1. Bedieningspaneel
Vriesvak
2. Zone voor het invriezen van verse levensmiddelen of voor
het bewaren van diepvriesproducten (met/zonder flap)
3. Ijsbakje
4. Plastic schap
5. Bewaarzone ingevroren voedsel en diepvriesproducten
6. Deurafdichtingen
Koelkast
6. Deurafdichtingen
7. Verlichting koelkast (ledsysteem)
8. Ventilator
9. Schappen / Schappenzone
10. Ventilatiesysteem Multi-flow*
11. Koudste vak (ideaal voor vlees en vis)*
12. Typeplaatje met handelsnaam
13. Crisper voor groente en fruit
14. Set voor het omkeren van de deuren
15. Flessenhouder*
16. Deurvakken
Antibacteriële bescherming:
- Antibacterieel filter* in de ventilator (8)
- Antibacteriële toevoegingen* in het materiaal van de
Crisper (13)
- De deurafdichtingen zijn gemaakt van materiaal dat de
groei van bacteriën remt (6).
* Beschikbaar op bepaalde modellen
Opmerkingen:
- Als de vriezer voorzien is van een flap, dan kan de
opbergruimte vergroot worden door de flap te verwijderen
(door hem om te buigen).
- Alle schappen en deurvakken zijn uitneembaar. Het
plastic schap van de vriezer kan niet verwijderd worden in
verband met een goede luchtcirculatie binnen het vriesvak.
- De binnentemperatuur van het apparaat kan beïnvloed
worden door de omgevingstemperatuur, hoe vaak de
deur wordt geopend en de plaats van het apparaat. Bij
het instellen van de temperatuur moet rekening gehouden
worden met deze factoren.
- Tenzij anders gespecificeerd zijn de accessoires van het
apparaat niet geschikt om afgewassen te worden in de
afwasmachine.
IN WERKING STELLEN VAN HET APPARAAT
Nadat de stekker in het stopcontact is gestoken, gaat het
apparaat automatisch werken. De indicatielampjes op het
bedieningspaneel gaan ongeveer 1 seconde branden en na
het initialisatieproces wordt het instelpunt weergegeven.
Nadat het apparaat gestart is, dient u minimaal 4-6 uur te
wachten voordat u voedsel in het apparaat legt.
Opmerking:
- Als er voedsel in de koelkast wordt geplaatst voordat
deze voldoende gekoeld is, kan het voedsel bederven.
VENTILATOR
De ventilator is standaard ingeschakeld. Wanneer de ventilator
ingeschakeld wordt, verbetert deze de temperatuurverdeling
in de koelkast, waardoor het voedsel beter geconserveerd
wordt. Wanneer de ventilator ingeschakeld is, kan het
energieverbruik van het apparaat iets toenemen. Als de
omgevingstemperatuur zeer hoog is, kunnen de temperaturen
in de binnenste vakken stijgen door inschakeling van de
ventilator. Geadviseerd wordt om de ventilator ingeschakeld
te laten zodat de “6th Sense Fresh Control”-functie goed kan
werken, als u waterdruppels op de glazen schappen ziet of
als er sprake is van een hoge luchtvochtigheid. Vergeet niet
dat als de ventilator ingeschakeld is, deze niet continu zal
werken. De ventilator start/stopt met werken afhankelijk van de
temperatuur en/of de vochtigheidsgraad in de koelkast. Het is
dus volkomen normaal als de ventilator niet werkt ook al is hij
ingeschakeld. De ventilator stopt automatisch als de deur van
de koelkast open is.
Opmerking
Blokkeer het gebied van de luchtinlaat niet met
levensmiddelen.
Om ervoor te zorgen dat goede prestaties worden geleverd
bij een lagere omgevingstemperatuur (kouder dan 18 °C)
en om het energieverbruik te optimaliseren, dient u de
ventilator uit te schakelen.
Houd de toetsen Freezer °C en Eco Night gedurende
3 seconden ingedrukt om de VENTILATOR uit te
schakelen: u hoort een lang akoestisch signaal ter
bevestiging dat de ventilator is uitgeschakeld.
Herhaal dezelfde procedure om de VENTILATOR in te
schakelen.
Als het apparaat is voorzien van de ventilator kan het ook
uitgerust worden met het antibacteriële filter. Haal het
filter uit de doos in de crisper-lade (element 13) en plaats
het in de afdekking van de ventilator. De instructies voor de
vervanging vindt u in de doos van het filter.
BEDIENINGSPANEEL
A. Temperatuurknop
B. Temperatuurleds
C. Symbool “6th Sense Fresh Control”
D. Symbool Fast Cool (Snelkoelen)
E. Knop Fast Cool (Snelkoelen)
PRODUCTINFORMATIEBLAD
NL
12
11
4
9
7
8
12
10
1
15
3
13
14
16
2
6
5
AEUAROBGRUHUSKCZPLFIDKNOSEGRITPTESNLFRGBDE
INSTELLING VAN DE TEMPERATUUR
Druk op de temperatuurknop (A) op het bedieningspaneel
om de temperatuur in te stellen van het warmste
via
het koudere
naar het koudste niveau. Als u op de
temperatuurknop drukt, verandert de temperatuurinstelling
cyclisch. De instelling van de temperatuur werkt tegelijk
voor de temperatuur in de koelkast en in het vriesvak. Bij
de eerste inschakeling staat het apparaat ingesteld op de
gemiddelde temperatuur (de fabrieksinstelling).
De volgende tabel geeft de temperatuurinstellingen weer:
hoge temp.
gem.-hoge temp.
gemiddelde temp.
gem.-lage temp.
lage temp.
Legenda
Lampje AAN Lampje UIT
FUNCTIES
Snelkoelen
Met de snelkoelfunctie (Fast Cool) kunt u de koeling
in de koelkast verhogen. Het gebruik van deze functie
wordt aanbevolen als u zeer veel levensmiddelen in
de koelkast plaatst. Druk op de knop “Fast Cool” om
de snelkoelfunctie in of uit te schakelen. Als de functie
ingeschakeld is, gaat het Fast Cool-lampje branden.
De functie wordt na 6 uur automatisch uitgeschakeld.
Opmerking:
- De functie Fast Cool moet ook op AAN worden gezet
voordat u vers voedsel in het vriesvak legt, om de
vriescapaciteit zo groot mogelijk te maken.
“6th Sense Fresh Control”
Met deze functie kunt u snel optimale bewaarcondities
(voor wat betreft temperatuur en vochtigheid) in
het apparaat bereiken. Voor een correcte werking
moet ook de ventilator ingeschakeld zijn. De functie
“6th Sense Fresh Control” is standaard ingeschakeld.
Om de functie handmatig uit te schakelen houdt u de
toetsen Temperatuur & Fast Cool samen 3 seconden
ingedrukt: het “6th Sense Fresh Control”-symbool gaat
uit, als bevestiging dat de functie is uitgeschakeld. De
functie kan weer ingeschakeld worden door dezelfde
procedure te herhalen. Na een stroomuitval wordt de
status van “6th Sense Fresh Control” hersteld naar de
standaardinstelling, namelijk geactiveerd.
Opmerking:
- Bedenk wel dat via de deactiveringsfunctie 6th Sense
Fresh Control de VENTILATOR wordt uitgeschakeld.
REINIGING
Belangrijk: Trek de stekker uit het stopcontact of
sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint. Maak het apparaat
regelmatig schoon met een doek met een oplossing van
lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel dat geschikt
is voor het reinigen van de binnenkant van een koelkast.
Gebruik geen schuurmiddelen of gereedschappen. Om
de constante en correcte afvoer van het dooiwater te
garanderen, regelmatig het afvoergaatje op de achterwand
van het koelvak, in de buurt van de groenten- en
fruitlade, schoonmaken met behulp van het bijgeleverde
gereedschap.
NO FROST-KOELVAK
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig automatisch
plaats. De aanwezigheid van waterdruppels op de
achterwand aan de binnenkant van de koelkast geeft aan
dat de automatische ontdooifase bezig is. Het dooiwater
loopt automatisch in een afvoergat en wordt opgevangen
in een houder aan de achterkant van het product, waar het
verdampt.
NO FROST-VRIESVAK
No Frost-vriezers bieden koudeluchtcirculatie om de
gebieden waar voedsel wordt bewaard en voorkomen de
vorming van ijs, waardoor het apparaat niet meer ontdooid
hoeft te worden. Bevroren items kleven niet aan de
wanden, de labels blijven leesbaar en de opslagruimte blijft
netjes en schoon.
SYSTEEM MET LEDVERLICHTING
Het verlichtingssysteem binnen in de
koelkast maakt gebruik van ledlampjes,
dit zorgt niet alleen voor een betere
verlichting maar ook voor een uiterst
laag energieverbruik. Als het systeem
met ledverlichting niet werkt, contact
opnemen met de Klantenservice om het
te laten vervangen.
Let op: De binnenverlichting van de koelkast gaat branden
wanneer de deur van de koelkast geopend wordt. Wanneer
de deur langer dan 10 minuten open blijft staan, wordt de
verlichting automatisch uitgeschakeld.
STORINGEN EN ALARMINDICATIES:
Werkingsalarmen
In het geval van werkingsalarmen worden deze
weergegeven in de temperatuurlampjes (b.v. Storing1,
Storing 2 etc...). Bel de Klantenservice en geef de
alarmcode door.
De 3 middelste lampjes in de temperatuurlampjes
knipperen volgens de hieronder beschreven storingscode:
Storingscode Visualisatie
Error 2
RC-instelpunten knipperen aan/uit bij
0,5 sec. Knippert tweemaal AAN en
blijft dan 5 seconden uit. Het patroon
herhaalt zich.
x2
Error 3
RC-instelpunten knipperen aan/uit bij
0,5 sec. Knippert driemaal AAN en
blijft dan 5 seconden uit. Het patroon
herhaalt zich.
x3
Error 6
RC-instelpunten knipperen aan/uit bij
0,5 sec. Knippert zes AAN en blijft dan
5 seconden uit. Het patroon herhaalt
zich.
x6
Legenda Lampje uit Lampje knippert
PRODUCTINFORMATIEBLAD
NL
5019 620 00046 Printed in Poland 05/14
AEUAROBGRUHUSKCZPLFIDKNOSEGRITPTESFRGBDE NL
-
1
-
2
Gerelateerde artikelen
-
Whirlpool WTE3375 NFC TS Gebruikershandleiding
-
Whirlpool KGN 3383 A2+ FRESH IL Program Chart
-
Whirlpool WBE34772 DFC TS Program Chart
-
-
Whirlpool WBE3477 DFC TS Program Chart
-
Whirlpool KGE ComfortFresh328 WS Program Chart
-
Whirlpool WBA3387 NFC IX Program Chart
-
-
Whirlpool WBE3377 NFCTS AQUA Program Chart