Documenttranscriptie
Gebruiksaanwijzing
FORNUIS EN OVEN
IT
Italiano, 1
NL
GB
English,17
DE
Nederlands,49 Deutsch, 65
FR
Français, 33
Inhoud
Installatie, 50-53
Plaatsen en waterpas zetten
Elektrische aansluiting
Gasaansluiting
Aanpassen aan de verschillende soorten gas
Tabel eigenschappen branders en sproeiers
Tabel eigenschappen
Beschrijving van het apparaat, 54
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
Display
Starten en gebruik, 55-60
CI 66 M W
CI 66 M A
CI 66 M I
Gebruik van de kookplaat
De klok instellen
De timer instellen
Gebruik van de oven
Handmatige kookprogrammas
Automatische kookprogrammas
De bereiding programmeren
Praktische kooktips
Praktisch advies voor het gebruik van de
elektrische kookplaten
Kooktabel oven
Voorzorgsmaatregelen en advies, 61
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en milieubehoud
Onderhoud en verzorging, 62-63
De elektrische stroom afsluiten
Reinigen van het apparaat
Vervangen van het ovenlampje
Onderhoud gaskranen
Automatische reiniging PYROLYSE
Service, 64
NL
Installatie
NL
Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor
eventuele raadpleging in de toekomst. In het geval u
het apparaat verkoopt, weggeeft of wanneer u
verhuist, moet het boekje bij het apparaat bewaard
worden.
Lees de instructies aandachtig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik en
veiligheid.
De installatie van het apparaat moet volgens deze
instructies worden uitgevoerd door een bevoegde
installateur.
Na een langdurig gebruik van het apparaat is het
aan te raden een raam te openen of de draaisnelheid
van eventuele ventilatoren te vermeerderen.
Afvoer van de verbrandingsgassen
De afvoer van de verbrandingsgassen moet
plaatsvinden door middel van een afzuigkap die is
aangesloten op een veilige en goedwerkende
schoorsteen met natuurlijke trek, ofwel door middel
van een elektrische ventilator die automatisch in
werking treedt elke keer dat u het apparaat aanzet
(zie afbeeldingen).
Sluit altijd eerst de elektrische stroom af voordat u
tot onderhoud of regeling van het fornuis overgaat.
Ventilatie van de vertrekken
Dit apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in
permanent geventileerde ruimten, overeenkomstig
de geldende nationale normen en daaropvolgende
wijzigingen . In het vertrek waar het apparaat wordt
geïnstalleerd moet zoveel lucht kunnen toestromen
als nodig is voor de normale gasverbranding (de
luchtcapaciteit mag niet minder zijn dan 2 m3/h per
kW geïnstalleerd vermogen).
De luchttoevoeropeningen, beschermd door
roosters, moeten voorzien zijn van een leiding van
minstens 100 cm 2 bruikbare doorsnede en zo
moeten zijn geplaatst dat niet worden verstopt, zelf
niet gedeeltelijk (zie afbeelding A).
Deze openingen moeten met 100% worden verbreed
- met een minimum van 200 cm 2 - als het fornuis
niet voorzien is van een thermokoppelbeveiliging en
wanneer de toevoer van lucht op indirecte manier
van aangrenzende vertrekken plaatsvindt (zie
afbeelding B) - mits dit geen gemeenschappelijke
ruimtes zijn van het gebouw, vertrekken met een
verhoogd brandgevaar of slaapkamers, die
beschikken over een ventilatieopening die
verbonden is met buiten, zoals zojuist beschreven.
Aangrenzend vertrek
A
Te ventileren vertrek
B
50
Afvoer door een
schoorsteen of vertakt
rookkanaal (alleen
bestemd voor
kookapparaten)
De vloeibare petroleumgassen, die zwaarder zijn
dan de lucht, blijven laag hangen, daarom moeten
LPG flessen afvoeropeningen naar buiten toe
hebben om een eventuele gaslekkage naar onder
toe af te kunnen voeren.
Lege of halfvolle LPG flessen mogen dus niet
worden geïnstalleerd of bewaard in vertrekken die
lager liggen dan de vloer (kelders, enz.). Het is
beter alleen de in gebruik zijnde fles in het vertrek te
bewaren, ver van warmtebronnen (ovens, open
haard, kachels) die hem tot temperaturen van meer
dan 50°C zouden kunnen brengen.
Plaatsen en waterpas zetten
Het apparaat kan naast meubels worden geplaatst
die niet hoger zijn dan het werkvlak.
Controleer dat de wand die in contact komt met de
achterzijde van het apparaat van niet ontvlambaar
materiaal is gemaakt en bestand is tegen hoge
temperaturen (T 90°C).
A
Ventilatieopening voor
verbrandingslucht
Afvoer rechtstreeks
naar buiten
Vergroting van de kier
tussen deur en vloer
Voor een correcte installatie:
plaats het apparaat in de keuken, in de eetkamer
of in een eenkamerappartement (niet in de
badkamer);
als het kookvlak hoger is dan de meubels, moeten
zij op minstens 600 mm van het apparaat vandaan
worden geplaatst;
420 mm.
Min.
Waterpas zetten
min. 650 mm. met kap
min. 700 mm. zonder kap
420 mm.
Min.
als het fornuis onder
een keukenkastje wordt
AFZUIGKAP
geïnstalleerd, moet de
Min. 600 mm.
afstand tussen de twee
minstens 420 mm zijn.
Deze afstand moet 700
mm worden als de
keukenkastjes zijn
vervaardigd uit
ontvlambaar materiaal
(zie afbeelding);
hang geen gordijnen achter het fornuis, of op
minder dan 200 mm van de zijkanten;
eventuele afzuigkappen moeten volgens de
instructies van hun eigen gebruiksaanwijzing
worden geïnstalleerd.
Indien het nodig is het
apparaat te nivelleren, kunnen
de bijgeleverde stelvoetjes in
de daarvoor geschikte
openingen in de hoeken van
het onderstuk van het fornuis
worden geschroefd (zie
afbeelding).
De poten* moeten aan het
onderstuk van het fornuis
worden vastgeklemd.
Elektrische aansluiting
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje( zie tabel Technische gegevens).
