Toro STX-38 Stump Grinder Handleiding

Type
Handleiding
FormNo.3377-823RevA
STX-38stronkenfrees
Modelnr.:23212—Serienr.:313000001enhoger
Registreeruwproductopwww.Toro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3377-823*A
WAARSCHUWING
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Ditproductbevateenchemischestofofchemi-
schestoffenwaarvandeStaatCaliforniëweet
datzekanker,geboorteafwijkingenenschade
aanhetvoortplantingssysteemveroorzaken.
Deuitlaatgassenvandemotorvanditproduct
bevattenchemischestoffenwaarvanbekend
isdatzekanker,geboorteafwijkingenof
andereschadeaandevoortplantingsorganen
kunnenveroorzaken.
Gebruikvanditproductkanleidentot
blootstellingaanchemischestoffenwaarvan
deStaatCaliforniëweetdatzekanker,
geboorteafwijkingenenandereschadeaanhet
voortplantingssysteemveroorzaken.
GEVAAR
Mogelijklopenerinuwwerkgebiedondergrond
leidingenvannutsbedrijven.Alsudezebeschadigt,
kandatelektrischeschokkenofeenexplosie
veroorzaken.
Zorgdatdeondergrondsekabelsenleidingen
gemarkeerdwordenopdelocatieofinhet
werkgebiedenontwijkdegemarkeerde
gebieden.Neemcontactopmetdeplaatselijke
markeringsdienstofhetbetreffendenutsbedrijf
omdelocatietelatenmarkeren(belbijvoorbeeld
indeVerenigdeStaten811voordenationale
markeringsdienst).
Hetelektronischeontstekingssysteemvoldoetaande
CanadesenormICES-002.
Omdaterinsommigeregio'snationaleofplaatselijke
voorschriftengeldendievereisendatereenvonkenvanger
opdemotorvandezemachinewordtgebruikt,isereen
optionelevonkenvangerverkrijgbaar.Neemcontactopmet
eenerkendeToro-servicedealeralsueenvonkenvangernodig
hebt.
DevonkenvangersvanTorozijngoedgekeurddoorde
AmerikaanseUSDAForestService.
Belangrijk:Alsdemachinezondergoedwerkende
vonkenvangerofgoedonderhoudenbrandveilige
motorwordtgebruiktineenbosgebiedofopeenmet
dichtstruikgewasofgrasbegroeidterrein,handelt
debestuurderinstrijdmetdebepalingenvansectie
4442vandeWetopdeOpenbareHulpbronnen(Public
ResourcesCode)vandeStaatCalifornië.Inandere
landenofstatenkunnensoortgelijkewettenvankracht
zijn.
Debijdezemotorgeleverde
Ge br uik er shandleiding
bevatinformatieoverhetEnvironmentalProtection
Agency(EPA)indeVerenigdeStaten,hetCalifornia
EmissionControlRegulationvooremissiesystemen,
onderhoudengarantie.Bestelvervangonderdelenbij
defabrikantvandemotor.
Inleiding
Dezemachineisontworpenomboomstronkenen
oppervlaktewortelsteslijpenenteverwijderen.Zeisniet
bedoeldvoorhetsnijdenvanrotsenofenigandermateriaal
danhoutendegrondrondeenboomstronk.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweethoeude
machineopdejuistewijzemoetgebruikenenonderhouden
enomschadeaandemachineenletseltevoorkomen.Ubent
verantwoordelijkvoorhetjuisteenveiligegebruikvande
machine.
UkuntrechtstreekscontactopnemenmetTorovia
www.Toro.comvoorinformatieoverproductenen
accessoires,omeendealertevindenofomuwproductte
registreren.
Alsuservice,origineleToro-onderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmeteen
erkendeservicedealerofmetdeklantenservicevanToro.U
dienthierbijaltijdhetmodelnummerenhetserienummervan
hetproducttevermelden.
Figuur1geeftdeplaatsvanhet
modelnummerenhetserienummervanhetproductaan.U
kuntdenummersnotereninderuimtehieronder.
©2013—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
2
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
GedruktindeVS.
Allerechtenvoorbehouden
Figuur1
1.Plaatjemetmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijkegevaren
eneenaantalveiligheidsberichtengenoemd(Figuur2)metde
volgendeveiligheidssymbolen,dieduidenopeengevaarlijke
situatiediezwaarlichamelijkletselofdedoodtotgevolg
kanhebbenwanneerdeveiligheidsvoorschriftennietinacht
wordengenomen.
Figuur2
1.Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnischeinformatie
enOpmerkingduidtalgemeneinformatieaandiebijzondere
aandachtverdient.
Inhoud
Inleiding.......................................................................2
Veiligheid......................................................................4
Veiligebediening.....................................................4
Geluidsdruk...........................................................7
Geluidsniveau.........................................................7
Trillingsniveauopdehandenenarmen.......................7
Hellingsindicator....................................................8
Veiligheids-eninstructiestickers................................9
Montage......................................................................12
Vloeistofpeilcontroleren.........................................12
Accuopladen.........................................................12
Hefklepopenen.....................................................12
Algemeenoverzichtvandemachine................................12
Bedieningsorganen................................................12
Specicaties..........................................................16
Toebehoren/accessoires..........................................16
Gebruiksaanwijzing.......................................................16
Brandstofbijvullen.................................................16
Motoroliepeilcontroleren........................................17
Demotorstartenenstoppen....................................17
Demachinestoppen...............................................18
Eenniet-werkendemachinebewegen........................18
Eenboomstronkfrezen..........................................19
Demachinevastmakenvoortransport.......................19
Demachineomhoogbrengen..................................20
Tipsvoorbedieningengebruik................................20
Onderhoud..................................................................21
Aanbevolenonderhoudsschema..................................21
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud......................22
Devoorkapverwijderen..........................................22
Devoorkapmonteren.............................................22
Hetondersteschermverwijderen..............................22
Hetondersteschermmonteren................................22
Smering...................................................................23
Demachinesmeren................................................23
Onderhoudmotor.....................................................24
Onderhoudvanhetluchtlter..................................24
Motoroliepeilcontroleren........................................24
Onderhoudvandebougies......................................27
Onderhoudbrandstofsysteem.....................................28
Brandstofaftappenuitdebrandstoftank....................28
Brandstofltervervangen........................................28
Onderhoudelektrischsysteem....................................29
Onderhoudvandeaccu...........................................29
Zekeringenvervangen.............................................31
Onderhoudaandrijfsysteem........................................32
Onderhoudvanderupsbanden................................32
Onderhoudkoelsysteem.............................................34
Onderhoudvandemotoroliekoeler..........................34
Motorschermreinigen.............................................35
Onderhoudriemen....................................................35
Aandrijfriemvanpompvervangen............................35
Onderhoudbedieningsysteem.....................................36
Uitlijningtractiebedieningafstellen...........................36
Deneutraalstandvandetractiebediening
afstellen.............................................................37
Desporingvandetractiebedieningindestand
volledigvooruitafstellen......................................37
Onderhoudhydraulischsysteem..................................38
Hetpeilvandehydraulischevloeistof
controleren........................................................38
Hydraulischltervervangen....................................38
3
Hydraulischevloeistofverversen..............................38
Hydraulischeleidingencontroleren...........................39
Onderhoudvandefrees..............................................40
Detandenvervangen..............................................40
Reiniging..................................................................40
Vuilvandemachineverwijderen...............................40
Stalling........................................................................41
Problemen,oorzaakenremedie......................................42
Schema's......................................................................44
Veiligheid
Onjuistgebruikofonderhoudkanletselsveroorzaken.
Omhetrisicovanletseltevermijden,dientuzichaan
devolgendeveiligheidsinstructiestehoudenenaltijd
ophetveiligheidssymbool()teletten,datbetekent:
V oorzichtig
,
W aar schuwing
of
Gev aar
instructievoor
persoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvandeinstructie
kanleidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
Veiligebediening
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigofmogelijkdodelijkletsel
tevoorkomen.
WAARSCHUWING
Deuitlaatgassenvandemotorbevatten
koolmonoxide,eenreukloos,dodelijkgif.
Laatdemotornietbinnenshuisofineenafgesloten
ruimtedraaien.
Instructie
LeesofraadpleegdeGebruikershandleidingenander
instructiemateriaal.Alsdebestuurder(s)ofdemonteur(s)
detaalwaarindehandleidingisgeschreven,nietmachtig
is(zijn),moetdeeigenaarervoorzorgendatdezede
inhoudvanhetmateriaalbegrijpt.
Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,enweet
hoeudemachineveiligkuntgebruiken.
Allebestuurdersenmonteursmoeteninstructieshebben
ontvangen.Deeigenaarisverantwoordelijkvoorde
instructievandegebruikers.
Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruiken
ofonderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisenstellenaan
deleeftijdvandegenediemetdemachinewerkt.
Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukken,letselvanhemzelf/haarzelfofvananderen,
enschadeaaneigendom,diehij/zijkanvoorkomen.
Vóóringebruikname
Inspecteerhetterreinomvasttestellenwelkeaccessoires
enwerktuigennodigzijnomgoedenveiligtewerken.
Gebruikalleendoordefabrikantgoedgekeurde
accessoiresenwerktuigen.
Draaggeschiktekledingenuitrusting,zoalseen
helm,gelaatsscherm,veiligheidsbril,langebroek,
veiligheidsschoenenengehoorbescherming.Langhaar,
lossekledingofsieradenkunnenwordengegrependoor
bewegendeonderdelen.
4
Inspecteerhetterreinwaaropudemaaimachinegaat
gebruikenenverwijdereventuelevoorwerpendiedoorde
machinekunnenwordenuitgeworpen.
Weesextravoorzichtigwanneerumetbenzineofandere
brandstofbezigbent.Dezestoffenzijnontvlambaaren
dedampenkunnentotontplofngkomen.
Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik.
Verwijdernooitdedopvandebrandstoftankenvul
nooitbrandstofbijwanneerdemotorloopt.Laat
demotorafkoelenvoordatubrandstofbijvult.Niet
roken.
Umagdebrandstoftanknooitbinnenshuisbijvullen
ofaftappen.
Controleerofdedodemansknop,deveiligheidsschakelaars
endeveiligheidsschermenzijnbevestigdennaarbehoren
werken.Gebruikdemachineuitsluitendalsdezenaar
behorenwerkt.
Gebruiksaanwijzing
Laatdemotornooitlopenineenafgeslotenruimte.
Werkuitsluitendbijgoedlichtenblijfuitdebuurtvan
kuilenenverborgengevaren.
Controleerofallebedieningsorganeninneutraalstaan
voordatudemotorstart.Demotormaguitsluitend
wordengestartalsdebestuurderopdestoelzit.
Verminderuwsnelheidenweesextravoorzichtigop
hellingen.Rijophellingenindeaanbevolenrichting.De
gazonomstandighedenkunnenvaninvloedzijnopde
stabiliteitvandemachine.
Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtigalsuopeen
hellingeenbochtmaaktofvanrichtingverandert.
Gebruikdemachinenooitalsdeveiligheidsschermen
nietstevigophunplaatszitten.Zorgervoordatalle
interlockschakelaarszijnaangebracht,correctzijn
afgesteldennaarbehorenwerken.
Verandernooitdestandvandetoerenregelaarvande
motorenlaatdemotorniettesneldraaien.
Stopdemachineopeenhorizontaaloppervlak,brengde
freesomlaag,schakeldehydrauliekuitenzetdemotor
afvoordatudebestuurderspositieomwelkeredenook
verlaat.
Houuwhandenenvoetenuitdebuurtvanhetbewegende
freeswielendetanden.
Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdtomer
zekervantezijndatdewegvrijis.
Vervoergeenpassagiersenzorgervoordathuisdierenen
omstandersuitdebuurtblijven.
Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtigalsueen
bochtmaaktofwegenenvoetpadenoversteekt.
Gebruikdemachinenietalsuonderdeinvloedvan
alcoholofdrugsbent.
Weesvoorzichtigalsudemachineinlaadtopeen
aanhangerofeenvrachtwagenofuitlaadt.
Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblindehoeken,
struiken,bomen,enandereobjectendiehetzichtkunnen
belemmeren.
Zorgervoordaterzichgeenanderepersoneninhet
werkgebiedbevindenvoordatudemachinestart.Zetde
machineafalsiemandhetgebiedbetreedt.
Umageenmachinemetdraaiendemotornooit
onbeheerdachterlaten.Brengdefreesaltijdomlaag,zet
demotorafenhaalhetsleuteltjeuithetcontactvoordatu
demachineachterlaat.
Treknooithardaandebedieningshendels,gebruikeen
geleidelijkebeweging.
Letophetverkeeralsuindebuurtvandeopenbareweg
werktofdezeoversteekt.
Raakgeenonderdelenaandietijdenshetgebruikheet
kunnenworden.Laatdezeeerstafkoelenvoordatu
dezeafsteltofonderhouds-ofreparatiewerkzaamheden
uitvoert.
Zorgervoordatudemachinealleengebruiktingebieden
waarergeenobstakelsdichtbijdebestuurderzijn.Als
debestuurdernietvoldoendeafstandhoudttotbomen,
murenenanderebarrièreskanditleidentotletselals
demachinetijdensgebruikachteruitrijdtterwijlde
bestuurdernietvoldoendeopdeomgevinglet.Bediende
machinealleeningebiedenwaarervoldoenderuimteis
omdebestuurderdemachineveiligkanmanoeuvreren.
Voordatusnijwerkverricht,moetuaangevenwaarzich
inhetwerkgebiedondergrondseleidingenenkabels
bevinden;gaopdieplaatsennietsnijden.
Zorgdatuopdehoogtebentvandegemarkeerde
plaatsenopdemachinewaarlichaamsdelenbeklemd
kunnenrakenenhoudhandenenvoetenuitdebuurt
vandezeplaatsen.
Bliksemkanernstigofdodelijkletselveroorzaken.Alsu
bliksemzietofdonderhoortinhetgebied,gebruikde
machinedanniet;gaschuilen.
Werkenophellingen
Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatdebestuurderde
machtoverdemachineverliestendezeomkantelt.Ditkan
leidentoternstigofdodelijkeletsel.Allehellingenvereisen
bijzonderevoorzichtigheid.
Gebruikdemachinenietophellingensteilerdande
percentagesaangegevenindeonderstaandetabel.
Voorzijde
heuvelopwaarts
Achterzijde
heuvelopwaarts
Zijkant
heuvelopwaarts
16°16°16°
Opmerking:ZieookHellingsindicator(bladz.8).
Rijheuvelopwaartsenheuvelafwaartsmetde
voorkantvandemachinenaarbovengericht.
Verwijderobstakelszoalsstenen,boomtakkenen
dergelijkeuithetwerkgebied.Letopkuilen,vorenof
bulten,omdatdekansbestaatdatdemachineomslaatop
5
ongelijkterrein.Inhooggraszijnobstakelsnietaltijd
zichtbaar.
GebruikuitsluitenddoorTorogoedgekeurdeaccessoires.
Accessoireskunneninvloedhebbenopdestabiliteiten
debedieningvandemachine.Degarantiekankomen
tevervallenalsaccessoireswordengebruiktdienietzijn
goedgekeurd.
Gaopeenhellingaltijdlangzaamenbehoedzaamtewerk.
Verandernietplotselingdesnelheidofderijrichtingvan
demachine.
Nietstartenofstoppenopeenhelling.Alsdemachine
gripverliest,rijddehellingdanlangzaamineenrechte
lijnaf.
Maakgeenbochtenopeenhelling.Alsueenbochtmoet
maken,moetuditlangzaamdoenendezwarekantvan
demachineheuvelopwaartsgerichthouden.
Werknietindebuurtvansteilehellingen,greppelsof
dijken.Demachinekanplotselingomvallenalseen
rupsbandovereenrandgaatofalseenrandinstort.
Werknietopnatgras.Alsdemachinegripverliest,kan
dezegaanglijden.
Parkeerdemachinealleenopeenhellingofheuvel
nadatudefreestotopdegrondhebtgebrachtende
rupsbandenhebtgeblokkeerd.
Onderhoudenopslag
Schakeldehydrauliekuit,laatdefreeszakken,zetde
motorafenverwijderhetcontactsleuteltje.Wachttotdat
allebewegendedelentotstilstandzijngekomenvoordatu
demachineafstelt,reinigtofrepareert.
Verwijdergrasenvuilvandefrees,deaandrijvingen,de
geluiddempersendemotorombrandtevoorkomen.
Neemgemorsteolieofbrandstofmeteenop.
Laatdemachineeerstafkoelenvoordatudezeopslaat.
Parkeerdemachinenietindenabijheidvaneenopen
vuur.
Umagbrandstofnietopslaanindenabijheidvaneen
openvuurofbinnenshuisaftappenuitdebrandstoftank.
Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak.Laat
personeeldatnietbekendismetdeinstructies,nooit
onderhoudswerkzaamhedenaandemachineuitvoeren.
Plaatsonderdelenopkriksteunenindienditnodigis.
Haalvoorzichtigdedrukvanonderdelenmetopgeslagen
energie.
Maakdeaccukabelslosofverwijderdebougiesvoordat
ureparatiewerkzaamhedengaatverrichten.Maakeerst
deminpoolvandeacculosendaarnadepluspool.Sluit
eerstdepluspoolvandeaccuaanendaarnademinpool.
Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvanbewegende
onderdelen.Stelindienmogelijkdemachinenietafterwijl
demotorloopt.
Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaatverkeren
enallebevestigingselementenstevigvastzitten.Vervang
versletenofbeschadigdestickers.
Zorgervoordatdeboutenenmoerenstevigzijn
vastgedraaid.Houddemachineingoedeconditie.
Knoeinooitmetdeveiligheidsvoorzieningen.
Houddemachinevrijvangras,bladerenofandere
aangekoekterommel.Neemgemorsteolieofbrandstof
meteenop.Laatdemotorafkoelenvoordatudemachine
stalt.
Weesextravoorzichtigwanneerumetbenzineofandere
brandstofbezigbent.Dezestoffenzijnontvlambaaren
dedampenkunnentotontplofngkomen.
Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik.
Verwijdernooitdedopvandebrandstoftankenvul
nooitbrandstofbijwanneerdemotorloopt.Laat
demotorafkoelenvoordatubrandstofbijvult.Niet
roken.
Umagdebrandstoftanknooitbinnenshuisbijvullen.
Slademaaimachineofeenbrandstofvatnooitopin
eenruimtewaarinzicheenopenvuurbevindt,zoals
eenwaakvlamvaneenboilerofeenfornuis.
Vuleenvatnooitalsditzichineenvoertuig,
achterbakoflaadbakvaneenvrachtautobevindt,
maarzetditeerstopdegrond.
Zorgervoordatdevulpijptijdenshetvullen
voortdurendincontactmetdetankis.
Alsueenvoorwerpraakt,moetustoppenendemachine
controleren.Voerallenoodzakelijkereparatiesuitvoordat
udemachineweeringebruikneemt.
GebruikaltijdorigineleToro-onderdelenzodatde
originelestandaardenwordengehandhaafd.
Veiligheidvandeaccu:
Laaddeaccuopineenopen,goedgeventileerde
ruimteendoeditnietindebuurtvanvonkenen
openvuur.Haaldeopladeruithetstopcontact
voordatudezeaansluitopoflosmaaktvandeaccu.
Draagbeschermendekledingengebruikgeïsoleerd
gereedschap.
Accuzuurisgiftigenkanbrandwondenveroorzaken.
Voorkomcontactmetdehuid,ogenenkleding.
Beschermuwgezicht,ogenenkledingalsu
werkzaamhedenverrichtaandeaccu.
Accugassenkunnenontploffen.Houdsigaretten,
vonkenenopenvuuruitdebuurtvandeaccu.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleinelekgaten
ofspuitmondenwaaruitonderhogedrukhydraulische
vloeistofontsnapt.Ukuntlekkeninhethydraulische
systeemopsporenmetbehulpvankartonofpapier;doe
ditnooitmetuwhanden.Hydraulischevloeistofdie
onderdrukontsnapt,kandoordehuidheendringenen
letselveroorzakenendientbinnenenkeleurenoperatief
tewordenverwijderddooreengespecialiseerdechirurg
omdatandersgangreenkanontstaan.
6
Geluidsdruk
Dezemachineoefenteengeluidsdrukvan91dBAuitophet
gehoorvandebestuurder(meteenonzekerheidswaarde(K)
van1dBA.
DegeluidsdrukisvastgesteldvolgensdeproceduresinEN
ISO11201.
Hetgeluidsdrukniveaukanvariërenafhankelijkvande
omstandigheden.
Geluidsniveau
Dezemachineheefteengeluidsniveauvan109dBA,meteen
onzekerheidswaarde(K)van3,75dBA.
Hetgeluidsniveauisvastgesteldzonderbelastingenvolgens
deproceduresinISO3744.
Trillingsniveauopdehanden
enarmen
VastgesteldinovereenstemmingmetEN12096
Gemetentrillingsniveauvoorderechterhand=2,2m/s
2
Gemetentrillingsniveauvoordelinkerhand=2,3m/s
2
Onzekerheidswaarde(K)=1,2m/s
2
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensdeproceduresin
ENISO20643.
7
Hellingsindicator
G01 1841
Figuur3
Dezepaginamagwordengekopieerdvoorpersoonlijkgebruik.
1.Omtebepalenwatdemaximalehellingshoekiswaaropudemachineveiligkuntbedienen,zieWerkenophellingen(bladz.5).
Gebruikdehellingsindicatoromdehellingshoektebepalenvoordatudemachineopeenhellinggaatgebruiken.Gebruikde
machinenietophellingensteilerdandepercentagesindetabelWerkenophellingen(bladz.5).Langsdebetreffende
lijnvandeaanbevolenhellingshoekvouwen.
2.Lijndezeranduitmeteenverticaaloppervlak,bijvoorbeeldeenboom,gebouwofhek.
3.Voorbeeldvanhetvergelijkenvandehellingshoekmetdegevouwenrand.
8
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderenbevindenzich
bijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenenstickers.
93-6686
1.Hydraulischevloeistof
2.Leesde
Gebruikershandleiding.
93-7321
1.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd,
draaiendemessenBlijfuitdebuurtvanbewegende
onderdelen.
93-7814
1.Risicoomgegrepenteworden,riemBlijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
93-9084
1.Hefpunt
2.Bevestigingspunt
93-9363
1.Parkeerrem
3.Ontgrendeld
2.Vergrendeld
100-4650
1.HandenkunnenbekneldrakenHoudomstandersopeen
veiligeafstandvandemachine.
2.HandenofvoetenkunnenbekneldrakenHoud
omstandersopeenveiligeafstandvandemachine.
107-9366
1.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen-Houdomstanders
opeenveiligeafstandvandemachine.
115-2047
1.WaarschuwingRaakhetheteoppervlaknietaan.
