DeWalt D27107XPS de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Copyright DEWALT
Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 14
Deutsch (übersetzt von den Originalanweisungen) 26
English (original instructions) 39
Español (traducido de las instrucciones originales) 51
Français (traduction de la notice d’instructions originale) 64
Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 77
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 90
Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 103
Português (traduzido das instruções originais) 115
Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 128
Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 140
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 151
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 164
90
NEDERLANDS
TAFEL-, AFKORT- EN VERSTEKZAAGMACHINE
D27107, D27107XPS
Gefeliciteerd!
U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Jarenlange ervaring,
voortdurende produktontwikkeling en innovatie maken D
EWALT tot een
betrouwbare partner voor de professionele gebruiker.
Technische gegevens
D27107 D27107XPS
Spanning V 230 230
Type 4 2
(D27107 met
werklicht LED)
Opgenomen vermogen W 2 000 2 000
Afgegeven vermogen W 1 080 1 080
Max. snelheid zaagblad min
-1
4 000 4 000
Zaagbladdiameter mm 305 305
Asgat mm 30 30
Zaagbladdikte mm 2,1 - 2,2 2,1 - 2,2
Dikte spouwmes mm 2,5 2,5
Automatische remtijd blad s < 10 < 10
Gewicht kg 42 42
Zaagcapaciteiten
Gebruik als verstekzaag
Verstek (max. posities) links 48° 48°
rechts 48° 48°
Afschuining (max. posities) links 48° 48°
rechts
Max. afkortcapaciteit onder 90°/90° mm 205 x 63 205 x 63
Max. verstekzaagcapaciteit onder 45° mm 160 160
Max. zaagdiepte 90° mm 90 90
Max. diepte afschuinsnede 45° mm 60 60
Max. diepte snede bij 45° afschuining,
45° verstek mm 60 60
Gebruik als tafelzaag
Max. zaagcapaciteit links/rechts mm 120/320 120/320
Zaagdiepte onder 90° mm 81 81
Zaagdiepte onder 45° mm 56 56
L
PA
(geluidsdruk)
dB(A) 95,0 95,0
K
PA
(onzekerheidsfactor geluidsdruk)
dB(A) 3,0 3,0
L
WA
(akoestisch vermogen)
dB(A) 106,0 106,0
K
WA
(onzekerheid akoestisch vermogen)
dB(A) 3,0 3,0
Vibratie totaalwaarden (triax vectorsom) vastgesteld in overeenstemming met EN 61029:
Vibratie-emissiewaarde a
h
a
h
=
m/s²
2,1 2,1
Onzekerheid
K = m/s² 1,5 1,5
Het vibratie-emissieniveau dat in dit informatieblad wordt gegeven, is
gemeten in overeenstemming met een gestandaardiseerde test volgens
EN 61029 en kan worden gebruikt om het ene gereedschap met het andere
te vergelijken. Het kan worden gebruikt voor een eerste inschatting van
blootstelling.
WAARSCHUWING: Het verklaarde vibratie-emissieniveau
geldt voor de hoofdtoepassingen van het gereedschap. Als
het gereedschap echter voor andere toepassingen wordt
gebruikt, dan wel met andere accessoires of slecht wordt
onderhouden, kan de vibratie-emissie verschillen. Dit kan het
blootstellingniveau aanzienlijk verhogen gedurende de totale
arbeidsduur.
Een inschatting van het blootstellingniveau aan vibratie dient
ook te worden overwogen wanneer het gereedschap wordt
uitgeschakeld of als het aan staat maar geen daadwerkelijke
werkzaamheden uitvoert. Dit kan het blootstellingniveau
aanzienlijk verminderen gedurende de totale arbeidsduur.
Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen op om de operator te
beschermen tegen de effecten van vibratie, zoals: onderhoud
het gereedschap en de accessoires, houd de handen warm,
organisatie van werkpatronen.
Identify additional safety measures to protect the operator
from the effects of vibration such as: maintain the tool and
the accessories, keep the hands warm, organisation of work
patterns.
Zekeringen:
230 V machines 10 A
OPMERKING: Dit toestel is bedoeld voor aansluiting op een
stroomvoorzieningssysteem met een maximale toegestame
systeemimpedantie Zmax van 0,28 Ω op het interfacepunt (elektriciteitskast)
van de voorziening van de gebruiker.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit toestel alleen wordt aangesloten
op een elektriciteitssysteem dat aan bovenvermeld vereiste voldoet.
Indien nodig kan de gebruiker het elektriciteitsbedrijf vragen naar de
systeemimpedantie op het interfacepunt.
Definities: Veiligheidsrichtlijnen
De onderstaande definities beschrijven het veiligheidsniveau voor ieder
signaleringswoord. Lees de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en let
op deze symbolen.
GEVAAR: Geeft een dreigend gevaar aan dat, indien dit niet
wordt voorkomen, leidt tot de dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaar aan dat, indien
dit niet wordt voorkomen, kan leiden tot de dood of ernstig
letsel.
VOORZICHTIG: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan
die, indien dit niet wordt voorkomen, zou kunnen leiden tot
gering of matig letsel.
OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen
persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen,
schade aan goederen kan veroorzaken.
Wijst op het gevaar voor elektrische schok.
Wijst op brandgevaar.
EG-Verklaring van overeenstemming
D27107/D27107XPS
D
EWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder Technische
gegevens in overeenstemming zijn met:
2006/42/EG, EN 61029-1, EN 61029-2-11.
Deze producten voldoen ook aan Richtlijn
2004/108/EG en 2011/65/EU. Neem voor meer informatie contact op
met DEWALT via het volgende adres of kijk op de achterzijde van de
gebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het
technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT.
Horst Grossmann
Vice President Engineering and Product Development
D
EWALT, Richard-Klinger-Straße 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
01.12.2011
91
NEDERLANDS
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van elektrisch
gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd houdt aan
elementaire veiligheidsmaatregelen om de kans op brand,
elektrische schok en lichamelijk letsel te verkleinen, met inbegrip
van de onderstaande maatregelen.
Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en bewaar
deze instructies.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK
Algemene veiligheidsregels
1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving.
Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand.
2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek.
Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap
niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de werkplek goed verlicht
(250–300 Lux). Gebruik het gereedschap niet op plaatsen waar brand-
of explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare vloeistoffen en
gassen.
3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken.
Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld
pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van
het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld
hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd
enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een
scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen.
4. Houd andere mensen uit de buurt.
Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn
betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd ze uit
de buurt van de werkplek.
5. Berg ongebruikt gereedschap op.
Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een droge
plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het bereik van
kinderen.
6. Forceer het gereedschap niet.
Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde
wijze wordt gebruikt.
7. Maak gebruik van het juiste gereedschap.
Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit
te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het
niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet om boomtakken of
houtblokken te zagen.
8. Draag geschikte kleding.
Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast
komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn
aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen.
9. Gebruik beschermend materiaal.
Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij
werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen. Draag
ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet kunnen zijn.
Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm.
10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan.
Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van voorzieningen
voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze zijn aangesloten en
naar behoren worden gebruikt.
11. Gebruik het snoer niet verkeerd.
Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen.
Draag het gereedschap nooit aan het snoer.
12. Zeker het werkstuk.
Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te
bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw handen
gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide handen
bedienen.
13. Zorg voor een veilige houding.
Zorg altijd voor een juist, stabiele houding.
14. Onderhoud gereedschap met zorg.
Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere
prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van
hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en laat het
repareren door een bevoegde reparatieservice als het is beschadigd.
Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie en vet.
15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact.
Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt
en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als
bladen, boren en snijstukken verwisselt.
16. Verwijder stel- en moersleutels.
Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en
moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt.
17. Vermijd onbedoeld inschakelen.
Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg
ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor
buitengebruik.
Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die
beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt
gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik en
als zodanig zijn gemarkeerd.
19. Blijf alert.
Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap
niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of alcohol hebt gebruikt.
20. Controleer op beschadigde onderdelen.
Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer zorgvuldig
om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en de bedoelde taken
uitvoert. Controleer of bewegende delen zich in de juiste positie
bevinden en goed zijn bevestigd, of er defecte onderdelen zijn, of ze
juist zijn gemonteerd en of er sprake is van andere zaken die bediening
kunnen beïnvloeden. Een beschermstuk of ander onderdeel dat is
beschadigd dient op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd
door een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders
wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte
schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/
uitschakelaar niet naar behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties uit te
voeren.
WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire
of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met
dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze
instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met zich
meebrengen.
21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon.
Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante
veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van originele
reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk gevaar voor
de gebruiker.
Aanvullende veiligheidsregels voor verstekzagen
Het is belangrijk dat alle vergrendelingsknoppen en klemhandgrepen
vastzitten voordat u een bedieningshandeling start.
Controleer dat de arm stevig is vastgezet wanneer u schuine
zaagsneden uitvoert.
Bedien de machine niet als de beschermkap niet op z’’n plaats zit,
als de beschermkap niet werkt of als de beschermkap niet goed is
onderhouden.
Plaats nooit één van uw handen in de buurt van het zaagblad wanneer
de zaag is aangesloten op de stroomvoorziening.
Probeer nooit een machine die loopt, snel te stoppen door een stuk
gereedschap of een ander voorwerp tegen het zaagblad te houden; er
kunnen zich dan ernstige ongelukken voordoen.
Selecteer het juiste zaagblad voor het materiaal dat u wilt zagen.
Gebruik een houder of draag handschoenen wanneer u een zaagblad
of ruw materiaal hanteert.
92
Voer nooit schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit wanneer de
machine nog loopt en de kop niet in de ruststand staat.
Het voorste gedeelte van de beschermkap heeft langwerpige
openingen, zodat u beter zicht hebt tijdens het zagen. De beschermkap
vermindert het rondvliegen van houtresten aanzienlijk maar er zitten
openingen in de beschermkap en daarom moet u te allen tijde een
veiligheidsbril dragen wanneer u door de beschermkap kijkt.
Vervang de gemonteerde laser niet door andere typen laser. Reparaties
mogen alleen worden uitgevoerd door de fabrikant van de laser of door
een officiële reparateur.
Zaag nooit werkstukken korter dan 200 mm.
Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een
maximaal werkstukformaat van:
Hoogte 63 mm bij breedte 205 mm bij lengte 500 mm
Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een
geschikte aanvullende tafel, bijv. DE3474. Klem het werkstuk altijd
stevig vast.
Controleer tijdens het gebruik in verstekzaagstand dat het gedeelte
van het zaagblad, onder de tafel, volledig wordt omsloten door de
beschermkap (63) die in Afb.E wordt getoond.
Aanvullende veiligheidsregels voor zaagbanken
Let erop dat het zaagblad in de juiste richting draait en de tanden naar
de voorzijde van de zaagbank wijzen.
Het is belangrijk dat alle vergrendelingsknoppen en klemhandgrepen
vastzitten voordat u een bedieningshandeling start.
Het is belangrijk dat alle zaagbladen en flenzen schoon zijn en dat de
terugvallende zijden van de kraag tegen het zaagblad zitten. Draai de
moer van de spandoorn stevig vast.
Gebruik op juiste wijze geslepen zaagbladen. Let op het merkteken van
de maximumsnelheid op het zaagblad. De vermelde maximumsnelheid
moet altijd hoger zijn dan de snelheid die op het typeplaatje wordt
vermeld.
Gebruik de zaag nooit zonder dat de bovenste en onderste
beschermkap op hun plaats zitten.
Plaats nooit één van uw handen in de buurt van het zaagblad wanneer
de zaag is aangesloten op de stroomvoorziening.
Trek de stekker van de zaag uit stopcontact voordat u zaagbladen
verwisselt of onderhoud verricht.
Gebruik te allen tijde een aanduwstok en plaats vooral nooit uw handen
tijdens het zagen dichter dan op 200 mm van het zaagblad.
Probeer niet de zaag te gebruiken op een andere spanning dan die is
aangeduid.
Breng geen smeermiddelen op het zaagblad aan terwijl het loopt.
Reik nooit achter het zaagblad langs.
Houd de aanduwstok altijd op dezelfde plaats wanneer u hem niet
gebruikt.
Ga niet op de machine staan.
Tijdens transport is het belangrijk dat het bovenste gedeelte van het
zaagblad bedekt is, bijv. met de beschermkap.
Gebruik de bovenste beschermkap niet om de machine vast te pakken
of te transporteren.
Sponningen, sleuven en groeven zagen is niet toegestaan.
Controleer dat het spouwmes juist is afgesteld. Zaag nooit zonder dat
het spouwmes is gemonteerd.
Zaag nooit werkstukken kleiner dan 30 mm.
Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een
maximaal werkstukformaat van:
Hoogte 81 mm bij breedte 400 mm bij lengte 600 mm
Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een
geschikte aanvullende tafel, bijv. D271055 of D271058.
Aanvullende veiligheidsregels voor combinatiezagen
Zorg ervoor dat de machine stabiel staat voordat u de zaag gaat
gebruiken. Plaats de machine nooit op een ongelijke ondergrond. Zet,
zo nodig, de machine met 150mm lange inbusbouten vast op een
werkbank, in plaats van bouten.
Werk nooit met de machine als de beschermkappen niet op hun plaats
zitten, dit is vooral belangrijk na het overschakelen op een andere stand.
Houd de beschermkappen in een goede werkende staat en zorg voor
goed onderhoud.
Vervang de tafelinzet wanneer deze versleten is.
Controleer dat de arm stevig is vastgezet in de werkstand wanneer u de
zaag als tafelzaag gebruikt.
Zorg ervoor dat de arm stevig vastzit wanneer u de tafelzaag als
verstekzaag gebruikt.
Controleer dat de tafel goed is vergrendeld wanneer u de zaag in een
andere zaagstand zet.
Zaag nooit ferro- of non-ferro-materialen wanneer u de tafelzaag als
overlangszaag gebruikt.
Raadpleeg de instructiehandleiding voordat u een accessoire gebruikt.
Onjuist gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken.
Neem de maximumsnelheid die is gemarkeerd op het zaagblad, in acht.
Gebruik een houder of draag handschoenen wanneer u een zaagblad
hanteert.
Controleer dat het zaagblad in de juiste richting draait. Houd het
zaagblad scherp.
De maximaal toegestane snelheid van het zaagblad moet altijd gelijk zijn
of hoger zijn dan de niet-belaste snelheid van het gereedschap dat op
het typeplaatje wordt aangeduid.
Gebruik geen zaagbladen waarvan de afmetingen niet overeenstemmen
met de afmetingen die in de technische gegevens worden vermeld.
Gebruik geen tussenringen en asringen om een zaagblad passend
te maken voor de as. Gebruik alleen de zaagbladen die worden
opgegeven in deze handleiding, en die voldoen aan EN 847-1.
U kunt overwegen speciaal ontworpen zaagbladen toe te passen die
minder lawaai maken.
Gebruik geen HIGH SPEED-stalen zaagbladen.
Gebruik geen gescheurde of beschadigde zaagbladen.
Wanneer de zaagsnede is voltooid, laat u de schakelaar los en wacht u
tot het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u de kop laat
terugkeren in de bovenste ruststand.
Controleer dat de arm stevig is vastgezet wanneer u schuine
zaagsneden uitvoert.
Zet niet iets vast tegen de ventilator om de motoras vast te zetten.
De zaagbladbeschermkap op uw zaag zal automatisch omhoog gaan
wanneer de arm zakt, de kap zal over het zaagblad zakken wanneer de
arm wordt opgetild.
U kunt de beschermkap met de hand omhoog brengen wanneer u
zaagbladen monteert of verwijdert of als u de zaag wilt inspecteren.
Breng nooit de zaagbladbeschermkap met de hand omhoog als de
zaak niet is uitgeschakeld.
Houd de werkplek rond de machine opgeruimd en vrij van losse
materialen, zoals zaagsel en spaanders.
Controleer zo nu en dan dat de luchtsleuven van de motor schoon zijn
en dat er geen spaanders in zitten.
Trek de stekker van de machine uit het stopcontact voordat u
onderhoudswerk uitgevoerd of het zaagblad verwisselt.
Gebruik alleen zaagbladen die worden genoemd door de fabrikant.
Het spouwmes mag vooral niet dikker zijn dan de breedte van de
zaagsnede en niet dunner dan de body van het zaagblad.
Controleer dat de machine op een vlak oppervlak met voldoende
stabiliteit is geplaatst.
Gebruik geen schurende schijven of diamantschijven.
In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet u de
machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken.
Rapporteer de storing en breng een geschikte aanduiding op de
machine aan zodat andere mensen niet proberen de niet (goed)
functionerende machine te gebruiken.
Wanneer het zaagblad is geblokkeerd als gevolg van abnormale
aanvoerdruk tijdens het zagen, zet de machine dan uit en trek de
stekker uit het stopcontact. Verwijder het werkstuk en zorg voor vrijloop
van het zaagblad. Zet de machine aan start de zaagwerkzaamheden
weer met verminderde aanvoerdruk.
NEDERLANDS
93
Verwijder geen uitgezaagde of andere delen van het werkstuk uit het
zaaggebied terwijl de machine loopt en de zaagkop niet in rustpositie
staat.
Gebruik de machine niet zonder dat de poten zijn gemonteerd.
