Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... 2
1.2 Toepassingen van het apparaat............................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Afmetingen............................................................... 3
1.5 Energie sparen......................................................... 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 4
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 4
4 In gebruik nemen................................................... 5
4.1 Apparaat transporteren............................................ 5
4.2 Apparaat opstellen................................................... 5
4.3 Scharnierpunt deur omwisselen............................... 5
4.4 Onderbouw.............................................................. 6
4.5 Inbouw in het keukenblok......................................... 7
4.6 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 7
4.7 Apparaat aansluiten................................................. 7
4.8 Apparaat inschakelen............................................... 7
5 Bediening................................................................ 7
5.1 Koelgedeelte ........................................................... 7
5.2 Vriesvak................................................................... 9
6 Onderhoud.............................................................. 9
6.1 Ontdooien................................................................ 9
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 9
6.3 Binnenverlichting vervangen.................................... 10
6.4 Technische Dienst.................................................... 10
7 Storingen................................................................ 10
8 Uitzetten.................................................................. 11
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 11
8.2 Buiten werking stellen.............................................. 11
9 Apparaat afdanken................................................ 11
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een .
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Aanwijzing
u
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
Zo werkt het apparaat energiebesparend.
u
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Behuizing thermostaat,
binnenverlichting
(7) Koudste zone
(2) Vriesvak* (8) Groentenvak
(3) Boter- en kaasvak (9) Stelpoten voorzijde en
transportwieltjes* achter
(4) Flessenrek* (10) Condenswaterafvoer
(5) Flessenhouder* (11) Typeplaatje
(6) Plateaus, verplaatsbaar
1.2 Toepassingen van het apparaat
Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen
van levensmiddelen in huishoudelijke of soort-
gelijke omgeving. Hiertoe behoort bijvoorbeeld
het gebruik
-
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels, en
andere onderkomens,
-
voor catering en soortgelijke diensten in de
groothandel
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke
toepassingen. Alle andere toepassingen zijn
niet toegestaan. Het apparaat is niet geschikt
voor het bewaren en koelen van medicijnen,
bloedplasma, laboratoriumpreparaten en derge-
lijke stoffen en producten als genoemd in de
richtlijn inzake medische hulpmiddelen
2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan
leiden tot schade aan bewaarde producten of
tot bederf ervan. Daarnaast is het apparaat niet
geschikt voor gebruik op plaatsen waar ontplof-
fingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse
gebouwd voor gebruik bij bepaalde omgevings-
temperaturen. De klimaatklasse van uw appa-
raat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
u
Respecteer de opgegeven omgevingstempe-
raturen, zoniet vermindert de koelprestatie.
Klimaat-
klasse
voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
Het apparaat in vogelvlucht
2 * afhankelijk van model en uitvoering