, apart verkocht) (zie bladzijde 19).
b PHONO-aansluitingen
Voor het aansluiten van een draaitafel (zie bladzijde 17).
c ANTENNA-aansluitingen
Voor het aansluiten van meegeleverde FM/AM antennes
(zie bladzijde 20).
d HDMI OUT/HDMI 1-4-aansluitingen
Voor het aansluiten van een HDMI geschikte videomonitor of
externe componenten voor HDMI signalen 1-4 (zie bladzijde 16).
e REMOTE IN/OUT-aansluitingen
Voor het aansluiten van een externe component die de functie
van de afstandsbediening ondersteunt (zie bladzijde 19).
f TRIGGER OUT-aansluiting
Voor het aansluitingen van een externe aansluiting met een
triggeringangaansluiting om het te laten werken als het is
verbonden met de werking van dit toestel. Als bijvoorbeeld een
elektrisch scherm dat een triggeringang ondersteunt, is
aangesloten, dan opent en sluit het als het is verbonden met de
werking van een signaalbron die in dit toestel is geselecteerd.
g SPEAKERS-aansluitingen
Voor het aansluiten voor, rechts, links, midden, surround en
surround achter luidsprekers (zie bladzijde 11). Sluit de
aanwezigheidsluidsprekers (zie bladzijde 12) of de luidsprekers
voor Zone2 (zie bladzijde 53) aan op de EXTRA SP-aansluitingen.
h Netsnoer
Sluit deze kabel aan op een stopcontact (zie bladzijde 20).
i AV 1-6-aansluitingen
Voor het aansluiten van externe componenten voor audio/video-
signalen 1-6 (zie bladzijde 16).
j AV OUT-aansluitingen
Stuurt audio/video-signalen van een geselecteerde analoge
signaalbron naar een externe component (zie bladzijde 17).
k AUDIO 1/2-aansluitingen
Voor het aansluiten van externe componenten voor
audiosignalen 1-2 (zie bladzijde 17).
l MONITOR OUT-aansluitingen
Voor het sturen van video-signalen van dit apparaat naar een
videomonitor, zoals een TV (zie bladzijde 15).
m MULTI CH INPUT-aansluitingen
Voor het aansluiten van een speler die multikanaalsweergave
ondersteunt (zie bladzijde 18).
n AUDIO OUT-aansluitingen
Stuurt audiosignalen van een geselecteerde analoge signaalbron
naar een externe component (zie bladzijde 17).
o ZONE2 OUT-aansluitingen
Stuurt geluid van dit toestel naar een externe versterker die in
een andere zone is ingesteld.
p PRE OUT-aansluitingen
Voor het aansluiten van een subwoofer met een ingebouwde
versterker (zie bladzijde 11) of een externe stroomversterker
(zie bladzijde 18).
Achterpaneel
ZONE2
OUT
TRIGGER OUT
12V
0.1A MAX.
ANTENNAPHONO
UNBAL.
FM
GND
GND
AM
COMPONENT
VIDEO
PR
PB
Y
IN
OUT
REMOTE
EXTRA SP
ZONE2
/
PRESENCE
MONITOR OUT
SPEAKERS
ZONE2
PR
PB
Y
OPTICAL
(
TV
)
A
V
1
AV 2
COAXIAL
AV 3
(
CD
)
COAXIAL
OPTICAL
AV 4
AV 5
AV 6
AV
OUT
AUDIO1
S.VIDEO
AUDIO2
FRONT
SURROUND
SUR.BACK
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
AUDIO
OUT
FRONT
SURROUND
SUR. BACK
SUBWOOFER
PRE OUT
CENTER
VIDEO
HDMI
HDMI 1 HDMI 2 HDMI 3 HDMI 4
(
BD/DVD
)
VIDEO
COMPORNENT
VIDEO
FRONT
CENTER
SURROUND
SURROUND BACK/
BI-AMP
SINGLE
1
2
CENTER
OUT
DOCK
SINGLE
a
h
ij mknop
d
b
c
g
e f
l
6 Nl
Onderdeelnamen en functies
a HDMI-indicator
Licht op tijdens normale communicatie als HDMI is
geselecteerd als een signaalbron.
b CINEMA DSP-indicator
Licht op als een geluidsveldprogramma dat CINEMA DSP
gebruikt, is geselecteerd.
c CINEMA DSP 3D-indicator
Licht op wanneer CINEMA DSP 3D in werking is.
d Tuner-indicator
Licht op tijdens het ontvangen van uitgezonden radiosignalen
van een FM/AM zender (zie bladzijde 31).
e ZONE2-indicator
Licht op als Zone2 aan staat (zie bladzijde 53).
f SLEEP-indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 38).
g MUTE-indicator
Knippert als de audio is gedempt.
h VOLUME-indicator
Geeft volumeniveaus weer.
i Cursor-indicators
Licht op als de bijbehorende cursors op de afstandsbediening
beschikbaar zijn voor handelingen.
j Multi-informatie display
Geeft menu-items en instellingen weer voor de huidige operatie.
k Luidsprekerindicators
Geeft luidsprekersaansluitingen weer van waar de signalen
momenteel worden uitgezonden.
Display voorpaneel
STEREO
SLEEP
VOL.
TUNED
PL PR
SW
C
LR
SL SR
SBL SB SBR
MUTE
3
ZONE
2
abcdfehg
ij ki
SW
C
LR
SL SR
SBL SB SBR
PL PR
Subwoofer
Voorluidspreker L
Surround L
Surround achter L
Midden
Voorluidspreker R
Surround R
Surround achter R
Surround achter
Presence-luidspreker L
Presence-luidspreker R
7 Nl
Onderdeelnamen en functies
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
a Afstandsbediening signaalzender
Zendt infraroodsignalen.
b MAIN/ZONE2
Schakelt de zone die wordt bestuurd door de afstandsbediening
tussen de hoofdzone en Zone2 (zie bladzijde 54).
c TRANSMIT
Licht op als een signaal wordt verzonden vanaf de
afstandsbediening.
d SOURCE POWER
Schakelt een externe component aan en uit.
e Ingang keuzetoetsen
f Tunertoetsen
g INFO
Wijzigt de informatie op de display van het voorpaneel, zoals de
signaalbron en de naam van het geluidsveldprogramma (zie bladzijde 26).
h Geluidkeuzetoetsen
Selecteren van geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 27).
i SCENE
Schakelt tussen aangesloten sets signaalbronnen en
geluidveldprogramma’s (zie bladzijde 24).
j SETUP
Geeft het SETUP menu weer (zie bladzijde 47).
k Cursors k / n / l / h /ENTER/RETURN
l Externe component bedieningstoetsen
Bedient het opnemen, weergeven, etc, van externe componenten
(zie bladzijde 55).
m Numerieke toetsen
Voer nummers in.
n TV-bedieningstoetsen
Zorgt voor de bediening van een monitor zoals een TV en een
projector.
o CODE SET
Stelt de afstandsbedieningscodes in voor externe
componenthandelingen (zie bladzijde 55).
p POWER
Zet dit toestel aan en in stand-by.
q SLEEP
Schakelt de slaaptimerhandelingen (zie bladzijde 38).
r OPTION
Geeft het OPTION menu weer (zie bladzijde 39).
s VOLUME +/
Past het volume aan van dit toestel (zie bladzijde 24).
t DISPLAY
Wijzigt de bedieningstand van de iPod die is aangesloten op de
Yamaha iPod dock (zie bladzijde 35).
u MUTE
Zet de dempingsfunctie van het geluidssignaal aan en uit
(zie bladzijde 25).
Afstandsbediening
HDMI 1-4
Selecteert HDMI signalen 1 tot 4.
AV 1-6
Selecteert AV-signalen 1 tot 6.
AUDIO 1/2
Selecteert AUDIO signalen 1 en 2.
V-AUX
Selecteert de V-AUX-aansluiting op het
voorpaneel van dit toestel.
MAIN
POWER
1234
1256
1234
7856
90
10
1234
POWER
SOURCE
V-AUX PHONO
[ A ] DOCK
MULTI
TUNER
FM
MOVIE
BD
DVD
TOP
MENU
MUSIC
SCENE
TV
CD
OPTIONSETUP
RETURN
REC
ENT
POWER
TV
TV VOL
INPUT
MUTE
TV CH
ENTER
VOLUME
DISPLAY
MUTE
MENU
RADIO
STEREO
ENHANCER SUR. DECODE
PURE DIRECT
STRAIGHT
INFO
MEMORY
AM
PRESET
TUNING
SLEEP
HDMI
AV
AUDIO
ZONE2
TRANSMIT
CODE SET
a
b
c
d
q
p
e
h
i
j
r
s
t
m
n
o
f
g
u
l
k
PHONO
Selecteert een component zoals een draaitafel die
is aangesloten op de PHONO-aansluiting op het
achterpaneel als een signaalbron.
[A]
Voor de besturing van externe componenten met
gebruik van de lExterne component
bedieningstoetsen gescheiden van
handelingen van dit toestel (zie bladzijde 55).
DOCK
Selecteert een Yamaha iPod universele dock/
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
aangesloten op de DOCK-aansluiting.
TUNER
Selecteert de FM/AM tuner.
MULTI
Selecteert een signaal dat afkomstig is van de
MULTI CH INPUT-aansluiting op het
achterpaneel als een signaalbron.
FM
Selecteer de FM-band of AM-band.
AM
MEMORY
Stelt radiozenders vooraf in.
PRESET k / n
Selecteer een voorkeuzezender.
TUNING k / n
Wijzig afstemfrequenties.
Cursors k / n / l / h
Selecteer menu-items die op het
voorpaneel van de display zijn
weergegeven of op een videomonitor,
of wijzig de instellingen.
ENTER
Bevestigt een geselecteerd item.
RETURN
Keert terug naar het vorige scherm
of eindigt de menuweergave.
8 Nl
Als u dit product voor de eerste keer gebruikt, voert u onderstaande stappen uit. Zie de betreffende bladzijde’s voor
details over de bediening en instellingen.
Bereid luidsprekers, DVD-speler, kabels en andere items
voor die nodig zijn voor de setup.
Bereid de volgende items bijvoorbeeld voor, voor de
instellingvan een 7.1-kanaals geluidssysteem.
y
Bereid twee luidsprekers voor (voorkant). Er kunnen andere dan
voorluidsprekers worden gebruikt in de volgende voorkeursvolgorde:
1 Twee surround-luidsprekers
2 Eén midden-luidspreker
3 Eén of twee surround achter-luidsprekers
Indien uw videomonitor een CRT is, raden wij u aan om magnetisch
afgeschermde luidsprekers te gebruiken.
Er is geen audiokabel nodig als u een HDMI-kabel gebruikt.
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit
toestel.
y
Dit toestel heeft een YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic
Optimizer) die automatisch dit toestel optimaliseert op basis van de
akoestische kenmerken van de kamer (geluidskenmerken van de
luidsprekers, luidsprekerposities, kamerakoestiek, etc.).
U kunt genieten van goed gebalanceerd geluid zonder speciale kennis
door gebruik te maken van de YPAO technologie (zie bladzijde 21).
Sluit uw TV, DVD-speler of andere componenten aan.
Sluit de stroomkabel aan en zet het toestel aan.
Selecteer het component dat is aangesloten in stap 3 als
een signaalbron en start de weergave.
y
Dit toestel ondersteunt de SCENE functie die de signaalbron en het
geluidsveldprogramma op een bepaald moment wijzigt. Er zijn vier
SCENE vooraf ingesteld voor verschillende doeleinden voor Blu-ray
disc, DVD en CD. U kunt hieruit een SCENE selecteren door te drukken
op een toets van de afstandsbediening. Zie bladzijde 24 voor meer
informatie.
Snelstartgids
Stap 1: Bereid items voor op setup
Vereisten
hoevee
lheid
Luidsprekers Voor-luidspreker 2
Midden-luidspreker 1
Surround-luidspreker 2
Surround achter-
luidspreker
2
Actieve subwoofer 1
Luidsprekerkabel 5
Subwooferkabel 1
Reproductiecomponent zoals een DVD-speler 1
Videomonitor zoals een TV 1
Videokabel of HDMI kabel 2
Audiokabel 2
Componenten
(zoals een DVD-speler)
Midden-luidspreker
Linker voor-luidspreker
Rechter voor-luidspreker
Subwoofer
Beeldscherm
Rechter surround-luidspreker
Linker surround-luidspreker
Rechter surround
achter-luidspreker
Linker surround achter-
luidspreker
Stap 2: Instellen van uw luidsprekers
Luidsprekers opstellen b. 10
Aansluiten van luidsprekers b. 11
Stap 3: Sluit uw componenten aan
Aansluiten van een videomonitor b. 15
Aansluiten van andere componenten b. 16
Aansluiten van een multiformaat-speler
of externe decoder b. 18
Aansluiten van een externe versterker b. 18
Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock of een Bluetooth
draadloze audio-ontvanger b. 19
Aansluiten van de FM en AM antennes b. 20
Stap 4: Het toestel inschakelen
Aansluiten van het netsnoer b. 20
Aan en uit zetten van dit toestel b. 20
Stap 5: Selecteer de signaalbron en start
de weergave
Basisprocedure b. 24
Selecteren van geluidsveldprogramma’s b. 27
9 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
VOORBEREIDINGEN
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen de goede
kant op (+ en –), zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Opmerkingen
Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
de zendindicator knippert niet of wordt zwakker.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Dit kan de levensduur van de nieuwe batterijen verkorten of ervoor
zorgen dat oude batterijen lekken.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali
en gewone batterijen bijvoorbeeld). De specificaties van batterijen
kunnen anders zijn, ook al lijken ze hetzelfde.
Indien u lekkende batterijen aantreft dient u deze direct weg te
gooien zonder het lekkende materiaal aan te raken. Als uw huid,
ogen of mond in contact komen met het lekkende materiaal, dient u
het onmiddellijk te spoelen en een dokter te consulteren. Reinig het
batterijvak grondig voordat u nieuwe batterijen plaatst.
Gooi oude batterijen op de juiste wijze weg volgens de lokale
regelgeving.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen
zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist
worden. In zo’n geval plaatst u de nieuwe batterijen stelt u de code
van de afstandsbediening in.
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit. U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Opmerkingen
Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende
plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
zeer koude plekken
stoffige plekken
y
U kunt externe componenten bedienen met deze afstandsbediening door
de code van de afstandsbediening in te stellen. Zie bladzijde 55 voor
meer informatie.
Afstandsbediening voorbereiden
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1
3
2
Gebruiken van de afstandsbediening
30 30
Sensorvenster voor de afstandsbediening
binnen 6 m
10 Nl
Dit toestel ondersteunt tot 7.1-kanaals surroundweergave. We raden de volgende luidsprekeropstelling aan om het beste
te halen uit het surroundeffect.
7.1-kanaals luidsprekeropstelling
6.1-kanaals luidsprekeropstelling
5.1-kanaals luidsprekeropstelling
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het voorkanaalgeluiden (stereogeluid) plus effectgeluiden.
Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale
luisterplek. Bij het gebruik van een scherm zijn de juiste
bovenposities van de luidsprekers ongeveer 1/4 vanaf de
onderkant van het scherm.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van de
middenkanaalgeluiden (dialoog, vocalen enz.). Plaats deze
halverwege de linker en rechterluidsprekers. Bij gebruik
van een TV, plaatst u de luidspreker juist boven of onder
het midden van de TV met de voorkant van de TV en de
luidspreker op één lijn. Bij gebruik van een scherm plaatst
het onder het midden van het scherm.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surroundluidsprekers geven de geluidseffecten en de
surroundgeluiden weer. Plaats deze links en rechts achter
in de richting van de luisterpositie.
Voor een natuurlijke geluidsstroom in de 5.1-kanaals
luidsprekeropstelling, plaatst u ze iets meer naar achteren
dan in de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling.
Linker en rechter surround achter-
luidsprekers (SBL en SBR) / Surround achter-
luidspreker (SB)
De linker en rechter achter surround-luidsprekers worden
gebruikt voor achtergeluideffecten. Plaats ze aan de
achterkant van de kamer in de richting van de
luisterpositie en ten minste 30 cm uit elkaar, idealiter op
dezelfde afstand als de afstand tussen de linker en rechter
voor-luidsprekers.
Voor 6.1-kanaals luidsprekeropstelling worden de linker
en rechter surround achterkanalen gemengd en
weergegeven via de enkele surround achter-luidspreker.
Voor 5.1-kanaals luidsprekeropstelling worden de linker
en rechter surround achterkanalen weergegeven via de
linker en rechter surround-luidspreker.
Subwoofer (SW)
De subwoofer luidspreker geeft lage tonen en lage
frequentie effect (LFE) geluid weer opgenomen in Dolby
Digital en DTS signalen. Gebruik een subwoofer met een
ingebouwde versterker, zoals de Yamaha Active Servo
Processing Subwoofer System. Plaats het aan de
buitenkant van de linker en rechter voor-luidsprekers iets
naar binnen gericht om reflecties tegen een wand te
verminderen.
Verbindingen
Luidsprekers opstellen
60˚
30˚
SBR
SBL
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
SW
SW
30 cm of meer
60˚
30˚
SB
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
SW
SW
60˚
30˚
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
SW
SW
Luidsprekerkanalen
12 Nl
Verbindingen
U kunt aanwezigheidsluidsprekers (PL/PR) aansluiten die
vooreffectgeluiden weergeven naar dit toestel. Met
CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 27)
en hun CINEMA DSP 3D-functies, kan een geluid met
een rijkere en ruimtelijkere aanwezigheid worden
gecreëerd. U kunt de verticale positie van middengeluid
aanpassen zoals een dialoog (zie bladzijde 47).
Om aanwezigheidsluidsprekers te gebruiken, dient u de
luidsprekers te verbinden met de EXTRA SP-
aansluitingen en “Extra SP Assign” instellen in “Speaker
Setup” in het SETUP menu op “Presence”
(zie bladzijde 47).
y
Hoewel u beide surround achterluidsprekers en aanwezigheidsluidsprekers
kunt aansluiten op dit toestel, kunt u geluiden van beide luidsprekers niet
tegelijkertijd weergeven. Dit toestel selecteert automatisch luidsprekers om
geluiden weer te geven volgens de geselecteerde signaalbron en het
geluidsveldprogramma.
U kunt Zone2-luidsprekers aansluiten met een multizonefunctie op de
EXTRA SP-aansluitingen. Voor informatie, zie bladzijde 53.
Aanwezigheidsluidsprekers
FR
PRPL
C
FL
0,5 tot 1 m0,5 tot 1 m
1,8 m 1,8 m
EXTRA SP
ZONE2
/
PRESENCE
X
.
D
MI 3
HDMI 4
FR
O
N
T
C
ENTE
R
SU
RR
OU
N
D
SU
RR
OU
ND BA
C
K
/
B
I-AM
P
PR
PL
Aanwezigheid
sluidspreker L
Aanwezigheid
sluidspreker R
13 Nl
Verbindingen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
1 Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar zodat
deze geen kortsluiting veroorzaken.
2 Open het knopje, voer de ontblote draden in
en doe het knopje vervolgens weer dicht.
y
U kunt de aanwezigheidsluidsprekers (zie bladzijde 12) of de
luidsprekers in de tweede zone (Zone2) (zie bladzijde 53) aansluiten op
de EXTRA SP-aansluitingen.
U kunt luidsprekers aansluiten die dubbele
versterkeraansluitingen op dit toestel ondersteunen. Om
de luidsprekers via een dubbele versterkerverbinding aan
te sluiten, sluit u ze aan op de FRONT-aansluitingen en
SURROUND BACK/BI-AMP-aansluitingen zoals
weergegeven.
Om de dubbele versterkerverbinding in te schakelen,
steekt u de stroomkabel in het stopcontact, geeft u het
ADVANCED SETUP menu weer en stelt u “BI AMP” in
op “ON” (zie bladzijde 58).
Opmerking
U kunt geen surroundachterluidsprekers of extra luidsprekers
(aanwezigheid en Zone2 luidsprekers) gebruiken als een dubbele
versterkerverbinding is gemaakt.
Aansluiten van de luidsprekerkabel
Let op
Een luidsprekersnoer bestaat over het algemeen uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. Een van de snoeren heeft
een andere kleur of streep om de polariteit aan te geven. Sluit het ene uiteinde van de gekleurde/gestreepte kabel aan
op de “+” (rode) aansluiting van dit toestel en het andere einde aan dat van de luidspreker, en sluit het ene eind van
de andere kabel aan op de “–” (zwarte) aansluiting van dit toestel en het andere einde aan dat van uw luidspreker.
Voordat u de luidsprekers aansluit, moet u het stroomsnoer afkoppelen.
Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden nergens contact kunnen maken met elkaar of metalen
onderdelen van dit toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. Als er kortsluiting
optreedt, verschijnt “CHECK SP WIRES!” op het voorpaneel van de display als dit toestel wordt aangezet.
Indien uw videomonitor een CRT is, dient u magnetisch afgeschermde luidsprekers te gebruiken. Als beelden op de
monitor nog steeds vervormd zijn zelfs als u gebruikmaakt van magnetisch afgeschermde luidsprekers, plaats de
luidsprekers dan weg van de monitor.
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 6-ohm of meer. Stel de luidsprekerimpedantie in “ADVANCED
SETUP” voordat u de luidsprekers aansluit. U kunt ook 4-ohm luidsprekers gebruiken als voorluidsprekers als u
“SP IMP.” instelt op “6ΩMIN” (zie bladzijde 58).
Aansluiten met bananenstekker (Uitgezonderd
modellen voor het V.K., Europa, Rusland, Azië
en Korea)
Draai het knopje aan en voer vervolgens de
bananenstekker in in het uiteinde van de klem.
10 mm
1
2
3
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Bananenstekker
Gebruiken van bi-amp aansluitingen
Let op
Voordat u dubbele versterkeraansluitingen maakt, dient
u alle haken of kabels die een woofer met een
combinatiedeel verbinden, te verwijderen. Raadpleeg
de handleiding van de luidsprekers in kwestie voor
details.
Als u dubbele versterkeraansluitingen maakt, dient u
ervoor te zorgen dat de beugels of kabels zijn
aangesloten voordat u de luidsprekerkabels aansluit.
FRONT
SURROUND BACK/
BI-AMP
SINGLE
Voor-luidsprekers
Rechts Links
Dit toestel
14 Nl
Verbindingen
Dit toestel heeft de volgende ingang en uitgangaansluitingen. Gebruik aansluitingen en kabels die geschikt zijn voor de
componenten die u aansluit.
Audio-aansluitingen
Video-aansluitingen
Video/audio-aansluitingen
y
We raden u aan een in de handel verkrijgbare 19-pens HDMI kabel te
gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien is van het
HDMI logo.
Indien u dit toestel aansluit op een component met een DVI-aansluiting,
dan is een HDMI/DVI-D-kabel vereist.
U kunt foutinformatie met de HDMI aansluiting controleren
(zie bladzijde 72).
Informatie over aansluitingen en stekkers
Aansluiting en kabels Beschrijving
AUDIO-aansluitingen Voor het doorzenden van
conventionele analoge (stereo)
signalen. Gebruik stereopenkabels.
Verbind de rode stekkers met de
rode (R) en de witte stekkers met
de witte (L) aansluitingen.
COAXIAL-aansluitingen Voor het doorzenden van coaxiale
digitale audiosignalen. Gebruik
penkabels voor digitale
audiosignalen.
OPTICAL-aansluitingen Voor het doorzenden van optische
digitale audiosignalen. Gebruik
optische vezelkabels voor optische
digitale audiosignalen.
Aansluiting en kabels Beschrijving
VIDEO-aansluitingen Voor het doorzenden van
conventionele composiet
videosignalen. Gebruik video-
penkabels.
S VIDEO-aansluiting Voor het doorzenden van S-
videosignalen die luminantie (Y)
en chrominantie (C) componenten
bevatten. Gebruik S-videokabels.
COMPONENT VIDEO-
aansluitingen
Voor het doorzenden van
component videosignalen die
luminantie (Y) en chrominantie
blauw (PB) en chrominantie rood
(PR) componenten bevatten.
Gebruik component-videokabels.
AUDIO
L
R
(wit)
(rood)
COAXIAL
C
(oranje)
OPTICAL
O
VIDEO
V
(geel)
S VIDEO
S
PR
PB
Y
COMPONENT
VIDEO
P
B
Y
P
R
(rood)
(blauw)
(groen)
Aansluiting en kabels Beschrijving
HDMI-aansluitingen Voor het doorzenden van digitale
video en digitale audiosignalen.
Gebruik HDMI kabels.
Een videosignaal dat binnenkomt op dit toestel wordt
uitgezonden via de aansluitingen in MONITOR OUT
voor het zelfde soort signaal als het ingangsignaal.
Als bijvoorbeeld een videopspeler met een composiet
uitgangsignaal en een DVD-speler met een component
videouitgangsignaal zijn aangesloten, dan dient u zowel
de VIDEO-aansluiting als de COMPONENT VIDEO-
aansluiting in MONITOR OUT aan te sluiten op de
videomonitor.
Als een HDMI-ingang geschikte monitor is
aangesloten, dan converteert dit toestel automatisch een
analoog signaal dat wordt geproduceerd door een
videoingangaansluiting naar een digitaal videosignaal
en dan weergegeven via de HDMI OUT-aansluiting.
HDMI
HDMI
HDMI
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
Y
PB
PR
HDMI
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
Y
PB
PR
S VIDEO
Ingang Uitgang
Niet geconverteerd Geconverteerd
15 Nl
Verbindingen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Sluit een videomonitor zoals een TV of projector aan op een uitgangaansluiting van dit toestel. U kunt een van de
volgende drie typen selecteren volgens het ingangsignaalformaat dat wordt ondersteund door de videomonitor: HDMI
OUT, COMPONENT VIDEO en VIDEO (composietvideo).
Opmerking
Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van een videomonitor allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
Het aansluiten van een HDMI videomonitor
y
Dit toestel ondersteunt de HDMI besturingsfunctie. Door het aansluiten
van een TV die HDMI-besturing ondersteunt, kan de bediening van dit
toestel worden geregeld via de afstandsbediening van de TV. Voor
informatie, zie bladzijde 38.
Het aansluiten van een component videomonitor
Opmerking
Alleen videosignalen die binnenkomen op dit toestel via de
COMPONENT VIDEO-aansluiting worden weergegeven via de
COMPONENT VIDEO-aansluiting.
Het aansluiten van een composiet videomonitor
Opmerking
Alleen videosignalen die binnenkomen op dit toestel via de VIDEO
aansluitingen worden weergegeven via de VIDEO aansluitingen.
Om het geluid van een TV via dit toestel weer te geven,
sluit u een audiouitgangaansluiting van de TV aan op een
van de AV 1-6-aansluitingen.
Indien de TV een optische digitale uitgang ondersteunt,
raden we aan om de AV 1 te gebruiken. Met een
aansluiting op de AV 1 kunt u schakelen tussen een
ingangbron naar de AV ingang 1 met een enkele
toetsbediening met gebruik van de SCENE functie
(zie bladzijde 24).
Opmerking
Als de videomonitor die is aangesloten op dit toestel de HDMI-
regelfunctie ondersteunt, raden wij u aan om de audiouitgangaansluiting
ervan aan te sluiten op de OPTICAL-aansluiting van de AV1-
aanslutingen van dit toestel. Door dit te doen gaat dit toestel automatisch
aan en wordt “TV” van SCENE automatisch geselecteerd als u de
videomonitor aanzet. U kunt zelfs hetzelfde resultaat verkrijgen als u de
audiouitgangaansluitingen aansluit op de AV2-6, AUDIO1-2 of V-AUX-
aansluitingen door die aansluitingen van te voren toe te wijzen aan TV
(zie bladzijde 24).
Aansluiten van een videomonitor
Aansluitingen op componenten
Aansluitingen op dit toestel
a HDMI ingang HDMI OUT
Aansluitingen op componenten
Aansluitingen op dit toestel
b Component video uitgang MONITOR OUT
(COMPONENT VIDEO)
Aansluitingen op componenten
Aansluitingen op dit toestel
c Video ingang (tulpstekker) MONITOR OUT (VIDEO)
P
R
P
B
Y
MONITOR OUT
HDMI
VIDEO
COMPORNENT
VIDEO
OUT
T
RIGGER OU
T
12
V
0
.1
A
MAX.
ANTENNA
P
H
O
N
O
UNBAL.
FM
G
ND
G
N
D
A
M
I
N
OUT
REM
O
TE
S
.VIDE
O
D
E
O
HDMI
1
HDMI
2
HDMI
3
(
B
D
/
DVD
)
V
c
b
P
B
YP
R
HDMI
a
TV of projector
Het geluid van een TV weergegeven via dit
toestel
OPTICAL
(
TV
)
A
V
1
ANTENN
A
P
H
O
N
O
U
NBAL.
F
M
G
ND
G
ND
A
M
CO
MP
O
NEN
T
VIDE
O
P
R
P
B
Y
M
O
NIT
O
R
OUT
P
R
P
B
Y
AV 2
CO
AXIAL
AV
3
(
CD
)
CO
AXIAL
O
PTI
C
AL
AV
4
A
V
5
AV
6
AV
O
U
T
A
U
DI
O1
S
.VIDE
O
A
UDI
O2
FRO
N
VIDE
O
V
IDE
CO
MP
O
RNENT
V
IDE
O
O
Digitale uitgang
(optisch)
TV of projector
16 Nl
Verbindingen
Dit toestel heeft ingang- en uitgangaansluitingen voor betreffende ingang- en uitgangbronnen. U kunt geluiden en films
produceren van de signaalbronnen die zijn geselecteerd met gebruik van de display van het voorpaneel of de afstandsbediening.
Opmerking
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn.
Audio en videospeler / Kastje met convertor en en decoder
Aansluiten van andere componenten
Uitgangaansluitingen op de aangesloten externe component
Signaalbronnen/aansluitingen van dit toestel
Externe
componenten
Signalen Uitgangaansluitingen
Externe component
met HDMI uitgang
Audio/video HDMI uitgang HDMI1 (BD/DVD) HDMI 1
HDMI2 HDMI 2
HDMI3 HDMI 3
HDMI4 HDMI 4
Externe component
met component
videouitgang
Audio Optische digitale uitgang AV1 (TV) OPTICAL
Video Component video uitgang COMPONENT VIDEO
Audio Coaxiale digitale uitgang AV2 COAXIAL
Video Component video uitgang COMPONENT VIDEO
Externe component
met S-video-uitgang
Audio Analoog audiosignaal AV5 AUDIO
Video S-video-uitgang S VIDEO
Externe component
met composiet
videouitgang
Audio Coaxiale digitale uitgang AV3 (CD) COAXIAL
Video Composiet video-uitgang VIDEO
Audio Optische digitale uitgang AV4 OPTICAL
Video Composiet video-uitgang VIDEO
Audio Analoog audiosignaal AV5 AUDIO
Video Composiet video-uitgang VIDEO
Audio Analoog audiosignaal AV6 AUDIO
Video Composiet video-uitgang VIDEO
TRIGGER
OUT
PHONO
GND
COMPONENT
VIDEO
P
R
P
B
Y
OPTICAL
(
TV
)
AV 1
AV 2
COAXIAL
AV 3
(
CD
)
COAXIAL
OPTICAL
AV 4
AV 5
AV 6
AV
OUT
AUDIO1
S.VIDEO
AUDIO2
FRONT
SURROUND
SUR.BACK
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
AUDIO
OUT
VIDEO
HDMI 1 HDMI 2 HDMI 3 HDMI 4
(
BD/DVD
)
CENTER
O
UT
TRIGGER OUT
12
V
0.1
A
MAX.
A
NTENNA
UNBAL
.
FM
G
N
D
AM
P
R
P
B
Y
IN
O
U
T
REM
O
T
E
M
ONITOR OU
T
Z
O
NE2
ZONE2
HDMI
HDMI
V
IDE
O
CO
MP
O
RNENT
V
IDE
O
F
R
O
N
T
CE
OUT
OUT
DOCK
Audio/videoingang
(AV 1-6)
Audio/videouitgang (AV OUT)
Audio-ingang (AUDIO 1-2)
HDMI-ingang
(HDMI 1-4)
Audio-uitgang
(AUDIO OUT)
Multikanaals audio-ingang (MULTI CH)
Phono-ingang
(PHONO)
17 Nl
Verbindingen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
y
Signaalbronnen tussen haakjes worden aanbevolen om te worden aangesloten op de betreffende aansluitingen. Als een component geschikt is voor
SCENE functie, dan kunt u de signaalbron zo wisselen dat de component met een enkele toetsbediening gebruikmaakt van de SCENE functie
(zie bladzijde 24).
U kunt de naam van de signaalbron die wordt weergegeven op de display van het voorpaneel of de videomonitor zo nodig veranderen (zie bladzijde 52).
Zie bladzijde 53 over het gebruik van ZONE2 OUT-aansluiting.
Audiospeler
y
Als u een draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO-aansluiting, gebruik dan een in-line boost transformator of een
MC-kopversterker.
Verbind uw draaitafel met de GND-aansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen.
We raden aan om de coaxiale digitale uitgangsaansluitng van een CD-speler aan te sluiten op de AV3-aansluiting.
Uitgangaansluitingen op de aangesloten externe component
Signaalbronnen/aansluitingen van dit toestel
Externe componenten Uitgangaansluitingen
Externe component met optische digitale
uitgang
Optische digitale uitgang AV 1 (TV) OPTICAL
AV 4 OPTICAL
Externe component met coaxiale digitale
uitgang
Coaxiale digitale uitgang AV 2 COAXIAL
AV 3 (CD) COAXIAL
Externe component met analoge audio
uitgang
Analoog audiosignaal AV 5 AUDIO
AV 6 AUDIO
AUDIO 1 AUDIO
AUDIO 2 AUDIO
Draaitafel Analoog audiosignaal PHONO PHONO
Over audio/video uitgangaansluitingen
Tussen de analoge audiosignalen en analoge videosignalen die worden geproduceerd door dit toestel via
ingangaansluitingen, worden de audio/videosignalen van de geselecteerde signaalbronnen weergegeven vanaf de AV
OUT-aansluiting en de AUDIO OUT-aansluiting. Een HDMI ingangsignaal, COMPONENT VIDEO ingangsignaal of
digitale audioingangsignaal kunnen niet worden weergegeven. Bij gebruik van de AV OUT-aansluitingen of AUDIO
OUT-aansluitingen, sluit u ze als volgt aan:
Bij gebruik van de AV OUT-aansluiting: sluit u ze aan op de composietvideo en analoge
audioingangaansluiting van een externe component.
Bij gebruik van de AUDIO OUT-aansluiting: sluit u ze aan op de analoge audioingangaansluiting van een externe
component.
18 Nl
Verbindingen
Dit toestel heeft 8 sets ingangaansluitingen (FRONT L/R,
CENTER, SURROUND L/R, SUR. BACK en
SUBWOOFER) voor het invoeren van multikanaals
analoge geluidsignalen. Als uw afspeelcomponent zoals
een DVD-speler of SACD-speler de mogelijkheid heeft
van multikanaals analoge uitgang, dan kunt u genieten tot
maximaal 7.1-kanaals multikanaalgeluid. Voor de
weergave van multikanaalsgeluid, sluit u de
audiouitgangaansluitingen van uw afspeelcomponent aan
op de MULTI CH INPUT-aansluitingen van dit toestel en
zet u de signaalbron van dit toestel op “MULTI CH”. Voor
details over hoe de signaalbronnen te wijzigen,
zie bladzijde 24.
Opmerkingen
Als u “MULTI CH” selecteert als de ingangsbron, wordt de digitale
geluidsveldverwerker automatisch uitgeschakeld.
Daar dit toestel geen signaalinvoer doorzendt naar de MULTI CH INPUT-
aansluitingen om ontbrekende luidsprekers te compenseren, sluit
tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan bij gebruik van deze
functie.
Als de signaalbron is geschakeld naar “MULTI CH”, kunnen
afbeeldingen die afkomstig zijn van een component die is aangesloten op
AV1-6” of “V-AUX” worden weergegeven op een videomonitor
(zie bladzijde 41). Als uw DVD-speler geen multikanaals digitale
uitgang ondersteunt, sluit u deze aan op deze ingangaansluitingen.
Dezelfde kanaalsignalen worden weergegeven vanaf de
aansluitingen van de PRE OUT-aansluitingenen van hun
bijbehorende SPEAKERS-aansluitingen. Bij het
aansluiten van een externe stroomversterker (pre-hoofd
versterker) om de weergave van de luidspreker te
vebeteren, sluit u de invoeraansluitingen van de
stroomversterker aan op de PRE OUT-aansluitingen van
dit toestel.
Opmerking
Als een component is aangesloten op de PRE OUT-aansluitingen, dient u
de luidsprekers niet aan te sluiten op de SPEAKERS-aansluitingen die
horen bij die PRE OUT-aansluitingen.
a FRONT (PRE OUT)-aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
b SURROUND (PRE OUT)-aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
c SUR. BACK (PRE OUT)-aansluitingen
Surroundachter uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe
versterker aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze
te verbinden met de SUR. BACK (SINGLE)-aansluiting.
y
Om surroundachter kanaalsignalen weer te geven via deze
aansluitingen, dient u “Sur.B L/R SP” in te stellen op elke
parameter behalve “None” in “Speaker Setup” (zie bladzijde 48).
d CENTER (PRE OUT)-aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
e SUBWOOFER (PRE OUT) 1/2-aansluiting
Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan. Als
twee subwoofers zijn aangesloten, wordt hetzelfde geluid
weergegeven.
Aansluiten van een multiformaat-
speler of externe decoder
FRONT
SURROUND
SUR.BACK
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
CENTER
LRLR LR
Surround
-achter
uitgang
Surround
uitgang
Voorkanaal uitgang
Subwoofer uitgang
Middenkanaal uitgang
Multiformaat-speler/Externe decoder
(7.1-kanaalsuitgang)
Aansluiten van een externe versterker
FRONT
SURROUND
SUR. BACK
SUBWOOFER
PRE OUT
CENTERSINGLE
1
2
abc d
e
19 Nl
Verbindingen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Wanneer de componenten van Yamaha zelf zijn en deze de
mogelijkheid bieden om afstandsbedieningssignalen door te sturen,
sluit de REMOTE IN en REMOTE OUT aansluitingen als volgt aan
op de in- en uitgangsaansluitingen voor de afstandsbediening met
behulp van het monaurale analoge minikabeltje.
y
Indien uw Yamaha-componenten de SCENE linkweergavefunctie
ondersteunen, start de afstandsverbinding automatisch de weergave als u
drukt op MSCENE (of iSCENE) om een SCENE te selecteren.
Als de component aangesloten op de REMOTE OUT-aansluiting geen
Yamaha-product is, dient u “SCENE IR” in te stellen in het ADVANCED
SETUP menu op “OFF” (zie bladzijde 58).
Dit toestel heeft een DOCK-aansluiting om een Yamaha iPod universeel
dock (zoals YDS-11, afzonderlijk verkocht) of een Bluetooth draadloze
audio-ontvanger (zoals YBA-10, afzonderlijk verkocht) aan te sluiten. U
kunt een iPod of een Bluetooth component afspelen met dit toestel door
het aan te sluiten op de DOCK-aansluiting.
Gebruik een vaste kabel voor de verbinding tussen de
dock/ontvanger van dit toestel.
De V-AUX-aansluitingen op het voorpaneel zijn handig
voor het aansluiten van een camcorder, en gameconsole of
een draagbare muziekspeler op dit toestel. U moet het
volume van dit toestel en de andere componenten laag
zetten voor u de aansluitingen gaat maken.
y
Om een component aan te sluiten op de PORTABLE-aansluiting,
gebruikt u een 3,5 mm ministekkerkabel.
Als externe componenten zijn aangesloten op zowel de PORTABLE-
aansluiting als de AUDIO-aansluiting, wordt het geluid dat wordt
ontvangen van de PORTABLE-aansluiting weergegeven.
Gebruiken van de REMOTE IN/OUT
aansluitingen
Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock of een Bluetooth™
draadloze audio-ontvanger
IN
OUT
REMOTE
P
R
P
B
Y
MO
NIT
O
R
OUT
H
DMI
1
HDMI
2
H
DMI
3
H
DMI 4
B
D
/
DVD
)
V
IDE
O
CO
MP
O
RNENT
V
IDE
O
Afstandsbediening
suitgang
Afstandsbediening
singang
Infraroodontvanger of
Yamaha component
Yamaha component
(CD- of DVD-speler, etc.)
D
OC
K
ANTENNA
PH
O
N
O
UNBAL.
FM
G
N
D
G
N
D
AM
CO
MP
O
NENT
V
IDE
O
P
R
S
.VIDE
O
HDMI
HDMI
OUT
OUT
Yamaha iPod universeel
dock/Bluetooth draadloze
audio-ontvanger
Een camcorder of draagbare
audiospeler aansluiten
VIDEO
AUDIO
PORTABLE
VIDEO
AUX
TU
NIN
G
S
TRAI
G
H
T
M
I
NP
UT
P
URE DIRE
C
T
O
PTIMIZER
MI
C
M
EM
O
R
Y
V
O
L
U
M
E
EFFECT
PRESET
l
h
l
h
B
D
/
DV
D
TV
CD
R
ADI
O
SC
ENE
FM
AM
VIDEO
AUDI O
PORTABLE
VIDEO
AUX
V
L
R
Game console/Camcorder Muziekspeler
Analoog
audiosignaal
Analoog
audiosignaal
Video uitgang
20 Nl
Verbindingen
Een binnen FM antenne en een AM ringantenne worden
bij dit toestel geleverd. Sluit deze antennes op de juiste
wijze aan op de betreffende aansluitingen.
y
De meegeleverde antennes zijn normaal gevoelig genoeg om een goede
ontvangst te krijgen.
Plaats de AM ringantenne weg van dit toestel.
Als u geen goede ontvangst kunt krijgen, raden we het gebruik van een
buitenantenne aan. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Yamaha
dealer of het servicecentrum voor meer informatie.
Gebruik altijd de AM ringantenne zelfs als de buitenantenne is
aangesloten.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM
ringantenne
Aansluiten van de meegeleverde AM ringantenne
De draden van de AM ringantenne hebben geen polariteit.
U kunt beide draden aanraken van de AM-aansluiting en
de andere naar de GND-aansluiting.
Als alle verbindingen zijn gemaakt, steekt u het netsnoer
van dit toestel in een stopcontact.
1 Druk op AMAIN ZONE ON/OFF (of
pPOWER) om dit toestel aan te zetten.
2 Druk opnieuw op AMAIN ZONE ON/OFF
(of pPOWER) om dit toestel uit te zetten
(stand-by).
y
Dit toestel heeft een paar seconden nodig voordat hij klaar is voor
weergave.
U kunt dit toestel ook aanzetten door te drukken op MSCENE (of
iSCENE).
Dit toestel gebruikt een klein beetje elektriciteit, zelfs tijdens stand-by.
We raden u aan om het stroomsnoer uit het stopcontact te halen.
Aansluiten van de FM en AM antennes
ANTENNA
UNBAL.
FM
GND
AM
TRI
GG
ER
OU
T
12V
0.1A MAX.
PH
O
N
O
G
N
D
CO
MP
O
NENT
V
IDEO
P
R
P
B
Y
IN
O
U
T
R
EM
O
T
E
M
O
NIT
O
R
O
UT
P
R
P
B
Y
S
.VIDE
O
VIDE
O
VIDE
O
CO
MP
O
RNEN
T
VIDE
O
F
R
O
AM-buitenantenne
Sluit een 5 tot 10 meter
lange vinylbedekt snoer
aan en verleng het
buitenshuis (gebruik de
AM ringantenne samen
met deze antenne).
Aarde (GND-aansluiting)
De GND-aansluiting is niet voor aarding.
Om lawaai te verminderen, verbindt u een
aardstaaf of een vinylbedekt snoer met een
koperen plaat als punt en plaatst u deze in
vochtige grond.
FM binnenantenne
AM
ringantenne
Drukken en
vasthouden
LoslatenInbrengen
Aansluiten van het netsnoer
Aan en uit zetten van dit toestel
Let op
Haal de stekker niet uit het stopcontact als het aan is.
Als u dit doet kan het toestel beschadigen of kunnen de
isntellingen van het toestel onjuist worden opgeslagen.
/
P
RE
S
EN
C
E
Naar het stopcontact
Netsnoer
21 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Dit toestel heeft een Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer (YPAO). Met de YPAO, past dit toestel automatisch de
uitgangkenmerken van uw luidsprekers aan op basis van de luidsprekerpositie, de prestatie van de luidspreker en de akoestische
kenmerken van de kamer. We raden u aan dat u eerst de uitgangkenmerken met de YPAO afstelt als u dit toestel gebruikt.
1 Controleer de volgende punten.
Voordat de automatische instellingen gestart worden,
controleert u het volgende.
Alle luidsprekers en de subwoofer zijn op de juiste
wijze aangesloten.
Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel.
De videomonitor is op de juiste wijze aangesloten.
Dit toestel en het beeldscherm moeten worden ingeschakeld.
Dit toestel is geselecteerd als de videosignaalbron
van de videomonitor.
Een eventueel aangesloten subwoofer moet worden
ingeschakeld en het volume moet ongeveer
halverwege (of iets lager) worden ingesteld.
De crossoverfrequentiebediening voor de aangesloten
subwoofer zijn op de maximum stand ingesteld.
2 Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC-
aansluiting op het voorpaneel.
“MIC ON. View OSD MENU” verschijnt op de display
van het voorpaneel. Het volgende menuscherm zal nu
verschijnen op het beeldscherm.
y
U kunt het bovenstaande menuscherm van het SETUP menu weergeven
(zie bladzijde 47).
3 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de omni-
directionele microfoonkop naar boven.
y
Het verdient aanbeveling een statief of iets vergelijkbaars te gebruiken
om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar
uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. U kunt de
optimalisatiemicrofoon vastmaken aan het statief met de
bevestigingsschroef van het statief.
4 Als de luidsprekers zijn aangesloten op
EXTRA SP-aansluitingen, drukt u
herhaaldelijk op kCursor k om “Extra SP
Assign” te selecteren, daarna drukt u op
kCursor l / h om te selecteren hoe u
EXTRA SP-aansluitingen gebruikt van
“Zone2”, “Presence” of “None”.
Als dit toestel niet werkt als u drukt op kCursor,
druk dan eenmaal op jSETUP en bedien dit
toestel.
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO)
Opmerkingen
Er kunnen luide testtonen geproduceerd worden tijdens
de automatische setupprocedure. Laat kleine kinderen
niet de kamer binnengaan tijdens de procedure.
Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen
dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de automatische
setup procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is
het mogelijk dat de resultaten tegenvallen.
y
U kunt handmatig de uitgangkenmerken van uw luidsprekers
aanpassen met “2 Manual Setup” in het SETUP menu. Voor
informatie, zie bladzijde 47.
Gebruikmaken van Auto Setup
VOLUME
MIN MAX
CROSSOVER/
HIGH CUT
MIN MAX
Subwoofer
VIDEO
AUDI
O
PO
RTABL
E
VIDE
O
A
UX
OPTIMIZER
MIC
Optimalisatie-microfoon
1 AutoSetup
>Zone2Presence
ExtraSPAssign
[ENTER]:Start
None
EQ Type;;;;Natural
. Start
[]/[]:Up/Down
[
[
Optimalisatie-microfoon
22 Nl
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO)
5
Om een geluidskenmerk te selecteren voor
aanpassing, drukt u op
kCursor n
om “EQ Type”
te selecteren en dan drukt u op
kCursor
l / h
.
Als dit toestel niet werkt als u drukt op
kCursor
,
druk dan eenmaal op
jSETUP
en bedien dit toestel.
Dit toestel heeft een parametrische equalizer die de
signaalniveaus voor elk frequentiebereik aanpast. De equalizer
is afgesteld om een samenhangend geluidsveld te produceren
op basis van automatisch gemeten luidsprekerkenmerken.
In “EQ Type”, kunt u de volgende parametrische
equalizerkenmerken selecteren die geschikt zijn voor
de gewenste geluidskenmerken.
Natural
Stelt alle luidsprekers af op het bereiken van natuurlijk
geluid. Selecteer dit als geluiden in het hoge tonen bereik
te sterk lijken als “EQ Type” is ingesteld op “Flat”.
Flat
Stelt elke luidspreker af op het verkrijgen van
dezelfde kenmerken. Selecteer dit als uw luidspreker
vergelijkbare kwaliteiten heeft.
Front
Stelt elke luidspreker af op het verkrijgen van dezelfde
kenmerken als de linker en rechter voor-luidsprekers.
Selecteer dit als uw linker en rechter voor-luidsprekers
aanzienlijk betere kwaliteit hebben dan andere luidsprekers.
6 Druk op kCursor n om “Start” te selecteren
en druk dan op kENTER om de setup
procedure te starten.
Er begint een aftelling en een meting in 10 seconden.
Er is een luide testtoon te horen tijdens het meten.
Opmerkingen
Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de automatische
setup bezig is.
Druk op kCursor k om de automatische setup procedure te
annuleren.
Als de meting succesvol is voltooid, verschijnt
“YPAO Complete” op de display van het voorpaneel
en verschijnen de resultaten op de videomonitor.
SP
Geeft het aantal op dit toestel aangesloten luidsprekers aan
in de volgende volgorde:
Totaal van Voor, Midden en Aanwezigheid/Totaal van
Surround en Surround achter/Subwoofer
DIST
Geeft de luidsprekerafstand weer vanaf de luisterpositie in
de volgende volgorde:
Afstand dichtstbijstaande luidspreker/Afstand verafst
staande luidspreker
LVL
Geeft het luidsprekeruitgangsniveaus weer in de volgende
volgorde:
Laagste luidsprekeruitgangsniveau/Hoogste
luidsprekeruitgangsniveau
Opmerkingen
Indien “ERROR” op de videomonitor verschijnt tijden de automatische
setup procedure, dan wordt de meting geannuleerd en het type fout
weergegeven. Zie “Wanneer een foutmelding wordt weergegeven tijdens
meting” (zie bladzijde 23) voor details.
Indien er problemen optreden tijdens de meting, verschijnt “WARNING
(XX)” (xx geeft het nummer van de waarschuwing aan) boven
“RESULT” (zie bladzijde 23).
7 Druk op kENTER.
De kenmerken van de luidspreker worden aangepast
volgens de meetresultaten.
Om de operatie te annuleren, drukt u op kCursor
l / h om “Cancel” te selecteren en drukt u op
kENTER.
Als het volgende scherm verschijnt, verwijdert u de
optimalisatiemicrofoon. De automatische setup
procedure is nu voltooid.
y
Indien u de metingsresultaten niet wilt toepassen, selecteert u “Cancel”.
Voer de automatische setup procedure opnieuw uit als u het aantal
posities van de luidsprekers wijzigt.
Als u drukt op kENTER voordat u de optimalisatiemicrofoon
verwijdert, wordt “1 Auto Setup” van “Speaker Setup” in het SETUP
menu (zie bladzijde 47) weergegeven.
Het meten duurt ongeveer 3 minuten. Om precieze
resultaten te bereiken, dient u te verblijven op een
plek waar u de meting niet verstoort, zoals aan de
zijkant of achter de luidsprekers of buiten de ruimte.
1 AutoSetup
RESULT
[ENTER]:Finish
SP:3/4/0.1
DIST:2.50/3.00m
LVL:-3.5/+4.5dB
. >Set Cancel
[]/[]:Select
p[
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen
warmte. Sla na meting op in een koele plaats uit direct
zonlicht. Laat het niet op een plek waar het onderhevig
zal zijn aan hoge temperaturen zoals op een AV-
component.
1 AutoSetup
AUTOSETUPComplete
[SETUP]:Exit

DisconnectMicrophone
PRESS[ENTER]
23 Nl
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO)
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Druk eenmaal op
kCursor n
en selecteer “Retry”
of “Exit” met gebruik van
kCursor
l / h
en druk
dan op
kENTER
.
Retry
Voert de automatische setup procedure opnieuw uit.
Exit
Dit beëindigt de meting en de automatische setup
procedure.
y
Zie bladzijde 66 voor meer informatie over foutberichten.
Als “E-5:NOISY” verschijnt kunt u doorgaan met meten. Om door te
gaan met meten, selecteert u “Proceed”. Wij raden u echter aan eerst het
probleem op te lossen voordat u wederom met de meting begint.
Indien er een probleem optreedt tijdens de meting, wordt,
“WARNING” weergegeven op het scherm van het resultaat-
display. Controleer de fout en los de problemen op.
y
Zie bladzijde 67 voor meer informatie over waarschuwingsberichten.
Optimalisatie wordt niet uitgevoerd als een waarschuwingsbericht wordt
weergegeven. Wij raden u echter aan eerst het probleem op te lossen en
opnieuw de automatische setup procedure uit te voeren.
1 Als “” links van “WARNING” op het
resultaten weergavescherm wordt
weergegeven, drukt u op kENTER.
Er worden details van het waarschuwingsbericht
weergegeven. Indien er meerdere
waarschuwingsberichten zijn, kunt u het volgende
bericht weergeven met kCursor h.
2 Om terug te keren naar de bovenste
resultaat-display, drukt u opnieuw op
kENTER.
Wanneer een foutmelding wordt
weergegeven tijdens meting
ERROR
Don't
operate
.E-9:USER CANCEL
[ENTER]:Return
any function
>RetryExit
[]/[]:Select
p[
Wanneer een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven na meting
WARNING
Reversechannel
W-1:OUTOFPHASE
[ENTER]:Return
FL---
CENTER
------
SBL---
SL---
[]/[]:Select
p[
24 Nl
BASISBEDIENING
1 Zet de externe componenten (TV, DVD-speler,
etc.) die zijn aangesloten op dit toestel, aan.
2 Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
op de eIngang keuzetoetsen) om een
signaalbron te selecteren.
De naam van de geselecteerde ingangsbron verschijnt
een paar seconden.
y
U kunt zonodig de naam van de signaalbron die wordt
weergegeven op de display van het voorpaneel of op de
videomonitor veranderen (zie bladzijde 52).
3 Geef het externe component dat u hebt
geselecteerd als signaalbron, of selecteer
een radiozender op de tuner.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende component voor
gegevens over weergave. Voor het selecteren van radiozenders
of afspelen van een iPod of Bluetooth component met gebruik
van dit toestel, kijk u bij het volgende.
Gebruikmaken van iPod (zie bladzijde 35)
Gebruikmaken van Bluetooth componenten
(zie bladzijde 37)
4
Draai aan de
LVOLUME-besturing
om het
volume aan te passen (of druk op
sVOLUME +/–
).
Dit toestel heeft vier SCENE toetsen waarmee u de
signaalbronnen en de geluidsveldprogramma’s kan
veranderen met één toets. Een instelling voor signaalbron
en geluidsprogramma die geschikt zijn voor een bepaalde
situatie, zoals het afspelen van films of muziek, is
standaard aan iedere toets toegekend.
y
Dit apparaat gaat aan wanneer MSCENE (of iSCENE) tijdens
standby wordt ingedrukt.
Als een Yamaha dvd-speler die SCENE besturingssignalen kan
ontvangen, is aangesloten op de REMOTE OUT-aansluiting van dit
apparaat, gaat de dvd-speler automatisch aan en begint met afspelen
wanneer MSCENE (of iSCENE) wordt ingedrukt (zie bladzijde 19).
Raadpleeg voor details de instructiehandleiding van de dvd-speler.
Druk op MSCENE (of iSCENE).
Selecteer de gewenste signaalbron/
geluidsveldprogramma en druk op de MSCENE
(of iSCENE) totdat “SET Complete” op de
display van het voorpaneel verschijnt.
Wanneer de OSD op de videomonitor wordt weergegeven,
verschijnt “SCENE Setting Complete” op de
videomonitor.
y
Als u de afstandsbediening voor een extern component gebruikt, stelt u
dat externe component dan tevens in wanneer de SCENE-instelling
wordt uitgevoerd. Lees het volgende hoofdstuk voor meer informatie.
Weergave
Basisprocedure
Opmerking
Wanneer u DTS-CD weergeeft, kan er in bepaalde omstandigheden
ruis worden uitgezonden waardoor een luidspreker niet goed
functioneert. Zorg dat het volume op laag is ingesteld voordat u de
weergave start. Doe het volgende als ruis wordt weergegeven.
1) Wanneer alleen ruis wordt weergegeven
Indien een DTS bitstreamsignaal niet goed wordt verzonden naar dit toestel,
wordt alleen ruis weergegeven. Sluit een weergavecomponent aan op dit
toestel met een digitale verbinding en geef de DTS-CD weer. Als de toestand
niet verbeterd kan het probleem voortkomen uit de weergavecomponent.
Neem contact op met de producent van de weergavecomponent.
2) Als er ruis wordt uitgezonden tijdens weergave of overslaan
Voordat u de DTS-CD afspeelt, geeft u het OPTION menu
weer na het selecteren van de signaalbron en stelt u
“Decoder Mode” in op “DTS” (zie bladzijde 40).
VOL.
SW
C
LR
SL SR
AV1
Signaalbronnaam
VOL.
SW
C
LR
SL SR
Volume-18.5dB
Volume
Gebruikmaken van de SCENE functie
Signaalbron
Geluidsveldprogramma
BD/DVD HDMI1 Straight
TV AV1 Straight
CD AV3 Straight
RADIO TUNER 7ch Enhancer
Selecteren van een SCENE
Signaalbronnen/geluidveldprogramma’s
registreren
25 Nl
Weergave
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERD
E BEDIENING
U kunt een extern component met de afstandsbediening
van dit toetstel bedienen door een afstandsbedieningscode
voor het externe component in te stellen voor elke
signaalbron. Door de afstandsbedieningscodes in te stellen
voor de gewenste signaalbronnen kunt u schakelen tussen
de externe componenten die zijn verbonden met SCENE-
selecties.
Wanneer u de instellingen van de SCENE toetsen wijzigt,
wijzigt u dan ook de instellingen van de externe
component door onderstaande stappen uit te voeren.
1 Registreer de afstandsbedieningscode van
een extern component naar de gewenste
signaalbron (zie bladzijde 55).
Opmerking
Afstansbedieningscodes kunnen niet worden geregistreerd naar
TUNER-bronsignalen.
2 Druk gedurende 3 seconden op eIngang
keuzetoetsen op de afstandsbediening
voor de signaalbron waarvan de
afstandsbedieningscode is geregistreerd in
stap 1 terwijl u de iSCENE-toets waar u de
toewijzing naar wilt veranderen, ingedrukt
houdt.
De externe component kan nu op afstand worden
bestuurd door slechts de iSCENE-toets te kiezen.
1 Druk op uMUTE op de afstandsbediening
om de geluidsweergave tijdelijk uit te
schakelen.
De MUTE-indicator knippert op het display op het
voorpaneel als het audiosignaal wordt gedempt.
2 Druk nog eens op uMUTE om de
geluidsweergave te hervatten.
U kunt niet de balans van het hoge tonen bereik (Treble)
en het lage tonen bereik (Bass) afstemmen van
geluidsweergaven die worden weergegeven vanaf de
linker en rechter voor-luidsprekers om de gewenste toon te
krijgen.
y
De toonregeling van de luidsprekers of hoofdtelefoon kan apart worden
ingesteld. Stel de toonregeling van de hoofdtelefoon in terwijl de
hoofdtelefoon is aangesloten.
1 Druk herhaaldelijk op NTONE CONTROL
op het voorpaneel voor een selectie van
“Treble” of “Bass”.
De huidige instelling wordt ook weergegeven ook op
het display op het voorpaneel.
2 Draai aan de OPROGRAM-schakelaar om
het niveau van de weergave in dat
frequentiebereik aan te passen.
Afstelbaar bereik: –10,0 dB tot +10,0 dB
De display geeft het vorige scherm weer vlak nadat u
de schakelaar loslaat.
Opmerkingen
De toonregelaarinstellingen zijn niet effectief tijdens afspelen in Pure
Direct-modus.
Indien u de balans instelt op extreem uit, kunnen geluiden niet
overeenkomen met die van andere kanalen.
Gebruik de Pure Direct-modus om te luisteren naar de
high fidelity weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de Pure Direct-modus is ingeschakeld, geeft dit
toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk op QPURE DIRECT (of hPURE DIRECT)
om de Pure Direct-modus aan of uit te zetten.
De volgende functies zijn uitgeschakeld in de Pure Direct-
modus.
geluidsveldprogramma en toonregeling
weergave en werking van het OPTION-menu en het
SETUP menu
multi-zone functie
y
Het display van het voorpaneel gaat uit in Pure Direct-modus. Het gaat
weer aan wanneer de Pure Direct-modus wordt uitgezet.
Het wisselen van afstandbestuurbare
externe componenten die zijn verbonden
met SCENE-selecties
Tijdelijk dempen van audioweergave
(MUTE)
Het afstemmen van hoge lage
tonenweergave (toonregeling)
Genieten van puur hi-fi geluid
(Pure Direct-modus)
Treble
0.0dB
26 Nl
Weergave
Steek uw hoofdtelefoon in de BPHONES-
aansluiting op het voorpaneel.
Als u een geluidveldprogramma selecteert tijdens het
gebruik van de hoofdtelefoon, wordt de stand automatisch
ingesteld op SILENT CINEMA-stand.
Opmerkingen
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden
gereproduceerd via de SPEAKERS-aansluitingen.
Als multi-kanaalssignalen worden verwerkt, worden geluiden in alle
kanalen gescheiden in linker en rechterkanalen. Wanneer de signaalbron
is ingesteld op “MULTI CH”, wordt alleen het geluid uit de voorkant L/R
van de hoofdtelefoons weergegeven.
Wanneer HDMI1-4 of AV1-4 is geselecteerd als signaalbron
kunt u audio/videosignaalinformatie weergeven.
y
Ingangsignaalinformatie wordt weergegeven op een videomonitor en de
display van het voorpaneel.
1 Selecteer de gewenste signaalbron en druk
op rOPTION.
Het OPTION menu voor de geselecteerde
signaalbron wordt weergegeven (zie bladzijde 39).
2 Druk op kCursor k / n om “Signal Info”, te
selecteren en druk dan op kENTER.
De informatie over signaalbronnen wordt
weergegeven. Zie bladzijde 40 over informatie dat
wordt weergegeven op het scherm.
y
U kunt de informatie-items die op de display van het voorpaneel
worden weergegeven, wijzigen met behulp van kCursor k / n.
Als een fout die verband houdt met HDMI optreedt, wordt
foutinformatie weergegeven onderaan dit scherm.
3 Om de weergave van deze informatie te
beëindigen, druk op rOPTION.
U kunt informatie op de display van het voorpaneel weergeven
zoals de namen van het huidige geselecteerde
geluidsveldprogramma en surround decoders op de display van
het voorpaneel. Om de display te wijzigen, druk herhaaldelijk
op
FINFO
(of
gINFO
). De volgende informatie kan op
de display van het voorpaneel worden weergegeven.