Zorg ervoor dat u altijd links of rechts van de zaaglijn staat.
Zorg voor voldoende algemene en plaatselijke verlichting.
Het is belangrijk dat de gebruiker voldoende getraind is in het gebruik,
de aanpassing en de bediening van de machine.
Schakel de machine uit wanneer u deze zonder toezicht achterlaat.
Controleer dat de LED voldoet aan EN 62471. Vervang de LED niet
door één van een ander type. Laat de LED-lamp, als deze beschadigd
is, repareren door een erkende reparatiemonteur.
Sluit de zaag aan op een stofopvangapparaat wanneer u hout zaagt.
Houd altijd rekening met factoren die van invloed zijn op de blootstelling
aan stof, zoals:
-– type materiaal dat moet worden bewerkt (spaanplaat produceert
meer stof dan hout);
-– scherpte van het zaagblad;
-– juiste afstelling van het zaagblad,
-– stofafzuiging met luchtsnelheid van niet minder dan 20 m/s.
Controleer dat de lokale afzuiging en ook kappen, schermen en kokers
goed zijn afgesteld.
Zaag nooit een lichte legering, vooral niet magnesium.
Overige risico’s
De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van zagen:
letsel veroorzaakt door aanraken van ronddraaiende delen
Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en de
implementatie van veiligheidsmiddelen kunnen sommige overige risico’s niet
worden vermeden. Dit zijn:
Gehoorsbeschadiging.
Risico op ongevallen veroorzaakt door onbedekte delen van het
draaiende zaagblad.
Risico op letsel bij het verwisselen van het blad.
Risico dat de vingers gekneld raken bij het openen van de
beschermkappen.
Gezondheidsrisico’s die worden veroorzaakt door het inademen van stof
dat vrijkomt bij het zagen van hout, met name eik, beuk en MDF-platen.
De volgende factoren zijn van invloed op de geluidsproductie:
Het te zagen materiaal.
Het type zaagblad.
De aanvoerdruk.
De volgende factoren verhogen het risico van ademhalingsproblemen:
Geen stofafzuiging bevestigd wanneer u hout zaagt
Onvoldoende stofafzuiging doordat uitlaatfilters niet zijn gereinigd
Versleten zaagblad.
Werkstuk wordt niet nauwkeurig geleid.
Markering op het gereedschap
De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld:
Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik.
Draag gehoorbescherming..
Draag oogbescherming.
Draagpunt
Houd handen weg bij zaagblad.
O/I
Wanneer u de machine als verstekzaag gebruikt, is het
belangrijk dat u de machine in- en uitschakelt (ON en
OFF) met de schakelaar in de handgreep. Gebruik niet
de schakelkast in deze stand. De ON/OFF-schakelaar
die zich in het machine-frame bevindt is alleen bedoeld
voor gebruik als tafelzaag.
Wanneer u de machine gebruikt als verstekzaag, is
het belangrijk dat het spouwmes in de ruststand is
vastgezet.
Gebruik de zaag nooit als verstekzaag wanneer de
beschermkap niet is geplaatst.
POSITIE DATUMCODE [AFB. (FIG. ) A1]
De datumcode (143), die ook het jaar van fabricage bevat, is binnen in de
behuizing geprint.
Voorbeeld:
2012 XX XX
Jaar van fabricage
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Gedeeltelijk gemonteerde machine
1 Doos met:
1 Beschermkap voor gebruik in tafelzaagstand
1 Beschermkap voor onder de tafel bij gebruik in de verstekstand
4 Poten
2 Wielen
4 Voeten
1 Parallelaanslag
1 Materiaalklem
1 Handleiding
1 Onderdelentekening
Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op
transportschade.
Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de
machine gaat werken.
Beschrijving (fi g. A1 - A11)
A1
1 Aan/uit-schakelaar (tafelzaagmodus)
2 Hendel tafelontgrendeling
3 Draaitafelklem
4 Verstektafel
5 Draaitafel
6 Parallelgeleiding rechts
7 Parallelgeleiding links
8 Beweegbare onderste beschermkap
9 Ontgrendeling beschermkap
10 Bedieningshendel
142 Resetknop voor stroomonderbreking
143 Datumcode
A2
10 Bedieningshendel
11 Bedieningsschakelaar (verstekzaagmodus)
12 Vaste bovenste zaagbladbescherming
NEDERLANDS
94
13 Stofafzuigadapter
14 W iel
15 Poot
16 Voet
17 Klemhandgreep van de hoek
A3
17 Klemhandgreep van de hoek
18 Diepte-instelsysteem
19 Zaagtafel
20 Spouwmes
21 Bovenste beschermkap
22 Parallelaanslag
23 Duwhout
Opties
A4
Gebruik als verstekzaag:
30 Aanslaginzetstuk (DE7120)
A5
31 Verstelbaar statief 760 mm (max. hoogte) (DE3474)
32 Steungeleidestangen 1.000 mm (DE3494)
33 Steungeleidestangen 500 mm (DE3491)
34 Omklapbare steun (DE3495)
35 Wegklapbare aanslag (DE3462)
36 Lengte-aanslag voor korte werkstukken (alleen te gebruiken met de
geleidestangen [33]) (DE3460)
37 Steun met verwijderbare aanslag (DE3495)
38 Steun met verwijderde aanslag (DE3495)
A6
40 Rollentafel (DE3497)
Gebruik als zaagtafel:
A7
41 Verstekgeleider (D271052)
A8
42 Tafeluitbreiding (D271058)
A9
43 Aanvoertafel (D271055)
Duwstokken (DE3454) (niet afgebeeld)
Voor alle toepassingen:
A10
44 3-weg stofafzuigkit (D271054)
A11
144 LED-werklampsysteem
BEDOELD GEBRUIK
Uw D
EWALT D27107-combinatiezaag is ontworpen als verstekzaag of
zaagtafel voor het gemakkelijk, nauwkeurig en veilig uitvoeren van de vier
belangrijkste zaagwerkzaamheden, te weten overlangszagen, afkorten,
afschuinen en verstekzagen.
Het apparaat is ontworpen voor gebruik met een hardmetaal zaagblad met
nominale zaagbladdiameter van 305 mm, voor het professioneel zagen van
hout, houtproducten en kunststoffen.
NIET GEBRUIKEN bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid van
ontvlambare vloeistoffen of gassen.
Deze combinatiezagen zijn professioneel elektrisch gereedschap.
LAAT NIET kinderen in contact met het gereedschap komen. Toezicht is
vereist als onervaren operators dit gereedschap bedienen.
WAARSCHUWING: Gebruik de machine niet voor andere
doeleinden dan waarvoor zij is bedoeld.
Dit product is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder
kinderen) die verminderde fysieke, sensorische of psychische
vermogens hebben of die het ontbreekt aan ervaring en/of kennis of
bekwaamheden, als dat niet gebeurt onder toezicht van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen mogen nooit alleen
worden gelaten met dit product zodat ze ermee zouden kunnen spelen.
VERSTEKZAAGMODUS
In de verstekzaagmodus wordt de machine gebruikt in verticale, verstekzaag
of schuine hoek stand.
ZAAGBANKMODUS
Omgedraaid op zijn middenas wordt de zaagmachine gebruikt om
standaard trekzaaghandelingen uit te voeren en voor het zagen van brede
stukken door het werkstuk handmatig tegen het zaagblad te voeren.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer altijd
of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het typeplaatje.
Uw DEWALT gereedschap s dubbel geïsoleerd in
overeenstemming met EN 61029; daarom is geen aarding nodig.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door een
speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de D
EWALT servicedienst.
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd 3-aderig
verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomvoorziening van dit gereedschap
(zie Technische gegevens). De minimale geleidergrootte is 1,5 mm
2
; de
maximale lengte is 30 m.
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen.
MONTAGE
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen
schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de
machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert,
voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties
uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT)
positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
Uitpakken van machine en onderdelen
WAARSCHUWING: Riskeer niet dat u zich blesseert, vraag
altijd hulp wanneer u de machine moet verplaatsen.
Verwijder het losse verpakkingsmateriaal uit de doos.
Til de machine uit de doos.
Verwijder de doos met onderdelen uit de binnenkant van de machine.
Verwijder resterend verpakkingsmateriaal uit de machine.
De voeten monteren (afb. A2, B, B1)
Wanneer u de voeten en poten van de zaagtafel zijn gemonteerd, kunt u
de machine ook op een werkblad plaatsen. Bevestig de machine op een
werkblad, zodat u er veilig mee kunt werken.
WAARSCHUWING: Werk nooit met de machine wanneer deze
niet op een werkblad is bevestigd. De aanvoerdruk zal de zaag
instabiel maken als deze niet op een werkblad is bevestigd.
Zet de machine ondersteboven.
Plaats een voet (16) op elk van de montageposities (51) op de basis
Schuif een moer (52) in de sleuven (53) die zich boven de
montageposities bevinden
Steek een bout (54) voorzien van een ring (55) in de voeten.
Draai de bouten aan
Monteer de poten zoals hier onder wordt beschreven.
Vouw de poten zoals hieronder wordt beschreven
NEDERLANDS
95
Zet de machine rechtop
Steek een bout van 8mm en een minimumlengte van 120mm (49) in
de voeten op elk van de montageposities (fig. B1).
Draai de bouten aan
Monteren van de poten (fi g. C1 & C2)
Met de poten gemonteerd is de machine geschikt voor plaatsing als
zelfstandige machine.
Draai de machine ondersteboven.
Monteer de poten zoals hieronder beschreven. Wees erop bedacht dat
de voor- en de achterpoten van verschillende lengte zijn. De achterpoten
zijn iets langer dan de voorpoten. Zorg ervoor dat u de poten op de
juiste plaats monteert.
Zet de machine rechtop. Zorg dat deze waterpas is; stel zonodig de
hoogte van een steunpoot bij .
Achterpoten
Plaats een poot (15) aan elk van de montagepunten (56) op de
onderste randen aan de binnenkant van het onderstel (fi g. C1).
Steek een slotbout (57) vanaf de buitenkant door de gaten in het frame
en de poten.
Plaats een beugel (58) en een vergrendelknop (59) op de bouten.
Draai de vergrendelknoppen vast.
Voorpoten
Plaats een poot (15) aan elk van de montagepunten (56) op de
bovenste randen aan de binnenkant van het onderstel (fi g. C2).
Plaats een beugel (58) over de poten.
Steek een slotbout (57) vanaf de binnenkant door de gaten in de
beugels, de poten en het frame.
Plaats een vergrendelknop (59) op de bouten.
Draai de vergrendelknoppen vast.
De poten invouwen (afb. C3,C4)/Montage op een werkbank (afb. B1)
De poten kunnen in de bodemplaat worden gevouwen zodat de machine
geschikt is voor gebruik op een werkbank.
Zet de machine ondersteboven.
Maak de vergrendelknop (59) van de eerste poot (15) los.
Vouw de poot naar binnen
Maak de vergrendelknop vast
Herhaal dit voor de andere poten.
Zet de machine rechtop
Zet door de beide gaten (49) in de poten de machine vast met bouten
van een diameter van 8 mm en van minimaal 150 mm lang.
Voorkom vastlopen en onnauwkeurige resultaten, let er vooral op dat het
montageoppervlak niet krom of op een andere manier ongelijk is.
Monteren van de wielen (fi g. D)
Plaats een wiel (14) op de assen (60) aan beide zijden van de machine.
Bevestig een sluitring (61) en een moer (62) aan het draadeind van de
assen.
Draai de moeren vast met behulp van de meegeleverde spansleutel.
Montage voor verstekzaagmodus
Monteren van de beschermkap onder de tafel (fi g. E)
De beschermkap (63) wordt op de zaagtafel bevestigd.
Plaats de twee bevestigingmiddelen aan de linkerkant van de
beschermkap in de sleuven (64) aan de linkerkant van de zaaggleuf (65).
Draai de plastic schroeven linksom.
Plaats de beschermkap vlak op tafel en druk het bevestigingsmiddel
in de sleuf (66) aan de rechterkant van de zaaggleuf. Draai de plastic
schroeven rechtsom.
Draai de schroeven rechtsom en verwijder de beschermkap.
Omdraaien van de zaagkop en de tafel (fi g. F1 - F4)
Houd de zaagtafel (19) met een hand tegen en duw de hendel (2) naar
rechts (fi g. F1).
Duw de tafel aan de voorkant (fi g. F2) naar beneden en draai ze
volledig om totdat het motorblok boven komt en de plaat (67) in de
uitsparingen van de tafelvergrendeling (68) valt (fi g. F3).
Duw de hendel (69) naar achteren terwijl u de zaagkop vasthoudt totdat
de geveerde lagereenheid uit (70) de houder kan worden gelicht
(fi g.F4).
Zet de lagereenheid omhoog.
Houd de zaagkop tegen en laat hem door de veerdruk voorzichtig
omhoog bewegen tot in de rustpositie.
Monteren van het zaagblad (fi g. G1 - G4)
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te
verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast
of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de
hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING:
Verwissel altijd zaagbladen wanneer de machine In de stand
voor verstekzagen staat.
Druk nooit de asvergrendelingsknop in terwijl het zaagblad
wordt aangedreven of uitloopt.
Zaag geen ijzerhoudende metalen (materialen die ijzer of staal
bevatten) of metselwerk of vezelcementproducten met deze
verstekzaag.
De tanden van een nieuw zaagblad zijn zeer scherp en kunnen
gevaarlijk zijn.
Maak de onderste beschermkap (8) los door de
hoofdontgrendelingshendel (9) in te drukken, breng daarna de
onderste beschermkap zover mogelijk omhoog (afb G1).
Druk, wanneer u de onderste beschermkap omhoog houdt, de
asvergrendelingsknop (74) met één hand in, draai vervolgens
met de meegeleverde steeksleutel in de andere hand de
zaagbladvergrendelingsschroef (73) naar rechts los.
WAARSCHUWING: Druk, als u de asvergrendeling wilt
gebruiken, de knop in zoals wordt getoond en draai de as met
de hand tot u voelt dat de vergrendeling ingrijpt.
Blijf de vergrendelingsknop ingedrukt houden als u wilt dat de as niet
draait (74, afb. G1).
Verwijder de vergrendelingsschroef van het zaagblad (73) en de
buitenste kraag van de spandoorn (75).
Plaats het zaagblad (76) op de zaagbladadapter (77) die tegen de
binnenste kraag van de spandoorn (78) is gemonteerd, en let er
daarbij op dat de tanden van de onderste rand van het zaagblad naar
de achterzijde van de zaag wijzen (weg van de gebruiker).
Plaats de buitenste kraag van de spandoorn (75) weer.
Draai de vergrendelingsschroef (73) van het zaagblad zorgvuldig aan
door deze naar links te draaien terwijl u de asvergrendeling vasthoudt
met uw andere hand.
Til de onderste beschermkap omhoog.
WAARSCHUWING: Bedenk dat het zaagblad alleen op de
voorgeschreven manier moet worden vervangen. Gebruik alleen
zaagbladen die worden aangeduid bij Technische Gegevens;
aanbevolen wordt Cat. nr.: DT4260
Montage voor verstekzaagmodus
Deze verstekzaagmachine is in de fabriek nauwkeurig afgesteld. Als zij
als gevolg van het transport of om andere redenen toch opnieuw moet
worden afgesteld, dient dit te gebeuren zoals hieronder beschreven.
De instelling zou nu niet meer moeten verlopen.
NEDERLANDS
96
Controleren en instellen van het zaagblad t.o.v. de parallelgeleiding
(fi g. H1 - H3)
Draai de verstekhendel (79) los en druk de verstekgrendel (80) in om de
draaitafel (5) vrij te zetten (fi g. H1).
Draai de draaitafel totdat deze in de stand 0° verstek wordt vergrendeld.
Maak de knop niet vast.
Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (81)
valt.
Plaats een winkelhaak (82) tegen de parallelgeleiding links (7) en het
zaagblad (76) (fi g. H2).
WAARSCHUWING: Laat de winkelhaak niet in aanraking
komen met de tanden van het zaagblad.
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai de schroeven (83) los (fi g. H3) en beweeg de draaitafel met
verstekschaal naar links of naar rechts, totdat de met de winkelhaak
gemeten hoek tussen het zaagblad en de parallelgeleiding 90°
bedraagt (fi g. H2).
Draai de schroeven (83) weer vast (fi g. H3). Let hierbij nog niet op de
uitlezing van de verstekwijzer.
Instellen van de verstekwijzer (fi g. H1 & H4)
Draai de verstekhendel (79) los en druk de verstekgrendel (80) in om de
draaitafel (5) vrij te zetten (fi g. H1).
Laat de verstekvergrendeling in de juiste positie klikken door de
verstekarm langs de nulstand te draaien, terwijl de verstekknop nog
niet vastgezet is.
Kijk naar de wijzer (84) en de verstekschaal (85) (fi g. H4). Als de wijzer
niet exact nul aanwijst, draai dan de schroef (86) los, beweeg de wijzer
zodat hij 0° aangeeft en draai de schroef vast.
Controleren en instellen van het zaagblad t.o.v. het tafelblad
(fi g. I1 – I3)
Draai de afschuinklemknop (17) los (fi g. I1).