9
115-4020
1.Rechtsaf
3.Achteruit
2.Vooruit
4.Linksaf
117–2718
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu
1.Explosiegevaar6.Houdomstandersop
veiligeafstandvande
accu.
2.Nietroken.Geenopen
vuurofvonken.
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
4.Draagoogbescherming.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
10.Bevatlood;niet
weggooien.
121–4402
1.Duwdestronkenfrees
naarvorenomzetelaten
zakken
3.Trekdestronkenfrees
naarachterenomzenaar
boventelatenkomen
2.Ganaarrechtsomde
stronkenfreesnaarrechts
tebewegen
4.Ganaarlinksomde
stronkenfreesnaarlinkste
bewegen
121–4381
1.Motor-Starten6.LANGZAAM
2.Motor-Lopen7.AAN
3.Motor-Afzetten8.Choke
4.Snel
9.UIT
5.MotorLopen10.Leesde
Gebruikershandleiding
voordatudemotor
start—1.Controleerof
detractiebedieningin
neutraalstaat;2.Beweeg
degashendelnaarSnel,
schakeldechokein,en
raakdejoysticknietaan;
3.Draaiaanhetsleuteltje
omdemotortestarten.)
10
119-4606
1.Waarschuwing-LeesdeGebruikershandleiding.
5.Explosiegevaarengevaarvoorelektrischeschok-nietgraven
ingebiedenmetondergrondsegas-ofelektriciteitsleidingen;
neemcontactopmetdeplaatselijkenutsbedrijvenvoordatu
gaatgraven.
2.Snij-/amputatiegevaar;frees-Houdomstandersopeen
veiligeafstandvandemachine;laatdefreeskopnietwerken
terwijludemachinetransporteert.
6.Kantel-/pletgevaar-laatdesnijkopzakkenalsuophellingen
werkt.
3.Waarschuwing-Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen;
wachttotalleonderdelentotstilstandzijngekomen.
7.Ontplofngsgevaar,tanken;stopdemotorendoofalle
vlammenbijhettanken.
4.WaarschuwingBediendezemachineuitsluitendalsuhierin
getraindbent.
8.Waarschuwing-laatdefreeskopzakken,steldeparkeerrem
inwerking(indienvantoepassing),zetdemotorafen
verwijderhetcontactsleuteltjevoordatudemachineverlaat.
121–4382
1.LeesdeGebruikershandleidingvoorinformatieoverde
bedieningvandefrees—1)Snijhorizontaallangsderandvan
destronk;2)Laatdefreeslichtjesindestronkzakken;3)Snij
horizontaaltotopdegrond;4)Beweegdefreesnaarvoren.
3.1)Omdefreesinteschakelen,druktudevergrendelingen
detrekkersamen;2)Houdetrekkeringeduwdomdefrees
telatenlopen.
2.Beginnietinhetmiddenvaneenstronktefrezen;beginaan
derandervan.
11
Montage
Vloeistofpeilcontroleren
Voordatudemotorvoorheteerststart,dientuhetpeilvan
demotorolieendehydraulischevloeistoftecontroleren;zie
Motoroliepeilcontroleren(bladz.17)enHetpeilvande
hydraulischevloeistofcontroleren(bladz.38).
Accuopladen
Laaddeaccuop;zieAccuopladen(bladz.31)voormeer
informatie.
Hefklepopenen
Voordatudefreeskuntheffenendemachinebewegen,moet
udehefklepopenendiezichonderhetbedieningspaneel
bevindt(Figuur4).Draaideknoplinksomomdefreeste
kunnenheffen.Hoeverderudeknopdraait,hoesnellerde
kopomhoogenomlaagzalgaantijdenshetwerk.
Figuur4
Algemeenoverzicht
vandemachine
Figuur5
1.Schakelbord
3.Motor5.Frees
2.Splinterscherm
4.Accu6.Rupsband
Bedieningsorganen
Zorgdatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen
(
Figuur6)voordatudemotorstartendemachinegebruikt.
Figuur6
1.Contactschakelaar6.Referentiebalk
2.Gashendel
7.Veiligheidsplaatvoor
achteruit
3.Chokehendel
8.Bedieningshendelvan
frees
4.Urenteller9.Handgreep
5.Tractiebediening
Contactschakelaar
Decontactschakelaarheeftdriestanden:uit,draaienen
starten.
12
Omdemotortestarten,draaituhetsleuteltjenaardestand
Start.Alsuhetsleuteltjeloslaatalsdemotorstart,zaldit
automatischterugkerennaarLopen.
Omdemotoraftezetten,draaituhetsleuteltjeopUit.
Gashendel
Zetdehendelnaarvorenomhetmotortoerentalteverhogen
ennaarachterenomhettoerentalteverlagen.
Chokehendel
Voordatueenkoudemotorstart,moetudechokehendel
naarvorenbewegen.Nadatdemotorisgestart,kuntumet
behulpvandechokedemotorregelmatiglatenlopen.Zodra
ditmogelijk,moetudechokehendelhelemaalnaarachteren
bewegen.
Opmerking:Alsdemotorwarmis,hoeftdechokenietof
nauwelijkstewordengebruikt.
Urenteller
Alsdemotorisafgezet,verschijntopdeurentellerhetaantal
urendatdemachineinbedrijfisgeweest.
Referentiebalk
Tijdenshetrijdendientudereferentiebalkalshandgreep
enhefpunttegebruikenomdetractieteregelen.Vooreen
soepele,gecontroleerdebedieninghoudtualtijdbeidehanden
opdereferentiebalktijdenshetbedienenvandemachine.
Parkeerrem
Tildehendelomhoogomdeparkeerreminteschakelen.
Drukdehendelnaarbenedenomdeparkeerremuitte
schakelen.
Figuur7
1.Parkeerremhendel
Tractiebediening
Figuur8
1.Referentiebalk(beweegtnietenbiedtdaardooreen
referentiepunteneenvastehandgreepdieukunt
vasthoudentijdenshetbedienenvandetractie-eenheid)
2.Tractiebediening(beweegtzodatudemachinekunt
bedienen)
Omvooruitterijden,beweegtudetractiehendelnaar
voren(Figuur9).
Figuur9
Omachteruitterijden,beweegtudetractiehendelnaar
achteren(Figuur10).Kijkbijhetachteruitrijden
altijdnaarachterenenhouduwhandenopde
referentiebalk(Figuur8).
Figuur10
Vooreenbochtnaarrechtsdraaitudetractiebediening
rechtsom(Figuur11).
13
G008131
Figuur11
Vooreenbochtnaarlinksdraaitudetractiebediening
linksom(Figuur12).
G008132
Figuur12
Omtestoppen,laatudetractiebedieninglos(Figuur8).
Opmerking:Hoeverderudetractiebedieningineen
bepaalderichtingbeweegt,hoesnellerdemachineindie
richtinggaat.
Bedieningshendelvanfrees
Debedieningshendelvandefreeswerktalsvolgt:
Omdefrees(Figuur13)inteschakelendruktuopde
rodeknopbovenaandehendelendruktudetrekker
in.Zodradefreesingeschakeldis,kuntuderodeknop
loslaten.
Stopdefrees(Figuur13)doordetrekkergedurendemeer
daneenhalvesecondelostelaten.
Opmerking:Alsutijdenshetwerkenmetdefreesde
trekkereventjesloslaat(minderdaneenhalveseconde)
zaldefreesingeschakeldblijven.
Figuur13
1.Neutraalstand
3.Laatdefreeslopen
2.Startdefrees4.Stopdefrees
Trekdehendelnaarachterenomdefreesomhoogte
brengen(Figuur14).
14
Figuur14
Drukdehendelnaarvorenomdefreestelatenzakken
(Figuur15).
Figuur15
Beweegdehendelindegewensterichtingomdefrees
naarlinksofrechtstedraaien.
Figuur16
Desnelheidsbedieningvoor
heffen/zakken
Ukuntdesnelheidwaarmeedefreeskopomhoogenomlaag
gaatinstellen.Gebruikhiervoordesnelheidsbediening
voorheffen/zakkendiezichonderderechterkantvanhet
bedieningspaneelbevindt(Figuur17).Draaideknoplinksom
omdesnelheidteverhogenenrechtstomomdesnelheidte
verlagen.
Alsuooitdemachinemoetstoppenmetdefreeskop
omhoog,draaidandebedieningsknophelemaalnaarlinks;zo
vergrendeltudefreeskopenkuntudemachineverlatenof
onderhouduitvoeren.
VOORZICHTIG
Alsudefreeskopomhooglaatstaanzonderde
snelheidsbesturingvoorheffen/zakkenhelemaal
naarlinkstedraaien,kandefreeszakkenenuof
omstandersverpletteren.
Laatindienmogelijkdefreesopdegrondzakken
voordatudemotorstopt.Alsdefreeskopomhoog
moetblijven,draaidesnelheidsbedieningvoor
heffen/zakkendanhelemaalnaarrechtsomde
freestevergrendelen.
15
Figuur17
Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnenzonder
voorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
breedte86cm
Lengte241cm
Hoogte
130cm)
Gewicht
794kg
Toebehoren/accessoires
EenselectievandoorTorogoedgekeurdewerktuigenen
accessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetdemachineom
demogelijkhedendaarvanteverbeterenenuittebreiden.
Neemcontactopmeteenerkendeservicedealerofverdeler
ofbezoekwww.Toro.comvooreenlijstvanallegoedgekeurde
werktuigenenaccessoires.
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiede
linker-enrechterzijdevandemachine.
Belangrijk:Controleervoordatudemachinegebruikt
hetbrandstof-enoliepeilenverwijdervuil.Zorg
ervoordathetwerkgebiedvrijisvanmensenenvan
vuil.Umoetookdelocatiesvanalleelektriciteits-en
gasleidingenkennenengemarkeerdhebben.
Brandstofbijvullen
Gebruikloodvrijebenzine(octaangetalminimaal87).Gelode
benzinekanwordengebruiktalsloodvrijebenzineniet
verkrijgbaaris.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbenzineuiterst
ontvlambaarenzeerexplosief.Brandofexplosie
vanbenzinekanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Eventueelgemorstebenzine
opnemen.
Vuldebrandstoftanknooitalsdemachineop
eenaanhangerineenafgeslotenruimtestaat.
Vuldebrandstoftankniethelemaal.Vulde
brandstoftanktotmaximaal6mmtot13mm
vanafdeonderkantvandevulbuis.Dezeruimte
indetankgeeftbenzinedekansomuittezetten.
Rooknooitwanneerumetbenzinebezigbent,
enhouddebrandstofwegvanopenvuurof
vonken.
Bewaarbenzineineengoedgekeurdvatofblik
enbuitenbereikvankinderen.Koopnooitmeer
benzinedanuin30dagenkuntopmaken.
Gebruikdemachineuitsluitendalshetcomplete
uitlaatsysteemisgemonteerdennaarbehoren
werkt.
16
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenkantijdenshet
tankenstatischeelektriciteitwordenontladen
waardoorvonkenontstaandiebenzinedampentot
ontbrandingkunnenbrengen.Brandofexplosie
vanbenzinekanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
Zetbenzinevatenaltijdopdegrondenuitde
buurtvanhetvoertuigvoordatudetankbijvult.
Vulbenzinevatennietineenvrachtwagen
ofaanhanger,omdatbekledingofkunststof
beplatinghetvatkanisoleren,waardoorde
afvoervanstatischeladingwordtbemoeilijkt.
Alshetpraktischmogelijkis,kuntuhetbeste
eenmachinemeteenbenzinemotoreerstvande
vrachtwagenofaanhangerhalenenbijtanken
alsdemachinemetdewielenopdegrondstaat.
Alsditnietmogelijkis,verdienthetdevoorkeur
dergelijkemachinesopeentruckofaanhanger
bijtevullenuiteendraagbaarvat,nietmet
behulpvaneenvulpistoolvaneenpomp.
Alsueenvulpistoolmoetgebruiken,dientude
vulpijpvoortdurendincontactmetderandvan
debrandstoftankofdeopeningvanhetvatte
houden,totdatuklaarbentmetbijvullen.
Belangrijk:Nooitmethanol,benzinediemethanol
bevatofgasoholmetmeerdan10%ethanolgebruiken,
omdatdezehetbrandstofsysteemvandemotorkunnen
beschadigen.Geenoliebijdebenzinemengen.
Gebruikvanstabilizer/conditioner
Alsudemachinemaximaal90dagengaatstallenmetde
brandstofindetank,voegdanstabilizer/conditionertoe
omdebenzineverstehouden.Alsudemachinelangerwilt
stallen,strekthettotaanbevelingdebenzineaftetappenuit
debrandstoftank.
Belangrijk:Gebruiknooitbrandstofadditievendie
methanolofethanolbevatten.
Voegdejuistehoeveelheidstabilizer/conditioneraande
benzinetoe.
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkthetbestals
dezemetversebenzinewordtgemengd.Gebruikaltijdeen
stabilizeromhetrisicovanharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteemzokleinmogelijktehouden.
Brandstoftankvullen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaleondergrond,
laatdefreeszakkenenstopdemotor.
2.Verwijderhetsleuteltjeenlaatdemotorafkoelen.
3.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijderdeze
(Figuur18).
Figuur18
1.Dopvanbrandstoftank2.Brandstofmeter
4.Vuldebrandstoftanktotmaximaal6mmtot13mm
vanafdeonderkantvandevulbuis.
Belangrijk:Deruimteindetankgeeftdebenzine
dekansomuittezetten.Vuldebrandstoftank
niethelemaal.
5.Draaidetankdopstevigvast.
6.Neemgemorstebrandstofop.
Motoroliepeilcontroleren
Voordatudemotorstartendemachineingebruikneemt,
moetuhetoliepeilinhetcartervandemotorcontroleren;zie
Hetmotoroliepeilcontroleren(bladz.25).
Demotorstartenenstoppen
Motorstarten
1.ZetdegashendelhalverwegetussenLangzaamenSnel
(Figuur19).
17
Figuur19
1.Gashendel3.Sleuteltje
2.Chokehendel
2.ZetdechokehendelindeAan-stand(Figuur19).
Opmerking:Alsdemotorwarmofheetis,hoeftu
dechokeniettegebruiken.
3.DraaihetcontactsleuteltjenaardestandAan(Figuur
19).Laathetsleuteltjeloszodrademotoraanslaat.
Belangrijk:Steldestartmotortelkensniet
langerdan10secondeninwerking.Alsde
motornietwilstarten,moetunaelkepoging
demotor30secondenlatenafkoelen.Indienu
dezeinstructiesnietopvolgt,kandestartmotor
doorbranden.
4.ZetdechokelangzaamindestandUit(Figuur19).Als
demotorafslaatofhapert,schakeldanopnieuwde
chokeintotdatdemotoropwarmt.
5.Zetdegashendelindegewenstestand(Figuur19).
Belangrijk:Alsdemotoropvolletoeren
draaitterwijlhethydraulischesysteemkoudis
(bijvoorbeeldalsdeomgevingstemperatuurrond
ofonderhetvriespuntis),kanerschadeaanhet
hydraulischesysteemontstaan.Alsudemotor
startinkoudeweersomstandigheden,moetude
motor2tot5minutenhalfgaslatenlopenvoordat
udegashendelopSnel(haas)zet.
Opmerking:Alsdebuitentemperatuuronderhet
vriespuntis,slademachinedanineengarageop.Zo
blijftdemachinewarmerenkandezemakkelijker
starten.
Motorafzetten
1.Stopdefreesenlaatdezezakken.
2.ZetdegashendelopLangzaam(Figuur19).
3.DraaihetcontactsleuteltjeopUit(Figuur19).
Opmerking:Alsdemotorzwaarbelastisgeweest
ofheetis,moetudezenogeenminuutlatendraaien
voordatuhetcontactsleuteltjenaarUitdraait.De
motorkandanafkoelenvoordatdezewordtafgezet.In
eennoodgevalkandemotordirectwordenafgezet.
4.Verwijderhetsleuteltje.
Demachinestoppen
Omdemachinetestoppenlaatudetractiebedieninglos,zetu
degashendelopLangzaam(schildpad),brengtufreesomlaag
totopdegrondenverwijdertuhetsleuteltje.
VOORZICHTIG
Dekansbestaatdateenkindofongeoefende
omstanderdemachineprobeerttebedienenen
daarbijletseloploopt.
Verwijderaltijdhetcontactsleuteltjewanneerude
machineachterlaat,ookalishetslechtsvooreen
paarseconden.
Eenniet-werkendemachine
bewegen
Belangrijk:Umagdemachinenietslepenoftrekken
zonderdatueerstdesleepkleppenhebtgeopend,omdat
andershethydraulischesysteemwordtbeschadigd.
1.Zetdemotoraf.
2.Verwijderhetonderstescherm.
3.Gebruikeensteeksleutelomdesleepkleppenopde
hydraulischemotorstweemaallinksomtedraaien
(Figuur20).
Figuur20
1.Sleepkleppen
4.Brenghetondersteschermaanensleepdemachine.
5.Alsdemachineisgerepareerd,sluitdandesleepkleppen
voordatudemachinebedient.
18
Eenboomstronkfrezen
GEVAAR
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden.
Blijfopdebestuurdersplaatsterwijldefrees
draaitenblijfuitdebuurtvandefrees.
Houdomstandersopeenveiligeafstandvande
frees.
Stopdefreesonmiddellijkalsmensenofdieren
hetwerkgebiedbetreden.
WAARSCHUWING
Bijhetfrezenvaneenboomstronkwordensplinters,
grondenandervuilindeluchtgeworpen.Hierbij
kunnenuofomstandersletseloplopen.
Draagaltijdeenhelmengelaatsschermalsu
metdefreeswerkt.
Houdomstandersopeenveiligeafstandvande
frees.
WAARSCHUWING
Defreesmaaktveellawaaialszeeenboomstronk
snijdt.Ditkangehoorschadetotgevolghebben.
Beschermaltijduworenalsudefreesgebruikt.
1.Startdemotor,brengdefreesomhoog,stelde
gashendelinopSnel,enrijdemachinenaarde
boomstronkdieuwiltfrezen.
2.Gebruikdebedieningshendelvandefreesenhet
tractiepedaalomdefreesaanéénkantvandevoorkant
vandeboomstronkterijden,ongeveer2,5cmonder
debovenkantvandeboomstronk.
3.Startdefreesenwachttotdezeopvollesnelheidis.
4.Gebruikdebedieningshendelomdefreeslangzaam
overhetoppervlakvandeboomstronktebewegenen
snijeenstrookhoutweg(Figuur21).
Belangrijk:Defreesvertraagtautomatischde
snelheidwaarmeezeindestronkgaatzodathet
vliegwielmetdeoptimalesnelheidkanblijven
draaienennietvastlooptinhethout.
Figuur21
5.Laatdefreesongeveer2,5cmzakkenenbeweegze
terugoverdestronk.
6.Herhaalstap5totuhetgrondniveauhebtbereikt.
7.Laatdefreesomhoogkomentotongeveer2,5cm
onderdebovenkantvandeoverblijvendestronk,
beweegdemachineeenpaarcentimeternaarvorenen
herhaalstap4tot6.
8.Herhaalstap4tot7totdatudeheleboomstronkhebt
gefreesd.
9.Alsuookgroteboomwortelsmoetfrezen,plaats
defreesdanbovendewortelengebruikde
tractiebedieningendefreesbedieningomdefreeslangs
deworteltebewegenenzowegtefrezen.
Demachinevastmakenvoor
transport
Alsudemachinevervoertopeenaanhanger,moetualtijd
alsvolgttewerkgaan:
Belangrijk:Umagmetdemachinenietwerkenof
rijdenopdeopenbareweg.
1.Zetdemotoraf.
2.Laatdefreeszakken.
3.Bevestigdemachineaandeaanhangwagen
metkettingenofstroppen.Gebruikde
bevestigings-/takelpuntenaandevoor-en
achterkantvandemachine(
Figuur22enFiguur23).
Raadpleegdelokalevereisteninzakeaanhangwagensen
debevestigingvanmachines.
19
Figuur22
1.Voorstebevestigingspunt
Figuur23
1.Achterstebevestigingspunten
Demachineomhoogbrengen
Ukuntdemachineomhoogbrengenmetbehulpvande
bevestigingsogenalshefpunten(Figuur22enFiguur23).
Tipsvoorbedieningengebruik
Verwijdervuil,takkenenstenenuithetwerkgebied
voordatuaandeslaggaatombeschadigingvande
apparatuurtevoorkomen.
Zetdegashendelaltijdvolledigopen(maximaal
motortoerental)alsufreest.
Snijderandenvandeboomstronkomefciënterte
kunnenfrezen.Zodradesnijdieptebijna1/4vande
wieldiameterbedraagt(
Figuur21),tiltudefreesop,gaat
uverderensnijdtuweerinderand.
20
Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste50bedrijfsuren
Controleerdespanningvanderupsbandenenbrengzeopdejuistespanning.
Bijelkgebruikofdagelijks
Demachinesmeren.(onmiddellijksmerennaelkewasbeurt).
Motoroliepeilcontroleren.
Reinighetmotorscherm.
Controleerdetoestandvandetandenendraaiofvervangtandendieversleten
ofbeschadigdzijn.
Verwijdervuilvandemachine.
Controlerenofhetbevestigingsmateriaalgoedvastzit.
Naelkgebruik
Controleerdestaatvanderupsbandenenreinigze.
Omde25bedrijfsuren
Accuzuurcontroleren.
Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren.
Omde100bedrijfsuren
Controleerdespanningvanderupsbandenenbrengzeopdejuistespanning.
Controleerdehydraulischeleidingenoplekkages,losgeraakteaansluitingen,kinken,
loszittendesteunen,slijtageenbeschadigingenalsgevolgvanweersinvloedenofde
inwerkingvanchemicaliën.Vervangenindiennodig.
Omde150bedrijfsuren
Controleerhetvoorlter.
Demotorolieverversen.Eenolielterwordtaanbevolen.(ditmoetvakergebeuren
alsdemachinewordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden)
Brandstofltervervangen.(ditmoetvakergebeurenalsdemachinewordtgebruiktin
stofgeofvuileomstandigheden).
Oliekoelerreinigen.
Omde200bedrijfsuren
Hydraulischltervervangen.
Omde250bedrijfsuren
Controleerensmeerdewegwielen.
Omde300bedrijfsuren
Vervanghetvoorlter.(Vakerinstofge,vuileomstandigheden)
Controleerhetbinnensteluchtlter.
Motorolieltervervangen.
Omde400bedrijfsuren
Hydraulischevloeistofverversen.
Omde600bedrijfsuren
Vervanghetbinnensteluchtlter.
Debougiesvervangenenafstellen.
Omde1500bedrijfsuren
Vervangallebewegendehydraulischeslangen.
Jaarlijksofvóórstalling
Despanningvanderupsbandencontrolerenenopdejuistespanningbrengen.