De naam van de huidige geselecteerde signaalbron (Input)
Huidige geselecteerde geluidsveld programmanaam
(DSP Program)
Huidige geselecteerde surround decoder (Audio Decoder)
Huidige ingestelde FM/AM radiofrequentie (Frequency)
De FM Radio Data Systeeminformatie (Program
Service, Program Type, Radio Text, Clock Time)
iPod afspeelinformatie (Song, Album, Artist, List)
Als u bijvoorbeeld HDMI1 selecteert en “DSP Program”,
weergeeft, verschijnt het volgende scherm op de display
van het voorpaneel.
De informatie die over elke signaalbron kan worden
weergegeven staat in de tabel hieronder vermeld.
*: “Program Service”, “Program Type”, “Radio Text” en “Clock
Type” verschijnen niet als het radiostation geen Radio Data
Systeemservice leveren.
Gebruiken van een hoofdtelefoon
Weergeven van ingangsignaalinformatie
Informatie wijzigen op de display van
het voorpaneel
Signaalbron Items
HDMI1-4
AV 1 - 6
AUDIO1-2
V-AU X
PHONO
Input
DSP Program
Audio Decoder
MULTI CH Input
FM/AM Frequency
DSP Program
Audio Decoder
Program Service*
Program Type*
Radio Text*
Clock Time*
iPod
(Eenvoudige afstandsbedieningsmodus)
Input
DSP Program
Audio Decoder
iPod
(Menu bedieningsfunctie)
(Afspeelinformatie weergave)
Artist
Album
Song
DSP Program
Audio Decoder
(Afspeelmenu weergave)
List
Bluetooth Input
DSP Program
Audio Decoder
Straight
Signaalbron
Geluidsveldprogramma (DSP-program)
27 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Dit toestel is uitgerust met een Yamaha digitale geluidsveldverwerking (DSP) chip. U kutn genieten van multi-
kanaalsgeluiden van bijna alle signaalbronnen met gebruik van diverse geluidveldprogramma’s die zijn opgeslagen op
een chip en een diversiteit aan surround recorders.
Het selecteren van een geluidsveldprogramma op het voorpaneel
Draai aan de OPROGRAM-schakelaar om een gewenst geluidsveldprogramma te selecteren.
Het selecteren van een geluidsveldprogramma met de afstandsbediening
Voer de volgende handelingen uit afhankelijk van de categorie van de geluidveldprogramma’s.
Geluidsveldprogramma’s voor films/TV programmas.................... Druk herhaaldelijk op hMOVIE.
Geluidveldprogramma’s voor muziek.............................................. Druk herhaaldelijk op hMUSIC.
Stereoreproductie ............................................................................. Druk herhaaldelijk op hSTEREO.
Multi-kanaals reproductie ................................................................ Druk herhaaldelijk op hSTEREO.
Compressed Music Enhancer........................................................... Druk herhaaldelijk op hSTEREO.
Surround decoder ............................................................................. Druk herhaaldelijk op hSUR. DECODE.
Als u bijvoorbeeld “Sci-Fi” selecteert in “MOVIE”, verschijnt het volgende scherm op de display van het voorpaneel.
Opmerkingen
Geluidsveldprogramma’s worden voor elke signaalbron opgeslagen. Als u de signaalbron verandert, dan wordt het geluidsveldprogramma dat eerder voor
die signaalbron is geselecteerd, opnieuw toegepast.
Wanneer u de Dolby Digital Plus, Dolby TrueHD, DTS Express, DTS-HD Master Audio, of DTS-HD High Resolution Audio sources afspeelt, wordt het
geluid in rechtstreekse decodeermodus gereproduceerd.
Als de bemonsteringsfrequentie van een signaalbron hoger is dan 96 kHz, dan past dit toestel geen geluidsveldprogramma’s toe.
Dit toestel levert geluidsveldprogramma’s voor meerdere categorieën, inclusief muziek, films en stereoreproductie. Kies
een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid.
y
U kunt controleren welke luidsprekers momenteel signalen uitzenden met de luidsprekerindicators op de display van het voorpaneel (zie bladzijde 6).
Elk programma kan geluidsveldelementen afstellen (geluidsveldparameters). Voor informatie, zie bladzijde 42.
in de tabel geeft de geluisveldprogramma met CINEMA DSP aan.
Genieten van de geluidveldprogramma’s
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
Beschrijvingen geluidsveldprogramma
Voor film/TV-programmabronnen (MOVIE)
Programma Beschrijving
Standard Creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke
akoestische positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten. Het conceptontwerp
van dit geluidsveld is een “ideale bioscoop” waarin het publiek wordt omgeven door de mooie natrillingen van
links, rechts en van achteren.
Spectacle Creëert een spectaculair geluidsveld dat een gevoel van geweldige omvang produceert. Dit geluidsveldprogramma
voorziet in een breed geluidsveld dat past bij Cinemascope en andere breedbeeld films, met een uitstekend
dynamisch bereik, van zeer zachte tot zeer harde geluiden.
Sci-Fi Creëert een heldere reproductie van de verfijnde geluidseffecten van de nieuwste science-fiction en special-effects
films. Verschillende atmosferen kunnen levendig worden gereproduceerd, terwijl dialogen, geluidseffecten en
achtergrondmuziek duidelijk gescheiden worden.
Adventure Creëert een geluidsveld dat ideaal is voor actie- en avonturenfilms, en een gevoel van kracht reproduceert door het
verminderen van natrillingen en een horizontale geluidsomgeving benadrukt. Een heldere en krachtige atmosfeer
wordt gereproduceerd waarbij de scheiding van audiokanalen en de helderheid van het geluid met een lichter
gevoel wordt behouden.
Sci-Fi
Programmanaam
Geluidsveldprogrammacategorie
28 Nl
Genieten van de geluidveldprogramma’s
y
Wanneer er multi-kanaals signalen binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers.
Drama Creëert een rustig geluidsveld dat geschikt is voor verschillende filmgenres, van serieus drama tot musicals en
comedies. Het geluid wordt geproduceerd met discrete natrilling, maar ook met een driedimensionaal gevoel.
Ruimtelijke geluidseffecten en achtergrondmuziek worden gereproduceerd met zachte natrillingen rond de
middenpositie, wat de vermoeidheid van het langdurig kijken naar films vermindert.
Mono Movie Creëert een geluidsveld waarmee u kunt genieten van oude monofilms in een atmosfeer van een filmtheater uit die
tijd. Een comfortabele ruimte met een gevoel van diepte wordt gereproduceerd door de toevoeging van omgeving
en redelijke natrilling aan het oorspronkelijke geluid.
Sports Creëert een levendig geluidsveld dat geschikt is voor sportuitzendingen en studioshows op tv in stereo. Bij
sportuitzendingen worden de stemmen van de sportverslaggevers en de analisten vanuit het midden weergegeven
terwijl het geluid van de menigte en de overige geluiden op juiste wijze worden verspreid, zodat er een realistische
stadionatmosfeer wordt gecreëerd alsof u er zelf bij bent.
Action Game
Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS games. De aanwezigheid van diverse
geluidseffecten wordt vergroot met behoud van een duidelijk richtingsgevoel door het bereik van elk geluidseffect van elk
kanaal te beperken en gebruik te maken van weerkaatsingsgegevens, dat een realistisch en krachtige speelomgeving produceert.
Roleplaying Game Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor rollenspellen en avonturenspellen. Diepte en een driedimensionaal
gevoel van het spel worden geproduceerd door het combineren van filmgeluidseffecten en het geluid dat gebruikt
wordt in “Action Game”. In filmscenes worden filmachtige geluidseffecten geproduceerd.
Voor audiomuziekbronnen (MUSIC)
Programma Beschrijving
Hall in Munich
Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor de simulatie van een concerthal met ongeveer 2.500 zitplaatsen in München,
wat een typisch Europese concertlocatie is met elegante houten binnenmuren. Er wordt een rijk, verfijnd en prachtig
geluid geproduceerd, waardoor een ontspannen atmosfeer ontstaat. De stoelindeling is een linkermidden orkeststoel.
Hall in Vienna Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor het simuleren van een concerthal met ongeveer 1.700 zitplaatsen in
Wenen, dat een traditionele middelgrote schoenendoos type concertomgeving is. In deze hal kaatsen complexe
omnidirectionele weerkaatsingen tegen pilaren en beeldhouwwerken voor een karakteristiek rijk geluid.
Chamber Creëert een geluid dat geschikt is voor het simuleren van een relatief grote kamer met een hoog plafond, zoals een
paleiskamer. Het produceert plezierige natrillingen die geschikt zijn voor hofmuziek en kamermuziek.
Cellar Club
Creëert een realistisch live geluidsveld dat geschikt is voor het simuleren van een huis met een laag plafond en intieme
atmosfeer. Het geeft een krachtig geluid waardoor u het gevoel krijgt alsof u vlak voor een klein podium staat.
The Roxy Theatre Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor de simulatie van live rockmuziekruimte tot ongeveer 460 zitplaatsen
in Los Angeles. De stoelindeling is een linkermidden stoel.
The Bottom Line
Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor het simuleren van “The Bottom Line”, een beroemde jazz club in New York dat
een vloer heeft met 300 brede stoelen. Het produceert heldere natrillingen. De stoelindeling is aan de voorkant van het podium.
Music Video
Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor het simuleren van een concertomgeving waar live-optredens van pop-,
rock- en jazzmuziek plaatsvinden. U kunt uzelf helemaal laten gaan in een hete live atmosfeer dat gecreëerd wordt
door een aanwezigheidsgeluidsveld dat de helderheid van vocals en solo’s en het slaan op de drums benadrukt, en
door een surround geluidsveld dat een sfeer van een grootschalige live-omgeving reproduceert.
Voor stereoreproductie (STEREO)
Programma Beschrijving
2ch Stereo Produceert voorstereo geluid. Dit is de standaard afspeelmodus.
Voor stereo/multi-kanaalsreproductie (STEREO)
Programma Beschrijving
7ch Stereo Produceert voor- en achtergeluid voor een grote omgeving. Deze afspeelmodus is geschikt voor BGM tijdens een
houseparty. Het geluid wordt weergegeven uit maximaal zeven luidsprekers.
Programma Beschrijving
29 Nl
Genieten van de geluidveldprogramma’s
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Reproduceert geluid van 2-kanaals brongeluid in maximaal 7 kanalen met behulp van een surround decoder.
y
Wanneer meerkanaalsgeluid de signaalbron is, wordt het geluid in rechtstreekse decodeermodus gereproduceerd (zie bladzijde 30).
De Compressed Music Enhancer (ENHNCR)
Programma Beschrijving
Straight Enhancer Reproduceert op dynamische wijze het geluid van 2-kanaals of meerkanaals samengeperst geluid met hetzelfde
aantal kanalen als het geluid van de signaalbron.
7ch Enhancer Reproduceert op dynamische wijze geluid van samengeperst geluid in 7 kanalen, ongeacht de geluidskanalen van
de signaalbronnen.
Surround decodeerstand (SUR.DEC)
Decoder Beschrijving
Pro Logic Reproduceert geluid met behulp van de Dolby Pro Logic decoder. Dit is geschikt voor alle soorten geluidsbronnen.
PLIIx Movie /
PLII Movie
Reproduceert geluid met behulp van de Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) decoder. Dit is geschikt voor
films. U kunt de Dolby Pro Logic IIx decoder niet selecteren in de volgende situaties:
Als de surround achter luidsprekers niet zijn aangesloten
Als er een hoofdtelefoon is aangesloten
PLIIx Music /
PLII Music
Reproduceert geluid met behulp van de Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) decoder. Dit is geschikt voor
muziek. U kunt de Dolby Pro Logic IIx decoder niet selecteren in de volgende situaties:
Als de surround achter luidsprekers niet zijn aangesloten
Als er een hoofdtelefoon is aangesloten
PLIIx Game /
PLII Game
Reproduceert geluid met behulp van de Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) decoder. Dit is geschikt voor
games. U kunt de Dolby Pro Logic IIx decoder niet selecteren in de volgende situaties:
Als de surround achter luidsprekers niet zijn aangesloten
Als er een hoofdtelefoon is aangesloten
Neo:6 Cinema Reproduceert geluid met behulp van de DTS Neo:6 decoder. Dit is geschikt voor films.
Neo:6 Music Reproduceert geluid met behulp van de DTS Neo:6 decoder. Dit is geschikt voor muziek.
30 Nl
Genieten van de geluidveldprogramma’s
In rechte decodeerstand worden geluiden geproduceerd
zonder geluidsveldeffect. 2-kanaals stereobronnen worden
weergegeven van slechts de linker en rechter voor-
luidsprekers. Multi-kanaals signaalbronnen worden recht
gedecodeerd in de juiste kanalen en multi-kanaals
geluiden worden gereproduceerd zonder een
geluidsveldeffect.
1 Om rechtstreekse decodeerstand in te
schakelen, druk op PSTRAIGHT (of
hSTRAIGHT).
“Straight” verschijnt op de display van het
voorpaneel.
2 Om de decodeerstand te annuleren, druk
nogmaals op PSTRAIGHT (of
hSTRAIGHT).
Een geluidsveldprogrammanaam verschijnt op de
display van het voorpaneel en het geluid wordt
gereproduceerd met dat geluidsveldeffect.
Virtual CINEMA DSP stelt u ook zonder daadwerkelijke
surround-luidsprekers in staat om te profiteren van DSP
surroundeffecten door middel van virtuele surround-
luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs
gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee
luidsprekers zonder midden-luidspreker.
Wanneer “Sur. L/R SP” in het SETUP-menu is ingesteld
op “None” (zie bladzijde 48), werkt dit toestel in de
Virtual CINEMA DSP-modus.
Opmerking
Virtual CINEMA DSP is niet beschikbaar in de volgende situaties, zelfs
wanneer u “Sur. L/R SP” op “None” (zie bladzijde 48) instelt.
een hoofdtelefoonstekker is aangesloten op de PHONES-aansluiting.
7ch Stereo van het geluidsveldprogramma is geselecteerd.
Pure Direct-modus of rechtstreekse decodeerstand wordt gebruikt.
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
bronnen te luisteren met uw hoofdtelefoon. SILENT
CINEMA stand wordt automatisch geselecteerd als u de
hoofdtelefoonstekker insteekt in de PHONES-aansluiting.
Opmerking
SILENT CINEMA-stand is onder de volgende omstandigheden niet
beschikbaar.
2ch Stereo van het geluidsveldprogramma is geselecteerd.
Pure Direct-modus of rechtstreekse decodeerstand wordt geselecteerd.
CINEMA DSP 3D-modus voor een intensief en accuraat
stereoscopisch geluidsveld in de luisterruimte.
Om dit toestel in CINEMA DSP 3D-modus te gebruiken,
zijn aanwezigheidsluidsprekers vereist. Voer de volgende
stappen uit en selecteer een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma. Wanneer een
geluidsveldprogramma in CINEMA DSP 3D-modus
loopt, gaat de CINEMA DSP 3D-indicator op het
voorpaneel branden.
Sluit de aanwezigheidsluidsprekers op de EXTRA SP-
aansluitingen aan (zie bladzijde 12).
Stel “Extra SP Assign” in op “Presence”
(zie bladzijde 47).
Schakel CINEMA DSP 3D in het SETUP-menu in
(zie bladzijde 42).
Opmerking
Als er een hoofdtelefoon op dit toestel is aangesloten, speelt dit toestel af
in SILENT CINEMA-modus en kan CINEMA DSP 3D-modus dus niet
worden ingeschakeld.
Genieten van onverwerkte signaalbronnen
(rechtstreekse decodeer stand)
Gebruik van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)
Genieten van geluidsveldprogramma
’s
met hoofdtelefoons (SILENT CINEMA™)
Genieten van meer ruimtelijke
geluidsvelden (CINEMA DSP 3D-modus)
31 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERD
E BEDIENING
De FM/AM tuner van dit toestel levert de volgende twee
standen voor afstemmen.
Frequentie-afstemming
U kunt afstemmen op een gewenste FM/AM zender door
te zoeken naar of het specificeren van een frequentie.
Voorkeuze-afstemming
U kunt de frequenties van FM/AM zenders vooraf
instellen door ze te registeren met specifieke nummers en
later eenvoudigweg die nummers te selecteren om op af te
stemmen.
Opmerking
Stel de FM/AM antennes die op dit toestel zijn aangesloten af, voor de
beste ontvangst.
1 Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
op eTUNER) om de signaalbron om te
schakelen naar “TUNER”.
2 Druk op IFM (fFM) of IAM (fAM) om
een band te selecteren.
“FM” of “AM” verschijn op de display van het
voorpaneel volgens de band die u heeft geselecteerd.
3
Druk op
JTUNING
l / h
(of
fTUNING
k / n
)
om de frequentie te specificeren.
Om op een hogere frequentie af te stemmen, druk op
h (of k). Om het af te stemmen op een lager bereik,
druk op l (of n). De TUNED-indicator op de
display op het voorpaneel licht op als de tuner afstemt
op een zender. De STEREO-indicator licht ook op als
het programma wordt uitgezonden in stereo.
De frequentie wijzigt op de volgende manier afhankelijk van hoe
u drukt op
JTUNING
l / h
(of
fTUNING
k / n
).
Als u de toets langer dan 1 seconde indrukt
De tuner zoekt de frequentie van een zender die
detecteerbaar is rond de huidige frequentie. Dit is effectief
als de tuner sterke signalen kan ontvangen zonder storing.
Als de zoekopdracht start, laat u de toets los.
Als u drukt en de toets weer loslaat
De tuner verhoogt of verlaagt de frequentie in stapjes.
Gebruik deze methode als de tuner geen sterke signalen
kan ontvangen en zenders tijdens het zoeken worden
overgeslagen.
y
U kunt wisselen tussen stereo of mono voor FM-uitzending in het
OPTION-menu (zie bladzijde 41).
4 Om af te stemmen volgens directe
frequentieafstemming, gaat u naar de
frequentie van de gewenste zender met
gebruik van de mNumerieke toetsen van
de afstandsbediening.
Vul alleen hele cijfers in. Als u bijvoorbeeld zoekt
naar frequentie 88,90 MHz, dan voert u “8890” in
met behulp van mNumerieke toetsen.
Opmerkingen
Als u tijdens het voorprogrammeren op de mNumerieke
toetsen drukt, wordt een voorkeuzenummer geselecteerd. Stel
de afstemmingsmodus op frequentie-afstemmingsmodus met
behulp van JTUNING l / h (of fTUNING k / n)
voorafgaand aan de handeling.
“Wrong Station!” verschijnt op de display van het voorpaneel als u
een frequentie invoert die niet in een bereikbaar bereik ligt. Zorg
dat de ingevoerde frequentie correct is.
U hoeft geen nul in te voeren als u aan het eind van een decimaal
getal komt. Voer bijvoorbeeld “925” voor “92,50 MHz” of “940”
voor “94,00 MHz” in.
U kunt tot 40 FM/AM zenders registreren (Voorkeuze)
met gebruik van de functie automatische instelling van
voorkeuzezenders of handmatige instelling van
voorkeuzezenders.
De tuner detecteert automatisch FM zenders met
verkeerde signalen en registreert tot 40 zenders. AM
zenders kunnen niet automatisch worden geregistreerd.
Gebruik de handmatige stationafstemming.
1 Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
op eTUNER) om de signaalbron om te
schakelen naar “TUNER”.
2
Druk op
rOPTION
op de afstandsbediening.
Het OPTION-menuscherm voor instellingsopties van
de tunerinvoer verschijnt op de display van het
voorpaneel.
y
Voor meer informatie over het OPTION-menu,zie bladzijde 39.
Het OPTION-menu wordt weergegeven op de videomonitor.
3 Selecteer “Auto Preset” met behulp van
kCursor k / n en druk op kENTER.
Automatische zenderafstemming start ongeveer 5
seconden later vanaf de laagste frequentie omhoog.
FM/AM afstemmen
Afstemmen op een gewenste FM/AM
zender (Frequentie afstemming modus)
STEREO
TUNED
FM92.50MHz
Registreert FM/AM zenders en stemt
af in (Voorkeuze afstemmings modus)
Zenders registreren via automatische
zenderafstemming
Auto Preset
32 Nl
FM/AM afstemmen
y
U kunt het voorkeuzenummer selecteren waarop het voorkiezen
begint door te drukken op
fPRESET
k / n
of
kCursor
k / n
op de afstandsbediening terwijl “READY” wordt weergegeven op de
display op het voorpaneel.
Om de registratie te annuleren, drukt u op kRETURN op de
afstandsbediening.
Tijden de automatische zenderafstemming, verandert het
bovenste gedeelte van het scherm als volgt: SEARCH
MEMORY elke keer als een zender wordt geregistreerd.
Als de registratie is voltooid, verschijnt “FINISH” en
verschijnt het OPTION-menuscherm automatisch opnieuw.
Als u drukt op
rOPTION
op de afstandsbediening, dan
keert het scherm terug naar de orignele staat.
Opmerking
Alleen Radio Data Systeemzenders worden automatisch
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren.
U kunt handmatig AM zenders registreren of FM zenders
met zwakke signalen.
1
Stem af op een zender en raadpleeg daarbij
“Afstemmen op een gewenste FM/AM zender
(Frequentie afstemming modus)” (zie bladzijde 31).
2 Druk op GMEMORY (of fMEMORY).
“Manual Preset” verschijnt op de display van het voorpaneel gevolgd
door het voorkeuzenummer waarop de zender wordt geregistreerd.
y
Door het meer dan 2 seconden ingedrukt houden van
GMEMORY
(of
fMEMORY
) kunt u stap 3 overslaan. De zender is geregistreerd
op het laagste lege voorkeuzenummer of een voorkeuzenummer dat
één hoger ligt dan het laatste voorkeuzenummer.
3
Druk op
HPRESET
l / h
(of
fPRESET
k / n
)
om het voorkeuzenummer te selecteren waarop de
zender moet worden vastgezet.
Wanneer u een voorkeuzenummer selecteert waarop nog geen zender is
geregistreerd, verschijnt “Empty” op de display. Als u een geregistreerd
voorkeuzenummer selecteert, wordt een geregistreerde frequentie
weergegeven aan de rechterkant van het voorkeuzenummer.
y
U kunt een voorkeuzenummer selecteren met behulp van de
mNumerieke toetsen.
4
Druk opnieuw op
GMEMORY
(of
fMEMORY
) om vast te zetten.
Als de registratie is voltooid, keert het scherm terug
naar de originele staat.
y
Om de registratie te annuleren drukt u op
kRETURN
op de
afstandsbediening of laat u de tuner zonder handelingen 30 seconden met rust.
U kunt voorkeuzezenders oproepen die zijn geregistreerd door
automatische zenderafstemming of handmatige zenderafstemming.
Druk op HPRESET l / h (of fPRESET k / n)
tom een voorkeuzenummer te selecteren.
y
Voorkeuzenummers waarop geen zenders zijn geregistreerd, worden
overgeslagen.
Als er geen zenders zijn geregistreerd, verschijnt “No Presets” of “No
Presets in Memory” op de display. Zie bladzijde 31 en registreer zenders.
U kunt direct een voorkeuzenummer selecteren door te drukken op een
mNumerieke
toetsen
tijdens het oproepen van een voorkeuzezender. Wanneer u een
voorkeuzenummer invoert waarop nog geen zender is geregistreerd, verschijnt “Empty” op de
display. “Wrong Num.” verschijnt als u een ongeldig nummer invoert.
Als u op de
mNumerieke toetsen
drukt tijdens normaal afstemmen,
dan wordt een voorkeuzenummer geselecteerd. Stel de afstemmingsmodus
op voorkeuze-afstemmingsmodus met behulp van
HPRESET
l / h
(of
fPRESET
k / n
) voorafgaand aan de handeling.
1 Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
op eTUNER) om de signaalbron om te
schakelen naar “TUNER”.
2
Druk op
rOPTION
op de afstandsbediening.
Het OPTION-menuscherm voor instellingsopties van de
tunerinvoer verschijnt op de display van het voorpaneel.
3 Selecteer “Clear Preset” met behulp van
kCursor k / n en druk op kENTER.
Het volgende scherm verschijnt op de display.
y
U kunt de handeling annuleren en terugkeren naar het OPTION-
menuscherm door te drukken op
kRETURN
op de afstandsbediening.
4
Selecteer het voorkeuzenummer van de
geregistreerde zender die u wilt wissen met behulp
van de
kCursor
k / n
en druk op
kENTER
.
De voorkeuzezender dat is geregistreerd bij het
geselecteerde voorkeuzenummer wordt gewist. Om
de registratie van meerdere voorkeuzenummers te
wissen, herhaalt u de bovenstaande stappen.
Om de handeling te beëindigen, druk op
rOPTION
.
Zenders registreren via handmatige
zenderafstemming
01:FM87.50MHz
Voorkeuzenummer Frequentie
Status
01:Empty
Knippert
Frequentie die moet worden geregistreerd
Leeg (of frequentie die momenteel is
geregistreerd naar het voorkeuzenummer)
Voorkeuze
nummer
Een voorkeuzezender oproepen
(Automatische afstemming)
Wissen van voorkeuzezender
01:FM92.50MHz
Het voorkeuzenummer van de geregistreerde zender die u wilt wissen.
33 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt.
Dit toestel kan verschillende Radio Data Systeem gegevens ontvangen zoals “Program Service”, “Program Type”, “Radio
Text”, “Clock Time”, en “EON” (verbeterde andere netwerken) bij het ontvangen van Radio Data Systeem zendstations.
Opmerking
Radio Data systeemontvangstfunctie is alleen beschikbaar op modellen uit het VK, Europa en Rusland.
U kunt deze functie gebruiken om de 4 types Radio Data
Systeem informatie weer te laten geven: “Program
Service”, “Program Type”, “Radio Text”, “Clock Time”.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
y
Wij raden u aan om af te stemmen op Radio Data Systeem zenders
met behulp van de automatische voorprogrammeerfunctie
(zie bladzijde 31).
U kunt ook met de PTY Seek functie afstemmen op de gewenste
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender.
2 Druk herhaaldelijk op FINFO op het
voorpaneel (of gINFO op de
afstandsbediening) tot de gewenste
informatie wordt weergegeven.
Informatie over de display verandert als u op de toets
drukt. Het soort informatie wordt even weergegeven
en dan wordt de informatie weergegeven.
De inhoud van de informatie is als volgt.
Display van het voorpaneel (Als “Program Type”
is geselecteerd)
Opmerking
“Program Service”, “Program Type”, “Radio Text” en “Clock Type”
verschijnen niet als het radiostation geen Radio Data Systeemservice
levert.
U kunt deze functie gebruiken om het gewenste
radioprogramma te selecteren uit alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders door
middel van het programmatype.
y
U moet zenders vooraf instellen voor u gebruikmaakt van PTY Seek.
Indien “No Presets” of “No Presets in Memory” wordt weergegeven,
betekent het dat er geen zenders zijn geregistreerd. Zie bladzijde 32 en
registreer zenders.
U kunt PTY Seek bedienen terwijl u kijkt op het videomonitorscherm.
1 Druk op eTUNER op de afstandsbediening
om “TUNER” te selecteren als signaalbron.
2 Druk op rOPTION op de
afstandsbediening.
Het afstemoptiemenu verschijnt. Zie bladzijde 39
voor meer informatie over het optiemenu.
3 Druk op kCursor k / n op de
afstandsbediening om “PTY Seek” te
selecteren en druk op kENTER.
Radio Data Systeem afstembewerking
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Type informatie Beschrijving
Program
Service
Geeft de naam weer van het Radio
Data Systeem programmaservice dat
momenteel wordt ontvangen.
Program Type Geeft het type weer van het Radio
Data Systeem programma dat
momenteel wordt ontvangen.
Radio Text Geeft de informatie weer van het
Radio Data Systeem programma dat
momenteel wordt ontvangen.
Clock Time Geeft de huidige tijd weer.
DSP Program Geeft het huidig geselecteerde
geluidsveldprogramma weer.
Audio Decoder Geeft de huidig geselecteerde surround
decoder weer.
ProgramService ProgramType RadioText
ClockTime
DSPProgramAudioDecoder
(Frequentiedisplay)
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY Seek-modus)
CLASSICAL
Frequentie
Program Type
PTY:SPORT
34 Nl
Radio Data Systeem afstembewerking
4
Druk op
kCursor
l / h
op de afstandsbediening
om een programmatype voor zoeken te selecteren.
U kunt een programmatype selecteren uit het volgende.
5 Om een zender op te zoeken, drukt u op
kCursor k / n op de afstandsbediening.
Als u drukt op
kCursor n
, zoekt dit toestel naar
beneden vanaf de huidige frequentie. Als u drukt op
kCursor k
, zoekt dit toestel hoger dan de huidige
voorkeuzezender.
Als een zender is gedetecteerd, stopt het zoeken.
Indien de zender niet de gewenste is, drukt u op
dezelfde toets om door te gaan met zoeken.
Om zoeken te beëindigen, drukt u op rOPTION.
Opmerking
Indien “Not found” wordt weergegeven, is er geen zender beschikbaar
voor het geselecteerde programmatype dat is gedetecteerd.
U kunt de EON (Enhanced Other Networks) gegevensservice
van het Radio Data Systeem netwerk ontvangen. Indien u
Radio Data Systeem zenders ontvangt als een aanverwante
zender start met het uitzenden van een programma dat u hebt
geselecteerd, wisselt dit toestel automatisch van zender.
Om gebruik te maken van deze functie selecteert u een van de
4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO of SPORT) terwijl u de Radio Data Systeem zender
ontvangt. Als een verwante zender start met het uitzenden van
een geselecteerd programma, stemt dit toestel automatisch af
op die zender en keert het terug naar de vorige zender als het
geselecteerde programma is beëindigd.
Opmerkingen
Om gebruik te maken van de EON dataservice, moet u zich eerst
registreren voor de Radio Data Systeem zenders en hun verwante zenders
als voorkeuzezenders.
EON dataservice-instellingen worden opnieuw ingesteld als u het toestel
uitzet.
y
U kunt EON bedienen terwijl u kijkt op het videomonitorscherm.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
2 Druk op rOPTION op de
afstandsbediening.
Het tuneroptiemenu verschijnt. Voor meer informatie
over het optiemenu, zie bladzijde 39.
3 Druk op kCursor k / n op de
afstandsbediening om “EON” te selecteren
en druk op kENTER.
“EON:OFF” verschijnt op de display van het
voorpaneel.
y
Als er geen zenders zijn geregistreerd, verschijnt “No Presets” of
“No Presets in Memory” op de display. Zie bladzijde 32 en
registreer zenders.
Indien het aanverwante station van de geselecteerde
voorkeuzezender of de EON dataservice niet beschikbaar is,
verschijnt “Not Available”.
4 Druk op kCursor l / h om een
programmatype te selecteren.
5 Na het selecteren van een programmtype,
drukt u op rOPTION om het optiemenu te
beëindigen.
Als een aanverwant station het geselecteerde
programma begint uit te zenden, stemt dit toestel
automatisch af op die zender. Als het programma
eindigt, wordt er automatisch teruggeschakeld naar
de vorige zender.
De EON wordt in de volgende gevallen uitgezet:
als de EON éénmaal is geactiveerd
als dit toestel in standby is gezet voordat EON is
geactiveerd
als een andere zender is geselecteerd voordat EON
is geactiveerd
y
Om de EON te annuleren, voltooit u stap 1 tot 5 opnieuw en
selecteert u “EON:OFF”.
Programmatype Beschrijving
NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie
SPORT Sports
EDUCATE Educatief
DRAMA Drama
CULTURE Cultuur
SCIENCE Wetenschap
VARIED Licht amusement
POP M Populaire muziek
ROCK M Rock muziek
M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy
listening)
LIGHT M Licht klassiek
CLASSICS Klassiek
OTHER M Overige muziek
Gebruiken van de dataservice voor verbetering
van het gebruik van andere netwerken (EON)
EON:OFF
Huidige frequentie
NEWS AFFAIRS INFO
SPORT
OFF
35 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Als u eenmaal uw iPod in een Yamaha iPod universele dock heeft geplaatst (zoals de YDS-11, die apart wordt verkocht)
die aangesloten is op de DOCK-aansluiting op het achterpaneel van dit toestel (zie bladzijde 19), kunt u uw iPod
bedienen met de afstandsbediening met behulp van het menu dat op de videomonitor wordt weergegeven. U kunt de
Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van gecomprimeerde digitale
audiobestanden (zoals het MP3-formaat) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 29).
Opmerkingen
iPod touch, iPod (Click and Wheel inclusief iPod classic), iPod nano, en iPod mini worden ondersteund.
Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
Sommige functies zijn mogelijk niet compatibel, afhankelijk van het model van uw Yamaha iPod universeel dock. De volgende hoofdstukken beschrijven
de procedure bij het gebruik van de YDS-11.
y
Zodra de verbinding tussen uw iPod en dit toestel gereed is, verschijnt er “iPod connected” op de display van het voorpaneel.
Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op de videomonitor kunnen verschijnen, zie het hoofdstuk “iPod” op
bladzijde 65.
U kunt uw iPod bedienen als u deze in het iPod universele
dock zet en de signaalbron wisselt naar DOCK. U kunt uw
iPod bedienen via de videoweergave (menu browsen-stand) of
zonder dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsstand).
Indien u uw iPod aansluit op dit toestel, dan kunt u de
volgende handelingen uitvoeren met de afstandsbediening.
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stoppen,
overslaan, enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening zonder het menu op de videomonitor
weer te geven. U kunt uw iPod ook direct bedienen met
deze functie.
U kunt de uitgebreide iPod handelingen uitvoeren met de
afstandsbediening terwijl u op het weergegeven menu
kijkt op de videomonitor. U kunt door de muzieknummers
of videobestanden bladeren die op uw iPod zijn
opgeslagen en die op de monitor worden weergegeven. U
kunt uw iPod niet direct bedienen met deze functie.
y
“_”(streep) wordt weergegeven voor tekens die dit toestel niet kan
weergeven.
1 Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
herhaaldelijk op de eDOCK) om “iPod
(DOCK)” als de signaalbron te selecteren.
2
Druk op
tDISPLAY
op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op de videomonitor verschijnen.
3 Druk op kCursor k / n om “Music” of
“Videos” te selecteren en druk op
kCursor h.
Selecteer “Music” om te browsen in de
muziekbestanden.
Selecteer “Videos” om te browsen in de
videobestanden.
Opmerking
“Videos” wordt niet weergegeven als uw iPod of Yamaha iPod
universal dock de browserfunctie voor het browsen van
videobestanden niet ondersteunt.
Gebruikmaken van iPod™
Bedienen van iPod™
Toets Functie
k
ENTER
Volgende menu
k Menu omhoog
n Menu omlaag
l Vorige menu
h Volgende menu
l
w Terug zoeken (ingedrukt houden)
f Vooruit zoeken (ingedrukt houden)
a Vooruit springen
b Terug springen
s Stop
e
Pauze (menu browsen-stand)
Weergave/pauze (eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie)
p
Weergave (menu browsen-stand)
Weergave/pauze (eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie)
t
DISPLAY
Schakel tussen de menu browsen-stand en
de eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
Bedienen van een iPod in de eenvoudige
afstandsbedieningsstand
Bedienen van een iPod in de menu
browsen-stand
iPodTop
Videos>
Music>
36 Nl
Gebruikmaken van iPod™
4 Druk up kCursor k / n / l / h om een
menu-item te selecteren en vervolgens op
kENTER om het afspelen te starten.
Menu-items van “Music”
Playlists, Artists, Albums, Songs, Genres, Composers
Playlists > Songs
Artists > Albums > Songs
Albums > Songs
Songs
Genres > Artists > Albums > Songs
Composers > Albums > Songs
Menu-items van “Videos”
Menu-items variëren, afhankelijk van de bestanden op uw
iPod.
Beschrijving van de weergaveinformatie
display
a Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten
b Artiestnaam
c Albumtitel
d Songtitel
e Voortgangsbalk
f Verstreken tijd
gPictogrammen willekeurige en herhaalde weergave
h (weergave), (pauze), (vooruit zoeken) en
(achteruit zoeken)
i Resterende tijd
y
U kunt informatieschermen wijzigen op de display op het voorpaneel met
behulp van FINFO (of gINFO) (zie bladzijde 26). Items die worden
weergegeven op de display van het voorpaneel verschillen afhankelijk
van de op dat moment geselecteerde stand.
U kunt een speciale weergavefunctie gebruiken zoals een
willekeurige weergave en een herhaalde weergave bij het
instellen van het OPTION-menu.
1 Druk op tDISPLAY om de menubrowsen-
stand te wisselen als “iPod (DOCK)” als
signaalbron is geselecteerd.
Om de functie voor het willekeurig of herhaald
afspelen in eenvoudige afstandmodus te gebruiken,
stel uw iPod in vanaf zijn menu.
2 Druk op rOPTION.
Het OPTION-menu wordt weergegeven.
3 Druk op kCursor k / n om de gewenste
afspeelfunctie te selecteren, “Shuffle” of
“Repeat”, en druk vervolgens op kENTER.
De volgende weergavestijlen zijn beschikbaar
afhankelijk van de geselecteerde weergavefuctie.
Shuffle: Speelt willekeurig songs of albums af
(keuzes: Off, Songs, Albums).
Selecteer “Off” indien u niet in willekeurige
volgorde wilt afspelen.
Selecteer “Songs” om songs in willekeurige
volgorde af te spelen.
Selecteer “Albums” om albums in willekeurige
volgorde af te spelen.
Repeat: Speelt songs of albums hehaaldelijk af
(keuzes: Off, One, All).
Selecteer “Off” indien u niet herhaaldelijk wilt
afspelen.
Selecteer “One” om elke song te herhalen.
Selecteer “All” om alle songs te herhalen.
4 Selecteer de gewenste stijl met behulp van
kCursor l / h.
De stijl is geselecteerd. Weergave start met de functie
die is geselecteerd in stap 3.
Om naar het vorige scherm terug te keren, druk op
kRETURN. Om naar de vorige weergavefunctie
terug te keren, moet u de bovenstaande stappen
ongedaan maken.
y
Als de willekeurige weergave bezig is, verschijnt “ ” op de
videomonitor.
Indien “Repeat” is ingesteld op “One” of “All”, verschijnt “ ” of “
op de videomonitor.
iPod[Play]
1/9

FrankieZipper
Made-to-order
RoadtoIndia



|||||;;;;;;;;;;;;;;;
0:51-7:44
All
a
b
c
d
e
f
g
h
i
Willekeurige weergave/herhaalde weergave
1 All
37 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Dit toestel ondersteunt A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) Bluetooth profiel. U kunt een Yamaha Bluetooth
draadloze audio-ontvanger (zoals een apart verkrijgbare YBA-10) aansluiten op de DOCK-aansluiting van dit toestel en
luisteren naar de op uw Bluetooth component (zoals een draagbare muziekspeler) opgeslagen muziekinhoud, zonder
bedrading tussen dit toestel en de Bluetooth component. U dient alleen van tevoren het “Paren”
(“Pairing”)
uit te voeren
van de aangesloten Bluetooth draadloze audio-ontvanger met uw Bluetooth component.
“Paren” (“Pairing”) refereert naar de handeling van het registreren
van een Bluetooth component ten behoeve van Bluetooth
verbinding. Er dient een paring uitgevoerd te worden bij het
gebruik van een Bluetooth component met de Bluetooth draadloze
audio-ontvanger, als de laatste voor de eerste keer op dit toestel
wordt aangesloten, of als de paringsgegevens verwijderd zijn.
y
U hebt de paringshandeling alleen de eerste keer nodig wanneer u gebruik maakt
van de Bluetooth component met de Bluetooth draadloze audio-ontvanger.
Het paren vereist handelingen op dit toestel en op de andere component
waarmee Bluetooth verbinding dient te worden gemaakt. Raadpleeg
zonodig de meegeleverde handleiding van het andere component.
Het paren van de Bluetooth draadloze audio-
ontvanger en uw Bluetooth component
1 Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
herhaaldelijk op de eDOCK) om “Bluetooth
(DOCK)” als de signaalbron te selecteren.
2 Zet het Bluetooth component aan dat u wilt
paren en zet het in de paringsstand.
Voor meer informatie over de werking van het Bluetooth
component, raadpleegt u de instructiehandleiding.
3 Druk op rOPTION.
Het OPTION-menu voor DOCK ingang verschijnt op
de videomonitor.
4 Druk op kCursor n om “Pairing” te
selecteren en druk op kENTER.
“Searching” verschijnt op de display van het
voorpaneel en de paringsuitvoering start.
y
Om de paring te annuleren, druk op kRETURN.
U kunt de paringsuitvoering ook starten door GMEMORY op het
voorpaneel ingedrukt te houden.
5 Zorg dat de Bluetooth component de
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
herkent.
Indien de Bluetooth de Bluetooth draadloze audio-
ontvanger herkent, bijvoorbeeld “YBA-10
YAMAHA”, dan wordt Bluetooth weergegeven in de
apparatenlijst.
6 Selecteer de Bluetooth draadloze audio-
ontvanger in de Bluetooth apparatenlijst en
voer het toetspad “0000” in de Bluetooth
component.
Als de paring is voltooid, verschijnt “Completed” op
de display van het voorpaneel.
y
De Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger kan gepaard worden
aan tot maximaal acht Bluetooth componenten. Als het paren met een
negende component lukt en de paringsgegevens zijn geregistreerd, zijn
de paringsgegevens voor de minst onlangs gebruikte component gewist.
1 Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
herhaaldelijk op de eDOCK) om “Bluetooth
(DOCK)” als de signaalbron te selecteren.
2 Druk op rOPTION.
3 Druk herhaaldelijk op kCursor n om
“Connect” te selecteren en druk op
kENTER.
Na de uitvoering van “Connect”, start de
communicatie met de Bluetooth component. Wanneer
de aangesloten Bluetooth draadloze audio-ontvanger
de Bluetooth component herkent, verschijnt er “BT
Connected” op de display van het voorpaneel.
y
Wanneer u drukt op kENTER op de afstandsbediening drukt,
zoekt de aangesloten Bluetooth draadloze audio-ontvanger de
laatst verbonden Bluetooth component en verbindt zich daarmee.
Als de Bluetooth draadloze audio-ontvanger de Bluetooth
component niet kan vinden, verschijnt er “Not found” op de
display van het voorpaneel.
Om de Bluetooth draadloze audio-ontvanger los te koppelen van de
Bluetooth component, dient u opnieuw het OPTION-menu weer te
geven, selecteert u “Disconnect”, en drukt u op kENTER.
4 Begin met de weergave van uw Bluetooth
component.
Gebruikmaken van Bluetooth™ componenten
Het paren van de Bluetooth™
draadloze audio-ontvanger en uw
Bluetooth™ component
Er is een tijdslimiet van 8 minuten gesteld voor de paringsbewerking
om de veiligheid te garanderen. We raden u aan dat u de instructies
voordat u begint leest zodat u deze goed begrijpt.
DOCKOPTION
Connect
.VolumeTrim
[ENTER]:Select
Pairing
[]/[]:Up/Down
[
[
Weergave van de Bluetooth™
component
38 Nl
U kunt dit toestel instellen om na een bepaalde ingestelde
tijd automatisch naar de standby-stand terug te keren.
Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat
slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of
opnemen is.
Druk herhaaldelijk op qSLEEP om de
tijdsperiode in te stellen.
Met elke druk op de toets zal het display op het voorpaneel
zoals hieronder weergegeven, veranderen.
Als de slaaptimer is ingesteld, begint de SLEEP-indicator
op de display van het voorpaneel op te lichten.
Druk herhaaldelijk op
qSLEEP
op de afstandsbediening tot
“Sleep Off” verschijnt op het display op het voorpaneel.
Dit toestel ondersteunt de HDMI besturingsfunctie.
Wanneer een TV die de HDMI regelfunctie ondersteunt, is
aangesloten op dit toestel via de HDMI-aansluiting, kunnen
de volgende handelingen van dit toestel worden geregeld met
de afstandsbediening van de TV (behalve bij sommige TV’s).
Schakelen tussen aan en stand-by (aangesloten op een TV)
Volume regeling (op/neer, dempen)
Het geluid wisselen tussen een TV en dit toestel
y
De HDMI regelcompatibele onderdelen bevatten Panasonic VIERA Link
compatibele TV, DVD-speler/recorder en Blu-ray Discspeler.
Als een DVD recorder/Blu-ray recorder/HD DVD recorder die de HDMI
regelfunctie ondersteunt, is aangesloten via de HDMI-aansluiting, dan is
de bediening ook verbonden met die van dit toestel. Raadpleeg voor meer
informatie de instructiehandleiding.
We raden u aan om een TV, DVD-recorder, Blu-ray recorder en HD
DVD-recorder te gebruiken van dezelfde producent.
1 Sluit een TV aan op dit toestel die de HDMI
regelfunctie ondersteunt, via een HDMI-
aansluiting.
2 Zet alle componenten die zijn aangesloten op
dit toestel via de HDMI-aansluiting, aan.
Voor meer informatie over de werking van externe
componenten, raadpleegt u de meegeleverde
instructiehandleidingen.
3
Controleer de instellingen van die componenten
en schakel de HDMI regelfunctie in.
Dit toestel: Stel “Control (SETUP-menu Function
Setup 1 HDMI)” in op “On” in het SETUP-menu
(zie bladzijde 50).
Externe componenten: Raadpleeg hun
instructiehandleidingen.
4 Zet de TV uit.
Alle externe componenten die de HDMI regelfunctie
ondersteunen gaan uit gekoppeld aan de tv die wordt
uitgezet. Als een component niet uit gaat, zet deze
dan handmatig uit.
5 Zet de TV aan.
Zorg ervoor dat dit toestel aan gaat, gekoppeld aan de
tv die wordt aangezet. Als het niet aan gaat, zet deze
dan handmatig aan.
6 Stel het signaal in van de TV volgens de
component die is aangesloten op dit toestel
zoals [HDMI].
7 Als een DVD-recorder of Blu-ray recorder die
de HDMI regelfunctie ondersteunt, is
aangesloten op dit toestel, zet deze dan aan.
Dit toestel: zorg ervoor dat de signaalbron geselecteerd
is waaraan de DVD-recorder of Blu-ray recorder is
aangesloten. Als een andere signaalbron geselecteerd
is, selecteer de signaalbron dan handmatig.
Extern component: zorg ervoor dat u de afbeeldingen
goed op de videomonitor kan zien.
y
U hoeft stap 1 tot 7 niet voor de tweede keer uit te voeren.
8 Voer de volgende handelingen uit met de
afstandsbediening van de tv om de
verbinding te controleren.
Aan- en uitzetten
Volume aanpassen
Wisselen van geluidsweergavecomponenten
Opmerkingen
Als dit toestel niet werkt gekoppeld met de TV, zet de TV dan uit
en weer aan of haal de stekker uit het stopcontact en steek deze er
weer in. Dit kan het probleem mogelijk verhelpen.
Als het probleem blijft bestaan, controleert u dan het volgende:
Dit toestel: Is de HDMI regelfunctie ingesteld op “On”?
(zie bladzijde 50)
TV: is de HDMI-regelfunctie ingeschakeld?
y
Als de TV die op dit toestel is aangesloten de HDMI regelfunctie
ondersteunt, hoeft u alleen maar de aansluitingen van de audioweergave
op de AV1-aansluitingen van dit toestel aan te sluiten, wat optische
digitale ingangsaansluitingen zijn, en de videomonitor aan te zetten. TV
van SCENE wordt automatisch geselecteerd wanneer u de TV aanzet, en
kunt u meteen van het TV-geluid genieten. Wanneer de aansluitingen van
de audioweergave op de AV2-6, AUDIO1-2 of V-AUX-aansluitingen
worden aangesloten, ken die aansluitingen naar de tv op voorhand toe.
(zie bladzijde 24).
Overige functies
Gebruiken van de slaaptimer
Gebruikmaken van de HDMI™
regelfunctie
Als u gebruik maakt van de HDMI-regelfunctie, doet u
het volgende in navolging van de instructiehandleiding
van de tv.
Zet de HDMI-regelfunctie op de TV aan.
Sluit de TV aan op dit toestel waarbij u de instructies voor
het aansluiten van de TV op een AV-versterker opvolgt.
Sleep 120min. Sleep 90min.
Sleep 60min.Sleep 30min.Sleep Off
39 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
Dit toestel heeft de OPTION menu met veel gebruikte menu-items voor signaalbronnen geschikt voor dit toestel. De
procedure om de OPTION menu-items in te stellen wordt hieronder beschreven.
1 Selecteer een signaalbron met behulp van de
RINPUT-schakelaar (of eIngang
keuzetoetsen).
2 Druk op rOPTION op de
afstandsbediening.
Het OPTION menu verschijnt. De weergegeven
OPTION menu-items verschillen afhankelijk van de
signaalbron. Zie voor details de volgende paragraaf.
3 Selecteer het gewenste menu-item umet
behulp van kCursor k / n, en druk op
kENTER.
Parameters van het geselecteerde menu-item worden
weergegeven.
4 Wijzig de instelling van het geselecteerde
menu-item (of schakel een functie in) met
behulp van kCursor k / n / l / h en
kENTER.
Details van het geselecteerde menu-item worden
weergegeven. De parameters die u kunt instellen
verschillen per menu-item.
5 Om het OPTION menu af te sluiten, drukt u
op rOPTION.
U kunt ook kRETURN gebruiken om naar het
vorige scherm terug te keren of het OPTION menu te
sluiten.
y
Als kCursor of andere toetsen niet werken na het sluiten van het
OPTION menu, selecteert u dan de signaalbron opnieuw met
behulp van de eIngang keuzetoetsen.
De volgende menu-items worden geleverd voor elke
signaalbron.
Hieronder staat een uitgebreide uitleg van de menu-items
in deze tabel.
y
De standaard instelling is aangegeven met “*”.
Volume Trim
Vermindert een wijziging in volume bij het wisselen van
signaalbronnen door de verschillen in volume tussen de
signaalbronnen te corrigeren.
U kunt voor deze parameter voor elke signaalbron instellen.
Het optionele menu instellen voor elke signaalbron (OPTION menu)
HDMI1OPTION
DecoderMode
.VolumeTrim
[ENTER]:Select
ExtendedSurround
SignalInfo
[]/[]:Up/Down
[
[
OPTION menu-items
Signaalbron
Menu-item
HDMI1-4 Volume
Trim
Decoder
Mode
Extended
Surround
Signal Info
AV1-4 Volume
Trim
Decoder
Mode
Extended
Surround
Signal Info
AV5-6 Volume
Trim
AUDIO1-2 Volume
Trim
V-AUX Volume
Trim
PHONO Volume
Trim
iPod
(DOCK)
Vo l u m e
Trim
Shuffle Repeat
Bluetooth
(DOCK)
Vo l u m e
Trim
Connect/
Disconnect
Pairing
TUNER Volume
Trim
FM Mode Auto
Preset
Clear
Preset
PTY Seek EON
MULTI CH Volume
Trim
Video Out
Signaalbron: All
Instelbaar bereik: -6.0 dB tot 0.0 dB* tot +6.0 dB
(in 0,5 dB stappen)
40 Nl
Het optionele menu instellen voor elke signaalbron (OPTION menu)
Decoder Mode
Selecteert DTS of digitale audiosignalen voor reproductie.
Extended Surround
Selecteert het wel of niet reproduceren van multi-kanaals
ingangsignalen in 6.1- of 7.1-kanalen als surround achter
luidsprekers worden gebruikt.
Signal Info
Geeft informatie over audio- en videosignalen op de
videomonitor en de display van het voorpaneel. U kunt de
items die moeten worden weergegeven, wijzigen met
behulp van kCursor k / n.
Audio-informatie
Opmerkingen
“No Signal” wordt weergegeven als er geen signalen worden
weergegeven “---” wordt weergegeven als signalen worden weergegeven
die dit toestel niet kan herkennen.
De bitsnelheid kan tijdens het afspelen variëren.
Videoinformatie
HDMI foutbericht
(verschijnt alleen als een fout optreedt)
Signaalbron: HDMI1-4, AV1-4
Keuzes: Auto*/DTS
Auto Selecteert automatisch audio signaalbronnen.
DTS Selecteert alleen DTS signalen. Andere
signaalbronnen worden niet gereproduceerd.
Signaalbron: HDMI1-4, AV1-4
Keuzes: Auto*/PLIIx Movie/PLIIx Music/EX/ES/
Off
Auto Selecteert automatisch de meest geschikte
decoder naar aanleiding van een signaal voor
het reproduceren van surround achter kanalen
aanwezig is en reproduceert de signalen in 6.1-
of 7.1 kanalen.
PLIIx
Movie
Reproduceert signalen altijd in 6.1- of 7.1-
kanalen met PLIIx Movie decoder als het
signaal voor reproduceren van surround achter
kanalen wel of niet aanwezig zijn. U kunt deze
parameter selecteren als twee surround
luidsprekers zijn aangesloten.
PLIIx
Music
Reproduceert signalen altijd in 6.1- of 7.1-
kanalen met PLIIx Music decoder als het
signaal voor reproduceren van surround achter
kanalen wel of niet aanwezig zijn. U kunt deze
parameter selecteren als een of twee surround
luidsprekers zijn aangesloten.
EX/ES Selecteert automatisch de meest geschikte
decoder of er nu wel of niet een signaal voor
het reproduceren van surround achter kanalen
aanwezig is en reproduceert altijd de signalen
in 6.1 kanalen.
Off Reproduceert signalen altijd in 5.1 kanalen
wanneer het 5.1 kanaalgeluid de signaalbron is,
of het signaal voor reproduceren van surround
achterkanaal nu wel of niet aanwezig is.
Signaalbron: HDMI1-4, AV1-4
Signal Info parameters
Informatie Beschrijving
Format
Formaat van digitale audiosignalen.
Channel
Aantal ingangssignaalkanalen (voor/
surround/LFE).
Bijvoorbeeld, als ingangsignaalkanalen voor
3 voorkanalen zijn, worden 2 surround en
een LFE kanaal, “3/2/0.1” worden
weergegeven.
Als een kanaal niet kan worden uitgedrukt
als hierboven, dan kan er een totaal aantal
kanalen worden weergegeven zoals “5.1ch”.
Sampling
De bemonsteringsfrequentie van digitaal
ingangsignaal.
Bitrate
De bitsnelheid van het ingangsignaal per
seconde.
Informatie Beschrijving
In
Formaat en resolutie van het
videoingangsignaal.
Out
Formaat en resolutie van het
videouitgangsignaal.
Message
Foutberichten over HDMI signalen en HDMI
componenten. Zie het volgende voor details
over foutmeldingen.
HDCP Error
HDCP verificatie mislukt.
Device Over
Er zijn teveel HDMI componenten aangesloten.
Out of Res.
Het aangesloten beeldscherm is niet compatibel
met het videoingangsignaal.
41 Nl
Het optionele menu instellen voor elke signaalbron (OPTION menu)
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
FM Mode
Stelt de FM zendontvangststand in.
Auto Preset
Detecteert automatisch radiozenders in de FM
frequentieband en registreert deze als voorkeuzezenders
(zie bladzijde 31).
Clear Preset
Wissen van voorkeuzezenders (zie bladzijde 32).
PTY Seek
Zoekt een zender dat een programma uitzendt volgens de
gewenste categorie van de voorkeuzezenders tijdens het
gebruiken van het Radio Data Systeem (zie bladzijde 33).
EON
Hiermee ontvangt u de EON (Enhanced Other Networks)
gegevensservice van het Radio Data Systeem
(zie bladzijde 33).
Shuffle
Wijzigt de willekeurige weergavestijlen (zie bladzijde 36).
Repeat
Wijzigt de herhaalde weergavestijlen (zie bladzijde 36).
Connect / Disconnect
Zet communicatie met een Bluetooth component aan en
uit (zie bladzijde 37).
Pairing
Voert het paren van dit toestel en een Bluetooth
component uit (zie bladzijde 37).
Video Out
Wanneer het multi-kanaals ingangsignaal is geselecteerd,
wordt een ingangssignaal van een andere aansluiting naar
de videomonitor weergegeven. Zie “Het weergeven van
een videosignaal vanaf een andere signaalbron tijdens het
reproduceren van een multi-kanaals audiosignaal” op deze
pagina.
Wanneer “MULTI CH” als signaalbron geselecteerd
wordt, kan een videosignaalbron van een andere
aansluiting worden weergegeven op de videomonitor.
Zelfs als bijvoorbeeld een audio- en videocomponent,
zoals een DVD-speler, die het weergeven van een multi-
kanaals digitale audiosignaal niet ondersteunt, kan het
videosignaal worden weergegeven naar de videomonitor
tijdens het reproduceren van een multi-kanaals analoog
audiosignaal.
1 Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
op eMULTI) om de signaalbron te wijzigen
in “MULTI CH”.
2 Druk op rOPTION op de
afstandsbediening.
Het OPTION menu verschijnt.
3 Druk op kCursor k / n omVideo Out weer
te geven, en druk op kENTER.
Het volgende scherm verschijnt.
4 Druk op kCursor l / h om een video
ingangsaansluiting te selecteren waarop een
te gebruiken component als video
signaalbron is aangesloten.
AV1-2 (COMPONENT VIDEO-aansluitingen)
AV3-6 (VIDEO-aansluiting)
V-AUX (VIDEO-aansluiting)
Off (geen video-ingang)
5 Om de instelling te beïndigen, druk op
rOPTION.
Signaalbron: TUNER
Keuzes: Stereo*/Mono
Stereo Ontvangt in stereostand.
Mono Ontvangt in monostand. U krijgt een betere
ontvangst in monostand.
Signaalbron: TUNER
Signaalbron: TUNER
Signaalbron: TUNER
Signaalbron: TUNER
Signaalbron: iPod (DOCK)
Keuzes: Off*/Songs/Albums
Signaalbron: iPod (DOCK)
Keuzes: Off*/One/All
Signaalbron: Bluetooth (DOCK)
Signaalbron: Bluetooth (DOCK)
Signaalbron: MULTI CH
Keuzes: AV1 naar 6/V-AUX/Off*
Het weergeven van een videosignaal
vanaf een andere signaalbron tijdens
het reproduceren van een multi-kanaals
audiosignaal
MULTI CHOPTION
Video Out;;;;Off
[Return]:Return
[]/[]:Video
[
[
42 Nl
Hoewel de geluidsveldprogramma’s voldoen zoals ze zijn
met de standaard parameters, kunt u geluidseffecten
arrangeren of decoders die geschikt zijn voor akoestische
condities van bronnen of kamers door het instellen van de
parameters (geluidsveldelementen).
y
U kunt het geluidsveld beschermen tegen wijzigingen van parameters
van de geluidsveldparameters door “Memory Guard” van het SETUP-
menu in te stellen op “On” (zie bladzijde 52). Voor het wijzigen van de
parameters, stelt u het in op “Off”.
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Druk op jSETUP op de afstandsbediening.
Het SETUP-menu verschijnt op de monitor.
3 Druk op kCursor k / n om “DSP Parameter”
te selecteren en druk op kENTER.
Het scherm verandert als volgt.
4 Druk op kCursor k / n om ” naar het
geluidsveldprogramma te verplaatsen en
druk op kCursor l / h om het
geluidsveldprogramma te selecteren.
5 Druk op kCursor k / n om de parameter die
u wilt wijzigen te selecteren, en druk op
kCursor l / h om de parameter te
wijzigen.
Er verschijnt een (*) aan de linkerkant van de
geluidsveldparameternaam die wordt weergegeven op
de monitor als u de parameter wijzigt van de
standaard instelling. Voor informatie over de functies
en het instelbare bereik van de
geluidsveldparameters, zie “Geluidsveldparameters”
op deze bladzijde.
y
Herhaal zo nodig stappen 4 en 5 om andere
geluidsveldprogramma's te wijzigen.
Een complete lijst met parameters van enkel
geluidsveldprogramma's kan meer dan één pagina bestrijken. Druk
in dat geval op kCursor k / n om door de pagina's te bladeren.
6 Om de bewerking te beëindigen, druk op
jSETUP.
y
De standaard instelling is aangegeven met “*”.
SUR.
Selecteert een te gebruiken surrounddecoder met een
geluidsveldprogramma in de MOVIE categorie.
PLIIx Movie: selecteert de Dolby Pro Logic IIx
(Movie) decoder.
Neo:6 Cinema: selecteert de Neo:6 (Cinema) decoder.
Opmerking
Surrounddecoders kunnen niet worden gewijzigd wanneer ze gebruikt
worden met de volgende MOVIE geluidsveldprogramma's.
Mono Movie
Sports
Action Game
Roleplaying Game
3D DSP
Wanneer CINEMA DSP 3D is ingeschakeld, wordt
ingesteld of de geluidsveldprogramma’s in CINEMA DSP
3D modus gebruikt worden.
Opmerking
Wanneer de aanwezigheidluidsprekers niet worden gebruikt, worden de
3D DSP parameters niet weergegeven.
DSP Level
Stelt een effectniveau fijn af (mate van het
geluidsveldeffecct dat kan worden toegevoegd). U kunt
het niveau van het geluidsveldeffect afstemmen als u de
geluidsniveaus controleert. Stel “DSP Level” als volgt af.
Het effectgeluid is te zacht.
Er is geen verschil van effecten tussen de
geluidsveldprogramma’s.
Verhoog het effectniveau.
De geluidsweergave is dof.
Het geluidsveldeffect dat is toegevoegd is te veel.
Verminder het effectniveau.
Bewerken van surround decoders/geluidsveldprogramma’s
Instellen van geluidsveldparameters
MOVIE1/2
3DDSP;;;;;;;;;ON
.Sci-Fi
SUR.;;;;PLI
 []/[]:Select
DSPLevel;;;;;0dB


S.Init.DLY;;;;2ms
p
[
P.Init.Dly;;;16ms
P.RoomSize;;;1.0
Movie
I
Geluidsveldprogramma
Geluidsveldparameters
Cursor
Ingestelde waarden
Paginanummer
Om de parameters van het geselecteerde
geluidsveldprogramma te initialiseren, druk
herhaaldelijk op, kCursor n om “Initialize” te
selecteren en druk vervolgens op kCursor h. Als
het bevestigingsscherm op de monitor verschijnt, drukt
u op kCursor h om de initialisatie te bevestigen of
op kCursor l het te annuleren.
Geluidsveldparameters
CINEMA DSP basisparameters
Keuzes: PLIIx Movie*/Neo:6 Cinema
Keuzes: On*/Off
Instelbaar bereik: -6 dB tot 0 dB* tot +3 dB
43 Nl
Bewerken van surround decoders/geluidsveldprogramma’s
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Dialog Lift
Stelt de verticale positie van het centrale geluid in zoals
dialogen wanneer de aanwezigheidluidsprekers worden
gebruikt. Verhogen van deze parameter verhoogt de
positie.
Verhoog deze parameter als de dialoog van een lagere
positie dan het scherm van de videomonitor blijkt te
komen.
“0” (standaard) correspondeert met de laagste positie, en
“5” met de hoogste positie.
Opmerkingen
“Dialog Lift” wordt alleen weergegeven als de aanwezigheidluidsprekers
beschikbaar zijn.
U kunt de dialoogpositie niet lager dan de standaardinstelling
verplaatsen.
y
Sommige geluidsveldprogramma's hebben parameters voor het instellen
van specifieke geluidsvelden. De volgende letters worden naast de namen
van die parameters weergegeven.
P (aanwezigheidsgeluidsveld)
S (surround geluidsveld)
SB (surround achter geluidsveld)
Parameters voor het instellen van snel
weerkaatsend geluid
Stel de dempkarakteristieken van snel weerkaatsend
geluid in. U kunt een levendig geluidsveld creëren ( met
een hoog weerkaatsend geluidsniveau) naarmate u de
waarde verhoogt, en een dood geluidsveld ( met een laag
weerkaatsend geluidsniveau) naarmate u de waarde
verlaagt. Het creëren van een levendig of dood geluidsveld
in een muziekhal wordt bepaald door de akoestische
absorptiekarakteristieken van de weerkaatsende
oppervlakken. Er wordt een dood geluidsveld gecreëerd
waneer de weerkaatsingtijd kort is, terwijl een levendig
geluidsveld wordt gecreëerd wanneer de weerkaatsingtijd
lang is.
y
We raden u aan om de grootte van het corresponderende geluidsveld aan
te passen wanneer u de vertragingstijd aanpast.
Parameters voor het opgeven van de
kamergrootte
Produceer een ander gevoel van geluidsexpansie volgens
de opgegeven kamerafmeting. In een grote ruimte zoals
een muziekhal duurt het lang vanaf het moment dat het
weerkaatste geluid wordt gehoord tot het volgende
moment waarop het weerkaatste geluid wordt gehoord.
Derhalve kunnen verschillende soorten geluidsexpansie
worden gemaakt door de duratie te veranderen. 1.0 is de
oorspronkelijke kamergrootte. Wanneer deze parameter op
2.0 wordt ingesteld, wordt elke zijkant van de ruimte
tweemaal zo groot dan de oorspronkelijke grootte
gedefinieerd.
Keuzes: 0* tot 5
Geluidsveldparameters voor de
geavanceerde configuraties
Parameter Instelbaar bereik
Init.Dly
P.Init.Dly
S.Init.Dly
SB Init.Dly
1 tot 99ms
1 tot 99ms
1 tot 49ms
1 tot 49ms
De Ideale
dialoogpositie
Verplaats omhoog
naar de ideale
dialoogpositie
Parameter Instelbaar bereik
Room Size
P.Room Size
S.Room Size
SB Room Size
0.1 tot 2.0
Vertraging
Tijd
Niveau
Vertraging
Tijd
Niveau
Snel
weerkaatsend
geluid
Geluid van
oorspronkelijke bron
Geluidsbron
Weerkaatsend
oppervlak
Klein = 1ms Groot = 99ms
44 Nl
Bewerken van surround decoders/geluidsveldprogramma’s
Parameters voor het definiëren van
dempkarakteristieken van snel weerkaatsend geluid
Stel de demping van weerkaatsend geluid in. U kunt een levendig
geluidsveld creëren (met een hoog weerkaatsend geluidsniveau)
naarmate u de waarde verhoogt, en een dood geluidsveld (met
een laag weerkaatsend geluidsniveau) naarmate u de waarde
verlaagt. Het creëren van een levendig of dood geluidsveld in een
muziekhal wordt bepaald door de akoestische
absorptiekarakteristieken van de weerkaatsende oppervlakken.
Er wordt een dood geluidsveld gecreëerd waneer de
weerkaatsingtijd kort is, terwijl een levendig geluidsveld wordt
gecreëerd wanneer de weerkaatsingtijd lang is.
Parameters voor het instellen van
weerkaatsend geluid
Rev.Time parameter stelt de dempingtijd van het
weerkaatsend geluid achter in op basis van de tijd dat
1kHz weerkaatsend geluid voor 60dB aan demping
ongeveer in beslag neemt. Weerkaatsend geluid dempt
sneller naarmate u de waarde verlaagt. Met de Rev.Time
instelling kunt u een natuurlijk weerkaatsend geluid
creëren door de dempingtijd voor een geluidsbron of een
ruimte met minder echo langer in te stellen, of korter voor
een geluidsbron of ruimte met meer echo.
De Rev.Delay parameter regelt het tijdverschil tussen het
begin van het directe geluid en het begin van de
natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de
natrillingen zullen beginnen. Door de waarde van
Rev.Delay te verhogen kunt u een weerkaatsend geluid
creëren in een grotere ruimte voor dezelfde Rev.Time.
Parameter Instelbaar bereik
Liveness
S.Liveness
SB Liveness
0 tot 10
0 tot 10
0 tot 10
Parameter Instelbaar bereik
Rev.Time
Rev.Delay
Rev.Level
1.0 tot 5.0s
0 tot 250ms
0 tot 100%
Tijd
Niveau
Niveau
Tijd
Vroege weerkaatsingen
Brongeluid
Geluidsbron
Klein = 0.1 Groot = 2.0
Tijd
Niveau
Klein = 0 Groot = 10
Tijd
Niveau
Brongeluid
Levendig
Dood
Weinig weerkaatst
geluid
Veel weerkaatst
geluid
Tijd Tijd
Klein = 1.0s Groot = 5.0s
Brongeluid
Natrilling achter
Natrilling
achter
Vroege
weerkaatsingen
Korte
natrillingen
Lange
natrillingen
Geluidsbron
Rev.Time Rev.Time
60dB 60dB
Tijd
Niveau
Brongeluid
Brongeluid
(dB)
Rev.Delay Rev.Time
60dB
45 Nl
Bewerken van surround decoders/geluidsveldprogramma’s
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
De Rev.Level parameter stelt het niveau van weerkaatsend
geluid in. Het verhogen van de waarde van Rev.Level
wordt het niveau van het weerkattsend geluid hoger,
waardoor u meer echo kunt creëren.
Alleen 2ch Stereo
Direct
Leidt het DSP-circuit en de toonregelaar automatisch om
als een analoge geluidsbron is geselecteerd als een
signaalbron. Dit creëert een geluid van hogere kwaliteit.
y
Zie bladzijde 49 voor equalizers die met dit apparaat kunnen worden
gebruikt.
Uitsluitend 7ch Stereo
CT Level/SL Level/SR Level/
SB Level/PL Level/PR Level
Past het volume van het midden (CT), surround L (SL),
surround R (SR), surround achter (SB), presence L (PL)
en presence R (PR) kanalen in het 7ch Stereo programma
aan. Welke parameters beschikbaar zijn hangt mede af van
de luidsprekerinstellingen.
Alleen Straight Enhancer/7ch Enhancer
Effect Level
Stelt het effectniveau van de Compressed Music Enhancer
bij. Om dit effect te verminderen, stelt u de parameter in
op “Low”.
U kunt de decodereffecten aanpassen door de volgende
parameters in te stellen. Voor verschillende soorten
decoders, zie bladzijde 29.
Wanneer PLIIx Music/PLII Music is geselecteerd
Panorama
Stelt de soundscape van het voor-geluidsveld bij. Een lage
waarde vergroot de omgeving van het geluid en een hoge
waarde verkleint het (maakt het midden dominanter).
Dimension
Stelt een verschil in niveau aan tussen het voor-
geluidsveldniveau en het surround geluidsveldniveau. U
kunt het verschil in niveau dat is gecreëerd door de
software die is afgespeeld bijstellen om een geluidsbalans
naar voorkeur te krijgen. De surroundgeluiden worden
sterker als u de waarde instelt naar de negatieve kant en
het voorgeluid sterker wordt als u de waarde stelt naar de
positieve kant.
Center Width
Spreidt het middengeluid naar links en rechts volgens uw
voorkeur. Stel deze parameter in op 0 voor het weergeven
van het middengeluid van alleen de middenluidsprekers,
of naar 7 voor het weergeven ervan vanf de linker of
rechter voor-luidspreker.
Als Neo:6 Music is geselecteerd
C.Image
Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in
samenhang met het middenkanaal om het middenkanaal
meer of minder overheersend te maken.
Parameters zijn alleen bruikbaar bij
bepaalde geluidsveldprogramma’s
Keuzes: Auto*/Off
Auto Geeft audio weer door het DSP circuit en de
toonregelaar om te leiden als “Bass” en “Treble”
toonregelaars beiden zijn ingesteld op 0 dB.
Off Leid de circuits niet om.
Instelbaar bereik: 0 tot 100%
Keuzes: High*/Low
Tijd
Niveau
Brongeluid
Rev.Level
(dB)
Natrilling achter
Decoderparameters
Keuzes: Off*/On
Instelbaar bereik: -3 tot STD* tot +3
Instelbaar bereik: 0 tot 3* tot 7
Instelbaar bereik: 0.0 tot 0.3* tot 1.0
46 Nl
U kunt met behulp van het SETUP menu verschillende instellingen van dit toestel wijzigen. Zie “Basisbediening van het
SETUP menu” op de volgende pagina en vervolgpagina’s om de instellingen te wijzigen.
Lijst van SETUP menu-items
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
Menu/Submenu Functie
Bladzijde
Speaker Setup Stelt items in voor de luidsprekers.
47
1 Auto Setup (YPAO) Stelt automatisch de uitgangkenmerken in van de luidsprekers.
47
2 Manual Setup Stelt handmatig de uitgangkenmerken in van de luidsprekers.
47
A)Config Stelt de luidsprekerconfiguraties in, zoals de verbindingsstatus van de luidspreker
en een formaat van de aangesloten luidsprekers (geluidsreproductievermogen), dat
geschikt is voor de luisteromgeving.
47
B)Level Past het volume van elke luidspreker apart in.
49
C)Distance Stelt de timing waarop bij elk van de luidsprekers geluid wordt weergegeven op
basis van de afstand tussen de luidsprekers en de luisterpositie.
49
D)Equalizer Selecteert een equalizer die de kenmerken van het luidsprekersignaal aanpast.
49
E)Test Tone Genereert testtonen.
49
Sound Setup Stelt verschillende items in voor geluidsweergaven.
49
1 Dynamic Range Past het dynamisch bereik aan van luidsprekers en hoofdtelefoon.
49
2 Lipsync Past de vertraging toe in weergavetiming tussen videoweergave en audioweergave.
50
HDMI Auto
Stelt automatische afstellingen aan of uit voor vertraging tussen weergegeven timing
tussen videosignalen die afkomstig zijn van de HDMI-aansluiting en audiosignalen.
50
Auto Delay Regelt de fijnafstelling van een vertragingstijd van HDMI Auto.
50
Manual Delay Regelt handmatig de fijnafstelling van de vertraging van audio en videoweergave.
50
Function Setup Stelt diverse items in voor HDMI en weergave.
50
1 HDMI Stelt verschillende items in voor signaalbronnen.
50
Control Selecteert aan of uit van HDMI regelfuncties.
50
Standby Through
Selecteert aan of uit van de weergave van HDMI signalen die afkomstig zijn van de HDMI
1-4-aansluitingen naar de HDMI OUT-aansluiting als dit toestel op stand-by staat.
50
Audio Output Selecteert dit toestel of een component aangesloten op dit toestel via de HDMI
OUT-aansluiting van dit toestel voor het reproduceren van geluidssignalen die
afkomstig zijn van de HDMI 1-4-aansluitingen.
50
Resolution Stelt de resolutie in van de HDMI weergave die wordt geconverteerd van analoge
video ingangsignalen.
50
Aspect Stelt een beeldverhouding in van de beelden die zijn gereproduceerd door
HDMI signalen geconverteerd van analoge video ingangsignalen.
51
2 Display Stelt items in voor een monitor of van de display van het voorpaneel.
51
Dimmer Stelt de helderheid in van de display van het voorpaneel.
51
FL Scroll Selecteert de manier om tekens weer te geven op de display op het voorpaneel.
51
OSD Shift Past boven- en onderkantposities aan van de OSD (op het scherm) menu’s.
51
3 Volume Stelt items in voor de volumes.
51
Adaptive DRC Past het dynamische bereik aan (verschil tussen het maximumvolume en het
minimumvolume) in samenhang met het volumeniveau.
51
Max Volume
Stelt het maximumvolumeniveau in zodat het volume niet per ongeluk wordt verhoogd.
51
Init. Volume Stelt het volume in op het moment dat het toestel aan staat.
51
4 Input Rename Verandert de signaalbronnamen die worden weergegeven op een videomonitor of
de display van het voorpaneel.
52
5 Zone2 Stelt het maximale volumeniveau en het initiële volumeniveau van Zone2 in.
52
Max Volume
Stelt het maximumvolumeniveau in zodat het volume niet per ongeluk wordt verhoogd.
52
Init. Volume Stelt het volume in op het moment dat het toestel aan staat.
52
DSP Parameter Stelt parameters in voor de geluidsveldprogramma’s.
52
Memory Guard Beschermt bepaalde instellingen tegen onverhoedse verandering.
52
47 Nl
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Het SETUP menuscherm verschijnt op zowel de
videodisplay (OSD) en de display van het voorpaneel.
Video display (OSD)
Display voorpaneel
In dit hoofdstuk worden procedures voor instellingsmenu’s
beschreven die op de videomonitor worden weergegeven.
1 Druk op jSETUP op de afstandsbediening.
Het SETUP menuscherm verschijnt.
2 Selecteer een menu met behulp van
kCursor k / n, en druk op kENTER.
Items van het geselecteerde menu worden
weergegeven. Het volgende scherm verschijnt
bijvoorbeeld als u “Function Setup” selecteert.
y
U kunt terugkeren naar het vorige scherm, door te drukken op
kRETURN
.
3 Om de submenu’s weer te geven, selecter
een menu dat u wilt instellen met behulp van
kCursor k / n, en druk op kENTER.
Het volgende scherm verschijnt bijvoorbeeld als u
“2 Display” selecteert.
4 Selecteer een item met behulp van kCursor
k / n, aen wijzige de instelling van het item
met behulp van kCursor l / h.
Sommige items van het Manual Setup menu van het
Speaker Setup menu nemen een volledig scherm in
beslag. Om andere items in het Manual Setup menu
weer te geven, drukt u op
kCursor
k / n
.
Voorbeeld: A)Config
y
U kunt andere items wijzigen door stap 4 te herhalen.
5
Om het instellen te beëindigen, druk op
jSETUP
.
y
Als kCursor of andere toetsen niet werken na het verlaten van het
SETUP menu, selecteert u dan de signaalbron opnieuw met behulp van
de eIngang keuzetoetsen.
U kunt verschillende items voor de luidsprekers instellen.
Er zijn twee soorten afstellingen beschikbaar. Een is
“1 Auto setup (YPAO)” voor automatische afstelling en de
ander is “2 Manual Setup” voor handmatige instelling.
y
De standaard instelling is aangegeven met “*”.
Past automatisch de weergavekenmerken van de luidsprekers aan
om de optimale balans voor het weergegeven geluid te verkrijgen
op basis van posities en prestaties van de luidsprekers en
akoestische kenmerken van de kamer, die automatisch worden
gemeten. Voor informatie over bedieningen, zie bladzijde 21.
Past weergavekenmerken van de luidsprekers aan op basis
van handmatig ingestelde parameters.
Nadat de Auto Setup (YPAO) is uitgevoerd, kunt u automatisch
afgestelde parameters controleren onder het Manual Setup menu. Zorg
voor een fijnafstelling van de parameters van uw keuze indien nodig.
A)Config
Stelt de luidsprekerconfiguraties in, zoals de verbindingsstatus van de
luidspreker en een formaat van de aangesloten luidsprekers
(geluidsreproductievermogen), dat geschikt is voor de luisteromgeving.
y
De luidsprekerconfiguraties bevatten items voor het definiëren van de
luidsprekergrootte: Groot of Klein. Groot en Klein verwijzen naar luidsprekers
met wooferdiameters van respectievelijk 16 cm of groter en kleiner dan 16 cm.
Extra SP Assign
Selecteert de applicatie voor EXTRA SP-aansluitingen.
Opmerking
Tijdens het instellen van “Extra SP Assign” naar “Zone2” of “Presence”,
worden de signalen van het surround achterkanaal voor de hoofduitvoer
gescheiden weergegeven van andere kanalen.
Basisbediening van het SETUP menu
SetupMenu
;SoundSetup
.;SpeakerSetup
[ENTER]:Enter
;FunctionSetup
;DSPParameter
;MemoryGuard
[]/[]:Up/Down
[
[
;SpeakerSetup
;FunctionSetup
2Display
. 1HDMI
[ENTER]:Enter
3Volume
4InputRename
[]/[]:Up/Down
[
[
5Zone2
2Display
FLScroll;;Continue
. Dimmer;;;;;;;;;;;;0
OSDShift;;;;;;;;;0
[]/[]:Up/Down
[
[
[]/[]:Adjust
[
[
Speaker Setup
1 Auto Setup
2Manual Setup
Keuzes: Zone2*/Presence/None
Zone2 Wijst de EXTRA SP-aansluitingen voor de
luidsprekers in de tweede zone toe.
Presence Wijst de EXTRA SP-aansluitingen voor de
aanwezigheidsluidspreker toe.
None Schakelt de EXTRA SP-aansluitingen uit.
A)Config
Center SP
None >Small Large

48 Nl
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
LFE/Bass Out
Selecteert luispreker(s) voor het weergeven van de
componenten met lage tonen van het LFE (lage frequentie
effectgeluid)-kanaal of andere kanalen. De weergavestatus
is als volgt.
LFE kanaalsignalen
Lage frequentie componenten of andere kanaalsignalen
Front SP
Stelt de groottes in van de linker en rechter voor-
luidsprekers.
Opmerking
Wanneer “LFE/Bass Out” is is ingesteld op “Front”, kunt u alleen
“Large” selecteren. Als “LFE/Bass Out” is veranderd naar “Front”,
schakelt deze parameter automatisch naar “Large”, zelfs als deze is
ingesteld op “Small”.
Center SP
Stelt de grootte in van de midden-luidspreker.
Sur. L/R SP
Stelt de groottes in van de linker en rechter surround-luidsprekers.
y
Als “None” is geselecteerd, gaan de geluidsveldprogramma's
automatisch naar de Virtual CINEMA DSP-stand.
Sur.B L/R SP
Stelt de groottes in van de linker en rechter surround
achter-luidsprekers.
Opmerking
Als “None” is geselecteerd, kunnen “PLIIx Movie”, “PLIIx Music”, en
“PLIIx Game” niet worden geselecteerd.
Keuzes: SWFR/Front/Both*
Parameter Subwoofer
Voor-
luidsprekers
Overige
luidsprekers
Both Uitgang Geen
weergave
Geen
weergave
SWFR Uitgang Geen
weergave
Geen
weergave
Front Geen
weergave
Uitgang Geen
weergave
Parameter Subwoofer
Voor-
luidsprekers
Overige
luidsprekers
Both [1] [2] [3]
SWFR [4] [3] [3]
Front Geen
weergave
[1] [3]
[1] Geeft lage frequentie componenten weer van de linker en rechtr
voor-kanalen en het kanaal van de luidspreker, waarvan de
grootte is ingesteld op “Small”.
[2] Geeft de lage frequentie componenten van de linker en rechter
voor-kanalen weer.
[3] Produceert lage frequentiesignalen als de groottes van de
luidsprekers zijn ingesteld op “Large”.
[4] Geeft lage frequentie componenten weer van het kanaal van de
luidspreker, waarvan de grootte is ingesteld op “Small”.
Keuzes: Small/Large*
Small Selecteer dit als de kleine luidsprekers zijn
aangesloten. De lage frequentie componenten
van de linker en rechter voor-kanalen worden
weergegeven door een subwoofer.
Large Selecteer dit als de grote luidsprekers zijn
aangesloten.
Keuzes: None/Small*/Large
None Selecteer dit wanneer de midden-luidspreker
is aangesloten. De signalen voor het
middenkanaal zullen naar de linker en rechter
voor-luidsprekers worden verspreid.
Small Selecteer dit wanneer een kleine midden-
luidspreker is aangesloten. De lage frequentie
componenten van het middenkanaal worden
weergegeven door een subwoofer. Indien een
subwoofer niet is aangesloten worden ze
weergegeven via de voor-luidsprekers.
Large Selecteer dit wanneer een grote midden-
luidspreker is aangesloten.
Keuzes: None/Small*/Large
None
Selecteer dit als er geen surround-luidsprekers zijn
aangesloten. De signalen voor het surroundkanaal
zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers
worden verspreid. “Sur.B L/R SP” schakelt
automatisch naar “None” wanneer dit geselecteerd is.
Small
Selecteer dit als de kleine surround-luidsprekers
zijn aangesloten. De lage frequentie componenten
van de surround-kanalen worden weergegeven
door een subwoofer. Indien een subwoofer niet is
aangesloten worden ze weergegeven via de voor-
luidsprekers.
Large Selecteer dit als de grote surround-
luidsprekers zijn aangesloten.
Keuzes: None/SMLx1/SMLx2*/LRGx1/LRGx2
None
Selecteer dit als er geen surround achter-luidsprekers
zijn aangesloten. Surround achterkanaalsignalen
worden weergegeven via de surround L/R
luidsprekers en subwoofer. Als de subwoofer is
uitgeschakeld, worden deze weergegeven via de
surround L/R voor-luidsprekers.
SMLx1 Selecteer dit wanneer een kleine surround
achter-luidspreker is aangesloten.
SMLx2 Selecteer dit als er twee kleine surround
achter-luidsprekers zijn aangesloten.
LRGx1 Selecteer dit wanneer een grote surround
achter-luidspreker is aangesloten.
LRGx2 Selecteer dit als er twee grote surround
achter-luidsprekers zijn aangesloten.
49 Nl
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Crossover Freq.
Stelt de lagere limiet in van de lage frequentiecomponenten die door
een luidspreker worden weergegeven, waarvan de grootte is ingesteld
op “Small (SMLx1/SMLx2)”. Geluid met een lagere frequenttie dan de
limiet wordt weergegeven vanaf een subwoofer of voor-luidsprekers.
y
Indien uw subwoofer een volumeregeling of een crossover
frequentieregeling heeft, stelt u het volume in op de helft van de
crossoverfrequentie op het maximum.
Subwoofer Phase
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven,
stelt u hiermee de fase van uw subwoofer om.
B)Level
Past gescheiden het volume in van elke luidspreker zodat het geluiden
die door de luidsprekers worden gevormd op hetzelfde volume zijn
als bij de luisterpositie. Items die moeten worden weergegeven
variëren afhankelijk van het aantal aangesloten luidsprekers.
y
Als alleen één surround achter-luidspreker is aangesloten, verschijnt
“SB” in plaats van “SBL” en “SBR”.
U kunt volume aanpassen door te luisteren naar testtonen als u “E)Test
Tone” instelt op “On” (zie bladzijde 49).
Indien uw subwoofer een volumeregeling of een crossover
frequentieregeling heeft, stelt u het volume in op de helft van de
crossoverfrequentie op het maximum.
C)Distance
Past de timing aan waarop elke luidspreker geluid weergeeft zodat het
geluid van de luidsprekers de luisterpositie bereiken op dezelfde tijd. Stel
het toestel (Unit) eerst in en stel dan de afstand in van elke luidspreker.
Unit
Front L
/ Front R / Center / Sur. L /
Sur. R / Sur.B L / Sur.B R / SWFR/
PRNS L/ PRNS R
y
Er worden verschillende items weergegeven afhankelijk van de
instellingen van “A)Config” (zie bladzijde 47).
Wanneer alleen één surround achter luidspreker is aangesloten, verschijnt
“Sur.B” in plaats van “Sur.B L” en “Sur.B R”.
D)Equalizer
Past de geluidskwaliteit en toon van de luidspreker aan
met een parametrische grafische equalizer.
EQ Type Select
Selecteer een equalizertype.
GEQ
Past de geluidskwaliteit van elke luidspreker aan met een
grafische equalizer. De grafische equalizer van dit toestel
kan signaalniveaus aanpassen in 7 frequentiebereiken.
Om binnen iedere range het signaalniveau in te stellen,
selecteert u de gewenste luidspreker met
kCursor
l / h
terwijl “
” naast “Channel” wordt weergegeven, vervolgens
de gewenste bandfrequentie met
kCursor
k / n
, en pas
het signaalniveau aan met
kCursor
l / h
.
E)Test Tone
Schakelt de testtonen aan en uit. Om testtonen te genereren,
selecteer “On” met behulp van
kCursor
l / h
. Wanneer
“On” is geselecteerd, kunt u de instellingen van “2 Manual
Setup” bijstellen terwijl u luistert naar een testtoon.
U kunt verschillende items voor geluidsweergaves instellen.
y
De standaard instelling is aangegeven met “*”.
1 Dynamic Range
Selecteer een dynamisch bereikafstellingsmethode voor de
reproductie van bitstreamsignalen.
Keuzes: 40Hz/60Hz/80Hz*/90Hz/100Hz/110Hz/120Hz/
160Hz/200Hz
Keuzes: Normal*/Reverse
Normal Selecteer dit om de fase van uw subwoofer
niet te veranderen.
Reverse Selecteer dit om de fase voor uw subwoofer
om niet om te keren.
Instelbaar bereik: -10.0dB tot +10.0dB (0,5 dB stappen)
Standaard
instellingen:
FR.L/FR.R/SWFR/PR.L/PR.R0dB
CNTR/SUR.L/SUR.R/SBL/SBR-1.0dB
Keuzes: meters (m)*/feet (ft)
meters (m)
Geeft de afstanden van de luidsprekers in meters weer.
feet (ft)
Geeft de afstanden van de luidsprekers in feet weer.
Instelbaar bereik: 0.30m tot 24.00m (1.0ft tot 80.0ft)
Standaard
instellingen:
3.00m (10.0ft) “Front L/Front R/
SWFR/PRNS L/PRNS R
2.60m (8.5ft) “Center
2.40m (8.0ft) “Sur. L/Sur. R/
Sur.B L/Sur.B R/PRNS L/PRNS R
Keuzes: Auto PEQ/GEQ*/Off
Auto PEQ Gebruikt een parametrische equalizer die is
geselecteerd in “1 Auto Setup”. Kenmerken
van de huidig gebruikte parametrische
equalizer (zie bladzijde 21) worden
hieronder weergegeven “Auto PEQ”.
Als Auto Setup niet wordt uitgevoerd, wordt
deze parameter niet weergegeven.
GEQ Past de toon aan met behulp van een
grafische equalizer. Om het afstellingsmenu
weer te geven, drukt u op kENTER.
Off Gebruik geen grafische equalizer.
Keuzes: 63Hz/160Hz/400Hz/1kHz/2.5kHz/
6.3kHz/16kHz
Instelbaar bereik: -6.0dB
tot
0dB
* tot
+6.0dB
(0,5 dB stappen)
Keuzes: Off*/On
Off Genereert geen testtonen.
On Genereert testtonen.
Sound Setup
Keuzes: Min/Auto/STD/Max*
Min/Auto
(Min) Stelt het dynamische bereik in dat geschikt
is voor een laag volume of een rustige omgeving,
zoals’s nachts, voor bitstreamsignalen, behalve
voor Dolby TrueHD signalen.
(Auto) Past het dynamische bereik aan voor
Dolby TrueHD signalen op basis van
ingangsignaalinformatie.
STD Stelt het standaard dynamische bereik in dat
wordt aanbevolen voor thuisgebruik.
Max Geeft geluid weer zonder het dynamisch
bereik van de ingangsignalen aan te passen.
50 Nl
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
2 Lipsync
Past de vertraging aan tussen videoweergave en
audioweergave.
HDMI Auto
Past automatisch de weergavetiming aan van audio en
videosignalen als een monitor die een automatische lip-
syncfunctie ondersteunt, is aangesloten op dit toestel.
Auto Delay
Regelt de fijnafstelling van de correctietijd in als “HDMI
Auto” is ingesteld op “On”. De feitelijke correctietijd
wordt weergegeven onder “Auto Delay” veld en de offset
tijd ingesteld door de gebruiker in het “offset” veld.
Manual Delay
Handmatige fijnafstelling van correctietijd. Selecteer dit
als de aangesloten monitor de automatische lip-
syncfunctie niet ondersteunt of als u “HDMI Auto” instelt
op “Off”.
U kunt diverse items instellen voor HDMI en weergave.
y
De standaard instelling is aangegeven met “*”.
U kunt verschillende items instellen voor HDMI.
Control
Selecteert aan of uit van HDMI-regelfuncties als een
component dat HDMI-regelfuncties ondersteunt, is
aangesloten op dit toestel.
Als deze parameter is ingesteld op “On”, kunnen signalen
die binnenkomen via de HDMI 1-4 aansluitingen, worden
weergegeven via een monitorcomponent, zelfs als dit
toestel op standby staat.
Standby Through
Selecteert aan of uit van de weergave van HDMI signalen
die afkomstig zijn van de HDMI 1-4-aansluitingen naar de
HDMI OUT-aansluiting als dit toestel op stand-by staat.
Als deze parameter is ingesteld op “On”, kunnen signalen
die binnenkomen via de HDMI 1-4 aansluitingen, worden
weergegeven via een monitorcomponent.
Dit item wordt niet weergegeven als “Control” is ingesteld op “On”.
y
Om doorvoerweergave mogelijk te maken, moet een van de
signaalbronnen die is aangesloten op de HDMI 1-4 aansluitingen worden
geselecteerd voordat u naar stand-by schakelt.
Tijdens de doorvoerweergave licht de HDMI THROUGH-indicator op
het display van het voorpaneel op. Als de indicator oplicht, verbruikt het
1 tot 3 W aan stroom afhankelijk van de conditie van een HDMI signaal
dat door dit toestel wordt gevoerd.
Audio Output
Selecteert dit toestel of een component aangesloten op dit
toestel via de HDMI OUT-aansluiting van dit toestel voor
het reproduceren van geluidssignalen die afkomstig zijn
van de HDMI 1-4-aansluitingen.
Dit item wordt niet weergegeven als “Control” is ingesteld op “On”.
Opmerking
Indien “TV” of “Amp+TV” wordt geselecteerd, variëren signaalformaten
van audio en videosignalen die worden weergegeven door dit toestel naar
de monitor afhankelijk van de specificaties van de monitor.
Resolution
Waardeert de resolutie op van de HDMI weergave die is
geconverteerd van analoge video ingangsignalen en
uitgang van de HDMI OUT-aansluiting.
Opmerkingen
Resolutie van de HDMI weergave geconverteerd van 720p of 1080i
videosignalen kunnen niet worden opgewaardeerd.
Als de videomonitor is aangesloten op dit toestel via de HDMI-
aansluiting, detecteert dit toestel automatisch een resolutie die de
monitor ondersteunt. Een sterretje (*) verschijnt aan de linkerkant van de
gedetecteerde resolutie.
Indien dit toestel niet de resolutie kan detecteren die de monitor
ondersteunt, dient u “MON.CHK” in het menu ADVANCED SETUP in
te stellen op “SKIP” (zie bladzijde 58) en het opnieuw te proberen.
Keuzes: Off*/On
Off Selecteer dit als de aangesloten monitor de
automatische lip-syncfunctie niet ondersteunt
of als u deze functie niet gebruikt. Stel de
correctietijd in, in “Manual Delay”.
On Selecteer dit als de aangesloten monitor de
automatische lip-syncfunctie ondersteunt.
Fijnafstelling van de correctietijd in “Auto
Delay”.
Instelbaar bereik: 0* tot 240ms (1 ms stappen)
Instelbaar bereik: 0* tot 240ms (1 ms stappen)
Function Setup
1HDMI
Keuzes: On/Off*
On Schakelt de HDMI regelfunctie in.
Off Schakelt de HDMI regelfunctie uit.
Keuzes: On/Off*
On Geeft de HDMI signalen weer naar de HDMI
OUT-aansluitingen.
Off Geeft de HDMI signalen niet weer naar de
HDMI OUT-aansluiting.
Keuzes: Amp*/TV/Amp+TV
Amp
Geeft HDMI geluidsignalen weer van
luidsprekers die zijn aangesloten op dit toestel.
TV Geeft HDMI geluidsignalen weer van
luidsprekers van een TV die is aangesloten op
dit toestel. Geluid dat vanaf de luidsprekers
die op dit toestel zijn aangesloten wordt
weergegeven zijn gedempt.
Amp+TV
Geeft HDMI audiosignalen weer via de op dit
toestel aangesloten luidsprekers en luidsprekers
van een TV die op dit toestel is aangesloten.
Keuzes: Through*/576p/720p/1080i/1080p
51 Nl
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Aspect
Stelt een horizontale tot verticale verhouding
(beeldverhouding) in van beelden die worden
geproduceerd door HDMI signalen die worden
weergegeven vanaf de HDMI OUT-aansluiting als de
HDMI signalen worden geconverteerd van analoge
videoingangsignalen door een videoconversiefunctie.
Opmerkingen
U kunt de beeldverhouding van het scherm niet wijzigen als
“Resolution” is ingesteld op “Through”.
De instelling is niet effectief voor signalen met een andere
beeldverhouding dan 4:3.
U kunt geen effect van de beeldverhouding verkrijgen als de
videosignalen binnenkomen via de HDMI 1-4-aansluitingen of 720p,
1080i of 1080p signalen binnenkomen.
U kunt sommige parameters wijzigen voor een monitor of
de display van het voorpaneel.
Dimmer
Stelt de helderheid in van de display van het voorpaneel.
Als de waarde wordt verlaagd, wordt de helderheid van de
display van het voorpaneel donkerder.
Opmerking
De helderheid van het display wordt niet helder in de Pure Direct-modus,
zelfs als de waarde wordt verhoogd.
FL Scroll
Selecteert de manier om over het scherm te scrollen als
een totaal aantal tekens het displaygebied van het
voorpaneel overschrijden.
OSD Shift
Past boven- en onderkantposities aan van de OSD (op het
scherm) menu’s. Om het scherm naar boven te bewegen,
zet u deze waarde groter. Om het scherm naar onder te
bewegen, zet u deze waarde kleiner.
U kunt voor volume enkele parameters wijzigen.
Adaptive DRC
Regelt het dynamische bereik aan de hand van het
volumeniveau. Deze functie komt van pas wanneer u bij
een laag volume, bijvoorbeeld’s nachts, wilt luisteren. Als
deze functie is uitgeschakeld, wordt het dynamische
bereik als volgt aangepast.
Als het volume laag staat:
is het dynamisch bereik beperkt
Als het volume hoog staat:
is het dynamisch bereik groot
y
De “Adaptive DRC” instelling is effectief voor de hoofdtelefoon.
Max Volume
Stelt het maximumvolumeniveau in zodat het volume niet
per ongeluk wordt verhoogd. U kunt bijvoorbeeld het
volume afstellen tussen –80,0 dB en –5,0 dB of dempen
als u deze parameter instelt op “–5.0dB”. Het volume
neemt toe tot het maximale niveau als deze parameter is
ingesteld op +16,5 dB (standaard).
Init. Volume
Stelt het volume in op het moment dat het toestel aan staat.
Als deze parameter is ingesteld op “Off”, wordt het
volume ingesteld op een niveau waarop dit toestel de
laatste keer mee op stand-by is gezet.
Opmerking
Als de instelling van “Max Volume” lager is dan de instelling van “Init.
Volume”, wordt de instelling “Max Volume” effectief. Wanneer u
bijvoorbeeld “Max Volume” op “–30.0dB” instelt en “Init. Volume” op
“0.0dB”, wordt het volume automatisch ingesteld op “–30.0dB” de
volgende keer dat dit toestel wordt aangezet.
Keuzes: Thrgh*/16:9/Smart
Thrgh Geeft de videosignalen weer zonder de
beeldverhouding te wijzigen.
16:9 Geeft de videosignalen weer die 4:3 beelden
weergeven op een 16:9 monitor met zwarte
banden aan de rechter- en linkerkant van het
beeldscherm.
Smart Geeft de videosignalen weer die 4:3 beelden
weergeven op een 16:9 monitor door de
beelden links en rechts uit te rekken zodat ze
op het beeldscherm passen.
2Display
Instelbaar bereik: -4 tot 0*
Keuzes: Continue*/Once
Continue Geeft herhaaldelijk alle tekens weer door
deze te scrollen.
Once Geeft alle tekens in een keer door te
scrollen, pauzeert het scrollen en geeft dan
de eerste 14 tekens weer.
Instelbaar bereik: -5 tot 0* tot +5
3Volume
Keuzes: Auto/Off*
Auto Regelt het dynamisch bereik automatisch.
Off Regelt het dynamisch bereik niet
automatisch.
Instelbaar bereik: -30.0dB tot +15.0dB/+16.5dB*
(5,0 dB stappen)
Keuzes: Off*/Mute/-80.0dB tot +16.5dB (0,5 dB stappen)
Volume: hoogVolume: laag
IngangsniveauIngangsniveau
Uitgangsniveau
Uitgangsniveau
Auto
Off Off
Auto
52 Nl
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
U kunt de signaalbronnamen veranderen die moeten
worden weergegeven op de display van het voorpaneel.
U kunt een signaalbron selecteren waarvan u de naam wilt
wijzigen die moet worden weergegeven met behulp van
kCursor.
Een naam selecteren die wordt weergegeven in
sjablonen
Selecteer een signaalbron waarvan u de naam wilt
wijzigen en selecteer een naam uit de volgende sjablonen
met behulp van kCursor.
y
Als u de displaynaam van een signaalbron wijzigt naar uw originele en
de signaalbron selecteert, worden de huidige signaalbronnaam en de
sjabloonnaam weergegeven. Dit is handig als u de handeling voor het
wijzigen van de naam wilt annuleren.
Een originele naam invoeren
Selecteer een signaalbron die u wilt benoemen, en druk op
kENTER. U kunt tot 9 tekens invoeren door één teken
per keer te selecteren met de volgende toetsen volgens de
volgende handeling.
De volgende tekens kunnen worden ingevoerd.
A tot Z, 0 tot 9, a tot z, symbolen (#, *, –, +, etc.) en spatie
U kunt het maximale volumeniveau en het initiële
volumeniveau van Zone2 instellen.
y
Dit item wordt alleen weergegeven als “Extra SP Assign” is ingesteld op
“Zone2”.
Max Volume
Stelt het maximumvolumeniveau van Zone2 in zodat het
volume niet per ongeluk wordt verhoogd. U kunt
bijvoorbeeld het volume afstellen tussen –80,0 dB en –5,0
dB of dempen als u deze parameter instelt op “–5.0dB”.
Init. Volume
Stelt het volumeniveau van Zone2 in wanneer de stroom
van het Zone2 toestel wordt aangezet.
Opmerking
Als de instelling van “Max Volume” lager is dan de instelling van “Init.
Volume”, wordt de instelling van “Max Volume” effectief. Wanneer u
bijvoorbeeld “Max Volume” op “–30.0dB” instelt en “Init. Volume” op
“0.0dB”, wordt het volume automatisch ingesteld op “–30.0dB” de
volgende keer dat u het toestel aanzet.
U kunt sommige parameters wijzigen voor de
geluidsveldprogramma’s. Voor informatie,
zie bladzijde 42.
y
De standaard instelling is aangegeven met “*”.
Beschermt instellingen van SETUP menu tegen per
ongeluk veranderen.
Opmerking
“G” verschijnt wanneer deze parameter is ingesteld op “On” terwijl het
SETUP-menu wordt weergegeven op de videomonitor.
4 Input Rename
Blu-ray Satelliet
DVD VCR
SetTopBox Tape
Game MD
TV PC
DVR iPod
CD HD DVD
CD-R “leeg”
kCursor l / h Voor het selecteren van tekens die u
wilt wijzigen
kCursor k / n Voor het selecteren van tekens die
moeten worden ingevoerd
kENTER Voor het invoeren van de
geselecteerde tekens
5 Zone2
Instelbaar bereik: -30.0dB tot +15.0dB / +16.5dB*
(5,0 dB stappen)
Keuzes: Off*/Mute/-80.0dB tot +16.5dB (0,5 dB stappen)
DSP Parameter
Memory Guard
Keuzes: Off*/On
Off Beschermt de instellingen niet.
On Beschermt de instellingen van het SETUP
menu (behalve de Memory Guard-instelling).
53 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Dit toestel stelt u in staat een audiosysteem in meerdere zones te configureren. Met de Zone2 functie kunt u dit toestel
instellen om gescheiden signaalbronnen in de hoofdzone te reproduceren en de tweede zone (Zone2). U kunt dit toestel
bedienen vanuit de tweede zone met de meegeleverde afstandsbediening.
Om gebruik te maken van de multi-zone functies van dit
toestel hebt u de volgende extra apparatuur nodig:
Een infrarood signaalontvanger in de tweede zone.
Een infrarood signaalzender in de hoofdzone. Deze zender
zendt de infrarode signalen uit vanaf de afstandsbediening
naar een CD-speler of een DVD-speler, enz. in de hoofdzone
via de infrarood signaalontvanger in de tweede zone.
Een versterker en luidsprekers in de tweede zone.
y
Aangezien er vele mogelijke manieren zijn waarop u dit toestel kunt
aansluiten en gebruiken in een multi-zone configuratie, raden we u aan uw
dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of servicecentrum te raadplegen over
de Zone2-aansluitingen die het best tegemoet komen aan uw eisen.
Sommige Yamaha modellen kunnen rechtstreeks op de REMOTE
aansluitingen van dit toestel worden aangesloten. Deze modellen
vereisen geen zender voor infraroodsignalen. Tot maximaal 6 Yamaha
componenten kunnen aangesloten worden zoals hieronder weergegeven.
U kunt de versterker/ontvanger in de tweede zone en de
overige componenten op dit toestel als volgt aansluiten.
Opmerking
GEBRUIK de functie Zone2 NIET met cd’s die gecodeerd zijn in DTS
om overwachte ruis te vermijden.
Sluit de luidsprekers in de tweede zone aan op de EXTRA
SP-aansluitingen en stel vervolgens de “Extra SP Assign”
in op “Zone2” (zie bladzijde 47).
y
U kunt de luidsprekers die aangesloten zijn op de EXTRA SP-
aansluitingen gebruiken als het voorluidsprekersysteem van een andere
zone. Stel “Extra SP Assign” in op “Zone2” (zie bladzijde 47).
Wanneer u de interne versterkers voor de Zone2 luidsprekers gebruikt,
kunt het volumeniveau aanpassen en het oorspronkelijke volume en
maximum volume van de Zone2-luidsprekers instellen (zie bladzijde 52).
Gebruik van de multi-zone configuratie
Alleen analoge signalen kunnen naar Zone2 worden gestuurd. Als u geluid vanaf Zone2 wilt weergeven, sluit dan een
extern component aan op AV5-6 of AUDIO1-2 met behulp van een analoge aansluiting. Als u bijvoorbeeld geluid wilt
weergeven vanaf een HDMI DVD-speler in Zone2, moet u het component op dit toestel aansluiten met behulp van
zowel HDMI- als analoge aansluitingen.
Aansluiten van Zone2
Met behulp van de externe versterker
Dit toestel Yamaha component
Infraroodontvanger
Naar de REMOTE IN-
aansluiting
Infraroodzender
DVD-speler (etc.)
Versterker
Afstandsbediening
Tweede zone
(Zone2)
Eerste ruimte
Dit toestel
Vanaf de ZONE2 OUT-aansluitingen
Infraroodontvanger
Van de REMOTE OUT-aansluiting
Gebruik van de interne versterker van dit
toestel
Belangrijke waarschuwing voor uw veiligheid
De EXTRA SP-aansluitingen van dit apparaat mogen
niet worden aangesloten op een Passieve Luidspreker
Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per
kanaal.
Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast,
of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden
tot een abnormaal lage impedantie, met beschadiging
van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze
handleiding voor correct gebruik.
Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie
voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd.
Deze informatie kunt u vinden op het achterpaneel van
dit apparaat.
ZONE2
OUT
TRIGGER OUT
12V
0.1A MAX.
ANTENNA MONITOR OUT
UNBAL.
FM
GND
AM
COMPONENT
VIDEO
P
R
P
B
Y
IN
OUT
REMOTE
EXTRA SP
ZONE2
/
PRESENCE
SPEAKERS
ZONE2
P
R
P
B
Y
OPTICAL
(
TV
)
A
V
1
AV 2
COAXIAL
AV 3
(
CD
)
COAXIAL
OPTICAL
AV 4
AV 5
AV 6
AV
OUT
AUDIO1
AUDIO2
FRONT
SURROUND
SUR.BACK
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
AUDIO
OUT
FRONT
SURROUND
SUR. BACK
SUBWOOFER
PRE OUT
CENTERSINGLE
VIDEO
HDMI
HDMI 1 HDMI 2 HDMI 3 HDMI 4
(
BD/DVD
)
VIDEO
FRONT
CENTER
SURROUND
SURROUND BACK/
BI-AMP
SINGLE
12
CENTER
OUT
DOCK
COMPONENT
VIDEO
PHONO
GND
EXTRA SP
ZONE2
/
PRESENCE
Tweede zone
(Zone2)
Dit toestel
Eerste ruimte
54 Nl
Gebruik van de multi-zone configuratie
U kunt Zone2 kiezen en regelen met de bedieningstoetsen
op het voorpaneel of op de afstandsbediening. De
beschikbare bediening werkt als volgt:
Selecteren van de signaalbron (AV5-6, AUDIO1-2, V-
AUX) van Zone2.
Aanpassen van het volume van Zone2 (wanneer een Zone2-
luidspreker is aangesloten op de EXTRA SP-aansluiting).
Afstemmen op FM of AM wanneer “TUNER” geselecteerd
is als signaalbron van Zone2 (zie bladzijde 31).
Het afspelen van muziek dat opgeslagen is op uw iPod
dat geplaatst is in een Yamaha iPod universele standaard
(zoals YDS-11 afzonderlijk verkocht) die aangesloten is
op de DOCK-aansluiting.
U kunt muziek afluisteren dat opgeslagen is op een
Bluetooth-component via een Bluetooth draadloze
audio-ontvanger (afzonderlijk verkocht) die aangesloten
is op de DOCK-aansluiting (zie bladzijde 37).
Opmerking
U moet iedere stap hebben voltooid als de ZONE2-indicator op de
display van het voorpaneel knippert. Anders wordt de Zone2-modus
automatisch geannuleerd en keert dit apparaat terug in de normale
bedieningsmodus. In dit geval, herhaal de Zone2 selectieprocedure.
Aanzetten van Zone2
Druk op
CZONE2 ON/OFF
om Zone2 aan te zetten.
De bedieningsmodus voor Zone2 activeren
Druk op
EZONE2 CONTROL
om Zone2 te bedienen.
De ZONE2-indicator knippert ongeveer 10 seconden lang
op het display op het voorpaneel.
Bedienen van Zone2
Draai aan de
RINPUT-schakelaar
om het
gewenste signaalbron te kiezen terwijl de ZONE2-
indicator op het display van het voorpaneel knippert.
Wanneer AV5-6, AUDIO1-2 of V-AUX is geselecteerd,
kunt u luisteren naar het signaalbron in Zone2.
Selecteer “TUNER” als de signaalbron om de TUNER-
functies in Zone2 te gebruiken. Voor meer informatie
over de werking van de TUNER zie “FM/AM
afstemmen” op bladzijde 31.
Selecteer “DOCK” als signaalbron om de iPod-functies in
Zone2 te gebruiken. Voor meer informatie over de werking
van de iPod zie “Het gebruik van iPod” op bladzijde 35.
Selecteer “DOCK” als signaalbron om de Bluetooth-
component functies in Zone2 te gebruiken. Voor meer
informatie over de werking van de Bluetooth-component zie
“Het gebruik van Bluetooth-componenten” op bladzijde 37.
Zone2 op standby zetten
Druk op CZONE2 ON/OFF om Zone2 op
standby te zetten.
Aanzetten van Zone2
Stel bMAIN/ZONE2 in op de ZONE2 positie en
druk op pPOWER.
Bedienen van Zone2
Stel bMAIN/ZONE2 in op de ZONE2 positie en
druk op een van de invoer selectietoetsen om het
gewenste signaalbron van Zone2 te selecteren.
Opmerking
uMUTE en sVOLUME +/– zijn beschikbaar voor de bediening van
Zone2 met dezelfde procedure als hierboven vermeldt.
Zone2 op standby zetten
Stel bMAIN/ZONE2 in op de ZONE2 positie en
druk op pPOWER en zet ZONE2 vervolgens op
standby.
Zone2 regelen
Bedienen van Zone2 met het voorpaneel
ZONE
2
Knippert
Bedienen van Zone2 met de
afstandsbediening
55 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
U kunt externe componenten besturen met een geselecteerde signaalbron met de afstandsbediening. De beschikbare
toesten voor het besturen van externe componenten zijn als volgt:
dSOURCE POWER
Schakelt een externe component aan en uit.
kCursor, ENTER, RETURN
Bedient de menu’s van externe componenten.
tDISPLAY
Schakelt tussen de schermen van externe componenten.
lExterne component bedieningstoetsen
Functie als een opname of weergavetoets van een externe
component, of een menuweergavetoets.
mNumerieke toetsen
Funtie als numerieke toetsen van een externe component.
nTV-bedieningstoetsen
y
U dient eerst de code van de afstandsbediening in te stellen voor de
besturing van externe componenten.
De afstandsbedieningstoetsen voor het besturen van externe
componenten zijn uitsluitend beschikbaar als de externe componenten
bijbehorende besturingstoetsen hebben.
De volgende afstandsbedieningscodes worden toegewezen
aan signaalbronnen als standaard fabrieksinstellingen.
Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het
eind van deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
Standaard afstandsbedieningcodeinstellingen
“—” geeft geen toewijzing aan
y
Een externe component die wordt bestuurd door de afstandsbediening
kan automatisch worden geselecteerd volgens de iSCENE
toetsenselectie (zie bladzijde 25).
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes hebt ingesteld.
Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het
eind van deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
y
Elke stap die in dit hoofdstuk beschreven staat, dient binnen één minuut
te zijn uitgevoerd. Het instellen wordt automatisch geannuleerd wanneer
vanaf de laatste stap één minuut verlopen is. Start vanaf het begin als de
handeling afgebroken is.
1 Druk op oCODE SET op de
afstandsbediening met een puntig voorwerp
zoals een punt van een pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
twee keer.
2 Druk op eIngang keuzetoetsen die
corresponderen met de signaalbron waarvan
u de code voor afstandbediening u wilt
registreren.
3 Voer een afstandsbedieningscode in met de
mNumerieke toetsen.
Als de afstandsbedieningcode eenmaal is
geregistreerd, knippert cTRANSMIT twee keer op
de afstandsbediening. Als het mislukt, knippert
cTRANSMIT zes keer. Herhaal vanaf stap 1.
Het besturen van andere componenten met de afstandsbediening
INPUT Wisselt de videosignalen van TV
MUTE Demp audio van TV
TV VOL +/– Regelt het volume van de TV
TV CH +/– Wisselt de kanalen van de TV
POWER Zet de TV aan en uit
Signaalbron Categorie Fabrikant
Standaardcode
[HDMI1] Blu-ray Disc Yamaha 2018
[HDMI2]
[HDMI3]
[HDMI4]
[AV1]
[AV2]
[AV3] CD Yamaha 5013
[AV4]
[AV5]
[AV6]
[AUDIO1]
[AUDIO2]
[V-AUX]
[PHONO]
[A]
[DOCK] DOCK Yamaha 5011
[TUNER] Tuner Yamaha 5007
[MULTI CH]
Instellen van afstandsbedieningscodes
Signaalbron Categorie Fabrikant
Standaardcode
56 Nl
Het besturen van andere componenten met de afstandsbediening
De afstandsbediening van dit apparaat kan signalen van andere afstandsbedieningen ontvangen en de werking van de
afstandsbediening overnemen. Gebruik deze leerfunctie om de functie met de afstandsbediening werkbaar te maken als
een toets op de afstandsbediening niet werkt nadat het is toegewezen aan de functie van een extern component of als de
code van de afstandsbediening voor die functie niet beschikbaar is.
y
Elke stap die in dit hoofdstuk beschreven staat, dient binnen één minuut te zijn uitgevoerd. Het instellen wordt automatisch geannuleerd wanneer vanaf de
laatste stap één minuut verlopen is. Start vanaf het begin als de handeling afgebroken is.
U kunt met de volgende toetsen de afstandbediening
programmeren om functies van een extern component
werkbaar te maken. U kunt voor elke signaalbron functies
aan deze toetsen toekennen als met de codes voor
afstandsbediening.
dSOURCE POWER
lExterne component bedieningstoetsen
mNumerieke toetsen
y
De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de
afstandsbediening van het externe component ook gebruik maakt van
infrarood, kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan
overnemen. De afstandsbediening herkent mogelijk geen speciale of
opeenvolgende signalen.
De toetsen voeren de toegekende functies mogelijk niet uit afhankelijk
van de bedieningsvoorwaarden van dit apparaat.
1 Druk op oCODE SET op de
afstandsbediening met een puntig voorwerp
zoals een punt van een pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
twee keer.
2 Druk op eIngang keuzetoetsen om de
signaalbron te selecteren waarvan u de
functie aan de afstandsbediening wilt
toekennen.
3 Voer “9990” in met mNumerieke toetsen.
4 Druk op de toets waaraan u de functie wilt
toekennen.
cTRANSMIT licht op als dit toestel in een
wachtstand komt voor de ontvangst van signalen van
de afstandsbediening. Voer stappen 5 en 6 binnen 10
seconden uit.
Opmerking
Indien er 10 seconden zijn verstreken nadat dit toestel in de
wachtstand is gekomen, vindt een time-out plaats en gaat
cTRANSMIT uit. Als dit gebeurt, dient u stap 4 te herhalen.
5 Plaats de afstandsbediening op ongeveer 5
tot 10 cm afstand van de afstandsbediening
van het externe component op een vlak
oppervlak zodat de infraroodzenders op
elkaar gericht zijn.
Opmerking
Indien 10 seconden zijn verstreken nadat stap 4 is uitgevoerd,
treedt een fout op en kan dit toestel geen signalen van de
afstandsbediening ontvangen. Als cTRANSMIT uitgaat voordat
u stap 6 uitvoert, herhalen vanaf stap 4.
6 Druk op de toets op de afstandsbediening
van het externe component.
De functie die toegekend is aan de gekozen toets is
ook toegekend aan de toets die u in stap 4 gekozen
hebt. Wanneer de functie met succes aan de toets is
toegekend, knippert cTRANSMIT op de
afstandsbediening tweemaal.
Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer.
Herhaal vanaf stap4.
y
Herhaal de stappen 4 tot 6 voor het toekennen van andere functies.
7 Om het programmeren te beëindigen, druk
op oCODE SET op de afstandsbediening
met een puntig voorwerp zoals een punt van
een pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
eenmaal.
Programmeren vanaf andere afstandsbedieningen
Programmeren van de afstandsbediening
van dit apparaat
MAIN
POWER
1234
1256
1234
POWER
SOURCE
V-AU X
PHONO
[ A ] DOCK
MULTI
TUNER
FM
MOVIE
BD
DVD
MUSIC
SCENE
TV
CD
OPTIONSETUP
RADIO
STEREO
ENHANCER SUR. DECODE
PURE DIRECT
STRAIGHT
INFO
MEMORY
AM
PRESET
SLEEP
HDMI
AV
AUDI O
ZONE2
TRANSMIT
CODE SET
TUNING
Afstandsbediening van een
extern component
5 tot 10 cm
57 Nl
Het besturen van andere componenten met de afstandsbediening
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
U kunt de toewijzingen van elke toets wissen.
1 Druk op oCODE SET op de
afstandsbediening met een puntig voorwerp
zoals een punt van een pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
twee keer.
2 Druk op eIngang keuzetoetsen om de
signaalbron te kiezen waarvan u de functie
wilt resetten.
3 Voer “9991” in met mNumerieke toetsen.
4 Druk op de toets die u wilt resetten.
De toekenning aan die toets is gewist. Wanneer het
wissen van de toekenning voltooid is, knippert
cTRANSMIT tweemaal op de afstandsbediening.
Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer.
Herhaal vanaf stap1.
y
Herhaal stap 4 om verder te gaan met het resetten van andere
toetsen.
5 Om het resetten te beëindigen, druk op
oCODE SET op de afstandsbediening met
een puntig voorwerp zoals een punt van een
pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
eenmaal.
U kunt de toekenning van alle toetsen door één handeling
wissen.
1 Druk op oCODE SET op de
afstandsbediening met een puntig voorwerp
zoals een punt van een pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
twee keer.
2 Druk op eIngang keuzetoetsen om de
signaalbron te kiezen, de functie die is
toegekend aan de toets die u wilt resetten.
3 Voer “9992” in met mNumerieke toetsen.
De toekenning van alle toetsen is gewist. Wanneer het
wissen van alle toekenninge voltooid is, knippert
cTRANSMIT tweemaal op de afstandsbediening.
Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer.
Herhaal vanaf stap1.
y
Als u de afstandsbedieningscode initialiseert (zie het volgende
hoofdstuk) worden de toewijzingen van alle toetsen gewist.
U kunt alle eerder ingestelde afstandsbedieningscodes
wissen en ze terugstellen op de oorspronkelijk
fabrieksinstellingen.
y
Elke stap die in dit hoofdstuk beschreven staat, dient binnen één minuut
te zijn uitgevoerd. Het instellen wordt automatisch geannuleerd wanneer
vanaf de laatste stap één minuut verlopen is. Start vanaf het begin als de
handeling afgebroken is.
1 Druk op oCODE SET op de
afstandsbediening met een puntig voorwerp
zoals een punt van een pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
twee keer.
2 Druk op jSETUP op de afstandsbediening.
3 Voer “9981” in met mNumerieke toetsen.
Als de initialisatie voltooid is, knippert
cTRANSMIT twee keer op de afstandsbediening.
Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer.
Herhaal vanaf stap 1.
Toewijzing van elke toets wissen
Toewijzingen van elke toets wissen
De afstandsbedieningscodes resetten
58 Nl
De geavanceerde installate bevat meer parameters voor de
basisbediening van dit apparaat zoals het aan- en uitzetten
van de bi-amp verbinding en het initialiseren van
gebruikersinstellingen. Dit hoofdstuk beschrijft wat die
parameters zijn en hoe ze moeten worden gewijzigd.
1 Zet dit apparaat op standby.
2 Druk op AMAIN ZONE ON/OFF tijdens het
ingedrukt houden van PSTRAIGHT op het
voorpaneel.
Het ADVANCED SETUP menu verschijnt op de
display op het voorpaneel.
3
Draai aan de
OPROGRAM-schakelaar
om
de parameter te selecteren die u wilt wijzigen.
y
Ingestelde waarden zijn geplaatst in XXX van de volgende
parameters op een feitelijk displayscherm.
De standaard instelling is aangegeven met “*”.
SP IMP. -XXX
Selecteert de uitvoerimpedantie van dit apparaat in
overeenstemming met de aangesloten luidsprekers.
Wanneer u 4-ohm luidsprekers aansluit op de
FRONT-aansluitingen van de SPEAKERS-
aansluitingen, zet “SP IMP.” op “6ΩMIN”.
REMOTE ID -XXX
Selecteert een afstandsbediening voor dit apparaat.
Wanneer u meerdere Yamaha AV ontvangers gebruikt,
kunt u deze bedienen met een enkele
afstandsbediening door ze in te stellen op hetzelfde
afstandsbedienings-id. Door de ontvangers in te stellen
op verschillende afstandbedienings-id’s, kunt u deze
met hun bijbehorende afstandsbedieningen bedienen.
BI AMP - XXX
Schakelt de bi-amp verbinding van de hoofdluidsprekers
aan en uit. Voor bi-amp-verbinding, zie bladzijde 13.
SCENE IR -XXX
Hiermee wordt geselecteerd of de SCENE besturingssignalen wel
of niet naar een extern component moeten worden verstuurd dat
aangesloten is op de REMOTE-aansluitingen op dit apparaat,
wanneer de BD/DVD of CD SCENE-functie geselecteerd is. Als
“ON” is geselecteerd en een afspeelcomponent dat het afspelen
van de SCENE link ondersteunt, zoals de Yamaha DVD-speler, is
aangesloten op de REMOTE OUT-aansluiting van dit apparaat,
start de afstandsverbinding automatisch met afspelen als een
andere SCENE-toets geselecteerd is.
MON.CHK -XXXX
Voegt een opwaarderingsbeperking op aan de
weergavesignalen naar een videomonitor die is
aangesloten op dit toestel via de HDMI OUT-
aansluiting.
INIT-XXXXXXXXX
Initialiseert diverse instellingen die zijn opgeslagen
op dit toestel. U kunt een initialiseringsmethode
selecteren uit het volgende.
DSP PARAM Reset alle parameters van
geluidsveldprogramma’s.
VIDEO Reset videoconversie-instellingen
(resolutie/verhouding) in het SETUP-
menu en de OSD menu’s displaystand.
ALL Reset het toestel naar de originele
fabrieksinstellingen.
CANCEL Initialisatie.
4 Druk een paar keer op PSTRAIGHT om de
waarde die u wilt wijzigen, te selecteren.
De geselecteerde waarde hier wordt effectief als dit
toestel de volgende keer wordt aangezet. U kunt
meerdere instellingen wijzigen door stappen 3 en 4 te
herhalen.
5 Druk op AMAIN ZONE ON/OFF, zet dit
systeem uit, en druk opnieuw op AMAIN
ZONE ON/OFF.
De waarde die is ingesteld in stap 4 wordt effectief en
het toestel gaat aan. Als u initialisatie selecteert in
stap 3, wordt de initialisatie uitgevoerd.
Geavanceerde setup
Keuzes: 6 MIN/8 MIN*
Keuzes: ID1*/ID2
Keuzes: ON/OFF*
Keuzes: ON*/OFF
ADVANCEDSETUP
Keuzes: YES*/SKIP
Keuzes: DSP PARAM/VIDEO/ALL/CANCEL*
59 Nl
Geavanceerde setup
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Er zijn twee ID’s gegeven voor de afstandsbediening van
dit toestel. Als er een andere Yamaha-versterker in
dezefde kamer is, dan voorkomt het instellen van een
andere afstandsbediening-ID naar dit toestel een
ongewenste bediening van de andere versterker.
y
Elke stap die in dit hoofdstuk beschreven staat, dient binnen één minuut
te zijn uitgevoerd. Het instellen wordt automatisch geannuleerd wanneer
vanaf de laatste stap één minuut verlopen is. Start vanaf het begin als de
handeling afgebroken is.
1 Druk op oCODE SET op de
afstandsbediening met een puntig voorwerp
zoals een punt van een pen.
cTRANSMIT knippert tweemaal.
2 Druk op jSETUP op de afstandsbediening.
3 Voer de gewenste afstandsbedienings-ID
code in.
Voor omschakelen naar ID1:
Voer “5019” in met mNumerieke toetsen.
Voor omschakelen naar ID2:
Voer “5020” in met mNumerieke toetsen.
Als de afstandsbedieningcode eenmaal is
geregistreerd, knippert cTRANSMIT twee keer.
Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer.
Herhaal vanaf stap 1.
y
Als u de afstandsbedieningscode initialiseert (zie bladzijde 57),
dan keert deze terug naar ID1.