Druk de zaagkop naar rechts zodat deze volledig verticaal is en zet de
klemhandgreep van de hoek vast.
Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (81)
valt.
Plaats een winkelhaak (82) op de zaagtafel en tegen het zaagblad (76)
(fi g. I2).
WAARSCHUWING: Laat de winkelhaak niet in aanraking
komen met de tanden van het zaagblad.
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai de afschuinklemknop (17) (fi g. I1) los en draai de aanslagschroef
verticale-positieafstelling (87) (fi g. I3) in of uit totdat de met de
winkelhaak gemeten hoek tussen het zaagblad en het tafelblad 90°
bedraagt (fi g. I2).
Als de stand van de afschuinwijzer (88) op de afschuinschaal (89) niet
gelijk is aan 0, draai dan de borgschroef (90) los en stel de wijzer op 0
in (fi g. I3).
Instellen van de parallelgeleiding (fi g. J)
Het bovenste deel van de linker parallelgeleiding kan naar links worden
bijgesteld. Zo kan ruimte worden gemaakt om de zaag tot de maximale
verstekpositie van 48° te kunnen draaien. Om de parallelgeleiding (7) in te
stellen:
Draai de klemknop van de parallelgeleiding (91) los en schuif het
bovenste deel van de parallelgeleiding naar links.
Voer een test uit met UITgeschakelde zaag en kijk hoe groot de
beschikbare ruimte is. Zet de parallelgeleiding op een zo klein mogelijke
afstand van het zaagblad, zonder de op- en neerwaartse beweging van
de zaagarm te belemmeren. Zo wordt het werkstuk optimaal gesteund.
Draai de knop stevig aan.
WAARSCHUWING: De geleidegroef (92) van de
parallelgeleiding kan verstopt raken met zaagsel. Gebruik een
stokje of wat lage-druklucht om deze groef schoon te maken.
Controleren en aanpassen van de afschuinhoek (fi g. I1, J, K & L)
Draai de klemknop van de parallelgeleiding (91) los en schuif het
bovenste deel van de parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links (fi g. J).
Maak de afschuinklemknop (17) los (fi g. I1), schuif de aanslag
tussenliggende afschuinpositie (93) opzij en beweeg de zaagarm naar
links, totdat de hoekpositie-aanslag (94) tegen de aanslag afstelling
afschuinpositie (95) rust (fi g. K). Dit is de 45° afschuinpositie.
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai indien nodig de aanslagschroef afschuinpositie (95) in of uit totdat
de wijzer (88) 45° aanwijst terwijl de hoekpositie-aanslag tegen de
aanslag afstelling afschuinpositie rust.
Controleren en aanpassen van de tussenliggende afschuinhoek
(fi g. I1, J & L)
De tussenliggende afschuinhoek is vooringesteld op 30° en maakt een
snelle instelling voor het zagen van plafondsierlijsten mogelijk.
Draai de klemknop van de parallelgeleiding (91) los en schuif het
bovenste deel van de parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links (fi g. J).
Maak de afschuinklemknop (17) los (fi g. I1), schuif de aanslag
tussenliggende afschuinpositie (93) op zijn plaats en beweeg de
zaagarm naar links, totdat de hoekpositie-aanslag (96) tegen de
aanslag tussenliggende afschuinpositie (93) rust (fi g. L). Dit is de 30°
afschuinpositie.
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai indien nodig de aanslagschroef afschuinpositie (96) in of uit totdat
de wijzer (88) 30° aanwijst terwijl de aanslag afstelling afschuinpositie
op de aanslag tussenliggende afschuinpositie rust.
Montage voor gebruik als tafelzaag
Omstellen van verstekzaag tot tafelzaag (fi g. A1, M1 - M5)
Plaats het zaagblad in 0° afkortstand met de draaitafelklem (3)
vastgedraaid (fi g. A1).
Draai de spouwmesvergrendelknop (97) zover los dat het spouwmes in
de montagesleuf kan schuiven (fi g. M1).
Verwijder het spouwmes (20) uit zijn opbergpositie in de binnenkant
van het onderstel.
Druk de beschermkap-ontgrendeling (9) in om de zaagbladbescherming
(8) vrij te geven. Trek de zaagbladbescherming nu zo ver mogelijk
omhoog (fi g. A1).
Schuif de spouwmessteun (98) in de montagesleuf (99) (fi g. M1).
Draai de klemknop vast.
Duw de hendel (100) om het geveerde bovenste deel van de geleiding
(7) tegen de draaitafel te laten rusten (fi g. M2).
Trek de zaagkop omlaag.
Duw de hendel (69) naar achteren (fi g. M3).
Duw de lagereenheid (70) naar beneden totdat de sleuven (101) in de
locaties (102) vallen (fi g. M3).
WAARSCHUWING: Het zaagblad mag niet tegen de onderste
beschermkap aanschuren.
Trek de hendel (2) naar rechts, til de voorkant van de tafel (4) (fi g.M4)
omhoog en kantel het geheel over 180° totdat de plaat van de
tafelvergrendeling (68) automatisch in de grendel grijpt en het tafelblad
in de tafelzaagmodus vergrendelt (fi g. M5).
Verwijder de beschermkap onder de tafel.
Instellen van het spouwmes (fi g. N1 & N2)
WAARSCHUWING: Indien het nodig is het spouwmes (20) in
te stellen, kunt u de machine het beste in de verstekzaagmodus
draaien (fig. N2). Ga verder zoals beschreven in de paragraaf
“Omstellen van tafelzaag tot verstekzaag”.
NEDERLANDS
97
De juiste positie van de bovenkant van het spouwmes is niet meer dan 2mm
onder de hoogste tand van het blad en met het lichaam van de straal
maximaal 3 - 8 mm van de uiteinden van de tanden van het zaagblad
(fi g. N1).
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai de bouten (104) los om de horizontale positie van het spouwmes
in te stellen.
Draai de bouten (103) los om de verticale positie van het spouwmes in
te stellen.
Draai de bouten stevig aan.
Monteren van de bovenste zaagbladbescherming (fi g. O)
De bovenste zaagbladbescherming (21) is ontworpen voor een snelle en
makkelijke montage aan het spouwmes (20) wanneer de machine staat
opgesteld voor de tafelzaagmodus.
Breng de sleuf in de achterkant van de beschermkap op een lijn met
het spouwmes, terwijl u de beschermkap verticaal houdt.
Laat de beschermkap over het spouwmes (20) zakken. Zorg ervoor dat
de as van de bout in de uitsparing valt.
Draai de beschermkap in horizontale positie.
WAARSCHUWING: Gebruik de machine nooit als tafelzaag
zonder deze beschermkap.
Monteren en afstellen van de zij-aanslag (fi g. P1 - P5)
De parallelaanslag (22) kan aan beide kanten van het zaagblad worden
geplaatst.
Schuif de houder (107) erop van links of rechts (fi g. P1). De klemplaat
haakt vast achter de voorrand van de tafel.
Schuif de aanslag vlak tegen het zaagblad aan.
Duw de hendel (108) omlaag om de aanslag op zijn plaats te
vergrendelen.
Controleer of de geleider parallel aan het blad loopt.
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai de blokkeerknoppen (109) los en schuif de aanslag naar achteren
om toegang te verkrijgen tot de afstelbouten (110) in de bovenkant van
de aanslag (fi g. P2).
Draai met behulp van de steeksleutel de stelbouten los die de
aanslaghouder op de geleidersteun vastzetten.
Pas de geleider zodanig aan, dat deze parallel aan het blad loopt door
de afstand tussen het blad en de geleider aan de voorkant en aan de
achterkant van het blad te controleren.
Zet zodra de aanpassing is uitgevoerd de stelbouten weer vast en
controleer nogmaals of de geleider parallel aan het blad loopt.
Controleer of de wijzer (111) nul aanwijst op de schaal (fi g. P3).
Als de wijzer niet exact nul aanwijst, draai dan de schroef (112) los,
beweeg de wijzer zodat hij 0° aangeeft en draai de schroef vast.
De standaard opstelling van de aanslag is aan de rechterkant van het
zaagblad. Om de aanslag voor gebruik aan de linkerkant van het zaagblad
voor te bereiden, gaat u als volgt te werk (fi g. P4):
Verwijder de blokkeerknoppen (109).
Schuif het aanslagprofi el (113) uit de klemsteun.
Draai de klemsteun (114) om en breng de blokkeerknoppen weer aan.
Schuif de aanslag op de klemsteun.
Draai de knoppen aan.
De aanslag is omkeerbaar: het werkstuk kan langs de aanslagkant van
75 mm hoog of langs de aanslagkant van 11 mm hoog worden geleid,
zodat het duwhout ook bij het langszagen van dunne werkstukken kan
worden gebruikt (fi g P5).
Draai, om de zijde van 11 mm te gebruiken, de blokkeerknoppen (109)
los en schuif de aanslag (113) uit de klemsteun (114).
Draai de aanslag en laat de klemsteun weer in de groef vallen,
zoals weergegeven (fi g. P5).
Schuif, om de volledige hoogte van 75 mm te gebruiken, de aanslag
met de brede zijde verticaal in de klemsteun (fi g. P4).
WAARSCHUWING: Gebruik het 11 mm profiel om bij het
zagen van dunne werkstukken ervoor te zorgen dat tussen het
zaagblad en de aanslag nog ruimte is voor het duwhout.
De achterkant van de aanslag moet gelijk zijn met de voorkant
van het spouwmes.
Monteren en aanpassen van de verstekaanslag (fi g. Q1 - Q4)
De verstekaanslag (D271052) is als optie verkrijgbaar. De verstekaanslag
(41) kan worden gebruikt voor verstekzagen wanneer de machine in de
tafelzaagmodus staat (fi g. Q1).
Draai de klemknop (115) los en zwaai de geleidestang (116) uit (fi g. Q2).
Draai de klemknop vast.
Schuif de aanslag aan de linkerkant op de tafel (fi g. Q3).
Draai de blokkeerknop (117) los.
Plaats een winkelhaak (82) tegen de aanslag (41) en het zaagblad (76).
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai de moer (118) een aantal slagen los en draai de aanslagschroef
rechte-hoekafstelling (119) (fi g. Q4) in of uit totdat de met de
winkelhaak gemeten hoek tussen de geleider en het zaagblad 90°
bedraagt (fi g. Q3).
Draai de knop (117) vast.
Controleer of de wijzer (120) nul aanwijst op de schaal (121). Indien
nodig nastellen.
Omstellen van tafelzaag tot verstekzaag (fi g. A3, E & M1)
Verwijder de parallelaanslag (22) of de verstekaanslag, indien
aangebracht (fi g. A3).
Verwijder de bovenste beschermkap (21).
Plaats de beschermkap (63) terug onder de zaagtafel (fi g. E).
Ga te werk als beschreven in “Omdraaien van de zaagkop en tafel”.
Draai de spouwmesvergrendelknop (97) los en verwijder het spouwmes
(20), terwijl u de zaagbladbescherming (8) vasthoudt (fi g. M1).
Laat de zaagbladbescherming zakken.
Plaats het spouwmes (20) in zijn opbergpositie in de binnenkant van
het onderstel (fi g. A3).
ABEDIENING
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING: Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht
en houdt u aan de geldende voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te
verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast
of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de
hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING:
Zet het werkstuk stevig vast.
Oefen geen overmatige druk uit op de machine. Geef geen
zijdelingse druk op het zaagblad.
Voorkom overbelasting.
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw
ergonomische condities waar het betreft hoogte en stabiliteit van het
werkblad. De plaats van de machine moet zo worden gekozen dat de
gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de machine
heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk.
Verminder de effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat de
omgevingstemperatuur niet te koud is, de machine en de accessoires goed
zijn onderhouden en dat de omvang van het werkstuk geschikt is voor deze
machine.
Voor gebruik:
Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten
zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum
toerental van de machine.
NEDERLANDS
98
Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit.
Forceer het zagen niet.
Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
In- en uitschakelen (fi g. A1, R1 - R3)
De machine heeft twee onafhankelijke schakelsystemen. In de
verstekzaagmodus wordt de bedieningsschakelaar (11) gebruikt (fi g. R1).
In de tafelzaagmodus wordt de aan/uit-schakelaar (1) gebruikt (fi g. R2). In
de schakeldoos is een bescherming tegen overbelasting van de motor met
handmatige reset geïntegreerd. Neem de volgende maatregelen bij een
stroomonderbreking:
- Controleer of de machine is uitgeschakeld.
- Druk op de resetknop (142).
Verstekzaagmodus (fi g. R1)
De schakelaar is voorzien van een gat (122) om een hangslot door te
steken om de schakelaar uit bedrijf te vergrendelen.
Druk de bedieningsschakelaar (11) in om de machine te starten.
Stop de machine door de schakelaar los te laten.
Tafelzaagmodus (fi g. R2 & R3)
De aan/uit-schakelaar biedt een aantal voordelen:
- Spanningsloze uitschakeling: wordt de spanning om een of andere
reden uitgeschakeld, dan moet de schakelaar opnieuw ingedrukt
worden.
- extra veiligheid: het veiligheidsdeksel (123) kan worden vergrendeld
door een hangslot door de gaten (124 & 125) te steken. Het deksel
dient tevens als makkelijk te lokaliseren noodstopknop; door een druk
op de voorzijde van het deksel wordt de uitschakelknop ingedrukt.
Druk op de groene startknop (126) om de machine in te schakelen.
Druk op de rode stopknop (127) om de machine uit te schakelen.
Vergrendelen van de schakelaars
Om onbevoegd gebruik van de machine te voorkomen, vergrendelt u
beide schakelaars met behulp van hangsloten.
Basis zaagsneden
Zagen in de verstekzaagmodus
Het is gevaarlijk en verboden om de zaag zonder beschermkappen
te gebruiken. Let erop dat de beschermkappen juist zijn gemonteerd
alvorens met zagen te beginnen.
Zorg ervoor dat de beschermkap onder de tafel niet verstopt raakt met
zaagsel.
Zet het werkstuk altijd klem wanneer u niet-ijzerhoudende metalen zaagt.
Algemene bediening
- Bij gebruik als verstekzaag wordt de zaagkop automatisch vergrendeld
in de bovenste ruststand.
- De zaagkop wordt ontgrendeld door de beschermkap-ontgrendeling in
te drukken. De beweegbare onderbeschermkap wordt geopend door
de zaagkop te bewegen.
- Probeer nooit de onderste beschermkap tegen te houden wanneer deze,
na het voltooien van de zaagsnede, weer naar rustpositie terugkeert.
- Het afgezaagde materiaal moet minimaal 10 mm lang zijn.
- Voor het zagen van korte werkstukken (min. 190 mm links of rechts van
het zaagblad), raden wij u aan de optionele materiaalklem te gebruiken.
- Bij het zagen van dunwandige PVC profi elen is het aan te bevelen
een houtprofi el onder het materiaal te plaatsen, zodat het wordt
ondersteund op die punten waar dit vereist is.
Het werkstuk vastklemmen (fi g. A5, Z)
WAARSCHUWING: Een werkstuk dat voor een zaagsnede is
vastgeklemd, uitgebalanceerd en bevestigd, kan uit balans raken
wanneer de zaagsnede is voltooid. Een niet-uitgebalanceerde
belasting kan de zaag of alles waar de zaag op is bevestigd,
zoals een tafel of een werkbank, doen kantelen. Ondersteun,
wanneer u een zaagsnede maakt die het werkstuk uit de
balans kan brengen, het werkstuk goed en zorg ervoor dat de
zaag stevig met bouten is vastgezet op een stabiel oppervlak.
Persoonlijk letsel kan het
gevolg zijn.
WAARSCHUWING: De klemvoet moet steeds boven de
grondplaat van de zaag vastgeklemd blijven, wanneer de
klem wordt gebruikt. Klem het werkstuk altijd vast op de
grondplaat van de zaag – niet op een andere onderdeel van het
werkgebied. Controleer dat de klemvoet niet op de rand van de
grondplaat van der zaag is geklemd.
VOORZICHTIG: Gebruik altijd een werkklem zodat u de
controle behoudt en het risico van beschadiging van het
werkstuk en van persoonlijk letsel beperkt, als u uw handen op
een afstand van minder dan 160 mm van het zaagblad moet
houden tijdens het zagen.
Gebruik de materiaalklem (39) die bij uw zaag wordt geleverd. Andere
hulpmiddelen zoals veerklemmen, lijmklemmen of klemschroeven kunnen
waarschijnlijk goed van pas komen bij materiaal van bepaalde afmetingen
en vormen. De linkse en rechtse langsgeleiding schuiven langs en kunnen
helpen bij het vastklemmen.
KLEM PLAATSEN
1. Steek de klem in het gat achter de langsgeleiding. De klem moet naar
de achterzijde van de verstekzaag wijzen. Controleer dat de groef
volledig in de grondplaat van de verstekzaag is gestoken. Als de groef
zichtbaar is, zit de klem niet goed vast.
2. Draai de klem 180º naar de voorzijde van de verstekzaag.
3. Draai de knop los zodat u de klem omhoog en omlaag kunt aanpassen,
stel vervolgens de klem nauwkeurig af op het werkstuk door middel van
de fijnafstellingsknop.