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het
elektrische net wordt aangesloten, moet u tussen het
apparaat en het net een meerpolige schakelaar
aanbrengen met een afstand tussen de contacten
van minstens 3 mm, aangepast aan het elektrische
vermogen en voldoend aan de geldende nationale
normen (de aarding mag niet worden onderbroken
door de schakelaar). De voedingskabel moet
zodanig worden geplaatst dat hij nergens een
temperatuur bereikt van 50°C hoger dan de
kamertemperatuur.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
de contactdoos geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
* Slechts op enkele modellen aanwezig.
de contactdoos in staat is het maximale
vermogen van het apparaat te dragen, zoals
aangegeven op het typeplaatje;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje;
de contactdoos en de stekker van het apparaat
overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel
de stekker ofwel de contactdoos te vervangen;
gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de
elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te
bereiken zijn.
De kabel mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
De kabel moet van tijd tot tijd worden
gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs
worden vervangen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld wanneer deze normen niet worden
nageleefd.
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of
-fles moet worden uitgevoerd m.b.v. een flexibele
rubberen of stalen buis, in overeenstemming met de
geldende nationale normen en daaropvolgende
wijzigingen en uitsluitend na te hebben
gecontroleerd dat het apparaat is afgesteld op het
soort gas waarmee het zal worden gevoed (zie
etiket met ijking op het deksel: als dit niet het geval
is zie onder). Bij gebruik van vloeibaar gas uit een
gasfles gebruikt u drukregelaars die voldoen aan de
geldende nationale normen en daaropvolgende
wijzigingen. Om de aansluiting te vergemakkelijken
kan de gasvoeding aan de zijkant worden
geplaatst*: verander de plaats van de slanghouder
voor de aansluiting met de afsluitdop en vervang de
bijgeleverde afdichting.
Voor het veilig functioneren, een juist gebruik van
de energie en een langere levensduur van het
apparaat moet u zich ervan verzekeren dat de
gasdruk overeenkomt met de waarden die zijn
aangegeven in de Tabel Eigenschappen branders
en sproeiers (zie onder).
Aansluiting gas met flexibele rubberen buis
Controleer of de buis overeenkomt met de geldende
nationale normen. De interne diameter van de buis
moet zijn: 8 mm voor voeding met vloeibaar gas; 13
mm voor voeding met aardgas.
51
NL
NL
Zodra de verbinding is uitgevoerd moet u
controleren of de buis:
in geen enkel punt contact maakt met delen die
temperaturen bereiken van meer dan 50°C;
niet onderhevig is aan trekkracht en torsie en dat
er geen bochten of knelpunten zijn;
niet in contact komt met scherpe voorwerpen,
scherpe randen, beweegbare onderdelen en niet
in de knel raakt;
gedurende de hele lengte makkelijk te
inspecteren is, zodat u probleemloos kunt
controleren of hij in goede staat verkeert;
korter is dan 1500 mm;
aan beide uiteinden nauw sluit. Hij moet worden
bevestigd met slangklemmen die voldoen aan de
geldende nationale normen.
Als u aan één of meer van deze voorwaarden niet
kunt voldoen of als het fornuis wordt geïnstalleerd
volgens de voorwaarden van klasse 2 - onderklasse
1 (apparaat gemonteerd tussen twee meubels),
dient u een flexibele, stalen buis gebruiken (zie
onder).
Aansluiting met een flexibele roestvrije stalen
buis aan een onafgebroken wand voorzien van
aanhechtingen met schroefdraad.
Controleer of de buis voldoet aan de geldende
nationale normen en de metalen aluminium
afdichtingen voldoen aan de norm UNI 9001-2 of de
rubberen afdichtingen conform aan de geldende
nationale normen.
Voordat u de buis monteert verwijdert u de
buishouder op het apparaat (het verbindingsstuk
waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is
voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische
schroefbout).
Voer de verbinding zodanig uit dat de lengte van
de buis, in uitgestrekte toestand, niet langer is dan
2 meter. Verzeker u ervan dat de buis niet in contact
komt met bewegende delen en dat hij niet wordt
afgekneld.
Controle gasdichtheid
Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de
gasdichtheid van alle verbindingsstukken worden
gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met
een vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten
gas
Het is mogelijk het fornuis aan te passen voor een
verschillende gassoort (anders dan die staat
aangegeven op het typeplaatje op het deksel).
52
Aanpassen kookplaat
Het vervangen van de sproeiers van de branders
van de kookplaat:
1. verwijder de pannendragers en haal de branders
van hun plek;
2. draai de sproeiers los met
een pijpsleutel van 7 mm (zie
afbeelding) en vervang ze met
de sproeiers die geschikt zijn
voor het nieuwe type gas (zie
Tabel Eigenschappen
branders en sproeiers);
3. zet de onderdelen in
omgekeerde volgorde weer op hun plaats.
Het regelen van de minimum stand van de branders
van de kookplaat:
1. zet het kraantje op de minimum stand;
2. haal de knop eraf en draai aan het regelschroefje
in of naast de spil van het kraantje totdat u een
kleine regelmatige vlam heeft.
Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel
worden vastgeschroefd;
3. controleer of door de kraan snel van maximum
naar minimum te draaien de branders niet uitgaan.
De branders hebben geen regeling van de primaire
lucht nodig.
Na de afregeling van een ander soort gas dan het
goedgekeurde gas moet u het oude etiket van de
gasinstelling vervangen met het etiket dat
overeenkomt met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij
onze Erkende Technische Servicedienst.
Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend
(of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de
toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht
die voldoet aan de geldende normen EN 88-1 en EN
88-2 voor de drukregelaars voor gekanaliseerd
gas.
Tabel eigenschappen branders en sproeiers
Tabel 1
Brander
Diameter
(mm)
Extra Snel
(Groot) (UR)
Half-snel
(Middelgroot)
(S)
Extra (Klein)
(A)
Toevoerdruk
*
**
***
Verwarmingsvermogen
kW (p.c.s.*)
Nomin.
Gereduc.
By-Pass
1/100
(mm)
NL
Vloeibaar gas
sproeier
vermogen*
1/100
g/h
(mm)
***
***
Aardgas
sproeier vermogen *
1/100
l/h
(mm)
100
3,30
0,7
41
91
240
236
123
314
75
1.90
0.4
30
70
138
136
106
181
55
1.00
0.4
30
50
73
71
79
95
28-30
20
35
37
25
45
Nominaal (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
20
17
25
Bij 15°C en 1013 mbar – dry gas
Propaan
P.C.S. (bovenwaarde) = 50,37 MJ/Kg
Butaan
P.C.S. (bovenwaarde) = 49,47 MJ/Kg
Aardgas
P.C.S. (bovenwaarde) = 37,78 MJ/m3
ø 180
S
UR
CI 66 M W
CI 66 M A
CI 66 M I
A
TABEL EIGENSCHAPPEN
Afmetingen Oven
32x43,5x40 cm
HxBxD
Inhoud
liter 56
Afmetingen
breedte 42 cm
van de
diepte 44 cm
verwarmingslade hoogte 8,5 cm
geschikt voor alle soorten gas
Branders
aangegeven op het typeplaatje
Spanning en
frequentie van de
zie typeplaatje
elektrische
voeding
Richtlijn 2002/40/EG op het etiket
van elektrische ovens. Norm EN
50304
Energieverbruik convectie
Natuurlijk - verwarmingsfunctie:
ENERGY LABEL
Traditioneel
Energieverbruikverklaring Klasse
geforceerde convectie verwarmingsfunctie: Braden
EU Richtlijnen: 2006/95/EEG van
12.12.06 (Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen 89/336/EEG van 03/05/89
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en daaropvolgende
wijzigingen -90/369/EEG van
29/06/90 (Gas) en daaropvolgende
wijzigingen - 93/68/EEG van
22/07/93 en daaropvolgende
wijzigingen - 2002/96/EG.
53
Beschrijving van het apparaat
NL
Aanzichttekening
Glazen deksel *
Elektrische Kookplaat
Gasbrander
Rooster van het werkvlak
Lekplaat voor eventueel
overkoken
GELEIDERS
van de roosters
stand 5
stand 4
stand 3
stand 2
stand 1
Bedieningspaneel
Rooster GRILL
Rooster LEKPLAAT
Stelvoetje
Stelvoetje
Bedieningspaneel
PROGRAMMAKNOP
Symbool PROGRAMMA
LAGE TEMPERATUR
Symbolen AUTOMATISCHE
PROGRAMMA'S
Cijfers TEMPERATUREN
en TIJDEN
Aanwijzer van de
Voorverwarming
Symbool
KLOK
Aanwijzer
DEURBLOKKERING
Symbool
STOP
Symbool
DUUR
* Slechts op enkele modellen aanwezig.
54
Controlelampje
ELEKTRISCHE
KOOKPLAAT
Toets
INSTELLEN TIJDEN
Toets
PYROLYSE
Display
Knoppen BRANDERS en
de ELEKTRISCHE
KOOKPLAAT van de
kookplaat
Knop THERMOSTAAT/INSTELLEN
TIJDEN
DISPLAY
Symbool
TIMER
Symbool
EINDE BEREIDING
Starten en gebruik
Gebruik van de kookplaat
Aansteken van de branders
Naast elke BRANDER knop wordt met een vol rondje
aangegeven bij welke brander deze knop hoort.
Om een brander van de kookplaat aan te steken:
1. houd een vlam of aansteker bij de brander;
2. druk en draai tegelijkertijd de BRANDER knop
linksom tot aan het symbool van de grootste vlam -.
3. regel de sterkte van de gewenste vlam, door de
BRANDER knop linksom te draaien: op het minimum
+, op het maximum - of op een tussenliggende
stand.
Als het apparaat beschikt
over een elektronische
ontsteking* (zie afbeelding) is
het voldoende tegelijkertijd de
BRANDER knop in te drukken
en linksom te draaien tot op
het symbool van de grootste
vlam, totdat de ontsteking
heeft plaatsgevonden. Het kan zijn dat de brander
uitgaat wanneer u de knop loslaat. In dit geval moet
u de handeling herhalen en de knop iets langer
ingedrukt houden.
Mocht de vlam per ongeluk uitgaan, doe dan de
brander uit en wacht minstens 1 minuut voordat u
hem weer probeert aan te steken.
Als het apparaat is voorzien van een
thermokoppelbeveiliging* dient u de BRANDER
knop circa 2-3 seconden ingedrukt te houden om de
vlam aan te houden en de beveiliging te activeren.
Om de brander uit te zetten draait u aan de knop tot
hij op uit staat .
Praktisch advies voor het gebruik van de
branders
Voor een beter rendement van de branders en een
minimaal gasverbruik dient u pannen te gebruiken
met een platte onderkant, die voorzien zijn van een
deksel en die afgestemd zijn op de afmetingen van
de brander:
Brander
ø Diameter Pannen (cm)
Extra Snel (UR)
24 – 26
Half-snel (S)
16 – 20
Extra (A)
10 – 14
Om het type brander te selecteren kunt u de
tekeningen raadplegen die staan weergegeven in
het hoofdstuk Eigenschappen branders en
sproeiers.
NL
Op modellen die voorzien zijn van een
vlamverspreider moet deze alleen worden gebruikt
op de extra brander wanneer men pannen gebruikt
die een doorsnede hebben van minder dan 12 cm.
Elektrische kookplaten*
U kunt de kookplaten regelen door de
overeenkomstige knop met de klok mee of tegen de
klok in te draaien, op 6 verschillende standen:
Positie
Normale of snelle plaat
0
Uit
1
Minimum sterkte
2-5
6
Middelsterkten
Maximum sterkte
Als de knop niet op uit staat zal het controlelampje
aangeven dat de kookplaat in werking is.
De klok instellen
U kunt de klok zowel instellen als de oven uit is als
wanneer hij aan is, maar alleen als u geen
uitgestelde bereiding heeft ingesteld.
1. Druk meerdere malen op de
toets totdat het
symbool
en de eerste twee cijfers op het
DISPLAY beginnen te knipperen;
2. draai de knop INSTELLEN TIJDEN richting de +
en de - om de uren in te stellen;
3. druk nogmaals op de toets
totdat de andere
twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen;
4. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
+ en de - om de minuten in te stellen;
5. druk nogmaals op de toets
om te bevestigen.
De timer instellen
Deze functie onderbreekt de bereiding niet en is
onafhankelijk van het gebruik van de oven. Hij dient
er uitsluitend voor een geluidssignaal te laten horen
als de ingestelde minuten zijn verstreken.
* Slechts op enkele modellen aanwezig.
55
NL
en de drie cijfers op het DISPLAY
symbool
beginnen te knipperen;
2. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
+ en de - om de minuten in te stellen;
6. Indien de stroom uitvalt en de oventemperatuur
niet te laag is geworden, gaat de oven automatisch
terug naar het punt waar het koken is onderbroken.
De geprogrammeerde functies worden echter niet
onthouden. U dient ze daarom bij het terugkeren van
de stroom opnieuw in te stellen.
3. druk nogmaals op de toets
om te bevestigen.
Nu verschijnt het terugtellen, aan het einde waarvan
u een geluidssignaal zult horen.
Bij de programmas BRADEN en BARBECUE is
geen voorverwarming nodig.
Gebruik van de oven
! Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u
riskeert hiermee het email te beschadigen.
1. Druk meerdere malen op de toets
totdat het
Vóór gebruik is het strikt noodzakelijk het plastic
folie aan de zijkanten van het apparaat te
verwijderen.
Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven
minstens een uur leeg te laten functioneren, op
maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat
u de oven heeft uitgeschakeld, opent u de ovendeur
en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door
het verdampen van de middelen die worden
gebruikt om de oven te beschermen.
1. Selecteer het gewenste kookprogramma door aan
de PROGRAMMAKNOP te draaien.
2. De oven begint voor te verwarmen, de aanwijzers
van de voorverwarming gaan aan.
De temperatuur kan veranderd worden door te
draaien aan de THERMOSTAATKNOP.
3. Als de aanwijzer van de voorverwarming
uitgaat en u een geluidssignaal hoort, is de
voorverwarming compleet: zet de etenswaren in de
oven.
4. Tijdens het koken kunt u nog altijd:
- het kookprogramma veranderen met behulp van de
PROGRAMMAKNOP;
- de temperatuur veranderen met behulp van de
THERMOSTAATKNOP;
- de kookduur programmeren of de tijd van einde
bereiding ( zie kookprogrammas);
- het koken onderbreken door de
PROGRAMMAKNOP weer op stand 0 te zetten.
5. U kunt de kookduur veranderen ( zie
kookprogrammas).
56
! Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde
roosters.
Ventilator
Om de oven van buiten niet te heet te laten worden,
brengt een verkoelingsventilator een luchtstroom teweeg
die tussen het bedieningspaneel en de ovendeur naar
buiten komt. Aan het begin van het programma
PYROLYSE draait de ventilator op lage snelheid.
Aan het einde van de kooktijd blijft de ventilator draaien
totdat de oven voldoende is afgekoeld.
Ovenverlichting
Als de oven uit is, kan het ovenlicht op ieder willekeurig
moment aan worden gedaan door de ovendeur te openen.
Handmatige kookprogrammas
! Alle programmas hebben een vooringestelde
kooktemperatuur. Deze kan handmatig worden
aangepast,en naar wens worden ingesteld tussen de
40°C en de 250°C. In het programma DRAAISPIT is
de ingestelde temperatuur 270°C.
Functie TRADITIONELE OVEN
Met deze traditionele kookwijze is het beter een
enkel rooster te gebruiken.
Functie MULTILEVEL
Aangezien de warmte in de hele oven constant is, zorgt
de lucht dat de gerechten op gelijkmatige wijze gekookt
en gebakken worden. Het is mogelijkmaximaal twee
roosters tegelijk te gebruiken.
Functie BRADEN
Hiermee wordt de rechtstreekse bovenhitte van de
grill gecombineerd met de geforceerde
luchtcirculatie in de oven.
Eventueel verbranden van de buitenkant wordt zo
vermeden; de warmte dringt gemakkelijker door naar
de binnenkant. Kook met de ovendeur dicht.
Functie DRAAISPIT
Deze functie is optimaal voor het braden aan het
draaispit. Kook met de ovendeur dicht.
Functie LAGE TEMPERATUUR
Deze kookfunctie is ideaal voor rijzen, ontdooien, het
bereiden van yoghurt, het snel of langzaam
opwarmen van gerechten en het langzaam koken
van etenswaren op lage temperatuur. De in te stellen
temperaturen zijn: 40, 65, 90 °C.
Draaispit
Voor het activeren van het
draaispit ( zie afbeelding)
gaat u als volgt te werk:
1. plaats de lekplaat in
stand 1;
2. zet de steun van het
draaispit op de 3e
stand en steek de
vleespen in de speciale
opening achterin de
oven;
3. activeer het draaispit door middel van de
symbolen
;
Als u de ovendeur opent als het programma is
gestart, houdt het draaispit op met draaien.
Automatische kookprogrammas
De temperatuur en de duur van de bereiding zijn
ingesteld en kunnen niet worden gewijzigd door het
systeem C.O.P.® (Cottura Ottimale Programmata
(Optimale Geprogrammeerde Bereiding)) die
automatisch een perfect resultaat garandeert. De
bereiding wordt automatisch gestopt en de oven geeft
aan wanneer het gerecht gaar is. De duur van de
bereiding kan enkele minuten worden gewijzigd zoals
als volgt wordt beschreven bij de afzonderlijke
functies.
Functie PIZZA
Gebruik deze functie voor het bereiden van pizzas.
Zie het volgende hoofdstuk voor recepten en details.
Het is mogelijk alleen de duur -5/+5 minuten te
wijzigen.
Voor een optimaal resultaat raden wij u aan de
volgende aanwijzingen nauwkeurig op te volgen:
houdt u zich aan het recept;
het gewicht van het deeg moet tussen de 500 g
en de 700 g zijn.
vet de lekplaat en de ovenschalen licht in.
Plaats het gerecht in de koude oven. Als u het in de
warme oven wilt plaatsen, nadat u eerst een ander
gerecht heeft gekookt, dan zal het display de tekst
Hot tonen totdat de oventemperatuur de 120° zal
hebben bereikt. Nu kunt u de pizza in de oven zetten.
Recept voor PIZZA:
1 Bakplaat, lage ovenstand, oven koud of warm
Recept voor 3 pizzas van ongeveer 550 g: 1000 g meel,
500 g water, 20 g zout, 20 g suiker, 10 cl olijfolie, 20 g
bakkersgist (of 2 zakjes gedroogde gist)
Rijzen op kamertemperatuur: 1 uur of handmatige
functie LAGE TEMPERATUUR op 40°. Laat circa 30/
45 minuten rijzen.
Plaats het gerecht in de koude oven.
Start de bereiding
PIZZA
Functie BROOD
Voor een optimaal resultaat raden wij u aan de volgende
aanwijzingen nauwkeurig op te volgen:
houdt u zich aan het recept;
het maximum gewicht per bakplaat;
vergeet niet 1 dl koud water te gieten in de
bakplaat op stand 5;
Plaats het brood in de koude oven. Als u het in de
warme oven wilt plaatsen, nadat u eerst een ander
gerecht heeft gekookt, dan zal het display de tekst
Hot tonen totdat de oventemperatuur de 40° zal
hebben bereikt. Nu kunt u het brood in de oven zetten.
57
NL
NL
Recept voor BROOD:
1 bakplaat van 1000 g max, onderste ovenstand
Recept voor 1000 g deeg: 600 g meel, 360 g water, 11 g
zout, 25 g bakkersgist (of 2 zakjes gedroogde gist)
Procedure:
Meng het meel en het zout in een grote kom.
Doe de gist in lauw water (circa 35 graden).
Maak een kuil in het meel.
Giet er het mengsel van water en gist in
Kneed het geheel totdat een homogeen deeg is
gevormd dat niet plakkerig is, door het deeg 10
minuten lang met de palm van de hand plat te
drukken en vervolgens weer dicht te vouwen.
Maak een bal van het deeg, doe het in een
slakom en bedek het met plastic folie om te
voorkomen dat de buitenkant ervan uitdroogt. Doe
de slakom in de oven op de handmatige functie
LAGE TEMPERATUUR op 40°C en laat het
ongeveer 1 uur lang rijzen (het volume van het
deeg moet verdubbelen).
Verdeel de bal om de verschillende broden te
maken.
Leg ze op ovenpapier op de bakplaat.
Bestrooi de broden met meel.
Maak sneden in de broden.
vergeet niet 1 dl koud water te gieten in de
bakplaat op stand 5; Voor het reinigen kunt u het
beste water en azijn gebruiken.
Plaats het vlees in de koude oven.
Start het programma
BROOD
Aan het einde van de kooktijd laat u de broden rusten
op een rooster totdat ze geheel zijn afgekoeld.
Functie TAARTEN
Deze functie kan worden gebruikt voor het koken van
taarten. Plaats het gerecht in de koude oven. U kunt
de gerechten eventueel ook in de warme oven
plaatsen. Het is mogelijk alleen de duur -10/+10
minuten te wijzigen.
De bereiding programmeren
De programmering is alleen mogelijk wanneer een
kookprogramma is geselecteerd.
Het programmeren van de kookduur
1. Druk meerdere malen op de toets
totdat het
symbool
en de drie cijfers op het DISPLAY
beginnen te knipperen;
2. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
+ en de - om de gewenste duur in te stellen;
3. druk nogmaals op de toets
58
om te bevestigen.
4. als de ingestelde duur is verstreken verschijnt op
het DISPLAY het woord END, beëindigt de oven de
bereiding en klinkt een geluidssignaal.
B.v.: het is 9:00 uur en u programmeert een duur
van 1 uur en 15 minuten. Het programma stopt
automatisch om 10:15.
Het einde van een bereiding programmeren
Het programmeren van het einde van een bereiding
is alleen mogelijk nadat u een kookduur heeft
geselecteerd.
1. Volg de procedure van de duur van punt 1 t/m 3;
2. druk daarna op de toets
totdat het symbool
en de twee cijfers op het DISPLAY beginnen te
knipperen;
3. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
+ en de - om de uren in te stellen;
4. druk nogmaals op de toets
totdat de andere
twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen;
5. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
+ en de - om de minuten in te stellen;
6. druk nogmaals op de toets
om te bevestigen;
7. als de ingestelde duur is verstreken verschijnt op
het DISPLAY het woord END, beëindigt de oven de
bereiding en klinkt een geluidssignaal.
B.v.: het is 9:00 uur, u programmeert een duur
van 1 uur en 15 minuten en de eindtijd om 12:30.
Het programma zal automatisch om 11:15
beginnen.
De symbolen
en
gaan aan om aan te geven
dat een programmering is uitgevoerd. Op het DISPLAY
verschijnen om de beurt de eindtijd en de duur van
de bereiding.
Om een programmering te annuleren draait u de
PROGRAMMAKNOP op stand 0.
Praktische kooktips
Gebruik voor het koken met de heteluchtoven nooit
de standen 1 en 5: in deze standen zou de hete
lucht de fijne gerechten kunnen verbranden.
Bij de functies DRAAISPIT en ROOSTEREN raden
wij u aan de lekplaat op stand 1 te zetten om vet of
jus op te vangen.
MULTIKOKEN
Gebruik de standen 2 en 4, en plaats de
gerechten die meer warmte nodig hebben op
stand 2.
Plaats de lekplaat op de onderste stand en het
rooster op de hoogste.
Praktisch advies voor het gebruik van de
elektrische kookplaten
NL
Positie Normale of snelle plaat
Om warmteverlies en schade aan de kookplaten te
vermijden kunt u het beste pannen gebruiken met
een platte bodem en met een diameter die niet
kleiner is dan die van de kookplaat.
Vóór het eerste gebruik moeten de kookplaten
ongeveer 4 minuten lang op de maximale stand
worden gezet, zonder pannen erop te plaatsen.
Gedurende deze beginfase wordt de beschermlaag
hard en bereikt hij zijn maximale weerstand.
0
Uit
1
Groenten en vis
2
Aardappelen (gestoomd), soep, capucijners,
bonen
3
Doorkoken van grote hoevelheeden,
minestroni enz.
4
Braden (medium)
5
Braden (hard)
6
Bruin bakken of snel aan de kook brengen
Kooktabel oven
PEULVRUCHTEN
VOORGERECHTEN
GERECHTEN
Hartige plum-cakes
plum-cake met olijven, tonijn, enz.
Boerentaarten
kaastaart, zalmschotel
TEMPERATUUR
HULPMIDDELEN
160 °C
taartvorm op lekplaat
200 °C
op lekplaat
200 °C
terrinevorm op lekplaat (au
bain-marie met warm
water)
schotel op lekplaat (au
bain-marie met warm
water)
taartvorm op lekplaat
200-210 °C
schotel op lekplaat
terrine van vis, vlees, groenten, foie gras, enz.
Traditioneel
160 °C
Ovenschotel
leverpastei van gevogelte, zalmpuree, eieren en cocotte, enz.
Traditioneel
160 °C
Soufflé
kaassoufflé, groentesoufflé, vissoufflé, enz.
Gegratineerde gerechten
gegratineerde aardappels, parmentiersoep, lasagne, enz.
Multiniveau
gratineren
(of braden)
Gevulde groenten
aardappels, tomaten, courgettes, kool, enz.
Multiniveau
200 °C
Gestoofde groenten en cocotte
sla, wortels, haverwortel, enz.
Traditioneel
200 °C
Flan
paddestoelenflan, groentebeignets, enz.
Traditioneel
160 °C
Terrines
groenteterrine
Traditioneel
160 °C
Soufflé
Gerechten in beslag
In aluminiumfolie
Rijst
soufflé van asperges, tomaten, enz.
groenteschotel, enz.
truffels, enz.
Pilaf
Multiniveau
Multiniveau
Multiniveau
Traditioneel
200 °C
200 °C
200 °C
180 °C
op lekplaat
of vorm op bakplaat
cocotte op lekplaat
schotel of taartvorm op
lekplaat (au bain-marie
met warm water)
taartvorm op lekplaat (au
bain-marie met warm
water)
taartvorm op lekplaat
op lekplaat
aluminiumfolie op lekplaat
schotel op lekplaat
GERECHTEN
VOORBEELDEN
FUNCTIE
TEMPERATUUR
HET PLAATSEN
Gebraden gevogelte
Gevogelte aan het spit
kip, eend, haantje, kapoen.
kip, haantje
varkensgebraad, kalfsgebraad, kalkoen, roastbeef,
lamsbout, reebout, gefarceerde kalfsborst, enz.
Braden
Braadspit
200 °C
270 °C
gevogelte op rooster
vleespen van braadspit
Braden
200 °C
vlees op rooster
Multiniveau
180 °C (op een
derde van de
braadtijd verlagen
tot 160 °C)
vlees op bakplaat, regelmatig
bedruipen met de jus
Traditie
190 °C
cocotte op bakplaat
Multiniveau
200 °C
filet van rundvlees à la Wellington, lamsbout in
deegkorst, enz.
Multiniveau
200 °C
240 °C
braadstukken van grote
afmetingen
VLEES
FUNCTIE
Gebak- of
multiniveau
Gebak- of
multiniveau
Terrines
Braadstukken
Gesauteerd vlees in
ovenschotel en traditionele
gerechten
Grilleren
Vlees in deegkorst
Gerechten met deegkorst
VIS
VOORBEELDEN
Gegrillde vis en aan
satéstokjes
Hele vissen (gefarceerd)
Visfilets (met wijn of andere
vloeistof)
In aluminiumfolie
Vis in deegkorst (bladerdeeg of
pasteideeg)
Vis au gratin
Soufflé
Vis in zoute deegkorst
hele lamsbout, grote kapoen of kalkoen enz.
boeuf bourguignon, konijn alla cacciatora,
gesauteeerd kalfsvlees Marengo, gestoofd
lamsvlees, kip a la basque, enz.
biefstuk, karbonaden, worstjes, vleesstokjes,
kippenborst, enz.
gevogelte met deegkorst, enz.
Multiniveau
baars, makreel, sardine, zeebarbeel, tonijn enz.
Multiniveau
180 °C
zeebrasem, karper enz.
Multiniveau
200 °C
op rooster (inzethoogte naar
gelang de dikte
op bakplaat (voor grote
stukken, verlagen tot 160 °C als
het deeg gaar is)
vlees op bakplaat of schotel op
bakplaat
op rooster (inzethoogte naar
gelang de dikte
op bakplaat
zalm, schorpioenvis, kabeljouw, baars enz.
Traditie
200 °C
op bakplaat
tong, schelpen saint jacques, enz.
Multiniveau
200 °C
op bakplaat
zalm, vis aan satéstokjes enz.
Multiniveau
200 °C
op bakplaat
kabeljouw gegratineerd a là provençale enz.
schelpen Saint Jacques enz.
gratin (of braden)
Multiniveau
200-210 °C
200 °C
baars, karper enz.
Multiniveau
240 °C
schotel op bakplaat
vorm op bakplaat
vis op bakplaat of schotel op
bakplaat
59
Kooktabel oven
GERECHTEN
VOORBEELDEN
Koekjes (zonder gist)
cake, lange vingers, opgerolde koekjes, Brownies,
FUNCTIE
TEMPERATUUR
GEBAK
200 °C
Vruchtenaart van gistdeeg
suikertaart, vlaaien
Bereiding bodem voor vruchtentaarten
(zandtaartdeeg)
taart met verse vruchten (aardbeien, frambozen, enz.)
Gebakjes (bladerdeeg of kruimeldeeg)
peergebakjes, enz.
220 °C
Kleine gebakjes (bakkersgist)
Groot gebak (bakkersgist)
kougloff, brioches, panettone, zoet brood
160 °C
Koekjesdeeg
Zandtaartdeeg
Bladerdeeg
Bitterkoekjes, kokosballetjes
Gistdeeg
Lichtgebakken meringues
Doorgebakken meringues
gebakjes in papieren cups, lepelkoekjes, enz.
zandkoekjes, spritsen, biscuits, enz.
verschillende soorten feuilletee-gebak, enz.
kokoskoekjes, amandelkoekjes
mini-brioches, mini-croissants, enz.
180 °C
200 °C
200 °C
180 °C
180 °C
70 °C
110 °C
Pudding
broodpudding, rijstpudding
Crème en flans Griesmeelpuddingen
crème caramel, crème brûlée, chocoladeflan, enz.
Rijstdesserts
rijst à la condé, rijst à l’imperatrice, enz.
180 °C
Soufflé
soufflé met likeur, soufflé met fruit, enz.
200 °C
Gevuld fruit of fruit in aluminiumfolie
gestoofde appels, enz.
