Volvo V50 Snelstartgids

Type
Snelstartgids

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEFELICITEERD MET DE AANKOOP VAN UW
NIEUWE VOLVO!
Het is altijd spannend een nieuwe auto te leren kennen.
Neem deze Quick Guide door om nog meer plezier te hebben van uw
nieuwe Volvo. Gedetailleerde informatie vindt u in het instructieboekje.
Waarschuwingsteksten en andere belangrijke informatie staan alleen in
het instructieboekje, niet in deze folder. Het instructieboekje bevat de
meest recente gegevens.
Opties staan aangegeven met een sterretje (*).
Op www.volvocars.com vindt u meer informatie over uw auto.
VOLVO V50
quick Guide
WEB EDITION
AUTOSTART (GELDT VOOR DE 2.4i, T5 EN D5)
Koppelings- en/of rempedaal bedienen.
Afstandsbediening/startknop naar stand III
draaien en meteen loslaten – de motor start
automatisch.
Een dieselmotor altijd laten voorgloeien in
sleutelstand II, voordat u de motor start.
SLEUTELBLAD
T
e gebruiken om het dashboardkastje te vergrende-
len/ontgrendelen of het slot in het bestuurdersportier te
bedienen als de auto bijvoorbeeld zonder stroom zit.
KOUDE START
N.B.
Na een koude start ligt het stationaire toe-
rental hoger ongeacht de buitentemperatuur.
Het verhoogde stationaire toerental maakt
deel uit van Volvo’s effectieve uitlaatgasreini-
gingssysteem.
SLEUTEL EN AFSTANDSBEDIENING
Vergrendelt de portieren en de ach-
terklep en activeert het alarm*.
Ontgrendelt de portieren
A
en de ach-
terklep en deactiveert het alarm.
Ontgrendelt de achterklep – hij wordt
niet geopend.
Activeert 30 seconden
B
lang Ap-
proach-verlichting in buitenspiegels*
alsmede interieur-, instap- en kenteken-
plaatverlichting. Richtingaanwijzers en
stadslichten vóór/achterlichten branden.
“Paniek-toets. In een noodsituatie
de toets ca. 3 seconden lang ingedrukt
houden om het alarm te laten afgaan.
Het paniekalarm uitschakelen door
dezelfde toets of de ontgrendelingstoets
lang in te drukken.
A
Als geen van de portieren noch de achterklep bin-
nen 2 minuten na ontgrendeling wordt geopend,
worden deze na enige tijd automatisch opnieuw
vergrendeld.
B
Tijd is in te stellen op 30, 60 of 90 seconden (zie
instructieboekje).
RICHTINGAANWIJZERS
A. Korte signalen, drie knippersignalen.
B. Onafgebroken serie knippersignalen.
WAARSCHUWING! Stel het stuurwiel in, voor-
dat u gaat rijden. Doe dit nooit tijdens het rijden.
STUURWIEL INSTELLEN
1
2
2
1
2
2
BEDIENINGSPANEEL OP BESTUURDERSPORTIER
LR
Buitenspiegel instellen, –opL of R
drukken. Instellen met hendeltje.
Buitenspiegels inklappen*, L en
R indrukken. Nogmaals indrukken om
uit te klappen.
1
Elektrisch bediende ruiten hand-
matig openen/sluiten
2
Elektrisch bediende ruiten auto-
matisch openen/sluiten
Achterste zijruiten en portieren
vergrendelen*, kinderslot.
VERLICHTINGSBEDIENING
Koplamphoogteverstelling. Automa-
tisch bij Bi-Xenonverlichting
®
*.
Automatisch dimlicht en grootlicht-
signalen. Het is niet mogelijk het groot
licht te voeren.
Stadslichten voor/achterlichten
Dimlicht – Dooft bij afzetten motor. Het
is mogelijk het groot licht te voeren.
Actieve Bi-Xenonverlichting*
®
– De
lichtbundels van de koplampen draaien
met het stuurwiel mee.
Display- en instrumentenverlichting
Mistlampen (vóór*)
Mistachterlicht (alleen bestuurders-
zijde)
A
Grootlichtsignalen
B
Wisselen groot licht/dimlicht en Fol-
low-Me-Home-verlichting.
Voor de lak is het beter om de auto met de
hand te wassen dan in een automatische
wasstraat. Een nieuwe laklaag is bovendien
kwetsbaarder dan een oude laag. U wordt
daarom geadviseerd de eerste maanden na
aankoop van een nieuwe auto deze alleen met
de hand te wassen.
Leren bekleding heeft regelmatige verzorging
nodig. Gebruik daarom één- à viermaal per
jaar (zo nodig vaker) een leerverzorgingspro-
duct. Leerverzorgingsproducten zijn verkrijg-
baar bij de erkende Volvo-werkplaats.
AUTOVERZORGING
D
E
C
0
F
G
1
Aan/uit en volume. Indrukken om
aan/uit te zetten. Omdraaien om volume
bij te regelen. Individueel vastgelegde
volumeniveaus voor radio, TP, handsfree*
en RTI*.
2
Radio FM1, FM2 of AM.
4
Display
5
MODE CD of AUX
A
6
Geluidsweergave indrukken om te
kiezen uit BAS, Dolby Pro Logic II* of
SUBWOOFER*. Omdraaien om bij te
regelen.
9
MENU AUX, volume en geavanceerde
geluidsinstellingen. SUBWOOFER* acti-
veren/deactiveren.
RADIO
6
Radiozender kiezen door te draaien.
8
SCAN automatisch zenders zoeken.
10
Zender zoeken met pijl-links/pijl-rechts.
Tot 20 zenders opslaan (tien voor FM1
en tien voor FM2) op door 0–9 ingedrukt
te houden, waarna een bevestiging op het
display verschijnt.
Zenders automatisch vastleggen
– Ca. 2 seconden op AUTO drukken. Op
het display verschijnt “Autom. opslaan”.
De 10 best doorkomende zenders worden
vastgelegd. Op 0–9 drukken om een zen-
der te selecteren.
CD-SPELER
3
Cd uitwerpen. Bij kort indrukken wordt
alleen de beluisterde cd uitgeworpen. Bij
lang indrukken worden alle cd’s uitgewor-
pen
B
.
6
Omdraaien – om van cd-track te wis-
selen.
7
Rechtstreeks cd kiezen
B
– Op 1–6 druk-
ken.
10
Andere track op cd met pijl-links/pijl-
rechts of aan (6) draaien.
Cd kiezen
B
met pijl-omhoog/pijl-omlaag.
AUDIOSYSTEEM
RUITENWISSERS EN REGENSENSOR*
C
Enkele wisslag
0
Uit
D
Intervalfunctie. Aan (B) draaien om in
te stellen.
E
Normale snelheid
F
Hoge snelheid
G
Ruiten- en koplampsproeiers
H
Ruitensproeier achterklep
3
Ruitenwisser achterklep interval-
stand/normale stand
1
Regensensor aan/uit. Regensensor uit
in stand D-F.
2
Gevoeligheid instellen met duimwiel.
Displaysymbool bij regensensor aan.
A.
AUX-ingang voor bijv. mp3-speler (voor opti-
male geluidsweergave volume op half zetten).
B
. Alleen cd-wisselaar*.
2
AUTOMATISCHE REGELING
In de stand AUTO regelt het ECC-systeem
automatisch alle functies voor een groter bedie-
ningsgemak en optimale luchtkwaliteit.
1
Automatische functie
Op AUTO drukken om de temperatuur en
de overige functies automatisch te laten
regelen.
2
Temperatuur
Indrukken voor individuele temperatuurin-
stelling voor de linker- (L) of rechterzijde
(R). Knop naar gewenste temperatuurstand
draaien. Ingestelde temperatuur staat op
display.
ELEKTRONISCHE KLIMAATREGELING, ECC*
WAARSCHUWING
Onoordeelkundig gebruik kan levensgevaar-
lijke situaties opleveren. Bij twijfel over het
juiste gebruik het instructieboekje raadple-
gen.
HANDMATIGE REGELING
Ventilatorsnelheid
Luchtverdeling
Ontwaseming om de voorruit en zijrui-
ten snel van condens te ontdoen.
A – Interior Air Quality System* aan.
M – Recirculatiefunctie aan.
Airconditioning aan/uit. Voor koeling
van interieur en ontwaseming van ruiten.
Elektrische verwarming achter-
ruit en buitenspiegels. Automatische
uitschakeling
A
.
A
Achterruit 12 minuten. Spiegels 6 minuten.
PACOS*, PASSAGIERSAIRBAG DEACTIVEREN
PACOS (Passenger Airbag Cut Off Switch)
Contactsleutel gebruiken voor omzetten
ON/OFF.
OFF: Airbag
gedeactiveerd.
PASSENGER AIRBAG OFF verschijnt op
waarschuwingslampje boven de achteruitkijk-
spiegel.
Kinderen op een comfortkussen of in een
kinderzitje mogen op de voorstoel zitten, maar
nooit passagiers groter dan 1,40 m.
ON: Airbag geactiveerd.
Passagiers groter dan 1,40 m mogen op de
voorstoel zitten, maar nooit kinderen op een
comfortkussen of in een kinderzitje.
BRANDSTOF
1
Laag brandstofpeil
Bij een brandend symbool zo spoedig
mogelijk tanken.
2
Brandstofmeter
De pijl geeft aan dat de tankdop aan de
rechterzijde zit.
DAGTELLERS
3
Wisselen tussen T1 & T2 door kort in-
drukken. Lang indrukken om actuele teller
te resetten.
5
Op
het display staan twee verschillende
dagtellers, T1 & T2.
DISPLAY
4
Geeft boordcomputer, meldingen, klok en
buitentemperatuur weer.
BOORDCOMPUTER EN DAGTELLER
CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
Melding op informatiedisplay
lezen
Fout in ABS-systeem. Stop auto
z.s.m.Motor opnieuw starten
A
.
Stop auto z.s.m. Storing verhelpen
aan de hand van displaymelding.
Fout in remsysteem. Stop auto
z.s.m. Remvloeistof controleren
B
.
Lage oliedruk.
Stop auto z.s.m.
Oliepeil controleren
B
.
Stabiliteitssysteem DSTC*. Knip-
pert bij actief systeem.
A.
Contact opnemen met een Volvo-werkplaats als het
lampje bij de tweede startpoging opnieuw brandt.
B
Auto laten bergen als het lampje blijft branden.
BOORDCOMPUTER
6
Indrukken om een melding te verwijde-
ren.
7
Omdraaien om bijv. KILOMETER TOT
LEGE TANK op het display (4) weer te
geven.
8
Actuele functie resetten. Lang indruk-
ken om alle functies te resetten.
BELANGRIJK
“Kilometer tot lege tank” is een schatting van
de actieradius op basis van eerdere rijom-
standigheden.
RUGGEDEELTEN ACHTERBANK OMKLAPPEN
A. Veiligheidsgordel aan kledinghaak ophan-
gen.
B. Zitgedeelte vooroverklappen.
C. Pal van ruggedeelte vrijgeven en ruggedeelte
naar voren toe omklappen.
D. Pal van hoofdsteun vrijgeven.
E. Hoofdsteun in de bussen aan de onderkant
van het zitgedeelte plaatsen.
F. Ruggedeelte omlaagklappen.
Ook de passagiersstoel is omlaag te klappen. Zie
punt 6 onder VOORSTOEL INSTELLEN.
Knop indrukken om tankvulklep te openen.
Tankdop ophangen tijdens het tanken.
TANKEN ROETFILTER
BLIS, BLIND SPOT INFORMATION
SYSTEM*
EMERGENCY BRAKE ASSIST, EBA
Als het controlelampje voor BLIS oplicht
zonder dat u voertuigen in de dode hoeken
kunt waarnemen, kunnen reflecties op een
nat wegdek, eigen schaduwen op betonnen
wegen of een laag staande zon in de camera
daarvan de oorzaak zijn.
Bij een storing in het BLIS verschijnt de mel-
ding BLIS SERVICE VEREIST op het display.
In bepaalde omstandigheden verschijnt op het
display van het hoofdinstrument de melding
“ROETFILTER VOL”. In dat geval moet het
roetfilter van het uitlaatsysteem geregene-
reerd worden. Dat gebeurt automatisch door
ca. 20 minuten op matige snelheid (70–90 km)
te rijden. Wanneer de melding verdwijnt heeft
regeneratie plaatsgevonden.
De remkrachtverhoging bij noodstops helpt
de remkracht verhogen om op die manier
de remweg te verkorten. Het EBA-systeem
wordt geactiveerd wanneer u krachtig remt.
Wanneer het EBA geactiveerd wordt, zakt het
rempedaal iets verder omlaag dan normaal.
Bedien het rempedaal (houd het ingedrukt)
zolang dat nodig is. Zodra u het rempedaal
loslaat, worden de remmen volledig gelost.
+
-
VOORSTOEL INSTELLEN
OPBERGMOGELIJKHEDEN, 12V-AANSLUITINGEN & AUX
1
Lendensteun
2
Hellingshoek ruggedeelte
3
Stoel omhoog/omlaag
4
Voorkant zitting omhoog/omlaag
5
Vooruit/achteruit
6
Rugleuning passagiersstoel omklappen
De 12V-aansluitingen in de middenconsole
voor/achter werken in sleutelstand I of II. De
12V-aansluiting rechts in de bagageruimte*
is altijd actief.
Met de AUX-ingang is het mogelijk om muziek
op bijv. een mp3-speler te beluisteren via het
audiosysteem van de auto.
TP 10269 (Dutch). AT 0820. Printed in Sweden, Göteborg 2008. Copyright © 2000–2008 Volvo Car Corporation.
HOUDER VOOR BOODSCHAP-
PENTASSEN*
BELANGRIJK
Bij gebruik van de 12V-aansluiting in de
bagageruimte met de motor afgezet kan de
accu uitgeput raken.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Volvo V50 Snelstartgids

Type
Snelstartgids
Deze handleiding is ook geschikt voor