OPMERKING: Plaats de klem op de juiste zijde van de grondplaat bij
het schuin afzagen. PROBEER ALTIJD EERST ZAAGSNEDEN UIT (ZAAG
UITGESCHAKELD) VOORDAT U ZE UITVOERT, ZODAT U HET PAD VAN
HET ZAAGBLAD KUNT CONTROLEREN. CONTROLEER DAT DE KLEM
NIET DE WERKING VAN DE ZAAG OF DE BESCHERMKAP VERHINDERT.
Verticale rechte afkortsnede (fi g. S1)
Draai de verstekknop (79) los en druk de verstekgrendel (80) in.
Zet de verstekgrendel in de 0°-positie en zet de verstekknop vast.
Plaats het te zagen hout tegen de geleider (7).
Houd het bedieningshandvat (10) vast en druk de beschermkap-
ontgrendeling (9) in.
Druk op de bedieningsknop (11) om de motor aan te zetten.
Druk de zaagkop naar beneden om door het hout te zagen.
Het zaagblad gaat de sleuf (81) in.
Laat na het zagen de knop los en wacht tot het zaagblad volledig tot
stilstand is gekomen voordat u de zaagkop laat terugkeren naar zijn
bovenste rustpositie.
Verticaal zagen met verstek (fi g. S2)
Draai de verstekknop (79) los en druk de verstekgrendel (80) in.
Beweeg de draaitafel naar links of naar rechts om de juiste hoek in te
stellen.
De vaste verstekgrendelposities zijn 15°, 22,5°, 35,3° en 45° zowel
links als rechts. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig
vast en zet hem vast door de verstekknop vast te zetten.
Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekknop is vastgezet.
Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
WAARSCHUWING: Wanneer u het einde van een stuk hout
verstekzaagt en slechts een klein stuk hout afzaagt, plaats het
hout dan vooral zo dat het af te zagen stuk zich bevindt aan de
zijde van het zaagblad met de grotere hoek naar het scherm:
NEDERLANDS
99
links verstek af te zagen stuk naar rechts.
rechts verstek af te zagen stuk naar links.
Zagen met afschuining (fi g. A2, S3)
De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 48° naar links en 2° naar
rechts. Hierbij kan de draaitafel tussen 0° en maximaal 45° naar links of
rechts worden ingesteld.
Draai de klemknop van de parallelgeleiding (91) los en schuif het
bovenste deel van de parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links.
Draai de afschuinklemknop (17) los en stel de afschuinhoek op de
gewenste waarde in.
Draai de afschuinklemknop stevig vast.
Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
Dubbele versteksnede (fi g. T1 - T4)
Een gecombineerde versteksnede is een snede waarbij de verstekhoek
(fi g. T1) en de afschuinhoek (fi g. T2) tegelijkertijd worden gebruikt.
Deze soort zaagsnede wordt gebruikt voor het zagen van lijsten of dozen
met schuine kanten zoals aangegeven in fi g. T3.
WAARSCHUWING: Als de zaaghoek telkens verschillend
is, moet u er op letten dat de afschuinklemknop en de
verstekklemknop stevig aangedraaid zijn. De knoppen moeten
na elke verandering van de verstek- c.q. afschuinhoek worden
vastgezet.
De onderstaande grafi ek helpt u bij het kiezen van de juiste afschuin-
en verstekinstellingen voor een aantal gebruikelijke hoeken.
U gebruikt de grafi ek door de gewenste hoek “A” (fi g. T4) voor uw
project te kiezen en deze hoek op de juiste curve in de grafi ek te
vinden. Ga van dat punt recht naar boven of beneden om de juiste
afschuinhoek te vinden en recht naar links of rechts om de juiste
verstekhoek te vinden.
Stel de zaag in op de voorgeschreven hoeken en maak enkele
proefsneden.
Oefen met het in elkaar zetten van de gezaagde delen.
Voorbeeld: Maak een vierzijdige doos met buitenhoeken van 25°
(hoek “A”) (fi g. T4), gebruik de bovenste boog rechts. Zoek 25° op
de boogschaal. Volg de horizontale snijlijn naar beide zijden om de
instelling van de verstekhoek van de zaag (23°) te verkrijgen. Volg op
dezelfde manier de verticale snijlijn naar beneden of naar boven voor
het instellen van de afschuinhoek van de zaag (40°). Maak steeds
enkele proeven met stukjes afvalhout om de instellingen te controleren.
DEZE AFSCHUINING OP DE ZAAG INSTELLEN
VIERZIJDIGE
DOOS
ZESZIJDIGE
DOOS
ACHTZIJDIGE
DOOS
HOEK TUSSEN TWEE RIBBEN
DEZE VERSTEKHOEK OP DE ZAAG INSTELLEN
Zagen van basislijsten
Het zagen van basislijsten wordt uitgevoerd onder een afschuinhoek van 45°.
Voer voor het zagen altijd een test uit met uitgeschakelde zaag.
Er wordt steeds gezaagd met de achterkant van de lijst vlak op de
zaag liggend.
Binnenhoek
- Links
• Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Bewaar het deel links van de zaagsnede.
- Rechts
• Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Bewaar het deel links van de zaagsnede.
Buitenhoek
- Links
• Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
- Rechts
• Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
Zagen van plafondsierlijsten
Het zagen van plafondsierlijsten wordt uitgevoerd onder een
gecombineerde verstek- en afschuinhoek. Voor het verkrijgen van uiterste
nauwkeurigheid heeft uw zaag vooringestelde hoekposities op 35,3° verstek
en 30° afschuining. Deze instellingen zijn geschikt voor standaard
plafondsierlijsten met een hoek van 45° aan de bovenkant en een hoek
van 45° aan de onderkant.
Maak testzaagsnedes op afvalmateriaal voordat u de defi nitieve
zaagsnedes maakt.
Er wordt steeds gezaagd onder een afschuinhoek naar links met de
achterkant van de lijst tegen het onderstel.
Binnenhoek
- Links
• Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Verstekhoek naar rechts.
• Bewaar het deel links van de zaagsnede.
- Rechts
• Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Verstekhoek naar links.
• Bewaar het deel links van de zaagsnede.
Buitenhoek
- Links
• Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Verstekhoek naar links.
• Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
- Rechts
• Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Verstekhoek naar rechts.
• Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
Zagen in de bankmodus
Gebruik altijd het spouwmes.
Controleer altijd of het spouwmes en de beschermkap van het
zaagblad goed zijn afgesteld.
Zorg er altijd voor dat de verstekzaag is ingesteld en in de 0°
verstekstand is vergrendeld.
NEDERLANDS
100
WAARSCHUWING: Zaag geen metaal in deze modus.
Langszagen (fi g. U1 & U3)
Stel de afschuinhoek in op 0°.
Stel de zaagdiepte in.
Zet de parallelaanslag op de gewenste afstand.
Houd het werkstuk plat op de tafel en tegen de geleider. Houd het
werkstuk ongeveer 25 mm van het zaagblad verwijderd.
Houd de handen uit de weg van het zaagblad.
Zet de machine aan en laat het zaagblad op volle toeren komen.
Leid het werkstuk langzaam onder de bovenste beschermkap door en
druk het stevig tegen de geleider. Zorg dat de tanden kunnen snijden,
en duw het werkstuk niet met overdreven kracht tegen het zaagblad.
De snelheid van het zaagblad moet constant worden gehouden.
Gebruik in de buurt van het zaagblad altijd het duwhout (23).
Schakel na het zagen de machine uit, laat het zaagblad tot stilstand
komen en verwijder het werkstuk.
WAARSCHUWING: Duw nooit tegen de vrije of afgezaagde
kant van het werkstuk en trek er ook niet aan.
WAARSCHUWING: Gebruik altijd een duwstok bij het zagen
van kleine werkstukken.
Afschuinen (fi g. U2)
Stel de gewenste afschuinhoek in.
Ga verder als bij langszagen.
Afkorten (fi g. V1)
Stel de afschuinhoek in op 0°.
Stel de zaagdiepte in.
Stel de verstekaanslag in op 0°.
Ga verder als bij langszagen, maar gebruik nu de verstekaanslag om
het werkstuk door het zaagblad te duwen.
Schuinzagen
Stel de gewenste afschuinhoek in.
Ga te werk als bij afkorten.
Verstekzagen (fi g. V2)
Zet de verstekaanslag op de gewenste hoek.
Ga te werk als bij afkorten.
Opties
WAARSCHUWING: Trek altijd de stekker uit het stopcontact
voordat u accessoires monteert of verwisselt.
Stofafzuigkit (fi g. W1 & W2)
WAARSCHUWING: Deze machine is voorzien van twee punten
voor stofafzuiging die in een van de beide werkstanden kunnen
worden gebruikt..
WAARSCHUWING: Sluit, wanneer dat maar mogelijk
is, een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen
in overeenstemming met de relevante voorschriften voor
stofemissie.
WAARSCHUWING! Sluit, wanneer u hout zaagt, een toestel
voor stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming
met de relevante voorschriften voor stofemissie.
Sluit een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen volgens de
geldende voorschriften. De luchtsnelheid van extern aangesloten systemen
moeten 20 m/s +/- 2 m/s zijn. De snelheid moet worden gemeten in de
aansluitbuis op het aansluitpunt, terwijl het gereedschap is aangesloten maar
niet werkt.
Aansluiting - bij gebruik als verstekzaag (fi g. W1)
Verbind het ene uiteinde van de eerste slang aan de
stofafzuigadapter(13).
Steek het andere uiteinde van de slang in de middelste inlaatpoort van
het spruitstuk (128).
Verbind het ene uiteinde van de andere slang aan de beschermkap
onder de tafel (63).
Steek het andere uiteinde van de slang in de buitenste inlaatpoort van
het spruitstuk.
Aansluiting - bij gebruik als tafelzaag (fi g. W2)
Ga te werk zoals bij gebruik als verstekzaag, maar verbind de slang
van de beschermkap onder tafel aan de zaagbladbeschermkap (21).
Extra steun/lengte-aanslag voor de verstekzaag (fi g. A5)
De extra steun en lengte-aanslag kunnen zowel links als rechts worden
gemonteerd, of aan elke kant.
Plaats onderdelen 31 - 39 op de twee geleidestangen (32 & 33).
Gebruik de omklapbare steun (34) voor het afkorten van panelen met
een breedte van 210 mm (15 mm dik).
Rollentafel (fi g. A6)
De rollentafel (40) wordt gebruikt om lange werkstukken te ondersteunen.
Bij gebruik als verstekzaag kan de rollentafel links of rechts aan de machine
worden gemonteerd of aan beide kanten van de machine. Bij gebruik
als tafelzaag kan de rollentafel ook aan de voor- of achterkant van de
zaagtafel gemonteerd worden.
Verlengtafel aan de zijkant (fi g. A8)
Door het monteren van de verlengtafel aan de zijkant (42), vergroot u
de tafelbreedte rechts van het zaagblad to 600 mm of meer, afhankelijk
van de gebruikte geleidingsstangen en de plaats waar het verlengstuk
vastgeklemd wordt. Deze verlengtafel moet worden gebruikt in combinatie
met de geleidestangen (32) (optie). De instelbare verlengtafel is voorzien
van een schaalverdeling aan de voorrand en is gemonteerd op een stevig
onderstel dat op de geleidingsstangen wordt geklemd.
Bevestig de verlengtafel rechts van de machine, op deze manier lopen
de schaalverdelingen van beide tafels door.
Aanvoertafel (fi g. A9)
Deze aanvoertafel (43) maakt het verwerken van plaatmateriaal mogelijk.
De maximum plaatafmetingen, links van het zaagblad, bedragen
1200 x 900 mm.
De geleidingstangen zijn bevestigd op een stevige aluminium drager die
snel op de machine bevestigd en ervan afgenomen kan worden.
De aanslag is voorzien van een lang meetlint waarmee een instelbare
aanslagstop en aanslagsteun voor smalle werkstukken snel geplaatst
kunnen worden.
Transporteren (fi g. X)
WAARSCHUWING: Transporteer de machine altijd in
tafelzaagstand met de bovenste beschermkap gemonteerd.
De zelfrichtende wielen zorgen voor een eenvoudiger transport van de
machine.
• Zet de machine op de juiste zijde van de basis.
• Vouw de poten in de basis
• Vouw de voorste poten uit de basis
• Zet de machine rechtop.
• Licht de machine op aan de voorste poten totdat de wielen in contact
zijn met de vloer.
WAARSCHUWING: Draag de machine altijd met hulp. De
machine is te zwaar voor één persoon.
ONDERHOUD
Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos
te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een juiste behandeling
en regelmatige reiniging van de machine garanderen een hoge levensduur.
NEDERLANDS
101
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen
schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de
machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert,
voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties
uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT)
positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
Smering
De lagers van de motor zijn reeds van vet voorzien en waterdicht.
Het contactoppervlak van de draaitafel met de vaste tafel moet af en
toe lichtjes geolied worden.
Smeer regelmatig de zaagdiepte-schroefdraad.
Reinig de onderdelen waar zaagmeel en spaanders zich verzamelen
regelmatig met een droge borstel.
Instellen van de nokken (fi g. Y1 - Y3)
Om de ruimte tussen de twee tafels te verwijderen, gaat u als volgt te werk:
Draai de machine in de tafelzaagmodus.
Verwijder de schroeven (138) en de sluitplaat (139).
Draai de schroef (140) van de instelnok (141).
Draai de instelnok met behulp van een spitstang.
Houd de instelnok met de tang vast en draai de schroef vast.
Plaats de sluitplaat terug en draai de schroeven vast.
Draai de machine in de verstekzaagmodus. Controleer de kracht
die nodig is om de machine in verstek te plaatsen. Herhaal de
bovengenoemde stappen wanneer de benodigde kracht te hoog is.
Reinigen
Controleer vóór gebruik zorgvuldig de bovenste beschermkap van het
zaagblad, de beweegbare onderste beschermkap van het zaagblad en ook
de stofafzuigbuis om vast te stellen dat zij goed zullen functioneren. Zorg
ervoor dat spaanders, stof of een deel van het werkstuk niet kunnen leiden
tot blokkering van één van de functies.
Als delen van het werkstuk zijn vastgelopen tussen het zaagblad en de
beschermkappen, trek de stekker van het netsnoer van de machine dan uit
het stopcontact en volg de instructies die worden gegeven in het hoofdstuk
Het zaagblad monteren. Verwijder de vastgelopen gedeelten en monteer
het zaagblad opnieuw.
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit
de behuizing, aangezien vuil zich vaak zichtbaar opstapelt
in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde
oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het uitvoeren
van deze procedure.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere
ruwe chemicaliën voor het reinigen van de niet-metalen
onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën kunnen de
materialen die in deze onderdelen gebruikt worden, verzwakken.
Gebruik een doek alleen bevochtigd met water en zachte zeep.
Laat nooit vloeistof in het gereedschap lopen en dompel nooit
enig deel van het gereedschap onder in vloeistof.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te
verkleinen, regelmatig de bovenzijde van de tafel.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te
verkleinen, regelmatig het stofverzamelsysteem.
Optionele accessoires
WAARSCHUWING: Omdat hulpstukken, behalve die van
D
EWALT, niet zijn getest in combinatie met dit product, kan
het gebruik van dergelijke hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het
risico van letsel te beperken, mogen bij dit product uitsluitend
accessoires worden gebruikt die zijn aanbevolen door D
EWALT.
ZAAGBLADEN
GEBRUIK ALTIJD geluidsgedempte ZAAGBLADEN VAN 305mm MET
ASGATEN VAN 30mm. NOMINALE SNELHEID MOET TEN MINSTE
4000TPM ZIJN. Gebruik nooit zaagbladen met een kleinere of een
grotere diameter. Deze zullen nooit goed kunnen worden afgeschermd.
Gebruik alleen afkortzaagbladen. Gebruik geen zaagbladen die bedoeld
zijn voor overlangse verzaging, combinatiezaagbladen of zaagbladen met
een grotere hoek dan 10°.
BESCHRIJVING VAN ZAAGBLADEN
Toepassing Diameter (mm) Tanden
Zaagbladen voor de bouw(voor alle zaagtoepassingen)
Algemene toepassing 305 36
Zaagbladen voor houtbewerking (geven gladde, schone zaagsneden)
Fijne afkortzaagsneden 305 60
Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie over de geschikte hulpstukken
en accessoires.
Milieubescherming
Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale
huishoudafval worden gegooid.
Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet
worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het
huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden.
Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen
maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk.
Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te
voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen.
Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling
voor elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper
wanneer u een nieuw product koopt.
DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van
D
EWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om
van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar
elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen.
U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te
nemen met uw plaatselijke D
EWALT kantoor op het adres dat in deze
handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs en
alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op
www.2helpU.com.
NEDERLANDS
102
GARANTIE
DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn producten
en biedt professionele gebruikers van het product een
uitstekende garantie. Deze garantieverklaring is een
aanvulling op uw contractuele rechten als een professionele
gebruiker of uw wettelijke rechten als een particuliere, niet-
professionele gebruiker, en is op geen enkele wijze van
invloed op deze rechten. De garantie is geldig binnen het
grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie en de
Europese Vrijhandelszone.
30 DAGEN NIET GOED GELD
TERUG GARANTIE
Als u niet geheel tevreden bent over de prestaties van uw
DEWALT-gereedschap, kunt u dit compleet met de originele
onderdelen, zoals u het hebt aangekocht. binnen 30 dagen,
gewoon terugbrengen bij het verkooppunt en omruilen voor
een ander stuk gereedschap of tegen restitutie van het
aankoopbedrag. Het product mag niet in onredelijke mate
zijn versleten en u dient een aankoopbewijs te overleggen.
EEN JAAR GRATIS
ONDERHOUDSCONTRACT
Als onderhouds- of servicewerkzaamheden nodig zijn
voor uw DEWALT-gereedschap, in de 12 maanden na
uw aankoop, hebt u recht op één jaar gratis service.
Deze zal kosteloos worden uitgevoerd in een D
EWALT-
servicecentrum. U dient een aankoopbewijs te overleggen.
Inclusief arbeidskosten. Exclusief accessoires en
reserveonderdelen, tenzij deze defect raakten en onder de
garantie vielen.
EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE
Als uw D
EWALT-product defect raakt als gevolg van het
gebruik van verkeerde materialen of onjuiste constructie
binnen 12 maanden na de datum van aankoop, garandeert
D
EWALT alle defecte onderdelen gratis te vervangen of –
naar onze beoordeling – het apparaat gratis te vervangen,
op voorwaarde dat:
Het product niet verkeerd gebruikt is;
Het product in redelijke mate is versleten;
Er geen reparaties zijn ondernomen door niet-
geautoriseerde personen;
U een aankoopbewijs kunt overleggen;
Het product compleet met alle originele onderdelen wordt
geretourneerd.
Als u aanspraak wilt maken op de garantie, neem dan
contact op met uw leverancier of zoek het officiële D
EWALT-
servicecentrum bij u in de buurt in de D
EWALT-catalogus
of neem contact op met het D
EWALT-kantoor op het adres
dat wordt vermeld in deze handleiding. Een lijst van officiële
DEWALT-servicecentra en volledige details over onze after-
sales-service zijn ook te vinden op internet via:
www.2helpU.com.
NEDERLANDS

Documenttranscriptie

Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 14 Deutsch (übersetzt von den Originalanweisungen) 26 English (original instructions) 39 Español (traducido de las instrucciones originales) 51 Français (traduction de la notice d’instructions originale) 64 Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 77 Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 90 Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 103 Português (traduzido das instruções originais) 115 Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 128 Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 140 Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 151 Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 164 Copyright DEWALT 2 NEDERLANDS TAFEL-, AFKORT- EN VERSTEKZAAGMACHINE D27107, D27107XPS Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Jarenlange ervaring, voortdurende produktontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een betrouwbare partner voor de professionele gebruiker. Technische gegevens Spanning Type V Opgenomen vermogen Afgegeven vermogen Max. snelheid zaagblad Zaagbladdiameter Asgat Zaagbladdikte Dikte spouwmes Automatische remtijd blad Gewicht W W min-1 mm mm mm mm s kg D27107 230 4 D27107XPS 230 2 (D27107 met werklicht LED) 2 000 2 000 1 080 1 080 4 000 4 000 305 305 30 30 2,1 - 2,2 2,1 - 2,2 2,5 2,5 < 10 < 10 42 42 Een inschatting van het blootstellingniveau aan vibratie dient ook te worden overwogen wanneer het gereedschap wordt uitgeschakeld of als het aan staat maar geen daadwerkelijke werkzaamheden uitvoert. Dit kan het blootstellingniveau aanzienlijk verminderen gedurende de totale arbeidsduur. Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen op om de operator te beschermen tegen de effecten van vibratie, zoals: onderhoud het gereedschap en de accessoires, houd de handen warm, organisatie van werkpatronen. Identify additional safety measures to protect the operator from the effects of vibration such as: maintain the tool and the accessories, keep the hands warm, organisation of work patterns. Zekeringen: 230 V machines 10 A OPMERKING: Dit toestel is bedoeld voor aansluiting op een stroomvoorzieningssysteem met een maximale toegestame systeemimpedantie Zmax van 0,28 Ω op het interfacepunt (elektriciteitskast) van de voorziening van de gebruiker. De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit toestel alleen wordt aangesloten op een elektriciteitssysteem dat aan bovenvermeld vereiste voldoet. Indien nodig kan de gebruiker het elektriciteitsbedrijf vragen naar de systeemimpedantie op het interfacepunt. Zaagcapaciteiten Definities: Veiligheidsrichtlijnen Gebruik als verstekzaag Verstek (max. posities) De onderstaande definities beschrijven het veiligheidsniveau voor ieder signaleringswoord. Lees de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en let op deze symbolen. links rechts links rechts mm mm mm mm 48° 48° 48° 2° 205 x 63 160 90 60 48° 48° 48° 2° 205 x 63 160 90 60 mm 60 60 Gebruik als tafelzaag Max. zaagcapaciteit links/rechts Zaagdiepte onder 90° Zaagdiepte onder 45° mm mm mm 120/320 81 56 120/320 81 56 LPA KPA LWA KWA dB(A) dB(A) dB(A) dB(A) 95,0 3,0 106,0 3,0 95,0 3,0 106,0 3,0 Afschuining (max. posities) Max. afkortcapaciteit onder 90°/90° Max. verstekzaagcapaciteit onder 45° Max. zaagdiepte 90° Max. diepte afschuinsnede 45° Max. diepte snede bij 45° afschuining, 45° verstek (geluidsdruk) (onzekerheidsfactor geluidsdruk) (akoestisch vermogen) (onzekerheid akoestisch vermogen) Vibratie totaalwaarden (triax vectorsom) vastgesteld in overeenstemming met EN 61029: Vibratie-emissiewaarde ah ah = Onzekerheid K = m/s² m/s² 2,1 1,5 2,1 1,5 Het vibratie-emissieniveau dat in dit informatieblad wordt gegeven, is gemeten in overeenstemming met een gestandaardiseerde test volgens EN 61029 en kan worden gebruikt om het ene gereedschap met het andere te vergelijken. Het kan worden gebruikt voor een eerste inschatting van blootstelling. WAARSCHUWING: Het verklaarde vibratie-emissieniveau geldt voor de hoofdtoepassingen van het gereedschap. Als het gereedschap echter voor andere toepassingen wordt gebruikt, dan wel met andere accessoires of slecht wordt onderhouden, kan de vibratie-emissie verschillen. Dit kan het blootstellingniveau aanzienlijk verhogen gedurende de totale arbeidsduur. 90 GEVAAR: Geeft een dreigend gevaar aan dat, indien dit niet wordt voorkomen, leidt tot de dood of ernstig letsel. WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaar aan dat, indien dit niet wordt voorkomen, kan leiden tot de dood of ernstig letsel. VOORZICHTIG: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien dit niet wordt voorkomen, zou kunnen leiden tot gering of matig letsel. OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen, schade aan goederen kan veroorzaken. Wijst op het gevaar voor elektrische schok. Wijst op brandgevaar. EG-Verklaring van overeenstemming D27107/D27107XPS DEWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder Technische gegevens in overeenstemming zijn met: 2006/42/EG, EN 61029-1, EN 61029-2-11. Deze producten voldoen ook aan Richtlijn 2004/108/EG en 2011/65/EU. Neem voor meer informatie contact op met DEWALT via het volgende adres of kijk op de achterzijde van de gebruiksaanwijzing. De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT. Horst Grossmann Vice President Engineering and Product Development DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11, D-65510, Idstein, Duitsland 01.12.2011 NEDERLANDS Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van elektrisch gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd houdt aan elementaire veiligheidsmaatregelen om de kans op brand, elektrische schok en lichamelijk letsel te verkleinen, met inbegrip van de onderstaande maatregelen. Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en bewaar deze instructies. BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK Algemene veiligheidsregels 1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving. Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand. 2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek. Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de werkplek goed verlicht (250–300 Lux). Gebruik het gereedschap niet op plaatsen waar brandof explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare vloeistoffen en gassen. 3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken. Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen. 4. Houd andere mensen uit de buurt. Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd ze uit de buurt van de werkplek. 5. Berg ongebruikt gereedschap op. Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een droge plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het bereik van kinderen. 6. Forceer het gereedschap niet. Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde wijze wordt gebruikt. 7. Maak gebruik van het juiste gereedschap. Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet om boomtakken of houtblokken te zagen. 8. Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen. 9. Gebruik beschermend materiaal. Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen. Draag ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm. 10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan. Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van voorzieningen voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt. 11. Gebruik het snoer niet verkeerd. Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen. Draag het gereedschap nooit aan het snoer. 12. Zeker het werkstuk. Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw handen gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide handen bedienen. 13. Zorg voor een veilige houding. 14. Onderhoud gereedschap met zorg. Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en laat het repareren door een bevoegde reparatieservice als het is beschadigd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie en vet. 15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact. Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als bladen, boren en snijstukken verwisselt. 16. Verwijder stel- en moersleutels. Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt. 17. Vermijd onbedoeld inschakelen. Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het stopcontact steekt. 18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik. Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik en als zodanig zijn gemarkeerd. 19. Blijf alert. Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of alcohol hebt gebruikt. 20. Controleer op beschadigde onderdelen. Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer zorgvuldig om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en de bedoelde taken uitvoert. Controleer of bewegende delen zich in de juiste positie bevinden en goed zijn bevestigd, of er defecte onderdelen zijn, of ze juist zijn gemonteerd en of er sprake is van andere zaken die bediening kunnen beïnvloeden. Een beschermstuk of ander onderdeel dat is beschadigd dient op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd door een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/ uitschakelaar niet naar behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties uit te voeren. WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met zich meebrengen. 21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon. Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van originele reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk gevaar voor de gebruiker. Aanvullende veiligheidsregels voor verstekzagen • Het is belangrijk dat alle vergrendelingsknoppen en klemhandgrepen vastzitten voordat u een bedieningshandeling start. • Controleer dat de arm stevig is vastgezet wanneer u schuine zaagsneden uitvoert. • Bedien de machine niet als de beschermkap niet op z’’n plaats zit, als de beschermkap niet werkt of als de beschermkap niet goed is onderhouden. • Plaats nooit één van uw handen in de buurt van het zaagblad wanneer de zaag is aangesloten op de stroomvoorziening. • Probeer nooit een machine die loopt, snel te stoppen door een stuk gereedschap of een ander voorwerp tegen het zaagblad te houden; er kunnen zich dan ernstige ongelukken voordoen. • Selecteer het juiste zaagblad voor het materiaal dat u wilt zagen. • Gebruik een houder of draag handschoenen wanneer u een zaagblad of ruw materiaal hanteert. Zorg altijd voor een juist, stabiele houding. 91 NEDERLANDS • Voer nooit schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit wanneer de machine nog loopt en de kop niet in de ruststand staat. • Het voorste gedeelte van de beschermkap heeft langwerpige openingen, zodat u beter zicht hebt tijdens het zagen. De beschermkap vermindert het rondvliegen van houtresten aanzienlijk maar er zitten openingen in de beschermkap en daarom moet u te allen tijde een veiligheidsbril dragen wanneer u door de beschermkap kijkt. • Vervang de gemonteerde laser niet door andere typen laser. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door de fabrikant van de laser of door een officiële reparateur. • Werk nooit met de machine als de beschermkappen niet op hun plaats zitten, dit is vooral belangrijk na het overschakelen op een andere stand. Houd de beschermkappen in een goede werkende staat en zorg voor goed onderhoud. • Vervang de tafelinzet wanneer deze versleten is. • Controleer dat de arm stevig is vastgezet in de werkstand wanneer u de zaag als tafelzaag gebruikt. • Zorg ervoor dat de arm stevig vastzit wanneer u de tafelzaag als verstekzaag gebruikt. • Zaag nooit werkstukken korter dan 200 mm. • Controleer dat de tafel goed is vergrendeld wanneer u de zaag in een andere zaagstand zet. • Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een maximaal werkstukformaat van: • Zaag nooit ferro- of non-ferro-materialen wanneer u de tafelzaag als overlangszaag gebruikt. – Hoogte 63 mm bij breedte 205 mm bij lengte 500 mm – Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een geschikte aanvullende tafel, bijv. DE3474. Klem het werkstuk altijd stevig vast. • Controleer tijdens het gebruik in verstekzaagstand dat het gedeelte van het zaagblad, onder de tafel, volledig wordt omsloten door de beschermkap (63) die in Afb. E wordt getoond. Aanvullende veiligheidsregels voor zaagbanken • Let erop dat het zaagblad in de juiste richting draait en de tanden naar de voorzijde van de zaagbank wijzen. • Het is belangrijk dat alle vergrendelingsknoppen en klemhandgrepen vastzitten voordat u een bedieningshandeling start. • Het is belangrijk dat alle zaagbladen en flenzen schoon zijn en dat de terugvallende zijden van de kraag tegen het zaagblad zitten. Draai de moer van de spandoorn stevig vast. • Gebruik op juiste wijze geslepen zaagbladen. Let op het merkteken van de maximumsnelheid op het zaagblad. De vermelde maximumsnelheid moet altijd hoger zijn dan de snelheid die op het typeplaatje wordt vermeld. • Raadpleeg de instructiehandleiding voordat u een accessoire gebruikt. Onjuist gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken. • Neem de maximumsnelheid die is gemarkeerd op het zaagblad, in acht. • Gebruik een houder of draag handschoenen wanneer u een zaagblad hanteert. • Controleer dat het zaagblad in de juiste richting draait. Houd het zaagblad scherp. • De maximaal toegestane snelheid van het zaagblad moet altijd gelijk zijn of hoger zijn dan de niet-belaste snelheid van het gereedschap dat op het typeplaatje wordt aangeduid. • Gebruik geen zaagbladen waarvan de afmetingen niet overeenstemmen met de afmetingen die in de technische gegevens worden vermeld. Gebruik geen tussenringen en asringen om een zaagblad passend te maken voor de as. Gebruik alleen de zaagbladen die worden opgegeven in deze handleiding, en die voldoen aan EN 847-1. • U kunt overwegen speciaal ontworpen zaagbladen toe te passen die minder lawaai maken. • Gebruik geen HIGH SPEED-stalen zaagbladen. • Gebruik geen gescheurde of beschadigde zaagbladen. • Gebruik de zaag nooit zonder dat de bovenste en onderste beschermkap op hun plaats zitten. • Wanneer de zaagsnede is voltooid, laat u de schakelaar los en wacht u tot het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u de kop laat terugkeren in de bovenste ruststand. • Plaats nooit één van uw handen in de buurt van het zaagblad wanneer de zaag is aangesloten op de stroomvoorziening. • Controleer dat de arm stevig is vastgezet wanneer u schuine zaagsneden uitvoert. • Trek de stekker van de zaag uit stopcontact voordat u zaagbladen verwisselt of onderhoud verricht. • Zet niet iets vast tegen de ventilator om de motoras vast te zetten. • Gebruik te allen tijde een aanduwstok en plaats vooral nooit uw handen tijdens het zagen dichter dan op 200 mm van het zaagblad. • Probeer niet de zaag te gebruiken op een andere spanning dan die is aangeduid. • Breng geen smeermiddelen op het zaagblad aan terwijl het loopt. • Reik nooit achter het zaagblad langs. • Houd de aanduwstok altijd op dezelfde plaats wanneer u hem niet gebruikt. • De zaagbladbeschermkap op uw zaag zal automatisch omhoog gaan wanneer de arm zakt, de kap zal over het zaagblad zakken wanneer de arm wordt opgetild. U kunt de beschermkap met de hand omhoog brengen wanneer u zaagbladen monteert of verwijdert of als u de zaag wilt inspecteren. Breng nooit de zaagbladbeschermkap met de hand omhoog als de zaak niet is uitgeschakeld. • Houd de werkplek rond de machine opgeruimd en vrij van losse materialen, zoals zaagsel en spaanders. • Ga niet op de machine staan. • Controleer zo nu en dan dat de luchtsleuven van de motor schoon zijn en dat er geen spaanders in zitten. • Tijdens transport is het belangrijk dat het bovenste gedeelte van het zaagblad bedekt is, bijv. met de beschermkap. • Trek de stekker van de machine uit het stopcontact voordat u onderhoudswerk uitgevoerd of het zaagblad verwisselt. • Gebruik de bovenste beschermkap niet om de machine vast te pakken of te transporteren. • Sponningen, sleuven en groeven zagen is niet toegestaan. • Gebruik alleen zaagbladen die worden genoemd door de fabrikant. Het spouwmes mag vooral niet dikker zijn dan de breedte van de zaagsnede en niet dunner dan de body van het zaagblad. • Controleer dat het spouwmes juist is afgesteld. Zaag nooit zonder dat het spouwmes is gemonteerd. • Controleer dat de machine op een vlak oppervlak met voldoende stabiliteit is geplaatst. • Zaag nooit werkstukken kleiner dan 30 mm. • Gebruik geen schurende schijven of diamantschijven. • Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een maximaal werkstukformaat van: • In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet u de machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. – Hoogte 81 mm bij breedte 400 mm bij lengte 600 mm – Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een geschikte aanvullende tafel, bijv. D271055 of D271058. Aanvullende veiligheidsregels voor combinatiezagen • Zorg ervoor dat de machine stabiel staat voordat u de zaag gaat gebruiken. Plaats de machine nooit op een ongelijke ondergrond. Zet, zo nodig, de machine met 150 mm lange inbusbouten vast op een werkbank, in plaats van bouten. 92 Rapporteer de storing en breng een geschikte aanduiding op de machine aan zodat andere mensen niet proberen de niet (goed) functionerende machine te gebruiken. • Wanneer het zaagblad is geblokkeerd als gevolg van abnormale aanvoerdruk tijdens het zagen, zet de machine dan uit en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder het werkstuk en zorg voor vrijloop van het zaagblad. Zet de machine aan start de zaagwerkzaamheden weer met verminderde aanvoerdruk. NEDERLANDS • Verwijder geen uitgezaagde of andere delen van het werkstuk uit het zaaggebied terwijl de machine loopt en de zaagkop niet in rustpositie staat. Houd handen weg bij zaagblad. • Gebruik de machine niet zonder dat de poten zijn gemonteerd. • Zorg ervoor dat u altijd links of rechts van de zaaglijn staat. • Zorg voor voldoende algemene en plaatselijke verlichting. O/I • Het is belangrijk dat de gebruiker voldoende getraind is in het gebruik, de aanpassing en de bediening van de machine. Wanneer u de machine als verstekzaag gebruikt, is het belangrijk dat u de machine in- en uitschakelt (ON en OFF) met de schakelaar in de handgreep. Gebruik niet de schakelkast in deze stand. De ON/OFF-schakelaar die zich in het machine-frame bevindt is alleen bedoeld voor gebruik als tafelzaag. • Schakel de machine uit wanneer u deze zonder toezicht achterlaat. • Controleer dat de LED voldoet aan EN 62471. Vervang de LED niet door één van een ander type. Laat de LED-lamp, als deze beschadigd is, repareren door een erkende reparatiemonteur. Wanneer u de machine gebruikt als verstekzaag, is het belangrijk dat het spouwmes in de ruststand is vastgezet. • Sluit de zaag aan op een stofopvangapparaat wanneer u hout zaagt. Houd altijd rekening met factoren die van invloed zijn op de blootstelling aan stof, zoals: -– type materiaal dat moet worden bewerkt (spaanplaat produceert meer stof dan hout); Gebruik de zaag nooit als verstekzaag wanneer de beschermkap niet is geplaatst. -– scherpte van het zaagblad; -– juiste afstelling van het zaagblad, -– stofafzuiging met luchtsnelheid van niet minder dan 20 m/s. POSITIE DATUMCODE [AFB. (FIG. ) A1] Controleer dat de lokale afzuiging en ook kappen, schermen en kokers goed zijn afgesteld. De datumcode (143), die ook het jaar van fabricage bevat, is binnen in de behuizing geprint. • Zaag nooit een lichte legering, vooral niet magnesium. Overige risico’s Voorbeeld: 2012 XX XX Jaar van fabricage De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van zagen: – letsel veroorzaakt door aanraken van ronddraaiende delen Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en de implementatie van veiligheidsmiddelen kunnen sommige overige risico’s niet worden vermeden. Dit zijn: – Gehoorsbeschadiging. – Risico op ongevallen veroorzaakt door onbedekte delen van het draaiende zaagblad. – Risico op letsel bij het verwisselen van het blad. – Risico dat de vingers gekneld raken bij het openen van de beschermkappen. – Gezondheidsrisico’s die worden veroorzaakt door het inademen van stof dat vrijkomt bij het zagen van hout, met name eik, beuk en MDF-platen. De volgende factoren zijn van invloed op de geluidsproductie: Inhoud van de verpakking De verpakking bevat: 1 Gedeeltelijk gemonteerde machine 1 Doos met: 1 Beschermkap voor gebruik in tafelzaagstand 1 Beschermkap voor onder de tafel bij gebruik in de verstekstand 4 Poten 2 Wielen 4 Voeten 1 Parallelaanslag 1 Materiaalklem 1 Handleiding 1 Onderdelentekening – Het te zagen materiaal. – Het type zaagblad. – De aanvoerdruk. De volgende factoren verhogen het risico van ademhalingsproblemen: – Geen stofafzuiging bevestigd wanneer u hout zaagt • Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op transportschade. • Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de machine gaat werken. – Onvoldoende stofafzuiging doordat uitlaatfilters niet zijn gereinigd Beschrijving (fig. A1 - A11) – Versleten zaagblad. A1 1 Aan/uit-schakelaar (tafelzaagmodus) 2 Hendel tafelontgrendeling 3 Draaitafelklem 4 Verstektafel 5 Draaitafel 6 Parallelgeleiding rechts 7 Parallelgeleiding links 8 Beweegbare onderste beschermkap 9 Ontgrendeling beschermkap 10 Bedieningshendel 142 Resetknop voor stroomonderbreking 143 Datumcode – Werkstuk wordt niet nauwkeurig geleid. Markering op het gereedschap De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld: Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik. Draag gehoorbescherming.. Draag oogbescherming. Draagpunt A2 10 Bedieningshendel 11 Bedieningsschakelaar (verstekzaagmodus) 12 Vaste bovenste zaagbladbescherming 93 NEDERLANDS 13 14 15 16 17 Stofafzuigadapter Wiel Poot Voet Klemhandgreep van de hoek A3 17 18 19 20 21 22 23 Klemhandgreep van de hoek Diepte-instelsysteem Zaagtafel Spouwmes Bovenste beschermkap Parallelaanslag Duwhout Opties A4 Gebruik als verstekzaag: 30 Aanslaginzetstuk (DE7120) A5 31 32 33 34 35 36 37 38 A6 40 Verstelbaar statief 760 mm (max. hoogte) (DE3474) Steungeleidestangen 1.000 mm (DE3494) Steungeleidestangen 500 mm (DE3491) Omklapbare steun (DE3495) Wegklapbare aanslag (DE3462) Lengte-aanslag voor korte werkstukken (alleen te gebruiken met de geleidestangen [33]) (DE3460) Steun met verwijderbare aanslag (DE3495) Steun met verwijderde aanslag (DE3495) WAARSCHUWING: Gebruik de machine niet voor andere doeleinden dan waarvoor zij is bedoeld. • Dit product is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) die verminderde fysieke, sensorische of psychische vermogens hebben of die het ontbreekt aan ervaring en/of kennis of bekwaamheden, als dat niet gebeurt onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen mogen nooit alleen worden gelaten met dit product zodat ze ermee zouden kunnen spelen. VERSTEKZAAGMODUS In de verstekzaagmodus wordt de machine gebruikt in verticale, verstekzaag of schuine hoek stand. ZAAGBANKMODUS Omgedraaid op zijn middenas wordt de zaagmachine gebruikt om standaard trekzaaghandelingen uit te voeren en voor het zagen van brede stukken door het werkstuk handmatig tegen het zaagblad te voeren. Elektrische veiligheid De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer altijd of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het typeplaatje. Uw DEWALT gereedschap s dubbel geïsoleerd in overeenstemming met EN 61029; daarom is geen aarding nodig. Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de DEWALT servicedienst. Een verlengsnoer gebruiken Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd 3-aderig verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomvoorziening van dit gereedschap (zie Technische gegevens). De minimale geleidergrootte is 1,5 mm2; de maximale lengte is 30 m. Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen. Rollentafel (DE3497) MONTAGE Gebruik als zaagtafel: A7 41 Verstekgeleider (D271052) A8 42 Tafeluitbreiding (D271058) WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken. Uitpakken van machine en onderdelen A9 43 WAARSCHUWING: Riskeer niet dat u zich blesseert, vraag altijd hulp wanneer u de machine moet verplaatsen. Aanvoertafel (D271055) Duwstokken (DE3454) (niet afgebeeld) Voor alle toepassingen: A10 44 3-weg stofafzuigkit (D271054) A11 144 LED-werklampsysteem BEDOELD GEBRUIK Uw DEWALT D27107-combinatiezaag is ontworpen als verstekzaag of zaagtafel voor het gemakkelijk, nauwkeurig en veilig uitvoeren van de vier belangrijkste zaagwerkzaamheden, te weten overlangszagen, afkorten, afschuinen en verstekzagen. Het apparaat is ontworpen voor gebruik met een hardmetaal zaagblad met nominale zaagbladdiameter van 305 mm, voor het professioneel zagen van hout, houtproducten en kunststoffen. NIET GEBRUIKEN bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen. • • • • Verwijder het losse verpakkingsmateriaal uit de doos. Til de machine uit de doos. Verwijder de doos met onderdelen uit de binnenkant van de machine. Verwijder resterend verpakkingsmateriaal uit de machine. De voeten monteren (afb. A2, B, B1) Wanneer u de voeten en poten van de zaagtafel zijn gemonteerd, kunt u de machine ook op een werkblad plaatsen. Bevestig de machine op een werkblad, zodat u er veilig mee kunt werken. WAARSCHUWING: Werk nooit met de machine wanneer deze niet op een werkblad is bevestigd. De aanvoerdruk zal de zaag instabiel maken als deze niet op een werkblad is bevestigd. • Zet de machine ondersteboven. • Plaats een voet (16) op elk van de montageposities (51) op de basis • Schuif een moer (52) in de sleuven (53) die zich boven de montageposities bevinden • Steek een bout (54) voorzien van een ring (55) in de voeten. Deze combinatiezagen zijn professioneel elektrisch gereedschap. • Draai de bouten aan LAAT NIET kinderen in contact met het gereedschap komen. Toezicht is vereist als onervaren operators dit gereedschap bedienen. • Monteer de poten zoals hier onder wordt beschreven. 94 • Vouw de poten zoals hieronder wordt beschreven NEDERLANDS • Zet de machine rechtop • Steek een bout van 8 mm en een minimumlengte van 120 mm (49) in de voeten op elk van de montageposities (fig. B1). • Draai de bouten aan Monteren van de poten (fig. C1 & C2) Met de poten gemonteerd is de machine geschikt voor plaatsing als zelfstandige machine. • Draai de machine ondersteboven. • Monteer de poten zoals hieronder beschreven. Wees erop bedacht dat de voor- en de achterpoten van verschillende lengte zijn. De achterpoten zijn iets langer dan de voorpoten. Zorg ervoor dat u de poten op de juiste plaats monteert. • Zet de machine rechtop. Zorg dat deze waterpas is; stel zonodig de hoogte van een steunpoot bij . Achterpoten • Plaats een poot (15) aan elk van de montagepunten (56) op de onderste randen aan de binnenkant van het onderstel (fig. C1). • Steek een slotbout (57) vanaf de buitenkant door de gaten in het frame en de poten. • Plaats een beugel (58) en een vergrendelknop (59) op de bouten. • Draai de vergrendelknoppen vast. Voorpoten • Plaats een poot (15) aan elk van de montagepunten (56) op de bovenste randen aan de binnenkant van het onderstel (fig. C2). • Plaats een beugel (58) over de poten. • Steek een slotbout (57) vanaf de binnenkant door de gaten in de beugels, de poten en het frame. • Plaats een vergrendelknop (59) op de bouten. • Draai de vergrendelknoppen vast. De poten invouwen (afb. C3,C4)/Montage op een werkbank (afb. B1) De poten kunnen in de bodemplaat worden gevouwen zodat de machine geschikt is voor gebruik op een werkbank. • Zet de machine ondersteboven. • Maak de vergrendelknop (59) van de eerste poot (15) los. • Vouw de poot naar binnen • Maak de vergrendelknop vast • Herhaal dit voor de andere poten. • Zet de machine rechtop • Zet door de beide gaten (49) in de poten de machine vast met bouten van een diameter van 8 mm en van minimaal 150 mm lang. Voorkom vastlopen en onnauwkeurige resultaten, let er vooral op dat het montageoppervlak niet krom of op een andere manier ongelijk is. Monteren van de wielen (fig. D) • Plaats een wiel (14) op de assen (60) aan beide zijden van de machine. • Bevestig een sluitring (61) en een moer (62) aan het draadeind van de assen. • Draai de moeren vast met behulp van de meegeleverde spansleutel. Montage voor verstekzaagmodus Monteren van de beschermkap onder de tafel (fig. E) De beschermkap (63) wordt op de zaagtafel bevestigd. • Plaats de twee bevestigingmiddelen aan de linkerkant van de beschermkap in de sleuven (64) aan de linkerkant van de zaaggleuf (65). Draai de plastic schroeven linksom. • Plaats de beschermkap vlak op tafel en druk het bevestigingsmiddel in de sleuf (66) aan de rechterkant van de zaaggleuf. Draai de plastic schroeven rechtsom. • Draai de schroeven rechtsom en verwijder de beschermkap. Omdraaien van de zaagkop en de tafel (fig. F1 - F4) • Houd de zaagtafel (19) met een hand tegen en duw de hendel (2) naar rechts (fig. F1). • Duw de tafel aan de voorkant (fig. F2) naar beneden en draai ze volledig om totdat het motorblok boven komt en de plaat (67) in de uitsparingen van de tafelvergrendeling (68) valt (fig. F3). • Duw de hendel (69) naar achteren terwijl u de zaagkop vasthoudt totdat de geveerde lagereenheid uit (70) de houder kan worden gelicht (fig. F4). • Zet de lagereenheid omhoog. • Houd de zaagkop tegen en laat hem door de veerdruk voorzichtig omhoog bewegen tot in de rustpositie. Monteren van het zaagblad (fig. G1 - G4) WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken. WAARSCHUWING: • Verwissel altijd zaagbladen wanneer de machine In de stand voor verstekzagen staat. • Druk nooit de asvergrendelingsknop in terwijl het zaagblad wordt aangedreven of uitloopt. • Zaag geen ijzerhoudende metalen (materialen die ijzer of staal bevatten) of metselwerk of vezelcementproducten met deze verstekzaag. • De tanden van een nieuw zaagblad zijn zeer scherp en kunnen gevaarlijk zijn. • Maak de onderste beschermkap (8) los door de hoofdontgrendelingshendel (9) in te drukken, breng daarna de onderste beschermkap zover mogelijk omhoog (afb G1). • Druk, wanneer u de onderste beschermkap omhoog houdt, de asvergrendelingsknop (74) met één hand in, draai vervolgens met de meegeleverde steeksleutel in de andere hand de zaagbladvergrendelingsschroef (73) naar rechts los. WAARSCHUWING: Druk, als u de asvergrendeling wilt gebruiken, de knop in zoals wordt getoond en draai de as met de hand tot u voelt dat de vergrendeling ingrijpt. • Blijf de vergrendelingsknop ingedrukt houden als u wilt dat de as niet draait (74, afb. G1). • Verwijder de vergrendelingsschroef van het zaagblad (73) en de buitenste kraag van de spandoorn (75). • Plaats het zaagblad (76) op de zaagbladadapter (77) die tegen de binnenste kraag van de spandoorn (78) is gemonteerd, en let er daarbij op dat de tanden van de onderste rand van het zaagblad naar de achterzijde van de zaag wijzen (weg van de gebruiker). • Plaats de buitenste kraag van de spandoorn (75) weer. • Draai de vergrendelingsschroef (73) van het zaagblad zorgvuldig aan door deze naar links te draaien terwijl u de asvergrendeling vasthoudt met uw andere hand. • Til de onderste beschermkap omhoog. WAARSCHUWING: Bedenk dat het zaagblad alleen op de voorgeschreven manier moet worden vervangen. Gebruik alleen zaagbladen die worden aangeduid bij Technische Gegevens; aanbevolen wordt Cat. nr.: DT4260 Montage voor verstekzaagmodus Deze verstekzaagmachine is in de fabriek nauwkeurig afgesteld. Als zij als gevolg van het transport of om andere redenen toch opnieuw moet worden afgesteld, dient dit te gebeuren zoals hieronder beschreven. De instelling zou nu niet meer moeten verlopen. 