Beschadigdelakbijwerken
Belangrijk:Ziede
Ge br uik er shandleiding v an de motor
voorverdereonderhoudsprocedures.
VOORZICHTIG
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstartwaardooruen
andereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Haalhetsleuteltjeuithetcontactenmaakdebougiekabellosvoordatuonderhoudswerkzaamheden
uitvoertaanhetvoertuig.Drukdekabelopzij,zodatdezenietonbedoeldcontactkanmakenmetdebougie.
21
Procedures
voorafgaandeaan
onderhoud
Voordatueendekselopent:zetdemotoraf,verwijderhet
sleuteltjeenlaatdemotorafkoelen.
Devoorkapverwijderen
1.Laatdefreeszakken,stopdemotor,verwijderhet
contactsleuteltjeenlaatdemachineafkoelen.
WAARSCHUWING
Alsdemachinegelopenheeft,zijnzowel
dekapalsdegeluidsdemperonderdekap
heet;dezekunnenbijaanrakingernstige
brandwondenveroorzaken.
Laatdemachineafkoelenvoordatudekap
verwijdert.
2.Verwijderde(2)schroevenwaarmeedevoorkapaande
machineisbevestigd(Figuur24).
G021242
1
2
Figuur24
1.Kap
2.Schroeven
3.Schuifdekapeenbeetjenaarvorenentrekzenaar
bovenomzeteverwijderen(Figuur24).
Devoorkapmonteren
1.Laatdefreeszakken,zetdemotorafenhaalhet
sleuteltjeuithetcontact.
2.Schuifdevoorkapophaarplaatsendraaide2
schroevenvastomzeaandemachinetebevestigen
(
Figuur24).
Hetonderstescherm
verwijderen
1.Laatdefreeszakken,zetdemotorafenhaalhet
sleuteltjeuithetcontact.
2.Draaidetweeboutenwaarmeehetonderstescherm
bevestigdiséénvooréénlostotuhetschermkunt
wegnemen(Figuur25).
Belangrijk:Debevestigingenvanhetonderste
schermzijnzoontworpendatzeophetdeksel
blijvenzittennadatdebevestigingislosgemaakt.
Draaidetweebouteneenpaarslagenlosserzodat
dekaploszitmaarnogwelbevestigdisendraai
deboutendaarnapaslostotdatdekaperafkomt.
Hiermeevoorkomtudatuperongelukdebouten
vandeborgringenlosdraait.
Figuur25
1.Onderstescherm
2.Bouten
3.Trekhetschermterugentrekhetuitdemachine.
Hetondersteschermmonteren
1.Laatdefreeszakken,zetdemotorafenhaalhet
sleuteltjeuithetcontact.
2.Schuifhetondersteschermindemachine(Figuur25).
Opmerking:Mogelijkmoetuhetonderstescherm
optillenomervoortezorgendathetgoedophaar
plaatszit.
3.Bevestighetschermmetdeboutendieueerder
losgezetheeft.
22
Smering
Demachinesmeren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
(onmiddellijksmerennaelkewasbeurt).
Typesmeermiddel:Universeelsmeervet.
1.Laatdefreeszakkenenzetdemotoraf.Verwijderhet
sleuteltje.
2.Reinigdesmeernippelsmeteendoek.
3.Sluiteensmeerpistoolaanopelkesmeernippel(Figuur
26totFiguur28).
4.Pompvetindenippelstotdaterwatvetbijdelagers
naarbuitenkomt(ongeveer3maalpompen).
5.Overtolligvetwegvegen.
Figuur26
Figuur27
Figuur28
23
Onderhoudmotor
Onderhoudvanhetluchtlter
Onderhoudsinterval:Omde150bedrijfsuren—Controleer
hetvoorlter.
Omde300bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbijde
kortsteperiodeaan)—Vervanghetvoorlter.(Vaker
instofge,vuileomstandigheden)
Omde300bedrijfsuren—Controleerhetbinnenste
luchtlter.
Omde600bedrijfsuren—Vervanghetbinnenste
luchtlter.
Opmerking:Umoetdeltersvakercontrolerenals
demachinewordtgebruiktinbuitengewoonstofgeof
zanderigeomstandigheden.
Filtersverwijderen
1.Laatdefreeszakkenenzetdemotoraf.Verwijderhet
sleuteltje.
2.Maakdesluitingenophetluchtlterlosentrekhet
luchtlterdekselvanhetluchtlterhuis(Figuur29).
Figuur29
1.Luchtlterbehuizing3.Voorlter
2.Veiligheidslter4.Luchtlterdeksel
3.Reinigdebinnenkantvanhetluchtlterdekselmet
perslucht.
4.Schuifhetltervoorzichtiguithetluchtlterhuis
(Figuur29).
Opmerking:Zorgervoordatunietmethetlter
tegendezijkantvanhetluchtlterhuisstoot.
5.Verwijderhetbinnenstelteralleenalsuvanplanbent
hetltertevervangen.
Belangrijk:Probeernooithetbinnenstelterte
reinigen.Alshetbinnensteltervuilis,betekent
ditdathetvoorlterisbeschadigd.Vervangbeide
lters.
6.Inspecteerhetlterelementopbeschadigingdoor
eenfellelichtbronopdebuitenkantvanhetlterte
richtenenerdoorheentekijken.Gateninhetlter
zijnherkenbaaralslichteplekken.Alshetlteris
beschadigd,moetuditweggooien.
Filtersmonteren
Belangrijk:Umagdemotornooitlatenlopenzonder
datbeideluchtlterszijngemonteerd,omdatandersde
motorschadekanoplopen.
1.Alsunieuweltersmonteert,moetuelklter
controlerenoptransportschade.Eenbeschadigdlter
magnietwordengebruikt.
2.Alsuhetbinnensteltervervangt,moetudit
voorzichtigindelterbehuizingschuiven(
Figuur29).
3.Schuifhetvoorltervoorzichtigophetbinnenstelter
(Figuur29).
Opmerking:Zorgervoordathetvoorltervolledig
opzijnplaatszitdooropdebuitenrandteduwen
tijdensdemontage.
Belangrijk:Druknietophetzachtemiddenvan
hetlter.
4.Schuifhetdekselopdeluchlterbehuizingenmaak
hetvast(
Figuur29).
Motoroliepeilcontroleren
Typeolie:Reinigingsolie(API-klasseSJofhoger)
Olie-inhoud:alshetltervervangenwordt2,9l
Viscositeit:Zieonderstaandetabel.
g019933
0
0
50
SAE 30
Figuur30
VraaguwerkendeToro-dealeromToroPremiummotorolie.
Opmerking:Hetgebruikvansynthetischeoliemeteen
ratingvan5W-30isaanvaardbaartot4gradenC.
Opmerking:Synthetischeoliezorgtvooreenbeterestart
bijextremekoudeonderde-23gradenC.
24
Hetmotoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Opmerking:Controleerhetoliepeilalsdemotorkoudis.
WAARSCHUWING
Contactmetheteoppervlakkenkanlichamelijk
letselveroorzaken.
Houdhanden,voeten,gezicht,kledingenandere
lichaamsdelenuitdebuurtvandegeluiddemperen
andereheteoppervlakken.
Belangrijk:Hetcarternooitovervullenmetolie.
Hierdoorkandemotorbeschadigdraken.Laatde
motornooitlopenalsdeolielagerstaatdandeonderste
markering,omdatdemotordaardoorbeschadigdkan
raken.
1.Laatdefreeszakkenenzetdemotoraf.Verwijderhet
sleuteltje.
2.Controleerdeoliezoalswordtgetoondin
Figuur31.
G008792
1
2
5
6
7
3
9
10
4
8
Figuur31
Motorolieverversen
Onderhoudsinterval:Omde150bedrijfsuren(dit
moetvakergebeurenalsdemachine
wordtgebruiktinstofgeofvuile
omstandigheden)
Opmerking:Geefdeafgewerkteolieafbijeen
inzamelcentrum.
1.Startdemotorenlaatdezevijfminutenlopen.Warme
oliekanbeterwordenafgetapt.
2.Parkeerdemachinezo,datdeachterkantlagerisdan
devoorkantomervoortezorgendatalleolievolledig
kanwordenafgetapt.
3.Laatdefreeszakkenenzetdemotoraf.Verwijderhet
sleuteltje.
4.Plaatseenopvangbakonderdeaftapslang.Draaiaan
deaftapplugomdeolieindebaktelatenlopen(Figuur
32).
Figuur32
1.Olieaftapslang2.Olieaftapplug
5.Alsalleolieisweggelopen,draaitudeaftapplugdicht.
6.Geefdeafgewerkteolieafbijeeninzamelcentrum
7.Gietlangzaamongeveer80%vandegespeciceerde
olieindevulbuisenvoeglangzaamderestvandeolie
toetothetpeildemarkeringVolbereikt(Figuur33).
25
G008796
2
3
4
5
6
1
Figuur33
8.Startdemotorenrijdnaareenvlakgebied.Controleer
hetoliepeilopnieuw .
Motorolieltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde300bedrijfsuren
Opmerking:Vervanghetolieltervandemotorvaker
alsdemachinewordtgebruiktinzeerstofgeofzanderige
omstandigheden.
1.Reinigdeomgevingvanhetolielter.
2.Laatdeolieuitdemotorlopen;raadpleegMotorolie
verversen(bladz.25).
3.Vervanghetolieltervandemotorzoalswordt
getoondinFiguur34.
G015198
3/4
1
2
3
4
5
Figuur34
Belangrijk:Draaihetolieltereroptotde
pakkingdemotorraaktendraaivervolgensnog
3/4slag.
4.Vulhetcartermethetjuistetypenieuweolie.
26
Onderhoudvandebougies
Onderhoudsinterval:Omde600bedrijfsuren—Debougies
vervangenenafstellen.
Controleerofdeelektrodenafstandcorrectisvoordatu
debougiesmonteert.Gebruikeenbougiesleutelvoorhet
(de)monterenvandebougieseneenvoelermaatvoorhet
metenenafstellenvandeelektrodenafstand.Vervang
debougiesinovereenstemmingmetdeaangegeven
onderhoudsintervallen.
Type:Champion
®
XC10YCofgelijkwaardig
Elektrodenafstand:0,76mm
Bougiesverwijderen
1.Laatdefreeszakkenenzetdemotoraf.Verwijderhet
sleuteltje.
2.Verwijderdebougies.
Figuur35
Deelektrodenafstandvannieuwe
bougiesinstellen
Steldeelektrodenafstandvandenieuwebougiesafop0,76
mm.
G008794
1
2
Figuur36
Bougiesmonteren
Draaidebougiesaantot27Nm.
Figuur37
27
Onderhoud
brandstofsysteem
Brandstofaftappenuitde
brandstoftank
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbenzineuiterst
ontvlambaarenzeerexplosief.Brandofexplosie
vanbenzinekanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
Tapdebenzineafuitdebrandstoftankwanneer
demotorkoudis.Doeditbuitenopeenopen
terrein.Eventueelgemorstebenzineopnemen.
Rooknooitalsubenzineaftaptenblijfuit
debuurtvanopenvuuralsdekansbestaat
datbenzinedampendooreenvonkkunnen
ontbranden.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
zodatallebenzinekanweglopenuitdebrandstoftank.
2.Laatdefreeszakken.
3.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltjeen
wachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatudebestuurderspositieverlaat.
4.Draaidebrandstofafsluitklepdicht(
Figuur38).
Figuur38
1.Brandstofafsluitklep
5.Knijpdeuiteindenvandeslangklemaandemotorkant
vandebrandstofafsluitklepsamenenschuifzeopde
brandstoeiding,wegvandeklep(Figuur38).
6.Trekdebrandstofslangvandeklep(
Figuur38).Open
debrandstofafsluitklepenlaatdebenzineineen
benzinevatofeenopvangbaklopen.
Opmerking:Omdatdetanknutochleegis,isdit
eenuitstekendmomentomhetbrandstoflterte
vervangen.ZieBrandstofltervervangen(bladz.28).
7.Monteerdebrandstofslangopdebrandstofafsluitklep.
Schuifdeslangklemdichttegendeklepomde
brandstofslangvasttezetten.
8.Neemeventueelgemorstebrandstofop.
Brandstofltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde150bedrijfsuren/Jaarlijks
(houdhierbijdekortsteperiodeaan)
(ditmoetvakergebeurenalsdemachine
wordtgebruiktinstofgeofvuile
omstandigheden).
Naverwijderingmagunooiteenvuillteropnieuwaande
brandstofslangmonteren.
Opmerking:Noteerhoehetbrandstoflterwasgeplaatst
omhetnieuweltercorrecttekunnenplaatsen.
Opmerking:Neemeventueelgemorstebrandstofop.
1.Laatdefreeszakken.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltjeen
wachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatudebestuurderspositieverlaat.
3.Draaidebrandstofafsluitklepdicht(Figuur38).
4.Drukdeuiteindenvandeslangklemmennaarelkaar
toeenschuifzewegvanhetlter(Figuur39).
G008963
12
3
Figuur39
1.Brandstoflter3.Brandstofslang
2.Slangklem
5.Verwijderhetlteruitdebrandstofslangen.
6.Monteereennieuwlterenschuifdeslangklemmen
terugtotdichtbijhetlter.
28
7.Opendebrandstofafsluitklep(Figuur38).
8.Controleeroplekkagesenrepareerdezeindiendit
nodigis.
9.Neemeventueelgemorstebrandstofop.
Onderhoudelektrisch
systeem
Onderhoudvandeaccu
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren—Accuzuur
controleren.
Houddeaccualtijdschoonenvollediggeladen.Veegde
accubehuizingschoonmeteentissue.Alsdeaccupolenzijn
geoxideerd,moetudezeschoonmakenmeteenoplossingvan
vierdelenwaterenééndeelzuiveringszout.Brengeenlaagje
vetopdeaccupolenaanomcorrosietevoorkomen.
Spanning:12V ,280A(koudestart)bij-18gradenC.
WAARSCHUWING
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Accuklemmen,accupolenendergelijke
onderdelenbevattenloodenloodverbindingen.
Vandezestoffenisbekenddatzekanker
enschadeaandevoortplantingsorganen
veroorzaken.Wasaltijduwhandennadatumet
dezeonderdeleninaanrakingbentgeweest.
GEVAAR
Accuzuurbevatzwavelzuur;ditiseendodelijkgif
daternstigebrandwondenveroorzaakt.
Umagaccuzuurnooitinslikkenenmoetelkcontact
methuid,ogenofkledingvermijden.Draageen
veiligheidsbrilenrubberhandschoenenomuwogen
enhandentebeschermen.
Accuverwijderen
WAARSCHUWING
Accupolenofmetalengereedschappenkunnen
kortsluitingmakenmetmetalenonderdelenvan
demachine,waardoorvonkenkunnenontstaan.
Hierdoorkunnenaccugassentotontplofngkomen
enlichamelijkletselveroorzaken.
Zorgervoordatbijhetverwijderenofinstalleren
vandeaccudeaccupolennietinaanraking
komenmetmetalenonderdelenvandemachine.
Voorkomdatmetalengereedschappen
kortsluitingveroorzakentussendeaccupolenen
metalenonderdelenvandemachine.
29
WAARSCHUWING
Alsaccukabelsverkeerdwordenverbonden,kan
ditschadeaandemachineendekabelstotgevolg
hebbenenvonkenveroorzaken.Hierdoorkunnen
accugassentotontplofngkomenenlichamelijk
letselveroorzaken.
Maakaltijddeminkabel(zwart)vandeacculos
voordatudepluskabel(rood)losmaakt.
Sluitaltijdeerstdepluskabel(rood)vandeaccu
aanvoordatudeminkabel(zwart)aansluit.
1.Laatdefreeszakken.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltjeen
wachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatudebestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderhetzwarterubberenkapjevandeminkabel.
Maakdeminkabellosvandeminpool(–)vandeaccu
(Figuur40).
Figuur40
1.Minkabel(afgebeeldmet
rubberkap)
4.Accu
2.Pluskabel(afgebeeld
zonderrubberkap)
5.J-bout
3.Bevestigingsplaatvan
accu
4.Schuifhetrodestofkapjevoordeaccupoolvande
pluspool(rood)vandeaccu.Verwijdervervolgensde
pluskabel(rood)vandeaccu(
Figuur40).
5.Verwijderdebevestigingsplaat,deJ-boutenende
borgmoerenwaarmeedeaccubevestigdis(
Figuur40)
enverwijderdeaccu.
Accumonteren
1.Plaatsdeaccuopdemachine(Figuur40).
2.Bevestigdeaccumetdeaccuhouder,j-boutenen
borgmoeren.
3.Bevestigdepluskabel(rood)aandepluspool(+)van
deaccumeteenmoer,ringenbout(Figuur40).Schuif
hetrubberenkapjeoverdeaccupoolheen.
4.Bevestigvervolgensdeminkabelendeaardingskabel
aandeminpool(–)vandeaccumeteenmoer,ringen
bout(Figuur40).Schuifhetrubberenkapjeoverde
accupoolheen.
Zuurpeilvandeaccucontroleren
GEVAAR
Accuzuurbevatzwavelzuur;ditiseendodelijkgif
daternstigebrandwondenveroorzaakt.
Umagaccuzuurnooitinslikkenenmoet
elkcontactmethuid,ogenofkleding
vermijden.Draageenveiligheidsbrilen
rubberhandschoenenomuwogenenhandente
beschermen.
Vuldeaccualleenbijopplaatsenwaarschoon
wateraanwezigisomindiennodiguwhuidaf
tespoelen.
1.Kijkaandezijkantvandeaccu.Hetzuurpeilmoettot
aandebovenstestreepstaan(Figuur41).Hetpeilmag
nietnietonderdeonderstestreepkomen(Figuur41).
Figuur41
1.Vuldoppen
3.Onderstestreep
2.Bovenstestreep
2.Alshetzuurpeiltelaagis,moetubijvullenmetde
vereistehoeveelheidgedistilleerdwater;zieAccu
bijvullenmetwater.
Accubijvullenmetwater
Ukuntdeaccuhetbestbijvullenmetgedistilleerdwater
voordatudemachinegaatgebruiken.Hetwatervermengt
zichdangoedmethetaccuzuur.
1.Verwijderdeaccuuitdemachine,zieAccuverwijderen.
Belangrijk:Vuldeaccunooitbijmetgedistilleerd
waterterwijldeaccunogindemachinezit.Er
zoudanaccuzuuropandereonderdelenkunnen
komen,wattotcorrosiekanleiden.
30
2.Maakdebovenkantvandeaccuschoonmeteentissue.
3.Verwijderdevuldoppenvandeaccu(Figuur41).
4.Gietlangzaamgedistilleerdwaterinelkecelvande
accutotdathetzuurpeildeBovenstestreep(Figuur41)
opdeaccubehuizingbereikt.
Belangrijk:Deaccuniettevolvullen;uitgelopen
accuzuur(zwavelzuur)kanernstigecorrosieen
beschadigingvanhetchassisveroorzaken.
5.Wachtnahetbijvullenvandeaccucellenvijftottien
minuten.Vulindiennodiggedestilleerdwaterbijtotdat
hetzuurpeildeBovenstestreep(Figuur41)opde
accubehuizingbereikt.
6.Plaatsdevuldoppenopdeaccu.
Accuopladen
WAARSCHUWING
Bijhetopladenproduceertdeaccugassendietot
ontplofngkunnenkomen.
Rooknooitindebuurtvandeaccuenzorgervoor
datergeenvonkenofvlammenvlakbijdeaccu
komen.
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccualtijdvolledig
geladenis(soortelijkgewicht1.265).Ditisvooral
belangrijkombeschadigingvandeaccutevoorkomen
bijtemperaturenbenedenC.
1.Accuuithetchassisverwijderen,zieAccuverwijderen.
2.Controleerhetzuurpeil;zieZuurpeilcontroleren.
3.Zorgervoordatdevuldoppenopdeaccuzijngeplaatst.
Sluiteenacculadervan3tot4Aaanopdeaccupolen.
Laaddeaccuopgedurende4tot8uurbij3–4A(12V).
Deaccunietteveropladen.
4.Zodradeaccuvolledigisopgeladen,haaltude
acculaderuithetstopcontactenmaaktuvervolgensde
oplaadkabelslosvandeaccuklemmen(
Figuur42).
5.Monteerdeaccuindemachineensluitdeaccukabels
aan;zieAccumonteren.
Opmerking:Gebruikdemachinenooitwanneerde
accuislosgekoppeld;ditkanbeschadigingenaanhet
elektrischesysteemtotgevolghebben.
Figuur42
1.Pluspoolvandeaccu
3.Rode(+)oplaadkabel
2.Minpoolvandeaccu
4.Zwarte(–)oplaadkabel
Zekeringenvervangen
Erzijn4zekeringeninhetelektrischesysteem.Zebevinden
zichonderhetbedieningspaneelaandelinkerkant(Figuur43).
Startcircuit
30A
Nietingebruik25A
Circuitkoelventilator
20A
Koplamp(optie)
15A
Figuur43
1.Zekeringhouder
31
Onderhoud
aandrijfsysteem
Onderhoudvanderupsbanden
Derupsbandenreinigen
Onderhoudsinterval:Naelkgebruik
Controleerregelmatigderupsbandenopovermatigeslijtage
enmaakzeschoon.Vervangderupsbandenalsdezeversleten
zijn.
1.Laatdefreeszakken.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltjeen
wachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatudebestuurderspositieverlaat.
3.Gebruikeenwaterslangofeenhogedrukreinigerom
derupsbandentereinigen.
Belangrijk:Gebruikalleenwaterdrukvoorhetreinigen
vanderupsbanden.Derestvandemachinemag
nietmeteenhogedrukreinigerbehandeldworden.
Hogedrukreinigingkanhetelektrischeenhydraulische
systeembeschadigenofdesmeringaantasten.
Belangrijk:Zorgervoordatudewielenende
kettingwielaandrijvinggrondigreinigt(Figuur44).
Figuur44
1.Wegwielen3.Rupsband
2.Kettingwielaandrijving
Despanningvanderupsbanden
controlerenenafstellen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste50bedrijfsuren
Omde100bedrijfsuren
Omdespanningvanderupsbandentecontroleren,plaatst
u20,4kgopderupsband,inhetmiddentussenhetvoorste
wegwielendekettingwielaandrijving.Derupsbandmagniet
meerdan0,6à1cmdoorbuigen.Alshijteveeldoorbuigt,
steldandespanningvanderupsbandenafmetbehulpvan
devolgendeprocedure:
Figuur45
1.Stopdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
2.Zetdemotoraf,laatdefreeszakken,verwijderhet
contactsleuteltjeenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Zetdecontramoervandespanboutvanderupsband
los(Figuur46).
Figuur46
1.Spanbout
3.Klembouten
2.Contramoer
4.Draaidespanboutaantot32,5à40,7Nmomde
rupsbandaantespannen(Figuur46).