PATISSERIE
DESSERTS
180 °C
profiteroles, kleine soesjes, paris brest, gâteau saint
honoré, enz.
croissants, suikertaarten, brioches, kleine savarins, enz.
soesjes
FRUIT
180 °C
Gebak- of
multiniveau
VOORBEELDEN
GERECHTEN
Yoghurt
Droge etenswaren
Functie
Taarten
paddestoelen, kruiden, fruit of groenten in schijven, enz.
Aanbevolen bereiding voor...
Plum-cake en marmercake (met gedroogde
gist)
Vruchtentaart (kruimeldeeg of bladerdeeg,
met of zonder flan)
Bladerdeeg
Gebak zonder gist (clafoutis, amandeltaart,
boerentaart, enz.)
Pizza
PaneBrood
VOORBEELDEN
vruchtencake, marmercake, enz.
appeltaart, pruimentaart, perentaart enz.
apfelstrudel, boerentaarten, pasteitjes,
enz.
Gebak- of
multiniveau
190 °C
op lekplaat
180 °C
op lekplaat
op lekplaat of
taartvorm op
lekplaat
op lekplaat
op lekplaat
op lekplaat
op lekplaat
op lekplaat
op lekplaat
op lekplaat
taartvorm op
lekplaat
Vorm of ovenschotel
op lekplaat (au bainmarie op lekplaat)
taartvorm op
lekplaat
taartvorm op
lekplaat
taartvorm of
aluminiumfolie op
lekplaat
190 °C
160 °C
Gebak- of
multiniveau
Multiniveau
HULPMIDDELEN
taartvorm op
lekplaat
taartvorm op
lekplaat
taartvorm op
lekplaat
taartvorm op
lekplaat (bruine
bonen in deegkorst)
taartvorm op
lekplaat
200 °C
Cheesecake
VARIA
NL
200 °C
FUNCTIE
TEMPERATUUR
HULPMIDDELEN
Traditioneel
50 °C
schotel op lekplaat
Multiniveau
60 °C
op rooster
HULPMIDDELEN
taartvorm op
lekplaat
taartvorm op
lekplaat
Niveau bakplaat
Kooktijd
(minuten)
In oven
plaatsen
45**
Koud
2
2
op lekplaat
2
op lekplaat
2
Dikke pizza's (brooddeeg)
2
28**
Warm of koud
***
2
55
Koud
* De kooktijden dienen slechts als indicatie en kunnen naar eigen smaak aangepast worden. De voorverwarming van de oven is door de fabriek ingesteld en kan niet handmatig worden
gewijzigd.
** De duur van de automatische bereidingen is van te voren ingesteld. De waarden in de tabel hebben betrekking op de minimum en maximum waarden. Zij kunnen door de gebruiker worden
gewijzigd, te beginnen met de vooringesteld duur.
*** Zoals het recept aangeeft, dient u 100 gr water in de lekplaat toe te voegen.
60
Voorzorgsmaatregelen en advies
Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens
de geldende internationale veiligheidsvoorschriften.
Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw
veiligheid en u dient ze derhalve goed door te
nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
Dit apparaat is vervaardigd voor nietprofessioneel gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is
erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen
of als het onweert.
Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent
of met natte of vochtige handen of voeten.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het
mag uitsluitend door volwassenen worden
gebruikt en alleen volgens de instructies die
beschreven staan in deze handleiding.
Deze handleiding betreft een apparaat van klasse
1 (losstaand) of klasse 2 - subklasse 1
(ingebouwd tussen 2 meubels).
Tijdens het gebruik van de oven worden de
verwarmingselementen en enkele delen van de
ovendeur zeer heet. Raak ze niet aan en houd
kinderen op een afstand.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere
kleine keukenapparaten op warme delen van het
apparaat terechtkomen.
Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de
oven te zetten en eruit te halen.
Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol,
benzine enz.) in de buurt van het apparaat als het
in gebruik is.
Plaats geen brandbaar materiaal in de onderste
opberglade of in de oven: als de oven plotseling
aan zou worden gezet zou dit materiaal vlam
kunnen vatten.
De interne oppervlakken van de lade (indien
aanwezig) kunnen warm worden.
Controleer altijd dat de knoppen in de stand
staan als het apparaat niet gebruikt wordt.
Trek nooit de stekker aan het snoer uit het
stopcontact, maar pak altijd de stekker direct
beet.
Maak het apparaat niet schoon of voer geen
onderhoud uit als de stekker nog in het
stopcontact zit.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de
interne mechanismen van het apparaat te
repareren. Neem contact op met de Technische
Dienst.
Plaats geen zware voorwerpen op de open
ovendeur.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door
personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt
lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of
personen die niet de nodige ervaring of kennis
hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht
van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het
apparaat werkt.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Als het fornuis op een voetstuk wordt geplaatst
moet u er voor zorgen dat het er niet af kan
schuiven.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal:
houdt u aan de plaatselijke normen zodat het
materiaal hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende
afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (AEEA), voorziet dat huishoudelijke
apparatuur niet met het normale afval mag worden
meegegeven. De verwijderde apparaten moeten
apart worden opgehaald om het terugwinnen en
recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te
optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele
schade voortvloeit voor de gezondheid en het
milieu. Het symbool van de afvalemmer met een
kruis staat op alle producten om de consument
eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is.
Om meer informatie te verkrijgen betreffende een
juiste verwijdering van huishoudapparaten kan de
consument zich richten tot de gemeentelijke
reinigingsdienst of de verkopers.
Energiebesparing en milieubehoud
Door de oven te gebruiken vanaf het late
middaguur tot aan de vroege ochtend zorgt u
ervoor dat de elektriciteitscentrales minder
worden belast tijdens het spitsuur. De optie
waarmee u programmas programmeert, in het
bijzonder de uitgestelde start (zie Programmas)
kunnen u hierbij helpen.
Houd bij de functies DRAAISPIT en ROOSTEREN
altijd de ovendeur dicht: u bereikt betere
kookresultaten en een aanzienlijke
energiebesparing (circa 10%).
Houd de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed
aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan
komen.
61
NL
Onderhoud en verzorging
NL
De elektrische stroom afsluiten
Het controleren van de afdichtingen van de oven
Sluit altijd eerst de elektrische stroom af voordat u
tot enige handeling overgaat.
Reinigen van het apparaat
Controleer regelmatig de staat van de afdichtingen
rondom de ovendeur. In het geval de afdichting
beschadigd is, dient u zich tot de dichtstbijzijnde
Erkende Servicedienst te wenden. Gebruik de oven
niet voordat de reparatie is uitgevoerd.
Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
Vervangen van het ovenlampje
De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij
staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met
een spons en een sopje worden afgenomen. Als
de vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een
speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Spoel en
droog het na het schoonmaken goed af. Gebruik
geen schuurmiddelen of bijtende producten.
De pannendragers, de branderdeksels, de
vlamkronen en de branders van de kookplaat
kunnen worden verwijderd voor een
gemakkelijkere reiniging; was ze in warm water en
een niet schurend reinigingsmiddel. Zorg ervoor
de afzettingen te verwijderen en doe ze pas op
hun plaats als ze volledig droog zijn.
Reinig geregeld het uiteinde van de
thermokoppelbeveiliging*.
De binnenkant van de oven kunt u het beste
direct na gebruik schoonmaken, als hij nog lauw
is. Gebruik warm water en een
schoonmaakmiddel, spoel vervolgens af en droog
met een zachte doek. Gebruik geen
schuurmiddelen.
Reinig het glas van de deur met een spons en
niet schurende producten. Droog met een zachte
doek. Gebruik geen ruwe schurende materialen of
scherpe schrapertjes die het oppervlak zouden
kunnen krassen waardoor als gevolg het glas zou
kunnen barsten.
De accessoires kunnen gewoon worden
afgewassen (eventueel ook in de vaatwasser).
Sluit het deksel van de kookplaat nooit zolang de
gasbranders nog aan of warm zijn.
* Slechts op enkele modellen aanwezig.
62
Holte
Voor het
vervangen van het
ovenlampje:
Lamp
Afdichting
Deksel
1. Verwijder het glazen lampenkapje met behulp van
een schroevendraaier.
2. Schroef het lampje los en vervang het met
eenzelfde soort lampje: vermogen 15 W, fitting E 14.
Zet het deksel weer op zijn plaats en let erop dat de
afdichting goed is bevestigd (zie afbeelding).
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk
hem te vervangen.
Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
Automatische reiniging PYROLYSE
Veiligheidsmechanismen
Het programma PYROLYSE brengt de
oventemperatuur op 500°C om het pyrolyseproces
(ofwel het verbranden van voedselrestjes) te starten.
Het vuil wordt letterlijk as.
Gedurende de automatische reiniging kunnen de
oppervlakken zeer heet worden: houd kinderen op
een afstand. Door de ovendeur heen kunt u zien dat
bepaalde deeltjes oplichten: dit is een plotselinge
verbranding, hetgeen een absoluut normaal
verschijnsel is dat geen enkel gevaar met zich mee
brengt.
het verlichte symbool
op het display geeft
aan dat de ovendeur automatisch is geblokkeerd
omdat de temperatuur zeer hoog is geworden;
Voor het activeren van de PYROLYSE:
verwijder met een natte spons het ergste vuil uit
de oven. Gebruik geen schoonmaakmiddelen;
haal alle accessoires uit de oven;
laat geen keukendoeken of pannenlappen aan het
handvat hangen.
zet de PROGRAMMAKNOP op 0
Als de oven te heet is kan het gebeuren dat de
pyrolyse niet start. Wacht tot de oven is afgekoeld.
Het programma zal alleen van start gaan als de
ovendeur gesloten is.
Om de reinigingscyclus PYROLYSE te activeren
drukt u circa 4 seconden op de toets
. Met de
knop INSTELLEN TIJDEN kunt u het gewenste
reinigingsniveau kiezen met een vooringestelde en
niet wijzigbare tijdsduur:
1. Economisch (ECO): draai de knop richting -.
Duur 1 uur;
2. Normaal (NOR): beginniveau. Duur 1 uur en 30
minuten;
3. Intensief (INT): draai de knop richting +. Duur 2
uur.
4. Druk op de toets
om te bevestigen.
Zoals voor een normaal kookprogramma is het ook
voor de PYROLYSE cyclus mogelijk een einde te
programmeren (zie Programmeren van het einde van
de automatische reiniging).
het symbool
NL
geeft aan dat op elk
willekeurig moment dat u op de toets
de reinigingscyclus kunt annuleren;
drukt u
als er iets onverwachts of vreemds gebeurt zal de
verwarming worden onderbroken;
als de deur geblokkeerd is kunnen de tijdsduur en
de eindtijd van de cyclus niet meer veranderd
worden.
Het einde van de automatische reiniging
programmeren
1. Druk op de toets
totdat het symbool
en
de twee cijfers op het DISPLAY beginnen te
knipperen;
2. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
+ en de - om de uren in te stellen;
3. druk nogmaals op de toets
totdat de andere
twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen;
4. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
+ en de - om de minuten in te stellen;
5. druk nogmaals op de toets
om te bevestigen.
6. als de ingestelde tijd is verstreken verschijnt op
het DISPLAY het woord END en hoort u een
geluidssignaal.
B.v.: het is 9:00 uur, u kiest het Economische
niveau van PYROLYSE met een vooringestelde
tijd van 1 uur. U programmeert 12:30 als eindtijd.
Het programma zal automatisch om 11:30
beginnen.
De symbolen
en
gaan aan om aan te geven
dat een programmering is uitgevoerd. Op het DISPLAY
verschijnen om de beurt de eindtijd en de duur van
de PYROLYSE.
Na de automatische reiniging
De ovendeur kan pas worden geopend als de
temperatuur tot op een acceptabel niveau is gezakt.
U zult nu wat wit poeder waarnemen op de bodem
en op de wanden van de oven: verwijder dit met een
natte spons als de oven is afgekoeld. Als u wilt
profiteren van de overgebleven warmte van de oven
om te gaan koken, kunt u het witte poeder rustig
laten liggen: het levert geen enkel gevaar op voor de
gerechten die u wilt gaan koken.
63
Servicedienst
NL
Belangrijk:
Het apparaat is voorzien van een automatisch diagnostisch systeem dat eventuele storingen opspoort. Deze
kunt u op het display aflezen met berichten zoals: F gevolgd door enkele nummers.
In deze gevallen moet u de technische dienst inschakelen.
Wendt u nooit tot niet erkende monteurs.
Dit dient u door te geven:
Het soort storing;
Het model apparaat (Mod.)
Het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat.
64