95 NEDERLANDS Controleren en instellen van het zaagblad t.o.v. de parallelgeleiding (fig. H1 - H3) • Draai de verstekhendel (79) los en druk de verstekgrendel (80) in om de draaitafel (5) vrij te zetten (fig. H1). • Draai de draaitafel totdat deze in de stand 0° verstek wordt vergrendeld. Maak de knop niet vast. • Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (81) valt. • Plaats een winkelhaak (82) tegen de parallelgeleiding links (7) en het zaagblad (76) (fig. H2). WAARSCHUWING: Laat de winkelhaak niet in aanraking komen met de tanden van het zaagblad. • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai de schroeven (83) los (fig. H3) en beweeg de draaitafel met verstekschaal naar links of naar rechts, totdat de met de winkelhaak gemeten hoek tussen het zaagblad en de parallelgeleiding 90° bedraagt (fig. H2). • Draai de schroeven (83) weer vast (fig. H3). Let hierbij nog niet op de uitlezing van de verstekwijzer. Instellen van de verstekwijzer (fig. H1 & H4) • Draai de verstekhendel (79) los en druk de verstekgrendel (80) in om de draaitafel (5) vrij te zetten (fig. H1). • Laat de verstekvergrendeling in de juiste positie klikken door de verstekarm langs de nulstand te draaien, terwijl de verstekknop nog niet vastgezet is. • Kijk naar de wijzer (84) en de verstekschaal (85) (fig. H4). Als de wijzer niet exact nul aanwijst, draai dan de schroef (86) los, beweeg de wijzer zodat hij 0° aangeeft en draai de schroef vast. Controleren en instellen van het zaagblad t.o.v. het tafelblad (fig. I1 – I3) • Draai de afschuinklemknop (17) los (fig. I1). • Druk de zaagkop naar rechts zodat deze volledig verticaal is en zet de klemhandgreep van de hoek vast. • Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (81) valt. • Plaats een winkelhaak (82) op de zaagtafel en tegen het zaagblad (76) (fig. I2). WAARSCHUWING: Laat de winkelhaak niet in aanraking komen met de tanden van het zaagblad. • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai de afschuinklemknop (17) (fig. I1) los en draai de aanslagschroef verticale-positieafstelling (87) (fig. I3) in of uit totdat de met de winkelhaak gemeten hoek tussen het zaagblad en het tafelblad 90° bedraagt (fig. I2). • Als de stand van de afschuinwijzer (88) op de afschuinschaal (89) niet gelijk is aan 0, draai dan de borgschroef (90) los en stel de wijzer op 0 in (fig. I3). Instellen van de parallelgeleiding (fig. J) Het bovenste deel van de linker parallelgeleiding kan naar links worden bijgesteld. Zo kan ruimte worden gemaakt om de zaag tot de maximale verstekpositie van 48° te kunnen draaien. Om de parallelgeleiding (7) in te stellen: • Draai de klemknop van de parallelgeleiding (91) los en schuif het bovenste deel van de parallelgeleiding naar links. • Voer een test uit met UITgeschakelde zaag en kijk hoe groot de beschikbare ruimte is. Zet de parallelgeleiding op een zo klein mogelijke afstand van het zaagblad, zonder de op- en neerwaartse beweging van de zaagarm te belemmeren. Zo wordt het werkstuk optimaal gesteund. • Draai de knop stevig aan. 96 WAARSCHUWING: De geleidegroef (92) van de parallelgeleiding kan verstopt raken met zaagsel. Gebruik een stokje of wat lage-druklucht om deze groef schoon te maken. Controleren en aanpassen van de afschuinhoek (fig. I1, J, K & L) • Draai de klemknop van de parallelgeleiding (91) los en schuif het bovenste deel van de parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links (fig. J). • Maak de afschuinklemknop (17) los (fig. I1), schuif de aanslag tussenliggende afschuinpositie (93) opzij en beweeg de zaagarm naar links, totdat de hoekpositie-aanslag (94) tegen de aanslag afstelling afschuinpositie (95) rust (fig. K). Dit is de 45° afschuinpositie. • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai indien nodig de aanslagschroef afschuinpositie (95) in of uit totdat de wijzer (88) 45° aanwijst terwijl de hoekpositie-aanslag tegen de aanslag afstelling afschuinpositie rust. Controleren en aanpassen van de tussenliggende afschuinhoek (fig. I1, J & L) De tussenliggende afschuinhoek is vooringesteld op 30° en maakt een snelle instelling voor het zagen van plafondsierlijsten mogelijk. • Draai de klemknop van de parallelgeleiding (91) los en schuif het bovenste deel van de parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links (fig. J). • Maak de afschuinklemknop (17) los (fig. I1), schuif de aanslag tussenliggende afschuinpositie (93) op zijn plaats en beweeg de zaagarm naar links, totdat de hoekpositie-aanslag (96) tegen de aanslag tussenliggende afschuinpositie (93) rust (fig. L). Dit is de 30° afschuinpositie. • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai indien nodig de aanslagschroef afschuinpositie (96) in of uit totdat de wijzer (88) 30° aanwijst terwijl de aanslag afstelling afschuinpositie op de aanslag tussenliggende afschuinpositie rust. Montage voor gebruik als tafelzaag Omstellen van verstekzaag tot tafelzaag (fig. A1, M1 - M5) • Plaats het zaagblad in 0° afkortstand met de draaitafelklem (3) vastgedraaid (fig. A1). • Draai de spouwmesvergrendelknop (97) zover los dat het spouwmes in de montagesleuf kan schuiven (fig. M1). • Verwijder het spouwmes (20) uit zijn opbergpositie in de binnenkant van het onderstel. • Druk de beschermkap-ontgrendeling (9) in om de zaagbladbescherming (8) vrij te geven. Trek de zaagbladbescherming nu zo ver mogelijk omhoog (fig. A1). • Schuif de spouwmessteun (98) in de montagesleuf (99) (fig. M1). Draai de klemknop vast. • Duw de hendel (100) om het geveerde bovenste deel van de geleiding (7) tegen de draaitafel te laten rusten (fig. M2). • Trek de zaagkop omlaag. • Duw de hendel (69) naar achteren (fig. M3). • Duw de lagereenheid (70) naar beneden totdat de sleuven (101) in de locaties (102) vallen (fig. M3). WAARSCHUWING: Het zaagblad mag niet tegen de onderste beschermkap aanschuren. • Trek de hendel (2) naar rechts, til de voorkant van de tafel (4) (fig. M4) omhoog en kantel het geheel over 180° totdat de plaat van de tafelvergrendeling (68) automatisch in de grendel grijpt en het tafelblad in de tafelzaagmodus vergrendelt (fig. M5). • Verwijder de beschermkap onder de tafel. Instellen van het spouwmes (fig. N1 & N2) WAARSCHUWING: Indien het nodig is het spouwmes (20) in te stellen, kunt u de machine het beste in de verstekzaagmodus draaien (fig. N2). Ga verder zoals beschreven in de paragraaf “Omstellen van tafelzaag tot verstekzaag”. NEDERLANDS De juiste positie van de bovenkant van het spouwmes is niet meer dan 2 mm onder de hoogste tand van het blad en met het lichaam van de straal maximaal 3 - 8 mm van de uiteinden van de tanden van het zaagblad (fig. N1). • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai de bouten (104) los om de horizontale positie van het spouwmes in te stellen. • Draai de bouten (103) los om de verticale positie van het spouwmes in te stellen. • Draai de bouten stevig aan. Monteren van de bovenste zaagbladbescherming (fig. O) De bovenste zaagbladbescherming (21) is ontworpen voor een snelle en makkelijke montage aan het spouwmes (20) wanneer de machine staat opgesteld voor de tafelzaagmodus. • Breng de sleuf in de achterkant van de beschermkap op een lijn met het spouwmes, terwijl u de beschermkap verticaal houdt. • Laat de beschermkap over het spouwmes (20) zakken. Zorg ervoor dat de as van de bout in de uitsparing valt. • Draai de beschermkap in horizontale positie. WAARSCHUWING: Gebruik de machine nooit als tafelzaag zonder deze beschermkap. Monteren en afstellen van de zij-aanslag (fig. P1 - P5) De parallelaanslag (22) kan aan beide kanten van het zaagblad worden geplaatst. • Schuif de houder (107) erop van links of rechts (fig. P1). De klemplaat haakt vast achter de voorrand van de tafel. • Schuif de aanslag vlak tegen het zaagblad aan. • Duw de hendel (108) omlaag om de aanslag op zijn plaats te vergrendelen. • Controleer of de geleider parallel aan het blad loopt. • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai de blokkeerknoppen (109) los en schuif de aanslag naar achteren om toegang te verkrijgen tot de afstelbouten (110) in de bovenkant van de aanslag (fig. P2). • Draai met behulp van de steeksleutel de stelbouten los die de aanslaghouder op de geleidersteun vastzetten. • Pas de geleider zodanig aan, dat deze parallel aan het blad loopt door de afstand tussen het blad en de geleider aan de voorkant en aan de achterkant van het blad te controleren. • Zet zodra de aanpassing is uitgevoerd de stelbouten weer vast en controleer nogmaals of de geleider parallel aan het blad loopt. • Controleer of de wijzer (111) nul aanwijst op de schaal (fig. P3). Als de wijzer niet exact nul aanwijst, draai dan de schroef (112) los, beweeg de wijzer zodat hij 0° aangeeft en draai de schroef vast. WAARSCHUWING: Gebruik het 11 mm profiel om bij het zagen van dunne werkstukken ervoor te zorgen dat tussen het zaagblad en de aanslag nog ruimte is voor het duwhout. De achterkant van de aanslag moet gelijk zijn met de voorkant van het spouwmes. Monteren en aanpassen van de verstekaanslag (fig. Q1 - Q4) De verstekaanslag (D271052) is als optie verkrijgbaar. De verstekaanslag (41) kan worden gebruikt voor verstekzagen wanneer de machine in de tafelzaagmodus staat (fig. Q1). • Draai de klemknop (115) los en zwaai de geleidestang (116) uit (fig. Q2). Draai de klemknop vast. • Schuif de aanslag aan de linkerkant op de tafel (fig. Q3). • Draai de blokkeerknop (117) los. • Plaats een winkelhaak (82) tegen de aanslag (41) en het zaagblad (76). • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai de moer (118) een aantal slagen los en draai de aanslagschroef rechte-hoekafstelling (119) (fig. Q4) in of uit totdat de met de winkelhaak gemeten hoek tussen de geleider en het zaagblad 90° bedraagt (fig. Q3). • Draai de knop (117) vast. • Controleer of de wijzer (120) nul aanwijst op de schaal (121). Indien nodig nastellen. Omstellen van tafelzaag tot verstekzaag (fig. A3, E & M1) • Verwijder de parallelaanslag (22) of de verstekaanslag, indien aangebracht (fig. A3). • Verwijder de bovenste beschermkap (21). • Plaats de beschermkap (63) terug onder de zaagtafel (fig. E). • Ga te werk als beschreven in “Omdraaien van de zaagkop en tafel”. • Draai de spouwmesvergrendelknop (97) los en verwijder het spouwmes (20), terwijl u de zaagbladbescherming (8) vasthoudt (fig. M1). • Laat de zaagbladbescherming zakken. • Plaats het spouwmes (20) in zijn opbergpositie in de binnenkant van het onderstel (fig. A3). ABEDIENING Gebruiksaanwijzing WAARSCHUWING: Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de geldende voorschriften. WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken. WAARSCHUWING: De standaard opstelling van de aanslag is aan de rechterkant van het zaagblad. Om de aanslag voor gebruik aan de linkerkant van het zaagblad voor te bereiden, gaat u als volgt te werk (fig. P4): • Verwijder de blokkeerknoppen (109). • Schuif het aanslagprofiel (113) uit de klemsteun. • Draai de klemsteun (114) om en breng de blokkeerknoppen weer aan. • Schuif de aanslag op de klemsteun. • Draai de knoppen aan. De aanslag is omkeerbaar: het werkstuk kan langs de aanslagkant van 75 mm hoog of langs de aanslagkant van 11 mm hoog worden geleid, zodat het duwhout ook bij het langszagen van dunne werkstukken kan worden gebruikt (fig P5). • Draai, om de zijde van 11 mm te gebruiken, de blokkeerknoppen (109) los en schuif de aanslag (113) uit de klemsteun (114). • Draai de aanslag en laat de klemsteun weer in de groef vallen, zoals weergegeven (fig. P5). • Schuif, om de volledige hoogte van 75 mm te gebruiken, de aanslag met de brede zijde verticaal in de klemsteun (fig. P4). • Zet het werkstuk stevig vast. • Oefen geen overmatige druk uit op de machine. Geef geen zijdelingse druk op het zaagblad. • Voorkom overbelasting. Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk. Verminder de effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur niet te koud is, de machine en de accessoires goed zijn onderhouden en dat de omvang van het werkstuk geschikt is voor deze machine. Voor gebruik: • Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum toerental van de machine. 97 NEDERLANDS • Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen. • Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit. Forceer het zagen niet. • Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen. • Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn. In- en uitschakelen (fig. A1, R1 - R3) De machine heeft twee onafhankelijke schakelsystemen. In de verstekzaagmodus wordt de bedieningsschakelaar (11) gebruikt (fig. R1). In de tafelzaagmodus wordt de aan/uit-schakelaar (1) gebruikt (fig. R2). In de schakeldoos is een bescherming tegen overbelasting van de motor met handmatige reset geïntegreerd. Neem de volgende maatregelen bij een stroomonderbreking: - Controleer of de machine is uitgeschakeld. - Druk op de resetknop (142). Verstekzaagmodus (fig. R1) De schakelaar is voorzien van een gat (122) om een hangslot door te steken om de schakelaar uit bedrijf te vergrendelen. • Druk de bedieningsschakelaar (11) in om de machine te starten. • Stop de machine door de schakelaar los te laten. Tafelzaagmodus (fig. R2 & R3) De aan/uit-schakelaar biedt een aantal voordelen: - Spanningsloze uitschakeling: wordt de spanning om een of andere reden uitgeschakeld, dan moet de schakelaar opnieuw ingedrukt worden. - extra veiligheid: het veiligheidsdeksel (123) kan worden vergrendeld door een hangslot door de gaten (124 & 125) te steken. Het deksel dient tevens als makkelijk te lokaliseren noodstopknop; door een druk op de voorzijde van het deksel wordt de uitschakelknop ingedrukt. • Druk op de groene startknop (126) om de machine in te schakelen. • Druk op de rode stopknop (127) om de machine uit te schakelen. Vergrendelen van de schakelaars • Om onbevoegd gebruik van de machine te voorkomen, vergrendelt u beide schakelaars met behulp van hangsloten. Basis zaagsneden Zagen in de verstekzaagmodus Het is gevaarlijk en verboden om de zaag zonder beschermkappen te gebruiken. Let erop dat de beschermkappen juist zijn gemonteerd alvorens met zagen te beginnen. • Zorg ervoor dat de beschermkap onder de tafel niet verstopt raakt met zaagsel. • Zet het werkstuk altijd klem wanneer u niet-ijzerhoudende metalen zaagt. Algemene bediening - Bij gebruik als verstekzaag wordt de zaagkop automatisch vergrendeld in de bovenste ruststand. - De zaagkop wordt ontgrendeld door de beschermkap-ontgrendeling in te drukken. De beweegbare onderbeschermkap wordt geopend door de zaagkop te bewegen. - Probeer nooit de onderste beschermkap tegen te houden wanneer deze, na het voltooien van de zaagsnede, weer naar rustpositie terugkeert. - Het afgezaagde materiaal moet minimaal 10 mm lang zijn. - Voor het zagen van korte werkstukken (min. 190 mm links of rechts van het zaagblad), raden wij u aan de optionele materiaalklem te gebruiken. - Bij het zagen van dunwandige PVC profielen is het aan te bevelen een houtprofiel onder het materiaal te plaatsen, zodat het wordt ondersteund op die punten waar dit vereist is. Het werkstuk vastklemmen (fig. A5, Z) WAARSCHUWING: Een werkstuk dat voor een zaagsnede is vastgeklemd, uitgebalanceerd en bevestigd, kan uit balans raken wanneer de zaagsnede is voltooid. Een niet-uitgebalanceerde belasting kan de zaag of alles waar de zaag op is bevestigd, zoals een tafel of een werkbank, doen kantelen. Ondersteun, wanneer u een zaagsnede maakt die het werkstuk uit de balans kan brengen, het werkstuk goed en zorg ervoor dat de zaag stevig met bouten is vastgezet op een stabiel oppervlak. Persoonlijk letsel kan het gevolg zijn. WAARSCHUWING: De klemvoet moet steeds boven de grondplaat van de zaag vastgeklemd blijven, wanneer de klem wordt gebruikt. Klem het werkstuk altijd vast op de grondplaat van de zaag – niet op een andere onderdeel van het werkgebied. Controleer dat de klemvoet niet op de rand van de grondplaat van der zaag is geklemd. VOORZICHTIG: Gebruik altijd een werkklem zodat u de controle behoudt en het risico van beschadiging van het werkstuk en van persoonlijk letsel beperkt, als u uw handen op een afstand van minder dan 160 mm van het zaagblad moet houden tijdens het zagen. Gebruik de materiaalklem (39) die bij uw zaag wordt geleverd. Andere hulpmiddelen zoals veerklemmen, lijmklemmen of klemschroeven kunnen waarschijnlijk goed van pas komen bij materiaal van bepaalde afmetingen en vormen. De linkse en rechtse langsgeleiding schuiven langs en kunnen helpen bij het vastklemmen. KLEM PLAATSEN 1. Steek de klem in het gat achter de langsgeleiding. De klem moet naar de achterzijde van de verstekzaag wijzen. Controleer dat de groef volledig in de grondplaat van de verstekzaag is gestoken. Als de groef zichtbaar is, zit de klem niet goed vast. 2. Draai de klem 180º naar de voorzijde van de verstekzaag. 3. Draai de knop los zodat u de klem omhoog en omlaag kunt aanpassen, stel vervolgens de klem nauwkeurig af op het werkstuk door middel van de fijnafstellingsknop. OPMERKING: Plaats de klem op de juiste zijde van de grondplaat bij het schuin afzagen. PROBEER ALTIJD EERST ZAAGSNEDEN UIT (ZAAG UITGESCHAKELD) VOORDAT U ZE UITVOERT, ZODAT U HET PAD VAN HET ZAAGBLAD KUNT CONTROLEREN. CONTROLEER DAT DE KLEM NIET DE WERKING VAN DE ZAAG OF DE BESCHERMKAP VERHINDERT. Verticale rechte afkortsnede (fig. S1) • Draai de verstekknop (79) los en druk de verstekgrendel (80) in. • Zet de verstekgrendel in de 0°-positie en zet de verstekknop vast. • Plaats het te zagen hout tegen de geleider (7). • Houd het bedieningshandvat (10) vast en druk de beschermkapontgrendeling (9) in. • Druk op de bedieningsknop (11) om de motor aan te zetten. • Druk de zaagkop naar beneden om door het hout te zagen. Het zaagblad gaat de sleuf (81) in. • Laat na het zagen de knop los en wacht tot het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u de zaagkop laat terugkeren naar zijn bovenste rustpositie. Verticaal zagen met verstek (fig. S2) • Draai de verstekknop (79) los en druk de verstekgrendel (80) in. Beweeg de draaitafel naar links of naar rechts om de juiste hoek in te stellen. • De vaste verstekgrendelposities zijn 15°, 22,5°, 35,3° en 45° zowel links als rechts. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast door de verstekknop vast te zetten. • Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekknop is vastgezet. • Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen. WAARSCHUWING: Wanneer u het einde van een stuk hout verstekzaagt en slechts een klein stuk hout afzaagt, plaats het hout dan vooral zo dat het af te zagen stuk zich bevindt aan de zijde van het zaagblad met de grotere hoek naar het scherm: 98 NEDERLANDS links verstek af te zagen stuk naar rechts. rechts verstek af te zagen stuk naar links. Zagen met afschuining (fig. A2, S3) De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 48° naar links en 2° naar rechts. Hierbij kan de draaitafel tussen 0° en maximaal 45° naar links of rechts worden ingesteld. • Draai de klemknop van de parallelgeleiding (91) los en schuif het bovenste deel van de parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links. • Draai de afschuinklemknop (17) los en stel de afschuinhoek op de gewenste waarde in. • Draai de afschuinklemknop stevig vast. • Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen. Zagen van basislijsten Het zagen van basislijsten wordt uitgevoerd onder een afschuinhoek van 45°. • Voer voor het zagen altijd een test uit met uitgeschakelde zaag. • Er wordt steeds gezaagd met de achterkant van de lijst vlak op de zaag liggend. Binnenhoek - Links • Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. - Rechts • Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. Dubbele versteksnede (fig. T1 - T4) Een gecombineerde versteksnede is een snede waarbij de verstekhoek (fig. T1) en de afschuinhoek (fig. T2) tegelijkertijd worden gebruikt. Deze soort zaagsnede wordt gebruikt voor het zagen van lijsten of dozen met schuine kanten zoals aangegeven in fig. T3. Buitenhoek - Links • Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. WAARSCHUWING: Als de zaaghoek telkens verschillend is, moet u er op letten dat de afschuinklemknop en de verstekklemknop stevig aangedraaid zijn. De knoppen moeten na elke verandering van de verstek- c.q. afschuinhoek worden vastgezet. - Rechts • Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. VIERZIJDIGE DOOS ZESZIJDIGE DOOS ACHTZIJDIGE DOOS DEZE AFSCHUINING OP DE ZAAG INSTELLEN Zagen van plafondsierlijsten Het zagen van plafondsierlijsten wordt uitgevoerd onder een gecombineerde verstek- en afschuinhoek. Voor het verkrijgen van uiterste nauwkeurigheid heeft uw zaag vooringestelde hoekposities op 35,3° verstek en 30° afschuining. Deze instellingen zijn geschikt voor standaard plafondsierlijsten met een hoek van 45° aan de bovenkant en een hoek van 45° aan de onderkant. • Maak testzaagsnedes op afvalmateriaal voordat u de definitieve zaagsnedes maakt. • Er wordt steeds gezaagd onder een afschuinhoek naar links met de achterkant van de lijst tegen het onderstel. Binnenhoek - Links • Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar rechts. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. - Rechts • Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar links. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. HOEK TUSSEN TWEE RIBBEN DEZE VERSTEKHOEK OP DE ZAAG INSTELLEN • De onderstaande grafiek helpt u bij het kiezen van de juiste afschuinen verstekinstellingen voor een aantal gebruikelijke hoeken. U gebruikt de grafiek door de gewenste hoek “A” (fig. T4) voor uw project te kiezen en deze hoek op de juiste curve in de grafiek te vinden. Ga van dat punt recht naar boven of beneden om de juiste afschuinhoek te vinden en recht naar links of rechts om de juiste verstekhoek te vinden. • Stel de zaag in op de voorgeschreven hoeken en maak enkele proefsneden. • Oefen met het in elkaar zetten van de gezaagde delen. Voorbeeld: Maak een vierzijdige doos met buitenhoeken van 25° (hoek “A”) (fig. T4), gebruik de bovenste boog rechts. Zoek 25° op de boogschaal. Volg de horizontale snijlijn naar beide zijden om de instelling van de verstekhoek van de zaag (23°) te verkrijgen. Volg op dezelfde manier de verticale snijlijn naar beneden of naar boven voor het instellen van de afschuinhoek van de zaag (40°). Maak steeds enkele proeven met stukjes afvalhout om de instellingen te controleren. Buitenhoek - Links • Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar links. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. - Rechts • Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar rechts. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. Zagen in de bankmodus • Gebruik altijd het spouwmes. • Controleer altijd of het spouwmes en de beschermkap van het zaagblad goed zijn afgesteld. • Zorg er altijd voor dat de verstekzaag is ingesteld en in de 0° verstekstand is vergrendeld. 99 NEDERLANDS WAARSCHUWING: Zaag geen metaal in deze modus. Langszagen (fig. U1 & U3) • Stel de afschuinhoek in op 0°. • Stel de zaagdiepte in. • Zet de parallelaanslag op de gewenste afstand. • Houd het werkstuk plat op de tafel en tegen de geleider. Houd het werkstuk ongeveer 25 mm van het zaagblad verwijderd. • Houd de handen uit de weg van het zaagblad. • Zet de machine aan en laat het zaagblad op volle toeren komen. • Leid het werkstuk langzaam onder de bovenste beschermkap door en druk het stevig tegen de geleider. Zorg dat de tanden kunnen snijden, en duw het werkstuk niet met overdreven kracht tegen het zaagblad. De snelheid van het zaagblad moet constant worden gehouden. • Gebruik in de buurt van het zaagblad altijd het duwhout (23). • Schakel na het zagen de machine uit, laat het zaagblad tot stilstand komen en verwijder het werkstuk. WAARSCHUWING: Duw nooit tegen de vrije of afgezaagde kant van het werkstuk en trek er ook niet aan. WAARSCHUWING: Gebruik altijd een duwstok bij het zagen van kleine werkstukken. Afschuinen (fig. U2) • Stel de gewenste afschuinhoek in. • Ga verder als bij langszagen. Afkorten (fig. V1) • Stel de afschuinhoek in op 0°. • Stel de zaagdiepte in. • Stel de verstekaanslag in op 0°. • Ga verder als bij langszagen, maar gebruik nu de verstekaanslag om het werkstuk door het zaagblad te duwen. Schuinzagen • Stel de gewenste afschuinhoek in. • Ga te werk als bij afkorten. Verstekzagen (fig. V2) • Zet de verstekaanslag op de gewenste hoek. • Ga te werk als bij afkorten. Opties WAARSCHUWING: Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u accessoires monteert of verwisselt. • Steek het andere uiteinde van de slang in de middelste inlaatpoort van het spruitstuk (128). • Verbind het ene uiteinde van de andere slang aan de beschermkap onder de tafel (63). • Steek het andere uiteinde van de slang in de buitenste inlaatpoort van het spruitstuk. Aansluiting - bij gebruik als tafelzaag (fig. W2) • Ga te werk zoals bij gebruik als verstekzaag, maar verbind de slang van de beschermkap onder tafel aan de zaagbladbeschermkap (21). Extra steun/lengte-aanslag voor de verstekzaag (fig. A5) De extra steun en lengte-aanslag kunnen zowel links als rechts worden gemonteerd, of aan elke kant. • Plaats onderdelen 31 - 39 op de twee geleidestangen (32 & 33). • Gebruik de omklapbare steun (34) voor het afkorten van panelen met een breedte van 210 mm (15 mm dik). Rollentafel (fig. A6) De rollentafel (40) wordt gebruikt om lange werkstukken te ondersteunen. Bij gebruik als verstekzaag kan de rollentafel links of rechts aan de machine worden gemonteerd of aan beide kanten van de machine. Bij gebruik als tafelzaag kan de rollentafel ook aan de voor- of achterkant van de zaagtafel gemonteerd worden. Verlengtafel aan de zijkant (fig. A8) Door het monteren van de verlengtafel aan de zijkant (42), vergroot u de tafelbreedte rechts van het zaagblad to 600 mm of meer, afhankelijk van de gebruikte geleidingsstangen en de plaats waar het verlengstuk vastgeklemd wordt. Deze verlengtafel moet worden gebruikt in combinatie met de geleidestangen (32) (optie). De instelbare verlengtafel is voorzien van een schaalverdeling aan de voorrand en is gemonteerd op een stevig onderstel dat op de geleidingsstangen wordt geklemd. • Bevestig de verlengtafel rechts van de machine, op deze manier lopen de schaalverdelingen van beide tafels door. Aanvoertafel (fig. A9) Deze aanvoertafel (43) maakt het verwerken van plaatmateriaal mogelijk. De maximum plaatafmetingen, links van het zaagblad, bedragen 1200 x 900 mm. De geleidingstangen zijn bevestigd op een stevige aluminium drager die snel op de machine bevestigd en ervan afgenomen kan worden. De aanslag is voorzien van een lang meetlint waarmee een instelbare aanslagstop en aanslagsteun voor smalle werkstukken snel geplaatst kunnen worden. Stofafzuigkit (fig. W1 & W2) WAARSCHUWING: Deze machine is voorzien van twee punten voor stofafzuiging die in een van de beide werkstanden kunnen worden gebruikt.. WAARSCHUWING: Sluit, wanneer dat maar mogelijk is, een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante voorschriften voor stofemissie. WAARSCHUWING! Sluit, wanneer u hout zaagt, een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante voorschriften voor stofemissie. Sluit een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen volgens de geldende voorschriften. De luchtsnelheid van extern aangesloten systemen moeten 20 m/s +/- 2 m/s zijn. De snelheid moet worden gemeten in de aansluitbuis op het aansluitpunt, terwijl het gereedschap is aangesloten maar niet werkt. Aansluiting - bij gebruik als verstekzaag (fig. W1) • Verbind het ene uiteinde van de eerste slang aan de stofafzuigadapter (13). 100 Transporteren (fig. X) WAARSCHUWING: Transporteer de machine altijd in tafelzaagstand met de bovenste beschermkap gemonteerd. De zelfrichtende wielen zorgen voor een eenvoudiger transport van de machine. • • • • • Zet de machine op de juiste zijde van de basis. Vouw de poten in de basis Vouw de voorste poten uit de basis Zet de machine rechtop. Licht de machine op aan de voorste poten totdat de wielen in contact zijn met de vloer. WAARSCHUWING: Draag de machine altijd met hulp. De machine is te zwaar voor één persoon. ONDERHOUD Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een juiste behandeling en regelmatige reiniging van de machine garanderen een hoge levensduur. NEDERLANDS WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken. Smering De lagers van de motor zijn reeds van vet voorzien en waterdicht. • Het contactoppervlak van de draaitafel met de vaste tafel moet af en toe lichtjes geolied worden. • Smeer regelmatig de zaagdiepte-schroefdraad. • Reinig de onderdelen waar zaagmeel en spaanders zich verzamelen regelmatig met een droge borstel. Instellen van de nokken (fig. Y1 - Y3) Om de ruimte tussen de twee tafels te verwijderen, gaat u als volgt te werk: • Draai de machine in de tafelzaagmodus. • Verwijder de schroeven (138) en de sluitplaat (139). • Draai de schroef (140) van de instelnok (141). • Draai de instelnok met behulp van een spitstang. • Houd de instelnok met de tang vast en draai de schroef vast. • Plaats de sluitplaat terug en draai de schroeven vast. • Draai de machine in de verstekzaagmodus. Controleer de kracht die nodig is om de machine in verstek te plaatsen. Herhaal de bovengenoemde stappen wanneer de benodigde kracht te hoog is. Reinigen Controleer vóór gebruik zorgvuldig de bovenste beschermkap van het zaagblad, de beweegbare onderste beschermkap van het zaagblad en ook de stofafzuigbuis om vast te stellen dat zij goed zullen functioneren. Zorg ervoor dat spaanders, stof of een deel van het werkstuk niet kunnen leiden tot blokkering van één van de functies. Als delen van het werkstuk zijn vastgelopen tussen het zaagblad en de beschermkappen, trek de stekker van het netsnoer van de machine dan uit het stopcontact en volg de instructies die worden gegeven in het hoofdstuk Het zaagblad monteren. Verwijder de vastgelopen gedeelten en monteer het zaagblad opnieuw. ZAAGBLADEN GEBRUIK ALTIJD geluidsgedempte ZAAGBLADEN VAN 305 mm MET ASGATEN VAN 30 mm. NOMINALE SNELHEID MOET TEN MINSTE 4000 TPM ZIJN. Gebruik nooit zaagbladen met een kleinere of een grotere diameter. Deze zullen nooit goed kunnen worden afgeschermd. Gebruik alleen afkortzaagbladen. Gebruik geen zaagbladen die bedoeld zijn voor overlangse verzaging, combinatiezaagbladen of zaagbladen met een grotere hoek dan 10°. BESCHRIJVING VAN ZAAGBLADEN Toepassing Diameter (mm) Tanden Zaagbladen voor de bouw(voor alle zaagtoepassingen) Algemene toepassing 305 36 Zaagbladen voor houtbewerking (geven gladde, schone zaagsneden) Fijne afkortzaagsneden 305 60 Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie over de geschikte hulpstukken en accessoires. Milieubescherming Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale huishoudafval worden gegooid. Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden. Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen. Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling voor elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper wanneer u een nieuw product koopt. DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen. U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU.com. WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit de behuizing, aangezien vuil zich vaak zichtbaar opstapelt in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het uitvoeren van deze procedure. WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere ruwe chemicaliën voor het reinigen van de niet-metalen onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën kunnen de materialen die in deze onderdelen gebruikt worden, verzwakken. Gebruik een doek alleen bevochtigd met water en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in het gereedschap lopen en dompel nooit enig deel van het gereedschap onder in vloeistof. WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig de bovenzijde van de tafel. WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig het stofverzamelsysteem. Optionele accessoires WAARSCHUWING: Omdat hulpstukken, behalve die van DEWALT, niet zijn getest in combinatie met dit product, kan het gebruik van dergelijke hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het risico van letsel te beperken, mogen bij dit product uitsluitend accessoires worden gebruikt die zijn aanbevolen door DEWALT. 101 NEDERLANDS GARANTIE DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn producten en biedt professionele gebruikers van het product een uitstekende garantie. Deze garantieverklaring is een aanvulling op uw contractuele rechten als een professionele gebruiker of uw wettelijke rechten als een particuliere, nietprofessionele gebruiker, en is op geen enkele wijze van invloed op deze rechten. De garantie is geldig binnen het grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie en de Europese Vrijhandelszone. • 30 DAGEN NIET GOED GELD TERUG GARANTIE • Als u niet geheel tevreden bent over de prestaties van uw DEWALT-gereedschap, kunt u dit compleet met de originele onderdelen, zoals u het hebt aangekocht. binnen 30 dagen, gewoon terugbrengen bij het verkooppunt en omruilen voor een ander stuk gereedschap of tegen restitutie van het aankoopbedrag. Het product mag niet in onredelijke mate zijn versleten en u dient een aankoopbewijs te overleggen. • EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT • Als onderhouds- of servicewerkzaamheden nodig zijn voor uw DEWALT-gereedschap, in de 12 maanden na uw aankoop, hebt u recht op één jaar gratis service. Deze zal kosteloos worden uitgevoerd in een DEWALTservicecentrum. U dient een aankoopbewijs te overleggen. Inclusief arbeidskosten. Exclusief accessoires en reserveonderdelen, tenzij deze defect raakten en onder de garantie vielen. • EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE • Als uw DEWALT-product defect raakt als gevolg van het gebruik van verkeerde materialen of onjuiste constructie binnen 12 maanden na de datum van aankoop, garandeert DEWALT alle defecte onderdelen gratis te vervangen of – naar onze beoordeling – het apparaat gratis te vervangen, op voorwaarde dat: • Het product niet verkeerd gebruikt is; • Het product in redelijke mate is versleten; • Er geen reparaties zijn ondernomen door nietgeautoriseerde personen; • U een aankoopbewijs kunt overleggen; • Het product compleet met alle originele onderdelen wordt geretourneerd. Als u aanspraak wilt maken op de garantie, neem dan contact op met uw leverancier of zoek het officiële DEWALTservicecentrum bij u in de buurt in de DEWALT-catalogus of neem contact op met het DEWALT-kantoor op het adres dat wordt vermeld in deze handleiding. Een lijst van officiële DEWALT-servicecentra en volledige details over onze aftersales-service zijn ook te vinden op internet via: www.2helpU.com. 102
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180

DeWalt D27107XPS de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor