Victron energy Impulse de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
EN NL FR DE
ACCULADER Impulse S12 / S16
DE IMPULSE S1 2/ S16
U hebt nu de gebruiksaanwijzing voor u, die hoort bij de IMPULSE S12 / S16 van
VICTRON ENERGY B.V.
De IMPULSE S is een lader voor het laden van loodzwavelzuur accu’s van 12 V of 24
V, afhankelijk van de instelling.
De IMPULSE S is een volautomatische, computer gestuurde en bewaakte lader.
De veiligheid van de IMPULSE S (IP 21) is gewaarborgd middels het keurmerk
TÜV/GS. Tevens is de IMPULSE S dubbel geïsoleerd uitgevoerd.
Alvorens u de IMPULSE S in gebruik neemt, adviseren wij u deze gebruiksaanwijzing
goed door te nemen alsmede de Veiligheidsvoorschriften (Hfdst. 3) in acht te nemen.
Inhoudsopgave
1. SYMBOLEN ............................................................................. 18
2. UITVOERING / SPECIFICATIE ................................................ 19
3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ............................................ 20
4. BATTERIJ VOORSCHRIFTEN ................................................ 20
5. OPSTELLING VAN DE LADER ............................................... 21
6. AANSLUITVOORWAARDEN ...................................................... 21
7. LADER IN BEDRIJF STELLEN ............................................... 21
8. INDICATIES ............................................................................. 22
9. FOUTMELDINGSINDICATIES .............................................. 22
10. REINIGING EN ONDERHOUD ........................................ 23
11. MELDING SERVICE ................................................................ 23
1. SYMBOLEN
De volgende symbolen worden gebruikt.
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze
gebruiksaanwijzing die absoluut moeten worden opgevolgd.
3
Lees de gebruiksaanwijzing.
Dubbel geïsoleerd
Op apparaten die schadelijke stoffen bevatten, vindt u dit symbool. Deze apparaten mogen
niet via het huisvuil worden verwijderd. Deze apparaten kunt u gratis inleveren bij de
verzamelplaatsen van uw gemeente. Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en
draagt u bij aan de bescherming van het milieu!
Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet daarmee aan de betreffende
EMC-richtlijn 89/336/EEG en de Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG.
Het GS-symbool (Geprüfte Sicherheit) is een Duits keurmerk, dat aangeeft, dat het
apparaat voldoet aan de "Gerätesicherheitsgezetz" (wet op de veiligheid van apparaten).
Dit is getest door TÜV Rheinland.
2. UITVOERING / SPECIFICATIE
Primaire spanning : 230 Vac - 50/60 Hz - 1-fase
4
EN NL FR DE
Min.
Max. (om 80%
capaciteit binnen 8 uur
te kunnen laden)
Impulse S12 80 Ah 125 Ah
Impulse S16 120 Ah
165 Ah
Secundaire nominale spanning : 12 V of 24 V *)
Secundaire maximale spanning : 35 V
Secundaire stroom : *)
max. 12 A (Impulse S 12)
max. 16 A (Impulse S 16)
Batterij type : Lood-zwavelzuur: Gel/Nat/AGM *)
Batterij capaciteit : *)
Beveiligingen : - beveiligd tegen ompolen
- beveiligd tegen overtemperatuur
Nominaal vermogen : 450 W (Impulse S 12)
600 W (Impulse S 16)
Rendement :min. 80% (bij volle belasting)
Omgevingstemperatuur : 0 °C tot +40 °C
Afmetingen : H 80 x B 180 x D 220 mm
Beschermingsklasse : II
Beschermingsgraad kast : IP 21
Totaalgewicht : 1,6 kg
Transport en opslag
Omgevinstemperatuur opslag : -15°C … +50°C.
Maximale luchtvochtigheid : 90% (niet condenserend)
*) instelbaar door leverancier/dealer
5
3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
De gebruiksaanwijzingen en veiligheidsvoorschriften goed doorlezen.
De IMPULSE S mag nooit aan regen blootgesteld worden of in een vochtige
ruimte worden opgeslagen.
De IMPULSE S is uitsluitend voor binnen gebruik.
Explosie gevaar!
Voorkom vonkvorming of vuur in de directe omgeving van de batterij.
Tijdens het laden dient de batterij in een goed geventileerde ruimte geplaatst te zijn.
De IMPULSE S bevat onderdelen zoals schakelaars en relais die vonken kunnen
produceren. Indien het laden gebeurt in een garage of een soortgelijke ruimte, plaats
de lader dan zodanig dat vonkvorming geen gevaar kan opleveren.
De lader nooit in gedemonteerde (open) toestand gebruiken. Dit kan levensgevaarlijk
zijn bij de aanraking van spanningsvoerende onderdelen!
Opmerking: Men mag nooit niet-oplaadbare batterijen proberen te laden.
Nooit de accu-klemmen aanraken als de lader in werking staat.
De lader nooit verplaatsen als deze in werking staat.
De lader niet met een beschadigd snoer of stekker gebruiken of wanneer de lader zelf
beschadigd is. Indien vervanging van het netsnoer nodig is, dient dit door de service
afdeling van uw leverancier/dealer te gebeuren.
Mocht de lader niet goed werken, dan dient u eerst te noteren welke foutmelding u hebt
geconstateerd, vervolgens de stekker uit de wandcontactdoos te halen, voordat u de
service afdeling van uw leverancier/dealer belt.
De lader nooit zelf demonteren en/of repareren.
Om zeker te zijn van een betrouwbare en veilige reparatie, adviseren wij u met klem om uw
lader door de service afdeling van uw leverancier/dealer te laten repareren.
Indien dit veiligheidsvoorschrift, alsmede de gebruiksaanwijzing niet wordt
opgevolgd, is VICTRON ENERGY B.V. niet verantwoordelijk voor een eventueel
defect. Tevens kan in dat geval geen beroep worden gedaan op eventuele garantie.
4. BATTERIJ VOORSCHRIFTEN
Pas na een aantal laadcycli, bereiken nieuwe batterijen de volle capaciteit.
Let hierop bij de eerste ritten.
Na iedere rit kunnen de batterijen opgeladen worden.
Het is mogelijk om gedurende de nacht te laden.
Pas als de groene LED brandt, mogen de batterijen van de lader afgekoppeld
worden. Alleen indien noodzakelijk, mag de laadcyclus
onderbroken worden (eerst de netkabel loskoppelen en daarna de laadkabel).
Let erop, dat in dit geval de batterijen niet vol zijn.
Als de groene LED brandt en de batterijen aangesloten blijven, worden de
batterijen in optimale toestand gehouden.
6
EN NL FR DE
Als de batterijen niet vaak gebruikt worden, verdient het aanbeveling om de batterijen
ten minste eenmaal per maand te laden (vanwege de zelfontlading van de batterijen).
Het is ook mogelijk om de batterijen steeds op de lader aangesloten te laten. Hoewel
de lader diep ontladen batterijen kan laden, wordt aangeraden de batterijen niet erg
diep te ontladen, omdat daardoor de levensduur van de batterijen verkort wordt. Als dit
toch gebeurt, wordt aangeraden om de batterijen zo spoedig mogelijk weer te laden
om zodoende de schade aan de batterijen te beperken. De lader is ingesteld voor
slechts één batterijtype en -capaciteit. Als een andere batterij aangesloten wordt op de
lader, kan deze batterij beschadigd worden en/of
kunnen er gevaarlijke situaties optreden. Als er van batterijen veranderd wordt, moet u
daarom contact opnemen met uw leverancier/ dealer, om de lader op het juiste
batterijtype en –capaciteit in te laten stellen.
In geval van vragen, kunt u contact opnemen met uw leverancier/dealer.
5. OPSTELLING VAN DE LADER.
Zorg bij het plaatsen van de lader dat deze voldoende ventilatie heeft, nl. aan de zijkanten,
achterkant en voorkant minimaal 10 cm. Onder normale omstandigheden zal de
ingebouwde ventilator tijdens het laden draaien. Als er niet genoeg ventilatie is of als de
temperatuur te hoog is, zal de lader de uitgangsstroom verminderen (waardoor de laadtijd
langer wordt) of als de temperatuur boven een maximumwaarde uitkomt, zal de lader
stoppen met laden.
De kast is van kunststof en geschikt als tafelmodel.
6. AANSLUITVOORWAARDEN
6.1 Aansluiting op 1-fase net.
De lader is geschikt voor een netspanning van 230V - 50/60Hz en is voorzien van een ca.
1,5 meter lang netsnoer met stekker.
LET OP: Controleer of de netspanning overeenkomt met de spanning waarvoor de lader is
gemaakt. De netstekker dient op een wandcontactdoos te worden aangesloten.
6.2 Aansluiting laadkabels
De lader is aan de uitgang (secundair) voorzien van een 2,5 meter lange 3-aderige
laadkabel. Omdat de lader rekening houdt met de kabelverliezen, mag deze kabel niet
zonder aanpassing door de dealer/leverancier vervangen worden door een kabel met een
andere lengte en/of doorsnede. Inkorten van de kabel is dus niet toegestaan!
De plus van de batterij komt aan de plus van de lader en de min van de batterij komt aan
de min van de lader. Als de batterij omgepoold aangesloten wordt, zal de lader niet met
laden beginnen en ook geen foutmelding tonen.
Impulse S12
De laadkabel kan met een XLR-laadstekker geleverd worden, waarbij pin 1 van de NC
*
MX-
laadstekker de plus (+) is, en pin 2 de min (-) is en pin 3 het drive inhibit (niet rijden)
signaal is (tenzij dit door uw
leverancier/dealer gewijzigd is).
7
Figuur 1 XLR-laadstekker
Impulse S16
De laadkabel is voorzien van een specifieke laadstekker. Volg de instructies
van de leverancier/dealer. Let bij aansluiten van deze stekker op de polariteit.
7. LADER IN BEDRIJF STELLEN
De lader kan nu worden aangesloten.
Ten eerste dient u de netstekker in het stopcontact te steken.
Na het oplichten van een LED combinatie, komt de lader in de ‘STAND-BY’-toestand.
Beide LED’s (geel en groen) branden.
Vervolgens kunt u de batterij aansluiten en begint het laden automatisch. Alleen de gele
LED is nu aan. Bij diepontladen batterijen wordt eerst met een kleine stroom geladen
(voorladen). Daarna wordt met de nominale stroom geladen (hoofdladen). Tenslotte wordt
met een afnemende stroom geladen (naladen). De grootte van de stromen is afhankelijk
van het ingestelde batterijtype.
Als de gele LED uit gaat en de groene LED aan, is de batterij vol en kan losgekoppeld
worden. Als de batterij niet losgekoppeld wordt, wordt de batterij met een zeer kleine
stroom in optimale toestand gehouden.
Als de batterij losgekoppeld wordt, mag de netstekker in de wandcontactdoos blijven. De
gele en groene LED’s zijn dan aan.
8
EN NL FR DE
8. INDICATIES
= Uit
= Aan
= Knipperen
9. Foutmeldingsindicaties
Als de lader niet (meer) functioneert, kan hij herstart worden door de netstekker uit het
stopcontact te halen en er weer in te steken. U dient echter eerst aan de hand van de
foutmeldingsindicatie de aanwijzingen in de onderstaande paragrafen op te volgen.
9.1 Geen enkele LED is aan
Er is geen netspanning aanwezig.
Controleer eerst of de stekker in een wandcontactdoos is gestoken. Als deze wel in een
wandcontactdoos zit dan moet men controleren of de netspanning aanwezig is op de
wandcontactdoos.
Gele LED
Groene LED
Lader uit (netstekker niet aangesloten)
Lader net aangezet en laat de ingestelde
laadkarakteristiek zien
Stand-by
Laden
Vol
Storing
9
9.2 Beide LED’s zijn aan
Als er geen batterij aangesloten is, is dit de stand-by toestand en geen foutsituatie.
Als er wel een batterij aangesloten is, kan er één van de volgende foutsituaties opgetreden
zijn:
Er is geen batterijspanning aanwezig.
Controleer of de batterij aangesloten is op de lader. Als deze niet is aangesloten dan de
verbinding herstellen en het laadproces opnieuw starten.
De aangesloten polariteit van de batterij op de lader is niet correct. Controleer of de
polariteit van de lader overeenkomt met de polariteit van de batterij. Als deze niet correct is
aangesloten, herstel dan deze aansluiting en start het laadproces opnieuw. Als deze wel
correct is aangesloten dient u uw leverancier/dealer te raadplegen.
9.3 De gele en groene LED’s knipperen.
Bij een storing, knipperen beide LED’s een aantal malen gevolgd door een seconde rust.
Dit aantal malen geeft aan welke storing opgetreden is.
Aantal malen, dat de
LED’s knipperen gevolgd
door een seconde rust
Storing Oplossing
4
De temperatuur is te laag of er is
een hardware probleem
1)
5 De temperatuur is te hoog 2)
1, 2, 3, 6, 7, 8 Ander probleem 3)
Oplossing codes:
1) Plaats de lader in een ruimte met een temperatuur boven 0 °C en start het
laadprocess opnieuw.
Als de temperatuur boven 0 °C is en de storing treedt opnieuw op, dient u uw
leverancier/dealer te raadplegen.
2) Laat de lader enige tijd afkoelen en start het laadprocess opnieuw. Als de storing
opnieuw optreedt, dient u uw leverancier/dealer te raadplegen.
3) Raadpleeg uw leverancier/dealer.
10
EN NL FR DE
10. REINIGING EN ONDERHOUD
De lader en de snoeren mogen gereinigd worden met een vochtige doek. Gebruik
geen aggressieve schoonmaakmiddelen. De lader is onderhoudsvrij.
11. MELDING SERVICE
Bij een melding aan de service afdeling van uw leverancier/dealer, dient u altijd de
volgende gegevens te verstrekken:
a) Type van de lader (IMPULSE S12 / S16)
b) Onder welke omstandigheden treedt het probleem op?
c) Hoe hebt u het probleem vastgesteld?
d) Wat is het type en capaciteit van de batterij en wat is de toepassing?

Documenttranscriptie

ACCULADER Impulse S12 / S16 1. SYMBOLEN De volgende symbolen worden gebruikt. Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing die absoluut moeten worden opgevolgd. 2 DE SYMBOLEN ............................................................................. 18 UITVOERING / SPECIFICATIE ................................................ 19 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ............................................ 20 BATTERIJ VOORSCHRIFTEN ................................................ 20 OPSTELLING VAN DE LADER ............................................... 21 AANSLUITVOORWAARDEN ...................................................... 21 LADER IN BEDRIJF STELLEN ............................................... 21 INDICATIES ............................................................................. 22 FOUTMELDINGSINDICATIES .............................................. 22 REINIGING EN ONDERHOUD ........................................ 23 MELDING SERVICE ................................................................ 23 FR 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. NL Inhoudsopgave EN DE IMPULSE S1 2/ S16 U hebt nu de gebruiksaanwijzing voor u, die hoort bij de IMPULSE S12 / S16 van VICTRON ENERGY B.V. De IMPULSE S is een lader voor het laden van loodzwavelzuur accu’s van 12 V of 24 V, afhankelijk van de instelling. De IMPULSE S is een volautomatische, computer gestuurde en bewaakte lader. De veiligheid van de IMPULSE S (IP 21) is gewaarborgd middels het keurmerk TÜV/GS. Tevens is de IMPULSE S dubbel geïsoleerd uitgevoerd. Alvorens u de IMPULSE S in gebruik neemt, adviseren wij u deze gebruiksaanwijzing goed door te nemen alsmede de Veiligheidsvoorschriften (Hfdst. 3) in acht te nemen. Lees de gebruiksaanwijzing. Dubbel geïsoleerd Op apparaten die schadelijke stoffen bevatten, vindt u dit symbool. Deze apparaten mogen niet via het huisvuil worden verwijderd. Deze apparaten kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente. Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan de bescherming van het milieu! Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet daarmee aan de betreffende EMC-richtlijn 89/336/EEG en de Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG. Het GS-symbool (Geprüfte Sicherheit) is een Duits keurmerk, dat aangeeft, dat het apparaat voldoet aan de "Gerätesicherheitsgezetz" (wet op de veiligheid van apparaten). Dit is getest door TÜV Rheinland. 2. UITVOERING / SPECIFICATIE Primaire spanning : 230 Vac - 50/60 Hz - 1-fase 3 Rendement Omgevingstemperatuur Afmetingen Beschermingsklasse Beschermingsgraad kast Totaalgewicht Impulse S12 80 Ah 125 Ah Impulse S16 120 Ah 165 Ah : - beveiligd tegen ompolen - beveiligd tegen overtemperatuur : 450 W (Impulse S 12) 600 W (Impulse S 16) :min. 80% (bij volle belasting) : 0 °C tot +40 °C : H 80 x B 180 x D 220 mm : II : IP 21 : 1,6 kg Transport en opslag Omgevinstemperatuur opslag : -15°C … +50°C. Maximale luchtvochtigheid : 90% (niet condenserend) *) instelbaar door leverancier/dealer 4 DE Nominaal vermogen Max. (om 80% capaciteit binnen 8 uur te kunnen laden) FR Beveiligingen Min. NL Batterij type Batterij capaciteit : 12 V of 24 V *) : 35 V : *) max. 12 A (Impulse S 12) max. 16 A (Impulse S 16) : Lood-zwavelzuur: Gel/Nat/AGM *) : *) EN Secundaire nominale spanning Secundaire maximale spanning Secundaire stroom 3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • • • • • • • • • • • • • • De gebruiksaanwijzingen en veiligheidsvoorschriften goed doorlezen. De IMPULSE S mag nooit aan regen blootgesteld worden of in een vochtige ruimte worden opgeslagen. De IMPULSE S is uitsluitend voor binnen gebruik. Explosie gevaar! Voorkom vonkvorming of vuur in de directe omgeving van de batterij. Tijdens het laden dient de batterij in een goed geventileerde ruimte geplaatst te zijn. De IMPULSE S bevat onderdelen zoals schakelaars en relais die vonken kunnen produceren. Indien het laden gebeurt in een garage of een soortgelijke ruimte, plaats de lader dan zodanig dat vonkvorming geen gevaar kan opleveren. De lader nooit in gedemonteerde (open) toestand gebruiken. Dit kan levensgevaarlijk zijn bij de aanraking van spanningsvoerende onderdelen! Opmerking: Men mag nooit niet-oplaadbare batterijen proberen te laden. Nooit de accu-klemmen aanraken als de lader in werking staat. De lader nooit verplaatsen als deze in werking staat. De lader niet met een beschadigd snoer of stekker gebruiken of wanneer de lader zelf beschadigd is. Indien vervanging van het netsnoer nodig is, dient dit door de service afdeling van uw leverancier/dealer te gebeuren. Mocht de lader niet goed werken, dan dient u eerst te noteren welke foutmelding u hebt geconstateerd, vervolgens de stekker uit de wandcontactdoos te halen, voordat u de service afdeling van uw leverancier/dealer belt. De lader nooit zelf demonteren en/of repareren. Om zeker te zijn van een betrouwbare en veilige reparatie, adviseren wij u met klem om uw lader door de service afdeling van uw leverancier/dealer te laten repareren. Indien dit veiligheidsvoorschrift, alsmede de gebruiksaanwijzing niet wordt opgevolgd, is VICTRON ENERGY B.V. niet verantwoordelijk voor een eventueel defect. Tevens kan in dat geval geen beroep worden gedaan op eventuele garantie. 4. BATTERIJ VOORSCHRIFTEN • • • • • • Pas na een aantal laadcycli, bereiken nieuwe batterijen de volle capaciteit. Let hierop bij de eerste ritten. Na iedere rit kunnen de batterijen opgeladen worden. Het is mogelijk om gedurende de nacht te laden. Pas als de groene LED brandt, mogen de batterijen van de lader afgekoppeld worden. Alleen indien noodzakelijk, mag de laadcyclus onderbroken worden (eerst de netkabel loskoppelen en daarna de laadkabel). Let erop, dat in dit geval de batterijen niet vol zijn. Als de groene LED brandt en de batterijen aangesloten blijven, worden de batterijen in optimale toestand gehouden. 5 • 6.1 Aansluiting op 1-fase net. De lader is geschikt voor een netspanning van 230V - 50/60Hz en is voorzien van een ca. 1,5 meter lang netsnoer met stekker. LET OP: Controleer of de netspanning overeenkomt met de spanning waarvoor de lader is gemaakt. De netstekker dient op een wandcontactdoos te worden aangesloten. 6.2 Aansluiting laadkabels De lader is aan de uitgang (secundair) voorzien van een 2,5 meter lange 3-aderige laadkabel. Omdat de lader rekening houdt met de kabelverliezen, mag deze kabel niet zonder aanpassing door de dealer/leverancier vervangen worden door een kabel met een andere lengte en/of doorsnede. Inkorten van de kabel is dus niet toegestaan! De plus van de batterij komt aan de plus van de lader en de min van de batterij komt aan de min van de lader. Als de batterij omgepoold aangesloten wordt, zal de lader niet met laden beginnen en ook geen foutmelding tonen. Impulse S12 De laadkabel kan met een XLR-laadstekker geleverd worden, waarbij pin 1 van de NC*MXlaadstekker de plus (+) is, en pin 2 de min (-) is en pin 3 het drive inhibit (niet rijden) signaal is (tenzij dit door uw leverancier/dealer gewijzigd is). 6 DE 6. AANSLUITVOORWAARDEN FR Zorg bij het plaatsen van de lader dat deze voldoende ventilatie heeft, nl. aan de zijkanten, achterkant en voorkant minimaal 10 cm. Onder normale omstandigheden zal de ingebouwde ventilator tijdens het laden draaien. Als er niet genoeg ventilatie is of als de temperatuur te hoog is, zal de lader de uitgangsstroom verminderen (waardoor de laadtijd langer wordt) of als de temperatuur boven een maximumwaarde uitkomt, zal de lader stoppen met laden. De kast is van kunststof en geschikt als tafelmodel. NL 5. OPSTELLING VAN DE LADER. EN • Als de batterijen niet vaak gebruikt worden, verdient het aanbeveling om de batterijen ten minste eenmaal per maand te laden (vanwege de zelfontlading van de batterijen). Het is ook mogelijk om de batterijen steeds op de lader aangesloten te laten. Hoewel de lader diep ontladen batterijen kan laden, wordt aangeraden de batterijen niet erg diep te ontladen, omdat daardoor de levensduur van de batterijen verkort wordt. Als dit toch gebeurt, wordt aangeraden om de batterijen zo spoedig mogelijk weer te laden om zodoende de schade aan de batterijen te beperken. De lader is ingesteld voor slechts één batterijtype en -capaciteit. Als een andere batterij aangesloten wordt op de lader, kan deze batterij beschadigd worden en/of kunnen er gevaarlijke situaties optreden. Als er van batterijen veranderd wordt, moet u daarom contact opnemen met uw leverancier/ dealer, om de lader op het juiste batterijtype en –capaciteit in te laten stellen. In geval van vragen, kunt u contact opnemen met uw leverancier/dealer. Figuur 1 XLR-laadstekker Impulse S16 De laadkabel is voorzien van een specifieke laadstekker. Volg de instructies van de leverancier/dealer. Let bij aansluiten van deze stekker op de polariteit. 7. LADER IN BEDRIJF STELLEN • • • • • De lader kan nu worden aangesloten. Ten eerste dient u de netstekker in het stopcontact te steken. Na het oplichten van een LED combinatie, komt de lader in de ‘STAND-BY’-toestand. Beide LED’s (geel en groen) branden. Vervolgens kunt u de batterij aansluiten en begint het laden automatisch. Alleen de gele LED is nu aan. Bij diepontladen batterijen wordt eerst met een kleine stroom geladen (voorladen). Daarna wordt met de nominale stroom geladen (hoofdladen). Tenslotte wordt met een afnemende stroom geladen (naladen). De grootte van de stromen is afhankelijk van het ingestelde batterijtype. Als de gele LED uit gaat en de groene LED aan, is de batterij vol en kan losgekoppeld worden. Als de batterij niet losgekoppeld wordt, wordt de batterij met een zeer kleine stroom in optimale toestand gehouden. Als de batterij losgekoppeld wordt, mag de netstekker in de wandcontactdoos blijven. De gele en groene LED’s zijn dan aan. 7 Gele LED Groene LED EN 8. INDICATIES NL Lader net aangezet en laat de ingestelde FR Lader uit (netstekker niet aangesloten) laadkarakteristiek zien Laden Vol Storing = Uit = Aan = Knipperen 9. Foutmeldingsindicaties Als de lader niet (meer) functioneert, kan hij herstart worden door de netstekker uit het stopcontact te halen en er weer in te steken. U dient echter eerst aan de hand van de foutmeldingsindicatie de aanwijzingen in de onderstaande paragrafen op te volgen. 9.1 Geen enkele LED is aan Er is geen netspanning aanwezig. Controleer eerst of de stekker in een wandcontactdoos is gestoken. Als deze wel in een wandcontactdoos zit dan moet men controleren of de netspanning aanwezig is op de wandcontactdoos. 8 DE Stand-by 9.2 Beide LED’s zijn aan Als er geen batterij aangesloten is, is dit de stand-by toestand en geen foutsituatie. Als er wel een batterij aangesloten is, kan er één van de volgende foutsituaties opgetreden zijn: Er is geen batterijspanning aanwezig. Controleer of de batterij aangesloten is op de lader. Als deze niet is aangesloten dan de verbinding herstellen en het laadproces opnieuw starten. De aangesloten polariteit van de batterij op de lader is niet correct. Controleer of de polariteit van de lader overeenkomt met de polariteit van de batterij. Als deze niet correct is aangesloten, herstel dan deze aansluiting en start het laadproces opnieuw. Als deze wel correct is aangesloten dient u uw leverancier/dealer te raadplegen. 9.3 De gele en groene LED’s knipperen. Bij een storing, knipperen beide LED’s een aantal malen gevolgd door een seconde rust. Dit aantal malen geeft aan welke storing opgetreden is. Aantal malen, dat de LED’s knipperen gevolgd door een seconde rust Storing Oplossing 4 De temperatuur is te laag of er is een hardware probleem 1) 5 De temperatuur is te hoog 2) 1, 2, 3, 6, 7, 8 Ander probleem 3) Oplossing codes: 1) Plaats de lader in een ruimte met een temperatuur boven 0 °C en start het laadprocess opnieuw. Als de temperatuur boven 0 °C is en de storing treedt opnieuw op, dient u uw leverancier/dealer te raadplegen. 2) Laat de lader enige tijd afkoelen en start het laadprocess opnieuw. Als de storing opnieuw optreedt, dient u uw leverancier/dealer te raadplegen. 3) Raadpleeg uw leverancier/dealer. 9 10. REINIGING EN ONDERHOUD MELDING SERVICE NL 11. EN De lader en de snoeren mogen gereinigd worden met een vochtige doek. Gebruik geen aggressieve schoonmaakmiddelen. De lader is onderhoudsvrij. Bij een melding aan de service afdeling van uw leverancier/dealer, dient u altijd de volgende gegevens te verstrekken: FR a) b) c) d) DE 10 Type van de lader (IMPULSE S12 / S16) Onder welke omstandigheden treedt het probleem op? Hoe hebt u het probleem vastgesteld? Wat is het type en capaciteit van de batterij en wat is de toepassing?
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Victron energy Impulse de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor