11
GB
11
NL
Gebruik
Klemmen
1. Controleer of de bewegende kaak vergrendelschakelaar (3) in de horizontale positie
(Afbeelding O) staat en duw de bewegende kaak (14) terug tot het werkstuk tussen de
kaken past (Afbeelding P)
2. Plaats het werkstuk tegen de vaste kaak (13) en schuif de bewegende kaak voorwaarts
tegen het werkstuk aan (Afbeelding Q)
Let op: De kaak kan tevens met behulp van het voetpedaal (8) naar voren gebracht worden
3. Klik de vergrendel/verlosschakelaar (12) naar boven in de vergrendelstand (Afbeelding R)
Let op: De schakelaar kan vergrendelt worden wanneer het werkstuk vastgeklemd is
4. Oefen een neerwaartse druk op het voetpedaal (8) uit tot de vereiste klemkracht
uitgeoefend is (Afbeelding S)
Let op: Voor extra klemkracht kunt u op het pedaal staan (maximaal 100 kg). Spring niet op
het pedaal waar dit het mechanisme en de eenheid kan beschadigen
Ontgrendelen
1. Klik de vergrendel/verlosschakelaar (12) naar de ontgrendel positie (Afbeelding T)
2. Duw op het voetpedaal (8) en laat deze los om het werkstuk te ontgrendelen (Afbeelding U)
Let op: Ondersteun het werkstuk wanneer u deze ontgrendeld zodat deze niet van de eenheid
afvalt
Let op: Wanneer het werkstuk erg stevig is vastgeklemd is een grotere druk op het voetpedaal
vereist
3. Schuif de bewegende kaak (14) terug en neem het werkstuk van de eenheid (Afbeelding V)
Het klemmen aan één zijde van de kaak
• Sommige grote of onhandige werkstukken kunnen enkel aan één zijde van de kaak
geklemd worden (Afbeelding W)
Let op: Plaats een opvulstuk (met dezelfde dikte als uw werkstuk) aan de andere zijde van de
kaak op het buigen van de bewegende kaak (14) te voorkomen
Het klemmen van grote voorwerpen
(460 mm tot 955 mm)
• De bewegende kaak (14) kan omgedraaid worden voor het klemmen van grotere
voorwerpen tussen 460 en 955 mm
1. Plaats de vergrendel/verlosschakelaar (12) in de ontgrendel positie en zorg ervoor dat het
voetpedaal (8) ontgrendeld is (Afbeelding X)
2. Controleer of de bewegende kaak vergrendelschakelaar (3) in de horizontale positie staat
(Afbeelding Y)
3. Schuif de bewegende kaak volledig uit de groeven (Afbeelding Z)
4. Draai de bewegende kaak 180° en plaats deze terug in de groeven (Afbeelding AA en AB)
Opmerkingen:
• Bij het klemmen van werkstukken met de bewegende kaak (14) omgedraaid, zorgt u ervoor
dat het werkstuk parallel aan en op de kaak zit. Voorkom het klemmen van werkstukken
met een ruimte tussen de kaken en de basis van de bewegende kaak, waar overmatige
druk op het voetpedaal mogelijk resulteert in beschadiging aan de eenheid
• Bij het klemmen van grote of zware voorwerpen zorgt u voor overhangondersteuning (als de
MSA200 Triton Multistand 330090) om het omvallen van de SuperJaws te voorkomen
Het gebruik als een aambeeld
• De vaste kaak is erg sterk en geschikt voor het gebruik als een aambeeld voor het buigen
en vormen van materialen (Afbeelding AC en AD)
• De bewegende kaak raakt mogelijk beschadigd wanneer deze als aambeeld gebruikt wordt
• Voor dikkere materialen raden wij het gebruik van de optionele SJAEJ metaal kaken aan
Het gebruik als een bankschroef
• Wanneer de vergrendel/verlosschakelaar (12) in de verlospositie staat (Afbeelding X), kan de
eenheid als bankschroef gebruikt worden (Afbeelding AE)
• Met elke slag van het voetpedaal (8), schuift de bewegende kaak (14) ongeveer 25 mm
Schulpen
1. Bij het schulpen van planken, stopt u het zagen voor de kaken (Afbeelding AF)
2. Neem de plank uit de kaken en klem deze opnieuw met genoeg ruimte voor de zaag om de
zaagsnede af te maken
3. Plaats een afstandsstuk, iets dikker dan de zaagsnede, op het kaak deel om de snede open
te houden voor de zaagmachine (Afbeelding AG)
Onderdelenlijst
1. Vast urethaan kaakpaneel
2. Bewegende urethaan kaakpanelen (2 st.)
3. Bewegende kaak vergrendelschakelaar
4. Frame
5. Achterpoot vergrendelknop
6. Achterpoot
7. Voetplaten
8. Voetpedaal
9. Voorpoten
10. Voetpedaalvergrendeling
11. Voorpoot vergrendelknoppen
12. Vergrendel/verlosschakelaar
13. Vaste kaak
14. Bewegende kaak
Gebruiksdoel
De SuperJaws is een draagbaar klemsysteem, geschikt voor het klemmen van verschillende
werkstukken voor verschillende toepassingen
Het uitpakken van uw gereedschap
• Pak uw toestel / gereedschap uit. Inspecteer het en zorg dat u met alle kenmerken en
functies vertrouwd raakt.
• Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren. Als er onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn, zorg dan dat deze vervangen worden voor u dit toestel /
gereedschap gebruikt.
Voor gebruik
Montage
1. Plaats de SuperJaws ondersteboven op de grond, draai de achterpoot vergrendelknop (5)
los en klap de achterpoot (6) uit de opbergpositie (Afbeelding B)
• Kantel de achterpoot net vrij van het voorpaneel (Afbeelding A)
• Schuif de poot volledig naar voren, til de poot op, schuif deze in de behuizing en draai de
knop vast (Afbeelding C)
2. Til de voorpoten (9) uitwaarts tot deze in de voorpoot vergrendelknoppen (11) klikken
(Afbeelding E).
3. Verhoog het voetpedaal (8) tot deze in positie klikt (Afbeelding D)
4. Draai de SuperJaws om en controleer of alle poten juist zijn uitgeklapt en vergrendelt
(Afbeelding H)
5. Draai de bewegende kaak vergrendelschakelaar (3) in de horizontale positie (Afbeelding I).
De SuperJaws is nu klaar voor gebruik
Inklappen
• Het inklappen van de SuperJaws gaat in de tegenovergestelde volgorde. Zorg ervoor dat:
• De vergrendel/verlosschakelaar (12) in de ontgrendel positie staat (Afbeelding J)
• De voetpedaalvergrendeling (10) wordt gebruikt om het voetpedaal (8) te verlossen en in te
klappen (Afbeelding K)
• De bewegende kaak vergrendelschakelaar (3) in de verticale positie staat, om te voorkomen
dat de kaak glijdt (Afbeelding L)
• De voorpoot vergrendelknoppen (11) los zijn voor u de poten inklapt (Afbeelding AP)
• De achterpoot (6) volledig in het frame is geklapt en dat de vergrendelknop (5) stevig is
vastgedraaid (Afbeelding M)
• De achterpoot als draaghandvat dient wanneer deze is ingeklapt, voor een gemakkelijke
verplaatsing (Afbeelding N)
327323_Manual.indd 11 20/12/2017 11:47