ZANKER WTF2260 Handleiding

Type
Handleiding
Wasch- Trockenautomat ZANKER WTF 2260
Was- en droogautomaat WTF 2272
Gebrauchsanweisung
Gebruiksaanwijzing
124973330
D
NL
30
Enkele paragrafen in deze handleiding zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Dit symbool vindt u bij belangrijke informatie vóór de gebruiksveiligheid van uw machine. Het niet
in acht nemen van deze informatie kan schade veroorzaken.
Dit symbool geeft informatie over een juist gebruik van de machine en vertelt u hoe u de beste
prestaties van de machine kunt verkrijgen.
Dit symbool geeft belangrijke informatie over milieubescherming.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu: wij maken gebruik van kringlooppapier.
Geachte Klant,
lees s.v.p. de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Let vooral op de veiligheidsaanwijzingen op de eerste
bladzijden van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar de
gebruiksaanwijzing goed om er later nog dingen in na
te kunnen slaan. Geef hem door aan de eventuele
volgende eigenaar van het apparaat.
Transportschaden
Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat
vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het apparaat
installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw
leverancier.
31
NEDERLANDS
Waarschuwingen 32
Afdanken 33
Tips voor zuinig wassen
en drogen 33
Technische gegevens 34
Installatie 35
Transportbeveiliging 35
Plaatsen 35
Watertoevoer 36
Waterafvoer 36
Elektrische aansluiting 37
Uw nieuwe was- en
droogautomaat 38
Beschrijving van de machine 38
Controlelampje “deur vergrendeld” 38
Wasmiddellade 38
Gebruik 39
Bedieningspaneel 39
Beschrijving van de bedieningselementen 39/41
Wasprogramma afbreken 42
Wijzigen van een lopend programma 42
Deur openen tijdens een lopend
programma 42
Adviezen en tips voor het wassen en drogen 43/46
Was niet te lang opsparen 43
Sorteren 43
Temperaturen 43
Hoeveel wasgoed in de trommel? 43
Vóór u het wasgoed in de trommel doet 44
Welke wasmiddelen gebruiken? 44
Traditionele poeder-wasmiddelen 45
Vloeibare wasmiddelen 45
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 45
Wasverzachter 45
Waterontharder 45
Voordat u gaat drogen 46
Vulgewichten 46
Niet geschikt om te drogen 46
Textielbehandelingsetiketten 46
Droogtijd 46
Pluizen 46
Nadrogen 46
Wassen 47/48
Wassen en aansluitend drogen 49
Drogen 49
Inhoud
Textielbehandelingssymbolen 50
Programmatabel 51/53
Wasprogramma’s 51
Extra programma’s 52
Drogen met tijdsinstelling 53
Onderhoud 54
De buitenkant 54
De wasmiddellade 54
Het toevoerfilter 54
Het afvoerfilter 54
Waterafvoer in noodgevallen 55
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 55
Eenvoudige storingen 56/57
32
Waarschuwingen
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Tracht, in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
Netsnoer nooit aan het snoer uit het stopcontact
trekken, maar aan de steker.
Installatie
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade
aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg
zijn van het niet of niet geheel verwijderen van de
transportbeveiliging.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve
van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie
of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat.
Gebruik
Was en droog geen artikelen in de was- en
droogautomaat die hier niet voor geschikt zijn.
Raadpleeg het textielonderhoudsetiket.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de
betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke
reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds
vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen
in de wasautomaat gewacht worden tot het artikel
volledig uitgedampt is.
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs
en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen
kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg
zijn, ritssluitingen zijn gesloten en eventueel
loshangende knopen verwijderd of eerst
aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd
goed; herstel het voortijds. Verwijder voortijds
verf-, inkt-, roest- en grasvlekken. Was bh’s met
beugels niet in de wasautomaat.
Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheids-
spelden, naalden, spijkers, schroeven en andere
harde of scherpe materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote
dosering kan schade aan het wasgoed
toebrengen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de wasverzachter.
Indien in uw apparaat aansluitend ook gedroogd
wordt, zorgt u er dan voor dat zich in de trommel
geen plastic artikel, zoals wasmiddelbol en
dergelijke bevindt, de hete drooglucht kan het
plastic doen smelten.
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd
eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet
het geval is, laat de machine dan eerst het water
afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de
gebruiksaanwijzing.
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is
beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het
ontstaan van een muffe lucht.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
steker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te
schakelen. Draai na het gebruik altijd de
watertoevoerkraan dicht.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
33
NEDERLANDS
Afdanken
Tips voor zuinig wassen en drogen
Veiligheid vaan kinderen
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door
ondeskundige omgang met elektrische toestellen.
Zorg daarom voor het nodige toezicht als de
machine aanstaat en laat kinderen niet met de
machine spelen - ze zouden zichzelf of andere
kinderen in de machine kunnen opsluiten.
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen;
vooral folie en styropor kunnen gevaren opleveren.
Verstikkingsgevaar!
De glasdeur kan tijdens het gebruik zeer heet
worden. Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat zolang het in werking is.
Let erop dat er geen kinderen of kleine huisdieren
in de trommel van het apparaat klimmen. Houd
daarom de deur van het apparaat gesloten als het
niet gebruikt wordt.
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van
het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet,
onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder
de deursluiting.
Afdanken van de verpakking
Alle met dit symbool gemerkte materialen zijn
“milieu-vriendelijk”. Ze kunnen zonder bezwaar bij
het afval worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE< vóór polyethyleen
>PS< vóór polystyreen
>PP< vóór polypropyleen
Wij adviseren u, het karton in een container voor
oud papier te deponeren.
Afdanken van het apparaat
Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat
ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er
zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig
verschrot of gerecycled wordt.
De programma’s zonder voorwas zijn bedoeld
voor normaal vuil wasgoed. Ze besparen
wasmiddel en water in vergelijking met een
programma met voorwas.
U wast het zuinigst met een volle trommel.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd
worden. Dan kunt u op een lagere temperatuur
wassen.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
Kies voor licht vuile was het kortprogramma.
De machine werkt bijzonder economisch, als het
wasgoed vóór het drogen zo goed mogelijk
gecentrifugeerd wordt.
34
Technische gegevens
Afmetingen: Hoogte 85 cm
Breedte 60 cm
Diepte 60 cm
Maximum vulgewicht: Wassen Drogen
Katoen 5 kg 2,5 kg
Synthetica 2 kg 2 kg
Fijne was 2 kg
Wol 1 kg
Centrifugeertoerental (maximum): Katoen 1200/min.
Synthetica en wol 0900/min.
Fijne was 0700/min.
Netspanning/-Frequentie: 220-230 V/50 Hz
Aansluitwaarde: 2200 W
Zekeren met minimaal 10 A
Waterleidingdrukgrenzen: Minimum 5 N/cm
2
Maximum 80 N/cm
2
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
35
NEDERLANDS
Transportbeveiliging
Het is beslist noodzakelijk dat u de
transportbeveiligingen verwijdert vóór u de
machine in gebruik neemt.
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in
geval van verhuizing moeten ze wederom
aangebracht worden.
U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met een sleutel de rechter schroef aan
de achterkant van de machine los.
2. Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant;
zodanig dat de slangen niet kunnen
beschadigen.
3. Verwijder het polystyrene vulblok uit de onderkant
van de machine en het plakband waarmee de 2
plastic zakken aan de voorkant van het apparaat
bevestigd zijn.
4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de
machine, terwijl hij naar het midden van de
machine getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de
machine.
P0233
2
1
P0234
P0255
5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2
overige schroeven uit de achterwand.
6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de
gaten waar de schroeven in zaten.
7. Dicht de vrijgekomen gaten af met de, bij de
gebruiksaanwijzing verpakte, stopsels.
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat
een houten vloer met een 5 cm dikke
hardhoutenplaat versterken, over tenminste twee
draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle
kanten enkele centimeters buiten de machine
steken.
Indien de machine op een bovenverdieping
geplaatst wordt, neem dan zodanige maatregelen
dat bij een eventuele lekkage het water niet naar de
verdieping eronder kan lekken. Raadpleeg uw
leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of
andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening
zich binnen het bereik van de machineslangen en
het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan
adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de
afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen.
P0020
P0256
Installatie
36
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door
middel van het in- of uitdraaien van de verstelbare
voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de
voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan
circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier
de voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer
belangrijk.
Watertoevoer
Draai de wartel van de toevoerslang stevig op de
3/4" schroefdraad van de kraan.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden
verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht
de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten
verplaatsen, koop dan een langere, complete,
hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt
is.
P0021
P0351
P1051
Waterstop-systeem
De watertoevoerslang is met een «waterstop-
systeem» uitgerust. Zou, door natuurlijke
veroudering, de binnenslang lek raken, dan
blokkeert het systeem de watertoevoer.
Het optreden van deze storing kunt u zien aan een
rode sektor in de venstertjes «A» (links en rechts).
Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n
geheel tegen een nieuwe.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u
op drie manieren plaatsen:
1. Over de rand van een wasbak.
U moet er dan voor zorgen dat de bocht niet, door
het snel uitstromende water, van de rand kan
schieten. Bijvoorbeeld door de bocht met een
touwtje aan de kraan of aan een haak in de muur op
te hangen.
2. In een aftakking van de wasbakafvoer.
Die aftakking moet boven de sifon (stankafsluiter)
zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich op
tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
3. In een afvoerpijp.
Wij adviseren een standpijp van 65 cm hoogte; in
ieder geval niet lager dan 60 cm en niet hoger dan
90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn,
dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp
groter moet zijn dan de buitendiameter van het
slangeind.
P0022
P1045
A
37
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de
vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid
omhoog lopen.
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en steker met randaarde.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade
of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan
bovenstaande veiligheidsvoorschriften.
Het aansluitsnoer mag uitsluitend door
ELGROEP FABRIEKSSERVICE vervangen
worden.
P0023
NEDERLANDS
38
Beschrijving van de machine
Deze nieuwe machine voldoet aan alle eisen voor
een moderne behandeling van uw wasgoed, met
besparing van water, stroom en wasmiddel.
Ook kleine hoeveelheden worden goedkoop
gewassen want de verbruikswaarden worden
automatisch aan de hoeveelheid en het type
wasgoed aangepast.
Doordat de wasmachines de laatste jaren steeds
zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd
langer geworden. U zult echter merken dat het
wasresultaat optimaal is.
De programmakeuzeknop zorgt voor een
eenvoudig gebruik van de machine; hiermee
worden zowel het programma als de temperatuur
gekozen.
De indicatie van het programmaverloop geeft
na begin van het programma aan, met welk
onderdeel de machine bezig is.
Starttijdkeuze: u kunt de start van het
programma 1 tot max. 19 uur uitstellen (bijv. tot de
voordeeluren).
Het speciale wolprogramma behandelt wollen
goed uiterst voorzichtig.
Met de droogprogramma’s hebt u altijd lekker
zacht wasgoed.
De automatische sopafkoeling op 60°C in het
witte was-programma vóór het afpompen
voorkomt dat kunststof afvoerbuizen vervormen.
De onbalans beveiliging zorgt voor een goede
stabiliteit van de machine tijdens het
centrifugeren.
Het waterstop-systeem voorkomt eventuele
waterschade.
5
3
4
1
6
ZEIT-
VORWAHL
EIN
AUS
TROCKEN-
ZEIT
EXTRA-
TROCKEN
500 700 1200
SCHLEUDERN
SCHRANK-
TROCKEN
BÜGEL-
TROCKEN
KURZ
VOR-
WÄSCHE
EXTRA-
SPÜLEN
SPÜL-
STOP
START
PAUSE
VORWÄSCHE
HAUPTWÄSCHE
SPÜLEN
SPÜLSTOP
ABPUMPEN
SCHLEUDERN
TROCKNEN
ENDE
30
40
50
60
95
E
TROCKNEN
60
50
40
30
TROCKNEN
KALT
30
40
40
30
KORREKTUR
MINIPROGRAMM
SCHLEUDERN
ABPUMPEN
WEICHSPÜLEN
SPÜLEN
EINWEICHEN
KOCHWÄSCHE
BUNTWÄSCHE
PFLEGELEICHTFEINWÄSCHE
WOLLE
900
WTF 2260
Lavita Duo
2
P0301
1 Wasmiddellade
2 Bedieningspaneel
3 Controlelampje “deurvergrendeling”
4 Deurhandgreep
5 Afvoerfilter
6 Verstelbare voetjes
Controlelampje “deur vergrendeld”
Het lampje brandt zolang de deur vergrendeld
is. U kunt de deur pas openen nadat het lampje
is uitgegaan.
Wasmiddellade
Vorwaschmittel
Hauptwaschmittel
Wasverzachter
Uw nieuwe was- en droogautomaat
39
NEDERLANDS
Gebruik
Bedieningspaneel
STARTTIJDAAN
UIT
DROOG-
TIJD
EXTRA-
DROOG
500 700 1200
CENTRIFUGEREN
KAST-
DROOG
STRIJK-
DROOG
KORT VOOR-
WAS
EXTRA
SPOELEN
SPOEL-
STOP
START
PAUZE
VOORWAS
HOOFDWAS
SPOELEN
SPOELSTOP
POMPEN
CENTRIFUGEREN
DROGEN
EINDE
30
40
50
60
95
E
DROGEN
60
50
40
30
DROGEN
KOUD
30
40
40
30
ANNULEREN
SNELWAS 30
CENTRIFUGEREN
POMPEN
WASVERZACHTEN
SPOELEN
INWEKEN
WITTE WAS
BONTE WAS
FIJNE WAS
WOL
900
SYNTHETICA
Lavita Duo
1 23 5 7 8 9 101112 13 14
4 6
WTF 2272
1 Bedrijfscontrolelampje
Gaat branden als de machine wordt ingeschakeld
en gaat uit als toets AAN/UIT opnieuw wordt
ingedrukt.
2 Toets AAN/UIT
Met deze toets schakelt u de machine in resp. uit.
3 Toets STARTTIJD
Met deze toets kan de programmastart 1 tot 19 uur
worden uitgesteld. Zo kunt u bijv. in de voordeeluren
wassen.
Deze toets moet worden ingedrukt voordat u
toets START/PAUZE indrukt.
In het display verschijnt 2 seconden lang de
gekozen tijd, daarna wordt de duur van het gekozen
programma weer aangegeven.
Na indrukken van toets START/PAUZE begint de
machine in stappen van 1 uur terug te tellen.
In het laatste uur wordt de resterende tijd in stappen
van 5 minuten aangegeven. Het laatste uur
verschijnt op het display met het cijfer 60.
Deze functie kan niet gekozen worden voor de
programma’s CENTRIFUGEREN en POMPEN.
Als u de ingestelde starttijdkeuze wilt wijzigen of
annuleren, drukt u toets START/PAUZE in. Dan
drukt u toets STARTTIJD in, tot in het multidisplay
de gewenste tijd verschijnt of 0 h verschijnt
(daarmee is de starttijdkeuze geannuleerd).
Dan drukt u nogmaals toets START/PAUZE in.
Als u de starttijdkeuze hebt geannuleerd, wordt in
het display weer de duur van het eerder gekozen
wasprogramma aangegeven.
4 Multidisplay
Dit display geeft de volgende informatie:
Drie knipperende streepjes
worden zichtbaar direct nadat toets AAN/UIT is
ingedrukt, als de programmakiezer op
ANNULEREN staat. De streepjes geven aan dat u
een wasprogramma kunt instellen.
Duur van het gekozen wasprogramma; wordt
automatisch berekend aan de hand van het max.
vulgewicht.
Ingestelde droogtijd (maximaal 2 uur en 10
minuten voor witte/bonte was, maximaal 1 uur en
40 minuten voor synthetica).
Na de start van het programma telt de
aangegeven resterende tijd in stappen van 10
minuten terug; in de laatste 20 minuten in stappen
van 5 minuten.
Drie knipperende nullen aan het einde van het
programma.
Starttijdkeuze, gekozen met de betreffende toets.
De tijd (max. 19 uur) telt terug in stappen van 1
uur, in het laatste uur in stappen van 5 minuten.
Opwarmfase van de machine. Een stip rechts
naast de cijfers in het display geeft aan dat de
machine het water aan het opwarmen is;
belangrijk als u ook andere elektrische toestellen
wilt inschakelen.
Foutieve keuze. Als u een functie kiest die niet
met het gekozen programma gecombineerd kan
worden, verschijnt in het display Err.
40
Keuzetoetsen
Afhankelijk van het programma kunnen
verschillende functies met elkaar gecombineerd
worden.
Deze moeten worden gekozen nadat het
programma is ingesteld en voordat toets
START/PAUZE wordt ingedrukt.
Als een toets wordt ingedrukt, gaat het betreffende
lampje branden. Als de toets nogmaals wordt
ingedrukt, gaat het lampje uit.
Als het lampje ca. 3 seconden knippert, betekent
dat dat een onjuiste keuze is gemaakt: in het
multidisplay verschijnt code Err.
5 Toetsen EXTRA DROOG,
KASTDROOG en STRIJKDROOG
(elektronisch drogen)
Door indrukken van deze toetsen kiest u de
gewenste droogheidsgraad voor witte/bonte was en
synthetica:
- extra droog (alleen voor witte/bonte was)
- kastdroog
- strijkdroog
Als het droogprogramma begint, regelt de machine
de droogtijd automatisch: het wasgoed wordt zo
lang gedroogd tot het de gewenste
droogheidsgraad heeft bereikt.
6 Toets DROOGTIJD
Met deze toets kunt u een bepaalde droogtijd
kiezen. Bij iedere druk op de toets wordt de tijd 5
minuten langer.
Druk de toets zo vaak in tot de gewenste droogtijd
in het multidisplay wordt aangegeven.
Voor witte/bonte was kan de droogtijd van 10
minuten tot 2 uur en 10 minuten (
22 .. 11 00
) worden
ingesteld.
Voor synthetica kan de droogtijd van 10 minuten tot
1 uur en 40 minuten (
11 ..44 00
) worden ingesteld.
Bij NON-STOP wassen en drogen wordt de
droogtijd 2 seconden lang in het multidisplay
aangegeven.
Daarna verschijnt de duur van het gezoken
wasprogramma.
7 KORT
Verkorte hoofdwas voor licht verontreinigd
wasgoed, kan niet bij instelling WOL gekozen
worden.
8 VOORWAS
Voorwassen op max. 40°C vóór de automatisch
volgende hoofdwas (kan niet bij instelling WOL
gekozen worden).
De voorwas eindigt met een korte centrifugegang bij
de programma’s witte/bonte was en synthetica en
met alleen pompen bij fijne was.
Belangrijk: de functies VOORWAS en KORT kunnen
niet tegelijk worden ingesteld; één instelling sluit de
andere uit.
9 EXTRA SPOELEN
Met deze toets kunt u het aantal spoelgangen
verhogen van 3 naar 4 (kan niet bij instelling WOL
gezoken worden).
Aan te raden voor mensen met een
wasmiddelallergie of in gebieden met erg zacht
water.
10 SPOELSTOP
Als u deze toets indrukt blijft het wasgoed in het
laatste spoelwater liggen; het wordt niet
gecentrifugeerd.
Na beëindiging van het programma knippert het
lampje spoelstop in de indicatie van het
programmaverloop. Hiermee wordt aangegeven dat
het water nog moet worden weggepompt, voordat
de deur kan worden geopend.
U hebt 2 mogelijkheden:
toets START/PAUZE indrukken; de machine
pompt het water weg en centrifugeert daarna;
programma POMPEN kiezen om het water weg te
pompen. Er wordt dan niet gecentrifugeerd.
De functie SPOELSTOP kan ook voor het
wolprogramma gekozen worden: het water van
de laatste spoelgang wordt weggepompt, maar
het wasgoed wordt niet gecentrifugeerd.
Als u het water niet laat wegpompen, wordt het
na 18 uur automatisch door de machine
weggepompt.
De functie SPOELSTOP kan niet gekozen worden
bij NON-STOP wassen en drogen.
Attentie! Voordat u programma POMPEN kunt
instellen, moet u eerst de programmakiezer op
ANNULEREN draaien.
41
11 Toets “START/PAUZE”
Deze toets heeft 3 functies:
a) Start
Door indrukken van deze toets wordt het ingestelde
programma gestart; het lampje knippert niet meer.
Starten van de starttijdkeuze.
b) Pauze
Om een lopend programma te onderbreken, toets
START/PAUZE indrukken: het betreffende lampje en
de indicatie van het programma-onderdeel waarmee
de machine bezig is gaan knipperen.
Als u opnieuw de toets indrukt, wordt het
programma voortgezet.
c) Wegpompen van het water
Door indrukken van toets START/PAUZE wordt:
bij programma INWEKEN het water weggepompt;
bij programma’s met spoelstop het water
weggepompt en gecentrifugeerd.
12 CENTRIFUGEREN
Door indrukken van deze toets kunt u het maximale
centrifugetoerental voor het ingestelde programma
reduceren.
De centrifugetoerentallen zijn aangepast aan de
betreffende textielsoort.
De volgende toerentallen zijn mogelijk:
witte/bonte was 500/700/900 max. 1200 tpm
synthetica/wol 500/700 max. 900 tpm
fijne was 500/max. 700 tpm
13 Indicatie van het programmaverloop
Geeft vóór de start de gekozen programma-
onderdelen aan. Tijdens het wasprogramma wordt
aangegeven met welk onderdeel de machine bezig
is.
VOORWAS
HOOFDWAS
SPOELEN
SPOELSTOP
POMPEN
CENTRIFUGEREN
EINDE
DROGEN
14 Programmakeuzeknop
Deze knop is in 5 sectoren verdeeld:
Witte en bonte was
Synthetica
Fijne was
Wol
Extra programma's
De programmakeuzeknop kan zowel naar rechts als
naar links gedraaid worden.
Symbolen op de keuzeknop
E = Energie besparen
KOUD: de machine wast met koud water.
30
40
50
60
95
E
DROGEN
60
50
40
30
DROGEN
KOUD
30
40
40
30
ANNULEREN
SNELWAS 30
CENTRIFUGEREN
POMPEN
WASVERZACHTEN
SPOELEN
INWEKEN
WITTE WAS
BONTE WAS
FIJNE WAS
WOL
SYNTHETICA
NEDERLANDS
42
Wasprogramma afbreken
Als u een reeds lopend programma wilt afbreken,
draait u de programmakiezer op ANNULEREN. In
het multidisplay knipperen drie streepjes.
Wijzigen van een lopend programma
Om een lopend programma te wijzigen, drukt u eerst
toets START/PAUZE in.
U kunt een programma wijzigen voordat de
opwarmfase begint: bij witte/bonte was in de eerste
15 minuten, bij synthetica en fijne was in de eerste
10 minuten, bij wol in de eerste 5 minuten.
Als u echter de programmakiezer op een ander
programma draait, blijft het water in de trommel
staan en na opnieuw indrukken van toets
START/PAUZE loopt het programma verder.
Belangrijk! De extra programma’s kunnen niet
gewijzigd worden.
Deur openen tijdens een lopend
programma
De deur kan alleen worden geopend voor begin van
de opwarmfase (in de eerste 15, 10 resp. 5 minuten
- zie “Wijzigen van een lopend programma”) en
tijdens de spoelgangen.
Om de deur te openen toets START/PAUZE
indrukken. Wanneer het betreffende controlelampje
op de deur uitgegaan is, kunt u deze opendoen.
Als de deur niet opengaat, betekent dat dat de
machine met de opwarmfase bezig is of dat het
waterniveau in de machine te hoog is om de deur te
openen.
Daarmee wordt voorkomen dat grote hoeveelheden
water uit de machine komen.
Attentie! Als u een programma wijzigt, de
programmakiezer niet op ANNULEREN draaien,
anders wordt het water weggepompt en het
nieuw ingestelde programma begint met
toevoeren van water.
Attentie! Na een programma met spoelstop
moet eerst ANNULEREN worden ingesteld en
daarna programma POMPEN worden gekozen.
43
NEDERLANDS
Adviezen en tips voor
het wassen en drogen
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al
te lang op te sparen, in ieder geval niet als het
vochtig is want het gaat dan schimmelen en
veroorzaakt een muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»;
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje
afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen
aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel
niet met de krachtige katoenprogramma’s mag
wassen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd,
eerst een keer apart. De kans is groot dat het
afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals
polyester/katoen, vallen onder «synthetica».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages,
vallen onder «fijne was».
Het wolwasprogramma is een speciaal programma
voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten
en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze
krimpen en/of vervilten in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de
soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk
wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen en
linnen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken,
handdoeken, zakdoeken en ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak “witte was”
genoemd.
60°C: voor normaal vuile witte was, voor
lichtgekleurde bontwas en voor witte- en
lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door het
wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor
donkergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig
vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog
schoon wordt.
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel
zondermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u
op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C
tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijne was, is
dat vaak het geval.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur
te houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren
wij u, naast het kiezen van het juiste programma,
ook de maximaal toegestane belading van de
trommel niet te overschrijden.
Wasgoed droog wegen vóór u het in de trommel
doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een
andere manier op weg:
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en
linnen.
Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading voor
sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten
“kreukherstellende stoffen” vallen onder
synthetica.
Eenderde van de trommel voor fijne was en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat
wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer
weegt.
Voor synthetica, mengsels en fijne was is het
onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze
stoffen zeer verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans
een maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk
bedoelen we dat u wol in “ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g
Kussensloop 125 - 0200 g
Tafellaken 350 - 0500 g
Servet 70 - 0120 g
Theedoek 75 - 0100 g
Badhanddoek 150 - 0200 g
Badlaken 700 - 1000 g
Overhemd 200 - 0300 g
Schort 150 - 0200 g
44
Vóór u het wasgoed in de trommel
doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een
sloop of linnen zak.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine
voorwerpen uit borst- en broekzakken.
Behandel voortijds vlekken die er in de was- en
droogautomaat moeilijk of in het geheel niet uit
zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot
mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren
zakdoekjes de overgebleven was met de warme
strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische
stoffen.
Inkt en ballpoint. Deppen met spiritus. De kleur van
de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als
de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een
verdunde oplossing van bleekwater of
chloorbleekmiddel.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal
behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna
wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel
gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant
verwijderen met nagellak-remover. Pas op met
remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met
witte schone katoenen doek en een oplosmiddel
(terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel
nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is
niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en
chloorvezel.
LET OP
Objecten zoals flippo’s, munten,
veiligheidsspelden, schroeven en andere
harde materialen behoren niet in de was- en
droogautomaat; zij kunnen aanzienlijke
schade veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de was- en
droogautomaat.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken.
Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een
zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch
voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de
stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep
of een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta.
Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen.
Oude vlekken voorweken met een biologisch
voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken
met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of
spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser
behandelen. Sterke stoffen, zoals katoen en linnen,
met terpentine, wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals
terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en
dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur
gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk
eerst uitdampen vóór u het in de was- en
droogautomaat of de droogautomaat doet.
De fabrikant van uw was- of droogautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door
het gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-
wasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of zeep in
de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer
gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de
fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking
aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u
opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de
moeite waard om daarna uit te proberen of bij
minder doseren uw wasgoed ook nog voldoende
schoon wordt. In ieder geval kunt u bij een klein
wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor witte of bonte was,
bleekvrije wasmiddelen voor bontwas, speciale
fijnwasmiddelen, machine-wolwasmiddelen en
biologische voorwas- of voorweekmiddelen.
45
NEDERLANDS
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de
voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat,
mits u geen voorwas doet, direct in het vakje
voor het hoofdwasmiddel gieten. Wel meteen
daarna de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een
poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Geconcentreerde poeder-
wasmiddelen (ULTRAs, MICRO’s
en dergelijke)
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde
manier als vloeibare wasmiddelen doseren.
Uiteraard past u de hoeveelheid aan, omdat u van
deze wasmiddelen minder nodig hebt.
Uw nieuwe machine is van een sopcirculatie-
systeem voorzien, waardoor het wasmiddel
uitstekend en zonder verspilling verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine
automatisch een hoeveelheid vloeibare
wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te
gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het
wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u
synthetisch wasgoed in de machine droogt: het
wordt dan niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van
de wasverzachter, maar de hoeveelheid
wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet in
het doseervakje of de maximum aanduiding komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water
verdunnen.
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en
magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de
hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op
de verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie
globale zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet
doseren. U ziet dat dat meer is naarmate de
hardheid hoger is.
Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed
als op machinedelen. Bekend is onder andere het
stug worden van wasgoed en het verkalken van het
verwarmingselement.
Om dat te voorkomen doet de wasmiddel-fabrikant
een «kalkbindende» stof in het wasmiddel. Voorheen
was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van
milieutechnische aard, een fosfaatvervanger.
Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten.
Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts
om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te
voegen.
Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van al die
andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door
minder wasmiddel te doseren en het verschil op te
vangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon,
mee te doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen
van de fabrikant van het onthardingsmiddel.
Waterhardheid
Duitse Franse
Bereik Eigenschap schaal schaal
1 zacht 0- 7 0-15
2 gemiddeld 8-14 16-25
3 hard 15-21 26-37
4 zeer hard meer dan 21 meer dan 37
Textielbehandelingsetiketten
Controleer zorgvuldig of het wasgoed geschikt is
om machinaal gedroogd te worden. Aanwijzingen
daarvoor vindt u op het textielbehandelingsetiket.
De volgende symbolen zijn van belang voor het
drogen:
machinaal drogen is mogelijk
normaal drogen
voorzichtig drogen
mag niet machinaal gedroogd worden
Droogtijd
De droogtijd kan zeer verschillend zijn, omdat deze
afhangt van:
het toerental waarmee het wasgoed
gecentrifugeerd is
de gewenste droogheidsgraad (extra droog, alleen
voor witte/bonte was, kastdroog of strijkdroog)
de textielsoort
het vulgewicht.
De normale droogtijden voor tijdsinstelling vindt u in
de tabel op blz. 53. De ervaring zal u leren welke
droogtijd de verschillende textielsoorten nodig
hebben.
Pluizen
Na het drogen van sterk pluizend wasgoed, bijv.
nieuwe badhanddoeken, is het aan te raden, het
wasprogramma SPOELEN in te stellen, om er zeker
van te zijn dat eventueel in de kuip verzamelde
pluizen weggespoeld worden en zich niet bij een
volgend wasprogramma op het wasgoed kunnen
vastzetten.
Ook het pluizenfilter moet na ieder droogprogramma
gecontroleerd en eventueel gereinigd worden.
Nadrogen
Is het wasgoed na beëindiging van het
droogprogramma nog te vochtig, dan kan door
instellen van een korte droogtijd nagedroogd
worden.
Droogprogramma opnieuw instellen.
Voorzichtig! Om kreukvorming en krimpen te
vermijden, wasgoed niet te droog laten worden.
46
Voordat u gaat drogen
De was/droogautomaat werkt volgens het
condensatieprincipe. Daarom moet ook bij het
drogen de waterkraan open zijn en moet de
afvoerslang in een gootsteen of badkuip hangen.
Vulgewichten
Attentie:
Grotere hoeveelheden wasgoed moeten voor het
drogen beslist in tweeën gedeeld worden, anders
wordt het droogresultaat niet bevredigend.
Niet geschikt om te drogen
Bijzonder tere weefsels, bijv. gordijnen van
synthetische vezels, wol, zijde, textiel met metalen
versieringen, nylons, grote stukken wasgoed zoals
anoraks, doorgestikte dekens, slaapzakken en
dekbedden mogen niet in de machine gedroogd
worden.
Stukken wasgoed die schuimrubber of op rubber
lijkend materiaal bevatten mogen niet in de
machine gedroogd worden. Brandgevaar!
Stukken wasgoed die resten van haarspray,
nagellakremover, schuimversteviger e.d. bevatten,
mogen niet in de machine gedroogd worden.
Attentie:
Alleen in water gewassen textiel drogen. Goed
dat met brandgevaarlijke reinigings- of
oplosmiddelen (wasbenzine, alcohol, middelen
om vlekken te verwijderen enz.) behandeld is,
mag niet in de machine gedroogd worden.
Brandgevaar! Explosiegevaar!
Textielsoort
Max. vulgewicht
(droog wasgoed)
2,5 kgWitte en bonte was
2,0 kgSynthetica
47
NEDERLANDS
3. Doe, eventueel, wasverzachter
in het vakje
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
4.Inschakelen van de machine
Toets AAN/UIT indrukken om de machine in te
schakelen, een akoestisch signaal klinkt. In het
display verschijnen drie knipperende streepjes, als
de programmakiezer op ANNULEREN staat.
Mocht de programmakiezer op een programma
staan, dan geeft het display de duur van het
programma aan.
5.Het gewenste programma
instellen
Draai de programmakiezer op het gewenste
programma.
De brandende lampjes in de indicatie van het
programmaverloop geven aan uit welke onderdelen
het programma bestaat.
VOORWAS
HOOFDWAS
SPOELEN
SPOELSTOP
POMPEN
CENTRIFUGEREN
EINDE
DROGEN
30
40
50
60
95
E
DROGEN
60
50
40
30
DROGEN
KOUD
30
40
40
30
ANNULEREN
SNELWAS 30
CENTRIFUGEREN
POMPEN
WASVERZACHTEN
SPOELEN
INWEKEN
WITTE WAS
BONTE WAS
FIJNE WAS
WOL
SYNTHETICA
T0007S
AAN
UIT
P0005
Wassen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat
vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit de
wastrommel en de kuip worden verwijderd.
Programma: bonte was 60°C, met een halve
maatbeker wasmiddel.
1. Doe het wasgoed in de trommel
Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één
voor één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed
eerst uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in
het slot.
2. Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot
hij stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een
maatbekertje af en giet het in het vakje voor het
hoofdwasmiddel .
Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch
voorwasmiddel in het vakje .
P0006
P0404
48
6.De centrifugeersnelheid kiezen
Toets CENTRIFUGEREN indrukken tot het gewenste
toerental ingesteld is: het betreffende lampje brandt.
7.Eventueel VOORWAS of KORT
kiezen
Afhankelijk van mate van verontreiniging en
textielsoort. Het betreffende lampje brandt.
8.Eventueel EXTRA SPOELEN
en/of SPOELSTOP kiezen
Het betreffende lampje resp. de betreffende lampjes
branden.
9.De functie STARTTIJD instellen
Voordat het programma wordt gestart kunt u de
starttijd instellen: toets STARTTIJD indrukken, tot de
tijd tot de gewenste programmastart is ingesteld; in
het multidisplay wordt deze tijd 2 seconden lang
aangegeven. Daarna verschijnt de duur van het
gekozen programma.
SPOELEN
SPOEL-
STOP
KORT
VOORWAS
500 700 1200
CENTRIFUGEREN
900
Na indrukken van toets START/PAUZE verschijnt in
het display weer de starttijdkeuze en de machine
begint de resterende tijd terug te tellen.
10. Het programma starten
Toets START/PAUZE indrukken om het ingestelde
programma te starten; het betreffende lampje
knippert niet meer en alleen het lampje van de
programmafase, die de machine op dat moment
uitvoert, brandt.
Het controlelampje van de deur gaat branden om
aan te geven dat de deurbeveiliging werkt. Het
programma start na ongeveer 20-30 seconden.
11. Einde van het programma
De machine stopt automatisch, in het multidisplay
verschijnen 3 knipperende nullen.
Het lampje EINDE, het lampje van het gekozen
centrifugetoerental en het lampje van de ingestelde
functie branden.
Als u SPOELSTOP had gekozen knippert het
betreffende lampje in de indicatie van het
programmaverloop. In het display knipperen 3 nullen
en het lampje van toets START/PAUZE knippert
ook. Het water wegpompen, voordat u de deur
opent.
De machine is uitgerust met een veiligheids-
vergrendeling, waardoor de deur pas 2 tot 3 minuten
na beëindiging van het programma geopend kan
worden.
Wanneer het betreffende controlelampje op de deur
uitgegaan is, kunt u deze opendoen.
Het openen van de deur wordt ook aangegeven
door geluidssignalen.
Schakel de machine uit door de AAN/UIT-toets in te
drukken.
Draai de programmakiezer op ANNULEREN.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders
zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen
beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed
kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat
de machine uit kan dampen.
STARTTIJD
49
NEDERLANDS
Wassen en aansluitend
drogen
(NON-STOP-gebruik)
Droogtijd of droogheidsgraad moeten reeds bij
instellen van het wasprogramma gekozen worden.
De ingestelde droogtijd of droogheidsgraad kunnen
tijdens het wasproces gewijzigd worden. Daartoe
toets START/PAUZE indrukken, nieuwe droogtijd of
droogheidsgraad instellen en nogmaals toets
START/PAUZE indrukken om het programma voort
te zetten.
NON-STOP-gebruik is alleen mogelijk in de
programma’s WITTE/BONTE WAS en
SYNTHETICA.
Belading:
- witte/bonte was max. 2,5 kg
- synthetica max. 2,0 kg
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Was-/nabehandelingsmiddel doseren.
3. Machine inschakelen (toets AAN/UIT indrukken).
4. Wasprogramma instellen.
5. Eventueel extra functie kiezen.
Centrifugetoerental liever niet reduceren, om zo
energie te besparen en de droogtijd zo kort
mogelijk te maken.
6. Droogtijd of droogheidsgraad instellen.
7. Toestel starten (toets START/PAUZE indrukken).
Het wasgoed wordt nu automatisch gewassen en
aansluitend gedroogd.
Als de aangegeven tijd is afgelopen, is het was-
/droogprogramma beëindigd.
8. Programmakiezer op ANNULEREN draaien en
toestel uitschakelen door toets AAN/UIT in te
drukken.
9. Wasgoed uit de machine nemen.
Drogen
Alleen drogen
Belading:
- witte/bonte was max. 2,5 kg
- synthetica max. 2,0 kg
Tijdens het drogen moet de waterkraan geopend
zijn en moet de afvoerslang in een gootsteen of
badkuip hangen.
1. Toestel inschakelen (toets AAN/UIT indrukken).
2. Droogprogramma kiezen, afhankelijk van
textielsoort.
3. Bij drogen met tijdsinstelling toets DROOGTIJD
zo vaak indrukken, tot de gewenste droogtijd in
het multidisplay wordt aangegeven.
4. Bij elektronisch drogen de toets van de gewenste
droogheidsgraad indrukken.
5. Toestel starten door toets START/PAUZE in te
drukken.
6. Aan het einde van het programma de
programmakiezer op ANNULEREN draaien en
het toestel uitschakelen door toets AAN/UIT in te
drukken.
7. Wasgoed uit de machine nemen.
EXTRA-
DROOG
KAST-
DROOG
STRIJK-
DROOG
DROOGTIJD
2.10
51
NEDERLANDS
Wasprogramma’s
Programmatabel
Was-
programma
Witte was
SPAAR E
Temperatuur
Soort textiel
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden*
60°
Witgoed SPAAR,
bijvoorbeeld beddegoed
dat kort gebruikt is, licht
vuil linnengoed, enz.
VOORWAS
EXTRA-SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
5 kg 1,8 45 160
5 kg 1,15 45 135
2 kg 1,1 60 90
2 kg 0,6 55 60
1 kg 0,4 50 60
5 kg 2,2 48 160
Bonte was
60°-50°
40°-30°
Normaal gekleurd
wasgoed, van linnen of
katoen, overhemden,
ondergoed, badstof
VOORWAS
KORT
EXTRA-SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
Synthetica
60°-50°
40°-30°
40°-30°
40°-30°
KOUD
Synthetica, ondergoed,
gekleurde textiel,
no-iron overhemden
VOORWAS
KORT
EXTRA-SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
Voor alle fijne textiel,
bijvoorbeeld gordijnen
Wolwasprogramma voor
textiel met het wolmerk
en de aanduiding
“krimpvrij” of
“wasmachine veilig”
Fijne was
VOORWAS
KORT
EXTRA-SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
Wol
Witte was
95°-60°
Witgoed, bijvoorbeeld
werkkleding die normaal
verontreinigd is, bedde-,
tafel- en ondergoed,
handdoeken
VOORWAS
KORT
EXTRA-SPOELEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
ENERGIE BESPAREN
In plaats van het programma witte was 95°C kan bij licht tot normaal verontreinigd wasgoed het programma
ENERGIE BESPAREN (E) gekozen worden. De temperatuur wordt op 60°C begrensd en daardoor wordt
energie bespaard. De wastijd blijft gelijk.
Het programma Bonte was 60°C is het referentie programma voor de gegevens op het energie-etiket, volgens
EEG standaard 92/75.
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de
temperatuur van het waterleidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze waardan hebben betrekking
op de hoogste soptemperatuur welke voor het programma voorzien is.
52
Programmatabel
Extra programma’s
Programma-
knop op
Spoelen
Programma
voor
Korte
beschrijving
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden*
Op de hand
gewassen goed
kan met dit
programma
uitgespoeld
worden
Compleet spoelprogram-
ma, eventueel met wasver-
zachter.
Centrifugeren
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA-SPOELEN
5 kg 0,15 35 50
5 kg - 16 20
/ - - 3,5
5 kg - - 5
2 kg 0,25 42 30
5 kg 0,8 24 28
Was-
verzachten
Voor gewassen
textiel dat
nabehandeld
moet worden
1 maal spoelen met
wasverzachter
Centrifugeren
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
Pompen
Waterafvoer van
de laatste
spoelgang voor
de wasprogram-
ma’s die eindi-
gen met water in
de trommel
Aparte
centrifugegang
voor alle textiel
Voor licht
verontreinigd
wasgoed
behalve wol
Water afvoeren
Centrifugeren
Wassen 30°C
Kort centrifugeren
700 toeren/min.
Centrifuge-
ren
CENTRIFUGEREN
Snelwas 30°
/ - - -
Programma
annuleren
Annuleren
Inweken
Voor erg vuil
wasgoed
behalve wol
Inweken 40°C
Spoelstop
Alleen afpompen:
START/PAUZE-toets in-
drukken.
Afpompen en centrifuge-
ren: het centrifugeertoeren-
tal kiezen en START/PAU-
ZE-toets indrukken.
Na 18 uur inweken wordt
het water automatisch
weggepompt.
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de
temperatuur van het waterleidingwater en van de omgevingstemperatuur.
53
NEDERLANDS
Programmatabel
Droogheidsgraad
Extra droog
Soort wasgoed
Katoen en linnen: dik
goed of goed dat uit
verschillende lagen
bestaat en dat door en
door droog moet
worden, bijv. badstof,
badjassen
Vulgewicht
max.
2,5 kg
Centrifuge-
toerental
1200
Duur
in minuten
80-90
1200
50-60
1200
70-80
1200
40-50
900
90-100
900
55-65
1200
50-60
1200
30-40
900
70-80
900
40-50
1 kg
Kastdroog (*)
Strijkdroog
Katoenen textiel van
gelijkmatige dikte dat
door en door droog
moet worden, bijv.
badstof, tricot,
handdoeken
2,5 kg
1 kg
Kreukherstellend textiel
dat geen nabehandeling
(bijv. strijken) meer
behoeft, bijv.
overhemden,
tafellakens, babygoed,
sokken, ondergoed
2 kg
1 kg
Katoen die nog moet
worden gestreken, bijv.
beddegoed,tafellakens
2,5 kg
1 kg
Kreukherstellend goed,
synthetische weefsels,
mengweefsels die nog
gestreken moeten worden
2 kg
1 kg
Drogen met tijdsinstelling
(*) Overeenkomstig de EEG standaard 92/75, hebben de gegevens op het energie-etiket betrekking op het
programma KASTDROOG voor katoen.
54
1.De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar
behoefte, reinigen met een vochtige doek en een
neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
2.De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddellade af en toe schoon onder de
stromende kraan. U kunt daartoe de lade geheel uit
de machine nemen door op de pal, links achterin, in
te drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u, ten behoeve van het schoonmaken,
verwijderen.
Ook in de behuizing van de wasmiddellade kan zich
op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude tandenborstel schoon.
Plaats de lade terug in z'n behuizing en laat de
machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
P0038
P0009
P0010
3.Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over het
wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling
om het toevoerfilter te controleren op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens
draait u de slangwartel van de kraan af. Om dit te
doen, drukt u op de gele knop op de slang, hierna
kan de slang losgedraaid worden.
Reinig het filter met een borsteltje.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
4.Het afvoerfilter
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van
grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan
zal onherroepelijk programmastoring optreden.
Controleer regelmatig of het filter schoon is.
Open het klepje.
Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het
filter linksom los.
Trek het filter uit het filterhuis.
Reinig het filter onder de stromende kraan.
P0040
P0859
P0860
P0861
Onderhoud
55
5.Waterafvoer in noodgevallen
Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp
geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als
volgt te werk gaan om het water uit de machine te
lozen:
Haal de steker uit het stopcontact.
Draai de waterkraan dicht.
Wacht (indien nodig) totdat het zeepsop afgekoeld
is.
Plaats een bakje onder het filter om het water op
te vangen.
Draai het filter voorzichtig los zodat het water
rustig uit de machine kan stromen.
6.Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Indien de was- en droogautomaat wordt
blootgesteld aan temperaturen onder 0°C moeten
enkele voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in een
bak.
Stel het programma “pompen” in en laat de
machine tot aan het einde draaien.
Draai de wartel van de toevoerslang weer stevig
op de kraan en breng ook de afvoerslang weer op
zijn plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt
voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de
machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u het apparaat opnieuw wilt
gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan
0°C is.
NEDERLANDS
56
Eenvoudige storingen
Storingen
Mogelijke oorzaaken
l De machine start niet
l
Is de vuldeur goed gesloten? (E20)
l
Is de betreffende groepzekering heel?
l
Is de START/PAUZE-toets ingedrukt?
l
Hebt u de starttijd-functie gekozen?
l De machine neemt geen water
op:
l
Staat de waterkraan open? (E00)
l
Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit.
(E00)
l
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt? (E00)
l
Toevoerfilter verstopt? (E00)
l
Vuldeur goed gesloten? (E20)
l De machine neemt wel water op,
maar dat stroomt er door de
afvoer weer uit:
l
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt
zich op een te laag punt, ten opzichte van de
vloer waarop de machine staat. Raadpleeg het
betreffende hoofdstuk.
l De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
l
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt? (E10)
l
Programma met spoelstop-functie gekozen?
l
Afvoerfilter verstopt? (E10)
l Er ligt water op de vloer:
l
Teveel wasmiddel gebruikt?
l
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel
schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
l
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet
nauwelijks dat er water langs de slang loopt;
voelt u dus even of de slang nat is.
l
Is de wasmiddellade schoon?
l Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk
l
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel
gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
l
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
l
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
l
Is de machine overbeladen?
Ga, alvorens de Servicedienst in te schakelen, eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen.
Tijdens de werking van de machine kunnen op het display de volgende alarmcodes verschijnen:
- E00: Storing tijdens de watertoevoer
- E10: Storing bij de waterafvoer
- E20: Deur open
Nadat u eventuele oorzaken verwijderd heeft, drukt u op de START/PAUZE-toets om het onderbroken
programma te hervatten. Indien de storing niet opgeheven kan worden, contact opnemen met het
servicecentrum.
l
Moderne wasmachines werken heel zuinig met
lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn
desondanks uitstekend.
l
In de trommel is geen water te
zien
57
NEDERLANDS
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen,
raadpleegt u dan de ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw machine;
de ELGROEP FABRIEKSSERVICE zal u er om
vragen.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
Mod.
..........
Ser.
P0042
l
Het elektronische stabilisatie-controlesysteem is
in werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat
de draairichting van de trommel gewijzigd wordt,
losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw
met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en
het centrifugeren definitief afgewerkt kan worden,
eventueel met een lager toerental als het
wasgoed nog niet goed verdeeld is.
Indien het wasgoed na 15 minuten niet
losgemaakt is, wordt het niet gecentrifugeerd. In
dit geval moet u zelf het wasgoed beter in de
trommel verdelen en opnieuw het
centrifugeerprogramma kiezen.
l
Het centrifugeren begint traag of
helemaal niet
l
De machine heeft een modern aandrijfsysteem,
dat in vergelijking met oudere wasautomaten een
afwijkend geluid maakt. Het nieuwe
aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij
centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de
stabiliteit verbeterd.
l
De machine maakt een
ongewoon geluid
l De deur kan niet geopend
worden
l
Is de machine in bedrijf?
l
Is de deur nog vergrendeld? Het deur-
controlelampje brandt nog.
l
Het waterniveau in de machine komt boven de
onderkant van de deur uit.
l
De machine is aan het verwarmen.
l De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
l
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
l
Leunt de machine ergens tegenaan?
l
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer?
l
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
l De machine droogt niet of het
wasgoed is te vochtig.
l
De waterkraan is gesloten. (E00)
l
Pluizenfilter verstopt.
l
Droogtijd of droogheidsgraad niet ingesteld.
l
Geen passende droogtijd gekozen.
l
Te veel goed in de machine gedaan.
Z
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

ZANKER WTF2260 Handleiding

Type
Handleiding