FUNCTIES
Snelkoelen
Met de snelkoelfunctie (Fast Cool) kunt u de koeling in de
koelkast verhogen. Het gebruik van deze functie wordt
aanbevolen als u zeer veel levensmiddelen in de koelkast
plaatst. Druk op de knop “Fast Cool” om de snelkoelfunctie in of
uit te schakelen.
Als de functie ingeschakeld is, gaat het Fast Cool-lampje
branden.
De functie wordt na 6 uur automatisch uitgeschakeld.
Opmerking:
- De functie Fast Cool moet ook op AAN worden gezet voordat u
vers voedsel in het vriesvak zet, om de vriescapaciteit zo groot
mogelijk te maken.
“6th Sense Fresh Control” /
“Green Intelligence ProFresh”
Met deze functie kunt u snel de optimale
conserveringsomstandigheden (voor wat betreft temperatuur en
vochtigheid) bereiken binnen het apparaat. Voor een correcte
werking moet ook de ventilator ingeschakeld zijn. De functie “6th
Sense Fresh Control” / “Green Intelligence ProFresh” is
standaard ingeschakeld.
Om de functie handmatig uit te schakelen houdt u de toetsen
“Temperatuur & Fast Cool” 3 seconden ingedrukt: het
“6th Sense Fresh Control” / “Green Intelligence ProFresh”-
symbool gaat uit, als bevestiging dat de functie is uitgeschakeld.
De functie kan weer ingeschakeld worden door dezelfde
procedure te herhalen. Bij een stroomstoring wordt de status
van “6th Sense Fresh Control” / “Green Intelligence ProFresh”
hersteld naar de standaardinstelling, dus actief.
Opmerking: Bedenk wel dat via de deactiveringsfunctie “6th Sense
Fresh Control” / “Green Intelligence ProFresh” de VENTILATOR
wordt uitgeschakeld.
INVRIEZEN VAN VERSE LEVENSMIDDELEN
Plaats de verse levensmiddelen die ingevroren moeten worden
in de bovenste korf in het vriesvak. Vermijd rechtstreeks
contact met levensmiddelen die al ingevroren zijn. Om de
hoeveelheid levensmiddelen aangeduid op het typeplaatje in
te vriezen, schakelt u de functie Fast Cool in voor u de verse
levensmiddelen plaatst die ingevroren moeten worden. Na
24 uur zullen de levensmiddelen ingevroren zijn.
REINIGING
Maak het apparaat regelmatig schoon met een doek met een
oplossing van lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel
dat geschikt is voor het reinigen van de binnenkant van een
koelkast.
Gebruik geen schuurmiddelen of gereedschappen.
Om de constante en correcte afvoer
van het dooiwater te garanderen,
regelmatig het afvoergaatje op de
achterwand van het koelvak, in de
buurt van de groenten- en fruitlade,
schoonmaken met behulp van het bijgeleverde gereedschap.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af
voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint.
HET KOELVAK ONTDOOIEN
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig automatisch plaats.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan
de binnenkant van de koelkast geeft aan dat de automatische
ontdooifase bezig is. Het dooiwater loopt automatisch weg in een
afvoergaatje en vervolgens in een bak, waar het verdampt.
HET VRIESVAK ONTDOOIEN
Het vriesvak moet een of tweemaal per jaar
of als de ijslaag te dik geworden is (3 mm
dik) ontdooid worden. De vorming van ijs is
normaal.
De hoeveelheid en de mate waarin het ijs zich
ophoopt hangt af van de omstandigheden in
de ruimte en hoe vaak de deur geopend wordt.
Om het vak te ontdooien, het apparaat volledig uitschakelen en
alle levensmiddelen verwijderen. Laat de deur van de vriezer
open, zodat het ijs kan smelten. Verwijder het afvoerkanaal voor
dooiwater en zet een bakje onder de afvoer (zie afbeelding).
Na afloop van de handeling, de waterafvoer weer op zijn plaats
zetten.
Maak de binnenkant van het vriesvak schoon. Goed afspoelen
en afdrogen. Schakel het vriesvak, of het hele apparaat, weer in
en leg de levensmiddelen terug.
HET LAMPJE VERVANGEN (afhankelijk van het model)
VERLICHTING MET LAMPJES
Haal altijd de stekker van de koelkast uit het stopcontact voordat
u het lampje vervangt.
Als de binnenverlichting niet werkt, moet u het volgende doen:
1. Verwijder het lampenkapje: steek uw
vingers in de ventilatieopeningen aan de
zijkant (1), druk voorzichtig op het kapje
en beweeg het omhoog.
2. Controleer het lampje. Draai het kapotte lampje indien nodig
los en vervang het door een traditionele lamp (met dezelfde
kenmerken als de vorige lamp) of een led-lamp van hetzelfde
type, alleen verkrijgbaar bij onze Servicecentra of erkende
verdelers.
3. Bevestig het lampenkapje.
Laat de lamp niet onbedekt.
VERLICHTING MET LED’s
Als de led-binnenverlichting niet werkt,
moet deze vervangen worden door de
klantenservice.
Belangrijk:
De binnenverlichting van de koelkast gaat branden wanneer de
deur van de koelkast geopend wordt. 10 minuten na opening van
de deur gaat het licht uit.
STORINGEN EN ALARMINDICATIES:
Werkingsalarmen
In het geval van werkingsalarmen worden deze eveneens
weergegeven in de temperatuurlampjes (b.v. Storing1, Storing 2
etc...). Bel de Klantenservice en geef de alarmcode door.
De 3 middelste lampjes in de temperatuurlampjes knipperen
volgens de hieronder beschreven storingscode:
Legenda
Lampje uit Lampje knippert
5019 620 00044 Printed in Poland 05/14
Storingscode Visualisatie
Error 2
RC-instelpunten knipperen aan/uit bij
0,5 sec. Knippert tweemaal AAN en
blijft dan 5 seconden uit. Het patroon
herhaalt zich.
X2
Error 3
RC-instelpunten knipperen aan/uit bij
0,5 sec. Knippert driemaal AAN en
blijft dan 5 seconden uit. Het patroon
herhaalt zich.
X3
Error 6
RC-instelpunten knipperen aan/uit bij
0,5 sec. Knippert zes AAN en blijft dan
5 seconden uit. Het patroon herhaalt
zich.
X6
PRODUCTINFORMATIEBLAD
NL
UA
AE
ROBG
RU
HUSKCZPLFIDKNOPTESGB SEGRITFR NLDE