5.Zorgervoordatderupsbandnietmeerdan0,6à1
cmdoorbuigtalsereenkrachtvan20,4kgopwordt
uitgeoefend.Steldetorsievandespanboutafzoals
vereist.
6.Draaidecontramoervast.
Rupsbandenvervangen
Vervangderupsbandenalsdezeversletenzijn.
1.Laatdefreeszakken.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltjeen
wachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatudebestuurderspositieverlaat.
3.Brengdebetreffendezijdeomhoogofondersteundeze
zodatderupsband7,6tot10cmvandegrondis.
4.Neemdespanboutendecontramoerweg(Figuur46).
5.Drukhetspanwielzovermogelijknaarachteren
(Figuur47).
32
Figuur47
1.Spanwiel
6.Beginmethetverwijderenvanderupsbandaande
bovenkantvanhetspanwielentrekderupsbandvan
hetwielterwijluderupsbandvooruitdraait.
7.Neemderupsbandvandemachinealsdebandvanhet
spanwielgelopenis(Figuur47).
8.Beginbijdekettingwielaandrijvingenplaatsdenieuwe
rupsbandronddeaandrijving.Controleerofde
uitsteekselsaandebinnenkantvanderupsbandinde
openingenopdeaandrijvingzitten(
Figuur44).
9.Duwderupsbandonderentussendevoorsteen
middelstewegwielen(Figuur44).
10.Beginonderaanhetspanwielenplaatsderupsband
rondhetwieldoorderupsbandnaarachterente
draaienterwijludeuitsteekselsinhetwieldrukt.
11.Monteerdespanboutendecontramoer.
12.Draaidespanboutaantot32,5à40,7Nmomde
rupsbandaantespannen.
13.Zorgervoordatderupsbandnietmeerdan0,6à1
cmdoorbuigtalsereenkrachtvan20,4kgopwordt
uitgeoefend.Steldetorsievandespanboutafzoals
vereist.
14.Draaidecontramoervast.
15.Laatdemachineneeropdegrond.
16.Herhaalstappen3totenmet15voordeandere
rupsband.
Dewegwielencontrolerenensmeren
Onderhoudsinterval:Omde250bedrijfsuren
1.Verwijderderupsbanden;zieRupsbandenvervangen
(bladz.32).
2.Draaide4boutenloswaarmeedeonderste
rupsbandgeleidermetdewegwielenisbevestigden
verwijderdeschroeven(
Figuur48).
Figuur48
1.Wegwielen3.Boutenvan
rupsbandgeleider(slechts
tweeafgebeeld)
2.Onderste
rupsbandgeleider
3.Verwijderdesnapringendopvaneenwegwiel(Figuur
49).
Figuur49
1.Wegwiel
3.Snapring
2.Wegwieldop
4.Controleerhetsmeervetonderdedopenrondde
pakking(Figuur49).Alsergeenvetisofalshetvet
vuilofzanderigis,verwijderdanalhetvet,vervangde
pakkingenbrengnieuwsmeervetaan.
5.Controleerofdewegwielensoepelbewegenophet
lager.Alshetbevrorenis,neemdancontactopmet
eenerkendeservicedealeromhetwegwieltelaten
vervangen.
6.Plaatsdeingevettewegwieldopopdekopvandebout
(
Figuur49).
7.Zetdewegwieldopvastmetdesnapring(Figuur49).
8.Herhaalstappen3totenmet7voorallewegwielen.
9.Bevestigderupsbandgeleidersophetframe
vandetractie-eenheidmetbehulpvanhet
33
bevestigingsmateriaaldatueerderhebtverwijderd.
Haaldeboutenaanmet91tot112Nm.
10.Monteerderupsbanden;zieRupsbandenvervangen
(bladz.32).
Onderhoudkoelsysteem
Onderhoudvande
motoroliekoeler
Onderhoudsinterval:Omde150bedrijfsuren
1.Laatdefreeszakken.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltjeen
wachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatudebestuurderspositieverlaat.
3.Omtoegangtekrijgentotdeoliekoelerener
onderhoudswerkzaamhedenaanuittevoeren,moet
udebovenstebevestigingsschroefverwijderenende
tweeschroevenaandezijkantlosdraaien.
4.Verwijderhetscherm.
5.Reinigdemotoroliekoelermetperslucht(Figuur50).
6.Brenghetschermaanenplaatsdeschroeven.
G015199
1
2 1
3
Figuur50
1.Schroevenvanhetscherm
3.Motoroliekoeler
2.Scherm
34
Motorschermreinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Verwijdervoorelkgebruikeventuelegrasresten,vuilofandere
verontreinigingvanhetmotorscherm.Ditzalmedezorgen
vooreenadequatekoelingeneencorrectmotortoerental
enzaldekansverkleinendatdemotoroververhitraakten
technischeschadeoploopt.
Onderhoudriemen
Aandrijfriemvanpomp
vervangen
Umoetdeaandrijfriemvandepompvervangenalshijbegint
tepiepenofgescheurd,versletenofgerafeldis.Neemcontact
opmetuwerkendeservicedealervooreenvervangriem.
1.Tildefreesomhoogenzetdezevastmetde
freesvergrendeling.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltjeen
wachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatudebestuurderspositieverlaat.
3.Hefdeachterkantvandemachineopenplaatsdeze
opkriksteunen.
4.Verwijderhetonderstescherm;zie
Hetonderste
schermverwijderen(bladz.22).
5.Zetdestelschroefvandepompaandrijfkoppelinglos
(Figuur51).
Figuur51
1.Pompaandrijfkoppeling
3.Riem
2.Stelschroef
6.Neemdekoppelingvandepoelie(Figuur51).
7.Gebruikeenveertrekker(neemcontactopmetuw
erkendeservicedealer)ofeenstijvemetalenhaakom
hetuiteindevandespanpoelieveervandeveerboutte
trekkenenzodespanningvanderiemtenemen.
8.Verwijderderiem.
9.Leideennieuweriemronddepoelies.
10.Monteerdespanpoelieveeropdebout.
11.Duwdekoppelingnaarbovenomdepoelietelaten
aangrijpen.
12.Brengblauweafdichtkitaanopdeschroefdradenvan
destelschroevenvandekoppelingendraaizevasttot
10-12,6Nm.
13.Monteerhetonderstescherm.
35
Onderhoud
bedieningsysteem
Debedieningsorganenwordenindefabriekafgesteldvoordat
demachinewordtverzonden.Navelebedrijfsurenmoet
uechtermogelijkdeuitlijningvandetractiebediening,de
neutraalstandvandetractiebedieningendesporingvan
detractiebedieningindestandvolledigvooruitopnieuw
afstellen.
Belangrijk:Voeralleproceduresvolledigeninde
juistevolgordeuitomdebedieningsorganencorrectaf
testellen.
Uitlijningtractiebediening
afstellen
Alsdebalkvandetractiebedieningnietgelijkenrechttegen
dereferentiebalkrustindestandvolledigachteruit,moetu
onmiddellijkdevolgendeprocedureuitvoeren:
1.Parkeerdemachineopeenvlakkeondergrondenlaat
defreeszakken.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithetcontact.
3.Trekdetractiebedieningrechtnaarachterenzodatde
voorzijdeervancontactmaaktmetdereferentiebalk
(Figuur52).
Figuur52
1.Voorzijdebediening,niet
uitgelijnd
2.Referentiebalk
4.Alsdevoorzijdevandetractiebedieningnietgelijk
enrechttegendereferentiebalkrust,draaidande
ensmoerenboutvandetractiebedieninglos(Figuur
53).
Figuur53
1.Tractiebediening2.Boutenmoer
5.Steldetractiebedieningzoaf,datdezegelijkenrecht
tegendereferentiebalkrustalsdebedieningrechtnaar
achterenwordtgetrokken(Figuur53enFiguur54).
Figuur54
6.Draaideensmoerenboutvandetractiebediening
vast.
7.Startdemotor.
8.Rijdemachineachteruitmetdetractiebedieningstrak
tegendereferentiebalk.Alsdemachinenietrecht
achteruitrijdt,moetudevolgendestappenuitvoeren:
A.Zetdemotoraf
B.Til/ondersteundemachinezodanigdatdebeide
rupsbandenvandegrondkomenenvrijkunnen
draaien.
C.Draaideensmoerenboutindestangvande
tractiebedieninglos(Figuur53).
D.Draaidecontramoerenopdetractiestangenonder
hetbedieningspaneellos(
Figuur55).
36
Figuur55
1.Tractiestang
2.Contramoer
E.Startdemachineenzethetgasongeveer1/3
open.
WAARSCHUWING
Alsdemachineloopt,kuntuworden
gegrepenengewondrakendoor
bewegendeonderdelenofbrandwonden
oplopendoorheteoppervlakken.
Blijfuitdebuurtvanuitstekendedelen,
bewegendedelenenheteoppervlakken
tijdenshetafstellenvandelopende
machine.
F.Laatiemanddetractiebedieningstraktegende
referentiebalkhoudenbijhetachteruitrijden.
G.Steldelengtevandetractiestangenaftotdebeide
rupsbandenevensnellopen.
Opmerking:Ukuntnuookdemaximale
achteruitsnelheidvanderupsbandenafstellen.
H.Draaidecontramoerenvast.
I.Steldetractiebedieningzoaf,datdezegelijken
rechttegendereferentiebalkrustalsdebediening
rechtnaarachterenwordtgetrokken(
Figuur53
enFiguur54).
J.Draaideensmoerenboutvandetractiebediening
vast.
K.Zetdemotorafenbrengdemachineomlaagtot
opdegrond.
L.Rijdvolgasachteruitmetdemachineen
controleerofdemachinegoedspoort.Zo
niet,kijkdaninwelkerichtingdemachine
afwijkt.Herhaaldeafstelproceduretotdatde
tractie-eenheidrechtspoortindeachteruitstand.
Deneutraalstandvande
tractiebedieningafstellen
Alsdemachinevoor-ofachteruitkruiptalsde
tractiebedieningneutraalstaatendeeenheidwarmis,moet
mogelijkhetterugkeermechanismevandepompenafgesteld
worden;neemcontactopmetuwerkendeservicedealervoor
herstellingen.
Desporingvande
tractiebedieningindestand
volledigvooruitafstellen.
Alsdemachinenietrechtrijdtalsudetractiebediening
vooruittegendereferentiebalkhoudt,moetudevolgende
procedureuitvoeren:
1.Rijdmetdemachineterwijludetractiebedieningtegen
dereferentiebalkduwtenkijkinwelkerichtingde
machineafwijkt.
2.Laatdetractiebedieninglos.
3.Alsdetractie-eenheidnaarlinksafwijkt,draaidande
rechtercontramoerlosensteldestelschroefopde
voorzijdevandetractiebedieningaf(
Figuur56).
4.Alsdetractie-eenheidnaarrechtsafwijkt,draaidan
delinkercontramoerlosensteldestelschroefopde
voorzijdevandetractiebedieningaf(Figuur56).
Figuur56
1.Stelschroef
3.Aanslag
2.Contramoer
5.Herhaalstap1totenmet4totdatdemachinerecht
rijdtindestandvolledigvooruit.
Belangrijk:Controleerofdestelschroevende
aanslagrakenindestandvolledigvooruitomte
voorkomendatdehydraulischepompengeraakt
worden.
37
Onderhoudhydraulisch
systeem
Hetpeilvandehydraulische
vloeistofcontroleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren
Capaciteithydraulischsysteem:38liter
GebruikToroPremiumAllSeasonhydraulischeolie.
1.Parkeerdemachineopeenvlakkeondergrondenlaat
defreeszakken.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaatde
motorafkoelen.
3.Kijkdoorhetglaskoepeltjeaanderechterkantvande
machine.Alsugeenhydraulischevloeistofindekoepel
ziet,voerdandevolgendestappenuitomvloeistof
bijtevullen.
Figuur57
1.Kijkglaasjehydraulischevloeistof
4.Verwijderdeafdekplaat;zieDevoorkapverwijderen
(bladz.22).
5.Maakschoonronddevulbuisvandehydraulischetank
enverwijderdedopenhetlteruitdevulbuismeteen
dopsleutel(Figuur58).
Figuur58
1.Dopvanvulbuis2.Filtervoorhydraulische
vloeistof
6.Alshetpeiltelaagis,voegdanvloeistoftoetotuze
inhetkijkglaskuntzien.
7.Monteerdedopenhetlteropdevulbuisendraaide
boutbovenaanvasttot21à25Nm.
8.Monteerdeafdekplaat;zieDevoorkapmonteren
(bladz.22).
Hydraulischltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren
1.Plaatshetvoertuigopeenhorizontaaloppervlak.
2.Laatdefreeszakken.
3.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltjeen
wachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatudebestuurderspositieverlaat.
4.Verwijderdebovenstedop.
5.Verwijderhetoudelterengooihetweg(
Figuur59).
Figuur59
1.Dopvanvulbuis
2.Hydraulischlter
6.Monteerhetvervanglterendevuldop(Figuur59)en
draaideboutbovenaanvasttot21à25Nm.
7.Neemgemorstevloeistofop.
8.Plaatsdebovenstedop.
Hydraulischevloeistof
verversen
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren/Jaarlijks
(houdhierbijdekortsteperiodeaan)
1.Plaatshetvoertuigopeenhorizontaaloppervlak.
2.Laatdefreeszakken.
3.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltjeen
wachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatudebestuurderspositieverlaat.
4.Laatdemachinevolledigafkoelen.
38
5.Verwijderdebovenstedop.
6.Verwijderdevuldopenhetltervandehydraulische
tank(
Figuur59).
7.Plaatseenopvangbakmeteeninhoudvanminstens38
literonderdehydraulischetank.
8.Verwijderdeaftapplugvandehydraulischetankzodat
deolieindeopvangbakkanlopen(Figuur60).
Figuur60
1.Aftapplugvanhydraulischetank
9.Alsditklaaris,plaatstudeaftapplugterugendraait
udezevast.
Opmerking:Geefdeafgewerkteolieafbijeen
erkendrecyclingcentrum.
10.Vuldehydraulischetankmetongeveer38literToro
PremiumAllSeasonhydraulischeolie;zie
Hetpeilvan
dehydraulischevloeistofcontroleren(bladz.38).
11.Monteerhethydraulischelterendevuldop(Figuur
59)endraaideboutbovenaanvasttot21à25Nm.
12.Startdemotorenlaatdezeeenpaarminutenlopen.
13.Zetdemotoraf.
14.Controleerhetpeilvandehydraulischevloeistof,indien
nodigbijvullen.Raadpleeg
Hetpeilvandehydraulische
vloeistofcontroleren(bladz.38).
15.Neemgemorstevloeistofop.
16.Plaatsdebovenstedop.
Hydraulischeleidingen
controleren
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren—Controleer
dehydraulischeleidingenoplekkages,
losgeraakteaansluitingen,kinken,
loszittendesteunen,slijtageen
beschadigingenalsgevolgvan
weersinvloedenofdeinwerking
vanchemicaliën.Vervangenindien
nodig.
Omde1500bedrijfsuren/Omde2jaar(houdhierbij
dekortsteperiodeaan)—Vervangallebewegende
hydraulischeslangen.
WAARSCHUWING
Hydraulischevloeistofdieonderdrukontsnapt,kan
doordehuidheendringenenletselveroorzaken.
Vloeistofdieindehuidisgeïnjecteerd,dientbinnen
enkeleurenoperatieftewordenverwijderddooreen
artsdiebekendismetdezevormvanverwondingen,
omdatandersgangreenkanontstaan.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleine
lekgatenofspuitmondenwaaruitonderhoge
drukhydraulischevloeistofontsnapt.
Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier;doe
ditnooitmetuwhanden.
39
Onderhoudvandefrees
Detandenvervangen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdage-
lijks—Controleerdetoestandvan
detandenendraaiofvervangtandendie
versletenofbeschadigdzijn.
Doordegrotebelastingvandetandenmoetuzeregelmatig
draaienenvervangen.
Figuur61
1.Moer3.Tand
2.Tandenhouder
Elketandbeschiktoverdriestanden.Datwilzeggendatu
eentandtweekeerkuntdraaienomeennieuwescherperand
teverkrijgenvooraleerudetandmoetvervangen.Omeen
tandtedraaienmoetudemoerlosdraaienwaarmeedetand
isbevestigd(Figuur61).Drukdetandnaarvorenendraai
hemeenderdevaneenslag,toteenongebruikterandnaar
buitenwijst.Draaidemoerwaarmeedetandvastzitaantot
37à45Nm.
Omeentandtevervangen:verwijderdemoerwaarmeede
tandbevestigdisenbrengeennieuwetandenmoeraanop
dezelfdeplaats(Figuur61).Draaidemoerwaarmeedetand
vastzitaantot37à45Nm.
Reiniging
Vuilvandemachine
verwijderen
Belangrijk:Alsudemotorgebruiktmeteen
verstoptgrasscherm,vuileofverstoptekoelribben,
en/ofverwijderdekoelschermen,zalditleidentot
beschadigingvandemotoralsgevolgvanoververhitting.
1.Laatdefreeszakken.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltjeen
wachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatudebestuurderspositieverlaat.
3.Veeghetvuilvanhetluchtlter.
4.Verwijdervuilvandeoliekoeler.
40
Stalling
1.Laatdefreeszakken.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltjeen
wachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatudebestuurderspositieverlaat.
3.Verwijdervuilenroetvandebuitenkantvandegehele
machine,metnamevandemotor.Verwijdervuilen
kafvanbuitenkantvandecilinder,dekoelribbenvan
decilinderkopendeventilatorbehuizing.
Belangrijk:Ukunthetvoertuigmeteenmild
reinigingsmiddelenwaterwassen.Wasde
machinenooitmeteenhogedrukreiniger.Gebruik
nietteveelwater,vooralnietindebuurtvanhet
bedieningspaneel,demotor,dehydraulische
pompenendeaccu.
4.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter(bladz.24).
5.Smeerdemachine;zie
Demachinesmeren(bladz.23).
6.Verversdemotorolie;zieMotorolieverversen(bladz.
25).
7.Wanneerdemachinelangerdan30dagennietwordt
gebruikt,moetzealsvolgtwordenvoorbereidop
stalling:
A.Voegeenstabilizer/conditioneropoliebasis
toeaandebrandstofindetank.Volgde
mengvoorschriftenvandefabrikantvande
stabilizerop.(8mlperliter).Gebruikgeen
stabilizeropalcoholbasis(ethanolof
methanol).
Opmerking:Eenstabilizer/conditionerwerkt
hetbestalshetmetversebenzinewordtvermengd
enaltijdwordtgebruikt.
B.Laatdemotorvijfminutenlopenomde
stabilizer/conditionerdoorhetbrandstofsysteem
teverspreiden.
C.Zetdemotoraf,wachttotdatdezeisafgekoeld
enlaatdebenzineuitdetanklopenmetbehulp
vaneensifonpomp.
D.Motoropnieuwstartenenlatenlopentotdatdeze
afslaat.
E.Chokedemotor.
F.Startdemotortotdatdezenietmeerstart.
G.Umoetbrandstofopdejuistewijzeafvoeren.
Verwerkdezevolgensdeplaatselijkgeldende
voorschriften.
Belangrijk:Bewaarbenzinewaaraan
stabilizer/conditioneristoegevoegdnietlanger
dan90dagen.
8.Verwijderdebougiesengiettweeeetlepelsmotorolie
inelkebougieopening.
9.Stopeendoekindebougieopeningenomverstuivende
olieoptevangenengebruikvervolgensdestartmotor
omdemotortelatendraaienendeolieoverde
cilinderwandteverspreiden.
10.Monteerdebougies,maarsluitdekabelsnietaanop
debougies.
11.Laaddeaccuop;zie
Onderhoudvandeaccu(bladz.
29).
12.Controleerdespanningvanderupsbandenenbreng
zeopdejuistespanning;zie
Despanningvande
rupsbandencontrolerenenafstellen(bladz.32).
13.Controleerallebouten,schroevenenmoerenendraai
dezevast.Repareerofvervangbeschadigdedelen.
14.Werkallekrassenenbeschadigingenvandelakbij.
Bijwerklakisverkrijgbaarbijeenerkendeservicedealer.
15.Staldemachineineenschone,drogegarageof
opslagruimte.Verwijderhetsleuteltjeuithetcontacten
bewaarhetopeenlogischeplaats.
16.Dekdemachineafomdezetebeschermenenschoon
tehouden.
41
Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Accuisleeg.
1.Accuopladenofvervangen.
2.Deelektrischeaansluitingenzijn
gecorrodeerdofzittenlos.
2.Controlerenofdeelektrische
aansluitingengoedcontactmaken.
Destartmotorslaatnietaan.
3.Relaisofschakelaarisbeschadigd.
3.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Debrandstoftankisleeg.
1.Vuldetankmetbenzine.
2.Debrandstofafsluitklepisgesloten.2.Opendebrandstofklep.
3.Debedieningsorganenstaannietin
neutraal.
3.Zetdebedieningsorganenopneutraal.
4.DechokestaatnietopAan.
4.Chokehendelhelemaalnaarvoren
zetten.
5.Hetluchtlterisvuil.5.Reinigofvervangdeluchtlterelemen-
ten.
6.Erziteenbougiekabellosofhijisniet
aangesloten.
6.Debougiekabelopdebougie
monteren.
7.Debougieisaangetast,vuil,ofde
elektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
7.Nieuwebougiemeteencorrect
afgesteldeelektrodenafstandplaatsen.
Demotorstartniet,startmoeilijkofslaat
af.
8.Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
8.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetluchtlterisvuil.2.Reinigofvervangdeluchtlterelemen-
ten.
3.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.3.Deolieinhetcartercontrolerenen
bijvullen.
4.Dekoelribbenenluchtkanalenonder
deventilatorbehuizingvandemotor
zijnverstopt.
4.Obstructiesverwijderenvande
koelribbenenluchtkanalen.
5.Debougieisaangetast,vuil,ofde
elektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
5.Nieuwebougiemeteencorrect
afgesteldeelektrodenafstandplaatsen.
Demotorverliestvermogen.
6.Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.2.Deolieinhetcartercontrolerenen
bijvullen.
Demotorraaktoververhit.
3.Hetkoelsysteemvandemotorisvuil.3.Reinigdemotorendemotoroliekoeler.
Abnormaletrillingen.1.Debevestigingsboutenvandemotor
zittenlos.
1.Debevestigingsboutenvandemotor
vastdraaien.
1.Hetpeilvandehydraulischevloeistof
istelaag.
1.Hydraulischevloeistofcontrolerenen
bijvullen.
2.Desleepkleppenzijnopen.
2.Sleepkleppensluiten.
Demachinedrijftnietaan.
3.Hethydraulischesysteemis
beschadigd.
3.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Defreesisvastgelopenopeenstuk
houtofsteen.
1.Stopdemotorenverwijderde
obstructiemeteenstok.
2.Deaandrijvingvandefreesis
beschadigd.
2.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Defreesdraaitniet
3.Hethydraulischesysteemisverstopt,
vervuildofbeschadigd.
3.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
42
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Detandenzijnversleten.
1.Draaiofvervangdetanden.
2.Hethydraulischesysteemisoververhit.
2.Schakelhetsysteemuitenlaathet
afkoelen.
Defreessnijdtnietsnelgenoeg.
3.Hethydraulischesysteemisverstopt,
vervuildofbeschadigd.
3.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Defreeskopgaatnietnaarbovenof
beneden.
1.Debedieningsklepvoorheffen/zakken
isgesloten.
1.Draaidebedieningsknoprechtstomom
zeteopenen.
Dehydraulischeolielooptoverofiserg
heet.
1.Deventilatorwerktniet.
1.Controleerdeslangenvervangindien
nodig.
43
TorogarantieCompactUtilityEquipment
Eenbeperktegarantiegedurendeeenjaar
CUE-producten
Voorwaardenenproductenwaarvoordegarantiegeldt
TheT oro®Companyendehieraangelieerdeonderneming,T oro
WarrantyCompany,biedenkrachtenseenovereenkomsttussenbeide
ondernemingengezamenlijkdegarantiedatuwToroCompactUtility
Equipment(hierna:het'product')vrijisvanmateriaalgebrekenof
fabricagefouten.Devolgendeperiodenzijnvantoepassingvanafde
datumvanaankoop:
Producten
Garantieperiode
Laders,sleuvengravers,stronkenfrezen,
hakmachines,houtkloofmachinesen
werktuigen
1jaarof1000bedrijfsuren,
waarbijdekortsteperiode
moetwordenaangehouden
Kohler-motoren3jaar
Alleanderemotoren2jaar
Ineengevalwaarindegarantievantoepassingis,zullenwijhetproduct
kosteloosreparerenenooknietdekostenvandiagnose,arbeiden
onderdeleninrekeningbrengen.
Aanwijzingenvooraanvraagvangarantieservice
AlsuvanmeningbentdateenToro-productmateriaalgebrekenof
fabricagefoutenvertoont,moetudezeprocedurevolgen:
1.NeemcontactopmeteenerkendeT oroservicedealervoorservice
aanuwCompactUtilityEquipment.Bezoekonzewebsiteop
www.Toro.comomeendealerbijuindebuurttevinden.Ukuntook
gratisbellennaarToroCustomerCareDepartmentop888-865-5676
(klantenindeVS)of888-865-5691(klanteninCanada).
2.Brenghetproductmetuwaankoopbewijs(kwitantie)naarde
servicedealer.
3.Alsuomwatvoorredendanookontevredenbentoverhet
onderzoekvandeservicedealerofdeverleendehulp,verzoeken
wijucontactoptenemenmet:
LCBCustomerCareDepartment
ToroWarrantyCompany
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420-1196,VS
Gratis:888-865-5676(klantenindeVS)
Gratis:888-865-5691(klanteninCanada)
Plichtenvandeeigenaar
UdientuwT oro-productteonderhoudenzoalswordtbeschrevenin
deGebruikershandleiding.Ditroutineonderhoudisvooruwrekening,
ongeachtofditwordtuitgevoerddoordedealerofdooruzelf.Degarantie
opvervangingsonderdelenvolgenshetvereisteonderhoudgeldttotde
geplandevervangdatumvanhetbetreffendeonderdeel.Indienude
vereisteonderhouds-enafstelwerkzaamhedennietuitvoert,kande
garantiewordenafgewezen.
Zakenengevallendienietonderdegarantievallen
Nietallestoringenofdefectenvanhetproductdieplaatsvindentijdensde
garantieperiodezijnmateriaalgebrekenoffabricagefouten.Buitendeze
uitdrukkelijkegarantievallen:
Defectenalsgevolgvanhetgebruikvananderedanoriginele
Toro-onderdelen,ofalsgevolgvandemontageengebruikvan
additionele,gewijzigdeofniet-goedgekeurdeaccessoires.
Defectenalsgevolgvannalatigheidomdevereisteonderhouds-
en/ofafstelwerkzaamhedenteverrichten.
Defectenalsgevolgvanverkeerd,achteloosofroekeloosgebruik
vanhetproduct
Onderdelendieonderhevigzijnaanslijtagedoorgebruik,tenzij
dezegebrekenvertonen.Voorbeeldenvanonderdelendieslijtenof
wordenverbruikttijdenseennormaalgebruikvanhetproductzijn
ondermeer,maarnietuitsluitend:tanden,gloeibougies,banden,
rupsbanden,lters,kettingen,enz.
Defectenveroorzaaktdoorexterneinvloeden.Externeinvloeden
zijnondermeer,maarnietuitsluitend;weersomstandigheden,
wijzevanopslag,verontreiniging,gebruikvanniet-goedgekeurde
koelvloeistoffen,smeermiddelen,additievenofchemicaliën,enz.
Normaleslijtage.Normaleslijtagebestaatondermeer,maarniet
uitsluitenduit:afgebladderdeverfoppervlakken,beschadigde
stickers,krassenopruiten,enz.
Onderdelenwaarvooreenafzonderlijkegarantievandefabrikant
geldt
Ophaal-enaeverkosten
Algemenevoorwaarden
Opgrondvandezegarantiemogenreparatiesuitsluitendworden
uitgevoerddooreenerkendeT oroCompactUtilityEquipment(CUE)
servicedealer.
TheToro®CompanyendeToroWarrantyCompanyzijnniet
aansprakelijkvoorindirecteofbijkomendeschadedanwel
gevolgschadeinsamenhangmethetgebruikvandeToroproducten
dieonderdezegarantievallen,inclusiefdekostenofuitgaven
voordeleveringvanvervangendmateriaalofdienstengedurende
eenredelijkeperiodevanonbruikbaarheidofbuitengebruikstelling
tijdensdeuitvoeringvanreparatiewerkzaamhedenopgrondvan
dezegarantie.Alleimplicietegarantiesvanverkoopbaarheid
ofgeschiktheidvoorgebruikzijnbeperkttotdeduurvandeze
uitdrukkelijkegarantie.Sommigelandenstaanuitsluitingenvan
bijkomendeschadeofgevolgschadeofbeperkingenopdeduurvan
deimplicietegarantieniettoe,zodatbovengenoemdeuitsluitingen
enbeperkingeninuwgevalmogelijknietvantoepassingzijn.
Dezegarantiegeeftuspeciekejuridischerechten;daarnaastkuntu
beschikkenoverandererechtendieperlandkunnenverschillen.
Metuitzonderingvandemotorgarantieendeemissiewaarnaarhieronder,
indienvantoepassing,wordtverwezen,bestaatergeenandere
uitdrukkelijkegarantie.Hetemissiecontrolesysteemopuwproductkan
vallenonderdedekkingvaneenafzonderlijkegarantiedievoldoetaan
deeisenvandeAmerikaanseEnvironmentalProtectionAgency(EPA)
ofdeCaliforniaAirResourcesBoard(CARB).Debeperkingenvande
bedrijfsurendiehierbovenzijngenoemd,geldennietvoordegarantie
ophetemissiecontrolesysteem.Ziedegarantieverklaringvoorhet
emissiecontrolesysteemindeGebruikershandleidingvanuwproductof
inhetdocumentatiemateriaalvandefabrikantvandemotorvoornadere
bijzonderheden.
AnderelandendandeVSofCanada
KopersvanToro-productendiezijngeëxporteerduitdeVerenigdeStatenofCanada,moetencontactopnemenmethunT oroDistributeur(Dealer)
voordegarantiebepalingdieinhunland,provincieofstaatvantoepassingzijn.GelievecontactoptenemenmetdeToroimporteuralsuomwatvoor
redendanookontevredenbentoverdedienstenvanuwDistributeurofmoeilijkinformatieoverdegarantiekuntverkrijgen.Alsalleanderemiddelen
tekortschieten,kuntzichwendentotdeToroWarrantyCompany.
374-0261RevB

Documenttranscriptie

Form No. 3377-823 Rev A STX-38 stronkenfrees Modelnr.: 23212—Serienr.: 313000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) *3377-823* A landen of staten kunnen soortgelijke wetten van kracht zijn. WAARSCHUWING De bij deze motor geleverde Gebruikershandleiding bevat informatie over het Environmental Protection Agency (EPA) in de Verenigde Staten, het California Emission Control Regulation voor emissiesystemen, onderhoud en garantie. Bestel vervangonderdelen bij de fabrikant van de motor. CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken. De uitlaatgassen van de motor van dit product bevatten chemische stoffen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. Gebruik van dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken. Inleiding Deze machine is ontworpen om boomstronken en oppervlaktewortels te slijpen en te verwijderen. Ze is niet bedoeld voor het snijden van rotsen of enig ander materiaal dan hout en de grond rond een boomstronk. Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine. GEVAAR Mogelijk lopen er in uw werkgebied onder grond leidingen van nutsbedrijven. Als u deze beschadigt, kan dat elektrische schokken of een explosie veroorzaken. U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro via www.Toro.com voor informatie over producten en accessoires, om een dealer te vinden of om uw product te registreren. Zorg dat de ondergrondse kabels en leidingen gemarkeerd worden op de locatie of in het werkgebied en ontwijk de gemarkeerde gebieden. Neem contact op met de plaatselijke markeringsdienst of het betreffende nutsbedrijf om de locatie te laten markeren (bel bijvoorbeeld in de Verenigde Staten 811 voor de nationale markeringsdienst). Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. Figuur 1 geeft de plaats van het modelnummer en het serienummer van het product aan. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. Het elektronische ontstekingssysteem voldoet aan de Canadese norm ICES-002. Omdat er in sommige regio's nationale of plaatselijke voorschriften gelden die vereisen dat er een vonkenvanger op de motor van deze machine wordt gebruikt, is er een optionele vonkenvanger verkrijgbaar. Neem contact op met een erkende Toro-servicedealer als u een vonkenvanger nodig hebt. De vonkenvangers van Toro zijn goedgekeurd door de Amerikaanse USDA Forest Service. Belangrijk: Als de machine zonder goed werkende vonkenvanger of goed onderhouden brandveilige motor wordt gebruikt in een bosgebied of op een met dicht struikgewas of gras begroeid terrein, handelt de bestuurder in strijd met de bepalingen van sectie 4442 van de Wet op de Openbare Hulpbronnen (Public Resources Code) van de Staat Californië. In andere © 2013—The Toro® Company 8111 Lyndale Avenue South Bloomington, MN 55420 2 U kunt contact met ons opnemen op www.Toro.com. Gedrukt in de VS. Alle rechten voorbehouden Geluidsniveau ......................................................... 7 Trillingsniveau op de handen en armen ....................... 7 Hellingsindicator .................................................... 8 Veiligheids- en instructiestickers ................................ 9 Montage ......................................................................12 Vloeistofpeil controleren .........................................12 Accu opladen.........................................................12 Hefklep openen .....................................................12 Algemeen overzicht van de machine ................................12 Bedieningsorganen ................................................12 Specificaties ..........................................................16 Toebehoren/accessoires..........................................16 Gebruiksaanwijzing .......................................................16 Brandstof bijvullen .................................................16 Motoroliepeil controleren........................................17 De motor starten en stoppen....................................17 De machine stoppen ...............................................18 Een niet-werkende machine bewegen ........................18 Een boomstronk frezen ..........................................19 De machine vastmaken voor transport.......................19 De machine omhoog brengen ..................................20 Tips voor bediening en gebruik ................................20 Onderhoud ..................................................................21 Aanbevolen onderhoudsschema ..................................21 Procedures voorafgaande aan onderhoud ......................22 De voorkap verwijderen ..........................................22 De voorkap monteren.............................................22 Het onderste scherm verwijderen..............................22 Het onderste scherm monteren ................................22 Smering ...................................................................23 De machine smeren ................................................23 Onderhoud motor .....................................................24 Onderhoud van het luchtfilter ..................................24 Motoroliepeil controleren........................................24 Onderhoud van de bougies ......................................27 Onderhoud brandstofsysteem .....................................28 Brandstof aftappen uit de brandstoftank ....................28 Brandstoffilter vervangen ........................................28 Onderhoud elektrisch systeem ....................................29 Onderhoud van de accu...........................................29 Zekeringen vervangen.............................................31 Onderhoud aandrijfsysteem ........................................32 Onderhoud van de rupsbanden ................................32 Onderhoud koelsysteem .............................................34 Onderhoud van de motoroliekoeler ..........................34 Motorscherm reinigen.............................................35 Onderhoud riemen ....................................................35 Aandrijfriem van pomp vervangen............................35 Onderhoud bedieningsysteem .....................................36 Uitlijning tractiebediening afstellen ...........................36 De neutraalstand van de tractiebediening afstellen.............................................................37 De sporing van de tractiebediening in de stand volledig vooruit afstellen. .....................................37 Onderhoud hydraulisch systeem ..................................38 Het peil van de hydraulische vloeistof controleren ........................................................38 Hydraulisch filter vervangen ....................................38 Figuur 1 1. Plaatje met modelnummer en serienummer Modelnr.: Serienr.: Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd (Figuur 2) met de volgende veiligheidssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. Figuur 2 1. Veiligheidssymbool Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient. Inhoud Inleiding ....................................................................... 2 Veiligheid ...................................................................... 4 Veilige bediening ..................................................... 4 Geluidsdruk ........................................................... 7 3 Veiligheid Hydraulische vloeistof verversen ..............................38 Hydraulische leidingen controleren ...........................39 Onderhoud van de frees..............................................40 De tanden vervangen ..............................................40 Reiniging ..................................................................40 Vuil van de machine verwijderen...............................40 Stalling ........................................................................41 Problemen, oorzaak en remedie ......................................42 Schema's ......................................................................44 Onjuist gebruik of onderhoud kan letsels veroorzaken. Om het risico van letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool ( ) te letten, dat betekent: Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel. Veilige bediening Dit product kan handen of voeten afsnijden. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig of mogelijk dodelijk letsel te voorkomen. WAARSCHUWING De uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, een reukloos, dodelijk gif. Laat de motor niet binnenshuis of in een afgesloten ruimte draaien. Instructie • Lees of raadpleeg de Gebruikershandleiding en ander instructiemateriaal. Als de bestuurder(s) of de monteur(s) de taal waarin de handleiding is geschreven, niet machtig is (zijn), moet de eigenaar ervoor zorgen dat deze de inhoud van het materiaal begrijpt. • Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken. • Alle bestuurders en monteurs moeten instructies hebben ontvangen. De eigenaar is verantwoordelijk voor de instructie van de gebruikers. • Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen, de machine nooit gebruiken of onderhoudswerkzaamheden daaraan verrichten. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. • De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken, letsel van hemzelf/haarzelf of van anderen, en schade aan eigendom, die hij/zij kan voorkomen. Vóór ingebruikname • Inspecteer het terrein om vast te stellen welke accessoires en werktuigen nodig zijn om goed en veilig te werken. Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde accessoires en werktuigen. • Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals een helm, gelaatsscherm, veiligheidsbril, lange broek, veiligheidsschoenen en gehoorbescherming. Lang haar, losse kleding of sieraden kunnen worden gegrepen door bewegende onderdelen. 4 • Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, • Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine gaat • • gebruiken en verwijder eventuele voorwerpen die door de machine kunnen worden uitgeworpen. Wees extra voorzichtig wanneer u met benzine of andere brandstof bezig bent. Deze stoffen zijn ontvlambaar en de dampen kunnen tot ontploffing komen. – Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik. – Verwijder nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit brandstof bij wanneer de motor loopt. Laat de motor afkoelen voordat u brandstof bijvult. Niet roken. – U mag de brandstoftank nooit binnenshuis bijvullen of aftappen. Controleer of de dodemansknop, de veiligheidsschakelaars en de veiligheidsschermen zijn bevestigd en naar behoren werken. Gebruik de machine uitsluitend als deze naar behoren werkt. • • • • • Gebruiksaanwijzing • • Laat de motor nooit lopen in een afgesloten ruimte. • Werk uitsluitend bij goed licht en blijf uit de buurt van kuilen en verborgen gevaren. • Controleer of alle bedieningsorganen in neutraal staan • • • • • • • • • • • voordat u de motor start. De motor mag uitsluitend worden gestart als de bestuurder op de stoel zit. Verminder uw snelheid en wees extra voorzichtig op hellingen. Rij op hellingen in de aanbevolen richting. De gazonomstandigheden kunnen van invloed zijn op de stabiliteit van de machine. Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u op een helling een bocht maakt of van richting verandert. Gebruik de machine nooit als de veiligheidsschermen niet stevig op hun plaats zitten. Zorg ervoor dat alle interlockschakelaars zijn aangebracht, correct zijn afgesteld en naar behoren werken. Verander nooit de stand van de toerenregelaar van de motor en laat de motor niet te snel draaien. Stop de machine op een horizontaal oppervlak, breng de frees omlaag, schakel de hydrauliek uit en zet de motor af voordat u de bestuurderspositie om welke reden ook verlaat. Hou uw handen en voeten uit de buurt van het bewegende freeswiel en de tanden. Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt om er zeker van te zijn dat de weg vrij is. Vervoer geen passagiers en zorg ervoor dat huisdieren en omstanders uit de buurt blijven. Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt. Gebruik de machine niet als u onder de invloed van alcohol of drugs bent. Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt. • • • struiken, bomen, en andere objecten die het zicht kunnen belemmeren. Zorg ervoor dat er zich geen andere personen in het werkgebied bevinden voordat u de machine start. Zet de machine af als iemand het gebied betreedt. U mag een machine met draaiende motor nooit onbeheerd achterlaten. Breng de frees altijd omlaag, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact voordat u de machine achterlaat. Trek nooit hard aan de bedieningshendels, gebruik een geleidelijke beweging. Let op het verkeer als u in de buurt van de openbare weg werkt of deze oversteekt. Raak geen onderdelen aan die tijdens het gebruik heet kunnen worden. Laat deze eerst afkoelen voordat u deze afstelt of onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoert. Zorg ervoor dat u de machine alleen gebruikt in gebieden waar er geen obstakels dicht bij de bestuurder zijn. Als de bestuurder niet voldoende afstand houdt tot bomen, muren en andere barrières kan dit leiden tot letsel als de machine tijdens gebruik achteruitrijdt terwijl de bestuurder niet voldoende op de omgeving let. Bedien de machine alleen in gebieden waar er voldoende ruimte is om de bestuurder de machine veilig kan manoeuvreren. Voordat u snijwerk verricht, moet u aangeven waar zich in het werkgebied ondergrondse leidingen en kabels bevinden; ga op die plaatsen niet snijden. Zorg dat u op de hoogte bent van de gemarkeerde plaatsen op de machine waar lichaamsdelen beklemd kunnen raken en houd handen en voeten uit de buurt van deze plaatsen. Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Als u bliksem ziet of donder hoort in het gebied, gebruik de machine dan niet; ga schuilen. Werken op hellingen Hellingen zijn de belangrijkste oorzaak dat de bestuurder de macht over de machine verliest en deze omkantelt. Dit kan leiden tot ernstig of dodelijke letsel. Alle hellingen vereisen bijzondere voorzichtigheid. • Gebruik de machine niet op hellingen steiler dan de percentages aangegeven in de onderstaande tabel. • • 5 Voorzijde heuvelopwaarts Achterzijde heuvelopwaarts Zijkant heuvelopwaarts 16° 16° 16° Opmerking: Zie ook Hellingsindicator (bladz. 8). Rij heuvelopwaarts en heuvelafwaarts met de voorkant van de machine naar boven gericht. Verwijder obstakels zoals stenen, boomtakken en dergelijke uit het werkgebied. Let op kuilen, voren of bulten, omdat de kans bestaat dat de machine omslaat op • • • • • • • • Zorg ervoor dat de bouten en moeren stevig zijn ongelijk terrein. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar. Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde accessoires. Accessoires kunnen invloed hebben op de stabiliteit en de bediening van de machine. De garantie kan komen te vervallen als accessoires worden gebruikt die niet zijn goedgekeurd. Ga op een helling altijd langzaam en behoedzaam te werk. Verander niet plotseling de snelheid of de rijrichting van de machine. Niet starten of stoppen op een helling. Als de machine grip verliest, rijd de helling dan langzaam in een rechte lijn af. Maak geen bochten op een helling. Als u een bocht moet maken, moet u dit langzaam doen en de zware kant van de machine heuvelopwaarts gericht houden. Werk niet in de buurt van steile hellingen, greppels of dijken. De machine kan plotseling omvallen als een rupsband over een rand gaat of als een rand instort. Werk niet op nat gras. Als de machine grip verliest, kan deze gaan glijden. Parkeer de machine alleen op een helling of heuvel nadat u de frees tot op de grond hebt gebracht en de rupsbanden hebt geblokkeerd. vastgedraaid. Houd de machine in goede conditie. • Knoei nooit met de veiligheidsvoorzieningen. • Houd de machine vrij van gras, bladeren of andere aangekoekte rommel. Neem gemorste olie of brandstof meteen op. Laat de motor afkoelen voordat u de machine stalt. • Wees extra voorzichtig wanneer u met benzine of andere brandstof bezig bent. Deze stoffen zijn ontvlambaar en de dampen kunnen tot ontploffing komen. – Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik. – Verwijder nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit brandstof bij wanneer de motor loopt. Laat de motor afkoelen voordat u brandstof bijvult. Niet roken. – U mag de brandstoftank nooit binnenshuis bijvullen. – Sla de maaimachine of een brandstofvat nooit op in een ruimte waarin zich een open vuur bevindt, zoals een waakvlam van een boiler of een fornuis. – Vul een vat nooit als dit zich in een voertuig, achterbak of laadbak van een vrachtauto bevindt, maar zet dit eerst op de grond. – Zorg ervoor dat de vulpijp tijdens het vullen voortdurend in contact met de tank is. Onderhoud en opslag • Schakel de hydrauliek uit, laat de frees zakken, zet de • • • • • • • • • • Als u een voorwerp raakt, moet u stoppen en de machine motor af en verwijder het contactsleuteltje. Wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine afstelt, reinigt of repareert. Verwijder gras en vuil van de frees, de aandrijvingen, de geluiddempers en de motor om brand te voorkomen. Neem gemorste olie of brandstof meteen op. Laat de machine eerst afkoelen voordat u deze opslaat. Parkeer de machine niet in de nabijheid van een open vuur. U mag brandstof niet opslaan in de nabijheid van een open vuur of binnenshuis aftappen uit de brandstoftank. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Laat personeel dat niet bekend is met de instructies, nooit onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoeren. Plaats onderdelen op kriksteunen indien dit nodig is. Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen energie. Maak de accukabels los of verwijder de bougies voordat u reparatiewerkzaamheden gaat verrichten. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Sluit eerst de pluspool van de accu aan en daarna de minpool. Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen. Stel indien mogelijk de machine niet af terwijl de motor loopt. Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren en alle bevestigingselementen stevig vastzitten. Vervang versleten of beschadigde stickers. controleren. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt. • Gebruik altijd originele Toro-onderdelen zodat de originele standaarden worden gehandhaafd. • Veiligheid van de accu: – Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte en doe dit niet in de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u deze aansluit op of losmaakt van de accu. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap. – Accuzuur is giftig en kan brandwonden veroorzaken. Voorkom contact met de huid, ogen en kleding. Bescherm uw gezicht, ogen en kleding als u werkzaamheden verricht aan de accu. – Accugassen kunnen ontploffen. Houd sigaretten, vonken en open vuur uit de buurt van de accu. • Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt. U kunt lekken in het hydraulische systeem opsporen met behulp van karton of papier; doe dit nooit met uw handen. Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken en dient binnen enkele uren operatief te worden verwijderd door een gespecialiseerde chirurg omdat anders gangreen kan ontstaan. 6 Geluidsdruk Deze machine oefent een geluidsdruk van 91 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. De geluidsdruk is vastgesteld volgens de procedures in EN ISO 11201. Het geluidsdrukniveau kan variëren afhankelijk van de omstandigheden. Geluidsniveau Deze machine heeft een geluidsniveau van 109 dBA, met een onzekerheidswaarde (K) van 3,75 dBA. Het geluidsniveau is vastgesteld zonder belasting en volgens de procedures in ISO 3744. Trillingsniveau op de handen en armen Vastgesteld in overeenstemming met EN 12096 Gemeten trillingsniveau voor de rechterhand = 2,2 m/s2 Gemeten trillingsniveau voor de linkerhand = 2,3 m/s2 Onzekerheidswaarde (K) = 1,2 m/s2 De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN ISO 20643. 7 Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. Om te bepalen wat de maximale hellingshoek is waarop u de machine veilig kunt bedienen, zie Werken op hellingen (bladz. 5). Gebruik de hellingsindicator om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine op een helling gaat gebruiken. Gebruik de machine niet op hellingen steiler dan de percentages in de tabel Werken op hellingen (bladz. 5).Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen. 2. Lijn deze rand uit met een verticaal oppervlak, bijvoorbeeld een boom, gebouw of hek. 3. Voorbeeld van het vergelijken van de hellingshoek met de gevouwen rand. 8 Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-6686 1. Hydraulische vloeistof 2. Lees de Gebruikershandleiding. 93-9363 1. Parkeerrem 3. Ontgrendeld 2. Vergrendeld 93-7321 1. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, draaiende messen – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 93-7814 100-4650 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 1. Handen kunnen bekneld raken – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Handen of voeten kunnen bekneld raken – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 107-9366 93-9084 1. Hefpunt 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen - Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Bevestigingspunt 115-2047 1. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 9 115-4020 3. Achteruit 4. Linksaf 1. Rechtsaf 2. Vooruit 121–4402 1. Duw de stronkenfrees naar voren om ze te laten zakken 2. Ga naar rechts om de stronkenfrees naar rechts te bewegen 117–2718 3. Trek de stronkenfrees naar achteren om ze naar boven te laten komen 4. Ga naar links om de stronkenfrees naar links te bewegen Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9. Ogen direct met water spoelen en snel arts raadplegen. 121–4381 1. Motor - Starten 2. Motor - Lopen 10. Bevat lood; niet weggooien. 3. Motor - Afzetten 4. Snel 5. Motor – Lopen 10 6. LANGZAAM 7. AAN 8. Choke 9. UIT 10. Lees de Gebruikershandleiding voordat u de motor start—1. Controleer of de tractiebediening in neutraal staat; 2. Beweeg de gashendel naar Snel, schakel de choke in, en raak de joystick niet aan; 3. Draai aan het sleuteltje om de motor te starten.) 119-4606 1. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding. 5. Explosiegevaar en gevaar voor elektrische schok - niet graven in gebieden met ondergrondse gas- of elektriciteitsleidingen; neem contact op met de plaatselijke nutsbedrijven voordat u gaat graven. 2. Snij-/amputatiegevaar; frees - Houd omstanders op een veilige afstand van de machine; laat de freeskop niet werken terwijl u de machine transporteert. 6. Kantel-/pletgevaar - laat de snijkop zakken als u op hellingen werkt. 3. Waarschuwing - Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen; wacht tot alle onderdelen tot stilstand zijn gekomen. 7. Ontploffingsgevaar, tanken; stop de motor en doof alle vlammen bij het tanken. 4. Waarschuwing – Bedien deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 8. Waarschuwing - laat de freeskop zakken, stel de parkeerrem in werking (indien van toepassing), zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje voordat u de machine verlaat. 121–4382 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de 3. 1) Om de frees in te schakelen, drukt u de vergrendeling en bediening van de frees —1) Snij horizontaal langs de rand van de trekker samen; 2) Hou de trekker ingeduwd om de frees de stronk; 2) Laat de frees lichtjes in de stronk zakken; 3) Snij te laten lopen. horizontaal tot op de grond; 4) Beweeg de frees naar voren. 2. Begin niet in het midden van een stronk te frezen; begin aan de rand ervan. 11 Montage Algemeen overzicht van de machine Vloeistofpeil controleren Voordat u de motor voor het eerst start, dient u het peil van de motorolie en de hydraulische vloeistof te controleren; zie Motoroliepeil controleren (bladz. 17) en Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 38). Accu opladen Laad de accu op; zie Accu opladen (bladz. 31) voor meer informatie. Hefklep openen Voordat u de frees kunt heffen en de machine bewegen, moet u de hefklep openen die zich onder het bedieningspaneel bevindt (Figuur 4). Draai de knop linksom om de frees te kunnen heffen. Hoe verder u de knop draait, hoe sneller de kop omhoog en omlaag zal gaan tijdens het werk. Figuur 5 1. Schakelbord 2. Splinterscherm 3. Motor 4. Accu 5. Frees 6. Rupsband Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen (Figuur 6) voordat u de motor start en de machine gebruikt. Figuur 6 1. Contactschakelaar 2. Gashendel Figuur 4 3. Chokehendel 4. Urenteller 6. Referentiebalk 7. Veiligheidsplaat voor achteruit 8. Bedieningshendel van frees 9. Handgreep 5. Tractiebediening Contactschakelaar De contactschakelaar heeft drie standen: uit, draaien en starten. 12 Tractiebediening Om de motor te starten, draait u het sleuteltje naar de stand Start. Als u het sleuteltje loslaat als de motor start, zal dit automatisch terugkeren naar Lopen. Om de motor af te zetten, draait u het sleuteltje op Uit. Gashendel Zet de hendel naar voren om het motortoerental te verhogen en naar achteren om het toerental te verlagen. Figuur 8 Chokehendel 1. Referentiebalk (beweegt niet en biedt daardoor een referentiepunt en een vaste handgreep die u kunt vasthouden tijdens het bedienen van de tractie-eenheid) Voordat u een koude motor start, moet u de chokehendel naar voren bewegen. Nadat de motor is gestart, kunt u met behulp van de choke de motor regelmatig laten lopen. Zodra dit mogelijk, moet u de chokehendel helemaal naar achteren bewegen. 2. Tractiebediening (beweegt zodat u de machine kunt bedienen) • Om vooruit te rijden, beweegt u de tractiehendel naar Opmerking: Als de motor warm is, hoeft de choke niet of nauwelijks te worden gebruikt. voren (Figuur 9). Urenteller Als de motor is afgezet, verschijnt op de urenteller het aantal uren dat de machine in bedrijf is geweest. Referentiebalk Tijdens het rijden dient u de referentiebalk als handgreep en hefpunt te gebruiken om de tractie te regelen. Voor een soepele, gecontroleerde bediening houdt u altijd beide handen op de referentiebalk tijdens het bedienen van de machine. Figuur 9 • Om achteruit te rijden, beweegt u de tractiehendel naar achteren (Figuur 10). Kijk bij het achteruitrijden altijd naar achteren en houd uw handen op de referentiebalk (Figuur 8). Parkeerrem Til de hendel omhoog om de parkeerrem in te schakelen. Druk de hendel naar beneden om de parkeerrem uit te schakelen. Figuur 10 • Voor een bocht naar rechts draait u de tractiebediening rechtsom (Figuur 11). Figuur 7 1. Parkeerremhendel 13 G008131 Figuur 11 • Voor een bocht naar links draait u de tractiebediening linksom (Figuur 12). G008132 Figuur 12 • Om te stoppen, laat u de tractiebediening los (Figuur 8). Opmerking: Hoe verder u de tractiebediening in een bepaalde richting beweegt, hoe sneller de machine in die richting gaat. Bedieningshendel van frees De bedieningshendel van de frees werkt als volgt: • Om de frees (Figuur 13) in te schakelen drukt u op de rode knop bovenaan de hendel en drukt u de trekker in. Zodra de frees ingeschakeld is, kunt u de rode knop loslaten. Figuur 13 • Stop de frees (Figuur 13) door de trekker gedurende meer 1. Neutraalstand 3. Laat de frees lopen 2. Start de frees 4. Stop de frees dan een halve seconde los te laten. • Trek de hendel naar achteren om de frees omhoog te Opmerking: Als u tijdens het werken met de frees de trekker eventjes loslaat (minder dan een halve seconde) zal de frees ingeschakeld blijven. brengen (Figuur 14). 14 Figuur 16 Figuur 14 De snelheidsbediening voor heffen/zakken • Druk de hendel naar voren om de frees te laten zakken (Figuur 15). U kunt de snelheid waarmee de freeskop omhoog en omlaag gaat instellen. Gebruik hiervoor de snelheidsbediening voor heffen/zakken die zich onder de rechterkant van het bedieningspaneel bevindt (Figuur 17). Draai de knop linksom om de snelheid te verhogen en rechtstom om de snelheid te verlagen. Als u ooit de machine moet stoppen met de freeskop omhoog, draai dan de bedieningsknop helemaal naar links; zo vergrendelt u de freeskop en kunt u de machine verlaten of onderhoud uitvoeren. VOORZICHTIG Als u de freeskop omhoog laat staan zonder de snelheidsbesturing voor heffen/zakken helemaal naar links te draaien, kan de frees zakken en u of omstanders verpletteren. Figuur 15 Laat indien mogelijk de frees op de grond zakken voordat u de motor stopt. Als de freeskop omhoog moet blijven, draai de snelheidsbediening voor heffen/zakken dan helemaal naar rechts om de frees te vergrendelen. • Beweeg de hendel in de gewenste richting om de frees naar links of rechts te draaien. 15 Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Controleer voordat u de machine gebruikt het brandstof- en oliepeil en verwijder vuil. Zorg ervoor dat het werkgebied vrij is van mensen en van vuil. U moet ook de locaties van alle elektriciteits- en gasleidingen kennen en gemarkeerd hebben. Brandstof bijvullen Gebruik loodvrije benzine (octaangetal minimaal 87). Gelode benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is. GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Figuur 17 • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste benzine opnemen. Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. breedte 86 cm Lengte 241 cm Hoogte 130 cm) Gewicht • Vul de brandstoftank nooit als de machine op een aanhanger in een afgesloten ruimte staat. • Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul de brandstoftank tot maximaal 6 mm tot 13 mm vanaf de onderkant van de vulbuis. Deze ruimte in de tank geeft benzine de kans om uit te zetten. 794 kg • Rook nooit wanneer u met benzine bezig bent, en houd de brandstof weg van open vuur of vonken. Toebehoren/accessoires Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of verdeler of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires. • Bewaar benzine in een goedgekeurd vat of blik en buiten bereik van kinderen. Koop nooit meer benzine dan u in 30 dagen kunt opmaken. • Gebruik de machine uitsluitend als het complete uitlaatsysteem is gemonteerd en naar behoren werkt. 16 2. Verwijder het sleuteltje en laat de motor afkoelen. GEVAAR 3. Reinig de omgeving van de tankdop en verwijder deze (Figuur 18). In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt van het voertuig voordat u de tank bijvult. • Vul benzinevaten niet in een vrachtwagen of aanhanger, omdat bekleding of kunststof beplating het vat kan isoleren, waardoor de afvoer van statische lading wordt bemoeilijkt. • Als het praktisch mogelijk is, kunt u het beste een machine met een benzinemotor eerst van de vrachtwagen of aanhanger halen en bijtanken als de machine met de wielen op de grond staat. Figuur 18 • Als dit niet mogelijk is, verdient het de voorkeur dergelijke machines op een truck of aanhanger bij te vullen uit een draagbaar vat, niet met behulp van een vulpistool van een pomp. 1. Dop van brandstoftank 2. Brandstofmeter 4. Vul de brandstoftank tot maximaal 6 mm tot 13 mm vanaf de onderkant van de vulbuis. • Als u een vulpistool moet gebruiken, dient u de vulpijp voortdurend in contact met de rand van de brandstoftank of de opening van het vat te houden, totdat u klaar bent met bijvullen. Belangrijk: De ruimte in de tank geeft de benzine de kans om uit te zetten. Vul de brandstoftank niet helemaal. 5. Draai de tankdop stevig vast. Belangrijk: Nooit methanol, benzine die methanol bevat of gasohol met meer dan 10% ethanol gebruiken, omdat deze het brandstofsysteem van de motor kunnen beschadigen. Geen olie bij de benzine mengen. 6. Neem gemorste brandstof op. Motoroliepeil controleren Gebruik van stabilizer/conditioner Voordat u de motor start en de machine in gebruik neemt, moet u het oliepeil in het carter van de motor controleren; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 25). Als u de machine maximaal 90 dagen gaat stallen met de brandstof in de tank, voeg dan stabilizer/conditioner toe om de benzine vers te houden. Als u de machine langer wilt stallen, strekt het tot aanbeveling de benzine af te tappen uit de brandstoftank. De motor starten en stoppen Belangrijk: Gebruik nooit brandstofadditieven die methanol of ethanol bevatten. Motor starten 1. Zet de gashendel halverwege tussen Langzaam en Snel (Figuur 19). Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de benzine toe. Opmerking: Stabilizer/conditioner werkt het best als deze met verse benzine wordt gemengd. Gebruik altijd een stabilizer om het risico van harsachtige afzettingen in het brandstofsysteem zo klein mogelijk te houden. Brandstoftank vullen 1. Parkeer de machine op een horizontale ondergrond, laat de frees zakken en stop de motor. 17 voordat u het contactsleuteltje naar Uit draait. De motor kan dan afkoelen voordat deze wordt afgezet. In een noodgeval kan de motor direct worden afgezet. 4. Verwijder het sleuteltje. De machine stoppen Om de machine te stoppen laat u de tractiebediening los, zet u de gashendel op Langzaam (schildpad), brengt u frees omlaag tot op de grond en verwijdert u het sleuteltje. VOORZICHTIG Figuur 19 1. Gashendel De kans bestaat dat een kind of ongeoefende omstander de machine probeert te bedienen en daarbij letsel oploopt. 3. Sleuteltje 2. Chokehendel Verwijder altijd het contactsleuteltje wanneer u de machine achterlaat, ook al is het slechts voor een paar seconden. 2. Zet de chokehendel in de Aan-stand (Figuur 19). Opmerking: Als de motor warm of heet is, hoeft u de choke niet te gebruiken. Een niet-werkende machine bewegen 3. Draai het contactsleuteltje naar de stand Aan (Figuur 19). Laat het sleuteltje los zodra de motor aanslaat. Belangrijk: Stel de startmotor telkens niet langer dan 10 seconden in werking. Als de motor niet wil starten, moet u na elke poging de motor 30 seconden laten afkoelen. Indien u deze instructies niet opvolgt, kan de startmotor doorbranden. Belangrijk: U mag de machine niet slepen of trekken zonder dat u eerst de sleepkleppen hebt geopend, omdat anders het hydraulische systeem wordt beschadigd. 1. Zet de motor af. 2. Verwijder het onderste scherm. 4. Zet de choke langzaam in de stand Uit (Figuur 19). Als de motor afslaat of hapert, schakel dan opnieuw de choke in totdat de motor opwarmt. 3. Gebruik een steeksleutel om de sleepkleppen op de hydraulische motors tweemaal linksom te draaien (Figuur 20). 5. Zet de gashendel in de gewenste stand (Figuur 19). Belangrijk: Als de motor op volle toeren draait terwijl het hydraulische systeem koud is (bijvoorbeeld als de omgevingstemperatuur rond of onder het vriespunt is), kan er schade aan het hydraulische systeem ontstaan. Als u de motor start in koude weersomstandigheden, moet u de motor 2 tot 5 minuten halfgas laten lopen voordat u de gashendel op Snel (haas) zet. Opmerking: Als de buitentemperatuur onder het vriespunt is, sla de machine dan in een garage op. Zo blijft de machine warmer en kan deze makkelijker starten. Figuur 20 Motor afzetten 1. Sleepkleppen 1. Stop de frees en laat deze zakken. 4. Breng het onderste scherm aan en sleep de machine. 2. Zet de gashendel op Langzaam (Figuur 19). 5. Als de machine is gerepareerd, sluit dan de sleepkleppen voordat u de machine bedient. 3. Draai het contactsleuteltje op Uit (Figuur 19). Opmerking: Als de motor zwaar belast is geweest of heet is, moet u deze nog een minuut laten draaien 18 Een boomstronk frezen GEVAAR Dit product kan handen of voeten afsnijden. • Blijf op de bestuurdersplaats terwijl de frees draait en blijf uit de buurt van de frees. • Houd omstanders op een veilige afstand van de frees. • Stop de frees onmiddellijk als mensen of dieren het werkgebied betreden. WAARSCHUWING Figuur 21 Bij het frezen van een boomstronk worden splinters, grond en ander vuil in de lucht geworpen. Hierbij kunnen u of omstanders letsel oplopen. 5. Laat de frees ongeveer 2,5 cm zakken en beweeg ze terug over de stronk. • Draag altijd een helm en gelaatsscherm als u met de frees werkt. 6. Herhaal stap 5 tot u het grondniveau hebt bereikt. 7. Laat de frees omhoog komen tot ongeveer 2,5 cm onder de bovenkant van de overblijvende stronk, beweeg de machine een paar centimeter naar voren en herhaal stap 4 tot 6. • Houd omstanders op een veilige afstand van de frees. 8. Herhaal stap 4 tot 7 totdat u de hele boomstronk hebt gefreesd. WAARSCHUWING De frees maakt veel lawaai als ze een boomstronk snijdt. Dit kan gehoorschade tot gevolg hebben. 9. Als u ook grote boomwortels moet frezen, plaats de frees dan boven de wortel en gebruik de tractiebediening en de freesbediening om de frees langs de wortel te bewegen en zo weg te frezen. Bescherm altijd uw oren als u de frees gebruikt. 1. Start de motor, breng de frees omhoog, stel de gashendel in op Snel, en rij de machine naar de boomstronk die u wilt frezen. De machine vastmaken voor transport 2. Gebruik de bedieningshendel van de frees en het tractiepedaal om de frees aan één kant van de voorkant van de boomstronk te rijden, ongeveer 2,5 cm onder de bovenkant van de boomstronk. Als u de machine vervoert op een aanhanger, moet u altijd als volgt te werk gaan: 3. Start de frees en wacht tot deze op volle snelheid is. Belangrijk: U mag met de machine niet werken of rijden op de openbare weg. 4. Gebruik de bedieningshendel om de frees langzaam over het oppervlak van de boomstronk te bewegen en snij een strook hout weg (Figuur 21). 1. Zet de motor af. 2. Laat de frees zakken. 3. Bevestig de machine aan de aanhangwagen met kettingen of stroppen. Gebruik de bevestigings-/takelpunten aan de voor- en achterkant van de machine (Figuur 22 en Figuur 23). Raadpleeg de lokale vereisten inzake aanhangwagens en de bevestiging van machines. Belangrijk: De frees vertraagt automatisch de snelheid waarmee ze in de stronk gaat zodat het vliegwiel met de optimale snelheid kan blijven draaien en niet vastloopt in het hout. 19 • Zet de gashendel altijd volledig open (maximaal motortoerental) als u freest. • Snij de randen van de boomstronk om efficiënter te kunnen frezen. Zodra de snijdiepte bijna 1/4 van de wieldiameter bedraagt (Figuur 21), tilt u de frees op, gaat u verder en snijdt u weer in de rand. Figuur 22 1. Voorste bevestigingspunt Figuur 23 1. Achterste bevestigingspunten De machine omhoog brengen U kunt de machine omhoog brengen met behulp van de bevestigingsogen als hefpunten (Figuur 22 en Figuur 23). Tips voor bediening en gebruik • Verwijder vuil, takken en stenen uit het werkgebied voordat u aan de slag gaat om beschadiging van de apparatuur te voorkomen. 20 Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na de eerste 50 bedrijfsuren Bij elk gebruik of dagelijks Na elk gebruik Onderhoudsprocedure • Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning. • • • • De machine smeren. (onmiddellijk smeren na elke wasbeurt). Motoroliepeil controleren. Reinig het motorscherm. Controleer de toestand van de tanden en draai of vervang tanden die versleten of beschadigd zijn. • Verwijder vuil van de machine. • Controleren of het bevestigingsmateriaal goed vast zit. • Controleer de staat van de rupsbanden en reinig ze. Om de 25 bedrijfsuren • Accuzuur controleren. • Het peil van de hydraulische vloeistof controleren. Om de 100 bedrijfsuren • Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning. • Controleer de hydraulische leidingen op lekkages, losgeraakte aansluitingen, kinken, loszittende steunen, slijtage en beschadigingen als gevolg van weersinvloeden of de inwerking van chemicaliën. Vervangen indien nodig. Om de 150 bedrijfsuren • Controleer het voorfilter. • De motorolie verversen. Een oliefilter wordt aanbevolen. (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden) • Brandstoffilter vervangen. (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden). • Oliekoeler reinigen. Om de 200 bedrijfsuren • Hydraulisch filter vervangen. Om de 250 bedrijfsuren • Controleer en smeer de wegwielen. Om de 300 bedrijfsuren • Vervang het voorfilter. (Vaker in stoffige, vuile omstandigheden) • Controleer het binnenste luchtfilter. • Motoroliefilter vervangen. Om de 400 bedrijfsuren • Hydraulische vloeistof verversen. Om de 600 bedrijfsuren • Vervang het binnenste luchtfilter. • De bougies vervangen en afstellen. Om de 1500 bedrijfsuren • Vervang alle bewegende hydraulische slangen. Jaarlijks of vóór stalling • De spanning van de rupsbanden controleren en op de juiste spanning brengen. • Beschadigde lak bijwerken Belangrijk: Zie de Gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabel los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan het voertuig. Druk de kabel opzij, zodat deze niet onbedoeld contact kan maken met de bougie. 21 Procedures voorafgaande aan onderhoud Het onderste scherm verwijderen 1. Laat de frees zakken, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Draai de twee bouten waarmee het onderste scherm bevestigd is één voor één los tot u het scherm kunt wegnemen (Figuur 25). Voordat u een deksel opent: zet de motor af, verwijder het sleuteltje en laat de motor afkoelen. Belangrijk: De bevestigingen van het onderste scherm zijn zo ontworpen dat ze op het deksel blijven zitten nadat de bevestiging is losgemaakt. Draai de twee bouten een paar slagen losser zodat de kap loszit maar nog wel bevestigd is en draai de bouten daarna pas los totdat de kap eraf komt. Hiermee voorkomt u dat u per ongeluk de bouten van de borgringen losdraait. De voorkap verwijderen 1. Laat de frees zakken, stop de motor, verwijder het contactsleuteltje en laat de machine afkoelen. WAARSCHUWING Als de machine gelopen heeft, zijn zowel de kap als de geluidsdemper onder de kap heet; deze kunnen bij aanraking ernstige brandwonden veroorzaken. Laat de machine afkoelen voordat u de kap verwijdert. 2. Verwijder de (2) schroeven waarmee de voorkap aan de machine is bevestigd (Figuur 24). 1 Figuur 25 1. Onderste scherm 2. Bouten 3. Trek het scherm terug en trek het uit de machine. Het onderste scherm monteren G021242 1. Laat de frees zakken, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2 Figuur 24 1. Kap 2. Schuif het onderste scherm in de machine (Figuur 25). 2. Schroeven Opmerking: Mogelijk moet u het onderste scherm optillen om ervoor te zorgen dat het goed op haar plaats zit. 3. Schuif de kap een beetje naar voren en trek ze naar boven om ze te verwijderen (Figuur 24). 3. Bevestig het scherm met de bouten die u eerder losgezet heeft. De voorkap monteren 1. Laat de frees zakken, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Schuif de voorkap op haar plaats en draai de 2 schroeven vast om ze aan de machine te bevestigen (Figuur 24). 22 Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks (onmiddellijk smeren na elke wasbeurt). Type smeermiddel: Universeel smeervet. 1. Laat de frees zakken en zet de motor af. Verwijder het sleuteltje. 2. Reinig de smeernippels met een doek. 3. Sluit een smeerpistool aan op elke smeernippel (Figuur 26 tot Figuur 28). Figuur 28 4. Pomp vet in de nippels totdat er wat vet bij de lagers naar buiten komt (ongeveer 3 maal pompen). 5. Overtollig vet wegvegen. Figuur 26 Figuur 27 23 Onderhoud motor 6. Inspecteer het filterelement op beschadiging door een felle lichtbron op de buitenkant van het filter te richten en er doorheen te kijken. Gaten in het filter zijn herkenbaar als lichte plekken. Als het filter is beschadigd, moet u dit weggooien. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 150 bedrijfsuren—Controleer het voorfilter. Om de 300 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Vervang het voorfilter. (Vaker in stoffige, vuile omstandigheden) Om de 300 bedrijfsuren—Controleer het binnenste luchtfilter. Om de 600 bedrijfsuren—Vervang het binnenste luchtfilter. Filters monteren Belangrijk: U mag de motor nooit laten lopen zonder dat beide luchtfilters zijn gemonteerd, omdat anders de motor schade kan oplopen. 1. Als u nieuwe filters monteert, moet u elk filter controleren op transportschade. Een beschadigd filter mag niet worden gebruikt. 2. Als u het binnenste filter vervangt, moet u dit voorzichtig in de filterbehuizing schuiven (Figuur 29). Opmerking: U moet de filters vaker controleren als de machine wordt gebruikt in buitengewoon stoffige of zanderige omstandigheden. 3. Schuif het voorfilter voorzichtig op het binnenste filter (Figuur 29). Filters verwijderen Opmerking: Zorg ervoor dat het voorfilter volledig op zijn plaats zit door op de buitenrand te duwen tijdens de montage. 1. Laat de frees zakken en zet de motor af. Verwijder het sleuteltje. 2. Maak de sluitingen op het luchtfilter los en trek het luchtfilterdeksel van het luchtfilterhuis (Figuur 29). Belangrijk: Druk niet op het zachte midden van het filter. 4. Schuif het deksel op de luchfilterbehuizing en maak het vast (Figuur 29). Motoroliepeil controleren Type olie: Reinigingsolie (API-klasse SJ of hoger) Olie-inhoud: als het filter vervangen wordt 2,9 l Viscositeit: Zie onderstaande tabel. Figuur 29 1. Luchtfilterbehuizing 3. Voorfilter 2. Veiligheidsfilter 4. Luchtfilterdeksel SAE 30 3. Reinig de binnenkant van het luchtfilterdeksel met perslucht. 4. Schuif het filter voorzichtig uit het luchtfilterhuis (Figuur 29). 0 50 0 g019933 Figuur 30 Opmerking: Zorg ervoor dat u niet met het filter tegen de zijkant van het luchtfilterhuis stoot. 5. Verwijder het binnenste filter alleen als u van plan bent het filter te vervangen. Vraag uw erkende Toro-dealer om Toro Premium motorolie. Opmerking: Het gebruik van synthetische olie met een rating van 5W-30 is aanvaardbaar tot 4 graden C. Belangrijk: Probeer nooit het binnenste filter te reinigen. Als het binnenste filter vuil is, betekent dit dat het voorfilter is beschadigd. Vervang beide filters. Opmerking: Synthetische olie zorgt voor een betere start bij extreme koude onder de -23 graden C. 24 Het motoroliepeil controleren Motorolie verversen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Onderhoudsinterval: Om de 150 bedrijfsuren (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden) Opmerking: Controleer het oliepeil als de motor koud is. WAARSCHUWING Opmerking: Geef de afgewerkte olie af bij een inzamelcentrum. Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken. 1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen. Warme olie kan beter worden afgetapt. Houd handen, voeten, gezicht, kleding en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken. 2. Parkeer de machine zo, dat de achterkant lager is dan de voorkant om ervoor te zorgen dat alle olie volledig kan worden afgetapt. Belangrijk: Het carter nooit overvullen met olie. Hierdoor kan de motor beschadigd raken. Laat de motor nooit lopen als de olie lager staat dan de onderste markering, omdat de motor daardoor beschadigd kan raken. 3. Laat de frees zakken en zet de motor af. Verwijder het sleuteltje. 4. Plaats een opvangbak onder de aftapslang. Draai aan de aftapplug om de olie in de bak te laten lopen (Figuur 32). 1. Laat de frees zakken en zet de motor af. Verwijder het sleuteltje. 2. Controleer de olie zoals wordt getoond in Figuur 31. 1 2 3 4 5 Figuur 32 1. Olieaftapslang 6 7 2. Olieaftapplug 5. Als alle olie is weggelopen, draait u de aftapplug dicht. 6. Geef de afgewerkte olie af bij een inzamelcentrum 7. Giet langzaam ongeveer 80% van de gespecificeerde olie in de vulbuis en voeg langzaam de rest van de olie toe tot het peil de markering Vol bereikt (Figuur 33). 8 9 10 G008792 Figuur 31 25 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 G008796 Figuur 33 8. Start de motor en rijd naar een vlak gebied. Controleer het oliepeil opnieuw. 3/4 G015198 Motoroliefilter vervangen Figuur 34 Onderhoudsinterval: Om de 300 bedrijfsuren Opmerking: Vervang het oliefilter van de motor vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. Belangrijk: Draai het oliefilter erop tot de pakking de motor raakt en draai vervolgens nog 3/4 slag. 1. Reinig de omgeving van het oliefilter. 4. Vul het carter met het juiste type nieuwe olie. 2. Laat de olie uit de motor lopen; raadpleeg Motorolie verversen (bladz. 25). 3. Vervang het oliefilter van de motor zoals wordt getoond in Figuur 34. 26 Onderhoud van de bougies Bougies monteren Onderhoudsinterval: Om de 600 bedrijfsuren—De bougies vervangen en afstellen. Draai de bougies aan tot 27 Nm. Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u de bougies monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren van de bougies en een voelermaat voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand. Vervang de bougies in overeenstemming met de aangegeven onderhoudsintervallen. Type: Champion® XC10YC of gelijkwaardig Figuur 37 Elektrodenafstand: 0,76 mm Bougies verwijderen 1. Laat de frees zakken en zet de motor af. Verwijder het sleuteltje. 2. Verwijder de bougies. Figuur 35 De elektrodenafstand van nieuwe bougies instellen Stel de elektrodenafstand van de nieuwe bougies af op 0,76 mm. 1 2 G008794 Figuur 36 27 Onderhoud brandstofsysteem Opmerking: Omdat de tank nu toch leeg is, is dit een uitstekend moment om het brandstoffilter te vervangen. Zie Brandstoffilter vervangen (bladz. 28). 7. Monteer de brandstofslang op de brandstofafsluitklep. Schuif de slangklem dicht tegen de klep om de brandstofslang vast te zetten. Brandstof aftappen uit de brandstoftank 8. Neem eventueel gemorste brandstof op. GEVAAR Brandstoffilter vervangen In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Onderhoudsinterval: Om de 150 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden). • Tap de benzine af uit de brandstoftank wanneer de motor koud is. Doe dit buiten op een open terrein. Eventueel gemorste benzine opnemen. Na verwijdering mag u nooit een vuil filter opnieuw aan de brandstofslang monteren. • Rook nooit als u benzine aftapt en blijf uit de buurt van open vuur als de kans bestaat dat benzinedampen door een vonk kunnen ontbranden. Opmerking: Noteer hoe het brandstoffilter was geplaatst om het nieuwe filter correct te kunnen plaatsen. Opmerking: Neem eventueel gemorste brandstof op. 1. Laat de frees zakken. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak zodat alle benzine kan weglopen uit de brandstoftank. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 2. Laat de frees zakken. 3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3. Draai de brandstofafsluitklep dicht (Figuur 38). 4. Druk de uiteinden van de slangklemmen naar elkaar toe en schuif ze weg van het filter (Figuur 39). 4. Draai de brandstofafsluitklep dicht (Figuur 38). 1 2 3 Figuur 38 G008963 Figuur 39 1. Brandstofafsluitklep 1. Brandstoffilter 5. Knijp de uiteinden van de slangklem aan de motorkant van de brandstofafsluitklep samen en schuif ze op de brandstofleiding, weg van de klep (Figuur 38). 3. Brandstofslang 2. Slangklem 5. Verwijder het filter uit de brandstofslangen. 6. Trek de brandstofslang van de klep (Figuur 38). Open de brandstofafsluitklep en laat de benzine in een benzinevat of een opvangbak lopen. 6. Monteer een nieuw filter en schuif de slangklemmen terug tot dicht bij het filter. 28 Onderhoud elektrisch systeem 7. Open de brandstofafsluitklep (Figuur 38). 8. Controleer op lekkages en repareer deze indien dit nodig is. 9. Neem eventueel gemorste brandstof op. Onderhoud van de accu Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Accuzuur controleren. Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Veeg de accubehuizing schoon met een tissue. Als de accupolen zijn geoxideerd, moet u deze schoonmaken met een oplossing van vier delen water en één deel zuiveringszout. Breng een laagje vet op de accupolen aan om corrosie te voorkomen. Spanning: 12 V, 280 A (koude start) bij -18 graden C. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest. GEVAAR Accuzuur bevat zwavelzuur; dit is een dodelijk gif dat ernstige brandwonden veroorzaakt. U mag accuzuur nooit inslikken en moet elk contact met huid, ogen of kleding vermijden. Draag een veiligheidsbril en rubberhandschoenen om uw ogen en handen te beschermen. Accu verwijderen WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine. • Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine. 29 3. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) van de accu met een moer, ring en bout (Figuur 40). Schuif het rubberen kapje over de accupool heen. WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. 4. Bevestig vervolgens de minkabel en de aardingskabel aan de minpool (–) van de accu met een moer, ring en bout (Figuur 40). Schuif het rubberen kapje over de accupool heen. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. Zuurpeil van de accu controleren • Sluit altijd eerst de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit. GEVAAR Accuzuur bevat zwavelzuur; dit is een dodelijk gif dat ernstige brandwonden veroorzaakt. 1. Laat de frees zakken. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. • U mag accuzuur nooit inslikken en moet elk contact met huid, ogen of kleding vermijden. Draag een veiligheidsbril en rubberhandschoenen om uw ogen en handen te beschermen. 3. Verwijder het zwarte rubberen kapje van de minkabel. Maak de minkabel los van de minpool (–) van de accu (Figuur 40). • Vul de accu alleen bij op plaatsen waar schoon water aanwezig is om indien nodig uw huid af te spoelen. 1. Kijk aan de zijkant van de accu. Het zuurpeil moet tot aan de bovenste streep staan (Figuur 41). Het peil mag niet niet onder de onderste streep komen (Figuur 41). Figuur 40 1. Minkabel (afgebeeld met rubberkap) 4. Accu 2. Pluskabel (afgebeeld zonder rubberkap) 5. J-bout Figuur 41 1. Vuldoppen 3. Onderste streep 2. Bovenste streep 3. Bevestigingsplaat van accu 2. Als het zuurpeil te laag is, moet u bijvullen met de vereiste hoeveelheid gedistilleerd water; zie Accu bijvullen met water. 4. Schuif het rode stofkapje voor de accupool van de pluspool (rood) van de accu. Verwijder vervolgens de pluskabel (rood) van de accu (Figuur 40). Accu bijvullen met water 5. Verwijder de bevestigingsplaat, de J-bouten en de borgmoeren waarmee de accu bevestigd is (Figuur 40) en verwijder de accu. U kunt de accu het best bijvullen met gedistilleerd water voordat u de machine gaat gebruiken. Het water vermengt zich dan goed met het accuzuur. 1. Verwijder de accu uit de machine, zie Accu verwijderen. Accu monteren Belangrijk: Vul de accu nooit bij met gedistilleerd water terwijl de accu nog in de machine zit. Er zou dan accuzuur op andere onderdelen kunnen komen, wat tot corrosie kan leiden. 1. Plaats de accu op de machine (Figuur 40). 2. Bevestig de accu met de accuhouder, j-bouten en borgmoeren. 30 2. Maak de bovenkant van de accu schoon met een tissue. 3. Verwijder de vuldoppen van de accu (Figuur 41). 4. Giet langzaam gedistilleerd water in elke cel van de accu totdat het zuurpeil de Bovenste streep (Figuur 41) op de accubehuizing bereikt. Belangrijk: De accu niet te vol vullen; uitgelopen accuzuur (zwavelzuur) kan ernstige corrosie en beschadiging van het chassis veroorzaken. 5. Wacht na het bijvullen van de accucellen vijf tot tien minuten. Vul indien nodig gedestilleerd water bij totdat het zuurpeil de Bovenste streep (Figuur 41) op de accubehuizing bereikt. Figuur 42 1. Pluspool van de accu 3. Rode (+) oplaadkabel 2. Minpool van de accu 4. Zwarte (–) oplaadkabel 6. Plaats de vuldoppen op de accu. Accu opladen Zekeringen vervangen WAARSCHUWING Er zijn 4 zekeringen in het elektrische systeem. Ze bevinden zich onder het bedieningspaneel aan de linkerkant (Figuur 43). Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. 30 25 20 15 Startcircuit Niet in gebruik Circuit koelventilator Koplamp (optie) Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu komen. Belangrijk: Zorg ervoor dat de accu altijd volledig geladen is (soortelijk gewicht 1.265). Dit is vooral belangrijk om beschadiging van de accu te voorkomen bij temperaturen beneden 0° C. 1. Accu uit het chassis verwijderen, zie Accu verwijderen. 2. Controleer het zuurpeil; zie Zuurpeil controleren. 3. Zorg ervoor dat de vuldoppen op de accu zijn geplaatst. Sluit een acculader van 3 tot 4 A aan op de accupolen. Laad de accu op gedurende 4 tot 8 uur bij 3–4 A (12 V). De accu niet te ver opladen. 4. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u vervolgens de oplaadkabels los van de accuklemmen (Figuur 42). 5. Monteer de accu in de machine en sluit de accukabels aan; zie Accu monteren. Figuur 43 Opmerking: Gebruik de machine nooit wanneer de accu is losgekoppeld; dit kan beschadigingen aan het elektrische systeem tot gevolg hebben. 1. Zekeringhouder 31 A A A A Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud van de rupsbanden De rupsbanden reinigen Figuur 45 Onderhoudsinterval: Na elk gebruik 1. Stop de machine op een horizontaal oppervlak. Controleer regelmatig de rupsbanden op overmatige slijtage en maak ze schoon. Vervang de rupsbanden als deze versleten zijn. 2. Zet de motor af, laat de frees zakken, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 1. Laat de frees zakken. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3. Zet de contramoer van de spanbout van de rupsband los (Figuur 46). 3. Gebruik een waterslang of een hogedrukreiniger om de rupsbanden te reinigen. Belangrijk: Gebruik alleen waterdruk voor het reinigen van de rupsbanden. De rest van de machine mag niet met een hogedrukreiniger behandeld worden. Hogedrukreiniging kan het elektrische en hydraulische systeem beschadigen of de smering aantasten. Belangrijk: Zorg ervoor dat u de wielen en de kettingwielaandrijving grondig reinigt (Figuur 44). Figuur 46 1. Spanbout 3. Klembouten 2. Contramoer 4. Draai de spanbout aan tot 32,5 à 40,7 Nm om de rupsband aan te spannen (Figuur 46). 5. Zorg ervoor dat de rupsband niet meer dan 0,6 à 1 cm doorbuigt als er een kracht van 20,4 kg op wordt uitgeoefend. Stel de torsie van de spanbout af zoals vereist. Figuur 44 1. Wegwielen 6. Draai de contramoer vast. 3. Rupsband 2. Kettingwielaandrijving Rupsbanden vervangen Vervang de rupsbanden als deze versleten zijn. De spanning van de rupsbanden controleren en afstellen 1. Laat de frees zakken. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren 3. Breng de betreffende zijde omhoog of ondersteun deze zodat de rupsband 7,6 tot 10 cm van de grond is. Om de spanning van de rupsbanden te controleren, plaatst u 20,4 kg op de rupsband, in het midden tussen het voorste wegwiel en de kettingwielaandrijving. De rupsband mag niet meer dan 0,6 à 1 cm doorbuigen. Als hij te veel doorbuigt, stel dan de spanning van de rupsbanden af met behulp van de volgende procedure: 4. Neem de spanbout en de contramoer weg (Figuur 46). 5. Druk het spanwiel zo ver mogelijk naar achteren (Figuur 47). 32 Figuur 47 1. Spanwiel Figuur 48 6. Begin met het verwijderen van de rupsband aan de bovenkant van het spanwiel en trek de rupsband van het wiel terwijl u de rupsband vooruit draait. 1. Wegwielen 7. Neem de rupsband van de machine als de band van het spanwiel gelopen is (Figuur 47). 2. Onderste rupsbandgeleider 8. Begin bij de kettingwielaandrijving en plaats de nieuwe rupsband rond de aandrijving. Controleer of de uitsteeksels aan de binnenkant van de rupsband in de openingen op de aandrijving zitten (Figuur 44). 3. Bouten van rupsbandgeleider (slechts twee afgebeeld) 3. Verwijder de snapring en dop van een wegwiel (Figuur 49). 9. Duw de rupsband onder en tussen de voorste en middelste wegwielen (Figuur 44). 10. Begin onderaan het spanwiel en plaats de rupsband rond het wiel door de rupsband naar achteren te draaien terwijl u de uitsteeksels in het wiel drukt. 11. Monteer de spanbout en de contramoer. 12. Draai de spanbout aan tot 32,5 à 40,7 Nm om de rupsband aan te spannen. 13. Zorg ervoor dat de rupsband niet meer dan 0,6 à 1 cm doorbuigt als er een kracht van 20,4 kg op wordt uitgeoefend. Stel de torsie van de spanbout af zoals vereist. Figuur 49 14. Draai de contramoer vast. 1. Wegwiel 15. Laat de machine neer op de grond. 2. Wegwieldop 16. Herhaal stappen 3 tot en met 15 voor de andere rupsband. 3. Snapring 4. Controleer het smeervet onder de dop en rond de pakking (Figuur 49). Als er geen vet is of als het vet vuil of zanderig is, verwijder dan al het vet, vervang de pakking en breng nieuw smeervet aan. De wegwielen controleren en smeren 5. Controleer of de wegwielen soepel bewegen op het lager. Als het bevroren is, neem dan contact op met een erkende servicedealer om het wegwiel te laten vervangen. Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren 1. Verwijder de rupsbanden; zie Rupsbanden vervangen (bladz. 32). 2. Draai de 4 bouten los waarmee de onderste rupsbandgeleider met de wegwielen is bevestigd en verwijder de schroeven (Figuur 48). 6. Plaats de ingevette wegwieldop op de kop van de bout (Figuur 49). 7. Zet de wegwieldop vast met de snapring (Figuur 49). 8. Herhaal stappen 3 tot en met 7 voor alle wegwielen. 9. Bevestig de rupsbandgeleiders op het frame van de tractie-eenheid met behulp van het 33 Onderhoud koelsysteem bevestigingsmateriaal dat u eerder hebt verwijderd. Haal de bouten aan met 91 tot 112 Nm. 10. Monteer de rupsbanden; zie Rupsbanden vervangen (bladz. 32). Onderhoud van de motoroliekoeler Onderhoudsinterval: Om de 150 bedrijfsuren 1. Laat de frees zakken. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3. Om toegang te krijgen tot de oliekoeler en er onderhoudswerkzaamheden aan uit te voeren, moet u de bovenste bevestigingsschroef verwijderen en de twee schroeven aan de zijkant losdraaien. 4. Verwijder het scherm. 5. Reinig de motoroliekoeler met perslucht (Figuur 50). 6. Breng het scherm aan en plaats de schroeven. 1 2 1 3 G015199 Figuur 50 1. Schroeven van het scherm 3. Motoroliekoeler 2. Scherm 34 Motorscherm reinigen Onderhoud riemen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Aandrijfriem van pomp vervangen Verwijder voor elk gebruik eventuele grasresten, vuil of andere verontreiniging van het motorscherm. Dit zal mede zorgen voor een adequate koeling en een correct motortoerental en zal de kans verkleinen dat de motor oververhit raakt en technische schade oploopt. U moet de aandrijfriem van de pomp vervangen als hij begint te piepen of gescheurd, versleten of gerafeld is. Neem contact op met uw erkende servicedealer voor een vervangriem. 1. Til de frees omhoog en zet deze vast met de freesvergrendeling. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3. Hef de achterkant van de machine op en plaats deze op kriksteunen. 4. Verwijder het onderste scherm; zie Het onderste scherm verwijderen (bladz. 22). 5. Zet de stelschroef van de pompaandrijfkoppeling los (Figuur 51). Figuur 51 1. Pompaandrijfkoppeling 3. Riem 2. Stelschroef 6. Neem de koppeling van de poelie (Figuur 51). 7. Gebruik een veertrekker (neem contact op met uw erkende servicedealer) of een stijve metalen haak om het uiteinde van de spanpoelieveer van de veerbout te trekken en zo de spanning van de riem te nemen. 8. Verwijder de riem. 9. Leid een nieuwe riem rond de poelies. 10. Monteer de spanpoelieveer op de bout. 11. Duw de koppeling naar boven om de poelie te laten aangrijpen. 12. Breng blauwe afdichtkit aan op de schroefdraden van de stelschroeven van de koppeling en draai ze vast tot 10-12,6 Nm. 13. Monteer het onderste scherm. 35 Onderhoud bedieningsysteem De bedieningsorganen worden in de fabriek afgesteld voordat de machine wordt verzonden. Na vele bedrijfsuren moet u echter mogelijk de uitlijning van de tractiebediening, de neutraalstand van de tractiebediening en de sporing van de tractiebediening in de stand volledig vooruit opnieuw afstellen. Figuur 53 Belangrijk: Voer alle procedures volledig en in de juiste volgorde uit om de bedieningsorganen correct af te stellen. 1. Tractiebediening 2. Bout en moer 5. Stel de tractiebediening zo af, dat deze gelijk en recht tegen de referentiebalk rust als de bediening recht naar achteren wordt getrokken (Figuur 53 en Figuur 54). Uitlijning tractiebediening afstellen Als de balk van de tractiebediening niet gelijk en recht tegen de referentiebalk rust in de stand volledig achteruit, moet u onmiddellijk de volgende procedure uitvoeren: 1. Parkeer de machine op een vlakke ondergrond en laat de frees zakken. 2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. Figuur 54 3. Trek de tractiebediening recht naar achteren zodat de voorzijde ervan contact maakt met de referentiebalk (Figuur 52). 6. Draai de flensmoer en bout van de tractiebediening vast. 7. Start de motor. 8. Rij de machine achteruit met de tractiebediening strak tegen de referentiebalk. Als de machine niet recht achteruitrijdt, moet u de volgende stappen uitvoeren: A. Zet de motor af Figuur 52 1. Voorzijde bediening, niet uitgelijnd B. Til/ondersteun de machine zodanig dat de beide rupsbanden van de grond komen en vrij kunnen draaien. C. Draai de flensmoer en bout in de stang van de tractiebediening los (Figuur 53). D. Draai de contramoeren op de tractiestangen onder het bedieningspaneel los (Figuur 55). 2. Referentiebalk 4. Als de voorzijde van de tractiebediening niet gelijk en recht tegen de referentiebalk rust, draai dan de flensmoer en bout van de tractiebediening los (Figuur 53). 36 De neutraalstand van de tractiebediening afstellen Als de machine voor- of achteruit kruipt als de tractiebediening neutraal staat en de eenheid warm is, moet mogelijk het terugkeermechanisme van de pompen afgesteld worden; neem contact op met uw erkende servicedealer voor herstellingen. De sporing van de tractiebediening in de stand volledig vooruit afstellen. Als de machine niet recht rijdt als u de tractiebediening vooruit tegen de referentiebalk houdt, moet u de volgende procedure uitvoeren: Figuur 55 1. Tractiestang 2. Contramoer 1. Rijd met de machine terwijl u de tractiebediening tegen de referentiebalk duwt en kijk in welke richting de machine afwijkt. E. Start de machine en zet het gas ongeveer 1/3 open. 2. Laat de tractiebediening los. WAARSCHUWING 3. Als de tractie-eenheid naar links afwijkt, draai dan de rechter contramoer los en stel de stelschroef op de voorzijde van de tractiebediening af (Figuur 56). Als de machine loopt, kunt u worden gegrepen en gewond raken door bewegende onderdelen of brandwonden oplopen door hete oppervlakken. 4. Als de tractie-eenheid naar rechts afwijkt, draai dan de linker contramoer los en stel de stelschroef op de voorzijde van de tractiebediening af (Figuur 56). Blijf uit de buurt van uitstekende delen, bewegende delen en hete oppervlakken tijdens het afstellen van de lopende machine. F. Laat iemand de tractiebediening strak tegen de referentiebalk houden bij het achteruitrijden. G. Stel de lengte van de tractiestangen af tot de beide rupsbanden even snel lopen. Opmerking: U kunt nu ook de maximale achteruitsnelheid van de rupsbanden afstellen. H. Draai de contramoeren vast. I. Stel de tractiebediening zo af, dat deze gelijk en recht tegen de referentiebalk rust als de bediening recht naar achteren wordt getrokken (Figuur 53 en Figuur 54). J. Figuur 56 1. Stelschroef 3. Aanslag 2. Contramoer Draai de flensmoer en bout van de tractiebediening vast. 5. Herhaal stap 1 tot en met 4 totdat de machine recht rijdt in de stand volledig vooruit. K. Zet de motor af en breng de machine omlaag tot op de grond. Belangrijk: Controleer of de stelschroeven de aanslag raken in de stand volledig vooruit om te voorkomen dat de hydraulische pompen geraakt worden. L. Rijd vol gas achteruit met de machine en controleer of de machine goed spoort. Zo niet, kijk dan in welke richting de machine afwijkt. Herhaal de afstelprocedure totdat de tractie-eenheid recht spoort in de achteruitstand. 37 Onderhoud hydraulisch systeem 6. Als het peil te laag is, voeg dan vloeistof toe tot u ze in het kijkglas kunt zien. 7. Monteer de dop en het filter op de vulbuis en draai de bout bovenaan vast tot 21 à 25 Nm. Het peil van de hydraulische vloeistof controleren 8. Monteer de afdekplaat; zie De voorkap monteren (bladz. 22). Hydraulisch filter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren Capaciteit hydraulisch systeem: 38 liter Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren Gebruik Toro Premium All Season hydraulische olie. 1. Plaats het voertuig op een horizontaal oppervlak. 1. Parkeer de machine op een vlakke ondergrond en laat de frees zakken. 2. Laat de frees zakken. 2. Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en laat de motor afkoelen. 3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3. Kijk door het glaskoepeltje aan de rechterkant van de machine. Als u geen hydraulische vloeistof in de koepel ziet, voer dan de volgende stappen uit om vloeistof bij te vullen. 4. Verwijder de bovenste dop. 5. Verwijder het oude filter en gooi het weg (Figuur 59). Figuur 57 Figuur 59 1. Kijkglaasje hydraulische vloeistof 1. Dop van vulbuis 2. Hydraulisch filter 4. Verwijder de afdekplaat; zie De voorkap verwijderen (bladz. 22). 6. Monteer het vervangfilter en de vuldop (Figuur 59) en draai de bout bovenaan vast tot 21 à 25 Nm. 5. Maak schoon rond de vulbuis van de hydraulische tank en verwijder de dop en het filter uit de vulbuis met een dopsleutel (Figuur 58). 7. Neem gemorste vloeistof op. 8. Plaats de bovenste dop. Hydraulische vloeistof verversen Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) 1. Plaats het voertuig op een horizontaal oppervlak. 2. Laat de frees zakken. 3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Figuur 58 1. Dop van vulbuis 2. Filter voor hydraulische vloeistof 4. Laat de machine volledig afkoelen. 38 Om de 1500 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd hierbij de kortste periode aan)—Vervang alle bewegende hydraulische slangen. 5. Verwijder de bovenste dop. 6. Verwijder de vuldop en het filter van de hydraulische tank (Figuur 59). 7. Plaats een opvangbak met een inhoud van minstens 38 liter onder de hydraulische tank. WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. Vloeistof die in de huid is geïnjecteerd, dient binnen enkele uren operatief te worden verwijderd door een arts die bekend is met deze vorm van verwondingen, omdat anders gangreen kan ontstaan. 8. Verwijder de aftapplug van de hydraulische tank zodat de olie in de opvangbak kan lopen (Figuur 60). • Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt. • U kunt lekken in het hydraulische systeem opsporen met behulp van karton of papier; doe dit nooit met uw handen. Figuur 60 1. Aftapplug van hydraulische tank 9. Als dit klaar is, plaatst u de aftapplug terug en draait u deze vast. Opmerking: Geef de afgewerkte olie af bij een erkend recyclingcentrum. 10. Vul de hydraulische tank met ongeveer 38 liter Toro Premium All Season hydraulische olie; zie Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 38). 11. Monteer het hydraulische filter en de vuldop (Figuur 59) en draai de bout bovenaan vast tot 21 à 25 Nm. 12. Start de motor en laat deze een paar minuten lopen. 13. Zet de motor af. 14. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof, indien nodig bijvullen. Raadpleeg Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 38). 15. Neem gemorste vloeistof op. 16. Plaats de bovenste dop. Hydraulische leidingen controleren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de hydraulische leidingen op lekkages, losgeraakte aansluitingen, kinken, loszittende steunen, slijtage en beschadigingen als gevolg van weersinvloeden of de inwerking van chemicaliën. Vervangen indien nodig. 39 Onderhoud van de frees Reiniging De tanden vervangen Vuil van de machine verwijderen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer de toestand van de tanden en draai of vervang tanden die versleten of beschadigd zijn. Belangrijk: Als u de motor gebruikt met een verstopt grasscherm, vuile of verstopte koelribben, en /of verwijderde koelschermen, zal dit leiden tot beschadiging van de motor als gevolg van oververhitting. Door de grote belasting van de tanden moet u ze regelmatig draaien en vervangen. 1. Laat de frees zakken. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3. Veeg het vuil van het luchtfilter. 4. Verwijder vuil van de oliekoeler. Figuur 61 1. Moer 2. Tandenhouder 3. Tand Elke tand beschikt over drie standen. Dat wil zeggen dat u een tand twee keer kunt draaien om een nieuwe scherpe rand te verkrijgen vooraleer u de tand moet vervangen. Om een tand te draaien moet u de moer losdraaien waarmee de tand is bevestigd (Figuur 61). Druk de tand naar voren en draai hem een derde van een slag, tot een ongebruikte rand naar buiten wijst. Draai de moer waarmee de tand vastzit aan tot 37 à 45 Nm. Om een tand te vervangen: verwijder de moer waarmee de tand bevestigd is en breng een nieuwe tand en moer aan op dezelfde plaats (Figuur 61). Draai de moer waarmee de tand vastzit aan tot 37 à 45 Nm. 40 Stalling 9. Stop een doek in de bougieopeningen om verstuivende olie op te vangen en gebruik vervolgens de startmotor om de motor te laten draaien en de olie over de cilinderwand te verspreiden. 1. Laat de frees zakken. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 10. Monteer de bougies, maar sluit de kabels niet aan op de bougies. 11. Laad de accu op; zie Onderhoud van de accu (bladz. 29). 3. Verwijder vuil en roet van de buitenkant van de gehele machine, met name van de motor. Verwijder vuil en kaf van buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing. 12. Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning; zie De spanning van de rupsbanden controleren en afstellen (bladz. 32). Belangrijk: U kunt het voertuig met een mild reinigingsmiddel en water wassen. Was de machine nooit met een hogedrukreiniger. Gebruik niet te veel water, vooral niet in de buurt van het bedieningspaneel, de motor, de hydraulische pompen en de accu. 13. Controleer alle bouten, schroeven en moeren en draai deze vast. Repareer of vervang beschadigde delen. 14. Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij. Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende servicedealer. 15. Stal de machine in een schone, droge garage of opslagruimte. Verwijder het sleuteltje uit het contact en bewaar het op een logische plaats. 4. Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt; zie Onderhoud van het luchtfilter (bladz. 24). 5. Smeer de machine; zie De machine smeren (bladz. 23). 16. Dek de machine af om deze te beschermen en schoon te houden. 6. Ververs de motorolie; zie Motorolie verversen (bladz. 25). 7. Wanneer de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, moet ze als volgt worden voorbereid op stalling: A. Voeg een stabilizer/conditioner op oliebasis toe aan de brandstof in de tank. Volg de mengvoorschriften van de fabrikant van de stabilizer op. (8 ml per liter). Gebruik geen stabilizer op alcoholbasis (ethanol of methanol). Opmerking: Een stabilizer/conditioner werkt het best als het met verse benzine wordt vermengd en altijd wordt gebruikt. B. Laat de motor vijf minuten lopen om de stabilizer/conditioner door het brandstofsysteem te verspreiden. C. Zet de motor af, wacht totdat deze is afgekoeld en laat de benzine uit de tank lopen met behulp van een sifonpomp. D. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat deze afslaat. E. Choke de motor. F. Start de motor totdat deze niet meer start. G. U moet brandstof op de juiste wijze afvoeren. Verwerk deze volgens de plaatselijk geldende voorschriften. Belangrijk: Bewaar benzine waaraan stabilizer/conditioner is toegevoegd niet langer dan 90 dagen. 8. Verwijder de bougies en giet twee eetlepels motorolie in elke bougieopening. 41 Problemen, oorzaak en remedie Probleem De startmotor slaat niet aan. De motor start niet, start moeilijk of slaat af. Mogelijke oorzaak 1. Accu is leeg. 1. Accu opladen of vervangen. 2. De elektrische aansluitingen zijn gecorrodeerd of zitten los. 3. Relais of schakelaar is beschadigd. 2. Controleren of de elektrische aansluitingen goed contact maken. 3. Neem contact op met een erkende servicedealer. 1. De brandstoftank is leeg. 1. Vul de tank met benzine. 2. De brandstofafsluitklep is gesloten. 3. De bedieningsorganen staan niet in neutraal. 4. De choke staat niet op Aan. 2. Open de brandstofklep. 3. Zet de bedieningsorganen op neutraal. 5. Het luchtfilter is vuil. 6. Er zit een bougiekabel los of hij is niet aangesloten. 7. De bougie is aangetast, vuil, of de elektrodenafstand is niet correct afgesteld. 8. Vuil, water of oude brandstof in het brandstofsysteem. De motor verliest vermogen. 4. Chokehendel helemaal naar voren zetten. 5. Reinig of vervang de luchtfilterelementen. 6. De bougiekabel op de bougie monteren. 7. Nieuwe bougie met een correct afgestelde elektrodenafstand plaatsen. 8. Neem contact op met een erkende servicedealer. 1. De motor is te zwaar belast. 1. De rijsnelheid verminderen. 2. Het luchtfilter is vuil. 2. Reinig of vervang de luchtfilterelementen. 3. De olie in het carter controleren en bijvullen. 4. Obstructies verwijderen van de koelribben en luchtkanalen. 3. Het oliepeil in het carter is te laag. 4. De koelribben en luchtkanalen onder de ventilatorbehuizing van de motor zijn verstopt. 5. De bougie is aangetast, vuil, of de elektrodenafstand is niet correct afgesteld. 6. Vuil, water of oude brandstof in het brandstofsysteem. De motor raakt oververhit. Remedie 5. Nieuwe bougie met een correct afgestelde elektrodenafstand plaatsen. 6. Neem contact op met een erkende servicedealer. 1. De motor is te zwaar belast. 1. De rijsnelheid verminderen. 2. Het oliepeil in het carter is te laag. 3. Het koelsysteem van de motor is vuil. 2. De olie in het carter controleren en bijvullen. 3. Reinig de motor en de motoroliekoeler. Abnormale trillingen. 1. De bevestigingsbouten van de motor zitten los. 1. De bevestigingsbouten van de motor vastdraaien. De machine drijft niet aan. 1. Het peil van de hydraulische vloeistof is te laag. 1. Hydraulische vloeistof controleren en bijvullen. 2. De sleepkleppen zijn open. 3. Het hydraulische systeem is beschadigd. 2. Sleepkleppen sluiten. 3. Neem contact op met een erkende servicedealer. 1. De frees is vastgelopen op een stuk hout of steen. 1. Stop de motor en verwijder de obstructie met een stok. 2. De aandrijving van de frees is beschadigd. 3. Het hydraulische systeem is verstopt, vervuild of beschadigd. 2. Neem contact op met een erkende servicedealer. 3. Neem contact op met een erkende servicedealer. De frees draait niet 42 Probleem Mogelijke oorzaak Remedie 1. De tanden zijn versleten. 1. Draai of vervang de tanden. 2. Het hydraulische systeem is oververhit. 3. Het hydraulische systeem is verstopt, vervuild of beschadigd. 2. Schakel het systeem uit en laat het afkoelen. 3. Neem contact op met een erkende servicedealer. De freeskop gaat niet naar boven of beneden. 1. De bedieningsklep voor heffen/zakken is gesloten. 1. Draai de bedieningsknop rechtstom om ze te openen. De hydraulische olie loopt over of is erg heet. 1. De ventilator werkt niet. 1. Controleer de slang en vervang indien nodig. De frees snijdt niet snel genoeg. 43 Toro garantie Compact Utility Equipment Een beperkte garantie gedurende een jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt CUE-producten Zaken en gevallen die niet onder de garantie vallen The Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro Compact Utility Equipment (hierna: het 'product') vrij is van materiaalgebreken of fabricagefouten. De volgende perioden zijn van toepassing vanaf de datum van aankoop: Niet alle storingen of defecten van het product die plaatsvinden tijdens de garantieperiode zijn materiaalgebreken of fabricagefouten. Buiten deze uitdrukkelijke garantie vallen: • Defecten als gevolg van het gebruik van andere dan originele Toro-onderdelen, of als gevolg van de montage en gebruik van additionele, gewijzigde of niet-goedgekeurde accessoires. Producten • Defecten als gevolg van nalatigheid om de vereiste onderhoudsen/of afstelwerkzaamheden te verrichten. • Defecten als gevolg van verkeerd, achteloos of roekeloos gebruik van het product • Onderdelen die onderhevig zijn aan slijtage door gebruik, tenzij deze gebreken vertonen. Voorbeelden van onderdelen die slijten of worden verbruikt tijdens een normaal gebruik van het product zijn onder meer, maar niet uitsluitend: tanden, gloeibougies, banden, rupsbanden, filters, kettingen, enz. • Defecten veroorzaakt door externe invloeden. Externe invloeden zijn onder meer, maar niet uitsluitend; weersomstandigheden, wijze van opslag, verontreiniging, gebruik van niet-goedgekeurde koelvloeistoffen, smeermiddelen, additieven of chemicaliën, enz. • Normale slijtage. Normale slijtage bestaat onder meer, maar niet uitsluitend uit: afgebladderde verfoppervlakken, beschadigde stickers, krassen op ruiten, enz. • Onderdelen waarvoor een afzonderlijke garantie van de fabrikant geldt • Ophaal- en afleverkosten Garantieperiode Laders, sleuvengravers, stronkenfrezen, 1 jaar of 1000 bedrijfsuren, waarbij de kortste periode hakmachines, houtkloofmachines en moet worden aangehouden werktuigen Kohler-motoren 3 jaar Alle andere motoren 2 jaar In een geval waarin de garantie van toepassing is, zullen wij het product kosteloos repareren en ook niet de kosten van diagnose, arbeid en onderdelen in rekening brengen. Aanwijzingen voor aanvraag van garantieservice Als u van mening bent dat een Toro-product materiaalgebreken of fabricagefouten vertoont, moet u deze procedure volgen: 1. Neem contact op met een erkende Toro servicedealer voor service aan uw Compact Utility Equipment. Bezoek onze website op www.Toro.com om een dealer bij u in de buurt te vinden. U kunt ook gratis bellen naar Toro Customer Care Department op 888-865-5676 (klanten in de VS) of 888-865-5691 (klanten in Canada). 2. Breng het product met uw aankoopbewijs (kwitantie) naar de servicedealer. 3. Als u om wat voor reden dan ook ontevreden bent over het onderzoek van de servicedealer of de verleende hulp, verzoeken wij u contact op te nemen met: LCB Customer Care Department Toro Warranty Company 8111 Lyndale Avenue South Bloomington, MN 55420-1196, VS Gratis: 888-865-5676 (klanten in de VS) Gratis: 888-865-5691 (klanten in Canada) Plichten van de eigenaar U dient uw Toro-product te onderhouden zoals wordt beschreven in de Gebruikershandleiding. Dit routineonderhoud is voor uw rekening, ongeacht of dit wordt uitgevoerd door de dealer of door uzelf. De garantie op vervangingsonderdelen volgens het vereiste onderhoud geldt tot de geplande vervangdatum van het betreffende onderdeel. Indien u de vereiste onderhouds- en afstelwerkzaamheden niet uitvoert, kan de garantie worden afgewezen. Algemene voorwaarden Op grond van deze garantie mogen reparaties uitsluitend worden uitgevoerd door een erkende Toro Compact Utility Equipment (CUE) servicedealer. The Toro® Company en de Toro Warranty Company zijn niet aansprakelijk voor indirecte of bijkomende schade dan wel gevolgschade in samenhang met het gebruik van de Toro producten die onder deze garantie vallen, inclusief de kosten of uitgaven voor de levering van vervangend materiaal of diensten gedurende een redelijke periode van onbruikbaarheid of buitengebruikstelling tijdens de uitvoering van reparatiewerkzaamheden op grond van deze garantie. Alle impliciete garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor gebruik zijn beperkt tot de duur van deze uitdrukkelijke garantie. Sommige landen staan uitsluitingen van bijkomende schade of gevolgschade of beperkingen op de duur van de impliciete garantie niet toe, zodat bovengenoemde uitsluitingen en beperkingen in uw geval mogelijk niet van toepassing zijn. Deze garantie geeft u specifieke juridische rechten; daarnaast kunt u beschikken over andere rechten die per land kunnen verschillen. Met uitzondering van de motorgarantie en de emissie waarnaar hieronder, indien van toepassing, wordt verwezen, bestaat er geen andere uitdrukkelijke garantie. Het emissiecontrolesysteem op uw product kan vallen onder de dekking van een afzonderlijke garantie die voldoet aan de eisen van de Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) of de California Air Resources Board (CARB). De beperkingen van de bedrijfsuren die hierboven zijn genoemd, gelden niet voor de garantie op het emissiecontrolesysteem. Zie de garantieverklaring voor het emissiecontrolesysteem in de Gebruikershandleiding van uw product of in het documentatiemateriaal van de fabrikant van de motor voor nadere bijzonderheden. Andere landen dan de VS of Canada Kopers van Toro-producten die zijn geëxporteerd uit de Verenigde Staten of Canada, moeten contact opnemen met hun Toro Distributeur (Dealer) voor de garantiebepaling die in hun land, provincie of staat van toepassing zijn. Gelieve contact op te nemen met de Toro importeur als u om wat voor reden dan ook ontevreden bent over de diensten van uw Distributeur of moeilijk informatie over de garantie kunt verkrijgen. Als alle andere middelen tekortschieten, kunt zich wenden tot de Toro Warranty Company. 374-0261 Rev B
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Toro STX-38 Stump Grinder Handleiding

Type
Handleiding