Electrolux EWW167443W Handleiding

Type
Handleiding
EWW 167443 W
................................................ .............................................
NL WAS-DROOGCOMBINATIE GEBRUIKSAANWIJZING
Electrolux. Thinking of you.
Ga voor meer van onze ideeën naar www.electrolux.com
INHOUD
Veiligheidsinformatie 2
Beschrijving van het product 4
Bedieningspaneel 5
Het eerste gebruik 8
Aanpassing aan persoonlijke wensen 8
Dagelijks gebruik 9
Gebruik - Drogen 12
Gebruik - Wassen & Drogen 13
Nuttige aanwijzingen en tips 14
Tips voor het drogen 16
Wasprogramma's 17
Droogprogramma's 19
Onderhoud en reiniging 20
Problemen oplossen 24
Technische gegevens 27
Verbruikswaarden 27
Montage 28
Aansluiting aan het elektriciteitsnet 31
Milieubescherming 31
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Belangrijk! Zorgvuldig lezen en voor
toekomstige raadpleging bewaren.
De veiligheid van uw apparaat voldoet
aan de voorschriften en de wettelijke ver-
eisten met betrekking tot de veiligheid
van apparaten Wij vinden echter dat wij,
als fabrikant, de plicht hebben u de vol-
gende veiligheidsaanwijzingen te geven.
Het is erg belangrijk dat deze gebruiks-
aanwijzing bij de machine bewaard zodat
u later nog eens iets kunt nalezen. Als het
apparaat aan iemand anders verkocht of
geschonken wordt, of als u verhuist en
de machine achterlaat, zorg er dan voor
dat de gebruiksaanwijzing bij het appa-
raat blijft zodat de nieuwe eigenaar ken-
nis kan nemen van de werking van het
apparaat en de bijbehorende waarschu-
wingen.
U MOET deze gebruiksaanwijzing aan-
dachtig doorlezen voordat u de machine
te installeert of in gebruik neemt.
Controleer uw machine op eventuele
schade, die ontstaan kan zijn tijdens het
transport, voordat u hem in gebruik
neemt. Sluit nooit een beschadigde ma-
chine aan. Als er onderdelen zijn bescha-
digd, neem dan contact op met uw leve-
rancier.
Als de machine in de winter wordt afgele-
verd, als de temperatuur onder nul is. Zet
de wasmachine 24 uur in een ruimte met
kamertemperatuur voordat u hem in ge-
bruik neemt.
ALGEMENE VEILIGHEID
Het is gevaarlijk om de specificaties te
wijzigen of om te proberen op enigerlei
wijze veranderingen aan te brengen aan
dit apparaat.
Tijdens wasprogramma's op hoge tem-
peratuur kan het deurglas heet worden.
Niet aanraken!
Zorg ervoor dat kleine kinderen en huis-
dieren niet in de trommel klimmen. Om
dit te voorkomen dient u de trommel vóór
het gebruik te controleren.
Voorwerpen als munten, veiligheidsspel-
den, spijkers, schroeven, stenen of ande-
re harde, scherpe materialen kunnen gro-
te schade aan het apparaat toebrengen
en mogen niet in het apparaat terechtko-
men.
Gebruik alleen de aanbevolen hoeveel-
heid wasverzachter en wasmiddel. Als u
te veel doseert, kunnen kledingstukken
beschadigd raken. Raadpleeg de aanbe-
velingen van de fabrikant met betrekking
tot de hoeveelheden.
Was kleine artikelen zoals sokken, veters,
wasbare ceintuurs enz. in een waszak of
kussensloop, omdat deze tussen de kuip
en de trommel terecht kunnen komen.
Gebruik uw wasautomaat niet om artike-
len met baleinen, materialen zonder
2 electrolux
zoom of gescheurde materialen te was-
sen.
Trek na gebruik, reiniging en onderhoud
van de machine altijd de stekker uit het
stopcontact en draai de kraan dicht.
Probeer in geen geval zelf de machine te
repareren. Reparaties uitgevoerd door
ondeskundigen kunnen lichamelijk letsel
of ernstige schade aan de machine ver-
oorzaken. Neem contact op met een
Klantenservice bij u in de buurt. Vraag al-
tijd om originele vervangingsonderdelen.
INSTALLATIE
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig
als u het apparaat verplaatst.
Controleer bij het uitpakken van het ap-
paraat of dit niet is beschadigd. Gebruik
het apparaat bij twijfel niet en neem con-
tact op met de Klantenservice.
Alle verpakkingsmaterialen en transport-
bouten moeten vóór het gebruik worden
verwijderd. Als dit wordt nagelaten kan
dit ernstige schade aan het product en
andere eigendommen tot gevolg hebben.
Zie het desbetreffende hoofdstuk in de
gebruiksaanwijzing.
Controleer na de installatie van het appa-
raat of het niet op de toevoer- en af-
voerslang staat en of het werkblad het
aansluitsnoer niet platdrukt tegen de
muur.
Als het apparaat op een tapijtvloer wordt
geplaatst, dient de hoogte van de stel-
pootjes te worden aangepast om de
lucht onder het apparaat toch goed te
kunnen laten circuleren.
Let er altijd op of er na de installatie geen
water lekt uit de slangen en de aansluitin-
gen.
Als het apparaat geïnstalleerd is op een
plaats waar het kan vriezen, lees dan het
hoofdstuk "Bevriezingsgevaren.
Eventuele voor de installatie van dit appa-
raat noodzakelijke loodgieterswerkzaam-
heden, moeten worden uitgevoerd door
een gekwalificeerde loodgieter.
Eventuele voor de installatie van het ap-
paraat noodzakelijke elektrotechnische
werkzaamheden, moeten worden uitge-
voerd door een gekwalificeerde elektri-
cien.
GEBRUIK
Dit apparaat is bestemd voor huishoude-
lijk gebruik. Het is niet toegestaan het ap-
paraat te gebruiken voor andere doelein-
den dan waarvoor het is bestemd.
Was en droog uitsluitend textiel dat ge-
schikt is voor machinaal wassen en dro-
gen. Volg de instructies op het wasvoor-
schrift in de kleding
Doe niet te veel wasgoed in de machine.
Zie de "Wasprogramma"-tabel.
Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te
zorgen dat alle zakken leeg zijn en dat al-
le knopen en ritsen dicht zijn. Was geen
gerafelde of gescheurde artikelen. Be-
handel vlekken zoals verf, inkt, roest en
gras eerst voordat u artikelen met dit
soort vlekken gaat wassen. Beugelbeha's
mogen NIET machinaal worden gewas-
sen.
Kledingstukken die in aanraking zijn ge-
weest met vluchtige petroleumproducten
mogen niet in de machine gewassen
worden. Als vluchtige reinigingsvloeistof-
fen zijn gebruikt, dient u ervoor te zorgen
dat de vloeistof uit het kledingstuk is ver-
wijderd voordat u het in de machine doet.
Daar sommige (dons)dekbedden vanwe-
ge hun omvang gewassen/gedroogd
moeten worden in grote commerciële
machines, dient u bij de fabrikant van het
artikel na te gaan of het geschikt is om
gewassen te worden in een wasmachine
voor huishoudelijk gebruik.
Controleer altijd of er geen (weg-
werp)aanstekers in de kleding zijn achter-
gebleven.
Droog nooit artikelen in de droger die in
contact zijn geweest met chemicaliën
zoals reinigingsvloeistof. Deze zijn vluch-
tig en kunnen een explosie veroorzaken.
Droog alleen artikelen in de droger die
gewassen zijn in water of die gelucht
moeten worden.
Kunststof wasmiddeldoseerbolletjes mo-
gen niet in de trommel achterblijven tij-
dens de droogcyclus, omdat de kunst-
stof niet bestand is tegen de hitte. Als u
non-stop wilt wassen en drogen moet u
de gewone wasmiddellade gebruiken.
Trek de stekker nooit aan het snoer uit
het stopcontact; maar aan de stekker
zelf.
electrolux 3
Gebruik de wasmachine nooit als het
aansluitsnoer, het bedieningspaneel, het
werkblad of de sokkel beschadigd zijn,
waardoor de binnenkant van de wasma-
chine toegankelijk is.
VEILIGHEID VAN KINDEREN
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
door personen (met inbegrip van kinde-
ren) met beperkte lichamelijke of verstan-
delijke vermogens of een gebrek aan er-
varing en kennis, tenzij dit onder toezicht
gebeurt van een voor hun veiligheid ver-
antwoordelijke persoon of tenzij zij van
een dergelijke persoon instructie hebben
ontvangen over het gebruik van het ap-
paraat
Houd kinderen uit de buurt om te voorko-
men dat ze met het apparaat spelen
De verpakkingsmaterialen (zoals plastic
folie en polystyreen) kunnen een gevaar
opleveren voor kinderen - verstikkingsge-
vaar! Houd ze buiten het bereik van kin-
deren.
Berg alle wasmiddelen op een veilige
plaats, buiten het bereik van kinderen,
op.
Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren
niet in de trommel kunnen klimmen. Om
te voorkomen dat kinderen of huisdieren
in de trommel vast komen te zitten, heeft
deze machine een speciale functie. Om
deze functie te activeren draait u de knop
(zonder deze in te drukken) aan de bin-
nenkant van de deur naar rechts tot de
groef horizontaal staat. Gebruik zo nodig
een muntstuk.
Om deze functie uit te schakelen en de
mogelijkheid te herstellen om de deur te
sluiten, draait u de knop naar links tot de
groef verticaal staat.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Uw nieuwe apparaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling
van wasgoed met een laag verbruik van water, energie en wasmiddel. Zijn nieuwe
wassysteem maakt het volledige gebruik van wasmiddel mogelijk en vermindert het
waterverbruik om energie te besparen.
4
5
1
2
3
6
1
Wasmiddellade
2
Bedieningspaneel
3
Deurhandgreep
4
Typeplaatje
4 electrolux
5
Afvoerpomp
6
Verstelbare pootjes
WASMIDDELLADE
Vakje voor wasmiddel voor de voorwas-
en inweekfase of voor vlekkenverwijderaar
die gebruikt wordt tijdens de vlekkenverwij-
deringsfase (indien beschikbaar). Het voor-
was- en inweekmiddel wordt aan het begin
van het wasprogramma ingespoeld. De
vlekkenverwijderaar wordt tijdens de vlek-
kenverwijderingsfase ingespoeld.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar was-
middel voor de hoofdwas. Als u vloeibaar
wasmiddel gebruikt, schenk dit dan in net
voordat u het programma start.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (was-
verzachter, stijfsel).
Volg de aanbevelingen van de fabrikant van
het product voor de gebruikte hoeveelheid
en zorg dat u het merkteken «MAX» in de
wasmiddellade niet overschrijdt. Wasver-
zachter of stijfsel moet in het vakje voor
vloeibare toevoegingen worden gegoten
voordat u het wasprogramma start.
BEDIENINGSPANEEL
Hieronder is het bedieningspaneel afgebeeld. Het laat de programmakeuzeknop zien
als ook de toetsen, controlelampje en het display. Deze onderdelen worden weerge-
geven met bijbehorende nummers op de volgende pagina's.
1 2 3 4 5 6 87 9 10
1
Programmakeuzeknop
2
Toets TEMPERATUUR (Temp.)
3
Toets CENTRIFUGETOERENTAL RE-
DUCEREN (Centrifug.)
4
Toets AUTODROGEN (Droogtegraad)
5
Toets DROOGTIJD (Droogtijd)
6
Toets UITGESTELDE START (Startuit-
stel)
7
Display
8
Toets START/PAUZE ( Start/Pauze)
electrolux 5
9
Lampje EXTRA SPOELEN
10
Toetsen TIJDSINSTELLING
PROGRAMMAKEUZEKNOP
Hiermee kunt u het apparaat aan/uit scha-
kelen en/of een programma selecteren.
HUISHOUDELIJK
Met deze toets kunt u de wastemperatuur
verhogen of verlagen.
KORT CENTRIFUGEREN
Door deze toets in te drukken kunt u de
maximaal toegestane centrifugesnelheid
verlagen of de beschikbare optie(s) selecte-
ren.
SPOELSTOP
Als u deze functie kiest, wordt het laatste
spoelwater niet weggepompt om te voorko-
men dat het wasgoed kreukelt. Voordat de
deur wordt geopend, moet het water wor-
den weggepompt. Om het water weg te
pompen leest u paragraaf "Aan het einde
van het programma".
AUTOMATISCH DROGEN
Door middel van deze toets kunt u de ge-
wenste drooggraad voor katoen en synthe-
tica kiezen:
Extra droog (katoen)
Kastdroog (katoen en synthetica)
Strijkdroog (katoen)
Het controlelampje dat correspondeert met
de geselecteerde droogtegraad gaat bran-
den.
DROOGTIJD
Als u een ingesteld droogprogramma wilt
uitvoeren, drukt u op deze toets totdat de
droogtijd die u wenst op het display ver-
schijnt. Dit moet in overeenstemming zijn
met het textiel (katoen, synthetica of wol)
dat u wilt drogen.
Voor katoen kunt u een droogtijd selecteren
van 10 minuten tot 250 minuten.
Voor synthetische materialen kunt u een
droogtijd selecteren van 10 minuten tot 130
minuten.
Voor wol kunt u een droogtijd selecteren
van 10 minuten tot 210 minuten.
Telkens als u deze toets indrukt wordt de
droogtijd met 5 minuten verhoogd.
STARTUITSTEL
De start van het hoofdwasprogramma kan
met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur en ver-
volgens steeds met 1 uur tot een maximum
van 20 uur met deze toets worden uitge-
steld.
EXTRA SPOELEN
Dit apparaat is ontworpen om energie te
besparen. Als het noodzakelijk is het was-
goed te spoelen met een extra hoeveelheid
water (extra spoelgang), kiest u deze optie.
De machine voert enkele extra spoelgangen
uit. Deze optie wordt aanbevolen voor per-
sonen die allergisch zijn voor wasmiddelen
en in gebieden waar het water erg zacht is.
START/PAUZE
Met deze toets kunt u het geselecteerde
programma starten of onderbreken.
TIJD
Met deze toetsen kunt u de wastijd aanpas-
sen die de wasmachine automatisch heeft
voorgesteld.
6 electrolux
DISPLAY
7.3 7.4 7.1
7.2
Het display toont de volgende informatie:
7.1:
Duur van het gekozen programma
Nadat u een programma gekozen heeft,
wordt de tijdsduur in uren en minuten
weergegeven (bijvoorbeeld 2.05 ). De
duur wordt automatisch berekend op ba-
sis van de aanbevolen maximale belading
voor elk type wasgoed. Na de start van
het programma wordt de resterende tijd
elke minuut bijgewerkt.
Gekozen droogtijd
Nadat u een droogprogramma gekozen
heeft, wordt de tijdsduur weergegeven in
minuten of in uren en minuten (bv. 130
min. = 2.10 ). Na de start van het pro-
gramma wordt de resterende tijd elke mi-
nuut bijgewerkt.
Uitgestelde start
Het gekozen uitstel, ingesteld met de be-
treffende toets, wordt gedurende enkele
seconden op het display weergegeven,
daarna verschijnt de duur van het eerder
gekozen programma.
Alarmcodes
In geval van problemen met de werking
kunnen er alarmcodes weergegeven wor-
den, bijvoorbeeld E20 (zie paragraaf
«Wat te doen als...»).
Verkeerde optiekeuze
Als een optie wordt gekozen die niet
compatibel is met het ingestelde waspro-
gramma, verschijnt de boodschap Err
enkele seconden onderaan op het dis-
play en gaat het rode lampje in toets 8
knipperen.
Einde van het programma
Als het programma is afgelopen, verschij-
nen er drie knipperende nullen op het
display en gaan het controlelampje 9 en
het controlelampje van toets 8 uit. De
deur kan nu worden geopend.
7.2: Symbolen fases wasprogramma
Hoofdwas
Spoelgangen
Waterafvoer
Centrifugeren
Drogen
Bij het selecteren van het wasprogramma,
worden de pictogrammen die bij de ver-
schillende wasfases van het programma
horen, weergegeven in het onderste ge-
deelte van het display. Nadat u op toets 8
heeft gedrukt, blijft het pictogram van de lo-
pende fase aan.
7.3: Pictogrammen vervuilingsgraad
Intensief
Normaal
Dagelijks
Licht
Kort
Supersnel
Opfrissen
Supersnel opfrissen
electrolux 7
Bij het kiezen van een programma ver-
schijnt op het display een pictogram dat de
vervuilingsgraad aangeeft, die automatisch
door de machine bepaald wordt.
7.4: Kinderslot
(zie hoofdstuk "Kinder-
slot").
TABEL MET SYMBOLEN
Programmakeuzeknop
= Programma's Time Manager
= Spoelen
= Pompen
= Centrifugeren
Toetsen en lampjes
= Koud
= Spoelstop
= Extra droog
= Kastdroog
= Strijkdroog
= Kinderslot
= Extra spoelen
+ / -
= Time Manager-knoppen
HET EERSTE GEBRUIK
Zorg ervoor dat de elektrische aan-
sluiting en de wateraansluiting vol-
doen aan de installatie-instructies.
Verwijder het polystyreenblok en evt.
andere materialen uit de trommel.
Laat, voordat u de machine voor de
eerste keer gebruikt, het katoenpro-
gramma op de hoogste temperatuur
draaien zonder wasgoed in de ma-
chine, zodat eventuele fabricageres-
ten uit de trommel en de kuip wor-
den verwijderd. Giet een halve maat-
beker wasmiddel in het vakje voor de
hoofdwas en start de machine.
AANPASSING AAN PERSOONLIJKE WENSEN
GELUIDSSIGNALEN
De wasmachine is voorzien van een ge-
luidssysteem, dat in de volgende gevallen
te horen zal zijn
aan het einde van een cyclus
als er een storing is
Door tegelijkertijd te drukken op de toetsen
4 en 5 gedurende ongeveer 6 seconden,
wordt het geluidssignaal gedeactiveerd (be-
halve als er een storing is). Door nogmaals
op deze 2 toetsen te drukken, wordt het
geluidssignaal weer ingeschakeld
KINDERSLOT
Dankzij deze voorziening kunt u het appa-
raat onbeheerd laten, u hoeft zich dan geen
zorgen te maken dat kinderen gewond ra-
ken of het apparaat schade toebrengen.
Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de
machine niet in werking is
Er zijn twee manieren om deze optie in te
stellen:
1. Voor het drukken op knop 8: kan de
machine niet worden gestart.
2. Na het drukken op knop 8: kan een an-
der programma of andere optie niet
worden gewijzigd.
8 electrolux
Om deze optie in- of uit te schakelen tegelij-
kertijd gedurende ongeveer 6 seconden
drukken op de toetsen 5 en 6 tot op het
display het pictogram
verschijnt of ver-
dwijnt.
DAGELIJKS GEBRUIK
Wasgoed in de machine doen
Open de deur voorzichtig door de hand-
greep naar buiten te trekken. Doe het was-
goed stuk voor stuk in de trommel; schud
het eerst zo goed mogelijk uit. Sluit de vul-
deur.
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen
de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage
of beschadigd wasgoed ontstaan.
Wasmiddel en wasverzachter doseren
Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk naar
buiten. Meet de vereiste hoeveelheid was-
middel af, giet het vervolgens in het vak
voor de hoofdwas
of in een ander vak
als het geselecteerde programma/de optie
dit vereist (zie voor meer informatie "Was-
middeldoseervakje")
Giet indien gewenst wasverzachter in het
vakje
(de gebruikte hoeveelheid mag niet
de markering "MAX" in de lade overschrij-
den). Schuif de wasmiddellade er weer
voorzichtig in.
KIES HET GEWENSTE PROGRAMMA
MET DE PROGRAMMAKEUZEKNOP (1)
Draai de programmakeuzeknop op het ge-
wenste programma. De wasmachine zal
een temperatuur voorstellen en automatisch
het voor het door u gekozen programma
maximale centrifugetoerental selecteren. U
kunt deze waarden veranderen met de bij-
behorende toetsen. Het groene controle-
lampje van toets 8 begint te knipperen.
De programmakeuzeknop kan met de klok
mee of tegen de klok in worden gedraaid.
Draai naar stand
om het programma te
resetten/ De machine uit te schakelen.
Aan het einde van het programma moet
u de programmakeuzeknop op stand
zetten om de machine uit te schake-
len.
Let op! Als u de
programmakeuzeknop op een ander
programma zet als de machine in
werking is, zal het rode controlelampje
van toets 8 3 keer knipperen en
verschijnt het bericht Err op het
display, om aan te geven dat er een
verkeerde keuze is gemaakt. De
machine zal het nieuw gekozen
programma niet uitvoeren.
PROGRAMMAKEUZETOETSEN
Afhankelijk van het programma, kunnen er
verschillende functies gecombineerd wor-
den. Deze functies moeten gekozen wor-
electrolux 9
den nadat u het gewenste programma ge-
kozen heeft en voordat u op toets 8 drukt.
KIES DE TEMPERATUUR DOOR TOETS
2 IN TE DRUKKEN
Bij het kiezen van een programma stelt het
apparaat automatisch een standaardtem-
peratuur voor.
Druk herhaaldelijk op deze toets om de
temperatuur te verhogen of te verlagen, als
u wilt dat uw wasgoed wordt gewassen op
een andere temperatuur.
VERLAAG HET
CENTRIFUGETOERENTAL DOOR OP
TOETS 3 TE DRUKKEN
Wanneer het gewenste programma is ge-
kozen, stelt uw machine automatisch het
maximale centrifugetoerental voor dat pro-
gramma voor.
Druk herhaaldelijk op toets 3 om het centri-
fugetoerental te veranderen, als u wilt dat
uw wasgoed op een ander centrifugetoe-
rental gecentrifugeerd wordt. Het desbe-
treffende lampje licht op.
KIES DE BESCHIKBARE OPTIE DOOR
OP DE TOETSEN 3, 4 EN 5 TE
DRUKKEN
Afhankelijk van het programma, kunnen er
verschillende functies gecombineerd wor-
den voordat er op toets 8 gedrukt wordt. Bij
het kiezen van een optie gaat het bijbeho-
rende controlelampje branden.
Als er een verkeerde optie is gekozen, knip-
pert het geïntegreerde rode controlelampje
van toets 8 3 keer en het bericht Err ver-
schijnt gedurende enkele seconden op het
display.
Zie voor de mogelijke combinaties van
wasprogramma's en opties hoofdstuk
«Wasprogramma's».
EEN EXTRA SPOELGANG KIEZEN
Deze machine is ontworpen om water te
besparen. Voor mensen met een erg ge-
voelige huid (allergisch voor wasmiddelen)
kan het echter noodzakelijk zijn om het
wasgoed met een extra hoeveelheid water
te spoelen (extra spoelgang). Druk gedu-
rende enkele seconden tegelijkertijd op de
toetsen 4 en 6 om deze optie te activeren.
Het controlelampje 9 brandt. Deze functie
blijft permanent actief. Om het te verwijde-
ren druk dan op de knoppen 4 en 6 tot het
controlelampje 9 uitgaat.
KIES HET STARTUITSTEL DOOR OP
TOETS 6 TE DRUKKEN
Als u de start wilt uitstellen, druk dan her-
haaldelijk op toets 6, voordat u de machine
start. Het desbetreffende controlelampje
gaat aan.
Het gekozen uitstel (max. 20 uur) verschijnt
gedurende enkele seconden op het display,
daarna verschijnt de duur van het program-
ma weer.
U moet deze optie kiezen nadat u het pro-
gramma hebt ingesteld en voordat u de
toets 8 indrukt.
U kunt de vertragingstijd te allen tijde annu-
leren, voordat u toets 8 indrukt.
De uitgestelde start kiezen:
1. Kies het programma en de gewenste
opties.
2. Kies het Startuitstel met toets 6.
3. Druk op toets 8:
de machine begint de tijd af te tellen
in uren.
Het programma zal beginnen als het
gekozen uitstel is afgelopen.
Annuleren van de uitgestelde start nadat op
toets 8 is gedrukt:
1. Zet de wasmachine op PAUZE door op
toets 8 te drukken.
2. Druk eenmaal op toets 6 tot het sym-
bool 0' wordt weergegeven.
3. Druk nogmaals op toets 8 om het pro-
gramma te starten.
Belangrijk! Het gekozen uitstel kan alleen
veranderd worden nadat u het
wasprogramma opnieuw gekozen heeft.
De optie Uitgestelde start kan niet geko-
zen worden bij het programma POMPEN.
START HET PROGRAMMA DOOR OP
TOETS 8 TE DRUKKEN
Druk op toets 8 om het gekozen program-
ma te starten, het groene controlelampje
van toets 8 stopt met knipperen.
Om een lopend programma te onderbre-
ken, drukt u op toets 8: het groene contro-
lelampje begint te knipperen.
Om het programma opnieuw te starten
vanaf het punt waarop het werd onderbro-
ken toets 8 nogmaals indrukken. Als u een
10 electrolux
uitgestelde start gekozen heeft, begint de
machine af te tellen. Als er een verkeerde
optie is gekozen, knippert het rode contro-
lelampje van toets 8 3 maal en wordt het
bericht Err gedurende een paar seconden
weergegeven.
KIES DE OPTIE TIME MANAGER DOOR
OP TOETS 10 TE DRUKKEN
Door herhaaldelijk op deze toetsen te druk-
ken, kunt u de duur van de wascyclus ver-
lengen of verkorten. Een symbool voor ver-
vuilingsgraad verschijnt op het display om
de gekozen vervuilingsgraad aan te geven.
Deze optie is alleen beschikbaar bij de pro-
gramma's Katoen, Synthetisch en Fijne
was.
Vervuilings-
graad
Picto-
gram
Soort weefsel
Intensief Voor sterk vervuild
wasgoed
Normaal Voor normaal ver-
vuild wasgoed
Dagelijks Voor dagelijks ver-
vuild wasgoed
Licht Voor licht vervuild
wasgoed
Snel Voor heel licht ver-
vuild wasgoed
Supersnel
1)
Voor artikelen die
slechts korte tijd ge-
bruikt of gedragen
zijn
Opfrissen
1)
2)
Alleen voor het op-
frissen van wasgoed
Super opfris-
sen
1)
2)
Voor het opfrissen
van een zeer kleine
hoeveelheid artike-
len
1) Wij adviseren u om een kleinere hoeveelheid wasgoed
in de machine te doen (zie tabel Wasprogramma's).
2) Als u deze optie selecteert, wordt het betreffende
symbool even weergegeven en daarna verdwijnt het
meteen.
EEN OPTIE OF LOPEND PROGRAMMA
WIJZIGEN
Het is mogelijk om een optie te veranderen
voordat het programma deze uitvoert .
Voordat u iets kunt veranderen, moet u de
machine op PAUZE zetten door op de toets
8 te drukken (als u de optie Time Manager
wilt veranderen, moet u het lopende pro-
gramma annuleren en uw keuze opnieuw
maken).
U kunt een lopend programma alleen ver-
anderen door het te resetten. Draai de pro-
grammakeuzeknop eerst op
en dan op
de stand van het nieuwe programma. Start
het nieuwe programma door nogmaals op
toets 8te drukken. Het water in de kuip zal
niet worden weggepompt.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN
Druk op toets 8 om een lopend programma
te onderbreken, het bijbehorende groene
controlelampje begint te knipperen.
Druk nogmaals op de toets om het pro-
gramma opnieuw te starten.
EEN PROGRAMMA ANNULEREN
Draai de keuzeknop op
om een lopend
programma te annuleren.
U kunt nu een nieuw programma kiezen.
DE DEUR OPENEN
Nadat het programma gestart is en tijdens
de uitgestelde start, is de deur vergrendeld.
Als u om een bepaalde reden de deur wilt
openen, moet u de wasmachine eerst op
PAUZE zetten door op toets 8 te drukken.
Na een paar minuten kan de deur geopend
worden.
Als de deur niet kan worden geopend, be-
tekent dit dat de machine al aan het opwar-
men was of dat het waterniveau te hoog is.
Probeer in ieder geval de deur niet te force-
ren!
Als u de deur niet kunt openen maar als dit
toch nodig is, dan moet u de machine uit-
schakelen door de programmakeuzeknop
op O te zetten. Na enkele minuten kan de
deur worden geopend (let op het waterni-
veau en de temperatuur!.
Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het
programma opnieuw selecteren en op de
toets 8 drukken.
AAN HET EINDE VAN HET
PROGRAMMA
De machine stopt automatisch; De machine
stopt automatisch, het controlelampje van
toets 8 gaat uit en er verschijnen drie knip-
electrolux 11
perende 0.00 op het display. Er klinken en-
kele geluidssignalen.
Als er een programma of optie wordt geko-
zen waarbij het water in de trommel niet
wordt weggepompt, blijft de deur vergren-
deld om aan te geven dat het water eerst
moet worden weggepompt voordat de deur
kan worden geopend.
Voordat het water wordt afgepompt, blijft
de trommel regelmatig draaien tot het water
wordt afgepompt.
Volg onderstaande instructies om het water
af te pompen:
1. Draai de programmakeuzeknop op
stand O.
2. Kies programma POMPEN of CENTRI-
FUGEREN.
3. Verlaag indien nodig het centrifugetoe-
rental met de betreffende toets.
4. Druk op toets 8.
Aan het einde van het programma wordt de
deur vrijgegeven en kan hij worden geo-
pend. Draai de programmakeuzeknop op O
om de machine uit te schakelen.
Verwijder het wasgoed uit de trommel en
controleer goed of de trommel leeg is. Als u
niet van plan bent om nog een was te
doen, sluit dan de waterkraan. Laat de deur
open staan om vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te voorkomen.
Stand-by : zodra het programma is geëin-
digd, wordt na enkele minuten het energie-
besparingssysteem ingeschakeld. De hel-
derheid van het display wordt verminderd.
Door op een willekeurige toets te drukken
haalt u het apparaat uit de energiebespa-
rende modus.
GEBRUIK - DROGEN
ALLEEN DROGEN
Waarschuwing!
De aanbevolen lading bedraagt 3.5 kg voor
katoen en linnen, 2 kg voor synthetica en
1.5 kg voor wol.
Belangrijk! Voor wollen kledingstukken is
de ingestelde droogtijd de enige droogtijd
die beschikbaar is (toets Droogtijd).
Door te drukken op de toets Droogtijd
kan er max. 5 kg katoenen wasgoed
worden gedroogd (zie de tabel «Droog-
programma»).
Waarschuwing!
De waterkraan moet open staan en de
afvoerslang moet in de gootsteen ge-
plaatst zijn of op de afvoerpijp aange-
sloten zijn.
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Selecteer voor optimale droogresulta-
ten een centrifugeercyclus op de maxi-
maal toegestane centrifugeersnelheid
voor het type wasgoed.
3. Selecteer het droogprogramma voor
katoen, synthetica of wol in de sector
Drogen van de programmakeuzeknop.
4. Als u automatisch drogen wilt selec-
teren (alleen voor katoen en synthetica),
drukt u op de toets 4 totdat het contro-
lelampje dat correspondeert met de ge-
wenste droogtegraad gaat branden.
5. Als u tijdgestuurd drogen wilt selec-
teren, drukt u op de toets 5 totdat de
gewenste tijd verschijnt op het display
(zie de tabel «Droogprogramma»). Tel-
kens als u deze toets indrukt wordt de
droogtijd met 5 minuten verhoogd.
Let op!
De programmeertijd zal automatisch
met enkele minuten verlengd worden.
6. Druk op toets 8 om het programma te
starten. De resterende tijd wordt elke
minuut bijgewerkt.
12 electrolux
7. Aan het einde van het programma
klinkt er een zoemer. Er verschijnen drie
knipperende «0.00» op het display.
De laatste 10 minuten van de droogcy-
clus voert het apparaat een anti-kreuk-
fase uit. Gedurende deze periode is de
deur vergrendeld. Het display toont drie
knipperende nullen «0.00».
Als u de deur vóór of tijdens de anti-
kreukfase toch wilt openen, of het pro-
gramma wilt onderbreken, druk dan op
een willekeurige toets of draai de pro-
grammakeuzeknop op een willekeurig
programma (behalve op «O»).
8. Draai de keuzeknop op stand O om de
machine uit te schakelen.
9. Haal al het wasgoed uit de trommel.
Let op!
De verschillende soorten katoenen stof
(handdoeken, lakens, shirts enz.) of was-
goed dat wordt opgerold tijdens het centri-
fugeren kan leiden tot gedeeltelijke droging.
In het uitzonderlijke geval dat aan het einde
van de cyclus het wasgoed nog een beetje
nat is, raden we aan de opgerolde stukken
open te vouwen, deze gelijkmatig te verde-
len in de trommel en een extra droogcyclus
van 20-30 minuten te selecteren.
Belangrijk!
Indien u slechts een droogfase van 10 mi-
nuten instelt d.m.v. de droogtijdtoets (5),
dan voert het apparaat enkel een afkoelfase
uit.
GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
NON-STOP-PROGRAMMA - WASSEN
EN AUTOMATISCH DROGEN
De maximale lading bedraagt 3.5 kg voor
katoen en 2 kg voor synthetica.
Let op! Maak geen gebruik van een
wasmiddeldoseerbol als u een
was- en droogprogramma uitvoert.
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Voeg wasmiddel en een wasverzachter
toe.
3. Schakel de machine in door de keuze-
knop op het gekozen wasprogramma/
stof te zetten.
4. Selecteer de gewenste opties door
middel van de desbetreffende toetsen.
Kies, indien mogelijk, geen centri-
fugetoerental dat lager is dan de
snelheid die de machine heeft voor-
gesteld om een te lange droogtijd
te voorkomen en zo energie te be-
sparen.
Het verlagen van het centrifugetoeren-
tal is hoe dan ook alleen mogelijk nadat
u "drogen" gekozen heeft.
Voor katoen en synthetica is de laagste
waarde die u kunt instellen 900 t.p.m.
5. Stel de drooggraad in door te drukken
op toets 4. Het display toont de hele
duur van het wasprogramma en de ge-
selecteerde droogcyclus.
6. Start het programma door te drukken
op toets 8. De resterende tijd wordt
elke minuut bijgewerkt op het display.
7. Draai aan het einde van het programma
de programmakeuzeknop op O om de
machine uit te schakelen. De trommel
legen.
NON-STOP-PROGRAMMA - WASSEN
EN TIJDGESTUURD DROGEN
De aanbevolen lading bedraagt 3.5 kg voor
katoen, 2 kg voor synthetica en 1.5 kg voor
wol.
Door te drukken op de knop met de
droogtijd kan er max. 5 kg katoenen
wasgoed worden gedroogd (zie de ta-
bel «Droogprogramma»).
Let op! Maak geen gebruik van een
wasmiddeldoseerbol als u een
was- en droogprogramma uitvoert.
1. Doe het wasgoed in de machine en
voeg wasmiddel en wasverzachter toe.
2. Schakel de machine in door de keuze-
knop op het gekozen wasprogramma/
stof te zetten.
electrolux 13
3. Selecteer de gewenste opties door
middel van de desbetreffende toetsen.
Kies, indien mogelijk, geen centri-
fugetoerental dat lager is dan de
snelheid die de machine heeft voor-
gesteld om een te lange droogtijd
te voorkomen en zo energie te be-
sparen.
Het verlagen van het centrifugetoeren-
tal is hoe dan ook alleen mogelijk nadat
u "drogen" gekozen heeft.
De laagst mogelijke waarden die u kunt
kiezen zijn:
900 t.p.m. voor katoen en synthetica
en 700 t.p.m. voor delicate stoffen
900 t.p.m. ( of 1000 t.p.m. afhanke-
lijk van het model) voor wol.
4. Selecteer de droogtijd door te drukken
op knop 5. Het display toont de hele
duur van het wasprogramma en de ge-
selecteerde droogcyclus.
Als u maar 10 minuten instelt voor de
droogfase aan het eind van het was-
programa, dan toont het display de to-
tale duur van het programma inclusief
de afwikkeling en de afkoelfase.
5. Start het programma door te drukken
op toets 8. De resterende tijd wordt
elke minuut bijgewerkt op het display.
6. Draai aan het einde van het programma
de programmakeuzeknop op O om de
machine uit te schakelen en verwijder
het wasgoed.
PLUISJES IN DE KLEDING
Tijdens de WAS- EN/OF DROOGFASE la-
ten bepaalde soorten stoffen, zoals fleece,
wol, sweaterstof, pluisjes vrij.
Deze vrijgegeven pluisjes kunnen aan de
stoffen kleven tijdens de volgende cyclus.
Dit nadeel verergert bij technische stoffen.
Om dit fenomeen te verhinderen wordt aan-
bevolen om:
geen donkere stoffen te wassen na het
wassen en drogen van lichte stoffen
(nieuwe fleece, wol en in het bijzonder
sweaterstof) en vice versa.
dit soort stoffen in openlucht te laten dro-
gen wanneer ze voor het eerst gewassen
zijn.
de filter te reinigen.
Voer één of meer spoelcycli uit om de
trommel te reinigen tussen het wassen
en drogen van stoffen met verschillende
kleuren.
Na de droogfase, reinig de lege trommel,
de pakking en de deur grondig met een
natte doek.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
DE WAS SORTEREN
Houd u aan de wassymbolen op de etiket-
ten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en
de wasvoorschriften van de fabrikant. Sor-
teer het wasgoed als volgt: wit, bont, syn-
thetisch, fijne was, wol.
TEMPERATUREN
95° of 90°
voor normaal vervuild wit ka-
toen en linnen (bijv. theedoe-
ken, handdoeken, tafelkleden,
lakens...)
60°/50°
voor normaal vervuilde kleur-
echte kleding (bijv. overhem-
den, nachthemden, pyja-
ma's...) van linnen, katoen of
synthetische weefsels en voor
licht vervuild wit katoen (bijv.
ondergoed)
40°-30°-
Koud
voor tere weefsels (bijv. vitra-
ge), gemengde was inclusief
synthetische weefsels en wol-
len kledingstukken met het la-
bel «zuiver wol, wasbaar in de
machine, krimpvrij»
VOORDAT U DE WAS IN DE MACHINE
DOET
Was witte en bonte was nooit samen. Wit
kan in de was zijn "witheid" verliezen.
Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als
zij de eerste keer worden gewassen; was
dit soort kleding de eerste keer dan ook
apart.
Zorg ervoor dat er geen metalen voor-
werpen in het wasgoed achterblijven
(bijv. haarspeldjes, veiligheidsspelden,
spelden).
14 electrolux
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Bind ceintuurs of
lange riemen vast.
Verwijder hardnekkige vlekken vóór het
wassen.
Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een
speciaal wasmiddel of reinigingspasta.
Behandel vitrage met speciale zorg. Verwij-
der haken of stop ze in een zak of net.
MAXIMALE BELADING
De aanbevolen belading is te vinden in
hoofdstuk "Wasprogramma's".
Algemene regels:
Katoen, linnen: trommel vol maar niet
volgepropt;
Synthetica: trommel niet meer dan half
vol;
Fijne was en wol: trommel niet meer
dan een derde gevuld.
Indien u wast met een maximale belading
maakt u efficiënt gebruik van water en ener-
gie.
Als de kleding sterk vervuild is, verminder
dan de belading.
HET GEWICHT VAN WASGOED
De volgende gewichten zijn een indicatie:
De volgende gewichten zijn een indicatie:
badjas 1200 g
dekbedovertrek 700 g
heren overhemd 600 g
laken, herenpyjama 500 g
tafelkleed 250 g
kussensloop, toilethanddoek,
nachtjapon, herent-shirt
200 g
theedoek, damesondergoed,
zakdoek, blouse, herenon-
dergoed
100 g
VLEKKEN VERWIJDEREN
De kans bestaat dat hardnekkige vlekken
niet kunnen worden verwijderd met alleen
water en wasmiddel. Het is daarom aan te
bevelen vlekken eerst te behandelen alvo-
rens het kledingstuk te wassen.
Bloed: behandel verse bloedvlekken met
koud water. Laat opgedroogde vlekken een
nacht in water met een speciaal wasmiddel
inweken; daarna de vlek met het sop uit-
wassen.
Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met
wasbenzine, leg het kledingstuk op een
zachte doek en dep de vlek; herhaal de be-
handeling enkele keren.
Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de
vlek met terpentine, leg het kledingstuk op
een zacht oppervlak en dep de vlek met de
vingertoppen en een katoenen doek.
Roest: oxaalzuur opgelost in warm water
of een roestverwijderingsproduct dat koud
wordt gebruikt. Wees voorzichtig met oude
roestvlekken omdat de cellulosestructuur in
dat geval beschadigd zal zijn en de kans
groot is dat de vlek een gat wordt.
Schimmelvlekken: behandel de vlek met
bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen witte
en kleurechte weefsels).
Gras: licht inzepen en de vlek met bleek-
middel behandelen (alleen witte en kleur-
echte weefsels).
Balpeninkt en lijm: bevochtig met ace-
ton
1)
, leg het kledingstuk op een zachte
doek en dep de vlek.
Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton
zoals hierboven, vervolgens de vlekken met
brandspiritus behandelen. Behandel evt.
achtergebleven sporen met bleekmiddel.
Rode wijn: laten inweken in water en was-
middel, uitspoelen en behandelen met
azijnzuur of citroenzuur, vervolgens uitspoe-
len. Behandel evt. achtergebleven sporen
met bleekmiddel.
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het
type inkt eerst met aceton
1)
en dan met
azijnzuur; behandel evt. achtergebleven
sporen op wit textiel met bleekmiddel; daar-
na grondig uitspoelen.
Teervlekken: eerst behandelen met vlek-
kenverwijderaar, brandspiritus of wasbenzi-
ne, vervolgens inwrijven met reinigingspas-
ta.
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk
van de keuze van het wasmiddel en het ge-
bruik van de juiste hoeveelheden om ver-
spilling te voorkomen en het milieu te spa-
ren.
1) Gebruik geen aceton op kunstzijde.
electrolux 15
Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn be-
vatten wasmiddelen stoffen die - in grote
hoeveelheden - de broze balans van de na-
tuur kunnen verstoren.
De keuze van het wasmiddel hangt af van
het type stof (fijne was, wol, katoen, enz.),
de kleur, wastemperatuur en de mate van
vervuiling.
Alle in de handel verkrijgbare machinewas-
middelen kunnen in deze machine worden
gebruikt:
waspoeder voor alle soorten weefsels;
waspoeder voor tere weefsels (60°C
max) en wol;
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur
(60°C max) voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
De wasmiddelen en nabehandelingsmidde-
len moeten in het juiste vakje van de was-
middellade worden gedaan voordat het
wasprogramma wordt gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar
wasmiddel, dient een programma zonder
voorwas te worden gekozen.
De wasautomaat is uitgerust met een recir-
culatiesysteem dat een optimaal gebruik
van geconcentreerd wasmiddel mogelijk
maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op
voor wat betreft de te gebruiken hoeveelhe-
den en overschrijd het «MAX» teken in
de wasmiddellade niet.
GRADEN VAN WATERHARDHEID
De hardheid van water wordt geclassifi-
ceerd in zogenaamde hardheidsgraden. In-
formatie over de hardheid van het water in
uw omgeving kan worden verkregen bij het
desbetreffende waterleidingbedrijf.
Een waterontharder moet worden toe-
gevoegd als het water een gemiddeld-
hoge hardheidsgraad heeft (vanaf hard-
heidsgraad II). Volg de instructies van
de fabrikant op. De hoeveelheid was-
middel kan altijd worden aangepast
aan de hardheidsgraad I (=zacht).
Niveau Kenmerk
Graden van water-
hardheid
Duits °dH Frans
°T.H
1 zacht 0-7 0-15
2 gemiddel-
de
8-14 16-25
3 hard 15-21 26-37
4 erg hard > 21 > 37
TIPS VOOR HET DROGEN
DE DROOGCYCLUS VOORBEREIDEN
De droger werkt op het principe van con-
densatie.
Daarom moet de waterkraan open
staan en moet de afvoerslang, ook ge-
durende de droogcyclus, in een goot-
steen of een afvoerpijp geplaatst zijn.
Belangrijk!
Voordat u het droogprogramma start, moet
u de hoeveelheid gewassen artikelen ver-
minderen, teneinde goede resultaten te ver-
krijgen.
WASGOED DAT NIET GESCHIKT IS
VOOR DE DROGER
Bijzonder tere artikelen zoals syntheti-
sche gordijnen, wol en zijde, kleding met
metalen onderdelen, nylon kousen, om-
vangrijke kledingstukken zoals anoraks,
spreien, gewatteerde dekens, slaapzak-
ken en dekbedden mogen niet in de ma-
chine gedroogd worden.
Droog donkere kleding niet tegelijk met
licht gekleurde pluizige voorwerpen als
handdoeken, want donkere kleding kan
dan pluis aantrekken.
Verwijder het wasgoed wanneer het ap-
paraat klaar is met drogen.
Om statische lading na het drogen te
voorkomen gebruikt u een wasverzachter
in de wasmachine of een speciaal voor
wasdrogers verkrijgbare wasverzachter.
Kledingstukken gevoerd met schuimrub-
ber of op schuimrubber lijkend materiaal
mogen niet in de machine gedroogd wor-
den; dit kan brandgevaar opleveren.
Evenmin mogen stoffen die resten bevat-
ten van haarversteviger of haarlak, nagel-
lakremover en dergelijke gedroogd wor-
16 electrolux
den in de machine om de vorming van
schadelijke dampen te voorkomen.
De wasmiddelen en nabehandelingsmidde-
len moeten in het juiste vakje van de was-
middellade worden gedaan voordat het
wasprogramma wordt gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar
wasmiddel, dient een programma zonder
voorwas te worden gekozen.
De wasautomaat is uitgerust met een recir-
culatiesysteem dat een optimaal gebruik
van geconcentreerd wasmiddel mogelijk
maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op
voor wat betreft de te gebruiken hoeveelhe-
den en overschrijd het "MAX" teken in
de wasmiddellade niet.
WASVOORSCHRIFTEN IN DE KLEDING
Volg voor het drogen de aanwijzingen van
de fabrikant op het label op:
= mag in de wasdroger
= Drogen op hoge temperatuur
= Drogen op lage temperatuur
= Niet geschikt voor de wasdroger.
DUUR DROOGCYCLUS
De droogtijd kan variëren afhankelijk van:
toerental van de laatste centrifugegang
gewenste droogtegraad (strijkdroog,
kastdroog)
soort wasgoed
gewicht van de hoeveelheid wasgoed.
De gemiddelde droogtijd voor een tijdge-
stuurd droogprogramma vindt u in het
hoofdstuk "Droogprogramma's". De erva-
ring zal u helpen uw wasgoed op de meest
geschikte wijze te drogen, afhankelijk van
de verschillende weefsels. Maak wat aante-
keningen over de duur van het drogen van
reeds uitgevoerde cycli.
EXTRA DROGEN
Als het wasgoed nog vochtig is na afloop
van het droogprogramma, kies dan nog
een korte droogcyclus.
Waarschuwing! Laat het wasgoed
niet te droog worden om te
voorkomen dat kledingstukken erg
gekreukt raken of krimpen.
WASPROGRAMMA'S
Programma – Maximale en minimale tempera-
tuur - Cyclusbeschrijving – Maximale centrifu-
geersnelheid – Maximale belading - Type was-
goed
Options (Opties)
Wasmiddeldo-
seerbakje
Katoen
90° - Koud
Hoofdwas - spoelgangen
Centrifugeren op de maximale snelheid
Max. belading 7 kg - gereduceerde belading 3.5 kg
Wit en bont katoen (normaal vervuilde artikelen).
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
ZONDER SPOELING
EXTRA SPOELING
TIJDSINSTELLING
1)
Katoen + Voorwas
90° - Koud
Voorwas - hoofdwas - spoelgangen
Centrifugeren op de maximale snelheid
Max. belading 7 kg - gereduceerde belading 3.5 kg
Wit of gekleurd katoen met de voorwasfase (sterk
vervuilde artikelen).
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
ZONDER SPOELING
EXTRA SPOELING
TIJDSINSTELLING
1)
2)
Synthetica
60° - Koud
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugeersnelheid bij 900 toeren
Max. belading 3.5 kg - gereduceerde belading 2 kg
Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed,
gekleurde kledingstukken, krimpvrije overhemden,
blouses.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
ZONDER SPOELING
EXTRA SPOELING
TIJDSINSTELLING
1)
electrolux 17
Programma – Maximale en minimale tempera-
tuur - Cyclusbeschrijving – Maximale centrifu-
geersnelheid – Maximale belading - Type was-
goed
Options (Opties)
Wasmiddeldo-
seerbakje
Fijne was
40° - Koud
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugeersnelheid bij 700 toeren
Max. belading 3.5 kg - gereduceerde belading 2 kg
Fijne was: acryl, viscose, polyester.
ZONDER SPOELING
EXTRA SPOELING
TIJDSINSTELLING
1)
Wol / Handwas
40° - Koud
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugeersnelheid bij 900 toeren
Max. belading 2 kg
Wasprogramma voor wol die in de machine kan wor-
den gewassen en met de hand wasbare wol en
kwetsbare stoffen.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
ZONDER SPOELING
Zijde
30° - Koud
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugeersnelheid bij 700 toeren
Max. belading 1 kg
Het programma voor fijne was is geschikt voor artike-
len van zijde en gemengde synthetische weefsels.
ZONDER SPOELING
Spoeling
Spoelgang - Lang centrifugeren
Centrifugeren op de maximale snelheid
Max. belading 7 kg
Met dit programma is het mogelijk om katoenen kle-
dingstukken die met de hand gewassen zijn, uit te
spoelen en te centrifugeren. Om de spoelactie te in-
tensiveren, selecteert u de optie EXTRA SPOEL-
GANG. De machine zal extra spoelgangen uitvoeren.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
ZONDER SPOELING
EXTRA SPOELING
Pomp
Water wegpompen
Max. belading 7 kg
Om het laatste spoelwater af te voeren in program-
ma's met de optie geselecteerd, waardoor het pro-
gramma eindigt met water in de trommel.
Centrifugeer-
Afpompen en lang centrifugeren
Centrifugeren op de maximale snelheid
Max. belading 7 kg
Aparte centrifugegang voor kledingstukken die met de
hand gewassen moeten worden en na programma's
met de optie geselecteerd, waardoor het programma
eindigt met water in de trommel. U kunt de centrifu-
geersnelheid met behulp van de betreffende toets
aanpassen aan de stoffen die gecentrifugeerd moeten
worden.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
18 electrolux
Programma – Maximale en minimale tempera-
tuur - Cyclusbeschrijving – Maximale centrifu-
geersnelheid – Maximale belading - Type was-
goed
Options (Opties)
Wasmiddeldo-
seerbakje
Katoen Eco
90° - 40°
Hoofdwas - spoelgangen
Centrifugeren op de maximale snelheid
Max. belading 7 kg
Wit en kleurecht katoen.
Dit programma kan worden geselecteerd voor licht of
normaal vervuilde katoenen stukken. De temperatuur
wordt verlaagd en de wastijd wordt verlengd. Zo wast
u doeltreffend en bespaart u energie.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN
ZONDER SPOELING
EXTRA SPOELING
Dekens
40° - 30°
Hoofdwas - spoelgangen
Maximale centrifugeersnelheid bij 700 toeren
Max. belading 2.5 kg
Voor een enkele wasbare synthetische deken of dek-
bed.
Drogen - Wol
Droogprogramma wol. Kan alleen gebruikt worden
met tijdgestuurd drogen.
Drogen - Synthetica
Droogprogramma synthetica. Dit kan worden gebruikt
tijdens tijdgestuurd drogen of automatisch drogen
(droogtegraad: kastdroog).
Drogen - Katoen
Droogprogramma katoen. Dit kan worden gebruikt tij-
dens tijdgestuurd drogen of automatisch drogen
(droogtegraad: extra droog, kastdroog, strijkdroog).
O = Uit
Om het lopende programma te annuleren of om de
machine uit te schakelen.
1) Als u de optie Supersnel selecteert door te drukken op de toetsen 10, raden we u aan de maximale belading te
beperken, zoals aangegeven in de tabel. Maximale belading is wel mogelijk, maar de wasresultaten zullen minder
goed zijn. Als u de optie Opfrissen of Super opfrissen gebruikt, raden we u aan om de belading nog meer te
beperken.
2) Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel, kan er geen programma met VOORWAS geselecteerd worden.
DROOGPROGRAMMA'S
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
Droogheidsgraad Soort weefsel Max. belading
EXTRA DROOG
Ideaal voor artikelen van badstof
Katoen en linnen (badjas-
sen, badhanddoeken, enz.)
3.5 kg
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die ongestreken wor-
den opgeborgen
Katoen en linnen (badjas-
sen, badhanddoeken, enz.)
3.5 kg
electrolux 19
Droogheidsgraad Soort weefsel Max. belading
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die ongestreken wor-
den opgeborgen
Synthetische en gemeng-
de weefsels (truien, blouses,
ondergoed, huishoudlinnen)
2 kg
STRIJKDROOG
Geschikt voor artikelen die gestreken moeten
worden
Katoen en linnen (lakens,
tafelkleden, overhemden,
enz.)
3.5 kg
TIJDGESTUURDE PROGRAMMA'S
Droogheidsgraad Soort weefsel Droge was
Centrifuge-
snelheid
(tpm)
Aangera-
den droog-
tijd (minu-
ten)
EXTRA DROOG
Ideaal voor artikelen van bad-
stof
Katoen en linnen
(badjassen, bad-
handdoeken, enz.)
5 kg
3.5 kg
1.5 kg
1600
175-195
95-105
40-50
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die on-
gestreken worden opgeborgen
Katoen en linnen
(badjassen, bad-
handdoeken, enz.)
5 kg
3.5 kg
1.5 kg
1600
165-185
85-95
35-45
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die on-
gestreken worden opgeborgen
Synthetische en
gemengde weef-
sels (truien, blou-
ses, ondergoed,
huishoudlinnen)
2 kg
1 kg
900
70-80
35-45
STRIJKDROOG
Geschikt voor artikelen die ge-
streken moeten worden
Katoen en linnen
(lakens, tafelkleden,
overhemden, enz.)
5 kg
3.5 kg
1.5 kg
1600
135-155
65-75
30-40
WOL DROOG
1)
Wol (truien) 1.5 Kg 900 140-170
Aanwijzingen voor testinstituten
Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitgevoerd met een eerste drooglading van 4 kg
(samenstelling: kussensloop en handdoeken) door selectie van het programma TIJDGESTUURD
DROGEN voor katoen en een instelling van 100 minuten.
De tweede drooglading van 3 kg (samenstelling: 3 lakens en handdoeken) door selectie van het
programma TIJDGESTUURD DROGEN voor katoen en een instelling van 85 minuten.
1) Woolmark keurde zowel de was- als droogprogramma's voor wol goed.
ONDERHOUD EN REINIGING
Waarschuwing! U moet het apparaat
loskoppelen van de elektrische
voeding, voordat u welke reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden dan ook
kunt uitvoeren.
ONTKALKEN
Het water dat wij gebruiken bevat gewoon-
lijk kalk. Het is aan te bevelen om regelma-
tig een waterontharder in de machine te ge-
bruiken. Doe dit apart van het wassen van
wasgoed en volgens de aanwijzingen van
de fabrikant van de waterontharder. Hier-
mee voorkomt u de vorming van kalkaan-
slag.
NA ELKE WASBEURT
Laat de deur een tijdje open staan. Dit helpt
om de vorming van schimmel en onaange-
name luchtjes in het apparaat te voorko-
men. Door de deur een tijdje open te laten
staan na een wascyclus blijft de afdichting
van de deur ook beter bewaard.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij wasbeurten op lage temperaturen is het
mogelijk dat er aanslag aan de binnenkant
van de trommel blijft zitten.
Wij raden u daarom aan regelmatig een on-
derhoudswasbeurt uit te voeren.
Om een onderhoudswasbeurt uit te voeren:
20 electrolux
Moet de trommel leeg zijn.
Moet u het heetste wasprogramma voor
katoen kiezen.
Gebruik een normale hoeveelheid was-
middel, dit moet waspoeder zijn met bio-
logische eigenschappen.
SCHOONMAKEN VAN DE
BUITENKANT
Maak de buitenkant van het apparaat alleen
schoon met water en zeep, droog het daar-
na grondig af.
Belangrijk! Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of soortgelijke producten om
de buitenkant van de machine te reinigen.
DE WASMIDDELLADE
SCHOONMAKEN
De wasmiddellade moet regelmatig worden
schoongemaakt.
De lade voor was- en nabehandelingsmid-
delen moet regelmatig worden schoonge-
maakt.
Verwijder de lade door de vergrendeling
naar beneden te drukken en de lade naar
buiten te trekken.
1
2
Spoel de lade af onder een kraan om even-
tuele resten waspoeder te verwijderen.
Om het schoonmaken te vergemakkelijken
kan het bovenste gedeelte van het vakje
voor nabehandelingsmiddelen verwijderd
worden. Maak alle onderdelen schoon met
water.
Maak de onderdelen van de wasmiddellade
schoon met een borstel.
WASTROMMEL
Roestaanslag in de trommel kan voorko-
men vanwege roestende vreemde voorwer-
pen in de was of door leidingwater dat ijzer
bevat.
Belangrijk! Maak de trommel niet schoon
met zure ontkalkingsmiddelen,
schuurmiddelen die chloor bevatten of
staalwol.
1. Verwijder alle roestaanslag op de trom-
mel met een reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
2. Draai een wascyclus zonder was in de
trommel om restanten van reinigings-
middelen te verwijderen.
Programma: Kort katoenprogramma op
maximale temperatuur en voeg ong.
een kwart maatbeker wasmiddel toe.
DEURRUBBER
Controleer van tijd tot tijd het deurrubber en
haal evt. aanwezige voorwerpen weg die in
de manchet terecht zijn gekomen.
electrolux 21
AFVOERPOMP
Controleer de afvoerpomp regelmatig en
zorg dat deze schoon is.
Inspecteer de pomp regelmatig en/of in-
dien:
Het apparaat pompt geen water weg.
De trommel niet kan draaien.
Het apparaat een ongebruikelijk geluid
maakt door een blokkade in de afvoer-
pomp.
Er een probleem is met de waterafvoer
(zie hoofdstuk "Wat te doen als..." voor
meer informatie).
Waarschuwing!
1. Trek de stekker uit het stopcon-
tact.
2. Verwijder het filter niet als het ap-
paraat in gebruik is. Reinig de af-
voerpomp niet als het water in de
machine heet is. Het water moet
koud zijn voordat u de afvoerpomp
kunt reinigen.
De afvoerpomp reinigen:
1. Open het pompdeurtje.
2. Plaats een bak onder de uitsparing van
de afvoerpomp om het uitstromende
water op te vangen.
3. Druk de twee hendels in en trek het af-
voerkanaal naar voren om het water er-
uit te laten stromen.
4. Als de bak vol met water is, duwt u het
afvoerkanaal terug en leegt u de bak.
Herhaal stap 3 en 4 tot er geen water
meer uit de afvoerpomp stroomt.
5. Duw het afvoerkanaal terug.
6. Schroef het filter los en verwijder het.
1
2
7. Verwijder stof en voorwerpen uit de
pomp.
22 electrolux
8. Zorg dat het schoepenrad op de juiste
wijze kan draaien. Neem als dit niet
lukt, contact op met de klantenservice.
9. Reinig het filter onder de waterkraan en
plaats het terug in de speciale geleiders
van de pomp.
10. Zorg ervoor dat het filter stevig vastzit
om waterlekkage te voorkomen.
2
1
11. Sluit het afvoerpompdeurtje.
Waarschuwing!
Verwijder het pompdeksel nooit tijdens een
wascyclus, wacht altijd tot de machine de
cyclus heeft afgemaakt en u het wasgoed
uit de trommel hebt kunnen halen. Wanneer
u het deksel weer vastschroeft, dient u
goed te controleren of het stevig is vastge-
zet om lekkages te voorkomen en te voor-
komen dat jonge kinderen het kunnen ver-
wijderen.
DE WATERTOEVOERFILTERS
SCHOONMAKEN
Als u merkt dat het langer duurt om de ma-
chine met water te vullen, controleer dan of
het zeefje in de watertoevoerslang niet is
verstopt.
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Schroef de watertoevoerslang los.
3. Reinig het zeefje in de slang met een
harde borstel.
4. Schroef de waterslang weer op de
kraan.
5. Schroef de slang los van de machine.
Houd een oude doek bij de hand om
eventueel gemorst water te kunnen op-
vegen.
6. Maak het filter in de klep schoon met
een stevige borstel of met een doek.
7. Schroef de slang terug op de machine
en zorg dat de aansluiting stevig vast-
zit.
8. Draai de waterkraan open.
MACHINE LEGEN IN GEVAL VAN
NOOD
Ga, als het water niet wordt afgevoerd, als
volgt te werk om de machine leeg te laten
lopen:
1. trek de stekker uit het stopcontact
2. draai de waterkraan dicht.
3. wacht zo nodig totdat het water is af-
gekoeld.
4. open het pompdeurtje;
5. Plaats een bak op de vloer onder de
uitsparing van de afvoerpomp;
6. Druk de twee hendels in en trek het af-
voerkanaal naar voren om het water er-
uit te laten stromen;
electrolux 23
7. Als de bak vol met water is, duwt u het
afvoerkanaal terug en leegt u de bak;
Herhaal deze procedure totdat er geen
water meer uit de slang komt;
8. reinig de pomp indien nodig (zie het ge-
deelte ‘Pomp reinigen’ );
9. sluit het afvoerpompdeurtje.
Als u het water afvoert met de noodafvoer-
procedure, dient u het afvoersysteem op-
nieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de wasmiddeldo-
seerbakje.
2. Start het programma om water af te
voeren.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ
VORST
Als de machine is geïnstalleerd in een ge-
bied waar de temperatuur lager is dan 0°C,
dan dient u het resterende water uit de af-
voerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
1. trek de stekker uit het stopcontact.
2. draai de waterkraan dicht.
3. schroef de watertoevoerslang los van
de kraan;
4. plaats de twee uiteinden van de toe-
voerslang in een bak en laat het water
uit de slang stromen.
5. laat de afvoerpomp leeglopen zoals be-
schreven in het gedeelte ‘Water afvoe-
ren in een noodgeval’.
6. als de afvoerpomp leeg is, installeert u
de toevoerslang opnieuw.
Waarschuwing!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is
dan 0 °C voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
schade die door lage temperaturen is ver-
oorzaakt.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Bepaalde problemen zijn het gevolg van
een gebrek aan eenvoudig onderhoud of
van onoplettendheid; dergelijke problemen
kunnen zonder de hulp van een monteur
gemakkelijk worden opgelost. Controleer
eerst de hieronder staande checklist, voor-
dat u contact opneemt met onze Klanten-
service.
Als de machine is ingeschakeld, is het mo-
gelijk dat het rode controlelampje van toets
8 knippert, een van de volgende alarmco-
des op het display verschijnt en tegelijkertijd
iedere 20 seconden geluidssignalen te ho-
ren zijn om aan te geven dat de machine
niet werkt:
: probleem met de watertoevoer.
: probleem met de waterafvoer.
: deur open.
Druk, nadat het probleem is verholpen, op
toets 8 om het programma opnieuw te star-
ten. Als het probleem, na alle controles,
zich nog steeds voordoet, neem dan con-
tact op met onze service-afedling.
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
De wasautomaat start niet:
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Controleer de elektrische installatie in uw woning.
De hoofdzekering is doorgebrand.
Vervang de zekering.
De keuzeknop is niet goed ingesteld en er is niet op toets 8 ge-
drukt.
Draai de keuzeknop en druk nogmaals op toets 8.
De uitgestelde start is gekozen.
Als het wasgoed meteen gewassen moet worden, annuleer dan
de uitgestelde start.
Het kinderslot is geactiveerd.
Deactiveer het kinderslot.
24 electrolux
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
De machine wordt niet met
water gevuld:
De waterkraan is gesloten.
Draai de waterkraan open.
De toevoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
Het filter in de toevoerslang of het inlaatventielfilter is verstopt.
Maak de watertoevoerfilters schoon (Zie 'De watertoevoerfilters
schoonmaken' voor meer informatie).
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
Er stroomt water in de ma-
chine en dat loopt meteen
weer weg:
Het uiteinde van de afvoerslang bevindt zich te laag.
Zie hoofdstuk "Waterafvoer".
De machine pompt het wa-
ter niet weg en/of centrifu-
geert niet:
De afvoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de afvoerslang.
De afvoerpomp is verstopt.
Maak het afvoerfilter schoon.
Er is een optie of programma gekozen waarbij het water in de
trommel niet wordt weggepompt of een programma dat alle
spoelgangen onderdrukt.
Kies programma POMPEN of CENTRIFUGEREN.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Er ligt water op de vloer:
Er is te veel of ongeschikt wasmiddel gebruikt (te veel schuimvor-
ming).
Verminder de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander mid-
del.
Controleer of een van de koppelingen van de toevoerslang lekka-
ge vertoont. Dit is niet altijd gemakkelijk te zien, omdat het water
langs de slang naar beneden loopt; controleer of de slang vochtig
is.
Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
De watertoevoerslang is beschadigd.
Vervang deze door een nieuwe.
De filter is na het reinigen niet goed vastgeschroefd.
Schroef de filter weer helemaal vast.
Onbevredigende wasresul-
taten:
Er is te weinig of ongeschikt wasmiddel gebruikt.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
Hardnekkige vlekken zijn niet vóór het wassen behandeld.
Gebruik normaal in de handel verkrijgbare producten om hard-
nekkige vlekken te behandelen.
De juiste temperatuur was niet gekozen.
Controleer of u de juiste temperatuur heeft gekozen.
Te veel wasgoed in de trommel.
Verminder laadvolume.
De deur gaat niet open:
Het programma loopt nog.
Wacht tot de wascyclus is afgelopen.
De deur is niet ontgrendeld.
Wacht tot de deur wordt vrijgegeven.
Er staat water in de trommel.
Kies programma Pompen of Centrifugeren.
electrolux 25
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
De machine staat te schud-
den of maakt lawaai:
De transportbouten en het verpakkingsmateriaal zijn niet verwij-
derd.
Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is.
De pootjes zijn niet afgesteld
Controleer of het apparaat goed waterpas staat.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Misschien zit er maar heel weinig wasgoed in de trommel.
Doe meer wasgoed in de trommel.
Centrifugeren begint traag
of de machine centrifugeert
niet:
De elektronische voorziening voor onbalans is ingeschakeld omdat
het wasgoed niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld. Het was-
goed wordt herverdeeld doordat de machine de trommel in tegen-
overgestelde richting ronddraait. Dit kan verschillende keren nodig
zijn voordat de onbalans verdwijnt en het normale centrifugeren
kan worden hervat. Als na 10 minuten het wasgoed nog steeds
niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld, zal de machine niet cen-
trifugeren. Verdeel het wasgoed in dat geval met de hand in de
trommel en selecteer het programma centrifugeren.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
De lading is te klein.
Voeg meer wasgoed toe, verdeel de lading handmatig opnieuw
en kies vervolgens het centrifugeprogramma.
De machine maakt een on-
gebruikelijk geluid:
De machine is uitgerust met een type motor die vergeleken met
andere traditionele motoren een ongebruikelijk geluid maakt. Deze
nieuwe motor zorgt voor een soepelere start en een betere verde-
ling van het wasgoed in de trommel tijdens het centrifugeren, en
voor een betere stabiliteit van de machine.
Er is geen water zichtbaar
in de trommel:
Machines die gebaseerd zijn op moderne technologie werken erg
zuinig en verbruiken weinig water zonder dat dit van invloed is op
de prestatie van de machine.
De machine droogt niet of
droogt niet goed:
De droogtijd of de droogtegraad is niet gekozen.
Kies de droogtijd of droogtegraad.
De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
De afvoerpomp is verstopt.
Maak het afvoerfilter schoon.
Er zit teveel wasgoed in de machine.
Doe minder wasgoed in de trommel.
Het gekozen droogprogramma, tijd of droogtegraad was niet ge-
schikt voor het wasgoed.
Kies het geschikte droogprogramma, tijd of droogtegraad voor
het wasgoed.
26 electrolux
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
Het wasgoed zit vol met
pluisjes van verschillende
kleuren:
De stoffen die in de vorige cyclus gewassen werden, hebben
pluisjes van een andere kleur achtergelaten (raadpleeg "Pluisjes in
kleding" in het hoofdstuk "Gebruik - Wassen en drogen").
De droogfase helpt een deel van deze pluisjes te verwijderen.
Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
In geval van een overmatige hoeveelheid pluisjes in de trommel,
herhaal volgende procedure twee maal:
Reinig de lege trommel, de pakking en de deur grondig met een
natte doek.
Voer een spoelcyclus uit.
Plaats een wollen of fluwelen doek in de trommel.
Voer een droogcyclus van 10 minuten uit.
Verwijder het oude wollen doek.
Nu kunt u andere kledingstukken wassen.
Als u het probleem niet kunt vinden of op-
lossen, neem dan contact op met onze
Klantenservice. Noteer alvorens te bellen
het model, serienummer en de aankoopda-
tum van de machine: de Klantenservice zal
om deze informatie vragen.
Mod. ... ... ...
Prod. No. ... ... ...
Ser. No. ...
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte
Hoogte
Diepte
60 cm
85 cm
63 cm
Aansluiting aan het elektrici-
teitsnet
Spanning - Totale vermogen -
Zekering
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje
aan de binnenkant van de deur van het apparaat.
Leidingwaterdruk Minimaal
Maximaal
0,05 MPa
0,8 MPa
Maximale belading Katoen 7 kg
Maximale belading (droge was) Katoen
Grote capaciteit katoenen was-
goed
Synthetica
3.5 Kg
5 Kg
2 Kg
Centrifugetoerental Maximaal 1600 Toeren per minuut
VERBRUIKSWAARDEN
Programma Energieverbruik
(kWh)
Waterverbruik (liter) Programmaduur (Mi-
nuten)
Witte katoen 90° 2.20 67
Raadpleeg voor de
duur van de pro-
gramma's, het dis-
play op het bedie-
ningspaneel.
Katoen 6 1.35 63
Katoen ECO 60°
1)
1.05 45
Katoen 4 0.80 63
electrolux 27
Programma Energieverbruik
(kWh)
Waterverbruik (liter) Programmaduur (Mi-
nuten)
Synthetische stoffen
40°
0.55 51
Fijne was 40° 0.55 63
Wol/Handwas 30° 0.25 58
1) "Katoen ECO" op 60°C met een belading van 7 kg is het referentieprogramma voor de gegevens die op het
energielabels staan, overeenkomstig de richtlijnen 92/75/EEG.
De verbruiksgegevens in deze tabel zijn slechts richtlijnen, ze kunnen variëren afhanke-
lijk van de hoeveelheid en soort wasgoed, de temperatuur van het aangevoerde water
en de omgevingstemperatuur.
MONTAGE
ONTPAKKEN
Alle transportbouten en verpakkingsmate-
rialen moeten worden verwijderd alvorens
de machine in gebruik te nemen.
Wij raden u aan alle transportbeveiligingen
te bewaren, zodat zij kunnen worden ge-
monteerd als de machine ooit nog eens
moet worden vervoerd.
1. Nadat u al het verpakkingsmateriaal
verwijderd heeft, de machine voorzich-
tig op zijn achterkant leggen om de ba-
sis van piepschuim van de onderkant te
kunnen verwijderen.
2. Verwijder het aansluitsnoer en de af- en
toevoerslang van de slanghouders op
de achterkant van het apparaat.
3. Schroef de drie bouten los d.m.v. de
meegeleverde sleutel.
1
2
28 electrolux
4. Schuif de betreffende kunststof af-
standhouders naar buiten.
5. Open de vuldeur en verwijder het poly-
styreenblok dat op de afdichting van de
deur zit.
6. Maak het kleine gaatje aan de boven-
kant en de twee grotere gaten dicht
met de overeenkomstige plastic dop-
pen die in het zakje bij de gebruiksaan-
wijzing zitten.
OPSTELLEN
Installeer de machine op een vlakke harde
vloer. Zorg er voor dat de luchtcirculatie
rond de machine niet wordt belemmerd
door tapijten, kleedjes enz. Controleer of de
machine vrij staat van de muur of andere
keukenmeubelen. Zet de wasmachine wa-
terpas door de pootjes hoger of lager te
zetten. Het kan enige moeite kosten om de
pootjes te verstellen omdat ze voorzien zijn
van een zelfborgende moer, maar de ma-
chine MOET horizontaal en stabiel staan.
Controleer de afstelling, indien nodig, met
een luchtbelwaterpas. Alle noodzakelijke af-
stellingen kunnen uitgevoerd worden met
een moersleutel. Zorgvuldige horizontale af-
stelling voorkomt trillingen, lawaai of ver-
schuiving van de machine tijdens de werk-
ing.
Let op! Leg nooit karton, hout of iets
dergelijks onder de machine om
oneffenheden van de vloer te
compenseren.
RUBBEREN VOETENSET (4055126249)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde verkoop-
punt.
De rubberen voeten zijn vooral handig op
zwevende, gladde en houten vloeren.
Monteer de rubberen voeten om trillingen,
lawaai of verschuiving van de machine tij-
dens de werking te voorkomen.
Lees de bij de kit geleverde gebruiksaanwij-
zing zorgvuldig door.
WATERTOEVOER
Een waterslang is meegeleverd; deze is te
vinden in de trommel van de machine. Ge-
bruik voor aansluiting op de waterleiding
niet de slang van uw vorige machine.
Belangrijk! Dit apparaat moet aange-
sloten worden op een koud watertoe-
voer.
1. Open de vuldeur en neem de toevoers-
lang uit de trommel.
electrolux 29
2. Sluit de slang met de haakse aanslui-
ting op de machine aan. Bevestig de
toevoerslang niet naar beneden gericht.
Bevestig de slang altijd onder een hoek
naar links of naar rechts, afhankelijk van
de plaats waar de waterkraan zich be-
vindt.
3. Breng de slang in de juiste positie door
de ringmoer los te draaien. Als de toe-
voerslang zich in de juiste positie be-
vindt, draai de ringmoer dan weer vast
om lekkage te voorkomen.
4. Sluit de slang aan op een kraan met
3/4"-schroefdraad. Gebruik altijd de bij
de machine geleverde slang.
De toevoerslang mag niet worden verlengd.
Als de slang te kort is en u de kraan niet wilt
verplaatsen, zult u een nieuwe, langere
slang moeten kopen die speciaal voor dit
doel is gemaakt.
WATERSTOP
De toevoerslang is voorzien van een water-
stop, een beveiligingsvoorziening tegen
schade veroorzaakt door waterlekkage die
kan ontstaan door natuurlijke slijtage van de
slang. Deze storing wordt aangegeven door
een rood vlak in venster "A". Indien dit ge-
45°
35°
beurt, de kraan dichtdraaien en contact op-
nemen met de Klantenservice om de slang
te laten vervangen.
A
WATERAFVOER
Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie
manieren worden geplaatst.
Over de rand van een afvoer buigen
met behulp van de plastic slanggeleider
die bij de machine is meegeleverd. Zorg
er in dit geval voor dat het uiteinde niet
van de rand kan losschieten als de was-
automaat aan het leeglopen is. U kunt de
slang met een stuk touw aan de kraan
vastbinden of aan de wand bevestigen.
In een aftakking van een gootsteen-
afvoer. De aftakking dient zich boven de
sifon te bevinden, zodat de bocht zich
ten minste 60 cm boven de grond be-
vindt.
Direct in een afvoerpijp op een hoog-
te van niet minder dan 60 cm en niet
meer dan 90 cm. Het einde van de af-
voerslang moet altijd geventileerd zijn,
d.w.z. dat de binnendiameter van de af-
voerpijp groter moet zijn dan de buitendi-
ameter van de afvoerslang. De afvoers-
lang mag niet geknikt zijn.
30 electrolux
De afvoerslang kan verlengd worden tot een maximum van 4 meter. Een extra afvoers-
lang en koppelstuk zijn verkrijgbaar bij de Klantenservice bij u in de buurt.
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET
Informatie over de elektrische aansluiting
staat op het typeplaatje aan de binnenkant
van de deur van het apparaat.
Controleer of de elektrische installatie in uw
woning geschikt is voor het maximale ver-
eiste vermogen; houd hierbij rekening met
andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit de machine aan op een
geaard stopcontact.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor schade of
letsel die voortkomt uit het niet
opvolgen van bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
Het aansluitsnoer moet na de
installatie van de machine
toegankelijk zijn.
Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit
gebeuren door onze
Klantenservice.
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet
als huishoudafval mag worden behandeld,
maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de
juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het
recyclen van dit product, kunt u contact
opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
VERPAKKINGSMATERIALEN
Materialen met het symbool
zijn recycle-
baar.
>PE<=polyethyleen
>PS<=polystyreen
>PP<=polypropyleen
Dit betekent dat ze gerecycled kunnen wor-
den als u ze netjes weggooit in de daarvoor
bestemde containers.
MILIEUTIPS
Om water en energie te besparen en om
het milieu te helpen beschermen, raden wij
u aan de volgende tips ter harte te nemen:
Normaal vuile was kan zonder voorwas
worden gewassen om wasmiddel, water
en tijd te besparen (ook het milieu wordt
zo beschermd!).
De machine werkt economischer als hij
volledig wordt gevuld.
Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en vuil worden verwijderd; het
wasgoed kan daarna bij een lagere tem-
peratuur worden gewassen.
Doseer het wasmiddel aan de hand van
de waterhardheid, de mate van vervuiling
van het wasgoed en de hoeveelheid was-
goed.
electrolux 31
www.electrolux.com/shop 132932990-B-482011
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Electrolux EWW167443W Handleiding

Type
Handleiding