Instellen van een afstandsbedienings-ID
ID1 is standaard ingesteld voor zowel de
afstandsbediening als de versterker.
Als u de ID van de afstandsbediening wijzigt, wordt
ADVANCED SETUP” weergegeven (zie het vorige
hoofdstuk) en wijzigt de ID voor de versterker ook.
60 Nl
AANHANGSEL
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum.
Oplossen van problemen
Algemeen
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Dit toestel gaat vrij
snel nadat het is
aangezet uit, of het
gaat niet aan nadat
AMAIN ZONE ON/
OFF (of pPOWER) is
ingedrukt.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit de stroomkabel op de juiste wijze aan op een
stopcontact.
De instelling voor de
luidsprekerimpedantie is niet correct.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze
overeenkomt met die van uw luidsprekers.
58
(Wanneer dit toestel weer aan is gezet en
“CHECK SP WIRES!” wordt
weergegeven.) Het beschermingscircuit is
geactiveerd omdit toestel is aangezet
terwijl een luidsprekerkabel kortsluiting
maakte.
Zorg dat alle luidsprekerkabels tussen het toestel en
de luidsprekers op de juiste wijze zijn aangesloten.
13
Dit toestel kan niet
worden uitgezet of
werkt niet correct.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een
daling van het voltage van de
stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
Het geluid/beelden
vallen plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is
ingesteld.
58
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer
aan.
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
“CHECK SP WIRES!”
verschijnt op de
display van het
voorpaneel.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
13
“Memory Guard!”
wordt weergegeven
op de display van het
voorpaneel en de
instelling kan niet
worden gewijzigd.
“Memory Guard” in het SETUP menu is
ingesteld op “On”.
Zet “Memory Guard” op “Off”. 52
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videosoftware is beschermd tegen
kopiëren.
61 Nl
Oplossen van problemen
Nederlands
INLEIDING
AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Geen geluid. In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
15-19
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. 11
De HDMI componenten die zijn
aangesloten op dit toestel bieden geen
ondersteuning voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
72
De HDMI audiuitgangparameter in het
SETUP menu (Function Setup
1HDMI Audio Output) is ingesteld op
“TV”.
Zet de parameter op een andere item dan “TV”. 50
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met de
RINPUT-schakelaar (of eIngang
keuzetoetsen).
24
Het volume staat zacht of is gedempt. Zet het volume hoger.
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een CD-
ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen kunnen
worden weergegeven op dit toestel.
Er is geen goede audiodecoder
geselecteerd.
Geef het OPTION menu weer en stel “Decoder
Mode” in op “Auto”.
40
Geen beeld. Dit toestel produceert videosignalen die
niet ondersteund worden door het
beeldscherm dat is aangesloten op het
toestel via de HDMI OUT aansluiting.
Geeft het ADVANCED SETUP menu weer en
selecteer “VIDEO” in “INIT” om de videoparameters
te resetten.
58
Geeft het ADVANCED SETUP menu weer en stel
“MON.CHK” in op “YES”.
58
De VIDEO-aansluiting wordt gebruikt om
een componentvideosignaal weer te
geven, of de COMPONENT VIDEO
aansluitingen worden gebruikt om een
composiet videosignaal weer te geven.
Indien uw videomonitor geen HDMI-aansluiting
ondersteunt, controleer dan de COMPONENT
VIDEO-aansluitingen en de VIDEO-aansluiting en
selecteer de juiste video-ingang op de monitor.
15
Er komen videosignalen binnen die niet
standaard zijn.
Sluit de monitor aan op dit toestel via de
COMPONENT VIDEO-aansluitingen of de VIDEO-
aansluiting.
15
Er is geen juist videosignaal geselecteerd
op de videomonitor.
Selecteer een juist videosignaal op de videomonitor.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
62 Nl
Oplossen van problemen
Er wordt geen geluid
weergegeven van een
specifieke
luidspreker.
De luidspreker functioneert niet. Controleer de luidsprekerindicators op het display op
het voorpaneel. Als de bijbehorende indicator oplicht,
verbindt dan een andere luidspreker en controleer of
er geluid wordt weergegeven. Als er geen geluid
wordt weergegeven kan het zijn dat dit toestel stoort.
6, 10
Het weergavecomponent of de
luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
11
De weergave van die luidspreker is
uitgeschakeld.
Controleer de luidsprekerindicators op het display op
het voorpaneel. Als de corresponderende indicator is
uitgezet, probeer dan het volgende.
1) Wijzig de signaalbron naar een andere.
2) Geluid wordt niet weergegeven via die luidspreker,
met het geselecteerde geluidsveldprogramma.
Selecteert een ander geluidsveldprogramma.
3) “None” kan mogelijk zijn geselecteerd voor die
luidspreker op dit toestel. Geef weer Speaker Setup in het
SETUP menu en zet de respectievelijke parameters in om
weergave van die luidspreker mogelijk te maken
(Speaker Setup
2Manual Setup
A)Config).
6, 24, 27,
48
Het volume van die luidspreker is
ingesteld op minimum in Speaker Setup in
het SETUP menu.
Geef weer Speaker Setup in het SETUP menu stel het
volume af (2 Manual Setup B)Level).
49
(Als er bijna geen geluid komt van één kanaal)
De weergavebalans van de luidspreker is
niet goed ingesteld.
Stel het volume in voor elke luidspreker die moet
worden gebalanceerd “B)Level” in het SETUP menu
(Speaker Setup 2 Manual Setup B)Level).
49
Geluid mag niet worden weergegeven
vanaf bepaalde kanalen afhankelijk van de
signaalbron of het geluidsveldprogramma.
Probeer een ander geluidsveldprogramma. 27
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de midden-
luidspreker.
Als een monobron geluidsveldprogramma
wordt toegepast, wordt het geluid van alle
kanalen via de midden luidspreker
weergegeven voor bepaalde surround decoders.
Probeer een ander geluidsveldprogramma. 27
Geen geluid uit de
aanwezigheidsluidspr
ekers.
Dit toestel bevindt zich in de
“STRAIGHT” stand.
Druk op PSTRAIGHT (of hSTRAIGHT) om
de “STRAIGHT” stand te verlaten.
30
Er klinkt geen geluid
uit de surround-
luidsprekers.
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt een monosignaal
weergegeven.
Druk op PSTRAIGHT (of hSTRAIGHT) om
de “STRAIGHT” stand te verlaten.
30
Geluid mag niet worden weergegeven vanaf
bepaalde kanalen afhankelijk van de
signaalbronnen of het geluidsveldprogramma’s.
Probeer een ander geluidsveldprogramma. 27
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
Er wordt een Dolby Digital of DTS signaal
weergegeven terwijl de LFE-kanaalinstelling
(LFE/Bass Out) van het Speaker Setup in het
SETUP menu is ingesteld op “Front”.
Zet “LFE/Bass Out” in op “SWFR” of “Both”. 48
Er wordt en 2-kanaalsignaal weergegeven
terwijl de LFE kanaalinstelling (LFE/Bass
Out) van het Speaker Setup in het SETUP
menu is ingesteld op “SWFR” of “Front”.
Zet “LFE/Bass Out” op “Both”. 48
Het bronsignaal bevat geen LFE of zeer
lage tonen.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
63 Nl
Oplossen van problemen
Nederlands
INLEIDING
AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidsprekers.
“Extended Surround” in het OPTION menu
is ingesteld op “Off”, of een ingangsignaal
bevat geen surround achter vlag met
“Extended Surround” ingesteld op “Auto”.
Stel “Extended Surround” anders in dan “Off” of
Auto”.
40
De audio
signaalbronnen
kunnen niet worden
weergegeven met het
gewenste digitale
audio signaaltype.
De verbonden component is niet ingesteld
om de gewenste digitale audiosignalen te
reproduceren.
Stel het weergavecomponent op de juiste wijze in
waarbij wij verwijzen naar de
instructiehandleidingen.
U ondervindt storing van
digitale of andere
apparatuur die
radiogolven gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij andere digitale
of radiofrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
Lawaai/ een
hummend geluid kan
worden gehoord.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiobedrading op de juiste manier aan. Als
dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er
iets mis is met de kabels.
De draaitafel is niet verbonden met de
GND-aansluiting.
Sluit de aarding van de draaitafel aan op de GND-
aansluiting van dit toestel.
17
Een DTS-CD wordt weergegeven. 1) Wanneer alleen ruis wordt weergegeven
Indien een DTS bitstreamsignaal niet goed wordt
verzonden naar dit toestel, wordt alleen ruis
weergegeven. Sluit een weergavecomponent aan op dit
toestel met een digitale verbinding en geef de DTS-CD
weer. Als de toestand niet verbeterd kan het probleem
voortkomen uit de weergavecomponent. Neem contact op
met de producent van de weergavecomponent.
2) Als er ruis wordt uitgezonden tijdens weergave of
overslaan
Voordat u de DTS-CD weergeeft, geeft u het
OPTION menu weer na het selecteren van de
signaalbron en stelt u “Decoder Mode” in op “DTS”.
16, 40
Het volumeniveau is
laat terwijl een plaat
wordt weergegeven.
De plaat wordt gedraaid op een draaitafel
met een MC-cartridge.
Sluit uw draaitafel op dit toestel aan via een MC-
kopversterker.
17
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De component die is aangeslotne op de
uitgangaansluitingen van dit toestel staat
niet aan.
Als de component die is aangesloten op de
uitgangaansluitingen van dit toestel niet aan staat, kan
het geluid vervormd worden of het volume afnemen
door de aard van AV-ontvangers. Zet alle
componenten die zijn aangesloten op dit toestel aan.
“Max Volume” is ingesteld op een lage
waarde.
Zet het op een hogere waarde. 51
HDMI™
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Geen beeld of geluid. Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
Ontkoppel enkele van de HDMI componenten.
Het aangesloten HDMI component
ondersteunt geen hoge bandbreedte digitale
auteursrecht bescherming (HDCP).
Sluit een HDMI component aan dat HDCP
ondersteunt.
16
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
64 Nl
Oplossen van problemen
Tuner (FM/AM)
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
U bent te ver van de signaalzender of
het signaal van de antenne is zwak.
Controleer de aansluitingen van de antenne. 20
Vervang de buitenantenne door een
gevoeligere multi-elementantenne.
Schakel over naar mono. 41
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Pas de hoogte of richting van de antenne aan
of plaats het op een andere locatie.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
U bent te ver van de signaalzender of
het signaal van de antenne is zwak.
Vervang een buitenantenne door een
gevoeligere multi-elementantenne.
Stem handmatig af of door directe
frequentieafstemming.
31
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Stem de richting af van de AM ringantenne. 20
Stem met de hand af. 31
Automatische
stationvoorkeuze werkt
niet.
Automatische stationvoorkeuze is niet
beschikbaar voor AM-zenders.
Gebruik de handmatige stationafstemming. 32
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
De meegeleverde AM ringantenne is
niet aangesloten.
Sluit de AM ringantenne correct aan, ook al
gebruikt u een buitenantenne.
20
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Het is moeilijk om ruis geheel te verwijderen,
maar het kan worden verminderd door het
goed installeren en aarden van een buiten AM
antenne.
20
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
Afstandsbediening
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
9
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen, richtlampen enz.)
valt op de sensor voor de
afstandsbediening van dit toestel.
Pas de lichtval af of verplaats het toestel.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. 9
De afstandsbedienings-ID van de
afstandsbediening en dit toestel komen
niet overeen.
Laat de afstandsbedienings-ID van dit toestel
overeenkomen met die van de afstandsbediening.
58
65 Nl
Oplossen van problemen
Nederlands
INLEIDING
AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Opmerking
In geval van een overdrachtsfout zonder dat er een melding verschijnt op de display op het voorpaneel en op de OSD, dient u de aansluiting van uw iPod
te controleren (zie bladzijde 19).
Externe componenten
kunnen niet worden
bestuurd met de
afstandsbediening.
De afstandsbedieningscode is niet juist
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in
met behulp van de “Lijst met afstandsbedieningscodes”
aan het eind van deze handleiding.
55
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor dezelfde
fabrikant met behulp van de “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding.
55
Indien dit toestel niet werkt als u drukt op
kCursor, doe dan het volgende.
Als de toets niet werkt tijdens DVD-
diskmenuwerking: druk opnieuw op eIngang
keuzetoetsen op de afstandsbediening.
Als de toets niet werkt tijdens OPTION menu/SETUP
menuwerking: druk opnieuw op de toets die van
toepassing is op de huidige menuwerking.
Ook als de juiste afstandsbedieningscode is
ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen
niet goed reageren op de afstandsbediening.
De afstandsbediening
leert geen nieuwe
functies.
De batterijen van deze afstandsbediening en/
of de andere afstandsbediening zijn te zwak.
Vervang de batterijen. 9
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te lang of te kort.
Plaats de afstandsbedieningen op een juiste afstand. 56
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
De geheugencapaciteit is vol. Wis onnodige functies om enige geheugenruimte vrij
te maken voor nieuwe functies.
57
iPod™
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Loading... Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Connect error Er is een probleem met het signaalpad van
uw iPod naar dit toestel.
Zet dit toestel uit en sluit uw Yamaha iPod universeel dock
opnieuw aan op de DOCK-aansluiting van dit toestel.
19
Haal uw iPod uit de Yamaha iPod universele dock en
plaats het terug op het dock.
19
Unknown iPod De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
Sluit een iPod aan die door dit toestel wordt
ondersteund.
iPod Connected Uw iPod is goed geplaatst in de Yamaha
iPod universele dock.
Disconnected Uw iPod is verwijderd uit de Yamaha iPod
universele dock.
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw iPod
opgeslagen muziekstukken niet weergeven.
Controleer of de muziekstukken op uw iPod
inderdaad weergegeven kunnen worden.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
66 Nl
Oplossen van problemen
Opmerkingen
Als een fout of waarschuwingsbericht wordt weergegeven, los het probleem dan op en voer opnieuw een automatische instelprocedure uit.
Waarschuwingsbericht “W-2” of “W-3” geeft aan dat de ingestelde afstelling niet optimaal is.
Afhankelijk van de luidsprekers is het mogelijk dat de waarschuwing “W-1” verschijnt, ook al zijn de luidsprekers correct aangesloten.
Als foutmelding “E-10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend Yamaha service-centrum.
Bluetooth™
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Searching... De Bluetooth draadloze audio ontvanger
en de Bluetooth component worden op dit
moment gepaard.
De Bluetooth draadloze audio ontvanger
en de Bluetooth component worden op dit
moment tot een verbinding gebracht.
Completed Het paren is voltooid.
Canceled Het paren is geannuleerd.
BT Connected De verbinding tussen de Bluetooth
draadloze audio ontvanger en de
Bluetooth component is voltooid.
Disconnected De Bluetooth component is niet
aangesloten op de Yamaha Bluetooth
draadloze audio-ontvanger.
Not found Het Bluetooth component is niet
gevonden.
Tijdens paren:
paren moet tegelijkertijd op dit Bluetooth component
en dit toestel worden uitgevoerd. Controleer of de
Bluetooth component in paringsstand staat.
Tijdens verbinden:
controleer of de Bluetooth component aan staat.
controleer of de Bluetooth component binnen 10 meter van
de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger staat.
Auto Setup (YPAO)
Voor Auto Setup
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC! De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met
de OPTIMIZER MIC-aansluiting op het voorpaneel.
21
Unplug HP! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los.
Memory Guard!
De parameters van dit toestel zijn beschermd.
Zet “Memory Guard” op “Off”. 52
Tijdens Auto Setup
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
E-1:NO FRONT SP Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R voor-
luidsprekers.
11
E-2:NO SUR. SP Er wordt alleen één
surroundkanaalsignaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R surround-
luidsprekers.
11
67 Nl
Oplossen van problemen
Nederlands
INLEIDING
AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
E-3:NO PRNS SP
Er wordt alleen één
aanwezigheidskanaalsignaal gedetecteerd.
Controleer de aanwezigheid van de L/R-
luidsprekeraansluitingen.
11
E-4:SBR->SBL Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Als u slechts één surround achter-luidspreker
aansluit, sluit deze dan aan bij de L-kant (SINGLE)-
aansluiting.
11
E-5:NOISY Meting kan niet goed worden uitgevoerd
door te luide omgevingsruis.
Voer de automatische setup procedure opnieuw uit
op een tijdstip dat de omgeving rustig is.
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals air-
conditioners uit, of zet ze uit de buurt van de
optimalisatie-microfoon.
E-6:CHECK SUR. Wel surround achter-luidsprekers
aangesloten, maar geen L/R surround-
luidsprekers.
Bij het gebruik van surround achter-luidsprekers,
dient u de surround L/R luidsprekers aan te sluiten.
11
E-7:NO MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de “Auto Setup” procedure.
Raak de optimalisatiemicrofoon niet aan tijdens de
automatische setup procedure.
21
E-8:NO SIGNAL De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer of de microfoon correct is geplaatst. 21
Controleer of de luidsprekers correct zijn geplaatst
en aangesloten.
11
De optimalisatiemicrofoon of OPTIMIZER MIC-aansluiting
is mogelijk defect. Neem contact op met de Yamaha dealer of
het servicecentrum die/dat het dichtstbijgelegen is.
21
Als een scherm zoals een TV op dit toestel wordt
aangesloten via een HDMI-aansluiting, dan kan er
mogelijk geen geluid worden weergegeven via dit toestel
door de HDMI-besturingsfunctie. In zo’n geval dient u de
scherminstelling te wijzigen, door bijvoorbeeld de
geluidsweergave-instelling op een versterker te zetten
zodat het geluid via dit toestel wordt uitgezonden.
E-9:USER CANCEL
De automatische setup procedure is geannuleerd
door een onjuiste gebruikersbediening.
Voer de automatische setup procedure uit. Pas het volume
niet aan of doe andere handelingen tijdens de procedure.
21
E-10:INTERNAL ERROR Er is een interne fout opgetreden. Voer de automatische setup procedure opnieuw uit. 21
Na Auto Setup
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
W-1:OUT OF PHASE
De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteiten (+, –) van de luidspreker.
Als deze juist zijn, zullen de luidsprekers goed
werken zelfs als dit bericht wordt weergegeven.
11
W-2:OVER 24m (80ft) De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is meer dan 24 m (80 ft).
Breng de luidspreker binnen 24 meter (80 ft) rond
het luisterpositie.
W-3:LEVEL ERROR Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers.
Controleer de positie van de luidspreker opnieuw om
ervoor te zorgen dat alle luidsprekers zijn geplaatst
in eenzelfde omgeving.
Controleer de polariteit (+, –) van de luidsprekers. 11
We raden u aan dat u luidsprekers gebruikt met
dezelfde of vergelijkbare specificaties.
Stel het uitgangsniveau van de subwoofer in.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
68 Nl
Oplossen van problemen
W-4:CHECK PRNS Er zijn geen aanwezigheidsluidsprekers
gedetecteerd tijdens de meting met
“Extra SP Assign” ingesteld op
“Presence”.
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker en voer de meting
opnieuw uit.
Als de aanwezigheidsluidsprekers niet zijn
aangesloten, stel de “Extra SP Assign” dan in op iets
anders dan “Presence”.
47
Indien de aanwezigheidsluidsprekers zijn
aangesloten, stel dan “Extra SP Assign” in op
“Presence”, en probeer de automatische setup
procedure opnieuw uit.
47
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
69 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Audio en video synchronisatie (lip sync)
Lip sync staat voor lipsynchronisatie en geeft in deze context zowel
het probleem aan als een technische manier om beeldsignalen en
geluidssignalen tijdens signaaloverdracht en weergave netjes met
elkaar in de pas te laten lopen. De verschillende manieren waarop
beeld en geluid verwerkt worden hebben ingewikkelde instellingen
door de eindgebruiker vereist, maar HDMI versie 1.3 is nu voorzien
van een automatisch synchronisatie voor audio en video die de
apparatuur in staat stelt automatisch de vereiste correcties uit te
voeren, zonder dat de gebruiker daarmee lastig wordt gevallen.
Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee versterkers
gebruikt voor een luidsprekerbox.
De ene versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen) van de
box, terwijl de andere wordt aangesloten op het gecombineerde
gedeelte voor de midden- en hoge tonen. In een dergelijk systeem
wordt elk van de luidsprekers slechts voor een beperkt toonbereik
gebruikt. Dit beperkte toonbereik geeft elk van de gebruikte
versterkers minder zwaar werk te doen en levert minder risico op dat
de weergave negatief wordt beïnvloed.
Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in
een Y signaal voor de luminantie en in P
B
en P
R
signalen voor de
chrominantie. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat
elk van deze signalen onafhankelijk is van de andere.
Componentsignalen worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd
omdat het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal. U
heeft een monitor met component ingangsaansluitingen nodig om
component videosignalen te kunnen weergeven.
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen
van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een
composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie
elementen gecombineerd door.
Deep Color
Deep Color verwijst naar het gebruik van de grotere aantallen kleuren
(kleurdiepte) die door beeldschermen kunnen worden weergegeven, in
vergelijking tot de 24-bits kleurdiepte in eerdere HDMI versies. Deze
extra bitdiepte stelt HDTV’s en andere soorten beeldschermen in staat
om het aantal weer te geven kleuren op te voeren van miljoenen naar
miljarden en zorgt ervoor dat de storende kleurbanden op het scherm
worden vervangen door vloeiende kleurovergangen en subtiele
gradaties tussen kleuren. Een verbeterde contrastverhouding betekent
dat er veel meer grijstonen kunnen worden weergegeven tussen zwart
en wit. Deep Color verhoogt ook het aantal mogelijke kleuren binnen
de door de RGB of YCbCr kleurruimten bepaalde grenzen.
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar
gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en
rechts), en 2 surround-stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5
audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal
voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect)
kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als
0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende geluidsbronnen en een
beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote
dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en
de precieze plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de
luisteraar een ongehoord realistische weergave.
Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van
mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
Dolby Digital Surround EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige frequentiebereik
van 5.1-kanaals bronmateriaal.
Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital Surround EX.
Met dit extra kanaal krijgt u een meer dynamische en realistische
weergave van bewegende geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde
“fly-over” en “fly-around” effecten.
Dolby Digital Plus
Dolby Digital Plus is een geavanceerde audiotechnologie die
ontwikkeld is voor high-definition programma’s en media, inclusief
HD uitzendingen, en Blu-ray Discs. Deze technologie is geselecteerd
als optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en deze technologie
levert multikanaals geluidsweergave via gescheiden kanalen. Dolby
Digital Plus biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 6,0 Mbps en
kan maximaal 7.1 gescheiden audiokanalen tegelijk bevatten. Dolby
Digital Plus wordt ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen
voor de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de
toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de bestaande
multikanaals audiosystemen die gebruik maken van Dolby Digital.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote
hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe
technologie maakt gescheiden 5-kanaals weergave mogelijk met 2
voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen,
links en rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele
Pro Logic weergave. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music
mode” voor muziekbronnen, een “Movie mode” voor filmbronnen en
een “Game mode” voor gamebronnen.
Dolby Pro Logic IIx
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die gescheiden
multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals of multikanaals
bronnen. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music mode” voor
muziekbronnen, een “Movie mode” voor filmbronnen (alleen 2-
kanaals materiaal) en een “Game mode” voor spelletjes.
Dolby Surround
Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en
ook wel bij TV- en kabelprogramma’s. Dolby Surround maakt gebruik
van een 4-kanaals analoog opnamesysteem voor de reproductie van
realistische en dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en
rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een
surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het
surroundkanaal reproduceert geluid binnen een nauw begrensd
frequentiebereik. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic
decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om
de richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende
geluidsbronnen te verbeteren.
Dolby TrueHD
Dolby TrueHD is een geavanceerde, verliesloze audiotechnologie die
speciaal is ontwikkeld voor high-definition media op disc, zoals Blu-
ray Discs. Deze technologie is een optionele audiostandaard voor Blu-
ray Discs en levert een weergave die bit-voor-bit identiek is aan de
studio masteropnamen en die daardoor een zeer hoogstaande
weergavekwaliteit kan leveren.
Dolby TrueHD biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 18,0 Mbps
en kan maximaal 8 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk
bevatten.
Dolby TrueHD blijft ook volledig compatibel met bestaande multi-
kanaals audiosystemen en behoudt de metadatamogelijkheid van
Dolby Digital, wat dialoge normalisatie en dynamisch bereikbesturing
mogelijk maakt.
Woordenlijst
70 Nl
Woordenlijst
DSD
Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt voor het
opslaan van audiosignalen op digitale media, zoals Super Audio CD’s.
Bij DSD worden signalen opgeslagen als enkele bitwaarden bij een zeer
hoge bemonsteringsfrequentie van 2,8224 MHz, waarbij gebruik wordt
gemaakt van ‘noise shaping’ en overbemonstering om vervorming, een
normaal verschijnsel bij zeer hoge kwantisaties van audiosignalen, te
verminderen. Dankzij de hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere
geluidskwaliteit worden bereikt dan aangeboden wordt door het PCM
formaat van gewone audio-CD’s. De frequentie is gelijk of hoger dan 100
kHz en het dynamische bereik is 120 dB. Dit toestel kan DSD signals
uitzenden of ontvangen via de HDMI-aansluiting.
DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor
multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig compatibel met
alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie vergeleken met een normale waarde van 48
kHz. “24” verwijst naar de gebruikte woordlengte van 24-bits.
DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de
originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van
hoge kwaliteit voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-video.
DTS Digital Surround
DTS Digital Surround is ontwikkeld om de analoge filmsoundtracks
te vervangen door een 5.1-kanaals digitale soundtrack en is over de
hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc. heeft
tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis
kunt profiteren van de verbluffende DTS Digital Surround. Dit
systeem produceert een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6
kanalen (dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en rechts
surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als 0.1 geteld wordt
voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES
decoder die 6.1-kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand
5.1-kanaals bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
DTS Express
Dit is een audioformaat voor volgende generatie optische disks zoals
Blu-ray disks. Het gebruikt geoptimaliseerde lage
bitssnelheidsignalen ovor netwerkstreaming. In het geval van Blu-
raydisks wordt dit formaat gebruikt met secundaire audio wat het
mogelijk maakt om te genieten van commentaar van de filmproducent
via het internet terwijl u het hoofdprogramma afspeelt.
DTS-HD High Resolution Audio
DTS-HD High Resolution Audio is een audiotechnologie met een hoog
oplossend vermogen die speciaal is ontwikkeld voor high-definition media
op disc, zoals Blu-ray Discs. Deze technologie is een optionele
audiostandaard voor Blu-ray Discs en levert een weergave die vrijwel niet
te onderscheiden is van het origineel en die daardoor een zeer hoogstaande
weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD High Resolution Audio biedt
ondersteuning voor bitsnelheden tot 6,0 Mbps voor Blu-ray Discs en kan
maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk bevatten.
DTS-HD High Resolution Audio blijft ook volledig compatibel met de
bestaande multi-kanaals audiosystemen die DTS Digital Surround bevatten.
DTS-HD Master Audio
DTS-HD Master Audio is een geavanceerde, verliesloze audiotechnologie die
speciaal is ontwikkeld voor high-definition media op disc, zoals Blu-ray Discs.
Deze technologie is een optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en levert
een weergave die bit-voor-bit identiek is aan de studio masteropnamen en die
daardoor een zeer hoogstaande weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD Master
Audio biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 24,5 Mbps voor Blu-ray Discs
en kan maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk bevatten.
DTS-HD Master Audio wordt ondersteund door HDMI versie 1.3 en is
ontworpen voor de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de
toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de bestaande multikanaals
audiosystemen die gebruik maken van DTS Digital Surround.
HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste volledig
door de elektronica industrie ondersteunde, ongecomprimeerde en
volledig digitale audiovisuele interface. HDMI biedt ondersteuning
voor standaard, verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals
digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen
elke denkbare audiovisuele signaalbron (zoals een externe ontvanger of
AV receiver) en de audio/video monitor (zoals een digitale televisie).
HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt ondersteuning
voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg bandbreedte om ruimte te
bieden aan toekomstige verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP (High-bandwidth Digital Content
Protection), biedt HDMI een veilige audio/video interface die voldoet aan de
beveiligingseisen van producenten van weer te geven materialen en
systeembeheerders. Voor meer informatie omtrent HDMI raden we u aan
een bezoek te brengen aan de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”.
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het frequentiebereik voor dit
kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld
omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1-kanaals systeem.
Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6-kanaals
weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt weergave mogelijk
met kanalen met het volle bereik en met een verbeterde
kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale signalen met
gescheiden kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music
mode” voor muziekbronnen en een “Cinema mode” voor filmbronnen.
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd digitaliseren,
opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik
van een techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde wordt
gemeten. De afkorting staat voor “Pulse Code Modulation”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname.
S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat normaal via een penkabel
zou worden doorgegeven gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en
een C signaal voor de kleur en doorgegeven via de speciale S-videokabel.
Gebruik van een S VIDEO-aansluiting vermindert signaalverslechtering bij
lange verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal keren
dat het signaal per seconde wordt gemeten de bemonsteringsfrequentie
genoemd en de gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat
kan worden weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie,
terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste
geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo
dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is,
hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd.
“x.v.Color”
Een kleurruimtestandaard die ondersteund wordt door HDMI versie 1.3.
Het is een uitgebreidere kleurruimte dan sRGB en biedt de mogelijkheid
tot het uitdrukken van kleuren die eerder niet uitgedrukt konden worden.
Terwijl het nog steeds compatibel is met het kleurenbereik van sRGB-
standaarden, breidt “x.v.Color” de kleurruimte uit en kan daarom
levendigere, natuurlijkere beelden produceren. Het is in het bijzonder
effectief voor filmfoto’s en grafische computerafbeeldingen.
71 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
CINEMA DSP
Daar de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld
waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een
theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het
maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van
gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de
weergave ook anders wordt.
Gebaseerd op een macht aan daadwerkelijke meetgegevens geeft
Yamaha CINEMA DSP u de audiovisuele ervaring van een echte
bioscoop in uw eigen huiskamer door middel van de door Yamaha zelf
ontwikkelde geluidsveldentechnologie in combinatie met diverse
digitale audiosystemen.
CINEMA DSP 3D
De daadwerkelijk gemeten geluidsveldgegevens bevatten ook
informatie betreffende de hoogte van het geluidsbeeld. De CINEMA
DSP 3D functie draagt zorg voor een precieze reproductie van de
hoogte van het geluidsbeeld, zodat er een accurate en intensieve
dieptewerking optreedt in het in de luisterruimte gecreëerde
geluidsveld.
SILENT CINEMA
Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk
apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een
hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogrammas
natuurgetrouw kunnen worden weergegeven.
Virtual CINEMA DSP
Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP algoritme ontwikkeld dat u
ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van virtuele
surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken
op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder
midden-luidspreker.
Compressed Music Enhancer
De Compressed Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de
geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde compressie-
artefacten ontbrekende harmonische signalen te regenereren. Op deze
manier wordt gecompenseerd voor de soms vlakke weergave als
gevolg van het verlies in het gecomprimeerde bestand van zowel de
hoogste als de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van
uw systeem ten goede komt.
Geluidsveldprogramma informatie
72 Nl
HDMI geschikte signalen
Audiosignalen
y
Als de signaalbron van het ingangssignaal de bitstroom audiosignalen voor audiocommentaren kan decoderen, kunt u de audiobronnen laten weergeven
met de audiocommentaren teruggemengd via de volgende aansluitingen:
multikanaals analoge audio ingangssignalen (zie bladzijde 18)
DIGITAL INPUT OPTICAL (of COAXIAL)
Raadpleeg de bij de signaalbron behorende handleidingen en stel de apparatuur op de juiste manier in.
Opmerkingen
Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler, dat er geen video- en
audiosignalen worden gereproduceerd.
Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele HDMI of DVI apparatuur.
Om bitstroom audiosignalen te decoderen met dit toestel dient u de signaalbron op de juiste manier in te stellen zodat deze de bitstroom audiosignalen
onveranderd reproduceert (en niet zelf decodeert). Raadpleeg de bijbehorende handleidingen voor details.
Dit toestel is niet geschikt voor de audiocommentaarfuncties (bijvoorbeeld speciaal audiomateriaal dat is gedownload via het Internet) van Blu-ray Disc
of HD DVD. Dit toestel is niet in staat de audiocommentaren van Blu-ray Disc of HD DVD materiaal weer te geven.
Videosignalen
Dit toestel is compatibel met videosignalen met de volgende resoluties:
480i/60 Hz
576i/50 Hz
480p/60 Hz
576p/50 Hz
720p/60 Hz, 50 Hz
1080i/60 Hz, 50 Hz
1080p/60 Hz, 50 Hz, 24Hz
Informatie over HDMI™
Audiosignaaltypen Audiosignaal formaten Compatibele media
2ch Lineaire PCM 2-kanaals, 32-192 kHz, 16/20/24 bit CD, DVD-Video, DVD-Audio, enz.
Multi-kanaals Lineaire PCM 8-kanaals, 32-192 kHz, 16/20/24 bits DVD-Audio, Blu-ray Disc, HD DVD, enz.
DSD 2/5.1-kanaals, 2,8224 MHz, 1 bit SACD, enz.
Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video, enz.
Bitstroom (High definition audio) Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD
Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio,
DTS Express
Blu-ray Disc, HD DVD, enz.
73 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz - 20 kHz, 0,08% THD, 8 Ω ..........................................95 W
Dynamisch vermogen (IHF)
Voor-luidsprekers 8/6/4/2 Ω ............................130/165/195/240 W
Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA)
[Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen]
1 kHz, 10% THD, 8 Ω ..........................................................135 W
Maximum uitgangsvermogen
[Modellen voor het V.K., Europa, Rusland en Azië]
1 kHz, 0,7% THD, 4 Ω .........................................................145 W
Dynamisch bereik [Modellen voor de V.S. en Canada]
8 Ω ........................................................................................ 1,4 dB
IEC uitgangsvermogen
[Modellen voor het V.K., Europa, Rusland en Azië]
Voor-luidsprekers 1 kHz, 0,08% THD, 8 Ω..........................105 W
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO
[Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië,
Azië en Algemeen modellen] ............................... 3,5 mV/47 kΩ
AV5, etc. ................................................................. 200 mV/47 kΩ
MULTI CH INPUT................................................. 200 mV/47 kΩ
Maximum ingangsvoltage
PHONO (1 kHz, 0,1% THD)
[Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië,
Azië en Algemeen modellen] .............................. 60 mV of meer
AV5, etc. (1 kHz, 0,5% THD) .................................. 2,3 V of meer
Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie
AUDIO OUT ......................................................... 200 mV/1,2 kΩ
PRE OUT....................................................................1,0 V/1,2 kΩ
SUBWOOFER (2ch Stereo & FRONT: Klein)
.................................................................................1,0 V/1,2 kΩ
ZONE2 OUT ......................................................... 200 mV/1,2 kΩ
Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
AV5, etc. (1 kHz, 50 mV, 8 Ω) ............................... 100 mV/470 Ω
Frequentierespons
AV5 etc. tot FRONT ......................... 10 Hz tot 100 kHz, +0/–3 dB
RIAA Equalizatie-deviatie
[Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië,
Azië en Algemeen modellen]
PHONO ..........................................................................0 ± 0,5 dB
Totale harmonische vervorming
PHONO naar AUDIO OUT
[Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië,
Azië en Algemeen modellen]
(20 Hz tot 20 kHz, 1 V) .....................................0,02% of minder
AV5, etc. tot FRONT, Pure Direct
(20 Hz tot 20 kHz, 50 W, 8 Ω)...........................0,06% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO Ingang verkort (5,0 mV tot AUDIO OUT)
[Modellen voor China en Algemene modellen]
...............................................................................86 dB of meer
PHONO Ingang verkort (5,0 mV tot AUDIO OUT)
[Model voor Korea, V.K, Europa, Rusland, Australië en Azië]
...............................................................................81 dB of meer
AV5, etc. (Pure Direct) Ingang verkort (250 mV tot Voorluidsprekers)
................................................................................... 100 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
Voor-luidsprekers................................................ 150 µV of minder
Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (ingang verkort)
[Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië,
Azië en Algemeen modellen] .....................60 dB/55 dB of meer
AV5, etc. (5,1 kΩ ingekort) ...........................60 dB/45 dB of meer
Volumebesturing ................................ MUTE / –80 dB tot +16,5 dB
Toonregeling (Voorluidsprekers)
BASS versterking/drempel .................................. ±10 dB op 50 Hz
BASS turnover frequentie.................................................... 350 Hz
TREBLE versterking/drempel............................. ±10 dB op 20 Hz
TREBLE turnover frequentie ............................................... 3,5 Hz
Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (voor, midden, surround, surround-achter: klein)
..................................................................................... 12 dB/oct.
L.P.F. (Subwoofer) ..........................................................24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
Video Signaaltype (Gray Back)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
........................................................................................... NTSC
[Overige modellen] .................................................................. PAL
Signaalniveau
Composiet ...................................................................1 Vp-p/75 Ω
S-video [Modellen voor V.K., Europa en Rusland]
........................................1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (CB/CR)
Maximum ingangsniveau .......................................1,5 Vp-p of meer
Signaal tot ruisratio ..................................................... 50 dB of meer
Frequentierespons [MONITOR OUT]
Component .............................................. 5 Hz tot 60 MHz, –3 dB
FM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ................87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
............................................... 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] .....................................87,50 t/m 108,00 MHz
50 dB Rustgevoeligheid (IHF)
Mono ...................................................................3,0 µV (20,8 dBf)
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ...............................................................74 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo......................................................................0,3/0,3%
Antenne-aansluiting (ongebalanceerd)....................................... 75 Ω
AM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ................... 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
.........................................................530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ............................................ 531 t/m 1611 kHz
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada] ..... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Algemeen model] ............ AC 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz
[Modellen voor China]......................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea]......................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië].................... 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K., Europa en Rusland]
........................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië]............................. 220/230–240 V, 50/60 Hz
Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ........................ 400 W/500 VA
[Overige modellen] .............................................................. 400 W
Stroomverbruik uit (standby)
HDMI-regeling uit/Standby via uit .......................0,2 W of minder
HDMI-regeling aan/Standbyvia aan/
Geen herhaalde weergave...................................1,2 W of minder
HDMI-regeling aan/Standby via aan/
herhaalde weergave...............................................3 W of minder
Maximum stroomverbruik
[Aziatische en algemene modellen] ..................................... 590 W
Afmetingen (B x H x D)....................................435 x 171 x 365 mm
Gewicht .................................................................................. 11,0 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden.
Technische gegevens
74 NI
Numerieken
1 Dynamic Range, sound setup ..................... 49
1 HDMI, function setup ................................. 50
2 Display, function setup ............................... 51
2 Lipsync, sound setup .................................. 50
2ch Stereo, geluidsveldprogramma ............... 28
3 Volume, function setup .............................. 51
3D DSP, geluidsveldparameter ...................... 42
4 Input Rename, function setup ..................... 52
5.1-kanaals luidsprekeropstelling .................. 10
6.1-kanaals luidsprekeropstelling .................. 10
7.1-kanaals luidsprekeropstelling .................. 10
7ch Enhancer, geluidsveldprogramma .......... 29
7ch Stereo, geluidsveldprogramma ............... 28
A
A)Config, speaker setup ................................ 47
Aanpassen van geluid met hoge tonen .......... 25
Aanpassen van geluid met lage tonen ............ 25
Aansluiten van audio- en videospeler ............ 16
Aansluiten van audiospeler ............................ 17
Aansluiten van de AM-antenne ..................... 20
Aansluiten van de FM-antenne ...................... 20
Aansluiten van de luidsprekerkabel ............... 13
Aansluiten van een beeldscherm ................... 15
Aansluiten van een externe decoder .............. 18
Aansluiten van een externe versterker ........... 18
Aansluiten van een iPod universeel
dock ........................................................... 19
Aansluiten van een kastje met convertor en
decoder ...................................................... 16
Aansluiten van een projector ......................... 15
Aansluiten van het netsnoer ........................... 20
Aansluiten van luidspreker ............................ 11
Aansluiten van Zone2 .................................... 53
Aansluiting voor audio- en videospeler ......... 16
Aansluiting voor Bluetooth draadloze
audio-ontvanger ........................................ 19
Aansluiting voor kastje met convertor en
decoder ...................................................... 16
Aanzetten ....................................................... 20
Action Game, geluidsveldprogramma ........... 28
Adaptive DRC, 3 Volume, function
setup .......................................................... 51
ADVANCED SETUP ................................... 58
Adventure, geluidsveldprogramma ............... 27
AFFAIRS, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 33
Afspelen van Bluetooth component .............. 37
Afspelen van iPod .......................................... 35
Afstandsbediening ........................................... 7
Afstandsbediening
signaalzenderafstandsbediening ................. 7
Afstandsbediening, bestuurt ander
component ................................................. 55
Afstandsbediening, oplossen van
problemen ................................................. 64
Afstandsbediening, voorbereiding ................... 9
Afstandsbediening-ID,
ADVANCED SETUP ............................... 58
Afstemming, AM ........................................... 31
Afstemming, FM ........................................... 31
AM afstembewerking .................................... 31
AM-antenne-aansluiting ................................ 20
ANTENNA-aansluiting, achterpaneel ............. 5
Aspect, 1 HDMI, function setup .................... 51
AUDIO 1/2-aansluitingen, achterpaneel ......... 5
AUDIO L/R-aansluiting, voorpaneel .............. 4
AUDIO OUT-aansluitingen, achterpaneel ...... 5
Audio Output, 1 HDMI, function setup ......... 50
AUDIO-aansluiting ....................................... 14
Audio-aansluiting .......................................... 14
Audiospeler aansluiting ................................. 17
Auto Delay, 2 Lipsync, sound setup .............. 50
Auto Preset, OPTION menu .......................... 41
Auto Setup (YPAO), problemen
oplossen .................................................... 66
Automatische instellingen ..............................21
AV 1-6-aansluitingen, achterpaneel .................5
AV OUT-aansluitingen, achterpaneel ..............5
B
B)Level, speaker setup ...................................49
Basisbediening, SETUP menu .......................47
Basiswerking van het SETUP menu ..............47
Beeldschermaansluiting .................................15
Bestuurt ander component,
afstandsbediening ......................................55
Bewerken van geluidveldprogramma ............42
BI-AMP verbindingsschakelaar,
ADVANCED SETUP ...............................58
Bluetooth componenten paren .......................37
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
aansluiten ...................................................19
Bluetooth, oplossen van problemen ...............66
C
C)Distance, speaker setup ..............................49
C.Image, decoder parameter ..........................45
Cellar Club, geluidsveldprogramma ..............28
Center SP, A)Config, speaker setup ...............48
Center width, decoder parameter ...................45
Center, C)Distance, speaker setup .................49
Chamber, geluidsveldprogramma ..................28
CINEMA DSP 3D-indicator, display van het
voorpaneel ...................................................6
CINEMA DSP basisparameter .......................42
CINEMA DSP-indicator, display van het
voorpaneel ...................................................6
CLASSICS, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
Clear Preset, OPTION menu ..........................41
Clock Time, Radio Data Systeem
informatie ..................................................33
COAXIAL-aansluiting ...................................14
CODE SET, afstandsbediening ........................7
COMPONENT VIDEO-aansluiting ..............14
Connect, OPTION menu ................................41
Control, 1 HDMI, function setup ...................50
Crossover Freq. A)Config, speaker
setup ..........................................................49
CT Level, geluidsveldparameter ....................45
CULTURE, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
Cursor-indicator, display van het
voorpaneel ...................................................6
Cursors k / n / l / h, afstandsbediening ......7
D
D)Equalizer, speaker setup .............................49
Decoder Mode, OPTION menu .....................40
Decoderparameter ..........................................45
Dialog Lift, geluidsveldparameter .................43
Dimension, decoderparameter ........................45
Dimmer, 2 Display, function setup ................51
Direct, geluidsveldparameter .........................45
Disconnect, OPTION menu ...........................41
Display voorpaneel ..........................................6
DISPLAY, afstandsbediening ..........................7
DOCK-aansluiting, achterpaneel .....................5
Drama, geluidsveldprogramma ......................28
DRAMA, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
DSP Level, geluidsveldparameter ..................42
DSP Parameter, SETUP menu .......................52
E
E)Test Tone, speaker setup ............................49
EDUCATE, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
Effect Level, geluidsveldparameter ...............45
ENTER, afstandsbediening ..............................7
EON gegevensservice, Radio Data Systeem
informatie afstembewerking ......................34
EON, OPTION menu .................................... 41
EQ Type Select, D)Equalizer, speaker
setup .......................................................... 49
Extended Surround, OPTION menu .............. 40
External component operation key, remote
control ......................................................... 7
Extra SP Assign, A)Config, speaker
setup .......................................................... 47
F
FL Scroll, 2 Display, function setup .............. 51
FM afstembewerking ..................................... 31
FM Mode, OPTION menu ............................. 41
FM/AM, voorpaneel ........................................ 4
FM-antenne-aansluiting ................................. 20
Frequentie-afstemming .................................. 31
Front L, C)Distance, speaker setup ............... 49
Front R, C)Distance, speaker setup ...............49
Front SP, A)Config, speaker setup ................ 48
Function Setup, SETUP menu ....................... 50
G
Gebruik van een hoofdtelefoon ..................... 26
Gebruiken van de afstandsbediening ............... 9
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van andere
netwerken .................................................. 34
Geluidkeuzetoetsen, afstandsbediening ........... 7
Geluidsaanpassing van hoge tonen ................ 25
Geluidsaanpassing van lage tonen ................. 25
Geluidsinstelling, SETUP menu .................... 49
Geluidsveldparameter .................................... 42
Geluidsveldprogramma bewerken ................. 42
H
Hall in Munich, geluidsveldprogramma ........ 28
Hall in Vienna, geluidsveldprogramma ......... 28
HDMI Auto, 2 Lipsync, sound setup ............. 50
HDMI informatie ........................................... 72
HDMI OUT/HDMI 1-4-aansluitingen,
achterpaneel ................................................ 5
HDMI THROUGH, voorpaneel ...................... 4
HDMI, oplossen van problemen .................... 63
HDMI-aansluiting .......................................... 14
HDMI-indicator, display van het
voorpaneel ................................................... 6
Herhaalde weergave, iPod ............................. 36
Het instellen van de
afstandsbedieningcode .............................. 55
Het opnieuw instellen van de
afstandsbedieningcode .............................. 57
Hi-fi geluidsweergave .................................... 25
I
INFO, afstandsbediening ................................. 7
INFO, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 33
INFO, voorpaneel ............................................ 4
Informatie wijzigen op de display van het
voorpaneel ................................................. 26
Ingang keuzetoetsen, afstandsbediening .......... 7
INIT, ADVANCED SETUP ..........................58
Init. Volume, 3 Volume, function
setup .......................................................... 51
Initialiseer instelling,
ADVANCED SETUP ............................... 58
INPUT-schakelaar, voorpaneel ........................ 4
Instellen van afstandsbedieningscodes .......... 55
Inzetten van batterijen,
afstandsbediening ........................................ 9
iPod universeel dock aansluiting ................... 19
iPod, oplossen van problemen .......................65
L
LFE/Bass Out, A)Config, speaker setup ....... 48
Index
Index
75 NI
Nederlands
INTRODUCTION
AANHANGSEL
PREPARATION
BASIC
OPERATION
ADVANCED
OPERATION
LIGHT M, Radio Data Systeem
informatie ..................................................33
Linker surround achter-luidspreker ................10
Linker surround-luidspreker ...........................10
Linker voor-luidspreker .................................10
Luidspreker opstellen .....................................10
Luidsprekeraansluiting ...................................11
Luidsprekerimpedantie,
ADVANCED SETUP ...............................58
Luidspreker-indicator, display van het
voorpaneel ...................................................6
Luidsprekerinstelling ......................................10
Luidsprekerkabelaansluiting ..........................13
Luidsprekeropstelling .....................................10
M
M.O.R. M, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
MAIN ZONE ON/OFF, voorpaneel ................4
MAIN/ZONE2, afstandsbediening ..................7
Manual Delay, 2 Lipsync, sound setup ..........50
Max Volume, 3 Volume, function
setup ..........................................................51
Memory guard, SETUP menu ........................52
MEMORY, voorpaneel ....................................4
Midden-luidspreker ........................................10
MON.CHK, ADVANCED SETUP ...............58
MONITOR OUT-aansluitingen,
achterpaneel .................................................5
Mono Movie, geluidsveldprogramma ............28
MULTI CH INPUT-aansluitingen,
achterpaneel .................................................5
Multi informatie display, display van het
voorpaneel ...................................................6
Multiformaat-speler aansluiten ......................18
Multi-zone configuratie ..................................53
Music Video, geluidsveldprogramma ............28
MUTE, afstandsbediening ................................7
MUTE-indicator, display van het
voorpaneel ...................................................6
N
Netsnoer, achterpaneel .....................................5
Netsnoeraansluiting ........................................20
News, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
Numerieke toetsen, afstandsbediening .............7
O
Oplossen van problemen ................................60
Opnieuw instellen van
afstandsbedieningscode .............................57
OPTICAL-aansluiting ....................................14
OPTIMIZER MIC-aansluiting,
voorpaneel ...................................................4
OPTION menu ...............................................39
OPTION, afstandsbediening ............................7
OSD Shift, 2 Display, function setup .............51
OTHER M, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
P
Pairing, OPTION menu ..................................41
Panorama, decoderparameter .........................45
PHONES-aansluiting, voorpaneel ....................4
PHONO-aansluiting, achterpaneel ...................5
PL Level, geluidsveldparameter .....................45
POP M, Radio Data Systeem informatie ........33
PORTABLE-aansluitingen, voorpaneel ...........4
POWER, afstandsbediening .............................7
PR Level, geluidsveldparameter ....................45
PRE OUT-aansluitingen, achterpaneel ............5
PRESET l / h, voorpaneel ...........................4
PRNS L, C)Distance, speaker setup ...............49
PRNS R, C)Distance, speaker setup ..............49
Program Service, Radio Data Systeem
informatie ..................................................33
Program Type, Radio Data Systeem
informatie ..................................................33
PROGRAM-schakelaar, voorpaneel ................4
Projectoraansluiting ....................................... 15
PTY Seek mode, Radio Data Systeem
ontvangst ................................................... 33
PTY Seek, OPTION menu ............................ 41
PURE DIRECT, voorpaneel ............................4
R
Radio Data Systeem afstembewerking .......... 33
Radio Text, Radio Data Systeem
informatie .................................................. 33
Rechte decodeerstand ....................................30
Rechter surround achter-luidspreker .............. 10
Rechter surround-luidspreker ........................10
Rechter voor-luidspreker ...............................10
Registratie van geluidsveldprogramma .........24
Registratie van signaalbron ............................ 24
REMOTE ID, ADVANCED SETUP ............ 58
REMOTE IN/OUT-aansluitingen,
achterpaneel ................................................ 5
Repeat, OPTION menu .................................. 41
Resolution, 1 HDMI, function setup .............. 50
RETURN, afstandsbediening .......................... 7
ROCK M, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 33
Roleplaying Game,
geluidsveldprogramma .............................. 28
S
S VIDEO-aansluiting .....................................14
SB Level, geluidsveldparameter .................... 45
SCENE functie ...............................................24
SCENE IR, ADVANCED SETUP ................58
SCENE, afstandsbediening ..............................7
SCENE, voorpaneel ......................................... 4
SCIENCE, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 33
Sci-Fi, geluidsveldprogramma ....................... 27
Selecteren van een SCENE ............................ 24
SETUP menu ................................................. 46
SETUP, afstandsbediening .............................. 7
Shuffle, OPTION menu ................................. 41
Signal Info parameter .................................... 40
Signal Info, OPTION menu ...........................40
SILENT CINEMA ......................................... 30
SL Level, geluidsveldparameter ....................45
Slaaptimer ...................................................... 38
SLEEP, afstandsbediening ............................... 7
SLEEP-indicator, display van het
voorpaneel ................................................... 6
SOURCE POWER, afstandsbediening ............7
SP IMP., ADVANCED SETUP .................... 58
Speaker setup ................................................. 47
SPEAKERS-aansluitingen, achterpaneel ........ 5
Spectacle, geluidsveldprogramma ................. 27
SPORT, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 33
Sports, geluidsveldprogramma ...................... 28
SR Level, geluidsveldparameter .................... 45
Standard, geluidsveldprogramma ..................27
Standby Through, 1 HDMI, function
setup .......................................................... 50
Straight Enhancer,
geluidsveldprogramma .............................. 29
STRAIGHT, voorpaneel .................................. 4
Subwoofer ...................................................... 10
Subwoofer Phase, A)Config, speaker
setup .......................................................... 49
Sur. L, C)Distance, speaker setup .................. 49
Sur. L/R SP, A)Config, speaker setup ........... 48
Sur. R, C)Distance, speaker setup .................49
SUR., geluidsveldparameter .......................... 42
Sur.B L, C)Distance, speaker setup ...............49
Sur.B L/R SP, A)Config, speaker setup ........48
Sur.B R, C)Distance, speaker setup ............... 49
Surround achter-luidspreker ..........................10
Surround decoder bewerken .......................... 42
Surround decoderstand bewerken .................. 42
SWFR, C)Distance, speaker setup ................. 49
T
Technische gegevens ..................................... 73
The Bottom Line,
geluidsveldprogramma ............................. 28
The Roxy Theatre,
geluidsveldprogramma ............................. 28
TONE CONTROL, voorpaneel ....................... 4
Toonregeling ................................................. 25
TRANSMIT, afstandsbediening ...................... 7
TRIGGER OUT-aansluiting,
achterpaneel ................................................ 5
Tuner, oplossen van problemen .................... 64
Tuner-indicator, display van het
voorpaneel .................................................. 6
Tunertoets, afstandsbediening ......................... 7
TUNING l / h, voorpaneel .......................... 4
TV bedieningstoets, afstandsbediening ........... 7
U
Uitzetten ........................................................ 20
V
VARIED, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 33
Verbinding ..................................................... 10
Video Out, OPTION menu ............................ 41
Video/audio-aansluiting ................................ 14
VIDEO-aansluiting ........................................ 14
Video-aansluiting .......................................... 14
VIDEO-aansluitingen, voorpaneel .................. 4
Virtual CINEMA DSP .................................. 30
VOLUME +/–, afstandsbediening ................... 7
Volume Trim, OPTION menu ...................... 39
VOLUME-besturing, voorpaneel .................... 4
VOLUME-indicator, display van het
voorpaneel .................................................. 6
Voorkeuze-afstemming ................................. 31
Voorpaneel ...................................................... 4
Voorpaneel display, voorpaneel ...................... 4
W
Weergeven van
ingangsignaalinformatie ........................... 26
Weergeven van
ingangssignaalinformatie .......................... 26
Willekeurige weergave, iPod ........................ 36
Y
YPAO ............................................................ 21
YPAO, problemen
oplossen .................................................... 66
Z
ZONE2 CONTROL, voorpaneel ..................... 4
ZONE2 ON/OFF, voorpaneel ......................... 4
ZONE2 OUT-aansluitingen,
achterpaneel ................................................ 5
Zone2 regelen ................................................ 54
ZONE2-indicator, display van het
voorpaneel .................................................. 6
AMAIN ZONE ON/OFF” of
pPOWER” (voorbeeld) geeft
de naam aan van een onderdeel op
het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het
“Regeldiagram” of
“Onderdeelnamen en functies” op
pagina 4.

Documenttranscriptie

Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer deze geluidsinstallatie op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel blootstaat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan aangegeven staat. 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert. 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken. 17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 18 Voordat u dit toestel verplaatst, dient u te drukken op AMAIN ZONE ON/OFF om dit toestel in de standbystand te zetten en dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De voltages zijn: .............110/120/220/230-240 V, 50/60 Hz wisselstroom (algemeen model) ............................220/230-240 V, 50/60 Hz wisselstroom (Aziatisch model) 20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks. 21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade. 22 Vergewis u bij het vervangen van de batterijen ervan dat u batterijen van hetzelfde type gebruikt. Er kan gevaar op explosie bestaan als de batterijen onjuist vervangen worden. WAARSCHUWING OM HET RISICO OP BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN REGEN OF VOCHT. Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met AMAIN ZONE ON/ OFF. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken. Let op-i Nl Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt. Informatie voor gebruikers over inzameling en verwijdering van oude apparaten en gebruikte batterijen Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en gebruikte batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC. Door deze producten en batterijen correct te verwijderen, helpt u natuurlijke rijkdommen te beschermen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, die zich zouden kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking. Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeentebestuur, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht. [Informatie over verwijdering in andere landen buiten de Europese Unie] Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen. Opmerking bij het batterijteken (onderste twee voorbeelden): Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een scheikundig symbool. In dat geval voldoet het aan de eis en de richtlijn, die is opgesteld voor het betreffende chemisch product. Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland Hartelijk dank dat u een Yamaha-product hebt gekozen. In het onwaarschijnlijke geval dat uw Yamaha-product tijdens de garantie dient te worden gerepareerd, dient u contact op te nemen met de dealer bij wie u het hebt gekocht. Indien u moeilijkheden ervaart, gelieve dan contact op te nemen met de vertegenwoordiging van Yamaha in uw land. U vindt de gegevens op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.). Er wordt gegarandeerd dat het product vrij is van gebreken in fabricage en materialen voor een periode van twee jaar te rekenen vanaf de originele aankoop. Yamaha zorgt ervoor, met inachtneming van onderstaande voorwaarden, dat een product dat gebreken vertoont, wordt gerepareerd of dat om het even welke onderdelen worden gerepareerd of vervangen (naar goeddunken van Yamaha) zonder kosten voor de onderdelen of werkuren. Yamaha behoudt zich het recht voor om een product te vervangen door een gelijkaardig met dezelfde eigenschappen en waarde, indien een model niet meer leverbaar is of het onrendabel is dit te repareren. Voorwaarden 1. De originele factuur of de kassabon (met vermelding van de aankoopdatum, de productcode en de naam van de dealer) MOET worden gevoegd bij het product dat gebreken vertoont, samen met een verklaring waaruit het gebrek blijkt. In geval van afwezigheid van dit duidelijk aankoopbewijs, behoudt Yamaha zich het recht voor om gratis service te weigeren en kan het product op kosten van de klant worden teruggezonden. 2. Het product MOET zijn gekocht bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EEA) of Zwitserland. 3. Het product mag geen wijzigingen of veranderingen hebben ondergaan, tenzij deze schriftelijk door Yamaha werden toegestaan. 4. Het volgende is van garantie uitgesloten: a. Regelmatig onderhoud of reparaties of vervanging van onderdelen vanwege normale slijtage. b. Schade die voortkomt uit: (1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of een ongemachtigde derde. (2) Een onjuiste verpakking of oneigenlijk gebruik wanneer het product door de klant wordt verstuurd. Het is belangrijk te weten dat het de verantwoordelijkheid is van diegene die het product terugstuurt dat het product adequaat is ingepakt wanneer hij of zij het product terugstuurt met het oog op reparatie. (3) Oneigenlijk gebruik, met inbegrip van maar niet beperkt tot (a) verzuim om het product voor normale doeleinden te gebruiken of te gebruiken overeenkomstig de instructies van Yamaha met betrekking tot eigenlijk gebruik, onderhoud en opslag, en (b) installatie of gebruik van het product op een manier die niet overeenkomt met de van toepassing zijnde technische of veiligheidsnormen in de landen van gebruik. (4) Ongevallen, blikseminslag, waterschade, brandschade, een onjuiste ventilatie, lekkende batterijen of een oorzaak die buiten de controle van Yamaha ligt. (5) Gebreken aan het systeem waarin het product wordt ingebouwd en/of onverenigbaarheid met derde producten. (6) Gebruik van een product dat in de Europese Economische Ruimte en/of Zwitserland werd ingevoerd, maar niet door Yamaha, en dat niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen van het land van gebruik en/of de standaardspecificaties van producten die door Yamaha in de Europese Economische Ruimte en/of Zwitserland worden verkocht. (7) Producten die niet AV (audiovisueel)-gerelateerd zijn. (De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV-garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website: http://www.yamahahifi.com/, of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.) 5. Indien de garantie verschilt tussen het land van aankoop en het land van gebruik, zal de garantie van het land van gebruik van toepassing zijn. 6. Yamaha kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of beschadiging, hetzij rechtstreekse schade of gevolgschade of anders, behalve voor de reparatie of vervanging van het product. 7. Maak kopieën van standaardinstellingen of -gegevens omdat Yamaha niet aansprakelijk kan worden gesteld voor om het even welke wijzigingen aan of verlies van dergelijke instellingen of gegevens. 8. Deze garantie heeft noch invloed op de statutaire rechten van klanten die van toepassing zijn binnen het kader van de nationale wetgevingen, noch op de rechten van klanten ten opzichte van de dealer die voortkomen uit hun overeenkomst tot verkoop/aankoop. Let op-ii Nl Inhoud INLEIDING Voorpaneel................................................................. 4 Achterpaneel .............................................................. 5 Display voorpaneel .................................................... 6 Afstandsbediening ..................................................... 7 Snelstartgids ............................................................ 8 L Afstandsbediening voorbereiden ........................... 9 Inzetten van batterijen in de afstandsbediening ......... 9 Gebruiken van de afstandsbediening ......................... 9 Verbindingen .........................................................10 BASISBEDIENING Weergave ...............................................................24 Basisprocedure......................................................... 24 Gebruikmaken van de SCENE functie .................... 24 Tijdelijk dempen van audioweergave (MUTE) ....... 25 Het afstemmen van hoge lage tonenweergave (toonregeling) ...................................................... 25 Genieten van puur hi-fi geluid (Pure Direct-modus) ............................................ 25 Gebruiken van een hoofdtelefoon............................ 26 Weergeven van ingangsignaalinformatie ................ 26 Informatie wijzigen op de display van het voorpaneel ........................................................... 26 Genieten van de geluidveldprogramma’s ...........27 Het paren van de Bluetooth™ draadloze audioontvanger en uw Bluetooth™ component ........... 37 Weergave van de Bluetooth™ component .............. 37 Overige functies .................................................... 38 Gebruiken van de slaaptimer ................................... 38 Gebruikmaken van de HDMI™ regelfunctie .......... 38 GEAVANCEERDE BEDIENING Het optionele menu instellen voor elke signaalbron (OPTION menu).......................... 39 OPTION menu-items............................................... 39 Het weergeven van een videosignaal vanaf een andere signaalbron tijdens het reproduceren van een multikanaals audiosignaal ................................................. 41 Bewerken van surround decoders/ geluidsveldprogramma’s.................................. 42 Instellen van geluidsveldparameters........................ 42 Geluidsveldparameters............................................. 42 Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)...................................... 46 Basisbediening van het SETUP menu ..................... 47 Speaker Setup .......................................................... 47 Sound Setup ............................................................. 49 Function Setup ......................................................... 50 DSP Parameter......................................................... 52 Memory Guard......................................................... 52 Gebruik van de multi-zone configuratie............. 53 Aansluiten van Zone2 .............................................. 53 Zone2 regelen .......................................................... 54 Het besturen van andere componenten met de afstandsbediening ............................................. 55 Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 55 Programmeren vanaf andere afstandsbedieningen ......56 De afstandsbedieningscodes resetten....................... 57 Geavanceerde setup.............................................. 58 AANHANGSEL Oplossen van problemen...................................... 60 Algemeen ................................................................. 60 HDMI™................................................................... 63 Tuner (FM/AM)....................................................... 64 Afstandsbediening ................................................... 64 iPod™ ...................................................................... 65 Bluetooth™.............................................................. 66 Auto Setup (YPAO)................................................. 66 Woordenlijst.......................................................... 69 Geluidsveldprogramma informatie .................... 71 Informatie over HDMI™..................................... 72 Technische gegevens............................................. 73 Index ...................................................................... 74 (aan het eind van deze handleiding) Lijst met afstandsbedieningscodes........................i 1 NI Nederlands Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 27 Genieten van onverwerkte signaalbronnen (rechtstreekse decodeer stand)............................. 30 Gebruik van geluidsveldprogramma’s zonder surround-luidsprekers (Virtual CINEMA DSP) ...................................... 30 Genieten van geluidsveldprogramma’s met hoofdtelefoons (SILENT CINEMA™) ............... 30 Genieten van meer ruimtelijke geluidsvelden (CINEMA DSP 3D-modus)................................. 30 Bedienen van iPod™ ............................................... 35 Gebruikmaken van Bluetooth™ componenten......37 AANHANGSEL Gebruikmaken van Auto Setup................................ 21 Wanneer een foutmelding wordt weergegeven tijdens meting ...................................................... 23 Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven na meting ....................................... 23 Gebruikmaken van iPod™ .................................. 35 GEAVANCEERDE BEDIENING Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO) ...................................21 Tonen van Radio Data Systeem informatie ............. 33 Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY Seek-modus).................... 33 Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (EON) ........... 34 BASISBEDIENING Luidsprekers opstellen ............................................. 10 Aansluiten van luidsprekers..................................... 11 Informatie over aansluitingen en stekkers ............... 14 Aansluiten van een videomonitor ............................ 15 Aansluiten van andere componenten ....................... 16 Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder................................................................. 18 Aansluiten van een externe versterker ..................... 18 Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen ........................................................ 19 Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock of een Bluetooth™ draadloze audio-ontvanger........... 19 Een camcorder of draagbare audiospeler aansluiten ............................................................. 19 Aansluiten van de FM en AM antennes................... 20 Aansluiten van het netsnoer ..................................... 20 Aan en uit zetten van dit toestel............................... 20 Radio Data Systeem afstembewerking ............... 33 VOORBEREIDINGEN VOORBEREIDINGEN Afstemmen op een gewenste FM/AM zender (Frequentie afstemming modus).......................... 31 Registreert FM/AM zenders en stemt af in (Voorkeuze afstemmings modus)........................ 31 INLEIDING Kenmerken .............................................................. 2 Over deze handleiding ............................................ 3 Meegeleverde accessoires ....................................... 3 Onderdeelnamen en functies.................................. 4 FM/AM afstemmen .............................................. 31 INLEIDING Kenmerken ■ Ingebouwde 7-kanaals eindversterker • Minimum RMS uitgangsvermogen (20 Hz tot 20 kHz, 0,08% THD, 8 Ω) • FRONT L/R: 95 W + 95 W • CENTER: 95 W • SURROUND L/R: 95 W + 95 W • SURROUND BACK L/R: 95 W + 95 W • DTS, DTS 96/24, DTS-ES Matrix 6.1, DTS-ES Discrete 6.1 • Dolby Pro Logic, Dolby Pro Logic II, Dolby Pro Logic IIx • DTS NEO:6 • DSD ■ Luidspreker/preout uitgangen • Luidsprekeraansluitingen (7-kanaal + aanwezigheid 2-kanaal), preout uitgangaansluitingen (7-kanaal, en subwoofer preout-aansluiting x 2) ■ Verfijnde FM/AM ontvanger • 40 willekeurige en gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders • Automatisch voorprogrammeren • Radio Data Systeem afstembewerking ■ ■ In-/Uitgangsaansluitingen Ingangaansluitingen • HDMI ingang x 4 • Audio/Video-ingang [Audio] Digitale ingang (coaxiaal) x 2, digitale ingang (optisch) x 2, analoge ingang x 2 [Video] Component video x 2, S video x 1, composiet video x 4 • Audio ingang (analoog) x 2 • Phono ingang x 1 • Multi-kanaal audioingang x 1 • Dock ingang x 1 • V-AUX ingang [Audio] Analoog x 1, stereo mini-aansluiting x 1 [Video] Composiet video x 1 Uitgangaansluitingen • Beeldschermuitgang [Audio/Video] HDMI x 1 [Video] Component video x 1, Composiet video x 1 • Audio/Video-uitgang [Audio] Analoog x 1 [Video] Composiet video x 1 • Audio uitgang Analoog x 1 • Zone2 uitgang Analoog x 1 Andere aansluitingen Externe ingang x 1, Externe uitgang x 1 Trigger-uitgang x 1 ■ • • • • Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van geluidsvelden CINEMA DSP 3D De Compressed Music Enhancer stand Virtual CINEMA DSP SILENT CINEMA™ ■ Digitale audiodecoders • Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus • DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio, DTS Express • Dolby Digital, Dolby Digital EX 2 Nl • • • • HDMI™ (High-Definition Multimedia Interface) HDMI interface voor standaard, verbeterde of highdefinition video en multikanaals digitale audio – Automatische audio- en videosynchronisatie (lip sync) informatiemogelijkheid – Overdrachtsvermogen van Deep Color videosignalen (30/36 bits) – Overdrachtsvermogen van “x.v.Color” videosignalen – Hoge verversingsfrequentie en geschikt voor de verwerking van videosignalen met hoge resolutie – Geschikt voor de verwerking van digitale audiosignalen met een hoge definitie Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI digitale video (composiet video → HDMI, component video → HDMI) voor de monitoruitgang Analoge video opwaardering voor HDMI digitale videosignalen 576i of 576p → 720p, 1080i of 1080p HDMI-regelmogelijkheid ■ DOCK-aansluiting • DOCK-aansluiting om een Yamaha iPod universeel dock (zoals YDS-11, afzonderlijk verkocht) of een Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, afzonderlijk verkocht) aan te sluiten ■ Automatische luidsprekerinstellingsfuncties • “YPAO” (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) voor automatische optimalisatie van luidsprekersignalen die geschikt zijn voor luisteromgevingen ■ Overige kenmerken • 192-kHz/24-bits D/A converter • OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw persoonlijk audio-/ videosysteem • Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave van alle bronnen • Adaptieve regeling van het dynamisch bereik • SCENE functie waarmee u de signaalbronnen en de geluidsveldprogramma’s kan veranderen met één toets • Slaaptimer • Multi-zone functie Over deze handleiding INLEIDING • Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden. • Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen, enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit. • “AMAIN ZONE ON/OFF” of “eHDMI 1” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het “Regeldiagram” of de “Onderdeelnamen en functies” op pagina 4 voor informatie over de locatie van de verschillende onderdelen. • y geeft een bedieningstip aan. • ☞ geeft de bladzijde aan waar de betreffende informatie staat beschreven. Bluetooth™ Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. Dolby, Pro Logic en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. “HDMI”, het “HDMI”-logo en “High-Definition Multimedia Interface” zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. x.v.Color™ “x.v.Color” is een handelsmerk van Sony Corporation. “SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha Corporation. iPod™ “iPod” is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen. BASISBEDIENIN G Gefabriceerd onder licentie onder VS octrooinummers: 5,451,942;5,956,674;5,974,380;5,978,762;6,226,616;6,487,535 & andere V.S. en wereldwijde octrooien, reeds uitgegeven & aangevraagd. DTS is een geregistreerd handelsmerk en de DTS logo’s, Symbool, DTS-HD en DTS-HD Master Audio zijn handelsmerken van DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden. VOORBEREIDIN GEN Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG en wordt door Yamaha gebruikt volgens een licentieovereenkomst. GEAVANCEERD E BEDIENING Meegeleverde accessoires AANVULLENDE INFORMATIE Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt. • Afstandsbediening (zie bladzijde 9) • Batterijen (AAA, R03, UM-4) x 2 (zie bladzijde 9) • Optimalisatie-microfoon (zie bladzijde 21) • AM ringantenne (zie bladzijde 20) • FM binnenantenne (zie bladzijde 20) • Regeldiagram AANHANGSEL Nederlands 3 Nl Onderdeelnamen en functies Voorpaneel A C B D E F G H I J L K HDMI THROUGH VOLUME ZONE2 ON/OFF ZONE2 CONTROL INFO l MEMORY PRESET h FM AM l TUNING h SCENE BD/DVD TV RADIO CD PROGRAM MAIN ZONE TONE CONTROL PHONES INPUT PURE DIRECT STRAIGHT VIDEO AUX OPTIMIZER MIC ON/OFF SILENT CINEMA EFFECT M A N O VIDEO P MAIN ZONE ON/OFF Q N Aan en uit zetten van dit toestel (zie bladzijde 20). B PHONES-aansluiting C ZONE2 ON/OFF Voor het aansluiten van een hoofdtelefoon (zie bladzijde 26). Schakelt Zone2 tussen aan en uit (zie bladzijde 54). D E F G PROGRAM-schakelaar P STRAIGHT Q PURE DIRECT Wijzigt de modus naar Pure Direct modus (zie bladzijde 25). Deze toets licht op als Pure Direct modus aan staat. R INPUT-schakelaar S OPTIMIZER MIC-aansluiting Selecteert een signaalbron (zie bladzijde 24). Voor het aansluiten van de meegeleverde optimalisatiemicrofoon en voor het instellen van signaalkenmerken van luidsprekers (zie bladzijde 21). INFO Wijzigt de informatie op de display van het voorpaneel, zoals de signaalbron en de naam van het geluidsveldprogramma (zie bladzijde 26). T MEMORY U I FM/AM J TUNING l / h K Display voorpaneel L VOLUME-besturing M SCENE Wijzigt de zenderband van FM en AM. Wijzigt FM/AM requenties. Geeft informatie weer op dit toestel (zie bladzijde 6). Bestuurt het volume van dit toestel (zie bladzijde 24). Schakelt tussen aangesloten sets signaalbronnen en geluidveldprogramma’s (zie bladzijde 24). V Wisselt tussen het geselecteerde geluidsveldprogramma en een rechte decoderstand (zie bladzijde 30). Maakt de werking van een ontvanger ingesteld in Zone2 mogelijk, inclusief het schakelen van de signaalbron, volumeregeling en tunerwerking, met de hoofdversterker of de afstandsbediening als deze toets wordt ingedrukt. PRESET l / h U Wijzigt geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 27). ZONE2 CONTROL Selecteert een FM/AM voorkeuzezender (zie bladzijde 32). 4 Nl T TONE CONTROL O VIDEO (VIDEO AUX)-aansluiting Voor het aansluiten van een video uitgangkabel van een camcorder of een game console (zie bladzijde 19). Registreert FM/AM zenders als voorkeuzezenders (zie bladzijde 32). H S PORTABLE Past de lage tonen/hoge tonen weergavevan de luidsprekers/ hoofdtelefoon aan (zie bladzijde 24). HDMI THROUGH Licht op tijdens stand-by onder de volgende omstandigheden: • De HDMI regelfunctie is ingeschakeld (zie bladzijde 50). • een HDMI-signaal dat naar dit toestel wordt gestuurd gaat door dit toestel en wordt weergegeven (zie bladzijde 50). R AUDIO AUDIO L/R (VIDEO AUX)-aansluiting Voor het aansluiten van een audiouitgangkabel van een camcorder of een game console (zie bladzijde 19). V PORTABLE (VIDEO AUX)-aansluiting Voor het aansluiten van een audio uitgangkabel van een draagbare muziekspeler (zie bladzijde 19). Onderdeelnamen en functies Achterpaneel a c b HDMI OUT HDMI 1 HDMI 2 h g HDMI 3 INLEIDING DOCK e f d HDMI 4 (BD/DVD) EXTRA SP ZONE2/PRESENCE PHONO COMPONENT VIDEO ANTENNA S.VIDEO FM SPEAKERS MONITOR OUT COMPORNENT VIDEO UNBAL. SINGLE REMOTE GND AM PR VOORBEREIDIN GEN PR IN GND OUT PB VIDEO PB VIDEO Y Y 12V 0.1A MAX. FRONT CENTER SURROUND BACK/ BI-AMP SURROUND TRIGGER OUT CENTER OPTICAL COAXIAL COAXIAL AV 2 AV 3 ( TV ) AV 1 OPTICAL (CD) AV 4 AV 5 AV 6 a j FRONT AUDIO1 AUDIO2 SURROUND SUR.BACK SUBWOOFER MULTI CH INPUT k lm DOCK-aansluiting Voor het aansluiten van een Yamaha iPod universal dock (YDS11, apart verkocht) of Bluetooth draadloze audio-ontvanger (YBA-10, apart verkocht) (zie bladzijde 19). n o l m PHONO-aansluitingen ANTENNA-aansluitingen HDMI OUT/HDMI 1-4-aansluitingen n Voor het aansluiten van een externe component die de functie van de afstandsbediening ondersteunt (zie bladzijde 19). f TRIGGER OUT-aansluiting 1 SUBWOOFER 2 p MONITOR OUT-aansluitingen MULTI CH INPUT-aansluitingen AUDIO OUT-aansluitingen o ZONE2 OUT-aansluitingen Stuurt geluid van dit toestel naar een externe versterker die in een andere zone is ingesteld. p PRE OUT-aansluitingen Voor het aansluiten van een subwoofer met een ingebouwde versterker (zie bladzijde 11) of een externe stroomversterker (zie bladzijde 18). Voor het aansluitingen van een externe aansluiting met een triggeringangaansluiting om het te laten werken als het is verbonden met de werking van dit toestel. Als bijvoorbeeld een elektrisch scherm dat een triggeringang ondersteunt, is aangesloten, dan opent en sluit het als het is verbonden met de werking van een signaalbron die in dit toestel is geselecteerd. g AANHANGSEL SPEAKERS-aansluitingen Voor het aansluiten voor, rechts, links, midden, surround en surround achter luidsprekers (zie bladzijde 11). Sluit de aanwezigheidsluidsprekers (zie bladzijde 12) of de luidsprekers voor Zone2 (zie bladzijde 53) aan op de EXTRA SP-aansluitingen. h Netsnoer i AV 1-6-aansluitingen AANVULLENDE INFORMATIE REMOTE IN/OUT-aansluitingen SUR. BACK PRE OUT Stuurt audiosignalen van een geselecteerde analoge signaalbron naar een externe component (zie bladzijde 17). Voor het aansluiten van een HDMI geschikte videomonitor of externe componenten voor HDMI signalen 1-4 (zie bladzijde 16). e SURROUND Voor het aansluiten van een speler die multikanaalsweergave ondersteunt (zie bladzijde 18). Voor het aansluiten van meegeleverde FM/AM antennes (zie bladzijde 20). d FRONT Voor het sturen van video-signalen van dit apparaat naar een videomonitor, zoals een TV (zie bladzijde 15). Voor het aansluiten van een draaitafel (zie bladzijde 17). c ZONE2 OUT GEAVANCEERD E BEDIENING b AUDIO OUT CENTER BASISBEDIENIN G i AV OUT SINGLE Sluit deze kabel aan op een stopcontact (zie bladzijde 20). Voor het aansluiten van externe componenten voor audio/videosignalen 1-6 (zie bladzijde 16). AV OUT-aansluitingen Nederlands j Stuurt audio/video-signalen van een geselecteerde analoge signaalbron naar een externe component (zie bladzijde 17). k AUDIO 1/2-aansluitingen Voor het aansluiten van externe componenten voor audiosignalen 1-2 (zie bladzijde 17). 5 Nl Onderdeelnamen en functies Display voorpaneel a b c d STEREO 3 TUNED e f SLEEP ZONE 2 g h VOL. MUTE SW PL PR C L R SL SR SBL SB SBR i a j HDMI-indicator Licht op tijdens normale communicatie als HDMI is geselecteerd als een signaalbron. b CINEMA DSP-indicator Licht op als een geluidsveldprogramma dat CINEMA DSP gebruikt, is geselecteerd. c CINEMA DSP 3D-indicator d Tuner-indicator Licht op wanneer CINEMA DSP 3D in werking is. Licht op tijdens het ontvangen van uitgezonden radiosignalen van een FM/AM zender (zie bladzijde 31). e ZONE2-indicator f SLEEP-indicator Licht op als Zone2 aan staat (zie bladzijde 53). Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie bladzijde 38). g MUTE-indicator h VOLUME-indicator i Cursor-indicators Knippert als de audio is gedempt. Geeft volumeniveaus weer. Licht op als de bijbehorende cursors op de afstandsbediening beschikbaar zijn voor handelingen. j Multi-informatie display k Luidsprekerindicators Geeft menu-items en instellingen weer voor de huidige operatie. Geeft luidsprekersaansluitingen weer van waar de signalen momenteel worden uitgezonden. Subwoofer Presence-luidspreker L Voorluidspreker L Surround L Surround achter L SW PL PR C L R SL SR SBL SB SBR Midden Presence-luidspreker R Voorluidspreker R Surround R Surround achter R Surround achter 6 Nl i k Onderdeelnamen en functies Afstandsbediening PHONO a c d MAIN ZONE2 [A] CODE SET TRANSMIT o POWER SOURCE POWER SLEEP q HDMI 1 2 3 4 3 4 p DOCK AV 1 2 e 5 6 1 2 V-AUX PHONO [ A ] DOCK TUNER f MULTI FM AM g INFO MEMORY MOVIE MUSIC PRESET TUNING ENHANCER SUR. DECODE h STEREO g STRAIGHT PURE DIRECT i TV CD SETUP RADIO TOP MENU l MENU i SCENE MUTE Selecteren van geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 27). Schakelt tussen aangesloten sets signaalbronnen en geluidveldprogramma’s (zie bladzijde 24). u t j SETUP k Cursors k / n / l / h / ENTER / RETURN Cursors k / n / l / h Selecteer menu-items die op het Geeft het SETUP menu weer (zie bladzijde 47). REC 2 3 5 6 7 9 0 10 ENTER RETURN 4 8 ENT l INPUT n POWER TV VOL TV CH MUTE Externe component bedieningstoetsen Bedient het opnemen, weergeven, etc, van externe componenten (zie bladzijde 55). TV m Numerieke toetsen n TV-bedieningstoetsen Voer nummers in. AANVULLENDE INFORMATIE m 1 voorpaneel van de display zijn weergegeven of op een videomonitor, of wijzig de instellingen. Bevestigt een geselecteerd item. Keert terug naar het vorige scherm of eindigt de menuweergave. GEAVANCEERD E BEDIENING DISPLAY RETURN Geluidkeuzetoetsen s VOLUME ENTER INFO h r OPTION j k Stelt radiozenders vooraf in. Selecteer een voorkeuzezender. Wijzig afstemfrequenties. Wijzigt de informatie op de display van het voorpaneel, zoals de signaalbron en de naam van het geluidsveldprogramma (zie bladzijde 26). SCENE BD DVD Selecteer de FM-band of AM-band. BASISBEDIENIN G f Tunertoetsen FM AM MEMORY PRESET k / n TUNING k / n VOORBEREIDIN GEN TUNER MULTI AUDIO INLEIDING b Selecteert een component zoals een draaitafel die is aangesloten op de PHONO-aansluiting op het achterpaneel als een signaalbron. Voor de besturing van externe componenten met gebruik van de lExterne component bedieningstoetsen gescheiden van handelingen van dit toestel (zie bladzijde 55). Selecteert een Yamaha iPod universele dock/ Bluetooth draadloze audio-ontvanger aangesloten op de DOCK-aansluiting. Selecteert de FM/AM tuner. Selecteert een signaal dat afkomstig is van de MULTI CH INPUT-aansluiting op het achterpaneel als een signaalbron. Zorgt voor de bediening van een monitor zoals een TV en een projector. a Afstandsbediening signaalzender o MAIN/ZONE2 Schakelt de zone die wordt bestuurd door de afstandsbediening tussen de hoofdzone en Zone2 (zie bladzijde 54). c TRANSMIT Licht op als een signaal wordt verzonden vanaf de afstandsbediening. d SOURCE POWER Schakelt een externe component aan en uit. Ingang keuzetoetsen HDMI 1-4 Selecteert HDMI signalen 1 tot 4. Selecteert AV-signalen 1 tot 6. AV 1-6 AUDIO 1/2 Selecteert AUDIO signalen 1 en 2. Selecteert de V-AUX-aansluiting op het V-AUX voorpaneel van dit toestel. POWER q SLEEP r OPTION s VOLUME +/– t DISPLAY Zet dit toestel aan en in stand-by. Schakelt de slaaptimerhandelingen (zie bladzijde 38). Geeft het OPTION menu weer (zie bladzijde 39). Past het volume aan van dit toestel (zie bladzijde 24). Wijzigt de bedieningstand van de iPod die is aangesloten op de Yamaha iPod dock (zie bladzijde 35). u MUTE Zet de dempingsfunctie van het geluidssignaal aan en uit (zie bladzijde 25). 7 Nl Nederlands e p AANHANGSEL Stelt de afstandsbedieningscodes in voor externe componenthandelingen (zie bladzijde 55). Zendt infraroodsignalen. b CODE SET Snelstartgids Als u dit product voor de eerste keer gebruikt, voert u onderstaande stappen uit. Zie de betreffende bladzijde’s voor details over de bediening en instellingen. Stap 1: Bereid items voor op setup Stap 2: Instellen van uw luidsprekers Bereid luidsprekers, DVD-speler, kabels en andere items voor die nodig zijn voor de setup. Bereid de volgende items bijvoorbeeld voor, voor de instellingvan een 7.1-kanaals geluidssysteem. Rechter voor-luidspreker Beeldscherm • Luidsprekers opstellen ☞b. 10 • Aansluiten van luidsprekers ☞b. 11 y Subwoofer Rechter surround-luidspreker Linker voor-luidspreker Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit toestel. • Dit toestel heeft een YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) die automatisch dit toestel optimaliseert op basis van de akoestische kenmerken van de kamer (geluidskenmerken van de luidsprekers, luidsprekerposities, kamerakoestiek, etc.). U kunt genieten van goed gebalanceerd geluid zonder speciale kennis door gebruik te maken van de YPAO technologie (zie bladzijde 21). Stap 3: Sluit uw componenten aan Sluit uw TV, DVD-speler of andere componenten aan. Midden-luidspreker Rechter surround achter-luidspreker Componenten (zoals een DVD-speler) Linker surround-luidspreker Linker surround achterluidspreker Vereisten Luidsprekers hoevee lheid Voor-luidspreker 2 Midden-luidspreker 1 Surround-luidspreker 2 Surround achterluidspreker 2 • Aansluiten van een videomonitor ☞b. 15 • Aansluiten van andere componenten ☞b. 16 • Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder ☞b. 18 • Aansluiten van een externe versterker ☞b. 18 • Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock of een Bluetooth draadloze audio-ontvanger ☞b. 19 • Aansluiten van de FM en AM antennes ☞b. 20 Stap 4: Het toestel inschakelen Sluit de stroomkabel aan en zet het toestel aan. • Aansluiten van het netsnoer ☞b. 20 • Aan en uit zetten van dit toestel ☞b. 20 Actieve subwoofer 1 Luidsprekerkabel 5 Subwooferkabel 1 Reproductiecomponent zoals een DVD-speler 1 Videomonitor zoals een TV 1 Videokabel of HDMI kabel 2 • Basisprocedure ☞b. 24 Audiokabel 2 • Selecteren van geluidsveldprogramma’s ☞b. 27 y • Bereid twee luidsprekers voor (voorkant). Er kunnen andere dan voorluidsprekers worden gebruikt in de volgende voorkeursvolgorde: 1 Twee surround-luidsprekers 2 Eén midden-luidspreker 3 Eén of twee surround achter-luidsprekers • Indien uw videomonitor een CRT is, raden wij u aan om magnetisch afgeschermde luidsprekers te gebruiken. • Er is geen audiokabel nodig als u een HDMI-kabel gebruikt. 8 Nl Stap 5: Selecteer de signaalbron en start de weergave Selecteer het component dat is aangesloten in stap 3 als een signaalbron en start de weergave. y • Dit toestel ondersteunt de SCENE functie die de signaalbron en het geluidsveldprogramma op een bepaald moment wijzigt. Er zijn vier SCENE vooraf ingesteld voor verschillende doeleinden voor Blu-ray disc, DVD en CD. U kunt hieruit een SCENE selecteren door te drukken op een toets van de afstandsbediening. Zie bladzijde 24 voor meer informatie. VOORBEREIDINGEN Afstandsbediening voorbereiden 1 Gebruiken van de afstandsbediening De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. U moet de afstandsbediening goed op de afstandsbedieningssensor op dit toestel richten. 3 Sensorvenster voor de afstandsbediening VOORBEREIDINGEN 2 binnen 6 m 2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA, R03, UM-4) in het vak met de polen de goede kant op (+ en –), zoals aangegeven in het batterijvak. Klik de klep van het batterijvak weer terug op zijn plaats. Opmerkingen Opmerkingen • Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening. • Laat de afstandsbediening niet vallen. • Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken y • U kunt externe componenten bedienen met deze afstandsbediening door de code van de afstandsbediening in te stellen. Zie bladzijde 55 voor meer informatie. AANVULLENDE INFORMATIE AANHANGSEL • Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt: – het bereik van de afstandsbediening wordt minder. – de zendindicator knippert niet of wordt zwakker. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Dit kan de levensduur van de nieuwe batterijen verkorten of ervoor zorgen dat oude batterijen lekken. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). De specificaties van batterijen kunnen anders zijn, ook al lijken ze hetzelfde. • Indien u lekkende batterijen aantreft dient u deze direct weg te gooien zonder het lekkende materiaal aan te raken. Als uw huid, ogen of mond in contact komen met het lekkende materiaal, dient u het onmiddellijk te spoelen en een dokter te consulteren. Reinig het batterijvak grondig voordat u nieuwe batterijen plaatst. • Gooi oude batterijen op de juiste wijze weg volgens de lokale regelgeving. • Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. In zo’n geval plaatst u de nieuwe batterijen stelt u de code van de afstandsbediening in. 30 GEAVANCEERD E BEDIENING Verwijder de klep van het batterijvak. 30 BASISBEDIENIN G 1 3 INLEIDING Inzetten van batterijen in de afstandsbediening Nederlands 9 Nl Verbindingen Luidsprekers opstellen Dit toestel ondersteunt tot 7.1-kanaals surroundweergave. We raden de volgende luidsprekeropstelling aan om het beste te halen uit het surroundeffect. 7.1-kanaals luidsprekeropstelling Luidsprekerkanalen C FR FL SW SW 30˚ SL SR 60˚ 80˚ SL SR SBL SBR 30 cm of meer 6.1-kanaals luidsprekeropstelling C FR FL SW SW 30˚ SL SR 60˚ SL 80˚ SR SB 5.1-kanaals luidsprekeropstelling C FR FL SW SW 30˚ SL SR 60˚ SL 10 Nl 80˚ SR ■ Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR) De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het voorkanaalgeluiden (stereogeluid) plus effectgeluiden. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek. Bij het gebruik van een scherm zijn de juiste bovenposities van de luidsprekers ongeveer 1/4 vanaf de onderkant van het scherm. ■ Midden-luidspreker (C) De midden-luidspreker is voor weergave van de middenkanaalgeluiden (dialoog, vocalen enz.). Plaats deze halverwege de linker en rechterluidsprekers. Bij gebruik van een TV, plaatst u de luidspreker juist boven of onder het midden van de TV met de voorkant van de TV en de luidspreker op één lijn. Bij gebruik van een scherm plaatst het onder het midden van het scherm. ■ Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR) De surroundluidsprekers geven de geluidseffecten en de surroundgeluiden weer. Plaats deze links en rechts achter in de richting van de luisterpositie. Voor een natuurlijke geluidsstroom in de 5.1-kanaals luidsprekeropstelling, plaatst u ze iets meer naar achteren dan in de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling. ■ Linker en rechter surround achterluidsprekers (SBL en SBR) / Surround achterluidspreker (SB) De linker en rechter achter surround-luidsprekers worden gebruikt voor achtergeluideffecten. Plaats ze aan de achterkant van de kamer in de richting van de luisterpositie en ten minste 30 cm uit elkaar, idealiter op dezelfde afstand als de afstand tussen de linker en rechter voor-luidsprekers. Voor 6.1-kanaals luidsprekeropstelling worden de linker en rechter surround achterkanalen gemengd en weergegeven via de enkele surround achter-luidspreker. Voor 5.1-kanaals luidsprekeropstelling worden de linker en rechter surround achterkanalen weergegeven via de linker en rechter surround-luidspreker. ■ Subwoofer (SW) De subwoofer luidspreker geeft lage tonen en lage frequentie effect (LFE) geluid weer opgenomen in Dolby Digital en DTS signalen. Gebruik een subwoofer met een ingebouwde versterker, zoals de Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System. Plaats het aan de buitenkant van de linker en rechter voor-luidsprekers iets naar binnen gericht om reflecties tegen een wand te verminderen. Verbindingen Aanwezigheidsluidsprekers U kunt aanwezigheidsluidsprekers (PL/PR) aansluiten die vooreffectgeluiden weergeven naar dit toestel. Met CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 27) en hun CINEMA DSP 3D-functies, kan een geluid met een rijkere en ruimtelijkere aanwezigheid worden gecreëerd. U kunt de verticale positie van middengeluid aanpassen zoals een dialoog (zie bladzijde 47). 0,5 tot 1 m 0,5 tot 1 m PL PR FL FR 1,8 m 1,8 m C Om aanwezigheidsluidsprekers te gebruiken, dient u de luidsprekers te verbinden met de EXTRA SPaansluitingen en “Extra SP Assign” instellen in “Speaker Setup” in het SETUP menu op “Presence” (zie bladzijde 47). Aanwezigheid sluidspreker R Aanwezigheid sluidspreker L PL PR DMI 3 HDMI 4 EXTRA SP ZONE2/PRESENCE X. FRONT CENTER SURROUND SURROUND BACK/ BI-AMP y • Hoewel u beide surround achterluidsprekers en aanwezigheidsluidsprekers kunt aansluiten op dit toestel, kunt u geluiden van beide luidsprekers niet tegelijkertijd weergeven. Dit toestel selecteert automatisch luidsprekers om geluiden weer te geven volgens de geselecteerde signaalbron en het geluidsveldprogramma. • U kunt Zone2-luidsprekers aansluiten met een multizonefunctie op de EXTRA SP-aansluitingen. Voor informatie, zie bladzijde 53. 12 Nl Verbindingen Aansluiten van de luidsprekerkabel 10 mm Open het knopje, voer de ontblote draden in en doe het knopje vervolgens weer dicht. U kunt luidsprekers aansluiten die dubbele versterkeraansluitingen op dit toestel ondersteunen. Om de luidsprekers via een dubbele versterkerverbinding aan te sluiten, sluit u ze aan op de FRONT-aansluitingen en SURROUND BACK/BI-AMP-aansluitingen zoals weergegeven. Om de dubbele versterkerverbinding in te schakelen, steekt u de stroomkabel in het stopcontact, geeft u het ADVANCED SETUP menu weer en stelt u “BI AMP” in op “ON” (zie bladzijde 58). Voor-luidsprekers Rechts Links AANVULLENDE INFORMATIE 2 Rood: positief (+) 1 GEAVANCEERD E BEDIENING 2 Gebruiken van bi-amp aansluitingen BASISBEDIENIN G Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en draai vervolgens de blootliggende draadjes netjes in elkaar zodat deze geen kortsluiting veroorzaken. VOORBEREIDINGEN 1 INLEIDING Let op • Een luidsprekersnoer bestaat over het algemeen uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. Een van de snoeren heeft een andere kleur of streep om de polariteit aan te geven. Sluit het ene uiteinde van de gekleurde/gestreepte kabel aan op de “+” (rode) aansluiting van dit toestel en het andere einde aan dat van de luidspreker, en sluit het ene eind van de andere kabel aan op de “–” (zwarte) aansluiting van dit toestel en het andere einde aan dat van uw luidspreker. • Voordat u de luidsprekers aansluit, moet u het stroomsnoer afkoppelen. • Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden nergens contact kunnen maken met elkaar of metalen onderdelen van dit toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. Als er kortsluiting optreedt, verschijnt “CHECK SP WIRES!” op het voorpaneel van de display als dit toestel wordt aangezet. • Indien uw videomonitor een CRT is, dient u magnetisch afgeschermde luidsprekers te gebruiken. Als beelden op de monitor nog steeds vervormd zijn zelfs als u gebruikmaakt van magnetisch afgeschermde luidsprekers, plaats de luidsprekers dan weg van de monitor. • Gebruik luidsprekers met een impedantie van 6-ohm of meer. Stel de luidsprekerimpedantie in “ADVANCED SETUP” voordat u de luidsprekers aansluit. U kunt ook 4-ohm luidsprekers gebruiken als voorluidsprekers als u “SP IMP.” instelt op “6ΩMIN” (zie bladzijde 58). Zwart: negatief (–) SINGLE 3 Dit toestel y FRONT Aansluiten met bananenstekker (Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa, Rusland, Azië en Korea) Draai het knopje aan en voer vervolgens de bananenstekker in in het uiteinde van de klem. Bananenstekker Let op Voordat u dubbele versterkeraansluitingen maakt, dient u alle haken of kabels die een woofer met een combinatiedeel verbinden, te verwijderen. Raadpleeg de handleiding van de luidsprekers in kwestie voor details. Als u dubbele versterkeraansluitingen maakt, dient u ervoor te zorgen dat de beugels of kabels zijn aangesloten voordat u de luidsprekerkabels aansluit. 13 Nl Nederlands Opmerking • U kunt geen surroundachterluidsprekers of extra luidsprekers (aanwezigheid en Zone2 luidsprekers) gebruiken als een dubbele versterkerverbinding is gemaakt. AANHANGSEL • U kunt de aanwezigheidsluidsprekers (zie bladzijde 12) of de luidsprekers in de tweede zone (Zone2) (zie bladzijde 53) aansluiten op de EXTRA SP-aansluitingen. SURROUND BACK/ BI-AMP Verbindingen Informatie over aansluitingen en stekkers Dit toestel heeft de volgende ingang en uitgangaansluitingen. Gebruik aansluitingen en kabels die geschikt zijn voor de componenten die u aansluit. ■ ■ Audio-aansluitingen Aansluiting en kabels AUDIO-aansluitingen (wit) L R Beschrijving Voor het doorzenden van conventionele analoge (stereo) signalen. Gebruik stereopenkabels. Verbind de rode stekkers met de rode (R) en de witte stekkers met de witte (L) aansluitingen. AUDIO (rood) COAXIAL-aansluitingen (oranje) C Voor het doorzenden van coaxiale digitale audiosignalen. Gebruik penkabels voor digitale audiosignalen. Video/audio-aansluitingen Aansluiting en kabels HDMI-aansluitingen HDMI Beschrijving Voor het doorzenden van digitale video en digitale audiosignalen. Gebruik HDMI kabels. HDMI y • We raden u aan een in de handel verkrijgbare 19-pens HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien is van het HDMI logo. • Indien u dit toestel aansluit op een component met een DVI-aansluiting, dan is een HDMI/DVI-D-kabel vereist. • U kunt foutinformatie met de HDMI aansluiting controleren (zie bladzijde 72). COAXIAL OPTICAL-aansluitingen O OPTICAL ■ Voor het doorzenden van optische digitale audiosignalen. Gebruik optische vezelkabels voor optische digitale audiosignalen. Video-aansluitingen Aansluiting en kabels VIDEO-aansluitingen VIDEO V Beschrijving Voor het doorzenden van conventionele composiet videosignalen. Gebruik videopenkabels. Een videosignaal dat binnenkomt op dit toestel wordt uitgezonden via de aansluitingen in MONITOR OUT voor het zelfde soort signaal als het ingangsignaal. Als bijvoorbeeld een videopspeler met een composiet uitgangsignaal en een DVD-speler met een component videouitgangsignaal zijn aangesloten, dan dient u zowel de VIDEO-aansluiting als de COMPONENT VIDEOaansluiting in MONITOR OUT aan te sluiten op de videomonitor. Als een HDMI-ingang geschikte monitor is aangesloten, dan converteert dit toestel automatisch een analoog signaal dat wordt geproduceerd door een videoingangaansluiting naar een digitaal videosignaal en dan weergegeven via de HDMI OUT-aansluiting. Ingang Uitgang (geel) HDMI S VIDEO-aansluiting S VIDEO S Voor het doorzenden van Svideosignalen die luminantie (Y) en chrominantie (C) componenten bevatten. Gebruik S-videokabels. HDMI COMPONENT VIDEO PR PB COMPONENT VIDEO Y PR S VIDEO COMPONENT VIDEOaansluitingen COMPONENT VIDEO PR PR (rood) PB PB (blauw) Y (groen) 14 Nl Y Voor het doorzenden van component videosignalen die luminantie (Y) en chrominantie blauw (PB) en chrominantie rood (PR) componenten bevatten. Gebruik component-videokabels. VIDEO Niet geconverteerd VIDEO Geconverteerd PB Y Verbindingen Aansluiten van een videomonitor Opmerking • Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van een videomonitor allebei uit het stopcontact gehaald zijn. Het geluid van een TV weergegeven via dit toestel TV of projector c a Y PR HDMI 1 V HDMI 2 HDMI 3 (BD/DVD) HDMI TV of projector PHONO ANTENNA S.VIDEO UNBAL. FM MONITOR OUT COMPORNENT VIDEO Digitale uitgang (optisch) REMOTE GND AM PR IN GND OUT PB VIDEO BASISBEDIENIN G HDMI OUT PB Om het geluid van een TV via dit toestel weer te geven, sluit u een audiouitgangaansluiting van de TV aan op een van de AV 1-6-aansluitingen. Indien de TV een optische digitale uitgang ondersteunt, raden we aan om de AV 1 te gebruiken. Met een aansluiting op de AV 1 kunt u schakelen tussen een ingangbron naar de AV ingang 1 met een enkele toetsbediening met gebruik van de SCENE functie (zie bladzijde 24). VOORBEREIDINGEN b INLEIDING Sluit een videomonitor zoals een TV of projector aan op een uitgangaansluiting van dit toestel. U kunt een van de volgende drie typen selecteren volgens het ingangsignaalformaat dat wordt ondersteund door de videomonitor: HDMI OUT, COMPONENT VIDEO en VIDEO (composietvideo). DEO GEAVANCEERD E BEDIENING Y 12V 0.1A MAX. TRIGGER OUT PHONO COMPONENT VIDEO ANTENNA S.VIDEO FM ■ MONITOR OUT COMPORNENT VIDEO UNBAL. GND AM PR PR Het aansluiten van een HDMI videomonitor GND PB Aansluitingen op componenten a HDMI ingang Aansluitingen op dit toestel VIDE PB VIDEO Y Y HDMI OUT • Dit toestel ondersteunt de HDMI besturingsfunctie. Door het aansluiten van een TV die HDMI-besturing ondersteunt, kan de bediening van dit toestel worden geregeld via de afstandsbediening van de TV. Voor informatie, zie bladzijde 38. ■ Het aansluiten van een component videomonitor Opmerking Aansluitingen op componenten b Component video uitgang ■ Aansluitingen op dit toestel COAXIAL COAXIAL AV 2 AV 3 ( TV ) AV 1 OPTICAL (CD) AV 4 AV 5 AV 6 AV OUT FRON AUDIO1 AUDIO2 Opmerking • Als de videomonitor die is aangesloten op dit toestel de HDMIregelfunctie ondersteunt, raden wij u aan om de audiouitgangaansluiting ervan aan te sluiten op de OPTICAL-aansluiting van de AV1aanslutingen van dit toestel. Door dit te doen gaat dit toestel automatisch aan en wordt “TV” van SCENE automatisch geselecteerd als u de videomonitor aanzet. U kunt zelfs hetzelfde resultaat verkrijgen als u de audiouitgangaansluitingen aansluit op de AV2-6, AUDIO1-2 of V-AUXaansluitingen door die aansluitingen van te voren toe te wijzen aan TV (zie bladzijde 24). MONITOR OUT (COMPONENT VIDEO) Het aansluiten van een composiet videomonitor AANHANGSEL • Alleen videosignalen die binnenkomen op dit toestel via de COMPONENT VIDEO-aansluiting worden weergegeven via de COMPONENT VIDEO-aansluiting. OPTICAL AANVULLENDE INFORMATIE O y Opmerking Aansluitingen op componenten c Video ingang (tulpstekker) Nederlands • Alleen videosignalen die binnenkomen op dit toestel via de VIDEO aansluitingen worden weergegeven via de VIDEO aansluitingen. Aansluitingen op dit toestel MONITOR OUT (VIDEO) 15 Nl Verbindingen Aansluiten van andere componenten Dit toestel heeft ingang- en uitgangaansluitingen voor betreffende ingang- en uitgangbronnen. U kunt geluiden en films produceren van de signaalbronnen die zijn geselecteerd met gebruik van de display van het voorpaneel of de afstandsbediening. Opmerking • Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn. Audio/videoingang (AV 1-6) Phono-ingang (PHONO) Audio/videouitgang (AV OUT) DOCK HDMI OUT HDMI 1 HDMI 2 HDMI 3 HDMI 4 (BD/DVD) HDMI-ingang (HDMI 1-4) PHONO COMPONENT VIDEO ANTENNA S.VIDEO MONITOR OUT COMPORNENT VIDEO UNBAL. FM REMOTE GND AM PR PR IN GND OUT PB VIDEO PB VIDEO Y Y 12V 0.1A MAX. FRONT CE TRIGGER OUT CENTER Audio-uitgang (AUDIO OUT) OPTICAL COAXIAL COAXIAL AV 2 AV 3 ( TV ) AV 1 OPTICAL (CD) AV 4 AV 5 AV 6 AV OUT FRONT AUDIO1 SURROUND Audio-ingang (AUDIO 1-2) ■ SUR.BACK SUBWOOFER MULTI CH INPUT AUDIO2 AUDIO OUT ZONE2 OUT Multikanaals audio-ingang (MULTI CH) Audio en videospeler / Kastje met convertor en en decoder Uitgangaansluitingen op de aangesloten externe component Externe componenten Externe component met HDMI uitgang Externe component met component videouitgang Signaalbronnen/aansluitingen van dit toestel Signalen Audio/video Uitgangaansluitingen HDMI uitgang Audio Optische digitale uitgang Video Component video uitgang Audio Coaxiale digitale uitgang Video Component video uitgang Externe component met S-video-uitgang Audio Analoog audiosignaal Video S-video-uitgang Externe component met composiet videouitgang Audio Coaxiale digitale uitgang 16 Nl Video Composiet video-uitgang Audio Optische digitale uitgang Video Composiet video-uitgang Audio Analoog audiosignaal Video Composiet video-uitgang Audio Analoog audiosignaal Video Composiet video-uitgang HDMI1 (BD/DVD) HDMI 1 HDMI2 HDMI 2 HDMI3 HDMI 3 HDMI4 HDMI 4 AV1 (TV) OPTICAL COMPONENT VIDEO AV2 COAXIAL COMPONENT VIDEO AV5 AUDIO S VIDEO AV3 (CD) COAXIAL VIDEO AV4 OPTICAL AV5 AUDIO AV6 AUDIO VIDEO VIDEO VIDEO Verbindingen y • Signaalbronnen tussen haakjes worden aanbevolen om te worden aangesloten op de betreffende aansluitingen. Als een component geschikt is voor SCENE functie, dan kunt u de signaalbron zo wisselen dat de component met een enkele toetsbediening gebruikmaakt van de SCENE functie (zie bladzijde 24). • U kunt de naam van de signaalbron die wordt weergegeven op de display van het voorpaneel of de videomonitor zo nodig veranderen (zie bladzijde 52). • Zie bladzijde 53 over het gebruik van ZONE2 OUT-aansluiting. Audiospeler Uitgangaansluitingen op de aangesloten externe component Signaalbronnen/aansluitingen van dit toestel Externe componenten Uitgangaansluitingen Optische digitale uitgang Externe component met coaxiale digitale uitgang Coaxiale digitale uitgang Externe component met analoge audio uitgang Analoog audiosignaal Analoog audiosignaal OPTICAL OPTICAL AV 2 COAXIAL AV 3 (CD) COAXIAL AV 5 AUDIO AV 6 AUDIO AUDIO 1 AUDIO AUDIO 2 AUDIO PHONO PHONO y • Als u een draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO-aansluiting, gebruik dan een in-line boost transformator of een MC-kopversterker. • Verbind uw draaitafel met de GND-aansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. • We raden aan om de coaxiale digitale uitgangsaansluitng van een CD-speler aan te sluiten op de AV3-aansluiting. Bij gebruik van de AV OUT-aansluiting: AANVULLENDE INFORMATIE sluit u ze aan op de composietvideo en analoge audioingangaansluiting van een externe component. Bij gebruik van de AUDIO OUT-aansluiting: sluit u ze aan op de analoge audioingangaansluiting van een externe component. GEAVANCEERD E BEDIENING Over audio/video uitgangaansluitingen Tussen de analoge audiosignalen en analoge videosignalen die worden geproduceerd door dit toestel via ingangaansluitingen, worden de audio/videosignalen van de geselecteerde signaalbronnen weergegeven vanaf de AV OUT-aansluiting en de AUDIO OUT-aansluiting. Een HDMI ingangsignaal, COMPONENT VIDEO ingangsignaal of digitale audioingangsignaal kunnen niet worden weergegeven. Bij gebruik van de AV OUT-aansluitingen of AUDIO OUT-aansluitingen, sluit u ze als volgt aan: BASISBEDIENIN G Draaitafel AV 1 (TV) AV 4 VOORBEREIDINGEN Externe component met optische digitale uitgang INLEIDING ■ AANHANGSEL Nederlands 17 Nl Verbindingen Aansluiten van een multiformaatspeler of externe decoder Dit toestel heeft 8 sets ingangaansluitingen (FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R, SUR. BACK en SUBWOOFER) voor het invoeren van multikanaals analoge geluidsignalen. Als uw afspeelcomponent zoals een DVD-speler of SACD-speler de mogelijkheid heeft van multikanaals analoge uitgang, dan kunt u genieten tot maximaal 7.1-kanaals multikanaalgeluid. Voor de weergave van multikanaalsgeluid, sluit u de audiouitgangaansluitingen van uw afspeelcomponent aan op de MULTI CH INPUT-aansluitingen van dit toestel en zet u de signaalbron van dit toestel op “MULTI CH”. Voor details over hoe de signaalbronnen te wijzigen, zie bladzijde 24. Aansluiten van een externe versterker Dezelfde kanaalsignalen worden weergegeven vanaf de aansluitingen van de PRE OUT-aansluitingenen van hun bijbehorende SPEAKERS-aansluitingen. Bij het aansluiten van een externe stroomversterker (pre-hoofd versterker) om de weergave van de luidspreker te vebeteren, sluit u de invoeraansluitingen van de stroomversterker aan op de PRE OUT-aansluitingen van dit toestel. Opmerking • Als een component is aangesloten op de PRE OUT-aansluitingen, dient u de luidsprekers niet aan te sluiten op de SPEAKERS-aansluitingen die horen bij die PRE OUT-aansluitingen. a b c SINGLE d CENTER CENTER FRONT SURROUND SUR.BACK FRONT SUBWOOFER MULTI CH INPUT SURROUND SUR. BACK 1 SUBWOOFER 2 PRE OUT e L R L R L R Middenkanaal uitgang Subwoofer uitgang Surround -achter uitgang Surround uitgang Voorkanaal uitgang a FRONT (PRE OUT)-aansluitingen b SURROUND (PRE OUT)-aansluitingen c SUR. BACK (PRE OUT)-aansluitingen Voorkanaal uitgangsaansluitingen. Surroundkanaal uitgangsaansluitingen. Surroundachter uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te verbinden met de SUR. BACK (SINGLE)-aansluiting. Multiformaat-speler/Externe decoder (7.1-kanaalsuitgang) y • Om surroundachter kanaalsignalen weer te geven via deze aansluitingen, dient u “Sur.B L/R SP” in te stellen op elke parameter behalve “None” in “Speaker Setup” (zie bladzijde 48). Opmerkingen • Als u “MULTI CH” selecteert als de ingangsbron, wordt de digitale geluidsveldverwerker automatisch uitgeschakeld. • Daar dit toestel geen signaalinvoer doorzendt naar de MULTI CH INPUTaansluitingen om ontbrekende luidsprekers te compenseren, sluit tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan bij gebruik van deze functie. • Als de signaalbron is geschakeld naar “MULTI CH”, kunnen afbeeldingen die afkomstig zijn van een component die is aangesloten op “AV1-6” of “V-AUX” worden weergegeven op een videomonitor (zie bladzijde 41). Als uw DVD-speler geen multikanaals digitale uitgang ondersteunt, sluit u deze aan op deze ingangaansluitingen. 18 Nl d CENTER (PRE OUT)-aansluiting e SUBWOOFER (PRE OUT) 1/2-aansluiting Middenkanaal uitgangsaansluiting. Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan. Als twee subwoofers zijn aangesloten, wordt hetzelfde geluid weergegeven. Verbindingen Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen HDMI 1 HDMI 2 HDMI 3 De V-AUX-aansluitingen op het voorpaneel zijn handig voor het aansluiten van een camcorder, en gameconsole of een draagbare muziekspeler op dit toestel. U moet het volume van dit toestel en de andere componenten laag zetten voor u de aansluitingen gaat maken. INLEIDING Wanneer de componenten van Yamaha zelf zijn en deze de mogelijkheid bieden om afstandsbedieningssignalen door te sturen, sluit de REMOTE IN en REMOTE OUT aansluitingen als volgt aan op de in- en uitgangsaansluitingen voor de afstandsbediening met behulp van het monaurale analoge minikabeltje. Een camcorder of draagbare audiospeler aansluiten HDMI 4 BD/DVD) VOORBEREIDINGEN VOLUME MONITOR OUT COMPORNENT VIDEO l MEMORY REMOTE PR PRESET h FM l AM h TUNING IN SCENE OUT PB VIDEO BD/DVD TV RADIO CD M INPUT Y PURE DIRECT STRAIGHT VIDEO AUX OPTIMIZER MIC EFFECT Afstandsbediening singang PORTABLE VIDEO AUX VIDEO L PORTABLE R GEAVANCEERD E BEDIENING y V AUDIO Analoog audiosignaal Yamaha component (CD- of DVD-speler, etc.) Analoog audiosignaal Video uitgang Infraroodontvanger of Yamaha component AUDIO BASISBEDIENIN G Afstandsbediening suitgang VIDEO • Indien uw Yamaha-componenten de SCENE linkweergavefunctie ondersteunen, start de afstandsverbinding automatisch de weergave als u drukt op MSCENE (of iSCENE) om een SCENE te selecteren. • Als de component aangesloten op de REMOTE OUT-aansluiting geen Yamaha-product is, dient u “SCENE IR” in te stellen in het ADVANCED SETUP menu op “OFF” (zie bladzijde 58). Game console/Camcorder Dit toestel heeft een DOCK-aansluiting om een Yamaha iPod universeel dock (zoals YDS-11, afzonderlijk verkocht) of een Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, afzonderlijk verkocht) aan te sluiten. U kunt een iPod of een Bluetooth component afspelen met dit toestel door het aan te sluiten op de DOCK-aansluiting. Gebruik een vaste kabel voor de verbinding tussen de dock/ontvanger van dit toestel. y • Om een component aan te sluiten op de PORTABLE-aansluiting, gebruikt u een 3,5 mm ministekkerkabel. • Als externe componenten zijn aangesloten op zowel de PORTABLEaansluiting als de AUDIO-aansluiting, wordt het geluid dat wordt ontvangen van de PORTABLE-aansluiting weergegeven. AANHANGSEL DOCK Muziekspeler HDMI OUT PHONO COMPONENT VIDEO ANTENNA S.VIDEO UNBAL. FM AANVULLENDE INFORMATIE Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock of een Bluetooth™ draadloze audio-ontvanger GND AM PR GND Nederlands Yamaha iPod universeel dock/Bluetooth draadloze audio-ontvanger 19 Nl Verbindingen Aansluiten van de FM en AM antennes Een binnen FM antenne en een AM ringantenne worden bij dit toestel geleverd. Sluit deze antennes op de juiste wijze aan op de betreffende aansluitingen. FM binnenantenne Aansluiten van het netsnoer Als alle verbindingen zijn gemaakt, steekt u het netsnoer van dit toestel in een stopcontact. Naar het stopcontact AM ringantenne AM-buitenantenne Sluit een 5 tot 10 meter lange vinylbedekt snoer aan en verleng het buitenshuis (gebruik de AM ringantenne samen met deze antenne). /PRESENCE Netsnoer PHONO COMPONENT VIDEO ANTENNA S.VIDEO UNBAL. FM MONITOR OUT COMPORNENT VIDEO REMOTE GND AM PR PR IN GND OUT PB PB VIDEO VIDEO Y Y 12V 0.1A MAX. FRO TRIGGER OUT Aarde (GND-aansluiting) De GND-aansluiting is niet voor aarding. Om lawaai te verminderen, verbindt u een aardstaaf of een vinylbedekt snoer met een koperen plaat als punt en plaatst u deze in vochtige grond. Aan en uit zetten van dit toestel y • De meegeleverde antennes zijn normaal gevoelig genoeg om een goede ontvangst te krijgen. • Plaats de AM ringantenne weg van dit toestel. • Als u geen goede ontvangst kunt krijgen, raden we het gebruik van een buitenantenne aan. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Yamaha dealer of het servicecentrum voor meer informatie. • Gebruik altijd de AM ringantenne zelfs als de buitenantenne is aangesloten. In elkaar zetten van de meegeleverde AM ringantenne 1 Druk op AMAIN ZONE ON/OFF (of pPOWER) om dit toestel aan te zetten. 2 Druk opnieuw op AMAIN ZONE ON/OFF (of pPOWER) om dit toestel uit te zetten (stand-by). y • Dit toestel heeft een paar seconden nodig voordat hij klaar is voor weergave. • U kunt dit toestel ook aanzetten door te drukken op MSCENE (of iSCENE). • Dit toestel gebruikt een klein beetje elektriciteit, zelfs tijdens stand-by. We raden u aan om het stroomsnoer uit het stopcontact te halen. Let op Haal de stekker niet uit het stopcontact als het aan is. Als u dit doet kan het toestel beschadigen of kunnen de isntellingen van het toestel onjuist worden opgeslagen. Aansluiten van de meegeleverde AM ringantenne De draden van de AM ringantenne hebben geen polariteit. U kunt beide draden aanraken van de AM-aansluiting en de andere naar de GND-aansluiting. Drukken en vasthouden 20 Nl Inbrengen Loslaten Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO) Dit toestel heeft een Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer (YPAO). Met de YPAO, past dit toestel automatisch de uitgangkenmerken van uw luidsprekers aan op basis van de luidsprekerpositie, de prestatie van de luidspreker en de akoestische kenmerken van de kamer. We raden u aan dat u eerst de uitgangkenmerken met de YPAO afstelt als u dit toestel gebruikt. “MIC ON. View OSD MENU” verschijnt op de display van het voorpaneel. Het volgende menuscherm zal nu verschijnen op het beeldscherm. 1 AutoSetup EQ Type;;;;Natural . Start [ 1 Optimalisatie-microfoon y • Het verdient aanbeveling een statief of iets vergelijkbaars te gebruiken om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon vastmaken aan het statief met de bevestigingsschroef van het statief. 4 MIN MIN MAX MAX Subwoofer Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MICaansluiting op het voorpaneel. VIDEO AUX OPTIMIZER MIC VIDEO AUDIO Als de luidsprekers zijn aangesloten op EXTRA SP-aansluitingen, drukt u herhaaldelijk op kCursor k om “Extra SP Assign” te selecteren, daarna drukt u op kCursor l / h om te selecteren hoe u EXTRA SP-aansluitingen gebruikt van “Zone2”, “Presence” of “None”. Als dit toestel niet werkt als u drukt op kCursor, druk dan eenmaal op jSETUP en bedien dit toestel. AANHANGSEL 2 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw normale luisterplek op een vlak en horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven. AANVULLENDE INFORMATIE CROSSOVER/ HIGH CUT VOLUME 3 GEAVANCEERD E BEDIENING Controleer de volgende punten. Voordat de automatische instellingen gestart worden, controleert u het volgende. • Alle luidsprekers en de subwoofer zijn op de juiste wijze aangesloten. • Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel. • De videomonitor is op de juiste wijze aangesloten. • Dit toestel en het beeldscherm moeten worden ingeschakeld. • Dit toestel is geselecteerd als de videosignaalbron van de videomonitor. • Een eventueel aangesloten subwoofer moet worden ingeschakeld en het volume moet ongeveer halverwege (of iets lager) worden ingesteld. • De crossoverfrequentiebediening voor de aangesloten subwoofer zijn op de maximum stand ingesteld. y • U kunt het bovenstaande menuscherm van het SETUP menu weergeven (zie bladzijde 47). BASISBEDIENIN G Gebruikmaken van Auto Setup [ []/[]:Up/Down [ENTER]:Start VOORBEREIDINGEN ExtraSPAssign >Zone2Presence None y • U kunt handmatig de uitgangkenmerken van uw luidsprekers aanpassen met “2 Manual Setup” in het SETUP menu. Voor informatie, zie bladzijde 47. INLEIDING Opmerkingen • Er kunnen luide testtonen geproduceerd worden tijdens de automatische setupprocedure. Laat kleine kinderen niet de kamer binnengaan tijdens de procedure. • Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de automatische setup procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen. PORTABLE Nederlands Optimalisatie-microfoon 21 Nl Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO) 5 Om een geluidskenmerk te selecteren voor aanpassing, drukt u op kCursor n om “EQ Type” te selecteren en dan drukt u op kCursor l / h. Als dit toestel niet werkt als u drukt op kCursor, druk dan eenmaal op jSETUP en bedien dit toestel. Dit toestel heeft een parametrische equalizer die de signaalniveaus voor elk frequentiebereik aanpast. De equalizer is afgesteld om een samenhangend geluidsveld te produceren op basis van automatisch gemeten luidsprekerkenmerken. In “EQ Type”, kunt u de volgende parametrische equalizerkenmerken selecteren die geschikt zijn voor de gewenste geluidskenmerken. Natural Stelt alle luidsprekers af op het bereiken van natuurlijk geluid. Selecteer dit als geluiden in het hoge tonen bereik te sterk lijken als “EQ Type” is ingesteld op “Flat”. Flat Stelt elke luidspreker af op het verkrijgen van dezelfde kenmerken. Selecteer dit als uw luidspreker vergelijkbare kwaliteiten heeft. Front Stelt elke luidspreker af op het verkrijgen van dezelfde kenmerken als de linker en rechter voor-luidsprekers. Selecteer dit als uw linker en rechter voor-luidsprekers aanzienlijk betere kwaliteit hebben dan andere luidsprekers. 6 DIST Geeft de luidsprekerafstand weer vanaf de luisterpositie in de volgende volgorde: Afstand dichtstbijstaande luidspreker/Afstand verafst staande luidspreker LVL Geeft het luidsprekeruitgangsniveaus weer in de volgende volgorde: Laagste luidsprekeruitgangsniveau/Hoogste luidsprekeruitgangsniveau Opmerkingen • Indien “ERROR” op de videomonitor verschijnt tijden de automatische setup procedure, dan wordt de meting geannuleerd en het type fout weergegeven. Zie “Wanneer een foutmelding wordt weergegeven tijdens meting” (zie bladzijde 23) voor details. • Indien er problemen optreden tijdens de meting, verschijnt “WARNING (XX)” (xx geeft het nummer van de waarschuwing aan) boven “RESULT” (zie bladzijde 23). 7 Druk op kCursor n om “Start” te selecteren en druk dan op kENTER om de setup procedure te starten. Er begint een aftelling en een meting in 10 seconden. Er is een luide testtoon te horen tijdens het meten. Druk op kENTER. De kenmerken van de luidspreker worden aangepast volgens de meetresultaten. Om de operatie te annuleren, drukt u op kCursor l / h om “Cancel” te selecteren en drukt u op kENTER. Als het volgende scherm verschijnt, verwijdert u de optimalisatiemicrofoon. De automatische setup procedure is nu voltooid. 1 AutoSetup AUTOSETUPComplete  DisconnectMicrophone PRESS[ENTER] Opmerkingen • Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de automatische setup bezig is. • Druk op kCursor k om de automatische setup procedure te annuleren. Het meten duurt ongeveer 3 minuten. Om precieze resultaten te bereiken, dient u te verblijven op een plek waar u de meting niet verstoort, zoals aan de zijkant of achter de luidsprekers of buiten de ruimte. Als de meting succesvol is voltooid, verschijnt “YPAO Complete” op de display van het voorpaneel en verschijnen de resultaten op de videomonitor. 1 AutoSetup RESULT SP:3/4/0.1 DIST:2.50/3.00m LVL:-3.5/+4.5dB . >Set Cancel []/[]:Select p [ [ENTER]:Finish SP Geeft het aantal op dit toestel aangesloten luidsprekers aan in de volgende volgorde: Totaal van Voor, Midden en Aanwezigheid/Totaal van Surround en Surround achter/Subwoofer 22 Nl [SETUP]:Exit De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte. Sla na meting op in een koele plaats uit direct zonlicht. Laat het niet op een plek waar het onderhevig zal zijn aan hoge temperaturen zoals op een AVcomponent. y • Indien u de metingsresultaten niet wilt toepassen, selecteert u “Cancel”. • Voer de automatische setup procedure opnieuw uit als u het aantal posities van de luidsprekers wijzigt. • Als u drukt op kENTER voordat u de optimalisatiemicrofoon verwijdert, wordt “1 Auto Setup” van “Speaker Setup” in het SETUP menu (zie bladzijde 47) weergegeven. Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO) Wanneer een foutmelding wordt weergegeven tijdens meting Indien er een probleem optreedt tijdens de meting, wordt, “WARNING” weergegeven op het scherm van het resultaatdisplay. Controleer de fout en los de problemen op. WARNING ERROR >RetryExit p [ []/[]:Select [ENTER]:Return Retry Voert de automatische setup procedure opnieuw uit. • Zie bladzijde 67 voor meer informatie over waarschuwingsberichten. • Optimalisatie wordt niet uitgevoerd als een waarschuwingsbericht wordt weergegeven. Wij raden u echter aan eerst het probleem op te lossen en opnieuw de automatische setup procedure uit te voeren. 1 Als “→” links van “WARNING” op het resultaten weergavescherm wordt weergegeven, drukt u op kENTER. Er worden details van het waarschuwingsbericht weergegeven. Indien er meerdere waarschuwingsberichten zijn, kunt u het volgende bericht weergeven met kCursor h. BASISBEDIENIN G 2 Om terug te keren naar de bovenste resultaat-display, drukt u opnieuw op kENTER. GEAVANCEERD E BEDIENING Exit Dit beëindigt de meting en de automatische setup procedure. y VOORBEREIDINGEN W-1:OUTOFPHASE Reversechannel FL--CENTER -----SL--SBL--[]/[]:Select p [ [ENTER]:Return .E-9:USER CANCEL Don'toperate any function INLEIDING Druk eenmaal op kCursor n en selecteer “Retry” of “Exit” met gebruik van kCursor l / h en druk dan op kENTER. Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven na meting y • Zie bladzijde 66 voor meer informatie over foutberichten. • Als “E-5:NOISY” verschijnt kunt u doorgaan met meten. Om door te gaan met meten, selecteert u “Proceed”. Wij raden u echter aan eerst het probleem op te lossen voordat u wederom met de meting begint. AANVULLENDE INFORMATIE AANHANGSEL Nederlands 23 Nl BASISBEDIENING Weergave Basisprocedure Gebruikmaken van de SCENE functie 1 Zet de externe componenten (TV, DVD-speler, etc.) die zijn aangesloten op dit toestel, aan. 2 Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk op de eIngang keuzetoetsen) om een signaalbron te selecteren. De naam van de geselecteerde ingangsbron verschijnt een paar seconden. Signaalbronnaam VOL. AV1 SW C L SL R SR • U kunt zonodig de naam van de signaalbron die wordt weergegeven op de display van het voorpaneel of op de videomonitor veranderen (zie bladzijde 52). 4 Geef het externe component dat u hebt geselecteerd als signaalbron, of selecteer een radiozender op de tuner. Raadpleeg de handleiding van de betreffende component voor gegevens over weergave. Voor het selecteren van radiozenders of afspelen van een iPod of Bluetooth component met gebruik van dit toestel, kijk u bij het volgende. • Gebruikmaken van iPod (zie bladzijde 35) • Gebruikmaken van Bluetooth componenten (zie bladzijde 37) Draai aan de LVOLUME-besturing om het volume aan te passen (of druk op sVOLUME +/–). Volume VOL. Volume-18.5dB L SL SW C R SR Opmerking Wanneer u DTS-CD weergeeft, kan er in bepaalde omstandigheden ruis worden uitgezonden waardoor een luidspreker niet goed functioneert. Zorg dat het volume op laag is ingesteld voordat u de weergave start. Doe het volgende als ruis wordt weergegeven. 1) Wanneer alleen ruis wordt weergegeven Indien een DTS bitstreamsignaal niet goed wordt verzonden naar dit toestel, wordt alleen ruis weergegeven. Sluit een weergavecomponent aan op dit toestel met een digitale verbinding en geef de DTS-CD weer. Als de toestand niet verbeterd kan het probleem voortkomen uit de weergavecomponent. Neem contact op met de producent van de weergavecomponent. 2) Als er ruis wordt uitgezonden tijdens weergave of overslaan Voordat u de DTS-CD afspeelt, geeft u het OPTION menu weer na het selecteren van de signaalbron en stelt u “Decoder Mode” in op “DTS” (zie bladzijde 40). 24 Nl Signaalbron Geluidsveldprogramma BD/DVD HDMI1 Straight TV AV1 Straight CD AV3 Straight RADIO TUNER 7ch Enhancer y y 3 Dit toestel heeft vier SCENE toetsen waarmee u de signaalbronnen en de geluidsveldprogramma’s kan veranderen met één toets. Een instelling voor signaalbron en geluidsprogramma die geschikt zijn voor een bepaalde situatie, zoals het afspelen van films of muziek, is standaard aan iedere toets toegekend. • Dit apparaat gaat aan wanneer MSCENE (of iSCENE) tijdens standby wordt ingedrukt. • Als een Yamaha dvd-speler die SCENE besturingssignalen kan ontvangen, is aangesloten op de REMOTE OUT-aansluiting van dit apparaat, gaat de dvd-speler automatisch aan en begint met afspelen wanneer MSCENE (of iSCENE) wordt ingedrukt (zie bladzijde 19). Raadpleeg voor details de instructiehandleiding van de dvd-speler. Selecteren van een SCENE Druk op MSCENE (of iSCENE). Signaalbronnen/geluidveldprogramma’s registreren Selecteer de gewenste signaalbron/ geluidsveldprogramma en druk op de MSCENE (of iSCENE) totdat “SET Complete” op de display van het voorpaneel verschijnt. Wanneer de OSD op de videomonitor wordt weergegeven, verschijnt “SCENE Setting Complete” op de videomonitor. y • Als u de afstandsbediening voor een extern component gebruikt, stelt u dat externe component dan tevens in wanneer de SCENE-instelling wordt uitgevoerd. Lees het volgende hoofdstuk voor meer informatie. Weergave Het wisselen van afstandbestuurbare externe componenten die zijn verbonden met SCENE-selecties y • De toonregeling van de luidsprekers of hoofdtelefoon kan apart worden ingesteld. Stel de toonregeling van de hoofdtelefoon in terwijl de hoofdtelefoon is aangesloten. 1 Registreer de afstandsbedieningscode van een extern component naar de gewenste signaalbron (zie bladzijde 55). Druk herhaaldelijk op NTONE CONTROL op het voorpaneel voor een selectie van “Treble” of “Bass”. De huidige instelling wordt ook weergegeven ook op het display op het voorpaneel. Treble 2 1 2 Druk op uMUTE op de afstandsbediening om de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. De MUTE-indicator knippert op het display op het voorpaneel als het audiosignaal wordt gedempt. Opmerkingen • De toonregelaarinstellingen zijn niet effectief tijdens afspelen in Pure Direct-modus. • Indien u de balans instelt op extreem uit, kunnen geluiden niet overeenkomen met die van andere kanalen. Genieten van puur hi-fi geluid (Pure Direct-modus) Gebruik de Pure Direct-modus om te luisteren naar de high fidelity weergave van de geselecteerde bron. Wanneer de Pure Direct-modus is ingeschakeld, geeft dit toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min mogelijk tussenliggende schakelingen. Druk op QPURE DIRECT (of hPURE DIRECT) om de Pure Direct-modus aan of uit te zetten. De volgende functies zijn uitgeschakeld in de Pure Directmodus. – geluidsveldprogramma en toonregeling – weergave en werking van het OPTION-menu en het SETUP menu – multi-zone functie AANHANGSEL Druk nog eens op uMUTE om de geluidsweergave te hervatten. Draai aan de OPROGRAM-schakelaar om het niveau van de weergave in dat frequentiebereik aan te passen. Afstelbaar bereik: –10,0 dB tot +10,0 dB De display geeft het vorige scherm weer vlak nadat u de schakelaar loslaat. AANVULLENDE INFORMATIE Tijdelijk dempen van audioweergave (MUTE) 2 GEAVANCEERD E BEDIENING Druk gedurende 3 seconden op eIngang keuzetoetsen op de afstandsbediening voor de signaalbron waarvan de afstandsbedieningscode is geregistreerd in stap 1 terwijl u de iSCENE-toets waar u de toewijzing naar wilt veranderen, ingedrukt houdt. De externe component kan nu op afstand worden bestuurd door slechts de iSCENE-toets te kiezen. 0.0dB BASISBEDIENING Opmerking • Afstansbedieningscodes kunnen niet worden geregistreerd naar TUNER-bronsignalen. VOORBEREIDIN GEN 1 U kunt niet de balans van het hoge tonen bereik (Treble) en het lage tonen bereik (Bass) afstemmen van geluidsweergaven die worden weergegeven vanaf de linker en rechter voor-luidsprekers om de gewenste toon te krijgen. INLEIDING U kunt een extern component met de afstandsbediening van dit toetstel bedienen door een afstandsbedieningscode voor het externe component in te stellen voor elke signaalbron. Door de afstandsbedieningscodes in te stellen voor de gewenste signaalbronnen kunt u schakelen tussen de externe componenten die zijn verbonden met SCENEselecties. Wanneer u de instellingen van de SCENE toetsen wijzigt, wijzigt u dan ook de instellingen van de externe component door onderstaande stappen uit te voeren. Het afstemmen van hoge lage tonenweergave (toonregeling) y 25 Nl Nederlands • Het display van het voorpaneel gaat uit in Pure Direct-modus. Het gaat weer aan wanneer de Pure Direct-modus wordt uitgezet. Weergave Gebruiken van een hoofdtelefoon Steek uw hoofdtelefoon in de BPHONESaansluiting op het voorpaneel. Als u een geluidveldprogramma selecteert tijdens het gebruik van de hoofdtelefoon, wordt de stand automatisch ingesteld op SILENT CINEMA-stand. Opmerkingen • Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de SPEAKERS-aansluitingen. • Als multi-kanaalssignalen worden verwerkt, worden geluiden in alle kanalen gescheiden in linker en rechterkanalen. Wanneer de signaalbron is ingesteld op “MULTI CH”, wordt alleen het geluid uit de voorkant L/R van de hoofdtelefoons weergegeven. Weergeven van ingangsignaalinformatie Wanneer HDMI1-4 of AV1-4 is geselecteerd als signaalbron kunt u audio/videosignaalinformatie weergeven. y • Ingangsignaalinformatie wordt weergegeven op een videomonitor en de display van het voorpaneel. 1 Informatie wijzigen op de display van het voorpaneel U kunt informatie op de display van het voorpaneel weergeven zoals de namen van het huidige geselecteerde geluidsveldprogramma en surround decoders op de display van het voorpaneel. Om de display te wijzigen, druk herhaaldelijk op FINFO (of gINFO). De volgende informatie kan op de display van het voorpaneel worden weergegeven. • De naam van de huidige geselecteerde signaalbron (Input) • Huidige geselecteerde geluidsveld programmanaam (DSP Program) • Huidige geselecteerde surround decoder (Audio Decoder) • Huidige ingestelde FM/AM radiofrequentie (Frequency) • De FM Radio Data Systeeminformatie (Program Service, Program Type, Radio Text, Clock Time) • iPod afspeelinformatie (Song, Album, Artist, List) Als u bijvoorbeeld HDMI1 selecteert en “DSP Program”, weergeeft, verschijnt het volgende scherm op de display van het voorpaneel. Signaalbron Selecteer de gewenste signaalbron en druk op rOPTION. Het OPTION menu voor de geselecteerde signaalbron wordt weergegeven (zie bladzijde 39). Straight Geluidsveldprogramma (DSP-program) 2 Druk op kCursor k / n om “Signal Info”, te selecteren en druk dan op kENTER. De informatie over signaalbronnen wordt weergegeven. Zie bladzijde 40 over informatie dat wordt weergegeven op het scherm. y • U kunt de informatie-items die op de display van het voorpaneel worden weergegeven, wijzigen met behulp van kCursor k / n. • Als een fout die verband houdt met HDMI optreedt, wordt foutinformatie weergegeven onderaan dit scherm. 3 De informatie die over elke signaalbron kan worden weergegeven staat in de tabel hieronder vermeld. Signaalbron Items HDMI1-4 AV1-6 AUDIO1-2 V-AUX PHONO Input DSP Program Audio Decoder MULTI CH Input FM/AM Frequency DSP Program Audio Decoder Program Service* Program Type* Radio Text* Clock Time* iPod (Eenvoudige afstandsbedieningsmodus) Input DSP Program Audio Decoder iPod (Menu bedieningsfunctie) (Afspeelinformatie weergave) Artist Album Song DSP Program Audio Decoder Om de weergave van deze informatie te beëindigen, druk op rOPTION. (Afspeelmenu weergave) List Bluetooth Input DSP Program Audio Decoder *: “Program Service”, “Program Type”, “Radio Text” en “Clock Type” verschijnen niet als het radiostation geen Radio Data Systeemservice leveren. 26 Nl Genieten van de geluidveldprogramma’s Dit toestel is uitgerust met een Yamaha digitale geluidsveldverwerking (DSP) chip. U kutn genieten van multikanaalsgeluiden van bijna alle signaalbronnen met gebruik van diverse geluidveldprogramma’s die zijn opgeslagen op een chip en een diversiteit aan surround recorders. INLEIDING Selecteren van geluidsveldprogramma’s ■ Het selecteren van een geluidsveldprogramma op het voorpaneel Draai aan de OPROGRAM-schakelaar om een gewenst geluidsveldprogramma te selecteren. BASISBEDIENING Geluidsveldprogrammacategorie Sci-Fi Programmanaam Beschrijvingen geluidsveldprogramma y • U kunt controleren welke luidsprekers momenteel signalen uitzenden met de luidsprekerindicators op de display van het voorpaneel (zie bladzijde 6). • Elk programma kan geluidsveldelementen afstellen (geluidsveldparameters). Voor informatie, zie bladzijde 42. • in de tabel geeft de geluisveldprogramma met CINEMA DSP aan. Voor film/TV-programmabronnen (MOVIE) AANVULLENDE INFORMATIE Dit toestel levert geluidsveldprogramma’s voor meerdere categorieën, inclusief muziek, films en stereoreproductie. Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid. GEAVANCEERD E BEDIENING Opmerkingen • Geluidsveldprogramma’s worden voor elke signaalbron opgeslagen. Als u de signaalbron verandert, dan wordt het geluidsveldprogramma dat eerder voor die signaalbron is geselecteerd, opnieuw toegepast. • Wanneer u de Dolby Digital Plus, Dolby TrueHD, DTS Express, DTS-HD Master Audio, of DTS-HD High Resolution Audio sources afspeelt, wordt het geluid in rechtstreekse decodeermodus gereproduceerd. • Als de bemonsteringsfrequentie van een signaalbron hoger is dan 96 kHz, dan past dit toestel geen geluidsveldprogramma’s toe. Programma VOORBEREIDIN GEN ■ Het selecteren van een geluidsveldprogramma met de afstandsbediening Voer de volgende handelingen uit afhankelijk van de categorie van de geluidveldprogramma’s. Geluidsveldprogramma’s voor films/TV programma’s.................... Druk herhaaldelijk op hMOVIE. Geluidveldprogramma’s voor muziek .............................................. Druk herhaaldelijk op hMUSIC. Stereoreproductie ............................................................................. Druk herhaaldelijk op hSTEREO. Multi-kanaals reproductie ................................................................ Druk herhaaldelijk op hSTEREO. Compressed Music Enhancer ........................................................... Druk herhaaldelijk op hSTEREO. Surround decoder ............................................................................. Druk herhaaldelijk op hSUR. DECODE. Als u bijvoorbeeld “Sci-Fi” selecteert in “MOVIE”, verschijnt het volgende scherm op de display van het voorpaneel. Beschrijving Spectacle Creëert een spectaculair geluidsveld dat een gevoel van geweldige omvang produceert. Dit geluidsveldprogramma voorziet in een breed geluidsveld dat past bij Cinemascope en andere breedbeeld films, met een uitstekend dynamisch bereik, van zeer zachte tot zeer harde geluiden. Sci-Fi Creëert een heldere reproductie van de verfijnde geluidseffecten van de nieuwste science-fiction en special-effects films. Verschillende atmosferen kunnen levendig worden gereproduceerd, terwijl dialogen, geluidseffecten en achtergrondmuziek duidelijk gescheiden worden. Adventure Creëert een geluidsveld dat ideaal is voor actie- en avonturenfilms, en een gevoel van kracht reproduceert door het verminderen van natrillingen en een horizontale geluidsomgeving benadrukt. Een heldere en krachtige atmosfeer wordt gereproduceerd waarbij de scheiding van audiokanalen en de helderheid van het geluid met een lichter gevoel wordt behouden. 27 Nl Nederlands Creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke akoestische positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten. Het conceptontwerp van dit geluidsveld is een “ideale bioscoop” waarin het publiek wordt omgeven door de mooie natrillingen van links, rechts en van achteren. AANHANGSEL Standard Genieten van de geluidveldprogramma’s Programma Beschrijving Drama Creëert een rustig geluidsveld dat geschikt is voor verschillende filmgenres, van serieus drama tot musicals en comedies. Het geluid wordt geproduceerd met discrete natrilling, maar ook met een driedimensionaal gevoel. Ruimtelijke geluidseffecten en achtergrondmuziek worden gereproduceerd met zachte natrillingen rond de middenpositie, wat de vermoeidheid van het langdurig kijken naar films vermindert. Mono Movie Creëert een geluidsveld waarmee u kunt genieten van oude monofilms in een atmosfeer van een filmtheater uit die tijd. Een comfortabele ruimte met een gevoel van diepte wordt gereproduceerd door de toevoeging van omgeving en redelijke natrilling aan het oorspronkelijke geluid. Sports Creëert een levendig geluidsveld dat geschikt is voor sportuitzendingen en studioshows op tv in stereo. Bij sportuitzendingen worden de stemmen van de sportverslaggevers en de analisten vanuit het midden weergegeven terwijl het geluid van de menigte en de overige geluiden op juiste wijze worden verspreid, zodat er een realistische stadionatmosfeer wordt gecreëerd alsof u er zelf bij bent. Action Game Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS games. De aanwezigheid van diverse geluidseffecten wordt vergroot met behoud van een duidelijk richtingsgevoel door het bereik van elk geluidseffect van elk kanaal te beperken en gebruik te maken van weerkaatsingsgegevens, dat een realistisch en krachtige speelomgeving produceert. Roleplaying Game Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor rollenspellen en avonturenspellen. Diepte en een driedimensionaal gevoel van het spel worden geproduceerd door het combineren van filmgeluidseffecten en het geluid dat gebruikt wordt in “Action Game”. In filmscenes worden filmachtige geluidseffecten geproduceerd. Voor audiomuziekbronnen (MUSIC) Programma Beschrijving Hall in Munich Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor de simulatie van een concerthal met ongeveer 2.500 zitplaatsen in München, wat een typisch Europese concertlocatie is met elegante houten binnenmuren. Er wordt een rijk, verfijnd en prachtig geluid geproduceerd, waardoor een ontspannen atmosfeer ontstaat. De stoelindeling is een linkermidden orkeststoel. Hall in Vienna Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor het simuleren van een concerthal met ongeveer 1.700 zitplaatsen in Wenen, dat een traditionele middelgrote schoenendoos type concertomgeving is. In deze hal kaatsen complexe omnidirectionele weerkaatsingen tegen pilaren en beeldhouwwerken voor een karakteristiek rijk geluid. Chamber Creëert een geluid dat geschikt is voor het simuleren van een relatief grote kamer met een hoog plafond, zoals een paleiskamer. Het produceert plezierige natrillingen die geschikt zijn voor hofmuziek en kamermuziek. Cellar Club Creëert een realistisch live geluidsveld dat geschikt is voor het simuleren van een huis met een laag plafond en intieme atmosfeer. Het geeft een krachtig geluid waardoor u het gevoel krijgt alsof u vlak voor een klein podium staat. The Roxy Theatre Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor de simulatie van live rockmuziekruimte tot ongeveer 460 zitplaatsen in Los Angeles. De stoelindeling is een linkermidden stoel. The Bottom Line Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor het simuleren van “The Bottom Line”, een beroemde jazz club in New York dat een vloer heeft met 300 brede stoelen. Het produceert heldere natrillingen. De stoelindeling is aan de voorkant van het podium. Music Video Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor het simuleren van een concertomgeving waar live-optredens van pop-, rock- en jazzmuziek plaatsvinden. U kunt uzelf helemaal laten gaan in een hete live atmosfeer dat gecreëerd wordt door een aanwezigheidsgeluidsveld dat de helderheid van vocals en solo’s en het slaan op de drums benadrukt, en door een surround geluidsveld dat een sfeer van een grootschalige live-omgeving reproduceert. Voor stereoreproductie (STEREO) Programma 2ch Stereo Beschrijving Produceert voorstereo geluid. Dit is de standaard afspeelmodus. y • Wanneer er multi-kanaals signalen binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers. Voor stereo/multi-kanaalsreproductie (STEREO) Programma 7ch Stereo 28 Nl Beschrijving Produceert voor- en achtergeluid voor een grote omgeving. Deze afspeelmodus is geschikt voor BGM tijdens een houseparty. Het geluid wordt weergegeven uit maximaal zeven luidsprekers. Genieten van de geluidveldprogramma’s De Compressed Music Enhancer (ENHNCR) Programma Beschrijving Reproduceert op dynamische wijze het geluid van 2-kanaals of meerkanaals samengeperst geluid met hetzelfde aantal kanalen als het geluid van de signaalbron. 7ch Enhancer Reproduceert op dynamische wijze geluid van samengeperst geluid in 7 kanalen, ongeacht de geluidskanalen van de signaalbronnen. INLEIDING Straight Enhancer Surround decodeerstand (SUR.DEC) Decoder Beschrijving PLIIx Movie / PLII Movie Reproduceert geluid met behulp van de Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) decoder. Dit is geschikt voor films. U kunt de Dolby Pro Logic IIx decoder niet selecteren in de volgende situaties: • Als de surround achter luidsprekers niet zijn aangesloten • Als er een hoofdtelefoon is aangesloten PLIIx Music / PLII Music Reproduceert geluid met behulp van de Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) decoder. Dit is geschikt voor muziek. U kunt de Dolby Pro Logic IIx decoder niet selecteren in de volgende situaties: • Als de surround achter luidsprekers niet zijn aangesloten • Als er een hoofdtelefoon is aangesloten PLIIx Game / PLII Game Reproduceert geluid met behulp van de Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) decoder. Dit is geschikt voor games. U kunt de Dolby Pro Logic IIx decoder niet selecteren in de volgende situaties: • Als de surround achter luidsprekers niet zijn aangesloten • Als er een hoofdtelefoon is aangesloten Neo:6 Cinema Reproduceert geluid met behulp van de DTS Neo:6 decoder. Dit is geschikt voor films. Neo:6 Music Reproduceert geluid met behulp van de DTS Neo:6 decoder. Dit is geschikt voor muziek. y • Wanneer meerkanaalsgeluid de signaalbron is, wordt het geluid in rechtstreekse decodeermodus gereproduceerd (zie bladzijde 30). GEAVANCEERD E BEDIENING Reproduceert geluid met behulp van de Dolby Pro Logic decoder. Dit is geschikt voor alle soorten geluidsbronnen. BASISBEDIENING Pro Logic VOORBEREIDIN GEN Reproduceert geluid van 2-kanaals brongeluid in maximaal 7 kanalen met behulp van een surround decoder. AANVULLENDE INFORMATIE AANHANGSEL Nederlands 29 Nl Genieten van de geluidveldprogramma’s Genieten van onverwerkte signaalbronnen (rechtstreekse decodeer stand) Genieten van geluidsveldprogramma’s met hoofdtelefoons (SILENT CINEMA™) In rechte decodeerstand worden geluiden geproduceerd zonder geluidsveldeffect. 2-kanaals stereobronnen worden weergegeven van slechts de linker en rechter voorluidsprekers. Multi-kanaals signaalbronnen worden recht gedecodeerd in de juiste kanalen en multi-kanaals geluiden worden gereproduceerd zonder een geluidsveldeffect. SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals bronnen te luisteren met uw hoofdtelefoon. SILENT CINEMA stand wordt automatisch geselecteerd als u de hoofdtelefoonstekker insteekt in de PHONES-aansluiting. 1 2 Om rechtstreekse decodeerstand in te schakelen, druk op PSTRAIGHT (of hSTRAIGHT). “Straight” verschijnt op de display van het voorpaneel. Om de decodeerstand te annuleren, druk nogmaals op PSTRAIGHT (of hSTRAIGHT). Een geluidsveldprogrammanaam verschijnt op de display van het voorpaneel en het geluid wordt gereproduceerd met dat geluidsveldeffect. Gebruik van geluidsveldprogramma’s zonder surround-luidsprekers (Virtual CINEMA DSP) Virtual CINEMA DSP stelt u ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat om te profiteren van DSP surroundeffecten door middel van virtuele surroundluidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker. Wanneer “Sur. L/R SP” in het SETUP-menu is ingesteld op “None” (zie bladzijde 48), werkt dit toestel in de Virtual CINEMA DSP-modus. Opmerking • Virtual CINEMA DSP is niet beschikbaar in de volgende situaties, zelfs wanneer u “Sur. L/R SP” op “None” (zie bladzijde 48) instelt. – een hoofdtelefoonstekker is aangesloten op de PHONES-aansluiting. – 7ch Stereo van het geluidsveldprogramma is geselecteerd. – Pure Direct-modus of rechtstreekse decodeerstand wordt gebruikt. 30 Nl Opmerking • SILENT CINEMA-stand is onder de volgende omstandigheden niet beschikbaar. – 2ch Stereo van het geluidsveldprogramma is geselecteerd. – Pure Direct-modus of rechtstreekse decodeerstand wordt geselecteerd. Genieten van meer ruimtelijke geluidsvelden (CINEMA DSP 3D-modus) CINEMA DSP 3D-modus voor een intensief en accuraat stereoscopisch geluidsveld in de luisterruimte. Om dit toestel in CINEMA DSP 3D-modus te gebruiken, zijn aanwezigheidsluidsprekers vereist. Voer de volgende stappen uit en selecteer een CINEMA DSP geluidsveldprogramma. Wanneer een geluidsveldprogramma in CINEMA DSP 3D-modus loopt, gaat de CINEMA DSP 3D-indicator op het voorpaneel branden. • Sluit de aanwezigheidsluidsprekers op de EXTRA SPaansluitingen aan (zie bladzijde 12). • Stel “Extra SP Assign” in op “Presence” (zie bladzijde 47). • Schakel CINEMA DSP 3D in het SETUP-menu in (zie bladzijde 42). Opmerking • Als er een hoofdtelefoon op dit toestel is aangesloten, speelt dit toestel af in SILENT CINEMA-modus en kan CINEMA DSP 3D-modus dus niet worden ingeschakeld. FM/AM afstemmen De FM/AM tuner van dit toestel levert de volgende twee standen voor afstemmen. 4 Opmerkingen Opmerking • Stel de FM/AM antennes die op dit toestel zijn aangesloten af, voor de beste ontvangst. Afstemmen op een gewenste FM/AM zender (Frequentie afstemming modus) 2 Druk op IFM (fFM) of IAM (fAM) om een band te selecteren. “FM” of “AM” verschijn op de display van het voorpaneel volgens de band die u heeft geselecteerd. 3 Druk op JTUNING l / h (of fTUNING k / n) om de frequentie te specificeren. Om op een hogere frequentie af te stemmen, druk op h (of k). Om het af te stemmen op een lager bereik, druk op l (of n). De TUNED-indicator op de display op het voorpaneel licht op als de tuner afstemt op een zender. De STEREO-indicator licht ook op als het programma wordt uitgezonden in stereo. Registreert FM/AM zenders en stemt af in (Voorkeuze afstemmings modus) U kunt tot 40 FM/AM zenders registreren (Voorkeuze) met gebruik van de functie automatische instelling van voorkeuzezenders of handmatige instelling van voorkeuzezenders. Zenders registreren via automatische zenderafstemming De tuner detecteert automatisch FM zenders met verkeerde signalen en registreert tot 40 zenders. AM zenders kunnen niet automatisch worden geregistreerd. Gebruik de handmatige stationafstemming. Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk op eTUNER) om de signaalbron om te schakelen naar “TUNER”. 2 Druk op rOPTION op de afstandsbediening. Het OPTION-menuscherm voor instellingsopties van de tunerinvoer verschijnt op de display van het voorpaneel. STEREO TUNED FM92.50MHz De frequentie wijzigt op de volgende manier afhankelijk van hoe u drukt op JTUNING l / h (of fTUNING k / n). Als u de toets langer dan 1 seconde indrukt De tuner zoekt de frequentie van een zender die detecteerbaar is rond de huidige frequentie. Dit is effectief als de tuner sterke signalen kan ontvangen zonder storing. Als de zoekopdracht start, laat u de toets los. y • U kunt wisselen tussen stereo of mono voor FM-uitzending in het OPTION-menu (zie bladzijde 41). • Voor meer informatie over het OPTION-menu,zie bladzijde 39. • Het OPTION-menu wordt weergegeven op de videomonitor. 3 Selecteer “Auto Preset” met behulp van kCursor k / n en druk op kENTER. Auto Preset Automatische zenderafstemming start ongeveer 5 seconden later vanaf de laagste frequentie omhoog. 31 Nl Nederlands Als u drukt en de toets weer loslaat De tuner verhoogt of verlaagt de frequentie in stapjes. Gebruik deze methode als de tuner geen sterke signalen kan ontvangen en zenders tijdens het zoeken worden overgeslagen. y AANHANGSEL 1 AANVULLENDE INFORMATIE Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk op eTUNER) om de signaalbron om te schakelen naar “TUNER”. GEAVANCEERD E BEDIENING 1 BASISBEDIENING • Als u tijdens het voorprogrammeren op de mNumerieke toetsen drukt, wordt een voorkeuzenummer geselecteerd. Stel de afstemmingsmodus op frequentie-afstemmingsmodus met behulp van JTUNING l / h (of fTUNING k / n) voorafgaand aan de handeling. • “Wrong Station!” verschijnt op de display van het voorpaneel als u een frequentie invoert die niet in een bereikbaar bereik ligt. Zorg dat de ingevoerde frequentie correct is. • U hoeft geen nul in te voeren als u aan het eind van een decimaal getal komt. Voer bijvoorbeeld “925” voor “92,50 MHz” of “940” voor “94,00 MHz” in. VOORBEREIDIN GEN ■ Voorkeuze-afstemming U kunt de frequenties van FM/AM zenders vooraf instellen door ze te registeren met specifieke nummers en later eenvoudigweg die nummers te selecteren om op af te stemmen. INLEIDING ■ Frequentie-afstemming U kunt afstemmen op een gewenste FM/AM zender door te zoeken naar of het specificeren van een frequentie. Om af te stemmen volgens directe frequentieafstemming, gaat u naar de frequentie van de gewenste zender met gebruik van de mNumerieke toetsen van de afstandsbediening. Vul alleen hele cijfers in. Als u bijvoorbeeld zoekt naar frequentie 88,90 MHz, dan voert u “8890” in met behulp van mNumerieke toetsen. FM/AM afstemmen y • U kunt het voorkeuzenummer selecteren waarop het voorkiezen begint door te drukken op fPRESET k / n of kCursor k / n op de afstandsbediening terwijl “READY” wordt weergegeven op de display op het voorpaneel. • Om de registratie te annuleren, drukt u op kRETURN op de afstandsbediening. 4 • Om de registratie te annuleren drukt u op kRETURN op de afstandsbediening of laat u de tuner zonder handelingen 30 seconden met rust. Status 01:FM87.50MHz Voorkeuzenummer Druk opnieuw op GMEMORY (of fMEMORY) om vast te zetten. Als de registratie is voltooid, keert het scherm terug naar de originele staat. y Frequentie Tijden de automatische zenderafstemming, verandert het bovenste gedeelte van het scherm als volgt: SEARCH → MEMORY elke keer als een zender wordt geregistreerd. Als de registratie is voltooid, verschijnt “FINISH” en verschijnt het OPTION-menuscherm automatisch opnieuw. Als u drukt op rOPTION op de afstandsbediening, dan keert het scherm terug naar de orignele staat. Opmerking • Alleen Radio Data Systeemzenders worden automatisch opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Zenders registreren via handmatige zenderafstemming U kunt handmatig AM zenders registreren of FM zenders met zwakke signalen. Een voorkeuzezender oproepen (Automatische afstemming) U kunt voorkeuzezenders oproepen die zijn geregistreerd door automatische zenderafstemming of handmatige zenderafstemming. Druk op HPRESET l / h (of fPRESET k / n) tom een voorkeuzenummer te selecteren. y • Voorkeuzenummers waarop geen zenders zijn geregistreerd, worden overgeslagen. • Als er geen zenders zijn geregistreerd, verschijnt “No Presets” of “No Presets in Memory” op de display. Zie bladzijde 31 en registreer zenders. • U kunt direct een voorkeuzenummer selecteren door te drukken op een mNumerieke toetsen tijdens het oproepen van een voorkeuzezender. Wanneer u een voorkeuzenummer invoert waarop nog geen zender is geregistreerd, verschijnt “Empty” op de display. “Wrong Num.” verschijnt als u een ongeldig nummer invoert. • Als u op de mNumerieke toetsen drukt tijdens normaal afstemmen, dan wordt een voorkeuzenummer geselecteerd. Stel de afstemmingsmodus op voorkeuze-afstemmingsmodus met behulp van HPRESET l / h (of fPRESET k / n) voorafgaand aan de handeling. Wissen van voorkeuzezender 1 Stem af op een zender en raadpleeg daarbij “Afstemmen op een gewenste FM/AM zender (Frequentie afstemming modus)” (zie bladzijde 31). 1 Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk op eTUNER) om de signaalbron om te schakelen naar “TUNER”. 2 Druk op GMEMORY (of fMEMORY). “Manual Preset” verschijnt op de display van het voorpaneel gevolgd door het voorkeuzenummer waarop de zender wordt geregistreerd. y 2 Druk op rOPTION op de afstandsbediening. Het OPTION-menuscherm voor instellingsopties van de tunerinvoer verschijnt op de display van het voorpaneel. 3 Selecteer “Clear Preset” met behulp van kCursor k / n en druk op kENTER. Het volgende scherm verschijnt op de display. • Door het meer dan 2 seconden ingedrukt houden van GMEMORY (of fMEMORY) kunt u stap 3 overslaan. De zender is geregistreerd op het laagste lege voorkeuzenummer of een voorkeuzenummer dat één hoger ligt dan het laatste voorkeuzenummer. 3 Druk op HPRESET l / h (of fPRESET k / n) om het voorkeuzenummer te selecteren waarop de zender moet worden vastgezet. Wanneer u een voorkeuzenummer selecteert waarop nog geen zender is geregistreerd, verschijnt “Empty” op de display. Als u een geregistreerd voorkeuzenummer selecteert, wordt een geregistreerde frequentie weergegeven aan de rechterkant van het voorkeuzenummer. 01:FM92.50MHz Het voorkeuzenummer van de geregistreerde zender die u wilt wissen. y • U kunt de handeling annuleren en terugkeren naar het OPTIONmenuscherm door te drukken op kRETURN op de afstandsbediening. Frequentie die moet worden geregistreerd 4 01:Empty Knippert Voorkeuze nummer Leeg (of frequentie die momenteel is geregistreerd naar het voorkeuzenummer) y • U kunt een voorkeuzenummer selecteren met behulp van de mNumerieke toetsen. 32 Nl Selecteer het voorkeuzenummer van de geregistreerde zender die u wilt wissen met behulp van de kCursor k / n en druk op kENTER. De voorkeuzezender dat is geregistreerd bij het geselecteerde voorkeuzenummer wordt gewist. Om de registratie van meerdere voorkeuzenummers te wissen, herhaalt u de bovenstaande stappen. Om de handeling te beëindigen, druk op rOPTION. Radio Data Systeem afstembewerking Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. Dit toestel kan verschillende Radio Data Systeem gegevens ontvangen zoals “Program Service”, “Program Type”, “Radio Text”, “Clock Time”, en “EON” (verbeterde andere netwerken) bij het ontvangen van Radio Data Systeem zendstations. Tonen van Radio Data Systeem informatie Display van het voorpaneel (Als “Program Type” is geselecteerd) Frequentie Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. y 2 ProgramService ProgramType RadioText ClockTime (Frequentiedisplay) U kunt deze functie gebruiken om het gewenste radioprogramma te selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders door middel van het programmatype. y • U moet zenders vooraf instellen voor u gebruikmaakt van PTY Seek. Indien “No Presets” of “No Presets in Memory” wordt weergegeven, betekent het dat er geen zenders zijn geregistreerd. Zie bladzijde 32 en registreer zenders. • U kunt PTY Seek bedienen terwijl u kijkt op het videomonitorscherm. 1 Druk op eTUNER op de afstandsbediening om “TUNER” te selecteren als signaalbron. 2 Druk op rOPTION op de afstandsbediening. Het afstemoptiemenu verschijnt. Zie bladzijde 39 voor meer informatie over het optiemenu. 3 Druk op kCursor k / n op de afstandsbediening om “PTY Seek” te selecteren en druk op kENTER. DSPProgram De inhoud van de informatie is als volgt. Type informatie Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY Seek-modus) Beschrijving Geeft de naam weer van het Radio Data Systeem programmaservice dat momenteel wordt ontvangen. Program Type Geeft het type weer van het Radio Data Systeem programma dat momenteel wordt ontvangen. Radio Text Geeft de informatie weer van het Radio Data Systeem programma dat momenteel wordt ontvangen. Geeft de huidige tijd weer. DSP Program Geeft het huidig geselecteerde geluidsveldprogramma weer. Audio Decoder Geeft de huidig geselecteerde surround decoder weer. PTY:SPORT Nederlands Clock Time AANHANGSEL Program Service AANVULLENDE INFORMATIE AudioDecoder Opmerking • “Program Service”, “Program Type”, “Radio Text” en “Clock Type” verschijnen niet als het radiostation geen Radio Data Systeemservice levert. GEAVANCEERD E BEDIENING Druk herhaaldelijk op FINFO op het voorpaneel (of gINFO op de afstandsbediening) tot de gewenste informatie wordt weergegeven. Informatie over de display verandert als u op de toets drukt. Het soort informatie wordt even weergegeven en dan wordt de informatie weergegeven. Program Type BASISBEDIENING • Wij raden u aan om af te stemmen op Radio Data Systeem zenders met behulp van de automatische voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 31). • U kunt ook met de PTY Seek functie afstemmen op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender. CLASSICAL VOORBEREIDIN GEN U kunt deze functie gebruiken om de 4 types Radio Data Systeem informatie weer te laten geven: “Program Service”, “Program Type”, “Radio Text”, “Clock Time”. 1 INLEIDING Opmerking • Radio Data systeemontvangstfunctie is alleen beschikbaar op modellen uit het VK, Europa en Rusland. 33 Nl Radio Data Systeem afstembewerking 4 Druk op kCursor l / h op de afstandsbediening om een programmatype voor zoeken te selecteren. U kunt een programmatype selecteren uit het volgende. Programmatype Beschrijving NEWS Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sports EDUCATE Educatief DRAMA Drama CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Populaire muziek ROCK M Rock muziek M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy listening) Opmerkingen • Om gebruik te maken van de EON dataservice, moet u zich eerst registreren voor de Radio Data Systeem zenders en hun verwante zenders als voorkeuzezenders. • EON dataservice-instellingen worden opnieuw ingesteld als u het toestel uitzet. y • U kunt EON bedienen terwijl u kijkt op het videomonitorscherm. LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Klassiek OTHER M Overige muziek 1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. 2 Druk op rOPTION op de afstandsbediening. Het tuneroptiemenu verschijnt. Voor meer informatie over het optiemenu, zie bladzijde 39. 3 Druk op kCursor k / n op de afstandsbediening om “EON” te selecteren en druk op kENTER. “EON:OFF” verschijnt op de display van het voorpaneel. Huidige frequentie EON:OFF y 5 Om een zender op te zoeken, drukt u op kCursor k / n op de afstandsbediening. Als u drukt op kCursor n, zoekt dit toestel naar beneden vanaf de huidige frequentie. Als u drukt op kCursor k, zoekt dit toestel hoger dan de huidige voorkeuzezender. Als een zender is gedetecteerd, stopt het zoeken. Indien de zender niet de gewenste is, drukt u op dezelfde toets om door te gaan met zoeken. Om zoeken te beëindigen, drukt u op rOPTION. • Als er geen zenders zijn geregistreerd, verschijnt “No Presets” of “No Presets in Memory” op de display. Zie bladzijde 32 en registreer zenders. • Indien het aanverwante station van de geselecteerde voorkeuzezender of de EON dataservice niet beschikbaar is, verschijnt “Not Available”. 4 Druk op kCursor l / h om een programmatype te selecteren. NEWS AFFAIRS OFF INFO SPORT Opmerking • Indien “Not found” wordt weergegeven, is er geen zender beschikbaar voor het geselecteerde programmatype dat is gedetecteerd. Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (EON) U kunt de EON (Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio Data Systeem netwerk ontvangen. Indien u Radio Data Systeem zenders ontvangt als een aanverwante zender start met het uitzenden van een programma dat u hebt geselecteerd, wisselt dit toestel automatisch van zender. Om gebruik te maken van deze functie selecteert u een van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) terwijl u de Radio Data Systeem zender ontvangt. Als een verwante zender start met het uitzenden van een geselecteerd programma, stemt dit toestel automatisch af op die zender en keert het terug naar de vorige zender als het geselecteerde programma is beëindigd. 34 Nl 5 Na het selecteren van een programmtype, drukt u op rOPTION om het optiemenu te beëindigen. Als een aanverwant station het geselecteerde programma begint uit te zenden, stemt dit toestel automatisch af op die zender. Als het programma eindigt, wordt er automatisch teruggeschakeld naar de vorige zender. De EON wordt in de volgende gevallen uitgezet: – als de EON éénmaal is geactiveerd – als dit toestel in standby is gezet voordat EON is geactiveerd – als een andere zender is geselecteerd voordat EON is geactiveerd y • Om de EON te annuleren, voltooit u stap 1 tot 5 opnieuw en selecteert u “EON:OFF”. Gebruikmaken van iPod™ Opmerkingen • iPod touch, iPod (Click and Wheel inclusief iPod classic), iPod nano, en iPod mini worden ondersteund. • Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn. • Sommige functies zijn mogelijk niet compatibel, afhankelijk van het model van uw Yamaha iPod universeel dock. De volgende hoofdstukken beschrijven de procedure bij het gebruik van de YDS-11. • Zodra de verbinding tussen uw iPod en dit toestel gereed is, verschijnt er “iPod connected” op de display van het voorpaneel. • Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op de videomonitor kunnen verschijnen, zie het hoofdstuk “iPod” op bladzijde 65. Bedienen van een iPod in de menu browsen-stand Bedienen van iPod™ Toets k Menu omhoog 1 n Menu omlaag l Vorige menu Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk herhaaldelijk op de eDOCK) om “iPod (DOCK)” als de signaalbron te selecteren. h Volgende menu 2 Druk op tDISPLAY op de afstandsbediening. Het volgende scherm zal op de videomonitor verschijnen. w Terug zoeken (ingedrukt houden) f Vooruit zoeken (ingedrukt houden) a Vooruit springen b Terug springen s Stop e Pauze (menu browsen-stand) Weergave/pauze (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie) p Weergave (menu browsen-stand) Weergave/pauze (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie) DISPLAY Schakel tussen de menu browsen-stand en de eenvoudige afstandsbedieningsfunctie Bedienen van een iPod in de eenvoudige afstandsbedieningsstand Music> Videos>  3 Druk op kCursor k / n om “Music” of “Videos” te selecteren en druk op kCursor h. • Selecteer “Music” om te browsen in de muziekbestanden. • Selecteer “Videos” om te browsen in de videobestanden. Opmerking • “Videos” wordt niet weergegeven als uw iPod of Yamaha iPod universal dock de browserfunctie voor het browsen van videobestanden niet ondersteunt. Nederlands U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stoppen, overslaan, enz.) uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening zonder het menu op de videomonitor weer te geven. U kunt uw iPod ook direct bedienen met deze functie. iPodTop AANHANGSEL t • “_”(streep) wordt weergegeven voor tekens die dit toestel niet kan weergeven. AANVULLENDE INFORMATIE l y ENTER Volgende menu GEAVANCEERD E BEDIENING k Functie U kunt de uitgebreide iPod handelingen uitvoeren met de afstandsbediening terwijl u op het weergegeven menu kijkt op de videomonitor. U kunt door de muzieknummers of videobestanden bladeren die op uw iPod zijn opgeslagen en die op de monitor worden weergegeven. U kunt uw iPod niet direct bedienen met deze functie. BASISBEDIENING U kunt uw iPod bedienen als u deze in het iPod universele dock zet en de signaalbron wisselt naar DOCK. U kunt uw iPod bedienen via de videoweergave (menu browsen-stand) of zonder dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsstand). Indien u uw iPod aansluit op dit toestel, dan kunt u de volgende handelingen uitvoeren met de afstandsbediening. VOORBEREIDIN GEN y INLEIDING Als u eenmaal uw iPod in een Yamaha iPod universele dock heeft geplaatst (zoals de YDS-11, die apart wordt verkocht) die aangesloten is op de DOCK-aansluiting op het achterpaneel van dit toestel (zie bladzijde 19), kunt u uw iPod bedienen met de afstandsbediening met behulp van het menu dat op de videomonitor wordt weergegeven. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals het MP3-formaat) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 29). 35 Nl Gebruikmaken van iPod™ 4 Druk up kCursor k / n / l / h om een menu-item te selecteren en vervolgens op kENTER om het afspelen te starten. Menu-items van “Music” Playlists, Artists, Albums, Songs, Genres, Composers • Playlists > Songs • Artists > Albums > Songs • Albums > Songs • Songs • Genres > Artists > Albums > Songs • Composers > Albums > Songs Menu-items van “Videos” Menu-items variëren, afhankelijk van de bestanden op uw iPod. ■ Beschrijving van de weergaveinformatie display Willekeurige weergave/herhaalde weergave U kunt een speciale weergavefunctie gebruiken zoals een willekeurige weergave en een herhaalde weergave bij het instellen van het OPTION-menu. 1 Druk op tDISPLAY om de menubrowsenstand te wisselen als “iPod (DOCK)” als signaalbron is geselecteerd. Om de functie voor het willekeurig of herhaald afspelen in eenvoudige afstandmodus te gebruiken, stel uw iPod in vanaf zijn menu. 2 Druk op rOPTION. Het OPTION-menu wordt weergegeven. 3 Druk op kCursor k / n om de gewenste afspeelfunctie te selecteren, “Shuffle” of “Repeat”, en druk vervolgens op kENTER. De volgende weergavestijlen zijn beschikbaar afhankelijk van de geselecteerde weergavefuctie. g iPod[Play] 1/9  FrankieZipper Made-to-order RoadtoIndia    |||||;;;;;;;;;;;;;;; 0:51-7:44 All a b c d e f h Shuffle: Speelt willekeurig songs of albums af (keuzes: Off, Songs, Albums). • Selecteer “Off” indien u niet in willekeurige volgorde wilt afspelen. • Selecteer “Songs” om songs in willekeurige volgorde af te spelen. • Selecteer “Albums” om albums in willekeurige volgorde af te spelen. i a Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten b Artiestnaam c Albumtitel d Songtitel e Voortgangsbalk f Verstreken tijd gPictogrammen willekeurige en herhaalde weergave h (weergave), (pauze), (vooruit zoeken) en (achteruit zoeken) i Resterende tijd Repeat: Speelt songs of albums hehaaldelijk af (keuzes: Off, One, All). • Selecteer “Off” indien u niet herhaaldelijk wilt afspelen. • Selecteer “One” om elke song te herhalen. • Selecteer “All” om alle songs te herhalen. 4 y • U kunt informatieschermen wijzigen op de display op het voorpaneel met behulp van FINFO (of gINFO) (zie bladzijde 26). Items die worden weergegeven op de display van het voorpaneel verschillen afhankelijk van de op dat moment geselecteerde stand. Selecteer de gewenste stijl met behulp van kCursor l / h. De stijl is geselecteerd. Weergave start met de functie die is geselecteerd in stap 3. Om naar het vorige scherm terug te keren, druk op kRETURN. Om naar de vorige weergavefunctie terug te keren, moet u de bovenstaande stappen ongedaan maken. y • Als de willekeurige weergave bezig is, verschijnt “ ” op de videomonitor. • Indien “Repeat” is ingesteld op “One” of “All”, verschijnt “ 1 ” of “ op de videomonitor. 36 Nl All ” Gebruikmaken van Bluetooth™ componenten “Paren” (“Pairing”) refereert naar de handeling van het registreren van een Bluetooth component ten behoeve van Bluetooth verbinding. Er dient een paring uitgevoerd te worden bij het gebruik van een Bluetooth component met de Bluetooth draadloze audio-ontvanger, als de laatste voor de eerste keer op dit toestel wordt aangesloten, of als de paringsgegevens verwijderd zijn. Zorg dat de Bluetooth component de Bluetooth draadloze audio-ontvanger herkent. Indien de Bluetooth de Bluetooth draadloze audioontvanger herkent, bijvoorbeeld “YBA-10 YAMAHA”, dan wordt Bluetooth weergegeven in de apparatenlijst. 6 Selecteer de Bluetooth draadloze audioontvanger in de Bluetooth apparatenlijst en voer het toetspad “0000” in de Bluetooth component. Als de paring is voltooid, verschijnt “Completed” op de display van het voorpaneel. y • U hebt de paringshandeling alleen de eerste keer nodig wanneer u gebruik maakt van de Bluetooth component met de Bluetooth draadloze audio-ontvanger. • Het paren vereist handelingen op dit toestel en op de andere component waarmee Bluetooth verbinding dient te worden gemaakt. Raadpleeg zonodig de meegeleverde handleiding van het andere component. ■ Het paren van de Bluetooth draadloze audioontvanger en uw Bluetooth component Weergave van de Bluetooth™ component 1 Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk herhaaldelijk op de eDOCK) om “Bluetooth (DOCK)” als de signaalbron te selecteren. 2 Zet het Bluetooth component aan dat u wilt paren en zet het in de paringsstand. Voor meer informatie over de werking van het Bluetooth component, raadpleegt u de instructiehandleiding. 2 Druk op rOPTION. 3 Druk herhaaldelijk op kCursor n om “Connect” te selecteren en druk op kENTER. Na de uitvoering van “Connect”, start de communicatie met de Bluetooth component. Wanneer de aangesloten Bluetooth draadloze audio-ontvanger de Bluetooth component herkent, verschijnt er “BT Connected” op de display van het voorpaneel. 3 Druk op rOPTION. Het OPTION-menu voor DOCK ingang verschijnt op de videomonitor. DOCKOPTION .VolumeTrim Connect Pairing y • Wanneer u drukt op kENTER op de afstandsbediening drukt, zoekt de aangesloten Bluetooth draadloze audio-ontvanger de laatst verbonden Bluetooth component en verbindt zich daarmee. Als de Bluetooth draadloze audio-ontvanger de Bluetooth component niet kan vinden, verschijnt er “Not found” op de display van het voorpaneel. • Om de Bluetooth draadloze audio-ontvanger los te koppelen van de Bluetooth component, dient u opnieuw het OPTION-menu weer te geven, selecteert u “Disconnect”, en drukt u op kENTER. 4 [ [ []/[]:Up/Down [ENTER]:Select y 4 Begin met de weergave van uw Bluetooth component. • Om de paring te annuleren, druk op kRETURN. • U kunt de paringsuitvoering ook starten door GMEMORY op het voorpaneel ingedrukt te houden. 37 Nl Nederlands Druk op kCursor n om “Pairing” te selecteren en druk op kENTER. “Searching” verschijnt op de display van het voorpaneel en de paringsuitvoering start. AANHANGSEL Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk herhaaldelijk op de eDOCK) om “Bluetooth (DOCK)” als de signaalbron te selecteren. AANVULLENDE INFORMATIE 1 GEAVANCEERD E BEDIENING Er is een tijdslimiet van 8 minuten gesteld voor de paringsbewerking om de veiligheid te garanderen. We raden u aan dat u de instructies voordat u begint leest zodat u deze goed begrijpt. y • De Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger kan gepaard worden aan tot maximaal acht Bluetooth componenten. Als het paren met een negende component lukt en de paringsgegevens zijn geregistreerd, zijn de paringsgegevens voor de minst onlangs gebruikte component gewist. BASISBEDIENING 5 VOORBEREIDIN GEN Het paren van de Bluetooth™ draadloze audio-ontvanger en uw Bluetooth™ component INLEIDING Dit toestel ondersteunt A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) Bluetooth profiel. U kunt een Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals een apart verkrijgbare YBA-10) aansluiten op de DOCK-aansluiting van dit toestel en luisteren naar de op uw Bluetooth component (zoals een draagbare muziekspeler) opgeslagen muziekinhoud, zonder bedrading tussen dit toestel en de Bluetooth component. U dient alleen van tevoren het “Paren” (“Pairing”) uit te voeren van de aangesloten Bluetooth draadloze audio-ontvanger met uw Bluetooth component. Overige functies Gebruiken van de slaaptimer 3 Controleer de instellingen van die componenten en schakel de HDMI regelfunctie in. Dit toestel: Stel “Control (SETUP-menu → Function Setup → 1 HDMI)” in op “On” in het SETUP-menu (zie bladzijde 50). Externe componenten: Raadpleeg hun instructiehandleidingen. 4 Zet de TV uit. Alle externe componenten die de HDMI regelfunctie ondersteunen gaan uit gekoppeld aan de tv die wordt uitgezet. Als een component niet uit gaat, zet deze dan handmatig uit. 5 Zet de TV aan. Zorg ervoor dat dit toestel aan gaat, gekoppeld aan de tv die wordt aangezet. Als het niet aan gaat, zet deze dan handmatig aan. 6 Stel het signaal in van de TV volgens de component die is aangesloten op dit toestel zoals [HDMI]. 7 Als een DVD-recorder of Blu-ray recorder die de HDMI regelfunctie ondersteunt, is aangesloten op dit toestel, zet deze dan aan. Dit toestel: zorg ervoor dat de signaalbron geselecteerd is waaraan de DVD-recorder of Blu-ray recorder is aangesloten. Als een andere signaalbron geselecteerd is, selecteer de signaalbron dan handmatig. Extern component: zorg ervoor dat u de afbeeldingen goed op de videomonitor kan zien. U kunt dit toestel instellen om na een bepaalde ingestelde tijd automatisch naar de standby-stand terug te keren. Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. Druk herhaaldelijk op qSLEEP om de tijdsperiode in te stellen. Met elke druk op de toets zal het display op het voorpaneel zoals hieronder weergegeven, veranderen. Sleep 120min. Sleep Off Sleep 90min. Sleep 30min. Sleep 60min. Als de slaaptimer is ingesteld, begint de SLEEP-indicator op de display van het voorpaneel op te lichten. Druk herhaaldelijk op qSLEEP op de afstandsbediening tot “Sleep Off” verschijnt op het display op het voorpaneel. Gebruikmaken van de HDMI™ regelfunctie Dit toestel ondersteunt de HDMI besturingsfunctie. Wanneer een TV die de HDMI regelfunctie ondersteunt, is aangesloten op dit toestel via de HDMI-aansluiting, kunnen de volgende handelingen van dit toestel worden geregeld met de afstandsbediening van de TV (behalve bij sommige TV’s). • Schakelen tussen aan en stand-by (aangesloten op een TV) • Volume regeling (op/neer, dempen) • Het geluid wisselen tussen een TV en dit toestel Als u gebruik maakt van de HDMI-regelfunctie, doet u het volgende in navolging van de instructiehandleiding van de tv. • Zet de HDMI-regelfunctie op de TV aan. • Sluit de TV aan op dit toestel waarbij u de instructies voor het aansluiten van de TV op een AV-versterker opvolgt. y • U hoeft stap 1 tot 7 niet voor de tweede keer uit te voeren. 8 y • De HDMI regelcompatibele onderdelen bevatten Panasonic VIERA Link compatibele TV, DVD-speler/recorder en Blu-ray Discspeler. • Als een DVD recorder/Blu-ray recorder/HD DVD recorder die de HDMI regelfunctie ondersteunt, is aangesloten via de HDMI-aansluiting, dan is de bediening ook verbonden met die van dit toestel. Raadpleeg voor meer informatie de instructiehandleiding. • We raden u aan om een TV, DVD-recorder, Blu-ray recorder en HD DVD-recorder te gebruiken van dezelfde producent. 1 2 Sluit een TV aan op dit toestel die de HDMI regelfunctie ondersteunt, via een HDMIaansluiting. Zet alle componenten die zijn aangesloten op dit toestel via de HDMI-aansluiting, aan. Voor meer informatie over de werking van externe componenten, raadpleegt u de meegeleverde instructiehandleidingen. 38 Nl Voer de volgende handelingen uit met de afstandsbediening van de tv om de verbinding te controleren. • Aan- en uitzetten • Volume aanpassen • Wisselen van geluidsweergavecomponenten Opmerkingen • Als dit toestel niet werkt gekoppeld met de TV, zet de TV dan uit en weer aan of haal de stekker uit het stopcontact en steek deze er weer in. Dit kan het probleem mogelijk verhelpen. • Als het probleem blijft bestaan, controleert u dan het volgende: – Dit toestel: Is de HDMI regelfunctie ingesteld op “On”? (zie bladzijde 50) – TV: is de HDMI-regelfunctie ingeschakeld? y • Als de TV die op dit toestel is aangesloten de HDMI regelfunctie ondersteunt, hoeft u alleen maar de aansluitingen van de audioweergave op de AV1-aansluitingen van dit toestel aan te sluiten, wat optische digitale ingangsaansluitingen zijn, en de videomonitor aan te zetten. TV van SCENE wordt automatisch geselecteerd wanneer u de TV aanzet, en kunt u meteen van het TV-geluid genieten. Wanneer de aansluitingen van de audioweergave op de AV2-6, AUDIO1-2 of V-AUX-aansluitingen worden aangesloten, ken die aansluitingen naar de tv op voorhand toe. (zie bladzijde 24). GEAVANCEERDE BEDIENING Het optionele menu instellen voor elke signaalbron (OPTION menu) 1 Druk op rOPTION op de afstandsbediening. Het OPTION menu verschijnt. De weergegeven OPTION menu-items verschillen afhankelijk van de signaalbron. Zie voor details de volgende paragraaf. HDMI1OPTION Menu-item HDMI1-4 Volume Trim Decoder Mode Extended Surround Signal Info AV1-4 Volume Trim Decoder Mode Extended Surround Signal Info Volume Trim AUDIO1-2 Volume Trim []/[]:Up/Down [ENTER]:Select V-AUX Volume Trim PHONO Volume Trim iPod (DOCK) Volume Trim Shuffle Repeat Bluetooth (DOCK) Volume Trim Connect/ Disconnect Pairing TUNER Volume Trim FM Mode Auto Preset PTY Seek EON Volume Trim Video Out Om het OPTION menu af te sluiten, drukt u op rOPTION. U kunt ook kRETURN gebruiken om naar het vorige scherm terug te keren of het OPTION menu te sluiten. • Als kCursor of andere toetsen niet werken na het sluiten van het OPTION menu, selecteert u dan de signaalbron opnieuw met behulp van de eIngang keuzetoetsen. Hieronder staat een uitgebreide uitleg van de menu-items in deze tabel. y • De standaard instelling is aangegeven met “*”. ■ Volume Trim Signaalbron: All Instelbaar bereik: -6.0 dB tot 0.0 dB* tot +6.0 dB (in 0,5 dB stappen) Vermindert een wijziging in volume bij het wisselen van signaalbronnen door de verschillen in volume tussen de signaalbronnen te corrigeren. U kunt voor deze parameter voor elke signaalbron instellen. AANHANGSEL y MULTI CH Clear Preset AANVULLENDE INFORMATIE Wijzig de instelling van het geselecteerde menu-item (of schakel een functie in) met behulp van kCursor k / n / l / h en kENTER. Details van het geselecteerde menu-item worden weergegeven. De parameters die u kunt instellen verschillen per menu-item. GEAVANCEERDE BEDIENING Selecteer het gewenste menu-item umet behulp van kCursor k / n, en druk op kENTER. Parameters van het geselecteerde menu-item worden weergegeven. BASISBEDIENIN G 5 Signaalbron AV5-6 [ 4 De volgende menu-items worden geleverd voor elke signaalbron. .VolumeTrim DecoderMode ExtendedSurround SignalInfo [ 3 OPTION menu-items VOORBEREIDIN GEN 2 Selecteer een signaalbron met behulp van de RINPUT-schakelaar (of eIngang keuzetoetsen). INLEIDING Dit toestel heeft de OPTION menu met veel gebruikte menu-items voor signaalbronnen geschikt voor dit toestel. De procedure om de OPTION menu-items in te stellen wordt hieronder beschreven. Nederlands 39 Nl Het optionele menu instellen voor elke signaalbron (OPTION menu) ■ Decoder Mode Signaalbron: Keuzes: HDMI1-4, AV1-4 Auto*/DTS Selecteert DTS of digitale audiosignalen voor reproductie. Auto DTS ■ Selecteert automatisch audio signaalbronnen. Selecteert alleen DTS signalen. Andere signaalbronnen worden niet gereproduceerd. Extended Surround Signaalbron: Keuzes: HDMI1-4, AV1-4 Auto*/PLIIx Movie/PLIIx Music/EX/ES/ Off Selecteert het wel of niet reproduceren van multi-kanaals ingangsignalen in 6.1- of 7.1-kanalen als surround achter luidsprekers worden gebruikt. Auto PLIIx Movie PLIIx Music EX/ES Off Selecteert automatisch de meest geschikte decoder naar aanleiding van een signaal voor het reproduceren van surround achter kanalen aanwezig is en reproduceert de signalen in 6.1of 7.1 kanalen. Reproduceert signalen altijd in 6.1- of 7.1kanalen met PLIIx Movie decoder als het signaal voor reproduceren van surround achter kanalen wel of niet aanwezig zijn. U kunt deze parameter selecteren als twee surround luidsprekers zijn aangesloten. Reproduceert signalen altijd in 6.1- of 7.1kanalen met PLIIx Music decoder als het signaal voor reproduceren van surround achter kanalen wel of niet aanwezig zijn. U kunt deze parameter selecteren als een of twee surround luidsprekers zijn aangesloten. Selecteert automatisch de meest geschikte decoder of er nu wel of niet een signaal voor het reproduceren van surround achter kanalen aanwezig is en reproduceert altijd de signalen in 6.1 kanalen. Reproduceert signalen altijd in 5.1 kanalen wanneer het 5.1 kanaalgeluid de signaalbron is, of het signaal voor reproduceren van surround achterkanaal nu wel of niet aanwezig is. ■ Signal Info Signaalbron: HDMI1-4, AV1-4 Geeft informatie over audio- en videosignalen op de videomonitor en de display van het voorpaneel. U kunt de items die moeten worden weergegeven, wijzigen met behulp van kCursor k / n. Signal Info parameters ■ Audio-informatie Informatie Beschrijving Format Formaat van digitale audiosignalen. Channel Aantal ingangssignaalkanalen (voor/ surround/LFE). Bijvoorbeeld, als ingangsignaalkanalen voor 3 voorkanalen zijn, worden 2 surround en een LFE kanaal, “3/2/0.1” worden weergegeven. Als een kanaal niet kan worden uitgedrukt als hierboven, dan kan er een totaal aantal kanalen worden weergegeven zoals “5.1ch”. Sampling De bemonsteringsfrequentie van digitaal ingangsignaal. Bitrate De bitsnelheid van het ingangsignaal per seconde. Opmerkingen • “No Signal” wordt weergegeven als er geen signalen worden weergegeven “---” wordt weergegeven als signalen worden weergegeven die dit toestel niet kan herkennen. • De bitsnelheid kan tijdens het afspelen variëren. ■ Videoinformatie Informatie Beschrijving In Formaat en resolutie van het videoingangsignaal. Out Formaat en resolutie van het videouitgangsignaal. Message Foutberichten over HDMI signalen en HDMI componenten. Zie het volgende voor details over foutmeldingen. HDMI foutbericht (verschijnt alleen als een fout optreedt) HDCP verificatie mislukt. HDCP Error Device Over Er zijn teveel HDMI componenten aangesloten. Out of Res. Het aangesloten beeldscherm is niet compatibel met het videoingangsignaal. 40 Nl Het optionele menu instellen voor elke signaalbron (OPTION menu) ■ FM Mode Signaalbron: Keuzes: TUNER Stereo*/Mono Stelt de FM zendontvangststand in. ■ Auto Preset Signaalbron: TUNER ■ Clear Preset Signaalbron: TUNER Wissen van voorkeuzezenders (zie bladzijde 32). ■ PTY Seek TUNER Hiermee ontvangt u de EON (Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio Data Systeem (zie bladzijde 33). 3 Druk op kCursor k / n om “Video Out” weer te geven, en druk op kENTER. Het volgende scherm verschijnt. MULTI CHOPTION Shuffle Signaalbron: Keuzes: Video Out;;;;Off iPod (DOCK) Off*/Songs/Albums Wijzigt de willekeurige weergavestijlen (zie bladzijde 36). Signaalbron: Keuzes: iPod (DOCK) Off*/One/All Wijzigt de herhaalde weergavestijlen (zie bladzijde 36). ■ []/[]:Video [ [ [Return]:Return Repeat Druk op kCursor l / h om een video ingangsaansluiting te selecteren waarop een te gebruiken component als video signaalbron is aangesloten. – AV1-2 (COMPONENT VIDEO-aansluitingen) – AV3-6 (VIDEO-aansluiting) – V-AUX (VIDEO-aansluiting) – Off (geen video-ingang) 5 Om de instelling te beïndigen, druk op rOPTION. Connect / Disconnect Signaalbron: Bluetooth (DOCK) Zet communicatie met een Bluetooth component aan en uit (zie bladzijde 37). ■ Pairing Signaalbron: Bluetooth (DOCK) Voert het paren van dit toestel en een Bluetooth component uit (zie bladzijde 37). ■ AANHANGSEL 4 Video Out Signaalbron: Keuzes: AANVULLENDE INFORMATIE ■ GEAVANCEERDE BEDIENING Druk op rOPTION op de afstandsbediening. Het OPTION menu verschijnt. EON Signaalbron: ■ 2 TUNER Zoekt een zender dat een programma uitzendt volgens de gewenste categorie van de voorkeuzezenders tijdens het gebruiken van het Radio Data Systeem (zie bladzijde 33). ■ Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk op eMULTI) om de signaalbron te wijzigen in “MULTI CH”. BASISBEDIENIN G Signaalbron: 1 VOORBEREIDIN GEN Detecteert automatisch radiozenders in de FM frequentieband en registreert deze als voorkeuzezenders (zie bladzijde 31). Wanneer “MULTI CH” als signaalbron geselecteerd wordt, kan een videosignaalbron van een andere aansluiting worden weergegeven op de videomonitor. Zelfs als bijvoorbeeld een audio- en videocomponent, zoals een DVD-speler, die het weergeven van een multikanaals digitale audiosignaal niet ondersteunt, kan het videosignaal worden weergegeven naar de videomonitor tijdens het reproduceren van een multi-kanaals analoog audiosignaal. INLEIDING Stereo Ontvangt in stereostand. Mono Ontvangt in monostand. U krijgt een betere ontvangst in monostand. Het weergeven van een videosignaal vanaf een andere signaalbron tijdens het reproduceren van een multi-kanaals audiosignaal MULTI CH AV1 naar 6/V-AUX/Off* Nederlands Wanneer het multi-kanaals ingangsignaal is geselecteerd, wordt een ingangssignaal van een andere aansluiting naar de videomonitor weergegeven. Zie “Het weergeven van een videosignaal vanaf een andere signaalbron tijdens het reproduceren van een multi-kanaals audiosignaal” op deze pagina. 41 Nl Bewerken van surround decoders/geluidsveldprogramma’s Instellen van geluidsveldparameters Hoewel de geluidsveldprogramma’s voldoen zoals ze zijn met de standaard parameters, kunt u geluidseffecten arrangeren of decoders die geschikt zijn voor akoestische condities van bronnen of kamers door het instellen van de parameters (geluidsveldelementen). y • U kunt het geluidsveld beschermen tegen wijzigingen van parameters van de geluidsveldparameters door “Memory Guard” van het SETUPmenu in te stellen op “On” (zie bladzijde 52). Voor het wijzigen van de parameters, stelt u het in op “Off”. 1 2 3 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. Druk op jSETUP op de afstandsbediening. Het SETUP-menu verschijnt op de monitor. Druk op kCursor k / n om “DSP Parameter” te selecteren en druk op kENTER. Het scherm verandert als volgt. Geluidsveldprogramma 6 Om de bewerking te beëindigen, druk op jSETUP. Om de parameters van het geselecteerde geluidsveldprogramma te initialiseren, druk herhaaldelijk op, kCursor n om “Initialize” te selecteren en druk vervolgens op kCursor h. Als het bevestigingsscherm op de monitor verschijnt, drukt u op kCursor h om de initialisatie te bevestigen of op kCursor l het te annuleren. Geluidsveldparameters y • De standaard instelling is aangegeven met “*”. CINEMA DSP basisparameters SUR. Keuzes: PLIIx Movie*/Neo:6 Cinema Selecteert een te gebruiken surrounddecoder met een geluidsveldprogramma in de MOVIE categorie. PLIIx Movie: MOVIE1/2 .Sci-Fi SUR.;;;;PLII Movie 3DDSP;;;;;;;;;ON DSPLevel;;;;;0dB  P.Init.Dly;;;16ms  P.RoomSize;;;1.0 S.Init.DLY;;;;2ms Paginanummer p Cursor [  []/[]:Select Geluidsveldparameters 4 5 Ingestelde waarden Druk op kCursor k / n om “→” naar het geluidsveldprogramma te verplaatsen en druk op kCursor l / h om het geluidsveldprogramma te selecteren. Druk op kCursor k / n om de parameter die u wilt wijzigen te selecteren, en druk op kCursor l / h om de parameter te wijzigen. Er verschijnt een (*) aan de linkerkant van de geluidsveldparameternaam die wordt weergegeven op de monitor als u de parameter wijzigt van de standaard instelling. Voor informatie over de functies en het instelbare bereik van de geluidsveldparameters, zie “Geluidsveldparameters” op deze bladzijde. y • Herhaal zo nodig stappen 4 en 5 om andere geluidsveldprogramma's te wijzigen. • Een complete lijst met parameters van enkel geluidsveldprogramma's kan meer dan één pagina bestrijken. Druk in dat geval op kCursor k / n om door de pagina's te bladeren. 42 Nl selecteert de Dolby Pro Logic IIx (Movie) decoder. Neo:6 Cinema: selecteert de Neo:6 (Cinema) decoder. Opmerking • Surrounddecoders kunnen niet worden gewijzigd wanneer ze gebruikt worden met de volgende MOVIE geluidsveldprogramma's. – Mono Movie – Sports – Action Game – Roleplaying Game 3D DSP Keuzes: On*/Off Wanneer CINEMA DSP 3D is ingeschakeld, wordt ingesteld of de geluidsveldprogramma’s in CINEMA DSP 3D modus gebruikt worden. Opmerking • Wanneer de aanwezigheidluidsprekers niet worden gebruikt, worden de 3D DSP parameters niet weergegeven. DSP Level Instelbaar bereik: -6 dB tot 0 dB* tot +3 dB Stelt een effectniveau fijn af (mate van het geluidsveldeffecct dat kan worden toegevoegd). U kunt het niveau van het geluidsveldeffect afstemmen als u de geluidsniveaus controleert. Stel “DSP Level” als volgt af. • Het effectgeluid is te zacht. • Er is geen verschil van effecten tussen de geluidsveldprogramma’s. →Verhoog het effectniveau. • De geluidsweergave is dof. • Het geluidsveldeffect dat is toegevoegd is te veel. →Verminder het effectniveau. Bewerken van surround decoders/geluidsveldprogramma’s Keuzes: 0* tot 5 De Ideale dialoogpositie Niveau Geluid van oorspronkelijke bron Snel weerkaatsend geluid Tijd Tijd Vertraging BASISBEDIENIN G Vertraging Geluidsbron Verplaats omhoog naar de ideale dialoogpositie Weerkaatsend oppervlak Klein = 1ms • “Dialog Lift” wordt alleen weergegeven als de aanwezigheidluidsprekers beschikbaar zijn. • U kunt de dialoogpositie niet lager dan de standaardinstelling verplaatsen. Geluidsveldparameters voor de geavanceerde configuraties • Sommige geluidsveldprogramma's hebben parameters voor het instellen van specifieke geluidsvelden. De volgende letters worden naast de namen van die parameters weergegeven. – P (aanwezigheidsgeluidsveld) – S (surround geluidsveld) – SB (surround achter geluidsveld) ■ Parameters voor het instellen van snel weerkaatsend geluid Parameter 1 tot 99ms 1 tot 99ms 1 tot 49ms 1 tot 49ms • We raden u aan om de grootte van het corresponderende geluidsveld aan te passen wanneer u de vertragingstijd aanpast. ■ Parameters voor het opgeven van de kamergrootte Parameter Room Size P.Room Size S.Room Size SB Room Size Instelbaar bereik 0.1 tot 2.0 Produceer een ander gevoel van geluidsexpansie volgens de opgegeven kamerafmeting. In een grote ruimte zoals een muziekhal duurt het lang vanaf het moment dat het weerkaatste geluid wordt gehoord tot het volgende moment waarop het weerkaatste geluid wordt gehoord. Derhalve kunnen verschillende soorten geluidsexpansie worden gemaakt door de duratie te veranderen. 1.0 is de oorspronkelijke kamergrootte. Wanneer deze parameter op 2.0 wordt ingesteld, wordt elke zijkant van de ruimte tweemaal zo groot dan de oorspronkelijke grootte gedefinieerd. AANHANGSEL Init.Dly P.Init.Dly S.Init.Dly SB Init.Dly Instelbaar bereik y AANVULLENDE INFORMATIE y Groot = 99ms GEAVANCEERDE BEDIENING “0” (standaard) correspondeert met de laagste positie, en “5” met de hoogste positie. Opmerkingen VOORBEREIDIN GEN Verhoog deze parameter als de dialoog van een lagere positie dan het scherm van de videomonitor blijkt te komen. INLEIDING Stelt de verticale positie van het centrale geluid in zoals dialogen wanneer de aanwezigheidluidsprekers worden gebruikt. Verhogen van deze parameter verhoogt de positie. Stel de dempkarakteristieken van snel weerkaatsend geluid in. U kunt een levendig geluidsveld creëren ( met een hoog weerkaatsend geluidsniveau) naarmate u de waarde verhoogt, en een dood geluidsveld ( met een laag weerkaatsend geluidsniveau) naarmate u de waarde verlaagt. Het creëren van een levendig of dood geluidsveld in een muziekhal wordt bepaald door de akoestische absorptiekarakteristieken van de weerkaatsende oppervlakken. Er wordt een dood geluidsveld gecreëerd waneer de weerkaatsingtijd kort is, terwijl een levendig geluidsveld wordt gecreëerd wanneer de weerkaatsingtijd lang is. Niveau Dialog Lift Nederlands 43 Nl Bewerken van surround decoders/geluidsveldprogramma’s Brongeluid Niveau Niveau Vroege weerkaatsingen Tijd Tijd Geluidsbron Rev.Time parameter stelt de dempingtijd van het weerkaatsend geluid achter in op basis van de tijd dat 1kHz weerkaatsend geluid voor 60dB aan demping ongeveer in beslag neemt. Weerkaatsend geluid dempt sneller naarmate u de waarde verlaagt. Met de Rev.Time instelling kunt u een natuurlijk weerkaatsend geluid creëren door de dempingtijd voor een geluidsbron of een ruimte met minder echo langer in te stellen, of korter voor een geluidsbron of ruimte met meer echo. Natrilling Brongeluid achter Vroege weerkaatsingen Natrilling achter 60dB Klein = 0.1 ■ Groot = 2.0 Tijd Tijd Rev.Time Rev.Time Korte natrillingen Lange natrillingen Parameters voor het definiëren van dempkarakteristieken van snel weerkaatsend geluid Parameter 60dB Instelbaar bereik Liveness S.Liveness SB Liveness 0 tot 10 0 tot 10 0 tot 10 Geluidsbron Klein = 1.0s Groot = 5.0s De Rev.Delay parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Door de waarde van Rev.Delay te verhogen kunt u een weerkaatsend geluid creëren in een grotere ruimte voor dezelfde Rev.Time. Niveau Stel de demping van weerkaatsend geluid in. U kunt een levendig geluidsveld creëren (met een hoog weerkaatsend geluidsniveau) naarmate u de waarde verhoogt, en een dood geluidsveld (met een laag weerkaatsend geluidsniveau) naarmate u de waarde verlaagt. Het creëren van een levendig of dood geluidsveld in een muziekhal wordt bepaald door de akoestische absorptiekarakteristieken van de weerkaatsende oppervlakken. Er wordt een dood geluidsveld gecreëerd waneer de weerkaatsingtijd kort is, terwijl een levendig geluidsveld wordt gecreëerd wanneer de weerkaatsingtijd lang is. Brongeluid (dB) Brongeluid Dood 60dB Niveau Niveau Levendig Brongeluid Tijd Tijd Tijd Rev.Delay Veel weerkaatst geluid Klein = 0 ■ Weinig weerkaatst geluid Groot = 10 Parameters voor het instellen van weerkaatsend geluid Parameter Rev.Time Rev.Delay Rev.Level 44 Nl Instelbaar bereik 1.0 tot 5.0s 0 tot 250ms 0 tot 100% Rev.Time Bewerken van surround decoders/geluidsveldprogramma’s Decoderparameters U kunt de decodereffecten aanpassen door de volgende parameters in te stellen. Voor verschillende soorten decoders, zie bladzijde 29. Brongeluid Wanneer PLIIx Music/PLII Music is geselecteerd Panorama Natrilling achter (dB) Keuzes: Off*/On Rev.Level Dimension Instelbaar bereik: -3 tot STD* tot +3 Tijd Parameters zijn alleen bruikbaar bij bepaalde geluidsveldprogramma’s Direct Keuzes: Auto*/Off Leidt het DSP-circuit en de toonregelaar automatisch om als een analoge geluidsbron is geselecteerd als een signaalbron. Dit creëert een geluid van hogere kwaliteit. Center Width Instelbaar bereik: 0 tot 3* tot 7 y Als Neo:6 Music is geselecteerd • Zie bladzijde 49 voor equalizers die met dit apparaat kunnen worden gebruikt. C.Image Uitsluitend 7ch Stereo Instelbaar bereik: 0.0 tot 0.3* tot 1.0 CT Level/SL Level/SR Level/ SB Level/PL Level/PR Level Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken. Instelbaar bereik: 0 tot 100% Past het volume van het midden (CT), surround L (SL), surround R (SR), surround achter (SB), presence L (PL) en presence R (PR) kanalen in het 7ch Stereo programma aan. Welke parameters beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen. AANHANGSEL Alleen Straight Enhancer/7ch Enhancer Effect Level Keuzes: AANVULLENDE INFORMATIE Spreidt het middengeluid naar links en rechts volgens uw voorkeur. Stel deze parameter in op 0 voor het weergeven van het middengeluid van alleen de middenluidsprekers, of naar 7 voor het weergeven ervan vanf de linker of rechter voor-luidspreker. GEAVANCEERDE BEDIENING Auto Geeft audio weer door het DSP circuit en de toonregelaar om te leiden als “Bass” en “Treble” toonregelaars beiden zijn ingesteld op 0 dB. Off Leid de circuits niet om. BASISBEDIENIN G Alleen 2ch Stereo Stelt een verschil in niveau aan tussen het voorgeluidsveldniveau en het surround geluidsveldniveau. U kunt het verschil in niveau dat is gecreëerd door de software die is afgespeeld bijstellen om een geluidsbalans naar voorkeur te krijgen. De surroundgeluiden worden sterker als u de waarde instelt naar de negatieve kant en het voorgeluid sterker wordt als u de waarde stelt naar de positieve kant. VOORBEREIDIN GEN Stelt de soundscape van het voor-geluidsveld bij. Een lage waarde vergroot de omgeving van het geluid en een hoge waarde verkleint het (maakt het midden dominanter). INLEIDING Niveau De Rev.Level parameter stelt het niveau van weerkaatsend geluid in. Het verhogen van de waarde van Rev.Level wordt het niveau van het weerkattsend geluid hoger, waardoor u meer echo kunt creëren. High*/Low Stelt het effectniveau van de Compressed Music Enhancer bij. Om dit effect te verminderen, stelt u de parameter in op “Low”. Nederlands 45 Nl Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu) U kunt met behulp van het SETUP menu verschillende instellingen van dit toestel wijzigen. Zie “Basisbediening van het SETUP menu” op de volgende pagina en vervolgpagina’s om de instellingen te wijzigen. ■ Lijst van SETUP menu-items Menu/Submenu Speaker Setup Functie Stelt items in voor de luidsprekers. 1 Auto Setup (YPAO) Stelt automatisch de uitgangkenmerken in van de luidsprekers. 2 Manual Setup Stelt handmatig de uitgangkenmerken in van de luidsprekers. A)Config Stelt de luidsprekerconfiguraties in, zoals de verbindingsstatus van de luidspreker en een formaat van de aangesloten luidsprekers (geluidsreproductievermogen), dat geschikt is voor de luisteromgeving. B)Level Past het volume van elke luidspreker apart in. C)Distance Stelt de timing waarop bij elk van de luidsprekers geluid wordt weergegeven op basis van de afstand tussen de luidsprekers en de luisterpositie. D)Equalizer Selecteert een equalizer die de kenmerken van het luidsprekersignaal aanpast. E)Test Tone Genereert testtonen. Sound Setup Stelt verschillende items in voor geluidsweergaven. 1 Dynamic Range Past het dynamisch bereik aan van luidsprekers en hoofdtelefoon. 2 Lipsync Past de vertraging toe in weergavetiming tussen videoweergave en audioweergave. HDMI Auto Stelt automatische afstellingen aan of uit voor vertraging tussen weergegeven timing tussen videosignalen die afkomstig zijn van de HDMI-aansluiting en audiosignalen. Auto Delay Regelt de fijnafstelling van een vertragingstijd van HDMI Auto. Manual Delay Regelt handmatig de fijnafstelling van de vertraging van audio en videoweergave. Function Setup 1 HDMI Stelt diverse items in voor HDMI en weergave. Stelt verschillende items in voor signaalbronnen. 47 47 47 47 49 49 49 49 49 49 50 50 50 50 50 50 50 50 Control Selecteert aan of uit van HDMI regelfuncties. Standby Through Selecteert aan of uit van de weergave van HDMI signalen die afkomstig zijn van de HDMI 1-4-aansluitingen naar de HDMI OUT-aansluiting als dit toestel op stand-by staat. Audio Output Selecteert dit toestel of een component aangesloten op dit toestel via de HDMI OUT-aansluiting van dit toestel voor het reproduceren van geluidssignalen die afkomstig zijn van de HDMI 1-4-aansluitingen. 50 Resolution Stelt de resolutie in van de HDMI weergave die wordt geconverteerd van analoge video ingangsignalen. 50 Aspect Stelt een beeldverhouding in van de beelden die zijn gereproduceerd door HDMI signalen geconverteerd van analoge video ingangsignalen. 51 Stelt items in voor een monitor of van de display van het voorpaneel. 51 51 51 51 51 51 2 Display Dimmer Stelt de helderheid in van de display van het voorpaneel. FL Scroll Selecteert de manier om tekens weer te geven op de display op het voorpaneel. OSD Shift Past boven- en onderkantposities aan van de OSD (op het scherm) menu’s. 3 Volume Adaptive DRC Stelt items in voor de volumes. Past het dynamische bereik aan (verschil tussen het maximumvolume en het minimumvolume) in samenhang met het volumeniveau. Max Volume Stelt het maximumvolumeniveau in zodat het volume niet per ongeluk wordt verhoogd. Init. Volume Stelt het volume in op het moment dat het toestel aan staat. 4 Input Rename Verandert de signaalbronnamen die worden weergegeven op een videomonitor of de display van het voorpaneel. 5 Zone2 Stelt het maximale volumeniveau en het initiële volumeniveau van Zone2 in. Max Volume Stelt het maximumvolumeniveau in zodat het volume niet per ongeluk wordt verhoogd. Init. Volume Stelt het volume in op het moment dat het toestel aan staat. DSP Parameter Stelt parameters in voor de geluidsveldprogramma’s. Memory Guard Beschermt bepaalde instellingen tegen onverhoedse verandering. 46 Nl Bladzijde 51 51 52 52 52 52 52 52 Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu) Voorbeeld: A)Config Basisbediening van het SETUP menu A)Config Het SETUP menuscherm verschijnt op zowel de videodisplay (OSD) en de display van het voorpaneel. Center SP  INLEIDING Video display (OSD) SetupMenu . ;SpeakerSetup ;SoundSetup ;FunctionSetup ;DSPParameter ;MemoryGuard [ ;SpeakerSetup Druk op jSETUP op de afstandsbediening. Het SETUP menuscherm verschijnt. Om het instellen te beëindigen, druk op jSETUP. y . 1HDMI 2Display 3Volume 4InputRename 5Zone2 [ y • U kunt terugkeren naar het vorige scherm, door te drukken op kRETURN. Om de submenu’s weer te geven, selecter een menu dat u wilt instellen met behulp van kCursor k / n, en druk op kENTER. Het volgende scherm verschijnt bijvoorbeeld als u “2 Display” selecteert. . Dimmer;;;;;;;;;;;;0 FLScroll;;Continue OSDShift;;;;;;;;;0 y • De standaard instelling is aangegeven met “*”. 1 Auto Setup Past automatisch de weergavekenmerken van de luidsprekers aan om de optimale balans voor het weergegeven geluid te verkrijgen op basis van posities en prestaties van de luidsprekers en akoestische kenmerken van de kamer, die automatisch worden gemeten. Voor informatie over bedieningen, zie bladzijde 21. 2 Manual Setup Past weergavekenmerken van de luidsprekers aan op basis van handmatig ingestelde parameters. Nadat de Auto Setup (YPAO) is uitgevoerd, kunt u automatisch afgestelde parameters controleren onder het Manual Setup menu. Zorg voor een fijnafstelling van de parameters van uw keuze indien nodig. ■ A)Config Stelt de luidsprekerconfiguraties in, zoals de verbindingsstatus van de luidspreker en een formaat van de aangesloten luidsprekers (geluidsreproductievermogen), dat geschikt is voor de luisteromgeving. y • De luidsprekerconfiguraties bevatten items voor het definiëren van de luidsprekergrootte: Groot of Klein. Groot en Klein verwijzen naar luidsprekers met wooferdiameters van respectievelijk 16 cm of groter en kleiner dan 16 cm. Extra SP Assign Keuzes: Zone2*/Presence/None Selecteert de applicatie voor EXTRA SP-aansluitingen. [ 4 [ []/[]:Up/Down []/[]:Adjust [ [ Wijst de EXTRA SP-aansluitingen voor de luidsprekers in de tweede zone toe. Presence Wijst de EXTRA SP-aansluitingen voor de aanwezigheidsluidspreker toe. None Schakelt de EXTRA SP-aansluitingen uit. Opmerking • Tijdens het instellen van “Extra SP Assign” naar “Zone2” of “Presence”, worden de signalen van het surround achterkanaal voor de hoofduitvoer gescheiden weergegeven van andere kanalen. 47 Nl Nederlands Selecteer een item met behulp van kCursor k / n, aen wijzige de instelling van het item met behulp van kCursor l / h. Sommige items van het Manual Setup menu van het Speaker Setup menu nemen een volledig scherm in beslag. Om andere items in het Manual Setup menu weer te geven, drukt u op kCursor k / n. Zone2 AANHANGSEL 2Display U kunt verschillende items voor de luidsprekers instellen. Er zijn twee soorten afstellingen beschikbaar. Een is “1 Auto setup (YPAO)” voor automatische afstelling en de ander is “2 Manual Setup” voor handmatige instelling. AANVULLENDE INFORMATIE [ []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Speaker Setup GEAVANCEERDE BEDIENING Selecteer een menu met behulp van kCursor k / n, en druk op kENTER. Items van het geselecteerde menu worden weergegeven. Het volgende scherm verschijnt bijvoorbeeld als u “Function Setup” selecteert. ;FunctionSetup 3 5 BASISBEDIENIN G In dit hoofdstuk worden procedures voor instellingsmenu’s beschreven die op de videomonitor worden weergegeven. 2 • U kunt andere items wijzigen door stap 4 te herhalen. • Als kCursor of andere toetsen niet werken na het verlaten van het SETUP menu, selecteert u dan de signaalbron opnieuw met behulp van de eIngang keuzetoetsen. Display voorpaneel 1 y VOORBEREIDIN GEN [ []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter None >Small Large Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu) LFE/Bass Out Keuzes: Center SP SWFR/Front/Both* Keuzes: Selecteert luispreker(s) voor het weergeven van de componenten met lage tonen van het LFE (lage frequentie effectgeluid)-kanaal of andere kanalen. De weergavestatus is als volgt. LFE kanaalsignalen Parameter Subwoofer None Small Voorluidsprekers Overige luidsprekers None/Small*/Large Stelt de grootte in van de midden-luidspreker. Selecteer dit wanneer de midden-luidspreker is aangesloten. De signalen voor het middenkanaal zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers worden verspreid. Selecteer dit wanneer een kleine middenluidspreker is aangesloten. De lage frequentie componenten van het middenkanaal worden weergegeven door een subwoofer. Indien een subwoofer niet is aangesloten worden ze weergegeven via de voor-luidsprekers. Selecteer dit wanneer een grote middenluidspreker is aangesloten. Both Uitgang Geen weergave Geen weergave SWFR Uitgang Geen weergave Geen weergave Large Front Geen weergave Uitgang Geen weergave Sur. L/R SP Lage frequentie componenten of andere kanaalsignalen Parameter Subwoofer Voorluidsprekers Overige luidsprekers Both [1] [2] [3] SWFR [4] [3] [3] Front Geen weergave [1] [3] [1] [2] [3] [4] Geeft lage frequentie componenten weer van de linker en rechtr voor-kanalen en het kanaal van de luidspreker, waarvan de grootte is ingesteld op “Small”. Geeft de lage frequentie componenten van de linker en rechter voor-kanalen weer. Produceert lage frequentiesignalen als de groottes van de luidsprekers zijn ingesteld op “Large”. Geeft lage frequentie componenten weer van het kanaal van de luidspreker, waarvan de grootte is ingesteld op “Small”. Front SP Keuzes: Small/Large* Stelt de groottes in van de linker en rechter voorluidsprekers. Small Large Selecteer dit als de kleine luidsprekers zijn aangesloten. De lage frequentie componenten van de linker en rechter voor-kanalen worden weergegeven door een subwoofer. Selecteer dit als de grote luidsprekers zijn aangesloten. Opmerking • Wanneer “LFE/Bass Out” is is ingesteld op “Front”, kunt u alleen “Large” selecteren. Als “LFE/Bass Out” is veranderd naar “Front”, schakelt deze parameter automatisch naar “Large”, zelfs als deze is ingesteld op “Small”. Keuzes: None/Small*/Large Stelt de groottes in van de linker en rechter surround-luidsprekers. None Small Large Selecteer dit als er geen surround-luidsprekers zijn aangesloten. De signalen voor het surroundkanaal zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers worden verspreid. “Sur.B L/R SP” schakelt automatisch naar “None” wanneer dit geselecteerd is. Selecteer dit als de kleine surround-luidsprekers zijn aangesloten. De lage frequentie componenten van de surround-kanalen worden weergegeven door een subwoofer. Indien een subwoofer niet is aangesloten worden ze weergegeven via de voorluidsprekers. Selecteer dit als de grote surroundluidsprekers zijn aangesloten. y • Als “None” is geselecteerd, gaan de geluidsveldprogramma's automatisch naar de Virtual CINEMA DSP-stand. Sur.B L/R SP Keuzes: None/SMLx1/SMLx2*/LRGx1/LRGx2 Stelt de groottes in van de linker en rechter surround achter-luidsprekers. None SMLx1 SMLx2 LRGx1 LRGx2 Selecteer dit als er geen surround achter-luidsprekers zijn aangesloten. Surround achterkanaalsignalen worden weergegeven via de surround L/R luidsprekers en subwoofer. Als de subwoofer is uitgeschakeld, worden deze weergegeven via de surround L/R voor-luidsprekers. Selecteer dit wanneer een kleine surround achter-luidspreker is aangesloten. Selecteer dit als er twee kleine surround achter-luidsprekers zijn aangesloten. Selecteer dit wanneer een grote surround achter-luidspreker is aangesloten. Selecteer dit als er twee grote surround achter-luidsprekers zijn aangesloten. Opmerking • Als “None” is geselecteerd, kunnen “PLIIx Movie”, “PLIIx Music”, en “PLIIx Game” niet worden geselecteerd. 48 Nl Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu) Crossover Freq. Keuzes: 40Hz/60Hz/80Hz*/90Hz/100Hz/110Hz/120Hz/ 160Hz/200Hz y • Indien uw subwoofer een volumeregeling of een crossover frequentieregeling heeft, stelt u het volume in op de helft van de crossoverfrequentie op het maximum. Keuzes: Normal*/Reverse Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven, stelt u hiermee de fase van uw subwoofer om. Normal ■ B)Level Instelbaar bereik: -10.0dB tot +10.0dB (0,5 dB stappen) Standaard “FR.L/FR.R/SWFR/PR.L/PR.R” 0dB instellingen: “CNTR/SUR.L/SUR.R/SBL/SBR” -1.0dB y • Als alleen één surround achter-luidspreker is aangesloten, verschijnt “SB” in plaats van “SBL” en “SBR”. • U kunt volume aanpassen door te luisteren naar testtonen als u “E)Test Tone” instelt op “On” (zie bladzijde 49). • Indien uw subwoofer een volumeregeling of een crossover frequentieregeling heeft, stelt u het volume in op de helft van de crossoverfrequentie op het maximum. Past de geluidskwaliteit van elke luidspreker aan met een grafische equalizer. De grafische equalizer van dit toestel kan signaalniveaus aanpassen in 7 frequentiebereiken. Om binnen iedere range het signaalniveau in te stellen, selecteert u de gewenste luidspreker met kCursor l / h terwijl “→” naast “Channel” wordt weergegeven, vervolgens de gewenste bandfrequentie met kCursor k / n, en pas het signaalniveau aan met kCursor l / h. ■ E)Test Tone Keuzes: Off*/On Schakelt de testtonen aan en uit. Om testtonen te genereren, selecteer “On” met behulp van kCursor l / h. Wanneer “On” is geselecteerd, kunt u de instellingen van “2 Manual Setup” bijstellen terwijl u luistert naar een testtoon. Off Genereert geen testtonen. On Genereert testtonen. Sound Setup Unit Keuzes: 63Hz/160Hz/400Hz/1kHz/2.5kHz/ 6.3kHz/16kHz Instelbaar bereik: -6.0dB tot 0dB* tot +6.0dB (0,5 dB stappen) Keuzes: meters (m)*/feet (ft) meters (m) Geeft de afstanden van de luidsprekers in meters weer. feet (ft) Geeft de afstanden van de luidsprekers in feet weer. U kunt verschillende items voor geluidsweergaves instellen. y • De standaard instelling is aangegeven met “*”. y • Er worden verschillende items weergegeven afhankelijk van de instellingen van “A)Config” (zie bladzijde 47). • Wanneer alleen één surround achter luidspreker is aangesloten, verschijnt “Sur.B” in plaats van “Sur.B L” en “Sur.B R”. Min/Auto/STD/Max* Selecteer een dynamisch bereikafstellingsmethode voor de reproductie van bitstreamsignalen. Min/Auto (Min) Stelt het dynamische bereik in dat geschikt is voor een laag volume of een rustige omgeving, zoals’s nachts, voor bitstreamsignalen, behalve voor Dolby TrueHD signalen. (Auto) Past het dynamische bereik aan voor Dolby TrueHD signalen op basis van ingangsignaalinformatie. STD Stelt het standaard dynamische bereik in dat wordt aanbevolen voor thuisgebruik. Max Geeft geluid weer zonder het dynamisch bereik van de ingangsignalen aan te passen. 49 Nl Nederlands Instelbaar bereik: 0.30m tot 24.00m (1.0ft tot 80.0ft) Standaard 3.00m (10.0ft) “Front L/Front R/ instellingen: SWFR/PRNS L/PRNS R” 2.60m (8.5ft) “Center” 2.40m (8.0ft) “Sur. L/Sur. R/ Sur.B L/Sur.B R/PRNS L/PRNS R” 1 Dynamic Range Keuzes: AANHANGSEL ■ Front L / Front R / Center / Sur. L / Sur. R / Sur.B L / Sur.B R / SWFR/ PRNS L/ PRNS R AANVULLENDE INFORMATIE ■ C)Distance Past de timing aan waarop elke luidspreker geluid weergeeft zodat het geluid van de luidsprekers de luisterpositie bereiken op dezelfde tijd. Stel het toestel (Unit) eerst in en stel dan de afstand in van elke luidspreker. GEQ GEAVANCEERDE BEDIENING Past gescheiden het volume in van elke luidspreker zodat het geluiden die door de luidsprekers worden gevormd op hetzelfde volume zijn als bij de luisterpositie. Items die moeten worden weergegeven variëren afhankelijk van het aantal aangesloten luidsprekers. Auto PEQ/GEQ*/Off BASISBEDIENIN G Selecteer dit om de fase van uw subwoofer niet te veranderen. Reverse Selecteer dit om de fase voor uw subwoofer om niet om te keren. Keuzes: Selecteer een equalizertype. Auto PEQ Gebruikt een parametrische equalizer die is geselecteerd in “1 Auto Setup”. Kenmerken van de huidig gebruikte parametrische equalizer (zie bladzijde 21) worden hieronder weergegeven “Auto PEQ”. Als Auto Setup niet wordt uitgevoerd, wordt deze parameter niet weergegeven. GEQ Past de toon aan met behulp van een grafische equalizer. Om het afstellingsmenu weer te geven, drukt u op kENTER. Off Gebruik geen grafische equalizer. VOORBEREIDIN GEN Subwoofer Phase EQ Type Select INLEIDING Stelt de lagere limiet in van de lage frequentiecomponenten die door een luidspreker worden weergegeven, waarvan de grootte is ingesteld op “Small (SMLx1/SMLx2)”. Geluid met een lagere frequenttie dan de limiet wordt weergegeven vanaf een subwoofer of voor-luidsprekers. ■ D)Equalizer Past de geluidskwaliteit en toon van de luidspreker aan met een parametrische grafische equalizer. Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu) ■ 2 Lipsync Past de vertraging aan tussen videoweergave en audioweergave. HDMI Auto Keuzes: Off*/On Past automatisch de weergavetiming aan van audio en videosignalen als een monitor die een automatische lipsyncfunctie ondersteunt, is aangesloten op dit toestel. Off Selecteer dit als de aangesloten monitor de automatische lip-syncfunctie niet ondersteunt of als u deze functie niet gebruikt. Stel de correctietijd in, in “Manual Delay”. Selecteer dit als de aangesloten monitor de automatische lip-syncfunctie ondersteunt. Fijnafstelling van de correctietijd in “Auto Delay”. On Auto Delay Instelbaar bereik: 0* tot 240ms (1 ms stappen) Regelt de fijnafstelling van de correctietijd in als “HDMI Auto” is ingesteld op “On”. De feitelijke correctietijd wordt weergegeven onder “Auto Delay” veld en de offset tijd ingesteld door de gebruiker in het “offset” veld. Manual Delay Instelbaar bereik: 0* tot 240ms (1 ms stappen) Handmatige fijnafstelling van correctietijd. Selecteer dit als de aangesloten monitor de automatische lipsyncfunctie niet ondersteunt of als u “HDMI Auto” instelt op “Off”. ■ Standby Through Keuzes: On Geeft de HDMI signalen weer naar de HDMI OUT-aansluitingen. Geeft de HDMI signalen niet weer naar de HDMI OUT-aansluiting. Off y • Om doorvoerweergave mogelijk te maken, moet een van de signaalbronnen die is aangesloten op de HDMI 1-4 aansluitingen worden geselecteerd voordat u naar stand-by schakelt. • Tijdens de doorvoerweergave licht de HDMI THROUGH-indicator op het display van het voorpaneel op. Als de indicator oplicht, verbruikt het 1 tot 3 W aan stroom afhankelijk van de conditie van een HDMI signaal dat door dit toestel wordt gevoerd. ■ Audio Output Keuzes: Amp*/TV/Amp+TV Selecteert dit toestel of een component aangesloten op dit toestel via de HDMI OUT-aansluiting van dit toestel voor het reproduceren van geluidssignalen die afkomstig zijn van de HDMI 1-4-aansluitingen. Dit item wordt niet weergegeven als “Control” is ingesteld op “On”. Amp TV Function Setup U kunt diverse items instellen voor HDMI en weergave. y • De standaard instelling is aangegeven met “*”. On/Off* Selecteert aan of uit van de weergave van HDMI signalen die afkomstig zijn van de HDMI 1-4-aansluitingen naar de HDMI OUT-aansluiting als dit toestel op stand-by staat. Als deze parameter is ingesteld op “On”, kunnen signalen die binnenkomen via de HDMI 1-4 aansluitingen, worden weergegeven via een monitorcomponent. Dit item wordt niet weergegeven als “Control” is ingesteld op “On”. Amp+TV 1 HDMI Geeft HDMI geluidsignalen weer van luidsprekers die zijn aangesloten op dit toestel. Geeft HDMI geluidsignalen weer van luidsprekers van een TV die is aangesloten op dit toestel. Geluid dat vanaf de luidsprekers die op dit toestel zijn aangesloten wordt weergegeven zijn gedempt. Geeft HDMI audiosignalen weer via de op dit toestel aangesloten luidsprekers en luidsprekers van een TV die op dit toestel is aangesloten. U kunt verschillende items instellen voor HDMI. ■ Control Keuzes: On/Off* Selecteert aan of uit van HDMI-regelfuncties als een component dat HDMI-regelfuncties ondersteunt, is aangesloten op dit toestel. Als deze parameter is ingesteld op “On”, kunnen signalen die binnenkomen via de HDMI 1-4 aansluitingen, worden weergegeven via een monitorcomponent, zelfs als dit toestel op standby staat. On Off 50 Nl Schakelt de HDMI regelfunctie in. Schakelt de HDMI regelfunctie uit. Opmerking • Indien “TV” of “Amp+TV” wordt geselecteerd, variëren signaalformaten van audio en videosignalen die worden weergegeven door dit toestel naar de monitor afhankelijk van de specificaties van de monitor. ■ Resolution Keuzes: Through*/576p/720p/1080i/1080p Waardeert de resolutie op van de HDMI weergave die is geconverteerd van analoge video ingangsignalen en uitgang van de HDMI OUT-aansluiting. Opmerkingen • Resolutie van de HDMI weergave geconverteerd van 720p of 1080i videosignalen kunnen niet worden opgewaardeerd. • Als de videomonitor is aangesloten op dit toestel via de HDMIaansluiting, detecteert dit toestel automatisch een resolutie die de monitor ondersteunt. Een sterretje (*) verschijnt aan de linkerkant van de gedetecteerde resolutie. • Indien dit toestel niet de resolutie kan detecteren die de monitor ondersteunt, dient u “MON.CHK” in het menu ADVANCED SETUP in te stellen op “SKIP” (zie bladzijde 58) en het opnieuw te proberen. Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu) Thrgh*/16:9/Smart Thrgh 16:9 Smart ■ Volume: laag ■ ■ Opmerking • De helderheid van het display wordt niet helder in de Pure Direct-modus, zelfs als de waarde wordt verhoogd. ■ FL Scroll Keuzes: Continue*/Once Selecteert de manier om over het scherm te scrollen als een totaal aantal tekens het displaygebied van het voorpaneel overschrijden. Once ■ Geeft herhaaldelijk alle tekens weer door deze te scrollen. Geeft alle tekens in een keer door te scrollen, pauzeert het scrollen en geeft dan de eerste 14 tekens weer. OSD Shift Ingangsniveau Volume: hoog Regelt het dynamisch bereik automatisch. Regelt het dynamisch bereik niet automatisch. • De “Adaptive DRC” instelling is effectief voor de hoofdtelefoon. Max Volume Instelbaar bereik: -30.0dB tot +15.0dB/+16.5dB* (5,0 dB stappen) Stelt het maximumvolumeniveau in zodat het volume niet per ongeluk wordt verhoogd. U kunt bijvoorbeeld het volume afstellen tussen –80,0 dB en –5,0 dB of dempen als u deze parameter instelt op “–5.0dB”. Het volume neemt toe tot het maximale niveau als deze parameter is ingesteld op +16,5 dB (standaard). ■ Init. Volume Keuzes: Off*/Mute/-80.0dB tot +16.5dB (0,5 dB stappen) Stelt het volume in op het moment dat het toestel aan staat. Als deze parameter is ingesteld op “Off”, wordt het volume ingesteld op een niveau waarop dit toestel de laatste keer mee op stand-by is gezet. Opmerking • Als de instelling van “Max Volume” lager is dan de instelling van “Init. Volume”, wordt de instelling “Max Volume” effectief. Wanneer u bijvoorbeeld “Max Volume” op “–30.0dB” instelt en “Init. Volume” op “0.0dB”, wordt het volume automatisch ingesteld op “–30.0dB” de volgende keer dat dit toestel wordt aangezet. AANHANGSEL Continue Off AANVULLENDE INFORMATIE Stelt de helderheid in van de display van het voorpaneel. Als de waarde wordt verlaagd, wordt de helderheid van de display van het voorpaneel donkerder. Auto GEAVANCEERDE BEDIENING Auto Off y Instelbaar bereik: -4 tot 0* Off Ingangsniveau U kunt sommige parameters wijzigen voor een monitor of de display van het voorpaneel. Dimmer Auto BASISBEDIENIN G 2 Display Auto/Off* Regelt het dynamische bereik aan de hand van het volumeniveau. Deze functie komt van pas wanneer u bij een laag volume, bijvoorbeeld’s nachts, wilt luisteren. Als deze functie is uitgeschakeld, wordt het dynamische bereik als volgt aangepast. Als het volume laag staat: is het dynamisch bereik beperkt Als het volume hoog staat: is het dynamisch bereik groot Opmerkingen • U kunt de beeldverhouding van het scherm niet wijzigen als “Resolution” is ingesteld op “Through”. • De instelling is niet effectief voor signalen met een andere beeldverhouding dan 4:3. • U kunt geen effect van de beeldverhouding verkrijgen als de videosignalen binnenkomen via de HDMI 1-4-aansluitingen of 720p, 1080i of 1080p signalen binnenkomen. Adaptive DRC Keuzes: VOORBEREIDIN GEN Geeft de videosignalen weer zonder de beeldverhouding te wijzigen. Geeft de videosignalen weer die 4:3 beelden weergeven op een 16:9 monitor met zwarte banden aan de rechter- en linkerkant van het beeldscherm. Geeft de videosignalen weer die 4:3 beelden weergeven op een 16:9 monitor door de beelden links en rechts uit te rekken zodat ze op het beeldscherm passen. U kunt voor volume enkele parameters wijzigen. INLEIDING Stelt een horizontale tot verticale verhouding (beeldverhouding) in van beelden die worden geproduceerd door HDMI signalen die worden weergegeven vanaf de HDMI OUT-aansluiting als de HDMI signalen worden geconverteerd van analoge videoingangsignalen door een videoconversiefunctie. 3 Volume Uitgangsniveau Aspect Keuzes: Uitgangsniveau ■ Instelbaar bereik: -5 tot 0* tot +5 Nederlands Past boven- en onderkantposities aan van de OSD (op het scherm) menu’s. Om het scherm naar boven te bewegen, zet u deze waarde groter. Om het scherm naar onder te bewegen, zet u deze waarde kleiner. 51 Nl Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu) 4 Input Rename Opmerking U kunt de signaalbronnamen veranderen die moeten worden weergegeven op de display van het voorpaneel. U kunt een signaalbron selecteren waarvan u de naam wilt wijzigen die moet worden weergegeven met behulp van kCursor. Een naam selecteren die wordt weergegeven in sjablonen Selecteer een signaalbron waarvan u de naam wilt wijzigen en selecteer een naam uit de volgende sjablonen met behulp van kCursor. – Blu-ray – DVD – SetTopBox – Game – TV – DVR – CD – CD-R – Satelliet – VCR – Tape – MD – PC – iPod – HD DVD – “leeg” y • Als u de displaynaam van een signaalbron wijzigt naar uw originele en de signaalbron selecteert, worden de huidige signaalbronnaam en de sjabloonnaam weergegeven. Dit is handig als u de handeling voor het wijzigen van de naam wilt annuleren. Een originele naam invoeren Selecteer een signaalbron die u wilt benoemen, en druk op kENTER. U kunt tot 9 tekens invoeren door één teken per keer te selecteren met de volgende toetsen volgens de volgende handeling. kCursor l / h Voor het selecteren van tekens die u wilt wijzigen kCursor k / n Voor het selecteren van tekens die moeten worden ingevoerd kENTER Voor het invoeren van de geselecteerde tekens De volgende tekens kunnen worden ingevoerd. A tot Z, 0 tot 9, a tot z, symbolen (#, *, –, +, etc.) en spatie 5 Zone2 U kunt het maximale volumeniveau en het initiële volumeniveau van Zone2 instellen. y • Dit item wordt alleen weergegeven als “Extra SP Assign” is ingesteld op “Zone2”. ■ Max Volume Instelbaar bereik: -30.0dB tot +15.0dB / +16.5dB* (5,0 dB stappen) Stelt het maximumvolumeniveau van Zone2 in zodat het volume niet per ongeluk wordt verhoogd. U kunt bijvoorbeeld het volume afstellen tussen –80,0 dB en –5,0 dB of dempen als u deze parameter instelt op “–5.0dB”. ■ Init. Volume Keuzes: Off*/Mute/-80.0dB tot +16.5dB (0,5 dB stappen) Stelt het volumeniveau van Zone2 in wanneer de stroom van het Zone2 toestel wordt aangezet. 52 Nl • Als de instelling van “Max Volume” lager is dan de instelling van “Init. Volume”, wordt de instelling van “Max Volume” effectief. Wanneer u bijvoorbeeld “Max Volume” op “–30.0dB” instelt en “Init. Volume” op “0.0dB”, wordt het volume automatisch ingesteld op “–30.0dB” de volgende keer dat u het toestel aanzet. DSP Parameter U kunt sommige parameters wijzigen voor de geluidsveldprogramma’s. Voor informatie, zie bladzijde 42. Memory Guard y • De standaard instelling is aangegeven met “*”. Keuzes: Off*/On Beschermt instellingen van SETUP menu tegen per ongeluk veranderen. Off On Beschermt de instellingen niet. Beschermt de instellingen van het SETUP menu (behalve de Memory Guard-instelling). Opmerking • “G” verschijnt wanneer deze parameter is ingesteld op “On” terwijl het SETUP-menu wordt weergegeven op de videomonitor. Gebruik van de multi-zone configuratie Dit toestel stelt u in staat een audiosysteem in meerdere zones te configureren. Met de Zone2 functie kunt u dit toestel instellen om gescheiden signaalbronnen in de hoofdzone te reproduceren en de tweede zone (Zone2). U kunt dit toestel bedienen vanuit de tweede zone met de meegeleverde afstandsbediening. Opmerking y Infraroodontvanger Dit toestel Yamaha component Belangrijke waarschuwing voor uw veiligheid De EXTRA SP-aansluitingen van dit apparaat mogen niet worden aangesloten op een Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal. Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden tot een abnormaal lage impedantie, met beschadiging van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze handleiding voor correct gebruik. Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd. Deze informatie kunt u vinden op het achterpaneel van dit apparaat. Met behulp van de externe versterker U kunt de versterker/ontvanger in de tweede zone en de overige componenten op dit toestel als volgt aansluiten. Vanaf de ZONE2 OUT-aansluitingen EXTRA SP ZONE2/PRESENCE DOCK HDMI OUT HDMI 1 HDMI 2 HDMI 3 HDMI 4 (BD/DVD) EXTRA SP ZONE2/PRESENCE PHONO ANTENNA COMPONENT VIDEO FM MONITOR OUT COMPONENT VIDEO GND AM PR PR SPEAKERS SINGLE REMOTE IN GND OUT PB VIDEO PB UNBAL. VIDEO Y Y 12V 0.1A MAX. FRONT CENTER SURROUND BACK/ BI-AMP SURROUND TRIGGER OUT CENTER Tweede zone (Zone2) AANHANGSEL Tweede zone (Zone2) Versterker Eerste ruimte OPTICAL COAXIAL COAXIAL AV 2 AV 3 ( TV ) AV 1 OPTICAL (CD) AV 4 AV 5 AV 6 AV OUT FRONT AUDIO1 AUDIO2 SURROUND SUR.BACK MULTI CH INPUT SUBWOOFER SINGLE AUDIO OUT ZONE2 OUT FRONT SURROUND SUR. BACK CENTER 1 SUBWOOFER 2 PRE OUT Dit toestel DVD-speler (etc.) Eerste ruimte Afstandsbediening y Dit toestel Infraroodzender Infraroodontvanger • U kunt de luidsprekers die aangesloten zijn op de EXTRA SPaansluitingen gebruiken als het voorluidsprekersysteem van een andere zone. Stel “Extra SP Assign” in op “Zone2” (zie bladzijde 47). • Wanneer u de interne versterkers voor de Zone2 luidsprekers gebruikt, kunt het volumeniveau aanpassen en het oorspronkelijke volume en maximum volume van de Zone2-luidsprekers instellen (zie bladzijde 52). Naar de REMOTE INaansluiting 53 Nl Nederlands Van de REMOTE OUT-aansluiting AANVULLENDE INFORMATIE Sluit de luidsprekers in de tweede zone aan op de EXTRA SP-aansluitingen en stel vervolgens de “Extra SP Assign” in op “Zone2” (zie bladzijde 47). GEAVANCEERDE BEDIENING • Aangezien er vele mogelijke manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten en gebruiken in een multi-zone configuratie, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of servicecentrum te raadplegen over de Zone2-aansluitingen die het best tegemoet komen aan uw eisen. • Sommige Yamaha modellen kunnen rechtstreeks op de REMOTE aansluitingen van dit toestel worden aangesloten. Deze modellen vereisen geen zender voor infraroodsignalen. Tot maximaal 6 Yamaha componenten kunnen aangesloten worden zoals hieronder weergegeven. Gebruik van de interne versterker van dit toestel BASISBEDIENIN G Om gebruik te maken van de multi-zone functies van dit toestel hebt u de volgende extra apparatuur nodig: • Een infrarood signaalontvanger in de tweede zone. • Een infrarood signaalzender in de hoofdzone. Deze zender zendt de infrarode signalen uit vanaf de afstandsbediening naar een CD-speler of een DVD-speler, enz. in de hoofdzone via de infrarood signaalontvanger in de tweede zone. • Een versterker en luidsprekers in de tweede zone. • GEBRUIK de functie Zone2 NIET met cd’s die gecodeerd zijn in DTS om overwachte ruis te vermijden. VOORBEREIDIN GEN Aansluiten van Zone2 INLEIDING Alleen analoge signalen kunnen naar Zone2 worden gestuurd. Als u geluid vanaf Zone2 wilt weergeven, sluit dan een extern component aan op AV5-6 of AUDIO1-2 met behulp van een analoge aansluiting. Als u bijvoorbeeld geluid wilt weergeven vanaf een HDMI DVD-speler in Zone2, moet u het component op dit toestel aansluiten met behulp van zowel HDMI- als analoge aansluitingen. Gebruik van de multi-zone configuratie ■ Zone2 regelen U kunt Zone2 kiezen en regelen met de bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de afstandsbediening. De beschikbare bediening werkt als volgt: • Selecteren van de signaalbron (AV5-6, AUDIO1-2, VAUX) van Zone2. • Aanpassen van het volume van Zone2 (wanneer een Zone2luidspreker is aangesloten op de EXTRA SP-aansluiting). • Afstemmen op FM of AM wanneer “TUNER” geselecteerd is als signaalbron van Zone2 (zie bladzijde 31). • Het afspelen van muziek dat opgeslagen is op uw iPod dat geplaatst is in een Yamaha iPod universele standaard (zoals YDS-11 afzonderlijk verkocht) die aangesloten is op de DOCK-aansluiting. • U kunt muziek afluisteren dat opgeslagen is op een Bluetooth-component via een Bluetooth draadloze audio-ontvanger (afzonderlijk verkocht) die aangesloten is op de DOCK-aansluiting (zie bladzijde 37). Opmerking • U moet iedere stap hebben voltooid als de ZONE2-indicator op de display van het voorpaneel knippert. Anders wordt de Zone2-modus automatisch geannuleerd en keert dit apparaat terug in de normale bedieningsmodus. In dit geval, herhaal de Zone2 selectieprocedure. Bedienen van Zone2 met het voorpaneel ■ Aanzetten van Zone2 Druk op CZONE2 ON/OFF om Zone2 aan te zetten. ■ De bedieningsmodus voor Zone2 activeren Druk op EZONE2 CONTROL om Zone2 te bedienen. De ZONE2-indicator knippert ongeveer 10 seconden lang op het display op het voorpaneel. ZONE 2 ■ Knippert Bedienen van Zone2 Draai aan de RINPUT-schakelaar om het gewenste signaalbron te kiezen terwijl de ZONE2indicator op het display van het voorpaneel knippert. • Wanneer AV5-6, AUDIO1-2 of V-AUX is geselecteerd, kunt u luisteren naar het signaalbron in Zone2. • Selecteer “TUNER” als de signaalbron om de TUNERfuncties in Zone2 te gebruiken. Voor meer informatie over de werking van de TUNER zie “FM/AM afstemmen” op bladzijde 31. • Selecteer “DOCK” als signaalbron om de iPod-functies in Zone2 te gebruiken. Voor meer informatie over de werking van de iPod zie “Het gebruik van iPod” op bladzijde 35. • Selecteer “DOCK” als signaalbron om de Bluetoothcomponent functies in Zone2 te gebruiken. Voor meer informatie over de werking van de Bluetooth-component zie “Het gebruik van Bluetooth-componenten” op bladzijde 37. 54 Nl Zone2 op standby zetten Druk op CZONE2 ON/OFF om Zone2 op standby te zetten. Bedienen van Zone2 met de afstandsbediening ■ Aanzetten van Zone2 Stel bMAIN/ZONE2 in op de ZONE2 positie en druk op pPOWER. ■ Bedienen van Zone2 Stel bMAIN/ZONE2 in op de ZONE2 positie en druk op een van de invoer selectietoetsen om het gewenste signaalbron van Zone2 te selecteren. Opmerking • uMUTE en sVOLUME +/– zijn beschikbaar voor de bediening van Zone2 met dezelfde procedure als hierboven vermeldt. ■ Zone2 op standby zetten Stel bMAIN/ZONE2 in op de ZONE2 positie en druk op pPOWER en zet ZONE2 vervolgens op standby. Het besturen van andere componenten met de afstandsbediening U kunt externe componenten besturen met een geselecteerde signaalbron met de afstandsbediening. De beschikbare toesten voor het besturen van externe componenten zijn als volgt: Signaalbron kCursor, ENTER, RETURN Bedient de menu’s van externe componenten. tDISPLAY Schakelt tussen de schermen van externe componenten. mNumerieke toetsen Funtie als numerieke toetsen van een externe component. nTV-bedieningstoetsen Wisselt de videosignalen van TV Demp audio van TV Regelt het volume van de TV Wisselt de kanalen van de TV Zet de TV aan en uit y De volgende afstandsbedieningscodes worden toegewezen aan signaalbronnen als standaard fabrieksinstellingen. Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes. [TUNER] Tuner Yamaha 5007 [MULTI CH] — — — “—” geeft geen toewijzing aan y • Een externe component die wordt bestuurd door de afstandsbediening kan automatisch worden geselecteerd volgens de iSCENE toetsenselectie (zie bladzijde 25). Instellen van afstandsbedieningscodes U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende afstandsbedieningscodes hebt ingesteld. Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes. y • Elke stap die in dit hoofdstuk beschreven staat, dient binnen één minuut te zijn uitgevoerd. Het instellen wordt automatisch geannuleerd wanneer vanaf de laatste stap één minuut verlopen is. Start vanaf het begin als de handeling afgebroken is. 1 Druk op oCODE SET op de afstandsbediening met een puntig voorwerp zoals een punt van een pen. cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert twee keer. 2 Druk op eIngang keuzetoetsen die corresponderen met de signaalbron waarvan u de code voor afstandbediening u wilt registreren. 3 Voer een afstandsbedieningscode in met de mNumerieke toetsen. Als de afstandsbedieningcode eenmaal is geregistreerd, knippert cTRANSMIT twee keer op de afstandsbediening. Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer. Herhaal vanaf stap 1. Standaard afstandsbedieningcodeinstellingen Signaalbron Categorie Fabrikant Standaardcode Yamaha 2018 [HDMI2] — — — [HDMI3] — — — [HDMI4] — — — [AV1] — — — [AV2] — — — [AV3] CD Yamaha 5013 [AV4] — — — [AV5] — — — [AV6] — — — [AUDIO1] — — — [AUDIO2] — — — [V-AUX] — — — [PHONO] — — — [A] — — — Nederlands Blu-ray Disc AANHANGSEL [HDMI1] 5011 AANVULLENDE INFORMATIE ■ Yamaha GEAVANCEERDE BEDIENING • U dient eerst de code van de afstandsbediening in te stellen voor de besturing van externe componenten. • De afstandsbedieningstoetsen voor het besturen van externe componenten zijn uitsluitend beschikbaar als de externe componenten bijbehorende besturingstoetsen hebben. Standaardcode BASISBEDIENIN G INPUT MUTE TV VOL +/– TV CH +/– POWER DOCK Fabrikant VOORBEREIDIN GEN lExterne component bedieningstoetsen Functie als een opname of weergavetoets van een externe component, of een menuweergavetoets. [DOCK] Categorie INLEIDING dSOURCE POWER Schakelt een externe component aan en uit. 55 Nl Het besturen van andere componenten met de afstandsbediening Programmeren vanaf andere afstandsbedieningen De afstandsbediening van dit apparaat kan signalen van andere afstandsbedieningen ontvangen en de werking van de afstandsbediening overnemen. Gebruik deze leerfunctie om de functie met de afstandsbediening werkbaar te maken als een toets op de afstandsbediening niet werkt nadat het is toegewezen aan de functie van een extern component of als de code van de afstandsbediening voor die functie niet beschikbaar is. y • Elke stap die in dit hoofdstuk beschreven staat, dient binnen één minuut te zijn uitgevoerd. Het instellen wordt automatisch geannuleerd wanneer vanaf de laatste stap één minuut verlopen is. Start vanaf het begin als de handeling afgebroken is. Programmeren van de afstandsbediening van dit apparaat 5 Plaats de afstandsbediening op ongeveer 5 tot 10 cm afstand van de afstandsbediening van het externe component op een vlak oppervlak zodat de infraroodzenders op elkaar gericht zijn. U kunt met de volgende toetsen de afstandbediening programmeren om functies van een extern component werkbaar te maken. U kunt voor elke signaalbron functies aan deze toetsen toekennen als met de codes voor afstandsbediening. MAIN ZONE2 TRANSMIT SLEEP AV 3 CODE SET 4 POWER 2 4 AUDIO 3 1 DOCK MULTI [ A ] TUNING STEREO PRESET STRAIGHT PURE DIRECT RADIO ENHANCER SUR. DECODE HDMI 2 2 6 1 1 POWER SOURCE 5 PHONO TUNER V-AUX MEMORY AM MUSIC FM INFO CD OPTION SCENE TV mNumerieke toetsen MOVIE BD DVD lExterne component bedieningstoetsen SETUP dSOURCE POWER Afstandsbediening van een extern component y • De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de afstandsbediening van het externe component ook gebruik maakt van infrarood, kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen. De afstandsbediening herkent mogelijk geen speciale of opeenvolgende signalen. • De toetsen voeren de toegekende functies mogelijk niet uit afhankelijk van de bedieningsvoorwaarden van dit apparaat. 1 Druk op oCODE SET op de afstandsbediening met een puntig voorwerp zoals een punt van een pen. cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert twee keer. 2 Druk op eIngang keuzetoetsen om de signaalbron te selecteren waarvan u de functie aan de afstandsbediening wilt toekennen. 3 Voer “9990” in met mNumerieke toetsen. 4 Druk op de toets waaraan u de functie wilt toekennen. cTRANSMIT licht op als dit toestel in een wachtstand komt voor de ontvangst van signalen van de afstandsbediening. Voer stappen 5 en 6 binnen 10 seconden uit. Opmerking • Indien er 10 seconden zijn verstreken nadat dit toestel in de wachtstand is gekomen, vindt een time-out plaats en gaat cTRANSMIT uit. Als dit gebeurt, dient u stap 4 te herhalen. 56 Nl 5 tot 10 cm Opmerking • Indien 10 seconden zijn verstreken nadat stap 4 is uitgevoerd, treedt een fout op en kan dit toestel geen signalen van de afstandsbediening ontvangen. Als cTRANSMIT uitgaat voordat u stap 6 uitvoert, herhalen vanaf stap 4. 6 Druk op de toets op de afstandsbediening van het externe component. De functie die toegekend is aan de gekozen toets is ook toegekend aan de toets die u in stap 4 gekozen hebt. Wanneer de functie met succes aan de toets is toegekend, knippert cTRANSMIT op de afstandsbediening tweemaal. Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer. Herhaal vanaf stap4. y • Herhaal de stappen 4 tot 6 voor het toekennen van andere functies. 7 Om het programmeren te beëindigen, druk op oCODE SET op de afstandsbediening met een puntig voorwerp zoals een punt van een pen. cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert eenmaal. Het besturen van andere componenten met de afstandsbediening Toewijzing van elke toets wissen U kunt de toewijzingen van elke toets wissen. 1 3 Voer “9991” in met mNumerieke toetsen. 4 Druk op de toets die u wilt resetten. De toekenning aan die toets is gewist. Wanneer het wissen van de toekenning voltooid is, knippert cTRANSMIT tweemaal op de afstandsbediening. Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer. Herhaal vanaf stap1. y • Elke stap die in dit hoofdstuk beschreven staat, dient binnen één minuut te zijn uitgevoerd. Het instellen wordt automatisch geannuleerd wanneer vanaf de laatste stap één minuut verlopen is. Start vanaf het begin als de handeling afgebroken is. 1 Druk op oCODE SET op de afstandsbediening met een puntig voorwerp zoals een punt van een pen. cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert twee keer. 2 Druk op jSETUP op de afstandsbediening. 3 Voer “9981” in met mNumerieke toetsen. Als de initialisatie voltooid is, knippert cTRANSMIT twee keer op de afstandsbediening. Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer. Herhaal vanaf stap 1. • Herhaal stap 4 om verder te gaan met het resetten van andere toetsen. 5 GEAVANCEERDE BEDIENING Om het resetten te beëindigen, druk op oCODE SET op de afstandsbediening met een puntig voorwerp zoals een punt van een pen. cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert eenmaal. Toewijzingen van elke toets wissen 2 Druk op eIngang keuzetoetsen om de signaalbron te kiezen, de functie die is toegekend aan de toets die u wilt resetten. 3 Voer “9992” in met mNumerieke toetsen. De toekenning van alle toetsen is gewist. Wanneer het wissen van alle toekenninge voltooid is, knippert cTRANSMIT tweemaal op de afstandsbediening. Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer. Herhaal vanaf stap1. AANHANGSEL Druk op oCODE SET op de afstandsbediening met een puntig voorwerp zoals een punt van een pen. cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert twee keer. AANVULLENDE INFORMATIE U kunt de toekenning van alle toetsen door één handeling wissen. 1 BASISBEDIENIN G Druk op eIngang keuzetoetsen om de signaalbron te kiezen waarvan u de functie wilt resetten. y VOORBEREIDIN GEN 2 U kunt alle eerder ingestelde afstandsbedieningscodes wissen en ze terugstellen op de oorspronkelijk fabrieksinstellingen. INLEIDING Druk op oCODE SET op de afstandsbediening met een puntig voorwerp zoals een punt van een pen. cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert twee keer. De afstandsbedieningscodes resetten Nederlands y • Als u de afstandsbedieningscode initialiseert (zie het volgende hoofdstuk) worden de toewijzingen van alle toetsen gewist. 57 Nl Geavanceerde setup MON.CHK -XXXX De geavanceerde installate bevat meer parameters voor de basisbediening van dit apparaat zoals het aan- en uitzetten van de bi-amp verbinding en het initialiseren van gebruikersinstellingen. Dit hoofdstuk beschrijft wat die parameters zijn en hoe ze moeten worden gewijzigd. 1 Zet dit apparaat op standby. 2 Druk op AMAIN ZONE ON/OFF tijdens het ingedrukt houden van PSTRAIGHT op het voorpaneel. Het ADVANCED SETUP menu verschijnt op de display op het voorpaneel. Keuzes: INIT-XXXXXXXXX Keuzes: Draai aan de OPROGRAM-schakelaar om de parameter te selecteren die u wilt wijzigen. y • Ingestelde waarden zijn geplaatst in XXX van de volgende parameters op een feitelijk displayscherm. • De standaard instelling is aangegeven met “*”. 4 Druk een paar keer op PSTRAIGHT om de waarde die u wilt wijzigen, te selecteren. De geselecteerde waarde hier wordt effectief als dit toestel de volgende keer wordt aangezet. U kunt meerdere instellingen wijzigen door stappen 3 en 4 te herhalen. 5 Druk op AMAIN ZONE ON/OFF, zet dit systeem uit, en druk opnieuw op AMAIN ZONE ON/OFF. De waarde die is ingesteld in stap 4 wordt effectief en het toestel gaat aan. Als u initialisatie selecteert in stap 3, wordt de initialisatie uitgevoerd. SP IMP. -XXX Keuzes: 6 MIN/8 MIN* Selecteert de uitvoerimpedantie van dit apparaat in overeenstemming met de aangesloten luidsprekers. Wanneer u 4-ohm luidsprekers aansluit op de FRONT-aansluitingen van de SPEAKERSaansluitingen, zet “SP IMP.” op “6ΩMIN”. REMOTE ID -XXX Keuzes: ID1*/ID2 Selecteert een afstandsbediening voor dit apparaat. Wanneer u meerdere Yamaha AV ontvangers gebruikt, kunt u deze bedienen met een enkele afstandsbediening door ze in te stellen op hetzelfde afstandsbedienings-id. Door de ontvangers in te stellen op verschillende afstandbedienings-id’s, kunt u deze met hun bijbehorende afstandsbedieningen bedienen. BI AMP - XXX Keuzes: ON/OFF* Schakelt de bi-amp verbinding van de hoofdluidsprekers aan en uit. Voor bi-amp-verbinding, zie bladzijde 13. SCENE IR -XXX Keuzes: ON*/OFF Hiermee wordt geselecteerd of de SCENE besturingssignalen wel of niet naar een extern component moeten worden verstuurd dat aangesloten is op de REMOTE-aansluitingen op dit apparaat, wanneer de BD/DVD of CD SCENE-functie geselecteerd is. Als “ON” is geselecteerd en een afspeelcomponent dat het afspelen van de SCENE link ondersteunt, zoals de Yamaha DVD-speler, is aangesloten op de REMOTE OUT-aansluiting van dit apparaat, start de afstandsverbinding automatisch met afspelen als een andere SCENE-toets geselecteerd is. 58 Nl DSP PARAM/VIDEO/ALL/CANCEL* Initialiseert diverse instellingen die zijn opgeslagen op dit toestel. U kunt een initialiseringsmethode selecteren uit het volgende. DSP PARAM Reset alle parameters van geluidsveldprogramma’s. VIDEO Reset videoconversie-instellingen (resolutie/verhouding) in het SETUPmenu en de OSD menu’s displaystand. ALL Reset het toestel naar de originele fabrieksinstellingen. CANCEL Initialisatie. ADVANCEDSETUP 3 YES*/SKIP Voegt een opwaarderingsbeperking op aan de weergavesignalen naar een videomonitor die is aangesloten op dit toestel via de HDMI OUTaansluiting. Geavanceerde setup Instellen van een afstandsbedienings-ID INLEIDING Er zijn twee ID’s gegeven voor de afstandsbediening van dit toestel. Als er een andere Yamaha-versterker in dezefde kamer is, dan voorkomt het instellen van een andere afstandsbediening-ID naar dit toestel een ongewenste bediening van de andere versterker. VOORBEREIDIN GEN ID1 is standaard ingesteld voor zowel de afstandsbediening als de versterker. Als u de ID van de afstandsbediening wijzigt, wordt “ADVANCED SETUP” weergegeven (zie het vorige hoofdstuk) en wijzigt de ID voor de versterker ook. y • Elke stap die in dit hoofdstuk beschreven staat, dient binnen één minuut te zijn uitgevoerd. Het instellen wordt automatisch geannuleerd wanneer vanaf de laatste stap één minuut verlopen is. Start vanaf het begin als de handeling afgebroken is. Druk op jSETUP op de afstandsbediening. 3 Voer de gewenste afstandsbedienings-ID code in. Voor omschakelen naar ID1: Voer “5019” in met mNumerieke toetsen. Voor omschakelen naar ID2: Voer “5020” in met mNumerieke toetsen. Als de afstandsbedieningcode eenmaal is geregistreerd, knippert cTRANSMIT twee keer. Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer. Herhaal vanaf stap 1. AANVULLENDE INFORMATIE 2 GEAVANCEERDE BEDIENING Druk op oCODE SET op de afstandsbediening met een puntig voorwerp zoals een punt van een pen. cTRANSMIT knippert tweemaal. BASISBEDIENIN G 1 y • Als u de afstandsbedieningscode initialiseert (zie bladzijde 57), dan keert deze terug naar ID1. AANHANGSEL Nederlands 59 Nl AANHANGSEL Oplossen van problemen Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum. Algemeen Probleem Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Dit toestel gaat vrij snel nadat het is aangezet uit, of het gaat niet aan nadat AMAIN ZONE ON/ OFF (of pPOWER) is ingedrukt. Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit de stroomkabel op de juiste wijze aan op een stopcontact. — De instelling voor de luidsprekerimpedantie is niet correct. Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze overeenkomt met die van uw luidsprekers. 58 (Wanneer dit toestel weer aan is gezet en “CHECK SP WIRES!” wordt weergegeven.) Het beschermingscircuit is geactiveerd omdit toestel is aangezet terwijl een luidsprekerkabel kortsluiting maakte. Zorg dat alle luidsprekerkabels tussen het toestel en de luidsprekers op de juiste wijze zijn aangesloten. 13 Dit toestel kan niet worden uitgezet of werkt niet correct. De interne microcomputer is vastgelopen door een externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van statische elektriciteit) of door een daling van het voltage van de stroomvoorziening. Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30 seconden weer terug. — Het toestel gaat plotseling uit (standby). De interne temperatuur is te hoog opgelopen en de oververhittingsbeveiliging is in werking getreden. Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u het weer aan zet. — Het geluid/beelden vallen plotseling uit. De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is ingesteld. 58 Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan. — De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld. Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af. — “CHECK SP WIRES!” verschijnt op de display van het voorpaneel. De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting. Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier zijn aangesloten. 13 “Memory Guard!” wordt weergegeven op de display van het voorpaneel en de instelling kan niet worden gewijzigd. “Memory Guard” in het SETUP menu is ingesteld op “On”. Zet “Memory Guard” op “Off”. 52 De beeldweergave wordt gestoord. De videosoftware is beschermd tegen kopiëren. 60 Nl Oplossen van problemen Probleem Geen geluid. Oplossing Zie bladzijde 15-19 11 De HDMI componenten die zijn aangesloten op dit toestel bieden geen ondersteuning voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. 72 De HDMI audiuitgangparameter in het SETUP menu (Function Setup → 1 HDMI → Audio Output) is ingesteld op “TV”. Zet de parameter op een andere item dan “TV”. 50 Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd. Selecteer een geschikte signaalbron met de RINPUT-schakelaar (of eIngang keuzetoetsen). 24 Het volume staat zacht of is gedempt. Zet het volume hoger. — Er worden signalen van een broncomponent ontvangen die dit toestel niet kan weergeven, zoals van een CDROM. Gebruik een signaalbron waarvan de signalen kunnen worden weergegeven op dit toestel. — Er is geen goede audiodecoder geselecteerd. Geef het OPTION menu weer en stel “Decoder Mode” in op “Auto”. 40 Dit toestel produceert videosignalen die niet ondersteund worden door het beeldscherm dat is aangesloten op het toestel via de HDMI OUT aansluiting. Geeft het ADVANCED SETUP menu weer en selecteer “VIDEO” in “INIT” om de videoparameters te resetten. 58 Geeft het ADVANCED SETUP menu weer en stel “MON.CHK” in op “YES”. 58 De VIDEO-aansluiting wordt gebruikt om een componentvideosignaal weer te geven, of de COMPONENT VIDEO aansluitingen worden gebruikt om een composiet videosignaal weer te geven. Indien uw videomonitor geen HDMI-aansluiting ondersteunt, controleer dan de COMPONENT VIDEO-aansluitingen en de VIDEO-aansluiting en selecteer de juiste video-ingang op de monitor. 15 Er komen videosignalen binnen die niet standaard zijn. Sluit de monitor aan op dit toestel via de COMPONENT VIDEO-aansluitingen of de VIDEOaansluiting. 15 Er is geen juist videosignaal geselecteerd op de videomonitor. Selecteer een juist videosignaal op de videomonitor. — AANHANGSEL Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. GEAVANCEERD E BEDIENING De luidsprekers zijn niet goed aangesloten. BASISBEDIENIN G Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. VOORBEREIDIN GEN In- of uitgangskabels niet op de juiste manier aangesloten. INLEIDING Geen beeld. Oorzaak Nederlands 61 Nl Oplossen van problemen Probleem Er wordt geen geluid weergegeven van een specifieke luidspreker. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde De luidspreker functioneert niet. Controleer de luidsprekerindicators op het display op het voorpaneel. Als de bijbehorende indicator oplicht, verbindt dan een andere luidspreker en controleer of er geluid wordt weergegeven. Als er geen geluid wordt weergegeven kan het zijn dat dit toestel stoort. 6, 10 Het weergavecomponent of de luidsprekers zijn niet goed aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 11 De weergave van die luidspreker is uitgeschakeld. Controleer de luidsprekerindicators op het display op het voorpaneel. Als de corresponderende indicator is uitgezet, probeer dan het volgende. 1) Wijzig de signaalbron naar een andere. 2) Geluid wordt niet weergegeven via die luidspreker, met het geselecteerde geluidsveldprogramma. Selecteert een ander geluidsveldprogramma. 3) “None” kan mogelijk zijn geselecteerd voor die luidspreker op dit toestel. Geef weer Speaker Setup in het SETUP menu en zet de respectievelijke parameters in om weergave van die luidspreker mogelijk te maken (Speaker Setup → 2 Manual Setup → A)Config). 6, 24, 27, 48 Het volume van die luidspreker is ingesteld op minimum in Speaker Setup in het SETUP menu. Geef weer Speaker Setup in het SETUP menu stel het volume af (2 Manual Setup → B)Level). 49 (Als er bijna geen geluid komt van één kanaal) De weergavebalans van de luidspreker is niet goed ingesteld. Stel het volume in voor elke luidspreker die moet worden gebalanceerd “B)Level” in het SETUP menu (Speaker Setup → 2 Manual Setup → B)Level). 49 Geluid mag niet worden weergegeven vanaf bepaalde kanalen afhankelijk van de signaalbron of het geluidsveldprogramma. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 27 Er wordt alleen flink geluid geproduceerd door de middenluidspreker. Als een monobron geluidsveldprogramma wordt toegepast, wordt het geluid van alle kanalen via de midden luidspreker weergegeven voor bepaalde surround decoders. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 27 Geen geluid uit de aanwezigheidsluidspr ekers. Dit toestel bevindt zich in de “STRAIGHT” stand. Druk op PSTRAIGHT (of hSTRAIGHT) om de “STRAIGHT” stand te verlaten. 30 Er klinkt geen geluid uit de surroundluidsprekers. Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand en er wordt een monosignaal weergegeven. Druk op PSTRAIGHT (of hSTRAIGHT) om de “STRAIGHT” stand te verlaten. 30 Geluid mag niet worden weergegeven vanaf bepaalde kanalen afhankelijk van de signaalbronnen of het geluidsveldprogramma’s. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 27 Er wordt een Dolby Digital of DTS signaal weergegeven terwijl de LFE-kanaalinstelling (LFE/Bass Out) van het Speaker Setup in het SETUP menu is ingesteld op “Front”. Zet “LFE/Bass Out” in op “SWFR” of “Both”. 48 Er wordt en 2-kanaalsignaal weergegeven terwijl de LFE kanaalinstelling (LFE/Bass Out) van het Speaker Setup in het SETUP menu is ingesteld op “SWFR” of “Front”. Zet “LFE/Bass Out” op “Both”. 48 Er klinkt geen geluid uit de subwoofer. Het bronsignaal bevat geen LFE of zeer lage tonen. 62 Nl Oplossen van problemen Probleem Oorzaak Oplossing Zie bladzijde 40 De audio signaalbronnen kunnen niet worden weergegeven met het gewenste digitale audio signaaltype. De verbonden component is niet ingesteld om de gewenste digitale audiosignalen te reproduceren. Stel het weergavecomponent op de juiste wijze in waarbij wij verwijzen naar de instructiehandleidingen. — U ondervindt storing van digitale of andere apparatuur die radiogolven gegenereert. Dit toestel staat te dicht bij andere digitale of radiofrequente apparatuur. Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan. — Lawaai/ een hummend geluid kan worden gehoord. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de audiobedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. — De draaitafel is niet verbonden met de GND-aansluiting. Sluit de aarding van de draaitafel aan op de GNDaansluiting van dit toestel. 17 Een DTS-CD wordt weergegeven. 1) Wanneer alleen ruis wordt weergegeven Indien een DTS bitstreamsignaal niet goed wordt verzonden naar dit toestel, wordt alleen ruis weergegeven. Sluit een weergavecomponent aan op dit toestel met een digitale verbinding en geef de DTS-CD weer. Als de toestand niet verbeterd kan het probleem voortkomen uit de weergavecomponent. Neem contact op met de producent van de weergavecomponent. 2) Als er ruis wordt uitgezonden tijdens weergave of overslaan Voordat u de DTS-CD weergeeft, geeft u het OPTION menu weer na het selecteren van de signaalbron en stelt u “Decoder Mode” in op “DTS”. Het volumeniveau is laat terwijl een plaat wordt weergegeven. De plaat wordt gedraaid op een draaitafel met een MC-cartridge. Sluit uw draaitafel op dit toestel aan via een MCkopversterker. 17 Het volume kan niet worden verhoogd, of het geluid klinkt vervormd. De component die is aangeslotne op de uitgangaansluitingen van dit toestel staat niet aan. Als de component die is aangesloten op de uitgangaansluitingen van dit toestel niet aan staat, kan het geluid vervormd worden of het volume afnemen door de aard van AV-ontvangers. Zet alle componenten die zijn aangesloten op dit toestel aan. — “Max Volume” is ingesteld op een lage waarde. Zet het op een hogere waarde. 51 16, 40 BASISBEDIENIN G Stel “Extended Surround” anders in dan “Off” of “Auto”. VOORBEREIDIN GEN “Extended Surround” in het OPTION menu is ingesteld op “Off”, of een ingangsignaal bevat geen surround achter vlag met “Extended Surround” ingesteld op “Auto”. INLEIDING Er klinkt geen geluid uit de surround achter-luidsprekers. GEAVANCEERD E BEDIENING AANHANGSEL HDMI™ Probleem Oplossing Zie bladzijde Er zijn teveel HDMI componenten aangesloten. Ontkoppel enkele van de HDMI componenten. — Het aangesloten HDMI component ondersteunt geen hoge bandbreedte digitale auteursrecht bescherming (HDCP). Sluit een HDMI component aan dat HDCP ondersteunt. 16 63 Nl Nederlands Geen beeld of geluid. Oorzaak Oplossen van problemen Tuner (FM/AM) Probleem Oorzaak Veel ruis in de FM stereo-ontvangst. FM AM Oplossing U bent te ver van de signaalzender of het signaal van de antenne is zwak. Zie bladzijde Controleer de aansluitingen van de antenne. 20 Vervang de buitenantenne door een gevoeligere multi-elementantenne. — Schakel over naar mono. 41 Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Pas de hoogte of richting van de antenne aan of plaats het op een andere locatie. — Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. U bent te ver van de signaalzender of het signaal van de antenne is zwak. Vervang een buitenantenne door een gevoeligere multi-elementantenne. — Stem handmatig af of door directe frequentieafstemming. 31 Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenne is los. Stem de richting af van de AM ringantenne. 20 Stem met de hand af. 31 Automatische stationvoorkeuze werkt niet. Automatische stationvoorkeuze is niet beschikbaar voor AM-zenders. Gebruik de handmatige stationafstemming. 32 U hoort doorlopend gekraak en gesis. De meegeleverde AM ringantenne is niet aangesloten. Sluit de AM ringantenne correct aan, ook al gebruikt u een buitenantenne. 20 Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, TL verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur. Het is moeilijk om ruis geheel te verwijderen, maar het kan worden verminderd door het goed installeren en aarden van een buiten AM antenne. 20 Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt. Zet dit toestel verder bij de TV vandaan. — U hoort gezoem en gefluit. Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening werkt niet of niet naar behoren. 64 Nl Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Te ver weg of onder te scherpe hoek gebruikt. De afstandsbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van loodrecht op het voorpaneel. 9 Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral van TL lampen, richtlampen enz.) valt op de sensor voor de afstandsbediening van dit toestel. Pas de lichtval af of verplaats het toestel. — De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. 9 De afstandsbedienings-ID van de afstandsbediening en dit toestel komen niet overeen. Laat de afstandsbedienings-ID van dit toestel overeenkomen met die van de afstandsbediening. 58 Oplossen van problemen Probleem De afstandsbedieningscode is niet juist ingesteld. Oplossing Zie bladzijde Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in met behulp van de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding. 55 Stel een andere afstandsbedieningscode in voor dezelfde fabrikant met behulp van de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding. 55 Indien dit toestel niet werkt als u drukt op — INLEIDING Externe componenten kunnen niet worden bestuurd met de afstandsbediening. Oorzaak kCursor, doe dan het volgende. VOORBEREIDIN GEN Als de toets niet werkt tijdens DVDdiskmenuwerking: druk opnieuw op eIngang keuzetoetsen op de afstandsbediening. Als de toets niet werkt tijdens OPTION menu/SETUP menuwerking: druk opnieuw op de toets die van toepassing is op de huidige menuwerking. De afstandsbediening leert geen nieuwe functies. Vervang de batterijen. 9 De afstand tussen de twee afstandsbedieningen is te lang of te kort. Plaats de afstandsbedieningen op een juiste afstand. 56 De signaalcodering of modulatie van de andere afstandsbediening is niet compatibel met deze afstandsbediening. Leren is niet mogelijk. — De geheugencapaciteit is vol. Wis onnodige functies om enige geheugenruimte vrij te maken voor nieuwe functies. 57 iPod™ Probleem Loading... Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Dit toestel is bezig de verbinding met uw iPod te herkennen. AANHANGSEL Opmerking • In geval van een overdrachtsfout zonder dat er een melding verschijnt op de display op het voorpaneel en op de OSD, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 19). GEAVANCEERD E BEDIENING De batterijen van deze afstandsbediening en/ of de andere afstandsbediening zijn te zwak. BASISBEDIENIN G Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed reageren op de afstandsbediening. Dit toestel is bezig songlijsten over te nemen van uw iPod. Connect error Er is een probleem met het signaalpad van uw iPod naar dit toestel. De gebruikte iPod wordt niet ondersteund door dit toestel. iPod Connected Uw iPod is goed geplaatst in de Yamaha iPod universele dock. Disconnected Uw iPod is verwijderd uit de Yamaha iPod universele dock. Unable to play Dit toestel kan de op dit moment op uw iPod opgeslagen muziekstukken niet weergeven. 19 Haal uw iPod uit de Yamaha iPod universele dock en plaats het terug op het dock. 19 Sluit een iPod aan die door dit toestel wordt ondersteund. — Controleer of de muziekstukken op uw iPod inderdaad weergegeven kunnen worden. — 65 Nl Nederlands Unknown iPod Zet dit toestel uit en sluit uw Yamaha iPod universeel dock opnieuw aan op de DOCK-aansluiting van dit toestel. Oplossen van problemen Bluetooth™ Probleem Searching... Oorzaak Oplossing Zie bladzijde De Bluetooth draadloze audio ontvanger en de Bluetooth component worden op dit moment gepaard. De Bluetooth draadloze audio ontvanger en de Bluetooth component worden op dit moment tot een verbinding gebracht. Completed Het paren is voltooid. Canceled Het paren is geannuleerd. BT Connected De verbinding tussen de Bluetooth draadloze audio ontvanger en de Bluetooth component is voltooid. Disconnected De Bluetooth component is niet aangesloten op de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger. Not found Het Bluetooth component is niet gevonden. Tijdens paren: – paren moet tegelijkertijd op dit Bluetooth component en dit toestel worden uitgevoerd. Controleer of de Bluetooth component in paringsstand staat. Tijdens verbinden: – controleer of de Bluetooth component aan staat. – controleer of de Bluetooth component binnen 10 meter van de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger staat. — Auto Setup (YPAO) Opmerkingen • • • • Als een fout of waarschuwingsbericht wordt weergegeven, los het probleem dan op en voer opnieuw een automatische instelprocedure uit. Waarschuwingsbericht “W-2” of “W-3” geeft aan dat de ingestelde afstelling niet optimaal is. Afhankelijk van de luidsprekers is het mogelijk dat de waarschuwing “W-1” verschijnt, ook al zijn de luidsprekers correct aangesloten. Als foutmelding “E-10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend Yamaha service-centrum. Voor Auto Setup Foutmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Connect MIC! De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten. Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER MIC-aansluiting op het voorpaneel. 21 Unplug HP! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los. — Memory Guard! De parameters van dit toestel zijn beschermd. Zet “Memory Guard” op “Off”. 52 Tijdens Auto Setup Foutmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde E-1:NO FRONT SP Er worden geen L/R voorkanaalsignalen gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de L/R voorluidsprekers. 11 E-2:NO SUR. SP Er wordt alleen één surroundkanaalsignaal gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de L/R surroundluidsprekers. 11 66 Nl Oplossen van problemen Foutmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Controleer de aanwezigheid van de L/Rluidsprekeraansluitingen. 11 E-4:SBR->SBL Er wordt alleen een rechter surround achterkanaal gedetecteerd. Als u slechts één surround achter-luidspreker aansluit, sluit deze dan aan bij de L-kant (SINGLE)aansluiting. 11 E-5:NOISY Meting kan niet goed worden uitgevoerd door te luide omgevingsruis. Voer de automatische setup procedure opnieuw uit op een tijdstip dat de omgeving rustig is. — Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals airconditioners uit, of zet ze uit de buurt van de optimalisatie-microfoon. — Bij het gebruik van surround achter-luidsprekers, dient u de surround L/R luidsprekers aan te sluiten. 11 E-7:NO MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt tijdens de “Auto Setup” procedure. Raak de optimalisatiemicrofoon niet aan tijdens de automatische setup procedure. 21 E-8:NO SIGNAL De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen detecteren. Controleer of de microfoon correct is geplaatst. 21 Controleer of de luidsprekers correct zijn geplaatst en aangesloten. 11 De optimalisatiemicrofoon of OPTIMIZER MIC-aansluiting is mogelijk defect. Neem contact op met de Yamaha dealer of het servicecentrum die/dat het dichtstbijgelegen is. 21 Als een scherm zoals een TV op dit toestel wordt aangesloten via een HDMI-aansluiting, dan kan er mogelijk geen geluid worden weergegeven via dit toestel door de HDMI-besturingsfunctie. In zo’n geval dient u de scherminstelling te wijzigen, door bijvoorbeeld de geluidsweergave-instelling op een versterker te zetten zodat het geluid via dit toestel wordt uitgezonden. — De automatische setup procedure is geannuleerd door een onjuiste gebruikersbediening. Voer de automatische setup procedure uit. Pas het volume niet aan of doe andere handelingen tijdens de procedure. 21 E-10:INTERNAL ERROR Er is een interne fout opgetreden. Voer de automatische setup procedure opnieuw uit. 21 Na Auto Setup Foutmelding AANHANGSEL E-9:USER CANCEL GEAVANCEERD E BEDIENING Wel surround achter-luidsprekers aangesloten, maar geen L/R surroundluidsprekers. BASISBEDIENIN G E-6:CHECK SUR. VOORBEREIDIN GEN Er wordt alleen één aanwezigheidskanaalsignaal gedetecteerd. INLEIDING E-3:NO PRNS SP Zie bladzijde Oplossing W-1:OUT OF PHASE De polariteit van de luidspreker is niet correct. Deze melding kan, afhankelijk van de luidspreker in kwestie, ook verschijnen wanneer deze toch correct is aangesloten. Controleer de polariteiten (+, –) van de luidspreker. Als deze juist zijn, zullen de luidsprekers goed werken zelfs als dit bericht wordt weergegeven. 11 W-2:OVER 24m (80ft) De afstand tussen de luidspreker en de luisterplek is meer dan 24 m (80 ft). Breng de luidspreker binnen 24 meter (80 ft) rond het luisterpositie. — W-3:LEVEL ERROR Er is teveel volumeverschil tussen de luidsprekers. Controleer de positie van de luidspreker opnieuw om ervoor te zorgen dat alle luidsprekers zijn geplaatst in eenzelfde omgeving. — Controleer de polariteit (+, –) van de luidsprekers. 11 We raden u aan dat u luidsprekers gebruikt met dezelfde of vergelijkbare specificaties. — Stel het uitgangsniveau van de subwoofer in. — 67 Nl Nederlands Oorzaak Oplossen van problemen Foutmelding W-4:CHECK PRNS 68 Nl Oorzaak Er zijn geen aanwezigheidsluidsprekers gedetecteerd tijdens de meting met “Extra SP Assign” ingesteld op “Presence”. Oplossing Zie bladzijde Controleer de aansluitingen van de aanwezigheidsluidspreker en voer de meting opnieuw uit. Als de aanwezigheidsluidsprekers niet zijn aangesloten, stel de “Extra SP Assign” dan in op iets anders dan “Presence”. 47 Indien de aanwezigheidsluidsprekers zijn aangesloten, stel dan “Extra SP Assign” in op “Presence”, en probeer de automatische setup procedure opnieuw uit. 47 Woordenlijst ■ Audio en video synchronisatie (lip sync) ■ Dolby Digital Surround EX Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX gebruikt worden met filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer dynamische en realistische weergave van bewegende geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en “fly-around” effecten. ■ Dolby Digital Plus ■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen Component videosignaal Dolby Pro Logic II Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music mode” voor muziekbronnen, een “Movie mode” voor filmbronnen en een “Game mode” voor gamebronnen. ■ ■ Composiet videosignaal Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie elementen gecombineerd door. ■ Deep Color ■ Dolby Digital Dolby Surround Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV- en kabelprogramma’s. Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende geluidsbronnen te verbeteren. ■ Dolby TrueHD Dolby TrueHD is een geavanceerde, verliesloze audiotechnologie die speciaal is ontwikkeld voor high-definition media op disc, zoals Bluray Discs. Deze technologie is een optionele audiostandaard voor Bluray Discs en levert een weergave die bit-voor-bit identiek is aan de studio masteropnamen en die daardoor een zeer hoogstaande weergavekwaliteit kan leveren. Dolby TrueHD biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 18,0 Mbps en kan maximaal 8 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk bevatten. Dolby TrueHD blijft ook volledig compatibel met bestaande multikanaals audiosystemen en behoudt de metadatamogelijkheid van Dolby Digital, wat dialoge normalisatie en dynamisch bereikbesturing mogelijk maakt. 69 Nl Nederlands Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surround-stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de luisteraar een ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien. ■ AANHANGSEL Deep Color verwijst naar het gebruik van de grotere aantallen kleuren (kleurdiepte) die door beeldschermen kunnen worden weergegeven, in vergelijking tot de 24-bits kleurdiepte in eerdere HDMI versies. Deze extra bitdiepte stelt HDTV’s en andere soorten beeldschermen in staat om het aantal weer te geven kleuren op te voeren van miljoenen naar miljarden en zorgt ervoor dat de storende kleurbanden op het scherm worden vervangen door vloeiende kleurovergangen en subtiele gradaties tussen kleuren. Een verbeterde contrastverhouding betekent dat er veel meer grijstonen kunnen worden weergegeven tussen zwart en wit. Deep Color verhoogt ook het aantal mogelijke kleuren binnen de door de RGB of YCbCr kleurruimten bepaalde grenzen. Dolby Pro Logic IIx Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals of multikanaals bronnen. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music mode” voor muziekbronnen, een “Movie mode” voor filmbronnen (alleen 2kanaals materiaal) en een “Game mode” voor spelletjes. GEAVANCEERD E BEDIENING In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de chrominantie. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat elk van deze signalen onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal. U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen te kunnen weergeven. BASISBEDIENIN G ■ ■ VOORBEREIDIN GEN Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee versterkers gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen) van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen. In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de weergave negatief wordt beïnvloed. Dolby Digital Plus is een geavanceerde audiotechnologie die ontwikkeld is voor high-definition programma’s en media, inclusief HD uitzendingen, en Blu-ray Discs. Deze technologie is geselecteerd als optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en deze technologie levert multikanaals geluidsweergave via gescheiden kanalen. Dolby Digital Plus biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 6,0 Mbps en kan maximaal 7.1 gescheiden audiokanalen tegelijk bevatten. Dolby Digital Plus wordt ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de bestaande multikanaals audiosystemen die gebruik maken van Dolby Digital. INLEIDING Lip sync staat voor lipsynchronisatie en geeft in deze context zowel het probleem aan als een technische manier om beeldsignalen en geluidssignalen tijdens signaaloverdracht en weergave netjes met elkaar in de pas te laten lopen. De verschillende manieren waarop beeld en geluid verwerkt worden hebben ingewikkelde instellingen door de eindgebruiker vereist, maar HDMI versie 1.3 is nu voorzien van een automatisch synchronisatie voor audio en video die de apparatuur in staat stelt automatisch de vereiste correcties uit te voeren, zonder dat de gebruiker daarmee lastig wordt gevallen. Woordenlijst ■ DSD Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt voor het opslaan van audiosignalen op digitale media, zoals Super Audio CD’s. Bij DSD worden signalen opgeslagen als enkele bitwaarden bij een zeer hoge bemonsteringsfrequentie van 2,8224 MHz, waarbij gebruik wordt gemaakt van ‘noise shaping’ en overbemonstering om vervorming, een normaal verschijnsel bij zeer hoge kwantisaties van audiosignalen, te verminderen. Dankzij de hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere geluidskwaliteit worden bereikt dan aangeboden wordt door het PCM formaat van gewone audio-CD’s. De frequentie is gelijk of hoger dan 100 kHz en het dynamische bereik is 120 dB. Dit toestel kan DSD signals uitzenden of ontvangen via de HDMI-aansluiting. ■ DTS 96/24 DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig compatibel met alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan de 96 kHz bemonsteringsfrequentie vergeleken met een normale waarde van 48 kHz. “24” verwijst naar de gebruikte woordlengte van 24-bits. DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-video. ■ DTS Digital Surround DTS Digital Surround is ontwikkeld om de analoge filmsoundtracks te vervangen door een 5.1-kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS Digital Surround. Dit systeem produceert een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6 kanalen (dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en rechts surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als 0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren. ■ DTS Express Dit is een audioformaat voor volgende generatie optische disks zoals Blu-ray disks. Het gebruikt geoptimaliseerde lage bitssnelheidsignalen ovor netwerkstreaming. In het geval van Bluraydisks wordt dit formaat gebruikt met secundaire audio wat het mogelijk maakt om te genieten van commentaar van de filmproducent via het internet terwijl u het hoofdprogramma afspeelt. ■ DTS-HD High Resolution Audio DTS-HD High Resolution Audio is een audiotechnologie met een hoog oplossend vermogen die speciaal is ontwikkeld voor high-definition media op disc, zoals Blu-ray Discs. Deze technologie is een optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en levert een weergave die vrijwel niet te onderscheiden is van het origineel en die daardoor een zeer hoogstaande weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD High Resolution Audio biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 6,0 Mbps voor Blu-ray Discs en kan maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk bevatten. DTS-HD High Resolution Audio blijft ook volledig compatibel met de bestaande multi-kanaals audiosystemen die DTS Digital Surround bevatten. ■ DTS-HD Master Audio DTS-HD Master Audio is een geavanceerde, verliesloze audiotechnologie die speciaal is ontwikkeld voor high-definition media op disc, zoals Blu-ray Discs. Deze technologie is een optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en levert een weergave die bit-voor-bit identiek is aan de studio masteropnamen en die daardoor een zeer hoogstaande weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD Master Audio biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 24,5 Mbps voor Blu-ray Discs en kan maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk bevatten. DTS-HD Master Audio wordt ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de bestaande multikanaals audiosystemen die gebruik maken van DTS Digital Surround. 70 Nl ■ HDMI HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste volledig door de elektronica industrie ondersteunde, ongecomprimeerde en volledig digitale audiovisuele interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard, verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen elke denkbare audiovisuele signaalbron (zoals een externe ontvanger of AV receiver) en de audio/video monitor (zoals een digitale televisie). HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige verbeteringen en eisen. Indien gebruikt in combinatie met HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een veilige audio/video interface die voldoet aan de beveiligingseisen van producenten van weer te geven materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen aan de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”. ■ LFE 0.1 kanaal Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1-kanaals systeem. ■ Neo:6 Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale signalen met gescheiden kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music mode” voor muziekbronnen en een “Cinema mode” voor filmbronnen. ■ PCM (Lineair PCM) Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat voor “Pulse Code Modulation”, het analoge signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname. ■ S-videosignaal In een S-video systeem wordt het videosignaal dat normaal via een penkabel zou worden doorgegeven gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C signaal voor de kleur en doorgegeven via de speciale S-videokabel. Gebruik van een S VIDEO-aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit. ■ Bemonsteringsfrequentie en aantal kwantisatiebits Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd. ■ “x.v.Color” Een kleurruimtestandaard die ondersteund wordt door HDMI versie 1.3. Het is een uitgebreidere kleurruimte dan sRGB en biedt de mogelijkheid tot het uitdrukken van kleuren die eerder niet uitgedrukt konden worden. Terwijl het nog steeds compatibel is met het kleurenbereik van sRGBstandaarden, breidt “x.v.Color” de kleurruimte uit en kan daarom levendigere, natuurlijkere beelden produceren. Het is in het bijzonder effectief voor filmfoto’s en grafische computerafbeeldingen. Geluidsveldprogramma informatie ■ CINEMA DSP VOORBEREIDIN GEN ■ INLEIDING Daar de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Gebaseerd op een macht aan daadwerkelijke meetgegevens geeft Yamaha CINEMA DSP u de audiovisuele ervaring van een echte bioscoop in uw eigen huiskamer door middel van de door Yamaha zelf ontwikkelde geluidsveldentechnologie in combinatie met diverse digitale audiosystemen. CINEMA DSP 3D ■ BASISBEDIENIN G De daadwerkelijk gemeten geluidsveldgegevens bevatten ook informatie betreffende de hoogte van het geluidsbeeld. De CINEMA DSP 3D functie draagt zorg voor een precieze reproductie van de hoogte van het geluidsbeeld, zodat er een accurate en intensieve dieptewerking optreedt in het in de luisterruimte gecreëerde geluidsveld. SILENT CINEMA Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden weergegeven. Virtual CINEMA DSP GEAVANCEERD E BEDIENING ■ Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP algoritme ontwikkeld dat u ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te profiteren van DSP surroundeffecten door middel van virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker. ■ Compressed Music Enhancer AANHANGSEL De Compressed Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde compressieartefacten ontbrekende harmonische signalen te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van uw systeem ten goede komt. Nederlands 71 Nl Informatie over HDMI™ ■ HDMI geschikte signalen Audiosignalen Audiosignaaltypen Audiosignaal formaten Compatibele media 2ch Lineaire PCM 2-kanaals, 32-192 kHz, 16/20/24 bit CD, DVD-Video, DVD-Audio, enz. Multi-kanaals Lineaire PCM 8-kanaals, 32-192 kHz, 16/20/24 bits DVD-Audio, Blu-ray Disc, HD DVD, enz. DSD 2/5.1-kanaals, 2,8224 MHz, 1 bit SACD, enz. Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video, enz. Bitstroom (High definition audio) Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio, DTS Express Blu-ray Disc, HD DVD, enz. y • Als de signaalbron van het ingangssignaal de bitstroom audiosignalen voor audiocommentaren kan decoderen, kunt u de audiobronnen laten weergeven met de audiocommentaren teruggemengd via de volgende aansluitingen: – multikanaals analoge audio ingangssignalen (zie bladzijde 18) – DIGITAL INPUT OPTICAL (of COAXIAL) • Raadpleeg de bij de signaalbron behorende handleidingen en stel de apparatuur op de juiste manier in. Opmerkingen • Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler, dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd. • Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele HDMI of DVI apparatuur. • Om bitstroom audiosignalen te decoderen met dit toestel dient u de signaalbron op de juiste manier in te stellen zodat deze de bitstroom audiosignalen onveranderd reproduceert (en niet zelf decodeert). Raadpleeg de bijbehorende handleidingen voor details. • Dit toestel is niet geschikt voor de audiocommentaarfuncties (bijvoorbeeld speciaal audiomateriaal dat is gedownload via het Internet) van Blu-ray Disc of HD DVD. Dit toestel is niet in staat de audiocommentaren van Blu-ray Disc of HD DVD materiaal weer te geven. Videosignalen Dit toestel is compatibel met videosignalen met de volgende resoluties: • 480i/60 Hz • 576i/50 Hz • 480p/60 Hz • 576p/50 Hz • 720p/60 Hz, 50 Hz • 1080i/60 Hz, 50 Hz • 1080p/60 Hz, 50 Hz, 24Hz 72 Nl Technische gegevens AUDIO GEDEELTE • Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz) H.P.F. (voor, midden, surround, surround-achter: klein) ..................................................................................... 12 dB/oct. L.P.F. (Subwoofer) ..........................................................24 dB/oct. VIDEO GEDEELTE FM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] ................... 530 t/m 1710 kHz [Modellen voor Azië en Algemene modellen] ......................................................... 530/531 t/m 1710/1611 kHz [Overige modellen] ............................................ 531 t/m 1611 kHz GEAVANCEERD E BEDIENING AM GEDEELTE BASISBEDIENIN G • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] ................87,5 t/m 107,9 MHz [Modellen voor Azië en Algemene modellen] ............................................... 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz [Overige modellen] .....................................87,50 t/m 108,00 MHz • 50 dB Rustgevoeligheid (IHF) Mono ...................................................................3,0 µV (20,8 dBf) • Signaal-ruis verhouding (IHF) Mono/Stereo ...............................................................74 dB/70 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/Stereo......................................................................0,3/0,3% • Antenne-aansluiting (ongebalanceerd)....................................... 75 Ω VOORBEREIDIN GEN • Video Signaaltype (Gray Back) [Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen] ........................................................................................... NTSC [Overige modellen] .................................................................. PAL • Signaalniveau Composiet ...................................................................1 Vp-p/75 Ω S-video [Modellen voor V.K., Europa en Rusland] ........................................1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C) Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (CB/CR) • Maximum ingangsniveau .......................................1,5 Vp-p of meer • Signaal tot ruisratio ..................................................... 50 dB of meer • Frequentierespons [MONITOR OUT] Component .............................................. 5 Hz tot 60 MHz, –3 dB INLEIDING ALGEMEEN • Stroomvoorziening [Modellen voor de V.S. en Canada] ..... 120 V, 60 Hz wisselstroom [Algemeen model] ............ AC 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz [Modellen voor China] ......................... 220 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Korea]......................... 220 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Australië].................... 240 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor het V.K., Europa en Rusland] ........................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Azië] ............................. 220/230–240 V, 50/60 Hz • Stroomverbruik [Modellen voor de V.S. en Canada] ........................ 400 W/500 VA [Overige modellen] .............................................................. 400 W • Stroomverbruik uit (standby) HDMI-regeling uit/Standby via uit .......................0,2 W of minder HDMI-regeling aan/Standbyvia aan/ Geen herhaalde weergave...................................1,2 W of minder HDMI-regeling aan/Standby via aan/ herhaalde weergave ...............................................3 W of minder • Maximum stroomverbruik [Aziatische en algemene modellen] ..................................... 590 W • Afmetingen (B x H x D).................................... 435 x 171 x 365 mm • Gewicht .................................................................................. 11,0 kg 73 Nl Nederlands * Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden. AANHANGSEL • Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround, surround-achter 20 Hz - 20 kHz, 0,08% THD, 8 Ω ..........................................95 W • Dynamisch vermogen (IHF) Voor-luidsprekers 8/6/4/2 Ω ............................130/165/195/240 W • Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA) [Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen] 1 kHz, 10% THD, 8 Ω .......................................................... 135 W • Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K., Europa, Rusland en Azië] 1 kHz, 0,7% THD, 4 Ω ......................................................... 145 W • Dynamisch bereik [Modellen voor de V.S. en Canada] 8 Ω ........................................................................................ 1,4 dB • IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K., Europa, Rusland en Azië] Voor-luidsprekers 1 kHz, 0,08% THD, 8 Ω.......................... 105 W • Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie PHONO [Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië, Azië en Algemeen modellen] ............................... 3,5 mV/47 kΩ AV5, etc. ................................................................. 200 mV/47 kΩ MULTI CH INPUT................................................. 200 mV/47 kΩ • Maximum ingangsvoltage PHONO (1 kHz, 0,1% THD) [Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië, Azië en Algemeen modellen] .............................. 60 mV of meer AV5, etc. (1 kHz, 0,5% THD) .................................. 2,3 V of meer • Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie AUDIO OUT ......................................................... 200 mV/1,2 kΩ PRE OUT....................................................................1,0 V/1,2 kΩ SUBWOOFER (2ch Stereo & FRONT: Klein) .................................................................................1,0 V/1,2 kΩ ZONE2 OUT ......................................................... 200 mV/1,2 kΩ • Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting AV5, etc. (1 kHz, 50 mV, 8 Ω) ............................... 100 mV/470 Ω • Frequentierespons AV5 etc. tot FRONT ......................... 10 Hz tot 100 kHz, +0/–3 dB • RIAA Equalizatie-deviatie [Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië, Azië en Algemeen modellen] PHONO ..........................................................................0 ± 0,5 dB • Totale harmonische vervorming PHONO naar AUDIO OUT [Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië, Azië en Algemeen modellen] (20 Hz tot 20 kHz, 1 V) .....................................0,02% of minder AV5, etc. tot FRONT, Pure Direct (20 Hz tot 20 kHz, 50 W, 8 Ω)...........................0,06% of minder • Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk) PHONO Ingang verkort (5,0 mV tot AUDIO OUT) [Modellen voor China en Algemene modellen] ...............................................................................86 dB of meer PHONO Ingang verkort (5,0 mV tot AUDIO OUT) [Model voor Korea, V.K, Europa, Rusland, Australië en Azië] ...............................................................................81 dB of meer AV5, etc. (Pure Direct) Ingang verkort (250 mV tot Voorluidsprekers) ................................................................................... 100 dB of meer • Restruis (IHF-A netwerk) Voor-luidsprekers................................................ 150 µV of minder • Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz) PHONO (ingang verkort) [Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië, Azië en Algemeen modellen] ..................... 60 dB/55 dB of meer AV5, etc. (5,1 kΩ ingekort) ........................... 60 dB/45 dB of meer • Volumebesturing ................................ MUTE / –80 dB tot +16,5 dB • Toonregeling (Voorluidsprekers) BASS versterking/drempel .................................. ±10 dB op 50 Hz BASS turnover frequentie.................................................... 350 Hz TREBLE versterking/drempel ............................. ±10 dB op 20 Hz TREBLE turnover frequentie ............................................... 3,5 Hz Index ■ Numerieken 1 Dynamic Range, sound setup ..................... 49 1 HDMI, function setup ................................. 50 2 Display, function setup ............................... 51 2 Lipsync, sound setup .................................. 50 2ch Stereo, geluidsveldprogramma ............... 28 3 Volume, function setup .............................. 51 3D DSP, geluidsveldparameter ...................... 42 4 Input Rename, function setup ..................... 52 5.1-kanaals luidsprekeropstelling .................. 10 6.1-kanaals luidsprekeropstelling .................. 10 7.1-kanaals luidsprekeropstelling .................. 10 7ch Enhancer, geluidsveldprogramma .......... 29 7ch Stereo, geluidsveldprogramma ............... 28 ■ A A)Config, speaker setup ................................ 47 Aanpassen van geluid met hoge tonen .......... 25 Aanpassen van geluid met lage tonen ............ 25 Aansluiten van audio- en videospeler ............ 16 Aansluiten van audiospeler ............................ 17 Aansluiten van de AM-antenne ..................... 20 Aansluiten van de FM-antenne ...................... 20 Aansluiten van de luidsprekerkabel ............... 13 Aansluiten van een beeldscherm ................... 15 Aansluiten van een externe decoder .............. 18 Aansluiten van een externe versterker ........... 18 Aansluiten van een iPod universeel dock ........................................................... 19 Aansluiten van een kastje met convertor en decoder ...................................................... 16 Aansluiten van een projector ......................... 15 Aansluiten van het netsnoer ........................... 20 Aansluiten van luidspreker ............................ 11 Aansluiten van Zone2 .................................... 53 Aansluiting voor audio- en videospeler ......... 16 Aansluiting voor Bluetooth draadloze audio-ontvanger ........................................ 19 Aansluiting voor kastje met convertor en decoder ...................................................... 16 Aanzetten ....................................................... 20 Action Game, geluidsveldprogramma ........... 28 Adaptive DRC, 3 Volume, function setup .......................................................... 51 ADVANCED SETUP ................................... 58 Adventure, geluidsveldprogramma ............... 27 AFFAIRS, Radio Data Systeem programmatype ......................................... 33 Afspelen van Bluetooth component .............. 37 Afspelen van iPod .......................................... 35 Afstandsbediening ........................................... 7 Afstandsbediening signaalzenderafstandsbediening ................. 7 Afstandsbediening, bestuurt ander component ................................................. 55 Afstandsbediening, oplossen van problemen ................................................. 64 Afstandsbediening, voorbereiding ................... 9 Afstandsbediening-ID, ADVANCED SETUP ............................... 58 Afstemming, AM ........................................... 31 Afstemming, FM ........................................... 31 AM afstembewerking .................................... 31 AM-antenne-aansluiting ................................ 20 ANTENNA-aansluiting, achterpaneel ............. 5 Aspect, 1 HDMI, function setup .................... 51 AUDIO 1/2-aansluitingen, achterpaneel ......... 5 AUDIO L/R-aansluiting, voorpaneel .............. 4 AUDIO OUT-aansluitingen, achterpaneel ...... 5 Audio Output, 1 HDMI, function setup ......... 50 AUDIO-aansluiting ....................................... 14 Audio-aansluiting .......................................... 14 Audiospeler aansluiting ................................. 17 Auto Delay, 2 Lipsync, sound setup .............. 50 Auto Preset, OPTION menu .......................... 41 Auto Setup (YPAO), problemen oplossen .................................................... 66 74 NI Automatische instellingen ..............................21 AV 1-6-aansluitingen, achterpaneel .................5 AV OUT-aansluitingen, achterpaneel ..............5 ■ B B)Level, speaker setup ...................................49 Basisbediening, SETUP menu .......................47 Basiswerking van het SETUP menu ..............47 Beeldschermaansluiting .................................15 Bestuurt ander component, afstandsbediening ......................................55 Bewerken van geluidveldprogramma ............42 BI-AMP verbindingsschakelaar, ADVANCED SETUP ...............................58 Bluetooth componenten paren .......................37 Bluetooth draadloze audio-ontvanger aansluiten ...................................................19 Bluetooth, oplossen van problemen ...............66 ■ C C)Distance, speaker setup ..............................49 C.Image, decoder parameter ..........................45 Cellar Club, geluidsveldprogramma ..............28 Center SP, A)Config, speaker setup ...............48 Center width, decoder parameter ...................45 Center, C)Distance, speaker setup .................49 Chamber, geluidsveldprogramma ..................28 CINEMA DSP 3D-indicator, display van het voorpaneel ...................................................6 CINEMA DSP basisparameter .......................42 CINEMA DSP-indicator, display van het voorpaneel ...................................................6 CLASSICS, Radio Data Systeem programmatype ..........................................33 Clear Preset, OPTION menu ..........................41 Clock Time, Radio Data Systeem informatie ..................................................33 COAXIAL-aansluiting ...................................14 CODE SET, afstandsbediening ........................7 COMPONENT VIDEO-aansluiting ..............14 Connect, OPTION menu ................................41 Control, 1 HDMI, function setup ...................50 Crossover Freq. A)Config, speaker setup ..........................................................49 CT Level, geluidsveldparameter ....................45 CULTURE, Radio Data Systeem programmatype ..........................................33 Cursor-indicator, display van het voorpaneel ...................................................6 Cursors k / n / l / h, afstandsbediening ......7 ■ D D)Equalizer, speaker setup .............................49 Decoder Mode, OPTION menu .....................40 Decoderparameter ..........................................45 Dialog Lift, geluidsveldparameter .................43 Dimension, decoderparameter ........................45 Dimmer, 2 Display, function setup ................51 Direct, geluidsveldparameter .........................45 Disconnect, OPTION menu ...........................41 Display voorpaneel ..........................................6 DISPLAY, afstandsbediening ..........................7 DOCK-aansluiting, achterpaneel .....................5 Drama, geluidsveldprogramma ......................28 DRAMA, Radio Data Systeem programmatype ..........................................33 DSP Level, geluidsveldparameter ..................42 DSP Parameter, SETUP menu .......................52 ■ E E)Test Tone, speaker setup ............................49 EDUCATE, Radio Data Systeem programmatype ..........................................33 Effect Level, geluidsveldparameter ...............45 ENTER, afstandsbediening ..............................7 EON gegevensservice, Radio Data Systeem informatie afstembewerking ......................34 EON, OPTION menu .................................... 41 EQ Type Select, D)Equalizer, speaker setup .......................................................... 49 Extended Surround, OPTION menu .............. 40 External component operation key, remote control ......................................................... 7 Extra SP Assign, A)Config, speaker setup .......................................................... 47 ■ F FL Scroll, 2 Display, function setup .............. 51 FM afstembewerking ..................................... 31 FM Mode, OPTION menu ............................. 41 FM/AM, voorpaneel ........................................ 4 FM-antenne-aansluiting ................................. 20 Frequentie-afstemming .................................. 31 Front L, C)Distance, speaker setup ............... 49 Front R, C)Distance, speaker setup ............... 49 Front SP, A)Config, speaker setup ................ 48 Function Setup, SETUP menu ....................... 50 ■ G Gebruik van een hoofdtelefoon ..................... 26 Gebruiken van de afstandsbediening ............... 9 Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken .................................................. 34 Geluidkeuzetoetsen, afstandsbediening ........... 7 Geluidsaanpassing van hoge tonen ................ 25 Geluidsaanpassing van lage tonen ................. 25 Geluidsinstelling, SETUP menu .................... 49 Geluidsveldparameter .................................... 42 Geluidsveldprogramma bewerken ................. 42 ■ H Hall in Munich, geluidsveldprogramma ........ 28 Hall in Vienna, geluidsveldprogramma ......... 28 HDMI Auto, 2 Lipsync, sound setup ............. 50 HDMI informatie ........................................... 72 HDMI OUT/HDMI 1-4-aansluitingen, achterpaneel ................................................ 5 HDMI THROUGH, voorpaneel ...................... 4 HDMI, oplossen van problemen .................... 63 HDMI-aansluiting .......................................... 14 HDMI-indicator, display van het voorpaneel ................................................... 6 Herhaalde weergave, iPod ............................. 36 Het instellen van de afstandsbedieningcode .............................. 55 Het opnieuw instellen van de afstandsbedieningcode .............................. 57 Hi-fi geluidsweergave .................................... 25 ■ I INFO, afstandsbediening ................................. 7 INFO, Radio Data Systeem programmatype ......................................... 33 INFO, voorpaneel ............................................ 4 Informatie wijzigen op de display van het voorpaneel ................................................. 26 Ingang keuzetoetsen, afstandsbediening .......... 7 INIT, ADVANCED SETUP .......................... 58 Init. Volume, 3 Volume, function setup .......................................................... 51 Initialiseer instelling, ADVANCED SETUP ............................... 58 INPUT-schakelaar, voorpaneel ........................ 4 Instellen van afstandsbedieningscodes .......... 55 Inzetten van batterijen, afstandsbediening ........................................ 9 iPod universeel dock aansluiting ................... 19 iPod, oplossen van problemen ....................... 65 ■ L LFE/Bass Out, A)Config, speaker setup ....... 48 Index M N ■ O Oplossen van problemen ................................60 Opnieuw instellen van afstandsbedieningscode .............................57 OPTICAL-aansluiting ....................................14 OPTIMIZER MIC-aansluiting, voorpaneel ...................................................4 OPTION menu ...............................................39 OPTION, afstandsbediening ............................7 OSD Shift, 2 Display, function setup .............51 OTHER M, Radio Data Systeem programmatype ..........................................33 ■ P ■ V VARIED, Radio Data Systeem programmatype ......................................... 33 Verbinding ..................................................... 10 Video Out, OPTION menu ............................ 41 Video/audio-aansluiting ................................ 14 VIDEO-aansluiting ........................................ 14 Video-aansluiting .......................................... 14 VIDEO-aansluitingen, voorpaneel .................. 4 Virtual CINEMA DSP .................................. 30 VOLUME +/–, afstandsbediening ................... 7 Volume Trim, OPTION menu ...................... 39 VOLUME-besturing, voorpaneel .................... 4 VOLUME-indicator, display van het voorpaneel .................................................. 6 Voorkeuze-afstemming ................................. 31 Voorpaneel ...................................................... 4 Voorpaneel display, voorpaneel ...................... 4 ■ W Weergeven van ingangsignaalinformatie ........................... 26 Weergeven van ingangssignaalinformatie .......................... 26 Willekeurige weergave, iPod ........................ 36 ■ Y YPAO ............................................................ 21 YPAO, problemen oplossen .................................................... 66 ■ Z ZONE2 CONTROL, voorpaneel ..................... 4 ZONE2 ON/OFF, voorpaneel ......................... 4 ZONE2 OUT-aansluitingen, achterpaneel ................................................ 5 Zone2 regelen ................................................ 54 ZONE2-indicator, display van het voorpaneel .................................................. 6 “AMAIN ZONE ON/OFF” of “pPOWER” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het “Regeldiagram” of “Onderdeelnamen en functies” op pagina 4. 75 NI Nederlands Pairing, OPTION menu ..................................41 Panorama, decoderparameter .........................45 PHONES-aansluiting, voorpaneel ....................4 PHONO-aansluiting, achterpaneel ...................5 PL Level, geluidsveldparameter .....................45 POP M, Radio Data Systeem informatie ........33 PORTABLE-aansluitingen, voorpaneel ...........4 POWER, afstandsbediening .............................7 PR Level, geluidsveldparameter ....................45 PRE OUT-aansluitingen, achterpaneel ............5 PRESET l / h, voorpaneel ...........................4 PRNS L, C)Distance, speaker setup ...............49 PRNS R, C)Distance, speaker setup ..............49 Program Service, Radio Data Systeem informatie ..................................................33 Program Type, Radio Data Systeem informatie ..................................................33 S S VIDEO-aansluiting ..................................... 14 SB Level, geluidsveldparameter .................... 45 SCENE functie ............................................... 24 SCENE IR, ADVANCED SETUP ................ 58 SCENE, afstandsbediening .............................. 7 SCENE, voorpaneel ......................................... 4 SCIENCE, Radio Data Systeem programmatype ......................................... 33 Sci-Fi, geluidsveldprogramma ....................... 27 Selecteren van een SCENE ............................ 24 SETUP menu ................................................. 46 SETUP, afstandsbediening .............................. 7 Shuffle, OPTION menu ................................. 41 Signal Info parameter .................................... 40 Signal Info, OPTION menu ........................... 40 SILENT CINEMA ......................................... 30 SL Level, geluidsveldparameter .................... 45 Slaaptimer ...................................................... 38 SLEEP, afstandsbediening ............................... 7 SLEEP-indicator, display van het voorpaneel ................................................... 6 SOURCE POWER, afstandsbediening ............ 7 SP IMP., ADVANCED SETUP .................... 58 Speaker setup ................................................. 47 SPEAKERS-aansluitingen, achterpaneel ........ 5 Spectacle, geluidsveldprogramma ................. 27 SPORT, Radio Data Systeem programmatype ......................................... 33 Sports, geluidsveldprogramma ...................... 28 SR Level, geluidsveldparameter .................... 45 Standard, geluidsveldprogramma .................. 27 Standby Through, 1 HDMI, function setup .......................................................... 50 Straight Enhancer, geluidsveldprogramma .............................. 29 STRAIGHT, voorpaneel .................................. 4 Subwoofer ...................................................... 10 Subwoofer Phase, A)Config, speaker setup .......................................................... 49 Sur. L, C)Distance, speaker setup .................. 49 Sur. L/R SP, A)Config, speaker setup ........... 48 Sur. R, C)Distance, speaker setup ................. 49 SUR., geluidsveldparameter .......................... 42 Sur.B L, C)Distance, speaker setup ............... 49 Sur.B L/R SP, A)Config, speaker setup ........ 48 Sur.B R, C)Distance, speaker setup ............... 49 Surround achter-luidspreker .......................... 10 Surround decoder bewerken .......................... 42 Surround decoderstand bewerken .................. 42 SWFR, C)Distance, speaker setup ................. 49 U Uitzetten ........................................................ 20 AANHANGSEL Netsnoer, achterpaneel .....................................5 Netsnoeraansluiting ........................................20 News, Radio Data Systeem programmatype ..........................................33 Numerieke toetsen, afstandsbediening .............7 ■ ■ ADVANCED OPERATION ■ R Radio Data Systeem afstembewerking .......... 33 Radio Text, Radio Data Systeem informatie .................................................. 33 Rechte decodeerstand .................................... 30 Rechter surround achter-luidspreker .............. 10 Rechter surround-luidspreker ........................ 10 Rechter voor-luidspreker ............................... 10 Registratie van geluidsveldprogramma ......... 24 Registratie van signaalbron ............................ 24 REMOTE ID, ADVANCED SETUP ............ 58 REMOTE IN/OUT-aansluitingen, achterpaneel ................................................ 5 Repeat, OPTION menu .................................. 41 Resolution, 1 HDMI, function setup .............. 50 RETURN, afstandsbediening .......................... 7 ROCK M, Radio Data Systeem programmatype ......................................... 33 Roleplaying Game, geluidsveldprogramma .............................. 28 T Technische gegevens ..................................... 73 The Bottom Line, geluidsveldprogramma ............................. 28 The Roxy Theatre, geluidsveldprogramma ............................. 28 TONE CONTROL, voorpaneel ....................... 4 Toonregeling ................................................. 25 TRANSMIT, afstandsbediening ...................... 7 TRIGGER OUT-aansluiting, achterpaneel ................................................ 5 Tuner, oplossen van problemen .................... 64 Tuner-indicator, display van het voorpaneel .................................................. 6 Tunertoets, afstandsbediening ......................... 7 TUNING l / h, voorpaneel .......................... 4 TV bedieningstoets, afstandsbediening ........... 7 BASIC OPERATION M.O.R. M, Radio Data Systeem programmatype ..........................................33 MAIN ZONE ON/OFF, voorpaneel ................4 MAIN/ZONE2, afstandsbediening ..................7 Manual Delay, 2 Lipsync, sound setup ..........50 Max Volume, 3 Volume, function setup ..........................................................51 Memory guard, SETUP menu ........................52 MEMORY, voorpaneel ....................................4 Midden-luidspreker ........................................10 MON.CHK, ADVANCED SETUP ...............58 MONITOR OUT-aansluitingen, achterpaneel .................................................5 Mono Movie, geluidsveldprogramma ............28 MULTI CH INPUT-aansluitingen, achterpaneel .................................................5 Multi informatie display, display van het voorpaneel ...................................................6 Multiformaat-speler aansluiten ......................18 Multi-zone configuratie ..................................53 Music Video, geluidsveldprogramma ............28 MUTE, afstandsbediening ................................7 MUTE-indicator, display van het voorpaneel ...................................................6 ■ ■ PREPARATION ■ PROGRAM-schakelaar, voorpaneel ................ 4 Projectoraansluiting ....................................... 15 PTY Seek mode, Radio Data Systeem ontvangst ................................................... 33 PTY Seek, OPTION menu ............................ 41 PURE DIRECT, voorpaneel ............................ 4 INTRODUCTION LIGHT M, Radio Data Systeem informatie ..................................................33 Linker surround achter-luidspreker ................10 Linker surround-luidspreker ...........................10 Linker voor-luidspreker .................................10 Luidspreker opstellen .....................................10 Luidsprekeraansluiting ...................................11 Luidsprekerimpedantie, ADVANCED SETUP ...............................58 Luidspreker-indicator, display van het voorpaneel ...................................................6 Luidsprekerinstelling ......................................10 Luidsprekerkabelaansluiting ..........................13 Luidsprekeropstelling .....................................10
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400

Yamaha RX-V765BL de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor