Bauknecht KGE ComfortFresh328 IL Program Chart

Type
Program Chart
A.
Koelkast
1. Filter in de ventilator
2. Verlichting
3. Schappen / Schappenzone
4. Flessenrek
5. Ventilatiesysteem Multi-flow
6. Koudste vak (ideaal voor vlees en vis)
7. Typeplaatje met handelsnaam
8. Crisper voor groente en fruit
9. Verdeler crisper
10. Set voor het omkeren van de deur
11. Afscheider
12. Deurvakken
B. Vriesvak
13. Bovenste lade (invrieszone)
14. IJsbakje en/of koude-element
15. Korven voor het bewaren van ingevroren voedsel
16. Deurafdichtingen
C. Bedieningspaneel
Antibacteriële bescherming (afhankelijk van het model):
- Antibacterieel filter in de ventilator (1)
- Antibacteriële toevoegingen in de Crisper (8)
- De deurafdichtingen zijn gemaakt van materiaal dat de groei
van bacteriën remt (16)
Opmerkingen:
- Afhankelijk van het model kan het aantal en het type
accessoires verschillen.
- Bij een stroomuitval helpt het koude-element om de optimale
bewaartemperatuur langer vast te houden.
- Alle schappen en deurvakken zijn uitneembaar.
- De binnentemperatuur van het apparaat is afhankelijk van
de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deuren worden
geopend en de plaats van het apparaat. Bij de instelling van
de temperatuur moet u rekening houden met deze factoren.
- De accessoires van het apparaat zijn niet geschikt om in de
afwasmachine af te wassen.
- Na het plaatsen van het voedsel moet u ervoor zorgen dat de
deur van het vriesvak goed gesloten is.
BEWAARRUIMTE VERGROTEN
De vriezer kan gebruikt worden zonder de korven om ruimte te
maken voor grote producten.
U kunt de levensmiddelen rechtstreeks op de roosters leggen.
HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER AANZETTEN
Nadat de stekker in het stopcontact is gestoken, begint het
apparaat automatisch te werken. Wacht, nadat u het apparaat
heeft ingeschakeld, minstens 4-6 uur voordat u levensmiddelen
in het apparaat legt. Wanneer het apparaat wordt aangesloten
op de netvoeding wordt het display verlicht en worden alle
indicatielampjes op het bedieningspaneel enkele seconden
weergegeven op het display.
De standaard (fabrieks) waarde van de koelkastinstellingen
lichten op.
Opmerking:
- Als er voedsel in de koelkast wordt geplaatst voordat het
apparaat voldoende gekoeld is, kan het voedsel bederven.
VENTILATOR
De ventilator verbetert de temperatuurverdeling in de koelkast,
waardoor het voedsel beter geconserveerd wordt. De ventilator
is standaard INGESCHAKELD. Geadviseerd wordt om de
ventilator ingeschakeld te houden, zodat de “6th Sense Fresh
Control” / “Green Intelligence ProFresh”-functie goed kan
werken, en ook als de luchttemperatuur in de omgeving boven
de 27 ÷ 28 °C komt, als er waterdruppels op de glazen schappen
liggen of als het extreem vochtig is.
Opmerking
Blokkeer het gebied van de luchtinlaat niet met
levensmiddelen.
Om ervoor te zorgen dat goede prestaties worden geleverd bij
een lagere omgevingstemperatuur (kouder dan 18 °C) en om
het energieverbruik te optimaliseren, dient u de ventilator uit te
schakelen.
Houd de toetsen “Temperatuur” en “Fast Cool” gedurende 3
seconden ingedrukt om de VENTILATOR it te schakelen: het
symbool “6th Sense Fresh Control” / “Green Intelligence
ProFresh” wordt uitgeschakeld om te bevestigen dat de
ventilator uitgeschakeld is.
Herhaal dezelfde procedure om de VENTILATOR in te
schakelen.
Als het apparaat is voorzien van de ventilator kan het ook
uitgerust worden met het antibacteriële filter.
Haal het filter uit de doos, die zich in de crisper-lade bevindt
(element 8) en plaats het in de afdekking van de ventilator.
De instructies voor de vervanging zijn bij het filter gevoegd.
BEDIENINGSPANEEL
1. Temperatuurknop
2. Temperatuurlampjes
3. “6th Sense Fresh
Control” / “Green
Intelligence
ProFresh”-symbool
4. Symbool Snelkoelen
5. Knop Snelkoelen
TEMPERATUURSELECTIE
Druk op de knop op het bedieningspaneel om de temperatuur in
te stellen.
De temperatuurknop wordt gebruikt om het gewenste
temperatuurniveau in te stellen, van warmst
naar lager
naar
koudst . Door op de knop te drukken verandert de
temperatuur cyclisch. De temperatuurinstelling wordt voor
beide vakken tegelijk uitgevoerd – koelkast en vriezer. Bij de
eerste inschakeling van het apparaat wordt de fabrieksinstelling
gekozen – de gemiddelde stand.
In de volgende tabel ziet u de instelpunten:
hoge temp.
gem.-hoge temp.
gemiddelde temp.
gem.-lage temp.
lage temp.
Legenda
Lampje AAN Lampje UIT
PRODUCTINFORMATIEBLAD
NL
A
B
C
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
16
15
UA
AE
ROBG
RU
HUSKCZPLFIDKNOPTESGB SEGRITFR NLDE
FUNCTIES
Snelkoelen
Met de snelkoelfunctie (Fast Cool) kunt u de koeling in de
koelkast verhogen. Het gebruik van deze functie wordt
aanbevolen als u zeer veel levensmiddelen in de koelkast
plaatst. Druk op de knop “Fast Cool” om de snelkoelfunctie in of
uit te schakelen.
Als de functie ingeschakeld is, gaat het Fast Cool-lampje
branden.
De functie wordt na 6 uur automatisch uitgeschakeld.
Opmerking:
- De functie Fast Cool moet ook op AAN worden gezet voordat u
vers voedsel in het vriesvak zet, om de vriescapaciteit zo groot
mogelijk te maken.
“6th Sense Fresh Control” /
“Green Intelligence ProFresh”
Met deze functie kunt u snel de optimale
conserveringsomstandigheden (voor wat betreft temperatuur en
vochtigheid) bereiken binnen het apparaat. Voor een correcte
werking moet ook de ventilator ingeschakeld zijn. De functie “6th
Sense Fresh Control” / “Green Intelligence ProFresh” is
standaard ingeschakeld.
Om de functie handmatig uit te schakelen houdt u de toetsen
“Temperatuur & Fast Cool” 3 seconden ingedrukt: het
“6th Sense Fresh Control” / “Green Intelligence ProFresh”-
symbool gaat uit, als bevestiging dat de functie is uitgeschakeld.
De functie kan weer ingeschakeld worden door dezelfde
procedure te herhalen. Bij een stroomstoring wordt de status
van “6th Sense Fresh Control” / “Green Intelligence ProFresh”
hersteld naar de standaardinstelling, dus actief.
Opmerking: Bedenk wel dat via de deactiveringsfunctie “6th Sense
Fresh Control” / “Green Intelligence ProFresh” de VENTILATOR
wordt uitgeschakeld.
INVRIEZEN VAN VERSE LEVENSMIDDELEN
Plaats de verse levensmiddelen die ingevroren moeten worden
in de bovenste korf in het vriesvak. Vermijd rechtstreeks
contact met levensmiddelen die al ingevroren zijn. Om de
hoeveelheid levensmiddelen aangeduid op het typeplaatje in
te vriezen, schakelt u de functie Fast Cool in voor u de verse
levensmiddelen plaatst die ingevroren moeten worden. Na
24 uur zullen de levensmiddelen ingevroren zijn.
REINIGING
Maak het apparaat regelmatig schoon met een doek met een
oplossing van lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel
dat geschikt is voor het reinigen van de binnenkant van een
koelkast.
Gebruik geen schuurmiddelen of gereedschappen.
Om de constante en correcte afvoer
van het dooiwater te garanderen,
regelmatig het afvoergaatje op de
achterwand van het koelvak, in de
buurt van de groenten- en fruitlade,
schoonmaken met behulp van het bijgeleverde gereedschap.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af
voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint.
HET KOELVAK ONTDOOIEN
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig automatisch plaats.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan
de binnenkant van de koelkast geeft aan dat de automatische
ontdooifase bezig is. Het dooiwater loopt automatisch weg in een
afvoergaatje en vervolgens in een bak, waar het verdampt.
HET VRIESVAK ONTDOOIEN
Het vriesvak moet een of tweemaal per jaar
of als de ijslaag te dik geworden is (3 mm
dik) ontdooid worden. De vorming van ijs is
normaal.
De hoeveelheid en de mate waarin het ijs zich
ophoopt hangt af van de omstandigheden in
de ruimte en hoe vaak de deur geopend wordt.
Om het vak te ontdooien, het apparaat volledig uitschakelen en
alle levensmiddelen verwijderen. Laat de deur van de vriezer
open, zodat het ijs kan smelten. Verwijder het afvoerkanaal voor
dooiwater en zet een bakje onder de afvoer (zie afbeelding).
Na afloop van de handeling, de waterafvoer weer op zijn plaats
zetten.
Maak de binnenkant van het vriesvak schoon. Goed afspoelen
en afdrogen. Schakel het vriesvak, of het hele apparaat, weer in
en leg de levensmiddelen terug.
HET LAMPJE VERVANGEN (afhankelijk van het model)
VERLICHTING MET LAMPJES
Haal altijd de stekker van de koelkast uit het stopcontact voordat
u het lampje vervangt.
Als de binnenverlichting niet werkt, moet u het volgende doen:
1. Verwijder het lampenkapje: steek uw
vingers in de ventilatieopeningen aan de
zijkant (1), druk voorzichtig op het kapje
en beweeg het omhoog.
2. Controleer het lampje. Draai het kapotte lampje indien nodig
los en vervang het door een traditionele lamp (met dezelfde
kenmerken als de vorige lamp) of een led-lamp van hetzelfde
type, alleen verkrijgbaar bij onze Servicecentra of erkende
verdelers.
3. Bevestig het lampenkapje.
Laat de lamp niet onbedekt.
VERLICHTING MET LED’s
Als de led-binnenverlichting niet werkt,
moet deze vervangen worden door de
klantenservice.
Belangrijk:
De binnenverlichting van de koelkast gaat branden wanneer de
deur van de koelkast geopend wordt. 10 minuten na opening van
de deur gaat het licht uit.
STORINGEN EN ALARMINDICATIES:
Werkingsalarmen
In het geval van werkingsalarmen worden deze eveneens
weergegeven in de temperatuurlampjes (b.v. Storing1, Storing 2
etc...). Bel de Klantenservice en geef de alarmcode door.
De 3 middelste lampjes in de temperatuurlampjes knipperen
volgens de hieronder beschreven storingscode:
Legenda
Lampje uit Lampje knippert
5019 620 00044 Printed in Poland 05/14
Storingscode Visualisatie
Error 2
RC-instelpunten knipperen aan/uit bij
0,5 sec. Knippert tweemaal AAN en
blijft dan 5 seconden uit. Het patroon
herhaalt zich.
X2
Error 3
RC-instelpunten knipperen aan/uit bij
0,5 sec. Knippert driemaal AAN en
blijft dan 5 seconden uit. Het patroon
herhaalt zich.
X3
Error 6
RC-instelpunten knipperen aan/uit bij
0,5 sec. Knippert zes AAN en blijft dan
5 seconden uit. Het patroon herhaalt
zich.
X6
PRODUCTINFORMATIEBLAD
NL
UA
AE
ROBG
RU
HUSKCZPLFIDKNOPTESGB SEGRITFR NLDE
  • Page 1 1
  • Page 2 2

Bauknecht KGE ComfortFresh328 IL Program Chart

Type
Program Chart