Vóór de installatie
Dit apparaat behoort tot klasse 3,
volgens de norm EN 30-1-1 voor
gasapparaten: apparaat ingebouwd in
een meubel.
De meubels dichtbij het apparaat
moeten uit niet ontvlambare materialen
bestaan. De gelaagde bekledingen en
de lijm die deze bevestigt, moeten
hittebestendig zijn.
Dit apparaat kan niet geïnstalleerd
worden op koelkasten, wasmachines,
vaatwassers of dergelijke.
Om een kookplaat op een oven te
installeren, moet deze over gedwongen
ventilatie beschikken.
Controleer de afmetingen van de oven in
uw installatiehandleiding.
Indien een afzuigkap geïnstalleerd
wordt, moet rekening gehouden worden
met de installatiehandleiding hiervan,
waarbij altijd een minimale verticale
afstand van 650 mm tot de kookplaat
behouden wordt.
Voorbereiding van het
meubel (afb. 1-2)
Breng een insnijding aan van de nodige
afmetingen op het werkvlak.
Indien de kookplaat elektrisch is of
gemengd (gas en elektriciteit) en er is
geen oven onder, plaats een
scheidingsstuk van niet-ontvlambaar
materiaal (bv. metaal of gelaagd hout)
op 10 mm van de basis van de
kookplaat. Zo wordt toegang vermeden
tot de onderzijde hiervan.
Indien het een gaskookplaat is, wordt
aanbevolen het scheidingsstuk op
dezelfde afstand te plaatsen.
Vernis voor houten werkvlakken de
snijvlakken met een speciale lijm, om
deze te beschermen tegen vocht.
Installatie van het apparaat
Aanwijzing: Bij het inbouwen van de
kookplaat dient u
veiligheidshandschoenen te dragen
De klemmen en de zelfklevende pakking
(onderrand van de kookplaat) zijn in
productie geplaatst, verwijder deze
onder geen enkele voorwaarde. De
afdichting garandeert de waterdichtheid
van het hele werkoppervlak en voorkomt
infiltraties.
Voor de bevestiging van het apparaat
aan het inbouwmeubel moeten, na het
plaatsen van de kookplaat in de
werkstand, alle klemmen losgedraaid
worden tot deze vrij draaien (het volledig
losdraaien is niet nodig).
Bouw de kookplaat in en centreer.
Druk op de uiteinden hiervan tot deze
steunt op de hele omtrek.
Draai de klemmen en trek deze
helemaal aan. Afb. 3.
Uitbouw van de kookplaat
Sluit het apparaat af van de
elektriciteitsen gasaansluiting.
Draai de klemmen los en ga op
omgekeerde werkwijze te werk als bij de
montage.
Gasaansluiting (afb. 4)
Het uiteinde van de inlaatcollector van
de gaskookplaat is voorzien van een
schroefdraad van 1/2” (20,955 mm). Met
deze schroefdraad is mogelijk:
-Een starre verbinding.
- een verbinding met een metalen slang
(L min. 1 m - max. 3 m)
. Wilt u een
conische verbinding maken, plaats dan
het accessoire met nummer 427950 en
de dichting met nummer 034308 (evt. bij
de levering inbegrepen of te verkrijgen
bij de servicedienst) tussen de invoerpijp
van de gaskookplaat en de gastoevoer.
Afb. 4a.
In dit geval moet worden vermeden dat
deze buis contact maakt met de
beweegbare onderdelen van de eenheid
waarin de kookplaat is ingebouwd (een
lade, bijvoorbeeld) of dat hij door ruimtes
loopt die verstopt kunnen raken.
Indien de gasaansluiting horizontaal
dient uitgevoerd te worden, zijn bij onze
service een kniestuk, met code 173018,
en een afdichting, met code 034308
verkrijgbaar. Afb.4 b
Opgelet! Indien een aansluiting
gemanipuleerd wordt, controleer de
lekdichtheid.
¡Lekgevaar!
De fabrikant neemt de
verantwoordelijkheid niet op zich indien
een aansluiting lekken vertoont, nadat
deze gemanipuleerd is.
Elektrische aansluiting
(afb. 5)
Controleer dat het voltage en het
vermogen van het apparaat compatibel
zijn met de elektrische installatie.
De kookplaten worden geleverd met een
voedingskabel met of zonder stekker.
Er moet een omnipolaire
onderbrekingsschakelaar voorzien
worden met een minimale
contactopening van 3mm (behalve bij
stekeraansluiting, indien deze
gemakkelijk bereikbaar is voor de
gebruiker).
Apparaten die voorzien zijn van een
stekker mogen alleen op een goed
geaard stopcontact worden
aangesloten.
Dit apparaat is van het type “Y”: de
invoerkabel mag niet vervangen worden
door de gebruiker, maar door de
Technische Dienst. Het type kabel en de
minimumdoorsnede dienen te worden
gerespecteerd.
Verandering bij toepassing
van andere soorten gas
Indien de norm van het land het toelaat,
mag dit apparaat aangepast worden aan
andere gassen (zie gegevensplaatje).
De nodige delen hiertoe bevinden zich in
het geleverde omvormingspakket
(afhankelijk van het model). Het pakket
is beschikbaar in onze technische
dienst. Volg onderstaande stappen op:
A) Vervanging van de inspuiters van
de snelle, halfsnelle en auxiliaire
branders van de kookplaat (afb. 6):
- Verwijder de roosters, hoedjes en
verspreiders.
- Vervang de inspuiters met de sleutel
beschikbaar bij onze technische dienst,
met code 424699, zorg er in het
bijzonder voor dat de inspuiter niet
losraakt bij het verwijderen of
bevestigen op de brander.
Zorg ervoor deze goed aan te trekken
om de lekdichtheid te garanderen. In
deze branders hoeft geen afstelling voor
primaire lucht plaats te vinden.
B) Vervanging van inspuiters voor de
branders met dubbele vlam (afb. 7):
Het geheel glas met profielen is
bevestigd aan de rest van de kookplaat
met een clipbevestigingssysteem. Om
het geheel van het glas met profielen te
verwijderen, ga op de volgende wijze te
werk:
- Verwijder alle hoedjes en roosters.
Afb. 7a.
- Maak de bevestigingsklem apparaat-
meubel voorin los door de bout te
verwijderen. Afb. 7b.
- Maak de bouten van de branders los,
afb. 7c-7d, en verwijder de knoppen uit
de respectievelijke houders.
Gebruik de uitbouwhendel 483196
beschikbaar via onze technische dienst.
Gebruik, om de clips voorin los te
maken, de hendel in de zone aangeduid
in afbeeldingen 8 afhankelijk van uw
model van kookplaat.
Gebruik de hefboom nooit op de
randen van het glas die geen profiel
of kader hebben!
- Til, om de clips achterin los te maken,
voorzichtig het geheel glas plus profiel
op volgens afb. 8a.
Vervanging van inspuiter van de
buitenste vlam (afb. 9a):
- Maak de bevestigingsbout los, om de
bus los te maken, door deze naar achter
te verplaatsen, voor gemakkelijke
toegang tot de hoofdinspuiter. Afb. a1.
- Verwijder de inspuiter van de buitenste
vlam door deze naar links te draaien.
Afb. a2-a3.
- Draai de nieuwe inspuiter van de
buitenste vlam vast. Afb. a3-a4, volgens
tabel II.
- Stel de afstand in, in de afstelbus voor
luchtstroomsnelheid L2 in
overeenstemming met de waarde -Z-
aangeduid op de tabel II. Afb. a5.
- Trek de bevestigingsbout aan. Afb. a6.
Vervanging van inspuiter binnenste
vlam (afb. 9b):
- Schroef het onderdeel M3, van de
schroefdraad M2 los, terwijl u de
schroefdraad in tegengestelde richting
vasthoudt.
- Verwijder de buis van het onderdeel
M2. Afb. b2.
- Bouw het geheel M2-M4 van het
onderdeel M1 uit. Afb. b3-b4.
- Verwijder de inspuiter binnenste vlam
M4 van het onderdeel M2. Afb b5-b6.
- Schroef de nieuwe inspuiter binnenste
vlam vast M4, volgens tabel II.
Afb b6-b7.